KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 360
CRIV 50 COM 360
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
woensdag mercredi
17-01-2001 17-01-2001
16:00 uur
16:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 360
17/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Daan Schalck aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de posttreinen" (nr. 3009)
1
Question orale de M. Daan Schalck à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les trains postaux" (n° 3009)
1
Sprekers: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over "het project
'Even bijtanken', verkeerseducatie voor senioren"
(nr. 3043)
2
Question orale de M. Peter Vanvelthoven à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "le projet d'actualisation des
connaissances relatives au code de la route,
éducation à la sécurité routière pour les seniors"
(n° 3043)
2
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "werken op buiten gebruik
gestelde spoorwegen" (nr. 3070)
4
Question orale de M. Joos Wauters à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "des travaux sur des voies ferrées
désaffectées" (n° 3070)
4
Sprekers: Joos Wauters, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Joos Wauters, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over "short sea
shipping" (nr. 3086)
5
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "le petit cabotage" (n° 3086)
5
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Jozef Van Eetvelt
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over
"alcoholcontroletoestellen in het verkeer"
(nr. 3100)
6
Question orale de M. Jozef Van Eetvelt à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les appareils effectuant les
alcootests dans la circulation routière" (n° 3100)
6
Sprekers: Jozef Van Eetvelt, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Jozef Van Eetvelt, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer André Frédéric
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de aanleg van een
ringweg te Spa" (nr. 3127)
7
Question orale de M. André Frédéric à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la réalisation d'une route de
contournement à Spa" (n° 3127)
7
Sprekers: André Frédéric, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: André Frédéric, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer André Smets aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de verlenging van de Thalys
Parijs-Namen-Luik tot Verviers" (nr. 3136)
9
Question orale de M. André Smets à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la prolongation de la ligne Thalys
Paris-Namur-Liège vers Verviers" (n° 3136)
9
Sprekers: André Smets, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: André Smets, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Lode Vanoost aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
10
Question orale de M. Lode Vanoost à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
10
17/01/2001
CRIV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
en Vervoer over "de nieuwe boetes bij de NMBS"
(nr. 3066)
Transports sur "les nouvelles amendes de la
SNCB" (n° 3066)
Sprekers: Lode Vanoost, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Lode Vanoost, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
CRIV 50
COM 360
17/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
WOENSDAG
17
JANUARI
2001
16:00 uur
______
du
MERCREDI
17
JANVIER
2001
16:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 16.52 uur door
de heer Lode Vanoost, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.52 heures par M. Lode
Vanoost, président.

De mondelinge vraag nr. 2888 van de heer Daan
Schalck wordt ingetrokken.
01 Mondelinge vraag van de heer Daan Schalck
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de posttreinen"
(nr. 3009)
01 Question orale de M. Daan Schalck à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "les trains postaux"
(n° 3009)
01.01 Daan Schalck (SP): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, tijdens de
kerstvakantie las ik in een bericht dat De Post zou
hebben beslist om de posttreinen 's nachts af te
schaffen en te vervangen door eigen
vrachtwagens. Ik heb daar twee opmerkingen
over.

Ten eerste, inzake algemene mobiliteit is dat
eigenlijk niet waar we naar moeten streven, maar
dat is een beslissing van De Post. Ik zal ook op
dat vlak de bevoegde minister een bijna
gelijkaardige vraag stellen.

Ten tweede, ook voor de NMBS zou dit zijn
repercussies kunnen hebben, neem ik aan.
Daarom heb ik twee korte vragen.

Is de beslissing definitief?

Wat is de impact voor de NMBS? Ik kan mij
inbeelden dat De Post toch een belangrijke klant
is vandaag. Wat is de impact als de NMBS zo een
belangrijke klant zou verliezen?
01.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de
voorzitter, collega's, het vervoer van
postproducten wordt geregeld door een nieuwe
conventie, die op 1 januari 1999 van kracht werd
voor een termijn van vijf jaar, behoudens
opzegging door één der partijen middels een
opzegtermijn van minimum zes maanden, die
ingaat op het einde van de maand van betekening.
Op dit moment heeft de NMBS nog geen
dergelijke betekening ontvangen en wordt het
vervoer verder verzekerd volgens de voorwaarden
van de vermelde conventie.

Het stopzetten van het posttreinverkeer zou een
verlies aan bruto-inkomsten vertegenwoordigen
van meer dan 4 miljoen euro per jaar. In de
nieuwe conventie wordt de prijs bepaald per
afgelegde kilometer en wordt een degressie aan
de hand van kilometerschijven toegepast. De
herziening vindt jaarlijks plaats op 1 januari
volgens een formule die rekening houdt met de
parameters voor de lonen, de brandstoffen en de
industriële productie. Die nieuwe structuur heeft,
zoals De Post het wenste, geleid tot een
aanzienlijke vermindering van de vroegere prijzen.

Met het oog op een goede uitvoering van hun
respectievelijke verplichtingen, zijn de partijen een
totaal coalitiecharter overeengekomen dat
integraal deel uitmaakt van de conventie. In de
bepalingen aangaande de kwaliteit van de dienst
voorziet het charter in de betaling van
vergoedingen voor vertragingen die de
verkeersplanning verstoren.
17/01/2001
CRIV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2

In het licht van de bepalingen die door de partijen
in nauwe en gezonde samenwerking werden
aangegaan, beantwoordt de conventie aan criteria
die tot een optimale commercialisering van het
vervoer van postproducten per spoor moeten
leiden. Dat is de stand van zaken.

Eind september heb ik aan minister Daems een
brief over de nieuwe posteercentra geschreven. Ik
heb dezelfde informatie als u gehoord. Tot nu toe
heb ik geen reactie ontvangen. Het lijkt mij evident
dat het geen goed idee is mocht De Post niet
langer op de NMBS beroep doen. Daarom heb ik
de aandacht van minister Daems op deze kwestie
gevestigd. Als er geen reactie komt, ga ik ervan uit
dat minister Daems erbij blijft dat het spoor de
beste optie is. Voor de spoorwegen opteren is
financieel gunstiger.Velen zijn de mening
toegedaan dat er niet voldoende geld is voor de
NMBS. Ik zeg niet dat de Post de NMBS moet
financieren, maar het is wel een manier om
samen te werken. Bovendien is die oplossing ook
heel goed voor de mobiliteit. Er zullen minder
vrachtwagens op de wegen rijden. Ik denk ook dat
De Post en de publieke overheden in het kader
van De Post een voorbeeldfunctie moeten
vervullen. Dat is heel belangrijk. Als men het
spoor wil promoten, moeten de overheden
hetzelfde gedrag hebben in het kader van hun
bevoegdheden, zelfs als De Post een autonoom
bedrijf is.

Ik schenk veel aandacht aan dit probleem en
wacht het antwoord van minister Daems af. Het is
een slecht idee om de huidige situatie te
veranderen. Het is misschien de bedoeling om de
opdracht voor het vervoer van kleine pakketten
aan, bijvoorbeeld, ABX te geven. Ik vind dat geen
goed idee.
01.03 Daan Schalck (SP): Mevrouw de minister,
ik ben heel tevreden met uw antwoord. Uw
conclusies, zowel op het vlak van mobiliteit als
economisch zijn ook de mijne, vandaar dat ik die
vraag gesteld heb. Ik hoop inderdaad dat u met
minister Daems tot een vergelijk komt. Ik zal hem
een gelijkaardige vraag richten om ook van hem
te weten wat zijn standpunt daarin is. Een
overheidsbedrijf heeft inderdaad een heel
belangrijke signaalfunctie in deze. Als wij willen
dat er veel meer vervoer in het algemeen langs de
binnenvaart en langs het spoor gebeurt, dan kan
het toch niet dat grote overheidsbedrijven de
omgekeerde weg zouden volgen en dan moet er
enige soepelheid van beide kanten, ook van de
NMBS, mogelijk moet zijn om die samenwerking
in de toekomst te behouden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over "het
project 'Even bijtanken', verkeerseducatie voor
senioren" (nr. 3043)
02 Question orale de M. Peter Vanvelthoven à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité
et des Transports sur "le projet d'actualisation
des connaissances relatives au code de la
route, éducation à la sécurité routière pour les
seniors" (n° 3043)
02.01 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik verwijs naar
een gelijkaardige vraag, die ik in oktober 1999
stelde. Mevrouw de minister, u refereerde toen
terecht aan de destijds op stapel staande
evaluatie door de Federatie van
Beroepsautorijscholen van België, de FAB, van
het project `Even bijtanken', dat senioren een
groter zelfvertrouwen en een sterker
veiligheidsgevoel moest geven in het verkeer door
middel van een aantal gratis aangeboden
opfrissingscursussen.

Het eindverslag van de FAB was begin maart
2000 ter beschikking. U had overigens bij uw
antwoord destijds de termijn vermeld waarbinnen
dat moest zijn afgerond. Welnu, in de evaluatie
komt men tot het besluit dat de actie een succes
was, wat wordt aangetoond door het
enthousiasme van de cursisten, de sponsors, de
lesgevers enzovoort. Voorts zijn de deelnemers
ervan overtuigd dat de opfrissingscursussen best
worden voortgezet.

Ondertussen is er bijna een jaar verstreken.
Daarom volgende vraag: overweegt u de
voortzetting van dat project of neemt u geen
verdere initiatieven terzake?
02.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de
voorzitter, het project `Even bijtanken' omvatte
twee overeenkomsten tussen de federale minister,
bevoegd voor verkeersveiligheid, en de Federatie
van Beroepsautorijscholen van België. Ze
voorzagen enerzijds, in de organisatie van
grootschalige verkeersopfrissingscursussen voor
55-plussers op vrijwillige basis en volledig gratis.
De conventie terzake was gespreid over twee
begrotingsjaren, namelijk 1998 en 1999.
Respectievelijk was hiervoor 5 miljoen en 3,3
miljoen voorbehouden; goed voor in totaal 8,3
miljoen over twee jaar gespreid, zowel voor de
CRIV 50
COM 360
17/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Nederlandstalige als de Franstalige cursussen. De
bedragen werden ingeschreven op de
begrotingspost van mijn departement ten belope
van jaarlijks 10 miljoen "acties en studies in
verband met de verkeersveiligheid". Anderzijds
voorzagen ze in de opmaak van een
evaluatieverslag van de cursus per taalstelsel.

De evaluatie van de Nederlandstalige cursussen is
mij, zoals u opmerkte, bezorgd in de loop van
januari 2000. De evaluatie van de Franstalige
cursussen werd pas na veel aandringen eind 2000
aan mijn kabinet toegestuurd, wat te wijten was
aan problemen van interne orde van de FAB.

Het project was een groot succes. In beide
evaluaties wordt dat vooral toegeschreven aan het
feit dat de cursussen gratis waren. Alhoewel de
reacties van de deelnemers aan de cursussen uit
de verschillende taalgemeenschappen zeer
gelijklopend zijn, maakt het evaluatieverslag over
de Franstalige cursussen, dat ons het laatst werd
bezorgd, gewag van verschillen tussen het
noorden en het zuiden. Zo zegt men onder andere
dat de senioren in Vlaanderen beter
georganiseerd zijn en dat er meer publiciteit aan
het project werd gegeven en dus beter bekend
was bij het Vlaamse publiek.

Beide evaluaties, de Nederlandstalige en de
Franstalige, zullen door mijn dienst grondig
bekeken worden. Ze zullen ook samen met de
FAB doorgenomen worden.

Sta me toe nog even terug te komen op de opzet
en het uiteindelijke doel van de actie. Met het
initiatief wou de overheid een dynamiek op gang
trekken, waarbij andere organisaties of partners
inzake verkeersveiligheid gelet op het succes van
het initiatief, de fakkel zouden overnemen en zelf
verkeerscursussen voor 55-plussers zouden
organiseren, zonder verdere
overheidstussenkomst.

Vergeleken met 1998 en 1999 is de situatie wel op
twee vlakken gewijzigd en daarmee moet rekening
worden gehouden.

Ten eerste, halverwege 2000 is er naast de FAB,
een nieuwe beroepsfederatie ontstaan, de
Federatie van de Erkende Rijscholen, FER.

Vervolgens is het aanvankelijk enig
begrotingsartikel, studies en acties in verband met
verkeersveiligheid, ter grootte van 10 miljoen frank
vanaf 2001 verhoogd tot 11 miljoen frank.
Bovendien werd het opgesplitst in twee
verschillende kredieten, een van 5 miljoen voor
studies en één van 6 miljoen voor acties in
verband met verkeersveiligheid. U zult begrijpen
dat het niet de bedoeling kan zijn het
ingeschreven jaarkrediet van 6 miljoen voor acties
dit jaar en eventueel het komende jaar enkel en
alleen voor te behouden voor het geven van gratis
verkeerscursussen voor 55-plussers, waarvan de
federale overheid de kosten draagt.

Mijn diensten zullen dan ook in de komende
maanden samen met alle betrokken partners in
verkeersveiligheid onderzoeken welke formule zou
kunnen worden uitgewerkt opdat progressief en
eventueel over meerdere jaren gespreid dergelijke
cursussen zouden kunnen plaatsvinden. Hierbij
zal niet noodzakelijk hetzelfde ritme en dezelfde
omvang worden aangehouden, waarbij de kost
gedragen door de federale overheid geleidelijk of
gedeeltelijk tot eventueel geheel wordt
overgenomen door de partners in
verkeersveiligheid. Het is dus niet uit te sluiten dat
ook aan de deelnemers van de cursus een kleine
financiële bijdrage zal worden gevraagd. Dat is
ook een mogelijkheid.

In elk geval zal er blijvende aandacht uitgaan naar
de inhoud, de kwaliteit en de standaardisatie van
de cursus. Deze aspecten vormen één van de
sleutels tot het succes van deze specifiek groep.
De evaluatie aan de Franstalige kant omvat dus
beide elementen: enerzijds de discussie met de
FAB; anderzijds de voortzetting van het project, zij
het met andere modaliteiten van financiering,
ritme en frequentie. Dit alles in een goede
verhouding tot de specifieke situatie in de twee
gemeenschappen, die absoluut niet dezelfde zijn.
Er kan gedifferentieerd worden volgens de
volledige evaluatie van beide gemeenschappen.
02.03 Peter Vanvelthoven (SP): Mevrouw de
minister, ik ben het grotendeels met u eens. Ik
weet dat vooraleer het federale project tot stand is
gekomen er in heel wat plaatsen een gelijkaardig
project heeft gelopen dat ook gratis was voor de
deelnemers. De verzekeringsmaatschappijen
betaalden per deelnemer een bijdrage aan de
cursus. Deze bijdrage is weggevallen op het
moment dat men dit project heeft uitgevoerd op
federaal niveau en waar de federale overheid
eigenlijk alle kosten heeft gedragen. Ik denk dat
als u dat overleg hebt met de verschillende
actoren dat het nuttig zou zijn om ook de
verzekeringssector daar actief bij te betrekken
omdat zij er ook belang bij hebben. Hoe beter de
senioren opgeleid zijn, hoe minder ongevallen zij
zullen veroorzaken en hoe beter de
verzekeringssector er ook van zal worden. Ik zou
u daarin willen steunen en u willen aanmoedigen
17/01/2001
CRIV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
om de verzekeringssector te vragen daar ook een
steentje in bij te dragen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "werken op buiten
gebruik gestelde spoorwegen" (nr. 3070)
03 Question orale de M. Joos Wauters à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "des travaux sur des voies
ferrées désaffectées" (n° 3070)
03.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik
stel met genoegen vast dat fiets- en voetpaden op
of naast oude spoorlijnen zeer druk gebruikt
worden. Dat is eigenlijk een surplus voor de
mobiliteit. Ik merk dat mensen deze wegen
gebruiken om snel bij stations te komen. De
combinatie van fiets en trein is een belangrijke
zaak.

Ik verneem echter dat de NMBS zeker tot 2002 de
buiten gebruik gestelde spoorwegen niet meer ter
beschikking wil stellen of vrijmaken om fiets- of
voetpaden aan te leggen. Hierdoor zijn er dikwijls
missing links, stukken die nog aangelegd moeten
worden. Ook het onderhoud van bestaande fiets-
en voetpaden komt hierdoor in het gedrang. De
NMBS heeft de administratieve beslissing
genomen om deze zaak geen voorrang te geven.
Zij willen zich concentreren op de echte
spoorwegdossiers. Dat is natuurlijk jammer omdat
we met een mobiliteitscrisis geconfronteerd
worden. Ook hierdoor worden de mogelijkheden
inzake mobiliteit verder beperkt.

Mevrouw de minister, heeft de NMBS werkelijk
deze optie genomen? Welke motivatie ligt hieraan
ten grondslag? Over welke mogelijkheden
beschikt u om deze optie te wijzigen en welke
middelen zult u desgevallend hanteren?
03.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer
Wauters, een groot deel van de oude
spoorbeddingen werd aan de gemeenten en de
provincies in Vlaanderen en via het project Ravel
aan het Waalse gewest in bezetting geven. De
voet- en fietspaden die hierop zijn ingericht
worden onderhouden door voormelde instanties.
Daar de investeringen relatief belangrijk zijn, wordt
de bezetting voorzien voor een lange periode
waarbij echter steeds de mogelijkheid voorzien
wordt om deze trajecten terug in dienst te nemen
voor spoorverkeer indien dit wenselijk zou zijn. Er
rijzen dus geen problemen bij de NMBS met
betrekking tot het onderhoud van de bestaande
fiets- en wandelpaden.

Het is geen administratieve beslissing van de
NMBS om niets meer te doen op dit domein. Met
betrekking tot de eventuele aanleg van nieuwe
paden op spoortrajecten ligt de problematiek
enigszins anders. Artikel 30bis van het
beheerscontract bepaalt dat de NMBS zich ten
bewarende titel verbindt om te stoppen met het
opbreken van spoorweglijnen, niet van de lijnen
buiten dienst maar wel van de bestaande. Een
definitieve oplossing moet worden gevonden in het
raam van het derde beheerscontract. De
bedoeling hiervan is verbonden met het
spoorvervoerplan. De mogelijkheid moet immers
bestaan om eventueel over te gaan tot het
heropenen van spoorlijnen. Het definitieve plan
terzake wordt momenteel voorbereid en de
onzekerheid zal dus niet lang duren. Het gaat om
een voorlopige maatregel die het verder opbreken
van bestaande lijnen wil vermijden. In de toekomst
zal beslist worden over het eventueel heropen of
buiten dienst stellen van bepaalde lijnen. De
precieze beslissingen zullen opgenomen worden
in het derde beheerscontract. Precies daarom wou
men een verder opbreken van het spoorwegnet
vermijden. Dit is slechts een voorlopige maatregel.
03.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mevrouw de minister, ik begrijp natuurlijk dat men
geen dubbele kosten wil maken om eerst in plaats
van een spoorlijn een fietspad aan te leggen en
nadien de spoorlijn opnieuw te openen. U weet dat
ik er voorstander van ben om zoveel mogelijk
spoorlijnen opnieuw te openen. Dat is voor ons
land belangrijk. Ik wil u daar ook in ondersteunen,
alsook in het feit dat dit op een evenwichtige en
rationele manier moet gebeuren. De eerste optie
blijft voor mij dat de spoorlijnen, daar waar het
functioneel aangewezen is, terug worden
geopend. Ik ben in blijde verwachting van de
goede ontwikkeling van de beheerscontracten.

Het is ook een goede optie dat de bevolking
duidelijk wordt gemaakt dat de fiets- en voetpaden
voorlopig zijn. Er moeten inzake mobiliteit immers
opnieuw keuzes worden gemaakt. De spoorlijn
moet voorrang krijgen, dat is een goede zaak.

Wat het onderhoud betreft, veronderstelde ik dat
het een gecombineerde zaak was en dat ook de
NMBS in deze verantwoordelijkheid draagt. Ik zal
de mensen van de Kempen, die mij deze vraag
hebben aangebracht, hierover terug ondervragen.
Ik hoop dat er snel beslissingen worden genomen
zodat er én nieuwe spoorlijnen én nieuwe fiets- en
CRIV 50
COM 360
17/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
voetpaden kunnen komen zodat uw
mobiliteitsbeleid goed kan worden ondersteund.
03.04 Minister Isabelle Durant: Men heeft mij
laten weten dat het eventueel 15 maart 2001 zou
kunnen zijn.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over "short
sea shipping" (nr. 3086)
04 Question orale de M. Karel Van Hoorebeke à
la vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports sur "le petit
cabotage" (n° 3086)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mevrouw de minister, eind
november 2000 nam ik deel aan een colloquium
dat plaatsvond te Gent en dat was georganiseerd
door de Franse vereniging l'Agence de
Coopération pour l'Europe de la Mer, met als
thema "Short Sea Shipping: towards a new
mobility in Europe".

Het was een boeiende aangelegenheid, in die zin
dat men uitlegde hoe het internationaal en
mondiaal scheepvaartverkeer zich in de toekomst
zal ontwikkelen. Zeker wat betreft de
transatlantische vaarten zal men niet meer alle
havens aandoen, maar zal men zich vooral
focussen op de grotere havens, zodanig dat men
met "Hups" zal werken. Dat houdt uiteraard in dat
de kleinere havens een meer belangrijke rol
krijgen voor de short sea shipping.

Zowel de Europese havens als de inlandse
havens zullen terzake een belangrijke rol spelen.
In dat verband denk ik aan de havens van Gent ­
niet aantrekkelijk gelegen omwille van het kanaal -
van Brussel en Luik. Een vertegenwoordiger van
de haven van Luik zou zelfs komen spreken op
het colloquium, maar uiteindelijk was die dame
niet aanwezig omdat zij op uw kabinet werd
ontboden.

Hiermee wil ik aantonen, mevrouw de minister, dat
de havens van Luik, Brussel, Gent, Zeebrugge
een belangrijke rol kunnen spelen in het kader van
het korte afstandsgegeven.

De problematiek inzake mobiliteit wordt een van
de grootste uitdagingen in de toekomst. Immers,
naar verluidt zal in de komende vijf of tien jaar het
vrachtwagenverkeer exponentieel toenemen. Dat
is de reden waarom de binnenvaart en de short
sea shipping in dat verband een belangrijk rol
kunnen spelen.

Mevrouw de minister, zeker met het oog op het
komend Belgisch voorzitterschap, werd eveneens
aangekondigd dat u terzake binnenkort initiatieven
zou kunnen nemen. Welnu, gezien mijn
bezorgdheid omtrent de groeiende
mobiliteitsproblemen, had ik graag vernomen
welke voorstellen zullen worden ontwikkeld om de
scheepvaart en de binnenvaart in dat
mobiliteitsvraagstuk een grotere rol te laten
spelen.
04.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de
voorzitter, ik heb veel aandacht voor de short sea
shipping. Het is volgens mij een middel om
duurzame en veilige mobiliteit te ontwikkelen,
zowel in België als in Europa, parallel met een
Hup-strategie die zich ontwikkelt op Europees of
internationaal vlak.

Ik gaf aan het bevoegd bestuur van mijn
departement, met name het bestuur maritieme
zaken en scheepvaart, de opdracht gegeven dit
dossier nauwlettend op te volgen, in
samenwerking met de gewesten en de Europese
Commissie.

Aldus neemt het bevoegd bestuur deel aan de
verschillende short sea shipping-vergaderingen,
georganiseerd door het Vlaams gewest. Op
Europees niveau neemt het bevoegd bestuur deel
aan de focal point meetings en andere activiteiten.
Bijzondere aandacht wordt in dat verband besteed
aan het zoeken naar oplossingen voor de
knelpunten die te wijten zijn aan de federale
wetgeving en een hinder kunnen uitmaken voor de
korte vaart.

Wat betreft de initiatieven die ik zal nemen naar
aanleiding van het Belgisch voorzitterschap kan ik
u mededelen dat mijn diensten zullen deelnemen
aan de studiedag van de gewesten en de
betrokken privésectoren. Aan het einde van het
Belgisch voorzitterschap zal een specifieke
vergadering met de privé-sector worden
georganiseerd. Deze zal hetzij worden
voorafgegaan, hetzij worden gevolgd door een
vergadering van de verantwoordelijken van de
Europese kortvaartpromotiebureaus.

Met de Europese Commissie zal worden
uitgekeken naar het organiseren van een focal
point meeting. Tot slot laat ik nog onderzoeken of
mijn departement kan participeren aan de studie
in verband met de documenten voor de korte vaart
17/01/2001
CRIV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
die werd aanbesteed door het Vlaams gewest.
Deze studie zal van groot nut zijn bij het redigeren
en implementeren van een EU-richtlijn inzake de
imo-fall-documenten. Deze richtlijn heeft als
eerste doel het promoten van de korte vaart die
onder andere wordt gehinderd door de nationale
variaties van scheepvaartdocumenten. Voor mij is
dit een belangrijk dossier. Mijn departement en het
kabinet volgen de vergaderingen die door de
gewesten, op Europees en internationaal niveau
georganiseerd worden. Ik heb partners op
Europees vlak en ik voel wie de bondgenoten zijn
voor het promoten van de korte vaart. Wij kunnen
hierover praten bij de voorbereiding van de
dossiers die tijdens ons Europees voorzitterschap
zullen worden aangekaart. Het is evident dat ik
hiervoor samenwerk met de gewesten en dat ik wil
doorgaan in die richting.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, ik ben zeer verheugd over het
antwoord van de minister omdat het aantoont dat
zij begaan is met deze groeiende problematiek.
Mevrouw de minister, tevens worden hier
mogelijkheden geboden die ten volle moeten
worden aangegrepen. Heel wat bevoegdheden
situeren zich op het gewestelijk niveau. In
Vlaanderen is de promotie van de binnenvaart
zeer actief. Waarschijnlijk geldt dat ook voor de
andere gewesten. Uiteraard blijft de
bevoegdheidsverdeling een belangrijke rol spelen.
Ik weet dat een aantal mensen van de dienst
Scheepvaart van uw departement daar zeer nauw
bij betrokken zijn. Zij kunnen hun visie
daaromtrent ontwikkelen. Ik hoop dan ook dat u
van het Belgisch voorzitterschap gebruik zult
kunnen maken om op dat punt initiatieven te
ontwikkelen en vooruitgang te boeken.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Jozef Van
Eetvelt aan de vice-eerste minister en minister
van Mobiliteit en Vervoer over
"alcoholcontroletoestellen in het verkeer"
(nr. 3100)
05 Question orale de M. Jozef Van Eetvelt à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité
et des Transports sur "les appareils effectuant
les alcootests dans la circulation routière"
(n° 3100)
05.01 Jozef Van Eetvelt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, mijn
vraag zal kort zijn.

Alcoholcontroletoestellen zijn heel belangrijk.
Mensen die het uitgaansleven kennen, weten dat
er enkele jaren geleden OK-clubs tot stand
kwamen die alcoholcontroletoestellen ter
beschikking stelden om de controle te
organiseren. Het gaat hier meer bepaald om de
Envitec-tester, een van de twee toestellen die in
dit land zijn erkend. Het andere toestel, het
Dräger-toestel, zou door de Belgische overheid
meer worden gebruikt. Dit toestel is echter heel
wat duurder, zowat het dubbele.

Mevrouw de minister, zijn er bepaalde redenen
waarom men de voorkeur geeft aan het duurdere
toestel? Is dit toestel kwalitatief gezien misschien
niet zo goed? In ieder geval, als de kwaliteit van
beide toestellen mekaar benaderen, waarom geeft
de overheid dan de voorkeur aan het Dräger-
toestel?
05.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer Van
Eetvelt, ik zal slechts antwoorden op dat deel van
uw vraag dat handelt over de homologatie. De
problematiek van de aankoop valt onder de
bevoegdheid van mijn collega van Binnenlandse
Zaken. Ik wil even signaleren dat deze vragen dan
ook aan hem moeten worden gesteld.

Artikel 59, alinea 4 van de wegverkeerswet
bepaalt dat de ademtesttoestellen moeten worden
gehomologeerd overeenkomstig de bepalingen
vastgesteld door de Koning. Dit is gebeurd bij
koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende
de ademtesttoestellen die het niveau van de
alcoholopname in de uitgeademde alveolaire lucht
aangeven. De minister bevoegd voor de
verkeersveiligheid of zijn afgevaardigde verleent
de modelgoedkeuring op basis van de studie
uitgevoerd door het BIVV en voorafgaande
proeven van de modelgoedkeuring. Hieruit kan
worden geconcludeerd dat de ademtesttoestellen
conform zijn aan de technische voorschriften.

Elke verleende goedkeuring houdt in dat een
nationaal goedkeuringsmerk wordt verleend dat
bestaat uit de letter B en gevolgd door een
nummer. Dat merk kan slechts een keer en voor
een enkel model worden toegekend. Elk
ademtesttoestel moet overeenstemmen met het
goedgekeurde model en het voor dit model
toegewezen goedkeuringsmerk op duurzame en
onuitwisbare wijze dragen.

Tot op heden zijn door mijn voorgangers twee
nationale goedkeuringsmerken verleend, namelijk
B001 en B002. De B001 betreft de
modelgoedkeuring voor een ademtesttoestel van
de fabrikant Dräger. Het werd verleend op 17 juli
1992 voor het basismodel Alcotest 7410 PAF 4. In
CRIV 50
COM 360
17/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
toepassing van het artikel 6, derde alinea van
voornoemd koninklijk besluit werd aan twee
varianten van het basismodel goedkeuring
verleend hetzelfde goedkeuringsmerk te dragen.
Het gaat om Alcotest 7410 PAF 4 CE op 23 juni
1996 en om Alcotest 7410 Plus PAF 4 op 13
januari 1997.

De B002 betreft de modelgoedkeuring voor een
ademtesttoestel van de fabrikant Envitec-Wismar.
Het werd verleend op 14 april 1999 voor het
basismodel Alloquant, versie A3020 met software
VC 40.

Mijnheer de voorzitter, ter afsluiting wil ik nog even
ingaan op de beschouwing van de vraagsteller als
zou het ademtesttoestel Alloquant veel
betrouwbaarder zijn. Ik kan enkel stellen dat de
vernoemde ademtesttoestellen na de erop
uitgevoerde homologatieproeven bewezen hebben
dat ze conform zijn aan alle technische
voorschriften die in de bijlage van het besluit
vermeld werden.

Voor de volledigheid wens ik er nog op te wijzen
dat dit ademtesttoestel enkel valabel is voor de
selectie, positief of negatief, van strafbare
alcoholopname, terwijl het instellen van vervolging
en het veroordelen voor strafbare alcoholopname
gebeurt op basis van het meetresultaat van het
ademanalysetoestel. Dit laatste toestel is ook
onderworpen aan een modelgoedkeuring, maar
bovendien ook aan een individuele eerste ijking en
een jaarlijkse herijking. Wat de selectie, positief of
negatief, van strafbare alcoholopname betreft zijn
de gehomologeerde ademtoestellen volgens mij
betrouwbaarder dan de andere toestellen.
05.03 Jozef Van Eetvelt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wil hier even op repliceren. Ik dank de
minister voor haar mondelinge uitleg, maar ik zou
graag de tekst ervan krijgen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question orale de M. André Frédéric à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité
et des Transports sur "la réalisation d'une route
de contournement à Spa" (n° 3127)
06 Mondelinge vraag van de heer André
Frédéric aan de vice-eerste minister en minister
van Mobiliteit en Vervoer over "de aanleg van
een ringweg te Spa" (nr. 3127)
06.01 André Frédéric (PS): Monsieur le
président, madame la ministre, j'ai déjà eu
l'occasion en juillet dernier de vous interroger à
propos d'un projet important pour l'arrondissement
de Verviers. Il s'agit d'un problème local important
pour l'arrondissement que je représente dans la
mesure où c'est un problème dont on parle depuis
maintenant vingt ans et qui n'a à l'heure qu'il est
trouvé aucune solution. De quoi s'agit-il
exactement?

Il s'agit en fait de faire en sorte que le charroi
lourd, principalement au départ d'une société
importante de la région, Spa Monopole, puisse
emprunter une voie de contournement de Spa,
tout d'abord pour éviter le danger que représente
ce charroi lourd et, ensuite, pour faire en sorte que
Spa, qui essaye de redéployer ses activités de
thermalisme, puisse mener à bien les projets
importants et ambitieux qu'elle a entrepris.

De plus, un problème important a surgi au centre
de Spa, puisqu'il y a une menace d'écroulement
d'un bâtiment. Cela a amené le collège des
bourgmestre et échevins à interdire le passage
des poids lourds au centre de Spa, déviant
inévitablement ce trafic vers le RN62, route qui
passe sur le territoire de ma commune. S'il n'y
avait que cela, je ne me plaindrais pas. Mais
sachant que la voirie n'est pas du tout adaptée à
la circulation d'un charroi lourd important, cette
déviation du trafic met quotidiennement en péril
des villages entiers et les populations qui y
résident. C'est ainsi que des comités de défense
se sont mis en place et ont rassemblé plus de
sept cents signatures sur des pétitions qui
réclament à corps et à cris une solution.

Je pense pouvoir affirmer ­ et mon collègue
André Smets venant du même arrondissement ne
me contredira pas ­ que le projet de cette route de
contournement a, à un moment donné, connu une
certaine évolution. Les partis démocratiques de
l'arrondissement, hormis Ecolo, se sont mis
d'accord sur cette solution de la voie de
contournement, qui a d'ailleurs reçu l'aval des
ministres wallons concernés dans les domaines
de l'aménagement du territoire et des travaux
subsidiés.

Le sujet aurait pu continuer à évoluer s'il n'avait
été question à un moment donné de l'engagement
de deux études, l'une consacrée à la mobilité
globale à Spa et l'autre considérant l'évacuation
éventuelle du charroi de Spa Monopole par rail.

La population commençant, à juste titre, à
s'impatienter ­ tout comme moi d'ailleurs -, je
souhaite profiter de cette question pour demander
à la ministre où en sont ces études. Va-t-on
encore nous imposer des années durant des
17/01/2001
CRIV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
études dont on connaît d'avance les conclusions?
Des études de ce type ont en effet été faites à de
nombreuses reprises par le passé et les solutions
préconisées sont connues de tous. J'aimerais
donc bien qu'un jour ou l'autre, une solution à ce
problème soit mise en oeuvre. La ministre peut-
elle nous dire où en sont ces études et quelles
solutions l'on pourra envisager?

Par ailleurs, en juillet dernier, vous aviez fait
allusion à des contacts entre la SNCB et la société
Spa Monopole. J'ai interrogé cette dernière et ai
obtenu une réponse qui diffère un peu de ce qu'on
m'avait laissé entendre. La société serait en effet
intéressée par le transport par rail pour autant que
les coûts d'évacuation restent inchangés par
rapport à maintenant. Or, il semblerait que dans
les propositions formulées, on est loin du compte.
Il faudra donc malheureusement que je fasse mon
deuil de cette solution, que je défends au sein de
mon groupe depuis des années. Et il serait
inadéquat de la resservir à la population comme
réponse hypothétique et potentielle.
06.02 Isabelle Durant, ministre: Monsieur le
président, M. Frédéric relaie bien l'impatience de
ceux qui, sur le terrain, voudraient voir se dégager
une solution.

L'étude globale de mobilité est le plan communal
de mobilité de la ville de Spa, en cours
d'élaboration. C'est une compétence
essentiellement communale et régionale.

Par ailleurs, l'étude sur l'évacuation du charroi par
le rail a fait l'objet d'une convention entre le
ministère wallon de l'Equipement et les transports
Interferry Boat, filiale de la SNCB, dont je suis les
travaux et qui aborde les aspects que vous
évoquez, entre autres techniques et surtout
commerciaux, à savoir la question des coûts.

Les travaux ne sont pas reportés sine die et ne
dureront pas des années dans la mesure où la
convention prévoit la fourniture des résultats en
deux rapports, fin février 2001. Ce n'est donc plus
très long. L'étude est en bonne voie et tout permet
de penser qu'elle sera livrée dans les délais. Je ne
cherche pas des atermoiements ou des
ralentissements inutiles. Il est important, tant sur
les aspects techniques et commerciaux que sur
les aspects liés aux compétences régionales ou
autres, que l'on puisse au moins prendre
connaissance de ces conclusions.

Si vous évoquez le rôle important sur le plan du
thermalisme que Spa souhaite jouer à juste titre
pour favoriser son développement économique,
culturel et autre, il est également vrai que
l'évacuation de la production de Spa Monopole
pourrait aussi, dans le cas d'un contournement ­
c'est ce que l'étude doit démontrer ­, amener des
incidences diverses, entre autres
environnementales dont la région, dans le cadre
du développement de son thermalisme, pourrait
aussi pour partie se trouver pénalisée. Il faut
trouver une solution, je partage votre avis. Pas
question de dire que les choses restent en l'état. Il
faudra bien faire un choix à un moment ou à un
autre.

Vous avez fait le choix de faire votre deuil et vous
le dites avec un sentiment de ras-le-bol, c'est ainsi
que je le comprends. En tout cas, je mettrai tout
en oeuvre, sans pouvoir le garantir, pour que la
solution ferroviaire puisse être choisie, pour autant
qu'on trouve une solution sur les aspects
commerciaux et techniques, ce qui n'est pas
nécessairement simple. C'est une solution que je
souhaite privilégier. C'est pourquoi, pour ce qui
me concerne au niveau fédéral, dans le cadre de
cette convention entre le ministère wallon et
Interferry Boat, je souhaite me pencher sur les
résultats de cette étude pour permettre, je
l'espère, le rapide développement de la voie
ferroviaire. Si ce n'était pas le cas ou si l'étude
technique ou commerciale démontrait la non-
faisabilité de cette évacuation du charroi par le
chemin de fer, d'autres solutions devraient être
envisagées.

Cela étant dit, j'en reviens à la réponse que je
donnais à notre collègue Schalck, même si c'est
quelque peu différent ici puisque Spa Monopole
est une entreprise privée qui fait vivre et donne un
rayonnement à une ville. Il est vrai que là où les
pouvoirs publics ont la possibilité d'intervenir, ils
doivent dans tous les cas, si nous voulons tenir un
discours cohérent en matière de mobilité,
promouvoir des formules multimodales. Nous
avons ce devoir en tant que pouvoirs publics,
même si par définition cela implique une
entreprise privée. La recherche d'une solution
pour l'évacuation de son charroi revient pour
partie aux pouvoirs publics.

Dès lors, je pense que nous ne pouvons pas
négliger l'exploration de toutes les pistes possibles
pour utiliser des moyens qui vont dans le sens
d'un projet de mobilité plus durable. Nous verrons
bien, fin février 2001, les résultats de cette étude.
J'imagine que vous n'hésiterez pas à m'interroger
à nouveau à ce sujet pour que la question puisse
être tranchée par ceux qui doivent le faire, en
l'occurrence les multiples partenaires concernés
dans ce dossier.
CRIV 50
COM 360
17/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
06.03 André Frédéric (PS): Monsieur le
président, je partage globalement la position de
Mme la ministre en ce qui concerne le fait de
combiner des modes de transport pour
l'évacuation de la marchandise de Spa Monopole.
Si l'on peut aboutir à un accord par le chemin de
fer, j'y serai favorable à 100%.

J'insiste sur l'urgence, pour que l'on puisse
prendre connaissance des résultats de l'enquête
fin février comme vous venez de nous l'annoncer
et en tirer les conclusions qui s'imposent. Je suis
impatient d'être un mois plus âgé!

Madame la ministre, j'ai bien noté que vous avez
mentionné dans votre réponse que, le cas
échéant, si pour des raisons commerciales ou
techniques, l'entreprise ne pouvait s'engager dans
une évacuation par le rail, on devrait envisager
d'autres solutions. Comme il n'y en a pas
tellement, cela ne pourrait évidemment être
qu'une route de contournement. A cet égard, je
continuerai à partager votre position.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question orale de M. André Smets à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "la prolongation de la ligne
Thalys Paris-Namur-Liège vers Verviers"
(n° 3136)
07 Mondelinge vraag van de heer André Smets
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de verlenging van de
Thalys Parijs-Namen-Luik tot Verviers"
(nr. 3136)
07.01 André Smets (PSC): Monsieur le
président, madame la ministre, depuis fin
septembre 2000, Thalys assure la prolongation de
la liaison TGV Namur-Paris par la dorsale
wallonne jusque Liège, afin d'optimaliser le taux
d'occupation de ce train à grande vitesse. Cette
optimalisation du taux d'occupation pourrait être, à
notre avis, amplifiée.

En effet, ce train TGV est garé à Liers durant la
nuit et parcourt à vide quotidiennement matin et
soir une quinzaine de kilomètres pour rejoindre
Liège. Etant donné la proximité de la région
verviétoise comptant plus de 100.000 habitants,
plusieurs villes et communes concernées ont
suggéré que la liaison précitée soit prolongée
jusqu'à Verviers plutôt que Liers de sorte qu'une
clientèle effective qui disposait auparavant de
liaisons internationales vers Paris puissent monter
à Verviers et profiter d'un débarquement en fin de
journée.

Etant donné le nombre de voyageurs
potentiellement intéressés par cette initiative, ne
faudrait-il pas prolonger cette ligne vers Verviers?
A notre avis, cela s'impose d'autant plus que
l'arrondissement de Verviers par sa situation
géographique frontalière doit promouvoir et
cultiver sa vocation internationale nourrie de la
proximité de Liège, de Maastricht, d'Aix-la-
Chapelle et de Spa-Francorchamps.
07.02 Isabelle Durant, ministre: Effectivement, le
prolongement du Thalys "Paris-Namur-Liège"
jusque Verviers apparaît comme une idée
intéressante du point de vue de la clientèle. Mais,
je vous le rappelle, la SNCB est une entreprise
autonome en vertu de la loi et elle n'envisage pas
la prolongation du Thalys vers Verviers pour les
raisons que je vais vous communiquer, raisons
qui sont le point de vue de la SNCB qui dans ce
domaine, je vous le répète, est tout à fait
autonome. De plus, il s'agit de missions
internationales qui ne relèvent pas du contrat de
gestion.

Les trois arguments de la SNCB pour ne pas
envisager ce prolongement sont:

- les voyageurs en provenance de Verviers
bénéficient de bonnes correspondances à Liège-
Guillemins. Et si le Thalys en question étaient
prolongé jusque Verviers, il devrait stationner au
moins une vingtaine de minutes en gare de Liège-
Guillemins suite à la présence en lignes d'autres
trains et à des manoeuvres en cette gare. Puisque
l'entretien journalier d'une rame Thalys s'effectue
à Liers, la prolongation du Thalys vers Verviers
entraînerait donc un parcours à vide plus long;

- à partir de 2005, il n'y aura plus de desserte
possible de Verviers étant donné que les Thalys
emprunteront la ligne à grande vitesse entre Liège
et Aix-la-Chapelle;

- les travaux qui seront réalisés en 2002 à Liège-
Guillemins auront un impact sur le nombre de
quais disponibles et il faut dès lors éviter
d'augmenter le nombre de passages à travers la
gare de Liège-Guillemins.

Quant à moi, je ne considère pas cette réponse
comme entièrement satisfaisante parce que je
pense, effectivement, que les voyageurs de Liège-
Verviers, comme je l'ai précisé en introduction, me
semblent avoir droit à un minimum de dessertes
et de correspondances et d'ailleurs, rien
17/01/2001
CRIV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
n'empêchera dans le futur un train terminus Liège
de se rendre à Verviers par la ligne classique. Il ne
s'agit pas ici des Thalys se rendant vers
l'Allemagne.

De même le retournement des trains ne doit pas
nécessairement prendre vingt minutes et il serait
inquiétant qu'à l'issue de travaux de l'ampleur de
ceux qui sont effectués en gare de Liège-
Guillemins, la capacité de cette gare soit à ce
point réduite.

Enfin, la question de l'entretien quotidien des
rames et de leur stationnement doit entrer en ligne
de compte pour une décision.

Nous sommes donc dans le cadre de
compétences qui sont propres à la SNCB au sens
où, comme d'autres questions sur le Thalys -
fréquence des arrêts ou autres ­ cela fait partie de
la politique commerciale de la SNCB dans ses
accords avec la SNCF.

Je vous ai présenté les arguments de la SNCB et
je vous ai donné mon point de vue. Sans les
contester avec virulence, je peux les argumenter.
Dès lors, la desserte internationale de Verviers
sera également un des points sur lequel il faudra
que, dans le cadre du plan décennal, nous
puissions porter attention sans préjuger à ce
stade-ci de la réponse qui sera apportée à cette
problématique.
07.03 André Smets (PSC): Monsieur le
président, je me réjouis que la ministre
reconnaisse la vocation internationale de Verviers.
Je crois que cette zone a aussi le mérite de
s'inscrire dans la volonté d'une Eurégion et j'en
suis ravi.

Par ailleurs, j'apprécie aussi votre réponse,
madame la ministre, lorsque vous dites que vous
n'êtes pas tout à fait convaincue par la réponse de
la SNCB. Personnellement, je trouve sidérant
l'argument selon lequel la modernisation de la
gare de Liège entraînerait une limitation des
services et des potentialités - si j'ai bien compris
en tout cas.

Enfin, il est exact que la SNCB est partie prenante
de la société Thalys mais, d'une certaine façon,
l'actionnaire principal de la SNCB, à savoir l'Etat
fédéral, doit pouvoir exprimer son point de vue sur
l'ensemble des opérations SNCB, en ce compris
les activités commerciales.

Je continuerai à insister pour que l'on reconnaisse
davantage le rôle international de Verviers sur le
plan ferroviaire et je reviendrai sur le problème du
Thalys. Tout ce que nous demandons c'est un
départ le matin et un retour le soir et je pense qu'il
est possible de trouver des solutions.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: André Smets.
Président: André Smets.
08 Mondelinge vraag van de heer Lode Vanoost
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de nieuwe boetes bij
de NMBS" (nr. 3066)
08 Question orale de M. Lode Vanoost à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "les nouvelles amendes de
la SNCB" (n° 3066)
08.01 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik
verneem dat de NMBS van plan is om vanaf 1
februari 2001 de boetes van zwartreizigers op de
trein te verhogen. Vergissen is menselijk.
Sommige mensen vergeten hun abonnement te
goeder trouw te verlengen of konden zich geen
ticket aanschaffen omdat zij voor het vertrek van
de trein geen tijd meer hadden. De NMBS hield in
het verleden rekening met de goede of slechte
bedoelingen van de mensen, voor zover dat kon
worden vastgesteld. De boetes zullen tot 2000
frank voor volwassen en 1000 frank voor
minderjarigen worden verhoogd. Als de boete
bovendien na veertien dagen niet is betaald, zal
men 7.500 frank boete vragen.

Ik wil niet pleiten om terzake minder streng op te
treden. Waarom moeten echter de boetes plots
worden verhoogd? Kan men terzake geen
rekening houden met de omstandigheden waarin
de overtreding wordt gemaakt en de sociale
context van de reiziger? Voor sommige mensen is
2.000 frank een groot bedrag en soms moeilijk te
betalen. 7.500 frank kunnen zij zeker niet betalen.

Mevrouw de minister, u beschikt over mijn
schriftelijke vragen, ik zal ze dus niet herhalen.
Kort samengevat, wil ik weten hoe u tegenover
deze kwestie staat?
08.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik heb de NMBS naar de
elementen gevraagd die bij het bepalen van de
boetes een rol spelen. De reizigers die niet over
een geldig vervoersbewijs beschikken, betalen
inderdaad vanaf 1 februari 2001 een hogere boete
of een hoger supplement voor de afhandeling van
CRIV 50
COM 360
17/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
de administratieve kosten.

Ik geef u een overzicht van de wijzigingen. Als
men bijvoorbeeld geen tijd heeft gehad om een
vervoersbewijs te kopen en men de
treinbegeleider voor het instappen op de hoogte
stelt, kan men nog steeds de gewone ritprijs op de
trein betalen. De treinkaarthouder die zijn
treinkaart vergat, maar zich binnen de veertien
kalenderdagen in het station aanbiedt om het
document voor te leggen, moet alleen
administratiekosten betalen en die zullen vanaf 1
februari 2001 250 frank in de plaats van 150 frank
bedragen. Biedt hij zich niet binnen deze termijn
aan, dan stuurt de NMBS een herinneringsbericht
waarin de ritprijs wordt aangerekend, verhoogd
met de administratiekosten of een supplement, al
naargelang hij de treinbegeleider al dan niet van
de onregelmatigheid op de hoogte bracht. Blijkt de
reiziger in het bezit van een treinkaart die minder
dan 5 kalenderdagen is vervallen en verlengt hij
deze zonder onderbreking, dan betaalt hij
momenteel 150 frank per dag, verstreken tussen
de einddatum van de validatie en de dag van de
vaststelling van de onregelmatigheid. Vanaf 1
februari 2001 zal hem echter slechts eenmaal een
administratiekost van 250 frank worden
aangerekend.

Dit bedrag valt dus lager uit dan wanneer men
vroeger bijvoorbeeld 4 dagen tussen de twee data
had. Beslist hij echter om zijn kaart met
onderbreking opnieuw te valideren of zijn kaart
helemaal niet meer te valideren, dan betaalt hij het
bedrag vermeld op de vaststelling van de
onregelmatigheid. Dat is de richtprijs plus
administratiekosten of supplement, afhankelijk van
het feit of hij al dan niet verwittigde. Er is dus wel
degelijk een overgangsperiode van 5
kalenderdagen voorzien. In die periode worden de
kosten beperkt tot 250 frank.

Is de reiziger in het bezit van een treinkaart die
langer dan 5 kalenderdagen vervallen is, dan
wordt hem de ritprijs en een supplement
aangerekend. Een supplement van 500 frank
wordt naast de ritprijs aangerekend aan reizigers
die niet in het bezit zijn van een geldig
vervoerbewijs en de treinbegeleider hiervan niet
op de hoogte brachten, maar die hun situatie
tijdens hun treinreis regelen. Het is dus steeds
belangrijk om uit eigen beweging de begeleider op
de hoogte te brengen.

Betalen ze niet tijdens de reis, maar binnen de 14
kalenderdagen, dan dienen ze een supplement
van 2.000 frank ­ in plaats van 500 frank ­ neer te
tellen. Het supplement voor minderjarigen
bedraagt in het eerste geval eveneens 500 frank,
in het tweede geval 1.000 frank.

Regelt de reiziger zijn situatie niet in de trein en
ook niet binnen de 14 kalenderdagen na de
vaststelling, dan krijgt hij een herinneringsbrief
toegestuurd waarin hem nogmaals verzocht wordt
het verschuldigde bedrag te betalen. Reageert hij
hierop niet, dan wordt hij 45 kalenderdagen na de
feiten in gebreke gesteld en wordt het supplement
verhoogd. Vanaf 1 februari 2001 zal dit
supplement 7.500 frank bedragen, in plaats van
5.000 frank. Voor deze datum wordt enkel
recidivisten dit bedrag aangerekend in geval van
ingebrekestelling.

De NMBS wil met deze maatregel in de eerste
plaats onderstrepen dat iedere reiziger in het bezit
moet zijn van een geldig vervoerbewijs. Het aantal
vaststellingen van onregelmatigheden steeg de
laatste jaren immers aanzienlijk. Dat is ook een
kwestie van eerlijkheid tegenover de andere
treinreizigers.

Ten slotte stelt de NMBS dat de tariefherziening
haar toestaat om nauwer aan te sluiten bij de
tarieven die door de andere openbare
vervoermaatschappijen gehanteerd worden. Zo
kunnen de interne kosten die de behandeling van
de onregelmatigheidsdossiers met zich
meebrengen, beter worden gedekt. Het doel van
de procedure is het voor eerlijke reizigers die
verstrooid waren en dit melden aan de
treinbegeleider mogelijk te maken zijn situatie
recht te zetten zonder hiervoor een supplement of
boete te moeten betalen. De reiziger die zijn
treinkaart eens vergeet, beschikt over een ruime
periode ­ 14 kalenderdagen ­ om zijn situatie te
regelen. Een treinkaarthouder die reist met een
treinkaart die minder dan 5 dagen vervallen is, kan
dit ook in orde brengen mits betaling van de
kosten die de administratieve regeling met zich
mee brengt.

Het gebeurt dat voor sommige loketten op
bepaalde momenten rijen vormen of dat de
loketten in een station gesloten zijn. De NMBS
stelt dat de reiziger steeds zijn vervoerbewijs op
voorhand kan kopen of verlengen. In
verscheidene stations kan hij zijn biljet ook uit de
automatische biljetverdeler halen. Zijn de loketten
in een station op bepaalde tijdstippen gesloten of
vertrekt de reiziger vanuit een onbediende halte,
dan kan hij zich steeds een biljet in de trein
aanschaffen zonder hiervoor een meerprijs te
hoeven betalen.

Hoe onregelmatigheden geregeld worden, staat
17/01/2001
CRIV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
beschreven in een brochure. Ze kan in het station
door de reizigers gevraagd worden. Ze heeft als
titel: "Algemene voorwaarden voor het vervoer van
reizigers en begeleide bagage". De nieuwe
officiële tarieven zijn verschenen in bundel 2 van
de algemene voorwaarden voor het vervoer van
reizigers en begeleide bagage.

De NMBS is bovendien van plan de
tariefaanpassingen bekend te maken via affiches
in de stations en via een folder die binnenkort
beschikbaar is. De internetsite specificeert
eveneens de nieuwigheden en aanpassingen
inzake de algemene voorwaarden.

Of de hoogte van de boetes een impact heeft op
het aantal overtredingen, zullen de nieuwe
maatregelen moeten uitwijzen. Van die
veronderstelling werd in ieder geval uitgegaan bij
de ontwikkeling van de maatregelen.

Ten slotte kunnen reizigers die door hun sociale of
financiële situatie moeilijkheden ondervinden om
het bedrag dat hen aangerekend wordt in één
keer te betalen, steeds contact opnemen met de
centrale klantendienst van de NMBS om een
afbetalingsplan te krijgen.

U stelde een vraag naar de opportuniteit van de
globale aanpak inzake boetes en lucratieve
boetes; problemen van mensen die geen ticket
kunnen kopen in de trein of in het station waar
loketten zijn gesloten. Ik deelde u net het
algemeen beleid mee inzake betaling van de
tickets en repressie van fraude. Het gaat om een
globale aanpak.

Informatie wordt gegeven via folders en affiches.
De mensen moeten hun rechten kennen omtrent
het aantal dagen waarover zij beschikken voor de
betaling van hun boetes. Die rechten moeten zij
kennen om grotere boetes te vermijden, want de
hoogste boetes bedragen 5.000 tot 7.500 frank.
08.03 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw
omstandige uitleg. Ik wil het systeem als principe
helemaal niet in twijfel trekken. Een boete moet
volgens mij twee effecten hebben. Ten eerste, een
ontradende, preventieve werking: door het feit dat
ze bestaan, zullen mensen twee keer nadenken
vooraleer dat soort overtredingen te begaan. Ten
tweede, voor wie dan toch betrapt wordt, moet een
boete een bestraffende invloed hebben, waarbij de
dader ervan uit zou moeten gaan dat hij zich dit
geen tweede keer zal laten gebeuren en dat hij de
volgende keer een ticket zal kopen.
Wat ik me wel afvroeg is, wat er de laatste tijd zo
veranderd is aan de levensduur, aangezien de
NMBS vindt dat die bedragen nu verhoogd
moeten worden. Het gaat om een verhoging van
150 naar 250 frank. Men noemt dit geen boete
maar een administratieve kost. Ik betwijfel of die
administratieve kost werkelijk gedekt wordt door
dat verschil van 100 frank. Het lijkt me eerder dat
men lang gezocht heeft om toch maar iets te
kunnen verhogen; volgens mij had dit bedrag even
goed hetzelfde kunnen blijven.

Meer fundamenteel, maatschappelijk, is wanneer
mensen met sociale problemen een trein nemen
en door de mazen van het net proberen te glippen.
Af en toe worden zij toch betrapt. Een boete van
2.000 frank is voor velen niet veel, maar er zijn
mensen voor wie 2.000 frank een probleem vormt
op een maandbudget. Kunnen deze personen via
de sociale dienst ook een betalingsplan krijgen
voor een bedrag van 2.000 of 7.500 frank?
08.04 Minister Isabelle Durant: Dit is niet
gepreciseerd, maar een betalingsplan behoort tot
de mogelijkheden. Dit plan is vooral voor de
hoogste boetes van 5.000 of 7.500 frank bedoeld.
Mensen beschikken over de mogelijkheid een
betalingsplan te vragen, maar het is niet
gepreciseerd hoe hoog de boete daarvoor moet
zijn.
08.05 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Het is
ook belangrijk dat de treincontroleur, die de
overtreding vaststelt, toelicht hoe het systeem
werkt. Mensen hebben binnen die overtreding ook
bepaalde rechten. De controleur moet toelichten
dat bij uitstel van betaling de boete wordt
verhoogd.

De informatie van de reiziger, niet alleen met
algemene brochures maar op het moment van de
vaststelling van de overtreding, is toch ook een
belangrijk aspect van deze zaak.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 18.00 uur.
La réunion publique de commission est levée à
18.00 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 360
CRABV 50 COM 360
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
woensdag mercredi
17-01-2001 17-01-2001
16:00 uur
16:00 heures
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Daan Schalck aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de posttreinen" (nr. 3009)
1
Question orale de M. Daan Schalck à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les trains postaux" (n° 3009)
1
Sprekers: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Daan Schalck, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over "het project
'Even bijtanken', verkeerseducatie voor senioren"
(nr. 3043)
2
Question orale de M. Peter Vanvelthoven à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "le projet d'actualisation des
connaissances relatives au code de la route,
éducation à la sécurité routière pour les seniors"
(n° 3043)
2
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "werken op buiten gebruik
gestelde spoorwegen" (nr. 3070)
3
Question orale de M. Joos Wauters à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "des travaux sur des voies ferrées
désaffectées" (n° 3070)
3
Sprekers: Joos Wauters, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Joos Wauters, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over "short sea
shipping" (nr. 3086)
4
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "le petit cabotage" (n° 3086)
4
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Jozef Van Eetvelt
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over
"alcoholcontroletoestellen in het verkeer"
(nr. 3100)
5
Question orale de M. Jozef Van Eetvelt à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les appareils effectuant les
alcootests dans la circulation routière" (n° 3100)
5
Sprekers: Jozef Van Eetvelt, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Jozef Van Eetvelt, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer André Frédéric
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de aanleg van een
ringweg te Spa" (nr. 3127)
6
Question orale de M. André Frédéric à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la réalisation d'une route de
contournement à Spa" (n° 3127)
6
Sprekers: André Frédéric, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: André Frédéric, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer André Smets aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de verlenging van de Thalys
Parijs-Namen-Luik tot Verviers" (nr. 3136)
7
Question orale de M. André Smets à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la prolongation de la ligne Thalys
Paris-Namur-Liège vers Verviers" (n° 3136)
7
Sprekers: André Smets, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: André Smets, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Mondelinge vraag van de heer Lode Vanoost aan
8
Question orale de M. Lode Vanoost à la vice-
8
17/01/2001
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de nieuwe boetes bij de NMBS"
(nr. 3066)
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les nouvelles amendes de la
SNCB" (n° 3066)
Sprekers: Lode Vanoost, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Lode Vanoost, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
WOENSDAG
17
JANUARI
2001
16:00 uur
______
du
MERCREDI
17
JANVIER
2001
16:00 heures
______



De vergadering wordt geopend om 16.50 uur door
de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.50 heures par M.
Francis Van den Eynde, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Daan Schalck
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de posttreinen"
(nr. 3009)
01 Question orale de M. Daan Schalck à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les trains postaux" (n° 3009)
01.01 Daan Schalck (SP): Ik vernam via de pers
dat De Post geen beroep meer zou doen op de
NMBS voor het vervoer van poststukken.Het
wegvallen van de posttreinen betekent alweer een
toename van het aantal vrachtwagens op onze
wegen.


Gaat het om een definitieve beslissing? Wat is het
eventuele omzetverlies voor de NMBS?
01.01 Daan Schalck (SP):J'ai appris par la presse
que La Poste ne ferait plus appel à la SNCB pour le
transport des envois postaux. La suppression des
trains postaux ira de pair avec une nouvelle
augmentation du nombre de camions sur nos
routes. Cette décision est-elle définitive ?

Quelle est la perte éventuelle de chiffre d'affaires
pour la SNCB ?
01.02 Minister Isabelle Durant (Nederlands): De
nieuwe conventie ging in op 1 januari 1999 en geldt
voor vijf jaar, behoudens opzegging door één der
partijen. De NMBS heeft nog geen opzegbrief
ontvangen.


Het stopzetten van het posttreinverkeer zou de
NMBS jaarlijks bruto vier miljoen euro kosten, wat
uiteraard een groot verlies zou betekenen. In de
nieuwe conventie worden de prijzen anders
berekend, wat voor een aanzienlijke
prijsvermindering zorgt. De nieuwe conventie kan
jaarlijks herzien worden op 1 januari. Een quality
charter
maakt integraal deel uit van de conventie,
inclusief afspraken over vergoedingen voor
vertragingen.

Ik stuurde minister Daems eind september een brief
01.02 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais):
La nouvelle convention a pris cours le 1er janvier
1999 et vaut pour cinq ans, sauf en cas de
résiliation par l'une des parties. La SNCB n'a pas
encore reçu de lettre de résiliation.

La suppression des trains postaux entraînerait une
perte annuelle brute de quatre millions d'euros pour
la SNCB, ce qui constituerait en effet une perte
importante. Dans le cadre de la nouvelle
convention, les prix sont calculés autrement, ce qui
se traduit par une diminution de prix considérable.
La nouvelle convention peut être revue chaque
année au 1er janvier. Une charte de qualité fait
partie intégrante de la convention et comprend des
dispositions relatives aux indemnités de retard.

Fin septembre, j'ai envoyé une demande
d'information au ministre Daems mais je n'ai pas
17/01/2001
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
om informatie, maar ontving nog geen antwoord,
wat ik positief interpreteer. Ik wacht zijn reactie af,
maar kan meedelen dat ik het uitbesteden van
kleine pakketten aan ABX geen goed idee vind.
encore reçu de réponse, ce qui me paraît positif.
J'attends sa réaction mais confier les petits paquets
à ABX ne me semble pas une bonne idée.
01.03 Daan Schalck (SP): Ik ben zeer tevreden
met dit antwoord. De minister heeft dezelfde
standpunten inzake economie en mobiliteit als
ikzelf. Ik zal deze vraag ook aan minister Daems
stellen. De overheden hebben zeker een
voorbeeldfunctie. De NMBS zal zich soepel moeten
opstellen.
01.03 Daan Schalck (SP): Je suis satisfait. La
ministre et moi-même partageons des points de vue
identiques en matière d'économie et de mobilité. Je
poserai la même question au ministre Daems. Les
pouvoirs publics doivent montrer l'exemple. La
SNCB devra faire preuve de souplesse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over "het
project 'Even bijtanken', verkeerseducatie voor
senioren" (nr. 3043)
02 Question orale de M. Peter Vanvelthoven à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité
et des Transports sur "le projet d'actualisation
des connaissances relatives au code de la route,
éducation à la sécurité routière pour les seniors"
(n° 3043)
02.01 Peter Vanvelthoven (SP): Op 5 oktober
1999 stelde ik een vraag over het project "Even
Bijtanken", dat een gratis cursus verkeersregels gaf
aan senioren, teneinde hun zelfvertrouwen en
veiligheidsgevoel in het verkeer op te krikken. Het
F.A.B. noemt de actie een succes, belicht het
enthousiasme van alle betrokken partijen en hoopt
dat de actie zou worden verdergezet. Nu ik het
eindverslag van de evaluatie heb kunnen inkijken,
stel ik de vraag of de minister het project wil
verderzetten.
02.01 Peter Vanvelthoven (SP): Le 5 octobre
1999, j'ai poée une question sur le projet de cours
gratuits d'actualisation des connaissances du code
de la route pour les seniors. Ces cours sont
destinés à augmenter leur confiance en soi et leur
sentiment de sécurité. La FAB considère cette
action comme un succès. Elle a souligné
l'enthousiasme de toutes les parties et espère que
l'action sera poursuivie. Après lecture du rapport
final d'évaluation, je souhaiterais demander à la
ministre si elle envisage de poursuivre le projet.
02.02 Minister Isabelle Durant (Nederlands): De
twee overeenkomsten met de federaties hadden
betrekking op de jaren 1998 en 1999. In de
begroting werd daartoe onder "studies en acties"
respectievelijk 5 en 3,3 miljoen frank ingeschreven,
van de beschikbare 10 miljoen. De overeenkomsten
voorzagen in een evaluatieverslag over de
cursussen per taalrol.

De verslagen schrijven het succes vooral toe aan
het feit dat de cursussen gratis waren. Er zou een
aantal verschillen zijn: de Vlaamse cursussen
zouden beter georganiseerd geweest zijn en de
publiciteit zou beter zijn geweest. De
evaluatieverslagen worden verder onderzocht.

Doel was een dynamiek op te starten om andere
partners inzake verkeersveiligheid ertoe aan te
zetten deze cursussen zonder
overheidstussenkomst verder te organiseren.
Bovendien is er sinds half 2000 naast de F.A.B. een
nieuwe federatie bijgekomen, de F.E.R. De
begroting 2001 voorziet in een bedrag van 5 miljoen
voor studies en 6 miljoen voor acties. Die 6 miljoen
02.02 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais) :
Les deux accords avec les fédérations portaient sur
les années 1998 et 1999. Le poste « études et
actions » du budget prévoyait respectivement 5 et
3,3 millions, sur un montant disponible de 10
millions. Aux termes des accords les cours devaient
faire l'objet d'un rapport d'évaluation par rôle
linguistique.

Selon les rapports, le succès est essentiellement
imputable à la gratuité des cours. Certaines
différences ont été observées: les cours en
néerlandais auraient été mieux organisés et la
publicité aurait été plus efficacement menée. Les
rapports d'évaluation sont toujours à l'examen.

L'objectif était de dynamiser les autres partenaires
concernés par la sécurité routière pour les inciter à
poursuivre ces cours sans intervention des pouvoirs
publics. Par ailleurs, au milieu de l'an dernier, une
nouvelle fédération, la FER, s'est jointe à la FAB. Le
budget 2001 prévoit 5 millions pour les études et 6
millions pour les actions. Ces 6 millions doivent être
intégralement consacrés à l'organisation de cours
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
kunnen niet louter worden besteed aan het
organiseren van gratis cursussen. Mijn diensten
zullen met alle betrokkenen een formule zoeken om
dergelijke cursussen te kunnen organiseren, waarbij
de kostprijs door de partners inzake
verkeersveiligheid gedragen wordt.

Inhoud, kwaliteit en standaardisatie van de cursus is
prioritair. Wij willen dus, mits andere modaliteiten en
differentiatie tussen de gemeenschappen, dit
project verderzetten.
gratuits. Mes services rechercheront une formule
avec tous les intéressés, afin de pouvoir organiser
des cours dont le coût serait pris en charge par les
partenaires dans le domaine de la sécurité routière.


Le contenu, la qualité et la standardisation des
cours sont prioritaires. Moyennant certaines autres
modalités et une différentiation en fonction des
Communautés, nous entendons poursuivre ce
projet.
02.03 Peter Vanvelthoven (SP): Ik ben het
grotendeels eens met de minister. Vooraleer het
federale project van start ging, waren er lokale
acties waartoe de verzekeringsmaatschappijen
financieel bijdroegen. Men moet terug spreken met
de verzekeringssector, die heeft alle belang bij dit
soort acties.
02.03 Peter Vanvelthoven (SP): Je partage en
grande partie l'avis de la ministre. Avant que le
projet fédéral ne soit mis sur les rails, des actions
locales ont vu le jour avec l'aide financière des
compagnies d'assurance. Il faut rouvrir la
discussion avec le secteur des assurances pour
lequel ce type d'action représente un intérêt capital.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "werken op buiten
gebruik gestelde spoorwegen" (nr. 3070)
03 Question orale de M. Joos Wauters à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "des travaux sur des voies ferrées
désaffectées" (n° 3070)
03.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Tot 2002
staat de NMBS geen werken toe op buiten gebruik
gestelde spoorwegen. Reeds aangelegde fiets- en
wandelpaden kunnen hierdoor niet worden
onderhouden en er kunnen geen nieuwe worden
aangelegd. De NMBS zou voorrang willen geven
aan specifieke spoorwegdossiers. Wij betreuren dat
omdat deze mogelijkheden onterecht worden
beknot terwijl wij toch in een ware mobiliteitscrisis
leven.


Is dit werkelijk de optie van de NMBS? Wat is de
motivering daarvoor? Kan die optie worden
gewijzigd en wat zal de minister daartoe doen?
03.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): jusqu'en
2002, la SNCB n'autorise pas de travaux sur des
voies ferrées désaffectées. Cette interdiction
entrave toute possibilité d'entretien des sentiers de
promenade et des pistes cyclables qui existent déjà
et empêche l'aménagement de nouveaux tronçons.
La SNCB souhaite accorder la priorité à certains
dossiers ferroviaires. Nous déplorons cette situation
car ces voies de communication sont injustement
limitées alors que nous assistons à une véritable
crise de mobilité.

La SNCB a-t-elle vraiment fait ce choix ? Comment
cette décision a-t-elle été motivée ? Cette option
pourrait-elle être reconsidérée ? Que compte
entreprendre la ministre à cet effet ?
03.02 Minister Isabelle Durant (Nederlands) : Een
groot deel van de buiten gebruik gestelde
spoorlijnen werd inderdaad aan de gemeenten
toevertrouwd. Er kwamen wandel- en fietspaden die
door de gemeenten onderhouden worden. De
uitbesteding geldt altijd voor een relatief lange
termijn, doch er is altijd een opzeg mogelijk.


Er is geen administratieve beslissing in verband met
nieuwe wandel- en fietspaden. Artikel 30 bis van het
beheerscontract bepaalt dat ten bewarende titel
geen bestaande spoorlijnen meer worden
opgebroken. In het derde beheerscontract zal dit
03.02 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais) :
Une grande partie des voies ferrées désaffectées a
en effet été transférée aux communes. Des sentiers
de promenade et des pistes cyclables ont été créés
et ils sont entretenus par les communes.
L'adjudication s'étend toujours sur un laps de temps
assez long mais il est également possible de
signifier un préavis.

Il n'existe pas de décision administrative concernant
de nouveaux sentiers de promenade ou de
nouvelles pistes cyclables. L'article 30bis du contrat
de gestion prévoit, à titre conservatoire, de ne plus
démanteler les voies ferrées existantes. Ce
17/01/2001
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
probleem worden opgelost. Dat wordt nu
voorbereid. Het gaat dus slechts om een tijdelijke
maatregel om te vermijden dat nog lijnen worden
opgebroken die in het toekomstige spoornetwerk
kunnen worden gebruikt.
problème sera résolu dans le cadre du troisième
contrat de gestion qui est en préparation. Il s'agit
donc d'une mesure temporaire visant à éviter de
démanteler des voies susceptibles d'être utilisées
dans le futur réseau ferroviaire.
03.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Ik
begrijp dat men overbodige kosten wil vermijden. Ik
ben voorstander van een evenwichtige, rationele en
functionele heropening van bepaalde spoorlijnen en
kijk uit naar het volgende beheerscontract.


De bevolking moet er begrip voor hebben dat fiets-
en wandelpaden slechts tijdelijk kunnen zijn en zo
nodig moeten wijken voor spoorlijnen. Ik zal de
vraag inzake het onderhoud opnieuw voorleggen
aan de mensen die ze me doorspeelden. Ik hoop
dat snel werk wordt gemaakt van een globaal en
evenwichtig mobiliteitsbeleid.
03.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Je
comprends que l'on souhaite éviter des dépenses
superflues. Je plaide en faveur d'une réouverture
équilibrée, rationnelle et fonctionnelle de certaines
lignes et j'attends avec impatience le nouveau
contrat de gestion.

La population doit comprendre que les sentiers de
promenades et les pistes cyclables aménagés sur
ces voies désaffectées ne revêtent qu'un caractère
temporaire et que des trains pourraient à nouveau y
circuler. Je reposerai la question relatives à
l'entretien aux personnes qui me l'ont transmise.
J'espère qu'une politique de mobilité globale et
équilibrée sera prochainement d'actualité.
03.04 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Er
was gezegd : 15 maart;
03.04 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais) :
La date avait été fixée au 15 mars.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over "short sea
shipping" (nr. 3086)
04 Question orale de M. Karel Van Hoorebeke à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité
et des Transports sur "le petit cabotage"
(n° 3086)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Eind
november 2000 had in Gent een colloquium plaats,
georganiseerd door L'Agence de Coopération pour
l'Europe de la Mer
met als thema Short Sea
Shipping: Towards a new Mobility in Europe
. Het
idee is dat ook verkeer over korte afstanden over
zee kon gebeuren. Zo kan transatlantisch
zeetransport zich richten op de grotere havens.
Havens in het binnenland kunnen ook een
belangrijke rol spelen bij het verlichten van het
wegtransport.


Welke initiatieven zal de minister hieromtrent
ontwikkelen, vooral in het kader van het Belgisch
voorzitterschap van de Europese Unie?
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): A la fin du
mois de novembre 2000, l'Agence de Coopération
pour l'Europe de la Mer a organisé un colloque sur
le thème Short Sea Shipping : Towards a New
Mobility in Europe
. La possibilité d'organiser des
déplacements en mer, également sur de courtes
distances, constituait l'idée sous-jacente à
l'organisation de ce colloque. Le petit cabotage
permettrait la concentration du transport maritime
transatlantique sur les ports plus importants. Les
ports intérieurs peuvent jouer un rôle important
dans le délestage du transport routier.

Quelles initiatives la ministre prendra-t-elle à ce
sujet, en particulier dans le cadre de la présidence
belge de l'Union européenne?
04.02 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Dit
is voor mij een zeer belangrijk aspect bij het streven
naar een duurzame en veilige mobiliteit. Ik heb
daarom het bestuur Maritieme Zaken en
Scheepvaart opdracht gegeven het dossier met de
gewesten en op Europees vlak op te volgen.
Daartoe volgt het bestuur verschillende
vergaderingen van het Vlaams Gewest en diverse
focal points meetings. Er worden oplossingen
04.02 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais) :
Cette matière revêt une grande importance à mes
yeux dans le cadre de la lutte en faveur d'une
mobilité durable et sûre. Dès lors, j'ai chargé
l'Administration des Affaires maritimes et de la
navigation de suivre ce dossier en concertation
avec les Régions et à l'échelle européenne. Dans
cette perspective, elle a participé à diverses
réunions de la Région flamande et à divers focal
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
gezocht voor de knelpunten in de federale
wetgeving en voor de problemen in de korte vaart.



Wij zullen deelnemen aan een studiedag met de
privé-sector op het einde van het Belgisch
voorzitterschap en aan de vergaderingen met het
Europeees kortevaartpromotiebureau en de focal
points meetings
? Wij nemen deel aan de studie in
verband met de korte vaart, aanbesteed door het
Vlaams Gewest en de implementatie van de
Europese richtlijn.


De korte vaart moet gepromoot worden, maar wij
botsen op de verschillende nationale wetgevingen
en standpunten. Samenwerking met de gewesten is
echter evident.
points meetings. Des solutions aux points
d'achoppement mis en évidence dans la législation
fédérale et aux problèmes auxquels le petit
cabotage est confronté sont actuellement
recherchées.

A la fin de la présidence belge de l'Union, nous
participerons avec le secteur privé à une journée
d'étude consacrée à cette matière. Participeront
également à cette journée de réflexion le Bureau
européen de promotion du petit cabotage et les
focal points meetings. Par ailleurs, nous participons
à l'étude consacrée au petit cabotage par la Région
flamande et oeuvrons à la transposition de la
directive européenne.

Le petit cabotage doit être encouragé mais nous
nous heurtons à la diversité des législations et des
points de vue nationaux. La coopération avec les
Régions s'impose cependant.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Het
antwoord verheugt me: er is bezorgdheid over de
problematiek en er zijn heel wat mogelijkheden. Het
gaat weliswaar om een gedeelde bevoegdheid met
de gewesten. Ik hoop dat tijdens het Europese
voorzitterschap grote vooruitgang kan worden
geboekt.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Cette
réponse me réjouit. Le problème retient l'attention et
les possibilités sont nombreuses. Il s'agit cependant
d'une matière pour laquelle les Régions sont
également compétentes. J'espère que des progrès
sérieux pourront être réalisés sous la présidence
européenne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Jozef Van
Eetvelt aan de vice-eerste minister en minister
van Mobiliteit en Vervoer over
"alcoholcontroletoestellen in het verkeer"
(nr. 3100)
05 Question orale de M. Jozef Van Eetvelt à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité
et des Transports sur "les appareils effectuant
les alcootests dans la circulation routière"
(n° 3100)
05.01 Jozef Van Eetvelt (CVP): Enkele jaren
geleden ontstond in de uitgaanswereld de "OK-
Club", een organisatie die bestuurders de
gelegenheid wil geven om een vrijwillige alcoholtest
te ondergaan. Deze alcoholtest wordt afgenomen
met een Envitec-tester. Deze alcoholmeter zou
erkend zijn als controletoestel en slechts de helft
kosten van de Dräger-toestellen die de politie
gebruikt. Bovendien zou Envitec betrouwbaarder
dan zijn concurrent.

Zijn de Envitec- en de Dräger-toestellen allebei
gehomologeerd? Is de kwaliteit gelijk? Waarom
opteerde de overheid niet voor de goedkopere
Envitec-toestellen?
05.01 Jozef Van Eetvelt (CVP): Le « ok club » a
vu le jour il y a quelques années ; cette organisation
offre aux conducteurs l'occasion de se soumettre
volontairement à un alcootest. L'alcootest est
pratiqué au moyen d'un appareil Envitec. Cet
appareil serait reconnu comme appareil de contrôle
et coûterait deux fois moins que les appareils
Dräger utilisés par la police. En outre, Envitec serait
plus fiable que Dräger.

Les deux types d'appareils sont-ils homologués ?
Leur qualité est-elle comparable ?
Pourquoi les pouvoirs publics n'ont-ils pas opté pour
les appareils Envitec, qui sont moins onéreux?
05.02 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Ik
zal antwoorden over de homologatie. De vragen
over de aankoop vallen onder de bevoegdheid van
de minister van Binnenlandse Zaken.
05.02 Isabelle Durant (en français) : Je répondrai
à la question portant sur l'homologation. Les
questions relatives aux achats relèvent de la
compétence du ministre de l'Intérieur.
17/01/2001
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Krachtens alinea 4 van artikel 59 van de wet op het
wegverkeer moeten ademtesttoestellen
gehomologeerd worden op de wijze vastgelegd bij
KB van 18 februari 1991. De minister bevoegd voor
verkeersveiligheid verleent de modelgoedkeuring,
na testen. Dat gaat gepaard met een nationaal
goedkeuringsmerk, een B gevolgd door een
nummer, dat per model wordt verleend en er op
duurzame en onuitwisbare wijze op het toestel moet
worden aangebracht.Tot op heden werden twee
goedkeuringsmerken verleend, B001 en B002. Het
merk B001 werd verleend aan een ademtesttoestel
van de firma Dräger op 17 juli '92 en aan twee
varianten op 24 juli 1996 en op 13 januari 1997.
Goedkeuringsmerk B002 werd op 14 april 1999
verleend aan de Envitec-ademtesttoestellen. De
verschillende ademtesttoestellen zijn conform aan
alle voorwaarden van het besluit. De ademtest leidt
niet tot vervolging, daartoe is ademanalyse nodig.
En vertu de l'alinéa 4 de l'article 59 de la loi sur
circulation routière, les appareils qui servent aux
tests doivent être homologués selon les modalités
fixée par l'arrêté royal du 18 février 1991. A l'issue
des tests, le ministre en charge de la sécurité
routière octroie l'homologation qui s'accompagne
d'un marquage national, B suivi d'un numéro ­ qui
est attribué par modèle ­ qui est apposé sur
l'appareil de manière durable et indélébile.
Les deux marquages utilisés sont B001 et B002. Le
premier, qui correspond à l'appareil Dräger, a été
octroyé pour ce dernier le 17 juillet 1992 et pour
deux variantes les 24 juillet 1996 et 13 janvier 1997.
B002 a été octroyé à l'appareil Envitec le 14 avril
1999 .Les appareils sont conformes aux normes de
l'arrêté. Le test ne donne pas lieu à des poursuites
nécessitant une analyse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer André Frédéric
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de aanleg van een
ringweg te Spa" (nr. 3127)
06 Question orale de M. André Frédéric à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la réalisation d'une route de
contournement à Spa" (n° 3127)
06.01 André Frédéric (PS): De burgemeester van
Spa heeft beslist het doorgaand verkeer van
vrachtwagens door het centrum van zijn gemeente
in de richting Spa-Tiège te verbieden. Er zijn
plannen om een ringweg aan te leggen waardoor de
productie van Spa Monopole vlot uit de fabriek zou
kunnen worden getransporteerd zonder dat nog
door het stadscentrum gereden hoeft te worden.

Sinds de invoering van het verbod nemen de
vrachtwagens de R62 om op de E411 te geraken.
Die weg is echter niet berekend voor druk
vrachtverkeer. De omwoners vrezen voor de
veiligheid en meer dan 700 mensen hebben al een
petitie voor een alternatieve oplossing ondertekend.


Op 5 juli jongstleden legde u uit dat uw kabinet bij
twee studies is betrokken, een over de mobiliteit als
onderdeel van het revitaliseringsbeleid voor Spa, en
een over het vervoer van de producten van Spa
Monopole per spoor. Hoe ver is men met die
studies gevorderd? Moeten die studies na twintig
jaar getalm en gedraal niet eens worden afgerond,
waarna er eindelijk werk kan worden gemaakt van
de ringweg ?
06.01 André Frédéric (PS): Le bourgmestre de
Spa a décidé d'interdire le transit des camions par
le centre de la localité dans le sens Spa-Tiège. On
envisage dès lors la création d'une route de
contournement qui permettrait l'évacuation rapide
de la production de Spa Monopole sans traverser le
centre.


Depuis l'instauration de cette interdiction, les poids
lourds empruntent la RN62 pour rejoindre
l'autoroute des Ardennes. Or, cette route n'est pas
adaptée à un trafic intense de camions. Les
riverains craignent pour la sécurité et une pétition
en faveur d'une solution alternative a déjà recueilli
plus de 700 signatures.

Le 5 juillet dernier, vous m'expliquiez que votre
cabinet était associé à deux études. L'une était
consacrée à la mobilité en tant qu'élément de la
politique de revitalisation spadoise, l'autre à
l'évacuation du charroi de Spa Monopole par rail.
Quel est l'état d'avancement de ces études ? Ne
conviendrait-il pas, après plus de vingt ans de
tergiversations, de clore ces études et de mettre en
chantier la route de contournement ?
06.02 Minister Isabelle Durant (Frans) : De
globale mobiliteitsstudie voor de Stad Spa zit in de
pijplijn. Dit is in de eerste plaats een bevoegdheid
van het gemeentelijke en het gewestelijke
06.02 Isabelle Durant , ministre (en français):
L'étude globale de mobilité de la Ville de Spa est en
cours. Il s'agit là d'une compétence essentiellement
communale et régionale.
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
beleidsniveau.

Over de mogelijkheid van vervoer per spoor wordt
momenteel onderhandeld door de Waalse minister
van Ruimtelijke Ordening en de firma Interferryboat.


Dienaangaande moeten er eind februari 2001 twee
rapporten worden overgelegd. Men zou toch
minstens kennis moeten nemen van de conclusies
van die rapporten. Milieueffecten zijn immers niet
uitgesloten.

Op een gegeven moment zal de knoop evenwel
moeten worden doorgehakt. Ik zal mijn volle
gewicht in de schaal werpen opdat de
spoorwegoptie het zou halen, op voorwaarde dat de
technische en commerciële details zijn geregeld.
Niets waarborgt dit immers. De overheid moet
handelen om een duurzaam mobiliteitsbeleid mede
helpen bewerken.

En ce qui concerne l'option de l'évacuation par rail,
elle fait l'objet de négociations entre le ministère
wallon de l'Aménagement et la société « Inter-
ferryboat. »

Deux rapports devraient être fournis à ce sujet fin
février 2001. Il serait important d'au moins prendre
connaissance de leurs conclusions. Des incidences
environnementales ne sont pas exclues.


Il faudra bien faire un choix à un moment donné.Je
mettrai tout en oeuvre pour que la solution
ferroviaire soit retenue, à condition que les détails
techniques et commerciaux soient réglés.
Cependant, rien ne le garantit. Le pouvoir public doit
jouer un rôle afin de mettre en place un projet de
mobilité durable.
06.03 André Frédéric (PS): Ik deel uw standpunt
in verband met het multimodale transport. Er mag
echter niet worden getalmd. Wij moeten snel de
conclusies uit de enquêtes trekken. Zo het vervoer
per spoor niet mogelijk blijkt, moet men voor de
enige alternatieve oplossing kiezen : de ringweg
rond Spa.
06.03 André Frédéric (PS): Je partage votre point
de vue en ce qui concerne le transport multimodal.
Il y a cependant urgence. Nous devons tirer
rapidement les conclusions des enquêtes. Si
l'évacuation des marchandises par le rail ne se
révélait pas possible, il faudrait opter pour la seule
solution alternative : la route de contournement de
Spa.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Mondelinge vraag van de heer André Smets
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de verlenging van de
Thalys Parijs-Namen-Luik tot Verviers" (nr. 3136)
07 Question orale de M. André Smets à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la prolongation de la ligne Thalys
Paris-Namur-Liège vers Verviers" (n° 3136)
07.01 André Smets (PSC): Sinds eind september
2000 rijden de Thalys-treinen op de HST-verbinding
Namen-Parijs verder door tot Luik, ten einde de
bezettingsgraad te verhogen. Het reizigersaantal
zou nog kunnen worden opgetrokken gelet op de
nabijheid van de agglomeratie Verviers en haar
hinterland. Aangezien de trein 's nachts te Liers
wordt gerangeerd hebben de betrokken gemeenten
gesuggereerd de verbinding door te trekken tot
Verviers veeleer dan tot Liers. Potentiële reizigers,
die tot in 1997 gebruik konden maken van
internationale verbindingen naar Parijs, zouden in
Verviers kunnen opstappen en er 's avonds
afstappen. Wat vindt u van die suggestie, gelet op
het aantal potentiële reizigers dat daarvoor
belangstelling zal kunnen betonen. Te meer daar
Verviers zijn internationale uitstraling wil vergroten.
07.01 André Smets (PSC): Depuis fin septembre
2000, Thalys assure la prolongation de la liaison
TGV Namur-Paris jusque Liège pour optimiser son
taux d'occupation. Cette optimisation pourrait être
amplifiée étant donné la proximité de
l'agglomération verviétoise et de son arrière-pays.
La rame étant garée, la nuit, à Liers, les communes
concernées ont suggéré de prolonger la liaison
jusqu'à Verviers plutôt que Liers. Une clientèle
effective, qui a disposé jusqu'en 1997 de liaisons
internationales vers Paris, pourrait monter à
Verviers et profiter d'un débarquement en fin de
journée. Étant donné le nombre de voyageurs
potentiellement intéressés, que pensez-vous de
cette suggestion ? Verviers doit cultiver sa vocation
internationale.
07.02 Minister Isabelle Durant (Frans) : De
NMBS, die terzake autonoom is, heeft geen
07.02 Isabelle Durant , ministre (en français): Le
prolongement du Thalys jusqu'à Verviers n'est pas
17/01/2001
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
plannen om de Thalys tot Verviers te laten rijden.
Volgens de NMBS is er immers een goede en
voldoende aansluiting te Luik-Guillemins. Vanaf
2005 zullen de Thalys-treinen tot Aken rijden en
dient het aantal treinen in het station van Luik niet te
worden opgetrokken. De argumenten van de NMBS
hebben mij echter niet helemaal overtuigd. Verviers
verdient misschien wel beter. Het probleem van het
internationaal treinaanbod in Verviers zal opnieuw
moeten worden bekenen.
envisagé par la SNCB qui, dans ce domaine, est
autonome. En effet, selon la SNCB, les
correspondances à Liège-Guillemins sont bonnes et
nombreuses, les Thalys se rendront à Aix dès 2005
et il ne faudrait pas augmenter le nombre de
passages dans la gare de Liège. Je ne suis pas
vraiment satisfaite par les arguments de la SNCB.
Verviers mérite peut-être mieux. Il conviendra de
rediscuter de la desserte internationale de Verviers.
07.03 André Smets (PSC): Het verheugt mij dat u
de internationale roeping van Verviers erkent en dat
u verklaart niet echt overtuigd te zijn door het
antwoord van de NMBS. Aanvoeren dat de
modernisering van een station noodgedwongen tot
een capaciteitsvermindering leidt, is aberrant.
Bovendien moet de Staat als hoofdaandeelhouder
zijn standpunt over de commerciële activiteiten van
de NMBS kunnen uiten. Ik zal op dit probleem
inzake de Thalys terugkomen omdat ik denk dat
oplossingen mogelijk zijn.
07.03 André Smets (PSC): Je me réjouis de vous
entendre reconnaître la vocation internationale de
Verviers et, également, de vous entendre vous
déclarer peu convaincue par la réponse de la
SNCB. L'argument de la modernisation d'une gare
amenant à réduire les potentialités est aberrant. Par
ailleurs, l'État, en tant qu'actionnaire principal, doit
pouvoir donner son point de vue sur les activités
commerciales de la SNCB. Je reviendrai sur le
problème du Thalys car je crois qu'il existe des
solutions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: André Smets.
Président: André Smets.
08 Mondelinge vraag van de heer Lode Vanoost
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de nieuwe boetes bij
de NMBS" (nr. 3066)
08 Question orale de M. Lode Vanoost à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les nouvelles amendes de la
SNCB" (n° 3066)
08.01 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): De
NMBS wil vanaf 1 februari de boetes voor reizigers
zonder geldig vervoersbewijs verhogen tot 2.000
frank voor volwassenen, 1.000 frank voor
minderjarigen en 7.500 frank bij niet-betaling binnen
de veertien dagen. Hoe verantwoordt de NMBS
dat?



Maakt ze een onderscheid tussen onwillige en
toevallige overtreders? Die bedragen vallen voor de
ene overtreder zwaarder uit dan voor de andere.
Hoe staat de minister hier tegenover?
08.01 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): La
SNCB envisage d'augmenter à partir du 1er février
les amendes infligées aux voyageurs sans titre de
transport valable, en les portant à 2 000 francs pour
les adultes, à 1 000 francs pour les mineurs d'âge
et à 7 500 francs en cas de non-paiement dans un
délai de quinze jours. Comment la SNCB justifie-t-
elle ces augmentations ?

Etablit-elle une distinction entre les contrevenants
récalcitrants et les contrevenants fortuits ? Les
montants de ces amendes n'ont pas la même force
pénalisante pour tous les contrevenants. Quelle est
la position de la ministre à cet égard ?
08.02 Minister Isabelle Durant (Nederlands):
Volgens de NMBS zullen reizigers zonder geldig
ticket vanaf 1 februari 2001 inderdaad meer
administratiekosten of een hoger supplement
moeten betalen.



De treinreiziger die onvoldoende tijd had om zich
een ticket aan te schaffen voor het vertrek van zijn
trein en de treinbegeleider daarvan op de hoogte
08.02 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais):
Selon la SNCB, les voyageurs qui ne seront pas
munis d'un titre de transport valable devront
effectivement payer, à partir du 1
er
février 2001,
soit de frais administratifs plus élevés, soit un
supplément supérieur.

Le voyageur qui n'aura pas eu le temps d'acheter
un titre avant le départ de son train et en aura
informé l'accompagnateur de ce train pourra
toujours payer le tarif ordinaire.
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
brengt, kan nog altijd het gewoon tarief betalen.

De reiziger die zijn treinkaart vergat, maar die kaart
binnen de veertien dagen in een station voorlegt,
betaalt voortaan 250 frank administratiekosten.
Indien hij zich niet binnen de veertien dagen
aanbiedt, krijgt hij een herinneringsbrief en betaalt
de prijs van de rit en administratiekosten of een
supplement.

Is de reiziger in het bezit van een treinkaart die
minder dan vijf kalenderdagen vervallen is, en
verlengt hij die zonder onderbreking, dan betaalt hij
nu een supplement van 150 frank per dag die
verstreek tussen de einddatum en de dag van
vaststelling van de onregelmatigheid. Vanaf 1
februari zal één keer 250 frank administratiekosten
worden aangerekend. Wordt de kaart met
onderbreking of niet verlengd, dan betaalt de
reiziger de zitprijs en de administratiekosten of een
supplement.

Le voyageur qui aura oublié son ticket de train mais
sera allé présenter ce ticket dans une gare dans un
délai de quinze jours paiera dorénavant 250 francs
de frais d'administration. S'il ne se présente pas
dans ce délai, il se verra adresser un rappel et il
paiera le prix de son voyage majoré de frais
d'administration ou d'un supplément.

Le voyageur qui sera en possession d'un
abonnement périmé depuis moins de cinq jours
civils dont il aura fait prolonger la validité sans
interruption paiera désormais un supplément de
150 francs par jour pendant le laps de temps écoulé
entre la date limite de l'abonnement et le constat de
l'irrégularité. A partir du 1
er
février, il sera demandé
à ces contrevenants de payer une seule fois 250
francs de frais d'administration. Le voyageur qui
aura fait prolonger ou non son abonnement paiera
le prix de son voyage majoré de frais
d'administration ou d'un supplément.
De reiziger die beschikt over een treinkaart die
meer dan vijf kalenderdagen is vervallen, betaalt de
ritprijs en een supplement. De reiziger die niet over
een geldig vervoerbewijs beschikt en niet heeft
gewaarschuwd, maar de rit heeft betaald tijdens de
reis, betaalt eveneens een supplement van 500
frank, dat ook geldt voor minderjarigen. Wie binnen
de veertien dagen betaalt, betaalt een supplement
van 2.000 frank of 1.000 frank voor minderjarigen.
Wie niet binnen de veertien dagen betaalt, krijgt een
herinneringsbrief. Volgt daarop geen reactie dan
komt er binnen vijfenveertig kalenderdagen na de
feiten een ingebrekestelling en een supplement van
7.500 frank, in plaats van 5.000 frank vóór 1
februari. Het bedrag van 7.500 frank werd vroeger
enkel betaald door recidivisten.



De NMBS wil met die maatregel onderlijnen dat elke
reiziger in het bezit moet zijn van een geldig
vervoersbewijs. Het aantal onregelmatigheden is de
jongste jaren immers gestegen. De tariefherziening
sluit aan bij de tarieven gehanteerd door de andere
maatschappijen voor openbaar vervoer. De kosten
worden zo ook beter gedekt. De procedure maakt
het mogelijk voor de verstrooide reiziger om zijn
situatie te regelen.


Voor sommige loketten vormen zich rijen. Soms zijn
loketten gesloten. De NMBS wijst erop dat de
reizigers hun vervoersbewijs steeds van tevoren
kunnen kopen en dat er in sommige stations
automaten staan. Zijn de loketten gesloten of is de
halte onbemand, dan kan het ticket zonder toeslag
Le voyageur dont l'abonnement est échu depuis
plus de cinq jours calendriers, paie le prix du
voyage majoré d'un supplément, alors que le
voyageur qui ne dispose pas de titre de transport
valable et ne l'a pas signalé, devra payer le prix du
voyage majoré d'un supplément de 500 francs.
Cette dernière règle s'applique également aux
mineurs d'âge. En cas de payement dans les quinze
jours, le supplément s'élève à 2000 francs ou 1000
francs pour les mineurs. Si le payement n'a pas été
effectué dans ce délai, un rappel est envoyé. S'il
n'y est pas donné suite dans les 45 jours
calendriers suivant les faits, une mise en demeure
est adressée à l'intéressé et le supplément à payer
dans ce cas - qui s'élève actuellement à 5.000
francs - sera de 7.500 francs à partir du 1
er
février.
Antérieurement, ce tarif s'appliquait uniquement aux
récidivistes.

La SNCB a pris cette mesure pour attirer l'attention
sur le fait que chaque voyageur doit être en
possession d'un titre de transport valable. Le
nombre de voyageurs sans titre de transport valable
a en effet augmenté ces dernières années. La
révision des tarifs permet d'adapter ceux-ci aux
tarifs appliqués par les autres sociétés de
transports en commun et de mieux couvrir les frais.
En outre, la procédure permet au voyageur distrait
de se mettre en règle.

Des files d'attente se forment devant les guichets,
dont certains sont parfois fermés. La SNCB fait
observer que les voyageurs ont toujours la
possibilité d'acheter leur billet à l'avance et que
certaines gares sont équipées de guichets
automatiques. En cas de fermeture du guichet ou
17/01/2001
CRABV 50
COM 360
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
worden gekocht in de trein.



De reizigers kunnen in de stations een brochure
verkrijgen waarin alle mogelijkheden worden
uitgelegd. De NMBS wil de nieuwe tarieven bekend
maken via affiches, een brochure en op haar
internetsite.
d'absence du guichetier, le titre de transport peut
être acheté sur le train, sans paiement d'un
supplément.

Les voyageurs trouveront dans les gares une
brochure détaillant toutes les possibilités. La SNCB
compte annoncer ces nouveaux tarifs au moyen
d'affiches, d'une brochure et d'une annonce sur son
site internet.
Of de hoogte van de boetes een impact heeft op het
aantal overtredingen moet nog worden afgewacht.
Wie de hem opgelegde boete niet kan betalen, kan
zich wenden tot de centrale klantendienst van de
NMBS om een afbetalingsplan op te stellen.


De reizigers moeten hun rechten precies kennen
om hogere boetes te vermijden. Daarom zullen zij
goed worden geïnformeerd via diverse kanalen.
Il est encore trop tôt pour savoir si les montant des
amendes influent sur le nombre d'infractions. Toute
personne qui ne serait pas en mesure de payer
l'amende qui lui a été infligée, peut s'adresser au
service central de la clientèle de la NMBS pour
obtenir un échelonnement.

Pour éviter des amendes plus élevées, les
voyageurs doivent pleinement connaître leurs
droits. Il en seront dès lors informé par divers
canaux.
08.03 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Er is de
ontrading, die preventief werkt. De bestraffing
ontraadt ook: men zal niet gauw een tweede keer in
de fout gaan. Toch blijf ik mij vragen stellen bij de
verhoging van de administratiekosten.Dat was
onnodig. Geldt het afbetalingsplan voor alle boetes
of alleen voor de hoogste?
08.03 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Outre
les mesures dissuasives qui ont un effet préventif,
les sanctions exercent elles-aussi un effet dissuasif:
le voyageur qui aura subi une sanction évitera la
récidive. Mais je m'interroge toujours sur la
nécessité de majorer les frais administratifs.
L'échelonnement s'applique-t-il à tous les amendes
ou seulement aux amendes les plus élevées?
08.04 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Dat
is niet gepreciseerd. Een betalingsplan is volgens
mij vooral bestemd voor de grotere boetes.
08.04 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais):
Ce n'est pas précisé. Selon moi, l'échelonnement
s'adresse surtout à ceux qui ont encouru de lourdes
amendes.
08.05 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): De
meeste reizigers kennen hun rechten niet. De
controleur zou de mogelijkheden en de gevolgen bij
laattijdige betaling voldoende moeten toelichten op
het ogenblik van de feiten.
08.05 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): La
majorité des voyageurs ignorent leurs droits. Le
contrôleur devrait informer le contrevenant des
possibilités dont il dispose ainsi que les
conséquences d'un retard de paiement au moment
des faits.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 18.00 uur.
La réunion publique de commission est levée à
18.00 heures.

Document Outline