KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 355
CRIV 50 COM 355
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
16-01-2001 16-01-2001
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van de
Casteele aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "het mogelijk verbod van
ristorno's op geneesmiddelen" (nr. 2981)
1
Question orale de Mme Annemie Van de Casteele
au ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "l'interdiction éventuelle des ristournes
sur les médicaments" (n° 2981)
1
Sprekers: Annemie Van de Casteele,
Charles Picqué
, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Annemie Van de Casteele,
Charles Picqué
, ministre de l'Economie et de
la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes
Mondelinge vraag van de heer Serge Van
Overtveldt aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "het functioneren van de
Controledienst voor de verzekeringen" (nr. 3063)
3
Question orale de M. Serge Van Overtveldt au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "le fonctionnement de l'Office de
contrôle des assurances" (n° 3063)
3
Sprekers: Serge Van Overtveldt, Charles
Picqué
, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Serge Van Overtveldt, Charles
Picqué
, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Mondelinge vraag van de heer Georges Lenssen
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "de jaarlijkse enquête
naar de structuur en de verdeling van de lonen"
(nr. 3093)
5
Question orale de M. Georges Lenssen au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "l'enquête annuelle sur la structure et la
répartition des salaires" (n° 3093)
5
Sprekers:
Georges Lenssen, Charles
Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs:
Georges Lenssen, Charles
Picqué, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Mondelinge vraag van mevrouw Leen Laenens
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "de economische
mededinging in de petroleumsector" (nr. 3096)
6
Question orale de Mme Leen Laenens au ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
concurrence économique dans le secteur
pétrolier" (n° 3096)
7
Sprekers: Leen Laenens, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Leen Laenens, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
8
Interpellations et questions orales jointes de
8
- de heer Richard Fournaux tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de crisis in de
landsbouwsector" (nr. 604)
- M. Richard Fournaux au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la crise dans le
secteur agricole" (n° 604)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Landbouw en Middenstand over "het
verbod op dierenmeel in veevoeders" (nr. 2972)
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
"l'interdiction des farines animales dans les
aliments pour animaux" (n° 2972)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de verdeling van
de kosten van de BSE-crisis" (nr. 3104)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la répartition des
coûts de la crise ESB" (n° 3104)
Sprekers: Richard Fournaux, Annemie Van
de Casteele, Frieda Brepoels
, voorzitter van
de VU&ID-fractie, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
Orateurs: Richard Fournaux, Annemie Van
de Casteele, Frieda Brepoels
, présidente du
groupe VU&ID, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
Moties
19
Motions
19
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Mondelinge vraag van mevrouw Frieda Brepoels
aan de minister van Landbouw en Middenstand
over "de overheveling van de bevoegdheid van
landbouw naar de gewesten" (nr. 3105)
20
Question orale de Mme Frieda Brepoels au
ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes
sur "le transfert de la compétence relative à
l'agriculture aux Régions" (n° 3105)
20
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
16
JANUARI
2001
14:00 uur
______
du
MARDI
16
JANVIER
2001
14:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.43 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.43 heures par M. Jos
Ansoms, président.
01 Mondelinge vraag van mevrouw Annemie
Van de Casteele aan de minister van Economie
en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "het mogelijk verbod
van ristorno's op geneesmiddelen" (nr. 2981)
01 Question orale de Mme Annemie Van de
Casteele au ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes, sur "l'interdiction éventuelle
des ristournes sur les médicaments" (n° 2981)
01.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik
hoef de voorgeschiedenis van mijn vraag niet te
herhalen. Op 28 juni heb ik reeds de problematiek
van de ristorno's op geneesmiddelen geschetst.
Het is een erfenis geïnduceerd door de
coöperatieve apotheken. Ik heb gepolst naar de
voornemens van uw voorganger. Als kersverse
minister hebt u geantwoord dat u mijn
bezorgdheid begreep en hebt u beloofd het
dossier te onderzoeken. U beklemtoonde dat het
zeker uw bedoeling niet was de patiënten te
treffen. Ik steun u hierin. Mijnheer de minister, er
zijn een aantal nieuwe elementen in het dossier.
Tot op heden werd vooral gesproken over
ristorno's op geneesmiddelen die meestal op het
einde van het jaar worden berekend en
uitgekeerd. Ik nodig u uit eens langs te gaan bij
een apotheker die met dit systeem werkt en al het
werk moet doen om de bonnetjes op te tellen om
de korting waarop de patiënt recht heeft te kunnen
berekenen. Het is, mijns inziens, de eer en de
waardigheid van het beroep onwaardig om aan de
hand van bonnetjes - soms bijeengeraapt van de
buren - een korting te moeten berekenen. Bij de
bakker krijgt men evenmin 10% korting op het
brood. Nog een beter voorbeeld. Bij een
doktersbezoek vraagt men evenmin korting.
Mijnheer de minister, de apothekers worden
geconfronteerd met een unieke situatie die
historisch gegroeid is. De sector dringt aan op
maatregelen. De Orde van de apothekers verbiedt
niet langer de rechtstreekse uitbetaling van een
korting, zodat de korting onmiddellijk wordt
berekend. Dit betekent dat de prijs van de
geneesmiddelen verlaagt. Dit is een bijkomende
reden waarom ik mijn vraag opnieuw wens te
stellen.

Bovendien is de minister van Sociale Zaken van
plan werk te maken van een heroriëntering van de
honorering van de apothekers. We streven naar
een pharmaceutical care waarbij de apotheker niet
langer alleen de geneesmiddelen aflevert, maar
vooral een intellectuele daad stelt en de patiënt
begeleidt bij het rationeel gebruik van
geneesmiddelen. De apotheker zou meer
gehonoreerd moeten worden voor deze
intellectuele daad. De prijs van bepaalde
geneesmiddelen is vrij hoog. Daarom moet men
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
eveneens rekening houden met een
financieringsmarge. De aanschaf en het stockeren
van dergelijke geneesmiddelen kost heel wat geld.
Deze kosten zullen gelinkt blijven aan de prijs van
het geneesmiddel.

Mijnheer de minister, het principe van de kortingen
past niet in het plan van de minister van Sociale
Zaken. Ik heb reeds verwezen naar de
intellectuele daad van de dokter waarvoor men
geen korting vraagt op het ereloon. We kunnen,
mijns inziens, beter dit voorbeeld volgen en van de
gelegenheid gebruik maken om de
distributiemarge te evalueren en aan te passen.
Ondertussen heeft de commissie voor de Sociale
Zaken een wetgeving goedgekeurd inzake de
referentieterugbetaling van geneesmiddelen.
Vragen over de distributiemarge blijven aan de
orde. Op dit ogenblik hebben de meeste
generieken een zelfde absolute winstmarge, een
zelfde ereloon voor de apotheker als het originele
geneesmiddel.

Hierdoor kan de apotheker neutraal blijven bij het
afleveren van geneesmiddelen. Hij wordt dan niet
gestraft als een generisch geneesmiddel wordt
afgeleverd. Dat is de theorie en er zijn intussen
een aantal bedrijven die wel aan die
distributiemarge zijn gaan knabbelen. Op die
manier kunnen zij een neerwaartse spiraal
veroorzaken. Hierdoor kunnen er in de toekomst
vragen worden gesteld bij de
referentieterugbetaling. Door het grote aanbod van
generische geneesmiddelen op de markt, zijn wij
meer en meer tot de overtuiging gekomen dat er
nood zal zijn aan lokaal overleg tussen artsen en
apothekers om te beslissen welke generische
geneesmiddelen zullen worden afgeleverd. De
apotheker moet hierbij uiteraard opnieuw neutraal
kunnen oordelen zonder de vinger in zijn eigen
oog te moeten steken als er gekozen wordt voor
een generisch geneesmiddel waarbij het
honorarium van de apotheker veel lager zou
liggen.

Mijnheer de minister, de orde van apothekers
heeft de rechtstreekse korting toegelaten. Ik heb
in de pers gelezen dat uw adjunct-kabinetschef
gezegd heeft: "Binnen enkele maanden zullen we
een plan aan de Ministerraad voorleggen dat
komaf moet maken met de ingewikkelde
prijsberekening van medicamenten. Voor
sommige geneesmiddelen zal het mogelijk zijn de
prijs ook effectief te verlagen zodat het
omslachtige systeem van kortingen mogelijk tot
het verleden gaat behoren". Ik kan u alleen vragen
of u deze uitspraak van uw adjunct-kabinetschef
kunt bevestigen. U hebt aangekondigd dat u
overleg zou plegen met de minister van Sociale
Zaken over de herstructurering van de marges.
Hebt u overleg gepleegd met de sector? Op welke
termijn ziet u de herstructurering? Dit ligt wat
moeilijk omdat een belangrijk deel van deze
discussie gevoerd wordt in de commissie voor de
Sociale Zaken, hoewel u eigenlijk ook een
serieuze vinger in de pap hebt. Dat vergt een
goede samenwerking tussen de verschillende
ministers en departementen. Verder wil ik vragen
of u, in afwachting van zo'n structurele aanpassing
die op termijn wordt gepland, er ook in verband
met de referentieterugbetaling voor zult zorgen dat
er een soort absolute marge gerespecteerd zal
worden voor generische geneesmiddelen zodat de
neutraliteit van de apotheker gegarandeerd kan
worden. Als er dan toch over de hele
distributiemarge wordt gediscussieerd, zult u dan
eventueel tegelijkertijd een verbod op ristorno's
overwegen?

Ik heb nog een vraag over een punt dat al langer
aan de orde is, namelijk het engagement van de
regering om de marges op dure producten aan te
passen zodat die sneller kunnen worden
afgeleverd. Wat is de stand van zaken in dat
dossier?
01.02 Minister Charles Picqué: Mijnheer de
voorzitter, wij onderhandelen inderdaad met de
verenigingen van de apothekers over de
herstructurering van de distributie overeenkomstig
de beslissing van de Ministerraad over het
vernieuwde geneesmiddelenbeleid. Mijn kabinet
onderhoudt geregeld contacten met de apothekers
over de verschillende vragen aangaande de
distributiemarges en dus ook over de
herstructurering van die marges. Om het debat
voor te bereiden wordt door mijn kabinet en dat
van de heer Vandenbroucke het onderwerp
geregeld besproken. Het uit te werken nieuwe
systeem zal de distributiemarges voor de
komende jaren moeten regelen. Ik zal de nodige
tijd nemen voor de voorbereiding en de
onderhandelingen met de sector. In dat kader zal
de kwestie van de ristorno's of kortingen ter
sprake kunnen worden gebracht. In afwachting
van de herstructurering van de marges zal ik op
dat gebied slechts tussenbeide komen om over te
gaan tot de aanpassingen die voor het
implementeren van de andere doelstellingen van
het nieuwe geneesmiddelenbeleid nodig zijn.

Ik zal in het bijzonder tussenkomen in de
bevordering van de terugbetaalbare generieke
geneesmiddelen door middel van de invoering van
de zogenaamde referentieterugbetaling. Daardoor
zullen de distributiemarges van de terugbetaalbare
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
generieke geneesmiddelen binnenkort op dezelfde
manier als voor de originele geneesmiddelen,
namelijk procentueel, worden berekend. Deze
maatregel past in mijn bedoeling om een
vereenvoudiging van het systeem van de marges
door te voeren. Deze vereenvoudiging zal ik in het
kader van de komende herstructurering verder
nastreven. Daarnaast zal ik de nodige
maatregelen treffen om de wijzigingen voor de
apothekers neutraal te houden. Daarom zal de
distributiemarge van de dure geneesmiddelen
worden verhoogd, zoals door de Ministerraad
werd beslist. Ik heb de vertegenwoordigers van de
apothekers reeds ontmoet om over deze kwestie
een gesprek te voeren. Tot slot zal ik met de
minister van Sociale Zaken de nodige
maatregelen treffen om de negatieve
prijzenspiraal te vermijden. Het klopt immers dat
er een risico op een weerslag van de prijzen
bestaat.
01.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de voorzitter, ik stel met genoegen vast
dat de minister aan een deel van mijn
bekommernissen tegemoet wil komen. Ik ben het
met u eens dat deze kwestie niet van vandaag op
morgen zal kunnen worden opgelost, mijnheer de
minister, maar ik hoop dat het de goede richting
zal uitgaan. Het is alvast een geruststelling dat u
met de sector en de minister van Sociale Zaken
zult overleggen.

Ik dring toch aan om het probleem van de
ristorno's op te lossen. Op het eerste gezicht krijgt
men immers de indruk dat dit voor de patiënt een
goede zaak is. Het is bekend dat het de
bekommering van de minister van Sociale Zaken
is dat hij bij gebrek aan middelen geen
terugbetaling kan voorzien voor sommige
geneesmiddelen. Wij zouden de beschikbare
marges in eerste instantie beter kunnen gebruiken
om die prioriteiten op te vangen. Immers, voor de
geneesmiddelen waarvoor men nu hogere
remgelden betaalt, krijgt men de hoogste korting.
Dat geld kan beter aan de doelgroepen die nu niet
aan bod komen, worden besteed. Laten wij de
krachten bundelen om terzake een goede
oplossing te vinden.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question orale de M. Serge Van Overtveldt
au ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "le fonctionnement de l'Office de
contrôle des assurances" (n° 3063)
02 Mondelinge vraag van de heer Serge Van
Overtveldt aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "het functioneren van
de Controledienst voor de verzekeringen"
(nr. 3063)
02.01 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, je voudrais faire référence
aux récentes affaires judiciaires concernant les
compagnies d'assurance bien connues en
Belgique d'Assubel et des Assurances fédérales.
Ces affaires ont récemment remis sur le devant
de la scène le rôle de l'Office de contrôle des
assurances. Le fait que la justice doive examiner
des dossiers relatifs à deux importantes
compagnies belges signifie t-il que le contrôle
prudentiel et le contrôle juridique sont inefficaces?

Je ferai référence à un journaliste du "Vif" qui se
demandait en septembre dernier si l'OCA faisait
toujours preuve d'une indépendance totale vis-à-
vis des assureurs.

Les causes des mauvaises prestations de l'OCA
doivent-elles être recherchées dans son
fonctionnement interne, notamment - et c'est le
point que je voudrais soulever - dans les tensions
qui existent entre la direction et le personnel? A
mes yeux, il semble que oui, quand on parcourt un
rapport de synthèse de janvier 2000 de la direction
de modernisation de l'institut de formation de
l'administration fédérale transmis au responsable
de l'office.

Je voudrais vous faire part monsieur le ministre de
quelques phrases qui me paraissent assez
éloquentes.

Selon la direction, "le nombre d'universitaires est
trop grand et ces derniers ne voient pas les limites
entre leurs capacités; ils sont ambitieux". Selon
les attachés, "les capacités de gestion de la
direction sont trop limitées". La direction parlant
des attachés: "Ils vont trop loin dans la protection
des personnes qu'ils doivent contrôler, ce qu'ils
considèrent comme leur but". La dernière phrase
à laquelle je voudrais faire référence est peut-être
l'élément-clé; les attachés parlant de la direction:
"Le directeur général est un dictateur qui règne
avec une bande d'incapables".

Vous comprendrez, monsieur le ministre, que ces
quelques phrases émaillant le rapport sont assez
inquiétantes.

Voici mes questions. Quelle est votre réaction
face au climat général de l'OCA décrit, ce que
personne ne pourra contester, comme assez
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
détestable? L'office est-il encore en mesure de
remplir ses missions légales compte tenu des
éléments que j'évoquais au début de mon
intervention? Quelles sont les perspectives de
reprise en main de cette situation afin de redonner
à l'OCA l'image quelle n'aurait jamais dû perdre?
02.02 Charles Picqué, ministre: Monsieur le
président, j'ai déjà eu l'occasion de répondre à
une semblable question sur l'OCA en disant
combien il faut se défier de certaines
interprétations qui sont faites quand elles relèvent
parfois d'insatisfactions internes liées à des
contentieux personnels dans lesquels je ne rentre
pas. Ceci dit j'ai eu l'occasion de rencontrer le
président de l'OCA dernièrement et d'évoquer ce
problème avec lui.

Je voudrais rappeler de manière générale que
l'Office de contrôle des assurances à pour tâche
de veiller à la solvabilité des entreprises
d'assurance, que l'office ne se substitue pas à
d'autres contrôles qui peuvent avoir des objectifs
différents; ainsi, les objectifs de l'office et du fisc
sont opposés en ce qui concerne le contrôle des
réserves techniques.

Dans l'affaire Assubel, la justice n'a prononcé
aucune condamnation à l'encontre de l'office ou
de ses dirigeants. Dans l'affaire des assurances
fédérales le contentieux est avant tout d'ordre
fiscal. On reproche également des détournements
de fonds à charge de certains dirigeants de
l'entreprise. Si ces faits s'avéraient exacts, ils ne
porteraient que sur des montants relativement
faibles eu égard à l'encaissement et aux réserves
de cette entreprise.

Sur le plan prudentiel, on peut estimer que l'office
rempli parfaitement son rôle. Aucune entreprise
d'assurance n'a été d'ailleurs mise grandement en
difficulté ni déclarée en faillite depuis la création
de l'office, et les difficultés financières que
d'autres ont connues, ont été résolues sans que
les assurés n'en subissent les conséquences.

L'office est également chargé du respect de la loi
sur le contrat d'assurance. Cette mission a une
double limite:
- d'une part, l'office n'est pas un tribunal; il ne peut
donc pas se substituer à l'ordre judiciaire;
- et d'autre part, sous la pression des directives
européennes, les législations protègent moins le
consommateur que par le passé. Du point de vue
du consommateur, cela peut donner l'impression
d'une collusion entre l'office et les assureurs. Mais
la cause doit être recherchée dans les législations,
et pas dans l'attitude de l'office.

En outre, dans les deux affaires dont on a parlé -
Assubel et les Assurances Fédérales -, les faits
remontent à plus d'une dizaine d'années. On ne
peut donc pas conclure que les hypothétiques
mauvaises prestations de l'office sont dues au
prétendu mauvais climat qui y règne actuellement.

Le rapport de l'institut de formation de
l'administration (IFA) n'est pas un audit. Il s'intitule
d'ailleurs "analyse des besoins en formation de
l'Office de contrôle des assurances". Ne
confondons pas ce qui relève d'une
recommandation de ce qui relève de la sévérité
d'un audit. A l'origine, il s'agit d'une demande de
l'office concernant les formations que l'IFA pouvait
lui proposer. Je ne peux quant à moi que me
réjouir d'une initiative destinée à maintenir un bon
niveau de compétences parmi les fonctionnaires
de l'office, confrontés d'ailleurs à des matières de
plus en plus complexes.

L'institut de formation de l'administration semble
avoir estimé nécessaire d'évaluer les besoins de
formation de l'office. Pour ce faire, un membre de
l'IFA a interrogé différents membres du personnel,
allant de la direction au niveau 2. Il s'agissait
surtout de voir les besoins et de mettre l'accent
sur les améliorations souhaitées. Ceci explique
que le rapport en question ne présente pas que
des éléments négatifs.

Les phrases qui ont été évoquées sont tirées
d'une annexe à ce rapport. Il est fort probable que
l'on obtiendrait le même document dans la grande
majorité des institutions publiques ou privées où
de telles questions seraient posées notamment
sur les besoins de formation. Il convient donc de
relativiser tout ceci.

Conclure que ce rapport dépeint exactement la
situation de l'office est quelque chose que je me
garderai bien de faire.

Vous avez bien sûr le droit de poser la question et
de vous inquiéter, ainsi que l'avait fait en son
temps M. Charles Michel. C'est d'ailleurs tout à fait
normal. Mais je veux être très clair: selon les
informations dont je dispose, ces rumeurs
émaneraient de l'intérieur même de la maison.
Elles pourraient provenir d'un fonctionnaire qui ne
serait pas tout à fait satisfait de son plan de
carrière.

Il serait dommage que ce genre de problème, que
l'on rencontre partout, jette le discrédit sur toute
une institution. On n'a pas reçu de plaintes
d'éventuels dysfonctionnements graves de l'office.
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Je peux concéder que l'office connaît quelques
difficultés, dues en partie à un cadre un peu trop
étriqué. Je n'estime donc pas qu'il faille parler de
reprise en main de l'office. Cette institution doit
pouvoir disposer des moyens humains et
matériels nécessaires à l'accomplissement de sa
tâche. Je plaide en particulier pour que toute
augmentation des missions de l'office
s'accompagne de la mise à disposition de
moyens.

Je ne nie pas que se pose la question de
l'adaptation des moyens de l'OCA à ses
différentes missions. Mais je me garderai bien de
dire que sur base du rapport de l'IFA - qui n'est
pas un audit, je le rappelle - et sur base de
certains bruits qui alimentent ce débat, on peut
conclure qu'il y a une crise au sein de l'Office de
contrôle des assurances.

Je voudrais donc relativiser la situation, sans
ignorer la question subsidiaire posée, qui est de
savoir si un effort ne doit pas être fait notamment
en matière de formation, voire de recrutement.
02.03 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC):
Monsieur le ministre, je partage peut-être l'avis
général car ce rapport ne contient pas que des
avis négatifs, mais je ne partage pas votre
sentiment en ce qui concerne le "temps perdu". Je
ne crois pas qu'on ait perdu du temps au niveau
de la commission mais plutôt au niveau des
rumeurs. Monsieur le ministre, soyez aussi objectif
que tout à l'heure. Lorsque je lis les phrases du
rapport, on dépasse largement les rumeurs, le
petit malentendu ou la mauvaise ambiance que
vous voulez souligner.

Quelles sont les mesures à prendre pour essayer
de supprimer cette mauvaise ambiance? Comme
tout le monde le sait, il existe dans certaines
administrations des tensions en cas de non-
nomination, c'est humain. Mais vous conviendrez
aisément, monsieur le ministre, que les phrases
du rapport sont choquantes: le directeur général
serait un dictateur qui règne sur une bande
d'incapables. Essayons de prendre des mesures
pour redonner une image positive à cette
institution.
02.04 Charles Picqué, ministre: Monsieur Van
Overtveldt, si vous deviez un jour interroger un
attaché d'un des cabinets que j'ai gérés, il se
trouverait sans doute quelqu'un pour dire que je
suis un dictateur qui a régné sur des incapables! Il
y a toujours quelqu'un de frustré dans une
administration qui peut se livrer à ce genre de
propos. Cela vient probablement de quelqu'un qui
exprime une amertume qu'on peut certes
expliquer ou pardonner, mais ne considérons pas
ces propos comme "paroles d'évangile".
02.05 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC):
Monsieur le ministre, je réfléchirai à vous poser la
question ultérieurement!

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Georges
Lenssen aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "de jaarlijkse enquête
naar de structuur en de verdeling van de lonen"
(nr. 3093)
03 Question orale de M. Georges Lenssen au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "l'enquête annuelle sur la structure et
la répartition des salaires" (n° 3093)
03.01 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag handelt
over de steekproefsgewijze enquêtes verricht door
het Nationaal Instituut voor de Statistiek, meer
bepaald in verband met de verdeling en de
structuur van de lonen.

Het ware aangewezen, in het kader van de
administratieve vereenvoudiging, eraan te denken
deze belastende taak voor de bedrijven op termijn
te verminderen. Immers, vooral voor de kleine
bedrijven zou het goed zijn mochten zij zich meer
kunnen toespitsen op het ondernemen en zich
minder moeten bezighouden met het verstrekken
van informatie die in feite wellicht op verschillende
plaatsen te verkrijgen is.

De gevoerde enquête moest binnen een zeer kort
tijdsbestek worden ingediend, hetgeen vooral voor
de kleine bedrijven tot problemen leidde, eerst en
vooral omdat zij niet meteen over de gevraagde
informatie beschikten en bovendien omdat zulks
gebeurde tijdens een drukke periode. In dat
verband denk ik onder andere aan de berekening
van het dubbel vakantiegeld voor de bedienden.

Voorts was het gebruikte document niet
aangepast aan de informaticaverwerking: codes
en tabellen moesten worden geconverteerd met
andere gegevens en het gebruikte formaat
stemde niet overeen met een A4-document.
Bovendien vereiste de enquête een eigen
programmering.

Naar verluidt zijn heel wat gegevens te verkrijgen
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
in de kruispuntbank.

Mijnheer de minister, om deze belastende taak
van de bedrijven te verminderen en in het kader
van een administratieve vereenvoudiging lijkt het
mij aangewezen terzake maatregelen te nemen. Ik
had dan ook graag vernomen welke timing u
vooropstelt om maatregelen te nemen.

Vervolgens had ik graag vernomen welke de
inhoud en de aard van de gegevens zijn die
momenteel beschikbaar zijn in de kruispuntbank?
Heeft de minister de intentie het model van de
vragenlijst te wijzigen zodat deze is aangepast om
te worden ingevuld via informaticaverwerking?
03.02 Minister Charles Picqué: Mijnheer de
voorzitter, op de eerste vraag moet ik een negatief
antwoord verstrekken.

De enquête werd ontworpen om zo goed mogelijk
te beantwoorden aan de administratieve
vereenvoudiging, door optimaal gebruik te maken
van de informatie die is vervat in de registers van
de administratie, onder meer van de Rijksdienst
voor Sociale Zekerheid. Het resultaat hiervan is
dat bijna de helft van de gegevens die volgens het
besluit van februari 2000 moeten worden
verzameld, niet aan de ondernemingen worden
gevraagd.

Teneinde u te vergewissen van de inspanning tot
vereenvoudiging die door het Nationaal Instituut
voor de Statistiek werd verwezenlijkt, kunt u de
variabelen, bepaald door het besluit, vergelijken
met de vragen die voorkomen op het formulier dat
aan de ondernemingen werd verzonden. De
vragen die aan de ondernemingen werden gesteld
gaan uitsluitend over informatie die niet
beschikbaar is in de bestaande bestanden van de
administratie.

De informatie die niet door de kruispuntbank,
maar in feite door de betrokken instellingen van
sociale zekerheid, voornamelijk door de
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, worden
bijgehouden, mogen krachtens de wet op de
kruispuntbank alleen via de kruispuntbank ter
beschikking worden gesteld.

Ik wens evenwel van de gelegenheid gebruik te
maken om eraan te herinneren dat het Nationaal
Instituut voor de Statistiek noch ikzelf tevreden zijn
over de toegangsprocedure tot de gegevens.

Opdat het NIS zijn opdracht van statistisch
onderzoek zou kunnen vervullen, voorziet de wet
op de statistiek principieel in een onbeperkte
toegang tot de informatiegegevens die door het
NIS worden verstrekt. Die wetgeving is in
tegenspraak met andere bepalingen, die
eveneens toegangsprocedures en controles
vastleggen, zowel betreffende het Rijksregister
van de Natuurlijke Personen, als voor de
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Geen
enkele rechtvaardiging, zij het door beroep te
doen op de voorrang van de wet of op het principe
van de lex specialis, laat die dubbele controle toe.

Precies om die tegenstrijdigheid in de wetgeving
op te lossen, heeft de regering, wat de sociaal-
economische enquête betreft, bij het parlement de
artikels 21, 22 en 23 van de programmawet van
januari 2001 ingediend. Het parlement heeft die
artikels gesteund.

Wat de manuele of elektronische presentatie van
de enquête betreft, heeft het NIS, in tegenstelling
tot wat vaak wordt herhaald, kunnen vaststellen
dat men liever op een papieren formulier dan op
een elektronisch formulier antwoordt. Papier is
voor hen soepeler in het gebruik. Het is evenwel
duidelijk dat alle manieren om de antwoorden
elektronisch over te dragen ontvankelijk zijn, in
zoverre de antwoorden zeker volledig zijn en het
vertrouwelijk karakter en de bescherming van het
zakengeheim zijn verzekerd. In dat opzicht
ondernam het NIS de noodzakelijke stappen om
zijn netwerk te beveiligen, maar wegens
moeilijkheden die door andere administraties van
mijn departement werden opgeworpen, was ik niet
in staat om dat verzoek in te willigen.

Dat oponthoud is inderdaad spijtig. Het dient
onderstreept te worden dat de betrokken enquête
kan worden beantwoord door middel van het
formulier of op elk ander blad papier naar keuze -
bijvoorbeeld een listing - maar eveneens via een
e-mail die het Excell-bestand herneemt dat hen ter
beschikking werd gesteld. Dat is een tabel die
overeenkomt met een papieren formulier, waarop
zij de gegevens konden kopiëren die reeds in hun
bestanden beschikbaar waren.
03.03 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, in het algemeen
wil ik doen opmerken dat het voor de bedrijven
vaak een zeer zware belasting is. Ik wil ervoor
pleiten dat men aandachtig zou toekijken en niet
op diverse manieren dezelfde informatie aan de
bedrijven gaat vragen. Het is enorm moeilijk voor
de mensen om al die gegevens iedere keer bij
elkaar te halen. Het zou goed zijn als men een
uniformiteit kan bewerkstelligen voor alle
informatie die men bij de bedrijven gaat zoeken.
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van mevrouw Leen
Laenens aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "de economische
mededinging in de petroleumsector" (nr. 3096)
04 Question orale de Mme Leen Laenens au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "la concurrence économique dans le
secteur pétrolier" (n° 3096)
04.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de
petroleumsector is het afgelopen najaar zeer
dikwijls in de actualiteit geweest. Het is ook een
sector die internationaal is georganiseerd.
Vandaar het grote belang van de economische
mededinging.

Op 27 november heeft de heer Monti, de
Europese commissaris voor Mededinging, samen
met de bevoegde overheden inzake de
mededinging van de lidstaten van de Europese
Unie de toestand in de petroleumsector
besproken. Naar aanleiding daarvan heb ik een
aantal concrete vragen die ik u graag zou willen
voorleggen.

Wie heeft namens ons land aan deze vergadering
deelgenomen? Wat zijn de belangrijkste besluiten
van die vergadering? Welke zijn de gevolgen van
deze besluiten voor ons land? Hoe wil de regering
deze besluiten uitvoeren of heeft ze die al
uitgevoerd?

Ik had ook graag geweten in welke concrete
gevallen de minister de Raad voor Mededinging al
om een advies heeft gevraagd in uitvoering van
artikel 16 van de wet van 5 augustus 1991 op de
bescherming van de economische mededinging.
Indien mogelijk zou ik graag telkens de datum van
het verzoek, de reden en het antwoord van de
raad vernemen.
04.02 Minister Charles Picqué: Mijnheer de
voorzitter, collega's, op 29 november 2000 werd
een vergadering van de directeurs-generaal van
Mededinging bij de Europese Commissie
georganiseerd. Het bestuur Handelsbeleid
-
de
afdeling Prijzen en Mededinging
-
van het
Ministerie van Economische Zaken en de Raad
voor Mededinging hebben aan deze vergadering
deelgenomen.

Tijdens zijn uiteenzetting verwees de heer Monti
naar de besluiten van een vergadering van 29
september van de directie Mededinging van de
Europese Commissie en de nationale
mededingingsautoriteiten met betrekking tot de
mededingingspolitiek in de petroleumsector.

Het eerste agendapunt van de vergadering
behandelde het standpunt van de Commissie
inzake de evolutie van de brandstoffenprijzen in
de Europese Unie. Vervolgens gaf de Commissie
een uiteenzetting omtrent de mogelijkheden om
via de mededingingswetgevingen invloed uit te
oefenen op de hoge brandstofprijs. Na deze
uiteenzetting bleek dat de
interventiemogelijkheden via de
mededingingswetgevingen vrij beperkt zijn.

Het tweede agendapunt betrof een uiteenzetting
van bepaalde nationale mededingingsautoriteiten
omtrent hun nationaal mededingingsdossier voor
de petroleumsector en meer bepaald betreffende
het opsporen van verticale prijsbinding van
verdelers, horizontale prijskartels in de
groothandelsector en discriminatoire behandeling
van onafhankelijke ondernemingen door de
verticaal geïntegreerde petroleummaatschappijen.
Dat is een beetje ingewikkeld, maar u kent de
bepalingen in verband met de controle op de
verticale en horizontale bindingen.

De heer Monti verwees nogmaals naar het besluit
van de vergadering van 29 september. De
Europese Commissie en de nationale
mededingingsautoriteiten moeten waakzaam
blijven ten aanzien van bepaalde
mededingingsbeperkende praktijken of
overeenkomsten in de petroleumsector en moeten
in bepaalde gevallen samenwerken om sommige
van deze praktijken op te sporen.

De Belgische mededingingsautoriteiten zullen dus
deze oproep volgen en zullen waakzaam zijn met
betrekking tot het mogelijk
mededingingsbeperkende praktijken in de
petroleumsector. Op Belgisch niveau werd er in
1973, daags na de eerste petroleumshock, een
programmaovereenkomst
opgesteld - u
bent
daarvan natuurlijk op de hoogte - met betrekking
tot een prijzenstelsel voor de verkoop van
aardolieproducten. Deze overeenkomst werd
opgevat als een bedreigend compromis tussen de
wil van de overheden om een zeker toezicht uit te
oefenen en de gevraagde soepelheid van de
aardoliebeheerders. Het was een middenweg
tussen een stelsel van vrije concurrentie en een
stelsel van prijzenreglementering. Het komt voor
als een contractuele middenweg, waarbij twee
doelstellingen verzoend worden die a priori
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
tegengesteld zijn, met name onze bevoorrading
waarborgen en daarbij een maximumprijs
vastleggen. Bijgevolg werd om het advies van de
Raad voor de Mededinging verzocht aangaande
de gepastheid om de programmaovereenkomst al
dan niet te behouden en over de gevolgen van
een eventuele opzegging van deze overeenkomst
op het vlak van de mededinging. Tot nu toe
hebben we nog geen antwoord ontvangen. Het
zijn dus zaken voor later.
04.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik denk dat het een dossier
is dat we met meer dan gewone belangstelling
moeten volgen, vooral in het kader van de
hoorzittingen die binnenkort in de commissie
zullen worden gehouden. Uw antwoord zal ons
daar zeker van nut zijn.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Aangezien de interpellatie nr. 604
van de heer Richard Fournaux en de mondelinge
vragen nrs. 2972 en 3104 van de dames Annemie
Van de Casteele en Frieda Bepoels over de BSE
problematiek gaan, zullen we die samen
behandelen.
05 Interpellations et questions orales jointes de
-
M. Richard Fournaux au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
crise dans le secteur agricole" (n° 604)
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
"l'interdiction des farines animales dans les
aliments pour animaux" (n° 2972)
-
Mme Frieda Brepoels au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
répartition des coûts de la crise ESB" (n° 3104)
05 Samengevoegde interpellaties en
mondelinge vragen van
- de heer Richard Fournaux tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de crisis in de
landsbouwsector" (nr. 604)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
"het verbod op dierenmeel in veevoeders"
(nr. 2972)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de verdeling
van de kosten van de BSE-crisis" (nr. 3104)
05.01 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le
président, monsieur le ministre, par correction
envers chacun d'entre vous, je commencerai par
vous signaler que mon interpellation avait déjà été
déposée le 11 décembre 2000. Mon agenda
personnel ne m'a pas permis de venir la présenter
lors de la réunion où elle était inscrite à l'ordre du
jour et j'espère que vous ne m'en voudrez pas.

Mon interpellation reste toujours d'actualité. Si
vous me le permettez, je corrigerai quelque peu le
texte initial en fonction des derniers éléments, ce
qui ne devrait pas poser trop de difficultés.

Chacun sait que l'actualité a révélé de nouveaux
problèmes pour la classe agricole en ce qui
concerne tant l'aspect qualitatif que quantitatif de
nos productions agricoles destinées à
l'alimentation du bétail, avec les conséquences
éventuelles pour l'être humain.

Je souhaite mettre ces différents événements en
rapport avec la décision du gouvernement,
annoncée lors de la dernière déclaration de
politique générale de M. le premier ministre à la
rentrée parlementaire d'octobre 2000, visant à
annoncer la régionalisation accrue de la politique
agricole.

Je commencerai par une remarque sur la forme.
Le premier ministre a annoncé qu'il souhaitait aller
plus loin dans la régionalisation de l'agriculture.
Rien à dire sur la forme de ce discours. Toutefois,
la question que nous devons nous poser
aujourd'hui est de nous demander, dans les crises
que nous connaissons actuellement, qui gère
quoi. Concrètement, qui va gérer les
conséquences négatives sur le plan agricole des
décisions prises à l'heure actuelle?

Au mois de décembre déjà, mais cela me semble
être toujours d'actualité, je visais essentiellement
la perte de revenus des agriculteurs. Doit-elle être
gérée par l'Etat fédéral, en collaboration avec la
Communauté européenne ou déjà par les
régions?

Ensuite, les éventuelles mesures à prendre pour
la destruction des stocks de farine animale et ce
que l'on qualifie de cinquième quartier, c'est-à-dire
l'aspect financier, doivent-ils être pris en charge
par l'Etat fédéral ou par les régions?

Depuis le moment où j'avais rédigé mon
intervention dans ce sens, les données ont évolué.
On a notamment constaté que les pouvoirs
fédérés semblent vouloir prendre les choses en
main par une série d'initiatives qui apparaissent
différentes d'une région à l'autre. J'estime donc
que la question que j'avais formulée à l'époque
trouve encore toute son acuité aujourd'hui. En
effet, au lieu de s'interroger sur ce qui pourrait se
passer, nous constatons aujourd'hui que les
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
initiatives prises sont discordantes et risquent
finalement d'aboutir à une politique agricole tout à
fait différente sur des matières comme celles-là
qui restent à nos yeux sensiblement les mêmes,
au Sud ou au Nord du pays.

Sur le fond, au-delà des problèmes financiers dont
on a beaucoup parlé jusqu'à présent et qui portent
sur le coût de la destruction des farines animales,
la gestion du cinquième quartier, etc., les
problèmes que nous venons de rencontrer ont des
conséquences financières excessivement
déplorables pour les exploitations agricoles.

Comme vous le savez certainement, monsieur le
ministre, car la presse en a largement fait état,
pour une vache qui pouvait être vendue quelque
soixante-cinq mille francs en abattoir, on obtient
aujourd'hui environ quarante mille francs. C'est du
moins ce qui ressort des chiffres que l'on a bien
voulu me communiquer.

On connaît le problème du coût des tests et de la
destruction du stock de farines animales - il est
question d'un budget de dix milliards.

En ce qui concerne la perte de revenus pour le
monde agricole, j'ai parlé du prix du bétail. Je n'ai
aucune idée de ce que cela peut représenter au
niveau fédéral. L'Union européenne aurait
annoncé sa décision de prendre 70% des frais à
sa charge. Qu'en est-il des 30% restants?

En son temps, je me suis enquis du fait de savoir
si l'Etat fédéral comptait organiser une
concertation avec les régions. Au vu des
informations communiquées par la presse et des
dernières déclarations du ministre Happart sur la
prise en charge de certains frais par les bouchers,
il semble qu'une telle concertation soit nécessaire.
Il est exclu, me dit-on, que ce soit le secteur
agricole ou celui de la simple distribution qui
prennent ces coûts en charge, car cela nuirait de
nouveau à la compétitivité des produits belges,
non seulement en termes de consommation
intérieure mais également en termes
d'exportations.

J'en reviens au problème des effets d'annonces.
Le premier ministre a annoncé une régionalisation
accrue de l'agriculture. Pourrait-on savoir où le
gouvernement en est dans l'exécution de cette
décision? Des concertations ont-elles déjà été
organisées ou, compte tenu de l'actualité dont on
vient de parler, accélérées avec les entités
fédérées?

Monsieur le ministre, si l'on doit appliquer
immédiatement les décisions prises à l'échelle
européenne - et manifestement, celles-ci sont
obligatoires -, il est évident qu'un pays tel que le
nôtre devra s'approvisionner beaucoup plus en
alimentation végétale, au lieu d'une alimentation
dite carnée, pour les bovins. Il semblerait que les
accords de Blair House tels qu'ils existent
actuellement empêchent l'Europe, et donc notre
pays, de produire elle-même de plus grandes
quantités d'aliments végétaux. Monsieur le
ministre, vous paraît-il possible, au vu des
décisions qui viennent d'être prises au niveau
européen, que l'Europe exige une nouvelle
négociation ou une actualisation des accords de
Blair House pour permettre aux pays européens
de produire de plus grandes quantités
d'alimentation végétale? Le cas échéant, compte
tenu des accords conclus par le gouvernement
fédéral visant à une plus grande régionalisation de
l'agriculture, qui se chargera de ce type de débat?

J'ai déposé une motion de recommandation
simple et courte, qui a été initiée le 12 décembre
mais qui est toujours d'actualité, selon moi. Elle
est libellée comme suit:
"1. Le gouvernement fédéral belge doit, le plus
rapidement possible, organiser la clarté sur la
répartition des pouvoirs, des missions et des
responsabilités des niveaux régionaux et fédéral
en ce qui concerne la gestion des problèmes liés
à l'agriculture.
2. Au-delà d'une clarification d'ordre général, il est
fondamental que le gouvernement fédéral,
toujours en concertation avec les régions, puisse
statuer le plus rapidement possible sur une
organisation de la gestion de la crise actuelle dite
ESB.
3.
Le gouvernement fédéral, toujours en
concertation avec les régions, doit le plus
rapidement possible confirmer au secteur agricole
que les autorités belges, quel que soit le niveau de
pouvoir, prendront en charge les conséquences
financières dramatiques pour le secteur agricole
de l'actuelle crise ESB - je vise ici la perte de
revenus.
4.
Le gouvernement fédéral doit s'engager,
toujours en concertation avec les régions, à mener
au niveau international une opération visant à
obtenir une renégociation des accords dits de
Blair House, afin d'obtenir la possibilité pour les
Etats membres de l'Union européenne, en ce
compris la Belgique, d'obtenir un quota de
production complémentaire de végétaux destinés
à l'alimentation naturelle du bétail."
05.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de minister, voor mij hoeven de
bevoegdheidsproblemen niet zozeer uitgeklaard te
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
worden. De gemaakte afspraken inzake
staatshervorming moeten zo snel mogelijk worden
uitgevoerd. De hele BSE-crisis die ons opnieuw
geconfronteerd heeft met de ingewikkelde
bevoegdheidsverdeling in dit land is een zoveelste
bewijs dat een meer coherente
bevoegdheidsverdeling een snellere afhandeling
van een aantal problemen mogelijk maakt. Ik voeg
er onmiddellijk aan toe dat Europa een meer
gecoördineerd beleid moet voeren waardoor de
gewesten in de eerste plaats uitvoerders worden
van een landbouwbeleid dat grotendeels op
Europees niveau wordt uitgestippeld. We
betreuren het gebrek aan democratische en
eensgezinde besluitvorming op Europees niveau.

Mijnheer de minister, mijn vraag van 18 december
volgde op de bespreking van 12 december. Het is
een dossier in volle evolutie. Ik kan me moeilijk
houden aan de vragen die ik schriftelijk heb
gesteld omdat een aantal zaken ondertussen
geëvolueerd zijn. Er blijven vragen inzake de
praktische problemen die ontstaan zijn naar
aanleiding van de beslissing van begin december
van de Europese Landbouwministers. We worden
gedwongen een aantal maatregelen te nemen die
improvisatie op het terrein hebben meegebracht.

Op 12 december bestond bij ons de vrees dat de
capaciteit onvoldoende zou zijn om de Europese
verplichting inzake de BSE­testen op runderen
ouder dan 30 maanden te kunnen uitvoeren. Als ik
het goed begrepen heb, hebben we heel eventjes
een capaciteitsprobleem gehad. De eerste week
van januari hebben slachthuizen er zich over
beklaagd dat het vlees te lang moest blijven
hangen omdat de testen niet snel genoeg konden
worden uitgevoerd. Is de toestand ondertussen
uitgeklaard?

Op dit ogenblik zijn twee runderen positief
bevonden. De heer Beernaert heeft gezegd dat hij
hoopte dat er positieve runderen zouden worden
gevonden. Dit is, mijns inziens, een gevaarlijke
uitspraak. Wat denkt een consument als de testen
die op 1 januari van start zijn gegaan, reeds twee
positieve runderen opleveren? Dit betekent dat
zonder testen en zonder het te weten dergelijke
runderen de voorbije maanden in het
voedselcircuit zijn terechtgekomen. Dit roept
vragen op inzake de veiligheid van de consument.

Op 12 december hebt u gezegd alles in het werk
te zullen stellen om te vermijden dat een
capaciteitsprobleem ervoor zou zorgen dat
gezonde dieren moeten worden afgeslacht. In de
media heb ik gelezen dat een aantal loten van 100
stuks gezonde dieren toch werd afgeslacht. Kunt u
dit verduidelijken? Hoeveel dieren werden
vernietigd omdat ze niet (tijdig) op BSE werden
getest?

Ik wens wat dieper in te gaan op het verbod van
dierenmeel. Het koninklijk besluit dat uitvoering
geeft aan de Europese verplichting is op 15
december in het Belgisch Staatsblad verschenen.
Volgens de sector is dit wat gebrekkig verlopen.
Zij klagen over een tekort aan overleg inzake de
modaliteiten. Het verbod van 15 december kwam,
huns inziens, uit de lucht gevallen. Een aantal
bedrijven heeft het verbod gelezen op het ogenblik
dat er reeds dierenmeel werd uitgevoerd. Op die
manier hebben deze bedrijven zonder het te
weten de wet overtreden.

Ik heb een vraag in verband met het overleg dat u
daarover met de sector hebt gehad. Heeft men
van tevoren aan de sector gevraagd welke stocks
van dierenmeel en van veevoer met dierenmeel er
nog bij de bedrijven aanwezig waren? Welke
controle heeft men uitgevoerd om voor 100% te
kunnen garanderen dat de wet die op
15 december om 00.00 uur van kracht werd niet is
overtreden? Hoe worden de stocks intussen
opgeslagen? Zijn ze soms al vernietigd?

Ten derde zitten we door dit probleem ook plots
met een grote afvalberg. Een grondstof die
voorheen 12 frank per kg waard was, gaat nu
plots 10 frank per kg kosten voor afvalverwerking.
De minister had op 12 december al aangekondigd
dat daarover overleg zou worden gepleegd met de
gewesten aangezien afvalverwerking onder hun
bevoegdheid valt. Ik heb begrepen dat het overleg
intussen intensiever is geworden en dat men
geregeld om de tafel is gaan zitten met de
gewesten om deze problemen te bestuderen. Er
doen zich problemen voor in verband met de
ophaling en de verwerking. Volgens mij gebeurt
de verwerking nog steeds bij Rendac. De dierlijke
producten die vroeger door Rendac tot dierenmeel
werden verwerkt, worden nu een soort
afvalproduct dat opnieuw moet worden vernietigd.
Ik zou graag van u vernemen welke procedure nu
juist gevolgd wordt en waar al het dierlijk afval
gestockeerd wordt. Is er genoeg
vernietigingscapaciteit? Rendac heeft een aantal
beslissingen in verband met bijkomende
productielijnen uitgesteld omdat de onzekerheid
momenteel nog te groot is. Hoe is dit momenteel
geregeld en wat zijn de vooruitzichten? Wie
betaalt de kosten voor ophaling en verwerking?
We hadden die vraag al gesteld met betrekking tot
de kadavers, waarvoor er een tijdelijke oplossing
was. Het tijdelijk verbod van zes maanden brengt
een kostprijs met zich die oorspronkelijk geraamd
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
was op 8 miljard frank. Volgens de laatste
ramingen zou dit teruggebracht zijn tot 4 miljard
frank. Ik zou van de minister graag vernemen wat
nu de juiste kostprijs is en wie die zal dragen. We
hebben al vernomen dat Europa de kosten niet zal
dragen. We kunnen begrijpen dat de minister daar
niet gelukkig mee is want wij zijn dat zelf ook niet.
De vraag dringt zich op wie dan wel zal betalen.
Wij hebben immers menen te begrijpen dat ook
het federale niveau niet zal betalen. Federaal zal
alleen de 30% waar de heer Fournaux zo-even
naar heeft verwezen worden betaald. De
gewesten zullen tijdelijk, voor drie maanden, via
een systeem van prefinanciering betalen. Als het
alleen om voorschotten zou gaan, wie zal dan
uiteindelijk betalen? Ook over de verdeling over de
gewesten kunnen nog vragen worden gesteld. Ik
meen echter dat mevrouw Brepoels daar nog op
in zal gaan.

Ten vierde kom ik bij de alternatieven. Door het
verbod op dierenmeel in veevoeder moest de
sector naar alternatieven op zoek gaan. Die
alternatieven blijken op dit moment geen
problemen te stellen. Ik zou daar echter graag
bevestiging over krijgen van de minister. In de
pers hebben wij vernomen dat het dierenmeel
grotendeels door soja zal worden vervangen. Het
feit dat het om genetisch gemodificeerde soja
gaat, zorgt hierbij voor enige onrust. Mijnheer de
minister, welke maatregelen hebt u genomen om
garanties te bieden voor de volksgezondheid en
ten opzichte van de verbruiker met het oog op het
gebruik van genetisch gemodificeerde producten?

Tot slot heb ik al verwezen naar het feit dat de
Europese besluitvorming enigszins mank loopt.
Toen wij het zo-even hadden over de kosten,
konden wij vaststellen dat zowel minister Gabriëls
als minister Dua op een bepaald moment hebben
gezegd dat er slechts één mogelijkheid is om de
kosten op te vangen, namelijk een soort vleestaks
of een verhoging van de BTW.

Een aantal enquêtes heeft trouwens duidelijk
gemaakt dat de consument bereid is meer te
betalen voor het vlees. Het is vooral dankzij de
heer Happart dat die piste werd verlaten. Als wij in
België alleen een dergelijke vleesheffing invoeren,
zal dit problemen opleveren voor onze
concurrentiepositie op Europees niveau. De
minister heeft zelf gezegd dat in Europa iedereen
op eigen houtje bezig is. Het wordt dan ook
dringend tijd dat terzake een duidelijk,
gestroomlijnd beleid wordt gevoerd. Ik had van de
minister dan ook graag geweten of het idee van
de vleestaks verder zal worden verdedigd op
Europees niveau.

Wat de tijdelijkheid van het verbod betreft, had ik
graag geweten welke de perspectieven terzake
zijn. Heeft de minister enige aanwijzing dat dit
verbod zal worden verlengd? De sector heeft op
dat vlak heel wat vragen. Ik heb daarnet verwezen
naar Rendac dat een aantal beslissingen heeft
uitgesteld tot er op Europees niveau beslissingen
zijn genomen.

Wat het eventuele verbod op dierlijke vetten
betreft, zou ik willen verwijzen naar het antwoord
van de minister van 12 december 2000. De
minister heeft toen gezegd dat het
wetenschappelijk comité van Europa vóór 15
januari een advies zou verstrekken over een
eventueel verbod van dierlijke vetten in
veevoeders. Ik heb daarover nog niets gehoord,
ook niet in de media. Ik had graag geweten of dit
verbod voor dierlijke vetten er zal komen.

De landbouwbedrijven worden eveneens met een
aantal bijkomende problemen geconfronteerd: de
vleesprijs is gedaald en de rendabiliteit komt in het
gedrang. Bovendien wordt een aantal bedrijven
geconfronteerd met positieve dieren. De
Boerenbond heeft verklaard dat het volgens hem
niet nodig is dat heel de veestapel wordt vernietigd
als er een positief rund wordt gevonden. Ik had
graag het standpunt terzake van de minister
gekend.
05.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik wil mij aansluiten bij de twee vorige
sprekers omdat ik blij ben dat de minister vandaag
eindelijk zal antwoorden op hun vragen. Ik weet
niet of het...
05.04 Minister Jaak Gabriels: Mevrouw Brepoels,
ook de vorige sprekers hebben hierop gewezen. Ik
was vorige week aanwezig maar toen waren zij
afwezig, zo niet had ik vorige week al op hun
vragen kunnen antwoorden.

De voorzitter: Ik kan dit bevestigen.
05.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de
minister, zij hebben de ruime problematiek van de
BSE-crisis aangekaart. Ik heb begrepen dat
daarover in het Parlement zowat een maand niet
werd gesproken.

Ik heb een heel concrete vraag in verband met de
verdeling van de kosten van de afvalverwerking
van deze crisis tussen de gewesten. U bent reeds
meer dan een maand bezig met de uitvoering van
de Europese afspraken. Half december hebt u
aan de gewesten meegedeeld dat voor deze
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
afvalverwerking een prefinanciering nodig is van
ongeveer 8 miljard Belgische frank. Nadien zou u
dan nadenken over mogelijke manieren om deze
kosten te recupereren.

Mijnheer de minister, afgelopen donderdag hebt u
een voorlopig akkoord bereikt met de
gewestministers van Landbouw over de kosten
van de BSE-crisis. Ik heb begrepen dat de
Vlaamse regering tijdens de Ministerraad terzake
een aantal bemerkingen heeft geformuleerd en
dan vooral in verband met het vaststellen van de
gehanteerde verdeelsleutel en de vorm van
prefinanciering. U zou een verdeling hebben
gemaakt die is gebaseerd op het aantal
slachthuizen. Deze verdeling kan op het eerste
gezicht logisch lijken, maar aangezien het hier
toch wel om een crisis en een voorlopige
oplossing gaat had ik graag van u vernomen
welke redenering u hebt gehanteerd voor deze
verdeelsleutel.

Waarom heeft men in deze crisis geen
verdeelsleutel op basis van de veestapel of de
consumptie voorgesteld? Kunt u de vorm van de
prefinanciering verduidelijken? Gaat het inderdaad
om terugvorderbare voorschotten? Zo ja, van wie
zal dit ten laste komen? Wat is het standpunt
terzake van de andere gewestregeringen? Ik
begreep immers dat de Brusselse minister van
Financiën, de heer Vanhengel, zich ook tegen dit
akkoord zou kanten. Welke oplossing hebt u met
de betrokken minister besproken voor de
volgende drie maanden? Ik heb begrepen dat de
verdeling slechts voor de eerste drie maanden
geldt. Waarin voorziet u na de periode van zes
maanden? Wat is uw visie terzake?
05.06 Jaak Gabriels, ministre: Monsieur le
président, je répondrai tout d'abord à
l'interpellation de M. Fournaux. Si j'avais pu le
faire la semaine passée, j'aurais pu vous parler
d'un élément très concret mais je ne le ferai pas
car j'essaie d'adapter mes réponses en fonction
de l'actualité.

Vous avez évoqué la régionalisation et la gestion
de la crise de l'ESB. En ce qui concerne la
régionalisation de l'agriculture, la proposition de loi
y relative a été approuvée le 5 juillet 2000 lors de
la conférence intergouvernementale et
interparlementaire pour le renouveau institutionnel
par les membres de la majorité. Cette proposition
de loi doit encore être soumise à l'avis du Conseil
d'Etat et recueillir une majorité spéciale à la
Chambre des représentants avant de pouvoir
entrer en vigueur.
Dans l'état actuel des dossiers, la santé publique
reste une compétence de l'Etat fédéral, mais en
ce qui concerne l'économie agricole, les choses
n'ont pas été suffisamment clarifiées. Afin d'éviter
tout risque d'interprétations divergentes, le texte
doit être précisé quant à l'applicabilité des
obligations européennes et internationales et aux
prérogatives de l'Agence fédérale pour la sécurité
de la chaîne alimentaire. Le texte définitif sera
déposé la semaine prochaine auprès de la
COSTA. Ensuite, il sera soumis au conseil d'Etat
pour avis avant d'être discuté au sein de la
commission chargée de la réforme des
institutions.

Ik kom straks op het tweede gedeelte van de
vraag van de heer Fournaux terug.

Mevrouw Van de Casteele had het over
ingewikkelde structuren. In Spanje trekt men
inzake de BSE-crisis de paraplu open tussen de
17 regio's en - Spanje is geen federale staat - het
centrale niveau. In onze constellatie zijn de
structuren niet zo ingewikkeld. Het Europese
niveau is hier het belangrijkste gegeven in het
geheel. Het federale niveau heeft momenteel het
grootste deel van de coördinatie verzorgd. Inzake
het gewestelijk niveau hebben zelfs de
gewestelijke ministers ons gevraagd om de
coördinatie van het geheel te verzorgen om
concurrentie terzake tussen de gewesten
onderling te vermijden. Het zou echter goed zijn
om tot een coördinatie te komen. Wij kunnen
immers niet op Europees niveau voor uniformiteit
en harmonisatie pleiten als wij in eigen land in een
totale kakofonie belanden.

Daarom - en niet omwille van mijn bevoegdheid
over een aantal punten - heb ik me mede verplicht
gevoeld om die coördinatie op ons te nemen en te
trachten ook die maatregelen op elkaar af te
stemmen. Maar straks meer daarover. Nochtans
ben ik het 100% met uw stelling eens. Ik wil
absoluut op 29 januari, tijdens de Europese
Landbouwraad, de zaak opnieuw op Europees
niveau aankaarten. Ik heb het daarvoor ook reeds
op de agenda, onder het lopend Zweeds
voorzitterschap, geplaatst en ik ben ervan
overtuigd dat wij nog heel wat meer steun zullen
krijgen. Vorige keer waren er zeven landen die het
Belgisch standpunt over harmonisatie steunden. Ik
ben ervan overtuigd dat nu nog meer landen onze
stellingen zullen delen, te meer omdat de
toepassing van de Europese beslissingen in heel
wat landen op heel grote moeilijkheden stuit. Dit
wil toch nog even zeggen: ik ben ervan overtuigd
dat wij, België, in staat zijn de vergelijking en de
lakmoesproef te doorstaan en dat wij in
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
vergelijking tot andere landen zeer goed uit
dergelijke proef zullen komen. Ik verwijs nogmaals
naar een artikel van vandaag in één van de
Vlaamse kranten over Spanje, waar men met een
heel groot probleem kampt, maar ook over
Frankrijk dat door paniek beslissingen heeft
veroorzaakt. Ik hoef niet te verwijzen naar
Duitsland met Digicom, maar vooral naar
Frankrijk, waar wij vaststellen dat zij er na zoveel
weken amper in slagen één vierde van de
testcapaciteit beschikbaar te stellen. Dit dus om
even aan te tonen dat wij in ons land die zaken vrij
goed onder controle hebben. We hadden ze liefst
vermeden, maar nogmaals: éénmaal er
beslissingen genomen zijn moet men ook
consequent zijn als men op Europese
besluitvorming aandringt.

Deuxièmement, concernant la gestion de cette
nouvelle crise ESB, je rappelle à l'honorable
membre que la problématique des déchets, suite
aux mesures prises de destruction des farines et
des carcasses, relève de la compétence
exclusive vous le savez, monsieur Fournaux - des
régions.

Pour le reste, dans l'attente de l'aboutissement du
processus légal obligatoire lié à la régionalisation,
l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne
alimentaire a été chargée par le gouvernement de
la coordination des volets "tests et destruction" du
dossier ESB, alors que le département fédéral de
l'Agriculture coordonne le volet économique de
ces dossiers, en particulier les moyens pour
compenser les pertes de revenus subies par les
agriculteurs. Ce volet économique est géré dans
le cadre des dispositions de l'organisation
commune du marché des viandes bovines et
dépend dès lors des organes compétents de l'UE.
Il est géré également et en étroite concertation
avec les gouvernements régionaux.

En ce qui concerne le financement, un groupe de
travail a été créé afin d'examiner les pistes
possibles pour financer toutes ces mesures sans
que le secteur, déjà durement frappé par les effets
indirects de la crise, ne soit mis à contribution.

Entre-temps, le conseil des ministres a chargé le
ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes
de la coordination et la mise en place de la
mesure de rachat, en collaboration avec les
services concernés: l'IEV, le BIRB et les régions.
Le coût de la mesure de rachat peut être estimé à
232 millions de francs belges par mois. Le conseil
des ministres a décidé de financer le coût total en
autorisant le BIRB à préfinancer la mesure.
La Belgique privilégiant le testage obligatoire de
tous les bovins âgés de plus de 30 mois, le
conseil des ministres a également chargé le
ministre de la Santé publique de déposer un
dossier complet dans les meilleurs délais auprès
de la Commission européenne, en vue d'obtenir
l'interruption du régime de rachat.

En outre, le conseil des ministres a aussi décidé
de prendre en charge le coût des tests rapides
ESB: 510 millions de francs belges pour 6 mois,
afin d'éviter toute tentative de fraude et de
compenser la perte inattendue de la valeur de
leurs produits. Le conseil des ministres a
également donné son accord pour l'indemnisation
aux fabricants des aliments, aux opérateurs et aux
négociants, à raison du coût de revient prouvé des
stocks présents dans leurs entreprises au
15 décembre 2000.

Cette opération coûtera plus ou moins
180
millions de francs belges. Le fédéral
interviendra donc à raison d'environ 1 milliard de
francs. Quant aux déchets, ils relèvent de la
compétence régionale. Comme vous l'avez dit, il
est nécessaire d'obtenir de l'Union européenne
une harmonisation et l'établissement d'une
politique à long terme car nous devons
absolument savoir à quoi nous attendre par la
suite. Sept autres pays européens soutenaient
d'ailleurs notre proposition. Nous voulons être
fixés sur la politique qui sera menée après le
1
er
juillet 2001 afin de prendre les mesures
adéquates. Je pense par exemple à l'importation
du soja qui devra être incorporé dans
l'alimentation du bétail. Il faut donc d'ores et déjà
prendre les décisions en la matière. Cependant,
comme la Commission européenne a décidé de
procéder à une évaluation de la situation au mois
de juin prochain, nous ne sommes pas encore
tout à fait fixés à ce sujet. J'en reparlerai le 29
janvier lors du prochain conseil de l'Agriculture.

Ik wil nu even ingaan op de vragen van mevrouw
Van de Casteele. Een aantal zaken zijn reeds
gezegd, maar ik zal proberen herhaling te
vermijden. Zoals u aangeeft, heb ik op 18
december laatstleden, en ook de vorige week,
vergaderd met collegae-gewestministers. Ik heb
hen ingelicht over de Europese maatregelen en de
problemen die daar mogelijk mee gepaard gingen.
We hebben samen overlegd over de wijze waarop
we in België deze problemen zouden kunnen
aanpakken. De burger heeft immers geen enkele
boodschap aan het feit dat wij met verschillende
bevoegdheidsinstanties zitten en wenst dat wij een
efficiënt, afdoend antwoord geven. Dat betekent
dat de productieketen niet stilvalt en dat het
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
bedrijfsleven zijn gewone gang kan hervatten.
Samen met minister Aelvoet en met de collegae-
gewestministers, heb ik beslist om twee
werkgroepen op te richten met
vertegenwoordigers van alle betrokken federale
en gewestelijke partijen.

De eerste werkgroep staat onder leiding van Luc
Beernaert, gedelegeerd bestuurder van het
Federale Agentschap voor de Voedselveiligheid,
en houdt zich bezig met de praktische uitwerking
en uitvoering van de Europese maatregelen op het
terrein. Trouwens, daarvoor heeft hij ook de
beschikking over de ambtenaren die noodzakelijk
zijn. Ik moet u zeggen dat meer dan 80% van de
ambtenaren die hem rechtstreeks bijstaan,
mensen zijn uit het departement Landbouw die
hem, met de ervaring van de dioxinecrisis, op een
efficiënte en afdoende wijze kunnen bijstaan. In
dat kader heb ik, op vraag van de gewesten om
reeds in opslagcapaciteit voor dierenmeel te
voorzien, maatregelen genomen om Manuport in
de Gentse haven op te eisen en daar voorlopig,
totdat het vernietigd kan worden, het dierenmeel
op te stapelen. De tweede werkgroep, onder
leiding van mijn waarnemend secretaris-generaal
van het departement Middenstand en Landbouw,
Xavier De Cuyper, kreeg als opdracht uit te
zoeken wat de mogelijkheden zijn om in de
financiering te voorzien voor de verschillende
maatregelen, ongeacht het bevoegdheidsniveau.
Nogmaals, dit alles gebeurt vanuit de zorg om tot
een goede coördinatie te komen.

Federaal hebben wij de kostprijs op 510 miljoen
frank voor de testen tot einde juni en 232 miljoen
frank voor de opkoopregeling per maand geschat.
Zolang Europa ons testsysteem niet heeft
goedgekeurd, moeten wij de opkoopregeling als
mogelijkheid voor runderen ouder dan
30 maanden aanbieden. Ik hoop met u - en ik heb
dat reeds vroeger gezegd - dat dit maximaal tot
een maand beperkt blijft omdat ik het ook vanuit
ethisch standpunt onverantwoord vind dat wij
gezonde dieren vernietigen zonder dat zij in de
voedselketen terechtkomen. Ik denk dat we dit
moeten beperken tot een zo kort mogelijke
termijn.

Wat is daar de respons op? Wel, na de
maatregelen die we hebben genomen - u hebt
naar de precieze cijfers gevraagd - hadden wij de
eerste week 192 aanvragen voor verwerking en
de tweede week 330. We zijn nu in de derde
week. De dieren worden geslacht in slachthuizen
van Gembloux en Bastogne, die we daarvoor
beschikbaar hebben gevonden. Ik moet u zeggen
dat het niet evident is dat deze allebei in Wallonië
liggen, maar in Vlaanderen was er geen enkel
slachthuis beschikbaar. Dit heeft ook te maken
met het feit dat bepaalde slachthuizen ofwel niet,
ofwel weinig aan volle capaciteit draaien. Zij die
dat niet doen, zijn beschikbaar. De andere zijn niet
beschikbaar want die willen een normale
slachtketen niet vrijmaken voor deze tijdelijke
maatregel.

Ten slotte hebben wij met de federaal regering al
beslist om alle dierenmeel dat zich in de bedrijven
bevond, te verzamelen. We hebben dat geraamd
op 180 miljoen frank en dat moet dus later
uiteraard vernietigd worden. Dat meel wordt in
Manuport, in de Gentse haven, opgeslagen in
afwachting van een definitieve vernietiging. We
hebben die voorzorgsmaatregelen genomen om
de eenvoudige reden dat we dachten dat dit
noodzakelijk was om te beletten dat dit in de
voedselketen zou terechtkomen.

Ik bedoel dan vooral de keten voor dierenvoeding.
Op die manier hebben we zo snel en efficiënt
mogelijk gereageerd binnen een zeer strak
tijdsschema wat de Europese maatregelen betreft.

Een tweede reeks vragen die u gesteld hebt houdt
verband met het tijdelijk verbod van vee te
voederen met verwerkte dierlijke eiwitten vanaf 1
januari vanaf 2001. Dit verbod werd vastgesteld
via de beschikking 2000/766 van de Europese
Gemeenschap van de raad van 4 december 2000
en werd gepubliceerd in het Europese
publicatieblad van 7 december 2000.

De beschikking en het ontwerpbesluit dat deze
omzet in Belgisch recht werd besproken in de
overlegvergadering met de sectoren op
8
december 2000 waarbij zowel de
mengvoederfabrikanten als de verwerkers van
dierlijk afval en de mengvoederhandelaars waren
vertegenwoordigd. Tijdens die vergadering zijn
twee afspraken gemaakt. Het is niet alleen de
publicatiedatum van 15 december die van belang
is maar vooral de afspraken die we op
8
december hebben genomen. Vanaf
15 december zouden er geen verwerkte dierlijke
eiwitten meer op de markt worden gebracht. Er
werd aan de landbouwbedrijven de mogelijkheid
geboden om de veevoederstocks met verwerkte
dierlijke eiwitten weg te werken tegen
1 januari 2001. De bevoegde dienst zou hiervoor
de nodige controles uitvoeren.

Ten tweede zouden de fabrikanten en de
operatoren een raming van hun stocks aan
verwerkte dierlijke eiwitten op datum van
15
december meedelen, zodat hiervan een
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
overzicht kon worden gemaakt. De grootste
voorraden dierenmeel bevonden zich bij de
verwerkers van dierlijk afval, bij de
gelatineproducenten en bij de
mengvoederfabrikanten die eiwitconcentraten
fabriceren voor uitvoer naar derde landen,
ongeveer 14.000 ton.

De voorraad van voeders die dierenmeel bevatten
is beperkt tot ongeveer 450 ton. Zoals vermeld
heeft de Ministerraad op 22 december 2000
beslist een tegemoetkoming uit te betalen voor de
betrokken producten in stock op
15 december 2000. Wij hebben op die datum niet
gewacht en reeds op voorhand de afspraken
gemaakt zoals we dat vroeger gedaan hebben
met de dioxinecrisis. We hebben toen reeds
besloten om geen kadavers meer in dierenmeel te
vermengen en wij hebben dat besluit pas in het
Staatsblad zien verschijnen eind van vorig jaar.
Maar ondertussen bestond dat reeds in de
praktijk. Hier hebben we ook zo kort op de bal
gespeeld. Het korte tijdsbestek laat niet altijd toe
om de wetgevende instrumenten even snel te
laten publiceren.

Op 22 december 2000 werd aan alle
2.033 fabrikanten, operatoren en handelaars een
aangifteformulier gestuurd om de juiste
stockopgave gespecificeerd per product mee te
delen en deze gegevens werden door de
administratie behandeld. Aangezien er toen nog
onduidelijkheid bestond omtrent de financiering
van de vernietigingskosten, werden nog geen
duidelijke procedures voor de vernietiging van de
betrokken partijen opgelegd.

Qua bevoorrading zijn mij op dit ogenblik geen
problemen gemeld, tenzij het feit dat het
dierenvoedsel veel duurder geworden is. We
wisten op voorhand dat als er één belangrijke
substantie uit de dierenvoeding weggenomen
wordt het nogal evident is dat in de
daaropvolgende fase het dierenvoedsel veel
duurder wordt. Vandaag stond in de kranten
trouwens dat de prijs van het diervoedsel met 25%
gestegen is, maar dit is een logisch gevolg van de
noodsituatie waarin wij ons allen bevinden.

U hebt vandaag nog een aantal vragen
betreffende de alternatieven toegevoegd die ik
ook even duidelijk wil beantwoorden. Het is zo dat
men moet zoeken naar alternatieven die in staat
zijn de proteïnen en het proteïnegehalte te
vervangen. Als men granen als vervangmiddel
voor het slachtafval wil gebruiken, zoals
sommigen bepleiten, dan wijzen alle studies erop
dat om hetzelfde effect te verkrijgen in het
vetmesten van dieren er 7 keer meer hoeveelheid
moet toegevoegd worden dan bij slachtafval. Als
men andere natuurlijke elementen wil gebruiken,
zoals soja, dan zal men daar tijdig de nodige
maatregelen voor moeten nemen. Wat het gebruik
van soja betreft zijn er duidelijke verschillen. In
Argentinië is ongeveer 95% van de soja genetisch
gemanipuleerd, in tegenstelling tot Brazilië waar
bijna 100% op een natuurlijke wijze geproduceerd
wordt. Het is echter wel zo dat de firma die daar
het monopolie heeft momenteel verantwoordelijk
is voor het uitdelen van folders aan de
Braziliaanse boeren om het Amazonewoud te
kappen en zoveel mogelijk sojaplantages aan te
leggen.

Het een zou gevolgen kunnen hebben voor het
andere en tot massale ontbossing kunnen leiden.
Dat ontbossing niet zonder gevaar is, heeft El
Salvador een paar dagen geleden ondervonden.
De ontbossing is een van de oorzaken van de
recente ramp. De discussie moet nog op gang
komen. Europa kan, mijns inziens, het best een
eensgezind standpunt innemen. Ik sta niet
huiverachtig tegenover nieuwe technologieën. Er
moeten wel krijtlijnen getrokken worden. Ik zal
pleiten voor een Europese aanpak. Als er reeds
definitieve beslissingen zouden zijn genomen, kon
de discussie gevoerd worden.

U hebt gepeild naar mijn standpunt inzake de
vleestaks. Ik heb gezegd dat een dergelijke
vleestaks een oplossing is die de lasten mogelijks
bij de consument brengt. Ik ben niet uitbundig als
het over de invoer van taksen gaat. Iedereen weet
dat er 4 niveaus zijn: het niveau van de producent
- de
landbouwer -,
de
slachthuizen,
de
versnijdingen en de transformatie en ten slotte de
slagers. We moeten vermijden dat de
slachthuizen de factuur opnieuw naar de boeren
sturen. Slachthuizen kunnen moeilijk factureren
aan de consument die ze niet kennen. Dat was
het probleem. We moesten het circuit doen
draaien. Daarom was een mogelijke vleestaks een
van de mogelijkheden. Mevrouw Dua heeft deze
mogelijkheid wat uitbundiger gesteund. Ik laat dit
in het midden. We hebben met de gewesten
tijdelijke prefinancieringsmaatregelen afgesproken
omdat het hun bevoegdheid is. De komende
weken en maanden zal terzake een definitief
standpunt worden ingenomen. Ik hoop dat we
daar zo snel mogelijk in slagen. Onze
maatregelen moeten passen in een Europese
politiek die de 15 lidstaten op eenzelfde en gelijke
wijze behandelt. Het is, mijns inziens, logisch dat
bepaalde lasten over verschillende niveaus
worden verdeeld. Zolang dit niet het geval is, zal
er steeds sprake zijn van concurrentievervalsing.
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Dit is onaanvaardbaar.

Het Europees Permanent Veterinair Comité heeft
het verbod om dierlijke vetten te gebruiken niet
bekrachtigd. Het comité is het niet eens dat
dierlijke vetten moeten worden verboden. Dit
gebeurde op 15 januari.

Organisaties als de Boerenbond vragen zich af of
heel de veestapel moet worden opgeruimd als er
op het bedrijf een besmet dier wordt gevonden.
De Boerenbond beroept zich terzake op andere
Europese instanties. Onze instanties die moeten
waken over de volksgezondheid zijn van oordeel
dat er geen enkele reden is om de huidige
strategie te wijzigen. We blijven bij het standpunt
dat alle dieren moeten vernietigd worden als er
een dolle koe wordt ontdekt in de veestapel. Ik
weet dat dit voor heel het landbouwersbedrijf een
fameuze streep door de rekening is ondanks de
compensaties van Europa. Het opnieuw opzetten
van een veestapel vraagt enorm veel moeite, tijd,
inspanningen en kosten. We kunnen echter geen
enkel risico nemen om de strategie die in volle
crisis door Europa werd opgedrongen eenzijdig te
wijzigen.

Wij willen dus bij ons standpunt blijven. Dat was
trouwens het advies van de gedelegeerd
bestuurder van het Federaal Agentschap.

Wat de vragen betreft van mevrouw Brepoels in
verband met de kosten, wij hebben ons niet aan
de gewesten opgedrongen. Zij hebben ons
gevraagd de coördinatie van deze operatie op ons
te nemen. Dat lijkt mij ook nodig. Het gaat niet op
te pleiten voor harmonisatie op Europees niveau,
terwijl dat in België niet zou gebeuren. Dat is totaal
onaanvaardbaar. Dat was ook nooit een
probleem: we hebben mekaar wat dat betreft
perfect gevonden en dat heeft er volgens mij toe
bijgedragen dat wij op een vrij efficiënte manier op
de situatie konden inspelen. Niet alleen wij stellen
dat vast. De Financial Times, die in Duitsland
wordt uitgegeven, heeft België als voorbeeld
gesteld voor de uitvoering van de maatregelen van
de Europese Commissie inzake de
dollekoeienziekte. Het is blijkbaar ook anderen
opgevallen dat wij goed bezig zijn. Dat betekent
ook dat we moeten coördineren. Mijn taak is er
een van coördinatie, zonder mij te mengen in de
gewestelijke bevoegdheden, zodat wij niet in
versplintering zouden vervallen.

Met de leden van de gewestregeringen hebben wij
afgesproken dat de gewesten voorlopig zouden
instaan voor de prefinanciering. Waarom geldt de
maatregel enkel voor een periode van drie
maanden? Ik stel vast dat ook Nederland
maatregelen heeft genomen die slaan op een
periode van drie maanden. Volgens mij zal er
ondertussen enige duidelijkheid komen vanuit
Europa, zodat wij ons beter kunnen voorbereiden.
We mogen echter geen tijd verliezen en zeker niet
wachten tot einde maart. We moeten de toestand
permanent opvolgen.

Wat de verdeling van de bedragen betreft, is er
75% voor Vlaanderen, 20% voor Wallonië en 5%
voor Brussel. We hebben niets uitgevonden. We
hebben ons gebaseerd op de gegevens die ons
werden bezorgd door Rendac over het aan
Rendac door de slachthuizen aangeboden
slachtafval. Als de gewesten onderling tot een
andere verdeling komen, is dat hun
verantwoordelijkheid. Het gaat hier om cijfers die
ons werden meegedeeld door de firma's die
momenteel instaan voor de verwerking van het
slachtafval.

Alle aanwezigen op de interministeriële
conferentie waren het erover eens dat de lasten
niet worden afgewenteld op de zwakste schakel,
zijnde de producent-landbouwer en dat we
oplossingen moeten zoeken die op termijn een
andere regeling inhouden. Ik ben alvast geen
voorstander van taksen. Ik ben wel voorstander
van een uniforme maatregel op Europees niveau.
Iedereen moet op dezelfde wijze de kosten
kunnen verdelen over de verschillende onderdelen
van de keten, zonder dat de zwakste schakel
opnieuw de factuur wordt gepresenteerd.

Wij moesten daarbij snel te werk gaan, want wij
moesten ervoor zorgen dat het circuit bleef
functioneren.

Wij moesten ervoor zorgen dat het circuit
aangehouden bleef. In het verleden draaide het
vanzelf omdat hiervoor inkomsten konden worden
gegenereerd. Het verschil was echter dat nu
moest worden gezorgd voor de beschikbare
middelen. Mocht het circuit echter niet worden
gevolgd, dan zouden wij worden geconfronteerd
met bergen vlees en dat zou de publieke opinie
nog meer hebben beroerd.

Wil men de bevoegdheden herverdelen en wil
men andere afspraken maken, dan zullen de
gewesten volledig autonoom optreden. Wij
moeten ervoor zorgen dat de hele operatie die in
een noodtoestand wordt uitgevoerd, goed
verloopt. Daarvoor wensen wij ons in te zetten.
05.07 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le
président, je voudrais tout d'abord remercier le
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
ministre pour sa réponse longue et détaillée.

Je me permettrai de solliciter deux précisions.
La première. Dans votre réponse écrite, monsieur
le ministre, vous indiquez que: "Le département
fédéral de l'Agriculture coordonne le volet
économique de ce dossier, en particulier les
moyens pour compenser les pertes de revenus
subies par les agriculteurs."
Donc, il est bien question, ici, du revenu lié au prix
moyen de la viande livrée en abattoir?
05.08 Jaak Gabriels, ministre: Oui! Si le coût, au
niveau de l'abattoir, était facturé aux agriculteurs,
il n'y aurait rien de pire pour eux. C'est ce qu'il faut
éviter à tout prix! Nous avons, les Régions et le
fédéral, été unanimes pour dire que la chaîne la
plus faible devait être épargnée. Il importe de
trouver des mesures intérimaires pour trois mois
avant d'appliquer des mesures définitives pour
régler les factures. Chacun doit les supporter, bien
entendu, mais leur coût doit être réparti entre les
différents niveaux de la chaîne.
05.09 Richard Fournaux (PSC): Deuxième
question. En matière de concertation avec les
Régions, je vous entends vous exprimer de
manière très ferme, à la manière d'un tribun que
l'on pourrait citer en exemple pour la concertation
menée en Belgique entre le fédéral et les
Régions.

L'attitude de votre bien-aimé collègue, M. Happart,
semble quelque peu différente notamment lorsqu'il
est interpellé à la Région wallonne. Et je ne vous
cache pas qu'aujourd'hui, il subit une avalanche
d'interpellations similaires, en tout cas de la part
de mon parti par la voix de son chef de groupe. En
de telles occasions, M. Happart renvoie
systématiquement la responsabilité à quelqu'un
d'autre, à telle enseigne qu'on se demande s'il a
encore des compétences. En effet, lorsqu'un
problème surgit, il a l'obligation - pauvre homme! -
de "devoir" régler les problèmes, alors qu'il n'y est
pour rien et que ceux-ci ne relèvent pas de sa
compétence.

Par ailleurs, c'est lui encore qui, voici quelques
jours, a lancé l'idée de faire supporter par les
bouchers, et, par extension, les consommateurs
directs, le coût lié à tous ces événements. Donc,
manifestement, tout cela ne s'est fait ni en
concertation avec vous, ni avec le collègue du
parlement bruxellois, ce dernier ne se sentant
guère concerné, ce que je comprends aisément.

Je vous demande, tant en termes de gestion des
concertations indispensables vis-à-vis de l'Europe,
qu'en termes de moyens concrets à adopter
définitivement après la période de règlement
intermédiaire, d'examiner l'opportunité de mener
une concertation. Vous savez combien de
conséquences perverses dramatiques les effets
d'annonce peuvent avoir tant sur le plan de la
consommation, de l'image de marque que sur le
plan humain en excitant les passions, alors qu'il
n'en est nul besoin. Dès lors, il conviendrait peut-
être de demander à votre collègue, M. Happart, de
vous voir un peu plus souvent avant de parler
publiquement ou de se concerter avec ses amis
socialistes du Parlement fédéral.
05.10 Jaak Gabriels, ministre: Votre dernière
requête n'est évidemment pas possible, monsieur
Fournaux! Pour le reste, vous avez relevé de
nombreux points. A présent, il est peut-être
possible de trouver une solution commune. Le
moment est sans doute venu d'interpeller le
Parlement wallon.
05.11 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de minister, ik wens toch even op uw
antwoord te reageren.

Ten eerste, in verband met de federalisering heb
ik zeker niet gepleit voor een opbod tussen de
Gewesten. Integendeel, ik vind dat dit de materie
bij uitstek is die op Europees niveau, voor alle
lidstaten, moet worden geregeld. Dat zal al heel
wat problemen voorkomen.

Ten tweede heb ik genoteerd dat er op
8 december 2000 een vergadering geweest is met
de verschillende sectoren. Ik had andere berichten
ontvangen vanuit de sector die beweerde op 15
december niet op de hoogte te zijn geweest. Ik zal
dus controleren of het gaat om een vergissing aan
hun kant. Indien u zegt 8 december, een week
voor 15 december, dan moeten zij op de hoogte
geweest zijn.Ik zal nagaan of dit al dan niet klopt.

Ten derde, wat de stocks betreft, hebt u wel
gezegd dat de voorraden dierenmeel gestockeerd
werden en dat u daarvoor capaciteit hebt voorzien.
Mijn vraag was echter wanneer die voorraden
vernietigd zullen worden en of er voldoende
vernietigingscapaciteit is. Men spreekt daarbij over
Indaver, over de cementovens met alle bijhorende
problemen die reeds werden aangehaald in
verband met de gevolgen voor het milieu bij het
verbranden van dat materiaal in cementovens die
daarvoor eigenlijk niet uitgerust zijn. Zal er op
termijn een definitieve oplossing komen of hangt
dat ook samen met het tijdelijk karakter van deze
maatregel? Ik noteer ook dat - en ik ben daar niet
ongelukkig over - er geen verbod komt op dierlijke
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
vetten. Immers, een dergelijk verbod zou alweer
een aantal problemen voor de sector met zich
brengen, ook wat de kwaliteit van het vlees betreft.
U hebt echter gezegd dat dit een beslissing was
van het Permanent Veterinair Comité.
05.12 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, de Ministerraad vergadert op 29 januari
2001. Er werd inderdaad het advies gegeven om
het niet te verbieden.
05.13 Annemie Van de Casteele (VU&ID): In
verband met het tijdelijk karakter van de
maatregel hebt u niet geantwoord in hoeverre u
indicaties hebt dat deze 6 maanden later verlengd
zal worden. Dat is toch wel belangrijk, tenzij u zegt
dat u dit momenteel echt niet weet. Ik kan mij
echter moeilijk voorstellen dat men op Europees
niveau niet zou weten in welke richting de situatie
zal evolueren. Zal deze maatregel onbepaald
verlengd worden of moet deze tijdelijke maatregel
vooral dienen om een tijdelijk probleem op te
lossen en een verdere besmetting in de toekomst
definitief te vermijden? Zal er dan mettertijd
opnieuw dierenmeel in veevoeder mogen worden
verwerkt? Dat had ik toch nog graag geweten.

Mijnheer de minister, drie maanden is kort. Dat
hebt u zelf ook toegegeven. Het is dus toch wel
een beetje vreemd dat u zegt dat er een
maatregel voor een periode van drie maand werd
uitgewerkt en dat de situatie daarna zal worden
herbekeken. Ik weet ook dat men in het Vlaams
Parlement hoorzittingen gepland heeft om te
onderzoeken hoe men de kosten op termijn het
best zal omslaan. Ik denk dat iedereen het erover
eens is dat die kosten niet op de landbouwers
moeten worden afgewenteld. Ik wil hier echter
toch ook wel eens de vraag stellen of het niet
stilaan tijd wordt om ook het systeem van onze
intensieve landbouw in vraag te durven stellen in
het licht van de problemen die we de laatste jaren
hebben gekend. U hebt zonet het voorbeeld
aangehaald van Argentinië. Ik was in de vakantie
in Argentinië en daar hebben ze nog vlees, zonder
risico op BSE, zonder hormonen.
05.14 Minister Jaak Gabriels: Mevrouw, om even
kort op de bal te spelen: ik heb in de voorbije
maanden heel wat landen horen zeggen dat ze
geen enkel geval van dolle koeien hadden en dat
er geen enkel gevaar was. Ik zou toch zeer
voorzichtig zijn met dergelijke uitspraken.

Bovendien is er niet alleen binnen Europa, maar
ook tussen Europa en de rest van de wereld veel
handel. Niemand kan zeggen dat zij geen dolle
koeien hebben. Spanje heeft dat ook heel lang
volgehouden. Oostenrijk heeft dat volgehouden.
Oostenrijk heeft zelfs op 4 december 2000 samen
met Zweden en Finland een uitzondering
verkregen omdat ze geen dolle koeien hadden.
Welnu, in Oostenrijk hebben ze nu ook een geval
van dollekoeien gevonden. Ik wil maar even
aantonen dat men daarmee zeer voorzichtig moet
zijn. Het is niet omdat men geen test uitvoert dat
er geen dolle koeien zijn. Dat is het verschil.
05.15 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de minister, u moet toch toegeven dat de
intensieve productiemethodes in Europa op een
heel beperkt grondgebied helemaal anders zijn
dan in landen waar de dieren nog in het wild leven
en geen bijvoeding krijgen.

Wat de kosten betreft, zijn er maar twee wegen.
Ofwel betaalt de gemeenschap op een of andere
wijze via algemene belastingen voor de
meerkosten die deze maatregelen met zich
brengen. In dit geval zal het via een
overheidstussenkomst gebeuren. Ofwel zal de
consument van vlees betalen. Veel andere
mogelijkheden zie ik niet. Zelfs als men, zoals de
heer Happart zegt, de slagers de kosten gaat
aanrekenen, zullen deze die kosten ook
doorrekenen aan de consument. Volgens mij moet
tussen die twee mogelijkheden een keuze worden
gemaakt. Misschien hebben degenen gelijk die
zeggen dat het in een regering met groenen niet
logisch is dat men consumenten die geen
vleesproducten gebruiken mee zou straffen.

Ik wil een laatste opmerking maken over de
vernietiging van de complete veestapel. Ik denk
dat u tot nader order gelijk hebt, mijnheer de
minister, om daar geen risico's te willen lopen. Het
lijkt me onlogisch dat één dier, dat hetzelfde
voedsel als de andere dieren heeft gehad, alleen
zou zijn besmet en dat andere dieren uit dezelfde
stapel geen enkele risico zouden hebben gelopen.
Ook daar is nog wetenschappelijk onderzoek
nodig om een sluitend antwoord te kunnen geven.
05.16 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, de minister heeft duidelijk gemaakt dat
het hier over een crisissituatie gaat die de
overheden op de verschillende niveaus
gezamenlijk willen aanpakken en oplossen. Als
men de overheid aanspreekt om de kosten voor
de afvalverwerking op zich te nemen in plaats van
één van de onderdelen van de keten, gaat het
voor mij niet op dat u, als coördinerende overheid,
de verantwoordelijkheid in verband met de
bepaling van de verdeelsleutel volledig van u
afschuift. U verwijst enkel naar de gegevens die u
van de slachthuizen hebt gekregen. U weet heel
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
goed dat in Vlaanderen het principe heerst dat de
vervuiler betaalt. Op die manier wordt de
afvalfactuur gewoon van de ene regio naar de
andere verschoven. Meer concreet, de Vlaamse
belastingbetaler zal voor deze rekening opdraaien.

Ik verkeer toch in goed gezelschap, op het
ogenblik dat zelfs de minister-president van de
Vlaamse regering hier serieuze bedenkingen bij
heeft. Ik vind het altijd vreemd dat men in een
dergelijke situatie het principe van de kosten
hanteert en dat men, op het ogenblik dat men
spreekt over de verdeling van de middelen bij de
regionalisering van Landbouw, geen rekening zou
houden met de activiteiten die zich in de
verschillende regio's voordoen. In dit geval gaat
dat blijkbaar wel op.

Ten slotte, ik heb u niets over de prefinanciering
horen zeggen. Wat houdt dit precies in? Stel dat
de Vlaamse regering geld ter beschikking stelt.
Wie gaat dat ooit terugbetalen? Bent u dat als
federale overheid? Is dat de Europese overheid?
Is dat een deel van de sector zelf? U hebt daar
niets over gezegd, zover ik heb kunnen horen.
05.17 Minister Jaak Gabriels: Wij hebben op 8
december de sectoren bijeengeroepen. Ik weet
niet of de betrokken informant die u gaat
raadplegen daar bij was of niet. Ik heb wel een
verslag van die vergadering, dus we kunnen daar
altijd aan refereren.

Wij hebben de gewesten vanaf het begin daar
duidelijk bij betrokken.

Mevrouw Van de Casteele, ik hoop dat dit maar
een tijdelijke maatregel is, die niet in dezelfde
drastische omvang zal worden verlengd. Er zullen
een aantal gewijzigde attitudes ontstaan, die
ongetwijfeld permanent zullen blijven doorwegen.
Iedere prof die in de ziekte van Creutzfeldt-Jacob
is gespecialiseerd en wetenschappers, waaronder
een van onze grootste deskundigen op het
departement, Manu Vanopdenbosch, zeggen dat
dit alleen maar nodig is voor een heel beperkte
periode. Daarna kan men opnieuw met
systematische bemonstering de zaken
controleren.

Laten wij dat echter even afwachten. Momenteel
ga ik hierop niet verder in. Ik pleit er wel voor dat
Europa zo vlug mogelijk duidelijkheid brengt over
de opties op langere termijn, om zeker te zijn dat
wij ons daarop kunnen voorbereiden.

Zoals ik daarnet al zei, werden maatregelen voor
drie maanden genomen, zoals in Nederland.

Ik wens er evenwel aan toe te voegen dat in
Argentinië in de veestapel ziektes worden ontdekt
die bij ons al lang zijn uitgeroeid, zoals TBC,
bruscellose, en dergelijke. Die moeten bestreden
worden met geneesmiddelen die echt slecht zijn
voor de veestapel. Dat is dus niet zo evident.

Kort nog, mevrouw Van de Casteele, Engeland is
al heel snel afgestapt van de maatregel tot
opruiming van de veestapel. Iedereen kent echter
voldoende de huidige situatie van Engeland en
weet hoe het allemaal is begonnen. Bijgevolg pleit
ik ervoor onze maatregelen zeker niet te
versoepelen alvorens zeker te zijn van de omvang
en de impact van het gebeuren.

Mevrouw Brepoels, de federale overheid ging over
tot coördinatie en het zijn de gewesten die
uiteindelijk tot actie moeten overgaan.
Prefinanciering, noemden wij dit en terecht.
Immers, als wij Europa om een uniforme
maatregel verzoeken, maar wij zouden nu reeds
overgaan tot betaling voor drie maanden, dan kan
u zich voorstellen dat ik op 29 januari veel bijval
zou mogen verwachten! Europa heeft nog steeds
de kans om te laten zien wat zij willen. Dat is wat
wij willen bekomen. De federale overheid zal
echter niet bijpassen wat de gewesten moeten
betalen.

Voorts wens ik nog op het volgende te wijzen. De
federale overheid betaalt een miljard voor de
gewesten en de totaliteit voor de eerste drie
maanden - ongeveer 400 miljoen - zijnde 1 miljard
400 miljoen. Welnu, als morgen de bevoegdheid
wordt overgedragen, wellicht zal dat in de praktijk
volgend jaar gebeuren, hoewel de wettelijke
beslissing mogelijks eerder zal worden genomen,
dan volstaat het niet zich tevreden te stellen met
de lusten; men moet ook de lasten erbij moeten
nemen. Wat de afval betreft behoort de last reeds
tot de bevoegdheid van de gewesten.
05.18 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Of
voor de milieueffecten ervan.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Une motion de recommandation a été déposée
par M. Richard Fournaux et est libellée comme
suit:
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Richard
Fournaux
et la réponse du ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes,
demande au gouvernement fédéral belge
d'organiser, le plus rapidement possible, la clarté
sur la répartition des pouvoirs, des missions et
des responsabilités des niveaux régionaux et
fédéraux en ce qui concerne la gestion des
problèmes liés à l'agriculture.
Au-delà d'une clarification d'ordre général, il est
fondamental que le gouvernement fédéral,
toujours en concertation avec les régions, puisse
statuer le plus rapidement possible sur
l'organisation de la gestion de la crise actuelle dite
ESB.
Le gouvernement fédéral, toujours en concertation
avec les régions, doit le plus rapidement possible
confirmer au secteur agricole que les autorités
publiques belges, quel que soit le niveau de
pouvoir, prendront en charge les conséquences
financières dramatiques pour le secteur agricole
de l'actuelle crise ESB.
Le gouvernement fédéral doit s'engager, toujours
en concertation avec les régions, à mener au
niveau international une opération visant à obtenir
une renégociation des accords dits Blair House
afin d'obtenir la possibilité pour les Etats membres
de l'Union européenne, en ce compris la Belgique,
d'obtenir un quota de production complémentaire
de végétaux destinés à l'alimentation naturelle du
bétail."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Richard Fournaux en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Richard
Fournaux
en het antwoord van de minister van Landbouw en
Middenstand,
vraagt de Belgische federale regering zo spoedig
mogelijk duidelijkheid te scheppen over de
verdeling van de bevoegdheden, de taken en de
verantwoordelijkheden van de gewestelijke en
federale niveaus met betrekking tot de aanpak
van de problemen die verband houden met
landbouw.
Afgezien van een algemene verduidelijking, is het
van essentieel belang dat de federale regering, in
overleg met de gewesten, binnen de kortste keren
zou beslissen over de manier waarop de huidige
zogenaamde BSE-crisis dient te worden
aangepakt.
De federale regering moet, in overleg met de
gewesten, de landbouwsector zo spoedig mogelijk
bevestigen dat de Belgische overheid, ongeacht
het bevoegdheidsniveau, de rampzalige financiële
gevolgen van de huidige BSE-crisis voor de
landbouwsector ten laste zal nemen.
De federale regering moet zich ertoe verbinden, in
overleg met de gewesten, een operatie op
internationaal vlak uit te werken die ertoe strekt
nieuwe onderhandelingen over de zogenaamde
Blair House-akkoorden te verkrijgen teneinde voor
de EU-lidstaten, met inbegrip van België de
mogelijkheid te scheppen om een quotum voor de
aanvullende productie van natuurlijk plantaardig
veevoer te verkrijgen."

Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Muriel Gerkens en de heren Georges
Lenssen, Arnold Van Aperen, Serge Van
Overtveldt en Henk Verlinde.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mme Muriel Gerkens et MM. Georges Lenssen,
Arnold Van Aperen, Serge Van Overtveldt et Henk
Verlinde.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
06 Mondelinge vraag van mevrouw Frieda
Brepoels aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de overheveling van de
bevoegdheid van landbouw naar de gewesten"
(nr. 3105)
06 Question orale de Mme Frieda Brepoels au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "le transfert de la compétence
relative à l'agriculture aux Régions" (n° 3105)

De voorzitter: Collega's, ik zou graag zien dat er
nu eens een voorbeeld gesteld wordt. Een vraag
mag slechts vijf minuten duren.
06.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, het kan zelfs veel korter.

De voorzitter: De vraag en het antwoord samen
mogen slechts vijf minuten duren.
06.02 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, dat zal van de minister afhangen.

Ik kan mijn vraag heel kort samenvatten. Het gaat
om een deel van de overdracht van de
bevoegdheid inzake landbouw naar de gewesten,
meer bepaald om de federale instellingen die
onder de bevoegdheid van de minister van
Landbouw vallen. De minister heeft gezegd dat de
teksten daarover in augustus vorig jaar door de
Costa zijn goedgekeurd. Op dit ogenblik wordt er
nog gesproken over de criteria voor de definitieve
CRIV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
verdeling van het personeel en de middelen. Ik
heb het daar zo-even al over gehad. Op het
ogenblik dat het politiek akkoord werd afgesloten,
nam de federale overheid een aantal beslissingen
waarbij ik heel veel vragen heb. Die vragen
hebben rechtstreeks te maken met de middelen
en het personeel. Ten eerste is er de beslissing
van 22 december in verband met de overheveling
van een aantal personeelsleden van uw ministerie
naar het Federaal Agentschap voor
Voedselveiligheid. Graag had ik daar wat meer
toelichting over gekregen. Ik heb u de vragen
schriftelijk overgemaakt. Ten tweede, wat de
wetenschappelijke instellingen zelf betreft, begrijp
ik niet goed waarom u in de loop van de maand
december nog volledig nieuwe
personeelsformaties voor die instellingen in het
"Belgisch Staatsblad" liet verschijnen. Die
instellingen worden immers ofwel overgedragen
aan het Federaal Agentschap, ofwel aan de
gewesten. Ik vind het nog opvallender dat er naast
de personeelsformaties ook beslist wordt dat
bepaalde functies komen te vervallen als de
betrokken personeelsleden met pensioen gaan,
maar dat er tevens nieuwe functies gecreëerd
kunnen worden binnen die instellingen. Ik zie niet
goed in hoe de federale regering dat kan
realiseren voor instellingen die niet langer onder
uw bevoegdheid vallen.

Wat mij tenslotte ook heel vreemd voorkomt, is
dat het centrum in Gembloux blijkbaar volledig
opgevuld moet worden voor er een definitieve
beslissing komt over de verdeling van het
personeel. Op 28 december is er een oproep
gepubliceerd voor drie betrekkingen van assistent,
op het niveau van dokter, te Gembloux maar
alleen voor de Franse taalrol. Op 13 januari idem.
Toen ging het om de werving van Franstalige
eerstgeschoolde werklieden elektromechanica,
landbouw en Franstalige technici der vorsing
chemie, biochemie en biotechnologie en
Franstalige technici der vorsing landbouwkunde,
ook alleen voor Gembloux. Ik heb ook daarover
een aantal vragen gesteld. Met het oog op de
oproep die vandaag gepubliceerd werd, voor
hoofd van het departement Biologische Bestrijding
en Fytogenetische Bronnen te Gembloux, wil ik
vragen of er in de loop van de volgende maanden
nog andere oproepen gepubliceerd zullen worden.
Zo ja, graag meer details.
06.03 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, over het ontwerp van het Koninklijk
Besluit over de beschikkingstelling van het
personeel van bepaalde overheidsdiensten naar
het Federaal Agentschap moet nog verder met de
vakbondsorganisaties worden onderhandeld,
alvorens het ter ondertekening aan het
staatshoofd wordt voorgelegd. Parallel zal in
onderling overleg met de minister van
Volksgezondheid en met de gedelegeerd
bestuurder voor het Agentschap de lijst met de
desbetreffende personeelsleden bepaald worden.
Bijgevolg kan ik u antwoorden dat ik u de
preciseringen zoals u ze nu vraagt per bestuur,
per instelling, per graad en per niveau pas later
kan geven. Ik kan daar nu niet op anticiperen.
Ondertussen spreekt het voor zich dat de
positieve samenwerking tussen mijn diensten en
het Agentschap verder wordt gezet en dat alle
acties en initiatieven verder worden uitgewerkt in
een visie van wederzijds verantwoordelijkheid.

Wat wetenschappelijke instellingen die onder mijn
bevoegdheid ressorteren betreft, kan ik u
mededelen dat zolang de regionalisering niet is
doorgevoerd het besluit is genomen in de geest
van gezond en goed beheer. Zo moet de
vernieuwde vaststelling van de kaders van de
wetenschappelijke instellingen, zoals op 28
december 2000 gepubliceerd, mogelijk maken dat
voor deze personeelsleden de laatste etappe van
de algemene baremaherziening wordt voltooid die
gestart in 1994 werd. Als deze kaders eveneens
betrekkingen voorzien voor informatici, is het
omdat daar niet mee kon worden gewacht tot na
de regionalisering.

De oproepen tot kandidaten waarover u een
opmerking hebt gemaakt, voorzien enkel in de
vervanging van de personeelsleden die op rust
werden gesteld en binnen de perken van de
kaders, vastgesteld in 1995. vanzelfsprekend
zullen deze aanwervingen de verdere
operationaliteit van de wetenschappelijke
instellingen moeten garanderen. Het schijnbaar
Franstalige karakter van deze oproepen tot
kandidaten, zoals onlangs in het Staatsblad
gepubliceerd, is louter toevallig. Ik zal dat
aantonen door binnenkort u een gedetailleerde lijst
van de aanwervingen over een iets langere
periode over te maken. Ik stel voor vanaf 1 januari
2000 tot heden. U kan dan vaststellen dat het
taalevenwicht tussen de te vervangen ambtenaren
en de aangeworven ambtenaren perfect wordt
gerespecteerd.

Wat de andere cijfers waarnaar u vraagt betreft,
stel ik voor dat ik u die per brief overmaak en dat
ik ze tegelijkertijd neerleg op de griffie van de
Kamer. Dan kunnen we daar later op terugkomen.
Ik kan wel al bevestigen dat mijn administratie de
opdracht heeft gekregen om de
regeringsbeslissing van 5 april hoe dan ook bij te
staan en de opdracht die mij werd toebedeeld - de
16/01/2001
CRIV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
overdracht van de federale overheid naar de
regio's - in de meest optimale omstandigheden te
laten verlopen. Dat biedt uiteraard de beste
kansen op een goede afhandeling van de zaken.

Tot slot moet in deze optiek een continuïteit van
diensten te allen tijde worden verzekerd, zowel op
het gebied van de activiteiten als op het gebied
van middelen en personeel. In kredieten, op
logistiek vlak en op het vlak van het personeel
betekent dit dat mijn administratie er voortdurend
over waakt dat op rust gestelde personeelsleden
worden vervangen. Om dit te doen vraagt mijn
administratie dan ook om nieuwe werfreserves
samen te stellen. Wij zijn hier niet bezig met een
uitdovende bevoegdheid, maar met één die wij
morgen zullen overdragen aan de gewesten. De
gewesten hebben het recht iets te krijgen dat
vanzelfsprekend ook kan functioneren.
06.04 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik hoop, maar vrees er voor dat ik van
minister toch nog iets meer gegevens kan krijgen
om te kunnen nagaan dat wat hij hier zegt correct
is. Ik had vergelijkingen gevraagd tussen de
vroegere personeelsformaties en de betrekkingen
die al dan niet waren ingevuld in deze
personeelsformaties op die datum van 5 april. Uw
woorden komen mij zeer onrealistisch over. Op dit
ogenblik kan ik echter niet ontkrachten dat
volgens u de volledige top van Gembloux bij wijze
van spreken op pensioen gaat en dat op alle
niveaus alle diensthoofden ineens moeten worden
vervangen. Ik vind dat ongeloofwaardig, maar ik
zal het nagaan als u mij meer gegevens kan over
bezorgen.

Tenslotte vind ik het ook heel vreemd dat de
wervingen die worden uitgeschreven voor de
verschillende onderdelen en op de verschillende
niveaus in de personeelsformatie enkel voor één
centrum zou moeten gebeuren. Dat is mij
opgevallen. U zegt dat dit geen afgeschreven
instellingen zijn, maar instellingen die ook in de
toekomst een goede werking moeten hebben. U
heeft mij toch niet kunnen overtuigen van het feit
dat u een volledig nieuwe personeelsformatie
moet opstellen op het ogenblik dat wordt beslist
om deze instellingen over te dragen aan de
gewesten.

Het is aldus aan de gewesten om na te gaan hoe
de personeelsformatie op termijn moet
gestructureerd worden.
06.05 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, op termijn mogen de gewesten
verwachten dat wij goed functionerende diensten
overdragen, maar geen onbemande diensten.

Ik zou hetzelfde hebben gedaan, mevrouw
Brepoels, mocht zulks met Gent het geval zijn. Nu
rijst het probleem meer specifiek hier.

Ik herhaal dat ik een overzicht zal geven vanaf
1 januari 2000 tot het einde en aan de hand
daarvan zal u merken dat de informatie compleet
correct is.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.51 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 355
CRABV 50 COM 355
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
16-01-2001 16-01-2001
14:00 uur
14:00 heures
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van de
Casteele aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "het mogelijk verbod van
ristorno's op geneesmiddelen" (nr. 2981)
1
Question orale de Mme Annemie Van de Casteele
au ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "l'interdiction éventuelle des ristournes
sur les médicaments" (n° 2981)
1
Sprekers: Annemie Van de Casteele,
Charles Picqué
, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Annemie Van de Casteele,
Charles Picqué
, ministre de l'Economie et de
la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes
Mondelinge vraag van de heer Serge Van
Overtveldt aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "het functioneren van de
Controledienst voor de Verzekeringen" (nr. 3063)
2
Question orale de M. Serge Van Overtveldt au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "le fonctionnement de l'Office du
contrôle des assurances" (n° 3063)
2
Sprekers: Serge Van Overtveldt, Charles
Picqué
, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Serge Van Overtveldt, Charles
Picqué
, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Mondelinge vraag van de heer Georges Lenssen
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de jaarlijkse enquête
naar de structuur en de verdeling van de lonen"
(nr. 3093)
4
Question orale de M. Georges Lenssen au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "l'enquête annuelle sur la structure et la
répartition des salaires" (n° 3093)
4
Sprekers:
Georges Lenssen, Charles
Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs:
Georges Lenssen, Charles
Picqué, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Mondelinge vraag van mevrouw Leen Laenens
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de economische
mededinging in de petroleumsector" (nr. 3096)
6
Question orale de Mme Leen Laenens au ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes sur "la
concurrence économique dans le secteur
pétrolier" (n° 3096)
6
Sprekers: Leen Laenens, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Leen Laenens, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
7
Interpellations et questions orales jointes de
7
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de crisis in de
landsbouwsector" (nr. 604)
- M. Richard Fournaux au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la crise dans le
secteur agricole" (n° 604)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Landbouw en Middenstand over "het
verbod op dierenmeel in veevoeders" (nr. 2972)
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
"l'interdiction des farines animales dans les
aliments pour animaux" (n° 2972)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de verdeling van
de kosten van de BSE-crisis" (nr. 3104)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la répartition des
coûts de la crise ESB" (n° 3104)
Sprekers: Richard Fournaux, Annemie Van
de Casteele, Frieda Brepoels
, voorzitter van
de VU&ID-fractie, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
Orateurs: Richard Fournaux, Annemie Van
de Casteele, Frieda Brepoels
, président du
groupe VU&ID , Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
Moties
15
Motions
15
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Mondelinge vraag van mevrouw Frieda Brepoels
aan de minister van Landbouw en Middenstand
over "de overheveling van de bevoegdheid van
landbouw naar de gewesten" (nr. 3105)
16
Question orale de Mme Frieda Brepoels au
ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes
sur "le transfert de la compétence relative à
l'agriculture aux Régions" (n° 3105)
16
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
Orateurs: Frieda Brepoels, président du
groupe VU&ID , Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
16
JANUARI
2001
14:00 uur
______
du
MARDI
16
JANVIER
2001
14:00 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.43 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.43 heures par M. Jos
Ansoms, président.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
01 Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van
de Casteele aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "het mogelijk verbod van
ristorno's op geneesmiddelen" (nr. 2981)
01 Question orale de Mme Annemie Van de
Casteele au ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes sur "l'interdiction éventuelle
des ristournes sur les médicaments" (n° 2981)
01.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Een
recente uitspraak van de Orde laat rechtstreekse
kortingen door apothekers toe. Dergelijk
kortingensysteem strookt niet met de waardigheid
van het beroep en evenmin met de evolutie naar
meer
pharmaceutical care en naar een
gedifferentieerde verloning die de minister van
Sociale Zaken in het vooruitzicht stelt. Om te
vermijden dat apothekers te zeer onder druk
komen, zou er een absolute distributiemarge
moeten komen in plaats van een maximale
distributiemarge, dit naar aanleiding van het
invoeren van een referentieterugbetaling.



De adjunct-kabinetschef van de minister verklaarde
aan de pers dat binnenkort werk zou worden
gemaakt van een minder ingewikkelde
prijsberekening en van prijsverlagingen voor
sommige geneesmiddelen, zodat het omslachtig
kortingensysteem tot het verleden zou gaan
01.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
L'Ordre a récemment décidé d'autoriser les
ristournes accordées directement par les
pharmaciens. Or, ce système de ristournes porte
atteinte à la dignité de la profession et va à contre-
courant de l'évolution vers une situation où le
« medical care » serait davantage au centre des
préoccupations et où s'appliquerait un système
différencié de rémunérations tel que l'envisage le
ministre des Affaires sociales. Pour éviter que les
pharmaciens subissent une pression excessive, il
conviendrait, lors de l'instauration d'un
remboursement référentiel, de substituer à la marge
maximale de distribution une marge absolue de
distribution.

Le chef de cabinet adjoint du ministre a déclaré à la
presse qu'un mode de calcul des prix moins
complexe ainsi que des réductions de prix pour
certains médicaments seraient instaurés
prochainement, de manière à mettre fin au système
complexe de ristournes que nous connaissons
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
behoren. Bevestigt de minister die uitspraken?
aujourd'hui. Le ministre cautionne-t-il ces
déclarations ?
Heeft de minister met de minister van Sociale
Zaken en met de distributiesector overleg gepleegd
over de herstructurering van de marges? Op welke
termijn kan die er komen? Zal de minister in
afwachting een absolute marge garanderen, zodat
de neutraliteit van de apotheker ten opzichte van
alle generische geneesmiddelen wordt
gewaarborgd? Zal hij bij het vastleggen van de
marges een verbod op ristorno's overwegen?
Wanneer komt de regering haar afspraak na in
verband met de marges voor dure producten?
Le ministre s'est-il concerté avec le ministre des
Affaires sociales et le secteur de la distribution sur
la restructuration des marges ? Quand pourrait-elle
intervenir ? En attendant, le ministre garantira-t-il
une marge absolue, de manière à assurer la
neutralité du pharmacien face à tous les
médicaments génériques ? En fixant les marges,
envisagera-t-il l'interdiction des ristournes ? Quand
le gouvernement respectera-t-il ses engagements
concernant les marges pour les produits onéreux ?
01.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): De
onderhandelingen met de verenigingen van
apothekers over de herstructurering van de
distributiemarges zijn aan de gang. Daarover zijn er
ook regelmatige contacten tussen de kabinetten
van mijzelf en van minister Vandenbroucke. De
ristorno's komen daarbij aan bod.

In afwachting van de herstructurering zal ik
maatregelen nemen die kaderen in de invoering van
een referentie-terugbetaling voor de terugbetaling
van generische geneesmiddelen. De
distributiemarges zullen procentueel worden
berekend, zoals voor de gewone geneesmiddelen
geldt. Zulks kadert in een algehele vereenvoudiging.

Om te zorgen dat de operatie voor de apothekers
neutraal is, zullen de distributiemarges voor dure
geneesmiddelen worden verhoogd.
01.02 Charles Picqué , ministre (en néerlandais):
Les négociations avec les associations de
pharmaciens sur la restructuration des marges de
distribution sont en cours. Elles donnent lieu à des
contacts réguliers entre mon cabinet et celui de M.
Vandenbroucke. La question des ristournes serra
abordée dans ce contexte.

Dans l'attente des restructurations, je prendrai des
mesures qui s'inscrivent dans le cadre d'un
remboursement de référence pour les médicaments
génériques. Les marges de distribution seront
calculées proportionnellement, comme pour les
médicaments ordinaires. Cette mesure procède
d'une simplification générale.


Afin que l'opération soit neutre pour les
pharmaciens, les marges de distribution des
médicaments onéreux seront augmentées.
Met de vertegenwoordigers van de apothekers werd
dit reeds besproken. Ik zal met de minister van
Sociale Zaken de nodige maatregelen treffen om de
negatieve prijzenspiraal tegen te gaan.
Ce point é déjà été discuté avec les représentants
des pharmaciens. Je prendrai en concertation avec
le ministre des Affaires sociales les mesures
nécessaires pour contrer l'évolution négative des
prix.
01.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
minister deelt dus mijn bekommernissen. Ik hoop
dat hij met de sector en de minister van Sociale
Zaken overlegt, ook al kan het probleem niet op
korte termijn worden opgelost. De minister van
Sociale Zaken kampt voortdurend met tekorten aan
middelen voor de terugbetaling van bepaalde
geneesmiddelen. De doelgroepen die nu niet aan
bod komen, zouden er baat bij hebben indien de
marge van deze ristorno's voor hen kon worden
aangewend.
01.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Le
ministre partage dès lors mes préoccupations.
J'espère qu'il se concertera avec les représentants
du secteur et avec le ministre des Affaires sociales,
même si le problème ne peut-être résolu à court
terme. Le ministre des Affaires sociales est
constamment confronté à une insuffisance de
moyens requis pour assurer le remboursement de
certains médicaments. Les groupes cibles qui sont
actuellement négligés pourraient bénéficier de
l'affectation des marges de ces ristournes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Serge Van
Overtveldt aan de minister van Economie en
02 Question orale de M. Serge Van Overtveldt au
ministre de l'Economie et de la Recherche
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "het functioneren van de
Controledienst voor de Verzekeringen" (nr. 3063)
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "le fonctionnement de l'Office du
contrôle des assurances" (n° 3063)
02.01 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC): Het
gerecht heeft onlangs dossiers onderzocht
betreffende twee grote Belgische
verzekeringsmaatschappijen, Assubel en de
Federale Verzekeringen. Wil dit zeggen dat de
prudentiële en de juridische controle niet
doeltreffend zijn ? Werkt de Controledienst voor de
verzekeringen nog steeds volledig onafhankelijk van
de verzekeraars ? Zijn de povere prestaties van de
CDV toe te schrijven aan de interne situatie binnen
de dienst, en meer bepaald aan de spanningen
tussen directie en personeel ? Dat staat alvast in
een syntheserapport uit januari 2000 van de directie
Modernisering van het Opleidingsinstituut van de
federale overheid (OFO). Volgens de directie zijn de
attachés te ambitieus en nemen zij de personen die
ze moeten controleren te zeer in bescherming.
Volgens de attachés is de directeur-generaal dan
weer een heuse dictator ...

Hoe reageert u op deze schildering van het binnen
de CDV heersende werkklimaat ? Kan de Dienst
zijn wettelijke opdracht nog vervullen ? Kan de
situatie nog rechtgetrokken worden ?
02.01 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC): La
Justice a dû récemment examiner des dossiers
relatifs à deux importantes compagnies belges,
Assubel et Les Assurances Fédérales. Cela
signifie-t-il que le contrôle prudentiel et le contrôle
juridique sont inefficaces ? L'Office de contrôle des
assurances (OCA) fait-il toujours preuve d'une
indépendance totale vis-à-vis des assureurs ? Les
mauvaises prestations de l'OCA sont-elles dues à
son fonctionnement interne et, notamment, aux
tensions entre la direction et le personnel ? C'est ce
qu'affirme un rapport de synthèse de janvier 2000
de la direction Modernisation de l'Institut de
formation de l'administration fédérale. Ainsi, selon la
direction, les attachés sont trop ambitieux et vont
trop loin dans la protection des personnes qu'ils
doivent contrôler. Et, aux dires des attachés, le
directeur général est un dictateur.


Comment réagissez-vous, Monsieur le ministre,
face à la description du climat régnant à l'OCA ?
L'Office est-il encore en mesure de remplir ses
missions légales ? La situation peut-elle être reprise
en main ?
02.02 Minister Charles Picqué (Frans) : De
Controledienst voor de verzekeringen heeft in de
eerste plaats tot taak toe te zien op de solvabiliteit
van de ondernemingen. Het is niet de bedoeling
andere controles, met andere doelstellingen, te
vervangen.

In de eerste zaak werden de Dienst noch zijn
directieleden tot op heden veroordeeld. De tweede
zaak betreft een in hoofdzaak fiscaal geschil.
Bedrijfsleiders worden vervolgd wegens
verduistering van relatief geringe sommen.

De CDV vervult zijn prudentiële rol uitstekend.

De CDV staat eveneens in voor de controle op de
naleving van de wet betreffende de
verzekeringsovereenkomst, maar kan zich niet in de
plaats stellen van de rechterlijke macht. Tengevolge
van Europese richtlijnen beschermt de wetgeving
de consument minder goed : dat kan de indruk
wekken van collusie tussen de CDV en de
verzekeraars.

In beide zaken gaat het om feiten die meer dan tien
jaar oud zijn, en dus niet in verband staan met het
zogezegde slechte klimaat dat er thans zou
heersen.
02.02 Charles Picqué , ministre (en français):
L'Office de contrôle des assurances a pour tâche
principale de veiller à la solvabilité des entreprises ;
il ne se substitue pas à d'autres contrôles pouvant
avoir des objectifs différents.


Dans la première affaire aucune condamnation n'a
été prononcée à l'égard de l'office ou de ses
dirigeants. Dans la seconde, le contentieux est,
avant tout, fiscal. Des dirigeants de l'entreprise sont
poursuivis pour des détournement de fonds portant
sur des montants relativement faibles.
L'Office remplit parfaitement son rôle prudentiel.

L'Office est également chargé du contrôle du
respect de la loi sur le contrat d'assurance, mais il
ne peut se substituer à l'ordre judiciaire et, d'autre
part, sous la pression des directives européenne, la
législation protège moins bien le consommateur : il
peut en résulter une impression de collusion de
l'Office avec les assureurs.


Les deux affaires citées sont relatives à des faits
datant de plus de dix ans : elles sont donc sans
rapport avec le soi-disant mauvais climat actuel.
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4

Het rapport van het OFO is geen auditverslag. Het
ging oorspronkelijk om een verzoek van de CDV
betreffende opleidingen teneinde het
bekwaamheidsniveau van de ambtenaren hoog te
houden. Het OFO heeft het daarbij nuttig geacht bij
het personeel van de CDV naar de behoeften te
peilen. Vandaar dus dat verslag, dat overigens niet
alleen negatieve punten bevat. Ik zou daar niet uit
durven besluiten dat dit rapport de situatie binnen
de CDV precies beschrijft.


De spreker heeft ongetwijfeld goede bedoelingen,
maar ik wil erop wijzen dat zijn vraag veel gelijkenis
vertoont met de vraag die de heer Charles Michel
enkele maanden geleden gesteld heeft. In beide
gevallen kan men zich afvragen of een en ander
niet ingefluisterd werd door een in zijn hoop op een
bevordering teleurgestelde ambtenaar. Mijn
voorganger noch ikzelf hebben klachten gekregen
over eventuele ernstige disfuncties binnen de CDV.
Ik denk niet dat er wat moet worden rechtgebreid. Ik
zal er niettemin over waken dat de CDV over de
nodige middelen kan beschikken.

Le rapport de l'Institut de formation de
l'administration n'est pas un audit. A l'origine, il
s'agit d'une demande de l'Office concernant des
formations en vue de maintenir un haut niveau de
compétence des fonctionnaires. L'IFA a jugé utile
d'interroger le personnel de l'Office en vue d'évaluer
les besoins. Ceci explique que le rapport ne
présente pas que des éléments négatifs. Conclure
que ce rapport décrit exactement la situation au
sein de l'Office est un pas que je me garderais de
faire.

Sans vouloir remettre en cause les intentions,
probablement louables et désintéressées, de
l'intervenant, je remarque que sa question
ressemble à celle posée, il y a quelques mois, par
M. Charles Michel. Dans les deux cas, on peut se
demander si les questions n'ont pas été inspirées
par un fonctionnaire déçu dans ses espoirs de
nomination. Ni mes prédécesseurs ni moi-même
n'avons reçu de plainte sur d'éventuels
dysfonctionnements graves de l'OCA. Je n'estime
pas qu'une reprise en main soit nécessaire. Je
veillerai cependant à ce que l'OCA dispose des
moyens nécessaires.
02.03 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC): Dat
verslag bevat inderdaad niet alleen negatieve
punten. Ik zal u niettemin vragen objectief te zijn.
Het gaat om meer dan geruchten De in het verslag
gehanteerde termen zijn erger dan die welke men
zou kunnen gebruiken om een gewone onenigheid
te beschrijven. De attachés schilderen hun directeur
toch af als een dictator! Ik vraag u dan ook de
situatie bij de CDV van nabij te volgen.
02.03 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC): Ce
rapport ne contient, en effet, pas que des points
négatifs. Je vous demanderai néanmoins d'être
objectif. Ceci dépasse le cadre d'une rumeur. Les
termes employés dans le rapport sont plus graves
que ceux que l'on pourrait utiliser pour décrire une
simple discorde. Les attachés qualifient quand
même leur directeur de "dictateur
"! Je vous
demanderai donc de rester attentif à la situation de
l'OCA.
02.04 Minister Charles Picqué (Frans): In een
bestuur zal er altijd wel iemand dergelijke
bewoordingen gebruiken. Onder de attachés die op
mijn kabinet hebben gewerkt zal er ook wel iemand
zijn die vindt dat ik een dictator ben. U moet er zich
voor hoeden de uitlatingen van een gefrustreerd
persoon als het evangelie te beschouwen.
02.04 Charles Picqué , ministre (en français): Il y
a toujours quelqu'un, dans une administration, pour
utiliser de tels propos. Vous trouverez bien un
attaché ayant travaillé dans un de mes cabinets
pour me qualifier de "dictateur". Ne considérez donc
pas les propos d'une personne frustrée comme
parole d'évangile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Georges
Lenssen aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de jaarlijkse enquête
naar de structuur en de verdeling van de lonen"
(nr. 3093)
03 Question orale de M. Georges Lenssen au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "l'enquête annuelle sur la structure et la
répartition des salaires" (n° 3093)
03.01 Georges Lenssen (VLD): Jaarlijks wordt er
door het Nationaal Instituut voor de statistiek een
steekproefenquête naar de structuur en de
03.01 Georges Lenssen (VLD): L'Institut national
de statistique réalise annuellement, parce qu'il y est
tenu par arrêté royal du 17 février 2000, un sondage
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
verdeling van de lonen gehouden, verplicht bij KB
van 17 februari 2000. Deze enquêtes brengen voor
de ondernemingen een aantal problemen mee
onder andere qua tijdsbestek, werklast enz. Heel
wat gegevens blijken bovendien reeds beschikbaar
te zijn in de Kruispuntbank. Deelt de minister mijn
mening dat dit een zware belasting vormt voor de
ondernemingen en dat hier maatregelen inzake
administratieve vereenvoudiging moeten genomen
worden ? Welke timing stelt hij voorop voor de
invoering van nieuwe maatregelen? Welke
gegevens zijn reeds beschikbaar in de
kruispuntbank? Heeft de minister de intentie de
vragenlijst te wijzigen zodat deze aangepast is aan
de informatieverwerking?
visant à déterminer la structure et la répartition des
salaires. Ce type de sondages pose une série de
problèmes aux entreprises, notamment sur le plan
de l'organisation du temps de travail, du volume de
travail, etc. De surcroît, quantité de données sont
déjà disponibles grâce à la banque-carrefour. Le
ministre pense-t-il comme moi que la participation à
ce sondage constitue pour les entreprises une
lourde charge et qu'à cet égard, il conviendrait de
prendre des mesures de simplification
administrative ! Quel échéancier a-t-il fixé en ce qui
concerne l'entrée en vigueur de nouvelles
mesures ? Quelles données sont déjà disponibles
grâce à la banque-carrefour ? Le ministre a-t-il
l'intention de modifier le questionnaire pour
l'adapter à un traitement informatique ?
03.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): De
enquête werd ontworpen om zo goed mogelijk te
beantwoorden aan de doelstellingen van de
administratieve vereenvoudiging. De helft van de
gegevens die volgens het KB moeten worden
verzameld worden niet aan de ondernemingen
gevraagd. Men moet de variabelen in het KB maar
eens vergelijken met de variabelen in het
enquêteformulier. Bovendien gaan de in de enquête
gestelde vragen strikt over informatie die niet
beschikbaar is in de bestanden van de
administratie.
03.02 Charles Picqué , ministre (en néerlandais):
Le sondage a été conçu pour répondre au mieux
aux objectifs de la simplification administrative. La
moitié des données qui, aux termes de l'arrêté
royal, doivent être recueillies ne snt pas demandées
aux entreprises. Il suffit pour s'en convaincre de
comparer les paramètres de l'arrêté royal et ceux
du sondage. De plus, les questions posées dans le
sondage visent exclusivement à récolter des
informations qui ne sont pas disponibles dans les
banques de données de l'administration.
De informatie waarover sociale-
zekerheidsinstellingen beschikken mag krachtens
de wet op de Kruispuntbank enkel door de
Kruispuntbank ter beschikking worden gesteld. Het
Nationaal Instituut voor de statistiek (NIS) en ikzelf
zijn niet tevreden met de toegang tot de gegevens.
De wet op de statistische gegevens is in
tegenspraak met de wet op het Rijksregister en op
de Kruispuntbank, die ook in toegangsprocedures
voorziet. Daarom werden de artikelen 21 tot 23 van
de programmawet van januari ingediend.


Het NIS heeft vastgesteld dat doorgaans liever
wordt geantwoord op papieren enquêtes dan op
elektronische. Het NIS deed het nodige om zijn
netwerk te beveiligen met het oog op het respect
van de privacy en van het beroepsgeheim. De
maatregelen waren door omstandigheden echter
niet tijdig operationeel.
Voor wat deze enquête betreft kon worden
geantwoord op het enquêteformulier of op enig
ander document en ook via e-mail.
Conformément à la loi sur la banque-carrefour, les
informations dont disposent les institutions de
sécurité sociale ne peuvent être mises à la
disposition de tiers que par la banque-carrefour elle-
même. Tout comme l'INS, je ne suis pas satisfait
des conditions d'accès aux données. La loi sur la
statistique est en contradiction avec la loi sur le
registre national et la loi sur la banque-carrefour qui
prévoient également des procédures d'accès aux
données. Les articles 21 et 23 de la loi-programme
de janvier concernent précisément ce problème.

L'INS a constaté que les gens préféraient en
général répondre à des enquêtes sur papier que sur
support électronique. L'INS a pris toutes les
mesures nécessaires pour protéger son réseau, en
vue du respect des dispositions relatives à la
protection de la vie privée et du secret
professionnel. Pour des raisons diverses, ces
mesures n'ont cependant pas pu être rendues
opérationnelles en temps voulu. En ce qui
concerne l'enquête qui nous préoccupe, il était
possible de répondre à l'aide du formulaire fourni,
par n'importe quel autre document ou encore par
courrier électronique.
03.03 Georges Lenssen (VLD): Voor de bedrijven
is het een zware belasting. Men moet toch toekijken
03.03 Georges Lenssen (VLD): Cela constitue
une lourde charge pour les entreprises. Il faut veiller
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
of men dezelfde gegevens niet op verschillende
manieren wil bekomen. Daarom vraag ik een
administratieve vereenvoudiging.
à ne pas recueillir les mêmes données par des
voies différentes. C'est pourquoi je préconise une
simplification administrative.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van mevrouw Leen
Laenens aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de economische
mededinging in de petroleumsector" (nr. 3096)
04 Question orale de Mme Leen Laenens au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "la concurrence économique dans le
secteur pétrolier" (n° 3096)
04.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Europees commissaris Monti besprak op 27
november 2000 de toestand in de petroleumsector
met de inzake mededinging bevoegde instanties
van de lidstaten. Wie nam voor België deel aan
deze vergadering? Wat zijn de belangrijkste
besluiten? Welke gevolgen zijn er voor België? In
welke concrete gevallen vroeg de minister in het
kader van artikel 16 van de wet van 5 augustus
1991 advies aan de Raad voor de mededinging?
Wat was het antwoord van de Raad?
04.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Le 27
novembre 2000, le commissaire européen Monti a
discuté de la situation du secteur pétrolier avec les
représentants des Etats membres compétents en
matière de concurrence. Qui a représenté la
Belgique à cette réunion ? Quelles en sont les
conclusions principales ? A quelles conséquences
la Belgique doit-elle s'attendre ? Dans le cadre de
l'article 16 de la loi du 5 août 1991, pour quels cas
concrets le ministre a-t-il demandé l'avis du Conseil
de la concurrence ? Quelle a été la réponse du
Conseil?
04.02 Minister Charles Picqué (Nederlands) : Op
29 november werd vergaderd door de directie-
generaal voor de Mededinging bij de Europese
Commissie. Voor België werd daaraan
deelgenomen door het bestuur Handelsbeleid en de
Raad voor de mededinging. Commissaris Monti
verwees naar de besluiten van een vergadering van
29 september 2000 met de directie voor de
Mededinging bij de Europese Commissie en de
nationale mededingingsautoriteiten. Het eerste punt
betrof het standpunt van de Europese Commissie in
verband met de brandstofprijzen. Ik besprak de
mogelijkheden om via de mededingingswetgeving
invloed uit te oefenen op de hoogte van de
brandstofprijzen. De mogelijkheden zijn echter
beperkt. Een tweede agendapunt betrof de
uiteenzetting van de nationale
mededingingsorganen over hun nationale
wetgeving. De bedoeling is het opsporen van de
verticale prijsbindingen, de horizontale prijskartels
en de discriminatoire behandeling van
ondernemingen door de petroleumsector.
04.02 Charles Picqué , ministre (en néerlandais):
La direction générale de la Concurrence de la
Commission européenne a organisé une réunion, le
29 novembre dernier. La Belgique y était
représentée par l'Administration de la politique
commerciale et par le Conseil de la concurrence.
Le commissaire Monti a fait référence aux
conclusions d'une réunion du 29 septembre 2000
réunissant la direction de la Concurrence de la
Commission européenne et les autorités nationales
compétentes dans le domaine de la concurrence.
Le premier point figurant à l'ordre du jour concernait
le point de vue de la CE sur les prix des carburants.
Au cours de cette réunion, il a été question des
possibilités d'influer sur les prix des carburants par
le biais de la législation sur la concurrence. Ces
possibilités sont toutefois limitées. Le deuxième
point à l'ordre du jour était l'exposé de la législation
nationale fait par les organes nationaux compétents
en matière de concurrence. L'objectif était de
repérer les mécanismes de prix verticaux et les
cartels horizontaux ainsi que les traitements
discriminatoires réservés aux entreprises par le
secteur pétrolier.
De heer Monti verwees naar het besluit van de
vergadering van 29 september omtrent
waakzaamheid inzake mededingingsbeperkende
maatregelen. De Belgische
mededingingsautoriteiten zullen die besluiten volgen
en waakzaam zijn.

M. Monti s'est référé aux conclusions de la réunion
du 29 septembre à propos de la vigilance qui doit
présider à la mise en oeuvre de mesures restrictives
en matière de concurrence. Les autorités belges
compétentes en matière de concurrence mettront
en oeuvre ces conclusions et se montreront donc
vigilantes.
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
In 1973 is in België een programmaovereenkomst
opgesteld in verband met de verkoop van
aardolieproducten, waarin een compromis tussen
toezicht en soepelheid geldt en die twee
tegenstellingen verzoent: het veilig stellen van de
bevoorrading en een maximumprijs.

De Raad voor de mededinging werd om advies
verzocht over de mogelijke stopzetting van de
overeenkomst en de gevolgen daarvan. Wij
wachten nog op dat advies.
Une convention-programme relative à la vente de
produits pétroliers, conclue 1973, a instauré un
compromis, entre contrôle et souplesse, conciliant
deux extrêmes : un approvisionnement garanti et un
plafonnement des prix.

L'avis demandé au Conseil de la concurrence à
propos de la dénonciation éventuelle de cette
convention et des conséquences d'une telle
décision se fait toujours attendre.
04.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Ik dank
de minister voor dit antwoord, dat ons zeker nog
van pas komt bij de geplande hoorzittingen.

Het incident is gesloten.
04.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Je
remercie le ministre pour cette réponse qui se
révélera certainement utile dans le cadre des
auditions que nous avons programmées.

L'incident est clos.
05 Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de crisis in de
landsbouwsector" (nr. 604)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
"het verbod op dierenmeel in veevoeders" (nr.
2972)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de verdeling
van de kosten van de BSE-crisis" (nr. 3104)
05 Interpellations et questions orales jointes de
- M. Richard Fournaux au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
crise dans le secteur agricole" (n° 604)
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
"l'interdiction des farines animales dans les
aliments pour animaux" (n° 2972)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
répartition des coûts de la crise ESB" (n° 3104)
05.01 Richard Fournaux (PSC): De Europese
landbouw, en inzonderheid de Belgische en Waalse
landbouw, stevende af op een nieuwe crisis. De
beslissing van de federale regering om diermeel te
verbieden lijkt mij lofwaardig. Wij kunnen onze
landbouw immers enkel redden door voorrang te
geven aan het kwalitatieve aspect boven het
kwantitatieve.

De eerste minister heeft voorts verklaard dat de
landbouw verder moet worden geregionaliseerd.
Wie zal bijgevolg opdraaien voor de negatieve
gevolgen van de beslissingen die momenteel
worden genomen? Moeten de federale autoriteiten
of de gewesten, in samenspraak met de Europese
Unie, voor het inkomensverlies van de landbouwers
opdraaien? Moeten de eventuele maatregelen tot
vernietiging van de diermeelvoorraden in elk gewest
of door de federale minister worden genomen?
Moet niet zo spoedig mogelijk worden vastgesteld
wie de problemen met betrekking tot de gevolgen
van de landbouwcrisis moet beheren? Sinds
december lijken de gewesten in verspreide slagorde
te handelen en uiteenlopende maatregelen te
treffen. Dat maakt de zaken er niet eenvoudiger op.
05.01 Richard Fournaux (PSC): L'agriculture
européenne, en particulier belge et wallonne, devait
subir de plein fouet une nouvelle crise. La décision
du gouvernement fédéral visant à interdire les
farines animales me semble louable. Nous ne
pourrons, en effet, sauver notre agriculture qu'en
valorisant l'aspect qualitatif plutôt que quantitatif.

Par ailleurs, le premier ministre a affirmé que
l'agriculture devrait être davantage régionalisée.
Dès lors, qui va gérer les conséquences négatives
des décisions qui sont prises actuellement ? La
perte de revenus des agriculteurs doit-elle être
gérée, en relation avec l'Union européenne, par
l'État fédéral ou par les Régions ? Les éventuelles
mesures de destruction des stocks de farines
animales doivent-elles être prises dans chaque
Région ou par le ministre fédéral ? N'y aurait-il pas
lieu de déterminer le plus rapidement possible qui
gère effectivement les problèmes liés aux
conséquences de la crise agricole
? Depuis
décembre, les Régions semblent agir chacune de
leur côté et prendre des mesures discordantes...
Cela n'arrange pas les choses.

Les conséquences financières pour les
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
De financiële gevolgen voor de landbouwbedrijven
zijn aanzienlijk. De handelswaarde van de koeien is
fors gedaald. De verplichte tests voor runderen van
meer dan dertig maanden zullen België 1,2 miljard
kosten en ons land zal tevens tien miljard moeten
ophoesten voor het vernietigen van de
diermeelvoorraden. De Europese Unie zou
aangekondigd hebben 70 % van de kosten voor
haar rekening te zullen nemen. Hoe zit het met de
resterende 30%? Werd dienaangaande overleg
gepleegd tussen de federale overheid en de
gewesten? Het is immers uitgesloten dat de
landbouw- of de distributiesector voor die kosten
zouden opdraaien.

Onder welk bevoegdheidsniveau zal het
landbouwbeheer ressorteren? Wie zal aan de
internationale onderhandelingen en het
internationaal overleg deelnemen? Om onze
landbouw in staat te stellen concurrentieel te blijven,
bestaat de enige mogelijkheid om van dierlijke
voeding op plantaardige voeding over te schakelen
erin opnieuw te onderhandelen over de Blair House-
akkoorden, die Europa beletten oliehoudende
proteïnen te produceren en dus zelf voor de
voeding van zijn veestapel in te staan. Wie zal aan
die onderhandelingen deelnemen? Heeft
dienaangaande al overleg tussen de federale
regering en de deelgebieden plaatsgevonden?

Ik heb een aan de regering gerichte motie van
aanbeveling ingediend waarin ik haar vraag in die
zin te handelen.
exploitations agricoles sont énormes. La valeur
marchande des vaches a fortement diminué. Les
tests obligatoires pour les bovins de plus de trente
mois coûteront 1,2 milliard à la Belgique et dix
milliards devront être déboursés par notre pays
pour la destruction des stocks de farines animales.
L'Union européenne aurait annoncé qu'elle
prendrait 70% de ces coûts à sa charge. Qu'en est-
il des 30% restants ? Une concertation aura-t-elle
lieu à ce sujet entre le fédéral et les Régions ? Il
est, en effet, exclu de faire peser ces coûts sur le
secteur agricole ou sur celui de la distribution.

Par ailleurs, quel sera le niveau de pouvoir
compétent pour la gestion agricole ? Qui participera
aux concertations et négociations internationales ?
Pour permettre à l'agriculture de rester compétitive,
la seule possibilité de passer d'une alimentation
carnée à une alimentation végétale est d'obtenir
une renégociation des accords de Blair House qui
empêchaient l'Europe de produire des protéines
oléagineuses et donc d'assurer elle-même la
nourriture de son propre bétail. Qui participera à
cette négociation
? Une concertation entre le
gouvernement fédéral et les entités fédérées a-t-
elle déjà été entamée ?


J'ai déposé une motion de recommandation
adressée au gouvernement afin de lui demander
d'agir en ce sens.
05.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID): In
aansluiting op de interpellatie van de heer Fournaux
wens ik te onderstrepen dat een coherenter
bevoegdheidsverdeling noodzakelijk is. De
gewesten moeten nu landbouwmaatregelen
uitvoeren die op federaal en Europees niveau
worden getroffen, terwijl er op Europees vlak
nauwelijks eensgezindheid bestaat over de
getroffen maatregelen. De beslissing van de
Europese landbouwministers van begin december
zorgde alweer voor verwarring. Alle runderen ouder
dan 30 maand moeten voortaan op BSE worden
getest. Hoe zit het met de testcapaciteit.
Ondertussen zijn er al twee positieve gevallen. Dat
biedt de consument niet veel reden tot gerustheid.
Wat met de veiligheid van de consument?

Een aantal kuddes gezonde dieren zouden zijn
afgeslacht, omdat ze niet tijdig konden worden
getest. Om hoeveel dieren gaat het?

Het KB inzake het verbod op dierenmeel verscheen
op 15 december. Er was blijkbaar te weinig overleg
met de sector. Klopt dat? Welke stocks aan
05.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID): À la
suite de l'interpellation de M. Fourneaux, je tiens à
souligner la nécessité d'une répartition plus
cohérente des compétences. Les Régions doivent
actuellement mettre en oeuvre les mesures
agricoles prises aux niveaux fédéral et européen,
alors qu'il n'y a pour ainsi dire aucune unanimité au
niveau européen sur les mesures prises. La
décision prise par les ministres de l'agriculture
européens au début décembre a à nouveau semé
la confusion. Tous les boeufs de plus de 30 mois
doivent désormais subir un test BSE. Qu'en est-il de
la capacité à effectuer ce tes? On a déjà observé
deux cas positifs. Voilà qui n'est pas vraiment de
nature à rassurer le consommateur. Qu'en est-il de
sa sécurité ?


Plusieurs troupeaux sains auraient été abattus
parce qu'on n'avait pas pu les tester à temps.
Combien d'animaux sont concernés ?

L'arrêté royal relatif à l'interdiction des farines
animales est paru le 15 décembre. La concertation
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
dierenmeel en aan veevoeder met dierenmeel zijn
nog aanwezig? Welke controles worden uitgevoerd
om de naleving van het KB op te volgen? Hoe
worden de stocks opgeslagen en vernietigd?



De enorme afvalberg die nu ontstaat zou 10 frank
per kilo kosten. Er zou met de gewesten intensief
overleg plaatsvinden over ophaling en verwerking.
Welke procedure wordt nu gevolgd? Beschikt
Rendac over voldoende vernietigingscapaciteit?
Wie betaalt de kosten voor ophaling en verwerking,
die volgens de laatste ramingen 4 miljard zou
belopen? De gewesten zouden gedurende drie
maanden de kosten prefinancieren. Wie betaalt
uiteindelijk? Wat met de verdeelsleutel over de
gewesten?
avec le secteur aurait été insuffisante. Est-ce
exact ? Que reste-t-il comme stocks de farines
animales et de nourriture pour bétail contenant des
farines animales ? Quels sont les contrôles sont
effectués pour veiller au respect de l'arrêté royal ?
Comment les farines sont-elles stockées et
détruites ?

La montagne de déchets qui existe actuellement
coûterait 10 francs par kilo. Il conviendrait de se
concerter avec les Régions à propos l'enlèvement
et le traitement de ces déchets. Quelle procédure
est actuellement suivie ? La firme Rendac dispose-
t-elle d'une capacité de destruction suffisante? Qui
paiera les frais d'enlèvement et de traitement qui
atteindraient, selon les dernières estimations,
quatre milliards ? Les Régions préfinanceraient les
coûts pendant trois mois. Qui paiera en fin de
compte ? Appliquera-t-on la clé de répartition selon
les Régions ?
Welke alternatieven gaat men gebruiken? Men
spreekt van onder meer soja. In de VS kweekt men
genetisch gewijzigde soja. Gaat men die invoeren
en gebruiken? Welke maatregelen heeft de minister
getroffen in verband met garanties voor de
Volksgezondheid en informatie over de genetisch
gewijzigde producten?

In verband met de kosten hebben de ministers
Gabriëls en Dua gesuggereerd om een vleestaks te
heffen. Deze piste is reeds verlaten door een
reactie van minister Happart. Men moet echter de
kosten wel kunnen financieren. Indien de kosten te
hoog oplopen zal er op Europees niveau oneerlijke
concurrentie optreden. Is deze vleestaks reeds
besproken op Europees niveau? Wat zijn de
perspectieven voor het verbod op dierenmeel? Wat
betreft het verbod op dierlijke vetten ging het
Europees Veterinair Comité een beslissing nemen
op 15 januari. We hebben hier nog niets van
vernomen.
A quelles solutions de substitution va-t-on recourir?
Il est notamment question du soja. Les Etats-Unis
produisent du soja génétiquement modifié. Sera-t-il
importé et utilisé? Quelles mesures le ministre a-t-il
pris concernant les garanties pour la Santé publique
et l'information relative aux OGM?


En ce qui concerne les coûts, les ministres Gabriëls
et Dua ont suggéré l'instauration d'une taxe sur la
viande. Cette piste a cependant été abandonnée
après une réaction du ministre Happart. Il n'en reste
pas moins que l'opération devra être financée. Si
les frais sont trop élevés, il en résultera une
concurrence déloyale au niveau européen. La taxe
sur la viande a-t-elle déjà fait l'objet d'une
discussion européenne? Qu'attend-on de
l'interdiction de l'utilisation des farines animales?
Par ailleurs, nous attendons toujours la décision du
comité européen sur les graisses animales,
annoncée pour le 15 janvier.
Ook de landbouwbedrijven zien hun rendabiliteit in
het gedrang komen. Meent de minister dat de hele
veestapel moet worden geslacht wanneer één BSE-
geval wordt aangetroffen?
Les exploitations agricoles voient elles aussi leur
rentabilité menacée. Le ministre estime-t-il que
l'ensemble du cheptel doive être abattu lorsque le
moindre cas d'ESB est décelé ?
05.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Er werd een
voorlopig akkoord gesloten tussen de federale en
gewestelijke ministers van Landbouw in verband
met het prefinancieren door de gewestregeringen
van de kosten voor de ophaling en verwerking van
dierlijk afval. De Vlaamse regering heeft
bedenkingen bij de verdeelsleutel op basis van het
aantal slachthuizen en ook bij de vorm van de
prefinanciering. Waarom heeft men voor deze
verdeelsleutel
gekozen? Gaat het om
05.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Un accord
provisoire a été conclu entre le ministre fédéral de
l'Agriculture et ses homologues régionaux en ce qui
concerne le préfinancement, par les gouvernements
régionaux, du coût d'enlèvement et de traitement
des déchets d'origine animale. Le gouvernement
flamand s'interroge sur la validité de la clé de
répartition basée sur le nombre d'abattoirs et sur la
forme de ce préfinancement. Pourquoi a-t-on opté
en faveur de cette clé de répartition ? Pourquoi ne
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
terugvorderbare voorschotten?Waarom gebeurde
dat niet op basis van de veestapel of de
consumptie?


Welke oplossing stelt de minister voor de volgende
drie maanden voor? Ten laste van wie? Wat is het
standpunt van de andere gewestregeringen? Wat
na de eerste periode van zes maanden?
s'est-on pas basé sur le cheptel ou sur la
consommation ? S'agit-il d'avances récupérables?
A charge de qui ? Quelle position adoptent les
autres gouvernements régionaux ?

Quelle solution le ministre propose-t-il pour les trois
prochains mois ? Qu'en sera-t-il pour la phase
postérieure à la première période de six mois ?
05.04 Minister Jaak Gabriels (Frans): Het
wetsvoorstel betreffende de regionalisering van de
landbouw werd op 5 juli 2000 door de
Intergouvernementele en Interparlementaire
Conferentie voor de hervorming van de instellingen
aangenomen. Het moet nog aan de Raad van State
en vervolgens aan de Kamer worden voorgelegd. In
de huidige stand van het dossier is
Volksgezondheid nog altijd een federale
bevoegdheid. Voor de landbouweconomie is de
situatie nog niet helemaal duidelijk. De tekst moet
dus worden gepreciseerd, met name wat onze
Europese en internationale verplichtingen betreft.
05.04 Jaak Gabriëls , ministre (en français): La
proposition de loi relative à la régionalisation de
l'agriculture a été adoptée, le 5 juillet 2000, par la
Conférence intergouvernementale et
interparlementaire pour le Renouveau institutionnel.
Elle doit encore être soumise au Conseil d'État puis
à la Chambre. Dans l'état actuel du dossier, la
Santé publique reste de compétence fédérale mais,
pour l'économie agricole, les choses n'ont pas
encore été suffisamment clarifiées. Le texte doit
donc être précisé, notamment en ce qui concerne
nos obligations européennes et internationales.
(Nederlands) In Spanje zit men ook met een BSE-
crisis. Daar zijn de structuren nog ingewikkelder.
Wij hebben enkel een gewestelijk federaal niveau.
De gewestministers vroegen uitdrukkelijk om
federale coördinatie om opbod tussen de gewesten
te voorkomen. Ik wil dit aankaarten op de
vergadering van 21 januari van de Europese
Landbouwraad. Deze keer zal België meer steun
krijgen voor zijn voorstel tot harmonisering van de
voorstellen op Europees niveau. Vorige keer
steunden ons enkel 7 landen. Nu zullen er meer
zijn, want de toepassing van de Europese richtlijnen
geeft vele moeilijkheden. België heeft deze
maatregelen zo goed mogelijk toegepast en kon de
vergelijking met andere landen zeker doorstaan.
Onder meer in Spanje en Frankrijk geven deze
maatregelen grote problemen. In deze landen
beschikt men slechts over een vierde van de nodige
testcapaciteit.
(En néerlandais) La crise de la vache folle
n'épargne pas l'Espagne, où les structures
institutionnelles sont plus complexes. En Belgique,
seuls les niveaux régionaux et fédéraux sont
compétents en la matière. Les ministres des
Régions ont expressément demandé une
coordination par le fédéral afin d'éviter la
surenchère entre les Régions. Je souhaite aborder
ce problème lors du conseil européen des ministres
de l'Agriculture, le 21 janvier. Cette fois, la
proposition belge d'harmoniser les propositions au
niveau européen bénéficiera de davantage d'appui.
La fois précédente, sept pays seulement s'y étaient
montrés favorables. Lors du prochain conseil, il
seront plus nombreux car l'application des
directives européennes engendre de nombreux
problèmes. La Belgique les a appliquées dans la
mesure du possible et peut assurément soutenir la
comparaison avec d'autres pays. En Espagne et en
France, notamment, ces mesures génèrent de
graves problèmes liés au fait que ces pays ne
disposent que d'un quart de la capacité requise
pour effectuer les tests.
(Frans) Voor het beheer van het afval van vernietigd
meel en vernietigde karkassen zijn de Gewesten
exclusief bevoegd. Het Federale Agentschap voor
de veiligheid van de voedselketen werd belast met
de coördinatie van de maatregelen betreffende de
tests en de vernietiging in het kader van het BSE-
dossier. Het federale departement Landbouw
coördineert dan weer het economische gedeelte, en
gaat meer bepaald over de middelen ter
compensatie van het inkomstenverlies van de
(En français) Par ailleurs, la gestion des déchets
suite aux mesures de destruction des farines et des
carcasses relève de la compétence exclusive des
Régions. L'Agence fédérale pour la sécurité de la
chaîne alimentaire a été chargée de la coordination
des volets « tests » et « destructions » du dossier
« ESB », alors que le département fédéral de
l'Agriculture en coordonne le volet économique, en
particulier les moyens pour compenser les pertes
de revenus subies par les agriculteurs. Ce dernier
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
landbouwers. Dit hangt af van de bevoegde EU-
organen en wordt in nauw overleg met de
gewestregeringen bestierd.

Er werd een werkgroep ingesteld om te
onderzoeken hoe al die maatregelen gefinancierd
zouden kunnen worden, zonder dat de sector zelf
om een bijdrage moet worden gevraagd. Ik zal ook,
in samenwerking met de betrokken diensten, de
overnames coördineren. De kosten van die
overnamemaatregel worden op 232 miljoen per
maand geschat. De ministerraad heeft beslist die
kosten integraal te dragen.

De minister van Volksgezondheid moet een volledig
dossier indienen bij de Europese Commissie,
teneinde te verkrijgen dat de overnameregeling
wordt opgeheven. Voorts heeft de regering beslist
de kosten voor de snelle tests (510 miljoen voor zes
maanden) op zich te nemen.

Ten slotte zal de regering de voederproducenten,
de operatoren en de (groot)handelaars
schadeloosstellen ten bedrage van de aangetoonde
kostprijs van de stocks die op 15 december 2000 in
hun bedrijven opgeslagen lagen. Die maatregel zal
de Staat zo'n 180 miljoen BEF kosten.

Het Europese beleid ter zake moet geharmoniseerd
worden, en er moeten langetermijnmaatregelen
worden getroffen. Dat zal ik op 29 januari op de
Europese Raad van Landbouwministers vragen.
dépend des organes compétents de l'Union
européenne et est géré en étroite concertation avec
les gouvernements régionaux.

Un groupe de travail a été créé afin d'examiner les
pistes de financement de toutes ces mesures sans
que le secteur soit mis à contribution. J'ai
également été chargé de la coordination de la mise
en place de la mesure de rachat en collaboration
avec les services concernés. Le coût de la mesure
de rachat peut être estimé à 232 millions par mois.
Le Conseil des ministres a décidé de la financer
intégralement.

La ministre de la Santé publique a été chargée de
déposer, auprès de la Commission européenne, un
dossier complet afin d'obtenir l'interruption du
régime de rachat. En outre, le gouvernement a
décidé de prendre en charge les coûts des tests
rapides, soit 510 millions pour six mois.

Enfin, le gouvernement indemnisera les fabricants
des aliments, les opérateurs et les négociants à
raison du coût de revient prouvé des stocks
présents dans leur entreprise au 15 décembre
2000. Cette mesure coûtera environ 180 millions à
l'État.

Par ailleurs, il sera en effet nécessaire d'harmoniser
la politique européenne et de mettre en place des
mesures à long terme. C'est ce que je demanderai,
le 29 janvier, lors du Conseil des ministres de
l'Agriculture.
(Nederlands) Ik heb met de gewestministers op 18
december overlegd over de Europese maatregelen
en over de problemen die ermee gepaard gaan. We
zullen erover waken dat de productieketen niet
stilvalt. Met minister Aelvoet en met de
gewestministers heb ik beslist om twee
werkgroepen op te richten. De eerste werkgroep
staat onder leiding van Luc Beernaert, gedelegeerd
bestuurder van het Federaal Agentschap voor de
veiligheid van de voedselketen, en houdt zich bezig
met de praktische uitwerking van de Europese
maatregelen. Hij krijgt maximale steun van de
ambtenaren van Landbouw. Ik heb reeds
opslagcapaciteit voor dierenmeel opgeëist. De
tweede werkgroep onder leiding van Xavier de
Cuyper, zoekt uit op welke manier de maatregelen
gefinancierd kunnen worden. De federale
Ministerraad heeft reeds beslist om tot 30 juni 2001
de kosten van de snelle BSE-test op zich te nemen.
Het gaat hier over 510 miljoen frank. Ook de
opkoopregeling valt ten laste van de federale
overheid: 232 miljoen per maand.
(En néerlandais) Je me suis concerté le 18
décembre 2000 avec les ministres régionaux au
sujet des mesures européennes et des problèmes y
afférents. Nous veillerons à ce que la chaîne de
production ne s'arrête pas. J'ai décidé
conjointement avec la ministre Aelvoet et avec les
ministres régionaux de procéder à la mise en place
de deux groupes de travail. Le premier des deux
groupes est présidé par M. Luc Beernaert,
administrateur délégué de l'Agence fédérale pour la
sécurité de la chaîne alimentaire. Ce groupe de
travail est chargé de la mise en oeuvre des mesures
européennes et il bénéficie d'un soutien maximal
des fonctionnaires de l'Agriculture. J'ai déjà exigé
qu'on prévoie des capacités de stockage pour les
farines animales. Le deuxième groupe de travail est
présidé par M. Xavier de Cuyper et est chargé
d'explorer les pistes de financement. Le conseil des
ministres fédéral a déjà décidé de prendre en
charge les frais pour les tests ESB accélérés
jusqu'au 30 juin 2001. Cette décision porte sur un
montant de 510 millions de francs. Le système de
rachat est également à charge des autorités
fédérales. Cela représente un montant de 232
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
millions de francs par mois.
De regering streeft ernaar om van Europa een
vrijstelling voor deze opkoopregeling te verkrijgen.
Tijdens de eerste week van 2001 kwamen 192
aanvragen tot verwerking binnen, tijdens de tweede
week 330. De dieren worden geslacht in de
slachthuizen van Gembloux en Bastogne. In
Vlaanderen is er geen capaciteit meer over. De
federale regering heeft beslist om aan de
voederfabrikanten, operatoren en handelaars een
schadevergoeding uit te keren ten belope van de
bewezen kostprijs van de in hun bedrijven op 15
december 2000 aanwezige voorraden.

Het tijdelijk verbod op het veevoeder met verwerkte
dierlijke eiwitten vanaf 1 januari, werd gepubliceerd
in het Europees Publicatieblad van 7 december
2000. Deze beschikking en het ontwerpbesluit
werden besproken in een overlegvergadering met
de betrokken sectoren. Er werden twee afspraken
gemaakt. Vanaf 15 december 2000 zouden geen
"verwerkte dierlijke eiwitten" meer op de markt
gebracht worden. Er werd een mogelijkheid
geboden de stocks weg te werken tegen 1 januari
2001.
Le gouvernement espère obtenir de l'Europe une
dispense pour le système de rachat. Au cours de la
première semaine de 2001, 192 demandes ont été
introduites. La semaine suivante, le nombre de
demandes était de 330. Les animaux sont abattus
dans les abattoirs de Gembloux et Bastogne. En
Flandre, la capacité maximale a déjà été atteinte.
Le gouvernement fédéral a décidé d'octroyer aux
fabricants d'aliments, aux opérateurs et aux
marchands une indemnisation à concurrence du
prix des stocks présents dans les entreprises au 15
décembre 2000.

L'interdiction temporaire relative à l'utilisation
d'aliments pour bétail contenant des protéines
animales à partir du 1
er
janvier a été publiée au
Journal de publication européen du 7 décembre
2000. Cette disposition et le projet d'arrêté ont été
examinés lors d'une réunion de concertation avec
les secteurs concernés. Un accord a été conclu sur
deux points. A partir du 15 décembre 2000, les
protéines animales transformées ne seront plus
commercialisées. Par ailleurs, il était prévu de
permettre l'élimination des stocks pour le 1
er
janvier
2001.
De fabrikanten en operatoren zouden een raming
van hun stocks op 15 december 2000 meedelen.
De grootste voorraden bevinden zich bij de
verwerkers van dierlijk afval, bij de
gelatineproducenten en bij de
mengvoederfabrikanten. De Ministerraad heeft
besloten om een tegemoetkoming uit te betalen
voor de betrokken producten. De gegevens van de
fabrikanten, operatoren en handelaars worden
behandeld door de administratie. Aangezien er nog
onduidelijkheid bestaat omtrent de financiering,
werden nog geen duidelijke procedures voor de
vernietiging vastgelegd. Er zijn nog geen problemen
gemeld over de bevoorrading. De prijzen van
veevoeders stegen wel al met 25 procent. Men
moet het proteïnegehalte kunnen garanderen.
Granen zijn geen oplossing. Men heeft zeven keer
meer granen nodig dan slachtafval. Brazilië kweekt
natuurlijke soja, maar door de toenemende vraag
naar die niet genetisch gewijzigde soja worden de
boeren aangezet nog meer Amazonewoud te
kappen. Men moet dus op Europees vlak
alternatieven en nieuwe technologieën zoeken.



Door de invoering van een vleestaks wordt de last
op de consument gelegd. Niemand is daar
enthousiast over. In de loop van de volgende weken
valt de beslissing over de financiering. Het is logisch
Les fabricants et les opérateurs devraient
transmettre une estimation de leurs stocks au 15
décembre 2000. Les stocks les plus importants sont
détenus par les entreprises de traitement des
déchets d'origine animale, les producteurs de
gélatine et les fabricants d'additifs. Le Conseil des
ministres a décidé d'octroyer une indemnisation
pour les produits concernés. L'administration traite
les données des fabricants, des opérateurs et des
commerçants. Etant donné qu' une certaine
imprécision subsiste concernant le financement,
des procédures claires de destruction n'ont pas
encore été fixées. Aucun problème n'a encore été
signalé concernant l'approvisionnement. Les prix
des aliments pour bétail ont cependant augmenté
de 25%. Nous devons pouvoir garantir la teneur en
protéines. Les graines ne constituent pas une
solution. Il faut sept fois plus de graines que de
déchets d'origine animale. Le Brésil cultive du soja
naturel mais l'accroissement de la demande pour
du soja non-modifié génétiquement incite les
agriculteurs à déboiser davantage la forêt
amazonienne. Il faut donc rechercher des solutions
de rechange et développer de nouvelles
technologies au niveau européen.

L'instauration d'une taxe sur la viande fait peser la
charge sur le consommateur. Nul ne s'en réjouit. Au
cours des prochaines semaines, une décision
devrait être prise concernant le financement. Il est
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
dat op Europees vlak overal dezelfde regel zal
moeten gelden, om geen concurrentievervalsing te
creëren. Het verbod op het gebruik van verwerkte
dierlijke eiwitten in veevoeder werd niet bekrachtigd
op 15 januari 2001 door het Europees Veterinair
Comité.
logique que toute l'Europe applique la même règle,
afin d'éviter toute distorsion de la concurrence.
L'interdiction d'utiliser des protéines animales
traitées dans la fabrication des aliments pour bétail
n'a pas été entérinée le 15 janvier 2000 par le
Comité vétérinaire européen.
De Boerenbond en andere - Europese - instanties
hebben vragen bij de vernietiging van de hele
veestapel wanneer één BSE-geval wordt ontdekt.
De diensten van Volksgezondheid zijn van oordeel
dat er geen reden is om van deze strategie af te
wijken, hoe verstrekkend de gevolgen voor het
landbouwbedrijf ook mogen zijn.


Ik kom tot de vragen van mevrouw Brepoels. De
gewesten vroegen het federale niveau coördinerend
op te treden. Het overleg verloopt zeer vlot.
Harmonisering kan niet beperkt blijven tot het
Europese niveau. Uit dat overleg kwamen een
aantal beslissingen, waaronder een prefinanciering
door de gewesten voor drie maanden. Ook
Nederland koos voor een periode van drie
maanden. Die periode moet ons de mogelijkheid
bieden ons beter voor te bereiden op de toepassing
van de Europese richtlijnen. De verdeelsleutel, 75
procent voor Vlaanderen, 20 procent voor Wallonië
en 5 procent voor Brussel, is gebaseerd op de
actuele toestand en op cijfers van Rendac en de
slachthuizen. We moeten erover waken dat de
kosten niet worden verhaald op de landbouwer.
Daartoe zijn Europese maatregelen nodig.
La destruction de l'ensemble du cheptel bovin après
la découverte d'un seul cas d'ESB, suscite des
interrogations de la part du Boerenbond et d'autres
instances européennes. Quelle que soit l'ampleur
des effets pour les exploitations agricoles, les
services compétents en matière de Santé publique
estiment qu'il n'y a aucune raison d'abandonner
cette stratégie.

J'en viens à présent aux questions de Mme
Brepoels. Les Régions ont demandé au fédéral de
jouer un rôle de coordination. La concertation se
passe très bien. L'harmonisation ne peut se limiter
au niveau européen. La concertation a abouti à une
série de décisions, dont le préfinancement par les
Régions pendant une période de trois mois. Les
Pays-Bas ont également opté pour une période de
trois mois. Ce délai doit nous permettre de mieux
préparer l'application des directives européennes.
La clef de répartition , respectivement de 75%,
20%, et 5% pour la Flandre, la Wallonie et
Bruxelles, a été fixée en tenant compte de la
situation actuelle et des chiffres fournis par Rendac
et les abattoirs. Il faut veiller à ce que les coûts ne
soient pas répercutés sur l'agriculteur. Des mesures
européennes s'imposent dès lors.
Wij moesten snel werken om het circuit te laten
voortwerken en geen vleesbergen te doen ontstaan.
Daarom voorzagen wij in prefinanciering. Het blijft
echter een operatie in het kader van een
noodtoestand.
Nous devions travailler vite afin de permettre au
circuit de continuer à fonctionner et d'éviter la
constitution de montagnes de viande. C'est
pourquoi nous avions prévu un système de
préfinancement. Il n'empêche qu'il s'agit toujours
d'une opération dans le cadre d'une situation
d'urgence.
05.05 Richard Fournaux (PSC): Volgens uw
verklaringen coördineert het federaal
landbouwdepartement het economische aspect van
het dossier en meer bepaald de middelen die de
inkomstenverliezen van de veeboeren moeten
compenseren. Betekent dit dat de veeboeren niet
voor de kosten van het slachten moeten opdraaien?
05.05 Richard Fournaux (PSC): Vous dites que le
département fédéral de l'Agriculture coordonne le
volet économique du dossier et, en particulier, les
moyens pour compenser les pertes de revenus
subies par les agriculteurs. Est-ce à dire que ceux-
ci ne devront pas payer l'abattage ?
05.06 Minister Jaak Gabriels (Frans): Inderdaad.
Als de landbouwers de kosten voor het slachten
moeten dragen, zou dat voor hen een catastrofe
zijn. Wij spreiden die kosten dus uit over andere
betrokkenen.
05.06 Jaak Gabriëls , ministre (en français): Oui.
Si le coût de l'abattage était facturé aux
agriculteurs, ce serait une catastrophe. Nous
disséminons donc ce coût sur d'autres acteurs.
05.07 Richard Fournaux (PSC): U verklaart dat
permanent met de Gewesten wordt overlegd. De
05.07 Richard Fournaux (PSC): Vous affirmez
que la concertation avec les Régions est
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
heer Happart legt de verantwoordelijkheid voor de
fouten echter telkens bij de andere
bevoegdheidsniveaus. Voorts heeft hij beslist de
slagers en dus de consument voor de kosten te
laten opdraaien. Volgens mij wijst dit geenszins op
overleg, maar wil Happart scoren met een
verklaring die tot ongerustheid bij de bevolking kan
leiden.
permanente. Or, M. Happart rejette en permanence
toutes les fautes sur d'autres niveaux de pouvoir.
Par ailleurs, il a été décidé de reporter les coûts sur
les bouchers et donc sur les consommateurs. Je n'y
vois aucune trace de concertation, mais des effets
d'annonce qui peuvent inquiéter la population.
05.08 Minister Jaak Gabriels (Frans): Wij kunnen
trachten tot een gemeenschappelijke oplossing te
komen.
05.08 Jaak Gabriëls , ministre (en français): Nous
pouvons tenter de trouver une solution commune.
05.09 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ik pleit
niet voor een opbod tussen de gewesten, wel voor
een Europese regeling. De sector van de
mengvoeders zei me op 15 december niet op de
hoogte geweest te zijn van de maatregel. Ik zal dat
nagaan. Is er voldoende vernietigingscapaciteit voor
de dierenmeelstocks? Wat met de milieu-effecten
van de mogelijke verbranding in de betonovens? Ik
noteer dat er geen verbod op dierlijke vetten komt.
Het Permanent Veterinair Comité adviseerde in die
zin. Een dergelijk verbod zou het die sector nog
moeilijker maken.



Ik kreeg geen antwoord op mijn vragen over de
tijdelijkheid van de Europese maatregel. Wordt die
nog verlengd of wordt het verbod op dierenmeel
later weer opgeheven? Drie maanden is te kort
voor een tijdelijke maatregel. We moeten nadenken
over het voortzetten van de intensieve veeteelt. In
landen als Argentinië, dat ik bezocht, bestaat geen
BSE.
05.09 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Je ne
suis pas partisane d'une surenchère entre les
Régions mais d'une réglementation européenne. Le
15 décembre, les responsables du secteur des
mélanges m'ont affirmé ne pas avoir été informés
de la mesure. Je vérifierai. Les capacités de
destruction des stocks de farine animale sont-elles
suffisantes
? Quels seront les effets sur
l'environnement d'une éventuelle incinération dans
les fours à ciment? Je constate qu'il n'est pas prévu
d'interdire les graisses animales. Le comité
vétérinaire permanent a rendu un avis en ce sens.
Cette interdiction compliquerait encore la situation
du secteur.

Je n'ai pas obtenu de réponse à mes questions
concernant le caractère temporaire de la mesure
européenne. Nous devons réfléchir au maintien des
méthodes de culture intensive. Des pays tels que
l'Argentine ,que j'ai visitée, ne connaissent pas
l'ESB.
05.10 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): De
actualiteit toont aan dat men voorzichtig moet zijn
met dergelijke uitspraken, zoals het geval van
Spanje en Oostenrijk aantoont.
05.10 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais):
L'actualité montre qu'il faut être prudent en tenant
de tels propos. Je songe à l'Espagne et à l'Autriche.
05.11 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
productiemethodes zijn in Europa in elk geval
anders dan waar dieren géén bijvoeding krijgen en
bijna in het wild rondlopen. Veel andere
mogelijkheden dan de prijs door te rekenen aan de
consument of de boer zijn er niet. Men kan die prijs
toch niet doorrekenen aan de vegetariërs? In elk
geval is nog veel onderzoek nodig.
05.11 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Les
méthodes de production appliquées en Europe sont
en tout cas différentes de celles des régions du
monde où les animaux ne reçoivent pas de
complément alimentaire et vivent pratiquement en
liberté. Je ne vois pas d'autre possibilité que de
répercuter la hausse du prix sur le consommateur
ou l'éleveur. Le répercuter sur les végétariens est
en effet inconcevable. Quoi qu'il en soit, beaucoup
d'études restent à mener.
05.12 Frieda Brepoels (VU&ID): De overheid
neemt de kosten voor de afvalverwerking op zich
maar schuift de verantwoordelijkheid voor de
verdeelsleutel van zich af. De afvalfactuur wordt
voor het overgrote deel naar Vlaanderen
05.12 Frieda Brepoels (VU&ID): Les autorités
prennent en charge le coût du traitement des
déchets, mais refusent d'endosser la responsabilité
de la clé de répartition. C'est à la Flandre qu'on
présente l'addition pour la plus grande part de ce
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
doorgeschoven. Men hanteert het zogenaamde
principe van de kosten, maar bij de verdeling van de
middelen wordt nooit met de productie rekening
gehouden. Wie gaat ooit de prefinanciering
terugbetalen?
coût. On applique le « principe du coût », mais au
moment de répartir les moyens, on ne tient jamais
compte de la production. Qui remboursera un jour
le préfinancement ?
05.13 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): Op 8
december was er overleg met de sectoren. De
gewesten werden daarbij betrokken. Ik hoop dat het
om een tijdelijke maatregel gaat, toch in deze vorm.
Een aantal attitudes zullen echter blijven. Wellicht
komt er op termijn een systematische
bemonstering. Argentinië kampt nog met ziekten in
de veestapel die bij ons al lang zijn uitgeroeid, zoals
tbc en bruxellose, die met medicatie moeten
worden bestreden die zeer slecht is voor de
veestapel. Groot-Brittannië heeft de optie van de
volledige vernietiging snel verlaten en staat er nu
slecht voor. Voorzichtigheid is dus geboden.




Het federale niveau treedt coördinerend op. De
prefinanciering komt er in afwachting van Europese
maatregelen. Het federale niveau kan niet
opdraaien voor kosten die samenhangen met een
gewestelijke bevoegdheid.
05.13 Jaak Gabriëels , ministre (en néerlandais) :
Le 8 décembre, une concertation avec le secteur a
été organisée. Les Régions y ont pris part. J'espère
qu'il s'agit d'une mesure temporaire, sous cette
forme du moins. Mais certains comportements
subsisteront. Toutefois, il est vraisemblable qu'on
instaure à terme un échantillonnage systématique.
L'Argentine est encore confrontée à des maladies
affectant son cheptel qui chez nous sont éradiquées
depuis longtemps, comme la tuberculose et la
bruxellose, laquelle doit être soignée avec des
médicaments qui peuvent affecter le cheptel. La
Grande-Bretagne, quant à elle, a abandonné
rapidement l'option de la destruction totale du
cheptel et se trouve aujourd'hui dans une situation
délicate. Par conséquent, la prudence s'impose.

Le pouvoir fédéral joue un rôle coordinateur. Nous
prévoyons ce préfinancement dans l'attente de
mesures adoptées à l'échelon européen. Le
gouvernement fédéral ne peut payer des coûts liés
à une compétence régionale.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Richard Fournaux en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Richard
Fournaux
en het antwoord van de minister van Landbouw en
Middenstand,
vraagt de Belgische federale regering zo vlug
mogelijk klaarheid te scheppen betreffende de
verdeling van de bevoegdheden, de taken en de
veratwoordelijkheden van de gewestelijke en
federale niveaus met betrekking tot de aanpak van
de problemen die verband houden met landbouw
Afgezien van een algemene verduidelijking, is het
van essentieel belang dat de federale regering, in
overleg met de gewesten, binnen de kortste keren
zou beslissen.over de manier waarop de huidige
zogenaamde BSE-crisis dient te worden aangepakt.
De federale regering moet, in overleg met de
gewesten de landbouwsector zo spoedig mogelijk
bevestigen dat de Belgische overheid, ongeacht het
bevoegdheidsniveau, de rampzalige financiële
gevolgen van de huidige BSE-crisis voor de
landbouwsector ten laste zal nemen.
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Richard Fournaux et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Richard
Fournaux
et la réponse du ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes,
demande au gouvernement fédéral belge
d'organiser, le plus rapidement possible, la clarté
sur la répartition des pouvoirs, des missions et des
responsabilités des niveaux régionaux et fédéraux
en ce qui concerne la gestion des problèmes liés à
l'agriculture.
Au-delà d'une clarification d'ordre général, il est
fondamental que le gouvernement fédéral, toujours
en concertation avec les Régions, puisse statuer le
plus rapidement possible sur l'organisation de la
gestion de la crise actuelle dite ESB.
Le gouvernement fédéral, toujours en concertation
avec les Régions, doit le plus rapidement possible
confirmer au secteur agricole que les autorités
publiques belges, quel que soit le niveau de
pouvoir, prendront en charge les conséquences
financières dramatiques pour le secteur agricole de
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
De federale regering moet zich ertoe verbinden, in
overleg met de gewesten, een operatie op
internationaal vlak uit te werken die ertoe strekt
nieuwe onderhandelingen over de zogenaamde
Blair House-akkoorden te verkrijgen teneinde voor
de EU-lidstaten, met inbegrip van België, de
mogelijkheid te scheppen om een quotum voor de
aanvullende productie van natuurlijk plantaardig
veevoer te verkrijgen
l'actuelle crise ESB.
Le gouvernement fédéral doit s'engager, toujours
en concertation avec les Régions, à mener au
niveau international une opération visant à obtenir
une renégociation des accords dits Blair House afin
d'obtenir la possibilité pour les états membres de
l'Union Européenne, en ce compris la Belgique,
d'obtenir un quota de production complémentaire de
végétaux destinés à l'alimentation naturelle du
bétail."
Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Muriel Gerkens en de heren Georges
Lenssen, Arnold Van Aperen, Serge Van Overtveldt
en Henk Verlinde.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme
Muriel Gerkens et MM. Georges Lenssen, Arnold
Van Aperen, Serge Van Overtveldt et Henk
Verlinde.
Over de moties zal later worden gestemd.

De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.

La discussion est close.
06 Mondelinge vraag van mevrouw Frieda
Brepoels aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de overheveling van de
bevoegdheid van landbouw naar de gewesten"
(nr. 3105)
06 Question orale de Mme Frieda Brepoels au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "le transfert de la compétence
relative à l'agriculture aux Régions" (n° 3105)
06.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Op 5 april 2000
werd een politiek akkoord afgesloten in verband
met de defederalisering van het landbouwbeleid,
inclusief de overdracht van de federale
wetenschappelijke instellingen die onder Landbouw
ressorteren. Er wordt nog onderhandeld over
personeel en middelen. De federale regering nam
echter een reeks beslissingen die dit doorkruisen.
Op 22 december 2000 keurde de Ministerraad een
ontwerp-KB goed waardoor personeel ter
beschikking wordt gesteld van het Federaal
Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
(FAVV) . Kan de minister dat toelichten? Op 28
december 2000 verscheen in het Belgisch
Staatsblad
een KB tot vaststelling van de
personeelsformaties van de wetenschappelijke
instellingen die onder Landbouw ressorteren.
Waarom die personeelsformaties voor instellingen
die toch zullen worden overgedragen aan het FAVV
of de gewesten? Wat zijn de wijzigingen ten
overstaan van de personeelsformaties van 1994,
ook inzake nieuwe niveaus? Op 28 december 2000
werd in het Belgisch Staatsblad een oproep
gepubliceerd voor drie betrekkingen van assistent
bij CLO Gembloux. Waarom gebeuren alleen daar
aanwervingen? Op 13 januari 2001 vermeldt het
Belgisch Staatsblad nog een reeks wervingen van
Franstalige technici. Hoeveel functies zullen er
telkens per betrekking worden ingevuld en op welke
termijn?

06.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Le 5 avril 2000,
un accord politique a été conclu concernant la
régionalisation de la politique agricole, en ce
compris le transfert des établissements
scientifiques fédéraux qui ressortissent à la
compétence du ministère de l'Agriculture. Des
négociations sont encore en cours concernant le
personnel et les moyens. Le gouvernement fédéral
a néanmoins pris un certain nombre de décisions
qui contrecarrent ce processus. Le 22 décembre
2000, le Conseil des ministres a adopté un projet
d'arrêté royal mettant du personnel à la disposition
de l'Agence fédérale pour la sécurité alimentaire. Le
ministre pourrait-il nous fournir des informations à
ce sujet ? Le 28 décembre 2000, le "Moniteur
belge" a publié un arrêté royal fixant le cadre du
personnel des établissements scientifiques qui
ressortissent à la compétence du département de
l'Agriculture. Pour quelles raisons a-t-on pris cet
arrêté royal pour des établissements qui seront
transférés à l'AFSA ou aux Régions ? Quelles
modifications ont été apportées par rapport aux
effectifs de 1994, y compris en ce qui concerne les
niveaux? Le "Moniteur belge" du 28 décembre 2000
a publié un appel aux candidats pour trois postes
d'assistant au sein du CLO de Gembloux. Pour
quelle raison les recrutements sont-ils limités à ce
centre? Le 13 janvier 2001, le "Moniteur belge" a à
nouveau publié une série d'offres d'emploi pour des
techniciens francophones. Combien de fonctions
seront à chaque fois occupées par poste et dans
quels délais ?
CRABV 50
COM 355
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Zijn er nog andere overplaatsingen of mutaties
goedgekeurd na 5 april 2000 dan die van een
bestuursassistent bij de RKW, gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad van 29 december 2000 en deze
die vandaag gepubliceerd werden? Zijn er nog
andere wervingen gepubliceerd dan deze die ik
reeds citeerde?
Après le 5 avril 2000, d'autres transferts que celui
d'un assistant administratif de l'ONAFTS publié
dans le Moniteur belge du 29 décembre 2000 et
ceux qui ont été publiés aujourd'hui ont-ils été
approuvés ? D'autres offres d'emploi ont-elles
encore été publiées ?
06.02 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): Over
het ontwerp-KB inzake het personeel dat aan het
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de
voedselketen ter beschikking zal worden gesteld
moet nog worden onderhandeld met de vakbonden.
In overleg met minister Aelvoet, de gedelegeerd
bestuurder van het Agentschap en mijzelf zal de lijst
van de personeelsleden worden bepaald. Ik kan de
gevraagde preciseringen dus pas later geven.


Het KB van 28 december 2000 kadert in een geest
van gezond beheer en realiseert de laatste fase van
de algemene baremaherziening van 1994. Met
betrekkingen voor informatici kon niet worden
gewacht tot na de regionalisering.

De oproepen tot kandidaten zijn gericht op
vervangingen van gepensioneerde
personeelsleden, binnen het kader vastgesteld in
1995. Het Franstalig overwicht van de recente
oproepen is toevallig, zoals mag blijken uit de
aanwervingen over een lagere periode die ik
mevrouw Brepoels zal overmaken. Ook de andere
cijfergegevens zal ik mevrouw Brepoels schriftelijk
overmaken.

Mijn administratie helpt mij de overdracht van de
bevoegdheid in de meest optimale omstandigheden
te laten verlopen. Het verzekeren van de continuïteit
van de diensten kadert in dit opzet. Wij hebben niet
te maken met een uitdovende bevoegdheid, wel
met een bevoegdheid die wordt overgedragen aan
de gewesten.
06.02 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais):
Nous devons encore mener des négociations avec
les syndicats en ce qui concerne le projet d'arrêté
royal relatif au personnel qui sera mis à la
disposition de l'Agence fédérale pour la sécurité
alimentaire. J'établirai la liste des membres du
personnel en concertation avec Mme Aelvoet et
l'administrateur délégué de l'Agence. Ce n'est donc
qu'ultérieurement que je pourrai donner les
précisions que vous m'avez demandées.

L'arrêté royal du 28 décembre 2000 vise une
gestion saine en réalisant la dernière phase de la
révision générale des barèmes de 1994. Pour ce
qui est des postes d'informaticien, nous ne
pouvions attendre la régionalisation.

Les appels aux candidats visent à remplacer les
membres du personnel pensionnés dans le cadre
fixé en 1995. La prépondérance francophone des
derniers appels est due au hasard, comme le
montre la liste des recrutements sur une période
plus longue que je transmettrai à Mme Brepoels. Je
transmettrai par écrit les autres chiffres à Mme
Brepoels.


Mon administration m'aide à faire en sorte que le
transfert des compétences se déroule dans des
conditions optimales, notamment en assurant la
continuité des services. Il ne s'agit pas d'une
compétence qui disparaît, mais d'une compétence
qui est transférée aux Régions.
06.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Het antwoord van
de minister is summier, zeker wat de
personeelsformaties betreft. De volledige top van
Gembloux blijkt op hetzelfde ogenblik op pensioen
te gaan. Dat lijkt ongeloofwaardig. Het is vreemd
dat niet voor alle niveaus wervingen gebeuren.
Waarom overigens volledig nieuwe
personeelsformaties opstellen vóór de gewesten
bevoegd zijn? Men had die personeelsformatie
beter aan hen overgelaten.
06.03 Frieda Brepoels (VU&ID): La réponse du
ministre est sommaire, surtout en ce qui concerne
le cadre du personnel. Tous les hauts
fonctionnaires de Gembloux partiraient à la pension.
Cela semble peu crédible. Il est étrange que l'on ne
recrute pas pour tous les niveaux. En outre,
pourquoi mettre sur pied de nouveaux cadres avant
le transfert de compétences aux Régions ? Il aurait
mieux valu leur laisser la fixation des nouveaux
cadres.
06.04 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): Wij
willen goed functionerende diensten overdragen
aan de gewesten. Mijn houding zou overigens
identiek geweest zijn indien het probleem zich in
06.04 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais):
Nous voulons transférer aux Régions des services
qui fonctionnent bien. Mon attitude aurait d'ailleurs
été exactement la même si le problème s'était posé
16/01/2001
CRABV 50
COM 355
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Gent had voorgedaan.
à Gand.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.51 heures.

Document Outline