KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 351
CRIV 50 COM 351
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
10-01-2001 10-01-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Regeling van de werkzaamheden
1
Ordre des travaux
1
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Karel Van
Hoorebeke
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Karel Van
Hoorebeke
Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot de
eerste minister over "de uitbreiding van het
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding" (nr. 601)
2
Interpellation de M. Gerolf Annemans au premier
ministre sur "l'extension des compétences du
Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre
le racisme" (n° 601)
2
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Moties
5
Motions
5
Samengevoegde mondelinge vragen en
interpellaties van:
5
Questions orales jointes et interpellations de:
6
- mevrouw Kristien Grauwels aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de kandidaat-
asielzoekers" (nr. 2974)
5
- Mme Kristien Grauwels au ministre de l'Intérieur
sur "les candidats demandeurs d'asile" (n° 2974)
6
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de huidige
asieltoevloed" (nr. 3005)
5
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "l'actuel afflux de demandeurs
d'asile" (n° 3005)
6
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de behandeling van de
asielzoekers bij de dienst Vreemdelingenzaken"
(nr. 3016)
5
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Intérieur sur
"le traitement des demandeurs d'asile à l'Office
des étrangers" (n° 3016)
6
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de repatriëring van
uitgeprocedeerden naar Kazakstan" (nr. 3036)
5
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"le rapatriement de Kazakhs ayant épuisé toutes
les voies de recours" (n° 3036)
6
- mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de behandeling
van dossiers van Oeigoerse asielzoekers"
(nr. 3051)
6
- Mme Marie-Thérèse Coenen au ministre de
l'Intérieur sur "le traitement de dossiers de
demandeurs d'asile politique ouïghours" (n° 3051)
6
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de chaos ontstaan aan
het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen vanaf 3 januari 2001" (nr. 3054)
6
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le chaos né depuis le 3 janvier 2001 au
Commissariat général pour les réfugiés" (n° 3054)
6
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de instroom en de
repatriëring van asielzoekers en illegalen uit
Kazakstan en een aantal andere pieklanden"
(nr. 3055)
6
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "l'afflux et le rapatriement de demandeurs
d'asile et d'illégaux venant du Kazakhstan et d'un
certain nombre d'autres pays principalement
responsables de cet afflux" (n° 3055)
6
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verscherpte
grenscontroles tussen 26
december
2000 en
10 januari 2001" (nr. 3056)
6
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "les contrôles renforcés aux frontières entre le
26 décembre 2000
et
le
10 janvier 2001"
(n° 3056)
6
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het aantal
asielaanvragen in het jaar 2000 en het aantal al
dan niet gedwongen uitwijzingen van
uitgeprocedeerden en illegalen in datzelfde jaar"
(nr. 3057)
6
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le nombre, d'une part, de demandes d'asile
et, d'autre part, d'expulsions forcées ou non de
personnes ayant épuisé toutes les voies de
recours et d'illégaux en 2000" (n° 3057)
6
- de heer Jacques Lefevre aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de recente
gebeurtenissen met betrekking tot de
asielpolitiek" (nr. 3058)
6
- M. Jacques Lefevre au ministre de l'Intérieur sur
"les derniers événements relatifs à la politique
d'asile" (n° 3058)
6
- de heer Guido Tastenhoye tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
6
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
6
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
en tot de minister van Binnenlandse Zaken over
"het inwerkingtreden vanaf 10 januari 2001 van
het nieuwe opvangsysteem voor asielzoekers"
(nr. 613)
l'Economie sociale et au ministre de l'Intérieur sur
"l'entrée en vigueur, le 10
janvier
2001, du
nouveau système d'accueil pour les demandeurs
d'asile" (n° 613)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de asielcrisis die in
ons land is ontstaan en de improvisatie en
ontreddering die het falend regeringsbeleid
veroorzaakt" (nr. 615)
6
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la crise qui a éclaté dans notre pays en ce qui
concerne l'accueil des demandeurs d'asile et
l'improvisation et la confusion qui règnent à la
suite de l'échec de la politique gouvernementale"
(n° 615)
6
- de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de bestemming van het vakantiecentrum
Hengelhoef in Houthalen" (nr. 3035)
6
- M. Jo Vandeurzen au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "la destination du centre
de vacances Hengelhoef à Houthalen" (n° 3035)
6
- mevrouw Michèle Gilkinet tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opvang van de kandidaat-vluchtelingen"
(nr. 619)
6
- Mme Michèle Gilkinet au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "l'accueil des candidats
réfugiés" (n° 619)
7
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "het onderbrengen van vermeende
asielzoekers door OCMW's van de provincie
Antwerpen in hotelkamers in het Antwerpse"
(nr. 3082)
6
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "l'hébergement de
supposés demandeurs d'asile par les CPAS de la
province d'Anvers dans des chambres d'hotel de
la région d'Anvers" (n° 3082)
7
Sprekers: Kristien Grauwels, Karel Van
Hoorebeke, Karine Lalieux, Pieter De Crem,
Guido Tastenhoye, Jacques Lefevre, Jo
Vandeurzen, Michèle Gilkinet, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken, Marie-Th.
Coenen
Orateurs: Kristien Grauwels, Karel Van
Hoorebeke, Karine Lalieux, Pieter De Crem,
Guido Tastenhoye, Jacques Lefevre, Jo
Vandeurzen, Michèle Gilkinet, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur, Marie-Th. Coenen
Moties
34
Motions
34
Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre Viseur
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
lessen die dienen getrokken te worden uit de
elektronische stemming te Jurbise" (nr. 3006)
36
Question orale de M. Jean-Pierre Viseur au
ministre de l'Intérieur sur "les leçons à tirer du
scrutin électronique à Jurbise" (n° 3006)
36
Sprekers: Jean-Pierre Viseur, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean-Pierre Viseur, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
39
Questions orales jointes de
39
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de
hulpverleningszones voor de brandweer"
(nr. 3008)
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur sur
"les zones de recours pour les services
d'incendie" (n° 3008)
- de heer Jan Peeters aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de afbakening van de
brandweerzones in de provincie Antwerpen, meer
bepaald voor de gemeente Lille" (nr. 3013)
- M. Jan Peeters au ministre de l'Intérieur sur "la
délimitation des zones de services d'incendie
dans la province d'Anvers, plus particulièrement
pour la commune de Lille" (n° 3013)
Sprekers: Marcel Hendrickx, Jan Peeters,
Antoine Duquesne,
minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Marcel Hendrickx, Jan Peeters,
Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Paul Tant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "artikel
76bis van de gemeentekieswet" (nr. 3020)
41
Question orale de M. Paul Tant au ministre de
l'Intérieur sur "l'article 76bis de la loi électorale
communale" (n° 3020)
41
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Sprekers: Paul Tant, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Paul Tant, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Marcel Hendrickx
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"zitpenningen en vergoedingen in de politieraden"
(nr. 3034)
42
Question orale de M. Marcel Hendrickx au
ministre de l'Intérieur sur "les jetons de présence
et les indemnités dans les conseils de police"
(n° 3034)
42
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen en
interpellaties van:
43
Questions orales et interpellations jointes de:
43
- de heer Willy Cortois aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de leidinggevende
functies in het gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. 3049)
43
- M. Willy Cortois au ministre de l'Intérieur sur "les
fonctions dirigeantes dans l'arrondissement
judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 3049)
43
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "de desastreuze selectiewijze van
de directeurs bij de federale politie" (nr. 618)
43
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre sur
"la façon désastreuse dont ont été sélectionnés
les directeurs de la police fédérale" (n° 618)
43
-
de heer Dirk Pieters tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de benoeming van de
gerechtelijk directeur van de gedeconcentreerde
gerechtelijke eenheid te Brussel" (nr. 622)
43
- M. Dirk Pieters au ministre de l'Intérieur sur "la
nomination du directeur judiciaire de l'unité
judiciaire déconcentrée de Bruxelles" (n° 622)
43
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de benoeming van de
politiedirecteurs in Brussel-Halle-Vilvoorde"
(nr. 3065)
43
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
"la nomination des directeurs de police à
Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 3065)
43
Sprekers:
Willy Cortois, Karel Van
Hoorebeke, Dirk Pieters, Bart Laeremans,
Antoine Duquesne,
minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Willy Cortois, Karel Van
Hoorebeke, Dirk Pieters, Bart Laeremans,
Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Moties
46
Motions
46
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
10
JANUARI
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
10
JANVIER
2001
14:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.22 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.22 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Regeling van de werkzaamheden
01 Ordre des travaux

De voorzitter: Dames en heren, voorafgaandelijk
bied ik u mijn beste wensen aan voor het
komende jaar.

Voorts deel ik u mee dat we na de behandeling
van de interpellatie van de heer Annemans van
gedachten zullen wisselen over de te volgen
procedure voor de vragen en de interpellaties in
verband met de asielproblematiek en de andere
punten van de agenda.

Ik geef u dit al mee - op die manier kunnen de
fracties de nodige voorbereidselen nemen
-:
aangezien de heer Cortois erop staat zijn vraag,
punt 15 van de agenda, te stellen en hij dus niet
ingaat op het voorstel dat in de Conferentie van
voorzitters werd gedaan om de vraag te verdagen,
zullen zij die eveneens het woord wensen te
voeren over de aanstelling van de dirju van
Brussel-Halle-Vilvoorde, dat kunnen doen voor
zover ze op dat ogenblik aanwezig zijn. Ce que
Cortois veut, Dieu le veut.
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik ga daarmee akkoord,
voor zover het punt niet wordt behandeld
vooraleer de heer Laeremans hier aanwezig kan
zijn. Zo was de afspraak in de Conferentie van
voorzitters. Ik had overigens in de Conferentie
begrepen dat de heer Cortois niet zou worden
verzocht, maar dat hij veeleer met stevige
aandrang te horen zou krijgen dat zijn vraag aan
het debat van volgende week zou worden
toegevoegd.

De voorzitter: Ik had de suggestie klaar, mijnheer
Annemans, om woensdagochtend de
problematiek Brussel-Halle-Vilvoorde en
woensdagmiddag deze van de tweede reeks
benoemingen voor het nieuwe politieapparaat te
behandelen.
01.02 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): De
heer Cortois had daar blijkbaar geen oren naar?

De voorzitter: Hij heeft in ieder geval een
ontkennend gebaar gemaakt.
01.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, ik steun de vraag van de heer
Cortois om zijn vraag vandaag te kunnen stellen.
Ik zou er mij immers graag bij aansluiten: het gaat
tenslotte om een dringende aangelegenheid die
niet tot volgende week kan wachten. Ik heb er dus
alle begrip voor dat de heer Cortois zijn vraag
handhaaft. De heer Annemans kent de
problematiek niet zo goed en ik begrijp dan ook
dat hij instemt met een uitstel.

De voorzitter: We zullen proberen om degenen
die zich in het debat over de benoeming van de
dirju in Brussel-Halle-Vilvoorde wensen in te
schrijven, op tijd hierheen te krijgen. Slagen we
daar niet in, dan wordt het een interpellatie in twee
schuifjes. Ik kan niet anders. Met andere woorden,
wie hier is, kan het woord krijgen. Wie hier niet is,
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
omdat hij of zij niet tijdig kon worden
gewaarschuwd, zal volgende week nog op het
thema kunnen terugkomen. Ik zie geen andere
mogelijkheid om de rechten van eenieder optimaal
te vrijwaren.
02 Interpellatie van de heer Gerolf Annemans
tot de eerste minister over "de uitbreiding van
het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding" (nr. 601)
02 Interpellation de M. Gerolf Annemans au
premier ministre sur "l'extension des
compétences du Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le racisme" (n° 601)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid).
(La réponse sera donnée par la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi).
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister,
collega's, ik interpelleer u vandaag in hoofdzaak
om de regering te verplichten de zaak van de
verdere uitbreiding van de bevoegdheden en de
nieuwe bepalingen inzake een zogenaamd
ontwerp antidiscriminatie even scherp te stellen,
want de verwarring daarover wordt nu wel erg
groot.

Het voorstel van de vijf de senatoren wordt door
de Raad van State op een min of meer
genuanceerde manier strijdig verklaard met de
mensenrechten en op een draconische en
duidelijke manier terugverwezen. Het voorstel
wordt enigszins doorkruist door wat wij uit de pers
vernemen, met name dat er een voorstel van
voorontwerp van wet zou zijn, dat door de regering
wordt gestuurd en rondgestuurd.

Ik zeg "naar aanleiding van artikelen uit de pers",
want wij zijn vooralsnog afhankelijk van wat de
regering zelf hierover heeft meegedeeld en dat is
letterlijk niets meer dan de volgende paragraaf:
"Op voorstel van de minister van
Werkgelegenheid keurde de Ministerraad een
voorontwerp van wet goed op de versterking van
de wetgeving tegen racisme en xenofobie. Verder
keurde de Ministerraad een aantal amendementen
goed op het wetsvoorstel voor de verspreiding van
de discriminatie."

Is het correct wat de pers over uw voorontwerp
schrijft? Wanneer zult u het voorontwerp aan het
Parlement, met name de publieke opinie,
voorstellen? Dat is het hoofddoel van mijn
interpellatie, want ik herhaal dat alles wat wij
weten niet meer is dan wat in de pers is
verschenen.

Het voorontwerp van wet dat door de Ministerraad
is goedgekeurd zou, naar verluidt, naast de
bestaande racismewetgeving, een
antidiscriminatiewetgeving invoeren die iedere
discriminatie bestraft, en ik citeer "op grond van
geslacht,
huidskleur," - zogenaamd - "ras,
seksuele voorkeur, etnische of nationale
afstemming, burgerlijke stand, geboorte, leeftijd,
religieuze of filosofische overtuiging,
gezondheidstoestand en handicap".

Iemand om die redenen pesten is - naar verluidt -
discriminatie. Indirecte discriminatie zou ook onder
de wet vallen. Iemand die niet wordt aangeworven
of wordt ontslagen omdat hij te oud is, omdat oude
mensen teveel kosten, is discriminatie. De
antiracismewet blijft bestaan, maar met andere
strafbepalingen en gedeeltelijk andere
betichtingen en strafbepalingen. Ik zeg wel
duidelijk naar verluidt, want wij krijgen er geen
duidelijkheid over van de regering.

Ook de term, het begrip of het concept belediging
zou in die antidiscriminatiewet worden
geïntroduceerd. Het concept verwerpelijk motief
zou worden ingevoerd en zou erop gericht zijn alle
straffen uit de normale strafrechtelijke sfeer te
verdubbelen, indien het motief discriminatie zou
betreffen. Dit betekent een verdubbeling van de
bestaande strafgronden, een soort verzwarende
omstandigheid vermoed ik, maar dat is niet
duidelijk, vermits wij het voorontwerp vooralsnog
niet in ons bezit hebben. Op burgerlijk vlak worden
de discriminaties verboden bij de levering van
diensten, bij sollicitaties, bij aanwervingen en dies
meer.

Het vaststellen van de misdrijven zou in de
toekomst door een deurwaarder kunnen
gebeuren. Naar verluidt - ik ben niet zeker dat dit
zo is
- zou meteen de bewijslast worden
omgekeerd. Dit sluit rechtstreeks aan bij de
opmerkingen die de Raad van State heeft
geformuleerd in verband met de Europese
mensenrechten naar aanleiding van het voorstel
van de senatoren. Daar was ook sprake van een
omkering van de bewijslast. Mijn vraag is dan ook
of het inderdaad zo is dat door het invoeren van
de bewijsvoering via deurwaarders ook de
bewijslast wordt omgekeerd? Dit is toch een
heldere vraag?

Bovendien wordt hier het zogenaamde statistische
bewijs ingevoerd. Wanneer statistisch kan worden
aangetoond dat er sprake is van discriminatie in
verband met sociale woningen in een bepaalde
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
regio of in een bepaald geval ten opzichte van
andere regio's en andere gevallen, zou men door
het aantonen van een statistische discrepantie
tegenover andere gevallen de discriminatie
kunnen bewijzen. Bovendien zouden de
schadevergoedingen verhoogd worden. Er zou
een Sociale Inspectie worden geïnstalleerd en
bevoegd gemaakt worden om dergelijke
discriminaties te gaan naspeuren. Er zou een
onderzoeksrecht komen naast het vorderingsrecht
dat het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
Discriminatiebestrijding van pater Leman
uitoefent. Dit zou van pater Leman meteen een
onderzoeksrechter maken. Dit zou naar verluidt
dus allemaal in uw ontwerp staan en het zou
goedgekeurd zijn door de Vlaamse Liberalen en
Democraten, voor zover ik begrijp. Het
inquisitiecentrum van de pater zou volgens het
'toetje' dat aan uw ontwerp werd toegevoegd ook
een verdubbeling van zijn begroting mogen
verwachten.

Ik heb geprobeerd om via onze studiediensten na
te gaan wat de vergelijkingsfactor is tussen uw
ontwerp en het voorstel van de vijf senatoren. Ik
ben daar niet in geslaagd. Ik kan ook niet nagaan
in hoeverre uw voorontwerp door dezelfde fouten
zou besmet zijn als het senaatsvoorstel. Indien dat
zo is, zou uw ontwerp trouwens gewoon door de
Raad van State naar de vuilnisbak verwezen
worden. Als ik het advies van de Raad van State
goed lees, lees ik daar ook de principiële vragen
die deze Raad opwerpt in verband met het
voorstel van de vijf senatoren, namelijk dat het
voorstel strijdig is met de mensenrechten en dat
er grondwettelijke bezwaren bestaan tegen het
overhevelen van onderzoeksdaden naar een
privé-instelling. Er bestaan ook grondwettelijke
bezwaren tegen het omkeren van de bewijslast.
Als ik al deze kritieken van de Raad van State
goed lees, en als de pers uw voorstel niet
verkeerd heeft voorgesteld, vermoed ik dat ook
tegen uw voorontwerp van wet ernstige
grondwettelijke, verdragrechtelijke, Europese en
mensenrechtelijke bezwaren zullen bestaan.

Ik wil u dus vragen, mevrouw de minister, in welke
mate u en de regering bereid zijn inzicht te geven
over het al dan niet bestaan van zo'n voorontwerp
en over hoe dit voorontwerp aan het Parlement
bekend zal worden gemaakt. Moeten wij ons
misschien beperken tot het lezen van de drie
lijntjes die daarover door de heer Verhofstadt op
een blauwe vrijdag na de Ministerraad werden
meegedeeld?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de regering heeft tijdens de
Ministerraad van 6 december 2000 inderdaad een
wetsontwerp goedgekeurd ter versterking van de
wetgeving tegen het racisme en de xenofobie, net
als amendementen op het wetsvoorstel dat in de
Senaat wordt besproken.
02.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, om te vermijden dat we in
hetzelfde euvel terechtkomen, zou ik willen vragen
dat de microfoon van de minister wordt aangezet
want ik hoor niets.

De voorzitter: Ik merk dat de microfoon van de
minister wel degelijk is ingeschakeld maar
klaarblijkelijk is er een technisch probleem. De
technische diensten zijn hiervan in kennis gesteld
maar vooralsnog heeft dat niet veel veranderd.
02.04 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, u moet er misschien een
chauffagist bij halen? Ik zal mijn best doen om
aandachtig te luisteren.
02.05 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de
voorzitter, ik herhaal even het begin van mijn
antwoord.

De regering heeft tijdens de Ministerraad van
6 december 2000 inderdaad een ontwerp van wet
goedgekeurd ter versterking van de wetgeving
tegen het racisme en de xenofobie, net als
ontwerpen van amendementen op het
wetsvoorstel dat in de Senaat wordt besproken.
Het is juist dat de bevoegdheden van het Centrum
voor de Gelijkheid van Kansen en
Racismebestrijding worden uitgebreid.

Het wetsontwerp ter versterking van de wetgeving
tegen het racisme wijzigt de wet-Moureaux van 30
juni 1981 voornamelijk op volgende punten:
racistische beledigingen...

(Men maakt de voorzitter erop attent dat de
minister niet kan worden verstaan)

De voorzitter: Mevrouw de minister, probeert u
alstublieft nog eens.
02.06 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de
voorzitter, voor de derde keer.
De regering heeft tijdens de Ministerraad van
6 december 2000 inderdaad een ontwerp van wet
goedgekeurd ter versterking van de wetgeving
tegen het racisme en de xenofobie, net als
ontwerpen van amendementen op het
wetsvoorstel-Mahoux dat in de Senaat wordt
besproken.
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Mijnheer de voorzitter, is het nu goed?

De voorzitter: Aan de gezichten te zien wel,
mevrouw de minister.
02.07 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de
voorzitter, het is juist dat de bevoegdheden van
het Centrum voor de Gelijkheid van Kansen en
Racismebestrijding worden uitgebreid.

Het wetsontwerp ter versterking van de wetgeving
tegen het racisme wijzigt de wet-Moureaux van
30 juli 1981 voornamelijk op volgende punten.
Racistische beledigingen worden als strafbaar
beschouwd. Ingeval van verwerpelijke reden
bestaat de mogelijkheid van verdubbeling van de
straf bij bepaalde inbreuken. Er wordt in een
sanctie voorzien voor daden van discriminatie op
het werk tegenover een groep en tegenover een
persoon. Er komt een uitbreiding van de
bevoegdheden van de arbeidsinspectie tot het
vaststellen van inbreuken op de wet van 30 juli
1981.

De amendementen van de regering op het
voorstel van de wet-Mahoux ter bestrijding van
discriminaties slaan op een aantal punten. De
discriminatie moet op een precieze manier
gedefinieerd worden op strafrechtelijk niveau. In
geval van verwerpelijke redenen moet de
mogelijkheid bestaan voor verdubbeling van de
straf bij bepaalde inbreuken. Op burgerlijk niveau
komt er een verschuiving van de bewijslast naar
de dader van de discriminatie via de mogelijkheid
om een discriminatie te bewijzen door een
situatietest of door statistische gegevens. Wat het
arbeidsrecht betreft, wordt de werknemer die een
klacht tegen zijn werkgever indient beschermd:
een ontslagen werknemer kan worden
heringeschakeld en de bevoegdheden van de
arbeidsinspectie worden uitgebreid tot het
vaststellen van inbreuken op de wet.

De wet van 15 februari 1993 tot oprichting van het
centrum voor de Gelijkheid van Kansen zal
worden gewijzigd. De bevoegdheden van het
centrum worden uitgebreid inzake discriminaties.
Het zal eveneens de slachtoffers van discriminatie
ten laste kunnen nemen. Het centrum zal
samenwerken met de verenigingen die dezelfde
opdrachten uitvoeren of die betrokken zijn bij
discriminatie. Het centrum is niet bevoegd voor
vormen van discriminatie op het geslacht. Het
centrum zal bijgevolg drie functies hebben: een
bemiddelings- en begeleidingsfunctie van de
slachtoffers, een overlegfunctie en een
deskundigheidsfunctie. Het centrum zal eveneens
de opdracht hebben na te gaan of de
fundamentele rechten van de vreemdelingen
worden nageleefd worden en de voorlichting van
de overheid over de migrantenstromen voor zijn
rekening te nemen. De federale gemeenschap en
de gewestelijke besturen zullen de verplichting
hebben inlichtingen in te winnen over
discriminaties en het centrum op de hoogte te
houden van de resultaten van enquêtes in dit
verband.

J'ajouterai que l'ensemble de ce projet et de ces
amendements à la proposition de loi sénatoriale
s'inscrit parfaitement dans les directives
européennes qui viennent d'être adoptées
concernant la lutte contre les discriminations dans
les Etats de l'Union européenne.

Nous attendons l'avis du Conseil d'Etat quant au
projet de loi actuellement à l'examen avant de le
présenter au parlement. Quant aux amendements
de la loi Mahoux, ils ont été déposés en
commission sénatoriale.

Les critiques du conseil d'Etat ne portaient ni sur
le projet de loi ni sur les amendements déposés
par le gouvernement mais bien sur la proposition
de loi telle qu'elle a été déposée par certains
sénateurs. Je puis d'ores et déjà vous dire que
ces critiques portent sur le respect des
compétences fédérales et communautaires, sur la
définition de la discrimination, sur la liberté
d'expression, d'association et sur la liberté de
culte.

Le projet de loi et les amendements avaient
prévenu les remarques du Conseil d'Etat et dès
lors, il ne semble pas que le projet de loi et les
amendements connaissent de difficultés eu égard
aux remarques que le Conseil d'Etat a transmises
au Sénat.

Lorsque le projet sera déposé au parlement après
avis du Conseil d'Etat et lorsqu'il aura été
présenté au Sénat pour ce qui concerne la partie
«amendements», nous en reparlerons, mais j'ai
été très heureuse que le gouvernement se soit
inscrit dans la volonté de lutte contre les
discriminations qui touchent tous les pays
européens.

Nous sommes précurseurs en la matière et nous
pourrons dire que nous aurons fait de la lutte
contre les discriminations, les intolérances, l'une
des priorités du gouvernement.
02.08 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat ik deze
interpellatie heb kunnen houden omdat wij, buiten
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
wat wij reeds wisten via het persbericht van de
Ministerraad, nu toch iets meer specifieke
informatie hebben gekregen over dat fameuze
ontwerp. Ik denk dat wij niet de enigen zijn en dat
wij een brede stroom van de publieke opinie in
Vlaanderen achter ons hebben wanneer wij ons
ernstig zorgen maken over het verder ontmantelen
van de rechtsstaat. Wij denken dan vooral aan
zaken als de onderzoeksbevoegdheid van privé-
organisaties, zij wezen dan nog opgericht bij wet,
of de omkering van de bewijslast. Ik heb dat door
de minister niet horen bevestigen, evenmin als de
strafrechtelijke vaststelling bij
deurwaardersexploot. Die zaken heb ik niet horen
terugkeren in de uiteenzetting, behoudens
vergissing van de minister. Bij al die zaken begint
niet alleen de Raad van State of het Vlaams Blok,
maar naar mijn oordeel ook de hele publieke
opinie zich ernstig vragen te stellen. Die vragen
gaan in de richting van de vaststelling dat de
zogenaamde bestrijding van het racisme of de
bestrijding van het zogenaamde racisme
langzaam waanzinnige vormen begint aan te
nemen. Dit geldt dan niet in het raamwerk van een
Europese regelgeving, maar is te zien in het licht
van Belgische hysterie wegens de
verkiezingsoverwinningen van het Vlaams Blok.
Wij zien het uitdrukkelijk in dat perspectief. Op
Europees vlak is men doorgaans veel
voorzichtiger. Zelf ben ik lid van de parlementaire
assemblee van de Raad van Europa, waar men
ieder jaar een rapport uitbrengt over racistische
partijen en organisaties. Al naargelang die partijen
in een regering komen, vallen zij weg van de lijst.
Neem het geval van Oostenrijk. Tot voor een jaar
was het paniek in het rapport van de Raad van
Europa inzake de FPÖ. Die FPÖ is nu een
regeringspartij en is nu plots geen racistische
partij meer. Al die politiek geïnspireerde en op
basis van diplomatieke criteria geïnspireerde
zogenaamde wetgeving die tegelijk een gevaar
vormt voor een normale en ordentelijke ordening
van een rechtsstaat, al die op en neergaande
jojobewegingen van wetgevingen tegen
discriminatie en racisme, zijn voor de publieke
opinie in Vlaanderen en zeker ook voor het
Vlaams Blok onaanvaardbaar. Na mevrouw de
minister goed te hebben beluisterd inzake dat
ontwerp, denk ik dat als de Raad van State
consequent blijft met het in de zaak van de
senatoren uitgebrachte advies, ook het ontwerp
van de regering nog steeds op zeer ernstige
bezwaren zal stuiten.

Het lijkt mij voorbarig zoals mevrouw de minister
te beweren dat hiermee reeds voldoende rekening
werd gehouden en dat men verder niets hoeft te
vrezen. Is dat wel zo, dan zullen wij elkaar
uiteraard opnieuw ontmoeten bij de behandeling
van dat te betreuren wetsontwerp.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Gerolf Annemans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Gerolf
Annemans
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid,
verzoekt de regering bewust ontwerp onverwijld in
te trekken en desgevallend eerst in
overeenstemming te brengen met de grondwet en
het EVRM."

Une motion de recommandation a été déposée
par M. Gerolf Annemans et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Gerolf
Annemans
et la réponse de la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi,
demande au gouvernement de retirer sans délai le
projet en question, et, le cas échéant, de le mettre
d'abord en conformité avec la Constitution et la
Convention européenne de sauvegarde des droits
de l'homme."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heer Willy Cortois, de dames Corinne De
Permentier en Kristien Grauwels en de heer
Charles Janssens.

Une motion pure et simple a été déposée par M.
Willy Cortois, Mmes Corinne De Permentier et
Kristien Grauwels et M. Charles Janssens.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu
ultérieurement.La discussion est close.
03 Samengevoegde mondelinge vragen en
interpellaties van:
- mevrouw Kristien Grauwels aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de kandidaat-
asielzoekers" (nr. 2974)
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de huidige
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
asieltoevloed" (nr. 3005)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de behandeling van
de asielzoekers bij de dienst
Vreemdelingenzaken" (nr. 3016)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de repatriëring van
uitgeprocedeerden naar Kazakstan" (nr. 3036)
-
mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
behandeling van dossiers van Oeigoerse
asielzoekers" (nr. 3051)
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de chaos ontstaan
aan het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen vanaf 3 januari 2001" (nr. 3054)
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de instroom en de
repatriëring van asielzoekers en illegalen uit
Kazakstan en een aantal andere pieklanden"
(nr. 3055)
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verscherpte
grenscontroles tussen 26
december
2000 en
10 januari 2001" (nr. 3056)
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het aantal
asielaanvragen in het jaar 2000 en het aantal al
dan niet gedwongen uitwijzingen van
uitgeprocedeerden en illegalen in datzelfde
jaar" (nr. 3057)
- de heer Jacques Lefevre aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de recente
gebeurtenissen met betrekking tot de
asielpolitiek" (nr. 3058)
- de heer Guido Tastenhoye tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie en tot de minister van Binnenlandse
Zaken over "het inwerkingtreden vanaf
10 januari 2001 van het nieuwe opvangsysteem
voor asielzoekers" (nr. 613)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de asielcrisis die in
ons land is ontstaan en de improvisatie en
ontreddering die het falend regeringsbeleid
veroorzaakt" (nr. 615)
- de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de bestemming van het
vakantiecentrum Hengelhoef in Houthalen"
(nr. 3035)
- mevrouw Michèle Gilkinet tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de opvang van de kandidaat-
vluchtelingen" (nr. 619)
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "het onderbrengen van
vermeende asielzoekers door OCMW's van de
provincie Antwerpen in hotelkamers in het
Antwerpse" (nr. 3082)
03 Questions orales jointes et interpellations
de:
-
Mme Kristien Grauwels au ministre de
l'Intérieur sur "les candidats demandeurs
d'asile" (n° 2974)
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "l'actuel afflux de demandeurs
d'asile" (n° 3005)
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Intérieur
sur "le traitement des demandeurs d'asile à
l'Office des étrangers" (n° 3016)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"le rapatriement de Kazakhs ayant épuisé
toutes les voies de recours" (n° 3036)
- Mme Marie-Thérèse Coenen au ministre de
l'Intérieur sur "le traitement de dossiers de
demandeurs d'asile politique ouïghours"
(n° 3051)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le chaos né depuis le 3 janvier 2001 au
Commissariat général pour les réfugiés"
(n° 3054)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "l'afflux et le rapatriement de demandeurs
d'asile et d'illégaux venant du Kazakhstan et
d'un certain nombre d'autres pays
principalement responsables de cet afflux"
(n° 3055)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "les contrôles renforcés aux frontières entre
le 26 décembre 2000 et le 10 janvier 2001"
(n° 3056)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le nombre, d'une part, de demandes d'asile
et, d'autre part, d'expulsions forcées ou non de
personnes ayant épuisé toutes les voies de
recours et d'illégaux en 2000" (n° 3057)
- M. Jacques Lefevre au ministre de l'Intérieur
sur "les derniers événements relatifs à la
politique d'asile" (n° 3058)
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale et au ministre de
l'Intérieur sur "l'entrée en vigueur, le
10 janvier 2001, du nouveau système d'accueil
pour les demandeurs d'asile" (n° 613)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la crise qui a éclaté dans notre pays en ce qui
concerne l'accueil des demandeurs d'asile et
l'improvisation et la confusion qui règnent à la
suite de l'échec de la politique
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
gouvernementale" (n° 615)
- M. Jo Vandeurzen au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale sur "la destination du
centre de vacances Hengelhoef à Houthalen"
(n° 3035)
- Mme Michèle Gilkinet au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale sur "l'accueil des
candidats réfugiés" (n° 619)
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale sur "l'hébergement de
supposés demandeurs d'asile par les CPAS de
la province d'Anvers dans des chambres d'hotel
de la région d'Anvers" (n° 3082)

Collega's, aangezien er meer dan drie
samengevoegde vragen zijn wens ik artikel 89, 7°
van het Reglement toe te passen. Dit biedt ons de
mogelijkheid, conform de wil van de Conferentie
van voorzitters, om over dit onderwerp een
minidebat te houden. Het spreekt voor zich dat
alle vraagstellers opeenvolgend het woord kunnen
voeren. Ik vestig er de aandacht op dat, conform
artikel 87bis dat deze aangelegenheid regelt, de
spreektijd van elke spreker die een vraag stelt
beperkt is tot twee minuten. De spreektijd van de
regering voor haar antwoord is beperkt tot vijf
minuten.

Hier wens ik nog twee opmerkingen aan toe te
voegen. Ten eerste, alle fracties die niet aan het
woord zijn geweest via hun vraagstellers of
interpellanten kunnen bijkomend het woord
vragen, hetzij voor hetzij na het antwoord van de
regering.

Vermits aan deze vragen ook interpellaties
gekoppeld zijn, zal de spreektijd voor die
interpellaties iets ruimer zijn. Ik nodig echter alle
collega's die in dat geval verkeren uit om zoveel
mogelijk hun spreektijd te beperken want anders
wordt dit een eindeloze aangelegenheid.
03.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, mijn vraag dateert van
18 december 2000. Intussen is de situatie een
beetje veranderd. Ik zal mijn vragen op basis van
een aantal nieuwe gegevens enigszins wijzigen.

Wat hetzelfde bleef is de rij mensen die elke dag
voor de gebouwen van de dienst
Vreemdelingenzaken staat aan te schuiven om
zich daar als kandidaat-asielzoeker te melden. We
hebben de beelden veelvuldig kunnen zien. In het
begin liet de administratie van de dienst
Vreemdelingenzaken de mensen nog wel binnen.
Omdat de capaciteit van de wachtzaal blijkbaar te
beperkt was, kregen de wachtenden later een
routinebriefje, zonder de vermelding van enige
persoonlijke gegevens, waarop stond dat ze over
twee of drie weken moesten terugkomen. Deze
situatie is nu enigszins veranderd. De rijen zijn wel
gebleven, maar men heeft de mensen verwezen
naar tenten in de omgeving. Daar worden ze nu
opgevangen in afwachting van hun overbrenging
naar de dienst Vreemdelingenzaken.

De laatste dagen bleek duidelijk dat een groot
aantal mensen blijft toestromen, ondanks de
verwachte terugloop van dat aantal en ondanks de
kritiek op de opvang ter plaatse. Verenigingen
zoals Artsen zonder Grenzen hebben getuigd dat
de opvang chaotisch verliep en dat zij zelf
moesten instaan voor hulp in de vorm van
soepbedeling en koffiebedeling om de mensen
menswaardiger de wachttijd te laten doorkomen.

Ik wil u een aantal vragen stellen over deze
situatie, mijnheer de minister. Kan het wettelijk
nog wel dat mensen zich aanmelden als
kandidaat-asielzoekers op een ander moment dan
ze dat oorspronkelijk wilden doen zonder dat ze
de kans kregen op een eerste behandeling of een
eerste gesprek? Kan er bijvoorbeeld niet meteen
van hen een foto worden genomen? Kan dit nog
altijd nog niet geregeld worden? Ik denk dat de
dienst Vreemdelingenzaken een humanitaire
tegemoetkoming wou doen door tentenkampen in
te richten. Wat de administratieve opvang en het
wettelijke asielrecht betreft, is er echter nog altijd
een probleem. Is het werkelijk onmogelijk om al
die mensen gewoon een eerste administratieve
formaliteit te laten vervullen? Ik bedoel
bijvoorbeeld het noteren van hun naam, het
maken van een foto, het geven van een juiste
datum waarop zij zich kunnen aanmelden, het
geven van juiste instructies over hoe de procedure
verder zal verlopen, en wat ze in de tussentijd
kunnen doen.

In de beginperiode, toen de rij wachtenden nog
voor de gebouwen van de dienst
Vreemdelingenzaken stond, was het niet duidelijk
in welke situatie die mensen zich precies
bevonden. Waren zij reeds ingeschreven als
kandidaat-asielzoekers? Hadden zij als dusdanig
recht op opvang in bijvoorbeeld een asielcentrum
of om naar een OCMW te gaan? Dit bleef in het
ongewisse. Volgens de informatie die ik heb is
daar nu toch enige verandering in gekomen. Nu
zouden deze mensen worden weggebracht naar
de kazernes waar ze dezelfde dag en nacht
kunnen verblijven.
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8

Het is niet duidelijk welke instructies die mensen
krijgen, welke informatie zij krijgen over hoe het nu
verder met hen zal verlopen, wanneer ze moeten
terugkomen, wat er dan met hen zal gebeuren,
enzovoort. Vanochtend is reeds door de heer
Cortois aangehaald dat de heer Tant ter plaatse is
geweest. De heer Tant kan ongetwijfeld
bevestigen dat de dingen op een chaotische
manier werden georganiseerd. De mensen die
zich daar aanmeldden hadden niet de zekerheid of
ze nu administratief als kandidaat-asielzoeker zijn
ingeleid, noch over wat de volgende dagen met
hen zal gebeuren.

Ik had graag wat meer uitleg gekregen over al
deze vragen, mijnheer de minister.
03.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, op
verschillende tijdstippen heb ik u al geïnterpelleerd
en ondervraagd over de manier waarop u in dit
land het asielbeleid voert. Tegenwoordig stel ik
vast dat het chaotische en het onvoorspelbare van
uw beleid dagelijks wordt voortgezet. Het
opvallende is dat u terzake geen beleid hebt, maar
wel de verantwoordelijkheid en de schuld naar
anderen toeschuift. In dit verband wil ik even
aanstippen dat u er ondertussen in geslaagd bent
om de commissaris-generaal van het
Commissariaat tot ontslag te dwingen. Weliswaar
komt het over als vrijwillig ontslag, maar iedereen
die de precieze omstandigheden kent, weet dat u
de man onder druk hebt gezet om vrijwillig ontslag
te nemen. Wanneer we vandaag het interview
lezen met uw gewezen adjunct-kabinetschef, die
nu de commissaris-generaal is op dat
Commissariaat, dan is het duidelijk dat u de
beleidsverantwoordelijkheid voor uw politiek falen
naar anderen doorschuift, die wellicht beter uw
politieke visie daaromtrent uitvoeren.

Het voorbije jaar heb ik u altijd een zekere
goodwill verleend, alhoewel ik u kritisch benaderd
heb. Ik vrees echter dat wat nu met de
commissaris-generaal is gebeurd, uw
geloofwaardigheid volledig heeft ondergraven. In
elk geval bieden de gebeurtenissen rond Kerstmis
en nieuwjaar ons op dit moment geen garantie dat
het in de toekomst beter zal gaan.

Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen. Ten
eerste, al maanden zeggen we waar de grote
aanzuigkracht omtrent de asielzoekers in dit land
ligt. Vanaf 10 januari 2001 zou een bepaalde
maatregel afgeschaft worden, met name de
geldelijke steun van de OCMW's. U moest dus
eigenlijk weten dat dit een periode zou creëren
waarin het aanzuigeffect nog groter zou worden. U
beschikte over al uw ervaring, over uw task-force
die u dagelijks bijstaat in deze materie en over uw
adjunct-kabinetschef die op dat ogenblik nog in
dienst was. Waarom hebt u dit dan niet voorzien?
Het was mogelijk om de genoemde maatregel op
3 januari 2001 te laten ingaan. Waarom hebt u de
invoering pas voor 10 januari voorzien, de datum
daarna vervroegd en zodoende de chaotische
situatie nog vergroot?

Ten tweede, u had aangekondigd dat u
verscherpte grenscontroles zou laten uitvoeren.
Zo'n aankondiging en maatregel doet en neemt u
niet voor de eerste keer. Wat is het resultaat
ervan geweest? Niettegenstaande de verscherpte
controles zijn er namelijk nog nooit zoveel
asielzoekers toegekomen als in die periode.
Enkele collega's zijn ter plaatse gaan kijken. Men
spreekt van 1.000 tot 1.200 asielzoekers per dag.
Het is duidelijk dat de grenscontroles, net zoals
sommige andere maatregelen, door u wel worden
aangekondigd maar zonder resultaat blijven.

Ten derde wil ik graag weten of u het eens bent
met de huidige commissaris-generaal. Hij vindt
dat men eerst de dossiers moet behandelen van
degenen die binnenkomen en de oudere dossiers
laten liggen. Deze mening blijkt ook uit het
interview met de huidige commissaris-generaal,
die blijkbaar de politieke krijtlijnen aan het
uitstippelen is van het toekomstig asielbeleid. Ik
neem aan dat u achter zijn beleid staat en vraag
me af of zijn visie ook uw visie is.

Gaat u op deze manier niet opnieuw een
aanzuigeffect creëren en zal u op deze manier niet
ongetwijfeld naar een tweede regularisatieronde
moeten overgaan? Alle oudere dossiers zullen niet
binnen een normale termijn afgewerkt kunnen
worden. Ze zullen blijven aanslepen. Binnen de
kortste tijd zullen we voor de situatie staan dat
heel wat kandidaat-asielzoekers hier al langere tijd
dan redelijk aanvaardbaar verblijven, zodat zij
aanspraak zullen maken op een
regularisatieronde.

Deze vragen had ik graag in het begin van het
debat gebracht.

In het algemeen wil ik graag nog weten of u ons
vandaag, na ongeveer anderhalf jaar chaotisch
asielbeleid, kunt garanderen dat het vanaf morgen
op een andere manier zal gaan. Kunt u de
toevloed van asielzoekers, die u de jongste weken
en maanden zelf hebt gecreëerd, een halt
toeroepen? Kunt u op een behoorlijke wijze,
waarmee ik een correcte maar efficiënte wijze
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
bedoel, alle dossiers afwerken?
03.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, le
22 novembre dernier, en des temps non suspects
et non médiatiques, je posais une question orale
au ministre sur la gestion de la file devant l'Office
des étrangers. Déjà à cette époque, je vous
faisais part de l'urgence de la situation tant au
point de vue humanitaire qu'au point de vue de la
santé publique et de l'ordre public. J'attirais
également votre attention sur les nuisances
causées aux habitants du quartier.

A cette époque, monsieur le ministre, vous aviez
promis d'organiser une réunion avec l'ensemble
des partenaires ce qui a d'ailleurs été fait mais
sans beaucoup de succès, me semble-t-il, vu les
développements que nous avons vécus ces
dernières semaines.

J'habite le quartier et j'ai été interpellée par les
services sociaux, par les associations et par les
habitants que j'ai rencontrés à deux reprises. Ces
personnes ont énormément de patience
puisqu'elles vous avaient déjà écrit en avril 2000
pour vous demander de prendre cette
problématique en considération et de tenter de
remédier aux nuisances tout en traitant avec
dignité les familles qui se trouvaient à l'extérieur.

Ce bref rappel des faits montre bien que la
situation dégénère depuis des mois et qu'elle était
donc tout à fait prévisible. Divers intervenants
vous avaient d'ailleurs déjà averti de cette
situation, notamment la police de Bruxelles, la
gendarmerie et le Centre pour l'égalité des
chances.

Cette désorganisation et ce manque de
prévoyance ont donné lieu à de nombreuses
critiques que l'on entend encore aujourd'hui et ont
de nouveau exacerbé les positions en matière de
politique d'asile. Pourtant, il convient de le
rappeler, le gouvernement a pris ces dernières
semaines de bonnes décisions en la matière telles
que l'aide matérielle et la décentralisation de la
future administration fédérale de l'asile.

Actuellement, la situation semble s'améliorer
surtout grâce à l'armée qui accueille ces
personnes le soir et à la police de Bruxelles qui a
mis trente hommes à disposition pour essayer de
remédier au chaos.

Comment l'administration va-t-elle gérer cette
masse de dossiers? Des moyens supplémentaires
en personnel seront-ils accordés à l'Office des
étrangers? J'aimerais être sûre que chaque
dossier sera traité et analysé correctement et pas
dans la précipitation.

La mission de la police de Bruxelles qui, d'après
les renseignements que m'a transmis le
commissaire de police, coûte chaque jour 700.000
francs à la Ville de Bruxelles, sera-t-elle limitée
dans le temps? Des moyens supplémentaires
seront-ils mis à leur disposition?

J'ai entendu dire que la mission de l'armée devait
s'arrêter le 15 janvier. Cette information est-elle
exacte? Dans l'affirmative, que fera-t-on de tous
les demandeurs d'asile dont le dossier n'a pas
encore été traité par l'Office des étrangers et qui,
de ce fait, n'ont ni code 207 ni place réservée
dans des centres ouverts?

Monsieur le ministre, je pense que cette situation
était prévisible et que le désordre aurait pu être
évité si on avait pris la peine d'écouter les
associations, les forces de l'ordre, le Centre pour
l'égalité des chances et les habitants. En effet,
quelques aménagements auraient suffi pour éviter
ce chaos et pour accueillir dignement ces
candidats réfugiés.
03.04 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb ook een interpellatie ingediend
maar die wordt later behandeld als ik me niet
vergis.

Mijnheer de minister, naar aanleiding van de
repatriëring van uitgeprocedeerde asielzoekers
naar Kazakstan wil ik u toch een aantal vragen
stellen. Ondanks de beeldvorming waarbij met
veel poeha een repatriëring wordt aangekondigd
en waarbij de ingezetenen van dit land via de
audiovisuele media het bericht krijgen dat die
vlucht is afgebroken, had ik toch graag een aantal
vragen gesteld.

In de beeldvorming is dit eens te meer het bewijs
dat het asielbeleid in al zijn aspecten - het
repatriëringsbeleid is slechts een aspect - een
grote mislukking is. Ik kan niet begrijpen hoe de
beleidsverantwoordelijken van dit land een
dergelijke precaire en moeilijke operatie op gang
kunnen brengen die vervolgens in een complete
verwarring eindigt. Als politicus zult u dit zeker
beseffen.

Hoeveel mensen zijn er tijdens die eerste vlucht
gerepatrieerd? Wat was de exacte reden voor het
afbreken van de vlucht Melsbroek-Almati? Ik hoop
niet dat u zult antwoorden dat het hier gaat om
een bevoegdheid van uw collega van
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Landsverdediging omdat het ging om een Airbus
van het leger. Na een blik op de kaart stel ik vast
dat de vlucht boven Wit-Rusland in volle vlucht na
een afstand van 4.000 kilometer en met nog 4.000
kilometer te gaan werd afgebroken.

Het cryptische communiqué luidde als volgt: "We
waren niet in staat om te landen." Het bericht dat
Ukkel slecht weer verwachtte in Almati blijkt dus
helemaal niet te kloppen. Op het groot-Russische
grondgebied is dit blijkbaar het enige vliegtuig dat
niet is kunnen landen. Mijnheer de minister, u
moet vandaag dan ook duidelijkheid scheppen
over het feit dat er geen meteorologische reden
bestond voor het niet landen van dat vliegtuig.

De vlucht werd afgebroken op het moment dat er
een communicatie plaatsvond tussen het vliegtuig
en de autoriteiten in Almati. Er werd een checklist
gemaakt van de personen die zich aan boord
bevonden. Een aantal personen werd de toegang
geweigerd tot het grondgebied van Kazakstan.
Waarom werd de vlucht afgebroken? Hoeveel
personen bevonden er zich aan boord? Waarom
bevonden bepaalde personen, die zich tijdens de
eerste vlucht aan boord bevonden, zich niet meer
aan boord tijdens de tweede vlucht?

Een van de gerepatrieerden is ondertussen in de
gevangenis opgesloten. Het zou hier gaan om een
drugsgebruiker die zowel tijdens zijn verblijf in
België als de repatriëring naar Kazakstan van
wangedrag zou hebben getuigd. Dit bleek ook een
van de redenen te zijn waarom er geen
"permission granted" werd verleend om te landen
in Almati. Hoeveel mensen hebben deelgenomen
aan die vlucht? Hoe zat de begeleiding in mekaar?

Men heeft in deze regering enorm veel werk
gemaakt van het zogenaamde readmissiebeleid.
In welke mate is het readmissiebeleid hier van
toepassing? Regeringscommissaris Willockx heeft
van dit beleid heel veel werk gemaakt - zo beweert
hij althans - maar binnenkort zullen we kunnen
vaststellen dat heel wat van de personen die op
basis van readmissieakkoorden werden
gerepatrieerd zich opnieuw op ons grondgebied
bevinden. Dit is wellicht voer voor een andere
vraag. Mijnheer de minister, hoe heeft u deze
repatriëring op voorhand met de autoriteiten van
Kazakstan voorbereid?

De communicatie met het Ministerie van
Landsverdediging blijkt ook bijzonder moeilijk te
zijn verlopen.

Het gaat mij daarbij niet zozeer over het charteren
van het vliegtuig als wel de precieze instructies
over wat diende te gebeuren als in het vluchtruim
van Smolensk de vlucht werd afgebroken.

Tenslotte, wat is de opportuniteit van het
repatriëren van 30 Kazakken? Wat is de
opportuniteit van het repatriëren in slechte
omstandigheden? Wat is de opportuniteit van het
repatriëren van die groep Kazakken? Met andere
woorden, welke lessen trekt u voor het
repatriëringsbeleid uit deze bijzonder
onverkwikkelijke geschiedenis?
03.05 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le président, il s'agit bien des
Ouïgours. Pendant la trêve de Noël, j'ai eu
l'occasion de rencontrer, grâce à une association,
des femmes ouïgours de nationalité kazakhe qui
ont introduit une demande d'asile. Elles m'ont fait
part d'une série de faits qu'elles ont pu observer.
L'une d'entre elles a été enfermée au centre de
Bruges et, depuis décembre 2000, sa demande
d'asile a été jugée recevable. Elle a donc quitté ce
centre.

Pendant son hébergement à Bruges, elle signale
que des agents de l'ambassade du Kazakhstan
sont venus dans ce centre, ont pu rencontrer
l'ensemble des Kazakhes qui y étaient détenus, et
elle en particulier. Ils connaissaient le nom de
chacune des personnes, leur domicile et
possédaient des informations sur chacun d'entre
eux. Est-il normal, dans le cadre d'une procédure
d'asile non encore déboutée, que des éléments
concernant une personne qui a introduit une
demande d'asile suivant la convention de Genève,
puissent se retrouver entre les mains d'un agent
de son Etat d'origine, pays qu'elle quitte, jusqu'à
preuve du contraire, pour des raisons politiques
ou autres? Avec quelles autorisations cette
délégation a-t-elle pu se rendre au centre de
Bruges? Etait-ce une commission officielle? Si oui,
existe-t-il un accord entre la Belgique et l'Etat du
Kazakhstan pour gérer les dossiers des
demandeurs d'asile présents en Belgique? C'est
une question sur l'autonomie et l'indépendance de
la Belgique par rapport à ce problème.

Cette femme signale également que plusieurs
couples kazakhs ayant demandé l'asile se
retrouvaient hébergés dans des centres différents.
L'Office des étrangers traite-t-il chaque dossier de
manière individuelle ou traite-il les dossiers en
fonction des couples, avec pour conséquence
que, si le mari est débouté, on n'entend même
pas son épouse? Dans le cadre d'un placement
en centre fermé, il s'avère aussi que les couples
ne se retrouvent pas nécessairement au même
endroit, ce qui laisse en fait comme seule relation
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
entre eux, les 10 minutes de téléphone autorisées
par jour. Qu'en est-il exactement du traitement de
ces dossiers et y a-t-il une volonté de rassembler
les personnes mariées?

La presse s'est également faite l'écho de filières
touristiques mises au point au Kazakhstan pour
venir en Belgique, ainsi que du rapport établi à ce
sujet par l'Office des étrangers. Le fait de mettre
en évidence ces filières nous a également permis
à nous, simples citoyens ou parlementaires, de
comprendre et de connaître un conflit oublié, une
situation difficile d'une minorité ouïgour qui
revendique une autonomie politique dans une
certaine mesure. Toute une série de
discriminations sont également mises en
évidence. Plusieurs Kazakhs demandeurs d'asile
sont en fait des militants ouïgours. Le Kazakhstan
ne reconnaît évidemment pas cette minorité, ne
reconnaît pas ce combat et ne reconnaît pas les
discriminations que ces personnes subissent.

Pendant la période des vacances, j'ai évidemment
pris connaissance du rapport d'Amnesty
International. J'ai consulté aussi le "Monde
diplomatique" et, depuis plusieurs années, on se
rend compte qu'il y a des problèmes de
répression, de discrimination vis-à-vis des
Ouïgours dans cette partie du monde, pas
uniquement au Kazakhstan mais également en
Chine.

Ce matin encore, nous avons pu entendre une
série d'organisations et des rapports très étoffés,
que ce soit le rapport d'Amnesty International sur
la répression des droits de l'homme dans la
province chinoise, que ce soit l'association des
amis du Tibet qui montrait les problèmes de
discrimination et de l'application des droits de
l'homme au Kazakhstan, que ce soit le président
du congrès mondial des Ouïgours, présent ce
matin au parlement. Après ces exposés, par
rapport au Kazakhstan, aux droits de l'homme et à
la convention de Genève, on peut affirmer qu'il n'y
a pas de droit de sécurité de la personne dans ce
pays, il n'y a pas de liberté d'association, pas de
liberté de presse, pas de droit à la propriété. Il y a
des discriminations au niveau culturel, au niveau
de l'expression linguistique, au niveau scolaire, au
niveau du travail, etc, pour les personnes relevant
de cette minorité Ouïgour.

Ma question est donc la suivante: quelle est
l'attitude de la Belgique par rapport à cette
question des minorités dans les anciens Etats de
l'Est? Il semblerait aussi qu'il y ait d'autres
problèmes avec les Tchétchènes mais je
n'aborderai pas la question car je viens de
découvrir la situation dans le cadre du colloque
organisé au parlement.
03.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, een van mijn vragen is
gericht aan minister Vande Lanotte. Het gaat hier
immers over een gedeelde bevoegdheid tussen
de ministers Duquesne en Vande Lanotte.

De voorzitter: Sta mij toe u te onderbreken,
mijnheer Tastenhoye. De heer Vande Lanotte was
daarnet nog hier. Hij komt straks terug. Indien u
hem bepaalde vragen wilt stellen, krijgt u daartoe
dus nog de kans.
03.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, daarnet kreeg ik een
telefoontje van mevrouw De Prins. Zij deelde mee
dat ik mijn vraag, die ik had geagendeerd voor de
plenaire vergadering donderdagmiddag, en die
specifiek aan minister Vande Lanotte gericht is,
vandaag in de commissie kon stellen.

De voorzitter: Dat klopt. Precies daarom komt
minister Vande Lanotte straks terug naar hier.
03.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn vragen niet te
lang rekken zodat we straks nog kunnen
interpelleren in verband met de chaos die
ontstaan is bij het Commissariaat-Generaal voor
de Vluchtelingen sinds 3 januari 2001. Iedereen
heeft de beelden van deze complete chaos aan de
ingang van de gebouwen kunnen zien. Zoals
andere collega's reeds hebben aangehaald kan zo
een operatie moeilijk slechter worden
georganiseerd. Ik wil een heleboel vragen stellen
over deze situatie.

Ten eerste, waarom werd de ingangsdatum van
het nieuwe systeem vervroegd van
10 januari 2001 naar 3 januari 2001 waardoor
asielzoekers geen financiële hulp meer kunnen
krijgen maar voortaan worden doorgestuurd naar
federale opvangcentra?

Ten tweede, hoe komt het dat de grote toeloop
aan de diensten van het Commissariaat-Generaal
aan de North Gate Building in Brussel niet
voorzien was?

Ten derde, wie is er verantwoordelijk voor het
buiten in de vrieskou laten staan van 1.500
mensen voor de deuren van het Commissariaat-
Generaal zoals dat tijdens de eerste dagen van
het jaar het geval was?

Ten vierde, waarom waren de hulpdiensten van de
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
overheid, bijvoorbeeld de Civiele Bescherming,
niet reeds van de eerste dag in de weer om te
zorgen voor een humane opvang voor de
vluchtelingen? Men moest zelfs een beroep doen
op organisaties als Artsen zonder Grenzen voor
soepbedelingen.

Ten vijfde, hoe komt het dat de dienst
Vreemdelingenzaken totaal niet was voorbereid op
deze operatie?

Ten zesde, hoeveel vluchtelingen hebben zich
sinds 3 januari 2001 elke dag aangeboden en
welke waren de categorieën van vluchtelingen die
zich telkens aanboden?

Ten zevende, hoe komt het dat ondanks de
huidige grenscontroles zich toch mensen
aanboden die werden aangevoerd in wagens met
bijvoorbeeld een Duitse nummerplaat? Hoe komt
het dat zovele mensen beschikten over een Duits
of een Frans visum in hun paspoort?

Ten achtste, wat gebeurt er met de mensen die
een briefje krijgen dat ze later nog eens moeten
terugkeren en die niet in de voorziene kazernes
worden opgevangen? Worden zij zonder middelen
van bestaan en zonder papieren zomaar de straat
opgestuurd met als gevolg alle gevaren voor
mogelijke criminaliteit?

Ten negende, waarom worden een aantal
personen die duidelijk geen asielaanvragers maar
bedriegers zijn niet meteen opgesloten in de
gevangenis of in gesloten centra met het oog op
een snelle repatriëring?

Ten tiende, hoe zal de minister in samenspraak
met de diensten van het Commissariaat-Generaal
voor de Vluchtelingen en de dienst
Vreemdelingenzaken in de komende dagen de
asielaanvragen organiseren?

De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, u wilde ook
nog een vraag stellen over de repatriëring van
asielzoekers uit Kazakstan?
03.09 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de
asielbusiness die vanuit de Republiek Kazakstan
richting België georganiseerd wordt draait
kennelijk op volle toeren. Het ziet er niet naar uit
dat hieraan spoedig een einde zal komen. Wie de
hallucinante reportage heeft gezien die VTM op 8
januari 2001 uitzond over het asieltoerisme vanuit
Kazakstan weet beter. Zij zullen blijven komen,
wegens het lakse beleid in België, ook al krijgen
ze hier geen geld meer. Zij krijgen gratis
huisvesting, gratis voeding, gratis kleding, gratis
onderwijs, gratis medische verzorging en er
gebeuren vrijwel geen uitwijzingen. Meer moet dat
voor deze mensen niet zijn. Hetzelfde geldt
overigens voor mensen uit landen als ex-
Joegoslavië, Iran, Albanië, Armenië, Slowakije en
Bulgarije, die ook volop het asieltoerisme
beoefenen. Het aantal asielzoekers uit die landen
is de jongste maanden eveneens drastisch
toegenomen.

Ik wil hierover een aantal vragen stellen. Ten
eerste, hoeveel asielaanvragen van Kazakken
werden er genoteerd in de maanden november en
december 2000? Wat is het totale aantal voor het
jaar 2000?
Ten tweede, klopt het dat nog geen enkele Kazak
van diegenen die in 1999 of in 2000 ons land
binnenkwamen als asielzoeker werd erkend? Als
het niet klopt, hoeveel van hen werden dan wel
erkend?
Ten derde, hoeveel asielzoekers uit Kazakstan
waren in 1999 en in 2000 definitief
uitgeprocedeerd?
Ten vierde, waarom werden tot op heden slechts
33 Kazakken collectief het land uitgezet van de
volgens mijn vermoeden 2.500 die hier de jongste
twee jaar zijn binnengekomen? Hoeveel Kazakken
zijn eventueel op vrijwillige basis vertrokken?
Ten vijfde, wat de Kazakken betreft gaat het
overduidelijk om economische gelukszoekers.
Waarom worden zij dan nog toegelaten tot de
procedures toegelaten en niet meteen
gerepatrieerd?
Ten zesde, waarom wordt op deze Kazakken niet
de Conventie van Dublin toegepast? Zij reizen
toch meestal per trein of per bus over land en zij
zijn dus eerst in Duitsland, Frankrijk, Nederland of
Luxemburg geweest? Deze landen behoren alle
tot de Schengengroep. In eerste instantie moest
dus daar asiel worden aangevraagd. Werd er met
de buurlanden terzake overleg gepleegd?
Ten zevende, zal de Conventie van Dublin
voortaan op de Kazakken worden toegepast zodat
zij kunnen worden tegengehouden aan de grens
en meteen teruggestuurd?
Ten achtste, hoe komt het dat velen onder de
Kazakken reizen met een Frans of een Duits
visum in hun paspoort? Heeft België daartegen al
geprotesteerd?
Ten negende, hoeveel van de Kazakken die in
1999 en 2000 in België arriveerden zullen naar
schatting in 2001 gerepatrieerd worden?
Ten tiende, welke maatregelen werden genomen
in België en in Kazakstan om de Kazakken te
ontraden naar België te komen om hier asiel aan
te vragen?
Ten elfde, de toestand is even dramatisch waar
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
het landen betreft als ex-Joegoslavië, Iran,
Albanië, Armenië, Slowakije, Bulgarije en
Oekraïne. Welke maatregelen werden met
betrekking tot deze landen genomen om de
asielstroom naar België van bijna uitsluitend
economische gelukszoekers te doen opdrogen?
Bestaat er voor mensen uit deze landen een
strenge visumplicht? Werd er contact opgenomen
met onze buurlanden om geen toeristenvisa meer
af te leveren, tenzij na een zeer strenge controle?
Zal ook voor deze landen de Conventie van Dublin
strikt worden toegepast? Hoe verlopen voor deze
landen de uitwijzingen van uitgeprocedeerden?

De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, ik wil erop
aandringen dat u zich beperkt wat de tijd en wat
het aantal vragen betreft. Op de agenda is telkens
een vraag van u geagendeerd die blijkbaar
vertaald wordt in acht tot elf bijkomende vragen.
Op de duur ziet men zo door de bomen het bos
niet meer. Het gelieve u dus zich enigszins in uw
vraagstelling te beperken. Ik denk dat iedereen
daar beter bij zal varen. Uw volgende vraag betreft
de verscherpte grenscontroles, geloof ik?
03.10 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen kort te zijn.
De Ministerraad van 22
december
2000 heeft
beslist tussen 26 december 2000 en 10 januari
2001 verscherpte grenscontroles te houden.
Waarom werd deze beslissing genomen? Hoeveel
manschappen werden ingezet? Waar en hoe
werden de controles uitgevoerd? Hoeveel illegalen
werden er per dag bij deze grenscontroles
ontdekt? Welke waren de voornaamste
nationaliteiten? Wat is er gebeurd met de
opgepakte illegalen? Werd hun identiteit
gecontroleerd? Werden er vingerafdrukken
genomen? Werden er foto's genomen? Werden er
dossiers aangelegd? Hoeveel van de opgepakte
illegalen dienden alsnog een asielaanvraag in?
Hoeveel mensen werden meteen het land
uitgezet? Hoeveel werden opgesloten in
afwachting van hun daadwerkelijke repatriëring?
Hoeveel kregen het magische, legendarische
bevel om het grondgebied binnen de 5 dagen te
verlaten waarna ze - zoals we allemaal weten -
opnieuw in de vrije natuur kunnen verdwijnen?
Wat is de globale evaluatie van deze
grenscontroles?

De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, dit was een
lovenswaardige poging om kort te zijn. Gaat u
verder met uw volgende vraag.
03.11 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, tijdens het begrotingsdebat
van eind december 2000, stelde de minister dat er
in 2000 ongeveer 8.500 uitwijzingen, gedwongen
of vrijwillig, werden uitgevoerd. Op zondag 7
januari 2001 vermeldde uw kabinetschef Dassen
op VTM het cijfer van 10.000. Hij preciseerde dat
het slaagcijfer 71% zou bedragen. Voordien was
dit slechts 50%.

Hoeveel asielaanvragen gebeurden er in 2000?
Hoeveel in november en december, uitgesplitst
volgens nationaliteit? Hoeveel personen vroegen
asiel? Men spreekt altijd over asielaanvragen. Er
zijn heel wat kinderen bij. Kunt u het exacte aantal
personen, kinderen inbegrepen, meedelen die
asiel hebben aangevraagd? Hoe groot is de totale
achterstand van de behandeling in de drie fases
van het aantal asielaanvragen? Ik herinner u
eraan dat in oktober 2000 de achterstand reeds
meer dan 40.000 dossiers betrof. Op dit ogenblik
vermoed ik dat de achterstand is opgelopen tot
meer dan 45.000. Hoeveel vrijwillige uitwijzingen
van uitgeprocedeerden en illegalen gebeurden er
in 2000 onder meer in het kader van de
internationale organisatie voor migratie (IOM)?
Hoeveel gedwongen uitwijzingen, repatriëringen,
terugdrijvingen naar de grens werden uitgevoerd
in 2000? Wat bedoelt de heer Dassen met een
slaagpercentage van 71% in 2000 tegen 50%
vroeger? Hoeveel personen kregen in 2000 een
bevel het grondgebied te verlaten binnen de 5
dagen? Hoeveel illegalen of uitgeprocedeerden
werden in 2000 met het oog op hun repatriëring
opgesloten in de gevangenissen of gesloten
centra? Werden de repatriëringen daadwerkelijk
uitgevoerd? Wat gebeurt er met illegalen of
uitgeprocedeerden die na hun effectieve uitwijzing
opnieuw in België worden aangetroffen? Hoeveel
gevallen zijn er bekend?

Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een vraag voor
minister Vande Lanotte.

De voorzitter: Hij heeft beloofd te komen.
03.12 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le
président, monsieur le ministre, chers collègues,
tout le monde a vu ce triste spectacle de milliers
de personnes qui attendaient devant l'Office des
étrangers qui ne peut pourtant traiter que cent
cinquante à cent soixante dossiers par jour à
moins qu'on ne lui accorde des moyens
supplémentaires.

Laisser des centaines de personnes faire la file
toute une journée dans le froid, sans aide
matérielle ou médicale, faisait-il partie d'une
campagne de dissuasion à l'asile? Pourquoi le
gouvernement n'a-t-il pas pu prévoir et anticiper
cette situation?
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14

Plus grave, parmi les personnes qui attendaient, il
y avait des enfants en bas âge qui ont dû attendre
48 heures pour avoir un biberon ou des langes.
Quel est votre sentiment à l'égard de ces enfants
qui sont restés aussi longtemps sans recevoir les
soins élémentaires qui leur sont dus compte tenu
de leur fragilité? A mon sens, on frise la non
assistance à personne en danger. Pourquoi le
gouvernement n'est-il pas intervenu pour mettre
fin à cette situation?

Avec 4.000 nouvelles candidatures par mois, la
situation ne cesse de s'aggraver. Le nombre de
réfugiés continue à augmenter alors que l'objectif
était que l'afflux diminue. Si le rythme actuel est
maintenu dans les mois à venir, les centres
d'accueil seront tous remplis dans deux mois.
Quelles dispositions le gouvernement compte-t-il
prendre pour éviter cette situation?

Les contrôles aux frontières ne semblent pas
totalement satisfaisants. Il est apparu que les
grands axes ont été délaissés au profit de routes
secondaires. Tout le monde se rend compte que
le contrôle aux frontières est une méthode révolue
et qu'il constitue un show médiatique peu crédible.
Ce contrôle a-t-il été réellement opérant? A-t-on
procédé de manière systématique? Quel est le
résultat de cette opération?

La Libre Belgique de ce matin parle d'environ
1.000 refus d'accès au territoire mais bon nombre
de ceux qui veulent entrer en Belgique ont des
visas Schengen, notamment allemands, parfois
français. Comment peut-on contrôler l'opportunité
de ces visas? Combien sont entrés en Belgique
durant la même période du 23 décembre au
10 janvier avec des visas Schengen?

Le gouvernement ne crée-t-il pas, par
l'accumulation de ces improvisations, une plus
grande désorganisation qui n'est certainement pas
profitable à l'image de notre pays?

Le week-end dernier, le gouvernement expulsait
33 demandeurs d'asile déboutés au Kazakhstan.
Pourquoi a-t-on procédé à une expulsion collective
alors qu'une action contre l'Etat belge relative à
l'expulsion collective de Tziganes l'an dernier est
pendante devant la Cour européenne des Droits
de l'Homme?

Par ailleurs, la Belgique devra-t-elle assumer le
fait d'avoir expulsé des Ouighours alors qu'ils sont
victimes d'une politique de préférence ethnique
envers les Kazakhs de souche et que le
Kazakhstan déporte des Ouighours vers la Chine
où leurs droits fondamentaux sont
systématiquement violés? Il semble que le
Kazakhstan ne respecte pas ses engagements
internationaux puisqu'il a ratifié la Convention de
Genève de 1951.

Enfin, le ministre pourrait-il nous dire combien a
coûté le rapatriement des Kazakhs compte tenu
du double aller retour qui a dû être effectué. Il
paraît qu'un airbus coûte 500.000 francs par
heure de vol?
03.13 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, sta me toe eerst mijn
mondelinge vraag die ik in plenaire vergadering
aan minister Vande Lanotte wou stellen, naar
voren te brengen.

De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, ontwikkel uw
interpellatie en sluit uw vraag daarop aan.
03.14 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, het Belgische asielbeleid is één grote
catastrofe. Het desastreus beleid is volledig de
schuld van de huidige regering, die midden 1999
is aangetreden. Uit de statistieken is perfect op te
maken dat vanaf haar installatie de toevloed van
asielzoekers nog enorm is toegenomen, wat een
gevolg was van de aankondiging bij het begin van
de ambtstermijn van de regularisaties en van de
invoering van de snel-Belg-wet. Die maatregelen
gekoppeld aan de verlening van ruime financiële
tegemoetkomingen aan de asielzoekers en het
ontbreken van de uitvoering van de
uitwijzingsbevelen, vormden het signaal voor heel
de wereld om naar België te komen, omdat men
hier wordt opgevangen, in de watten wordt gelegd
en er alle financiële hulp krijgt die men maar kan
dromen.

De regering stelde bij haar aantreden dat zij een
driesporenbeleid zou voeren door middel van
hervormingen, de regularisaties, de snel-Belg-wet
en de uitwijzingen, wat de derde pijler vormde. Tot
nu toe werd slechts één aspect van het
aangekondigde beleid van de regering in de
praktijk omgezet, met name de regularisaties en
de invoering van de snel-Belg-wet. Op de
hervormingen wachten we. Van het derde spoor,
de uitwijzingen, is er tot vandaag niets
terechtgekomen. Het desastreus beleid heeft
geleid tot een piek van 35.778 aanvragen in 1999,
goed voor zowat 47.000 asielzoekers. In 2000
werd een absoluut record gevestigd van 42.193
aanvragen, naar mijn schatting goed voor zowat
55.000 tot 57.000 personen. Daarmee is het
gemiddelde van België opgelopen tot de absolute
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
top in Europa: momenteel vangen we 4,3
asielzoekers op per 1.000 inwoners, terwijl het
Europees gemiddelde op slechts 1,2 asielzoekers
per 1.000 inwoners ligt. We zijn dus de koploper
geworden wat dat betreft.

Het uitwijzingsbeleid is vrijwel onbestaand. In 1999
werden geen 20.000 personen uitgewezen, zoals
minister Vande Lanotte leugenachtig tijdens een
TV-uitzending beweerde, maar slechts 3.000. Om
heel precies te zijn, slechts 2.068 personen zijn in
1999 vrijwillig vertrokken en 1.041 personen
werden gedwongen terug te keren, wat het totaal
aantal uitwijzingen in 1999 op ongeveer 3.000
bracht, het aantal dat de heer Coveliers van de
VLD vroeg dat per maand zou worden
uitgewezen. De regering wijst dus vandaag per
jaar evenveel personen uit als de heer Coveliers
per maand eiste.

Het gevolg van het nefaste spreidingsplan was dat
de OCMW's zo erg werden overstelpt, dat
personeelsleden van sommige ervan korte tijd in
staking gingen en tegen het beleid betoogden. De
OCMW's moeten immers personeelsleden
vrijmaken voor het asielbeleid, die overuren
moeten kloppen, terwijl ze voor de hulp aan de
eigen mensen geen tijd meer overhouden.

De regering heeft de toestand volledig uit de hand
laten lopen. Er is gewoon geen asielbeleid meer.
Het is één grote chaotische improvisatie. Zelfs
eerste minister Verhofstadt heeft dit toegegeven in
zijn State of the Union-toespraak in oktober 2000.
De bevoegde ministers Vande Lanotte en
Duquesne weigerden echter daaruit de gepaste
conclusies te trekken. Een reden voor dit
chaotische beleid is de totale verdeeldheid binnen
de regering, met een VLD die wel een strak beleid
wil voeren maar die toegeeft aan de chantage van
Ecolo en de PS omwille van de stabiliteit van de
regering. Dit is geen fabeltje. Minister Vande
Lanotte zei zelf letterlijk in een interview voor de
Gazet van Antwerpen op 6 januari 2001: "Het zijn
de PS en Ecolo die ons asielbeleid saboteren".

Zo kunnen we het meemaken dat de regering van
de ongeveer 2.500 Kazakken die in 1999 en in
2000 België binnenkwamen er slechts 33 het land
werden uitgezet, terwijl op hetzelfde ogenblik
parlementsleden van Ecolo tegen het asielbeleid
van deze regering staan te betogen bij het
gesloten centrum 127bis te Steenokkerzeel. De
regering, die de toestand niet meer meester is,
reageert dan met een partijtje paniekvoetbal. Er
wordt een reeks nieuwe maatregelen
aangekondigd zoals snellere procedures,
hervorming van de instellingen, het afschaffen van
financiële steun, de opvang nog enkel in federale
centra waar tienduizenden bijkomende plaatsen
worden gecreëerd, enzovoort. Omdat de toevloed
echter zo groot is en zo groot blijft, grijpt minister
Vande Lanotte dan naar een noodmiddel: hij
begint sociale vakantiecentra op te kopen, meer
bepaald de domeinen Hengelhoef in Houthalen en
Zon en Zee in Westende die beide eigendom
waren van de Christelijke Mutualiteiten.

Mijnheer de minister, u hebt hier een zeer zware
flater begaan. U hebt ter zake geen rekening
gehouden met om het even wie: noch met het
personeel van de vakantiecentra, noch met de
vakantiegangers, noch met de lokale
middenstand, noch met de betrokken
gemeentebesturen, noch met de publieke opinie,
noch met het wereldwijde effect van de
televisiebeelden over luxueuze kamers, sauna's,
zwembaden en fitnesszalen. Deze beelden gingen
de wereld rond.

Uw houding, mijnheer Vande Lanotte, was zeer
kenschetsend. In het interview dat ik daarnet
aanhaalde, zei u letterlijk: "Ik duld geen inspraak.
Ik zal die ook in dit dossier niet dulden". Tot hier
het citaat. Minister Vande Lanotte, dit is dus
blijkbaar de nieuwe open politiek, de debatcultuur
van deze regering: "Ik duld geen inspraak. Ik zal
die ook in dit dossier niet dulden".

Heren ministers, de regering heeft dit effect zwaar
onderschat. In plaats van de publieke opinie in de
kerstperiode voor haar asielbeleid te winnen,
maakte ze zelfs de meest gematigde mensen tot
tegenstanders van dit perverse beleid dat hen
tegen de borst stuit. Daarbovenop vernam de
geschokte opinie nog dat in Antwerpen
hotelkamers worden afgehuurd waarin
asielzoekers uit maar liefst 23 randgemeenten
worden ondergebracht tegen een kostprijs van
1.000 tot 1.500 frank per dag en per persoon.
Daarbovenop kregen deze mensen nog de
OCMW-steun van 29.000 frank per koppel.

De wijze waarop Hengelhoef en Zon en Zee
werden verworven is ronduit schandalig. Het
personeel werd botweg voor voldongen feiten
geplaatst, evenals de omwonenden, de
gemeentebesturen en de lokale handelaars. Naar
de kostprijs van die vakantiecentra hebben wij nog
altijd het raden. Het zou gaan om 770 miljoen
frank voor Hengelhoef en zowat 550 miljoen frank
voor Zon en Zee. Kan de minister ons misschien
uiteindelijk uitsluitsel geven wat er met het geld
van de belastingbetalers is gebeurd met
betrekking tot het verwerven van deze
vakantiecentra?
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16

De kostprijs van dit desastreuze asielbeleid zal in
2001 oplopen tot 23 miljard frank, zonder rekening
te houden met de meerkosten voor Hengelhoef en
Zon en Zee, waarbij ook nog de kosten moeten
worden toegevoegd van onderhoud en personeel,
zodat boven op die 23 miljard frank nog een
belangrijk bijkomend budget zal nodig zijn. Bij de
begrotingscontrole zult u hiervoor trouwens de
toestemming moeten bekomen en nadien van de
Kamer van Volksvertegenwoordigers. Dit alles,
mijnheer de minister van Sociale Integratie, terwijl
er voor het optrekken van de bestaansminima van
onze kansarmen geen extrageld is dit jaar en er
volgend jaar slechts in een verhoging van 4% is
voorzien, daar waar de organisaties van de armen
zeggen dat, rekening houdend met de huidige
levensduurte, het bestaansminimum met minstens
20 tot 25% zou moeten worden opgetrokken.
Maar voor de eigen kansarmen is er geen geld,
des te meer voor die valse asielzoekers uit Oost-
Europa!

De regering voert een show op, waarvoor heel de
pers wordt opgetrommeld en met veel bombarie
worden met een legervliegtuig 33 Kazakken het
land uitgezet. Maar, heren ministers, de bevolking
trapt hier niet meer in en heeft dit spelletje door.
Dit chaotische beleid oefent ook helemaal geen
afschrikkingeffect meer uit op de mensen in Oost-
Europa, integendeel. Wij hebben allemaal de
onthutsende reportage kunnen zien op
maandagavond, 8 januari, op VTM, in het
programma Telefacts, waar de Kazakken zelf voor
de camera getuigden, dat de lokale middenklasse
van Oost-Europa zal blijven komen. Zij verkopen
hun auto of een lapje grond en proberen met dat
geld naar hier te komen, waar er gratis luxueuze
opvang is, gratis eten, gratis kleding, gratis
onderwijs en gratis medische verzorging en meer
moet dat niet zijn.

Het feit dat er weliswaar geen geld meer wordt
gegeven, maar dat asielzoekers niet worden
ondergebracht in gesloten centra, zal met zich
meebrengen dat zij op een andere manier aan
cash zullen willen raken. Het gevolg hiervan is,
mijnheer de minister, dat het zwartwerk nog zal
toenemen en de criminaliteit zal stijgen,
voornamelijk het aantal diefstallen. Er is hiervoor
maar één oplossing, een uiterst korte procedure
en alle asielzoekers onderbrengen in gesloten
centra, van bij de aanvang tot het slot van de
verkorte procedure.

Ik stel vast dat de heer Coveliers onlangs in een
interview met de Gazet van Antwerpen heeft
gepleit voor gesloten centra en de heer Pascal
Smet, de nieuwe commissaris-generaal zou dat
gisteren in de Senaat ook hebben gedaan, al
spreken de Nederlandstalige en de Franstalige
verslagen van Belga hier elkaar tegen, wat wel
meer het geval is. Wij hebben tijdens het
begrotingsdebat een amendement ingediend om
het bedrag voor de gedwongen uitwijzingen op te
trekken van een schamele 109 miljoen frank naar
23 miljard frank. Wij hebben een amendement
ingediend om dit bedrag op te trekken tot vier
miljard frank teneinde maandelijks 3.000 tot 4.000
valse asielzoekers het land uit te zetten, maar
uiteraard is dit amendement verworpen, mede
door de VLD die nochtans pleit voor 3.000
uitwijzigingen en voor gesloten centra, begrijpe
wie kan.

Eén grote vraag blijft. Wat gebeurt er met de
achterstand van 45.000 dossiers in de diverse
procedures bij de Dienst Vreemdelingenzaken, bij
het Commissariaat-generaal en bij de Vaste
Beroepscommissie? De toepassing van het LIFO-
systeem, last in, first out, leidt ertoe dat de
achterstand van 45.000 dossiers, momenteel niet
wordt weggewerkt. Het is een echte noodtoestand.
Alle personeelsleden worden immers momenteel
ingezet om het LIFO-systeem te laten werken. Dat
betekent dat 45.000 dossiers in de schuif blijven
liggen en dat 60.000 tot 70.000 mensen ten laste
van de OCMW's blijven en verder cash geld
blijven ontvangen, want wie immers in het oude
systeem zat, blijft in het oude systeem zitten.
Mijnheer de minister, als u dit LIFO-systeem tot
een succes wil maken en u zet niet meer mensen
of middelen in, zal deze achterstand van 45.000
dossiers, 60.000 tot 70.000 mensen, blijven
bestaan en stevent u af op een nieuwe, tweede
regularisatie.

Minister Duquesne heeft altijd beweerd dat de
regularisaties tot een éénmalige operatie beperkt
zouden blijven. Ik daag u uit om te zeggen dat het
bij één regularisatie blijft en dat u niet tot een
tweede regularisatie zult overgaan. Kunt u mij dan
ook vertellen hoe u de achterstand van 45.000
dossiers op korte termijn zult wegwerken?
03.15 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik had een interpellatie gericht tot de
minister van Binnenlandse Zaken in verband met
de problematiek omtrent het asielbeleid.

Wellicht is iedereen ervan overtuigd dat ons land
wordt geconfronteerd met een ware asielcrisis en
zulks ondanks het feit dat de regering bij haar
aantreden de problemen snel en efficiënt zou
oplossen.
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Het eerste punt dat het regeerakkoord op dat vlak
inhield, was het dringend naar voren brengen van
een snelle en efficiënte asielprocedure. Thans,
anderhalf jaar later, is deze er nog steeds niet.

Als tweede punt werd een regularisatie
aangekondigd. Wij hebben het resultaat ervan
gezien! Onze voorspelling werd bewaarheid: de
regularisatieprocedure bracht een onvoorstelbaar
aanzuigeffect naar ons land teweeg.

Ten derde zou worden overgegaan tot uitwijzing
en repatriëring.

Mijnheer de minister, ik zal mijn vraag in dat
verband elke maand opnieuw indienen. Ik wil
daarmee voorzitter De Gucht van de VLD vóór
zijn; hij wenst iedere maand op de hoogte te
worden gebracht van het aantal uitgewezen en
vooral gerepatrieerde personen, maar ik merk dat
u achterblijft met deze gegevens.

Er zou eveneens een readmissiebeleid worden
gevoerd. Dat is echter een farce; u weet net als ik,
mijnheer de minister, dat het readmissiebeleid niet
functioneert. Immers, de landen waarmee een
readmissieakkoord werd gesloten worden van
niets op de hoogte gebracht, tenzij van de
bezoeken van sommige excellenties. Met
Slowakije bijvoorbeeld, kwam er na het initieel
bezoek helemaal niets meer tot stand.

Quid met de nieuwe procedure? In dat verband
herinner ik u aan de regeringsverklaring van juli
1999. Van de aangekondigde nieuwe procedure
hebben wij niets gemerkt. Op 1 oktober 1999,
naar aanleiding van de repatriëring van 250
Romazigeuners uit Gent, van wie inmiddels
geweten is dat een groot aantal onder hen zich
iets meer dan een jaar later opnieuw op Gents
grondgebied bevindt, verklaarde u dat er
binnenkort een nieuwe procedure zou verschijnen.
In april, naar aanleiding van het drama in
Oostende, kondigde u andermaal een nieuwe
procedure aan.

In de maand oktober slaat de eerste minister een
mea culpa, toen hij toegaf dat snel en efficiënt
werd gefaald inzake het asielbeleid. Hij beloofde
het dossier naar zich toe te trekken, wat overigens
een teken is van nieuwe politieke cultuur.
Ondertussen is er evenwel niets gebeurd.

Mijnheer de minister, terwijl u terzake een nieuwe
procedure aankondigt, lezen wij vanmorgen in de
krant dat volgens uw voormalige doublure, de
heer Pascal Smet, de nieuwe procedure ten
vroegste pas in augustus mag worden verwacht.
Twee jaar dus nadat zij werd aangekondigd.
Welnu, dergelijke aankondigingen hebben een
dramatische weerslag op de bevolking. U speelt
werkelijk met vuur door die nieuwe procedure
steeds opnieuw aan te kondigen. Enerzijds omdat
op die manier kandidaat-gelukzoekers,
asielzoekers in de echte zin van het woord en
andere categorieën personen, voortdurend
worden aangetrokken naar ons land en anderzijds
omdat diegenen die terzake bevoegd zijn op het
terrein, niet meer weten wat te doen. Met de
betrokken diensten is al een en ander gebeurd.

U kondigde ooit aan alle diensten af te schaffen,
maar nadien zei u dat betrokkenen zouden
worden bevestigd in hun ambt en nog wat later
zouden zij worden versterkt door bekwame
kandidaten. Voor de aanwezige niet-juristen
herhaal ik dat alle kandidaten licentiaten in de
rechten moesten zijn, althans volgens de
bepalingen van een of andere ministeriële tekst.
Dat zou de nieuwe procedure inhouden. Maar de
nieuwe procedure is er nog steeds niet.

De huidige toverspreuk is LIFO. Inderdaad, naast
de vele afkortingen die ons land rijk is, de ARA, de
FAA, de FAI, is er thans het LIFO. En dat staat
voor Last In First Out, in het Nederlands vrij
vertaald door: de kar vóór het paard spannen.

Wat gaat men nu doen? Men gaat diegenen die
het laatst zijn binnengekomen het eerst
behandelen. Dit is, alleen al in management- en
Copernicustermen, de ongelooflijkste anomalie
die men kan begaan. Dit wil zeggen dat men de
70.000 dossiers die nu nog hangend zijn niet gaat
behandelen. De mensen die nu pas zijn
aangekomen, waarvan een aantal zich enkel heeft
gemeld bij de Dienst Vreemdelingenzaken en nog
geen asiel heeft aangevraagd, zal men het eerste
voorthelpen. Ik vraag mij af of dit een initiatief van
de nieuwe commissaris-generaal is, dan wel een
initiatief dat door de regering wordt gesteund.

Met betrekking tot de nieuwe commissaris-
generaal, zou ik u willen vragen hoe u aankijkt
tegen de benoeming van de opvolger van de
voormalige commissaris-generaal. Ik heb in dit
land nog nooit geweten dat in een
regeringscompromis een curriculum vitae wordt
geschetst. De nieuwe commissaris-generaal
moest minstens dertig jaar zijn, hij moest licentiaat
in de rechten zijn en hij moest ervaring hebben.
Het enige dat er niet in stond is dat hij eigenlijk
voormalig voorzitter van de socialistische jongeren
moest zijn. Iedereen wist op dat moment dat deze
job op het lijf van uw voormalige adjunct-
kabinetschef was geschreven.
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18

Wat gebeurt er? Zonder oproeping tot kandidaten,
zonder vergelijking van titels en verdiensten,
zonder het minste toetsingscriterium wordt uw
voormalige kabinetschef benoemd tot
commissaris-generaal voor de vluchtelingen. U
bent ook burgemeester, mijnheer de minister. Dat
is net alsof ik iemand die ik ken uit mijn
studententijd, een sympathieke kerel met een
minimale bekwaamheid, zou benoemen tot
gemeentesecretaris. Dat is net hetzelfde. Op een
dergelijke wijze benoemt u voormalige
medewerkers aan het hoofd van het
Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen,
dat eigenlijk een onafhankelijk instituut is.

U hebt ook andere benoemingen in petto. Het
hoofd van de Dienst Vreemdelingenzaken, de
heer Swegelbach, zit nu in een satellietbaan
rondom de benoeming als hoofd van de nieuwe
immigratiedienst, de FAEA. Het hoofd van de
beroepscommissie zal hoofd worden van de nieuw
op te richten Asielrechtbank, de ARA. Ik deel u
enkel mee dat deze personen allemaal van
socialistisch signatuur zijn. Dat is iets dat u snel en
efficiënt probeert te regelen. Dat is het enige wat
we gezien hebben na 18 maanden paarsgroen
asielbeleid: drie benoemingen in zicht en één die
intussen is voltrokken.

De regularisatiecommissies die u tot stand hebt
gebracht zijn geen farce, maar een travestie van
rechtspraak. De berichten die we krijgen en reeds
in de pers zijn gekomen, zijn wraakroepend.

Ten eerste, er is een totaal verschil tussen de
rechtspraak van de Nederlandstalige kamers en
de Franstalige kamers. In de Franstalige kamers
zitten mensen in de commissie die niet alleen deel
uitmaken van deze commissie en rechtspraak
moeten ontwikkelen, maar bovendien ook
advocaat zijn van mensen die een dossier
indienen om erkend politiek vluchteling te worden.
Dit kan niet. Mensen die een aanvraag indienen
worden, nog vooraleer de regularisatiekamer is
samengekomen, verwittigd dat hun dossier in orde
zal zijn op basis van gebrekkige gegevens. Ik
vraag mij af hoe u daar een eenduidige jurisdictie
zult kunnen ontwikkelen.

Het aantal asielzoekers dat in 2000 op het
grondgebied is aangekomen bedraagt meer dan
40.000. Toen we u in juni en juli deze cijfers
aankondigden, zei u dat we de brengers van het
slechte nieuws waren. Ik weet wat een brenger
van slecht nieuws is. Die werd in het oude Sparta
om het leven gebracht. Het kon niet dat men de
oorlog had verloren. De keel werd overgesneden.
Mijnheer de minister, er zijn nog nooit zoveel
asielzoekers op het grondgebied aangekomen als
in het jaar 2000. Dan spreken we alleen nog maar
over diegenen die zich effectief hebben gemeld en
niet over de categorie van de clandestienen.

Mijnheer de minister, er wordt heel wat
aangekondigd, onder meer dat er minder
asielzoekers zullen zijn. Dat kondigt men reeds
meer dan 18 maanden aan. Het zijn er elke keer
meer. Men kondigt eveneens de opening van de
fameuze grensloketten en de gedecentraliseerde
posten van de dienst Vreemdelingenzaken aan.

Mijnheer de minister, u kondigt dit aan op 15
oktober 2000. Binnenkort is het 15 januari 2001.
Wat weerhoudt u ervan de grensloketten, die
terugzendloketten zijn, te installeren? Wat
weerhoudt u ervan uw oorspronkelijke tekst die
stelt dat de loketten 24 uur per dag open zullen
zijn uit te voeren en de loketten te installeren? Er
zullen 10 loketten aan de grenzen worden
geopend waar men zich 24 uur op 24 kan
aanbieden om het statuut van asielzoeker aan te
vragen. Mijnheer de minister, als u het
aanzuigeffect dat het koninkrijk België op
kandidaat­politieke vluchtelingen, op asielzoekers
en gelukzoekers heeft wil versterken, moet u van
de grensloketten nachtwinkels maken! Dat gaat u
doen! Dat is een verpletterende
verantwoordelijkheid. We zullen meer dan ooit de
aantrekkingspool worden voor asielzoekers.

U hebt met veel poeha de grenscontroles
aangekondigd. De territoriale verantwoordelijken
van de eengemaakte politie zeggen dat dit geen
grap was maar de grootste zeepbel van het derde
millennium. Er zijn twee soorten controles
geweest. Er werd een controle uitgevoerd tussen
Battice en Eynatten, hetzelfde parcours als vorig
jaar. Er werden controles uitgevoerd tussen
Martelange en de grenspost met Luxemburg. Dat
zijn de enige grenscontroles die daadwerkelijk
werden uitgevoerd. In de bocht aan de kerk van
Martelange op de oude verbindingsweg tussen
Bastogne en Luxemburg-stad heeft men een post
opgesteld. Het ergste was dat degenen die de
controles moesten uitvoeren, zelf zagen dat er
geen verkeer meer was en dat al de andere
grensposten in de streek, waar geen controles
werden uitgevoerd, overspoeld werden. Hoe
evalueert u de grenscontroles?

Tijdens het laatste trimester van 2000 is België het
Schengenland geworden met in absolute en
relatieve cijfers het grootste aantal kandidaat-
asielzoekers. Het is algemeen geweten dat ons
land in de marge van de Europese top van Nice -
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
het zal zich wellicht hebben afgespeeld op
maandagmorgen tussen 3.40 uur en 3.50 - zwaar
onder druk is komen te staan inzake het
asielbeleid. Onze Schengenpartners hebben ons
diets gemaakt dat dit niet langer kan blijven duren.
Hoe overlegt u met de Schengenpartners? Hoe
zal u de verwijten van een laks asielbeleid kunnen
toetsen aan een echt geïntegreerd asielbeleid dat
in de eerste plaats te maken heeft met een
getoetste terugwijzing? De repatriëringen zijn een
sluitstuk. Een spijtig sluitstuk omdat men mensen
moet terugsturen. In mijn vraag over de
repatriëring van de Kazakken heb ik reeds
beklemtoond in welke mate de regering in deze
problematiek improviseert. Hoe gaat u
repatriëren? Gaat u dertig per dertig repatriëren?
Gaat u elke vlucht tweemaal uitvoeren? Gaat u
vliegtuigen van het leger inzetten of kiest u voor
bussen?

Mijnheer de minister, we worden geconfronteerd
met een nieuwe categorie vreemdelingen die zich
bij ons vestigen, de zogenaamde clandestienen.

Nog slechts één op twee, dat zegt ook Human
Rights Watch, meldt zich in België langs officiële
weg bij de dienst Vreemdelingenzaken voor het
verkrijgen van het statuut van politiek vluchteling,
van asielzoeker. Of men nu materiële of financiële
hulp aanbiedt - de rookverspreiding is bijzonder
groot -, de mensen zullen blijven komen. Waarom
zullen ze blijven komen? U hebt wellicht ook in het
hoofdartikel van De Standaard van vandaag
gelezen: "Wij zijn in dit land op weg naar een
tweede regularisatiebeweging". Het heeft enige tijd
geduurd vooraleer dit besluit kon worden
getrokken. Wat wij u altijd hebben voorspeld, zit er
aan te komen. U hebt, nog voor u alle dossiers
hebt gezien, gezegd dat 95% van alle aanvragers
tot regularisatie zullen worden geregulariseerd.
Vandaag zijn er 150.000 mensen die clandestien
op het grondgebied zijn, die onbekend zijn en die
op een tweede regularisatiebeweging wachten.
Mijn vraag is dan ook: zult u een tweede
regularisatiebeweging op gang brengen? Zo ja,
onder welke voorwaarden? Zo neen, zult u
degenen die illegaal op het grondgebied zijn,
uitwijzen en repatriëren?

De voorzitter: Het wordt een peripatetische
vraag, of althans antwoord, want de minister is in
beweging.
03.16 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
voorzitter, heren ministers, mijn vraag zal kort zijn,
want het debat heeft al lang geduurd.

Iedereen weet dat de rechter te Hasselt in
kortgeding heeft beslist dat het asielcentrum in het
vakantiecentrum Hengelhoef niet kan worden
geopend. Ik denk dat ik correct weergeef dat heel
wat mensen in Limburg niet begrijpen hoe een
gedeelte van een domein, dat aanzien wordt als
een element van toeristische opportuniteit, als
element in de uitbouw van het toerisme in de
provincie Limburg, door een beslissing van de
federale overheid een - wellicht gedeeltelijk -
andere bestemming kan krijgen. We wachten
natuurlijk op de uitspraak in beroep. Toch heb ik
een aantal vragen. Afgezien van die vragen kan
men bedenkingen hebben bij de manier waarop
deze beslissing is genomen en de wenselijkheid
van deze beslissing.

Wat gebeurt er ondertussen met het personeel?
Wordt dat overgenomen? Op dit moment is er
namelijk geen activiteit meer ter plaatse. Die
mensen dreigen tussen twee stoelen terecht te
komen: gaat men hen in dienst nemen? Of heeft
men hen in dienst genomen, zoals oorspronkelijk
was voorzien?

Mijn tweede vraag is een principiële vraag. Is het
niet wenselijk, wanneer men overgaat tot de
aankoop van bepaalde domeinen die in de lokale
ontwikkeling van de streek een belangrijke
betekenis hebben gekregen, een overleg te
organiseren met de beleidsniveaus die daarvoor
verantwoordelijk zijn? Is men hiertoe niet
gedoemd of verplicht of is dit niet beter
aangewezen? Ik ken wel de redenen van de
minister waarom hij zo vaak onverhoeds te werk
gaat. Maar het gaat hier om een domein dat
ruimtelijk is ingepast in de ontwikkeling van de
streek.

Tenslotte heb ik een vraag in verband met de
aankoopmodaliteiten waarover onderhandeld
wordt. Wat gaat er gebeuren op het moment dat
de regering dat domein niet meer nodig zou
hebben? Uit een interview in de krant maak ik op
dat men die mogelijkheid alleszins niet uitsluit. Is
het denkbaar dat men aan de lokale
gemeenschap toch garanties biedt dat bij
desaffectatie van het gebied, er een soort
voorkooprecht is om het domein te laten
verwerven door die lokale of provinciale besturen,
die het domein dan weer kunnen inpassen in zijn
geheel, in datgene wat vanuit toeristisch en
recreatief oogpunt daarrond in Limburg als visie
wordt ontwikkeld?

Deze drie vragen wilde ik graag nog in het debat
inbrengen.
03.17 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Monsieur le président, monsieur le ministre, je
suis très contente d'avoir l'occasion de poser ma
question devant deux ministres, dans la mesure
où il est extrêmement difficile de distinguer ce qui
est du ressort de l'un ou de l'autre dans une
problématique aussi compliquée que l'accueil des
candidats réfugiés.

Vous connaissez chacun mieux que moi vos
prérogatives. Mais les décisions de l'un de vous
influencent évidemment les actions de l'autre.

Je voudrais vous poser les questions suivantes.

Le gouvernement a pris dernièrement une mesure
urgente en avançant la date de mise en place de
la nouvelle procédure d'accueil au 3 janvier 2001.
Quelles sont les raisons qui justifient cette
décision, tant il apparaît aujourd'hui qu'elle a
contribué à une désorganisation humainement
inadmissible de l'accueil? Sur quels éléments
objectifs les ministres se sont-ils basés pour
prendre cette décision?

Quel était l'afflux de réfugiés à la date de la
décision? Quelle fut la base objective pour
déterminer que la date initialement prévue pour
passer à la nouvelle procédure aurait pu être à
l'origine d'un afflux plus important? Le nombre de
places disponibles en centres était-il suffisant?

Sur quelle base a-t-on établi la différenciation
entre places d'accueil d'urgence et places
d'accueil pour la première phase de la nouvelle
procédure? Une concertation entre vous,
messieurs les ministres, a-t-elle eu lieu afin
d'assurer que la mise en place de la nouvelle
procédure d'accueil permet bien que chacun des
réfugiés trouve la place d'accueil dont il a besoin,
étant donné que le mode de fonctionnement
actuel de l'Office des étrangers nécessite de faire
la file pour voir sa demande traitée?

Les ONG et les différents services publics
concernés ont-ils été avertis de cette décision? Y
a-t-il eu une concertation? De nouvelles directives
ont-elles été établies? Si oui, quelle en est la
nature?

A-t-on tenu compte de la fermeture de l'Office des
étrangers entre Noël et Nouvel An? Le Conseil
des ministres du 15 décembre 2000 avait décidé
d'ouvrir 100 places dans chacun des centres de
Beverlo et d'Elsenborn pour la période courant du
22 décembre 2000 au 15 janvier 2001. Ces places
ont-elles effectivement servi, étant donné que
l'Office des étrangers a été fermé pendant une
partie de cette période? Etaient-elles en nombre
suffisant? Dans l'affirmative, comment se fait-il
qu'une ONG
-
Médecins Sans Frontières en
l'occurrence
-
ait dû prendre d'urgence des
dispositions pour assurer un accueil de première
nécessité? Et est-on assuré que toutes les
personnes qui avaient besoin d'un accueil en ont
bien bénéficié? Et qu'est-ce qui est entrepris pour
que tout rentre dans l'ordre?

Mes questions suivantes sont plus spécifiquement
adressées au ministre Vande Lanotte.

L'appel d'offres que vous avez lancé en vue de
trouver des places d'accueil est arrivé à échéance.
J'aimerais connaître quelques données quant à
son résultat. Je sais que des candidatures vous
sont parvenues. Pourrais-je en connaître le
nombre? Et quelle est la nature des candidats?
J'aimerais savoir ce qu'ils connaissent du cahier
de charges. Il y a en effet eu une réunion
d'information au cabinet à cet égard.

Quand le cahier de charges sera-t-il finalisé?
Pouvez-vous nous donner des pistes sur son
contenu? Et comment allez-vous faire votre choix
entre les différents offreurs de service? Combien
de places espérez-vous ouvrir ainsi et dans quel
délai?

Par ailleurs, la fermeture de l'Office des étrangers
entre Noël et Nouvel An pose chaque année de
nombreux problèmes. Les candidats réfugiés qui
arrivent sur notre territoire à cette époque ne
savent pas où s'adresser. En conséquence, les
files d'attente s'allongent devant l'office,
contraignant des adultes et des enfants à rester
de nombreuses heures debout dans le froid. Est-
ce que la nouvelle procédure d'accueil remédiera
à cet état de choses? Pensez-vous pouvoir
organiser les choses autrement l'année
prochaine?

Et enfin, les tentes qui ont été placées par l'armée
pour tenter de suppléer à l'afflux de demandeurs
resteront-elles en place sans qu'on en ait besoin?
A un moment donné, il fut en effet question de les
enlever.

Dernière question: les places d'urgence étaient
ouvertes jusqu'au 15 janvier. Cette date est
proche maintenant. Devrez-vous réquisitionner
ces places d'urgence au-delà de cette date ou les
autres places d'accueil vous permettent-elles
d'offrir une garantie d'accueil à tous les
demandeurs d'asile?

De voorzitter: Dames en heren, ik heb de
commissieleden die vanochtend aanwezig waren,
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
beloofd zeer kort relaas te doen van mijn
bevindingen ter plekke in de dienst
Vreemdelingenzaken en het Commissariaat-
Generaal en de omgeving van de beide diensten.
Voorafgaandelijk laat ik u opmerken dat ik wel
gepoogd heb de hele commissie voor het
werkbezoek uit te nodigen. De diensten van de
Kamer hadden er mij echter op gewezen dat een
voorzitter van een commissie de commissarissen
niet op een andere plaats dan in de Kamer kan
bijeenroepen. Ik ben dus alleen op stap gegaan.

Zeer kort geschetst, ik heb de weg die iedere
asielzoeker moet gaan, gevolgd. Zo ben ik binnen
geweest op de dienst Vreemdelingenzaken en op
het Commissariaat-Generaal, wat zeer interessant
was. Ik werd bijvoorbeeld tot tweemaal toe
geconfronteerd met een lijst van wachtenden.
Bovendien heb ik nuttige informatie van beide
administraties gekregen. Op het Commissariaat-
Generaal werd ik ontvangen door de nieuwbakken
commissaris-generaal, de heer Pascal Smets die
de heer Luc De Smet die net voordien met stille
trom was vertrokken, vervangt. Ik laat de
beoordeling van die feiten aan de collega's over -
sommigen hebben dat trouwens al gedaan - en
beperk mij tot het relaas van mijn vaststellingen in
de diensten en de tenten.

De organisatie kwam alleszins bijzonder chaotisch
over. Sommige asielzoekers kwamen voor de
tweede of derde keer hun opwachting maken,
nadat ze afgevoerd waren of zelf een onderkomen
hadden moeten zoeken. Het enige wat de
asielzoekers kregen, was een naamloos formulier
met de boodschap dat ze geen financiële hulp
meer kunnen genieten, maar wel materiële hulp.
Een aantal heeft getuigd - dat ging soms moeilijk
wegens de taalproblemen - dat hun 's avonds
werd aangeraden de stad in te trekken en een
overnachting te zoeken. Wie hopeloos in de
tenten achterbleef, werd afgevoerd naar de ene of
de andere legerkazerne, soms op vrij grote
afstand, zoals Leopoldsburg, om de ochtend
nadien teruggebracht te worden. Soms mochten
ze zelfs de bus niet af. In ieder geval, slechts
enkelen slaagden erin een eerste gesprek te
hebben. De vraag rijst meteen waarom men in
godsnaam met de betrokken asielzoekers geen
gesprek voerde in de legerkazernes, met andere
woorden, waarom de dienst niet ter plekke ging of
waarom men er niet in geslaagd is op basis van
een realistische inschatting van het aantal
gesprekken de asielzoekers uit te nodigen, wiens
dossier men een eerste keer kon behandelen.

Wat de opvang in de tenten betreft, daar kan ik
zeer kort over zijn. Die opvang was zielig. De
tenten waren smerig; overal lagen er etensresten
en lege drinkbekertjes. De sterksten hadden een
zitplaats gevonden, de anderen niet. Ik kan er
maar een bedenking aan toevoegen: als het de
bedoeling was asielzoekers af te schrikken, dan
was dit de manier. Alleszins was het
mensonterend.

Misschien was mijn verslag al te kort, maar
hiermee ben ik toch enigszins tegemoetgekomen
aan de vraag van de commissieleden.

Minister Vande Lanotte zal eerst antwoorden.
03.18 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
de voorzitter, ik verduidelijk even de respectieve
bevoegdheden. Het opvangen van mensen die
asielzoeker zijn, behoort tot mijn bevoegdheid. Dat
betekent dat het gaat om mensen die bij de dienst
Vreemdelingenzaken werkelijk als asielzoeker zijn
ingeschreven en dus een interview hebben gehad.
Voordien gaat het om de bevoegdheid van de
minister van Binnenlandse Zaken, onder andere
inzake de noodopvang. Ik wil echter eens en voor
altijd duidelijk maken dat wij tijdens de
kerstvakantie voortdurend hebben overlegd over
onze bevoegdheid en dat wij de zaken in
overeenstemming tot een goed einde hebben
kunnen brengen. Men kan dus zeer duidelijk zien
wie bevoegd is voor welk deel. Ik zal de vragen
met betrekking tot mijn deel beantwoorden. De
hele uitwerking ervan is in voortdurend overleg
tussen de beide kabinetten gebeurd. Ik wil dit
duidelijk stellen, want anders geeft het maar
aanleiding tot allerlei speculaties die ik niet wens
te delen.

Ik was dus inderdaad bevoegd om aan te geven
wanneer we over zouden schakelen van financiële
op materiële hulp. Op 3 januari hebben wij dit
beslist. Dat gebeurde, ten eerste, omdat er geen
reden was om nog langer te wachten. Wij waren
hier klaar voor. Er is gebleken dat er voldoende
opvangplaatsen zijn. Er stelt zich momenteel geen
enkel probleem, wij hebben integendeel
voldoende provisie om ook in de komende weken
de mensen die bij de dienst Vreemdelingenzaken
zijn gepasseerd te kunnen opvangen. Ten tweede,
was er een aanwijzing dat nog langer wachten een
negatief effect had, in die zin dat we vaststelden
dat mensen uit de ons omringende landen, onder
andere uit Duitsland, bij ons werden afgezet in de
hoop dat men in de laatste week nog onder het
andere regime zou vallen. Op die manier kregen
wij een ongewone situatie met tot 1.500 mensen
die daar voor de deur stonden. Het is evident dat
geen enkele dienst uitgerust is voor het
behandelen van een dergelijk aantal asielzoekers.
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
Dat heeft niets te maken met het functioneren van
de dienst. Als wij de dienst Vreemdelingenzaken
zo gaan organiseren dat hij 1.500 mensen op één
dag kan ontvangen, dan getuigt dat van slechte
organisatie. Het gaat hier immers om een tijdelijk
fenomeen. De dienst is erop berekend 200 tot 250
mensen te kunnen interviewen. Dat willen wij ook
zo houden en hierdoor ontstond een tijdelijk
probleem. We hebben de datum dus vervroegd
omdat wij er klaar voor waren en omdat het
duidelijk was dat er onder andere uit Duitsland
mensen werden aangevoerd. Dat kon worden
vastgesteld via de nummerplaten van de wagens.
We zagen dat dit inderdaad gebeurde en we
moesten dus ingrijpen.

Mevrouw Gilkinet, u vraagt twee keer of wij wel
rekening hebben gehouden met het sluiten van de
dienst Vreemdelingenzaken tussen kerstdag en
nieuwjaar. Dat is heel merkwaardig want de dienst
Vreemdelingenzaken is de enige dienst die niet
gesloten was tussen kerstdag en nieuwjaar. Als
wij in noodopvang hebben voorzien, dan gebeurde
dat juist omdat wij wisten dat veel OCMW's
gesloten waren in die periode. De dienst
Vreemdelingenzaken werkte door. Dat wil ik even
rechtzetten, want men geeft de indruk dat deze
dienst gewoon niet gewerkt heeft en dat dit aan de
basis van de problemen lag.
03.19 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, iI y a eu une période de
cinq jours pendant lesquels il a été fermé
complètement.
03.20 Johan Vande Lanotte, ministre: Non, cela
n'est pas vrai. Vous permettez tout de même que
le jour de Noël ce soit fermé. Cela me semble
assez normal. Mais ces services ont travaillé entre
Noël et Nouvel An. C'est la réalité. Et comme
nous savions que beaucoup de CPAS n'étaient
pas ouverts ou pas complètement, on a prévu un
accueil temporaire. Nous n'avons donc pas
renvoyé des personnes vers les CPAS pendant
cette période. Nous avons voulu éviter que ces
personnes n'arrivent quelque part où le service
n'était pas assuré.
Vous m'adressez un reproche en me disant que
les problèmes qui surgissent ailleurs viennent du
fait que les CPAS sont fermés à Bruxelles. Or, il
s'agit de l'inverse.
03.21 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Alors,
comment expliquez-vous, monsieur le ministre,
qu'une ONG ait dû intervenir dans l'urgence?
03.22 Johan Vande Lanotte, ministre: Il s'agit là
d'autre chose. Cela provient du fait que le nombre,
à un certain moment a atteint 1.500 personnes et
il était tout à fait inattendu! C'est pourquoi nous
avons réagi le jour suivant bien que le chiffre ait
diminué par la suite et le dispositif, par
conséquent, a été adapté. Mais le nombre de
1.500 était, en effet, tout à fait inattendu et c'est ce
chiffre qui nous a posé problème et non pas le fait
que les CPAS soient fermés le jour de Noël. En
réagissant le jour suivant, le dispositif d'accueil
d'urgence a été amplifié et a pu être adapté
chaque jour.

Personne n'avait prévu qu'il y aurait 1.500
personnes ce jour-là. Soyons clairs, aucun
dispositif prévu pour 300 personnes aujourd'hui ne
peut soudainement en assumer 1.500. J'insiste
sur ce point. Dès que nous nous sommes aperçus
qu'il y avait 1.500 personnes, le dispositif d'accueil
d'urgence a été amplifié et tous ceux qui le
désiraient ont été accueillis.
03.23 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
Monsieur Vande Lanotte, je souhaiterais obtenir
une petite précision technique.

Vous dites que vous prenez l'accueil en charge à
partir du moment où la personne est passée par
l'Office des étrangers. Nous savons que l'Office
des étrangers peut traiter grosso modo cent
cinquante à cent soixante demandes par jour. Or,
vous dites que vous avez dû faire face à 1.500
demandes.

Le président: Il serait préférable d'écouter
d'abord la réponse du ministre puisqu'il y a un
droit de réplique. Si tout le monde se comportait
de cette façon, il ne serait plus possible
d'organiser quoi que ce soit. Je vous laisse
toutefois terminer votre phrase.
03.24 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Je
comprends, monsieur le président. Je ne le ferai
plus.
03.25 Johan Vande Lanotte, ministre: C'est
différent dans les centres d'accueil d'urgence
organisés par le ministère de l'Intérieur. Les
personnes en surnombre sont placées dans des
centres d'accueil provisoires et ils reviennent plus
tard. Normalement cela concerne peu de
personnes mais, dans le cas qui nous occupe, il
est évident qu'il y avait trop de monde.

Lorsqu'il y a plus de 200 personnes, celles qui le
désirent sont accueillies dans les centres
provisoires. Mais toutes ne doivent évidemment
pas l'être; certaines ont de la famille. Nous
n'avons renvoyé personne vers les CPAS. Il y a
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
quelques semaines on m'a dit que j'allais vider les
centres vers les CPAS. J'ai dit que ce n'était pas
exact et, entre-temps, les CPAS ont eux-même
déclaré que ce n'était pas le cas. Il y a toujours
2.000 personnes dans les centres.

Je ne crois pas que nous ayons causé des
problèmes supplémentaires en optant pour ce
système. Si nous ne l'avions pas fait, nous aurions
rencontré les mêmes problèmes. Le nombre de
jeunes gens aurait été le même, environ 1.500, et
il n'aurait pas été possible de les renvoyer tous
vers les CPAS. Donc, de toute façon, on aurait dû
les accueillir dans un centre provisoire. Du fait que
nous avions accéléré les choses, nous avons
connu ce problème pendant une semaine. Mais
nous approchons d'une stabilisation puisque,
chaque jour, le nombre de demandeurs diminue
de 200. Aujourd'hui, il y a encore environ 400
demandeurs et la situation sera donc stabilisée
dans deux ou trois jours. Nous pouvons
commencer à traiter le dossier des personnes qui
se trouvent actuellement dans les centres
provisoires. La situation s'améliore en ce sens que
plus personne ne doit attendre dans la rue ou
ailleurs. Si nous avions attendu plus d'une
semaine, la capacité d'accueil de crise aurait dû
être plus grande et le temps qu'il aurait fallu
rattraper aurait été beaucoup plus long. Je pense
que c'était donc la seule façon de procéder. On
aurait même peut-être dû aller encore plus vite et
décider avant que la loi ne soit votée. C'était
possible puisqu'il ne fallait pas une décision légale
pour agir.

Nous avons reçu le cahiers des charges. Il y a 33
candidats. Que fait-on maintenant? Je ne peux
pas intervenir dans la procédure.

Que va-t-il se passer maintenant?

Pour ces 33 candidats, la première phase consiste
à passer un examen afin de voir si l'on a affaire à
des groupes, des consortiums fiables.

Deuxièmement, ont-ils la capacité technique de le
faire? Sont-ils en mesure de le faire au niveau de
la construction, au niveau de l'accueil, du niveau
du catering et autres?

Il y a un nombre de groupes qui se sont présentés
avec des spécificités à propos des différents
systèmes. Il y a également des ONG. Il est assez
positif de pouvoir constater qu'il y a des groupes
commerciaux ainsi que des ONG qui travaillent
ensemble.

Sur cette base et dans le courant du mois de
janvier, on va définir ce que l'on appelle la « short
list
» c'est-à-dire les candidats qui sont
acceptables, fiables et qui peuvent faire ce travail.

Dès que l'on aura précisé cette « short list » sur la
base du cahier des charges que l'on est en train
d'élaborer avec le Conseil des ministres, on
entamera la phase suivante de la procédure.

Elle consiste à demander à ceux qui sont sur la
«short list», comment ils vont répondre aux
exigences contenues dans notre programme et
quel est leur prix.

Ensuite, on entamera les négociations qui doivent
se terminer dans le courant du mois de mars ou
d'avril.

La première chose consiste donc à présent à faire
la sélection technique (la «short list») des
entreprises, des associations et des consortiums
qui se sont présentés.

Telle était ma réponse, en ce qui concerne ma
compétence, à la question de Mme Gilkinet.

Mijnheer Vandeurzen, wij hebben het personeel in
dienst genomen, zowel in Middelkerke als in
Hengelhoef. Het is niet omdat er een procedure is
voor de rechtbank dat wij het personeel moeten
zeggen dat zij werkloos moeten blijven. Wij
hebben die mensen aanvaard - dat is onze sociale
verantwoordelijkheid - en die mensen worden nu
opgeleid. Ik weet dat daarover veel misverstanden
bestaan, maar het was niet onze bedoeling om die
mensen te aanvaarden en hen dan onmiddellijk te
confronteren met een grote groep asielzoekers.
Het was sowieso onze bedoeling om enkele
weken opleiding te verzorgen en dan geleidelijk
aan de centra te openen. Wij zitten nog op
schema en wij zullen nu afwachten wat de rechter
beslist.

U hebt gelijk aangaande het scenario, moesten wij
in een normale situatie zitten: dan zou men een
redelijk gesprek kunnen hebben. Ik ben geen
vragende partij om dit eenzijdig te beslissen, maar
ik heb geleerd uit het verleden. Het is niet de
eerste keer: ook de vorige regeringen hebben dat
moeten doen. De realiteit is dat je niet aan de
mensen moet zeggen dat de beslissing zelf met
inspraak wordt genomen, want dat is niet juist. Dit
is de verantwoordelijkheid van de federale
regering en dus moet de federale regering
beslissen. Dat is de waarheid. Als men naar een
gemeente gaat om te vragen of die dat wil, is het
jammerlijk genoeg zo dat negen op tien neen
zeggen. Dan moeten wij een beleid voeren met
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
een tiende van de gemeenten die bereid zijn in
tegenstelling tot de rest. Dan weet men dat dit
beleid een keer zal werken en dat men de
volgende keer zal besluiten dat het volstaat neen
te zeggen opdat het er niet komt. Men moet dus
niet zeggen dat er inspraak is.

Ik wil de mensen niet de indruk geven, mijnheer
Tastenhoye, dat over de plaats pseudo-inspraak
wordt georganiseerd, want dat is niet juist. Als de
beslissing is gevallen en een gemeente is
uitgekozen, komt er overleg over de manier
waarop en wordt informatie gegeven. U probeert
dat met uw partij dan meestal tegen te houden
door desinformatie te geven, maar na een maand
verdwijnt dat toch, dat hebben wij ook gezien.
03.26 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Dat
zullen wij nog zien! Als er nu verkiezingen zouden
zijn, wat zouden wij dan zien?
03.27 Minister Johan Vande Lanotte: Er zijn nu
geen verkiezingen. Ik weet dat u niet kunt slapen
van de verkiezingen, omdat u nu eindelijk iets zou
willen te zeggen hebben en voor de rest niets te
zeggen hebt. Dat is jammer voor u, maar dat is nu
eenmaal zo.

(Pandemonium van verwijten over en weer)

De voorzitter: Wil u het hier alstublieft bij laten!
03.28 Minister Johan Vande Lanotte: Nadat uw
partij geprobeerd heeft desinformatie te geven,
zullen de mensen begrijpen waarover het gaat.
Daar wordt wel over gepraat. Een gemeente kan
een alternatief voorstellen in haar gemeente. Dat
is ook al gebeurd. Als het kon, werd dat alternatief
aanvaard, anders niet. Dat is de procedure. Ik heb
geen zin iedereen hier de indruk te geven dat men
vooraf gaat overleggen met de gemeenten, als
iedereen van u weet dat de gemeenten dan neen
zeggen. Als men denkt dat ik mij tot dergelijke
cinema wil lenen, dan vergist u zich.
03.29 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ha,
u noemt dat een cinema!

De voorzitter: De minister heeft u niet
onderbroken, laat hem dan ook nu spreken.
03.30 Minister Johan Vande Lanotte: Ik heb u
niet onderbroken, laat mij nu ook antwoorden. Ik
weet dat dit niet in uw visie van de democratie
past, maar laat mij nu antwoorden.

(Luidkeels protest van de heer Tastenhoye)
De
voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, de
democratie kan niet bestaan zonder respect voor
een aantal spelregels. Dit behelst dat de een na
de ander spreekt en niet door elkaar.
03.31 Minister Johan Vande Lanotte:
Hengelhoef wilden wij huren, maar dat kon niet.
Wij hebben het dus gekocht. Dat betekent dat er
op dit moment geen scenario klaarligt voor later.
Als wij ooit in een situatie belanden waarbij de
asielcentra drastisch kunnen worden beperkt, zal
dat zo zijn. Dan zullen wij bij de verkoop uiteraard
rekening houden met de lokale overheden, dat is
evident. Dat is nog gebeurd. Ook in het verleden
gebeurden er op een bepaald moment
desaffectaties, bijvoorbeeld omdat een centrum
niet meer leefbaar was of omdat er onvoldoende
vraag was. Ik wil benadrukken dat wij Hengelhoef
vroegen om te huren, niet om te kopen.

(Onverstaanbare opmerking)

Dat is geen probleem. Ik heb daar geen probleem
mee. Wettelijk gezien moet men weten of men
overleg kan inschrijven, of men kan een
voorkooprecht bedingen. Het probleem is niet dat
er, moest er eenmaal een overschot aan
asielcentra zijn, met de lokale mensen ooit zou
moeten worden overlegd wat er moet gebeuren:
daar kan men van op aan.

Daar mag u van op aan. Mijn probleem is op dit
moment voldoende opvangcapaciteit vinden.
Jammer genoeg moet dit gebeuren via een
eenzijdige beslissing van de regering omdat er
anders geen vooruitgang wordt geboekt. Dat is
een jammerlijke situatie.

Wat de vraag over Kina betreft, wil ik toch enige
verduidelijking brengen. Kina is een organisatie
van OCMW's en is geen organisatie van het
ministerie. De organisatie werd door ons echter
wel geholpen omdat zij de OCMW's gedurende de
eerste dagen hielpen bij het opvangen van
personen die noodopvang nodig hadden. Ik denk
hier bijvoorbeeld aan personen uit de
jeugdbescherming. De regel die zij zichzelf daarbij
hadden gesteld was een opvang gedurende 7
dagen. Dit is niet altijd gelukt maar toch heel vaak
wel. In de toekomst zal dit waarschijnlijk niet
langer nodig zijn eens de opvangcentra klaar zijn.

Kandidaat-asielzoekers die financiële steun
kregen, kregen dit niet van het OCMW. Het
OCMW betaalde het logement en trok dit af van
het geld dat de asielzoekers kregen. Het logement
werd met andere woorden betaald door de
asielzoekers zelf. Ik weet dat daarover andere
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
dingen worden gezegd maar zij betaalden dit zelf.
Wat kan er op tegen zijn dat iemand zijn eigen
logement betaalt?

Er was wel een probleem doordat een beperkt
aantal OCMW's weinig actief was in het zoeken
naar een definitieve oplossing. Kina wees steeds
op het tijdelijke karakter van haar hulp. De opvang
die zij verzorgden, bleef trouwens niet beperkt tot
asielzoekers alleen.

Het is evident dat de overgang van het ene naar
het andere systeem moeilijk verloopt. De
problemen zijn nog groter dan we hadden
verwacht. Er zijn een aantal problemen geweest
waarmee we in de mate van het mogelijke
rekening hebben gehouden. We hebben iedereen
zo goed mogelijk proberen op te vangen.
Geleidelijk is de situatie zich aan het stabiliseren
omdat het aantal wachtenden afneemt. Binnen
enkele dagen zullen we ook dit volledig kunnen
opvangen. De opvang in de centra is voldoende.
Op dit moment is er geen enkel probleem om
mensen die werden geïnterviewd ook door te
sturen naar de centra. Op die manier kan de
versnelde procedure worden toegepast.

We hebben een moeilijke periode meegemaakt.
We hebben alles gedaan wat mogelijk was. Geen
enkel land in West-Europa dat in het verleden met
dergelijke situatie werd geconfronteerd, heeft
dergelijke problemen kunnen vermijden. Het
belangrijkste is dat de problemen stilaan worden
opgelost.
03.32 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je voudrais tout d'abord dire que je suis
heureux d'avoir l'occasion de répondre à ces
questions en compagnie de mon collègue Johan
Vande Lanotte. Contrairement à ce que j'ai pu
entendre ou lire sous certaines plumes mal
informées ou mal intentionnées, nous mettons en
oeuvre, de manière très solidaire, la même
politique gouvernementale décidée par le
gouvernement, qui est difficile et Dieu sait si nous
sommes les deux ministres les plus conscients de
la tâche.

C'est la raison pour laquelle nous nous parlons
beaucoup, nous nous entraidons et la raison pour
laquelle nos cabinets sont en concertation
permanente. Ils l'étaient déjà auparavant et ils le
sont plus que jamais aujourd'hui.

On m'a posé énormément de questions très
précises. Je suis habitué à ce que l'on me
demande de réaliser de quasi-miracles. Une
question qui en comporte 17 et adressée
quelques heures avant la séance pendant laquelle
je dispose de deux minutes pour y répondre, c'est
évidemment une tentative impossible!

Mais je tiens à dire à ceux à qui je ne pourrai pas
donner toutes les réponses aujourd'hui, que je
tiens à les donner par écrit, et cela pour deux
raisons simples. La première est qu'il n'y a à cela
aucun secret, aucune volonté de manipulation. La
deuxième est que ces chiffres démontrent deux
choses.

Tout d'abord, à ceux qui prétendent qu'il n'y aurait
pas de difficulté, que nous ne sommes pas
aujourd'hui amenés à affronter des flux
migratoires anormaux vers la Belgique, ces
chiffres démontrent le contraire et, par
conséquent, la nécessité de prendre des
mesures.

Ensuite, ces chiffres démontrent également que,
même s'ils sont insuffisants, nous avons déjà
engrangé un certain nombre de résultats - j'y
reviendrai. Un certain nombre de progrès ont été
réalisés et nous pensons que les deux éléments
de la politique qui sont mis en oeuvre, à savoir
l'accélération des procédures et le remplacement
de l'aide financière par une aide matérielle, vont
contribuer de manière significative à ceux-ci.

J'ai aussi perçu dans le chef de certains des
accents politiques qui ne cherchent
manifestement pas à me convaincre, mais à
remporter peut-être des succès médiatiques
faciles. Ils ne m'aident guère parce que je n'y
trouve aucun élément de solution à un problème
difficile, un problème de société, et qui pour moi
en tout cas, n'a rien à voir avec la place que l'on
occupe dans l'hémicycle et ne concerne ni la
majorité ni l'opposition en des termes différents.

Je sais, monsieur de Crem, que vous êtes un
habitué de cela, je vous l'ai déjà dit plusieurs fois,
je vous reconnais un très grand talent dans l'art de
la formule et je vous admire volontiers, mais j'ai
beau chercher, je ne vois rien qui soit utilisable
pour résoudre le problème. Selon la formule
latine: ubi nihil nihil. Mais, bien sûr, à chacun son
rôle, ses méthodes et ses responsabilités. En ce
qui me concerne, je dois mettre en oeuvre une
politique équilibrée et raisonnable qui allie
humanité et fermeté et je suis tous les jours, avec
mon collègue Vande Lanotte, confronté à des
réalités qui sont autrement difficiles à vaincre que
les simples mots ou discours.

Deze elf vragen en interpellaties geven mij de
gelegenheid om vandaag de stand van zaken te
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
geven over het asiel- en immigratiebeleid dat op
drie pijlers is gebaseerd: hervorming van de
asielprocedure; regularisatie; verwijderingen.

Ten eerste, de asielprocedure. Het aantal
asielaanvragen in het jaar 2000 bedroeg 42.691.
Het definitieve cijfer zal binnenkort gekend zijn.

Le nombre de Kazakhs s'élève à 1.924. En
novembre et en décembre, on en a compté à
chaque fois 129. Au cours de cette même année,
en termes de procédure d'asile, seuls quatre cas
ont été reconnus. Sur cet ensemble, 664 dossiers
sont arrivés au terme de la procédure.

4.408 personen hebben asiel aangevraagd in
november en 4.640 in december. Dit is ongeveer
245 aanvragen per werkdag. Voor het jaar 2000
zijn de belangrijkste nationaliteiten in volgorde:
Rusland, Kosovo, Iran en Albanië, tussen 2.500
en 3.000 aanvragen voor elk van deze landen.
Komen vervolgens: Kazakstan, Bulgarije,
Slowakije, Servië, Kongo en Armenië, tussen
1.000 en 2.000 aanvragen per land. In het laatste
trimester werd een sterke stijging vastgesteld. Die
is te wijten aan diverse factoren als de
ontwikkeling van netwerken, afkomstig van enkele
landen in het bijzonder en die het aantal
asielaanvragen hebben doen exploderen. Het
voorbeeld dat in de media de meeste aandacht
kreeg is dat van Kazakstan met zijn
reisagentschappen. Het fenomeen wordt ook in
andere landen geconstateerd. Ik verwacht de
verslagen van de immigratieambtenaren die ik dit
jaar onder meer naar Bulgarije, Oekraïne en Iran
heb gestuurd.

Une pratique qui tend à prendre de l'ampleur est
d'obtenir un visa dans un autre pays Schengen,
puis de demander l'asile. Il n'est pas possible de
déterminer le nombre de ces personnes car elles
prétendent bien entendu, lors de leur demande
d'asile, ne pas avoir de passeport. La possession
d'un passeport national contredirait en effet les
craintes de persécution alléguées.

L'effet attractif de l'aide sociale, particulièrement
élevé au regard de nos pays voisins, est le
troisième élément. Il faut y ajouter le fait que cette
aide est due y compris en cas de recours au
Conseil d'Etat, ce qui gonfle artificiellement le
contentieux devant ce Conseil d'Etat,
véritablement noyé par les demandes dilatoires.
Ces demandes représentent plus de 65% de
l'ensemble du contentieux du Conseil d'Etat.

Enfin, le dernier élément est la longueur actuelle
de la procédure d'asile où quatre auditions sont
parfois nécessaires avant d'aboutir à une décision,
sans compter le recours au Conseil d'Etat dont je
viens de parler.

Op 1 oktober 1999 heeft deze regering een
akkoord bereikt over twee fundamentele principes:
een vereenvoudiging en een versnelde procedure.
Een veralgemening van de hulp in natura. Een
voorontwerp van wet tot hervorming van de
asielprocedure bestaat reeds sedert april 2000.
Het was het voorwerp van het regeerakkoord in
december 2000 en het voorwerp van het
vakbondsoverleg gisteren. Binnen een maand zal
het naar de Raad van State gestuurd worden.

J'ai dû m'assurer, avec mon collègue, le ministre
du Budget M. Vande Lanotte, que les moyens
nécessaires seraient alloués car cette réforme
aura bien entendu un coût. Il n'était pas question
pour moi de me lancer dans une telle réforme
sans les moyens adéquats. En effet, dès lors que
l'on a prévu une instance à caractère
juridictionnelle de pleine juridiction, cela prend un
certain temps malgré tous les efforts qui sont faits
pour accélérer la procédure. Donc, le seul moyen
pour réduire l'effet de ralentissement que cela
pourrait causer est de disposer d'un nombre
suffisant de magistrats pour traiter en même
temps un grand nombre de dossiers. C'est
pourquoi j'ai insisté, à l'occasion des discussions
budgétaires, pour qu'une provision soit prévue au
budget. Cela a été fait. J'ai parlé d'une provision
car nous ne sommes pas en mesure pour l'instant
de préciser le coût exact. Le coût d'un statu quo
serait de toute façon nettement plus élevé.
L'accélération du traitement des demandes d'asile
permettra en effet notamment de diminuer la
durée de prise en charge de l'accueil des
candidats réfugiés et de réaliser des économies
substantielles en termes d'aide sociale.

Anderzijds heeft mijn collega Johan Vande
Lanotte, bijgetreden door de Ministerraad van
december laatstleden, de maatregelen genomen
om de financieel-sociale hulp te vervangen door
hulp in natura, die bestaat uit een opvang in een
open centrum voor de kandidaat-vluchtelingen, die
zich voortaan bij de dienst Vreemdelingenzaken
zullen aanbieden.

La date d'entrée en vigueur de cette aide en
nature a dû être avancée. En effet, l'annonce qui
en a été faite, a incité un nombre très important
d'étrangers à s'inscrire en dernière minute afin
d'encore bénéficier d'une aide en argent
permettant souvent de rembourser le trajet
organisé par les filières. Je suis conscient que ces
malheureux en sont les victimes, mais le
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
gouvernement ne peut et ne veut plus continuer à
financer ces filières.

Cet afflux anormal confirme que la décision de
suppression de l'aide en argent est parfaitement
justifiée.

Sans attendre l'entrée en vigueur de ces
systèmes d'aide en nature, j'ai décidé d'instaurer
un contrôle exceptionnel aux frontières du
22
décembre au 9 janvier, soit de façon
permanente, soit de façon sporadique. Les
contrôles ont été effectués sur la base des
moyens locaux de la police fédérale avec un
renfort journalier d'environ 133 membres de la
réserve générale. L'effort maximal a été consenti.
Cet effort est intervenu au moment des fêtes de
fin d'année, période durant laquelle des efforts
exceptionnels sont déjà demandés aux forces de
la police fédérale, ce d'autant plus que nous
avions également pris des mesures spéciales
dans le cadre de certaines activités commerciales
spécialement exposées.

En date du 9 janvier, 1.062 personnes ont été
interceptées lors de ces contrôles. Ce qui ne
signifie pas qu'elles étaient toutes en situation
illégale. Les Afghans, les Kosovars et les Turcs
furent les nationalités les plus fréquemment
interceptées. Il est clair que ces personnes sont
arrêtées à la frontière et renvoyées
immédiatement vers leur pays d'origine.

L'évaluation de ces contrôles n'a pas encore été
entièrement faite puisqu'ils se terminaient ce
10 janvier à 6 heures.

Ces contrôles viennent contredire le reproche
formulé par certains d'entre vous et selon lequel il
fallait regretter un manque de prévoyance en la
matière. D'ailleurs, des premiers contrôles avaient
été organisés de manière plus limitée, dès la fin
du mois de novembre et le début du mois de
décembre. Malgré le caractère limité des
opérations, 476 personnes ont pu être
interceptées pendant cette période.

Het is trouwens zo, dat gedurende nog een aantal
weken een verhoogd aantal systematische
controles zal gebeuren in de omgeving van
grensposten die gekend zijn als frequent gebruikte
overgangen voor het binnensmokkelen van
illegalen. Op basis van die gegevens zullen de
instroomcijfers nauwlettend worden gevolgd. Het
is echter correct dat deze controles de toestroom
van kandidaat-vluchtelingen voor de deuren van
de dienst Vreemdelingenzaken tijdens deze
periodes niet nog meer kunnen indijken. Dit is te
wijten aan verschillende redenen.

La première qui vient à l'esprit est la perméabilité
de nos frontières. Il n'est certes pas possible
d'empêcher toute immigration. Même à supposer
que ce soit souhaitable, c'est évidemment
irréalisable; ceux qui prétendent le contraire
abusent l'opinion publique avec ce genre de
solutions toutes faites.

Mais il y a d'autres raisons. D'une part, certains
clandestins déjà présents dans notre pays se sont
décidés à demander l'asile en voyant que c'était la
dernière chance d'avoir une aide en argent. Mais
surtout, il ressort de l'observation sur le terrain que
de nombreux véhicules immatriculés à l'étranger
déposent devant l'Office des étrangers des
personnes qui se déclarent réfugiés. Dans la
mesure où un visa Schengen leur a été délivré,
par l'Allemagne ou la France notamment, ils ont
accès légalement à notre territoire et passent
donc sans problème les contrôles aux frontières.
Cela montre que les contacts avec les pays
Schengen doivent être poursuivis afin d'éviter
qu'ils ne délivrent de visas envers des
ressortissants dont l'expérience montre qu'on les
retrouve ensuite comme demandeurs d'asile en
Belgique.

C'est la crédibilité de l'espace Schengen qui est
en jeu. Il se pose la question de savoir si la
délivrance de visas à l'intérieur de l'espace
Schengen ne doit pas être enregistrée dans une
banque de données pouvant être consultée par
les pays Schengen. Cela exigera une adaptation
de la convention mais je pense que c'est
nécessaire.

Na de oorzaken van deze toestroom te hebben
onderzocht, kom ik nu terug op de gevolgen
ervan. Mijn administratie -
de dienst
Vreemdelingenzaken - heeft de situatie moeten
aanpakken met de middelen die zij had. De
verwijten aan haar adres zijn onverantwoord. Een
administratie is niet even soepel als een
eenvoudige organisatie. In de loop van het
afgelopen jaar was er reeds een aanzienlijke
personeelsversterking voor het bureau
vluchtelingen: ongeveer zestig personen meer. De
capaciteit van de wachtzaal werd uitgebreid en de
opvang werd gereorganiseerd. Er zijn echter op
zijn minst budgettaire grenzen aan deze
registratiecapaciteit.

Il y a des impondérables. Je pense, par exemple,
à l'absence de disposition d'interprètes, ne
permettant pas que toute personne qui se
présente, indépendamment de sa langue, puisse
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
immédiatement voir sa demande traitée.

Cela crée trois types de flux au service qui traite
les demandes. Tout d'abord et surtout, les
nouveaux. Ensuite, ceux qui doivent revenir,
aucun enregistrement n'ayant pu avoir lieu. Enfin,
ceux qui ont été à nouveau convoqués pour
traitement ou décision quant à leur demande.

De ramingen werden niet gemaakt op grond van
de 250 nieuwe aanvragen per werkdag. Dit reële
cijfer overtreft veruit het gemiddelde van alle
Europese landen. Op dit ogenblik is het dus
onmogelijk alle aanvragen dag na dag te
registreren. Deze uitzonderlijke situatie zal echter
niet voortduren, aangezien het wegvallen van de
geldelijke hulp de kandidaten voor de immigratie
moet ontmoedigen. De personen die voor de
datum van deze beslissing aan hun reis zijn
begonnen en die nog niet op de hoogte zijn van de
afschaffing van de geldelijke hulp, zullen niettemin
nog enige tijd de rij voor de dienst aandikken.
Deze overgangsperiode zou echter van korte duur
moeten zijn.

En effet, les chiffres que nous constatons
confirment ce fait. Nous en étions, aujourd'hui, à
environ 400 personnes, alors que nous étions au
début à plus de 1.200. Il y a donc eu, comme le
disait M. Vande Lanotte, une diminution d'environ
200 demandes par jour. Le nombre de demandes
nouvelles réelles se situe entre 130 et 150 et
parfois au-delà.

Mon administration pourra donc rapidement
enregistrer certainement 200 dossiers par jour. Je
lui ai également demandé de faire l'effort de se
rendre dans les centres d'hébergement d'urgence
pour y accomplir les formalités d'enregistrement,
de manière à éviter d'inutiles déplacements. Bref,
il a fallu faire face à des situations douloureuses
sur le terrain.

A titre personnel, je ne puis accepter les dires de
certains quotidiens, à savoir que je me serais,
avec plusieurs de mes collègues, désintéressé de
cette situation. Je n'ai pas fait de déclaration
spectaculaire, mais nous avons, tant en
collaboration avec la Ville de Bruxelles qu'avec
mon collègue de la Défense nationale, M. Flahaut
ou encore mon collègue de l'Intégration, M. Vande
Lanotte, recherché les solutions pour faire face à
ce problème, non seulement pour l'accueil sur
place mais aussi pour l'hébergement.

Je confirme qu'à aucun moment, une personne se
trouvant dans une situation d'urgence n'a pu se
trouver démunie. Si elle le souhaitait, nous y
faisions face, comme nous l'avons déjà fait, en
ayant recours à toute une série de domaines
militaires, tels Elsenborn, Beverlo ou encore
Gand.

Comme tous les Belges, j'ai vu de nombreuses
images diffusées par les médias. Mais elles ne
suffisent pas à expliquer l'ensemble de la
problématique et le contexte dans lequel elle
s'inscrit. Certes, ce n'est pas chose aisée et il est
normal de diffuser ces images mais une
information complémentaire, étant donné la
complexité du problème, doit également être
donnée et je ne l'ai pas toujours retrouvée.

Concrètement, j'ai d'abord réuni en mon cabinet,
dès décembre dernier, l'Office des étrangers et la
police de Bruxelles. Le collège des bourgmestre et
échevins de la Ville de Bruxelles a refusé, dans un
premier temps, un site pressenti pour un premier
accueil. Cette décision relève de sa compétence
et je ne porte pas de jugement.

Le site actuel a été trouvé de commun accord, ce
dernier étant nécessaire. Le 23 décembre dernier,
les six tentes y ont été montées pour une capacité
de 600 personnes environ. Il s'agit non d'un
hébergement, raison pour laquelle il n'est pas
ouvert la nuit, mais d'une salle d'attente pour les
demandeurs d'asile qui souhaitent enregistrer leur
demande. Et tous essayaient d'y entrer et d'y
rester, parce qu'ils avaient l'impression, peut-être
entretenue, que dès lors qu'ils avaient franchi ce
premier cap, ils étaient engagés dans cette
procédure d'asile.

La protection civile a très vite pu épauler l'Office
des étrangers avec l'assistance de la Croix-
Rouge. Comme je viens de vous le dire, un
hébergement pour la nuit a été organisé en
collaboration avec le ministre de la Défense et,
dans un deuxième temps, avec l'Intégration
sociale. Ces problèmes d'hébergement d'urgence
devraient normalement prendre fin aux environs
du 15 janvier. Bien entendu, nous procéderons à
une évaluation.

Aujourd'hui, nous maintenons en tout cas une
capacité d'hébergement à Woluwé-Saint-Pierre,
mais compte tenu de l'évolution des chiffres que je
vous ai donnés, il semblerait que cette capacité
devrait suffire à faire face aux besoins en
urgence.

Het voorontwerp van wet voorziet in het
ontradingseffect van de geldelijke sociale hulp om
de aanvragen te decentraliseren. Ik heb naar de
ministers-presidenten van de drie gewesten per
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
brief gevraagd om een plaats voor te stellen voor
de toekomstige asielbureaus, waarnaar de
kandidaat-vluchtelingen kunnen worden gestuurd
en waar zij kunnen worden ondervraagd. Ik wacht
nog op het antwoord van enkelen van hen.

En tout cas, l'expérience des derniers jours
démontre que cette décision prise par le
gouvernement d'avoir des centres d'hébergement
dans lesquels seront immédiatement dirigés les
demandeurs d'asile, non seulement permettra de
faire face à leurs problèmes d'hébergement et de
subsistance, mais également de traiter dans les
cinq jours leurs dossiers dans les meilleures
conditions.

En attendant que cette réforme prenne corps,
l'arriéré actuel, notamment celui du CGRA, doit
être substantiellement résorbé, car l'Office des
étrangers a déjà fait en la matière un effort
considérable. Si nous faisons abstraction des flux
supplémentaires que nous avons connus, l'Office
des étrangers a réduit en un an plus de la moitié
de son arriéré. Je leur ai demandé de poursuivre
cet effort.

Jusqu'à présent, la situation n'a pas été la même
en ce qui concerne le CGRA; la productivité de
cette instance n'a pas suivi l'augmentation de
personnel qui lui a été affecté. Les qualités du
nouveau commissaire général aux réfugiés, son
expérience et ses capacités à diriger en faisaient
tout naturellement la personne désignée pour
relever le défi. Je voudrais dire que,
personnellement, je trouve qu'il faut être très
malicieux pour y voir un problème quand on sait
qu'il était l'adjoint du commissaire général aux
réfugiés et qu'il me paraît qu'il s'agit là de la
poursuite normale de la carrière d'un homme
connaissant admirablement ces questions et
ayant de très grandes qualités.

L'Office des étrangers applique quant à lui la
méthode LIFO (Last In First Out) pour les
candidats réfugiés inscrits dès le 3 janvier. Ces
demandes sont traitées en priorité pour des
raisons évidentes au départ de la situation qu'on a
connue, de sorte qu'une décision puisse intervenir
rapidement et que le sort de ces candidats
réfugiés soit rapidement fixé. En cas de recours
au CGRA, celui-ci et également examiné en
priorité.

Bien entendu, cela ne se fait pas au détriment de
la qualité de l'examen; seuls les délais entre les
examens de la demande sont réduits. La durée de
l'examen lui-même n'en souffre pas. De la sorte,
une décision intervient plus rapidement, ce afin de
donner un signal clair aux filières et de décourager
les faux espoirs de rester longtemps sur le
territoire belge lorsque la demande d'asile est
abusive.

Il est exact qu'en donnant la priorité aux quelque
150 demandes que l'Office peut en ce moment
traiter par jour, toutes les demandes ne peuvent
être enregistrées le jour même. Quand elles n'ont
pas d'hébergement, les personnes qui n'ont pu
s'inscrire, je l'ai dit, peuvent être orientées vers un
accueil de première urgence, organisé par nous,
et se représenter dès le lendemain. La loi prévoit
un délai pour demander l'asile, pas pour en
enregistrer la demande; ce n'est que dans des
périodes exceptionnelles comme celle-ci que
l'enregistrement de la demande se fait avec un
peu de retard. Nous avons pour l'instant quelque
150 nouvelles demandes par jour et j'ai demandé
à l'Office des étrangers de monter sa capacité à
près de 200 dossiers.

Dès lors, nous ne devrions pas connaître les
difficultés que nous avons connues dans une
période qui était, pour les raisons que j'ai
indiquées, exceptionnelle.

Noter l'identité et prendre systématiquement une
photo est techniquement possible, mais, j'ai
encore posé la question a mon administration,
administrativement impossible vu les priorités que
je viens d'indiquer. Impossible de tout faire en
même temps! Nous sommes obligés d'établir et
de fixer des priorités.

En conclusion, la situation qui a été prévue mais
dont l'ampleur a été plus grande, a été gérée avec
sérieux. Toutes les mesures possibles ont été
prises. Et je voudrais dire clairement qu'il n'y a
aucune volonté de la part de ce gouvernement de
mener une campagne de dissuasion en laissant
volontairement des personnes devant les portes
de l'Office qui sont restées ouvertes la plupart du
temps contrairement à celles d'autres
administrations.

En ce qui concerne la régularisation, la
commission concernée poursuit ses travaux. A ce
jour, près de 1.870 décisions ont été rendues
concernant environ 2.500 personnes. Je veille à
ce que soit respecté le plan de gestion qui a été
élaboré et approuvé en Conseil des ministres puis
signé par l'administrateur, le premier président et
le vice-premier président. Le principe est que le
retard est résorbé par un rythme accru aussi bien
au secrétariat que dans les chambres. Le
secrétariat doit atteindre actuellement une
production de 4.000 dossiers dont 30% seulement
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
doivent être transmis aux chambres.

Les autres dossiers sont traités sur la base de
l'application pure et simple de la loi et d'une série
de principes généraux définis par l'assemblée
générale de la commission. La dernière réunion à
ce sujet s'est tenue le 6 janvier dernier. Les mois
de mai et juin constituent pour le secrétariat des
mois de réserve devant leur permettre de rattraper
le retard qui n'aurait pas été résorbé en tenant
compte du départ possible de personnels par suite
de l'approche de la fin de leur contrat ou de la fin
de celui-ci.

Cela doit permettre d'atteindre, début février, le
solde prévu dans le plan de gestion. Tout dépend
encore du sens des responsabilités et du bon
sens dont les chambres feront preuve. Elles
doivent trouver un équilibre logique entre une
application humaine de la loi, mais stricte
néanmoins, et le respect de l'échéance fixée.
L'Office des étrangers aura effectué pour le 15
janvier tous les contrôles relatifs à l'ordre public.

Dès ce moment, les dossiers, pour lesquels la
commission de régularisation a émis un avis
favorable, pourront être traités rapidement de
même que tous les dossiers qui ne devaient pas
passer devant cette commission de régularisation,
et leur nombre est considérable. A l'inverse, une
décision d'exclusion pourra également être prise
pour les personnes posant des problèmes d'ordre
public.

Je confirme donc que l'échéance fixée sera
respectée mais également que je ne procéderai
pas à une nouvelle opération de régularisation.
C'est tout le sens de l'ensemble de la politique qui
est menée.

En ce qui concerne les éloignements, je vais vous
répéter ce que mon chef de cabinet a dit à la
télévision: le nombre d'expulsions volontaires en
2000 a été de 5.382. Le nombre de tentatives de
rapatriements forcés a été de 6.067. Sur ces
6.067, on a connu 71,5% de résultats positifs sur
le total des essais, ce qui représente 4.835
réussites pour 1.232 échecs. Cela conduit à un
nombre total d'un peu plus de 10.000 unités, sans
compter tous ceux qui quittent volontairement le
territoire, ce que nous ne pouvons pas
comptabiliser. C'est d'ailleurs un phénomène
auquel on assiste pour l'instant: parmi les
personnes qui se présentent à l'Office des
étrangers, il y en a un certain nombre qui
disparaissent dans la nature. Mais il est
évidemment impossible de déterminer
l'importance de ceux-là.

Ik heb geen mediashow aangaande deze vlucht
naar Kazakstan georganiseerd. Ik ben niet
verantwoordelijk voor de mediabelangstelling
gedurende een periode waarin er traditioneel
weinig actualiteit is.

Je répète que l'on assiste à une certaine forme
d'acharnement médiatique dans le fait de vouloir
assister à ces expulsions et je trouve cela
déplorable. Et je tiens à dire immédiatement que
nous n'avons rien à cacher. C'est pour des
raisons de dignité que je souhaite que ces
expulsions puissent se dérouler avec discrétion.
Je désire d'ailleurs que le plus grand nombre des
retours aient lieu sur une base volontaire avec la
participation de l'Organisation internationale des
migrations qui, outre l'organisation du retour, peut
veiller à de meilleures conditions de réinsertion
dans le pays où ces personnes sont renvoyées.

Bien entendu, pour procéder à ces rapatriements,
nous avons dû avoir l'accord des autorités
kasakhs. Au préalable, 34 personnes devaient
être rapatriées, ce nombre étant passé à 33 pour
le second vol, une des personnes ayant entre-
temps présenté des risques pour la sécurité du
vol. Ce n'est qu'après décision confirmant le refus
de séjour que l'ambassade a été contactée afin
d'obtenir l'identification des personnes
concernées, condition de l'autorisation de retour. Il
s'agit donc là d'une procédure tout à fait
habituelle. L'accès au dossier n'est jamais
accordé à une autorité étrangère.

L'Office des étrangers a autorisé des
représentants du Kazakhstan en Belgique à se
rendre dans les centres fermés, les 30 novembre
et 20 décembre derniers. La délégation se
composait de deux fonctionnaires délégués ayant
une compétence d'identification. Elle était invitée,
avec la collaboration du consulat de Belgique, afin
d'accélérer l'identification des Kasakhs. Il n'y a
bien entendu pas eu d'accord avec le Kazakhstan
sur le traitement des demandes d'asile.

L'Office des étrangers considère comme couple
les personnes qui se présentent comme tel.
Certains couples ont été séparés en raison du
nombre de places disponibles. Ils pouvaient se
contacter par téléphone. La limitation de la durée
d'appel répond au seul souci d'assurer le même
droit pour tous. Ils ont été réunis dès que possible,
les hommes et les femmes étant placés dans des
ailes séparées. Il leur a été accordé de se voir
quelques heures par jour dans un local distinct.

Quant à la crainte de persécutions, une instance
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
indépendante a examiné chaque dossier
individuellement avant de conclure négativement à
chaque fois. Cela ne signifie pas pour autant que
le CGRA et encore moins la Belgique portent une
appréciation globale sur l'existence ou non de
persécutions au Kazakhstan. Le CGRA a
simplement estimé que dans les cas examinés,
les craintes de persécution n'étaient pas
suffisamment établies.

J'ajoute que, contrairement à ce que certains ont
prétendu, le HCR n'est pas intervenu et que
l`Organisation internationale pour les migrations
était présente pour l'accueil à l'aéroport d'Almati.

Concernant le trajet proprement dit, le
commandant de bord a décidé de faire demi-tour
sur base des renseignements qui lui ont été
communiqués relativement à la météo.

Comme le ministre de la Défense l'a expliqué,
cette décision devait être prise avant le point de
"no return", point où la réserve de carburant ne
permettait plus un retour sans escale, et donc à
un moment où il ne pouvait disposer que des
informations données par les autorités
aéronautiques russes, et non directement du
Kazakhstan.

Tant pis pour tous ceux qui espéraient une
quelconque rébellion à bord ou quelque
manoeuvre de l'un ou l'autre ministre!

Nous avons un peu d'influence les uns et les
autres; peut-être encore un peu plus quand nous
travaillons ensemble. Et je puis vous confirmer
tout à fait officiellement que nous n'avions aucune
influence sur la météo au-dessus du Kazakhstan
et de l'aéroport d'Almaty le jour du premier renvoi.

L'accompagnement était composé de cinquante-
cinq personnes, à savoir des policiers fédéraux -
ex-gendarmes -, des traducteurs, un médecin et
notre fonctionnaire à l'immigration. Aucune
intervention, ni pendant le premier vol, ni pendant
le deuxième, n'a dû être accomplie. L'attitude des
personnes rapatriées était sereine, calme et
parfaitement digne.

La communication avec le ministre de la Défense
a été excellente. Pour preuve, le second vol a pu
décoller dès le lendemain avec toutes les
autorisations requises. Ce vol n'est qu'une mesure
d'exécution de la politique d'éloignement
approuvée par le gouvernement dans la note du
1
er
octobre 1999. Cette politique comporte des
retours volontaires, des retours avec l'aide de
l'OIN, des retours forcés, des retours avec escorte
assurée par le transporteur ou la police fédérale et
des vols spéciaux. Cette politique se poursuivra.

Quelle leçon peut-on tirer de ce vol vers le
Kazakhstan? Nous ne pouvons qu'espérer que la
prochaine fois la météo se montrera plus
immédiatement favorable. Il s'agit ici bien entendu
d'un effort important, mais ayant un effet double.
Nous souhaitons avoir à procéder le moins
possible aux expulsions. Il faut donc que l'on
sache à l'extérieur que la Belgique n'est pas le
paradis décrit par certains et que ceux qui ne
remplissent pas les conditions de l'asile au terme
d'une procédure rapide seront inéluctablement
renvoyés. Tout ceci dissuade certainement des
gens de la même région de pénétrer illégalement
dans le pays et augmente aussi, je crois, le retour
volontaire.
Par ailleurs, cela démontre aux autorités des pays
concernés qu'elles doivent, elles aussi, faire un
effort afin d'endiguer à la source l'exploitation
criminelle des flux migratoires.

Je me rends moi-même dans un certain nombre
de ces pays pour inciter les autorités à accomplir
ces efforts. Je suis allé, par exemple, en Ukraine,
en Roumanie, et récemment en Bulgarie, où j'ai
obtenu des engagements du gouvernement
bulgare. Et je constate que depuis mon voyage en
Bulgarie, le nombre de Bulgares venant sur notre
territoire pour demander l'asile s'est réduit de
manière significative.

Dès lundi prochain, je me rendrai en Slovaquie
pour demander une nouvelle fois le même effort et
pour vérifier les conditions de réinsertion des
personnes renvoyées. Dans les prochaines
semaines, à la demande du premier ministre, je
me rendrai en Russie, pays d'origine de flux
migratoires importants que nous connaissons
actuellement.

Nous visiterons également, le premier ministre et
moi-même, certains pays voisins pour demander
une plus grande solidarité sur le plan européen.
C'est un élément important dans la perspective de
la présidence européenne que nous assumerons
durant le deuxième semestre de cette année.

Le gouvernement a également décidé qu'il serait
possible après analyse approfondie des dossiers
individuels de renvoyer des gens qui, tout en
appartenant à une minorité, ne courent
personnellement aucun risque. C'est cette
distinction qu'il y a lieu de faire.

Pour terminer, je tiens à dire que nous devons
être conscients du fait que les efforts consentis
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
par la Belgique ne seront évidemment pas
suffisants si aucune solidarité européenne ne se
dessine, avec une politique commune, non
seulement en ce qui concerne les conditions de la
ville, les conditions de l'accueil et de
l'hébergement mais également une politique
commune de rapatriement.

Pourquoi ne pas travailler à des programmes
communs de rapatriement permettant
d'augmenter le nombre de personnes et le
nombre de vols, tout en veillant avec toute la force
politique que peut représenter l'Union
européenne, à ce que tout se passe dans les
meilleures conditions possibles de réinsertion?
Une plus grande solidarité européenne ne peut
qu'augmenter le caractère volontariste de la
politique poursuivie.
Je termine, monsieur le président, en disant que
pour moi comme pour le gouvernement, il est clair
qu'il n'y a pas d'autre politique possible.

De voorzitter: Ik dank u, mijnheer de minister.
Wie wenst het woord voor een korte repliek? Ik zal
de volgorde waarin de vragen werden gesteld
respecteren. Dan geef ik eerst het woord aan
mevrouw Grauwels.
03.33 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik reken er toch op dat de
minister alle maatregelen zal nemen opdat aan die
rijen wachtenden een einde kan worden gemaakt,
opdat de manier waarop de mensen aan hun
administratieve procedure kunnen beginnen zo
snel mogelijk kan worden verbeterd en opdat we
niet moeten rekenen op steun van bijvoorbeeld
Artsen Zonder Grenzen om die mensen te
voorzien van opvang en voeding. Ik reken erop dat
de minister zijn woord houdt.
03.34 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ik stel vast dat
Agalev­Ecolo nog steeds gelooft in uw mooie
beloften. Als ik naar u luister, heb ik het gevoel dat
u slechts sinds een paar maanden minister bent
en voor het eerst geconfronteerd wordt met deze
problematiek. Uw algemeen antwoord op de
diverse vragen, horen we reeds anderhalf jaar. U
bent reeds heel die periode minister van
Binnenlandse Zaken. Heel de periode wordt u
reeds geconfronteerd met die problematiek.
Gedurende al die tijd kondigt u maatregelen aan
om een snel en efficiënt asielbeleid te voeren.
Mijnheer de minister, neem van mij vandaag aan
dat ik met uw algemeen antwoord geen vrede
neem.

Ik wil mijn grote bezorgdheid uitdrukken en vraag
de aandacht van de meerderheidpartijen die
begaan zijn met een onafhankelijk en objectief
asielbeleid voor het commissariaat­generaal. Het
gaat niet over de bekwaamheid van uw adjunct­
kabinetschef die adjunct­commissaris-generaal
was en nu commissaris­generaal is geworden. U
kunt echter niet ontkennen dat u de heer De
Smedt, wiens mandaat nog liep tot februari 2002
en tegen wie geen objectieve argumenten konden
worden aangevoerd om hem af te zetten, onder
druk hebt gezet om zijn ontslag te geven. U hebt
hem onder druk gezet omdat hij niet paste in uw
politiek beleid. Hij was een stoorfactor. Uit het
interview dat de nieuwe commissaris­generaal
heeft gegeven blijkt dat hij perfect past in uw
politiek beleid. De onafhankelijkheid van het
commissariaat­generaal moet echter sterk in
vraag worden gesteld. Dit baart me grote zorgen.
We pleiten allemaal voor een correct asielbeleid
dat aansluit bij de toepassing van de Conventie
van Genève. Iemand die uw adjunct­kabinetschef
is geweest en tot uw taskforce behoorde om uw
politiek beleid uit te voeren kan, mijns inziens,
geen objectief en onafhankelijk beleid voeren aan
het hoofd van een commissariaat­generaal voor
de vluchtelingen en de staatlozen. Het verbaast
me dat deze aanstelling zo vlot is verlopen en dat
de meerderheidspartijen tegen de afzetting van de
heer De Smedt niet hebben gereageerd.

Mijnheer de minister, u kondigt een aantal
maatregelen aan. U hebt reeds verscheidene
malen aangekondigd grenscontroles te zullen
laten uitvoeren om de toevloed te beperken. U
hebt 500 asielzoekers opgepakt bij de
grenscontroles. Hou op in de media aan te
kondigen allerlei maatregelen te zullen nemen,
hou op met grenscontroles aan te kondigen al ze
geen resultaat opleveren. U bent de achillespees
van de regering. U faalt op twee domeinen: het
asielbeleid en de politiehervorming. U kunt me niet
langer iets wijs maken door te beloven dat het in
de toekomst zal verbeteren. Ik wacht met
ongeduld op concrete resultaten. U hebt ze ons
niet kunnen meedelen. U hebt alleen maatregelen
aangekondigd. Voor een minister die reeds
anderhalf jaar op het departement aan de slag is,
is dit veel te lang. Dit is niet meer geloofwaardig.
03.35 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président,
rapidement. J'ai bien entendu toutes les mesures
prises et j'en suis fort heureuse. Elles auraient dû
être prises quelques mois auparavant parce que
vous connaissiez la situation: je pense qu'on
aurait pu éviter les images vues dans les médias.
Le gouvernement aurait pu montrer là son
efficacité.
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
03.36 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik zal het ook kort houden. De heer Van
Hoorebeke heeft een aantal bijzonder terechte
opmerkingen gemaakt, in de eerste plaats over
het aankondigingeffect van dit beleid. We zitten
toch in een bewustzijnsvernauwende situatie. De
minister heeft gezegd dat wij ons geen zorgen
hoeven te maken over de huidige situatie. Hij zei:
"c'est normal". Ons denkpatroon moet veranderen
en wij moeten dit als een normale situatie gaan
beschouwen. Er zijn hier een aantal bijzondere
kwalificeringen naar voren gekomen. De heer
Desmedt doet zijn werk "admirablement", op
bewonderenswaardige wijze. Mijnheer de minister,
hij is anderhalf jaar zowel uw rechter- als uw
linkerhand geweest. Als hij zo
bewonderenswaardig heeft gewerkt, vraag ik mij
af waarom de zaak zo verkeerd is gelopen.

Voor het overige verwijs ik naar de opmerkingen
die ik tijdens mijn interpellatie heb gemaakt. U
hebt gewoon de voormalige commissaris-generaal
monddood willen maken omdat hij niet in uw
politieke interpretatielijn paste. Daar kan niets
anders aan worden vastgeknoopt. U had het ook
over uw kabinetschef, de heer Dassen, qui est
excellent. Dat is heel goed mogelijk want in
Vlaanderen denken heel veel mensen dat hij de
minister van Binnenlandse Zaken is en dat u
kabinetschef bent. In deze moeilijke periode
hebben wij immers nooit de bevoegde minister op
het scherm gezien, wat trouwens in Vlaanderen tot
heel wat problemen heeft geleid.

In deze bewustzijnsomkerende trechter hebben
we dus twee elementen. De pers, ce sont les
malicieux. De slechte geesten zitten dus bij de
pers en de oppositie zit ook fout. We zitten dus
allemaal goed fout. Mijnheer de minister, ik wil nog
even opmerken dat de bevolking dit als een
volledig falend beleid ervaart. U draagt daarin een
verpletterende verantwoordelijkheid. Na achttien
maanden regeren kunt u zich daar niet meer aan
onttrekken.

Ik wil nog even opmerken dat de beelden die bij
ons zijn binnengerold iedereen op zijn humanitaire
inzichten hebben gepakt. Het waren beelden van
radeloze en hopeloze mensen, eigenlijk in de
overdrachtelijk zin van het woord ook van
misbruikte mensen. Ik vind dat u dit niet langer
kunt laten aanmodderen. De mensen worden naar
hier gebracht en vervolgens misbruikt en misleid.
Wij willen ook dat aanklagen in de discussie.

Het toverwoord is nu de materiële hulp die in de
plaats van de financiële hulp komt. Dat is de grote
misleiding van de bevolking. Die materiële hulp
komt er immers alleen zolang er voldoende
huisvesting is. 80% van de OCMW's betalen baar
geld uit omdat zij de mensen geen huisvesting
kunnen aanbieden. Zij komen opnieuw
aankloppen bij de OCMW's en zij krijgen een
bedrag dat overeenkomt met de maandwaarde
van het huren van een appartement op de vrije
markt. U kunt dat niet ontkennen, veel voorzitters
en secretarissen van OCMW's hebben mij dat
gemeld. Eigenlijk wordt de oude toestand hier
alleen bevestigd. Mensen trekken dan in bij
vrienden of kennissen, zoals de heer Vande
Lanotte heeft gezegd, en intussen gaat het geld
terug naar de huisjesmelkers.

Wat wij eigenlijk meemaken is dus het volledig
falen van het spreidingsbeleid. Het
spreidingsbeleid was oorspronkelijk van
toepassing op erkende politieke vluchtelingen. U
past dit spreidingsbeleid echter ook toe op
kandidaat-asielzoekers. Die mensen denken dat
het erkennen van hun status van politiek
vluchteling het gevolg is van een inbedding in een
lokale leefgemeenschap in steden, gemeenten en
vakantiecentra. U moet dit patroon doorbreken
want het kan zo niet langer. De procedure moet
hervormd worden. U kunt dat echter niet doen en
ik geloof ook niet dat dit nog tijdens deze
legislatuur vruchten zal afwerpen.

Tot slot zei de heer Coveliers van de VLD dat 93%
van de kandidaat-asielzoekers wordt afgewezen,
dat 7% in aanmerking komt voor erkenning en dat
de afgewezenen ook gerepatrieerd moeten
worden. Ik eindig hiermee iedere keer, maar ik
vraag mij af of u die mensen gaat repatriëren dan
wel of u zult overgaan tot een nieuwe
regularisatieronde.
03.37 Marie-Th. Coenen (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre, je
vous ai bien entendu répondre au problème que
j'avais soulevé. Je trouve tout de même assez
étonnant que des personnes qui demandent
l'asile, pour lesquelles on n'a pas encore statué
quant à la recevabilité du dossier, sont mises en
contact avec une délégation de leur pays d'origine.
Or, ces personnes ont peut-être subi des
discriminations. Avez-vous pensé au fait qu'elles
ont peut-être encore de la famille dans le pays
d'origine? J'ai en effet entendu que des parents de
personnes qui ont demandé l'asile ici, ont été
contactées et convoquées au Kazakhstan.

Je me demande donc si nous respectons bien
l'esprit de la convention de Genève. De telles
pratiques permettent-elles réellement de protéger
les réfugiés et, de manière indirecte, leur famille?
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34

Par ailleurs, vous ne m'avez pas répondu quant
au traitement individualisé des dossiers des
couples. Je tiens à vous rappeler que notre comité
d'avis pour l'émancipation a demandé le
traitement individualisé des dossiers. Ne
connaissant pas les pratiques actuelles de l'Office
des étrangers par rapport à ces dossiers, je me
permets d'attirer votre attention sur cet avis.
03.38 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik wil met een citaat
beginnen: "Ja, ik ben arrogant en ik weet dat. Ik
geef dat toe en het is niet mijn beste karaktertrek.
Ik probeer het te onderdrukken. Zeker in het
asieldossier, omdat het zo gevoelig ligt. Maar het
lukt me niet altijd". Dit citaat komt uit een recent
interview met de heer Vande Lanotte, waaruit ik
tijdens mijn uiteenzetting nog geciteerd heb. De
heer Vande Lanotte heeft deze karaktertrek hier
nog eens uitvoerig gedemonstreerd: zijn
onnoemelijke arrogantie, maar ook zijn
leugenachtigheid. Tot nog toe kan ik dat van
minister Duquesne niet zeggen: hem heb ik nog
niet op leugens betrapt en zijn cijfers blijken ook
altijd correct te zijn.

Met minister Vande Lanotte is dat niet het geval.
Hij heeft al herhaaldelijk de publieke opinie,
evenals dit Parlement, geprobeerd voor te liegen.
Zonet deed hij dat weer in verband met de
asielzoekers die in Antwerpse hotels worden
opgevangen. Ik kan artikels tonen uit kranten
waarin betrouwbare journalisten interviews
publiceren met asielzoekers. Die asielzoekers
verklaren dat zij al meer dan twee maanden in die
Antwerpse hotels verblijven, dat hun verblijf wordt
betaald door de OCMW's - onder meer door het
OCMW van Kalmthout - en dat ze daarbovenop
van die OCMW's nog financiële steun krijgen a
rato van 29.000 frank per koppel. Wat de heer
Vande Lanotte ons hier komt wijsmaken, als
zouden deze verblijven voor zeer korte periodes
zijn en als zouden de asielzoekers hun verblijf zelf
betalen, is dus absoluut niet waar.

Voorts wil ik zeggen dat het niet nodig was of
nodig is om vakantiecentra zoals Hengelhoef en
Zon en Zee op te kopen. In de kranten kan men
lezen dat firma's die grote tenten verhuren al
maandenlang de heer Vande Lanotte bestoken
met voorstellen om tentenkampen op te richten
aan de grens, naar het voorbeeld van Nederland.
Het gaat niet om echte tenten, maar om grote
ruimten van 50 bij 20 meter, waarvan slechts het
dak uit tentzeil bestaat en waarvan de wanden in
prefab-constructie zijn opgetrokken. De tenten zijn
ingedeeld in compartimenten, welke gezellig
ingericht kunnen worden als wooneenheden. Daar
is volgens mij absoluut niets verkeerd aan. Het
gemeenschapsgeld en het belastinggeld wordt
verkwist als er 770 miljoen frank wordt uitgegeven
aan een vakantiecentrum in Limburg en nog eens
500 miljoen frank aan een vakantiecentrum in
Westende. Met kan dit probleem perfect
opvangen door het plaatsen van tijdelijke tenten.
Firma's zoals de Nederlandse firma De Boer en
de Limburgse firma Veldeman staan klaar om
voor een fractie van de kostprijs van de dure
vakantiecentra in een minimum van tijd die tenten
op te stellen. Het voordeel is dat, eens de
asielstroom zou afnemen, die tenten meteen ook
weer opgedoekt kunnen worden.

De heer Vande Lanotte heeft nog een andere
leugen verkondigd. Net vóór kerstmis zei hij dat er
in Gent nooit asielzoekers in de Leopoldkazerne
zouden worden opgenomen. U kan gaan kijken: er
zitten wél asielzoekers in die kazerne.

Aan minister Duquesne wil ik het volgende
zeggen. Mijnheer de minister, het LIFO-systeem
heeft tot gevolg dat u met een enorme achterstand
blijft zitten. U zegt dat een deel van die
achterstand is weggewerkt. Dat is juist. Maar u
hebt geen rekening gehouden met de nieuwe
achterstanden die er ondertussen zijn bijgekomen.

Alle manschappen en middelen moeten worden
ingezet voor het LIFO-systeem. De enorme
achterstand blijft en ik voorspel dan ook dat er een
nieuwe regularisatiecampagne zal komen,
ofschoon de minister dit misschien niet wil. De
verklaringen die de heer Di Rupo in de pers heeft
afgelegd doen mij vrezen dat deze
regularisatiecampagne nu reeds in de steigers
wordt gezet. Er is maar één middel om deze
situatie zo snel mogelijk onder controle te krijgen,
en dat is het middel dat het Vlaams Blok aanreikt:
tijdelijke, gesloten opvangcentra in tentenkampen
aan de grenzen, waar de asielzoekers worden
opgevangen voor een zeer korte en correcte
procedure. Na enkele dagen wordt het overgrote
deel, meer dan 90%, effectief gerepatrieerd.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heren Filip De Man en Guido Tastenhoye en
luidt als volgt:
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido
Tastenhoye en Pieter De Crem en mevrouw
Michèle Gilkinet
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
zaken,
beveelt de regering aan,
gezien de rampzalige toestand waarin het beleid is
terechtgekomen met
- een achterstand van 45.000 dossiers
- 42.000 nieuwe aanvragen in het jaar 2000
om volgende maatregelen "snel en efficiënt" in de
praktijk te brengen:
- verkorting van de huidige procedure;
- opvang van asielzoekers in gesloten centra aan
de grenzen van ons land op plaatsen waar ze
geen overlast kunnen veroorzaken zodat er een
einde komt aan het fenomeen dat afgewezen
asielzoekers probleemloos in de illegaliteit kunnen
onderduiken;
- toekenning van louter materiële (en dus geen
enkele financiële) hulp;
- invoering van een lijst met veilige landen zodat
wie uit een veilig land komt, onder geen beding
kan erkend worden als politieke vluchteling;
- opvang van enkel Europese asielzoekers, door
het inschrijven van het territorialiteitsbeginsel in de
Conventie van Genève;
- doorverwijzing van asielzoekers naar het land
waar ze Europa zijn binnengekomen, zoals
voorzien in de Conventie van Dublin;
-
effectieve uitwijzing en repatriëring van
afgewezen asielzoekers en illegalen;
-
actieve opsporing en vervolging van
mensenhandelaars, werkgevers die illegalen
tewerkstellen en organisaties die illegalen helpen
onderduiken."

Une motion de recommandation a été déposée
par MM. Filip De Man et Guido Tastenhoye et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Pieter De
Crem et Guido Tastenhoye et Mme Michèle
Gilkinet
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
recommande au gouvernement,
compte tenu du bilan catastrophique de la
politique d'asile du gouvernement qui se solde par
- un arriéré de 45.000 dossiers
- 42.000 nouvelles demandes en l'an 2000,
de mettre "rapidement et efficacement" en
pratique les mesures suivantes:
- raccourcissement de la procédure d'asile;
-
accueil des demandeurs d'asile dans des
centres fermés établis aux frontières dans des
sites où ils ne peuvent engendrer de nuisance, et
ce, afin de mettre un terme au phénomène de la
disparition dans l'illégalité des demandeurs
d'asiles déboutés;
-
octroi d'une aide uniquement matérielle (à
l'exclusion de toute aide financière);
- instauration d'une liste des pays sûrs, pour que
les demandeurs originaires d'un pays sûr ne
puissent en aucun cas se voir octroyer le statut de
réfugié politique;
-
accueil exclusif de demandeurs d'asile
européens, par l'inscription du principe de
territorialité dans la Convention de Genève;
- renvoi des demandeurs vers le pays par lequel
ils sont rentrés en Europe, conformément à la
Convention de Dublin;
-
expulsion effective et rapatriement de
demandeurs d'asile déboutés et des étrangers en
séjour illégal;
- dépistage actif et instauration de poursuites à
l'encontre des trafiquants d'êtres humains, des
employeurs recourant aux services de travailleurs
illégaux et des organisations aidant les étrangers
à plonger dans la clandestinité."

Een motie van wantrouwen werd ingediend door
de heren Pieter De Crem, Marcel Hendrickx en
Karel Van Hoorebeke en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido
Tastenhoye en Pieter De Crem en mevrouw
Michèle Gilkinet
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
zaken,
onttrekt de regering het vertrouwen om het asiel-
en vluchtelingendossier op een humane,
samenhangende en substantiële wijze aan te
pakken, en betreurt de onmogelijkheid van de
regeringsmeerderheid om de nodige politieke
beslissingen met betrekking tot de nieuwe
asielprocedure, de uitwijzingen en de
repatrieringen onmiddellijk te nemen."

Une motion de méfiance a été déposée par MM.
Pieter De Crem, Marcel Hendricks et Karel Van
Hoorebeke et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Guido
Tastenhoye et Pieter De Crem et Mme Michèle
Gilkinet
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
retire sa confiance au gouvernement qu'elle juge
incapable de gérer le dossier des demandes
d'asile et des réfugiés d'un manière humaine,
cohérente et substantielle et regrette l'impossibilité
de la majorité de prendre les décisions politiques
nécessaires à la mise en place immédiate d'une
nouvelle politique en matière d'asile, d'expulsion et
de rapatriement."
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Corinne De Permentier en Kristien
Grauwels en de heren Willy Cortois, Denis
D'hondt, Charles Janssens en Jan Peeters.

Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Corinne De Permentier et Kristien
Grauwels et MM. Willy Cortois, Denis D'hondt,
Charles Janssens et Jan Peeters.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
03.39 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een opmerking
met betrekking tot de agenda. U had mij beloofd
dat ik nog een mondelinge vraag kon stellen aan
de heer Vande Lanotte, die ondertussen is
verdwenen. Wat gebeurt er nu met die vraag?

De voorzitter: U hebt ze gesteld. Op een aantal
punten uit die vraag hebt u een antwoord
gekregen. Misschien moet u een nieuwe vraag
indienen.
03.40 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de heer Vande Lanotte
heeft gewoon zitten liegen.

De voorzitter: Dat is uw interpretatie. Ik heb de
volgorde van uw vragen gevolgd en ik heb
vastgesteld dat u een deel van uw laatste vraag
hebt gesteld. U kunt dat niet ontkennen.
04 Question orale de M. Jean-Pierre Viseur au
ministre de l'Intérieur sur "les leçons à tirer du
scrutin électronique à Jurbise" (n° 3006)
04 Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre
Viseur aan de minister van Binnenlandse Zaken
over "de lessen die dienen getrokken te worden
uit de elektronische stemming te Jurbise"
(nr. 3006)
04.01 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, un bon nombre d'entre
vous ne savent pas où se situe Jurbise. Il s'agit
d'une petite commune d'environ 6.000 électeurs,
dans l'arrondissement de Mons. Mais ce qui est
important de savoir, c'est qu'on y a voté
électroniquement lors des dernières élections
communales.

Suite à ce scrutin informatisé, une série de
bizarreries, pour le moins, ont émaillé cette
journée; parfois, il s'agit carrément d'anomalies.
Je ne les citerai pas toutes, mais les principales
sont les suivantes.

D'une part, le nombre de voix enregistrées au total
est un nombre supérieur au nombre d'électeurs
inscrits; avoir plus de votants que d'électeurs pose
déjà problème, même si les chiffres sont
contestés, car il y a un certain flou: les uns disent
77 et les autres 92. Le résultat est en tout cas là.

La deuxième bizarrerie consiste dans le résultat
lui-même. Le chiffre électoral est le total des voix
enregistrées pour une liste, votes en case de tête
et votes nominatifs. La première liste révèle 586
votes comme chiffre électoral et 255 en case de
tête; pour la deuxième liste, il y a 1.691 voix, donc
plus de deux fois et, en case de tête, toujours 255;
pour la troisième, il y a 2.870 voix enregistrées
mais, en case de tête, toujours 255; pour la
quatrième, il y a 575 comme chiffre électoral, mais
55 voix en case de tête.

Ce n'est pas tout à fait la même chose et il faut
bien avouer que c'est troublant comme résultat.
D'après les calculs effectués par les
informaticiens, il y aurait une chance sur 85.000
pour que cela se produise à propos des trois fois
255. On n'a pas calculé quelle était la probabilité
supplémentaire d'avoir encore 55 comme résultat
de la quatrième liste.

Une réclamation a été déposée devant la
députation permanente, sur base de ce que je
viens de vous dire mais aussi sur base de
beaucoup d'autres dysfonctionnements. Je
possède le rapport de la décision de la députation
permanente; il rassemble de nombreuses pages
dont je suppose que le cabinet dispose et qui
seront examinées en détail.

D'autres faits se sont produits: des disquettes ne
fonctionnaient pas, des urnes étaient descellées.
De tels phénomènes ne peuvent arriver et sont
sujets à caution, surtout quant au vote
électronique.

Mais la députation permanente a quand même
rejeté le recours, invoquant le fait qu'elle n'était
pas compétente pour examiner la chose sur le
fond et que, de toute façon, les voix
supplémentaires - enregistrées mais dont on
ignore la provenance
-
n'auraient pas changé
l'attribution du nombre d'élus ni l'attribution des
élus. Ainsi, un recours a maintenant été interjeté
au Conseil d'Etat.

Dans le rapport de la députation permanente, non
seulement il y avait des urnes descellées mais on
apprend aussi que le chiffre 255, que l'on retrouve
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
trois fois, n'est pas un chiffre anodin, un chiffre
tout à fait aléatoire pour les informaticiens parce
qu'il représente 2
8
- 1; ne me demandez pas la
démonstration mathématique mais il s'agit en tout
cas de huit octets dans une arithmétique binaire,
dont on enlève un. C'est un peu plus troublant que
des mathématiciens vous disent que ce chiffre a
une signification en informatique.

De plus, à cette occasion, on s'est aperçu qu'il
était possible pour les techniciens de retrouver les
résultats bureau par bureau, et liste par liste: en
principe, c'est contraire à la loi puisque le résultat
doit être global pour conserver le secret du vote.

Au cours de l'examen du recours, on a
simplement recopié sur de nouvelles disquettes le
résultat enregistré dans la boîte noire de l'urne,
qui s'appelle l'éprom.

Donc, l'urne contient une boîte noire qui enregistre
le résultat, lequel est copié sur une disquette. Cela
a été fait. On a relu les disquettes et évidemment,
on a abouti au même résultat que celui qui avait
été proclamé. Cependant, on n'a ni recompté ni
relu les cartes magnétiques qui avaient enregistré
les votes, ce qui aurait sans nul doute été
intéressant. Il est également apparu que l'on
pouvait, de l'extérieur de l'urne, trifouiller dans
cette boîte noire, ce qui constitue aussi une
anomalie supplémentaire.

Toujours est-il qu'un recours en annulation a été
introduit auprès du Conseil d'Etat. Au passage, je
m'étonne que, malgré ce recours en annulation,
ce conseil communal de Jurbise ait été installé. A
ma connaissance, dans pareil cas, cela ne se
peut. Ceci ne fait pas l'objet de ma question, mais
si vous avez une explication, monsieur le ministre,
elle est la bienvenue.

Certes, il ne vous appartient pas de décider de
l'invalidation des élections, en présence d'un
recours auprès du Conseil d'Etat, mais il me
semble en tout cas qu'il appartient au ministre de
l'Intérieur de tirer les leçons de tout ce que j'ai
déjà évoqué dans ma question. En particulier,
dans le cas précis de Jurbise, ne convient-il pas
d'analyser en détail les raisons pour lesquelles le
nombre de votes enregistrés est supérieur au
nombre d'électeurs inscrits? On le constate, mais
on n'en connaît pas la raison. Ne conviendrait-il
pas de recompter le nombre de cartes
magnétiques qui ont été introduites dans les
urnes? De plus, si le résultat du comptage manuel
des cartes ne correspond pas à celui de la lecture
électronique, nous sommes en droit de nous
poser des questions. De toute façon, il faudrait
également faire procéder à la relecture de ces
cartes magnétiques dans d'autres urnes pour
avoir une confirmation du résultat.

Plus généralement, force est de constater que,
même si le vote électronique assure la relecture
des cartes alors que les votes ont été mal
enregistrés au départ sur les cartes magnétiques,
donc s'il y avait un problème lors de
l'enregistrement des votes, personne ne sait rien y
changer et le doute subsistera toujours ainsi que
le malaise par rapport au résultat de ces élections.

J'ai déjà eu l'occasion, lors du dépôt de projets de
loi par le gouvernement, d'évoquer ce problème
du vote électronique, qui ne garantit pas le
contrôle du processus électoral par des citoyens
mais uniquement par des techniciens. Il s'agit
évidemment d'une question de fond sur laquelle il
faudra encore revenir à la lecture des
enseignements retirés de cette expérience à
Jurbise.

Je profite par ailleurs de la question pour
demander à quel stade se situe l'évolution du
système de lecture optique des bulletins de vote
papier, puisque les cantons de Chimay et
Zonnebeke avaient, lors des élections législatives
de 1999, fait l'objet d'une expérience non
concluante.

Dès lors, je comprends qu'en l'absence de
sécurité supplémentaire, celle-ci ne soit pas
poursuivie, mais il me semble, néanmoins, que la
voie de la lecture optique des bulletins de vote
manuels est une voie beaucoup plus sûre et
beaucoup plus citoyenne que celle du vote
intégralement informatisé.

Aussi, pouvez-vous me donner un état de la
situation dans la recherche d'un système fiable de
lecture optique?

Le président: Monsieur Viseur, je vous ai laissé
l'occasion de vous exprimer pleinement puisqu'il
s'agissait de votre dernière question. Vous n'aurez
donc plus l'occasion d'intervenir en ce qui
concerne l'évaluation générale de ce système de
vote. Je vous remercie déjà pour toutes vos
interventions, surtout pour celle-ci, car elle nous
aidera à procéder à l'évaluation générale de ce
système électoral. Je vous souhaite beaucoup de
succès dans les jours et les années à venir.
04.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je répondrai avec plaisir mais aussi
avec regret à M. Viseur. Que ce soit dans la
majorité ou dans l'opposition, j'ai entretenu avec
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
lui d'excellentes relations. Je suis de ceux qui
regretteront son absence au parlement. De
surcroît, il a été cet après-midi d'une telle patience
que je répondrai même à la question qu'il n'a pas
posée mais à laquelle il espérait obtenir une
réponse.

Conformément aux articles 74 et suivants de la loi
électorale communale, le contentieux relatif à la
validation des élections communales est du
ressort des députations permanentes et du conseil
d'Etat. En date du 15
décembre
2000, la
députation permanente de la province de Hainaut
a rejeté les réclamations et validé les élections
communales qui se sont tenues à Jurbise le 8
octobre 2000. Un recours contre cette décision
ayant été introduit auprès du conseil d'Etat, vous
comprendrez que ma réponse ne peut être que
d'ordre général. Je tiens toutefois à vous dire,
dans la réponse que vous attendiez, que le
recours au conseil d'Etat n'est suspensif que s'il
est dirigé contre une décision de la députation
permanente qui porte annulation des élections ou
modification de la répartition des sièges entre les
listes. Dans tous les autres cas, le recours au
conseil d'Etat n'est pas suspensif. Par exemple,
lorsque la députation permanente rejette une
réclamation introduite, ce qui est le cas en
l'espèce.

Je tiens à préciser que la députation permanente
du Hainaut a examiné attentivement les
arguments soulevés par les réclamants et a
procédé à des opérations de vérification qui n'ont
pas mis en évidence un quelconque manque de
fiabilité du vote électronique à Jurbise. Dans le
cadre de la validation des élections communales,
la députation permanente et le conseil d'Etat
peuvent ordonner un recomptage des votes. En
cas de vote traditionnel, le recomptage des
bulletins de vote ne peut s'effectuer que par
bureau de dépouillement. En cas de vote
automatisé, les cartes magnétiques sont
conservées dans l'urne scellée et seule la
disquette contenant les votes émis dans le bureau
de vote est transmise au bureau électoral
principal.

Si elle décide de procéder à un recomptage,
l'autorité amenée à se prononcer sur des
réclamations concernant une élection communale
dispose donc de plusieurs possibilités en cas de
vote automatisé et il lui appartient de déterminer,
le cas échéant, la procédure qui sera suivie
compte tenu des arguments invoqués par les
réclamants et du délai dans lequel sa décision doit
intervenir. Il est notamment possible de recompter
les cartes magnétiques se trouvant dans une
urne, puis de recréer l'élection et de relire ces
cartes dans une urne électronique différente. A la
limite, il est même possible de visualiser les votes
se trouvant sur chaque carte magnétique et de
procéder à un recensement manuel des votes
émis.

Lors des élections du 8 octobre 2000, au moyen
d'une procédure très simple, chaque électeur
pouvait d'ailleurs visualiser sur l'écran les votes
qui se trouvaient sur sa carte magnétique avant
de sortir de l'isoloir. Il n'y a donc aucune raison de
supposer que les votes se trouvant sur les cartes
magnétiques conservées dans les urnes ont pu
être mal enregistrées et ne correspondent pas aux
votes émis par les électeurs.

Le nombre de votes enregistrés à Jurbise - 6.022 -
n'est pas supérieur au nombre d'électeurs
inscrits - 6.448 - et la comparaison de ces deux
chiffres permet d'établir le taux de participation à
l'élection. Je suppose donc que l'honorable
membre entend que soit justifiée la différence
entre le nombre de cartes magnétiques
enregistrées dans certains bureaux de vote et le
nombre d'électeurs qui se seraient présentés dans
ces bureaux, établi en fonction des listes de
pointage.

Dans un bureau de vote, le pointage des noms
des électeurs présents et l'introduction des
bulletins ou des cartes magnétiques dans les
urnes s'effectuent en présence des membres des
bureaux de vote et des témoins des candidats. Le
dépôt des bulletins dans les urnes reçoit
évidemment une attention particulière de la part
des témoins qui ne manqueraient pas de signaler
dans le procès-verbal les anomalies ou infractions
constatées. A défaut de telles mentions, on peut
donc raisonnablement supposer, comme le fait la
députation permanente du Hainaut, qu'une légère
différence éventuelle entre le nombre de votants
indiqué par les listes de pointage et le nombre de
bulletins ou cartes trouvés dans les urnes provient
vraisemblablement d'erreurs commises par les
assesseurs qui ont tenu lesdites listes.

Donc outre les erreurs commises par les
machines, une erreur humaine est toujours
possible.

Enfin, en ce qui concerne le dépouillement des
votes par lecture optique, l'expérience a été
poursuivie lors des élections du 8 octobre dernier,
ainsi qu'il était prévu par la loi du
18 décembre 1998 organisant le dépouillement
automatisé des votes au moyen d'un système de
lecture optique et modifiant la loi du 11 avril 1994
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
organisant le vote automatisé.

Mon administration prépare actuellement un
rapport à ce sujet. Je puis toutefois déjà annoncer
que les résultats apparaissent comme
globalement satisfaisants. De manière plus
générale, je compte soumettre à bref délai au
Conseil des ministres un dossier pour évaluer la
situation et la suite à réserver à la phase
expérimentale dans laquelle nous nous trouvons
toujours.

Je crois en effet que maintenant, nous disposons
de suffisamment d'informations. Il convient
maintenant de décider de l'opportunité de
généraliser le système, quitte à encore améliorer
les dispositifs existants.
04.03 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le ministre, je vous remercie pour la
réponse. Vous avez effectivement répété ce que
j'avais déjà pu lire dans le rapport de la députation
permanente.

Le problème est celui du manque de certitude qui
entache a posteriori des scrutins comme celui-là.
Le fait que l'on ne puisse déterminer avec
exactitude la raison du vice de comptage sied mal
aux exigences d'un scrutin démocratique.

Si le Conseil des ministres compte prochainement
envisager ce problème dans sa globalité, je plaide
pour que le vote électronique soit remis en
question et qu'on n'avance plus que vers le vote
par lecture optique. Celui-là donnera beaucoup
plus d'assurances aux électeurs.

Pour clôturer mon ultime interpellation, je vous
remercie des paroles aimables que vous avez, les
uns et les autres, tenus à mon égard. Je vous
souhaite évidemment à mon tour une longue
carrière politique et beaucoup de bonheur dans la
vie.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de
hulpverleningszones voor de brandweer"
(nr. 3008)
- de heer Jan Peeters aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de afbakening van
de brandweerzones in de provincie Antwerpen,
meer bepaald voor de gemeente Lille" (nr. 3013)
05 Questions orales jointes de
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "les zones de recours pour les services
d'incendie" (n° 3008)
- M. Jan Peeters au ministre de l'Intérieur sur "la
délimitation des zones de services d'incendie
dans la province d'Anvers, plus
particulièrement pour la commune de Lille"
(n° 3013)

De voorzitter: Mag ik beide sprekers verzoeken
beknopt te zijn.
05.01 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, wij zijn altijd beknopt en zullen dat nu
ook zijn.

Mijnheer de minister, ik heb een dubbele vraag
over het ministerieel besluit dat op
28
december
2000 in het Staatsblad is
verschenen en dat de indeling bepaalt van de
hulpverleningszones, onder meer voor de
provincie Antwerpen.

Voornoemd besluit bepaalt dat het in werking zou
treden op de dag dat het verscheen in het
Belgisch Staatsblad. Deze bepaling lijkt mij
evenwel tegenstrijdig te zijn met het rondschrijven
van 21 april 1999, van toenmalig staatssecretaris
Jan Peeters, waarin werd vermeld, en ik citeer:
"Na afbakening van de zones door de minister,
beslissen de gemeenteraden van de betrokken
gemeenten (alle gemeenten, ook de zogenaamde
beschermde gemeenten) of de gemeente
toetreedt tot de zone en dus actief wenst samen te
werken met de andere openbare
brandweerdiensten van de zone. Deze beslissing
dient genomen te worden binnen de zestig dagen
na de verschijning in het Belgisch Staatsblad van
het ministerieel besluit tot bepaling van de
geografische uitgestrektheid van de
hulpverleningzone en dient aan de minister van
Binnenlandse Zaken betekend te worden".

Mijnheer de minister, deze clausule wordt niet
vermeld in uw ministerieel besluit en evenmin is er
een spoor van de andere bepalingen vermeld in
het rondschrijven van de toenmalige
staatssecretaris, onder meer in verband met
hulpverleningszones en de oprichting van een
beheerscomité en een technische commissie, in
de zin van de politiehervorming.

Het tweede deel van mijn vraag betreft de
wijzigingen in de uitgestrektheid van de
hulpverleningszones, onder meer in de zone
Turnhout waar thans het volledig grondgebied van
de gemeente Lille wordt opgenomen. Tot op
heden was het grondgebied van Lille - bestaande
uit de fusiegemeenten Lille, Wechelderzande,
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
Poederlee en Gierle
-
verdeeld tussen drie
brandweerkorpsen omwille van hun nabijheid. Nu
ontstaan er echter vreemde situaties, bijvoorbeeld
wanneer het brandweerkorps van Turnhout in het
uiterste hoekje Poederlee, 20 kilometer verder
moet gaan blussen, terwijl het korps van Herentals
slechts vier kilometer van Poederlee is verwijderd.

Mijnheer de minister, ik pleit voor een wijziging
van het koninklijk besluit en, bij gebreke daarvan,
minstens voor de toelating om
hulpverleningscontracten te sluiten tussen de
korpsen, waardoor de bestaande situatie wordt
hersteld.

Ziehier mijn concrete vragen. Ten eerste, is het
rondschrijven van 21 april 1999 van toenmalig
staatssecretaris Jan Peeters nog van toepassing?
Zo ja, zullen de gemeenten worden ingelicht
omtrent de te volgen procedure? Ten tweede,
moeten de gemeenteraden
hulpverleningsovereenkomsten goedkeuren? Ten
derde, zal worden voorzien in een beheercomité
en in een technische commissie? Ten vierde,
bestaat de mogelijkheid om eventueel
hulpverleningscontracten te sluiten, in het geval
het koninklijk besluit niet kan worden gewijzigd?
05.02 Jan Peeters (SP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik wil mij eerst aansluiten bij
de bemerkingen en vragen van collega Hendrickx.
Toen in 1999 het ministerieel besluit werd
genomen omtrent de oprichting van de
brandweerzones, was het de uitdrukkelijke
bedoeling van de toenmalige regering om niets
vanuit Brussel op te leggen, maar om een zeer
ruime inspraak- en consultatieronde met de
gemeenten en de gouverneurs te organiseren.
Daarom hadden wij bepaald dat de minister van
Binnenlandse Zaken maar zones kon afbakenen
op basis van een uitgewerkt voorstel van de
provinciegouverneur, dat trouwens ook op alle
gemeenteraden moest passeren. Dat is gebeurd.

In de provincie Antwerpen heeft gouverneur
Paulus een voorstel uitgewerkt waarin voor de
gemeente Lille de toestand zoals collega
Hendrickx hem heeft beschreven, bleef behouden.
Poederlee en Lille werden gedekt door het
brandweerkorps van Herentals, Gierle door
Turnhout en Wechelderzande door Malle. Omwille
van de uitgestrektheid van de gemeente heeft
men gekozen voor de meest nabije kazernes. Die
regeling is voor iedereen bevredigend en moet
voor niemand veranderen. Dat bleek uit het advies
van gouverneur Paulus en ook uit de beslissingen
van alle deelnemende gemeenteraden. Zowel in
Turnhout, Herentals, Lille als Malle werd dat
advies aanvaard.

Wij stellen vast dat men momenteel afwijkt van
dat advies. Voor Lille wijst u alles toe aan
Turnhout, met nogal wat operationele problemen
tot gevolg. Ik geef u een voorbeeld.

In de deelgemeente Poederlee, waarover collega
Hendrickx spreekt, ligt een aantal grote
horecazaken en dancings op de grens met
Herentals, 3,5 kilometer van de kazerne. Wij
zullen daar niet meer gaan blussen. Dat zal het
korps van collega Hendrickx moeten doen, op
20 kilometer daar vandaan. Als men dat leest in
het Staatsblad op een moment dat men in
Volendam in een horecazaak humanitaire
catastrofes meemaakt, dan zult u beseffen dat
deze zaak aanleiding geeft tot ongerustheid bij de
korpsen en de bevolking van die dorpen.

Mijnheer de minister, kunt u op dat punt een
correctie aanbrengen in het ministerieel besluit en
alsnog de gemeente Lille en haar deelgemeenten
onderbrengen in de drie bestaande korpsen die
daar nu optreden? Volgens mij kan dat juridisch
perfect en past dit in het concept van de
hulpverleningszones zoals die in het koninklijk
besluit van 1999 zijn doorgevoerd. Dat zou de
meest praktische en eenvoudige oplossing zijn die
iedereen vraagt.

Indien u die bereidheid niet heeft, geeft u ons het
juridisch instrument om via onderlinge
hulpverleningscontracten tussen de korpsen van
Malle, Herentals en Turnhout toch de facto de
bestaande regeling met de impliciete financiële
verrekening te behouden? Dat is een
noodoplossing. Het gemakkelijkste zou zijn dat u
het koninklijk besluit corrigeert.
05.03 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, het ministerieel besluit van
15 december 2000 - het ging niet om een
koninklijk besluit, zoals de heer Peeters
verkeerdelijk stelde
-
tot de bepaling van de
geografische uitgestrektheid van de
hulpverleningszones van de provincie Antwerpen,
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van
18 december 2000,
bakent
de
hulpverleningszones voor de brandweer af. De
rondzendbrieven van 28 juli 1998 en van
21
april
1999 van voormalig staatssecretaris
Peeters blijven onverminderd van toepassing. In
iedere hulpverleningszone voor de brandweer
worden de hulpverleningsovereenkomsten
goedgekeurd door de respectieve gemeenteraden
van de gemeenten die eerder bij besluit zijn
toegetreden en die dat schriftelijk betekend
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
hebben aan de minister van Binnenlandse Zaken.
Er moet met andere woorden een consensus zijn
krachtens de bepalingen van de rondzendbrief van
21 april 1999.

Het koninklijk besluit van 11 april 1999 bepaalt de
modaliteiten inzake het creëren en de werking van
de hulpverleningszones. Het ministerieel besluit
van 14 april 1999 stelt de minimale inhoud van de
hulpverleningsovereenkomsten vast. In iedere
zone worden inderdaad een beheerscomité en
een technische commissie opgericht. De
samenstelling en de installatie ervan staan
uitvoerig beschreven in de artikelen 12 tot en met
17 van het koninklijk besluit van 11 april 1999.

In geen geval doet de zonevorming binnen
territoriale grenzen afbreuk aan de regelgeving
inzake de indeling in gewestelijke groepen, de
jaarlijkse forfaitaire bijdragen, repressieve
beslissingen en dergelijke. Een beschermde
gemeente kan dus ingedeeld worden in een
gewestelijke groep die geen deel uitmaakt van de
hulpverleningszone waartoe de gemeente
behoort. Met de zonevorming wordt een
intensievere samenwerking tussen de
brandweerkorpsen beoogd dan wat normatief voor
de gewestelijke groepen van toepassing is.

Specifiek voor de gemeente Lille, die tot drie
gewestelijke groepen behoort, mag de bestaande
brandweerhulp zonder bezwaar worden
gehandhaafd. Ze kan voorlopig niet beperkt, maar
bij noodzaak wel uitgebreid worden. Het sluiten
van samenwerkingsovereenkomsten, bij
gemeenteraad bekrachtigd en goedgekeurd door
de provinciegouverneur, tussen gemeenten van
verschillende hulpverleningszones blijft tot de
mogelijkheden behoren, krachtens artikel 20 van
het koninklijk besluit van 8 november 1967 inzake
versterkingen.

De reden waarom de gemeente Lille bij de zone
Turnhout werd ingedeeld, is van louter bestuurlijke
aard. Ik heb daarbij het advies opgevolgd van de
brandweerinspectie. Ik maak de heer Peeters
erop attent dat het koninklijk besluit van
19 april 1999 voor heel wat problemen zorgt bij de
praktische toepassing ervan. Het is hoe dan ook
steeds mogelijk een ministerieel besluit te wijzigen
op voorwaarde dat de noodzaak daartoe
behoorlijk wordt gemotiveerd.

Messieurs Hendrickx et Peeters, je crois que le
mieux serait que nous parlions concrètement de
ce problème avec les spécialistes. Je suis
évidemment ouvert à la recherche d'une meilleure
solution en la matière si c'est possible.
05.04 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de minister verwijst naar een koninklijk
besluit van 11 april 1999. Ik betwijfel of de
gemeenten daar nog van op de hoogte zijn. De
minister zegt dat de gemeenteraden hun
goedkeuring moeten verlenen. Zou het niet nuttig
zijn de gemeenten aan het koninklijk besluit te
herinneren. Zo niet, zal het worden vergeten.
05.05 Jan Peeters (SP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, als ik u goed begrijp
bevestigt u dat de wijziging van het ministerieel
besluit mogelijk is als het operationeel
verantwoord is. Ik meen te begrijpen dat u
aanvaardt dat dit het geval is. We zullen de
gemeenten aansporen met uw departement te
overleggen en het ministerieel besluit te wijzigen.
Samen met de heer Hendrickx en de
burgemeester van Lille zal ik terzake een initiatief
nemen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer Paul Tant aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
"artikel 76bis van de gemeentekieswet"
(nr. 3020)
06 Question orale de M. Paul Tant au ministre
de l'Intérieur sur "l'article 76bis de la loi
électorale communale" (n° 3020)
06.01 Paul Tant (CVP): Mijnheer de minister,
daar deze vraag van neutraal informatieve aard is,
stel ik ze van op mijn plaats als voorzitter.

Mijnheer de minister, de vraag handelt over de
interpretatie die moet worden gegeven aan de
laatste zin van artikel 76bis van de
gemeentekieswet. Het artikel bepaalt uitdrukkelijk
dat de benoeming van een burgemeester slechts
uitwerking heeft vanaf de betekening van het
arrest van de Raad van State dat de verkiezing
niet vernietigt en de zetelverdeling niet wijzigt. Als
er een beroep bij de Raad van State werd
ingediend tegen de geldigheid van de verkiezingen
of tegen de zetelverdeling onder de partijen,
bepaalt artikel 76bis dat in dergelijke gevallen de
burgemeester eventueel niet over dezelfde
bevoegdheid beschikt dan wanneer geen
procedure werd ingesteld.

Mijnheer de minister, kan de Koning als hij weet
heeft van een lopende procedure bij de Raad van
State de burgemeester benoemen? Ik denk dat op
deze vraag bevestigend geantwoord kan worden.
Kan de installatievergadering plaatsvinden? Ik
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
meen het wel. Kan in voorkomend geval de nieuw
verkozen burgemeester de installatievergadering
voorzitten? Als de burgemeester zijn mandaat
verlengt, dan is er naar mijns inziens geen of op
zijn minst een ander probleem. Kunnen, in
afwachting van een uitspraak van de Raad van
State, rechtsgeldig gemeenteraden worden
gehouden, wel te verstaan onder voorzitterschap
van de betrokken burgemeester? In de zin die aan
dit artikel voorafgaat heeft men het over de
situatie waarbij de deputatie de verkiezingen heeft
vernietigd en bij de Raad van State beroep werd
aangetekend. In dat geval is er een rechtsgevolg
dat voorbehouden wordt aan een bij de Raad van
State hangende procedure. Mijnheer de minister,
kunt u enige toelichting geven?
06.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, le recours au Conseil d'Etat n'est
suspensif que s'il est dirigé contre une décision de
la députation permanente qui porte annulation des
élections ou modification de la répartition des
sièges entre les listes. Dans tous les autres cas, le
recours au Conseil d'Etat n'est pas suspensif. Par
exemple, la députation permanente rejette une
réclamation introduite, la députation permanente
modifie l'ordre des élus d'une liste déterminée,
etc.

En cas de recours non suspensif au Conseil
d'Etat, il n'y a aucun obstacle à la nomination d'un
bourgmestre. Si cette nomination intervient avant
le 1
er
janvier 2001, elle a effet à compter de cette
date.

En cas de recours non suspensif, rien ne s'oppose
à l'installation du nouveau conseil communal et le
bourgmestre déjà nommé préside la séance
d'installation. Dans l'attente de la décision du
Conseil d'Etat, le nouveau conseil communal peut
se réunir aussi souvent que les affaires
communales l'exigent. En cas de recours
suspensif au Conseil d'Etat contre une décision de
la députation permanente qui porte annulation des
élections ou modification de la répartition des
sièges entre les listes, la nomination du
bourgmestre n'a toutefois effet qu'à compter de la
notification de l'arrêt du Conseil d'Etat qui n'annule
pas les élections ou ne modifie pas la répartition
des sièges.
06.03 Paul Tant (CVP): Mijnheer de minister, dat
is een interpretatie die inderdaad kan worden
afgeleid uit het artikel bij het samen lezen van heel
de laatste paragraaf. Het zou echter nuttig zijn als
wij eens zouden nadenken over een kleine
correctie in de tekst van de wet zelf. Als men nu
de laatste zin afzonderlijk leest en die verwijst op
geen enkele manier naar wat voorafgaat, dan
geeft dat aanleiding tot een andere interpretatie.
06.04 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer
Tant, het is altijd een goed idee om na te denken.
06.05 Paul Tant (CVP): Mijnheer de minister, wij
zitten nog in de periode van de goede
voornemens. Probeert u dat nadenken zo lang
mogelijk vol te houden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De mondelinge vraag nr. 3027 van de heer Karel
Van Hoorebeke is ingetrokken.
07 Mondelinge vraag van de heer Marcel
Hendrickx aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "zitpenningen en vergoedingen in
de politieraden" (nr. 3034)
07 Question orale de M. Marcel Hendrickx au
ministre de l'Intérieur sur "les jetons de
présence et les indemnités dans les conseils de
police" (n° 3034)
07.01 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, op dit
ogenblik zijn de gemeenten begonnen met het
vormen van de politiecolleges. Zij gaan binnenkort
afgevaardigden kiezen voor de politieraden. Men
vraagt zich dan wel eens af hoe dit in zijn werk zal
gaan. Men moet minimaal tien keer per jaar
vergaderen en bij mijn weten is nog nergens
verschenen of er al dan niet zitpenningen
verbonden zullen zijn aan de politieraden. Ik zou
het logisch vinden als dat wel het geval zou zijn.
Het is best dat hierover duidelijkheid geschapen
wordt. Misschien zou het ook goed zijn om te
zeggen wie van die zitpenningen kan genieten.
Kunnen dat bijvoorbeeld ook schepenen zijn die
naar de politieraad worden afgevaardigd? Ik neem
aan dat dit niet het geval zal zijn voor
burgemeesters.

Artikel 29 voorziet in de functie van secretaris van
de politieraad en het politiecollege. Ik denk dat in
de grotere politiezones de functie van secretaris
mettertijd vrij belangrijk, zoniet bijna een dagtaak
zal worden. Zijn hier barema's voor vastgelegd?
Van welk niveau dienen deze mensen te zijn?
Daarover bestaat immers nog geen duidelijkheid.

Artikel 32 bepaalt dat er een bijzondere
rekenplichtige moet komen binnen de
voorwaarden die door de Koning worden gesteld.
Kan hiervoor een vergoeding worden uitgekeerd?
Bij mijn weten is het uitvoeringsbesluit nog niet
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
verschenen, maar intussen moet men toch stilaan
beginnen uitkijken naar kandidaten. Als men
daarover wil praten, moet men ook weten wat men
te bieden heeft. Ik wil u dan ook vragen of er
reeds inzichten bestaan over de omvang van de
vergoeding die mag worden uitgekeerd aan de
rekenplichtige.
07.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur
Hendrickx, puis-je faire remarquer que les
réunions de conseil de police et les jetons de
présence qui s'y rapportent sont bien mentionnés
dans la loi?
07.03 Marcel Hendrickx (CVP): Inderdaad
07.04 Antoine Duquesne, ministre: En
l'occurrence, l'article 22 de la loi du 7 décembre
1998 organisant un service de police intégré et
structuré à deux niveaux, y est entièrement
consacré. Ma circulaire ZPZ11 du 21 décembre
dernier, y renvoie également.

J'attire ensuite votre attention sur le fait qu'il peut
exister deux secrétaires distincts: un pour le
conseil de police et un pour le collège de police.
Cependant et pour des considérations pratiques,
pragmatiques, j'ai recommandé de confier ces
deux fonctions à une seule et même personne au
sein d'une seule et même fonction.

La fonction du secrétaire du collège de police et
du conseil de police est remplie par un membre
du cadre administratif et logistique du corps de la
police locale ou d'une administration communale.
De cette manière, il n'est prévu aucun règlement
financier spécifique. Son statut pécuniaire dépend
donc entièrement de la position qu'occupe à ce
moment le membre du personnel désigné à
exercer la fonction de secrétaire.

Actuellement, je finalise une loi modifiant quelques
imperfections, entre autres à la loi du 7 décembre
1998. J'y ai maintenant prévu que le conseil
communal, éventuellement le conseil de police,
peut fixer une allocation pour le comptable
spécial. Cela peut en effet représenter une charge
importante. Initialement, cette charge n'était pas
prévue dans la loi de 1998. Je reviendrai
prochainement avec une proposition en la
matière.
07.05 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, dat van die zitpenningen was aan mijn
aandacht ontsnapt. Ik zal dit even nagaan maar
het zal wel zo zijn.

Wat de functie van secretaris betreft, meen ik dat
men beter zou kunnen omschrijven om wat voor
iemand het moet gaan en welk niveau hij moet
hebben. In de meeste zones zal dit immers
mettertijd een voltijdse job worden. Het is dan ook
best dat men niet zomaar iemand neemt maar dat
men uitkijkt naar een goede kracht. Het is immers
een functie die belangrijk is om de politieraden
goed te laten functioneren.

Ik wil even een vraag van collega doornemen die
betrekking had op de meergemeentenzones.
Geldt hetzelfde ook voor de zones die uit slechts
één gemeente bestaan?
07.06 Minister Antoine Duquesne: Ja.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde mondelinge vragen en
interpellaties van:
- de heer Willy Cortois aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de leidinggevende
functies in het gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. 3049)
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "de desastreuze selectiewijze van
de directeurs bij de federale politie" (nr. 618)
- de heer Dirk Pieters tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de benoeming van
de gerechtelijk directeur van de
gedeconcentreerde gerechtelijke eenheid te
Brussel" (nr. 622)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de benoeming van
de politiedirecteurs in Brussel-Halle-Vilvoorde"
(nr. 3065)
08 Questions orales et interpellations jointes
de:
- M. Willy Cortois au ministre de l'Intérieur sur
"les fonctions dirigeantes dans
l'arrondissement judiciaire de Bruxelles-Hal-
Vilvorde" (n° 3049)
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre
sur "la façon désastreuse dont ont été
sélectionnés les directeurs de la police
fédérale" (n° 618)
- M. Dirk Pieters au ministre de l'Intérieur sur "la
nomination du directeur judiciaire de l'unité
judiciaire déconcentrée de Bruxelles" (n° 622)
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur
sur "la nomination des directeurs de police à
Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 3065)
08.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het is een wijs
besluit dat men voor het omvangrijke gerechtelijke
arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, een
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
arrondissement met twee verschillende
landschappen inzake criminaliteit en bijzondere
taalkundige aspecten, uiteindelijk vier topfuncties
heeft vastgelegd. Er zijn twee directeurs, de dirju
en de dirco. Uiteindelijk werd beslist dat de
adjuncten zich beter zouden bezighouden met de
coördinatie en de communicatie naar de zonale
politie om een politiebeleid met een eigen imago
te kunnen voeren in het landelijk gedeelte Halle-
Vilvoorde.

De laatste dagen hebben we in de pers moeten
vernemen dat men voor een van de functies
principieel zou kunnen overwegen om een
eentalige, in dit geval Nederlandsonkundige
kandidaat voor te dragen. Dat is alleen al om
redenen van efficiëntie verkeerd. Ik pleit ervoor
dat men in de schoot van de regering zou opteren
voor benoemingen van bekwame mensen.
Omwille van een goede communicatie en het
goed functioneren van de dienst, zouden de vier
topfuncties wel moeten worden ingevuld door
mannen of vrouwen met een goede kennis van de
twee landstalen. Dat is in wezen mijn vraag,
waarbij ik geen bepaald persoon viseer. Het is
goed dat de vier topfuncties worden ingenomen
door mensen die in staat zijn met iedereen in de
twee landstalen te communiceren. Anders zie ik
het niet goed zitten.
08.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal erg
beknopt zijn omdat ik al op verschillende
tijdstippen mijn standpunt in deze kwestie heb
kenbaar gemaakt, onder andere in de commissie
voor de Justitie van gisteren inzake de eventuele
aanstelling van de gerechtelijke directeur voor
Brussel.

Ik heb u al gezegd dat ik niet akkoord ga met het
systeem dat u hebt uitgewerkt voor Brussel-Halle-
Vilvoorde. Volgens mij was er geen enkel
probleem om daar twee afzonderlijke directoraten
van te maken. Die beslissing is gevallen. Daar
kom ik niet meer op terug, maar daardoor rijst nu
het probleem van de twee adjuncten, die in Halle-
Vilvoorde zullen werkzaam zijn. Ik spreek over de
adjunct-directeur-coördinator en de gerechtelijke
adjunct-directeur die uiteraard Nederlandstaligen
moeten zijn, omdat zij werkzaam zijn op
Nederlandstalig grondgebied. Daar zou de
regering opteren om op het niveau van de
directeuren Franstaligen te nemen, terwijl u, zeker
voor de post van gerechtelijk directeur, via het
assessment, dat andere bekwame kandidaten
heeft geëlimineerd, over een kandidaat beschikt
afkomstig uit de gerechtelijke politie van Brussel,
die weliswaar Nederlandstalig is, maar de twee
landstalen perfect kundig is en heel goed in
aanmerking zou komen voor die functie. Nu zijn er
geruchten dat iemand uit Luik, die
Nederlandsonkundig is, zou worden aangesteld.

Ik wens daaromtrent graag uw antwoord te
kennen.
08.03 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb deze interpellatie
ingediend om dezelfde reden als die van de
collega's. Toch is zij er specifiek op gericht om de
minister formeel te horen bevestigen dat in deze
alle wettelijke regels en procedures zullen worden
gevolgd. Hierover is namelijk toch grote twijfel
gerezen, waar naar verluidt uzelf, mijnheer de
minister van Binnenlandse Zaken, verzet zou
hebben aangetekend tegen de aanstelling, zeker
wat de Dirju betreft, van de door
examencommissie als zeer geschikt
geselecteerde kandidaat. Dit verzet zou ingegeven
zijn door communautaire motieven, omdat de
laureaat tot de Nederlandse taalrol behoort.
Nochtans is nergens in de regelgeving voorzien
dat dit argument tegen kandidaten zou kunnen
worden ingebracht. Overigens is deze laureaat
ook perfect tweetalig. Nog merkwaardiger is het
dat de tegenkandidaat, waarvan de naam op de
lippen ligt, een eentalig Franstalige is, die zijn
kandidatuur voor Brussel niet heeft ingediend, wat
betekent dat hij volgens artikel 8 § 4, eerste lid
van het koninklijk besluit van 31 oktober, geen
assessment voor deze functie heeft ondergaan,
vermits dit lid oplegt dat het assessment per
betrekking moet gebeuren.

De betrokken tegenkandidaat onderging wel een
assessment voor een betrekking elders, met
name te Luik, waar hij als geschikt werd
gerangschikt. Voor alle duidelijkheid, het gaat niet
om de persoon van de tegenkandidaat uit Luik,
daar hebben wij zeker geen bezwaren tegen,
maar het gaat hier om het principe. Wellicht is bij
de beoordeling van de examencommissie de
tweetaligheid van de kandidaat-chef voor de
betrekking te Brussel toch een relevante factor
gedweest, daar enerzijds de wet op het gebruik
van talen in administratieve aangelegenheden van
kracht is op de federale politie en anderzijds hij
het gezag moet voeren over een tweetalig
Brussels gewest, met zowel Nederlands- als
Franstalig personeel en bovendien ook over het
district Halle-Vilvoorde.

Hoe het ook zij, het zou totaal onaanvaardbaar
zijn dat de vooropgestelde regels niet zouden
worden opgevolgd, wat trouwens wellicht tot de
nietigverklaring bij of door de Raad van State zou
CRIV 50
COM 351
10/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
leiden. Het zou totaal onaanvaardbaar zijn dat een
tweetalig gebied niet door een goede, zeg maar,
perfect tweetalige zou worden geleid. Het is
onaanvaardbaar dat directeuren onvoldoende of
geen Nederlands zouden kennen, hoewel in hun
gebied naast Brusselse Vlamingen, ook
Vlamingen uit Halle-Vilvoorde wonen. De idee dat
de directeur niet tweetalig hoeft te zijn en dat de
adjunct-chef toegewezen aan Halle-Vilvoorde
uiteraard op de Nederlandse taalrol staat, is
daarom ook totaal caduc en onaanvaardbaar en
wij zouden graag horen wat de minister van ons
standpunt denkt.
08.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij
hebben ook gehoord van dit dispuut. Gisteren heb
ik de minister van Justitie daarover ondervraagd.
Het gekke was dat hij heeft geweigerd op die
vraag te antwoorden. Collega Van Hoorebeke kan
bevestigen dat de minister dit onderdeel absoluut
niet wou beantwoorden. Ik heb hem nochtans
gevraagd terzake duidelijkheid te scheppen.

Dit kan op twee zaken wijzen. Ofwel is de
beslissing al genomen en is ze voor de
Nederlandstaligen negatief, ofwel bestaat er nog
altijd onenigheid. Mijnheer de minister, ik heb
vernomen dat de persoon die uit de test als meest
geschikt kwam een Vlaming is. Hij heeft
gepostuleerd voor de job. De andere kandidaat
waarvan hier sprake spreekt geen woord
Nederlands en is dus zeker niet geschikt voor
deze job.

Bovendien kan ik mij absoluut niet verzoenen met
de idee dat beide directeurs in Brussel-Halle-
Vilvoorde Franstalig zouden zijn. Bovendien is ook
de procureur Franstalig. De drie
veiligheidsfuncties voor heel Brussel-Halle-
Vilvoorde zijn dan ook in Franstalige handen. U
zult van mij aannemen - ik denk dat ik op dit vlak
de tolk ben van alle Vlaamse gemeenten in
Brussel-Halle-Vilvoorde - dat
dit
absoluut
onaanvaardbaar is. Een van beide directeurs moet
Nederlandstalig zijn. Dat is vrij logisch.

Ten eerste, kan het dat beide directeurs Franstalig
zijn? Waarom wordt er geen rekening gehouden
met het taalevenwicht? Ten tweede, bestaat de
mogelijkheid dat een van beiden niet tweetalig zou
zijn in een gebied dat deels eentalig Nederlands
is? Ten derde, kan het dat de kandidaat die als
meest geschikt werd geklasseerd niet als
verantwoordelijke wordt aangeduid?
08.05 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, wat Brussel betreft, moet de
regering nog een beslissing nemen. Gelet op de
toestand van het gerechtelijk arrondissement
Brussel, is de regering tot het besluit gekomen dat
er voor het bestuurlijk arrondissement Halle-
Vilvoorde een adjunct-directeur-coördinator en
een adjunct-gerechtelijk directeur moet worden
aangesteld. Men heeft er in Brussel alle belang bij
dat de twee directeurs op hetzelfde ogenblik
worden aangesteld. Voor de betrekking van
directeur-coördinator is er nog geen geschikte
kandidaat gevonden. Gelet op die bijzondere
toestand wenst de regering in de komende dagen
een gepaste oplossing te vinden om dit probleem
te verhelpen.

Il sera évidemment attentif à l'aspect linguistique
du problème et au respect des procédures afin de
choisir des candidats compétents comme il l'a fait
pour les autres désignations.

Tout le reste n'est que supputations, imagination,
fantasmes, que sais-je encore? Nous ne pouvons
rien y faire, cela fait partie du charme de nos
débats.
08.06 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
uw antwoord verontrust mij, al kan ik de grote
lijnen ervan wel begrijpen. In mijn interventie van
zonet heb ik laten doorschemeren dat voor ons de
tweetaligheid van de twee directeurs een
essentieel gegeven is. Ik kan begrip opbrengen
voor het feit dat het een probleem kan vormen
indien ze niet beiden van dezelfde taalrol zijn. Wat
me echter verontrust is dat u stelt dat er geen
zekerheid over bestaat, als ik u zo mag
interpreteren, dat men wat de te weerhouden dirju
betreft, de resultaten van het assessment zullen
worden gevolgd. Er waren twee personen als zeer
geschikt bevonden. Als u nu zegt dat het niet
evident is of dat het niet a priori vaststaat dat men
daaruit zal kiezen, zegt u dan dat dit tot een
nieuwe kandidaatstelling kan leiden, dat men een
nieuwe oproep zal doen? Of betekent dit alleen
dat men het dossier even blokkeert tot wanneer er
een nieuwe assessment is gebeurd na een
nieuwe kandidaatstelling voor de dirco?

Als u hierop kunt antwoorden, dan zou dit een
stukje ongerustheid kunnen wegnemen, zoniet zal
die ongerustheid alleen maar toenemen.
08.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik wil kort even repliceren.
Ik heb twee duidelijke vragen gesteld maar twee
keer geen antwoord gekregen. Ik vroeg of het kan
dat een persoon zal worden benoemd die niet
tweetalig is? De minister is zeer vaag gebleven in
zijn antwoord. Hij zei dat men rekening zou
10/01/2001
CRIV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
houden met de taalwet, maar met zo'n antwoord
kan men alle kanten uit.

Ten tweede vroeg ik of het kan dat er twee
Franstaligen zouden worden benoemd. Op deze
vraag heb ik helemaal geen antwoord gekregen.

Het is toch absurd, dat van alle agenten in Brussel
wordt verwacht dat zij tweetalig zijn, maar dat dit
van hun chef niet wordt geëist. Dit zou bij veel
mensen de haren ten berge doen rijzen. Wanneer
de twee directeurs Franstalig zijn, dan zou dit een
dubbele overwinning van de Franstaligen
betekenen. Eerst slagen zij erin om de huidige
situatie, Halle-Vilvoorde en Brussel als
gelijkwaardige districten, zo te draaien dat Halle-
Vilvoorde ondergeschikt wordt aan Brussel.

Ten tweede: als beide directeurs Franstalig
zouden zijn, dan betekent dit dat de Vlamingen
ook nog eens ondergeschikt zouden zijn aan de
Franstalige directeurs en dat alle topfuncties in
Brussel-Halle-Vilvoorde in Franstalige handen
zouden komen. Voor de Vlamingen uit de rand
zou dit volkomen onaanvaardbaar zijn. U zou zich
hiermee veel problemen op de hals halen.

De voorzitter:Ik zie de heer Pieters nog schrijven,
maar tot nu toe zijn er geen moties ingediend.
Wenst u een motie in te dienen? Ik wil op dit
gevorderde uur enig geduld oefenen en
collegialiteit laten blijken.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Dirk Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel Van
Hoorebeke en Dirk Pieters
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
zaken,
dringt er bij de regering op aan om er bij de
benoeming van de directeurs van de federale
politie voor het gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde over te waken dat slechts
perfect tweetaligen worden aangesteld en dat niet
van de voorziene procedures wordt afgeweken."

Une motion de recommandation a été déposée
par M. Dirk Pieters et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel
Van Hoorebeke et Dirk Pieters
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement de veiller à ce que
seuls les candidats parfaitement bilingues
puissent être nommés aux fonctions de directeurs
de la police fédérale de l'arrondissement judiciaire
de Bruxelles-Hal-Vilvorde et à ce qu'il ne soit pas
dérogé aux procédures établies."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heer Willy Cortois.

Une motion pure et simple a été déposée par M.
Willy Cortois.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.

De mondelinge vraag nr. 3060 van mevrouw Joke
Schauvliege wordt naar een latere datum
verschoven.

Ik dank iedereen voor zijn inzet tijdens deze eerste
commissiewerkdag.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 18:59 uur.
La réunion publique de commission est levée à
18:59 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 351
CRABV 50 COM 351
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
10-01-2001 10-01-2001
14:22 uur
14:22 heures

CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
INTERPELLATIES EN VRAGEN
1
INTERPELLATIONS ET QUESTIONS
ORALES
1
Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot de
eerste minister over "de uitbreiding van het
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding" (nr. 601)
1
Interpellation de M. Gerolf Annemans au premier
ministre sur "l'extension des compétences du
Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre
le racisme" (n° 601)
1
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Moties
3
Motions
3
Samengevoegde mondelinge vragen en
interpellaties van:
4
Questions orales jointes et interpellations de:
4
- mevrouw Kristien Grauwels aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de kandidaat-
asielzoekers" (nr. 2974)
4
- Mme Kristien Grauwels au ministre de l'Intérieur
sur "les candidats demandeurs d'asile" (n° 2974)
4
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de huidige
asieltoevloed" (nr. 3005)
4
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "l'actuel afflux de demandeurs
d'asile" (n° 3005)
4
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de behandeling van de
asielzoekers bij de dienst Vreemdelingenzaken"
(nr. 3016)
4
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Intérieur sur
"le traitement des demandeurs d'asile à l'Office
des étrangers" (n° 3016)
4
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de repatriëring van
uitgeprocedeerden naar Kazachstan" (nr. 3036)
4
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"le rapatriement de Kazakhs ayant épuisé toutes
les voies de recours" (n° 3036)
4
- mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de behandeling
van dossiers van Oeigoerse asielzoekers"
(nr. 3051)
4
- Mme Marie-Thérèse Coenen au ministre de
l'Intérieur sur "le traitement de dossiers de
demandeurs d'asile politique ouïghours" (n° 3051)
4
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de chaos ontstaan aan
het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen vanaf 3 januari 2001" (nr. 3054)
4
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le chaos né depuis le 3 janvier 2001 au
Commissariat général pour les réfugiés" (n° 3054)
4
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de instroom en de
repatriëring van asielzoekers en illegalen uit
Kazachstan en een aantal andere pieklanden"
(nr. 3055)
4
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "l'afflux et le rapatriement de demandeurs
d'asile et d'illégaux venant du Kazakhstan et d'un
certain nombre d'autres pays principalement
responsables de cet afflux" (n° 3055)
4
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verscherpte
grenscontroles tussen 26
december
2000 en
10 januari 2001" (nr. 3056)
4
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "les contrôles renforcés aux frontières entre le
26 décembre 2000
et
le
10 janvier 2001"
(n° 3056)
4
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het aantal
asielaanvragen in het jaar 2000 en het aantal al
dan niet gedwongen uitwijzingen van
uitgeprocedeerden en illegalen in datzelfde jaar"
(nr. 3057)
4
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le nombre, d'une part, de demandes d'asile
et, d'autre part, d'expulsions forcées ou non de
personnes ayant épuisé toutes les voies de
recours et d'illégaux en 2000" (n° 3057)
4
- de heer Jacques Lefevre aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de recente
gebeurtenissen met betrekking tot de
asielpolitiek" (nr. 3058)
4
- M. Jacques Lefevre au ministre de l'Intérieur sur
"les derniers événements relatifs à la politique
d'asile" (n° 3058)
4
- de heer Guido Tastenhoye tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
en tot de minister van Binnenlandse Zaken over
4
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale et au ministre de l'Intérieur sur
"l'entrée en vigueur, le 10
janvier 2001, du
4
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
"het inwerkingtreden vanaf 10 januari 2001 van
het nieuwe opvangsysteem voor asielzoekers"
(nr. 613)
nouveau système d'accueil pour les demandeurs
d'asile" (n° 613)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de asielcrisis die in
ons land is ontstaan en de improvisatie en
ontreddering die het falend regeringsbeleid
veroorzaakt" (nr. 615)
4
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la crise qui a éclaté dans notre pays en ce qui
concerne l'accueil des demandeurs d'asile et
l'improvisation et la confusion qui règnent à la
suite de l'échec de la politique gouvernementale"
(n° 615)
4
- de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de bestemming van het vakantiecentrum
Hengelhoef in Houthalen" (nr. 3035)
5
- M. Jo Vandeurzen au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "la destination du centre
de vacances Hengelhoef à Houthalen" (n° 3035)
4
- mevrouw Michèle Gilkinet tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opvang van de kandidaat-vluchtelingen"
(nr. 619)
5
- Mme Michèle Gilkinet au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "l'accueil des candidats
réfugiés" (n° 619)
5
Sprekers: Kristien Grauwels, Karel Van
Hoorebeke, Karine Lalieux, Pieter De Crem,
Guido Tastenhoye, Jacques Lefevre, Jo
Vandeurzen, Michèle Gilkinet, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie , Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Kristien Grauwels, Karel Van
Hoorebeke, Karine Lalieux, Pieter De Crem,
Guido Tastenhoye, Jacques Lefevre, Jo
Vandeurzen, Michèle Gilkinet, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale , Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Moties
23
Motions
23
Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre Viseur
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
lessen die dienen getrokken te worden uit de
elektronische stemming te Jurbise" (nr. 3006)
25
Question orale de M. Jean-Pierre Viseur au
ministre de l'Intérieur sur "les leçons à tirer du
scrutin électronique à Jurbise" (n° 3006)
25
Sprekers: , Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: , Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
26
Questions orales jointes de
26
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de
hulpverleningszones voor de brandweer"
(nr. 3008)
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur sur
"les zones de recours pour les services
d'incendie" (n° 3008)
- de heer Jan Peeters aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de afbakening van de
brandweerzones in de provincie Antwerpen, meer
bepaald voor de gemeente Lille" (nr. 3013)
27
- M. Jan Peeters au ministre de l'Intérieur sur "la
délimitation des zones de services d'incendie
dans la province d'Anvers, plus particulièrement
pour la commune de Lille" (n° 3013)
27
Sprekers: Marcel Hendrickx, Jan Peeters,
Antoine Duquesne
, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Marcel Hendrickx, Jan Peeters,
Antoine Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Paul Tant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "artikel
76bis van de gemeentekieswet" (nr. 3020)
28
Question orale de M. Paul Tant au ministre de
l'Intérieur sur "l'article 76bis de la loi électorale
communale" (n° 3020)
28
Sprekers: Paul Tant, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Paul Tant, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Marcel Hendrickx
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"zitpenningen en vergoedingen in de politieraden"
(nr. 3034)
29
Question orale de M. Marcel Hendrickx au
ministre de l'Intérieur sur "les jetons de présence
et les indemnités dans les conseils de police"
(n° 3034)
29
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Salengevoegde vragen en interpellaties van:
30
Questions orales et interpellations jointes de:
30
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
- de heer Willy Cortois aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de leidinggevende
functies in het gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. 3049)
30
- M. Willy Cortois au ministre de l'Intérieur sur "les
fonctions dirigeantes dans l'arrondissement
judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 3049)
30
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de eerste
minister over "de dezastreuse selectiewijze van
de directeurs bij de federale politie" (nr. 618)
30
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre sur
"la façon désastreuse dont ont été sélectionnés
les directeurs de la police fédérale" (n° 618)
30
- de heer Dirk Pieters aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de benoeming van de
gerechtelijk directeur van de gedeconcentreerde
gerechtelijke eenheid te Brussel" (nr. 622)
30
- M. Dirk Pieters au ministre de l'Intérieur sur "la
nomination du directeur judiciaire de l'unité
judiciaire déconcentrée de Bruxelles" (n° 622)
30
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de benoeming van de
politiedirecteurs in Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr.
3065)
30
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
"la nomination des directeurs de police à
Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 3065)
30
Sprekers:
Willy Cortois, Karel Van
Hoorebeke, Dirk Pieters, Bart Laeremans,
Antoine Duquesne
, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Willy Cortois, Karel Van
Hoorebeke, Dirk Pieters, Bart Laeremans,
Antoine Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Moties
32
Motions
32
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
10
JANUARI
2001
14:22 uur
______
du
MERCREDI
10
JANVIER
2001
14:22 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.22 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.22 heures par M. Paul
Tant, président.
Interpellaties en vragen
Interpellations et questions orales
01 Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot
de eerste minister over "de uitbreiding van het
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding" (nr. 601)
01 Interpellation de M. Gerolf Annemans au
premier ministre sur "l'extension des
compétences du Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le racisme" (n° 601)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid.)
(La réponse sera donnée par la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi.)
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Ik
interpelleer om de regering te verplichten de
bepalingen van de antidiscriminatiewet scherp te
stellen. Het voorstel van vijf senatoren werd door
de Raad van State terug naar af gestuurd. De
regering zou zelf een voorontwerp van wet hebben
opgesteld. Is dit correct en wanneer komt de
regering ermee naar het Parlement? Dit ontwerp
zou een antidiscriminatiewetgeving invoeren op
grond van geslacht, ras, leeftijd enzomeer. Indirecte
discriminatie zou ook onder de wet vallen. De
concepten belediging en verwerpelijk motief zouden
worden ingevoerd met een verzwaring van de
bestaande straffen. De vaststelling van de
misdrijven zou door een deurwaarder kunnen
gebeuren. Wordt hierdoor een omkering van de
bewijslast ingevoerd? Komt er een statistische
bewijsvoering?
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Cette
interpellation est destinée à contraindre le
gouvernement à préciser les dispositions de la loi
anti-discrimination. La proposition déposée par cinq
sénateurs a reçu un avis négatif du Conseil d'Etat.
Le gouvernement aurait à présent lui-même rédigé
un avant-projet. Cela est-il exact et quand le
gouvernement déposera-t-il le texte au Parlement ?
Ce projet introduirait une législation interdisant
toute discrimination basée sur le sexe, la race,
l'âge, etc. Cette législation viserait également toutes
les formes de discrimination indirecte. Les notions
d'insulte et de motif blâmable seraient introduites et
les sanctions existantes seraient renforcées. Les
délits pourraient être constatés par un huissier. Cela
implique-t-il un renversement de la charge de la
preuve ? La preuve pourra-t-elle être administrée
sur une base statistique?
Voorzitter: Marcel Hendrickx.
Présidence : M. Marcel Hendrickx
De schadevergoedingen zouden worden verhoogd,
de sociale inspectie zou worden verscherpt en het
Centrum zou onderzoeksrecht krijgen. Ook de
Le montant des dédommagements serait
augmenté, l'inspection sociale se verrait renforcée
et le Centre serait doté de compétences
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
eigen begroting van het Centrum zou worden
verdubbeld.

We hebben geprobeerd om uit te zoeken wat de
overeenkomsten zijn tussen het regeringsvoorstel
en dat van de vijf senatoren, maar we zijn er niet
uitgeraakt.

Indien de informatie in de pers correct is, zijn er
tegen uw voorstel waarschijnlijk allerlei bezwaren
mogelijk. Wil de minister het bestaan en de inhoud
van het voorontwerp toelichten?
d'instruction. Le budget du centre serait, par
ailleurs, doublé.

Nous avons essayé d'établir quels points communs
existaient entre la proposition du gouvernement et
celle émanant des cinq sénateurs mais nous n'y
sommes pas parvenus.

Si les informations parues dans la presse sont
exactes, de nombreuses objections pourraient être
soulevées à l'encontre de votre proposition. La
ministre pourrait-elle nous donner des précisions
sur l'existence d'un tel avant-projet et sur son
contenu?
Voorzitter: Paul Tant, voorzitter.
Présidence : M. Paul Tant
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De regering heeft op 6 december 2000 een
wetsontwerp goedgekeurd ter versterking van de
wetgeving tegen racisme en xenofobie, evenals
ontwerpen van amendement op het voorstel-
Mahoux. De bevoegdheden van het Centrum voor
de gelijkheid van kansen worden uitgebreid.

De wet-Moureau van 30 juli 1981 wordt op
verschillende punten gewijzigd.
01.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): Le 6 décembre 2000, le
gouvernement a adopté un projet de loi visant à
renforcer la législation contre le racisme et la
xénophobie ainsi que des projets d'amendement à
la proposition de M. Mahoux. Les compétences du
Centre pour l'égalité des chances sont élargies.

Différents points de la loi Moureau du 30 juillet 1981
sont modifiés.
Racistische beledigingen worden strafbaar. In het
geval van verwerpelijke reden kan de straf worden
verdubbeld. Discriminatie op het werk wordt
gesanctioneerd. De bevoegdheden van de
arbeidsinspectie worden uitgebreid.

De regeringsamendementen op het voorstel-
Mahoux willen de discriminatie preciezer definiëren.
Op strafrechtelijk niveau bieden zij de mogelijkheid
tot strafverzwaring ingeval van verwerpelijke reden.
Op burgerlijk niveau verschuift de bewijslast naar de
dader van de discriminatie en kan de discriminatie
worden bewezen door een situatieschets of door
statistische gegevens. Wat het arbeidsrecht betreft,
wordt de klagende werknemer beter beschermd,
kan een ontslagen werknemer opnieuw worden
aangeworven en krijgt de arbeidsinspectie meer
bevoegdheden.


Ook de wet van 15 februari 1993 zal worden
gewijzigd. De bevoegdheden in verband met
discriminatie worden uitgebreid: het Centrum kan
de slachtoffers van discriminatie ten laste nemen.
Het Centrum zal samenwerken met verwante
verenigingen (behalve in verband met discriminatie
op basis van geslacht). Het Centrum zal drie
functies hebben: een bemiddelende functie, een
begeleidende functie, plus een overleg- en een
deskundigheidsfunctie. Het Centrum zal ook waken
Les insultes à caractère raciste seront punissables.
La peine pourra être doublée en cas de motif
blâmable. Les discriminations sur le lieu de travail
seront sanctionnées et les compétences de
l'Inspection du travail seront accrues.

Les amendements du gouvernement à la
proposition Mahoux tendent à définir avec plus de
précision la notion de discrimination. Sur le plan
pénal, ils permettront de renforcer la peine en cas
de motif blâmable. Sur le plan civil, la charge de la
preuve incombe à l'auteur de la discrimination et la
discrimination pourra être démontrée par un exposé
de la situation ou au moyen de données
statistiques. Sur le plan du droit du travail, le
travailleur plaignant sera mieux protégé, un
travailleur licencié pourra être réengagé et les
compétences de l'Inspection du travail seront
élargies.

La loi du 15 février 1993 sera également modifiée.
Les compétences en matière de discrimination sont
étendues : le Centre pourra prendre en charge les
victimes de discriminations. Il travaillera en
collaboration avec des associations apparentées
(sauf en ce qui concerne la discrimination sur la
base du sexe). Le Centre aura une triple fonction, à
savoir une fonction de médiation, une fonction
d'accompagnement et une fonction de concertation
et d'expertise. Le centre veillera aussi au respect
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
over de fundamentele rechten van vreemdelingen
en zal de overheidsinformatie over de
migrantenstromen verzorgen. De federale,
Gemeenschaps- en gewestelijke besturen zijn
verplicht inlichtingen in te winnen over discriminatie
en het Centrum op de hoogte te houden van de
resultaten van enquêtes in dit verband.
des droits fondamentaux des étrangers et diffusera
l'information officielle sur les flux migratoires. Les
administrations fédérales, communautaires et
régionales sont tenues de recueillir des informations
concernant le problème de la discrimination et de
transmettre au Centre les résultats des enquêtes
menées en ce domaine.
(Frans) Dit ontwerp en de amendementen op het
wetsvoorstel-Mahoux kaderen in de
discriminatiebestrijding op Europees niveau. Het
wetsontwerp wordt thans om advies voorgelegd aan
de Raad van State. De amendementen op het
voorstel-Mahoux werden ingediend in de bevoegde
Senaatscommissie. De Raad van State heeft kritiek
op het wetsvoorstel dat door een aantal senatoren
werd ingediend. Die kritiek wordt nu bij voorbaat al
ontzenuwd door het wetsontwerp en de
amendementen op het wetsvoorstel-Mahoux. Als
het ontwerp in het Parlement wordt ingediend,
zullen wij hier nog uitgebreid op kunnen ingaan.
Ik ben blij dat België op dat gebied het voortouw
neemt. De strijd tegen de onverdraagzaamheid is
voor deze regering prioritair.
(En français) L'ensemble de ce projet ainsi que les
amendements à la proposition Mahoux s'inscrivent
dans la sphère de la lutte contre les discriminations
au niveau européen. Le projet de loi est à l'examen
au Conseil d'État. Les amendements à la
proposition Mahoux sont déposés en commission
du Sénat. Les critiques du Conseil d'État portent,
quant à elles, sur la proposition de loi déposée par
certains sénateurs. Les critiques ont été prévues
par le projet de loi et les amendements à la loi
Mahoux. Lorsque le projet sera déposé au
Parlement, nous pourrons en parler plus
longuement.
Enfin, je suis heureuse que la Belgique soit un
précurseur en cette matière, la lutte contre toute
intolérance étant la priorité du gouvernement.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): We
hebben nu toch wat meer informatie gekregen over
het ontwerp.

Wij maken ons zorgen over het verder ontmantelen
van de rechtstaat. Niet alleen de Raad van State en
het Vlaams Blok, maar ook de hele publieke opinie,
beginnen zich vragen te stellen. De bestrijding van
het zogenaamde racisme begint hysterische
vormen aan te nemen. Op Europees vlak is men
veel voorzichtiger. Het regeringsontwerp zal
waarschijnlijk ook op grote bezwaren stuiten bij de
Raad van State.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Finalement, nous avons quand-même reçu de plus
amples informations sur le projet.

Nous sommes préoccupés par la poursuite du
démantèlement de l'Etat de droit. Le Conseil d'Etat
et le Vlaams Blok, mais aussi l'ensemble de
l'opinion publique commencent à s'interroger. La
prétendue lutte contre le racisme s'apparente
depuis quelque temps à une sorte d'hystérie. Une
attitude beaucoup plus prudente est adoptée au
niveau européen. Sans doute le projet du
gouvernement suscitera-t-il également de fortes
objections du Conseil d'Etat.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Gerolf Annemans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Gerolf
Annemans en het antwoord van de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid,
verzoekt de regering bewust ontwerp onverwijld in
te trekken en desgevallend eerst in
overeenstemming te brengen met de grondwet en
het EVRM."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Gerolf Annemans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Gerolf
Annemans
et la réponse de la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi,
demande au gouvernement de retirer sans délai le
projet en question et, le cas échéant, de le mettre
d'abord en conformité avec la Constitution et la
Convention européenne de sauvegarde des droits
de l'homme."
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer
Willy Cortois, de dames Corinne De Permentier en
Kristien Grauwels en de heer Charles Janssens.
Une motion pure et simple a été déposée par M.
Willy Cortois, Mmes Corinne De Permentier et
Kristien Grauwels et M. Charles Janssens.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
02 Samengevoegde mondelinge vragen en
interpellaties van:
- mevrouw Kristien Grauwels aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de kandidaat-
asielzoekers" (nr. 2974)
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de huidige
asieltoevloed" (nr. 3005)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de behandeling van
de asielzoekers bij de dienst
Vreemdelingenzaken" (nr. 3016)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de repatriëring van
uitgeprocedeerden naar Kazachstan" (nr. 3036)
- mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
behandeling van dossiers van Oeigoerse
asielzoekers" (nr. 3051)
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de chaos ontstaan
aan het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen vanaf 3 januari 2001" (nr. 3054)
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de instroom en de
repatriëring van asielzoekers en illegalen uit
Kazachstan en een aantal andere pieklanden"
(nr. 3055)
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verscherpte
grenscontroles tussen 26 december 2000 en
10 januari 2001" (nr. 3056)
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het aantal
asielaanvragen in het jaar 2000 en het aantal al
dan niet gedwongen uitwijzingen van
uitgeprocedeerden en illegalen in datzelfde jaar"
(nr. 3057)
- de heer Jacques Lefevre aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de recente
gebeurtenissen met betrekking tot de
asielpolitiek" (nr. 3058)
- de heer Guido Tastenhoye tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
en tot de minister van Binnenlandse Zaken over
"het inwerkingtreden vanaf 10 januari 2001 van
het nieuwe opvangsysteem voor asielzoekers"
(nr. 613)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de asielcrisis die in
02 Questions orales jointes et interpellations de:

- Mme Kristien Grauwels au ministre de l'Intérieur
sur "les candidats demandeurs d'asile" (n° 2974)
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "l'actuel afflux de demandeurs
d'asile" (n° 3005)
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Intérieur sur
"le traitement des demandeurs d'asile à l'Office
des étrangers" (n° 3016)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"le rapatriement de Kazakhs ayant épuisé toutes
les voies de recours" (n° 3036)
- Mme Marie-Thérèse Coenen au ministre de
l'Intérieur sur "le traitement de dossiers de
demandeurs d'asile politique ouïghours"
(n° 3051)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le chaos né depuis le 3 janvier 2001 au
Commissariat général pour les réfugiés"
(n° 3054)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "l'afflux et le rapatriement de demandeurs
d'asile et d'illégaux venant du Kazakhstan et d'un
certain nombre d'autres pays principalement
responsables de cet afflux" (n° 3055)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "les contrôles renforcés aux frontières entre
le 26 décembre 2000 et le 10 janvier 2001"
(n° 3056)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le nombre, d'une part, de demandes d'asile
et, d'autre part, d'expulsions forcées ou non de
personnes ayant épuisé toutes les voies de
recours et d'illégaux en 2000" (n° 3057)
- M. Jacques Lefevre au ministre de l'Intérieur sur
"les derniers événements relatifs à la politique
d'asile" (n° 3058)
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale et au ministre de l'Intérieur
sur "l'entrée en vigueur, le 10 janvier 2001, du
nouveau système d'accueil pour les demandeurs
d'asile" (n° 613)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la crise qui a éclaté dans notre pays en ce qui
concerne l'accueil des demandeurs d'asile et
l'improvisation et la confusion qui règnent à la
suite de l'échec de la politique gouvernementale"
(n° 615)
- M. Jo Vandeurzen au vice-premier ministre et
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
ons land is ontstaan en de improvisatie en
ontreddering die het falend regeringsbeleid
veroorzaakt" (nr. 615)
- de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de bestemming van het vakantiecentrum
Hengelhoef in Houthalen" (nr. 3035)
- mevrouw Michèle Gilkinet tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opvang van de kandidaat-vluchtelingen"
(nr. 619)
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "la destination du centre
de vacances Hengelhoef à Houthalen" (n° 3035)

- Mme Michèle Gilkinet au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale sur "l'accueil des
candidats réfugiés" (n° 619)
02.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Bij
de dienst Vreemdelingenzaken staat nog altijd een
lange rij asielzoekers aan te schuiven. Gelukkig
worden zij nu opgevangen in tenten. Maar de
mensen blijven toestromen. Vanuit diverse hoeken,
onder meer Artsen zonder Grenzen, is kritiek
gerezen op de opvang.

Kan het wettelijk nog dat asielzoekers zich
aanbieden en administratief niet kunnen worden
opgevangen? In de beginperiode was ook niet
duidelijk of die mensen als asielzoekers waren
ingeschreven. Evenmin is het duidelijk welke
instructies deze mensen krijgen.
02.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Les
demandeurs d'asile font toujours la file devant
l'Office des étrangers. Heureusement, ils sont à
présent accueillis sous des tentes. L'afflux de
demandeurs d'asile ne tarit cependant pas. Leur
accueil a fait l'objet de nombreuses critiques,
notamment de la part de Médecins sans frontières.

Est-il légalement admissible que rien ne se passe
sur le plan administratif pour les demandeurs d'asile
qui se présentent? Au début, il n'était même pas
clair si ces personnes étaient inscrites comme
demandeur d'asile. De même, on ignore quelles
instructions leur sont exactement données.
02.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Het beleid
wordt al maar chaotischer en onvoorspelbaarder.
De minister heeft eigenlijk geen beleid en schuift de
schuld voortdurend in andermans schoenen. Hij
heeft de commissaris-generaal tot ontslag
gedwongen. Ik heb de minister altijd met een
zekere goodwill bejegend, maar nu is zijn
geloofwaardigheid volledig ondergraven. Wij
hebben geen garanties voor de toekomst. Hij had
toch kunnen voorzien dat de afschaffing van de
OCMW-toelage een extra aanzuigkracht voor
asielzoekers zou veroorzaken. Waarom ging die
maatregel niet in op 3 januari in plaats van op 10
januari?

Er werden reeds meermaals verscherpte
grenscontroles aangekondigd. Toch zijn er nog
nooit zoveel asielzoekers toegekomen. Die
controles hebben blijkbaar geen effect gehad.


Volgens het interview met de nieuwe commissaris-
generaal zullen eerst de nieuwe dossiers behandeld
worden, terwijl de oude blijven liggen. Zal dat niet
opnieuw de aanzuigkracht verhogen en zal men
weldra geen tweede regularisatieronde moeten
organiseren? Kan de minister ons garanderen dat
zijn beleid in de toekomst minder chaotisch zal
worden en dat hij de toevloed zal kunnen stoppen?
02.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): La politique
en matière d'asile est de plus en plus chaotique et
imprévisible. En réalité, le ministre n'a pas de
politique et rejette sans cesse la faute sur les
autres. Il a contraint le commissaire général à
démissionner. J'ai toujours manifesté une certaine
bonne volonté à l'égard du ministre mais
maintenant il a perdu toute crédibilité et nous
n'avons aucune garantie pour l'avenir. Il aurait dû
prévoir que l'annonce de la suppression de
l'allocation du CPAS entraînerait un afflux de
demandeurs d'asile. Pourquoi avoir décidé de faire
entrer cette mesure en vigueur le 3 janvier au lieu
du 10 janvier ?

A plusieurs reprises déjà, on a annoncé le
renforcement des contrôles aux frontières. En dépit
de cela, l'afflux de demandeurs d'asile n'a jamais
été aussi important. Apparemment, ces contrôles
n'ont eu aucun effet.

Dans l'interview donnée par le nouveau
commissaire général, celui-ci a déclaré que les
nouveaux dossiers seront traités en premier lieu et
que les anciens dossiers devront dès lors attendre.
Cela n'entraînera-t-il pas un nouvel afflux de
demandeurs d'asile et ne devra-t-on pas procéder à
une deuxième opération de régularisation ? Le
ministre peut-il nous garantir que sa politique sera
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
moins chaotique à l'avenir et que l'on pourra arrêter
l'afflux de demandeurs d'asile?
02.03 Karine Lalieux (PS): Op 22 november
jongstleden vroeg ik u reeds om tekst en uitleg over
de lange rijen wachtenden voor de dienst
Vreemdelingenzaken. U stelde toen een
vergadering met de onderscheiden betrokken
partijen in het vooruitzicht. Die vergadering heeft
intussen plaatsgevonden, maar kennelijk zonder
gunstig gevolg. Ik woon in die wijk, en ik krijg
vragen van heel veel mensen die willen dat er ten
spoedigste werk gemaakt wordt van een oplossing
voor deze problematiek. Al maanden wordt de
situatie steeds maar erger, wat aanleiding geeft tot
terechte kritiek, hoewel de regering recentelijk
goede beslissingen genomen heeft. Momenteel
gaat het blijkbaar beter dankzij de inzet van het
leger en de ordediensten, die de stroom
asielzoekers in goede banen leiden.

Hoe zal de administratie die stortvloed van dossiers
aanpakken ? Krijgt de dienst Vreemdelingenzaken
de nodige mensen en middelen om te vermijden dat
de situatie blijft aanslepen ?

De inzet van de Brusselse politie kost de Stad
Brussel 700.000 BEF per dag. Wordt die opdracht
in de tijd beperkt ? Heeft u extra middelen
uitgetrokken ?

De opdracht van het leger loopt nog tot 15 januari.
Wat gebeurt er met asielzoekers voor wie geen
plaats meer was in een open centrum ?

Ik betreur de overhaasting waarmee dit dossier
behandeld werd. Door degelijke regelingen te
treffen had men die chaotische toestanden kunnen
voorkomen.
02.03 Karine Lalieux (PS): Le 22 novembre
dernier, je vous interrogeais déjà sur la gestion de
la file devant l'Office des étrangers. A cette époque,
vous aviez promis une réunion avec les différentes
parties concernées. Cette réunion a eu lieu mais ne
semble pas avoir eu de conséquences positives.
J'habite le quartier et j'ai été interrogée par de
nombreuses personnes qui souhaitent que cette
problématique soit prise en considération le plus
rapidement possible. La situation dégénère depuis
des mois et a donné naissance à de nombreuses
critiques justifiées alors que le gouvernement a pris
de bonnes décisions dernièrement. Actuellement, la
situation semble s'améliorer grâce à l'armée et aux
forces de l'ordre qui canalisent les demandeurs
d'asile.


Comment l'administration va-t-elle gérer cette
masse de dossiers ? Des moyens en personnel
seront-ils alloués à l'Office des étrangers pour éviter
que cette situation perdure ?

La mission de la police de Bruxelles coûte chaque
jour 700.000 francs à la Ville de Bruxelles. Sera-t-
elle limitée dans le temps ? Avez-vous prévu des
moyens supplémentaires ?

La mission de l'armée devrait s'arrêter le 15 janvier.
Que va-t-on faire de ceux qui n'ont pas trouvé place
dans un centre ouvert ?

Je regrette la précipitation qui a présidé à la gestion
de ce dossier. Des aménagements adéquats
auraient permis d'éviter le chaos.
02.04 Pieter De Crem (CVP): De repatriëring van
uitgeprocedeerde asielzoekers naar Kazachstan
laat zien dat het asielbeleid een grote mislukking is.

Hoeveel mensen zijn er tijdens de eerste vlucht
gerepatrieerd en waarom werd de vlucht Melsbroek-
Almaty afgebroken? Men zou niet in staat geweest
zijn om te landen. Blijkbaar bestonden daar geen
meteorologische redenen voor.

Hoeveel personen bevonden zich aan boord tijdens
de tweede vlucht?

Minstens één gerepatrieerde werd inmiddels
opgesloten. Het zou om een drugsverslaafde gaan
en dat zou ook de reden zijn waarom het vliegtuig
niet mocht landen.
02.04 Pieter De Crem (CVP): Le rapatriement vers
le Kazakhstan des demandeurs d'asile déboutés
constitue l'illustration de l'échec de la politique
d'asile mise en oeuvre par le gouvernement.

Combien de personnes ont été rapatriées au cours
du premier vol? Pourquoi le vol entre Melsbroek et
Alma­Ata a-t-il été interrompu? Est-ce, comme on
l'a dit, parce que l'avion n'était pas en mesure
d'atterrir? Apparemment, les conditions
météorologiques n'empêchaient pas l'atterrissage.
Combien de passagers avaient embarqué lors du
second vol?

Dans l'intervalle, une personne rapatriée au moins a
été mise sous les verrous. Il s'agirait d'un
toxicomane, dont la présence aurait été la cause de
l'interdiction d'atterrissage du premier vol.
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Hoe stond het met de begeleiding? In welke mate is
het readmissiebeleid hier van toepassing? Hoe
werd de repatriëring voorbereid? Er waren blijkbaar
ook moeilijkheden met Landsverdediging.

Wat is de opportuniteit van de repatriëring van
dertig Kazachen? Welke lessen trekt de minister uit
deze onverkwikkelijke geschiedenis?

Qu'en est-il de l'accompagnement? Dans quelle
mesure une politique de réadmission est-elle
d'application en l'occurrence? Apparemment, la
Défense nationale avait également fait des
difficultés.
En quoi le rapatriement de trente Kazakhs était-il
opportun? Quelles leçons le ministre tire-t-il de cette
fâcheuse histoire?
02.05 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Ik heb gesproken met Oeigoerse vrouwen van
Kazachse nationaliteit die een asielaanvraag
hebben ingediend. Een van hen wees mij erop dat
ambtenaren van de Kazachse regering toegang
hebben gehad tot het centrum te Brugge en in het
bezit zouden zijn van inlichtingen over elke Kazach
in het centrum.
Wie heeft die delegatie de toestemming gegeven
om het centrum te betreden? Zijn er afspraken
tussen onze en de Kazachse regering om de
kwestie van de asielzoekers te regelen?

Behandelt de dienst Vreemdelingenzaken de
dossiers individueel of per gezin?

Het blijkt dat sommige echtparen niet altijd samen
in eenzelfde centrum worden ondergebracht.


Hoe zit het met de behandeling van de dossiers ?
De pers heeft over de in Kazachstan opgezette
toeristenfilières bericht.

De Oeigoerse minderheid komt op voor politiek
zelfbestuur en sommige asielzoekers werden in hun
land gediscrimineerd. Kazachstan erkent hun strijd
niet en ontkent tevens dat de betrokkenen werden
gediscrimineerd.

De Oeigoeren zijn al jarenlang het slachtoffer van
discriminatie, niet enkel in Kazachstan maar ook in
China.

Vandaag nog hebben een aantal organisaties zeer
uitgebreide rapporten voorgesteld. Daaruit blijkt dat
de elementaire mensenrechten van de Oeigoerse
minderheid in Kazachstan met voeten worden
getreden. Wat is het standpunt van de Belgische
regering ten aanzien van het probleem van de
minderheden in de vroegere Sovjet-Unie? Ook in
Tsjetsjenië rijzen er op dat gebied problemen.
02.05 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
J'ai rencontré des femmes ouighoures de
nationalité kazakhe qui ont introduit une demande
d'asile. L'une d'elle signale que des agents du
gouvernement kazakhe ont eu accès au centre de
Bruges et disposaient d'éléments de
renseignements sur chacune des personnes de
nationalité kazakhe qui s'y trouvaient.
Avec quelles autorisations cette délégation a-t-elle
pu être admise au centre de Bruges ? Y a-t-il des
accords entre notre gouvernement et celui du
Kazakhstan pour régler le dossier des demandeurs
d'asile ?
L'Office des étrangers traite-t-il des dossiers de
manière individualisée ou « par ménage » ?

Quant au placement en centre fermé, il s'avère que
certains couples n'y sont pas toujours placés
ensemble.
Qu'en est-il du traitement des dossiers de ces
couples ? La presse a fait écho à des filières
touristiques mises au point au Kazakhstan.

La minorité ouïghoure réclame l'autonomie politique
et certains candidats demandeurs d'asile politique
ont été l'objet de discriminations. Le Kazakhstan ne
reconnaît pas leur combat ni les discriminations que
ces personnes ont vécues.

Depuis plusieurs années, il existe des
discriminations à l'égard des Ouïghours au
Kazakhstan mais également en Chine.

Encore aujourd'hui, on a pu entendre une série
d'organisations présenter des rapports très étoffés.
Il en ressortait qu'au Kazakhstan, des droits de
l'homme élémentaires sont bafoués en ce qui
concerne la minorité ouïghoure. Quelle est la
position du gouvernement belge par rapport au
problème des minorités en ex-URSS ? Il se pose
également des problèmes en Tchétchénie.
02.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Iedereen heeft kunnen zien welke chaos is ontstaan
voor de deuren van de dienst Vreemdelingenzaken
in de eerste dagen van dit jaar.
Waarom werd de datum van de nieuwe maatregel
02.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Chacun a pu constater la situation chaotique aux
portes de l'Office des étrangers au cours des
premiers jours de cette année. Pourquoi la date
d'entrée en vigueur des nouvelles mesures relatives
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
in verband met de OCMW-toelage vervroegd van
10 januari naar 3 januari? Waarom heeft men de
grote toeloop niet voorzien? Wie is voor die
toestand verantwoordelijk?
Waarom waren de hulpdiensten niet al op de eerste
dag aanwezig en moest Artsen zonder Grenzen
inspringen met de bedeling van soep? Waarom was
de dienst Vreemdelingenzaken niet voorbereid?
Hoeveel vluchtelingen hebben er zich elke dag
aangeboden en tot welke categorieën behoren zij?
Hoe kan het dat mensen werden aangevoerd in
wagens met een Duitse nummerplaat? Hoe kan het
dat zoveel asielzoekers over een Frans of Duits
visum beschikten? Wat gebeurt er met de mensen
die een briefje kregen om later terug te komen?
Waarom worden bedriegers niet meteen in de
gevangenis gestopt of het land uitgezet? Kan de
minister toelichten hoe hij de verwerking van de
asielaanvragen in de komende dagen en weken zal
organiseren?



Mijn tweede vraag heeft betrekking op het
asieltoerisme vanuit Kazachstan en andere landen.

De VTM-uitzending over het asieltoerisme toont aan
dat deze vorm van toerisme op volle toeren draait.

Hoeveel asielaanvragen van Kazachen werden in
november en december 2000 ingediend? Is het juist
dat nog geen enkele asielzoeker werd erkend?
Hoeveel asielzoekers uit Kazachstan zijn definitief
uitgeprocedeerd? Waarom werden nog maar 33
van de 2.500 Kazachen uit het land gezet? Hoeveel
Kazachen zijn vrijwillig vertrokken? Waarom worden
nog steeds Kazachen toegelaten? Waarom wordt
de Conventie van Dublin niet op de Kazachen
toegepast? Is er overleg gepleegd met de
buurlanden? Zal de Conventie van Dublin op de
Kazachen worden toegepast? Hoe komt het dat
zovele Kazachen met een Duits of Frans visum
reizen? Hoeveel Kazachen zullen worden
gerepatrieerd? Welke maatregelen worden
genomen om de Kazachen te ontraden asiel aan te
vragen? Bestaat er een strenge visumplicht ten
aanzien van andere Oost-Europese landen? Zal de
Conventie van Dublin worden toegepast op
asielzoekers uit die landen?


Mijn derde vraag gaat over de verscherpte
grenscontroles tussen 26 december en 10 januari.
Daartoe werd beslist op de Ministerraad van 22
december 2000.

Waarom werd die beslissing genomen? Hoeveel
manschappen werden ingezet? Hoe werden de
à l'indemnité versée par les CPAS n'a-t-elle pas été
anticipée et fixée au 3 janvier plutôt qu'au 10
janvier? Pourquoi cet afflux massif de candidats-
réfugiés n'avait-il pas été prévu? Qui est
responsable de cette situation? Pourquoi les
services de secours n'étaient-ils pas présents dès le
premier jour et MSF a-t-il dû organiser la distribution
de potage? Pourquoi l'Office des étrangers ne
s'était-il pas préparé à la situation ? Combien de
candidats-réfugiés se sont présentés chaque jour?
A quelle catégorie appartiennent-ils? Comment
expliquez-vous que certains candidats-réfugiés ont
été acheminés à bord de voitures immatriculées en
Allemagne? Pourquoi un nombre important de
demandeurs d'asile disposaient-ils d'un visa
français ou allemand? Qu'adviendra-t-il des
personnes ayant reçu un document les invitant à se
représenter à une date ultérieure? Pourquoi les
escrocs ne sont-ils pas écroués ou expulsés sur-le-
champ? Le ministre peut-il nous expliquer comment
il compte organiser l'examen des demandes d'asile
dans les jours et semaines à venir?
Ma deuxième question porte sur le tourisme d'asile
au départ du Kazakhstan et d'autres pays.

L'émission consacrée par VTM à ce phénomène
montre qu'il s'agit d'une activité très florissante.

Combien de demandes d'asile émanant de Kazakhs
ont été introduites en novembre et en décembre
2000? Est-il exact qu'aucun demandeur d'asile n'a
encore été reconnu? Combien de demandeurs
d'asile originaires du Kazakhstan ont été
définitivement déboutés? Pourquoi seulement 33
des 2500 demandeurs d'asile kazakhes ont-ils été
expulsés? Combien de Kazakhs sont partis
volontairement? Une concertation a-t-elle été
organisée avec les pays voisins? Pourquoi la
Convention de Dublin n'est-elle pas appliquée aux
Kazakhs? Pourquoi de nombreux Kazakhs sont-ils
en possession d'un visa allemand ou français?
Combien de Kazakhs seront rapatriés? Quelles
mesures seront prises pour dissuader les Kazakhs
de demander l'asile dans notre pays? Les
ressortissants d'autres pays d'Europe orientale
sont-ils soumis à une réglementation plus sévère en
matière de visa? La Convention de Dublin sera-t-
elle appliquée aux demandeurs d'asile originaires
de ces pays?

Ma troisième question concerne le renforcement
des contrôles aux frontières entre le 26 décembre
et le 10 janvier, conformément à une décision du
Conseil des ministres du 22 décembre 2000.

Pourquoi cette décision a-t-elle été prise? Combien
d'hommes ont été engagés dans cette opération?
Comment ces contrôles ont-ils été opérés?
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
controles uitgevoerd? Hoeveel illegalen werden
opgepakt? Wat waren de meest voorkomende
nationaliteiten? Wat is ermee gebeurd? Hoeveel
dienden alsnog een asielaanvraag in? Wat is de
globale evaluatie van die grenscontroles?



Mijn vierde vraag gaat over het aantal
asielaanvragen en uitwijzingen in 2000.

Verschillende cijfers doen de ronde. Vandaar mijn
vraag naar correcte cijfers.
Hoeveel asielaanvragen zijn er ingediend in het jaar
2000 in het algemeen en in de maanden november
en december in het bijzonder? Tot welke
nationaliteit behoren deze aanvragers? Om hoeveel
personen gaat het in werkelijkheid, want in één
aanvraag kunnen verschillende kinderen verwerkt
zijn?
Wat is momenteel de totale achterstand bij de
asielaanvragen? Dat cijfer moet momenteel boven
de 45.000 liggen, vermits er in oktober al een
achterstand van 40.000 dossiers was.
Hoeveel uitwijzingen gebeurden er in het jaar 2000,
vrijwillig en gedwongen? Wat bedoelt de heer
Dassen met een slaagpercentage van 71 procent,
tegenover 50 procent in het verleden? Hoeveel
personen kregen het bevel om het grondgebied
binnen de vijf dagen te verlaten? Hoeveel personen
werden opgesloten en nadien gerepatrieerd?
Hoeveel personen zijn er in het jaar 2000 na hun
repatriëring terug op het Belgisch grondgebied
aangetroffen?
Combien de clandestins ont été interceptés?
Quelles nationalités étaient les plus représentées?
Quel sort a-t-on réservé aux personnes
interceptées? Combien ont introduit une demande
d'asile? Quelle est l'évaluation globale de ces
contrôles aux frontières?

Ma quatrième question a trait au nombre des
demandes d'asile et des expulsions en l'an 2000.

Plusieurs chiffres circulant à ce propos, j'aimerais
que vous me communiquiez les chiffres exacts.
Combien de demandes d'asile ont été introduites,
en particulier au cours des mois de novembre et de
décembre? Quelle était la nationalité des
demandeurs? De combien de personnes s'agit-il en
réalité, une demande pouvant s'étendre à plusieurs
enfants? Quel est l'arriéré actuel? L'arriéré
concernant déjà 40.000 dossiers au mois d'octobre,
l'arriéré actuel doit porter sur plus de 45.000
dossiers. Combien d'expulsions ont été effectuées
en 2000, sur une base volontaire ou par la
contrainte? Comment convient-il d'interpréter les
propos de M. Dassen lorsque celui-ci évoque un
taux de réussite de 71 pour cent, par rapport à 50
pour cent dans le passé? Combien de personnes
ont reçu l'ordre de quitter le territoire dans les cinq
jours? Combien de personnes ont été mises en
détention avant d'être rapatriées? Au cours de l'an
2000, combien de personnes ont été interceptées à
nouveau sur notre territoire alors qu'elles avaient
été rapatriées?
02.07 Jacques Lefevre (PSC): Iedereen heeft de
trieste aanblik gezien van die duizenden
wachtenden op de stoep van de dienst
Vreemdelingenzaken, die slechts 150 à 250
dossiers per dag kan verwerken. Kadert dit
schouwspel misschien in een ontradingscampagne
? Hoe komt het dat de regering die situatie niet
heeft voorzien en voorkomen ?

Kleine kinderen hebben in sommige gevallen 48 uur
moeten wachten op melk of een schone luier. Dit
komt bijna neer op het niet verlenen van hulp aan
personen in nood.

De stroom vluchtelingen blijft aanzwellen. Als de
toestroom niet ingeperkt wordt, zullen de
opvangcentra allemaal binnen twee maanden vol
zitten. De grenscontroles zijn veeleer een show die
ten behoeve van de media wordt opgevoerd te
noemen dan een waarlijk doeltreffende operatie.
Wat is de balans daarvan ? Brengt de regering ons
imago in het buitenland door die opeenstapeling van
geïmproviseerde maatregelen niet nog meer
02.07 Jacques Lefevre (PSC): Tout le monde a
pu voir le triste spectacle de ces milliers de
personnes qui attendent devant l'Office des
étrangers alors que celui-ci ne peut traiter que 150
à 250 dossiers par jour. Cela fait-il partie d'une
campagne de dissuasion
? Pourquoi le
gouvernement n'a-t-il pas pu prévoir et anticiper
cette situation ?

Des enfants en bas âge ont attendu 48 heures
avant de recevoir un biberon ou un lange. On frise,
là, la non-assistance à personne en danger.


Le nombre de réfugiés continue à augmenter. Les
centres d'accueil seront tous remplis d'ici deux mois
si le phénomène ne se résorbe pas. Les contrôles
aux frontières tiennent plus du show médiatique que
de l'opération efficace. Quel en est le bilan ? Le
gouvernement ne crée-t-il pas, par l'accumulation
de ces mesures improvisées, une nouvelle
altération de notre image de marque à l'étranger ?
L'objectif de réduction du nombre des étrangers se
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
schade toe ? Men is er hoe dan ook niet in
geslaagd het aantal vreemdelingen dat zijn
opwachting maakt aan onze grenzen te
verminderen, zoals de bedoeling was.

Afgelopen weekend heeft de regering 33 Kazachen
uitgewezen. Waarom heeft men opnieuw gekozen
voor een collectieve uitwijzing, terwijl er al een
rechtsvordering tegen ons land aanhangig is bij het
Europese Hof voor de rechten van de mens, naar
aanleiding van de collectieve uitwijzing van
zigeuners ? Zal ons land zijn verantwoordelijkheid
opnemen, in het besef dat de Kazachen in hun land
van herkomst gediscrimineerd worden ? Bovendien
zou Kazachstan zijn internationale verplichtingen
niet nakomen. Hoeveel heeft de repatriëring van die
Kazachen gekost ?
présentant à nos frontières est, en tous cas, tout a
fait manqué.



Le week-end dernier, le gouvernement a expulsé 33
Kazakhes. Pourquoi a-t-on procédé à une expulsion
collective alors qu'une action contre la Belgique est
pendante devant la Cour européenne des droits de
l'homme suite à une expulsion collective de
tziganes
? La Belgique assumera-t-elle ses
responsabilités sachant que ces Kazakhes sont
l'objet de discriminations dans leur pays d'origine ?
De plus, il semble que le Kazakhstan ne
respecterait pas ses engagements internationaux.
Enfin, combien le rapatriement de ces Kazakhes a-
t-il coûté ?
02.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Het
Belgische asielbeleid is desastreus. De toevloed is
sedert het aantreden van deze regering sterk
toegenomen. De regering wilde een
driesporenbeleid volgen met de regularisatie, een
snel-Belgwet en uitwijzingen. Alleen de eerste twee
punten werden uitgevoerd.


Vorig jaar liepen 42.193 aanvragen binnen.
Momenteel vangen we 4,3 asielzoekers op per
duizend inwoners, tegenover 1,2 per duizend
gemiddeld in Europa.


Het totale aantal uitwijzingen beliep vorig jaar 3.000,
het aantal dat de heer Coveliers per maand
vooropstelde.

De regering heeft de toestand met de hand laten
lopen. Ook de premier gaf dit in oktober toe. De
reden voor dit chaotische beleid is de verdeeldheid
binnen de regering: vice-premier Vande Lanotte
verklaarde dat de PS en Ecolo het asielbeleid
saboteren.
02.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): La
politique belge en matière d'asile est désastreuse.
L'afflux de réfugiés a fortement augmenté depuis
l'entrée en fonction de ce gouvernement. Ce dernier
souhaitait mener une politique d'asile fondée sur
trois volets : les régularisations, l'accélération de la
procédure de naturalisation et les expulsions. Seuls
les deux premiers volets ont été mis en oeuvre.

L'année dernière, 42.193 demandes ont été
introduites. A l'heure actuelle nous accueillons en
moyenne 4,3 demandeurs d'asile pour mille
habitants alors que la moyenne européenne est de
1,2 pour mille habitants.

L'année dernière, le nombre total d'expulsions s'est
élevé 3000; M. Coveliers avait avancé le chiffre de
3.000 expulsions par mois.

Le gouvernement a laissé la situation dégénérer. Le
premier ministre l'a lui-même avoué au mois
d'octobre. Cette politique chaotique est le résultat
des divisions au sein du gouvernement : le vice-
premier ministre Vande Lanotte a ainsi déclaré que
le PS et Ecolo sabotaient la politique d'asile.
De regering reageert met paniekvoetbal en de
minister start met het opkopen van
recreatiedomeinen zoals Hengelhoef en Zon en
Zee. Dit was een zware flater.

De minister heeft met niemand rekening gehouden
en iedereen tegen zich in het harnas gejaagd. Hij
reageerde door te stellen dat hij geen inspraak
duldde in dit dossier. Is dat de nieuwe debatcultuur
van deze regering? Zelfs de meest gematigde
mensen zijn nu tegenstanders geworden van dit
perverse asielbeleid.

In Antwerpen vernam de geschokte publieke opinie
Le gouvernement réagit dans la panique et le
ministre se met à racheter des centres récréatifs
comme Hengelhoef et Zon en Zee. Ce fut une
grande erreur.

Le ministre n'a tenu compte de personne et il s'est
mis tout le monde à dos. Il a réagi en affirmant qu'il
ne tolérerait aucune ingérance dans ce dossier. Est-
ce un exemple de la nouvelle culture de débat de ce
gouvernement ? Même les personnes les plus
modérées sont à présent opposées à cette politique
d'asile perverse.

A Anvers, un public choqué a appris que les
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
dat asielzoekers werden opgevangen in
hotelkamers tegen een dure dagprijs, ook de
aankoop van de vakantiecentra is niet goedkoop.
Hoeveel kost dit alles aan de belastingbetaler? Voor
het optrekken van de bestaansminima van onze
eigen kansarmen is er dit jaar geen geld.


Ondertussen zet de regering met veel bombarie 33
Kazachen het land uit, maar de bevolking trapt hier
niet meer in. Ons chaotische beleid schrikt geen
enkele asielzoeker meer af. Hier is immers toch
alles gratis te krijgen. Nu ze geen OCMW-toelage
meer krijgen, zal het zwart werk en de criminaliteit
nog stijgen. De enige oplossing is een korte
procedure, terwijl de asielzoekers in gesloten centra
opgesloten blijven. Het bedrag voor gedwongen
uitwijzingen moet opgetrokken worden van 109
miljoen tot 4 miljard, maar daar heeft de regering
geen oren naar.


Hoe denkt de minister de achterstand van 45.000
dossiers weg te werken, nu hij heeft gekozen voor
het LIFO-systeem (Last in, first out)? Ondertussen
moeten al die mensen met een oud dossier wel
doorbetaald worden door de OCMW's. Op deze
manier stevent de minister regelrecht op een
tweede regularisatieronde af.
demandeurs d'asile étaient hébergés à prix fort
dans des chambres d'hôtel. L'achat de centres de
vacances est également une opération coûteuse.
Combien tout cela coûtera-t-il au contribuable ? Et
dire qu'il n'y a pas d'argent pour augmenter le
minimex pour les personnes de chez nous qui se
trouvent dans le besoin.

Le gouvernement fait grand cas de l'expulsion de
33 Kasakhs mais la population n'est plus dupe.
Notre politique chaotique ne dissuade plus aucun
demandeur d'asile puisque chez nous tout s'obtient
gratuitement. Dès lors que les demandeurs d'asile
ne recevront plus l'allocation, le travail au noir et la
criminalité augmenteront. La seule solution consiste
à appliquer une procédure courte pendant laquelle
les demandeurs d'asile restent dans des centres
fermés. Le montant prévu pour les expulsions
forcées devrait être porté de 109 millions à 4
milliards mais le gouvernement ne veut pas en
entendre parler.

Comment le ministre compte-t-il résorber l'arriéré
de 45.000 dossiers dès lors qu'il a opté pour le
système LIFO (Last In, First Out). Entre-temps, tous
ceux qui avaient introduit leur dossier sous l'ancien
régime continuent à bénéficier de l'aide du CPAS.
En agissant ainsi, le ministre ouvre toutes grandes
les portes d'une deuxième opération de
régularisation.
02.09 Pieter De Crem (CVP): Er heerst in dit land
een echte asielcrisis. De regering had bij haar
aantreden een nieuwe procedure beloofd. Die is er
nog altijd niet. De regularisatie heeft een grote
toevloed van asielzoekers veroorzaakt. Het
readmissiebeleid is een farce.


De herhaaldelijk aangekondigde nieuwe procedure
is er dus nog altijd niet. Vanmorgen lezen we dat
volgens Pascal Smet de nieuwe procedure er ten
vroegste in augustus zal komen. De regering speelt
met vuur. Er komen steeds meer asielzoekers bij en
haar beleid zorgt voor ontreddering bij het
personeel.


LIFO is nu het nieuwe toverwoord: diegenen die het
laatst binnenkomen, worden eerst behandeld. Gaat
dit initiatief uit van de nieuwe commissaris-generaal
of van de regering? Zonder oproeping van
kandidaten, zonder toetsing, werd de adjunct-
kabinetschef van de minister tot commissaris-
generaal benoemd. Zullen ook de andere twee
topbenoemingen op die wijze gebeuren? Dat is dan
het enige resultaat van achttien maanden
asielbeleid.
02.09 Pieter De Crem (CVP): Ce pays est en proie
à une réelle crise en matière de politique d'asile.
Lors de son installation, le gouvernement avait
promis d'arrêter une nouvelle procédure. Elle
n'existe toujours pas. La régularisation a entraîné
un afflux massif de demandeurs d'asile. La politique
de réadmission n'est qu'une aimable plaisanterie.

Annoncée à plusieurs reprises, la nouvelle
procédure n'a toujours pas été mise en place. Ce
matin, nous avons lu que Pascal Smet affirme que
la nouvelle procédure ne sera pas définie avant le
mois d'août au plus tôt. Le gouvernement joue avec
le feu. Les demandeurs d'asile sont toujours plus
nombreux et la politique gouvernementale suscite le
désarroi parmi le personnel.

LIFO est devenu le nouveau mot miracle : ceux qui
arrivent en dernier lieu verront leurs dossiers traités
par priorité. Cette initiative émane-t-elle du nouveau
commissaire général ou du gouvernement ? Le
chef de cabinet adjoint du ministre a été nommé
commissaire général sans qu'il y ait un appel aux
candidats et sans aucun contrôle. Les deux autres
nominations importantes se feront-elles de la même
manière ? Voilà le seul résultat de 18 mois de
politique d'asile.
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
De regularisatiecommissies zijn een travestie van
rechtspraak. Er is een groot verschil tussen de
rechtspraak van de Nederlandstalige en de
Franstalige kamers. In de Franstalige kamers zitten
beoordelaars die eveneens advocaat zijn van
aanvragers. Dit kan niet. Er zijn nog nooit zoveel
asielzoekers op ons grondgebied aangekomen als
in het jaar 2000, de clandestienen niet
meegerekend. De minister kondigt al achttien
maanden aan dat er minder asielzoekers zullen zijn
en dat er strengere grenscontroles komen door
grensloketten. Wat weerhoudt hem om die
grensloketten te installeren en 24 op 24 uur open te
houden? Deze loketten, waar men 24 uur op 24
asiel kan vragen, zullen de aanzuigkracht alleen
maar vergroten. Er zijn slechts twee grenscontroles
geweest: tussen Batisse en Einatten en tussen
Martelange en de grenspost met Luxemburg.
Tijdens die controles was er op deze twee posten
geen verkeer meer, terwijl de andere posten, waar
geen controle was, overstelpt werden. Hoe
evalueert de minister deze controles?




Onze Schengen-partners veroordelen ons lakse
asielbeleid. Hoe reageert de minister op die
partners?

Uitwijzingen zijn een spijtig sluitstuk. Hoe gaat men
repatriëren? Dertig per dertig? Gaat men elke vlucht
twee keer uitvoeren? Gebeurt het met bussen of
met vliegtuigen?


Slechts één op twee asielzoekers meldt zich in ons
land via officiële weg. Wat men ook doet, de
mensen zullen blijven komen en de reden is
duidelijk.
Les commissions de régularisation sont une parodie
de jurisprudence. Une grande différence sépare la
jurisprudence suivie par les chambres
néerlandophones de celle appliquée par les
chambres francophones. Celles-ci comptent en leur
sein des examinateurs qui sont aussi avocats de
demandeurs. C'est inadmissible. Il n'y a jamais eu
autant de demandeurs frappant à la porte de la
Belgique qu'en l'an 2000, sans compter les
clandestins. Cela fait déjà dix-huit mois que le
ministre annonce que le nombre de demandeurs ira
décroissant et que des contrôles frontaliers seront
renforcés par la mise en place de guichets aux
frontières. Qu'est-ce qui l'empêche d'installer ces
guichets et de faire en sorte qu'ils restent ouverts
24 heures sur 24
? Ces guichets, où les
demandeurs pourraient solliciter l'asile jour et nuit,
ne feront qu'augmenter l'effet de succion. Il n'y a eu
que deux contrôles frontaliers : entre Battice et
Eynatten, et entre Martelange et le poste-frontière
belgo-luxembourgeois. Lors de ces contrôles, il n'y
avait plus de transit dans ces deux postes. En
revanche, les autres postes, où aucun contrôle
n'était effectué, étaient submergés. Comment le
ministre évalue-t-il ces contrôles ?

Nos partenaires de Schengen condamnent notre
politique d'asile laxiste. Comment le ministre réagit-
il à cette condamnation ?

Les expulsions sont un épilogue regrettable.
Comment va-t-on procéder au rapatriement ? Va-t-
on rapatrier les demandeurs par groupes de
trente ? Y aura-t-il chaque fois deux vols? Ou
utilisera-t-on des autocars ?

Un demandeur sur deux seulement arrive dans
notre pays par la voie officielle. Quoi que l'on fasse,
des réfugiés continueront de venir chez nous, pour
une raison évidente.
We zijn op weg naar een nieuwe
regularisatiebeweging. Zal de regering deze op
gang brengen en zo ja, zal zij de niet
geregulariseerden uitwijzen?
Nous nous dirigeons vers une nouvelle opération de
régularisation. Le gouvernement va-t-il l'initier?
Dans l'affirmative, envisage-t-il d'expulser les
personnes qui n'auront pas été régularisées ?
02.10 Jo Vandeurzen (CVP): In kortgeding werd
beslist dat het asielcentrum in Hengelhoef nog niet
kan worden geopend. Veel Limburgers begrijpen
niet hoe een deel van dit toeristisch belangrijk
domein een andere bestemming kan krijgen.


Wat gebeurt er met het personeel, nu er geen
activiteit is? Moet men over zo'n aangelegenheid
geen overleg plegen met lokale overheden? Wat zal
er gebeuren de dag dat de regering dit domein niet
02.10 Jo Vandeurzen (CVP): En référé, il a été
décidé que le centre d'Hengelhoef ne pouvait pas
encore être ouvert. De nombreux Limbourgeois ne
comprennent pas comment on a pu donner une
autre affectation à cet important domaine à vocation
touristique.

Qu'advient-il du personnel, étant donné qu'il n'y a
pas d'activité pour l'instant? En de telles
circonstances, ne faudrait-il pas organiser une
concertation avec les pouvoirs locaux ? Que se
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
meer nodig heeft?
passera-t-il le jour où le gouvernement n'aura plus
besoin de ce domaine ?
02.11 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): De
regering heeft een noodmaatregel genomen,
namelijk de invoering van nieuwe
opvangprocedures per 3 januari 2001. Wat
rechtvaardigt die beslissing ? Op grond van welke
objectieve gegevens werd die beslissing genomen ?

Zal het aantal plaatsen in de gesloten centra
volstaan ? Op grond waarvan maakt u een
onderscheid tussen "noodopvangplaatsen" en
"opvangplaatsen in de eerste fase van de
procedure" ? Werden de ONG's en de betrokken
overheidsdiensten ingelicht ? Werd er rekening
gehouden met de sluiting van de dienst
Vreemdelingenzaken tussen Kerstmis en Nieuwjaar
? Hoe komt het dat AZG noodmaatregelen heeft
moeten nemen ? De termijn voor de inschrijving op
de door de heer Vande Lanotte uitgeschreven
aanbesteding is verstreken. Wat is het resultaat ?
Wanneer zal het bestek klaar zijn ? Hoe zal u een
keuze maken ?

De sluiting van de dienst Vreemdelingenzaken
tussen Kerstmis en Nieuwjaar zorgt trouwens voor
grote problemen. Zal de nieuwe procedure hier
soelaas bieden ? Blijven de tenten die werden
opgezet voor de opvang van kandidaat-politieke
vluchtelingen staan ? Tot 15 januari wordt er
voorzien in noodopvangplaatsen. Wat gebeurt er
daarna ?

De voorzitter: Ik heb twee bezoeken afgelegd,
waarover ik een kort verslag had beloofd.

Ik heb nuttige informatie gekregen, onder meer van
de heer Pascal Smet, de nieuwe commissaris-
generaal. De organisatie van de opvang van
asielzoekers leek me bijzonder chaotisch. De
asielzoekers kregen alleen een papier waarop stond
dat er geen financiële hulp meer werd gegeven. Ik
vraag me ook af waarom de dienst
Vreemdelingenzaken de asielzoekers niet in de
kazernes ondervroeg.

De tenten waren smerig. Sommigen asielzoekers
vonden een zitplaats, anderen niet. Als het de
bedoeling was mensen af te schrikken, dan is men
daarin geslaagd. De toestand was mensonterend.
02.11 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Le
gouvernement a pris une mesure urgente, à savoir
la mise en place de la nouvelle procédure d'accueil
au 3 janvier 2001. Qu'est ce qui justifie une telle
décision ? Quels sont les éléments objectifs qui ont
été pris en compte pour prendre une telle décision ?

Le nombre de places en centres fermés sera-t-il
suffisant ? Sur quelle base avez-vous établi une
différenciation entre « place d'accueil d'urgence » et
« place d'accueil dans la première phase de la
procédure
»
? Les ONG et services publics
concernés ont-ils été informés ? A-t-on tenu compte
de la fermeture de l'Office des étrangers entre Noël
et Nouvel An ? Comment se fait-il que MSF ait dû
prendre des mesures d'urgence ? L'appel d'offre
lancé par M. Vande Lanotte est tombé à échéance.
Quel en est le résultat ? Quand le cahier de charges
sera-t-il finalisé ? Comment allez-vous établir votre
choix ?


Par ailleurs, la fermeture de l'Office des étrangers
durant la période Noël-Nouvel An pose des
problèmes très importants. La nouvelle procédure
remédiera-t-elle à cet état de choses ? Les tentes
installées pour l'accueil des candidats réfugiés
resteront-elles en place ? Les places d'urgence sont
prévues jusqu'au 15 janvier. Qu'en sera-t-il après
cette date ?

Le président:J'ai effectué deux visites, à propos
desquelles je vous avais promis un rapport
succinct.
J'ai obtenu des informations utiles, notamment de la
part de Monsieur Pascal Smet, le nouveau
commissaire général. L'organisation de l'accueil
des demandeurs d'asile m'a semblé
particulièrement chaotique. Les demandeurs d'asile
n'ont reçu qu'un document leur précisant que plus
aucune aide financière n'était accordée. Je me
demande également pourquoi l'Office des étrangers
n'a pas interrogé les demandeurs d'asile dans les
casernes.
Les tentes étaient sales. Certains demandeurs
d'asile ont trouvé une place pour s'asseoir, d'autres
pas. Si l'objectif était de faire peur aux gens, c'est
réussi. La situation était scandaleuse.
02.12 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Mijn taak is asielzoekers na hun
eerste gesprek bij de dienst Vreemdelingenzaken
op te vangen. Vóór dat gesprek valt de opvang
onder de bevoegdheid van de minister van
Binnenlandse Zaken. In de afgelopen kerstperiode
02.12 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais): Je suis responsable de l'accueil des
réfugiés ayant déjà passé la première interview à
l'Office des Etrangers. Avant cette interview,
l'accueil ressortit à la compétence du ministre de
l'Intérieur. Durant la période de Noël, nous nous
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
hebben wij wel voortdurend overleg gepleegd.

Er was geen reden om te wachten met de
afschaffing van de financiële hulp door de OCMW's.
Vandaar de datum van 3 januari. We hadden in
opvang voorzien en vreesden voor een
aanzuigeffect als we nóg langer wachten. Toch is
de toeloop nog zeer groot gebleken. Geen enkele
dienst is op zo'n toeloop voorbereid. We zaten dus
met een tijdelijk probleem.

Er werden inderdaad mensen vanuit Duitsland
aangevoerd en we wilden ingrijpen.


De OCMW's waren gesloten tussen Kerstmis en
Nieuwjaar en net daarom was de dienst
Vreemdelingenzaken niet gesloten.
sommes cependant sans cesse concertés en
permanence.

Il n'y avait pas de raison de reporter la suppression
de l'aide financière des CPAS. Au contraire, nous
avions prévu des places d'accueil et craignions
qu'un report génère un effet de succion. Il a, dès
lors, été décidé de supprimer l'aide financière dès le
3 janvier. Cependant, l'afflux est resté massif.
Aucun service n'est préparé à faire face à une telle
affluence.

Des personnes se trouvant en Allemagne ont
effectivement été acheminées en Belgique. Nous
voulions intervenir en la matière.

Puisque les CPAS étaient fermés entre Noël et
Nouvel An, l'Office des Etrangers est resté ouvert.
02.13 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Ik zei
dat de dienst Vreemdelingenzaken twee weken
gesloten was.
02.13 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): J'ai
indiqué que l'office des étrangers a été fermé
pendant 5 jours...
02.14 Minister Johan Vande Lanotte (Frans): Dat
is niet correct. De dienst werkte tussen Kerstmis en
Nieuwjaar en tijdens de feesten werd in een
tijdelijke opvang voorzien om de sluiting van de
OCMW's op te vangen.
02.14 Johan Vande Lanotte , ministre (en
français) : Ce n'est pas vrai. Il a fonctionné entre
Noël et Nouvel-An et un accueil temporaire a été
prévu pour suppléer les CPAS inactifs pendant la
période des fêtes.
02.15 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
Waarom moest een NGO dan dringend optreden?
02.15 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
Comment se fait-il alors qu'une ONG ait dû
intervenir d'urgence ?
02.16 Minister Johan Vande Lanotte (Frans): Dat
is een andere zaak: de toestroom was onverwacht
groot.
02.16 Johan Vande Lanotte , ministre (en
français) : Ca, c'est autre chose : l'affluence de
certaines personnes a été surprenante.
Wij hadden ons helemaal niet aan dat aantal van
1.500 verwacht, maar de onthaalstructuren werden
uitgebreid.
Le nombre de 1.500 était tout à fait inattendu mais
le dispositif d'accueil a été renforcé.
02.17 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): De
dienst Vreemdelingenzaken behandelt dagelijks 150
tot 250 dossiers.
02.17 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
L'Office des étrangers ne traite que 150 à 250
dossiers par jour.
02.18 Minister Johan Vande Lanotte (Frans) : De
overige asielzoekers werden in een voorlopig
centrum opgevangen.
02.18 Johan Vande Lanotte , ministre (en
français): L'excédent de candidats a été accueilli
dans un centre provisoire.
Als er meer dan 200 personen zijn, wordt de rest
opgevangen. De OCMW's hebben zelf verklaard dat
zij de centra niet hebben "leeggemaakt".

De snelheid heeft niet voor extra problemen
gezorgd : het aantal personen zou hetzelfde
geweest zijn, men had ze niet naar de OCMW's
kunnen doorverwijzen en men had ze in voorlopige
centra moeten opvangen. Het aantal personen dat
S'il y a plus de 200 personnes, l'excédent est
accueilli. Les CPAS ont eux-mêmes déclaré que les
centres n'ont pas été « vidés vers les CPAS ».

La rapidité n'a pas causé de problèmes
supplémentaires : le nombre de personnes aurait
été identique; elles n'auraient pu être renvoyées
vers les CPAS et auraient dû être accueillies en
centres provisoires. Le nombre de personnes
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
nog toestroomt stabiliseert zich nu : de situatie
wordt stilaan normaal. Had men nog langer
gewacht, dan zou de periode van normalisatie nog
langer hebben aangesleept. Wij wilden anticiperen
op het in de feiten vastgesteld effect van de
aankondiging van de maatregel.

Voor de 33 kandidaten komt er eerst een onderzoek
van de financiële betrouwbaarheid. Nadien zal hun
technische capaciteit worden onderzocht.
Commerciële partners en NGO's zijn bereid
daaraan deel te nemen. Deze maand nog zullen wij
de lijst opstellen van kandidaten die in aanmerking
komen om een en ander te realiseren. Op grond
van het bestek zullen wij hen naar hun programma
vragen.
arrivant encore est en cours de stabilisation. La
situation est en cours de normalisation. En
attendant plus longtemps, le délai de normalisation
aurait été encore plus important. Nous avons voulu
devancer l'effet d'annonce constaté dans les faits.


Pour les 33 candidats, il y aura un examen de
fiabilité financière, tout d'abord. Ensuite, on
examinera leur capacité technique. Des groupes
commerciaux et des ONG sont disposés à
participer. Dans le courant de ce mois, nous allons
déterminer la liste des candidats susceptibles de
réaliser ce travail. Sur base du cahier des charges,
nous leur demanderons alors quel sera leur
programme.
(Nederlands) We hebben in Middelkerke en
Hengelhoef het personeel in dienst genomen. Deze
mensen worden nu opgeleid. De centra zullen dan
geleidelijk aan worden geopend.

De beslissing is de verantwoordelijkheid van de
federale regering en zij moet ze dus nemen. De
gemeenten weigeren uiteraard. Overleg vooraf was
dus uit den boze. Als de beslissing eenmaal
genomen is, kan samen met de gemeenten
overlegd worden. De mensen zullen dan begrijpen
waarover het gaat. (Onderbrekingen bij het Vlaams
Blok)


Omdat we niet konden huren, hebben we
Hengelhoef gekocht. Bij een eventuele verkoop zal
uiteraard overleg worden gepleegd met de lokale
overheid.

KINA is een organisatie van OCMW's; organisaties
kunnen de OCMW's bijstaan bij de opvang. Het
waren niet de OCMW's die de verblijfskosten
betaalden, de asielzoekers betaalden zelf. Als het
OCMW betaalt, wordt dat afgetrokken van de
uitkering. Wel hebben sommige OCMW's die een
eerste hulp hadden gekregen, zich niet
ingespannen om zelf oplossingen te zoeken.
(En néerlandais) Nous avons engagé du personnel
à Middelkerke et Hengelhoef. Ces personnes sont
actuellement en formation. Les centres seront donc
ouverts progressivement.

La décision incombe au gouvernement fédéral et
c'est donc lui qui doit la prendre. Les communes
opposent de toute façon un refus. Une concertation
préalable n'était donc pas souhaitable. Une fois que
la décision est prise, une concertation avec les
communes peut être organisée. Les gens
comprendront alors de quoi il s'agit. (Interruptions
sur les bancs du Vlaams Blok)

Comme nous ne pouvions le louer, nous avons
acheté Hengelhoef. En cas de vente éventuelle, les
autorités locales seront évidemment consultées.


KINA est une organisation de CPAS
; des
organisations peuvent assister les CPAS pour
l'accueil. Ce ne sont pas les CPAS mais les
demandeurs d'asile qui ont payé les frais de séjour.
Si le CPAS paie, le montant est déduit de
l'allocation. Des CPAS qui avaient obtenu une
première aide n'ont certes pas cherché à trouver
eux-mêmes des solutions.
Overschakelen van het ene naar het andere
systeem is altijd moeilijk. We hebben ons best
gedaan, zo goed en zo kwaad als het ging.
Geleidelijk regulariseert de toestand zich: het aantal
asielzoekers neemt af en de opvang in de centra is
momenteel voldoende. We zullen de versnelde
procedure tot een goed eind kunnen brengen. Elk
West-Europees land zou door zo'n situatie en
toeloop moeilijkheden kennen.
Il est toujours difficile de passer d'un système à
l'autre. Nous avons fait ce qui était en notre pouvoir.
La situation se régularise peu à peu : le nombre de
demandeurs d'asile diminue et l'accueil dans les
centres est actuellement suffisant.
Nous pourrons mener à bien la procédure
accélérée. N'importe quel pays d'Europe
occidentale éprouverait des difficultés face à une
telle situation et à un tel afflux.
02.19 Minister Antoine Duquesne (Frans): In
tegenstelling tot wat ik heb gehoord of gelezen,
voeren minister Vande Lanotte en ikzelf in
02.19 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Contrairement à ce que j'ai pu entendre ou lire, le
ministre Vande Lanotte et moi-même mettons en
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
samenspraak met elkaar het door de regering
uitgestippelde beleid uit waarbij wij ons ervan
bewust zijn dat het om een bijzonder moeilijke
opdracht gaat. Daarom plegen onze kabinetten
voortdurend overleg. Dit gezegd zijnde en ondanks
de talrijke vragen die mij werden gesteld, sta ik erop
elke vraag afzonderlijk te beantwoorden, hetzij nu,
hetzij schriftelijk, omdat er geen sprake is van
manipulatie en omdat de cijfers aantonen dat het
noodzakelijk is maatregelen te treffen. Bovendien
tonen de cijfers ook aan dat wij reeds resultaten
hebben geboekt. De versnelling van de procedures
en de afschaffing van de materiële hulp zijn al een
vooruitgang. Ik moet een beleid uitvoeren dat en
menselijk en vastberaden is. Dat doe ik in
samenwerking met mijn collega Vande Lanotte.
oeuvre, d'une manière solidaire, la politique décidée
par le gouvernement, tout en étant conscients des
difficultés de la tâche. C'est pourquoi nos cabinets
sont en concertation permanente. Ceci dit, malgré
les nombreuses questions qui m'ont été posées, je
tiens à donner une réponse à chacune d'entre elles,
soit maintenant, soit par écrit, parce qu'il n'y a
aucune volonté de manipulation et parce que les
chiffres démontrent la nécessité de prendre des
mesures. En outre, les chiffres démontrent
également que nous avons déjà engrangé des
résultats. L'accélération des procédures et la
suppression de l'aide matérielle constituent déjà
des progrès. Je dois mettre en oeuvre une politique
qui associe humanité et fermeté. J'agis en
collaboration avec mon collègue Vande Lanotte.
(Nederlands) Ik zal nu een stand van zaken geven
in verband met het asiel- en immigratiebeleid.

Het aantal asielaanvragen voor 2000 bedraagt
42.691. Het definitieve cijfer zal binnenkort bekend
zijn.
(En néerlandais) Je vais à présent faire le point sur
la situation en ce qui concerne la politique d'asile et
d'immigration.

Pour l'an 2000, il y a eu 42.691 demandes d'asile.
Le chiffre définitif sera connu d'ici peu.
(Frans) Er zijn in totaal 1924 Kazachse
asielzoekers. In oktober en november werden
telkens 124 aanvragen van Kazachen ingediend.
Zeshonderd vierenzestig dossiers zijn geheel
afgehandeld, vier mensen werden geregulariseerd.
(En français) Le nombre de demandeurs d'asile
kazakhes est de 1.924. En octobre et en novembre,
on en a comptabilisé 124 pour chacun de ces mois.
Six cent soixante-quatre dossiers sont arrivés au
terme de la procédure et quatre cas ont été
régularisés.
(Nederlands) In november kwamen er 4.408 en in
december 4.546 aanvragen binnen.

Voor het jaar 2000 zijn de meeste asielzoekers
afkomstig uit Rusland, Kosovo, Iran en Albanië met
2.500 à 3.000 aanvragen voor elk van die landen.
Voor Kazakstan, Bulgarije, Kongo en Armenië zijn
er 1.000 tot 2.000 aanvragen voor elk van die
landen.

In het laatste trimester werd een sterke stijging
vastgesteld omwille van de netwerken. De
reisagentschappen in Kazakstan zijn daarvan een
goed voorbeeld, maar ze bestaan ook in andere
landen.
(En néerlandais) En novembre, on a dénombré
4.408 demandes et 4.546 en décembre.

Pour l'an 2000, la plupart des demandeurs d'asile
proviennent de Russie, du Kosovo, d'Iran et
d'Albanie avec 2.500 à 3000 demandes pour
chacun de ces pays. Pour le Kazakhstan, la
Bulgarie, le Congo et l'Arménie on dénombre 1.000
à 2.000 demandeurs pour chacun de ces pays.

Au cours du dernier trimestre, on a pu constater
une forte augmentation des demandes en raison de
l'activité des réseaux. Les agences de voyage au
Kazakhstan sont un bon exemple de la manière
dont fonctionnent ces réseaux mais de telles
agences existent aussi dans d'autres pays.
(Frans) Een andere praktijk bestaat erin een visum
te verkrijgen in een Schengen-land en dan asiel aan
te vragen. De asielzoekers beweren dan dat ze
geen paspoort hebben. Hun aantal is dan ook
moeilijk te bepalen. Het aantal geschillen voor de
Raad van State neemt toe. In 65% van de bij de
Raad van State aanhangig gemaakte zaken gaat
het om dilatoire verzoeken. Ook de lange duur van
de procedure draagt natuurlijk niet bij tot een
oplossing.
(En français) Une autre pratique vise à obtenir un
visa dans un pays Schengen puis à demander
l'asile. Lors de cette demande, les demandeurs
prétendent ne pas disposer d'un passeport. Leur
nombre est donc difficile à déterminer.
Par ailleurs, le contentieux gonfle devant le Conseil
d'État. Les demandes dilatoires représentent 65%
des cas qui lui sont soumis. Enfin, la longueur de la
procédure n'arrange rien.
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17

(Nederlands) Op 1 oktober 1999 bereikte de
regering een akkoord over een vereenvoudigde en
versnelde asielprocedure en een veralgemening
van de hulp in natura. Een voorontwerp van
asielwet bestaat sinds april. Het zal binnenkort naar
de Raad van State worden gestuurd.
(En néerlandais) Le 1
er
octobre 1999, le
gouvernement est parvenu à un accord concernant
la simplification et l'accélération de la procédure
d'asile ainsi que sur la généralisation de l'octroi
d'une aide en nature. Un avant-projet de loi en
matière d'asile existe depuis le mois d'avril et sera
bientôt transmis au Conseil d'Etat.
(Frans) Ik heb er mij samen met Johan Vande
Lanotte moeten van vergewissen dat in de nodige
middelen zou worden voorzien, gelet op het
kostenplaatje van die hervorming. Wanneer men
voorziet in een jurisdictionele instantie met volledige
rechtsmacht, dan neemt de procedure ondanks de
geleverde inspanningen een zekere tijd in beslag.
De oplossing bestaat erin over een toereikend
aantal magistraten te beschikken om tegelijkertijd
verscheidene dossiers te kunnen behandelen.
Ik heb erop aangedrongen dat men zou voorzien in
een begrotingsprovisie omdat het momenteel
onmogelijk is daar een precies cijfer op te kleven.
Het kostenplaatje van een status quo zal hoe dan
ook hoger liggen. De snellere procedure zal het
mogelijk maken de duur van de tenlasteneming in
te korten en zal dus besparingen opleveren.
(En français) J'ai dû m'assurer, avec Johan Vande
Lanotte, que les moyens seraient assurés, cette
réforme ayant un coût. Quand on prévoit, en effet,
une instance à caractère juridictionnel de pleine
juridiction, malgré les efforts consentis, la procédure
demande un certain temps.

La solution est de pouvoir disposer d'un nombre
suffisant de magistrats pour traiter en même temps
plusieurs dossiers. J'ai insisté pour qu'on prévoie
une provision budgétaire car on ne peut, à l'heure
actuelle, prévoir un coût précis. Le coût d'un statu
quo
sera de toute façon plus élevé. L'accélération
de la procédure permettra de diminuer la durée de
la prise en charge et entraînera donc des
économies.
(Nederlands) Anderzijds nam mijn collega Vande
Lanotte de maatregel om de financiële hulp te
vervangen door materiële hulp.
(En néerlandais) Mon collègue Vande Lanotte a,
par ailleurs, pris la décision de remplacer l'aide
financière par une aide matérielle.
(Frans) De inwerkingtreding van de beslissing om
voortaan materiële steun toe te kennen moest
vervroegd worden. Het aantal asielzoekers is de
jongste tijd sterk toegenomen. Die mensen hoopten
immers nog financiële hulp te genieten, waarmee ze
dan de mensensmokkelaars en netwerken zouden
kunnen betalen. Die laatsten willen wij evenwel net
oprollen. Daarom werden ook de grenscontroles
opgevoerd.

Op 9 januari werden er bij dergelijke controles 1062
mensen onderschept. Dat waren daarom niet
allemaal illegalen. Het ging vooral om Afghanen,
Turken en Kosovaren. De aan de grens
tegengehouden vreemdelingen werden
teruggestuurd naar het land waar ze vandaan
kwamen. De operatie werd op 10 januari om 6 uur
afgeblazen, en het is dan ook nog te vroeg om met
een gedetailleerde evaluatie voor de dag te komen.
De controles tonen duidelijk aan dat er geen sprake
is van het door sommigen hier gelaakte gebrek aan
vooruitziendheid.
(En français) La date d'entrée en vigueur de l'aide
en nature a dû être avancée. Le nombre de
demandeurs d'asile a donc considérablement
augmenté ces derniers temps. En effet, ces
personnes espèrent bénéficier de l'aide financière
afin de rembourser les passeurs et les filières. Or,
nous entendons lutter contre ces derniers. C'est
pourquoi nous avons intensifié les contrôles aux
frontières.

En date du 9 janvier, 1.062 personnes ont été
interceptées lors de ces contrôles sans que toutes
soient en situation illégale. Parmi ces personnes,
les plus nombreuses étaient de nationalité afghane,
turque ou kosovare. Ces personnes, arrêtées à la
frontière, ont été renvoyées vers les pays dont elles
venaient. Une évaluation précise ne peut être faite à
l'heure actuelle, l'opération prenant fin le 10 janvier
à 6 heures. Ces contrôles démentent le manque de
prévoyance que d'aucuns dénoncent ici.
(Nederlands) Gedurende een aantal weken zullen
er nog verscherpte controles zijn in de omgeving
van grensposten die veel worden gebruikt door
asielzoekers. De instroomcijfers zullen nauwlettend
(En néerlandais) Pendant quelques semaines, des
contrôles accrus seront encore effectués aux
abords des postes frontières qui ont souvent servi
de lieu de passage aux demandeurs d'asile. Les
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
worden gevolgd. Het is juist dat de controles de
toestroom bij de dienst Vreemdelingenzaken niet
hebben kunnen indijken. Daarvoor bestaan
verschillende redenen.
chiffres des entrées seront examinés attentivement.
Il est exact que les contrôles n'ont pas permis
d'endiguer l'afflux auprès de l'Office des étrangers.
Il y a à cela plusieurs raisons.
(Frans) Onze grenzen zullen nooit volledig
ondoordringbaar zijn. Dat mag dan wenselijk zijn,
haalbaar is het niet. Sommige vreemdelingen die
zich al op ons grondgebied bevonden, hebben het
statuut van vluchteling aangevraagd nog voor de
financiële steun afgeschaft werd. Anderen geraken
de grens gemakkelijk over met een Schengenvisum
en vragen dan in ons land het statuut van
vluchteling aan. De Schengenlanden moeten dan
ook nauwer samenwerken en wellicht ook het
verdrag wijzigen.
(En français) L'imperméabilité de nos frontières ne
peut être absolue. Même si elle est souhaitable, elle
n'est pas réalisable.
Certains étrangers, qui se trouvaient déjà sur notre
territoire, ont demandé le statut de réfugié, avant la
suppression de l'aide financière. D'autres, ayant
obtenu un visa Schengen, passent facilement nos
frontières et viennent demander un statut de réfugié
dans notre pays. Nous devons donc accroître la
collaboration entre les états Schengen et sans
doute modifier la convention.
(Nederlands) De dienst Vreemdelingenzaken heeft
de situatie moeten aanpakken met de middelen
waarover ze beschikte. De kritiek erop is
onverantwoord.
In het bureau Vluchtelingen werden 60 personen
aangeworven. De wachtzaal werd heringericht. Er
zijn evenwel grenzen aan de registratiecapaciteit.
(En néerlandais) L'Office des étrangers a dû faire
face à la situation avec les moyens dont il disposait.
Les critiques qui lui sont adressées sont injustifiées.

60 personnes ont été engagées au bureau chargé
des réfugiés. La salle d'attente a été réaménagée.
La capacité d'enregistrement a toutefois ses limites.
(Frans) Er zijn onvoorspelbare elementen zoals de
beschikbaarheid van tolken wier afwezigheid de
onmiddellijke behandeling van bepaalde gevallen
kan verhinderen.

In de toestroom moet dus een onderscheid worden
gemaakt tussen drie groepen: de nieuwen, zij die
moeten terugkomen en zij die zich opnieuw moeten
melden voor de behandeling van hun dossier of de
beslissing terzake.
(En français) Il existe des impondérables, comme la
disposition d'interprètes dont l'absence peut
empêcher de traiter immédiatement certaines
situations.

Il existe donc trois types de flux de demandeurs, à
savoir les nouveaux, ceux qui doivent revenir et
ceux qui doivent se présenter à nouveau pour
traitement ou décision de leur demande.
(Nederlands) De ramingen stemmen helemaal niet
overeen met de werkelijke toeloop. Het reële cijfer,
1.250 aanvragen per dag, overtreft het gemiddelde
van alle Europese landen. Zodoende kunnen we
niet alle aanvragen dag na dag registreren.

Deze situatie zal niet blijven duren aangezien
nieuwe kandidaten ontmoedigd worden door de
afschaffing van de financiële hulp. De kandidaten
die van deze maatregel nog niet op de hoogte
waren bij hun vertrek zullen de rij voor de dienst
Vreemdelingenzaken nog tijdelijk doen aangroeien.
Deze overgangsperiode zou echter van korte duur
moeten zijn.
(En néerlandais) Les estimations ne correspondent
nullement à l'afflux réel. Le chiffre réel, qui est de
1250 demandes sur une base journalière, dépasse
la moyenne européenne. Même l'enregistrement
quotidien des demandes introduites le jour-même
est donc irréalisable.
Cette situation ne perdurera pas étant donné que la
suppression de l'aide financière dissuadera les
nouveaux candidats. Durant une période transitoire,
les candidats qui n'étaient pas au courant de cette
mesure au moment de quitter leur pays
contribueront à allonger davantage encore la file
humaine devant l'Office des Etrangers. Cette
période de transition devrait cependant être brève.
(Frans) De cijfers bevestigen die toestand. Het
vluchtelingenaantal daalde dagelijks met 200
eenheden. Mijn administratie zal per dag 200
aanvragen kunnen registreren. Ik heb mijn
ambtenaren gevraagd zich zelf naar de
opvangcentra te begeven zodat nutteloze
verplaatsingen worden voorkomen.
(En français) Les chiffres confirment cet état de
choses. Le nombre de réfugiés a diminué de 200
unités, chaque jour. Mon administration va pouvoir
enregistrer 200 demandes par jour. J'ai demandé à
mes agents de se rendre eux-mêmes dans les
centres d'hébergement afin d'éviter les
déplacements inutiles.
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19

Het klopt niet dat ik mij dit probleem niet meer
aantrek. Mijn collega's en ikzelf waakten ervoor dat
voor alle noodsituaties een oplossing werd
aangereikt.

Ik heb de dienst Vreemdelingenzaken en het
bestuur van de stad Brussel samengebracht. Het
stadsbestuur weigerde de vestiging op de
oorspronkelijke voorgestelde site. Op 23 december
is een akkoord gesloten betreffende de vestiging
van zes als "wachtzaal" dienst doende tenten in de
nabijheid van de Dienst Vreemdelingenzaken. Het
Rode Kruis en de civiele bescherming hebben ook
hun steun verleend.

De problemen inzake de noodopvang zouden rond
15 januari opgelost moeten zijn. Wij zullen echter
een evaluatie maken. Wij behouden de
opvangplaatsen in Sint-Pieters-Woluwe, die moeten
volstaan voor de noodopvang.

Il est faux d'affirmer que je me suis désintéressé du
problème. Mes collègues et moi avons veillé à ce
qu'une solution soit apportée à toutes les situations
de détresse.

J'ai réuni l'Office des étrangers et les autorités de la
ville de Bruxelles. Celles-ci ont refusé l'installation
sur un premier site. Le 23 décembre, un accord a
été conclu pour que six tentes, servant de « salle
d'attente », soient dressées à proximité de l'Office.
La Croix-Rouge et la protection civile ont également
apporté leur aide.



Les problèmes d'hébergement d'urgence devraient
prendre fin aux environs du 15 janvier, mais nous
procéderons à une évaluation. Nous maintenons
une capacité d'hébergement à Woluwé-Saint-
Pierre
; celle-ci devrait suffire aux besoins
d'urgence.
(Nederlands) Benevens het ontradend effect van de
afschaffing van de financiële steun voorziet het
wetsontwerp ook in een decentralisering van de
aanvragen.
(En néerlandais) Outre l'effet dissuasif de la
suppression de l'aide financière, le projet de loi
prévoit également une décentralisation des
demandes.
(Frans) De ervaring van de jongste dagen toont aan
dat dankzij de oprichting van opvangcentra de
problemen inzake het levensonderhoud van de
vluchtelingen zullen kunnen worden opgelost en
hun aanvragen binnen vijf dagen zullen kunnen
worden behandeld.

Terwijl de achterstand bij de dienst
Vreemdelingenzaken met de helft is
teruggedrongen, blijft de achterstand bij het
Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en
de Staatlozen nog aanzienlijk.

Elk dossier vereist een snelle beslissing, wat niet
betekent dat de duur en de kwaliteit van het
onderzoek hieronder zullen leiden. Hoger beroep
blijft uiteraard mogelijk. Vooral tijdens een drukke
periode, zoals we die onlangs kenden, is het
onmogelijk alle aanvragen de dag zelf te
registreren. Bovendien kunnen alle zaken niet
tegelijkertijd worden afgehandeld. Wij moeten
duidelijk prioriteiten vaststellen.

De situatie werd ernstig genomen. De dienst
Vreemdelingenzaken bleef trouwens open in
tegenstelling tot andere besturen.


De commissie voor de Regularisaties zet haar
werkzaamheden voort. Er werden al 1870
(En français) L'expérience des derniers jours
montre que la création des centres d'hébergement
permettra de résoudre les problèmes de
subsistance des réfugiés et de traiter leur demande
dans les cinq jours.


L'arriéré du Commissariat aux Réfugiés et aux
Apatrides est encore important, contrairement à
celui de l'Office des étrangers qui a diminué de
moitié.


Pour chaque dossier, une décision doit intervenir
rapidement. La durée et la qualité de l'examen n'en
seront pas réduits pour autant. Bien entendu, un
recours est aussi toujours possible. Toutes les
demandes ne peuvent toutefois être enregistrées le
jour-même, surtout au cours d'une période comme
celle que nous avons connue. De plus, il n'est pas
possible de tout faire en même temps. Nous devons
bien fixer des priorités.

La situation a donc été traitée avec sérieux et les
portes de l'Office des étrangers sont restées
ouvertes, contrairement à celles d'autres
administrations.

En ce qui concerne les régularisations, la
commission de régularisation poursuit ses travaux.
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
beslissingen genomen, die betrekking hebben op
2500 personen. Wij waken ervoor dat het
beheersplan wordt gerespecteerd. Dankzij de
verhoging van het werktempo van het secretariaat
en van de kamers kon de achterstand worden
opgeslorpt. Het secretariaat onderzoekt 4000
dossiers waarvan slechts 30% naar de kamers
wordt doorverwezen. Bij de behandeling van de
overige dossiers wordt gewoonweg de wet
toegepast. Juni en mei zijn "reservemaanden" die
ons de mogelijkheid moeten bieden de achterstand
weg te werken. Begin februari moet het in het
beheersplan vastgestelde streefgetal worden
bereikt. Daartoe moeten de kamers de wet op
humane wijze toepassen, maar ook de termijnen in
acht nemen. De adviezen betreffende de naleving
van de openbare orde moeten ten laatste op 15
januari worden overgezonden.

De termijnen zullen dus worden nageleefd. Er komt
echter geen tweede regularisatiecampagne.

Wat de verwijdering betreft, waren er in 2000 5382
uitwijzingen en 6067 gedwongen repatriëringen. In
meer dan 71% van de gevallen kende de
repatriëring een positieve afloop. Uiteindelijk
verlieten iets meer dan 10.000 personen ons land.
Sommigen vertrokken bovendien vrijwillig.

(Nederlands)
Ik heb geen mediashow
georganiseerd rond de vlucht naar Kazakstan en
ben niet verantwoordelijk voor de
mediabelangstelling in een periode waarin weinig
nieuws te rapen valt.
1.870 décisions ont été rendues concernant 2.500
personnes. Nous veillons à ce que le plan de
gestion soit respecté. Le retard est résorbé par un
rythme accru au sein du secrétariat et des
chambres. Le secrétariat assure une production de
4.000 dossiers dont 30 % seulement sont dirigés
vers les chambres, les autres étant traités par une
application pure et simple de la loi. Les mois de mai
et de juin sont des mois de réserve devant
permettre de résorber les retards. Début février, le
solde prévu dans le plan de gestion devra être
atteint. Pour ce faire, les chambres devront
appliquer la loi de façon humaine, mais en
respectant les délais. Les avis concernant le
respect de l'ordre public devront être fournis le 15
janvier au plus tard.



Les délais seront donc respectés, mais une
seconde opération de régularisation n'aura pas lieu.

Quant aux éloignements, en 2000, 5.382 expulsions
et 6.067 rapatriements forcés ont été effectués.
Plus de 71 % de ces rapatriements ont connu une
issue positive. Bref, un peu plus de 10.000
personnes ont quitté notre territoire. De plus,
certains sont partis volontairement.

(En néerlandais)
Je n'ai pas organisé de show
médiatique à propos du vol à destination du
Kazakhstan et je ne suis pas responsable de
l'intérêt que les médias y ont consacré à une
époque de l'année où les nouvelles sont rares.
(Frans) Persoonlijk vind ik dat journalisten die
uitwijzingen per se willen bijwonen zich aan een
betreurenswaardige vorm van verslaggeving
bezondigen. Om redenen van waardigheid wens ik
dat die uitwijzingen op discrete wijze gebeuren en
dat uitgeprocedeerde asielzoekers vrijwillig naar
hun land van herkomst terugkeren. 33 mensen
werden gerepatrieerd. Een buitenlandse overheid
mag nooit de toelating krijgen de dossiers in te zien.
De delegatie van Kazakstan tussen 30 november
en 20 december bestond uit twee ambtenaren die
voor de identificatie bevoegd zijn. Met Kazakstan
werd geen akkoord bereikt over de behandeling van
de asielaanvragen. Sommige koppels werden
gescheiden op grond van het aantal beschikbare
plaatsen, maar zij konden telefonisch in contact
blijven. Zij werden zo vlug mogelijk herenigd, maar
ze werden in aparte vleugels geplaatst. Toch
konden zij elkaar urenlang per dag ontmoeten in
een afzonderlijke ruimte. Een onafhankelijke
instantie onderzocht elk individueel dossier en
kwam niet tot de conclusie dat er sprake was van
vervolging. Het gaat echter niet om een globaal
(En français) Personnellement, je trouve déplorable
une certaine forme d'acharnement médiatique à
assister à ces expulsions. Pour des raisons de
dignité, je souhaite que ces expulsions se fassent
dans la discrétion et que les retours se fassent sur
une base volontaire. 33 personnes ont été
rapatriées. L'accès aux dossiers n'est jamais
autorisé à une autorité étrangère. La délégation
kazakke entre le 30 novembre et le 20 décembre
était composée de deux fonctionnaires ayant
compétence d'identification. Il n'y a pas eu d'accord
avec le Kazakhstan quant au traitement des
demandes d'asile. Certains couples ont été séparés
en fonction du nombre de places disponibles mais
ont pu rester en contact par téléphone. Ils ont été
rassemblés dès que possible, mais dans des ailes
séparées. Les membres d'un couple pouvaient
néanmoins se rencontrer, plusieurs heures par jour,
dans un local séparé. Une instance indépendante a
examiné chaque dossier individuel et n'a pas conclu
à l'existence de persécutions. Il ne s'agit cependant
pas d'un avis global sur la situation au Kazakhstan.
Le HCR n'est pas intervenu et l'Organisation
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
advies over de toestand in Kazakstan. Het HCV is
niet tussenbeide gekomen, en afgevaardigden van
de Internationale Organisatie voor de migratie
stonden in voor het onthaal op de luchthaven. De
commandant van het vliegtuig besloot om naar
Zaventem terug te keren op grond van de door de
Russische luchtvaartinstanties verstrekte
meteorologische informatie, en dit voor het "no
return point". 55 personen zorgden voor de
begeleiding. Er werd niet opgetreden. De Kazakken
bleven kalm.
Internationale pour les Migrations était représentée
pour l'accueil à l'aéroport. Le commandant de
l'avion a décidé de rebrousser chemin sur la base
des informations météorologiques fournies par les
autorités aéronautiques russes avant le point de
non return. L'accompagnement se composait de 55
personnes. Aucune intervention n'a été accomplie.
L'attitude des Kazakhes a été calme.
De vlucht is slechts een uitvoeringsmaatregel die
past in het door de regering vastgestelde
uitwijzingsbeleid. De vrijwillige terugkeer, de
gedwongen terugkeer, de geëscorteerde terugkeer
en de speciale vluchten maken allen deel uit van dit
beleid, dat wordt voortgezet.

Het betreft een aanzienlijke inspanning die een
tweeledige effect beoogt: duidelijk maken dat België
niet het door sommigen beschreven paradijs is en
dat wie niet aan de asielvoorwaarden voldoet, wordt
teruggestuurd. Bovendien stijgt op die manier het
aantal personen dat vrijwillig terugkeert. Ook
worden de betrokken landen er aldus op gewezen
dat zij de criminele uitbuiting van de
migratiestromen een halt moeten toeroepen. Ik
bezocht Oekraïne , Roemenië en Bulgarije waar ik
bepaalde beloftes bedong.

Volgende maandag vertrek ik naar Slovakije.
Enkele weken later trek ik naar Rusland. Samen
met de eerste minister zal ik ook een bezoek
brengen aan de buurlanden met het verzoek de
samenwerking te versterken.

Als er geen enkele vorm van Europese solidariteit
komt, zullen de door België geleverde inspanningen
ontoereikend zijn. Waarom wordt er uitgaande van
gemeenschappelijke programma's terzake geen
gemeenschappelijk repatriëringsbeleid ingesteld?
De regering en ikzelf blijven erbij dat dit politiek
gezien de enige oplossing is.
Ce vol n'est qu'une mesure d'exécution de la
politique d'éloignement décidée par le
gouvernement. Cette politique comporte des retours
volontaires, des retours forcés, des retours avec
escorte, des vols spéciaux. Cette politique se
poursuivra.

Il s'agit d'un effort important ayant un effet double,
faire savoir que la Belgique n'est pas le paradis
décrit par certains et que ceux qui n'entrent pas
dans les conditions d'asile sont renvoyés. De plus,
cela accroît le nombre de retours volontaires. Cela
démontre aux pays concernés qu'ils doivent
endiguer l'exploitation criminelle des flux
migratoires. Je suis allé en Ukraine, en Roumanie
et en Bulgarie, où j'ai obtenu certains engagements.



Dès lundi prochain, je me rendrai en Slovaquie puis,
dans quelques semaines, en Russie. Le premier
ministre et moi-même nous rendrons aussi dans
des pays voisins afin de demander une plus grande
coopération.

Les efforts consentis par la Belgique ne seront pas
suffisants si aucune solidarité européenne ne se
dessine. Pourquoi ne pas mettre en place une
politique commune de rapatriement via des
programmes communs de rapatriement ? De toute
façon, pour moi et pour le gouvernement, il n'y a
pas d'autre politique possible.
02.20 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Ik
reken erop dat de minister de nodige maatregelen
treft én uitvoert om de omstandigheden waarin de
asielzoekers worden opgevangen te verbeteren,
zodat er niet langer op privé-organisaties als Artsen
zonder Grenzen worden gesteund.
02.20 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
J'espère que le ministre prendra et concrétisera les
mesures nécessaires pour améliorer les conditions
d'accueil réservées aux demandeurs d'asile, afin
qu'il ne faille plus compter sur le soutien
d'organisations privées telles que "Médecins sans
frontières".
02.21 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik stel vast
dat Agalev en Ecolo nog in de mooie belofte
geloven. Het is alsof de minister voor het eerst
geconfronteerd wordt met de problematiek. Ik neem
geen vrede met de algemene maatregelen die de
02.21 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Je constate
qu'Agalev et Ecolo croient encore aux belles
promesses. C'est comme si le ministre était
confronté pour la première fois à la problématique.
Les mesures générales annoncées par le ministre
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
minister aankondigt.

Ik ben bezorgd om wat nu gebeurt met het
commissariaat-generaal. Het mandaat van de heer
De Smedt liep nog tot februari 2002. Hij werd onder
druk gezet om af te treden omdat hij de minister
stoorde. De benoeming van de heer Smet past wel
in zijn beleid, maar doet vragen rijzen over de
onafhankelijkheid en objectiviteit van het
commissariaat-generaal.

De minister kondigt grenscontroles aan. Er werden
maar 500 personen opgepakt. De minister kan
beter stoppen met maatregelen aan te kondigen die
toch niets opleveren. De minister faalt zowel inzake
asielbeleid als inzake politiebeleid. Hij is de
achillespees van deze regering.
ne me satisfont pas.

Ce qu'il advient aujourd'hui du commissariat
général me préoccupe. Le mandat de M. De Smedt
ne prenait fin qu'en février 2002. Il a été pressé de
démissionner parce qu'il dérangeait le ministre. La
nomination de M. Smet s'inscrit parfaitement dans
cette politique mais soulève des questions quant à
l'indépendance et l'objectivité du commissariat
général.

Le ministre annonce des contrôles aux frontières.
500 personnes seulement ont été interceptées. Le
ministre ferait mieux de ne plus annoncer des
mesures qui, de toute façon, restent sans effet.
Le ministre échoue en ce qui concerne tant la
politique d'asile que la politique policière. Il est le
talon d'Achille de ce gouvernement.
02.22 Karine Lalieux (PS): Ik verheug mij over de
maatregelen die genomen werden. Wel hadden zij
vroeger kunnen uitgevoerd worden vermits u op de
hoogte bent van de situatie. Zo had men de
moeilijke beelden kunnen voorkomen die de media
hebben uitgezonden.
02.22 Karine Lalieux (PS): Je suis satisfaite par
les mesures qui ont été prises. Elles auraient
néanmoins pu être mises en oeuvre plus tôt car
vous connaissiez la situation. Cela aurait
notamment permis d'éviter les images pénibles
diffusées par les média.
02.23 Pieter De Crem (CVP): De opmerkingen van
de heer Van Hoorebeke zijn terecht. Zeker de
manier waarop de afhandeling van het
asielprobleem voorgesteld wordt in de media is
bewustzijnsvernauwend. De minister bewierookt de
heer Smet die anderhalf jaar lang zijn
kabinetsmedewerker was. Natuurlijk loopt hij in de
pas van de minister. De voormalige commissaris-
generaal is door de minister wel monddood
gemaakt omdat hij niet in de pas liep.
In Vlaanderen denkt men dat Koen Dassen minister
van Binnenlandse Zaken is in plaats van
kabinetschef.


Volgens de minister zit iedereen fout in het
asieldossier. Toch is het zijn beleid dat faalt. De
minister moet stoppen met de mensen een rad voor
de ogen te draaien. De materiële hulp is enkel
mogelijk voor zover de regering huisvesting vindt.
Veel OCMW-voorzitters hebben niet de nodige
huisvesting en huren woningen op de privé-markt.
Deze asielzoekers blijven recht hebben op
financiële steun. Zo blijft het geld naar de
huisjesmelkers gaan. Het is vooral het
spreidingsbeleid dat volledig faalt. De procedures
terzake functioneren niet langer en moeten worden
aangepast. Het oorspronkelijke doel van de
spreiding is al lang voorbijgestoken.

Tot slot vraag ik de ministers nogmaals of de
regering zinnens is een nieuwe regularisatieoperatie
02.23 Pieter De Crem (CVP): Les observations de
M. Van Hoorebeke sont justifiées. La manière dont
les médias présentent la gestion du problème de
l'asile est inappropriée. Le ministre encense
M. Smet qui, pendant dix-huit mois, a été un
collaborateur de son cabinet. Il est évident que sa
conduite lui est dictée par le ministre. L'ancien
commissaire général a été réduit au silence par le
ministre parce qu'il n'était pas assez docile.

En Flandre, on pense que Koen Dassen est
ministre de l'Intérieur plutôt que chef de cabinet.
Selon le ministre, chacun a tort dans le dossier des
demandeurs d'asile. C'est pourtant sa politique qui
s'avère inefficace.
Le ministre doit cesser de jeter de la poudre aux
yeux. L'aide matérielle n'est possible que pour
autant que le gouvernement trouve des logements.
De nombreux présidents de CPAS ne disposent
pas des logements nécessaires et louent des
habitations sur le marché privé. Les demandeurs
d'asile conservent leur droit à une aide financière.
L'argent continue ainsi à affluer chez les
propriétaires qui abusent de la situation.
C'est surtout la politique de répartition qui échoue
totalement. Les procédures en la matière ne
fonctionnent plus et doivent être adaptées. L'objectif
initialement fixé pour la répartition est déjà dépassé
depuis longtemps.

Enfin, je demande une nouvelle fois aux ministres si
le gouvernement a l'intention de mener une
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
te starten.
nouvelle opération de régularisation.
02.24 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Het is verbazingwekkend dat de asielzoekers in
contact worden gebracht met een afvaardiging uit
hun eigen land. Zijzelf en hun familieleden thuis
worden op die wijze in gevaar gebracht.

U heeft het over individuele dossiers. Ik vestig uw
aandacht op het advies dat door het comité voor
emancipatie in verband met koppels werd
uitgebracht.
02.24 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Il est étonnant que des demandeurs d'asile soient
mis en contact avec une délégation de leur pays
d'origine. Ceci les met en danger et met en danger
les membres de leur famille qui sont restés au pays.

Vous parlez de dossiers individualisés. J'attire votre
attention sur l'avis que le comité d'émancipation a
rédigé et qui concerne les couples.
02.25 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Dat
minister Vande Lanotte arrogant is, gaf hij zelf toe in
een recent kranteninterview. Hij is ook leugenachtig.
Sommige asielzoekers zeggen inderdaad dat ze al
twee maanden in hotels verblijven, betaald door
OCMW's, en dat zij daarbovenop nog een bedrag
krijgen.

Het was niet nodig vakantiecentra op te kopen. De
heer Vande Lanotte kreeg al heel wat offertes van
private tentenfirma's. De miljoenen voor de
aankoop van vakantiecentra betekenen een
verspilling van belastinggeld vermits voor een
gedeelte van deze som tentenkampen kunnen
worden gebouwd.

In tegenstelling tot wat vice-premier Vande Lanotte
beweert, zitten er in de Leopoldskazerne in Gent
wel asielzoekers.

Een deel van de achterstand werd inderdaad
weggewerkt, maar inmiddels zijn er weer nieuwe
asielzoekers bijgekomen. Ik vrees dat er een
nieuwe regularisatie-operatie op komst is.

Het Vlaams Blok stelt voor tijdelijk gesloten
opvangcentra aan de grenzen op te richten, zodat
de asielzoekers na een korte, maar correcte
procedure, onmiddellijk kunnen worden
gerepatrieerd.
02.25 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Dans
une interview récente à un journal, le ministre
Vande Lanotte a admis être arrogant. Il est
également menteur. Certains demandeurs d'asile
affirment effectivement qu'ils résident déjà depuis
deux mois dans des hôtels payés par les CPAS et
qu'ils reçoivent en plus une somme d'argent.

Il n'était pas nécessaire d'acheter des centres de
vacances. Le ministre Vande Lanotte a déjà reçu
plusieurs offres de firmes privées qui vendent des
tentes. Les millions consacrés à l'achat des centres
de vacances sont un gaspillage de l'argent du
contribuable puisqu'on aurait pu acheter des camps
de tentes pour une fraction seulement de cette
somme.
Contrairement à ce que prétend le vice-premier
ministre Vande Lanotte, des demandeurs d'asile
sont effectivement hébergés dans la caserne
Léopold à Gand.
Une partie de l'arriéré a effectivement pu être
résorbé mais de nouveaux demandeurs d'asile sont
arrivés entre-temps. Je crains qu'une nouvelle
opération de régularisation s'annonce.

Le Vlaams Blok propose de créer des centres
d'accueil temporaires aux frontières, afin de
permettre de rapatrier les demandeurs d'asile
aussitôt après une procédure courte mais correcte.
Moties

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Filip De Man en Guido Tastenhoye en luidt
als volgt:

"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido
Tastenhoye en Pieter De Crem en mevrouw
Michèle Gilkinet
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Motions

En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Filip De Man et Guido Tastenhoye et est
libellée comme suit:

"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Pieter De
Crem et Guido Tastenhoye et Mme Michèle Gilkinet
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
recommande au gouvernement,
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
zaken,
beveelt de regering aan,
gezien de rampzalige toestand waarin het beleid is
terechtgekomen met
- een achterstand van 45.000 dossiers
- 42.000 nieuwe aanvragen in het jaar 2000
om volgende maatregelen "snel en efficient" in de
praktijk te brengen:
- verkorting van de huidige procedure;
- opvang van asielzoekers in gesloten centra aan de
grenzen van ons land op plaatsen waar ze geen
overlast kunnen veroorzaken zodat er een einde
komt aan het fenomeen dat afgewezen
asielzoekers probleemloos in de illegaliteit kunnen
onderduiken;
- toekenning van louter materiële (en dus geen
enkele financiële) hulp;
- invoering van een lijst met veilige landen zodat wie
uit een veilig land komt, onder geen beding kan
erkend worden als politieke vluchteling;
- opvang van enkel Europese asielzoekers, door het
inschrijven van het territorialiteitsbeginsel in de
Conventie van Genève;
- doorverwijzing van asielzoekers naar het land
waar ze Europa zijn binnengekomen, zoals voorzien
in de Conventie van Dublin;
- effectieve uitwijzing en repatriëring van afgewezen
asielzoekers en illegalen;
-
actieve opsporing en vervolging van
mensenhandelaars, werkgevers die illegalen
tewerkstellen en organisaties die illegalen helpen
onderduiken."

Een motie van wantrouwen werd ingediend door de
heren Pieter De Crem, Marcel Hendrickx en Karel
Van Hoorebeke en luidt als volgt:

"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido
Tastenhoye en Pieter De Crem en mevrouw
Michèle Gilkinet
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
zaken,
onttrekt de regering het vertrouwen om het asiel- en
vluchtelingendossier op een humane,
samenhangende en substantiële wijze aan te
pakken, en betreurt de onmogelijkheid van de
regeringsmeerderheid om de nodige politieke
beslissingen met betrekking tot de nieuwe
asielprocedure, de uitwijzingen en de repatrieringen
onmiddellijk te nemen."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Corinne De Permentier en Kristien Grauwels
en de heren Willy Cortois, Denis D'hondt, Charles
Janssens en Jan Peeters.

Over de moties zal later worden gestemd. De
compte tenu du bilan catastrophique de la politique
d'asile du gouvernement qui se solde par
- un arriéré de 45.000 dossiers
- 42.000 nouvelles demandes en l'an 2000,
de mettre "rapidement et efficacement" en pratique
les mesures suivantes:
- raccourcissement de la procédure d'asile;
- accueil des demandeurs d'asile dans des centres
fermés établis aux frontières dans des sites où ils
ne peuvent engendrer de nuisance, et ce, afin de
mettre un terme au phénomène de la disparition
dans l'illégalité des demandeurs d'asiles déboutés;
-
octroi d'une aide uniquement matérielle (à
l'exclusion de toute aide financière);
- instauration d'une liste des pays sûrs, pour que les
demandeurs originaires d'un pays sûr ne puissent
en aucun cas se voir octroyer le statut de réfugié
politique;
- accueil exclusif de demandeurs d'asile européens,
par l'inscription du principe de territorialité dans la
Convention de Genève;
- renvoi des demandeurs vers le pays par lequel ils
sont rentrés en Europe, conformément à la
Convention de Dublin;
- expulsion effective et rapatriement de demandeurs
d'asile déboutés et des étrangers en séjour illégal;
- dépistage actif et instauration de poursuites à
l'encontre des trafiquants d'êtres humains, des
employeurs recourant aux services de travailleurs
illégaux et des organisations aidant les étrangers à
plonger dans la clandestinité."


Une motion de méfiance a été déposée par MM.
Pieter De Crem, Marcel Hendricks et Karel Van
Hoorebeke et est libellée comme suit:

"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Guido
Tastenhoye et Pieter De Crem et Mme Michèle
Gilkinet
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
retire sa confiance au gouvernement qu'elle juge
incapable de gérer le dossier des demandes d'asile
et des réfugiés d'un manière humaine, cohérente et
substantielle et regrette l'impossibilité de la majorité
de prendre les décisions politiques nécessaires à la
mise en place immédiate d'une nouvelle politique
en matière d'asile, d'expulsion et de rapatriement."



Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Corinne De Permentier et Kristien Grauwels et MM.
Willy Cortois, Denis D'hondt, Charles Janssens et
Jan Peeters.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
bespreking is gesloten.
discussion est close.
03 Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre
Viseur aan de minister van Binnenlandse Zaken
over "de lessen die dienen getrokken te worden
uit de elektronische stemming te Jurbise"
(nr. 3006)
03 Question orale de M. Jean-Pierre Viseur au
ministre de l'Intérieur sur "les leçons à tirer du
scrutin électronique à Jurbise" (n° 3006)
03.01 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV): In
Jurbise werd bij de jongste
gemeenteraadsverkiezingen elektronisch gestemd.
Bij die verkiezingen werden vreemde en abnormale
dingen vastgesteld. Zo ligt het aantal geregistreerde
stemmen hoger dan het aantal burgers dat heeft
gestemd. Daarnaast is het kiescijfer van de eerste
lijst 586 terwijl het aantal lijststemmen 255
bedraagt. Voor de tweede lijst is het kiescijfer 1.691
en bedragen de lijststemmen 255. Voor de derde
lijst is het kiescijfer 2 870 en bedragen de
lijststemmen 255. Ten slotte, wat de vierde lijst
betreft, is het kiescijfer 575 en bedragen de
lijsstemmen 55.
Die cijfers zijn nogal verwarrend en volgens de
statistici is er één kans op 85.000 dat zoiets
gebeurt.
03.01 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV): À
Jurbise, on a voté électroniquement lors des
dernières élections communales.
Des bizarreries et anomalies ont émaillé ce scrutin.
Ainsi, le nombre de voix enregistré est supérieur au
nombre de votants. Par ailleurs, le chiffre électoral
de la première liste est de 586 et les votes en case
de tête de 255. Pour la deuxième liste, le chiffre
électoral est de 1.691 et les votes en case de tête
de 255 ; pour la troisième liste, le chiffre électoral
est de 2.870 et les votes en case de tête de 255 ;
enfin pour la quatrième liste, le chiffre électoral est
de 575 et les votes en case de tête de 55.

Ces chiffres sont assez troublants et, selon les
statisticiens, il y a une chance sur 85.000 pour que
cela se produise.
Op grond van deze cijfers en andere "disfuncties" is
klacht ingediend bij de bestendige deputatie. Die
voerde aan dat ze terzake niet bevoegd is en
verwierp het beroep. Voorts wees zij erop dat de
aanpassing van de resultaten niet bewezen is.


Bij de behandeling van het beroep zijn de resultaten
uit de "zwarte doos" herlezen. Ze stemmen volledig
overeen met de officiële resultaten. De magnetische
kaarten zijn echter niet herlezen.

Vervolgens werd beroep aangetekend bij de Raad
van State, zonder dat dit de installatie van de
gemeenteraad in het gedrang bracht. Moeten de
resultaten niet nader worden onderzocht? Moeten
de kaarten niet worden herlezen?

Meer in het algemeen toont het geval van Jurbise
aan dat bij elektronische stemming alleen de
controle door de technici en niet de controle door de
burger is gewaarborgd.

Hoe staat het met de ontwikkeling van het systeem
voor het optisch lezen van de papieren
stembrieven?

De voorzitter: Ik dank u voor uw betoog. Het is de
laatste keer dat u het woord nam als parlementslid.


Ik wens u veel geluk in de eerstvolgende dagen.
Une réclamation a été déposée devant la
députation permanente, sur la base de ces chiffres
et d'autres « dysfonctionnements ». La DP a rejeté
le recours, en affirmant ne pas être compétente et
en indiquant que les résultats n'auraient pas été
modifiés pour autant.

Lors de l'examen du recours, les résultats contenus
dans la « boîte noire » ont été relus. Ils sont
identiques aux résultats officiels. Mais les cartes
magnétiques n'ont pas été relues.

Un recours a ensuite été déposé au Conseil d'État,
ce qui n'a pas empêché l'installation du conseil
communal. Ne convient-il pas d'examiner plus
précisément les résultats ? Ne faut-il pas relire les
cartes ?

Ce cas jurbisien montre que, plus généralement, le
vote électronique ne garantit pas le contrôle des
citoyens, mais uniquement celui des techniciens.


Où en est l'évolution du système de lecture optique
des bulletins de vote papier ?


Le président: Je tiens à vous remercier pour votre
intervention qui est la dernière en tant que
parlementaire.

Je vous souhaite beaucoup de succès dans les
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
jours qui viennent.
03.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
verstandhouding met de heer Viseur was altijd
uitstekend en ik zal zijn afwezigheid betreuren.

Op 15 december 2000 verwierp de bestendige
deputatie van de provincie Henegouwen de
klachten en valideerde derhalve de
verkiezingsresultaten. Er is beroep aangetekend bij
de Raad van State. Alleen als de bestendige
deputatie de verkiezingen nietig verklaart of de
verkiezingsresultaten aanpast, is dit beroep evenwel
opschortend.
Het onderzoek dat in het kader van het beroep is
verricht, legde geen mankementen aan het in
Jurbise gebruikte systeem bloot.

De bestendige deputatie bepaalt de wijze waarop
de nieuwe telling wordt uitgevoerd. In het geval van
Jurbise is geen enkele anomalie vastgesteld. De
getuigen waren aanwezig en de kiezers konden de
op de kaart ingegeven informatie checken. De
scoreverschillen kunnen alleen te wijten zijn aan
fouten die de bijzitters bij het bijhouden van de
kieslijsten maakten.
03.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
J'ai entretenu avec M. Viseur d'excellentes relations
et je regretterai son absence.

Le 15 décembre 2000, la députation permanente du
Hainaut a rejeté les réclamations et a donc validé
les résultats des élections. Un recours a été déposé
devant le Conseil d'État. Cependant, ce recours
n'est suspensif que si la DP a annulé les élections
ou modifié leurs résultats.


L'examen du recours n'a révélé aucune défaillance
du système utilisé à Jurbise.


C'est la DP qui détermine les modalités du nouveau
comptage. Dans le cas de Jurbise, on n'a remarqué
aucune anomalie. Les témoins étaient présents et
les électeurs pouvaient vérifier le contenu de leur
carte. Les différences dans les chiffres ne peuvent
découler que d'erreurs dans la tenue des listes
électorales par les assesseurs.
Wat de stemopneming via optische lezing betreft,
werd het experiment op 8 oktober jongstleden
voortgezet.
Het bestuur bereidt een verslag voor en de
resultaten lijken over het algemeen bevredigend.
Ik zal een dossier voorleggen om de situatie in het
algemeen en de voortgang van de experimentele
fase waarin wij ons nu bevinden, te evalueren.
Enfin, en ce qui concerne le dépouillement par
lecture optique, l'expérience s'est poursuivie le 8
octobre dernier.
L'administration prépare un rapport et les résultats
apparaissent comme globalement satisfaisants. Je
compte soumettre un dossier pour évaluer la
situation en général et la suite à réserver à la phase
expérimentale dans laquelle nous nous trouvons.
03.03 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV): Uw
antwoord strookt met het verslag van de bestendige
deputatie. Het probleem van het gebrek aan
zekerheid rond de stemming staat haaks op de
eisen met betrekking tot de manier waarop
democratische verkiezingen dienen te verlopen. Ik
pleit ervoor dat de elektronische stemming ter
discussie wordt gesteld en dat voor een systeem
van optische lezing wordt gekozen.

Dat was inderdaad mijn laatste betoog. Ik dank u
allen voor uw loftuitingen. Ik wens u op mijn beurt
een lange politieke carrière en veel geluk toe.
(Applaus op alle banken)
03.03 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV):
Votre réponse est conforme au rapport de la
députation permanente. Le problème du manque de
certitude qui entache des scrutins est contraire aux
exigences d'un scrutin démocratique. Je plaide pour
que le vote électronique soit remis en question et
pour que l'on opte pour le système de lecture
optique.


Ceci était, en effet, ma dernière intervention. Je
vous remercie pour tous vos compliments. Je vous
souhaite, à mon tour, une longue carrière politique
et beaucoup de bonheur dans la vie.
(Applaudissements sur tous les bancs)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de
hulpverleningszones voor de brandweer"
04 Questions orales jointes de
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "les zones de recours pour les services
d'incendie" (n° 3008)
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
(nr. 3008)
- de heer Jan Peeters aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de afbakening van de
brandweerzones in de provincie Antwerpen, meer
bepaald voor de gemeente Lille" (nr. 3013)

- M. Jan Peeters au ministre de l'Intérieur sur "la
délimitation des zones de services d'incendie
dans la province d'Anvers, plus particulièrement
pour la commune de Lille" (n° 3013)

04.01 Marcel Hendrickx (CVP): Het ministerieel
besluit van 15 december 2000 roept enkele vragen
op. Het gaat over de hulpverleningszones in de
provincie Antwerpen.

Wanneer treedt het ministerieel besluit in werking?
Volgens voormalig staatssecretaris Jan Peeters
beslissen de gemeenten zelf tot samenwerking. Zij
doen dit binnen de 60 dagen na verschijning in het
Belgisch Staatsblad.

Deze clausule staat echter niet vermeld in het
besluit van de minister van 18 december 2000. De
wijzigingen van bepaalde geografische zones is mij
ook niet duidelijk. Turnhout bijvoorbeeld moet in
Poederlee blussen terwijl Herentals veel dichterbij
is.

Zijn er nog correcties aan dit MB mogelijk? Is het
rondschrijven van april 1999 van toenmalig
staatssecretaris Peeters nog van toepassing?
Dienen de gemeenteraden
hulpverleningscontracten goed te keuren? Kunnen
zij dit wel doen?
04.01 Marcel Hendrickx (CVP): L'arrêté
ministériel du 15 décembre 2000 soulève un certain
nombre de questions. Elles concernent les zones
de secours dans la province d'Anvers.

Quant l'arrêté ministériel entrera-t-il en vigueur?
Selon le précédent secrétaire d'Etat, M. Jan
Peeters, les communes décideront elles-mêmes si
elles désirent coopérer. La décision devra être prise
dans les 60 jours qui suivent la publication au
Moniteur belge.
Cette clause ne figure toutefois pas dans l'arrêté
ministériel du 18 décembre 2000. Je m'interroge
aussi au sujet de la modification de certaines zones
géographiques. Turnhout devra, par exemple,
assurer les services de lutte contre l'incendie dans
la commune de Poederlee alors que Herentals est
beaucoup plus proche.
L'arrêté ministériel concerné pourrait-il encore être
aménagé? La circulaire envoyée en avril 1999 par
M. Peeters, le secrétaire d'Etat de l'époque, est-elle
encore d'application ? Les conseils communaux
doivent-ils approuver les contrats d'assistance ?
Sont-ils compétents en la matière ?
04.02 Jan Peeters (SP): In 1999 lag het in de
bedoeling van de regering en mijzelf om
gemeentebesturen en provinciegouverneurs
inspraak te verlenen. Vóór de indeling van de
brandweerzones werd opgesteld was er dan ook
overleg. In overleg werd beslist de bestaande
toestand voor Lille te behouden. Van dat advies
wordt echter afgeweken in het recente ministerieel
besluit en Lille wordt toegewezen aan Turnhout, wat
tot problemen op het terrein zal leiden, gezien de
grotere afstand.



Is een correctie van het MB mogelijk? Zoniet,
kunnen onderlinge hulpverleningscontracten
worden afgesloten om de bestaande toestand de
facto te bewaren?
04.02 Jan Peeters (SP): En 1999, mon objectif et
celui du gouvernement consistaient à donner voix
au chapitre aux administrations communales et aux
gouverneurs de province. Avant que les zones de
secours soient établies, une concertation avait été
organisée. Au cours de cette dernière, il avait été
décidé de ne rien changer à la situation qui prévalait
pour Lille. Mais le récent arrêté ministériel ne tient
pas compte de cet avis et Turnhout s'est vu
attribuer Lille, ce qui entraînera des problèmes sur
le terrain étant donné qu'une distance plus
importante sépare ces deux villes.

Est-il possible d'apporter une correction à l'arrêté
ministériel ? Dans la négative, des contrats de
secours mutuels peuvent-ils être conclus pour
maintenir dans la pratique la situation telle quelle ?
04.03 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De hulpverleningszones van de brandweer worden
afgebakend door het MB van 15 december 2000
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18
december 2000. De rondzendbrieven van 28 juli
1998 en van 21 april 1999 van voormalig
staatssecretaris Peeters blijven onverminderd van
04.03 Antoine Duquesne , ministre: (en
néerlandais) L'arrêté ministériel du 15 décembre
2000, publié au Moniteur belge le 18 décembre
2000, fixe les zones de secours des services
d'incendie. Les circulaires du 28 juillet 1998 et du 21
avril 1999 de l'ancien secrétaire d'Etat, M. Peeters,
n'en restent pas moins d'application.
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
toepassing.

In iedere hulpverleningszone worden de
hulpverleningsovereenkomsten goedgekeurd door
de verschillende gemeenteraden van de gemeenten
die zijn toegetreden.
Het KB van 11 april 1999 bepaalt de modaliteiten
van de oprichting en werking van de
hulpverleningszones. Het MB van 14 april 1999 legt
de minimale inhoud van de overeenkomsten vast.

In iedere zone is er een beheerscomité en een
technische commissie, waarvan de samenstelling
en installatie wordt ingeschreven in het KB van 11
april 1999.

De zonevorming doet in geen geval afbreuk aan de
reglementering onder meer inzake de indeling in
gewestelijke groepen.


Dans chaque zone de secours, les différents
conseils communaux adoptent les accords de
secours auxquels ils adhèrent.

L'arrêté royal du 11 avril 1999 détermine les
modalités de création et de fonctionnement des
zones de secours. L'arrêté ministériel du 14 avril
1999 établit le contenu minimal d'un accord.

Chaque zone dispose d'un comité de gestion et
d'une commission technique dont la composition et
l'installation figurent dans l'arrêté royal du 11 avril
1999.

La formation de la zone n'est en rien contraire à la
réglementation en vigueur, notamment celle qui
concerne la répartition en groupes régionaux.
Ik geef nu antwoord op de vraag van de heer
Peeters. Het is louter om bestuurlijke redenen dat
Lille bij Turnhout werd ondergebracht. Op het
terrein blijkt de toepassing van het KB van april
1999 heel wat problemen op te leveren. Het is
mogelijk het ministerieel besluit te wijzigen indien de
noodzaak daartoe wordt gemotiveerd.
A M. Peeters, je dirai que c'est pour des raisons
purement administratives que l'on a fait dépendre
Lille de Turnhout. Sur le terrain, l'application de
l'arrêté royal d'avril 1999 génère énormément de
problèmes. Il est possible de modifier l'arrêté
ministériel sur une demande motivée.
04.04 Marcel Hendrickx (CVP): Ik betwijfel sterk
of het KB van 11 april 1999 wel bekend is bij de
gemeenten. Misschien moet de minister hen
hieraan expliciet herinneren?
04.04 Marcel Hendrickx (CVP): Je doute
fortement que les communes connaissent bien
l'arrêté royal du 11 avril 1999. Peut-être que le
ministre devrait explicitement rappeler l'existence
de ce texte?
04.05 Jan Peeters (SP): Het wijzigen van het MB
is mogelijk wanneer het operationeel nodig is. Ik stel
voor dat de gemeenten daarover overleggen met
Binnenlandse Zaken. Ik zal de zaak voor wat Lille
betreft zeker aankaarten.
04.05 Jan Peeters (SP): Il est possible de modifier
l'arrêté royal lorsque cela s'avère nécessaire d'un
point de vue opérationnel. Je propose que les
communes organisent une concertation à ce sujet
avec le département de l'Intérieur. J'aborderai
certainement la question en ce qui concerne Lille.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Paul Tant aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "artikel
76bis van de gemeentekieswet" (nr. 3020)
05 Question orale de M. Paul Tant au ministre de
l'Intérieur sur "l'article 76bis de la loi électorale
communale" (n° 3020)
05.01 Paul Tant (CVP): Ik heb een concrete vraag
over artikel 76bis van de gemeentekieswet, meer
bepaald betreffende een beroepsprocedure bij de
Raad van State en de gevolgen voor de
burgemeesterbenoeming.


Wanneer de Koning weet heeft van een
beroepsprocedure bij de Raad van State, kan hij
dan overgaan tot de benoeming van de
burgemeester en, zo ja, kan deze dan het nieuwe
05.01 Paul Tant (CVP): Je souhaiterais poser une
question concrète concernant l'article 76 bis de la loi
électorale communale et plus particulièrement
concernant la procédure d'appel déposée auprès du
Conseil d'Etat et de ses conséquences pour la
nomination du bourgmestre.

Lorsque le Roi a connaissance d'une procédure
d'appel déposée auprès du Conseil d'Etat, peut-Il
procéder à la nomination du bourgmestre ? Dans
l'affirmative, ce dernier peut-il légalement organiser
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
schepencollege wettelijk laten samenstellen? Wie
zit de installatievergadering voor?

Kunnen er in dit geval rechtsgeldige
gemeenteraden worden gehouden?
l'installation du nouveau collège des échevins ? Qui
préside la réunion d'installation ?

En l'occurrence, le conseil communal peut-il se
réunir valablement?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Het
beroep bij de Raad van State is alleen opschortend
als het gericht is tegen een beslissing van de
bestendige deputatie die de verkiezingen vernietigt
of die de zetelverdeling tussen de lijsten wijzigt.

In geval van een niet-opschortend beroep is er geen
enkel beletsel om een burgemeester te benoemen,
niets staat de installatie van de nieuwe
gemeenteraad in de weg en de reeds benoemde
burgemeester zit de installatievergadering voor.

De nieuwe gemeenteraad kan in afwachting van de
uitspraak van de Raad van State zo dikwijls
bijeenkomen als de gemeentezaken het vereisen.

In geval van opschortend beroep bij de Raad van
State kan de burgemeester pas worden benoemd
wanneer de Raad van State beslist de verkiezingen
niet te vernietigen of de zetelverdeling niet te
wijzigen.
05.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Le recours au Conseil d'État n'est suspensif que s'il
est dirigé contre une décision de la députation
permanente annulant les élections ou modifiant la
répartition des sièges entre les listes.

En cas de recours non suspensif, rien ne s'oppose
à la nomination d'un bourgmestre ni à l'installation
du nouveau conseil communal, le bourgmestre déjà
nommé présidant la séance d'installation.


Dans l'attente de la décision du Conseil d'État, le
nouveau conseil communal peut se réunir aussi
souvent que les affaires l'exigent.

En cas de recours suspensif au Conseil d'État, la
nomination du bourgmestre ne prend effet que
lorsque le Conseil d'État décide de ne pas annuler
les élections ou de ne pas modifier la répartition des
sièges.
05.03 Paul Tant (CVP): De interpretatie vloeit
voort uit de lectuur van de volledige laatste
paragraaf. De tekst is echter verwarrend wanneer
men enkel de laatste zin leest. Een correctie van
het artikel lijkt dan ook aangewezen.
05.03 Paul Tant (CVP): L'interprétation découle de
la lecture du dernier paragraphe dans son
intégralité.
Mais ce texte sème le trouble dans les esprits
lorsque la lecture se limite à la dernière phrase. Il
semblerait donc indiqué de procéder à la correction
de cet article.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer Marcel
Hendrickx aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "zitpenningen en vergoedingen in de
politieraden" (nr. 3034)
06 Question orale de M. Marcel Hendrickx au
ministre de l'Intérieur sur "les jetons de présence
et les indemnités dans les conseils de police"
(n° 3034)
06.01 Marcel Hendrickx (CVP): De gemeenten
starten met de vorming van de politieraden. Die
moeten tien maal per jaar vergaderen, maar
niemand weet of hieraan zitpenningen zijn
verbonden. Wie kan van die zitpenningen genieten?
Kunnen de schepenen en burgemeesters ervan
genieten?

De secretaris van de politieraad en het -college
bekleedt een belangrijke functie. Welke kwalitatieve
niveaus moeten die secretarissen hebben? Welke
vergoeding krijgen zij?
06.01 Marcel Hendrickx (CVP): Les communes
mettent en place les conseils de police. Ces
conseils de police devront se réunir dix fois par an
mais nul ne sait ce qu'il en est des éventuels jetons
de présence. Qui pourra en bénéficier? Le
secrétaire du conseil de police et le collège
occupent une fonction importante. A quelles
exigences qualitatives les secrétaires devront-ils
répondre ? Comment seront-ils indemnisés ?
06.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
vergaderingen van de politieraden en de
06.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Les réunions des conseils de police et les jetons de
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
presentiegelden die er betrekking op hebben,
worden in de wet vermeld.

Twee verschillende secretarissen kunnen worden
benoemd : één voor de politieraad en één voor het
politiecollege. Ik heb echter aanbevolen die twee
functies tot één enkele functie te bundelen en aan
éénzelfde persoon toe te vertrouwen. In dat geval
wordt de functie uitgeoefend door een lid van het
administratief en logistiek kader van het lokale
politiekorps of van een gemeentebestuur. Er werd in
geen enkele specifieke financiële regeling voorzien.
Het geldelijk statuut van die secretaris hangt af van
de positie die het personeelslid dat werd
aangewezen om de functie van secretaris uit te
oefenen, op dat ogenblik bekleedt.

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een
wetsontwerp tot rechtzetting van een aantal
onvolkomenheden. Voortaan kunnen de
gemeenteraad, c.q. de politieraad, een vergoeding
voor de bijzonder boekhouder vaststellen.
présence qui s'y rapportent sont mentionnés dans
la loi.

Il peut exister deux secrétaires distincts, un pour le
conseil de police et un pour le collège de police.
Cependant, j'ai recommandé de confier ces deux
fonctions à une seule personne au sein d'une seule
fonction. Celle-ci est alors remplie par un membre
du cadre administratif et logistique du corps de la
police locale ou d'une administration communale.
Aucun règlement financier spécifique n'est prévu.
Le statut pécuniaire de ce secrétaire dépend de la
position qu'occupe à ce moment le membre du
personnel désigné pour exercer la fonction de
secrétaire.


Je suis en train de mettre la dernière main à une loi
modifiant quelques imperfections. Désormais, le
conseil communal, éventuellement le conseil de
police, pourra fixer une allocation pour le comptable
spécial.
06.03 Marcel Hendrickx (CVP): Ik zal uw
antwoord inzake de zitpenningen nalezen.

Ik meen dat de functie van secretaris beter zou
moeten worden omschreven. Het is een belangrijke
functie om de politieraden te laten functioneren.

Ik wil aansluiten bij de vraag van mijn collega inzake
de meerpolitiezones en vragen of dit ook geldt voor
de één-politiezones?
06.03 Marcel Hendrickx (CVP): Je relirai votre
réponse relative aux jetons de présence.

J'estime que la fonction de secrétaire ­ qui est
importante pour le fonctionnement des conseils de
police - doit être mieux décrite.

Je souhaiterais me rallier à la question de mon
collègue relative aux zones de police regroupant
plusieurs communes et demander si la réponse
apportée par le ministre s'applique également aux
zones ne comptant qu'une seule commune?
06.04 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het antwoord op deze laatste vraag is ja.
06.04 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : La réponse à cette dernière question
est oui.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Salengevoegde vragen en interpellaties van:
- de heer Willy Cortois aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de leidinggevende
functies in het gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. 3049)
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de eerste
minister over "de dezastreuse selectiewijze van
de directeurs bij de federale politie" (nr. 618)
- de heer Dirk Pieters aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de benoeming van de
gerechtelijk directeur van de gedeconcentreerde
gerechtelijke eenheid te Brussel" (nr. 622)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de benoeming van de
politiedirecteurs in Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr.
3065)
07 Questions orales et interpellations jointes de:
- M. Willy Cortois au ministre de l'Intérieur sur
"les fonctions dirigeantes dans l'arrondissement
judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 3049)
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre sur
"la façon désastreuse dont ont été sélectionnés
les directeurs de la police fédérale" (n° 618)
- M. Dirk Pieters au ministre de l'Intérieur sur "la
nomination du directeur judiciaire de l'unité
judiciaire déconcentrée de Bruxelles" (n° 622)
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
"la nomination des directeurs de police à
Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 3065)
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
07.01 Willy Cortois (VLD): Mijn vraag betreft het
gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-
Vilvoorde, dat twee totaal verschillende taalkundige
zones heeft en twee verschillende beelden van
criminaliteit. Voor de politiehervorming worden
binnenkort vier topfuncties ingevuld, onder meer die
van gerechtelijk directeur voor Brussel. Men zou er
kunnen voor opteren een eentalige kandidaat te
selecteren. Ik pleit ervoor dat men voor ieder van
die vier topfuncties de kennis van de tweede
landstaal als voorwaarde vooropstelt. Alleen zo is
communicatie mogelijk. Wat is het standpunt van
de minister?
07.01 Willy Cortois (VLD): On trouve dans
l'arrondissement judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde
deux zones linguistiques totalement différentes ainsi
que deux formes différentes de criminalité. Dans le
cadre de la réforme des polices, on pourvoira
prochainement à quatre fonctions dirigeantes, dont
celle de directeur judiciaire de Bruxelles. On
pourrait sélectionner un candidat unilingue. Je
plaide cependant pour que la connaissance de la
deuxième langue nationale constitue une condition
d'accès à chacune de ces fonctions dirigeantes.
C'est la seule manière de rendre la communication
possible. Quel est le point de vue du ministre ?
07.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik ben het
niet eens met het systeem dat werd uitgewerkt voor
Brussel-Halle-Vilvoorde. De adjunct-DIRCO en de
adjunct-DIRJU zijn werkzaam op Nederlandstalig
grondgebied en moeten dus Nederlandstalig zijn.
Om die reden zou voor de directeurs worden
geopteerd voor Franstaligen. Een Nederlandstalig
kandidaat van de gerechtelijke politie doorliep de
assessment-procedure met succes. Toch zou
worden gekozen voor een Nederlandsonkundig
kandidaat uit Luik.
Wat is het standpunt van de minister?
07.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Je suis
opposé au système élaboré pour Bruxelles-Hal-
Vilvorde. Le DIRCO adjoint et le DIRJU adjoint
travaillent en territoire néerlandophone. Ils doivent
donc être néerlandophones. Et c'est pour cette
raison que des francophones devraient occuper les
postes de directeurs. Un candidat néerlandophone
de la police judiciaire a passé avec succès la
procédure d'évaluation. Et l'on choisirait malgré tout
un candidat liégeois qui ne parle pas néerlandais.
Quel est le point de vue du ministre ?
07.03 Dirk Pieters (CVP): Ik sluit me aan bij de
vragen van mijn collega's.

Ik wil de minister formeel horen bevestigen dat alle
procedures werden gevolgd. De minister zou zich
verzetten tegen de benoeming van een tweetalige,
maar tot de Nederlandstalige taalrol behorende
kandidaat tot DIRJU van het gerechtelijke
arrondissement Brussel. Deze kandidaat werd
nochtans door de selectiecommissie zeer geschikt
bevonden. Is de minister van mening dat de
directeur niet tweetalig moet zijn omdat de adjunct-
chef reeds Nederlandstalig is?
07.03 Dirk Pieters (CVP): Je me joins aux
questions de mes collègues.

Je veux entendre le ministre confirmer formellement
que toutes les procédures ont été suivies. Il paraît
que le ministre s'oppose à la nomination d'un
candidat bilingue, mais appartenant au rôle
linguistique néerlandophone, au poste de DIRJU de
l'arrondissement judiciaire de Bruxelles. La
commission de sélection a pourtant jugé ce
candidat tout à fait apte à la fonction. Le ministre
estime-t-il que le directeur ne doit pas être bilingue
parce que les adjoints sont néerlandophones ?
07.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ik
ondervroeg de minister van Justitie hier gisteren
over. Hij weigerde op mijn vragen te antwoorden.
Daaruit leid ik af dat ofwel de beslissing al genomen
is en nadelig is voor de Nederlandstaligen, ofwel er
nog onenigheid over bestaat. In Brussel zouden
twee Franstaligen de nieuwe veiligheidsfuncties
DIRCO en DIRJU krijgen. De persoon die
oorspronkelijk als meest geschikte persoon
geselecteerd werd voor de functie van gerechtelijk
directeur in Brussel, komt niet aan bod. Er zouden
twee Franstaligen worden aangesteld als DIRCO en
DIRJU, terwijl de procureur in Brussel ook al een
Franstalige is. De drie veiligheidsfuncties aan de top
worden dus Franstalig. Is het aanvaardbaar dat
DIRCO en DIRJU Franstaligen zouden zijn?
07.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): J'ai
interrogé le ministre de la Justice à ce sujet hier. Il a
refusé de répondre à mes questions. J'en déduis
soit que la décision a déjà été prise et qu'elle est
défavorable aux néerlandophones, soit que les
ministres concernés ne se sont pas encore mis
d'accord. À Bruxelles, ce sont deux francophones
qui occuperaient les fonctions de DIRCO et de
DIRJU. On écarte donc la personne qui avait été
jugée la plus apte à occuper la fonction de directeur
judiciaire à Bruxelles. Deux francophones
occuperaient donc les postes de DIRCO et de
DIRJU alors que le procureur de Bruxelles est déjà
francophone. Les trois fonctions dirigeantes liées à
la sécurité seraient donc assumées par des
francophones. Est-il acceptable que le DIRCO et le
10/01/2001
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
Bestaat de mogelijkheid dat een van beiden niet
tweetalig moet zijn? Waarom komt de
geselecteerde kandidaat niet aan bod?
DIRJU soient des francophones ? Peut-on admettre
que l'un des deux ne soit pas bilingue ? Pourquoi a-
t-on écarté le candidat sélectionné ?
07.05 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De regering moet nog beslissen over Brussel. Voor
het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde
werd beslist dat er een adjunct-DIRCO en een
adjunct-DIRJU moesten komen.

Het is belangrijk dat de twee directeurs tegelijkertijd
worden benoemd. Op dit ogenblik is er echter geen
geschikte DIRCO. De regering zoekt daarvoor een
oplossing
07.05 Antoine Duquesne , ministre: (en
néerlandais) Le gouvernement doit encore prendre
une décision concernant Bruxelles. Pour ce qui est
de l'arrondissement de Hal-Vilvorde, il a été décidé
qu'il fallait nommer un DIRCO adjoint et un DIRJU
adjoint.
Il est important que ces deux directeurs soient
nommés simultanément. Actuellement, il n'y a pas
de DIRCO approprié. Le gouvernement cherche
une solution à ce problème.
(Frans) Hij zal erop toezien dat de taalvereisten en
de procedures worden nageleefd opdat men
bevoegde kandidaten zou kiezen zoals dat ook voor
de andere benoemingen het geval was. De rest zijn
slechts veronderstellingen die soms tot de charme
van onze debatten uitmaken. (Glimlachjes)
(En français) Il sera attentif à l'aspect linguistique du
problème et au respect des procédures, afin de
choisir des candidats compétents, comme il l'a fait
pour les autres nominations. Pour le surplus, il ne
s'agit que de supputations qui font parfois le charme
de nos débats. (Sourires)
07.06 Dirk Pieters (CVP): Uw antwoord verontrust
me. De tweetaligheid van beide directeurs is
essentieel, ongeacht tot welke taalrol ze behoren.
De minister zegt dat het niet zeker is dat men de
resultaten van het assessment zal volgen. Wat
betekent dit?
07.06 Dirk Pieters (CVP): Votre réponse
m'inquiète. Il est essentiel que les deux directeurs
soient bilingues, quel que soit leur rôle linguistique.
Le ministre affirme que l'on ne suivra pas
nécessairement les résultats de l'évaluation. Qu'est-
ce que cela signifie ?
07.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De
minister heeft niet geantwoord op mijn beide
vragen, namelijk of het mogelijk is dat een
Nederlandsonkundige wordt benoemd en of het kan
dat twee Franstaligen worden benoemd.

Het is toch onaanvaardbaar dat de leidinggevenden
niet tweetalig zijn, terwijl zulks wel wordt verwacht
van de politiemensen op het terrein. Daarnaast
betekent deze toestand een dubbele overwinning
voor de Franstaligen: het gerechtelijk
arrondissement Halle-Vilvoorde wordt
ondergeschikt en bovendien komen alle topfuncties
in Brussel-Halle-Vilvoorde in Franstalige handen.
Dat is onaanvaardbaar voor de Vlamingen uit de
Rand.
07.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Le
ministre n'a pas répondu à mes deux questions, à
savoir s'il est possible que l'on nomme une
personne qui ne parle pas néerlandais et s'il est
possible de nommer deux francophones.

Il est inadmissible que les directeurs ne soient pas
bilingues, alors qu'on attend cette qualité des
policiers de terrain. Cette situation représente, en
outre, une double victoire pour les francophones:
l'arrondissement judiciaire de Hal-Vilvorde est
subordonné et toutes les fonctions dirigeantes de
Bruxelles-Hal-Vilvoorde sont aux mains des
francophones. C'est inacceptable pour les
Flamands de la périphérie.
Moties

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Dirk Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel Van
Hoorebeke en Dirk Pieters
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
dringt er bij de regering op aan om er bij de
Motions

En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été deposées.
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Dirk Pieters et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel Van
Hoorebeke et Dirk Pieters
et la réponse du minister de l'Intérieur,
demande au gouvernement de veiller à ce que
seuls les candidats parfaitement bilingues puissent
CRABV 50
COM 351
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
benoeming van de directeurs van de federale politie
voor het gerechtelijk arronissement Brussel-Halle-
Vilvoorde over te waken dat slechts perfect
tweetaligen worden aangesteld en dat niet van de
voorziene procedures wordt afgeweken."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer
Willy Cortois.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
être nommés aux fonctions de directeurs de la
police fédérale de l'arrondissement judiciaire de
Bruxelles-Hal-Vilvorde et à ce qu'il ne soit pas
dérogé aux procédures établies."

Une motion pure et simple a été déposée par M.
Willy Cortois.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 18:59 uur.
La réunion publique de commission est levée à
18:59 heures.

Document Outline