KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 349
CRIV 50 COM 349
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
09-01-2001 09-01-2001
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan
de minister van Landbouw en Middenstand over
"de maatregelen genomen naar aanleiding van de
toestand op de veemarkten" (nr. 2986)
1
Question orale de M. Ferdy Willems au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur "les
mesures prises suite à la situation sur les
marchés à bestiaux" (n° 2986)
1
Sprekers: Ferdy Willems, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Ferdy Willems, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Samengevoegde mondelinge vragen van
6
Questions orales jointes de
6
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de liberalisering
van de sluitingsuren van winkels" (nr. 3003)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la libéralisation
des heures de fermeture des magasins" (n° 3003)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de openingsuren
van de winkels" (nr. 3038)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les heures
d'ouverture des magasins" (n° 3038)
Sprekers: Muriel Gerkens, Trees Pieters,
Jaak Gabriels
, minister van Landbouw en
Middenstand
Orateurs: Muriel Gerkens, Trees Pieters,
Jaak Gabriels
, ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes
Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de beloofde overheidssteun
aan de Vlaamse reders" (nr. 3004)
10
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes
sur "l'aide publique promise aux armateurs
flamands" (n° 3004)
10
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Jaak
Gabriels
, minister van Landbouw en
Middenstand
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Jaak
Gabriels
, ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes
CRIV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
9
JANUARI
2001
14:00 uur
______
du
MARDI
9
JANVIER
2001
14:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.02 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.02 heures par M. Jos
Ansoms, président.

De voorzitter: Collega's, de mondelinge vragen
nrs. 2951 en 2972 van mevrouw Annemie Van de
Casteele worden voorlopig uitgesteld. Of ze zullen
worden geschrapt zullen wij later vaststellen.

L'interpellation n° 604 de M. Richard Fournaux est
reportée.
01 Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems
aan de minister van Landbouw en Middenstand
over "de maatregelen genomen naar aanleiding
van de toestand op de veemarkten" (nr. 2986)
01 Question orale de M. Ferdy Willems au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "les mesures prises suite à la
situation sur les marchés à bestiaux" (n° 2986)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik heb
beloofd dat ik dit dossier op de voet zou volgen. Ik
heb in december 2000 de zoveelste vraag over dit
dossier gesteld omdat ik wist dat eind december
een aantal termijnen afliepen.

Ik wil u in de eerste plaats vragen, mijnheer de
minister, hoeveel mensen intussen zijn
geïdentificeerd? Mensen die de volledige reeks
videobeelden hebben gezien verzekeren me dat
op de uren beelden van de veemarkt van Ciney
minstens vijftig personen te identificeren zijn, en
op de beelden van de veemarkt te Anderlecht
minstens een dertigtal. Dit brengt me tot het
pijnlijke besluit dat de aangeklaagde feiten geen
uitzondering vormen. Het gaat hier niet over
uitzonderlijke maatregelen tegen mensen die per
ongeluk eens in de fout gaan; het lijkt me veeleer
een algemene regel te zijn.

Ten tweede, wil ik u vragen hoeveel processen-
verbaal intussen werden opgesteld? In de recente
rapporten van GAIA, die u uiteraard ook hebt,
mijnheer de minister, vragen zij zich af of ook
vandaag nog steeds een proces-verbaal wordt
opgesteld wanneer er misbruiken zijn. Een
waarnemer van GAIA heeft recent nog vastgesteld
dat bij manifeste overtredingen geen proces-
verbaal werd opgesteld. In het beste geval zegt de
inspecteur tegen de overtreder: "Dat mag niet."
Zodra de inspecteur zich echter omdraait,
herbeginnen de feiten. Ik geef een concreet geval
als voorbeeld. Er werden drie noodslachtingen
gesignaleerd, waarvan twee plaatsvonden op de
veemarkt zelf. Het ging over dieren die men niet
meer voor verkoop mag aanbieden, dus was dit in
tegenspraak met de reglementering terzake. Zulke
dieren mag men niet aanbieden, maar ze worden
toch nog aangeboden. Er gebeurde een
noodslachting maar er werd geen proces-verbaal
opgesteld.
09/01/2001
CRIV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2

Ten derde, wil ik van u weten hoeveel mensen de
toegang tot de veemarkten werd ontzegd? Als ik
de geschreven pers mag geloven zouden het er
elf zijn: zes in Anderlecht en vijf in Ciney. Dit
brengt me tot het optelsommetje van in totaal elf
mensen die men de toegang heeft ontzegd op
tachtig dierenbeulen die men kan identificeren. Dit
lijkt me niet zo denderend

Mijn vierde vraag gaat over minderjarigen. Bij een
vorige gelegenheid, voor de kerstvakantie, wist
men mij te zeggen dat er nog steeds geen
minderjarige daders geïdentificeerd zijn. Ik moet
opnieuw vaststellen dat volgens de nieuwe
verslagen van GAIA nog steeds kinderen bij de
mishandelingen betrokken zijn. Men signaleerde
opnieuw een kind van elf jaar oud dat dieren
sloeg. Dit ondanks alle commotie rond de zaak. Ik
moet mezelf wel corrigeren en eraan toevoegen
dat het verslag meldt dat het betrokken kind van
de markt werd verwijderd.

Ten vijfde wil ik u vragen, mijnheer de minister, of
alle videobeelden onderzocht werden? Voor
kerstmis was dit nog niet het geval. Het gaat hier
over vijf uren videofilm. Ik neem aan dat men
intussen de mogelijkheid heeft gehad om ze
helemaal te bekijken?

Mijn zesde vraag betreft het overleg met de
Landbouwministers van de Gewesten. Ik neem
aan dat dit overleg er inderdaad geweest is. Ik had
graag van u het resultaat ervan vernomen.

Mijn zevende vraag is een nieuwe vraag. Welke
appreciatie geeft u aan de recente waarnemingen
van GAIA, mijnheer de minister? Toen ik mijn
vraag indiende was mij alleen het rapport van
12 december 2000 bekend. Vandaag is er ook het
bijkomende rapport van 2 januari 2001. Opnieuw
moet ik daarin lezen dat het gaat over schoppen,
over het vastbinden van achterpoten, over het
wringen aan staarten, over het uitglijden van
dieren, over stokslagen, over het in de anus
steken met stokken, over slaan op de kop... De
literatuur blijft blijkbaar dezelfde. Intussen heb ik,
net als u veronderstel ik, een blad van de
veehouders gezien, waarin zij trachten een
verweer op te bouwen. Dit lijkt mij overigens
normaal. Daarin wordt de vraag gesteld: "GAIA
moet ons eens komen uitleggen hoe zij een koe
op een weegbrug krijgen zonder geweld".

Ik heb die vraag aan de mensen van GAIA
voorgelegd en ik geef u hun antwoord. Volgens
GAIA moet men de infrastructuur van die
veemarkten grondig aanpakken. In hun antwoord
zijn tientallen suggesties terug te vinden.

Naar aanleiding van vorige interpellaties heb ik
herhaaldelijk gevraagd die concrete suggesties te
volgen. Nu is er op de veemarkten vooral chaos
en stress. Dieren die uitglijden in uitwerpselen. Op
die manier krijgt men gestresseerde en bange
dieren die, ofwel verstijven, ofwel in angst
weglopen. In beide gevallen is dit niet echt het
gewenste resultaat.

Nog fundamenteler lijkt mij de mentaliteit. Als ik
het aantal mensen bekijk dat zich aan die
wandaden schuldig maakt, ben ik ervan overtuigd
dat het hier gaat om een mentaliteit bij de
veehandelaars die wil dat men op beesten alleen
maar kan kloppen. Eigenlijk zijn dat geen mensen
om met dieren om te gaan.

Die overtredingen worden dikwijls ook gepleegd
vlak voor het sluiten van de markt, onder tijdsdruk,
als men die dieren nog vlug op die wagen wil
krijgen.

De feiten zelf bewijzen dat het ook anders kan. Op
de video is er een beeld te zien van een dier dat
geklopt wordt omdat het blijft staan. Er komt een
man tussen beide die blijkbaar wat meer gezond
verstand heeft. Hij doet het kloppen ophouden; hij
duwt het dier gewoon weg en het dier volgt zijn
aanwijzing op.

De week na de fameuze videobeelden hebben wij
op televisie allemaal kunnen bewonderen hoe
voorbeeldig men wel te werk ging. Mijnheer de
minister, ik blijf ervan overtuigd dat de mentaliteit
bij deze mensen niet vanzelf zal veranderen. Er
zal druk van buiten aan te pas moeten komen.
Met andere woorden, er is nood aan sancties en
een dreigend economisch verlies. Pas dan zal het
spreekwoord "de vreze des heren is het begin van
de wijsheid" van toepassing worden.

Een teer punt bij dit alles blijft ook de controle. Ik
stel vast dat de inspecteurs u rapporten bezorgen
waarin niet dezelfde dingen staan als in de
recente rapporten van GAIA. Tot mijn vreugde kan
ik vandaag in De Morgen lezen, ik citeer: "De
minister toont zich bereid om het controlesysteem
te herzien". Op dat vlak loopt blijkbaar toch wel
iets fout. Ofwel zijn de rapporten van de
inspecteurs niet correct, ofwel zijn de verslagen
van GAIA niet correct.

Mijnheer de minister, is er voldaan aan de
voorwaarden van artikel 8 van de nota van de
regering van 22 november van vorig jaar? Volgens
mij niet. Als ik zie dat men acht mensen de
CRIV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
toegang tot de markten heeft ontzegd, hoewel er
van 80 kan worden bewezen dat ze beestigheden
uithalen, dan lijkt mij dit een mager resultaat.
Bovendien stel ik vast dat tegen eind december de
preventieplannen moesten worden ingediend. Ik
lees vandaag in de kranten dat GAIA die
preventieplannen zou willen inzien maar dit niet
mag. Waarom niet? Krijgt deze Kamer die
plannen ter inzage? Voor degenen die dit dossier
opvolgen, is het van essentieel belang te weten of
er preventieplannen zijn. Zo ja, wat is daarvan de
inhoud. Ik neem aan dat wat wij niet mogen inzien
niet het meest correcte is. Ik ruik als het ware dat
men iets te verbergen heeft.

Mijn negende vraag gaat over de sluiting. Men had
aangekondigd dat er twee veemarkten zouden
worden gesloten, namelijk Menen en Battice. Een
schepen van Menen kondigde aan dat men het
nodige zou doen om dit te vermijden. Vandaag
zijn dan ook alle veemarkten erkend.

Mijnheer de minister, zijn veemarkten echt
onmisbaar? Kan er geen alternatief worden
gezocht?

Men antwoordt mij steeds dat dit niet mogelijk is.
Bij varkens kan dit wel omdat men daar een
uniform type heeft, alles voldoet aan dezelfde
norm. Voor runderen gaat dit niet op omdat men
daar de wet van vraag en aanbod heeft. Er is ook
een andere regeling per type. Voor de ene soort
runderen is er een andere marktverhouding dan
voor de andere. Volgens ons blijft het principe
echter dat men moet streven naar een markt van
karkassen in plaats van een markt van levende
dieren. Dat is beter voor iedereen, zowel voor de
dieren zelf als voor de mensen. Zij krijgen dan
beter vlees aangeboden zonder de dreiging van
besmetting. U weet immers dat de overdracht van
het BSE-virus ook kan gebeuren bij het transport
van de dieren. Als men het transport elimineert,
wordt het risico op besmetting veel kleiner.
Bovendien vormen geslagen dieren antireclame
voor de vleessector en bekomt men uiteindelijk
slecht vlees voor de consument. Daarom blijf ik
vragen waarom men niet rechtstreeks aan de
slachthuizen gaat verkopen. Het gezond verstand
zegt mij dat wij in deze situatie gewoon verplicht
zijn deze optie te onderzoeken.

Mijnheer de minister, ik had op 20 december
gehoopt u te kunnen feliciteren. Ik vrees dat ik dat
vandaag niet kan doen omdat er ten gronde niets
verandert. Wij kennen de fundamentele informatie
nog steeds niet. Ik zal u niet zoals sommigen een
onmens noemen, dat is niet mijn stijl. Ik blijf
geloven in uw aanvoelen van dit dossier. Wij
blijven dit volgen en ik heb vandaag in de pers
hoopgevende dingen gelezen. Ik weet niet of het
juist is, maar men stelde dat u als minister beloofd
hebt om de veemarkten opnieuw te evalueren op
31 januari om dan desnoods in te grijpen. Ik
geloof u ook als u zegt dat u zich niet laat
intimideren, noch door GAIA ­ wat evident is en
wat ik ook niet laat doen, noch door de boeren als
die dreigen om met een paar duizend man naar
de Kamer te komen. Mijnheer de minister, wij
feliciteren u niet, maar wij blijven het vertrouwen in
uw menselijkheid bewaren. Het gaat mij er niet om
dat de dierenrechten absoluut zijn. Ik ben lid van
de commissie voor de Mensenrechten en ik ga in
tientallen dossiers in op de mensenrechten. Het is
echter steeds mijn standpunt geweest dat
dierenrechten belangrijk zijn voor de menselijke
waardigheid. Tot daar de toelichting bij mijn
vragen.
01.02 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik wil graag antwoorden op de
verschillende vragen van het geachte lid. Hij
informeert opnieuw naar de stand van zaken in
verband met de toestand op de veemarkten. Ik
vraag mij wel af of men daar eeuwig en altijd op
zal blijven terugkomen. Voor mij mag dat, maar ik
kan u wel zeggen dat informatie gebaseerd moet
zijn op feiten en niet op verzinsels. Hoe
respectabel bepaalde organisaties ook zijn, men
kan feiten de nek niet omdraaien. Ik heb vorige
keer al gezegd dat wij ervan uitgaan dat
dierenmishandeling op geen enkele veemarkt op
zijn plaats kan zijn. Fantasieën en
verdachtmakingen van de sector en onze
inspecteurs zijn hier echter ook niet op hun plaats.
Dat zal ik niet accepteren.

Wat uw concrete vragen betreft, tot op heden zijn
er naar aanleiding van de beelden van GAIA
gefilmd op de markten van Anderlecht en Ciney
zeven personen geïdentificeerd met betrekking tot
de feiten te Anderlecht en vijf met betrekking tot
de feiten te Ciney. Er zijn intussen een aantal
processen-verbaal opgesteld, zowel te Ciney als
te Anderlecht. Deze zijn overgemaakt aan het
parket. Ik kan op dit ogenblik geen uitspraak doen
over de fase waarin het onderzoek zich bevindt.
Dat is een zaak van het parket. Daarnaast werden
in Anderlecht en Ciney nog verschillende
personen verhoord. Onder al de geïdentificeerde
personen is er tot op heden geen minderjarige
aangetroffen.

De identificatie is nog niet beëindigd. De
identificaties in Anderlecht en Ciney zijn
gebaseerd op een eerste videocassette van 45
minuten van GAIA. Later heeft GAIA nog 5
09/01/2001
CRIV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
videocassettes ter beschikking gesteld van het
parket met in totaal 2,5 uur beeldmateriaal. De
BOB heeft deze cassettes aan het parket bezorgd.
De reeds geïdentificeerde personen werden op
foto vastgelegd. Daarna heeft GAIA nog eens 3
videocassettes aan het parket bezorgd. Het parket
zal terzake een uitspraak moeten doen.

Wat het standpunt van de Waalse minister van
Landbouw betreft, kan ik meedelen dat de Waalse
minister perfect op de golflengte zit van de
federale Ministerraad van 22 december 2000. Dit
geldt eveneens voor de Vlaamse minister van
Landbouw.

Wat de nieuwe verdachtmakingen van GAIA aan
het adres van de veemarkten en de
veehandelaars betreft, vind ik dat de organisatie
echt overdrijft. De sector heeft de boodschap wel
degelijk begrepen en hoedt er zich voor om zich
opnieuw aan onverdedigbare praktijken te buiten
te gaan. Een waarnemer van de organisatie zou
hebben vastgesteld dat een koe een stokslag zou
hebben gekregen in het "gezicht". Ik vraag me af
of koeien ondertussen een "gezicht" hebben
gekregen en veehandelaars een "kop". Als dit zo
is, zijn we zeer fout bezig. Om nog te zwijgen over
het absurde verhaal van veehandelaars die
stokken steken in de anus van een koe. Mijnheer
Willems, hebt u dat reeds uitgeprobeerd?!
Veeartsen en mensen die nauw bij deze sector
betrokken zijn, bezweren me dat dit nooit zal
lukken. Volgens GAIA is dat wel gebeurd.

Ik kan niet langer aanvaarden dat men een
persoon of inspecteurs-dierenartsen van mijn
departement bij herhaling van onbekwaamheid,
kwade trouw, blindheid en meer van dit fraais
beschuldigt. Ik heb dit uitdrukkelijk tegen de
betrokkene gezegd tijdens het gesprek dat ik
gisteren met hem heb gehad en dat anderhalf uur
heeft geduurd.

Ondertussen hebben de 9 veemarkten een
definitieve erkenning gekregen. Twee ervan
kregen eerst geen erkenning omdat het hoofd van
de veterinaire diensten op basis van het verslag
van de gemengde ambtelijke commissie die is
samengesteld uit terzake bevoegde ambtenaren
het dossier niet gunstig adviseerde. Nadien
hebben de twee betrokken veemarkten hun
dossier aangevuld en heeft de commissie wél een
gunstig advies verleend. Vorige week heb ik de 9
marktverantwoordelijken en de dierenartsen die
als hoofdverantwoordelijke voor het toezicht op
het correct en diervriendelijk verloop van de
veemarkten zijn aangesteld op mijn kabinet
ontvangen. Ik heb hen duidelijk gemaakt wat we
over de problematiek denken. Landbouw is en
blijft een economische activiteit. De veemarkten
zijn hierin een onmisbare schakel. De markten
moeten echter wel op een correcte en
diervriendelijke wijze en onder diergeneeskundig
toezicht verlopen. De verantwoordelijkheid ligt
klaar en duidelijk bij de marktverantwoordelijken.
De inspecteur-dierenartsen en de sanitaire
ploegen van mijn departement zijn op dit ogenblik
eveneens op de markten aanwezig om zich ervan
te vergewissen of al de betrokkenen zich aan de
regels houden. Ik herhaal en beklemtoon dat de
markten ervoor moeten zorgen dat incidenten
zoals door GAIA gefilmd in de toekomst niet meer
gebeuren. Ik wens eveneens te beklemtonen dat
de betrokken marktverantwoordelijken de
boodschap begrepen hebben. Samen met
mevrouw Aelvoet wil ik me baseren op de feiten.
Dat is de reden waarom ik aan het hoofd van de
veterinaire diensten heb gevraagd me wekelijks
de verslagen van al de veemarkten te bezorgen
en me wekelijks op de hoogte te houden van de
werkzaamheden van de gemengde ambtelijke
commissie. Samen met het opdrijven van de
controles, is dit, mijns inziens, het enige correcte
antwoord dat we kunnen geven. Op die manier
voeren we de 8 punten uit die de Ministerraad op
22 november 2000 heeft goedgekeurd.

Mijnheer Willems, u zult moeten toegeven dat in
het verleden nog nooit op zo'n duidelijke wijze
werd gezorgd enerzijds voor een wettelijke basis
voor het houden van veemarkten waarin
dierenwelzijn een heel belangrijke schakel is en
anderzijds voor een verhoging van het aantal
controles en afspraken inzake uniformiteit met de
9 betrokken veemarkten.

Ik denk, mijnheer Willems, dat er nog nooit - dat
zult u moeten toegeven - op zo'n duidelijke wijze
gezorgd is voor een wettelijke basis waarbij
dierenwelzijn een heel belangrijke schakel is in de
organisatie van veemarkten, waarbij de controles
worden opgedreven en waarbij uniforme
afspraken worden gemaakt met elk van de negen
veemarkten in ons land. Ik wil overigens op het
einde van de maand een nieuwe evaluatie van de
bestaande veemarkten houden.

Mag ik u tevens laten opmerken dat ik opensta
voor alternatieven? Als men morgen alternatieven
heeft, dan zou het gek zijn mocht men daarover
geen overleg met de sector, de betrokkenen en
derden plegen. Het moet echter wel gaan om
alternatieven die in de plaats kunnen komen.
Wanneer men echter als oplossing voorstelt de
veemarkten af te schaffen en de boer rechtstreeks
zijn vee naar het slachthuis te laten brengen, dan
CRIV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
herhaal ik dat drie vierden van het vee dat op een
veemarkt wordt aangeboden, niet naar het
slachthuis wordt vervoerd, maar voor verdere
kweek wordt doorverkocht. Laat het duidelijk zijn:
de veemarkten zijn niet uitsluitend leverancier van
de slachthuizen.

In ieder geval, indien we samen onze
verantwoordelijkheid op ons nemen en de
inspecteurdierenartsen meer aandacht voor de
problematiek hebben, dan ben ik ervan overtuigd
dat we de bepalingen inzake het dierenwelzijn
beter dan ooit en zo perfect mogelijk zullen
kunnen doen naleven. Ik zeg wel: zo perfect
mogelijk. Het gaat om mensen en om levende
dieren. Accidenten zijn altijd mogelijk. We moeten
er echter voor zorgen dat ze tot een minimum
worden beperkt. De incidenten aangrijpen om een
hele sector te diaboliseren, kunnen we niet
aanvaarden.

De voorzitter: Mijnheer Willems, ik verzoek u om
uw repliek zo kort mogelijk te houden, want ik heb
u daarstraks reeds 12 minuten aan het woord
gelaten, terwijl de reglementaire spreektijd voor de
vraag en het antwoord slechts 5 minuten
bedraagt.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
minister, dat u de incidenten als verzinsels
beschrijft, daar kan ik niet bij. De beelden spraken
voor zichzelf.
01.04 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, sta me toe hierop te repliceren. Een koe
met een vervelde huid, is dat dierenmishandeling
of zonnebrand?
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): We hebben het
daar al over gehad.
01.06 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer Willems,
zijn dat verzinsels of niet?
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): Dat zijn geen
verzinsels. U past een klassieke techniek toe,
waarbij u zich fixeert op een van de honderd
aanklachten, die aanvechtbaar is, terwijl u de
overige 99 klachten terzijde schuift. De beelden in
globo zijn voor mij overtuigend genoeg en doen
mij concluderen dat er met de sector iets misloopt.
De maatregelen die u neemt, gaan wel de goede
richting uit, maar zijn, mijns inziens, lang niet
ingrijpend genoeg. Er zijn 80 personen te
identificeren en er worden slechts 5 tot 6
geviseerd. Dat is veel te weinig.

U past ook een andere klassieke techniek toe die
al bij de Romeinen en de Grieken bestond, waarbij
u degene die terecht een feit aanklaagt, tot een
beschuldigde maakt. Dat zal niet beletten dat wij
het dossier nauwkeurig en tot op de bodem zullen
opvolgen.

Ik blijf overigens op mijn honger wat mijn vragen
betreft inzake punt 8 van het regeringsbesluit van
22 november inzake de preventieplannen.
Waarom kreeg GAIA de preventieverslagen niet
ter inzage? Ik kan begrijpen dat u daarvoor een
reden hebt. Vervolgens vernam ik graag of het
Parlement kennis kan nemen van de
preventieverslagen die de firma's moeten
opstellen.
01.08 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer Willems,
bepaalde elementen uit het dossier zijn uitsluitend
bedoeld als advies voor de minister op basis
waarvan hij beslissingen kan nemen. Ik zie echt
niet in dat we alle tussenfasen overal kenbaar
moeten maken. Dan komt er een discussie over
elk onderdeel ervan. Ik begrijp waarom men dat
doet. Op dat ogenblik begint men inderdaad op
details te vitten. Geef ons de kans, zoals
afgesproken, om de doelstellingen inzake het
dierenwelzijn in het koninklijk besluit dat ik samen
met mijn collega van Volksgezondheid halfweg
september heb ondertekend en dat eerstdaags in
het Staatsblad zal verschijnen, te verwezenlijken.
Dat is de wettelijke basis. We drijven de controles
op en we evalueren regelmatig. Mijns inziens
geven we op die manier voldoende informatie over
de precieze stand van zaken.
01.09 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
minister, ik deel uw mening absoluut niet. De
preventieverslagen die de veemarkten moeten
voorleggen zijn een essentieel element in het
dossier. Als wij, die de democratische controle
moeten uitoefenen op de acties van een minister,
de motieven voor uw beslissing niet kunnen zien,
dan is er iets fout in onze informatie.
01.10 Minister Jaak Gabriels: Er is helemaal
niets fout, mijnheer Willems. Een gemengde
commissie, die bestaat uit vier mensen - twee van
Dierenwelzijn en twee van Landbouw - en wordt
voorgezeten door een dierenarts van Landbouw,
heeft op basis van unanimiteit de beslissingen
genomen. Zij vragen deze elementen om hun
advies aan ons te kunnen geven. Op basis van
hun advies neem ik mijn besluit. Ik denk dat het zo
hoort.
01.11 Ferdy Willems (VU&ID): Als kamerlid wens
ik die verslagen te zien.
09/01/2001
CRIV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
De voorzitter: Er is duidelijk een verschil van
mening.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Questions orales jointes de
-
Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
libéralisation des heures de fermeture des
magasins" (n° 3003)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "les heures
d'ouverture des magasins" (n° 3038)
02 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de
liberalisering van de sluitingsuren van winkels"
(nr. 3003)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de
openingsuren van de winkels" (nr. 3038)
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers
collègues, je me permets de vous reposer cette
question puisque, le 14 décembre, vous étiez
absent lorsque mon collègue Richard Fournaux
avait posé une question d'actualité à laquelle
M. Verwilghen avait répondu à votre place.

Il s'agit d'une proposition de loi programmée dans
les discussions au Sénat, sinon déjà en
discussion. Néanmoins, dans votre réponse lue
en séance plénière, vous citiez comme élément
relatif à ce projet de libéralisation des heures
d'ouverture des magasins qu'il n'existait aucune
obligation dans le chef des indépendants
d'augmenter leur plage horaire, qu'aucune
concurrence déloyale n'était à craindre compte
tenu de ces heures d'ouverture différentes,
notamment du fait que les grandes surfaces
auraient bien du mal à appliquer cette méthode et
seraient même défavorisées par rapport aux petits
commerces. Vous disiez encore que, par cette
libéralisation, le système serait parfaitement
étanche et contrôlable alors que le système actuel
ne l'est pas, que ce système serait plus sécurisant
pour la vie de société et pour la sécurité en ville,
qu'il mettrait fin à la concurrence déloyale
actuellement exercée par les magasins de nuit et,
enfin, que le Fonds monétaire international avait
épinglé nos mesures d'heure maximale
d'ouverture le soir et d'heure minimale d'ouverture
le matin comme des mesures trop contraignantes.

Je ne répéterai pas les arguments de Richard
Fournaux dont je partage l'analyse. J'ai cependant
quelques questions à vous poser.

Toutes les associations d'indépendants et de PME
qui ont mené des enquêtes concluent par une
opposition à cette libéralisation des heures
d'ouverture, en argumentant leur position. Si elles
soutiennent que le système ne convient pas vu
qu'il favorisera à nouveau le commerce dans les
grandes surfaces, alors que, dans votre réponse,
vous dites le contraire, au profit de qui est-il
finalement intéressant de modifier les horaires
d'ouverture?

D'un autre côté, en augmentant les heures
d'ouverture sans concertation, les magasins se
trouveront obligés d'ouvrir plus longuement pour
un chiffre d'affaires qui ne sera pas forcément
supérieur. A mon avis, les grandes surfaces
disposant d'un personnel plus important seront
privilégiées par rapport aux petits commerçants.
Selon vous, en quoi ne le seraient-elles pas?

Je ne comprends pas non plus en quoi les
magasins de nuit constituent une concurrence
déloyale vis-à-vis des magasins de jour. Quelle
est alors la raison de vouloir supprimer leur
existence, étant donné que, derrière ce projet de
libéralisation, il reste l'objectif de couvrir un horaire
plus large? Ainsi, le magasin de nuit répond en
partie à ce souhait.

Je reconnais cependant la nécessité de mieux
adapter les heures d'ouverture aux heures de
travail des citoyens; mais le système actuel
permet déjà de longues plages horaires, permet
toute une série de dispenses dans certaines
conditions par les autorités communales. Ne
serait-il donc pas intéressant de pouvoir envisager
cette problématique d'une manière plus globale et
en collaboration avec les pouvoirs locaux, de
manière à couvrir des horaires plus variables
qu'actuellement, sans pour autant favoriser des
heures d'ouverture engendrant des situations
dramatiques pour les petits commerces?

En ce qui concerne la sécurité dans les villes, si
tous les magasins restent ouverts plus longtemps
et si toute l'animation de la ville se poursuit jusqu'à
22 ou 23 heures, voire minuit, sans doute la
sécurité sera-t-elle plus importante, mais déjà à
l'heure actuelle, même durant la journée, les
commerçants se plaignent parfois de se trouver
dans des lieux peu sécurisés.

C'est peut-être là prendre le problème en sens
inverse. Une réflexion avec, notamment, votre
collègue M. Picqué, chargé de la politique des
grandes villes, serait peut-être plus intéressante
CRIV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
en vue d'assurer la sécurité le soir dans les villes.

Enfin, dans Le Forum, la revue de la FEDIS
(Fédération de la distribution), on évoque
également le problème de la libéralisation des
heures d'ouverture en disant qu'il est important
que l'on puisse rencontrer les demandes des
consommateurs et que ces derniers veulent
pouvoir choisir leurs magasins et faire leurs
courses lorsqu'ils le souhaitent. De plus, selon un
autre argument avancé, les consommateurs
n'acceptent plus que le gouvernement dicte des
heures au cours desquelles ils peuvent effectuer
leurs achats. Si c'est au profit de la FEDIS que
l'on veut libéraliser les heures, cela me semble
peu civique.

Enfin, un des arguments avancés est de dire que
les heures d'ouverture des magasins ne sont pas
les mêmes dans les pays voisins et qu'en
conséquence, les consommateurs vont en France
ou en Hollande pour faire leurs achats lorsque les
magasins sont fermés en Belgique. Les intérêts
sont donc d'ordre économique pour certains
partenaires. Il serait donc intéressant d'entendre
l'ensemble des partenaires et de prendre en
considération les avis et intérêts de chacun.
02.02 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik sluit mij volledig aan bij de
uiteenzetting van collega Gerkens, evenals bij die
van de heer Fournaux in de plenaire vergadering
van 14 december 2000. Wij hebben in eerste
instantie een wetsvoorstel behandeld uit de
Senaat, waarover breed in de pers werd uitgeweid
omdat de minister op het wetsvoorstel tot
versoepeling van de winkelsluiting positief heeft
gereageerd.

In plaats van door de minister van Middenstand,
werd het antwoord op die vraag gegeven door de
minister van Justitie. Ik heb mij daaraan sterk
geërgerd, op basis van dezelfde argumenten als
collega Gerkens. Het is de bedoeling de
consumenten en zelfstandigen zoveel mogelijk
kansen te bieden, maar ik vraag mij af welke
kansen zij hierdoor meer krijgen.

Ten tweede meldt u via minister Verwilghen dat er
geen enkele verplichting is, dat de zaak
vrijblijvend is. Men mag 15 uur open blijven, maar
men moet niet. Wie zal het doen en wie niet? Wie
het niet doet, krijgt met concurrentie te maken. Dit
zou de grote distributiebedrijven meer
hoofdbrekens bezorgen, maar ik weet niet welke.
De grote distributiebedrijven kunnen heel vlot met
personeel werken, in tegenstelling tot kleine
bedrijven. De zelfstandige zou hier baat bij
hebben, maar ik vraag mij af welke. De nieuwe
openingstijden zouden de veiligheid in de steden
en de samenleving vergroten. Mevrouw Gerkens
heeft dit punt voldoende benadrukt. Het is niet
omdat de winkels open zijn en het licht brandt, dat
de veiligheid groter wordt. Daarmee wordt de
veiligheid in de winkelcentra niet gegarandeerd.

Er zou paal en perk moeten worden gesteld aan
de oneerlijke concurrentie van de nachtwinkels. Bij
mijn weten werden die na veel moeite en
inspanning tijdens de vorige legislatuur
gereglementeerd en mogen zij maar open zijn
tussen acht uur 's avonds en zeven uur 's
morgens. Daar kan er dus geen oneerlijke
concurrentie zijn, vermits die uren zijn geregeld.
Zijn zij open buiten die uren, dan zijn zij strafbaar.

Wat ten slotte het IMF hierbij komt doen, weet ik
helemaal niet.

Ik heb u daarover drie vragen gesteld en de eerste
en laatste kwamen reeds aan bod. De tweede
vraag vind ik echter ook zeer belangrijk. Net als
wij hecht deze regering belang aan het vlot
combineren van werk en gezin. Het aspect van de
zelfstandigen geraakt echter volkomen uit het
vizier. Ik vraag mij af wat de kwaliteit van arbeid
en van leven is voor mensen die in dergelijke
omstandigheden moeten werken in een klein
bedrijf. Een dag telt maar 24 uren. Als men 15
uren geopend is - men zal niet anders kunnen -
dan blijven er nog negen uren over om een beetje
te rusten, de boekhouding te verzorgen en nog
wat op te ruimen. Ik noem dat geen goede
combinatie van kwaliteitsvol leven en werk. Tot
daar mijn bijkomende elementen.
02.03 Jaak Gabriels, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, je répondrai dans un
premier temps aux questions de Mme Gerkens et
je relierai ce débat à la discussion que nous avons
eue sur une proposition de loi au sein de la
commission des Finances du Sénat.

La décision prise au sein de la commission est
d'organiser quelques auditions avec les
personnes concernées du secteur en question,
dans le courant du mois de janvier. Ensuite, la
proposition de loi sera votée au sein de cette
commission.

Aux questions précises qui m'ont été posées par
M. Fournaux et Mme Pieters, je vais tenter de
répondre de la manière la plus complète possible.

A la question n° 1 qui concerne l'intérêt pour la
proposition alors que les associations de
09/01/2001
CRIV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
commerçants s'y opposent et que les grandes
surfaces n'y trouvent également aucun avantage,
je répondrai que la proposition est importante pour
tous les entrepreneurs qui y voient des
opportunités pour répondre à certains besoins du
marché. Je suis convaincu que seule une minorité
fera appel à la possibilité d'ouvrir plus longtemps
le soir, étant donné que le public reste très
restreint à ces heures tardives.

Il n'y a pas de raison de priver les entrepreneurs
de ces opportunités alors que c'est justement la
flexibilité qui est le plus grand atout d'un
commerçant. En outre, je suis également
convaincu que l'analyse coût/profit d'une
entreprise de grande distribution, désireuse
d'ouvrir ses portes plus longtemps le soir pour une
clientèle restreinte et qui doit pour ce faire
engager plus de moyens, sera plus négative que
dans le cas d'une petite entreprise familiale.

Je souhaite rappeler qu'il ressort du rapport
communiqué à la commission des Finances du
Sénat, que plusieurs associations de
commerçants prennent une position assez
positive par rapport à la proposition et que ces
enquêtes n`étaient pas entièrement négatives.

En ce qui concerne la deuxième question qui a
trait à la suppression des magasins de nuit, je
répondrai que je n'ai jamais affirmé que ces
derniers devaient disparaître. Au contraire, la
proposition des sénateurs VLD vise notamment à
obtenir une plus grande liberté au niveau des
heures d'ouvertures.

Cependant, j'ai affirmé que tous les problèmes à
l'origine de la réglementation instaurée par mon
prédécesseur sur les magasins de nuit sont
résolus dès qu'une réglementation simple et égale
est introduite pour les magasins de jour comme
de nuit.

En d'autres termes, tout le monde peut ouvrir son
établissement pendant un maximum de 15 heures
sur 24. La réglementation des magasins de nuit
peut, dès lors, être incluse dans le règlement
général, ce qui représenterait également une
simplification administrative.

A la question de savoir si les commerces de détail
ne se sentiraient pas obligés de rester ouverts
plus longtemps dans le but d'être à la hauteur de
la concurrence face aux grandes surfaces, je vous
répondrai que les faits prouvent le contraire.

Actuellement, les magasins ont le droit d'ouvrir
jusqu'à 20 heures. Bien que les grandes surfaces
fassent appel à ce droit, la plupart des magasins
ferment leurs portes vers 18 ou 19 heures, sans y
sacrifier leur temps de repos ou leur vie sociale.

A la question de savoir si les commerçants ne
doivent pas être encouragés à exploiter d'abord
les possibilités actuelles jusqu'à 20 heures pour
répondre aux consommateurs, je ne crois pas que
les obliger soit une solution. Les faits prouvent
que les commerçants n'ouvrent leurs magasins
qu'aux heures durant lesquelles la vente est
suffisante.

S'il n'existe pas de marché jusqu'à 20 heures, il ne
convient pas de le prévoir de manière obligatoire.
Inversement, nous devons assouplir la législation
pour les entrepreneurs qui voient suffisamment
d'opportunités de vente après 20 heures. Cela
dépend du secteur ou du lieu d'établissement.
Nous ne devons pas pour autant passer à une
économie de 24 heures.

En ce qui concerne la dernière question, les
commerçants qui ouvrent plus longtemps ont des
craintes quant à leur propre sécurité. Il a été
prouvé que la fonction de commerce favorise
plutôt la sécurité du centre-ville et que les villes
sans mouvements sont moins sûres le soir.
Certes, il est vrai que la sécurité personnelle du
commerçant doit être assurée par les services
policiers. Cependant, cela ne peut nous empêcher
d'offrir des opportunités pour dynamiser le soir la
vie dans le centre-ville. Il est évident que je
consulte à ce sujet mon collègue Charles Picqué
qui, en tant que ministre de l'Economie, est
également compétent en matière de
réglementation sur les heures d'ouverture.

Op de eerste en de derde vraag van mevrouw
Pieters heb ik reeds geantwoord. Op haar tweede
vraag, in verband met de kwaliteit van de arbeid
en het leven in het kleine bedrijf kan ik mededelen
dat ik het voorstel van de senatoren steunde
omdat het meer flexibiliteit biedt zonder evenwel
te vervallen in de 24 ureneconomie die de
arbeids- en levenskwaliteit inderdaad te sterk zou
aantasten.

Het voorstel houdt nog steeds een maximaal
aantal toegelaten openingsuren aan, namelijk
vijftien.

Bovendien wijs ik erop dat een minderheid van de
handelaars brood zal zien in latere openingsuren,
omdat hiervoor slechts een beperkt publiek te
vinden is. Het blijft een individuele keuze
naargelang de kansen die de ondernemer ziet en
naargelang zijn persoonlijke bereidheid om zich
CRIV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
soepel op te stellen. De feiten bewijzen dat de
kleine zelfstandige zich niet gedwongen zal voelen
om later open te blijven onder druk van de
concurrentie, want hoewel de grootdistributie
thans gebruikmaakt van het recht om tot 20 uur
open te blijven, sluiten de meeste kleine
handelszaken om 18 of 19 uur.

Voorts meen ik dat het voorstel tegemoetkomt
aan alle ondernemers om in te gaan op de
marktbehoeften, ook al zal slechts een minderheid
er effectief gebruik van maken. Dat is precies de
vrijheid waarover ook de zelfstandigen moeten
kunnen beschikken. De kleine winkelier mag de
mogelijkheid niet worden ontnomen om die kans
te benutten. Immers, de kleine winkelier, hij die
weinig of geen personeel heeft, is dankzij zijn
gekende flexibiliteit het best gewapend om dat gat
in de markt in te vullen. Immers, als de kosten-
batenanalyse negatief uitvalt, zullen de grote
distributiezaken wel tweemaal nadenken, omdat
de enorme exploitatie- en personeelskosten niet
opwegen tegen de potentiële omzet van een zeer
beperkt publiek dat op latere uren wil winkelen.

Tijdens de jaren zestig en zeventig slonk het
marktaandeel van de zelfstandige winkelier
zienderogen door de opkomst van de
grootwarenhuizen. In een context van flexibele
arbeidsuren die maken dat de consumenten op
andere uren kunnen winkelen en in een context
waarin steeds meer consumenten zich 24 uur op
24 kunnen bedienen - zij het dat zulks langzaam
op gang kwam via e-commerce of via
winkelautomaten - zouden wij het marktaandeel
van de zelfstandige winkelier een tweede slag
toebrengen mochten wij hem de kans niet bieden
naar zijn inzichten in te spelen op de wijzigende
marktbehoeften. Precies daarom ondersteunde ik
voornoemd standpunt.
02.04 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le ministre, je comprends que l'on veuille
répondre au besoin d'obtenir un horaire plus
variable et plus large que l'horaire existant. Mais la
législation actuelle permet déjà à tous les
magasins - les grandes surfaces le font d'ailleurs -
d'ouvrir jusqu'à 20 ou 21 heures. Comme vous le
dites, les magasins n'appliquent pas cet horaire
car les clients sont rares durant les heures
nocturnes. Seuls les magasins qui en retirent des
bénéfices suffisants restent ouverts plus tard.

Il conviendrait dès lors d'examiner avec les
commerçants et avec les villes comment utiliser
au maximum les horaires qui existent
actuellement. Si la libéralisation n'est pas
contrôlée et ne répond pas aux besoins pluriels de
tous les acteurs, elle provoquera une concurrence
déloyale. Il est vrai qu'un commerçant n'est pas
obligé d'ouvrir 15 heures d'affilée. Il peut prévoir
une pause en fermant par exemple son magasin
de midi à 16 heures ou rouvrir le soir. Ces
pratiques ont cours dans certains pays du sud
mais il est vrai que chez nous, ce n'est pas
l'habitude. L'on n'imagine pas que nos petits
commerçants puissent fonctionner de cette
manière. S'ils veulent couvrir des horaires plus
larges, ils devront soit sacrifier leur vie de famille
soit engager du personnel. Et l'on sait que la
plupart des petits magasins n'ont pas la possibilité
d'engager ce personnel supplémentaire.

Le fait de favoriser la grande distribution car elle
est susceptible d'avoir une clientèle plus
nombreuse le soir me pose problème à un
moment où l'on insiste sur la qualité des produits,
qu'ils soient alimentaires ou autres. Toute une
série de pressions sont exercées sur les grandes
surfaces, notamment via les réseaux de
distribution, pour que des produits de moins
bonne qualité, plus standardisés et peut-être aussi
moins chers soient vendus en plus grande
quantité dans ces magasins. Il y a là une
concurrence vis-à-vis des petits commerçants
alors que l'on a voulu favoriser ces derniers au
nom de la qualité de leurs produits. J'ai peur dès
lors que cette proposition n'aille à l'encontre d'une
série d'objectifs que l'on veut poursuivre pour la
défense à la fois des indépendants, des petits
commerçants et des produits de qualité.

Comme vous l'avez dit, je souhaiterais que l'on
procède à ces auditions avec les villes parce que
je pense qu'une politique plus dynamique pourrait
se développer - et non pas uniquement dans ce
domaine d'ailleurs - entre le pouvoir fédéral qui
établit les règles et les pouvoirs locaux qui les
appliquent, en n'utilisant pas suffisamment les
possibilités dont ils disposent.

Enfin, j'ajouterai que les commerçants ont aussi
une responsabilité les uns vis-à-vis des autres.
Dans la ville la plus proche de chez moi, tous les
magasins sont fermés entre midi et 14 heures, ce
qui est une aberration. A mon avis, ils devraient
s'organiser entre eux. Il faut donc les
responsabiliser et les pousser à être plus souples.
02.05 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik sluit mij bij de reactie van mevrouw
Gerkens aan. Het verheugt mij dat de minister
hearings wil organiseren om met andere collega's
te praten. Dit zal misschien een kentering in de
ideeën die momenteel nog leven teweegbrengen.
Anderen kunnen u er misschien van overtuigen
09/01/2001
CRIV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
dat dit niet de beste manier is om het probleem
inzake concurrentie, inzake de veiligheid van
steden, op te lossen. Men kan niet alles over
dezelfde kam scheren.

Vijftien uur vrijwilligheid; dat betekent dat een
voedingswinkel, die om acht uur 's morgens
opent, zonder onderbreking tot elf uur 's avonds
mag openblijven. Een winkel die later opent, om
negen of tien uur, kan tot één uur 's nachts
openblijven. Men kan zich inbeelden wat dit in het
stedelijk patroon kan teweegbrengen. Daarom is
het positief om enerzijds, hearings met de
betrokken organisaties te organiseren en
anderzijds, een onderhoud met de steden en
gemeenten terzake te hebben. Immers, niet
iedere stad of gemeente is dezelfde. De
kuststeden hebben een ander bestedingspatroon
dan centrumsteden of kleine gemeenten. U
spreekt over de mentaliteit van het zuiden. Dat is
een totaal ander gegeven. In het zuiden is men 's
morgens om acht uur reeds open, onderbreekt
men de middag met een siësta van drie tot vier
uur en is men 's avonds om acht uur opnieuw
gesloten. Men kan hier geen veralgemening
maken. Het gaat dus niet op om dit in een kader
van maximale vrijheid, maximale flexibiliteit te
plaatsen. Er zijn naast deze begrippen, die een
deloyale concurrentie zullen veroorzaken, nog
andere waarden in onze maatschappij die
belangrijk zijn. Ik zal daarover niet verder
uitweiden. Mevrouw Gerkens heeft dit standpunt
immers zeer goed verdedigd. Ik hoop dat de
hearings en andere collega's u tot andere ideeën
kunnen brengen.
02.06 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, ik was nog maar een maand minister
van KMO en Middenstand.

Des commerçants pakistanais d'Anvers m'ont
demandé d'élargir les heures d'ouverture de leurs
magasins de nuit.

Een week later heb ik uit dezelfde stad een
organisatie van andere winkeliers ontvangen die
dezelfde voordelen als de Pakistanen vroegen.

Momenteel is er complete verwarring over een
wetgeving met onvoorstelbaar veel
uitzonderingen. Het zou voor de administratieve
vereenvoudiging, waar we allemaal voor zijn, veel
beter zijn om een simpel kader te schetsen.

Je voudrais connaître les desiderata du secteur
car les avis sont partagés. Je veux entendre tout
le monde avant de tirer les conclusions
nécessaires. J'ai pris une position sur le contenu
mais je n'ai pris aucune initiative. J'attends les
débats et le vote au sein du Sénat.

Mevrouw Pieters, in naam van de zelfstandigen
pleit ik ervoor niet in hun plaats te denken. Dat is
een fundamentele fout. Wij moeten ons niet in hun
plaats stellen. Wij moeten het kader aanreiken en
hen de kans geven de mogelijkheden te benutten.

Ik ken minstens zoveel organisaties die voor zijn
als die tegen. Het zal een boeiend debat worden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de beloofde overheidssteun
aan de Vlaamse reders" (nr. 3004)
03 Question orale de M. Karel Van Hoorebeke
au ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "l'aide publique promise aux
armateurs flamands" (n° 3004)
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, op
3 januari 2001 hebben de Belgische reders, of
liever de Vlaamse reders, de havens van
Zeebrugge en Oostende tijdelijk geblokkeerd uit
protest tegen de situatie waarin zij thans verkeren.
Zij beweren dat de concurrentiepositie van de
Belgische visserijsector mede door de hoge
exploitatiekosten niet meer houdbaar is ten
overstaan van de buurlanden. Zij verwijzen
daaromtrent naar het statuut van zelfstandige.

Voorzitter: Muriel Gerkens.
Présidente: Muriel Gerkens.


Ik heb u daarjuist horen zeggen dat dit probleem u
na aan het hart ligt. De Franse en de Nederlandse
vissers zouden het statuut van zelfstandige
hebben, waardoor hun kosten gemiddeld 15%
lager liggen. Bovendien hebben zij van hun
overheid steun ontvangen voor de hoge
brandstofkosten. Daar komt nog bij dat de
Belgische visserijsector onlangs ook nog een
lager visquotum heeft opgelegd gekregen. Al die
omstandigheden in acht genomen, is de situatie
van de Vlaamse visserijsector thans zeer wankel
en worden faillissementen niet uitgesloten.

De rederscentrale tilt vooral zwaar aan het feit dat
aan onze reders overheidssteun zou zijn
toegezegd om de hoge brandstofkosten op te
vangen - dit is waarschijnlijk gebeurd in het kader
van de problematiek van de hoge brandstofprijzen
waarbij ook de vrachtwagenchauffeurs hebben
CRIV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
geprotesteerd - maar dat het tot op heden bij
beloften is gebleven. Ik wens u dus volgende
vragen te stellen.

Ten eerste, werden er aan de Belgische reders
inderdaad toezeggingen gedaan tot een financiële
tussenkomst omwille van de hoge
brandstofkosten? Ten tweede, zo ja, waarom is
die steun zoveel maanden later dan nog niet
uitgekeerd? Ten derde, welke maatregelen zult u
in het algemeen nemen om de precaire financiële
situatie van de reders te verhelpen en op korte tijd
faillissementen te voorkomen en uiteindelijk de
Vlaamse visserijsector te vrijwaren voor de
toekomst?
03.02 Minister Jaak Gabriels: Mevrouw de
voorzitter, op de vragen van de heer Van
Hoorebeke zou ik heel kort, maar even duidelijk
als zijn vraagstelling, willen antwoorden.

Ten eerste, er is inderdaad toegezegd om de
steunmaatregelen, die passen in het kader van de
Europese wetgeving, te onderzoeken. Een
rechtstreekse financiële steun voor de
brandstofkosten is in bovenvermeld kader
onwettig, dat weet u uiteraard ook. Samen met
minister Vera Dua van de Vlaamse
Gemeenschap, die bevoegd is voor de
economische ondersteuning van de visserijsector,
werd overeengekomen om overbruggings-
kredieten voor reders in moeilijkheden toe te
kennen. Deze maatregel kon worden genomen,
omdat die past in de richtlijn die de steun aan de
visserijsector regelt.

Ik heb besloten uitstel van betaling te verlenen
voor de persoonlijke sociale bijdrage van de
reders voor het derde en vierde kwartaal 2000. De
bijdrage voor het derde kwartaal 2000 kan uiterlijk
op 30 september 2001 worden betaald,voor het
vierde kwartaal 2000 uiterlijk 30 november 2001.
Dit uitstel wordt verleend zonder dat de normale
sancties van 3, 5 of 7% verhoging worden
toegepast. Ook heeft dit uitstel geen gevolgen
voor de sociale zekerheidsrechten van de
betrokken reders.

Ten tweede, kan ik u ook zeggen dat door de
banken die in het systeem van
overbruggingskredieten een belangrijke rol spelen,
reeds een aantal overbruggingskredieten werden
toegekend. Voorts wordt nog met minister
Vandenbroucke onderzocht om eventuele
verminderingen - dat is een fundamentele vraag
van de sector - in de lasten voor de reders
betreffende de rijksmaatschappelijke zekerheden
en in de bijdragen daartoe tot stand te brengen.
Vermits ook deze vermindering van de sociale
lasten als een steun voor de bedrijven wordt
beschouwd en die concurrentievervalsend zou
kunnen zijn, moet ook hier een toelating van de
Europese overheid worden bekomen.

Deze toelating werd door minister Vandenbroucke
enige weken geleden aangevraagd bij de
Europese Commissie.

Ten derde, moeten wij op dit ogenblik wachten op
de toezegging van Europa. Ik meen dat het geen
zin heeft steunmaatregelen toe te kennen die
achteraf door Europa worden afgewezen. Dan
zouden de reders die steun moeten terugbetalen.
Wij herinneren ons toch allen nog levendig de
Maribel-operatie? Reders in hoge nood kunnen
zich wel steeds wenden tot het Redersfonds. Dit is
een fonds dat specifiek werd opgericht om
rederijen met moeilijkheden te helpen overleven.
Er wordt geen steun toegekend maar de
kredietverlening gebeurt soepeler dan bij de
gewone bankprocedure.

Tot slot nog twee bemerkingen, collega Van
Hoorebeke. Ten eerste: wij moeten ons ervan
bewust zijn dat de reders zich beroepen op de
regeling die destijds met de baggeraars tot stand
gekomen is. Zij nemen die argumenten over. Op
een bepaald ogenblik heerste in Europa een crisis
in de scheepsbouw, de scheepswerven, de
scheepsherstellingen en de baggerscheepvaart.
Voor die vier sectoren heeft Europa een
specifieke regeling uitgewerkt. Ik heb reeds
gezegd dat er een logica zit in de redenering dat
ook de visserijsector bij die regeling zou horen. Er
is immers veel verloop van personeel van de
visserij naar de baggerscheepvaart omdat het
personeel daar betere voorwaarden krijgt. Tot nu
toe aanvaardt Europa echter niet dat andere dan
de vier genoemde sectoren in aanmerking zouden
komen voor een regeling. Dit moeten we goed
beseffen. Op dit ogenblik is dit niet het geval.

Ten tweede: bij ons is de specifieke situatie zo dat
de reders opdraaien voor de verhoogde kosten. In
andere landen, Nederland en Frankrijk
bijvoorbeeld, worden de personeelsleden van de
vloot mee geresponsabiliseerd. Zij draaien mee
op voor de verhoogde kosten omdat zij een soort
zelfstandigenstatuut hebben binnen de organisatie
voor de visserij. Bij ons is dat niet het geval.
Bijgevolg komt de vraag in België niet van het
personeel, maar van de reders. Dat wilde ik
uitdrukkelijk vermelden. Nogmaals, wij moeten
ons conform de Europese regeling opstellen. Wij
kunnen niet op eigen houtje een regeling gaan
goedkeuren.
09/01/2001
CRIV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
03.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mevrouw
de voorzitter, mijnheer de minister, uit dit antwoord
blijkt in elk geval dat de regering begaan is met de
problematiek van de visserijsector. Ik aanvaard
uw antwoord, mijnheer de minister, als u zegt dat
u geen tussenkomst kunt verlenen voor de hoge
brandstofkosten omdat dit een
concurrentievervalsende maatregel is die door
Europa niet zou worden aanvaard. Is het echter
niet zo dat Frankrijk en Nederland wel een
tussenkomst hebben verleend? Ik denk dat zij dit
inderdaad gedaan hebben. Moet u in dat geval
geen klacht indienen bij de Europese Commissie
omdat bepaalde Europese landen wel
concurrentievervalsende steun verlenen? Ik vind
dat wij consequent moeten handelen, mijnheer de
minister.
03.04 Minister Jaak Gabriels: Ik denk dat u gelijk
hebt, mijnheer Van Hoorebeke. Alle elementen die
de reders en de hele sector naar voren brengen
over de concurrentievervalsing gaan ons zeer ter
harte. Men is in de buurlanden echter zo subtiel bij
het nemen van bepaalde maatregelen, in
Nederland bijvoorbeeld, dat men ze nauwelijks
kan onderbrengen onder de noemer concurrentie-
vervalsing. De Franse maatregelen vallen daar
volgens mij wel onder. Ik wil eerst van de
Europese Commissie uitsluitsel krijgen over wat
wij concreet hebben gevraagd. Als wij onze
regeling kunnen doorvoeren, hebben wij hetzelfde
verkregen als wat Nederland in een andere vorm
heeft doorgevoerd. Bij hen liggen de zaken anders
omdat de verhouding tussen personeel en
eigenaar op basis van een zelfstandigenstatuut
wordt verrekend. Zij gebruiken een andere
inschaling, waardoor niet alleen de eigenaars
opdraaien voor zware kosten.

Nogmaals, deze toestand is ontstaan door de
hoge brandstofprijzen. Wij hebben intussen
opnieuw normale brandstofprijzen. Toen wij
onderhandelden, was dat over een 'vork'
waartussen de prijzen zich zouden moeten
verhouden. Wat de brandstofprijzen betreft, zitten
wij opnieuw binnen die vork. Het ging over een
zeer tijdelijke situatie. Ik vrees er dus voor dat
Europa niet positief zal antwoorden op ons
verzoek. Zodra Europa zijn antwoord gegeven
heeft, houden wij ons uiteraard het recht voor om
de maatregelen aan te vechten die andere landen
genomen hebben en die in onze ogen in Europese
context niet aanvaardbaar zijn.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 15.10 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.10 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 349
CRABV 50 COM 349
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
09-01-2001 09-01-2001
14:02 uur
14:02 heures
CRABV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan
de minister van Landbouw en Middenstand over
"de maatregelen genomen naar aanleiding van de
toestand op de veemarkten" (nr. 2986)
1
Question orale de M. Ferdy Willems au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur "les
mesures prises suite à la situation sur les
marchés à bestiaux" (n° 2986)
1
Sprekers: Ferdy Willems
Orateurs: Ferdy Willems
Samengevoegde mondelinge vragen van
4
Questions orales jointes de
4
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de liberalisering
van de sluitingsuren van winkels" (nr. 3003)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la libéralisation
des heures de fermeture des magasins" (n° 3003)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de openingsuren
van de winkels" (nr. 3038)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les heures
d'ouverture des magasins" (n° 3038)
Sprekers: , Trees Pieters, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: , Trees Pieters, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de beloofde overheidssteun
aan de Vlaamse reders" (nr. 3004)
8
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes
sur "l'aide publique promise aux armateurs
flamands" (n° 3004)
8
Sprekers: Karel Van Hoorebeke
Orateurs: Karel Van Hoorebeke
CRABV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
09
JANUARI
2001
14:02 uur
______
du
MARDI
09
JANVIER
2001
14:02 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.02 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.02 heures par M. Jos
Ansoms, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems
aan de minister van Landbouw en Middenstand
over "de maatregelen genomen naar aanleiding
van de toestand op de veemarkten" (nr. 2986)
01 Question orale de M. Ferdy Willems au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "les mesures prises suite à la
situation sur les marchés à bestiaux" (n° 2986)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Ik kom nog eens
terug op het dossier van de dierenmishandeling op
veemarkten.

Hoeveel dierenbeulen werden er ondertussen al
geïdentificeerd? Naar verluidt zouden er voor Ciney
zo'n 50 personen en voor Anderlecht zo'n 30
personen geïdentificeerd zijn. Kloppen deze cijfers?

Hoeveel processen-verbaal werden al opgesteld?
Wanneer wordt er concreet overgegaan tot het
opstellen van een PV?

Hoeveel personen werd de toegang tot de
veemarkten ontzegd? Klopt het dat het om 11
personen zou gaan? Ik vind 11 toegangsverboden
op zo'n 80 geïdentificeerden een mager resultaat.


Wat gebeurt er met de minderjarigen die zich op de
beelden aan dierenmishandeling te buiten gaan?

Werden alle videobeelden grondig bekeken? Het
zou om zo'n vijf uren film gaan.
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Je reviens à la
question des mauvais traitements infligés aux
animaux sur les marchés à bestiaux.

Combien de bourreaux ont été identifiés ? Il me
revient que 50 personnes auraient été identifiées
pour Ciney et 30 pour Anderlecht? Ces chiffres
sont-ils exacts ?

Combien de procès-verbaux ont été dressés ?
Quand décide-t-on concrètement de rédiger un
procès-verbal ?

Combien de personnes sont interdites d'entrée sur
les marchés à bestiaux ? Est-il exact que 11
personnes seraient concernées ? J'estime que 11
interdictions représentent un maigre résultat au
regard des 80 personnes identifiées.

Qu'en sera-t-il des mineurs d'âge que l'on a vu
maltraiter des animaux sur les images diffusées ?

Les images vidéo ont-elles été examinées en
détail? On disposerait d'images vidéos d'une durée
09/01/2001
CRABV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2

Werden er al gesprekken gevoerd met de
bevoegde ministers van de Gewesten?

GAIA merkt op dat de wantoestanden nog altijd
verder gaan.
de 5 heures.

Des entretiens avec les ministres régionaux
compétents ont-ils déjà eu lieu?

Selon, Gaia les abus se poursuivraient.
Opnieuw moeten we horen van
dierenmishandelingen. De veehouders proberen
zich te verweren door te vragen hoe GAIA een koe
op een vrachtwagen zou krijgen. Om de stress en
angst bij de dieren weg te nemen is een totale
herorganisatie van de veemarkten nodig. Vele
veehouders kunnen enkel maar slaan op een dier
en zijn niet waardig om met dieren om te gaan. Er
zijn nochtans voorbeelden van alternatieve
mogelijkheden om de dieren vooruit te helpen.
Blijkbaar kunnen enkel sancties een ommekeer tot
stand te brengen.

Ik heb niet de indruk dat de situatie fundamenteel
veranderd is. De plannen die door GAIA waren
gevraagd worden niet voorgelegd. Kunnen de
commissieleden de preventieplannen inzien? Hoe
staat het met de erkenning van al die veemarkten?
Zijn dergelijke markten echt onmisbaar? Ware het
niet beter geen markt voor levende dieren te
organiseren, maar wel van karkassen? Waarom
verkoopt men niet direct aan de slachthuizen?
Une fois de plus, nous entendons parler d'animaux
maltraités. Les éleveurs tentent de se défendre en
demandant comment Gaia s'y prendrait pour faire
monter une vache dans un camion. C'est pourquoi il
importe de réorganiser fondamentalement les
marchés aux bestiaux afin de supprimer le stress et
l'angoisse de ces animaux. De nombreux éleveurs
ne sont capables que de frapper les animaux et ne
sont pas dignes de s'en occuper. Il existe pourtant
des méthodes permettant d'aider les animaux.
Apparemment, seules des sanctions permettraient
d'inverser la situation.

Je n'ai pas l'impression que les choses aient
fondamentalement changé. Les plans demandés
par Gaia n'ont pas été présentés. Les membres de
la commission ont-ils accès aux plans de
prévention? Où en est l'agrément de tous ces
marchés à bestiaux? De tels marchés sont-ils
réellement indispensables ? Plutôt que d'organiser
des marchés pour animaux vivants, ne vaudrait-il
pas mieux ne vendre que des carcasses? Pourquoi
ne pas vendre directement aux abattoirs?
Ik had gehoopt de minister op 20 december van
vorig jaar te kunnen feliciteren. Dat is niet mogelijk
geweest. Er valt immers nog altijd geen
fundamentele verbetering in het dossier vast te
stellen. De minister beloofde grondig te zullen
ingrijpen, wanneer binnen enkele weken de situatie
nog altijd niet in goede zin is geëvolueerd. Ik ben
benieuwd!
J'avais espéré pouvoir féliciter le ministre le 20
décembre 1999. Cela n'a pas été possible. En effet,
on ne constate toujours pas d'amélioration
fondamentale dans ce dossier. Le ministre avait
promis d'intervenir énergiquement si la situation
n'évoluait pas favorablement dans les semaines
suivantes. Je me réjouis de voir ce qu'il va faire !
01.02 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): We
moeten er in deze kwestie over waken dat alleen de
waarheid en de feiten primeren en geen verzinsels.
Dierenmishandeling is misplaatst, maar fantasieën
in deze zijn dat ook. Ik aanvaard geen onterechte
beschuldigingen aan het adres van de inspecteurs-
dierenartsen. Er werden totnogtoe zeven personen
in Anderlecht en vijf in Ciney geïdentificeerd. De
opgemaakte PV's zijn overgemaakt aan het parket.
Ik weet niet in welke fase het gerechtelijk onderzoek
zich bevindt. Er zijn bij de geïdentificeerden geen
minderjarigen. De identificaties zijn gebaseerd op
een eerste videocassette van GAIA. Nadien werden
nog vijf video's met 2,5 uren beeldmateriaal door
GAIA ter beschikking gesteld van de BOB, en nog
eens drie video's overgemaakt aan het parket.
Zowel de Vlaamse als de Waalse minister van
Landbouw onderschrijven de beslissing van de
01.02 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais):
Dans cette matière, nous devons veiller à ce que
seuls la vérité et les faits priment, et non des
chimères.
La maltraitance des animaux est
incontestablement à proscrire, mais les fantasmes
dans ce domaine le sont tout autant. Je n'admettrai
aucune accusation non fondée contre les
inspecteurs-vétérinaires. A ce jour, sept personnes
ont été identifiées à Anderlecht et cinq à Ciney. Les
procès-verbaux dressés ont été communiqués au
parquet. J'ignore à quel stade en est l'instruction.
Aucun mineur d'âge ne se trouve parmi les
personnes identifiées. Les identifications auxquelles
il a été procédé l'ont été sur la base d'une première
cassette vidéo de Gaia. Cette association a ensuite
remis cinq autres cassettes, contenant un
reportage filmé de deux heures et demie à la BSR,
puis encore trois autres cassettes au parquet. Les
CRABV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
federale Ministerraad van 22 november 2000. Met
de nieuwe verdachtmakingen overdrijft GAIA. De
sector heeft wel degelijk het signaal begrepen. Ik
aanvaard niet dat de heer Vandenbosch de
inspecteurs-dierenartsen van Landbouw
herhaaldelijk beschuldigt van onbekwaamheid,
kwade trouw en andere. Negen veemarkten kregen
een definitieve erkenning. Twee kregen die niet
omdat het hoofd van de veterinaire diensten hun
dossier niet gunstig evalueerde.
ministres flamand et wallon de l'Agriculture
approuvent tous deux la décision du conseil des
ministres fédéral du 22 novembre 2000. Les
nouvelles suspicions de Gaia sont exagérées. Le
secteur a bien reçu le message que nous lui avons
transmis. Je n'admets pas les accusations répétées
d'incompétence, de mauvaise foi, et j'en passe, de
M. Vandenbosch à l'encontre des inspecteurs-
vétérinaires de l'Agriculture. Neuf marchés aux
bestiaux ont obtenu un agrément définitif. Deux
marchés ne l'ont pas obtenu parce que le chef des
services vétérinaires n'a pas rendu un avis positif
dans leur dossier.
Nadien werden hun dossiers aangevuld en heeft de
gemengde ambtelijke commissie wel een gunstig
advies gegeven. Ik heb de marktverantwoordelijken
en dierenartsen uitgelegd dat Landbouw vooral een
economische activiteit is, waarin de veemarkten
een onmisbare schakel zijn. Wel moeten de
veemarkten op diervriendelijke wijze gebeuren en
onder diergeneeskundig toezicht.



Ik baseer mij alleen op de feiten. Daarom vroeg ik
de veterinaire diensten mij wekelijks verslagen van
de veemarkten te bezorgen en mij op de hoogte te
houden van de werkzaamheden van de gemengde
ambtelijke commissie. Eind januari volgt een
nieuwe evaluatie van het dossier.
Par la suite, les dossiers ont été complétés et la
commission administrative a rendu un avis
favorable. J'ai expliqué aux responsables des
marchés ainsi qu'aux médecins vétérinaires que
l'agriculture est surtout une activité économique,
dont les marchés aux bestiaux constituent un
maillon indispensable. Les marchés aux bestiaux
doivent cependant respecter le bien-être des
animaux et être surveillés par des médecins
vétérinaires.

Je me fonde uniquement sur les faits. C'est
pourquoi j'ai demandé aux services vétérinaires de
me transmettre hebdomadairement des rapports
relatifs aux marchés aux bestiaux et de me tenir
informé des travaux de la commission
administrative mixte. Il sera procédé à une nouvelle
évaluation du dossier à la fin du mois de janvier.
Ik sta ook open voor de bespreking van werkelijke
alternatieven. Drie vierde van het vee dat op de
markten wordt verkocht gaat trouwens niet naar het
slachthuis maar wordt voor verdere teelt gebruikt.
De veemarkten zijn dus méér dan louter
leveranciers voor de slachthuizen. Precies daarom
is diervriendelijkheid en diergeneeskundig toezicht
onontbeerlijk.
Je suis également disposé à examiner d'autres
solutions qui pourraient s'avérer efficaces. Les trois
quarts du bétail vendu sur les marchés n'est
d'ailleurs pas destiné à l'abattoir mais à l'élevage.
Les marchés aux bestiaux ne sont donc pas de
simples lieux d'approvisionnement pour les
abattoirs. C'est précisément la raison pour laquelle
un contrôle vétérinaire est indispensable.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Waarom spreekt
de minister van "verzinsels"? Daar kan ik niet bij!

01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Pourquoi le
ministre parle-t-il de fables? Je ne comprends pas.
01.04 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): Een
koe met vervelde huid heeft niets te maken met
eventuele mishandeling, maar wel alles met
zonnebrand.
01.04 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais) :
Lorsqu'une vache a la peau pelée, ce n'est pas la
conséquence de mauvais traitements mais d'une
insolation.
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): De minister fixeert
zich op één - inderdaad betwistbare ­ aantijging,
maar er zijn tientallen anderen. De beelden zijn
overtuigend genoeg. Dat er slechts 12 personen op
zo'n 80 geïdentificeerden worden vervolgd, is toch
een lachertje!
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): Le ministre s'en
tient à une seule accusation qui est en effet
contestable. Mais il y a des dizaines d'autres faits.
Les images sont suffisamment convaincantes. Il
n'est pas du tout normal que 12 personnes
seulement sur les 80 qui ont été identifiées soient
poursuivies.
09/01/2001
CRABV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Waarom heeft GAIA geen inzage gekregen van de
preventieverslagen inzake de veemarkten? Krijgt
deze commissie wel inzage hiervan?

Pourquoi l'organisation Gaia n'a-t-elle pas pu
consulter les rapports de prévention pour les
marchés aux bestiaux? Notre commission pourra-t-
elle les consulter?
01.06 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands):
Bepaalde elementen zijn enkel bedoeld om tot een
beslissing te komen. Wij mogen ons niet laten
verleiden tot details. Samen met mijn collega van
Volksgezondheid willen wij tot een globale oplossing
komen.
01.06 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais) :
Certains éléments ne sont destinés qu' à permettre
de prendre une décision. Nous ne devons pas trop
nous attarder sur les détails. Je souhaite trouver
avec ma collègue de la Santé publique une solution
globale.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): De
parlementsleden moeten kunnen inzage hebben in
die voorstellen.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): Les parlementaires
doivent pouvoir prendre connaissance de ces
propositions.
01.08 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): Er is
een gemengde commissie die op basis van
unanimiteit adviezen voorlegt waarop wij onze
beslissingen baseren.
01.08 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais) :
Une commission mixte rendra des avis unanimes.
Nous nous fondons sur ces avis pour prendre nos
décisions.
01.09 Ferdy Willems (VU&ID): Ik wil die
beslissingen kunnen inzien.
01.09 Ferdy Willems (VU&ID): Je souhaite
pouvoir prendre connaissance de ces décisions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de
liberalisering van de sluitingsuren van winkels"
(nr. 3003)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de
openingsuren van de winkels" (nr. 3038)
02 Questions orales jointes de
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la libéralisation
des heures de fermeture des magasins" (n° 3003)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "les heures
d'ouverture des magasins" (n° 3038)
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): In uw
antwoord op een vraag van de heer Fournaux over
hetzelfde onderwerp zette u uw argumenten uiteen
voor het wetsvoorstel dat thans in de Senaat wordt
besproken : de zelfstandigen worden niet verplicht
mee te gaan met de verruiming van de
openingsuren, er is geen gevaar voor
concurrentievervalsing, de regeling is perfect
controleerbaar, de grootwarenhuizen zullen niet zo
snel geneigd zijn tot flexibiliteit als de kleine
zelfstandigen, de nieuwe regeling komt de veiligheid
in de steden ten goede, ze maakt een einde aan de
oneerlijke concurrentie van de nachtwinkels, en het
IMF heeft ons al op de vingers getikt wegens onze
dwingende reglementering met betrekking tot de
openingsuren.

Als de regeling niet in de kaart speelt van de
supermarkten en de verenigingen van handelaars
ertegen gekant zijn, ten gunste van wie moet de wet
dan gewijzigd worden ? In welk opzicht doen de
nachtwinkels de andere handelaars oneerlijke
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Votre
réponse à une question de M. Fournaux sur le
même sujet présentait vos arguments de soutien à
la proposition de loi discutée au Sénat : il n'y a
aucune obligation dans le chef des indépendants ; il
n'y a pas à avoir de crainte en matière de distorsion
de concurrence
; le système est parfaitement
contrôlable ; les grandes surfaces feront moins
facilement preuve de souplesse que les petits
indépendants ; le système est plus sécurisant pour
la vie en ville ; il met fin à la concurrence déloyale
des magasins de nuit et le FMI a épinglé notre
réglementation contraignante en matière d'heures
d'ouverture.



Ce système n'avantageant pas les grandes
surfaces et provoquant l'opposition des associations
de commerçants, au bénéfice de qui la loi devrait-
elle être changée ? En quoi et comment les
magasins de nuit font-ils une concurrence déloyale
CRABV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
concurrentie aan ? Waarom moeten zij weg, terwijl
de nachtwinkels net beantwoorden aan uw
doelstelling in verband met ruimere openingstijden ?
Ook al zijn ze nergens toe verplicht, is het evident
dat de handelaars hun openingsuren zullen moeten
aanpassen om te kunnen concurreren met de
supermarkten.

Zou men, om beter in te spelen op de behoeften
van de consument, er niet beter aan doen de
mogelijkheden die de huidige wetgeving biedt ten
volle te benutten en de gemeenten ertoe aan te
zetten met de handelaars afspraken te maken om
binnen de huidige, wettelijke openingstijden tot een
grotere spreiding te komen ?

Kan u met de heer Picqué, die bevoegd is voor het
Grootstedenbeleid, geen algemeen debat op gang
brengen over de veiligheid in de steden en meer
bepaald de veiligheid van de handelaars ? De
belangen van alle partijen moeten in overweging
genomen worden, niet alleen die van de FEDIS.
aux autres commerçants ? Pourquoi les supprimer,
alors qu'ils correspondent à votre objectif de
tranches horaires plus larges ?
Même sans obligation, il est évident que les
commerçants devront modifier leurs heures
d'ouverture pour rester concurrentiels face aux
grandes surfaces.

Pour mieux répondre aux besoins des
consommateurs, ne serait-il pas plus intéressant
d'exploiter les possibilités de la législation actuelle
et d'inciter les communes à organiser avec les
commerçants une couverture plus large de la
tranche actuelle ?


Ne pourriez-vous organiser une réflexion globale
sur la sécurisation des villes et la sécurité des
commerçants avec M. Picqué, qui a en charge la
Politique des grandes villes ? Tous les intérêts
doivent être pris en compte, et pas uniquement
ceux de la FEDIS.
02.02 Trees Pieters (CVP): De Senaat bespreekt
een wetsvoorstel dat ertoe strekt winkels voortaan
vijftien uur per dag open te houden. Minister
Gabriëls zou bij de bespreking van dit wetsvoorstel
de positieve aspecten van dit voorstel opvallend
beklemtoond hebben.

Welke voordelen biedt dit voorstel aan de
consumenten? Komt dergelijk voorstel niet vooral
ten goede aan het grootbedrijf, eerder dan van de
kleinhandel?

Wat zal de impact zijn van dit voorstel op de
kwaliteit van leven en werk in de kleinhandel?


Wat is de rol van de afzonderlijk gereglementeerde
nachtwinkels als argument bij de besprekingen van
dit voorstel?
02.02 Trees Pieters (CVP): Le Sénat examine une
proposition de loi autorisant les magasins à ouvrir
15 heures par jour. A cette occasion, le ministre
Gabriëls aurait souligné avec insistance les aspects
positifs de la proposition.


Quels avantages cette proposition comporte-t-elle
pour les consommateurs? Ne profite-t-elle pas
avant tout aux grandes entreprises, au détriment
des détaillants?

Quel impact cette proposition aura-t-elle sur la
qualité de vie et sur les conditions de travail dans le
commerce de détail?

Quel rôle joue dans le cadre de la discussion de
cette proposition l'argument tiré de la
réglementation particulière applicable aux magasins
de nuit?
02.03 Minister Jaak Gabriels (Frans) Bij de
bespreking van een wetsvoorstel terzake in de
Senaat, had ik de gelegenheid mijn visie te
verdedigen. In januari, vóór de stemming van het
wetsvoorstel in commissie, zal de sector worden
geraadpleegd.


Het kader van de mondelinge vraag liet u niet toe
alle vragen te stellen die terzake rijzen. Niettemin
lijkt het mij belangrijk dat ik u volledig inlicht over
alle argumenten waarmee terzake rekening moet
worden gehouden.
02.03 Jaak Gabriels , ministre (en français): On a
discuté d'une proposition de loi au Sénat et j'ai eu
l'occasion de défendre ma thèse à cette occasion.
En janvier, des consultations du secteur seront
organisées, avant le vote sur la proposition en
commission.

Le cadre d'une question orale ne vous a pas permis
de formuler toutes les questions qui se posent à ce
sujet. Il me semble cependant important de vous
fournir un exposé complet des arguments qui
s'imposent en la matière.

La proposition permet aux entrepreneurs de
09/01/2001
CRABV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Het wetsvoorstel stelt de ondernemers in staat aan
bepaalde noden van de markt tegemoet te komen.
Alleen een minderheid zal gebruik maken van de
mogelijkheid om 's avonds laat open te blijven,
aangezien er dan minder klanten zijn.

Het rendement van de late openingsuren zal kleiner
zijn voor de grote distributiebedrijven die minder
flexibel zijn.

Verscheidene verenigingen van handelaars namen
een gematigd positief standpunt in. De resultaten
van de enquêtes zijn niet eensluidend negatief.

Ik heb nooit verklaard dat de nachtwinkels moesten
verdwijnen. Alle problemen die voortvloeien uit de
reglementering die mijn voorganger terzake
instelde, zullen echter zijn opgelost vanaf het
ogenblik dat voor iedereen dezelfde regels gelden.
De nachtwinkels zullen in de algemene
reglementering kunnen worden opgenomen.
répondre à certains besoins du marché. Seule une
minorité profitera de la possibilité d'ouvrir tard le
soir, le public étant alors plus restreint.


Le rendement de l'ouverture tardive sera plus faible
pour une entreprise de grosse distribution, moins
flexible.

Plusieurs associations de commerçants ont pris une
position modérément positive ! Les enquêtes ne
sont pas unanimement négatives.

Je n'ai jamais affirmé que les magasins de nuit
doivent disparaître, mais tous les problèmes
résultant de la réglementation instaurée à leur sujet
par mon prédécesseur seront réglés par l'adoption
de règles égales pour tous. Les magasins de nuit
pourront être englobés dans le règlement général.
De feiten bewijzen dat de detailhandelaars zich niet
genoodzaakt voelen hun handelszaak langer open
te houden om met de grootwarenhuizen te kunnen
blijven concurreren. Terwijl een handelszaak tot 20
uur open mag blijven, sluiten de meeste zaken om
18 of 19 uur hun deuren.

Wat betreft de aanmoediging om gebruik te maken
van de huidige mogelijkheden inzake de
openingsuren, openen de handelaars hun zaak
enkel op uren waarop er voldoende verkoop is.
Waarom zou men hen ertoe verplichten hun zaak
tot 20 uur open te houden? Wel moet de wetgeving
worden versoepeld ten voordele van ondernemers
die mogelijk na 20 uur zaken kunnen doen, zonder
dat men daarom op een 24-ureneconomie moet
overschakelen.

De handelaars die hun zaak langer open houden,
zouden voor hun veiligheid vrezen. Het is bewezen
dat de handel de veiligheid in de stadscentra ten
goede komt. De persoonlijke veiligheid van de
handelaars moet door de politiediensten worden
verzekerd. Een en ander mag ons niet beletten
initiatieven te bevorderen die erop gericht zijn de
stadscentra s'avonds nieuw leven in te blazen.

Ik pleeg dienaangaande overleg met de heer Piqué,
minister van Economie, die terzake eveneens
bevoegd is.
Les faits prouvent que le commerce de détail ne se
sent pas contraint d'ouvrir plus longtemps pour
rester concurrentiel face aux grandes surfaces.
Alors qu'un magasin a le droit d'ouvrir jusqu'à 20
heures, la plupart ferment leurs portes à 18 ou 19
heures.

Quant à l'encouragement à exploiter les possibilités
d'ouverture actuelles, les commerçants n'ouvrent
leur magasin qu'aux heures pendant lesquelles la
vente est suffisante. Pourquoi les obliger à ouvrir
jusqu'à 20 heures ? Par contre, il faut assouplir la
législation pour les entrepreneurs qui ont des
opportunités de vente après 20 heures, sans passer
pour autant à une économie à 24 heures.



Les commerçants qui ouvrent plus longtemps
craindraient pour leur sécurité. Il a été prouvé que le
commerce favorise la sécurité du centre-ville, la
sécurité personnelle du commerçant devant être
assurée par les services policiers. Cela ne doit pas
nous empêcher d'encourager les initiatives pour
dynamiser, le soir, le centre des villes.


Je consulte à ce sujet mon collègue Charles Picqué
qui est également compétent en tant que ministre
de l'Économie.
(Nederlands) Ik heb het voorstel van de senatoren
gesteund omwille van de mogelijkheid tot flexibiliteit.
Er mag maximaal vijftien uren geopend worden, en
dit blijft een individuele keuze. Slechts een
minderheid van de winkeliers ziet brood in langere
(En néerlandais) J'ai soutenu la proposition du
Sénat parce qu'elle autorise une certaine flexibilité.
Le commerce peut être ouvert pendant un
maximum de 15 heures consécutives et le choix
demeure individuel. Les commerçants désireux
CRABV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
openingsuren. Wij willen de kleine winkeliers de
kans bieden om in te gaan op de behoeften van de
markt. De grootdistributie zal nooit massaal
overschakelen vanwege de zware kosten-
batenanalyse. In de jaren 1970 kregen de
zelfstandige winkeliers het zwaar te verduren door
de opgang van de grootwarenhuizen. Nu komen
daar nog de e-commerce en de winkelautomaten
bovenop. Wij moeten de zelfstandigen een nieuwe
kans geven.
d'ouvrir plus longtemps sont une minorité. Nous
voulons permettre aux petits commerçant de
répondre à la demande du marché. La grande
distribution n'optera jamais massivement pour une
prolongation des heures d'ouverture car l'analyse
coûts et avantages est négative. Au cours des
années 70, les commerçants indépendants ont
rencontré de grosses difficultés en raison de
l'expansion des grandes surfaces. A cela s'ajoute
maintenant la montée du commerce électronique et
du commerce automatisé. Nous devons offrir une
nouvelle chance aux commerçants.
02.04 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Op
grond van de huidige wetgeving mogen de winkels
nu al openblijven tot 20 of 21 uur. Enkel wie er winst
uit behaalt, zal de winkel later open houden.
Waarom niet maximaal gebruik maken van de
bestaande openingstijden ? Een liberalisering waar
niet alle actoren blij mee zijn, werkt
concurrentievervalsing in de hand. Met dit voorstel
worden kleine handelaars gedwongen hun
gezinsleven op te offeren of personeel in dienst te
nemen.

Bovendien worden de grote distributiebedrijven
bevoordeeld, terwijl de doelstelling is : de kwaliteit
van het product centraal stellen. Ik dacht dat het
precies de bedoeling was op de bres te staan voor
de kleine handelaars en op die manier
kwaliteitsproducten te promoten. De federale en de
lokale overheid, die de bestaande mogelijkheden
niet altijd ten volle benutten, moeten de handen in
elkaar slaan om een dynamisch beleid tot stand te
brengen.
02.04 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): La
législation actuelle permet déjà l'ouverture jusqu'à
20 ou 21 heures. Seuls ceux qui en retirent des
bénéfices suffisants ouvriront plus tard. Pourquoi ne
pas préférer l'utilisation maximale des grilles-
horaires existantes
? Une libéralisation qui ne
satisfait pas tous les acteurs conduira à des
distorsions de concurrence. Les petits
commerçants seront forcés, par cette proposition,
de sacrifier leur vie de famille ou d'engager du
personnel.

De plus, on favorise la grande distribution alors que
le but actuel est de favoriser la qualité du produit. Je
pensais que l'intention était, justement, de défendre
les petits commerçants et, par ce biais, les produits
de qualité. Une politique dynamique pourrait être
initialisée sur base d'une collaboration entre le
pouvoir fédéral et les pouvoirs locaux, qui n'utilisent
pas toujours toutes les possibilités existantes.
02.05 Trees Pieters (CVP): Ik sluit me volledig aan
bij de repliek van mevrouw Gerkens.

Het organiseren van hearings is een goed initiatief.
Hopelijk inspireren zij de minister om geen nefaste
beslissing te nemen. Dat minister Gabriëls contact
zal nemen met andere bevoegde ministers, is ook
een goede zaak.


Dat een winkel vijftien uren lang mag openblijven,
zal heel wat maatschappelijke consequenties
hebben. Een winkel die om 10 uur 's morgens
opengaat, mag openblijven tot 1 uur 's nachts! Denk
aan de gevolgen voor een gemiddeld stadscentrum.



Het verwijzen naar zuiderse voorbeelden is zinloos:
als men er, bijvoorbeeld in Spanje, de uren voor de
siësta aftrekt, komt men toch ook niet aan vijftien
openingsuren
02.05 Trees Pieters (CVP): Je partage
entièrement l'avis de Mme Gerkens.

L'organisation d'auditions constitue une initiative
intéressante. Espérons qu'elles incitent le ministre à
ne pas prendre de décisions néfastes. Il est
également positif que le ministre Gabriëls envisage
de prendre contact avec les autres ministres
compétents.

Le fait qu'un magasin puisse rester ouvert 15
heures par jour aura d'importantes conséquences
sur le plan social. Un magasin qui ouvre à 10
heures pourra rester ouvert jusqu'à une heure du
matin! Songez aux conséquences d'une telle
situation pour le centre d'une ville de taille moyenne.

Cela n'a pas de sens de se référer aux villes du
sud. En Espagne, par exemple, les magasins ne
restent jamais ouverts pendant 15 heures si on
décompte les heures consacrées à la sieste.
09/01/2001
CRABV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
02.06 Minister Jaak Gabriëls (Frans): Antwerpse
Pakistaanse organisaties zochten mij op met het
verzoek de openingsuren te verlengen.


(Nederlands)
Een week later vroeg een andere
delegatie Antwerpse winkeliers om dezelfde
voordelen te krijgen als de Pakistani.
Onze wetgeving is dus ingewikkeld en staat vol
uitzonderingen. We moeten daarom een duidelijker
kader scheppen.
02.06 Jaak Gabriëls , ministre (en français): Des
organisations pakistanaises anversoises m'ont
rencontré pour me demander d'élargir les heures
d'ouverture !

(En néerlandais) Une semaine plus tard, une autre
délégation de commerçants anversois a demandé à
pouvoir bénéficier des mêmes avantages que les
Pakistanais. Notre législation est complexe et
comporte de nombreuses exceptions. L'instauration
d'un cadre plus simple s'impose dès lors.
(Frans) Ik wil de hoorzittingen in de Senaat
afwachten om de verwachtingen van de sector te
kennen. Er is lange tijd beweerd dat de sector tegen
de wijzigingen gekant zou zijn. Na rondvraag blijkt
dat de verenigingen die de wijzigingen genegen zijn,
op zijn minst even talrijk zijn als de verenigingen die
zich ertegen verzetten.

(Nederlands) Wij moeten ons niet in de plaats
stellen van de middenstand. Wij moeten enkel een
kader scheppen.
(En français) Je veux attendre les auditions au
Sénat pour savoir ce qu'attend le secteur. On a
longtemps prétendu que celui-ci serait opposé.
Après information, il apparaîtrait qu'il y aurait au
moins autant d'associations favorables que
d'associations opposées à ces modifications.


(En néerlandais)
Nous ne devons pas nous
substituer aux classes moyennes. Nous devons
uniquement mettre en place un cadre légal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de beloofde overheidssteun
aan de Vlaamse reders" (nr. 3004)

03 Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "l'aide publique promise aux
armateurs flamands" (n° 3004)
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De
Belgische visserijsector heeft alsmaar meer moeite
met het handhaven van zijn concurrentiepositie ten
aanzien van de buurlanden. De Rederscentrale
heeft hierop onlangs gewezen.

Voorzitter: Muriel Gerkens.

Franse en Nederlandse vissers hebben een ander
statuut, waardoor hun kosten zo'n 15 procent lager
liggen. Tevens krijgen zij steun van hun overheid
om de hoge brandstofkosten op te vangen. Op de
koop toe krijgen de Belgische vissers een lager
visquotum.




Resultaat : er wordt gevreesd voor nogal wat
faillissementen in de Belgische visserij.

De Belgische regering heeft nochtans een tijd
geleden overheidssteun toegezegd om de hoge
brandstoffactuur op te vangen. Het is tot dusver bij
ijdele beloften gebleven.
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le secteur
belge de la pêche rencontre de plus en plus de
difficultés à sauvegarder sa compétitivité par
rapport aux pays voisins du nôtre. La centrale des
armateurs l'a fait savoir récemment.

Présidence: Muriel Gerkens

Le statut des pêcheurs français et néerlandais
diffère de celui de leurs collègues belges, de sorte
que leurs coûts sont inférieurs de quelque 15 %. En
outre, leur gouvernement les aide à faire face à la
hausse des prix des combustibles et des
carburants. De surcroît, les pêcheurs belges se
voient imposer un quota de pêche inférieur à celui
que doivent respecter leurs collègues français et
néerlandais.

Une avalanche de faillites est dès lors à craindre
dans le secteur de la pêche belge.

Voici quelque temps, le gouvernement belge avait
pourtant pris la décision de principe d'aider nos
armateurs à faire face à la flambée des prix des
produits pétroliers. Mais, jusqu'à ce jour, ces
CRABV 50
COM 349
09/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9


Waarom worden deze beloften niet
geconcretiseerd?

Welke andere steunmaatregelen voor de
noodlijdende visserijsector worden nog overwogen?
déclarations se sont révélées être des voeux pieux.

Pourquoi le gouvernement ne tient-il pas ses
engagements ?

Quelles autres mesures de soutien le
gouvernement envisage-t-il pour aider notre pêche
moribonde ?
03.02 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): De
sector kreeg de toezegging dat steunmaatregelen
die passen in het kader van de Europese
wetgeving, zouden worden onderzocht.
Rechtstreekse steun voor de verlaging van de
brandstofkosten zijn niet toegelaten. Ik ben met
Vlaams minister Dua overeengekomen
overbruggingskredieten voor reders in
moeilijkheden toe te kennen. Dit past in het geheel
van richtsnoeren die de steun aan de visserijsector
reguleert. Ik ben ook van plan uitstel van betaling te
verlenen voor de persoonlijke sociale bijdragen van
de reders voor het derde en vierde kwartaal van
2000. De bijdrage voor het derde kwartaal 2000
mag betaald worden tot uiterlijk 30 september 2001
en die voor het vierde kwartaal 2000 tot uiterlijk 30
november 2001. Het uitstel wordt verleend zonder
toepassing van de normale sancties en heeft geen
gevolgen voor de socialezekerheidsrechten van de
betrokken reders.
03.02 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais):
Le gouvernement s'est engagé vis-à-vis du secteur
à examiner la possibilité de prendre en sa faveur
des mesures de soutien s'inscrivant dans le cadre
de la législation européenne. Il ne lui est pas permis
d'accorder au secteur une aide directe destinée à
réduire ses coûts en combustible et carburant. Je
suis convenu avec la ministre flamande, Mme Dua,
d'octroyer des crédits de pont aux armateurs en
difficulté. Cette mesure s'inscrit dans le cadre des
lignes directrices de la politique régulant les aides
accordées au secteur de la pêche. Il entre par
ailleurs dans mes intentions d'accorder un sursis de
paiement aux armateurs pour leurs cotisations
sociales personnelles des troisième et quatrième
trimestres de 2000. Ils seront autorisés à payer
leurs cotisations pour le troisième trimestre 2000
jusqu'au 30 septembre 2001 au plus tard, et celles
du quatrième trimestre 2000 jusqu'au 30 novembre
2001 au plus tard. Ce sursis leur est accordé sans
application des sanctions normales et ne produira
aucun effet sur les droits des armateurs concernés
en matière de sécurité sociale.
De banken hebben reeds een aantal
overbruggingskredieten toegekend. Er wordt met de
minister van Sociale Zaken onderzocht of
vermindering van de RSZ-bijdragen voor de reders
mogelijk is. Dit kan echter als een
concurrentievervalsende steun aan bedrijven
worden geïnterpreteerd. Daarom werd de Europese
toelating gevraagd. Het heeft geen zin steun te
verlenen die achteraf afgewezen wordt en
terugbetaald moet worden zoals in het
Maribeldossier. Reders in hoge nood kunnen zich
tot het Redersfonds wenden. Dat kent geen steun
toe, maar soepele kredietverlening.


De reders beroepen zich op de Europese regeling
die met de baggeraars werd bereikt toen die zich in
volle crisis bevond. Europa aanvaardt echter geen
andere sectoren.


De personeelsleden van de visserij hebben een
soort zelfstandigenstatuut. Dat verklaart waarom
vooral de reders op steunmaatregelen aandringen.
Les banques ont déjà accordé plusieurs crédits de
soudure. Avec le ministre des Affaires sociales,
j'étudie la possibilité d'une réduction des cotisations
sociales pour les armateurs. Cette aide aux
entreprises pouvant cependant être considérée
comme une forme de concurrence déloyale,
l'autorisation de l'UE a été demandée. Il est inutile
d'accorder une aide si celle-ci doit être remboursée
ultérieurement, comme cela a été le cas dans le
dossier Maribel. Les armateurs qui éprouvent de
sérieuses difficultés peuvent s'adresser au Fonds
des armateurs. Celui-ci n'accorde pas une aide
directe mais propose des conditions de crédit plus
souples.

Les armateurs invoquent la réglementation
européenne instaurée pour les entreprises de
dragage lorsque ce secteur était en pleine crise.
L'Europe refuse cependant d'étendre ce régime à
d'autres secteurs.

Le statut des pêcheurs est similaire à celui des
indépendants. Il est dès lors logique que des
mesures d'aide soient surtout réclamées par les
armateurs.
09/01/2001
CRABV 50
COM 349
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
03.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Een
tussenkomst in de brandstofkosten zou wel eens
concurrentievervalsend kunnen zijn. Indien
Nederland en Frankrijk wel dergelijke maatregelen
nemen, zal dan klacht worden ingediend bij de
Europese Commissie?
03.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Une
intervention dans les frais de carburant pourrait être
considérée comme une forme de concurrence
déloyale. Si les Pays-Bas et la France prennent de
telles mesures, une plainte sera-t-elle déposée
auprès de la Commission européenne?
03.04 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): Dat is
juist, maar vaak zijn de maatregelen erg subtiel. In
Nederland en Frankrijk ligt de situatie anders omdat
de visserijpersoneelsleden een ander statuut
hebben dan bij ons. Hoe dan ook zullen we
Europese maatregelen aanvechten.
03.04 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais) :
Souvent les mesures prises sont très subtiles. Aux
Pays-Bas et en France la situation est différente,
puisque les personnes actives dans le secteur de la
pêche n'y ont pas le même statut que chez nous.
Nous contesterons en tout état de cause, des
mesures prises au niveau européen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.10 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.10 heures.

Document Outline