KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 339
CRIV 50 COM 339
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
19-12-2000 19-12-2000
12:00 uur
12:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde mondelinge vragen van
1
Questions orales jointes de
1
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een nieuw asielcentrum
voor 600 personen in Overijse" (nr. 2890)
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Économie sociale sur "l'ouverture d'un nouveau
centre d'accueil pour 600 demandeurs d'asile à
Overijse" (n° 2890)
- de heer Jean-Marc Delizée aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de beslissing van de ministerraad op 6
december 2000 betreffende de vestiging van
opvangcentra voor kandidaat-politieke
vluchtelingen in het land" (nr. 2904)
- M. Jean-Marc Delizée au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Économie sociale sur "la décision du conseil
des ministres du 6 décembre 2000 en vue de
l'implantation de centres d'accueil pour réfugiés
politiques dans le pays" (n° 2904)
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een nieuw asielcentrum in
Eeklo" (nr. 2919)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "l'ouverture
d'un nouveau centre d'accueil pour demandeurs
d'asile à Eeklo" (n° 2919)
- de heer Richard Fournaux aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
en aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"de vestiging van een open centrum van het Rode
Kruis voor kandidaat-politieke vluchtelingen op
het recreatiedomein "Les Dolimars" in Bohan-sur-
Semois" (nr. 2929)
- M. Richard Fournaux au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale et au ministre de l'Intérieur sur
"l'implantation d'un centre ouvert de candidats
réfugiés politiques de la Croix Rouge sur le
domaine touristique "Les Dolimars" à Bohan-sur-
Semois" (n° 2929)
-
de heer Koen Bultinck aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een asielcentrum te
Westende (Middelkerke)" (nr. 2956)
- M. Koen Bultinck au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "l'ouverture d'un centre
d'accueil pour demandeurs d'asile à Westende
(Middelkerke)" (n° 2956)
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de oprichting van een federaal asielcentrum
in het vakantiedomein Hengelhoef te Houthalen-
Helchteren" (nr. 2970)
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "la création d'un Centre
d'accueil fédéral pour demandeurs d'asile dans le
domaine de vacances Hengelhoef à Houthalen-
Helchteren" (n° 2970)
Sprekers: Guido Tastenhoye, Jean-Marc
Delizée, Koen Bultinck, Francis Van den
Eynde, Johan Vande Lanotte, vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie
Orateurs: Guido Tastenhoye, Jean-Marc
Delizée, Koen Bultinck, Francis Van den
Eynde, Johan Vande Lanotte, vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l' Économie sociale
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
bevoegdheden van de federale overheid inzake
de organisatie van de gezondheidszorg"
(nr. 2808)
11
Question orale de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
compétences des autorités fédérales en matière
d'organisation des soins de santé" (n° 2808)
11
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Samengevoegde mondelinge vragen van
12
Questions orales jointes de
12
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
erkenning van de klinische psychologie"
(nr. 2894)
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance de la biologie clinique" (n° 2894)
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
- mevrouw Joke Schauvliege aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de erkenning van de klinische
psychologen" (nr. 2944)
- Mme Joke Schauvliege à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance des psychologues cliniques"
(n° 2944)
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Joke
Schauvliege, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Joke
Schauvliege, Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van de
Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het verwerken van onder andere
beenderen in voedingsmiddelen" (nr. 2895)
15
Question orale de Mme Annemie Van de Casteele
à la ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'insertion d'os, etc... dans l'alimentation"
(n° 2895)
15
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Mondelinge vraag van de heer Richard Fournaux
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het statuut
van de zogenaamde 'niet-gekwalificeerde'
ziekenverzorgsters" (nr. 2943)
18
Question orale de M. Richard Fournaux à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
statut des aides-soignantes dites 'non qualifiées'"
(n° 2943)
18
Sprekers:
Richard Fournaux, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs:
Richard Fournaux, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van de
Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de salmonellabesmettingen"
(nr. 2951)
19
Question orale de Mme Annemie Van de Casteele
à la ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement et au
ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes
sur "les contaminations par des salmonelles"
(n° 2951)
19
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
19
DECEMBER
2000
12:00 uur
______
du
MARDI
19
DECEMBRE
2000
12:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 12.09 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 12.09 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de opening van een nieuw
asielcentrum voor 600 personen in Overijse"
(nr. 2890)
- de heer Jean-Marc Delizée aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de beslissing van de
ministerraad op 6 december 2000 betreffende
de vestiging van opvangcentra voor kandidaat-
politieke vluchtelingen in het land" (nr. 2904)
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de opening van een nieuw
asielcentrum in Eeklo" (nr. 2919)
- de heer Richard Fournaux aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie en aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de vestiging van een open centrum
van het Rode Kruis voor kandidaat-politieke
vluchtelingen op het recreatiedomein "Les
Dolimars" in Bohan-sur-Semois" (nr. 2929)
- de heer Koen Bultinck aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de opening van een
asielcentrum te Westende (Middelkerke)"
(nr. 2956)
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de oprichting van een federaal
asielcentrum in het vakantiedomein Hengelhoef
te Houthalen-Helchteren" (nr. 2970)
01 Questions orales jointes de
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Économie sociale sur "l'ouverture d'un
nouveau centre d'accueil pour 600 demandeurs
d'asile à Overijse" (n° 2890)
- M. Jean-Marc Delizée au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Économie sociale sur "la décision du
conseil des ministres du 6 décembre 2000 en
vue de l'implantation de centres d'accueil pour
réfugiés politiques dans le pays" (n° 2904)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "l'ouverture
d'un nouveau centre d'accueil pour
demandeurs d'asile à Eeklo" (n° 2919)
- M. Richard Fournaux au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale et au ministre de
l'Intérieur sur "l'implantation d'un centre ouvert
de candidats réfugiés politiques de la Croix
Rouge sur le domaine touristique "Les
Dolimars" à Bohan-sur-Semois" (n° 2929)
- M. Koen Bultinck au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale sur "l'ouverture d'un
centre d'accueil pour demandeurs d'asile à
Westende (Middelkerke)" (n° 2956)
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale sur "la création d'un
Centre d'accueil fédéral pour demandeurs
d'asile dans le domaine de vacances
Hengelhoef à Houthalen-Helchteren" (n° 2970)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie).
(La réponse sera fournie par le vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale).
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, wat we de laatste dagen hebben
meegemaakt, is zelden of nooit vertoond. Bijna
wekelijks vernemen we via de media
-
het
Parlement hoeft niet te worden ingelicht - dat her
en der in het land nieuwe asielcentra worden
geopend. Dit gebeurt zonder enige vorm van
overleg, boven de hoofden van alle betrokkenen
heen. Zo hebben we vorige week vernomen dat
de minister heeft beslist om in het Vlaams-
Brabantse Overijse een nieuw asielcentrum te
openen voor 600 asielzoekers. Noch het
gemeentebestuur, noch de bevolking was hiervan
voorafgaandelijk op de hoogte gesteld. Er rijzen
ook grote vragen over de keuze van het oude
sanatorium van Tombeek, een gehucht van
Overijse, als vestigingsplaats voor een
asielcentrum. Ik heb de site bezocht; het gebouw
is weliswaar geen ruïne, maar het scheelt niet
veel. Bijna alle sanitaire voorzieningen zijn
stukgeslagen of gestolen. De lavabo's en de
toiletten zijn uit de muren gerukt. Zelfs de vloer-
en de wandbekleding zijn verdwenen. Eigenlijk
staan alleen nog de muren recht. Het gaat wel om
een geklasseerd gebouw en ook de tuin die het
gebouw omringt is beschermd.
Dit gebouw opnieuw bewoonbaar maken voor 600
asielzoekers gaat geen tientallen, maar
honderden miljoenen vergen. Toen het nog een
sanatorium was bood het gebouw plaats aan
maximum 180 gasten. Om die reden heb ik de
volgende vragen voor de minister. Welke
elementen hebben geleid tot de keuze van het
oude sanatorium als vestigingsplaats voor een
asielcentrum? Op grond van welke criteria
gebeurde de selectie? Wie was bij deze selectie
betrokken? Heeft men nagegaan of de inplanting
van een asielcentrum op die plaats in
overeenstemming is met het gewestplan? Op
welke wijze zal de bevolking worden
geïnformeerd? Waarom werd niet
voorafgaandelijk met het gemeentebestuur
overlegd? Waarom wordt iedereen in Overijse
voor voldongen feiten geplaatst?
Het sanatorium verkeert in zeer slechte staat. Kan
de minister een overzicht geven van de toestand
waarin dit gebouw zich momenteel bevindt?
Welke verbouwingswerken moeten worden
gedaan en wie zal ze doen? Hoeveel zal dit
kosten? Zal in fases worden gewerkt? Wie zal
worden belast met het beheer van het tot
asielcentrum omgebouwde sanatorium? In welke
mate wordt de lokale overheid daarbij betrokken?
Tegen welke datum is de ingebruikname van het
nieuwe asielcentrum in Overijse gepland?
Aangezien het om een open centrum gaat, welke
maatregelen zullen worden genomen om de
veiligheid van de omwonenden te garanderen?
Welke asielzoekers zullen er worden
opgevangen? Hoeveel kinderen zullen er
ongeveer bij zijn? Waar zullen de kinderen die in
het asielcentrum zullen verblijven naar school
gaan? Werden met de omliggende scholen reeds
afspraken gemaakt zodat de lokale scholen-
gemeenschap niet zal worden overbelast?
01.02 Jean-Marc Delizée (PS): Madame la
présidente, monsieur le ministre, chers collègues,
lors de l'annonce de la décision du Conseil des
ministres du 6 décembre, j'avais en effet introduit
une demande de question orale aux fins de poser
à M. le ministre diverses questions générales.
D'emblée, je dirai personnellement être
parfaitement conscient de la situation à laquelle
notre pays doit faire face devant l'afflux de
réfugiés politiques. La Belgique doit assurer leur
accueil dans des conditions compatibles avec la
dignité humaine pendant le temps de l'examen de
leur dossier et d'une prise de décision quant à leur
statut.
Une question générale d'abord, destinée à poser
le problème: M. le ministre peut-il nous fournir
quelques éléments sur le nombre de ces
personnes et son évolution? Combien de
candidats refugiés politiques viennent-ils chez
nous par mois ou par an? Ces données nous
permettraient de poser le problème.
En ce qui concerne la décision du 6 décembre, le
ministre et le gouvernement doivent trouver des
solutions au problème; nous en sommes bien
conscients. Il est certain que, dans ce domaine, il
me paraît impossible d'organiser des
concertations avec tout le monde. Ainsi, je ne
proposerai pas de consultation populaire dans
chaque localité où un centre d'accueil doit être
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
implanté et je ne poserai pas de question sur le
plan de secteur. Le gouvernement doit trouver des
solutions.
Néanmoins, une chose m'a heurté: une
concertation minimale avec les autorités locales
aurait été nécessaire. Les bourgmestres qui ont
appris cette nouvelle par les médias en ont été
heurtés. Un minimum d'information aurait dû
circuler et leur parvenir. Pouvez-vous nous
expliquer ce qui aurait dû se passer et comment
devait se dérouler toute l'organisation?
Une réponse à ces questions semble
indispensable afin que les autorités sur le terrain,
qui auront à connaître cette situation et à la gérer
en coopération avec l'Etat fédéral, puissent agir
dans une situation d'information correcte.
Il conviendrait aussi de prendre un peu de recul
quant à la décision concernant les nouveaux
centres de la Croix-Rouge. Pour les centres
fédéraux existants et qui fonctionnent déjà, je ne
vois pas de réel problème à leur extension pour
l'accueil d'un nombre accru de candidats réfugiés.
En revanche, pour les centres de la Croix-Rouge,
on se rend compte que la décision, dans un
certain nombre de cas - au moins deux -, semble
avoir été mal préparée et précipitée. Je peux
comprendre que, dans l'urgence, on ait voulu
adresser un message à l'opinion publique et
annoncer l'ouverture de nouvelles places, mais
voilà qui a entraîné parfois certaines difficultés sur
le terrain.
Une autre considération d'ordre général consiste
dans le fait que, parmi les infrastructures citées
dans la décision, on relève des infrastructures
touristiques de tourisme social, ce qui entraîne de
notre part diverses remarques.
Mais j'avais encore quelques questions quant au
choix des futures implantations.
D'abord, j'aimerais savoir s'il existe une réflexion
préalable de la part de votre département et de
votre administration afin de déterminer le type de
bâtiments, les implantations et les localités qui
conviennent: disposez-vous d'une liste de critères
destinés à leur recherche? Ensuite, vu que c'est
ce qui s'est passé sur le terrain, est-il normal de
laisser le soin de cette recherche à des agences
immobilières dont la profession est de vendre?
Un bâtiment n'est pas l'autre et, à mon avis, il faut
s'attacher à une réflexion. En Belgique, je reste
persuadé qu'il existe des bâtiments inoccupés,
désaffectés ou sous-utilisés, peut-être mis en
vente, et pouvant convenir à l'organisation de
l'accueil de réfugiés dans de bonnes conditions,
moyennant quelques transformations ou
réhabilitations. Par contre, il me semble
problématique de parfois casser, dans les sites
annoncés, des institutions touristiques qui
fonctionnent et qui fonctionnent bien: il s'agit là
d'outils socio-économiques. Voilà qui peut induire,
d'une part, une destruction d'emplois dans
certains cas ou, d'autre part, la fragilisation d'une
sous-région reconvertie dans le domaine du
tourisme.
Je tenais donc à vous faire passer le message et
à obtenir votre avis: n'est-il pas préférable de
rechercher des bâtiments abandonnés plutôt que
de casser des outils en état de marche?
Parmi les sept nouveaux sites de la Croix-Rouge
annoncés, deux ont fait l'objet d'une décision de
non-vente, confirmée par les propriétaires.
Il s'agit en l'occurrence du domaine de
Massembre à Heer-sur-Meuse et du centre de
vacances des Ris-et-des Sarts à Cul-des-Sarts.
Le propriétaire a décidé de ne pas vendre, ce qui
amène aussi à penser que cette liste a peut-être
été adoptée sur la base d'informations
incomplètes de la Croix-Rouge. Les dossiers ont
été mal préparés puisqu'il n'y avait pas de volonté
ou d'accord de vente plus avancé. Nous sommes
donc face à certaines difficultés.
En ce qui concerne le centre des Dolimars à
Bohan, dans l'entité de Vresse-sur-Semois, j'ai lu
dans la presse que vos collaborateurs avaient
reçu une délégation de la commune de Vresse.
Cette commune a déjà accueilli des réfugiés sur
l'ancienne base militaire de Sugny, située à deux
kilomètres du centre de vacances des Dolimars.
Le message des autorités communales était le
suivant: pourquoi ne pas étendre la capacité
d'accueil sur ce site très vaste plutôt que de
convertir un centre de tourisme existant à deux
kilomètres de là? Monsieur le ministre, une
alternative vous est donc proposée. Savoir quel
est le nombre qui peut être accueilli là-bas est une
question à étudier mais je relaye la proposition de
la commune de Vresse qui n'est pas du tout
hostile au fait d'accueillir des réfugiés. Ils en ont
déjà 75 et cette capacité peut être portée à 125.
Elle pourrait être augmentée en accord avec les
autorités locales.
Ma conclusion est de vous inviter à rechercher
des alternatives et il en existe certainement dans
toutes les régions du pays. Ces alternatives
devront concerner des bâtiments ou des
infrastructures inoccupés, désaffectés ou
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
inexploités, sauf s'il y a une décision de vente d'un
propriétaire. Surtout, il conviendra d'annoncer les
dossiers lorsque les concertations indispensables
auront eu lieu, afin de ne pas créer de difficultés et
rendre possible la concrétisation de ces décisions.
01.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mevrouw
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wij
hebben via de pers vernomen dat niet Oostende,
maar Westende het genoegen zal hebben 750
asielzoekers te mogen verwelkomen in het
gewezen vakantiecentrum Zon en Zee. Ik vertel
niets nieuws wanneer ik zeg dat de plaatselijke
bevolking allesbehalve gelukkig is met de komst
van dit centrum. De televisiebeelden waarin de
luxueuze accommodatie werd getoond, hebben er
bovendien voor gezorgd dat de plaatselijke
hoteliers in Westende worden gecontacteerd door
kandidaat-politieke vluchtelingen uit Nederland.
Onder meer Oegandese asielzoekers hebben
inlichtingen gevraagd over dit luxehotel, dat
blijkbaar heel wat meer comfort biedt dan de
Nederlandse tentenkampen.
Waarom werd er precies voor dit vakantiecentrum
in het toeristische hart van Westende geopteerd
terwijl de legerbasis van Lombardsijde eveneens
beschikbaar is?
Waarom werd er zo laat contact opgenomen met
de burgemeester? De nieuw voorgedragen VLD-
burgemeester is officieel nog niet op de hoogte
van de toestand waarmee hij bij zijn aantreden zal
worden geconfronteerd. Hij heeft reeds verklaard
dat dit centrum in feite een vergiftigd geschenk is.
Blijkbaar zullen 70 van de 80 personeelsleden hun
werk behouden. Wat is de concrete inhoud van
het sociaal plan voor de werknemers?
Welke delen van het centrum werden
aangekocht? Welke delen zullen daadwerkelijk
door het centrum in gebruik worden genomen?
Wat is de prijs die de overheid voor dit centrum
heeft betaald?
Ten slotte heb ik nog enkele vragen over de
geplande taalstages in dit centrum. Een Kortrijkse
vereniging was er tot nu toe een van de
belangrijkste klanten. Zij organiseerde elk jaar
taalstages voor ruim 900 kinderen. Wordt er naar
een aanvaardbaar alternatief voor deze vereniging
gezocht?
Het vakantiecentrum van het ACW stond bekend
voor het sociaal toerisme. In welke oplossing zal
er worden voorzien voor de mensen die in dit
centrum een goedkope vakantie doorbrachten?
Met de komst van de asielzoekers wordt er
immers abrupt een einde gesteld aan deze vorm
van sociaal toerisme.
01.04 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, ik verontschuldig mij maar
het is vrij hectisch in dit huis vandaag.
Mijnheer de minister, het zal zeker niet de eerste
vraag zijn die u krijgt over de problematiek van de
asielcentra. Volgens mij zal het ook niet de laatste
vraag zijn. De politiek die terzake wordt gevoerd,
is vrij merkwaardig. U zult het mij niet kwalijk
nemen wanneer ik hier durf spreken van
paniekvoetbal. Men heeft een hele tijd zeer weinig
gedaan. Men heeft het een heel lange tijd gehad
over twee pijlers, namelijk de integratie en de
regularisering aan de ene kant en de uitwijzing
aan de andere kant. Op dit ogenblik zijn de
uitwijzingen tot nagenoeg niets gereduceerd en
ook de regularisering wordt "overruled" door de
golf waarmee we worden overspoeld. Hals over
kop moet u dan ook maatregelen treffen. Dit keer
teistert u heel het land met die centra.
Ik zou u vandaag een aantal vragen willen stellen
over Eeklo in Oost-Vlaanderen. Daarnaast zal ik
ook nog een aantal andere vragen stellen over
andere plaatsen in hetzelfde arrondissement. In
Eeklo werd men plots geconfronteerd met een
nieuw centrum naast het provinciaal domein Het
Leen. Men wil daar een honderdtal mensen
opvangen. Het is merkwaardig dat de federale
overheid in deze zaak zodanig snel te werk is
gegaan dat zij zelfs geen rekening houdt met de
decretale maatregelen die reeds werden getroffen
en de wetgeving van de Vlaamse regering
doodgewoon naast zich neerlegt. Dit alles om
politieke vluchtelingen op te vangen.
Vanzelfsprekend heeft de plaatselijke
burgemeester gezegd dat hij zich zal verzetten
tegen dit centrum. Bovendien worden die plaatsen
op een merkwaardige manier gekozen. In Limburg
gaat het om een centrum waar mensen met
vakantie gaan. Aan de kust is dit ook het geval. In
Eeklo ligt het centrum naast een prachtig
provinciaal domein. Men zorgt ervoor dat die
mensen in een mooi landschap worden
ontvangen.
Ik zie uw medewerkster zuchten, maar ik stel de
vragen nog altijd aan de minister.
Men zorgt er ook voor dat die mensen bijgevolg
sterk aangetrokken blijven tot dit land. Mijnheer de
minister, ik wil daaraan toevoegen dat het toch
merkwaardig is dat u op dit ogenblik beweert een
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
beleid te voeren dat de stroom moet tegenhouden.
Uw collega van Buitenlandse Zaken, de heer
Michel, daarentegen deelt aan de Belgen die naar
het buitenland reizen een brochure uit waarin zij
onder meer kunnen lezen dat zij hun land moeten
voorstellen als een land met open grenzen. Een
beetje contradictoir.
Misschien is dat een gevolg, enerzijds, van een
Franstalige liberale aanpak en, anderzijds, van
een West-Vlaamse socialistisch getinte aanpak.
Mijnheer de minister, is het mogelijk in Eeklo, na
de uitspraken van de Vlaamse regering aldaar
naast u te hebben neergelegd, opnieuw rekening
te houden met haar beslissingen terzake? Kunt u
op uw beslissing terugkomen?
Naar aanleiding van gegevens die ik vanmorgen
pas ontving wens ik u nog de volgende vraag te
stellen. Naar verluidt zou het de bedoeling zijn ook
in de Leopoldkazerne te Gent een dergelijk
centrum te installeren. Tot voor kort werden daar
tijdelijk vluchtelingen ontvangen, maar thans
worden maatregelen getroffen om in het gedeelte
waar betrokkenen toen verbleven, een centrum te
openen. Kan u deze informatie al dan niet
bevestigen?
01.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, u
kunt nog enkele asielcentra openen, want onze
fractie telt vijftien leden. We zijn hier vandaag met
drie. U kunt er nog een twaalftal openen en dan
kunnen wij hier met vijftien naast elkaar komen
zitten en u elk een vraag stellen over een nieuw
asielcentrum dat u hebt geopend.
01.06 Minister Johan Vande Lanotte: Ik neem
akte van uw toestemming om er nog twaalf te
openen!
01.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Als
het gesloten centra zijn, dan wil ik er wel over
praten. Het gaat hier echter over open centra.
Volkomen onverwacht, mijnheer de minister, hebt
u beslist om in het sociale vakantiedomein
Hengelhoef in Houthalen-Helchteren, dat
eigendom is van de Christelijke Mutualiteiten, een
asielcentrum voor 750 personen te openen.
Dit is zonder enig overleg met de lokale
overheden gebeurd. Ook hebt u niet gevraagd
naar de mening van buurtbewoners, die al
spontaan tegen dit centrum in opstand zijn
gekomen. Vorige zondag, mijnheer de minister,
toen de buurtbewoners een aantal grote
verkeersaders bezet hielden, is het zelfs tot zware
incidenten met de ordediensten gekomen.
Daarom heb ik een hele reeks vragen voor u.
Waarom werd er vooraf met niemand van het
gemeentebestuur overleg gepleegd? Hebben de
Christelijke Mutualiteiten zelf het gebouw aan de
regering te koop aangeboden of ging het initiatief
uit van de diensten van de minister? Worden de
gebouwen en de omliggende landerijen in hun
geheel door de regering gekocht? Zo ja, op welke
wijze verloopt deze verkoop dan? Hoe werd de
koopprijs vastgesteld en hoeveel bedraagt die?
Welke delen van het domein Hengelhoef zullen
uiteindelijk als asielcentrum in gebruik worden
genomen en welke niet? Wat gebeurt er met het
huidige personeel van Hengelhoef? Hoeveel van
hen zullen aldaar kunnen blijven werken en
hoeveel zullen hun baan verliezen? Hoeveel
nieuwe personeelsleden zullen in het nieuwe
asielcentrum worden aangenomen? Wanneer
wordt het centrum in gebruik genomen? Waar
moeten de vakantiegangers heen die normaal hun
vakantie in Hengelhoef doorbrengen? In welke
mate zal rekening worden gehouden met de
bezwaren van de buurtbewoners die hun protest
reeds duidelijk maakten, met zware incidenten
met de ordediensten tot gevolg? Waar zullen de
kinderen die in dit centrum worden ondergebracht
naar school gaan? Zijn er reeds afspraken met de
lokale scholengemeenschappen om deze
kinderen op te vangen?
01.08 Minister Johan Vande Lanotte: Mevrouw
de voorzitter, collega's, als ik over korte of lange
tijd geen minister van Maatschappelijke Integratie
meer ben, kan ik beginnen met het schrijven van
het Groot Belgisch Lexicon van de Ideale
Excuses, want die hoor ik hier voortdurend. Het
zijn vooral tegenstrijdige excuses. De heer Van
den Eynde heeft bezwaar tegen het feit dat er veel
bossen zijn in de omgeving van Eeklo, want dat is
een sterke aantrekkingsfactor. België is namelijk
het enige land met bossen. Al die mensen zullen
naar onze bossen komen kijken. De heer Bultinck
vindt dat het te luxueus is, al weten hij en de
mensen ter plaatse zeer goed dat noch het
zwembad noch de sauna tot het centrum behoren.
Jammer dat de media dat drie dagen beweerd
hebben ondanks het feit dat we ze hadden
ingelicht. Het zwembad en de sauna worden
gebruikt voor de camping en de mensen ter
plaatse. De plaatselijke sportverenigingen en de
mensen van Westende krijgen een betere
toegang dan voorheen.
Tegelijkertijd zegt de heer Tastenhoye dat het
gebouw in Overijse niet goed genoeg is en dat we
600 mensen in een gebouw willen onderbrengen
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
waar er voordien maar 180 huisden. Ze worden
dus slechter behandeld. Zo is er voor iedere
plaats - zelfs binnen de Vlaams-Blokfractie - een
excuus om ze niet in aanmerking te nemen. Dat
stel ik vast. Ofwel zijn we niet luxueus genoeg in
Overijse en volgen we de heer Tastenhoye, ofwel
doen we te veel in Eeklo en moeten we de bossen
rooien. Dan geven we de heer Van den Eynde
gelijk. Het is in ieder geval desastreus dat in die
omgeving - hoe durven we! - een provinciaal
domein is waar bovendien bomen staan.
Hoe worden mensen geselecteerd? Hoe worden
plaatsen geselecteerd? Dit zijn niet de eerste
centra. Vroeger hebben we leegstaande
gebouwen gebruikt. Ook nu geven we daar nog de
voorkeur aan. We moeten echter vaststellen dat
het aantal gebouwen dat leegstaat en bruikbaar is
niet overvloedig aanwezig is. Dus hebben we een
aantal gebouwen die wel nog in gebruik waren, in
aanmerking moeten nemen. Wij hebben zowat
iedereen verwittigd: de officiële diensten, de
gemeenschappen en de gewesten, maar ook de
Regie der Gebouwen, het leger. We hebben hun
voorstellen gevraagd. Vanuit de federale overheid
hebben we zelf actief gezocht. Voorts hebben we
voorstellen afgewacht. We hebben ook de sociale
organisaties verwittigd. De Christelijke
Mutualiteiten zijn met een voorstel tot verkoop van
twee van hun centra gekomen. Ze hebben een
voorstel gedaan, we hebben onderhandeld en de
koop gesloten. Het is een vaste regel dat we niets
over de prijs zeggen zolang het contract niet
verleden is. Nadien is dat zonder probleem
consulteerbaar. Ik kan u alleen zeggen dat de prijs
die we voor deze centra betaald hebben, lager is
dan hetgeen we per eenheid moeten betalen voor
nieuwe containerdorpen. Als we een
containerdorp bouwen - wat moet gebeuren - zal
dat duurder zijn dan de aankoop van deze centra.
Men moet stoppen met de mensen op de mouw te
spelden dat we fortuinen hebben uitgegeven. We
hebben dat volgens een logica gedaan, zodanig
dat de prijs beheerbaar is. Dat is ook de manier
waarop we selecteren. We selecteren een gebouw
op basis van de termijn waarop het beschikbaar is
en de kostprijs om het in orde te brengen. Dat
maakt dat het op een aantal plaatsen niet kan. Ik
weet dat u graag Home Fabiola aanhaalt. Home
Fabiola komt om die reden niet in aanmerking. Die
is daarom vier jaar geleden verlaten. Het werd te
duur. Nu moet het tehuis trouwens afgebroken
worden.
U zegt ook steeds dat ik het niet in mijn achtertuin
wil. Westende is mijn achtertuin. In Westende
hebben bij de vorige parlementsverkiezing tussen
25% en 30% van de kiezers voor mij gestemd. Als
u denkt dat ik de waarheid niet durf zeggen omdat
ze in mijn arrondissement wonen, hebt u het mis.
Ik wil dat iedereen hetzelfde verhaal brengt. Als
we willen stoppen met mensen geld te geven,
moeten we ze opvangen. Dan moet dat ook
gebeuren op plaatsen die niet iedereen
gemakkelijk en evident vindt. Ik begrijp dat de
mensen daar bang voor zijn.
Ik zal niemand verwijten dat hij tegen een
asielcentrum is. Ik zal hem wel verwijten dat hij na
een aantal maanden niet luistert, zoals hij ons
mag verwijten als wij niet luisteren naar hem om te
proberen dat te beheersen. Mijn positie daarin is
dat als men als minister nationaal bevoegd is, en
men een eerlijk voorstel krijgt dat financieel
interessant is, men dat ook moet aannemen. Dat
hebben wij hier gedaan. Zonder overdreven
kosten en voldoende snel hebben wij hier
beslissingen genomen zodat vanaf
10 januari 2001 effectief mensen kunnen worden
opgevangen zonder dat wij ze financieel moeten
betalen.
Mijnheer Tastenhoye, het is heel merkwaardig. U
hebt vanuit de Vlaams Blokfractie jarenlang
gereclameerd tegen dat betalen, maar vanaf het
ogenblik dat er iets gebeurt dat dit tegenhoudt, wilt
u de mensen wel duidelijk maken dat u er niets
mee te maken hebt, en dat u ook niet voor het
alternatief bent. Dat is toch niet erg verantwoord.
01.09 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Dat
is niet waar, mijnheer de minister.
01.10 Minister Johan Vande Lanotte: Mevrouw
de voorzitter, mijnheer Tastenhoye kan zijn
opmerkingen maken nadat ik ben uitgesproken.
Wat de ruimtelijke ordening betreft, moet de
Belgische Staat de decreten van Vlaanderen en
Wallonië respecteren, zoals iedereen overigens.
Het Vlaams Blok heeft in Wommelgem een eerste
procedure ingeleid. Zij hebben het pleit verloren.
Jammer voor hen. Zij horen dit niet graag. Zij
hadden gezegd dat ze het asielcentrum te
Wommelgem gingen stopzetten omdat wij heel
verkeerd bezig waren, namelijk op een
onwettelijke wijze. Zij hebben de zaak dus
verloren.
In Eeklo zullen wij, net als overal, de huidige
reglementering over de ruimtelijke ordening
respecteren. Het is niet omdat de burgemeester
zegt dat de huidige reglementering ons dit niet
toelaat dat het inderdaad zo zou zijn. Wij zijn een
federale regering die de wetten en de decreten zal
respecteren. Ook stedenbouwkundig zal de
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
regering dus doen wat ze moet doen. Wij denken
inderdaad dat een centrum in Eeklo mogelijk is.
Als de Raad van State of een andere bevoegde
instantie zegt dat het niet kan, en als wij ongelijk
blijken te hebben, is dat echter ook zo. Ik zie niet
goed in hoe we anders te werk zouden gaan.
In principe verwittigen wij op de dag van de
beslissing zelf 's ochtends de burgemeester ter
plaatse. Waarom niet eerder, zult u vragen?
Omdat er vaak eerder geen beslissing genomen
is. Bovendien gaat het hier om een federale
beslissing, niet om een gemeentelijke. Zonder
beslissing van de regering kan het overleg ook
niet worden opgestart. Het is de bedoeling dat de
bevolking liefst diezelfde dag wordt verwittigd. In
St.-Niklaas is dat bijvoorbeeld gebeurd vorige
vrijdag.
De heer De Crem achtte het blijkbaar nodig de
zaak openbaar te maken - op het moment dat hij
fractieleider moet worden - hoewel wij met het
ACW hadden afgesproken het personeel in een
speciale ondernemingsraad bijeen te roepen,
zodat zij als eersten zouden weten wat er te
gebeuren stond en hoe we de problemen zouden
proberen oplossen. Als men natuurlijk, omwille
van politieke spelletjes, vindt dat de zaak op een
andere manier bekendgemaakt moet worden,
moet men mij niet komen spreken over
communicatie. Dat de heer De Crem mij aanvalt is
normaal. Dat is politiek. Dat hij daarvoor echter de
ongerustheid van het personeel gebruikt en
misbruikt, en dat daardoor een overlegprocedure
doorkruist wordt die normaal gepland was voor
vrijdagmiddag om drie uur, dat is niet normaal. Dat
is onverantwoord. Ik heb hem dat gezegd, en ik
zal dat blijven zeggen. Binnen de CVP mag men
blijkbaar veel zeggen als de functie van
fractieleider ermee gemoeid is. Blijkbaar ook mag
de ACW-vleugel van de CVP daarentegen niet
veel meer zeggen. Ik noteer dit als een niet
onbelangrijk politiek feit.
Wij hebben de burgemeester van Middelkerke de
donderdag voor de beslissing verwittigd. Ook wat
Hengelhoef betreft, hebben wij die werkwijze
gevolgd. Wij wisten dat de zaak aan het uitlekken
was, dus hebben wij de burgemeester vooraf
verwittigd. Het probleem was dat de huidige
burgemeester zei dat hij het zich niet aantrok. Er
komt immers binnenkort een nieuwe
burgemeester. De huidige burgemeester zei: "Je
m'en fous." Zijn eigenlijke woorden waren zelfs
nog iets erger. Wat hij er in het Nederlands aan
toevoegde was dermate ongepast dat ik het liever
niet herhaal.
Gisteravond heb ik nog een contact gehad met de
nieuwe burgemeester van Middelkerke, die reeds
de eed heeft afgelegd, maar zijn functie nog niet
waarneemt. Hij heeft twee alternatieven
aangeboden - zo kom ik bij de vragen van de heer
Delizée. Die twee alternatieven lijken me echter
quasi onmogelijk. Neem bijvoorbeeld het
alternatief van Lombardsijde. Ik stel trouwens met
verbazing vast dat het Vlaams Blok dit voorstelt.
Het is een vaste politiek van het leger om alleen
verlaten legerbasissen ter beschikking te stellen.
Ik denk dat men dit kan begrijpen. Op een plaats
als Lombardsijde bevindt zich anders immers
langs de ene kant van de weg een legerbasis met
munitie en dergelijke, terwijl aan de andere kant
van het hek een asielcentrum zou komen. Het
eerste het beste incident zou dan worden
aangegrepen om ons te verwijten dat de inplanting
van dat centrum een stommiteit was. Wie plaatst
binnen een en hetzelfde legerkamp immers een
wapendepot, en daarnaast een centrum voor 600
mensen? Het leger zegt: het is het ene of het
andere: ofwel de legerbasis, ofwel het
asielcentrum. Dat is nogal evident. Daar hoeft
men geen groot genie voor te zijn.
Ik heb aan de burgemeester van Middelkerke
gezegd: "Als u vindt dat wij beter de legerbasis
opgeven waar nu 400 mensen werken, dan is dat
uw keuze. Ik ben daar echter niet voor". Ik ben
voor het behoud van de legerbasis te
Lombardsijde. Zelfs indien men de minister van
Defensie tegen beter weten in zou kunnen
overtuigen dat er tegelijkertijd een asielcentrum en
een legerbasis kunnen komen, weet men dat het
leger daar binnen enkele jaren zou wegtrekken.
Daar ben ik eigenlijk niet toe bereid. Ik heb
gezegd dat dit eigenlijk niet mijn optie was en zij
zouden zich daarover beraden. Dat is de reden
waarom ik dat daar niet wil, omdat men dan
tegelijkertijd zegt dat de legerbasis zal verdwijnen.
En Wallonie, je pense qu'il y a eu une difficulté en
ce qui concerne la communication par la Croix-
Rouge. Il était convenu que c'était la Croix-Rouge
qui avertirait le bourgmestre, et nous avons appris
à 4 heures de l'après-midi qu'elle ne l'avait pas
fait. On a essayé de rattraper les choses mais le
mal était fait. C'est dommage que cela se soit
produit. Je le déplore car je pense qu'il faut, en
effet, d'abord avertir le bourgmestre. Pour les
centres dont nous sommes responsables, nous
l'avons fait.
Deuxième élément, il est aussi vrai que la Croix-
Rouge nous a offert un nombre de places qui
concerne 1.000 unités d'accueil, mais il y en a
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
deux dont le propriétaire dit, vraisemblablement,
qu'il ne veut pas vendre. C'est un problème que
l'on doit gérer et cela veut dire que si le
propriétaire ne veut pas vendre, il ne vendra pas.
Je ne peux pas l'exproprier contre son gré. La
seule chose que l'on peut faire, c'est
réquisitionner mais uniquement pour des
bâtiments vides, ce qui n'est pas le cas ici. Quand
le propriétaire dit qu'il ne veut pas vendre, nous
allons chercher d'autres places en ce qui
concerne la Croix-Rouge.
Pour la commune de
Vresse, nous avons
accueillis ses représentants et ils nous ont
proposé des alternatives dans les communes
environnantes. Mais vous pouvez comprendre que
ce n'est pas cela que l'on demande. Ensuite, pour
Sugny, ils nous ont fait des propositions, mais
nous voulons quand même augmenter la capacité
de 250 places. Les alternatives, jusqu'à présent,
ne correspondent pas aux buts que l'on
recherche. Une concertation avec la commune
concernant le centre de Sugny, le nombre et la
durée peut être entamée, mais le but reste bien
d'atteindre la capacité voulue. Aussi bien nous
que la commune, sommes prêts à discuter.
Het is ondertussen bekendgemaakt dat, wat het
personeel betreft, we zowel voor Hengelhoef als
voor Zon en Zee een regeling hebben, waarvan ik
hoop dat we er de mensen inderdaad
werkzekerheid mee zouden kunnen geven. Op
een bepaald moment hebben we op televisie
gehoord dat er tachtig mensen zouden worden
ontslagen. Dat is niet waar. Ik hoorde de heer
Bultinck zeggen dat er zeventig mensen zouden
blijven en er tien werkloos zouden worden. Dat is
ook niet waar. In elk geval zullen we de komende
dagen heel hard werken om die mensen
daadwerkelijk werkzekerheid te bieden.
Nogmaals, had men het dossier op een politiek
correcte manier gespeeld, had men de minister
aangevallen op zijn beslissing, wat het goed recht
is van de oppositie, en had men ten minste
toegelaten om het personeel te verwittigen en op
een correcte wijze te praten dan zouden wij hier
op een andere manier bijeen gezeten hebben.
Evenmin zouden we de situatie hebben gehad
waarin het personeel vier, vijf dagen geloofd heeft
dat ze allemaal hun werk zouden verliezen.
Nogmaals, deze informatie is niet juist,
integendeel. In beide situaties zullen er extra
mensen worden aangeworven en zal het totale
volume aan werkgelegenheid gestegen zijn.
01.11 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik kan u helaas niet
bedanken voor uw antwoord want u hebt in zeer
algemene bewoordingen geantwoord. Op mijn
twaalftal zeer precieze vragen over het nieuwe
asielcentrum in Overijse hebt u niet geantwoord.
Mevrouw de voorzitter, vindt u het normaal dat wij
hier een aantal zeer precieze vragen stellen
waarop wij van de minister geen enkel antwoord
krijgen?
De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, ik meen dat
u de vragen aan de minister moet stellen. Ik kan u
niet antwoorden op de vragen die u aan de
minister hebt gesteld.
01.12 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, het enige wat de minister
weet te zeggen, is dat ik tegen Overijse zou zijn
omdat het geen luxueus gebouw is. Op die manier
verdraait hij mijn woorden. Op al mijn andere
vragen krijg ik geen enkel antwoord. Ik vind dit
grof!
Mijnheer de minister, u hebt vorige zondag in het
programma TerZake een loopje met de waarheid
genomen door te zeggen dat er vorig jaar 20.000
vreemdelingen zijn vertrokken. Dit is niet waar,
mijnheer de minister! Dit is een leugen. Ik heb
alles nagekeken. Ik heb het jaarverslag van het
Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en
de Staatlozen uitgeplozen. Ik heb de brief van
minister Duquesne aan onze fractie nog eens
doorgenomen. Dit is niet waar. Vorig jaar is een
tweeduizendtal illegalen vrijwillig teruggekeerd en
werd een duizendtal verplicht uit het land gezet.
Dit betekent 3.000 voor het hele jaar 1999. Dit is
toch wel wat anders dan de 20.000 die u beweert.
U maakt de burgers blaasjes wijs, mijnheer de
minister, om uw gebrek aan beleid te
camoufleren.
Wat Overijse betreft, zou ik erop willen wijzen dat
deze gemeente ongeveer 24.000 inwoners telt
waarvan nu reeds zowat 50% anderstalig is. De
bevolking van Overijse bestaat voor 30% uit
Franstaligen en voor 20% uit vreemdelingen die
meestal afkomstig zijn uit de Europese Unie. Dit
betekent dat 50% van de bevolking anderstalig is.
De scholen in Overijse en omgeving worden nu
reeds zwaar overbelast door anderstaligen die
voor de nodige pedagogische problemen zorgen.
U gaat daar nu nog eens 600 asielzoekers
bijvoegen waarvan 100 tot 150 kinderen. Als die
kinderen ook nog eens naar die scholen worden
gestuurd dan zorgt u voor enorme pedagogische
problemen. De bevolking zal u dit niet in dank
afnemen, dat kan ik u verzekeren.
Ik wil nog een onwaarheid rechtzetten die u hier
hebt verkondigd, mijnheer de minister. Het
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Vlaams Blok zou jarenlang hebben gepleit voor
het stopzetten van de financiële steun aan
asielzoekers. U vraagt zich af waarom wij
tegenstander zijn van uw plannen op dat gebied.
Wij zijn inderdaad voorstander van het verlenen
van materiële hulp aan asielzoekers mits er zeer
korte procedures worden ingevoerd en mits de
asielzoekers van in het begin tot op het einde van
deze procedures in gesloten centra verblijven.
Mijnheer de minister, de centra die u tot nu toe
hebt opgericht, zijn open centra. Ik wil dit toch
even beklemtonen.
01.13 Minister Johan Vande Lanotte: Ik heb nog
een vraagje. Hoe komt het dan dat u er tegen
betoogd hebt toen wij in Brugge een gesloten
centrum oprichtten?
01.14 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, de heer Van den Eynde zal
daar op antwoorden.
De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, kunt u uw
repliek afronden?
01.15 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, wat Overijse betreft, ben ik
klaar.
Ik heb nog een repliek op het antwoord met
betrekking tot Houthalen-Helchteren. Wat het
domein Hengelhoef in Houthalen-Helchteren
betreft, moet ik dezelfde opmerkingen maken als
daarnet. Op mijn zeer precieze vragen heeft de
minister nauwelijks geantwoord. Ik vind dit een
schande voor het Parlement.
01.16 Jean-Marc Delizée (PS): Madame la
présidente, M. Van den Eynde dit que je suis
enthousiaste. J'ai dit avant qu'il n'arrive à cette
réunion que j'étais en tout cas conscient du fait
que notre pays devait faire face à une réalité. J'ai
indiqué quelle était ma philosophie en la matière.
Cela ne veut pas dire qu'il ne faut pas casser les
filières. On constate en effet une exploitation de la
misère dans laquelle certaines personnes se
trouvent. On sait à quelles dérives notre pays et
d'autres pays européens ont dû faire face et à
quels drames on a abouti.
La réalité est là: des candidats réfugiés politiques
arrivent en nombre croissant dans notre pays.
J'estime qu'il faut organiser leur accueil dans
toutes les régions du pays. Pour ce qui concerne
mon arrondissement, à savoir Dinant-Philippeville,
il accueille 40% des réfugiés politiques en
Wallonie. Cela ne me pose aucun problème. Les
centres qui existent à Florennes, à Yvoir ou à
Hastière fonctionnent sans difficulté. Les
nouvelles propositions prévoient d'ailleurs aussi
un pourcentage de 40% pour l'arrondissement de
Dinant-Philippeville.
Deuxième remarque: j'ai parlé tout à l'heure
d'information et non de concertation. J'ai déploré
que les bourgmestres n'aient pas été informés.
J'ai pris acte de ce que le ministre déplorait
également ce fait et qu'il revenait à la Croix-Rouge
d'organiser cette information. Il y a parfois eu un
manque d'information interne entre un propriétaire
qui a eu des contacts et un directeur de centre.
C'est ainsi qu'un directeur d'un centre de tourisme
a appris par les médias que son centre allait être
vendu. C'est évidemment un problème
d'information interne.
Troisième remarque: vous confirmez que les
propriétaires de deux centres ont décidé de ne
pas vendre mais qu'il n'y a pas de réquisition
possible. L'article 74 de la loi-programme que
nous avons adoptée précise en effet qu'il ne peut
y avoir de réquisition que pour des bâtiments
abandonnés. Ce n'est pas le cas lorsqu'il s'agit de
centres qui fonctionnent bien.
En ce qui concerne les centres de tourisme, j'ai
fait une remarque générale. Si le fonctionnement
n'est pas bon et que la situation n'est pas saine
sur le plan financier, le propriétaire peut être
vendeur, mais de là à prospecter dans les centres
de tourisme, je pense que ce n'est pas une bonne
idée car on casse un outil économique. Il vaut
mieux faire des choix plus judicieux.
Quant à savoir si, dans le cas de la Croix-Rouge,
ce sont des agents immobiliers qui doivent se
charger de cette prospection, il me semble qu'il
s'agit là d'une question philosophique. A la limite,
ils vendraient l'Hôtel de ville de Bruxelles s'ils le
pouvaient. Il faut voir si les choix sont judicieux ou
pas.
En ce qui concerne Vresse et Sugny, vous nous
confirmez - je l'ai d'ailleurs lu dans la presse - qu'il
y a un souhait de dialogue avec la commune. Les
bases militaires sont en tout cas propriété de
l'Etat. On peut certainement y augmenter la
capacité pour les réfugiés.
Tels sont, madame la présidente, les éléments
que je voulais préciser.
01.17 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de minister, uw antwoord roept toch een paar
bedenkingen op.
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Wat de legerbasis van Lombardsijde betreft
spreekt het voor zich dat het Vlaams Blok zeker
niet voorstelt voor de geformuleerde oplossing te
opteren. Ik nam het voorstel van de nieuwe VLD-
burgemeester even over, maar bij mijn weten is
het nog steeds het recht van een parlementslid
om aan de minister te vragen waarom hij een
asielcentrum situeert in het toeristische hart van
een gemeente en waarom hij niet kiest voor een
legerbasis.
Per uitzondering kan het gebeuren dat een
Vlaams Blokker een VLD-voorstel overneemt om
na te gaan hoe de bevoegde minister die tot
dezelfde meerderheid behoort, daarop reageert.
Terecht heb ik aangeklaagd dat het nieuw
centrum Zon en Zee wel erg luxueus is voor de
opvang van kandidaat-asielzoekers en in schril
contrast staat met de leefsituatie waarin een
aantal gepensioneerde en andere Belgen moeten
leven. De renovatie van het domein heeft veel
geld gekost en het centrum is te luxueus om er
kandidaat-vluchtelingen in onder te brengen.
Mijnheer de minister, u verwijt ons dat wij vanuit
onze streek traditioneel uithalen naar het kleine
asielcentrum in Oostende. Welnu, deze
aangelegenheid mochten wij reeds eerder met
elkaar uitvechten, althans in woorden, ter
gelegenheid van het debat rond het centrum te
Wingene. U weet best dat mijn argument van bij
de aanvang was dat ik contacten had met Artsen
zonder Grenzen, die mij wel degelijk bevestigen
dat u tegenstander was van deze oplossing. In
feite wendt u deze argumenten opnieuw aan om
aan te tonen waarom er geen centrum in
Oostende mag zijn. U zegt dat de asielzoekers in
Oostende zicht hebben op de boten. Ik zie niet in
waarom uw vroeger standpunt zou verschillen van
uw huidig standpunt.
Ik stel ook vast dat het ministerie van
Maatschappelijke Integratie niet meteen meewerkt
om een oplossing te vinden voor de problemen
van taalstages en sociaal toerisme. Het is
nochtans een sociaal probleem.
Wat uw verwijt betreft ten aanzien van het CVP-lid
Pieter De Crem, lijkt het mij aangewezen zijn
uitspraken voor zijn rekening te laten. Als CVP-
parlementslid moet hij binnen zijn eigen CVP maar
met de CM en het ACW uitvechten wat hij mocht
zeggen en wat hij niet mag zeggen.
01.18 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, u
stelt vast dat men overal waar u asielcentra plant,
met andere argumenten komt aandraven om zich
daartegen te verzetten. Ik geef u graag toe dat dit
niet helemaal onwaar is. De reden daarvoor is niet
zozeer wat u altijd noemt "not in my backyard". De
reden daarvoor is doodgewoon: vol is vol. Dit land
telt evenveel asielzoekers als Frankrijk, maar is
veel kleiner en heeft een bevolking die zes keer
kleiner is. Ik denk dus dat wij op dat vlak reeds
lang onze plicht hebben gedaan en dat niemand
ons lessen moet leren. Als de heer Delizée van
mening is dat men in zijn arrondissement nog
meer kan doen, zijn wij steeds bereid om onze
asielzoekers naar dit mooie stuk van de
Maasstreek over te plaatsen. Dat is een eerste
vaststelling.
Ten tweede zegt u ons, mijnheer de minister, dat
u geen fortuinen uitgeeft voor die asielzoekers.
Wat een fortuin is zal dan al wel relatief zijn, maar
het kopen van een vakantiecentrum in Limburg en
een aan zee, dat krijgt men toch niet voor niets.
Wij hebben misschien verschillende appreciaties
over wat een fortuin is, u en ik, dat is mogelijk. Ik
zal de burgemeester van Eeklo ervan op de
hoogte brengen dat u van mening bent dat zijn
argumenten inzake ruimtelijke ordening
waardeloos zijn en dan zullen wij wel zien. Wat mij
het meest verbaast is dat u spreekt over de
bossen van Eeklo. Dat is een klein beetje
overdreven. U verwart met een tv-feuilleton over
de bossen van Vlaanderen. In Beernem zijn er
inderdaad bossen. Dat neem ik u nog niet kwalijk.
Het is een mooie streek, het is bij een provinciaal
domein. Ik bedoel maar dat het telkens zo mooi is
uitgekozen, niet meer of niet minder.
Een laatste zaak dan. U zegt ons dat het leger van
mening is dat een kazerne niet kan worden
verdeeld tussen politiek vluchtelingen en het leger
zelf. Dat kan zijn, daar twijfel ik niet aan. Ik stel wel
vast dat wij in de Leopoldskazerne in Gent, bij de
Medische Dienst, gedurende maanden een
centrum hebben gehad. Ik herhaal mijn vraag. Ik
hoor dat men in muren aan het voorzien is om die
kazerne te verdelen, om daar opnieuw dergelijk
centrum te openen. Ik vraag u gewoon of dit klopt
of niet.
01.19 Minister Johan Vande Lanotte: Men zegt
mij dat men aan het renoveren is, maar wij
hebben geen plannen om daar een centrum te
openen.
01.20 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Men is het aan het renoveren. Dat is zeer
merkwaardig, want het leger spreekt er al jaren
over het te verkopen.
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
01.21 Minister Johan Vande Lanotte: Wij zijn niet
van plan daar een centrum te openen.
01.22 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik noteer dat antwoord. Het leger was al jaren aan
het proberen het te verkopen en te sluiten, en nu
is men plots aan het renoveren. De wonderen zijn
de wereld niet uit! Ik noteer dat. Ik trek voorlopig
uw woorden terzake niet in twijfel, we zullen wel
zien.
Een laatste punt dan, want dat had ik daarstraks
beloofd. U stelt de vraag waarom het Vlaams Blok
in Brugge tegen een gesloten centrum betoogt,
terwijl het tegen open centra is. Wij hebben echter
ook altijd gesproken over een gesloten centrum
aan de grens en niet midden in een stad of aan de
rand van een centrum daarvan. Dit is niet nieuw
en dat weet u zeer goed. Dit is logisch. Gesloten
centrum of open centrum, dit past niet in een stad
zo lang wij spreken over mensen die hier voorlopig
zijn en die worden verondersteld om ooit
teruggestuurd te kunnen worden, want meer dan
veronderstellen doet u niet. Dat er heel weinig
wordt gedaan aan dat terugsturen, hoeft op dit
ogenblik geen betoog meer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Jo
Vandeurzen aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de bevoegdheden van de
federale overheid inzake de organisatie van de
gezondheidszorg" (nr. 2808)
02 Question orale de M. Jo Vandeurzen à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"les compétences des autorités fédérales en
matière d'organisation des soins de santé"
(n° 2808)
02.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, het is
vandaag een hectische dag voor ons allemaal. Tot
laat in de nacht arriveren er immers faxen met
aanpassingen van de agenda; er vindt een
plenaire vergadering plaats; de commissie voor de
Justitie moet nog een aantal zaken goedkeuren en
de commissie voor de Naturalisaties moet ook
nog bijeenkomen. Ik verneem pas dat minister
Vande Lanotte, in afwezigheid van collega De
Crem, beschuldigingen heeft geuit tegen onze
collega. Ik vind dit niet netjes. Collega De Crem is
verhinderd, hij vertoeft in het buitenland. Ik vind
het niet behoorlijk dat men zoiets doet in
afwezigheid van iemand.
De voorzitter: Mijnheer Vandeurzen, wilt u zich tot
de agenda beperken? Mevrouw Aelvoet is hier nu
en het is niet haar verantwoordelijkheid.
02.02 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik heb gezegd wat ik daarover te
zeggen had. Ik zal mij nu aan mijn vraag houden.
De voorzitter: De heer De Crem heeft zelf zijn
vraag ingediend en hij is daarvoor zelf
verantwoordelijk. Zijn vraag stond voor vandaag
aan de agenda. Daarvan was hij op de hoogte
gebracht.
02.03 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik heb daar geen probleem mee. Het is
alleen niet correct om in afwezigheid van iemand
een persoonlijke aanval in te zetten.
De voorzitter: Mijnheer Vandeurzen, u kunt uw
vraag tot de betrokken minister richten, maar niet
tot mij.
02.04 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik zal nu mijn vraag stellen.
02.05 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, ik vind niet dat hij de aanval op de
regering heeft ingezet.
02.06 Jo Vandeurzen (CVP): Ik ben van mening
dat, als men een discussie met iemand wil voeren,
men dat face to face doet en niet in afwezigheid
van die persoon.
Mijn vraag heeft betrekking op een aantal
koninklijke besluiten, wetsontwerpen en
wetsbepalingen die de laatste jaren in de
wetgeving rond de organisatie van de
gezondheidszorg zijn opgenomen. Ik stel mijn
vraag naar aanleiding van de vernietiging van een
koninklijk besluit van enige tijd geleden, dat met
name de financiering van de ziekenhuizen met
betrekking tot de invoering van een aantal
sectoriele akkoorden regelde, en die men nu via
de programmawet, artikel 53, tracht te herstellen.
Het valt mij op dat steeds meer initiatieven die in
deze sector worden genomen vanuit verschillende
zijden met juridische procedures worden bestookt,
aangevallen, bekritiseerd. Het is al een hele
bundel aan wetgevingen die door de Raad van
State, het Arbitragehof, en dies meer werden
aangevallen.
Mevrouw de minister, is het mogelijk om de
commissie een overzicht te geven van het aantal
wetten, koninklijke besluiten, ministeriële besluiten
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
en andere bepalingen, die in de laatste jaren voor
rechters werden betwist, zoals bijvoorbeeld de
besluiten inzake de MPG, de
ziekenhuisassociaties, de ligdagprijs of het niet
dringend medisch vervoer. Kunt u inzake deze
procedures onze juridische positie verduidelijken?
Zijn uit dit geheel van vernietigingen en
schorsingen een aantal conclusies te trekken met
betrekking tot de manier waarop de overheid in
deze sectoren nog regelgevend kan optreden?
02.07 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, de praktijk om tegen
koninklijke besluiten in beroep te gaan is de
laatste jaren enorm toegenomen. Toen ik vier
maand minister was, werd mij meegedeeld dat het
enige koninklijk besluit waartegen niemand protest
had aangetekend het koninklijk besluit was dat
voor iedereen alle mogelijkheden open liet om
alles te doen wat men wilde. Enerzijds wordt
beweerd dat de overheid regelgevend moet
kunnen optreden. Ze moet zaken programmeren,
kunnen afdwingen en in de hand houden. Dat is
juist. Anderzijds wordt het voeren van een beleid
sterk bemoeilijkt door de constante procedures.
De secretaris-generaal heeft mij een lijst
overhandigd van alle koninklijke besluiten
waartegen beroep is aangetekend. Ik vestig er
echter de aandacht op dat niet alle beroepen tot
een vernietiging leiden. Geregeld is er sprake van
een gedeeltelijke vernietiging waarbij andere
belangrijke zaken wel degelijk van kracht blijven.
Het Arbitragehof oordeelde in zijn arrest van 20
november 1997 dat "de federale overheid
bevoegd is om de medische en verpleegkundige
activiteiten te structuren en hierbij ook een
kwaliteitsevaluatie te voorzien". Een beroep van
de Vlaamse Gemeenschap tegen dit arrest werd
verworpen.
Het arrest van 31 oktober 2000 van het
Arbitragehof houdt een vernietiging van sommige
bepalingen in, terwijl andere gehandhaafd blijven.
Het verzoek tot vernietiging van artikel 70ter van
de wet op de ziekenhuizen, dat bepaalt dat de
ziekenhuizen over een ethisch comité moeten
beschikken, werd evenmin volledig vernietigd.
Alleen het onderdeel dat handelde over een
ondersteunende opdracht bij beslissingen over
individuele gevallen inzake ethiek werd vernietigd.
Het Arbitragehof heeft ondubbelzinnig bevestigd
dat de federale overheid een aantal normerende
bevoegdheden heeft. Ik verwijs in dit verband naar
mijn antwoord op vragen die mij in de commissie
voor de Volksgezondheid werden gesteld.
Voor het merendeel van de beroepen die in de
laatste vijf jaar bij de Raad van State werden
ingeleid is er tot op heden geen definitieve
uitspraak. Het is geenszins zo dat alle verzoeken
tot schorsing aanleiding geven tot een effectieve
schorsing of vernietiging op korte termijn.
Rekening houdend met deze elementen kan ik
dus niet besluiten dat wij niet langer regelgevend
kunnen optreden. We zien er wel op toe dat bij de
voorbereiding van elke regelgeving de door de wet
opgelegde procedures worden nageleefd. Dit is in
deze periode waarin ook in de grijze zone
duidelijke grenzen worden getrokken, belangrijker
dan ooit.
Ik wens geen exhaustieve lijst voor te lezen van
alle bestaande beroepen. Ik zal hem aan de heer
Vandeurzen of de commissie overhandigen.
02.08 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik dank de minister voor het antwoord
en voor het feit dat zij met haar administratie de
inspanning heeft gedaan om een exhaustieve lijst
op te stellen. Ik denk dat het inderdaad nuttig is
om eens vanuit een helikopter te zien wat er
gebeurt als de overheid tracht regelgevend op te
treden en op welke punten er steeds
moeilijkheden of risico's op betwisting ontstaan.
Ik zal hieruit geen conclusies trekken. Ik denk dat
wij het er allen over eens kunnen zijn dat bij een
kritische lezing van alle initiatieven, grote
zorgvuldigheid de absolute boodschap is. Dit
zullen wij zeker nog zien in concrete dossiers,
maar ik vrees dat onder meer het laatste arrest
van het Arbitragehof de zaken op juridisch vlak
niet eenvoudiger heeft gemaakt en opnieuw
aanleiding kan geven tot een aantal betwistingen
die dan te maken hebben met de
bevoegdheidsverdeling in ons land. Ik wens echter
toch de minister uitdrukkelijk te danken voor de
inspanning en het overzicht.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
erkenning van de klinische psychologie"
(nr. 2894)
- mevrouw Joke Schauvliege aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de erkenning van de klinische
psychologen" (nr. 2944)
03 Questions orales jointes de
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance de la biologie clinique"
(n° 2894)
- Mme Joke Schauvliege à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance des psychologues cliniques"
(n° 2944)
03.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister,
collega's, onlangs is er bij de orthopedagogen
onrust ontstaan omdat zij kennis hebben genomen
van het wetsontwerp dat u zou voorbereiden met
het oog op de regeling van de uitoefening van de
klinische psychologie. Die problematiek dateert
reeds van de tijd van uw voorganger. Wij weten
allemaal dat er in deze sector heel wat
onbevoegden zijn die op een onwettige manier
aan psychotherapie doen. Sommigen oefenen op
een onwettige manier de geneeskunde uit en
overtreden zo het koninklijk besluit nr. 78. Er werd
zelfs een zelfhulpgroep opgericht van mensen die
willen dat er een oplossing komt voor deze
problematiek.
Wij hebben dan ook absoluut geen problemen met
uw opzet om een regeling uit te werken. Wij
hebben van een Franstalige faculteit die onze
aandacht op deze problematiek wou vestigen één
van de ontwerpen toegestuurd gekregen. Wij
weten echter niet in welk stadium dit ontwerp zich
bevindt. Deze faculteit stelt dat er heel goed moet
worden nagedacht over de regeling van dit
probleem, want het raakt ook aan andere
opleidingen. Eens te meer moeten wij vaststellen
dat de opleiding in de beide landsgedeelten
verschillend is. In Vlaanderen bestaat er een
aparte opleiding orthopedagogie terwijl men in de
Franstalige gemeenschap een opleiding klinische
psychologie heeft waarvan de orthopedagogie
eigenlijk een onderdeel is.
Er zijn dan ook vragen en bedenkingen bij het
voorstel van wetswijziging dat u zou uitwerken.
Hierin wordt het terrein immers afgebakend en u
zou in een erkenning voorzien voor houders van
het diploma van psychologie, dus een erkenning
van de klinische psychologen, waarbij u een
aantal taken zou voorbehouden aan die
beroepsgroep. Het is in mijn ogen dan ook terecht
dat de orthopedagogen stellen dat zij eigenlijk op
hetzelfde terrein actief zijn. Zij doen ook deels aan
diagnose van de problemen, zij het dan in een
andere setting dan de klinische psychologen.
Daarom werd de vraag gesteld in welke oplossing
u voorziet.
De geciteerde zelfhulpgroep wil de klinische
psychologie erkend zien omdat men hoopt dat een
aantal prestaties van de klinische psychologen
ook zouden worden terugbetaald. Is de erkenning
die u in het vooruitzicht stelt ook een eerste stap
naar een eventuele terugbetaling van de
prestaties van klinische psychologen?
Hoe staat het met de objectiviteit ten opzichte van
de verschillende beroepsgroepen in deze sector?
Waarom kiest u er één beroepsgroep uit, met
name de klinische psychologen? Hebt u ook
contacten gehad met vertegenwoordigers van de
sector van de orthopedagogen? De vraag rijst of u
wel steeds objectief wordt voorgelicht door uw
kabinetsmedewerkers. We hebben immers
moeten vaststellen dat onder uw voorganger,
minister Colla, de heer Cools zelf een
rondschrijven had opgesteld om de erkenning van
de psychotherapeuten te bepleiten. Behandelt u
alle beroepsgroepen op een gelijke manier? Uw
voorganger had ook een werkgroep "erkenning
psychotherapeuten" opgestart met het oog op de
erkenning van de beroepstitel. Is die werkgroep
nog actief? Wat moeten wij daarvan verwachten?
Komt er naast de erkenning van klinisch
psycholoog ook nog een andere erkenning? Kan
men dit niet uitbreiden zodat men bijvoorbeeld één
beroepsgroep erkent waartoe zowel de opleiding
orthopedagogie als psychologie toegang biedt,
bijvoorbeeld mits een aantal weken of maanden
stage? Als dat niet kan, zou het dan niet goed zijn
om gelijktijdig in een erkenning te voorzien voor
de verschillende beroepsgroepen zodat de
terreinbezetting van de ene het terrein van de
andere niet in het gedrang brengt?
03.02 Joke Schauvliege (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik kan
mij aansluiten bij mevrouw Van de Casteele. Wij
juichen het toe dat u wilt dat de patiënt tegen
misbruik van bepaalde titels wordt beschermd. We
zijn dan ook blij dat er een wetsontwerp circuleert
inzake de bescherming van het beroep van
klinisch psycholoog. Wij hebben ook de
bezorgdheid van de orthopedagogen gehoord. We
hebben een hele reeks vragen daarrond.
Mevrouw de minister, wat is de precieze stand van
zaken in dit dossier? Wanneer zal het
wetsontwerp aan onze commissie worden
voorgelegd? Bent u op de hoogte van de vrees
van de orthopedagogen? Zij zijn bang dat zij zelf
geen diagnostische of orthopedagogische
handelingen meer zouden kunnen verrichten
omdat deze volgens het circulerende wetsontwerp
enkel nog door klinisch psychologen zouden
mogen worden uitgevoerd. Ik vraag me af of u
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
daarvan op de hoogte bent. Wat wilt u daaraan
doen? Hoe zult u ervoor zorgen dat
orthopedagogen hun job nog kunnen uitoefenen?
U heeft als minister altijd de intentie geuit om het
koninklijk besluit 78 van 10 november 1967 te
vereenvoudigen. Nu stellen wij vast dat u eigenlijk
het tegenovergestelde doet. U voegt een nieuwe
categorie van beroepsbeoefenaars aan dat
koninklijk besluit toe. Wij vragen ons af of u dat
ook voor andere disciplines zal doen. In dat geval
zal het koninklijk besluit 78 veel ingewikkelder
worden dan het voordien al was.
Mevrouw de minister, hoe staat u daar tegenover?
Hoe denkt u een globale regeling voor alle
paramedische beroepen uit te werken?
03.03 Minister Magda Aelvoet: Mevrouow de
voorzitter, collega's, de wereld is zeer groot, maar
de wereld is ook zeer klein. Men kan niet aan alles
tegelijk beginnen. Het is echter niet omdat men
aan iets begint, dat men de rest verwaarloost.
Men kan niet alles tegelijk doen. Er zijn al
verschillende contacten geweest met
orthopedagogen op mijn kabinet. We hebben
signalen gegeven dat ook deze beroepsgroep zal
worden aangepakt. Maar het aangebrachte
verhaal werd verder verteld en dus werd
aangenomen dat het waar is. Wat mij betreft is het
niet waar. Er wordt ook uitgekeken naar de
problematiek en de mogelijkheid van een goede
beroepsuitoefening voor de orthopedagogen.
Feit is - en daar hebben de twee vragenstellers
uitdrukkelijk naar verwezen - dat er sinds jaren
problemen zijn in verband met de therapeutische
psychologische behandeling. Als dat probleem al
jaren aansleept, lijkt het me niet onlogisch om
daar eerst mee te beginnen. Men onderschat wat
er allemaal komt kijken bij het bestuderen van de
inhoud, de samenhang en de organisatie. Dat
vraagt zeer veel werk. Daarom kunnen we niet
zeggen dat we alle beroepscategorieën
tegelijkertijd aanpakken.
Ik denk dat men moeilijk de positieve rol kan
ontkennen die de beoefenaars van klinische
psychologie spelen in samenwerking met de
medici. Om die reden is het dan ook gepast aan
dat beroep een wettelijk statuut te geven. Dat
houdt zowel de kwalificatievoorwaarden in - de
opleidingen zullen moeten worden vastgelegd -
waaraan moet worden voldaan om het beroep te
kunnen uitoefenen als het vastleggen van de
voorwaarden voor het uitoefenen van het beroep
zelf. Het gaat dan bijvoorbeeld om het respect
voor nog vast te leggen deontologische regels. Die
erkenning beoogt voor alles de bescherming van
de patiënt door de uitoefening van klinische
psychologie buiten de geneeskunde voor te
behouden aan deze beoefenaars die opgeleid zijn
conform de nationale en internationale vereisten.
Dat is wat ons in beweging gebracht heeft.
De terugbetaling is een volgende stap en die
behoort niet tot mijn bevoegdheid. Ik wil me daar
dan ook niet over uitspreken. Zij die thuis zijn in
deze wereld, weten dat er al sinds vele jaren
samenwerkingsvormen bestaan tussen bepaalde
psychologen en bepaalde medici waardoor
terugbetalingen op andere wijze geregeld worden,
maar dit even terzijde.
De orthopedagogen maken in hun discipline ook
gebruik van technieken die in de klinische
psychologie aangewend worden. Niemand van
mijn kabinet ontkent dat. Meestal worden die
technieken aangewend in een breder kader, meer
gericht op opvoedings- en leerprocessen dan op
klinische therapie. Er moet dus over gewaakt
worden dat de erkenning van de klinische
psychologen de orthopedagogen niet in een
moeilijke situatie brengt door hen het wettelijk
gebruik te ontzeggen van de technieken die zij
beheersen en nodig hebben voor de uitoefening
van hun beroep. Dit probleem krijgt mijn volle
aandacht en wordt op dit ogenblik bestudeerd. Er
zijn rechtstreekse contacten geweest met
vertegenwoordigers van organisaties van
orthopedagogen. Ik wens dit nog eens in het
publiek te zeggen.
De keuze van de beroepstitel klinisch psycholoog
lijkt ons het beste omdat hij nauw aansluit bij de
klinische oriëntatie en dit als differentiatie in de
opleiding in de psychologie die binnen de
gemeenschappen decretaal geregeld is. De titel
van psychotherapeut steunt niet op die decretaal
geregelde en eenduidige opleiding. De werkgroep
die hieromtrent door mijn voorganger werd
gestart, heeft ook in mijn opdracht verdergewerkt.
Ik ben niet iemand die werkgroepen die zinvol
bezig zijn, aan de kant schuift om er een nieuwe
op te richten.
Gezien de meerduidige inhoud die het begrip
psychotherapeut dekt of die men er aan wenst te
geven, dient dit probleem verder uitgeklaard te
worden. Het erkennen van een beroep brengt
effectief een zeer omvangrijke werklast met zich
mee. Dat is niet enkel omwille van de uitwerking
van de regelgeving, in overleg met de hele sector,
maar ook omwille van de daaropvolgende
uitvoering van die wetgeving.
Want na die werkzaamheden met betrekking tot
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
de wetgeving en de daaruit voortvloeiende
uitvoeringsbesluiten, moet op basis van die
regelgeving ook de individuele beoefenaar worden
erkend. Dat brengt een heel werkingsproces met
zich mee. Dit veronderstelt, naast de op te richten
organen zoals een erkenningscommissie, een
degelijke en omvangrijke administratieve
ondersteuning. Naar aanleiding van een andere
vraag zal ik straks een voorbeeld geven van wat
er misloopt als de administratie niet goed werkt.
De reglementering van een beroep en de
erkenning van de beoefenaar betekent voor de
samenleving ook een reële kost. Daarom geef ik
prioriteit aan de erkenning van
gezondheidsberoepen waarvan de essentiële
activiteit een diagnostisch en therapeutisch
karakter heeft in directe relatie met de
gezondheid.
Over de timing van de indiening van het betrokken
wetsontwerp wil ik mij op dit ogenblik nog niet
uitspreken, daar nog een aantal problemen dienen
te worden uitgeklaard. U hebt die problemen
overigens zelf aangekaart. Het is inderdaad zo dat
er nog andere medisch-sociale beroepen bestaan
die in mindere of meerdere mate op het begrip
gezondheid in de brede zin van het woord
betrekking hebben. De suggestie van mevrouw
Schauvliege om bijvoorbeeld voor deze
psychosociale beroepen in een
gemeenschappelijke basis te voorzien in
overeenstemming met het hoofdstuk over de
paramedische beroepen, is dan ook meer dan het
overwegen waard.
De wetswijziging zou naast de reeds geplande
officiële coördinatie van het koninklijk besluit -
waaraan wordt verdergewerkt - de leesbaarheid
ten goede moeten komen en bijdragen tot de
overzichtelijkheid van het koninklijk besluit.
Samengevat betekent dit dat wij de
orthopedagogen niet vergeten, maar dat wij nu
eenmaal niet alles tegelijkertijd kunnen doen. Wij
hebben contact met hen opgenomen. Dat contact
zal in stand worden gehouden en er zal een
regeling komen.
03.04 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik
heb uiteraard acte genomen van het feit dat u zegt
dat u de orthopedagogen niet vergeet. Ik hoop dat
men geen enkele van de mogelijks betrokken
beroepsgroepen vergeet. Dat kan immers een
cascade-effect hebben en een invloed hebben op
het beroep van maatschappelijk assistent en
andere beroepen in die sector.
Ik denk dat we inderdaad niet over één nacht ijs
moeten gaan. U zegt zelf dat het niet eenvoudig is
en ik ben het daarmee eens. Gelukkig hebben we
het over een wetsontwerp dat uiteraard in de
Kamer zal moeten worden gestemd. Ik denk dat
we op dat ogenblik van u duidelijkheid moeten
krijgen of er voor de andere groepen ook in
sluitende regelingen is voorzien vooraleer wij tot
de erkenning van één groep overgaan. Wij mogen
immers de belangen van de andere groepen niet
schaden.
De invoering van een gezondheidspsycholoog,
waartoe beide beroepsgroepen toegang zouden
hebben, is een mogelijke oplossing en die
suggestie werd dan ook uit bepaalde hoeken
gedaan. Ik meen evenwel uit uw antwoord te
begrijpen dat u vasthoudt aan een aparte
erkenning voor beide beroepsgroepen. Wij zullen
daar zeker later nog op terugkomen.
03.05 Joke Schauvliege (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ook in dank de minister voor haar
antwoord. Het verheugt mij dat u wel iets ziet in
een gemeenschappelijke basis voor alle
psychosociale beroepen. Het is natuurlijk zeer
mooi dat u zegt de orthopedagogen niet te
vergeten, maar ik weet dat er toch grote
ongerustheid heerst in die beroepsgroep. Dat wijst
mijns inziens op een communicatiestoornis tussen
uw kabinet en die beroepsgroep. Het is misschien
aan te raden hen voortaan beter te betrekken bij
een of ander wetsontwerp.
03.06 Minister Magda Aelvoet: Mocht er een
communicatieprobleem zijn, dan zou ik er geen
enkel probleem mee hebben om dat toe te geven.
Wij hebben hen echter wel degelijk ingelicht, maar
wat u niet mag onderschatten, mevrouw
Schauvliege, is dat men soms niet verdraagt dat
iets vlugger wordt geregeld dan iets anders. Dan
blijft daar ongerustheid over bestaan, om het
zacht uit te drukken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van mevrouw Annemie
Van de Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het verwerken van onder
andere beenderen in voedingsmiddelen"
(nr. 2895)
04 Question orale de Mme Annemie Van de
Casteele à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'insertion d'os, etc...
dans l'alimentation" (n° 2895)
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
04.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, collega's, we hebben al
verscheidene keren met de minister van
gedachten gewisseld over de gevolgen van de
BSE-problematiek. Bij de laatste interpellatie heb
ik de minister erop gewezen dat we dreigen
terecht te komen in een spiraal waarbij Europa
ons dwingt een aantal maatregelen tegenover de
veevoedersector te nemen, waardoor een
discrepantie dreigt te ontstaan met de menselijke
voeding.
Enkele dagen later verschijnen in de pers artikels
met titels als "Beendermeel in worst mag",
"Belgisch vee eet beter dan wijzelf", "Japan
verbiedt medicatie op basis van runderen". Het
verbaasde mij dat de minister en haar
administratie uit de lucht vielen toen hen om een
reactie omtrent de aanwezigheid van beendermeel
in worst werd gevraagd. Ze antwoordden dat ze
niet wisten dat dergelijke producten ook in
voedingsmiddelen zouden worden gebruikt.
Consumenten vragen zich steeds meer af wat ze
nu eigenlijk nog mogen eten. Ik vraag de minister
dan ook wat er nu allemaal van aan is van deze
berichten. Ik ga ervan uit dat ze reeds enig
speurwerk heeft verricht om erachter te komen
waar producten afkomstig uit slachtafval in de
menselijke voeding worden gebruikt en welke
producten al dan niet zijn toegelaten. Kan de
minister ook meedelen welke controles hierop
gebeuren zodat de veiligheid van de consument
maximaal wordt gegarandeerd? Aangezien er een
andere aanpak bestaat voor de dierlijke en de
menselijke voeding ga ik ervan uit dat er
waterdichte garanties bestaan dat deze circuits
volledig gescheiden worden. Is dit werkelijk zo?
Heeft de minister of haar administratie reeds
nagegaan hoe groot het risico is op de verwerking
van bijproducten en afval van de dierlijke voeding
in de productie van menselijk voedsel? Op welke
wijze zal de minister ook op dat vlak de
voedselveiligheid garanderen?
04.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, de eerste vraag over de
slachting van dieren voor beenhouwerijen heeft
betrekking op de productie van vleeswaren die
geschikt worden geacht voor menselijke
consumptie. Hierbij wordt een onderscheid
gemaakt tussen karkassen, slachtafval en
ingewanden. In het slachtafval zelf wordt een
onderscheid gemaakt tussen bloed, hoofd, staart,
uier enzovoort. Ook voor de ingewanden bestaan
er subcategorieën. Elk onderdeel krijgt naargelang
de aard een andere bestemming. Die kan variëren
van directe consumptie zonder bewerking, zoals
voor spiervlees, tot verschillende technische
veranderingen voor de bereiding of fabricatie van
voedingsmiddelen die karkassen, slachtafval of
ingewanden bevatten of afgeleiden daarvan. De
resultaten van die bereiding of fabricatie zijn de
nevenproducten zoals de beenderen die na het
versnijden van het vlees overblijven. Al gaat het
niet langer om vlees in de gangbare betekenis van
het woord, deze producten blijven onrechtstreeks
wel nog geschikt voor menselijke consumptie.
Deze nevenproducten dienen, geheel legaal en
volgens de normale gang van zaken, voor de
fabricatie van de verschillende industriële of
artisanale producten waarvan het grootste deel
voor de menselijke consumptie is bestemd. Het
gaat om verscheidene voedingsmiddelen,
specerijen, gelatine, geneesmiddelen, cosmetica,
beendermeel, huisdiervoeder en andere
industriële producten.
Bepaalde producten zijn verboden op basis van
een beschikking van de Europese Commissie van
29 juni 2000.
Daarin zaten heel wat voorschriften in verband
met het verbruik van materiaal, waarvan men
dacht dat het risico's inhield inzake BSE. De
beschikking 494/474 van de Europese Unie
omschrijft de betrokken producten. Het gaat om
de schedel met inbegrip van de hersenen en de
ogen, de tonsillen, het ruggenmerg en de
kronkeldarm van de runderen van meer dan twaalf
maanden; de schedel met inbegrip van de
hersenen en de ogen, de tonsillen en het
ruggenmerg van schapen en geiten van meer dan
twaalf maanden of waarvan een van de blijvende
snijtanden door het tandvlees is gebroken; en de
milt van schapen en geiten, ongeacht de leeftijd.
De vernietiging van deze stoffen is
gereglementeerd en laat twee methoden toe:
verbranden of begraven.
Andere producten die toegelaten zijn, zijn
producten die rechtstreeks of onrechtstreeks van
het geslachte dier afkomstig zijn en die geschikt
werden verklaard voor menselijke consumptie na
een diergeneeskundig onderzoek waarvoor een
aparte keten wordt gevolgd, conform de wetgeving
inzake vleeswaren. Dit betekent dat in bepaalde
gevallen afgeleide producten toegelaten zijn. De
beenderen die afkomstig zijn van het uitbenen van
karkassen, voldoen aan deze voorwaarde indien
de manipulatie, de stockage en het transport in
overeenstemming is met de wetgeving op de
voedingsmiddelen. De beenderen worden niet per
definitie als risicomateriaal beschouwd.
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Zijn wel verboden: alle producten die niet voldoen
of die niet hebben voldaan aan de technologische
voorwaarden die gelden voor de waren bestemd
voor menselijke consumptie.
De derde vraag heeft betrekking op de controle op
de bedrijven die nevenproducten invoeren,
opslagen en behandelen. Deze controle wordt
uitgevoerd door het IVK wanneer het gaat om de
slachthuizen of de versnijdateliers of ateliers voor
de fabricatie van vleeswaren, viswaren of
producten die daarvan worden afgeleid. De
Algemene Eetwareninspectie staat in voor de
controle op de andere bedrijfscategorieën,
namelijk voedingsmiddelen, specerijen, gelatine
en cosmetica. De farmaceutische inspectie
controleert de bedrijven die geneesmiddelen
maken. Alle controles zijn erop gericht na te gaan
of er wordt gewerkt conform de installerings- en
exploitatievoorwaarden. Ook controleert men of ze
functioneren volgens de vigerende reglementaire
bepalingen voor betreffende nevenproducten.
Deze reglementeringen zijn uiterst gedetailleerd.
Dit verklaart wellicht waarom het moeilijk is
onmiddellijk een antwoord te geven op een
precieze vraag.
Op de vraag sinds wanneer nevenproducten die
bestemd zijn voor de bereiding of de fabricatie van
producten ook gevolgen zouden kunnen hebben
voor de menselijke gezondheid, kan ik
antwoorden dat er een volledig gescheiden circuit
wordt opgelegd door de specifieke regelgeving
van de keten. Elke inbreuk op de voorschriften
heeft voor gevolg dat de betreffende producten
niet meer kunnen worden gebruikt voor
bereidingen of voor producten voor menselijk
gebruik.
Het wetenschappelijk veterinair comité en de
wetenschappelijke stuurgroep van de Europese
Unie voeren risico-evaluaties uit inzake BSE. De
risico's worden ingeschat op basis van het risico
dat het materiaal de overdraagbare spongiforme
encefalopatieën kan bevatten. Dit materiaal moet
systematisch worden verwijderd en vernietigd.
De meeste Nederlandstalige leden hebben vorige
zaterdag in De Standaard wellicht het uitvoerige
commentaar gelezen in het artikel met de titel "De
remedie is erger dan de kwaal" van dr.
Vanopdenbosch, onze beste expert ter zake. Als
men dit artikel leest, begrijpt men waarom ik mij
met het oog op de volksgezondheid vragen heb
gesteld bij het onmiddellijk invoeren van sommige
maatregelen. Deze terughoudendheid heeft niets
te maken met eventuele beïnvloeding door
economische actoren.
De controle wordt op precies dezelfde manier
uitgevoerd als bij andere producten, die voor direct
menselijke consumptie zijn bestemd, namelijk via
autocontroles, via de bedrijven of via de controle
van de bevoegde openbare diensten die ik heb
opgenoemd en die overigens volop in opmars zijn
naar het ene federale agentschap voor de
Voedselveiligheid.
04.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Het was natuurlijk een
nogal technische zaak waaraan de consument
heel weinig boodschap heeft. Het is toch nog een
zwakte, die ik aan regering moet verwijten, dat
men qua communicatie met de bevolking blijft
falen. De mensen stellen zich levensgrote vragen
over wat kan en niet kan. Berichten over
beendermeel, dat niet meer kan voor varkens en
voor kippen, maar wel nog voor de mensen, daar
begrijpt niemand nog iets van. Op voorwaarde dat
er geen BSE-besmetting is, voegt men dan er snel
aan toe, maar men weet dat men die BSE-
besmetting in het verleden eigenlijk heel weinig
heeft kunnen opsporen. Men stelt wel in het
vooruitzicht dat men dat van af 1 januari 2001 zal
doen maar dit roept toch heel wat vragen op.
Wat dr. Vanopdenbosch betreft, u weet dat ik zijn
bezorgdheid deel. We hebben het daar ook al
over gehad. Het verbod op dierenmeel zal
waarschijnlijk een aantal bijkomende of
neveneffecten hebben, die ons van de regen in de
drop zullen terechtbrengen en die een aantal
bijkomende risico's met zich brengen. Vandaar
mijn vraag of u tenminste hiervoor bijkomende
risicoanalyses hebt laten uitvoeren, bijvoorbeeld
op de vervangproducten die zullen gebruikt
worden voor beendermeel en van de risico's die er
zijn bij het opslaan van beendermeel en
slachtafval. Men zal dat niet van vandaag op
morgen weggewerkt krijgen, dat is vandaag al
duidelijk.
04.04 Minister Magda Aelvoet: Wat het eerste
element betreft, met name de problematiek van de
communicatie, is het ongetwijfeld zo dat er op dit
ogenblik een tekort is aan goede, maar ook in alle
opzichten betrouwbare communicatie. Daar
bedoel ik dus mee dat we wel een aantal
uitspraken kunnen doen, maar dat verzuipt in de
hoop informatie. Wij zijn aan het werken op dit
ogenblik, in samenwerking met OIVO-CRIOC, aan
een gedetailleerde communicatie aan de hand van
de honderd vragen die het meest worden gesteld
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
op dit ogenblik door de bevolking. Wij zullen daar
zo spoedig mogelijk - maar het moet ook goed op
zijn poten staan en echt gecheckte informatie
zijn - mee naar buiten komen om zo aan die
behoeften tegemoet te komen die ik als volledig
reëel en terecht beschouw. Wat de risicoanalyses
betreft is men op dit genblik volop bezig met alles
wat er nu moet gebeuren op het vlak van
vervanging, opslaan, enzovoort. Het eerste
probleem was de plaats waar het kon worden
opgeslagen, onder welke voorwaarden, enzovoort.
Daar wordt alle dagen aan doorgewerkt maar het
is nog niet mogelijk om op de totaliteit van vragen
nu al te zeggen hoe we dat concreet zullen
oplossen. Er zijn mensen die geen kerstvakantie
zullen hebben, dat kan ik u verzekeren. Dit
gebeurt echter ten dienste van de burger en dan is
natuurlijk niets teveel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
M. Olivier Maingain étant absent, sa question
orale n° 2909 est supprimée.
05 Question orale de M. Richard Fournaux à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"le statut des aides-soignantes dites 'non
qualifiées'" (n° 2943)
05 Mondelinge vraag van de heer Richard
Fournaux aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het statuut van de
zogenaamde 'niet-gekwalificeerde' zieken-
verzorgsters" (nr. 2943)
05.01 Richard Fournaux (PSC): Madame la
présidente, madame la ministre, chers collègues,
depuis près de deux ans sans doute, de
nombreuses aides-soignantes éprouvent une
certaine amertume devant le fait de constater que
leur demande en vue de pouvoir bénéficier de la
dérogation aux conditions de qualification, par
l'application de l'article 54bis de l'arrêté royal du
10 novembre 1967 sur l'art de guérir, n'est plus
acceptée.
Bien sûr, cette situation tombe à un moment où
l'on a parfois des difficultés, dans certaines
institutions de soins, à trouver du personnel sur le
marché de l'emploi.
Etant donné que la disposition citée est toujours
en vigueur, pourriez-vous me communiquer les
raisons pour lesquelles les commissions
médicales compétentes refusent sciemment de
l'appliquer?
Nous devons penser à ces situations de
personnes, peu formées - il faut bien le dire -,
souvent dans des situations précaires et pour
lesquelles il est nécessaire de prévoir une
possibilité de carrière stable, intégrant des
possibilités de promotion. C'est indispensable
pour la qualité de vie de ces personnes, mais c'est
aussi - j'insiste - indispensable
pour
le
bon
fonctionnement des institutions de soins qui,
finalement, ont toujours travaillé de cette manière
jusqu'à présent.
Personnellement, ainsi que les personnes avec
lesquelles j'ai préparé ce dossier, nous pensons
que la qualité des soins n'est absolument pas
mise en cause dans la décision de ne pas
appliquer l'article en question, puisque ces
personnes doivent faire preuve d'une pratique
professionnelle d'au moins trois ans dans le
même établissement de soins.
J'insiste sur le fait que ces dérogations ne
concernent que des personnes déjà en fonction
actuellement et qu'en aucun cas, il ne s'agit de
vouloir remettre en cause la formation
indispensable pour toutes les professions d'aide
médical et d'infirmier.
Madame la ministre, nous vivons une époque où
le personnel soignant fait cruellement défaut. Ne
pensez-vous donc pas qu'il y a peut-être lieu de
faire preuve de souplesse et de permettre à ces
personnes qui apportent une aide précieuse aux
malades de pouvoir continuer à pratiquer leurs
activités, par exemple jusqu'à la fin de leur
carrière?
05.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la
présidente, monsieur Fournaux, si j'ai dit tout à
l'heure que la reconnaissance de certains métiers
posait beaucoup de problèmes et qu'il fallait la
prévoir convenablement afin d'en assurer les
conséquences par la suite, j'ai fait référence à une
autre question qui allait être posée durant cette
réunion: ce n'était autre que la vôtre.
En effet, il ressort qu'un retard existait dans la
notification des décisions prises et que, parmi les
19.000 et quelques demandes enregistrées dans
les délais requis, 559 devaient encore être
examinées. Des instructions ont été données aux
différentes commissions médicales provinciales
en vue de notifier sans plus tarder les décisions
arrêtées et d'examiner les demandes non traitées.
Nos décisions sont donc très claires à ce sujet.
Je relève que l'application de l'article 54bis en
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
question a fait l'objet de nombreuses controverses
portant sur l'interprétation et les actes, des notions
qui ont évolué, telles que la définition exacte d'un
acte confié, la signification d'un dispensaire, la
détermination des actes relevant des infirmiers
brevetés, etc.
La question se pose aussi à l'égard des
prestations partiellement effectuées dans des
pays frontaliers, la réalité et le contenu de celles-ci
étant difficiles à contrôler a posteriori.
J'attire aussi votre attention sur le fait qu'aucune
disposition légale ou réglementaire n'impose que
les prestations en cause, susceptibles de justifier
la reconnaissance de droits acquis en fonction
d'une expérience réelle auprès des médecins,
aient été effectuées dans le même cabinet ou le
même établissement de soins. Il n'y aucune
nécessité en la matière.
Je signale aussi que la plupart des commissions,
et plus particulièrement celles de Liège, Namur et
Luxembourg, ont manifesté à de nombreuses
reprises les difficultés matérielles auxquelles elles
étaient confrontées pour procéder valablement
aux tâches qui sont les leurs.
Le fait est que la mouvance du personnel
administratif et le caractère urgent et itinérant des
enquêtes à pratiquer dans le cadre des missions
de contrôle imparties au secrétaire-médecin de la
commission et le caractère quasi-bénévole des
commissions qui ont à statuer sur ces dossiers ne
sont malheureusement pas de nature à en
accélérer le traitement. Ils sont, de plus, introduits
dans la hâte, souvent incomplets, difficiles à lire et
il convient de les traiter avec prudence.
Ces remarques étant faites, je vous signale, en ce
qui concerne la province de Liège, qui, d'après
l'état des lieux effectué, avait accusé le plus grand
retard, que sur les 2.202 dossiers qui avaient été
introduits, une décision d'octroi est intervenue
entre-temps dans 1.740 cas, les 462 autres cas
se répartissant comme suit: 259 relevant du
fameux article 54 non encore d'application, 144
refus et 34 incomplets malgré les rappels, tandis
que 24 dossiers sont sans objet et un dossier est
irrecevable parce qu'introduit hors délai.
Je dirais que pour la province de Liège, les
choses semblent finalement aller de l'avant. Une
réunion est encore prévue ce 20 décembre en vue
de ratifier les décisions qui précèdent et qui sont
donc encore susceptibles de modifier la répartition
des refus d'octroi. Les notifications aux requérants
seront, en principe, expédiées le 21 décembre.
Les données précises, définitives et fiables seront
demandées et produites pour chacune des dix
commissions médicales existantes dans les délais
les plus brefs. Compte tenu de l'évolution pour le
moins très lente de l'ensemble du dossier, j'estime
que l'ensemble des opérations, compte non tenu
des recours susceptibles d'être introduits auprès
du Conseil d'Etat, pourrait être terminé au plus
tard au 1
er
mai.
05.03 Richard Fournaux (PSC): Merci, madame
la ministre, pour la qualité de votre réponse. Je
voudrais simplement poser deux questions. Vous
me confirmez, au travers de votre réponse, que
l'accélération des dossiers a été commanditée par
votre cabinet et qu'il n'y a pas de position de
principe défavorable à cela. Ni de votre cabinet, ni
en aucune manière. C'est vraiment une analyse
dossier par dossier et vous vous fiez aux résultats.
Vous n'intervenez d'ailleurs pas.
05.04 Magda Aelvoet, ministre: Non. J'estime
qu'il faut faire respecter les procédures. Je ne suis
pas là pour intervenir dans des cas précis, car si
on commence, on est perdu.
05.05 Richard Fournaux (PSC): Mais je m'en
réjouis.
05.06 Magda Aelvoet, ministre: Il n'y a pas de
raison pour intervenir dans certains dossiers et
pas dans d'autres.
05.07 Richard Fournaux (PSC): Ma question
visait à savoir s'il y a finalement une directive
quelconque au niveau de votre cabinet pour plutôt
accélérer les choses. Pas les ralentir non plus.
Mais il n'y a pas de directive sur le fait de
reconnaître ou de ne pas reconnaître de manière
générale.
05.08 Magda Aelvoet, ministre: Nous avons, et
c'est ce qui est dit dans la réponse, précisé un
certain nombre de choses en termes
d'interprétation, mais c'est tout.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Mondelinge vraag van mevrouw Annemie
Van de Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de
salmonellabesmettingen" (nr. 2951)
06 Question orale de Mme Annemie Van de
Casteele à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
l'Environnement et au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "les
contaminations par des salmonelles" (n° 2951)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu).
(La réponse sera fournie par la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement).
06.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister,
collega's, de slechte berichten voor de vleessector
houden niet op. Een artikel in De Morgen heeft
onze aandacht erop gevestigd dat wij naast de
BSE-problematiek, de dioxines en de pcb's
zouden vergeten dat nog een aantal andere
minder aangename kiemen voorkomen in voedsel
en de oorzaak van ziekten bij de mens kunnen
zijn. We weten allemaal dat salmonella een
belangrijke ziekteverwekker is. Naast directe
besmetting onder mensen is de consumptie van
besmette producten van dierlijke oorsprong een
belangrijke oorzaak van humane salmonellosis. Bij
de besmetting via producten van dierlijke
oorsprong komen pluimveeproducten op de eerste
plaats en varkensproducten op de tweede plaats.
Op een recente studiedag van de Stichting Karel
Van Noppen heeft mevrouw Nollet, een veearts
van de Universiteit van Gent, uiteengezet dat
enkele jaren geleden door CODA-UCCD een
screening werd uitgevoerd op varkens om de
prevalentie van salmonella bij varkens na te gaan.
Men heeft toen vastgesteld dat maar liefst 27%
van de vleesvarkensbedrijven positief werd
bevonden.
Dit is op zich al een probleem. Dat werd ook
bevestigd door een adviseur van de minister van
Landbouw, die heeft verklaard dat België
inderdaad een groot salmonellaprobleem heeft dat
een reëel gevaar betekent voor de
volksgezondheid. Op die studiedag is ook duidelijk
geworden dat, in tegenstelling tot een aantal
andere landen, onder andere Denemarken, België
nog geen salmonellabestrijdingsprogramma heeft.
Als men een aantal maatregelen neemt, kan men
toch een poging doen om de besmetting enigszins
in te dijken. Wij weten allemaal dat een
salmonellabesmetting op verschillende kritische
punten in de voedselketen kan worden
veroorzaakt. Dit gaat tot en met de consument
thuis wanneer hij bijvoorbeeld vlees te lang buiten
de koelkast laat liggen, of wanneer hij zelf
besmettingen veroorzaakt bij het behandelen van
het vlees.
Werden de betrokken ministers op de hoogte
gesteld van de resultaten van dit onderzoek? Wat
zijn de meest recente cijfers? De cijfers die ik
geciteerd heb dateren immers al van 1998. Vanuit
uw eigen administratie signaleert men ook dat dit
probleem niet vermindert? Integendeel, door de
strengere controles die worden uitgevoerd wegens
mogelijke BSE- of pcb-besmetting dreigt men de
salmonellaproblematiek te verwaarlozen. Dat mag
natuurlijk niet gebeuren. Dit is een van de thema's
die samenhangen met de oprichting van het
Voedselagentschap waar wij al zo vaak naar
gevraagd hebben. De regering heeft echter
blijkbaar gekozen voor budgettaire neutraliteit. Met
andere woorden: er worden geen bijkomende
middelen gespendeerd aan het
Voedselagentschap en dus aan de
voedselveiligheid in ons land. Ik denk dat de
crisissen die de laatste tijd zijn uitgebroken de
regering toch tot andere gedachten zouden
moeten brengen. De regering zou bijkomende
middelen moeten investeren in betere controles in
het belang van de voedselveiligheid.
Ook het huidige personeelsbestand volstaat niet.
Door alle bijkomende controles die nu worden
opgedrongen, onder andere door de BSE-crisis,
dreigt het gevaar dat men een aantal andere
controles niet meer zal kunnen doen. Dit wordt
vanuit uw eigen administratie gesignaleerd,
mevrouw de minister. Mijn vraag luidt dus: wat
gaat de regering hier aan doen? Zijn er op dit
ogenblik prioriteiten gesteld? Welke maatregelen
zal de regering nemen om de besmettingsrisico's
te verminderen op de verschillende kritische
punten in de voedselketen? Ik weet dat men
bijvoorbeeld in de veevoedersector stalen neemt
om salmonellabesmettingen na te gaan.
Ik heb daarover een aantal cijfers gekregen. Wat
daarbij opvalt is dat er voor salmonella hogere
cijfers zijn in vismeel dan in dierenmeel. U zegt
zelf dat, onder druk van een aantal landen in de
Europese Unie, vismeel zal mogen blijven gebruikt
worden in dierenvoeders. Indien men in de
toekomst meer vismeel gaat gebruiken, dreigt
men op die manier toch weer een hogere
salmonellabesmetting te krijgen. Ik zou van u dus
graag een aantal antwoorden bekomen in verband
met de concrete initiatieven die de regering heeft
genomen. Verder is er ook nog de positie van
België ten opzichte van andere Europese landen.
Immers, niet alleen onze consumenten maar ook
andere landen kijken met argusogen naar België,
zeker als er in de kranten artikels verschijnen
waarin staat dat in ons land één op drie varkens
besmet is met salmonella. Het is dan ook logisch
CRIV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
dat men niet geneigd is om dat vlees vanuit België
te importeren.
06.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, eerst en vooral verwijst het
artikel uit De Morgen naar een bepaalde studie die
werd uitgevoerd door het ministerie van
Landbouw. Uiteraard voert ook het ministerie van
Volksgezondheid gelijkaardige onderzoeken uit.
Hiermee komen wij overigens terecht in nationale
zoönoseplannen die reeds sedert verschillende
jaren worden doorgevoerd en, weliswaar voorlopig
op beperkte schaal, resultaten opleveren. Aan de
hand van deze resultaten kunnen controles en
dergelijke worden bijgestuurd. De meest recente
jaarcijfers over controle op de aanwezigheid van
salmonella op het niveau van het slachthuis en in
de distributieketen, dateren van 1999. Zoals alle
voorgaande jaren zijn deze resultaten publiek
terug te vinden in de jaarverslagen van het IVK.
Sedert 1997 doet men onderzoek om na te gaan
hoe België zich situeert in termen van
besmettingsgraad van varkensvlees door
salmonella. Behalve onderzoek naar het type van
salmonella, wordt reeds gedurende 3 jaren het
profiel van de resistentie tegen antibiotica bij deze
dieren opgevolgd. Dit toont aan dat het
salmonellaniveau relatief laag is. Binnen de
Europese Unie situeren wij ons zogezegd in het
peloton. De koplopers zijn landen of gebieden die
zich in een geïsoleerde situatie bevinden,
schiereilanden zoals Denemarken en afgelegen
gebieden met een gunstig klimaat zoals Zweden
en Finland. Binnen de Europese Unie werden een
aantal afspraken gemaakt over de aanpak van
salmonella. Het is dus inderdaad een Europees en
niet alleen een Belgisch, maar wel duidelijk ook
een Belgisch probleem.
De nationale gegevensbank Collectieve
Voedseltoxi-infecties spoort alle voedingsmiddelen
op die aan de basis liggen van een collectieve
voedselvergiftiging. Die gegevensbank bevestigt
de resultaten uit de zoönoseplannen in die zin dat
ook daaruit blijkt dat varkensvlees zelden aan de
oorsprong ligt van collectieve
voedselvergiftigingen.
Eerst en vooral wat uw vraag betreft rond
verschillende kritische momenten is het zo dat,
naast wat er zich op een boerderij afspeelt of in
het slachthuis, er ook het element bestaat van wat
er zich afspeelt in keukens. Ook de
keukenhygiëne laat geregeld te wensen over.
Tijdens de maand juli heb ik in dat verband
overigens een zeer uitvoerige aanbevelingsbrief
publiek gemaakt om op dat niveau iedereen de
kans te bieden om zich zo goed mogelijk te
organiseren. De aanpak van salmonella kan maar
slagen indien er een goede integrale
ketenbewaking ontstaat die begint bij de levende
dieren. Wat dit laatste betreft kan men op dit
ogenblik stellen dat men in de pluimveesector met
de integrale ketenaanpak het verste gevorderd is,
hoewel het probleem daar ook nog steeds
bestaat. Men werkt daar met de zogenaamde
"salmonellastatus" voor een kippenbedrijf zodanig
dat, zodra men weet dat een lading van een
bepaald bedrijf met "salmonellastatus" toch
geleverd wordt aan een slachthuis, deze laatste
hiervan op voorhand verwittigd wordt. Door de
loten met dieren die drager kunnen zijn van
salmonella te slachten na de loten met dieren die
vrij zijn van salmonella, wordt op die manier
kruisbesmetting op slachthuisniveau vermeden.
Dit noemt men het logistiek slachten.
Dat zijn zaken waarmee we nu reeds bezig zijn.
Zonder dergelijke samenwerkingsverbanden zou
het trouwens helemaal hopeloos zijn om
salmonella ooit te overwinnen.
Andere oplossingen die salmonella eventueel
zouden kunnen terugdringen zonder integrale
ketenbewaking
-
met name decontaminatie en
doorstraling - zijn verboden in de Europese
context. Bovendien zou de aanvaarding van
dergelijke technieken door de consument
bijzonder laag liggen. Wij kunnen ons niet
voorstellen dat dit op veel sympathie van de
consument zou kunnen rekenen.
Wat de varkensbedrijven betreft, is de situatie
gemengd. Het lijkt erop dat er op dit ogenblik
onvoldoende wordt geïnventariseerd op het niveau
van de bedrijven enerzijds en het doorgeven van
die gegevens naar de slachthuizen anderzijds.
Deze problematiek moet in de komende maanden
zeker worden opgevolgd door het federaal
agentschap.
Ik kom dan tot de stand van zaken op het niveau
van het federaal agentschap. Als men aanneemt
dat het hergroeperen van de diensten kan leiden
tot een grotere efficiëntie en als er bovendien
meer controle komt op de autocontrole van de
bedrijven dan is het niet noodzakelijk dat het
beschikbare personeel met x moet worden
vermenigvuldigd vooraleer een verbetering van de
controle kan worden bereikt. Wij hebben daarover
zeer grondige gesprekken gevoerd binnen de
regering. Als men ingaat op de vraag van de
meeste administratieve diensten dan is er voor de
oplossing van alle problemen maar één advies:
meer mensen en meer geld. Op die manier kan
19/12/2000
CRIV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
echter niet altijd alles worden opgelost, wel
integendeel.
Dit neemt niet weg dat die budgettaire neutraliteit
op dit ogenblik een duidelijke regeringslijn is. In
het businessplan dat door de regering werd
aanvaard, is voorzien dat in de overgangs- en
structureringsfase ruimte kan worden gemaakt om
in te spelen op bepaalde noden. De situatie
waarop we ons op dit ogenblik bevinden met de
Europese aanpak van de BSE plaatst ons sowieso
voor nieuwe budgettaire problemen. Deze
namiddag wordt in de Europese Ministerraad van
Landbouw gesproken over deze problematiek.
De reden van mijn laattijdige aankomst ligt
trouwens in het feit dat ik aanwezig was op een
Europese Ministerraad van Leefmilieu. In
bepaalde dossiers werd trouwens de link gelegd
naar de BSE. Naar aanleiding van het basiswerk
dat momenteel door de Commissie wordt verricht,
namelijk het traceren en labelen van genetisch
gewijzigde organismen, hebben wij het onder
meer ook gehad over de problematiek van de
veevoeders. Ter vervanging van diermeel zal nu
waarschijnlijk meer soja in bulk
-
genetisch
gemanipuleerd en niet gemanipuleerd - worden
geïmporteerd. Mijn tussenkomst in verband met
de noodzaak van een scheiding op het niveau van
de import heeft van verschillende ministers bijval
gekregen. De Europese Commissie zal met dit
element zeker rekening moeten houden.
06.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de minister, ik noteer dat u niet strikt
blijft houden aan de budgettaire neutraliteit omdat
wij waarschijnlijk niet anders zullen kunnen. U zult
begrijpen dat wij ons dan wel de vraag stellen of
de kosten die ons worden opgedrongen in
verband met BSE en het verbod op beendermeel
in verhouding staan tot de kosten die men doet
voor andere controles via het voedselagentschap.
Die vraag zullen wij in de toekomst toch nog eens
moeten stellen.
Wat betreft de salmonellaproblematiek stellen wij
vast dat er op dit moment jaarlijks ongeveer
15.000 zichtbare gevallen van salmonellosis
voorkomen. Er zijn ook nog een hoop minder
duidelijke gevallen, daarover is men het eens.
Uiteraard zorgt salmonella vooral bij zwakkere of
kwetsbare groepen zoals zwangere vrouwen,
kinderen en oudere mensen voor serieuze
gezondheidsproblemen en soms zelfs voor
sterfgevallen. Wij moeten proberen om dat cijfer
van 15.000 naar beneden te halen. Dat moet een
streefdoel zijn voor de regering. Men moet dus
een aantal maatregelen nemen, zoals u zelf heeft
gezegd, bij de varkensbedrijven. Ik verwijs naar
het Deense voorbeeld. Via een soort van
monitoringsysteem worden bedrijven daar in
bepaalde categorieën ingedeeld en die worden
ook als categorie behandeld in de slachthuizen. U
gaf het voorbeeld van categorieën waar helemaal
geen risico is en die als eerste aan bod komen in
de slachthuizen. Ik denk dat men systematisch
naar dergelijke behandeling moet gaan.
Wat betreft de slachthuizen wijs ik toch nog eens
op de vaststellingen bij de laatste controles die de
Europese Commissie heeft laten verrichten in de
Belgische slachthuizen. Het gebrek aan hygiëne
lokte toch nog serieuze opmerkingen uit. Ik hoop
dat uw diensten daarop zullen toezien. Ik scheer
niet alle slachthuizen over dezelfde kam, maar
refereer alleen aan het rapport van de Europese
Commissie dat terzake toch duidelijk is.
Tenslotte zijn er nog de keukens. U heeft gezegd
een inspanning en aanbevelingen te hebben
gedaan. Het lijkt mij vooral belangrijk voor de
gewone consument duidelijk te maken dat zij zelf
ook voor een deel die besmetting moeten helpen
indijken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 14.22 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14.22 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 339
CRABV 50 COM 339
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
19-12-2000 19-12-2000
12:00 uur
12:00 heures
CRABV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde mondelinge vragen van
1
Questions orales jointes de
1
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een nieuw asielcentrum
voor 600 personen in Overijse" (nr. 2890)
1
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale sur "l'ouverture d'un nouveau
centre d'accueil pour 600 demandeurs d'asile à
Overijse" (n° 2890)
1
- de heer Jean-Marc Delizée aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de beslissing van de ministerraad op 6
december 2000 betreffende de vestiging van
opvangcentra voor kandidaat-politieke
vluchtelingen in het land" (nr. 2904)
1
- M. Jean-Marc Delizée au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l' Économie sociale sur "la décision du conseil
des ministres du 6 décembre 2000 en vue de
l'implantation de centres d'accueil pour réfugiés
politiques dans le pays" (n° 2904)
1
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een nieuw asielcentrum in
Eeklo" (nr. 2919)
1
- M. Fancis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "l'ouverture
d'un nouveau centre d'accueil pour demandeurs
d'asile à Eeklo" (n° 2919)
1
- de heer Richard Fournaux tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
en tot de minister van Binnenlandse Zaken over
"de vestiging van een open centrum van het Rode
Kruis voor kandidaat-politieke vluchtelingen op
het recreatiedomein "Les Dolimars" in Bohan-sur-
Semois" (nr. 2929)
1
- M. Richard Fournaux au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale et au ministre de l'Intérieur sur
"l'implantation d'un centre ouvert de candidats
réfugiés politiques de la Croix Rouge sur le
domaine touristique "Les Dolimarts" à Bohan-sur-
Semois" (n° 2929)
1
- de heer Koen Bultinck tot de vice-eerste minister
en minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie over "de opening
van een asielcentrum te Westende (Middelkerke)"
(nr. 2956)
1
- M. Koen Bultinck au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "l'ouverture d'un centre
d'accueil pour demandeurs d'asile à Westende
(Middelkerke)" (n° 2956)
1
- de heer Guido Tastenhoye tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de oprichting van een Federaal
asielcentrum in het vakantiedomein Hengelhoef te
Houthalen-Helchteren" (nr. 2970)
1
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "la création d'un Centre
d'accueil fédéral pour demandeurs d'asile dans le
domaine de vacances Hengelhoef à Houthalen-
Helchteren" (n° 2970)
1
Sprekers: Guido Tastenhoye, Jean-Marc
Delizée, Koen Bultinck, Francis Van den
Eynde, Johan Vande Lanotte, vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie
Orateurs: Guido Tastenhoye, Jean-Marc
Delizée, Koen Bultinck, Francis Van den
Eynde, Johan Vande Lanotte, vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l' Économie sociale
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
bevoegdheden van de federale overheid inzake
de organisatie van de gezondheidszorg" (nr.
2808)
8
Question orale de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
compétences des autorités fédérales en matière
d'organisation des soins de santé" (n° 2808)
8
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Samengevoegde mondelinge vragen van
9
Questions orales jointes de
9
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
erkenning van de klinische psychologie"
9
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance de la biologie clinique" (n° 2894)
9
19/12/2000
CRABV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
(nr. 2894)
- mevrouw Joke Schauvliege aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de erkenning van de klinische
psychologen" (nr. 2944)
9
- Mme Joke Schauvliege à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance des psychologues cliniques"
(n° 2944)
9
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Joke
Schauvliege, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Joke
Schauvliege, Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van de
Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het verwerken van o.a.
beenderen in voedingsmiddelen" (nr. 2895)
11
Question orale de Mme Annemie Van de Casteele
à la ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'insertion d'os, etc... dans l'alimentation" (n°
2895)
11
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Mondelinge vraag van de heer Richard Fournaux
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het statuut
van de zogenaamde "niet-gekwalificeerde"
ziekenverzorgsters" (nr. 2943)
13
Question orale de M. Richard Fournaux à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
statut des aides-soignantes dites "non qualifiées""
(n° 2943)
13
Sprekers:
Richard Fournaux, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs:
Richard Fournaux, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van de
Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de salmonellabesmettingen"
(nr. 2951)
14
Question orale de Mme Annemie Van de Casteele
à la ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement et au
ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes
sur "les contaminations par des salmonelles"
(n° 2951)
14
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
CRABV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
19
DECEMBER
2000
12:00 uur
______
du
MARDI
19
DÉCEMBRE
2000
12:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 12.09 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 12.09 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een nieuw asielcentrum
voor 600 personen in Overijse" (nr. 2890)
- de heer Jean-Marc Delizée aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de beslissing van de ministerraad op 6
december 2000 betreffende de vestiging van
opvangcentra voor kandidaat-politieke
vluchtelingen in het land" (nr. 2904)
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een nieuw asielcentrum in
Eeklo" (nr. 2919)
- de heer Richard Fournaux tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
en tot de minister van Binnenlandse Zaken over
"de vestiging van een open centrum van het
Rode Kruis voor kandidaat-politieke
vluchtelingen op het recreatiedomein "Les
Dolimars" in Bohan-sur-Semois" (nr. 2929)
- de heer Koen Bultinck tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een asielcentrum te
Westende (Middelkerke)" (nr. 2956)
- de heer Guido Tastenhoye tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
01 Questions orales jointes de
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l' Économie sociale sur "l'ouverture d'un
nouveau centre d'accueil pour 600 demandeurs
d'asile à Overijse" (n° 2890)
- M. Jean-Marc Delizée au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l' Économie sociale sur "la décision du conseil
des ministres du 6 décembre 2000 en vue de
l'implantation de centres d'accueil pour réfugiés
politiques dans le pays" (n° 2904)
- M. Fancis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "l'ouverture
d'un nouveau centre d'accueil pour demandeurs
d'asile à Eeklo" (n° 2919)
- M. Richard Fournaux au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale et au ministre de l'Intérieur
sur "l'implantation d'un centre ouvert de
candidats réfugiés politiques de la Croix Rouge
sur le domaine touristique "Les Dolimarts" à
Bohan-sur-Semois" (n° 2929)
- M. Koen Bultinck au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "l'ouverture d'un centre
d'accueil pour demandeurs d'asile à Westende
(Middelkerke)" (n° 2956)
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Economie sociale sur "la création d'un
Centre d'accueil fédéral pour demandeurs d'asile
dans le domaine de vacances Hengelhoef à
19/12/2000
CRABV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
over "de oprichting van een Federaal
asielcentrum in het vakantiedomein Hengelhoef
te Houthalen-Helchteren" (nr. 2970)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie).
(La réponse sera donnée par le vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale]
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
regering opent een nieuw asielcentrum voor 600
asielzoekers in Overijse. Noch het
gemeentebestuur, noch de bevolking waren hiervan
vooraf op de hoogte gesteld. Het oude sanatorium
dat als vestigingsplaats werd gekozen, is
bouwvallig. Het zal enorm veel geld kosten om het
te renoveren. Bovendien bood het slechts plaats
aan 180 personen. De tuin en het gebouw zijn ook
geklasseerd.
Op basis van welke criteria en door wie gebeurde
de selectie? Is dit in overeenstemming met het
gewestplan? Waarom was er geen voorafgaand
overleg? Wie zal de verbouwing uitvoeren en
hoeveel zal het kosten? Wanneer opent het
centrum? Hoe wordt de veiligheid van de
omwonenden gegarandeerd? Waar zullen de
asielkinderen school lopen?
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Le
gouvernement ouvre à Overijse un nouveau centre
de réfugiés pour 600 demandeurs d'asile. Ni
l'administration communale, ni la population n'en
avaient été averties. L'ancien sanatorium choisi
pour héberger les demandeurs d'asile est vétuste et
sa rénovation coûtera énormément d'argent. En
outre, il ne pourra héberger que 180 personnes. Le
jardin et le bâtiment sont également classés.
Sur la base de quels critères et par qui la sélection
a-t-elle été opéré? Cette procédure est-elle
conforme au plan de secteur ? Pourquoi n' a-t-on
pas organisé de concertation préalable? Par qui les
travaux de transformation seront-ils réalisée et quel
en sera le coût ? Quand le centre ouvrira-t-il ses
portes? Comment la sécurité des riverains sera-t-
elle garantie? Quelles écoles seront fréquentées
par les enfants des demandeurs d`asile ?
01.02 Jean-Marc Delizée (PS): Op 6 december
jongstleden heeft de Ministerraad beslist 3200 extra
plaatsen voor de opvang van politieke vluchtelingen
open te stellen. De burgemeesters die bij de
vestiging van opvangcentra van het Rode Kruis zijn
betrokken werden pas achteraf van die beslissing
op de hoogte gebracht en hebben een en ander
bovendien via de media moeten vernemen.
Waarom?
Hoe zit het tevens met de onderhandelingen met de
eigenaars van de de nieuwe centra van het Rode
Kruis te Hotton, Hastière, Manhan, Bohan, Cul-des-
Sarts, Manderfeld en Pondrôme? Wat is het
verwachte tijdschema voor de opening van die
centra? Zullen nog andere opvangcentra in andere
regio's van het land worden geopend?
01.02 Jean-Marc Delizée (PS): Le 6 décembre
dernier, le Conseil des ministres a décidé
l'ouverture de 3.200 places supplémentaires pour
l'accueil de réfugiés politiques. Cependant, les
bourgmestres concernés par l'implantation des
centres d'accueil de la Croix-Rouge ont été
informés de cette décision a posteriori et, de plus,
par les médias. Pourquoi ?
Par ailleurs, où en sont les négociations avec les
propriétaires pour les nouveaux sites de la Croix-
Rouge à Hotton, Hastière, Manhan, Bohan, Cul-
des-Sarts, Manderfeld et Pondrôme ? Quel est le
calendrier prévisionnel pour l'ouverture de ces
centres ? L'ouverture d'autres centres d'accueil est-
elle prévue dans d'autres régions du pays ?
Anderzijds zijn sommige centra die door het Rode
Kruis worden geselecteerd centra voor sociaal
toerisme. De huidige activiteiten zullen dus moeten
worden stopgezet. Wat zal er worden van het
personeel dat in die centra is tewerkgesteld?
Mocht bepaalde infrastructuur te koop worden
aangeboden, wat niet het geval is voor het Centrum
te Rièzes en des Sarts, te Cul-des-Sarts, in de
entiteit Couvin, noch voor dat van Massembre te
Heer-Sur-Meuse, dan lijkt de wijziging van
D'autre part, certains sites retenus par la Croix-
Rouge sont des centres de tourisme social.
L'activité actuelle devra donc cesser
; que
deviendra le personnel en place dans ces centres ?
Enfin, si certaines infrastructures étaient à vendre,
ce n'est pas le cas du Centre des Rièzes et des
Sarts, à Cul-des-Sarts, dans l'entité de Couvin, ni
de celui de Massembre à Heer-sur-Meuse. Le
changement d'affectation prévu ne me paraît pas
CRABV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
bestemming mij geen goed idee.
Tevens zal een nieuw centrum worden gevestigd in
de Dolimarts te Bohan-sur-Semois, in de entiteit
Vresse. Die gemeente staat al gunstig tegenover de
opvang van vluchtelingen, aangezien er in Sugny al
een centrum bestaat. Moet men niet trachten de
bestaande opvang uit te breiden? Of moet men
geen andere passender vestigingen overwegen,
bijvoorbeeld in leegstaande gebouwen?
être une bonne idée.
De même, un nouveau centre est prévu aux
Dolimarts de Bohan-sur-Semois, dans l'entité de
Vresse. Cette commune est déjà favorable à
l'accueil des réfugiés, puisqu'un centre existe déjà à
Sugny. Ne faudrait-il pas essayer d'étendre l'accueil
existant ou envisager d'autres implantations plus
pertinentes, par exemple dans des infrastructures
abandonnées ?
01.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): De
Ministerraad van 15 december heeft beslist over
een asielcentrum in vakantiecentrum Zon en Zee in
Westende. Welke precieze beslissing werd
genomen? Werd het gebouw reeds aangekocht?
Tegen welke prijs? Waarom werd niet gekozen voor
de legerbasis in Lombardsijde? Waarom was er
geen voorafgaand overleg met de burgemeester?
Moet het centrum inderdaad 750 asielzoekers
herbergen? Is er al een sociaal plan klaar? Wat
wordt de nieuwe bestemming van de taalstages en
het sociaal toerisme?
01.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Le conseil
des ministres a décidé le 15 décembre dernier,
d'ouvrir un centre d'asile dans l'ancien centre de
vacances "Zon en Zee" à Westende. Quelle est
exactement la teneur de la décision qui a été prise?
Le bâtiment a-t-il déjà été acheté? Combien a-t-il
coûté? Pourquoi n'a-t-on pas plutôt opté pour le
domaine militaire de Lombardsijde? Pourquoi n'y a-
t-il pas eu de concertation préalable avec le
bourgmestre? Est-il exact que le centre devrait
accueillir 750 demandeurs d'asile? Un plan social a-
t-il déjà été établi? Où seront désormais organisés
les stages linguistiques et les activités de tourisme
social?
01.04 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De regering heeft beslist om in Eeklo, in de
onmiddellijke omgeving van het provinciaal domein
Het Leen, een asielcentrum te openen. Het
stadsbestuur van Eeklo noch de bevolking werden
hiervan op voorhand op de hoogte gebracht.
Waarom is er zo'n probleem inzake de
informatieverlening over te openen asielcentra?
Waarom is er nooit sprake van medezeggenschap?
Welke criteria worden gehanteerd om Eeklo uit te
kiezen? Is er geen probleem met betrekking tot de
bepalingen inzake ruimtelijke ordening? Zal de
bevolking vooralsnog worden geïnformeerd en
eventueel geraadpleegd?
Wat is het prijskaartje van het asielcentrum in
Eeklo?
Worden er bijkomende veiligheidsmaatregelen
getroffen?
Waar komen de asielzoekers voor het centrum in
Eeklo vandaan? Hoeveel kinderen zullen erbij zijn?
Waar zullen die kinderen school lopen? Zijn er
terzake al concrete afspraken gemaakt?
01.04 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Le gouvernement a décidé d'ouvrir un centre d'asile
à Eeklo, à proximité immédiate du domaine
provincial "Het Leen". Ni l'administration
communale ni les habitants n'ont été informés au
préalable de l'ouverture possible d'un tel centre.
Pourquoi l'information relative à l'ouverture de
centres d'asile circule-t-elle aussi difficilement?
Pourquoi n'y a-t-il jamais de concertation?
Sur la base de quels critères a-t-on choisi la
commune d'Eeklo pour l'ouverture d'un tel centre?
Qu'en est-il des dispositions relatives à
l'aménagement du territoire? La population recevra-
t-elle des informations ou pourra-t-elle
éventuellement être malgré tout consultée?
Que coûtera l'installation de ce centre d'asile à
Eeklo?
Certaines mesures complémentaires en matière de
sécurité vont-elles être prises?
Quelle sera la provenance des demandeurs d'asile
hébergés à Eeklo? Combien y aura-t-il d'enfants?
Quelle école ces enfants fréquenteront-ils? Des
mesures concrètes ont-elles déjà été prises à cet
égard?
Er zijn geruchten over een asielcentrum in de
Gentse Leopoldskazerne. Wat is daarvan aan?
Il serait également question d'ouvrir un centre
d'asile dans la caserne Leopold à Gand. Qu'en est-
19/12/2000
CRABV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
il?
01.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
regering wil ook een asielcentrum oprichten in het
vakantiedomein Hengelhoef in Helchteren,
eigendom van het christelijk ziekenfonds.
Waarom werd hierover geen overleg gepleegd met
het gemeentebestuur? Van wie ging het initiatief
uit? Wordt het hele domein aangekocht? Welk deel
zal als asielcentrum dienst doen? Wanneer wordt
het nieuwe centrum in gebruik genomen? Wat
gebeurt er met het huidige personeel van
Hengelhoef? Wat met de vakantiegangers? Houdt
men rekening met de bezwaren van de
buurtbewoners? Waar zullen de asielkinderen
school lopen?
01.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Le
gouvernement souhaite également ouvrir un centre
d'accueil pour réfugiés dans le domaine de
vacances "Hengelhoef", situé à Helchteren, et dont
le syndicat chrétien est propriétaire.
Pour quelle raison n'y a-t-il pas eu de concertation
avec les autorités communales ? Qui a pris
l'initiative ? L'ensemble du domaine sera-t-il racheté
? Quelle partie du domaine servira de centre
d'accueil pour réfugiés ? Qu'adviendra-t-il du
personnel travaillant actuellement dans ce centre ?
Quand le nouveau centre pourra-t-il ouvrir ses
portes ? Qu'en est-il des vacanciers ? A-t-on tenu
compte des objections formulées par les habitants
du quartier ? Quelles écoles fréquenteront les
enfants des demandeurs d'asile ?
01.06 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Wanneer ik geen minister meer ben,
kan ik misschien de tijd vinden om het Groot
Belgisch Lexicon van excuses te schrijven. De
vraagstellers brengen weer heel wat excuses aan
waarom een asielcentrum ergens niet op zijn plaats
is.
De heer Van den Eynde vindt dat er in het Eeklose
te veel bossen zijn en een toeristisch natuurgebied.
De heer Bultinck ziet graten in de aanwezigheid van
zwembad en sauna in Westende. Volgens de heer
Tastenhoye is het centrum van Overijse dan weer te
bouwvallig zodat de asielzoekers door ons eigenlijk
slecht worden behandeld. Waar zit hier de logica?
De regering heeft in haar zoektocht naar
opvangcentra voor asielzoekers van in het begin de
voorrang gegeven aan gebouwen die niet meer in
gebruik zijn. Aangezien deze mogelijkheden
langzamerhand uitgeput geraken, moeten andere
locaties worden onderzocht. Dan komt men
natuurlijk terecht bij gebouwen die nog in gebruik
zijn.
01.06 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : Lorsque je ne serai plus ministre, je
trouverai peut-être le temps d'écrire le grand lexique
belge des prétextes. Les différents intervenants ont
une nouvelle fois avancé toute une série de
prétextes pour ne pas ouvrir un centre d'asile à tel
ou tel endroit.
M. Van den Eynde estime que la région d'Eeklo est
trop boisée et qu'il s'agit d'une région naturelle à
vocation touristique. Pour M. Bultinck, c'est la
présence d'une piscine et d'un sauna à Westende
qui pose problème. Pour M. Tastenhoye, le
bâtiment devant servir de centre d'asile à Overijse
est en trop mauvais état pour accueillir les
demandeurs d'asile dans des conditions décentes.
Où est la logique dans tout cela?
Dans sa quête de bâtiments pouvant servir de
centre d'asile, le gouvernement a toujours donné la
préférence à des bâtiments désaffectés. Cette
source s'épuisant, il a fallu explorer d'autres voies.
On a donc commencé à chercher du côté des
bâtiments qui ont encore une affectation.
Wij verwittigden alle betrokken instanties en sociale
instellingen en wachtten voorstellen af. De prijs die
wij betaalden voor de centra, ligt lager dan wat de
containerdorpen zouden kosten. Wij selecteerden
op basis van de beschikbaarheid van de gebouwen
en de kostprijs van de renovatie. Men beschuldigt
mij van het Nimby-syndroom, maar Westende is
wel degelijk mijn achtertuin. De oprichting van de
asielcentra is overigens het gevolg van de
beslissing om de asielzoekers alleen nog materieel
op te vangen en ze financieel niet meer te steunen.
Nous avons averti toutes les instances et
institutions sociales concernées et nous attendons
leurs propositions. Le prix que nous avons payé
pour les centres est inférieur à ce que coûteraient
les villages-conteneurs. Nous avons opéré une
sélection sur la base de la disponibilité des
bâtiments et du coût de la rénovation. On m'accuse
de souffrir du syndrome NIMBY, mais Westende se
trouve en effet dans mon arrière-cour. Par ailleurs,
la création de centres d'asile résulte de la décision
de ne plus octroyer qu'une aide matérielle aux
CRABV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Tegen dat laatste heeft het Vlaams Blok jarenlang
gefulmineerd.
De Belgische staat moet de gewestelijke decreten
op de ruimtelijke ordening respecteren. Inzake
Wommelgem werd de procedure tegen de
Belgische Staat verloren door de aanleggers. Ook
in Eeklo zullen wij het Vlaams decreet op de
ruimtelijke ordening respecteren. Tenzij de Raad
van State anders zou oordelen, gaat het project
door.
demandeurs d'asile, à l'exclusion de toute aide
financière. Le Vlaams Blok ne s'est-il pas opposé
avec virulence pendant des années à cette forme
d'aide?
L'Etat belge doit respecter les décrets régionaux
relatifs à l'aménagement du territoire. À propos de
Wommelgem, l'action contre l'Etat belge n'a pas
abouti. A Eeklo, également, nous respecterons le
décret flamand relatif à l'aménagement du territoire.
A moins que le Conseil d'Etat n'en décide
autrement, le projet sera poursuivi.
De burgemeester wordt pas op de hoogte gebracht
op de dag van de beslissing. Van de heer De Crem
hoef ik geen lessen in communicatie te krijgen: hij
heeft de onrust bij het personeel misbruikt. De
burgemeesters van Middelkerke en Helchteren
werden vroeger op de hoogte gebracht, om te
beletten dat ze op lekken zouden zijn aangewezen.
De door hen voorgestelde alternatieven bleken niet
haalbaar. In een legerbasis waar munitie wordt
opgeslagen, zoals in Lombardsijde, kan je toch
geen asielzoekers onderbrengen? Of wil de
burgemeester de basis sluiten, wat 400 banen in
het gedrang zou brengen?
Le bourgmestre n'est informé que le jour où la
décision est prise. M. De Crem n'a pas à me donner
de leçons en matière de communication. Il s'est
servi de l'inquiétude du personnel. Les
bourgmestres de Middelkerke et de Helchteren ont
été informés plus tôt pour qu'ils ne le soient par le
biais de fuites. Les solutions de rechange qu'ils ont
proposées ne semblent guère réalisables. On ne
peut tout de même pas héberger des demandeurs
d'asile dans une base militaire où sont stockées des
munitions, comme celle de Lombardzijde. A moins
que le bourgmestre ne souhaite fermer cette base.
Une telle décision mettrait en péril l'emploi de 400
personnes.
(Frans): Voor Wallonië was beslist dat het Rode
Kruis zelf de burgemeesters op de hoogte zou
brengen. Ik betreur dat dit niet is gebeurd.
Het Rode Kruis stelde ons duizend bijkomende
opvangplaatsen voor verdeeld over verscheidene
centra; twee ervan zijn niet beschikbaar omdat de
eigenaars niet bereid zijn te verkopen. Opeising is
niet mogelijk omdat die oplossing enkel voor
verlaten gebouwen van toepassing is.
Voor de gemeente Vresse zijn de voorgestelde
oplossingen ontoereikend omdat ze niet voorzien in
de vereiste 250 extra plaatsen. Die gemeente blijft
evenwel bereid tot een gesprek. Ik ben dus zeker
dat er een oplossing uit de bus zaL komen
(En français) Pour ce qui concerne la Wallonie, il
avait été prévu que la Croix-Rouge avertirait elle-
même les bourgmestres. Malheureusement, cela
n'a pas été fait et je le regrette.
La Croix-rouge nous a fait des propositions
concernant mille unités d'accueil supplémentaires
réparties sur plusieurs centres dont deux s'avèrent
indisponibles, leurs propriétaires ne voulant pas
vendre. Il reste la solution de la réquisition, mais
elle ne s'applique qu'aux bâtiments abandonnés.
Pour la commune de Vresse, les solutions
proposées sont insatisfaisantes, car elles ne
prévoient pas la nécessaire augmentation de 250
places. Toutefois, cette commune reste ouverte à la
discussion. Je suis donc certain que cette question
trouvera une solution.
Nederlands) Zowel voor Hengelhoef als voor Zon
en Zee werd een goede regeling uitgewerkt voor het
personeel, waarbij we trachten de werkzekerheid
maximaal te waarborgen.
Had de oppositie in beide dossiers het spel correct
gespeeld, dan had het personeel minder
gepanikeerd en had men niet enkele dagen in de
onzekerheid moeten leven.
(En néerlandais) Tant pour Hengelhoef que pour
Zon en Zee, une réglementation tendant à garantir
au mieux la sécurité d'emploi a été élaborée en
faveur du personnel.
Dans ces deux dossiers, si l'opposition avait joué
correctement le jeu, le personnel aurait été moins
en proie à la panique et les intéressés n'auraient
pas dû vivre dans l'incertitude pendant quelques
jours.
19/12/2000
CRABV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
01.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Dit
antwoord is veel te algemeen. Op mijn precieze
vragen over Overijse heeft de minister niet eens
geantwoord. Dat is grof!
De minister neemt trouwens een loopje met de
waarheid. Hij beweert op televisie dat er in 1999
20.000 asielzoekers ons land verlaten hebben. Dat
klopt helemaal niet! Wel zijn er zo'n 2.000 illegalen
vrijwillig vertrokken en een duizendtal illegalen
werden uitgewezen: 3.000 is toch geen 20.000! Wat
Overijse betreft, wijs ik erop dat nu reeds de helft
van de 24.000 inwoners anderstaligen zijn. De
scholen in de omgeving zijn overbelast door de
toestroom van Franstaligen en eurocraten. Als daar
nu nog de asielkinderen bijkomen, wordt de situatie
onhoudbaar.
Dat het Vlaams Blok al jaren pleit tegen financiële
steun aan asielzoekers is onjuist. Wij zijn wel
voorstander van de louter materiële opvang op
voorwaarde dat de asielprocedures worden ingekort
en dat de asielzoekers uitsluitend in gesloten centra
worden opgevangen. De minister richt echter alleen
open centra op. Inzake Hengelhoef in Houthalen-
Helchteren herhaal ik mijn zeer precieze vragen.
Het is een schande dat al die vragen onbeantwoord
bleven.
01.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK) : Votre
réponse est beaucoup trop générale. Le ministre n'a
même pas pris la peine de répondre aux questions
relatives à Overijse. Voilà qui manque
singulièrement de correction!
En déclarant à la télévision que 20.000 demandeurs
d'asile ont quitté notre pays en 1999, le ministre ne
se montre par ailleurs guère respectueux de la
vérité. Les chiffres qu'il évoque sont totalement
inexacts. S'il est vrai que quelque 2000 étrangers
en séjour illégal dans notre pays ont quitté
volontairement le territoire de la Belgique et qu'un
millier de personnes ont été expulsées, le chiffre de
3000 personnes est bien en deçà des 20.000 cités
par le ministre. En ce qui concerne Overijse, je tiens
à faire observer que 24.000 de ses habitants parlent
déjà une autre langue que la langue officielle de la
commune. Les écoles de la région sont déjà
submergées en raison de l'afflux de francophones
et d'eurocrates. Si les enfants des demandeurs
d'asile viennent s'ajouter à ceux des groupes de
population que je viens d'évoquer, la situation
deviendra intenable.
Il est faux de prétendre que le Vlaams Blok plaide
depuis des années contre l'octroi d'une aide
financière aux demandeurs d'asile. Nous sommes
en revanche partisans d'un accueil purement
matériel, à la condition que les procédures soient
écourtées et que les intéressés soient
exclusivement accueillis dans des centres fermés.
Le ministre s'est cependant borné à créer des
centres ouverts. A propos du site "Hengelhoef" à
Houthalen-Helchteren, je réitère les questions très
précises que j'ai posées. Je continue de m'indigner
de ne pas y avoir reçu de réponse.
01.08 Jean-Marc Delizée (PS): Zoals ik al zei, zijn
wij ons terdege bewust van de werkelijkheid en
verliezen wij ook het bestaan van filières niet uit het
oog.
De vluchtelingenopvang moet over het hele land
worden gespreid. Mijn arrondissement van Dinant-
Philippeville vangt 40 procent van alle in Wallonië
ondergebrachte vluchtelingen op.
Voorts betreuren wij de gebrekkige inlichting van de
burgemeesters en het gebrek aan informatie binnen
de centra.
Ik neem nota van het feit dat overeenkomstig de
wet de twee centra waarvan de eigenaars de
verkoop weigeren niet kunnen worden opgeëist.
Zelfs als andere eigenaars hun toeristisch centrum
01.08 Jean-Marc Delizée (PS): Comme je l'ai déjà
dit, nous sommes tout à fait conscients de la réalité,
sans oublier l'existence de filières.
Nous devons organiser l'accueil des réfugiés dans
toutes les régions du pays. Dans mon
arrondissement de Dinant-Philippeville, nous
accueillons 40% des réfugiés en Wallonie.
Par ailleurs, nous déplorons le manque
d'information des bourgmestres ainsi que le
manque d'information interne au sein des centres
eux-mêmes.
Je prends acte de ce qu'effectivement, deux
centres que les propriétaires ne veulent pas vendre
ne peuvent, selon la loi, être réquisitionnés.
Cependant, même si d'autres propriétaires sont
CRABV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
wegens opbrengstmotieven verkopen, is het Rode
Kruis niet verplicht om in haar zoektocht naar
gebouwen, die als opvangcentra voor vluchtelingen
dienst kunnen doen, systematisch naar toeristische
centra uit te kijken.
Wat Vresse en Sugny betreft, neem ik ook nota van
uw wil om de dialoog voort te zetten. Aangezien het
domein in kwestie in Sugny een militaire basis is,
kan de opvangcapaciteit waarschijnlijk worden
verhoogd.
vendeurs de leur centre de tourisme, sans doute
pour des raisons de manque de rendement, la
Croix-Rouge ne doit pas systématiquement
prospecter dans les centres de tourisme pour
trouver des infrastructures qui serviront de centres
d'accueil pour les réfugiés.
Enfin, pour Vresse et Sugny, je prends également
acte de votre volonté de poursuivre le dialogue.
Sugny étant une base militaire, ce site peut sans
doute accueillir davantage de réfugiés.
01.09 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Zon en
Zee is een luxueuze behuizing voor asielzoekers,
zeker als je de omstandigheden ziet waarin onze
eigen gepensioneerden dikwijls moeten leven.
Het probleem van de taalstages en het sociaal
toerisme in Westende werd door de minister zelfs
niet aangeraakt.
Met zijn argument tegen een centrum in Oostende,
omdat daar de havenkade vlakbij is, geeft de
minister ons in feite gelijk: we hebben nood aan
gesloten centra!
01.09 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Le soleil
et la mer. Voilà des conditions d'accueil bien
luxueuses pour des demandeurs d'asile,
comparées aux conditions dans lesquelles doivent
vivre nos propres retraités.
Le ministre n'a même pas abordé les problèmes
des stages linguistiques et du tourisme social à
Westende.
Le ministre nous donne en fait raison lorsqu'il
invoque l'impossibilité d'ouvrir un centre à Ostende
en raison de la proximité de l'embarcadère: il faut
créer des centres fermés.
01.10 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De minister stelt vast dat een asielcentrum nergens
welkom is, wat ook de argumentatie moge zijn. Dit
land telt evenveel asielzoekers als Frankrijk, terwijl
het zes keer meer inwoners telt. Dit is niet normaal.
Het kopen van vakantiecentra betekent een zware
financiële inspanning. Toch vindt de minister dat hij
geen fortuinen uitgeeft aan het asielbeleid.
Het leger vindt dat een kazerne niet kan worden
opgesplitst in een deel voor militairen en een voor
asielzoekers. Toch vrezen wij deze situatie wel mee
te maken in de Leopoldskazerne in Gent.
01.10 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Le ministre constate que nul ne fait preuve
d'enthousiasme à l'idée d'héberger un centre
d'accueil pour demandeurs d'asile dans sa
commune, quels que soient les arguments avancés.
Notre pays compte autant de demandeurs d'asile
que la France. Ce n'est pas normal. Le rachat de
centres de vacances représente un effort financier
important. Pourtant, le ministre estime ne pas
dépenser des fortunes en matière d'asile.
L'armée considère qu'il est hors de question de
diviser une caserne pour en affecter une partie aux
militaires et une autre aux demandeurs d'asile.
Nous craignons cependant que ce soit précisément
ce qui se produit à la caserne Léopold à Gand.
01.11 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): De militairen gaan deze kazerne
renoveren. Wij hebben geen plannen om hier een
asielcentrum onder te brengen.
01.11 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : Les militaires vont rénover cette
caserne. Nous ne prévoyons pas d'y installer un
centre d'accueil pour demandeurs d'asile.
01.12 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Wij zijn voorstander van een gesloten centrum aan
de rand en niet in de stad. Ten slotte wil ik nog
opmerken dat er heel weinig gedaan wordt aan het
wegsturen van de asielzoekers.
01.12 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Nous sommes partisans d'un centre fermé dans la
périphérie, et non pas au centre de la ville. Enfin, je
tiens à signaler qu'on déploie bien moins d'efforts
en ce qui concerne l'éloignement du territoire des
demandeurs d'asile
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19/12/2000
CRABV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
02 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
bevoegdheden van de federale overheid inzake
de organisatie van de gezondheidszorg" (nr.
2808)
02 Question orale de M. Jo Vandeurzen à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
compétences des autorités fédérales en matière
d'organisation des soins de santé" (n° 2808)
02.01 Jo Vandeurzen (CVP): Dit is een hectische
dag. Ik hoor nu dat minister Vande Lanotte in zijn
afwezigheid een uitval heeft gedaan naar de heer
De Crem. Ik vind dat niet correct.
De voorzitter: De heer De Crem had een vraag
ingediend. Hij wist dat die op de agenda stond. De
heer Vandeurzen kan zijn eigen vraag stellen.
02.01 Jo Vandeurzen (CVP): La journée est
agitée. J'apprends qu'en absence de l'intéressé, le
ministre Vande Lanotte a lancé une attaque contre
M. De Crem. Ce procédé est incorrect.
Le président: M. De Crem avait déposé une
question dont il savait qu'elle figurait à l'ordre du
jour. Vous pouvez poser votre question.
02.02 Jo Vandeurzen (CVP): Artikel 53 van de
programmawet vangt de vernietiging van het
ziekenhuis-KB op, met betrekking op de uitvoering
van sectorale akkoorden. Welke KB's en MB's in
verband met de organisatie van de
gezondheidszorg werden de laatste vijf jaar door de
administratieve rechters betwist? Hoe kan de
overheid in deze sector nog regelgevend optreden?
02.02 Jo Vandeurzen (CVP): L'article 53 de la loi-
programme remédie à l'annulation de l'arrêté royal
relatif aux hôpitaux en ce qui concerne l'exécution
des accords sectoriels. Quels arrêtés royaux et
ministériels relatifs à l'organisation des soins de
santé ont été contestés par les juges administratifs
au cours des cinq dernières années ? Dans quelle
mesure les pouvoirs publics peuvent-ils encore
définir les règles dans ce secteur ?
02.03 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
laatste jaren wordt er inderdaad steeds meer
protest aangetekend tegen KB's. De overheid moet
regelgevend kunnen optreden. Maar het snelle
beroep kan het voeren van een beleid
hypothekeren.
Ik zal u een overzicht van alle gerechtelijke
procedures bezorgen. Niet alle beroepen leiden
uiteindelijk tot een vernietiging. Er zijn heel wat
voorbeelden aan te halen, waarbij slechts een
aantal onderdelen worden vernietigd.
Ik wil de aandacht vestigen op een arrest van het
Arbitragehof dat bepaalt dat de federale overheid
bevoegd is voor de structurering van de medische
en verpleegkundige activiteiten. Bovendien behoudt
de federale overheid een aantal normerende
bevoegdheden.
Voor het merendeel van de beroepen die de
afgelopen vijf jaar zijn ingediend bij de Raad van
State, is er nog geen definitieve uitspraak. De
regering kan nog altijd regelgevend optreden en ook
toezien op de naleving van de regels. Ik wil hier niet
in detail ingaan op alle beroepen. Ik maak een lijst
over aan de voorzitter en aan de heer Vandeurzen.
De voorzitter: Ik denk dat het nuttig zou zijn om
deze lijst aan alle leden van deze commissie te
02.03 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Ces dernières années, les recours en annulation
d'arrêtés royaux sont effectivement de plus en plus
nombreux. L'Etat doit pouvoir exercer son pouvoir
réglementaire. Mais le fait que d'aucuns
s'empressent d'introduire des recours est de nature
à entraver la mise en oeuvre d'une politique.
Je vous ferai parvenir un aperçu de toutes les
procédures judiciaires. Tous les recours
n'aboutissent pas à une annulation. Je pourrais
vous citer quantité d'exemples où certaines parties
seulement d'un arrêté royal ont été annulées.
Je voudrais attirer votre attention sur un arrêt de la
Cour d'arbitrage qui dispose que l'Etat fédéral est
compétent pour la structuration des activités
relevant de l'art de guérir et de l'art infirmier. En
outre, l'Etat fédéral conserve une série de
compétences normatives.
Pour la majorité des recours introduits au Conseil
d'Etat au cours de ces cinq dernières années, une
décision définitive n'est pas encore tombée. Le
gouvernement peut encore exercer son pouvoir
réglementaire et veiller au respect des règles. Je
n'ai pas l'intention d'examiner tous les recours en
détail. Je remettrai une liste de ces recours au
président ainsi qu'à M. Vandeurzen.
Le président: Je pense qu'il serait utile d'adresser
CRABV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
bezorgen.
cette liste à tous les membres de la commission.
02.04 Jo Vandeurzen (CVP): Ik dank de minister
voor haar inspanning om een volledige lijst van
beroepen op te stellen. Ik wil daarover nu niet
redetwisten. Ik vrees wel dat er op juridisch vlak
geen vereenvoudiging is te verwachten van de
adviezen van de Raad van State.
02.04 Jo Vandeurzen (CVP): Je remercie la
ministre pour les efforts qu'elle déploie pour dresser
une liste exhaustive des recours introduits. Je ne
souhaite pas polémiquer sur le sujet maintenant.
Cependant, je crains que, sur le plan juridique, les
avis du Conseil d'Etat ne simplifient pas les choses.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
erkenning van de klinische psychologie"
(nr. 2894)
- mevrouw Joke Schauvliege aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de erkenning van de klinische
psychologen" (nr. 2944)
03 Questions orales jointes de
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance de la biologie clinique" (n° 2894)
- Mme Joke Schauvliege à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance des psychologues cliniques"
(n° 2944)
03.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
minister bereidt een wetsontwerp voor dat de
uitoefening van de klinische psychologie moet
regelen. Dit ontwerp moet onder meer tegemoet
komen aan een wens van de zelfhulpgroep
slachtoffers geneeskunst. Zij willen de terugbetaling
van de psychologische bijstand.
Andere groepen zorgverleners, onder meer de
orthopedagogen, maken zich dan weer zorgen over
de consequenties van de wetswijziging. De
opleiding van de orthopedagogen is verschillend bij
Nederlands- en Franstaligen.
Komt er een erkenning van de klinisch
psychologen? Heeft de minister overlegd met
andere beroepsgroepen? Zullen zij op een gelijke
behandeling kunnen rekenen?
De vorige minister van Volksgezondheid had, op
vraag van de Belgische Federatie voor
psychologen, een werkgroep Erkenning van het
beroep van psychotherapeut opgericht, met de
bedoeling de beroepstitel van psychotherapeut te
erkennen. Wat is de mening van minister Aelvoet
terzake?
Komt er een doorzichtige regeling waarbij alle
psychomedische en -sociale beroepen een plaats
krijgen?
03.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): La
ministre prépare actuellement un projet de loi qui
devrait régler l'exercice de la psychologie clinique.
Ce projet doit notamment faire droit aux demandes
exprimées par l'association regroupant les victimes
de l'art de guérir qui souhaitent obtenir le
remboursement de l'aide psychologique à laquelle
ils ont recours.
D'autres groupes de prestataires de soins
notamment les orthopédagogues s'inquiètent,
quant à eux, des conséquences de la modification
législative annoncée, la formation des
orthopédagogues n'étant pas la même dans les
deux Communautés.
Les psychologues cliniques seront-ils agréés? La
ministre a-t-elle organisé une concertation avec
d'autres groupes professionnels? Ces derniers
bénéficieront-ils d'un traitement identique à celui
des psychologues cliniques?
A la demande de la fédération belge des
psychologues, le précédent ministre de la Santé
publique avait créé un groupe de travail chargé
d'étudier l'agrément de la profession, et en
particulier du titre de psychothérapeute. Quelle est
l'opinion de la ministre Aelvoet en la matière?
Une réglementation transparente octroyant une
place à part entière à l'ensemble des professions
psychomédicales et sociales sera-t-elle mise en
oeuvre?
03.02 Joke Schauvliege (CVP): Ik wens me aan 03.02 Joke Schauvliege (CVP): Je souhaite me
19/12/2000
CRABV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
te sluiten bij de vraag van mevrouw Van de
Casteele.
De erkenning van de titel van klinisch psycholoog
moet dringend gebeuren, want de patiënt verdient
bescherming. Anderzijds moet men er zich voor
hoeden dat de ene erkenning niet te zeer knaagt
aan de bevoegdheden van een andere sector, in
casu de orthopedagogen.
Is de minister zich daarvan bewust? Hoe zal zij
deze neveneffecten vermijden? Hoe ver staat het
erkenningsdossier? Wat met de andere
psychosociale disciplines? Zou men niet beter één
gemeenschappelijke basis voor al deze beroepen
opzetten, in plaats van het KB nr. 78 van 1967
steeds ingewikkelder te maken met allerlei
toevoegingen?
rallier à la question posée par Mme Van de
Casteele.
Le titre de psychologue clinique doit être agréé sans
tarder, car le patient mérite qu'on le protège. Par
ailleurs, il faut éviter qu'une reconnaissance
n'empiète sur les compétences d'un autre secteur,
notamment celui de l'orthopédagogie. La ministre
en est-elle consciente ? Comment compte-t-elle
prévenir des effets pervers de ce type? Quel est
l'état d'avancement du dossier de la
reconnaissance ? Qu'en est-il des autres disciplines
psychosociales ? Ne vaudrait-il pas mieux créer une
base commune pour l'ensemble de ces professions,
au lieu de compliquer l'arrêté royal n° 78 de 1967
par des ajouts successifs ?
03.03 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Er
zijn al verschillende vergaderingen geweest met
orthopedagogen. Men is met dit dossier bezig. Er
zijn al lang problemen met psychologische
therapeutische behandelingen. Die zaak krijgt
voorrang en vraagt veel werk.
De beoefenaars van de klinische psychologie
spelen een belangrijke rol. Zij moeten dan ook een
aangepast statuut krijgen. Erkenning beoogt de
bescherming van de patiënt.
De terugbetaling behoort niet tot mijn bevoegdheid.
Er bestaan al lang samenwerkingsvormen tussen
psychologen en medici om zo een vorm van
terugbetaling te regelen.
Orthopedagogen wenden technieken aan die ook
worden toegepast door klinisch psychologen. De
erkenning van de klinisch psychologen mag niet
meebrengen dat de orthopedagogen deze
technieken niet meer zouden mogen gebruiken. Er
zijn rechtstreekse contacten geweest van mijn
kabinet met organisaties van orthopedagogen. Wat
de klinisch psychologen betreft, werd de werkgroep
die door mijn voorganger werd opgericht,
verdergezet.
03.03 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Il y a eu de nombreuses réunions avec les
orthopédagogues. On s'occupe du dossier. Les
traitements thérapeutiques psychologiques posent
des problèmes depuis longtemps. La priorité est
donnée à ce dossier, mais cela demande beaucoup
de travail.
Les praticiens de la psychologie clinique jouent un
rôle important. Aussi convient-il de leur conférer un
statut adapté. La reconnaissance vise à protéger le
patient.
Le remboursement ne relève pas de mes
compétences. Il existe depuis longtemps des
structures de collaboration entre psychologues et
médecins pour régler une forme de
remboursement.
Les orthopédagogues recourent à des techniques
qui sont également appliquées par les
psychologues cliniques. La reconnaissance des
psychologues cliniques ne peut pas avoir pour
conséquence que les orthopédagogues ne peuvent
plus mettre ces techniques en oeuvre. Il y a eu des
contacts directs entre mon cabinet et des
organisations d'orthopédagogues. En ce qui
concerne les psychologues cliniques, un groupe de
travail constitué par mon prédécesseur a poursuivi
ses activités.
De meervoudige inhoud van het beroep maakt de
erkenning ervan niet gemakkelijk. De erkenning van
een beroepsgroep en van de individuele
beoefenaars ervan brengt overigens een enorme
werklast mee inzake het opstellen van de
regelgeving, de uitvoering ervan, de oprichting van
een erkenningscommissie en de administratieve
ondersteuning ervan. Bovendien is er een hoge
La diversité au niveau de la profession complique la
reconnaissance. La reconnaissance d'une catégorie
professionnelle et des praticiens individuels
entraînent par ailleurs une charge de travail
considérable pour l'élaboration et la mise en oeuvre
de la réglementation, la création d'une commission
de reconnaissance et l'appui administratif. Le coût
est également élevé pour la société. C'est la raison
CRABV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
kostprijs mee gemoeid voor de samenleving.
Daarom opteer ik prioritair voor de erkenning van
die beroepsgroepen die een diagnostisch en
therapeutisch karakter hebben.
Betreffende de timing voor het wetsontwerp kan ik
nu nog geen precies antwoord geven omdat er
eerst nog een aantal problemen moeten worden
opgelost.
We zijn de orthopedagogen dus zeker niet
vergeten.
pour laquelle je souhaiterais régler d'abord la
reconnaissance des catégories professionnelles à
caractère diagnostique ou thérapeutique.
Il m'est impossible à l'heure actuelle de dire avec
précision quand le projet de loi sera prêt. Un certain
nombre de problèmes doivent en effet encore être
réglés.
Nous n'avons donc nullement oublié les
orthopédagogues.
03.04 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ik ben
blij dat deze beroepsgroep niet wordt vergeten. Het
gaat gelukkig om een wetsontwerp dat door de
Kamer zal moeten worden goedgekeurd. De
minister wil een aparte regeling voor de
verschillende beroepsgroepen opstellen. Ik neem
daar akte van.
03.04 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Je me
réjouis de ce que cette catégorie professionnelle ne
soit pas oubliée. Il s'agit heureusement d'un projet
de loi qui devra être adopté par la Chambre. La
ministre entend élaborer une réglementation
distincte pour les différentes catégories
professionnelles. J'en prends bonne note.
03.05 Joke Schauvliege (CVP): Er bestaat
inderdaad een gemeenschappelijke basis voor de
psychosociale beroepen. Ik vrees dat de
ongerustheid gevoed is door een gebrekkige
communicatie. Ik dring er bij de minister op aan om
de verschillende beroepscategorieën bij het
opstellen van het wetsontwerp te betrekken.
03.05 Joke Schauvliege (CVP): Il y a, en effet, un
socle commun aux différentes professions psycho-
sociales. Je crois que l'inquiétude est due à un
manque de communication. J'insiste auprès de la
ministre pour que les différentes catégories
professionnelles soient prises en compte dans le
projet de loi.
03.06 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Er is
wel communicatie geweest. Men aanvaardt gewoon
niet dat één zaak sneller wordt geregeld dan een
andere.
03.06 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais): Il
y a bel et bien eu un échange d'informations. On
n'accepte tout simplement pas qu'une affaire soit
réglée plus rapidement qu'une autre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van
de Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het verwerken van o.a.
beenderen in voedingsmiddelen" (nr. 2895)
04 Question orale de Mme Annemie Van de
Casteele à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'insertion d'os, etc... dans
l'alimentation" (n° 2895)
04.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Dierenmeel wordt nu door Europa verboden in
dierenvoeding. Anderzijds is dierlijk afval blijkbaar
wel goed genoeg voor voeding voor mensen Dat is
wel een vreemde situatie. Blijkbaar waren de
minister en de administratie daarvan niet op de
hoogte. Bestaat er nu een inventaris van
voedingsproducten waarin slachtafval wordt
verwerkt? Wat is toegestaan, wat is verboden?
Bestaan er controles? Hoe kunnen beide
voedingscircuits voor mensen en voor dieren
gescheiden worden gehouden? Voedselveiligheid is
zeer belangrijk, de risico's van bijproducten in de
vleessector moeten dan ook ernstig worden
genomen.
04.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
L'utilisation de farine carnée dans l'alimentation
pour animaux est actuellement interdite par les
autorités européennes. Par ailleurs, les déchets
d'origine animale semblent apparemment présenter
une qualité suffisante pour être consommés par les
êtres humains. Voilà une situation bien étrange.
Apparemment, la ministre et l'administration
n'étaient pas au courant de cette situation. Existe-t-il
un inventaire des produits alimentaires contenant
des déchets d'abattage? Quelles pratiques sont
autorisées, lesquelles sont interdites? Des contrôles
sont-ils organisés? Comment les deux circuits
alimentaires l'un pour la consommation humaine,
l'autre pour la consommation animale peuvent-ils
rester scindés? La sécurité alimentaire constitue un
enjeu important. Dès lors, les risques liés aux
19/12/2000
CRABV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
produits secondaires du secteur de la viande
doivent être pris au sérieux.
04.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Het
gaat hier over de vleesverwerkende industrieën en
meer bepaald het gebruik van karkassen,
slachtafval en ingewanden binnen die industrieën.
Bij de verwerking ervan krijgt elk deel een andere
bestemming naargelang de aard. De beenderen zijn
indirect bestemd voor menselijke voeding. De
Europese Commissie heeft op 29 juni 2000 richtlijn
94/474 uitgevaardigd om alle risicomaterialen uit de
keten geschikt voor menselijke consumptie te
bannen. Beenderen afkomstig van het uitbenen van
karkassen gebruiken kan, overeenkomstig de
wetgeving op de voedingsmiddelen. Verboden zijn
alleen de producten die niet voldoen aan de
wettelijk bepaalde voorwaarden voor menselijke
consumptie.
04.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Votre question se rapporte aux industries de
traitement de la viande et, plus particulièrement, à
l'utilisation de cadavres, de déchets d'abattage et
de viscères par ces industries. Au moment du
traitement, chaque élément se voit attribuer une
destination différente en fonction de sa nature. Les
os sont indirectement destinés à la consommation
humaine. Le 29 juin 2000, la Commission
européenne a pris la directive 94/474 tendant à
éliminer tout matériel à risque de la chaîne
alimentaire destinée à la consommation humaine.
La législation relative aux produits alimentaires
autorise cependant l'utilisation d'os provenant de
cadavres. Seuls les produits ne satisfaisant pas aux
conditions légales fixées pour la consommation
humaine sont interdits.
De controle wordt naargelang van de sector
gevoerd door het IVK, door de Algemene
Eetwareninspectie of door de Farmaceutische
Inspectie.
De nevenproducten zullen in een volledig
gescheiden circuit worden behandeld en verwerkt.
Op die manier willen we de volksgezondheid
beschermen. Elke inbreuk heeft voor gevolg dat de
producten niet meer voor consumptie kunnen
worden gebruikt.
De Nederlandstaligen zullen een veel beter inzicht
krijgen betreffende de BSE wanneer zij het artikel
van de heer Vanopdenbosch in De Standaard van
vorige zaterdag lezen.
Voor de nevenproducten zal hetzelfde
controlemechanisme worden gehanteerd als voor
producten die voor directe consumptie bestemd
zijn.
En fonction du secteur, les contrôles sont soit
effectués par l'IEV, soit par l'Inspection générale
des denrées alimentaires, soit par l'Inspection
pharmaceutique.
Les produits dérivés seront examinés et traités
dans un circuit totalement séparé. En procédant de
la sorte, nous assurerons la protection de la santé
publique. Toute infraction a pour conséquence que
les produits ne pourront plus être utilisés pour la
consommation.
Les néerlandophones disposeront d'un meilleur
aperçu de l'ESB lorsqu'ils auront lu l'article de M.
Vanopdenbosch, paru samedi dernier dans le
journal "De Standaard".
Les produits dérivés seront soumis au même
mécanisme de contrôle que celui utilisé pour les
produits destinés à la consommation directe.
04.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Het
antwoord was technisch en daaraan heeft de
consument weinig. De communicatie blijft falen.
Een aantal neveneffecten van het verbod van
dierenmeel is zeker wel te verwachten. Werden de
risico's onderzocht?
04.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): La
réponse de la ministre était relativement technique,
ce qui n'intéresse pas véritablement le
consommateur. Le manque de communication
persiste.
On peut s'attendre à ce que l'interdiction des farines
carnées entraîne un certain nombre d'effets
secondaires. Ces risques ont-ils déjà été étudiés ?
04.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Er is
zeker een tekort aan goede en betrouwbare
communicatie. We werken aan een gedetailleerde
communicatie aan de hand van de honderd meest
gestelde vragen.
04.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais)
La communication manque réellement d'efficacité et
de fiabilité. Nous élaborons actuellement un mode
de communication détaillé pour répondre aux
centaines de questions qui ont été posées.
CRABV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
De risicoanalyses in verband met
vervangingsproducten en opslag van dierenmeel
worden uitgevoerd.
Les analyses de risque concernant les produits de
substitution et l'entreposage des farines carnées
sont en cours.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Richard
Fournaux aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het statuut van de zogenaamde
"niet-gekwalificeerde" ziekenverzorgsters" (nr.
2943)
05 Question orale de M. Richard Fournaux à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
statut des aides-soignantes dites "non
qualifiées"" (n° 2943)
05.01 Richard Fournaux (PSC): De voorbije twee
jaar stellen veel ziekenverzorgsters vast dat niet
meer wordt ingegaan op hun aanvraag tot afwijking
van de kwalificatievoorwaarden zoals bepaald in
artikel 54 bis van het koninklijk besluit nr. 78 van 10
november 1967 betreffende de geneeskunst.
Waarom weigeren de bevoegde medische
commissies die nog steeds geldende bepaling toe
te passen ? De betrokkenen bevinden zich vaak in
precaire situaties, hebben geen uitzicht op een
stabiele loopbaan en bevorderingsmogelijkheden,
zaken die belangrijk zijn voor een bepaalde
levenskwaliteit. De kwaliteit van de verzorging komt
overigens niet in het gedrang aangezien die
mensen verscheidene jaren beroepservaring in
dezelfde verzorgingsinstelling moeten hebben. De
afwijking geldt bovendien enkel voor personen die
al in functie zijn. Het is dus geenszins de bedoeling
de voor het verzorgend en verplegend personeel
vereiste opleiding ter discussie te stellen. Kan men
zich niet soepeler opstellen in een tijd van nijpend
tekort aan verzorgend personeel ?
05.01 Richard Fournaux (PSC): Depuis près de
deux ans, de nombreuses aides-soignantes
constatent que leur demande de pouvoir bénéficier
de la dérogation aux conditions de qualification par
application de l'article 54 bis de l'arrêté royal n° 78
du 10 novembre 1967 sur l'art de guérir n'est plus
acceptée. Cette disposition étant toujours en
vigueur, pourquoi les commissions médicales
compétentes refusent-elles de l'appliquer ? Les
personnes concernées se trouvent souvent dans
des situations précises, sans possibilité de carrière
stable et de promotion, éléments indispensables à
une certaine qualité de vie. Par ailleurs, la qualité
des soins n'est pas mise en cause, ces personnes
devant faire la preuve de plusieurs années de
pratique professionnelle dans le même
établissement de soins. De plus, ces dérogations
ne concernent que des personnes déjà en fonction.
Il n'est donc pas question, ici, de vouloir remettre en
cause la formation indispensable pour toutes les
professions d'aide médicale et d'infirmier. N'y
aurait-il pas lieu de faire preuve de souplesse en
cette matière à une époque où le personnel
soignant fait cruellement défaut ?
05.02 Minister Magda Aelvoet (Frans) : De
officiële mededeling van de beslissingen heeft
inderdaad enige vertraging opgelopen. Van de
19.000 ingediende aanvragen moeten er nog 559
worden afgehandeld. Wij hebben de provinciale
medische commissies instructie gegeven deze
achterstand zo snel mogelijk weg te werken.
De toepassing van artikel 54bis heeft heel wat
controverse gewekt. Er is geen enkele wets- of
reglementsbepaling die zegt dat het beroep moet
worden uitgeoefend in dezelfde praktijk of bij
dezelfde arts. De commissies van de provincies
Luik, Namen en Luxemburg hebben met materiële
problemen te kampen gehad, nog verergerd door
het feit dat de dossiers vaak onvolledig of weinig
begrijpelijk zijn.
In de provincie Luik werd, op een totaal van 2202
05.02 Magda Aelvoet , ministre (en français): Il
existe, en effet, un retard dans la notification des
décisions prises. Sur les 19.000 demandes
introduites 559 doivent encore être traitées. Nous
avons donné instruction aux commissions
médicales provinciales de résorber le retard au plus
vite.
L'application de l'article 54bis a soulevé de
nombreuses controverses. Aucune disposition
légale ou réglementaire n'impose que la pratique
professionnelle ait été exercée dans le même
cabinet ou auprès du même médecin. Les
commissions des provinces de Liège, Namur et
Luxembourg ont connu des difficultés matérielles,
encore aggravées par le fait que les dossiers sont
souvent incomplets ou peu compréhensibles.
19/12/2000
CRABV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
dossiers, in 1740 gevallen tot toekenning besloten;
259 gevallen vallen onder artikel 54bis, dat nog niet
wordt toegepast; 144 dossiers werden afgewezen;
34 dossiers waren onvolledig; voor 24 dossiers was
er geen reden meer en één dossier werd
onontvankelijk verklaard wegens te laat verzonden.
Er is dus vooruitgang in Luik.
Op 20 december is er een vergadering belegd om
de beslissingen te bekrachtigen. De betekeningen
worden de dag daarop, 21 december, aan de
aanvragers verzonden.
Ondanks de trage evolutie van het dossier, verbind
ik mij ertoe dat alles uiterlijk 1 mei zijn beslag zal
hebben gekregen.
En province de Liège, sur le total de 2.202 cas, une
décision d'octroi est intervenue dans 1.740 cas ;
259 relèvent de l'article 54 non encore appliqué ;
144 sont des refus ; 34 dossiers étaient incomplets ;
24 étaient sans objet et un dossier était irrecevable
car envoyé hors délais. Les choses vont donc de
l'avant en province de Liège.
Une réunion est prévue le 20 décembre prochain
pour ratifier les décisions. Les notifications seront
envoyées aux requérants dès le lendemain, 21
décembre.
Malgré la lenteur de l'évolution du dossier, je
m'engage à ce que tout soit clôturé pour le premier
mai au plus tard.
05.03 Richard Fournaux (PSC): Ik neem er nota
van dat uw kabinet voortgang wil maken met de
afhandeling van de dossiers. Ik meen eveneens
begrepen te hebben dat men niet principieel
ongunstig staat tegenover de dossiers, en dat elk
dossier afzonderlijk wordt geanalyseerd, zonder
interventie van uwentwege.
05.03 Richard Fournaux (PSC): Je prends acte
de ce que la volonté d'accélération du traitement
des dossiers émane de votre cabinet. Je crois
également avoir compris qu'il n'y a pas de position
défavorable de principe au préalable, et que
l'analyse s'opère dossier par dossier, sans
intervention de votre part.
05.04 Minister Magda Aelvoet (Frans) : De
procedures zijn er, en ik zie erop toe dat ze gevolgd
worden. Ik zie niet in waarom ik voor sommige
dossiers wel tussenbeide zou komen, en voor
andere niet.
05.04 Magda Aelvoet , ministre (en français):
Puisque les procédures existent, je veille à ce
qu'elles soient suivies. Et je ne vois pas pourquoi
j'interviendrais dans certains dossiers et non dans
d'autres.
05.05 Richard Fournaux (PSC): Uw kabinet heeft
dus geen richtlijnen uitgevaardigd om voor of tegen
erkenning te instrueren.
05.05 Richard Fournaux (PSC): Il n'y a donc pas
de directive provenant de votre cabinet pour
conseiller ou non la reconnaissance.
05.06 Minister Magda Aelvoet (Frans) : Mijn
kabinet heeft enkel toelichting gegeven omtrent de
interpretatie van bepaalde zaken
05.06 Magda Aelvoet , ministre (en français): Mon
cabinet a procédé à des précisions quant à
certaines interprétations; rien de plus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van
de Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de salmonellabesmettingen"
(nr. 2951)
06 Question orale de Mme Annemie Van de
Casteele à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement et au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les contaminations
par des salmonelles" (n° 2951)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu).
(La réponse sera donnée par la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement).
06.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Een
adviseur van de minister van Landbouw heeft aan
De Morgen bevestigd dat België een
salmonellaprobleem heeft dat een gevaar betekent
voor de volksgezondheid, iets wat op een studiedag
van de stichting Karel Van Noppen al was
06.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Un
conseiller du ministre de l'Agriculture a confirmé
dans le journal "De Morgen" qu'il y avait en Belgique
un problème de contamination par des salmonelles,
ce qui pouvait constituer une menace pour la santé
publique. Ce problème avait déjà été évoqué par la
CRABV 50
COM 339
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
meegedeeld door veearts mevrouw Nollet.
Werden de ministers op de hoogte gebracht van de
resultaten van dit onderzoek? Wat zijn de meest
recente cijfers van de controles? Is het probleem bij
ons erger dan in de rest van Europa? Heeft de
minister cijfers over salmonellabesmetting bij de
consument? Welke maatregelen neemt de regering
om besmettingsrisico's te verminderen? Kan de
regering nog vasthouden aan de budgettaire
neutraliteit van het Voedselagentschap? Volstaat de
huidige personeelsbezetting? Andere landen
zouden met argusogen naar België kijken.
vétérinaire, madame Nollet, lors d'une journée
d'études organisée par la fondation Karel Van
Noppen.
Les ministres ont-ils été informés des résultats de
l'étude qui a été menée? Quels sont les derniers
résultats des contrôles qui ont été effectués? Le
problème est-il plus grave chez nous qu'ailleurs en
Europe? Dispose-t-on de chiffres sur des cas de
salmonellose chez les consommateurs? Quelles
mesures le gouvernement prend-il pour limiter les
risques de contamination? Le gouvernement peut-il
encore garantir la neutralité budgétaire de l'Agence
pour la sécurité alimentaire? L'effectif du personnel
actuel est-il suffisant? D'autres pays suivraient la
situation en Belgique de près.
06.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Het
artikel uit De Morgen verwijst naar een onderzoek
door het departement Landbouw. Ook mijn diensten
voeren zulke onderzoeken uit, het laatste in 1999.
De resultaten van de onderzoeken die lopen sinds
1997 worden openbaar gemaakt. Ik leer daaruit
dat België ergens midden in het Europese peloton
zit.
De nationale gegevensbank bevestigt dat een
collectieve voedselvergiftiging zelden het gevolg is
van besmet varkensvlees. Een integrale
ketenbewaking is nodig van boerderij via slachthuis
tot keuken. In de pluimveesector lukt zulks
momenteel het best. Daar werd de kruisbesmetting
op slachthuisniveau reeds zo goed als uitgesloten.
Ook keukenhygiëne is in deze zeer belangrijk.
06.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
L'article publié dans De Morgen renvoie à une étude
commandée par le département de l'Agriculture.
Mes services procèdent également à de telles
études, dont la dernière date de 1999. Les résultats
des études entreprises depuis 1997 ont été
publiés et démontrent que la Belgique se classe au
milieu du peloton européen.
La banque de données nationale confirme que les
intoxications alimentaires résultent rarement de la
consommation de viande porcine contaminée. Un
contrôle intégral de la chaîne alimentaire de la
ferme à la cuisine, via l'abattoir, s'impose. Le
secteur de la volaille y réussit le mieux. La
contamination croisée au niveau de l'abattoir y est
pour ainsi dire inexistante. L'hygiène en matière
culinaire revêt également une importance majeure.
Salmonella zou ook teruggedrongen kunnen
worden door decontaminatie en door straling, maar
die technieken zijn verboden op Europees vlak en
zouden ook op weinig sympathie van de consument
kunnen rekenen.
Het beschikbare personeel moet niet noodzakelijk
worden uitgebreid met een bepaalde factor om de
controle te verbeteren. Men moet niet altijd meer
mensen en meer geld vragen. De budgettaire
neutraliteit is een duidelijke lijn voor de regering,
maar er kan ruimte worden gemaakt voor duidelijke
noden. Sowieso zal de BSE-aanpak extra middelen
vergen. Het GGO-debat is ook verbonden met de
vervangingsproducten in de dierenvoeding. Er is wel
bijval voor een voorstel tot gescheiden import.
Les techniques de décontamination et de détection
permettraient de remédier à la salmonellose, mais
elles sont interdites au niveau européen et ne
seraient sans doute pas appréciées du
consommateur.
Il est vrai que l'amélioration des contrôles n'exige
pas nécessairement une multiplication du personnel
disponible. Il n'est, en effet, pas toujours nécessaire
de réclamer des moyens humains et matériels
supplémentaires. Le gouvernement a clairement
opté pour la neutralité budgétaire mais il peut
dégager des marges pour répondre à des besoins
précis. Les mesures de lutte contre l'ESB
requerront d'office des moyens supplémentaires. Le
débat relatif aux OGM doit être mis en rapport avec
les produits de substitution dans l'alimentation
animale. La proposition de loi relative à l'importation
séparée reçoit un accueil très favorable.
06.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
BSE-crisis zal een hele hap uit ons budget nemen.
06.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): La
crise de l'ESB absorbera une grande partie du
19/12/2000
CRABV 50
COM 339
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Staat dat wel in verhouding tot de kostprijs en de
risico's van andere voedselcontroles?
Officieel zijn er 15.000 salmonellavergiftigingen per
jaar. Dat cijfer moet omlaag en dat moet beginnen
op de varkensbedrijven. Ook schieten onze
slachthuizen nog tekort inzake hygiëne. Dat wordt
bevestigd door een Europees rapport. Ten slotte
moet ook de consument beter bewust worden
gemaakt van de salmonellarisico's.
budget. N'y a-t-il pas disproportion avec le coût et
les risques d'autres contrôles alimentaires?
On dénombre officiellement 15.000 cas de
contamination par des salmonelles par an. Ce
chiffre doit baisser et il faut commencer par
concentrer les efforts sur les élevages porcins. Il y a
également des problèmes d'hygiène dans les
abattoirs. Nous en avons eu confirmation dans un
rapport européen. Enfin, il faut également mieux
informer le consommateur sur les risques d'une
contamination par les salmonelles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.22 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14.22 heures.
Document Outline