KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 337
CRIV 50 COM 337
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
13-12-2000 13-12-2000
15:15 uur
15:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 337
13/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
-
de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken en
tot de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de recente
evolutie van de reorganisatie van
Ontwikkelingssamenwerking" (nr. 553)
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères et au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement adjoint
au ministre des Affaires étrangères sur "l'évolution
qui s'est produite récemment en ce qui concerne
la réorganisation de la Coopération au
développement" (n° 553)
-
de heer Francis Van den Eynde tot de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
regeringsplannen met betrekking tot de toekomst
van de ontwikkelingssamenwerking en de
hervorming van dit departement" (nr. 559)
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'Etat à
la Coopération au développement adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "les projets
du gouvernement en ce qui concerne l'avenir de
la Coopération au développement et la réforme
de ce département" (n° 559)
Sprekers: Ferdy Willems, Francis Van den
Eynde, Eddy Boutmans
, staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking, Claudine
Drion, Leen Laenens, Jef Valkeniers
Orateurs: Ferdy Willems, Francis Van den
Eynde, Eddy Boutmans
, secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement, Claudine
Drion, Leen Laenens, Jef Valkeniers
Moties
7
Motions
7
CRIV 50
COM 337
13/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
WOENSDAG
13
DECEMBER
2000
15:15 uur
______
du
MERCREDI
13
DÉCEMBRE
2000
15:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 15.16 uur door
de heer Geert Versnick, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.16 heures par M.
Geert Versnick, président.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken en
tot de staatssecretaris voor Ontwikkelings-
samenwerking, toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de recente evolutie
van de reorganisatie van Ontwikkelings-
samenwerking" (nr. 553)
-
de heer Francis Van den Eynde tot de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamen-
werking, toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de regeringsplannen
met betrekking tot de toekomst van de
ontwikkelingssamenwerking en de hervorming
van dit departement" (nr. 559)
01 Interpellations jointes de
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères et au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement
adjoint au ministre des Affaires étrangères sur
"l'évolution qui s'est produite récemment en ce
qui concerne la réorganisation de la
Coopération au développement" (n° 553)
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "les projets
du gouvernement en ce qui concerne l'avenir de
la Coopération au développement et la réforme
de ce département" (n° 559)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's,
mijn interpellatieverzoek dateert van
16 november 2000. Het is gedeeltelijk mijn fout
dat het pas nu aan bod komt, wegens een
parlementaire missie naar Colombia. Intussen zijn
er veel nieuwe elementen. In de pers hebben wij
bijvoorbeeld al het antwoord op mijn zesde vraag
kunnen lezen. Ik zal u daar niet meer mee lastig
vallen, mijnheer de staatssecretaris. Ik heb mijn
eerste en tweede vraag samengevoegd. Zij
handelen over de relatie tussen
Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse
Zaken.

Vandaag zal ik wel meer inspelen op wat gisteren
is voorgevallen dan op wat eerder gebeurde.
Gisteren hebben wij immers van u vernomen dat u
principieel voorstander bent van een grote, of een
zo groot mogelijke autonomie van
Ontwikkelingssamenwerking. U hebt hier reeds
eerder gezegd dat u dit departement bij wet hebt
geërfd, en dat u verplicht bent die wet uit te
voeren. U was er geen voorstander van het ABOS
bij Buitenlandse Zaken onder te brengen, maar
vandaag wilt u die zaak niet meer ter discussie
stellen, onder meer omdat er geen meerderheid in
de regering te vinden is om ze ter discussie te
stellen.

U hebt nog een andere boeiende uitspraak
gedaan, en ik citeer u: "Over vijf, zes, zeven of tien
jaar zullen de verschillende politieke culturen van
Buitenlandse Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking op elkaar ingespeeld
zijn. Niemand kan garanderen dat de totaal
verschillende opdrachten dag op dag gerealiseerd
zullen zijn." Dit zijn standpunten waar ik mij in kan
terugvinden. Ik hoef hierover dus niet verder aan
te dringen.

Mijn vierde en vijfde vraag gingen over uitlatingen
van uzelf en van minister Michel. Intussen zijn die
al weken oud. Wij vinden het niet prettig die
onderlinge ruzies vast te stellen. Ik vind ze vooral
13/12/2000
CRIV 50
COM 337
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
niet productief voor de ontwikkelings-
samenwerking zelf. Ik wil het hier over bij die
opmerking laten.

De kern van wat ik vandaag wil betogen zit vervat
in mijn derde vraag over de toekomst en de
eventuele regionalisering van Ontwikkelings-
samenwerking. Vroeger heb ik reeds een
uitspraak van Dirk Barrez geciteerd uit zijn boek
'De val der engelen': "Dertig jaar officiële
ontwikkelingssamenwerking heeft tot weinig of
niets geleid, zeker niet tot ontwikkeling. Dertig jaar
ontwikkelingssamenwerking is uitgelopen op een
fiasco." Mijnheer de staatssecretaris, wat ik hier
gisteren hoorde, durf ik ronduit als hallucinant te
omschrijven. Wij hadden hier een hoorzitting met
drie topambtenaren. Het ging daar niet meer over
het vermaledijde ABOS, maar over de huidige
structuren en over de huidige hervorming van het
departement. Sta me toe enkele politieke
uitspraken te citeren die er niet om liegen.

Mijnheer Eyskens zegt het volgende: "Zelden heb
ik ambtenaren zo kritisch gezien tegenover hun
eigen beleidsinstrument." Hij noemde het
organigram dat hem werd voorgelegd
"ontzettend". Hij zei: "Men is blijkbaar niet
opgewassen tegen om het even welke taak."

Hij stelt ook de vraag of wij in de Wereldbank,
waarmee 40 contracten zijn afgesloten, wel aan
bod komen. Nadien hebben wij hier een bitsig
debat meegemaakt waar niemand beter van werd,
zeker ontwikkelingssamenwerking niet.

De heer Van der Maelen had het over structurele
fouten en uitvoeringsproblemen en dat wij punt
voor punt alle problemen opnieuw ter discussie
moeten stellen. De heer Van der Maelen zegt "Ik
heb hier hemeltergende zaken gehoord. De
problemen zijn nog ernstiger dan ik had vermoed".

De heer Valkeniers gaat nog een stap verder en
zegt "Vandaag zien wij het failliet van de
ontwikkelingssamenwerking, zoals iedere
objectieve waarnemer kan vaststellen". Hij had het
over een middeleeuwse manier van werken, zoals
bijvoorbeeld het prutsen met facturen van
200 frank. Hij zegt "De kritiek uit het zuiden is
radicaal. Wij houden ons bezig, zegt men daar,
met paperassen, verslagen en contracten en
controles. Onze vrijwilligers zijn ongelukkig. Wij
gijzelen elkaar en in plaats van een controle op de
resultaten moeten er resultaatsverbintenissen
komen".

Mijnheer Boutmans, u hebt zelf ook wel heel
merkwaardige dingen gezegd. U zei onlangs "Er
zijn bijna evenveel statuten als er ambtenaren
zijn". Ook u had het over hemeltergende
toestanden. U noemt dit een hervorming waarmee
men beter niet was gestart wanneer men ze toch
niet wil afmaken, of wanneer men ze op enkele
maanden tijd wil afronden.

Hier volgt nog een markante uitspraak van u: "De
ziekte van ontwikkelingssamenwerking is
reformitis of de scalpelstrategie waarbij men het
verschil niet meer maakt tussen een scalpel en
een botte bijl".

U hebt heel terecht gezegd dat wij proberen er
nog iets aan te doen. Het meest verwonderd was
ik over uw uitspraak dat u er verbaasd over was
dat Ontwikkelingssamenwerking toch nog goed
werk doet ondanks de hervormingen en dat wij
dus toch nog enige kwaliteit halen die
vergelijkbaar is met het werk van de andere
donorlanden. Dit is een compliment voor de
mensen die met enthousiasme op het terrein
werken, maar het is ronduit vernietigend voor het
bestuur. Ik maak hierbij de bedenking dat,
wanneer het om onkunde gaat, dit erg is en dat,
wanneer het onwil is, het schandalig is en in ieder
geval verdient Ontwikkelingssamenwerking beter.

Met enig cynisme heb ik u ook horen zeggen; "De
wijsheid van dit land heeft de Ontwikkelings-
samenwerking gefederaliseerd, op enkele details
uitgezonderd". Welnu, mijnheer de staats-
secretaris, wat ik hier gisteren heb gehoord was
het best denkbare pleidooi om die hervorming
radicaal door te voeren. Dat wist u. Wij kennen
elkaar al wat beter. Als België met ABOS heeft
gefaald, dan blijkt het vandaag opnieuw te falen
met wat vandaag aan de hand is. Ik ga niet
nogmaals mijn argumenten herhalen ten voordele
van een gefederaliseerde ontwikkelings-
samenwerking, want u kent die reeds.

Het is een schijnbare tegenstelling, waarbij de
zogenaamd progressieven zich uitspreken tegen
die federalisering. Vlaanderen kan met een
nieuwe lei beginnen. Wij hebben geen koloniaal
verleden en wij hebben geen verleden inzake
ontwikkelingssamenwerking. De betrokken
sectoren ressorteren onder Vlaamse bevoegdheid
en het zijn precies die sectoren waar knowhow
vereist is. Vlaanderen is gevoelig voor
decentralisatie. Wij hebben een verticale werking
nodig en wij hebben gemeentelijke convenanten
en sensibilisering nodig.

Ik heb u dit vroeger reeds allemaal gezegd en ik
ga dat niet nog eens in geuren en kleuren
herhalen. Ik kom nu tot heel concrete
CRIV 50
COM 337
13/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
vaststellingen. Ik heb die reeds twee keer
geponeerd, in plenaire vergadering in de Kamer
en hier in commissie en ik heb daartoe nogmaals
het mandaat gekregen van mijn groep, op
zaterdag 9 december.

Mijnheer de staatssecretaris, om te beletten dat
wij een verhaal krijgen dat gelijkt op de derde fase
van eertijds - en dat wij zeer goed kennen - dat
gelijkt op het verhaal van de ecotaks - en dat u
zeer goed kent - moet de overheveling van de
ontwikkelingssamenwerking juridisch worden
geregeld in een bijzondere wet van 2001, samen
met het hele pakket dat op regeringsvlak werd
afgesproken. Om daartoe te komen is onmiddellijk
overleg nodig, niet alleen tussen de ngo's, maar
ook op federaal niveau en uiteraard op het niveau
van de gewesten en gemeenschappen. Zo
beletten wij dat Ontwikkelingssamenwerking het
slachtoffer wordt van de Belgische kwestie. Ook
de heer Geysels, in "De Wereld Morgen" van
december, vraagt dat de gesprekken met de
gewesten onmiddellijk van start gaan.

Vandaag zijn de Vlaamse ministers samen om al
de over te hevelen materies te bespreken. Ik
neem aan dat u weldra gesprekken zal hebben
met uw collega's bevoegd voor de materie op
gewestniveau, maar ik stel wel heel duidelijk de
vraag of in de komende gesprekken de
overheveling zelf ter discussie staat? Of, gaat het
enkel over modaliteiten? Voor ons kan het alleen
gaan over modaliteiten. Dat heeft de eerste
minister ons verzekerd, dat heeft de heer Van der
Maelen ons verzekerd en ook uzelf heeft dit, weze
het op een cynische manier, gedaan. Voor ons is
die regionalisering een politiek feit, hoewel er over
modaliteiten kan worden gepraat. Een voorbeeld
zou bestaan in een takenafspraak. Dat
Vlaanderen bijvoorbeeld zich - zoals het nu doet -
concentreert op Chili, op Zuid-Afrika, op Tanzania
en dat de Franstalige Gemeenschap zich op
Franstalig Afrika concentreert, kan ik begrijpen.
Toch vernam ik van u graag dat het principe zelf
niet meer ter discussie staat.

Tot slot wil ik een motie van aanbeveling
indienen - ik maak mij waarschijnlijk illusies - die
vraagt dat bij de discussies over de overheveling
van de ontwikkelingssamenwerking onmiddellijk
ook de gewesten en de gemeenschappen worden
betrokken. Daar kan niemand tegen zijn. Tevens
vraag ik dat de regionalisering van de
ontwikkelingssamenwerking juridisch wordt
geregeld door de bijzondere wetten die voor 2001
zijn gepland. Indien dit huis ernstig is en
geloofwaardig wil zijn, kan niemand hier iets op
tegen hebben.
01.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, collega's, ik ben het niet vaak
eens met de voorgaande spreker, maar alles is
mogelijk. Ik kan hem volgen wanneer hij
argumenteert dat Vlaanderen geen koloniaal
verleden heeft, alhoewel ik dit wat cynischer zou
zeggen dan hij. Inderdaad heeft Vlaanderen geen
koloniaal verleden en wij hebben voornamelijk
geïnvesteerd in Centraal-Afrika. Wij hebben er
honderden missionarissen naartoe gestuurd om
de zwartjes Frans te leren.

Dit gezegd zijnde wou ik u eventjes terzake
ondervragen en interpelleren, omdat - neem mij
niet kwalijk - sinds deze regering is aangetreden
er een permanent getouwtrek is tussen twee
departementen met betrekking tot de toekomst
van Ontwikkelingssamenwerking. Het is ook niet
de eerste keer dat parlementsleden u hierover aan
de tand voelen. Ik weet wel dat er altijd een zeer
mooie officiële versie volgt dat alles koek en ei is.
Wij hebben de vice-eerste minister ooit horen
verklaren "J'aime Eddy", maar drie maanden later
krijgen wij opnieuw allerlei geruchten over
disputen omtrent reorganisaties enzovoort.

Mijnheer de staatssecretaris, eerlijk gezegd zou
mij dat niet te ongerust maken, was het niet dat
het departement Ontwikkelingssamenwerking toch
met een behoorlijk stukje van de begroting
wegloopt. De eerste zorg van ons allemaal moet
toch zijn dat het belastinggeld van onze
medeburgers wordt geïnvesteerd conform de
bedoelingen zowel van de
volksvertegenwoordiging als van de regering en
vooral op een verantwoorde wijze.

Wij hebben in dit verband ervaring met het
departement van de staatssecretaris, hoewel hij
daar niet persoonlijk voor verantwoordelijk kan
worden gesteld. Gisteren heeft een ambtenaar
ons een eufemistisch verhaal over de "witte
olifanten" opgehangen. Beweren dat de
glasfabrieken in Tanzania niet hebben
gefunctioneerd omdat de andere partij in het
contract geen elektriciteit heeft geleverd is niet
onwaar, maar is slechts gedeeltelijk waar. Ik
herinner mij dat er in die tijd sprake was van het
droogleggen van het meer naast de glasfabriek,
terwijl men nu eenmaal water nodig heeft om glas
te maken. Ook werd gezegd dat de wegen
ongeschikt waren voor het vervoer van glas.
Bovendien zou dit allemaal nog niet zo erg zijn
omdat het glas dat aldaar zou worden gemaakt
veel duurder zou zijn dan glas dat zou worden
geïmporteerd.
13/12/2000
CRIV 50
COM 337
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4

Wij hebben op dat vlak koudwatervrees, die
volgens mij verantwoord is. Als ik lees wat hier
gisteren werd gezegd, dan rijzen mij de haren ten
berge, zij het dan misschien om andere redenen
dan bij mijn collega's. Iedereen is het er blijkbaar
over eens dat niet te pietepeuterig mag worden
gekeken naar de uitgaven. Mag ik u een gouden
regel in herinnering brengen. In om het even welk
departement moet het uitgeven van het geld van
de belastingbetaler nauwkeurig worden
gecontroleerd. Deze gouden regel geldt in gelijke
mate voor Ontwikkelingssamenwerking,
Landsverdediging en alle andere departementen.
Ik kan dan ook niet begrijpen dat collega's die
beweren dat ze zeer bekommerd zijn om het
gebruik van het belastinggeld en hun politieke
loopbaan hebben opgebouwd op de strijd tegen
belastingen, zich nu blijkbaar weinig zorgen
maken over de wijze waarop belastinggeld wordt
uitgegeven, vooral met de wetenschap van wat in
een vrij recent verleden is gebeurd.

Ten eerste, is het de bedoeling opnieuw een
efficiënte controle uit te voeren, zeker voor
Ontwikkelingssamenwerking? Ten tweede, hoe
staat het met de hervormingen die vanuit
Buitenlandse Zaken worden geleid? Ten derde,
hebben Ontwikkelingssamenwerking en Buiten-
landse Zaken nu eindelijk de vredespijp
bovengehaald? Zo niet, wat is de toestand aan het
front?

De vergadering wordt geschorst om 15.45 uur.
La séance est suspendue à 15.45 heures.

De vergadering wordt hervat om 16.35 uur.
La séance est reprise à 16.35 heures.
01.03 Staatssecretaris Eddy Boutmans: Mijnheer
de voorzitter, collega's, ik was een beetje verrast
over de inhoud van de interpellaties. De inhoud
wijkt toch wel af van wat mij aangekondigd was. Ik
maak er niet te veel problemen over; ik ben ter
beschikking van het Parlement. Ik betreur het
echter dat, nadat we gisteren op uw initiatief een
deel van een reeks hoorzittingen hebben
gehouden, daar nu allerlei beschouwingen aan
gekoppeld worden in een interpellatie die daar niet
over ging.

Ik heb, ten eerste, van beide sprekers begrepen
dat zij de aanleiding en de inhoud van hun
interpellatie - namelijk de repercussie van de
Copernicushervorming op Buitenlandse Zaken -
niet meer zo relevant vinden. Ik probeer altijd en
overal en op alle niveaus het belang van onze
partnerlanden en van ontwikkelingssamenwerking
te verdedigen. Er was in het kader van de
reorganisatie van de overheidsdiensten ook een
voorstel van een studiebureau over de
reorganisatie van het departement Buitenlandse
Zaken. Er was op een bepaald moment
ongerustheid dat DGIS - het onderdeel van de
administratie dat zich bezighoudt met
ontwikkelingssamenwerking - uit elkaar gehaald
zou worden. We hebben gisteren gehoord dat er
al veel hervormd was en dat dit misschien geen
goed idee was. Dat is intussen afgevoerd. De
regering heeft beslist dat niet te doen. Binnen de
hervorming die voor de totale federale
administratie plaats zal hebben, behoudt DGIS
waarschijnlijk haar plaats binnen Buitenlandse
Zaken. Waarschijnlijk wordt de naam veranderd.
Dat is dan weer een ander onderwerp.

Ik wil, ten tweede, kort ingaan op wat u gezegd
hebt over andere kwesties. Wat we gisteren
gehoord hebben, verschilt niet wezenlijk van wat ik
hier enkele maanden geleden zelf gezegd heb.
Sommigen onder u waren er toen niet. De
reorganisatie van Ontwikkelingssamenwerking is
die door de vorige regering beslist en vloeit voor
een deel voort uit wetgevend werk, zoals de
zogenaamde parlementaire opvolgingscommissie
over ABOS. Ik heb van in het begin gezegd dat ik
het zo niet beslist zou hebben. Mijn stroming heeft
duidelijk laten weten dat zij het met die
beslissingen destijds niet eens was. Ik heb ook
gezegd dat ik de hervorming niet ter discussie
stelde omdat het principe van goed bestuur ook is
dat men niet om de zoveel weken of om het jaar
de instrumenten herziet. Het is immers slechts
een instrument. Wat mij betreft moet de huidige
hervorming uitgevoerd worden. Eventueel moet er
een correctie aangebracht worden als er op een of
ander punt ernstige problemen ontstaan door een
of ander element.

Het ter discussie stellen van het wezen van de
hervorming kan niet. Het gaat dan om de wet op
de internationale samenwerking. Ik geloof dat dat
een goed kader is. Wij hebben die wet destijds
ook goedgekeurd. Ik vraag nu als lid van de
regering niet dat die wet fundamenteel gewijzigd
wordt. Een tweede beslissing was de integratie
van de administratie van Ontwikkelings-
samenwerking in de administratie van
Buitenlandse Zaken, maar met behoud van de
specificiteit. Een derde beslissing was de
oprichting van een uitvoeringsorgaan, de NVBTC.
Daar kunnen correcties komen, maar het kan
fundamenteel niet ter discussie gesteld worden. Ik
denk namelijk dat goed bestuur vereist dat men
hervormingen op het terrein laat verteren. We
hebben van de meest vooraanstaande
CRIV 50
COM 337
13/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
ambtenaren van het departement gehoord dat
zo'n hervorming een aantal jaren nodig heeft.
Mevrouw Funes komt trouwens uit de diplomatie
en de heer Renard is diplomaat. Twintig jaar
geleden is beslist over het Nederlands Bureau
voor Integratie. In andere landen heeft men er
jaren over gedaan voor men een integratie wist te
voltooien op een manier die het instrument van
Ontwikkelingssamenwerking op een behoorlijke
manier laat coördineren met Buitenlandse Zaken.

U moet mij dus niet verwijten dat de hervorming
niet van een leien dakje loopt in het jaar waarin die
hervorming feitelijk wordt doorgevoerd. Ik kan
daar alleen maar aan toevoegen dat u inderdaad
allerlei problemen signaleert. In feite signaleert u
ze niet, we signaleren ze u zelf. Aangezien u het
debat van gisteren op een andere manier probeert
over te doen, herhaal ik hier dat men het
misschien niet gewoon is dat een regeringslid zo
eerlijk, open en openhartig over dit soort
problemen communiceert. Zowel de oppositie als
de meerderheid zullen daar moeten mee leren
leven. Mensen uit de administratie, die de
diplomatie zeer goed kennen, zeggen hoe dan ook
dat een dergelijke aanpassing per definitie jaren
duurt. Laten we duidelijk zijn, hier zijn
voorstanders van de integratie aan het woord. U
moet mij dus niet verwijten dat de hervorming in
het eerste jaar niet van een leien dakje loopt.

Ik handhaaf wat ik gezegd heb. Wat men als ziekt
signaleert, is voor een groot deel toe te schrijven
aan reformitis, de neiging om voortdurend het
instrument ter discussie te stellen. Als men deze
reformitis blijft aanhouden, dan klapt uiteindelijk
het instrument ook dicht. Daartegen wil ik
waarschuwen. Ik heb daarmee ook impliciet
geantwoord op uw andere vragen. Ik weet dat u
Ontwikkelingssamenwerking en de partnerlanden
in het hart draagt. U weet dat er hervormingen op
til zijn. Ik stel dat principe niet ter discussie. Op uw
vraag in verband met de defederalisering van
Ontwikkelingssamenwerking hebben minister
Michel en ikzelf al eens geantwoord. Dat antwoord
moet toch niet opnieuw herhaald worden. Ik wil u
alleen waarschuwen tegen reformitis. Dat is het
enige wat ik zeg. Voor het overige kan ik alleen
maar zeggen dat ik mijn best doe om deze toch
niet zo eenvoudig opdracht tot een goed einde te
brengen. Iedereen zegt me dat ik als
staatssecretaris tijdens mijn ambtsperiode veel
last zal ondervinden van deze hervormingen,
omdat zo'n aanpassing per definitie jaren duurt.
Ze hebben u dat waarschijnlijk niet gezegd toen
de hervormingen hebt goedgekeurd.

Dit gezegd zijnde, herhaal ik - het is belangrijk dat
dit met deze status in de notulen staat - dat onze
ontwikkelingssamenwerking, ondanks het feit dat
zij lijdt of onderworpen is aan enige vorm van
reformitis, zeker niet slechter functioneert, en ik
zou veeleer zeggen vaak beter, dan die van
vergelijkbare landen en grootheden. Laten we dat
zo houden en laten we ervoor knokken dat het zo
blijft en dat het alleen maar verbetert. Laten we
dus opletten wat we ermee aanvangen in het licht
van wensen die met andere belangen dan die van
partnerlanden te maken hebben.

De
voorzitter: Dank u, mijnheer de
staatssecretaris. Op één punt bestaat er geen
discussie. De regering heeft ons inderdaad niet
gezegd dat dit alles de aanleiding zou zijn. De
toenmalige oppositie heeft daarvoor wel
gewaarschuwd, in lengte van uren en dagen, zou
ik bijna durven zeggen.
01.04 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
staatssecretaris, ik stel vast dat u over
basisprincipes veelal hetzelfde zegt. Ik maak u
geen verwijt. Het verheugt mij dat u vaststelt dat
wij goede intenties hebben. Dat mis ik dikwijls in
dit huis. Men maakt elkaar dikwijls verwijten, zoals
wij gisteren met de heer Eyskens konden
vaststellen. Het is niet omdat men een andere
mening heeft, dat men de goede bedoelingen van
andere mensen in twijfel moet trekken. U hebt dat
met mij niet gedaan. Daarvoor ben ik u dankbaar.

U had het over een aantal principes. Dat klopt wel,
maar ik stel ondertussen vast dat men een
belangrijk politiek feit, de regionalisering,
voortdurend en bij herhaling aanvecht. Men zegt
dat daarover nog wel zal worden gepraat. Bij
sommigen gaat het dan over modaliteiten, maar
bij anderen, zoals ik onlangs in "De Wereld
Morgen" las, gaat men veel verder en zegt men
dat men nog over alles, dus ook over de inhoud,
kan praten. Als Vlaamse nationalisten zijn wij
steeds waakzaam. Met deze interpellatie hamer ik
namens mijn fractie er opnieuw op dat de
regionalisering wordt uitgevoerd. Wij willen
beletten dat de regionalisering op een schip van 7
jaar wordt gezet, zoals men dat zegt. Wij hebben
dit al meegemaakt met de derde fase. U hebt het
meegemaakt met de ecotaks in uw groep. Van die
boer geen eieren meer. Wij willen dat dit wordt
uitgevoerd.

Ik ben heel blij dat u nogmaals formeel bevestigt
dat Ontwikkelingssamenwerking inderdaad,
ondanks allerlei fouten bij de administratieve top,
nog altijd goed werk levert. Dit is een prachtig
compliment aan de mensen op het werk die met
een groot hart aan ontwikkelingssamenwerking
13/12/2000
CRIV 50
COM 337
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
doen en het is eigenlijk een blaam voor degenen
die het werk zouden moeten steunen en met
toestanden als die wij gisteren konden meemaken
de zaak meer afremmen dan ze vooruithelpen.
01.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, twee opmerkingen. Ten
eerste, ik ben gewonnen voor de splitsing van
Ontwikkelingssamenwerking en de
staatssecretaris niet. Dat zijn twee verschillende
politieke benaderingen. Ik vrees dat wij elkaar
terzake ook niet zullen kunnen overtuigen. Ik val
echter over het feit dat de heer Willems denkt dat
één vaag zinnetje in een regeringsverklaring een
formele belofte inhoudt. Dat is niet het geval,
zeker niet wanneer één van de partijen in de
regering zich tegen de splitsing blijft verzetten. Dat
wordt hier nogmaals door de staatssecretaris
bevestigd. Dat neem ik hem niet kwalijk. Dat
bewijst nogmaals de tegenstelling tussen beide
standpunten. Wij moeten terzake niet naïef zijn.

Ten tweede, ik betreur het dat er nog steeds geen
duidelijke afbakening is van de bevoegdheid van
het staatssecretariaat en de bevoegdheid van de
minister van Buitenlandse Zaken. Ik weet dat dit
officieel is afgebakend, maar om de drie maanden
duiken er verhalen op vanuit verschillende
richtingen. Het zou goed zijn dat ons definitief
werd meegedeeld wie verantwoordelijk voor wat is
en dat de regering voor deze legislatuur definitief
een akkoord afsluit, zoniet, zal de heibel blijven
duren. We hebben betere dingen dan dat te doen.
01.06 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, il est rare que je ne sois
pas d'accord avec M. Willems dans les propos
qu'il tient et les positions qu'il prend. En
l'occurrence, il me semble que nous sommes
conditionnés par des options plus générales sur
l'avenir de notre pays. Mais je pense que la
coopération au développement, nous devons la
soutenir et la construire tous ensemble.

Les auditions d'hier nous ont convaincus qu'il
fallait donner à l'administration un cadre solide qui
peut travailler sur le long terme. Je partage tout à
fait l'opinion qui a été émise hier et rappelée
aujourd'hui, à savoir qu'il faut du temps pour
qu'une réforme se mette en place. En ce qui
concerne l'accord de majorité conclu autour de la
défédéralisation de la coopération au
développement, nous devons prendre le temps
d'écouter tous les acteurs en présence, y compris
les partenaires du Sud, mais aussi ceux avec qui
nous souhaitons renverser les rapports
d'exploitation que les pays du Nord ont à l'égard
des pays du Sud. Pour cela, il faut du temps.

Nos collègues du Sénat ont mis sur pied un
groupe de travail qui va leur permettre de faire
une série d'auditions. Nous devrons aussi nous
intéresser à cela et prendre le temps nécessaire
pour examiner ce qui peut être défédéralisé et ce
qui ne peut pas l'être, pour garder une efficacité et
un réel partenariat avec les pays du Sud.
01.07 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, collega's, ik sluit mij volledig aan
bij wat mevrouw Drion zojuist gezegd heeft. Ik ben
ook blij met het antwoord van de staatssecretaris
in die zin dat ik het ook een merkwaardige
mengeling vond van uitspraken die gisteren
gedaan zijn. Ik treed dat bij. Het wordt tijd dat we
hier openhartig kunnen discussiëren in het bijzijn
van de regering en de verantwoordelijken van de
administratie. We hebben afgesproken dat we
daar een grondig debat over moeten voeren. Ik
haal dit aan omdat we moeten vermijden het
instrument van de hervorming te scheiden van de
kwaliteit die we hebben in de
ontwikkelingssamenwerking. Mijnheer Willems, u
hebt zelf gezegd dat de
ontwikkelingssamenwerking niet het slachtoffer
mag worden van de Belgische politiek. Ik treed u
daarin bij. Alleen bekijk ik dit vanuit een ander
standpunt en staat de ontwikkelingssamenwerking
bovenaan. Twee weken geleden had ik de
gelegenheid om met de attaché van
Ontwikkelingssamenwerking in New York te
kunnen vaststellen welke hoogwaardige kwaliteit
hij daar levert in de vorm van zijn inbreng bij onder
andere de Wereldbank. Ik hoop dat iedereen die
de ontwikkelingssamenwerking in zijn hart draagt
dit uit door de tijd te nemen om de hervorming tot
het behoud van de kwaliteit te laten leiden.
01.08 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik wil even repliceren op wat mevrouw
Drion zei. Zij had het over onze partners in het
zuiden. De organisatie van de
Ontwikkelingssamenwerking is echter onze eigen
zaak. Wij moeten zelf beslissen hoe wij dat doen.
Zij moeten zich aanpassen aan de manier waarop
wij georganiseerd zijn. Ik neem aan dat zij
opmerkingen kunnen hebben maar uiteindelijk
beslissen wij. Mijn vraag aan de regering is dan
ook wat op dit ogenblik haar standpunt is. Wat wil
men? Zal men Ontwikkelingssamenwerking
regionaliseren, en zo ja, wat zal men
regionaliseren en binnen welke termijn zal dat
gebeuren? Ik ben er persoonlijk niet van overtuigd
dat regionaliseren een catastrofe betekent. Men
heeft dat in het verleden over alle materies die
geregionaliseerd werden gezegd. Ook over
CRIV 50
COM 337
13/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Onderwijs, Volksgezondheid en Buitenlandse
Handel werd dat gezegd. Ik stel vast dat dit geen
catastrofes waren. In principe ben ik daar dus niet
tegen. Wel moet dit goed worden voorbereid en
moet men dat wat nu op stapel staat een kans
geven. Ik wil echt graag weten wat het standpunt
van de regering is want ik stel vast dat de partners
niet op dezelfde golflengte zitten.
01.09 Staatssecretaris Eddy Boutmans: Mijnheer
de voorzitter, ten eerste, ik verwijs nog eens naar
de gezamenlijke verklaring die minister Michel en
ik hier hebben afgelegd. Verder kan ik alleen
zeggen dat het evident is dat
Ontwikkelingssamenwerking in die mate met
Landbouw of Volksgezondheid verschilt dat de
doelgroep niet de Belgische burger is maar de
buitenlandse burger. Ik neem aan dat dit iedereen
bij de eindbeslissingen zal inspireren. Goed
bestuur is bestuur in het belang van diegenen die
de afnemers van dat bestuur zijn.

Ten tweede, uit de notulen zou kunnen worden
afgeleid dat ik onbeleefd ben geweest tegen de
heer Eyskens. De heer Eyskens is hier niet en hij
zal dat ook niet zeggen. Ik denk dat hij op zijn
provocatieve uiteenzetting van gisteren mijn
retrovocatief antwoord niet als bitsig, nijdig en
onbeleefd zal hebben beoordeeld, maar
integendeel gekruid
-
ik was nogal op dreef
gisteren - met
enige
kernachtigheid,
enig
waarheidsgehalte en enige zin voor humor, wat hij
ook aan de dag pleegt te leggen. Hij heeft zich
alleszins niet beklaagd.
01.10 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ten eerste, alles wat hier wordt gezegd,
bewijst inderdaad dat het thema nog lang niet
uitgeklaard is en dat wij erover zullen moeten
waken dat het ook wordt uitgevoerd. Vandaar mijn
tussenkomst.

Ten tweede richt ik mij tot mevrouw Laenens en
mevrouw Drion. Ik ben het inderdaad meestal met
uw maatschappelijke standpunten eens, maar als
u zegt dat de ontwikkelingssamenwerking geen
slachtoffer mag worden van de Belgische ziekte
dan wil ik de redenering omkeren.Tot op vandaag
is dat inderdaad het geval. Het ABOS heeft
bewezen dat men er op het Belgische vlak niet
uitgeraakt en wij stellen dat het op Vlaams niveau
enkel nog kan verbeteren.
01.11 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, collega Willems, ik ben het gedeeltelijk
met u eens, maar ik kan moeilijk stellen dat het
gedeelte ontwikkelingssamenwerking dat vroeger
al door de Vlaamse regering werd verricht
superieur is aan dat van de Belgische regering. Ik
wil eerlijk zijn. Zoals het nu gebeurt, is het niet
superieur. Men denkt dat regionalisering gelijk
straat met sanering en daarover heb ik mijn
twijfels.

De voorzitter: Collega's, hierover zal een debat
ten gronde moeten worden gevoerd. De waarheid
is wel wat genuanceerder.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Ferdy Willems en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis
Van den Eynde en Ferdy Willems
en het antwoord van de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking,
vraagt de regering:
1. bij de discussie over de modaliteiten van de
overheveling van ontwikkelingssamenwerking
onmiddellijk ook de Gewesten en de
Gemeenschappen te betrekken;
2.
de regionalisering van ontwikkelings-
samenwerking juridisch te regelen in de
bijzondere wetten die voor 2001 gepland zijn."

Une motion de recommandation a été déposée
par M. Ferdy Willems et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis
Van den Eynde et Ferdy Willems
et la réponse du secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement,
demande au gouvernement
1.
d'associer immédiatement les Régions et
Communautés à la discussion relative aux
modalités du transfert de la coopération au
développement;
2. de régler la régionalisation de la coopération au
développement sur le plan juridique par les lois
spéciales dont l'adoption est prévue en 2001."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heren Guido Tastenhoye en Francis Van den
Eynde en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis
Van den Eynde en Ferdy Willems
en het antwoord van de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking,
13/12/2000
CRIV 50
COM 337
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
verzoekt de regering duidelijkheid te verschaffen
omtrent de verantwoordelijkheid van de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
en van de minister van Buitenlandse Zaken over
de Belgische ontwikkelingssamenwerking en
vooral omtrent de afbakening van deze
verantwoordelijkheid tussen de beide
regeringsleden."

Une motion de recommandation a été déposée
par MM. Guido Tastenhoye et Francis Van den
Eynde et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis
Van den Eynde et Ferdy Willems
et la réponse du secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement,
demande au gouvernement de clarifier la situation
en ce qui concerne la responsabilité du secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement et du
ministre des Affaires étrangères en matière de
coopération au développement, en particulier en
ce qui concerne la délimitation des compétences
respectives des deux ministres fédéraux."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Claudine Drion, Leen Laenens en de heer
Geert Versnick.

Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Claudine Drion, Leen Laenens et M. Geert
Versnick.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.

De samengevoegde mondelinge vragen nrs. 2732
en 2922 van de heren Ferdy Willems en Guido
Tastenhoye en de mondelinge vraag nr. 2806 van
de heer Dirk Van der Maelen worden naar een
latere datum verschoven.

La question orale n° 2771 de Mme Claudine Drion
est reportée à une date ultérieure.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.58 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.58 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 337
CRABV 50 COM 337
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
13-12-2000 13-12-2000
15:15 uur
15:15 heures
CRABV 50
COM 337
13/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken en
tot de Staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de recente
evolutie van de reorganisatie van
Ontwikkelingssamenwerking" (nr. 553).
1
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères et au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement adjoint
au ministre des Affaires étrangères sur "l'évolution
qui s'est produite récemment en ce qui concerne
la réorganisation de la Coopération au
développement" (n° 553).
1
- de heer Francis Van den Eynde tot de
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken over "de regeringsplannen met betrekking
tot de toekomst van de
ontwikkelingssamenwerking en de hervorming
van dit departement" (nr. 559).
1
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "les projets
du gouvernement en ce qui concerne l'avenir de
la Coopération au développement et la réforme
de ce département" (n° 559).
1
Sprekers: Ferdy Willems, Francis Van den
Eynde, Eddy Boutmans
, staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking , Claudine
Drion, Leen Laenens, Jef Valkeniers
Orateurs: Ferdy Willems, Francis Van den
Eynde, Eddy Boutmans
, secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement , Claudine
Drion, Leen Laenens, Jef Valkeniers
Moties
5
Motions
5
CRABV 50
COM 337
13/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
WOENSDAG
13
DECEMBER
2000
15:15 uur
______
du
MERCREDI
13
DÉCEMBRE
2000
15:15 heures
______



De vergadering wordt geopend om 15.16 uur door
de heer Geert Versnick, voorzitter.
La réunion publique est ouverte à 15.16 heures par
M. Geert Versnick, président.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken en
tot de Staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
recente evolutie van de reorganisatie van
Ontwikkelingssamenwerking" (nr. 553).
- de heer Francis Van den Eynde tot de
Staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
regeringsplannen met betrekking tot de toekomst
van de ontwikkelingssamenwerking en de
hervorming van dit departement" (nr. 559).
01 Interpellations jointes de
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères et au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement adjoint
au ministre des Affaires étrangères sur
"l'évolution qui s'est produite récemment en ce
qui concerne la réorganisation de la Coopération
au développement" (n° 553).
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'Etat à
la Coopération au développement adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "les projets
du gouvernement en ce qui concerne l'avenir de
la Coopération au développement et la réforme
de ce département" (n° 559).
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Gisteren hebben
we vernomen dat de staatssecretaris voorstander is
van een zo groot mogelijke autonomie van
ontwikkelingssamenwerking. Hij zei dat over zeven
tot tien jaar de verschillende culturen van
Buitenlandse Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking op elkaar afgestemd
zullen zijn, maar dat niemand kan garanderen dat er
geen verschillen meer zullen zijn. De kern van mijn
betoog gaat over de toekomst van de
ontwikkelingssamenwerking. Gisteren hoorden we
drie topambtenaren over de huidige structuren en
hervormingen.
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Nous avons appris
hier que le secrétaire d'État est partisan de l'
autonomie la plus large possible pour la
Coopération au développement. Il a dit que, dans
sept à dix ans, les cultures différentes des
départements des Affaires étrangères et de la
Coopération au développement seraient
harmonisées mais que personne ne pouvait garantir
qu'il n'y aurait plus de différence.
L'essence de mon plaidoyer porte sur l'avenir de la
Coopération au développement. Hier, nous avons
entendu trois hauts fonctionnaires parler des
structures actuelles et des réformes.
Ik verwijs naar enkele reacties.De heer Eyskens
noemde het voorgelegde organigram hallucinant en
ook de ambtenaren van
Ontwikkelingssamenwerking uitten kritiek op de
hervormingen. Ook de heren Van der Maelen en
Valkeniers opperden dat de manier van werken van
Ontwikkelingssamenwerking faalde. "Er zijn
Je vais me référer à des réactions que j'ai
entendues M. Eyskens a qualifié l'organigramme
proposé d'hallucinant et les fonctionnaires de la
Coopération au développement ont également
émis des critiques sur les réformes. De même, MM.
Van der Maelen et Valkeniers ont estimé que la
méthode de travail de la Coopération au
13/12/2000
CRABV 50
COM 337
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
evenveel statuten als ambtenaren", voegde ook de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
toe. Hij gelooft niet erg in de vooropgestelde
hervormingen. De staatssecretaris is erover
verbaasd dat Ontwikkelingssamenwerking nog zo
goed werkt, ondanks de hervormingen die men
doorvoert en waar hij zelf niet achter staat. Wat ik
gisteren hoorde, lijkt mij het beste bewijs dat de
geplande hervormingen zo snel mogelijk moeten
worden doorgevoerd.
développement présentait des lacunes.
Le secrétaire d'État à la Coopération au
développement considère qu'il y a autant de statuts
que de fonctionnaires. Il ne croit guère aux
réformes proposées. Il s'étonne de ce que la
Coopération au développement puisse encore
fonctionner aussi bien, malgré les réformes que l'on
opère et qu'il ne soutient pas. Ce que j'ai entendu
hier me paraît constituer la meilleure preuve de la
nécessité de réaliser le plus rapidement possible les
réformes prévues.
Er zijn voldoende elementen die pleiten voor een
federalisering van de ontwikkelingssamenwerking.
Om te vermijden dat die de weg opgaat van de
"derde fase" of de ecotaks moet de overheveling
worden geregeld in de bijzondere wet van 2001,
samen met het hele pakket.

Hiertoe is onmiddellijk overleg nodig tussen de
NGO's, de federale overheid en gewesten en
gemeenschappen.

Ik wens duidelijk te vernemen of de overheveling
zelf dan wel de modaliteiten ter discussie staan.
Voor ons is de federalisering een feit en kan alleen
nog over de modaliteiten worden gepraat.

Ik dien een motie van aanbeveling in die vraagt dat
de gemeenschappen en gewesten worden
betrokken bij de discussie over de overheveling en
dat de regionalisering geregeld wordt in de
bijzondere wetten die voor 2001 zijn gepland.
Suffisamment d'éléments plaident en faveur d'une
défédéralisation de la Coopération au
développement. Pour éviter que ce projet emprunte
la même voie que la « troisième phase » ou que
l'écotaxe, le transfert doit être réglé globalement
dans la loi spéciale de 2001,.

Une concertation immédiate à cette fin avec les
ONG, le pouvoir fédéral, les Régions et les
Communautés est nécessaire.

Je voudrais que l'on me dise clairement si le
transfert proprement dit ou ses modalités font l'objet
de discussions. A nos yeux, la défédéralisation est
un fait et seules les modalités peuvent encore être
discutées.
Je dépose une motion de recommandation
demandant que les Communautés et Régions
soient associées à la discussion sur le transfert et
que la régionalisation soit réglée dans le cadre des
lois spéciales prévues pour 2001.
01.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Sinds deze regering aantrad, begon het getouwtrek
rond Ontwikkelingssamenwerking. Tussen de
departementen van Buitenlandse Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking botert het niet. Toch
loopt Ontwikkelingssamenwerking met een
behoorlijk stuk van het budget weg. Het Vlaams
Blok vindt dat het belastinggeld van de Belgen
verantwoord moet worden besteed. ABOS was op
dit vlak geen voorbeeld. We hebben dus
koudwatervrees. Het debat van gisteren in deze
Kamer bevestigde dat deze vrees gegrond is.

Is het de bedoeling om een efficiënte controle te
organiseren op de besteding van
ontwikkelingsgeld? Hoe staat het met de
hervormingen die vanuit Buitenlandse Zaken
worden georchestreerd? Hoe staat het met de
verstandhouding tussen de departementen
Buitenlandse Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking?
01.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS
BLOK):Depuis l'installation de ce gouvernement, la
Coopération au développement a suscité maints
tiraillements. Les relations ne sont pas au beau fixe
entre les Affaires étrangères et la Coopération au
développement. La Coopération au développement
engloutit pourtant une part considérable du budget.
Le Vlaams Blok estime que l'argent des
contribuables doit être dépensé judicieusement.
L'AGCD ne constituait pas un exemple à cet égard.
Nous éprouvons des craintes et le débat d'hier à la
Chambre a confirmé que nos appréhensions sont
fondées.

Prévoit-on d'organiser un contrôle efficace de
l'affectation des moyens de la coopération au
développement
? Où en sont les réformes
orchestrées par les Affaires étrangères ? Comment
se présente l'entente entre les départements des
Affaires étrangères et de la Coopération au
développement ?
De vergadering wordt geschorst om 15.45 uur.
La réunion publique est suspendue à 15.45 heures.
CRABV 50
COM 337
13/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
De vergadering wordt hervat om 16.35 uur.
Elle est reprise à 16.35 heures.
01.03 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): Ik ben verrast over de inhoud van de
interpellaties. Ik betreur dat de hoorzitting van
gisteren aanleiding geeft tot de beschouwingen van
vandaag. Ik heb begrepen dat de sprekers vinden
dat de discussie over de Copernicus-hervormingen
niet meer zo relevant is. De regering heeft definitief
beslist DGIS zijn plaats binnen Buitenlandse Zaken
te laten behouden, eventueel met een andere
naam. De reorganisatie van
Ontwikkelingssamenwerking, zoals beslist door de
vorige regering, zal worden uitgevoerd. Ik blijf die
hervormingen betreuren, maar ik stel ze niet ter
discussie. Goed bestuur betekent dat je je
instrument niet om het jaar herziet. De geplande
hervormingen zullen dus worden doorgevoerd.
01.03 Eddy Boutmans , ministre (en néerlandais)
: Je suis surpris de la teneur des interpellations. Je
regrette que l'audition d'hier donne lieu aux
considérations d'aujourd'hui. J'ai compris que les
intervenants estiment que la discussion relative aux
réformes Copernic n'a plus tellement de sens. Le
gouvernement a décidé de maintenir la direction
générale de la Coopération internationale au sein
du département des Affaires étrangères,
éventuellement en en modifiant le nom. La
réorganisation de la Coopération au
développement, telle qu'elle a été décidée par le
gouvernement précédent, sera mise en oeuvre. Je
continue à déplorer ces réformes mais je ne les
remets pas en question. Une saine gestion implique
qu'on ne remette pas l'instrument en question tous
les ans. Les réformes prévues seront donc bel et
bien mises en oeuvre.
De wet op de internationale samenwerking wordt
uitgevoerd. Er komt een integratie van
Ontwikkelingssamenwerking binnen Buitenlandse
Zaken, met behoud van de eigen specificiteit. Ten
slotte zal er een uitvoeringsorgaan worden
opgericht.

De meest vooraanstaande ambtenaren zeggen ook
dat zo'n hervorming een aantal jaren nodig heeft.
Verwijt mij dus nu al niet dat de hervorming niet van
een leien dakje loopt. Er zijn inderdaad problemen.
Men is het misschien niet gewoon dat een
regeringslid zo openhartig is. Wat men als een
ziekte definieert is te wijten aan "reformitis". Ik
waarschuw daarvoor. Ik heb al geantwoord op
vragen over de federalisering van de
ontwikkelingssamenwerking. Ik zeg alleen dat men
moet oppassen met reformitis. Ik doe mijn best. Ik
herhaal dat onze ontwikkelingssamenwerking zeker
niet slechter functioneert dan die van vergelijkbare
landen. Laat ons er dus mee ophouden ze te
bekritiseren.


De voorzitter: De toenmalige oppositie heeft wel
gewaarschuwd voor de moeilijkheden waarmee de
hervormingen gepaard zouden gaan.
La loi relative à la Coopération internationale est
appliquée. La Coopération au développement sera
intégrée aux Affaires étrangères, avec maintien de
ses spécificités. Enfin, un organe d'exécution va
être mis en place.


Des fonctionnaires éminents estiment aussi qu'une
telle réforme nécessite plusieurs années. Ne me
reprochez, dès lors, pas déjà que la réforme ne
marche pas comme sur des roulettes. Il se pose en
effet des problèmes. Sans doute n'est-il pas
habituel d'entendre un membre du gouvernement
s'exprimer aussi sincèrement. Ce que l'on qualifie
de maladie est une conséquence de la
« réformite ». Je mets en garde sur ce point. J'ai
déjà répondu à des questions au sujet de la
régionalisation de la Coopération au
développement. Je dis seulement qu'il faut se
méfier de la « réformite ».Je fais de mon mieux. Je
répète que notre Coopération au développement ne
fonctionne certainement pas plus mal que celle de
pays comparables. Cessons donc de la critiquer.

Le président: L'opposition de l'époque avait bel et
bien mis en garde contre les difficultés que
généreraient les réformes.
01.04 Ferdy Willems (VU&ID): Over de
basisprincipes gaan we akkoord. Ik betreur dat men
de regionalisering nog steeds aanvecht. Als
Vlaamsnationalisten blijven wij gevoelig voor deze
materie en staan wij erop dat de regionalisering
volledig wordt doorgevoerd. De staatssecretaris zei
hier dat Ontwikkelingssamenwerking goed werk
levert en er bij een internationale vergelijking goed
uitkomt. Ik ben blij om die uitspraak. Ze is een hart
01.04 Ferdy Willems (VU&ID):Nous sommes
d'accord sur les principes fondamentaux. Je
déplore que l'on s'oppose toujours à la
régionalisation. Cette matière continue à tenir à
coeur aux nationalistes flamands. Nous restons
sensibles à cette matière et nous tenons à ce que la
régionalisation soit réalisée intégralement. Le
secrétaire d'Etat a déclaré hier que la Coopération
au développement réalise du bon travail et supporte
13/12/2000
CRABV 50
COM 337
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
onder de riem van de vele mensen die zich met hart
en ziel inzetten voor ontwikkelingssamenwerking.
avantageusement la comparaison internationale.
Cette déclaration me réjouit. Elle apporte du baume
au coeur des nombreuses personnes qui
s'engagent corps et âme dans la Coopération au
développement.
01.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik ben gewonnen voor de splitsing van
Ontwikkelingssamenwerking, de staatssecretaris
niet. Wij zullen elkaar niet overtuigen. De heer
Willems meent dat een vaag zinnetje in de
regeerverklaring een belofte betekent. Dat is niet
het geval.

Ik heb nog steeds geen duidelijkheid over de
afbakening van de bevoegdheden van de
staatssecretaris en van de minister van
Buitenlandse Zaken. Terzake is een definitief
akkoord nodig.
01.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Je suis partisan de la scission de la Coopération au
développement, contrairement au secrétaire d'Etat.
Nous ne nous convaincrons pas mutuellement. M.
Willems considère qu'un vague bout de phrase
dans la déclaration de gouvernement a valeur de
une promesse. Il n'en est rien.

Je n'ai pas encore obtenu de précisions sur les
compétences respectives du secrétaire d'Etat et du
ministre des Affaires étrangères. Un accord définitif
en la matière est indispensable.
01.06 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Wij
moeten ontwikkelingssamenwerking allen samen
steunen. De samenwerking heeft nood aan een
degelijk administratief kader. Een hervorming
vereist evenwel tijd. Voorts moeten wij rekening
houden met de behoeften van het Zuiden. Ook dat
vraagt tijd. De Senaat is met hoorzittingen
begonnen. Wij moeten er aandacht aan besteden
en onderzoeken wat wel en wat niet kan worden
geregionaliseerd om zo efficiënt mogelijk te blijven.
01.06 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Nous
devons soutenir tous ensemble la Coopération au
développement. Elle a besoin d'un cadre
administratif solide. Mais une réforme prend du
temps. Pour le reste, nous devons être à l'écoute du
Sud. Pour cela aussi, il faut du temps. Le Sénat a
entamé des auditions à ce sujet. Nous devons y
être attentifs et analyser ce qui doit être régionalisé
et ce qui ne doit pas l'être, afin de rester le plus
efficace possible.
01.07 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Ik ben
blij dat wij openhartig kunnen discussiëren over
problemen bij de administratie.

We moeten de kwaliteit van onze
ontwikkelingssamenwerking kunnen behouden.
Ontwikkelingssamenwerking mag niet het
slachtoffer worden van de politiek. Zij staat
daarboven. We moeten de tijd nemen zodat de
hervorming tot een kwalitatief hoogstaande
ontwikkelingssamenwerking kan leiden.
01.07 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Je me
réjouis du fait que nous puissions discuter si
ouvertement des problèmes que connaît
l'administration.

Nous devons préserver la qualité de notre
Coopération au développement. Celle-ci ne peut
pas être victime de la politique. Elle se situe en effet
au-dessus de la politique. Nous devons prendre
notre temps afin que la réforme puisse conduire à
une Coopération au développement de qualité.
01.08 Jef Valkeniers (VLD): De partners uit het
zuiden beslissen niet over de organisatie van onze
ontwikkelingssamenwerking. In tegenstelling tot wat
mevrouw Drion suggereert, beslissen wij daarover.
Wat is het standpunt van de regering over de
regionalisering? Ik ben er zeker niet tegen, mits een
goede voorbereiding weliswaar. Ik heb de indruk dat
de partners in de regering het hierover niet eens
zijn.
01.08 Jef Valkeniers (VLD): Les partenaires du
Sud ne décident pas de l'organisation de notre
Coopération au développement. Contrairement à ce
que suggère Mme Drion, c'est nous qui en
décidons. Quel est le point de vue du gouvernement
sur la régionalisation ? Je n'y suis certainement pas
opposé moyennant une bonne préparation. J'ai
l'impression que les partenaires de la coalition
gouvernementale ne sont pas d'accord sur ce
dossier.
01.09 Minister Eddy Boutmans (Nederlands): Ik
verwijs nogmaals naar de gezamenlijke verklaring
van minister Michel en mijzelf.
01.09 Eddy Boutmans , ministre (en néerlandais):
Je me réfère, une nouvelle fois, à la déclaration
commune du ministre Michel et de moi-même.
CRABV 50
COM 337
13/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Specifiek aan ontwikkelingssamenwerking is dat de
doelgroep niet de Belgen zijn. Goed bestuur is
afgestemd op degenen voor wie het bestemd is.

Ik was gisteren nogal op dreef, maar mijn antwoord
aan de heer Eyskens was zeker niet onbeleefd.
La spécificité de la Coopération au développement
est que son groupe cible n'est pas belge. Une
bonne gestion doit être en harmonie avec ceux à
qui elle est destinée.
J'étais plutôt en verve, hier, mais ma réponse à M.
Eyskens n'avait rien d' impoli.
01.10 Ferdy Willems (VU&ID): Het thema is lang
niet uitgeput. Ik ben het meestal eens met mevrouw
Drion, maar als zij zegt dat
Ontwikkelingssamenwerking het slachtoffer is van
de Belgische ziekte, dan ben ik het daarmee niet
eens. Vandaag werkt Ontwikkelingssamenwerking
niet goed. Een Vlaamse
ontwikkelingssamenwerking zal zeker niet slechter
zijn.
01.10 Ferdy Willems (VU&ID): Ce thème est loin
d'être épuisé. Je partage, en général, l'avis de Mme
Drion, sauf quand elle prétend que la Coopération
au développement est victime du mal belge.
Aujourd'hui, la Coopération au développement ne
fonctionne pas bien. Une Coopération au
développement flamande ne sera certainement pas
pire.
01.11 Jef Valkeniers (VLD): De Vlaamse regering
doet al aan Ontwikkelingssamenwerking En die is
zeker niet superieur aan het federale beleid.
01.11 Jef Valkeniers (VLD):Le gouvernement
flamand fait déjà de la coopération au
développement et celle-ci n'est certainement pas
supérieure à la politique fédérale.
Moties
Motions
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.
Le président: En conclusion de cette discussion les
motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Ferdy Willems en luidt als volgt:

"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis Van
den Eynde en Ferdy Willems
en het antwoord van de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking,
vraagt de regering:
1. bij de discussie over de modaliteiten van de
overheveling van ontwikkelingssamenwerking
onmiddellijk ook de gewesten en de
gemeenschappen te betrekken;
2. de
regionalisering
van
ontwikkelingssamenwerking juridisch te regelen in
de bijzondere wetten die voor 2001 gepland zijn."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Ferdy Willems et est libellée comme suit:

"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis
Van den Eynde et Ferdy Willems
et la réponse du secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement,
demande au gouvernement
1. d'associer immédiatement les Régions et les
Communautés à la discussion sur les modalités du
transfert de la Coopération au développement;
2. de régler la régionalisation de la Coopération au
développement sur le plan juridique par les lois
spéciales dont l'adoption est prévue en 2001."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Guido Tastenhoye en Francis Van den Eynde
en luidt als volgt:

"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis Van
den Eynde en Ferdy Willems
en het antwoord van de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking,
verzoekt de regering duidelijkheid te verschaffen
omtrent de verantwoordelijkheid van de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
en van de minister van Buitenlandse Zaken over de
Belgische Ontwikkelingssamenwerking en vooral
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Guido Tastenhoye et Francis Van den Eynde
et est libellée comme suit:

"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis
Van den Eynde et Ferdy Willems
et la réponse du secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement,
demande au gouvernement de clarifier la situation
en ce qui concerne la responsabilité du secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement et du
ministre des Affaires étrangères en matière de
coopération au développement, en particulier en ce
13/12/2000
CRABV 50
COM 337
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
omtrent de afbakening van deze
verantwoordelijkheid tussen de beide
regeringsleden."
qui concerne la délimitation des compétences
respectives des deux ministres fédéraux"
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Claudine Drion, Leen Laenens en de heer
Geert Versnick.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Claudine Drion, Leen Laenens et M. Geert
Versnick.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.

De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.


La discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.58 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.58 heures.

Document Outline