SÉANCE PLÉNIÈRE

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CVP Christelijke

Volkspartij

FN Front

National

PRL FDF MCC

Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement

PS Parti

socialiste

PSC Parti

social-chrétien

SP Socialistische

Partij

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer

en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)

CRIV

Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV Compte

Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be

CRIV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Mondelinge vraag van mevrouw Alexandra Colen
aan de minister van Financiën over "de manier
waarop de euro zal worden ingevoerd" (nr. 2819)

Question orale de Mme Alexandra Colen au
ministre des Finances sur "la manière dont le
passage à l'euro sera organisé" (n° 2819)

Sprekers:

Alexandra Colen, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs: Alexandra Colen, Didier Reynders,
ministre des Finances

Mondelinge vraag van de heer Dirk Van der
Maelen aan de minister van Financiën over "de
Tobin-taks en het verslag van de Hoge Raad der
Financiën" (nr. 2827)

Question orale de M. Dirk Van der Maelen au
ministre des Finances sur "la problématique de la
taxe Tobin et le rapport du Conseil supérieur des
finances" (n° 2827)

Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de SP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën

Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe SP, Didier Reynders, ministre des
Finances

Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Financiën over "de activiteit
van de belastinginspecteurs" (nr. 2831)

Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
des Finances sur "l'activité des inspecteurs des
impôts" (n° 2831)

Sprekers: Jo Vandeurzen, Didier Reynders,
minister van Financiën

Orateurs: Jo Vandeurzen, Didier Reynders,
ministre des Finances

Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre Viseur
aan de minister van Financiën over "de
terugbetaling van de accijnscompenserende
belasting op dieselwagens" (nr. 2838)

Question orale de M. Jean-Pierre Viseur au
ministre des Finances sur "le remboursement de
la taxe compensatoire pour les véhicules diesel"
(n° 2838)

Sprekers:

Jean-Pierre Viseur, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs:

Jean-Pierre Viseur, Didier

Reynders, ministre des Finances

Mondelinge vraag van de heer Georges Lenssen
aan de minister van Financiën over "het standpunt
van de Commissie voor het bank- en
financiewezen aangaande de bedrijfsrevisoren"
(nr. 2837)

Question orale de M. Georges Lenssen au
ministre des Finances sur "le point de vue de la
Commission bancaire et financière concernant les
réviseurs d'entreprises" (n° 2837)

Sprekers:

Georges Lenssen, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs:

Georges Lenssen, Didier

Reynders, ministre des Finances

Mondelinge vraag van de heer Bruno Van
Grootenbrulle aan de minister van Financiën over
"de problemen die bepaalde belastingplichtigen
ondervinden om de terugbetaling te bekomen van
de verkeersbelasting" (nr. 2864)

Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre des Finances sur "les problèmes
rencontrés par certains contribuables pour obtenir
le remboursement de la taxe de circulation"
(n° 2864)

Sprekers: Bruno Van Grootenbrulle, Didier
Reynders, minister van Financiën

Orateurs: Bruno Van Grootenbrulle, Didier
Reynders, ministre des Finances

Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanvelthoven aan de minister van Financiën over
"de aftrek van in het buitenland gemaakte
restaurantkosten" (nr. 2889)

Question orale de M. Peter Vanvelthoven au
ministre des Finances sur "la déduction de frais
de restaurant faits à l'étranger" (n° 2889)

Sprekers:

Peter Vanvelthoven, Didier

Reynders, minister van Financiën, Aimé
Desimpel, Jean-Pierre Viseur, Yves
Leterme

Orateurs:

Peter Vanvelthoven, Didier

Reynders, ministre des Finances, Aimé
Desimpel, Jean-Pierre Viseur, Yves
Leterme

Mondelinge vraag van de heer Jean-Marc Delizée
aan de minister van Financiën over "de
beoordeling door de administratie van de
beroepskosten" (nr. 2898)

Question orale de M. Jean-Marc Delizée au
ministre des Finances sur "l'évaluation des frais
professionnels par l'administration" (n° 2898)

Sprekers:

Jean-Marc Delizée, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs:

Jean-Marc Delizée, Didier

Reynders, ministre des Finances

CRIV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN

EN DE BEGROTING

COMMISSION DES FINANCES ET

DU BUDGET

van

DINSDAG

DECEMBER

2000

10:45 uur

______

MARDI

DÉCEMBRE

2000

10:45 heures

______

De vergadering wordt geopend om 10.55 uur door
de heer Olivier Maingain, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.55 heures par
M. Olivier Maingain, président.

Le président: La question orale n° 2814 de
M.

Yvan

Mayeur est transformée en question

écrite.

De mondelinge vraag nr. 2817 van de heer Daniël
Vanpoucke wordt naar een latere datum
verschoven.

01 Mondelinge vraag van mevrouw Alexandra

Colen aan de minister van Financiën over "de
manier waarop de euro zal worden ingevoerd"
(nr. 2819)

01 Question orale de Mme Alexandra Colen au

ministre des Finances sur "la manière dont le
passage à l'euro sera organisé" (n° 2819)

01.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, op 21 november 2000 heb ik u reeds
een eerste vraag gesteld over de wijze waarop de
euro in België zal worden ingevoerd. U hebt toen
voor verdere details verwezen naar de nakende
plenaire vergadering van het commissariaat-
generaal van de Europese Unie over de euro.
Daarna zou u meer details kennen over de
introductie van de munt. Intussen hebben wij een
en ander uit de pers vernomen. Toch zou ik graag
van u vernemen wat er nog meer uit de bus
gekomen is, mijnheer de minister. Welke
beslissingen werden er genomen en welke
concrete gevolgen hebben die voor ons land en
voor de burgers van ons land?

Via het ochtendnieuws van 30 november, en
nadien via de geschreven pers, vernamen wij dat

de rekeningen voor elektriciteit en telefoon vanaf
1 juli volgend jaar reeds in euro zouden moeten
betaald worden. Moeten, staat er wel degelijk.
Indien dit inderdaad zo is, mijnheer de minister,
verneem ik graag van u welke sancties de burgers
en instellingen riskeren als ze na 1 juli 2001 die
rekeningen nog in Belgische frank betalen? Kan
men iemand juridisch verplichten om een rekening
in een andere munt te betalen dan de munt die in
zijn land legal tender, de gangbare munt, is? Geldt
deze regeling ook voor andere rekeningen dan de
vermelde?

Ik vermoed dat op Europees niveau nog meer
details geregeld zullen worden. Weet u al wanneer
de volgende bijeenkomst plaatsvindt? Tot zover
mijn vragen vandaag, mijnheer de minister.

01.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw Colen,

in verband met uw vraag kan ik het volgende
meedelen. Naar aanleiding van de plenaire
vergadering van het commissariaat-generaal voor
de euro op 29 november 2000 werden het
voorlopig algemeen scenario voor de overgang op
de chartale euro evenals het algemeen scenario
voor de vervroegde overschakeling naar de euro
en de aanbevelingen van Fineuro met het oog op
de definitieve overschakeling naar de euro aan de
deelnemers verduidelijkt. Het algemeen scenario
voor de vervroegde overschakeling naar de euro -
verspreid door de pers - werd goedgekeurd door
de Ministerraad op 10 november 2000. Het werd
opgesteld door de groep Fineuro dat op het
commissariaat-generaal belast is met het
coördineren van de voorbereidingen van de
financiële sector op de invoering van de
eenheidsmunt.

Dit scenario publiceert een aantal aanbevelingen
en proactieve maatregelen zonder wettelijke basis

12/12/2000

CRIV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

om een veelvuldiger gebruik van de euro door de
ondernemingen en de consumenten aan te
moedigen. Momenteel maken deze er een te
beperkt gebruik van. Hiertoe moedigt het scenario
de overschakeling van bepaalde sectoren van de
economie

waarmee de burger regelmatig in

contact komt - naar de euro aan: de banksector,
de sector van de grote factureerders, de sector
van de overheidsadministraties met inbegrip van
de lokale besturen, de sociale sectoren en de
ondernemingen. De burger zal zo meer vertrouwd
raken met de euro en zo zal een opeenhoping van
moeilijkheden op het einde van 2001 vermeden
worden. Er moet immers op gewezen worden dat
vanaf 1 januari 2002 de nationale munteenheden
voor de gedane betalingen niet meer gebruikt
zullen worden.

Onder deze aanbevelingen dient in de banksector
op de volgende voornaamste bepalingen de
aandacht te worden gevestigd. Vanaf het begin
van 2001 moet gezorgd worden voor de
sensibilisatie van het cliënteel voor het gebruik
van de euro door middel van bruikbare informatie
en door het geleidelijk opdrijven van het aanbod
van producten uitgedrukt in euro. Vanaf 1 juli 2001
moet er een toenemende omschakeling komen
van het geheel van bancaire producten en
relaties - zoals rekeningen en spaarrekeningen -
vergezeld van bruikbare informatie.

In de sector van de grote factureerders zoals
Belgacom en Electrabel zal de volledige facturatie
vanaf 1 juli 2001 in euro gebeuren. Enkel voor het
totaal bevat de factuur de tegenwaarde in
Belgische frank. Het overschrijvingsformulier zal in
euro zijn. Deze bepalingen willen de cliënten
aanmoedigen om de euro meer te gebruiken. De
cliënt zal er geen enkele nadeel door ondervinden.
De betalingen in Belgische frank vertrekkende van
een eurorekening zullen altijd mogelijk blijven tot
31 december 2001. De dubbele weergave op de
rekeningsuittreksels zal van toepassing blijven.
Deze aanbevelingen hebben geen wettelijke
basis. De burger riskeert dus geen enkele sanctie
indien hij op 1 juli 2001 zijn rekening niet in euro
omgezet heeft. Wettelijk gezien kan men niemand
verbieden om tot 31 december 2001 met een
rekening in Belgische frank te blijven betalen. Dit
is de datum waarop de nationale munteenheden
ophouden als girale munten te bestaan.

Bijgevolg zal vanaf 1 januari 2002 geen enkele
girale verrichting in nationale munteenheden
mogen worden opgesteld.

Ten slotte wijs ik erop dat de scenario's die ik heb
besproken op de website van het commissariaat-

generaal voor de Euro kunnen worden
geraadpleegd. Misschien moet een ander voorstel
worden gedaan, zoals een hoorzitting met
vertegenwoordigers van het commissariaat-
generaal voor de euro begin 2001. Dit zou een
goede aanleiding zijn voor een meer algemene
bespreking van de overgang naar de euro.

Nous pourrions peut-être, au début de l'année
prochaine, placer à l'ordre du jour une audition du
commissaire général à l'euro. Je vous avais déjà
dit que d'ici là, je vous communiquerai l'agenda de
la présidence belge de la zone euro au cours de
l'année. Cet agenda vous sera donc communiqué.
Nous pourrons ensuite, en début d'année,
organiser cette audition du commissaire général.
Je ne sais d'ailleurs pas si les documents du
commissariat vous sont directement adressés. Je
vois que la réponse est négative. Je vais donc
faire en sorte que l'on vous communique les
derniers documents émis par le commissariat
général à destination de la commission.

Le président: Je vous remercie, monsieur le
ministre, pour cette intéressante suggestion. En
effet, nous veillerons, en début de l'année
prochaine, à recevoir le commissaire général à
l'euro.

01.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, het voorstel van de minister
om begin volgend jaar een hoorzitting te houden
verheugt mij. We hebben soms de indruk dat de
informatie druppelsgewijs via de pers wordt
verspreid en dat we als parlementsleden niet
weten hoe de zaak echt wordt voorbereid. Het is
een goed idee, te meer daar ik niet langer
afzonderlijke vragen hoef te stellen, maar dat we
alles in een keer op een rijtje zullen kunnen zetten.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De mondelinge vraag nr. 2825 van de heer Dirk
Pieters wordt naar een latere datum verschoven.

02 Mondelinge vraag van de heer Dirk Van der

Maelen aan de minister van Financiën over "de
Tobin-taks en het verslag van de Hoge Raad der
Financiën" (nr. 2827)

02 Question orale de M. Dirk Van der Maelen au

ministre des Finances sur "la problématique de
la taxe Tobin et le rapport du Conseil supérieur
des finances" (n° 2827)

02.01 Dirk Van der Maelen (SP): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in
oktober van vorig jaar besliste een aantal

CRIV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

parlementsleden van Kamer en Senaat om van
het debat rond de Tobin-taks een parlementair
debat te maken. Een drietal weken geleden is dit
uitgemond in een resolutie die werd goedgekeurd
door de Kamer. In deze resolutie wordt onder
meer gevraagd dat onze regering dit punt op de
agenda van het Belgisch voorzitterschap zou
plaatsen. In de Senaat is dit uitgemond in een
uitgebreide oefening onder leiding van de
voorzitter van de commissie voor de Financiën.
Het kwam tot een uitgebreid rapport en een
resolutie waarin de regering eveneens gevraagd
werd om dit punt op de agenda van het Belgisch
voorzitterschap van de Europese Unie te plaatsen.

Mijnheer de minister, ergens bij de start van deze
operatie - voor zover ik mij herinner ongeveer
negen maanden geleden - hebt u gezegd dat u de
Hoge Raad voor Financiën zou inschakelen bij
deze problematiek. Kamer en Senaat hebben
intussen hun werk gedaan. Ik heb nu mijn licht
opgestoken en ontdekt dat het voor de Hoge Raad
voor Financiën onmogelijk is om zich vóór midden
januari met deze problematiek bezig te houden.

Mijnheer de minister, aangezien Zweden niet in de
Eurogroep zit, zal België vanaf 1 januari volgend
jaar het voorzitterschap van de Euroraad
waarnemen. De fiscale en financiële materies
vormen daar een belangrijk onderdeel van.
Mijnheer de minister, staat dit op uw agenda?
Aangezien ik geen lid ben van de commissie voor
de Financiën heb ik hier nog niet veel over
gehoord. Volgens mijn informatie zal de regering
binnenkort beslissen over de agenda van het
Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie
dat ingaat op 1 juli 2001. Het rapport van de Hoge
Raad voor Financiën is er nog niet. Wat zal dit
voor u betekenen? Mijn fractie blijft er samen met
andere fracties op aandringen dat, zelfs als er
geen rapport van de Hoge Raad voor Financiën is,
dit toch op de agenda van het Belgisch
voorzitterschap van de Europese Unie zou worden
geplaatst. U kunt het de Kamer en de Senaat niet
verwijten dat de Hoge Raad voor Financiën -

waarvan u negen maanden geleden reeds

gezegd hebt dat u hem bij de problematiek zou
inschakelen - nog niet klaar is met het rapport en
al evenmin klaar was om het werk aan te vatten
na het beëindigen van de procedure in de Senaat.

02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de

voorzitter, collega's, wat de agenda van de
Eurogroep betreft, wil ik opmerken dat dit meer
een probleem is voor de Ecofin en dus voor de
tweede helft van 2001 wat het Belgische
voorzitterschap betreft. Het is echter perfect
mogelijk om eerder een informele bespreking te

hebben in de Eurogroep. Misschien kan dat ook
gebeuren bij het voorbereiden van onze deelname
aan de algemene vergadering van het IMF en aan
de vergadering van de G7. Het is dus perfect
mogelijk om een eerste rondetafelgesprek te
organiseren op Europees vlak. Ik moet u wel
zeggen dat het niet gemakkelijk is om sommige
deelnemers aan internationale vergaderingen te
overtuigen. Ik denk bijvoorbeeld aan mijn Britse
collega en aan de Britse eerste minister. Wij
hadden reeds een bespreking tijdens de Europese
raad van Nice over de fiscaliteit, de ecofiscaliteit
en de algemene bemerkingen in verband met
deze maatregel voor de financiële markten. Het is
niet gemakkelijk om een gezamenlijk standpunt in
te nemen. Ik ga liever naar een eerste bespreking
in de Eurogroep, dit ter voorbereiding van het
Belgisch voorzitterschap in de tweede helft van
2001. Bij dit punt gaat het overigens niet specifiek
om de Tobin-taks. Het gaat veeleer om een
algemene regulatie voor de financiële markt dan
om een specifiek fiscale maatregel. Ik heb dit punt
op de agenda van de Hoge Raad geplaatst in mijn
toespraak op 10 juli ter gelegenheid van de
aanstelling van de nieuwe raad. Ik liet in mijn
toespraak ook duidelijk verstaan dat dit onderzoek
op de werkzaamheden van de Senaat zou moeten
volgen. Nu de Senaat zijn taak terzake onlangs
heeft afgewerkt, zal ik het nodige doen om de
uitslag van die werkzaamheden aan de Hoge
Raad voor te leggen.

U weet dat we twee verschillende resoluties van
de Kamer en de Senaat hebben. Ik heb ook een
eerste verslag van de werkzaamheden in de
commissie voor Economie en Financiën van de
Senaat. Het is nu dus perfect mogelijk om een
concrete bespreking in de Hoge Raad te houden.
Ik hoop dat het mogelijk zal zijn om binnen enkele
weken een eerste reactie te krijgen.

Ik hoop binnen enkele weken een eerste reactie te
krijgen. Wat het Belgisch voorzitterschap van de
Europese Unie betreft, wens ik een reactie te
vernemen nog voor de eerste bespreking in de
eurogroep en zeker en vast voor de bespreking in
de regering en het Parlement. We hebben een
lange weg achter de rug. Het verslag van de
Senaat ligt nu misschien op mijn kabinet. Naast
twee resoluties hebben we enkele algemene
besprekingen gehad in de Senaat.

Het is dus perfect mogelijk om het verslag in te
dienen bij de Hoge Raad van Financiën en daarna
een bespreking in de regering en in het Parlement
te houden, nog voor het begin van het Belgisch
voorzitterschap van de Europese Unie. Concreet
hoop ik het verslag van de Hoge Raad van

12/12/2000

CRIV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Financiën te ontvangen in het eerste kwartaal van
2001.

02.03 Dirk Van der Maelen (SP): Mijnheer de

voorzitter, het antwoord van de minister bevredigt
mij.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Mondelinge vraag van de heer Jo

Vandeurzen aan de minister van Financiën over
"de activiteit van de belastinginspecteurs"
(nr. 2831)

03 Question orale de M. Jo Vandeurzen au

ministre des Finances sur "l'activité des
inspecteurs des impôts" (n° 2831)

03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijn
vraag is geïnspireerd door een wat merkwaardige
uitzending van een lokale televisiezender in
Limburg. In deze uitzending werd verslag
uitgebracht van een bijeenkomst van een aantal
fiscale inspecteurs. Collega Pinxten was blijkbaar
ook aanwezig op deze bijeenkomst.

Een van de ambtenaren heeft voor de camera
verklaard dat in bepaalde interne documenten van
de fiscale administratie een verschil werd
vastgesteld tussen de resultaten die in Limburg
worden geboekt en de resultaten van andere
provincies. Toen ik dit bericht natrok, bleek dat
men wat had geknipt in het beeldmateriaal. De
essentie van de verklaring bleek echter overeind
te blijven staan. Er is blijkbaar een verschil in
strategie en succes tussen de manier waarop
belastinginspecteurs in Limburg en in andere
provincies optreden. Ik vind dit een eigenaardige
vaststelling.

Mijnheer de minister, ik had u graag een aantal
informatieve vragen gesteld. Klopt het dat de
strategie en de resultaten verschillen in Limburg
en in andere provincies? Bestaan daarover
objectieve cijfers? Is dit niet strijdig met het
principe van het behoorlijk bestuur? Bestaat niet
het risico dat, als bekend raakt dat de fiscale
controles verschillen, er zal worden overgegaan
tot optimalisaties?

03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de

voorzitter, collega's, ik kreeg van verschillende
categorieën van belastingplichtigen een aantal
commentaren die in dezelfde richting gaan.
Volgens mij bestaat er een verschil tussen de
controles in de verschillende provincies of bij
verschillende belastingplichtigen.

De administratie van Ondernemings- en
Inkomensfiscaliteit houdt geen statistieken bij die
een mededeling over de gevraagde cijfers
mogelijk maken. De algemene administratie van
belastingen publiceert echter elk jaar een verslag
waarvan een exemplaar aan elk parlementslid
wordt overhandigd. Dit verslag bevat onder andere
een belangrijk statistisch luik van de
controlewerkzaamheden. Er vond een hoorzitting
plaats met de verschillende ambtenaren in
verband met een dergelijk verslag. Volgens mij
vond een dergelijke vergadering voor de tweede
keer plaats tijdens deze legislatuur.

Het is perfect mogelijk om tijdens deze
vergadering een aantal vragen te stellen aan
sommige hogere ambtenaren in verband met dit
verslag. Ik heb geen statistiek die betrekking heeft
op de mededeling van de gevraagde cijfers. De
controlepolitiek, ingevoerd door de administratie
van Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit, legt de
nadruk op een afname van controles met een
toename van het aantal grondige controles, een
verbetering van de grondige en kwalitatieve aard
van de controles, een versterking van de controles
door een aangepaste selectie van de situaties die
een grondig onderzoek en een specifieke
opsporing vergen. Dit wil zeggen een versterking
van de controles in de geselecteerde
ondernemingen tijdens het boekjaar dat het jaar
van het onderzoek voorafgaat.

Het is een permanente zorg van de administratie
om alles in het werk te stellen opdat het
controlebeleid op dezelfde manier zou worden
uitgevoerd op het hele grondgebied. Ik pleit
trouwens voor een algemene regel in dat verband.

Ik beschik evenwel niet over statistieken met
betrekking tot de gestelde vraag.

Zowel in het Parlement als bij de
belastingplichtigen hoor ik commentaar omtrent
de toepassing van verschillende
controleregelingen bij de diverse categorieën
belastingplichtigen. Volgens mij ware het
aangewezen regelmatig, jaar na jaar, algemene
besprekingen te voeren met de hoge ambtenaren
over deze problematiek. Een reorganisatie van de
administratie, naar aanleiding van de
Copernicushervorming, zal deze situatie wijzigen.

03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de

minister, volgens u beschikt de administratie niet
over evaluatiedocumenten die aangeven op welke
wijze op provinciaal niveau gevolg wordt gegeven
aan de nationale prioriteiten, zoals een afname

CRIV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

van de controles, maar met een toename van een
aantal grondige controles, en evenmin over
gegevens die aantonen of de controles voor elke
provincie op dezelfde manier worden uitgevoerd.

De invulling van voornoemde prioriteiten werd
aldus nog niet geëvalueerd?

03.04 Minister Didier Reynders: Mijn kabinet

noch mijn administratie beschikken over een
dergelijke evaluatie en ik kan u bijgevolg geen
statistieken voorleggen, al begrijp ik dat deze
materie in bepaalde provincies of gewesten
persoonlijke bedenkingen oproept. Het is echter
wel mogelijk dat een hoge provincieambtenaar
een vergelijking terzake maakte.

03.05 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de

minister, indien een dergelijke evaluatie of
vergelijking kon worden opgesteld door een hoge
ambtenaar, dan moet het mogelijk zijn de
resultaten hiervan te weten te komen, te weten op
welke wijze en hoe systematisch de nationale
prioriteiten worden ingevuld op provinciaal vlak.
Dat is precies de essentie van mijn vraag.

Gezien de reacties in Limburg en de conclusies
die men eraan verbond, neem ik aan dat een
dergelijke evaluatie wel degelijk bestaat.

Mochten de hoge ambtenaren ons informatie
kunnen verstrekken op dat vlak, dan zou ik graag
met hen in contact treden om een antwoord te
krijgen op mijn vraag.

03.06 Minister Didier Reynders: Dat is perfect

mogelijk. Enkele weken geleden vond er net een
vergadering met de hoge ambtenaren plaats.
Sedert juli 1999 worden er vergaderingen
georganiseerd met de hoge ambtenaren; ik ben
bereid een nieuwe vergadering te beleggen.
Daarmee heb ik geen enkel probleem. Ik heb zelfs
een vergadering voorgesteld met de vakbonden.
Ik sta steeds open voor de problemen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

04 Question orale de M. Jean-Pierre Viseur au

ministre des Finances sur "le remboursement
de la taxe compensatoire pour les véhicules
diesel" (n° 2838)

04 Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre

Viseur aan de minister van Financiën over "de
terugbetaling van de accijnscompenserende
belasting op dieselwagens" (nr. 2838)

04.01 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV):

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers
collègues, fin novembre, un vent de folie s'était
emparé des automobilistes qui roulent
habituellement avec un véhicule diesel. Il semble
en effet que des dizaines de milliers de
réclamations ont été introduites en quelques jours,
visant au remboursement de la taxe
compensatoire de circulation pour les véhicules
diesel. Des rumeurs, des informations et des
contre-informations ont circulé. Et finalement, plus
personne ne s'y retrouvait. Je viens d'apprendre
que Test-Achats vous a écrit le 8 décembre
dernier pour vous demander de clarifier la
situation, car eux non plus ne s'y retrouvaient pas.
J'ai donc estimé opportun de vous interroger afin
que vous puissiez faire le point sur toute une série
de questions que se posent les citoyens et que je
relaye ici en ma qualité de parlementaire.

Une première série de questions concerne le
recours.

Qui introduit un recours et auprès de qui? Est-ce
bien la Cour d'arbitrage qui doit prendre une
décision? Par qui et comment a-t-elle été saisie?
Quelle est la teneur exacte de ce recours? Quand
la décision doit-elle intervenir?

Y a-t-il des possibilités de recours contre cette
décision, notamment de la part de l'Etat belge? En
a-t-il l'intention? Et en cas de recours, quel serait
le délai ultime dans lequel pourrait intervenir une
décision définitive?

En ce qui concerne les réclamations elles-mêmes,
quand les utilisateurs doivent-ils - ou devaient-ils -
introduire leur réclamation au plus tard? Etait-ce
le 30 novembre 2000, ainsi que cela a été dit à
maintes reprises? Ou est-ce quatre mois au plus
tard après la notification, ainsi que l'a déclaré à la
télévision un directeur du ministère des Finances?
Etant donné que les notifications s'étalent tout au
long de l'année, la situation est alors tout à fait
différente. Et enfin, sur quelles années pouvait
porter la demande de remboursement? Connaît-
on aujourd'hui le nombre exact de réclamations
qui ont été introduites à ce jour?

J'en viens au chapitre des conséquences.
L'administration fiscale peut-elle faire face au
traitement de tant de dossiers de réclamation?
Nous connaissons en effet tous l'énorme retard du
contentieux. Comment peut-on envisager de faire
face? Y a-t-il eu une estimation des coûts directs -
en cas de remboursement - et indirects - c'est-à-
dire le coût que cela représentera pour le Trésor?

Sur le fond, je suis partisan d'une fiscalité variable

12/12/2000

CRIV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

en fonction de l'utilisation d'un véhicule, plutôt que
de voir appliquer des taxes fixes ou forfaitaires.
Cette option-là me semble intéressante. Mais la
condamnation de la taxe compensatoire ne
mettrait-elle pas fin à toute velléité de fiscalité
incitative, dans la mesure où il est toujours
possible d'invoquer un traitement discriminatoire?

A titre d'exemple, dans un tout autre domaine, le
traitement fiscal de l'épargne-pension n'est-il pas
discriminatoire par rapport aux autres formes
d'épargne? Ne pourrait-on pas, dans ce cas, être
confrontés à toute une série de recours de ce
genre?

J'aimerais avoir votre avis à ce sujet.

04.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le

président, tout d'abord une remarque générale,
ensuite quelques réponses plus précises sur
chacun des éléments soulevés par M. Viseur.

Tout d'abord, je tiens à rappeler que les impôts,
taxes ou redevances prévues par la loi ou les
règlements sont d'application en Belgique.
Lorsqu'une taxe est prévue, elle doit être payée.
En ce qui concerne le paiement de l'impôt sur le
revenu, il est permis d'introduire des réclamations,
mais il doit être payé. On peut éventuellement, et
vous avez fait allusion à un mécanisme précis de
l'impôt sur le revenu, se poser la question de
l'existence ou non d'une discrimination. Par
exemple, peut-on considérer que la progressivité
de l'impôt soit une discrimination acceptable? Je
vois M. Van Weddingen dubitatif. Cela peut
s'appliquer à de nombreux thèmes. Dès qu'il y a
une différence, y a t-il pour autant une
discrimination acceptable ou non? Toute
discrimination n'est pas inacceptable, il faut qu'elle
soit fondée sur des bases objectives.

Test-achat me pose la question de savoir si l'on
doit payer les impôts et je le confirme. Le fait que
quelqu'un introduise une procédure n'empêche
évidemment pas que l'on doive payer ces impôts.
Il n'y a pas de doute sur ce volet.

En qui concerne le dossier lui-même, sur le
recours tout d'abord, il est important de savoir que
l'Etat fédéral n'a pas été condamné, que ce soit
par la Cour de justice européenne ou par la Cour
d'arbitrage. Une question préjudicielle a été posée
par la cour d'appel de Gand dans le cadre d'une
plainte déposée par un particulier sur le pied d'une
violation du principe constitutionnel d'égalité des
Belges devant la loi, la taxe compensatoire des
accises n'étant appliquée qu'aux seules voitures,
voitures mixtes et minibus dont le moteur est

alimenté en gasoil diesel à concurrence d'un
montant forfaitaire déterminé en fonction de la
puissance imposable du véhicule et sans tenir
compte de la consommation. Cette taxe n'est pas
perçue sur les mêmes véhicules dont le moteur
est alimenté en essence, ces derniers étant taxés
en fonction de leur consommation.

Les deux parties ont déjà déposé leur mémoire de
défense dans le cadre de la procédure devant la
Cour d'arbitrage. Il faut attendre maintenant que
l'affaire soit mise au rôle, ce qui d'après les
renseignements obtenus par mes services ne
devrait pas intervenir avant le 15 avril 2001. Un
arrêt de la Cour d'arbitrage n'est susceptible
d'aucun recours conformément à l'article 28 de la
loi spéciale du 6 juin 1989. La juridiction qui a
posé la question préjudicielle de même que toute
autre juridiction appelée à statuer dans la même
affaire est tenue de se conformer à l'arrêt rendu
par la Cour d'arbitrage. Voilà où nous en sommes
et j'ajoute que bien d'autres recours existent sur
d'autres impositions ou taxations et que tant
qu'une législation ou une réglementation prévoit
l'impôt, cet impôt est dû.

Sur les réclamations en matière de taxe
compensatoire des accises, c'est l'article 32 du
Code des taxes assimilées (CTA), anciennement
article 36ter, §8, qui fixe le délai de réclamation.
Soit de quatre mois à partir du dernier jour de la
période pour laquelle la taxe est due, sans
cependant que le délai puisse être inférieur à 6
mois à partir de la date de l'avertissement-extrait
de rôle ou de l'avis de cotisation.

La date du 30 novembre 2000, que vous avez
rappelée, ne constitue pas en soi une date ultime
pour l'introduction de la réclamation. Cependant,
elle pourrait l'être.

A côté de la procédure de réclamation coexiste la
procédure de dégrèvement d'office prévue par
l'article 31 du même code, anciennement l'article
36ter, §7, qui instaure un délai d'octroi de
dégrèvement de la taxe payée ou établie
indûment, dans les trois ans à compter du premier
jour de l'exercice d'imposition pour lequel la taxe
est due.

A ce jour, l'administration de la fiscalité des
entreprises et des revenus, l'AFER, a reçu
approximativement 155.000 demandes de
remboursement ou demandes de dégrèvement
d'office. La publicité a donc bien fonctionné sur le
sujet. Je n'ai d'ailleurs jamais vu une publicité de
l'administration aussi forte et j'y reviendrai dans la
conclusion.

CRIV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

A propos des conséquences, compte tenu du
nombre de demandes, il va de soi que des
mesures spécifiques doivent être envisagées. Il
est encore trop tôt pour préciser lesquelles,
d'autant plus que l'augmentation du nombre de
requêtes est récente. Il est difficile de prévoir les
coûts directs et indirects pour le Trésor. Tout
dépend de ce que décidera la Cour d'arbitrage.

Il faut néanmoins savoir que la taxe
compensatoire des accises rapporte chaque
année à peu près 8 milliards de francs. Sur le
fond, je pense que le concept d'une taxation
d'accises, différente de celle prévue par la
directive 9282 de la CEE du 19 octobre 1992, a
été accepté par les instances européennes dans
le cadre des discussions qui préludent à
l`acceptation d'une directive sur la taxation des
énergies, anciennement taxe CO

Il ne s'agit pas d'un traitement discriminatoire,
mais bien d'une façon différente de soumettre à
l'accise les voitures utilisant du gasoil diesel de
celles utilisant de l'essence. Des situations
différenciées en la matière peuvent être
imaginées.

De façon plus générale, je voudrais rappeler,
monsieur le président, la première réaction qui est
la mienne à savoir qu'il va nous falloir
communiquer, comme le demande Test-Achat, de
manière officielle, par voie de conférence de
presse ou d'annonces dans les journaux, que les
impôts existants sont d'application.

Le fait qu'une association ou une entreprise
conteste à titre individuel un impôt, sans
qu'aucune décision de justice ne soit intervenue,
ne change évidemment rien à l'application de la
législation. Pendant un certain temps, il a vraiment
été laissé entendre qu'il était possible que ce
remboursement puisse être obtenu notamment
parce qu'une décision aurait été prise.

Aucune décision ne l'a été en la matière, j'ai
expliqué où en était la procédure, et je confirme
que le ministère des Finances continue à prélever
les impôts que le parlement a votés ou que la
réglementation prévoit.

En ce qui concerne les conséquences d'une
éventuelle décision dans ce dossier comme dans
beaucoup d'autres, nous pouvons prendre pour
exemple ce qui a été fait pour les rentes pour
accidents du travail et maladies professionnelles.

C'est une décision de la Cour d'arbitrage de

décembre 98 qui n'a jamais été exécutée au sein
du gouvernement précédent. J'ai proposé, dès
l'entrée en fonction de ce gouvernement, que
nous tirions des conséquences générales de cette
décision et donc que nous ne tentions pas
d'adopter une situation individuelle mais bien des
conséquences générales. Un dégrèvement par
voie de rôle a été décidé pour tenter de régler le
problème des réclamations.

Je pense que l'information qui a été donnée aux
400.000 bénéficiaires de ces rentes à titre
individuel a permis pour une grande part de régler
le problème. Les remboursements actuels et ceux
sur les revenus à partir du 1

janvier 99

permettent de calmer un peu la situation.

Mais une décision comme celle-là n'intervient que
si une décision judiciaire, Cour d'arbitrage ou de
justice, est prise. Aujourd'hui, nous défendons la
position de l'Etat face à des recours et notamment
face à cette question préjudicielle.

Il faut attendre les conclusions et que la situation
soit évaluée au niveau politique. Je rappelle que
cette taxation est intervenue dans le cadre de la
recherche d'un équilibre budgétaire ou en tout cas
d'une diminution du déficit public dans les années
93-94.

Ainsi s'agissait-il d'une époque où la pression
fiscale était fortement renforcée, et ce notamment
sur les produits pétroliers. L'on procéda alors à
une augmentation des accises sur l'essence, mais
non sur le diesel, afin justement de soustraire les
transporteurs routiers aux effets d'une telle
mesure. Notons que c'est en quelque sorte avec
cette même finalité de ne point pénaliser le
secteur du transport routier, qu'à la demande de
ma collègue, Mme Durant, nous prenons
actuellement nos décisions.

Partant, comme à l'époque l'accise n'était pas
appliquée sur le diesel afin de protéger le secteur
du transport routier, un autre mécanisme avait été
élaboré, non plus lié à la consommation, mais
portant sur les voitures, les voitures mixtes et les
minibus. C'est ce mécanisme que nous avons
souhaité maintenir. Maintenant, si le fait de prévoir
une taxe compensatoire devait constituer une
discrimination, je présume alors que le fait de
n'appliquer l'accise que sur l'essence devrait
également être considéré comme tel.

Quoi qu'il en soit, je souhaiterais tout de même
consulter ma collègue des Transports pour savoir
si elle souhaite qu'il soit procédé à une
augmentation des accises sur les transporteurs

12/12/2000

CRIV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

routiers. Certes, j'ai cru comprendre que le débat
en la matière demeurait délicat. Dès lors, mon
département attend que celui de ma collègue
prenne position sur ce dossier.

Aussi, je voudrais surtout rappeler qu'il n'existe, à
l'heure actuelle, aucune raison de changer
l'attitude de l'Etat à l'égard de cette taxation. En
conséquence, les particuliers ne doivent s'attendre
à aucun changement, ni à court ni à moyen terme,
relativement à leur situation fiscale, tant qu'aucune
décision judiciaire ne sera prononcée.

Enfin, monsieur le président, je voudrais terminer
en évoquant la problématique des contrôles et de
l'intervention de l'administration en cas de mise en
cause d'une taxation. A ce sujet, je désirerais
souligner le fait que j'ai moi-même pris deux
initiatives à la suite des événements de ces
dernières semaines. En outre, j'ai pris
connaissance des déclarations formulées à la
presse par un certain nombre d'agents de mon
département. A cet égard, je m'étonne de ce que
ceux-ci ne se préoccupent pas de savoir si agir de
la sorte en s'adressant à la presse pourrait se
révéler préjudiciable au département - alors qu'à
l'inverse, ils viennent me demander mon
autorisation quand il s'agit de filmer un entrepôt!
Quoi qu'il en soit, dans un esprit d'ouverture et de
publicité de l'administration, j'ai pris bonne note de
leurs déclarations. Et je veux y voir un
changement de mentalité.

Nonobstant, ce qui me paraît aller un peu trop loin
- et j'ai en conséquence demandé une enquête à
ce sujet -, c'est de constater que l'administration
ne se limite pas à diffuser auprès des
contribuables des formulaires-types de
réclamation, mais qu'elle va jusqu'à remplir elle-
même ce document et à expliquer les arguments
qu'il convient d'utiliser contre l'Etat! Alors de deux
choses l'une: soit le changement de mentalité -
auquel j'aspire - a vraiment été très rapide au sein
de l'administration des Finances, au point que
celle-ci viserait dorénavant à aider les entreprises
à rédiger leurs devoirs fiscaux et à trouver les
procédés leur permettant de limiter leurs impôts;
soit l'administration agit de la sorte en suivant
d'occultes motivations que j'aimerais alors que l'on
m'expose!

Car je dois vous avouer que je ne comprends plus
très bien la démarche des services de mon
administration, consistant à indiquer le type de
discrimination qu'il est possible d'invoquer en
déposant sa réclamation. Et je la comprends, du
reste, d'autant moins que ce sont les mêmes
personnes qui se plaignent par ailleurs des

difficultés de gestion du volume desdites
réclamations. Mais il ne faudra pas s'étonner alors
de se retrouver confronté à un arriéré comportant,
non plus quelques centaines de milliers, mais bien
plusieurs millions de réclamations, dans la mesure
où l'administration les suscite elle-même! Si l'on
en arrive à pareille extrémité, nous devrons
nécessairement modifier le traitement de telles
réclamations. Aussi, dans les prochaines
semaines - et ce, avant le passage à un système
tout à fait définitif devant les cours et tribunaux
pour la fin du mois de mars 200 -, je préparerai un
certain nombre de propositions concrètes.

Je tiens à saisir l'occasion qui m'est donnée pour
dire qu'un certain nombre de membres du
département ont manifesté le souhait d'aller plus
loin dans le dialogue avec le contribuable. Je vais
donc leur proposer d'aller jusqu'au bout de ce
dialogue et de se présenter personnellement
devant les tribunaux de première instance et ainsi
assumer la responsabilité de leur démarche, que
cette dernière aille dans un sens ou dans un
autre.

Dans ce cadre, nous allons simplifier la procédure
de manière très conséquente et réserver
l'intervention du barreau à de grands dossiers qui
nécessitent effectivement une « plus-value » dans
l'intervention. Le barreau n'interviendra donc plus
dans le traitement courant du contentieux.

Des juridictions spécialisées ayant été mises en
place, il me semble, en effet, assez normal que
les agents du département en charge du
contentieux en interne défendent leur point de vue
devant la juridiction.

Cela nous permettra de répondre au souhait de M.
Vandeurzen et de tenir des statistiques, non pas
par province ou par sous-région comme on nous
le demande souvent, mais par agent et par
structure au sein du département. En effet, une
chose est d'annoncer chaque année le montant
obtenu en termes de taxation d'office ou de
redressement, une autre est de savoir quelle est
en bout de course la recette que l'Etat perçoit.
Comme je l'ai déjà dit, je suis favorable à un suivi
en la matière. Et ce suivi sera d'autant plus
important si chaque agent assume, jusqu'au bout,
la responsabilité de la procédure.

Et ce qui s`est produit dans le cas qui nous
occupe me conforte dans cette idée. En effet, si
on ne procède pas de cette manière, c'est
150.000 dossiers que l'on transférera à un avocat,
à la fin du mois de mars, pour aller devant une
juridiction. On se retrouvera alors face à un très

CRIV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

important arriéré judiciaire.

Pour ma part, je le répète, je souhaite que
l'administration puisse traiter, jusqu'au bout, les
dossiers appartenant au contentieux. Cela nous
permettra - j'y reviendrai - de réserver des moyens
pour la véritable défense en justice des intérêts de
l'Etat lors d'affaires mettant en oeuvre des
procédures plus complexes, que ce soit devant la
Cour de justice, devant la Cour d'arbitrage ou
encore d'autres instances.

04.03 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV):

Monsieur le président, je tiens à remercier le
ministre pour sa réponse très complète.

Il me semblait nécessaire d'avoir des explications
en la matière et de connaître la position adoptée
par le ministre.

Monsieur le ministre, comme vous j'ai pu
constater l'existence d'une nouvelle forme de
"grève du zèle" dans l'administration. En tout cas,
c'est peut-être ainsi qu'il faut considérer le zèle de
certains.

En ce qui concerne le fond, et sans préjuger de la
décision de la Cour d'arbitrage, je considère que
si l'on devait considérer qu'il y a discrimination
dans le cas qui nous occupe, on ouvrirait - comme
vous l'avez dit - la porte à de multiples recours
pour discrimination. Ce qui serait, selon moi,
catastrophique car cela "enterrerait" une vision
moderne de la fiscalité dont le rôle ne doit pas se
limiter, comme c'était le cas dans le passé, à
remplir les caisses de l'Etat mais aussi à
influencer des comportements de société. On
assisterait à la fin de toute politique incitative en
matière fiscale. Ce serait également une façon de
rétrograder le rôle de la fiscalité en ne la
considérant plus que comme "une pompe à fric"
sans faire de discernement entre des
comportements citoyens et ceux qui le sont
moins. Je le répète, si tel était le cas, la Cour
d'arbitrage prendrait une décision très regrettable.
Cela dit, je ne suis évidemment pas en mesure de
l'influencer en quoi que ce soit.

En conclusion, je voudrais, une nouvelle fois,
présenter mes remerciements au ministre pour
ses réponses très précises et très
circonstanciées.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

05 Mondelinge vraag van de heer Georges

Lenssen aan de minister van Financiën over

"het standpunt van de Commissie voor het
bank- en financiewezen aangaande de
bedrijfsrevisoren" (nr. 2837)

05 Question orale de M. Georges Lenssen au

ministre des Finances sur "le point de vue de la
Commission bancaire et financière concernant
les réviseurs d'entreprises" (n° 2837)

05.01 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, op 27 november
2000 heeft de heer Duplat, voorzitter van de
Commissie voor het bank- en financiewezen
gepleit voor een deontologisch debat voor het
instituut van de bedrijfsrevisoren en dit naar
aanleiding van de gebeurtenissen bij Lernout en
Hauspie. Eerst en vooral steunt hij het voorstel
van de werkgroep onder leiding van Paul De
Grauwe in verband met corporate governance.
Die stelt dat er een soort van afkoelingsperiode
van twee jaar zou moeten zijn, vooraleer revisoren
een actieve plaats zouden innemen in een bedrijf
dat ze vroeger hebben gecontroleerd. Ten tweede,
is hij van mening dat er inspanningen moeten
worden geleverd om de activiteiten van
bedrijfsrevisoren te publiceren in het jaarverslag
van genoteerde bedrijven. Ten derde, is de heer
Duplat van mening dat de rol van financiële
tussenpersonen voor beurs- en
beleggingsadviezen meer aandacht moeten
krijgen.

Mijnheer de minister, graag zou ik weten of u zich
kunt terugvinden in de voorstellen van de
commissie in verband met het statuut en de
activiteiten van bedrijfsrevisoren. Denkt u dat er
bijkomende maatregelen moeten worden
genomen inzake het bedrijfsrevisoraat? Zullen er
maatregelen worden genomen inzake de rol van
financiële tussenpersonen en beursanalisten voor
beleggingsadviezen?

05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de

voorzitter, mijnheer Lenssen, u vestigt mijn
aandacht op de delicate vraag omtrent de
onafhankelijkheid van de commissarissen-revisors
die meer bepaald in de aandacht zijn gekomen in
verschillende recente dossiers. Ik ga daar niet
dieper op in, maar het is een belangrijk thema.

Ik wens hierin te verduidelijken dat de federale
regering al in tempore non suspecto van plan was,
en wel op de Ministerraad van
22 september 2000, om een voorontwerp van
corporate governancewet aan te nemen. Twee
bepalingen die het Wetboek van
vennootschappen wijzigen, houden rechtstreeks
verband met deze problematiek. Het betreft,
enerzijds, een wijziging die bepaalt dat de

12/12/2000

CRIV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

commissarissen-revisoren geen andere functie of
mandaat mogen aanvaarden tijdens of na hun
mandaat en dat van aard zou zijn de
onafhankelijkheid van de uitoefening van hun
functie als commissaris in twijfel te trekken. Dat
geldt voor de vennootschap onderworpen aan hun
toezicht en de daarmee verbonden
vennootschappen. De periode van
onverenigbaarheid na de uitoefening van hun
opdracht werd bepaald op twee jaar. Tijdens die
periode zouden de commissarissen geen andere
functie, mandaat of opdracht mogen uitvoeren in
de vennootschap die onder hun toezicht valt of in
een ermee verbonden vennootschap. Een tweede
bepaling speelt in op sommige recente
ontwikkelingen die worden vastgesteld in de
auditsector in verband met belangenconflicten die
zich zouden kunnen ontwikkelen in kabinetten die,
buiten de certificatie van de jaarrekeningen,
talrijke andere adviesdiensten aanbieden. De in
het voorontwerp opgenomen bepaling wil, zeer
beknopt voorgesteld, enkel verhinderen dat de
commissarisrevisor een verrichting zou kunnen
controleren die het voorwerp is geweest van een
advies gegeven door een collega die zijn vennoot
is.

Het voorontwerp is momenteel onderworpen aan
een advies van de Raad van State.
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen die er
betrekking op hebben, werd het voorontwerp ook
voorgelegd aan de Hoge Raad voor Economische
Beroepen. Het spreekt voor zich dat de Hoge
Raad rekening zou moeten houden met de
recente of huidige ontwikkelingen die op Europees
niveau worden vastgesteld. De Europese
Commissie heeft hierover een intern
werkdocument in voorbereiding. Dat geldt ook
voor het buitenland en met name de Verenigde
Staten, waar de Amerikaanse beurs onlangs
aanbevelingen hiervoor heeft gepubliceerd.

Wat uw opmerking over de deontologie van de
bemiddelaars betreft, wijs ik u op de task force die
ik heb opgericht om te bezinnen over de toekomst
van de Beurs van Brussel als financieel centrum.
Dit is een werkgroep die de problemen van de
financiële informatie onderzoekt en daarbij
verschillende vragen moet stellen over de
deontologie van de financiële analisten.

Diezelfde task force heeft op 5 december
vergaderd om kennis te nemen van een
hervormingsvoorstel over de opbouw van de
controle van de financiële markten. Een
uniformisering van de toezichtregels op de
financiële informatie van de ter beurze genoteerde
vennootschappen maakt hier deel van uit.

Zodra ik de conclusies van de werkgroep in
verband met informatie voor de genoteerde
vennootschappen ken, zal ik ze u hier komen
meedelen. Zelf wil ik in ieder geval dat er enkele
nieuwe regels in verband met deze informatie
komen.

05.03 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de

voorzitter, ik dank de minister voor zijn
omstandige antwoordt. Ik ben blij dat hij bezorgd
is om de onafhankelijkheid van de
bedrijfsrevisoren en van de commissarissen, dat
hij met hun problemen bezig is en dat hij ook
aandacht heeft voor de functies van beursanalist
en beleggingsadviseur.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Question orale de M. Bruno Van

Grootenbrulle au ministre des Finances sur "les
problèmes rencontrés par certains
contribuables pour obtenir le remboursement
de la taxe de circulation" (n° 2864)

06 Mondelinge vraag van de heer Bruno Van

Grootenbrulle aan de minister van Financiën
over "de problemen die bepaalde
belastingplichtigen ondervinden om de
terugbetaling te bekomen van de
verkeersbelasting" (nr. 2864)

06.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): Monsieur

le président, monsieur le ministre, chers
collègues, lorsque les personne renvoient leur
plaque d'immatriculation avant l'échéance de la
taxe de circulation, le service des contributions
reverse automatiquement une partie du montant
de cette taxe annuelle au prorata des mois dits
"non roulés".

Or, la presse a récemment fait état des problèmes
rencontrés par certains contribuables pour obtenir
leur remboursement. Mes questions sont dès lors
les suivantes:

1.

Est-il exact qu'un nombre important de

remboursements sont bloqués?
2. A quoi est due cette situation? S'agit-il d'un
problème informatique ou d'un manque de
personnel?
3. Combien de personnes sont-elles visées?
4.

Quelles mesures sont-elles prises pour

remédier à ce problème? Dans quel délai les
remboursements seront-ils effectués? Des
intérêts de retard seront-ils payés aux personnes
concernées?

CRIV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

06.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le

président, je vais essayer de donner des réponses
précises aux questions de M. Van Grootenbrulle.

Oui, il y a du retard, tant pour les enrôlements que
pour les remboursements concernant la taxe de
circulation. Ce retard est imputable à plusieurs
causes: la complexité des changements rapides
de la loi nécessite chaque fois une adaptation des
procédures; l'adaptation des applications
informatiques, suite à la problématique du
passage à l'an 2000 a retardé un certain nombre
d'éléments; il y a un manque structurel au sein de
l'effectif de l'équipe "taxe de circulation", surtout
lorsqu'on y ajoute des modifications aussi
importantes.

Aussi longtemps que les applications
informatiques concernant les enrôlements:
cotisations et remboursements ne sont pas
complètement opérationnelles, aucun chiffre
précis ne peut être donné en ce qui concerne
l'ampleur des retards et le nombre de personnes
concernées. Le retard total s'élève actuellement à
environ une année. Il est à noter que le délai
normal de remboursement est de quatre à cinq
mois: quatre mois en cas de radiation de la
plaque, cinq mois en cas d'effacement du
véhicule, c'est-à-dire que le véhicule est radié des
registres de la DIV mais que la plaque reste en
possession du titulaire.

L'équipe du développement en matière
informatique au complet, y compris l'équipe
"euro", s'occupe du programme informatique pour
le rendre opérationnel avant la fin de l'année. Tout
est mis en oeuvre afin que le retard puisse être
rattrapé aussi rapidement que possible. Une
estimation réaliste montre que trois mois de retard
peuvent être rattrapés en un mois de temps.

Pour ce qui concerne les intérêts, en application
de l'article 418 du Code des impôts sur les
revenus 1992, les sommes visées produisent en
principe un intérêt moratoire calculé par mois civil,
au taux de l'intérêt légal actuellement fixé à 7%
l'an. Cependant, l'article 419 du Code des impôts
sur les revenus 1992 prescrit qu'aucun intérêt
moratoire n'est alloué si ce montant n'atteint pas
200 francs par mois. Par conséquent, au taux
précité de 7% l'an, les intérêts moratoires ne
seront accordés par le Trésor que si la somme
réellement à rembourser atteint au mois 35.000
francs.

Pour le reste, monsieur le président, ceci
confirme, après d'autres problèmes concernant
les avertissements-extraits de rôle, ou bien, déjà

l'an dernier, les taxes de circulation, la nécessité
d'investir dans le volet informatique du
département. J'ai annoncé dans le débat
budgétaire que nous avions prévu une majoration
du budget informatique d'un peu plus de 28% par
an, qui se fera de manière constante pendant les
cinq prochaines années. Il est clair que nous
donnerons la priorité, dans tous ces projets
informatiques, à tout ce qui permettra de
respecter étroitement les délais. Je tiens à
nouveau à préciser que l'adaptation au passage à
l'an 2000 et l'adaptation à l'euro sont deux
procédures importantes. Mais les modifications
incessantes de certaines législations causent
aussi évidemment problème. Quand vous lancez
des programmes informatiques, il n'est pas aussi
évident que cela de les adapter aussi rapidement
à des modifications légales. Mais le problème est
déjà intervenu l'année dernière. Maintenant, les
investissements informatiques doivent donc être
orientés vers des solutions à ces difficultés et à
ces retards répétitifs.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

07 Mondelinge vraag van de heer Peter

Vanvelthoven aan de minister van Financiën
over "de aftrek van in het buitenland gemaakte
restaurantkosten" (nr. 2889)

07 Question orale de M. Peter Vanvelthoven au

ministre des Finances sur "la déduction de frais
de restaurant faits à l'étranger" (n° 2889)

07.01 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik heb
een vraag over de problematiek inzake de aftrek
van buitenlandse restaurantrekeningen.

U weet dat met betrekking tot de restaurantkosten
artikel 53 punt 8 van het Wetboek op de
Inkomstenbelastingen uitdrukkelijk bepaalt dat
50% niet als beroepskosten wordt beschouwd. Er
bestaat een administratieve afwijking of toegeving
dat restaurantkosten gemaakt tijdens zakenreizen
naar het buitenland, niet 50% maar 100%
aftrekbaar zijn, voor zover de belastingplichtige
kan aantonen dat ze een duidelijk belang
inhouden voor de zaken van de belastingplichtige.
De zakenreis moet niet noodzakelijk in verband
staan met de exportactiviteit.

U weet ongetwijfeld dat die administratieve
toegeving toch wel wat wrevel veroorzaakt bij
restauranthouders in de grensstreek. Zij ervaren
deze toegeving, terecht, als een soort
concurrentievervalsing. Ik weet dat collega
Desimpel die concurrentievervalsing al eens heeft

12/12/2000

CRIV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

aangeklaagd.

In principe is de aftrek maar mogelijk als er sprake
is van een zakenreis. Dat betekent dat men
minstens een dag naar het buitenland gaat, maar
de dagelijkse praktijk leert dat in de grensstreek
een aantal ondernemers 's middags niet in België
gaan eten, maar hun zakenrelaties meenemen om
twee tot drie kilometer verder, over de grens te
gaan dineren. Daar is blijkbaar geen of bijna geen
controle op. Als de belastingplichtige de uitstap als
een zakenreis inkleedt, kan men dat moeilijk
controleren. De administratie aanvaardt de
voorlegging van de buitenlandse rekening.
Daarmee is de aftrek van 100% verworven.

Ik zou twee vragen aan u willen stellen, mijnheer
de minister.

Ten eerste, gaat u ermee akkoord dat deze
administratieve toegeving er in de praktijk toe leidt
dat louter de restaurantrekening in het buitenland
als voldoende bewijs wordt beschouwd om
voldoende aftrek te verkrijgen?

Ten tweede, de administratieve commentaar in dit
verband gaat duidelijk in tegen een zeer duidelijke
wettekst. Nog niet zolang geleden werden andere
administratieve afwijkingen - onder andere inzake
autokosten in het buitenland, restaurantkosten in
sportcomplexen, enzovoort - afgeschaft en in
overeenstemming gebracht met de wettekst zelf.
U hebt al herhaaldelijk te kennen gegeven dat u
veel belang hecht aan de toepassing van het
legaliteitsbeginsel in fiscale zaken. Volgens de
grondwet mogen geen vrijstellingen of
verminderingen van belastingen worden
toegestaan dan bij wet. Mijnheer de minister, bent
u bereid om deze administratieve toegevingen, die
al een aantal jaren bestaan en tot oneerlijke
concurrentie in de grensstreek leiden, in te
trekken en, met andere woorden, ook zakendiners
in het buitenland te onderwerpen aan de
aftrekbeperking van 50%?

07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de

voorzitter, mijnheer Vanvelthoven, wat u eerste
vraag betreft, ingevolge verklaringen van de
toenmalige minister van Financiën tijdens de
parlementaire werkzaamheden met betrekking tot
de hervormingswet van 1988, zijn de tijdens
buitenlandse zakenreizen gemaakte
representatiekosten, restaurant- en receptiekosten
en kosten voor relatiegeschenken onder bepaalde
voorwaarden en in afwijking van artikel 53, punt 8
van het Wetboek op de Inkomstenbelastingen van
1992, volledig als beroepskosten aftrekbaar.

Dienaangaande bereiken mij steeds meer
klachten wegens de discriminatie die door deze
maatregelen zijn ontstaan en de oneerlijke
concurrentie, waarvan in het bijzonder de uitbaters
van restaurants uit de grensstreek het slachtoffer
zijn.

Bovendien is in de praktijk moeilijk te verifiëren of
de voorwaarde is vervuld en er sprake is van de
vooropgestelde omstandigheden om een afwijking
op de 50%-regel toe te staan.

Ik ben bereid een nieuwe regel uit te werken,
maar zal pas een eindbeslissing nemen wanneer
ik rond ben met de algemene problematiek van de
aftrekmogelijkheden, inzonderheid voor de
horecasector. Ik heb een verslag aan de Hoge
Raad voor Financiën gevraagd en reeds een paar
voorstellen inzake de aftrekmogelijkheden en de
BTW voor de horecasector gedaan.

07.03 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer de

minister, betekent dit dat u, ook wat deze
problematiek betreft, wacht op het algemeen
advies inzake de aftrekposten van de Hoge Raad?

07.04 Minister Didier Reynders: Inderdaad, de

Hoge Raad moet een verslag uitbrengen over alle
aftrekmogelijkheden in de personenbelastingen.
Het is perfect mogelijk daarop te wachten. Er zijn
weliswaar enkele verschilpunten, maar toch
verkies ik pas een eindbeslissing over de aftrek
van restaurant- en receptiekosten te nemen
wanneer er ook een algemeen kader is gecreëerd
na het verslag van de Hoge Raad veeleer dan
vandaag een beslissing te nemen in dit specifiek
dossier. Het gaat uiteindelijk maar om een uitstel
van twee tot drie maanden. Normaal ontvang ik
het verslag van de Hoge Raad eind dit jaar en een
concrete beslissing kan dan eind januari begin
februari vallen.

In ieder geval verkies ik een wijziging van het
gehele stelsel om een oplossing te geven aan het
door u geschetste probleem.

07.05 Aimé Desimpel (VLD): Mijnheer de

voorzitter, ik ben het niet eens met de suggestie
van de heer Vanvelthoven. De vraag van de
horeca is dat de kosten in ons land volledig
zouden mogen worden afgetrokken. Als dat niet
gebeurt, zal deze problematiek een nog grotere
omvang krijgen. Het is immers reeds de gewoonte
geworden dat de Belgische ondernemingen, die
een dochteronderneming in het buitenland
hebben, hun rekening daar indienen, zelfs als het
over consumpties in België gaat. Er is maar één
oplossing: de volledige aftrekbaarheid. Dat is ook

CRIV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de vraag van de horeca. Het wordt tijd dat de
horeca eindelijk iets krijgt.

07.06 Peter Vanvelthoven (SP): U weet toch

hoeveel dit de Belgische staat kost?

07.07 Aimé Desimpel (VLD): Dit zal de Belgische

staat heel wat opbrengen.

Le président: Il n'était pas prévu que l'on fasse un
débat sur la question. Je donne la parole à
M.

Jean-Pierre

Viseur et ensuite à M. Yves

Leterme mais je vous demanderai d'être bref car il
ne s'agit pas d'un débat.

07.08 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV):

Monsieur le président, je veux insister sur un
élément. Quel que soit le taux de déductibilité
appliqué, il faudrait que cela se fasse sur la base
d'une facture nominative et non pas sur la base de
simples coupons de restaurant anonymes comme
c'est le cas aujourd'hui. Dans le système actuel, il
arrive que certaines personnes collectent des
coupons de restaurant pour leurs copains
entrepreneurs qui les inscrivent dans leur
comptabilité. C'est une pratique très courante.
J'accepte une modification du taux appliqué, mais
j'estime qu'il faudrait utiliser des factures portant le
nom de l'entreprise, et non pas se contenter de
bons anonymes.

07.09 Didier Reynders, ministre: On pourrait

joindre la cassette vidéo du repas!

07.10 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV): Je

n'irais pas jusque là, mais cela limiterait déjà le
trafic des bons de restaurant.

07.11 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de

voorzitter, ik stel vast dat de SP in de meerderheid
één standpunt hanteert, de VLD hanteert een
ander standpunt en Ecolo zegt dat zij ruimte willen
laten voor een ruimere aftrekbaarheid, mits een
sluitende controle. Ecolo positioneert zich dus
dichter tegenover de VLD dan de SP.

De minister van de KMO heeft serieuze
toezeggingen gedaan omtrent het verlagen van de
BTW-voet van 21% naar 6% voor de horeca. Ik
veronderstel dat hij namens de regering sprak,
tenzij hij mij nu tegenspreekt. Deze elementen
kondigen een zeer boeiend debat aan.

Le président: Quand nous recevrons le rapport
du conseil supérieur des Finances, nous ne
manquerons pas de reprendre ce débat.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

De mondelinge vraag nr. 2892 van mevrouw
Magda De Meyer wordt naar een latere datum
verschoven.

08 Question orale de M. Jean-Marc Delizée au

ministre des Finances sur "l'évaluation des frais
professionnels par l'administration" (n° 2898)

08 Mondelinge vraag van de heer Jean-Marc

Delizée aan de minister van Financiën over "de
beoordeling door de administratie van de
beroepskosten" (nr. 2898)

08.01 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le

président, monsieur le ministre, il conviendrait
peut-être de préciser dans l'intitulé de la question
qu'il s'agit des frais professionnels des
enseignants. Je ne l'avais sans doute pas
correctement noté lors de l'introduction de ma
question.

Cette question fait d'ailleurs suite à une question
écrite que j'avais posée, le 2 mai dernier, à
laquelle vous m'aviez répondu qu'a priori, les frais
supportés par les enseignants pour se former, se
perfectionner, préparer leurs cours, etc. peuvent,
en principe, être considérés comme déductibles,
s'agissant bien entendu de frais liés à une activité
enseignante et non à une activité indépendante.

Les articles 49 et 50 du code des impôts sur les
revenus de 1992 précisent que, faute d'accord
antre le contribuable et l'administration,
l'administration évalue de manière raisonnable les
frais professionnels dont le montant n'est pas
justifié. Pour éviter que des facteurs arbitraires
viennent discriminer les uns et les autres lors de
l'examen de leur dossier, je voulais savoir si vous
pouviez donner tout au moins une limite inférieure
et si possible une limite supérieure, pour les frais
professionnels propres aux enseignants.

1. La télévision et l'utilisation de vidéocassettes
peuvent être considérées comme un outil
pédagogique. Quelle partie entre-t-elle en ligne de
compte au niveau de la déductibilité?

2. Les journaux étant une source d'information,
quelle partie professionnelle un enseignant peut-il
raisonnablement appliquer?
Vous me répondez effectivement que tout ce qui a
trait à une approche psychologique et permettant
à l'enseignant de se préparer, de se documenter
et d'illustrer des cours, sont des éléments pouvant
enter en ligne de compte.

3. L'utilisation de nouvelles technologies et de

12/12/2000

CRIV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'Internet est indiscutablement un outil
pédagogique. Quelle partie professionnelle pour
un enseignant est-il raisonnable d'appliquer?

4. Le sommet européen de Lisbonne a souligné
que l'éducation, la formation générale au niveau
de l'éthique, de la philosophie, des dimensions
culturelles, institutionnelles ou socioculturelles,
ainsi que la connaissance de plusieurs langues,
l'apprentissage tout au long de la vie, sont des
facteurs déterminants pour la compétitivité et la
qualité de l'enseignement. Confirmez-vous ce
point de vue et, dès lors, considérez-vous que
tous les frais de formation liés à ces objectifs
permettent d'exercer la fonction d'enseignant avec
davantage de compétences et, par conséquent,
sont déductibles?

5. En ce qui concerne les forfaits annuels, qu'en
est-il de l'entretien du bureau, des frais de
déplacement pour se documenter en bibliothèque,
étant donné que vous me signalez la possibilité de
prendre en compte certains frais de déplacement
ainsi que des frais de téléphone liés, notamment,
à l'utilisation d'Internet.

08.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le

président, chers collègues, en ce qui concerne la
question précise relative à l'article 50, § 1

code des impôts sur les revenus de 1992, les frais
professionnels dont le montant n'est pas justifié
peuvent être déterminés forfaitairement en accord
avec l'administration. En l'occurrence, le
contribuable doit emporter la conviction
raisonnable du fonctionnaire taxateur quant à la
réalité des frais professionnels dont il ne peut
justifier le montant par des documents probants
ou par d'autres moyens de preuve. Cette
disposition légale prévoit, toutefois, de manière
formelle qu'à défaut d'un tel accord,
l'administration est tenue d'évaluer ces frais de
manière raisonnable.

Gageons que M. Desimpel pourrait vous donner
un certain nombre d'exemples concernant
l'évaluation raisonnable des frais de restaurant liés
à l'activité professionnelle dans de nombreux
domaines. J'ignore si, pour les enseignants, vous
estimez qu'un certain nombre de repas pourraient
entrer dans une logique de formation. Il pourrait
s'agir de repas pris avec quelqu'un apportant des
éléments encourageant l'enseignant à entrer dans
la logique du sommet de Lisbonne. De telles
démarches pourraient intervenir!

Cette obligation de l'administration n'ôte
cependant pas la charge de la preuve au
contribuable pas plus qu'elle ne lui permet de ne

fournir aucune pièce justificative pour la totalité de
ses frais professionnels, sans établir que la
preuve ne peut être apportée ou à tout le moins
ne peut l'être que difficilement. Ainsi, par exemple,
pour les frais de déplacement, on ne peut se
baser sur une évaluation raisonnable, étant donné
que ces frais peuvent être aisément prouvés au
moyen d'éléments contrôlables.

Des accords individuels peuvent porter soit sur un
montant de frais, soit sur un pourcentage de frais
ou encore sur la quotité professionnelle, lorsqu'il
s'agit de frais mixtes.

Les frais que vous citez dans votre question
constituent généralement, en tout ou en partie,
des frais mixtes pour lesquels un accord individuel
entre le contribuable et le fonctionnaire taxateur
est susceptible d'intervenir. Toutefois, la
profession d'enseignant étant tellement diversifiée,
il ne paraît pas raisonnable de prévoir pour de tels
frais des forfaits qui s'imposeraient à l'ensemble
des enseignants.

Ce que je peux vous dire aujourd'hui, c'est qu'il y a
deux tendances au sein du gouvernement, ayant
la même finalité, et consistant notamment en une
augmentation des frais forfaitaires pour les
premières tranches de calcul. Cette mesure fera
partie de la réforme fiscale et permettra de
prendre en compte un peu plus d'éléments que ce
qui figure aujourd'hui parmi les frais forfaitaires.
Quant aux frais réels, je n'exclus pas d'abonder
dans le sens de votre demande, c'est-à-dire de
tenter progressivement, par voie de circulaires ou
de notes d'orientation, de préciser un certain
nombre de règles en la matière.

Cela dit, il faut bien se rendre compte que l'agent
taxateur doit traiter des dossiers individuels. Au vu
de la diversité du secteur de l'enseignement, je ne
puis donc pas donner des orientations pour
chacun des postes que vous évoquez. Mais je
crois qu'il serait effectivement intéressant, dans
les prochains mois et les prochaines années,
d'affiner les règles en matière d'interprétation des
mécanismes légaux. Et ce d'autant plus que le
contentieux évolue. Celui-ci se transforme en
contentieux administratif au sein de
l'administration, et judiciaire devant les cours et
tribunaux. Il n'est donc pas exclu que dans
l'évolution de ce contentieux, on puisse aussi un
peu mieux définir les conditions d'application d'un
certain nombre de règles.

Toutefois, en fonction des textes existants, il
appartient au contribuable de faire la preuve de ce
qu'il avance. Tout comme il appartient à l'agent

CRIV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

taxateur de tenir compte des situations
individuelles.

Je n'irai pas au-delà dans mes réponses en ce qui
concerne les différents frais que vous évoquez
pour le secteur concerné.

08.03 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le

président, je remercie le ministre pour ses
réponses.

Sur le fond, le ministre confirme la réponse qu'il
m'a adressée à la suite de ma question écrite, à
savoir qu'en principe, certains de ces frais sont
effectivement déductibles. Certains frais peuvent
être prouvés: l'abonnement d'un professeur à une
revue spécialisée dans sa branche, par exemple.
Par contre, il est d'autres frais qu'il faut considérer
d'une manière plus forfaitaire.

Je suis satisfait de votre réponse dans la mesure
où vous annoncez que les choses doivent se faire
progressivement. Pour éviter l'arbitraire ou que
des fonctionnaires réagissent différemment à des
situations similaires, il serait effectivement
intéressant de préciser les choses dans une
circulaire, ainsi que vous l'avez indiqué.

J'apprécierais énormément que vous puissiez
confirmer votre intention de le faire dans les
prochains mois et les prochaines années. Car il
s'agit évidemment d'une problématique qui
intéresse l'ensemble du monde enseignant.

08.04 Didier Reynders, ministre:

Monsieur Delizée, vous comprendrez aisément
que je réponde la même chose aux questions
orales et aux questions écrites. Car dans le cas
contraire, cela mettrait à jour une contradiction,
non seulement interne au gouvernement, mais
dans les propos d'un seul et même ministre, que
M. Leterme ne manquerait pas de me reprocher
rapidement dans une interpellation.

Je confirme la tendance qui suit l'évolution du
contentieux. On va probablement essayer de
créer une sorte de jurisprudence administrative au
sein du département. C'est d'ailleurs normalement
le but du commentaire administratif. A ce niveau-
là également, il y a peut-être des progrès à
réaliser dans un certain nombre de domaines.

Par ailleurs, je voudrais préciser que je suis ouvert
à toutes propositions en matière d'encouragement
fiscal pour aller dans la voie des conclusions du
sommet de Lisbonne. Le ministre des
Télécommunications a d'ailleurs évoqué un
certain nombre de propositions concernant

notamment la mise à disposition de matériel
informatique ou d'éléments liés à ce matériel.

J'attends donc des propositions en la matière tant
de la part des membres du gouvernement que du
Parlement. Il faudra évidemment chaque fois tenir
compte de l'impact budgétaire de ces
propositions.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 12.15 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.15 heures.

CRABV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Mondelinge vraag van mevrouw Alexandra Colen
aan de minister van Financiën over "de manier
waarop de euro zal worden ingevoerd" (nr. 2819)

Question orale de Mme Alexandra Colen au
ministre des Finances sur "la manière dont le
passage à l'euro sera organisé" (n° 2819)

Sprekers:

Alexandra Colen, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs: Alexandra Colen, Didier Reynders,
ministre des Finances

Mondelinge vraag van de heer Dirk Van der
Maelen aan de minister van Financiën over "de
Tobintaks en het verslag van de Hoge Raad der
financiën" (nr. 2827)

Question orale de M. Dirk Van der Maelen au
ministre des Finances sur "la problématique de la
taxe "Tobin" et le rapport du Conseil supérieur
des finances" (n° 2827)

Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de SP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën

Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe SP , Didier Reynders, ministre des
Finances

Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Financiën over "de activiteit
van de belastingsinspecteurs" (nr. 2831)

Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
des Finances sur "l'activité des inspecteurs des
impôts" (n° 2831)

Sprekers: Jo Vandeurzen, Didier Reynders,
minister van Financiën

Orateurs: Jo Vandeurzen, Didier Reynders,
ministre des Finances

Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre Viseur
aan de minister van Financiën over "de
terugbetaling van de accijnscompenserende
belasting op dieselwagens" (nr. 2838)

Question orale de M. Jean-Pierre Viseur au
ministre des Finances sur "le remboursement de
la taxe compensatoire pour les véhicules diesel"
(n° 2838)

Sprekers:

Jean-Pierre Viseur, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs:

Jean-Pierre Viseur, Didier

Reynders, ministre des Finances

Mondelinge vraag van de heer Georges Lenssen
aan de minister van Financiën over "het standpunt
van de Commissie voor het bank- en
financiewezen aangaande de bedrijfsrevisoren"
(nr. 2837)

Question orale de M. Georges Lenssen au
ministre des Finances sur "le point de vue de la
Commission bancaire et financière concernant les
réviseurs d'entreprises" (n° 2837)

Sprekers:

Georges Lenssen, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs:

Georges Lenssen, Didier

Reynders, ministre des Finances

Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre des Finances sur "les problèmes
rencontrés par certains contribuables pour obtenir
le remboursement de la taxe de circulation"
(n° 2864)

Sprekers: Bruno Van Grootenbrulle, Didier
Reynders, minister van Financiën

Orateurs: Bruno Van Grootenbrulle, Didier
Reynders, ministre des Finances

Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanvelthoven aan de minister van Financiën over
"de aftrek van in het buitenland gemaakte
restaurantkosten" (nr. 2889)

Question orale de M. Peter Vanvelthoven au
ministre des Finances sur "la déduction de frais
de restaurant faits à l'étranger" (n° 2889)

Sprekers:

Peter Vanvelthoven, Didier

Reynders, minister van Financiën , Aimé
Desimpel, Jean-Pierre Viseur, Yves
Leterme

Orateurs:

Peter Vanvelthoven, Didier

Reynders, ministre des Finances , Aimé
Desimpel, Jean-Pierre Viseur, Yves
Leterme

Mondelinge vraag van de heer Jean-Marc Delizée
aan de minister van Financiën over "de
beoordeling door de administratie van de
beroepskosten" (nr. 2898)

Question orale de M. Jean-Marc Delizée au
ministre des Finances sur "l'évaluation des frais
professionnels par l'administration" (n° 2898)

Sprekers:

Jean-Marc Delizée, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs:

Jean-Marc Delizée, Didier

Reynders, ministre des Finances

CRABV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN

EN DE BEGROTING

COMMISSION DES FINANCES ET

DU BUDGET

van

DINSDAG

DECEMBER

2000

10:55 uur

______

MARDI

DÉCEMBRE

2000

10:55 heures

______

De vergadering wordt geopend om 10.55 uur door
de heer Olivier Maingain, voorzitter.

De voorzitter : De heer Mayeur zal zijn vraag nr.
2814 omzetten in een schriftelijke vraag.

La réunion publique est ouverte à 10.55 heures par
M. Olivier Maingain, président.

Le président : M. Mayeur transformera sa question
n° 2814 en question écrite.

01 Mondelinge vraag van mevrouw Alexandra

Colen aan de minister van Financiën over "de
manier waarop de euro zal worden ingevoerd"
(nr. 2819)

01 Question orale de Mme Alexandra Colen au

ministre des Finances sur "la manière dont le
passage à l'euro sera organisé" (n° 2819)

01.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Op 21

november kondigde de minister aan dat hij pas na
29 november details kon geven over de introductie
van de euro. Wat werd er beslist op de plenaire
vergadering van het Commissariaat-generaal van
de euro op 29 november? Wat betekent dat voor
ons land?

Ik vernam via de radio dat telefoon- en
elektriciteitsrekeningen per 1 juli 2001 in euro
moeten gebeuren. Wat als iemand toch in
Belgische frank betaalt? Is er een juridische grond
om dat te verbieden, aangezien de frank op dat
moment nog een gangbare munt is?

01.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Le 21

novembre dernier, le ministre avait déclaré qu'il ne
serait en mesure de fournir de plus amples détails
sur le passage à l'euro qu'après le 29 novembre.
Qu'a-t-on décidé lors de la séance plénière du
Commissariat général à l'euro de ce 29 novembre ?
Quelles sont les implications pour notre pays ?

J'ai appris par la radio que les factures de
téléphone et d'électricité devront être libellées en
euro à partir du 1

juillet 2001. Que se passera-t-il

si quelqu'un s'obstine à payer en francs belges ?
Existe-t-il un fondement juridique permettant
d'interdire les paiements en francs belges, dans la
mesure où cette monnaie aura toujours cours?

01.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Het

voorlopig algemeen scenario voor de
overschakeling naar de girale euro werd recent
verduidelijkt door het Commissariaat-generaal voor
de euro. Het algemeen scenario, dat door de pers
werd verspreid, werd goedgekeurd door de
Ministerraad van 10 november 2000. Het werd
opgesteld door de groep Fin-euro en publiceert een
aantal aanbevelingen en pro-actieve maatregelen
om het gebruik van de euro te stimuleren in de
banksector, de sector van de grote factureerders,
de overheidsadministraties, de lokale besturen, de
sociale sector en de ondernemingen. Zo zal de

01.02 Didier Reynders , ministre: (en

néerlandais): Le Commissariat général à l'euro a
récemment clarifié le scénario provisoire global de
passage à l'euro fiduciaire. Ce scénario global, qui
a été diffusé par la presse, a été approuvé par le
Conseil des ministres du 10 novembre 2000. Il a été
conçu par le groupe Fin-euro et comporte une série
de recommandations et de mesures proactives
visant à promouvoir l'utilisation de la monnaie
unique dans le secteur bancaire, le secteur des
grands facturateurs, les administrations publiques,
les pouvoirs locaux, le secteur social et les
entreprises. Ainsi, les citoyens seront davantage

12/12/2000

CRABV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

burger meer vertrouwd geraken met de euro en zal
een opeenhoping van problemen op het eind van
2001, bij het verdwijnen van de nationale
muntwaarden, worden vermeden.

In de banksector moet vanaf begin 2001 het
cliënteel gesensibiliseerd worden voor het gebruik
van de euro door middel van informatie en het
geleidelijk opdrijven van het aanbod van producten
in euro. Vanaf 1 juli 2001 moet het geheel van
bancaire producten geleidelijk worden
omgeschakeld. Vanaf 1 juli 2001 moeten de grote
factureerders volledig in euro werken. Men wil de
mensen zo aanmoedigen om de euro meer te
gebruiken, zonder dat zulks enig nadeel met zich
meebrengt.

De aanbevelingen hebben geen wettelijke basis,
zodat niemand sancties hoeft te vrezen. Tot 31
december 2001 blijft de frank gangbaar en dus
bruikbaar op giro's.

Een hoorzitting met de commissaris-generaal voor
de euro begin 2001 kan misschien een en ander
verduidelijken. De "euro-agenda" kan er worden
meegedeeld.

familiarisés avec l'euro et l'on évitera une
concentration des difficultés à la fin de 2001,
lorsque les devises nationales cesseront d'exister.

Dans le secteur bancaire, il conviendra dès le début
de 2001 de sensibiliser la clientèle à l'usage de
l'euro par le biais d'une information adéquate et
d'une augmentation graduelle de l'offre des produits
libellés en euro. A compter du 1

juillet 2001 :

basculement progressif à l'euro de l'ensemble des
produits bancaires. A partir de la même date :
facturation totale des grands facturateurs en euro.
De cette manière, on entend encourager les gens à
utiliser davantage l'euro sans que cela leur cause le
moindre inconvénient.

Ces recommandations n'ont pas de force légale de
sorte que personne n'a à redouter de sanctions.
Jusqu'au 31 décembre 2001, les paiements en
francs resteront toujours possibles et donc
utilisables pour les virements.

Une audition aec le commissaire général à l'euro
organisée au début de 2001 servirait peut-être à
clarifier tous ces aspects. L'agenda "euro" pourra
être communiqué.

01.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): De

minister heeft me voorlopig gerustgesteld.
Hoorzittingen zijn zeker toe te juichen.

01.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Le

ministre m'a rassurée, du moins pour l'instant.
J'applaudis à votre suggestion d'organiser des
auditions.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

02 Mondelinge vraag van de heer Dirk Van der

Maelen aan de minister van Financiën over "de
Tobintaks en het verslag van de Hoge Raad der
financiën" (nr. 2827)

02 Question orale de M. Dirk Van der Maelen au

ministre des Finances sur "la problématique de la
taxe "Tobin" et le rapport du Conseil supérieur
des finances" (n° 2827)

02.01 Dirk Van der Maelen (SP): In de Kamer

werden resoluties goedgekeurd die de Belgische
regering vragen de problematiek rond de heffing op
speculatief kapitaal, de zogenaamde Tobintaks, op
de agenda van de Europese Unie te plaatsen
tijdens het Belgische voorzitterschap. In de Senaat
werd een gelijkaardige resolutie goedgekeurd.

De minister bestelde bij de Hoge Raad van
financiën een rapport dat de wenselijkheid van een
Belgisch initiatief ter zake onderzoekt. De Hoge
Raad zou zijn werkzaamheden rond de Tobintaks
pas in januari 2001 van start laten gaan.

Heeft de minister de Tobintaks op de agenda
geplaatst of zal hij toch wachten op het rapport van
de Hoge Raad van financiën? Zal de minister bij de

02.01 Dirk Van der Maelen (SP): La Chambre a

approuvé des résolutions demandant au
gouvernement belge d'inscrire la taxe "Tobin", à
prélever sur les capitaux spéculatifs, à l'ordre du
jour de l'Union européenne lors de la présidence
belge. Le Sénat a approuvé une résolution similaire.

Le ministre a demandé au Conseil supérieur des
Finances de faire rapport sur l'opportunité pour la
Belgique de prendre une telle initiative. Cependant,
le Conseil supérieur n'examinera pas la question de
la taxe "Tobin" avant janvier 2001.

Le ministre a-t-il fait porter la taxe "Tobin" à l'ordre
du jour européen ou attend-il pour cela le rapport du
Conseil supérieur des Finances? Le ministre

CRABV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Hoge Raad aandringen op een snelle afhandeling
van de werkzaamheden?

insistera-t-il auprès du Conseil supérieur pour que
les travaux en la matière soient menés rapidement?

02.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): We

kunnen in de tweede helft van 2001 een informele
vergadering hebben binnen de eurogroep. Het is
niet makkelijk om de Britten op fiscaal vlak op de
Europese lijn te krijgen. De Hoge Raad van
financiën is belast met het onderzoek over de
invoering van de Tobintaks, zo heb ik op 10 juli al
gezegd. De Senaat heeft zijn werkzaamheden over
deze problematiek beëindigd, zodat de Hoge Raad
van start kan gaan. Het moet mogelijk zijn om op
basis van het verslag van deze raad een bespreking
binnen de regering en het Parlement te hebben nog
vóór het Belgische voorzitterschap van start gaat.

02.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):

L' "eurogroupe" pourra y consacrer une réunion
informelle au cours de la seconde moitié de 2001. Il
n'est pas évident d'aligner les Britanniques sur la
position fiscale européenne. Comme je l'avais déjà
indiqué le 10 juillet, le Conseil supérieur des
Finances est chargé de l'étude relative à
l'introduction de la taxe "Tobin". Le Sénat a terminé
ses travaux à ce sujet, de sorte que le Conseil
supérieur peut se mettre au travail. S'appuyant sur
le rapport, le gouvernement et le Parlement
devraient encore pouvoir consacrer une discussion
à cette matière avant le début de la présidence
belge.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

03 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen

aan de minister van Financiën over "de activiteit
van de belastingsinspecteurs" (nr. 2831)

03 Question orale de M. Jo Vandeurzen au

ministre des Finances sur "l'activité des
inspecteurs des impôts" (n° 2831)

03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Naar verluidt zijn de

belastinginspecteurs in Limburg veel actiever dan in
de andere provincies. Wordt dat door de cijfers
bevestigd? Is er dan nog wel sprake van behoorlijk
bestuur? Wordt men zo niet gestimuleerd om zijn
woonplaats of de zetel van zijn vennootschap om
fiscale redenen te verplaatsen?

03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Selon nos

informations, les inspecteurs des contributions se
montreraient beaucoup plus zélés dans le Limbourg
que dans les autres provinces. Les chiffres
confirment-ils cette thèse? Dans l'affirmative, est-il
encore permis de parler de bonne administration?
Une telle attitude n'incite-t-elle pas les contribuables
à se domicilier ou, dans le cas des sociétés, à
établir leur siège dans une autre province?

03.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Ik

ontvang uiteenlopende informatie van
belastingambtenaren en belastingplichtigen in
verband met de ondernemings- en
inkomensfiscaliteit. De OIF-administratie houdt
geen statistieken bij die uw stelling kunnen
bevestigen. Het algemeen jaarlijks verslag van mijn
administratie bevat wel nuttige gegevens.
Aangezien de parlementsleden dit rapport
ontvangen, kunnen zij de hoge ambtenaren van
Financiën daarover ondervragen.

De AOIF legt de nadruk op enerzijds de algemene
afname van het aantal controles, anderzijds op
een toename van het aantal grondige controles.
Men streeft naar een verbetering van de grondige
controles en een versterking van de controles in de
geselecteerde ondernemingen.

De administratie wil de controle op dezelfde manier
doorvoeren op het hele grondgebied. Ik pleit ter
zake voor een algemene reglementering. Misschien
moeten wij een nieuwe organisatie van de

03.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):

Selon qu'elles proviennent des fonctionnaires des
contributions ou des contribuables, les informations
que je reçois à propos de la fiscalité des entreprises
et des revenus sont contradictoires. L'AFER ne
dispose d'aucune statistique confirmant la tendance
que vous décrivez. Le rapport annuel général de
mon administration comporte, en revanche, des
informations utiles en cette matière mais, ce rapport
étant envoyé à l'ensemble des parlementaires,
ceux-ci ont la faculté d'interroger les hauts
fonctionnaires des Finances à ce sujet.

L'AFER insiste sur la réduction du nombre des
contrôles, les contrôles approfondis étant
cependant plus nombreux. D'une manière générale,
mon administration oeuvre en faveur d'une
amélioration des contrôles approfondis et d'un
renforcement des contrôles dans les entreprises
sélectionnées.
L'administration veut rendre les contrôles uniformes
dans l'ensemble du pays. En la matière, je suis
partisan de l'élaboration d'une réglementation
générale. Peut-être faudrait-il envisager une

12/12/2000

CRABV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

administratie van Financiën overwegen in het kader
van de Copernicus-hervorming.

réorganisation de l'administration des Finances
dans le cadre de la réforme Copernic.

03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Volgens de minister

beschikt de administratie dus niet over een
evaluatie van de provinciale opvolging van de
richtlijnen.

03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Selon le ministre,

l'administration ne dispose donc d'aucune
évaluation concernant le respect des directives au
niveau provincial.

03.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): Dat

heeft mijn administratie me meegedeeld. Dat sluit
niet uit dat een individueel ambtenaar zulke
statistieken kan opstellen.

03.04 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):

C'est en effet ce dont m'a informé mon
administration. Cela n'exclut cependant pas que,
sur le plan individuel, un fonctionnaire puisse établir
ce type de statistiques.

03.05 Jo Vandeurzen (CVP): Het zou me zeer

benieuwen om die resultaten te zien. Het is toch
belangrijk om te weten hoe de nationale prioriteiten
per provincie worden ingevuld.

03.05 Jo Vandeurzen (CVP): J'aimerais en

connaître les résultats. Il est tout de même
important de savoir dans quelle mesure les priorités
nationales sont respectées au niveau provincial.

03.06 Minister Didier Reynders (Nederlands): Ik

ben bereid om een nieuwe vergadering met de
hoge ambtenaren te beleggen.

03.06 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):

Je suis disposé à organiser une nouvelle réunion
avec les hauts fonctionnaires.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

04 Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre

Viseur aan de minister van Financiën over "de
terugbetaling van de accijnscompenserende
belasting op dieselwagens" (nr. 2838)

04 Question orale de M. Jean-Pierre Viseur au

ministre des Finances sur "le remboursement de
la taxe compensatoire pour les véhicules diesel"
(n° 2838)

04.01 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV): In

een tijdsspanne van enkele dagen hebben
tienduizenden eigenaars van dieselvoertuigen een
bezwaarschrift ingediend met het oog op de
terugbetaling van de compenserende
verkeersbelasting. Allerlei geruchten doen de ronde
en worden dan weer tegengesproken, wat voor heel
wat verwarring zorgt.

Wie heeft bezwaarschriften ingediend en bij welke
instantie? Wat is de precieze inhoud van die
bezwaarschriften? Wanneer wordt de beslissing
genomen? Kan tegen die beslissing beroep worden
aangetekend en binnen welke termijn mag een
uitspraak worden verwacht?

Wanneer moeten de bezwaarschriften uiterlijk zijn
ingediend? Op welke jaren mag het verzoek tot
terugbetaling betrekking hebben? Hoeveel
bezwaarschriften werden al ingediend?

Zal de fiscale administratie een zo groot aantal
dossiers wel kunnen verwerken? Op hoeveel
kunnen de directe en indirecte kosten voor de
Schatkist worden geraamd?

Betekent de veroordeling van de compenserende
belasting niet het einde van elke poging tot het

04.01 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV): Des

dizaines de milliers de réclamations émanant de
conducteurs de véhicules diesel ont été introduites
en quelques jours, visant un remboursement de la
taxe compensatoire de circulation. Il y a des
rumeurs, informations et contre-informations qui
sèment la confusion.

Qui a introduit un recours et auprès de qui ? Quelle
en est la teneur exacte ? Quand la décision doit-elle
intervenir ? Y a-t-il des possibilités de recours en
appel et dans quel délai une décision devrait-elle
intervenir ?

Quand la réclamation doit-elle être introduite au
plus tard ? Sur quelles années la demande de
remboursement peut-elle porter ? Connaît-on le
nombre de réclamations introduites à ce jour ?

L'administration fiscale pourra-t-elle faire face au
traitement d'un tel nombre de dossiers ? À combien
peut-on estimer les coûts directs et indirects pour le
Trésor ?

La condamnation de la taxe compensatoire ne met-
elle pas fin à toute velléité de fiscalité incitative,

CRABV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

invoeren van een sturende fiscaliteit, aangezien
men die altijd zal kunnen aanvechten, zich daarbij
beroepend op een ongelijke behandeling?

dans la mesure où il serait toujours possible
d'invoquer un traitement discriminatoire ?

04.02 Minister Didier Reynders (Frans) : In België

worden de bij wet vastgestelde belastingen, taksen
of heffingen geheven. Deze belasting is vastgesteld,
en moet dus betaald worden, al kunnen er achteraf
wel bezwaarschriften worden ingediend.

De vraag of er al dan niet sprake is van
discriminatie, kan op verscheidene vlakken gesteld
worden. Er is bijvoorbeeld het progressieve karakter
van de belasting, en men kan zich afvragen of dat
geen discriminatie in de hand werkt. Ik zie de heer
van Weddingen bedenkelijk kijken. Een gefundeerd
verschil is geen discriminatie.

De federale Staat is niet veroordeeld. Het hof van
beroep van Gent heeft enkel een prejudiciële vraag
gesteld voor het Arbitragehof. De zaak zou niet vóór
15 april 2001 op de rol geplaatst worden. Tegen
een arrest van het Arbitragehof kan niet in hoger
beroep worden gegaan.

Bezwaar kan worden aangetekend binnen een
termijn van vier maanden vanaf de laatste dag van
de periode waarvoor de belasting verschuldigd is;
die termijn mag ook niet korter zijn dan zes
maanden vanaf de ontvangst van het aanslagbiljet.
Dertig november 2000 is op zich dus geen deadline.

In geval van onrechtmatig betaalde of vastgestelde
belasting is er een procedure voor ambtshalve
ontheffing, die kan worden ingesteld binnen drie
jaar vanaf de eerste dag van het aanslagjaar.

Tot nu toe werden er 155.000 verzoeken ingediend.
Er worden maatregelen overwogen.

Wat dit alles de Schatkist gaat kosten, is
momenteel moeilijk in te schatten. De
compenserende belasting brengt 8 miljard per jaar
op. Alles hangt af van de beslissing van het
Arbitragehof.

04.02 Didier Reynders , ministre (en français):

Les impôts, taxes ou redevances prévus par la loi
sont d'application en Belgique. Cette taxe est
prévue

: elle doit être payée, même si des

réclamations peuvent être introduites.

Quant à la discrimination, la question peut être
posée à divers sujets. Par exemple, on peut
évoquer la progressivité de l'impôt, et se demander
si elle a un caractère discriminatoire. Je vois M. van
Weddingen prendre un air dubitatif. Une différence
fondée n'est pas discriminatoire.

L'État fédéral n'a pas été condamné. Seule une
question préjudicielle a été posée par la cour
d'appel de Gand devant la Cour d'arbitrage. La
mise au rôle de l'affaire ne devrait pas intervenir
avant le 15 avril 2001. L'arrêt de la Cour d'arbitrage
n'est susceptible d'aucun recours.

Le délai de réclamation est de quatre mois à partir
du dernier jour de la période pour laquelle la taxe
est due, sans pouvoir être inférieur à six mois à
partir de l'avertissement-extrait de rôle. Le 30
novembre 2000 n'est donc pas, en soi, une date
ultime.

Il existe également une procédure de dégrèvement
d'office, en cas de taxe payée ou établie indûment,
dans les trois ans à compter du premier jour de
l'exercice d'imposition.

À ce jour, 155.000 demandes ont été introduites.
Des mesures devront être envisagées.

Il est difficile de prévoir à ce jour les coûts pour le
Trésor. La taxe compensatoire rapporte 8 milliards
par an. Tout dépendra de la décision de la Cour
d'arbitrage.

De notie van een andere belasting dan die welke
ingevoerd wordt bij de richtlijn 92/82/EEG, werd
door de Europese instellingen aanvaard in het
kader van de besprekingen over de toekomstige
richtlijn betreffende de energiebelasting. Dit is geen
discriminatie, maar gewoon een andere manier om
de twee typen van voertuigen te onderwerpen aan
de accijns.

Mijn eerste reactie is dat ik erop wil hameren dat de
bestaande belastingen geheven worden. Eén
individueel bezwaarschrift doet hieraan geen

Le concept d'une taxation différente de celle prévue
par la directive 92/82/CEE a été accepté par les
instances européennes dans le cadre des
discussions au sujet de la future directive sur la
taxation des énergies. Il ne s'agit pas d'un
traitement discriminatoire mais d'une façon
différente de soumettre à l'accise les deux types de
véhicules.

Ma première réaction est d'insister sur le fait que
les impôts existants sont d'application. Une
réclamation individuelle n'y change rien. Aucune

12/12/2000

CRABV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

afbreuk. Er is dienaangaande geen beslissing
gevallen. Wat de gevolgen van een eventuele
beslissing in dit dossier, zoals in vele andere,
betreft, verwijs ik naar een andere beslissing van
het Arbitragehof van december 1998, waaraan
verder geen gevolg gegeven werd. Het ging meer
bepaald over de rente in geval van beroepsziekte of
arbeidsongeval. Ik heb voorgesteld hier algemene
consequenties te trekken en het probleem van de
bezwaarschriften te regelen door middel van
ontheffingen via de rol. Een dergelijke beslissing
hangt echter af van een prejudiciële beschikking
van een rechtscollege.

décision n'est intervenue en la matière.
Quant aux conséquences d'une éventuelle décision
dans ce dossier comme dans bien d'autres, je vous
renvoie à une autre décision prise en décembre
1998 par la Cour d'arbitrage est restée sans suite. Il
s'agissait de la question des rentes en cas de
maladie professionnelle ou d'accident du travail. J'ai
proposé qu'on en tire des conséquences générales
et qu'on procède à des dégrèvements par voie de
rôle pour régler le problème des réclamations.
Toutefois, une telle solution dépend de la décision
préjudicielle d'une instance judiciaire.

Die oplossing zal ook politiek moeten worden
geëvalueerd. De beslissing werd genomen in een
periode van forse stijging van de belastingdruk. De
toenmalige beslissingen werden genomen op grond
van het benzineverbruik. Teneinde de sector van
het wegvervoer te ontzien werd geen rekening
gehouden met het dieselverbruik. Voor diesel werd
een andere regeling uitgewerkt die niet stoelt op het
verbruik, zoals dat wel het geval is voor benzine.

Men zal moeten nagaan wat de discriminatie
precies behelst : mocht men die accijnzen enkel
voor benzine aanrekenen, dan zou er eveneens
sprake zijn van een ongelijke behandeling.

Ik wacht af of de minister van Vervoer voorstander
is van een taks voor de sector van het wegvervoer,
wat in tegenspraak lijkt met recente berichten.

Particulieren hoeven intussen echter niet op een
ambtshalve afschaffing van de belasting te rekenen.

Wat de controles betreft en de manier waarop de
administratie in het kader van de taxatie optreedt,
heb ik kennis genomen van de ruchtbaarheid die de
administratie geeft aan de mogelijkheden voor de
belastingplichtigen tot het indienen van
bezwaarschriften en de mentaliteitswijziging bij de
ambtenaren. Het zou overdreven zijn mocht de
administratie een standaardformulier voor het
indienen van een bezwaarschrift verspreiden.
Controles bij ondernemingen en particulieren zijn
bedoeld om te voorkomen dat zij te veel belastingen
betalen, maar wanneer men tot situaties komt
waarbij hen wordt uitgelegd hoe zij zo weinig
mogelijk kunnen betalen, dan gaat dat boven mijn
petje, temeer daar de ambtenaren nu al klagen dat
zij te veel bezwaarschriften moeten verwerken!

Il faudra aussi évaluer cette solution politiquement.
La décision a été prise dans une période de forte
augmentation de la fiscalité. On avait pris des
décisions basées sur la consommation concernant
l'essence mais pas le diesel, pour ne pas
défavoriser le secteur routier, d'où l'application au
diesel d'un autre mécanisme, non basé sur la
consommation comme pour l'essence.

Il faudra voir en quels termes se pose la
discrimination : si on n'appliquait d'accises que pour
l'essence, il y aurait également discrimination.

J'attends de savoir si ma collègue des Transports
souhaite que l'on taxe le secteur routier, ce que
semble démentir une actualité encore récente.

Ceci dit, les particuliers, en attendant, ne peuvent
compter sur la suppression d'office de la taxe.

Quant aux contrôles et à la manière dont
l'administration intervient dans la taxation, j'ai pris
connaissance de la publicité que donne
l'administration aux possibilités de réclamation
offertes aux contribuables et du changement de
mentalité des fonctionnaires. Il serait exagéré que
l'administration diffuse auprès des contribuables un
formulaire-type de réclamation dûment rempli. Des
contrôles dans les entreprises comme auprès des
particuliers sont faits pour éviter qu'ils ne payent
trop à l'État, mais quand on en vient à indiquer
comment faire pour payer le moins possible, je ne
comprends plus la démarche, étant donné que les
fonctionnaires se plaignent d'avoir trop de
réclamations à traiter !

Voor maart 2001 zal ik volledige oplossingen
voorstellen. Vermits een aantal leden van het
departement verder willen gaan op het vlak van de
betrekkingen tussen de fiscale administratie en de
belastingplichtigen, zal ik vragen dat zij zelf voor de

Avant mars 2001, je proposerai des solutions
complètes. Puisqu'un certain nombre de membres
du département veulent aller plus loin dans les
rapports avec les contribuables, je vais demander
qu'ils interviennent eux-mêmes devant les

CRABV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

rechtbank tussenbeide komen zodat wij o.a. de
door de heer Vandeurzen gevraagde statistische
gegevens kunnen bijhouden. De voortgangscontrole
zal beter verlopen als elke ambtenaar het dossier
persoonlijk tot het einde van de procedure volgt. Het
inschakelen van een advocaat moet voor meer
ingewikkelde zaken worden voorbehouden.

tribunaux, ce qui nous permettra notamment de
tenir les statistiques demandées par M.
Vandeurzen. Ce suivi sera amélioré si chaque
agent traite personnellement le dossier jusqu'à la fin
de la procédure. Il faudra réserver le recours aux
avocats à des affaires plus complexes.

04.03 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV): Uw

antwoord is volledig. Uitleg zoals die welke u zojuist
heeft gegeven, is noodzakelijk. In de administratie
wordt een nieuwe vorm van stiptheidsactie gevoerd.
Zonder op de beslissing van het Arbitragehof te
willen vooruitlopen, zou het vaststellen van een
discriminatie in dit geval de deur openzetten voor
allerlei bezwaarschriften. Zo'n beleid zou nadelig
zijn voor de rijksbegroting en zou het beginsel van
de gelijkheid van de burger tegenover de
belastingen op de helling plaatsen.

04.03 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV): La

réponse est complète. Des explications comme
celles que vous venez de donner sont nécessaires.
Une nouvelle forme de grève du zèle est perceptible
dans l'administration. Sans prévoir la décision de la
Cour d'arbitrage, la preuve de la discrimination,
dans ce cas, ouvrirait la porte à toutes sortes de
réclamations et entraînerait une politique rétrograde
par rapport au budget de l'État et au principe
d'égalité du citoyen face à l'impôt.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

05 Mondelinge vraag van de heer Georges

Lenssen aan de minister van Financiën over "het
standpunt van de Commissie voor het bank- en
financiewezen aangaande de bedrijfsrevisoren"
(nr. 2837)

05 Question orale de M. Georges Lenssen au

ministre des Finances sur "le point de vue de la
Commission bancaire et financière concernant
les réviseurs d'entreprises" (n° 2837)

05.01 Georges Lenssen (VLD): De voorzitter van

de Commissie voor het bank- en
financiewezen(CBF) verklaarde dat hij, in de
nasleep van de zaak-Lernout en Hauspie, een
deontologisch debat in het Instituut der
bedrijfsrevisoren aangewezen acht. De CBF steunt
het voorstel om voor bedrijfsrevisoren een
afkoelingsperiode van twee jaar in te lassen voor ze
een taak opnemen in het bedrijf dat ze vroeger
controleerden, vraagt dat genoteerde bedrijven de
gegevens over de activiteiten van de revisoren in
het jaarverslag publiceren en meent dat de rol van
de financiële tussenpersonen voor
beleggingsadviezen meer aandacht verdient.

Gaat de minister met deze voorstellen akkoord?
Zijn bijkomende maatregelen op het vlek van het
bedrijfsrevisoraat nodig? Welke? Moeten
maatregelen worden genomen betreffende
financiële tussenpersonen en beursanalisten voor
beleggingsadviezen?

05.01 Georges Lenssen (VLD): Le président de la

Commission bancaire et financière a déclaré qu'à la
suite de l'affaire Lernout & Hauspie, il estimait
opportun d'organiser un débat déontologique au
sein de l'Institut des réviseurs d'entreprise. La CBF
soutient la proposition visant à instaurer un délai
d'attente de deux ans avant que les réviseurs
d'entreprise puissent travailler pour l'entreprise
qu'ils ont contrôlée. La Commission demande
également que les entreprises cotées en bourse
publient dans le rapport annuel les données
concernant les activités des réviseurs. En outre, elle
considère qu'il faudrait accorder davantage
d'attention au rôle des intermédiaires financiers qui
prodiguent des conseils en matière
d'investissements.

Le ministre est-il peut-il se rallier à ces
propositions? Faut-il prendre des mesures
supplémentaires dans le domaine de la révision
d'entreprise? Lesquelles? Faut-il prendre des
mesures concernant les intermédiaires financiers et
les analystes boursiers en matière de conseils
d'investissements ?

05.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Op

de Ministerrraad van 22 september 2000 werd
reeds beslist dat een corporate governance-wet
nodig is. Twee bepalingen die het Wetboek van
vennootschappen wijzigen, houden rechtstreeks

05.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)

Le Conseil des ministres du 22 septembre 2000
avait déjà conclu à la nécessité d'élaborer une loi
sur le "corporate governance". Deux dispositions
modifiant le Code en ce qui concerne l'impôt des

12/12/2000

CRABV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

verband met de delicate vraag over de
onafhankelijkheid van de commissarissen-
revisoren, namelijk de zogenaamde
afkoelingsperiode van twee jaar en het beletsel voor
een revisor om een verrichting te controleren
waarover advies gegeven werd door een collega die
zijn vennoot is. Het voorontwerp van corporate
governance-wet is voor advies bij de Raad van
State en bij de Hoge Raad voor de economische
beroepen, die uiteraard rekening zullen moeten
houden met de huidige ontwikkelingen op Europees
en Amerikaans niveau.

sociétés sont étroitement liées à la délicate question
de l'indépendance des commissaires-réviseurs, à
savoir, la période de deux ans et l'interdiction pour
un réviseur de contrôler une opération pour laquelle
un de ses associés a prodigué conseil.
L'avant-projet de loi sur le "corporate governance" a
été soumis à l' avis du Conseil d'Etat et au Conseil
supérieur des professions économiques qui devront
bien évidemment tenir compte des évolutions
actuelles aux niveaux européen et américain.

Ik richtte een task force die zich zal buigen over de
toekomst van de Beurs van Brussel als financieel
centrum en over de problemen van financiële
informatie en deontologie van de financiële
analisten. Die task force besprak op 5 december
een hervormingsvoorstel over de controle van de
financiële markten, onder meer via uniformisering
van de toezichtsregels op de financiële informatie
van beursgenoteerde vennootschappen.

J'ai mis sur pied une task force qui se penchera sur
l'avenir de la Bourse de Bruxelles en tant que centre
financier, ainsi que sur les problèmes relatifs à
l'information financière et à la déontologie des
analystes financiers. Cette task force a discuté le 5
décembre de la proposition de réforme relative au
contrôle des marchés financiers, qui requerrait
notamment l'uniformisation des règles régissant le
contrôle des informations financières concernant les
sociétés cotées en Bourse.

05.03 Georges Lenssen (VLD): Het is positief dat

de minister zich grondig inlaat met deze
problematiek en dat de wetgeving zal worden
aangepast.

05.03 Georges Lenssen (VLD): Il faut saluer le fait

que le ministre s'occupe sérieusement du problème
et qu'il sera procédé à une adaptation de la
législation en la matière.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

06 Mondelinge vraag van de heer Bruno Van

Grootenbrulle aan de minister van Financiën over
"de problemen die bepaalde belastingplichtigen
ondervinden om de terugbetaling te bekomen
van de verkeersbelasting" (nr. 2864)

06 Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle

au ministre des Finances sur "les problèmes
rencontrés par certains contribuables pour
obtenir le remboursement de la taxe de
circulation" (n° 2864)

06.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): Wanneer

een nummerplaat vóór het verstrijken van de
verkeersbelasting wordt teruggestuurd, moet de
belastingdienst automatisch het bedrag dat
verhoudingsgewijs overeenstemt met de maanden
waarin niet werd gereden, terugstorten. Klopt het
dat vele terugbetalingen zijn geblokkeerd? Ligt dit
aan een informaticaprobleem of aan een
personeelstekort? Hoeveel belastingplichtigen zijn
door dit probleem getroffen? Welke maatregelen
worden genomen om dit probleem te verhelpen?
Binnen welke termijn worden de terugbetalingen
uitgevoerd? Zullen de betrokkenen verwijlinteresten
ontvangen?

06.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): En cas de

renvoi d'une plaque d'immatriculation avant
l'échéance de la taxe de circulation, le service des
contributions doit reverser automatiquement une
partie du montant de cette taxe annuelle, au prorata
des mois non « roulés ». L'est-il exact que de
nombreux remboursements sont bloqués ? S'agit-il
d'un problème informatique ou d'un manque de
personnel

? Combien de contribuables sont

concernés? Quelles mesures ont été prises pour
remédier à ce problème ? Dans quels délais est-il
procédé au remboursement ? Des intérêts de retard
seront-ils payés aux intéressés ?

06.02 Minister Didier Reynders (Frans) :Er is

enige achterstand bij de inkohiering en de
terugbetaling van de verkeersbelasting. Een en
ander is te wijten aan de complexe en snel
doorgevoerde wetswijzigingen, de aanpassing van

06.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):

Il y a du retard dans les enrôlements et les
remboursements de la taxe de circulation. Il est
imputable aux changements législatifs complexes et
rapides, à l'adaptation des applications

CRABV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de computertoepassingen tengevolge van de
overgang naar het jaar 2000 en het structurele
personeelstekort. Aangezien de
computertoepassingen niet operationeel zijn, is het
niet mogelijk om precieze cijfers mee te delen. De
totale achterstand zou ongeveer één jaar bedragen.
De normale terugbetalingstermijn beloopt vier
maanden in geval van schrapping van de
nummerplaat, en vijf maanden in geval van
schrapping van het voertuig. Alles wordt in het werk
gesteld om de achterstand zo snel mogelijk weg te
werken. In één maand tijd kan een achterstand van
drie maanden worden ingehaald. Artikel 418 van het
WIB 1992 voorziet in een moratoire rente ten
belope van de wettelijke intrest van 7 procent op
jaarbasis, maar gelet op artikel 419 van het WIB
wordt er slechts moratoire rente toegekend als de
terug te betalen som ten minste 35.000 BEF
bedraagt.

Dit alles bevestigt alleen maar de noodzaak om te
investeren in de informatisering van het
departement. Er zijn problemen, meer bepaald
tengevolge van de aanhoudende wetswijzigingen,
maar er wordt naar oplossingen gezocht.

informatiques due au passage à l'an 2000 et au
manque structurel d'effectifs. Les applications
informatiques n'étant pas opérationnelles, on ne
peut donner de chiffre précis. Le retard total serait
d'environ un an. Le délai normal de remboursement
est de quatre mois en cas de radiation de la plaque
et de cinq en cas d'effacement du véhicule.
Tout est mis en oeuvre pour rattraper le retard aussi
vite que possible. Trois mois de retard peuvent être
rattrapés en un mois.
L'article 418 du CIR 1992 prévoit un intérêt
moratoire au taux de l'intérêt légal de 7 % l'an mais,
vu le prescrit de l'article 419 du même code, les
intérêts moratoires ne sont accordés que si la
somme à rembourser atteint au moins 35.000
francs.

Ceci confirme la nécessité d'investir dans le budget
informatique du département. Les modifications
légales incessantes, notamment, posent des
problèmes, mais des solutions sont recherchées.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

07 Mondelinge vraag van de heer Peter

Vanvelthoven aan de minister van Financiën over
"de aftrek van in het buitenland gemaakte
restaurantkosten" (nr. 2889)

07 Question orale de M. Peter Vanvelthoven au

ministre des Finances sur "la déduction de frais
de restaurant faits à l'étranger" (n° 2889)

07.01 Peter Vanvelthoven (SP): Mijn vraag heeft

betrekking op de mogelijke aftrek van buitenlandse
restaurantkosten. Artikel 53, ten achtste, van het
Wetboek der inkomstenbelastingen bepaalt dat
deze slechts voor 50 percent aftrekbaar zijn. Op
deze regel bestaat een administratieve uitzondering:
als het bewijs wordt geleverd dat het om een
uitgave gaat in het kader van een zakenreis die van
groot belang is voor de zaken van de
belastingplichtige, kunnen deze kosten volledig
worden afgetrokken. Deze administratieve
toegeving zorgt voor wrevel bij restauranthouders in
de grensstreek, die dit ervaren als een vorm van
concurrentievervalsing. Het bewijs van een
zakenreis moet immers niet worden gegeven,
blijkbaar volstaat het voorleggen van de rekening.

Is het inderdaad zo dat het voorleggen van een
buitenlandse restaurantrekening al voldoende is om
de terugbetaling van 100 percent te bekomen? Zal
de minister initiatieven nemen om ervoor te zorgen
dat het legaliteitsprincipe en met andere woorden
de wettelijke bepalingen hierover worden

07.01 Peter Vanvelthoven (SP): Ma question

porte sur la déductibilité des frais de restaurant
exposés à l'étranger. Aux termes de l'article 53, 8°,
du Code des impôts sur les revenus, les frais de
restaurant ne sont déductibles qu'à concurrence de
50 pour cent. Cette règle souffre cependant une
exception administrative : lorsque le contribuable
apporte la preuve que les frais de restaurant ont été
exposés dans le cadre d'un voyage professionnel
revêtant une importance capitale pour ses affaires,
ces frais sont intégralement déductibles. Cette
concession de l'administration suscite une certaine
irritation dans le milieu des exploitants de
restaurants en région frontalière, qui la perçoivent
comme une forme de distorsion de la concurrence.
En effet, la preuve qu'il s'agit d'un voyage d'affaires
ne doit pas être rapportée. Il suffit que le
contribuable produise la note de restaurant.

Confirmez-vous que la production d'une note
provenant d'un restaurant établi à l'étranger suffit
pour obtenir la déduction à 100 pour cent de
l'addition ? Le ministre prendra-t-il des initiatives
pour veiller à l'application du principe de légalité - en
d'autres termes, des dispositions légales - en cette

12/12/2000

CRABV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

toegepast? Wordt de administratieve toegeving
afgeschaft?

matière? Cette exception accordée par
l'administration sera-t-elle supprimée?

07.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De

representatiekosten, restaurantkosten en
relatiegeschenken zijn onder bepaalde
voorwaarden, bij afwijking van artikel 53, ten achtste
van het WIB 1992, volledig aftrekbaar. Dat leidt tot
een aantal discriminaties en tot oneerlijke
concurrentie. Er bereiken mij vooral klachten uit de
grensstreken.

Probleem is dat de voorwaarden die een afwijking
van de 50 procent-regel toelaten, niet
controleerbaar zijn. Ik heb de Hoge Raad van
financiën een verslag gevraagd en ik heb
voorstellen gedaan om de huidige
aftrekmogelijkheid en de BTW in de horecasector te
wijzigen. Ik meen dus dat wijzingen nodig zijn.

07.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):

Par dérogation à l'article 53, 8° du CIR 1992, les
frais de représentation, de restaurant et les
cadeaux d'affaires sont, dans certaines conditions,
déductibles à concurrence de 100 pour cent. Cette
dérogation est en effet source de discrimination et
de concurrence déloyale. Des plaintes, provenant
en particulier des régions frontalières, m'ont été
adressées.

A cet égard, l'impossibilité de rapporter la preuve
que les conditions justifiant une dérogation à la
règle de la déductibilité à concurrence de 50 pour
cent constitue un réel problème. J'ai demandé au
Conseil supérieur des Finances d'établir un rapport
à ce sujet. Par ailleurs, j'ai formulé des propositions
en vue de modifier les possibilités de déduction
actuelles ainsi que la TVA dans le secteur horeca.
Je suis donc convaincu que des modifications
s'imposent en la matière.

07.03 Peter Vanvelthoven (SP): U wacht dus op

een advies van de Hoge Raad.

07.03 Peter Vanvelthoven (SP): Vous attendez

donc l'avis du Conseil supérieur ?

07.04 Minister Didier Reynders (Nederlands):Ja,

het verslag zal over alle aftrekmogelijkheden in de
personenbelasting gaan. Over een paar maanden
moet dat klaar zijn en dan kan ik een algemene
eindbeslissing nemen.

07.04 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)

: Oui, le rapport traitera de l'ensemble des postes
déductibles en matière d'impôts des personnes
physiques. Il devra être terminé d'ici quelques mois.
Je pourrai alors prendre une décision finale à portée
générale.

07.05 Aimé Desimpel (VLD): De horeca is

voorstander van een volledige aftrek. Het is tijd om
aan deze eis tegemoet te komen, zodat veel
misbruiken kunnen worden voorkomen.

07.05 Aimé Desimpel (VLD): Le secteur horeca

est partisan de la deductibilité totale. Il est temps de
rencontrer cette exigence car cela permettra d'éviter
de nombreux abus.

07.06 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV):

Ongeacht het tarief moet de aftrekbaarheid op
grond van facturen op naam en niet op grond van
anonieme facturen worden berekend.

07.06 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV):Quel

que soit le taux de déductibilité, il faudrait qu'il soit
calculé sur base de factures nominatives et non sur
base de simples coupons anonymes.

07.07 Minister Didier Reynders (Frans): Zal men

ook de video-opname van de maaltijd moeten
overmaken?

07.07 Didier Reynders , ministre (en français) :

Devra-t-on également fournir la cassette vidéo du
repas ?

07.08 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV):

Neen. Onder die voorwaarde kant ik mij niet tegen
een aanpassing van de graad van aftrekbaarheid.

07.08 Jean-Pierre Viseur (ECOLO-AGALEV): Je

ne m'oppose pas à ce que le taux soit changé à
cette condition.

07.09 Yves Leterme (CVP): Ik stel vast dat er

binnen de meerderheid geen eensgezindheid is. De
minister heeft grote toegevingen gedaan aan de
horecasector door een verlaging van de BTW van
21 naar 6 procent toe te staan. Wij verwachten een

07.09 Yves Leterme (CVP): Je constate que la

majorité est divisée. Le ministre a fait d'importantes
concessions au secteur horeca en accordant une
baisse du taux de TVA de 21 à 6% . Nous nous
attendons à un débat très intéressant sur ce sujet.

CRABV 50

COM 330

12/12/2000

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

zeer interessant debat over dit onderwerp.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

08 Mondelinge vraag van de heer Jean-Marc

Delizée aan de minister van Financiën over "de
beoordeling door de administratie van de
beroepskosten" (nr. 2898)

08 Question orale de M. Jean-Marc Delizée au

ministre des Finances sur "l'évaluation des frais
professionnels par l'administration" (n° 2898)

08.01 Jean-Marc Delizée (PS): Mijn vraag betreft

meer bepaald de beroepskosten van de
leerkrachten.

Kan u een onder- en bovengrens aangeven voor de
gebruikte pedagogische instrumenten, zoals een
televisie, videocassettes, dagbladen, de nieuwe
technologieën en internet, teneinde de fiscale
administratie in staat te stellen de niet met
bewijsstukken gestaafde beroepskosten van de
leerkrachten te evalueren?

Vindt u, overeenkomstig de verklaringen op de
Europese Top te Lissabon van juni 2000, dat alle
kosten voor opleiding die tot een grotere
concurrentie en een hogere kwaliteit van het
onderwijs leiden, aftrekbaar zouden moeten zijn?

Welke jaarlijkse forfaits beveelt u aan voor het
onderhoud van het bureau, dienstritten naar
bibliotheken en telefoonkosten?

08.01 Jean-Marc Delizée (PS): Il s'agit, plus

précisément, des frais professionnels des
enseignants.

Pour permettre à l'administration fiscale d'évaluer
les frais professionnels des enseignants dont les
montants ne sont pas justifiés, pourriez-vous
indiquer une limite inférieure et supérieure pour les
outils pédagogiques utilisés, tels que la télévision et
les vidéocassettes, les journaux, les nouvelles
technologies et internet ?

Conformément aux déclarations du Sommet
européen de Lisbonne de juin 2000, estimez-vous
que tous les frais de formation entraînant
davantage de compétitivité et de qualité de
l'enseignement puissent être déductibles ?

Quels forfaits annuels recommandez-vous pour
l'entretien du bureau, les déplacements vers les
bibliothèques et les frais de téléphone ?

08.02 Minister Didier Reynders (Frans) :

Overeenkomstig artikel 50 van het WIB 1992
worden beroepskosten waarvan het bedrag niet is
verantwoord, op een vast bedrag bepaald. De
belastingplichtige moet de taxerende ambtenaar
redelijkerwijze van de echtheid van die kosten
overtuigen.

Zo geen akkoord met de belastingplichtige kan
worden bereikt, moet de administratie die kosten op
een redelijke manier inschatten, wat niet wegneemt
dat de belastingplichtige verplicht is de nodige
bewijzen ter staving over te leggen. De reiskosten
kunnen bijvoorbeeld zeer makkelijk worden
bewezen.

De individuele akkoorden kunnen betrekking
hebben op een bedrag, een percentage van de
kosten of het gedeelte beroepskosten in geval van
gemengde kosten.

De vermelde kosten zijn doorgaans gemengde
kosten, waarvoor een akkoord mogelijk is. Het lijkt
mij niet redelijk, wat de leerkrachten betreft, voor
dergelijke kosten in forfaits te voorzien, gelet op de
grote diversiteit binnen het beroep.

08.02 Didier Reynders , ministre (en français):

Conformément à l'article 50 du CIR 1992, les frais
professionnels, dont le montant n'est pas justifié,
sont déterminés forfaitairement. Le contribuable doit
emporter la conviction raisonnable du fonctionnaire
taxateur quant à leur réalité.

À défaut d'un accord avec le contribuable,
l'administration doit évaluer ces frais de manière
raisonnable, ce qui n'ôte cependant pas la charge
de la preuve au contribuable. Les frais de
déplacement peuvent, par exemple, être prouvés
très facilement.

Les accords individuels peuvent porter sur un
montant, un pourcentage de frais ou encore la
quotité professionnelle en cas de frais mixtes.

Les frais cités sont généralement des frais mixtes,
pour lesquels un accord est possible. Il ne paraît
pas raisonnable de prévoir des forfaits pour de tels
frais dans le cas des enseignants, étant donné la
diversité de la profession.

12/12/2000

CRABV 50

COM 330

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Er kunnen twee strekkingen worden waargenomen:
volgens de eerste dienen de vaste bedragen voor
de eerste schijf van de forfaitaire berekeningen te
worden verhoogd en de tweede heeft betrekking op
de werkelijke kosten waarvoor ik door middel van
omzendbrieven of nota's kan trachten enkele regels
te preciseren, al behoudt de belastingambtenaar
altijd interpretatiemogelijkheden. Toch zou het nuttig
zijn om de voorschriften m.b.t. de interpretatie van
de wettelijke maatregelen te verfijnen, en dit op
grond van de evolutie van de geschillen.

Het is niet uitgesloten dat de evolutie van de
geschillen ons de mogelijkheid biedt om bepaalde
regels beter te omschrijven. Maar in het kader van
een individueel dossier komt het de administratie
toe op grond van de feitelijke omstandigheden een
beslissing te nemen.

On s'oriente dans deux directions ; la première vise
à augmenter les forfaits pour la première tranche
des calculs forfaitaires et la seconde concerne les
frais réels pour lesquels je peux tenter, par voie de
circulaires ou de notes, de préciser certaines
règles, quoique l'agent taxateur garde toujours des
possibilités d'interprétation. Progressivement, il
serait néanmoins intéressant d'affiner ces règles
d'interprétation des mesures légales, en fonction de
l'évolution du contentieux.

Il n'est pas exclu que l'évolution du contentieux
nous permette de mieux définir certaines règles.
Mais, dans le cadre d'un dossier individuel, il revient
à l'administration de prendre une décision sur base
des circonstances de fait particulières.

08.03 Jean-Marc Delizée (PS): U bevestigt de

principes die kunnen worden afgeleid uit één van
uw antwoorden op een vroegere schriftelijke vraag.

Het verheugt me te horen dat men geleidelijk moet
handelen om willekeur te voorkomen. Een
omzendbrief zou een concreet element zijn dat ik op
prijs zou stellen.

08.03 Jean-Marc Delizée (PS): Vous confirmiz les

principes qui se dégagent d'une de vos réponses à
une question écrite antérieure.

Je suis satisfait d'entendre dire qu'il faut agir
progressivement pour éviter l'arbitraire. Une
circulaire représenterait un élément concret
appréciable.

08.04 Minister Didier Reynders (Frans): Ik

antwoord op dezelfde manier op schriftelijke en op
mondelinge vragen. Zoniet, zou de heer Leterme
het mij onmiddellijk aanwrijven.

Ik bevestig dat onze aanpak met de evolutie van de
geschillen rekening zal houden. Wat de besluiten
van de Top van Lissabon betreft, sta ik open voor
elk voorstel van fiscale aanmoediging dat met de
vooropgestelde politiek zou stroken. Ik zal enkel
rekening moeten houden met de budgettaire
weerslag van die voorstellen.

08.04 Didier Reynders , ministre (en français): Je

réponds de la même manière par écrit ou
oralement, sans quoi M. Leterme m'invectiverait
tout de suite.

Je confirme la tendance à suivre le contentieux.
En ce qui concerne les conclusions du Sommet de
Lisbonne, je suis ouvert à toute proposition
d'encouragement fiscal qui suivrait la voie
préconisée. Il me faudra simplement tenir compte
de l'impact budgétaire de ces propositions.

De voorzitter: De vraag nr.2892 van mevrouw De
Meyer wordt op haar verzoek uitgesteld. Ook de
vragen nrs.2817 en 2825 van de heren Vanpoucke
en Dirk Pieters worden uitgesteld.

De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.15 uur.

08.05 Le président : A la requête de Mme De

Meyer, sa question n° 2892 est reportée. Il en va de
même pour les questions n°s 2817 et 2825 de MM.
Vanpoucke et Pieters.

La réunion publique de commission est levée à
12.15 heures.

Document Outline