KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 328
CRIV 50 COM 328
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
woensdag mercredi
06-12-2000 06-12-2000
15:00 uur
15:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
1
Interpellations et questions orales jointes de
1
- de heer Servais Verherstraeten tot de eerste
minister over "de beslissing van de regering om
bijkomende nucleaire transporten te laten
doorgaan van verglaasd afval en het stilzitten van
de werkgroepen met betrekking tot algemeen
nucleair beleid" (nr. 542)
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre
sur "la décision du gouvernement de faire
procéder à d'autres transports de déchets
nucléaires vitrifiés et l'inaction des groupes de
travail créés pour examiner les options générales
de la politique nucléaire" (n° 542)
- de heer Jean-Pol Poncelet tot de eerste minister
over "de terugkeer naar België van verglaasd
nucleair afval en de omstandigheden waarin die
geschiedt" (nr. 552)
- M. Jean-Pol Poncelet au premier ministre sur "le
retour de déchets nucléaires vitrifiés et les
conditions de ce retour en Belgique" (n° 552)
- de heer Joos Wauters aan de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling over "de
nucleaire transporten" (nr. 2692)
- M. Joos Wauters au secrétaire d'Etat à l'Energie
et au Développement durable sur "les transports
nucléaires" (n° 2692)
- mevrouw Simonne Creyf aan de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling over "het
3de transport van nucleair afval uit La Hague"
(nr. 2854)
- Mme Simonne Creyf au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable sur "le
3ème transport de déchets nucléaires en
provenance de La Hague" (n° 2854)
Sprekers: Servais Verherstraeten, Jean-Pol
Poncelet, voorzitter van de PSC-fractie, Joos
Wauters, Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Servais Verherstraeten, Jean-Pol
Poncelet, président du groupe PSC, Joos
Wauters, Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Moties
12
Motions
12
Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "de geplande vestiging van
windmolens voor onze kust" (nr. 2715)
13
Question orale de M. Luc Goutry au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "l'implantation envisagée d'éoliennes devant
notre côte" (n° 2715)
13
Sprekers: Luc Goutry, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Luc Goutry, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf
aan de eerste minister over "de aanduiding van
de netbeheerder in het kader van de liberalisering
van de elektriciteitsmarkt" (nr. 2751)
14
Question orale de Mme Simonne Creyf au
premier ministre sur "la désignation du
gestionnaire du réseau dans le cadre de la
libéralisation du marché de l'électricité" (n° 2751)
14
Sprekers: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf
aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "de commissie voor
de regulering van de elektriciteit en het gas"
(nr. 2754)
16
Question orale de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable sur "la commission de régulation de
l'électricité et du gaz" (n° 2754)
16
Sprekers: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Mondelinge vraag van mevrouw Els Van Weert
aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "het zogenaamde
AMPERE-rapport" (nr. 2840)
17
Question orale de Mme Els Van Weert au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable sur "le rapport dit AMPERE" (n° 2840)
17
Sprekers: Els Van Weert, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Els Van Weert, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
WOENSDAG
06
DECEMBER
2000
15:00 uur
______
du
MERCREDI
06
DÉCEMBRE
2000
15:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 15.00 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.00 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Samengevoegde interpellaties en
mondelinge vragen van
- de heer Servais Verherstraeten tot de eerste
minister over "de beslissing van de regering om
bijkomende nucleaire transporten te laten
doorgaan van verglaasd afval en het stilzitten
van de werkgroepen met betrekking tot
algemeen nucleair beleid" (nr. 542)
-
de heer Jean-Pol Poncelet tot de eerste
minister over "de terugkeer naar België van
verglaasd nucleair afval en de omstandigheden
waarin die geschiedt" (nr. 552)
- de heer Joos Wauters aan de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling over
"de nucleaire transporten" (nr. 2692)
-
mevrouw Simonne Creyf aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "het 3
de
transport van
nucleair afval uit La Hague" (nr. 2854)
01 Interpellations et questions orales jointes de
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre
sur "la décision du gouvernement de faire
procéder à d'autres transports de déchets
nucléaires vitrifiés et l'inaction des groupes de
travail créés pour examiner les options
générales de la politique nucléaire" (n° 542)
- M. Jean-Pol Poncelet au premier ministre sur
"le retour de déchets nucléaires vitrifiés et les
conditions de ce retour en Belgique" (n° 552)
-
M. Joos Wauters au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable sur "les
transports nucléaires" (n° 2692)
- Mme Simonne Creyf au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable sur "le
3
ème
transport de déchets nucléaires en
provenance de La Hague" (n° 2854)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable)
01.01 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de staatssecretaris, de nieuwe regering heeft
beslist om transporten met verglaasd nucleair
afval terug te brengen naar België, ingevolge
afspraken en conventies. De eerste minister heeft
bij het begin van de legislatuur tijdens de plenaire
vergadering aangekondigd dat een veertiental
transporten zouden terugkomen. In november
1999 heeft de regering vergunning gegeven voor
drie transporten, waarvan de vergunningstermijn
pas eind maart 2001 zal verstrijken. Een paar
maanden later, begin 2000, heeft de regering zich
uitgesproken over de voorwaarden waaronder de
repatriëring van het afval kon plaatsvinden. Een
eerste transport heeft plaatsgevonden in april.
Daarna volgde zeer recent een tweede transport,
06/12/2000
CRIV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
na een beslissing van de regering.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb vragen bij het
gebrek aan communicatie vanwege de regering in
de periode tussen het eerste en het tweede
transport en voor het eerste transport. We hebben
nu immers een regering die zeer sterk is in
communicatie. Sommige gemeentebesturen
kennen de nucleaire problematiek terwijl andere
gemeentebesturen daar in het verleden nooit mee
te maken kregen. Zij worden nu geconfronteerd
met transporten door hun gemeente, maar liggen
daar bij wijze van spreken niet wakker van. Het
zou beter geweest zijn mochten die gemeenten
vooraf geïnformeerd zijn over de
veiligheidsmaatregelen en over de onderzoeken,
zowel destructieve als niet-destructieve, die
daarover hebben plaatsgevonden. Daarover zou
meer openheid moeten komen.
Mijnheer de staatssecretaris, in de periode tussen
het eerste en het tweede transport hebt u wel
gesteld dat er onvoldoende waarborgen waren. U
hebt bijkomende veiligheidswaarborgen geëist. Ik
meen dat toen in de regering werd
overeengekomen dat bijkomend onderzoek kon
plaatsvinden. Die onderzoeken zijn uitgevoerd
door de NIRAS en door het SCK, die ook een
rapport hebben opgesteld. Mijnheer de
staatssecretaris, wat staat er in dit rapport? Welke
bijkomende waarborgen, veiligheidsvereisten en
onderzoeken stellen zij voor? Wat is de kostprijs
ervan en hoe lang zou het duren als dit moet
worden uitgevoerd? Werd het rapport binnen de
regering besproken en in overweging genomen?
Heeft de regering er rekening mee gehouden bij
het organiseren van het tweede transport? Dit ging
immers na het indienen van de rapporten door.
Waarom heeft de regering daar al dan niet
rekening mee gehouden? Zal de regering er
rekening mee houden bij eventueel volgende
transporten, waarvoor nog een vergunning moet
worden afgeleverd? Zal hiermee rekening worden
gehouden bij het afleveren van de vergunningen?
Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat het
tweede transport op dezelfde wijze heeft
plaatsgevonden als het eerste. Bijgevolg werd uw
eis om bijkomende waarborgen in te bouwen niet
weerhouden binnen de regering.
Moest u misschien wat dat betreft bakzeil halen bij
de uitvoering van het tweede transport?
Mijnheer de staatssecretaris, ik wil mijn vragen
niet beperken tot de wijze waarop het transport
heeft plaatsgevonden en waarop toekomstige
transporten zullen worden georganiseerd. Sta mij
toe het met u ook te hebben over de
vergaderingen tussen de werkgroepen die
ressorteren onder uw bevoegdheid en die van de
minister van Binnenlandse Zaken en die werden
opgericht naar aanleiding van de transporten - er
is zelfs sprake van de oprichting van een derde
werkgroep in de Vlaamse regering - en de streek
die het meest wordt geconfronteerd met zowel
laagradioactief als hoogverglaasd radioactief
afval, waar men uiteraard vragen heeft omtrent de
veiligheid, de gevolgen voor de gezondheid en de
controle op langere termijn. Ik kan mij niet van de
indruk ontdoen dat er weinig of geen vooruitgang
wordt geboekt. Hoewel u net zoals ik - dat heb ik
toch begrepen uit de verslagen van de
werkgroepen - tegenstander bent van sluipende
besluitvorming, lijkt daar toch sprake van te zijn.
Immers, er wordt laagradioactief afval geborgen;
er zijn lokale partnerschappen actief en het ene
transport van hoogradioactief afval volgt het
andere op. Uit uw verklaringen begrijp ik dat u
resultaten wenst inzake de delging van het
nucleair passief, waarvoor u gedeeltelijk bevoegd
bent, en de wetenschappelijke expertise. Voorts
heb ik gemerkt dat u werk wil maken van een
eventuele uitbreiding van de taken van de lokale
partnerschappen, tenminste zolang het past in het
kader van vroegere regeringsbeslissingen. De
NIRAS zal dus niet verder kunnen gaan dan wat
de regeringsbeslissing nu toelaat.
In antwoord op mijn eerste interpellatie vernam ik
dat er 3,9 miljard voor het nucleair passief zou
worden vrijgemaakt. Ik veronderstel dat het
bedrag bestemd is voor BP1. Kunt u zulks
bevestigen? Zo niet, waarvoor dient het dan? Hoe
en wanneer zal het worden uitbetaald? Zijn de
kredieten daartoe reeds in de begroting
ingeschreven? Is het de bedoeling de 3,9 miljard
over te maken aan NIRAS, dat de spelregels zal
bepalen voor de uitbetaling, of wordt Belgoprocess
rechtstreeks terugbetaald? Zullen beide
instellingen nog een robbertje uitvechten? Er is
sprake van de vervroegde delging van het nucleair
passief. Hoe zal die worden georganiseerd? Is die
sowieso uitvoerbaar?
Uiteraard kan met 3,9 miljard slechts een
fragment van het nucleair passief worden gedelgd.
Welnu, gelet op het feit dat het nucleair passief
toch zeer gevaarlijk is, vraag ik mij af of nu reeds
niet de nodige kredieten moeten worden
vrijgemaakt. Het is nu eenmaal hoogconjunctuur
en de overheidsfinanciën doen het goed. Moeten
er nu geen kansen worden gecreëerd om de
problemen van de toekomst op te lossen?
Overigens, wat bent u van plan met de rest van
het nucleair passief, waarvoor voornoemd bedrag
niet bestemd is?
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Ik kom hiermee tot een volgende opmerking.
Mijnheer de staatssecretaris, u bent ook bevoegd
voor de wetschappelijke expertise van het SCK. Ik
betreur dan ook dat mijn amendement in dit
verband gisteren in commissie niet werd
goedgekeurd, niet om principiële, maar om
budgettaire redenen. Nochtans heb ik het niet
over fenomenale bedragen. Alleszins moet er in
de streek, waar gedurende enkele tientallen jaren
een belangrijke hoeveelheid hoogradioactief afval
ter afkoeling zal liggen, voldoende
wetenschappelijke expertise voorhanden zijn. Een
instelling zoals het SCK, mag geen instelling van
het nucleair verleden worden.
Het is uiteraard de vraag wat wij hiermee moeten
doen. Binnen de regering is reeds gesproken over
het afbouwen van nucleaire energie op langere
termijn. Ik wil zelfs deelnemen aan dit debat
waarbij hoe dan ook met initiatieven uit het
verleden rekening moet worden gehouden. Welke
energiebronnen wij in de toekomst ook aanboren,
wij blijven opgescheept met een nucleaire erfenis.
Deze problematiek vereist wetenschappelijk
onderzoek. Hoever staat het met dit onderzoek?
Welke intenties heeft u daarbij, ook wat de lokale
partnerschappen betreft? We kunnen bij wijze van
spreken moeilijk een salami gaan maken tussen
het laag- en hoogradioactief afval, en het nucleair
passief. Deze problematiek moet in zijn geheel
bekeken worden. Ik betreur dan ook dat in deze
regering de bevoegdheden op vlak van nucleair
afval over teveel handen is verdeeld. Kan u uw
mening daarover geven? En wat denkt u over de
uitbreiding van de opdrachten?
In de verslagen van de diverse werkgroepen valt
het mij op dat vooruitgang wordt geboekt. Het siert
u overigens, wanneer die vooruitgang zich vooral
in uw werkgroep situeert. Zo las ik de verklaring
van uw kabinetschef over nucleaire controle op
het terrein zelf, wat eigenlijk niet binnen uw
bevoegdheid valt. Blijkbaar is de behoefte tot
controle vooral aanwezig als er sprake is van
nucleaire activiteiten op het terrein zelf. Uw
kabinetschef is voorstander van lokale antennes
van het FANC. Deze materie behoort deels tot de
materie van de werkgroep Duquesne, maar toch
verneem ik graag uw mening over het standpunt
van uw kabinetschef.
01.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, monsieur le ministre, je voudrais, par le
biais de mes questions, essayer d'obtenir des
précisions sur deux ou trois aspects de cette
affaire, et plus particulièrement la procédure
d'échantillons et d'analyses que vous avez
annoncée. Car si j'ai bien compris, vous - et/ou le
gouvernement - avez décidé d'imposer la prise
d'échantillons et de soumettre l'autorisation d'un
troisième transport aux résultats de cette
procédure. Mes questions porteront sur quatre
aspects: la méthode, les délais, les aspects
juridiques et le budget.
Tout d'abord, la méthode. J'aimerais que vous
m'expliquiez la portée exacte de la décision de
prélever des échantillons. Sur quoi va-t-on les
prélever? Est-ce sur le produit tel qu'il est issu de
la chaîne industrielle de La Hague? Ou sur des
conteneurs qui sont déjà dédicacés à la Belgique
en vertu des accords qui existent? Fait-on une
analyse du « process » ou des conteneurs, c'est-
à-dire du produit fini destiné à la Belgique?
Oserais-je utiliser le jargon pour dire que c'est soit
dans la soupe de l'usine, soit dans les déchets
vitrifiés qui nous sont destinés? Si les échantillons
sont prélevés dans les conteneurs, avons-nous
une quelconque assurance que cela concerne
bien nos propres déchets? Car dans la négative,
votre démarche n'aurait plus aucune logique.
Je vous avoue que je ne vois pas l'intérêt de faire
procéder à de telles analyses destructrices sur
des échantillons qui ne caractérisent pas
définitivement les déchets de la Belgique.
Voorzitter: Maurice Dehu.
Président: Maurice Dehu.
Sur le plan technique, j'aimerais que vous
m'expliquiez clairement la méthode
-
si elle
existe
-. Comment va-t-on prélever des
échantillons et sur quoi va-t-on le faire? Avec
quels intervenants? Et comment cela va-t-il se
passer dans le processus industriel? S'il s'agit de
prélèvements dans des conteneurs, je peux
imaginer qu'on découpe son enveloppe dans des
conditions d'irradiation intense. J'aimerais donc
des explications précises sur la méthode.
Le deuxième domaine qui suscite ma curiosité, ce
sont les délais. A ma connaissance, de telles
analyses n'ont pas souvent été faites - je reste
prudent en le disant ainsi. De quels délais avez-
vous besoin pour qualifier une méthode? Il s'agit
en effet de faire une intrusion dans un processus
industriel. Je n'imagine pas que l'on puisse
interrompre le « process » sans avoir l'assurance
que la méthode proposée est validée, vérifiée et
conforme. Et qui donc est capable aujourd'hui de
faire de tels prélèvements dans un conteneur, de
transporter ce prélèvement on ne sait où, de le
mettre dans des conditions d'analyse à distance -
puisque c'est hautement radioactif -? Et quelles
conclusions peut-on tirer de ces analyses? Donc,
06/12/2000
CRIV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
quels sont les délais de tout ce processus? Et
finalement, quels résultats pensez-vous obtenir?
Car faire tout cela n'a évidemment de sens que si
on obtient des résultats, que l'on pourra utiliser,
valoriser et éventuellement extrapoler.
La réponse à cette question est d'autant plus
importante que j'ai cru comprendre que vous
soumettiez l'éventualité d'un troisième transport à
certaines conditions. Mais quelles sont-elles? Est-
ce à la décision d'une méthode, est-ce au
prélèvement, à l'analyse ou au résultat, qui sont
des étapes différentes dans le processus?
J'en viens maintenant aux aspects juridiques du
problème. Ces déchets ont été envoyés à la
Cogema en vertu d'un contrat, qui - je suppose -
lie Synatom pour compte des électriciens belges.
Est-ce que le prélèvement d'échantillons était
prévu dans le contrat? Si oui, cela ne pose pas de
problème. Mais dans le cas contraire, cela ne
suppose-t-il pas la conclusion d'un avenant à ce
contrat? Et le gouvernement belge est-il en droit
d'imposer, en dehors d'une loi, un tel avenant à ce
contrat? A moins que d'autres partenaires soient
cosignataires de ce contrat, ce que j'ignore.
Ces aspects juridiques sont fondamentaux. L'Etat
belge impose une condition nouvelle à l'accord
technique et commercial qui existait jusqu'à
présent. A-t-il la capacité juridique de l'imposer?
Et la décision que vous avez prise prévoit-elle
cette capacité juridique? Si oui, comment se
transpose-t-elle dans les contrats qui existent?
J'en arrive ainsi au quatrième volet, celui du
budget, dans la mesure où les contrats de
retraitement actuels sont le résultat d'une décision
prise par les électriciens, d'une part, et la
Cogema, d'autre part - je le reconnais - avec l'aval
des autorités belges puisqu'à l'époque, le
Parlement avait cautionné cette opération. La
question est évidemment la suivante: si un tiers,
en l'occurrence le gouvernement belge, impose de
nouvelles conditions, j'imagine que les deux
partenaires vont se retourner vers le
gouvernement belge en disant « si vous imposez
des conditions, payez pour ces conditions ».
Que coûtera la définition de la méthode
d'analyse? Que coûteront les prélèvements? Que
coûteront les analyses, la diffusion des résultats et
leur utilisation? Faut-il arrêter le processus
industriel? Dans l'affirmative, il y aurait des
pénalités. Bref, combien cela coûterait-il pour
avoir aujourd'hui sur votre table un tableau avec le
résultat des analyses?
Question annexe, d'autres pays ou d'autres
intervenants ont-ils exigé la même chose?
Enfin, en ce qui concerne ce budget, ces
montants sont-ils provisionnés quelque part?
Sinon, où trouve-t-on l'argent? S'agissant de l'Etat
belge, un crédit est-il inscrit dans votre budget
2001 pour couvrir tout ou partie de cette
intervention?
Je voulais me limiter à la méthode, aux délais, aux
aspects juridiques et du budget de cette opération
d'échantillons qui est un des aspects de
l'interpellation.
01.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de staatssecretaris, de groenen zijn
uiteraard niet verantwoordelijk voor de nucleaire
energie. Andere partijen, die dachten dat de
energie op die manier moest worden verstrekt,
hebben dat beslist. De groenen zijn altijd
omzichtig geweest en hebben altijd aangeklaagd
dat we over onvoldoende technologie en kennis
beschikten om deze nucleaire energie onder
controle te houden en dat daarmee de veiligheid
voor eeuwen wordt belast. Vandaar dat we altijd
de mening waren toegedaan dat de producent in
deze problematiek verantwoordelijk blijft. De
producent moet zijn verantwoordelijkheid ten volle
blijven dragen voor alle gezondheids- en
veiligheidsrisico's die nucleaire energie
veroorzaken. Wij zijn niet verantwoordelijk voor
die beslissingen, maar zijn wel bekommerd voor
de gezondheid en de veiligheid van de bevolking,
zowel in België als in de hele wereld. Daarom
wilden wij altijd de strengste
veiligheidsvoorschriften opleggen. Wij zijn in het
verleden ook steeds tussengekomen bij
transporten van La Hague. We waren en blijven
dicht bij de transporten. Ik was in Mol aanwezig
toen het tweede transport terugkwam. Wij moeten
blijven tonen hoe gevaarlijk deze situatie is.
Ik stel vast dat anderen zich weinig zorgen maken
omtrent de transporten die in Mol, Geel en Dessel
passeren en alle nucleaire staven die daar
vervoerd worden. Daar hoor ik nooit iets over. Nu
voelt men zich blijkbaar geroepen om zich af te
vragen wat er allemaal aan de hand is. Voor mij is
het duidelijk: de regering heeft al twee belangrijke
beslissingen genomen.
Ten eerste, het regeerakkoord bepaalt dat van
kernenergie wordt afgestapt. Die mening moeten
we aanhouden. Ik verwacht van u, mijnheer de
staatssecretaris, voor het einde van de legislatuur
een scenario, want in deze moeten geen
onverhoedse maatregelen genomen worden.
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Met de tweede maatregel ben ik ook tevreden.
Nadat de drie transporten waren goedgekeurd,
heeft de minister van Binnenlandse Zaken met
een koninklijk besluit, het initiatief genomen om
bijkomende voorwaarden af te spreken om een
bijkomende controle te kunnen installeren voor het
nucleair afval dat terugkeert uit La Hague.
Voor de eerste keer werd er op beleidsniveau een
bijkomende voorwaarde gesteld en werd er een
bijkomende beslissing genomen. Ik neem aan dat
dit gebeurde op advies van de verschillende
bedrijven die met deze problematiek bezig zijn.
Men heeft u inderdaad aangegeven dat de
technologie aanwezig was om de controle te
kunnen uitvoeren zoals afgesproken. Ik betreur
dat de bedrijven die de technologie kennen en in
handen hebben, beweren dat ze nog niet op punt
staat en ze nog tijd nodig hebben.
Ik betreur dat men vertragingsmanoeuvres wil
doorvoeren. De regering heeft nochtans een
beslissing genomen om bijkomende controles te
verrichten eind oktober of begin november.
Vandaar mijn vragen, mijnheer de
staatssecretaris. Wat zijn de volgende stappen die
u zult zetten om deze bijkomende controle
mogelijk te maken? In het globale dossier waar wij
de hele tijd over gesproken hebben, is bovendien
belangrijk te vernemen welke maatregelen
genomen worden om het nucleair passief op te
lossen. Bij de bespreking voor de begroting
hebben wij de boeken kunnen inkijken. Ik juich toe
dat er inderdaad positieve maatregelen op til zijn
om het nucleair passief op te lossen.
Het is inderdaad belangrijk dat er middelen
worden uitgetrokken om dit te doen. Als dit
gebeurt moet men echter ook denken aan de
tewerkstelling bij Belgoprocess, zoals men in de
Kempen voortdurend vraagt en zoals ook wij
voortdurend vragen. Het uitstapscenario loopt over
honderden jaren. Het beheer van het nucleair
afval vergt al die tijd mensen die over de nodige
kennis beschikken, die daar werken, die de
nucleaire technologie verder kunnen ontwikkelen,
en die hopelijk nog een aantal technische
vernieuwingen mogelijk maken zodat het
gezondheidsrisico en het veiligheidsrisico zoveel
mogelijk beperkt worden. In die zin is mijn vraag
ook een sociale vraag, mijnheer de
staatssecretaris. Welke gevolgen heeft dit
uitstapscenario voor de werkgelegenheid bij
Belgoprocess?
01.04 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's,
mijn vraag gaat ook over de bijkomende
voorwaarden of het bijkomend staalonderzoek bij
het derde nucleair transport uit La Hague. Tijdens
de begrotingsbesprekingen hebben wij reeds de
gelegenheid gehad om op dit staalonderzoek in te
gaan. Wij weten wat het staalonderzoek niet zal
zijn. De staatssecretaris heeft toen ook getracht
uit te leggen wat het wel kan zijn. De vragen die
de heer Poncelet heeft gesteld over deze fase in
het onderzoek zijn zeer precies en het antwoord
daarop interesseert mij ook.
Mijnheer de staatssecretaris, tijdens de
begrotingsbesprekingen in de commissie hebt u
duidelijk gezegd dat een staalonderzoek zou
worden uitgevoerd vóór het derde transport
hoogradioactief afval uit La Hague. U hebt zelfs
beschreven wat dat inhoudt. U hebt in de
commissie ook gezegd dat er bijkomende
voorwaarden aan dat derde transport zijn
verbonden. De heer Wauters merkt terecht op dat
dit in elk geval niet bij het tweede transport is
kunnen doorgaan, ook al was dit beloofd. De
staatssecretaris heeft tijdens de
begrotingsbespreking in de commissie gezegd dat
er bijkomend onderzoek komt in La Hague, en niet
hier in Belgoprocess, bij de aankomst.
In de commissie voor de Binnenlandse Zaken van
29 november 2000 lees ik in een antwoord van
minister Duquesne op vragen van onder meer de
heer Servais inzake de nucleaire transporten dat
de Ministerraad op 10 november 2000 heeft
beslist dat een derde transport mocht plaatsvinden
zonder bijkomende voorwaarden zolang de
huidige vergunningen niet zijn verstreken, met
andere woorden tot 31 maart 2001. Op een
vroegere vraag die ik terzake aan de
staatssecretaris heb gesteld, heeft hij geantwoord
dat het niet zijn bedoeling is om via het
staalonderzoek de terugkeer te vertragen en dat
het onderzoek zich op beperkte tijd kon voltrekken
zodat alle transporten op de geplande termijn, met
een vergunning, zouden kunnen doorgaan. Na
deze termijn zijn de vergunningen verstreken.
Mijnheer de staatssecretaris, komt er een
effectieve uitvoering van een staalonderzoek voor
31 maart 2001? Dit sluit aan bij de vraag van de
heer Poncelet. Uit uw antwoord in de commissie is
het antwoord ja. Uit wat ik lees in het antwoord
van minister Duquesne is het antwoord neen.
Kunnen wij eindelijk de juiste toedracht van dit
dossier en van de bijkomende voorwaarden
vernemen?
01.05 Olivier Deleuze, ministre: Monsieur le
06/12/2000
CRIV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
président, merci. Je me réjouis que plusieurs
membres de qualité du Parlement portent une
attention soutenue au problème du passif
nucléaire et des déchets.
J'ai l'impression que nous sommes partis 500 et
que, grâce à un gros renfort, on se retrouve 5000
en arrivant à destination. En l'occurrence, nous
sommes partis à deux et nous sommes à présent
au nombre de dix.
Ce n'est pas une solution, d'un point de vue
environnemental, de susciter une sorte de « not in
my backyard » international. Ce n'est pas une
solution d'exporter nos déchets vers un pays
voisin, ce que d'ailleurs la loi française interdit. Je
vous rappelle qu'en dépit de cette loi française, il
est prévu dans les contrats belges de 1978 qu'une
partie des déchets belges reste en France - c'est
donc un problème de l'Etat français
-
contrairement à la loi de 1991.
J'aimerais répondre différentes choses aux
intervenants.
Eerst wil ik de vragen betreffende het aanvullend
controleprogramma beantwoorden. Ter uitvoering
van de beslissing van de Ministerraad van 3 maart
2000 heb ik in opdracht van de regering op 17
maart 2000 het Studiecentrum voor Kernenergie
opdracht gegeven een voorstel voor aanvullend
controleprogramma uit te werken. Gezien de
betrokkenheid van NIRAS in dit voorstel werd op 3
juli 2000 beslist dat NIRAS en SCK een
gezamenlijk voorstel zouden uitwerken. Het
voorstel van 20 oktober 2000 bepaalt welke
destructieve en niet-destructieve tests er moeten
gebeuren, alsook een raming van kosten en
termijnen. De Ministerraad van 10 november 2000
heeft in verband met de destructieve tests uit dit
voorstel twee data vastgelegd: eind 2000 moeten
de representatieve actieve stalen beschikbaar zijn
en november 2001 wordt de einddatum voor het
uitvoeren van die tests. Gezien het aanvullend
controleprogramma nog niet in uitvoering is, zijn er
nog geen resultaten.
Je reviendrai sur ce point lors de ma réponse aux
questions précises de M. Poncelet. Elles ne
figuraient pas dans sa demande d'interpellation
mais je vais essayer d'y répondre au pied levé.
Wat het overleg met het streekplatform Kempen
betreft, is het juist dat sedert maart van dit jaar
naar aanleiding van het eerste transport van
verglaasd opwerkingsafval vanuit La Hague naar
Mol-Dessel twee werkgroepen werden opgericht,
waarvan een onder het voorzitterschap van mijn
kabinetschef. In deze werkgroepen wordt overlegd
gepleegd met de diverse lokale actoren. Het
verzekeren van de financiering van de nucleaire
passiva in deze regio is uiteraard een
bekommernis voor de lokale gemeenschap. De
werkgroep werd geïnformeerd over de situatie en
over mijn initiatieven. Ik meen bovendien te weten
dat er gedacht wordt aan de uitbouw van een
permanente overlegstructuur waaraan de
verantwoordelijken van de instellingen die onder
mijn voogdij functioneren hun actieve
medewerking verlenen. Op de volgende
vergadering van de raad van bestuur van het
Niras staat de financiering van dit initiatief aan de
agenda.
De financiering van nucleaire passiva is enigszins
ingewikkeld. Ik hoop echter dat het deze keer
duidelijk is. Op 19 december 1990 werd door de
minister van Economische Zaken in naam van de
Belgische staat en door vertegenwoordigers van
de Belgische elektriciteitssector een conventie
getekend voor de financiering van de
werkzaamheden noodzakelijk voor de sanering
van de zogenaamde nucleaire passiva die zich op
de site Mol-Dessel bevinden. Deze passiva
omvatten ten eerste de installaties van de
opwerkingsfabriek Eurochimique en de aanwezige
afvalstoffen bekend onder de benaming BP1, ten
tweede de afvalbehandelingsinstallaties van het
SCK overgedragen aan het Niras, bekend als BP2
en ten derde de overige installaties van het SCK.
De conventie van december 1990 bevatte een
compleet betalingsschema voor de financiering
van de saneringswerken voor de periode 1989-
2000 en formuleerde een aantal principes volgens
dewelke de financiering zou worden voortgezet na
2000. De modaliteiten van de financiering na 2000
zouden in onderling overleg tussen de partijen tot
stand komen voor het einde van 2000. Conform
de bepalingen van de conventie heb ik in naam
van de Belgische staat de elektriciteitssector in het
najaar van 1999 uitgenodigd om met mij overleg
te plegen over het voortzetten van de financiering
na 2000. Deze uitnodiging viel samen met de
definitieve aanmelding bij de Europese Commissie
onder de vorm van stranded costs van de totaliteit
van de financiële engagementen die de sector in
uitvoering van deze conventie ten laste heeft
genomen vanaf de datum van de inwerkingtreding
van de richtlijn inzake de liberalisering van de
elektriciteitssector in februari 1999. Het standpunt
van de Belgische staat is immers dat de
elektriciteitssector zich geëngageerd heeft tot het
dragen van de integrale saneringskosten van BP2
en een kwart van de ontmantelingkosten van de
B3-reactor van het SCK. Dit engagement wordt
geschat op 15 miljard frank na het jaar 2000. Als
tegenprestatie zou de Belgische staat de
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
financiering van BP1 en de overige SCK-
installaties ten laste blijven nemen, wat begroot
wordt op 42 miljard frank. Dat is een mooie
subsidie voor de nucleaire sector. Een
windmolenpark in de Noordzee kost ongeveer 6 à
7 miljard frank. Hier gaat het dus om zes
windmolenparken. Wij doen dus een mooie
inspanning op de geliberaliseerde markt voor de
niet-gesubsidieerde elektriciteitsproductie.
Naar aanleiding van de goedkeuring van het
federale plan inzake duurzame ontwikkeling voor
de periode 2000-2004, heeft de regering op 20 juli
2000 haar voornemen bevestigd om de Conventie
van december 1990 voort te zetten. De
elektriciteitssector heeft te kennen gegeven het
antwoord van de Europese Commissie te willen
afwachten alvorens definitieve onderhandelingen
aan te knopen. Het uitblijven van een definitief
akkoord met de elektriciteitssector en de daaruit
voortvloeiende financiële en juridische
onzekerheid voor het NIRAS en Belgoprocess
mag natuurlijk geen verlammende invloed hebben
op de werking van deze instelling. Dit is trouwens
ook niet het geval.
Daarom heeft de Ministerraad op mijn voorstel op
4 mei de engagementen herbevestigd die de
Belgische Staat in het verleden tegenover het
NIRAS heeft aangegaan voor de financiering van
de passiva BP1 en BP2. De regering heeft mij
gevraagd de nodige initiatieven te nemen om de
continuïteit van de lopende
saneringswerkzaamheden te verzekeren. Daarop
heb ik op 14 juli de elektriciteitssector uitgenodigd
met mij een tijdelijk akkoord te sluiten teneinde de
financiering van de passiva BP1 en BP2 te
verzekeren in afwachting dat de voorwaarden zijn
vervuld voor het sluiten van het definitief akkoord.
De contacten hierover zijn lopende. Het is echter
te vroeg om hierover mededelingen te doen.
Parallel met de opmaak van de staatsbegroting
2001 heeft de regering het initiatief genomen om
bij de Kamer een aanpassing van de
uitgavenbegroting 2000 in te dienen. Het is in deze
context dat de regering heeft beslist over te gaan
tot een vervroegde delging van latente maar
vaststaande schulden van de Schatkist,
waaronder de lasten voor het nucleair passief BP1
voor de periode 2001-2005 ten belope van 3,9
miljard Belgische frank, inclusief BTW.
Het betreffende wetsontwerp is momenteel in
behandeling bij de commissie voor de Begroting.
Het nodige zal worden gedaan om, eens het
voorstel bij wet is bekrachtigd, de gelden zo
spoedig mogelijk en in hun geheel over te maken
aan het NIRAS. Met deze gelden zal de
financiering van BP1 voor meerdere jaren
verzekerd worden. De aanwending van deze
middelen en de belegging van de reserves zal het
voorwerp vormen van een nieuw te sluiten
conventie tussen de Staat en het NIRAS.
De financiering van het passief BP2 is
daarentegen niet op dezelfde manier verzekerd.
De financiële middelen aanwezig in het fonds dat
werd opgericht middels de Conventie van 19
december 1990 kunnen worden geraamd op meer
dan 3 miljard Belgische frank. Er zijn bijgevolg
voldoende financiële middelen aanwezig om bij
gebrek aan een akkoord met de elektriciteitssector
desnoods een voorfinanciering te kunnen
verzekeren en dit gedurende meerdere jaren.
Daartoe is natuurlijk het akkoord vereist van alle
partijen die bij de Conventie zijn betrokken.
Ik kan de interpellanten dus geruststellen. De
werkgelegenheid bij Belgoprocess is hoegenaamd
niet in gevaar. Mag ik u er trouwens op wijzen dat
de ondernemingsraad van het bedrijf mij na afloop
van zijn vergadering van 18 oktober een brief
heeft gestuurd om mij te bedanken voor de
geleverde inspanningen en voor de bereikte
deelresultaten. Ik deel echter de bekommernis
van de ondernemingsraad voor de verdere
financiering van BP2.
Met de onzekerheid over de financiering van de
nucleaire passiva heeft de huidige regering een
zwaar dossier geërfd. Wellicht had in december
1990 niemand kunnen voorzien dat de einddatum
van de betalingskalender in deze Conventie zou
samenvallen met de liberalisering van de
elektriciteitssector. Ik doe er alles aan om deze
onderhandelingen tot een goed einde te brengen
in het belang van de Belgische Staat, de
belastingbetaler, de elektriciteitsconsument en de
werknemers van het NIRAS en Belgoprocess.
J'aimerais encore répondre à certains éléments
que M. Poncelet a évoqués dans son
interpellation.
Il n'a jamais été question de prises d'échantillons
à partir des canisters de déchets de retraitement
vitrifiés. Il s'agit, dans ce cas, d'échantillons actifs
correspondant au mode de conditionnement des
déchets belges que la COGEMA doit mettre à
disposition, comme cela a déjà été le cas en 1994
à la demande du Japon.
L'appareillage, pour la prise d'échantillons, existe
et a déjà été, en grande partie, financé par la
Commission européenne afin de rendre service
06/12/2000
CRIV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
aux Etats membres.
L'usine de La Hague mélange les différents
combustibles qui lui parviennent des différents
pays dont l'Allemagne, la Suisse, le Japon et la
Belgique. Les déchets qui reviennent dans ce
pays ne sont pas les déchets qui sont partis mais,
par contre, il existe une correspondance en
termes de radioactivité.
Par conséquent, les déchets qui nous reviennent
ne sont pas ceux qui sont partis de Belgique, et
les tests effectués ne sont pas nécessairement
appliqués aux déchets partis de Belgique ni aux
déchets qui rentrent en Belgique. Ce n'est pas le
principe de l'usine. Son principe est le suivant: il
existe un accord entre les clients à propos des
paramètres de fonctionnement de cette usine.
L'hypothèse est que, à paramètre de
fonctionnement égal corresponde un output égal
en matière de déchets. L'objectif du programme
de contrôle est de vérifier l'homogénéité de
l'output et aussi la correspondance de ce qui avait
été présumé lors de la mise au point des
paramètres.
En ce qui concerne les contrats, souvenez-vous
de l'excellente décision du gouvernement
précédent de décembre 1998 par laquelle il a été
mis fin aux contrats de retraitement. Visiblement,
à l'époque, il existait suffisamment de volonté de
la part des différents acteurs et, par conséquent,
l'existence de contrats n'a pas constitué un
obstacle. En effet, le droit est un moyen de mettre
en oeuvre les options d'une société. A l'époque,
cela avait fonctionné. Espérons que cela
fonctionne de la même manière cette fois-ci.
Le coût de l'opération est évalué à deux cents
millions de francs belges. Si on compare cela aux
dizaines de milliards que coûtera la gestion des
déchets radioactifs, on peut en conclure que cela
n'interviendra pas lourdement dans l'équilibre
financier global de cette opération.
Daarmee heb ik ook op uw vragen geantwoord,
mijnheer Wauters.
Wat zijn de volgende stappen? Wij zullen het staal
van Cogéma ontvangen. Wij hebben momenteel
contact met de Franse maatschappij om het hoe,
waar en wanneer vast te leggen. Het
controleprogramma dat enkele maanden geleden
door SCK en NIRAS werd voorgesteld, zal ook
worden toegepast.
Inzake het nucleair passief, is er in de Kempen
geen enkel gevaar voor de tewerkstelling in de
komende jaren omdat er enerzijds, in 3,9 miljard
frank in de begroting 2000 werd voorzien voor een
deel van het passief en anderzijds, er in de
bestaande fondsen inzake het tweede element
van het passief voldoende gelden aanwezig zijn.
Het is echter mijn intentie om tot een oplossing te
komen die erin bestaat dat de sector alles, wat in
de Conventie van december 1999 werd voorzien,
betaalt. Ik verwacht niet dat de belastingbetaler
daarvoor opdraait. Het geld van de schatkist en
van de belastingbetaler zal evenredig naar de
nucleaire activiteiten en naar de windmolens gaan.
Je ne parle pas ici du 1% d'énergies
renouvelables en Belgique. On aurait peut-être
obtenu d'autres pourcentages mais avec deux
poids, deux mesures. On essaie de redresser
cela.
Wat heb ik gezegd tijdens de
begrotingsdiscussie? Ik heb de Kamer het verslag
van de discussie gevraagd, maar ik vind daarin
niet terug dat ik zou hebben gezegd dat er eerst
een controle zou moeten komen en dan een derde
transport. Dat is nooit de beslissing van 10
november 2000 van de regering geweest. In dit
dossier is er in elk geval geen tegenstelling tussen
mij en minister Duquesne.
Voici la notification du conseil des ministres du 10
novembre que je possède en français: "Le conseil
des ministres marque son accord pour le
transport, la prise en charge et la réception de
deux convois supplémentaires de déchets vitrifiés
d'ici avril 2001." Voilà la décision du 10 novembre
rendue publique le 10 novembre au soir.
Ensuite: "Le conseil des ministres demande que
des échantillons actifs correspondant aux modes
de conditionnement des déchets belges soient
fournis avant fin 2000, pour procéder à des
contrôles complémentaires destructifs en
application de sa décision du 3 mars 2000."
Il n'a pas été question des non destructifs parce
qu'il n'y avait pas lieu de le répéter. Pour les
contrôles destructifs, il faut des échantillons, pour
les autres un canister suffit.
Je poursuis: "Le gouvernement s'engage à ce que
les résultats des analyses de ces échantillons de
contrôle soient disponibles avant novembre 2001."
Par conséquent, si j'ai dit quelque chose qui soit
contraire à la décision du conseil des ministres, je
n'aurais pas dû. Mais je ne le pense pas car cela
ne se retrouve pas dans le procès-verbal que j'ai
relu avant de le transmettre pour accord à la
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Chambre.
Je pense avoir par ceci répondu à tous les
intervenants.
01.06 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de staatssecretaris, ik dank u voor dit antwoord.
Op sommige punten kreeg ik echter geen
antwoord en wel inzake, onder meer, de
uitspraken van kabinetschef Barbé met betrekking
tot de lokale antennes van het FANC. Worden die
bevestigd? U heeft het gehad over de
tewerkstelling van het SCK. Ik heb ook vragen
gesteld over de toekomst van het SCK, waar toch
de wetenschappelijke expertise aanwezig moet
zijn en waar eventueel in de toekomst de
methodes van bewaring en behandeling zouden
kunnen worden verbeterd. Ook daarop kreeg ik
geen antwoord.
Dan is er nog de financiering van het nucleair
passief. U zegt dat 3,9 miljard frank aan het
NIRAS zou worden overgedragen. Uiteindelijk
zullen die investeringen dienen plaats te vinden in
Belgoprocess. Waarom is er geen rechtstreekse
overdracht naar Belgoprocess? Indien dit niet
gebeurt, onder welke modaliteiten zal
Belgoprocess dan worden gefinancierd? Met
andere woorden, wanneer vinden concrete
uitbetalingen plaats? Ook dat zal belangrijk zijn
voor de garantie van tewerkstelling. Onder welke
voorwaarden zullen die betalingen plaatsvinden?
Daar heb ik geen antwoord op gekregen.
Dan is er nog de eventuele voorfinanciering van
het nucleair passief BP2. U zegt dat u het akkoord
nodig hebt van de elektriciteitsproducenten. Werd
het bedrag ingeschreven in de begroting? Wat als
er op korte termijn geen akkoord van komt? Wat
zult u dan ondernemen? In elk geval stel ik vast
dat men u voor het tweede en derde transport
gedeeltelijk niet heeft gevolgd. Mag ik aannemen
dat u zegt dat deze regering geen bijkomende
transporten nog zal vergunnen vooraleer de
vermelde bijkomende onderzoeken zullen zijn
gebeurd en dat de resultaten daarvan bekend
zijn? Of is dit niet zo? Kunnen volgens u eventueel
toch nog vergunningen worden toegestaan terwijl
de bijkomende onderzoeken nog bezig zijn?
01.07 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
ministre, quant à la forme, vous avez laissé
entendre que les questions que j'ai posées vous
ont quelque peu surpris mais elles étaient
explicitement mentionnées dans ma note écrite.
Je m'étonne que vous n'en ayez pas été informé.
Le 14 novembre, j'avais déposé un document au
secrétariat de la commission en indiquant mon
souhait de parler de la faisabilité technique de la
solution, de sa réalisation, de son coût, etc.
J'espère que ce n'est qu'un malentendu. Je ne
souhaitais pas qu'on puisse croire que je posais
des questions sans avoir prévenu.
Monsieur le ministre, vous avez répondu en effet à
un nombre relatif de mes questions. Vous
confirmez donc de la manière la plus claire que
vous prélevez des échantillons dans cette espèce
de « soupe » - je suis désolé pour le terme -
commune à tous les clients de COGEMA. Vous
nous dites qu'un appareillage existant a déjà servi
pour faire ce genre de prélèvement, voici six ans
pour le Japon. J'imagine donc qu'à l'époque, les
Japonais avaient des suspicions quant au
processus, ce qui a justifié leur volonté de
prélever des échantillons et de s'assurer, comme
vous souhaitez le faire maintenant, de leur
conformité avec les spécificités des cahiers des
charges ou de l'usine.
Vous savez sans doute que le processus
industriel a été validé par l'ONDRAF et par des
réviseurs extérieurs. Ce processus a pris 7 à 8
ans de tractations entre les uns et les autres afin
d'établir les contrats. J'imagine donc que vous
avez des indices suffisants aujourd'hui, permettant
de suspecter que les produits que vous allez
recevoir ne seraient plus conformes aux
prescriptions de l'époque. A quoi bon dépenser
tout cet argent si vous n'aviez pas de bonne
raison aujourd'hui de croire que le processus n'est
plus conforme à celui qui a été validé? Dans cette
hypothèse, si les Japonais ont procédé à de tels
échantillonnages et à leur analyse, il serait
intéressant de connaître leur conclusion. Y a-t-il
un rapport indiquant le résultat de cette opération?
J'ai des questions à ce sujet mais je comprends
que vous ne puissiez pas y répondre
immédiatement.
Vous nous dites que cela va coûter 200 millions
de francs. Je voudrais savoir ce qu'ils recouvrent.
S'agit-il de l'ensemble de la procédure? Pour le
dire d'une manière imagée: supposons que vous
recevez un rapport circonstancié du CEN et qu'il a
coûté 200 millions! Entendons-nous: ce rapport et
tout ce qu'il a fallu faire pour obtenir les chiffres
qui sont dedans. Pouvez-vous nous confirmer que
vous avez les assurances - à titre personnel, je
suis très sceptique sur la faisabilité de tout cela
dans ces délais et pour une telle somme - que
dans les délais annoncés, vous obtiendrez du
CEN un rapport circonstancié, avec des examens
descriptifs, sur des échantillons de haute activité?
Comment les échantillons vont-ils être transportés
de La Hague en Belgique? C'est de la haute
06/12/2000
CRIV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
activité et il faudra une autorisation de votre
collègue ministre de l'Intérieur. Je suppose qu'il la
donnera. Le centre est-il équipé, encore
aujourd'hui, des boîtes à gants ou des
équipements nécessaires pour traiter des
éléments sans uranium de haute activité et faire
des analyses descriptives? Si ce n'est pas le cas,
il faudra investir en ce sens. Je voudrais que vous
nous confirmiez précisément que les 200 millions
de francs dont vous nous parlez couvrent tout cela
et que vous avez des garanties qu'il en sera bien
ainsi. Puisque vous me dites que la méthode est
au point, sauf s'il existe un aspect stratégique que
je n'imagine pas, pourriez-vous nous informer du
contenu de cette méthode? Je voudrais un
document technique sur la méthode utilisée.
Comment va-t-on l'analyser? A charge de qui,
etc.?
Vous avez fait allusion au contrat de 1998 en
complimentant vos prédécesseurs pour une partie
de leur décision. Je pense, monsieur le ministre,
qu'il y avait une énorme différence. Ma question
aujourd'hui vise à savoir si vous avez la possibilité
juridique de trouver 200 millions de francs dans le
contrat actuel pour financer ces travaux. Autre
chose était, à l'époque, de ne pas autoriser la
poursuite d'un contrat ou la mise en oeuvre d'une
partie d'un contrat qui comprenait lui-même une
clause résolutoire. A l'époque, il était possible de
dénoncer juridiquement ce contrat.
J'espère que vous conviendrez avec moi
qu'ajouter une clause à l'autorité de l'Etat sur la
base de laquelle on impose pour 200 millions de
suppléments d'analyse est, sur le plan juridique,
fondamentalement différent.
Peut-être ai-je été distrait, mais je ne sais toujours
pas qui doit payer. Vous avez parlé d'une goutte
d'eau dans la mer du coût des déchets. Peut-être!
Mais contractuellement, sauf si je ne suis pas bien
informé, le paiement n'est prévu nulle part.
Je suppose donc que vous allez négocier avec
SYNATOM. Dans ce cadre, prévoyez-vous un
avenant au contrat avec COGEMA pour couvrir
ces frais en prévoyant un financement par
SYNATOM ou qui que ce soit d'autre?
Dans ces conditions, pouvez-vous m'assurer que
le montant annoncé sera respecté? Dans la
négative, il faudra prévoir un avenant "élastique".
Pour conclure, je dirai qu'il subsiste de grandes
zones d'ombre sur un certain nombre d'aspects
que vous avez évoqués.
Je continue à m'interroger sur l'opportunité de la
procédure que vous avez lancée visant à procéder
à des analyses complémentaires. Cela n'a de
sens que si vous avez des suspicions fondées
que le processus pourrait ne pas générer
aujourd'hui les déchets annoncés.
Voilà les raisons pour lesquelles, monsieur le
président, monsieur le ministre, j'ai déposé une
motion de recommandation.
01.08 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de staatssecretaris, 200 miljoen frank is,
vergeleken bij 15 miljard frank en 42 miljard frank,
inderdaad peanuts. Wij zijn echter tevreden dat dit
bedrag toch besteed wordt. Dat betekent immers
een vernieuwing in het beleid. Ik weet dat het
nucleair passief niet van vandaag op morgen kan
worden afgebouwd en dat dit nog vele jaren zal
duren. Het gaat hier echter om een vernieuwing in
het beleid en daar ben ik tevreden over. Aan de
maatregelen die u voor de begroting van 2000
hebt genomen is ook een sociaal luik verbonden,
onder meer met betrekking tot de tewerkstelling.
Men werkt ook op het vlak van de veiligheid en de
volksgezondheid. U onderschrijft ten volle dat wij
als staat onze verantwoordelijkheid moeten blijven
nemen. Ook de elektriciteitssector moet echter
zijn verantwoordelijkheid nemen. Het is immers
altijd hetzelfde liedje. Als men kan vluchten, zal
men dat ook doen. Men wast zijn handen in
onschuld. Hun eigen verantwoordelijkheid, in
centen uitgedrukt, blijft dan ook zwaar op hen
wegen. Samen met degenen die beslist hebben
om een nucleaire industrie op poten te zetten zijn
zij mee verantwoordelijk. Wij zijn dus tevreden dat
er stappen worden gezet om tot een nieuw beleid
te komen. Voor de eerste drie transporten werden
vorig jaar vergunningen afgeleverd zonder dat de
bijkomende voorwaarden werden opgelegd. Ik
reken erop dat u vanaf het vierde transport zult
zorgen voor een daadwerkelijke controle. Als dat
niet gebeurt, rekent onze fractie erop dat er geen
vergunning kan worden afgeleverd voor nieuwe
transporten. Als men een beslissing neemt en
men wil ze controleren, dan lijkt het mij duidelijk te
zijn dat de bijkomende voorwaarden vanaf het
vierde transport vervuld moeten zijn.
01.09 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik had gewezen op een verschil tussen
de beweringen van minister Duquesne en
staatssecretaris Deleuze. Ik denk dat er geen
tegenspraak is tussen beide in zoverre dat
bijkomend staalonderzoek zal gebeuren nadat het
derde transport reeds gearriveerd is. Het kan niet
anders, want u hebt de einddatum voor de
uitvoering van de tests op november 2001
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
bepaald. Het derde transport moet echter terug
zijn op 31 maart 2001. Ik heb begrepen dat dit
transport er komt. De tests zullen in La Hague
worden uitgevoerd. Op dat moment zijn de
transporten waarop dat onderzoek betrekking
heeft, eigenlijk al terug. Ik deel de mening van
minister Poncelet dat daar staalonderzoek zal
gebeuren maar de garantie dat het staal in La
Hague precies weerspiegelt wat zich ondertussen
in België bevindt, bestaat niet.
De bijkomende voorwaarden zullen pas van kracht
zijn nadat het derde transport reeds terug is. Dat
is zeker niet naar de geest van het debat over de
terugkeer van het tweede en derde transport. Ik
herinner me dat ik daarover vragen gesteld heb en
toen verklaarde men dat de terugkeer van het
tweede en derde transport aan bijkomende
voorwaarden onderworpen was. Dat was de
inbreng van staatssecretaris Deleuze die blijkbaar
nodig was om het gezicht van de groenen te
redden in de kwestie van de terugkomst van dit
verglaasd afval. Nu stelt men dat de bijkomende
voorwaarden er slechts komen nadat de
transporten zijn gebeurd. Dat zijn vijgen na Pasen.
In elk geval is deze manier van handelen niet
conform met de beloftes die voor de terugkeer van
het tweede en het derde transport zijn gedaan.
01.10 Minister Olivier Deleuze: Dank u wel voor
uw bezorgdheid wat het gezicht van de groenen
betreft.
Si j'en crois le résultat des élections à Ciney,
aucune menace ne plane pour le moment mais on
ne sait jamais.
De lokale antennes van het FANC zijn een
bevoegdheid van de minister van Binnenlandse
Zaken. Mijn kabinetschef heeft misschien zijn
mening daarover gezegd. Hij is een intelligent
man, maar dat onderwerp is zijn noch mijn
bevoegdheid. Dat is de bevoegdheid van de heer
Duquesne.
Le futur du CEN n'est pas en question ici.
Ten derde, NIRAS en Belgoprocess zijn in dit
dossier hetzelfde. Als middelen naar het NIRAS
worden overgedragen, komen zij bij Belgoprocess
terecht, om het werk van Belgoprocess te doen. Ik
weet niet wie bij NIRAS en wie bij Belgoprocess
werkt. Dat is een geheel. Als de financiële
middelen van NIRAS worden gewaarborgd, zijn de
middelen van Belgoprocess ook onmiddellijk
gewaarborgd.
Wat de financiering van BP2 betreft, kan u zeggen
dat tijdens deze regering en tijdens mijn
ambtstermijn, dat niet door de belastingbetaler zal
worden betaald.
Voorzitter: Jos Ansoms.
Président: Jos Ansoms.
En ce qui concerne l'opportunité du programme
de contrôle, je précise que les contrôles sont
effectués en Belgique et non à La Hague où sont
effectuées les prises d'échantillons.
Si cela se déroule en collaboration avec d'autres
instituts, alors les contrôles peuvent aussi y être
effectués.
Il ne s'agit pas d'avoir une suspicion quelconque
mais d'être très attentif à l'arrêté royal de mars
1981 qui stipule que, à partir du moment où il y a
réception des déchets et qu'aucun défaut n'est
détecté dans les 50 ans de la réception des
déchets, les producteurs de déchets sont quittes
de leurs responsabilités.
Afin d'être sûr qu'aucun défaut n'est détecté, j'ai
estimé que des contrôles supplémentaires
seraient nécessaires. Ce n'est pas de la suspicion
mais je crois que la société a le droit de contrôler
le transfert de propriété et de responsabilités,
sans pour autant faire des procès d'intention.
Contrôler est un droit. Si on nous mettait des
bâtons dans les roues lors de ces contrôles, il
faudrait alors nous dire pourquoi.
Il faut être clair sur la philosophie des contrôles, le
droit de contrôler est soutenu par l'arrêté royal qui
limite le droit à dommage pour une durée de 50
ans. Je le regrette mais c'est ainsi.
En ce qui concerne la différence entre les contrats
de retraitement et les contrats ONDRAF
-
SYNATOM, je ne peux pas vous donner le détail
de ces contrats. Je ne suis pas convaincu que la
situation est fondamentalement différente entre
ces deux types de contrats.
Ter attentie van de heer Wauters ten slotte
herhaal ik dat er dankzij de door de regering
genomen maatregelen geen enkel probleem
inzake werkgelegenheid bestaat, noch bij de
Niras, noch bij Belgoprocess, noch bij het SCK.
01.11 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, je répète ma question.
Sur l'image que vous prenez, si vous achetez une
voiture, on peut en effet vous assurer que les
freins fonctionnent bien. Si vous achetez une
voiture, vous allez tester vos freins. Vous n'allez
06/12/2000
CRIV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
pas demander au distributeur d'analyser des
plaquettes de frein dans sa chaîne de distribution
quelque part dans le monde et en déduire que
votre voiture freine bien. Cela n'a aucun sens.
Votre droit - qui pourrait le mettre en cause? - en
tant que client de faire valider un processus,
évidemment oui, si la méthode que vous aviez
choisie vous permettait de dire que le produit que
vous recevez est conforme à la spécification. En
l'occurrence, la méthode que vous avez choisie ne
vous permettra pas de dire que les canisters du
bâtiment 36 à Belgoprocess correspondent à la
spécification. De ce point de vue, je n'en vois donc
pas l'intérêt.
01.12 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de voorzitter, Ik heb inderdaad vragen omtrent dat
bijkomende onderzoek. Indien het relevant is, lijkt
het mij evident dat deze regering geen bijkomende
vergunningen meer aflevert zolang de bijkomende
onderzoeken geen eindresultaat opgeleverd
hebben en er geen conclusies kunnen getrokken
worden. Daarom stelde ik u daarnet de vraag of u
nog toestaat dat er bijkomende vergunningen
afgeleverd worden zonder dat de eindresultaten
van uw bijkomend onderzoek gekend zijn?
Ik heb een vraag gesteld en daar is niet op
geantwoord. Daarom stel ik ze opnieuw. In het
licht van wat de staatssecretaris meegedeeld
heeft, lijkt het antwoord me evident.
De voorzitter: Ik stel vast dat de staatssecretaris
niet meer antwoordt.
Collega's, ik wens erop te wijzen dat wij de
volgens het Reglement toegemeten tijd
ruimschoots hebben overschreden.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Jean-Pol Poncelet en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Servais
Verherstraeten en Jean-Pol Poncelet
en het antwoord van de staatssecretaris voor
Energie en Duurzame Ontwikkeling,
verzoekt de regering zo spoedig mogelijk
opheldering te verschaffen over de technische,
methodologische, juridische en budgettaire
aspecten van haar beslissing om destructieve
onderzoeken van het verglaasd afval afkomstig
van de opwerking te La Hague uit te voeren of te
laten uitvoeren, en het Parlement daarover in te
lichten;
in afwachting van die opheldering, geen enkel
voorbehoud van welke aard dan ook meer te
maken bij de terugkeer van dat afval, zoals
bepaald bij de overeenkomsten en de contracten
tot regeling van de opwerking."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Jean-Pol Poncelet et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Servais
Verherstraeten et Jean-Pol Poncelet
et la réponse du secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable,
demande au gouvernement de clarifier dans les
meilleurs délais les aspects techniques,
méthodologiques, juridiques et budgétaires de sa
décision de procéder ou de faire procéder à des
examens destructifs sur les déchets vitrifiés issus
du retraitement à La Hague, et d'en informer le
Parlement;
dans l'attente de cette clarification, de ne plus
imposer de réserve d'aucune sorte au retour de
ces déchets en application des conventions et des
contrats qui organisent le retraitement."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Maurice Dehu, Georges Lenssen en Joos
Wauters.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Maurice Dehu, Georges Lenssen et Joos
Wauters.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Servais Verherstraeten en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Servais
Verherstraeten en Jean-Pol Poncelet
en het antwoord van de staatssecretaris voor
Energie en Duurzaame Ontwikkeling,
verzoekt de regering
1. geen vergunningen van transporten toe te staan
alvorens de bijkomende onderzoeken uitgevoerd
zijn zoals aangekondigd door de minister;
2. geen vergunningen van transporten toe te staan
alvorens de werkgroepen Deleuze en Duquesne
resultaten boeken met betrekking tot garantie van
nucleair passief, tewerkstelling en veiligheid in de
nucleaire sector."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Servais Verherstraeten et est libellée
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Servais
Verherstraeten et Jean-Pol Poncelet
et la réponse du secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable,
demande au gouvernement
1. de ne pas délivrer d'autorisations de transport
avant d'avoir effectué les analyses annoncées par
le ministre;
2. de ne pas délivrer d'autorisations de transport
avant que le groupe de travail Deleuze-Duquesne
ait obtenu des garanties relatives au passif
nucléaire, à l'emploi et à la sécurité dans le
secteur nucléaire."
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
02 Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry
aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "de geplande
vestiging van windmolens voor onze kust" (nr.
2715)
02 Question orale de M. Luc Goutry au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable sur "l'implantation
envisagée d'éoliennes devant notre côte" (n°
2715)
02.01 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de
staatssecretaris, ik kom met deze vraag terug op
een thema waarover ik u reeds op 27 juni
ondervroeg. Het gaat om de geplande vestiging
van windmolens in zee voor onze Belgische kust.
U hebt toen in uw antwoord gezegd dat er
aanvragen van de elektriciteitsmaatschappijen
waren. U beschikte toen nog niet over een groot
dossier. Er moest nog een milieu-
impactonderzoek gebeuren. U zei toen dat er
moest afgewacht worden, maar u gaf wel te
kennen dat u een voorstander was van de
spreiding van enkele kleinere parken in plaats van
één megapark van ongeveer 1000 megawatt dat
slechts een kleine site zou beslaan. Natuurlijk,
wanneer men de parken gaat spreiden, gaat men
onze smalle kuststrook volledig hypothekeren.
Mijnheer de staatssecretaris, is er al een evolutie
in dit dossier? Weet u al iets over de milieu-
impactstudie? Is men al begonnen met
aanbestedingen of lastenkohiers? Is daarbij een
concessiemodel uitgetekend? Is daarbij iets
opgenomen over eventuele compensaties voor de
visgronden die zouden verloren gaan? Dit zijn de
voornaamste vragen.
02.02 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Goutry, ik ben geen
voorstander van een heleboel kleine
windmolenparken in plaats van één groot. Volgens
mij zijn er tussenoplossingen mogelijk. Men moet
niet zomaar lukraak windmolens gaan plaatsen in
de Noordzee. Daar vinden immers nog andere
activiteiten plaats dan alleen het produceren van
elektriciteit. De Noordzee moet niet uitsluitend
gebruikt worden voor de productie van elektriciteit.
Ik denk dus niet dat een groot aantal kleine
windmolenparken de beste oplossing is. We
moeten rekening houden met andere elementen,
ook economische elementen.
Het voorstel van koninklijk besluit betreffende de
voorwaarden en de procedure voor de toekenning
van de domeinconcessies werd door de
Ministerraad van 20 juli 2000 goedgekeurd. Ik heb
maandag het advies van de Raad van State
ontvangen. Dit is voor mij een belangrijk nieuw
element in dit dossier. Het advies is grosso modo
positief. Ik bedoel daarmee dat er geen
belangrijke hindernis meer bestaat om het
koninklijk besluit over de toekenning van de
domeinconcessies te publiceren. Ik hoop dat het
nog in de loop van december 2000 of begin 2001
in het Staatsblad kan verschijnen. Daarna kunnen
we verder werken.
In het huidige stadium is dit koninklijk besluit
echter nog niet officieel bekendgemaakt. Bijgevolg
werden er nog geen formele aanvragen voor
concessies ingediend. Ik volg dit dossier
persoonlijk, en ik denk dat iedereen die
verantwoordelijkheid draagt voor de energie in
België dat ook doet. Het is natuurlijk een
interessant en mooi dossier. Ik ben voorstander
van het installeren van windmolenparken in zee. Ik
hoop en denk dat het inderdaad zal gebeuren.
Daarvoor zijn wel nog twee koninklijke besluiten
nodig. Eén voor wat de mariene milieuwetgeving
betreft, dat onder de bevoegdheid van mevrouw
Aelvoet valt, en een tweede over de kabels tussen
de windmolenparken en de kust, dat onder de
bevoegdheid valt van de minister van
Economische Zaken en van mijzelf. Dit laatste
koninklijk besluit is meer technisch van aard en zal
minder problemen stellen. Het zal een van de
volgende dagen verschijnen. Het is echter minder
cruciaal voor de voortgang van het proces.
Het volgend stadium is het verschijnen van het
koninklijk besluit over de toekenning van
concessies. Daarna zullen de officiële aanvragen
kunnen worden ingediend.
06/12/2000
CRIV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
02.03 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, als ik het goed
begrijp zegt u dat over het ontwerp van koninklijk
besluit een advies werd uitgebracht door de Raad
van State. Met dat ontwerp zelf hebben wij geen al
te grote moeite en dus kan het binnenkort in het
Belgisch Staatsblad verschijnen. Tot op dat
ogenblik is het koninklijk besluit nog niet officieel
en kan er moeilijk op worden gereageerd.
U beweert dat het koninklijk besluit vooral over de
voorwaarden en de procedure van de concessie
handelt. Ik ben vooral benieuwd naar de invulling
van de voorwaarden. Wat houden ze precies in?
Staat er iets in over de compensaties voor het
verlies van visgronden? Staat het aantal locaties
in de voorwaarden vermeld? Wat houdt dit
koninklijk besluit eigenlijk in?
02.04 Minister Olivier Deleuze: U zal de inhoud
van het koninklijk besluit binnenkort kunnen lezen,
eens wij de punten hebben herschreven waarover
de Raad van State opmerkingen heeft
geformuleerd. Wij verwachten echter geen
opmerkingen over de algemene procedure.
In het koninklijk besluit staat er niets over
compensaties of locaties. Het betreft alleen maar
de te volgen procedure bij het aanvragen van
concessies. We hebben overwogen nu al zones te
bepalen samen met de specialisten van het
mathematisch model van de Noordzee. We
hebben echter besloten daarmee te wachten tot
de aanvragen binnenkomen. Dan zal er
gesproken worden over het aantal windmolens, de
locaties, eventuele compensaties enzovoort. De
compensaties hangen natuurlijk af van de locaties
van de windmolens, dus dat zal geval per geval
worden bestudeerd.
02.05 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de minister,
wellicht kunnen hoop en al slechts twee of drie
producenten intekenen op een dergelijke
concessie. Bovendien zullen de geïnteresseerden
niet eens weten waarvoor zij zich inschrijven,
aangezien terzake nog niets werd bepaald. Zij
kunnen slechts een aanvraag indienen met
betrekking tot de concessie, maar voor het
overige weten zij eigenlijk niets.
02.06 Minister Olivier Deleuze: Toch wel, want zij
worden zeer goed geïnformeerd. Het zijn immers
bondgenoten en ik breng hen constant op de
hoogte van de stand van zaken. Ik ga steeds na of
wij het eens kunnen zijn over de bepalingen van
het koninklijk besluit.
Sta mij toe, mijnheer de voorzitter, aangezien het
koninklijk besluit toch zal verschijnen in de loop
van de volgende dagen, dit onderwerp alsdan
opnieuw te berde te brengen. Op dit ogenblik
wens ik evenwel niet meer duidelijkheid te
verschaffen omtrent de inhoud ervan, omdat de
tekst nog moet worden aangepast, rekening
houdend met de opmerkingen van de Raad van
State.
Zodra het document verschijnt breekt er een
volgende fase aan en dan kunnen wij hierover
voortpraten.
02.07 Luc Goutry (CVP): Dat betekent dus dat
het ontwerp momenteel niet kan worden
voorgelegd aan het Parlement?
02.08 Minister Olivier Deleuze: De tekst van het
ontwerp moet nog worden gewijzigd, aangezien de
opmerkingen van de Raad van State nog moeten
worden ingevoegd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van mevrouw Simonne
Creyf aan de eerste minister over "de
aanduiding van de netbeheerder in het kader
van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt"
(nr. 2751)
03 Question orale de Mme Simonne Creyf au
premier ministre sur "la désignation du
gestionnaire du réseau dans le cadre de la
libéralisation du marché de l'électricité"
(n° 2751)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable)
03.01 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, bij de
liberalisering van de elektriciteitsmarkt is de
aanduiding van de netbeheerder de eerste stap in
de uitvoering van de Europese richtlijn. Deze
aanduiding loopt trager dan verwacht en ze wordt
voorlopig door de regering geblokkeerd, vooral in
verband met de discussie over de inbrengwaarde
van het transmissienet. De Ministerraad heeft
aangekondigd dat de regering in november 2001
deze netbeheerder zal aanduiden. Welnu, op 12
september 2000 heeft de Europese Commissie
een brief gestuurd met de vaststelling dat België
de Europese elektriciteitsrichtlijn nog steeds niet
heeft uitgevoerd en de Europese Commissie
verwacht uiterlijk op 12 november 2000 een
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
antwoord.
In de regeringsverklaring van de eerste minister,
in oktober 2000, lezen we onder meer: "De
Europese Commissie heeft ons terecht verwijten
gemaakt. De regering heeft nu een schema
uitgewerkt dat ertoe moet leiden om op korte
termijn te komen tot de aanstelling van een
netwerkbeheerder. De activiteiten van Electrabel
zullen worden gehergroepeerd in een productie-
en netbeheerdersmaatschappij. De inbreng van
de gemeenten in deze maatschappij zal worden
geregeld en een beursgang zal worden
georganiseerd".
Mijnheer de staatssecretaris, heeft de regering
tijdig geantwoord op de brief van de Europese
Commissie? Welke maatregelen werden
ondertussen genomen om aan de bezwaren van
de Europese Commissie tegemoet te komen?
Welke organisatie stelt de regering voor om de
strenge onafhankelijkheid van de netbeheerder te
waarborgen? De onafhankelijkheid is immers
nodig om de goede werking van de
geliberaliseerde elektriciteitsmarkt te garanderen.
Er zullen ook garanties inzake personeel,
technische uitrusting en controle op de toegang tot
het net nodig zijn. Hoe zal die onafhankelijkheid
kunnen worden gewaarborgd en is er ter zake
reeds een voorstel van organisatie?
De regering heeft de CREG gelast een college
van bedrijfsrevisoren aan te stellen om de waarde
van het transmissienet te evalueren. Op basis van
de boekhoudkundige waarde of van de huidige
marktwaarde kunnen verschillende
evaluatiemethodes tot enorme verschillen leiden.
Dit zal een rechtstreekse invloed hebben op de
transmissienettarieven.
Welke is de filosofie van de regering en zal de
regering rekening houden met de adviezen van de
experts? Welk scenario stelt de regering voor
inzake de aanduiding van de netbeheerder?
Volgens verklaringen van Electrabel zouden zo'n
1500 personeelsleden worden overgedragen aan
de netbeheerder. Dit lijkt mij, gezien de vereiste
knowhow, logisch, want die knowhow zit vooral bij
Electrabel. Welk statuut werd voor deze
personeelsleden uitgewerkt en werd hierover
overleg gepleegd met vertegenwoordigers van de
werknemers?
03.02 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer de
voorzitter, ik dank mevrouw Creyf voor haar vraag.
Gevolg gevend aan een schrijven van de
Europese Commissie heb ik mijn diensten
verzocht geregeld de betrokken diensten van de
Europese Commissie de nodige inlichtingen over
te maken in verband met de beslissingen en
besluiten voor de inwerkingstelling van de wet van
29 april 1999. Het gaat over de
uitvoeringsbesluiten van 24 oktober en 2
november 2000 en de beslissing van de
Ministerraad van 22 november 2000 betreffende
de aanstelling van de beheerder van het
transmissienet voor elektriciteit.
Gevolg gevend aan het verslag van de groep
deskundigen van 15 december 1999 heeft de
regering op 5 april besloten de maatregelen
inzake het waarborgen van een onpartijdige
werking van de toekomstige beheerder van het
transmissienet voor elektriciteit drastisch te
versterken. Enerzijds komt er een versterking van
de maatregelen van corporate gouvernance
voorzien in het koninklijk besluit van 3 mei 1999
dat door de vorige regering was goedgekeurd.
Deze maatregelen bleken echter onvoldoende om
de inwerkingstelling van corporate gouvernance te
verzekeren. Het aantal en de rol van de
onafhankelijke beheerders werd reeds versterkt.
Dit koninklijk besluit is reeds verschenen in het
Belgisch Staatsblad. Anderzijds gaat het over een
diversificatie van het kapitaal van de beheerder
van het transmissienet.
Op 22 november heeft de regering beslist dat het
verslag van de revisoren, benoemd door de
CREG, moest beëindigd zijn tegen 15 december.
Ik kan de inhoud ervan natuurlijk niet voorspellen
daar dit verslag op onafhankelijke wijze opgesteld
werd door de revisoren die de CREG onder haar
leiding heeft aangesteld. De beslissing van de
regering over het scenario van de aanstelling van
de transportnetbeheerder werd thans
goedgekeurd. Het overleg en de
onderhandelingen waarmee ik reeds ettelijke
maanden geleden met de betrokken actoren ben
gestart, zal verwerkt worden in een globaal
akkoord.
Voor het opstellen van de definitieve teksten
dienen twee voorafgaande punten in acht te
worden genomen: ten eerste, de conclusie van het
verslag van de groep revisoren die door het CREG
zijn aangesteld en, ten tweede, het opstellen door
het CREG van een nota over de tarieven tegen
uiterlijk 31 december. De aanstelling van de
transportnetbeheerder wordt effectief in de lente
van 2001. De gemeenten zullen een belangrijke
participatie hebben en de beursgang zal worden
georganiseerd.
De beslissing van de regering van 5 april voorziet
06/12/2000
CRIV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
erin dat de statuten van het huidig personeel van
de maatschappij die het transmissienet beheert
van kracht blijven voor de overgang van dit
personeel naar de nieuwe transportnetbeheerder.
De collectieve arbeidsovereenkomst nummer
32bis van 5 juni 1985 blijft dus van kracht.
03.03 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de staatssecretaris voor zijn
antwoord, hoewel hij geen nieuwe gegevens heeft
verstrekt. Diversificatie van kapitaal is mijn inziens
onvoldoende om de onafhankelijkheid van de
netbeheerder te garanderen. Het zijn uiteraard
essentiële voorwaarden, maar ook andere
factoren spelen een rol. Ik had graag vernomen of
de regering een scenario voor ogen heeft om deze
onafhankelijkheid te garanderen, zoals
bijvoorbeeld de onafhankelijkheid van het
personeel? Wie zal bijvoorbeeld de controle op de
toegang tot het net verzorgen? Hoe moet dit
precies gebeuren? Ik betwijfel dat de technische
aspecten door de CREG kunnen worden
geregeld. Hoe zit het met de technische
onafhankelijkheid van de
transmissienetbeheerder?
U zegt dat uw diensten de informatie zullen
overbrengen aan de Europese Commissie. Wij
weten niet om welke informatie het gaat. U zegt
dat wij op het verslag van de revisoren moeten
wachten, maar u weet ook dat de regering
uiteindelijk een waardering over het verslag van
de revisoren zal moeten uitspreken. Zal de
regering hiermee rekening houden? Welke vorm
van waardering zal worden gegeven en in welke
richting? Wij vernemen dat er in de regering een
discussie over een zo hoog mogelijke waardering
van het net is, anderen zijn voorstander van een
zo laag mogelijke waardering van het net. Er zijn
zo veel problemen waarover ik door de regering
wil worden geïnformeerd. Tot mijn spijt krijg ik
alleen verwijzingen naar beslissingen in de
Ministerraad te horen, heel korte beslissingen
waarover trouwens niet eens persberichten zijn
verschenen.
Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat ik alleen
formele antwoorden van de staatssecretaris krijg,
maar onvoldoende om te begrijpen op welke
manier de regering momenteel met de aanduiding
van de netbeheerder bezig is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van mevrouw Simonne
Creyf aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "de commissie
voor de regulering van de elektriciteit en het
gas" (nr. 2754)
04 Question orale de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable sur "la commission de
régulation de l'électricité et du gaz" (n° 2754)
04.01 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb deze vraag op 22 november
ingediend. Intussen hebben we tijdens de
begrotingsbesprekingen de kans gekregen om de
CREG te behandelen. Ik heb intussen ook de
beslissing van de ministerraad gezien. Ik zal mijn
oorspronkelijke vraag dan ook beperken tot twee
delen.
Ten eerste wil ik ingaan op de adviezen van de
CREG. Er werden reeds diverse adviezen
uitgebracht, zowel op vraag van de regering als op
eigen initiatief, over de liberalisering van de
elektriciteitsmarkt. Wat is het statuut van de
adviezen van de CREG? In welke mate houdt de
regering rekening met deze adviezen? Met welke
adviezen heeft de regering reeds rekening
gehouden? Als de regering geen rekening wenst
te houden met de adviezen van de CREG, kan ze
dat dan gewoon beslissen? Moet dat ergens
genotuleerd worden? Kan men daar inzage in
krijgen en moet dit gemotiveerd worden? Ik had
graag van de staatssecretaris vernomen hoe het
nu zit met de adviezen van de CREG.
Ten tweede wil ik graag weten hoe ver men staat
met het oprichten van de algemene raad.
04.02 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer de
voorzitter, de adviezen van de CREG zijn voor mij
een heel nuttig en belangrijk instrument voor mijn
beleid. De waarde van deze adviezen is
vastgelegd in de wet van 29 april 1999 betreffende
de organisatie van de elektriciteitsmarkt die
voorziet in de oprichting van een regulerend
orgaan. Volgens het verslag dat door de bevoegde
Kamercommissie die het wetsontwerp heeft
onderzocht, werd opgesteld, moeten de essentiële
kenmerken van de CREG onafhankelijkheid en
deskundigheid zijn. Het is dus aan de CREG zelf
om zijn informatiebeleid te definiëren op grond van
de wet van 11 april 1994 betreffende de publiciteit
van de administratie. De adviezen van de CREG
handelen ook over de gassector, alsmede over
andere aspecten van de twee wetten van 29 april
1999 betreffende de organisatie van de
elektriciteits- en gasmarkt.
Recent werd een aantal koninklijke besluiten
uitgevaardigd, onder andere over de nieuwe
installaties voor de productie van elektriciteit, over
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
de instelling van nieuwe directe lijnen, over de
verkiesbaarheid van nieuwe categorieën van
elektriciteitsgebruikers in het kader van de
versnelling van de liberalisering van de
elektriciteitsmarkt en over de versterkte
onafhankelijkheid van de beheerder van het
transmissienet.
Aangezien de steeds uitgebreide adviezen soms
handelen over besluiten met allerhande
bepalingen, valt het soms duidelijk uit te maken of
het advies al dan niet gevolgd werd. Met sommige
delen van de adviezen werd geen rekening
gehouden; andere werden volledig overgenomen.
Overigens heeft de Raad van State mij een aantal
keer gelijkgegeven wanneer ik een bepaald advies
van de CREG niet heb gevolgd. Op het ogenblik
worden besluiten voorbereid en sommige moeten
nog voor advies naar de Raad van State.
De CREG heeft ook op eigen initiatief adviezen
uitgebracht. Een ervan werd grondig onderzocht
en de regering heeft er rekening mee gehouden in
haar beslissing van 20 juli in verband met de
inwerkingstelling van de liberalisering van de
gasmarkt.
Wat de algemene raad van de CREG betreft,
gevolg gevend aan het verslag van de door de
regering opgerichte groep deskundigen dat op 15
december 1999 werd bekendgemaakt, voorzien
de beslissingen van de federale regering van 5
april 2000 inzake organisatie van de
elektriciteitssector in de uitbreiding van de
algemene raad van de CREG, zodat de raad alle
actoren van de sector zonder discriminatie kan
vertegenwoordigen. Immers, met het door de
vorige federale regering op voorstel van voormalig
minister Poncelet aangenomen besluit over de
samenstelling van de raad werden belangrijke
categorieën actoren uitgesloten of konden niet
onmiddellijk worden vertegenwoordigd, namelijk
de grote elektriciteitsgebruikers, de Vereniging
voor de Verdediging van de Kleine Gebruikers,
alsmede de milieuverenigingen. Een koninklijk
besluit goedgekeurd in Ministerraad en
bekendgemaakt in het Staatsblad van 24 oktober
2000 wijzigt het koninklijk besluit van 5 mei 1999
betreffende de samenstelling en de werking van
de algemene raad van de commissie van de
CREG. Op 3 november heb ik een brief gericht tot
alle betrokkenen die effectieve en
plaatsvervangende vertegenwoordigers binnen de
CREG moeten voorstellen of aanstellen. De
algemene raad is samengesteld uit 39 leden van
wie er 26 stemgerechtigd zijn. Tot nu toe hebben
reeds enkele organisaties geantwoord en ik denk
dat de oprichting van de algemene raad niet lang
meer zal uitblijven.
Ik voeg er nog aan toe dat de aanwezigheid van
de milieuverenigingen in de raad een wijziging van
de wet van april 1999 vereist. Ik ben van plan een
tekst terzake tegen 15 januari 2001 bij het
Parlement in te dienen.
04.03 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb op één vraag geen antwoord
gekregen. Als de regering geen rekening houdt
met hun advies, moet dit dan gemotiveerd zijn of
niet?
04.04 Minister Olivier Deleuze: Neen, volgens de
wet moet dat niet gemotiveerd zijn. Voor de
Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling
voorziet de wet van 1997 in een motivatie. In deze
kwestie voorziet de wet van 1999 niet in een
motivatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van mevrouw Els Van
Weert aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "het zogenaamde
AMPERE-rapport" (nr. 2840)
05 Question orale de Mme Els Van Weert au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable sur "le rapport dit
AMPERE" (n° 2840)
05.01 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijn vraag gaat inderdaad over het
AMPERE-rapport, dat in oktober moest worden
voorgelegd door de commissie voor de Analyse
van de Middelen voor Productie van Elektriciteit en
de Revaluatie van de Energievectoren, afgekort
AMPERE.
Deze commissie werd vorig jaar opgericht binnen
het bestuur Energie van het ministerie van
Economische Zaken. De koninklijke besluiten van
19 april 1999, 18 oktober 1999 en 25 november
1999 omschrijven de opdracht, de samenstelling
en de organisatie van deze zestienkoppige
commissie.
Zoals ik daarstraks al zei, moest deze commissie
in oktober 2000 een verslag indienen over de
toekomstige energieproductie en de verschillende
alternatieven overhandigen aan de minister
bevoegd voor Energie.
Het verslag diende bijzondere aandacht te
schenken aan de volgende principes, die ook in
de regeringsverklaring worden geformuleerd. Ten
06/12/2000
CRIV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
eerste, de geleidelijke uitstap uit de kernenergie
en het scenario waarbij de deactivering van de
kerncentrales zal worden aangevat zodra ze
veertig jaar oud zijn. Ten tweede, de
mogelijkheden om de vraag naar elektriciteit te
beheersen. Ten derde, de noodzaak tot
ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen,
die het mogelijk maken een belangrijke output te
produceren.
Op de website van de AMPERE-commissie
verklaart men, en ik citeer, "dat op grond van het
onderzoek van deze punten, het verslag van de
commissie aanbevelingen en voorstellen zal
formuleren die tot doel hebben vanuit de huidige
toestand in België keuzen te maken voor de
toekomstige productie van elektriciteit. Deze
keuzen zullen overeenstemmen met de noden van
de samenleving en het milieu voor de
eenentwintigste eeuw, rekening houdend met de
internationale verbintenissen aangegaan door
België in het kader van het raamverdrag van de
Verenigde Naties inzake klimaatverandering en
het protocol van Kyoto, ondertekend door België
te New York op 29 april 1998."
Ik zou graag de volgende zaken van de
staatssecretaris vernemen. Ten eerste, heeft de
commissie haar rapport reeds aan de bevoegde
minister overhandigd? Zo ja, wat zijn de
bevindingen, de krachtlijnen en de conclusies met
betrekking tot die punten? Indien dat niet zo is,
waarom is er een vertraging? Er zijn bepaalde
geruchten dat op de commissie druk zou worden
uitgeoefend om haar conclusies bij te sturen.
Weet u daar iets van? Kan u mij verzekeren dat
het rapport in ieder geval op een
objectiefwetenschappelijke wijze tot stand is
gekomen? Als u het rapport wel hebt gekregen,
vraag ik niet alleen naar de conclusies, maar ook
naar de beleidsconclusies die u zelf uit het
AMPERE-rapport zou willen trekken met
betrekking tot de belangrijke internationale
verbintenissen die wij in het kader van het
klimaatverdrag zijn aangegaan.
05.02 Minister Olivier Deleuze: Mevrouw Van
Weert, ik dank u voor uw vragen. Het rapport van
de commissie AMPERE omvat vier delen. Ten
eerste is er een gedeelte met de besluiten en
aanbevelingen, ten tweede is er de executive
summary, ten derde is er een syntheserapport met
de besluiten van de gespecialiseerde
werkgroepen en ten vierde is er een hoofdrapport
met de essentiële gegevens en technische
bijlagen waarop deze studie is gebaseerd. De
commissie AMPERE heeft mij reeds het volgende
overgemaakt: een gedeelte met de besluiten en
aanbevelingen van de commissie, afwisselend in
het Nederlands en het Frans, een executive
summary, afwisselend in het Nederlands en het
Frans, en een syntheserapport met de besluiten
van de gespecialiseerde werkgroepen van de
commissie in het Nederlands. De drie eerste delen
dienen nog te worden vertaald naar het
Nederlands, Frans en Engels. Het hoofdrapport,
het vierde deel dus, blijft in de taal van de auteurs.
Eens mij het hoofdrapport en de Nederlandse en
Franse versie van de drie eerste delen worden
overgemaakt, zal de commissie AMPERE dit
openbaar maken.
Dat is mijn afspraak met deze commissie: maak
het openbaar wanneer u wil, maar eerst moet
alles worden vertaald. Ik wil immers vermijden dat
men zou beginnen te zoeken welke conclusies in
het Frans zijn en welke experten Frans spreken,
en welke conclusies dus van welke expert zijn. Ik
tracht communautaire problemen te vermijden in
deze commissie. Dat is dus het eerste akkoord:
men maakt het openbaar wanneer alles is vertaald
en het wordt onmiddellijk op de website geplaatst.
Dat zal onmiddellijk gebeuren. Het is een rapport
van de commissie AMPERE. Het tweede element
van onze afspraak is dat ik geen uitspraak doe
over de inhoud van het rapport voor de auteurs
van de commissie. Ik laat hun de primeur van het
openbaar maken en becommentariëren van hun
rapport. Het is geen rapport van de regering, maar
een rapport aan de regering. Het zijn de mensen
van de commissie die daarvoor de
verantwoordelijkheid dragen. Volgens de
commissie AMPERE neemt de vertaling meer tijd
in beslag dan voorzien en dit door het zeer
technisch karakter van de documenten. Daardoor
is het vandaag nog niet openbaar.
Mij is bekend dat alle documenten unaniem door
alle leden van de commissie AMPERE werden
goedgekeurd. Om na te gaan of het rapport op
een objectieve, wetenschappelijke manier werd
opgesteld, werd op 20 augustus 2000 op mijn
voorstel een koninklijk besluit goedgekeurd dat
voorziet in de evaluatie van het rapport door vijf
internationale experten. Deze experten krijgen
hiervoor drie maanden de tijd. Ik zal mijn conclusie
trekken eens ik beide rapporten - het rapport
AMPERE en de evaluatie door het internationaal
expertencomité - heb ontvangen. Ik bedoel niet
dat ik niet de minste commentaar zal geven
vooraleer ik het rapport van de vijf internationale
experten zal hebben, maar mijn eindconclusies zal
ik trekken wanneer ik beide rapporten in handen
heb. Nogmaals, de commissie AMPERE zal het
rapport openbaar maken onder haar
verantwoordelijkheid en het onmiddellijk in twee
CRIV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
talen doen, en het volledig beschikbaar stellen op
de website.
05.03 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de staatssecretaris voor het
uitgebreid antwoord. Ik hoop dat het inderdaad
louter een probleem van vertaling is. U gaf daar
zelf even aan dat er nu toch geen communautaire
discussies zijn op dit terrein. Ik hoop dat dit zo is.
De evaluatie door de vijf internationale experts
stelt me gerust. Hebt u enig idee van welke termijn
van vertraging er sprake is, mijnheer de
staatssecretaris?
05.04 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw, die rapporten zijn klaar. Ik
heb de eerste drie delen, die het meest politiek
van inslag zijn. Ik heb nu de rapporten en die
zullen niet meer worden gewijzigd. Misschien
waren er problemen maar daar weet ik niets van.
Ik heb mij niet gemoeid met die zaak. Ik heb niet
gebeld met de vraag of we een beetje minder
kernenergie kunnen krijgen. Dat kan ik niet doen.
Op dit moment zijn de enige problemen bij de
publicatie vertalingsproblemen. Ik kan geen
engagement aangaan in de plaats van de
commissie AMPERE.
Ik kan niet zeggen wanneer de vertaling zal
verschijnen. Ik kan de commissie daarop geen
officieel antwoord geven. Ik weet zeker niet
wanneer, maar ik vermoed nog in december, in de
komende dagen dus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.55 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.55 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 328
CRABV 50 COM 328
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
woensdag mercredi
06-12-2000 06-12-2000
15:00 uur
15:00 heures
CRABV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
1
Interpellations et questions orales jointes de
1
- de heer Servais Verherstraeten tot de eerste
minister over "de beslissing van de regering om
bijkomende nucleaire transporten te laten
doorgaan van verglaasd afval en het stilzitten van
de werkgroepen met betrekking tot algemeen
nucleair beleid" (nr. 542)
1
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre
sur "la décision du gouvernement de faire
procéder à d'autres transports de déchets
nucléaires vitrifiés et l'inaction des groupes de
travail créés pour examiner les options générales
de la politique nucléaire" (n° 542)
1
- de heer Jean-Pol Poncelet tot de eerste minister
over "de terugkeer naar België van verglaasd
nucleair afval en de omstandigheden waarin die
geschiedt" (nr. 552)
1
- M. Jean-Pol Poncelet au premier ministre sur "le
retour de déchets nucléaires vitrifiés et les
conditions de ce retour en Belgique" (n° 552).
1
- de heer Joos Wauters tot de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling over "de
nucleaire transporten" (nr. 2692)
1
- M. Joos Wauters au secrétaire d'Etat à l'Energie
et au Développement durable sur "les transports
nucléaires" (n° 2692)
1
- mevrouw Simonne Creyf tot de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling over "het
derde transport van nucleair afval uit La Hague"
(nr. 2854)
1
- Mme Simonne Creyf au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable sur "le
3ème transport de déchets nucléaires en
provenance de la Hague" (n° 2854)
1
Sprekers: Servais Verherstraeten, Jean-Pol
Poncelet, voorzitter van de PSC-fractie, Joos
Wauters, Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Servais Verherstraeten, Jean-Pol
Poncelet, président du groupe PSC , Joos
Wauters, Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Moties
9
Motions
9
Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "de geplande vestiging van
windmolens voor onze kust" (nr. 2715)
10
Question orale de M. Luc Goutry au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "l'implantation envisagée d'éoliennes devant
notre côte" (n° 2715)
10
Sprekers: Luc Goutry, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Luc Goutry, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf
aan de eerste minister over "de aanduiding van
de netbeheerder in het kader van de liberalisering
van de elektriciteitsmarkt" (nr. 2751)
11
Question orale de Mme Simonne Creyf au
premier ministre sur "la désignation du
gestionnaire du réseau dans le cadre de la
libéralisation du marché de l'électricité" (n° 2751)
11
Sprekers: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf
aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "de commissie voor
de regulering van de elektriciteit en het gas"
(nr. 2754)
13
Question orale de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable sur "la commission de régulation de
l'électricité et du gaz" (n° 2754)
13
Sprekers: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Simonne Creyf, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Mondelinge vraag van mevrouw Els Van Weert
aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "het zogenaamde
AMPERE-rapport" (nr. 2840)
14
Question orale de Mme Els Van Weert au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable sur "le rapport dit "AMPERE"" (n° 2840)
14
Sprekers: Els Van Weert, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Els Van Weert, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
CRABV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
WOENSDAG
06
DECEMBER
2000
15:00 uur
______
du
MERCREDI
06
DECEMBRE
2000
15:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 15.00 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.00 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
- de heer Servais Verherstraeten tot de eerste
minister over "de beslissing van de regering om
bijkomende nucleaire transporten te laten
doorgaan van verglaasd afval en het stilzitten van
de werkgroepen met betrekking tot algemeen
nucleair beleid" (nr. 542)
- de heer Jean-Pol Poncelet tot de eerste minister
over "de terugkeer naar België van verglaasd
nucleair afval en de omstandigheden waarin die
geschiedt" (nr. 552)
- de heer Joos Wauters tot de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling over "de
nucleaire transporten" (nr. 2692)
- mevrouw Simonne Creyf tot de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling over
"het derde transport van nucleair afval uit La
Hague" (nr. 2854)
01 Interpellations et questions orales jointes de
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre
sur "la décision du gouvernement de faire
procéder à d'autres transports de déchets
nucléaires vitrifiés et l'inaction des groupes de
travail créés pour examiner les options générales
de la politique nucléaire" (n° 542)
- M. Jean-Pol Poncelet au premier ministre sur "le
retour de déchets nucléaires vitrifiés et les
conditions de ce retour en Belgique" (n° 552).
- M. Joos Wauters au secrétaire d'Etat à l'Energie
et au Développement durable sur "les transports
nucléaires" (n° 2692)
- Mme Simonne Creyf au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable sur "le
3ème transport de déchets nucléaires en
provenance de la Hague" (n° 2854)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling.)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable.)
01.01 Servais Verherstraeten (CVP): De regering
heeft beslist om de transporten van verglaasd
nucleair afval toe te staan. Er zouden in totaal
veertien transporten komen. Drie transporten
werden al vergund.
01.01 Servais Verherstraeten (CVP):Le
gouvernement a décidé d'autoriser des transports
de déchets nucléaires vitrifiés. Quatorze transports
étaient prévus. Trois ont déjà été autorisés.
06/12/2000
CRABV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Begin 2000 sprak de regering zich uit over de
voorwaarden. Twee transporten vonden al plaats.
De gemeenten kregen te weinig informatie over de
veiligheidsmaatregelen en onderzoeken.
Tussen het eerste en het tweede transport heeft de
staatssecretaris gezegd dat er te weinig onderzoek
was uitgevoerd. Er werd nu onderzoek verricht door
de NIRAS en het SCK. Een rapport werd opgesteld.
Wat staat daarin? Wat wordt er voorgesteld?
Le gouvernement s'est prononcé sur les conditions
en début d'année. Deux transports ont déjà été
effectués. Les communes ont été insuffisamment
informées sur les études et les mesures de
sécurité.
Entre le premier et le deuxième transport, le
secrétaire d'État a estimé qu'il avait été procédé à
un nombre d'études insuffisant. Une étude a cette
fois été menée par l'ONDRAF et le CEN et un
rapport a été rédigé. Que dit-il ? Qu'y propose-t-
on ?
Heeft de regering daarmee rekening gehouden bij
het tweede transport? Zal er bij volgende
transporten rekening mee worden gehouden?
In het kader van werkgroepen op regeringsniveau
wordt overleg gepleegd over het nucleair afval. Er
rijzen vragen rond gezondheid en controle op lange
termijn. De werkzaamheden binnen de
werkgroepen vorderen slechts traag. De minister
heeft nochtans gezegd tegenstander te zijn van een
sluipendebesluitvorming.
Voor de financiering van het nucleair passief zou
3,9 miljard frank zijn vrijgemaakt. Klopt dat? Hoe en
wanneer zal de uitbetaling plaatsvinden? Aan wie
zal worden uitbetaald?
Het gaat slechts om een zeer beperkt deel van het
totale nucleaire passief. Gezien de huidige gunstige
conjunctuur kan er nog meer gedaan worden.
Zullen er in dit verband nog verdere initiatieven
worden genomen?
Le gouvernement en a-t-il tenu compte pour le
second transport ? En tiendra-t-il compte lors des
transports suivants ?
Dans le cadre de groupes de travail mis sur pied au
niveau gouvernemental, les déchets nucléaires font
l'objet de concertations. Ce thème appelle des
questions sur la santé et sur le contrôle à long
terme. Les travaux au sein de ces groupes de
travail progressent lentement. Or, le ministre s'est
dit opposé à un processus décisionnel larvé.
Un montant de 3,9 milliards de francs aurait été
dégagé pour le financement du passif nucléaire.
Est-ce exact ? Comment et quand ce paiement
s'effectuera-t-il ? Qui en bénéficiera ?
Il ne s'agit que d'une partie très réduite du passif
nucléaire total. Compte tenu de la conjoncture
actuellement favorable, on pourrait faire plus
encore. Prendra-t-on d'autres initiatives dans ce
domaine ?
Ik reken erop dat voldoende middelen worden
uitgetrokken om degelijk wetenschappelijk
onderzoek te garanderen rond de verwerking van
de nucleaire erfenis. Wat zijn de plannen van de
regering ter zake? Wanneer zullen de werkgroepen,
die door de regering werden samengesteld, hun
bevindingen meedelen?
Voorzitter : Maurice Dehu.
Je compte sur vous pour dégager les moyens
nécessaires pour permettre d'étudier
scientifiquement la question du traitement des
déchets nucléaires. Quels sont les projets du
gouvernement en la matière ? Quand les groupes
de travail institués par le gouvernement feront-ils
connaître leurs conclusions?
Président : M. Maurice Dehu.
01.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): Ik zal het vooral
hebben over de procedure inzake monsterneming
en de analyse van de monsters. De regering stelde
de monsterneming verplicht en besliste de
toekomstige transporten aan de resultaten van het
onderzoek van die monsternemingen te
onderwerpen.
Wat is inzake de methode de precieze reikwijdte
van uw beslissing stalen te laten nemen ?
01.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): Je m'attacherai
principalement à la procédure d'échantillonnage et
d'analyse. Le gouvernement a imposé la prise
d'échantillons et a décidé de soumettre les futurs
transports aux résultats de l'analyse de ceux-ci.
En ce qui concerne la méthode, quelle est la portée
exacte de votre décision de procéder à des
échantillons ?
CRABV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Worden er stalen genomen van de producten die
zich in La Hague bevinden of van de containers die
in België aankwamen?
Als de monsterneming in de containers wordt
uitgevoerd, welke zekerheid hebben wij dan dat ons
eigen afval wordt onderzocht? Als het onderzoek
niet duidelijk op Belgisch afval wordt uitgevoerd,
heeft het geen zin. Hoe kan men overigens een
staal nemen uit een container?
Welke zijn inzake de validatie van de methode de
vereiste termijnen? Welke termijnen gelden voor de
monsterneming, het vervoer en de analyse van de
monsters? Binnen welke termijn worden de
resultaten verwacht?
Va-t-on prélever les échantillons sur les produits
présents à la Hague ou dans les conteneurs qui
nous sont parvenus ?
Si c'est dans un conteneur qu'est fait le
prélèvement, avons-nous l'assurance que l'analyse
concernera nos propres déchets ? Car si elle ne
s'applique pas clairement aux déchets belges, elle
est inutile. Par ailleurs, comment le prélèvement
dans un conteneur peut-il se faire ?
Quels sont les délais nécessaires pour valider la
méthode
? Quels sont-ils en termes de
prélèvement, de transport des prélèvements et
d'analyse ? Quels sont les délais espérés pour les
résultats ?
Het afval werd naar COGEMA gestuurd. Voorziet
het contract in een monsterneming ? Werd er een
aanhangsel aan het oorspronkelijke contract
toegevoegd ? Is de regering juridisch gezien wel bij
machte nieuwe voorwaarden op te leggen ?
Wanneer de regering nieuwe voorwaarden oplegt,
kunnen de contractsluitende partijen zich tegen de
regering keren wat het begrotingstechnische aspect
betreft ? Hoeveel zou er moeten worden betaald
voor de resultaten van de geplande analysen ? Zijn
er nog andere landen en actoren die hetzelfde eisen
? Wie zal dat alles betalen ? Werden er op de
rijksbegroting 2001 kredieten uitgetrokken om die
tegemoetkoming geheel of althans gedeeltelijk te
dekken ?
Les déchets ont été envoyés à la Cogema. Le
prélèvement d'échantillons est-il prévu dans le
contrat ? Y a-t-il un avenant au contrat initial ? Le
gouvernement a-t-il la capacité juridique d'imposer
de nouvelles conditions
? D'un point de vue
budgétaire, , les partenaires au contrat peuvent-ils
se retourner contre le gouvernement s'il impose de
nouvelles conditions? Quel serait le budget
nécessaire à l'obtention des résultats des analyses
prévues ? D'autres pays et intervenants ont-ils
exigé la même chose ? Qui paie ? Des crédits ont-
ils été prévus au budget de l'État de 2001pour
couvrir tout ou partie de cette intervention ?
01.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): De
groenen zijn nooit voorstander geweest voor
nucleaire energie. Die is niet veilig. De producent
moet de verantwoordelijkheid blijven dragen, ook
voor het afval.
Wij voelen ons wel verantwoordelijk voor de
volksgezondheid. Anderen maken weinig drukte
over de nucleaire stoffen die dagelijks worden
vervoerd. De regering heeft al twee belangrijke
beslissingen genomen: de uitstap uit de kernenergie
en bijkomende controles voor het nucleair afval dat
terugkeert uit La Hague. Ik neem aan dat daarbij
advies werd gegeven door bedrijven die de
technologie kennen. Ik betreur het dat die bedrijven
nu vertragingsmanoeuvers uitvoeren.
Welke stappen zal de minister zetten om
bijkomende controle mogelijk te maken? Welke
maatregelen worden genomen om het nucleair
passief op te lossen? Hoe zal de tewerkstelling op
punt worden gesteld bij Belgoprocess, dat nog
zolang het nucleair afval moet bewaken? Wat zijn
de sociale gevolgen?
01.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Les
Verts n'ont jamais été partisans de l'énergie
nucléaire, en raison de son manque de sécurité. Le
producteur doit continuer à assumer ses
responsabilités, également en ce qui concerne les
déchets.
Nous nous sentons responsables de la santé
publique. D'autres ne se soucient guère des
matières nucléaires transportées quotidiennement.
Le gouvernement a déjà pris deux décisions
importantes : la sortie de l'énergie nucléaire et des
contrôles supplémentaires pour les déchets
nucléaires qui reviennent de La Hague. Je suppose
que les entreprises qui connaissent cette
technologie ont été consultées. Je regrette que ces
entreprises se livrent actuellement à des
manoeuvres dilatoires.
Que fera le ministre pour permettre des contrôles
supplémentaires ? Quelles mesures prend-il pour
résorber le passif nucléaire ? Comment l'emploi
sera-t-il organisé chez Belgoprocess, qui devra
surveiller les déchets nucléaires pendant très
longtemps encore
? Quelles seront les
répercussions sociales?
06/12/2000
CRABV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
01.04 Simonne Creyf (CVP): Ik sluit me aan bij de
vragen van de heer Poncelet. Tijdens de
begrotingsbesprekingen heeft staatssecretaris
Deleuze gezegd dat er voor het derde transport van
hoogradioactief afval uit La Hague een
staalonderzoek zal worden uitgevoerd.
In de commissie voor de Binnenlandse Zaken heeft
minister Duquesne echter onderstreept dat de
Ministerraad heeft beslist dat dit derde transport
mag plaatsvinden zonder bijkomende voorwaarden
zolang de huidige vergunningen niet verstreken zijn,
dus tot 1 maart 2001. De staatssecretaris heeft er al
eerder op gewezen dat een staalonderzoek geen
vertragingen mag veroorzaken. Hoe zit het nu
eigenlijk met dit dossier?
01.04 Simonne Creyf (CVP):Je me joins aux
questions de M. Poncelet. Lors des discussions
budgétaires, le secrétaire d'État, M. Deleuze, a
déclaré qu'à l'occasion du troisième transport de
déchets hautement radioactifs en provenance de La
Hague, il serait procédé à l'examen d'un
échantillon.
En commission de l'Intérieur, le ministre Duquesne
a cependant souligné que le Conseil des ministres
avait autorisé ce troisième transport sans conditions
supplémentaires,
pour autant que les permis
actuels ne soient pas arrivés à échéance, c'est-à-
dire jusqu'au 31 mars 2001. Le secrétaire d'État a
déjà souligné dans la passé que l'examen d'un
échantillon ne doit pas occasionner de retards.
Qu'en est-il en réalité de ce dossier ?
01.05 Minister Olivier Deleuze (Frans): Een
reactie van "not in my back-yard" op internationaal
vlak uitlokken en onze afval naar een buurland
uitvoeren, lost niets op, des te meer daar de Franse
wet dit verbiedt.
01.05 Olivier Deleuze , secrétaire d'Etat (en
français): Susciter une réaction du type « not in my
back yard » international et exporter nos déchets
vers un pays voisin n'est pas une solution, d'autant
que la loi française l'interdit.
(Nederlands)De NIRAS en het SCK kregen, in
uitvoering van een beslissing van de Ministerraad,
de opdracht om een gezamenlijk voorstel uit te
werken met betrekking tot destructieve en niet-
destructieve testen.
Sinds maart van dit jaar de datum van het eerste
transport werden er twee werkgroepen opgericht,
één ervan onder leiding van mijn kabinetschef, voor
overleg met alle actoren. Er wordt ook gedacht aan
de uitbouw van een lokaal overlegorgaan. De
financiering van deze overlegstructuur zal op de
volgende vergadering van de raad van beheer van
de NIRAS worden geagendeerd.
Op 19 december 1990 werd een conventie
ondertekend met de elektriciteitssector over de
financiering van de sanering van de nucleaire
passiva op de site Mol-Dessel. Het gaat om BP1, de
installaties van de opmerkingsfabriek Eurochemic
en de aanwezige afvalstoffen, om BPZ, de
afvalbehandelingsinstallaties van het SCK,
overgedragen aan de NIRAS, en om de overige
installaties voor het SCK.
(En néerlandais) L'ONDRAF et le CEN ont pour
mission, conformément à la décision du Conseil des
ministres, d'élaborer une proposition commune en
ce qui concerne les tests destructifs et non-
destructifs.
Depuis mars de cette année date du premier
transport deux groupes de travail ont été créés
pour organiser une concertation entre tous les
acteurs. La création d'un organe de concertation
local est également envisagée. Le financement de
cette structure de concertation figurera à l'ordre du
jour de la prochaine réunion du conseil
d'administration de l'ONDRAF.
Le 19 décembre 1990, une convention a été signée
avec le secteur de l'électricité à propos du
financement de l'assainissement du passif nucléaire
sur le site de Mol-Dessel. Il s'agit de BP1, les
installations de l'usine de retraitement Eurochemic
et des déchets existants, de BP2, les installations
de traitement de déchets du CEN, transférées à
l'ONDRAF, et des autres installations du CEN.
De conventie van 1990 omvatte een concreet
betalingsschema voor de financiering van de
saneringswerken voor de periode 1998-2000 en
formuleerde principes volgens welke de financiering
zou worden voortgezet na 2000. De
financieringsmodaliteiten voor de periode na 2000
zouden vóór eind 2000 worden vastgesteld na
overleg tussen de partijen. In dit kader heb ik de
La convention de 1990 comportait un schéma de
paiement concret pour le financement des travaux
d'assainissement couvrant la période 1998-2000 et
formulait des principes selon lesquels le
financement serait prolongé après 2000. Les
modalités de financement pour l'après 2000
seraient fixées avant la fin 2000, après concertation
entre les parties. J'ai donc invité le secteur de
CRABV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
elektriciteitssector in het najaar van 1999
uitgenodigd voor overleg. Deze uitnodiging viel
samen met de definitieve aanmelding bij de
Europese Commissie.
Het standpunt van de Belgische Staat is dat de
elektriciteitssector zich ertoe heeft verbonden om
de integrale saneringskosten van BP2 en een kwart
van de ontmantelingskost van de BR3-reactor van
het SCK te dragen. De waarde van deze verbintenis
wordt geschat op 15 miljard frank na 2000. Als
tegenprestatie zou de Belgische Staat BP1 en de
overige SCK-installaties blijven financieren. Dat zou
42 miljard frank kosten.
In het kader van het federaal plan inzake duurzame
ontwikkeling voor de periode 2000-2004 heeft de
regering gekozen voor een voortzetting van de
conventie van 1990. De elektriciteitssector heeft
laten weten het antwoord van de Europese
Commissie te willen afwachten, vooraleer de
definitieve onderhandelingen te beginnen. De
Belgische Staat heeft begrip opgebracht voor dit
standpunt.
Het uitblijven van een akkoord met de sector mag
de werking van de bevoegde instellingen niet
belemmeren. Daarom heeft de Ministerraad de
engagementen bevestigd van de Belgische Staat
voor de financiering van BP1 en BP2. De regering
heeft me gevraagd om initiatieven te nemen om de
continuïteit van de lopende saneringswerken te
verzekeren. Op 14 juli heb ik de elektriciteitssector
uitgenodigd voor onderhandelingen over een tijdelijk
akkoord. Dit overleg is nog aan de gang.
De regering heeft een initiatief genomen om de
uitgavenbegroting 2000 in dit verband aan te
passen. Ze heeft beslist om over te gaan tot een
vervroegde delging van latente, maar vaste kosten
van de schatkist. De lasten voor het nucleair passief
BP1 voor de periode 2001-2005, ten belope van 3,9
miljard frank, zijn daarin inbegrepen. Het
wetsontwerp terzake is intussen goedgekeurd door
de bevoegde commissie. De middelen zullen zo
spoedig mogelijk ter beschikking worden gesteld
van de NIRAS. De aanwending van deze middelen
en de belegging van de reserves zal het voorwerp
uitmaken van een nieuwe conventie tussen de Staat
en de NIRAS.
l'électricité à participer à la concertation à l'automne
1999. Cette invitation coïncidait avec la notification
définitive à la Commission européenne.
Le point de vue de l'État belge est que le secteur de
l'électricité s'est engagé à supporter l'intégralité des
frais d'assainissement de BP2 et un quart des coûts
de démantèlement du réacteur BR3 du CEN. La
valeur de cet engagement est estimée à 15
milliards de francs après 2000. En contre-partie,
l'État belge continuerait de financer BP1 et les
autres installations du CEN, ce qui reviendrait à 42
milliards de francs.
Dans le cadre du Plan fédéral de développement
durable pour la période 2000-2004, le
gouvernement a opté pour la prolongation de la
convention de 1990. Le secteur de l'électricité a fait
savoir qu'il voulait attendre la réponse de la
Commission européenne avant d'entamer les
négociations définitives. L'État belge a manifesté sa
compréhension pour ce point de vue.
L'absence d'un accord avec le secteur ne peut
entraver le fonctionnement des institutions
compétentes. C'est pourquoi le Conseil des
ministres a confirmé que l'État belge s'était engagé
à financer BP1 et BP2. Le gouvernement m'a
demandé de prendre des initiatives pour garantir la
continuité des travaux de rénovation en cours. Le
14 juillet dernier, j'ai invité le secteur de l'électricité
à des négociations portant sur un accord provisoire.
Cette concertation est toujours en cours.
Le gouvernement a pris l'initiative d'adapter le
budget des dépenses 2000 en ce sens. Il a décidé
de procéder à un amortissement anticipé des frais
latents mais fixes du Trésor. Les charges du passif
nucléaire BP1 pour la période 2001-2005, d'un
montant de 3,9 milliards de francs, sont comprises
dans ces frais. Le projet de loi réglant cette question
a été adopté par la commission compétente. Les
moyens seront mis dès que possible à la disposition
de l'ONDRAF. L'affectation de ces moyens et le
placement des réserves feront l'objet d'une nouvelle
convention entre l'État et l'ONDRAF
De financiering van het passief BP2 is niet op
dezelfde manier verzekerd. Er is echter geenszins
reden tot paniek. Het fonds dat door de conventie
van 19 december 1990 werd opgericht, beschikt
over meer dan 3 miljard frank. Dit betekent dat bij
gebrek aan een akkoord met de elektriciteitssector
desnoods gedurende meerdere jaren een
Le financement du passif BP2 n'a pas été assuré
de la même façon. Mais il n'y a aucune raison de
paniquer. Le fonds créé par la convention du 19
décembre 1990 se monte à plus de trois milliards
de francs. Cela signifie qu'en l'absence d'un accord
avec le secteur de l'électricité au besoin pendant
plusieurs années -, un préfinancement peut être
06/12/2000
CRABV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
voorfinanciering kan worden verzekerd, mits
akkoord van alle partijen die bij de conventie zijn
betrokken.
De werkgelegenheid bij Belgoprocess is helemaal
niet in gevaar. De ondernemingsraad van het bedrijf
heeft mij trouwens bedankt voor de inspanningen
en de bereikte deelresultaten. Ik deel de
bekommernis van de ondernemingsraad inzake de
verdere financiering van BP2.
In december 1990 kon niemand voorzien dat de
einddatum van de betalingskalender in de conventie
zou samenvallen met de liberalisering van de
elektriciteitssector.
Ik heb onlangs de sector uitgenodigd voor
onderhandelingen over de financiering na het jaar
2000. Ik hoop dat in eenieders belang deze
onderhandelingen tot een goed einde worden
gebracht.
assuré moyennant l'assentiment de toutes les
parties à la convention.
L'emploi n'est absolument pas en péril à
Belgoprocess. Au demeurant, le conseil d'entreprise
de cette société m'a remercié pour les efforts
fournis et les résultats partiels que nous avons
atteints. Je partage la préoccupation du conseil
d'entreprise au sujet du financement futur de BP2.
En décembre 1990, nul ne pouvait prévoir que la
date butoir de l'échéancier des paiements dans le
cadre de cette convention coïnciderait avec la
libéralisation du secteur de l'électricité.
J'ai convié récemment le secteur à des
négociations sur le financement après l'an 2000.
J'espère, dans l'intérêt de tous, que ces
négociations seront menées à bien.
(Frans) Mijnheer Poncelet, er is nooit sprake
geweest van een monsterneming van verglaasde
kernafval. Het betreft actief afval dat COGEMA ter
beschikking moet stellen. De apparatuur voor de
monsterneming is al aanwezig.
Het bedrijf in La Hague vermengt brandstoffen die
uit diverse landen afkomstig zijn, maar eenzelfde
radioactiviteitsgehalte hebben. Het bedrijf gaat
ervan uit dat zijn klanten al zijn parameters
aanvaarden. Dankzij een controleprogramma wordt
nagegaan of de parameters worden nageleefd.
Afval dat uit verscheiden landen afkomstig is, maar
dezelfde eigenschappen vertoont wordt samen
onderzocht. Het Belgisch afval wordt dus niet
afzonderlijk onderzocht.
De vorige regering heeft in 1998 een contract voor
de opwerking uitgewerkt dat destijds geen obstakel
vormde en ook nu nog bruikbaar zou moeten zijn.
De kostprijs wordt op 200 miljoen geraamd, wat het
budgettaire evenwicht niet in gevaar zou brengen.
(En français) A M. Poncelet, je dirai qu'il n'a jamais
été question de la prise d'échantillons à partir de
déchets vitrifiés. Il s'agit de déchets actifs que la
Cogema doit mettre à disposition. L'appareillage de
prise d'échantillons existe déjà.
L'usine de La Hague mélange les combustibles
venant de différents pays. Les déchets qui s'y
trouvent ont une correspondance en termes de
radioactivité. Le principe est que les clients sont
d'accord sur tous les paramètres de l'usine. Le
programme de contrôle consiste à vérifier ces
paramètres.
Il ne s'agit donc pas d'analyser des déchets
provenant de Belgique, mais des déchets ayant les
mêmes caractéristiques.
Quant au contrat, le gouvernement précédent, en
1998, a mis au point un contrat de retraitement qui,
à l'époque, n'a pas été un obstacle. Cela devrait
encore fonctionner aujourd'hui.
Quant au coût de l'opération, il serait de 200
millions de nos francs, soit de quoi ne pas mettre en
péril l'équilibre budgétaire
(Nederlands) Wij hebben contacten met de firma
Cogéma inzake de stalen. De resultaten van het
onderzoek worden binnenkort verwacht.
Ik ben voorstander van een systeem waarbij het niet
de belastingbetaler is die financieel moet instaan
voor de afvalverwerking.
(En néerlandais) Nous avons pris contact avec
l'entreprise Cogéma en ce qui concerne les
échantillons. Les résultats de l'analyse seront
connus prochainement.
Je plaide en faveur d'un système où la facture du
retraitement des déchets nucléaires ne serait pas à
la charge du contribuable .
CRABV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Tijdens de begrotingsdiscussie werd er door mij
niets gezegd dat in strijd zou zijn met uitspraken
van mijn collega Duquesne, zoals mevrouw Creyf
beweert.
Lors du débat relatif au budget, je n'ai jamais
contredit les déclarations de mon collègue
Duquesne, comme le prétend Mme Creyf.
(Frans) Ik herinner u eraan dat de Ministerraad op
10 november het licht op groen gezet heeft voor
twee extra transporten in april 2001. De
Ministerraad heeft gevraagd actieve monsters te
verstrekken teneinde deze aan bijkomende
destructieve controles te onderwerpen
overeenkomstig zijn beslissing van 3 maart 2000.
De analyseresultaten zouden nog vóór november
2001 beschikbaar moeten zijn. Ik geloof dan ook
niet dat ik iets gezegd zou hebben dat in strijd is
met het regeerakkoord.
(En français) Je rappelle que le Conseil des
ministres du 10 novembre a marqué son accord
pour l'envoi de deux convois supplémentaires en
avril 2001. Il a demandé que des échantillons actifs
soient fournis pour être soumis à des contrôles
supplémentaires destructifs, en application de sa
décision du 3 mars 2000. Leur analyse devrait être
disponible avant novembre 2001. Je ne crois donc
pas avoir dit quelque chose de contraire à cet
accord gouvernemental.
01.06 Servais Verherstraeten (CVP): Bevestigt de
minister de uitspraken van zijn kabinetschef,
waarnaar ik in mijn vraag verwezen heb? Voor de
financiering van het nucleair passief zou 3,9 miljard
worden overgedragen aan de NIRAS: waarom niet
rechtstreeks aan Belgoprocess? Onder welke
voorwaarden zal de betaling plaatsvinden? Voor de
voorfinanciering van BP2 moet de staatssecretaris
een akkoord sluiten met de sector. Wat als er geen
akkoord komt? Zal de regering transporten
vergunnen vooraleer het bijkomende onderzoek is
afgerond?
Voorzitter: Jos Ansoms.
01.06 Servais Verherstraeten (CVP): Le ministre
confirme-t-il les déclarations de son chef de cabinet
auxquelles ma question faisait référence? Pour le
financement du passif nucléaire, 3,9 milliards
seraient transférés à l'ONDRAF. Pourquoi ce
montant n'est-il pas versé directement à
Belgoprocess? Dans quelles conditions le paiement
se fera-t-il? En ce qui concerne le préfinancement
de BP2, le secrétaire d'Etat doit conclure un accord
avec le secteur. Qu'adviendra-t-il en l'absence d'un
tel accord?
Le gouvernement autorisera-t-il d'autres transports
avant la clôture de l'étude complémentaire?
Président : Jos Ansoms
01.07 Jean-Pol Poncelet (PSC): U is verrast door
mijn vragen. Op 14 november had ik nochtans al
een document ingediend om u hierover in te lichten.
U bevestigt dat de monsternemingen gebeuren op
grond van de "soep" van monsters van
uiteenlopende origine, en dat er allang apparatuur
beschikbaar is voor dergelijke monsternemingen.
Het heeft echter zeven jaar geduurd voor het door
de NIRAS en alle betrokken actoren gevalideerde
industriële proces ontwikkeld was. Zijn er
aanwijzingen dat het huidige proces niet langer
overeenstemt met het gevalideerde proces ? In het
licht van die hypothese zou het wel interessant zijn
na te gaan tot welke conclusies men in andere
landen gekomen is.
Wat dekken die 200 miljoen BEF ? Heeft u de
zekerheid dat alle destructieve analysen binnen de
gestelde termijn door die begroting gedekt zullen
zijn ? Kan u ons indien mogelijk de gebruikte
methode toelichten ?
Er is een enorm verschil met het door de vorige
regering gesloten contract. Nu rijst het probleem
01.07 Jean-Pol Poncelet (PSC) : Mes questions
vous ont surpris. Or, le 14 novembre, j'avais déposé
un document qui vous en informait. Vous confirmez
que vous faites le prélèvement à partir de la
« soupe » de prélèvements de diverses origines et
qu'un appareillage existe depuis longtemps pour
faire ce genre de prélèvement. Or, le processus
industriel, validé par l'ONDRAF et tous les acteurs
concernés, a pris plus de sept ans. Disposez-vous
d'indices vous permettant de croire que le
processus actuel n'est plus conforme à celui qui
avait été validé ? Dans cette hypothèse, il serait
intéressant de voir à quelles conclusions d'autres
pays sont arrivés.
Que couvrent les 200 millions de francs ? Avez-
vous l'assurance que, dans les délais imposés,
l'ensemble des analyses destructives sera couvert
par ce budget ? Si c'est possible, pourriez-vous
nous informer de la méthode utilisée ?
Quant à la comparaison faite avec le contrat conclu
sous le gouvernement précédent, il y a une énorme
06/12/2000
CRABV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
van de juridische bevoegdheid om controles te
verrichten, indertijd was dat niet aan de orde.
différence. Aujourd'hui se pose le problème de la
capacité juridique de faire des contrôles. A
l'époque, il ne s'agissait pas de cela.
Ik heb nog niet begrepen wie voor de kosten zal
opdraaien. Het contract bevat dienaangaande geen
enkele bepaling. Komt er een aanhangsel bij het
contract met Cogema?
De bijkomende analyse waarvoor u pleit lijkt mij niet
voldoende verantwoord.
Tot besluit zal ik een motie indienen om mijn betoog
kracht bij te zetten.
Je n'ai pas encore compris qui payait.
Contractuellement, rien n'est prévu. Y aura-t-il un
avenant au contrat avec la Cogema ?
L'analyse complémentaire que vous préconisez ne
me semble pas suffisamment justifiée.
En conclusion, je dépose une motion confortant ce
que je viens de déclarer.
01.08 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): De
groenen zijn tevreden over de beslissing tot
besteding van de 200 miljoen. Het is een primeur op
het vlak van het nucleair overheidsbeleid. Het is een
kleine stap, maar wel degelijk een belangrijke.
Ook het sociaal aspect van dit dossier wordt terecht
niet uit het oog verloren.
We rekenen erop dat de bijkomende voorwaarden
onverkort zullen gelden vanaf het vierde transport.
Indien aan deze voorwaarden niet wordt voldaan
door de sector, mogen er voor de groenen geen
nieuwe vergunningen worden verleend.
01.08 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Les
Verts sont satisfaits de la décision d'allouer un
budget de 200 millions. C'est une première en
matière de politique nucléaire au niveau des
pouvoirs publics. C'est un petit pas mais un pas
important.
C'est à juste titre que l'aspect social de ce dossier
retient également l'attention.
Nous escomptons que les conditions
supplémentaires seront d'application sous peu, dès
le quatrième transport. Les Verts estiment que si le
secteur ne respecte pas ces conditions, il ne faut
plus délivrer de permis.
01.09 Simonne Creyf (CVP): Ik had gewezen op
een verschil tussen de uitlatingen van de
staatssecretaris en die van minister Duquesne. Er is
geen tegenspraak in de mate dat de testen in La
Hague worden uitgevoerd nadat het derde transport
al heeft plaatsgevonden. Er is geen garantie dat het
onderzochte staal overeenkomt met wat opnieuw
naar België is geëxporteerd. Bijkomende
voorwaarden na het transport zijn vijgen na Pasen.
01.09 Simonne Creyf (CVP): J'avais mis en
évidence la différence entre les propos du
secrétaire d'Etat et ceux du ministre Duquesne. Ils
ne se contredisent pas dans la mesure où les
analyses sont effectuées à La Hague alors que le
troisième transport a déjà eu lieu. Rien ne garantit
que l'échantillon examiné correspond aux déchets
rapatriés vers la Belgique. Lorsqu'elles sont définies
alors que le transport a déjà eu lieu, des conditions
complémentaires sont vaines.
01.10 Minister Olivier Deleuze (Nederlands):
Wanneer de financiële middelen voor de NIRAS
worden toegekend, is dit automatisch ook het geval
voor Belgoprocess. Zij vormen eigenlijk één geheel.
Terzake mag dus geen enkele onrust bestaan.
01.10 Olivier Deleuze , ministre: (en néerlandais)
Lorsque les moyens financiers sont octroyés à
l'ONDRAF, ils le sont automatiquement aussi à
Belgoprocess. Ces deux organismes constituent en
fait un tout. Aucune incertitude ne doit régner en la
matière.
(Frans) Wat het nut van de controleprogramma's
betreft, vinden de controles plaats in België en niet
te La Hague. Het is de bedoeling om het koninklijk
besluit van maart 1981 toe te passen.
Ik vond die controles noodzakelijk. Als men die
controles zou beletten, dan zou men ons moeten
uitleggen waarom! De overheid heeft het recht
controles uit te voeren ; zij zijn geenszins ingegeven
(En français) Quant à l'opportunité des programmes
de contrôle, les contrôles se passent en Belgique et
non à La Hague. Il s'agit d'appliquer l'arrêté royal de
mars 1981.
J'ai estimé que des contrôles étaient nécessaires.
Si on nous en empêchait, il faudrait nous expliquer
pourquoi ! L'État a le droit d'exercer ces contrôles ;
ce n'est pas de la suspicion !
CRABV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
door argwaan!
Ik ben er niet van overtuigd dat er een onderscheid
is tussen het opwerkingscontract en het contract dat
SYNATOM en de NIRAS bindt.
Quant au contrat de retraitement et à celui liant
SYNATOM à l'ONDRAF, je ne suis pas convaincu
qu'il y ait une différence
(Nederlands) Als gevolg van de
regeringsmaatregelen rijzen er nergens problemen
op het vlak van tewerkstelling.
(En néerlandais) Grâce aux mesures du
gouvernement, il ne se pose aucun problème
d'emploi.
01.11 Jean-Pol Poncelet (PSC): Voor de staat is
de validatie van een proces gewettigd. De methode
die u voorstelt is echter niet geschikt. Het is alsof u
de remmen van een pas gekochte auto zou
controleren !
01.11 Jean-Pol Poncelet (PSC): Au nom de l'État,
la validation d'un processus est certes légitime,
mais la méthode que vous proposez n'est pas
adéquate. C'est comme si vous contrôliez les freins
d'une voiture neuve que vous viendriez d'acheter !
01.12 Minister Olivier Deleuze (Frans): Het zijn
het SCK en de NIRAS die mij deze methode
voorstellen.
01.12 Olivier Deleuze , ministre (en français): La
méthode m'est proposée par le CEN et l'ONDRAF.
01.13 Servais Verherstraeten (CVP): Dat
bijkomend onderzoek blijft me zorgen baren. We
moeten absoluut de resultaten hiervan afwachten
alvorens nieuwe vergunningen worden toegekend.
Gaat de staatssecretaris hiermee akkoord, ja of
neen?
01.13 Servais Verherstraeten (CVP): Cet examen
complémentaire me préoccupe toujours. Nous
devons absolument en attendre les résultats avant
d'octroyer de nouvelles licences. Le secrétaire-
d'Etat peut-il se rallier à cette formule?
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend:
En conclusion de cette discussion, les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Jean-Pol Poncelet en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Servais
Verherstraeten en Jean-Pol Poncelet
en het antwoord van de staatssecretaris voor
Energie en Duurzaame Ontwikkeling,
verzoekt de regering zo spoedig mogelijk
opheldering te verschaffen over de technische,
methodologische, juridische en budgettaire
aspecten van haar beslissing om destructieve
onderzoeken van het verglaasd afval afkomstig van
de opwerking te La Hague uit te voeren of te laten
uitvoeren, en het Parlement daarover in te lichten;
in afwachting van die opheldering, geen enkel
voorbehoud van welke aard dan ook meer te maken
bij de terugkeer van dat afval, zoals bepaald bij de
overeenkomsten en de contracten tot regeling van
de opwerking."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Jean-Pol Poncelet et est libellée comme suit :
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Servais
Verherstraeten et Jean-Pol Poncelet
et la réponse du secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable,
demande au gouvernement de clarifier dans les
meilleurs délais les aspects techniques,
méthodologiques, juridiques et budgétaires de sa
décision de procéder ou de faire procéder à des
examens destructifs sur les déchets vitrifiés issus
du retraitement à La Hague, et d'en informer le
Parlement;
dans l'attente de cette clarification, de ne plus
imposer de réserve d'aucune sorte au retour de ces
déchets en application des conventions et des
contrats qui organisent le retraitement."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Servais Verherstraeten en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Servais
Verherstraeten en Jean-Pol Poncelet
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Servais Verherstraeten et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Servais
Verherstraeten et Jean-Pol Poncelet
06/12/2000
CRABV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
en het antwoord van de staatssecretaris voor
Energie en Duurzaame Ontwikkeling,
verzoekt de regering
1. geen vergunningen van transporten toe te staan
alvorens de bijkomende onderzoeken uitgevoerd
zijn zoals aangekondigd door de minister;
2. geen vergunningen van transporten toe te staan
alvorens de werkgroepen Deleuze-Duquesne
resultaten boeken met betrekking tot garantie van
nucleair passief, tewerkstelling en veiligheid in de
nucleaire sector."
et la réponse du secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable,
demande au gouvernement
1. de ne pas délivrer d'autorisations de transport
avant d'avoir effectué les analyses annoncées par
le ministre;
2. de ne pas délivrer d'autorisations de transport
avant que le groupe de travail Deleuze-Duquesne
ait obtenu des garanties relatives au passif
nucléaire, à l'emploi et à la sécurité dans le secteur
nucléaire.".
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Maurice Dehu, Georges Lenssen en Joos
Wauters.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Maurice Dehu, Georges Lenssen et Joos Wauters
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
02 Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan
de staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "de geplande vestiging van
windmolens voor onze kust" (nr. 2715)
02 Question orale de M. Luc Goutry au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "l'implantation envisagée d'éoliennes devant
notre côte" (n° 2715)
02.01 Luc Goutry (CVP): In zijn antwoord op mijn
vraag op 27 juni deelde de staatssecretaris mee dat
er nog geen concrete plannen bestaan voor de
bouw van windmolens voor de kust. Zijn voorkeur
ging uit naar kleine parken in plaats van één groot.
Tot nog toe werd in de concessievoorwaarden geen
compensatie voor het verlies van visgronden
opgenomen.
Hoe is het dossier geëvalueerd na 27 juni? Kan het
ontbreken van compensatievoorwaarden voor het
verlies van visgronden niet voor een precedent
zorgen?
02.01 Luc Goutry (CVP): Le ministre avait
répondu à la question que je lui avais posée le 27
juin qu'aucun projet concret n'avait encore été
arrêté concernant l'installation d'un parc d'éoliennes
au large de nos côtes. Il était favorable au principe
de petits parcs plutôt qu'à celui d'un seul parc de
grande taille. Actuellement, les conditions de la
concession ne prévoient aucune compensation
pour la perte de zones de pêche.
Comment ce dossier a-t-il évolué depuis le 27 juin
dernier ? L'absence de compensations pour la perte
de zones de pêche ne risque-t-elle pas de
constituer un précédent ?
02.02 Minister Olivier Deleuze (Nederlands): Ik
ben geen voorstander van meerdere kleinere
parken in plaats van één groot park. Er zijn ook
tussenoplossingen tussen beide uitersten mogelijk.
Het ontwerp-KB over de toekenning van de
domeinconcessies kreeg onlangs een grotendeels
gunstig advies van de Raad van State. Het KB zal in
de volgende weken kunnen verschijnen. Omdat het
KB nog niet bekend is, zijn er voorlopig nog geen
formele aanvragen ingediend.
Er zijn nog twee bijkomende KB's nodig, een over
de bekabeling tussen windmolens en de kustzone,
en een inzake de bescherming van de
marinebiologie. Voor de eerste zijn de minister van
Economische Zaken en ikzelf verantwoordelijk, voor
02.02 Olivier Deleuze , ministre (en néerlandais) :
Je ne suis pas favorable à l'installation de plusieurs
petits parcs au lieu d'un seul grand parc. Entre ces
deux extrêmes, des solutions intermédiaires
existent.
Le projet d'arrêté royal concernant l'octroi de
concessions de domaines a récemment reçu un
avis en grande partie positif du Conseil d'Etat. Cet
arrêté sera publié au Moniteur belge dans les
prochaines semaines. Cet arrêté royal n'ayant pas
encore été publié, aucune demande formelle n'a
encore été déposée.
Le câblage entre les éoliennes et la côte ainsi que
la protection du biotope marin doivent encore faire
l'objet d'arrêtés royaux qui relèvent respectivement
de la compétence du ministre de l'Economie et de
CRABV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
de tweede de minister van Volksgezondheid.
la mienne et de celle de la ministre de la Santé
publique.
02.03 Luc Goutry (CVP): De Raad van State heeft
dus advies uitgebracht over het ontwerp-KB en het
zal snel worden gepubliceerd. We kunnen er nu nog
niet op reageren, we kennen de tekst niet.
Wat zijn de voorwaarden van de concessie? Staat
er iets in over de compensaties voor het verlies van
visgronden en over de locatie of locaties?
02.03 Luc Goutry (CVP): Le Conseil d'Etat a donc
rendu un avis sur le projet d'arrêté royal et cet avis
sera publié sous peu. Nous ne pouvons pas encore
y réagir puisque nous en ignorons la teneur.
Quelles sont les conditions de la concession ?
Prévoient-elle une compensation pour la perte de
zones de pêche et règlent-elles la question du ou
des sites?
02.04 Minister Olivier Deleuze (Nederlands) :
Daarover staat niets in het ontwerp-KB. Het gaat
alleen over de te volgen procedure voor het
aanvragen van concessies.
02.04 Olivier Deleuze , ministre (en néerlandais) :
Le projet d'arrêté royal ne prévoit rien à cet égard. Il
ne règle que la procédure à suivre pour demander
des concessions.
02.05 Luc Goutry (CVP): Er zijn toch maar enkele
producenten die voor zo'n concessie kunnen
inschrijven. Die weten dan niet waarop ze
intekenen.
02.05 Luc Goutry (CVP): Il n'existe de toute façon
que quelques producteurs susceptibles de s'inscrire
pour une telle concession. Cela signifie qu'ils ne
savent pas à quoi ils s'engagent.
02.06 Minister Olivier Deleuze (Nederlands): De
geïnteresseerden worden zeer goed op de hoogte
gehouden van de evolutie van het dossier. Zij zullen
dus niet uit de lucht vallen.
Ik zal het KB nu laten herschrijven, rekening
houdend met de opmerkingen van de Raad van
State. Wanneer het KB helemaal af is, kunnen we
er in de commissie over debatteren. Dat zal heel
binnenkort het geval zijn.
02.06 Olivier Deleuze , ministre (en néerlandais):.
Les intéressés sont dûment informés de l'évolution
du dossier. Ils ne seront donc pas surpris.
Je vais faire réécrire l'arrêté royal à la lumière des
observations du Conseil d'Etat. Lorsque l'arrêté
royal sera prêt nous pourrons en discuter en
commission. Ce sera pour bientôt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van mevrouw Simonne
Creyf aan de eerste minister over "de aanduiding
van de netbeheerder in het kader van de
liberalisering van de elektriciteitsmarkt" (nr. 2751)
03 Question orale de Mme Simonne Creyf au
premier ministre sur "la désignation du
gestionnaire du réseau dans le cadre de la
libéralisation du marché de l'électricité" (n° 2751)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling).
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable).
03.01 Simonne Creyf (CVP): Het aanstellen van
een netbeheerder is de eerste stap in de uitvoering
van de Europese elektriciteitsrichtlijn. De procedure
wordt echter geblokkeerd door de discussie over de
inbrengwaarde van het transmissienet in de
netbeheerder.
Op 12 mei 2000 heeft de Europese Commissie de
Belgische Staat aangemaand omdat de richtlijn nog
niet werd uitgevoerd. De Commissie verwachtte een
antwoord ten laatste op 12 november 2000.
In de regeringsverklaring heeft de premier erop
03.01 Simonne Creyf (CVP): La désignation d'un
gestionnaire du réseau constitue la première étape
de la transposition de la directive européenne en
matière d'électricité. La procédure est cependant
bloquée par la discussion relative à la valeur
d'apport du réseau de transmission.
Mis en demeure le 12 mai 2000 par la Commission
européenne de mettre en oeuvre la directive
européenne, l'Etat belge devait réagir avant le 12
novembre au plus tard.
Dans sa décalaration de politique, le premier
06/12/2000
CRABV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
gewezen dat er op korte termijn een netbeheerder
zal worden aangesteld. De activiteiten van
Electrabel zouden gehergroepeerd worden in een
productie- en netbeheerdermaatschappij; de
inbreng van de gemeenten in deze maatschappij
zou worden geregeld en er zou een beursgang
worden georganiseerd.
Heeft de regering tijdig geantwoord op de brief van
de Europese Commissie? Welke maatregelen heeft
de regering intussen genomen? Hoe zal de regering
de onafhankelijkheid van de netbeheerder
garanderen?
De regering heeft de commissie voor de regulering
van de elektriciteit en het gas (CREG) belast met de
aanstelling van een college van drie
bedrijfsrevisoren om de waarde van het
transmissienet te evalueren. Verschillende
evaluatiemethodes kunnen tot grote
waardeverschillen leiden. Dit heeft gevolgen voor de
transmissietarieven. Wat is de filosofie van de
regering in dit verband? Hoe zal rekening worden
gehouden met de adviezen van de experts? Welke
statuten zullen gelden voor het personeel? Werd
hierover overleg gepleegd met de
vertegenwoordigers van het personeel?
ministre a indiqué que l'on procéderait à court terme
à la désignation d'un gestionnaire du réseau. Il
annonçait un regroupement des activités
d'Electrabel au sein d'une société de production et
de gestion du réseau, une réglementation quant à la
participation des communes dans cette société et
l'organisation d'une cotation en bourse.
Le gouvernement a-t-il répondu dans les délais à la
lettre de la Commission européenne? Quelles
mesures a-t-il prises dans l'intervalle? Comment
garantira-t-il l'indépendance du gestionnaire du
réseau?
Le gouvernement a demandé à la CREG de
désigner un collège de trois réviseurs d'entreprise
chargés d'évaluer la valeur du réseau de
transmission. La détermination de la valeur du
réseau dépendra en grande partie du choix de la
méthode d'évaluation. Ceci aura évidemment une
incidence sur les tarifs. Quelle est la philosophie du
gouvernement à cet égard? Comment l'avis des
experts sera-t-il pris en compte? Quel sera le statut
des membres du personnel? Une concertation a-t-
elle été organisée à ce sujet avec les représentants
de ces derniers?
03.02 Minister Olivier Deleuze (Nederlands): Mijn
departement zal systematisch de door de Europese
Commissie gevraagde inlichtingen doorgeven. Het
gaat over de beslissingen voor de inwerkstelling van
de wet van 29 april 1999 inzake de organisatie van
de elektriciteitsmarkt, meer bepaald betreffende de
aanstelling van de beheerder voor het
elektriciteitstransmissienet.
Op 5 april 2000 nam de regering maatregelen
inzake garanties voor een onpartijdige werking van
deze beheerder. Deze maatregelen behelzen het
versterken van het aantal en de rol van de
onafhankelijke beheerders en een diversificatie van
het kapitaal van de beheerder.
Op 22 november 2000 besliste de regering dat het
verslag van de revisoren, benoemd door de CREG,
moest beëindigd zijn tegen 15 december.
Het scenario van de aanstelling van de
netwerkbeheerder werd goedgekeurd. De
definitieve tekst zal rekening houden met het
revisorenverslag en met een door de CREG tegen
31 december op te stellen tarievennota.
De aanstelling van de netwerkbeheerder wordt
effectief in de lente van volgend jaar. De gemeenten
zullen een belangrijke participatie hebben en de
beursgang zal worden georganiseerd.
03.02 Olivier Deleuze , ministre (en néerlandais) :
Mon département transmettra systématiquement
toutes les informations demandées par la
Commission européenne. Il s'agit des décisions
relatives à l'entrée en vigueur de la loi du 29 avril
1999 portant organisation du marché de l'électricité,
notamment en ce qui concerne la désignation du
gestionnaire du réseau de transmission de
l'électricité.
Le 5 avril 2000, le gouvernement a pris des
mesures visant à garantir l'impartialité de ce
gestionnaire. Ces mesures portent sur un
renforcement du nombre et du rôle des
gestionnaires indépendants et sur une
diversification du capital du gestionnaire.
Le 22 novembre 2000, le gouvernement a décidé
que le rapport des réviseurs nommés par la CREG
devait être prêt pour le 15 décembre.
Le scénario relatif à la désignation du gestionnaire
de réseau a été approuvé. Le texte définitif tiendra
compte du rapport des réviseurs et d'une note
concernant les tarifs à rédiger par la CREG pour le
31 décembre.
La désignation du gestionnaire de réseau
interviendra au printemps prochain. La participation
des communes sera importante et l'entrée en
CRABV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Door een beslissing van 5 april 2000 zullen de
statuten van het huidig personeel van de
maatschappij die het transmissienet beheert van
kracht blijven tijdens de overgang van dit personeel
naar het nieuwe systeem van de netwerkbeheerder.
Bourse sera organisée.
A la suite d'une décision du 5 avril 2000, les statuts
actuels du personnel de la société gérant le réseau
de transmission resteront d'application lors du
passage de ce personnel au nouveau système de
gestionnaire de réseau.
03.03 Simonne Creyf (CVP): De onafhankelijkheid
van de netbeheerder wordt door deze maatregelen
onvoldoende gegarandeerd. Heeft de regering een
scenario? Kan de CREG dat controleren? Welke
informatie brengen de diensten over? Zal de
regering rekening houden met het verslag van de
revisoren? In welke richting gaat men? Wil men het
transmissienet zo hoog mogelijk of zo laag mogelijk
waarderen?
Ik krijg formele antwoorden, die echter niets
ophelderen.
03.03 Simonne Creyf (CVP): L'indépendance du
gestionnaire de réseau est insuffisamment garantie
par ces mesures. Le gouvernement a-t-il défini un
scénario? La CREG sera-t-elle chargée d'une
mission de contrôle? Quelles informations les
services transmettent-ils? Le gouvernement tiendra-
t-il compte du rapport des réviseurs? Quelle
orientation le gouvernement envisage-t-il de
prendre? Va-t-on attribuer au réseau de
transmission la valeur la plus élevée ou la plus
faible possible?
Vos réponses présentent un caractère très formel et
n'apportent aucune clarification.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van mevrouw Simonne
Creyf aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "de commissie voor
de regulering van de elektriciteit en het gas"
(nr. 2754)
04 Question orale de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable sur "la commission de régulation de
l'électricité et du gaz" (n° 2754)
04.01 Simonne Creyf (CVP): Ik heb een aantal
vragen over de commissie voor de regularisering
van de elektriciteit en het gas (CREG).
Wat is het statuut van de adviezen van de CREG
over de liberalisering van de elektriciteitsmarkt? In
welke mate houdt de regering rekening met die
adviezen? Met welke adviezen heeft ze al rekening
gehouden? Als ze dat niet doet, moet ze dat dan
motiveren? Hoe ver staat het met de oprichting van
de algemene raad?
04.01 Simonne Creyf (CVP): Je voudrais poser
quelques questions concernant la commission de
régulation de l'électricité et du gaz (CREG).
Quel est le statut des avis de la CREG au sujet de
la libéralisation du marché de l'électricité ? Dans
quelle mesure le gouvernement en tient-il compte?
De quels avis a-t-il déjà tenu compte ? S'il n'en tient
pas compte, doit-il motiver sa décision ?
Qu'en est-il de la mise en place du conseil
général ?
04.02 Minister Olivier Deleuze (Nederlands): De
adviezen van de CREG zijn zeer belangrijk voor
mijn beleid. De wet van 29 april 1999 bepaalt het
statuut van deze adviezen. De CREG moet haar
informatiebeleid definiëren in het kader van de wet
van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van
de administratie.
De adviezen hebben ook betrekking op de
gassector en andere aspecten betreffende de
organisatie van de elektriciteits- en gasmarkten.
Onlangs werden in dit kader enkele KB's
uitgevaardigd. Daarbij is het niet altijd duidelijk of
04.02 Olivier Deleuze , ministre (en néerlandais) :
Les avis rendus par la CREG revêtent une
importance majeure pour la politique que je mène.
La loi du 29 avril 1999 fixe le statut de ces avis. La
CREG doit définir sa politique d'information dans le
cadre du décret du 11 avril 1994 concernant la
publicité de l'administration.
Les avis rendus ont également trait au secteur du
gaz et à d'autres aspects de l'organisation des
marchés de l'électricité et du gaz.
Récemment, quelques arrêtés royaux ont été
promulgués dans ce cadre. A cet égard, on ne sait
06/12/2000
CRABV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
alle adviezen worden gevolgd. Met sommige delen
van de adviezen wordt geen rekening gehouden,
andere adviezen worden volledig gevolgd. Bepaalde
opties om het advies niet te volgen werden al
bevestigd door de Raad van State.
De CREG heeft op eigen initiatief adviezen
geformuleerd. Een van deze adviezen werd grondig
onderzocht en de regering heeft er rekening mee
gehouden.
De CREG wordt gefinancierd door een banklening.
De Ministerraad heeft op 1 december het ontwerp
van KB betreffende de voorlopige financiering van
de CREG onderzocht. De CREG zal worden
gefinancierd via een bijkomende heffing op de
tarieven van de beheerder van het transmissienet
en via een vergoeding die moet worden betaald
door de houders van concessies of vergunningen
voor gasvervoer.
De algemene raad van de CREG zal worden
uitgebreid, zodat alle sectoren kunnen worden
vertegenwoordigd. Als gevolg van een KB van de
vorige regering is dat totnogtoe niet het geval. Een
KB bekengemaakt in het Staatsblad van 24 oktober
2000 wijzigt het KB van 5 mei 1999 betreffende de
samenstelling en werking van de algemene raad.
Op 3 november heb ik alle betrokkenen
aangeschreven met de vraag om
vertegenwoordigers binnen de CREG voor te
stellen. De algemene raad bestaat uit 39 leden,
waarvan er 26 stemgerechtigd zijn. Enkele
organisaties hebben al gereageerd. De algemene
raad zal spoedig kunnen worden opgericht.
pas toujours très bien si tous les avis sont suivis. Il
arrive qu'il ne soit pas tenu compte de certaines
parties de ces avis tandis que d'autres avis sont
suivis dans leur intégralité. Le Conseil d'Etat a déjà
confirmé qu'il existe certaines possibilités de ne pas
suivre ses avis.
La CREG a formulé des avis de sa propre initiative.
L'un d'eux a été examiné avec minutie et le
gouvernement en a tenu compte.
La CREG est financée au moyen d'un emprunt
bancaire. Le 1
er
décembre, le conseil des ministres
s'est penché sur le projet d'arrêté royal relatif au
financement provisoire de la CREG, laquelle sera
financée par une taxe supplémentaire sur les tarifs
du gestionnaire du réseau de transmissions et par
une indemnité qui devra être payée par les titulaires
de concessions ou de licences pour le transport de
gaz.
Le conseil général de la CREG sera élargi, de façon
à ce que tous les secteurs puissent être
représentés. Si ce n'est toujours pas chose faite
aujourd'hui, c'est à cause d'un arrêté royal pris par
le gouvernement précédent. Un arrêté royal publié
au Moniteur belge du 24 octobre 2000 modifie
l'arrêté royal du 5 mai 1999 concernant la
composition et le fonctionnement du conseil
général. Le 3 novembre, j'ai écrit à tous les
intéressés pour leur demander de proposer des
candidats pour les représenter au sein de la CREG.
Le conseil général se compose de 39 membres,
dont 26 ont le droit de vote. Quelques organisations
ont déjà réagi. Le conseil général pourra être créé
prochainement.
04.03 Simonne Creyf (CVP): Als de regering geen
rekening houdt met een advies, moet dat dan
gemotiveerd worden?
04.03 Simonne Creyf (CVP): Si le gouvernement
ne tient pas compte d'un avis, doit-il motiver son
attitude?
04.04 Minister Olivier Deleuze (Nederlands):
Daarin voorziet de wet niet.
04.04 Olivier Deleuze , ministre (en néerlandais) :
La loi ne prévoit rien en la matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van mevrouw Els Van
Weert aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "het zogenaamde
AMPERE-rapport" (nr. 2840)
05 Question orale de Mme Els Van Weert au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable sur "le rapport dit "AMPERE"" (n° 2840)
05.01 Els Van Weert (VU&ID): De commissie voor
de analyse van de middelen van productie van
elektriciteit en de reëvaluatie van energievectoren
(AMPERE) werd vorig jaar opgericht. In oktober
2000 moest ze een verslag over de toekomstige
energieproductie overhandigen aan de minister
05.01 Els Van Weert (VU&ID):La Commission
chargée de l'analyse des moyens de production
d'électricité et de la réévaluation des vecteurs
énergétiques (AMPERE) a été mise en place l'an
passé. Elle devait, en octobre 2000, remettre au
ministre en charge de l'énergie un rapport sur
CRABV 50
COM 328
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
bevoegd voor energie. Het moest rekening houden
met een uitstap uit de kernenergie, de beheersing
van de vraag naar elektriciteit en de ontwikkeling
van hernieuwbare energiebronnen.
De commissie zal aanbevelingen en voorstellen
formuleren om keuzen te maken voor de
toekomstige elektriciteitsproductie, rekening
houdend met de internationale verplichtingen van
België.
Heeft de commissie AMPERE haar rapport al
overhandigd? Indien neen, waaraan is de vertraging
dan te wijten? Wordt er druk uitgeoefend op de
commissie om haar conclusies bij te sturen? Kwam
het rapport op een objectieve wijze tot stand?
Welke beleidsconclusies trekt de staatssecretaris
uit het rapport, rekening houden met onze
internationale engagementen in het kader van het
klimaatverdrag van Rio?
l'avenir de la production énergétique. Ce rapport
devait tenir compte de l'abandon de l'énergie
nucléaire, du contrôle de la demande d'énergie
électrique et du développement de sources
d'énergie renouvelables.
La Commission va formuler des recommandations
et des propositions pour que des choix puissent être
opérés dans le domaine de la production
d'électricité en tenant compte des obligations
internationales de la Belgique.
La commission AMPERE a-t-elle déposé son
rapport ? Dans la négative, à quoi faut-il attribuer
son retard ? Des pressions sont-elles exercées sur
la commission pour influencer ses conclusions ? Le
rapport a-t-il été établi de manière objective ?
Quelles conclusions le secrétaire d'État tire-t-il du
rapport, eu égard à nos engagements
internationaux dans le cadre de l'accord de Rio sur
les changements climatiques?
05.02 Minister Olivier Deleuze (Nederlands): Het
rapport van de commissie AMPERE omvat vier
delen: een deel met de besluiten en aanbevelingen
van de commissie, een executive summary, een
syntheserapport met de besluiten van de
gespecialiseerde commissiewerkgroepen en een
hoofdrapport met de essentiële gegevens en
technische bijlagen waarop deze studie is
gebaseerd.
De commissie heeft mij nu al het volgende
overgemaakt: een gedeelte van de aanbevelingen,
afwisselend in het Nederlands en het Frans, de
executive summary, eveneens afwisselend in het
Nederlands en het Frans en een syntheserapport in
het Nederlands met de besluiten van de
gespecialiseerde werkgroepen.
De eerste drie delen moeten nog vertaald worden
naar het Nederlands, Frans en Engels. Het
hoofdrapport blijft in de taal van de auteurs.
Vanaf het moment dat het hoofdrapport en de
Nederlandse en Franse versies van de eerste drie
delen helemaal af zijn, zullen ze door de commissie
worden openbaar gemaakt, eerder niet. De
documenten zullen ook op de website van de
commissie AMPERE kunnen worden
geconsulteerd. Zelf zal ik mij voor de definitieve
publicatie van elke commentaar onthouden. De
commissie AMPERE heeft mij gezegd dat de
vertaling meer tijd dan verwacht in beslag neemt en
dit wegens het bijzonder technisch karakter van de
documenten.
Alle documenten werden unaniem door alle
commissieleden goedgekeurd. Op 20 augustus
05.02 Olivier Deleuze , ministre (néerlandais) : Le
rapport de la commission AMPERE comporte
quatre parties
: les conclusions et les
recommandations de la commission, un « executive
summary », un rapport de synthèse comprenant les
conclusions des groupes de travail spécialisés et un
rapport principal contenant les données essentielles
et les annexes techniques sur lesquelles est fondée
l'étude.
La commission m'a déjà mis en possession des
éléments suivants : la partie des recommandations
rédigée en alternance en français et en néerlandais;
l' « executive summary », rédigé de la même
manière et le rapport de synthèse en néerlandais
avec les conclusions des groupes de travail
spécialisés.
Les trois premières parties doivent encore être
traduites en néerlandais, en français et en anglais.
Le rapport principal reste dans la langue des
auteurs.
Dès que le rapport principal et les versions
française et néerlandaise des trois premières
parties seront prêts, la commission les rendra
publics mais pas avant. Les documents pourront
être consultés sur le site Internet de la commission
AMPERE. Je m'abstiendrai de tout commentaire
avant la publication définitive. La commission
AMPERE m'a signalé que la traduction prend plus
de temps que prévu, en raison du caractère très
technique des documents.
Tous les documents ont été approuvés à
l'unanimité par les commissaires. Le 20 août 2000,
06/12/2000
CRABV 50
COM 328
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
2000 werd een KB goedgekeurd dat in een
evaluatie van het rapport van de commissie
AMPERE door vijf internationale experts voorziet.
Zij krijgen hiervoor drie maanden de tijd.
Eens het definitief rapport en het verslag van de vijf
experts in mijn bezit zijn, zal ik mijn conclusies
trekken.
un arrêté royal prévoyant l'évaluation du rapport de
la commission AMPERE par cinq experts
internationaux a été adopté. Les experts auront trois
mois pour ce travail.
Dès que je disposerai du rapport définitif et le
rapport des cinq experts, je tirerai mes conclusions.
05.03 Els Van Weert (VU&ID): Ik dank de
staatssecretaris voor het uitgebreide antwoord. Ik
hoop dat het probleem tot de vertaling beperkt blijft.
De evaluatie door vijf internationale experts stelt mij
gerust. Op welke termijn zal de vertaling worden
beëindigd?
05.03 Els Van Weert (VU&ID): Je remercie le
secrétaire d'Etat pour sa réponse détaillée. J'espère
que la traduction restera le seul problème. Le
recours à cinq experts internationaux pour
l'évaluation me rassure. Dans quel délai la
traduction sera-t-elle achevée?
05.04 Minister Olivier Deleuze (Nederlands): Ik
heb de drie meest politieke rapporten. Er zijn dus
zeker geen problemen meer. Wanneer de vertaling
klaar is, kan ik niet zeggen. IK denk dat dit in de
loop van december zal gebeuren, maar engageer
mij niet.
05.04 Olivier Deleuze , ministre (néerlandais) : Je
suis en possession des trois rapports revêtant la
dimension la plus politique. Il ne subsiste donc
aucun problème. Quant à la traduction, je pense
qu'elle sera terminée dans le courant du mois de
décembre sans pour autant pouvoir prendre le
moindre engagement en ce sens.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.55 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.55 heures
Document Outline