KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 326
CRIV 50 COM 326
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
woensdag mercredi
06-12-2000 06-12-2000
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 326
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van mevrouw Mirella Minne aan
de minister van Landsverdediging over
"problemen bij de aankoop van
verkenningsvliegtuigen zonder B-Hunter
uitrusting" (nr. 2851)
1
Question orale de Mme Mirella Minne au ministre
de la Défense sur "les problèmes soulevés par
l'achat d'avions de reconnaissance sans
équipement B-Hunter" (n° 2851)
1
Sprekers: Mirella Minne, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Mirella Minne, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens
aan de minister van Landsverdediging over "de
uitbetaling van een toelage voor gevaarlijk en
ongezond werk (HAWK-raketten)" (nr. 2629)
2
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre
de la Défense sur "le versement d'une prime pour
des travaux dangereux et insalubres (missiles
HAWK)" (n° 2629)
2
Sprekers: Patrick Lansens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Patrick Lansens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens
aan de minister van Landsverdediging over "de
militaire basis van Lombardsijde" (nr. 2645)
3
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre
de la Défense sur "la base militaire de
Lombardsijde" (n° 2645)
3
Sprekers: Patrick Lansens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Patrick Lansens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer André Schellens
aan de minister van Landsverdediging over "het
privatiseren van de horeca bij de luchtmacht"
(nr. 2682)
4
Question orale de M. André Schellens au ministre
de la Défense sur "la privatisation du secteur
horeca de la Force Aérienne" (n° 2682)
4
Sprekers: André Schellens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: André Schellens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Jean-Pol Poncelet
aan de minister van Landsverdediging over "de
militaire muzieken" (nr. 2763)
4
Question orale de M. Jean-Pol Poncelet au
ministre de la Défense sur "les musiques
militaires" (n° 2763)
4
Sprekers: Jean-Pol Poncelet, voorzitter van
de PSC-fractie, André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Jean-Pol Poncelet, président du
groupe PSC, André Flahaut, ministre de la
Défense
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens
aan de minister van Landsverdediging over
"bepaalde verworven rechten voor het personeel
van de Radio Maritieme Diensten" (nr. 2807)
5
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre
de la Défense sur "certains droits acquis pour le
personnel des services de la Radio maritime"
(n° 2807)
5
Sprekers: Patrick Lansens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Patrick Lansens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Samengevoegde interpellaties van
6
Interpellations jointes de
6
- de heer Richard Fournaux tot de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering van
de militaire politie" (nr. 575)
- M. Richard Fournaux au ministre de la Défense
sur "la restructuration de la police militaire"
(n° 575)
- de heer John Spinnewyn tot de minister van
Landsverdediging over "de mogelijke rol van de
Militaire Politie in de politiehervorming en de
buitenlandse militaire interventies" (nr. 585)
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense
sur "le rôle que pourrait jouer la police militaire
dans le cadre de la réforme des polices et dans le
cadre des interventions à l'étranger" (n° 585)
Sprekers: John Spinnewyn, André Flahaut,
minister van Landsverdediging, Richard
Fournaux
Orateurs: John Spinnewyn, André Flahaut,
ministre de la Défense, Richard Fournaux
Samengevoegde mondelinge vragen van
9
Questions orales jointes de
9
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'de bouw van een
strategisch transportschip' (nr. 2811)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'la construction d'un navire stratégique de
transport' (n° 2811)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
06/12/2000
CRIV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Landsverdediging over 'de aankoop van een
RORO-schip met autonome laad- en loscapaciteit'
(nr. 2856)
'l'achat d'un navire RORO doté d'une capacité
autonome de chargement et de déchargement'
(n° 2856)
Sprekers: Peter Vanhoutte, Luc Sevenhans,
André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, Luc Sevenhans,
André Flahaut, ministre de la Défense
Samengevoegde mondelinge vragen van
12
Questions orales jointes de
12
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'de veiligheid van een C-
130 Hercules-toestel' (nr. 2812)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'la sécurité d'un C-130 Hercules' (n° 2812)
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'het gebruik van een C-
130 Hercules-toestel tijdens een recente missie'
(nr. 2813)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'l'utilisation d'un C-130 Hercules lors d'une
récente mission' (n° 2813)
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Jan Eeman aan de
minister van Landsverdediging over "biologische
wapens in Kosovo" (nr. 2848)
14
Question orale de M. Jan Eeman au ministre de la
Défense sur "les armes biologiques au Kosovo"
(n° 2848)
14
Sprekers: Jan Eeman, André Flahaut,
minister van Landsverdediging, Peter
Vanhoutte
Orateurs: Jan Eeman, André Flahaut,
ministre de la Défense, Peter Vanhoutte
CRIV 50
COM 326
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
van
WOENSDAG
06
DECEMBER
2000
14:30 uur
______
du
MERCREDI
06
DECEMBRE
2000
14:30 heures
______
La séance est ouverte à 14.31 heures par
M. Jean-Pol Henry, président.
De vergadering wordt geopend om 14.31 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
01 Question orale de Mme Mirella Minne au
ministre de la Défense sur "les problèmes
soulevés par l'achat d'avions de
reconnaissance sans équipement B-Hunter"
(n° 2851)
01 Mondelinge vraag van mevrouw Mirella
Minne aan de minister van Landsverdediging
over "problemen bij de aankoop van
verkenningsvliegtuigen zonder B-Hunter
uitrusting" (nr. 2851)
01.01 Mirella Minne (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre,
diverses informations préoccupantes me
reviennent concernant le programme d'acquisition
de trois systèmes B-Hunter UAV avec 6 drones
par système, qui remplaceront bientôt le système
EPERVIER. Cet ensemble doit normalement nous
être livré en janvier 2001. Ces produits sont
fabriqués par une association industrielle
temporaire formée de plusieurs constructeurs
comme la Sonaca, Alcatel Bell Space an Division,
Israël Aircraft Industries...
Il me revient toutefois que cette livraison ne se
fera vraisemblablement pas dans les délais
impartis, et ce pour des raisons d'ordre
technique : un vol d'essai réalisé en Israël sur la
version du drone qui doit être livré en Belgique et
qui a lieu dans le courant du mois d'août s'est
soldé par la destruction du drone.
Depuis cet échec, aucun élément ne permet
d'affirmer que les délais de livraison prévus seront
respectés; en tout cas, on observe un certain
mutisme tant au sein des forces armées que de la
Sonaca qui préfèrent passer sous silence ce
malheureux incident.
Ces faits, monsieur le ministre, et vu aussi les
deniers publics qui sont en jeu, m'amènent à vous
poser des questions quant à certains termes du
contrat passé entre l'Etat belge et cette
association d'entreprises.
Premièrement, y a-t-il, par exemple, une clause
relative à certains événements non prévisibles
dans ce contrat ? Dans l'affirmative, comment est-
elle libellée ?
Deuxièmement, y a-t-il eu versement d'arrhes de
la part de l'Etat belge ? La totalité du montant du
contrat, qui est de deux milliards et demi de francs
belges a-t-elle déjà été versée par l'Etat belge ?
Troisièmement, en cas d'inexécution de ses
obligations de livraison par cette association, des
dommages intérêts moratoires et/ou
compensatoires sont-ils prévus dans le contrat ?
Quatrièmement, si des problèmes techniques
persistent, quelle est la procédure prévue ? Un
nouvel appel d'offres serait-il dans ce cas à l'ordre
du jour ?
Cinquièmement, où en est-on aujourd'hui
exactement dans le programme d'acquisition de
ces systèmes ? Ces systèmes seront-ils bientôt
opérationnels ? Dans l'affirmative, quand ? Dans
la négative, que faire ?
Je vous remercie, monsieur le ministre, pour les
réponses que vous voudrez bien apporter à mes
questions.
Le président: Monsieur le ministre, je vous passe
la parole, quoique je n'aie pas bien entendu le
contenu de cette question, qui me paraît très
technique.
01.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, le contrat, comme tous les autres, fait
06/12/2000
CRIV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
notamment référence à l'arrêté royal du 26
septembre 1996 relatif au cahier général des
charges. L'article 16 de cet arrêté stipule les droits
à révision du marché en cas de circonstances
extraordinaires et imprévisibles.
Le contrat a une valeur de 2.146 millions.
Conformément aux dispositions du cahier général
des charges, seule une avance de 15 % a été
versée à la notification du contrat et est couverte
par une garantie bancaire. Les paiements
n'interviennent que pour des prestations
exécutées et acceptées par le service de contrôle
et de réception technique de la force terrestre.
Comme déjà stipulé, le contrat fait référence à
l'arrêté du 26 septembre 1996. Conformément
aux dispositions de l'article 66 de cet arrêté,
l'administration a le droit de réclamer des
amendes de retard pour toute livraison tardive par
rapport au planning de livraison contractuel. En
cas d'inexécution des obligations par l'association,
l'administration sera en droit de procéder aux
mesures d'office comme prévu par ce même
article 66. De plus, l'association a constitué un
cautionnement de 105 millions de francs, en
application de l'article 5 de l'arrêté royal. Ce
cautionnement doit garantir la bonne exécution du
contrat.
En cas de persistance des problèmes techniques,
ce qui n'est pas le cas à l'heure actuelle,
l'administration peut demander, par le biais des
mesures d'office, à un tiers de réaliser les
prestations contractuelles à la place et aux frais
de l'association momentanée.
Depuis l'accident qui est intervenu, l'association a
procédé à plusieurs vols d'essai internes en Israël.
Ces vols ont été exécutés avec succès. La phase
de réception technique préalable de la pré-série
est en cours et sera terminée en janvier 2001. A la
suite de la demande de la force terrestre
d'effectuer des études ayant pour but d'augmenter
l'efficacité d'emploi et la sécurité en vol des
systèmes, la livraison du premier système est
contractuellement prévue pour la mi-2001.
01.03 Mirella Minne (ECOLO-AGALEV): Je
remercie le ministre pour sa réponse et j'espère
qu'ils seront bien livrés à la moitié de l'année 2001
et que nous ne devrons pas réclamer des
dommages et intérêts.
De voorzitter: Ik heb een brief van de heer
Vanhoutte ontvangen met het voorstel om een
bezoek te brengen aan het medisch centrum. Met
de toestemming van de minister zullen wij dat in
de eerstkomende weken organiseren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Patrick
Lansens aan de minister van Landsverdediging
over "de uitbetaling van een toelage voor
gevaarlijk en ongezond werk (HAWK-raketten)"
(nr. 2629)
02 Question orale de M. Patrick Lansens au
ministre de la Défense sur "le versement d'une
prime pour des travaux dangereux et insalubres
(missiles HAWK)" (n° 2629)
02.01 Patrick Lansens (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik heb vernomen
dat bepaalde militairen die belast waren met
ongezond of gevaarlijk werk hiervoor een toelage
genoten hebben of nog steeds genieten. Anderen
die hetzelfde werk verrichtten, kregen die toelage
dan weer niet.
Mijnheer de minister, kunt u ons meedelen
hoeveel militairen in de betrokken periode een
toelage kregen voor gevaarlijk en ongezond werk?
Waarom hebben de verantwoordelijke officieren
de medewerkers die deze toelage niet genoten en
nog altijd niet genieten nooit van het bestaan
ervan in kennis gesteld? Is het voor die mensen
vandaag nog mogelijk de toelage alsnog te
bekomen?
02.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, collega's, het is de Generale Staf om
praktische redenen onmogelijk te antwoorden op
het eerste punt van die vraag. Aangezien de
actuele gegevensbank pas sinds 1980 is opgericht
beslaat ze slechts gedeeltelijk de periode tussen
1966 en 1994. De identificatiecodes van de
toelagen en de eenheden bestonden wel, maar zij
hebben elk een historiek die moet worden
gereconstrueerd. Het is ook nodig de link de
bepalen tussen de militair, zijn eenheid en de
toelage daar deze link noodzakelijk is voor de
opzoekingen.
Een omvangrijk manueel werk is dus noodzakelijk.
Het kan de exhaustiviteit van de opzoeking niet
garanderen. Mijnheer Lansens, een meer
geïndividualiseerde opzoeking voor een
particulier geval kan eventueel op uw verzoek
worden uitgevoerd.
Alle richtlijnen met betrekking tot het pecuniair
statuut zijn beschikbaar in de sectie Personeel
van de eenheden. Wat de vraag betreft of een
dergelijke toelage vandaag nog kan worden
CRIV 50
COM 326
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
toegekend, dient er met een aantal elementen
rekening gehouden te worden. Het verlenen van
de toelage met terugwerkende kracht is
onmogelijk gelet op de verjaringstermijn van 5
jaar, bepaald in artikel 100 van de gecoördineerde
wetten op de Rijkscomptabiliteit. Het is onmogelijk
om a posteriori te evalueren wat destijds in de
particuliere gevallen het gevaar was in functie van
het specifieke ambt en de precieze
werkomstandigheden.
02.03 Patrick Lansens (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister ik wil kort
reageren. Uw antwoord heeft immers nog meer
onduidelijkheden veroorzaakt. Hebt u
aanwijzingen, mijnheer de minister, dat er mensen
zijn die de toelage ontvangen hebben, terwijl
anderen die hetzelfde werk uitvoerden die toelage
niet hebben ontvangen? Uit uw antwoord kan ik dit
niet opmaken.
02.04 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, le problème réside dans le fait qu'il
existe une réglementation générale. Dans ce
cadre, certaines personnes ont omis de faire valoir
leur droit. Et aujourd'hui, il faudrait remédier à
cette situation. Or il m'est impossible de le faire
dans le cadre de la législation actuelle. Nous
avons été confrontés à la même problématique
avec les victimes de guerre. Nous avions informé
les gens qu'ils disposaient d'une période
déterminée pour déposer leur demande. Mais il y
a toujours des personnes qui ne réagissent pas
dans les délais impartis et qui, une fois ce temps
dépassé, se disent qu'elles auraient dû le faire. A
moins d'accorder de nouveaux délais, on est tenu
par les règlements.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Patrick
Lansens aan de minister van Landsverdediging
over "de militaire basis van Lombardsijde"
(nr. 2645)
03 Question orale de M. Patrick Lansens au
ministre de la Défense sur "la base militaire de
Lombardsijde" (n° 2645)
03.01 Patrick Lansens (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik kreeg
een tijdje geleden het onheilspellende bericht dat
men op de generale staf plannen had om de
militaire basis van Lombardsijde te sluiten. Men
zou de basis 14A opspitsen. Ze zou gehecht
worden aan de bestaande veldartilleriebataljons
van Hechtel, Altenraedt en Bastogne. Dat bericht
zorgde voor heel wat ongerustheid. Eerder dit jaar
had u al de beslissing genomen om de militaire
basis van Houthulst - ook in de Westhoek gelegen
op te doeken waardoor 130 militairen een
nieuwe werkplaats moesten vinden. De sluiting
van de basis in Lombardsijde zou een nog
zwaardere klap betekenen, want daar zijn 500
militairen tewerkgesteld. De militaire tewerkstelling
in de Westhoek is al zwaar geteisterd, onder meer
door uw beslissing om het militaire depot van
Houthulst over te hevelen. Ik heb enkele vragen
voor u, mijnheer de minister. Hopelijk kan u
vandaag duidelijk stellen dat die geruchten op een
kwakkel berusten. Als dat niet het geval was, zou
ik graag vernemen waarom men met plannen in
die zin bezig is en waarom eraan gedacht wordt
om de militaire basis van Lombardsijde te sluiten.
03.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Lansens, de informatie die u
geeft over het sluiten van de basis te
Lombardsijde kent geen enkele gegronde basis. Ik
betreur dat dergelijke geruchten verspreid worden,
aangezien zij voor onnodige ongerustheid zorgen
bij het personeel van de strijdkrachten en hun
familie. C'est donc très clair, il n'y a pas de
décision sur ce point.
Rekening houdend met de opgelegde budgettaire
beperkingen waaraan mijn departement is
onderworpen en de voorziene vermindering van
de effectieven, is het waarschijnlijk dat de studies
die binnen verschillende werkgroepen van de
Generale Staf uitgevoerd worden, zullen leiden tot
het aanbevelen van de bijkomende sluiting van
bepaalde militaire kwartieren of tot een
herverdeling binnen bestaande kwartieren.
Op dit moment echter zijn deze werkgroepen nog
niet toe aan het voorleggen van concrete
aanbevelingen hieromtrent aan de Stafchef of de
minister. Zolang de nieuwe structuur van de
krijgsmacht en de toekomstige inplanting van de
eenheden waaruit zij is samengesteld niet zijn
vastgelegd, ligt het niet in mijn bedoeling om min
of meer voorziene informatie die zal worden
verspreid door niet-gemachtigde bronnen te
ontkennen of te bevestigen. In het belang van de
eenheden is het noodzakelijk dat de studies
omtrent de herstructurering van de krijgsmacht
met de nodige sereniteit kunnen worden
voorgelegd.
Ik kan u evenwel meedelen dat ik erop zal toezien
dat de meest evenwichtig mogelijke inplanting van
onze strijdkrachten op het nationale grondgebied
zal worden verzekerd. Daarbij zal ik rekening
houden met de oriëntaties, opgenomen in het
strategische plan dat in mei 2000 door de regering
06/12/2000
CRIV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
werd goedgekeurd en met de mogelijkheden die
de bestaande infrastructuur biedt.
Donc si vous lisez correctement, vous verrez que
des infrastructures existent et qu'elles ont plus de
chances d'être occupées que d'être laissées
vides, pour certaines d'entre elles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer André
Schellens aan de minister van
Landsverdediging over "het privatiseren van de
horeca bij de luchtmacht" (nr. 2682)
04 Question orale de M. André Schellens au
ministre de la Défense sur "la privatisation du
secteur horeca de la Force Aérienne" (n° 2682)
04.01 André Schellens (SP): Mijnheer de
voorzitter, in 1994 werd reeds beslist om de
horeca bij de luchtmacht te privatiseren. Sinds die
tijd heeft de luchtmacht niet één personeelslid
opgeleid.
In de loop van 1998 diende de luchtmacht bij de
minister van Landsverdediging een nieuw dossier
in. Dit dossier werd later nog bijgewerkt. Tot op
vandaag werd in deze kwestie nog geen enkele
beslissing genomen, terwijl de werkdruk stijgt, de
werkonzekerheid latent aanwezig is en het
personeel veroudert.
Mijnheer de minister, kunt u de stand van zaken
geven aangaande dit dossier?
04.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, sedert 1994 heeft de luchtmacht in
totaal reeds 14 personeelsleden gerekruteerd of
omgevormd tot bediende. Het dossier om
eventueel over te gaan tot privatisering van de
horeca binnen de luchtmacht is verbonden met
het globale dossier van de krijgsmacht
dienaangaande. Dit dossier is nog ter studie.
Vooraleer tot een implementatie over te gaan
dient eerst een beslissing terzake te worden
genomen.Tevens dient erop te worden gewezen
dat er voor het dossier horeca geen budget is
uitgetrokken voor het jaar 2001. Hierdoor zal een
eventuele inwerkingstelling pas mogelijk zijn na
vastlegging van de nodige financiële kredieten
voor 2002.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question orale de M. Jean-Pol Poncelet au
ministre de la Défense sur "les musiques
05 Mondelinge vraag van de heer Jean-Pol
Poncelet aan de minister van Landsverdediging
over "de militaire muzieken" (nr. 2763)
05.01 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, j'ai tenu à passer quelques minutes sur
ce dossier qui, par ailleurs, a été remis en lumière
durant le mois de novembre lors des cérémonies
militaires.
Vous savez, aussi bien que moi qu'il ne reste plus
que trois musiques militaires et que leur nombre a
été réduit au fil des années. Il en reste une pour
chacune des grandes composantes de nos forces
armées mais comme j'entends que vous projetez
de grandes réformes, je voulais savoir si celles-ci
allaient avoir des conséquences sur l'organisation
des musiques militaires.
Pourriez-vous nous rappeler le cadre de ces
musiques ? Comment cela fonctionne-t-il ? Existe-
t-il des agents contractuels ? Est-il imaginable
qu'un contractuel porte un uniforme ? S'il n'y a
plus suffisamment d'agents statutaires, peut-on
assurer la poursuite du fonctionnement des
musiques de manière satisfaisante avec d'autres
formules?
Comptez-vous les garder toutes les trois avec
leurs uniformes et leurs rivalités qui sont
connues?
Je souhaitais que vous fassiez le point à ce
propos. Je voulais savoir si les réformes
envisagées allaient avoir des conséquences sur
les musiques militaires.
Personnellement, je pense qu'il est important d'en
avoir trois qui correspondent à nos trois grands
corps et de leur faciliter la tâche qui leur est
attribuée.
05.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, comme vient de le rappeler M.
Poncelet, il y a trois musiques : la musique royale
des guides, la musique royale de la force aérienne
et la musique royale de la marine.
Les effectifs prévus au tableau de l'organisation
des musiques sont les suivants : pour les guides,
1 officier et 108 sous-officiers, pour la force
aérienne, 50 sous-officiers et pour la marine, 1
officier et 20 sous-officiers.
Les cadres de ces trois musiques ne sont pas
complets. Le dernier recrutement de musiciens
date de 1989. Entre 1989 et 1994, après la
suppression des musiques des chasseurs
CRIV 50
COM 326
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
ardennais, des grenadiers et de la gendarmerie,
un nombre important de musiciens est venu
remplir les rangs des trois musiques restantes.
Aucun recrutement ne s'est avéré nécessaire
pendant cette décennie. Toutefois, les admissions
à la retraite et le dégagement par disponibilité ont
renversé ce courant favorable et provoquent
aujourd'hui la nécessité d'un recrutement au profit
de toutes les musiques. C'est le problème que
vous avez soulevé, monsieur Poncelet.
Le 20 octobre dernier, un concours d'admission a
été organisé au profit de l'orchestre de la musique
royale des guides, via un recrutement parmi les
musiques de la force aérienne et de la marine.
Mais cela ne résout pas le problème. Un musicien
a réussi les épreuves d'admission et s'est classé
en ordre utile. Dès lors, les autres places vacantes
pourront être occupées par des musiciens
militaires issus d'un recrutement civil, qui sera
organisé dans le courant du premier trimestre
2001.
En ce qui concerne les musiques de la force
aérienne et de la marine, ainsi que le corps des
trompettes de la musique royale des guides, un
projet d'arrêté royal est en préparation. Je crois
d'ailleurs qu'il l'était déjà lorsque vous étiez à la
tête du département. Il est vrai que la musique est
un problème qui ne préoccupe pas beaucoup les
gens, bien qu'on soit tous contents de les
entendre.
Cet arrêté royal devrait permettre de procéder au
recrutement de civils en qualité de musiciens
militaires.
Dès que l'arrêté royal aura été signé, on opérera
une campagne de recrutement, via les médias,
notamment vers les conservatoires royaux de
musique. Les examens seront ouverts aux
candidats des deux sexes et des deux régimes
linguistiques.
La réponse à la sous-question qui tend à savoir si
du personnel militaire de sexe féminin est présent
dans les musiques, est négative. Mais dans les
prochaines semaines, il sera procédé à
l'engagement de stagiaires, parmi lesquels il y a
actuellement une femme.
Par ailleurs, je ne vois pas l'utilité de fusionner les
musiques. Je crois comme vous qu'il faut
maintenir la diversité des trois musiques. Je me
souviens de l'émoi qu'a provoqué un de mes
prédécesseurs en supprimant les trois autres
musiques. Cette mesure n'avait d'ailleurs pas
vraiment d'utilité, mais comme elle a été prise, il
faut la respecter.
Toutefois, vous n'ignorez pas qu'une étude est
actuellement réalisée au sein de l'état-major afin
d'établir un statut unique pour tous les musiciens
militaires, quelle que soit la musique dans laquelle
ils évoluent. Ce statut unique porterait sur les
aspects financier, des promotions, des examens
de recrutement, etc. Il n'est cependant pas prévu
de « standardiser » les uniformes des différentes
musiques. Elles vont donc garder leurs
spécificités.
05.03 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, je remercie le ministre pour les
indications qu'il m'a fournies et j'ai donc pris acte
de la volonté de maintenir les trois corps tels qu'ils
existaient, dans des structures au moins
comparables, avec un statut unique qui va sans
doute faciliter un certain nombre de choses pour
leur avenir et atténuer l'iniquité que je mentionnais
tout à l'heure et qui est patente entre un des trois
corps et les deux autres.
Je me réjouis que cela aille dans ce sens. Je crois
en effet que c'est une très belle image des forces
armées pour l'opinion publique. Cela permet de
montrer dans des cérémonies qui n'ont parfois
rien à voir avec les forces armées un beau côté de
celles-ci.
Je pourrais peut-être formuler une suggestion qui
émane des expériences précédentes. Il est vrai
qu'il y a, en termes de prestige et d'uniformes de
parade, plus de cachet à la musique des guides.
Peut-être pourriez-vous envisager de donner une
capacité de prestige équivalente aux deux autres
qui n'ont pas les mêmes uniformes de parade.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer Patrick
Lansens aan de minister van Landsverdediging
over "bepaalde verworven rechten voor het
personeel van de Radio Maritieme Diensten"
(nr. 2807)
06 Question orale de M. Patrick Lansens au
ministre de la Défense sur "certains droits
acquis pour le personnel des services de la
Radio maritime" (n° 2807)
06.01 Patrick Lansens (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik heb u reeds
enkele maanden geleden een vraag gesteld over
het personeel bij de Radio Maritieme Diensten.
Dat personeel wordt definitief in de rangen van het
ministerie van Landsverdediging opgenomen. Het
ressorteert nu nog onder het BIPT. Ik wees er
06/12/2000
CRIV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
toen op dat de betrokken personeelsleden al
geruime tijd moeilijkheden ondervonden om een
paar eerder verworven sociale rechten te krijgen.
Nochtans was duidelijk gestipuleerd in het
desbetreffende koninklijk besluit van 3 april 1997
dat dit personeel al zijn eerder verworven rechten
zou kunnen behouden. De uitbetaling van de
evaluatiepremie was toen een prangend
probleem, maar die premie werd ondertussen aan
het personeel uitbetaald. U hebt daarvoor geijverd
bij uw collega minister Daems.
Nu blijkt dat het personeel nog steeds
moeilijkheden ondervindt om van een aantal
sociale rechten te kunnen genieten. Ik heb ze
opgesomd in mijn vraag. Mijnheer de minister,
kunt u een nieuwe stand van zaken geven inzake
de overheveling van dat personeel naar uw
departement? Hoe komt het dat het personeel
dergelijke moeilijkheden ondervindt en dat het van
die eerder verworven sociale rechten niet kan
genieten? Kunt u verduidelijken over welke
rechten het precies gaat en waarom er problemen
zijn? En ten slotte, wanneer ziet u een oplossing in
het verschiet?
06.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, in de programmawet die eerlang door
de Kamer zal worden besproken, wordt de
wettelijke basis gelegd voor de overdracht van het
personeel van de radiomaritieme dienst van het
Belgisch Instituut voor Postdiensten en
Telecommunicatie aan mijn departement. Het
uitvoeringsbesluit dat de nadere regels voor deze
overplaatsing vaststelt, zal zo spoedig mogelijk na
de inwerkingtreding van de programmawet
worden uitgevaardigd. Vervolgens wordt het
administratieve en geldelijke statuut van de
overgeplaatste personeelsleden na
onderhandelingen met de representatieve
vakbonden vastgesteld. In dit statuut worden
onder meer de rechten van het personeel
verankerd. Ingevolge de afspraken die werden
gemaakt in het comité B op 30 oktober 2000 wordt
er tussen mijn departement en de representatieve
vakbonden informeel overleg gepleegd over de
inventarisatie van de verworven rechten. Een
eerste bijeenkomst vindt plaats op
7 december 2000.
06.03 Patrick Lansens (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik begrijp iets niet
goed. U zegt dat dit nog een onderdeel zal vormen
van de syndicale onderhandelingen.
06.04 Minister André Flahaut: Ja, en wel op de
vergadering van 7 december 2000.
06.05 Patrick Lansens (SP): Is dat dan niet in
tegenspraak met de principes die werden
vastgelegd in het koninklijk besluit van 1997,
waarin duidelijk werd gestipuleerd dat de eerder
verworven sociale rechten behouden bleven? Nu
stelt u ze in feite nog in vraag.
06.06 André Flahaut, ministre: Je n'ai pas
l'impression que les contacts entre les syndicats
et mon département remettront en cause le
contenu de l'arrêté royal. Ce qui est convenu est
convenu.
Les modalités relèvent plus de l'exécution. Elles
me seront soumises une fois que la loi sera votée.
Nous anticipons même l'exécution de la loi
puisque des réunions informelles ont déjà eu lieu
et une réunion formelle aura lieu demain.
En tout cas, ma volonté est de respecter les droits
acquis de ces membres du personnel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Monsieur Moerman n'étant pas
présent, sa question orale n° 2796 est reportée.
07 Interpellations jointes de
- M. Richard Fournaux au ministre de la
Défense sur "la restructuration de la police
militaire" (n° 575)
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense
sur "le rôle que pourrait jouer la police militaire
dans le cadre de la réforme des polices et dans
le cadre des interventions à l'étranger" (n° 585)
07 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Richard Fournaux tot de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering
van de militaire politie" (nr. 575)
- de heer John Spinnewyn tot de minister van
Landsverdediging over "de mogelijke rol van de
Militaire Politie in de politiehervorming en de
buitenlandse militaire interventies" (nr. 585)
De voorzitter: Aangezien de heer Fournaux niet
aanwezig is, geef ik het woord aan de heer
Spinnewyn.
07.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de
heer Fournaux had meer algemene vragen over
de politiehervorming en de militaire politie in het
bijzonder. Ik had me veeleer willen toespitsen op
de georganiseerde diefstallen in bepaalde
gebieden. Een aantal burgemeesters heeft naar
aanleiding daarvan meermaals de wens geuit het
leger te betrekken bij de bewaking van die
CRIV 50
COM 326
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
risicogebieden. Ik kan als voorbeeld de Kempen
aanhalen, waar burgemeesters zelfs rechtstreeks
contact hebben opgenomen met de minister of
zijn kabinet.
Ik wil buiten beschouwing laten of deze
bezorgdheid er was om de media te halen dan wel
om daadwerkelijk een beroep te doen op het
leger. Het blijft een feit dat het leger en zeker de
militaire politie daarvoor in aanmerking zou
kunnen komen. De vraag is natuurlijk in hoeverre
de militaire politie kan worden ingepast in het
concept van de nieuwe politiehervorming. Werd
daarover reeds overleg gepleegd?
Een tweede probleem dat ik wil aanhalen, is het
aanwerven van kortetermijnvrijwilligers voor het
leger. Naast de te lage lonen speelt ook het feit
mee dat deze vrijwilligers geen
toekomstperspectief hebben. In hoeverre zou men
via de militaire politie een overstap kunnen
uitbouwen om een deel van die vrijwilligers op te
leiden voor het echte politiewerk? Men zou die
legerdienst van vijf jaar op de ene of de andere
manier moeten koppelen aan een gunstmaatregel
om in de politiediensten te kunnen integreren.
Wat de buitenlandse interventies betreft, lijkt het
mij duidelijk dat het leger naast specifiek militaire
opdrachten ook meer politioneel zou moeten
kunnen optreden. Als er ons iets is bijgebleven
van ons recent bezoek aan Kosovo dan is het wel
het tekort aan politiewerk in dat gebied. Het leger
zou hier via de militaire politie een bijzondere rol
kunnen vervullen, vooral ook omdat de
politiediensten vrijwel geen manschappen afstaan
voor buitenlandse taken. Volgens mij zijn er
momenteel slechts vijf rijkswachters in Kosovo.
Een speciaal statuut kan terzake misschien voor
een oplossing zorgen.
Als voorbeeld wil ik het militair personeel aanhalen
dat instaat voor de bewaking van het Parlement.
Voor hen werd een speciale regeling uitgewerkt
waarbij zij buiten kader functioneren. Misschien is
dat een manier om in een permanentie te voorzien
voor de politiediensten.
07.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, de militaire politie is een militair
organisme en geen politiedienst zoals bepaald in
de wet op het politieambt van 5 augustus 1992.
Haar bevoegdheden worden beperkt tot de taken
van de verkeerspolitie binnen de uitvoering van
een militaire opdracht. De militaire politie heeft
geen bevoegdheid in gerechtelijke zaken. Een
uitbreiding van de opdracht en taken van de
militaire politie wordt niet overwogen.
De steun van de MP in het kader van de
activiteiten met protocollair karakter moet nog
worden verfijnd. Deze verfijning bevindt zich
momenteel in het stadium van de concretisering.
De bepaling van de nodige manschappen om
deze opdracht uit te voeren is aan de gang. De
thans gekozen richting houdt de creatie van een
enkele "intermachteenheid" in. Haar hiërarchische
afhankelijkheid zal slechts kunnen worden
vastgesteld op het ogenblik dat de structuur van
het nieuwe directoraat-generaal Operaties en
Trainingen van de eenheidsstructuur is
gedefinieerd. Hetzelfde geldt voor de inplanting
van de 100 eenheden op het grondgebied.
Wat de overstap van kortetermijnvrijwilligers van
de MP naar de politie betreft, werd geen
specifieke studie gemaakt. Toch wil ik erop wijzen
dat de opleiding van de MP zeer beperkt is op het
vlak van de politionele taken en zeker niet op het
eigenlijke politiewerk is gericht.
In afwachting van de afwerking van de studies
betreffende de militaire politie, die mijn
goedkeuring nog moeten krijgen, lijkt het mij
voorbarig om nu al conclusies te trekken. Ik kan u
wel meedelen dat het betrokken personeel van de
werkzaamheden op de hoogte wordt gehouden.
Le président: Je donnerai à présent la parole à
M. Spinnewyn. Si d'autres membres veulent
intervenir, ils peuvent le faire. M. Fournaux peut
soit réagir à la réponse, soit attendre le texte du
ministre et pourra éventuellement intervenir lors
d'une prochaine réunion.
07.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik trachtte de militaire
politie in een andere rol te zien. Wij zijn naar
Kosovo geweest waar wij konden vaststellen dat
er weinig rijkswachters naartoe worden gestuurd.
Men is mijn inziens bij Binnenlandse Zaken niet
gauw geneigd om de politiemanschappen naar
Kosovo te sturen. Men zou kunnen overwegen om
in een specifieke opleiding te voorzien waarvoor
militairen kunnen worden aangetrokken en
waarvan wij achteraf goede politiekrachten
kunnen maken. Dat was de essentie van mijn
uiteenzetting. Ik hoop dat daarmee in de toekomst
rekening wordt gehouden.
Le président: Monsieur Fournaux, si vous
souhaitez dire quelques mots, vous pouvez
prendre brièvement la parole avant que nous ne
clôturions ce volet. Vous aurez ainsi l'occasion
d'exprimer votre opinion sur le sujet.
06/12/2000
CRIV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
07.04 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le
président, je serai bref et suivrai votre suggestion.
J'interviendrai donc à nouveau lors d'une
occasion ultérieure. Je voudrais simplement faire
remarquer que mes demandes d'interpellations
ont été inscrites le même jour dans diverses
commissions et que j'essaie d'assumer mon rôle
comme faire se peut.
J'ai entendu une partie de la réponse de M. le
ministre, laquelle précisait que l'ensemble des
membres composant le personnel des polices
militaires étaient parfaitement au courant du sort
qu'on comptait leur réserver ou de la manière dont
on envisageait une éventuelle réforme de la police
militaire.
Je pense sincèrement, monsieur le ministre, que
c'est peut-être à ce niveau que le problème se
pose, car les modalités concoctées en la matière
au niveau du gouvernement ou à votre propre
niveau avec les chefs d'Etat-major compétents, ne
le sont apparemment pas de concert avec les
policiers militaires, qui n'en sont pas pleinement
informés.
Mon interpellation visait, outre cet élément de
démotivation du personnel qui ne se sent pas
concerné par les réformes actuellement en cours,
la concertation qu'il fallait mettre en oeuvre à cet
effet dans le cadre de la réforme de la Défense
nationale avec les réformes actuellement en cours
au niveau de la Justice ou des polices en règle
générale.
Mon attention se porte tant sur le problème des
policiers militaires eux-mêmes que, par exemple,
sur celui des communes concernées par la
présence de casernes sur leur territoire et qui
pourraient se voir imposer, en vertu des nouvelles
zones interpolice et du fait de la présence des
polices locales, de nouvelles tâches au sein
desdites casernes. Mon interpellation vise
l'ensemble de ces cadres-là.
A cet égard, monsieur le ministre, j'ai préparé un
texte assez complet me semble-t-il. Si vous me le
permettez, je vous en transmettrai un exemplaire
et à l'occasion d'une prochaine commission, nous
pourrons tout simplement revenir sur le sujet. En
ce qui me concerne, je demanderai donc que
l'interpellation officielle que j'ai déposée soit
suspendue, que le point soit à nouveau inscrit à
l'ordre du jour en fonction de mon texte et que le
débat ait lieu, après examen en commission, en
séance plénière. Je ne suis pas opposé à cette
manière de travailler.
07.05 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, selon les groupements, il existe des
différences de communication d'informations ainsi
que des différences dans l'association du
personnel à la réforme.
Il est clair que, comme je l'ai dit à M. Spinnewyn,
le personnel du Parlement est hors Défense et
donc, il existe une rupture de communication entre
le personnel MP qui se trouve ici et celui qui se
trouve à la Défense.
En ce qui concerne le rôle de la police militaire, il
est bien circonscrit et, en aucun cas, nous n'avons
voulu créer un corps de police. La question
d'inclure la police militaire n'a jamais été posée
durant la réforme des polices, contrairement à la
police des chemins de fer qui, elle, a une autorité
de police, même judiciaire dans certains cas.
En ce qui concerne la revalorisation de la police
militaire, il est clair qu'il faut réorganiser les 4
ème
et
6
ème
brigades et même revoir, à partir des
modifications du règlement intérieur et non de la
loi, ce que les hommes font dans les casernes. Il
faut aussi distinguer les activités durant les
opérations en Belgique.
07.06 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le
président, je voudrais dire à M. le ministre que
mon interpellation ne s'inscrit absolument pas
dans un conflit classique majorité-opposition.
Le président: Nous l'avons bien compris.
07.07 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le
président, nous agissons ensemble dans un but
constructif. Je rappelle que l'accord Octopus a été
signé par plusieurs partis, y compris le mien au
moment où il était au pouvoir. Je ne vois pas
pourquoi on changerait de point de vue sur une
réforme des polices indispensable.
La réflexion que nous souhaitons mener en
commission avec le ministre est celle-ci : dans
cette réforme des polices, n'aurait-on pas dû
intégrer la réflexion sur l'avenir des polices
militaires ? N'y a-t-il pas un rôle à lui faire
jouer dans le cadre de cette réforme ? Ne doit-on
pas revaloriser la fonction de ces individus ? De
fait, 400 personnes sont sur le terrain et pourraient
jouer un rôle dans et en dehors des casernes. Ne
devons-nous pas y réfléchir ? Je voudrais inviter
l'ensemble de la commission et surtout M. le
ministre à bien comprendre que notre rôle se veut
constructif, dans le cadre général du
fonctionnement de nos institutions, tant à
CRIV 50
COM 326
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
l'intérieur qu'en dehors de la Défense nationale.
Je voulais le préciser car cela me semble
important.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'de bouw van een
strategisch transportschip' (nr. 2811)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over 'de aankoop van een
RORO-schip met autonome laad- en
loscapaciteit' (nr. 2856)
08 Questions orales jointes de
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'la construction d'un navire stratégique de
transport' (n° 2811)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
sur 'l'achat d'un navire RORO doté d'une
capacité autonome de chargement et de
déchargement' (n° 2856)
08.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze
aankoop van een strategisch transportschip heeft
al meerdere malen op de agenda van deze
commissie gestaan. Ik zou het nu evenwel over
het Nederlandse luik willen hebben en ik zal met u
open kaart spelen.
Op 3 december heeft de Nederlandse minister
van Defensie, de heer De Grave, in een aantal
interviews bekendgemaakt dat België financieel
zou willen bijdragen tot de bouw van een tweede
amfibisch transportschip. Op 24 en 25 oktober
antwoordde minister De Grave op een aantal
interpellaties in verband met de
begrotingsbespreking 2000-2001 in de
Nederlandse Tweede Kamer en zei daarin dat
België behoefte heeft aan een groot
transportschip zonder amfibische capaciteit
ten behoeve van de Landmacht. Omdat
Nederland niet in deze behoefte kan voorzien is
gebleken dat België niet langer geïnteresseerd is.
Voor Nederland gaat het om een amfibisch schip,
terwijl België op zoek is naar een schip voor
strategisch zeetransport, een roro-schip. De
Belgen hebben dus een andere keuze gemaakt.
Welnu, ik vraag mij af waarom men niet met
Nederland in zee gaat en wel met Frankrijk,
hoewel in beide gevallen de schepen over
duidelijke amfibische kwaliteiten
beschikken.Vandaar mijn concrete vragen.
Ten eerste, welke stappen werden ondernomen
naar de Nederlanders met het oog op een
eventuele samenwerking in verband met de
aankoop van een dergelijk schip? Wanneer
werden die stappen ondernomen?
Ten tweede, welke zijn de specificaties van dat
schip?
Ten derde, volgde op de Belgische vraag ooit een
Nederlandse reactie?
Mijnheer de minister, ik stel deze vraag omdat ik
mij meen te herinneren dat in de commissie
Legeraankopen ooit werd gewezen op het gebrek
aan reactie vanwege de Nederlandse autoriteiten.
Als dat zo was, vernam ik graag of er bijkomende
stappen werden ondernomen om alsnog een
antwoord te krijgen. Wat was de eventuele inhoud
van die reactie en waarom werd dat Belgische
aanbod volgens u door Nederland afgewezen?
Voorzitter: Pieter De Crem.
Président: Pieter De Crem.
08.02 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb
deze vraag twee weken geleden al gesteld. U hebt
daar toen op een vrij arrogante wijze op
geantwoord. Ik hoop dat u vandaag een
aanvaardbaar antwoord zal geven. Indien niet zal
ik bij voorzitter Decroo mijn beklag doen over uw
houding. Ik heb eens nagelezen wat u vorige keer
allemaal hebt uitgekraamd. Dat hoef ik niet te
nemen. Ik probeer u steeds op een aanvaardbare
wijze te interpelleren of vragen te stellen en ik
denk dat ik het recht heb daar ook een
aanvaardbaar antwoord op te krijgen. Als u
problemen hebt met dit dossier, ligt dat niet aan
mij maar aan uzelf.
Vorige keer heb ik zeer uitdrukkelijk gevraagd
waarop u zich baseert als u beweert dat de
Nederlanders niet geïnteresseerd zouden zijn. Ik
heb intussen ook mijn informatiekanalen
aangesproken, mijnheer de minister, en het blijkt
dat de Nederlanders wel geïnteresseerd zijn én
blijven. Oorspronkelijk werd erover gesproken in
samenwerking met Nederland een schip te maken
tegen de periode 2010-2015. Uiteraard hadden de
Nederlanders een probleem met het plotse
vooruitschuiven van dit project. De reden voor dat
vooruitschuiven hebt u nooit meegedeeld.
Misschien deelt u die vandaag mee. Ik heb steeds
gezegd dat ik geen probleem heb met het
vooruitschuiven, als ik maar weet waarom. Dus
deze vraag stel ik u vandaag nog eens
uitdrukkelijk: mijnheer de minister, waarom hebt u
dit project willen vooruitschuiven? Collega
06/12/2000
CRIV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Vanhoutte heeft dezelfde vraag in het verleden
ook reeds gesteld en daar is toen evenmin
antwoord op gekomen.
Mijnheer de minister, de Nederlanders hebben
nog vrij recent laten weten dat ze geïnteresseerd
blijven, indien men een datum wil vooropstellen.
Wanneer gaan we dat schip kopen? Ik denk dat
het in ons belang is dat wij met de Nederlanders
blijven samenwerken. Ik moet u toch niet
overtuigen van de goede samenwerking die er
bestaat op het vlak van de marine? Volgens mij
doet men er de Nederlanders niet echt een plezier
mee nu plots te gaan aankopen bij de Fransen. U
hebt vorige keer geantwoord dat er nog niets
beslist was, dat het dossier nog in een zeer vroeg
stadium zat. Nochtans is er in het plan PIDS, dat
is de Franse afkorting ter vervanging van het
PMT, duidelijk sprake van de aanschaf van een
schip in de periode 2000-2005. Er is ook sprake
van een Frans-Belgische samenwerking. Dus daar
staat zeer duidelijk te lezen dat de voorkeur nu
reeds uitgaat naar Frankrijk. Waarop baseert u
zich hier? Men beweert op de aankoopdienst wel
dat de markt nog wordt afgetast, dat alle kanalen
open zijn, maar in dat plan is er letterlijk sprake
van een Frans-Belgische samenwerking. Er is
duidelijk iets aan de hand met dit dossier,
mijnheer de minister. Kan u mij vandaag vertellen
wat precies?
Ik hoor vertellen dat u persoonlijk geïnteresseerd
bent in een samenwerking met de Fransen. U
kunt dat ontkennen of bevestigen. Het is mogelijk
dat u daar goede argumenten voor hebt, maar dan
ik wil ze vandaag horen. U hebt duidelijk uw
functie als minister gebruikt, of misbruikt, dat zal
zodadelijk blijken, om dit reeds op de agenda van
de Ministerraad te plaatsen, met de prijskaartjes
erbij: 7,5 miljard frank, waarvan 1,5 miljard frank
van de Luxemburgers. Dat is wel zeer concreet
voor een dossier dat zogezegd nog niet zou
bestaan of nog in een zeer vroeg stadium zit. Kan
u mij uitleggen waarom u dat op de Ministerraad
hebt willen plaatsen?
Mijn vragen zijn dus zeer concreet: waarom
beweert u dat er geen interesse is bij de
Nederlanders; waarom hebt u dit op de agenda
van de Ministerraad willen plaatsen en hoe komt
het dat er in het PIDS duidelijk sprake is van een
Frans-Belgische samenwerking?
08.03 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, de Ministerraad van 10 november heeft
het PIDV 2000-2015 goedgekeurd. Daarin wordt
bepaald dat het programma MPS het voorwerp zal
uitmaken van een Belgisch-Luxemburgse
samenwerking. Het schip zal worden
gecofinancierd door België en Luxemburg.
De gemeenschappelijke aankoop van een
strategisch transportschip werd behandeld op de
ministeriële Beneluxvergadering van 4 juli van dit
jaar in Hertoginnedal. Ik heb mijn Nederlandse
collega op de hoogte gebracht van de Belgische
intentie om een mogelijke samenwerking te
onderzoeken, zowel voor de aanschaf van een
strategisch transportschip als voor het
moderniseringsprogramma voor de tripartiete
mijnenjager CUP-CMT.
Tot nu toe heeft mijn Nederlandse collega positief
gereageerd op de mogelijkheid tot samenwerking
op het gebied van de CUP-CMT. In het kader van
haar samenwerking met de Nederlandse marine
heeft de Belgische marine reeds verschillende
gesprekken gevoerd betreffende de specificaties
voor een strategisch transportschip. Deze
prospectie met Nederland en met een aantal
andere landen heeft tot op heden nog niet tot
concrete projecten geleid.
Depuis la réunion de l'OTAN d'hier, le ministre de
la Défense nationale des Pays-Bas a annoncé des
projets de coopération avec l'Allemagne et
l'Espagne pour la construction de navires
stratégiques.
Ce n'était donc pas une réponse à ma question
mais plutôt une indication quant à la raison pour
laquelle il ne m'avait pas donné de réponse.
Où en sommes-nous aujourd'hui
? En
collaboration avec les Luxembourgeois, nous
allons affiner les besoins respectifs de notre force
terrestre, de nos autres forces et de l'armée
luxembourgeoise. Ensuite, nous compléterons la
prospection pour savoir où pourraient se
construire de tels navires. A la suite d'une
première recherche, nous avions appris que des
navires allaient être construits en France, mais
ceux-ci ne correspondaient pas à ce que nous
souhaitions
: ils transportaient également des
troupes et comprenaient une partie hôpital, mais
ils étaient trop imposants et surarmés. Dès lors,
nous devons continuer à prospecter en Europe et
ailleurs. Nous ferons une publication dès que nos
besoins auront été déterminés. Les candidatures
qui nous seront transmises par la suite seront
examinées comme pour un autre marché.
En ce qui concerne le prix de ce genre de navire,
je puis vous dire, à titre indicatif, qu'il avoisine 5 à
7 milliards.
CRIV 50
COM 326
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
En tout cas, une volonté de collaboration existe à
ce niveau. Elle s'inscrit aussi bien dans le cadre
de l'OTAN que de l'Europe, où l'on a relevé qu'il y
avait trop peu de navires de transport. Chaque
année, nous pouvons faire le constat de ce que
coûte le transport de nos troupes par bateau. J'ai
soumis au Conseil des ministres de vendredi une
prévision en ce qui concerne le coût des
transports pour l'année 2001 et je puis vous dire
que l'affrètement des bateaux représente, à lui
seul, pratiquement 370 millions par an. Pour une
rotation Kosovo, c'est près de quarante millions.
Nous nous sommes organisés pour pouvoir
entamer maintenant les négociations pour l'année
2001. En effet, la loi de l'offre et de la demande
est telle que, pour un bateau de ce genre, qui
n'existe pas, les prix pourraient monter en flèche
si nous attendions. Ce constat, ajouté aux
constats formulés à l'échelle de l'OTAN et de
l'Union européenne, nous amène à dire que nous
pouvons essayer d'acquérir un bateau tel que
celui-là dans le cadre de la défense européenne
et de l'OTAN, d'où l'inscription dans notre plan
stratégique.
Quel type de bateau ? Pour une entreprise de ce
genre, il est préférable d'avoir un partenaire. Ainsi,
les Luxembourgeois qui n'ont pas la possibilité
d'avoir une marine, peuvent également participer
à l'opération et compléter ce qu'ils offrent dans le
cadre de l'OTAN et de l'Europe. Sans doute s'agit-
il d'une collaboration. Dès que les
Luxembourgeois et les Belges auront exprimé
leurs besoins, le travail de prospection
commencera. Personnellement, je n'ai aucune
préférence pour un bateau français, suédois,
allemand, anglais, portugais, hollandais
: je
recherche le meilleur rapport qualité/prix, c'est-à-
dire le bateau qui répondra aux besoins que nous
aurons définis. Qu'il soit chilien ou guatémaltèque,
peu me chaut : je souhaite qu'il tienne compte de
nos critères et qu'il puisse nous être livré dans les
meilleurs délais.
08.04 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, bedankt voor uw vrij duidelijk
antwoord. Wij betwisten niet de opportuniteit of de
noodzaak om een dergelijk transportschip aan te
kopen. De enige vraag luidde of wij niet eens met
Nederland moesten onderzoeken of hetgeen daar
gebeurt toch niet interessant is om eventueel mee
in te stappen, met het oog op de specificaties. Ik
stel vast dat ook wat dat betreft uw antwoord zeer
duidelijk is en dat u een duidelijk engagement
aangaat voor de procedure in de toekomst. Ik ben
bijzonder tevreden dat u hier komt zeggen dat het
engagement ook duidelijk past in het kader van de
Europese behoefte en dat u er alles aan doet om
de prijs/kwaliteitsverhouding te garanderen bij de
aankoop van dit schip. Ik denk dat dit een
belangrijk element is.
08.05 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, dès que les besoins seront établis, ce
dossier, comme tous les autres, sera soumis à la
commission des Achats militaires.
08.06 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, we
gaan erop vooruit. Vorige keer heb ik geen
antwoord gekregen, nu krijg ik een half. Een
aantal van uw opmerkingen kan ik onderschrijven.
Ik heb steeds herhaald dat ik begrijp dat er een
schip moet worden gekocht. Er is inderdaad nood
aan transportcapaciteit. Daarop zult u van mij
geen commentaar horen. Ik stoor mij echter aan
het feit dat op een bepaald moment de piste om
met Nederland samen te werken werd verlaten.
08.07 Minister André Flahaut: Die piste is nog
niet verlaten.
08.08 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, u zegt nu "nog niet" ,maar u
heeft dat wel eens beweerd. Daarop heeft collega
Vanhoutte ook nog eens gewezen. U hebt enkele
weken geleden nadrukkelijk gezegd dat er geen
interesse meer zou zijn geweest. Dat is dus
pertinent onwaar. U geeft nu toe dat een
samenwerking met Nederland nog steeds
mogelijk is. Ik neem daar nota van en ben er zeer
tevreden over. Uiteraard deel ik uw mening dat we
moeten kopen daar waar het het best is. Dat is
evident. Het is natuurlijk zo dat u niet moet
beweren dat er geen interesse is als u van de
toren roept dat u toch in Frankrijk zult kopen. U
hebt nog altijd niet verduidelijkt hoe het komt dat
men in verband met het strategisch transportschip
steeds spreekt over een Frans-Belgische
samenwerking.
08.09 André Flahaut, ministre: La piste française
est tout autant suivie que la piste néerlandaise ou
la piste allemande. Toutes les pistes sont
ouvertes. Aujourd'hui, au niveau européen, des
accords sont conclus en vue d'une collaboration.
Mais les Pays-Bas ont décidé, pour leurs
transports maritimes stratégiques, de collaborer
avec les Anglais et les Espagnols.
Les Français souhaitent collaborer avec d'autres
pays. Ils seront peut-être moins dédaigneux à
notre égard que ne le sont pour l'instant les Pays-
Bas. Mais les Français n'agissent pas par
désintérêt. Ils sont en train de construire des
bateaux. Si nous en construisions un troisième,
06/12/2000
CRIV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
cela les intéresserait sans doute. Ce bateau serait
probablement moins cher si nous collaborions. Ce
sont des réalités économiques. Mais il est
impossible de progresser sans passer par une
redéfinition des besoins. Les bateaux français tels
qu'ils existent actuellement ne satisfont pas notre
force terrestre. Nous utilisons des bateaux pour
transporter essentiellement des véhicules et du
matériel, que nous déchargeons sur un quai dans
un port. Le bateau français est un bateau de
transport de troupes, ce qui implique donc que l'on
place le matériel sur des barges et que l'on doit
pouvoir loger du personnel dans le bateau. Chez
nous, nos véhicules partent par bateau et notre
personnel voyage par avion. Il retrouve le matériel
sur place.
En plus, les navires français accostent très
rarement à quai. Ils restent en mer puisque des
chalands de débarquement sont prévus. Nous
n'avons pas besoin de chalands de
débarquement. Le navire français a une autre
utilisation que le nôtre puisqu'il est surarmé. Nos
bateaux sont des navires de transport purs et
simples. Mais ils sont nécessaires puisqu'ils nous
permettent de réaliser des économies.
Je viens d'exposer en quelques mots ce que sont
nos besoins par rapport au matériel existant en
France pour l'instant. Ce matériel n'est pas
fonctionnel pour nous. Nous leur ferons part de
nos besoins. Nous relancerons donc la procédure
et attendrons les réponses à notre appel d'offres.
Nous verrons qui répondra le mieux à notre
attente. Nous n'écarterons personne. Nous
redemanderons aux Hollandais s'ils sont
intéressés par la construction d'un navire, mais le
problème est qu'il ne s'agit que d'un navire.
08.10 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik trek daaruit het besluit
dat in het plan een tikfout staat en dat het dus
geen Frans-Belgische samenwerking wordt. Dat
zal dus een tikfout zijn. Wij zullen het daarbij laten.
Ik heb geen bepaalde voorkeur inzake het land
waar het schip moet worden gekocht. Evident is
wel dat er toch minstens serieus overleg moet zijn
met de Nederlanders, gelet op onze
samenwerking op het vlak van marine. Ik neem
aan dat u daarmee toch akkoord gaat. Waar wij
het kopen, moet de markt ook mee bepalen. Dat
is evident. Er werd immers gesteld dat wij
moesten kunnen kopen aan de beste prijs en de
gunstigste voorwaarden en dat is logisch.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'de veiligheid van een C-
130 Hercules-toestel' (nr. 2812)
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'het gebruik van een C-
130 Hercules-toestel tijdens een recente missie'
(nr. 2813)
09 Questions orales jointes de
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'la sécurité d'un C-130 Hercules' (n° 2812)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'l'utilisation d'un C-130 Hercules lors d'une
récente mission' (n° 2813)
09.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ga
ermee akkoord dat deze twee vragen worden
samengevoegd.
Ik ben mij ervan bewust dat, met het oog op een
aantal aankopen die in de pipeline zitten, de C-
130 misschien niet de hoogste prioriteit geniet,
maar een aantal belangrijke aspecten verdienen
toch enige aandacht.
U weet dat na het accident op de vliegbasis in
Eindhoven een uitvoerig onderzoek heeft
plaatsgevonden. Dat onderzoek heeft zich, onder
andere, toegespitst op het feit dat het
zuurstofsysteem van de Hercules de brand in het
toestel heeft gevoed. In navolging van de
Nederlandse luchtmachtinitiatieven zou het
misschien kunnen worden aanbevolen om dit
systeem ook in België te herzien. Daarom wil ik u
de volgende vragen stellen.
Ten eerste, werd het zogenaamde locksysteem
van de C-130 door een veilig alternatief
vervangen? Zo ja, voor welk alternatief werd
geopteerd? Werd hierover overleg gepleegd met
de Nederlandse luchtmacht, die, zoals blijkt uit de
documenten, met hetzelfde probleem te kampen
had? Indien het systeem niet werd vervangen,
vraag ik u waarom geen aanpassing werd
uitgevoerd?
Ten tweede, ik stel vast dat in Nederland naar
aanleiding van de ramp een verbod is
uitgevaardigd voor het meenemen van passagiers
tijdens vluchten die geen operationeel karakter
hebben. Werd bij ons een gelijkaardig verbod
uitgevaardigd? Is dat verbod nog steeds van
kracht? Welke voorwaarden moeten zijn vervuld
om dat verbod op te heffen?
Ten derde, welke andere maatregelen werden
genomen om de veiligheid van de C-130's te
CRIV 50
COM 326
06/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
garanderen in het licht van de bevindingen naar
aanleiding van de ramp in Eindhoven?
Mijn tweede vraag, mijnheer de minister, zal ik ook
kort houden.
In een artikel in Le Soir van 15 september 2000,
werd gezegd dat tijdens de recente missie in Zuid-
Afrika, die hier ook al ter sprake is gekomen, een
C-130 werd ingezet om een negentigtal
genodigden een rondvlucht aan te bieden. In dat
verband wens ik te vernemen wie de toestemming
voor deze vlucht verleende. Waarom kon deze
vlucht doorgaan, wetende dat er in Nederland een
verbod bestaat op dit soort vluchten? Is het niet
wenselijk om in afwachting van aanpassingen
tenzij die ondertussen zouden zijn verricht een
dergelijke maatregel ook in ons land af te
kondigen, als dat nog niet is gebeurd? Als een
dergelijke maatregel wel bestaat in ons land,
vraag ik u waarom dit toestel wel voor dit
personentransport werd ingezet?
09.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, dit wordt een technisch antwoord. Ter
vervanging van het liquid oxygen system (LOX)
werd gekozen voor het on board oxygen general
system (OBOX). Bij dit systeem wordt geen
zuurstofvoorraad meer meegenomen. De zuurstof
wordt op chemische wijze aan boord gefabriceerd
op aanvraag. Het systeem is zo opgevat dat
ingeval van een leidingbreuk in het
zuurstofsysteem de productie van zuurstof
automatisch wordt gestopt. Momenteel is reeds
één C-130 als prototype uitgerust met dit systeem.
Het inbouwen van OBOX in de rest van de vloot
zal duren tot 2005.
De C-130 Herculestoestellen zijn ontworpen en
goedgekeurd voor het vervoer van vrachten en
van passagiers. Ze worden voor beide doeleinden
ingezet. Alleen bij bepaalde operationele vluchten
geldt het verbod om burgerpassagiers te
vervoeren. Dit verbod houdt verband met de
operationele taken die aan boord moeten worden
uitgevoerd, of met de vervoersrisico's waar het om
vervoer of dropping van materiaal gaat. Het heeft
niets met de zuurstofsystemen van het toestel te
maken.
De volgende reeks maatregelen om de veiligheid
van de C-130-toestellen te verbeteren is reeds in
uitvoering naar aanleiding van de bevindingen die
werden gedaan na de ramp in Eindhoven. Het
LOX-systeem werd door het OBOX-systeem
vervangen. Men installeerde een cockpit voice
recorder (CVR), alsook een flight data recorder
(FDR). Verder werden emergency exit lights met
een grotere lichtsterkte geplaatst. Men voorzag in
full face masks en fire fighting masks voor de
bemanning. Er werd ook een crashbestendige
stoel voor de loadmaster geplaatst. De bemanning
kreeg een hand held emergency radio ter
beschikking aan boord van de C-130. Het varend
personeel volgt dan weer een cursus crew
research management. Daarin leert men hoe een
bemanning optimaal kan worden ingezet aan
boord van een vliegtuig.
De evacuatieplannen van de C-130 werden
herzien en vervolledigd. De Belgische luchtmacht
heeft richtlijnen verstrekt en uitgetest voor een
eventuele evacuatie op de grond. Deze
evacuatieplannen worden minstens een keer per
jaar getest tijdens post crash
managementoefeningen. Ook het
overlevingsmateriaal wordt op een zo realistisch
mogelijke wijze getest.
Wat Zuid-Afrika betreft, daar heb ik inderdaad op
aanvraag van de staf van de luchtmacht een
rondvlucht met een aantal genodigden toegestaan
toen de commissie in Zuid Afrika verbleef. De C-
130 is immers, zoals ik al zei, een toestel dat
ontworpen is en goedgekeurd werd om zowel
troepen als vracht te vervoeren. Het wordt voor
beide doeleinden ingezet.
Je viens de vous expliquer les raisons pour
lesquelles on limite ce transport de personnes. Il
est évident que les autorisations de monter à bord
d'un appareil C-130 font toujours l'objet d'une
autorisation ministérielle, que ce soit en Afrique du
Sud, au Kosovo ou à Ostende.
09.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
bedankt voor dit antwoord. Er is één klein aspect
dat bij mij nog wat vragen oproept. Misschien
moeten we daar op een ander moment iets dieper
op ingaan.
Ik maak hier de vergelijking met de
burgerluchtvaart. Wanneer er in de
burgerluchtvaart een ongeval gebeurt, wat toch
aanzienlijke implicaties geeft, of wanneer men
vermoedt dat de veiligheid van het toestel niet
gegarandeerd kan worden, dan is de afspraak
volgens mij dat deze toestellen aan de grond
worden gehouden tot de nodige aanpassingen
uitgevoerd zijn. Dat gebeurde bijvoorbeeld na het
recente accident met de Concorde in Parijs.
Het verbaast mij een beetje dat dit in dit geval
blijkbaar niet gebeurt, en dat er zelfs geen
restricties worden opgelegd wat het vervoer van
06/12/2000
CRIV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
burgers betreft. Ik blijf hier dus nog even op mijn
honger zitten. Ik weet niet of de vergelijking
opgaat en of de militaire toestellen aan een aparte
regeling onderhevig zijn. Toch denk ik dat ook
voor militaire toestellen de restricties die gelden in
de burgerluchtvaart van toepassing zouden
moeten zijn.
09.04 André Flahaut, ministre: Je voudrais
simplement faire remarquer que, comme le dit
mon chef de cabinet, qui est aussi pilote de C-130
- il aurait donc pu répondre à la question à ma
place - il y a plus de 2.000 C-130 dans le monde
et aucun n'est laissé au sol. Nos C-130 sont
aujourd'hui, avec leurs transformations et
adaptations techniques, sans doute les plus
modernes. C'est probablement l'une des raisons
pour lesquelles on n'hésite pas à les montrer à
l'extérieur et on les a envoyés en Afrique du Sud.
Ce sont incontestablement de bons outils que
nous regretterons.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van de heer Jan Eeman
aan de minister van Landsverdediging over
"biologische wapens in Kosovo" (nr. 2848)
10 Question orale de M. Jan Eeman au ministre
de la Défense sur "les armes biologiques au
Kosovo" (n° 2848)
10.01 Jan Eeman (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, in Het Laatste
Nieuws van 21 november jongstleden verscheen
een bericht waarin de Gentse toxicoloog
Heyndrickx verklaart dat het overlijden van vier
Belgische soldaten na een missie in Kosovo te
wijten is aan het feit dat ze in contact gekomen
zijn met biologische wapens verspreid door de
Serviërs. Dokter-kolonel Vilet stelt dat deze
hypothese hoogst onwaarschijnlijk is om
verschillende redenen. Mijn vragen zijn zeer
eenvoudig. Wordt de stelling van de heer
Heyndrickx al dan niet voort onderzocht? Zijn er
eventueel andere gelijkaardige gevallen bekend?
10.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, deze mensen waren niet in Kosovo
tewerkgesteld, maar wel in ex-Joegoslavië,
namelijk de Baranja en Bosnië. De door u
aangehaalde hypothese werd uitgesloten. Geen
enkele nationale of internationale instantie heeft
ook maar het minste bewijs aan de krijgsmacht
gegeven. De meest uiteenlopende geruchten
doen de ronde. Mochten er toch bewijzen bestaan,
dan moeten die in het algemeen belang aan de
stafchef van de medische dienst worden
meegedeeld.
De verklaring van dokter Heyndrickx werd
gecontroleerd. In het verslag wordt geen bewijs
geleverd van het gebruik van chemische of
biologische wapens. Volgens onze informatie is er
geen enkel overlijden ten gevolge van door de
Serviërs bewust verspreide virussen gemeld.
Si des gens ont des preuves, nous veillerons à les
vérifier. Mais, de grâce, que cessent certaines
rumeurs qui créent à chaque fois l'inquiétude au
sein du personnel et dans les familles.
10.03 Jan Eeman (VLD): Mijnheer de voorzitter,
het antwoord van de minister voldoet mij en er rest
mij slechts te hopen dat de gevallen die zich
eventueel voordoen, grondig worden onderzocht.
10.04 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik wil in dit verband twee
opmerkingen maken.
Ten eerste, over de chemische wapen waarnaar u
verwijst deel ik u mee dat ik beschik over
inlichtingenrapporten uit 1993 en 1994 waaruit
duidelijk blijkt dat men - in het kader van de
NAVO, van de Amerikaanse strijdkrachten en
vermoedelijk ook onze Belgische regering - erover
in kennis was gesteld dat Joegoslavië over een
heel gamma chemische wapens beschikte, en niet
alleen over traangas. Het gaat hier over een
gedetailleerde lijst van wapens waarover men toen
beschikte.
Ten tweede, wat betreft de biologische wapens is
het koffiedik kijken. U heeft gelijk dat er
momenteel geen enkele indicatie is dat die
zouden zijn gebruikt. Ik houd wel een slag om de
arm: een Servische officier beweerde in 1999 op
de Bosnische televisie dat hij in een unit werkte
waar dit soort wapens werden aangemaakt. Ik
weet niet of die verklaring ooit werd nagetrokken,
maar het lijkt mij in dit kader zinvol te onderzoeken
of er iets van waar is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 15.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.51 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 326
CRABV 50 COM 326
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
woensdag mercredi
06-12-2000 06-12-2000
14:30 uur
14:30 heures
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van mevrouw Mirella Minne aan
de minister van Landsverdediging over
"problemen bij de aankoop van
verkenningsvliegtuigen zonder B-Hunter
uitrusting" (nr. 2851)
1
Question orale de Mme Mirella Minne au ministre
de la Défense sur "les problèmes soulevés par
l'achat d'avions de reconnaissance sans
équipage B-Hunter" (n° 2851)
1
Sprekers: Mirella Minne, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Mirella Minne, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens
aan de minister van Landsverdediging over "de
uitbetaling van een toelage voor gevaarlijk en
ongezond werk" (nr. 2629)
2
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre
de la Défense sur "le versement d'une prime pour
des travaux dangereux et insalubres missiles
Hawk" (n° 2629)
2
Sprekers: Patrick Lansens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Patrick Lansens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens
aan de minister van Landsverdediging over "de
militaire basis van Lombardsijde" (nr. 2645)
3
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre
de la Défense sur "la base militaire de
Lombardsijde" (n° 2645)
3
Sprekers: Patrick Lansens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Patrick Lansens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer André Schellens
aan de minister van Landsverdediging over "het
privatiseren van de horeca bij de luchtmacht"
(nr. 2682)
3
Question orale de M. André Schellens au ministre
de la Défense sur "la privatisation du secteur
horeca de la Force Aérienne" (n° 2682)
3
Sprekers: André Schellens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: André Schellens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Jean-Pol Poncelet
aan de minister van Landsverdediging over "de
militaire muziekkapellen" (nr. 2763)
4
Question orale de M. Jean-Pol Poncelet au
ministre de la Défense sur "les musiques
militaires" (n° 2763)
4
Sprekers: Jean-Pol Poncelet, voorzitter van
de PSC-fractie, André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Jean-Pol Poncelet, président du
groupe PSC , André Flahaut, ministre de la
Défense
Mondelinge vraag van de heer Patrick Lansens
aan de minister van Landsverdediging over
"bepaalde verworven rechten voor het personeel
van de Radio Maritieme Diensten" (nr. 2807)
5
Question orale de M. Patrick Lansens au ministre
de la Défense sur "certains droits acquis pour le
personnel des services de la Radio maritime" (n°
2807)
5
Sprekers: Patrick Lansens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Patrick Lansens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Samengevoegde interpellaties van
6
Interpellations jointes de
6
- de heer Richard Fournaux tot de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering van
de militaire politie" (nr. 575).
6
- M. Richard Fournaux au ministre de la Défense
sur "la restructuration de la police militaire"
(n°575).
6
- de heer John Spinnewyn tot de minister van
Landsverdediging over "de mogelijke rol van de
militaire politie in de politiehervorming en de
buitenlandse militaire interventies" (nr. 585).
6
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense
sur "le rôle que pourrait jouer la police militaire
dans le cadre de la réforme des polices et dans le
cadre des interventions à l'étranger" (n°585).
6
Sprekers: John Spinnewyn, André Flahaut,
minister van Landsverdediging , Richard
Fournaux
Orateurs: John Spinnewyn, André Flahaut,
ministre de la Défense , Richard Fournaux
Samengevoegde mondelinge vragen van
7
Questions orales jointes de
7
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "de bouw van een
strategisch transportschip" (nr. 2811)
7
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "la construction d'un navire stratégique de
transport" (n°2811)
7
06/12/2000
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de aankoop van een
RORO-schip met autonome laad- en
loscapaciteit" (nr. 2856)
7
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"l'achat d'un navire RORO doté d'une capacité
autonome de chargement et de déchargement"
(n°2856)
7
Sprekers: Peter Vanhoutte, Luc Sevenhans,
André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, Luc Sevenhans,
André Flahaut, ministre de la Défense
Samengevoegde mondelinge vragen van
10
Questions orales jointes de
10
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "de veiligheid van een C-
130 Hercules-toestel" (nr. 2812)
10
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "la sécurité d'un C-130 Hercules" (n° 2812)
10
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "het gebruik van een C-
130 Hercules-toestel tijdens een recente missie"
(nr. 2813)
10
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "l'utilisation d'un C-130 Hercules lors d'une
récente mission" (n° 2813)
10
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Jan Eeman aan de
minister van Landsverdediging over "biologische
wapens in Kosovo" (nr. 2848)
11
Question orale de M. Jan Eeman au ministre de la
Défense sur "les armes biologiques au Kosovo"
(n°2848)
11
Sprekers: Jan Eeman, André Flahaut,
minister van Landsverdediging , Peter
Vanhoutte
Orateurs: Jan Eeman, André Flahaut,
ministre de la Défense , Peter Vanhoutte
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
van
WOENSDAG
06
DECEMBER
2000
14:30 uur
______
du
MERCREDI
06
DECEMBRE
2000
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.31 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.31 heures par M. Jean-
Pol Henry, président.
01 Mondelinge vraag van mevrouw Mirella Minne
aan de minister van Landsverdediging over
"problemen bij de aankoop van
verkenningsvliegtuigen zonder B-Hunter
uitrusting" (nr. 2851)
01 Question orale de Mme Mirella Minne au
ministre de la Défense sur "les problèmes
soulevés par l'achat d'avions de reconnaissance
sans équipage B-Hunter" (n° 2851)
01.01 Mirella Minne (ECOLO-AGALEV): Er werd
een programma opgesteld voor de aankoop van
drie B-Hunter UAV-systemen die het Epervier-
systeem moeten vervangen. Die toestellen moeten
in 2001 door een tijdelijk industrieel
samenwerkingsverband worden geleverd. Om
technische redenen zullen die leveringen niet
binnen de vooropgestelde termijn kunnen
plaatsvinden, aangezien het toestel tijdens een
proefvlucht is neergestort.
Bevat het contract een clausule met betrekking tot
onvoorziene omstandigheden? Heeft de Belgische
Staat voorschotten betaald? Zal schadevergoeding
worden betaald wanneer de levering niet kan
geschieden? Welke procedure is van toepassing
ingeval van aanhoudende problemen? Hoe zit het
met de aankoop van de systemen? Zullen zij
binnenkort operationeel zijn?
01.01 Mirella Minne (ECOLO-AGALEV): Un
programme d'acquisition de trois systèmes B-
Hunter UAV a été prévu pour remplacer le système
Épervier. Ces appareils devraient être livrés en
2001 par une association industrielle temporaire. La
livraison ne pourra avoir lieu dans les délais, pour
des raisons techniques, l'appareil s'étant écrasé au
cours d'essais.
Y a-t-il dans le contrat une clause relative à des
événements imprévisibles ? Y a-t-il eu versement
d'arrhes par l'État belge ? En cas d'inexécution de
la livraison, des dommages et intérêts sont-ils
prévus ? Quelle est la procédure prévue en cas de
problèmes persistants ? Où en est l'acquisition des
systèmes ? Seront-ils bientôt opérationnels ?
01.02 Minister André Flahaut (Frans): Het
contract stoelt op een koninklijk besluit van 26
september 1996 dat bepaalt dat de aanbesteding in
geval van uitzonderlijke omstandigheden wordt
herzien. Een voorschot van 15 % op de som van
2.146.000.000 frank is na betekening van het
contract gestort. De latere betalingen worden pas
uitgevoerd nadat de prestaties verricht en aanvaard
zijn.
In het contract wordt verwezen naar het koninklijk
besluit van 26 september 1996 dat in boeten
01.02 André Flahaut , ministre (en français): Le
contrat est basé sur un arrêté royal du 26
septembre 1996 qui prévoit la révision du marché
en cas de circonstances imprévisibles. Une avance
de 15% des 2,146 milliards a été versée à la
notification du contrat. Les paiements ultérieurs
n'interviennent que pour des prestations exécutées
et acceptées.
Le contrat fait référence à l'arrêté royal du 26
septembre 1996, qui prévoit des amendes en cas
06/12/2000
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
voorziet bij laattijdige levering en dat de
administratie de mogelijkheid biedt ambtshalve
maatregelen te nemen. Een borgsom van 105
miljoen waarborgt de goede uitvoering van het
contract.
Sinds het bewuste ongeval werden met succes
proefvluchten verricht. De fase van voorafgaande
technische oplevering loopt in januari 2001 ten
einde. De levering van het eerste systeem is
gepland voor midden 2001.
de retard de livraison et qui permet à
l'administration de prendre des mesures d'office. Un
cautionnement de 105 millions garantit la bonne
exécution du contrat.
Depuis l'accident évoqué, des vols d'essai ont été
effectués avec succès. La phase de réception
technique préalable sera terminée en janvier 2001.
La livraison du premier système est prévue pour mi-
2001.
01.03 Mirella Minne (ECOLO-AGALEV): Ik hoop
dat ze tijdig worden geleverd.
01.03 Mirella Minne (ECOLO-AGALEV): J'espère
qu'ils seront livrés à temps.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Patrick
Lansens aan de minister van Landsverdediging
over "de uitbetaling van een toelage voor
gevaarlijk en ongezond werk" (nr. 2629)
02 Question orale de M. Patrick Lansens au
ministre de la Défense sur "le versement d'une
prime pour des travaux dangereux et insalubres
missiles Hawk" (n° 2629)
02.01 Patrick Lansens (SP): Tussen 1966 en juni
1994 hebben honderden militairen gewerkt aan de
HAWK-raketten in de voormalige garnizoenen
Brakel en Eseentho. Iedereen is het erover eens dat
dit een gevaarlijk en ongezond werk was omwille
van de ioniserende stralingen en de gebruikte
onderhoudsproducten en -toestellen.
Hoeveel militairen kregen er in deze periode een
toelage voor gevaarlijk en ongezond werk? Waarom
werden de personen die de toelage niet ontvingen
niet op de hoogte gebracht? Kan de toelage
retroactief worden toegekend?
02.01 Patrick Lansens (SP): Entre 1966 et le mois
de juin 1994, des centaines de militaires ont
effectué des travaux aux missiles Hawk stationnés
dans les anciennes garnisons de Brakel et
d'Eseentho. Chacun s'accorde pour dire qu'il
s'agissait incontestablement d'un travail dangereux
et insalubre en raison de l'exposition à des
rayonnements ionisants et à l'utilisation d'appareils
et à de produits d'entretien.
Combien de militaires ont bénéficié d'une prime
pour travail dangereux et insalubre au cours de
cette période ? Pourquoi les intéressés qui n'ont
pas bénéficié d'une prime n'ont-ils pas été avertis ?
La prime peut-elle être allouée rétroactivement ?
02.02 Minister André Flahaut (Nederlands) : Op
het eerste punt van de vraag kan de generale staf
onmogelijk antwoorden om praktische redenen. De
historiek van de toelagen moet nog
gereconstrueerd en verbonden worden met de
betrokken eenheden en personeelsleden. Op
verzoek kan dat wel voor individuele gevallen. Met
terugwerkende kracht kunnen geen toelagen
worden toegekend omdat de wetgeving op de
overheidsboekhouding dat niet toestaat, en omdat
niet langer te achterhalen valt wat de precieze
werkomstandigheden waren.
02.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
L'Etat-major général n'a pu répondre au premier
point pour des raisons d'ordre pratique. En effet,
l'historique des primes doit encore être établi et mis
en corrélation avec les unités et les membres du
personnel concernés. Cependant, une réponse peut
déjà être fournie pour les cas individuels si la
demande en est faite. Les primes ne peuvent être
accordées rétroactivement puisque la législation
relative aux comptes de l'Etat l'interdit et qu'il est
impossible de déterminer avec précision les
conditions exactes a posteriori.
(Frans) Aldus luidt de huidige regelgeving, maar ze
voldoet mij niet.
(en français) C'est la réglementation actuelle, mais
elle ne me satisfait pas.
02.03 Patrick Lansens (SP): Het antwoord is erg
onduidelijk. Hebben sommigen de toelagen
ontvangen en anderen niet?
02.03 Patrick Lansens (SP): Votre réponse n'est
pas claire du tout. Certains ont-ils reçu les annexes
et d'autres pas ?
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
02.04 Minister André Flahaut (Frans) : Sommigen
hebben nagelaten hun rechten te doen gelden in het
kader van de algemene regelgeving. De termijnen
zijn thans verstreken en de regelgeving moet
worden gewijzigd teneinde de aangehaalde
individuele gevallen te regelen.
02.04 André Flahaut , ministre (en français):
Certaines personnes ont omis de faire valoir leurs
droits dans le cadre de la réglementation générale.
Actuellement, les délais sont dépassés et il faut
modifier la réglementation pour régler les cas
individuels évoqués.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Patrick
Lansens aan de minister van Landsverdediging
over "de militaire basis van Lombardsijde"
(nr. 2645)
03 Question orale de M. Patrick Lansens au
ministre de la Défense sur "la base militaire de
Lombardsijde" (n° 2645)
03.01 Patrick Lansens (SP): De basis van
Lombardsijde zou volgens sommige berichten
worden gesloten en opgesplitst in drie batterijen in
Hechtel, Altenroth en Bastogne. Onlangs werd
reeds het munitiedepot van Houthulst gesloten, wat
resulteerde in een verlies van 130 werkplaatsen.
Een sluiting van Lombardsijde zou zelfs 500
werkplaatsen kosten. Klopt dat bericht of gaat het
hier om een kwakkel?
03.01 Patrick Lansens (SP): Selon certaines
sources, il serait prévu de fermer la base de
Lombardsijde et de la répartir en trois batteries à
Hechtel, Altenroth et Bastogne. Le dépôt
d'Houthulst a déjà été fermé récemment, ce qui a
causé la perte de 130 emplois. La fermeture de
Lombardsijde coûterait jusqu'à 500 emplois. Cette
information est-elle exacte ou s'agit-il d'une fausse
rumeur?
03.02 Minister André Flahaut (Nederlands): Ik
betreur dat ongegronde geruchten verspreid
worden. De budgettaire beperkingen van mijn
departement zullen weliswaar tot bepaalde
sluitingen of herverdelingen leiden, maar er werd tot
nu toe geen enkele concrete aanbeveling gedaan.
De studies over de nieuwe structuur en de
toekomstige inplanting van de eenheden moeten in
een serene sfeer kunnen verlopen. In elk geval zal
mijn uiteindelijke beslissing evenwichtig zijn en
rekening houden met het strategisch plan dat de
regering in mei goedkeurde.
(Frans) De infrastructuur is er; het is waarschijnlijker
dat ze gebruikt wordt dan dat ze leeg blijft staan.
03.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
Je regrette que l'on répande des rumeurs non
fondées. Les limitations budgétaires de mon
département mèneront certes à certaines
fermetures ou réorganisations, mais aucune
recommandation concrète n'a été faite jusqu'à
présent. Les études relatives à la nouvelle structure
et à la future implantation des unités doivent pouvoir
être effectuées dans une atmosphère sereine. Quoi
qu'il en soit, ma décision finale sera équilibrée et
tiendra compte du plan stratégique adopté par le
gouvernement en mai.
(En français) Les infrastructures existent ; elles ont
plus de chances d'être occupées que de rester
sans destination.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer André
Schellens aan de minister van Landsverdediging
over "het privatiseren van de horeca bij de
luchtmacht" (nr. 2682)
04 Question orale de M. André Schellens au
ministre de la Défense sur "la privatisation du
secteur horeca de la Force Aérienne" (n° 2682)
04.01 André Schellens (SP): In 1994 werd beslist
om de horeca bij de luchtmacht te privatiseren.
Sindsdien heeft de luchtmacht geen enkel
personeelslid meer gevormd in deze sector. Tot op
vandaag is er echter niets concreets gebeurd. De
werkdruk stijgt, de werkonzekerheid is latent
aanwezig en het personeel veroudert.
Wat is de huidige stand van zaken in dit dossier?
04.01 André Schellens (SP): En 1994, il a été
décidé de privatiser le secteur horeca de la Force
aérienne. Depuis lors, la Force aérienne n'a plus
formé personne dans ce secteur. Jusqu'à présent,
aucune mesure concrète n'a cependant été prise.
Le volume de travail s'accroît, la sécurité d'emploi
est latente et la moyenne d'âge du personnel
augmente.
Quel est l'état d'avancement de ce dossier? Quand
06/12/2000
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Wanneer zal de minister een initiatief nemen?
le ministre prendra-t-il une initiative en la matière?
04.02 Minister André Flahaut (Nederlands): Sinds
1994 werden er veertien personeelsleden gevormd.
Het dossier is verbonden aan het globale plan van
de krijgsmacht. Zolang daarover niets is beslist, kan
er geen beslissing worden genomen inzake de
horeca.
Voor 2001 is er in geen budget voorzien voor de
horeca-afdeling van de luchtmacht.
04.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
Depuis 1994, 14 membres du personnel ont été
formés. Le dossier est lié au plan global des forces
armées. Tant que rien n'aura été décidé à ce sujet,
aucune décision ne pourra être prise pour le secteur
horeca.
Aucun budget n'est prévu en 2001 pour le
département horeca de la force aérienne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Jean-Pol
Poncelet aan de minister van Landsverdediging
over "de militaire muziekkapellen" (nr. 2763)
05 Question orale de M. Jean-Pol Poncelet au
ministre de la Défense sur "les musiques
militaires" (n° 2763)
05.01 Jean-Pol Poncelet (PSC): Vandaag zijn er
nog maar drie militaire muziekkapellen over.
Wat is de huidige formatie van die kapellen ? Is de
personeelsbezetting volledig ? Wanneer werden er
voor het laatst muzikanten in dienst genomen ?
Hoeveel vrouwen tellen de kapellen ? Wordt er ook
met contractuelen gewerkt ? Zo ja, dragen zij ook
militaire uniformen ? Kunnen zij de taken van de
militaire musici duurzaam op zich nemen, of moet
er naar andere oplossingen worden gezocht ?
Hoe zal het statuut van de militaire muziekkapellen
eruit zien in het licht van de door de minister op het
getouw gezette hervormingen ?
Persoonlijk meen ik dat het wenselijk is om drie
afzonderlijke muziekkapellen te behouden.
05.01 Jean-Pol Poncelet (PSC): Il ne reste plus
actuellement que trois musiques militaires.
Quel est leur cadre actuel ? Est-il rempli ? De
quand datent les derniers engagements de
musiciens ? Combien y a-t-il de femmes ? Y a-t-il
des agents contractuels ? Portent-ils des uniformes
similaires ? Peuvent-ils assurer durablement les
tâches dévolues aux musiciens militaires ou
d'autres solutions devront-elles être envisagées ?
Quel sera le statut des musiques militaires dans la
perspective des réformes entreprises par le
ministre ?
Mon point de vue est qu'il est préférable de
conserver trois musiques militaires distinctes.
05.02 Minister André Flahaut (Frans): De
formaties van de drie militaire muziekkappellen
voorzien in 1 officier en 108 onderofficieren bij de
gidsen, 50 onderofficieren bij de luchtmacht, 1
officier en 20 onderofficieren bij de zeemacht.
De personeelsformaties zijn niet volledig. De laatste
werving dateert van 1989. De muziekkapellen
kregen versterking van muzikanten uit afgeschafte
kapellen. Het is nu echter tijd om nieuwe
muzikanten te werven.
De twee andere ensembles organiseerden in hun
rangen een examen voor de gidsen. Een muzikant
slaagde voor de proeven. Voor de andere vacante
functies wordt in het eerste semester van 2001 een
examen georganiseerd.
Om de formaties van de drie muziekkapellen te
vervolledigen, wordt momenteel een koninklijk
besluit voorbereid dat in de werving van burgers als
05.02 André Flahaut , ministre (en français): Les
effectifs prévus des trois musiques militaires sont
d'un officier et de 108 sous-officiers chez les
Guides, 50 sous-officiers à la Force aérienne, un
officier et 20 sous-officiers à la Marine.
Les cadres ne sont pas complets. Le dernier
recrutement date de 1989. Les musiques ont reçu
le renfort des musiciens des musiques supprimées.
Aujourd'hui, cependant, un recrutement s'impose.
Un concours a été organisé au profit des Guides
parmi les musiciens des deux autres ensembles.
Un musicien a réussi les épreuves. Les autres
places vacantes seront mises au concours au 1
er
trimestre 2001.
Pour compléter les cadres des trois musiques, un
arrêté royal est en préparation qui prévoira le
recrutement de civils comme musiciens militaires.
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
militaire muzikanten voorziet. Het examen staat
open voor kandidaten van beide geslachten en
taalrollen.
Momenteel tellen de militaire muziekkorpsen geen
vrouwen. Dat is echter zuiver toeval.
Ik herinner mij dat de afschaffing van de
rijkswachtfanfare veel reacties teweegbracht. Er is
nu geen sprake van een afschaffing, maar de
generale staf onderzoekt wel een voorstel van
eenheidsstatuut. De invoering van een eenvormig
uniform is niet aan de orde.
L'examen sera ouvert aux candidats des deux
sexes et des deux régimes linguistiques.
Les musiques militaires ne comptent actuellement
aucun membre du personnel militaire de sexe
féminin. Cette situation n'est cependant due qu'au
hasard.
Je me souviens que la suppression de la fanfare de
la Gendarmerie avait fait beaucoup de bruit. Aucune
suppression n'est à l'ordre du jour, mais l'État-Major
étudie un projet de statut unique. Il n'est pas prévu
d'uniformiser les uniformes.
05.03 Jean-Pol Poncelet (PSC): Met één enkel
statuut voor iedereen zou de ongelijkheid tussen de
verschillende korpsen worden weggewerkt. Ik
verheug mij over uw plannen voor één eenvormig
statuut voor de militaire muzikanten. De kapellen
zijn een paradepaardje van het leger. Maar het zou
misschien ook goed zijn voor het prestige om eens
na te denken over andere parade-uniformen voor
de kapellen van de zeemacht en de luchtmacht.
05.03 Jean-Pol Poncelet (PSC): Le statut unique
supprimera les inégalités qui existent entre corps.
Je me réjouis de ce que vous envisagiez un statut
unique pour les musiciens militaires. Les musiques
présentent une belle image de l'armée. Je suggère
cependant que, pour ce qui est du prestige, on
réfléchisse à un meilleur uniforme de parade pour
les musiques de la Marine et de la Force aérienne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer Patrick
Lansens aan de minister van Landsverdediging
over "bepaalde verworven rechten voor het
personeel van de Radio Maritieme Diensten"
(nr. 2807)
06 Question orale de M. Patrick Lansens au
ministre de la Défense sur "certains droits acquis
pour le personnel des services de la Radio
maritime" (n° 2807)
06.01 Patrick Lansens (SP): Het personeel van
de Radio Maritieme Diensten (RMD) zou definitief in
de rangen van het ministerie van Landsverdediging
worden opgenomen. Ik heb er reeds op gewezen
dat de personeelsleden grote moeilijkheden
ondervinden om bepaalde verworven sociale
rechten te krijgen. Nochtans moeten ze deze
kunnen behouden overeenkomstig artikel 3 van het
KB van 3 april 1997. Maar er blijven problemen
bestaan.
Hoe ver staat de overheveling van het personeel
van de RMD naar Landsverdediging? Welke sociale
rechten zorgen momenteel nog voor problemen?
Wanneer komt er een oplossing?
06.01 Patrick Lansens (SP):Le personnel des
services de la Radio maritime devrait être
définitivement intégré au sein du ministère de la
Défense nationale. J'ai déjà souligné que les
membres du personnel éprouvent de grandes
difficultés à obtenir le maintien de certains droits
sociaux acquis. Ils doivent pourtant conserver ces
droits conformément à l'article 3 de l'arrêté royal du
3 avril 1997. Mais certains problèmes subsistent.
Où en est le transfert du personnel des services de
la Radio maritime à la Défense nationale ? Quels
droits sociaux posent encore un problème ? Quand
y apportera-t-on une solution ?
06.02 Minister André Flahaut (Nederlands): De
overdracht van het personeel van de Radio
Maritieme Dienst van het Belgisch Instituut voor
Postdiensten en Telecommunicatie aan het
ministerie van Landsverdediging wordt geregeld in
de volgende programmawet. De
uitvoeringsbesluiten zullen zo snel mogelijk worden
uitgevaardigd. De rechten van het personeel zullen
worden vastgelegd in een administratief en geldig
statuut. Met het oog daarop wordt vanaf 7
06.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
Le transfert du personnel des services de la Radio
maritime de l'Institut belge des services postaux et
des télécommunications au ministère de la Défense
nationale sera réglé dans la prochaine loi-
programme. Les arrêtés d'exécution seront pris dès
que possible. Les droits du personnel seront inscrits
dans un statut administratif et pécuniaire. Dans
cette perspective, une concertation avec les
syndicats débutera à partir du 7 décembre.
06/12/2000
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
december overlegd met de representatieve
vakbonden.
06.03 Patrick Lansens (SP): De minister stelt de
reeds verworven sociale rechten nog in vraag
aangezien ze het onderwerp zullen uitmaken van de
syndicale onderhandelingen die morgen zullen
plaatsvinden.
06.03 Patrick Lansens (SP): Le ministre ne
considère pas encore ces droits sociaux comme
acquis étant donné qu'ils seront à l'ordre du jour des
négociations syndicales qui doivent se tenir demain.
06.04 Minister André Flahaut (Frans) : Ik denk
niet dat hetgeen in het koninklijk besluit in het
vooruitzicht wordt gesteld, door de vergaderingen
tussen de vakbonden en mijn departement op de
helling zal worden gezet. Ik wil de verworven
rechten van de personeelsleden respecteren.
06.04 André Flahaut , ministre (en français): Je
n'ai pas le sentiment que les réunions entre les
syndicats et mon département soient de nature à
mettre en cause les prévisions de l'arrêté royal. Ma
volonté est de respecter les droits acquis de ces
membres du personnel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Richard Fournaux tot de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering van
de militaire politie" (nr. 575).
- de heer John Spinnewyn tot de minister van
Landsverdediging over "de mogelijke rol van de
militaire politie in de politiehervorming en de
buitenlandse militaire interventies" (nr. 585).
07 Interpellations jointes de
- M. Richard Fournaux au ministre de la Défense
sur "la restructuration de la police militaire"
(n°575).
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense
sur "le rôle que pourrait jouer la police militaire
dans le cadre de la réforme des polices et dans le
cadre des interventions à l'étranger" (n°585).
07.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Een
aantal burgemeesters vroeg herhaaldelijk om hulp
van het leger om de inbraakgolf in hun gemeente in
te dijken. Kan de militaire politie in de
eenheidspolitie worden ingekaderd? Werd daarover
overleg gepleegd?
Hoe kan men de korte-termijn vrijwilligers opleiden
om een taak op te nemen in de interventiepolitie?
Ook zou het leger een belangrijke rol op politioneel
vlak kunnen spelen bij buitenlandse interventies.
Overweegt de minister hiertoe maatregelen te
nemen?
07.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK):
Certains bourgmestres ont demandé à plusieurs
reprises l'aide de l'armée pour endiguer la vague de
cambriolages dans leur commune. La police
militaire pourrait-elle être intégrée à la police
unique ? Une concertation à ce sujet a-t-elle eu
lieu ?
Comment peut-on former les volontaires à court
terme à assumer des tâches au sein de la police
d'intervention ?
L'armée pourrait aussi jouer un rôle de police lors
des interventions à l'étranger. Le ministre envisage-
t-il de prendre des mesures en ce sens ?
07.02 Minister André Flahaut (Nederlands): Het
gaat bij de militaire politie niet om een politiedienst
zoals bepaald in de wet op de hervorming van de
politiediensten. Er is vooral sprake van intern
politioneel en ceremonieel werk. Thans wordt het
effectieve kader vastgelegd in de vorm van een
intermachteneenheid. Er is geen bijzondere regeling
voor de overgang van vrijwilligers. Men moet wel
beseffen dat op politioneel vlak de opleiding van
MP's veeleer beperkt is. Het is voorbarig om nu al
conclusies te trekken aangezien de studies nog niet
klaar zijn. De betrokkenen worden wel voortdurend
op de hoogte gehouden.
07.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
La police militaire ne constitue pas un service de
police au sens de la loi sur la réforme des services
de police. Elle est principalement chargée du travail
policier et protocolaire interne. Le cadre effectif est
actuellement fixé sous la forme d'une unité inter-
forces. Il n'y a pas de règles particulières pour le
transfert de volontaires. Il faut bien se rendre
compte que la formation des MP sur le plan policier
est plutôt limitée. Il est prématuré de déjà tirer des
conclusions étant donné que les études ne sont pas
encore terminées. Les personnes concernées sont
informées en permanence.
07.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Ik wil
de militaire politie vanuit een andere visie
07.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK):
J'aborderai la police militaire sous un angle
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
benaderen. Ik ben ervan overtuigd dat het opleiden
van militairen tot militaire politie een oplossing kan
zijn voor de interventies in het buitenland. Ik denk
daarbij bijvoorbeeld aan Kosovo.
différent. Je suis convaincu que l'engagement de
militaires ayant suivi une formation donnant accès à
la police militaire lors d'interventions à l'étranger
pourrait constituer une solution. A cet égard, je
songe notamment au Kosovo.
07.04 Richard Fournaux (PSC): Volgens de
minister zijn alle leden van de militaire politie op de
hoogte van de projecten in de pijplijn. Mij dunkt dat
net daar het paard gebonden is. Het personeel, dat
zich niet betrokken weet bij de hervorming, is
gedemotiveerd.
Er moet ook rekening worden gehouden met de
problemen voor de gemeenten die zouden kunnen
voortvloeien uit de aanwezigheid op hun
grondgebied van kazernen van de militaire politie,
wier taken zij misschien zouden moeten overnemen
in het kader van de politiehervorming.
Aangezien ik niet de kans heb gekregen om de
integrale tekst van mijn interpellatie uiteen te zetten
- mijn aanwezigheid was ook in een andere
commissie vereist - wens ik de interpellatie op een
latere datum over te doen.
07.04 Richard Fournaux (PSC): Selon le ministre,
l'ensemble des membres des polices militaires sont
au courant des projets en cours. Je pense, pour ma
part, que c'est justement là que le bât blesse. Le
personnel, qui ne se sent pas concerné par les
réformes en cours, est démotivé.
Il faut également tenir compte du problème qui
découle éventuellement pour les communes de la
présence sur leur territoire de casernes de police
militaire, dont elles pourraient avoir à assurer les
tâches dans le cadre de la réforme des polices.
N'ayant pas eu l'occasion d'exposer le texte intégral
de mon interpellation, étant retenu dans une autre
commission, je souhaite que celle-ci puisse être
développée à une date ultérieure.
07.05 Minister André Flahaut (Frans) : Uit het
oogpunt van de communicatie zijn er verschillen
tussen diverse groeperingen, meer bepaald voor de
MP's van het Parlement, die niet onder
Landsverdediging ressorteren. De rol van de
militaire politie is duidelijk afgebakend. Er is nooit
sprake geweest van een integratie van dat korps in
de eengemaakte politiedienst.
Het onderscheid tussen twee groepen binnen de
militaire politie moet verdwijnen. We moeten ons
inderdaad beraden over de rol van die politie, zowel
in vredestijd als tijdens operaties.
07.05 André Flahaut , ministre (en français): Il y a
des différences entre groupements du point de vue
de la communication, en particulier pour les MP du
Parlement, qui sont "en dehors" de la Défense
nationale. Le rôle de la police militaire est bien
circonscrit. Il n'a jamais été question d'inclure cette
organisation dans la police unifiée.
La distinction entre deux groupes au sein de la
police militaire doit disparaître. Il faut effectivement
réfléchir au rôle de cette police tant en opération
qu'en temps de paix.
07.06 Richard Fournaux (PSC): Mijn interpellatie
was louter constructief bedoeld. Mijn partij heeft het
Octopusakkoord medeondertekend, en is ook niet
van mening veranderd op dat punt. Wel vragen we
ons af of het niet nodig is de situatie van de militaire
politie in dat kader nader onder de loep te nemen.
07.06 Richard Fournaux (PSC): L'interpellation
que j'ai déposée poursuit un but exclusivement
constructif. Mon parti a signé les accords
« Octopus » ; il ne change pas de point de vue à ce
sujet, mais il s'interroge sur la nécessité d'étudier
mieux, dans ce cadre, la situation des policiers
militaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "de bouw van een
strategisch transportschip" (nr. 2811)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de aankoop van een
RORO-schip met autonome laad- en
loscapaciteit" (nr. 2856)
08 Questions orales jointes de
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "la construction d'un navire stratégique de
transport" (n°2811)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"l'achat d'un navire RORO doté d'une capacité
autonome de chargement et de déchargement"
(n°2856)
06/12/2000
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
08.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): België
zou willen meewerken aan een Frans project voor
een strategisch transportschip. Nederland zou niet
willen participeren aan een Benelux project omdat
het een ander soort schip wil. Wanneer heeft ons
land Nederland laten weten dat het een
transportschip wilde aankopen? Wat was de
Nederlandse reactie?
08.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): La
Belgique aurait l'intention de collaborer à un projet
français relatif à un navire de transport stratégique.
Les Pays-Bas, qui souhaiteraient disposer d'un
autre type de navire, ne seraient pas désireux de
participer à un projet Benelux.
Quand notre pays a-t-il informé les Pays-Bas de
son souhait d'acquérir un navire de transport?
Quelle a été la réaction des Pays-Bas?
Voorzitter: Pieter De Crem.
Président: Pieter De Crem.
08.02 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Ik hoop
dat de minister eindelijk een duidelijk antwoord
geeft op mijn vraag over dit onderwerp.
Waarom beweerde de minister dat de Nederlanders
geen interesse hadden? Dit is wel het geval.
Waarom wou de minister het project
vooruitschuiven? Wanneer zal dit schip worden
aangekocht? De Nederlanders hebben nog steeds
interesse. Hoe zal de minister daarop reageren?
Er is zogezegd nog niets beslist, maar in het
investeringsplan 2000-2005 is er duidelijk sprake
van een Frans-Belgisch project. Waarom wou de
minister de aankoop van een Frans schip ten
bedrage van 5,7 miljard op de agenda van de
Ministerraad van 10 november plaatsen?
Ik verwacht deze keer een duidelijk antwoord op
mijn vragen.
08.02 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): J'espère
que le ministre répondra enfin clairement à ma
question sur ce thème. Pourquoi a-t-il prétendu que
les Néerlandais n'étaient pas intéressés ? Ils le sont
!
Pourquoi a-t-il souhaité ajourner le projet ? Quand
ce navire sera-t-il acheté? Les Néerlandais sont
toujours intéressés. Comment le ministre réagira-t-il
à cette marque d'intérêt ?
Rien n'aurait encore été décidé mais le plan
d'investissement fait manifestement état d'un projet
franco-belge. Pourquoi le ministre a-t-il souhaité
inscrire à l'ordre du jour du conseil des ministres du
10 novembre l'achat d'un navire français pour un
montant de 5,7 milliards de francs ?
Cette fois, j'exige que le ministre réponde sans
ambiguïté à mes questions.
08.03 Minister André Flahaut (Nederlands): De
Ministerraad van 15 november keurde het
investeringsprogramma PIDV 2000-2015 goed.
Voor het NTS-project werd geopteerd voor een
Belgisch-Luxemburgse samenwerking. Voor wat het
strategische transportschip betreft, zijn gesprekken
bezig met Nederland en een aantal andere landen.
Die hebben nog niet tot een resultaat geleid.
08.03 André Flahaut , ministre (en néerlandais) :
Le programme d'investissement PIDV 2000-2015 a
été approuvé par le Conseil des ministres le 15
novembre dernier. En ce qui concerne le projet
NTS, le gouvernement a opté en faveur d'une
coopération belgo-luxembourgeoise. Quant au
navire de transport stratégique, les négociations
actuellement en cours avec les Pays-Bas et
plusieurs autres pays n'ont pas encore produit de
résultat.
(Frans) Tijdens de NAVO-vergadering van gisteren,
deelde de Nederlandse minister mij mee dat zijn
land overweegt met Duitsland en Spanje
strategische schepen te bouwen. België en het
Groothertogdom zullen samen de respectieve
noden van hun strijdkrachten onderzoeken en de
prospectiecampagne voortzetten op zoek naar
mogelijke scheepsbouwers en -modellen. De
Franse schepen waaraan wordt gewerkt lijken ons
overbewapend.
(En français) Hier, lors d'une réunion de l'OTAN, le
ministre des Pays-Bas m'a informé qu'avec
l'Allemagne et l'Espagne, son pays envisage de
construire des navires stratégiques. Avec les
Luxembourgeois, nous allons étudier les besoins
respectifs de nos forces et nous complèterons la
campagne de prospection pour trouver des
constructeurs de navires. Les navires français en
projet nous paraissent trop armés.
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
We moeten opnieuw een marktonderzoek houden
in Europa. Zoals bij andere aanbestedingen, zullen
de kandidaturen worden geëvalueerd.
De prijs van dit soort schip schommelt tussen de 5
en de 7 miljard.
Zowel in het kader van de NAVO als van Europa
bestaat een tekort aan transportschepen. Op de
ministerraad van vorige vrijdag liet ik een
vervoersplan voor 2001 goedkeuren. Dat plan
voorziet louter voor de bevrachting van de schepen
in een bedrag van 370 miljoen per jaar. Alleen al
voor Kosovo gaat het om 40 miljoen.
De onderhandelingen moeten op tijd worden
aangevat teneinde prijsinflatie te voorkomen.
Het gekozen scheepstype moet aan de behoeften
van de Belgen en van de Luxemburgers
beantwoorden. In welk land het schip gebouwd
wordt, doet er voor mij niet toe. Ik hecht
daarentegen wel belang aan de verhouding prijs-
kwaliteit en de tijdige levering van de schepen.
Il faut prospecter à nouveau en Europe. Les
candidatures seront examinées, comme pour les
autres marchés.
Le prix de ce type de navire tourne autour des 5 à 7
milliards.
Tant dans le cadre de l'OTAN que de l'Europe, on
constate une pénurie de bateaux de transports. J'ai
fait passer, à l'occasion du Conseil des ministres de
vendredi, un plan en matière de transports pour
2001. Cela représente 370 millions par an, rien que
pour l'affrètement de bateaux. Pour le seul Kosovo,
cela représente 40 millions.
Les négociations doivent être entamées à temps
pour éviter l'inflation des prix.
Le type de navire devra correspondre aux besoins
des Belges et des Luxembourgeois. Je n'ai aucune
préférence pour un quelconque pays constructeur.
Ce qui m'intéresse, c'est le rapport qualité/prix et le
fait que les navires puissent être livrés dans les
délais.
08.04 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): De
aankoop zelf wordt door ons niet betwist. Wij
vroegen enkel aandacht voor de mogelijkheden die
samenwerking met Nederland biedt. Uit het
antwoord van de minister blijkt dat die denkweg niet
afgesloten is. Wij zijn er ook blij mee dat de minister
opteert voor de best mogelijke prijs-
kwaliteitverhouding en voor een oplossing in een
Europees kader.
08.04 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Nous
ne contestons pas l'achat lui-même. Nous
demandons uniquement d'être attentif aux
difficultés inhérentes à la coopération avec les
Pays-Bas. Il ressort de la réponse du ministre que
cette piste n'est pas clôturée. Nous nous
réjouissons d'avoir entendu le ministre se dire
soucieux du meilleur rapport qualité-prix et
préconiser une solution dans un contexte européen.
08.05 Minister André Flahaut (Frans) : Zodra de
behoeften bekend zijn, zal dit dossier naar de
commissie Legeraankopen worden overgezonden.
08.05 André Flahaut , ministre (en français): Dès
que les besoins seront établis, ce dossier sera
transmis à la commission des achats militaires.
08.06 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Ik heb
begrip voor het feit dat er een schip moet worden
aangekocht. Ik begrijp echter niet dat er werd
beweerd dat de Nederlanders geen interesse meer
hadden. Waarom wordt er nog steeds uitgegaan
van een Frans-Belgische samenwerking, zoals
vermeld in het investeringsplan 2000-2005?
08.06 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):Je
comprends qu'il faille acheter un navire. Mais je ne
comprends pas que l'on ait affirmé que les
Néerlandais s'en sont désintéressés. Pourquoi part-
on toujours du principe d'une collaboration franco-
belge, comme prévue dans le plan
d'investissement 2000-2005 ?
08.07 Minister André Flahaut (Frans) :De
Nederlandse piste blijft open evenals de Franse of
de Duitse. Nederland heeft echter besloten om met
de Engelsen en de Spanjaarden samen te werken.
De Fransen zoeken naar samenwerkingsverbanden
en stellen zich vanwege economische belangen
misschien minder kritisch op ten aanzien van ons
dan de Nederlanders.
08.07 André Flahaut , ministre (en français): La
piste hollandaise est tout aussi ouverte que la piste
française ou allemande. Mais les Pays-Bas ont
décidé de collaborer avec les Anglais et les
Espagnols.
Les Français recherchent des collaborations et sont
peut-être moins dédaigneux à notre égard que les
Hollandais, pour des raisons d'intérêt économique,
évidemment.
06/12/2000
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Wij moeten evenwel onze behoeften duidelijk
omschrijven. De Franse schepen beantwoorden
niet aan wat wij zoeken, namelijk een schip voor het
vervoer van materiaal, zonder bewapening noch
logeerruimte voor het personeel, waarmee wij
besparingen op het gebied van vervoer kunnen
verwezenlijken.
Wij zullen nieuwe voorstellen aan de Nederlanders
voorleggen teneinde samen een schip te bouwen,
maar wij weten niet of zij daarvoor belangstelling
hebben.
Mais il faut définir nos besoins. Les bateaux
français ne correspondent pas à ce que nous
recherchons, à savoir un navire de transport de
matériel, sans armement ni logement pour le
personnel, nous permettant de faire des économies
en transports.
Nous referons des propositions aux Hollandais en
vue de construire ensemble un bateau, mais nous
ne savons pas si nous rencontrerons leur intérêt.
08.08 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Er moet
een minimum aan overleg zijn met de
Nederlanders.
08.08 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):Il faut un
minimum de concertation avec les Néerlandais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "de veiligheid van een C-
130 Hercules-toestel" (nr. 2812)
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "het gebruik van een C-
130 Hercules-toestel tijdens een recente missie"
(nr. 2813)
09 Questions orales jointes de
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "la sécurité d'un C-130 Hercules" (n° 2812)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "l'utilisation d'un C-130 Hercules lors d'une
récente mission" (n° 2813)
09.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Op 15
juli 1996 stortte een Belgisch Hercules-toestel neer
in Eindhoven. De oorzaak lag blijkbaar bij het
zuurstofsysteem. Is dat LOX-systeem intussen
aangepast? Werd intussen verboden om
passagiers op te nemen? Welke maatregelen
moeten worden genomen om de veiligheid van de
C-130's te verbeteren? Op 15 september
laatstleden werd aan een 90-tal genodigden in Zuid-
Afrika een rondvlucht aangeboden met een
Belgisch C-130 toestel. Wie verleende daarvoor
toestemming? Hoe kon dat gebeuren na de
ervaring met de ramp in Eindhoven?
09.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Le 15
juillet 1996, un Hercules belge s'est écrasé à
Eindhoven. Le système d'oxygène semble avoir été
à l'origine de cet accident. Ce système a-t-il été
modifié depuis ? A-t-on interdit d'embarquer des
passagers ? Quelles mesures sont requises pour
améliorer la sécurité des C-130 ? Le 15 septembre
dernier, en Afrique du Sud, quelque nonante invités
se sont vu offrir un vol à bord d'un C-130 belge. Qui
a autorisé ce vol ? Comment est-ce possible après
la catastrophe d'Eindhoven ?
09.02 Minister André Flahaut (Nederlands) : Ter
vervanging van het LOX-systeem werd gekozen
voor OBOGS, een systeem waarin zuurstof niet
wordt meegenomen maar wel op aanvraag
chemisch gefabriceerd aan boord. OBOGS werd
reeds in één toestel ingebouwd, de rest van de vloot
volgt tegen eind 2005. Het toestel C-130 Hercules is
ontworpen voor het vervoer van vracht en
passagiers en wordt ook voor beide gebruikt. Het
transport van die laatste wordt alleen om
operationele redenen verboden. Om de veiligheid
van de C-130's te verbeteren, werden de volgende
maatregelen genomen: installatie van OBOGS,
cockpit voice recorder, flight date recorder,
emergency exit lights, full face masks, fire-fighting
masks, crashbestendige stoelen en een noodradio.
09.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais) : Il
a été opté, en remplacement du système LOX, pour
le système OBOGS, dans lequel l'oxygène n'est pas
embarqué mais produit chimiquement à la
demande à bord de l'appareil. Un appareil est déjà
équipé du dispositif OBOGS, qui sera installé dans
les autres appareils de la flotte d'ici à la fin 2005.
L'appareil Hercules C130 a été conçu pour le
transport de matériel et de passagers et est utilisé à
ces fins. Cependant, pour des raisons purement
opérationnelles, le transport de passagers a été
interdit. Les mesures suivantes ont été prises pour
améliorer la sécurité des C-130 : l'installation du
système OBOGS, cockpit voice recorder, flight
date recorder, emergency exit lights, full face
masks, fire fighting masks, sièges résistant aux
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Het varend personeel kreeg een cursus, de
evacuatieplannen werden vervolledigd en getest.
De evacuatieplannen voor de C-130 werden
herzien. Er worden minstens één keer per jaar
testen uitgevoerd.
De C-130 is goedgekeurd om materiaal en
personen te vervoeren. Ik heb de toestemming
gegeven om tijdens de evenementen in Zuid-Afrika
een vlucht met de C-130 te maken
chocs en cas d'accident et radio d'urgence. Le
personnel navigant a suivi une formation et les
plans d'évacuation ont été complétés et testés.
Les plans d'évacuation des C130 ont été revus. Des
tests sont effectués au moins une fois par an.
Le C-130 a été agréé pour le transport de matériel
et de personnes. J'ai autorisé un vol de C130
pendant les événements en Afrique du Sud.
(Frans) Ik heb u net uitgelegd waarom wij het
transport van personen beperken.
De toestemming om aan boord van een C130 te
gaan wordt steeds door de minister verleend, hetzij
in Kosovo, hetzij in Zuid-Afrika, hetzij in Oostende.
(En français) Je viens de vous expliquer les raisons
pour lesquelles nous limitons le transport de
personnes.
L'autorisation de monter dans un C130 fait toujours
l'objet d'une décision ministérielle, que ce soit au
Kosovo, en Afrique du Sud ou à Ostende.
09.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): In de
burgerluchtvaart worden na een ongeval alle
voorzorgsmaatregelen genomen, vooral inzake het
vervoer van burgers. Dat blijkt hier niet het geval.
Hoe is zulks mogelijk?
09.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Dans
l'aviation civile, toutes les mesures de précaution
sont prises après un accident, particulièrement
surtout en matière de transport civil. Il apparaît que
ce n'est pas le cas en l'espèce. Comment est-ce
possible ?
09.04 Minister André Flahaut (Frans) : Ik wil u
erop opmerkzaam maken dat er wereldwijd meer
dan 2.000 C130-toestellen ingezet worden, en dat
geen van die toestellen aan de grond blijft. De onze
behoren tot de modernste toestellen. Daarom
pakken we er ook graag mee uit . Het zijn goede
vliegtuigen, we zullen ze node afstaan.
09.04 André Flahaut , ministre (en français) : Je
voudrais faire remarquer qu'il y a plus de 2000 C-
130 dans le monde et qu'aucun ne reste au sol. Les
nôtres comptent parmi les plus modernes. C'est
pourquoi on les montre volontiers. Ce sont de bons
avions, on les regrettera.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van de heer Jan Eeman aan
de minister van Landsverdediging over
"biologische wapens in Kosovo" (nr. 2848)
10 Question orale de M. Jan Eeman au ministre
de la Défense sur "les armes biologiques au
Kosovo" (n°2848)
10.01 Jan Eeman (VLD): In Het Laatste Nieuws
van 21 november verscheen een bericht dat vier
Belgische soldaten, die na een missie in Kosovo
zijn overleden, daar in contact zouden zijn gekomen
met biologische wapens. Dit werd beweerd door de
Gentse toxicoloog de heer Heyndrickx. Hij
verklaarde dat intoxicatie door een door de Serviërs
verspreid virus de reden van het overlijden was.
Wordt de stelling van de heer Heyndrickx
onderzocht? Zijn er gelijkaardige gevallen bekend?
10.01 Jan Eeman (VLD): Le quotidien Het Laatste
Nieuws du 21 novembre a rapporté que quatre
soldats belges décédés à la suite d'une mission au
Kosovo y auraient été en contact avec des armes
chimiques. C'est ce qu'a déclaré le toxicologue
gantois, M. Heyndrickx. Il a déclaré que le décès
avait été causé par un virus répandu par les
Serbes.
Vérifie-t-on les affirmations de M. Heyndrickx ? Des
cas similaires sont-ils connus ?
10.02 Minister André Flahaut (Nederlands): De
betrokken personen waren tewerkgesteld in ex-
Joegoslavië, Baranja en Bosnië.
Voor de verklaring van de heer Heyndrickx is er
10.02 André Flahaut , ministre: (en néerlandais)
Les personnes concernées travaillaient en ex-
Yougoslavie, dans la Baranja et en Bosnie.
Les déclarations de M. Hendrickx ne sont étayées
06/12/2000
CRABV 50
COM 326
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
geen enkel bewijs. De stelling werd onderzocht. In
het Darda-rapport werd er geen enkel bewijs
aangehaald. Er is trouwens geen bewijs dat de
Serviërs biologische wapens zouden hebben
gebruikt.
d'aucune preuve. Ces affirmations ont fait l'objet
d'une enquête. Le rapport Darda ne comporte
aucune preuve. Rien ne permet d'ailleurs d'établir
que les Serbes ont utilisé des armes biologiques.
(Frans) Als mensen over bewijzen menen te
beschikken, zullen wij die natrekken. Ik hoop echter
dat de geruchtenmolen die tot paniek bij het
personeel leidt, stilvalt.
(En français) Si des gens ont des preuves, nous les
vérifierons mais, de grâce, que cessent les rumeurs
qui sèment la panique au sein du personnel !
10.03 Jan Eeman (VLD): Eventuele gevallen
moeten grondig onderzocht worden.
10.03 Jan Eeman (VLD): Les cas éventuels
doivent être examinés en détail.
10.04 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Rapporten uit 1993 en 1994 tonen aan dat de
Amerikaanse en Belgische overheden op de hoogte
waren van het feit dat het Joegoslavische leger over
chemische wapens beschikte. Over biologische
wapens bestaan inderdaad, buiten een geïsoleerde
verklaring voor de televisie, geen indicaties.
10.04 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Des
rapports de 1993 et 1994 indiquent que les autorités
américaines et belges savaient que l'armée
yougoslave disposait d'armes chimiques. En dehors
d'une déclaration à la télévision, rien n'a en effet été
dit à propos d'armes biologiques.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.51 heures.
Document Outline