KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 322
CRIV 50 COM 322
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
05-12-2000 05-12-2000
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen en interpellaties van
1
Questions et interpellations jointes de
1
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landbouw en Middenstand over
'dierenmishandeling' (nr. 2668)
1
- M. Peter Vanhoutte au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur 'des cruautés
envers les animaux' (n° 2668)
1
- de heer Ferdy Willems aan de minister van
Landbouw en Middenstand over
"dierenmishandelingen op veemarkten" (nr. 555)
1
- M. Ferdy Willems au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les mauvais
traitements infligés aux animaux sur les marchés
aux bestiaux" (n° 555)
1
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de
dierenmishandelingen op veemarkten in Ciney en
Anderlecht (nr. 588)
1
- M. Luc Sevenhans au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les mauvais
traitements infligés aux animaux sur les marchés
aux bestiaux de Ciney et d'Anderlecht (n° 588)
1
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Landbouw en Middenstand over "de toestand
op de veemarkten" (nr. 2852)
1
-
M. Dirk Van der Maelen au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
situation sur les marchés à bestiaux" (n° 2852)
1
Sprekers: Peter Vanhoutte, Ferdy Willems,
Luc Sevenhans, Dirk Van der Maelen
,
voorzitter van de SP-fractie, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Peter Vanhoutte, Ferdy Willems,
Luc Sevenhans, Dirk Van der Maelen
,
président du groupe SP, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de mogelijke overname
van Uitgeversbedrijf Tijd en de gevolgen daarvan
voor de mededinging op de Vlaamse
dagbladuitgeversmarkt" (nr. 2804)
14
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "la reprise éventuelle de la société
"Uitgeversbedrijf Tijd" et les conséquences de
cette reprise en matière de concurrence sur le
marché flamand de la presse quotidienne"
(n°2804)
15
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Charles
Picqué
, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Charles
Picqué
, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Mondelinge vraag van mevrouw Murielle Gerkens
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de eenheidsprijs van
boeken" (nr. 2795)
17
Question orale de Mme Murielle Gerkens au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "le prix unique du livre" (n° 2795)
17
Sprekers: Murielle Gerkens, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Murielle Gerkens, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Samengevoegde interpellaties van
20
Interpellations jointes de
20
- de heer Luc Sevenhans tot de eerste minister
over "de verdeling van de federale middelen voor
de luchtvaartindustrie (dossier Airbus A3XX)" (nr.
573)
- M. Luc Sevenhans au premier ministre sur "la
répartition des moyens financiers fédéraux
destinés à l'industrie aéronautique (dossier Airbus
A3XX)" (n° 573)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de eerste minister
over "de verdeling van de federale middelen voor
de luchtvaartindustrie (dossier Airbus A3XX)" (nr.
578)
- Mme Frieda Brepoels au premier ministre sur "la
répartition des moyens financiers destinés à
l'industrie aéronautique (dossier Airbus A3XX)"
(n° 578)
- mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "het Airbus-project" (nr. 579)
- Mme Simonne Creyf au premier ministre sur "le
projet Airbus" (n° 579)
Sprekers: Luc Sevenhans, Frieda Brepoels,
voorzitter van de VU&ID-fractie, Charles
Picqué
, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Orateurs: Luc Sevenhans, Frieda Brepoels,
présidente du groupe VU&ID, Charles
Picqué
, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Grootstedenbeleid
des grandes villes
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
5
DECEMBER
2000
14:00 uur
______
du
MARDI
5
DECEMBRE
2000
14:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.02 uur door
mevrouw Muriel Gerkens, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.02 heures par Mme
Muriel Gerkens, présidente.
01 Samengevoegde vragen en interpellaties van
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landbouw en Middenstand over
'dierenmishandeling' (nr. 2668)
- de heer Ferdy Willems tot de minister van
Landbouw en Middenstand over
"dierenmishandelingen op veemarkten"
(nr. 555)
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de
dierenmishandelingen op veemarkten in Ciney
en Anderlecht (nr. 588)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Landbouw en Middenstand over "de
toestand op de veemarkten" (nr. 2852)
01 Questions et interpellations jointes de
- M. Peter Vanhoutte au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur 'des cruautés
envers les animaux' (n° 2668)
- M. Ferdy Willems au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "les mauvais
traitements infligés aux animaux sur les
marchés aux bestiaux" (n° 555)
- M. Luc Sevenhans au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "les mauvais
traitements infligés aux animaux sur les
marchés aux bestiaux de Ciney et d'Anderlecht
(n° 588)
-
M. Dirk Van der Maelen au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
situation sur les marchés à bestiaux" (n° 2852)
01.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, wij hebben de beelden
waarvan sprake niet alleen in de journaals kunnen
zien. Tijdens een vorige vergadering van de
commissie voor de Volksgezondheid hebben we
een uitgebreide selectie van de beelden kunnen
bekijken. Het ging om schokkende beelden van
dierenmishandeling op een aantal markten, met
name die van Ciney en Anderlecht. Ze toonden
onverhuld de werkelijke aard van een aantal
mensen die dag in dag uit actief zijn op wat ik de
scheidslijn tussen leven en dood van dieren zou
willen noemen. Persoonlijk til ik bijzonder zwaar
aan dit soort misdrijven omdat ze eigenlijk
bewijzen hoe dun het laagje beschaving is bij
sommige mensen. De mechanismen die mensen
aanzetten tot het mishandelen van dikwijls zieke,
weerloze dieren zijn eigenlijk dezelfde die wij in de
afgelopen jaren hebben vastgesteld bij mensen in
Kosovo, Bosnië en Sebrenica. Ze zetten mensen
ertoe aan om op gewetenloze wijze medemensen
te mishandelen en vermoorden. Dat dit verschil bij
sommigen klein is, bewees de moord op veearts
Karel Van Noppen. Ook de doodsbedreigingen
aan het adres van GAIA-voorman Michel
Vandenbosch bewijzen dit vandaag. Net als
eerder in het voormalige Joegoslavië zien we dat
de mechanismen die werden ingebouwd om dit
soort ontsporingen te verhinderen nog steeds niet
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
werken.

De publieke verontwaardiging lijkt mij vrij
vanzelfsprekend. Ook daarmee lost men dit soort
problemen echter niet op. Wat de veeartsen
betreft die zich met de controle bezighouden,
stellen we vast dat er een aantal zijn die niet
optreden of reageren. Blijkbaar staan ook de
inspectiediensten die soms aanwezig zijn
machteloos en reageren ook zij niet. Ook de
marktuitbaters nemen geen of te weinig
initiatieven om dit soort toestanden voorgoed tot
het verleden te laten behoren. Mijnheer de
minister, ik heb er enig begrip voor dat mensen uit
schrik voor hun eigen hachje of dat van hun
familie laten betijen, dat zij niet optreden hoewel
dat hun specifieke opdracht is. Voor een andere
motivatie, de gewenning, kan ik geen begrip
opbrengen. Die valt niet goed te praten. Men zegt
dan: "Het is maar een koe met zonnebrand, het is
maar een koe die een oog kwijt is of een gebroken
hoorn heeft". Dat diezelfde dieren intussen echter
met veel machtsvertoon worden opgejaagd en
blootgesteld aan stokslagen en elektrische
schokken verwordt door dit minimaliseren tot een
soort anekdote die eigenlijk geen lang leven meer
beschoren is.

De wereld van de veehandelaars en de veeartsen
maar ook van de controlediensten is nog altijd in
de eerste plaats een mannenwereld, een wereld
waar gewenning aan geweld deel uitmaakt van de
groepscode. Het staat stoer. Men maakt er maar
deel van uit als men dit soort geweld in alle
mogelijke gradaties aanvaardt. Ik denk dan ook
dat meer vrouwen in dergelijke beroepen een
noodzaak zijn om dergelijke gedragspatronen te
doorbreken.

Mijnheer de minister, ik kom dan bij mijn eigenlijk
vragen. Ten eerste, de mishandelingen beginnen
natuurlijk niet op de markt, maar bij de boeren of
beter gezegd bij het geld. Om economische
redenen worden zieke dieren, die eigenlijk onder
geen beding nog vervoerd mogen worden, toch
afgevoerd. Dat was ook het geval vóór u minister
van Landbouw werd. Wat gebeurde er in het
verleden met overtredingen? GAIA heeft daar ook
toen voldoende ruchtbaarheid aan gegeven. Ten
tweede leek een sluiting van de veemarkten op
het eerste gezicht voor de hand te liggen. Het
koninklijk besluit dienaangaande voorziet namelijk
in geen andere sancties. U hebt dus eigenlijk
weinig speelruimte. U moet het koninklijk besluit
naar de letter uitvoeren of het niet uitvoeren.

De enige sanctie die er duidelijk in is vastgelegd,
is - ik herhaal het - de sluiting van de veemarkt.
Het probleem in dit verband is dat de intrekking of
de schorsing van de vergunning moeilijk kon,
omdat er maar één veemarkt over zo'n vergunning
beschikt. Mijn vraag luidt dan ook of de sluiting
van de veemarkten van Anderlecht en Ciney op
enig moment werd overwogen en wat de reden is
om dat niet te doen.

Ik respecteer uiteraard de overigens zeer
efficiënte beslissingen van de Ministerraad en we
zullen erop toezien dat ze goed worden
uitgevoerd. Desalniettemin vind ik dat de
veemarkten op termijn geen onmisbare schakel in
de voedselketen zijn. In een aantal ons
omringende landen kan het al zonder en de vraag
is of dergelijke alternatieven ook bij ons kunnen
worden overwogen.
01.02 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, op 21 november
was ook ik een van de vragende interpellanten bij
mevrouw Aelvoet voor het aspect
Volksgezondheid. Vanzelfsprekend zal ik nu niet
alles herhalen wat ik toen heb gezegd. Mijn
uitgangspunten zijn echter dezelfde vandaag.

Bij het zien van de tv-beelden is mijn vraag: wie
zijn de beesten? Mijn opmerking hierbij is:
dierenrechten zijn in mijn ogen belangrijk, precies
omwille van de menselijke waardigheid. We
kunnen ons blijven afvragen hoe het mogelijk is
dat dieren mishandeld worden. Deze
mishandelingen gebeuren al jaren, maar men
deed al jaren niets. Als men nu wel wat doet, dan
is het omdat men schrik krijgt volgens het aloude
gezegde: "de vrees van de Heer is het begin van
de wijsheid"
.
Wij vroegen toen - en we vragen dat nog steeds -
bestraffing en preventie. We vragen met klem om
alleen al de bestaande wetgeving toe te passen.
We vragen ook om die wetgeving te verfijnen. We
stellen immers vast dat België nog maar eens
gezichtsverlies lijdt in eigen land. Kijk maar naar
het dalend aantal veemarkten, de dalende prijzen
van het vee en de dalende consumptie. Men
betrouwt dit gewoon niet meer. Ook in het
buitenland lijden we gezichtsverlies: vroeger
waren er klachten bij de Europese gemeenschap;
nu opnieuw. Er is zelfs mediabelangstelling vanuit
het buitenland voor dit weinig fraaie beeld van ons
land.

Men schijnt dit in bepaalde middens niet te
begrijpen. Men reageert met deelaspecten en men
zegt dat het maar een zonneslagje is geweest,
alsof het hele verhaal daarmee onderuit gehaald
wordt. Men reageert met processen tegen de
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
aanklagers, volgens het aloude principe: "als de
klacht je niet bevalt, maak de aanklager dan tot de
beklaagde". Dat is een gekende tactiek. Men
reageert zelfs met doodsbedreigingen tegen
Michel Vandenbosch. Wij maken hier geen
grapjes om, want Vandenbosch kreeg al slaag, en
Van Noppen is al vermoord.

Wij hadden vandaag graag ook minister
Verwilghen gesproken, maar ik begrijp dat dit niet
mogelijk is. Daarom stel ik de vraag aan u. Hoe
staat de minister van Justitie tegenover de
stellingname van de parketten, die de laagste
prioriteit leggen bij dierenmishandeling? Heel
concreet bedoel ik de nota van 25 augustus 2000,
die overgemaakt is aan alle mogelijke
politiediensten in het Antwerpse door het parket
Procureur des Konings. Deze nota droeg als titel
"De procedure voor de vereenvoudigde registratie"
en bevatte in bijlage een aantal misdrijven.

Vandaag interesseert ons punt 9, paragraaf 8:
"Milieu- en dierenbescherming". Ik stel vast dat
een aantal gevallen, bijvoorbeeld het achterlaten
van dieren, niet moeten worden doorgestuurd als
ze opgehelderd zijn. Eenmalige verwaarlozing
moet men wel doorsturen. Ook van mishandeling
moet men, als ze opgehelderd is, het proces-
verbaal niet eens meer doorsturen.

Ik stel een frappant contrast vast van het vorige
punt met punt 9, paragraaf 9. In die paragraaf gaat
het over jacht. Al van in mijn schooltijd heb ik
geleerd dat jacht een erg beschermd gebied is. En
inderdaad: inbreuken op de jachtwetgeving
moeten altijd worden doorgestuurd, of het nu gaat
om jachttijden, eigendom van de grond,
jachtverloven of vervoer van wild.

Vandaar mijn vragen aan minister Verwilghen.
Blijft dit zo, blijven deze instructies geldig? Gaat
de minister gebruik maken van zijn positief
injunctierecht? Wat dit betreft ben ik hoopvol
gestemd, want ik heb al een persnota uit de Gazet
van Antwerpen van 17 november van minister
Verwilghen zelf, die de bestraffing veel te laag
vindt en ze onlogisch vindt. Ik ken mijn
stadsgenoot minister Verwilghen en ik weet dat hij
dit meent. Tevens heb ik in punt 7 van de
regeringsnota van 20 november gelezen dat de
minister tot mijn vreugde inderdaad van plan is
zijn positief injunctierecht te gebruiken.

Voorts, mijnheer de minister, heb ik nog een
aantal bemerkingen bij de nota van de
ministerraad van 22 november, waarin in een
achttal alinea's de genomen maatregelen worden
uiteengezet.

In de eerste paragraaf bepaalt de regering dat
tegen 31 december van dit jaar, binnen enkele
weken dus, de veemarkten definitief moeten
worden erkend, bij gebreke waarvan zij moeten
worden verboden. Op 22 november deelde
minister Aelvoet evenwel mede dat slechts één
van de negen momenteel in de running zijnde
veemarkten is erkend, met name de veemarkt van
Brugge. Welnu, werden er inmiddels reeds meer
erkend? Quid met de voorlopige erkenning van de
veemarkt van Anderlecht en met de aanvraag
ingediend door Ciney? Zal het nodige kunnen
worden gedaan op nauwelijks een maand tijd -
wat mij in bevestigend geval uiteraard zou
verheugen?

In de tweede paragraaf staat vermeld dat een
ontwerp van erkenningvoorwaarden aan het
Staatshoofd mag
-
met de klemtoon op het
woordje mag - worden voorgelegd, in verband met
veevoeders, handelaars, stopplaatsen,
verzamelcentrales, en dergelijke. Men voegt eraan
toe dat met dit document, dan aan het
Staatshoofd mag worden voorgelegd, rekening
moet worden bij het verlenen van de vergunning
waarvan sprake in paragraaf 1. Het is bijgevolg de
bedoeling zeer snel te handelen. Mijn vraag is
welke stappen nu reeds werden ondernomen, een
paar weken vóór de vervaldatum.

In de derde paragraaf zegt de regering dat de
erkenningen voortaan zullen worden verleend
door de minister van Dierenwelzijn - mevrouw
Aelvoet - en door de minister van Landbouw.
Hoewel dit een zeer positieve maatregel lijkt,
vraag ik mij af wat er zal gebeuren ingeval u er
niet dezelfde mening op nahoudt? Wij maken het
wel vaker mee dat op regeringsniveau de
meningen verschillen en ik denk in dat verband
bijvoorbeeld aan de discussies tussen de
ministers Boutmans en Michel.

In de volgende paragraaf wordt een ambtelijke
werkgroep aangekondigd voor de erkenning van
de veemarkten, waarvoor andermaal beide
ministers bevoegd zijn. Hier stelt ik dezelfde vraag
als voor het vorige punt, namelijk quid wanneer u
van mening verschilt?

In de vijfde paragraag kondigt de regering een
verhoogd toezicht aan en dit zo snel mogelijk. Dit
is inderdaad nodig gezien het feit dat terzake
bevoegde personen via de televisie meedeelden
dat, bijvoorbeeld in Anderlecht, slechts één
veearts aanwezig was. Dit is zelfs meer dan nodig,
rekening houdend met de sommige argumenten
volgens dewelke de inspecteurs bang zijn, waarbij
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
steevast wordt verwezen naar de moord op de
heer Van Noppen. Wat is uw standpunt omtrent
het voorstel van GAIA om een steward en een
veearts te plaatse te hebben per 250 dieren
maximum? Quid met de veiligheid van de
inspecteurs, wat terzake een reëel probleem
vormt?

In de zesde paragraaf leest men dat er in een
meldpunt moet worden voorzien, in welk verband
ik volgende bijkomende suggesties wens te
formuleren. Hopelijk zal zo'n meldpunt meer
inhouden dan een gezellig onderonsje en zullen zij
die het bemannen worden verplicht een klacht
gemotiveerd en binnen een beperkte tijd te
beantwoorden, zodanig dat de behandeling van de
klachten niet worden uitgesteld tot de Griekse
kalender.

In de zevende paragraaf gaat het over de
maatregelen van de minister van Justitie. De
minister vraagt meer bepaald om de identificatie
van de daders, gelukkig niet uit de film van 45
minuten die iedereen kon zien, maar wel degelijk
uit het 60 uren durende materiaal dat door GAIA
ter beschikking werd gesteld.

Ik vraag ook hier, quid met kinderen die bij die
onheuse situaties zijn betrokken geweest. Ik heb
dat ook aan mevrouw Aelvoet gevraagd. Een
veemarkt is geestelijke porno voor kinderen. Ik wik
mijn woorden.

Ik maak me weinig illusies. Het juridisch wereldje
in dit land een klein beetje kennende, heb ik,
bijvoorbeeld van mevrouw Aelvoet, gehoord dat
het parket van Dinant al een voorbehoud maakt.
Zij wensen geen centraal onderzoek in Brussel.
Als men de zaken zo begint te spelen, weten wij
uit ervaring wat er zal komen.

In de laatste paragraaf van het regeringsdocument
van een paar weken geleden, lees ik dat de leiding
van de markt zelf moet optreden, de schuldigen
de toegang moet ontzeggen en een preventieplan
moet opstellen, zo niet volgt de sluiting. Dit lijkt
zodanig belangrijk dat minister Van den Bossche
daaraan een dag later nog een nota heeft gewijd.
Maar wat stel ik vast op het terrein? We zijn
ondertussen een paar weken verder en in Ciney
heeft men nog niemand de toegang ontzegt en in
Anderlecht heeft men drie man geweigerd van de
vele tientallen die men heeft gefilmd. Ik stel vast
dat dat weinig bemoedigend is. Ik vraag me af wat
op de zeven andere markten gebeurt, want daar
loopt ook heel wat fout. Deze namiddag zal ik
minister Aelvoet nog vragen stellen over wat er in
Torhout is gebeurd.

In ieder geval staat ook een onduidelijkheid in de
ministeriële tekst. Er staat letterlijk dat de
marktdirectie binnen de twee weken zelf moet
reageren. In de persnota lees ik al een
meningsverschil. Starten die twee weken na de
identificatie door het parket? Dan zijn we goed
bezig, want dat kan in dit land heel lang duren.
Dan wordt het mosterd na de maaltijd en krijgen
we de bestraffing binnen enkele maanden of
jaren, als het allemaal niet meer nodig is. Of,
volgen we de interpretatie van minister Van den
Bossche, die spreekt over twee weken na de
regeringsbeslissing van 22 november? In dat
geval is het moment van handelen erg dichtbij.
Wat doet u ermee?

GAIA heeft tientallen heel concrete maatregelen
voorgesteld over de organisatie van de markt. U
hebt die ongetwijfeld gelezen. De markt is zo
stresserend en de infrastructuur zo slecht dat
dergelijke toestanden door de marktstructuur zelf
worden uitgelokt. Het gaat over afsluitingen, de
manier van laden van de dieren, het gebruik van
de stok, elektrische schokken, puntige
voorwerpen, bevloering, eten en drinken van de
dieren, enzovoort. Volgens de bestaande
wetgeving mogen alleen gezonde dieren op die
markten komen. Pas die wetgeving toe. Ik denk
aan het slaan op gevoelige lichaamsdelen, zoals
de ogen, de uier, enzovoort. Wat doet men met
die concrete, praktische maatregelen van de
mensen op het terrein?

Ik besluit. GAIA, de SP en wij vragen nog steeds
de sluiting, want de feiten zijn ernstig. U keert de
dingen om. Ik kan dit begrijpen. U wil eerst een
ernstig onderzoek voeren en dan ernstige
maatregelen nemen. In die context wil ik mij op
twee voorwaarden inschakelen. Ten eerste, dat
men die maatregelen ook uitvoert. Het mag niet bij
woorden blijven. Wij zullen daarop letten. Ten
tweede, dit moet gebeuren binnen de termijnen
die u zelf hebt bepaald. Dat is dus zeer
binnenkort, binnen enkele weken. Anders staan
we voor een situatie die we in dit land kennen. Het
publieke geheugen is kort in dit land. Vandaag is
er een schandaal - denk aan Semira - en morgen
is men dat vergeten. Wij moeten vandaag
handelen, anders geldt het oud Vlaams gezegde:
"Ze deden een klapke, ze deden nog wat en alles
bleef zoals het was".

Mijnheer de minister, ik hoop oprecht dat wij zulke
pleidooien in de toekomst nooit meer moeten
houden.
01.03 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de
recente beelden van de veemarkten die de wereld
zijn rondgegaan, hebben niet alleen de publieke
opinie, maar ook de politieke wereld geschokt.
Heel wat partijen uitten terecht hun bezorgdheid.
Ik wil hierin zeker niet achterblijven.

Mijnheer de minister, samen met uw collega's
Aelvoet en Verwilghen hebt u al heel wat
maatregelen aangekondigd. Ik ben benieuwd wat
er concreet gaat gebeuren. Ik denk dat we te
gepasten tijde hierop moeten terugkomen. Ik heb
mevrouw Aelvoet reeds geïnterpelleerd toen
beelden over dierentransporten werden getoond.
Binnen afzienbare tijd krijgen we waarschijnlijk
ook beelden te zien over de slachthuizen. Ik neem
aan dat ook daar gruwelijke zaken gebeuren. Als
we de veehandel in zijn geheel bekijken, zien we
dat de mishandelingen niet alleen op de
veemarkten maar in de hele keten plaatsvinden.
Hoe kon het zover komen? Ik neem aan dat er
sprake is van gewenning bij de veehandelaars. Ik
weet ook wel dat soms drukkingmiddelen moeten
worden uitgevoerd - geweld is een slecht woord -
omdat het anders niet gaat. Ik heb al vaker
getuigenissen gehoord van boeren die niet weten
wat ze moeten doen als een koe echt niet meewil.
Zij vragen naar richtlijnen, zij vragen naar een
oplossing. Een oplossing heb ik echter ook niet. Ik
denk dat we de feiten genuanceerd moeten
voorstellen. Niet elke veehandelaar, niet elke
veefokker is immers een sadist. Er zitten wel een
groot aantal rotte appels in hun mand.

Ik vraag me af wat daarvan de oorzaken zijn. Ik
vermoed dat de verbazend lage prijzen van het
vlees er iets mee te maken hebben. Ik vermoed
dat ook de kwaliteit van hun werkomstandigheden
meespeelt. In die keten moet het allemaal zo vlug
gaan, tegen minimale kosten. Bovendien moeten
sommigen uit de sector spartelen om het hoofd
boven water te houden terwijl anderen schatten
verdienen. Er is dus duidelijk nood aan een
specifieke reglementering voor de veemarkten. Ik
heb de beelden van Ciney gezien. Ik neem aan
dat op andere markten hetzelfde gebeurt. Maar
Ciney is volgens mij toch duidelijk toonaangevend
in dit dossier. Ik heb de beelden met de nodige
aandacht bekeken in de commissie voor de
Volksgezondheid. Eén van onze collega's heeft
toen gezegd dat we de beelden moesten
nuanceren, dat dit geen algemene trend was. Ik
neem echter aan dat het wel om een vrij
algemene trend gaat. Men heeft beelden
genomen op verschillende plaatsen op de markt.
Dat was bijvoorbeeld te zien aan de nummers van
de in- en uitgangen. Ik denk dat het duidelijk om
een algemene trend gaat.

Het verbaasde me dat er maar één veearts
aanwezig was op de markt. Binnenkort gaat men
daar vijf controlerende veeartsen plaatsen.
Opeens zijn er vijf keer meer. Dat lijkt me toch
eigenaardig. Blijkbaar moet eerst iemand de
vinger in de wonde steken. Ik vind dit een goed
beeld: de vinger in de wonde, want ik heb toch
gruwelijke beelden gezien. Op de videobeelden
waren bovendien dieren te zien die al gekwetst
waren toen ze er aankwamen. Dit wijst erop dat de
feiten niet alleen daar ter plekke plaatsvonden.
Hier komt de discussie rond het transport van
dieren opnieuw aan bod. Daarvoor waren reeds
eerder maatregelen getroffen, maar blijkbaar
schort er nog altijd iets aan. Na al die maanden is
er nog maar weinig veranderd.

Ik kan de redenering van collega Brouns goed
volgen. We moeten inderdaad opletten dat we
binnen twee weken de feiten niet vergeten zijn.
Wij moeten de zaak blijven volgen. Ik denk ook
dat er bij de veehouders zelf iets zal veranderen.
Ook daar gebeuren de nodige misbruiken. Ik ben
ervan overtuigd dat er op elk niveau in de
veeteeltsector mensen zijn die het ernstig menen
en die op een ernstige manier willen werken. Ik
denk dat het in hun belang is dat er streng wordt
opgetreden. Deze beelden zijn de wereld
rondgegaan; ze werden niet alleen in ons eigen
landje getoond. Het is dus in ons eigen belang dat
er nu ernstig wordt opgetreden. Heel de veesector
komt immers voortdurend in een slecht daglicht. Ik
denk niet dat dit soort dierenmishandeling een
louter Belgisch fenomeen is. Wij kunnen nu een
voortrekkersrol gaan spelen door aan te tonen dat
dierenrechten in ons land ernstig worden
genomen en dat het maar eens moet afgelopen
zijn met dierenmishandeling.

Ik denk dat er een ruime consensus is in het
Parlement om er werk van te maken. Elke
betrokken minister heeft stoere verklaringen
afgelegd. Ik hoop dan ook dat het daar niet bij blijft
en dat de minister van Landbouw, de eerste
verantwoordelijke in dergelijke materie
-
zijn
collega's zullen hem daar ongetwijfeld bij helpen -
eindelijk eens een overzicht geeft van de concrete
maatregelen die hij van plan is te nemen.
01.04 Dirk Van der Maelen (SP): Mijnheer de
minister, het voordeel van als laatste aan het
woord te komen is dat reeds veel gezegd is. Ik zal
mijn vraag beperken tot de essentie. Ik heb
eigenlijk twee vragen. Als ik mij niet vergis, is de
eerste vraag nog niet aan bod gekomen.
Persoonlijk vind ik de suggestie van Gaia om te
onderzoeken of een rechtstreeks verhandelen van
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
de dieren door de veehouder aan het slachthuis of
de vetmester mogelijk is bijzonder interessant.
Wat denkt u daarvan? Bent u bereid om de
haalbaarheid hiervan te onderzoeken? Zo ja, op
welke termijn kunnen we van u een onderbouwd
antwoord krijgen op die suggestie? Het
verwonderde mij dat 70% van de handel al op die
wijze verloopt. Waarom zou men dat niet kunnen
uitbreiden tot 100%? Het lijkt mij dat als dat zou
lukken, wij in één klap van al de ellende die we op
de videobeelden hebben gezien af zijn.

Mijn tweede vraag is opgedeeld in een aantal
subvragen. Op 22 november heeft de regering,
waarvan mijn partij deel uitmaakt, in de
Ministerraad een beslissing genomen. Ik wil van
de gelegenheid gebruik maken om te vragen
hoever men staat met de uitvoering hiervan. Hoe
denkt u sommige van deze maatregelen uit te
voeren? Mijn eerste vraag gaat dus over de stand
van zaken met betrekking tot de toegang tot de
veemarkten voor de overtreders op de
videobeelden van Gaia. Als de informatie van de
heer Willems klopt en er in Ciney nog geen enkele
overtreder werd tegengehouden, dan wil ik er wel
op wijzen dat de interpretatie die mijn groep aan
de regeringsbeslissing geeft is dat er na veertien
dagen, te rekenen vanaf de dag van de
regeringsbeslissing, een sluiting moet komen. Als
ik goed kan rekenen, is het morgen de veertiende
dag. Wat mij betreft, is het heel duidelijk. De
regering heeft een beslissing genomen en mijn
fractie zal erop staan dat die beslissing ook wordt
uitgevoerd.

Ten tweede stel ik vast dat de regeringsbeslissing
inhoudt dat er binnen de maand een preventieplan
moet worden ingediend om een herhaling van de
feiten te voorkomen. Mijnheer de minister, wat is
de stand van zaken? Wordt er al aan het
preventieplan gewerkt? Wat moet zo'n
preventieplan volgens u inhouden? Tot op heden
heeft mijn groep nog geen weet van de manier
waarop men invulling zal geven aan de beslissing
om een preventieplan op te stellen.

Ten derde, een maatregel die door de regering
werd aangekondigd was het oprichten van
meldpunten voor inbreuken. Ik zou graag van u
vernemen volgens welke procedure het melden
van de inbreuken zal moeten verlopen. Waar zal
het meldpunt gevestigd zijn? Is dat op de
veemarkt, op het stadhuis of ergens anders? Door
wie zal het bemand worden? Is dat een gewone
gemeenteambtenaar of iemand die professioneel
enige kennis heeft van de sector waarin hij of zij
zich moet bewegen? Is dat iemand die met de
handel in dieren te maken heeft? Als u hier nu niet
op kunt antwoorden, verwacht ik daar later een
antwoord op. In de regeringsbeslissing heb ik ook
gelezen dat er akkoord moet zijn van de regionaal
bevoegde ministers. Hebt u al contact genomen
met de regionaal bevoegde ministers? Wat is de
eventuele uitkomst van die gesprekken?

Ten vierde, wordt er in de regeringsbeslissing
aangekondigd dat er een bijzonder en verhoogd
toezicht op alle veemarkten zal komen? Zojuist
heeft een collega naar voren gebracht dat men het
aantal veeartsen zal verhogen. Is dat het enige dat
dit inhoudt? Zijn er nog andere maatregelen?
Behoudens die ene maatregel heb ik hier nog niet
veel van gemerkt. Is de periode van bijzonder en
verhoogd toezicht al begonnen? Zo ja, hoe lang
zal ze duren?

Ten vijfde, wordt in de regeringsbeslissing
aangekondigd dat er voor de erkenning een
gemengde ambtelijke werkgroep zal komen. Uit
die regeringsbeslissing leid ik af dat deze
werkgroep uitsluitend uit ambtenaren van het
ministerie van Landbouw zal bestaan. Heb ik dat
verkeerd begrepen? Of gaat men er toch externe
mensen aan toevoegen? Zo ja, hoe zal de
verhouding in die werkgroep zijn tussen de
mensen van het ministerie van Landbouw
enerzijds, en van het ministerie van
Volksgezondheid anderzijds? Mijn voorkeur gaat
ernaar dat er ook mensen met enige gevoeligheid
voor de bescherming van het dierenwelzijn in die
werkgroep zitten.

Ten slotte werd aangekondigd dat de
erkenningcriteria van de veemarkten in het
koninklijk besluit zullen aangevuld worden met
een aantal voorwaarden ten voordele van het
dierenwelzijn. Mijnheer de minister, ik meen dat dit
alles zeer snel moet gaan. Kan u ons de stand van
zaken meedelen? Als de veemarkten op 1 januari
2001 erkend willen zijn, moeten zij immers
voldoen aan dit koninklijk besluit. Zo begrijp ik
tenminste deze regeringsbeslissing. Willen de
veemarkten de nodige tijd hebben om aan deze
voorwaarden te voldoen, dient het koninklijk
besluit tijdig te worden gepubliceerd.

Mijn eerste bezorgdheid geldt de timing van het
verschijnen van dit koninklijk besluit. Eens wij
kennis genomen hebben van dit koninklijk besluit,
zullen wij u over de inhoud ervan ondervragen.

Le président: Monsieur le ministre, il m'intéresse
de savoir ce que vous allez répondre à la question
sur l'augmentation du nombre de femmes dans
ces lieux pour diminuer la violence.
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
01.05 Minister Jaak Gabriels: Mevrouw de
voorzitter, collega's, uiteraard zijn wij allen
geschokt door de beelden die wij hebben gezien.
Wij hebben daar trouwens allemaal uiting aan
gegeven, denk ik. Toch vind ik dat wij hier moeten
trachten bij de feiten te blijven en niet in
overdrijving te vervallen. Dat heeft niets te maken
met het gevoelen dat men heeft en de afkeer ten
opzichte van de bestaande situatie, want dat is bij
iedereen even groot, denk ik. Dit vergelijken met
Kosovo en Semira vind ik net iets te ver gaan om
bij de feiten te blijven.

Ik blijf herhalen dat de uitzondering niet de regel
is. Ik wil heel duidelijk zeggen dat wij de ambitie
hebben, reeds vertaald in een aantal maatregelen,
om de uitzonderingen op een serieuze manier aan
te pakken. Wij willen niet dat men het kind met het
badwater weggooit. Ik denk niet dat je de goeien
in de sector, die toch nog veel talrijker aanwezig
zijn, op een lijn moet stellen met de slechten. Ik
denk dat wij precies het gedrag van de
overtreders moeten aangrijpen om iedereen de
zeer sterke reflex mee te geven dat er elementen
zijn die zeer belangrijk zijn en die ook door hen in
alle omstandigheden moeten worden nagekomen.
Natuurlijk moet men een onderscheid maken
tussen de landbouwers en de veehandelaars. Ik
kom dan nog op de concrete vragen van een
aantal collega's. Landbouwers zijn mensen die
hun vee zelf telen en die daar zeer goed mee zijn
vertrouwd, veehandelaars misschien minder. Dat
is een factor. Als ik uit de vragen van de heer Van
der Maelen dan de conclusie van GAIA zou
trekken om de sector uit te schakelen en meteen
over te schakelen, laat ik liever toch de feiten
spreken. Als men het heeft over de rechtstreekse
handel tussen boeren en het slachthuis, krijg je
inderdaad de aangehaalde cijfers: tussen 20% en
30% nog op de markten en 70% rechtstreeks.
Echter, op de markten wordt veel meer
verhandeld dan alleen vee dat naar slachthuizen
gaat. Daarom kan je dat niet onder die noemer
brengen. Een veemarkt heeft ook voor de boer
voor de verhandeling van zijn vee soms een
belangrijke impact.

Probeer even de zaken uit elkaar te houden. Twee
vragen of interpellaties dateren van enkele weken
geleden en twee andere kwamen op het laatste
ogenblik binnen. Ik antwoord eerst op de eerste
twee, want die hebben dezelfde verwachtingen
wat de antwoorden betreft. Ik probeer het geheel
wat overzichtelijk te houden. Ik begin dan niet met
de vraag van de heer Vanhoutte, die mij daarvoor
zal willen verontschuldigen. Ik begin wel met de
interpellatie van de heer Willems, omdat het
antwoord op de talrijke vragen waarschijnlijk ook
voor een stuk de vragen van de heer Vanhoutte
zal beantwoorden. Ik zal later concreet op zijn
vragen antwoorden. Ik begin hiermee omdat het
kader iets ruimer is en dit ons in staat stelt om een
duidelijker antwoord te geven. Ik wil mij hier dan
beperken tot het herhalen van de antwoorden die
de minister van Volksgezondheid,
verantwoordelijk voor dierenwelzijn, en ik eerder
op gelijkluidende vragen hebben gegeven.
Daarnaast zal ik in het kort aangeven tot welke
maatregelen de Ministerraad van 22 november
2000 heeft beslist en wat daar momenteel de
stand van zaken is.

Met het element dierenwelzijn wordt wel degelijk
rekening gehouden bij het vastleggen van de
criteria voor de erkenning of de niet-erkenning van
veemarkten, veehandelaars en niet veehouders,
veetransporteurs en niet veetransport. De
kaderwet van 14 augustus 1986 betreffende de
bescherming en het welzijn van de dieren wordt
uitdrukkelijk vermeld in de consideransen van het
koninklijk besluit van 9 juli 1999 met betrekking tot
de erkenning van de veemarkten.

Het is wel zo dat het koninklijk besluit van 9 juli
1999 voornamelijk ingaat op sanitaire en
epidemiologische kenmerken van veeziekten. Tot
nu toe werd minder aandacht besteed aan de
specifieke vereisten in verband met dierenwelzijn.
De Ministerraad van 22 november 2000 heeft
beslist dat zo snel mogelijk een wijziging van dat
koninklijk besluit moet worden doorgevoerd om
het luik dierenwelzijn expliciet in het koninklijk
besluit op te nemen, niet alleen in de
consideransen, maar ook in de bepalingen van het
besluit. Deze wijziging, die niet minder dan 26
concrete punten bevat, is momenteel voor een
laatste advies aan de veterinaire buitendiensten
voorgelegd en zal tegen half december in het
Staatsblad verschijnen.

Wij leggen die wijzigingen op voorhand voor aan
de veterinaire buitendiensten omdat ook
naderhand de controle door deze mensen op een
gewetensvolle wijze zou geschieden. Men moet
op de hoogte zijn van het concept van de
wetgeving om vanuit dat concept de controles toe
te passen.

Vanaf nu wordt met die criteria rekening gehouden
bij het beoordelen van een erkenningdossier van
een veemarkt.

De Ministerraad heeft een achtpuntenplan
uitgewerkt om de weliswaar uitzonderlijke
toestand die door de video van Gaia terecht
worden aangeklaagd, onmogelijk te maken. Ik
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
neem aan dat u ondertussen reeds kennis hebt
genomen van die acht punten. Mijnheer Willems
heeft er in een verdere analyse over uitgeweid.

U vraagt zich af hoe België dit nieuwe
gezichtsverlies gaat opvangen. Tot mijn spijt moet
ik vaststellen dat wij meer dan in welk land ook het
soms onszelf aandoen, door de vastgelegde
misbruiken, onszelf in diskrediet te brengen. De
toestanden die door Gaia zijn aangeklaagd zijn
onaanvaardbaar, maar ze zijn niet de algemene
regel. Dat moeten we voor ogen houden. De
reportage van vorige week zondag in Panorama
heeft immers aangetoond hoe zorgzaam ook onze
boeren met hun koeien omgaan. Twee jaar
geleden heeft een inspectieteam van de Europese
Commissie inderdaad een vrij negatief rapport
uitgebracht over de paardenmarkt in Anderlecht.
Die markt heeft sedertdien zeer grote
inspanningen geleverd om aan de kritiek uit het
eerste rapport tegemoet te komen. Niet zonder
resultaat, want een kleine twee maand geleden
heeft de Europese Commissie opnieuw een
bezoek gebracht aan de markt van Anderlecht en
op enkele details na is het rapport nu zeer positief.

Het voorstel om de dierenhandel voortaan
wettelijk rechtstreeks van veehouder tot slachthuis
te laten verlopen, omwille van de dierenrechten en
het onmiskenbaar financieel voordeel voor de
eerste producent, in casu de veehouder, is op dit
moment niet haalbaar en houdt geen rekening
met de praktijk. Heel wat boeren zijn niet in staat
om zich in een dergelijk circuit in te passen. Zo'n
maatregel zou op dit ogenblik echt iets teveel zijn
gevraagd. Of dat op termijn een van de
mogelijkheden zou zijn laat ik open, maar ik denk
niet dat dit op dit ogenblik een haalbare kaart is
omdat men dan naïef voorbijgaat aan het feit dat
heel wat gebruiken op veemarkten ontstaan die de
prijsvorming in die sector bepalen. Ik ben van
mening dat de wekelijkse veemarkten onmisbaar
zijn voor een correcte prijsvorming van
handelsvee. Ik ben het er volmondig mee eens dat
deze markten diervriendelijk moeten verlopen en
dat in de eerste plaats de marktautoriteiten daar
duidelijk op moeten toezien.

Mijnheer Willems, wat uw vragen aan mijn collega
Verwilghen betreft, heb ik namens hem de
volgende antwoorden.

Ik heb inlichtingen ingewonnen bij de vijf
procureurs-generaal om te vernemen wat het
opsporings- en vervolgingsbeleid is inzake de
toepassing van de wet van 14 augustus 1986 op
de bescherming van dieren en of het juist is, zoals
u beweert, dat strafvervolging wegens inbreuken
op die wetgeving en parketten tot de laagste
prioriteit behoort. Door de procureurs-generaal
werd mij bevestigd dat over de gevallen van
opzettelijke mishandeling van dieren geen
onderrichtingen tot seponering bestaan.


Evenmin is het zo dat aan dergelijke vergrijpen de
laagste prioriteit zou zijn toegekend. Ook dat is
dus niet juist. Dat blijkt uit het rapport van de
procureurs-generaal. Evenwel kan niet iedere
inbreuk op de dierenbeschermingswet aanleiding
geven tot strafvervolging. In dit verband liet de
procureur-generaal van Gent mij weten dat sedert
1995 aan de procureur des konings van zijn
gebied toelating werd verleend om als de inbreuk
geen ergerlijke of opzettelijke feiten betreft over te
gaan tot seponering. Deze maatregel is het gevolg
van capaciteitsproblemen bij de politiediensten.
De gevallen die in aanmerking komen voor
seponering zijn evenwel niet de zaken die onlangs
in het televisienieuws zijn gekomen en die terecht
bij de bevolking opspraak hebben verwekt.

Wat uw vraag met betrekking tot minister
Verwilghen betreft, antwoordt hij dat het duidelijk
is dat de daders van de dierenmishandeling die wij
op de televisie hebben gezien opgespoord en
vervolgd zullen worden zonder dat hij genoodzaakt
is gebruik te maken van zijn injunctierecht. De
bevoegde procureurs des konings hebben daartoe
het initiatief genomen. Tegen de daders die zich
schuldig hebben gemaakt aan het pijnigen van
dieren, voorziet de dierenbeschermingswet van
1986 slechts geringe straffen, namelijk één
maand, drie maanden en/of 26 tot 1.000 frank. De
vraag dringt zich op of wij ons niet moeten
beraden over de noodzaak om die strafmaat
hoger te maken. De minister zegt bereid te zijn
daartoe het nodige initiatief te nemen.

De vraag van de heer Vanhoutte sluit daar
regelrecht bij aan. De kaderwet in verband met
dierenwelzijn wordt met betrekking tot deze
elementen uiteraard in de consideransen
meegenomen. Toch wil ik er nog even op wijzen
dat mijn diensten in het afgelopen jaar met man
en macht hebben gewerkt aan het onder controle
krijgen en afhandelen van de dioxinecrisis. Een
aantal andere dossiers hebben daar jammer
genoeg vertraging door opgelopen.

In het koninklijk besluit is voorzien dat handelaars
en vervoerders net als markten en verzamelcentra
over een erkenning zullen moeten beschikken. U
kunt er van op aan dat deze erkenningen slechts
zullen worden afgeleverd als aan een aantal
voorwaarden inzake dierenwelzijn is voldaan. De
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
minister bevoegd voor dierenwelzijn en ik vonden
het niet noodzakelijk om de markten van
Anderlecht en Ciney te sluiten. Wij werden hierin
gevolgd door de Ministerraad. Wel werden alle
negen marktverantwoordelijken ontboden om hen
de beslissingen van de Ministerraad mee te delen.
Er wordt hen een zeer strak tijdsschema
opgelegd. Wij hebben dit strakke schema
gekozen om te beletten dat er
uitwijkmogelijkheden zouden zijn en dat wij onze
verantwoordelijkheid ter zake niet zouden moeten
nemen. De elasticiteit van de toepassing is ter
zake reeds te ver gekomen. Zij hebben tot 31
december de tijd om een volwaardige erkenning te
behalen. Dat zal grote inspanningen van elk van
hen vergen maar wij zullen daar niet van afwijken.
Dat moge duidelijk zijn. Ciney heeft net als de
andere markten een erkenningsaanvraag lopen.
Die zal versneld moeten worden om aan een
aantal specifieke voorwaarden inzake
dierenwelzijn te voldoen willen zij de continuïteit
van hun wekelijkse markt niet in het gedrang
brengen. Bovendien moet ik u meedelen dat
alternatieven voor veemarkten niet zomaar voor
het rapen liggen. Ik heb dat ook reeds tegen de
heer Willems gezegd. Ik blijf van mening dat
veemarkten georganiseerd moeten kunnen
worden om een economische rol te spelen. Dit
moet niet per se en mag ook niet strijdig zijn met
respect voor dierenwelzijn, integendeel, dit laatste
moet er integrerend deel van uitmaken.

De heer Sevenhans vroeg of er wel voldoende
controle bestaat en bestond op het respect voor
het dierenwelzijn op de veemarkten. Dat is in
eerste instantie de verantwoordelijkheid van de
inrichter van de veemarkt, vaak in samenspraak
met het gemeentebestuur van de gemeente
waarin de markt gelegen is. Ze moeten een door
mijn departement erkende aangenomen
dierenarts aanduiden die moet toezien op het
correct verloop van de veemarkten. Indien deze
dierenarts onregelmatigheden opmerkt, moet hij
onmiddellijk de veterinaire diensten verwittigen die
ter plaatse kunnen komen en tot acties kunnen
overgaan.

Daarnaast brengen uiteraard regelmatig
inspecteurs, dierenartsen en dierenartsen van de
sanitaire ploegen een bezoek aan de veemarkten.
Zij hebben politionele bevoegdheden en kunnen
proces-verbaal opmaken indien zij gevallen van
dierenmishandeling vaststellen. Dit gebeurt ook
regelmatig.

Als gevolg van de vastgestelde misbruiken,
hebben marktverantwoordelijken nu veel
strengere instructies gekregen. Indien zij het
respect voor dierenwelzijn niet kunnen garanderen
tijdens het verloop van de veemarkten, dan zullen
zij grote problemen hebben en dreigt hun markt op
zeer korte termijn gesloten te worden. Ik heb geen
gedetailleerde gegevens over het aantal
vastgestelde inbreuken tegen dierenwelzijn op
veemarkten. Wel kan ik meedelen dat er voor het
jaar 2000 in de sector van de runderen alleen
reeds ongeveer tienduizend controles door de
veterinaire diensten gepland werden. Hiervan zijn
er ongeveer vijftienhonderd waarbij specifiek de
klemtoon op het dierenwelzijn werd gelegd, naast
bijvoorbeeld identificatiecontrole, controle op
aanwezigheid van residuen of contaminanten,
erkenningen, sanitaire controles, in- en uitvoer en
vervoercontroles. Op de beelden zijn inderdaad
een aantal gekwetste dieren te zien waarbij men
zich kan afvragen of deze al dan niet op een
veemarkt mogen thuishoren. Voor een aantal
onder hen is dit zeker niet het geval.

Ik wens er toch op te wijzen dat een aantal
beelden weliswaar shockerend overkomen maar
het in werkelijkheid niet zijn. De koe met de
loshangende huidflap bijvoorbeeld, zag er vreselijk
uit maar was zeker marktwaardig. Het ging hier
om een genezen letsel van een fotosensibilisatie.
Tevens kan ik mij niet inbeelden dat de koe die
niet meer recht kon en werd voortgesleept, op een
dergelijke wijze op een landbouwbedrijf zou
opgeladen worden. Het gaat hier om een dier dat
op het landbouwbedrijf van herkomst op een
normale wijze op de vrachtwagen is gegaan maar
dat tijdens het transport of misschien op de markt
een ongeluk heeft gehad en daardoor niet meer
recht kon. Wij moeten er echter voortaan op
toezien dat dergelijke dieren niet meer op die wijze
worden versleept maar ter plaatse op een
diervriendelijke wijze worden afgemaakt.

Als besluit kan ik u mededelen dat het overgrote
deel van de sector zeer goed beseft dat dergelijke
dieronvriendelijke handelingen niet meer kunnen.
Ze weten dat zij zelf in eerste instantie
verantwoordelijk zijn voor een goed verloop van
de markten. Mijn diensten zullen ook van zeer
nabij opvolgen of die goede voornemens ook op
het terrein zullen hard gemaakt worden. Indien
niet, zullen wij onze verantwoordelijkheid nemen
en zal ik de overtreders streng aanpakken.

Ik eindig met de concrete vragen van Dirk Van der
Maelen waarbij hij informeert naar de stand van
zaken in verband met een aantal beslissingen die
door de regering werden genomen en dit naar
aanleiding van de videobeelden en alles wat
ermee te maken had. Zoals u weet heeft de
marktverantwoordelijke van Anderlecht reeds een
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
veedrijver, een veehandelaar en een vleesgrossist
de toegang tot de markt ontzegd. Vermits het
parket de zaak in handen heeft, is het aan hen om
het onderzoek verder te leiden en de overtreders
te identificeren. Voor zover mij bekend, heeft de
veemarkt van Ciney nog aan niemand de toegang
tot de markt ontzegd. Wij hebben dus uiteraard
wel te maken met een uitzonderlijke toestand
omdat ondertussen én de directeur én de
betrokken dierenarts die toezicht had, ontslag
hebben genomen. In de voorwaarden tot toelating
tot de dierenmarkt staat onder meer dat men geen
zwangere dieren op de markt mag brengen. Op
één van de beelden die ik persoonlijk nog niet
gezien heb, maar waarover Michel Vandenbosch
mij geïnformeerd heeft, is een veearts een koe
aan het bevrijden met een keizersnede. Ik neem
aan dat deze veearts op dat ogenblik op dat vlak
reeds ervaart dat dit minstens in strijd is met de
deontologie die aan die markt moet worden
opgelegd. Ik neem aan dat dit ook een van de
redenen is die tot zijn ontslag hebben geleid,
evenzeer zo voor de directeur. Dit heeft
waarschijnlijk te maken met de toestand waarmee
wij hier geconfronteerd worden.

Het voor te leggen preventieplan kadert in het
globaal erkenningsdossier dat alle negen
veemarkten en dus niet enkel die van Anderlecht
en Ciney, uiterlijk op 15 december 2000 bij de
veterinaire diensten moeten indienen.

Het is dus kort dag. Het preventieplan moet
voornamelijk inhouden hoe de wettelijke
bepalingen die gelden voor het organiseren van
veemarkten, op een diervriendelijke wijze zullen
worden gerespecteerd. Het belangrijkste wapen
voor het afdwingen van deze eisen op het terrein
is, zeker in de eerste fase, voldoende controle.
Vermits de marktorganisatoren zelf in de eerste
plaats verantwoordelijk zijn voor het correct
verloop van de markten, moeten zij in hun
preventieplan duidelijk aangeven hoe zij deze
zelfcontrole zullen organiseren en ook
afdwingbaar kunnen maken. De
erkenningsdossiers zullen dan in de week van 15
tot 22 december 2000 worden beoordeeld door
een ambtelijke groep. Op basis van het advies van
deze groep zullen minister Aelvoet en ik dan
beslissen welke veemarkten een erkenning krijgen
en welke niet.

Dan is er het meldpunt voor inbreuken. Op heden
ontbreekt nog de wettelijke basis voor het
invoeren van dergelijk meldpunt. Een meldpunt in
elke gemeente waar een wekelijkse veemarkt
wordt georganiseerd, vergt uiteraard ook een
wettelijke basis. Daarom zijn wij bezig met de
aanpassing van het koninklijk besluit van 9 juli
1999. Deze aanpassing moet worden opgenomen
in het ontwerp van ministerieel besluit dat thans
ter consultatie is voorgelegd aan de
buitendiensten van Landbouw en dat ten laatste
op 8 december 2000 - dat is ook kort op de bal
gespeeld - zal worden voorgelegd aan zowel
minister Aelvoet als mijzelf. Wij hebben over deze
materie ook met de gewestministers
onderhandeld of ten minste de stand van zaken
meegedeeld, op het laatste interministerieel
overleg. Ook het agrofront
-
de vier grote
landbouworganisaties in dit land - werd op de
laatste vergadering daarover door mij uitvoerig
geïnformeerd. Zij werden op de hoogte gebracht
van de wettelijke beschikkingen die op het getouw
staan. Het bijzonder en verhoogd toezicht op de
veemarkten houdt in dat inspecteurdierenartsen
van de provinciale buitendiensten van mijn
departement en dierenartsen van de centrale
dierengezondheidsvereniging de veemarkten
bezoeken en controles uitvoeren op het
respecteren van de wettelijke regels met
betrekking tot veeverhandeling op de openbare
markten en met betrekking tot het dierenwelzijn.
Dit laatste is zeer belangrijk, want dit is in de
toekomst onafscheidelijk. Deze verscherpte
controles zijn reeds ingegaan en zullen minstens
de eerste twee maanden op hoog niveau worden
volgehouden. Daarna evalueren wij. Indien nodig,
wordt dit verder op hoog niveau volgehouden. Is
dit niet nodig, dan kan men naar een lagere
frequentie gaan. Ik vrees echter dat wij zeker in de
eerstkomende periode de controle op de controle
moeten aanhouden. Wij zullen hier op regelmatige
tijdstippen verslag over uitbrengen.

De gemengde ambtelijke werkgroep zal worden
samengesteld uit ambtenaren van de veterinaire
diensten van mijn departement: enerzijds
ambtenaren uit de directie dierenwelzijn en
anderzijds ambtenaren uit de directie van het
epidemiologisch toezicht en dierengezondheid.
Wat betreft het aangekondigde ministerieel besluit
tot invoeging van de dierenwelzijnvoorwaarden in
het koninklijk besluit van 9 juli 1999 betreffende de
erkenning van de veemarkten, herhaal ik dat deze
aanpassing aan het koninklijk besluit voor een
laatste evaluatie werd overgemaakt aan de
veterinaire buitendiensten. Ten laatste op 8
december 2000 zal het ministerieel besluit door
minister Aelvoet en mijzelf worden getekend. In
afwachting daarvan wordt al wel met de
voorgestelde aanvullingen rekening gehouden bij
het beoordelen van de erkenningdossiers. Wij
hebben de verantwoordelijken van de markten
reeds een ontwerp van het nieuwe ministeriële
besluit overgemaakt en verlangen van hen
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
uiteraard zich reeds in te schrijven in deze nieuwe
bepalingen en niet in het oude koninklijk besluit
van 1999.

Betreffende de vraag omtrent de haalbaarheid van
het rechtstreeks verhandelen van dieren door de
veehouders aan het slachthuis of aan de
vetmesters, zonder tussenschakels, kan ik u het
volgende mededelen. Ik ben van mening dat
wekelijkse veemarkten onmisbaar zijn voor de
correcte prijsvorming van handelsvee. Europa is
het hiermee trouwens eens, vermits op Europees
verband strikte regels worden opgelegd omtrent
de wekelijkse publicatie van de marktprijzen,
zodanig dat de veehouders de markttendensen
kennen. Immers, hoe kan een veehouder weten
welke de correcte prijs is voor zijn dieren als er
geen openbare markten meer zijn waar de prijs tot
stand komt via vraag en aanbod? Ik ben het er
evenwel grondig mee eens dat dit marktgegeven
een aspect is van de zaak, maar dat het dier, het
welzijn van het dier en de vriendelijkheid jegens
het dier het andere aspect is en dat beide
elementen een geheel moeten vormen. Het ligt bij
de marktautoriteiten om daarop correct en streng
toe te zien.
01.06 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw omstandig
antwoord.

Sta mij evenwel toe, mevrouw de voorzitter, het
volgende punt recht te zetten. Het is niet juist dat
ik een vergelijking maakte met Kosovo of andere
plaatsen waar zich gruwelijke situaties voordoen.
Ik voel mij echter bijzonder verontrust over het feit
dat de mechanismen die aan de grondslag liggen
van dierenmishandeling, de reden waarom
mensen dieren mishandelen, volgens mij dezelfde
zijn als die waarom mensen hun medemensen
mishandelen en zelfs vermoorden. Dat verontrust
mij in deze zaak uitermate en dat is de reden
waarom ik vraag dat er streng zou worden
opgetreden.
01.07 Minister Jaak Gabriels: Omwille van het
korte tijdsbestek zijn wij soms gedwongen
bepaalde uitspraken niet te horen.

Hoe dan ook, ik begrijp u, mijnheer Vanhoutte en
ik moet u gelijk geven wat betreft het principe dat
de lage driften voorrang krijgen.
01.08 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Wat
betreft de andere elementen uit uw antwoord,
mijnheer de minister, sluit ik mij aan bij de heer
Van der Maelen die daarnet in zijn betoog duidelijk
maakte dat dit dossier grondig zal worden
gevolgd.

Een belangrijk pluspunt en tevens een teken van
de kracht van deze regering, is dat er duidelijke
maatregelen werden afgesproken en dat een strak
tijdsschema werd opgelegd. Dat heb ik in het
verleden nooit weten gebeuren.

Nu komt het erop aan de vaart erin te houden en
ervoor te zorgen dat alle afspraken worden
nagekomen. Tegen einddecember zullen wij
wellicht heel wat verder staan in deze zaak, ook
wat betreft de handhaving van en respect voor het
dierenwelzijn.
01.09 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik heb ook een
opmerking in dezelfde geest als die van de heer
Vanhoutte.

U zegt dat we niet mogen overdrijven. Wat hebt u
dan nog nodig? Ik heb het woord Semira gebruikt
in een context die u niet juist hebt geïnterpreteerd.
Ik heb gezegd dat de mensen vanalles vergeten.
Kijk maar naar Semira. Men is die al vergeten. Ik
heb niet gezegd dat dit hetzelfde is, maar ik blijf
erbij dat dierenrechten belangrijk zijn, niet alleen
omwille van de dieren, maar omwille van de
menselijke waardigheid. Dat is fundamenteel.

Het gaat over een mentaliteit van jaren in die
sector, mijnheer de minister. Men heeft jarenlang
die dingen vastgesteld en men heeft jarenlang
niets gedaan. Nu begint men wat te doen. Dat is
eigenlijk veel te laat, maar beter laat dan nooit.
Men neemt geen maatregelen omwille van de
dieren, maar omdat men schrik heeft voor de
eigen markt. Dat is de werkelijkheid.

U gaat de wetgeving vernieuwen. U heeft de
wetgeving zelf opgesomd. Alleen de wetgeving
toepassen die er is, zou volstaan. Artikel 45 van
de wet van 24 maart 1987 had u reeds toegelaten
erkenningen te weigeren op basis van het niet
naleven van de dierenwetgeving. Dat staat al
sinds 1987 in de wet. Dat had men kunnen doen.

Wat het gezichtsverlies betreft, deel ik uw mening
niet. Wij hebben dat niet aan onszelf te danken.
Dat is aan de sector te danken. Wij staan in het
buitenland als een bananenrepubliek te kijk. Ik
kan u dat verzekeren.

Ik heb aan mevrouw Aelvoet en in mijn
schriftelijke vraag aan u dezelfde vraag gesteld als
de heer Van der Maelen. Kunnen we dat transport
niet rechtstreeks organiseren? Dit kan volgens
ons wel omdat de boer dan een betere prijs voor
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
zijn product krijgt. Het dierenwelzijn staat buiten
kijf. De transporteurs worden niet gestraft, want zij
kunnen veevervoerder worden. Vooral de
consument wordt er beter van, want mishandelde
dieren zijn voor de consumptie slechte dieren. U
zegt dat deze maatregel niet haalbaar is en dat de
boeren daar niet toe in staat zijn. Ik stel alleen vast
dat het in de varkenssector wel kan. Bovendien
wordt een marktprijs niet alleen op een markt
bepaald. Dat is al te eenvoudig. Zij wordt ook nog
op andere manieren bepaald. Ik verwijs ook naar
de Boerenbond, die niet afkerig ten opzichte van
dit systeem staat.

Mijnheer de minister, u hebt geantwoord in naam
van minister Verwilghen. Er zouden geen
seponeringen zijn en dierenmishandeling zou niet
de laagste prioriteit hebben. Ik heb heel concreet
de datum, de plaats en het artikel genoemd van
een nota van het parket van Antwerpen. U hebt
zelf een voorbeeld uit Gent gegeven dat in die
richting gaat. Mevrouw Aelvoet heeft de houding
van het gerechtelijk parket van Dinant
gesuggereerd. Dat volstaat toch wel om te
beweren dat men in bepaalde gerechtelijke
kringen niet zo geneigd is om hierin op te treden.
Ik ken minister Verwilghen voldoende om te weten
dat dit hem emotioneel wel raakt en dat hij van
een strengere wetgeving werk zal maken, want die
is nodig.

Ik kom op een pijnpunt in deze discussie inzake
de strakke tijdschema's die u aanhaalt. Op 31
december moet er klaarheid zijn over die
erkenningen. Ik hoop dat u die datum haalt. Wij
zullen de situatie in elk geval opvolgen. Ik deel de
interpretatie van minister Van den Bossche, hier
bijgetreden door collega Van der Maelen, dat de
termijn van twee weken morgen voorbij is. In feite
kan men, volgens de eigen maatregelen van de
regering, die terecht met veel ophef werden
aangekondigd, die maatregelen morgen
toepassen en Ciney sluiten.

Ik heb ook een paar vragen gesteld over de wijze
waarop men geschillen gaat oplossen als die
ontstaan tussen de ministers en in de werkgroep
zelf. Ik neem aan dat u hierop antwoordt dat men
het wettelijk instrument nog moet creëren. Ik
neem daar akte van. Ik kan begrijpen dat u met al
die teksten nog niet rond bent, maar wij zullen
controleren of dat in voldoende harmonie gebeurt.

Ik had ook graag gezien dat u de tientallen
praktische suggesties van Gaia minstens op hun
merites zou beantwoorden en een gemotiveerd
antwoord zou geven waarom u er al dan niet op
ingaat.

Heel graag had ik ook het aspect kinderen nog
eens ten berde gebracht. Mevrouw Aelvoet heeft
geantwoord dat kinderen niet op een veemarkt
thuishoren. Ik deel die mening en ik hoop dat u die
ook deelt, want dit kan echt niet.

Een goed punt is - als federalist kan ik dat alleen
maar goedkeuren - dat u zich de moeite hebt
getroost gewestministers over deze materie te
raadplegen.

Wanneer ik uw antwoord in het geheel taxeer, dan
is het naar mijn smaak onvoldoende, want ik
vrees dat de aangekondigde maatregelen niet
zullen volstaan om de bestialiteiten te doen
ophouden. Ik vrees - hopelijk vergis ik mij - dat we
over enige tijd met dezelfde problematiek zullen
worden geconfronteerd.
01.10 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
bevredigend en hoopvol antwoord. Als er
inderdaad werk wordt gemaakt van de controle,
dan staan we op een keerpunt. Ik neem
vooralsnog een afwachtende houding aan.

Ik heb net hetzelfde gevoel als de heer Vanhoutte
en niemand heeft daar beter uitdrukking aan
gegeven dan Ward Ruyslinck: "Zolang er
slachthuizen bestaan, zullen er ook slachtvelden
blijven bestaan". Ik wil daarin niet overdrijven; ik
eet ook vlees. Wil men een omelet bakken, dan
moet men eieren breken, maar alles moet binnen
de grenzen blijven. De verantwoordelijken voor de
praktijken die GAIA heeft aangeklaagd, hebben de
grenzen overschreden en zij moeten worden
terechtgewezen. Het is helemaal mijn bedoeling
niet de hele sector in het verdomhoekje te duwen,
nu niet, morgen niet en nooit.

Het is mij ook opgevallen dat men vandaag
voornamelijk praat over Ciney en ik vraag mij af
waarom er geen Walen interpelleren. Is er een
verschil bij de publieke opinie in Vlaanderen en
Wallonië? Zijn alleen Vlamingen verontwaardigd
over de wanpraktijken en is men daar in Wallonië
niet mee bezig? Leeft dit thema daar niet? Dat
verwondert mij enigszins. Hier moet u natuurlijk
niet op antwoorden, mijnheer de minister, dit is
enkel een bemerking terzijde. Blijkbaar zijn er daar
andere normen en ik betreur dat.

Mijnheer de minister, ik kan alleen maar hopen
dat de vooropgestelde termijnen worden gevolgd.
Als er geen beterschap is, dan zullen er ernstige
maatregelen, zoals bijvoorbeeld de sluiting van de
veemarkt, moeten worden genomen. De
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
betrokkenen hebben voldoende tijd gehad om zich
met de wet in orde te stellen. De goede
veemarkten hebben dan kansen; ze moeten ze
alleen maar nemen.
01.11 Dirk Van der Maelen (SP): Mevrouw de
voorzitter, ik wil nog drie punten aanhalen in mijn
repliek. Ten eerste stel ik vast dat de veemarkt
van Anderlecht de beslissing van de regering
correct begrepen heeft. Anderlecht heeft binnen
de veertien dagen maatregelen genomen tegen
de overtreders. Wat Anderlecht kan, moet Ciney
ook kunnen. Ik meen dat het ontslag van de
directeur en de veeartsen geen excuus vormt om
een regeringsbeslissing niet uit te voeren. Ik
herhaal dat mijn meerderheidsfractie staat op een
correcte uitvoering van de regeringsbeslissing.

Ten tweede, wat het preventieplan betreft heb ik
met aandacht geluisterd. Mijnheer de minister,
voor zover ik het begrepen heb, heeft het
preventieplan te maken met controle. Ik meen dat
dit ruimer zou moeten worden opgevat. Ik heb een
lijst van Gaia met voorstellen voor de inhoud van
dit preventieplan in mijn bezit. Twee van deze
voorstellen zouden zeker moeten worden
uitgevoerd: de bedding, het voorzien van gepast
strooisel en overal waar dieren komen, gaan,
staan en liggen moet dit strooisel absorberend
zijn. Verder wordt ook de manier om ze vast te
binden behandeld. Mijnheer de minister, ik neem
aan dat u ook over dit document beschikt. Mijn
fractie vindt dit één van de punten die minimaal in
het preventieplan moeten worden opgenomen. Ik
ben geen specialist maar bij het kijken naar de
beelden heb ik zelf verschillende keren
vastgesteld dat dieren van de loopplank vielen
toen ze naar de vrachtwagens geleid werden. Het
is het minimum minimorum dat er aan de
zijkanten van de loopplanken afsluitingen worden
aangebracht zodat de dieren er niet kunnen
afvallen. Dit is nog een voorbeeld van iets dat
volgens mijn groep toch minimaal in het
preventieplan moet worden opgenomen. Ook de
andere punten lijken mij minstens de moeite van
het overwegen waard.

Ten derde, u hebt met betrekking tot het
rechtstreeks verhandelen van dieren gezegd dat
veemarkten om economische redenen en met het
oog op de prijszetting noodzakelijk zijn. Ik meen
dat wat de heer Willems gezegd heeft
overtuigender is dan uw antwoord, tenzij u nog
andere argumenten zou kunnen aanhalen.
Aangezien ik onvoldoende kennis heb van deze
sector, heb ik specialisten geraadpleegd. Zij
hebben mij verteld dat dit doenbaar is. Wat de
prijsvorming betreft, zou het volstaan als men de
boeren of de slachthuizen verplicht om de prijzen
die zij betalen door te geven aan een centraal
meldpunt. Zo heeft men ook zicht op de
prijsvorming. Tenzij u andere argumenten kunt
aanvoeren of tenzij ik het fout heb, denk ik dat een
veemarkt niet absoluut noodzakelijk is. Ik wil u
vragen om ter zake een haalbaarheidsstudie te
laten uitvoeren door een groep deskundigen.
Groepen die daar weinig van afweten zullen dan
met kennis van zaken, afgaand op het oordeel van
deskundigen, een beslissing kunnen nemen in
verband met het al dan niet afschaffen van
veemarkten.
01.12 Minister Jaak Gabriels: Mevrouw de
voorzitter, ik wil op de opmerkingen inzake de
marktprijs en de noodzakelijkheid van een
veemarkt van de heren Willems en Van der
Maelen, reageren. De runderensector is zeer
heterogeen. Het verhandelen van runderen, die
trouwens 10 jaar oud kunnen worden vooraleer zij
zouden kunnen worden aangeboden, is een
moeilijkere situatie dan het verhandelen van
varkens. Als men vergelijkt, gaat het bij varkens
over maximum 6 maanden en daar bestaan
uniforme categorieën waarop de prijsbepaling
geschiedt. Dat is bij runderen niet het geval. Dus
een uniform product maakt het makkelijker om
een correcte prijs te geven. Dit ligt bij de runderen
heel wat moeilijker. Als u mij vraagt om terzake
een studie te laten maken, ben ik daartoe bereid.
Er moeten dan wel duidelijke afspraken worden
gemaakt. Het zal immers een werk van lange
adem zijn. Op dit ogenblik zijn alleen in
Vlaanderen een 500-tal veehandelaars bij de
Vlaamse Veehandelaarsbond aangesloten. Als
men daarmee rekening moet houden, zal dit een
werk van lange adem zijn. Ik ben echter niet tegen
een studie die de mogelijke gevolgen van het
afschaffen daarvan en het rechtstreeks contact
tussen zou onderzoeken. Dat is perfect mogelijk
en de nodige stappen daartoe zullen worden
ondernomen.

Inzake het strikte tijdsschema, mijnheer Willems,
heeft iedereen in de Ministerraad zich akkoord
verklaard met de acht punten. Er was geen enkele
uitzondering. Ik heb vorige week, zonder dit aan te
kondigen, een eerste evaluatie van de genomen
maatregelen aan de Ministerraad voorgelegd. Ik
zal dit morgen opnieuw doen. Zo kunnen wij het
tijdsschema week na week opvolgen. Wij zitten
met alles, behalve twee punten, op schema. Een
punt is het koninklijk besluit over het
meldingsgegeven. De discussie terzake bestaat
erin of er een federale wijziging van het koninklijk
besluit moet komen of dat ook de gewesten hierbij
moeten worden betrokken omdat de voogdij over
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
gemeenten uiteraard een gewestelijke materie is.
Ook dat zal worden uitgewerkt. Ik laat momenteel
open of dit binnen het beoogde tijdsschema kan
worden gehaald. Wij zullen dit echter zo vlug
mogelijk trachten af te ronden.

Bepaalde tussenkomsten hebben ook gewezen op
het verschil tussen Anderlecht en Ciney. Het gaat
zelfs verder dan Anderlecht en Ciney. Ik heb
vastgesteld dat de procureur van Brussel
onmiddellijk de betreffende opname heeft
onderzocht. Daarvoor moesten ook in het parket
van Dinant eerst stappen worden ondernomen
omdat het daar ook gebeurde. Het heeft ook met
de gerechtelijke snelheid te maken, die in Brussel
zeer snel was. Vandaag werd de
marktverantwoordelijke van Ciney op de
interkabinettenwerkgroep tussen Landbouw en
Volksgezondheid uitgenodigd. Morgen zal hij de
beelden bekijken. Tot nu toe zei hij geen
verdachten te herkennen. Van de 45 minuten
opnamen gaan 17 minuten over Ciney en de
resterende minuten gaan over Anderlecht. Wij
hebben hem deze morgen toch met aandrang op
die laatste beslissing, punt acht in de notificatie
van de Ministerraad, gewezen. Wij hopen morgen
reeds concrete voorstellen en aanduidingen te
kunnen verwerven.

Mijnheer Van der Maelen, wat uw opmerkingen
over het preventieplan betreft, wil ik u erop wijzen
dat in de voorwaarden - 26 punten - uitdrukkelijk
staat dat strooisel en dergelijke te voorzien zijn.
Daarom hebben wij de ontwerptekst overgemaakt
aan de buitendiensten van de veterinaire diensten
om ter plaatse te kijken wat volgens hen op die
algemene beschikkingen van dierenwelzijn inzake
de praktische haalbaarheid moet worden
opgemerkt. Wij verwachten deze opmerkingen
tegen 8 december. Dan zullen wij, mevrouw
Aelvoet en ikzelf, de tekst meteen ondertekenen.

Op een punt kunnen wij de timing van het einde
van het jaar niet halen. Dat staat ook niet in de
besluitvorming.

Ik heb ondertussen mijn departement opdracht
gegeven om elk van de negen veemarkten te
onderzoeken qua infrastructuur. Vormt die
infrastructuur niet de aanleiding tot accidenten,
zoals u in een paar voorbeelden hebt
aangehaald? Gebrekkige infrastructuur kan leiden
tot beenbreuken of om het even wat. Men moet
daar alleszins voor zorgen. Ik verwacht heel
binnenkort een rapport over deze problematiek,
maar ik verwacht ook dat dit in een soort
stappenplan wordt gegoten. Men kan niet
verwachten dat de aanpassingen allemaal
tegelijkertijd worden doorgevoerd. We zullen er
wel op toezien dat deze stand van zaken mee in
de permanente evaluatie van Belgische
veemarkten wordt opgenomen.

Naast de negen veemarkten, zijn er nog heel wat
andere veemarkten die occasioneel, op een
bepaalde dag, worden gehouden. Dat is meestal
in openlucht, maar het gebeurt soms ook in
overdekte ruimtes. Wat wij nu opleggen aan de
negen permanente veemarkten, willen we
vanzelfsprekend ook aan de occasionele
veemarkten opleggen. De elementen om een
veemarkt te mogen organiseren, moeten zeker in
combinatie met de marktsituatie en het
dierenwelzijn worden gerespecteerd.

Tenslotte wil ik er nog iets aan toevoegen. Zij die
zeggen dat deze maatregelen niet veel
voorstellen, wijs ik erop dat de laatste regelgeving
inzake deze materie dateert van 1986. Wij hebben
in 1999 het koninklijk besluit aangepast met de
beschouwingen van dierenwelzijn inbegrepen,
maar daar hebben we waarschijnlijk de
onderschatting gedaan dat het niet in de
beschouwingen had moeten staan, maar in het
koninklijk besluit zelf moest worden geïntegreerd.

De uitvoeringsbesluiten van dit besluit, waarbij
heel wat voorbereidend werk kwam kijken, zijn
pas een jaar later, op 4 juli 2000 gepubliceerd. Dat
zijn de toepassingsmodaliteiten. Ik beschik niet
over de exacte informatie waarom dat een jaar
later is gebeurd. Alle markten hebben daarna een
aanvraag ingediend, maar alleen Brugge is
volgens het koninklijk besluit van 1999 erkend.
Uiteraard zal Brugge ook een nieuwe beslissing
moeten krijgen, volgens het aangepast koninklijk
besluit. Als we in 1999 en 2000 de wetgeving
grondig wijzigen, kan men ons niet beschuldigen
dat wij aan dit aspect niet voldoende aandacht
besteden. We staan er ook op dat we in de kortst
mogelijke tijd dat soort onmogelijke,
onaanvaardbare toestanden niet meer zouden
voorhebben.

La présidente: Je vous remercie, monsieur le
ministre, et suggère que l'on vous interroge
éventuellement en janvier à ce sujet.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de mogelijke
overname van Uitgeversbedrijf Tijd en de
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
gevolgen daarvan voor de mededinging op de
Vlaamse dagbladuitgeversmarkt" (nr. 2804)
02 Question orale de M. Karel Van Hoorebeke
au ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "la reprise éventuelle de la société
"Uitgeversbedrijf Tijd" et les conséquences de
cette reprise en matière de concurrence sur le
marché flamand de la presse quotidienne"
(n°2804)
02.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de minister, enige tijd geleden hebben we
vernomen dat het uitgeversbedrijf Tijd dat de krant
"De Financieel-Economische Tijd" verspreidt zou
worden overgenomen of te koop werd
aangeboden. Het uitgeversbedrijf Tijd is gestart in
1967op initiatief van het VEV. "De Financieel-
Economische Tijd" is sedert het ontstaan
uitgegroeid tot een belangrijke onafhankelijke
kwaliteitskrant. Dat is belangrijk in een
medialandschap dat meer en meer naar
concentraties gaat. Dit is vooral verontrustend
omdat we moeten vaststellen dat als de
concentraties die in het medialandschap ontstaan
groter worden, dat te koste gaat van de kwaliteit.
De tijd dat "De Morgen" als progressief-
intellectueel dagblad een krant van hoge kwaliteit
was, is al lang voorbij, zeker onder het
hoofdredacteurschap van Yves Desmedt. Ook
andere zogenaamde kwaliteitskranten in
Vlaanderen brengen niet meer dezelfde kwaliteit
als er nieuwe hoofdredacteurs aantreden die
menen een nieuwe koers te moeten varen om
beter te kunnen inspelen op de publieke opinie. Dit
gaat, zoals ik zei, ten koste van de kwaliteit.

Mijnheer de minister, als we nu in Vlaanderen nog
slechts enkele kwaliteitskranten hebben zoals "De
Financieel-Economische Tijd", dan ontstaat er
uiteraard grote bezorgdheid als één van die
kranten via het uitgeversbedrijf Tijd zou worden
overgenomen. Als onderdeel van een grotere
concentratie zou ze wellicht in de toekomst aan
kwaliteit inboeten. Deze bezorgdheid wordt niet
alleen gedeeld door een aantal mensen in
Vlaanderen, maar ook door het personeel. Het zal
u niet onbekend zijn dat ook het personeel gekant
is tegen de overname van het bedrijf en de krant.

Mijnheer de minister, ik wilde hierover uw
standpunt vragen. Wij hebben in dit land immers
een instrument dat een dergelijke concentratie
kan beoordelen en eventueel ook tegengaan.
Sedert 1 januari 1993 beschikken wij over een
reglementering inzake mededinging, de wet ter
bescherming van de economische wetgeving die
gecoördineerd werd op 1 juli 1999. Zoals dat voor
het Europees recht en de overige nationale
wetgeving het geval was, wenste de Belgische
wetgever dat een daadwerkelijke mededinging op
de Belgische markt zou worden gewaarborgd. Het
doel van deze wet is tweevoudig. Enerzijds wil ze
de individuele onderneming het recht garanderen
om haar activiteiten op de markt van haar keuze
uit te oefenen, zulks binnen duidelijk omschreven
grenzen, en anderzijds wil ze een kader creëren
waarbinnen de verbruikers en de ondernemingen
de gunstige effecten van de mededinging op de
prijzen en de kwaliteit van de producten kunnen
genieten.

Mijnheer de minister, die wet omvat eigenlijk twee
luiken. Enerzijds is er de restrictieve
mededingingspraktijk. Dit houdt in dat men wil
vermijden dat er afspraken gemaakt worden
tussen bedrijven onderling teneinde een
monopoliepositie te creëren. Anderzijds gaat het
om de concentraties van ondernemingen. Dat is
het luik dat ons vandaag aanbelangt.
Concentraties van ondernemingen kunnen fusies
zijn, overnames of gemeenschappelijke
ondernemingen. Hiervoor is a priori een controle
ingesteld door artikel 12 van de wet. U kent die
wet ongetwijfeld beter dan ik.

Mijnheer de minister, als zich een overname zou
voordoen, zouden wij dan niet te maken krijgen
met een concentratie die door de wet op de
mededinging als verboden wordt beschouwd? Ik
weet zeer goed dat er een meldingsplicht geldt
voor de overnemer als wij voor een dergelijke
concentratie staan. De Raad voor de Mededinging
zal hierdoor gevat worden. Deze instantie zal
moeten beslissen over het al dan niet bestaan van
een inbreuk op het verbod op restrictieve
mededingingspraktijken. De Raad voor de
Mededinging is ook bevoegd om een eventuele
individuele vrijstelling te verlenen. Hij zal de
toelaatbaarheid van een eventuele overname
moeten beoordelen.

Mijnheer de minister, het gaat in dat geval
uiteraard om een beoordeling na de feiten.
Vandaag dringt zich echter de vraag op of we niet
vooraf moeten ingrijpen. Ik heb in een
persmededeling gelezen dat u ook bezorgd bent
over wat zich zou kunnen voordoen. U hebt ook
een bepaald initiatief aangekondigd. Ik zou dat
trouwens ten zeerste op prijs stellen. Als bevoegd
minister beschikt u over de wettelijke mogelijkheid
om een sectoraal onderzoek te vragen aan de
Dienst voor de Mededinging in verband met de
mededingingssituatie op de markt van de
dagbladpers. Een onderzoek naar mogelijke
inbreuken op de mededingingswet naar aanleiding
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
van een eventuele fusie in de dagbladsector kan
door de minister gevraagd worden bij het korps
verslaggevers. U weet dat de Raad voor de
Mededinging lange tijd een kreupel orgaan is
geweest door het feit dat er problemen waren in
verband met de samenstelling en de werking. Ik
meen echter dat vandaag veel van die problemen
zijn opgelost. De Raad voor de Mededinging moet
nu een efficiënt middel kunnen zijn om de eerlijke
concurrentie op onze ondernemingsmarkt
mogelijk te maken.

Mijnheer de minister, ik heb een aantal concrete
vragen. In welke mate volgt u de situatie in
verband met de eventuele overname van het
uitgeversbedrijf Tijd en de krant "De Financieel-
Economische Tijd"? Ten tweede, welke initiatieven
hebt u al genomen en welke eventueel nog niet?
Ten derde, bent u eventueel bereid om vanuit uw
bevoegdheid en in het kader van het algemeen
mededingingsbeleid een advies te vragen van de
Raad voor de Mededinging op basis van artikel
16, paragraaf 2 opdat een sectoraal onderzoek
zou worden gedaan naar de mededingingssituatie
op de markt voor de dagbladpers?
02.02 Minister Charles Picqué: Mevrouw de
voorzitter, zoals u gaat mijn aandacht eveneens
naar de herstructureringen die in de sector van de
uitgeverijen aan de gang zijn en meer in het
bijzonder in de sector van de dagbladen. Het is
inderdaad belangrijk dat in de berichtgeving aan
de burgers een zekere verscheidenheid
gehandhaafd blijft.

Het is echter de Raad voor de Mededinging die
conform de wet van 5 augustus 1991 moet
beslissen of bepaalde concentraties in deze sector
de bescherming van de economische concurrentie
respecteren.

Mocht het toch zo zijn dat het uitgeversbedrijf De
Tijd in de handen van een ander bedrijf overgaat,
dan hebben beide partijen een maand de tijd om
deze concentratie bij de Raad voor de
Mededinging te melden. Voorwaarde is uiteraard
dat zij aan de drempels die de wet voorschrijft,
voldoen.

Het behoort eveneens tot de bevoegdheid van
deze Raad om vervolgens de markt die door de
concentratie wordt getroffen, te omschrijven.
Bovendien onderzoekt de Raad of er een reden
kan zijn om de concentratie te weigeren. De Raad
doet dit onderzoek op basis van de richtlijnen van
de Dienst voor de Mededinging.

De Raad voor de Mededinging heeft tot nu toe
geen enkel officiëel bericht gegeven over een
concentratie tussen deze partijen. Daarom vind ik
het ook voorbarig mij nu al uit te spreken over het
mogelijke voornemen van het Vlaams
Economisch Verbond. Ik blijf dit dossier
aandachtig volgen.

Ik deel uw mening dat de verscheidenheid aan
verkrijgbare informatie voor een democratie
essentiëel is.

- Voorzitter: Frieda Brepoels
02.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mevrouw
de voorzitter, ik begrijp zeer goed dat het wat
voorbarig is omdat we nog niet voor een
definitieve beslissing staan, maar het is een
belangrijk signaal voor de buitenwereld en de
perswereld.

U hebt uitdrukkelijk verklaard dat een
onafhankelijke pers belangrijk is voor het goed
functioneren van onze democratische rechtstaat
en dat een verschraling van ons medialandschap
geen goede zaak is. In die zin dank ik u voor uw
duidelijke uitspraak.

De raad van bestuur zou zich op 12 december
uitspreken over een eventuele verkoop. Toch is
het een belangrijk signaal voor de buitenwereld en
de perswereld om vanuit dit Parlement onze
bezorgdheid te uiten.

Ik zou u willen vragen, nu u een specifieke
bevoegdheid hebt krachtens artikel 26 van de
mededingingswet, om toch even na te gaan of u a
priori, en niet a posteriori, de dienst kunt opdragen
een sectoraal onderzoek in te stellen. Tenzij ik
artikel 26 verkeerd interpreteer, kunt u op basis
van uw bevoegdheid een sectoraal onderzoek
instellen. Dat zou helpen, om in geval van melding
van een concentratie, door de Raad voor de
Mededinging een goede beslissing te laten
nemen. U hebt de bevoegdheid. Misschien moet u
er eens over nadenken of u ze niet daadwerkelijk
kunt gebruiken.
02.04 Minister Charles Picqué: Mevrouw de
voorzitter, de minister kan op heden een
procedure starten bij de Raad voor de
Mededinging om het algemeen belang te
verdedigen en te beschermen. Men moet echter
wachten op het onderzoek van de Raad voor de
Mededinging om de definitieve stellingname te
bepalen. Dat maakt ook deel uit van een sectorale
studie die wij kunnen verrichten om in te schatten
of een dergelijke concentratie een probleem zou
kunnen doen rijzen. Ik herhaal dat ik veel
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
aandacht zal besteden aan die zaak. We zullen
zien of de geruchten waarover wij het gehad
hebben al dan niet bevestigd worden.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question orale de Mme Murielle Gerkens au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "le prix unique du livre" (n° 2795)
03 Mondelinge vraag van mevrouw Murielle
Gerkens aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de eenheidsprijs van
boeken" (nr. 2795)
03.01 Murielle Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Madame la présidente, monsieur le ministre, le
prix unique du livre est en fait un débat lancinant.
Alors que la France, depuis 1981, a voté une loi
instaurant le prix unique, en Belgique, nous
sommes toujours en train de débattre. En vous
entendant lors d'un journal télévisé le dimanche
26 novembre, j'étais rassurée, car vous nous
disiez que vous étiez favorable à une loi sur le prix
unique du livre, et en même temps inquiète par
certains aspects qui sont apparus dans ce que
vous avez dit. Je pense effectivement qu'il est
important de préserver l'existence des petites
librairies qui sont les seules à pouvoir à la fois
éveiller le goût de la lecture et promouvoir des
oeuvres qui soient soit d'auteurs inconnus, soit
des ouvrages à faible diffusion. Je pense qu'il est
vraiment intéressant de considérer que les
librairies ne pourront faire de marges bénéficiaires
intéressantes que via des livres à grande
distribution. Ceux, justement, sur lesquels les
grandes surfaces font des ristournes tellement
importantes qu'elles « piquent » en quelque sorte
les clients des petites librairies et les empêchent
ainsi de faire des marges bénéficiaires leur
permettant d'acheter des livres plus rares. Voilà
donc la logique que je défends et, là, je pense que
nous nous rejoignons.

J'aimerais avoir certaines précisions.

D'une part, la remise maximale qui serait
autorisée dans le projet de loi, si je vous ai bien
compris, serait de 5% par rapport au prix fixé - je
suis tout à fait d'accord avec vous - mais vous
envisagez des exceptions pendant les périodes
que vous avez appelées les soldes scolaires ou
les ventes scolaires importantes. J'aimerais savoir
si j'ai bien compris, auquel cas, je reviens avec le
même argument: c'est pendant ces périodes de
grandes ventes que l'ensemble des libraires
peuvent vendre des livres qui sont achetés en plus
grandes quantités et donc, c'est pendant ces
périodes qu'ils peuvent faire des marges
bénéficiaires qui leur permettent de vendre
d'autres livres. Je pense, en plus, que si on ne
permettait pas d'exception, les éditeurs eux-
mêmes seraient amenés à proposer des
ristournes pour vendre plus, et qu'ici, finalement,
on fait les ristournes à leur place.

D'autre part, j'aurais voulu savoir si dans ce projet
vous prévoyez des exceptions concernant les
collectivités. Parmi ces collectivités, citons: les
bibliothèques, où on peut comprendre le
mécanisme, mais je me dis qu'on peut aussi
financer les bibliothèques pour qu'elles puissent
avoir des livres de qualité; les clubs de livres, pour
lesquels j'ai des doutes quant à la qualité des
livres qu'ils proposent et à la manière dont ils les
vendent; les livres millésimés et les livres
représentant les cadeaux d'affaires.

J'ai donc du mal à trouver une explication logique
et donc si, effectivement, des exceptions telles
que celles-là sont prévues, j'aimerais que vous me
donniez des explications. J'aimerais aussi savoir
pendant combien de temps le prix unique serait
imposé. La loi française prévoit deux ans et c'est
ce qui est demandé par les libraires belges. Je
vous ai aussi entendu dire que la BD serait
éventuellement exclue de cette loi sur le prix
unique. Là, franchement, cela me fâche très fort
parce que je pense que la BD n'est pas seulement
un livre d'images, mais que c'est aussi
l'expression d'une forme de culture: il y a de la
créativité et c'est parfois ce livre-là qui permettra
aux jeunes de se réconcilier avec la littérature.
D'ailleurs, la BD est soumise à un taux de TVA de
6% comme article culturel. A partir du moment où
l'on dit que la BD n'est pas concernée car ce n'est
pas vraiment un livre et qu'on peut la vendre à
n'importe quel prix, c'est lui enlever ce caractère
culturel.

J'espère que vous n'oserez pas faire cela.

Enfin, parmi les éditeurs belges, il en est de très
courageux qui éditent des ouvrages remarquables
de jeunes auteurs mais d'autres pensent qu'ils
peuvent faire fortune en vendant Tintin, Quick et
Flupke et d'autres bandes dessinées du même
genre, dont le chiffre de vente ne cesse de baisser
car les gens ont besoin de nouveautés. Il ne faut
pas avoir pitié de ceux-là, mais les obliger à
innover.

Le commerce électronique sera-t-il soumis à la loi,
comme le demande la résolution française au
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
niveau européen?

En ce qui concerne les livres importés, un
problème se pose également. Le système de la
tabelle devrait en principe être supprimé depuis
1987. Depuis la création de l'euro, il ne se justifie
plus. Comptez-vous prendre des mesures à ce
sujet?

Le projet de loi s'applique-t-il aux livres importés?
Il est vrai qu'il existe un système de fixation du prix
des livres importés, mais comptez-vous mettre en
place un système empêchant l'importation et la
réimportation entre les pays faisant partie ou non
de l'Union européenne?

Quel est le résultat des concertations que vous
avez eues avec les acteurs de terrain? Le projet
sera-t-il bientôt d'application? Accepteriez-vous un
débat plus large sur le livre au sein de ce
parlement?
03.02 Charles Picqué, ministre: Madame la
présidente, la question de Mme Gerkens se situe
dans le cadre du débat du projet de loi que je
m'apprête à déposer. Formé à vieille école du
travail parlementaire, je pourrais penser que Mme
Gerkens interroge le gouvernement sur ses
intentions. Mais puisqu'une information est passée
dans le public, je ne voudrais pas la frustrer. Je
vais toutefois laisser un certain nombre
d'interrogations ouvertes, le projet de loi devant
encore être finalisé.

J'ai bien entendu que vous étiez du même avis
que moi: il faut une réglementation du prix du livre.
Pour moi, c'est une mesure nécessaire, mais elle
n'est pas si évidente que cela. Il a d'ailleurs fallu
beaucoup négocier, mais je crois qu'il y a dans
cette approche la volonté de garantir non
seulement la diversité mais aussi la créativité.
Vous avez abordé cet aspect, notamment en
parlant des bandes dessinées.

Ce problème assez vaste générera sans doute
des débats intéressants lorsque le projet de loi
sera discuté dans cette assemblée.

Je vous disais il y a une minute que nous avions
entamé des consultations diverses avec tous les
acteurs de la chaîne du livre, c'est-à-dire les
auteurs, les éditeurs, les distributeurs, les libraires
et les consommateurs.

Pour revenir à vos questions précises, que je ne
couvrirai évidemment que partiellement, je puis
vous dire que je suis favorable à ce qu'on instaure
une période de soldes. J'y tiens d'ailleurs très fort,
encore faut-il bien définir ce qu'on appelle les
soldes et ce qui en fera l'objet.

Je pense qu'il faut garder une période de soldes,
avec des rabais plus importants. Cette période
devrait idéalement couvrir le mois de septembre,
période de la rentrée des classes. Mais pour
protéger la diversité culturelle et la créativité
littéraire, il faut bien se rendre compte qu'en
période de rentrée scolaire, les parents montrent
de plus en plus d'intérêts à acheter des livres qui
participent au cursus scolaire. Par la même
occasion, durant cette période, les détaillants
peuvent écouler des stocks invendus. J'y
reviendrai en parlant de ce qui s'est passé en
France.

Reste la question de savoir si l'on peut définir un
livre qui s'inscrit dans l'idée de permettre aux
parents d'acheter à de meilleurs prix les ouvrages
qui vont préparer l'année scolaire. Quel est ce
type de livre? Nous allons réfléchir à la question,
sans toutefois retarder le processus engagé.

Tout cela s'inscrit évidemment à la fois dans la
préoccupation de sauvegarder la diversité, mais
aussi de sauvegarder une forme de
démocratisation, d'accès aux ouvrages. Ce qui
me conforte dans cette deuxième voie, c'est que
l'exemple français a bien indiqué que le prix
moyen du livre n'augmente pas lorsqu'une telle loi
entre en vigueur. A contrario, l'exemple
britannique a démontré que le prix augmente
lorsqu'on abandonne un tel système.

J'ai ici des informations démontrant qu'entre 1982
et 1987, la vente de livres n'a pas augmenté en
France alors qu'en Angleterre, le système a
généré une augmentation de 15% en moins de 5
ans après l'abandon du système de prix fixé en
vertu d'accords interprofessionnels.

Il faudra donc être attentif à maintenir un certain
équilibre tout en tenant compte de notre volonté
d'avoir un prix fixe. Je reviens ici au problème des
soldes, période de quelques réductions dans le
but de rendre accessibles les ouvrages au plus
grand nombre de familles.

J'ai également l'intention d'autoriser des rabais
plus élevés lors de ventes aux collectivités et aux
bibliothèques publiques. L'avis, que j'ai demandé
au conseil supérieur des bibliothèques publiques,
m'a, en effet, convaincu de la nécessité
d'introduire une telle disposition dans le projet de
manière à éviter un effet inflationniste sur le prix
du prêt. Les bibliothèques publiques achètent
souvent leurs livres à 80 voire 70% du prix
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
catalogue. Il ne faudrait pas qu'elles soient des
victimes de la réglementation, ce qui aurait pour
conséquence de sanctionner les usagers des
bibliothèques.

Je prévois également une exception pour les
livres achetés par les entreprises en plus de 10
exemplaires. Pourquoi? Parce qu'il résulte des
contacts que nous avons eus que les éditeurs
craignent que l'on ne procède plus à l'achat de
livres pour les cadeaux de fin d'année, par
exemple, préférant d'autres types de cadeaux
d'entreprise. Il est, selon moi, intéressant de tenir
compte de cet élément.

La période de soldes, que l'on pourrait instaurer,
permettrait, je l'ai déjà dit, l'écoulement des
invendus. D'ailleurs la disposition de loi Lang, qui
prévoit que, deux ans après l'émission, le prix du
livre redevient libre, avait pour but de permettre
cet écoulement des stocks. Dès lors, nous
n'avons pas besoin de cette disposition dans le
texte que nous avons préparé.

Je n'ai pas d'a priori quant à la valeur des bandes
dessinées. Je n'estime donc pas que leur valeur
soit moindre que celle des livres classiques. On
pourrait d'ailleurs discuter longtemps de cette
question. J'ai lu de très bonnes B.D. et j'ai lu de
très mauvais romans. Il s'agit là d'un très long
débat. Cependant, trois raisons principales me
poussent actuellement à exclure ce genre de livre.
Premièrement, le texte actuel est le fruit d'une
négociation avec le secteur. Or aucun éditeur de
B.D. ne s'est prononcé pour le prix fixe. En
revanche, certains nous ont signifié qu'ils y sont
défavorables. Deuxièmement, la B.D. ne peut pas
être rééditée - c'est important - sous d'autres
formes aussi facilement que les romans.
Lorsqu'un roman est réédité en livre de poche, un
nouveau prix peut être fixé, ce qui, en quelque
sorte, lui accorde une deuxième vie. Cela n'est
pas le cas des B.D. pour des raisons diverses,
notamment de coût. Si les libraires peuvent
considérer que la vente des B.D. rentre dans leur
chiffre d'affaires, ces dernières sont néanmoins en
grande partie l'affaire des grandes surfaces,
même si certains magasins sont très spécialisés
dans la vente de B.D.

Troisièmement, je crois qu'il faut exclure le
commerce électronique. Je considère que ce
commerce participe à la diversité culturelle.

Proxis, par exemple, offre 1.600.000 titres. De
plus, la structure du prix est assez différente,
parce que les frais de port justifient qu'un livre
commandé en un seul exemplaire à l'autre bout
du monde et qui doit être acheminé jusqu'au client
soit vendu plus cher que le prix pratiqué en
librairie.

Je suis également favorable à ce que la tabelle
disparaisse pour des raisons diverses que je ne
dois pas expliquer ici. Celle-ci était destinée à
couvrir notamment les différences de TVA. Cette
question se pose beaucoup moins maintenant. Je
pense que tout le monde sera d'accord pour que
la tabelle soit supprimée.

Les livres importés sont aussi couverts par la
mesure. L'importateur fixera un prix qui devra être
respecté par tous les détaillants. La manoeuvre
d'«
exportation-réimportation
», qui serait une
manière de contourner la loi, devra être
absolument évitée. Il y a moyen de la contrôler
assez facilement, je pense.

D'après moi, le texte actuel est équilibré et il reste
quelques questions ouvertes ou, à mieux
argumenter. Je pense donc que nous sommes
arrivés à un point d'équilibre et je crois, madame
la présidente, que nous aurons l'occasion d'en
débattre selon la forme classique lorsque le projet
sera déposé. Je prévois que ce projet sera
rapidement adopté par le conseil des ministres.

Le projet va arriver dans les cabinets. Son dépôt
devrait pouvoir être accéléré et lorsqu'il sera
soumis à la Chambre, nous pourrons reprendre
cette discussion. J'estime avoir donné assez
d'informations sur mes intentions, mais je ne
voulais pas vous frustrer de certaines réponses.
03.03 Murielle Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Madame la présidente, monsieur le ministre, je
vous remercie de m'avoir donné ces informations
avant le dépôt de votre projet de loi. Vous
connaissez mes préoccupations sur le sujet et je
suis donc active dans ce débat. Il arrive qu'à
certains moments vous rencontriez mes
préoccupations et à d'autres moins. Nous en
discuterons plus tard.

Soyons néanmoins conscients de ce que le
nombre de librairies en région wallonne et à
Bruxelles est tout à fait catastrophique. Je crois
qu'à Namur il en reste une et demie, disons deux
pour être bon! A liège, il doit en rester quatre. En
dehors des villes, il n'en reste plus du tout.

Je pense que nous en avons la responsabilité. Je
ne sais pas comment est la situation des librairies
en Flandres.

Het incident is gesloten.
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
L'incident est clos.
04 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Luc Sevenhans tot de eerste minister
over "de verdeling van de federale middelen
voor de luchtvaartindustrie (dossier
Airbus A3XX)" (nr. 573)
-
mevrouw Frieda Brepoels tot de eerste
minister over "de verdeling van de federale
middelen voor de luchtvaartindustrie (dossier
Airbus A3XX)" (nr. 578)
- mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "het Airbus-project" (nr. 579)
04 Interpellations jointes de
- M. Luc Sevenhans au premier ministre sur "la
répartition des moyens financiers fédéraux
destinés à l'industrie aéronautique (dossier
Airbus A3XX)" (n° 573)
- Mme Frieda Brepoels au premier ministre sur
"la répartition des moyens financiers destinés à
l'industrie aéronautique (dossier Airbus A3XX)"
(n° 578)
- Mme Simonne Creyf au premier ministre sur
"le projet Airbus" (n° 579)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid.)
(La réponse sera donnée par le ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes.)

La présidente: Mme Creyf étant retenue par
d'autres fonctions, son interpellation est reportée.
Je demanderai aux différents intervenants de
respecter les temps de parole, car plusieurs
questions ont déjà été posées en la matière.
04.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, in dit
Parlement en tijdens deze legislatuur zijn we nu
reeds aan aflevering 3 van het dossier `Airbus
A3XX'. Naar het schijnt bereikte de Ministerraad
vorige week vrijdag een akkoord om 6,2 miljard uit
te trekken voor ondernemingen die willen
deelnemen aan het Airbusprogramma. Er zou
geen verdeelsleutel komen. Vorige week was dit
al aangekondigd door de eerste minister, op
hetzelfde moment dat in deze commissie
mevrouw Gerkens een vraag stelde, die
aanhaalde dat, in geval van een verdeelsleutel,
70% bestemd zou moeten zijn voor Wallonië. Als
er echter over een verdeelsleutel wordt
gesproken, dan ken ik er maar één: met name de
verhouding 60-40. Dat is de enige verdeelsleutel
die wordt gehanteerd. Andere verdeelsleutels zijn
er bij mijn weten niet, ofwel zijn er geen.
Dat klinkt natuurlijk heel mooi, maar volgens mij
dekt de vlag de lading niet. Er zou in een
totaalbedrag van 7,9 miljard zijn voorzien. Hiervan
is al 1,7 miljard in de begroting ingeschreven. Er
zou dus nog een bedrag van 6,2 miljard moeten
worden verdeeld. Dit zijn grote bedragen. Men
mag evenwel niet vergeten dat het gaat om
terugvorderbare voorschotten waarvan
waarschijnlijk het grootste deel terug naar de
regering zal vloeien. Het is dus in feite een soort
lening.

Hoe komt men aan die 7,9 miljard? Blijkbaar weet
men dat er voor een totaal van 17 miljard aan
projecten werd ingediend bij Airbus. Men is op de
hoogte van het aantal projecten. Men kan nu dus
al precies zeggen welke projecten zijn ingediend
door Wallonië, Brussel en Vlaanderen. Men zou
dus vandaag bijna tot op de frank precies kunnen
melden hoeveel voor elk gewest wordt
uitgetrokken, maar ik neem aan dat we dit niet te
horen krijgen. Waarschijnlijk zal men ons een vrij
vaag antwoord geven, want men kan natuurlijk
allerlei soorten projecten indienen. Iedereen kan
indienen wat hij wil, maar niemand kan
garanderen dat het ook wordt aanvaard. Men weet
op voorhand niet wie wat zal krijgen. Ik denk dat
daar het addertje onder het gras zit. Want ook bij
mijn vorige interpellaties in dit dossier heb ik er al
voor gepleit dat iedereen zou krijgen waar hij recht
op heeft. Ik vermoed evenwel dat dit dossier nog
altijd in functie staat van de Waalse
luchtvaartindustrie. Het zou toch jammer zijn
mocht men in dit dossier de Vlaamse
luchtvaartindustrie benadelen. Ik heb het
vermoeden dat dit dossier die richting uit kan
gaan. Misschien heeft men dit niet altijd zo gewild,
want ik neem aan dat men aan de twee kanten
van de taalgrens iedereen datgene wil geven waar
hij recht op heeft. Doch, op deze manier is
niemand ermee gediend: er blijft een waas van
geheimzinnigheid rond dit dossier hangen.
Normalerwijze worden wij voor zulke vragen
bestookt met allerlei communiqués en
verklaringen. Rond dit dossier blijft het echter
opmerkelijk stil. Ik kan er niets rond vinden. Vorige
week vrijdag is er beslist om 6,2 miljard ter
beschikking te stellen. Men zou veronderstellen
dat daaromtrent heel wat verschenen is. Het blijft
stil.

Ik hoop dat de minister vandaag iets meer
toelichting kan geven en wat mij betreft mag dit
zelfs volledig zijn. De minister werd er immers
reeds lang op voorhand van verwittigd dat hij deze
interpellatie zou krijgen. Dus, mijnheer de minister,
ik zal eerst even uw antwoord afwachten alvorens
ik verder wens te repliceren.
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
04.02 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vorige
week hebben wij de eerste minister kunnen
ondervragen over dit toch wel zeer belangrijke
dossier. Het is de eerste minister zelf die aan het
einde van de interpellatie heeft gezegd dat hij
bereid was om in het Parlement de beslissing van
de Ministerraad te komen toelichten en ik betreur
dan ook ten zeerste dat hij zich niet aan zijn woord
houdt.

Mijnheer Picqué, het is uiteraard geen probleem
voor mij dat het tot uw bevoegdheid behoort om
het dossier als zodanig voor de Ministerraad te
verdedigen. Wij hadden vorige week heel concrete
vragen aan de eerste minister gesteld omdat hij
enkele weken voordien het dossier heel
uitdrukkelijk naar zich toe had getrokken en dat
had ook zeer duidelijk zijn redenen. De eerste
minister heeft zelf beloofd naar het Parlement te
komen met de beslissing van de Ministerraad. Via
de pers heb ik eerlijk gezegd ook weinig of niets
vernomen over de beslissing van de Ministerraad.
In zijn antwoord van vorige week zei de eerste
minister dat er een basisakkoord zou zijn dat door
uzelf en door de drie gewestelijke ministers,
bevoegd voor Economie, goedgekeurd werd. De
bijzondere wet van 8 augustus 1980 bepaalt dat er
een samenwerkingsakkoord moet zijn vooraleer
de federale overheid in dit dossier een beslissing
kan nemen. Mijn vraag is dan ook heel
uitdrukkelijk of dit samenwerkingsakkoord tot
stand is gekomen. Wanneer werd dit akkoord
door de diverse gewestregeringen goedgekeurd?
Wat is het maximale bedrag dat hiervoor werd
uitgetrokken? In welke verdeelsleutels werd in dit
samenwerkingsakkoord voorzien? Welke andere
criteria werden hieromtrent afgesproken? Dat zijn
mijn concrete vragen.
04.03 Minister Charles Picqué: Mevrouw de
voorzitter, mevrouw Brepoels, de Ministerraad van
vorige vrijdag keurde de uitbreiding van het
bedrag van de terugbetaalbare voorschotten goed.
Ik benadruk dat het om terugbetaalbare
voorschotten gaat. Toegevoegd aan 1.600 miljoen
frank, het saldo van de oorspronkelijke enveloppe,
bedraagt het totale bedrag dat nu ter beschikking
van de ondernemingen wordt gesteld maximaal
7.8 miljard frank. Deze fondsen zullen op een
objectieve manier worden verdeeld, in verhouding
tot de contracten die door de Belgische
ondernemingen worden bekomen. Ik heb dit al
gezegd ter gelegenheid van de werkzaamheden in
deze commissie twee weken geleden. Elke
onderneming is ervan verzekerd de nodige
bedragen te kunnen ontvangen, vermits het
budget werd vastgelegd op grond van de
exhaustieve evaluatie die zij maakten van hun
eigen prefinancieringsbehoeften. Het gaat hier
natuurlijk enkel over de beslissing van de federale
regering. Om uitgevoerd te worden, vereist zij een
samenwerkingsakkoord met de gewesten.

De Ministerraad gaf mij de opdracht over dat
akkoord onderhandelingen aan te gaan. Het is
evident dat het voorstel dat ik heb gedaan, al werd
besproken met de gewesten in voorafgaande
onderhandelingen. Het voorakkoord dat werd
bereikt na de vergaderingen die ik heb gehouden
met mijn gewestelijke collega's, belast met het
dossier, betrof het principe van de federale
tussenkomst en de methode van toewijzing van de
fondsen. Nu de regering heeft beslist welk bedrag
zij maximaal aan deze tussenkomsten zal
besteden, kunnen wij de besprekingen over het
samenwerkingsakkoord aanvatten.

Deze bespreking zal gemakkelijk zijn omdat wij
voorafgaandelijk onderhandelingen hebben
gevoerd. Het zou echter geen zin gehad hebben
erover te praten voor wij wisten of de belangrijkste
belanghebbenden en de geldschieter, de federale
Staat, bereid waren financieel tussen te komen en
tot op welke hoogte zij dit wilden doen. Wij hebben
dus een methode ontwikkeld die billijk is. Ik heb in
het antwoord van de eerste minister geen
standpunten vastgesteld die verschilden met wat
ik in de commissie gezegd had.

De methode die wij ontwikkeld hebben stelt alle
ondernemingen gerust. Ik blijf uiteraard te uwer
beschikking om u nader uit te leggen op welke
manier wij de financiële middelen willen
toekennen in verhouding tot de contracten die de
ondernemingen hebben afgesloten. De vraag
luidde of wij hier over een gewestelijke
verdeelsleutel kunnen spreken? Nee, natuurlijk.
De verdeelsleutel hangt af van de contracten die
verworven zullen worden. Wij werden natuurlijk
wel gedwongen hierbij een reeks maatregelen en
reglementeringen te volgen in verband met het
mededingingsrecht. Wij moesten ons bij onze
mogelijke financiële tussenkomst voor de
cellenbouwers dus beperken tot 33% van de
kosten. Dat was niet zo voor de
uitrustingsbedrijven en de constructeurs van
motoren. 20% van hun behoeften waren non
recurrent kosten en die konden bijgevolg aan 33%
gefinancierd worden. De overige 80% vielen onder
research and development. Die kosten konden
aan maximum 75% gefinancierd worden. Dit alles
vertegenwoordigt in het totaal een financiering van
de behoeften ongeveer 66,6%. Ik denk dat dit
klaar en duidelijk is.
05/12/2000
CRIV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
04.04 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, volgens mij werd het
probleem mede gecreëerd door de federale
overheid.

Luchtvaart behoorde tot de bevoegdheid van de
gewesten, maar werd een federale materie.
Hiervoor moet een reden bestaan, vandaar mijn
achterdocht.

Oorspronkelijk was er sprake van een veel lager
bedrag. Minister Van Mechelen maakte in het
Vlaams Parlement vrij duidelijk dat er een akkoord
werd bereikt met het Vlaams Gewest omdat aan
hun bijkomende eisen werd voldaan. Volgens mij
is dat de reden waarom het bedrag werd
verhoogd. Blijkbaar werd er aan opbod gedaan en
kreeg elke partij wat zij verlangde. Ik ben ervan
overtuigd dat het merendeel van de middelen voor
Wallonië zijn bestemd. Misschien is dat ook nodig,
dat wil ik niet betwisten, maar ik vraag mij alleen
af waarom er niet met open kaarten wordt
gespeeld. Dit dossier blijft omhuld met een
rookgordijn en er gebeurt niets concreet.

Waarom verhoogde het bedrag in de loop van de
discussie? Dat heeft wellicht alleen te maken met
het verwachte totaal van 17 miljard aan
ingediende offertes. Maar misschien kan de
minister mij antwoorden op de vraag door wie dat
bedrag van 17 miljard eigenlijk werd gelanceerd.
Immers, dat bedrag is een essentieel punt in de
discussie terzake.

Voorts, mijnheer de minister, benadrukte u dat het
gaat om voorschotten en dat het geld normaal
gezien zal terugvloeien. Dat is inderdaad zo.
Trouwens, zonder voorschotten kan Airbus geen
nieuwe projecten lanceren. Toch blijft er een risico
bestaan, in die zin dat de voorschotten pas
worden terugbetaald op het ogenblik dat er
effectief verkopen worden gesloten. Maar als de
deal niet lukt, dan kan het ons heel wat geld
kosten. De kans bestaat dat de gewesten worden
bevoordeeld en ik had graag geweten of hiermee
voldoende rekening wordt gehouden.
04.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, ik heb nog de
volgende opmerking.

In de Ministerraad werd voorzien in een maximaal
bedrag van 7,8 miljard; dat is 6,2 miljard
bijkomend op het saldo van de oorspronkelijke
enveloppe. Weet men precies over hoeveel
contracten het gaat? Vorige week circuleerde een
bedrag van ongeveer 18 miljard aan ingediende
contracten bij Airbus. Op 28 november moesten
de contracten zijn ingediend. Ik had graag
geweten welke bedrijven terzake zijn betrokken en
op welke manier de contracten werden verdeeld
over de gewesten. Momenteel hebben wij daar
immers geen zicht op. Ik spreek wel alleen over
de ingediende contracten en het maximaal bedrag
dat eraan verbonden is.

Voorts had ik graag geweten of de contracten die
bij Airbus zijn ingediend op enigerlei wijze door de
overheid worden gescreend. Zal terzake een audit
worden georganiseerd en welke zijn de geldende
criteria met betrekking tot de terugbetaling? U zei
dat het ging om terugbetaalbare voorschotten,
maar binnen welke termijn moeten zij worden
terugbetaald. Ik stelde deze vraag vorige week
ook aan de eerste minister.

In welke formules zijn voorzien in de contracten
met de bedrijven wat de terugbetaling betreft? Het
feit dat geen verdeelsleutel wordt gehanteerd, is
een precedent voor heel wat andere dossiers. Dat
belooft voor de toekomst. De toekomst zal
uitwijzen welke verdeelsleutel in dit concrete
dossier wordt gehanteerd. Uiteindelijk zal men
toch met een afrekening geconfronteerd worden
die uitkomt op 80% voor Wallonië en Brussel en
maximum 20% voor Vlaanderen. Ik geef het u op
een blaadje. Men heeft het handig ingepakt in een
beslissing die weliswaar nog geen goedgekeurd
samenwerkingsakkoord heeft. U maakt zich sterk
dat het geen enkel probleem zal vormen
aangezien het voorakkoord door de ministers
werd goedgekeurd. We zullen het dossier
nauwkeurig opvolgen aangezien de colleges van
de verschillende gewestregeringen er nog hun
goedkeuring over moeten geven.
04.06 Minister Charles Picqué: Ik wil die zaak
nogmaals ophelderen. Ik weet niet van welk
bedrag een gewest zal kunnen genieten. Dat is in
functie van de contracten. Wat was het probleem
vergeleken met onze oorspronkelijke methode van
berekening? Het probleem met het Vlaams
Gewest was veroorzaakt door het feit dat de
Vlaamse bedrijven en ondernemingen vreesden
dat de financiële tussenkomsten van de federale
Staat uitgeput zouden worden op het moment dat
een tweede reeks bestellingen aanvaard zou
worden. Het gaat om de bestellingen in verband
met de motorbouwers en de uitrustingsbedrijven.
Ik heb vernomen dat veel Vlaamse bedrijven
uitrustingsbedrijven zijn. Dat is bekend. Dat was
de bekommernis van de Vlaamse ondernemingen.
Het probleem is geregeld. Door die methode heeft
de federale Staat nog financiële mogelijkheden
voor de tweede reeks bestellingen.
CRIV 50
COM 322
05/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23

Ik denk dat de vraag van de Vlaamse
ondernemingen gerechtvaardigd was.

Wat is de termijn voor de terugbetaalbare
voorschotten? Ik denk aan ongeveer tien jaar op
basis van onze kennis uit het verleden.

Welke contracten werden ingediend? Dat is een
verkeerde benadering van de zaak. Over de
contracten moet nog worden onderhandeld. De
onderhandelingen met Airbus zijn momenteel
bezig. Momenteel zijn de ondernemingen
gerustgesteld omdat zij op een financiële
tussenkomst van de federale staten kunnen
rekenen. Deze zaak is mijn inziens opgelost in het
belang van alle ondernemingen, van alle bedrijven
en van de drie gewesten.
04.07 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik heb geen antwoord
gekregen op de volgende vraag. Uit het antwoord
van Vlaams minister Van Mechelen in het Vlaams
Parlement heb ik begrepen dat de voornaamste
Vlaamse eisen waren dat er voldoende geld ter
beschikking werd gesteld
-
daaraan is
tegemoetgekomen met de verhoging van de
begroting van 5 naar 7 miljard - en dat ook de
uitrustingsbedrijven een tussenkomst zouden
genieten. Ook daar bent u op ingegaan. Dus tot
zover heb ik geen enkel probleem. Toch blijft de
vraag wat het bedrag van 17 miljard nu precies
inhoudt. U hebt verklaard dat u geen zicht hebt op
wat er wordt onderhandeld. Het bedrag zal toch
ergens vandaan moeten komen. Kan dat bedrag
overigens nog worden verhoogd of blijft het bij 17
miljard? Op basis waarvan is dat bedrag
vooropgesteld? Er moet toch sprake zijn van een
verdeelsleutel.
04.08 Minister Charles Picqué: Mijnheer
Sevenhans, de tussenkomst van de Staat werd
bepaald op 17 miljard in de veronderstelling dat
alle Belgische bedrijven hun ingediende
contracten inderdaad kunnen sluiten. Het zal
misschien minder zijn. Eigenlijk werd het berekend
op een schatting van het industrieel vermogen en
het gaat om een maximumtussenkomst.
04.09 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, het bedrag werd niet
bepaald op basis van vaste contracten na een
aantal offertes, maar is enkel een raming?
04.10 Minister Charles Picqué: Inderdaad.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.30 heures.

KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 322
CRABV 50 COM 322
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
05-12-2000 05-12-2000
14:00 uur
14:00 heures

CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen en interpellaties van
1
Questions et interpellations jointes de
1
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landbouw en Middenstand over
'dierenmishandeling' (nr. 2668)
1
- M. Peter Vanhoutte au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "des cruautés
envers les animaux" (n° 2668)
1
- de heer Ferdy Willems aan de minister van
Landbouw en Middenstand over
"dierenmishandelingen op veemarkten" (nr. 555)
1
- M. Ferdy Willems au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les mauvais
traitements infligés aux animaux sur les marchés
aux bestiaux" (n° 555)
1
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de
dierenmishandelingen op veemarkten in Ciney en
Anderlecht (nr. 588)
1
- M. Luc Sevenhans au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les mauvais
traitements infligés aux animaux sur les marchés
aux bestiaux de Ciney et d'Anderlecht" (n° 588)
1
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Landbouw en Middenstand over "de toestand
op de veemarkten" (nr. 2852)
1
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
situation sur les marchés à bestiaux" (n° 2852)
1
Sprekers: Peter Vanhoutte, Ferdy Willems,
Luc Sevenhans, Dirk Van der Maelen
,
voorzitter van de SP-fractie, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Peter Vanhoutte, Ferdy Willems,
Luc Sevenhans, Dirk Van der Maelen
,
président du groupe SP , Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de mogelijke overname
van Uitgeversbedrijf De Tijd en de gevolgen
daarvan voor de mededinging op de Vlaamse
dagbladuitgeversmarkt" (nr. 2804)
10
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "la reprise éventuelle de la société
"Uitgeversbedrijf Tijd" et les conséquences de
cette reprise en matière de concurrence sur le
marché flamand de la presse quotidienne" (n°
2804)
10
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Charles
Picqué
, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Charles
Picqué
, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Mondelinge vraag van mevrouw Muriel Gerkens
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de eenheidsprijs van
boeken" (nr. 2795)
11
Question orale de Mme Muriel Gerkens au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "le prix unique du livre" (n° 2795)
11
Sprekers: , Charles Picqué, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: , Charles Picqué, ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes
Samengevoegde interpellaties van
14
Interpellations jointes de
14
- de heer Luc Sevenhans tot de eerste minister
over "de verdeling van de federale middelen voor
de luchtvaartindustrie (dossier Airbus A3XX)" (nr.
573).
14
- M. Luc Sevenhans au premier ministre sur "la
répartition des moyens financiers fédéraux
destinés à l'industrie aéronautique (dossier Airbus
A3XX)" (n° 573).
14
- mevrouw Frieda Brepoels tot de eerste minister
over "de verdeling van de federale middelen voor
de luchtvaartindustrie (dossier Airbus A3XX)" (nr.
578).
14
- Mme Frieda Brepoels au premier ministre sur
"la répartition des moyens financiers destinés à
l'industrie aéronautique (dossier Airbus A3XX)"
(n° 578).
14
- mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "het Airbus-project" (nr. 579).
14
- Mme Simonne Creyf au premier ministre sur "le
projet Airbus" (n° 579).
14
Sprekers: Luc Sevenhans, Frieda Brepoels,
voorzitter van de VU&ID-fractie, Charles
Picqué
, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Orateurs: Luc Sevenhans, Frieda Brepoels,
président du groupe VU&ID , Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
05/12/2000
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Grootstedenbeleid
grandes villes
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
05
DECEMBER
2000
14:00 uur
______
du
MARDI
05
DECEMBRE
2000
14:00 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.02 uur door
mevrouw Muriel Gerkens, voorzitter.
La réunion publique est ouverte à 14.02 heures par
Mme Muriel Gerkens, présidente.
01 Samengevoegde vragen en interpellaties van
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landbouw en Middenstand over
'dierenmishandeling' (nr. 2668)
- de heer Ferdy Willems aan de minister van
Landbouw en Middenstand over
"dierenmishandelingen op veemarkten" (nr. 555)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de
dierenmishandelingen op veemarkten in Ciney en
Anderlecht (nr. 588)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de toestand op
de veemarkten" (nr. 2852)
01 Questions et interpellations jointes de
- M. Peter Vanhoutte au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "des cruautés
envers les animaux" (n° 2668)
- M. Ferdy Willems au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les mauvais
traitements infligés aux animaux sur les marchés
aux bestiaux" (n° 555)
- M. Luc Sevenhans au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les mauvais
traitements infligés aux animaux sur les marchés
aux bestiaux de Ciney et d'Anderlecht" (n° 588)
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
situation sur les marchés à bestiaux" (n° 2852)
01.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Een
reeks schrijnende video-opnames stelt een aantal
gevallen van dierenmishandeling aan de kaak op de
veemarkten van Ciney en Anderlecht. Het gaat hier
om zeer zware misdrijven, die aantonen hoe dun
het laagje vernis van de beschaving vaak is.
Waartoe dit kan leiden, hebben we gezien bij de
moord op Karel Vanoppen en de
doodsbedreigingen aan het adres van Gaia-
voorman Michel Vandenbossche.


De reactie van het publiek spreekt voor zich.
Degenen die moeten optreden, in casu de
01.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Une
série d'enregistrements vidéo particulièrement
pénibles à regarder a permis de dénoncer des
actes de cruauté envers les animaux sur les
marchés aux bestiaux de Ciney et d'Anderlecht. Il
s'agit là de faits d'une extrême gravité, qui
démontrent à quel point le vernis de la civilisation
est souvent mince. Nous avons d'ailleurs vu à quoi
tout cela peut mener avec le meurtre de Karel Van
Noppen et les menaces de mort dont a fait l'objet
Michel Vandenbossche, le chef de file de
l'organisation Gaia.

Les réactions du public sont éloquentes. Ceux à qui
05/12/2000
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
veeartsen, kijken echter vaak gewoon toe. Ik geef
toe dat het niet altijd makkelijk of zelfs mogelijk is
om in te grijpen. Ik roep ook op om deze misdrijven
niet te minimaliseren, zoals nu vaak gebeurt. Het
gaat hier duidelijk ook om een stoere
mannenwereld: het zou niet slecht zijn als hier wat
meer vrouwen hun intrede zouden doen.
il incombe d'intervenir, à savoir les vétérinaires,
restent cependant souvent sans réaction. J'admets
volontiers qu'il n'est pas toujours facile voire
possible d'intervenir, mais il ne faut certainement
pas minimiser ces délits, comme cela arrive trop
souvent. Il est clair également que tout cela se situe
dans un univers macho : une présence féminine
accrue dans ce secteur serait une bonne chose.
De echte oorzaak van de mishandelingen is
economisch. Wat gebeurde er na vroegere
overtredingen?


De sluiting van de veemarkten is de enige mogelijke
bestraffing. Werd de sluiting overwogen? Zo niet,
waarom niet?

De veemarkten zijn geen noodzakelijke schakel in
de voedselketen, zoals blijkt in sommige van onze
buurlanden. Wordt hun afschaffing overwogen?
La véritable cause des mauvais traitements infligés
aux animaux est d'ordre économique. Quelle suite
a-t-on réservée aux infractions constatées dans le
passé ?

La fermeture des marchés aux bestiaux est la seule
sanction possible. L'a-t-on envisagée ? Dans la
négative, pourquoi ?

Les marchés aux bestiaux ne sont pas un maillon
indispensable de la chaîne alimentaire, comme on
peut le constater dans certains pays voisins du
nôtre. Envisage-t-on de les supprimer ?
01.02 Ferdy Willems (VU&ID): Op 21 november
hebben we de minister van Volksgezondheid al
ondervraagd over de behandeling van dieren op
veemarkten. De schokkende beelden riepen bij mij
de vraag op: wie zijn eigenlijk de beesten? Aan de
behandeling van een dier kan men de menselijke
waardigheid aflezen.


De praktijken op de veemarkten waren bekend.
Waarom heeft men dan niets gedaan? De wet moet
worden toegepast en verfijnd.

De beelden hebben het imago van ons land zeker
geen goed gedaan. Dat is echter nog geen reden
om op de boodschapper te schieten. De
doodsbedreigingen aan Michel Vandenbossche
moeten ernstig worden genomen.

Ik begin met mijn vragen die gericht zijn tot de
minister van Justitie.
01.02 Ferdy Willems (VU&ID): Le 21 novembre
dernier, nous avons déjà interrogé la ministre de la
Santé publique concernant le traitement des
animaux sur les marchés aux bestiaux. Après avoir
vu les images effroyables qui sont passées à la
télévision, je me suis demandé qui étaient les vraies
bêtes. On peut mesurer la dignité d'un homme à la
manière dont il traite les animaux.

Les méthodes pratiquées sur les marchés aux
bestiaux étaient connues. Pourquoi n'a-t-on rien fait,
alors ? Il convient d'appliquer et d'affiner la loi.

Les images diffusées que l'on a pu voir n'ont
certainement pas redoré le blason de notre
pays. Mais ce n'est pas une raison pour tirer sur le
pianiste. Il faut prendre au sérieux les menaces de
mort proférées contre Michel Vandenbossche.

Je commencerai par poser mes questions qui
s'adressent au ministre de la Justice.
Wat denkt minister Verwilghen over de houding van
de parketten ten aanzien van dierenmishandeling,
die de laagste prioriteit krijgt? Ik verwijs hiervoor
naar punt 9 van een nota van 25 augustus 2000 van
de procureur des Konings. Zal de minister ­ zoals ik
uit zijn reacties heb menen op te maken ­ gebruik
maken van zijn positief injunctierecht om hier iets
aan te doen?

In een regeringsnota van 22 november 2000
kunnen we lezen dat veemarkten die op 21
december 2000 niet over een definitieve erkenning
beschikken zullen moeten sluiten. Minister Aelvoet
Que pensez-vous de l'attitude des parquets qui
accordent le degré de priorité le plus bas aux
dossiers concernant des faits de cruauté envers les
animaux? Je me réfère dans ce cadre au point 9
d'une note du 25 août 2000 émanant du procureur
du Roi. Le ministre usera-t-il de son droit
d'injonction positif, comme j'ai cru le comprendre
d'après ses réactions?

Une note du gouvernement du 22 novembre 2000
nous apprend que les marchés aux bestiaux qui ne
disposeront pas d'un agrément définitif au 21
décembre 2000 devront fermer leurs portes. Le 21
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
zei ons op 21 november dat alleen Brugge over een
erkenning beschikt. Is dat juist?


In de tweede paragraaf van de regeringsnota
kunnen we lezen dat een ontwerp van
erkenningsvoorwaarden zal worden voorgelegd aan
DE Koning. Hiermee zal rekening worden gehouden
bij de toekenning van de vergunningen. Wat is de
stand van zaken?
novembre dernier, la ministre Aelvoet déclarait que
seul le marché de Bruges disposait d'une tel
agrément. Est-ce exact?

Nous pouvons lire dans le deuxième paragraphe de
la note du gouvernement qu'un projet relatif aux
conditions d'agrément sera soumis au Roi. Il en
sera tenu compte lors de l'octroi des agréments.
Comment se présente actuellement la situation?
De ministers bevoegd voor dierenwelzijn en
landbouw zouden voortaan de vergunningen
verlenen. Wat echter in geval van meningsverschil?


Beide ministers zouden een ambtelijke werkgroep
oprichten. Wat als hierover een meningsverschil
bestaat?


Er zou ook meer toezicht moeten komen. Wat denkt
de minister over het voorstel van Gaia om per 250
dieren te zorgen voor een steward en een veearts?
Wat met de veiligheid van de inspecteurs ?


Er zou een meldpunt moeten komen. Dat is positief,
maar op elke klacht zou ook een gemotiveerd
antwoord moeten komen, binnen een welbepaalde
termijn. De minister vraagt de identificatie van de
daders op basis van de 60-uren film. Wat met het
kind ? Het parket van Dinant zou weigerachtig staan
tegenover een centraal onderzoek in Brussel. Dat
roept vragen op.


De directie van de markten zou zelf moeten
optreden, binnen de twee weken. In Cincey werd
nog niemand de toegang ontzegd, in Anderlecht
werden drie handelaars geweigerd. Wat met de
zeven andere markten? Wanneer nemen de twee
weken een aanvang: op 22 november, datum van
de beslissingen van de Ministerraad, of na
identificatie van de daders?

Gaia zelf formuleerde een aantal voorstellen van
organisatorische aard. Wat doet de minister met die
voorstellen?

De minister wil eerst een onderzoek, dan
maatregelen. Ik kan die redenering volgen, voor
zover de minister het vooropgestelde tijdsschema in
acht neemt.
Les ministres compétents en matière de bien-être
des animaux et d'agriculture seraient désormais
chargés d'accorder les agréments. Que se passera-
t-il en cas de divergence d'opinion ?

Les deux ministres auraient décidé de mettre sur
pied un groupe de travail administratif. Que se
passera-t-il s'il devait y avoir des divergences de
vues à ce niveau?

Il faudrait également renforcer les contrôles. Que
pense le ministre de la proposition de Gaia qui
consiste à prévoir un steward ainsi qu'un vétérinaire
pour 250 animaux ? Qu'en est-il de la sécurité des
inspecteurs ?

La création d'un point de contact est une bonne
chose mais chaque plainte devrait faire l'objet d'une
réponse motivée, donnée dans un délai bien précis.
Le ministre demande à ce que les auteurs soient
identifiés sur la base des 60 heures d'images qui
ont été filmées. Qu'en est-il de l'enfant ? Le parquet
de Dinant serait réticent à l'idée d'une enquête
centralisée à Bruxelles, ce qui soulève de nouvelles
questions.

La direction des marchés devrait elle-même
intervenir, dans les deux semaines. A Ciney,
personne ne s'est encore vu refuser l'accès du
marché et, à Anderlecht, trois marchands n'ont pu
pénétrer sur le marché. Quand le délai de deux
semaines prend-il cours: Le 22 novembre, date à
laquelle le Conseil des ministres a pris les décisions
ou après l'identification des auteurs ?

Gaia a formulé un certain nombre de propositions
sur le plan organisationnel. Quel sort le ministre leur
réservera-t-il?

Le ministre souhaite d'abord mener une enquête et
ensuite prendre des mesures. Je rejoins ce
raisonnement, à condition que le ministre respecte
le calendrier préétabli.
01.03 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): De
publieke opinie is terecht geschokt door de
getoonde videobeelden. De bevoegde ministers
01.03 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): L'opinion
publique a été choquée, à juste titre, par les images
que l'on sait. Les ministres compétents ont déjà
05/12/2000
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
hebben al een aantal maatregelen aangekondigd,
en we zullen het hier dan ook nog vaak over
hebben. Het gaat dan niet alleen over de
veemarkten, maar ook over het transport van
dieren.


Ik ben ervan overtuigd dat dierenmishandeling in
heel de voedselketen voorkomt, en regelgeving
dringt zich dan ook op. We moeten ook op zoek
gaan naar de oorzaken van dergelijk gedrag. De
lage prijs van het vlees ligt ongetwijfeld mee aan de
basis van de problemen. Een nuancering is
ondertussen op zijn plaats: er zijn heel wat rotte
appels in de mand, maar niet elke betrokkene bij de
veehandel is een sadist!



Ik denk ook niet dat het hier om een louter Belgisch
probleem gaat. Ik roep de ministers op om het
Europese voortouw te nemen om daadwerkelijk iets
tegen al deze vormen van dierenmishandeling te
doen.
annoncé une série de mesures et, dès lors, nous
aurons encore l'occasion de revenir souvent sur ce
dossier. Celui-ci ne concerne pas uniquement les
marchés aux bestiaux, mais également le transport
d'animaux.

Je suis convaincu que de nombreux actes de
maltraitance d'animaux sont commis tout au long de
la chaîne alimentaire. Dès lors, une réglementation
s'impose dans ce domaine. Les causes des
comportements inqualifiables de certains doivent
être mises en évidence. Entre autres causes, il
convient très certainement d'épingler le prix peu
élevé de la viande. Ce constat doit être nuancé: si le
secteur compte sans aucun doute bon nombre de
brebis galeuses, tous les acteurs du commerce de
la viande ne sont pas pour autant des sadiques.

De même, je ne pense pas que nous soyons
confrontés à un problème qui ne se poserait qu'en
Belgique. J'en appelle au ministre pour qu'il prenne
à l'échelle européenne une initiative en vue de
prendre des mesures pour combattre toutes les
formes de maltraitance d'animaux.
01.04 Dirk Van der Maelen (SP): Gaia heeft de
interessante suggestie gedaan om het vee
rechtstreeks van producent naar slachthuis te
verhandelen. Is dat haalbaar?

Hoe ver staat het met de uitvoering van de
regeringsnota van 22 november? Volgens mijn
berekening is er morgen een deadline: markten die
dan zelf geen maatregelen getroffen hebben,
moeten worden gesloten. Wij zullen toezien op de
naleving daarvan.

Het plan bevat ook een hoofdstuk preventie. Wat
werd daarvan al gerealiseerd en wat is men nog
van plan?
01.04 Dirk Van der Maelen (SP): Gaia a formulé
une suggestion intéressante : que le bétail soit
envoyé directement du producteur à l'abattoir. Est-
ce possible ?

Où en est la mise en oeuvre de la note
gouvernementale du 22 novembre ? Selon mes
calculs, demain est une date butoir: les marchés qui
n'ont pas pris des mesures eux-mêmes doivent être
fermés. Nous veillerons au respect de cette
décision.

Le plan comporte également un chapitre sur la
prévention. Quelles mesures de ce plan ont déjà été
réalisées et qu'envisage-t-on encore de faire ?
Hoe zullen de inbreuken moeten worden gemeld?
Waar komt het meldpunt? Wie zal het bemannen?
Was er al contact met de bevoegde ministers van
de regio's?

Er zou een bijzonder verhoogd toezicht komen.
Komen er andere maatregelen dan een verhoging
van het aantal veeartsen? Hoe lang duurt de
periode van bijzonder verhoogd toezicht?

Er komt een gemengde ambtelijke werkgroep.
Worden daar externen bij betrokken? Wat zal de
verhouding zijn tussen de ambtenaren van
Landbouw enerzijds en Volksgezondheid
anderzijds? Volgens mij moeten daar ook
dierenrechtenorganisaties bij worden betrokken.
De quelle manière les infractions devront-elles être
signalées
? Où sera installé le bureau
d'enregistrement des plaintes ? Qui en fera partie ?
Un contact a-t-il déjà été établi avec les ministres
des régions compétents?
Un contrôle spécifique accru devrait être mis en
place. Des mesures autres qu'une augmentation du
nombre de vétérinaires interviendront-elles? Quelle
est la durée de la période de contrôle spécifique
renforcé?
Un groupe de travail administratif mixte sera
institué. Des personnes extérieures en feront-elles
partie? Quelle y sera la proportion de fonctionnaires
de l'Agriculture, d'une part, et de la Santé publique,
d'autre part ? Les organisations de défense des
droits des animaux me paraissent devoir y être
également associées.
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Het KB zou worden aangevuld met voorwaarden
inzake dierenwelzijn. Wat is de stand van zaken?
De aanpassing is dringend, aangezien de
veemarkten die vanaf 1 januari 2001 over een
vergunning willen beschikken, aan de voorwaarden
van het KB zullen moeten voldoen.
Il était prévu de compléter l'arrêté royal par
l'adjonction de conditions relatives au bien-être des
animaux. Qu'en est-il ? Il y a urgence puisque, à
partir du 1
er
janvier 2001, les marchés du bétail
devront, pour obtenir une autorisation, satisfaire aux
conditions fixées dans l'arrêté royal.
01.05 Minister Jaak Gabriels (Nederlands):
Eenieders gevoelens van geschoktheid bij het zien
van deze beelden zijn meer dan begrijpelijk. Toch
moeten we de feiten niet al te overtrokken
benaderen en ons hoeden voor misplaatste
vergelijkingen. Ik wil er ook op wijzen dat de
uitzondering niet de regel is.

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen
landbouwers en veehandelaars. 30 procent van de
verhandeling van vee gebeurt via de markten en 70
procent rechtstreeks via de slachthuizen. Het
zonder meer afschaffen van een schakel is echter
niet zo evident of voor de hand liggend.


Ik zal nogmaals herhalen wat minister Aelvoet en
ikzelf al eerder hebben gezegd. In de regeringsnota
van 22 november staat dat bij de toekenning van de
erkenningen aan de slachthuizen rekening zal
worden gehouden met de kaderwet van 14
augustus 1986 op het dierenwelzijn.
01.05 Jaak Gabriels , ministre (néerlandais): Je
puis comprendre que certaines personnes aient pu
être heurtées par ces images. Toutefois, gardons-
nous de toute dramatisation et de toute
comparaison déplacée. Je voudrais dire aussi qu'il
ne faut jamais oublier que l'exception confirme la
règle.

Il faut établir une distinction entre les agriculteurs et
les marchands de bestiaux. 30 % des ventes de
bétail sont réalisées sur les marchés tandis que 70
% le sont directement par l'intermédiaire des
abattoirs. Cependant, supprimer un maillon de la
chaîne alimentaire est loin d'être une chose aisée
ou allant de soi.

Je répéterai encore ce que la ministre Aelvoet et
moi-même avons déjà dit précédemment. Dans la
note du gouvernement du 22 novembre, on peut lire
que, lors de l'octroi des licences aux abattoirs, il
sera tenu compte de la loi-cadre du 14 août 1986
sur le bien-être des animaux.
Deze kaderwet werd uitgevoerd door het koninklijk
besluit van 9 juni 1999, dat voorlopig enkel
bepalingen bevat over sanitaire en
epidemiologische kenmerken van veeziektes. Dit
KB zal dan ook worden gewijzigd met 26 concrete
punten die betrekking hebben op het dierenwelzijn.
Het KB ligt ter advies voor aan de veterinaire
buitendiensten en zal half december worden
gepubliceerd in het Staatsblad.
Cette loi-cadre a été exécutée par l'arrêté royal du 9
juin 1999, qui se limite pour l'instant à des
dispositions relatives aux caractéristiques sanitaires
et épidémiologiques des épizooties. Cet arrêté royal
sera dès lors modifié et étendu à 26 points concrets
portant sur le bien-être des animaux. Le texte est
actuellement soumis à l'avis des services
vétérinaires extérieurs et sera publié au Moniteur à
la mi-décembre.
De veterinaire buitendiensten zullen achteraf
instaan voor de controle. Nu reeds wordt bij de
erkenning van de markten met die nieuwe criteria
rekening gehouden.

De Ministerraad nam over deze kwestie een
beslissing in acht punten.

België doet zichzelf het gezichtsverlies aan
waarover de heer Willems het had. Het gaat om
betreurenswaardige, maar uitzonderlijke
toestanden. De verantwoordelijken van de
paardenmarkt in Anderlecht, waar twee jaar
geleden wantoestanden aan het licht kwamen,
deden al heel wat inspanningen.

Een rechtstreekse verkoop van veehandelaar aan
slachthuis is op dit ogenblik niet haalbaar voor heel
Les services vétérinaires extérieurs seront chargés
des contrôles à posteriori. Les nouveaux critères
figurent déjà dans la procédure d'agrément.


Le Conseil des ministres a pris une décision qui
comporte huit points.

Si, comme l'a indiqué M. Willems, la Belgique a
perdu la face, c'est à elle-même qu'elle le doit. Les
faits dénoncés sont certes déplorables, mais ils ne
sont pas exceptionnels. Il y a deux ans, on a
constaté sur le marché aux chevaux d'Anderlecht
des pratiques intolérables. Depuis, les responsables
ont déployé des efforts considérables.

Pour de nombreux éleveurs de bétail, la vente
directe à l'abattoir reste irréalisable. Si les marchés
05/12/2000
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
wat boeren. De veemarkten zijn belangrijk voor de
prijsvorming, maar ze moeten wel op een
diervriendelijke manier worden georganiseerd.
aux bestiaux joue un rôle important dans la fixation
des prix, ils n'en doivent pas moins veiller au
respect du bien-être des animaux.
Minister Verwilghen heeft inlichtingen ingewonnen
bij de vijf procureurs-generaal. Die bevestigen dat
er geen seponeringsvoorschriften bestaan inzake
dierenmishandeling. Men kan zeker niet van de
laagste vervolgingsprioriteit spreken. Als er wordt
geseponeerd, heeft dat te maken met een tekort
aan manschappen.

Naar aanleiding van de Gaia-beelden zal vervolging
worden ingesteld tegen de overtreders. De minister
overweegt om de straffen uit de wet van 1986 op de
dierenbescherming zwaarder te maken. Het nieuwe
KB legt strenge erkenningsvoorwaarden op aan
handelaars, transporteurs en markten.
Dierenwelzijn zal daarbij voorop staan. We zijn er
geen voorstander van om de markten nu te sluiten,
maar we leggen wel een zeer strak tijdschema op.
De verantwoordelijken van de markten weten dat ze
op 31 december over een volwaardige erkenning
zullen moeten beschikken en dat daarvan niet zal
worden afgeweken.

Het slachthuis van Ciney heeft een
erkenningsaanvraag lopen en zal aan de
voorwaarden moeten voldoen om een erkenning te
krijgen.

Alternatieven voor veemarkten liggen niet voor de
hand. Dierenwelzijn is niet per se strijdig met zulke
markten, maar moet er een onderdeel van
uitmaken.

Is er voldoende controle op de veemarkten? De
inrichter van de veemarkt staat in voor de
inschakeling van veeartsen, die weten wanneer en
hoe ze moeten optreden. Daarnaast is er ook nog
de veterinaire controle door de veterinaire diensten.
Deze controles zullen worden opgevoerd. Ik heb
geen cijfers over het aantal vastgestelde
overtredingen. In 2000 vonden in de rundersector
10.000 controles plaats, waarvan er 1.500
toegespitst waren op dierenwelzijn.

Op de beelden kunnen we een aantal gekwetste
dieren zien die niet op die markt thuishoren. Andere
dieren hoorden er echter wel thuis, wat niet
wegneemt dat zij dan op een diervriendelijkere
manier moeten worden behandeld.
Le ministre Verwilghen a recueilli auprès des cinq
procureurs généraux des informations qui
confirment l'absence de toute consigne tendant à
faire classer sans suite les dossiers de maltraitance
d'animaux. On ne peut certainement pas parler, en
matière de poursuites, de la priorité la plus faible. Si
certaines affaires sont classées sans suite, c'est par
manque d'effectifs.
A la suite de la diffusion des images transmises par
Gaia, les contrevenants seront poursuivis. Le
ministre envisage d'alourdir les peines prévues par
la loi de 1986 sur la protection des animaux.
Le nouvel arrêté royal impose aux négociants,
transporteurs et marchés des critères d'agrément
stricts. Le bien-être des animaux y occupera une
place prioritaire. Nous ne sommes pas favorables à
la fermeture immédiate des marchés mais nous
prévoyons un calendrier très serré. Les
responsables des marchés savent qu'ils devront
disposer d'un agrément en bonne et due forme pour
le 31 décembre et qu'il ne sera pas dérogé à cette
règle.
L'abattoir de Ciney a introduit une demande
d'agrément et devra remplir à cet effet les
conditions requises.


Les solutions de rechange aux marchés aux
bestiaux ne sont pas évidentes. Le bien-être des
animaux n'est pas forcément incompatible avec
l'existence de ces marchés mais doit constituer
pour ceux-ci une de leurs préoccupations.
Les marchés aux bestiaux sont-ils suffisamment
contrôlés? Le recours à des vétérinaires sachant
quand et comment intervenir relève de la
responsabilité de l'organisateur du marché. A cela
s'ajoute le contrôle vétérinaire effectué par les
services vétérinaires, lequel, sera renforcé. Je ne
dispose pas de chiffres relatifs au nombre
d'infractions constatées. En 2000, il a été procédé
dans le secteur bovin à 10.000 contrôles, dont
1.500 avaient trait au bien-être des animaux.

Les images nous ont montré des animaux blessés
qui n'ont rien à faire sur un marché. Et si d'autres
au contraire y étaient à leur place, ils n'en doivent
pas moins être traités correctement.
Het overgrote deel van de sector is zich ervan
bewust dat de sector zelf verantwoordelijk is voor
het goed verloop van de markten. Wij zullen waken
over de uitvoering van die goede voornemens.
Dans sa grande majorité, le secteur a conscience
d'être responsable du bon déroulement des
marchés. Nous veillerons à ce que ces bonnes
intentions soient suivies d'effet.
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Op de veemarkt van Anderlecht werden
ondertussen drie handelaars geweigerd. Het parket
zet het onderzoek verder. Ciney ontzegde niemand
de toegang, maar de directeur en de
verantwoordelijke veearts namen er intussen
ontslag.

Het preventieplan moet tegen 15 december worden
ingediend en moet verduidelijken hoe de markt zal
worden georganiseerd met het oog op meer
diervriendelijkheid en hoe zal worden gezorgd voor
autocontrole.

Het KB van 9 juli 1999 moet worden aangepast met
het oog op het invoeren van meldpunten. Dat zal
eerstdaags gebeuren.

Er werd al onderhandeld met de bevoegde
gewestministers en de landbouwbonden werden op
de hoogte gebracht van de beslissingen.

Er zullen versterkte controles worden uitgevoerd op
de veemarkten om na te gaan of de wettelijke
regels op de veeverhandeling op de openbare
markten daadwerkelijk worden nageleefd. Alle
aandacht zal hierbij gaan naar het dierenwelzijn.
Deze versterkte controles zullen na twee maanden
worden geëvalueerd en eventueel voortgezet.


De gemengde ambtenarenwerkgroep zal zijn
samengesteld uit ambtenaren van de verschillende
betrokken diensten.

Zoals eerder gezegd, zal het KB van 9 juni 1999
worden gewijzigd tegen half december 2000. Bij de
beoordeling van dossiers op dit moment wordt
echter al rekening gehouden met de toe te voegen
bepalingen over dierenwelzijn.

Wekelijkse veemarkten zijn noodzakelijk voor een
correcte prijsbepaling voor vee. Europa volgt deze
overtuiging. Niettemin moet er rekening worden
gehouden met de integriteit van de dieren. Beide
elementen moeten harmonieus kunnen
samengaan.
Depuis les événements, trois marchands se sont vu
refuser l'accès au marché d'Anderlecht. Le parquet
poursuit l'enquête. Ciney n'a interdit à personne
l'accès à son marché, mais le directeur et le
vétérinaire responsable ont démissionné.


Le plan de prévention, qui devra être introduit pour
le 15 décembre au plus tard, spécifiera le mode
d'organisation du marché, en vue de garantir un
meilleur traitement plus approprié des animaux et
de prévoir un autocontrôle par le marché lui-même.

Il faudra adapter l'arrêté royal du 9 juillet 1999, en
vue de créer des centres de signalement. Ce sera
bientôt chose faite.

Des négociations ont déjà été menées avec les
ministres régionaux compétents et les syndicats
d'agriculteurs ont été informés des décisions.

Il sera procédé sur les marchés aux bestiaux à des
contrôles renforcés pour vérifier si les prescriptions
légales applicables à la vente de bétail sont bien
respectées sur les marchés publics. Le bien-être
des animaux sera l'objet d'une attention toute
particulière. Ces contrôles renforcés seront évalués
après deux mois et éventuellement poursuivis le
cas échéant.

Le groupe de travail de fonctionnaires
pluridisciplinaires sera composé d'agents issus des
différents services compétents.

Comme indiqué précédemment, l'arrêté royal du 9
juin 1999 sera modifié d'ici à la mi-décembre 2000.
Toutefois, il est d'ores et déjà tenu compte, dans le
traitement des dossiers, des dispositions à ajouter
en matière de bien-être des animaux.

Il faut, pour fixer correctement le prix du bétail,
organiser hebdomadairement des marchés aux
bestiaux. L'Europe partage cette conviction. Il faut
également prendre en considération l'intégrité des
animaux. Cependant, il doit être possible de
concilier ces deux principes.
01.06 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Ik
maakte geen overdreven vergelijkingen. Ik maak
me zorgen over het feit dat de mechanismen die
aan de basis liggen van de dierenmishandeling,
dezelfde mechanismen zijn die mensen ertoe
aanzetten andere mensen te mishandelen.


We zullen het dossier verder volgen. Het
belangrijkste is dat er duidelijke en strikte afspraken
werden gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat deze
01.06 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Les
comparaisons auxquelles je me suis livré n'avaient
rien d'excessif. Ce qui me préoccupe, c'est que les
mécanismes qui conduisent à maltraiter les
animaux sont les mêmes que ceux qui débouchent
sur la maltraitance de l'être humain par ses
semblables.

Nous resterons attentifs à ce dossier. L'essentiel est
que nous nous soyons sur des décisions strictes et
précises. Je suis convaincu de l'efficacité de la
05/12/2000
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
werkwijze vruchten zal afwerpen.
méthode de travail.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): De feiten zijn zo
gruwelijk dat we een luide kreet van
verontwaardiging mogen laten horen. Wie dieren
mishandelt, tornt aan de menselijke waardigheid.
Men had al eerder kunnen optreden op basis van
de bestaande wetgeving. Ik verzeker de minister dat
de beelden de wereld rond zijn gegaan en het
imago van België een flinke deuk hebben gegeven.

Ik blijf er ook bij dat men de tussenschakel van de
veemarkten kan elimineren. Als ze toch blijven
bestaan, moeten ze dit jaar nog een erkenning
bemachtigen, waarbij aan strenge voorwaarden
inzake dierenwelzijn wordt voldaan. Tegen morgen
zouden de markten zelf maatregelen treffen. Ik ben
benieuwd of de met veel poeha aangekondigde
dreiging hard zal worden gemaakt.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): Les faits sont
tellement abominables que l'indignation est de
mise. Maltraiter les animaux revient à porter atteinte
à la dignité humaine. Nous aurions pu intervenir
plus tôt, sur la base de la législation existante. Je
puis assurer le ministre que les images ont fait le
tour du monde et que la réputation de la Belgique
en a pris un fameux coup.

Je persiste à penser que le maillon constitué par
les marchés aux bestiaux pourrait être supprimé.
S'ils subsistent, ils devront, cette année encore,
obtenir un agrément et satisfaire à des conditions
strictes concernant le bien-être des animaux. Dès
demain, les marchés vont prendre eux-mêmes
certaines mesures. Je me demande si la menace
brandie avec véhémence sera traduite dans les
faits.
De minister is niet duidelijk over de manier waarop
meningsverschillen binnen de werkgroep en tussen
de ministers zullen worden opgelost.


Zal de minister trouwens ingaan op de praktische
tips van Gaia? Is hij ook van oordeel dat kinderen
niet thuishoren op veemarkten?


Ik ben blij dat de minister met de regionaal
bevoegde ministers heeft overlegd. Ik vrees echter
dat de voorgestelde maatregelen ontoereikend
zullen zijn.
Le ministre n'a pas répondu clairement en ce qui
concerne la manière de régler les divergences de
vues au sein du groupe de travail et entre les
ministres.

Le ministre compte-t-il mettre en pratique les
suggestions de Gaia ? Estime-t-il également que
les enfants ne sont pas à leur place sur les marchés
des bestiaux ?

Je me réjouis de la concertation que le ministre a
eue avec les ministres régionaux compétents. Je
crains cependant que les mesures proposées ne
suffisent pas.
01.08 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Ik ben
tevreden met het antwoord van de minister. Zolang
er slachthuizen zijn, zullen er inderdaad slagvelden
zijn. We moeten erop toezien dat elementaire
regels in verband met het welzijn van het dier
worden nageleefd. De slachthuizen krijgen nu de
kans om aan de voorwaarden te voldoen: dat ze die
kans ook grijpen! Anders moeten ze worden
gesloten.

We spreken hier over dierenmishandeling in Ciney,
terwijl geen enkele Waalse volksvertegenwoordiger
hierover vragen stelt. Gelden daar weer andere
normen? Is verontwaardiging een exclusief Vlaams
verschijnsel?
01.08 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): La
réponse du ministre me satisfait. Tant qu'il y aura
des abattoirs, il y aura des champs de bataille. Il
faudra veiller au respect des règles élémentaires en
matière de bien-être des animaux. Les abattoirs
auront désormais à se conformer aux exigences: à
eux de saisir cette occasion, sous peine de
fermeture.



Nous dénonçons ici des mauvais traitements
infligés à des animaux sur le marché aux bestiaux à
Ciney. Pourtant, aucun parlementaire wallon n'a
posé des questions. Appliquerait-on d'autres
normes de l'autre côté de la frontière linguistique ?
L'indignation serait-elle l'apanage des Flamands?
01.09 Dirk Van der Maelen (SP): De veemarkt
van Anderlecht past de maatregelen van de
regering correct toe. Er is dus voor de veemarkt van
Ciney geen enkel excuus om dit niet te doen.
01.09 Dirk Van der Maelen (SP): Le marché aux
bestiaux d'Anderlecht applique correctement les
mesures prises par le gouvernement. Rien ne
permet donc plus de justifier ce qui se passe à
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9


Het preventieplan mag niet worden beperkt tot
controle. Gaia stelt een hele reeks maatregelen
voor, waar onze fractie achter staat. We zijn van
oordeel dat deze elementen ook in het
preventieplan moeten worden opgenomen. We
denken bijvoorbeeld aan een strobed op alle
plaatsen waar het vee komt.

Ik ben er niet van overtuigd dat veemarkten
noodzakelijk zijn voor een eerlijke prijsbepaling. Is
de minister bereid een studie over deze
problematiek uit te voeren, opdat we op basis van
de resultaten met quasi zekerheid de veemarkten
kunnen afschaffen of behouden?
Ciney.

Le plan de prévention ne doit pas se limiter au
contrôle. Gaia a proposé un éventail de mesures
auxquelles notre groupe se rallie. Nous pensons
qu'il s'agit-là d'éléments qui doivent également
figurer dans le plan de prévention. Nous songeons
par exemple à l'idée d'étendre de la paille aux
endroits où se trouve le bétail.

Je ne suis pas convaincu que les marchés aux
bestiaux soient indispensables pour fixer
équitablement les prix. Le ministre est-il disposé à
organiser à ce sujet une étude dont les résultats
nous permettraient de se prononcer avec une
quasi-certitude sur l'opportunité de maintenir ou de
supprimer ces marchés aux bestiaux.
01.10 Minister Jaak Gabriêls (Nederlands): De
rundersector is zo complex dat prijsbepaling geen
eenvoudige zaak is. Ik zie dan ook niet goed in hoe
we de markten kunnen bannen. Wel ben ik bereid
om hierover studiewerk te laten verrichten, maar dat
zal tijd vergen.
01.10 Jaak Gabriëls , ministre (néerlandais): La
complexité de la filière bovine rend également
complexe la fixation des prix. En outre, je ne vois
pas très bien comment nous pourrions fermer ces
marchés. Je suis néanmoins disposé à faire
procéder à une étude mais cela prendra du temps.
Heel de regering staat achter het ingenomen
standpunt en volgt elke week het tijdsschema op.
Alles verloopt zoals gepland, alleen de wijziging van
het KB over de melding zal misschien enige
vertraging oplopen.

Er is inderdaad een verschil in reactiesnelheid
tussen het parket van Anderlecht en Ciney. Morgen
zal de verantwoordelijke van de veemarkt te Ciney
worden gehoord door de interkabinettengroep, wat
hopelijk concrete voorstellen zal opleveren.


Het preventieplan werd precies aan de veterinaire
buitendiensten voorgelegd om de praktische
haalbaarheid te onderzoeken. Minister Aelvoet en
ikzelf zullen het zo snel mogelijk ondertekenen.


Er moet ook de nodige zorg worden besteed aan de
infrastructuur en ik heb de opdracht gegeven daar
een rapport over op te stellen. Dit zal niet klaar zijn
tegen eind december, maar ik beloof om dit
consciëntieus op te volgen.

Al de regels die nu worden opgelegd, zullen
trouwens niet alleen gelden voor de negen vaste
veemarkten, maar ook voor de diverse occasioneel
georganiseerde veemarkten.


In 1999 werd het KB aangepast. Het dierenwelzijn
werd toen jammer genoeg niet in de wet zelf
Le gouvernement unanime se rallie la position
adoptée et assure, chaque semaine, le suivi du
calendrier. Tout se passe comme prévu. Seule la
modification de l'arrêté royal sur le signalement
pourrait tarder un peu.

Il y a effectivement une différence de vitesse de
réaction entre le parquet d'Anderlecht et celui de
Ciney. Demain, le groupe intercabinets entendra le
responsable du marché à bestiaux de Ciney, ce qui
­ on peut l'espérer ­ débouchera sur des
propositions concrètes.

Si le plan de prévention a été soumis aux services
vétérinaires extérieurs, c'est précisément dans le
but d'examiner sa faisabilité pratique. La ministre
Aelvoet et moi-même le signerons dès que
possible.

Il convient également de porter l'attention requise à
l'infrastructure, et j'ai chargé mes services de
rédiger un rapport à ce sujet. Il ne sera pas prêt
pour la fin décembre, mais je promets de suivre son
avancement de très prêt.

Au demeurant, toutes les règles qui sont imposées
aujourd'hui ne s'appliqueront pas seulement aux
neuf marchés à bestiaux permanents, mais aussi
aux divers marchés à bestiaux organisés
occasionnellement.

En 1999, l'arrêté royal a été adapté.
Malheureusement, le bien-être des animaux n'a pas
05/12/2000
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
opgenomen, maar in de beschouwingen. In 2000
zal de wetgeving opnieuw grondig worden herzien.
Men kan ons dus geen passiviteit verwijten.
été inscrit dans le dispositifs de la loi mais dans les
considérants. En 2000, la législation sera revue de
fond en comble. On ne saurait, dès lors, nous
reprocher d'avoir adopté une attitude passive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de mogelijke overname
van Uitgeversbedrijf De Tijd en de gevolgen
daarvan voor de mededinging op de Vlaamse
dagbladuitgeversmarkt" (nr. 2804)

02 Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "la reprise éventuelle de la société
"Uitgeversbedrijf Tijd" et les conséquences de
cette reprise en matière de concurrence sur le
marché flamand de la presse quotidienne" (n°
28
04)
02.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Het
uitgeversbedrijf De Tijd, uitgever van de Financieel
Economische Tijd
(FET), zou naar verluidt te koop
worden aangeboden. De FET is een belangrijke
onafhankelijke kwaliteitskrant. Een te grote
concentratie in het medialandschap gaat ten koste
van de kwaliteit. In Vlaanderen groeit daarover
bezorgdheid en ook het personeel maakt zich
zorgen. Sinds 1 januari 1993 bestaat een wet op de
economische mededinging, die de ondernemingen
het recht wil garanderen hun activiteit uit te oefenen
op de markt van haar keuze en anderzijds de
gebruiker de voordelen wil laten genieten die
voortvloeien uit de mededinging. De wet omvat twee
delen: de restrictieve mededinging en de
concentratie. Dat laatste punt is hier van
toepassing.
02.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): La société
«
Uitgeversbedrijf Tijd
», l'éditeur du Financieel
Economische Tijd (FET), serait à vendre. Le FET
est un important journal indépendant de qualité.
Une trop grande concentration dans le paysage
médiatique nuit à la qualité. Cette situation
préoccupe un nombre croissant de personnes en
Flandre et le personnel s'en inquiète également.
Depuis le 1
er
janvier 1993, il existe une loi sur la
concurrence qui vise à garantir aux entreprises le
droit d'exercer leur activité sur le marché de leur
choix, tout en permettant à l'utilisateur de profiter
des avantages générés par la concurrence. Cette
loi comporte deux parties
: la concurrence
restrictive et la concentration. C'est de ce dernier
point qu'il s'agit ici.
Zal de overname van de FET geen inbreuk vormen
op de wet op de mededinging, omdat het hier om
een niet-toelaatbare concentratie gaat? De Raad
voor de Mededinging zal daarover oordelen en
eventueel een individuele vrijstelling leveren.


De beoordeling van de raad gebeurt echter post
factum. Is het niet nodig om vooraf al in actie te
treden? Zo is de minister bevoegd om nu al een
sectoraal onderzoek te laten voeren door de Raad
voor de Mededinging.

Volgt de minister de eventuele overname van de
FET? Heeft hij al initiatieven genomen? Zal hij
initiatieven nemen? Zal hij een sectoraal onderzoek
bevelen?
La reprise du Financieel Economische Tijd ne
constituera-t-elle pas une violation de la loi sur la
concurrence, dans la mesure où il s'agit d'une
concentration inacceptable? Le Conseil de la
concurrence en jugera en accordera
éventuellement une exception individuelle.

L'évaluation du Conseil intervient cependant a
posteriori. Une action préalable ne s'impose-t-elle
pas? Ainsi, le ministre a le pouvoir de demander,
dès à présent, au Conseil de la concurrence de
réaliser une enquête sectorielle.

Le ministre suit-il le dossier de la reprise éventuelle
du Financieel Economische Tijd? A-t-il déjà pris des
initiatives à cet égard? Envisage-t-il d'en prendre?
Ordonnera-t-il une enquête sectorielle?
02.02 Minister Charles Picqué (Nederlands) :
Ook ik hecht belang aan de verscheidenheid in de
berichtgeving. Het komt echter de Raad voor de
Mededinging toe te oordelen over de
toelaatbaarheid van een concentratie of een
afspraak in het licht van de wet van 5 augustus
02.02 Charles Picqué , ministre (néerlandais): je
suis également très soucieux de la diversité de la
presse. Il appartient toutefois au Conseil de la
Concurrence de juger à la lumière de la loi du
5 août 1991 si une concentration ou un accord sont
admissibles. Les parties contractantes disposent
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
1991. De contracterende partijen beschikken over
één maand om de concentratie te melden, voor
zover ze beantwoorden aan de in de wet
omschreven drempels. De Raad gaat vervolgens na
of er redenen zijn om de concentratie te weigeren.

Tot op heden was er geen officiële kennisgeving bij
de Raad voor de Mededinging. Ik zal dit dossier
verder met aandacht blijven volgen.
d'un mois pour notifier la concentration, et pour
autant qu'elles satisfassent aux seuils fixés dans la
loi. Le Conseil examine ensuite s'il y a des motifs de
refuser la concentration.
Jusqu'à présent, aucune communication officielle
n'a été faite au Conseil de la Concurrence. Je
resterai très attentif à ce dossier.
Voorzitster: Frieda Brepoels.
Présidente: Frieda Brepoels.
02.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Een
verschraling van het medialandschap zou geen
goede zaak zijn voor de democratie. Daarmee is
ook de minister het eens. Daarom is het een
belangrijk signaal aan de perswereld dat het
Parlement nu reeds zijn bezorgdheid uit. Kan de
minister geen gebruik maken van de bevoegdheid
die artikel 26 van de mededingingswet hem toekent
om a priori een sectoraal onderzoek te starten?
02.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Un
appauvrissement du paysage médiatique belge
nuirait à la démocratie. Le ministre ne nous
contredira pas sur ce point. A ce stade, l'expression
de la préoccupation du Parlement constituerait dès
lors pour le monde de la presse un signal important.
Le ministre ne peut-il, sur la base de la compétence
que lui octroie l'article 26 de la loi sur la
concurrence, ordonner une enquête sectorielle a
priori?
02.04 Minister Charles Picqué (Nederlands): De
minister kan bij de Raad voor de Mededinging
tussenkomen om het algemeen belang te
verdedigen, voor zover er een melding gebeurde. Ik
zal dit dossier met aandacht opvolgen.
02.04 Charles Picqué , ministre (néerlandais): Le
ministre peut intervenir auprès du Conseil de la
Concurrence pour défendre l'intérêt général, pour
autant que notification ait été faite. Je ne manquerai
pas de suivre ce dossier de près.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van mevrouw Muriel
Gerkens aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de eenheidsprijs van
boeken" (nr. 2795)
03 Question orale de Mme Muriel Gerkens au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "le prix unique du livre" (n° 2795)
03.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): U heeft
zich reeds eerder uitgesproken voor een
eenheidsprijs voor boeken. Het is immers zaak de
onafhankelijke boekhandel te vrijwaren tegen de
greep van de supermarkten, die aanzienlijke
kortingen kunnen geven op werken met een grote
oplage. Dankzij die bestsellers en de opbrengst
ervan kunnen dan weer meer hermetische werken
verspreid worden. Onze culturele en intellectuele
rijkdom hangt af van het overleven van de
onafhankelijke boekwinkels.


U stelt een maximumkorting van 5% voorop, maar
daarop zouden ook weer uitzonderingen gelden
tijdens koopjesperioden die zouden samenvallen
met de perioden waarin belangrijke aankopen van
schoolbehoeften gedaan worden. De boekhandels
verkopen doorgaans net méér boeken in die
perioden. Er zou beter niet in een uitzondering
worden voorzien. Daardoor zouden de uitgevers zelf
03.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Vous
vous êtes déjà exprimé, Monsieur le ministre, en
faveur d'une loi sur le prix unique du livre. Il est, en
effet, important de préserver les librairies
indépendantes menacées par les grandes surfaces
qui peuvent accorder des réductions de prix
importantes sur les livres à grand tirage. Or, ce sont
ces derniers et les bénéfices qu'ils engendrent qui
permettent la diffusion d'ouvrages plus
confidentiels. Notre richesse culturelle et
intellectuelle dépend donc de la survie de ces
librairies indépendantes.

Vous envisagez une remise maximale de 5% mais
aussi des exceptions pour les périodes « de solde
correspondant aux achats scolaires importants ».
Or, les librairies vendent généralement plus de
livres durant cette période. Ne pas prévoir
d'exception serait préférable. Cela obligerait les
éditeurs à proposer eux-mêmes des ristournes, ce
qui serait bénéfique tant pour le consommateur que
05/12/2000
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
verplicht worden kortingen toe te staan, wat zowel
voor de verkoper als voor de uiteindelijke
consument een goede zaak zou zijn.

Voorziet u in uitzonderingen voor de bibliotheken,
de boekenclubs, de jaarboeken en boeken die als
relatiegeschenken worden gegeven ? Hoelang zou
een eenheidsprijs worden opgelegd ?
pour le vendeur.


Prévoyez-vous des exceptions pour les
bibliothèques, les clubs de livres millésimés et les
ouvrages offerts comme cadeaux d'affaire
?
Pendant combien de temps prévoyez-vous
l'imposition d'un prix unique ?
Stripverhalen zouden niet binnen het
toepassingsgebied van de wet vallen. Wat zijn uw
argumenten voor die uitsluiting ? Moeten auteurs
van stripverhalen niet evengoed worden
opgewaardeerd ? Zou u stripverhalen echt uit het
toepassingsgebied van de wet durven lichten en
aldus hun culturele waarde ontkennen ?

Zal de reglementering ook e-commerce omvatten,
conform de resolutie die de Fransen op Europees
niveau indienden ? Wordt het tabelsysteem voor
ingevoerde boeken, dat al in 1987 werd opgeheven
maar nog steeds wordt toegepast, eindelijk
afgeschaft ? Is het wetsontwerp op die boeken van
toepassing ? Wat gaat u doen om
wederinvoerregelingen tussen invoerders binnen en
buiten de Europese Unie de pas af te snijden ?


Wat heeft u onthouden uit het overleg met de
onderscheiden actoren ? Zal u ons uw ontwerpen
voorleggen ? Zou u instemmen met een
voorafgaand debat ?
La BD serait exclue du champ d'application de la
loi. Quels sont vos arguments en faveur de cette
exclusion ? Les auteurs de BD ne doivent-ils pas
être valorisés au même titre que les autres
auteurs ? Oseriez-vous réellement exclure la BD du
champ d'application de la loi et nier ainsi sa valeur
culturelle ?

Le commerce électronique du livre sera-t-il aussi
concerné par la réglementation, conformément à la
résolution française au niveau européen
?
Prévoyez-vous, pour les livres importés, la fin du
système de la tabelle, abrogé depuis 1987 mais
encore appliqué ? Le projet de loi s'applique-t-il à
ces mêmes livres ? Quelles mesures comptez-vous
prendre pour éviter les systèmes de réimportation
entre les importateurs établis hors de l'Union
européenne et dans l'Union ?

Que retirez-vous des concertations menées entre
les différents auteurs
? Comptez-vous nous
soumettre vos projets ? Accepteriez-vous un débat
préalable sur le sujet ?
03.02 Minister Charles Picqué (Frans): Het
voorontwerp van wet werd nog niet aan de
Ministerraad voorgelegd. Die tekst is het resultaat
van onderhandelingen met alle actoren van de
boekensector. De huidige versie is evenwichtig en
houdt rekening met eenieders belangen.

Ik ben voorstander van het invoeren van een
"koopjesperiode" in september, tijdens welke
grotere kortingen zouden mogen worden
toegestaan. Men moet de kleinhandel immers in
staat stellen zijn onverkochte producten te verkopen
en men moet de prijzen bij het begin van het
schooljaar doen dalen.

Wanneer een dergelijke wet in werking treedt, stijgt
de gemiddelde boekenprijs niet maar in
grootwarenhuizen zullen sommige boeken daardoor
duurder worden. Een periode tijdens welke
kortingen zouden kunnen worden toegestaan lijkt
mij derhalve aangewezen. Ik ben ook zinnens
grotere kortingen mogelijk te maken bij de verkoop
aan openbare besturen of bibliotheken. Men moet
immers iedere inflatie van het leenrecht voor
boeken voorkomen. Ik voorzie tevens in een
03.02 Charles Picqué , ministre (français):
L'avant-projet de loi n'a pas encore été soumis au
Conseil des ministres. Ce texte est le fruit d'une
négociation avec tous les acteurs de la chaîne du
livre. Sa version actuelle est équilibrée et prend en
compte les intérêts de chacun.

Je suis favorable à l'instauration d'une période de
« soldes » au mois de septembre, au cours de
laquelle des rabais plus importants seraient
autorisés. Il faut, en effet, permettre aux détaillants
d'écouler les invendus et faire baisser les prix à
l'occasion de la rentrée scolaire.


Lorsqu'une telle loi entre en vigueur, le prix moyen
du livre n'augmente pas mais, dans les grandes
surfaces, certains ouvrages sont vendus plus cher.
Une période de rabais me paraît donc judicieuse.
J'ai aussi l'intention d'autoriser des rabais plus
élevés pour la vente aux collectivités et aux
bibliothèques. Il convient, en effet, d'éviter toute
inflation du prix de prêt des livres. Je prévois
également une exception pour les livres achetés à
plus de dix exemplaires par les entreprises en vue
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
uitzondering voor boeken die in meer dan tien
exemplaren worden aangekocht door bedrijven die
ze aan hun klanten en hun personeel aanbieden.
Sommige Belgische uitgevers zijn daarin immers
gespecialiseerd.
de les offrir à leurs clients ou à leur personnel.
Certains éditeurs belges sont, en effet, spécialisés
dans ce commerce.
De koopjesperiode moet winkeliers de mogelijkheid
bieden onverkochte exemplaren van de hand te
doen. De instelling van de eenheidsprijs zou dus
niet, zoals in Frankrijk, in de tijd moeten worden
beperkt.

Er zijn drie belangrijke argumenten om de wet niet
toe te passen op stripverhalen. Ten eerste heeft
geen enkele uitgever van stripverhalen om de
instelling van een eenheidsprijs gevraagd.
Sommigen gaven zelfs aan hiertegen gekant te zijn.
Ten tweede kan het stripverhaal in tegenstelling tot
de roman moeilijk opnieuw in een andere vorm
worden uitgegeven en aldus een nieuw leven
krijgen toebedeeld. Ten derde nemen de
grootwarenhuizen een groot deel van de
stripverkoop voor hun rekening.

Voorts ben ik van plan de e-commerce uit te sluiten.
Deze draagt bij tot de culturele verscheidenheid.
Mede door de portkosten verschilt deze sector
inzake prijsstructuur sterk van de traditionele markt.

I
k ben voorstander van de afschaffing van de tabel.
De exportkosten zijn gedaald, de douanekosten zijn
verleden tijd en de BTW-tarieven zijn nu voor de
hele EU gelijkwaardig. De tabel heeft derhalve geen
bestaansreden meer en zal waarschijnlijk met de
invoering van de euro verdwijnen.
La période de solde est destinée à l'écoulement des
invendus. L'imposition du prix unique ne devrait
donc pas être limitée dans le temps, comme c'est le
cas en France.


Il existe trois raisons principales pour exclure la
bande dessinée du champ d'application de la loi.
Primo, aucun éditeur de bandes dessinées n'a
réclamé l'instauration d'un prix fixe. Certains ont
même indiqué qu'ils y sont défavorables. Secundo,
la bande dessinée, à la différence du roman, peut
difficilement être éditée sous d'autres formes et
bénéficier ainsi d'une nouvelle vie. Tertio, les
bandes dessinées sont beaucoup vendues en
grande surface.


J'ai également l'intention d'exclure le commerce
électronique. Celui-ci participe en effet à la diversité
culturelle et sa structure de prix diffère fortement de
celle du marché classique, notamment à cause des
frais de port.

Je suis favorable à la disparition de la tabelle. Les
frais d'exportation ont diminué, les frais de douane
ont disparu et les taux de TVA européens sont
équivalents. La tabelle n'a donc plus de raison
d'être et disparaîtra probablement avec l'avènement
de l'euro.
Ingevoerde boeken vallen onder de toepassing van
het wetsontwerp. De invoerder zal een prijs bepalen
die alle kleinhandelaars in acht moeten nemen. De
uitvoer/wederinvoer zal worden verboden indien het
de bedoeling is de wet te omzeilen. Ten slotte zou ik
de tekst graag verder met u bespreken. Eens het
voorontwerp van wet door de regering is
aangenomen en door de Raad van State is
onderzocht, zal het aan het Parlement worden
voorgelegd.
Les livres importés sont couverts par le projet de loi.
L'importateur fixera un prix qui devra être respecté
par tous les détaillants. L'exportation-réimportation
sera interdite si elle vise à contourner la loi. Enfin, je
serais heureux de débattre plus longuement de ce
texte avec vous. Une fois l'avant-projet adopté par
le gouvernement et examiné par le Conseil d'État, il
sera soumis au Parlement.
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): U komt
niet aan al mijn bekommernissen tegemoet, maar
wij zullen daarop terugkomen. Laten wij ons er
niettemin van bewust zijn dat , zowel in Brussel als
in Wallonië, het aantal boekhandels op dramatische
wijze afneemt, en dat alleen de boekhandels in de
steden blijven bestaan.
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Vous
ne rencontrez pas toutes mes préoccupations, mais
nous en reparlerons. Soyons néanmoins conscients
que le nombre de librairies diminue dramatiquement
tant à Bruxelles qu'en Wallonie et qu'elles ne
subsistent que dans les villes.
Voorzitster: Muriel Gerkens.
Présidente: Muriel Gerkens.
05/12/2000
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
04 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Luc Sevenhans tot de eerste minister
over "de verdeling van de federale middelen voor
de luchtvaartindustrie (dossier Airbus A3XX)" (nr.
573).
- mevrouw Frieda Brepoels tot de eerste minister
over "de verdeling van de federale middelen voor
de luchtvaartindustrie (dossier Airbus A3XX)" (nr.
578).
- mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "het Airbus-project" (nr. 579).
(Het antwoordt zal worden verstrekt door de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid).
04 Interpellations jointes de
- M. Luc Sevenhans au premier ministre sur "la
répartition des moyens financiers fédéraux
destinés à l'industrie aéronautique (dossier
Airbus A3XX)" (n° 573).
- Mme Frieda Brepoels au premier ministre sur
"la répartition des moyens financiers destinés à
l'industrie aéronautique (dossier Airbus A3XX)"
(n° 578).
- Mme Simonne Creyf au premier ministre sur "le
projet Airbus" (n° 579).
(La réponse sera donnée par le ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes).
04.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Vorige
vrijdag zou de Ministerraad hebben beslist
bijkomend 6,2 miljard frank toe te kennen aan de
ondernemingen die deelnemen aan het Airbus
A3XX-project. Het gaat om terugvorderbare
voorschotten. Er zou niet worden gewerkt met een
verdeelsleutel. In de begroting was al 1,7 miljard
ingeschreven. In totaal zou het dus om een bedrag
van 7,9 miljard gaan; er zou voor 17 miljard frank
aan projecten zijn ingediend bij Airbus. Ik vermoed
dat vooral de Waalse luchtvaartindustrie daar
voordeel zal uithalen.

Ondanks de beslissing van de Ministerraad van
vorige vrijdag blijft het stil rond dit dossier. Dat
verwondert me. Ik kijk uit naar het antwoord van de
minister. Welke criteria zal men hanteren bij de
verdeling van de middelen?
04.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Vendredi
dernier, le Conseil des ministres aurait décidé
d'octroyer 6,2 milliards de francs supplémentaires
aux entreprises qui participent au projet Airbus
A3XX. Il s'agit d'avances remboursables. Aucune
clé de répartition ne serait prise en compte. 1,7
milliard de francs avait déjà été inscrit au budget.
Au total, le montant atteindrait 7,9 milliards de
francs ; des projets auraient été introduits auprès
d'Airbus à concurrence de 17 milliards de francs. Je
suppose que ce sont principalement les entreprises
aéronautiques wallonnes qui en bénéficieront.

Je m'étonne de constater qu'en dépit de la décision
prise par le gouvernement vendredi dernier, ce
dossier ne progresse pas. J'ai hâte d'entendre la
réponse du ministre. Quels critères utilisera-t-on
pour répartir les moyens ?
04.02 Frieda Brepoels (VU&ID): De eerste
minister heeft ons vorige week beloofd om dit
dossier en de beslissing van de Ministerraad van 1
december 2000 deze week te komen toelichten in
het Parlement. Ik betreur het ten zeerste dat hij zijn
belofte niet nakomt.

De eerste minister had het vorige week over een
basisakkoord. De wet van 8 augustus 1980 bepaalt
dat een samenwerkingsakkoord met de Gewesten
nodig is. Wanneer werd dit samenwerkingsakkoord
afgesloten? Wat is de inhoud ervan?
04.02 Frieda Brepoels (VU&ID): Le premier
ministre nous a promis la semaine passée de venir
cette semaine au Parlement pour fournir des
précisions sur ce dossier-ci ainsi que sur la décision
du conseil des ministres du 1
er
décembre 2000. Je
regrette vivement qu'il n'ait pas respecté cet
engagement.

Le premier ministre a fait état, la semaine passée,
d'un accord de base. La loi du 8 août 1980 impose
un accord de coopération avec les Régions. Quand
cet accord de coopération a-t-il été conclu ? Quel
en est le contenu ?
04.03 Minister Charles Picqué (Nederlands): Op
1 december keurde de Ministerraad de uitbreiding
van het budget dat aan de Belgische
ondernemingen ter beschikking wordt gesteld voor
het A3XX-programma, met 6,168 miljard frank
goed. Dat brengt het totale budget op 7,868 miljard
frank. Dit budget werd vastgesteld op grond van
een evaluatie van de prefinancieringsbehoeften van
de bedrijven en zal objectief worden verdeeld.
04.03 Charles Picqué , ministre (néerlandais): Le
Conseil des ministres de ce vendredi a marqué son
accord sur une extension de 6,168 milliards de
francs belges destinés aux entreprises belges qui
participent au développement du programme A3XX.
Le budget total s'élève ainsi à 7,868 milliards de
francs belges. Ce budget a été fixé sur la base de
l'évaluation des besoins en préfinancement des
entreprises et ces fonds seront répartis
objectivement.
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Voor de uitvoering van deze federale beslissing is
een samenwerkingsakkoord met de Gewesten
nodig. Ik kreeg de opdracht om daarover te
onderhandelen. Deze onderhandelingen hebben nu
pas zin, aangezien het budget nu pas vastligt. Het
voorakkoord met de Gewesten ging over het
principe van de federale bijdrage en de manier
waarop de fondsen worden toegewezen.

Ik hou het Parlement op de hoogte van de
vorderingen in dit dossier.
La mise en oeuvre de cette décision du
gouvernement fédéral nécessite un accord de
coopération avec les Régions. J'ai été chargé de
mener les négociations à ce sujet. Elles n'ont de
sens qu'à partir du moment où le budget aura été
fixé. Le préaccord qui s'est dégagé des réunions
avec les Régions portait sur le principe de
l'intervention fédérale et sur la méthode d'attribution
des fonds.
Je ne manquerai pas de tenir le Parlement informé
des progrès enregistrés dans ce dossier
Er is geen sprake van een communautaire
verdeelsleutel, omdat de middelen worden
toegekend op basis van de contracten. Wij moeten
daarnaast rekening houden met de beperkingen
van de wet op de economische mededinging. De
financieringsbehoeften zullen voor 66,6 procent
worden voldaan.
La clé de répartition n'a pas été prise en compte car
les moyens sont octroyés sur la base de contrats;
Par ailleurs, il nous faut tenir compte des limites
imposées par la loi relative à la concurrence
économique. Les besoins en financement seront
satisfaits à concurrence de 66,6%.
04.04 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Het
oorspronkelijk bedrag dat werd uitgetrokken, was
lager. Ik ben ervan overtuigd dat het op basis van
Vlaamse eisen werd verhoogd. Ondertussen zal het
meeste geld weer naar Wallonië gaan. Waarom legt
de minister niet klaar en duidelijk uit hoe hij aan het
bedrag van 17 miljard frank komt?

Het gaat om terugbetaalbare voorschotten, maar
dat sluit nog niet alle risico's uit. Wordt daar
voldoende rekening mee gehouden?
04.04 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Le
montant initialement prévu était inférieur. Je suis
convaincu qu'il a été majoré sur la base des
revendications flamandes. En attendant, la plupart
des moyens reviendront encore à la Wallonie.
Pourquoi le ministre n'indique-t-il pas précisément
comment il arrive au montant de 17 milliards de
francs ?

Il s'agit d'avances remboursables mais cela n'exclut
pas tous les risques. En tient-on suffisamment
compte ?
04.05 Frieda Brepoels (VU&ID): De Ministerraad
van 1 december besliste bovenop het saldo van 1,7
miljard frank nog eens 6,2 miljard toe te kennen
voor Airbus-contracten. Er zou voor 17 miljard aan
contracten zijn ingediend bij Airbus. Klopt dat? Om
welke contracten gaat het? Van welke bedrijven?
Hoe staat het met de verdeling over de Gewesten?


Zal een overheidsaudit gebeuren van de
contracten? Op welke termijn zal moeten worden
terugbetaald? Wat zijn de voorwaarden?

Het is een precedent dat vooraf geen gewestelijke
verdeelsleutel wordt bepaald. De toekomst zal
uitwijzen welke verdeelsleutel werd gehanteerd. Wij
zullen dit dossier van nabij opvolgen.
04.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Le Conseil des
ministres du 1
er
décembre a décidé d'octroyer
encore 6,2 milliards supplémentaires pour les
contrats Airbus, au-delà du solde de 1,7 milliard.
Des contrats à concurrence de 17 milliards auraient
été introduits auprès d'Airbus. Est-ce exact ? De
quels contrats s'agit-il ? Quelles entreprises sont
concernées? Comment se présente la répartition
entre les Régions ?
Les contrats feront-ils l'objet d'un audit public ?
Dans quel délai devront être effectués les
remboursements? Quelles sont les conditions du
marché?
Le fait qu'aucune clé de répartition régionale n'ait
été préalablement déterminée constitue un
précédent. L'avenir nous indiquera quelle clé de
répartition a été appliquée. Nous suivrons ce
dossier de près.
04.06 Minister Charles Picqué (Nederlands): Ik
weet niet hoe het bedrag over de Gewesten zal
worden verdeeld. Dat hangt immers af van de
contracten!

De Vlaamse bedrijven vreesden dat de federale
04.06 Charles Picqué , ministre (néerlandais):
J'ignore comment le montant sera réparti entre les
Régions car cela dépend des contrats !

Les entreprises flamandes craignaient que les
moyens fédéraux soient totalement épuisées au
05/12/2000
CRABV 50
COM 322
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
tussenkomst al opgesoupeerd zou zijn op het
moment van de tweede golf bestellingen. De
Vlaamse bedrijven, in hoofdzaak
uitrustingsbedrijven, zouden daar dan het
slachtoffer van zijn. Hun vraag was dus
gerechtvaardigd.

Het gaat om voorschotten die op een termijn van
een tiental jaren moeten worden terugbetaald.
moment de la deuxième vague de commandes. Les
entreprises flamandes, qui sont essentiellement des
entreprises d'équipement, seraient alors lésées.
Leur demande était donc justifiée.
Il s'agit d'avances remboursables dans un délai
d'une dizaine d'années.
Over de contracten moet nog worden
onderhandeld. De bedrijven kregen echter de
geruststelling dat ze kunnen rekenen op een
financiële bijdrage van de Staat.
Les contrats doivent encore faire l'objet d'une
négociation. Les entreprises ont toutefois reçu
l'assurance qu'elles pourront bénéficier d'une aide
financière de l'Etat.
04.07 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Door de
verhoging van het budget zal er dus voldoende geld
zijn. Maar hoe komt u aan die 17 miljard frank? Is
dat bedrag vastgelegd op basis van contracten of
offertes?
04.07 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
L'augmentation du budget permettra de dégager les
fonds nécessaires. D'où proviendront ces 17
milliards de francs ? Ce montant a-t-il été calculé
sur la base de contrats ou d'offres ?
04.08 Minister Charles Picqué (Nederlands): Wij
hebben onze industriële mogelijkheden ingeschat
en als we alle contracten kunnen afsluiten, gaat het
om 17 miljard frank. Het gaat dus om een maximaal
bedrag.
04.08 Charles Picqué , ministre (néerlandais) :
Nous avons évalué nos capacités industrielles et,
dans l'hypotyhèse où nous pourrons conclure tous
les contrats, nous arrivons à un chiffre de 17
milliards. Il s'agit par conséquent d'un montant
maximum.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering met vragen wordt gesloten om
16.30 uur.

La séance publique de commission est levee à
16.30 heures.

Document Outline