KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 308
CRIV 50 COM 308
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
dinsdag mardi
28-11-2000 28-11-2000
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 308
28/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- de heer Karel Pinxten tot de staatssecretaris,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, over "haar bezoek aan Centraal-Afrika"
(nr. 567)
- M. Karel Pinxten à la secrétaire d'Etat, adjointe
au ministre des Affaires étrangères, sur "sa visite
en Afrique centrale" (n° 567)
-
de heer Francis Van den Eynde tot de
staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, over "de resultaten van haar
bezoek aan Centraal-Afrika" (nr. 571)
- M. Francis Van den Eynde à la secrétaire d'Etat,
adjointe au ministre des Affaires étrangères, sur
"les résultats de sa visite en Afrique centrale"
(n° 571)
Sprekers: Karel Pinxten, Francis Van den
Eynde, Annemie Neyts
, staatssecretaris
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, Leen Laenens, Erik Derycke, Guido
Tastenhoye
Orateurs: Karel Pinxten, Francis Van den
Eynde, Annemie Neyts
, secrétaire d'Etat
adjoint au ministre des Affaires étrangères,
Leen Laenens, Erik Derycke, Guido
Tastenhoye
Moties
11
Motions
11
CRIV 50
COM 308
28/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
DINSDAG
28
NOVEMBER
2000
10:15 uur
______
du
MARDI
28
NOVEMBRE
2000
10:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.15 uur door
de heer Geert Versnick, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.15 heures par M.
Geert Versnick, président.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Karel Pinxten tot de staatssecretaris,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, over "haar bezoek aan Centraal-Afrika"
(nr. 567)
-
de heer Francis Van den Eynde tot de
staatssecretaris, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken, over "de resultaten
van haar bezoek aan Centraal-Afrika" (nr. 571)
01 Interpellations jointes de
- M. Karel Pinxten à la secrétaire d'Etat, adjointe
au ministre des Affaires étrangères, sur "sa
visite en Afrique centrale" (n° 567)
- M. Francis Van den Eynde à la secrétaire
d'Etat, adjointe au ministre des Affaires
étrangères, sur "les résultats de sa visite en
Afrique centrale" (n° 571)
01.01 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega's,
ik zal mijn interpellatie niet beginnen bij de
dekolonisatie, laat staan bij de kolonisatie. Ik wil
het hier wel hebben over uw reis naar Centraal-
Afrika waar u op zeven dagen tijd een zevental
landen bezocht hebt, naar verluidt als gezant van
de regering. Ik vind het overigens merkwaardig
dat een lid van de regering zichzelf als gezant
naar Centraal-Afrika kan laten zenden. U bent
naar verluidt ook vertrokken met de ondersteuning
van de Europese Unie en de Verenigde Naties.
Daar kom ik straks op terug. Maar voor ik tot mijn
eigenlijke vraag kom, wil ik ter inleiding kort vier
punten behandelen.

Het eerste punt heeft te maken met de doelstelling
van de regering, namelijk voor een doorbraak
zorgen in Centraal-Afrika. Dat was het doel dat
door een meerderheid in deze commissie en in
het voltallige Parlement gesteund werd. Toch kan
ik me niet ontdoen van de indruk dat het met het
Afrikabeleid een beetje gaat zoals met het
asielbeleid van deze regering. Men creëert zeer
hoge verwachtingen, men legt veel verklaringen
af, men neemt ook wel veel initiatieven. De
verwachtingen van de Belgische bevolking en
vooral van de bevolking uit de landen van de
Centraal-Afrikaanse crisisregio worden echter niet
weerspiegeld in concrete successen op het
terrein.

Mevrouw de staatssecretaris, ik kan mij niet van
de indruk ontdoen dat naarmate de resultaten
uitblijven er steeds meer verwachtingen gecreëerd
moeten worden. De initiatieven zijn gekend door
de politieke outing van de eerste minister in Kigali
en door tal van uitspraken die gedaan werden
rond uw zending. Aan de ene kant worden dus
een aantal verwachtingen gecultiveerd. Aan de
andere kant is er de perceptie dat het Afrikabeleid
faalt, wat bijzonder jammer is.

Om dit te illustreren wil ik twee zinnen citeren van
de bekende buitenlandjournaliste Mia Doornaert.
Niet zo lang geleden schreef zij in De Standaard
over de minister van Buitenlandse Zaken, de heer
Michel, of eigenlijk over de regering, ik citeer: "De
mensenrechten in het centrum van de
bekommernissen plaatsen is uitstekend, maar
buitenlands beleid is een kwestie van efficiëntie,
niet van verklaringen". Zij ging verder: "Emoties
mogen dan het modewoord zijn in de Belgische
politiek, aan emoties heeft Afrika niets als zij een
excuus zijn om niets te doen".

Het benieuwt me wat de regering wil doen met
28/11/2000
CRIV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
betrekking tot Centraal-Afrika. Hoe zal ze te werk
gaan? Met welke middelen en welke partners zal
dat gebeuren? Dat is de inhoud van mijn eerste
vraag.

De tweede vraag betreft de voormalige minister
van Buitenlandse Zaken van Congo. U hebt die
man ontmoet. We hebben er de minister van
Buitenlandse Zaken reeds over ondervraagd. Het
blijft me verbazen - dat is eufemistisch uitgedrukt -
dat een regering die haar buitenlands beleid op
morele beginselen wil baseren, een van haar
regeringsleden schijnbaar probleemloos contacten
laat leggen en besprekingen laat voeren met
iemand tegen wie door de Belgische autoriteiten
een aanhoudingsbevel uitgevaardigd werd. Het
gaat hierbij niet om een akkefietje, maar om
schendingen van het humanitair recht.

Mijn derde vraag heeft te maken met het feit dat
niet ontkend kan worden dat het Afrikabeleid van
de regering een zekere drang naar
mediaprofilering vertoont. Op zich is dat niet
abnormaal. Het enige probleem is de vraag of die
profileringsdrang op een bepaald ogenblik niet
contraproductief kan zijn. Dan is het jammer en
zeer nadelig. Als wij in Centraal-Afrika iets willen
realiseren of helpen realiseren, zal het op een
gecoördineerde manier samen met een aantal
andere landen en in het kader van een aantal
internationale organisaties moeten gebeuren.
Wanneer men de drang naar mediaprofilering
voorop zet en wanneer dat ten nadele van de
inbedding in internationale organisaties is, dan is
dit bijzonder jammer en lijkt het mij dat de
Centraal-Afrikaanse bevolking daar niet mee
gediend is. Als ons land initiatieven wil nemen,
gebeurt dit best via diplomatieke kanalen en via
internationale structuren. Iedere profileringsdrang
is dan contraproductief. Dat is mijn standpunt.
Daarover gaat ook een van mijn vragen. Ik zal ze
dadelijk nog even samenvatten.

Het laatste puntje heeft niet alleen te maken met
de internationale inbedding, maar ook met de
nationale inbedding. In welke mate slaagt de
regering erin om op nationaal vlak een brede
consensus te bereiken over het beleid rond Afrika
en meer bepaald rond Centraal-Afrika? U kent
ongetwijfeld ook de verontrustende rapporten van
Amnesty International en Human Rights Watch.

Wij menen dat het goed zou om een parlementair
Afrikadebat te voeren. Men dient daarbij niet
alleen ruimte te bieden aan eigen nationale
waarnemers en academici, maar ook
hoorzittingen te organiseren met getuigenissen
over de schendingen van de mensenrechten en
de situatie van de vluchtelingen. Ook experts van
gouvernementele en niet-gouvernementele
organisaties dienen bij deze hoorzittingen
betrokken te worden.

Deze consensus, die hopelijk voortvloeit uit het
parlementair Afrikadebat, is buitengewoon
belangrijk om een ruim nationaal draagvlak te
geven aan het buitenlands beleid met betrekking
tot Centraal-Afrika. Het spreekt voor zich dat
daardoor de geloofwaardigheid van het Centraal-
Afrika-beleid automatisch verhoogd wordt.

Mevrouw de staatssecretaris, u hebt mijn vragen
ontvangen. Mijn eerste vraag heeft betrekking op
de concrete feiten. U hebt in zeven dagen zeven
landen bezocht, wat een herculesopdracht is. Ik
ben wel benieuwd naar de concrete resultaten van
dit bezoek. Ten tweede, wens ik te vernemen in
welke mate er een multilaterale voorbereiding en
inbedding was. Zijn er hierover al dan niet
contacten geweest met de VN, met de Europese
Unie en met een aantal andere landen zoals
Frankrijk en Groot-Brittannië? U hebt de vorige
minister van Buitenlandse Zaken in zijn nadagen
op dat departement ontmoet. Ik ben ook benieuwd
naar het resultaat van deze ontmoeting. Stelt u
daar als politica enige vragen bij? Wat werd er
tijdens deze ontmoeting besproken? Of was uw
zending de facto niet meer dan een
aaneenschakeling van een aantal
beleefdheidsbezoeken, een zogeheten courtesy
call?

Mevrouw de staatssecretaris, ik wil eindigen met
mijn indruk over het resultaat en de weergave
ervan in de media. Men citeert u met de uitspraak:
"Il n'y a pas de blocage total". Er is dus wel sprake
van een blokkering, maar niet van een totale
blokkering. Dat is een relatieve negatieve
uitspraak. U zou ook gezegd hebben - ik citeer
een andere krantenkop: "Kabila heeft mij
ontgoocheld". Ik zou nog kunnen doorgaan met de
kop "Une fin de voyage orageuse". U hebt dus
zeven dagen lang wel een grote inspanning
geleverd, maar als ik die krantenkoppen lees,
besluit ik daaruit dat het resultaat vrij mager is,
tenzij u mij van het tegendeel kunt overtuigen.
01.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
staatssecretaris, collega's, mijn betoog vangt aan
waar dat van de heer Pinxten is geëindigd.
Inderdaad, het resultaat was magertjes. Hoe kan
het ook anders? Er zit natuurlijk wel ergens een
logica in het buitenlands beleid van dit land. Sinds
het aantreden van de nieuwe regering ressorteert
het buitenlands beleid onder de
CRIV 50
COM 308
28/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
verantwoordelijkheid van de vice-eerste minister,
de heer Louis Michel. Consequentie in het
buitenlands beleid is soms echter moeilijk te
vinden.

Ik herinner u eraan dat wij kampioenen zijn in het
respecteren van de mensenrechten, wij zijn de
zuiveren der zuiveren. Dat hebben we duidelijk
getoond toen we Pinochet in Groot-Brittannië
hebben opgejaagd en nog stoerder was ons
optreden in de kwestie Oostenrijk. Al las ik enkele
dagen geleden dat de heer Michel en de heer
Haider elkaar toevallig in een Weens café hebben
ontmoet. De wereld is klein! We hebben heel stoer
ons standpunt over Oostenrijk duidelijk gemaakt.
We hebben zeer hard ons best gedaan, maar
blijkbaar is het daar dan gestopt.

Aan de ene kant zijn wij zeer steng wat de
mensenrechten in Europa betreft. Ons wordt
uitgelegd dat wij van de Europeanen meer mogen
eisen. Dat lijkt mij echter een soort gelaveerd
superioriteitsgevoel en kan dus niet erg worden
geapprecieerd. Aan de andere kant is het zodra
wij Afrika binnenstappen, gedaan met de
mensenrechten. Dan komt in het huidig beleid nog
slechts één droom naar voren: opnieuw een rol
spelen in Afrika.

Het is alsof men in bepaalde kringen in het zuiden
van dit land nog steeds zingt: "Zijn uw wensen niet
groot, ginds toch wacht u een land als een wereld
zo groot waar uw vlag staat geplant". Men houdt
zich daar zeer star aan. Men tracht met alle
middelen opnieuw voet aan de grond te krijgen in
Centraal-Afrika.

Tot hier toe is dat niet formidabel geslaagd. Toen
de heer Michel, die in deze toch uw baas is, zich in
Afrika bevond, zette hij alras zijn gevoel voor
mensenrechten opzij en schudde de hand van de
heer Yerodia. Deze man werd hier inmiddels
aangeklaagd omwille van een nogal ernstige
schending van de mensenrechten en zat in België
met een internationaal aanhoudingsmandaat
geplaagd. Die beelden kwamen hier op televisie
en daar gingen onze pogingen om zoete broodjes
te bakken met de heer Kabila.

Dat was dus niet echt een geslaagde zet. Omdat
men echter in voornoemde kringen stevig
vasthoudt aan de wens terug voet aan wal te
zetten in Afrika, heeft men gezocht naar een
Chinese vrijwilliger, als ik mij zo mag uitdrukken.
De heer Chevalier kwam uiteraard niet meer in
aanmerking, aangezien hij de functie van
staatssecretaris niet meer bekleedde.
Het was Annemie Neyts, zijn kersverse
opvolgster, die de op voorhand getorpedeerde
zending uitvoerde. Immers, minister Michel was in
Kinshasa op het ogenblik dat in de media melding
werd gemaakt van het feit dat zijn homoloog van
Buitenlandse Zaken hier werd vervolgd voor
schending van de mensenrechten. De minister
bezocht Kinshasa op een ogenblik dat de
Congolese ambassade werd bezet, wat volgens
mij zeker niet de beste waarborg bood voor het
welslagen van een opdracht waarbij de goodwill
van de andere partij was vereist.

Bovendien deed u niet alleen Kinshasa aan, maar
u heeft ook - en ik feliciteer de heer Pinxten voor
de volgende uitdrukking - een herculesopdracht
moeten uitvoeren, in die zin dat u zeven
hoofdsteden aandeed in zeven dagen. Zeer
efficiënt kon dat volgens mij ook niet zijn.

Mevrouw de staatssecretaris, geloofde u zelf in
deze zending, of vertrok u eerder met het idee dat
iemand een en ander moest gaan opruimen en
dat men wel zou zien wat de resultaten daarvan
zouden zijn, met andere woorden, baat het niet,
dan schaadt het niet? Maar als die
veronderstelling juist is, waarom was u dan
ontgoocheld? Ik maak u geen enkel verwijt, maar
gezien de omstandigheden waarin u moest
optreden, had niemand het beter kunnen doen.
Nogmaals, waarom kon u dan ontgoocheld zijn?
Daarbij, naast de verschillende titels die de heer
Pinxten aanhaalde is er ook nog de
bunkermentaliteit die aldaar heerst.

Gelooft u trouwens dat wij nog iets kunnen
ondernemen van die aard, tenzij het bieden van
noodhulp en proberen een handje toe te steken
waar nodig?

Ware het niet aangewezen, als wij dan toch
geloven in de mogelijkheden van een of andere
Belgische diplomatieke actie in Zuid-Afrika, gezien
het complexe en vooral ernstige karakter van deze
zaak, op te treden in samenspraak met
verschillende andere Europese landen? Misschien
zou zulks de indruk geven dat wij wat sterker zijn
en wat meer te vertellen hebben.

Hoe dan ook, u weet wellicht dat ik zeer sceptisch
sta met betrekking tot de mogelijkheden aldaar; ik
pleit trouwens al lang voor een out of Africa-
politiek.
01.03 Staatssecretaris Annemie Neyts: Mijnheer
de voorzitter, collega's, ten eerste zou ik de
interpellanten willen danken omdat zij mij de
gelegenheid geven het Parlement via deze
28/11/2000
CRIV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
commissie uitvoeriger in te lichten over de
precieze draagwijdte van de zending die ik in
Centraal-Afrika zopas heb volbracht.

De heer Pinxten heeft er zich over verbaasd dat ik
deze zending als gezant van de regering heb
volbracht. Deze term werd gebruikt in de State of
Union, de uiteenzetting die eerste minister
Verhofstadt op 17 oktober 2000 in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers heeft gehouden. Hij
heeft toen duidelijk verklaard dat de regering haar
meer actieve politiek ten aanzien van Afrika wilt
voortzetten en dat in dit verband een gezant van
de regering, in casu een regeringslid, naar de
diverse hoofdsteden in Centraal-Afrika zal worden
gezonden.

U noemt dat een Hercules- of titanenopdracht. Zo
erg was het nu ook weer niet, maar wij hebben
inderdaad op zes dagen tijd zeven verschillende
hoofdsteden bezocht: Kampala in Uganda, Kigali
in Rwanda, Bujumbura in Burundi, Harare in
Zimbabwe, Luanda in Angola en Kinshasa in de
Democratische Republiek Congo. Libreville, de
hoofdstad van Gabon, hebben we op de terugweg
naar België aangedaan.

Wat was de bedoeling van deze zending? Voordat
ik daarop inga, wil ik u even in herinnering
brengen dat niet alleen mijn kabinetschef, mijn
woordvoerder en de directeur-generaal van de
politieke multilaterale betrekkingen van het
ministerie van Buitenlandse Zaken aan de zending
deelnamen, maar ook de diplomatiek raadgever
van de eerste minister, een adviseur van de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
en een adviseur voor Afrika van de minister van
Buitenlandse Zaken. Hieruit blijkt duidelijk dat dit
meer dan een tocht van een eenzaam
regeringslid, annex gevolg was. Alle rechtstreeks
bevoegde en betrokken leden van de regering -
van de eerste minister, de minister van
Buitenlandse Zaken tot de staatssecretaris van
Ontwikkelingssamenwerking heen - hebben zeer
actief deelgenomen aan deze missie, niet als
observatoren die toekeken hoe alles verliep, maar
wel als mensen die hebben bijgedragen tot de
voorbereiding en de verwerking van al de
gesprekken die ik heb gevoerd. Voor de
volledigheid wil ik ook vermelden dat we voor het
vertrek op het kabinet van Defensie een zeer
lange werkvergadering hebben gehad met
kabinetsleden en verantwoordelijken van Defensie
zelf om een zo volledig mogelijk beeld van de
situatie in Afrika te krijgen.

Ik heb u verteld welke hoofdsteden ik heb
bezocht. Ik zal u de lijst besparen van de mensen
die ik heb ontmoet, maar ik zal deze overhandigen
zodat ze bij het verslag kan worden gevoegd. Dat
zijn staatshoofden, ministers van buitenlandse
zaken en in een aantal landen ook ministers van
Defensie, vermits de militaire situatie aldaar nu
eenmaal is wat ze is. Ik heb ook met
rebellenleiders gesproken. In Kampala heb ik de
leider van het MLC, Jean-Pierre Bemba ontmoet
en in Kigali heb ik een gesprek gehad met de heer
Onosumba van de Rassemblement Congolais
Democratique (RCD), die in deze beweging net de
leiding heeft genomen.

In Zimbabwe heb ik de parlementaire oppositie-
leider ontmoet.

Wat was het doel van de ontmoetingen? Onze
regering wou met de hoofdbetrokkenen concreet
nagaan hoe de uitvoering van de akkoorden van
Lusaka zich verhoudt tot een aantal recentere
initiatieven zoals de eerste bijeenkomst in Maputo,
de top van Kinshasa, een vergadering van een
aantal staatshoofden stafchefs en ministers van 4
francofone landen uit Centraal-Afrika, de
bijeenkomst in Tripoli op uitnodiging van Khadafi.
We wilden eveneens weten welk standpunt de
verschillende actoren terzake innemen. Bovendien
was het de bedoeling te onderzoeken op welke
manier we constructief kunnen inspelen op de
vredesprocessen. De zending is een aanvulling
van het gesprek tussen de eerste minister en Kofi
Annan. De voorbereiding van mijn zending is in
nauw overleg gebeurd met onze permanente
vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties in New
York en met het secretariaat­generaal. Daags
voor ik vertrokken ben heeft de bijzondere EU-
gezant die net terug was uit Burundi mij uitvoerig
ingelicht over zijn impressies. Sinds mijn terugkeer
heb ik hem reeds opnieuw ontmoet om mijn
bevindingen voor te leggen en te bespreken.
Bovendien worden onze bevindingen via de
COREU aan de andere lidstaten van de Europese
Unie meegedeeld.

Wat zijn de resultaten van mijn bezoek? Op de
persontmoetingen voor, tijdens en na de zending
heb ik er angstvallig over gewaakt niet de indruk
te wekken dat ik met een toverstokje in Centraal-
Afrika vrede kan stichten. Als dat mogelijk was,
zou ik uiteraard geen ogenblik aarzelen. De
situatie is dermate complex dat een toverstokje
niet werkt. Bovendien wijzigt de toestand
voortdurend. Dat is de reden waarom men
regelmatig met de hoofdbetrokkenen in contact
moet komen om zich van de stand van zaken te
kunnen vergewissen. Het is geenszins mijn
bedoeling de inspanningen van de diplomaten en
ambassades ter plekke niet naar waarde te
CRIV 50
COM 308
28/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
schatten. Zij leveren uitstekend werk. Een
ontmoeting met heel wat protagonisten geeft het
grote voordeel meer zicht te krijgen op de
verschillende invalshoeken en standpunten die zij
op een bepaald ogenblik ten opzichte van een
bepaalde gebeurtenis innemen.

Dat kan men niet wanneer men vandaag
staatshoofd X over gebeurtenis Y hoort en twee
maanden later staatshoofd Z over dezelfde
gebeurtenis, want ondertussen is een en ander
alweer veranderd. We hebben dus een aantal
visies ontdekt die nog niet helemaal tot ons waren
doorgedrongen voor ik mijn reis had aangevat.
Een beter inzicht in wat er aan de gang is en dus
ook in wat de kansen en risico's zijn hier en nu,
hebben we alvast verworven. Wat we ook
verworven hebben, is bij ongeveer alle
protagonisten waardering voor de inspanningen
die België doet en dat gaat veel verder dan
courtesy calls. U moet begrijpen dat de Belgische
regering zowat de enige ter wereld is die zich op
deze manier interesseert voor de situatie in
Centraal-Afrika en tot een vreedzame oplossing
wil bijdragen. Dat is natuurlijk onze bedoeling.

Overigens, ik wacht er mij altijd voor de term
Afrika-politiek te gebruiken. Ik doe dat ook bewust.
Liever omschrijf ik het met de volgende woorden:
een politiek ten opzichte van de Afrikaanse
landen. Het gaat er inderdaad niet om een Afrika-
politiek te voeren waarbij wij op eigen houtje
bepalen wat er allemaal moet gebeuren. Zelfs
mochten we eenzijdig zo'n politiek willen
uittekenen - laat het duidelijk zijn: dat willen we
niet -, dan zouden we dat niet kunnen.

Ik herhaal het: ook van landen waarmee België
geen zogeheten historische banden heeft, heb ik
blijken van grote waardering voor onze
inspanningen ontvangen, samen met de vraag om
ze voort te zetten.

Tot zover mijn algemene schets van het kader
waarbinnen de missie werd opgezet. Ze is zeker
nuttig geweest voor een betere kennis van de
situatie. Bovendien heeft ze ons geholpen de
kampen en de mogelijkheden om onze politiek ten
opzichte van Afrika voort te zetten, af te lijnen. Zo
heb ik deze missie ervaren.

Ik voeg er nog aan toe
-
dat had u allang
vermoed - dat, wanneer men één tot anderhalf uur
durend gesprek voert met een buitenlandse
collega of een staatshoofd, het niet enkel gaat om
een courtesy call, want daar is men op een
kwartier al vanaf. Dan kan men vragen stellen en
peilen naar de intenties van de ene en de andere
en kan men vooral vragen naar de visie van de
gesprekspartner. Die vragen bevallen niet
iedereen, maar dat is dan voor de rekening van de
gesprekspartner.

Ik kom nu tot mijn antwoorden op de respectieve
vragen om nadien te besluiten. De heer Pinxten
vreest dat we misschien al te hoge verwachtingen
hebben gewekt. Ik kan daar alleen maar op
antwoorden dat ik mijn uiterste best heb gedaan
om dat niet te doen, zeker niet ten aanzien van de
Centraal-Afrikaanse bevolkingen, waarover het
eigenlijk gaat en waar het ons om te doen is. Men
kan echter niet vermijden dat het bezoek van een
Belgisch regeringslid daar enige aandacht krijgt.
Mijn missie was tenslotte niet geheim. Het ging
niet om geheime diplomatie die het daglicht niet
kon verdragen of waarvoor we ons moesten
schamen. Integendeel. U moet begrijpen dat ons
initiatief enige weerklank heeft gekregen.

Ik heb er ook zorg voor gedragen om aan
iedereen hetzelfde te zeggen, niet in emotionele,
maar nuchtere bewoordingen.

Het centrale sluitstuk van het Afrikabeleid van de
regering is dat wij willen dat de territoriale
integriteit wordt gerespecteerd, met inbegrip van
de territoriale integriteit van Congo. Dat is een
boodschap die in Oeganda en Rwanda natuurlijk
anders wordt onthaald dan in Congo. U kunt zich
dat wel voorstellen.

Ik heb vragen gekregen over mijn ontmoeting met
de voormalige minister van Buitenlandse
Betrekkingen van de Congolese Republiek. Al
mijn gesprekspartners zijn mensen die oorlog
hebben gevoerd, nog steeds oorlog voeren of
gewapende groeperingen rechtstreeks of
onrechtstreeks steunen en leiden. In het
algemeen voeren zij een beleid dat niet strookt
met wat wij daarvan verwachten. Wij wensen dat
er vrede komt, dat er een staakt-het-vuren komt
en dat de gewapende groepen liefst geweldloos
worden ontwapend. Hoe we dat laatste punt ooit
moeten bereiken weet ik niet. Wij wensen dat
echter wel. Wij wensen ook dat de democratie
vooruitgaat in alle betrokken landen en dat politiek
pluralisme mogelijk wordt. Het lijstje met onze
wensen is lang en wordt in geen enkel van de
betrokken landen ten volle vervuld.

Wij zouden kunnen zeggen dat, zolang onze
wensen of eisen op al deze vlakken niet vervuld
zijn, wij geen contact wensen te hebben met de
verantwoordelijken. In concreto betekent dit dat
men Centraal-Afrika aan zijn lot overlaat. Ik wil
niet zeggen dat het allemaal één pot nat is, want
28/11/2000
CRIV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
dat is niet het geval. Voor een goed begrip van de
situatie is het zelfs zeer belangrijk dat men het
onderscheid maakt tussen, bijvoorbeeld, legers
die agressoren zijn omdat ze het grondgebied
binnengevallen zijn zonder daartoe uitgenodigd te
zijn en troepen die aanwezig zijn omdat ze
gevraagd waren. Men spreekt echter steeds met
mensen die rechtstreeks aan de basis liggen van
wat vanuit alle oogpunten een ontoelaatbare
situatie is. Dit is ontoelaatbaar op militair vlak en
op het niveau van de ontwikkeling. Men heeft in
dat geval twee mogelijkheden. Men kan, ofwel
zeggen dat men hier niets mee te maken wil
hebben. "Out of Africa!" Dan laat men Afrika aan
zijn lot over met alle gevolgen van dien. Dat is niet
het beleid van de huidige regering. Ik kan mij heel
goed voorstellen dat de leden van de oppositie het
daar niet mee eens zijn. Dat is duidelijk niet ons
beleid. Ofwel kan men besluiten dat wij vanuit
onze betrokkenheid, die groter is dan die van de
meeste andere landen, toch onze inspanningen
verder willen zetten. Dat gebeurt dan niet alleen
voor een beter begrip van de situatie omdat dit
een oefening is die alleen intellectueel
genoegdoening verschaft. Verder gaat dit niet. We
willen ook zeer concreet weten wat we kunnen
doen. In dat verband vind ik het geen probleem
dat ik de toenmalige minister van Buitenlandse
Zaken heb ontmoet. Het is in Congo nu eenmaal
zo dat als men het staatshoofd wil spreken, men
vooraf een onderhoud moet hebben met de
minister van Buitenlandse Zaken. Dat heeft dan
ook plaatsgegrepen.

Mijnheer de voorzitter, ik kom tot mijn besluit.
Welke te volgen pistes zijn op het eerste zicht
duidelijk?

Onze eerste duidelijke aanbeveling aan alle
betrokkenen inzake de beslissing van de
Veiligheidsraad om het mandaat van de MONUC
verder te zetten, is in elk geval de verlenging van
het mandaat. Het niet verlengen van het mandaat
na 15 december 2000 zou het absoluut verkeerde
signaal zijn voor alle protagonisten. Het zou
immers betekenen dat de internationale
gemeenschap, de VN op kop, zich afkeert van de
situatie in Centraal-Afrika en de situatie op zijn
beloop laat.

Onze tweede aanbeveling betreft onze
bekommernis inzake het gevaar van een
loskoppeling van de twee luiken van Lusaka, met
name enerzijds, het militaire luik en anderzijds, de
interne Congolese dialoog. Zolang in Congo geen
proces van dialoogvoering inzake politieke
vernieuwing op gang komt, blijft men in het
centraal gelegen gebied met een haard van
onstabiliteit met alle bijhorende risico's
geconfronteerd. Men mag deze twee luiken dus
niet van elkaar loskoppelen. Waarom is het risico
zo groot? Omdat het duidelijk is dat alle landen
rondom Afrika de situatie eigenlijk willen wijzigen
en terzake gesprekken met elkaar voeren. Het is
dus mogelijk dat zowel Oeganda, Rwanda,
Zimbabwe en Angola onder mekaar een akkoord
sluiten waardoor de troepen op termijn worden
teruggeroepen zonder dat er in Congo
veranderingen op het terrein plaatsgrijpen.

Een andere belangrijke aanbeveling is de
ondersteuning van de uitvoering van de
akkoorden van het Arusha-proces met betrekking
tot Burundi. Ik wil daarbij zelfs persoonlijk mijn nek
uitsteken. De staatsleider Buyoya wil echter, voor
de tweede keer in zijn carrière én met een groot
persoonlijk risico voor zichzelf, opnieuw een
verzoeningsproces op gang brengen, zelfs zonder
de inachtneming van een 100% staakt-het-vuren.
Deze moed moet worden beloond, niet hijzelf
maar het proces moet worden gesteund en mee
op gang worden gebracht.

Dit zijn de concrete voorstellen die wij
meebrachten. Er zijn nog voorstellen op langere
termijn maar ik wil terzake wachten tot de minister
van Buitenlandse Zaken terugkeert van Gaborone,
waar een EU-top tussen de EU en de zuidelijke
Afrikaanse landen plaatsvindt en waarbij hij in
onmiddellijk gevolg van de huidige stand van
zaken opnieuw gesprekken zal hebben om een
aantal pistes verder te ontdekken.

Tot slot, na mijn onderhoud met Kabila was ik
ontgoocheld omdat er geen enkele bereidheid
bleek om tot een oplossing te komen. U zult
vanmorgen hebben vernomen dat Kabila nu wel
zou instemmen met Maputo 2, met name in
gesprekken tussen alle oorlogsvoerende partijen
om naar een oplossing te zoeken. Ik ben niet zo
onbescheiden om te zeggen dat ik deze
gedragswijziging aan mezelf wil toeschrijven maar
u weet maar nooit. Ik ben zeker dat de
gesprekken die wij, het meest actieve land in de
internationale gemeenschap, in Congo, niet alleen
met Kabila en Yerodia, maar ook met
oppositieleiders en andere regeringsleden hebben
gehad, een niet mis te verstane boodschap
hebben gegeven, met name dat het vredesproces
moet worden ondersteund. Dit is dus geen
nutteloze oefening geweest en daarom heb ik ze
met graagte gemaakt en antwoord ik ook graag op
uw interpellatie.
01.04 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik dank u
CRIV 50
COM 308
28/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
voor uw uitvoerig antwoord. Ik begrijp er ten eerste
uit dat u op informatieronde bent geweest en dat u
als staatssecretaris van oordeel bent dat dit een
nuttig initiatief was. Ik stel echter vast dat er geen
concrete resultaten kunnen worden verbonden
aan uw zending of aan het Afrikabeleid dat deze
regering al bijna anderhalf jaar voert. U bevestigt
dit overigens zelf: op een bepaald ogenblik zei u
dat u ontgoocheld was over uw contact met de
heer Kabila.

Ten tweede weet u dat mijn fractie geen `Out of
Africa'-beleid bepleit. Wij pleiten wel voor een
beleid dat de mensenrechten respecteert. Op dat
vlak stelt uw antwoord mij helemaal niet tevreden.
Ik weet dat de functie van staatssecretaris voor u
een erfenis is. U bent nog niet zo lang geleden in
de regering gekomen. De minister van
Buitenlandse Betrekkingen was op zijn
departement begonnen met een morele
kruistocht. Hij is daar vrij vlug van moeten
terugkomen. Ook de laatste dagen bleek dat op
pijnlijke wijze. Ik lees in de pers vandaag
bijvoorbeeld zeer positieve uitlatingen van hem
over zijn Oostenrijkse collega. Niet alleen over
haar charmes, maar ook over haar competentie
en haar aanpak. Dat is toch iets anders dan wat
hij minder dan een jaar geleden over diezelfde
persoon verklaarde.

Er blijft uiteraard een pijnpunt bestaan. Men kan
niet de nadruk leggen op een buitenlands beleid
dat gesteund wil zijn op sterke morele beginselen
- om niet te zeggen dat het een moraliserend
buitenlands beleid wil zijn - en tegelijkertijd
probleemloos omgaan met mijnheer Yerodia,
tegen wie een internationaal aanhoudingsbevel
loopt vanwege de Belgische justitie. Hij is niet
zomaar een politicus of zomaar een rebellenleider.
Dat onderscheid, tussen mijnheer Yerodia en alle
andere mensen die u ontmoet hebt, komt in uw
antwoord niet aan bod. Dat onderscheid moet er
zijn. Het aanhoudingsbevel loopt niet wegens een
of ander akkefietje, maar wegens schendingen
van de mensenrechten.

De minister van Buitenlandse Betrekkingen heeft
van meet af aan, daarin gesteund door de hele
regering, de nadruk gelegd op de ethische
dimensie van zijn beleid. Ik vind het dus zeer
moeilijk te begrijpen dat u probleemloos contacten
onderhoudt met mensen als mijnheer Yerodia. Het
ondermijnt de hele geloofwaardigheid van dit
Afrikabeleid en van de ethische dimensie van het
buitenlands beleid.

U hebt heel wat nuttige informatie gegeven. Ik
dank u daarvoor. Toch blijf ik erbij dat u een beleid
voert dat volledig haaks staat op dit dat door de
minister van Buitenlandse Betrekkingen een jaar
geleden - gesteund door de regering en de eerste
minister - aangekondigd was. De regering moet
een standpunt innemen inzake het Afrikabeleid.
De regering moet daarin een consequente
houding aannemen. Ook in de toekomst wensen
wij uw ethische benadering te steunen, indien u ze
in uw concrete benaderingen benadrukt. Waar u
niet handelt naar datgene wat uw regering
verkondigt, zullen we er de nadruk op blijven
leggen.

Voor het overige dank ik u voor het uitvoerige
antwoord op mijn vraag.
01.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u op mijn
beurt voor het uitgebreide antwoord.

Het eerste deel van uw antwoord heeft het meest
mijn aandacht getrokken. U vertelde ons dat u het
bezoek aan Centraal-Afrika samen met de andere
departementen voorbereid. U hebt toen zelf de
klemtoon gelegd op een lang gesprek met
Landsverdediging. Het feit dat u dat vermeldt
tussen andere gesprekken, spreekt voor mij
boekdelen. Het toont aan dat er belang aan wordt
gehecht. Ik moet u bekennen dat ik mijn hart
vasthoud voor een nieuwe militaire aanwezigheid
in Centraal-Afrika. Ik heb de indruk dat we daar
steeds verder in gaan. Bijna elke maand krijgen
we nieuwe elementen in dat verband te horen. Het
gaat onder meer om deelname aan
luchtvaartshows in Zuid-Afrika waarvoor nogal
veel militaire vliegtuigen gebruikt worden. Nu hoor
ik dat de staatssecretaris voor Buitenlandse
Handel een vredesmissie naar Centraal-Afrika
samen met Landsverdediging voorbereid. Dit
verontrust mij.

De CVP heeft u verweten dat u de heer Yerodia
de hand geschud hebt. Ik begrijp dat en kan dat
beamen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik uw
antwoord ook gehoord had. Dat is het resultaat
van de gemaakte keuze. Ofwel praten wij met dat
regime, ofwel praten we er niet mee.

Het ergert me dat sinds deze nieuwe regering aan
het bewind is gekomen, België op dat vlak vrij
tegenstrijdige standpunten heeft ingenomen. Wij
praten met mensen die we voor de rechtbank
willen slepen en die tegelijkertijd tegen ons
procederen in Den Haag. Wij hebben nochtans
beelden gezien, waarin deze mensen oproepen tot
de vernietiging van hun vijanden. Daarentegen
praten we niet met mensen van wie we niet
kunnen aantonen dat zij iets verkeerd gedaan
28/11/2000
CRIV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
hebben. Dit gebrek aan consequentie ergert mij.

Tot slot, ik heb aandachtig geluisterd toen u ons
hebt meegedeeld dat u niet alleen gesproken hebt
met de regering maar ook met de rebellen en met
de mensen uit de buurlanden. In het huidig politiek
jargon staat dit voor "alle actoren op het terrein".
Het staat buiten kijf dat dit van belang is om de
zaak goed in te schatten en te begrijpen. Hoe
meer tijd men aan deze zaak besteedt, hoe meer
men immers te maken krijgt met andere situaties.

U legt er zelf de nadruk op hoe snel de zaken
evolueren en uit uw antwoord blijkt jammer
genoeg ook dat - hoe goed en grondig bedoeld
ook - deze stand van zaken een momentopname
is, die zeer snel, wekelijks zelfs, verandert. Dat is
een van de redenen waarom ik van mening ben
dat dit kleine landje aan de Noordzee zeer weinig
kan betekenen in Centraal-Afrika, inzonderheid in
dat vredesproces. Met de uitspraak Out of Africa
bedoelen wij niet dat de Centraal-Afrikanen hun
eigen weg maar moeten gaan. Het is alleen maar
de vaststelling van het feit dat België het niet kan.
Indien er iets moet gebeuren, zal dit in
samenspraak met of door anderen moeten
gebeuren. Het enige wat wij daar kunnen bereiken
is het realiseren van de nostalgie van Franstalige
hogere kringen naar een bepaald koloniaal
verleden.
01.06 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik ben het met de
staatssecretaris eens als zij zegt dat het van
belang is dat zij nu haar nek uitsteekt.

Mevrouw de staatssecretaris, u heeft benadrukt
dat er overleg werd gepleegd met de Europese
Unie en de Verenigde Naties. Ik wil een aantal van
uw aanbevelingen onder de aandacht brengen en
ik zou u ook willen vragen deze niet uit het oog te
verliezen.

Ik had het genoegen vorige week in New York te
zijn in het kader van de algemene vergadering van
de Verenigde Naties. Ik heb heel wat gesprekken
gevoerd over MONUC. U heeft gezegd dat de
verwachtingen te hoog gespannen zijn. Ik denk
dat dit reeds in februari het geval was tijdens de
toenmalige missie die kaderde in hoofdstuk 6. Het
is echter gebleken dat er peace moet zijn
vooraleer men aan peace-keeping kan gaan
denken. Ik zou u willen vragen om tijdens uw
gesprekken met leden van de Veiligheidsraad - en
dan vooral de leden van de Europese Unie - niet
alleen over de verlenging van het mandaat maar
ook over het mandaat zelf te spreken.
Uw tweede aanbeveling had te maken met het
tweede luik van Lusaka. Dit lijkt mij juist. Ik heb
nochtans ook gehoord dat er tussen beiden een
nieuw evenwicht moet worden gevonden. Het ene
wordt nu altijd gebruikt als een excuus voor het
andere en uiteindelijk gebeurt er dan niets. U heeft
ook gezegd dat men de gewapende groepen wil
ontwapenen. Als wij willen dat er van die wens iets
komt, is er volgens mij nood aan concepten en
programma's over de manier waarop die moet
gebeuren.

Ik heb u niets horen zeggen over uw contacten
met Masire. Ik neem aan dat u hem misschien
heeft ontmoet maar ik heb dit nergens kunnen
lezen. Ik zou u ook willen vragen de discussie over
een Congofonds te willen starten. De humanitaire
hulp lijkt mij meer als nodig. We vernemen dat de
toestand daar heel snel achteruit gaat. Het lijkt mij
ook belangrijk te blijven benadrukken dat niet
alleen de mensenrechten maar ook het
internationaal recht moeten worden
gerespecteerd.

Los van het meer regionale conflict dat
momenteel in Congo woedt, verwijst u ook naar
het Arusha-proces. Ik had daar graag op een
ander moment en misschien iets uitgebreider op
teruggekomen. Ik verneem dat terzake heel wat
zaken aan herziening toe zijn.
01.07 Erik Derycke (SP): Mijnheer de voorzitter,
we zijn natuurlijk blij dat we de staatssecretaris
over haar reis horen vertellen. Ik had daarover
vorige week al een aantal vragen aan de minister
gesteld. Die kon of wilde niet volledig antwoorden.
Ik had de indruk dat hij zich nogal snel van de
Congo-saga heeft afgemaakt door te zeggen dat
de politiek van de regering daaromtrent is gekend.
Steunend op mijn ervaring uit het verleden, wil ik u
enige goede raad geven, mevrouw de
staatssecretaris.

Ten eerste, is het goed veel met het Parlement te
praten, vooral over Congo. Ik heb dat geleerd en
ik denk dat het in deze tijden niet anders is,
alhoewel de publieke opinie minder alert lijkt over
het probleem dan grosso modo drie, vier jaren
geleden. Dat heeft twee gevolgen. Enerzijds, is
het voor de regering gemakkelijker om te
handelen, maar anderzijds, moet men er ook voor
opletten dat men de aandacht van de pers en de
publieke opinie in de Congopolitiek niet verliest,
omdat het ook een drijfkracht kan zijn.

Ik heb nu ook begrepen dat eerste minister
Verhofstadt niet over een nieuw initiatief sprak. Uw
reis maakte blijkbaar deel uit van een algemene
CRIV 50
COM 308
28/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
informatieronde. Of dat nu als gezant of in
opdracht van de regering was, laat mij koud; dat
heeft niet zoveel betekenis. Belangrijker vind ik
het dat u de actoren hebt leren kennen. Dat is
levensnoodzakelijk voor de Afrikaanse politiek, die
men immers niet vanuit Brussel kan voeren,
omdat de realiteit in Afrika zo verschrikkelijk vlug
verandert.

Ten tweede, waarschuw ik u en de regering voor
het volgende: als er twee mensen zich
bezighouden met Afrika, zorg er dan voor dat er
zeer duidelijke afspraken worden gemaakt. Uit
mijn ervaring heb ik geleerd dat de Afrikanen
kampioenen zijn in het exploiteren van licenties,
ook de kleinsten binnen de regering. U zal dat snel
opmerken. De regering moet dus voor zichzelf
goed moet uitmaken wie zich zal bezighouden met
het Afrikabeleid. Minister Michel zei immers vorige
week dat hij niets had toe te voegen aan zijn
Afrikapolitiek, maar ondertussen vernemen we wel
dat hij in Gaborone zit. Ik veronderstel dat hij daar
toch over de Afrikapolitiek spreekt.

Ten derde, heb ik ook nog een aantal
opmerkingen uit naam van onze fractie. In deze
processie van Echternach - jammer genoeg is
deze vrome processie een zeer bloedige
processie geworden in de Afrikaanse crisis - denk
ik dat de regering een goede analyse maakt. Ik
vermoed trouwens dat alle fracties dezelfde
mening zijn toegedaan, ook de CVP en Agalev,
die ik hier vandaag heb gehoord, en zelf
gedeeltelijk het Vlaams Blok.

Het ontbreekt de regering echter aan nuttige
hefbomen om daadwerkelijk iets te veranderen.
De analyse omvat twee zaken. Wie niet ziet dat er
twee dramatische lijnen door het Congo en
Centraal-Afrikaprobleem lopen, is stekeblind. Er is
in de eerste plaats een samenspel, vaak met
wisselende coalities, van landen die om de een of
andere reden een ander land bezetten, maar
eigenlijk allemaal een soort van predatoire
regimes zijn. Zichzelf bestendigen is hun enige
bedoeling. De meeste hebben trouwens geen
enkele democratische legitimiteit. Het laatste land
waarvan ik mij herinner dat er verkiezingen waren,
en dan nog op zijn Afrikaans, was Oeganda.
Achter de verkiezingen in Zimbabwe kunnen we
best een groot vraagteken zetten, als we het
rapport van de Europese Unie lezen.

Er zijn echter verkiezingen geweest. Laat het ons
zo zeggen. Dat is dus een eerste factor.

Een tweede factor - die er eigenlijk haaks op staat
maar de ene lijn nog versterkt
-
is het
interregionaal conflict in Congo, dat bovendien
semi-etnisch van aard is. Daarom blijft de
intercongolese dialoog toch noodzakelijk. Ik ben
blij dat u in die zin hebt gereageerd. Het volstaat
dat Kabila een beetje goede wil aan de dag legt,
wat hij natuurlijk niet doet, om die intercongolese
dialoog op te tillen. Er zijn vier facties; het Kabila-
regime, de opgesplitste RCD en Jean-Pierre
Bemba. Die zijn allemaal regionaal en interetnisch
getint. Men kan niet verdragen dat Kabila, een
Balubakat, de zaken in Congo definitief wilt
regelen.

De gekoppelde oplossing blijft nodig. Het zou zeer
gevaarlijk zijn om daarvan afstand te doen. Men
kan dat niet dissociëren. Men kan trachten invloed
te hebben in Congo, maar als het intercongolees
conflict geen begin van oplossing krijgt, ontstaan
er voortdurend negatieve interacties die beide
negatieve processen versterken.

We moeten uiteraard praten, maar als België een
rol wilt blijven spelen, moeten we iets anders doen
dan praten. Hiermee kom ik bij het hoofdstuk
"nuttige allianties". België is objectief te klein. Men
heeft waardering voor wat België doet. Ik denk dat
het Parlement daar ook grosso modo waardering
voor heeft, maar het inhaken van die Belgische
goodwill in de internationale manoeuvres rond
Congo ontbreekt. Bij de internationale actoren is
geen enkele coherentie te bespeuren. Ik heb u
eraan herinnerd dat Afrikanen graag dissenties
exploiteren. Zij doen niets anders dan het gebrek
aan internationale coherentie voortdurend
dissociëren.

Een eerste grote uitdaging is 15 december. Als de
internationale actoren geen vuist kunnen maken
ten opzichte van de landen rondom Congo en
Kabila, dat mag men het voorgoed vergeten. Ik
geloof dat vijf dingen kunnen worden gedaan. In
ieder van die zaken kan België een rol spelen,
maar ik geloof niet dat er een internationale of
Europese coherentie is. Wat op 2 november onder
Franse invloed is gebeurd, bewijst dat de Fransen
nog steeds hun eigen Afrikaanse politiek hebben.
Masire vertrouwen zij niet. Zij willen iemand
anders daarbij betrekken. Ik vind dat nogal
cynisch gegeven de omstandigheden, maar het is
een realiteit.

Vier of vijf dingen kunnen worden gedaan
waarvoor België nuttige allianties, in eerste
instantie met de Europese Unie, moet kunnen
afsluiten. Ten eerste moet men kunnen
bewerkstelligen dat de redenen waarom al die
landen vechten en kunnen blijven vechten,
wegvallen. Ik wil vooral de nadruk leggen op
28/11/2000
CRIV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
kunnen blijven vechten. Daar kan de
internationale gemeenschap veel aan doen, maar
ze doet er niets aan. België zou kunnen pogen om
iedereen in de Europese Unie openbaar met de
rug tegen de muur te zetten en vragen of men
bereid is iets aan de wapens te doen.

Bovendien moet zulks publiek aan de kaak
worden gesteld; het is niet voldoende het als een
zoet gebakken broodje te verkopen aan de
Europese Raad, want dan komt het niet naar
buiten en stoort het niemand.

Voorts moet veel verder worden gegaan inzake de
diamantproblematiek. Uit de verschillende
verklaringen terzake blijkt dat alle betrokken
landen oorlog voeren, precies omwille van de
diamant. Immers, diamanten financieren nog altijd
oorlogen.

Vervolgens moet de Unie zich ernstig beraden
omtrent de post-Lomé-akkoorden. Niet alleen
Congo, maar alle omringende landen moeten
onder druk worden gezet in verband met de
zogenaamde regimebestendigende hulp aan
Ruanda, Burundi en Oeganda. Men kan het
vergelijken met een hefboom.

Ten slotte lijkt het mij aangewezen dat, wat de
condities betreft, de Belgische overheid zou praten
met de Zuid-Afrikaanse overheid omdat dit
volgens mij het enige land is dat in dit geschil een
en ander kan doen bewegen.
01.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
staatssecretaris, u had het over de veelvuldige en
interessante contacten die u in Midden-Afrika hebt
gehad en die tot nieuwe inzichten hebben geleid.
Ik ben niet de Afrikaspecialist in deze commissie,
maar ik heb een overzicht van de huidige militaire
situatie op het terrein gemist. De diplomatieke
standpunten van uw gesprekspartners worden
immers door de militaire evolutie op het terrein
beïnvloed. Daarom had ik graag een overzicht van
de situatie op het terrein gekregen. Hoe sterk
staan de partijen? Wie is de verliezende partij?
Wie is de winnende partij? Dat zijn immers
bepalende factoren voor de diplomatieke
standpunten terzake.

Mijnheer de voorzitter, zou het mogelijk zijn dat er,
misschien in overleg met de minister van
Buitenlandse Zaken, over de concrete situatie in
Centraal-Afrika een overzichtelijke nota wordt
gemaakt?

De voorzitter: Mevrouw de staatssecretaris,
collega's, ik stel voor een vergadering met
gesloten deuren te houden waarop specialisten
van Landsverdediging en Buitenlandse
Betrekkingen toelichting kunnen geven. Als we
een openbare vergadering houden, vrees ik dat
we slechts algemene informatie zullen krijgen die
we evengoed in Time of Newsweek kunnen lezen.
Als we dieper op de zaken willen ingaan - iets
waar ik voorstander van ben omdat we op die
manier meer inzicht kunnen krijgen op de
moeilijkheden - moet dit, mijns inziens, in een
vergadering met gesloten deuren gebeuren met
een aantal specialisten.

Mevrouw de staatssecretaris, dat er bij de missie
van minister Michel in Centraal-Afrika
parlementairen aanwezig waren, is, mijns inziens,
een goede zaak. Op die manier kunnen een
aantal leden ter plekke contacten leggen met
allerlei groepen en informatie vergaren. Dat een
minister wordt vergezeld door een parlementaire
delegatie is bovendien een bewijs dat het niet
alleen een politiek van de regering is maar dat die
politiek geschraagd wordt door het Parlement.
Ondanks de kritische vragen ben ik ervan
overtuigd dat omzeggens al de politieke fracties
van het Parlement hopen dat er een einde komt
aan de onlusten en gevechten zodat de toestand
in Centraal-Afrika opnieuw stabiel wordt en men
werk kan maken van de heropbouw. Die
heropbouw komt de lokale bevolking ten goede
die op dit ogenblik in schrijnende omstandigheden
leeft.
01.09 Staatssecretaris Annemie Neyts: Mijnheer
de voorzitter, ik zal zeer bondig antwoorden.

Wat de zorg voor de mensenrechten betreft, wens
ik te herhalen dat een eerste voorwaarde is dat de
oorlogssituatie en de vijandelijkheden zou worden
beëindigd. Dat is de allereerste vereiste voor het
eerbiedigen van de mensenrechten. Dat is de
geest waarin heel deze zending is gebeurd.
Nogmaals, alle protagonisten hebben in mindere
of meerdere mate rechtstreeks te maken met het
voortduren van de oorlogssituatie. Als men daar
iets aan wil trachten te doen, dan moet men met
die mensen praten. De heer Pinxten heeft de
artikels van mevrouw Doornaert geciteerd, maar
ten aanzien van Afrika moet men zijn emoties aan
de kant kunnen zetten. We moeten ervan uitgaan
te trachten op zo kort mogelijke termijn de situatie
van de bevolking ter plaatse te verbeteren. Men
moet juist aan het "och here" voorbijgaan.

(Onderbreking door de heer Pinxten)

Dat was een daad stellen die absoluut
CRIV 50
COM 308
28/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
noodzakelijk was om de voorwaarden voor het
hervatten van een constructieve dialoog te helpen
creëren. Dat was niet alleen maar show. Het is
ook belangrijk dat men de leiders van Congo
duidelijk maakt dat Rwanda en Oeganda
agressoren zijn. Dat is zo. Zij zullen wel allerlei
motieven hebben om zich te bevinden waar ze zijn
maar dit blijft zo. Onze voornaamste inspiratie is
dat België alleen te klein is om de situatie ten
goede te veranderen. Dat is evident. Ik heb hier
proberen duidelijk te maken dat wij bij de
voorbereiding van de missie en ook daarna
constant in contact stonden met het secretariaat-
generaal van de UNO in New York. Ik zal
overigens morgen de adjunct-secretaris-generaal
ontvangen, dit steeds in hetzelfde verband.
Hetzelfde geldt binnen de Europese Unie. Op 8
december is er in New York een ontmoeting van
de speciale gezanten van de zogeheten
contactgroep, zijnde België, Frankrijk, het
Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De
ambassadeur van België zal daaraan deelnemen.
Wij doen alles wat wij kunnen om dit niet helemaal
alleen te hoeven dragen. Wij zouden dat trouwens
ook niet kunnen.

Mijnheer de voorzitter, voor het overige wil ik
graag deelnemen aan een ruimer en langduriger
debat over de situatie in Congo en Centraal-
Afrika. Op militair vlak kan ik in twee zinnen een
appreciatie geven. Ik heb het gevoel, dat
overigens door de hele delegatie werd gedeeld,
dat er op militair vlak een duidelijke wil bestaat van
de diverse protagonisten om over te gaan tot
containment. Er bestaat duidelijk een vaste wil bij
de betrokkenen om te voorkomen dat ineens een
militaire actie zou ontbranden die dan weer een
domino-effect zou kunnen hebben. Hierdoor zou
heel de regio militair weer in lichterlaaie kunnen
staan. Die wil bestaat momenteel.

Zo hebben we bijvoorbeeld ontdekt - dat was
vanop afstand niet zo duidelijk - dat er zich niet
langer dan een drietal weken geleden rond
Mbandaka op de weg naar Kinshasa een
concentratie van troepen van Bemba bevond en
dat alle protagonisten onmiddellijk degene die
sommigen monsieur Jean-Pierre noemen,
telefonisch hebben gewaarschuwd dat er geen
sprake van kon zijn welke actie ook te ontketenen
in Mbandaka, want dat dan de hel zou losbarsten.
Momenteel staan ze dus constant met mekaar in
contact, ook de stafchefs van de verschillende
legers die schema's uitwisselen over een
eventueel geordende terugtrekking van troepen.
Er zijn dus een paar lichtpuntjes. De situatie kan
echter omslaan en we hebben niet eeuwig de tijd.
Mijnheer de voorzitter, ik ben alvast bereid deel te
nemen aan een algemeen debat, maar dat moet
wel gebeuren samen met de minister van
Buitenlandse Zaken. Het moeilijkste zal zijn een
datum te zoeken waarop degenen die bevoegd
zijn voor het beleid, in het land zijn. Er zal zeker
voldoende tijd voor moeten worden uitgetrokken
om het debat met de nodige zin voor nuances te
voeren. Nogmaals, ik ga graag in op de
uitnodiging.

De voorzitter: We zullen een datum zoeken,
mevrouw de staatssecretaris.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Francis Van den Eynde en Guido
Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel
Pinxten en Francis Van den Eynde
en het antwoord van de staatssecretaris,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken
- stelt vast dat de politiek van de regering in
Centraal-Afrika zonder resultaat blijft;
- verzoekt de regering dan ook uit deze vaststelling
de nodige consequenties te trekken en bijgevolg
zich niet langer in dat deel van de wereld te
engageren."

Une première motion de recommandation a été
déposée par MM. Francis Van den Eynde et
Guido Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel
Pinxten et Francis Van den Eynde
et la réponse de la secrétaire d'Etat, adjointe au
ministre des Affaires étrangères
-
constate que la politique menée par le
gouvernement en Afrique centrale demeure sans
résultats
- demande au gouvernement de tirer de cette
constatation les conséquences qui s'imposent et,
dès lors, de ne plus engager notre pays dans cette
partie du monde."

Een tweede motie van aanbeveling werd
ingediend door de heren Karel Pinxten en Herman
Van Rompuy en luidt als volgt:
"De Kamer,
28/11/2000
CRIV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
gehoord de interpellaties van de heren Karel
Pinxten en Francis Van den Eynde
en het antwoord van de staatssecretaris,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken
beveelt de regering aan:
- inzake het buitenlands beleid een consequente
houding aan te nemen inzake de naleving van de
mensenrechten en van de ethische
basisbeginselen waarop het Belgisch buitenlands
beleid zich beroept;
- een brede nationale consensus over het Afrika-
beleid na te streven."

Une seconde motion de recommandation a été
déposée par MM. Karel Pinxten et Herman Van
Rompuy et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel
Pinxten et Francis Van den Eynde
et la réponse de la secrétaire d'Etat, adjointe au
ministre des Affaires étrangères
recommande au gouvernement:
- en ce qui concerne sa politique extérieure,
d'adopter une attitude cohérente du point de vue
du respect des droits de l'homme et des principes
éthiques de base qu'il invoque pour fonder cette
politique;
- de rechercher, en ce qui concerne la politique
africaine de notre pays, un large consensus."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Claudine Drion en Leen Laenens en de
heren Patrick Moriau en Dirk Van der Maelen.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Claudine Drion et Leen Laenens et MM.
Patrick Moriau et Dirk Van der Maelen.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.

De voorzitter: De samengevoegde interpellaties
nrs. 549, 553 en 559 van de heer Marc Van Peel,
Luc Willems en Francis Van den Eynde worden
naar een latere datum verschoven.

De mondelinge vraag nr. 2732 van de heer Luc
Willems wordt als ingetrokken beschouwd.

De mondelinge vraag nr. 2771 van mevrouw
Claudine Drion wordt naar een latere datum
verschoven.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 11.40 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11.40 heures.

KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 308
CRABV 50 COM 308
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
dinsdag mardi
28-11-2000 28-11-2000
10:00 uur
10:00 heures

CRABV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- de heer Karel Pinxten tot de staatssecretaris,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, over "haar bezoek aan Centraal-Afrika"
(nr. 567)
1
- M. Karel Pinxten à la secrétaire d'Etat, adjointe
au ministre des Affaires étrangères, sur "sa visite
en Afrique centrale" (n° 567)
1
- de heer Francis Van den Eynde tot de
staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, over "de resultaten van haar
bezoek aan Centraal-Afrika" (nr. 571)
1
- M. Francis Van den Eynde à la secrétaire d'Etat,
adjointe au ministre des Affaires étrangères, sur
"les résultats de sa visite en Afrique centrale"
(n° 571)
1
Sprekers: Karel Pinxten, Francis Van den
Eynde, Annemie Neyts
, staatssecretaris
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken , Leen Laenens, Erik Derycke, Guido
Tastenhoye
Orateurs: Karel Pinxten, Francis Van den
Eynde, Annemie Neyts
, secrétaire d'Etat
adjoint au ministre des Affaires étrangères ,
Leen Laenens, Erik Derycke, Guido
Tastenhoye
Moties
6
Motions
6
CRABV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
DINSDAG
28
NOVEMBER
2000
10:00 uur
______
du
MARDI
28
NOVEMBRE
2000
10:00 heures
______



De vergadering wordt geopend om 10.15 uur door
de heer Geert Versnick, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.15 heures par M. Geert
Versnick, président.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Karel Pinxten tot de staatssecretaris,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, over "haar bezoek aan Centraal-Afrika"
(nr. 567)
- de heer Francis Van den Eynde tot de
staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, over "de resultaten van haar
bezoek aan Centraal-Afrika" (nr. 571)
01 Interpellations jointes de
- M. Karel Pinxten à la secrétaire d'Etat, adjointe
au ministre des Affaires étrangères, sur "sa visite
en Afrique centrale" (n° 567)
- M. Francis Van den Eynde à la secrétaire d'Etat,
adjointe au ministre des Affaires étrangères, sur
"les résultats de sa visite en Afrique centrale"
(n° 571)
01.01 Karel Pinxten (CVP): De staatssecretaris
bracht onlangs namens de regering een bezoek aan
Centraal-Afrika om na te gaan of België een rol kan
spelen om de conflicten in dat gebied op te lossen.
Door die reis werden hoge verwachtingen
geschapen, maar de resultaten zijn erg mager. Dat
is typerend voor het almaar sterker falend Afrika-
beleid. De minister van Buitenlandse Zaken beweert
wel steeds zich te laten leiden door de eerbied voor
de mensenrechten. In feite beperkt zich dat tot
vrome wensen. Intussen legt de staatssecretaris
wel persoonlijke contacten met personen tegen wie
een aanhoudingsbevel is uitgevaardigd.
01.01 Karel Pinxten (CVP): La secrétaire d'Etat
s'est rendue récemment en Afrique au nom du
gouvernement pour se rendre compte dans quelle
mesure la Belgique peut jouer un rôle dans la
résolution des conflits qui sévissent dans cette
région. Ce voyage, qui avait suscité de grands
espoirs, n'a permis d'engranger que de maigres
résultats. Il s'agit d'une situation caractéristique de
la politique africaine dont l'échec est de plus en plus
retentissant. Le ministre des Affaires étrangères
affirme toujours vouloir agir dans le respect des
droits de l'homme, mais ce ne sont que des voeux
pieux. Entre-temps, notre secrétaire d'Etat noue
des contacts personnels avec des individus qui sont
sous le coup d'un mandat d'arrêt.
Het Afrika-beleid van de regering vertoont een
mediatieke profileringsdrang. Dat zou
contraproductief kunnen zijn, omdat dit de
internationale samenwerking schaadt. Impulsen
moeten gaan via diplomatieke kanalen en
internationale structuren.

Slaagt de regering erin een brede consensus te
ontwikkelen over het Afrika-beleid
? De
schendingen van de mensenrechten en de situatie
van de vluchtelingen moeten in het debat worden
La politique africaine du gouvernement répond par
trop à des impératifs médiatiques. Cette méthode
de travail peut être contre-productive car elle nuit à
la collaboration internationale. Il faut faire passer les
impulsions par les canaux diplomatiques et les
structures internationales.

Le gouvernement obtient-il un large consensus sur
la politique africaine ? Les violations des droits de
l'homme ainsi que la situation des réfugiés doivent
être abordées dans le cadre du débat.
28/11/2000
CRABV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
opgenomen.

Wat zijn de concrete resultaten van de bezoeken
van de staatssecretaris ? In welke mate was de
opdracht multilateraal voorbereid en ingeleid? Wat
was het resultaat van de ontmoeting met de vorige
minister van Buitenlandse Zaken? Had zij daar
geen vragen bij? Wat werd er besproken? Was de
missie meer dan een aaneenschakeling van
beleefdheidsbezoeken?

Het resultaat van de missie lijkt vrij mager te zijn. Is
dat zo ?


Quels ont été les résultats concrets des visites du
secrétaire d'État ? Dans quelle mesure la mission
a-t-elle été préparée et initiée multilatéralement ?
Quel a été le résultat de la rencontre avec l'ancien
ministre des Affaires étrangères ? Ne se posait-elle
pas d'autres questions ? De quoi a-t-on discuté ? La
mission était-elle plus qu'une succession de visites
de courtoisie ?

Le résultat de la mission semble bien maigre. Est-
ce exact ?
01.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Het resultaat van het bezoek van staatssecretaris
Neyts is vrij pover. Hoe kan het ook anders, als
men het buitenlands beleid van deze regering kent?
Paars-groen heeft zich razendsnel geprofileerd als
een kampioen van de mensenrechten, maar dan
wel hoofdzakelijk in Europa. Denk maar aan
Oostenrijk. Als het gaat om Afrika, dan dromen
bepaalde kringen ­ vooral in het zuiden van België
­ blijkbaar nog altijd van een belangrijke rol voor de
Belgische diplomatie in Afrika en dan vooral in
Centraal-Afrika. En dan zijn de mensenrechten
ineens niet meer zo heilig.




Om die rol te kunnen spelen, is minister Michel niet
te beschroomd om zoete broodjes te bakken met
allerlei Afrikaanse dictators.

De zending van de staatssecretaris was eigenlijk al
op voorhand getorpedeerd. Zij ging naar Kinshasha
op een moment dat bij ons de Congolese
ambassade werd aangeslagen.
01.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Les résultats de la visite effectuée en Afrique
centrale par la secrétaire d'Etat, Mme Neyts, sont
assez maigres. Comment pourrait-il en être
autrement, si l'on considère la politique étrangère
menée par ce gouvernement ? Dès son arrivée au
pouvoir, la coalition arc-en-ciel s'est profilée en
championne des droits de l'homme, en concentrant
son indignation sur le continent européen. A cet
égard, je songe évidemment à l'Autriche. Quant à
l'Afrique, et plus particulièrement à l'Afrique
centrale, certains milieux ­ surtout dans le sud du
pays ­ rêvent apparemment encore d'y jouer un
rôle diplomatique en vue. Dans cette perspective,
les droits de l'homme semblent avoir soudain perdu
tout caractère sacré.

Pour pouvoir jouer ce rôle, le ministre Michel
n'hésite pas à faire les yeux doux à des dictateurs
africains de tout poil.

En réalité, la mission de la secrétaire d'Etat était
vouée à l'échec. Elle s'est rendue à Kinshasa au
moment où l'ambassade du Congo dans notre pays
faisait l'objet d'une saisie.
Geloofde de staatssecretaris zelf in haar opdracht?
Hoe kon ze in deze omstandigheden ontgoocheld
zijn? Gelooft de staatssecretaris dat wij nog iets
kunnen doen in Centraal-Afrika? Zou het niet beter
zijn om samen te werken met andere Europese
landen? Ik sta sceptisch tegenover onze
mogelijkheden en pleit al langer voor een "out of
Africa"-politiek.
La secrétaire d'Etat croyait-elle véritablement en sa
mission ? Dans ces conditions, comment a-t-elle pu
être déçue
? Pense-t-elle que nous puissions
encore faire quelque chose en Afrique Centrale ?
Ne vaudrait-il pas mieux collaborer avec d'autres
pays européens ?
Je suis sceptique quant à l'efficacité de notre action;
c'est pourquoi je plaide depuis longtemps pour une
politique d' « out of Africa ».
01.03 Staatssecretaris Annemie Neyts : De heer
Pinxten verbaasde zich erover dat ik mijn reis heb
volbracht als gezant van de regering. Deze term
staat wel degelijk in de regeringsverklaring.

De reis ging langs zeven Centraal-Afrikaanse
landen. Ik werd onder meer vergezeld door
vertegenwoordigers van de premier, van de minister
01.03 Annemie Neyts ,secrétaire d'Etat : M.
Pinxten s'est étonné que j'aie accompli ce voyage
en tant que représentante du gouvernement. C'est
en effet ce terme qui figure dans la déclaration de
gouvernement.
Au cours de ce voyage, j'ai visité sept pays
d'Afrique Centrale. Les représentants du premier
ministre, du ministre des Affaires étrangères et du
CRABV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
van Buitenlandse Zaken en van de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking. Zij hebben actief
meegewerkt aan de voorbereiding van de in Afrika
gevoerde gesprekken. Het was dus meer dan de
eenzame tocht van een staatssecretaris.
(Glimlachjes).

Ik heb niet alleen contact gehad met officiële
regeringsleden ­ en vertegenwoordigers, maar ook
met opposanten en rebellenleiders.
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement qui m'accompagnaient ont participé
activement à la préparation des entretiens que nous
avons eus en Afrique. Il s'agissait donc bien plus
que de l'expédition solitaire d'une secrétaire d'Etat.
(Sourires)

Mes contacts ne se sont pas limités aux membres
et aux représentants du gouvernement
; j'ai
également rencontré des opposants et des chefs de
la rébellion.
Het was de bedoeling om, met de betrokkenen, na
te gaan wat de verhouding is tussen het Lusaka-
proces en een aantal meer recente initiatieven en
de houding van de verschillende actoren te peilen.
Ook wilden we onze actiemogelijkheden
onderzoeken.
De zending werd voorbereid in overleg met de VN.
Ik had ook gesproken met de EU-gezant Aiello. Na
de zending had ik een nieuw gesprek met hem. De
andere Europese landen werden op de hoogte
gebracht.

De situatie in Centraal-Afrika is complex en
evolueert voortdurend. Men moet zich van tijd tot
tijd met de betrokkenen van de situatie
vergewissen. Op korte tijd een groot aantal
protagonisten ontmoeten maakt het mogelijk om
een vrij nauwkeurig beeld te krijgen. We hebben
zeker een beter inzicht verworven in wat er aan de
gang is. We hebben ook een grote waardering
vastgesteld voor wat België doet. Alleen ons land is
intens bezig met de situatie in Centraal-Afrika met
de bedoeling een bijdrage te leveren tot een
vreedzame oplossing.
Nous voulions, avec les parties concernées, voir
quel est le rapport entre le procès de Lusaka et
plusieurs initiatives plus récentes. Nous voulions
également sonder l'attitude des différents acteurs.
De même, nous souhaitons avoir une idée de nos
possibilités d'action.
Nous avons préparé la mission en concertation
avec les Nations Unies. Je m'étais également
entretenue avec M. Aiello. Après la mission, j'ai eu
une nouvelle discussion avec lui. Les autres pays
européens ont été informés.

La situation en Afrique centrale est complexe et
évolue en permanence. Il faut de temps en temps
s'informer de la situation auprès des parties
concernées. Rencontrer en un court laps de temps
un grand nombre de protagonistes permet de se
faire une idée très précise de la situation. Il est un
fait que nous comprenons désormais mieux ce qui
est en train de se passer. Nous avons également
constaté que ce que fait la Belgique est très
apprécié. Seul notre pays s'implique sérieusement
en Afrique centrale pour dégager une solution
pacifique.
Onze politiek ten opzichte van Afrika mag er niet op
neerkomen dat wij willen bepalen hoe de zaken ter
plekke moeten worden georganiseerd. In het licht
van deze visie is een verkennende reis, zoals ik heb
ondernomen, bijzonder nuttig.

Ik heb mij ingespannen om geen te hoge
verwachtingen te scheppen, noch in de bezochte
landen, noch in België. Ik heb vooral benadrukt dat
voor ons respect voor territoriale grenzen centraal
staat en ik besef dat deze visie niet in alle bezochte
landen wordt gedeeld.


Al mijn gesprekspartners hadden op een of andere
manier oorlogservaring: hetzij als voormalige, hetzij
als huidige rebellenleider, hetzij als lid van een
regering in oorlog. Als men een strikte visie op het
respect voor mensenrechten heeft, dan had ik met
niemand kunnen spreken en dan is de enige
overblijvende optie om Afrika volledig op te geven.
Notre politique vis-à-vis de l'Afrique ne peut
conduire à ce que nous déterminions nous-mêmes
la façon dont les choses doivent être organisées sur
le terrain. Dans ce cadre, un voyage exploratoire, tel
que je l'ai fait, est particulièrement utile.

Je me suis efforcée de ne pas créer de trop
grandes attentes, ni dans les pays visités, ni en
Belgique même. J'ai surtout insisté sur le respect
des frontières territoriales, et je me rends bien
compte du fait que cette vision des choses n'est
pas accueillie de la même façon dans tous les pays
visités.

Tous mes interlocuteurs avaient, d'une façon ou
d'une autre, fait l'expérience de la guerre, soit
comme chef ou ancien chef des rebelles, soit
comme membre du gouvernement d'un pays en
état de guerre. S'il fallait s'en tenir à une perception
rigoureuse du respect des droits de l'homme, je
n'aurais pu rencontrer personne, et la seule option
28/11/2000
CRABV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
qui nous serait restée serait d'abandonner
purement et simplement l'Afrique à son sort.
Alle mensen met wie ik heb gesproken zijn
verwikkeld in een ontoelaatbare situatie. Hun positie
is natuurlijk niet dezelfde, maar als wij onze
inspanningen willen verderzetten, moeten wij met
iedereen spreken. Zonder een gesprek met de
minister van Buitenlandse Zaken is er in Congo
geen gesprek mogelijk met het staatshoofd.

Wij kunnen nu een aantal aanbevelingen doen. Het
mandaat van de Veiligheidsraad moet zeker worden
verlengd. De twee luiken van Lusaka, het militaire
en de interne dialoog, dreigen ontkoppeld te worden
en dat mag niet gebeuren, anders blijft de
instabiliteit bestaan. Het Arusha-proces moet
worden ondersteund. Iemand die de moed opbrengt
om voor de tweede keer een vredesproces op gang
te brengen, zoals Buyoya doet, moet men niet
alleen krediet geven maar ook steun verlenen.


Tijdens het onderhoud met Kabila bleek geen
enkele bereidheid om in welke richting ook te
bewegen. Daarin zou nu verandering zijn gekomen.
Ik hoop dat onze gesprekken daartoe een bijdrage
hebben geleverd.
Tous les gens avec qui j'ai parlé se débattent dans
une situation intolérable. Bien entendu, les positions
divergent, mais si nous voulons poursuivre nos
efforts, nous devons discuter avec chacune des
parties. En l'absence d'entretien avec le ministre
des Affaires étrangères, il n'est pas possible de
discuter avec le chef de l'Etat congolais.

Nous pouvons à présent faire un certain nombre de
recommandations. Le mandat du Conseil de
sécurité doit absolument être prolongé. On menace
de dissocier les deux volets de Lusaka, l'aspect
militaire et le dialogue interne. Il ne peut en être
question car l'instabilité risquerait de perdurer. Il
nous faut appuyer le processus d'Arusha car une
personnalité telle que Buyoya, qui a le courage
d'enclencher, pour la seconde fois, un processus de
paix, mérite non seulement notre crédit mais
également notre soutien.

Au moment de mon entretien avec Kabila, rien ne
semblait bouger, dans quelque direction que ce soit.
Des changements seraient intervenus depuis.
J'espère que nos entretiens y auront contribué.
01.04 Karel Pinxten (CVP): De staatssecretaris
beschouwt haar reis als een nuttige
informatieronde, die echter geen concrete
resultaten heeft opgeleverd en die zelfs voor enkele
ontgoochelingen heeft gezorgd, bijvoorbeeld inzake
het contact met Kabila.

De CVP bepleit zeker geen "out of Africa"-beleid.
Wij vinden dat ons land zich moet blijven
engageren, in het belang van de veelgeplaagde
Afrikanen.

De inconsequentie in ons buitenlands beleid blijft
bestaan: enerzijds principieel en zelfs moraliserend
in Europa en anderzijds bijzonder pragmatisch in
Afrika. De minister van Buitenlandse Zaken heeft
zich op die manier "vastgereden", met als gevolg
dat het Afrika-beleid niet geloofwaardig overkomt.


De regering moet klaarheid brengen in het
Afrikabeleid en consequent optreden. Een ethische
dimensie willen wij steunen, maar wordt daarvan
afgeweken, dan zullen wij daarop wijzen.
01.04 Karel Pinxten (CVP): La secrétaire d'Etat
estime que si sa visite n'a pas abouti à des résultats
concrets et a même donné lieu à quelques
déceptions, notamment en ce qui concerne le
contact avec M. Kabila, elle lui a toutefois permis de
recueillir des informations utiles.

Le CVP ne plaide certes pas pour une politique
« out of Africa ». Nous estimons que la Belgique
doit continuer à s'investir, dans l'intérêt des
Africains, dont la situation est lamentable.

La politique étrangère belge reste incohérente :
notre pays est attaché à des valeurs
fondamentales, voire moraliste, quand il s'agit de
l'Europe, et se montre particulièrement pragmatique
lorsqu'il s'agit de l'Afrique. Le ministre des Affaires
Etrangères s'est piégé lui-même: sa politique
africaine n'est plus crédible.

Le gouvernement doit rendre sa politique africaine
plus transparente et faire preuve de cohérence à ce
niveau. Nous sommes disposés à soutenir une
politique éthique, mais nous dénoncerons tous les
écarts par rapport à celle-ci.
01.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Het bezoek aan Centraal-Afrika werd onder meer
voorbereid door een gesprek met
01.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
La visite en Afrique centrale a notamment été
préparée par un entretien avec le département de la
CRABV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Landsverdediging. Ik hou mijn hart vast voor een
nieuwe militaire aanwezigheid in Centraal-Afrika.

De CVP verweet de staatssecretaris dat ze de hand
heeft geschud van de heer Yerodia. Dat is natuurlijk
de keuze die men maakt: men praat met dat regime
of men praat er niet mee. Terzake zijn we weinig
consequent.


De staatssecretaris heeft gesproken met "alle
actoren op het terrein". Dat dit verhelderend werkt,
staat buiten kijf; Dat is echter maar een
momentopname. Onder meer daarom denk ik dat
wij weinig kunnen betekenen voor het
vredesproces. Als ik zeg "out of Africa", is dat
omdat ik denk dat wij daar niets kunnen bijdragen.
Défense nationale. Je crains le pire dans
l'hypothèse d'une nouvelle présence militaire en
Afrique centrale.

Le CVP a reproché à la Secrétaire d'Etat d'avoir
serré la main de M. Yerodia. C'est évidemment un
choix que l'on opère: soit on entretient des contacts
avec ce régime, soit on n'en entretient pas. Nous
devrions faire preuve de plus de cohérence en la
matière.

La Secrétaire d'Etat a parlé avec « tous les acteurs
sur le terrain ». Il est évident que cette démarche
permet de clarifier la situation. Mais il ne s'agit que
d'un instantané. C'est pour cette raison,
notamment, que j'estime que nous n'avons pas
grand-chose à apporter au processus de paix. Si je
plaide en faveur d'une politique « out of Africa »,
c'est parce qu'à mes yeux, notre présence n'y est
guère utile.
01.06 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Ik steun
de staatssecretaris wanneer zij zegt dat het op zich
al belangrijk is dat zij ­ in samenspraak met de hele
Belgische regering ­ door haar reis "haar nek heeft
uitgestoken".

Ik roep de staatssecretaris op om in haar komende
gesprekken met de Verenigde Naties de
problematiek van de peace keeping force centraal
te plaatsen.

Het ontwapenen van de talrijke gewapende
rebellenlegers moet doordacht gebeuren en met
respect voor de evenwichten.

Het Arusha-proces mag niet uit het oog worden
verloren. Ik hoop daar bij een andere gelegenheid
te kunnen op ingaan.
01.06 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Je
pense, comme la secrétaire d'Etat, qu'elle a pris
des risques rien qu'en faisant ce voyage, de concert
certes avec le gouvernement belge tout entier.


J'invite la secrétaire d'Etat à mettre l'accent sur la
problématique de la force de maintien de la paix
lors de ses discussions prochaines avec les Nations
Unies.

Le désarmement des nombreuses armées de
rebelles doit se faire de façon réfléchie, dans le
respect des équilibres.

Le processus d'Arusha ne doit pas être perdu de
vue. J'espère pouvoir y revenir plus amplement à
une autre occasion.
01.07 Erik Derycke (SP): Vorige week antwoordde
de minister bijzonder kort. Het is goed om met het
Parlement veel over Congo te praten: het maakt het
de regering gemakkelijker om iets te doen en het
houdt de aandacht gaande.

Het is belangrijk om in Afrika de actoren te leren
kennen. Als twee regeringsleden zich met Afrika
bezig houden, moet men zeer goed afspreken.


De regering maakt een goede analyse, maar
beschikt niet over voldoende hefbomen om iets te
doen. In Centraal-Afrika zijn er wisselende coalities
van landen waarvan de regimes vooral zichzelf
willen bestendigen. In Congo is er een semi-etnisch
interregionaal conflict. Dat maakt de intercongolese
dialoog zo nodig. Zonder een oplossing voor dit
01.07 Erik Derycke (SP): La semaine dernière, le
ministre a fourni une réponse particulièrement
brève. Il est bon de discuter souvent du Congo avec
le Parlement : le gouvernement peut ainsi agir plus
facilement et cela maintient l'attention.

Il importe de mieux connaître les acteurs africains.
Si deux membres du gouvernement s'occupent des
questions africaines, il faut répartir les tâches
minutieusement.

Le gouvernement fait une bonne analyse mais il n'a
pas suffisamment de leviers à sa disposition pour
agir. En Afrique centrale, on rencontre des
coalitions de pays qui changent et servent avant
tout à maintenir les régimes en place. Le Congo est
confronté à un conflit interrégional semi-ethnique,
ce
qui rend le dialogue inter-congolais
28/11/2000
CRABV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
conflict zullen er altijd negatieve interacties zijn
tussen beide Centraal-Afrikaanse problemen.

indispensable. Sans solution à ce conflit, il y aura
toujours des interactions négatives entre les deux
problèmes centrafricains.
Indien België een rol wil spelen, moet men meer
doen dan alleen maar praten. Er moet gestreefd
worden naar allianties en naar de medewerking van
andere landen, vooral binnen de EU. Vooreerst
moet de reden van het conflict worden
weggenomen en moet de wapenhandel aan banden
worden gelegd Daarbij moet de diamanthandel
worden gecontroleerd. De akkoorden van Lomé
moeten worden nageleefd en de rol van Zuid-Afrika
moet worden versterkt.
Si la Belgique veut jouer un rôle dans ce domaine,
parler ne suffit pas. Il faut chercher à conclure des
alliances et à obtenir la coopération d'autres pays,
notamment d'autres Etats membres de l'UE. Il s'agit
prioritairement de désamorcer le conflit et de
réprimer le trafic d'armes. Dans ce contexte, il
faudra aussi contrôler le commerce de diamants.
Les accords de Lomé doivent être respectés et le
rôle de l'Afrique du Sud renforcé.
01.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): In dit
debat mis ik een concreet overzicht van de evolutie
van de krijgsverrichtingen in Centraal-Afrika. Dit
heeft immers een rechtstreekse impact op de
diplomatieke initiatieven.

Misschien kan Buitenlandse Zaken een nota
opstellen voor deze commissie met een overzicht
van de militair-strategische situatie in Centraal-
Afrika.

De voorzitter: Ik ben voorstander van een besloten
vergadering, waarin technici en experts ons een
overzicht geven van de situatie in Centraal-Afrika.

De aanwezigheid van parlementsleden bij een
buitenlandse missie is nuttig. Parlementsleden
kunnen zich dan informeren en het maakt duidelijk
dat het regeringsoptreden geschraagd wordt door
het Parlement.
01.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Dans
ce débat, je ne dispose pas d'un aperçu concret de
l'évolution des opérations militaires en Afrique
centrale. Cette évolution influence directement les
initiatives diplomatiques.

Le ministère des Affaires étrangères pourrait peut-
être rédiger à l'attention de cette Commission une
note qui décrirait la situation militaire et stratégique
dans laquelle se trouve l'Afrique centrale.

Le président: Je préconise une réunion à huis clos
au cours de laquelle techniciens et experts pourront
vous donner un aperçu de la situation en Afrique
centrale.
Il est utile que des parlementaires accompagnent
les missions à l'étranger pour y recueillir certaines
informations. Cela démontre que le Parlement
soutient l'action du gouvernement.
01.09 Staatssecretaris Annemie Neyts : De
vijandelijkheden stoppen is een eerste voorwaarde
voor het naleven van de mensenrechten. Alle
protagonisten hebben in meerdere of mindere mate
te maken met het voortduren van de oorlogssituatie.
Daarom moet men zijn emoties opzij zetten en alle
actoren ontmoeten. Wij alleen kunnen de situatie
niet ten goede keren, maar wij staan voortdurend in
contact met VN en EU.

Ik wil graag deelnemen aan een ruim debat over
Centraal-Afrika.

Bij de betrokkenen bij het militair conflict bestaat de
wil tot `containment'. Iedereen houdt contact met
iedereen. Er zijn een paar lichtpuntjes, maar zoiets
kan omslaan.
01.09 Annemie Neyts , secrétaire d'Etat: L'arrêt
des hostilités est une première condition du respect
des droits de l'homme. Tous les protagonistes ont
une part de responsabilité dans le maintien d'une
situation de guerre. C'est pourquoi nous devons
faire abstraction de nos émotions et rencontrer tous
les acteurs. A nous seuls, nous ne pouvons inverser
favorablement la tendance, mais nous sommes en
contact permanent avec les NU et l'UE.

J'aimerais participer à un large débat sur l'Afrique
Centrale.

Les parties impliquées dans le conflit militaire
souhaitent un « containment ». Tout le monde a des
contacts avec tout le monde. Il y a quelques lueurs
d'espoir mais le vent peut tourner.
Moties

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.
Motions

Le président :En conclusion de cette discussion les
motions suivantes ont été déposées.
CRABV 50
COM 308
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Francis Van den Eynde en Guido
Tastenhoye en luidt als volgt:

"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel Pinxten
en Francis Van den Eynde
en het antwoord van de staatssecretaris, toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken,

stelt vast dat de politiek van de regering in Centraal-
Afrika zonder resultaat blijft en verzoekt de regering
dan ook uit deze vaststelling de nodige
consequenties te trekken en bijgevolg zich niet langer
in dat deel van de wereld te engageren."



Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Karel Pinxten en Herman Van
Rompuy en luidt als volgt:

" De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel Pinxten
en Francis Van den Eynde
en het antwoord van de staatssecretaris, toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken,

beveelt de regering aan:
inzake het buitenlands beleid een consequente
houding aan te nemen inzake de naleving van de
mensenrechten en van de ethische basisbeginselen
waarop het Belgisch buitenlands beleid zich beroept;
een brede nationale consensus over het Afrika-beleid
na te streven."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Claudine Drion en Leen Laenens en de
heren Patrick Moriau en Dirk Van der Maelen.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.

Une première motion de recommandation a été
déposée par MM. Francis Van den Eynde et Guido
Tastenhoye et est libellée comme suit:

« La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Pinxten et
Van den Eynde
et la réponse de la secrétaire d'Etat, adjointe au
ministre des Relations Extérieures,

constate que la politique menée par le
gouvernement en Afrique centrale demeure sans
résultat ;
demande au gouvernement de tirer de cette
constatation les conséquences qui s'imposent et,
dès lors, de ne plus engager notre pays dans cette
partie du monde. »

Une seconde motion de recommandation a été
déposée par MM. Karel Pinxten et Herman Van
Rompuy et est libellée comme suit :

« La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel
Pinxten et Francis Van den Eynde
et la réponse de la secrétaire d'Etat, adjointe au
ministre des Relations Extérieures,

recommande au gouvernement :
en ce qui concerne sa politique extérieure, d'adopter
une attitude cohérente du point de vue du respect
des droits de l'homme et des principes éthiques de
base qu'il invoque pour fonder cette politique ;
de rechercher, en ce qui concerne la politique
africaine de notre pays, un large consensus. »

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Claudine Drion et Leen Laenens et MM. Patrick
Moriau et Dirk Van der Maelen.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.40 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11.40 heures.

Document Outline