KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 307
CRIV 50 COM 307
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag Mercredi
22-11-2000 22-11-2000
17:00 uur
17:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Bart Laeremans
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"het verzenden van een nieuwe omzendbrief door
respectievelijk de Brusselse Hoofdstedelijke
regering en het Verenigd College van de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
naar de Brusselse gemeenten en OCMW's
aangaande een verlenging en aanpassing van het
zogenaamde "taalhoffelijkheidsakkoord" en de
bevoegdheidsoverschrijding die hierdoor werd
begaan ten nadele van de federale overheid" (nr.
2667)
1
Question orale de M. Bart Laeremans au ministre
de l'Intérieur sur "l'envoi aux communes et CPAS
bruxellois, par le gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale et par le collège réuni de la
Commission communautaire commune, d'une
nouvelle circulaire concernant la prorogation et
l'adaption de «l'accord de courtoisie linguistique»
et sur l'excès de compétence qui a ainsi été
commis au préjudice du pouvoir fédéral" (n° 2667)
1
Sprekers:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Daniël Vanpoucke
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
inwerkingtreding van de nieuwe regeling voor het
politiek verlof voor provincieraadsleden" (nr. 2683)
2
Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "l'entrée en vigueur de la
nouvelle réglementation sur le congé politique
pour les conseillers provinciaux" (n° 2683)
3
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidscontracten" (nr. 2691)
3
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
de l'Intérieur sur "les contrats de sécurité"
(n° 2691)
3
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Daniël Vanpoucke
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
opleiding van de toekomstige politieagenten en de
organisatie van de politiescholen" (nr. 2694)
4
Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "la formation des futurs
agents de police et l'organisation des écoles de
police" (n° 2694)
4
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
5
Questions orales jointes de
5
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'het mogelijk breken
met de kerkelijke traditie van het Te Deum op het
feest van de dynastie' (nr. 2696)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur 'la possible rupture avec la tradition religieuse
du Te Deum lors de la fête de la dynastie' (n°
2696)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verklaringen
omtrent nationale feestdagen' (nr. 2713)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
'les déclarations relatives aux jours de fête
nationale' (n° 2713)
Sprekers: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
vergoeding van de leden van het bureau van de
Antwerpse districtsraden" (nr. 2697)
7
Question orale de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "la rémunération des
membres du bureau des conseils de district à
Anvers" (n° 2697)
7
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
7
Questions orales jointes de
8
- de heer Tony Smets aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de toelating tot
uitoefening van meerdere mandaten door leden
van de federale kamers' (nr. 2700)
- M. Tony Smets au ministre de l'Intérieur sur
'l'autorisation d'exercer plusieurs mandats par les
membres des chambres fédérales' (n° 2700)
- de heer Daniël Vanpoucke aan de minister van
- M. Daniël Vanpoucke au ministre de l'Intérieur
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Binnenlandse Zaken over 'de toepassing van de
wetgeving tot beperking van de cumulatie van
mandaten van parlementsleden en bestendig
afgevaardigden' (nr. 2738)
sur 'l'application de la législation limitant le cumul
des mandats de parlementaire et de député
permanent' (n° 2738)
Sprekers: Tony Smets, Daniël Vanpoucke,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Tony Smets, Daniël Vanpoucke,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
10
Questions orales jointes de
10
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verscherpte
grenscontroles' (nr. 2721)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur 'les contrôles renforcés aux frontières'
(n° 2721)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de door de regering
aangekondigde herinstelling van grenscontroles'
(nr. 2755)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
'le rétablissement des contrôles aux frontières
annoncé par le gouvernement' (n° 2755)
Sprekers: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Jan Peeters aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
eventuele federale maatregelen om de
inbrakenplaag in de Kempen te bestrijden"
(nr. 2731)
12
Question orale de M. Jan Peeters au ministre de
l'Intérieur sur "l'éventuelle prise de mesures au
niveau fédéral afin de lutter contre le fléau des
cambriolages en Campine" (n° 2731)
12
Sprekers: Jan Peeters, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jan Peeters, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
hevige rellen nabij het Bosuilstadion in Deurne
naar aanleiding van de wedstrijd Antwerp-GBA op
19 november 2000" (nr. 2722)
14
Question orale de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "les violentes
échauffourrées qui ont eu lieu près du
Bosuilstadion à Deurne lors de la rencontre
Antwerp-GBA le 19 novembre 2000" (n° 2722)
14
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van mevrouw Karine Lalieux
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
werking van de dienst Vreemdelingenzaken" (nr.
2734)
16
Question orale de Mme Karine Lalieux au ministre
de l'Intérieur sur "le fonctionnement de l'Office
des étrangers" (n° 2734)
16
Sprekers:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
brief van de minister van Binnenlandse Zaken aan
de burgemeester van Beringen inzake de
hoofddoekenaffaire" (nr. 2737)
18
Question orale de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Intérieur sur "sa lettre au bourgmestre de
Beringen relative à l'affaire des tchadors"
(n° 2737)
18
Sprekers: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
22
NOVEMBER
2000
17:00 uur
______
du
MERCREDI
22
NOVEMBRE
2000
17:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 17.00 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 17.00 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Bart
Laeremans aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "het verzenden van een nieuwe
omzendbrief door respectievelijk de Brusselse
Hoofdstedelijke regering en het Verenigd
College van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie naar de Brusselse
gemeenten en OCMW's aangaande een
verlenging en aanpassing van het zogenaamde
"taalhoffelijkheidsakkoord" en de
bevoegdheidsoverschrijding die hierdoor werd
begaan ten nadele van de federale overheid"
(nr. 2667)
01 Question orale de M. Bart Laeremans au
ministre de l'Intérieur sur "l'envoi aux
communes et CPAS bruxellois, par le
gouvernement de la Région de Bruxelles-
Capitale et par le collège réuni de la
Commission communautaire commune, d'une
nouvelle circulaire concernant la prorogation et
l'adaption de «l'accord de courtoisie
linguistique» et sur l'excès de compétence qui a
ainsi été commis au préjudice du pouvoir
fédéral" (n° 2667)
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, voorafgaandelijk laat ik opmerken dat ik
deze vraag als een interpellatieverzoek had
ingediend om de Kamer in haar geheel in
dergelijke materies kleur te laten bekennen, want
we vragen wel degelijk dat de meerderheid zou
optreden.
Waarover gaat het? In een omzendbrief van
enkele jaren geleden werd, onzes inziens, afbreuk
gedaan aan de taalwetgeving in Brussel in
verband met de ondergeschikte besturen,
waaronder de gemeenten en de OCMW's. De
taalwetgeving bepaalt uitdrukkelijk dat zowel de
statutair benoemde ambtenaren als de
contractuelen bij de aanwerving de beide
landstalen machtig moeten zijn. De fameuze
omzendbrief geeft uitvoering aan het
taalhoffelijkheidsakkoord van 3 december 1997.
Welnu, het Vlaams Blok in Brussel is daarmee
onmiddellijk naar de Vaste Commissie voor
Taaltoezicht gestapt, die het gelijk gaf, waar het
stelt dat met de omzendbrief de Brusselse
regering haar bevoegdheden overschrijdt.
Immers, alleen de federale overheid kan
wijzigingen aanbrengen aan de taalwetgeving in
bestuurszaken van 18 juli 1962, maar de
omzendbrief holt precies de taalwetgeving op een
aantal belangrijke punten uit.
Er is toen een kopie van het advies van de Vaste
Commissie aan de federale overheid, de vice-
gouverneur van Brussel en de gewestregering
toegezonden. Daar is echter niets mee gebeurd.
Het is zelfs zo dat drie vierden van de
aanwervingen bij de OCMW's en één vierde van
de aanwervingen bij de gemeenten niet conform
de taalwetgeving gebeuren, in de zin dat degenen
die werden aangenomen, geen taalbrevet hebben,
terwijl de wet dat uitdrukkelijk oplegt. Bovendien
moeten we vaststellen dat het aantal
vernietigingen drastisch is verminderd, zeker wat
de aanwervingen bij de OCMW's betreft, met
name van 7,5 procent naar 2,7 procent geschorste
aanstellingen, wat toch meer dan een halvering is.
Hierdoor wordt de tweetaligheid van de Brusselse
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
gemeenten stelselmatig ondergraven.
Er is nu een nieuw feit en daarom interpelleer ik
de minister. In het taalhoffelijkheidsakkoord was
een periode van 2 jaar vastgelegd waarbinnen de
nieuw aangeworven contractuelen de
taalwetgeving mochten overtreden - ze hoefden
niet te voldoen aan de verplichting van de kennis
van de beide landstalen - en waarbinnen ze een
taalbrevet moesten halen. Aangezien nu blijkt dat
ze daar geen vooruitgang mee maken, heeft de
regering een nieuwe omzendbrief rondgestuurd
waarin de desbetreffende periode tot in totaal vier
jaar wordt verlengd. Met andere woorden, men
schuift de toepassing van de taalwetgeving
vooruit. Destijds hebben we er overigens voor
gewaarschuwd dat het niet zou gaan om een
eenmalige operatie, zoals de regularisatie. Men
begint met zo'n campagne en kan er niet meer
mee ophouden.
Wij stellen opnieuw vast dat men de taalwetgeving
verder wenst uit te hollen en de verplichte
taalkennis van een van de twee landstalen bij de
ambtenaren van gemeenten en OCMW 's aan zijn
laars lapt. Ik wens hier een aantal concrete vragen
over te stellen.
De federale regering kan verzet aantekenen tegen
dit soort rondzendbrieven. Ik denk hier aan de
procedure bij de Raad van State die deze
rondzendbrieven kan vernietigen. Heeft de
federale regering in deze zaak al pogingen
ondernomen om een belangenconflict in te
roepen?
Werden er door de regering al initiatieven
genomen om de rondzendbrieven te laten
vernietigen, gezien de manifeste
bevoegdheidsoverschrijding ten nadele van de
federale prerogatieven, met ander woorden ten
nadele van onze prerogatieven? Ik heb de minister
vroeger al eens ondervraagd over de vorige
rondzendbrief. Hij antwoordde toen dat de termijn
van 60 dagen verstreken was. Die termijn is nu
nog niet verstreken; ik neem aan dat hij tijdig de
nodige inspanningen zal leveren of al geleverd
heeft.
Ik wens toch te wijzen op het belang van de zaak.
De Vaste Commissie voor Taaltoezicht is paritair
samengesteld uit Nederlandstaligen en
Franstaligen. Zij hebben allen gezegd dat de
Brusselse rondzendbrieven onwettig zijn en de
bevoegdheid van de Brusselse regering manifest
overschrijden. Als de minister de wet wil doen
naleven in Brussel, moet hij zijn federale
prerogatieven verdedigen en alles wat hieraan
afbreuk, moet hij vernietigen of laten vernietigen.
01.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik verwijs naar het antwoord
dat ik heb gegeven op 17 mei 2000 op de vraag
van het geachte lid over hetzelfde onderwerp. De
aldaar aangehaalde argumenten blijven mijns
inziens geldig. Ik vestig er toch de aandacht van
het geachte lid op dat de aanwervingen van
personeelsleden op basis van het
taalhoffelijkheidsakkoord slechts mogelijk zijn als
er niet voldoende kandidaten zijn die wel degelijk
over een taalbrevet beschikken en slechts voor
een maximumduur van twee jaar. Bovendien blijkt
uit de rondzendbrief van 6 november 2000 dat de
Brusselse hoofdstedelijke regering en het
verenigd college van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie geenszins de
bedoeling hebben van de taalwet af te wijken.
Zodra Selor klaar is met het uitwerken van de
nieuwe formule voor de taalexamens, zullen de
tijdelijk aangeworven personeelsleden een
taalexamen moeten afleggen. De federale
regering houdt bij de appreciatie van de
rondzendbrief van 6 november 2000 rekening met
dezelfde argumenten. Het komt erop aan de
taalwet na te leven, maar de goede werking van
de diensten moet verzekerd blijven. Dit is ook de
redenering van de vice-gouverneur. Daarom meen
ik niet dat tegen hem maatregelen moeten worden
genomen.
01.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, het gaat niet om de
invulling van enkele marginale plaatsen omdat de
overgrote meerderheid wel voldoet aan de criteria.
Wij stellen integendeel vast dat het gaat om vele
honderden aanstellingen die contra legem, dus
tegen de wet zijn. Op dit moment omzeilt men op
die manier massaal de wet. U stelt alle hoop op
examens en dergelijke. Ik vrees dat dit een doekje
voor het bloeden zal zijn en dat men, ofwel de
examens zo zal versoepelen dat daaraan
uiteindelijk geen waarde meer kan worden
gehecht, ofwel weer achterpoortjes en uitwegen
zal zoeken om de zaak weer eens op de lange
baan te schuiven. De Vaste Commissie voor
Taaltoezicht geeft ons groot gelijk: wij hebben de
wet mee. Ik betreur dat deze Franstalige minister
van Binnenlandse Zaken andermaal een voor de
Franstaligen zeer gunstige maatregel steunt en
dat daardoor van de van hem verwachte
objectiviteit als minister van Binnenlandse Zaken
andermaal niet veel in huis komt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
02 Mondelinge vraag van de heer Daniël
Vanpoucke aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de inwerkingtreding van de nieuwe
regeling voor het politiek verlof voor
provincieraadsleden" (nr. 2683)
02 Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "l'entrée en vigueur
de la nouvelle réglementation sur le congé
politique pour les conseillers provinciaux"
(n° 2683)
02.01 Daniël Vanpoucke (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijn
vraag heeft inderdaad betrekking op de wet van 4
mei 1999 tot verbetering van het stelsel van
politiek verlof voor de provincie- en
gemeenteraadsleden en enkele andere politieke
mandatarissen. De nieuwe provincieraden werden
ondertussen reeds geïnstalleerd, maar de wet van
4 mei 1999 stelt in artikel 11 dat zij pas in werking
treedt bij de eerstvolgende algemene vernieuwing
van de gemeenteraden. Dienen wij bij de
inwerkingtreding van de wet van 4 mei 1999 tot
verbetering van het stelsel van politiek verlof voor
de provincie- en gemeenteraadsleden, en ook de
leden van de raden voor maatschappelijk welzijn,
burgemeester, schepenen en voorzitters van de
raad voor maatschappelijk welzijn, de
provincieraad te interpreteren naar analogie?
Treedt deze wet wat betreft de bepalingen voor de
provincieraadsleden dus in werking op de dag van
de installatie van de provincieraad, of dienen wij
de letter van de wet te respecteren en treedt deze
wet in haar geheel maar in werking bij de
eerstvolgende algemene vernieuwing van de
gemeenteraden? Graag kreeg ik terzake
verduidelijking.
02.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, le législateur a peut-
être manqué de précision mais l'interprétation
suivante doit être donnée car les mandats
prennent cours à des moments différents:
-
Les mandats des conseillers communaux
et, par extension, des bourgmestres et
échevins prennent cours le 1
er
janvier de
l'année qui suit leur élection. Pour eux, les
choses sont aisées.
-
Le mandat des conseillers provinciaux
prend cours, par application de l'article 34
de la loi du 19 octobre 1921 organique
des élections provinciales et de l'article 49
de la loi provinciale, le deuxième vendredi
qui suit le jour des élections, soit le 20
octobre 2000.
-
Le mandat des membres des conseils de
l'aide sociale, qu'ils soient élus
directement ou au second degré par le
conseil communal, prend cours, par
application de l'article 19 de la loi du 8
juillet 1976 organique des CPAS, le
premier jour ouvrable du troisième mois
qui suit la date d'entrée en fonction du
conseil communal élu après un
renouvellement complet, ou au plus tard
le premier jour du deuxième mois qui suit
celui au cours duquel le résultat de leur
élection est devenu définitif, soit en
principe le 1
er
avril 2001.
Nous pensons que les nouvelles dispositions ne
s'appliqueront aux conseillers provinciaux qu'à
compter du premier janvier 2001, alors qu'ils sont
déjà en fonction depuis le 20 octobre 2000. Elles
s'appliqueront aux conseillers de l'aide sociale à
partir de la même date du 1
er
janvier 2001. Par
conséquent, les membres sortants de ces
conseils, toujours en fonction à l'heure qu'il est,
peuvent s'en prévaloir à compter de cette date.
Cela peut paraître surprenant mais je crois qu'il
n'est pas possible d'interpréter la loi autrement.
02.03 Daniël Vanpoucke (CVP): Mijnheer de
minister, het is inderdaad misschien raar, maar
het is alvast een klare uitleg.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Jo
Vandeurzen aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheidscontracten" (nr. 2691)
03 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre de l'Intérieur sur "les contrats de
sécurité" (n° 2691)
03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, na
indiening van mijn vraag heb ik gemerkt dat er
vorige week reeds een vraag over hetzelfde
onderwerp is gesteld. Voor alle duidelijkheid
kunnen we ze hier nog eens herhalen.
Bij een aantal lokale besturen heerst er enige
onrust naar aanleiding van het feit dat er
samenlevings- en veiligheidscontracten aflopen.
De personen die in dat kader zijn tewerkgesteld,
moeten desgevallend hun opzeg krijgen. Men tast
in het duister of er nog middelen daarvoor in de
begroting voor volgend jaar kunnen worden
ingeschreven en of de projecten kunnen worden
voortgezet. Hierin moet dus zo vlug mogelijk
klaarheid worden gebracht. Vandaar mijn vragen.
Welke van de bestaande samenlevings- en
veiligheidscontracten lopen af? Welke zullen
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
daarvan gedeeltelijk of volledig worden verlengd?
Wanneer zullen de lokale besturen daarvan op de
hoogte worden gebracht? Kan men nog een
aantal nieuwe projecten indienen in het kader van
die contracten? Kan de minister de continuïteit
van de projecten verzekeren zodat de lokale
besturen tijdig maatregelen kunnen nemen en
onaangenaamheden voor zowel bestuurders als
werknemers kunnen worden vermeden?
03.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik heb inderdaad reeds op
gelijkaardige vragen geantwoord, maar herhaal
hier graag mijn toelichting.
Momenteel worden in de Ministerraad de
toekomst van de veiligheids- en
preventiecontracten evenals de richtlijnen voor de
komende jaren besproken. Daar de besprekingen
nog niet definitief zijn afgerond, heb ik de regering
voorgesteld de contracten te verlengen tot 30 juni
2001, zodat de gemeenten maatregelen kunnen
nemen ten aanzien van het betrokken personeel.
De regering heeft zich daarmee op 10 november
jongstleden akkoord verklaard.
Rekening houdend met de politiehervorming zou
het aandeel voor de politie in de veiligheids- en
samenlevingscontracten in de loop van 2001
moeten worden geschrapt en geïntegreerd in de
federale dotatie aan de interpolitiezones. De
eventuele toekomstige contracten zouden dus
enkel betrekking hebben op de steun van de
minister van Binnenlandse Zaken aan de
gemeentelijke projecten van niet-politionele
criminaliteitspreventie. Hierover zal een beslissing
worden genomen tijdens een volgend kernkabinet.
03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb
begrepen dat alle contracten met een half jaar
worden verlengd en dat er dan een uitsplitsing zal
worden gemaakt.
Mag ik van de gelegenheid gebruikmaken om
aandacht te vragen voor het probleem van de
detachering van personeelsleden door de
gemeentebesturen naar vzw's,
drugspreventieprojecten enzovoort, precies in
toepassing van de contracten, probleem dat de
minister ongetwijfeld bekend is? Dit is immers in
strijd met de wet op de uitzendarbeid. Ik heb
opnieuw een amendement op de programmawet
ingediend precies om detacheringen van
personeel naar vzw's door lokale besturen in het
kader van die contracten mogelijk te maken. Dit is
een praktisch probleem met weinig partijpolitieke
dimensies maar belangrijk voor de
rechtszekerheid van de betrokken
personeelsleden. Ik hoop dat ik op de steun van
de meerderheid kan rekenen om het probleem,
dat voor de OCMW's al is geregeld, ook voor de
gemeenten definitief te verhelpen.
03.04 Minister Antoine Duquesne: U hebt gelijk,
mijnheer Vandeurzen.
Je tiens à dire que tout l'aspect de prévention non
policière des contrats sera tout à fait maintenue.
Ce sont donc des contrats qui seront conclus
demain comme aujourd'hui avec les communes.
Vous savez qu'il y a des zones pluricommunales
dans les zones de police et que ce sera là intégré
dans la dotation fédérale qui sera donnée à ces
zones de police.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Daniël
Vanpoucke aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de opleiding van de toekomstige
politieagenten en de organisatie van de
politiescholen" (nr. 2694)
04 Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "la formation des
futurs agents de police et l'organisation des
écoles de police" (n° 2694)
04.01 Daniël Vanpoucke (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, op uw
persconferentie van 30 oktober hebt u verklaard
dat u voorstander bent van een
gedecentraliseerde organisatie van de
basisopleidingen van het hulpagentenkader, het
basiskader, het middenkader en de voortgezette
en gespecialiseerde opleidingen. De huidige
scholen van de gemeentepolitie zouden zich
daartoe naar mijn mening uitstekend lenen. Ik
meen dat u dat op uw persconferentie zelf ook
gezegd hebt.
De opleidingen voor de basis en het middenkader
zijn hoofdzakelijk gericht op de noden van de
lokale politie. Ze zouden volgens uw mededeling
georganiseerd worden a rato van één school per
provincie. Daartegenover hoor ik een ander geluid.
Men spreekt van een werkgroep die de
taakverdeling tussen de politiescholen bespreekt.
Die werkgroep zou van oordeel zijn dat het
aangewezen is de basisopleiding zoveel mogelijk
te centraliseren. Met dat uitgangspunt zouden zij
pleiten voor slechts vier provinciale politiescholen.
Graag had ik ter informatie vernomen of de
werkgroep er inderdaad voor pleit om de opleiding
van het basiskader te centraliseren. Pleit de
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
werkgroep er voor om slechts vier provinciale
politiescholen in te richten? Zal er zoals u op uw
persconferentie verklaarde één politieschool per
provincie komen?
04.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de werkgroep 5 "rekrutering,
selectie en opleiding" pleit niet voor een
gecentraliseerde opleiding van het basiskader in
het kader van het toekomstig opleidingssysteem.
Ik bevestig mijn uitspraken van de persconferentie
van 30 oktober. Ik ben voorstander van een
gedecentraliseerde organisatie van de
basisopleiding van het hulpagentenkader, het
basiskader en het middenkader en ook van de
voortgezette en verschillende gespecialiseerde
opleidingen.
J'ai dit aussi qu'il serait souhaitable par contre
d'avoir une formation centralisée pour les officiers.
Le groupe de travail nous signale qu'un certain
nombre de formations très pointues semblent
difficilement organisables dans toutes les écoles
de police. Pour certaines formations très pointues,
on pourrait donc procéder à une rationalisation
sans remettre en cause le principe de la
décentralisation. Jusqu'à présent, on a
simplement attiré mon attention sur cela. Le
principe est bien celui du respect de la
décentralisation.
04.03 Daniël Vanpoucke (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'het mogelijk breken
met de kerkelijke traditie van het Te Deum op
het feest van de dynastie' (nr. 2696)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verklaringen
omtrent nationale feestdagen' (nr. 2713)
05 Questions orales jointes de
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur 'la possible rupture avec la tradition
religieuse du Te Deum lors de la fête de la
dynastie' (n° 2696)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
'les déclarations relatives aux jours de fête
nationale' (n° 2713)
05.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, u zult van mij wel aannemen als ik u zeg
dat u ons of mijn fractie wellicht niet zult aantreffen
op een Te Deum. De traditie van het Te Deum zou
onder koning Leopold II zijn ingesteld. Of die man
ook katholiek leefde, is een andere zaak.
Deze zaak kwam ter sprake naar aanleiding van
het Feest van de Dynastie op 15 november
jongstleden. Er gingen toen stemmen op om het
Te Deum af te schaffen en te vervangen door iets
anders, door een meer neutrale viering.
Wie heeft er binnen deze regering de idee
geopperd om te breken met die kerkelijke traditie
van het Te Deum? In de pers stond te lezen dat
de minister van Binnenlandse Zaken hierover een
rapport met voorstellen heeft gekregen. Klopt dit
verhaal? Zo ja, wat staat er in dit rapport. Er is ook
geschreven dat de minister een werkgroep zou
oprichten om de hervorming van het Te Deum te
onderzoeken. Is dit zo, mijnheer de minister? Wie
zal daarvan dan deel uitmaken? Welke
alternatieven zullen door die werkgroepen worden
onderzocht? Is de minister het eens met de Unie
van Vrijzinnige Verenigingen die aandringt op een
burgerlijke, neutrale plechtigheid? Zal de minister
gebeurlijk ook de piste onderzoeken van zijn
collega van Landsverdediging die denkt aan een
bijeenkomst van de constitutionele machten in het
Parlement of het koninklijk paleis? Hij opperde
zelfs de idee om de jeugd daarbij te betrekken.
Werd er over de hervorming van het Te Deum
reeds overleg gepleegd met het koninklijk Hof? Zo
ja, wat is de houding van het Hof?
05.02 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik had
een aantal praktische vragen in verband met de
verklaringen over het Te Deum.
Ik moet collega Tastenhoye op een klein
historische nuance wijzen. Het Te Deum is
uiteraard veel ouder dan het vieren van de
verjaardag van Leopold II. Het Te Deum is een
traditie die eeuwenoud is. Mijnheer de minister, u
moet er mij niet van verdenken dat ik een
kerkpilaar ben.
Ik zou de discussie met enige neutraliteit willen
behandelen. Moet het de eerste doelstelling van
de regering zijn om een aantal traditionele
ceremonies - al dan niet religieus - door te
spoelen? Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat
er een aantal toevallige en wellicht in tijd beperkte
correlaties bestaan die wij thans coalities noemen
en die eigenlijk afstevenen op een soort grote
historische vereffening. Het gaat hier om een
afrekening met wat er vroeger allemaal is
gebeurd. Als die tradities kunnen worden
toegewezen aan een bepaalde
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
levensbeschouwelijke opvatting dan moeten die
blijkbaar verdwijnen.
Stel u voor dat iemand in een nieuwe coalitie 1
mei in vraag zou stellen? Dat is een bijzonder
belangrijke gebeurtenis. Deze beslissingen
moeten dus bijzonder voorzichtig worden
genomen.
Ten tweede, wat is de verborgen agenda achter
dit, op het eerste gezicht, trendy voorstel? Ik zal
daarom echter geen traan laten. Ik ben twee tot
drie maal per jaar aanwezig op een Te Deum. Ik
zal even uitleggen hoe dat komt. Op 21 juli is er
een Te Deum in de hoofdkerk van de stad of
gemeente, daarna spoeden de Oost-Vlamingen,
zoals voorzitter Tant, zich naar de Sint-
Baafskathedraal in Gent, waar we de tweede maal
onze hemel trachten te verdienen. Een Te Deum
heeft een belangrijke symbolische betekenis en
bovendien vinden mensen van verschillende
opinies elkaar daarin. Ik ken ook overtuigde
vrijzinnigen die dit belangrijk gebaar toch willen
stellen.
In de nouvelle langue zou men kunnen zeggen dat
dit voorstel "branché" is. Het is echter een voorstel
"à la fléchette". Het eerst getroffen doel met het
pijltje was het Te Deum op 15 november. Mijn
inziens vergist men zich hier en dit moet kunnen
worden besproken. Het is echter niet mijn
bedoeling om terzake een interpellatie of een
colloquium te houden. De rol die de godsdienst en
het christendom in de totstandkoming van onze
maatschappij door de eeuwen heen heeft
gespeeld, is bijzonder belangrijk in onze
geschiedenis, onze cultuur, onze taal. Het zou
verkeerd zijn om hiermee geen rekening te
houden.
Ik weet dat deze regering vaak naar het buitenland
kijkt. Ik wil even de link met Frankrijk en Duitsland
leggen die we via verbroedering goed kennen. In
de legerstaat Frankrijk heeft men bijvoorbeeld op
14 juli de gewoonte om een religieuze plechtigheid
te laten plaatsvinden waar ook de wereldse
overheid zijn plaats in heeft. In Duitsland wordt op
het einde van de maand november de elfde
verjaardag van het vallen van de muur herdacht.
In ieder hoofdkerk van iedere stad of gemeente is
er een religieus geïnspireerde plechtigheid waar
geestelijke en wereldlijke overheden mekaar
vinden. Men kan terzake discussiëren. Het
verbaast mij echter dat er een selectie zal
gebeuren. Minister Flahaut zegt dat er op een
neutrale plaats een selectie moet worden
gemaakt. Ik weet niet of dit in het binnen- of
buitenland plaatsvond, hij doet immers vaker
straffe uitspraken in het buitenland. Het unieke
van een Te Deum, zoals het op 21 juli en 15
november plaatsvond, is dat mensen van allerlei
slag zich op deze bijeenkomst konden vinden. Op
het Te Deum van 15 november vinden ook
mensen van andere dan christelijke overtuigingen
en mensen die bijvoorbeeld tijdens de oorlog
tegenstrijdige belangen hebben verdedigd elkaar
in de kerk rond een symboolwaarde. Dat mag
men niet uit het oog verliezen. De volgende stap
mag niet zijn, Kerstmis tot het feest van de
kerstman of de kerstboom te maken. De
universaliteit van een dergelijk gegeven is immers
bijzonder belangrijk. In een volgende stap kan
men Pasen, wijdverspreid over de wereld, tot het
feest van de paaseieren en de paashaas maken.
Dat is niet haalbaar. Als men de moed en de
oefening had gehad, was het pijltje in de roos
terechtgekomen en was het Te Deum op 21 juli
afgeschaft.
05.03 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, vous savez que je ne
manque pas de dossiers intéressants à traiter. Je
n'avais donc pas inscrit le problème du Te Deum,
d'autant, monsieur De Crem, que je m'y rends
volontiers, sans avoir d'état d'âme si vous me
permettez l'expression.
De discussie werd gelanceerd ingevolge een
artikel in De Morgen met de verklaringen van
kardinaal Danneels naar aanleiding van de
publicatie van zijn laatste boek. De kardinaal zou
hebben verklaard geen bezwaar te hebben tegen
de opheffing van het Te Deum als publieke
manifestatie om hulde te brengen aan de
dynastie.
Je n'ai pas entendu le cardinal Danneels, mais j'ai
entendu récemment l'un de ses représentants qui
passait à la télévision. Il faisait la même
déclaration et disait qu'en toute hypothèse, l'Eglise
catholique conserverait le Te Deum, qui est bien
plus ancien que Léopold II. Mais l'Eglise ne voit
aucune objection à ce qu'une autre manifestation
soit organisée. L'Eglise catholique se joindrait
même bien volontiers à cette manifestation
d'hommage à la Dynastie et à notre Roi.
Ik ben het niet die de kwestie op de agenda heeft
laten plaatsen. Ik zie mij echter verplicht te
reageren op de signalen en verzoeken vanuit de
verschillende geledingen van de samenleving. De
dienst protocol van mijn administratie, die in
rechtstreeks contact staat met de betrokken
middens, heeft mij een aantal beschouwingen
meegedeeld. Er bestaat evenwel nog geen
werkgroep.
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Je n'ai pas l'intention de créer un groupe de
travail, mais bien entendu, je rassemble les
suggestions qui me sont formulées ça et là.
Lorsque j'aurai constitué ce dossier, en
collaboration avec le premier ministre et mes
collègues devant traiter plus particulièrement de
questions revêtant des aspects protocolaires - je
pense notamment au ministre des Affaires
étrangères ainsi qu'au ministre de la Défense -, je
verrai s'il y a lieu de soumettre des propositions au
gouvernement.
En tout cas, deux éléments me paraissent
importants
dans notre pays: respecter la
sensibilité de chacun, tant sur le plan
philosophique ou religieux, respecter les traditions
des uns et des autres, et que l'hommage rendu au
Roi et à la dynastie soit unanime, que cette
dernière fasse l'objet d'un très large consensus.
Donc, il ne pourrait y avoir pour moi de bonnes
formules que celles qui traduiraient ce large
consensus de la population autour de son Roi.
05.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de minister zegt dat hij
geen werkgroep gaat oprichten, maar vermeldt
wel dat hij een dossier gaat samenstellen.
Mijnheer de minister, als u geen werkgroep opricht
en u vermeldt de verschillende diensten en de
minister van Buitenlandse zaken en de
protocoldiensten, dan moet u toch een centrale
coördinatiecel oprichten als u concrete voorstellen
wil doen? Is dit zo?
05.05 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur
Tastenhoye, les ministres peuvent aussi travailler
directement, sans devoir constituer des structures
lourdes. Ils sont aussi capables de réfléchir.
05.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Dat
is natuurlijk ook een mogelijkheid.
Tot slot kreeg ik graag uw antwoord op mijn
laatste vraag naar het standpunt van het Koninklijk
Paleis in deze of is dat een staatsgeheim?
05.07 Antoine Duquesne, ministre: Pour
l'instant, je rassemble toutes les informations qui
me sont utiles pour faire une proposition
raisonnable.
05.08 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik begrijp de logica van het antwoord
van de minister niet. Ik ben ervan overtuigd dat hij
in deze zaak rekening zal houden met de
belangrijke argumentatie die wij hebben
aangebracht in onze vraagstelling.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer Guido
Tastenhoye aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de vergoeding van de leden van
het bureau van de Antwerpse districtsraden"
(nr. 2697)
06 Question orale de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "la rémunération des
membres du bureau des conseils de district à
Anvers" (n° 2697)
06.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, gezien het gevorderde uur, zal ik het
zeer kort houden.
Mijnheer de minister, u weet dat begin volgend
jaar de nieuwe rechtstreeks verkozen
districtsraden worden bijeengeroepen. In de
praktijk vindt dit evenwel alleen plaats in
Antwerpen. De leden die in het bureau van die
districtsraden zitting zullen houden, weten nog
altijd niet welke vergoeding ze hiervoor zullen
ontvangen. Onder die kandidaten bevinden zich er
misschien mensen die plan zijn om hun loopbaan
geheel of gedeeltelijk te onderbreken. We hebben
nog maar pas over een vergelijkbaar voorstel
gedebatteerd. Mijnheer de minister, kunt u ons zo
spoedig mogelijk laten weten welke vergoeding de
leden van het bureau van de districtsraden zullen
krijgen?
06.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ook ik zal het kort houden.
Een ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van
de wedde van de voorzitter en de leden van het
bureau van de districtsraden werd voor dringend
advies aan de Raad van State voorgelegd. Zodra
ik over dit advies beschik, wordt onmiddellijk het
nodige gedaan om het besluit definitief op te
stellen en bekend te maken.
De voorzitter: Dat is vraag en antwoord, in
beknopte stijl.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Tony Smets aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de toelating tot
uitoefening van meerdere mandaten door leden
van de federale kamers' (nr. 2700)
- de heer Daniël Vanpoucke aan de minister van
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Binnenlandse Zaken over 'de toepassing van de
wetgeving tot beperking van de cumulatie van
mandaten van parlementsleden en bestendig
afgevaardigden' (nr. 2738)
07 Questions orales jointes de
- M. Tony Smets au ministre de l'Intérieur sur
'l'autorisation d'exercer plusieurs mandats par
les membres des chambres fédérales' (n° 2700)
- M. Daniël Vanpoucke au ministre de l'Intérieur
sur 'l'application de la législation limitant le
cumul des mandats de parlementaire et de
député permanent' (n° 2738)
07.01 Tony Smets (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, graag had ik uw
aandacht gevestigd op de wet die de
onverenigbaarheden en ontzeggingen bepaalt van
de ministers, gewezen ministers en ministers van
Staat, alsmede de leden en de gewezen leden van
de wetgevende kamers met betrekking tot de
uitoefening van een cumul van mandaten.
Artikel 1, quater bepaalt dat een lid van het
federaal Parlement dit mandaat slechts kan
cumuleren met ten hoogste één bezoldigd
uitvoerend
mandaat - bijvoorbeeld
schepen,
burgemeester of OCMW-voorzitter
-
of elk
mandaat in een openbare of particuliere instelling
uitgeoefend als vertegenwoordiger van het Rijk,
de gemeenschap, het gewest, de provincie of de
gemeente, voor zover het verder gaat dan het
loutere lidmaatschap van de algemene
vergadering of de raad van bestuur, of voor zover
het een maandelijkse vergoeding oplevert van
minstens 20.000 frank bruto.
Bij de laatste bepaling ontstaat er onduidelijkheid
als het een lidmaatschap van een intercommunale
betreft. Daarom wil ik u de volgende twee vragen
voorleggen, mijnheer de minister.
Ten eerste, kan een lid van de federale Kamer
deel uitmaken van verschillende algemene
vergaderingen of een raad van bestuur van een
intercommunale als deze mandaten telkens
minder opbrengen dan 20.000 frank bruto?
Ten tweede, als een lid van de federale Kamer
een functie van schepen, burgemeester of
OCMW-voorzitter uitoefent, kan hij of zij ingevolge
dit artikel nog een mandaat in een algemene
vergadering of een raad van bestuur van een
intercommunale opnemen voor zover dit minder
oplevert dan 20.000 frank bruto?
07.02 Daniël Vanpoucke (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de
wetgeving van mei 1999 met betrekking tot de
cumulatie van mandaten roept een aantal vragen
op over de precieze toepassing en naleving ervan.
Onze collega heeft reeds een paar voorbeelden
vernoemd. Ik had het ook over die 20.000 frank
willen hebben, maar ik wil me ook toespitsen op
de bestendig afgevaardigden van de
provinciebesturen.
Op een vraag van collega Van Eetvelt heeft de
minister reeds een antwoord gegeven. De vraag
was of de bestendig afgevaardigden al of niet nog
meer dan 1 provinciale VZW of provinciaal
autonoom overheidsbedrijf zullen mogen
voorzitten en of dergelijke mandaten worden
beschouwd als deel uitmakend van hun functie of
als bijkomende mandaten. De minister heeft toen
geantwoord dat een bestendig afgevaardigde
vanaf 31 januari 2001 slechts het voorzitterschap
van 1 provinciale VZW of 1 provinciaal autonoom
overheidsbedrijf kan waarnemen. Met andere
woorden, hij heeft de strikte toepassing van de
wet gehuldigd. Voorts verklaarde de minister dat
iemand lid kan zijn van verschillende raden van
bestuur, zolang het belastbaar maandinkomen dat
hij daarvoor ontvangt minder dan 20.000 frank
bedraagt. Als het meer is, dan geldt de
cumulatiebeperking. Zo heeft de minister het toen
verklaard. Hij zei eveneens dat zelfs de niet-
bezoldigde mandaten, als zij bevoegdheden
impliceren die niet zijn beperkt tot de zitting in de
algemene vergadering of de raad van bestuur,
aan deze wetgeving onderhevig zijn.
Ik herhaal dat de minister een strikte toepassing
van de wet voorschreef.
In een brief van oktober 2000 aan de Vereniging
van Vlaamse Provincies stelt de minister dat het
antwoord aan de heer Van Eetvelt enige
verduidelijking behoeft. Ik zal de motivering van de
minister niet helemaal herhalen. De minister
verduidelijkt dat het een bestendig afgevaardigde
toegelaten is zijn ambt te cumuleren met een
bezoldigd uitvoerend mandaat in een openbare of
private instelling evenals met een of meerdere
niet-bezoldigde uitvoerende mandaten. Deze
verduidelijking doet mij de wenkbrauwen fronsen
en roept een aantal vragen op.
Mijnheer de minister, bevestigt u de verduidelijking
in de brief aan de Vlaamse Vereniging van
Vlaamse Provincies of blijft u bij de strikte
interpretatie van de wet? Is deze interpretatie ook
van toepassing op parlementsleden? Kan een
parlementslid zijn mandaat cumuleren met een
bezoldigd uitvoerend mandaat in een openbare of
private instelling of met een of meerdere niet-
bezoldigde uitvoerende mandaten? De wet tot
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
beperking van de cumulatie van mandaten treedt
in werking op 31 januari 2001. Dit kan, mijns
inziens, problemen veroorzaken. Een aantal
mandaten aangegaan na de verkiezingen van
1994 worden slechts in april of mei 2001
hernieuwd. Gelden de beperkingen vanaf januari
2001 zodat een aantal mandatarissen reeds voor
april of mei ontslag moeten nemen? Wordt een
overgangsmaatregel uitgewerkt? Vindt u het niet
aangewezen de uitvoering van de wetgeving te
preciseren in een rondzendbrief? Op welke manier
zult u erop toezien dat de wetgeving effectief
wordt nageleefd? Kan de gouverneur optreden
tegen een burgemeester die de wetgeving niet zou
naleven? Welke procedure zal worden toegepast?
07.03 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, je répondrai tout
d'abord à M. Smets. Les travaux préparatoires
relatifs à la proposition de loi qui est devenue la loi
précitée du 4 mai 1999, précisent que pour la
limitation du cumul du mandat de parlementaire
fédéral avec des mandats exercés dans un
organisme public ou privé, il y a lieu de recourir à
deux critères distincts, à savoir davantage de
pouvoir que leur simple qualité de membre de
l'assemblée générale ou du conseil
d'administration dudit organisme
-
il s'agit de
l'article 1
er
quater, alinéa
2, 2°
- et une
rémunération qui dépasse un montant de 20.000
francs par mois - il s'agit de l'article 1
er
quater,
alinéa 2, 3°.
Het tweede criterium mag niet als een
uitzondering op het eerste worden gezien".
Bijgevolg kan een federaal parlementslid deel
uitmaken als lid van de algemene vergadering of
van de raad van bestuur van verschillende
intercommunales, voor zover deze mandaten
samen niet meer opleveren dan 20.000 frank
bruto per maand.
Het criterium bepaald in artikel 1quater tweede lid
tertio van de voormelde wet van 6 augustus 1931,
dient als een afzonderlijk criterium en niet als een
uitzondering op de normen vastgelegd in artikel
1quater tweede lid primo en secundo worden
beschouwd. Bijgevolg kan een federaal
parlementslid dat reeds burgemeester, schepen of
voorzitter van een raad voor maatschappelijk
welzijn is, niet nog een bezoldigd mandaat als lid
van de algemene vergadering of de raad van
bestuur van een intercommunale dat minder dan
20.000 frank oplevert, uitoefenen.
Het antwoord van 7 december 1999 op de
mondelinge parlementaire vraag betreffende
hetzelfde onderwerp van de heer Van Eetvelt dient
inderdaad te worden verduidelijkt. Ik verwijs naar
de voorbereidende werkzaamheden in verband
met de wet van 4 mei 1999 waarbij een nieuw
artikel 97bis betreffende de beperking van de
cumulatie van het mandaat van bestendig
afgevaardigde met andere mandaten in de
provinciewet werd ingevoegd. Uit het rapport van
de commissie voor de Binnenlandse
Aangelegenheden van de Senaat blijkt immers dat
het begrip "bezoldigd uitvoerend mandaat", zoals
dat voorkomt in de wetsvoorstellen nummers 984,
985 en 986, geen betrekking heeft op de uit het
ambt afgeleide mandaten, de mandaten in de
adviesorganen, de mandaten in instellingen
zonder rechtspersoonlijkheid en de onbezoldigde
mandaten.
Dat betekent dat het een bestendig afgevaardigde
toegestaan is zijn ambt te cumuleren met één
bezoldigd mandaat in een openbare of private
instelling, evenals met een of verschillende niet-
bezoldigde uitvoerende mandaten.
Ainsi que cela ressort du rapport précité, cette
règle s'applique de la même manière aux
parlementaires fédéraux et aux parlementaires
européens, proposition de loi n° 985/1, devenue la
loi du 4 mai 1999 limitant le cumul du mandat de
parlementaire fédéral ou européen avec d'autres
fonctions. A l'instar de ce que la loi prévoit en ce
qui concerne le cumul du mandat de
parlementaire fédéral ou européen et de membre
d'un conseil de communauté ou de région avec
d'autres fonctions, il appartient à la députation
permanente de fixer dans son règlement d'ordre
intérieur, les modalités d'exécution de ces
dispositions et donc, de veiller à leur correcte
application.
07.04 Daniël Vanpoucke (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord.
Mijnheer de minister, kunt u nog antwoorden op
de vraag over het naleven van de beperking? Hoe
denkt u over het probleem van de vele
intercommunales die pas zullen worden
vervangen in april, mei 2001, hoewel de wet
vroeger in voege treedt?
07.05 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je préfère que M. Vanpoucke me pose
une question complémentaire.
J'ai répondu dans l'urgence à la question de M.
Van Eetvelt et nous avons dû préciser les choses
en prenant le temps d'aller vérifier les travaux
préparatoires.
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Monsieur Vanpoucke, je préfère ne pas vous
donner aujourd'hui une réponse mal informée et
donc imprudente.
Le président: C'est une question pertinente et
importante. Cela concerne les trois ou quatre
premiers mois de l'année prochaine, durant
lesquels certains mandats courront encore.
07.06 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, réglementairement, une petite question
de deux lignes de la part de M. Vanpoucke me
suffit, mais j'en ai pris note et je vais déjà préparer
la réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verscherpte
grenscontroles' (nr. 2721)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de door de regering
aangekondigde herinstelling van
grenscontroles' (nr. 2755)
08 Questions orales jointes de
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur 'les contrôles renforcés aux frontières'
(n° 2721)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
'le rétablissement des contrôles aux frontières
annoncé par le gouvernement' (n° 2755)
08.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, via de krant De Morgen hebben we
vernomen dat de regering opnieuw beslist heeft
om verscherpte grenscontroles uit te voeren op
zoek naar illegalen die ons land
binnengesmokkeld worden om hier te blijven of
door te reizen naar derde landen. Mijnheer de
minister, u voert deze maatregel rijkelijk laat in op
een ogenblik dat we afstevenen op een historisch
record van rond de 45.000 asielaanvragen dit jaar.
U voert deze maatregel in op een ogenblik dat al
maanden elke dag langs de autostrades en in de
havens bosjes illegalen opgepakt worden. Al die
tijd hebt u geen maatregelen genomen. Nu het
water de regering aan de lippen staat, denkt u
eraan om opnieuw verscherpte grenscontroles in
te voeren.
Waarom is er besloten opnieuw verscherpte
grenscontroles uit te voeren? Waarom werd deze
beslissing zo laattijdig genomen? Welke
politiediensten worden belast met de verscherpte
grenscontroles? Hoeveel effectieven worden
ingezet en gedurende welke periode worden ze
ingezet? Gaat het om vaste grenscontroles of
worden er ook mobiele eenheden ingezet die
opereren in een zone verder afgelegen van de
grens? Komen er ook verscherpte controles in
onze havens? Worden ook de internationale
treinen gecontroleerd? Wat gebeurt er met de
illegalen die in het kader van de verscherpte
grenscontroles opgepakt worden? Dat zou ik van
u willen weten, mijnheer de minister. Dat is toch
belangrijk. U weet hoe het eraan toeging wanneer
de afgelopen weken illegalen opgepakt werden. Er
werd naar de dienst Vreemdelingenzaken
getelefoneerd. Een paar uur later stuurde de
dienst Vreemdelingenzaken een fax met het
beruchte papiertje: "Gelieve over vijf dagen het
grondgebied te verlaten." Is het op deze manier
dat u probeert het illegalenprobleem op te lossen?
In het bijzonder zou ik willen weten wat er gebeurt
wanneer er illegalen opgepakt worden uit landen
die vooralsnog weigeren hun illegalen terug te
nemen. Het gaat bijvoorbeeld om Iran waaruit nu
een verhoogde instroom van illegalen en
vermeende asielzoekers waargenomen kan
worden. Wanneer illegalen opgepakt worden en te
kennen geven hier asiel te willen aanvragen, wordt
op hen op dit ogenblik dan de conventie van
Dublin toegepast? Dat was in het verleden in bijna
geen enkele situatie het geval. Is de politiek nu zo
dat ze dan teruggestuurd worden naar het
Schengen-land waar ze doorheen reisden
vooraleer voet op Belgische bodem te zetten?
Zoals u weet, mijnheer de minister, is België
toevallig geografisch helemaal omgeven door
Schengen-landen en zijn asielzoekers bijna altijd
door een ander Schengen-land gereisd. Past u
vanaf nu de conventie van Dublin onverkort toe en
stuurt u dergelijke asielzoekers terug? Dat is een
duidelijke vraag. Zo neen, waarom niet?
08.02 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wij zijn
het eens met het principe van de grenscontroles.
Dat hebben we ook bij de vorige discussies
gezegd. Wij willen echter weten waarom deze
controles niet structureel, maar conjunctureel
gebeuren. We hadden te maken met de
problematiek van de regularisatiewetgeving
tussen 10 en 31 januari 2000. Ook toen werden er
controles uitgevoerd op de strook tussen Battice
en Pepinster. Dat konden we op de tv zien. Naar
aanleiding van de regeringsmaatregelen die nu
worden aangekondigd, het installeren van tien
posten aan de grens en drie posten te lande,
worden er opnieuw controles aangekondigd. Ik
ben van oordeel dat, als u de controles
aankondigt, u juist het tegengestelde bekomt van
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
wat u eigenlijk beoogt. Verder biedt men eigenlijk
geen structurele oplossing voor het aankomen van
illegalen op het grondgebied.
Mijnheer de minister, hoe hebt u sedert het
incident in Dover de politiecontroles georganiseerd
en doorgevoerd? Op het grondgebied van mijn
gemeente hebben we een provinciale
verkeerseenheid. Ik heb bij hen in alle neutraliteit
wat informatie ingewonnen. Men zei mij dat de
opdrachten die werden gegeven bijzonder diffuus
waren en dat het aan het inzicht en het vermogen
van de lokale brigadecommandant of de
commandant van de PVE werd overgelaten om dit
uit te voeren. Dat is een gemiste kans.
Wat de controles op zich betreft, wij kunnen die in
principe steunen. Ik moet echter nog even een
mededeling doen. Ik heb gezien dat mevrouw
Lizin opnieuw een artikel heeft gepleegd. U zult
het wellicht gelezen hebben. Ik wil de geachte
vergadering echter niet onthouden wat mevrouw
Lizin meedeelt:
Conclusion: l'orientation de ce gouvernement est
fondamentalement erronée et accessoirement
impraticable. De plus, c'est une bêtise, puisque la
Commission européenne met la dernière main à
un texte prévu pour décembre, qui va dans le
sens que j'ai décrit, à savoir qu'il dénonce l'idée
de réinstaller des contrôles aux frontières.
Eigenlijk worden we met het omgekeerde
geconfronteerd. Wij gaan akkoord met het
principe, maar ik denk dat u binnen de coalitie nog
enig controlewerk moet doen.
08.03 Antoine Duquesne, ministre:
Premièrement, monsieur le président, je prends
acte du fait que M. De Crem n'est pas d'accord
avec Mme Lizin. Mais, par contre, je me réjouis
qu'il soit d'accord avec moi. Vous constatez que
tout peut arriver, monsieur De Crem.
Deuxièmement, il est évident que nous essayons
d'appliquer la Convention de Dublin. Cependant,
son application n'est pas aisée car elle impose de
rapporter la preuve de l'itinéraire accompli par
celui qui est passé par un autre pays signataire de
la Convention. Il existe une présomption puisqu'en
dehors de la frontière virtuelle de Zaventem ou de
la Mer du Nord, nous n'avons plus de frontières
extérieures et donc on survole facilement un pays
voisin.
Beaucoup de pays signataires en sont conscients
et c'est pour cette raison que la révision de la
Convention est à l'ordre du jour et ce, dans le but
d'une application plus facile lorsque nous aurons
mis en place le système Eurodat, celui des
empreintes digitales, qui permettra de mieux
suivre le parcours de ceux-là.
Troisièmement, il ne s'agit pas d'une nouvelle
politique en matière de contrôle mais il s'agit,
plutôt, de la continuation de ce que j'ai décidé
depuis plusieurs mois et qui est régulièrement mis
en oeuvre. En ce qui me concerne, je n'ai fait
aucune déclaration à ce sujet.
Je ne peux pas rendre ces contrôles permanents,
car je suis obligé de tenir compte des capacités
opérationnelles de la gendarmerie. C'est pour
cette raison que je leur demande ce qui est
compatible avec l'ensemble de leur mission. C'est
ainsi que les contrôles frontaliers sont planifiés
dans la période allant du 20 novembre au 15
décembre. Plus que la recherche des illégaux,
nous voulons démanteler les filières d'immigration
clandestine et saisir les trafiquants d'êtres
humains.
Ces contrôles auront lieu aux différents accès du
territoire belge et dans le pays même. Cela ne
donne pas lieu à l'application de l'article 2.2 de la
Convention Schengen. Les contrôles seront
orientés vers les illégaux provenant des pays de
l'Est. L'accent sera mis sur tous les accès: routes,
chemin de fer et air. Le nombre de gendarmes et
les moyens engagés pour cette opération
varieront d'un jour à l'autre. Cette décision sera
prise par l'unité locale responsable, ceci en accord
avec le centre de commandement de la direction
des opérations de la gendarmerie.
Durant la période du 17 janvier au 30 janvier, 431
personnes ont été interceptées. Pendant la
deuxième et la troisième période, 274 et 157
illégaux ont été arrêtés. La cellule de traite des
êtres humains du Bureau central de recherche de
la gendarmerie analyse ces contrôles frontaliers
afin d'en tirer un certain nombre d'enseignements
sur le plan opérationnel.
La gendarmerie et les services administratifs
belges ont été invités à prendre contact avec leurs
homologues dans les régions limitrophes de la
Belgique afin de les tenir informés de ce
renforcement de contrôle et aussi afin de solliciter
leur collaboration, notamment en cas de reprise
de personnes ayant pénétré illégalement sur le
territoire belge. J'ai demandé une évaluation des
opérations actuelles après le 15 décembre 2000.
Je répète que ces contrôles auront lieu de
manière sporadique, mobile et ciblée. Au niveau
routier, ils seront exécutés sur différents axes
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
importants ou non, et ne viseront pas tous les
véhicules. Au niveau ferroviaire, des contrôles
sporadiques seront organisés dans certains trains
en provenance des pays limitrophes.
Tout cela est certainement utile et je suis
convaincu que c'est au niveau européen que les
mesures en la matière doivent être prises et qu'il
faut développer une plus grande solidarité au
départ du contrôle de nos frontières extérieures. A
l'occasion de la présidence belge, dans le courant
du second semestre 2001, je prendrai des
initiatives en la matière.
08.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor
zijn antwoord.
Mijnheer de minister, uw antwoord in verband met
de asielzoekers bevredigt mij niet. U zegt dat het
zeer moeilijk is om de Conventie van Dublin toe te
passen, omdat men bijna onmogelijk een reisroute
kan nagaan. Volgens mij is dat wel mogelijk. De
asielzoekers die via Zaventem het land
binnenkomen, kent men tot de laatste man. Het
waren er 1.700 tot 1.800 vorig jaar. Slechts enkele
tientallen anderen worden als verstekeling
aangetroffen in de haven van Antwerpen of in een
andere haven. Maar al de andere asielzoekers
komen toch niet zomaar uit de lucht vallen? Zij zijn
per definitie over de weg naar hier gekomen. Zij
zijn dus per definitie via een ander Schengen-land
ons land binnengekomen. Dit staat als een paal
boven water.
Het is vrij eenvoudig om na te gaan of ze via een
ander Schengen-land gekomen zijn. Als ze van
een vrachtwagen of van een trein worden gehaald,
dan kunnen de ordediensten de visu toch perfect
vaststellen uit welk land zij gekomen zijn. Het is
dan ook perfect mogelijk om ze meteen terug te
sturen.
Mijnheer de minister, u hebt mij niet geantwoord
op mijn andere pertinente vraag wat er op dit
ogenblik concreet gebeurt met de illegalen die
worden opgepakt? In het verleden werd steeds
hetzelfde spelletje gespeeld Ze werden
meegenomen naar het politie- of
rijkswachtbureau. Men telefoneerde even naar de
Dienst Vreemdelingenzaken. De illegalen kregen
een papiertje waarop stond dat ze binnen de vijf
dagen het land moesten verlaten. Vervolgens
werden ze weer in de vrije natuur losgelaten,
nadat ze een boterham en een kopje koffie
genuttigd hadden. Is de politiek op dit vlak nu
veranderd? Worden de illegalen nu kordaat terug
over de grens gezet of niet? Dat is mijn vraag.
08.05 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ten
eerste, het is belangrijk dat u voor het gehele
grondgebied de bevoegde politiediensten - vooral
het territoriale korps, tot nader order de rijkswacht
vóór 1 april 2001 - uniforme opdrachten geeft. Zij
moeten weten waaraan zij zich moeten houden en
wat het actiekader is waarin zij zich moeten
begeven.
Ten tweede, er is de eeuwige problematiek dat
men het bevel om het grondgebied te verlaten,
niet meer opvolgt. Ik denk dat u daar toch werk
van moet maken, in afwachting van het
wetgevende werk dat u verricht. Ik hoop dat u de
nodige tijd vindt om dit te doen, want deze
problematiek is onthutsend. Op basis van de
cijfers kan ik hier niets anders over zeggen.
08.06 Antoine Duquesne
,
ministre: Monsieur le
président, on peut reprocher de nombreux points
à la gendarmerie mais certainement pas que son
commandement puisse donner des consignes qui
ne seraient pas claires.
Nous essayons, en effet, d'appliquer la
Convention de Dublin en ce qui concerne les Etats
par lesquels ont transité ceux que nous arrêtons
sur notre territoire. Cependant, je le répète, nous
devons fournir des éléments de preuve très
précis, très circonstanciés. Encore faut-il que l'Etat
en cause accepte la preuve que nous fournissons.
C'est la raison pour laquelle une révision de cette
Convention de Dublin est essentielle.
08.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat de minister
weigert te antwoorden op mijn vraag wat er
momenteel gebeurt met illegalen die worden
opgepakt. Ik vermoed dat het oude spelletje van
vroeger gewoon voortgaat. Men zet ze gewoon
terug op straat met hun papiertje waarop staat dat
ze het grondgebied moeten verlaten. Dit is voor
mij heel duidelijk en komt eigenlijk neer op het
pompen van water in een rieten mand.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Mondelinge vraag van de heer Jan Peeters
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"de eventuele federale maatregelen om de
inbrakenplaag in de Kempen te bestrijden"
(nr. 2731)
09 Question orale de M. Jan Peeters au ministre
de l'Intérieur sur "l'éventuelle prise de mesures
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
au niveau fédéral afin de lutter contre le fléau
des cambriolages en Campine" (n° 2731)
09.01 Jan Peeters (SP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, vorige week was er naar
aanleiding van het vragenuurtje in de plenaire
vergadering een debat over het voorstel van de
burgemeester van Westerlo om het leger in er
zetten om de inbrakenplaag in de Kempen te
bestrijden. U hebt dit spoor verworpen, maar
tegelijkertijd aangekondigd dat uw diensten
mogelijke pistes aan het onderzoeken waren om
de toestand te verbeteren.
Ik heb hierover enkele concrete vragen. Bent u het
ermee eens dat de Kempen de laatste maanden
getroffen wordt door een uitzonderlijke
inbrakengolf? Hebt u cijfers om dit te staven?
Welke maatregelen overweegt u; welke sporen
volgt u en tot welke operationele beslissingen zijn
uw diensten gekomen?
Ten derde, enkele jaren geleden zette de regering
naar aanleiding van de inbrakenplaag in het
zuiden van West-Vlaanderen met succes extra
federale middelen in in de Frans-Belgische
grensstreek. Denkt u aan een gelijkaardige
operatie in de eveneens kwetsbare grensstreek
die de Kempen toch is?
Ten vierde, hoe reageert u op de publieke
uitspraken van de rijkswachtcommandant van
Geel die zegt: "Laat het leger maar komen. Met
ons huidige personeelsbestand kunnen wij het
werk niet meer aan.
09.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, si je ne dispose pas
des chiffres les plus récents en ce qui concerne le
Limbourg en matière de cambriolages, je puis
cependant vous dire, sur la base des chiffres en
ma possession pour l'ensemble du pays, que l'on
constate malheureusement un peu partout un
développement des actes de cambriolage, comme
d'ailleurs des car-jackings et des home-jackings.
La sécurité publique est une des priorités de ma
politique, et tout particulièrement les cambriolages
qui font par ailleurs partie des priorités reprises
dans le plan national de sécurité pour les deux
prochaines années. C'est très important parce
qu'il faudra également que, dans le cadre des
plans zonaux de sécurité en fonction de ce qui se
passe dans différentes zones, on prenne des
mesures particulières, à la fois préventives et
répressives, en prévoyant les objectifs à atteindre
et en indiquant, élément très important, les
moyens à mettre en oeuvre pour atteindre ces
objectifs.
Je présenterai d'ailleurs très prochainement au
parlement, avec mon collègue de la Justice, le
projet de plan national de sécurité.
J'ai demandé à mes services d'examiner
attentivement la problématique des cambriolages,
notamment quant aux mesures efficaces qui
pourraient être prises contre ce fléau. Dans cette
perspective, la situation sera examinée par la
gendarmerie, le service général d'appui policier et
le secrétariat permanent à la politique de
prévention.
Entre-temps, j'ai adressé une lettre au
bourgmestre de Westerlo pour lui communiquer
les actions qu'il serait d'ores et déjà opportun qu'il
entreprenne: la réalisation d'une analyse détaillée
du phénomène, en collaboration avec la police et
la gendarmerie, le développement, au sein de la
concertation pentagonale qui existe, d'une
approche ciblée dans laquelle autant les moyens
préventifs que répressifs seraient appliqués et où
les priorités locales pourraient éventuellement être
redéfinies, tenant compte de la capacité policière
locale, notamment au travers d'une campagne
d'information et de sensibilisation à l'attention du
public concernant les mesures préventives que
chacun pourrait prendre dans les limites des
dispositions légales.
Dans ce contexte, l'insécurité et le risque doivent
être objectivés. Cet aspect est très important
parce qu'on ne peut pas toujours compter sur les
services de police ou de gendarmerie. Un certain
nombre de précautions peuvent être prises par les
particuliers. J'ai d'ailleurs présenté récemment,
avec le secrétariat permanent à la politique de
prévention, diverses recommandations,
notamment en ce qui concerne la construction
même des immeubles, l'usage de certains
vitrages, les mécanismes de sécurité aux portes
et aux fenêtres, les contacts réguliers à avoir avec
les postes de police et de gendarmerie.
En ce qui concerne les déclarations publiques du
commandant de brigade de Geel, elles seront bien
sûr évaluées au sein de la gendarmerie. Je
l'engage toutefois à contrôler un peu plus et à
parler un peu moins.
09.03 Jan Peeters (SP): Mijnheer de voorzitter,
de minister heeft hetzelfde antwoord gegeven als
vorige week.
Mijnheer de minister, ik denk dat u de lokale
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
besturen toch enigszins onderschat. Zij hebben
reeds lang gedaan wat u nu vraagt: het
vijfhoekoverleg activeren, prioriteiten leggen in
hun lokale actieplannen en preventiemaatregelen
bevorderen. Vooraleer een lokaal bestuur zich tot
u wendt met een noodkreet hebben zij deze acties
reeds lang ondernomen in de voorbije maanden of
jaren. Volgens mij zal er meer nodig zijn dat wat u
hen vraagt. Ik zou er willen op aandringen dat u
bekijkt of u via het federale veiligheidsplan niet
meer mensen kunt inzetten voor de bestrijding van
die problematiek, die toch wel zeer schrijnend
wordt.
09.04 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, monsieur Peeters, je ne minimise pas
ce qui est fait sur le plan local. Je sais qu'il y a des
capacités policières précises - police locale et
gendarmerie. Si vous parvenez à convaincre le
ministre du Budget de me donner des moyens
supplémentaires pour renforcer les dispositifs à
Westerlo mais également dans le cadre des
contrôles aux frontières, aux abords de la gare du
Midi à Bruxelles, et dans toute une série d'autres
missions, je m'en réjouirai.
Nous avons dans ce pays près de 40.000 policiers
et gendarmes qui doivent être utilisés de manière
optimale. Il y a pour ce faire un certain nombre de
mesures qui sont prises sur le plan local, mais il y
a aussi des priorités à fixer.
L'intérêt du plan zonal de sécurité réside dans le
fait que l'on devra préciser les priorités et les
moyens que l'on affectera à la réalisation de
celles-ci.
Et sur le plan local notamment, si un renforcement
des effectifs policiers est nécessaire, même si je
donnerai des normes minimales, il n'est pas
interdit d'augmenter les effectifs, comme à
Westerlo, pour renforcer les contrôles. Par contre,
je le répète, il n'est pas question de faire appel à
l'armée pour procéder à de tels contrôles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van de heer Guido
Tastenhoye aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de hevige rellen nabij het
Bosuilstadion in Deurne naar aanleiding van de
wedstrijd Antwerp-GBA op 19 november 2000"
(nr. 2722)
10 Question orale de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "les violentes
échauffourrées qui ont eu lieu près du
Bosuilstadion à Deurne lors de la rencontre
10.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, net
zoals ik bent u wellicht uiterst verontwaardigd over
hetgeen zich vorige zondag nabij het Bosuilstadion
in Deurne opnieuw heeft voorgedaan. Ik kan ervan
meespreken. Ik woon in Deurne niet ver van het
stadion. Als u niet wil dat het Vlaams Blok bij de
volgende verkiezingen in Deurne de absolute
meerderheid haalt - de voorbije verkiezingen
haalde mijn partij reeds bijna 40% van de
stemmen binnen - zult u dringend drastische
maatregelen moeten nemen. Ik nodig u uit eens
een kijkje te gaan nemen in Engeland waar ze op
een krachtdadige wijze het hooliganisme hebben
aangepakt.
Rond het Bosuilstadion braken vorige zondag
opnieuw zeer hevige rellen uit waarbij hooligans
een twintigtal ordehandhavers hebben verwond en
zware schade hebben aangericht aan openbaar
bezit door verkeersborden uit te rukken en trottoirs
op te breken en aan privé-bezit zoals voortuintjes,
omheiningen en geparkeerde auto's. Als bij
wonder viel er geen dode. De hooligans
gebruikten nochtans zware stenen, knuppels en
stokken. Bij elke voetbalwedstrijd leeft de
bevolking in terreur. De bewoners van de
Bosuilwijk zijn het hartsgrondig beu.
Ondanks alle zogezegde voorzorgsmaatregelen
hebben zich opnieuw rellen kunnen voordoen.
Van de zes amokmakers die werden voorgeleid,
zouden er slechts twee aangehouden blijven.
Deze politiek van zachte heelmeesters maakt
stinkende wonden. Het hooliganisme heeft de
wind in de zeilen omdat de overheid niet
doortastend genoeg optreedt. Een politieman
verwoordt het als volgt: "Wij pakken ze op maar
een paar uur later worden ze weer vrijgelaten en
komen ze ons in ons gezicht uitlachen". Dat is de
realiteit.
Mijnheer de minister, hoe evalueert u het optreden
van de ordediensten naar aanleiding van de
gewelddadige rellen na de wedstrijd Antwerp-GBA
van 19 november 2000? Waarom werden er geen
preventieve administratieve aanhoudingen verricht
toen het duidelijk werd dat groepen relschoppers
afzakten naar het stadion? Dat is er gebeurd! Men
zag groepjes aan het Bosuilstadion toestromen,
gekleed met bivakmutsen, gewapend met
knuppels en stokken. Als men dat opmerkt moet
het voor iedereen duidelijk zijn wat deze mensen
van plan zijn te doen. Men moet dergelijke
individuen preventief oppakken. Ik kan niet
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
nalaten u te herinneren aan de blijde intredes van
het prinsenpaar dit jaar waarbij mensen die niets
misdaan hadden maar alleen opkwamen voor hun
vrije meningsuiting en die niet van plan waren
geweld te gebruiken preventief werden opgepakt
en urenlang in een politiecel werden
vastgehouden. Als dit kan voor republikeinen die
zonder kwade bedoelingen naar een manifestatie
van het koningshuis komen, moet dit zeker
kunnen voor hooligans die duidelijk de bedoeling
hebben geweld te plegen.
Zullen de relschoppers die kunnen worden
geïdentificeerd gerechtelijk worden vervolgd? De
rijkswachtkolonel heeft gezegd dat de identificatie
zou gebeuren via camerabeelden die vanuit een
helikopter werden gemaakt.
Een belangrijke vraag is wie moet opdraaien voor
de geleden schade. Van heel wat privé-personen
werden de auto's en tuintjes vernield. Wie moet er
voor deze schade opdraaien? Heeft de minister
eindelijk krachtdadige maatregelen genomen om
dergelijke gewelddadige vandalenstreken in de
toekomst te vermijden? Zo ja, in welke zin heeft hij
dat gedaan?
10.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ten eerste, uit de gegevens
die mij werden overgezonden door de
ordediensten blijkt dat het de bedoeling was om
een confrontatie tussen beide supportersploegen
te vermijden. De ordediensten zijn hierin geslaagd,
maar de supporters van Royal Antwerp FC
hebben zich tegen de ordediensten gekeerd
omdat zij niet slaagden in hun opzet. Ik stel als
minister vast dat het probleem van de incidenten
zich meer en meer verplaatst naar de openbare
weg. Dit geeft in zeker mate het succes aan van
de voetbalwet die bestemd is voor incidenten
binnen het stadion.
Ten tweede, het was prioriteit voor de
ordediensten om te vermijden dat er een
confrontatie kwam tussen de supporters van de
thuisploeg en de bezoekende supporters.
Ten derde, als minister van Binnenlandse Zaken
ben ik niet bevoegd voor deze materie. Deze
vraag dient te worden gesteld aan de minister van
Justitie.
Ten vierde, de beelden van de relschoppers zullen
worden verspreid bij de verschillende
politiediensten teneinde over te kunnen gaan tot
de identificatie van de betrokkenen. Als de
relschoppers worden veroordeeld, kan de door
hen aangerichte schade worden verhaald.
Je suis évidemment très conscient de ces
problèmes. Je suis d'autant plus excédé que ces
fauteurs de troubles ne sont pas extrêmement
nombreux et, en général, ils sont connus. J'ai
demandé beaucoup de collaboration de la part
des clubs de football qui me disent que les choses
vont mieux à l'intérieur des stades, ce qui est vrai.
Les troubles se déroulent maintenant à l'extérieur
des stades ou même à l'intérieur des villes. Mais il
est vrai qu'ils sont toujours liés à la manifestation
sportive elle-même. Il est très important
qu'ensemble, nous recherchions les meilleures
formules.
1. Je me réjouis de l'accueil que j'ai rencontré de
la part de tous les clubs de division 1 et 2, que j'ai
rencontrés à l'union belge, donc aussi de la part
de l'Antwerp et du GBA. Nous nous sommes mis
d'accord sur un certain nombre de choses: les
clubs vont identifier clairement un responsable de
l'ensemble des problèmes de sécurité et un
dialogue permanent existera avec les services de
police et de gendarmerie.
2. On va mettre au point des plans de sécurité,
stade par stade, compte tenu du type de
phénomène que l'on connaît. A Anvers, on
constate bien souvent que les manifestations se
déroulent en effet en dehors du stade mais ne
débouchent pas nécessairement sur des
confrontations entre supporters. Parfois, ce sont
des supporters d'un seul club qui cherchent à
causer des troubles. Donc, on doit essayer, en
concertation avec les clubs de supporters, les
forces de police et de gendarmerie, de voir
comment prévenir ce type de phénomène.
3. Il faut demander la collaboration des bons
supporters, qui sont l'immense majorité. J'ai
demandé que le secrétariat permanent à la
prévention dans mon département mette au point
tout un programme pour faire appel au sérieux
des bons supporters pour qu'ils ne se laissent pas
prendre au piège de ces perturbateurs, parce que
c'est souvent ce qui se passe et qui rend difficile
la tâche des services d'ordre. Bien souvent, ils
essaient de se protéger en se cachant au milieu
de groupes de supporters parfaitement sérieux et
honnêtes. De plus, ce phénomène n'est pas
seulement un problème belge mais aussi
européen. Avec mon collègue néerlandais, nous
ferons des propositions à l'occasion de la
présidence belge pour lutter plus efficacement
contre ces hooligans et surtout pour obtenir plus
d'efficacité en ce qui concerne leur identification.
Je vous rappelle ce qui s'est passé au début du
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
mois d'août lors de matchs amicaux, dont l'un se
déroulait à Liège - il s'agissait d'un match entre le
Standard et un club néerlandais - et l'autre dans la
région de Gand. Ces matchs amicaux ont
débouché sur des incidents graves et des
personnes ont été gravement blessées. Ce n'est
pas tolérable et nous devons aller jusqu'au bout
pour éradiquer ce phénomène. L'aspect judiciaire
n'est pas de ma compétence, mais j'insiste tout de
même auprès de la gendarmerie pour qu'elle
agisse lorsque des incidents se produisent. Je
comprends que ceux qui sont chargés du maintien
de l'ordre ne pensent pas à dresser des procès-
verbaux. Ils pensent à assurer l'ordre mais des
équipes spécialisées sont sur place pour cela.
Celles-ci doivent dresser des procès-verbaux de
manière précise afin de permettre des poursuites,
notamment dans le cadre de l'application du
«snelrecht», mais également pour permettre à
mon administration d'appliquer le système des
amendes administratives ou encore de décréter
des interdictions de stade.
J'ai demandé à la gendarmerie de réfléchir à ce
problème et de me faire des propositions.
10.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, het verheugt mij dat u deze
zaak ernstig neemt en dat u ook aan zeer ernstige
maatregelen denkt. U geeft zelf toe dat heel wat
van deze relschoppers bekend zijn bij de politie.
Welnu, als men weet dat deze kerels speciaal
komen om geweld te plegen, waarop wacht men
dan? Een vrouw getuigde dat politie en rijkswacht
vlak voor haar tuin stonden, maar van hun
oversten niet mochten optreden. Pas toen ze met
projectielen werden bekogeld, mochten ze zich
verdedigen.
Mijnheer de minister, volgens mij is dat niet de
goede aanpak en hiermee wordt een verkeerd
signaal gegeven. Waarom zou men mensen die
de intentie hebben om geweld te plegen niet
preventief oppakken? Dit is toch perfect in
overeenstemming met de wettelijke bepalingen?
De ordediensten moeten toch niet wachten tot
daadwerkelijk geweld wordt gepleegd?
Ik wil er eveneens aan toevoegen - maar dat weet
u wellicht
-
dat vele van hen geen
voetbalsupporters zijn. Zij wonen de wedstrijd niet
eens bij en hebben geen interesse voor de sport.
Het gaat hier om bendes die zich ook bij
betogingen onder de betogers mengen om geweld
te plegen.
Om te besluiten roep ik de minister op om de
volgende maal preventief op te treden.
10.04 Antoine Duquesne, ministre: J'ai donné
des instructions très claires à l'occasion de
l'Euro
2000 et j'ai fait preuve d'une grande
fermeté. Je crains d'ailleurs de me trouver dans le
Guiness Book des records pour avoir renvoyé
chez eux par avion plus de 500 hooligans
britanniques. Ces instructions sont d'application
de manière permanente. Je demande donc aux
forces de l'ordre de faire preuve de la plus grande
fermeté en la matière quand c'est nécessaire et
conformément aux conditions de la loi, de
procéder à des arrestations administratives et de
veiller à ce que tout soit prêt pour permettre des
poursuites judiciaires. Je suis en effet convaincu
que c'est là un moyen pour les dissuader de
provoquer des incidents.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question orale de Mme Karine Lalieux au
ministre de l'Intérieur sur "le fonctionnement de
l'Office des étrangers" (n° 2734)
11 Mondelinge vraag van mevrouw Karine
Lalieux aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de werking van de dienst
Vreemdelingenzaken" (nr. 2734)
11.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le
président, monsieur le ministre, chers collègues,
l'Office des étrangers reçoit chaque jour entre 500
et 700 personnes qui souhaitent introduire une
demande d'asile ou sont convoqués par l'Office
pour divers entretiens.
Ces personnes se trouvent inévitablement
pendant de longues heures sur la voie publique,
ce qui crée certaines nuisances tant au niveau de
la voie publique qu'au niveau humanitaire. La
police de Bruxelles et les services de la ville ont
installé des barrières Nadar pour canaliser cette
population et éviter des accidents à cause de
l'importante circulation qui règne sur ce gros
boulevard.
Devant l'Office des étrangers attendent des
femmes et des enfants, parfois en bas âge,
puisque les femmes sont obligées de se présenter
avec leurs enfants. Ils sont là dès quatre ou cinq
heures du matin, passent toute la journée et
parfois aussi toute la nuit. Rien n'est organisé
pour encadrer cette attente à l'extérieur. Rien
n'est prévu pour les protéger des intempéries; il
n'y a pas de toilettes dans les environs, pas de
bancs, ni de distributeur de boissons chaudes ou
froides, ni même de l'eau. Il n'y a pas de poubelles
non plus. Vous vous imaginez donc les nuisances
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
que peuvent engendrer ces personnes qui doivent
attendre toute une journée dehors et qui ne
peuvent même pas rentrer à l'intérieur de l'Office
des étrangers pour aller aux toilettes. Les snacks
et les bars environnants font payer l'usage des
toilettes au prix de 100 francs aux femmes qui
désirent se soulager ou changer leurs enfants en
bas âge. Il faut donc répondre de manière urgente
à ces besoins car la situation se dégrade et les
tensions entre la population, la police et la
gendarmerie qui font de leur mieux pour canaliser
cette population sont en train de durcir.
Je vous demande dès lors quelles mesures avez-
vous déjà prises pour répondre à cette situation.
Je crois que vous avez déjà reçu plusieurs
courriers du bourgmestre de Bruxelles, de la
police et du Centre pour l'Egalité des Chances.
En outre, les personnes qui ont l'occasion de
rentrer à l'intérieur du bâtiment reçoivent parfois
un document leur annonçant qu'ils doivent se
représenter dans deux, voire trois semaines. Ces
personnes deviennent alors demandeurs d'asile
pendant ces deux ou trois semaines. Ce
document me paraît tout à fait illégal par rapport à
la loi sur le séjour dans notre pays puisque la loi
veut que, dans la semaine, l'on donne un
document de type annexe 26. Qu'en est-il du
statut de ces personnes qui doivent attendre trois
ou quatre semaines avant d'obtenir leur rendez-
vous à l'Office des étrangers?
Je sais que l'on a prévu des centres décentralisés
dans la région. C'est une bonne solution mais,
entre-temps, il faut absolument prendre des
mesures d'urgence pour résoudre la situation
actuelle, surtout que l'hiver arrive. Ces personnes
se trouvent pour le moment dans un grand
désarroi.
11.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, madame Lalieux, je suis bien conscient
des problèmes que pose l'accueil des
demandeurs d'asile devant l'Office des étrangers.
Vous avez parlé de la police, de la gendarmerie et
de l'Office mais il y a également le voisinage. On
constate, en effet, de plus en plus de réactions. Et
on me demande de plus d'éloigner les services de
l'Office de ce quartier. Nous connaissons, en effet,
actuellement une augmentation des demandeurs
d'asile et cela n'arrange pas les choses. Cela
prouve combien les faux demandeurs d'asile
compliquent la situation des vrais demandeurs
d'asile.
Je sais que certaines personnes préfèrent
attendre devant la porte de l'Office des étrangers
quitte à y passer la nuit plutôt que loger dans un
centre d'accueil et on ne peut les obliger à s'y
rendre.
En pratique, je constate que ce sont presque
systématiquement des demandeurs d'asile
iraniens qui se retrouvent dans les premiers de la
file, sans doute conseillés en cela par les filières
qui les font venir.
L'installation de sanitaires, de bancs etc. sur la
voie publique peut être envisagée mais cela n'est
pas simple. On connaît effectivement les
problèmes d'hygiène que cela peut poser. On ne
peut donc procéder à de telles installations sans
tenir compte d'impératifs comme l'accès en cas
d'incendie, la délivrance de permis de bâtir, etc.
Une réunion aura lieu très prochainement à mon
cabinet avec tous les intervenants dans cette
problématique afin d'examiner les mesures à
prendre. Il faut prendre garde à ne pas organiser
un système d'accueil sur place tel qu'il incite les
demandeurs d'asile à passer la nuit sur place.
Nous devons donc faire face à un certain nombre
de besoins mais il ne faut pas installer une
infrastructure qui inciterait des personnes, qui ont
parfois une vie très rude, à rester sur place.
La bonne solution est une solution à caractère
structurel, à savoir la décentralisation de
l'enregistrement des demandes d'asile avec la
possibilité, pendant la première phase
d'instruction, de pouvoir héberger les demandeurs
sur place. C'est ce que le gouvernement a décidé
le 10 novembre dernier. Selon moi, c'est là la
bonne solution à court terme et même à très court
terme.
11.03 Karine Lalieux (PS): Il y a tout intérêt à
être le premier dans la file; sinon on n'est pas reçu
par l'Office des étrangers. Il vaut donc mieux y
passer la nuit afin d'obtenir un document que
d'aller dans un centre. En effet, vous devez savoir
que les centres ouverts à Bruxelles, tant à
Woluwé qu'au Petit château, sont pleins. On ne
trouve pas non plus de places dans les centres
ouverts. C'est une situation qui profite peut-être à
certaines filières qui les poussent à rester devant
afin d'être les premiers. Parmi eux se trouve sans
doute un pourcentage minime de «vrais»
demandeurs d'asile qui doivent faire face à ce
genre de situation et bien souvent des femmes et
des enfants.
Il faut admettre qu'il n'existe plus de logements à
Bruxelles.
Je crois, monsieur le ministre, qu'il faudrait ouvrir
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
d'urgence un centre de transition à Bruxelles pour
ces gens qui attendent et non installer des tentes
devant l'Office des étrangers.
11.04 Antoine Duquesne, ministre: Madame, il
est prioritaire de convaincre ces gens de ne pas
venir en Belgique et qu'ils doivent se défier de ces
trafiquants d'êtres humains qui profitent de leur
misère et de leur naïveté. Si, devant les locaux de
l'Office des étrangers, vous n'aviez que 10% des
gens qui s'y trouvent pour l'instant, il n'y aurait
alors aucun encombrement et les dossiers
seraient traités rapidement.
C'est donc au détriment des vrais demandeurs
d'asile. Cet avis est d'ailleurs avancé par le HCR.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter : De mondelinge vraag nr. 2736 van
de heer Bert Schoofs wordt overgezonden naar de
commissie voor de Volksgezondheid, het
Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.
12 Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"de brief van de minister van Binnenlandse
Zaken aan de burgemeester van Beringen
inzake de hoofddoekenaffaire" (nr. 2737)
12 Question orale de M. Bert Schoofs au
ministre de l'Intérieur sur "sa lettre au
bourgmestre de Beringen relative à l'affaire des
tchadors" (n° 2737)
12.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, u
heeft recent een brief geschreven aan de
burgemeester van Beringen waarin u hem oproept
om verdraagzamer te zijn ten opzichte van
moslimvrouwen die pasfoto's afleveren waarop zij
met hoofddoek afgebeeld staan. Deze pasfoto's
moeten aangebracht worden op identiteitskaarten
en dergelijke. Het is de politiek van de
burgemeester van Beringen om consequent zulke
pasfoto's met hoofddoek te weigeren. Het Vlaams
Blok steunt hem in zijn beleid. De motivering van
de burgemeester is onder andere dat de laatste
omzendbrief van 1996 onduidelijkheden zou
bevatten en dat u in uw schrijven verwijst naar een
omzendbrief van 1992. Deze is dus eerder
gedateerd. Er bestaat enige onduidelijkheid.
Er ontstaan bepaalde problemen aan de loketten
van de bevolkingsdienst en burgerlijke stand in
Beringen. Vaak bieden zich mannen aan om een
pasfoto met hoofddoek af te leveren voor een
identiteitskaart. De aanvraagster in kwestie blijft
op de achtergrond of komt helemaal niet tussen.
Ook kennen we gevallen van pasfotoshopping,
zoals ik het wil noemen. Een vrouw die een
pasfoto met hoofddoek afleverde met het oog op
bevestiging op een identiteitskaart, maakte een
procedure bij de rechtbank aanhangig omdat de
burgemeester de identiteitskaart met die bewuste
pasfoto met hoofddoek weigerde. Vlak voor de
zomervakantie bood diezelfde vrouw zich opnieuw
aan een loket in Beringen aan met een pasfoto
waarop ze zonder hoofddoek afgebeeld stond. Het
was de bedoeling snel een document te verkrijgen
waarmee ze Turkije kon binnenreizen. Enerzijds
beroept de vrouw zich op het feit dat ze met
hoofddoek op een bepaald document wil staan en
maakt ze een procedure aanhangig. Anderzijds
levert zij, wanneer het haar uitkomt, een pasfoto
zonder hoofddoek af om versneld een document
te krijgen omdat ze weet dat de burgemeester het
document anders zou weigeren. In elk geval is er
voor haar geen principieel bezwaar meer om
zonder hoofddoek op een pasfoto te verschijnen.
Mijn vragen zijn duidelijk, mijnheer de minister.
Bent u op de hoogte van de onduidelijkheid van de
tweede omzendbrief of bestaat er misschien een
onduidelijkheid tussen de twee omzendbrieven?
Bent u niet van plan om, bij onduidelijkheid, een
nieuwe omzendbrief op te stellen? Is het niet
wenselijk om, gezien de feiten die ik aanhaal en
waarvan ik vermoed dat u ervan op de hoogte
bent
-
zoals bijvoorbeeld pasfotoshopping -,
terzake een verbod op te leggen? Dat is onder
andere in Turkije het geval. Ik weet dat Turkije niet
de beste papieren kan voorleggen inzake
mensenrechten. Turkije heeft wel voor het
Europees Hof van de Rechten van de Mens een
zaak gewonnen tegen een dame die met een
hoofddoek op een pasfoto wilde verschijnen. Het
verbod van Turkije om moslimdames met
hoofddoek op een pasfoto te weigeren is terecht.
Vindt u die pasfotoshopping zelf geen
misbreuken? Welke maatregelen zult u nemen?
12.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, nummer 15d, deel 3 van de
algemene onderrichtingen van 7 oktober 1992
betreffende het houden van vreemdelingen- en
bevolkingsregisters, bepaalt het volgende:
Pour un motif religieux ou médical indéniable, une
photographie où la tête est couverte peut être
admise à condition que le visage soit entièrement
dégagé. Le front, les joues, les yeux, le nez et le
menton doivent être entièrement découverts. Il est
souhaitable mais non requis que les cheveux et
les oreilles le soient également.
CRIV 50
COM 307
22/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Cette solution ne peut être acceptée sans une
justification sérieuse de la part du citoyen
concerné.
De rondzendbrief van 20 september 1996
betreffende de nieuwe bepalingen inzake de
identiteitskaarten (een wijziging van de algemene
onderrichtingen van 7 oktober 1992 betreffende
het houden van het bevolkingsregister en van het
vreemdelingenregister), vult bovenvermeld
nummer 15 aan met een tweede lid dat als volgt
luidt.
Des problèmes se posent épisodiquement
concernant des photographies où la personne
porte un voile. Il doit être bien compris que la
photographie est utilisée dans un but
d'identification et que le visage ne peut être
partiellement dissimulé.
Si des raisons religieuses ou médicales justifiées
l'imposent, une photographie avec voile peut être
admise pour autant que les éléments essentiels
du visage soient apparents.
Ik vestig er de aandacht van het geachte lid op dat
hier geenszins sprake is van een onduidelijkheid,
maar dat het tweede lid een verduidelijking is van
het eerste.
Op 7 november 2000 heb ik inderdaad een brief
gericht aan het gemeentebestuur van Beringen
waarbij ik hen uitnodig om in de toekomst blijk te
geven van meer verdraagzaamheid. Ik vroeg hen
ook meer rekening te houden met de
bovenvermelde algemene richtlijnen en met de
verschillende gerechtelijke beslissingen die
geregeld worden genomen betreffende het dragen
van de sluier op de identiteitskaarten.
La liberté de culte est, en effet, un droit
constitutionnel. Il est exclu qu'une administration
puisse mener une enquête relative aux
convictions religieuses de quelque nature que ce
soit.
La remise de l'attestation émanant d'une autorité
religieuse ne peut donc se faire par l'intéressé que
volontairement. L'exigence d'une telle attestation
par l'administration peut être considérée comme
discriminatoire. Il est cependant acceptable de
demander à l'intéressé de rédiger une lettre dans
laquelle il affirme sur l'honneur que la religion à
laquelle il croit prévoit le port d'un voile ou de tout
autre vêtement. Nulle tierce personne ne peut
faire cette déclaration au nom de l'intéressé en
question, à l'exception du représentant légal d'un
mineur.
Il est important de rappeler qu'il incombe à
l'administration communale et plus spécialement à
l'officier de l'état civil de veiller à ce que les
photographies respectent les normes prescrites et
le cas échéant, d'appliquer les normes prévues
par la réglementation. Le principal est que la
photographie corresponde le plus possible à la
physionomie normale et permette de reconnaître
facilement la personne en question. Ce n'est
certainement pas la tâche de mon département
d'émettre un jugement sur chaque photographie.
Ik meen dan ook dat de terzake geldende
reglementering voldoende duidelijk is en dat
nieuwe onderrichtingen betreffende deze
aangelegenheid overbodig zijn.
12.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ik moet
concluderen dat, ofwel de burgemeester van
slechte wil is, ofwel België heiliger wil zijn dan de
paus, om een religieuze uitdrukking te gebruiken.
Binnen het Europese recht en volgens de
verdragen van de Rechten van de Mens mag men
een sluier of hoofddoek
-
want over deze
terminologie bestaat nog onenigheid - verbieden.
Volgens mij kan een sluier het hele gelaat
bedekken, in tegenstelling tot een hoofddoek.
Mijnheer de minister, indien u geen duidelijk of
ondubbelzinnig standpunt inneemt en geen verbod
op het dragen van hoofddoeken uitvaardigt, vrees
ik dat Beringen binnen de kortste keren een
moslimenclave wordt. Nu reeds is er een instroom
van 85% mensen die huwen met een partner uit
het thuisland. Slechts 15% huwt in onze
gemeenschap. Elk jaar wordt een nieuwe
generatie van fundamentalisten of religieus
oerconservatieven ingevoerd. Dit kan niet leiden
tot een degelijke integratie in onze Beringse
samenleving.
Ik vraag u dan ook eens grondig te onderzoeken
uit welke hoek die hele hoofddoekenaffaire komt.
Niet de burgemeester ligt hieraan ten grondslag.
Het zijn enkele integristen die een hele
gemeenschap op sleeptouw nemen. Ik vraag dan
ook dat u de Veiligheid van de Staat nauw toezicht
laat uitoefenen op de personen die de hele
machinerie in gang houden en dat u dan eens met
de resultaten uitpakt. Het zullen ontnuchterende
conclusies zijn, zoals de burgemeester trouwens
al gesteld heeft. De burgemeester voorspelde
trouwens al op televisie dat men zonder kordate
aanpak in de Limburgse mijnstreek met een
"slang" van moslimfundamentalisme zal moeten
afrekenen.
22/11/2000
CRIV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 18.50 uur.
La séance est levée à 18.50 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 307
CRABV 50 COM 307
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
22-11-2000 22-11-2000
17:00 uur
17:00 heures
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Bart Laeremans
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"het verzenden van een nieuwe omzendbrief door
respectievelijk de Brusselse Hoofdstedelijke
regering en het Verenigd College van de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
naar de Brusselse gemeenten en OCMW's
aangaande een verlenging en aanpassing van het
zogenaamde "taalhoffelijkheidsakkoord" en de
bevoegdheidsoverschrijding die hierdoor werd
begaan ten nadele van de federale overheid" (nr.
2667)
1
Question orale de M. Bart Laeremans au ministre
de l'Intérieur sur "l'envoi aux communes et CPAS
bruxellois, par le gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale et par le collège réuni de la
Commission communautaire commune, d'une
nouvelle circulaire concernant la prorogation et
l'adaptation de «
l'accord de courtoisie
linguistique » et sur l'excès de compétence qui a
ainsi été commis au préjudice du pouvoir fédéral"
(n° 2667)
1
Sprekers:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Daniël Vanpoucke
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
inwerkingtreding van de nieuwe regeling voor het
politiek verlof voor provincieraadsleden" (nr. 2683)
2
Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "l'entrée en vigueur de la
nouvelle réglementation sur le congé politique
pour les conseillers provinciaux" (n° 2683)
2
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidscontracten" (nr. 2691)
3
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
de l'Intérieur sur "les contrats de sécurité"
(n°2691)
3
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Daniël Vanpoucke
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
opleiding van de toekomstige politieagenten en de
organisatie van de politiescholen" (nr. 2694)
4
Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "la formation des futurs
agents de police et l'organisation des écoles de
police" (n° 2694)
4
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
5
Questions orales jointes de
5
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'het mogelijk breken
met de kerkelijke traditie van het Te Deum op het
feest van de dynastie' (nr. 2696)
5
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur 'la possible rupture avec la tradition religieuse
du Te Deum lors de la fête de la dynastie' (n°
2696)
5
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verklaringen
omtrent nationale feestdagen' (nr. 2713)
5
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
'les déclarations relatives aux jours de fête
nationale' (n° 2713)
5
Sprekers: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
vergoeding van de leden van het bureau van de
Antwerpse districtsraden" (nr. 2697)
6
Question orale de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "la rémunération des
membres du bureau des conseils de district à
Anvers" (n° 2697)
6
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
7
Questions orales jointes de
7
- de heer Tony Smets aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de toelating tot
uitoefening van meerdere mandaten door leden
van de federale kamers' (nr. 2700)
7
- M. Tony Smets au ministre de l'Intérieur sur
'l'autorisation d'exercer plusieurs mandats par les
membres des chambres fédérales' (nr. 2700)
7
22/11/2000
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
- de heer Daniël Vanpoucke aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de toepassing van de
wetgeving tot beperking van de cumulatie van
mandaten van parlementsleden en bestendige
afgevaardigden' (nr. 2738)
7
- M. Daniël Vanpoucke au ministre de l'Intérieur
sur 'l'application de la législation limitant le cumul
des mandats de parlementaire et de député
permanent' (nr. 2738)
7
Sprekers: Tony Smets, Daniël Vanpoucke,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Tony Smets, Daniël Vanpoucke,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
9
Questions orales jointes de
9
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verscherpte
grenscontroles' (nr. 2721)
9
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur 'les contrôles renforcés aux frontières' (n°
2721)
9
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verscherpte
grenscontroles' (nr. 2755)
9
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
'les contrôles renforcés aux frontières' (n° 2755)
9
Sprekers: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Jan Peeters tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
eventuele federale maatregelen om de
inbrakenplaag in de Kempen te bestrijden" (nr.
2731)
11
Question de M. Jan Peeters au ministre de
l'Intérieur sur « l'éventuelle prise de mesures au
niveau fédéral afin de lutter contre le fléau des
cambriolages en Campine » (n° 2731)
11
Sprekers: Jan Peeters, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jan Peeters, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
hevige rellen nabij het Bosuilstadion in Deurne
naar aanleiding van de wedstrijd Antwerp-GBA op
19 november 2000" (nr. 2722)
13
Question orale de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "les violentes
échauffourées qui ont eu lieu près du stade du
Bosuil à Deurne lors de la rencontre Antwerp-
GBA le 19 novembre 2000 » (n° 2722)
13
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van mevrouw Karine Lalieux
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
werking van de dienst Vreemdelingenzaken" (nr.
2734)
14
Question orale de Mme Karine Lalieux au ministre
de l'Intérieur sur "le fonctionnement de l'Office
des étrangers" (n° 2734)
14
Sprekers:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
brief van de minister van Binnenlandse Zaken aan
de burgemeester van Beringen inzake de
hoofddoekenaffaire" (nr 2737)
15
Question orale de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Intérieur sur "sa lettre au bourgmestre de
Beringen relative à l'affaire des tchadors" (n°
2737)
15
Sprekers: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
22
NOVEMBER
2000
17:00 uur
______
du
MERCREDI
22
NOVEMBRE
2000
17:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 17.00 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La réunion publique est ouverte à 17.00 heures par
M. Paul Tant, président
01 Mondelinge vraag van de heer Bart
Laeremans aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "het verzenden van een nieuwe
omzendbrief door respectievelijk de Brusselse
Hoofdstedelijke regering en het Verenigd College
van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie naar de Brusselse
gemeenten en OCMW's aangaande een
verlenging en aanpassing van het zogenaamde
"taalhoffelijkheidsakkoord" en de
bevoegdheidsoverschrijding die hierdoor werd
begaan ten nadele van de federale overheid" (nr.
2667)
01 Question orale de M. Bart Laeremans au
ministre de l'Intérieur sur "l'envoi aux communes
et CPAS bruxellois, par le gouvernement de la
Région de Bruxelles-Capitale et par le collège
réuni de la Commission communautaire
commune, d'une nouvelle circulaire concernant
la prorogation et l'adaptation de « l'accord de
courtoisie linguistique
» et sur l'excès de
compétence qui a ainsi été commis au préjudice
du pouvoir fédéral" (n° 2667)
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Een
rondzendbrief van de Brusselse regering van eind
1997 betekende een inbreuk op de taalwetgeving.
Deze circulaire was het rechtstreeks gevolg van het
taalhoffelijkheidsakkoord dat op Brussels niveau
was afgesloten.
Het Vlaams Blok heeft hiertegen geprotesteerd bij
en gelijk gekregen van de Vaste Commissie voor
taaltoezicht (VCT). Een kopie van dit advies werd
naar alle betrokken instanties gestuurd, maar er
werd geen gevolg aan gegeven. Het advies stelde
dat de Brusselse rondzendbrieven
bevoegdheidsoverschrijdend waren.
Het taalhoffelijkheidsakkoord heeft een pervers
effect gehad, omdat de taalwetgeving erdoor wordt
omzeild. Contractuelen worden in dienst genomen
zonder bewijs van kennis van de twee landstalen.
Van schorsingen van benoemingen is er nog
nauwelijks sprake.
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Une
circulaire du gouvernement bruxellois qui date de la
fin de l'année 1997 reconnaissait l'existence d'une
infraction à la législation linguistique. Cette circulaire
était la résultante directe de l'accord de courtoisie
linguistique conclu au niveau bruxellois.
Le Vlaams Blok a protesté auprès de la
Commission permanente de contrôle linguistique
qui lui a donné raison. Une copie de cet avis a été
envoyée à toutes les instances concernées, qui n'y
ont pas donné suite. Cet avis stipulait que les
circulaires bruxelloises étaient entachées d'un
excès de compétence.
L'accord de courtoisie linguistique génère des effets
pervers étant donné qu'il permet de contourner la
législation linguistique. Les contractuels sont
engagés sans avoir apporté la preuve de leur
connaissance des deux langues nationales. La
suspension des nominations n'est plus guère
22/11/2000
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
envisagée.
De tweetaligheid wordt stelselmatig ondergraven.
Het taalhoffelijkheidsakkoord werd gedurende twee
jaar uitgehold. De nieuw aangeworvenen zijn niet
tweetalig en die vereiste wordt alweer op de lange
baan geschoven door een nieuwe extra termijn van
vier jaar toe te kennen via een nieuwe circulaire van
6 november 2000.
Heeft de federale regering een belangenconflict
ingeroepen? Heft ze de vernietiging van de recente
rondzendbrief gevraagd? De VCT is paritair
samengesteld en bepaalde dat de Brusselse
rondzendbrieven onwettig zijn. De federale regering
moet dus optreden.
Le bilinguisme est systématiquement remis en
cause. L'accord de courtoisie linguistique a été
complètement vidé de sa substance depuis deux
ans. Les personnes nouvellement recrutées ne sont
pas bilingues et cette exigence de bilinguisme est
une nouvelle fois reportée, puisqu'une nouvelle
circulaire du 6 novembre 2000 accorde un nouveau
délai de quatre ans.
Le gouvernement fédéral a-t-il invoqué un conflit
d'intérêt ? A-t-il demandé l'annulation de la récente
circulaire ? La CPCL, qui est composée
paritairement, a estimé que certaines circulaires
bruxelloises étaient illégales. Le gouvernement
fédéral doit donc intervenir.
01.02 Minister Antoine Duquesne : De aanwerving
van personeel op basis van het
taalhoffelijkheidsakkoord is maar mogelijk voor
zover er voldoende tweetalige kandidaten zijn. Het
is geenszins de bedoeling in het Brussels Gewest
om af te wijken van de taalwet. De tijdelijke
personeelsleden zullen dus een taalexamen moeten
afleggen. Ook de federale regering wenst de
taalwet na te leven, maar de goede werking van de
diensten moet worden verzekerd. Er moeten dan
ook geen maatregelen genomen worden tegen de
vice-gouverneur.
01.02 Antoine Duquesne , ministre: Pour que
l'accord de courtoisie linguistique puisse être
respecté lors de l'engagement de personnel, il faut
que les candidats bilingues soient en nombre
suffisant. Il n'entre nullement dans notre intention
de violer les lois linguistiques au niveau de la
Région bruxelloise. Le personnel contractuel devra
donc subir des épreuves linguistiques. Le
gouvernement entend pour sa part respecter les
lois linguistiques, tout en assurant le bon
fonctionnement des services. Il n'est dès lors pas
nécessaire de sanctionner le vice-gouverneur.
01.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Het gaat
niet om de opvulling van enkele marginale plaatsen,
maar om honderden jobs. De wet wordt massaal
omzeild. De minister stelt al zijn hoop op examens,
maar ook daarvoor zullen ontsnappingsroutes en
achterpoortjes worden gevonden. De VCT is
duidelijk. De minister is - integendeel - niet neutraal
of objectief in deze.
01.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Il ne
s'agit pas seulement de pourvoir quelques emplois:
des centaines de postes sont en jeu. On ne cesse
de tourner la loi. Le ministre mise tout sur les
examens mais là aussi il existe des échappatoires.
A l'opposé du ministre, qui ne fait preuve ni de
neutralité ni d'objectivité en la matière, la CPCL est-
elle très claire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Daniël
Vanpoucke aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de inwerkingtreding van de nieuwe
regeling voor het politiek verlof voor
provincieraadsleden" (nr. 2683)
02 Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "l'entrée en vigueur de
la nouvelle réglementation sur le congé politique
pour les conseillers provinciaux" (n° 2683)
02.01 Daniël Vanpoucke (CVP): De wet van 4 mei
1999 inzake bepaalde aspecten van het stelsel van
politiek verlof zal pas in werking treden bij de eerste
algemene vernieuwing van de gemeenteraden. Dit
wordt in artikel 11 bepaald. Dit gebeurt echter pas in
januari 2001, terwijl de nieuwe provincieraden nu al
samengesteld zijn. Dit zorgt voor organisatorische
problemen.
02.01 Daniël Vanpoucke (CVP): La loi du 4 mai
1999 concernant certains aspects du système des
congés politiques n'entrera en vigueur que lors du
premier renouvellement général des conseils
communaux, comme le prévoit l'article 11. Mais
cela ne se produira qu'en janvier 2001, alors que
les nouveaux conseils provinciaux sont déjà
constitués à l'heure qu'il est. Il se pose dès lors des
problèmes d'organisation.
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Moet de letter van de wet worden gevolgd of treedt
de wet al in werking bij de installatie van de
provincieraden?
Convient-il d'observer la lettre de la loi ou celle-ci
entrera-t-elle en vigueur dès que les conseils
provinciaux seront installés ?
02.02 Minister Antoine Duquesne : De wetgever is
misschien niet nauwkeurig genoeg geweest, maar
omdat de mandaten op verschillende data ingaan,
geldt de volgende interpretatie.
Het mandaat van de gemeenteraadsleden gaat in
op 1 januari van het jaar na hun verkiezing.
Het mandaat van de provincieraadsleden gaat,
overeenkomstig artikel 34 van de wet van 19
oktober 1921 en artikel 49 van de provinciewet, in
op de tweede vrijdag na de dag van de verkiezing,
i.c. 20 oktober 2000.
Het mandaat van de leden van de OCMW-raad,
zowel van de rechtstreeks verkozen als van de door
de gemeenteraad aangewezen leden, gaat
overeenkomstig artikel 19 van de organieke wet van
8 juli 1976 betreffende de OCMW's in op de "eerste
werkdag van de derde maand volgend op de datum
van het in functie treden van de gemeenteraad
verkozen na een volledige vernieuwing, of ten
laatste de eerste dag van de tweede maand
volgend op diegene tijdens dewelke de uitslag van
hun verkiezing definitief is geworden", dus in
principe op 1 april 2001.
Alle bepalingen van de bedoelde wet worden van
kracht op 1 januari 2001. Dit wil zeggen dat ze pas
vanaf die datum van toepassing zijn op de
provincieraadsleden, die dan al sinds 20 oktober
2000 hun mandaat vervullen, en ook dat ze vanaf 1
januari 2001 van toepassing zijn op de OCMW-
raadsleden; de nog steeds in functie zijnde
uittredende leden kunnen daar dan ook pas vanaf
die datum aanspraak op maken.
Dat kan verwondering wekken, maar ik denk niet
dat de wet anderszins kan worden geïnterpreteerd.
02.02 Antoine Duquesne , ministre: Le législateur
a peut-être manqué de précision, mais
l'interprétation suivante doit être donnée vu que les
mandats prennent cours à des dates différentes.
Le mandat des conseillers communaux prend cours
le 1
er
janvier de l'année qui suit leur élection.
Le mandat des conseillers provinciaux prend cours,
par application de l'article 34 de la loi du 19 octobre
1921 organique des élections provinciales et de
l'article 49 de la loi provinciale, le deuxième
vendredi qui suit le jour de leur élection, soit le 20
octobre 2000.
Le mandat des membres des conseils de l'aide
sociale, qu'ils soient élus directement ou au second
degré, par le conseil communal, prend cours par
application de l'article 19 de la loi du 8 juillet 1976
organique des centres publics d'aide sociale « le
premier jour ouvrable du troisième mois qui suit la
date d'entrée en fonction du conseil communal élu
après un renouvellement complet ou, au plus tard,
le premier jour du deuxième mois qui suit celui au
cours duquel le résultat de leur élection est devenu
définitif », soit en principe le 1
er
avril 2001.
L'ensemble des dispositions de la loi visée entreront
en vigueur le 1
er
janvier 2001. Cela signifie donc
notamment d'une part, qu'elles ne s'appliqueront
aux conseillers provinciaux qu'à compter de cette
date, alors que ceux-ci sont déjà en fonction depuis
le 20 octobre 2000
; d'autre part, qu'elles
s'appliqueront aux conseillers de l'aide sociale à
partir de la même date du 1
er
janvier 2001 et que,
par conséquent, les membres sortants de ces
conseils toujours en fonction à l'heure qu'il est,
peuvent s'en prévaloir à compter de cette date.
Cela peut paraître surprenant, mais je pense qu'il
n'y a pas moyen d'interpréter la loi autrement.
02.03 Daniël Vanpoucke (CVP): Ik dank de
minister voor zijn duidelijk antwoord.
02.03 Daniël Vanpoucke (CVP): Je remercie le
ministre pour sa réponse claire et précise.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidscontracten" (nr. 2691)
03 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre de l'Intérieur sur "les contrats de
sécurité" (n°2691)
03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Bij enkele lokale
besturen groeit onzekerheid met betrekking tot de
veiligheids- en samenlevingscontracten vanaf 1
januari 2001. Welke contracten eindigen? Welke
03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Certaines
administrations locales se demandent ce qu'il
adviendra des contrats de sécurité et de société
après le 1er janvier 2001. Quels contrats arrivent à
22/11/2000
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
worden geheel of gedeeltelijk verlengd? Komen
nieuwe projecten aan bod? Is de continuïteit
verzekerd? Wanneer worden de betrokken
gemeenten ingelicht?
échéance? Quels contrats seront prolongés
entièrement ou partiellement? Y aura-t-il de
nouveaux projets? La continuité est-elle assurée?
Quand les communes concernées recevront-elles
toutes les informations utiles?
03.02 Minister Antoine Duquesne : De
Ministerraad bespreekt deze contracten. De
besprekingen zijn nog niet afgerond en daarom
stelde ik voor de huidige contracten te verlengen tot
30 juni 2001, wat de regering op 10 november heeft
aanvaard. Het politieluik in deze contracten zou
moeten worden geïntegreerd in de federale dotatie
aan de politiezones. Eventuele toekomstige
contracten zouden dus enkel betrekking moeten
hebben op de steun van de minister van
Binnenlandse Zaken aan de niet-politionele
criminaliteitspreventie. Een volgend kernkabinet zal
daarover beslissen.
03.02 Antoine Duquesne , ministre: Le Conseil
des ministres examine actuellement la question.
Les discussions n'étant pas terminées, j'ai proposé
de proroger les contrats actuels jusqu'au 30 juin
2001. Le gouvernement a marqué son accord sur
cette proposition le 10 novembre dernier. Le volet
policier de ces contrats devrait être intégré dans la
dotation fédérale prévue pour les zones de police.
D'éventuels futurs contrats ne pourraient dès lors
concerner que l'aide accordée par le ministre de
l'Intérieur dans le cadre de la prévention non
policière de la criminalité.
03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Alles wordt dus met
een half jaar verlengd. Ondertussen blijft het
probleem van het gedetacheerd
gemeentepersoneel bestaan. Nogal wat
gemeentepersoneel wordt inderdaad gedetacheerd
naar VZW's, die bijvoorbeeld rond drugpreventie
werken. Wat moet daarmee gebeuren?
03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Les contrats actuels
seraient donc prolongés de six mois. Le problème
du personnel communal détaché subsiste dans
l'intervalle. De nombreux agents communaux sont
en effet détachés auprès d'asbl qui s'occupent
notamment de prévention en matière de drogue.
Qu'en est-il de ces personnes ?
03.04 Minister Antoine Duquesne : Dat is een
goede opmerking.
03.04 Antoine Duquesne , ministre: Votre
observation est pertinente.
De contracten met de politiezones zullen op
dezelfde manier als nu gesloten worden.
Les contrats avec les zones de police seront
conclus de la même manière que maintenant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Daniël
Vanpoucke aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de opleiding van de toekomstige
politieagenten en de organisatie van de
politiescholen" (nr. 2694)
04 Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "la formation des futurs
agents de police et l'organisation des écoles de
police" (n° 2694)
04.01 Daniël Vanpoucke (CVP): De minister is
voorstander van een gedecentraliseerde
politieopleiding. De huidige politiescholen lenen zich
daartoe uitstekend. De werkgroep die de
taakverdeling tussen de politiescholen bespreekt,
stelt echter een centralisatie voor. Klopt dat bericht?
Wordt gepleit voor vier provinciale politiescholen?
04.01 Daniël Vanpoucke (CVP): Le ministre est
un partisan de la formation décentralisée pour les
agents de police. Les écoles de police actuelles s'y
prêtent parfaitement. Néanmoins, le groupe de
travail chargé d'examiner la répartition des tâches
entre ces différentes écoles de police propose de
procéder à une centralisation. Ces informations
sont-elles exactes ? Plaide-t-on en faveur de quatre
écoles provinciales ?
04.02 Minister Antoine Duquesne : Werkgroep 5
pleit niet voor een gecentraliseerde organisatie van
de basisopleiding van het basiskader noch voor een
verdeling van de organisatie van de basisopleiding
van het basiskader tussen vier scholen, in het kader
van het toekomstig opleidingssysteem.
04.02 Antoine Duquesne , ministre: Dans le cadre
de la création du futur système de formation, le
groupe de travail n°5 ne préconise pas une
organisation centralisée de la formation de base du
cadre de base ni sa répartition entre quatre écoles.
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Ik ben voorstander van een gedecentraliseerde
organisatie van de basisopleiding van het
hulpagentenkader, het basiskader en het
middenkader evenals van de voortgezette vorming
en van verschillende gespecialiseerde opleidingen.
Je suis partisan de l'organisation décentralisée de
la formation de base du cadre des agents
auxiliaires, du cadre de base et du cadre moyen,
tout comme de la formation continuée et des
formations spécialisées.
Ik heb ook verklaard dat er een specifieke opleiding
voor de politieofficieren moest worden overwogen.
Sommige zeer gerichte opleidingen zouden op
grotere schaal kunnen worden georganiseerd,
zonder dat de decentralisatie daardoor evenwel op
de helling wordt gezet.
J'ai aussi déclaré qu'il fallait envisager une
formation spécifique pour les officiers de police.
Certaines formations pointues pourraient être
organisées à une plus grande échelle, sans
remettre cependant en cause la décentralisation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'het mogelijk breken
met de kerkelijke traditie van het Te Deum op het
feest van de dynastie' (nr. 2696)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verklaringen
omtrent nationale feestdagen' (nr. 2713)
05 Questions orales jointes de
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur 'la possible rupture avec la tradition
religieuse du Te Deum lors de la fête de la
dynastie' (n° 2696)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
'les déclarations relatives aux jours de fête
nationale' (n° 2713)
05.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Het
Vlaams Blok neemt nooit deel aan een Te Deum
ingesteld door koning Leopold II. Op de dag van de
dynastie werd voorgesteld het Te Deum te
vervangen door een niet-kerkelijke viering. Van wie
is die idee? Ontving de minister daarover
voorstellen? Zal hij een werkgroep oprichten om de
hervorming van het Te Deum te onderzoeken? Zal
het voorstel van minister Flahaut voor een
bijeenkomst van de constitutionele machten in het
parlement of het paleis worden onderzocht? Wat is
de houding van het Hof?
05.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Le
Vlaams Blok n'assiste jamais au Te Deum instauré
par le roi Léopold II. Le jour de la dynastie, il a été
proposé de remplacer le Te Deum par une
célébration non-religieuse. Qui a émis cette idée ?
Le ministre a-t-il reçu des propositions à ce sujet ?
Va-t-il instituer un groupe de travail chargé d'étudier
la réforme du Te Deum ? Quelle en sera la
composition ? La proposition du ministre Flahaut de
réunir les pouvoirs constitutionnels dans l'enceinte
du Parlement ou du Palais sera-t-elle étudiée ?
Quelle est la position de la Cour ?
05.02 Pieter De Crem (CVP): Het Te Deum is een
eeuwenoude traditie. De minister van Binnenlandse
Zaken heeft onlangs een aantal verklaringen
afgelegd over het Te Deum. Heeft de regering de
bedoeling een aantal traditionele feesten te
hervormen of af te schaffen? Gaat het hier om een
historische vereffening met een bepaalde
levensbeschouwing? Is er hier een verborgen
agenda? Het is evident dat men de rol van de
godsdienst in onze maatschappij bekijkt. In
Frankrijk en in Duitsland worden de nationale
feestdagen ook in kerkelijke milieus gevierd. Bij ons
komen mensen van alle slag en overtuiging naar die
Te Deum viering. Ik hoop dat men toch niet alle
kerkelijke feestdagen desacraliseert.
05.02 Pieter De Crem (CVP): La tradition du Te
Deum est séculaire. Le ministre de l'Intérieur s'est
récemment prononcé à plusieurs reprises à ce
sujet. Le gouvernement a-t-il l'intention de réformer
ou de supprimer certaines fêtes traditionnelles ?
S'agit-il d'un règlement de compte historique avec
une certaine idéologie ? Un agenda secret est-il
suivi ? Il est normal qu'on s'interroge sur le rôle de
la religion dans la société. En France et en
Allemagne, les fêtes nationales sont également
l'occasion de fêtes liturgiques. En Belgique, la
cérémonie du Te Deum réunit des personnes
d'horizons très divers. J'espère que toutes les fêtes
liturgiques ne seront pas désacralisées.
05.03 Minister Antoine Duquesne : Het probleem
van het Te Deum had ik niet genoteerd. Ik woon die
plechtigheid bij zonder daar emotioneel over te
doen.
05.03 Antoine Duquesne , ministre: Je n'avais
pas inscrit sur mes tablettes le problème du Te
Deum, cérémonie à laquelle je ne manque pas de
me rendre, sans aucun état d'âme.
22/11/2000
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
De discussie werd gelanceerd in De Morgen naar
aanleiding van uitspraken van kardinaal Danneels in
zijn jongste boek. De kardinaal zou verklaard
hebben er geen graten in te zien dat het Te Deum
als publieke manifestatie van hulde aan de dynastie
zou worden opgegeven.
Ik zal rond deze problematiek tot raadplegingen
overgaan. Er is nog geen werkgroep samengesteld.
Er werden ter zake al door sommigen heel wat -
voortijdige verklaringen afgelegd. Ik streef naar
een consensus rond een eventuele nieuwe formule.
Het feest van de dynastie moet allen samenbrengen
die hulde willen brengen aan de Koning.
Ik heb deze kwestie niet op de agenda gezet, maar
ik voel mij verplicht te reageren op signalen uit de
regering.
Ce débat a été lancé dans le journal De Morgen à
l'occasion de propos tenus par le cardinal Danneels
dans son dernier ouvrage. Le cardinal aurait déclaré
qu'il ne verrait aucun inconvénient à ce que le Te
Deum ,en tant que manifestation publique
d'hommage à la dynastie, soit supprimé.
J'organiserai diverses consultations à propos de ce
dossier. Aucun groupe de travail n'a encore été mis
en place. En la matière, bon nombre de
déclarations ont été faites prématurément. Je suis à
la recherche d'un consensus à propos d'une
éventuelle nouvelle formule. La fête de la Dynastie
doit réunir tous les Belges qui souhaitent rendre
hommage au Roi.
Je n'ai pas inscrit ce point à l'ordre du jour mais je
me sens tenu de réagir à certains signaux donnés
par le gouvernement.
Ik sprokkel suggesties van deze en gene. Samen
met de eerste minister, de minister van
Buitenlandse Zaken en de minister van
Landsverdediging zal ik nagaan of er voorstellen
geformuleerd dienen te worden.
Er moet rekening worden gehouden met de
heersende gevoeligheden en tradities. Maar het
huldebetoon moet eenstemmig gebeuren.
Er kan enkel voor een formule gekozen worden
waarover een brede consensus bestaat bij de
bevolking rond haar Koning.
Je rassemble les suggestions des uns et des
autres. Puis, avec le Premier ministre, le ministre
des Affaires étrangères et celui de la Défense
nationale, je veillerai à examiner s'il y a des
propositions à faire.
Il faut respecter les sensibilités et les traditions de
chacun. Mais l'hommage doit être unanime.
Seule une formule de large consensus de la
population autour de son roi peut, à mon sens, être
retenue
05.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Er is
nog geen werkgroep opgericht, maar waar zullen de
verschillende opinies dan worden gecentraliseerd?
05.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Si
aucun groupe de travail n'a encore été mis sur pied,
où les différentes opinions seront-elles centralisées
?
05.05 Minister Antoine Duquesne : De ministers
kunnen ook rechtstreeks werken; ze zijn tot
nadenken in staat.
05.05 Antoine Duquesne , ministre: Les ministres
peuvent aussi travailler directement : ils sont dotés
de la faculté de réflexion.
05.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Wat
is het standpunt van het Hof over deze zaak?
05.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Quel
est le point de vue de la Cour dans cette affaire ?
05.07 Minister Antoine Duquesne : Ik vergaar alle
nuttige inlichtingen om eventueel redelijke
voorstellen te kunnen doen.
05.07 Antoine Duquesne , ministre: Je rassemble
toutes les informations utiles pour faire
d'éventuelles propositions raisonnables.
05.08 Pieter De Crem (CVP): Ik ben ervan
overtuigd dat de minister oren zal hebben naar de
opmerkingen die hij hier gehoord heeft.
05.08 Pieter De Crem (CVP): Je suis convaincu
que le ministre sera attentif aux remarques qu'il a
entendues ici.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer Guido
Tastenhoye aan de minister van Binnenlandse
06 Question orale de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "la rémunération des
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Zaken over "de vergoeding van de leden van het
bureau van de Antwerpse districtsraden" (nr.
2697)
membres du bureau des conseils de district à
Anvers" (n° 2697)
06.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Welke weddenschalen zijn vanaf 1 januari 2001 van
toepassing op de leden en voorzitters van de
bureaus van de Antwerpse districtsraden?
06.01 .Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Quelles échelles barémiques sont d'application aux
membres et présidents des bureaux des conseils
de district anversois ?
06.02 Minister Antoine Duquesne : Een ontwerp
KB tot bepaling van de wedde van de voorzitters en
de leden van het bureau van de districtsraden is
voor dringend advies aan de Raad van State
voorgelegd. Zodra we over het advies beschikken
zal het nodige worden gedaan voor de definitieve
opstelling en bekendmaking van het besluit.
06.02 Antoine Duquesne , ministre: Un projet
d'arrêté royal fixant la rémunération des présidents
et membres du bureau des conseils de district a été
soumis, pour avis urgent, au Conseil d'Etat. Dès
que nous disposerons de cet avis, nous ferons le
nécessaire pour que l'arrêté trouve sa forme
définitive et soit publié.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Tony Smets aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de toelating tot
uitoefening van meerdere mandaten door leden
van de federale kamers' (nr. 2700)
- de heer Daniël Vanpoucke aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de toepassing van de
wetgeving tot beperking van de cumulatie van
mandaten van parlementsleden en bestendige
afgevaardigden' (nr. 2738)
07 Questions orales jointes de
- M. Tony Smets au ministre de l'Intérieur sur
'l'autorisation d'exercer plusieurs mandats par
les membres des chambres fédérales' (nr. 2700)
- M. Daniël Vanpoucke au ministre de l'Intérieur
sur 'l'application de la législation limitant le
cumul des mandats de parlementaire et de
député permanent' (nr. 2738)
07.01 Tony Smets (VLD): Artikel 1 quater van de
wet van 6 augustus 1931 heeft betrekking op het
cumulatieverbod van mandaten. Een lid van het
federaal Parlement mag volgens dit artikel
cumuleren met maximaal één bezoldigd uitvoerend
mandaat. Een van de bepalingen uit de definitie van
dergelijk mandaat is dat het moet gaan om een
mandaat dat een maandelijkse vergoeding oplevert
van minstens 20.000 frank bruto.
Kan een lid van de federale Kamer deel uitmaken
van verschillende algemene vergaderingen of een
raad van bestuur van een intercommunale indien
deze mandaten telkens minder opbrengen dan
20.000 frank bruto?
Kan een lid van de federale Kamer indien hij
schepen, burgemeester of OCMW-voorzitter is
ingevolge dit artikel nog een mandaat in een
algemene vergadering of een raad van bestuur van
een intercommunale opnemen voor zover dit
minder oplevert dan 20.000 frank bruto?
07.01 Tony Smets (VLD):L'article 1 quater de la loi
du 6 août 1931 a trait à l'interdiction de cumul des
mandats. Selon cet article, un membre du
Parlement fédéral ne peut exercer en cumul qu'un
mandat exécutif rémunéré. L'une des dispositions
définissant un tel mandat précise qu'il doit s'agir
d'un mandat donnant lieu à une rémunération
mensuelle d'au moins 20 000 francs bruts.
Un membre de la Chambre fédérale peut-il être
membre de diverses assemblées générales ou d'un
conseil d'administration d'intercommunales si
chacun de ces mandats rapporte moins de 20 000
francs bruts ?
Un membre de la Chambre fédérale peut-il, s'il est
échevin, bourgmestre ou président de CPAS, en
vertu de cet article encore avoir un mandat dans
une assemblée générale ou un conseil
d'administration d'une intercommunale pour autant
que celui-ci rapporte moins de 20 000 francs bruts ?
07.02 Daniël Vanpoucke (CVP): De minister
sprak zich vorig jaar uit voor een strikte toepassing
van de wet betreffende de cumulatie van mandaten
van parlementsleden en bestendig afgevaardigden.
In een brief van oktober 2000 aan de Vereniging
07.02 Daniël Vanpoucke (CVP): L'an dernier, le
ministre s'est prononcé en faveur d'une application
stricte de la loi relative au cumul des mandats des
parlementaires et des députés permanents. Dans
un courrier datant d'octobre 2000 adressé à l'Union
22/11/2000
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
van Vlaamse Provincies verklaarde de minister dat
het begrip "bezoldigd uitvoerend mandaat" geen
betrekking heeft op de onbezoldigde mandaten en
dat het een bestendig afgevaardigde toegelaten is
zijn ambt te cumuleren met één of meerdere niet
bezoldigde uitvoerende mandaten.
Zwakt de minister zijn standpunt inzake een strikte
toepassing van de wet af? Bevestigt de minister zijn
interpretatie gegeven in de voornoemde brief? Geldt
deze interpretatie ook voor cumulatie door
kamerleden en senatoren?
Hoe zal de controle op de naleving van de wet
worden georganiseerd? Welke sancties kunnen
eventueel worden opgelegd?
Is er in overgangsmaatregelen voorzien voor 31
januari 2001?
des Provinces flamandes, le ministre a déclaré que
la notion de « mandat exécutif rémunéré » ne
concernait pas les mandats non rémunérés et qu'un
député permanent pouvait cumuler son mandat et
un ou plusieurs mandats exécutifs non rémunérés.
Le Ministre change-t-il de point de vue en matière
d'application stricte de la loi
? Confirme-t-il
l'interprétation qu'il a donnée dans le courrier
susmentionné
? Cette interprétation vaut-elle
également pour les cumuls de mandats des
députés et sénateurs ?
Comment organisera-t-on le contrôle du respect de
la loi
? Quelles sanctions seront-elles
éventuellement prises ?
Des mesures transitoires sont-elles prévues avant
le 31 janvier 2001 ?
07.03 Minister Antoine Duquesne : Ik zal eerst
antwoorden op de vraag van de heer Smets. De
voorbereidende parlementaire werkzaamheden
aangaande de wet van 4 mei 1999 verduidelijken
dat er voor de cumulatiebeperking van de federale
parlementsleden op het vlak van mandaten in een
openbare of particuliere instelling twee afzonderlijke
criteria worden gehanteerd : uitvoerende macht
(artikel 1quater, tweede lid, 2°), en een inkomen
van meer dan 20.000 BEF per maand (artikel
1quater, tweede lid, 3°).
07.03 Antoine Duquesne , ministre: Je répondrai
d'abord à M. Smets. Les travaux préparatoires
relatifs à la loi du 4 mai 1999 précisent que, pour la
limitation du cumul du mandat de parlementaire
fédéral avec des mandats exercés dans un
organisme public ou privé, il y a lieu de recourir à
deux critères distincts, à savoir : davantage de
pouvoir que la simple qualité de membre de
l'assemblée générale ou du conseil d'administration
dudit organisme (article 1
er
quater, alinéa 2, 2°) et
une rémunération qui dépasse un montant de
20.000 francs par mois (article 1
er
quater, alinéa 2,
3°).
Het tweede criterium mag niet als een uitzondering
op het eerste worden gezien. Dus kan een federaal
parlementslid deel uitmaken van een algemene
vergadering of van een raad van bestuur van
meerdere intercommunales, voor zover deze
mandaten samen niet meer opleveren dan 20.000
frank bruto per maand. Een federaal parlementslid
dat reeds burgemeester, schepen of voorzitter van
een raad voor maatschappelijk welzijn is, mag niet
nog een bezoldigd mandaat, eventueel als lid van
de algemene vergadering of raad van bestuur van
een intercommunale, dat minder oplevert dan
20.000 frank, uitoefenen.
Een bestendig afgevaardigde mag cumuleren met
één bezoldigd uitvoerend mandaat in een openbare
of private instelling evenals met één of meerdere
niet-bezoldigde mandaten. Deze regel is ook van
toepassing op leden van het federale en het
Europese Parlement. Het toezicht op het
cumulatieverbod voor de bestendige
afgevaardigden wordt geregeld door het bevoegde
inwendig reglement.
Le second critère ne peut être considéré comme
une exception au premier. Un parlementaire fédéral
peut donc faire partie de l'assemblée générale ou
du conseil d'administration de plusieurs
intercommunales, pour autant que ces mandats ne
rapportent globalement pas plus de 20.000 francs
brut par mois. Un parlementaire fédéral qui est déjà
bourgmestre, échevin ou président d'un conseil de
l'aide sociale, ne peut exercer un mandat rémunéré,
éventuellement celui de membre de l'assemblée
générale ou du conseil d'administration d'une
intercommunale, rapportant moins de
20.000 francs.
Un député permanent peut cumuler son mandat
avec un mandat exécutif rémunéré dans une
institution publique ou privée, ainsi qu'avec un ou
plusieurs mandats non rémunérés. Cette règle
s'applique également aux membres du Parlement
fédéral et du Parlement européen. Le contrôle du
respect de l'interdiction de cumul pour les députés
permanents est régi par le règlement d'ordre
intérieur.
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Zoals blijkt uit bovenstaande rapport is dezelfde
regel van toepassing op het wetsvoorstel nr. 985/1,
de latere wet van 4 mei 1999, dat betrekking heeft
op de leden van het federale en Europees
Parlement.
Het toezicht op de naleving van de wetgeving met
betrekking tot de cumulatie van mandaten dient,
naar analogie van wat uitdrukkelijk door de
wetgever bepaald werd voor het federale of
Europese parlement en voor de gewest- en
gemeentschapsraden, geregeld te worden door het
huishoudelijk reglement van de bestendige
deputatie.
Ainsi que cela ressort du rapport précité, cette règle
s'applique de la même manière aux parlementaires
fédéraux et aux parlementaires européens.
À l'instar de ce que la loi prévoit en ce qui concerne
le cumul du mandat de parlementaire fédéral ou
européen et de membre d'un Conseil de
Communauté ou de Région avec d'autres fonctions,
il appartient à la députation permanente de fixer
dans son règlement d'ordre intérieur les modalités
d'exécution de ces dispositions et donc de veiller à
leur correcte application
07.04 Daniël Vanpoucke (CVP): Kan de minister
antwoorden op de vraag betreffende de naleving
van de wetgeving en de eventuele
overgangsmaatregelen?
07.04 Daniël Vanpoucke (CVP): Le ministre
pourrait-il répondre à la question concernant le
respect de la législation et les éventuelles mesures
de transition?
07.05 Minister Antoine Duquesne : Ik heb uw
vraag in aller haast moeten beantwoorden. Ik zou
verkiezen dat u over dat bijzondere aspect een
nieuwe vraag indient.
De voorzitter: Laten we de zaak zo regelen. Het is
een belangrijke kwestie, waar we nog op
terugkomen.
07.05 Antoine Duquesne , ministre: C'est dans
l'urgence que je vous ai répondu. Je préférerais que
vous introduisiez une nouvelle question relative à
cet aspect particulier des choses.
Le président: Il en sera ainsi. C'est un sujet
important. Nous y reviendrons.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verscherpte
grenscontroles' (nr. 2721)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over 'de verscherpte
grenscontroles' (nr. 2755)
08 Questions orales jointes de
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur 'les contrôles renforcés aux frontières' (n°
2721)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
'les contrôles renforcés aux frontières' (n° 2755)
08.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Waarom worden er opnieuw verscherpte
grenscontroles uitgevoerd? Waarom werd daartoe
zo laat besloten? Welke politiediensten worden met
deze taak belast? Hoeveel effectieven worden er
ingezet? Gaat het vaste of mobiele grenscontroles?
Worden ook de havens en internationale treinen
gecontroleerd?
Wat gebeurt er met de opgepakte illegalen, in het
bijzonder met illegalen afkomstig uit landen die
weigeren hun onderdanen terug te nemen? Wordt
de Conventie van Dublin effectief toegepast?
08.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Pourquoi a-t-on à nouveau renforcé les contrôles
aux frontières? Pourquoi cette décision a-t-elle été
prise si tardivement ? Quels services de police sont
chargés de cette mission ? Quels effectifs sont
affectés à cette tâche ? S'agit-il de contrôles fixes
ou mobiles?
Les ports et les trains internationaux font-ils
également l'objet de contrôles ?
Que deviennent les illégaux interceptés, en
particulier les illégaux originaires de pays qui
refusent d'accueillir leurs ressortissants
? La
Convention de Dublin est-elle effectivement
appliquée ?
08.02 Pieter De Crem (CVP): Wij zijn niet gekant
tegen grenscontroles. De regering wenst opnieuw
grenscontroles in te voeren. Waarom en wanneer
08.02 Pieter De Crem (CVP): Nous ne sommes
pas opposés à des contrôles aux frontières. Le
gouvernement souhaite effectuer à nouveau ce type
22/11/2000
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
werd die beslissing genomen? Wanneer gaan die
controles in? Welke grenzen zullen worden
gecontroleerd? Ik verwijs terzake naar de
uitlatingen van mevrouw Lizin die erg sceptisch is
tegenover die controles.
de contrôles. Pourquoi et quand cette décision a-t-
elle été prise ? Quand cette mesure entrera-t-elle
en vigueur et quelles frontières seront surveillées?
Je fais, à ce propos, référence aux déclarations de
Madame Lizin qui s'est montrée très sceptique à
propos de ces contrôles.
08.03 Minister Antoine Duquesne : Ik neem nota
van het feit dat de heer De Crem het niet eens is
met mevrouw Lizin, maar wel met mij. Dat verheugt
mij ! De toepassing van het verdrag van Dublin
loopt niet van een leien dakje omdat wij moeten
bewijzen dat de betrokkenen ons grondgebied zijn
binnengeraakt via een andere Schengen-staat. Men
denkt er dus aan een systeem van vingerafdrukken
in te voeren. Het gaat om het voortzetten van wat ik
maanden geleden beslist heb. Ik moet rekening
houden met de inzetbaarheid van de rijkswacht.
08.03 Antoine Duquesne , ministre: Je prends
acte du fait que M. De Crem n'est pas d'accord
avec Mme Lizin mais est d'accord avec moi. Cela
me réjouit !
L'application de la Convention de Dublin est
malaisée car il nous faut prouver que les personnes
sont passées par un autre pays de l'espace
Schengen. On envisage donc d'instaurer un
système d'empreintes digitales.
Il s'agit de la continuation de ce que j'ai décidé voici
plusieurs mois. Je dois tenir compte des capacités
opérationnelles de la gendarmerie.
Er zijn controles gepland van 20 november tot 15
december.
Wij willen clandestiene-immigratienetwerken
oprollen en de mensensmokkelaars ontmaskeren.
De controles zullen plaatsvinden aan de
landsgrenzen en zullen vooral gericht zijn op het
opsporen van illegalen uit Oost-Europa die over de
weg, met de trein of met het vliegtuig komen.
Het aantal hiervoor ingezette rijkswachters zal van
dag tot dag verschillen. Tussen 17 januari en 30
januari werden 431 mensen onderschept.
C'est ainsi que des contrôles seront planifiés du 20
novembre au 15 décembre.
Notre volonté est de démanteler les filières
d'immigration clandestine et de découvrir les
trafiquants. Ces contrôles auront lieu aux accès du
territoire et seront surtout orientés vers les illégaux
venant de l'est par la route, par le chemin de fer et
par avion.
Le nombre de gendarmes occupés à ces tâches
variera de jour en jour. Pendant la période du 17
janvier au 30 janvier, 431 personnes ont été
interceptées.
Tijdens de tweede en derde periode werden
respectievelijk 274 en 157 illegalen onderschept.
De rijkswacht en de betrokken Belgische
administratieve diensten werden verzocht contact
op te nemen met hun collega's in de naburige
regio's teneinde ze op de hoogte te houden van
deze verscherpte controles en teneinde hun
medewerking te vragen, onder meer in geval van
opname van personen die illegaal het land zijn
binnengekomen. Een eerste evaluatie zal na 15
december 2000 plaatsvinden.
De controles gebeuren sporadisch, op verschillende
plaatsen en zijn zeer gericht. Niet alle voertuigen
worden gecontroleerd.
De globale controle moet op Europees niveau
worden georganiseerd.
Pendant les deuxième et troisième périodes, 274 et
157 illégaux ont été interceptés.
La gendarmerie et les services administratifs belges
concernés ont été invités à prendre contact avec
leurs homologues dans les régions limitrophes de la
Belgique afin de les tenir informés de ce
renforcement des contrôles et afin de solliciter leur
collaboration, notamment en cas de reprise de
personnes ayant pénétré illégalement sur le
territoire belge. Une première évaluation des
opérations aura lieu après le 15 décembre 2000.
Les contrôles seront organisés de manière
sporadique, mobile et ciblée. Ils ne viseront pas
l'ensemble des véhicules.
C'est au niveau européen qu'il faut organiser le
contrôle global.
08.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Volgens de minister is de reisroute van de illegalen
moeilijk te achterhalen, waardoor de conventie van
08.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): S'il
faut en croire le ministre, la difficulté de reconstituer
l'itinéraire de ces clandestins empêche une
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Dublin moeilijk toe te passen is. Dit klopt niet. Het is
zelfs heel makkelijk om te weten te komen vanwaar
de vrachtwagen waarin ze verstopt zaten kwam.
Wat gebeurt er concreet met de illegalen die nu
worden opgepakt? Worden ze gewoon na verhoor
vrijgelaten?
application correcte de la convention de Dublin.
Cela n'est pas vrai. Il est au contraire très facile de
déterminer d'où venait le camion dans lequel ils se
cachaient.
Quel sort réserve-t-on, concrètement, aux
clandestins qui sont actuellement interceptés. Sont-
ils remis en liberté après avoir été entendus ?
08.05 Pieter De Crem (CVP): Ik denk dat het
opportuun is om aan alle politiekorpsen uniforme
opdrachten te geven.
De minister moet dringend actie ondernemen
inzake de toepassing van het bevel tot uitwijzing. Hij
moet zich bewust zijn van het feit dat een briefje
met de vraag om het grondgebied binnen vijf dagen
te verlaten, niet volstaat.
08.05 Pieter De Crem (CVP): Je pense qu'il serait
opportun de donner des instructions uniformes à
l'ensemble des corps de police.
Le ministre doit prendre d'urgence une initiative en
ce qui concerne l'exécution de l'ordre de quitter le
territoire. Il doit bien se rendre compte du fait qu'une
simple lettre précisant qu'il convient de quitter le
territoire dans un délai de cinq jours ne suffit pas.
08.06 Minister Antoine Duquesne : Ik denk dat de
heer De Crem een slechte informant heeft, omdat
het ondenkbaar is dat het rijkswachtcommando
richtlijnen geeft die niet duidelijk zijn. Bovendien
moeten wij het Verdrag van Dublin naleven, maar
moeten wij concrete elementen van bewijs
aanreiken en moet ook het land waar die illegalen
vandaan komen ook nog met hun terugkeer
instemmen. Ik denk dat een herziening van het
Verdrag van Dublin absoluut noodzakelijk is.
08.06 Antoine Duquesne , ministre: Je pense que
M. De Crem a un mauvais informateur parce qu'il
est impensable que le Commandant de la
gendarmerie donne des consignes qui ne sont pas
claires.
De plus, nous devons respecter la convention de
Dublin, mais nous devons fournir des éléments de
preuve très concrets et l'État dont viennent ces
illégaux doit encore accepter le retour de ceux-ci.
Je crois donc qu'une révision de la Convention de
Dublin est essentielle.
08.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
minister weigert mij te antwoorden op de vraag wat
er gebeurt met illegalen die worden opgepakt. Ik
vermoed dus dat het aloude spelletje wordt voort
gespeeld: men zet ze terug vrij op straat met een
bevel om het grondgebied te verlaten. Dat is water
pompen in een rieten mand.
08.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Le
ministre refuse de répondre à la question relative au
sort réservé aux illégaux interceptés. Je présume
donc que les anciennes pratiques se perpétuent :on
les remet en liberté avec ordre de quitter le
territoire. C'est vouloir remplir le tonneau des
Danaïdes !
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Mondelinge vraag van de heer Jan Peeters tot
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
eventuele federale maatregelen om de
inbrakenplaag in de Kempen te bestrijden" (nr.
2731)
09 Question de M. Jan Peeters au ministre de
l'Intérieur sur « l'éventuelle prise de mesures au
niveau fédéral afin de lutter contre le fléau des
cambriolages en Campine » (n° 2731)
09.01 Jan Peeters (SP): De minister heeft
initiatieven aangekondigd om de inbrakenplaag in
de Kempen tegen te gaan. Is hij het ermee eens dat
het hier om een echte plaag gaat? Wat zal hij
daartegen doen? Overweegt hij gelijkaardige
maatregelen als voor enkele jaren in Zuid-West-
Vlaanderen? Denkt hij aan een versterking van de
rijkswacht in de Kempen?
09.01 Jan Peeters (SP): Le Ministre a annoncé
des mesures pour enrayer l'épidémie de
cambriolages en Campine. Admet-il qu'il s'agit
véritablement d'une épidémie ? Que compte--til
faire ? Envisage-t-il les mêmes mesures que celles
qui avaient été prises il y a quelques années dans le
sud de la Flandre occidentale ? Va-t-il renforcer la
gendarmerie en Campine ?
09.02 Minister Antoine Duquesne : Wat de
inbraken in Limburg betreft, beschik ik niet over de
jongste cijfers.
09.02 Antoine Duquesne , ministre: Je ne dispose
pas des chiffres les plus récents concernant les
cambriolages dans le Limbourg.
22/11/2000
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Toch hebben wij in die provincie een toename van
de home- en de carjackings vastgesteld. Daarom
behoort de openbare veiligheid tot mijn prioriteiten.
Daarnaast moeten in het kader van de zonale
veiligheidsplannen bijzondere maatregelen van
preventieve en repressieve aard worden getroffen
waarbij we duidelijk moeten zeggen welke middelen
wij nodig hebben om onze doelstellingen te
bereiken.
Nous avons cependant constaté un développement
des actes de cambriolage, de home- et de car-
jacking. C'est pourquoi la sécurité publique est un
de nos priorités. Par ailleurs, dans les plans zonaux
de sécurité, il faudra prendre des mesures
particulières préventives et répressives en indiquant
les moyens à mettre en oeuvre pour nos objectifs.
Samen met mijn collega van Justitie zal ik het
ontwerp van nationaal veiligheidsplan voorstellen.
De situatie zal worden bekeken samen met de
rijkswacht, de algemene politiesteundienst en het
vast secretariaat voor het preventiebeleid.
Intussen heb ik de burgemeester van Westerlo een
brief geschreven om hem te melden dat het
opportuun zou zijn de volgende stappen te
ondernemen : het doorvoeren van een
gedetailleerde fenomeenanalyse in samenwerking
met politie en rijkswacht; het uitwerken, binnen het
vijfhoeksoverleg, van een gerichte aanpak; en het
voeren van een voorlichtings- en
sensibiliseringscampagne voor de bevolking.
De particulieren moeten hun voorzorgen nemen,
meer bepaald bij de bouw van de woningen. De
publieke uitspraken van de brigadecommandant
van Geel zullen binnen de rijkswacht beoordeeld
worden, maar ik verbind mij er nu al toe meer te
controleren en minder te praten.
Avec mon collègue de la Justice, je proposerai à
votre attention le projet de plan national de sécurité.
La situation sera examinée par la gendarmerie, le
service général d'appui policier et le secrétariat
permanent à la politique de prévention.
J'ai entre-temps adressé une lettre au bourgmestre
de Westerlo pour lui communiquer les actions qu'il
serait opportun qu'il entreprenne : la réalisation
d'une analyse détaillée du phénomène en
collaboration avec la police et la gendarmerie, le
développement au sein de la concertation
pentagonale ciblée et l'exécution d'une campagne
d'information et de sensibilisation à l'attention du
public.
Les particuliers doivent prendre des précautions,
notamment lors de la construction des immeubles.
Les déclarations publiques du commandant de
brigade de Geel seront évaluées au sein de la
gendarmerie mais, dès à présent, je l'engage à
contrôler un peu plus et à parler un peu moins.
09.03 Jan Peeters (SP): De minister geeft geen
concreter antwoord dan vorige week. Hij onderschat
trouwens de acties die de lokale besturen reeds
hebben ondernomen, vooraleer ze zich tot hem
richtten met hun noodkreet. Ik hoop dat de minister
zal inzien dat er dringend maatregelen moeten
worden genomen.
09.03 Jan Peeters (SP): Le ministre ne nous a pas
fourni de réponse plus concrète que la semaine
dernière. Il sous-estime d'ailleurs les actions que les
administrations locales ont déjà menées avant de
lui adresser un cri de détresse. J'espère qu'il
prendra conscience de l'urgente nécessité de
prendre des mesures.
09.04 Minister Antoine Duquesne : Ik wil de
plaatselijke initiatieven geenszins minimaliseren.
Het zou mij verheugen mocht u de minister van
Begroting ervan kunnen overtuigen mij extra
middelen te geven.
Zo'n 40.000 politieagenten en rijkswachters worden
op optimale wijze ingezet. Er moeten prioriteiten
worden vastgesteld en de nodige middelen moeten
worden uitgetrokken.
Ik zal minimale normen vaststellen maar niets belet
een gemeente grotere inspanningen te leveren. Er
kan hoe dan ook geen sprake van zijn het leger bij
dergelijke operaties in te zetten.
09.04 Antoine Duquesne , ministre: Je ne veux
pas minimiser ce qui est fait au plan local. Si vous
pouvez convaincre le ministre du budget de me
donner des moyens supplémentaires, je m'en
réjouis.
Quelque 40.000 policiers et gendarmes sont utilisés
de manière optimale. Des priorités doivent être
fixées ainsi que les moyens affectés.
Je donnerai des normes minimales, mais rien
n'empêche une commune d'aller au-delà. En tout
état de cause, il n'est pas question d'envoyer
l'armée dans le cadre de telles actions.
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van de heer Guido
Tastenhoye aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de hevige rellen nabij het
Bosuilstadion in Deurne naar aanleiding van de
wedstrijd Antwerp-GBA op 19 november 2000"
(nr. 2722)
10 Question orale de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "les violentes
échauffourées qui ont eu lieu près du stade du
Bosuil à Deurne lors de la rencontre Antwerp-
GBA le 19 novembre 2000 » (n° 2722)
10.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Vorige zaterdag werd Deurne opnieuw opgeschrikt
door voetbalhooligans. Na de voetbalwedstrijd
Antwerp FC-Germinal Beerschot Antwerpen op 19
november braken supportersrellen uit. Waarom
heeft de politie geen preventieve administratieve
aanhoudingen verricht, toen bleek dat groepen
relschoppers naar het Bosuilstadion afzakten?
Waarom werd gewacht op het effectief uitbreken
van de rellen? Zullen de geïndentificeerde
relschoppers gerechtelijk worden vervolgd? Wie
betaalt de schade? Welke preventieve maatregelen
neemt de minister? Klopt het dat nog slechts twee
hooligans aangehouden zijn? Dat is erg
ontmoedigend voor de politie.
10.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Samedi dernier, Deurne a une nouvelle fois été la
proie des hooligans. Après la rencontre qui a
opposé, le 19 novembre, l'Antwerp FC au Germinal
Beerschot Antwerpen, des rixes ont opposé des
supporters. Pour quelle raison la police n'a-t-elle
pas pris de mesures préventives en opérant des
arrestations administratives lorsqu'il est apparu que
certains groupes de provocateurs prenaient la
direction du stade du Bosuil ? Pourquoi a-t-on
attendu que les violences éclatent véritablement ?
Les provocateurs qui ont été identifiés feront-ils
l'objet de poursuites judiciaires ? Qui prendra en
charge le coût des dommages? Quelles mesures
préventives le ministre adopte-t-il ? Est-il exact que
deux hooligans seulement ont été arrêtés ? Quelle
démotivation pour la police !
Voorzitter : de heer Jan Peeters
Président : M. Jan Peeters
10.02 Minister Antoine Duquesne : De
ordediensten wensten elke confrontatie tussen de
twee supportersgroepen te vermijden. De Antwerp-
supporters hebben zich dan tegen de politie
gekeerd. De rellen verplaatsen zich trouwens meer
naar de openbare weg. In verband met de
gerechtelijke vervolging van de hooligans moet u
zich richten tot de minister van Justitie. De
relschoppers zullen op basis van de videobeelden
worden geïdentificeerd en vervolgd. Zij zullen dan
voor de schade moeten opdraaien. Ik zal nog
verdere initiatieven nemen om dergelijke rellen te
voorkomen en ook op Europees vlak voorstellen
doen.
10.02 Antoine Duquesne , ministre: Les services
d'ordre souhaitaient éviter toute confrontation entre
les deux groupes de supporters. Ceux de l'Antwerp
s'en sont alors pris à la police. Les échauffourées
se sont d'ailleurs déplacées sur la voie publique. En
ce qui concerne les poursuites judiciaires à
l'encontre des hooligans, je suggère à l'honorable
membre de s'adresser au ministre de la Justice.
Les fauteurs de trouble seront identifiés sur la base
d'images vidéo. Ils pourront ensuite être poursuivis.
Ils auront à assumer les déprédations. J'ai
l'intention de prendre d'autres initiatives pour éviter
la répétition de telles rixes. Je ferai des propositions
au niveau européen.
Ik ben me van die problemen bewust. Wat mij
vooral razend maakt is dat die ordeverstoorders niet
talrijk en zelfs gekend zijn. Ik heb de clubs bijgevolg
om een betere medewerking gevraagd. Zij
verklaren dat de situatie in de stadions verbetert.
Om dit probleem op te lossen, is het belangrijk dat
naar de beste formules wordt gezocht. In dat kader
verheugt het mij dat ik het akkoord van alle clubs
van eerste en tweede afdeling verkreeg.
Conscient de ces problèmes, je suis d'autant plus
exédé que ces fauteurs de troubles ne sont pas
nombreux et sont même connus. J'ai donc
demandé une plus grande collaboration des clubs ;
ceux-ci me disent que la situation s'améliore dans
les stades. Il est important de rechercher les
meilleures formules dans cette problématique et, à
cet égard, je me réjouis d'avoir obtenu l'accord de
tous les clubs des divisions 1 et 2.
Wij hebben afgesproken dat de clubs een
verantwoordelijke voor alle veiligheidsproblemen
aanstellen. Veiligheidsplannen zullen voor elk
stadium afzonderlijk worden uitgewerkt. Aan de
Nous avons convenu qu'un responsable de
l'ensemble des problèmes de sécurité serait
désigné par les clubs.Des plans de sécurité vont
être élaborés stade par stade. Il faut demander la
22/11/2000
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
vreedzame supporters moet worden gevraagd of zij
willen meewerken zodat zij zich niet op sleeptouw
laten nemen door onruststokers die zich onder hen
begeven. Wanneer België het voorzitterschap van
de Europese Unie waarneemt, kan vooruitgang
worden geboekt. Eind juli en begin augustus
hebben vriendschappelijke wedstrijden in Luik en
Gent tot onlusten geleid. Dat is onduldbaar. De
rijkswacht moet processen-verbaal opstellen zodat
vervolgingen kunnen worden ingesteld en
administratieve boetes kunnen worden opgelegd.
collaboration des bons supporters afin qu'ils ne se
laissent pas prendre au piège des perturbateurs qui
s'abritent parmi eux. La présidence belge de l'Union
nous permettra d'avancer. Fin juillet, début août, un
match amical à Liège et un autre à Gand a
dégénéré. C'est intolérable. La gendarmerie doit
dresser des procès-verbaux afin de permettre les
poursuites et les amendes administratives.
10.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Het
verheugt me dat de minister de zaak ernstig neemt.
Hij geeft toe dat heel wat van de relschoppers bij de
politiediensten gekend zijn. Waarom mogen zij niet
preventief worden opgepakt? De meeste
relschoppers hebben geen interesse voor de
voetbalmatch. Zij wonen die zelfs niet bij. Het gaat
om benden die elke gelegenheid aangrijpen om
keet te schoppen.
10.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Je
me réjouis que le ministre prenne l'affaire au
sérieux. Il reconnaît que bon nombre des fauteurs
de troubles sont connus des services de police.
Pourquoi ne peuvent-ils être interpellés
préventivement
? La plupart des fauteurs de
troubles ne s'intéressent pas au match de football.
Ils n'y assistent même pas. Il s'agit de bandes
profitant de n'importe quelle occasion pour semer la
pagaille.
10.04 Minister Antoine Duquesne : Ik gaf ter
gelegenheid van Euro 2000 heel duidelijke
richtlijnen. Voorts werden meer dan 500 Britse
hooligans per vliegtuig teruggestuurd.
Die instructies blijven geldig en ik vraag de
ordediensten terzake uiterst doortastend op te
treden.
10.04 Antoine Duquesne , ministre: J'ai donné
des instructions très claires dans le cadre de l'Euro
2000 et nous avons renvoyé, par avions, plus de
500 hooligans anglais.
Ces instructions sont d'application de manière
permanente et je demande aux forces de l'ordre de
faire preuve de la plus grande fermeté.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Mondelinge vraag van mevrouw Karine
Lalieux aan de minister van Binnenlandse Zaken
over "de werking van de dienst
Vreemdelingenzaken" (nr. 2734)
11 Question orale de Mme Karine Lalieux au
ministre de l'Intérieur sur "le fonctionnement de
l'Office des étrangers" (n° 2734)
11.01 Karine Lalieux (PS): De dienst
Vreemdelingenzaken krijgt dagelijks 500 à 700
personen over de vloer, die noodgedwongen vanaf
5 of 6 uur `s morgens urenlang op de openbare weg
staan aan te schuiven.
De opvangvoorzieningen zijn duidelijk ontoereikend:
er is buiten geen afdak of zo dat beschutting biedt
bij slecht weer, en ook openbare toiletten,
vuilnisbakken, banken, medische dienst, enz.
ontbreken. Nu de winter in aantocht is wordt de
situatie met de dag erger en nemen de spanningen
alsmaar toe.
Welke maatregelen werden getroffen om de situatie
te verhelpen?
11.01 Karine Lalieux (PS): L'Office des étrangers
reçoit chaque jour entre 500 et 700 personnes ;
celles-ci se retrouvent inévitablement sur la voie
publique pendant de longues heures, dès 5 ou 6
heures du matin.
Les dispositions prises pour assurer leur accueil
sont manifestement insuffisantes
: manque
d'infrastructures à l'extérieur contre les intempéries,
pas de toilettes publiques, pas de poubelles ou de
bancs, pas de service médical. L'hiver approchant,
cette situation se dégradera chaque jour et
exacerbera les tensions.
Quelles mesures ont été prises pour y remédier ?
Wat is het statuut van die personen die op een
antwoord wachten?
Quel est le statut de ces personnes qui attendent
une réponse ?
11.02 Minister Antoine Duquesne : Ik ben mij
bewust van het probleem. De buren van de Dienst
11.02 Antoine Duquesne , ministre: Je suis
conscient du problème. Les voisins de l'Office des
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Vreemdelingenzaken hebben trouwens hun beklag
gedaan en hebben gevraagd dat dat bestuur zou
verhuizen.
Het aantal asielaanvragen is gestegen in
vergelijking met oktober van vorig jaar. Er zijn
echter mensen die terecht en mensen die
onterecht asiel aanvragen.
Sommige personen wachten liever voor de deur van
de Dienst Vreemdelingenzaken, ook al moeten ze
daar de nacht doorbrengen, dan dat ze in een
opvangcentrum verblijven. Het zijn nagenoeg altijd
Iraanse asielaanvragers die als eersten in de rij
staan en wellicht krijgen zij daartoe de raad door de
netwerken die hen naar hier hebben gebracht. Men
zou kunnen overwegen sanitaire installaties te
bouwen en banken te plaatsen, maar men moet
rekening houden met de toegankelijkheid in geval
van brand en tevens moet daarvoor een
bouwvergunning worden uitgereikt.
Binnenkort zal een vergadering op mijn kabinet
plaatsvinden waar de te nemen maatregelen zullen
worden onderzocht. Men moet voorkomen om een
systeem van opvang ter plaatse in te stellen dat de
asielzoekers ertoe zou aanzetten daar de nacht
door te brengen. De situatie kan enkel via een
structurele maatregel worden opgelost. De
registratie van asielzoekers moet worden
gedecentraliseerd. Dat heeft de Ministerraad van 10
november beslist en ik stel alles in het werk om die
beslissing uit te voeren.
étrangers se sont d'ailleurs plaints et ont demandé
le déménagement de cette administration.
Le nombre des demandes d'asile a augmenté par
rapport au mois d'octobre de l'année dernière. Mais
il y a les vrais et les faux demandeurs.
Quelques personnes préfèrent effectivement
attendre devant la porte de l'Office des étrangers,
quitte à y passer la nuit, plutôt que de loger dans
l'un des centres d'accueil. Ce sont quasi
systématiquement les demandeurs d'asile iraniens
qui se retrouvent parmi les premiers dans la file,
sans doute conseillés en cela par les filières qui les
font venir. L'installation de sanitaires et de bancs
peut être envisagée, mais doit tenir compte de
l'accès en cas d'incendie et de la délivrance de
permis de bâtir.
Une réunion aura lieu prochainement à mon cabinet
pour examiner les dispositions à prendre. Il faudra
éviter d'organiser un système d'accueil sur place
qui inciterait les demandeurs d'asile à passer la nuit
sur place. Seule une solution structurelle permettra
de remédier à la situation, la décentralisation de
l'enregistrement des demandeurs d'asile. C'est ce
qu'a décidé le Conseil des ministres du 10
novembre et je m'emploie à réaliser cette décision.
11.03 Karine Lalieux (PS): De open opvangcentra
zijn vol, waardoor de asielzoekers in de rij moeten
staan. Er moet dringend een transitcentrum
geopend worden in Brussel.
11.03 Karine Lalieux (PS): Les centres ouverts
d'accueil sont remplis, ce qui oblige ces
demandeurs d'asile à demeurer dans les files. Il est
urgent d'ouvrir un centre de transition à Bruxelles.
11.04 Minister Antoine Duquesne : Negentig
procent van de aanvragen wordt verworpen, en in
het licht daarvan is het vooral belangrijk om de
betrokkenen ervan te overtuigen dat ze niet meer
naar hier moeten komen en dat ze zich moeten
hoeden voor mensensmokkelaars.
Als alleen de echte asielzoekers nog voor de deur
van de dienst Vreemdelingenzaken zouden staan,
zou er geen enkel probleem meer zijn.
11.04 Antoine Duquesne , ministre: Ce qui est
prioritaire, quand on sait que 90 % des demandes
sont rejetées, c'est de convaincre les personnes
concernées de ne plus se présenter et d'éviter
d'être les victimes de trafiquants.
Si vous n'aviez que les vrais demandeurs d'asile
devant les portes de l'Office, il n'y aurait plus aucun
problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
brief van de minister van Binnenlandse Zaken
aan de burgemeester van Beringen inzake de
hoofddoekenaffaire" (nr 2737)
12 Question orale de M. Bert Schoofs au ministre
de l'Intérieur sur "sa lettre au bourgmestre de
Beringen relative à l'affaire des tchadors" (n°
2737)
12.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Onlangs
schreef de minister een brief aan de burgemeester
12.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK):
Dernièrement, le ministre a adressé une lettre au
22/11/2000
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
van Beringen om hem aan te manen een tolerante
houding aan te nemen in de hoofddoekenkwestie.
De burgemeester weigert een identiteitskaart indien
een moslimvrouw mét hoofddoek op de foto wil.
Volgens hem ontstond de onduidelijkheid daarover
door twee rondzendbrieven van 1992 en 1996.
Is de minister op de hoogte van de verwarring?
Komt er een nieuwe rondzendbrief die de twee
vorige vervangt? Weet de minister dat in sommige
moslimlanden de hoofddoek op pasfoto's verboden
is en dat met name Turkije daaromtrent in het gelijk
werd gesteld door het Europees Hof voor de
rechten van de mens? Moet de minister de
hoofddoek op pasfoto's dan niet verbieden? Is er
sprake van een georchestreerde actie van
moslimfundamentalisten? Wat denkt de minister
over pasfoto-shopping?
bourgmestre de Beringen l'incitant à adopter une
attitude tolérante dans la question des tchadors. Le
bourgmestre refuse de délivrer une carte d'identité
à une musulmane voulant porter un tchador sur la
photographie. Selon lui, deux circulaires de 1992 et
1996 ont semé la confusion à ce sujet.
Le ministre est-il au courant de cette confusion ?
Une nouvelle circulaire remplaçant les deux
premières sera-t-elle envoyée ? Le ministre sait-il
que dans certains pays musulmans, le port du
tchador sur les photos d'identité est interdit et que la
Turquie notamment a obtenu gain de cause en la
matière auprès de la Cour européenne des Droits
de l'Homme ? Le ministre ne doit-il dès lors pas
interdire le port du tchador sur les photos
d'identité ? Peut-on parler d'une action orchestrée
des fondamentalistes musulmans ? Que pense le
ministre du « shopping » en ce qui concerne les
photos d'identité ?
12.02 Minister Antoine Duquesne : Nummer 15 d)
van Deel III van de Algemene Onderrichtingen van
7 oktober 1992 betreffende het houden van de
bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister
bepaalt dat een foto van een persoon met een
hoofddeksel om een ontegenzeglijk godsdienstige
of medische reden kan toegestaan worden, op
voorwaarde dat het gezicht volledig vrij is, d.w.z. dat
het voorhoofd, de wangen ,de ogen, de neus en de
kin niet bedekt mogen zijn. Het is wenselijk maar
niet vereist dat ook het haar en ogen vrij zijn.
12.02 Antoine Duquesne , ministre: Le numéro 15
d) de la III
e
partie des Instructions générales du 7
octobre 1992 concernant la tenue des registres de
la population et des étrangers dispose que, pour un
motif religieux ou médical indéniable, une
photographie où la tête est couverte peut être
admise à condition que le visage soit entièrement
dégagé, le front, les joues, les yeux, le nez et le
menton doivent être entièrement découverts. Il est
souhaitable mais non requis que les cheveux et les
oreilles soient également dégagés.
De circulaire van 20 september 1996 betreffende de
nieuwe bepalingen inzake de identiteitskaarten vult
de Algemene Onderrichtingen van 7 oktober 1992
aan en luidt als volgt:
La circulaire du 20 septembre relative aux
nouvelles dispositions en matière de cartes
d'identité complète les instructions générales du 7
octobre 1992 et est libellée comme suit :
Af en toe doen zich problemen voor met foto's
waarop de persoon een sluier draagt. Er moet
duidelijk worden gesteld dat de foto het mogelijk
moet maken een persoon te identificeren en dat het
gezicht dus niet gedeeltelijk verborgen mag zijn.
Enkel om gerechtvaardigde medische of religieuze
redenen kan een foto van iemand met een sluier
worden toegestaan, voor zover de essentiële
gelaatstrekken zichtbaar zijn.
«Des problèmes se posent épisodiquement
concernant des photographies où la personne porte
un voile. Il doit être bien compris que la
photographie doit permettre d'identifier une
personne et que le visage ne peut être partiellement
dissimulé. Si des raisons médicales ou religieuses
justifiées l'imposent, une photographie avec voile
peut être admise pour autant que les éléments
essentiels du visage soient apparents. »
Er is geen sprake van onduidelijkheid: het tweede
lid verduidelijkt het eerste. Op 7 november schreef
ik inderdaad naar de Beringse burgemeester om
verdraagzamer op te treden en rekening te houden
met de verschillende gerechtelijke beslissingen ten
gunste van de drager van de sluier op de
identiteitskaart.
Il n'y a pas d'équivoque : le deuxième alinéa précise
le premier. Le 7 novembre, j'ai en effet écrit au
bourgmestre de Beringen pour que l'on fasse
preuve de plus de compréhension et que l'on tienne
compte des différentes décisions judiciaires en
faveur des personnes portant le foulard sur la photo
d'identité.
De vrijheid van eredienst is een grondwettelijk recht.
Het is uitgesloten dat een administratie onderzoek
La liberté de culte est un droit constitutionnel. Il est
exclu qu'une administration puisse mener une
CRABV 50
COM 307
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
voert naar de geloofsovertuiging. De overlegging
van een attest uitgaande van een religieuze
overheid kan dan ook enkel op vrijwillige wijze
gebeuren. Het is echter wel aanvaardbaar om van
de persoon in kwestie een eigenhandig geschreven
verklaring op erewoord te vragen, waarbij deze
laatste verklaart dat het geloof dat hij/zij belijdt, het
dragen van een sluier of een ander
kledingaccessoire voorschrijft.
Het blijft de taak van de ambtenaar van de
burgerlijke stand er over te waken dat de foto's
overeenstemmen met de voorgeschreven normen.
Hoofdzaak is dat de foto het mogelijk maakt de
persoon in kwestie gemakkelijk te identificeren. Het
is niet de taak van mijn departement om over elke
foto afzonderlijk een oordeel te vellen.
enquête relative aux convictions religieuses. La
remise d'une attestation émanant d'une autorité
religieuse ne peut donc se faire que volontairement.
Il est cependant acceptable de demander à
l'intéressé de rédiger une lettre dans laquelle il
affirme sur l'honneur que sa religion prévoit le port
d'un voile ou de tout autre vêtement.
Il incombe à l'Officier de l'État civil de veiller à ce
que les photographies respectent les normes
prescrites. Le principal est que la photographie
permette de reconnaître facilement la personne en
question. Ce n'est pas la tâche de mon
département d'émettre un jugement sur chaque
photographie.
Ik meen dat de reglementering duidelijk is en
nieuwe onderrichtingen overbodig zijn.
J'estime que la réglementation est suffisamment
claire et que toute instruction complémentaire serait
superflue.
12.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Dit
antwoord brengt niet meer duidelijkheid. Ofwel is de
burgemeester van Beringen van slechte wil, ofwel
wil België katholieker zijn dan de paus. Er is
trouwens een verschil tussen hoofddoek en sluier.
Hoe dan ook, als er geen verbod op deze wildgroei
aan hoofddoeken komt, zal Beringen een
broeihaard van islamfundamentalisten worden en
het zal niet alleen tot Beringen beperkt worden.
Het is duidelijk dat de islamgemeenschap van
Beringen wordt gemanipuleerd door een harde kern
van fundamentalisten en integristen. Daaraan moet
zo snel mogelijk paal en perk worden gesteld.
12.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Votre
réponse n'apporte aucune clarification. Soit le
bourgmestre de Beringen est de mauvaise foi, soit
la Belgique se veut plus catholique que le pape. Il y
a d'ailleurs une différence entre un foulard et un
voile.
En tout état de cause, s'il n'est pas mis un terme à
cette prolifération sauvage de foulards, Beringen
deviendra un foyer de diffusion de l'intégrisme
musulman et ne restera pas, par ailleurs, un cas
unique dans notre pays.
Il est manifeste que la communauté musulmane de
Beringen est manipulée par un noyau dur
d'intégristes dont il convient de limiter au plus vite
les agissements.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 18.50 uur.
La réunion publique est levée à 18.50 heures.
Document Outline