KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 303
CRIV 50 COM 303
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
dinsdag mardi
21-11-2000 21-11-2000
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
1
Interpellations et questions orales jointes de
1
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over 'de aanwerving van
buitenlanders in het Belgisch leger' (nr. 525)
1
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
'le recrutement de soldats étrangers au sein de
l'armée belge' (n° 525)
1
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Landsverdediging over 'de denkoefening niet-
Belgen aan te trekken om het tekort aan
manschappen in het Belgisch leger op te vangen'
(nr. 526)
1
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur
'une idée de recruter des non-Belges pour
compenser le manque d'effectifs dans l'armée
belge' (n° 526)
1
- de heer Ferdy Willems tot de minister van
Landsverdediging over 'de geplande
aanwervingen van vreemdelingen in het leger' (nr.
535)
1
- M. Ferdy Willems au ministre de la Défense sur
'le projet de recruter des étrangers à l'armée'
(n° 535)
1
- de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over 'de rekrutering van
vreemdelingen binnen de strijdkrachten' (nr. 2605)
1
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur 'le
recrutement d'étrangers au sein des forces
armées' (n° 2605)
1
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'de rekrutering en de
verjonging van het personeel van de krijgsmacht'
(nr. 2612)
1
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'le recrutement et le rajeunissement du
personnel des forces armées' (n° 2612)
1
Sprekers: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
Ferdy Willems, Stef Goris, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging, Peter
Vanhoutte, Dirk Van der Maelen
, voorzitter
van de SP-fractie
Orateurs: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
Ferdy Willems, Stef Goris, André Flahaut
,
ministre de la Défense, Peter Vanhoutte, Dirk
Van der Maelen
, président du groupe SP
Moties
17
Motions
17
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans
aan de minister van Landsverdediging over "de
aankoop van een RORO-schip (Roll-on/roll-off)
met autonome laad- en loscapaciteit" (nr. 2658)
18
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre
de la Défense sur "l'achat d'un navire « RORO »
(Roll on/roll off) doté d'une capacité de
chargement et de déchargement" (n° 2658)
18
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
van
DINSDAG
21
NOVEMBER
2000
14:30 uur
______
du
MARDI
21
NOVEMBRE
2000
14:30 heures
______

La séance est ouverte à 14.31 heures par M.
Jean-Pol Henry, président.
De vergadering wordt geopend om 14.31 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
01 Samengevoegde interpellaties en
mondelinge vragen van
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over 'de aanwerving van
buitenlanders in het Belgisch leger' (nr. 525)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Landsverdediging over 'de denkoefening niet-
Belgen aan te trekken om het tekort aan
manschappen in het Belgisch leger op te
vangen' (nr. 526)
- de heer Ferdy Willems tot de minister van
Landsverdediging over 'de geplande
aanwervingen van vreemdelingen in het leger'
(nr. 535)
- de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over 'de rekrutering van
vreemdelingen binnen de strijdkrachten'
(nr. 2605)
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'de rekrutering en de
verjonging van het personeel van de
krijgsmacht' (nr. 2612)
01 Interpellations et questions orales jointes de
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
sur 'le recrutement de soldats étrangers au sein
de l'armée belge' (n° 525)
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense
sur 'une idée de recruter des non-Belges pour
compenser le manque d'effectifs dans l'armée
belge' (n° 526)
- M. Ferdy Willems au ministre de la Défense sur
'le projet de recruter des étrangers à l'armée'
(n° 535)
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur 'le
recrutement d'étrangers au sein des forces
armées' (n° 2605)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'le recrutement et le rajeunissement du
personnel des forces armées' (n° 2612)
01.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, onlangs heeft de minister tijdens een
verblijf in het buitenland het idee geopperd dat het
Belgisch leger moet worden opengesteld voor
buitenlanders die een militaire carrière willen
uitbouwen.

Een dergelijk ingrijpende maatregel vereist
uiteraard een wijziging van de Grondwet. Uw
voorstel staat bovendien haaks op een van de
belangrijkste verworvenheden van de
democratiseringsbeweging in de negentiende en
de twintigste eeuw. Het nationale karakter van het
leger is namelijk de beste waarborg om te
verhinderen dat dit leger tegen de eigen bevolking
wordt ingezet. Dit is trouwens een van de redenen
waarom het Franse Vreemdelingenlegioen niet op
de eigen Franse bodem wordt gekazerneerd.

Mijnheer de minister, met dit voorstel keren we
terug naar de periode van vóór de negentiende
eeuw toen alle verlichte despoten gebruik
maakten van huurlingenlegers om hun macht te
bestendigen. U verantwoordde uw voorstel met
het argument dat de Belgische strijdmachten met
een personeelstekort kampen. Daaruit blijkt
volgens mij ook de ware beweegredenen voor dit
voorstel. Het gebrek aan belangstelling voor een
loopbaan in het leger doet zich voornamelijk voor
in Vlaanderen. In Vlaanderen ligt de
jeugdwerkloosheid een heel stuk lager dan in
Wallonië. Uiteindelijk wou u met uw
vreemdelingenlegioen volgens mij gewoon een
klimaat scheppen waarin kon worden gepraat over
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
een wijziging in de taalverdeelsleutel. Een aantal
dagen later kwam u met een ander voorstel. In de
kranten stond te lezen dat u de huidige
verdeelsleutel - 60/40 - belachelijk vindt.

Mijnheer de minister, tijdens de bespreking van
uw beleidsnota hebben we ons reeds afgevraagd
waar nu eigenlijk het probleem ligt. Het probleem
zit hem gewoon in het feit dat de militairen slecht
worden betaald. Waarschijnlijk kan men in
Wallonië wel extra personeel vinden. U ziet de
opheffing van die verdeelsleutel als een soort
tewerkstellingsplan voor Wallonië.

Mijnheer de minister, ik heb er geen probleem
mee dat u eerst zorgt voor Wallonië. U weet dat ik
geen probleem het met het principe "Eigen volk
eerst". Als minister wordt u toch verondersteld het
hele grondgebied te vertegenwoordigen. U bent
geen parlementslid. U moet aan iedereen denken.

Uw redenering kan ook verstrekkende gevolgen
hebben. Uw voorstel zou een precedent scheppen
dat bijvoorbeeld ook gevolgen zou kunnen hebben
voor de taalwetgeving in Brussel. Ik kan u
trouwens een hele waslijst van dergelijke
voorbeelden geven.

Uit sommige reacties meen ik te hebben begrepen
dat u dacht aan een tijdelijke afwijking. Voor mijn
partij is zelfs dit onaanvaardbaar. In de politiek is
"tijdelijk" een heel gevaarlijk woord. Ook hier zijn
er massa's voorbeelden.

U heeft misschien een stok in het hoenderhok
willen gooien. U heeft vanmorgen ongetwijfeld via
de media vernomen dat de generale staf van de
krijgsmacht een rapport heeft opgesteld. In dit
rapport komt men tot de vaststelling dat het
probleem gewoon te maken heeft met het feit dat
de militairen onderbetaald zijn.

U hebt dat overigens zelf toegegeven, mijnheer de
minister. Hun loon ligt 26% lager dan het loon voor
het openbaar ambt. De generale staf heeft
berekend dat het brutoloon minstens 100.000 tot
200.000 frank verschilt met dat van gelijkaardige
functies bij de politie. Wanneer men alle
vergoedingen erbij telt, kan het verschil voor de
laagste rangen zelfs oplopen van 10.000 frank
netto per maand tot meer dan 30.000 frank netto
per maand. Ik denk dat het optrekken van de
lonen als oplossing meer hout snijdt dan het
openstellen van het leger voor vreemdelingen en
dergelijke meer. Men moet het probleem bij de
wortel aanpakken, mijnheer de minister, en dat
betekent in dit verband een betere verloning. U
wenst echter enkel in te spelen op de gevolgen,
die u overigens goed van pas komen, want met de
door u voorgestelde oplossing kunt u weer wat
werk creëren in eigen streek.

U bent zich er toch van bewust, mijnheer de
minister, dat de genoemde bedragen
demotiverend werken voor onze krijgsmacht? Hier
moet dringend iets aan gebeuren. Ik heb u vorige
week reeds aangekondigd dat ik een
amendement zal indienen om de begroting van
Landsverdediging te verhogen met drie miljard.
Daar is ruimte voor. Ik hoor de regering geregeld
zeggen dat er volgend jaar serieuze budgettaire
ruimte zal zijn door de te verwachten
meerontvangsten. Die drie miljard frank betekent
slechts een eerste stap, want de werkelijke
kostprijs wordt geraamd op ongeveer 8 miljard. U
hebt dus nog een zware taak voor de boeg,
mijnheer de minister, om uw coalitiepartners in de
regering en de media te overtuigen van de
werkelijke behoeften van de krijgsmacht en om
met echte oplossingen te komen. Ik hoop,
mijnheer de minister, dat uw voorstel inzake de
taalverdeelsleutel en uw suggestie om
buitenlanders aan te trekken een slip of the
tongue was. Dat laatste kan trouwens niet volgens
de wet. Overigens, waarom hebt u die idee
geopperd, mijnheer de minister? Ik neem aan dat
een minister van Landsverdediging niet zomaar
lichtzinnige verklaringen aflegt. Uw idee past
wellicht in een breder kader. Hebt u dus hierover
overleg gepleegd met uw collega's?
01.02 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in uw
fameus interview in La Dernière Heure van 30
oktober hebt u het voorstel gelanceerd niet-Belgen
aan te trekken voor het Belgische leger. Ik citeer:
"L'engagement de recrutés venant d'autres pays
de l'Union européenne(...) On pouvait aussi
envisager l'engagement de militaires extra-
européens. La période que ces personnes
passeraient sous les drapeaux pourrait être
considérée comme un ticket d'entrée pour obtenir
la nationalité belge." In deze dertig woorden zitten
een aantal bijzonder belangrijke verklaringen
vervat. Alleszins hebben we tegen dit voorstel
enkele principiële en praktische bezwaren.

Nog voor iedereen wakker was, hebben wij in
februari 2000 als christen-democraten terzake
reeds een standpunt ingenomen, meer bepaald
naar aanleiding van de bekendmaking eind januari
begin februari van het fameuze rapport-
Klingendaal, en waren we bereid de discussie aan
te gaan. Ons principieel standpunt is dat het
nationaal grondgebied moet worden verdedigd
door landgenoten. Vader Eyskens zei ooit dat
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
principes zoals winden zijn; op de lange duur
wordt het pijnlijk om ze op te houden; dus laat
men ze beetje bij beetje los. Wij willen echter in
elk geval het principe handhaven dat de
verdediging van het grondgebied gebeurt door
landgenoten.

We gaan ermee akkoord dat de dreigingen voor
het grondgebied veranderd zijn. De laatste
bedreiging was in het voorjaar van 1989, toen een
MIG vanuit de toen nog bestaande Sovjet-Unie
ons luchtruim binnendrong en waarvan de piloot
zich met zijn schietstoel redde. Het gebeurde
boven het toenmalige Oost-Duitsland, in de
omgeving van Dresden en de MIG kwam terecht
in de buurt van Rollegem, dicht bij Kortrijk. Dat
was de laatste fysieke bedreiging van de
integriteit.

Het verdedigen van de basis van Koksijde door
Franstaligen of door Fransen lijkt me bijzonder
moeilijk. De verdediging van een aantal basissen -
bijvoorbeeld in Bastenaken - kan ook niet
gebeuren door een Duitse eenheid. Dat kan al
zeker niet wanneer de rekrutering in Duitsland zou
gebeuren bij sociaal minder gegoeden, zoals
inwoners van het vroegere Oost-Duitsland. Ik
denk niet dat daar veel enthousiasme voor
bestaat, zeker niet als bepaalde partijen het al
moeilijk hebben met de vrij vredelievende
Amerikanen die zich op ons grondgebied
bevinden.

Het lijkt me onmogelijk dat u dat zou doen.
Eigenlijk is dit het laatste bindmiddel in deze voor
het overige snel ontbindende staat. Het enige wat
er nog rest, zijn de taalverhoudingen. Indien de
Vlamingen geen zekerheid meer hebben over de
taalverhouding van 60/40, denk ik dat u een
bijzonder gevaarlijk initiatief neemt. Ik heb van een
aantal collega's binnen uw regering vernomen dat
zij er u op gewezen hebben. Als u de
denkoefening voortzet, zult u keuzes moeten
maken. U kunt overgaan tot een volledige
incorporatie van buitenlanders in ons
leger.Daarvoor moet u de grondwet wijzigen. Ik
weet dat de huidige regering daar niet veel belang
aan hecht. Toch is het niet onbelangrijk. Gaat u
dan een aparte brigade maken, zoals de Gurka's
in het Britse leger? Gaat u de Marokkaanse
brigade, de Franse of de Spaanse brigade
maken? U zult dan toch een aantal zaken moeten
verduidelijken.

Onze principiële stelling is dat de verhouding
60/40 onaantastbaar is. Het zou namelijk de
cement van dit kleine koninkrijk bij de Noordzee
aantasten. Als er ook maar een initiatief van de
Franstaligen komt om daaraan te tornen, dan weet
men niet welke beweging in gang gezet wordt. Ik
kan mij niet inbeelden dat uw collega van
Ambtenarenzaken de taalverhouding zou
aanpassen zelfs wanneer hij met een
aanwervingtekort zit. Deze taalverhouding is een
weerspiegeling van de bevolking. Indien u en een
aantal van uw Franstalige collega's zouden
denken "on les aura par le nombre", dan kan ik u
zeggen dat u verkeerd bent. Ik zou alle ministers
willen aanraden dat niet te doen, want u weet niet
welke beweging op gang wordt gebracht. De
praktijk is nu wat anders, maar dat wil niet zeggen
dat dit een argument is om de wettelijke
verhoudingen aan te passen of om te keren. De
aanwerving van Franstaligen of Vlamingen
evolueert. De verhoudingen kunnen gemakkelijk
wijzigen afhankelijk van een maatschappelijke en
sociaal-economische context.

De maatschappelijke en sociale context wordt op
een ongelooflijke manier verkracht. Denken we
maar aan de 50/50-verhouding voor de generaals.
Sociologisch is dit niet representatief. Als
parenthesis wil ik eraan toevoegen dat de drie
stafchefs van de drie machten allemaal
Franstaligen zijn. Ze laten geen gelegenheid
voorbijgaan om dit te herhalen. Mijnheer de
minister, het lijkt me niet meer dan gepast dat u
de stafchefs oproept inzake deze zelfbevestiging
van de eigen identiteit wat meer gematigd te zijn.
Ze zijn immers nog steeds stafchef van een macht
van het koninkrijk België waarvan de meerderheid
van de onderdanen Nederlandstalig is.

Wat zijn de oplossingen?
In de landmacht is er een groot probleem. Een
Vlaming aan het hoofd van de landmacht zou een
bijzondere goede oplossing zijn. Het college van
generaals steunt dit voorstel en vindt dat de
scheeftrekking "-com/-plus" niet langer kan blijven
duren. Voor de CVP is het duidelijk dat een
Vlaming stafchef van de landmacht moet worden.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het
valt me op dat u graag belangrijke verklaringen
aflegt in het buitenland. Ik kan me niet van de
indruk ontdoen dat u in het buitenland het
binnenland moet verdedigen. Het is niet de eerste
keer dat u een buitenlandse missie aangrijpt om 's
lands verdediging - voor de CVP een belangrijk
punt - toe te lichten. Ik raad u aan in de toekomst
niet langer verklaringen over ons leger af te
leggen in het buitenland.

Voor de CVP bestaat er geen enkele reden om de
60/40-verhouding te wijzigen, zeker niet in het
leger. Men hoort wel vaker dat er nog weinig
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
bindmiddelen overblijven om dit moeilijke land
bijeen te houden. Het leger is zo'n bindmiddel. U
kunt uw idee over een andere taalverhouding
maar beter begraven.

Dat het buitenlands contingent een
voorkeursbehandeling zou krijgen inzake het
verkrijgen van de Belgische nationaliteit is een
echte schande. Dit is niet alleen mijn overtuiging.
Integendeel ik ben de spreekbuis van heel wat
mensen, ook van Franstaligen in Vlaanderen en in
Wallonië. Schande is nog zachtjes uitgedrukt. Het
is een vernedering ten opzichte van al degenen
die een inspanning doen om de Belgische
nationaliteit te verkrijgen. Meer nog, het tast het
soevereine principe van de nationaliteit aan. Ik
begrijp niet hoe een minister van de Koning een
dergelijke uitspraak kan of durft doen.

Waarom moet de 60/40-verhouding in het leger
behouden blijven? Wat is de toestand? Een
organisatie met 65% tweetalige eenheden biedt
een ongelooflijke en overdreven soepelheid. Sinds
het plan­Charlier/Delcroix van 1992-1993 bestaan
er reeds tweetalige gevechtseenheden. Dit is
strijdig met de wet van 30 juni 1938. In Ruanda
hebben we in de praktijk kunnen vaststellen hoe
gevaarlijk en schadelijk dit kan zijn. Dit is een
belangrijk argument om de 60/40-verhouding niet
te wijzigen.

Het aandeel van de Vlamingen bij de soldaten, de
vrijwilligers, is alarmerend gedaald onder de 50%.
Dat geef ik toe. Uit mijn berekeningen van deze
morgen bleek zelfs dat het aandeel gedaald is tot
47% bij de grootste strijdkracht, de landmacht. In
het Brussels Gewest, waar het natuurlijk geen
gevechtseenheden betreft, zou volgens onze
berekeningen nog slechts 37% van de soldaten
Vlaming zijn. Ondanks het overtal aan Franstalige
soldaten is er toch nog een probleem bij de
Franstalige gevechtseenheden. Dat is iets wat in
deze discussie nooit naar voren wordt gebracht.
Het kan toch niet dat u niet de hele situatie in
ogenschouw neemt. Het Franstalige statement, de
parafrase die we in de Franstalige pers te veel
zien, dat er een teveel is aan soldaten, zou dus
vooral betrekking hebben op de niet-
gevechtseenheden. Vaak gaat het om functies die
door Vlaamse burgers kunnen worden
ingenomen.

Het vierde punt is het belangrijkste. Er is een
ongelooflijke taalstrijd gaande binnen de
krijgsmacht. Dat is al sedert haar ontstaan het
geval. Het idee dat u hebt geopperd om de
taalverhouding te verlaten is ongetwijfeld toeval.
Ook in de Franstalige pers wordt vermeld dat het
feit dat de drie stafchefs Franstalig zijn une
coincidence is. Het is bijna een historische
vergissing. Dat valt nu toevallig samen met het
gegeven dat er drie Franstalige stafchefs zijn. Het
feit dat de vijftiende Wing van Melsbroek naar
Wallonië moet verhuizen met in het zog het
verfranste bataljon van Diest laat vermoeden - wat
eigenlijk een feit is - dat de taalstrijd in het leger
volledig zal losbarsten. Ik geef u dat op een
blaadje. Dat zal bovendien zonder ophouden
gebeuren aangezien er een volledige
scheeftrekking bestaat in de organisatie van ons
leger.

Met betrekking tot de oorzaken van het tekort aan
Vlaamse soldaten verwijst u naar het plan
Charlier-Delcroix. Ik meen dat Leo Delcroix in het
voorjaar van 1994 van het ministerieel toneel
verdwenen is. Karel Pinxten heeft hem toen kort
opgevolgd en daarna is minister Poncelet
aangetreden. Wij hebben dertig kazernes laten
sluiten, zestien in Wallonië en één in Brussel. In
Brussel ging het in feite zelfs niet om een kazerne
maar om een huis. Hierdoor zijn er in Vlaanderen
7.100 functies verdwenen en 1.200 overgeheveld
naar Wallonië. Dat betekent 8.300 functies,
96,13% of drie à vier Renault-bedrijven in
Vlaanderen. In Wallonië werd het verdwijnen van
1.500 functies gecompenseerd met 1.200 functies
uit Vlaanderen. Er verdwenen dus 300 functies.
De verhuizing van twee Vlaamse brigades van
Duitsland naar België heeft een ware
volksverhuizing veroorzaakt met alle mogelijke
sociale gevolgen van dien. Dat is in Vlaanderen
blijven hangen als de grootste mond-aan-mond-
reclame in een antiwervingscampagne. Dat weet u
even goed als ik. Het waren trouwens collega's uit
uw partij die hier zowel in de Kamer als in de
Senaat vragen over hebben gesteld. Er bestaat
reeds een grote regionale disproportie. De heer
Lahaye, die hier nu niet is, heeft daarover ook een
aantal parlementaire vragen gesteld. De Vlaamse
gevechtseenheden zijn in Limburg
geconcentreerd. Dat betekent ook dat alle
aangeworvenen eigenlijk in Limburg moeten
terechtkomen. Dat is een bijzonder belangrijke
situatie waarmee we rekening moeten houden.

De verhuis van de cadettenschool van Lier naar
Laken onder minister Poncelet heeft na amper
twee jaar het aantal Vlaamse rekruten met 75%
doen dalen. Het waren er 411 in 1998 tegen 103
in 2000.

U fronst misschien de wenkbrauwen, mijnheer de
minister, maar dat zijn de feiten. Nu krijgt men de
negatieve gevolgen van een communautaire
scheeftrekking van het beleid. U hebt vorige week
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
gezegd dat u de wervingsprocedure zal
aanpassen, met name 1 dag, 1 week, 1 maand.
Daarmee heeft het natuurlijk ook veel te maken.

Ik wil u een aantal oplossingen voorstellen voor
het behoud van de 60/40-verhoudingen in het
leger. Ten eerste, ik wil dat een aantal functies,
voorzien voor vrijwilligers, de zogenaamde B4's -
niet de gevechtseenheden - vooral in het
Brusselse Gewest en omgeving, evenals in de
luchtmacht en de zeemacht, worden vervangen
door burgerpersoneel. Ten tweede, wij willen dat
een Vlaming aan het hoofd van de landmacht
komt om het probleem in de grootste macht snel
te kunnen oplossen. Ten derde, wij willen, met het
oog op het samenstellen van eenheden en daar
de eenheden van de landmacht in de nabije
toekomst niet meer aan
manoeuvreeroefenterreinen zullen verbonden zijn,
een plan uitwerken voor een betere regionale
spreiding op termijn. Dit betekent concreet dat de
provincies Oost- en West-Vlaanderen en
Antwerpen een deel van de koek moeten kunnen
krijgen als men het leger in dienst van de natie wil
blijven houden. Ten vierde, willen wij een betere
verloning. Ten vijfde, wil ik dat de
aanwervingprocedure bestaat uit een
onmiddellijke selectie, gevolgd door een
onmiddellijke aanwerving. Aan de slagzin "I wish
to be a soldier" moet onmiddellijk kunnen worden
voldaan.

De voorzitter: Normaal beschikken de volgende
sprekers nog slechts over 5 minuten, maar wij zijn
hier zeer tolerant, tenminste wat Wallonië betreft.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, nog eens over
hetzelfde thema met misschien nog eens dezelfde
argumenten.

Ten eerste is er de Grondwet. Wij zijn in dit land
ooit in een wereldoorlog gesukkeld, in 1914, om
dit vodje papier, zoals men het in Londen noemde,
toch maar te verdedigen. Dat is dus die Grondwet
en dat is belangrijk.

Ten tweede is er de taalwet. Ik heb het nog
gezegd: dat ligt voor ons, Vlamingen, bijzonder
gevoelig. Ik verwijs naar de Frontbeweging in
1914-1918. Hoe gevoelig dat ligt, toon ik u aan via
mijn grootvader. Die was kok aan het front, was
niet geletterd en helemaal niet geïnteresseerd in
welk taalprobleem dan ook. Hij is na die oorlog
naar huis gekomen als een Vlaamsvoelende,
omdat hij in zijn Vlaming zijn zo vernederd was.
Dit ligt bij ons zeer gevoelig. De heer De Crem
heeft het al eens beklemtoond en ik zal dat nog
eens doen: u speelt met vuur in dit kleine landje!
Stop er alstublieft mee dat op de helling te zetten,
daar nog maar aan te denken of dat nog maar uit
te spreken. Een volgende argument is dat in
Vlaanderen een andere mentaliteit heerst dan in
Wallonië: in Wallonië gaat men gemakkelijker in
staatsdienst, in Vlaanderen is er wat meer
afstand. U hebt gezegd, of ik heb ergens gelezen
dat het voorstel om vreemdelingen te incorporeren
in het Belgisch leger een wapen zou zijn tegen
extreem rechts. Dat zou ik eens graag uitgelegd
zien, want naar mijn aanvoelen geldt juist het
tegenovergestelde. Wat u nu voorstelt is 100%
puur racisme. Dit is vreemdelingen aanwerven
voor een werk dat Belgen niet meer willen doen.
Hebben wij in dit land niet reeds voldoende lesjes
gehad met die politiek?

Uw rekrutering mislukt inderdaad, dat bewijzen de
cijfers. Wij krijgen in 1999 45.000 mensen die
belangstelling hebben voor het leger en na een
paar jaar schieten er daar maar 800 van over. De
werving mislukt dus. Hoe komt dat nu? Er is een
gunstige conjunctuur en men vindt elders beter
werk. De werktijden zijn zeer onregelmatig met
nacht- en weekendwerk. Er zijn de tijdelijke
contracten, maar ere wie ere toekomt: daar doet u
iets aan. Er is het imago van het leger met
racisme, seksisme, ziektes, gevaar,
drugproblematiek. Misschien is dat allemaal
overroepen, maar in de media worden toch weinig
positieve beelden opgehangen. Terecht of niet,
dat is een andere zaak. Ik vraag u nogmaals om
de democratische waarden die het leger verdedigt
te beklemtonen. Het leger dient de natie en niet
omgekeerd. Beklemtoon dat meer en maak van
het leger, in naam of in feite, een vredesmacht.
Dan zal het leger bij jongeren, vooral in
Vlaanderen, maar ook in Wallonië neem ik aan,
gemakkelijker kunnen werven.

Wij werken met verouderd materiaal. Vorig jaar
had ik de eer deel uit te maken van een
parlementaire missie naar de NAVO in
Washington. Wat wij daar allemaal van de
Amerikanen smalend te horen kregen, was weinig
fraais, vooral over het materiaal waarmee het
Belgische leger werkt. De wervingsprocedure
duurt hier maanden. Ik verwijs naar het Engelse
voorbeeld, waar dat bij wijze van spreken
onmiddellijk kan gebeuren. Het loon werd hier al
uit den treuren vermeld. Ook u hebt deze morgen
het rapport van de generale staf gehoord. Het is
toch niet niks als een militair moet vaststellen dat
hij, naargelang zijn graad, 10.000 tot 30.000 frank
per maand minder verdient dan iemand die
mutatis mutandis gelijkaardig werk doet, en
bovendien nog minder sociale voordelen krijgt. U
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
hebt daar acht miljard frank voor nodig, heeft men
berekend.

Dan is er de ver-van-huis-politiek die de
Vlamingen afstoot. Hier zit het leger inderdaad
fout. De heer De Crem heeft het al met cijfers
aangetoond inzake het aantal kazernes dat werd
gesloten. Ik zal de cijfers niet herhalen, maar dat
is inderdaad een schandaal. Dit is een schandaal
in drie tot vier keer de orde van grootte van de
ramp bij Renault. Wij missen 8.300 functies en
Wallonië verliest er 300. Van onevenwicht
gesproken, dat is er een! Vlaamse brigades
worden naar Duitsland overgebracht. Het plan van
de 15
de
Wing gaat in dezelfde richting. Vlaamse
gevechtseenheden worden geconcentreerd in één
provincie, Limburg. Daar rijst een probleem voor
de beroepsmilitairen, voor hun echtgenoten en
voor hun, kinderen. Dit gezinsprobleem is niet van
de minste.

Het gaat hier om vrij ernstige gezinsproblemen.
Het voorbeeld van de cadettenschool van Lier
werd reeds door de vorige spreker aangekaart. De
afschaffing ervan draagt zeker bij tot een
verminderde interesse in Vlaanderen voor het
leger.

Ik sta even stil bij de 65 procent tweetalige
eenheden waaronder ook een aantal tweetalige
gevechtseenheden. Dit is manifest in strijd met de
taalwet. Wij weten wat tweetalige eenheden in de
praktijk zijn. Dikwijls gaat het dan om Franstalige
eenheden. Ik ga niet meer in op het voorbeeld van
Rwanda, waar reeds op is gewezen.

Ik geef toe dat er heel wat Franstalige kandidaten,
maar die moeten dan niet bij een gevechtseenheid
worden ingelijfd. Ik zal hierop terugkomen.

Vorige sprekers hebben reeds gewezen op het feit
dat de drie legerleiders Franstalig zijn. Zelfs in de
landmacht is de commandant van de operationele
strijdkrachten een Franstalige. De conclusie is dan
ook dat dit leger onderbetaald, niet sociaal en
dikwijls ook Vlaamsonvriendelijk is. Als u onder
die omstandigheden een wervingscampagne moet
voeren in Vlaanderen, dan wens ik u veel succes.
Dit is de slechtst denkbare reclame. De feiten
liegen er dan ook niet om. Het aantal Vlaamse
vrijwilligers zit inderdaad onder de 50 procent.

Ik geef u onze suggesties. Ten eerste, het
burgerpersoneel moet waar mogelijk bij niet-
gevechtseenheden worden ingeschakeld.
Dergelijke jobs zullen voor Vlaamse kandidaten
aantrekkelijker zijn, omdat dit meer inspeelt op de
Vlaamse mentaliteit. Ten tweede, wij steunen de
vraag naar een Vlaming aan het hoofd van de
Landmacht. Ten derde, de regionale spreiding
moet worden herzien, want de huidige situatie
creëert voor de militair en zijn gezin heel wat
problemen. Last but not least, in caudum
venenum, er moet een betere verloning komen
met sociale voordelen.

In het leger is er sprake van archaïsche situaties.
Het moet anders. Sommigen zeggen dat hiervoor
een budget van 3 miljard Belgische frank nodig is.
De Generale Staf van het leger heeft het over een
bedrag van 8 miljard frank. Mijnheer de minister,
beschikt u over de nodige middelen om iets aan
de toestand te veranderen? Uit uw verklaringen
blijkt het tegendeel. U kunt in dit dossier bewijzen
of Landsverdediging in ons land al dan niet van
enig belang is. Wij hebben de indruk dat het
laatste geldt.

Le président: Avant de donner la parole à M.
Goris, je tiens à saluer la présence dans les
tribunes d'une délégation de l'assemblée du
Burundi qui suit nos travaux cet après-midi.
01.04 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, toen ik vaststelde
dat een aantal collega's van deze commissie een
verzoek tot interpellatie hadden ingediend over de
verklaringen van minister Flahaut betreffende de
aanwerving van buitenlanders in het leger alsook
de eventuele aanpassing van de taalverhoudingen
meende ik het gepast dat ook vanuit de Vlaamse
Liberalen en Democraten een standpunt werd
vertolkt.

Volgens mij gaat het hier over twee aparte punten.
Wat de vreemdelingen in de krijgsmacht betreft,
hoop ik van de minister te vernemen wat zijn
invalshoek is. Tot nu toe heb ik dat nog niet
mogen vernemen. Er is weliswaar een echo
overgewaaid uit Brazilië, maar ik weet niet of die
echt weergeeft wat de minister eigenlijk bedoelde.
Bij vreemdelingen in de krijgsmacht is er sprake
van een grondwettelijk probleem. Artikel 10 van de
Grondwet laat dit immers niet toe. De aanpassing
van de Grondwet vergt een aantal jaren,
aangezien het desbetreffende artikel eerst voor
wijziging vatbaar moet worden verklaard, waarna
er pas in de daaropvolgende legislatuur over kan
worden gestemd. Dit voorstel biedt dus geen
soelaas op korte termijn.

Daarnaast vind ik dat de aanwerving van
vreemdelingen, zij het in een soort van
vreemdelingenlegioen, erg lijkt op een
huurlingenleger. Wij beschouwen dit dan ook niet
meteen als moreel verantwoord. Wij menen dat de
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
ingezetenen van een natie moeten instaan voor de
veiligheid van de natie.

Ten slotte is er ook het materiële probleem van de
taal voor de commandovoering. Het voorbeeld van
Rwanda is genoegzaam bekend. In welke mate
zal de taalverhouding trouwens worden
gerespecteerd? Misschien bedoelt de minister wel
dat de vreemdelingen op Belgisch grondgebied,
de migranten van de derde generatie, kunnen
worden ingeschakeld in de krijgsmacht. Op
zichzelf zou dit een goede piste kunnen zijn. Ik wil
er toch op wijzen dat voor deze migranten de
verwerving van de Belgische nationaliteit vrij
eenvoudig is, zodat zij vrij gemakkelijk aanspraak
kunnen maken op een job bij het leger.

Mijnheer de minister, ik heb bewondering voor uw
poging en uw creativiteit. Het probleem van de
rekrutering van personeel is zeer acuut. Wij
moeten hierover nadenken en de nodige
creativiteit aan de dag leggen om tot oplossingen
te komen. Ik beschouw uw pistes als een poging
tot deze creativiteit.

Het tweede element is de 60/40-verhouding in de
krijgsmacht. U weet dat wij als Vlaamse partij van
mening zijn dat aan deze verhouding niet kan
worden geraakt. Zoals reeds gezegd, gaat het hier
om een afspiegeling van de verhouding tussen de
taalgroepen. U pleit voor een tijdelijke opheffing,
maar ik ben net als mijn collega's van mening dat
zo'n maatregel in ons land zeer gevaarlijk is, want
tijdelijk betekent wel eens permanent.

Ik stel anderzijds vast dat de verhouding vandaag
reeds 45/55 is. Indien wij vandaag een 60/40-
verhouding willen, betekent dit concreet dat een
aantal Franstaligen zou moeten worden afgedankt
om tot die verdeelsleutel te komen. Een dergelijke
maatregel zou onze slagkracht nogmaals
verzwakken. Ik zal het straks hebben over
mogelijke oplossingen voor een betere
rekrutering. Wij moeten trachten zo vlug mogelijk
terug te keren naar de 60/40-verhouding, wat een
correcte afspiegeling is van de taalverhoudingen
in ons land.

Ik heb met aandacht geluisterd naar het betoog
van de heer De Crem. Volgens hem riep het plan-
Charlier-Delcroix van 1992-1993 op onwettige
basis een aantal tweetalige eenheden in het leven.
Ik ben blij dit van hem te mogen vernemen. De
opvolgers van de heer Delcroix waren allemaal
christen-democraten, zodat wij vandaag inderdaad
met een christen-democratische erfenis te maken
hebben.
01.05 Minister André Flahaut: De heer Wathelet
was maar twee maanden minister van
Landsverdediging.
01.06 Stef Goris (VLD): Mijnheer de minister, het
blijft in elk geval binnen dezelfde christen-
democratische familie. De heer De Crem zei dat
het afschaffen van de cadettenschool in Lier een
scheeftrekking van het beleid was. Ik ben het met
hem eens. Maar ook dat was een beslissing van
iemand van zijn eigen politieke familie.

Wij zitten vandaag dus met een zeer zware
erfenis. De legerdienst werd acht jaar geleden
afgeschaft. Op zich was dat een goede zaak. Er
werden echter geen begeleidende maatregelen
getroffen. Vandaag zitten we met een kader dat
veel te ruim is. Er zijn veel te weinig operationele
gevechtseenheden. Daar moet iets aan gebeuren.

Sommigen proberen nu alles te verklaren doordat
de drie stafchefs van de krijgsmachten
Franstaligen zijn. Tot enkele maanden geleden
leidde nochtans generaal Maes, een
Nederlandstalige, de landmacht. Dat heeft hij
jarenlang gedaan. Ook toen is er niet veel
gebeurd wat de rekrutering van Vlamingen betreft.
Dat zou overigens de problemen in verband met
de rekrutering niet oplossen. Ik stel bovendien
vast dat de GSO, de chef van de operaties binnen
de generale staf en een niet onbelangrijk persoon,
een Nederlandstalige is. Ook de chef van de
generale staf, admiraal Herteleer, is
Nederlandstalig. De chef van het Eurocorps die
België mocht afvaardigen, was ook al een
Nederlandstalige. Die functies zijn toch niet van de
minste, en ze werden uitgevoerd door
Nederlandstaligen. Ik denk dus dat wij geen
zondebok moeten zoeken, collega's, in de vorm
van één of andere chef van een krijgsmacht. We
moeten zoeken naar structurele oplossingen.

Door enkele collega's werd geopperd dat de
locatie een probleem zou vormen voor
Vlaanderen. Ik ben het daarmee gedeeltelijk eens.
Inderdaad, de basis van de eerste brigade,
Leopoldsburg, ligt ver weg voor Oost- en West-
Vlamingen die daar eventueel een job zouden
gaan zoeken. Een pertinente vraag is dus of wij,
Vlamingen, bereid zijn een nieuwe kazerne te
bouwen of te verbouwen, bijvoorbeeld in
Zuidwest-Vlaanderen? Zijn wij bereid daar geld in
te stoppen? Ik stel deze vraag aan mijn collega's
van de andere Vlaamse partijen. Die vraag blijft
open. Laten wij niet alleen wijzen naar waar de
fout ligt, laten wij ook constructief naar een
oplossing zoeken.
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
01.07 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik denk dat dit een probleem is voor de
coalitie van de heer Goris.
01.08 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer De Crem, ik vraag aan al mijn aanwezige
Vlaamse collega's dat ze niet alleen zeggen waar
de fout ligt, maar dat ze ook oplossingen zouden
suggereren. Laten wij consequent zijn. De studie
die hier naar voren wordt gebracht, heeft mij
vandaag niet veel nieuws bijgebracht, mijnheer de
minister. Wij kennen het probleem van de
verschillende lonen. De vakbonden hebben dat
verschil reeds maanden geleden berekend en
verspreid. De bedragen zijn dus reeds langer
bekend. Ook voor mij moet het sociaal statuut van
de militairen verbeteren. Volgens de VLD moet dit
duidelijk gebeuren binnen de begroting. Dat heb ik
ook altijd zo gesteld. Wij houden ons aan het
maximumbudget dat vandaag bestaat en dat
geïndexeerd wordt. Wij weten dat nu in de
begroting een som van 800 miljoen frank
uitgetrokken werd, wat te weinig is. We moeten in
elk geval ons best doen om binnen de begroting
meer ruimte te creëren om het statuut van de
militairen te verbeteren. Dat is mijn eerste punt.

Mijn tweede punt sluit hierbij aan. Extrabudgettair
is 1,4 miljard frank vastgelegd voor bijzondere
maatregelen voor de afvloeiing van overtallige
militairen. Mijnheer de minister, ik zou graag vlug
van u vernemen op welke manier u deze 1,4
miljard frank wil aanwenden zodat er meer ruimte
komt in het kader, zodat we daarvoor minder
moeten betalen en zodat we jongere mensen
kunnen gaan rekruteren.

Ten derde, suggereer ik, mijnheer de minister, dat
de rekrutering zou gebeuren op een zeer actieve
en moderne manier. Via de pers vernam ik dat u
voorstander bent van een rekrutering van "un jour,
une semaine, un mois". Dit lijkt me elementair,
want vandaag duurt de rekrutering nog veel te
lang. Zes maand is veel te lang voor een
jongeman of een jongedame op de huidige
arbeidsmarkt. Het gaat niet op dat iemand zo lang
moet wachten om te weten waar hij of zij
terechtkomt in het leger.

Dat is uiteraard veel te lang. In die tussentijd heeft
hij of zij al lang een job gevonden in de privé-
sector, interim of vast, en valt weg voor onze
krijgsmacht. Dat moet dus veel sneller gaan. Ik
hoop dat u dit euvel zo snel mogelijk zult
verhelpen.

Tot slot meen ik dat wij voor de actieve werving
van Vlamingen moeten durven nadenken over een
systeem van outplacement, een samenwerking
van de privé- en de publieke sector. Hiervoor
moeten we samenwerken met daartoe geschikte
privé-ondernemingen die beschikken over
tientallen kantoren verspreid over het Vlaamse
landen die constant en permanent tientallen jonge
mensen over de vloer krijgen die desgevallend op
zoek zijn naar een job. Als men zich daar ook kan
inschrijven voor een eerste kennismaking met het
leger, dan lijkt dat mij veel beter dan het ene
inschrijvingspunt per provincie dat we vandaag
kennen. Deze ondernemingen kunnen vaak
beschikken over meerdere kantoren per stad. Ik
merk op dat de Vlaamse regering met Adecco een
overeenkomst gesloten heeft voor haar langdurig
werklozen en dat De Post een dergelijke piste
bewandelt om haar personeelsprobleem op te
lossen. Waarom zou de krijgsmacht niet even
modern en vooruitziend durven denken om actief
te zoeken naar jonge Vlaamse kandidaten voor de
krijgsmacht? Ik meen dat dit al voor een groot
deel zou kunnen helpen. Ik benadruk echter
nogmaals dat ook moet worden nagedacht over
een verbetering van het sociaal statuut, wat
uiteraard binnen het voorziene budget moet
gebeuren.

Mijnheer de minister, ik ben benieuwd naar de
elementen die u ons zult aanreiken in verband met
de verschillende pistes.
01.09 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, vele zaken zijn al aangehaald in deze
discussie. Ik wil toch nog een drietal punten
benadrukken.

Ik stel ten eerste toch vast - naar wat ik de
afgelopen maanden in de pers vernomen heb -
dat uw ideeën wel origineel maar niet nieuw zijn.
Ik verwijs daarbij naar Nederland waar
Climbendael in het voorjaar een gelijkaardige piste
lanceerde. Men sprak niet alleen over de
mogelijkheid om buitenlanders aan te werven,
maar ook over de mogelijkheid om te komen tot
een taakspecialisatie waarbij taken die meer
manschappen vereisen zouden worden
toegewezen aan landen uit het voormalige
Oostblok. Dat denkspoor werd daar gelanceerd.

Het probleem is dat dit niet kan worden ingepast
in een louter nationale defensiepolitiek, maar dat
dit Europees moet worden bekeken. Wij hebben
niet alleen af te rekenen met dat probleem, het
doet zich ook in Nederland voor. Volgens de
laatste berichten worden ook de Duitsers ermee
geconfronteerd. Buiten Europa
-
in landen als
Rusland - blijkt het zich op dit moment ook voor te
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
doen, zij het in mindere mate. Van dat laatste
moeten wij natuurlijk niet wakker liggen. Voor de
landen echter die dicht bij ons liggen, is het wel
een belangrijke zorg. Wij moeten proberen om er
coherente en consequente oplossingen aan te
breien.

Ik kom tot het tweede punt in mijn discours. Het
sociaal statuut van de militairen is zeer belangrijk
wanneer men meer mensen wil aantrekken, om
het even vanwaar ze komen. Ik kan vaststellen dat
er in vergelijking met het openbaar ambt een
duidelijke discrepantie is. De studieresultaten
liegen er niet om. Er moet duidelijk iets gebeuren.
Ik denk dat we oplossingen moeten zoeken
binnen het bestaande budget. Daarin volg ik
collega Goris. Er is geen ruimte binnen de
begroting om meer middelen toe te wijzen aan
defensie. Dit is een belangrijke premisse waarop
we ons moeten baseren.

Een laatste element waarover ik het zou willen
hebben, betreft een ander aspect van de
aanwerving. Iedereen is het erover eens dat wij
meer Vlamingen moeten aanwerven en dat er een
duidelijke strategie moet ontwikkeld worden. De
problematiek van de aanwerving heeft niet enkel
te maken met de onaantrekkelijkheid van het
beroep omwille van de risico's en problemen en
het loon, maar het heeft vooral te maken met de
mentaliteit van de jongeren op dit moment, althans
wat Vlaanderen betreft. Ze menen dat defensie
overbodig geworden is. Ik denk dat we er eens
goed moeten over nadenken of de
defensiestructuren zoals wij ze op dit ogenblik
kennen, wel in stand gehouden moeten worden en
of er geen aanpassingen aan dit concept kunnen
gebeuren. Moet niet meer aandacht gevestigd
worden op humanitaire acties of conflictpreventie?
Daarin kan de burger een grotere rol spelen. Die
zaken zijn duidelijk veel aantrekkelijker voor
jongeren die ervoor opteren om niet naar het leger
te gaan. Dat is ook een belangrijk aspect. We
moeten ons de vraag stellen of die 39.000
manschappen haalbaar zijn. Misschien zullen we
gedwongen worden nog verder af te slanken
omdat er onvoldoende aanbod is. In Europees
verband moet dat duidelijk gemaakt worden. Ik
vind de WEU-studies die daaromtrent gemaakt
zijn ontgoochelend. Het gaat om de prognoses
van het aantal manschappen die wij nodig hebben
of moeten aanleveren voor de Europese defensie.
Onafhankelijke bronnen moeten ook dergelijke
studies maken om aan te tonen wat de
minimumcapaciteit is die we binnen Europa nodig
hebben. Tot op vandaag is dat een element dat ik
in de discussie mis.
01.10 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, la problématique du marché du travail
n'est pas seulement un problème belge. Nos pays
voisins y sont aussi confrontés. Je citerai
seulement l'exemple des Pays-Bas où est diffusé
pour l'instant un dépliant publicitaire en turc, afin
d'informer les parents des jeunes Turcs résidant
aux Pays-Bas sur les possibilités de carrière au
sein de la force terrestre royale.

We moeten een inspanning leveren om de
krijgsmacht toegankelijk te maken voor kinderen
van niet-Belgen die in ons land verblijven en hier
onderwijs genieten. Momenteel wordt onderzocht
welke wetgevende initiatieven moeten worden
genomen om deze denkpiste mogelijk te maken.
De uitbouw van een vreemdelingenlegioen naar
Frans model wordt niet bestudeerd. Het
verstrekken van de Belgische nationaliteit aan
niet-Belgen na verloop van een aantal jaren goede
dienst in de Belgische krijgsmacht lijkt mij evident.
Over deze problematiek in al zijn dimensies zal
advies worden gevraagd aan het Centrum voor
Gelijke Kansen en Racismebestrijding.

Met betrekking tot de maatregelen om de
aantrekkelijkheid van het militair beroep te
verhogen en in het bijzonder het loon, is er
momenteel in een jaarlijkse
operationaliteitsenveloppe van 600 miljoen frank
en een verjongingsenveloppe van 4 maal 1,4
miljard frank voorzien. Op dit moment worden op
de generale staf een aantal voorstellen uitgewerkt
die voor eind november aan mijn kabinet moeten
worden overgezonden.

Wat de taalverhoudingen betreft, heb ik tabellen
bij voor de commissieleden.

Je reviens d'une réunion à l'Union européenne où
on parle de la constitution d'une défense
européenne à quinze pays plus quinze autres
pays; et donc j'avoue très honnêtement que le
débat belgo-belge auquel nous nous livrons
aujourd'hui me paraît être, effectivement, d'une
dimension bien inférieure à celle du débat auquel
j'ai participé ce matin.

Je crois que dans quelques mois, dans quelques
années, nous serons confrontés à d'autres
situations que celles sur lesquelles nous nous
penchons aujourd'hui. Je trouve anormal qu'un
jeune Français, qu'un jeune Italien, qu'un jeune
Allemand qui se trouve en Belgique aujourd'hui ne
puisse pas s'engager à l'intérieur des Forces
armées belges au moment où il y a une multitude
de contacts entre tous les ministres européens
pour construire ensemble une défense
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
européenne. Je préfère mener des combats
progressistes que des combats d'arrière-garde.
C'est une piste à laquelle nous devons réfléchir.

Il y a également, à l'intérieur de notre pays, une
série de jeunes, aussi bien au nord qu'au sud de
la frontière linguistique, qui sont peut-être désireux
de s'engager mais qui ne peuvent pas le faire
aujourd'hui car ils n'ont pas cette nationalité belge.
Je crois que le rôle des politiques, qu'ils soient
députés ou ministres, est de réfléchir aux moyens
de transformer notre société et de la faire avancer
dans un sens où les individus bénéficient des
mêmes droits quelles que soient leur nationalité
ou leur appartenance.

Donc, il s'agit d'idées, peut-être pas originales,
mais d'idées pour lesquelles il convient de voir si
on peut les concrétiser, comment on peut les
concrétiser, et, après, ce sera de toute façon
transformé en propositions de lois, en propositions
de modification de la Constitution, en projets
d'arrêtés royaux sur lesquels les commissions
parlementaires et le parlement tout entier, dans le
respect des règles démocratiques, auront
l'occasion de se prononcer. On ne peut donc pas
me reprocher de lancer un débat, et je continue à
recueillir les termes pour faire progresser ce débat
dans le sens de la construction européenne.

En ce qui concerne les équilibres linguistiques, je
ne suis pas un obsédé linguistique ni un obsédé
communautaire. Je suis ministre fédéral depuis
plus de cinq ans et vous aurez pu constater que
depuis que je suis ministre fédéral, et quand j'ai
été quelques mois député, j'ai fait des efforts
comme tout le monde pour proposer dans un
grand nombre de problèmes qui me préoccupent
et pour lesquels j'ai des responsabilités, des
solutions équilibrées. Il en sera de même pour ce
qui concerne les localisations, mais la question de
M. Goris est effectivement la bonne question: est-
ce qu'aujourd'hui, on est prêt à dire qu'il faut
construire de nouvelles casernes au moment où
les casernes sont vides? Je vous signale que
nous avons toujours une infrastructure qui
correspond à une armée de 120.000 hommes
alors que nous n'en avons plus que 40.000. Est-
ce que demain, au moment où on va faire revenir
les troupes d'Allemagne, on va me dire qu'il faut
construire une nouvelle caserne? A une époque,
on a parlé d'en construire une à Ath. Est-ce que
demain, il faudra la construire à Oostduinkerke ou
à Zeebrugge?

Telle est la question qui se pose. Ou bien, nous
allons essayer d'avancer dans la voie d'une
relocalisation des gens dans des infrastructures
dont nous sommes propriétaires.

De plus, s'il me faut trouver les moyens
d'augmenter les barèmes des militaires dans ma
propre enveloppe, vous comprendrez que, entre
construire une nouvelle caserne et augmenter les
salaires, je choisirai la deuxième solution. C'est ce
qui a présidé également au regroupement vers
Zutendaal.

En ce qui concerne les chiffres de répartition
linguistique au sein de l'armée, ils ont déjà été
cités la semaine dernière. J'ai sous la main un
tableau que je remettrai au secrétariat de la
commission.

Comme le disait M. Goris, on dénombre, toutes
forces confondues, 54,7% de néerlandophones et
45,19% de francophones. Cette proportion couvre
les divers grades, du lieutenant-général au simple
soldat, à l'exception des caporaux où l'on constate
une différence à l'avantage des francophones.

On continuera à travailler de cette manière en
essayant d'atteindre l'objectif fixé. Cependant,
monsieur De Crem, je vais utiliser une
métaphore afin de mieux vous expliquer mon
point de vue: «Vous avez une bande de jeunes
sur les quais d'une station d'autobus, et vous avez
deux autobus. Un autobus avec 60 places et
l'autre avec 40 places. Les deux autobus vont
dans la même direction. L'autobus de 40 places
est rempli, celui de 60 ne l'est pas, il reste des
places de libre. Et l'on interdit à certains jeunes,
voulant se rendre à la destination des deux
autobus, de monter dans le bus qui n'est pas
rempli.» Cela a existé en Afrique du sud, à une
certaine époque! Personnellement, je ne suis pas
favorable à ce genre de pratique. Je préférerais
que les jeunes qui pouvaient monter dans
l'autobus de 40 places puissent monter dans celui
de 60 et qu'on puisse leur dire: «Tentez votre
chance et allez vous former à Zeebrugge, à
Ostende ou à Leopoldburg et cela servira
d'exercice complémentaire. Mais j'ignore si vous
serez d'accord avec cela.

«Et les étrangers dans tout cela, où les mettrez-
vous?» Personnellement, je préférerais que ce
soit dans les bus où il y a de la place au lieu
d'ajouter un bus supplémentaire. Vous
m'excuserez auprès de Mme Durant d'avoir fait
référence à une matière relevant de sa
compétence.

En ce qui concerne les salaires, monsieur le
président, j'ai déjà répondu la semaine dernière.
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Quant aux problèmes de recrutement, des
propositions seront formulées. Je voudrais
rappeler aux membres de la commission que le
matin du 29 novembre prochain, j'aurai l'occasion
de répondre à certaines questions et de vous
présenter l'état d'avancement des réflexions
proposées et du travail effectué dans tous les
groupes qui ont été mis en place afin de mettre en
oeuvre le plan de modernisation de l'armée.

Nous ferons le point à ce moment-là mais,
ensuite, nous continuerons à travailler car il nous
reste pas mal de pain sur la planche.

S'il faut trouver huit milliards afin d'augmenter les
barèmes, ce sera huit mille hommes en moins. Je
ne sais pas s'il faudra appliquer la clé 60/40 sur
cette réduction mais sachez déjà qu'aujourd'hui,
dans l'ensemble des comparaisons européennes,
nous sommes un des pays avec le plus faible taux
d'occupation au niveau des forces armées. Nous
avons pris des engagements et devrons, bien
évidemment, les honorer.
01.11 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb
met aandacht naar uw uiteenzetting geluisterd. Uw
antwoord versterkt mijn bezorgdheid. U volhardt in
de boosheid, dat is duidelijk. Mijnheer de minister,
het lijkt me toch niet meer dan normaal dat men in
deze kwestie naar de oorzaak van het probleem
zoekt. U spreekt echter alleen over de gevolgen.

De hoofdoorzaak is heel eenvoudig: de lonen zijn
te laag. Dat is natuurlijk niet het enige probleem,
er zijn er nog: de ligging van de kazerne
bijvoorbeeld. U kan hier komen vertellen wat u wil,
zolang u niets verandert aan de lonen, is dat boter
aan de galg. 10.000 frank netto per maand is voor
een minister misschien niets, maar voor een
korporaal is dat veel geld. Dat is de essentie van
het probleem; al de rest is flauwekul. Ik hoor in het
Parlement niets anders. Het blijft altijd bij
woorden. Wanneer gaat men nu eens concreet
iets doen? Als men A zegt, moet men ook B
zeggen. De heer Goris doet dat niet. Als hij zegt
dat hij de oplossing binnen de begroting kan
vinden, is hij zeer knap: 8 miljard frank vinden in
een budget van 1,2 miljard frank, dat lijkt me wel
een prestatie! Hij mag mij wel eens komen
vertellen hoe hij dat doet. Als men pleit voor
hogere lonen, moet men de consequenties
daarvan dragen. Binnen de huidige begroting is dit
niet mogelijk.

Men is het er in deze commissie unaniem over
eens dat de lonen van de militairen te laag zijn.
We moeten daar niet over discussiëren, de cijfers
zeggen genoeg. Wel, dat de leden van de
meerderheid dat dan ook maar eens in hun eigen
partij gaan verkondigen! U wil wel, mijnheer de
minister, maar ze moeten u de mogelijkheid
geven. Ik vraag de collega's van de meerderheid
de minister de mogelijkheid hiervoor te geven.

U hebt het vooral over de gevolgen. Ik denk echter
dat het niet onze taak is om daarover te blijven
voortborduren. Ik weet het, er is een hele waslijst
met problemen. We moeten beginnen met punt
één: een beter financieel statuut voor de militairen.
Al de rest is van ondergeschikte orde. Ik wil daar
niet meer over discussiëren, u moet daar gewoon
werk van maken.
01.12 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, dit doet mij
denken aan een kruising van "Oh, beau
brabançon" en justificaties van een soort Pierre
Mendes-France, die wij nog allemaal kennen uit
onze kindertijd. Mendes-France rolde toen van de
zwart-wit televisie de gezellige huiskamer in. Hij
betoogde over een aantal algemene problemen
met een grootsprakerigheid zoals wij die ook van
Chaban-Delmas en Chirac kennen. Echt een
Latijnse retorische benadering van het feit. "Deux
busses, deux autocars!' Dat zal alles oplossen!
Wel, als u over twee bussen spreekt, kan ik u
zeggen dat in geen van de twee een chauffeur zit
en dat ze allebei in achteruit staan!

Als u de problematiek van een dergelijk
staatsbelangrijk gegeven van 60-40-verhoudingen
herleidt tot «Il y a deux busses», «il y a l'Afrique du
Sud», «il y a un chauffeur», «et puis il y en a qui
partent» enzovoort, waarmee bent u dan bezig! Je
vous comprends très bien, monsieur le ministre!
Onze partij begrijpt meer dan wie ook waar u
naartoe wil, maar het zal zonder ons zijn.

U hebt gesproken over «la transformation de la
société». U gaat misschien uit van een
verandering van de maatschappij, maar dat is niet
ons concept van verandering. Dat zeg ik u heel
duidelijk. Misschien krijgt u wel een meerderheid
binnen uw partij, in het kernkabinet of in de
meerderheid, maar ons standpunt is het in ieder
geval niet. Als u met uw «transformation de la
société» bij de Vlamingen aanbelt, zal niemand de
deur voor u openen. U zegt dat dit niet origineel is,
maar dat is het voor mij wel.
01.13 Minister André Flahaut: Natuurlijk
verschillen wij van mening! U bent van een andere
partij.
01.14 Pieter De Crem (CVP): We zullen wel
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
eens zien bij de volgende verkiezingen!

Wat u zegt, mijnheer de minister, is zeer origineel.
Immers, en passant moet de Grondwet worden
gewijzigd - inderdaad bijzonder origineel - wat in
dit land zeer belangrijk is.

Lancer un débat, faire progresser un débat! Maar
er werd helemaal geen debat gelanceerd.
Trouwens, waar haalt u het vandaag om op de
ene of andere manier een debat te lanceren over
het laatste bindmiddel van deze Staat, met name
de na een harde strijd bekomen
taalverhoudingen? Daarover kan u geen debat
lanceren. Gelieve dat uit uw hoofd te zetten.
Bovendien, de Vlamingen die deel uitmaken van
deze coalitie willen dat niet.
Dat is onbespreekbaar, mijnheer de minister -
indiscutable in het Frans - out of the question in de
taal van Shakespeare. Steek daarin geen energie
meer, want dat zal met geen enkele coalitie
mogelijk zijn. Aan de taalverhouding wordt nooit
getornd!
01.15 André Flahaut, ministre: Depuis des
années déjà, pour votre parti, les choses sont
«onbespreekbaar».
01.16 Pieter De Crem (CVP): Deze kwestie is
onbespreekbaar, mijnheer de minister.
01.17 André Flahaut, ministre: Restez où vous
êtes, alors! Out of the question! Nous avancerons
avec ceux qui veulent avancer.
01.18 Pieter De Crem (CVP): C'est cela! De
prijzen worden aan de meet uitgedeeld

Je connais d'avance les gagnants et ce ne seront
certainement pas les socialistes.
01.19 André Flahaut, ministre: Je ne vous parle
pas de socialistes. Dites-moi qui seront les
gagnants et je vous dirai qui a profité pendant des
années!
01.20 Pieter De Crem (CVP): Binnen de coalitie
bestaat er geen consensus omtrent
Landsverdediging. Dat is het fundamenteel
probleem.

De eerste minister, die erg bezorgd is om zijn
internationaal imago, is van oordeel dat het leger
kleiner, degelijker en beter uitgerust moet zijn en
ook beter moet worden betaald.

En wat zeggen de SP en AGALEV, in zuivere
commandotermen opgestoken uit het von
Runstettoffensief? Nuts! De boom in! "Nuts" moet
eigenlijk worden gedecodeerd, zoals in de sneeuw
in 1944 en in januari 1945.

Bijgevolg, mijnheer de minister, wat u ook doet
omtrent het leger, met deze coalitie zult u nooit
wat bereiken, want voor de Groenen en de SP is
het nuts, noppes, niks! Al verkondigt u nog grote
theorieën en al bekleedt u uw ambt nog twee en
een half jaar, u zult niets bereiken.

Vervolgens, mijnheer de minister, is de solidariteit
en de consensus omtrent Landsverdediging
binnen de NAVO doorbroken. Zowel formeel als
informeel zegt voorzitter De Gucht van de VLD dat
wel moet worden gedacht aan de toekomst van
het leger, maar niet nu, gezien de huidige coalitie.
Het zal dus voor later zijn. Er zullen ook wel GSF's
worden aangekocht, maar later, na de
verkiezingen van 2003.

Volgens de voorzitter van de Kamer is het duidelijk
dat er weinig kan worden aangevangen met de
huidige coalitie. Ook hij wil slechts werken aan de
toekomst van het land bij een volgende coalitie,
maar dan zonder diegenen die thans tegenwerken
zelfs in de meest elementaire dossiers.

Mijnheer de minister, u kunt zich nog twee en een
half jaar bezighouden met uw dossiers, maar u
zult geen fundamentele hervorming van het leger
kunnen doorvoeren omdat hiervoor geen
consensus bestaat.

En wat de grote hervorming betreft: het woord
"nuts" van daarnet betekent in dit geval "geen
geld".

Het syllogisme dat elke hervorming geld kost, dat
de legerhervorming een hervorming is en
bijgevolg geld zal kosten, krijgt u niet uitgelegd
aan de coalitiepartners. En hoe reageert de heer
Goris? Hij pint zich vast op een aantal zaken en
verklaart in het openbaar dat de taalverhoudingen
moeten worden opgeblazen. De maandagochtend
verklaarde de VLD dat de redenering van de heer
Goris niet moet worden gevolgd en dat de
taalverhouding onaangeroerd moet blijven. En
maar goed, want dat zou eraan ontbreken! In het
geval zij het daarmee eens waren, zou de VLD
zich beter Belgische Liberalen en Democraten
noemen! Als er iets is in ons land, dat niet kan
worden opgeblazen, dan is het toch wel de
taalverhouding zeker.

Over de hervorming van het leger heb ik in deze
commissie een heel interessant verhaal gehoord.
Delcroix is de enige minister die uitgevoerd heeft
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
waarover de socialisten reeds meer dan 40 jaar
over leuteren, de afschaffing van de dienstplicht.
Nadien hebben de andere socialistische ministers
Delcroix willen klemzetten en eisten ze dat de
dienstplicht werd opgeschort maar niet afgeschaft.
De socialisten hebben ervoor gezorgd dat Delcroix
geen werkingsmiddelen kreeg. Het budget van
Landsverdediging werd bevroren op 97 miljard
frank. Dat is de houding geweest van degenen die
40 jaar lang geroepen hebben dat de dienstplicht
moest worden afgeschaft.

De heer Goris geeft een overzicht van de christen-
democraten die in de jaren 90 minister van
Landsverdediging geweest zijn. Tussen 1992-
1999 hebben de christen-democraten Delcroix en
Pinxten en later de heer Poncelet het departement
geleid, Alles samen was dit goed voor ongeveer 3
jaar christen-democratisch beleid. De waarheid
heeft haar rechten. Eind jaren 70, begin jaren 80
werd het departement achtereenvolgens geleid
door de PS'er Simonet, de heer Vreven - over een
overleden man wens ik niet uit te weiden -, de
heer de Donnéa
-
inzake legerhervorming
ingeschreven in de nevelen van de onbekendheid
en de heer Coëme.

De voorzitter: De CVP was altijd coalitiepartner.
01.21 Pieter De Crem (CVP): Dat is correct. We
hebben het duur betaald. De heer Coëme is
daarvan een goed voorbeeld. Ik heb vernomen dat
de Agusta-zaak nog niet voorbij is.

Niet minister Flahaut waarmee in Vlaanderen
niemand rekening houdt maar de heer Goris heeft
de knuppel in het hoenderhok gegooid. Volgens
de heer Goris moet de taalverhouding kunnen
gewijzigd worden.
01.22 Stef Goris (VLD): Dat is niet correct.
01.23 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer Goris, ik
heb uw betoog in het programma "De Zevende
Dag" gehoord.
01.24 Stef Goris (VLD): Mijnheer De Crem, u
zou er goed aan doen de uitzending opnieuw en
grondig te bekijken.
01.25 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb eveneens het communiqué van
minister Daems gelezen.
Mijnheer Goris, u hebt de vraag gesteld in pure
scoutstermen. Zoiets als "ben je bereid".

Bent u bereid te zeggen dat de 60/40-verhouding
onverkort moet blijven bestaan?
01.26 Stef Goris (VLD): Natuurlijk.
01.27 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer Goris,
deze uitspraak betekent dat u de verhoudingen
niet kunt laten springen.

Mijnheer de minister, u hebt gesproken over de
Europese dimensie. Dat is een mooi perspectief
van u, uw kabinet en deze regering. Ik hoop dat u
op internationaal niveau uw oren goed openzet.
Als er een achterhoedegevecht met België wordt
gevoerd, is het dat over de Europese dimensie.
Wanneer zult u toegeven dat u op internationale
bijeenkomsten als de slechte leerling van de klas
wordt beschouwd? Wanneer zult u toegeven geen
antwoord te krijgen op vragen of de nieuwe
inplantingsplaats van de Europese Defensie
Brussel zal zijn? Wanneer zult u toegeven dat de
Europese partners u zeggen dat België eerst
inspanningen moet doen en moet ophouden de
slechtste leerling van de klas te zijn?

Mijnheer de voorzitter, ik herhaal en beklemtoon
dat het ongelooflijk is dat de minister van de
Koning die de behoeder van de staatsorde van dit
land moet zijn, een principe dat even soeverein is
als dat van de Grondwet, de taalverhouding in het
leger in vraag durft stellen. Het weze voor de
Vlamingen een les!

De voorzitter: Mijnheer De Crem, u hebt de uw
toegemeten spreektijd 60% overschreden.
01.28 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
minister, wij dienen u graag van antwoord. Het is
niet onze bedoeling een debat over de Grondwet
of de taalwetgeving te houden. U hebt gebekvecht
met de CVP over de onbespreekbaarheid van de
wijziging inzake de taalverhoudingen. Ik maak mij
sterk dat een wijziging inzake de taalverhoudingen
ook voor de SP, de VLD en AGALEV
onbespreekbaar is. De heer De Crem overdreef
niet: daaraan kan voor het Vlaamse volk niet
worden geraakt; daar zijn in het verleden bloed en
tranen voor gevloeid.

U verwees naar Nederland, waar in het Turks
reclame voor het leger in een folder wordt
gemaakt, die ik overigens zelf niet gezien heb. Het
is me eerlijk gezegd niet duidelijk tot wie men zich
richt. Richt men zich tot de Turken van
Nederlandse nationaliteit? In dat geval gaat het
over een heel andere problematiek. Ik stel mij
voor dat, als u zich tot Turken, Grieken,
Marokkanen, Duitsers of Nederlanders met de
Belgische nationaliteit richt, er minder een
probleem rijst. U weet bovendien dat het in dit land
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
niet zo moeilijk is de Belgische nationaliteit te
verwerven. Richt u zich met uw oproep echter tot
vreemdelingen die de Belgische nationaliteit niet
hebben, niet willen hebben of niet kunnen krijgen,
dan ontstaat er een probleem.

Positief is alleszins - dat moet worden gezegd -
dat u het Centrum voor Gelijkheid van Kansen
gaat raadplegen. Ik ben benieuwd naar het
resultaat van die raadpleging, omdat dit naar mijn
mening een goed initiatief is op het vlak van
racismebestrijding. Ik kijk er dan ook met
belangstelling naar uit.

Daartegenover hebt u daarnet een taalgebruik
gehanteerd dat mij niet bevalt. U stelde dat in het
grote Europa van vijftien landen, waar nog vijftien
landen moeten bijkomen, wij, Belgen,
inzonderheid Vlamingen, zich bezighouden met
tweederangsdiscussies. Daar ben ik het niet mee
eens. Het standpunt van mijn partij is dat wij in het
komende Europa niet winnen bij een Europa van
de staten, maar wel bij een Europa van de naties.
In dit Europa moet ook plaats zijn voor de kleine
volkeren. Vlaanderen hoort daar zeker bij met zijn
5 miljoen inwoners. Ik sta daarin overigens niet
alleen, want de eerste minister zelf verklaart in het
buitenland dat kleine naties in een federaal
staatsmodel aan bod moeten kunnen komen.
Vandaar dat ik deze discussie niet minderwaardig
vind.

De progressieven in ons land - en daarmee
gebruik ik uw woorden - vinden dat men in het
buitenland de etnische minderheden en de
taalminderheden moet verdedigen, aanvaarden en
respecteren. Als men echter in België pleit voor
eenzelfde respect voor de eigen taal, het eigen
volk, is men plots "oerconservatief en archaïsch".
Nogmaals, ik vind uw taalgebruik totaal misplaatst
en des te pijnlijker wanneer ik vaststel dat de drie
topofficieren Franstalig zijn. Overigens hoop ik dat
ik de woorden van de heer Goris niet moet
interpreteren alsof het taalstatuut van een
topofficier niet van groot belang zou zijn.

In verband met de locaties hebt u een mooie
woordspeling gebruikt. De heer Goris vroeg of u
dan bereid is om een nieuwe kazerne voor
Vlaanderen te betalen. Dergelijke vraag stellen is
toch gewoon de wereld omkeren? Eerst sluit men
dertig kazernes in Vlaanderen en vervolgens komt
de vraag of men bereid is een nieuwe kazerne in
Vlaanderen op te richten. Dat kan toch niet.

Uw vergelijking met de autobusregeling in Zuid-
Afrika is al te eenvoudig en pijnlijk. Ik verklaar me
nader. De taalwetgeving in ons land - sta me toe u
dit als Vlaming aan u als Waal toe te lichten - is
niet vergelijkbaar met enige wetgeving in Zuid-
Afrika. De taalwetgeving staat ook niet gelijk met
de invoering van apartheid. De geschiedenis
bewijst het tegendeel. De taalwetgeving is er
gekomen om te beletten dat wij in ons eigen land
een minderheid zouden vormen. Dat is de
historische werkelijkheid.

Dat is de historische werkelijkheid. Ik smeek u,
samen met anderen: blijf daar af! Ik kom dan tot
het loon. Wij kijken met veel belangstelling uit
naar wat u zult voorstellen. Ik meen te weten dat
er een mogelijkheid zou zijn via het toekomstig
Europees statuut van het leger. Ik meen te weten
dat men op Europees vlak stelt dat heel wat
eenheden van dit leger in België eigenlijk
overbodig zijn, dat men naar specialisatie moet
gaan. Ik vraag mij af of het niet mogelijk zou zijn
dat via de afvloeiing door specialisatie er
automatisch budgettaire ruimte komt om die
loonproblematiek te verhelpen. Tot daar enkele
suggesties.
01.29 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik heb met
aandacht geluisterd naar u allen. Als wij het
hebben over vreemdelingen in het leger, kijk ik uit
naar concrete voorstellen terzake. Wij zullen zien
wat dat geeft. Indien die nuttig kunnen zijn, heb ik
daar geen probleem mee. Ik wil er wel op wijzen
dat binnen een Europees leger - dit is geen
achterhoedegevecht, ik ben een groot voorstander
van Europese integratie van de krijgsmachten - op
het niveau van de compagnie de verdere
commandotaal zal worden gesproken. In geen
geval zal men verschillende talen gebruiken in
dezelfde compagnie. Dit is zo omwille van het
belang van de eenheid van de commandotaal in
functie van de veiligheid van de manschappen.
Laat dat duidelijk zijn. Indien wij met gemengde
eenheden operaties doen in het buitenland, is dat
meestal op het niveau van het bataljon en
maximaal op het niveau van de compagnie. Tot
daar over de buitenlanders.

Dan zijn er de taalverhoudingen. Het verhaal over
de autobussen klinkt op het eerste zicht logisch.
Aan mijnheer De Crem moet ik wel zeggen dat als
vandaag de taalverhouding 55-45 is, deze
toestand er niet van gisteren op vandaag is
gekomen. Die toestand is gegroeid de voorbije
jaren, zeg maar tien jaar. Dit is niet gebeurd onder
deze legislatuur die nog maar een goed jaar bezig
is. Dat wil zeggen dat de christen-democraten
vandaag misschien wel het hoge woord voeren
terzake, maar dat zij oogluikend hebben
toegestaan dat die verhouding zo is gegroeid,
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
zonder daar ooit naar te verwijzen of daartegen
bezwaar te maken. Het kunnen Walen zijn
geweest, maar het waren collega's van uw
politieke familie, mijnheer De Crem, die dat
hebben toegelaten. Ik nodig u uit om opnieuw mijn
verklaringen of die van partijgenoten van mij van
de voorbije weken na te lezen: ik heb telkens, bij
elke inleiding, in alle duidelijkheid gesteld dat wij
onder geen enkel beding afwijken van de
verhouding 60-40. Laat dit duidelijk zijn. Wel heb
ik telkens eraan toegevoegd dat de toestand
vandaag de facto niet meer 60-40 is en dat wij zo
vlug mogelijk daar terug heen moeten evolueren.
Laten wij echter ook realistisch zijn en niet
beginnen van de daken schreeuwen dat het zo
moet zijn, als het reeds lang zo niet meer is. Wij
moeten daarheen evolueren en alles in het werk
stellen om dat te laten gebeuren.

Mijnheer de minister, waarom moet dat gebeuren?
Er zijn natuurlijk emotionele redenen als de
Frontbeweging, die natuurlijk voor de Vlamingen
van groot belang zijn. Er is ook een budgettaire
reden. Als het verschil zoals vandaag 5%
bedraagt op een totaal van 40.000 militairen, dan
gaat het over 2.000 arbeidsplaatsen. U moet
weten dat vandaag 2.000 arbeidsplaatsen betaald
worden met federaal overheidsgeld en dit aan
Franstalige soldaten, terwijl dat toch
Nederlandstaligen hadden moeten zijn. Het gaat
hier dus over een verdoken transfer van federaal
overheidsgeld naar een taalgroep die daar
volgens een correcte verhouding eigenlijk geen
recht op heeft. Dat element kwam nog niet naar
voor, maar is ook zeer belangrijk. Daarom
benadrukken wij dat er een rectificatie moet
komen of dat er naar moet worden gestreefd om
deze scheeftrekking zo snel mogelijk recht te
zetten. De toestand is wat hij is en hij moet
verbeteren. Ik denk dat wij allemaal de vraag
moeten stellen hoe dat kan binnen het bestaande
budget. U hebt daartoe een optie genomen met de
regering binnen het strategisch plan voor de
hervorming van de krijgsmacht. Dat is een zeer
belangrijk document. Daarin zitten de hefbomen
die moeten toelaten dat wij hiertoe kunnen komen
binnen het budget.

Het budget wordt opnieuw geïndexeerd. Wij willen
evolueren naar een kleiner leger van 39.500
militairen, daar waar dit momenteel 45.000
bedraagt. Het spreekt voor zich dat minder
militairen beter kunnen worden betaald. Dat lijkt
mij logisch.

Mijnheer de minister, bovendien beschikt u over
een enveloppe van 1,4 miljard Belgische frank per
jaar extra voor een periode van 4 jaar waardoor u
overtallige, vooral oudere militairen kunt laten
afvloeien. Indien die enveloppe zou efficiënt
mogelijk wordt aangewend, zullen wij het leger
kunnen afslanken. Op die manier kunnen we
ruimte maken voor jongere en goedkopere
militairen.

Er moet ook zo vlug mogelijk werk worden
gemaakt van een nieuw organogram. Het
organogram moet dringend worden
geïmplementeerd. We weten dat generaal Bouvy
er aan werkt. Mijnheer de minister, wij dringen er
bij u op aan dat uw diensten zo vlug mogelijk werk
zouden maken van dit nieuwe organogram.

In de commissie voor de Landsverdediging is een
wetsvoorstel ingediend waarin de vrijwillige
legerdienst wordt voorgesteld. Via dit wetsvoorstel
willen wij jonge Vlamingen en Walen de kans
geven om op vrijwillige basis een jaar legerdienst
te doen. Op die manier kunnen wij een zekere
verjonging doorvoeren.

Daarnaast is ook de mobiliteit een belangrijke
hefboom. Tenslotte moeten meer jongeren via
een actieve werving bij de krijgsmacht
terechtkomen.

Collega's, er zijn voldoende hefbomen aanwezig
in het strategisch plan. Mijnheer de minister, het
komt er nu op aan deze hefbomen vorm te geven
en om te zetten in koninklijke besluiten zodat
jonge rekruten kunnen worden aangeworven en
overtallige, oudere militairen kunnen afvloeien.

Mijnheer De Crem, er bestaat terzake wel degelijk
een consensus binnen de meerderheid. Ik geloof
in dit plan. Ik geloof dat wij binnen het budget de
doelstellingen kunnen bereiken. Ik meen dat het
tijd is om er werk van te maken.

Le président: N'oubliez pas le transfert des
allocations familiales de la Wallonie vers la
Flandre, dans les années 60. Il semble que l'on
fasse ici table rase du passé.
01.30 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal
het kort houden.

Ik wil de collega's van de Volksunie en de CVP er
toch op wijzen dat voor ons niets onbespreekbaar
is. Het getuigt volgens mij van een zekere
intellectuele ernst en moed om zelf een
ballonnetje op te laten door te zeggen dat het
misschien wel eens nuttig zou kunnen zijn om
eens een debat te houden over de
taalverhoudingen. Ik vind dat daarover in elk geval
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
moet kunnen worden gepraat.
01.31 Pieter De Crem (CVP): De voorzitter heeft
het over de kinderbijslagen.
01.32 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Het
gaat mij over de taalverhoudingen.
01.33 Pieter De Crem (CVP): Ik zat te denken
aan Cockerill-Sambre.
01.34 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, het getuigt volgens mij van
weinig ernst om te twijfelen aan onze loyauteit ten
opzichte van de engagementen die wij in de
meerderheid hebben genomen. Ik stel enkel vast
dat wij het strategisch plan hebben goedgekeurd.
Wij willen de doelstellingen - een kleiner, efficiënt
en goed bewapend leger - realiseren binnen de
termijnen die daarvoor werden afgesproken. Dit is
niet enkel een engagement van de liberalen of de
socialisten maar van alle regeringspartners.

Collega De Crem, u heeft het over de JSF. Ik
wens u veel succes met de aankoop van die
toestellen. Ik stel enkel vast dat ook Nederland
heeft afgehaakt wegens te duur.
01.35 Ferdy Willems (VU&ID): Heb ik het goed
begrepen dat Agalev de taalverhoudingen in dit
land niet ....? Dan zijn we ver gekomen!
01.36 Dirk Van der Maelen (SP): Mijnheer de
voorzitter, ik zal ook heel kort zijn.

Ten eerste, onze engagementen met betrekking
tot de legerhervorming. Wij willen de achterstand
die ons land heeft opgelopen in de hervorming van
zijn leger onder drie christen-democratische
ministers van Landsverdediging snel goedmaken.
Ter attentie van collega De Crem kan ik u
meedelen dat ik uit meerdere bronnen heb
vernomen dat men van oordeel is dat het
Belgische hervormingsplan als voorbeeld kan
gelden voor andere legers die hun hervormingen
nog moeten doormaken.

Mijnheer De Crem, er zijn niet veel landen die erin
slagen een hervormingsplan uit te tekenen dat
zich zo inschrijft in de ontwikkelingen op vlak van
defensie in de toekomst, zijnde Europese
Defensie. Alle specialisten van Duitsland en
Frankrijk, ook de heer Van Klingendaal, zijn het
erover eens dat België hier puik werk heeft
geleverd. Ik begrijp dat het u spijt dat de christen-
democratische ministers er niet in zijn geslaagd
die operatie tot een goed einde te brengen.
Deze hervorming kan binnen het budgettaire
kader dat in deze meerderheid is afgesproken
worden gerealiseerd. Ik vraag de heer De Crem
ook eens over het muurtje te kijken. Hij zal
vaststellen dat men in vele landen de
hervormingen aan het voorbereiden is en dat men
ook daar niet bereid is de budgetten voor defensie
te verhogen. Ik maak telkens opnieuw dezelfde
vaststelling. Als de CVP nu in de regering zou
zitten, zou zij pleiten voor budgetverhoging voor
defensie. Ik denk dat het goed is dat men dat in
Vlaanderen weet.

Wat de aanwerving betreft, mijnheer de minister,
staan wij volledig achter uw denkpiste. Ik denk niet
dat een modern denkend parlementslid zich kan
verzetten tegen het onderzoeken van de
mogelijkheid om gemengde eenheden in het leger
te krijgen. Ik bedoel dat in dubbele zin: ten eerste
in de zin van Belgen en andere Europeanen. Wie
dat uitsluit is kortzichtig. Ten tweede in de zin van
Belgen en nieuwe Belgen van de tweede en de
derde generatie migranten. Ik vind het zeer goed
dat de minister onderzoekt hoe we die jonge
mensen warm kunnen maken voor het leger. In
andere landen, waar men dit al heeft gedaan,
heeft dit in hoge mate bijgedragen tot de integratie
van de tweede en derde generatie migranten.
Daarom staan wij voor 200% achter de minister.

Ik heb nog een laatste punt over de aanwerving:
zaterdag hebben wij met de SP een studiedag
georganiseerd, waarop wij collega's uit Nederland
hebben uitgenodigd. In Nederland stelt men dat
het eerste probleem de maatschappelijke
waardering van de militairen is. Die moet worden
verhoogd. U ziet, mijnheer De Crem, in
tegenstelling tot wat u denkt, interesseert het leger
ons wel! Ik heb met blijdschap vernomen dat wij
hier op 29 november 2000 over zullen praten. Ik
denk dat het de plicht is van iedereen die politiek
actief is om maatschappelijke waardering op te
brengen voor het beroep van militairen. Ik denk
dat we daar allemaal aan moeten werken.

Ik deel u ook nog een interessant idee mee,
mijnheer de minister. Ik ben mij ervan bewust dat
dit slechts een oplossing is voor middellange
termijn. Ik ben er wel door gecharmeerd. De
Nederlanders experimenteren op dit ogenblik in
het beroeps en technisch onderwijs met een
nieuwe richting: vrede en veiligheid. Jonge
mensen krijgen zo de kans om zich voor te
bereiden op een nieuwe carrière: bij de politie, de
brandweer, civiele bescherming, privé-
bewakingsfirma's én het leger. Ik weet dat in
België de bevoegdheid hiervoor is verdeeld, maar
ik vraag de minister toch om dit idee op tafel te
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
leggen. Ik ken de wereld van het beroeps en
technisch onderwijs. Ik ben ervan overtuigd dat er
jongeren zijn die deze richting graag zullen volgen.

Voor mijn laatste punt kan ik heel kort zijn. Aan
de 60/40 taalverhouding wordt niet getornd. Als
men vaststelt dat die verdeling vandaag niet
gehaald wordt, rekent de SP erop dat men eraan
werkt om die verhouding zo snel mogelijk toch nog
te halen.

De voorzitter: Ik denk dat iedereen tijd genoeg
gehad heeft om zijn argumenten te formuleren.
Wij hebben nu een goede twee uur lang
doorgewerkt.
01.37 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de heer Van der Maelen zou eens
moeten spreken met de migranten van de tweede
of derde generatie. Zij hebben de Belgische
nationaliteit verworven. Velen van hen zijn onder
de wapens, hetzij als beroepsmilitair, hetzij als
vrijwilliger. Zij doen dat overigens zeer goed. Zij
hebben het als een kaakslag ervaren, alsof ze het
niet goed doen en dat men daarom nu moet gaan
zoeken naar niet-Belgen. Zij hebben een
ongelooflijk integratieproces achter de rug. Het
gaat over mensen met roots in Centraal Afrika, in
Oost-Europa, in voormalige kolonies. Zij vinden dit
een alles behalve geslaagd initiatief. Ik raad u dus
aan dit bij één van uw vele overlegmomenten ook
eens in overweging te nemen, mijnheer Van der
Maelen. Ik herinner mij een bijzondere giftig artikel
in De Morgen van enkele maanden geleden,
waarvan ik dacht dat de pen werd vastgehouden
door uw studiedienst, mijnheer Van der Maelen.
Normaal gezien zou ik daar niets over zeggen,
men mag over mij schrijven wat men wil. Ik zit er
niet mee in dat men mij een rechtse republikein
noemt. Ik weet zelf wel wat ik ben.

De voorzitter: Mijnheer De Crem, u bent nu lang
genoeg aan het woord geweest.
01.38 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de heer Van der Maelen heeft me vier
keer vernoemd. Hij ziet alles door een nauwe
trechter: wat goed is voor het SEVI is goed voor
de rest van de wereld. Ik moet zeggen dat de
enige gelijkenis tussen het SEVI en de rest van
het militaire denken erin bestaat dat SEVI een
vierletterwoord is. Voor de rest heeft het SEVI
niets te maken met de NATO, de WEU, of wat
dan ook. Het SEVI organiseert veel colloquia. Men
zou daar eigenlijk eens een colloquium moeten
houden met mensen die iets afweten van
defensie. Ik denk trouwens dat de Nederlandse
paarse minister Voorhoeve niet op het colloquium
werd uitgenodigd. Indien men hem zou horen, zou
men misschien een ander standpunt innemen.

Ik vraag me af, mijnheer Van der Maelen of u het
eens bent met het standpunt van de minister over
het aantrekken van buitenlandse rekruten en of zij
daardoor gemakkelijker de Belgische nationaliteit
verwerven kunnen. De 60/40 taalverhouding is
voor uw doen wat emotioneel. We weten allemaal
hoezeer u de Vlaamse zaak bent toegedaan, u en
uw partij. Ik vraag u of het opheffen van de 60/40
verhouding wel kan.

De voorzitter: Collega's, we hebben de spreektijd
al met meer dan een uur overschreden.
01.39 Dirk Van der Maelen (SP): Mijnheer de
voorzitter, ik stel voor dat men zich aan het
reglement houdt. Ik wil niet eens antwoorden. Ik
wil niet eens antwoorden op wat mijnheer De
Crem gezegd heeft. Hij had hier het woord niet
mogen hebben.
01.40 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, in deze commissie hebt u
het reglement steeds soepel gehanteerd voor
iedereen. Dat siert u, mijnheer de voorzitter.
Collega's, iedereen die ik hier gehoord heb, is
ervan overtuigd dat het statuut van de militairen
slecht is. Maar daaraan onmiddellijk koppelen dat
men het beroep gaat openstellen voor
vreemdelingen, dat is pas racisme. Dat is pas
racisme. Waar haalt mijnheer Van der Maelen dit
vandaan? De job wordt slecht betaald, steek er
wat vreemdelingen in. Is dat een oplossing? Hebt
u daarvoor een studiedienst, mijnheer Van der
Maelen?

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heer Luc Sevenhans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Luc
Sevenhans, Pieter De Crem en Ferdy Willems
en het antwoord van de minister van
Landsverdediging,
- vraagt de regering zich duidelijk uit te spreken
voor het behoud van de taalpariteit binnen het leger;
- vraagt de regering de nodige financiële middelen
vrij te maken om vanaf 2001 over te gaan tot
loonsverhoging van de militairen, vergelijkbaar
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
met de politiediensten."

Une première motion de recommandation a été
déposée par M. Luc Sevenhans et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Luc
Sevenhans, Pieter De Crem et Ferdy Willems
et la réponse du ministre de la Défense,
-
demande au gouvernement de prendre
clairement position à propos du maintien de la
parité linguistique à l'armée;
- demande au gouvernement de dégager dès
2001 les moyens financiers nécessaires pour
procéder à une augmentation des traitements des
militaires, comparable à celle octroyée aux
services de police."

Een tweede motie van aanbeveling werd
ingediend door de heren Pieter De Crem en Ferdy
Willems en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Luc
Sevenhans, Pieter De Crem en Ferdy Willems
en het antwoord van de minister van
Landsverdediging,
beveelt de regering aan:
- een Vlaming aan het hoofd te plaatsen van de
Landmacht;
- de denkpiste over het aantrekken van niet-Belgen
voor het Belgisch leger te verlaten;
- de taalverhoudingen binnen het leger ongemoeid
te laten en waar nodig te herstellen volgens de
wettelijk voorziene normen;
- snel werk te maken van een herwaardering van
het leger door een betere verloning en een
efficiënte recrutering uit te bouwen;
- snel werk te maken van de herlocatie van de
Belgische kazernes."

Une deuxième motion de recommandation a été
déposée par MM. Pieter De Crem et Ferdy
Willems et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Luc
Sevenhans, Pieter De Crem et Ferdy Willems
et la réponse du ministre de la Défense,
recommande au gouvernement:
-
de nommer un Flamand à la tête de la
force terrestre;
-
d'abandonner le projet de recruter des
non-Belges au sein de l'armée belge;
-
de ne pas modifier les rapports
linguistiques au sein de l'armée et, si
nécessaire, de les rétablir conformément
aux normes légales en vigueur;
-
de procéder rapidement à une
revalorisation de l'armée par une
amélioration des rémunérations et par la
mise en place d'une procédure efficace
de recrutement;
-
de procéder rapidement à une
relocalisation des casernes belges."

Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Josée Lejeune en de heren José Canon
en Stef Goris.

Une motion pure et simple a été déposée par
Mme Josée Lejeune et MM. José Canon et Stef
Goris.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
02 Mondelinge vraag van de heer Luc
Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de aankoop van een
RORO-schip (Roll-on/roll-off) met autonome
laad- en loscapaciteit" (nr. 2658)
02 Question orale de M. Luc Sevenhans au
ministre de la Défense sur "l'achat d'un navire
« RORO » (Roll on/roll off) doté d'une capacité
de chargement et de déchargement" (n° 2658)
02.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, gezien mijn maritieme
achtergrond hoeft niemand mij te overtuigen dat
wij een maritiem land zijn. Dat wil zeggen dat we
moeten beschikken over een marine. Een marine
heeft schepen nodig. We hebben de laatste
maanden al meermaals over de behoeftes van de
zeemacht gesproken. Tot onze verrassing was er
plots een verschuiving in uw strategisch plan
gebeurd. Een aantal behoeftes voorzien voor 2015
werden plots versneld naar 2002-2003. Het ging
dus om een vooruitschuiving van 10 jaar. Blijkbaar
was de aankoop van een RORO-schip met
autonome laad- en loscapaciteit bijzonder
dringend. Die omschrijving verheelt natuurlijk het
essentiële van het schip. Een RORO-schip met
autonome laad- en loscapaciteit is volgens mij een
schip dat lading kan vervoeren en autonoom kan
laden en lossen. Meer is dat niet. Dat kan een
landingsschip zijn. Dat kan een klassiek RORO-
schip zijn met kranen aan boord. Er is nooit
uitgetekend wat u er juist mee bedoelde.

Blijkbaar is de minister enkele maanden gelden in
Toulon gecharmeerd geweest door een bepaald
type schip dat op de tekentafels lag. Plots was er
de behoefte om de aankoop van het schip te
vervroegen. Deze vraag is vorige week gesteld
door een collega uit de meerderheid die blijkbaar
CRIV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
meer wist dan het doorsnee commissielid. Hij was
namelijk in het bezit van de adviezen van inspectie
Financiën. Er was een steekspelletje bezig tussen
de minister en collega Vanhoutte. De minister
heeft de adviezen prachtig ontweken toen ineens
bleek dat het onbestaande dossier zeer concreet
was. Het was zo concreet dat het de bedoeling
was het twee weken geleden op de ministerraad
te brengen. De prijs was al ingevuld: 5,7 miljard
BEF voor een bepaald schip. Ik weet niet wat voor
schip het was. Ik neem aan dat de minister
daarover meer zal kunnen vertellen. Het is zo dat
wij vorige week in de commissie Legeraankopen
bijkomende uitleg gekregen hebben over de
bedoeling van dat spelletje. Het was me meer een
spelletje aan het worden. Ik ben ervan overtuigd
dat de marine schepen nodig heeft. Wellicht heeft
men ook een RORO-schip voor transport nodig.
Daar was het mee begonnen. Er werden het schip
meer en meer functies toebedeeld. Nu spreken
we volgens mij over een commandoschip dat over
operaties kan leiden.

Als we over marine spraken, spraken we volgens
mij over de samenwerking met de Nederlanders.
U hebt ergens verklaard dat de Nederlanders niet
zouden geïnteresseerd zijn in een samenwerking
met onze krijgsmacht. Dat is de eerste concrete
vraag. Hoe hebben we juist contact genomen met
de Nederlanders? Kan u mij overtuigen dat de
Nederlanders echt gezegd hebben dat ze geen
interesse hebben? Dat is een essentieel feit in het
dossier.

Ten tweede hebben we vorige week de
toezegging gekregen - en dat zal u wellicht helpen
bij uw antwoord - dat wij met de commissies voor
de Landsverdediging en voor de legeraankopen
een uitgebreide toelichting zullen krijgen over
zowel de marine als de landmacht alsof dit precies
de behoefte is. Immers, als ik het goed heb
begrepen was de idee ontstaan dat men
onmiddellijk in een bepaald project kon stappen.
Dat project beantwoordt misschien niet helemaal
aan onze behoefte maar we zullen op vrij korte
termijn toch een schip hebben dat vergelijkbaar is
met wat we nodig hebben. Wellicht kunt u toch
iets zeggen over het feit hoe vergelijkbaar dit schip
is met het oorspronkelijke plan. Misschien hebt u
wel argumenten om die aankoop te verdedigen. Ik
wil het niet negatief bekijken. Misschien vindt u
goede argumenten in de prijs. Het kan zijn dat de
Fransen een schip aan halve prijs kunnen leveren
in vergelijking met andere landen. Dat hebt u
uiteraard een goed argument want men moet toch
steeds proberen zo voordelig mogelijk aan te
kopen rekening houdend met de prijs-kwaliteit-
verhouding. De vraag is dus hoe we bij de
Fransen zijn terechtgekomen.

Nu we toch aan het verschuiven zijn in het
strategisch plan inzake de behoeftes van de
marine, ik heb ook altijd begrepen dat wij een
steunschip zouden verwerven in 2015. Wat gaat
dat worden? Blijft dat een steunschip of wordt dat
iets anders, bijvoorbeeld een fregat?

Het is toch allemaal heel vaag. Ik heb nooit de
behoefte gehad de vraag naar specificaties te
stellen, gelet op de termijn. Immers, in 2015 ben ik
hier waarschijnlijk niet meer. Nu echter alles begin
te versnellen zou ik toch graag iets meer
toelichting krijgen.
02.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, en ce qui concerne le navire de
transport stratégique, je ne peux que répéter ce
que j'ai déjà dit la semaine dernière à M.
Vanhoutte.

Het onderzoek naar de beste oplossing inzake
strategisch marinetransport ten behoeve van de
krijgsmacht is nog steeds aan de gang. Het is te
vroeg om hieromtrent enige formele uitspraak te
doen.

Bij het andere logistieke steunschip wordt gedacht
aan een commando voor mijnenbestrijding-
operaties. Dit schip wordt ons immers door de
NAVO gevraagd.
02.03 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik spreek mij niet uit over
de aankoop van een schip. Dit schip mag er voor
mij komen als men mij maar kan aantonen dat het
inderdaad beantwoordt aan de behoeftes. Ik gun
de marine de schepen die ze nodig heeft. Als u
zegt dat zij een bepaald schip in NAVO-verband
nodig hebben, dan is dat goed voor mij. Ik
verwacht echter dat men dat eerst eens komt
uitleggen in de commissie voor de
Legeraankopen. Ik zal dat dan met genoegen
goedkeuren. Zeggen dat het te vroeg is als het al
aan de Ministerraad is voorgelegd en er reeds een
prijs werd bepaald, wijst op een parallel circuit.
Blijkbaar heeft men tijdig gas teruggenomen
omdat men vreesde dat er nogal wat discussie
zou zijn.

Ik heb toch begrepen dat er nog enige twijfel
bestaat, vooral bij de landmacht. Immers, het
schip overtreft ruimschoots de behoeften van de
zeemacht. Het zou immers om een vrij groot schip
gaan. Er moeten dan meer mensen bij de marine
worden aangeworven, want anders zullen er
problemen rijzen. Ik vermoed dus dat men een
21/11/2000
CRIV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
beetje te hoog heeft gegrepen.

Wanneer zullen we een toelichting krijgen over
wat er precies zal worden aangekocht? Als u deze
vraag nog kunt beantwoorden, dan ben ik met uw
antwoord voorlopig tevreden.
02.04 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, misschien kan de minister
ons meedelen wanneer wij enige informatie zullen
ontvangen over het schip dat men nu precies
wenst te kopen. Zal dat volgende week of over
twee weken zijn?
02.05 André Flahaut, ministre: Quand le temps
sera venu.

De voorzitter: U kunt daarop later nog
terugkomen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.21 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.21 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 303
CRABV 50 COM 303
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
dinsdag mardi
21-11-2000 21-11-2000
14:30 uur
14:30 heures
CRABV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
1
Interpellations et questions orales jointes de
1
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over 'de aanwerving van
buitenlanders in het Belgisch leger' (nr. 525)
1
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
'le recrutement de soldats étrangers au sein de
l'armée belge' (n° 525)
1
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Landsverdediging over 'de denkoefening niet-
Belgen aan te trekken om het tekort aan
manschappen in het Belgisch leger op te vangen'
(nr. 526)
1
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur
'une idée de recruter des non-Belges pour
compenser le manque d'effectifs dans l'armée
belge' (n° 526)
1
- de heer Ferdy Willems aan de minister van
Landsverdediging over 'de geplande
aanwervingen van vreemdelingen in het leger' (nr.
535)
1
- M. Ferdy Willems au ministre de la Défense sur
'le projet de recruter des étrangers à l'armée' (n°
535)
1
- de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over 'de rekrutering van
vreemdelingen binnen de strijdkrachten' (nr.
2605)
1
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur 'le
recrutement d'étrangers au sein des forces
armées' (n° 2605)
1
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'de rekrutering en de
verjonging van het personeel van de krijgsmacht'
(nr. 2612)
1
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'le recrutement et le rajeunissement du
personnel des forces armées' (n° 2612)
1
Sprekers: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
Ferdy Willems, Stef Goris, Peter Vanhoutte,
André Flahaut
, minister van
Landsverdediging , Dirk Van der Maelen,
voorzitter van de SP-fractie
Orateurs: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
Ferdy Willems, Stef Goris, Peter Vanhoutte,
André Flahaut
, ministre de la Défense , Dirk
Van der Maelen
, président du groupe SP
Moties
10
Motions
10
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans
aan de minister van Landsverdediging over "de
aankoop van een RORO-schip (Roll on/roll off)
met autonome laad- en loscapaciteit" (nr. 2658)
11
Question orale de M. Luc Sevenhans au ministre
de la Défense sur "l'achat d'un navire <RORO>
(Roll on/roll off) doté d'une capacité de
chargement et de déchargement" (n° 2658)
11
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
CRABV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
van
DINSDAG
21
NOVEMBER
2000
14:30 uur
______
du
MARDI
21
NOVEMBRE
2000
14:30 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.33 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.33 heures par M. Jean-
Pol Henry, président.
01 Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over 'de aanwerving van
buitenlanders in het Belgisch leger' (nr. 525)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Landsverdediging over 'de denkoefening niet-
Belgen aan te trekken om het tekort aan
manschappen in het Belgisch leger op te vangen'
(nr. 526)
- de heer Ferdy Willems aan de minister van
Landsverdediging over 'de geplande
aanwervingen van vreemdelingen in het leger'
(nr. 535)
- de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over 'de rekrutering van
vreemdelingen binnen de strijdkrachten' (nr.
2605)
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over 'de rekrutering en de
verjonging van het personeel van de krijgsmacht'
(nr. 2612)
01 Interpellations et questions orales jointes de

- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
'le recrutement de soldats étrangers au sein de
l'armée belge' (n° 525)
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur
'une idée de recruter des non-Belges pour
compenser le manque d'effectifs dans l'armée
belge' (n° 526)
- M. Ferdy Willems au ministre de la Défense sur
'le projet de recruter des étrangers à l'armée' (n°
53
5)
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur 'le
recrutement d'étrangers au sein des forces
armées' (n° 2605)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur 'le recrutement et le rajeunissement du
personnel des forces armées' (n° 2612)
01.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): De
minister opperde onlangs de idee om het leger open
te stellen voor buitenlanders. Dit staat haaks op de
nationale opdracht van het leger. Met dit voorstel
keert de minister terug naar de situatie van voor de
19
de
eeuw.


Het rekruteringsprobleem bij het leger is vooral een
Vlaams probleem. De minister verklaarde dat hij de
taalverdeelsleutel belachelijk vond en voor
bepaalde categorieën wou afschaffen. Naar mijn
mening situeert het probleem zich op het vlak van
de verloning. De krijgsmacht zelf heeft dit in een
01.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Il y a
peu, le ministre a émis l'idée de permettre à des
étrangers d'accéder à un emploi au sein de l'armée
belge. Cette suggestion est tout à fait contraire à la
vocation nationale de l'armée. Cette proposition du
ministre constitue une régression, un retour à la
situation antérieure au dix-neuvième siècle.

Le problème du recrutement à l'armée est
essentiellement un problème flamand. Le ministre a
jugé dérisoire la clé de répartition linguistique et a
indiqué qu'il souhaitait la supprimer pour certaines
catégories. A mon sens, le problème se situe sur le
plan des rémunérations, ce que les forces armées
21/11/2000
CRABV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
recent rapport bevestigd.

De minister begeeft zich met zijn voorstel op glad
ijs. Het afwijken van de taalverdeelsleutel is een
gevaarlijk precedent, ook al zou het zogezegd
tijdelijk zijn.

Bij het leger verdient men gemiddeld 100.000 frank
per jaar minder dan bij de eenheidspolitie voor
gelijkaardige rangen.

Het verschil loopt zelfs op tot 30.000 frank netto per
maand afhankelijk van de graad. Zolang de
verloning niet beter is, zal de leger niet
gemakkelijker rekruteren. De vraag om de
begroting van Landsverdediging te verhogen met 8
miljard om aan die pecuniaire noden van het
personeel tegemoet te komen, blijft nog
onbeantwoord. De minister moet de coalitiepartners
daarvoor warm maken.
Werd er overleg gepleegd over het voorstel om
buitenlanders aan te werven in het leger?
elles-mêmes ont confirmé dans un rapport récent.

En formulant cette proposition, le ministre
s'aventure en terrain glissant. Déroger à la clé de
répartition linguistique, fût-ce temporairement,
constituerait un précédent dangereux.

Le personnel de rangs similaires gagne à l'armée
en moyenne cent mille francs de moins par an
qu'au sein de la police unifiée.

La différence peut même se monter à 30 000
francs nets par mois, selon le grade. Tant que les
rémunérations n'y seront pas plus élevées, l'armée
éprouvera les mêmes difficultés à recruter. La
demande visant à augmenter de 8 milliards le
budget de la Défense nationale pour répondre aux
besoins pécuniaires du personnel reste sans
réponse. Le ministre doit encore convaincre ses
partenaires de la coalition. Une concertation a-t-elle
eu lieu au sujet de la proposition de recruter des
étrangers à l'armée ?
01.02 Pieter De Crem (CVP): De minister deed
onlangs het voorstel om niet-Belgen ­ zelfs van
buiten Europa ­ toe te laten tot de krijgsmacht.

In februari jl. deed de CVP een aantal voorstellen
naar aanleiding van het verslag Clingendael over de
verdediging van het grondgebied. Voor ons moet
dat gebeuren door landgenoten. De veiligheid van
ons grondgebied lijkt niet echt bedreigd. Zelfs na
het neerstorten van een Russische MIG in ons land,
meer dan tien jaar geleden, lijkt er weinig gevaar te
bestaan voor de integriteit van ons land.


Ik heb wel vragen rond het op de helling zetten van
de 60-40 verhouding bij ons leger, zoals de minister
dat voorstelt. Gaat de minister met zijn voorstel
misschien aparte brigades van buitenlandse
soldaten opstellen naar analogie met de Britse
Ghurka's?
01.02 Pieter De Crem (CVP): Le ministre a
récemment proposé d'admettre des soldats
étrangers, et même des ressortissants de pays non-
européens, à l'armée belge.
En février dernier, le CVP a formulé plusieurs
propositions dans la foulée du rapport dit
Clingendael sur la défense du territoire national. A
notre estime, cette défense doit impérativement être
assurée par des compatriotes. Cela dit, l'intégrité de
notre territoire ne paraît pas vraiment menacée.
Même la chute d'un MIG russe en Belgique, il y a
plus de dix ans, ne semble pas avoir menacé
l'intégrité du pays.

En revanche, la remise en cause du rapport 60-40
au sein de l'armée, telle que la propose le ministre,
soulève plusieurs questions. La proposition du
ministre implique-t-elle peut-être la mise en place
de brigades constituées de soldats étrangers, à
l'instar des ghurka britanniques ?
We nemen een principiële stelling in. De
taalverhouding is voor ons heilig. Het is een
weerspiegeling van de bevolking. Eraan tornen kan
tot ernstige gevolgen leiden.

De maatschappelijke en sociale verhoudingen
binnen het leger zijn al scheefgetrokken, want bij de
generaals is er een 50-50-verhouding. Bij de
landmacht zijn de drie stafchefs Franstalig. We zijn
van mening dat er een Vlaming aan het hoofd van
de landmacht moet komen. Dat zou positieve
effecten ressorteren.

Er is nood aan een moderne rekrutering voor het
Nous adoptons une position de principe. Pour nous,
les rapports linguistiques sont sacrés. Ils sont en
effet le reflet de la population. Y toucher peut
entraîner des conséquences graves..

Les rapports sociaux au sein de l'armée sont déjà
déséquilibrés car, parmi les généraux, il y a 50% de
néerlandophones et 50% de francophones. Les
trois chefs d'Etat-major de la force terrestre sont
francophones. Nous estimons qu'il convient de
nommer un néerlandophone à la tête de la force
terrestre. Les conséquences en seraient positives.

Un mode de recrutement moderne s'impose à
CRABV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
leger. De minister brengt trouwens door zijn
herhaaldelijke verklaringen in het buitenland nog
meer schade toe aan de situatie. De minister
beschouwt het leger als het enige bindmiddel van
België. In dat kader is het weinig opportuun om de
60-40-verhouding af te schaffen. Deze
taalverhouding zorgt immers voor een grote
soepelheid van de instelling.
l'armée. Le ministre a d'ailleurs aggravé la situation
par les nombreuses déclarations qu'il a faites à
l'étranger. Il considère l'armée comme le seul
instrument permettant de préserver l'unité de notre
pays. Dans ce contexte, il semble inopportun de
revenir sur le rapport linguistique 60-40, qui permet
en effet à cette institution de fonctionner très
souplement.
Het aandeel van de vrijwilligers in het leger is
gedaald tot 47 procent. Slechts 37 procent daarvan
zou Vlaming zijn. Toch blijft er een tekort aan
Franstaligen in de gevechtseenheden. Er zijn dus
alleen te veel soldaten in de niet-
gevechtseenheden, maar dat staat niet in de
Franstalige pers. Binnen de krijgsmacht neemt de
taalstrijd toe. De drie stafchefs zijn Franstalig. De
15
de
Wing verhuist bovendien van Melsbroek naar
Wallonië, wat de taalstrijd nog aanwakkert. Er
werden dertig kazernes gesloten. Vlaanderen
verloor daarbij 8.300 functies; veel meer dan
Wallonië.

Er is een grote regionale disproportie. Voor
Vlaanderen ligt de belangrijkste kazerne ver weg in
Limburg. De kadettenschool van Lier werd
overgebracht naar Laken. Het aantal Vlaamse
rekruten daalde ook daardoor spectaculair.


Om de 60-40-verhouding te respecteren moet de
minister de zogenaamde vrijwilligers vervangen en
in burgerdiensten onderbrengen, de stafchef van de
landmacht moet een Vlaming zijn, de eenheden van
de landmacht moeten regionaal gespreid worden,
waarbij ook Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en
Antwerpen kazernes krijgen, de verloning moet
verbeteren. De aanwervingsprocedure moet
onmiddellijk leiden tot selectie en aanwerving.
La proportion de volontaires n'est plus que de 47%.
Il n'y aurait plus parmi eux que 37% de Flamands. Il
y a néanmoins une pénurie de francophones dans
les unités de combat. Il n'y aurait donc un excédent
de soldats que dans les unités non combattantes,
mais cet aspect là du problème n'est pas évoqué
par la presse francophone. Les querelles
linguistiques s'intensifient au sein de l'armée. Les
trois chefs d'Etat-major sont francophones et le
15
ième
Wing quitte Melsbroek pour s'installer en
Wallonie. 30 casernes ont été fermées. Cela
représente pour la Flandre une perte de 8300
fonctions, soit beaucoup plus qu'en Wallonie.

Il y a également de grandes disparités régionales.
La caserne flamande la plus importante se trouve
au Limbourg. L'école des cadets de Lierre a été
transférée à Laeken. Cela explique en partie la
baisse spectaculaire du nombre de recrues
flamandes.

Pour pouvoir respecter le rapport 60-40, le ministre
doit remplacer les volontaires et affecter ceux-ci
dans les services civils. Le chef d'Etat-major de la
Force terrestre doit être un Flamand. Les unités de
la Force terrestre doivent être réparties de manière
telle que la Flandre orientale, la Flandre occidentale
et Anvers disposent de casernes. La rémunération
doit être améliorée. La procédure de recrutement
doit déboucher immédiatement sur une sélection et
sur des recrutements.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Er zijn twee
argumenten die in deze problematiek moeten
worden gehoord: de verdediging van de Grondwet
en van de taalwet. In Vlaanderen heerst een andere
mentaliteit en gaat men minder snel in staatsdienst
dan in Wallonië.

Het voorstel van de minister zou ervoor zorgen dat
extreem-rechts wordt bestreden. Het werven van
vreemdelingen voor jobs die Belgen niet willen doen
is echter zuiver racisme. Hoe verklaart de minister
zijn stelling?

Het Belgisch leger werkt met verouderd materiaal.
De wervingsprocedure duurt veel te lang en de
verloning is ondermaats. De heer De Crem haalde
het probleem reeds aan: in Vlaanderen verliezen we
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Deux arguments
doivent être pris en considération dans ce dossier :
le respect de la Constitution d'une part, celui de la
législation linguistique de l'autre. Les Flamands ont
une mentalité différente et n'optent pas aussi
aisément que les Wallons pour une carrière dans le
service public.
La proposition du ministre serait censée contribuer
à la lutte contre l'extrême droite. Or, le recrutement
d'étrangers dans des emplois que les Belges ne
souhaitent pas occuper relève du racisme pur et
simple. Comment le ministre explique-t-il sa thèse ?

L'armée belge utilise du matériel obsolète. La
procédure de recrutement est beaucoup trop longue
et la solde dérisoire. M. De Crem a déjà dénoncé le
problème : la Flandre va perdre 8.300 emplois,
21/11/2000
CRABV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
8300 jobs tegenover 300 in Wallonië. Dit zijn
onaanvaardbare wanverhoudingen!
contre 300 en Wallonie. Ce déséquilibre est
intolérable!
Het voorbeeld van de overheveling van de
cadettenschool van Lier naar Laken is tekenend.
De meeste gevechtseenheden zijn tweetalig, wat in
strijd is met de taalwet. Wij weten trouwens wat die
zogenaamde tweetaligheid betekent. De drie
stafchefs zijn Franstalig. Dat is toch niet ernstig en
zeker geen toeval.

Het leger is onderbetaald en Vlaamsonvriendelijk.
Op die manier kan men in Vlaanderen niet aan
werving doen. Wij eisen dat een Vlaming aan het
hoofd komt van de landmacht.
Wij zitten in een archaïsche situatie die dringend
moet worden verholpen. De minister zal hier
moeten bewijzen dat het leger nog een plaats heeft
in dit federale land.

De voorzitter: Ik begroet, op de publiekstribune,
een delegatie van de Burundese Assemblee, die
onze werkzaamheden volgt.
L'exemple du transfert de l'école des cadets de
Lierre à Laeken est éloquent. La plupart des unités
de combat sont bilingues, ce qui est contraire à la
législation linguistique. Au demeurant, nous savons
ce que vaut ce bilinguisme... Les trois chefs d'état-
major sont francophones. Ce n'est ni sérieux, ni
fortuit !

Les militaires sont sous-payés et l'armée est hostile
aux Flamands. Voilà pourquoi aucun recrutement
n'est possible en Flandre. Nous exigeons qu'un
Flamand soit placé à la tête de l'armée de terre.
Nous nous trouvons dans une situation anarchique,
à laquelle il convient de remédier d'urgence. Le
ministre devra démontrer que l'armée a encore sa
place dans la Belgique fédérale.

Le président: Je salue la présence à la tribune
d'une délégation de l'Assemblée du Burundi, qui
suit nos travaux.
01.04 Stef Goris (VLD): Ik wil de VLD-standpunten
toelichten, doch het is niet duidelijk wat de minister
precies bedoelde met de rekrutering van
buitenlanders, gezien het grondwettelijk beletsel. De
landsverdediging is in de eerste plaats een taak
voor de inwoners zelf van het land. Voor de
migranten is de verwerving van de nationaliteit
overigens vrij gemakkelijk, waardoor zij kunnen
instromen in het Belgisch leger. Ik beschouw de
voorstellen van de minister als creatieve pogingen
om oplossingen te bedenken.




De taalverhoudingen kunnen niet gewijzigd worden.
De facto is de 60-40-verhouding al lang
geschonden. Er zouden Franstaligen moeten
worden afgedankt om de huidige 55/45-verhouding
te corrigeren, wat evenwel ondenkbaar is. Betere
rekrutering is inderdaad nodig. We zitten echter met
een christen-democratische erfenis inzake
regionale en andere disproporties, veroorzaakt door
het plan-Charlier en de ministers Delcroix en
Poncelet.

De legerdienst werd 8 jaar geleden afgeschaft,
maar er werden geen begeleidende maatregelen
getroffen. Het probleem van rekrutering kan alleen
niet worden opgelost door een Nederlandstalige aan
het hoofd van de landmacht te plaatsen.
Betreffende de locatie wil ik de vraag stellen of alle
Vlaamse partijen akkoord gaan om te investeren in
bijvoorbeeld een Zuid-West-Vlaamse kazerne. We
01.04 Stef Goris (VLD): Avant de préciser le point
de vue de mon parti en cette matière, je tiens
d'abord - compte tenu de notre régime
constitutionnel - à exprimer ma perplexité à propos
des intentions exactes du ministre lorsqu'il évoque
la possibilité de recruter des militaires étrangers. La
défense nationale ressortit prioritairement aux
citoyens d'un pays. Quant aux immigrants,
l'assouplissement de la procédure d'acquisition de
la nationalité belge leur permet d'entrer assez
facilement dans l'armée belge. A mes yeux, les
propositions formulées par le ministre doivent être
considérées comme la manifestation d'un esprit
créatif à la recherche de solutions.

Si la clé de répartition linguistique attribuant 60 pour
cent des postes aux néerlandophones et 40 pour
cent aux francophones est, en principe, intangible,
elle est violée dans les faits depuis longtemps. Une
correction éventuelle de l'actuelle clé de répartition
55-45 requerrait le licenciement de francophones,
ce qui serait impensable. Les recrutements doivent,
en effet, être améliorés. Nous héritons cependant
d'un passé démocrate-chrétien légué par le général
Charlier et les ministres Delcroix et Poncelet.

La suppression du service militaire, il y a huit ans,
n'a pas été assortie de mesures
d'accompagnement. Les problèmes liés au
recrutement ne pourront être résolus que lorsqu'un
néelandophone aura été placé à la tête de la force
terrestre. En ce qui concerne le choix du site, je
suis curieux de savoir si l'ensemble des partis
néerlandophones sont d'accord d'investir, par
CRABV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
mogen ons niet beperken tot het aanhalen van de
problemen, maar we moeten ook oplossingen naar
voren brengen.


Er is een budget van 800 miljoen om
statuutsverbeteringen door te voeren. Dit is
onvoldoende. De minister heeft verder een budget
van 1,4 miljard frank ter beschikking gekregen. Hoe
zal dit worden aangewend? Hoe zal de minister de
aanwervingsprocedure verkorten? Overweegt de
minister samenwerking met private
rekruteringskantoren?
exemple, dans une caserne établie en Flandre
occidentale méridionale. Nous ne pouvons nous
contenter d'établir le catalogue des problèmes ;
nous devons également trouver des solutions.

Le budget de 800 millions de francs, prévu pour
l'amélioration du statut du personnel de l'armée, est
insuffisant. Comment le budget d'1,4 milliards de
francs mis par ailleurs à la disposition du ministre
sera-t-il affecté ?
Comment le ministre accélérera-t-il la procédure de
recrutement ? Envisage-t-il une coopération avec
des agences de recrutement privées ?
01.05 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): De
ideeën van de minister zijn wel origineel, maar niet
nieuw. Ook in Nederland werd de piste van de
vreemdelingen al gelanceerd. We moeten de
problemen op Europees vlak bekijken. Vele EU-
landen, maar ook Rusland, kampen met zo'n
problemen. De studieresultaten wijzen op grote
discrepanties in de verloning. We moeten binnen de
bestaande budgetten naar oplossingen zoeken. Het
is onmogelijk méér te besteden aan defensie.



Veel meer dan de verloning is de mentaliteit van de
jongeren hier doorslaggevend. Men is immers niet
meer overtuigd van het nut van het leger in de
huidige internationale context. Misschien zal er op
termijn moeten afgeslankt worden. Dat is een
element dat ik in de discussie mis.
01.05 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Les
idées du ministre sont originales, mais pas
nouvelles. Aux Pays-Bas aussi, il a déjà été
suggéré de recruter des étrangers dans l'armée.
Nous devons examiner ces problèmes à l'échelon
européen. De nombreux Etats membres de l'UE,
mais aussi la Russie, ont dû faire face à ce
problème. Les études consacrées à cette question
font apparaître des écarts de rémunérations
importants. Il faut que nous trouvions des solutions,
sans dépasser l'enveloppe budgétaire existante. Il
nous est impossible d'allouer plus de moyens à la
Défense.

Dans ce domaine, la mentalité des jeunes revêt
beaucoup plus d'importance que l'aspect
pécuniaire. En effet, la jeunesse n'est plus
convaincue de l'utilité de l'armée dans le contexte
international actuel. Il faudra peut-être procéder, à
terme, à des dégraissages. Or, c'est un élément qui
n'est pas abordé dans le débat actuel et je le
déplore.
01.06 Minister André Flahaut : De problematiek
inzake het te beperkte aantal arbeidskrachten
betreft niet alleen België. Nederland heeft er ook
mee te maken.
01.06 André Flahaut , ministre: La problématique
du rétrécissement du marché du travail n'est pas
uniquement belge. Les Pays-Bas, eux aussi, sont
concernés.
In België moeten inspanningen worden geleverd om
het leger toegankelijk te maken voor kinderen van
niet-Belgen, die hier verblijven en onderwijs volgen.
Er wordt momenteel onderzocht welke wetgevende
initiatieven daartoe moeten worden genomen.


Betreffende de rekrutering wordt momenteel een
aantal voorstellen uitgewerkt die voor het einde van
dit jaar klaar moeten zijn. Betreffende de
taalverhoudingen heb ik tabellen met
cijfermateriaal, die aan de leden zullen worden
overhandigd.
La Belgique doit accomplir des efforts afin que les
enfants de ressortissants étrangers qui séjournent
dans notre pays et qui sont scolarisés puissent
accéder à des fonctions dans l'armée. On examine
actuellement les initiatives législatives nécessaires
pour concrétiser ce projet.

En matière de recrutement, des propositions sont
en préparation et devront être prêtes d'ici à la fin de
cette année. Je dispose de tableaux où figurent des
données chiffrées concernant les rapports
linguistiques. Je les transmettrai aux membres.
Ik heb net een vergadering op EU-niveau
bijgewoond waarop gesproken werd over de
Je reviens d'une réunion à l'Union européenne où
l'on a parlé de la constitution d'une défense
21/11/2000
CRABV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
oprichting van een Europese defensie met de
Vijftien plus vijftien kandidaat-lidstaten, en ik moet
toegeven dat dit interne Belgische debat toch niet
van dezelfde orde is als het debat van vanochtend.
Over enkele maanden of jaren zullen wij met een
andere situatie te maken krijgen. Nu er een
Europese defensie gestalte krijgt, vind ik het niet
normaal dat een jonge Fransman, Duitser of Italiaan
niet in het Belgische leger kan dienen.
européenne à quinze plus quinze pays et j'avoue
que le débat belgo-belge d'aujourd'hui me semble
être d'une dimension bien inférieure à celle du
débat auquel j'ai assisté ce matin.
Dans quelques mois ou quelques années, nous
serons confrontés à d'autres situations. Je trouve
anormal qu'un jeune français, italien ou allemand ne
puisse pas s'engager dans les forces armées
belges au moment où l'on constitue une défense
européenne.
Ik verkies het strijden in de voorhoede boven het
leveren van achterhoedegevechten. Er zijn in ons
land jongeren die dienst willen nemen in het leger,
maar zij bezitten de Belgische nationaliteit niet. Het
is aan ons om de maatschappij op het juiste spoor
te zetten!

Het gaat hier om ideeën die ooit moeten uitmonden
in voorstellen tot wijziging van de Grondwet, in
wetsvoorstellen en in ontwerp-uitvoeringsbesluiten.
Ik blijf alle elementen verzamelen die ertoe
bijdragen de discussie vooruit te helpen.


Inzake het taalevenwicht weet u dat ik geen
communautaire scherpslijper ben. Sinds ik minister
ben, doe ik inspanningen om evenwichtige
oplossingen aan te reiken. Hetzelfde geldt voor de
vestigingsplaats van de militairen maar, zoals de
heer Goris heeft gezegd, kan men zich afvragen of
men bereid zal zijn kazernes te bouwen, terwijl het
leger van 100.000 tot 40.000 manschappen werd
afgeslankt?

Als men tevens vraagt middelen vrij te maken om
de lonen van de militairen op te trekken, verkies is
uiteraard die mogelijkheid boven het bouwen van
nieuwe kazernes. Er moeten prioriteiten worden
gesteld.

Een en ander rechtvaardigt ook de hergroepering te
Zutendaal. Het leger telt momenteel 54,7%
Nederlandstaligen en 45,2% Franstaligen. De
verhoudingen verschillen van de graad van
luitenant-generaal tot de graad van soldaat en ik
stel vast dat er bij de korporaals een verschil is in
het voordeel van de Franstaligen.

Een groep jongeren kan plaatsnemen in twee
autobussen, een autobus met 40 plaatsen die
stampvol zit en een andere autobus met 60
plaatsen die niet vol zit. Waarom die jongeren
beletten plaats te nemen in de autobus waar nog
plaatsen beschikbaar zijn? Nog niet zo heel lang
geleden waren die praktijken in Zuid-Afrika schering
en inslag...
Je préfère les combats progressistes aux combats
d'arrière-garde.Il y a chez nous des jeunes désireux
de s'engager, mais qui n'ont pas la nationalité
belge. A nous de faire avancer la société dans le
bon sens !


Il s'agit ici d'idées. Tout cela devra être transformé
un jour en propositions de modification de la
Constitution, en propositions de loi et en projets
d'arrêtés royaux d'application. Je continue à
recueillir les éléments destinés à faire avancer le
débat.

En ce qui concerne les équilibres linguistiques, je
ne suis pas un obsédé communautaire, vous le
savez. Depuis que je suis ministre, je fais des
efforts pour proposer des solutions équilibrées. Il en
sera de même en ce qui concerne les localisations
mais, comme l'a fait remarquer M. Goris, est-on
prêt à construire des casernes, alors qu'on est
passé d'une armée de 100.000 hommes à 40.000 ?


Si, en plus, on me demande de trouver des moyens
pour augmenter les salaires des militaires, je
préfère évidemment cette option plutôt que celle de
faire construire de nouvelles casernes. Il y a des
priorités.

C'est ce qui motive aussi le regroupement à
Zutendaal. Il y a actuellement à l'armée 54,7% de
néerlandophones et 45,2% de francophones. La
proportion varie du lieutenant-général au soldat et je
constate que, chez les caporaux, il y a une
différence en faveur des francophones.


Une bande de jeunes peut entrer dans deux
autobus, un autobus de 40 places rempli de monde
et un autre de 60 places qui n'est pas rempli.
Pourquoi empêcher ces jeunes d'entrer dans
l'autobus où il y a des places disponibles ? On a fait
cela en Afrique du Sud il n'y a pas si longtemps...


CRABV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Wat de vreemdelingen betreft, laat ik ook hen liever
de keuze. Er zullen voorstellen met betrekking tot
de indienstnemingen worden geformuleerd. Op 29
november zal ik een overzicht geven van de
vooruitgang die de ingestelde werkgroepen hebben
geboekt. Om 8 miljard vrij te maken moet het leger
met 8.000 eenheden worden afgeslankt. Wij
moeten de verbintenissen nakomen die wij op
Europees vlak hebben aangegaan.
Quant aux étrangers, je préfère qu'ils aient le choix,
eux aussi.Quant aux recrutements, des propositions
seront formulées. Le 29 novembre, je présenterai
l'état d'avancement des réflexions des groupes de
travail mis en place en cette matière. S'il faut
trouver 8 milliards, il faudra diminuer les effectifs de
8.000 hommes ! Nous avons pris des engagements
au niveau européen et nous devons les tenir.
01.07 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): De
minister volhardt in de boosheid. Hij spreekt over de
gevolgen in plaats van de verloning. Zolang de
verloning ondermaats blijft, zal het
rekruteringsprobleem blijven. Een betere verloning
vereist een groter budget. Men kan geen 8 miljard
vinden voor de verloningen binnen een begroting
van 102 miljard. Het verbeteren van het financieel
statuut van de militairen is prioritair. Al de rest is
daaraan ondergeschikt; ik wil er zelfs niet op
terugkomen in deze repliek.
01.07 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Le
ministre persiste dans l'erreur. Il parle des
conséquences plutôt que des rémunérations. Tant
que celles-ci seront médiocres, le problème de
recrutement actuel subsistera. Or, pour mieux
rémunérer nos militaires, il faut augmenter le
budget de la Défense. Il est en effet impossible de
puiser huit milliards à cet effet dans un budget de
102 milliards. L'amélioration du statut financier des
militaires constitue une priorité. Tout le reste y est
subordonné. Je ne souhaite même pas y revenir
dans le cadre de cette réplique.
01.08 Pieter De Crem (CVP): De minister stelt het
probleem van de taalverhouding veel te simplistisch
voor. Hij gaat uit van een mentaliteitswijziging die
volgens ons onrealistisch is. Hij heeft voor zijn idee
misschien wel steun bij de meerderheid, maar
daarbuiten zal hij daarop niet moeten rekenen. Er is
door de Vlamingen hard gestreden voor de
taalverhoudingen en zij zullen die niet willen
opgeven. Daarover een debat voeren is zelfs
onbespreekbaar.
01.08 Pieter De Crem (CVP): Le ministre brosse
un tableau beaucoup trop simpliste des rapports
linguistiques entre militaires néerlandophones et
francophones. Il se fonde sur un changement de
mentalité qui, selon nous, manque de réalisme. Il
sera peut-être soutenu au sein de la majorité mais,
en dehors de celle-ci, sa proposition ne recevra
aucun soutien. Les Flamands ont conquis de haute
lutte l'établissement de rapports linguistiques et ils
n'y renonceront pas. Ils n'accepteraient même pas
d'en débattre.
01.09 Minister André Flahaut : Blijf maar bij uw
standpunt! Voor u en uw partij is dit al jaren
"onbespreekbaar" . Als jullie niet willen vooruitgaan,
dan zullen wij met anderen vooruitgaan.
01.09 André Flahaut , ministre: Restez donc là où
vous êtes ! Cela fait des années que vous et votre
parti dites « onbespreekbaar ». Si vous ne voulez
pas avancer, nous avancerons avec d'autres.
01.10 Pieter De Crem (CVP): Er is binnen deze
coalitie duidelijk geen consensus over
Landsverdediging. De socialisten en de groenen zijn
tegen elke verhoging van het budget voor defensie,
en tegen tal van onuitgesproken of uitgesproken
toekomstdromen van de minister. Er komt bij
gebrek van consensus geen legerhervorming. De
taalverhoudingen kunnen alleszins niet gewijzigd
worden. Daarvoor is er in Vlaanderen geen
meerderheid. De heer Goris verklaart nu echter dat
de taalverhoudingen moeten springen. Dat is
onaanvaardbaar voor de Vlamingen. Ik stel voor dat
de minister zich concentreert op onze internationale
verplichtingen. Wij zijn op dat punt de slechtste
leerling van de klas.
01.10 Pieter De Crem (CVP): Il est clair qu'il n'y a
pas de consensus à propos de la défense nationale
au sein de cette coalition. Les socialistes et les
Verts s'opposent à toute augmentation du budget
de la Défense et torpilleront tout projet d'avenir du
ministre. Faute de consensus, l'armée ne sera pas
réformée. Une chose est sûre
: les rapports
linguistiques au sein de l'armée ne seront pas
modifiés. On ne trouvera pas de majorité à cet effet
en Flandre. Or, voilà que M. Goris déclare qu'il faut
déverrouiller les rapports linguistiques. Les
Flamands ne l'accepteront jamais. Je propose dès
lors au ministre de se concentrer sur nos
engagements internationaux. Nous sommes les
derniers de la classe dans ce domaine.
01.11 Ferdy Willems (VU&ID): Een debat over de
wijziging van de Grondwet en van de taalwet is
inderdaad niet mogelijk. Ik denk trouwens dat ook
01.11 Ferdy Willems (VU&ID): Un débat sur une
révision de la Constitution ou sur une modification
des lois linguistiques n'est effectivement pas à
21/11/2000
CRABV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
SP en VLD deze overtuiging zullen delen.


Een oproep tot vreemdelingen die de Belgische
nationaliteit hebben verworven, is voor ons zeker
aanvaardbaar. Het is trouwens helemaal niet meer
zo moeilijk om de Belgische nationaliteit te
verwerven.

Europa mag geen Europa van de staten zijn, maar
een Europa van de volkeren. Dit is verkeerd
taalgebruik vanwege de minister.

In Vlaanderen werden dertig kazernes gesloten en
nu durft men het voor te stellen alsof wij de kosten
voor de inrichting van een nieuwe kazerne in
Vlaanderen niet willen dragen.

Ik neem aanstoot aan het feit dat de minister inzake
de taalverhoudingen allusies maakt op de vroegere
Zuid-Afrikaanse situatie. Ik roep de minister op om
aan de 60-40-verhouding niet te tornen.
Wij kijken uit naar de voorstellen van de minister
betreffende de verloning. Binnen de EU moet men
naar specialisatie gaan. Sommige functies kunnen
worden afgestoten. Misschien ligt daar precies de
oplossing voor een betere verloning.
l'ordre du jour. Je crois d'ailleurs que le SP et le
VLD seront d'accord sur ce point.

Nous ne sommes pas opposés à l'entrée à l'armée
d'étrangers ayant acquis la nationalité belge. Il n'est
d'ailleurs plus du tout difficile d'acquérir la
nationalité belge.


L'Europe ne doit pas être une Europe des Etats
mais une Europe des peuples. Le ministre n'a pas
utilisé les bons termes à ce propos.

Alors que trente casernes ont été fermées en
Flandre, on nous reproche de ne pas vouloir
assumer le coût de l'aménagement d'une nouvelle
caserne en Flandre. C'est le monde à l'envers.

Je n'accepte pas que le ministre fasse allusion, en
ce qui concerne les rapports linguistiques, à
l'ancienne situation en Afrique du Sud. Je lui
demande de ne pas remettre en cause le rapport
60/40. Nous attendons les propositions du ministre
à propos des rémunérations. Nous devons tendre
vers une spécialisation au sein de l'Union
Européenne. Certaines fonctions peuvent
également être abandonnées. Ceci permettrait
peut-être précisément d'améliorer les
rémunérations.
01.12 Stef Goris (VLD): Ik ben voor de Europese
integratie van de krijgsmachten maar binnen één
compagnie kan men slechts één taal spreken. De
veiligheid van de soldaten en de eenheid van
commandostructuur vereisen dat. De huidige
taalverhoudingen zijn scheefgetrokken, doch het
zijn juist de christen-democraten die toegelaten
hebben dat die scheeftrekkingen er kwamen. Voor
de VLD mag er niet geraakt worden aan de
taalverhoudingen en de ­wetgeving. Via de
taalverhoudingen bestaat er nu een
onaanvaardbare extra transfer naar het andere
landsdeel. Dat moet gecorrigeerd worden.
Een betere verloning moet binnen het budget
worden gerealiseerd.

In het strategisch plan zitten de hefbomen voor het
rekruteringsplan vervat. Het budget wordt ten eerste
geïndexeerd. Ten tweede wordt er voorzien in een
bijkomend budget van 1,4 miljard per jaar
gedurende vier jaar.

Het is van groot belang dat het organogram zo snel
mogelijk wordt opgesteld.
De basis voor de oplossing is er en de minister
moet enkel nog de nodige KB's opstellen. Ik kan de
heer De Crem geruststellen: er is binnen de
regering zeker en vast een consensus!
01.12 Stef Goris (VLD): Je suis favorable à
l'intégration des forces armées mais chaque
compagnie devrait être unilingue. Il y va de la
sécurité des soldats et de l'unicité de la structure de
commandement. Les rapports linguistiques actuels
sont faussés mais les chrétiens démocrates sont
responsables de cette situation. Le VLD s'oppose à
toute modification des rapports et de la législation
linguistiques. Néanmoins, les rapports linguistiques
sont actuellement à l'origine d'un inadmissible
transfert vers l'autre région du pays. Cette situation
doit être corrigée. L'amélioration des rémunérations
doit se faire dans le cadre du budget.



Le plan stratégique comporte les leviers permettant
de réaliser le plan de recrutement. Tout d'abord, le
budget est indexé. Ensuite, un crédit
supplémentaire de 1,4 milliard de francs est prévu
pendant quatre ans.

L'organigramme doit être établi le plus rapidement
possible.
Tous les éléments requis pour régler le problème
sont réunis. Il ne reste plus au ministre qu'à prendre
les arrêtés royaux nécessaires. Je puis rassurer M.
De Crem : il existe très clairement un consensus au
CRABV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
sein du gouvernement.
De voorzitter: Vergeet ook de transfers van de
sociale uitkeringen in de jaren '60 niet, van Wallonië
naar Vlaanderen!
Le président: N'oubliez pas le transfert des
allocations sociales de la Wallonie vers la
Flandre dans les années soixante!
01.13 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Voor
ons is niets onbespreekbaar. Het debat is prioritair,
onafgezien van de uitslag of de resultaten ervan.
Men kan niet twijfelen aan onze loyauteit. Wij
keurden het strategisch defensieplan goed en zullen
het helpen realiseren. Wat de GSF betreft, heeft
Nederland ook afgehaakt vanwege de te hoge
kostprijs.
01.13 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Nous
sommes disposés à discuter de tout. Le débat est
prioritaire, quels que soient les résultats. Que
personne ne doute de notre loyauté ! Nous avons
approuvé le plan stratégique de défense, et nous
contribuerons à sa réalisation. Pour ce qui est du
JSF, les Pays-Bas y ont également renoncé en
raison du coût trop élevé de ce projet.
01.14 Dirk Van der Maelen (SP): We gaan de
achterstand op het vlak van Defensie zo snel
mogelijk inhalen. Het plan tot hervorming van het
leger kan voor alle andere Europese landen als
voorbeeld dienen. België heeft de hervorming van
het leger trouwens volledig afgestemd op het
Europees kader.
De hervorming is mogelijk binnen het huidige
budget. Nergens in Europa wordt trouwens voorzien
in een verhoging van het defensiebudget.

We steunen het initiatief van de minister om te
onderzoeken of migranten van de 2
de
en de 3
de
generatie tot het leger kunnen worden toegelaten.
Dit is een evolutie die in de naburige landen reeds
geruime tijd aan de gang is.
01.14 Dirk Van der Maelen (SP): Nous allons
résorber le plus rapidement possible le retard
accumulé en matière de défense. Le plan de
réforme de l'armée peut servir d'exemple à tous les
autres pays européens. La Belgique a d'ailleurs
inscrit la réforme de ses forces armées dans un
cadre européen.
Le budget actuel permet d'opérer la réforme. Aucun
pays européen n'envisage d'ailleurs un relèvement
de son budget de la défense.

Nous soutenons l'initiative du ministre qui souhaite
examiner la possibilité d'admettre les immigrés des
deuxième et troisième générations à l'armée. Il
s'agit d'une évolution qui se dessine depuis quelque
temps déjà dans les pays voisins.
Zaterdag jongstleden organiseerden wij met de SP
een studiedag over de toekomst van het leger.
Nederlandse deelnemers deden interessante
voorstellen. De maatschappelijke herwaardering
van de militair blijkt prioritair. Dat moeten wij samen
realiseren. Nederland experimenteert met een
project "vrede en veiligheid" in het technisch en
beroepsonderwijs om jongeren te interesseren voor
politie, veiligheid, bewakingsdiensten én voor het
leger. Ten slotte meent de SP dat de 60/40-
verhouding zo snel mogelijk moet worden hersteld.
Samedi dernier, mon parti a consacré une journée
d'études à l'avenir de l'armée. Des participants
néerlandais ont formulé des propositions
intéressantes. La revalorisation sociale des
militaires est une priorité. Nous devons en être
collectivement conscients. Les Pays-Bas ont lancé
un projet pilote baptisé « paix et sécurité » dans
l'enseignement technique et professionnel, afin
d'amener les jeunes à s'intéresser à la police, à la
sécurité, aux services de gardiennage et à l'armée.
Enfin, le SP estime que le rapport 60/40 doit être
rétabli au plus tôt.
01.15 Pieter De Crem (CVP): De migranten van de
2
de
en 3
de
generatie hebben de Belgische
nationaliteit verworven en zijn reeds in het leger
actief. Zij hebben het voorstel van de minister om
buitenlanders aan te werven ervaren als een
kaakslag.

Ik raad de heer Vandermaelen aan de minister van
Defensie in Nederland uit te nodigen op een
colloquium. Hij zal dan hoogstwaarschijnlijk zijn
mening over dit onderwerp moeten herzien.
01.15 Pieter De Crem (CVP): Les immigrés des
deuxième et troisième générations ont acquis la
nationalité belge et certains occupent déjà un
emploi au sein de l'armée. Ils ont ressenti comme
vexatoire la proposition ministérielle visant à
recruter des étrangers.

Je conseille à M. Vandermaelen de convier à un
colloque le ministre de la Défense néerlandais.
Cette rencontre le contraindra très
vraisemblablement à changer son fusil d'épaule sur
ce sujet.
21/11/2000
CRABV 50
COM 303
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
01.16 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): De
voorzitter heeft het reglement steeds zeer soepel
gehanteerd. Dat siert hem. Ik wil er alleen op wijzen
dat het van waar racisme getuigt vreemdelingen in
het leger te droppen "omdat het toch zo slecht
betaald wordt".

01.16 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Le
president a toujours appliqué le Règlement avec
beaucoup de souplesse. Cela l'honore. Je voudrais
seulement souligner que faire entrer brusquement
des étrangers dans l'armée « parce qu'on y est mal
payé » témoigne véritablement de racisme.
Moties

De voorzitter: Een motie van aanbeveling werd
ingediend door de heer Luc Sevenhans. Ze luidt als
volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellaties nrs 525, 526, 535.

vraagt de regering zich duidelijk uit te spreken voor
het behoud van de taalpariteit binnen het leger;

vraagt de regering de nodige financiële middelen
vrij te maken om vanaf 2001 over te gaan tot
loonsverhoging van de militairen, vergelijkbaar met
de politiediensten".

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Pieter De Crem en Ferdy Willems.
Ze luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellaties nrs 525, 526 en 535

gehoord het antwoord van de minister,

beveelt de regering aan:
een Vlaming aan het hoofd te plaatsen van de
Landmacht;
de denkpiste over het aantrekken van niet-Belgen
voor het Belgisch leger te verlaten;
de taalverhoudingen binnen het leger ongemoeid te
laten en waar nodig te herstellen volgens de
wettelijk voorziene normen;
snel werk te maken van een hervaardering van het
leger door een betere verloning en een efficiënte
recrutering uit te bouwen;
snel werk te maken van de herlokatie van de
Belgische kazernes".

Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Josée Lejeune en de heren José Canon
en Stef Goris.

Over de moties zal later worden gestemd.
Motions

Le président: Une motion de recommandation a
été déposée par M. Luc Sevenhans. Elle est libellée
comme suit :

« La Chambre,

ayant entendu les interpellations n
os
525, 526 et
535,
demande au gouvernement de prendre clairement
position à propos du maintien de la parité
linguistique à l'armée ;
demande au gouvernement de dégager dès 2001
les moyens financiers nécessaires pour procéder à
une augmentation des traitements des militaires,
comparable à celle octroyée aux services de
police. »
Une deuxième motion de recommandation a été
déposée par MM. Pieter De Crem et Ferdy Willems.
Elle est libellée comme suit :

« La Chambre,

ayant entendu les interpellations n°
s
525, 526 et 535

ayant entendu la réponse du ministre,

recommande au gouvernement :
de nommer un Flamand à la tête de la force
terrestre ;
d'abandonner le projet de recruter des non-Belges
au sein de l'armée belge ;
de ne pas modifier les rapports linguistiques au sein
de l'armée et, si nécessaire, de les rétablir
conformément aux normes légales en vigueur ;
de procéder rapidement à une revalorisation de
l'armée par une amélioration des rémunérations et
par la mise en place d'une procédure efficace de
recrutement ;
de procéder rapidement à une relocalisation des
casernes belges ».
Une motion pure et simple a été déposée par Mme
Josée Lejeune et MM. José Canon et Stef Goris.


Le vote sur ces motions aura lieu ultérieurement.
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
CRABV 50
COM 303
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
02 Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans
aan de minister van Landsverdediging over "de
aankoop van een RORO-schip (Roll on/roll off)
met autonome laad- en loscapaciteit" (nr. 2658)
02 Question orale de M. Luc Sevenhans au
ministre de la Défense sur "l'achat d'un navire
<RORO> (Roll on/roll off) doté d'une capacité de
chargement et de déchargement" (n° 2658)
02.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Het leger
zou de twee logistieke steunschepen tegen 2015
willen vervangen door één steunschip en één
roroschip. De minister gaf geen duidelijk antwoord
op de vraag van collega Vanhoutte in verband met
de adviezen van Financiën over die
aangelegenheid. Kan de minister daaromtrent
duidelijkheid scheppen? Welk type zal het andere
steunschip hebben? Is dat in het kader van een
samenwerking met Nederland? Heeft de
Nederlandse marine daarop negatief gereageerd?
Bestaat de bedoeling om een Frans schip aan te
kopen? Geldt hier de prijs van dat schip of zijn er
nog andere argumenten?
02.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):L'armée
souhaite remplacer d'ici à l'an 2015 les deux
navires d'appui logistique par un navire « RORO ».
Le ministre n'a pas répondu clairement à la
question de M. Vanhoutte concernant les avis du
département des Finances à ce sujet. Le ministre
pourrait-il nous fournir des précisions ? De quel type
le nouveau navire d'appui logistique sera-t-il ? Ce
remplacement s'inscrit-il dans le cadre d'une
coopération avec les Pays-Bas
? La marine
néerlandaise a-t-elle réagi négativement ? Avez-
vous l'intention d'acheter un navire français ? Le
navire sera-t-il choisi en fonction du prix, ou d'autres
critères entrent-ils également en jeu ?
02.02 Minister André Flahaut : Het onderzoek naar
de beste oplossing is nog niet afgerond. Ik kan er
geen formele uitspraken over doen. Er is nood aan
een commandoschip-mijnenjager. Dat type van
schip wordt door de NAVO gevraagd.

02.02 André Flahaut , ministre: L'étude visant à
rechercher la meilleure solution n'est pas encore
terminée. Je ne peux donc pas m'exprimer
formellement à ce sujet. L'OTAN exige des navires
du type chasseurs de mines-navires de
commandement.
02.03 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Ik verzet
me niet tegen de aankoop van een schip op
voorwaarde dat dit in overeenstemming is met de
behoeften. Wanneer krijgen we toelichting over de
precieze aankopen?

02.03 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Je ne
suis pas opposé à l'achat d'un navire, pour autant
que cet achat corresponde à un besoin réel. Quand
obtiendrons-nous des informations à propos des
achats précis qui seront effectués ?
02.04 Minister André Flahaut : Op zijn tijd.
02.04 André Flahaut , ministre: En temps utile
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.21 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.21 heures.

Document Outline