KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 300
CRIV 50 COM 300
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
21-11-2000 21-11-2000
09:30 uur
09:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 300
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Fientje Moerman aan de minister van
Financiën over "de gevolgen van de
regionalisering van de onroerende voorheffing"
(nr. 2655)
- de heer Dirk Pieters aan de minister van
Financiën over "de regionalisering van de
belastingen en diensten" (nr. 2702)
1
Questions orales jointes de
- Mme Fientje Moerman au ministre des Finances
sur "les conséquences de la régionalisation du
précompte immobilier" (n° 2655)
- M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "la
régionalisation des impôts et des services"
(n° 2702)
1
Sprekers: Fientje Moerman, Dirk Pieters,
Didier Reynders
, minister van Financiën
Orateurs: Fientje Moerman, Dirk Pieters,
Didier Reynders
, ministre des Finances
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan
de minister van Financiën over "de
groepsverzekeringen voor zelfstandigen"
(nr. 2663)
4
Question orale de M. Yves Leterme au ministre
des Finances sur "les assurances de groupe pour
les indépendants" (n° 2663)
4
Sprekers: Yves Leterme, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Yves Leterme, Didier Reynders,
ministre des Finances
Mondelinge vraag van mevrouw Alexandra Colen
aan de minister van Financiën over "de invoering
van de euromuntstukken en -biljetten" (nr. 2666)
4
Question orale de Mme Alexandra Colen au
ministre des Finances sur "l'introduction des
pièces et billets libellés en euro" (n° 2666)
4
Sprekers:
Alexandra Colen, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Alexandra Colen, Didier Reynders,
ministre des Finances
Mondelinge vraag van de heer Dirk Pieters aan de
minister van Financiën over "de achterstallen in
de aanvullende gemeentebelasting op de
personenbelasting" (nr. 2686)
6
Question orale de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les arriérés en matière de taxe
communale additionnelle à l'impôt des personnes
physiques" (n° 2686)
6
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
CRIV 50
COM 300
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
21
NOVEMBER
2000
09:30 uur
______
du
MARDI
21
NOVEMBRE
2000
09:30 heures
______

La séance est ouverte à 9.33 heures par M.
Olivier Maingain, président.
De vergadering wordt geopend om 9.33 uur door
de heer Olivier Maingain, voorzitter.
01 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Fientje Moerman aan de minister van
Financiën over "de gevolgen van de
regionalisering van de onroerende voorheffing"
(nr. 2655)
- de heer Dirk Pieters aan de minister van
Financiën over "de regionalisering van de
belastingen en diensten" (nr. 2702)
01 Questions orales jointes de
- Mme Fientje Moerman au ministre des
Finances sur "les conséquences de la
régionalisation du précompte immobilier"
(n° 2655)
- M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur
"la régionalisation des impôts et des services"
(n° 2702)
01.01 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het
onlangs gesloten Sint-Hedwigakkoord bepaalt dat
de gewestelijke belastingen, enkele belastingen
die in het verlengde ervan liggen en het kijk- en
luistergeld zullen worden geregionaliseerd. Een
van deze gewestelijke belastingen is de
onroerende voorheffing. Op dit ogenblik worden
de aanslagvoet en de vrijstellingen door de
gewesten bepaald, terwijl de federale overheid
bevoegd is voor de vaststelling van de
heffingsgrondslag. Er is evenwel de beperking dat
een wijziging van deze heffingsgrondslag slechts
kan worden doorgevoerd na het akkoord van de
gewestregeringen.

Voortaan zullen de gewesten dus ook bevoegd
zijn voor het vaststellen van de heffingsgrondslag
van de onroerende voorheffing. Het kadastraal
inkomen van onroerende goederen vormt op dit
ogenblik de basis voor de heffing van onroerende
voorheffing. Tevens wordt op basis van het
kadastraal inkomen de personenbelasting van
belastbare onroerende inkomsten berekend. Ook
is het de maatstaf voor een hele reeks andere
belastingen, zoals het registratierecht, het
vergunningsrecht voor het schenken van sterke
drank en de belasting op de leegstand. Het
kadastraal inkomen is determinerend voor talrijke
sociale en economische bepalingen, bijvoorbeeld
studiebeurzen.

De vaststelling van het kadastrale inkomen van
een onroerend goed geschiedt door de federale
administratie van het kadaster. Zij wordt geacht
over de meest volledige en bijgewerkte
gegevensbank van de in België gelegen
onroerende goederen te beschikken. De
kadastrale documentatie vormt globaal een soort
burgerlijke stand van de onroerende
eigendommen, waardoor het mogelijk is het
onroerend patrimonium cijfermatig te benaderen.
De bijwerking van die documentatie gebeurt op
een systematische wijze, onder meer door het
Kadnet en een uitgebreid informaticasysteem. De
voorbije jaren werd een directe verbinding
mogelijk tussen de administratie van het kadaster
en die van de directe belastingen. Ook werd de
mogelijkheid bestudeerd om notarissen toegang
te verlenen tot de geautomatiseerde
gegevensbank.

Bent u, mijnheer de minister, in het licht van de
aangekondigde overheveling van de volledige
bevoegdheid over de onroerende voorheffing naar
de gewesten, van mening dat de administratie van
het kadaster op termijn moet worden
geregionaliseerd of niet?
21/11/2000
CRIV 50
COM 300
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, mijn vraag sluit
aan bij die van mevrouw Moerman; ze is alleen
wat uitgebreider. Het Sint-Hedwigakkoord zal
leiden tot de regionalisering van een aantal
belastingen. Ik zou daaromtrent wat meer
duidelijkheid willen hebben. De beleidsverklaring
van de eerste minister bevatte immers een
verwarrende passage over dat akkoord. Ik citeer:
"Zo zal een hele reeks gewestelijke belastingen,
zoals de belasting op de inverkeerstelling, het
eurovignet, de registratierechten op de heffing van
hypotheken, de schenkingsrechten en het kijk- en
luistergeld worden geregionaliseerd".

U merkt dat in de beleidsverklaring van de eerste
minister geen sprake is van een volledige
regionalisering van de verkeersbelastingen en van
alle registratierechten. Nochtans zouden de
notulen van de Ministerraad beide belastingen wel
vermelden. Ook in de media ging men er vanuit
dat beide belastingen, die een belangrijk
budgettair gewicht hebben, volledig zouden
worden geregionaliseerd.

Er is tevens onzekerheid inzake de volledige
regionalisering van de onroerende voorheffing -
eigenlijk geen voorheffing, maar een
eindbelasting - inclusief de overheveling van de
heffingsgrondslag. Een regionalisering van de
heffingsgrondslag houdt een totale vrijheid in om
het onroerend inkomen vast te stellen. Het gebruik
van het kadastraal inkomen als heffingsgrondslag
is niet meer noodzakelijk.

Het lijkt logisch en nodig om de federale
administratie van het Kadaster, de Registratie en
de Domeinen mee naar de gewesten over te
hevelen. Het belastbaar kadastraal inkomen voor
de drie gewesten bedraagt samen circa 250
miljard frank. De opbrengst aan onroerende
voorheffing bedraagt meer dan 100 miljard frank,
die integraal naar de lokale overheden -
gemeenten, provincies en gewesten - gaat. De
kosten voor personeel, uitrusting en gebouwen
worden door de federale overheid gedragen. Het
is begrijpelijk dat de federale overheid niet
investeert in een administratie waarvan de
activiteit voor de federale overheid niets opbrengt.

De kadastrale inkomens worden momenteel zeker
niet harmonieus vastgesteld aangezien de raming
ervan niet op hetzelfde referentietijdstip gebeurt.
Het referentietijdstip is op dit moment nog steeds
januari 1975. Ook in het jaar 2000 wordt het
kadastraal inkomen voor splinternieuwe
gebouwen bepaald alsof deze in januari 1975 al
bestonden. De federale overheid zal geen
perequatie organiseren, aangezien een eerlijkere
verdeling van de onroerende voorheffing voor de
federale overheid in het geheel niets opbrengt.
Integendeel, een perequatie kost geld voor de
federale overheid.

Het Kadaster bezit een zogenaamde
gebouwendocumentatie, een gedetailleerde
beschrijving van alle 4.800.000 bebouwde
percelen in gans het land. Deze lijst wordt met de
hand aangelegd en bijgewerkt. Een
informatisering is wenselijk, maar vermits zij niets
oplevert voor de federale overheid, heeft deze
daar geen oren naar. De documentatie van het
Kadaster interesseert in de eerste plaats de lokale
overheden; gemeenten, provincies en gewesten.
De kadastrale leggers, de gebouwendocumentatie
en de kadastrale plannen zijn vrijwel uitsluitend
voor de lokale overheden van fundamenteel
belang inzake stedenbouw, ruimtelijke ordening,
huisvesting, bouwpolitiek, grondbeheer en
ecologisch beheer. Het kadastraal gebeuren heeft
duidelijk in de eerste plaats betrekking op
gewestelijke materies.

Ik heb hierover enkele uitdrukkelijke vragen.
Worden de verkeersbelastingen en de
registratierechten volledig geregionaliseerd?
Wordt de administratie van het Kadaster, de
Registratie en de Domeinen geregionaliseerd?
Wordt het Kadaster geregionaliseerd? Indien niet,
overweegt u dan het doorvoeren van een
kadastrale perequatie op federaal niveau?
01.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, collega's, dat zijn twee of drie
verschillende vragen.

Mijnheer Pieters, inzake uw laatste vraag kan ik u
meedelen dat ik momenteel geen plan heb om
een algemene kadastrale perequatie door te
voeren, maar dat is misschien wel mogelijk na de
hervorming van de personenbelastingen, de
vennootschapsbelastingen, enzovoort. Misschien
is een dergelijke maatregel mogelijk in 2002 of
2003, of na de eerste hervorming in 2007. Ik weet
het nog niet.

U stelde ook vragen over de herstructurering van
mijn administratie en vragen in verband met de
reorganisatie van sommige belastingen.

Met betrekking tot de herstructurering van mijn
administratie kan ik u meedelen dat de fusie van
de administratie van het Kadaster, van de sector
Registratie, Domeinen en Hypotheek en van de
administratie van de BTW-registratie en
CRIV 50
COM 300
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Domeinen in één administratie van het Kadaster,
als doel heeft van deze laatste de administratie
van de Patrimoniale Documentatie te maken.

De op te richten ACRED-administratie moet de
patrimoniale documentatie bewaren. Deze
ACRED-administratie zal dus als essentiële
opdracht hebben: het samenstellen en exploiteren
van de patrimoniale documentatie. Hieruit volgt
dat de sector kadaster van de ACRED geen
uitsluitend fiscale doelstelling meer heeft. De
huidige structuur van de administratie van het
Kadaster heeft steeds rekening gehouden met de
plaatselijke toestand, daar de documentatie wordt
bijgehouden per administratieve gemeente en
kadastrale afdeling. Het is de huurmarkt, in die
bepaalde gemeente en in die kadastrale afdeling
op dat referentietijdstip, die het kadastraal
inkomen bepaalt.

Ik ben van mening dat de ACRED een federale
administratie moet blijven. Ik denk dat mijn
antwoord klaar en duidelijk is. De globalisatie van
de documentatie van het patrimonium die redelijk
technisch en juridisch is, maakt deel uit van de
opdracht van de federale staat, voor zijn eigen
specifieke doeleinden. De verdeling en de
verspreiding van de infrastructuur, de middelen en
het beschikbare personeel over de drie gewesten
zou een aanzienlijk verlies aan kennis betekenen,
bijvoorbeeld op het vlak van de informatica. De
modernisering van de administratie zou tot
stilstand komen. Het spreekt natuurlijk voor zich
dat het beheer van de patrimoniale documentatie
en de toegang daartoe voor de gewestelijke
overheden, voor andere overheden, en zelfs voor
de private sector, moet gedeeld worden met de
drie gewesten van het koninkrijk. Het is dus
perfect mogelijk zoals nu toegang te bieden tot de
documentatie aan gewesten, provincies,
gemeenten, intercommunales en andere
instellingen, misschien zelfs beter dan nu het
geval is.

Ik geef als voorbeeld het kadastraal percelenplan
dat dankzij een samenwerkingsakkoord tussen de
gewesten het referentieplan wordt, meer bepaald
inzake de ruimtelijke ordening. Het is dus perfect
mogelijk met een federale administratie te werken
wat het kadaster betreft, indien men enkele
samenwerkingsakkoorden sluit en indien men een
betere toegang biedt dan nu het geval is. Het
kadaster wordt zo toegankelijker voor de
genoemde instellingen, en zelfs voor andere
actoren, zoals notarissen of privé-personen.

Wat de belastingaanslagvoet en de vrijstelling van
sommige gewestelijke belastingen betreft, zal de
regeling van de financieringswet van toepassing
zijn. De gewesten hebben terzake reeds een
zekere bevoegdheid. De toepassingsregels zullen
worden opgenomen in de wetsontwerpen die de
regering binnenkort bij het parlement zal indienen.
Het belastingverdrag zal in elk geval het voorwerp
uitmaken van een samenwerkingsakkoord tussen
de gewesten. Het is misschien te vroeg om nu al
meer details te geven over eventuele
bevoegdheidsoverhevelingen, bijvoorbeeld wat de
verkeersbelasting betreft. Hiervoor moeten we
eerst een nieuw wetsontwerp voorleggen aan het
parlement. Voor een grondige bespreking hebben
we dus nog tijd. Nu is het daarvoor nog te vroeg.
Ik verwacht dat ik binnen enkele weken of
maanden met een nieuw wetsontwerp naar het
parlement zal kunnen komen. Ik denk dat het een
bijzondere wet zal worden.
01.04 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik hoop dat de
uitvoering van de politieke akkoorden niet te lang
op zich zal laten wachten. Ik hoop dat het
wetsontwerp binnen een redelijke termijn aan het
parlement zal worden voorgelegd.
01.05 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik wil ingaan op dit laatste
element. Blijkbaar is de gewenste duidelijkheid er
nog niet. Er moeten blijkbaar nog een boel details
geregeld worden. Er wordt een soort `flou
artistique' geweven rond het ontwerp, maar men
weet blijkbaar nog niet in detail wat er gaat
gebeuren. Ik stel daar de vraag bij wie wie heeft
beetgenomen bij de onderhandelingen, vermits
iedereen achteraf zegt dat hij tevreden is, zonder
dat men in detail kan zeggen tot welke regeling
men gekomen is.

Ik vraag me toch af wie hier een kat in een zak
heeft gekocht. Wij zullen hierop toezien op het
ogenblik dat de details worden voorgelegd.

In uw antwoord betreffende de problematiek van
de regionalisering van het kadaster neemt u een
standpunt in dat in de loop der tijden wellicht niet
realiseerbaar zal zijn. Alles wat grondgebonden is,
is immers een typisch gewestelijke materie.
Bovendien staat het kadaster - ik zal de tekst van
mijn interventie hier niet herhalen - voor 99% ten
dienste van de gemeenten, de provincies en het
Vlaamse gewest. Het documentaire belang voor
de federale staat wettigt niet dat deze dienst
volledig federaal georganiseerd moet worden. Het
is evengoed mogelijk dat het federale niveau
toegang krijgt tot documenten die door het Gewest
opgesteld worden. Dit lijkt mij niet zo essentieel te
zijn. Ik vrees dat u hier een achterhoedegevecht
21/11/2000
CRIV 50
COM 300
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
voert en dat u dit op termijn niet kunt volhouden.

Voor de mensen die deel uitmaken van deze
diensten, blijft het in ieder geval onlogisch dat de
opbrengsten terechtkomen bij de gewesten en de
gemeenten, terwijl ze aanvoelen dat het federale
niveau geen aandacht heeft voor hun dienst, ook
niet om hun dienst verregaand te informatiseren.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme
aan de minister van Financiën over "de
groepsverzekeringen voor zelfstandigen"
(nr. 2663)
02 Question orale de M. Yves Leterme au
ministre des Finances sur "les assurances de
groupe pour les indépendants" (n° 2663)
02.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijn
vraag betreft de verzekeringen voor gewaarborgd
inkomen en aanvullend pensioen voor
zelfstandigen. Vaak beslissen zelfstandigen om
geen verzekering te nemen omwille van de
kostprijs. Deze sector verkeert heden in grote
verwarring, onder meer naar aanleiding van
verklaringen inzake maatregelen van 10 miljard
aan budgettaire effecten ten voordele van het
sociaal statuut. Het blijkt terzake om luchtkastelen
te gaan. Veel zelfstandigen moeten zich vanuit
een zwakke onderhandelingspositie tot een
potentiële verzekeringsmaatschappij wenden.
Omwille van de kostprijs besluit men vaak om
geen verzekering voor gewaarborgd inkomen en
aanvullend pensioen te nemen, wat op termijn
aanleiding geeft tot sociaal onaanvaardbare
situaties.

Zelfstandigen hebben het idee opgevat om zich,
niet individueel vanuit een zwakke
onderhandelingspositie, maar collectief voor een
gewaarborgd inkomen of aanvullend pensioen, te
laten verzekeren. Via de oprichting van een VZW
zou men dan een groepsverzekering aan de
zelfstandigen kunnen aanbieden. Alle kandidaten
zouden dan een gelijke premie moeten betalen.
Inzake de fiscale haalbaarheid van dit idee heb ik
de minister twee vragen te stellen.

Ten eerste, zijn de premies die zelfstandigen
betalen voor een gewaarborgd inkomen en
aanvullend pensioen in de vorm van bijvoorbeeld
lidgeld voor de genoemde VZW fiscaal
aftrekbaar?

Ten tweede, zijn er in deze constructie andere
mogelijkheden om de fiscale aftrekbaarheid te
bekomen indien dit niet via het lidgeld van de
genoemde VZW mogelijk is?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Leterme, het is niet mogelijk
een eenduidig antwoord op uw vraag te
verstrekken wegens het ontbreken van een aantal
beoordelingselementen, met name elementen die
verband houden met de aard van de
verzekeringsovereenkomsten waarop de premies
betrekking hebben, evenals de aard en de inhoud
van de tussen de zelfstandigen en de beoogde
VZW afgesloten overeenkomsten. Derhalve
moeten de voormelde verzekeringscontracten en
onderlinge overeenkomsten geval per geval
worden beoordeeld om de fiscale behandeling van
zowel de door de VZW gestorte premies als van
het door de zelfstandigen betaald lidgeld vast te
stellen. De vermelde lidgelden worden niet
gelijkgesteld met premies of bijdragen tot
verkrijging van een vergoeding bij
arbeidsongeschiktheid wegens ziekte en
invaliditeit of tot verkrijging van een aanvullend
pensioen. Een meer precies antwoord kan ik
terzake niet geven zonder een concreet geval of
een ontwerpcontract van de overeenkomst tussen
de VZW en de zelfstandigen te bekijken. Dit is
echter een eerste gedachte inzake de fiscale
regeling van dit nieuwe voorstel van de
zelfstandigen.
02.03 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik noteer de terughoudendheid van de
minister voor het voorstel van de zelfstandigen. Ik
begrijp niet waarom dit geval per geval moet
worden beoordeeld. Ik begrijp wel dat hij meer
elementen nodig heeft inzake de verhoudingen
tussen individuele zelfstandigen en de VZW en
inzake het soort verzekeringen dat wordt
afgesloten. Wij zullen op korte termijn op dit
dossier terugkomen na het verzamelen van meer
concrete gegevens in algemene zin. De minister
moet immers een algemeen standpunt kunnen
innemen.
02.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, het is misschien mogelijk om een meer
precies antwoord te geven naar aanleiding van
een contractontwerp tussen de VZW en de
zelfstandigen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van mevrouw Alexandra
Colen aan de minister van Financiën over "de
invoering van de euromuntstukken en -
CRIV 50
COM 300
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
biljetten" (nr. 2666)
03 Question orale de Mme Alexandra Colen au
ministre des Finances sur "l'introduction des
pièces et billets libellés en euro" (n° 2666)
03.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, mijn vraag gaat specifiek over de
vooruitzichten voor de omschakeling naar de euro
vanaf januari 2002. Uw collega's in de andere
Benelux-landen hebben al scenario's voor de
omschakelingsoperatie in hun land openbaar
gemaakt.

In Luxemburg heeft de minister van Financiën Luc
Frieden op 13 oktober een uiteenzetting gegeven
over het scenario dat hij voorziet voor de
omwisseling van hun nationale munt in
eurobankbiljetten en -geldstukken. Die operatie
start reeds op 1 september 2001 met de
bevoorrading van de banken en de post met de
nieuwe bankbiljetten en muntstukken en verloopt
daarna in fasen die door de minister toegelicht
werden. Men zal ook twee kits met muntstukken
verdelen. Een ervan is voor het publiek
beschikbaar vanaf 15 december 2001. Het gaat
om een kit met lage waarde, 500 Luxemburgse
frank of 12,40 euro. Uit het krantenartikel van La
Voix du Luxembourg is me niet duidelijk hoeveel
kits men vanaf half december mag aankopen.
Vanaf 15 december worden in Luxemburg in ieder
geval kits met bankbiljetten en munten verdeeld.
In Luxemburg heeft men ook al bepaald wanneer
de geldautomaten met de nieuwe biljetten
bevoorraad worden. Vanaf 1 januari haalt men de
Luxemburgse frank geleidelijk uit omloop. De
Luxemburgse frank en de euro zullen samen
circuleren tot 28 februari 2002.

In Nederland heeft uw collega Gerrit Zalm,
minister van Financiën, op 27 oktober een officiële
uiteenzetting gegeven over hoe de transactie daar
zal verlopen. Uit mijn bron, het NRC-Handelsblad,
blijkt dat minder concreet te zijn dan in
Luxemburg, waar men alle details al uiteengezet
heeft. In Nederland opteert men voor een massale
en kortstondige omschakeling. Er wordt naar
gestreefd om op nauwelijks twee weken tijd de
omschakeling door te voeren. De gulden en de
euro zullen wel samen circuleren tot
28 januari 2002. In Nederland zal men niet op
voorhand euro's verspreiden, omdat men vreest
voor wat zij noemen een "informele euro-
economie".

Graag had ik van u vernomen hoe men in België
de concrete omschakelingsprocedure ziet. Welke
logistieke problemen verwacht men? Welke
oplossingen heeft men in petto? Wat is de
geraamde kostprijs voor de logistieke
omschakeling? Wie zal die kosten dragen? Dat
zijn de concrete vragen die ik over deze zaak voor
u heb.
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Colen, ik kan u wat informatie
geven. De concrete omschakelingsprocedure voor
de invoering van de euromuntstukken en -biljetten
is al beschreven in het Belgisch scenario voor de
overgang naar het chartaal in euro, dat door de
regering in februari goedgekeurd is. De grote
stappen zijn als volgt.

Ten eerste is er een voorbereidingsperiode tot
eind december 2001 die de fabricatie van munten
en biljetten omvat. De distributie van euro-
starterskits met een waarde onder 198 euro of
7987 BEF voor de banken, de post en
waardentransporteurs en de grote distributie is
gepland vanaf 1 september 2001. De distributie
van euro-minikits met een waarde van 12,4 euro
of 500 Bef voor het grote publiek is voorzien vanaf
15 december 2001. Het gaat enkel om
muntstukken. Het gebruik ervan is pas toegelaten
vanaf 1 januari 2002. Er zijn dus niet alleen kits
voor de banken en de distributeurs, maar ook voor
het grote publiek. Vanaf 15 oktober tot
15 november 2001 zal een operatie "spaarpot"
georganiseerd worden. Deze operatie zal het
publiek toelaten hun gespaarde Belgische munten
naar de banken te brengen.

De periode van dubbele circulatie zal twee
maanden duren, van 1 januari tot en met
28 februari 2002. Op die datum wordt de wettelijke
omloop van de Belgische munt tussen
particulieren afgeschaft. Een scenario van
massale overschakeling naar de euro is voorzien
voor begin januari 2002. Dat zal dus gebeuren in
de eerste dagen van 2002. Het merendeel van de
betalingen zal in euro kunnen gebeuren vanaf
15 januari. Dit is een operatie voor de drie of vier
eerste dagen van 2002. We hopen dat we tot
meer betalingen in euro kunnen komen in de
eerste helft van januari 2001. Deze periode is ook
het begin van de recuperatie van Belgische
muntstukken en biljetten door de banken.

De derde periode is een omwisselingperiode van
Belgische frank in euro. Na de afschaffing van de
wettelijke omloop van de Belgische frank kan de
omwisseling van munten en biljetten nog
gebeuren bij de banken, De Post en de Nationale
Bank van België tot het einde van 2002. Nadien
zal de omwisseling nog mogelijk zijn bij de
Nationale Bank zonder tijdsbeperking voor de
21/11/2000
CRIV 50
COM 300
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
biljetten en tot eind 2004 voor de muntstukken.

U hebt ook een vraag gesteld in verband met de
logistieke problemen. De logistieke problemen van
deze grote operatie liggen nu ter studie bij het
Commissariaat-Generaal voor de euro. De kosten
van de interne omschakeling van de banken naar
de euro worden door hen geraamd op 4 miljard
Belgische frank. De kosten die door de overheid
zullen worden gedragen betreffen het
vervaardigen van biljetten en muntstukken, het
transport, de telling en de distributie van de
muntstukken en biljetten bij de banken en de
professionele sector en de veiligheidsmaatregelen
die daarmee gepaard gaan. Deze kosten zijn
totnogtoe geraamd op 6 miljard frank.

Tot slot zullen de definitieve scenario's voor de
invoering van de euro evenals het scenario van de
vervroegde omschakeling naar de euro voor
sommige sectoren van de economie eigenlijk
verdeeld worden tijdens een plenaire vergadering
van het Commissariaat-Generaal van de euro op
29 november 2000. Na die vergadering van het
Commissariaat-Generaal zal ik u misschien meer
inlichtingen kunnen geven.
03.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik dank u voor het
omstandige antwoord. Het verheugt mij dat wij
heel binnenkort meer duidelijkheid zullen krijgen
vanuit Europa zelf.

Ik stel vast dat u zoals in Luxemburg opteert voor
het parallel circuleren van de twee muntstukken
tot eind februari. De kosten voor de banken als
gevolg van de omschakeling worden geraamd op
4 miljard frank en die voor de overheid als gevolg
van de distributie, de veiligheid en al wat daarmee
verband houdt op 6 miljard frank. U hebt nog niet
echt een idee gegeven van wie dat zal betalen. De
banken hebben immers gezegd dat zij niet willen
instaan voor de kosten van de omschakeling. Is er
al meer duidelijkheid over de wijze waarop die
4 miljard frank zal worden betaald? Er werd
immers beloofd dat de consument dit niet zou
moeten betalen hoewel het vroeg of laat via de
belastingen of via het doorrekenen van de kosten
door iemand zal moeten worden betaald. De vrees
is dat dit de man in de straat zal zijn, die zelf niets
te zeggen heeft gehad over het idee om een euro
in te voeren en over het hele
omschakelingsproces.

Het gaat hier om een massale operatie en uit uw
antwoord blijkt dat u wel weet dat dit een niet te
onderschatten probleem zal vormen.
Begin januari tijdens de traditionele
koopjesperiode is er veel geld in omloop. Mensen
stellen vragen over de eurokits die verdeeld
worden aan particulieren, de banken en De Post.
Heeft men al nagedacht over andere situaties?
Denken we maar aan iemand die op 6 januari
naar de dokter moet en wisselgeld nodig heeft.
Deze concrete situaties houden de mensen bezig.

Mijnheer de minister, ik vermoed dat het een
moeilijke operatie zal worden. Men mag zich aan
woedereacties verwachten. Mensen zullen zich
ontheemd voelen in hun eigen land omdat
iedereen zal sukkelen met het omrekenen van de
nieuwe, vreemde munt. Ik hoop dat de chaos niet
te groot zal zijn. Ik kondig nu reeds aan dat ik naar
aanleiding van de concrete omschakeling begin
januari 2002 opnieuw vragen zal stellen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Dirk Pieters
aan de minister van Financiën over "de
achterstallen in de aanvullende
gemeentebelasting op de personenbelasting"
(nr. 2686)
04 Question orale de M. Dirk Pieters au ministre
des Finances sur "les arriérés en matière de
taxe communale additionnelle à l'impôt des
personnes physiques" (n° 2686)
04.01 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, wij hebben reeds
meermaals gesproken over de zogenaamde
Rousseault-schuld. Het is zeker een feit dat de
achterstand versneld wordt weggewerkt. Toch is
het interessant even te blijven stilstaan bij de in de
komende maanden te verwachten evolutie inzake
de achterstallen als gevolg van een gerechtelijke
uitspraak. Begin november besliste de rechtbank
van eerste aanleg van Brussel dat de federale
staat binnen de maand 10 miljoen aan
achterstallige aanvullende gemeentebelasting op
de personenbelasting moet doorstorten aan de
gemeente Lennik. Intussen heeft ook de stad
Leuven een procedure ingeleid. De gemeente
Lennik raamt het achterstallige bedrag op 12
miljoen. Ik weet niet hoe zij dit bedrag berekende.
De gemeente Lennik geeft ook aan dat de juiste
berekening van de achterstallen nog steeds niet
gemaakt is. Volgens de gegevens van het
ministerie van Financiën, die verspreid worden
door de VVSG, bedroeg de achterstand van
Lennik op 1 januari 2000 11.899.346 frank en op
30 september 2000 nog 7.248.815 frank.

Alhoewel het slechts over relatief kleine bedragen
CRIV 50
COM 300
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
gaat, is de situatie van de gemeente Lennik bij
wijze van voorbeeld, interessant. Indien we op
30
september
2000 de achterstand van alle
Vlaamse gemeenten samentellen, komen we
volgens de gegevens van de VVSG op een totaal
van 5,8 miljard. Volgens de rechter krijgt de
gemeente Lennik slechts interesten op het
achterstallige bedrag voor de periode van
31 december 1999 tot 30 januari 2000, met name
een interest van 80.000 frank. Wanneer de
federale staat in beroep gaat tegen de
gerechtelijke beslissing, overweegt de schepen
van financiën van de gemeente Lennik om
schadevergoeding te eisen voor alle achterstallen
vanaf 1994.

Ik krijg graag een antwoord van de minister op de
volgende vragen.

Ten eerste, tekent u beroep aan tegen deze
gerechtelijke beslissing?

Ten tweede, hoeveel bedraagt de totale
achterstand voor alle gemeenten op
31 oktober 2000?

Ten derde, kunt u uw pre-electorale belofte om
alle achterstanden binnen het jaar weg te werken
hard maken?

Ten vierde, denkt u eraan interesten of
schadevergoedingen uit te keren?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Pieters, in antwoord op uw
eerste vraag kan ik bevestigen dat er inderdaad
een beroepsprocedure bij de rechtbank van eerste
aanleg te Brussel zal worden opgestart.

Ten tweede, op 31 oktober 2000 bedraagt de
totale achterstand aan alle gemeenten
7,20 miljard.

Ten derde is het wegwerken van de achterstand
nog in 2000 en het doorstorten van het gedeelte
van de personenbelastingen voor de gemeenten
tegen 31 januari 2001 geen pre-electorale belofte
meer. Door mijn inzet en de actieve rol van de
administratie van de Invordering zal de
achterstand zijn weggewerkt. Dit engagement
staat in schril contrast met de intenties van
bijvoorbeeld mijn voorganger. Hij stelde immers
de wegwerking van de achterstand pas na drie tot
vier jaar in het vooruitzicht.

Op uw vierde vraag in verband met de intresten
antwoord ik ontkennend. Het formeel engagement
bestond er alleen in de volledige achterstand weg
te werken tegen het einde van dit begrotingsjaar.
De regering doet hiervoor ernstige inspanningen
op budgettair vlak. Zo zullen de gemeenten die
een voorschot ontvingen, geen intresten moeten
betalen. Hoewel sommige gemeenten rekenden
op een meerwaarde van de transfer van de
personenbelastingen zullen noch de federale
overheid noch de betrokken gemeenten interesten
ontvangen. Het geheel van deze operatie moet
correct verlopen en de regering moet de
achterstallen betalen, wat vóór 31 januari 2001 zal
zijn gebeurd.
04.03 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
ik dank u voor uw antwoord en voor de belofte die
u herhaalde.

Mocht u het beoogde resultaat behalen, dan
moeten u en uw administratie daarvoor
ongetwijfeld worden gefeliciteerd.

Ik zou evenwel wat dieper willen ingaan op uw
antwoord op de eerste vraag. Indien terzake in
beroep wordt gegaan, is dat dan tegen de
procedure, het principe dat een dergelijk bedrag
binnen de maand moet worden betaald, of tegen
de omvang van het bedrag of tegen het feit dat er
een intrestenclausule werd opgenomen? Kortom,
om welke reden gaat u desgevallend in beroep?
04.04 Minister Didier Reynders: Eerst en vooral
omwille van de intresten. In 1998 beliep het
kapitaal 15
miljard en de interesten daarop
vormen een groot probleem voor de Staat.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De mondelinge vragen nr. 2665
van de heer Bruno Van Grootenbrulle, nr.2671 van
de mevrouw Greta D'Hondt, nr. 2698 van de heer
Peter Vanvelthoven en nr. 2714 van mevrouw
Joke Schauvliege worden naar een latere datum
verschoven.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 10.14 uur.
La réunion publique de commission est levée à
10.14 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 300
CRABV 50 COM 300
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
21-11-2000 21-11-2000
09:30 uur
09:30 heures

CRABV 50
COM 300
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Fientje Moerman aan de minister van
Financiën over 'de gevolgen van de
regionalisering van de onroerende voorheffing'
(nr. 2655)
- de heer Dirk Pieters aan de minister van
Financiën over 'de regionalisering van de
belastingen en diensten' (nr. 2702)
1
Questions orales jointes de
- Mme Fientje Moerman au ministre des Finances
sur « les conséquences de la régionalisation du
précompte immobilier » (n° 2655)
- M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur « la
régionalisation des impôts et des services » (n°
2702)
1
Sprekers: Fientje Moerman, Dirk Pieters,
Didier Reynders
, minister van Financiën
Orateurs: Fientje Moerman, Dirk Pieters,
Didier Reynders
, ministre des Finances
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan
de minister van Financiën over "de
groepsverzekeringen voor zelfstandigen" (nr.
2663)
3
Question orale de M. Yves Leterme au ministre
des Finances sur "les assurances de groupe pour
les indépendants" (n°2663)
3
Sprekers: Yves Leterme, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Yves Leterme, Didier Reynders,
ministre des Finances
Mondelinge vraag van mevrouw Alexandra Colen
aan de minister van Financiën over "de invoering
van de euromuntstukken en -biljetten" (nr. 2666)
3
Question orale de Mme Alexandra Colen au
ministre des Finances sur "l'introduction des
pièces et billets libellés en euro" (n° 2666)
3
Sprekers:
Alexandra Colen, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Alexandra Colen, Didier Reynders,
ministre des Finances
Mondelinge vraag van de heer Dirk Pieters aan de
minister van Financiën over "de achterstallen in
de aanvullende gemeentebelasting op de
personenbelasting" (nr. 2686)
5
Question orale de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les arriérés en matière de taxe
communale additionnelle à l'impôt des personnes
physiques" (n° 2686)
5
Sprekers: Dirk Pieters
Orateurs: Dirk Pieters
CRABV 50
COM 300
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
21
NOVEMBER
2000
09:30 uur
______
du
MARDI
21
NOVEMBRE
2000
09:30 heures
______



De vergadering wordt geopend om 9.33 uur door de
heer Olivier Maingain, voorzitter.
La séance est ouverte à 9.33 heures par M. Olivier
Maingain, président.
01 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Fientje Moerman aan de minister van
Financiën over 'de gevolgen van de
regionalisering van de onroerende voorheffing'
(nr. 2655)
- de heer Dirk Pieters aan de minister van
Financiën over 'de regionalisering van de
belastingen en diensten' (nr. 2702)
01 Questions orales jointes de
- Mme Fientje Moerman au ministre des Finances
sur « les conséquences de la régionalisation du
précompte immobilier » (n° 2655)
- M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur « la
régionalisation des impôts et des services » (n°
27
02)
01.01 Fientje Moerman (VLD): Het Sint-
Hedwigsakkoord bepaalt dat de gewestelijke
belastingen en het kijk- en luistergeld regionale
bevoegdheden zullen worden. De onroerende
voorheffing behoort tot de gewestelijke belastingen,
maar de bevoegdheid erover is verdeeld over de
federale en de gewestelijke overheden. Binnenkort
zal ook de heffingsgrondslag een gewestelijke
bevoegdheid worden.

Het kadastraal inkomen is determinerend voor
allerlei sociale en economische bepalingen. Het K.I.
wordt vastgesteld door de federale dienst voor het
kadaster die beschikt over alle gegevens en die
deze geregeld bijwerkt. Indien deze belasting wordt
gedefederaliseerd, zal de vaststelling van die
belasting dan nog gebeuren door de federale dienst
voor het kadaster?
01.01 Fientje Moerman (VLD): Les accords de la
Sainte-Thérèse prévoient la régionalisation des
impôts régionaux et de la redevance radio-
télévision. Si le précompte immobilier fait partie des
impôts régionaux, la compétence en la matière est
exercée conjointement par les autorités fédérales et
régionales. Sous peu, l'assiette de l'impôt sera une
compétence régionale.


Le revenu cadastral est un facteur déterminant pour
diverses dispositions sociales et économiques. Il
est déterminé par l'office fédéral du cadastre qui
dispose de toutes les données et les met à jour
régulièrement. Si cet impôt était défédéralisé,
serait-il encore déterminé par l'office fédéral du
cadastre ?
01.02 Dirk Pieters (CVP): Het Sint-
Hedwigsakkoord zou de regionalisering van een
reeks belastingen inhouden. Hierover is meer
duidelijkheid nodig. De regeringsverklaring van
premier Verhofstadt meldt wel verschillende
belastingen, maar geen volledige regionalisering
ervan. Dat geldt voor de verkeersbelasting en de
registratierechten. Wat is het lot van de onroerende
voorheffing? Wordt de heffingsgrondslag
01.02 Dirk Pieters (CVP): Les accords de la
Sainte-Thérèse prévoient la régionalisation d'une
série d'impôts. Cette question réclame une
clarification. Dans la déclaration gouvernementale
du Premier ministre Verhofstadt, il est certes
question de différents impôts, mais pas d'une
régionalisation complète de ceux-ci. Cela vaut pour
la taxe de circulation et les droits d'enregistrement.
Mais qu'adviendra-t-il du précompte immobilier ?
21/11/2000
CRABV 50
COM 300
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
geregionaliseerd? Worden de administraties van
het kadaster, registratie- en domeinen mee
overgeheveld? Het lijkt evident dat de federale
overheid de kosten voor die administraties niet
langer zal dragen, vermits de inkomsten ervan ­
100 miljard onroerende voorheffing ­ volledig naar
de lokale, provinciale en gewestelijke overheden
zullen gaan.


De K.I.'s worden niet harmonieus vastgesteld,
omdat dit op verschillende tijdstippen gebeuren.
Een perequatie van de K.I.'s staat niet op de
agenda van de federale omdat dit voor haar niets
oplevert.


Zullen de verkeersbelastingen, de registratierechten
en het kadaster worden geregionaliseerd? Is de
regering van plan om een kadastrale perequatie op
federaal niveau door te voeren?
L'assiette de l'impôt sera-t-elle régionalisée ? Les
administrations du cadastre, de l'enregistrement et
des domaines le seront-elles également ? Il paraît
évident que l'Etat fédéral ne supportera plus les
coûts de ces administrations puisque les recettes
qu'elles engrangent ­ 100 milliards de précompte
immobilier ­ seront désormais versées
intégralement aux pouvoirs locaux, provinciaux et
régionaux.

Les revenus cadastraux ne sont pas déterminés
harmonieusement parce que leur détermination
s'effectue à des moments différents. Le
gouvernement fédéral n'envisage pas de
péréquation des revenus cadastraux, car celle-ci ne
lui rapporterait pas un franc.

Les taxes de circulation, les droits d'enregistrement
et le cadastre seront-ils régionalisés
? Le
gouvernement a-t-il l'intention d'instaurer une
péréquation cadastrale sur le plan fédéral ?
01.03 Minister Didier Reynders : Er is geen plan
voor een algemene perequatie van het K.I.
De herstructurering van de administratie van de
onroerende voorheffing is aan de gang. Deze dienst
heeft trouwens niet enkel fiscale taken. Hij moet
een federale dienst blijven. De spreiding van de
infrastructuur zou een verlies betekenen inzake
kennis en gegevens. Het is perfect mogelijk de drie
Gewesten en andere overheden toegang te geven
tot deze databank mits een aantal
samenwerkingsakkoorden wordt afgesloten.


De Gewesten kunnen verschillende aanslagvoeten
opleggen. Hiermee zal worden rekening gehouden
bij de transfers. Meer details zullen pas gegeven
worden wanneer het betrokken ontwerp zal worden
behandeld.
01.03 Didier Reynders , ministre: Il n'existe pas
de projet de péréquation générale du revenu
cadastral. La restructuration de l'administration du
précompte immobilier est en cours. Ce service, qui
n'est d'ailleurs pas chargé que de missions à
caractère fiscal, doit demeurer un service fédéral.
Une dispersion de l'infrastructure entraînerait une
perte de connaissances et de données. On doit
pouvoir permettre aux trois Régions et à d'autres
autorités publiques d'accéder à cette base de
données, moyennant la conclusion d'un certain
nombre d'accords de coopération.

Les Régions pourront appliquer des tarifs différents.
Il en sera tenu compte lors des transferts. Des
informations plus détaillées seront fournies à
l'occasion de la discussion du projet en question.
01.04 Fientje Moerman (VLD): Ik dank de minister
voor dit antwoord. Ik hoop dat de uitvoering van de
politieke akkoorden niet lang op zich zal laten
wachten en aan het Parlement wordt voorgelegd.
01.04 Fientje Moerman (VLD): Je remercie le
ministre pour sa réponse. J'espère que l'exécution
des accords politiques ne se fera pas attendre et
qu'elle sera soumise au Parlement.
01.05 Dirk Pieters (CVP): Eigenlijk weet men niet
precies wat geregionaliseerd zal worden. Later zal
wellicht blijken wie een kat in een zak heeft gekocht.

Al wat het kadaster doet is van belang voor het
Gewest. Het federaal niveau kan louter door
informatie op het kadaster dienst doen. In elk geval
is de administratie van het kadaster ervan
doordrongen dat het federaal niveau geen
belangstelling voor haar heeft.
01.05 Dirk Pieters (CVP):En fait, on ne sait pas
exactement quelles matières seront régionalisées.
Sans doute l'avenir nous dira-t-il qui, en définitive, a
acheté un chat dans un sac.

Toutes les tâches incombant aux services du
cadastre sont importantes pour les Régions. Le
niveau fédéral ne peut faire appel aux services du
cadastre que pour recueillir des informations.
L'administration du cadastre est en tout état de
cause imprégnée de l'idée que les autorités
fédérales ne témoignent d'aucun intérêt à son
CRABV 50
COM 300
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
égard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme
aan de minister van Financiën over "de
groepsverzekeringen voor zelfstandigen" (nr.
2663)
02 Question orale de M. Yves Leterme au
ministre des Finances sur "les assurances de
groupe pour les indépendants" (n°2663)
02.01 Yves Leterme (CVP): Sommige
zelfstandigen sluiten geen individuele verzekering af
voor het gewaarborgd inkomen of aanvullend
pensioen omwille van de hoge kostprijs. Daarom
wordt de idee van een collectieve verzekering via
een vzw geopperd, waarbij iedereen een zelfde
bedrag zou betalen.

Kunnen dergelijke premies fiscaal opgetrokken
worden? Zijn er eventueel andere mogelijkheden
om die bijdrage af te trekken?
02.01 Yves Leterme (CVP): Comme le coût d'une
assurance individuelle prévoyant un revenu garanti
ou une pension complémentaire est élevé, certains
indépendants n'en contractent pas. C'est la raison
pour laquelle a germé l'idée d'une assurance
collective à souscrire auprès d'une ASBL, au sein
de laquelle le montant à payer serait identique pour
chacun.
Ces primes sont-elles fiscalement déductibles ?
Existe-t-il éventuellement d'autres possibilités de
déduire ces cotisations ?
02.02 Minister Didier Reynders : Het is onmogelijk
om op uw vragen een eenduidig antwoord te geven,
omdat momenteel geval per geval wordt onderzocht
of het lidgeld fiscaal aftrekbaar is en of het
gelijkgesteld is met de premies voor het
gewaarborgd inkomen en het pensioen. De aard
van de verzekeringsovereenkomst waarop de
premies betrekking hebben kan in elk afzonderlijk
geval verschillen.
02.02 Didier Reynders , ministre: Il m'est
impossible d'apporter une réponse définitive à vos
questions. En effet, la déductibilité fiscale des
cotisations ainsi que leur assimilation ou non aux
primes de revenu minimum garanti et à la pension
font actuellement l'objet d'un examen dossier par
dossier. La nature du contrat d'assurance auquel se
rapportent les primes diffère d'un cas à l'autre.
02.03 Yves Leterme (CVP): De minister is
terughoudend ten opzichte van de idee die vanwege
de zelfstandigen zelf komt. We zullen zeer concrete
gegevens verzamelen en de vraag opnieuw aan de
minister stellen, zodat hij verplicht wordt een
duidelijk antwoord te geven.
02.03 Yves Leterme (CVP): Le ministre fait preuve
de réserve par rapport à l'idée émise par les
indépendants eux-mêmes. Nous allons récolter des
données très concrètes et nous reposerons cette
question au ministre qui se verra dans l'obligation
de nous fournir une réponse claire.
02.04 Minister Didier Reynders : Na een ontwerp
van conventie of contract kan ik een preciezer
antwoord geven.
02.04 Didier Reynders , ministre: Je serai en
mesure de vous apporter une réponse précise
lorsque je disposerai d'un projet de convention ou
de contrat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van mevrouw Alexandra
Colen aan de minister van Financiën over "de
invoering van de euromuntstukken en -biljetten"
(nr. 2666)
03 Question orale de Mme Alexandra Colen au
ministre des Finances sur "l'introduction des
pièces et billets libellés en euro" (n° 2666)
03.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Op 13
oktober heeft de Luxemburgse minister van
Financiën het Luxemburgs scenario voor de
omwisseling naar euro's toegelicht. Die operatie
start daar op 1 september 2001. Tot 28 februari
2002 zullen beide munten er circuleren.

Op 27 oktober lichtte de Nederlandse minister van
03.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Le 13
octobre, le ministre des Finances luxembourgeois a
présenté le scénario luxembourgeois pour le
passage à l'euro, une opération qui débutera au
Grand-Duché le 1
er
septembre 2001. Les deux
devises y circuleront jusqu'au 28 février 2002.

Le 27 octobre, le ministre des Finances néerlandais
21/11/2000
CRABV 50
COM 300
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Financiën de transactie in Nederland toe. Daar wil
men de omschakeling op twee weken tijd
realiseren. Ook daar geldt 28 januari 2002 als
einddatum.

Hoe zal de omschakeling in België verlopen? Welke
logistieke problemen zijn er? Hoe worden ze
opgelost? Wat is de kostprijs en wie zal die dragen?
a indiqué comment s'effectuerait cette transition aux
Pays-Bas. On entend y mener cette opération à
bien en deux semaines, toujours avant le 28 janvier
2002.

Comment cette conversion se déroulera-t-elle en
Belgique ? A quels problèmes logistiques faut-il
faire face ? Comment les résoudra-t-on ? Quel en
sera le coût et qui le supportera ?
03.02 Minister Didier Reynders : De omschakeling
naar de euro is al geregeld. Er is een
voorbereidingsperiode tot einde december 2001
waarbij de munten en bankbiljetten worden
aangemaakt. Vanaf 1 september 2001 worden de
eerste munten verspreid bij de banken en vanaf 15
december bij het publiek. Het gebruik ervan is maar
toegelaten vanaf 1 januari 2002. Het dubbelgebruik
van de Belgische munten en de euro is slechts
toegelaten tot einde februari 2002. Er wordt in 2002
ook voorzien in een omruilingsperiode voor het
Belgisch spaargeld naar euro.
03.02 Didier Reynders , ministre: Le passage à
l'euro est déjà réglé. Nous avons prévu une période
de préparation qui courra jusque fin décembre 2001
et au cours de laquelle seront fabriqués les pièces
de monnaie et les billets de banque. Les premières
pièces seront distribuées aux banques à partir du
1
er
septembre 2001 et au public à partir du 15
décembre. Leur utilisation ne sera autorisée qu'à
dater du 1
er
janvier 2002. L'utilisation conjointe des
francs belges et des euros ne sera admise que
jusqu'à la fin février 2002. En 2002, il sera
également prévu une période de conversion de
l'épargne belge en euros.
In een derde periode zal de omwisseling van
muntstukken en biljetten mogelijk zijn tot eind 2002
bij De Post en de banken. Tot eind 2004 kunnen
muntstukken gewisseld worden bij de Nationale
Bank. Biljetten zullen zonder tijdslimiet inwisselbaar
zijn bij de Nationale Bank.


De logistieke problemen van de omschakeling
worden momenteel onderzocht door het
commissariaat-generaal van de euro. De kosten die
door de Belgische overheid zullen worden gedragen
inzake fabricatie, transport en
veiligheidsmaatregelen worden geraamd op 6
miljard frank. De banken ramen hun kosten op 4
miljard frank.

Inzake de kosten voor de omschakeling naar de
euro zal het commissariaat-generaal op 29
november aanstaande een rapport uitgeven.
Au cours d'une troisième période ­ qui s'achèvera
fin 2002 ­, les pièces et billets pourront être
échangés auprès des banques et de La Poste.
Jusqu'à fin 2004, les pièces pourront être
échangées auprès de la Banque nationale. Quant à
l'échange de billets auprès de cette dernière, il sera
illimité dans le temps.

Les problèmes logistiques liés au passage à la
monnaie unique sont actuellement examinés par le
Commissariat général à l'euro. Les coûts de la
fabrication, du transport et de la sécurité qui seront
supportés par les pouvoirs publics belges sont
estimés à 6 milliards de francs, les banques
évaluant la facture à leur charge à 4 milliards de
francs.

Le rapport du Commissariat général relatif aux
coûts engendrés par le passage à l'euro sera rendu
public le 29 novembre prochain.
03.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Ik dank
de minister voor dit gedetailleerd antwoord. Er zal
binnenkort uitsluitsel gegeven worden door de EU-
overheden zelf. De minister raamt de kostprijs maar
zegt niet wie die zal dragen. Er werd ons steeds
beloofd dat de burgers die kostprijs niet zouden
moeten betalen, doch ik vrees het ergste.



De omschakeling wordt een zeer moeilijke operatie,
die door de bevolking niet op gejuich onthaald
wordt. Ik zal daar dus zeker op terugkomen.
03.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Je
remercie le ministre pour les informations détaillées
qu'il nous a fournies. Les autorités européennes
elles-mêmes apporteront prochainement une
réponse définitive aux questions qui se posent. Si le
ministre nous propose une évaluation des coûts,.il
ne précise pas qui les supportera. Certes, on nous
a toujours promis qu'ils ne seraient pas répercutés
sur les citoyens, mais je crains le pire.

La conversion à l'euro s'annonce comme une
opération difficile qui ne suscite guère
l'enthousiasme de la population. Je ne manquerai
CRABV 50
COM 300
21/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
pas de revenir sur ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Dirk Pieters aan
de minister van Financiën over "de achterstallen
in de aanvullende gemeentebelasting op de
personenbelasting" (nr. 2686)
04 Question orale de M. Dirk Pieters au ministre
des Finances sur "les arriérés en matière de taxe
communale additionnelle à l'impôt des
personnes physiques" (n° 2686)
04.01 Dirk Pieters (CVP): De rechtbank van
eerste aanleg van Brussel verplichtte de Belgische
Staat om tien miljoen achterstallige belasting te
betalen aan de gemeente Lennik. Voor de Vlaamse
gemeenten zou die achterstal bijna 6 miljard
bedragen, zonder nog rekening te houden met de
interesten.

Zal de regering beroep aantekenen tegen dat
vonnis? Hoe hoog is die achterstand? Wanneer zal
de achterstand worden weggewerkt en zullen
interesten worden uitbetaald?
04.01 Dirk Pieters (CVP): L'Etat belge a été
condamné par le tribunal de première instance de
Bruxelles à verser 10 millions d'arriérés d'impôts à
la commune de Lennik. Pour les communes
flamandes, l'arriéré s'élèverait à 6 milliards de
francs, hors intérêts
.

Le gouvernement interjettera-t-il appel contre ce
jugement? Quel est le montant de l'arriéré? Quand
cet arriéré sera-t-il résorbé et quand les intérêts
seront-ils versés?
04.02 Minister Didier Reynders: Er wordt beroep
aangetekend tegen het vonnis van de rechtbank
van eerste aanleg te Brussel. De totale achterstand
voor alle gemeenten samen bedraagt 7 miljard en
20 miljoen. Wij willen de achterstand bij de
doorstortingen inhalen tegen 31 januari 2001.Dit is
geen loze belofte, maar een engagement. Mijn
voorganger beloofde de achterstallige betalingen in
drie tot vier jaar te voldoen, maar mijn administratie
en ikzelf beloven dat voor het eind van huidig
begrotingsjaar. Het gaat daarbij alleen over de
kapitalen. Er worden geen intresten toegekend.
Gemeenten die een voorschot kregen, hadden
immers ook geen recht op intresten. Noch de Staat,
noch de gemeenten betalen intresten.
04.02 Didier Reynders , ministre: Appel a été
interjeté contre le jugement du tribunal de première
instance de Bruxelles. Pour l'ensemble des
communes, l'arriéré s'élève au total à 7 millards et
20 millions de francs. L'arriéré sera résorbé d'ici au
31 janvier 2001. Il ne s'agit pas d'une simple
promesse mais d'un engagement ferme. Mon
prédécesseur avait promis une résorption de
l'arriéré en trois à quatre ans mais nous nous
engageons, mon administration et moi-même, à
clôturer l'opération de résorption d'ici à la fin de
l'année budgétaire en cours. Il ne s'agit que des
capitaux. Aucun intérêt ne sera versé. Les
communes qui avaient reçu une avance ne peuvent
pas non plus prétendre à des intérêts. L'Etat ni la
commune ne versent d'intérêts.
04.03 Dirk Pieters (CVP): Ik dank de minister voor
dit antwoord. Indien hij zijn belofte waarmaakt, zal ik
hem en zijn administratie daarvoor feliciteren.

Waarom precies wordt beroep aangetekend? Gaat
het hierbij over de hoofdsom of over de intresten?
04.03 Dirk Pieters (CVP): Je remercie le ministre
pour sa réponse. S'il tient ses engagements, je lui
adresserai, ainsi qu'à son administration, mes
félicitations.
Pour quelles raisons précises a-t-il été fait appel ?
S'agit-il du principal ou des intérêts ?
04.04 Minister Didier Reynders : Het gaat hier voor
1998 om een bedrag van vele miljarden achterstal.
Indien daarop intresten zouden moeten betaald
worden, lopen we het gevaar om een hoge rekening
aangeboden te krijgen.
04.04 Didier Reynders , ministre: Il s'agit en
l'occurrence, pour 1998, d'arriérés importants
s'élevant à plusieurs milliards de francs. Nous
risquerions de nous voir présenter une facture très
élevée si des intérêts devaient y être ajoutés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 10.14 uur.
La réunion publique de commission est levée à
10.14 heures.

Document Outline