KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 297
CRIV 50 COM 297
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
dinsdag mardi
14-11-2000 14-11-2000
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 297
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Bart Laeremans tot de
eerste minister over "de regionalisering van de
gemeentewet" (nr. 530)
1
Interpellation de M. Bart Laeremans au premier
ministre sur "la régionalisation de la loi
communale" (n° 530)
1
Sprekers: Bart Laeremans, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie, Guido Tastenhoye,
Jacqueline Herzet
Orateurs: Bart Laeremans, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale, Guido Tastenhoye,
Jacqueline Herzet
Moties
6
Motions
6
CRIV 50
COM 297
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
DINSDAG
14
NOVEMBER
2000
14:00 uur
______
du
MARDI
14
NOVEMBRE
2000
14:00 heures
______
La séance est ouverte à 14.20 heures par M.
Denis D'hondt, président.
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur door
de heer Denis D'hondt, voorzitter.
01 Interpellatie van de heer Bart Laeremans tot
de eerste minister over "de regionalisering van
de gemeentewet" (nr. 530)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie)
01 Interpellation de M. Bart Laeremans au
premier ministre sur "la régionalisation de la loi
communale" (n° 530)
(La réponse sera donnée par le vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale)
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik had mij aangesloten bij
het interpellatieverzoek van collega Poncelet
omdat ook wij verduidelijking willen over het
akkoord, dat door sommigen het Sint-
Hedwigakkoord en door anderen het
Lambermont-akkoord wordt genoemd. Misschien
kan de vice-eerste minister ons de juiste naam
geven van het kind dat hij boven de doopvont
heeft gehouden. We hebben vooral vragen bij de
overheveling van de gemeente- en de
provinciewet naar de gewesten. Deze
overheveling is volgens ons het meest nefaste
onderdeel van dit akkoord.
In dit akkoord staat een korte passus over de
regionalisering van de gemeentewet. De situatie
van de Vlamingen in Brussel wordt merkwaardig
genoeg uitdrukkelijk gekoppeld aan de situatie van
de Franstaligen in de rand. In de passus staat
onder andere dat de waarborgen voor de
Franstaligen in de faciliteitengemeenten zullen
worden verzekerd, net als de bestaande
waarborgen voor de Vlamingen in Brussel. Ik
betreur dat de eerste minister niet aanwezig is om
een antwoord te geven omdat hij zich in het
verleden in deze materie heeft geëngageerd voor
een gewaarborgde Vlaamse vertegenwoordiging
in Brussel. Ik neem aan dat de vice-eerste
minister met hem zal hebben overlegd.
Kan de vice-eerste minister vertellen welke
waarborgen de Franstaligen in het ontwerp van
bijzondere wet worden toebedeeld? Welke zijn de
bestaande waarborgen voor de Vlamingen in
Brussel? Het verheugt mij dat hier een professor
in staatsrecht aanwezig is om hierop een
antwoord te geven. Voor zover ik uit de huidige
wetgeving kan opmaken zijn deze waarborgen
voor de Brusselse Vlamingen zeer beperkt en
vrijblijvend. Ik denk hierbij aan de Vlaamse
schepen in de Brusselse gemeenten, enzovoort.
Dit stelt allemaal nauwelijks of niets voor. Vindt de
vice-eerste minister het normaal dat de situatie in
Brussel wordt gekoppeld aan de situatie in de
rand? Zijn de situaties niet fundamenteel
verschillend, in die zin dat Brussel een tweetalige
stad is waar beide taalgroepen op evenwaardige
wijze bij het beleid moeten worden betrokken,
terwijl de faciliteitengemeenten hoe dan ook in
een ééntalig gebied liggen en er hoogstens sprake
is van een uitzonderingsregime voor individuen op
het taalvlak?
We worden geconfronteerd met een historische
verschuiving. Totnogtoe werd het lot van de
Vlamingen altijd gekoppeld aan dat van de
14/11/2000
CRIV 50
COM 297
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Franstaligen in heel België. Op dat vlak werd een
evenwichtsoefening gedaan. Ik denk hierbij aan
de alarmbelprocedure en de pariteit in de
regering. Deze koppeling werd altijd gemaakt. Nu
wordt dit pad verlaten en wordt de situatie van de
Vlamingen in Brussel gekoppeld aan de situatie
van de Franstaligen in de rand, hoewel het om
totaal verschillende situaties gaat.
Waarom wordt geen rekening gehouden met de
vraag van de Vlaamse regering voor een
gewaarborgde vertegenwoordiging in de
Brusselse gemeenteraden en voor een
gewaarborgde beleidsparticipatie op alle niveaus?
Hebben de Vlaamse onderhandelingspartners
deze vraag tijdens de gesprekken naar voren
gebracht? De eerste minister heeft zich tijdens het
investituursdebat ertoe geëngageerd gehoor te
geven aan deze vraag en met name werk te zullen
maken van een gewaarborgde
vertegenwoordiging in de gemeenteraden. Welke
initiatieven werden intussen op federaal vlak
genomen?
Het was van meet af aan een vergissing om de
Brusselse problematiek bij de Brusselse Costa
onder te brengen omdat de Vlamingen daar
ondanks de zogezegde pariteit slechts 15% van
de bevolking vertegenwoordigen en dus in een
zwakke minderheidssituatie zitten. Bovendien
werd de hele kwestie van de gewaarborgde
vertegenwoordiging in de gemeenteraden op
vraag van de CVP van de agenda geschrapt
omdat ze van mening was dat dit op federaal vlak
moest worden geregeld. De Vlaamse
Gemeenschapscommissie in Brussel heeft
hierover trouwens een resolutie aangenomen.
In een resolutie, die onder meer door Rufin Grijp
werd goedgekeurd, bepaalt de Vlaamse
Gemeenschapscommissie in Brussel uitdrukkelijk
dat de Vlaamse vertegenwoordiging in de
Brusselse gemeenteraden moet worden
gegarandeerd. In elke gemeente moeten er twee
Nederlandstalige schepenen zijn en bovendien
moet de organieke wet van de OCMW-raden
worden aangepast opdat er ook Nederlandstalige
leden in zouden zetelen. Door middel van deze
resolutie geven de Brusselse Vlamingen uiting aan
hun bezorgdheid ten opzichte van de federale
regering.
Indien de hele problematiek wordt overgeheveld
naar het Brussels Gewest, wordt het Brussels
Gewest bevoegd voor deze materie en wordt het
definitief onmogelijk om iets op dit vlak te
realiseren. De Vlamingen bevinden zich in Brussel
immers in een minderheidspositie.
Is het de bedoeling dat alle federale
bevoegdheden in verband met de Brusselse
gemeenten naar het Brussels Gewest worden
overgeheveld? Bestaat het gevaar niet dat we de
controle over onze hoofdstad, die we thans via
het federale Parlement uitoefenen, zullen
verliezen? Vindt u het normaal dat we die controle
zouden verliezen?
Heeft de minister weet van het feit dat op de
interministeriële conferentie voor de Binnenlandse
Zaken de problematiek van de tweetaligheid bij de
Brusselse lokale besturen, de OCMW's,
politiekorpsen en gemeentelijke VZW's wordt
besproken? Zal er voor deze problemen een
regeling worden uitgewerkt in het kader van de
overhevelingswetgeving? Worden hierover in de
regering gesprekken gevoerd? Klopt het dat de
uitholling van het taalhoffelijkheidsakkoord op het
overlegcomité van de verschillende regeringen
wordt voorgelegd? Zal er ook voor deze
problematiek een oplossing worden gevonden?
01.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
de voorzitter, in de eerste plaats wil ik erop wijzen
dat het akkoord van 16 oktober een belangrijke
stap betekent. Men heeft er een hele tijd over
geredetwist. Er was al jaren beslist dat de
gemeentewet zou worden gedefederaliseerd,
maar deze beslissing was geblokkeerd. De
stapsgewijze methodiek kan wel degelijk effect
hebben.
De gewesten krijgen de principiële bevoegdheid
over provincie- en gemeentewetten. In
tegenstelling tot wat de heer Laeremans beweert,
zijn de vertegenwoordiging in Brussel en de
aanwezigheid van anderstaligen in de rand niet
gekoppeld. Zij worden wel na elkaar vermeld. Er is
in geen geval een koppeling tussen de beide
dossiers. We moeten beide groepen benaderen
om te vermijden dat er ontoelaatbare toestanden
ontstaan. We hebben ervoor geopteerd de
bevoegdheid inzake de provincie- en
gemeentewet niet op het spel te zetten door de
discussies die op de verschillende terreinen
worden gevoerd. Het is een feit dat deze materie
in België uiterst gevoelig ligt. Iedereen vond dat de
gemeentewet geregionaliseerd moest worden en
iedereen weet dat de evenwichten op het vlak van
vertegenwoordiging en taalbescherming zeer
kwetsbaar zijn. Wij hebben er bewust voor
gekozen de bestaande evenwichten niet ter
discussie te stellen naar aanleiding van de
regionalisering van de gemeentewet. Men hoeft
het hiermee niet eens te zijn, maar dit is alleszins
een eerbare opvatting. We mogen de
CRIV 50
COM 297
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
gemeentewet niet misbruiken om de accenten te
verleggen. De regering was van oordeel dat de
regionalisering van de gemeentewet van zeer
groot belang was voor het goed bestuur van de
entiteiten. Elk federaal land dat de lokale besturen
regionaliseert, moet in de nodige garanties
voorzien. Dit gebeurt niet enkel in België. Dit
principe moet in acht worden genomen in elke
federale staat die op evenwichten is gebaseerd.
Anders moet men vertrekken vanuit een
meerderheidspositie. Op dat moment heeft men
een unitaire Staat waarin een meerderheid beslist
en de minderheid gewoon volgt. Vanaf het
ogenblik dat men kiest voor een federale Staat
kiest men voor overeenkomsten tussen
verschillende gemeenschappen. Dat is het geval
in Zwitserland, Canada en in ons land.
We zullen een heel gedetailleerde discussie
moeten voeren over de inhoud van de bijzondere
wet om de bestaande garanties te verduidelijken.
Ik kan u enkel de teleologie geven, namelijk dat de
regionalisering niet dient om die evenwichten opzij
te schuiven. Voor wie dit wil veranderen, kan dit
inderdaad de nodige frustraties opleveren. Het is
onze bedoeling dat de regionalisering de
bestaande evenwichten niet in het gevaar brengt.
Die afspraak hebben we in elk geval gemaakt.
Als men bepaalde zaken wil veranderen, moet
men daarover discussiëren en niet over de
gemeentewet. Wil men de faciliteiten veranderen
dan moet men discussiëren over de faciliteiten en
proberen hetzelfde te bereiken op een sluikse
manier via een wijziging van de gemeentewet. Het
is eerbaar om in dit parlement over de faciliteiten
te discussiëren. Het is niet eerbaar de
gemeentewet te willen regionaliseren om op die
manier de faciliteitenwet te willen aanpassen.
Ik herinner u eraan dat de Vlaamse partijen altijd
gezegd hebben dat ze met de regionalisering van
de gemeentewet zouden aantonen dat ze opener
waren voor anderstaligen dan men wel zou
denken. Op dat moment kan er toch geen
probleem zijn om de bestaande wetgeving te
behouden. Op die manier kan er in de Gewesten
een dynamiek ontstaan om een eigen regelgeving
inzake gemeenten en provincies te garanderen.
De Gewesten zullen zelf de organisatie van de
gemeenten en de provincies kunnen bepalen:
twee derde voor het gemeentelijk kiesstelsel en
gemeentegrenzen zijn een apart onderdeel van de
Grondwet en die kan men dus ook niet zomaar
wijzigen. U pleit voor een federale verankering in
Brussel. Ik vind dit persoonlijk een vreemde,
enigszins schizofrene redenering. In Vlaanderen
moet alles Vlaams zijn en Brussel moet federaal
blijven. Zoniet is men bang dat de Franstaligen in
Brussel iets zullen beslissen zonder dat de
Vlamingen daaraan iets kunnen veranderen.
Trouwens, het federale niveau heeft trouwens
geen bevoegdheden meer in Brussel.
01.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De
gedeeltelijke voogdij is nog altijd in federale
handen.
01.04 Minister Johan Vande Lanotte: Nee.
01.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Toch
wel. En wat dan met de ministeriële voordracht
van de burgemeesters en de sancties van de
burgemeesters.
01.06 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is geen
voogdij.
01.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Dat is
toch toezicht.
01.08 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is geen
toezicht maar een benoemingsbevoegdheid. De
benoemingsbevoegdheid van de burgemeester is
anders geregeld.
01.09 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): En wat
dan met de sancties van de burgemeesters?
01.10 Minister Johan Vande Lanotte: Ik zal u dat
uitleggen. Wij nemen aan dat we naar een
rechtstreekse verkiezing gaan van de
burgemeesters. Dat is een principiële optie die
door deze regering is genomen.
Bij de rechtstreekse verkiezing van de
burgemeesters, is er niet langer sprake van een
sanctierecht van die burgemeesters. Op dat
moment is er sprake van een jurisdictioneel
systeem waarbij men uit zijn ambt kan worden
gezet. Een gemeenteraadslid kan nooit via
tuchtsancties uit de gemeenteraad worden gezet.
Dat kan alleen wanneer men jurisdictioneel
vaststelt dat er problemen zijn geweest en de
betrokkene niet meer aan het mandaat voldoet.
Als men de burgemeester rechtstreeks verkiest,
kan men hem ook niet meer onderwerpen aan
eenzelfde bestuurlijk sanctiemechanisme dan bij
een benoeming. De impact van de rechtstreekse
verkiezing is heel erg groot op dat vlak. Ik wil
benadrukken dat dit een onderdeel is van de
regionalisering van de gemeentewet. Men zal die
bevoegdheid moeten gebruiken en daarbij
14/11/2000
CRIV 50
COM 297
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
rekening houden met het feit dat de
burgemeesters rechtstreeks zullen worden
verkozen. Dat zal in die bijzondere wet moeten
staan.
Dit heeft de nodige gevolgen voor de controle op
die burgemeesters. Wie a zegt moet ook b
zeggen. Men kan niet iemand laten verkiezen en
hem tegelijkertijd als een ambtenaar laten
sanctioneren. Dat kan natuurlijk niet.
Dat kan natuurlijk niet, want anders hebben wij
een systeem dat niet werkt. Wat dat betreft, is er
geen probleem inzake federaal of regionaal.
Wij hebben inderdaad de door u bekritiseerde
optie genomen om, zoals wij op federaal niveau
afspraken moeten maken, de Brusselse
vertegenwoordiging afspraken te laten maken. De
federale regering zal zich dus niet mengen in de
Brusselse problematiek of die zelf in hun plaats
oplossen. Van bij het begin hebben wij gesteld dat
de overeenkomst tussen Nederlandstaligen en
Franstaligen in Brussel de overeenkomst zal zijn
voor de regering. Wat men in de Costa in Brussel
afspreekt, is onze afspraak. Zoals wij dat op
federaal niveau hebben gedaan, door te praten,
moeten Nederlandstaligen en Franstaligen dat ook
maar doen in Brussel. Dat is een duidelijke
afspraak: wij gaan dat niet doen, ook niet inzake
de gemeenten. Zij hebben daar hun
verantwoordelijkheid, zij moeten dat ook oplossen.
Dan is er de tweetaligheid. Op het overlegcomité
is er geen discussie over de taalhoffelijkheid. Mij is
daar in elk geval niets over bekend en ik denk dus
niet dat het zo is. In de Brusselse lokale besturen
is er een tweetaligheidprobleem dat zich gaat
stellen en dat als enige werd bediscussieerd,
namelijk dat er nu voor rijkswacht en politie
andere tweetaligheidvoorwaarden gelden. Voor de
gemeentepolitie is er tweetaligheid in personam,
voor de rijkswacht is die er in dienstverband. Per
dienst moet er tweetaligheid zijn voor de
rijkswacht. Toch zijn veel mensen van de
rijkswacht die in Brussel opereren tweetalig,
hoewel zij geen examen hebben meegedaan.
Voor de politie geldt dit dus individueel. Bij
integratie van beide diensten zal er zich daar een
probleem stellen dat moet worden opgelost. Dat
geeft een vrij groot probleem, namelijk dat die
mensen die nu in de Brusselse brigades van de
rijkswacht werken, niet zo maar overgeplaatst
kunnen worden. Zij zouden dat wel graag hebben,
want velen zouden graag uit Brussel weggaan. Zij
werken daar nu en bieden als dienst de
tweetaligheidgarantie. De politie niet, daar moet
iedereen tweetalig zijn. Wij moeten daarvoor een
oplossing vinden en dat zal niet zo evident zijn. De
rijkswacht is in globo op die manier gebouwd. De
rijkswacht telt bovendien heel veel tweetaligen,
mensen die perfect of zeer goed de twee talen
spreken. Laat het mij wat oneerbiedig stellen: heel
wat van de Brusselse rijkswachters spreken beter
Nederlands en Frans dan degenen die het politie-
examen hebben afgelegd. Daar is er dus een
probleem van overgang van regime. Op een
bepaald moment zal men de mensen die daar
werken dat moeten laten bewijzen, door een
specifieke taalproef of zo. Die rijkswachters zijn
ambtenaren die al in dienst zijn en die men niet zo
maar kan ontslaan. Men kan hen niet zeggen dat
ze een taalexamen moeten afleggen of hun job
verliezen. Dus gaat men toch
overgangsmaatregelen moeten zoeken, waardoor
de mensen die in Brussel actief zijn toetsen
afleggen of examens afleggen, of wat dan ook.
Dan garandeert men niet alleen zoals vandaag de
facto de tweetaligheid zoals bij de rijkswacht,
maar kan men die ook juridisch onderbouwen.
Men moet er wel rekening mee houden dat dit niet
op een dag kan worden geregeld, dit door de
gegroeide situatie.
01.11 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, u zegt dat deze tactiek effect
heeft gesorteerd. Uiteraard is dat zo, en wel
omdat de Vlamingen alles hebben gegeven aan
de Franstaligen wat die hebben gevraagd. De
Franstaligen moeten nu het eerste tiental jaren
niets meer op de tafel werpen, waardoor iedere
onderhandeling zal worden geblokkeerd. Zij
hebben nu immers al hun geld voor de Franse
Gemeenschap en krijgen in Brussel eigenlijk
volledige zeggingschap over de ondergeschikte
besturen, met alle gevolgen vandien. Als men een
tactiek aanhoudt van alles toegeven, bekomt men
natuurlijk resultaat, maar dan wel in negatieve zin.
U zegt dat er geen koppeling werd gelegd tussen
Brussel en de rand. Ik kan enkel vaststellen dat de
evenwichten die op dit moment bestaan en
waarbij de Vlamingen in Brussel speciaal worden
beschermd in ruil voor bescherming van de
Franstaligen in België, danig op de helling komen
te staan. Het is absoluut niet zo dat er een status-
quo is ten opzichte van de huidige situatie in
Brussel. Op dit moment hebben wij vanuit de
federale Kamer mogelijkheden om de minister van
Binnenlandse Zaken te interpelleren over wat er
scheefloopt in Brussel, over de problematiek van
de OCMW's en hun samenstelling, met als gevolg
ook de taalproblematiek in de ziekenhuizen en
dergelijke. Wij hebben daar nog vrij veel
controlerecht over, maar in de toekomst zal dit
quasi onmogelijk worden.
CRIV 50
COM 297
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Bovendien gaat heel de organieke wetgeving over
de gemeenten naar het gewest, waar de
Vlamingen zelfs geen dubbele meerderheid
hebben verkregen.
01.12 Minister Johan Vande Lanotte: Bij wijze
van voorbeeld, de organieke regeling voor de
OCMW's berust reeds bij de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie. Het gaat over
hetzelfde soort transfers. U kunt daar niemand
meer over ondervragen.
01.13 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Hoe
dan ook heb ik een tijdje geleden de minister van
Binnenlandse Zaken ondervraagd over het
taalhoffelijkheidsakkoord en de gevolgen hiervan
voor de OCMW's.
01.14 Minister Johan Vande Lanotte: Ik kan niet
veel over de bevoegdheid van de minister van
Binnenlandse Zaken zeggen, dat weet u ook.
01.15 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Toch
wel over een aantal zaken, maar we gaan dat
debat hier niet tot in detail voeren omdat dit ons te
ver zou leiden. Hoe dan ook gaat de organieke
wetgeving volledig naar het Gewest. Bij die
wetswijzigingen op gewestelijk vlak is er geen
enkele duidelijkheid over de dubbele meerderheid.
Ik vrees dat de Franstaligen met een eenvoudige
ordonnantie zonder dubbele meerderheid die
situatie ten nadele van de Vlamingen kunnen
versterken. De Vlamingen zullen in elk geval niet
op eigen houtje kunnen zorgen voor de
gewaarborgde vertegenwoordiging in Brussel. Ze
hebben immers geen enkel drukkingsmiddel ter
beschikking.
U zegt dat het inconsequent is om voor de zes
randgemeenten alles naar het Vlaamse Gewest te
willen overhevelen maar dat niet toe te passen
inzake Brussel. Dat is niet waar. Wat wij eisen
voor Vlaanderen, eisen wij ook voor Wallonië. Die
twee staan tegenover elkaar of gaan gelijk op in
de toename van bevoegdheden, maar tot op
heden is er altijd een uitzonderingssituatie
geweest voor Brussel. Brussel heeft immers een
apart gewestelijk statuut met ordonnanties in
plaats van decreten. Dit wordt nu door dit akkoord
verlaten. De drieledigheid wordt enorm versterkt
en Brussel wordt een supergewest met op een
aantal punten nog meer bevoegdheden dan de
andere gewesten, met alle gevolgen van dien.
Wat die waarborgen betreft, hebt u niet
geantwoord op mijn vragen. Ik vroeg naar de
specifieke waarborgen die gehandhaafd of
federaal gegarandeerd worden. U hebt daar niet
op geantwoord. Ze zijn eigenlijk onbestaande,
tenzij u die Vlaamse schepen een waarborg
noemt. U weet ook dat in de meeste gemeenten
dit in de praktijk niet wordt omgezet. Ik vind het
bijzonder laf dat de federale regering de Brusselse
Vlamingen zo in de steek laat. Het is immers geen
status-quo, we leveren de Brusselse Vlamingen in
feite uit aan de goodwill van de Franstaligen. Het
federale niveau zal niets meer kunnen doen aan
de gewaarborgde vertegenwoordiging van de
Vlamingen in Brussel en aan de beleidsparticipatie
van de Vlamingen in Brussel. Dat wordt definitief
onmogelijk. We hebben dus niet te maken met
een status-quo in Brussel, wel integendeel.
De vraag in verband met het overleg tussen de
verschillende ministers van Binnenlandse Zaken
heb ik u specifiek gesteld omwille van een
toespraak van de heer Bert Anciaux een week
voor de verkiezingen. Hij zette toen alle Vlaamse
eisen op een rijtje en maakte die tot de zijne. Een
week na de verkiezingen heeft hij er echter niets
van gerealiseerd. Hij zei onder meer dat hij de
problematiek van de taaltoestanden in de
OCMW's en politiekorpsen en het
taalhoffelijkheidsakkoord op de interministeriële
conferentie van Binnenlandse Zaken zou brengen.
Hier krijg ik de bevestiging van wat ik vreesde. De
heer Anciaux heeft daar helemaal niets voor
gedaan, hij heeft alleen zijn publiek wat
wijsgemaakt. Dat is ook interessant om weten.
In mijn volgende punt wil ik verwijzen naar wat u
zegt over de Rijkswacht. U hebt vrij lang en
omstandig uitgelegd dat er iets moet worden
gedaan aan de taalproblematiek binnen de
Rijkswacht, onder meer aan de taalkennis. Ik heb
uw collega Duquesne daar al over ondervraagd.
Minister Duquesne heeft mij daarop al een aantal
maanden geleden uitvoerig geantwoord. Hij heeft
gezegd dat de rijkswachters die in Brussel willen
blijven wel degelijk een taalproef zullen moeten
afleggen. Hij heeft wel voorzien in een
overgangsperiode van een aantal jaar. Dat leek
dus al min of meer in kannen en kruiken. Ik hoop
dus dat men zich daaraan houdt. Ik zal hierop
zeker toezien.
Tot slot, mijn collega Tastenhoye heeft een motie
ingediend, waarin wij uitdrukkelijk vragen nog voor
iedere overheveling in een gewaarborgde
vertegenwoordiging en machtsparticipatie te
voorzien. Ik wil uitdrukkelijk stellen dat die
overheveling van de Brusselse structuren naar het
Gewest absoluut geen goede zaak is. Geen enkel
volk dat zichzelf respecteert levert zijn eigen
onderdanen uit en zorgt dat het geen enkele
controle meer heeft op zijn eigen hoofdstad. Dit is
14/11/2000
CRIV 50
COM 297
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
een echte aberratie en ik hoop dat wij op de
Volksunie een zodanige druk kunnen uitoefenen
dat uw regering niet de noodzakelijke tweederde
meerderheid verkrijgt, want dit is absoluut nefast
voor Vlaanderen.
01.16 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik heb een korte, doch niet
onbelangrijke opmerking. Ik sluit mij aan bij wat de
heer Laeremans zei. Ik weet niet, mijnheer de
minister, of u en bepaalde Belgische kringen wel
beseffen welke tijdbom met dit Lambermont-
akkoord onder België werd geplaatst? Met dit
akkoord worden de Brusselse Vlamingen
opgegeven. Weerloos worden ze overgelaten aan
de willekeur van de Franstalige machthebbers in
Brussel.
Als dit daadwerkelijk gebeurt, dan voorspel ik u,
mijnheer de minister, dat er in Vlaanderen zeer
snel stemmen zullen opgaan om Brussel te laten
vallen en enkel met Vlaanderen door te gaan. Ik
vertel hier geen prietpraat, niemand minder dan
Frans Crols, de directeur van Trends, heeft er
onlangs openlijk voor gepleit dat Vlaanderen
Brussel zou laten vallen. Hij stelde zelfs een
verhuispremie voor van 1 miljoen frank voor elke
Brusselse Vlaming die van de hoofdstad naar
Vlaanderen verhuist.
Dit idee zal in Vlaanderen nieuw leven krijgen
ingeblazen als blijkt dat men met dit akkoord de
Brusselse Vlamingen achterlaat, ten prooi aan
gijzeling door de Franstalige machthebbers. Mijn
partij kan het niet schelen dat België zou barsten,
integendeel, dat is onze topprioriteit. Maar wij
willen een onafhankelijk Vlaanderen met Brussel
als hoofdstad. Daar zullen wij tot onze laatste snik
voor vechten.
01.17 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, monsieur le ministre, vous
dites que grâce à l'élection directe des
bourgmestres, on s'oriente vers cet objectif...
01.18 Johan Vande Lanotte, ministre: Ce sera
légalement prévu.
01.19 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Avez-
vous une idée de la façon dont ils seront élus?
01.20 Johan Vande Lanotte, ministre: Rien de
plus simple! L'élection directe sera prévue dans la
loi spéciale, mais chaque région en précisera les
modalités.
01.21 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Cette
élection aura-t-elle lieu en deux tours?
01.22 Johan Vande Lanotte, ministre: La loi
spéciale disposera que les bourgmestres devront
être élus directement mais il appartiendra aux
régions de le faire figurer dans la loi de décret
provincial et communal.
01.23 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC):
Donc, elles pourraient être différentes selon les
régions du pays?
01.24 Johan Vande Lanotte, ministre: C'est clair
pourvu qu'il s'agisse d'une élection directe mais
les modalités de cette élection directe peuvent
différer du Nord au Sud du pays en passant par
Bruxelles. Il appartiendra toujours à la Cour
d'arbitrage de trancher en cas de litige en la
matière.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heren Bart Laeremans en Guido Tastenhoye
en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Bart
Laeremans
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie,
vraagt waarborgen voor de Brusselse Vlamingen,
onder meer op het gebied van een gegarandeerde
vertegenwoordiging op alle Brusselse
bestuursniveaus, vooraleer de gemeentewet over
te hevelen."
Une motion de recommandation a été déposée
par MM. Bart Laeremans et Guido Tastenhoye et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Bart Laeremans
et la réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'Economie
sociale
demande des garanties pour les Flamands de
Bruxelles, notamment sur le plan de leur
représentation à tous les niveaux de pouvoir
bruxellois, avant le transfert de la loi communale."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Géraldine Pelzer-Salandra en Jacqueline
Herzet en de heren Charles Janssens, Tony
CRIV 50
COM 297
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Smets en Willy Cortois.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Géraldine Pelzer-Salandra et Jacqueline
Herzet et MM. Charles Janssens, Tony Smets et
Willy Cortois.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 14.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14.46 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 297
CRABV 50 COM 297
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
dinsdag mardi
14-11-2000 14-11-2000
14:00 uur
14:00 heures
CRABV 50
COM 297
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Bart Laeremans aan de
eerste minister over "de regionalisering van de
gemeentewet" (nr. 521)
1
Interpellation de M. Bart Laeremans au premier
ministre sur "la régionalisation de la loi
communale"
1
Sprekers: Bart Laeremans, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie , Guido Tastenhoye,
Jacqueline Herzet
Orateurs: Bart Laeremans, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale , Guido Tastenhoye,
Jacqueline Herzet
Moties
4
Motions
4
CRABV 50
COM 297
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
DINSDAG
14
NOVEMBER
2000
14:00 uur
______
du
MARDI
14
NOVEMBRE
2000
14:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur door
de heer Denis D'Hondt, voorzitter.
De voorzitter: De heer Poncelet heeft om kwart na
twee de vergadering verlaten. Hij moest naar de
Conferentie van voorzitters.
La séance est ouverte à 14.20 heures par M. Denis
D'Hondt, président.
Le président: M. Poncelet a quitté la réunion à
deux heures et quart, pour se rendre à la
Conférence des présidents.
01 Interpellatie van de heer Bart Laeremans aan
de eerste minister over "de regionalisering van
de gemeentewet" (nr. 521)
01 Interpellation de M. Bart Laeremans au
premier ministre sur "la régionalisation de la loi
communale"
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Het
jongste akkoord met betrekking tot de
regionalisering van de gemeentewet heeft een
duidelijke koppeling gemaakt tussen de Vlamingen
in Brussel en de Franstaligen in de rand van
Brussel. Welke waarborgen zullen de Franstaligen
precies krijgen? Welke zijn de "bestaande
waarborgen" voor de Vlamingen? Vindt de eerste
minister die binding normaal
Waarom wordt geen rekening gehouden met de
vraag naar een gewaarborgde vertegenwoordiging
van de Vlamingen in Brussel? Is het de bedoeling
alle federale bevoegdheden in verband met de
Brusselse gemeenten naar het Brussels Gewest
over te hevelen?
Zal de regering zorgen voor een regeling van de
problematiek van de gebrekkige tweetaligheid in de
Brusselse instellingen?
Is er sprake van een afzwakking van de
zogenaamde taalhoffelijkheid?
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Le
récent accord relatif à la régionalisation de la loi
communale a établi un lien manifeste entre les
Flamands de Bruxelles et les francophones de la
périphérie.Quelles garanties les francophones
obtiendront-ils précisément
? Quelles sont les
« garanties existantes » pour les Flamands ? Le
premier ministre trouve-t-il normal de lier ces deux
dossiers ?
Pourquoi la demande d'une représentation garantie
des Flamands à Bruxelles n'est-elle pas prise en
considération ?Est-il prévu de transférer à la Région
bruxelloise toutes les compétences fédérales
relatives aux communes bruxelloises ?
Le gouvernement veillera-t-il à résoudre la question
de l'absence d'un bilinguisme parfait dans les
institutions bruxelloises ?
Est-il question d'un relâchement en ce qui concerne
la « courtoisie linguisitique » ?
01.02 Minister Johan Vande Lanotte : Het Sint-
Hedwigakkoord is een heel belangrijke stap in de
regionalisering van dit land. Een van de resultaten is
dat de Gewesten de bevoegdheid krijgen over de
01.02 Johan Vande Lanotte , ministre: Les
accords de la Sainte-Perlette constituent un très
grand pas sur la voie de la régionalisation de notre
pays. Ils ont notamment pour conséquence que les
14/11/2000
CRABV 50
COM 297
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
gemeente- en provinciewetten.
Er is geen koppeling tussen de regionalisering van
de gemeente- en provinciewetten enerzijds en de
vertegenwoordiging van de Vlamingen in Brussel en
van de Franstaligen in de Brusselse rand
anderzijds. We hebben ervoor geopteerd beide
zaken niet te koppelen wegens het delicate karakter
van de bestaande evenwichten. Elke federale
staatsstructuur veronderstelt afspraken tussen de
verschillende Gemeenschappen op hetzelfde
niveau.
Régions sont désormais compétentes pour les lois
communale et provinciale.
La régionalisation de ces lois n'est pas liée à la
représentation des Flamands à Bruxelles ni à celle
des francophones dans la périphérie bruxelloise.
Nous avons choisi de ne pas lier ces deux matières
en raison du caractère délicat des équilibres
existants. Toute structure institutionnelle fédérale
présuppose la conclusion d'accords entre les
différentes Communautés au même niveau.
We zullen zeker nog een discussie hebben over wat
we in de bijzondere wet steken. Regionalisering
dient niet om evenwichten te veranderen. Ze mag
bestaande evenwichten niet in gevaar brengen. De
faciliteiten zijn misschien een discussie waard,
maar niet gekoppeld aan de nieuwe gemeentewet.
De dynamiek van de Gewesten staat centraal in de
nieuwe gemeentewet. Wat Brussel betreft,
verwondert het mij dat de heer Laeremans deze
materie federaal wil houden. Dit is niet logisch. Het
toezicht over de gemeenten is al langer niet meer
federaal.
Nous aurons assurément encore une discussion sur
le contenu de la loi. La régionalisation ne sert pas à
modifier les équilibres. Elle ne doit pas mettre en
danger des équilibres existants. Les facilités
méritent peut-être une discussion, mais sans lien
aucun avec la nouvelle loi communale.
La dynamique des Régions constitue un élément
central de la nouvelle loi communale. En ce qui
concerne Bruxelles, je m'étonne que M. Laeremans
souhaite que cette matière reste fédérale. Ce n'est
pas logique. Le contrôle des communes n'est plus
fédéral depuis un certain temps déjà.
01.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De
voogdij is nog altijd federaal. Ik denk aan de
sancties tegen burgemeesters.
01.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): La
tutelle est toujours fédérale. Je songeaux sanctions
à l'encontre des bourgmestres.
01.04 Minister Johan Vande Lanotte : Dat klopt
niet. De voogdij is niet federaal. Er is wel een zeker
toezicht. Het federaal niveau staat enkel nog in voor
de benoeming van burgemeesters.
Deze regering is trouwens zinnens de rechtstreekse
verkiezing van de burgemeesters in te voeren. Dit
wil zeggen dat er dan ook geen bestuurlijk
sanctierecht meer is voor de burgemeester, maar
dat er sprake is van een jurisdictioneel systeem dat
kan leiden tot ontzetting uit de functie.
De Brusselse vertegenwoordigers moeten onder
mekaar proberen een gelijkaardig akkoord te
bereiken als de federale partners tussen de
verschillende Gewesten en Gemeenschappen.
Er is niets beslist over het Brussels
taalhoffelijkheidsakkoord. Er is wel een specifiek
probleem omdat er in Brussel andere eisen qua
tweetaligheid bestaan voor rijkswacht enerzijds en
politie anderzijds. Daarvoor moeten we nog een
oplossing zoeken voor wanneer de eenheidspolitie
wordt gerealiseerd.
01.04 Johan Vande Lanotte , ministre: Ce n'est
pas vrai. La tutelle n'est pas fédérale. Il y a certes
un contrôle, mais le niveau fédéral n'est plus
responsable que de la nomination des
bourgmestres.
Le gouvernement actuel a d'ailleurs l'intention
d'instaurer le principe de l'élection directe des
bourgmestres. Cela signifie qu'il n'y aura plus, en ce
qui concerne les bourgmestres, de droit de sanction
administratif, mais qu'un système juridictionnel
pourra le cas échéant déboucher sur la destitution.
Les parlementaires bruxellois doivent s'efforcer
d'aboutir à un accord analogue, à l'instar des
partenaires fédéraux entre les différentes Régions
et Communautés.
Rien n'a été décidé quant à l'accord bruxellois de
courtoisie linguistique. Il se pose un problème
spécifique parce que Bruxelles a des exigences
différentes en matière de bilinguisme pour la
gendarmerie d'une part et la police d'autre part.
Nous devons dès lors encore trouver une solution
pour le jour où la police unique sera une réalité.
01.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Deze
onderhandelingstactiek heeft ertoe geleid dat de
Vlamingen alles hebben toegegeven en de
01.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Cette
tactique de négociation a eu pour effet que les
Flamands ont tout concédé et que les francophones
CRABV 50
COM 297
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Franstaligen alle toezeggingen hebben gekregen.
De minister ontkent dat er een koppeling is gemaakt
tussen Brussel en de rand van Brussel. De
evenwichten komen echter danig op de helling te
staan Tot op heden konden wij de minister
ondervragen over wantoestanden in Brusselse
ziekenhuizen en bij de OCMW's. In de toekomst zal
dit onmogelijk worden.
ont bénéficié de toutes les concessions. Le ministre
dément que la question de Bruxelles et celui de la
périphérie soient liés. Les équilibres sont toutefois
gravement compromis. Jusqu'à présent, nous
pouvions interroger le ministre sur les
dysfonctionnements dans les hôpitaux bruxellois et
dans les CPAS. Cela sera impossible à l'avenir.
01.06 Minister Johan Vande Lanotte : De
organieke regel zit al bij de
gemeenschapscommissie.
01.06 Johan Vande Lanotte , ministre: Les
dispositions organiques relèvent déjà de la
commission communautaire.
01.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De
organieke regel gaat volledig naar de Gewesten. De
Franstaligen zullen geen dubbele meerderheid
meer nodig hebben om bepaalde ordonnanties
erdoor te krijgen.
Het Vlaams Blok betreurt dat de federale
drieledigheid wordt bevestigd. Brussel wordt meer
en meer op het niveau van Vlaanderen en Brussel
getild. Ik stel echter vast dat er voor de Brusselse
Vlamingen geen garanties zijn ingebouwd. Zij zijn
uitgeleverd aan de Franstaligen. Dat vinden we een
gevaarlijke evolutie. Hoe kan men nu de Vlamingen
in Brussel zo laten gijzelen? In geen enkel federaal
land wordt de controle over de hoofdstad zozeer
door een van de taalgemeenschappen opgegeven.
01.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Les
dispositions organiques sont entièrement confiées
aux Régions. Les francophones n'auront plus
besoin d'une double majorité pour faire passer
certaines ordonnances.
Le Vlaams Blok déplore la confirmation du
fédéralisme à trois. De plus en plus, Bruxelles est
élevée au niveau de la Flandre. Je constate
toutefois qu'aucune garantie n'est instaurée pour
les Flamands de Bruxelles. Ils sont livrés aux
francophones. Il s'agit à nos yeux d'une évolution
dangereuse. Comment peut-on prendre ainsi en
otage les Flamands de Bruxelles ? Dans aucun
pays fédéral, le contrôle de la capitale n'est à ce
point délaissé par une des communautés
linguistiques.
01.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Beseft de minister welke tijdbom de regering onder
België plaatst met dit Berlaymont-akkoord? In
Vlaanderen zullen snel stemmen opgaan om
Brussel te laten vallen. De directeur van Trends, de
heer Frans Crols, heeft reeds een voorstel in die
richting gelanceerd. Met dit akkoord gijzelt de
regering de Vlaamse Brusselaars.
Het Vlaams Blok wil een zelfstandig Vlaanderen
met Brussel als hoofdstad.
01.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Le
ministre se rend-il bien compte que le
gouvernement a amorcé une bombe à retardement
qui risque d'exploser en Belgique à la suite de
l'accord du Berlaymont ? En Flandre, d'aucuns
souhaiteront rapidement abandonner Bruxelles. Le
directeur du magazine « Trends », M. Frans Crols,
a déjà formulé une proposition dans ce sens. Le
gouvernement se sert de cet accord pour prendre
les Bruxellois flamands en otage.
Le Vlaams Blok souhaite une Flandre
indépendante, avec la ville de Bruxelles pour
capitale
01.09 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Heeft u
er enig idee van hoe de burgemeesters verkozen
zullen worden ? Komt er een systeem met twee
stemronden ?
01.09 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Avez-
vous une idée de la façon dont les bourgmestres
seront élus ?
Le système sera-t-il un système à deux tours ?
01.10 Minister Johan Vande Lanotte : De
burgemeesters worden rechtstreeks verkozen,
maar binnen de context van het gewestelijke
beleidsniveau. De rechtstreekse verkiezing van de
burgemeesters wordt in de bijzondere wet
ingeschreven, die de Gewesten vervolgens aan hun
regelgeving moeten aanpassen
01.10 Johan Vande Lanotte , ministre: Ils doivent
être élus directement, mais dans le contexte du
pouvoir régional.
Leur élection directe sera inscrite dans la loi
spéciale, que les Régions devront ensuite adapter à
leur législation.
01.11 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): De 01.11 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Le
14/11/2000
CRABV 50
COM 297
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
regeling kan dus variëren van Gewest tot Gewest ?
système pourrait donc différer selon les Régions.
01.12 Minister Johan Vande Lanotte : Ja, voor
zover er binnen de grenzen van de rechtstreekse
verkiezing gewerkt wordt. Het Arbitragehof is
bevoegd om te verifiëren of de grenzen niet
overschreden werden.
01.12 Johan Vande Lanotte , ministre: Oui,
pourvu qu'elles restent dans les limites de l'élection
directe. La Cour d'arbitrage est compétente pour
vérifier si ces limites sont respectées.
Moties
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Bart Laeremans en Guido Tastenhoye en
luidt als volgt:
" De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Bart Laeremans
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie
en Sociale Economie,
vraagt waarborgen voor de Brusselse Vlamingen,
onder meer op het gebied van een gegarandeerde
vertegenwoordiging op alle Brusselse
bestuursniveaus, vooraleer de gemeentewet over te
hevelen."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Géraldine Pelzer-Salandra en Jacqueline
Herzet en de heren Charles Janssens, Tony Smets
en Willy Cortois.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Motions
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Bart Laeremans et Guido Tastenhoye et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Bart Laeremans
et la réponse du vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'Economie
sociale,
demande des garanties pour les Bruxelloois
flamands, notamment en ce qui concerne la
représentation à tous les niveaux administratifs
bruxellois, avant que la loi communale soit
transférée"
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Géraldine Pelzer-Salandra et Jacqueline Herzet et
MM. Charles Janssens, Tony Smets et Willy
Cortois.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14.46 heures.
Document Outline