KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 286
CRIV 50 COM 286
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
07-11-2000 07-11-2000
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 286
07/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "de algemene socio-
economische enquête van 2001" (nr. 2596)
1
Question orale de Mme Simonne Creyf au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "l'enquête socio-économique générale
de 2001" (n° 2596)
1
Sprekers: Simonne Creyf, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Simonne Creyf, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
07/11/2000
CRIV 50
COM 286
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
CRIV 50
COM 286
07/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
07
NOVEMBER
2000
14:00 uur
______
du
MARDI
07
NOVEMBRE
2000
14:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.11 uur door
mevrouw Muriel Gerkens, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.11 heures par Mme
Muriel Gerkens, présidente.
01 Mondelinge vraag van mevrouw Simonne
Creyf aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "de algemene socio-
economische enquête van 2001" (nr. 2596)
01 Question orale de Mme Simonne Creyf au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "l'enquête socio-économique
générale de 2001" (n° 2596)
01.01 Simonne Creyf (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, de klassieke
tienjaarlijkse volkstellingen zullen weldra tot het
verleden behoren. Voor 2001 wordt de volkstelling
vervangen door een zogenaamde sociaal-
economische enquête. Wij hebben kunnen lezen
dat daarvoor reeds heel wat voorbereidingen
werden getroffen. De Hoge Raad voor de
Statistiek en het NIS hebben zich daar reeds
uitgebreid mee bezig gehouden. Heel de
voorstelling van de sociaal-economische enquête
hebben wij kunnen meemaken op de website van
het ministerie van Economische Zaken.
Inhoudelijk hebben wij dus een goed beeld van
wat dit zou kunnen zijn. De tienjaarlijkse
volkstelling had voordelen, maar ook serieuze
gebreken. Ik wil de sociaal-economische enquête
op zich niet aanvallen, maar ik heb wel een aantal
vragen bij de wijze waarop zij zal worden
uitgevoerd.

De enquête zou gebeuren in drie fasen. De eerste
fase behelst de verzending van de documenten
aan de bevolking, evenals een herinneringskaart.
In een tweede fase is er een aangetekend
schrijven voor wie niet reageerde op de eerste
fase. In de derde fase volgt een bezoek aan de
woonplaats door een enquêteur voor wie niet
reageerde op fase twee. Dan staat er een
merkwaardige zin in de tekst: "De kosten die
ontstaan door niet meewerkende huishoudens,
zullen op hen worden verhaald". Dat zijn dan de
kosten van fase twee en fase drie. Bij het geheel
heb ik dan toch enkele vragen.

Het regeerakkoord vermeldt dat de
administratieve last moet verminderen. Past
dergelijke enquête in deze doelstelling? Vanaf
volgend jaar zal er geen telling meer gebeuren
want ondertussen heeft men allerlei andere
informatiebronnen. Waarom nu dan nog dergelijke
enquête die alle mensen zullen krijgen en zullen
moeten invullen? Mensen krijgen er dus nog een
nieuwe papierslag bij. Wie niet antwoordt, draait
op voor de kosten van het aangetekend schrijven
en het bezoek van de enquêteur aan huis. Het laat
zich raden wie niet zal antwoorden. Dat staat zelfs
in de tekst op de website. Ik denk dan aan sociaal
07/11/2000
CRIV 50
COM 286
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
achtergestelde personen, personen die niet in
staat zijn zelf hun formulier in te vullen, mensen
die niet vertrouwd zijn met het invullen van
documenten en formulieren, mensen die
argwanend zijn op het ogenblik dat hen vragen
worden gesteld als waarmee men verwarmt,
hoeveel kamers hun huis telt enzovoort. Verder
zie ik ook oudere personen, die niet geneigd
zullen zijn dat allemaal te lezen en in te vullen.
Wie zullen niet antwoorden? De sociaal
achtergestelden en de ouderen. Wie zullen
moeten betalen? Zij die niet antwoorden. Zij die
het al moeilijk zullen hebben met de enquête,
zullen nog worden gestraft. Wie zal niet worden
gestraft? Al wie vertrouwd is met de nieuwe
communicatiemedia, die heel vlot het
enquêteformulier via e-mail zal bezorgen. Men
kiest dus op voorhand een instrument waarbij men
weet dat bepaalde groepen niet zullen kunnen
antwoorden. Tegelijk bepaalt men dat voor die
groep in een boete zou worden voorzien. Ik heb er
vragen bij of dit wel sociaal en rechtvaardig is.

Een andere opmerking dan. De volkstellingen
waren natuurlijk zeer omslachtig en de resultaten
kwamen pas zeer laat. Toch hadden zij een hoge
mate van betrouwbaarheid. Als men de
volkstelling vervangt door de zelf in te vullen
sociaal-economische enquête, zal men dan nog
kunnen rekenen op betrouwbare gegevens?

Als men deze enquête wil gebruiken als
beleidsinstrument, moet zij betrouwbaar zijn. Er
rijzen echter diverse moeilijkheden. Ten eerste,
zal het ondervragen van de gehele bevolking
problemen geven. Velen zullen immers niet
antwoorden, met boetes tot gevolg. Ten tweede, is
er geen enkele garantie dat men de formulieren
juist invult en dat men de zaken anders voorstelt
dan ze zijn. Ten derde, zullen veel mensen vrezen
dat de gegevens van de enquête voor andere
doeleinden zullen worden gebruikt, dat ze zullen
worden doorgegeven en dat er misbruik van zal
worden gemaakt. Ik vraag u dus hoe het zit met
de bescherming van de privacy in dergelijke
aangelegenheden.

Het is trouwens toch wel merkwaardig dat, net op
het ogenblik dat de discussie over het afschaffen
van de stemplicht terug oplaait, u een nieuwe
verplichting invoert, de enquêteplicht.
01.02 Minister Charles Picqué: Mevrouw de
voorzitter, mevrouw Creyf, ik hecht veel belang
aan die sociaal-economische enquête om
verschillende redenen. Ik ben van mening dat een
dergelijke enquête een onontbeerlijk
beleidsinstrument is voor de regering en de
overheid in het algemeen.

De vermindering van de administratieve lasten is
inderdaad een van de doelstellingen van het
regeerakkoord. In die geest werd tot de sociaal-
economische enquête van 2001 beslist. Deze zal
de laatste exhaustieve ondervraging van die aard
zijn. In de toekomst zal de basisinformatie uit de
bestaande administratieve registers en uit de
gegevens van deze enquête worden gehaald.

Uiteraard zal de informatie door het Nationaal
Instituut voor de Statistiek worden bijgewerkt - ik
denk aan de gegevens in verband met de
woongelegenheid en het kennisniveau van de
bevolking - met de hulp van de gemeenschappen.
Het is onvermijdelijk dat de enquête zal worden
bijgewerkt met behulp van de bestaande
gegevens.

Het is niet mogelijk in 2001 alleen maar de
bestaande registers aan te wenden. De redenen
daarvoor zijn de volgende: in tegenstelling tot het
rijksregister, dat sinds 1985 operationeel is, werd
de kruispuntbank, die zeer belangrijk zal zijn voor
de toekomst en die werd opgericht door de wet
van januari 1990, pas midden 1991 actief.
Bijgevolg kon de volkstelling van 1991 niet
steunen op informatie van de kruispuntbank. Met
het oog op de statistische betrouwbaarheid is het
nodig de verschillen tussen deze administratieve
bron en de op traditionele wijze ingezamelde
informatie te analyseren.

Het gaat er niet om de juistheid van de gegevens
in twijfel te trekken, maar de wijzigingen te
bestuderen die te wijten zijn aan verschillen of
leemtes in de informatie over bepaalde
categorieën van personen.

Dat is een van de redenen waarom, in
tegenstelling tot wat soms in de pers verscheen,
door het ministerie van Economische Zaken noch
door het Nationaal Instituut voor de Statistiek nooit
werd beweerd dat de voorstelling van 1991 de
laatste van die aard zou zijn. Nog vóór de
algemene socio-economische enquête zullen wij
de zaken gedeeltelijk traditioneel benaderen.

Ten tweede, er bestaat geen enkele exhaustieve
en bruikbare gegevensbank die alle nodige
informatie kan verstekken over woongelegenheid
en kennisniveau van de bevolking. Vertrekkend
van de enquête 2001 zal het Nationaal Instituut
voor de Statistiek zijn gegevensbanken aanleggen
en ervoor zorgen dat die in de toekomst
voortdurend worden bijgewerkt.
CRIV 50
COM 286
07/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Ten derde, de meerderheid van de informatie die
tijdens de enquête 2001 moet worden verzameld,
bestaat uit gegevens die aan de Europese
instanties moeten worden verstrekt. Zij worden in
extenso hernomen in het blad dat in 1999 door de
Europese Commissie werd uitgegeven onder de
titel: "Oriëntaties en tabellen over het programma
van de volkstelling en over het
huisvestingsprogramma in 2001 in de Gewesten".
In het Frans luidt de titel: "Orientations et tableaux
relatifs au programme communautaire de
recenssement de la population et des habitations
en 2001".

Uiteraard is er het probleem van het vertrouwelijk
karakter van de gegevens. Ik meen echter dat dit
vertrouwelijk karakter van de gegevens op alle
niveaus wordt gewaarborgd, zoals dat eveneens
het geval was tijdens de vorige volkstellingen.
Zowel de verzending van de documenten als de
terugzending door de bevolking, zal onder
gesloten omslag gebeuren. In het geval de
documenten niet worden teruggezonden zijn zowel
de huisbezoekers als het personeel van het
Nationaal Instituut voor de Statistiek, krachtens de
wet van juli 1962, gehouden aan het geheim van
de statistieken. Tevens zal het Nationaal Instituut
voor de Statistiek, overeenkomstig de bepalingen
van de wet, slechts algemene en anonieme
gegevens publiceren. Overigens wordt de
veiligheid van de individuele gegevens verzekerd
door het opstellen en het beheren van aparte
tabellen. De tabellen waarin de individuele
gegevens voorkomen zullen door een willekeurig
reeksnummer worden beschermd; zij zullen nooit
de naam, de voornaam en het
rijksregisternummer van een persoon bevatten.

Het uitvoeringsbesluit betreffende de enquête zal
effectief de kosten bepalen die ten laste vallen van
onachtzame personen of van personen die van
slechte wil zijn. Alleen de personen die hun
ingevulde documenten na de aanvankelijke
verzending, na een eerste aanmaning en na een
aangetekende aanmaning verstuurd naar het
officieel adres, op 1 oktober 2001 nog niet zouden
hebben verzonden, komen daarvoor in
aanmerking. De kosten die ten laste kunnen
worden gelegd, zullen overeenkomen met de
verzendingskosten van de documenten, de
aangetekende aanmaning en de vergoeding van
de huisbezoekers belast met de uitvoering van de
enquête aan huis. Het principe van deze
procedure wordt uitdrukkelijk toegelaten door de
wet van juli 1962. Het beantwoordt aan de vereiste
om de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de
enquête niet de schaden; de kwaliteit en de
betrouwbaarheid zouden immers kunnen worden
aangetast door een overdreven aantal niet-
ingevulde documenten.

Dat is een probleem van geloofwaardigheid van
een enquête die alle mogelijke gegevens moet
inzamelen.

De personen die gedurende heel de periode van
de enquête afwezig zijn, alsook de personen die
zonder de hulp van een huisbezoeker niet in staat
zijn goed te antwoorden, zullen worden vrijgesteld
van de betaling van de kosten. Een gedetailleerde
strafprocedure moet nog in mijn departement
worden besproken voordat ze definitief wordt
vastgelegd.

Wij hebben natuurlijk een budget voor deze
enquête uitgetrokken. Wat is de timing? De
enquête zal, volgens de informatie waarover ik
beschik, beginnen in oktober 2001. Vóór die
datum zou te vroeg zijn.

De enquête zal niet alleen voor de overheid nuttig
zijn, maar ook voor de ondernemingen, de private
sector, de wetenschappelijke onderzoekers,
enzovoort. De regering getuigt met deze
beslissing van veel wijsheid. We moeten in ieder
geval een enquête lanceren, maar we moeten ook
rekening houden met de bestaande
gegevensbanken. Ik denk bijvoorbeeld aan de
kruispuntbank. De gegevens die zij hebben
ingezameld zijn natuurlijk onvoldoende om een
globale afspiegeling van het sociaal-economische
weefsel te verkrijgen.
01.03 Simonne Creyf (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, ik twijfel niet aan
het nut van een dergelijk instrument, op
voorwaarde dat het instrument goed wordt
gebruikt. Er moeten voldoende voorwaarden aan
worden verbonden.

Het zwak punt heeft betrekking op de mensen die
niet zullen reageren; zij die de enquête niet zullen
invullen. U verklaart dat iemand die niet antwoordt
na twee vermaningen van slechte wil getuigt. Ik
betwijfel dat. Als ik in Brussel rondkijk, zie ik heel
wat mensen die de enquête niet zullen invullen. Zij
zullen niet van kwade wil zijn. Die mensen zullen
dus moeten betalen? Het instrument discrimineert
op een negatieve manier de sociaal zwakkeren of
mensen die niet met papieren zijn vertrouwd. Ik
denk ook aan oudere mensen. Ik vrees dat zij de
kosten voor het niet antwoorden zullen moeten
dragen. Ik vraag u om deze kwestie opnieuw te
bekijken, want dit zou onrechtvaardig en niet
sociaal zijn.
07/11/2000
CRIV 50
COM 286
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
01.04 Minister Charles Picqué: U hebt gelijk. De
geloofwaardigheid van een dergelijke enquête
veronderstelt en vereist dat alle sociale
categorieën antwoorden. In Brussel zullen vele
personen, onder andere de kansarmen, niet
reageren. Openbaar onderzoek, bijvoorbeeld op
het vlak van Stedenbouw of Ruimtelijke Ordening,
bewijst dat.

Ik ben het eens met uw bezwaren. Daarom zullen
we huisbezoekers inzetten. Ik ben ervan overtuigd
dat de randgemeenten weinig problemen zullen
opleveren omdat de sociale toestand er anders is
dan in de achtergestelde wijken van Brussel. De
huisbezoekers zullen onontbeerlijk zijn in de grote
agglomeratie waar de onverschilligheid ten
aanzien van de enquête groter zal zijn dan in de
welstellende wijken van de randgemeenten. Ik heb
erop aangedrongen huisbezoekers in dienst te
nemen om het hoofd te kunnen bieden aan deze
problemen.

La présidente: Monsieur le ministre, je voudrais
vous poser une question complémentaire. Si
l'enquêteur qui se rend au domicile de la personne
interrogée se rend compte que cette dernière
appartient à une catégorie de population
spécialement défavorisée, n'ayant ni la capacité ni
les moyens de répondre, est-il prévu qu'il
mentionne dans son rapport que cette personne
ne doit pas être financièrement sanctionnée?
01.05 Charles Picqué, ministre: Je l'ai dit en
néerlandais à la fin de ma réponse. Ces gens
seraient évidemment exonérés du paiement s'il
apparaît, d'une part, qu'ils n'étaient pas au courant
et, d'autre part, qu'ils ne pourraient pas répondre
« zonder hulp », sans aide.

Il appartient évidemment à l'enquêteur d'apprécier
si la personne interrogée est incapable de
répondre. Comme Bruxelles compte environ 10%
d'analphabètes, vous pouvez imaginer que, dans
nombre de cas, l'enquêteur devra considérer que
la personne n'est pas en mesure de répondre
seule et sera, de ce fait, exonérée des frais qui
pourraient lui incomber.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 14.35 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14.35 heures.

Document Outline