CRIV 50 COM 274
CRIV 50 COM 274
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTERIEURES
woensdag mercredi
11-10-2000 11-10-2000
14:00 uur
14:00 heures
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
CIV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Gerolf Annemans
aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de aanval waarvan
Vlaams Parlementslid Filip Dewinter op zondag
24 september 2000 in Amsterdam het slachtoffer
was" (nr. 2450)
1
Question orale de M. Gerolf Annemans au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'attaque dont le parlementaire
flamand, M. Filip Dewinter, a été victime le
dimanche 24 septembre 2000 à Amsterdam"
(n° 2450)
1
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter
van VLAAMS BLOK-fractie, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères
Mondelinge vraag van de heer Francis Van Den
Eynde aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "buitenlandse
verzekeringsdossiers" (nr. 2458)
2
Question orale de M. Francis Van Den Eynde au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "des dossiers d'assurance à
l'étranger" (n° 2458)
2
Sprekers: Francis Van den Eynde, Louis
Michel, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Francis Van den Eynde, Louis
Michel, vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères
Samengevoegde interpellaties van
3
Interpellations jointes de
3
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "het rapport der wijzen inzake
Oostenrijk" (nr. 479)
3
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre
sur "le rapport des sages concernant l'Autriche"
(n° 479)
3
- de heer Karel Pinxten tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "het
opheffen van de sancties tegen Oostenrijk"
(nr. 480)
3
- M. Karel Pinxten au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la levée des
sanctions contre l'Autriche" (n° 480)
3
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de opheffing van de Europese
sancties tegen Oostenrijk" (nr. 482)
3
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
levée des sanctions européennes contre
l'Autriche" (n° 482)
3
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Karel
Pinxten, Francis Van den Eynde, Louis
Michel, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken, Daniel
Bacquelaine, voorzitter van PRL FDF
MCC-fractie, Guido Tastenhoye
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Karel
Pinxten, Francis Van den Eynde, Louis
Michel, vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères, Daniel
Bacquelaine, président du groupe PRL
FDF MCC, Guido Tastenhoye
Moties
9
Motions
9
CIV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
van
WOENSDAG
11
OKTOBER
2000
14:00 uur
______
du
MERCREDI
11
OCTOBRE
2000
14:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.21 uur door
de heer Erik Derycke, tweede ondervoorzitter.
La séance est ouverte à 16.21 heures par M. Erik
Derycke, deuxième vice-président.
01 Mondelinge vraag van de heer Gerolf
Annemans aan de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over "de
aanval waarvan Vlaams Parlementslid Filip
Dewinter op zondag 24
september
2000 in
Amsterdam het slachtoffer was" (nr. 2450)
01 Question orale de M. Gerolf Annemans au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'attaque dont le parlementaire
flamand, M. Filip Dewinter, a été victime le
dimanche 24
septembre
2000 à Amsterdam"
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de
feiten zullen u bekend zijn. Mijn collega Dewinter
nam op die dag deel aan een televisiedebat.
Aangekomen in het centrum van Amsterdam,
werd hij opgewacht door een gemaskerde bende
van een twintigtal terroristen die met ijzeren
staven en kettingen zijn hele auto hebben
vernield. Vervolgens werd hij ook in de
televisiestudio aangevallen, op een manier die
toch bedenkingen doet oproepen over de
waarborgen die de Nederlandse overheid biedt
om aan buitenlandse parlementsleden op een vrije
en ongeschonden manier het grondgebied te
betreden en de mening te uiten waartoe zij door
de Nederlandse televisiezender worden gevraagd.
Wij zijn van oordeel dat het gaat over een ernstige
aanwijzing dat de mensenrechten in Nederland
niet voldoende worden gerespecteerd, in ieder
geval ten aanzien van sommigen niet voldoende
gerespecteerd en gewaarborgd worden. Wij gaan
ervan uit dat de minister van Buitenlandse Zaken
die feiten heeft vernomen en ten noorden van
onze staatsgrens bij zijn ambtsgenoten de nodige
inlichtingen heeft ingewonnen om na te gaan wat
er daar precies gebeurd is, hoe het gekomen is en
wie de verantwoordelijkheid draagt voor deze
"aanslag". Het gaat hier toch om een zeer ernstige
inbreuk op de fysieke integriteit van een
volksvertegenwoordiger van het Belgisch
Koninkrijk.
Mijnheer de vice-eerste minister, ik weet niet of u
dezelfde maatregelen hebt genomen en dezelfde
snelheid aan de dag heeft gelegd zoals u deed
met Oostenrijk, waar helemaal niets was gebeurd.
Ik weet niet of u dezelfde snelheid aan de dag
legde als in het geval Oostenrijk. Ik weet niet of u
contact opgenomen hebt met de voorzitter van de
Europese Unie en of u informatie hebt
ingewonnen om te weten welke maatregelen zich
opdringen naar aanleiding van dit incident. Ik
neem aan dat u toch een mening hebt over wat
daar gebeurd is. Ik veronderstel dat u de
verantwoordelijkheid niet wil doorschuiven naar de
heer Dewinter, zoals anderen de afgelopen weken
deden, omdat hij zou verzuimd hebben de
Nederlandse autoriteiten van zijn komst in te
lichten. Dat is de wereld op zijn kop zetten.
Iedereen moet op het grondgebied van een
democratisch lid van de Europese Unie toch
kunnen gaan en staan waar hij wil? Iedereen moet
zich toch kunnen uiten zoals hij wil, zolang hij dit
doet binnen de in Nederland en België
gewaarborgde grondwettelijke rechten en binnen
de bepalingen van het Europese Verdrag voor de
Rechten van de Mens?
Ik denk dat zich daar een ernstig incident heeft
voorgedaan. Ik zou graag weten hoe de minister
van Buitenlandse Zaken van het Belgische
koninkrijk hierop heeft gereageerd.
01.02 Minister Louis Michel : Mijnheer de
voorzitter, elke vorm van geweld en intimidatie, uit
welke politieke hoek dan ook, moet worden
veroordeeld. De politie van Amsterdam was niet
11/10/2000 CIV
50
COM 274
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
van tevoren ingelicht over de komst van de heer
Dewinter. Op het ogenblik dat het incident zich
voordeed heeft zij prompt gereageerd. Zij heeft
alle maatregelen genomen om de veiligheid van
de heer Dewinter te waarborgen en de orde te
herstellen. Dat hierbij een politieagent gewond
raakte toont aan dat de politie tot het uiterste
gegaan is. De heer Dewinter kan zoals elke
burger een beroep doen op alle rechtsmiddelen
die het Nederlandse rechtssysteem biedt. Hij heeft
klacht ingediend. Ik heb volledig vertrouwen in het
Nederlandse rechtssysteem.
Het recht op vrije meningsuiting werd niet
geschonden, aangezien de geplande tv-uitzending
gewoon plaatsvond.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, u geeft min of meer het
antwoord dat ik gevreesd en verwacht had,
namelijk dat het de schuld van de heer Dewinter
zou zijn dat hij aangevallen werd omdat hij de
Nederlandse autoriteiten niet vóór zijn komst had
verwittigd. Wij zeggen niet dat de Nederlandse
politie niet deed wat ze kon. Wij beweren alleen
dat zich in Nederland een ernstig probleem stelt
om de veiligheid van Belgische parlementsleden
te waarborgen wanneer zij daar gaan spreken of
wanneer zij het grondgebied betreden.
Ik vind dat u hier meer aandacht aan moet
schenken. Het is niet omdat het gaat over een
parlementslid dat u als ondemocratisch
beschouwt dat dit geen ernstige aanslag zou zijn
op de fysieke integriteit van een Belgisch
onderdaan. Dit incident moet niet zonder meer
overgelaten worden aan de Nederlandse
rechtsorde. Men moet weten dat de Belgische
overheden ook vragen stellen bij wat daar
gebeurd is. Ik zou dus graag wat meer aandrang
van u gezien hebben dan louter de mededeling
dat we de gang van het Nederlandse
rechtssysteem moeten afwachten. Wij zullen dat
laatste inderdaad ook doen, maar wij hebben
ernstige aanwijzingen dat men ginder zal doen
alsof zijn neus bloedt en dat dit ook hier het geval
zal zijn bij de minister van Buitenlandse Zaken van
het Belgische koninkrijk. Ik betreur niet alleen het
incident maar ook de zeer matige toon die de
minister van Buitenlandse Zaken hier aanslaat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Francis Van
Den Eynde aan de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over
"buitenlandse verzekeringsdossiers" (nr. 2458)
02 Question orale de M. Francis Van Den Eynde
au vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "des dossiers d'assurance à
l'étranger" (n° 2458)
02.01 Francis Van Den Eynde (VLAAMS
BLOK): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de informatie waarop mijn
vraag steunt, komt voornamelijk uit La Libre
Belgique. Ik lees u enkele titels: "Louis Michel
contre les assureurs suisses" en "Louis Michel
refroidit les Alpes". Mijnheer de minister, u hebt
blijkbaar iets tegen de Alpen.
Het gaat over een schadedossier waarbij
onderdanen van dit land in conflict zijn geraakt
met een Zwitserse verzekeringsmaatschappij. Uit
mijn informatie blijkt dat dit conflict zeer lang heeft
aangesleept. Het zou op dit ogenblik worden
behandeld door de Zwitserse rechtbank. Dit alles
zou te lang duren naar de smaak van onze
landgenoten die uiteindelijk de hulp hebben
ingeroepen van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken. Het Ministerie is tussenbeide gekomen in
dit dossier en zou hebben gedreigd met
tegenmaatregelen inzake bepaalde verdragen als
dit schadegeval niet vlug zou worden afgehandeld.
Ik stel mij vragen bij dit bericht. Ik zal u als
voormalig schadebeheerder bekennen dat dit
volgens mij een vrij merkwaardige zaak is. Het is
eerst en vooral merkwaardig omdat de Staat zich
mengt in een privé-conflict. Ik geef toe dat er zich
geregeld schadegevallen voordoen in het
buitenland die niet naar de smaak van de mensen
van bij ons worden afgehandeld. In Zwitserland is
dit veeleer een uitzondering, zelfs een zeer grote
uitzondering. Het is bijvoorbeeld wel het geval in
Italië, Spanje en dan heb ik het nog niet over
Noord-Afrika en Turkije.
Aangezien de minister zich in dit dossier mengt,
stel ik mij de vraag of het een nieuwe politiek is
van de regering om zich met dossiers van deze
aard te bemoeien. Zo ja, welke objectieve criteria
worden gehanteerd om dit te doen? Mijnheer de
voorzitter, het lijkt mij interessant deze criteria te
kennen. Wanneer kan een staatsburger van dit
land of een verzekeraar of een advocaat die de
belangen van een staatsburger van dit land
verdedigt, een beroep doen op ons Ministerie van
Buitenlandse Zaken om een schadegeval in het
buitenland te helpen regelen?
Is het waar dat die zaak nog steeds hangende is
voor de rechtbank? Is hier geen sprake van
schending van het principe van de scheiding van
CIV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
de machten? Ook in Zwitserland kent men immers
dit principe. Wij zouden ook willen weten of wij
een beroep kunnen doen op ons Ministerie van
Buitenlandse Zaken wanneer wij van mening zijn
dat rechtbanken niet snel genoeg bepaalde
dossiers afhandelen?
Ik ben vooral benieuwd naar de objectieve criteria
die in dergelijke zaken worden gehanteerd. Deze
criteria zouden immers aan heel de
verzekeringssector moeten worden meegedeeld
zodat de werkwijze van de sector kan worden
aangepast.
02.02 Minister Louis Michel : Mijnheer de
voorzitter, wanneer wordt vastgesteld dat onze
landgenoten in het buitenland het slachtoffer van
discriminatie zouden kunnen zijn, is het mijn plicht
hieraan aandacht te schenken. Dit geldt ook
wanneer het om buitenlandse
verzekeringsdossiers gaat. In een recent
onderhoud heb ik er mijn Zwitserse collega attent
op gemaakt dat mij verschillende klachten over
verzekeringsmaatschappijen waren overgemaakt.
Ik heb hem voorgesteld om, in de mate dat het om
een zaak van algemeen belang gaat, overleg te
plegen. Ik leg er de nadruk op dat noch ikzelf,
noch mijn Zwitserse collega in een gerechtelijke
procedure tussenbeide zijn gekomen. In een
precies geval hebben mijn Zwitserse collega en
ikzelf voorgesteld dat beide partijen hun goede wil
zouden tonen en een minnelijke schikking zouden
treffen. Op geen enkel ogenblik werd er een band
gelegd tussen dit geval en de ratificatie van
bepaalde verdragen. Wat betreft de ratificatie van
de akkoorden tussen Zwitserland en de EU, heeft
de Ministerraad overigens reeds op
1 september 2000 zijn toestemming verleend. Dit
dossier werd inmiddels doorverwezen naar de
Raad van State voor advies. Deze akkoorden
zullen dus weldra aan de parlementaire ratificatie
kunnen worden onderworpen.
02.03 Francis Van Den Eynde (VLAAMS
BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister
voor zijn antwoord. Ik onthoud daaruit iets voor
wanneer in het kader van een schadegeval een
van onze landgenoten meent het slachtoffer van
discriminatie te zijn in het buitenland. Dat bestaat:
iedereen in de sector weet bijvoorbeeld dat
Frankrijk zeer chauvinistisch is wanneer het gaat
over een ongeval tussen een Frans staatsburger
en een buitenlander. Wij kunnen dan beroep
doen op het ministerie voor Buitenlandse Zaken
om de zaak vooruit te helpen. Ik stel wel voor dat
de minister dan voor deze zaken een aparte
dienst opricht binnen zijn ministerie, want ik beloof
hem heel veel werk op dat vlak.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter : De interpellatie nr. 476 van de
heer Gerolf Annemans wordt naar een latere
datum verschoven.
03 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "het rapport der wijzen inzake
Oostenrijk" (nr. 479)
- de heer Karel Pinxten tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "het opheffen van de sancties tegen
Oostenrijk" (nr. 480)
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de opheffing van de Europese
sancties tegen Oostenrijk" (nr. 482)
03 Interpellations jointes de
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre
sur "le rapport des sages concernant
l'Autriche" (n° 479)
- M. Karel Pinxten au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la levée
des sanctions contre l'Autriche" (n° 480)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la levée des sanctions européennes contre
l'Autriche" (n° 482)
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, u bent reeds
herhaaldelijk geïnterpelleerd over het beleid dat u
inzake Oostenrijk hebt gevoerd. Nadat de 14
lidstaten van de Europese Unie sancties hadden
genomen, zag men snel in dat dit niet de beste
manier was om tegen het extreemrechtse
gedachtegoed in Oostenrijk op te treden. Men
heeft dan naar een oplossing gezocht zonder dat
de 14 lidstaten gezichtsverlies zouden lijden. Op
een bepaald moment heeft men drie wijzen
aangesteld die een onderzoek moesten instellen
en een rapport opmaken. Er is nog geen definitief
rapport, maar er is reeds een voorlopig verslag
opgemaakt waaruit ik citeer: "De Oostenrijkse
politiek wordt gekenmerkt door racisme en
vreemdelingenhaat, die vooral door de extreem-
rechtse vrijheidspartij FPÖ wordt uitgedragen". Er
werd dus een probleem vastgesteld in Oostenrijk
inzake het gedachtegoed. Dat probleem is echter
niet alleen eigen aan Oostenrijk maar ook aan
andere landen van de Europese Unie. Men heeft
11/10/2000 CIV
50
COM 274
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
in elk geval vrij snel, onder het Franse
voorzitterschap, de sancties ingetrokken. Ik heb
mijn interpellatie ingediend op het ogenblik dat de
sancties nog niet waren ingetrokken.
Mijnheer de minister, misschien wilt u de kwestie-
Oostenrijk als afgesloten beschouwen en tot de
orde van de dag overgaan. In het rapport van de
wijzen staat nochtans dat waakzaamheid geboden
is. Deze waakzaamheid is niet alleen bedoeld voor
Oostenrijk maar ook voor ons land, voor Italië,
voor Duitsland en een aantal andere landen.
Mijnheer de minister, vandaag interesseert mij
vooral een interview met Mark Eyskens in P-
magazine van 12 juli 2000 waarin hij zegt dat u het
voortouw in de Oostenrijksaga hebt genomen om
u persoonlijk te profileren. U hebt dat eigenlijk
daarna bevestigd. Aanvankelijk dacht men dat u
optrad vanuit uw buitenlandse gedrevenheid. Mark
Grabbels maakte een scherpe analyse van uw
optreden met als titel : "Michel speelt vals". In een
interview met De Morgen van 2 september 2000
zegt u dat u uw houding hebt ingenomen als
afschrikking voor wat in ons land zou kunnen
gebeuren. U hebt dus van een buitenlands
probleem een binnenlands probleem gemaakt.
Dat is onaanvaardbaar. Mijnheer de minister, ik
ben even gevoelig voor de situatie in Oostenrijk
als u. Ik zal deze problematiek ook in ons land
blijven bestrijden. Wij moeten echter toegeven dat
de manier waarop u zich profileert ons land, meer
dan de andere lidstaten, heeft geschaad. Daarom
kunnen wij vandaag niet tot de orde van de dag
overgaan. De sancties werden inmiddels
opgeheven. Daarom wil ik u vragen, mijnheer de
minister, op welke manier België zijn voortvarende
houding tegen Oostenrijk zal rechtvaardigen
tegenover de Oostenrijkse bevolking en de
Vlaamse bevolking, de Belgen die met Oostenrijk
handel drijven of Oostenrijk bezoeken en
daardoor gestigmatiseerd worden.
Dit is belangrijker, mijnheer de minister, omdat
blijkbaar een aantal ministers heeft aangekondigd
de boycot Voort te zetten. De heer Di Rupo heeft
als voorzitter van de PS gezegd dat, ondanks het
rapport der wijzen en het feit dat de sancties
worden opgeheven, de ministers van zijn partij
Oostenrijk zullen blijven boycotten.
Mijnheer de minister, ik denk dat wij dus niet zo
maar tot de orde van de dag kunnen overgaan. Ik
zou graag van u vernemen wat de houding van
België tegenover Oostenrijk zal zijn. Zullen er
pogingen worden gedaan om de relaties opnieuw
te verbeteren en weer op een normaal peil te
brengen? Kunt u bovendien bevestigen dat een
aantal ministers van uw regering en van PS-
signatuur de boycot tegen Oostenrijk zal
handhaven? Ik vind in ieder geval dat de heer Di
Rupo daarover een zeer boude uitspraak heeft
gedaan. Ik wens te vernemen of dat behoort tot de
verdere houding van die regeringsleden. Dat zijn,
mijnheer de voorzitter, mijn twee concrete vragen
aan de minister.
03.02 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de feiten zijn genoegzaam bekend? Het
is echter mijn bedoeling uit te weiden over de
houding van de Belgische regering in dit dossier.
Vooraleer mijn vragen te stellen, zal ik enkele
bedenkingen maken die gebaseerd zijn op een
aantal vaststellingen en feiten.
Men weet dat u en de regering van meet af aan
vanaf eind februari een zeer strakke houding
hebben aangenomen wat de regeringsdeelname
van de FPÖ betreft. U hebt in een persbericht van
twee februari gezegd dat de nieuwe Oostenrijkse
coalitie een onaanvaardbare bres is in het verzet
tegen de wederopleving van fascistische
tendensen in Europa. Dat is vrij sterk taalgebruik.
U hebt ook meermaals verklaard dat de sancties
tegen Oostenrijk zullen blijven voortduren tot de
extreemrechtse FPÖ uit de coalitie vertrekt.
In het verlengde daarvan heeft de Belgische
regering een voorstel gedaan op de IGC om de
schending van de Europese beginselen en
waarden in een EU-lidstaat te voorkomen.
Concreet was uw voorstel om een nieuwe
paragraaf één in te lassen in artikel zeven van het
EU-verdrag. De bedoeling daarvan was om naar
een soort preventief alarmmechanisme voor
eventuele problemen te gaan. Daarover is
overigens een discussie gevoerd. Duitsland
bijvoorbeeld had een andere opinie.
Op de top van Feira op 19 en 20 juni hebben de
veertien lidstaten de handhaving van de sancties
bevestigd, hoewel de houding van sommigen al
licht aan het wijzigen was. U hebt toen samen met
Frankrijk het voortouw genomen in het onverkort
handhaven van de sancties. Ik kan mij moeilijk
van de indruk ontdoen dat u zichzelf en ons land
eigenlijk heel die periode meer en meer aan het
klemrijden was. Immers, na het rapport van de
Drie Wijzen op 8 of 9 september, hebt u gepleit
voor een opschorting van de sancties in de plaats
van voor een opheffing ervan.
U hebt dan gepleit voor een opschorting van de
sancties, niet voor een opheffing. U hebt dat
gedaan voor een Vlaamse zender. Om niet
helemaal geïsoleerd te geraken hebt u uiteindelijk
CIV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
ingestemd met de opheffing. Dan hebt u dus nog
een grotere bocht gemaakt. Tijdens de informele
top van Evian, begin september, zei u nochtans
dat een akkoord over de wijziging van artikel 7 van
de verdragstekst voor u een voorwaarde was voor
uw instemming met de beëindiging van de
sancties tegen Oostenrijk.
Uw standpunt is dus nogal gewijzigd. Een eerste
vaststelling daarbij is dat de FPÖ ook vandaag, na
de opheffing van de sancties, nog altijd deel
uitmaakt van de Oostenrijkse coalitie hoewel men
had gezegd dat dit niet zou gebeuren. Met andere
woorden, in de Oostenrijkse situatie is geen
enkele wijziging opgetreden.
Een tweede bedenking is dat het rapport van de
Drie Wijzen de Belgische aanbeveling overneemt
om een preventieve alarmprocedure in te stellen
in artikel 7 van het verdrag. Op zich is dat positief,
want dat betekent dat België een zekere invloed
heeft uitgeoefend. Merkwaardig genoeg komt in
de verklaring van de 14 die passage niet meer
voor. Men beperkt zich tot een zin: "...de
poursuivre la réflexion au sein de l'Union
européenne sur la manière de prévenir, suivre,
apprécier et agir dans des situations analogues."
Verder gaat men niet en ook op dat vlak schijnt
men ons land niet te volgen.
Alvorens mijn vraag te formuleren, mijnheer de
minister, wens ik nog de volgende bedenking te
maken. Met heel wat goede bedoelingen wellicht -
die velen met u delen - en vermoedelijk ook om
redenen van mediamieke aard en van intern
binnenlands politiek gebruik, vooral in het zuidelijk
landsgedeelte, deed u in deze zaak vanaf de
maand februari, dus in volle pre-electorale
periode, een aantal uitspraken waarvan u nadien
evenwel afstand nam. Vermoedelijk deed u die
uitspraken, bijvoorbeeld met betrekking tot de
skivakanties in Oostenrijk, in de hitte van het
debat en van uw overtuiging, maar ik vrees dat u
hiermee het Vlaams Blok een cadeau deed
waarvan zij handig gebruikmaakten. Met deze
houding, alsook met de houding van de regering -
ook de eerste minister deed een aantal
uitspraken, onder meer dat de sancties strenger
moesten worden - werd eigenlijk het omgekeerde
effect bereikt.
Mijnheer de minister, ziehier mijn drie specifieke
vragen.
Ten eerste, wat is het Belgische standpunt met
betrekking tot de houding van het Franse
voorzitterschap na bekendmaking van het rapport
van de Drie Wijzen?
Ten tweede, waarom werd in de verklaring van het
Franse voorzitterschap geen melding gemaakt
van de herziening van artikel 7 van het verdrag,
waarnaar nochtans werd verwezen in het rapport
van de wijzen?
Ten derde, hoe ziet de Belgische regering de
invulling van de passus met betrekking tot het
bijzonder waakzaam zijn ten aanzien van de
FPÖ? Is een dergelijke procedure van
waakzaamheid, zoals voorgesteld door de Franse
regering al dan niet haalbaar?
03.03 Francis Van Den Eynde (VLAAMS
BLOK): Mijnheer de voorzitter, in tegenstelling tot
wat de heer Pinxten suggereert, kan ik u
meedelen dat de heer Annemans, de heer
Tastenhoye en ikzelf niet kunnen jodelen en wij
hebben dat zondag ook niet gedaan. Wij hebben
de verkiezingen daarmee niet beïnvloed.
Ik onthoud twee zinnen uit wat ik vanmiddag
gehoord heb. De eerste zin komt van de heer Van
Hoorebeke. Hij resumeert het rapport der wijzen
als volgt: "Er is niets fout gegaan in Oostenrijk,
maar er is een gedachtegoed dat fout is". Ik vind
dat merkwaardig, mijnheer de voorzitter. Ik ben
opgevoed met het lied "de gedachten zijn vrij". Ik
dacht dat men alleen maar fout kan zijn bij daden.
Maar in deze tijd zijn de gedachten blijkbaar niet
meer vrij.
Ik onthoud als tweede zin een zin van de heer
vice-eerste minister met betrekking tot
Joegoslavië. Ik vond het zeer merkwaardig dat hij
zei dat men niet al te vlug te streng moet zijn. Ik
was verbaasd over die uitspraak, vooral omdat ze
over een stuk van Europa ging. Wanneer we
vroeger vergelijkingen maakten, zei men dat het
niet om Europa ging. Nu gaat het wel om Europa.
"Men moet niet al te vlug te streng zijn". Ik heb de
indruk dat dit een les is die de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken onthouden
heeft uit zijn Oostenrijks avontuur. Hij is toen veel
te vlug extreem streng geweest. Er is reeds
herinnerd aan oproepen tot boycot van
skivakanties in Oostenrijk. Ik zou kunnen
herinneren aan het feit dat hij de oppositie
uitnodigde. Een deel van die oppositie kwam niet
en een ander deel kwam om hem te overtuigen
dat hij fout zat. Dat was zeer merkwaardig. Als
laatste punt ergerde hij zich aan het eventueel
organiseren van een referendum in Oostenrijk. Hij
uitte zelfs bedreigingen aan het adres van
Oostenrijk. Hij is dus zeer streng geweest.
11/10/2000 CIV
50
COM 274
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Als Vlaming moet ik vaststellen dat we hier te
maken hebben met het zoeken naar oplossing
voor een probleem in de binnenlandse politiek via
de buitenlandse politiek. Wij hebben weer slaafs
Parijs gevolgd. Maar noch de enen noch de
anderen hebben gelijk gehaald, vermits Europa op
zeker ogenblik vastgesteld heeft dat het zich
vastgereden had en een beroep deed op de
wijzen. Wij wisten allemaal op voorhand wat de
resultaten van hun bezoek aan Wenen zouden
zijn. Deze voor de hand liggende resultaten waren
dat er in Oostenrijk niets aan de hand was,
behalve dat men er wel eens fout denkt.
Er is dus maandenlang een hetze gevoerd die
onze betrekkingen met Oostenrijk zwaar
geschaad heeft, die er bovendien voor gezorgd
heeft dat de geviseerde partij aan belang
gewonnen heeft en die ten slotte onze Vlaamse
exportbelangen met Oostenrijk ernstig geschaad
heeft. Daaruit moeten wij conclusies trekken. Wij
moeten de vraag stellen hoe groot de schade is
die de Vlaamse export geleden heeft.
Mijn eerste vraag handelt daarover. Is de regering
zinnens hieromtrent een berekening te maken?
De beide partijen zouden aan tafel mogen zitten
en hun deskundigen sturen.
De schade zal moeten worden berekend. Als de
schade is berekend, zal de federale regering ze
dan vergoeden? Het is mooi om zich te mengen in
onze buitenlandse schadeproblemen als het over
ongevallen en dergelijke gaat, maar hier gaat het
over schade ter plaatse.
Ten slotte, aangezien de Drie Wijzen concluderen
dat er in Oostenrijk niets aan de hand is en wij een
maandenlange hetze tegen deze Alpenrepubliek
hebben gevoerd, vraag ik aan de regering of zij
van plan is zich te verontschuldigen. U lacht,
mijnheer de minister, maar ik denk dat zoiets wel
op zijn plaats zou kunnen zijn. U hebt de
Oostenrijkers zwaar gegriefd. Een
verontschuldiging zou die zaak een beetje kunnen
rechtzetten. U zou zich ook mogen
verontschuldigen ten opzichte van de Vlamingen,
want omwille van welke motivatie dan ook
navolging van Parijs of een poging af te rekenen
met het Vlaams Blok hebt u de Vlaamse
exportbelangen geschaad. Dat neemt men u
kwalijk. Verontschuldigingen zijn op zijn minst
billijk.
03.04 Minister Louis Michel : Mijnheer de
voorzitter, de eerste minister heeft mij gevraagd
de interpellatie te beantwoorden die de heer Van
Hoorebeke tot hem heeft gericht. Die interpellatie
werd samengebundeld met de interpellaties van
de heer Pinxten en de heer Van den Eynde. Ik zal
ze dus gezamenlijk beantwoorden.
De maatregelen ten opzichte van Oostenrijk
werden op 12 september 2000 opgeheven ten
gevolge van een verslag dat op 8 september door
het Comité van wijzen aan president Chiraq werd
voorgelegd. Eind juni besliste men dit comité op te
richten. Het verslag bevestigt grotendeels de
bekommeringen van de 14 lidstaten, in het
bijzonder wat de aard van de partij van de heer
Haider betreft. De FPÖ is een rechts-populistische
partij met extremistische en xenofobe kenmerken.
Het verslag stelt vast dat de FPÖ tijdens haar
campagnes op xenofobe gevoelens heeft
ingespeeld en deze heeft aangewakkerd. Dit heeft
een sfeer geschapen waarin openbare
opmerkingen tegen buitenlanders aanvaardbaar
werden, wat aanleiding tot angstgevoelens heeft
gegeven. Het verslag voegt hieraan toe dat de
federale regering bereid moet zijn om in navolging
van de federale president de xenofobe en
beledigende uitlatingen te veroordelen. Men vindt
de maatregelen van de 14 lidstaten onrechtmatig
noch onverantwoord. Integendeel, het verslag
meent immers dat de maatregelen hun rol hebben
vervuld omdat ze tot een grotere bewustwording
van het belang van de gemeenschappelijke
waarden hebben bijgedragen, niet alleen in
Oostenrijk maar ook in andere lidstaten. Dat heeft
het Comité van wijzen vastgesteld. Het verslag
merkt uitdrukkelijk op dat in het geval van
Oostenrijk de maatregelen van de veertien de
Oostenrijkse regering ontegensprekelijk hebben
aangemoedigd om inspanningen te leveren en de
burgermaatschappij er ongetwijfeld toe heeft
aangezet om die waarden te verdedigen.
Het Comité van wijzen heeft geoordeeld dat de
maatregelen goed werden aangewend, maar dat
het behoud ervan contraproductief zou zijn. Zij
meenden dat deze schadelijk zouden worden als
ze werden aangehouden. Daarom moest er een
einde aan worden gemaakt. Het verslag
onderstreept dat de maatregelen aanleiding
hebben gegeven tot nationalistische gevoelens.
Ze werden foutief geïnterpreteerd en in sommige
gevallen werden ze als sancties tegen de
Oostenrijkse bevolking beschouwd.
Gelet op de conclusies van het verslag van het
Comité van wijzen, hebben de 14 lidstaten op
12 september 2000
een
communiqué
aangenomen op initiatief van het door het Franse
voorzitterschap georganiseerde overleg tussen de
CIV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
hoofdsteden in de marge van de algemene
vergadering van de Verenigde Naties in New York.
Na rijp beraad heeft België, zoals zijn 13 partners,
met het communiqué ingestemd.
Het communiqué bevat drie besluiten. Naast de
opheffing van de sancties hebben de 14 lidstaten
een overeenstemming bereikt over twee punten.
Enerzijds hebben zij beslist in wederzijds overleg
een bijzondere waakzaamheid aan de dag te
leggen ten opzichte van de FPÖ en haar invloed
op de regering waarvan ze deel uitmaakt. Voor de
14 lidstaten is de aard van de FPÖ en haar
onzekere evolutie een blijvende reden tot ernstige
bezorgdheid. Anderzijds zijn de 14 lidstaten
overeengekomen om binnen de Europese Unie
het beraad voort te zetten over de manier waarop
gelijkaardige situaties moeten worden voorkomen,
opgevolgd en gewogen en waarop moet worden
gereageerd.
Aangezien mij specifieke vragen over deze twee
punten werden gesteld, wens ik duidelijk te
beklemtonen dat de waakzaamheid ten opzichte
van de FPÖ, waartoe de 14 lidstaten zich
verbonden hebben, in het huidige stadium volgens
de bestaande procedures gebeurt. Er werd geen
specifieke modaliteit of mechanisme terzake
uitgewerkt. Wat het verder beraad in de Europese
Unie over de manier waarop gelijkaardige situaties
kunnen worden voorkomen betreft, heeft het
communiqué van de 14 lidstaten het niet
uitdrukkelijk over een wijziging van artikel 7 van
het Verdrag van de Europese Unie. Sommige
partners wilden immers de lopende discussies in
de Intergouvernementele Conferentie niet
overlappen.Ik wens te beklemtonen dat er
ontegensprekelijk naar artikel 7 wordt verwezen
alhoewel het niet uitdrukkelijk vermeld is.
Het communiqué van de 14 lidstaten preciseert
dat, ik citeer: "de aanbevelingen in het verslag
van de 3 wijzen een nuttige bijdrage tot het beraad
zijn". Het verslag beveelt duidelijk aan preventieve
en controleprocedures in artikel 7 van het Verdrag
van de Europese Unie in te voegen. Hoewel het
nog te vroeg is om de uiteindelijke afloop van de
Intergouvernementele Conferentie te voorspellen,
kan ik u verzekeren dat onze voorstellen tot
wijziging van artikel 7 bij onze partners in het
Europese Parlement en meer expliciet bij de
Commissie steun genieten. De Commissie heeft
een eigen voorstel uitgewerkt dat grotendeels
onze aanpak onderschrijft. Het is duidelijk dat
onze standpunten door de morele steun van het
comité van wijzen vandaag versterkt zijn. Door in
te stemmen met het communiqué van de 14
lidstaten over drie elementen opheffing van de
maatregelen waarvan het nut erkend werd,
waakzaamheid ten opzichte van de FPÖ en een
verder beraad over de manier waarop
gelijkaardige situaties moeten worden voorkomen
heeft België de eenheid van het Europese
standpunt behouden en zijn gehechtheid aan een
verdere discussie binnen de Unie bevestigd over
een invoering van preventieve en
controlemaatregelen die moeten voorkomen dat
een dergelijke situatie zich opnieuw voordoet. Ik
heb reeds gezegd dat we terzake in de IGC
vooruitgang boeken.
Ik beklemtoon dat de regering zich verheugt over
de stuwende rol die zij in dit dossier heeft
gespeeld. Zonder het standpunt dat de 14
lidstaten hebben ingenomen, zou het aantreden
van populistische en xenofobische partijen in een
regering gebanaliseerd zijn. Onze doelstelling,
onze wens is dat onze actie een afschrikkend
effect zou hebben in de Unie en bij de kandidaat-
lidstaten. Ik wens eraan toe te voegen dat de
houding van de regering ten opzichte van
Oostenrijk solidair was. Ik wens eraan te
herinneren dat het initiatief dat ons land terzake
heeft genomen de gezamenlijke brief van de
eerste minister en van mezelf was. Dit dossier
werd in al de stadia in overleg met de hele
regering behandeld. Ik wil er eveneens op wijzen
dat de regering op elk ogenblik de lijn heeft
gevolgd die samen met de 13 andere partners van
de Unie was vastgelegd.
Toen de beslissing werd genomen om de
maatregelen op te heffen, heeft België hetzelfde
gedaan. Ter herinnering som ik de drie
maatregelen nog eens op: geen bilaterale
bezoeken, ontvangst van de ambassadeur van
Oostenrijk op technisch niveau, geen steun aan
de Oostenrijkse kandidaatstellingen voor de
internationale organisaties. Deze maatregelen
worden door ons land en onze partners
opgeheven. Ik heb er geen weet van dat een lid
van de regering besloten heeft om ze volledig of
gedeeltelijk te behouden.
03.05 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de minister, u zoekt natuurlijk een legitimering
voor uw houding en handelwijze als minister van
Buitenlandse Zaken in het rapport van de Drie
Wijzen en in het feit dat alles in overleg met de
eerste minister is gebeurd. U hebt echter in dit
dossier duidelijk het voortouw genomen, u
baserend op een evolutie in het noorden van ons
land, wat u vandaag nogmaals bevestigt. Dat is
voor ons niet aanvaardbaar.
11/10/2000 CIV
50
COM 274
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Natuurlijk onderschrijf ik grotendeels de
conclusies van het rapport der wijzen. Blijkbaar
leeft er in Oostenrijk een xenofoob en racistisch
gedachtegoed, zoals dat hier bij sommigen ook
het geval is. Aangezien de gedachten en het
woord vrij zijn, zal ik de voorstanders ervan zeker
niet het zwijgen opleggen. Wel zal ik het ik richt
mij tot de heer Van den Eynde met alle
mogelijke middelen blijven bevechten. Alleszins
vind ik het verwerpelijk dat u bepaalde ideeën
verspreidt en misbruik maakt van de primaire
gevoelens van een deel van de bevolking die niet
weerbaar genoeg is om daar weerstand aan te
bieden. Nogmaals, ik heb geen probleem met het
rapport der wijzen, noch met het feit dat de
Europese Unie heeft gezocht naar een oplossing.
Mijnheer de minister, ik heb wel een probleem met
de overacting, waarin u de belangrijkste
voortrekkersrol hebt gespeeld. Minister-president
Dewael heeft Oostenrijk wel bezocht, omdat de
Vlaamse Gemeenschap nooit bij de
totstandkoming van het Belgisch standpunt,
waardoor vooral Vlaamse bedrijven werden
getroffen, werd betrokken. Inderdaad, daarover
geïnterpelleerd gaf de heer Chevalier toe dat in
juni de rechtstreekse schade op 500 miljoen tot 1
miljard moest worden geraamd en dat deze
ongetwijfeld nog zou oplopen, aangezien de
situatie nog niet was gestabiliseerd. U kunt niet
ontkennen dat uw houding vooral Vlaanderen
heeft getroffen. Dat is niet aanvaardbaar voor een
federaal minister die op buitenlands vlak het hele
land moet vertegenwoordigen.
Vandaar dat ik ontgoocheld ben door uw
antwoord. Ik had gehoopt dat u een ietwat
genuanceerdere houding zou hebben
aangenomen, te meer omdat u door uw
stellingname ook de democratische partijen en het
democratisch gedachtegoed in Vlaanderen treft,
wat ik als rechtgeaard democraat moeilijk kan
aanvaarden. Daarom had ik ook meer begrip
verwacht tegenover de strijd die de democratische
partijen in Vlaanderen voeren.
03.06 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, voor alle duidelijkheid, ook ik keur
xenofoob taalgebruik en racistische acties af en
heb geen kritiek op het verslag der wijzen. Wel
meen ik na het antwoord van de minister gehoord
te hebben dat de regering, inzonderheid de
minister van Buitenlandse Zaken, in dit dossier te
voortvarend is geweest.
Het gevolg is dat wij voortdurend bakzeil hebben
moeten halen met betrekking tot het opschorten
en later het opheffen van de sancties. Wij hebben
ook bakzeil moeten halen met betrekking tot het
initiatief inzake artikel 7.
Het is mijn vaste overtuiging dat we ons met deze
opstelling ook in een buitengewoon moeilijke
positie manoeuvreren de dag dat zich een
analoge situatie zich voordoet in een grote lidstaat
van de Europese Unie. Het is mijn overtuiging dat
de houding van de veertien maar ook de houding
van onze regering totaal anders zou zijn geweest
indien het over een identieke situatie zou gaan in
een of andere grote lidstaat.
Ik vind dat wij niet kunnen aanvaarden dat er in de
Europese Unie met twee maten wordt gemeten al
naargelang het gaat over een grote of een kleine
lidstaat. Ik zeg dit niet omdat wij een kleine lidstaat
zijn maar ik vrees dat we vroeg of laat het deksel
op de neus zullen krijgen door ons op dergelijke
manier in een diplomatiek isolement te
manoeuvreren.
03.07 Francis Van Den Eynde (VLAAMS
BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik heb daarstraks
tijdens mijn interpellatie gezegd dat we allemaal
op voorhand wisten wat in het rapport van de
wijzen zou staan. Dit werd trouwens ook bevestigd
in de tekst die de minister heeft voorgelezen.
De wijzen zijn van oordeel dat de maatregelen
goed waren maar ze zijn nu totaal
voorbijgestreefd. Er is volgens hen wel iets aan de
hand maar we moeten nu zeker niets meer doen.
Men mocht van die "wijzen" toch niet verwachten
ik plaats het zelf steeds tussen
aanhalingstekens dat ze hun opdrachtgevers,
namelijk de Europese instanties, in hun blootje
zouden zetten door te zeggen dat de hysterische
reactie van in het begin fout zat.
Men heeft drie mensen in feite de opdracht
gegeven om met zo weinig mogelijk schade uit
een situatie te geraken waarin men zich zelf had
vast gereden. Ik meen dat dit voorval ons land op
internationaal vlak geen deugd zal doen.
Ik blijf erbij dat dit aan de Vlaamse export veel
geld heeft gekost. Ik hoor de minister al denken
dat geld geen rol speelt als het om principes gaat.
Dit zal zeker het geval zijn, mijnheer de minister,
wanneer het de anderen zijn die voor die kosten
moeten opdraaien.
Ik vind het niet te pruimen dat u omwille van uw
eigen profilering en binnenlandse politiek
Vlaanderen zoveel schade hebt toegebracht. Dit
CIV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
heeft Vlaanderen niet aanvaard. Alle hier
aanwezige Vlamingen zullen mij gelijk geven als ik
zeg dat men in Vlaanderen uw sancties nooit heeft
geaccepteerd.
03.08 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, je voudrais brièvement
intervenir pour insister sur le fait qu'au mois de
janvier ou février, il était primordial d'affirmer que
la démocratie et la liberté ont réellement de la
valeur. Il aurait d'ailleurs été inacceptable de
s'abstenir de toute réaction face à ce qui se
passait au sein-même de l'Union européenne.
Je n'ose imaginer la situation dans laquelle
l'Europe, et plus particulièrement la Belgique, se
serait retrouvée s'il n'y avait eu aucune réaction à
ce moment-là. Il fallait, au contraire, se montrer
fermes et résolus pour réaffirmer notre
attachement aux valeurs démocratiques et dire
combien il était inacceptable qu'un parti non
démocratique, raciste et xénophobe entre dans le
gouvernement d'une région de l'Europe, notre
seconde patrie.
Ainsi que le ministre a bien voulu le rappeler, la
levée des sanctions va dans le sens d'une prise
en considération d'une évolution qui s'est faite au
niveau de la population autrichienne. En fin de
compte, il aurait été absurde de poursuivre une
politique qui n'aurait eu pour seule conséquence
de renforcer le parti contre lequel elle était dirigée.
A cet égard, le rapport des sages indique à
l'Europe la voie à suivre. La Belgique poursuit
donc sa collaboration européenne en la matière.
La position du ministre des Affaires étrangères a
permis d'introduire la réflexion au niveau de
l'Union européenne sur la manière de prévenir et
de contrôler l'apparition de situations analogues
en Europe. Sans la réaction ferme de la Belgique
et de la France à l'époque, nous n'aurions sans
doute jamais amorcé ce type de réflexion. Et je
crois que cela est extrêmement positif pour
l'avenir et le maintien des valeurs démocratiques
en Europe.
03.09 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal kort zijn want alles
werd reeds gezegd. Toch heb ik nog een
bedenking, mijnheer de minister. Uw houding
tegenover Oostenrijk heeft een zeer ernstig
neveneffect gehad en wel in Denemarken. De
houding van de Europese moloch tegenover het
kleine Oostenrijk heeft wel degelijk meegespeeld
in het referendum dat in Denemarken over de
euro werd gehouden. Het feit dat er een
meerderheid was tegen de euro, werd mee
ingegeven door de vrees van het kleine
Denemarken om als klein volk te worden
platgewalst door de Europese moloch. U mag
daar eens over nadenken.
Mijnheer Van Hoorebeke, u moet hier nu niet de
schijnheilige komen uithangen. In het begin van
het jaar werd hier gestemd over de resolutie en
wij zijn daar tot een stuk in de nacht mee bezig
geweest. Voor de Volksunie kon die resolutie toen
niet ver genoeg gaan. Uw voorzitter stelde later
nog voor om het Vlaams Blok te verbieden. U
komt hier nu zeggen dat de gedachten vrij moeten
zijn. Ik raad u aan toch wat nederiger te zijn en
hier niet de hypocriet te komen uithangen.
03.10 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer Tastenhoye, u hebt niet
begrepen wat wij hebben bedoeld. Wij hebben
steeds gezegd dat het niet de rol van de politici is
om te oordelen of een bepaald gedachtegoed al
dan niet racistisch of xenofobisch is. Ik heb een
persoonlijke mening over u. De discussie moet
echter op een objectieve manier kunnen gebeuren
door een instantie die boven de politieke zeeën
staat. Dat is de meest correcte benadering van
het probleem. Dat is altijd onze houding geweest.
De heer Willems, die dit probleem heeft
aangekaart, zal zeer goed weten wat bedoeld
werd. Mijnheer Tastenhoye, er is terzake dus
geen probleem maar ik en mijn partij zullen blijven
strijden tegen het gedachtegoed dat ook u
uitdraagt.
03.11 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zou aan de heer Van
Hoorebeke willen zeggen dat er maar één
instantie is die kan oordelen over het
gedachtegoed van een partij en dat is het volk.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Francis Van den Eynde en luidt als volgt:
«De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel Van
Hoorebeke, Karel Pinxten en Francis Van den
Eynde
11/10/2000 CIV
50
COM 274
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
en het antwoord van de minister van Buitenlandse
Zaken,
stelt vast dat het totaal ten onrechte is dat de
regering maandenlang een campagne gevoerd
heeft tegen de regering van Oostenrijk;
stelt vast dat deze campagne bovendien ernstige
schade berokkend heeft aan de Vlaamse export
naar Oostenrijk;
verzoekt de regering in samenwerking met de
Vlaamse regering deze schade te becijferen om
ze daarna te vergoeden en vraagt bovendien dat
de regering zowel aan Oostenrijk als aan
Vlaanderen excuses zou aanbieden.»
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Francis Van den Eynde et est libellée
comme suit:
«La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel
Van Hoorebeke, Karel Pinxten et Francis Van den
Eynde
et la réponse du ministre des Affaires étrangères,
constate que la campagne que le gouvernement a
menée pendant des mois contre le gouvernement
autrichien était parfaitement injustifiée;
constate que cette campagne a produit un effet
désastreux sur les exportations de la Flandre vers
l'Autriche;
demande qu'en collaboration avec le
gouvernement flamand, le gouvernement quantifie
ces dommages pour ensuite les indemniser et
que, par ailleurs, le gouvernement présente ses
excuses tant à l'Autriche qu'à la Flandre.»
Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Leen Laenens en de heer Daniel
Bacquelaine.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mme Leen Laenens et M. Daniel Bacquelaine.
De voorzitter : De mondelinge vraag nr. 2471 van
mevrouw Leen Laenens wordt ingetrokken.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 17.19 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.19 heures.
CRABV 50 COM 274
CRABV 50 COM 274
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
11-10-2000 11-10-2000
14:00 uur
14:00 heures
CRABV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Gerolf Annemans
aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de aanval waarvan
Vlaams Parlementslid Filip Dewinter op zondag
24 september 2000 in Amsterdam het slachtoffer
was" (nr. 2450)
1
Question orale de M. Gerolf Annemans au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'attaque dont le parlementaire
flamand, M. Filip Dewinter, a été victime le
dimanche 24 septembre 2000 à Amsterdam"
(n° 2450)
1
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter
van VLAAMS BLOK-fractie, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères
Mondelinge vraag van de heer Francis Van den
Eynde aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "buitenlandse
verzekeringsdossiers" (nr. 2458)
1
Question orale de M. Francis Van den Eynde au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "des dossiers d'assurance à
l'étranger" (n° 2458)
1
Sprekers: Francis Van den Eynde, Louis
Michel, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Francis Van den Eynde, Louis
Michel, vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères
Samengevoegde interpellaties van
2
Interpellations jointes de
2
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "het rapport der wijzen inzake
Oostenrijk" (nr. 479)
2
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre
sur "le rapport des sages concernant l'Autriche"
(n° 479)
2
- de heer Karel Pinxten tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "het
opheffen van de sancties tegen Oostenrijk"
(nr. 480)
2
- M. Karel Pinxten au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la levée des
sanctions contre l'Autriche" (n° 480)
2
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de opheffing van de Europese
sancties tegen Oostenrijk" (nr. 482)
2
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
levée des sanctions européennes contre
l'Autriche" (n° 482)
2
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Karel
Pinxten, Francis Van den Eynde, Louis
Michel, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken , Daniel
Bacquelaine, voorzitter van PRL FDF
MCC-fractie, Guido Tastenhoye
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Karel
Pinxten, Francis Van den Eynde, Louis
Michel, vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères , Daniel
Bacquelaine, président du groupe PRL
FDF MCC , Guido Tastenhoye
Moties
6
Motions
6
CRABV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
van
WOENSDAG
11
OKTOBER
2000
14:00 uur
______
du
MERCREDI
11
OCTOBRE
2000
14:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.21 uur door
de heer Erik Derycke, voorzitter.
La réunion publique est ouverte à 16.21 heures par
M. Erik Derycke, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Gerolf
Annemans aan de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over "de aanval
waarvan Vlaams Parlementslid Filip Dewinter op
zondag 24 september 2000 in Amsterdam het
slachtoffer was" (nr. 2450)
01 Question orale de M. Gerolf Annemans au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'attaque dont le parlementaire
flamand, M. Filip Dewinter, a été victime le
dimanche 24
septembre
2000 à Amsterdam"
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): De
heer Dewinter werd bij zijn aankomst aan de TV-
studio in Amsterdam opgewacht door een
gewapende bende. Zijn wagen werd vernield. In de
studio werd hij zelf aangevallen. Wij stellen ons
daarom vragen bij de veiligheidswaarborgen die
Nederland kan bieden.
Heeft de minister reeds maatregelen genomen
ingevolge deze ernstige schending van fysieke
integriteit van een parlementslid en van de vrije
meningsuiting in Nederland?
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Une
bande armée attendait M. Dewinter à son arrivée au
studio de télévision, à Amsterdam. Sa voiture a été
détruite. Dans le studio même, il a personnellement
été victime d'une agression. Dès lors, nous nous
interrogeons sur les garanties de sécurité que
peuvent offrir les Pays-Bas.
Le ministre a-t-il déjà pris des mesures à la suite de
ces atteintes graves à l'intégrité physique et à la
liberté d'expression d'un parlementaire, perpétrées
en territoire néerlandais ?
01.02 Minister Louis Michel : Elke vorm van
geweld en intimidatie moet worden veroordeeld.
De politie van Amsterdam was niet ingelicht over de
komst van de heer Dewinter. Zij heeft onmiddellijk
maatregelen genomen. De heer Dewinter heeft een
klacht ingediend. Ik heb vertrouwen in de
Nederlandse justitie om deze zaak af te handelen.
01.02 Louis Michel , ministre : Toute forme de
violence et d'intimidation est condamnable. La
police d'Amsterdam n'était pas informée de l'arrivée
de M. Dewinter. Elle a immédiatement pris les
mesures nécessaires. M. Dewinter a déposé
plainte. Je fais confiance à la justice néerlandaise
qui traitera certainement cette affaire dans les
règles.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): De
minister zegt dat het incident de schuld is van de
heer Dewinter, omdat hij de politie niet van zijn
komst had verwittigd. Wij betwisten niet dat de
politie gedaan heeft wat van haar werd verwacht.
Wij stellen ons echter vragen bij de waarborgen
inzake veiligheid die Nederland maar aan Belgische
parlementsleden kan geven.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Le
ministre fait porter le chapeau à M. Dewinter, parce
que celui-ci avait omis d'avertir la police de sa
visite. Nous ne contestons pas le fait que la police a
fait ce qu'on attendait d'elle, mais nous nous
interrogeons quand même sur les garanties en
matière de sécurité que les Pays-Bas sont en
mesure de donner aux parlementaires belges en
visite sur leur territoire.
11/10/2000 CRABV
50
COM 274
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Francis Van
den Eynde aan de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over
"buitenlandse verzekeringsdossiers" (nr. 2458)
02 Question orale de M. Francis Van den Eynde
au vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "des dossiers d'assurance à
l'étranger" (n° 2458)
02.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Minister Michel is onlangs tussenbeide gekomen in
een conflict tussen een Zwitserse
verzekeringsmaatschappij en een Belgisch
staatsburger.
De minister zou ermee gedreigd hebben bepaalde
verdragen niet te ratificeren, indien de rechtszaak
voor de rechtbank van Lausanne niet vlug zou
afgehandeld zijn. De rechtszaak sleept immers al
een hele tijd aan.
Op welke basis bepaalt minister Michel wanneer hij
zich met een buitenlands verzekeringsdossier
bemoeit? Het gaat toch om een zuiver privé-conflict.
Is hier geen gevaar voor een bedreiging van het
principe van de scheiding der machten? Is de zaak
ondertussen al beslecht?
Is de minister zinnens zich in de toekomst nog te
mengen in dergelijke conflicten?
02.01 Francis Van Den Eynde (VLAAMS BLOK):
Le ministre Michel est récemment intervenu dans
un conflit opposant une compagnie d'assurances
suisse et un ressortissant belge.
Le ministre aurait menacé de ne pas ratifier certains
traités si le litige devant le tribunal de Lausanne
n'était pas réglé rapidement. L'affaire traîne en effet
depuis fort longtemps.
Sur quelle base le ministre Michel décide-t-il
d'intervenir ou non dans un dossier d'assurance à
l'étranger ? Il s'agit en effet en l'occurrence d'un
conflit à caractère purement privé.
Ne risque-t-on pas ainsi de violer le principe de la
séparation des pouvoirs ? L'affaire a-t-elle entre
temps été réglée ?
Le ministre a-t-il encore l'intention de s'immiscer
dans de tels conflits à l'avenir ?
02.02 Minister Louis Michel : Wanneer wordt
vastgesteld dat landgenoten in het buitenland
slachtoffer van discriminatie worden, dan is het mijn
plicht op te treden. Ik ben tot op heden in geen
enkel gerechtelijk dossier tussenbeide gekomen.
Mijn Zwitserse collega deed dit evenmin.
Ten slotte wens ik u mee te delen dat kortelings de
EU-akkoorden ter ratificatie zullen worden
voorgelegd.
02.02 Louis Michel , ministre : J'ai le devoir
d'intervenir chaque fois qu'on constate que des
compatriotes sont victimes de discriminations à
l'étranger. Jusqu'à présent, je ne suis intervenu
dans aucun dossier judiciaire, tout comme mon
collègue suisse d'ailleurs.
Je tiens par ailleurs à vous faire savoir que, d'ici
peu, les accords UE seront soumis à ratification.
02.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik concludeer uit dit antwoord dat elke Belg, die in
het buitenland in een schadeconflict betrokken is,
op de steun van minister Michel kan rekenen. Ik
denk dat de minister zich hiermee veel extra werk
op de nek zal halen.
Het incident is gesloten.
02.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Il
ressort de votre réponse que chaque Belge qui se
trouve impliqué dans un conflit relatif à un dossier
d'assurance à l'étranger peut compter sur le soutien
du ministre Michel. Je crois qu'en adoptant cette
attitude, le ministre aura beaucoup de travail
supplémentaire.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "het rapport der wijzen inzake
Oostenrijk" (nr. 479)
- de heer Karel Pinxten tot de vice-eerste
03 Interpellations jointes de
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre
sur "le rapport des sages concernant l'Autriche"
(n° 479)
- M. Karel Pinxten au vice-premier ministre et
CRABV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het opheffen van de sancties tegen Oostenrijk"
(nr. 480)
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de opheffing van de Europese
sancties tegen Oostenrijk" (nr. 482)
ministre des Affaires étrangères sur "la levée des
sanctions contre l'Autriche" (n° 480)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la levée des sanctions européennes contre
l'Autriche" (n° 482)
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Nadat de
EU sancties genomen had tegen Oostenrijk, heeft
men vlug beseft dat dit niet de goede methode was
en heeft men een uitweg gezocht. Men heeft drie
zogenaamde wijzen aangesteld om de zaak te
onderzoeken en onder meer na te gaan of het
rechtse gedachtengoed invloed had in Oostenrijk.
Intussen werden de sancties afgeschaft.
Nu wordt gezegd, onder meer door de heer Marc
Eyskens, dat onze minister van Buitenlandse Zaken
zich enkel wilde profileren. De minister zelf verwijst
terzake naar binnenlandse problemen, onder meer
inzake het Vlaams Blok. Daardoor heeft de minister
in feite ons land in een slecht daglicht gezet.
Hoe rechtvaardigt de minister zijn houding?
Intussen blijft PS-voorzitter Di Rupo verkondigen
dat "zijn" PS minstens elk contact met Oostenrijk zal
vermijden.
Hoe zal de minister zorgen voor normale relaties
met Oostenrijk? Hoe zal hij de Waalse ministers
ertoe aanzetten om de boycot op te heffen?
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Après que
l'UE a pris des sanctions contre l'Autriche, on s'est
vite rendu compte que ce n'était pas la bonne
méthode et l'on a cherché un moyen de sortir de
cette impasse. On a chargé
trois prétendus sages d'étudier la question et
notamment de vérifier dans quelle mesure
l'extrémisme de droite était influent en Autriche.
Entre-temps, les sanctions ont été levées.
A présent, M. Eyskens, entre autres, dit que notre
ministre des Affaires étrangères ne poursuivait
qu'un seul objectif : faire parler de lui. Le ministre
Michel évoque quant à lui des problèmes belgo-
belges, liés notamment au Vlaams Blok. Ainsi, il a
porté atteinte à l'image de notre pays. Comment
justifie-t-il son attitude ?
Et le président du PS, Elio Di Rupo, continue
d'affirmer que les ministres de son parti éviteront
tout contact avec l'Autriche. Comment le ministre
Michel s'y prendra-t-il pour normaliser les relations
entre notre pays et l'Autriche ? Que fera-t-il pour
amener les ministres wallons à mettre fin au
boycottage ?
03.02 Karel Pinxten (CVP): De Belgische regering
heeft onmiddellijk, na de toetreding van de FPÖ tot
de Oostenrijkse regering, het voortouw genomen
inzake het opleggen van sancties aan de
Oostenrijkse regering.
Minister Michel verklaarde bij die gelegenheid dat
de sancties zouden opgelegd blijven, zolang de
FPÖ in de regering zat.
Op de Europese Top in Portugal in juni jongstleden
werden de sancties bevestigd. Opnieuw speelde
ons land hierbij een actieve rol. Maar, het werd
meer en meer duidelijk dat ons land zich aan het
klemrijden was. Het enthousiasme om de sancties
aan te houden smolt in de meeste Europese
lidstaten als sneeuw voor de zon.
Na het indienen van het verslag van de
zogenaamde drie Europese wijzen, werden de
sancties tegen Oostenrijk helemaal geschrapt op de
Top in Frankrijk in september jongstleden.
03.02 Karel Pinxten (CVP): Dès l'entrée du FPÖ
dans le gouvernement autrichien, le gouvernement
belge a joué un rôle de pionnier en matière de
sanctions contre le gouvernement autrichien.
M. Michel déclarait même que les sanctions
resteraient en vigueur tant que le FPÖ ferait partie
du gouvernement.
Les sanctions ont été confirmées lors du sommet
européen qui s'est tenu au Portugal en juin. A
nouveau, notre pays a joué un rôle actif dans cette
décision. Or, il devenait de plus en plus clair que
notre pays se manoeuvrait dans une impasse.
L'enthousiasme pour le maintien des sanctions
s'effritait rapidement dans la plupart des Etats
membres de l'UE.
Après le dépôt du rapport des trois sages
européens, les sanctions contre l'Autriche ont fini
par être levées en septembre dernier, lors du
sommet qui s'est déroulé en France.
11/10/2000 CRABV
50
COM 274
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
De FPÖ maakt nog steeds deel uit van de
Oostenrijkse coalitie. Er is dus geen enkele
wijziging in de situatie. In het rapport van de drie
wijzen wordt de Belgische waarschuwing tot
waakzaamheid opgenomen. In de motivatie van de
14 kunnen we deze aanbeveling echter niet meer
terugvinden.
De minister heeft de hele situatie politiek gebruikt,
maar heeft daardoor een cadeau aan het Vlaams
Blok gegeven. De minister heeft het omgekeerde
bereikt van wat hij met goede bedoelingen trachtte
te bekomen.
Le FPÖ fait encore partie de la coalition
autrichienne. La situation reste donc inchangée.
Le rapport des trois sages fait état de l'appel à la
vigilance lancé par la Belgique. Cette
recommandation n'a cependant pas été reprise par
les quatorze Etats.
Le ministre a utilisé cette situation sur le plan
politique mais ce faisant, il a apporté de l'eau au
moulin du Vlaams Blok. Le ministre a atteint
l'objectif contraire à celui qu'il s'était fixé, même si
l'intention était louable.
Welk standpunt heeft België ingenomen na het
rapport van de drie wijzen? Waarom wordt in de
verklaring van het Frans voorzitterschap geen
melding gemaakt van de herziening van art. 7 van
het EU verdrag? Hoe ziet de Belgische regering de
invullingen van het "bijzonder waakzaam" zijn ten
aanzien van de FPÖ?
Quelle position la Belgique a-t-elle adoptée après le
dépôt du rapport des trois sages ? Pourquoi dans
sa déclaration la présidence française ne fait-elle
pas mention de la révision de l'article 7 du traité de
l'UE ? Comment le gouvernement belge conçoit-il
exactement la vigilance dont il faut faire preuve vis-
à-vis du FPÖ ?
03.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De heer Van Hoorebeke citeerde het rapport van de
drie wijzen namelijk dat er in Oostenrijk niets
verkeerd is gegaan, maar dat er een gedachtegoed
bestaat dat verkeerd is. Ik was er tot nu toe van
overtuigd dat gedachten vrij zijn.
Een tweede verklaring die mij opviel, was die van de
vice-premier, namelijk dat men niet te vlug te streng
mag optreden. Niettemin is de minister heel snel en
heel streng opgetreden.
Maandenlang is er tegen Oostenrijk een hetze
gevoerd die onterecht was en die bovendien de
geviseerde partij heeft versterkt. De houding van de
minister heeft de relatie tussen België en Oostenrijk
ernstig geschaad.
Het is dan ook tijd om na te gaan wat de exacte
schade is van de sancties voor de Vlaamse export.
Zal de Belgische regering zich, in het licht van het
opheffen van de sancties tegen Oostenrijk, nu
verontschuldigen ten aanzien van de Oostenrijkse
bevolking? Zal minister Michel zich
verontschuldigen bij de Vlaamse bevolking,
waarvan de export duidelijk te lijden heeft gehad
van de sancties?
03.03 Francis Van Den Eynde (VLAAMS BLOK):
M. Van Hoorebeke a cité le rapport des trois sages
qui précise, notamment, qu'aucun acte
répréhensible n'a été commis en Autriche où
circulent cependant des idées indéfendables.
Jusqu'à aujourd'hui, j'étais convaincu que la liberté
de pensée constituait un droit fondamental.
J'ai également été frappé par la déclaration du vice-
premier ministre, qui a estimé qu'il faut se garder
d'être trop sévère trop rapidement alors qu'il a lui-
même très vite fait preuve d'une sévérité extrême à
l'égard de l'Autriche.
Pendant des mois, l'Autriche a fait l'objet d'une
campagne de dénigrement injustifiée qui a, par
ailleurs, contribué à renforcer la position du parti qui
était dans le collimateur. De plus, l'attitude du
ministre a eu un effet désastreux sur les relations
entre la Belgique et l'Autriche.
Dès lors, le moment est venu de procéder à une
évaluation précise des dommages causés aux
exportations de la Flandre par les sanctions à
l'égard de l'Autriche.
Au lendemain de la levée des sanctions à l'égard de
l'Autriche, le gouvernement belge présentera-t-il
des excuses au peuple autrichien ? Le ministre
Michel présentera-t-il des excuses à la population
flamande, dont les exportations ont clairement
souffert des sanctions ?
CRABV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
03.04 Minister Louis Michel : De maatregelen
tegen Oostenrijk werden op 12 september
jongstleden opgeheven na het rapport van de drie
wijzen.
De FPÖ werd betiteld als een populistische partij
met dezelfde kenmerken. Het verslag vermeldt ook
dat die xenofobe politiek moet worden verlaten. De
boycotmaatregelen worden niet veroordeeld.
Integendeel hebben die maatregelen ertoe geleid
dat die xenofobie werd verlaten.
03.04 Louis Michel , ministre : Les sanctions à
l'encontre de l'Autriche ont été levées le 12
septembre dernier après le dépôt du rapport des
trois sages. Le FPO a été qualifié de parti populiste
à caractère xénophobe. Le rapport affirme
également que ce parti doit renoncer à cette
politique xénophobe. Les mesures de boycott n'ont
pas été condamnées. Au contraire, ces mesures
ont eu pour effet de faire renoncer ce parti à cette
politique xénophobe.
Het communiqué van de 14 bepaalt dat de
maatregelen goed waren, maar contraproductief
bleken. De maatregelen werden foutief
geïnterpreteerd als zouden het sancties tegen de
Oostenrijkse bevolking zijn.
Na rijp beraad heeft België ingestemd met het
communiqué. Er worden drie elementen in
opgenomen: de opheffing van de sancties, de
oproep tot bijzondere waakzaamheid ten aanzien
van de FPÖ en de garantie het beraad over de te
volgen reactie bij gelijkaardige situaties in de
toekomst verder te zetten.
De waakzaamheid zal volgens de bestaande
procedures verlopen. Er worden daartoe geen
specifieke modaliteiten gecreëerd. Het communiqué
maakt melding van de aanbevelingen van de drie
wijzen als nuttige bijdragen. De Europese
Commissie steunt verder de Belgische voorstellen
tot wijziging van artikel 7.
Door in te stemmen met het betrokken
communiqué heeft ons land de Europese eenheid
bevestigd.
België blijft er van overtuigd dat het in dit dossier de
juiste houding heeft aangenomen. Bij de beslissing
van de Europese Top in Frankrijk in september jl.
om de sancties op te heffen, heeft ons land zich
gedragen als een loyale Europese partner. Deze
beslissing wordt dan ook onverkort uitgevoerd.
On peut lire dans le communiqué du 14 que les
mesures prises étaient bonnes en elles-mêmes
mais qu'elles ont produit l'effet contraire de celui
escompté. Ces mesures ont été mal interprétées en
ce sens qu'on les a considérées comme des
sanctions à l'encontre de la population autrichienne.
Après mûre réflexion, la Belgique a approuvé le
communiqué. Celui-ci comprend trois éléments : la
levée des sanctions, l'appel à une vigilance
particulière vis-à-vis du FPÖ et la garantie de
poursuivre la réflexion sur l'attitude à adopter dans
de semblables circonstances à l'avenir.
La vigilance sera exercée selon les procédures
existantes. Aucune modalité spécifique n'est prévue
à cette fin. Dans le communiqué, les
recommandations des trois sages sont présentées
comme des contributions utiles. La Commission
Européenne continuera à appuyer les propositions
belges visant à modifier l'article 7.
En approuvant le communiqué concerné, notre
pays a confirmé l'unité européenne.
La Belgique reste persuadée d'avoir adopté
l'attitude appropriée dans ce dossier. Lorsque la
décision de lever les sanctions a été prise au
Sommet Européen qui s'est tenu tenu en France en
septembre dernier ,notre pays s'est comporté en
partenaire européen loyal. Aussi cette décision
sera-t-elle exécutée sans délai.
03.05 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De minister
zoekt een legitimering van zijn houding in het
verslag van de drie wijzen. Dat is fout. De minister
heeft steeds het voortouw genomen. Hij heeft zich
daarvoor gebaseerd op de evolutie in Vlaanderen.
Uiteraard is er in Oostenrijk ook een xenofobe
tendens zoals in andere landen. Wij moeten die
tendens echter bestrijden met democratische
middelen. De EU heeft aan "overacting" gedaan. De
eerste minister gaat nu naar Oostenrijk, wellicht om
de schade voor onze uitvoer te beperken. Ik had
dan ook gehoopt dat de minister wat meer
03.05 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le ministre
cherche à trouver dans le rapport des trois sages
une justification pour son attitude. Il se trompe. Il
s'est toujours trouvé à l'avant-scène dans cette
affaire et il s'est fondé sur l'évolution de la situation
en Flandre. Une tendance xénophobe existe
évidemment en Autriche, comme dans d'autres
pays. Nous devons toutefois lutter contre cette
tendance en utilisant des moyens démocratiques.
La réaction de l'UE était exagérée. Notre premier
ministre va se rendre en Autriche,
vraisemblablement dans le but de limiter les dégâts
11/10/2000 CRABV
50
COM 274
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
genuanceerd zou antwoorden.
pour nos exportations. J'avais dès lors nourri
l'espoir que le ministre répondrait d'une manière
plus nuancée.
03.06 Karel Pinxten (CVP): Ik blijf erbij dat ons
land in het Oostenrijk-dossier veel te voortvarend te
werk is gegaan. Met als gevolg dat België nu keer
op keer bakzeil moet halen en dus gezichtsverlies
lijdt.
Indien hetzelfde fenomeen zich, in plaats van in
Oostenrijk, in een grote Europese lidstaat zou
voordoen, zou ons land zich wellicht helemaal
anders gedragen. Er wordt dus in de Europese Unie
met twee maten en twee gewichten gementen en
dat kan niet door de beugel.
03.06 Karel Pinxten (CVP): Je persiste à dire que
notre pays a fait preuve de beaucoup trop de
précipitation dans le dossier relatif à l'Autriche. En
conséquence, nous sommes contraints de faire
marche arrière, ce qui nuit à notre image.
Si le même phénomène s'était produit dans un
des grands pays de l'Union européenne, l' attitude
de la Belgique aurait vraisemblablement été toute
différente. Il y a deux poids et deux mesures au
sein de l'UE. C'est inadmissible.
03.07 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De drie wijzen verklaarden dat de maatregelen
goed waren, maar nu niet meer nodig zijn. Het is
toch normaal dat zij hun opdrachtgevers niet in een
slecht daglicht zouden stellen door te zeggen dat de
maatregelen overbodig waren.
Ik blijf bij men overtuiging dat deze zaak veel
schade heeft berokkend aan de Vlaamse
economie. In Vlaanderen heeft het merendeel van
de bevolking de sancties van de minister nooit
aanvaard.
03.07 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Les trois sages ont estimé que les mesures prises
étaient bonnes mais qu'elles n'étaient plus
nécessaires. Très logiquement, ils n'ont pas voulu
discréditer ceux qui les ont désignés en déclarant
leurs mesures inutiles.
Je reste convaincu que cette affaire a beaucoup
nuit à l'économie flamande. En Flandre, la majorité
de la population n'a jamais accepté les sanctions
voulues par le ministre Michel.
03.08 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC): In
januari en februari was het in de eerste plaats zaak,
de democratie te verdedigen. Wij mochten niet aan
de zijlijn blijven staan. Wij mochten niet dulden dat
een extreem rechtse partij deel kon uitmaken van
een regering in een Europees land. In het rapport
der wijzen wordt voorgesteld de sancties op te
heffen omdat de Oostenrijkse bevolking tegen de
opkomst van extreem rechts in het geweer
gekomen is.
Het is nu vooral belangrijk ons op Europees niveau
te bezinnen over de manier waarop een dergelijke
situatie in Europa onder controle gehouden en zelfs
voorkomen kan worden. Die bewustwording zou
zonder de Franse en de Belgisch reactie nooit
gegroeid zijn.
03.08 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC): Au
mois de janvier et de février, il s'agissait de
défendre la démocratie. Nous ne pouvions accepter
de rester passifs face à un tel problème. Nous ne
pouvons admettre qu'un parti d'extrême-droite
fasse partie d'un gouvernement européen.
Le rapport des sages a proposé la levée des
sanctions parce que la population autrichienne
s'était mobilisée face à la montée de l'extrême-
droite.
Le plus important est de réfléchir, au niveau
européen, sur la manière de contrôler et de prévenir
ce genre de situation en Europe. Une telle prise de
conscience n'aurait pas été possible sans les
réactions belge et française.
03.09 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
overdreven houding van minister Michel en de
Europese sancties tegenover Oostenrijk hebben
mijns inziens ook een impact gehad op de recente
beslissing van de Denen om neen te zeggen tegen
de euro en zich aldus te verzetten tegen die
Europese moloch.
03.09 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): La
réaction excessive du ministre Michel face à
l'Autriche et les sanctions décrétées par l'Europe à
l'encontre de ce pays ont à mon sens influencé la
récente décision du Danemark de dire non à l'euro
et de s'opposer ainsi au Moloch européen.
Monsieur Van Hoorebeke doit se garder d'adopter
CRABV 50
COM 274
11/10/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
De heer Van Hoorebeke moet niet schijnheilig zijn.
Toen maanden geleden de Oostenrijk-resolutie in
de Kamer werd behandeld, kon deze voor de
Volksunie niet ver genoeg gaan. De VU speelde
zelfs met de gedachte het Vlaams Blok te laten
verbieden. De heer Van Hoorebeke moet dus nu
geen krokodillentranen plengen.
une attitude hypocrite. Lorsque, il y a quelques
mois, la Chambre a voté la résolution relative à
l'Autriche, la Volksunie préconisait la condamnation
la plus sévère . M. Van Hoorebeke n'a donc pas à
verser des larmes de crocodile maintenant.
03.10 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Wij hebben
altijd gezegd dat het niet de taak van politici is om te
oordelen of een gedachtegoed al dan niet goed is.
Wij pleitten voor een overkoepelende neutrale
instantie die daarop toezicht kan houden.
03.10 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Nous avons
toujours dit qu'il n'appartient pas aux politiques de
juger si des idées sont défendables ou non. Nous
plaidons pour la création d'une instance neutre
chargée d'en juger.
03.11 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Slechts het volk kan oordelen over het
gedachtegoed van een partij.
03.11 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Seul
le peuple peut juger des idées défendues par un
parti.
Moties
Motions
De voorzitter : Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.
De Kamer,
gehoord de interpellatie van
Volksvertegenwoordiger Francis Van den Eynde
gehoord het antwoord van de minister van
Buitenlandse Zaken
stelt vast dat het totaal ten onrechte is dat de
regering maandenlang een campagne gevoerd
heeft tegen de Regering van Oostenrijk
stelt vast dat deze campagne bovendien ernstige
schade berokkend heeft aan de Vlaamse export
naar Oostenrijk
verzoekt de Regering in samenwerking met de
Vlaamse Regering deze schade te becijferen om ze
daarna te vergoeden en vraagt bovendien dat de
Regering zowel aan Oostenrijk als aan Vlaanderen
excuses zou aanbieden
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer
Daniel Bacquelaine en mevrouw Leen Laenens.
Le président : En conclusion de cette discussion,
les motions suivantes ont été déposées.
La Chambre,
ayant entendu l'interpellation du député M. Francis
Van den Eynde
ayant entendu la réponse du ministre des Affaires
étrangères
constate que la campagne que le gouvernement a
menée pendant des mois contre le gouvernement
autrichien était parfaitement injustifiée
constate que cette campagne a produit un effet
désastreux sur les exportations de la Flandre vers
l'Autriche
demande qu'en collaboration avec le gouvernement
flamand, le gouvernement quantifie ces dommages
pour ensuite les indemniser et que, par ailleurs, le
gouvernement présente ses excuses tant à
l'Autriche qu'à la Flandre.
Une motion simple a été déposée par M. Daniel
Bacquelaine et madame Leen Laenens
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
De openbare vergadering wordt gesloten om 17.19
uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.19 heures
Document Outline