CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRABV
53
COM
240
CRABV
53
COM
240
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE
M
AATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
Mercredi
Woensdag
25-05-2011
25-05-2011
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
INDEP-ONAFH
Indépendant - Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
e-mail : publications@lachambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : publicaties@dekamer.be
CRABV 53
COM 240
25/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Orateurs: Olivier Henry, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Olivier Henry, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
Orateurs:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Damien Thiéry, Laurette Onkelinx,
Sprekers: Damien Thiéry, Laurette Onkelinx,
25/05/2011
CRABV 53
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
CRABV 53
COM 240
25/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
M
ERCREDI
25
MAI
2011
Matin
______
van
W
OENSDAG
25
MEI
2011
Voormiddag
______
La discussion des questions est ouverte à 10 h 36
par M. Hans Bonte, président.
De behandeling van de vragen vangt aan om
10.36 uur. De vergadering wordt voorgezeten door
de heer Hans Bonte.
01 Question de M. Olivier Henry à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la problématique du
don de sang" (n° 4746)
01 Vraag van de heer Olivier Henry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het geven van bloed" (nr. 4746)
01.01 Olivier Henry (PS): Concernant le don de
sang, si l'exclusion des personnes ayant des
pratiques sexuelles à risque se justifie pleinement
d'un point de vue médical, il n'en demeure pas
moins que la formulation actuellement usitée
concernant les homosexuels interpelle ("les
hommes ayant des rapports sexuels avec d'autres
hommes sont invités à ne pas donner leur sang").
Un groupe de travail a-t-il été constitué en la
matière? Quelles sont les pistes envisagées?
Quelle est la proportion de donneurs potentiels se
présentant à la Croix-Rouge et qui sont écartés
après entretien avec le médecin? Combien de
donneurs téléphonent-ils par la suite pour
demander que leur sang soit finalement exclu de la
réserve? Quelle est la pratique chez nos voisins
européens?
01.01 Olivier Henry (PS): Het is uit een medisch
oogpunt volledig gerechtvaardigd dat personen die
seksueel risicogedrag vertonen, geen bloed mogen
geven. Dat neemt echter niet weg dat de
formulering
die
nu
gebruikt
wordt
voor
homoseksuelen nogal ongenuanceerd is ('mannen
die seks hebben met een andere man vragen we
om geen bloed te geven').
Werd er voor die problematiek een werkgroep
opgericht? Welke denksporen worden er gevolgd?
Wat is het percentage potentiële donors die zich bij
het Rode Kruis aanmelden en na een gesprek met
de dokter worden uitgesloten? Hoeveel donors
nemen achteraf contact op om te vragen dat hun
bloed alsnog uit de voorraad zou worden gehaald?
Hoe verloopt een en ander bij onze Europese
buren?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
J'ai dit que je comprenais l'émotion de la
communauté homosexuelle, qui ressentait la
restriction liée au don de sang de la Croix-Rouge
comme étant une discrimination. Tel n'était
évidemment pas la volonté, mais il s'agit d'exclure
des comportements à risque, pour la sécurité du
sang. Un groupe de travail, dont nous vous
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb
gezegd dat ik de verontwaardiging van de
homogemeenschap
begrijp.
Die
voelt
zich
gediscrimineerd door de beperkingen die het Rode
Kruis oplegt in verband met bloeddonatie. Dat was
natuurlijk niet de bedoeling. Het gaat erom dat
personen met risicogedrag uitgesloten worden om
de veiligheid van het bloed te kunnen waarborgen.
25/05/2011
CRABV 53
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
transmettrons la composition, a été constitué.
Er werd een werkgroep opgericht, waarvan ik u de
samenstelling zal bezorgen.
Ce groupe de travail assez large a arrêté de
travailler lors de la chute du gouvernement. À ma
demande, il s'est à nouveau réuni début mars et le
6 mai. Une nouvelle réunion aura lieu en juin. Ce
sont les chefs de groupes qui envoient les
représentants. Je vous invite donc à vous entretenir
avec le vôtre.
Actuellement, 12 % des candidats donneurs sont
écartés du don de sang, pour diverses raisons, à la
suite du face à face avec le médecin. Après le don
de sang, plus de mille donneurs par an téléphonent
pour demander la destruction de leur don, mais
comme ils ne doivent pas se justifier, nous ne
disposons d'aucune statistique sur les raisons
amenant les donneurs à formuler une telle
demande.
La pratique chez nos voisins européens ne diffère
pas de celle en vigueur dans notre pays.
Deze behoorlijk ruime werkgroep heeft zijn
werkzaamheden gestaakt toen de regering gevallen
is. Op mijn vraag is hij begin maart en ook op 6 mei
opnieuw bijeengekomen. De volgende vergadering
vindt plaats in juni. De fractieleiders bepalen wie er
de fractie vertegenwoordigt. Ik verzoek u derhalve
om af te spreken met uw fractieleider.
Thans wordt 12 procent van de kandidaat-
bloedgevers om uiteenlopende redenen uitgesloten
na het onderhoud met de arts. Jaarlijks bellen er
meer dan duizend donors met de vraag om hun
bloeddonatie te vernietigen. Zij moeten daarvoor
geen reden opgeven en dus hebben wij
daaromtrent geen statistieken.
In onze Europese buurlanden gaat men op dezelfde
wijze te werk als bij ons.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la consommation de
médicaments dans les maisons de repos"
(n° 4798)
02 Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
geneesmiddelengebruik in rusthuizen" (nr. 4798)
02.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Une étude
réalisée récemment par la Mutualité chrétienne
révèle qu'en 2009, plus de 43 % des résidents de
maisons de repos ont utilisé des antidépresseurs et
18 %, des antipsychotiques. Même si cette
consommation
élevée
est
connue
depuis
longtemps, il est étonnant de constater que ce
pourcentage est nettement supérieur à la moyenne
enregistrée parmi les personnes bénéficiant de
soins à domicile.
En outre, l'étude a permis d'observer qu'un quart
des personnes âgées résidant dans une maison de
repos utilisent un médicament figurant sur la liste de
Beers, c'est-à-dire une spécialité inadaptée aux
personnes âgées.
La ministre a-t-elle connaissance de ce problème?
Comment le rôle des différents prestataires de
soins actifs dans les maisons de repos ou ayant
des contacts avec des résidents de ces
établissements devrait-il évoluer? Une concertation
est-elle prévue avec le secteur en vue d'approfondir
le rôle de certains intervenants et éventuellement,
de prévoir des formations? La ministre est-elle
02.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Uit een recente
studie van de Christelijke Mutualiteiten blijkt dat
ruim 43 procent van de bewoners van rusthuizen in
2009 antidepressiva gebruikte en 18 procent
antipsychotica. Het hoge verbruik was al langer
bekend. Een opvallende vaststelling is wel dat dit
duidelijk hoger ligt dan in de thuiszorg.
Daarnaast stelde de studie vast dat een kwart van
de bejaarden in een rusthuis een medicament
gebruikt dat is opgenomen op de Beerslijst, wat wil
zeggen dat het niet geschikt is voor bejaarden.
Is de minister op de hoogte van die problematiek?
Hoe ziet zij de evolutie van de rol van de
verschillende
gezondheidsverstrekkers
in
de
rusthuizen of in contact met patiënten van de
rusthuizen? Is er overleg gepland met de sector om
bepaalde rollen uit te diepen en eventueel in
opleidingen te voorzien? Wordt de minister daarbij
betrokken? Hoe staat zij tegenover de aanbeveling
CRABV 53
COM 240
25/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
impliquée dans ces discussions? Que pense-t-elle
de la recommandation visant à augmenter les
effectifs?
om het aantal personeelsleden te verhogen?
02.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Je suis bien évidemment consciente
du problème. La politique menée en la matière vise
à rationaliser l'utilisation de médicaments dans les
maisons
de
repos.
Je
me
réfère
aux
recommandations formulées par la conférence
interministérielle Santé publique du 26 avril 2010, à
ma note d'orientation sur la psycho-médication du
18 novembre
2010,
aux
recommandations
contenues dans le document de décembre 2010 sur
le médecin coordinateur et conseiller et aux
recommandations formulées dans le cadre d'une
étude réalisée en 2006 par le KCE.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
ben uiteraard op de hoogte van de problematiek.
Het
beleid
streeft
naar
een
rationeler
geneesmiddelenverbruik in de rustoorden. Ik verwijs
naar de aanbevelingen van de interministeriële
conferentie Volksgezondheid van 26 april 2010,
naar mijn oriëntatienota van 18 november 2010
over psychomedicatie, naar de aanbevelingen in het
document
van
december
2010
over
de
coördinerende en raadgevende arts en naar de
aanbevelingen in een studie van het KCE van 2006.
Un projet pilote visant à faciliter la concertation au
niveau du patient individuel entre le médecin
prescripteur, l'infirmier responsable de la maison de
repos et le pharmacien va être élaboré. Le groupe
de travail "soins aux personnes âgées" de la
conférence interministérielle Santé publique en
discutera très prochainement. Il sera ensuite
demand aux organes comp tents de l'INAMI de
transposer ce projet pilote dans un
projet d'arr t
royal. Un appel sera lancé pour une vingtaine de
projets.
J'esp re que la concertation entre m decins et
pharmaciens d butera bientôt. L'Agence f d rale
des Médicaments et des Produits de santé se
penche sur une proposition d'arr t d'ex c
ution
prévoyant un conditionnement personnalisé, qui
devrait également permettre de rationaliser la
consommation de médicaments dans les maisons
de repos.
En
ce
qui
concerne
le
traitement
non
médicamenteux des personnes atteintes de
démence, je renvoie en premier lieu à une étude en
cours au KCE. La Commission de convention des
maisons
de
repos
de
l'INAMI recherche
intensivement les moyens d'adapter les normes de
financement, pour que celles-ci correspondent
davantage
aux
besoins
spécifiques.
Les
discussions font intervenir des experts et abordent
galement d'autres types d'approche de la
démence.
Er wordt een proefproject uitgewerkt dat bedoeld is
om het overleg op individueel patiëntenniveau
tussen
de
voorschrijvende
arts,
de
verantwoordelijke verpleegkundige van het rustoord
en de apotheker te vergemakkelijken. De
werkgroep
Ouderenzorg
van
de
IMC
Volksgezondheid zal het binnenkort bespreken.
Nadien zal aan de bevoegde organen van het RIZIV
gevraagd worden het project in een ontwerp van
koninklijk besluit te vertalen. Er komt een oproep
voor een twintigtal projecten.
Ik hoop dat het overleg tussen artsen en apothekers
binnenkort van start gaat. Het Federaal Agentschap
voor Geneesmiddelen werkt aan een voorstel van
uitvoeringsbesluit voor een gepersonaliseerde
verpakking, dat ook zal leiden tot een rationalisering
van het geneesmiddelengebruik in het rusthuis.
Voor het niet-medicamenteus behandelen van
personen met dementie verwijs ik in de eerste
plaats naar een lopende studie bij het KCE. In de
Overeenkomstcommissie Rustoorden van het
RIZIV wordt intensief onderzocht op welke wijze de
financieringsnormen kunnen worden aangepast om
dichter aan te sluiten bij hun specifieke noden. De
besprekingen worden gevoerd met experts en
omvatten ook andere vormen van aanpak van
dementie.
Il est impératif que les médecins, les MCC, les
cercles de médecins généralistes et les maisons de
repos concluent des accords concrets concernant
une consommation rationnelle des médicaments
dans les maisons de repos.
L'idée d'augmenter les effectifs dans les maisons
Er moeten concrete afspraken komen tussen de
artsen, de CRA's, de huisartsenkringen en de
instellingen
omtrent
een
efficiënt
geneesmiddelengebruik in de instellingen.
Het idee om het aantal personeelsleden te
25/05/2011
CRABV 53
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
de repos concerne davantage le traitement non
médicamenteux des personnes âgées qui y
résident. Le budget de l'INAMI prévoit 10 millions
d'euros pour le recrutement de personnel
supplémentaire, soit près de 200 équivalents temps
plein
affectés,
dans
les
MRS-MRPA,
à
l'accompagnement des patients atteints de
démence. À cet égard, il s'agit essentiellement de
mettre en adéquation les qualifications requises du
personnel et les besoins de ces patients.
verhogen, heeft veeleer te maken met de niet-
medicamenteuze behandeling van de ouderen. De
RIZIV-begroting voorziet in een bedrag van
10 miljoen euro voor bijkomend personeel,
ongeveer 200 fulltime equivalenten, in de RVT-ROB
om dementiepatiënten te omkaderen. Daarbij gaat
het vooral om het afstemmen van de noodzakelijke
kwalificaties van het personeel op de behoeften van
die patiënten.
02.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Je me félicite de
cette annonce d'une coopération renforcée entre,
d'une part, les médecins et les pharmaciens, et,
d'autre part, le personnel soignant. Ni le fait que
certains patients soient agités ni la nécessité de
donner un peu de répit au personnel infirmier ne
justifie
l'administration
à
ces
patients
d'antidépresseurs ou d'antipsychotiques.
Comment s'expliquent les dispartiés actuelles entre
le système des soins à domicile et le système des
maisons de repos?
La nouvelle politique mise en
uvre pourra peut
-
être remédier à l'avenir au problème que posent ces
disparités.
02.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Ik ben verheugd
te horen dat er een nauwere samenwerking wordt
gepland tussen de artsen en de apothekers en het
verplegend personeel. Onrustige patiënten of rust
geven aan de verpleger is geen reden om
antidepressiva of antipsychotica toe te dienen.
Waar komt het verschil vandaan tussen thuiszorg
en rusthuis?
Misschien kan het nieuwe beleid het probleem in de
toekomst verhelpen.
L'incident est clos.
Le président: Mme Almaci n'est pas encore parmi
nous pour poser la question n° 4789 et j'ai cru
comprendre que Mme Jadin était empêchée.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Mevrouw Almaci is nog niet
aanwezig om haar vraag nr. 4789 te stellen. Ik heb
begrepen dat mevrouw Jadin niet aanwezig kan
zijn.
03 Questions jointes de
- Mme Kattrin Jadin à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
suppression du concours de sélection des kinés"
(n° 4801)
- M. Manu Beuselinck à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
cadastre des kinésithérapeutes" (n° 4875)
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de afschaffing van het selectie-
examen voor kinesitherapeuten" (nr. 4801)
- de heer Manu Beuselinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
kadaster
voor
kinesitherapeuten" (nr. 4875)
03.01 Manu Beuselinck (N-VA): Tout le monde
est d'accord sur ce point: l'examen de sortie pour
les kinésithérapeutes doit être supprimé. Nous
sommes néanmoins persuadés de la nécessité de
planifier l'offre m dicale mais un cadastre correc
t,
indispensable à cet effet, se fait attendre depuis des
années.
Qu'a entrepris la ministre depuis d cembre 2010
pour acc l rer l'ach vement de ce cadastre?
Quand sera-t-il prêt? La ministre suit-
elle l'avis
03.01 Manu Beuselinck (N-VA): Iedereen is het
erover eens dat het uitgangsexamen voor
kinesitherapeuten afgeschaft moet worden. Wij zijn
er wel van overtuigd dat er nood blijft bestaan aan
een planning van het medisch aanbod, maar
daarvoor is een behoorlijk kadaster nodig en daarop
wachten we al enkele jaren.
Wat heeft de minister sinds december 2010
ondernomen om de afwerking van dat kadaster te
bespoedigen? Wanneer zal het kadaster klaar zijn?
CRABV 53
COM 240
25/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
unanime de la Commission de planification selon
lequel le quota doit être provisoirement maintenu?
Qu'adviendra
-t-il des numéros INAMI provisoires
prolong s jusqu'en juin 2011?
Volgt de minister het unanieme advies van de
planningscommissie dat de quota voorlopig
behouden moeten blijven? Wat zal er gebeuren met
de voorlopige RIZIV-nummers die verlengd werden
tot juni 2011?
03.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Après avoir terminé leurs études, les
kinésithérapeutes doivent passer un examen qui
n'est toutefois organisé que si le nombre de
candidats est supérieur à celui du quota fixé dans
l'arrêté royal de juin 2005. Ils reçoivent un numéro
INAMI provisoire leur permettant d'exercer une
activité d'indépendant jusqu'à la publication des
résultats de l'examen.
J'ai toujours estimé que cet examen était
inéquitable et le programme du gouvernement
prévoit de le supprimer. Après avis de la
Commission de planification, j'ai augmenté les
quotas à deux reprises. Il en a résulté qu'aucun
examen n'a été organisé en 2008 et 2009 tant pour
la Communauté flamande que pour la Communauté
française. J'ai proposé de supprimer l'examen en
2010 mais ce projet n'a pu être finalisé en raison de
la chute du gouvernement.
L'examen devait être organisé en Communauté
française en octobre 2010 mais le gouvernement a
pris l'initiative de reporter la publication des résultats
et de prolonger la validité des numéros INAMI
provisoires jusqu'au 13 juin 2011, dans l'attente de
la suppression ou du report de l'examen.
Les chiffres de 2000 à 2008 indiquent du reste une
diminution du nombre de kinésithérapeutes actifs et
du nombre d'équivalents temps plein. Pas moins de
27,5 % des kinésithérapeutes travaillent en dehors
du secteur des soins de santé et 6 % est actif en
dehors de l'assurance maladie obligatoire.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Kinesitherapeuten moeten na afloop van hun
studies een examen afleggen, dat echter maar
wordt ingericht als het aantal kandidaten hoger ligt
dan het bij KB van juni 2005 vastgelegde quotum.
Ze krijgen wel een voorlopig RIZIV-nummer
waarmee zij als zelfstandige aan de slag kunnen tot
de bekendmaking van de examenresultaten.
Ik heb dat examen altijd onrechtvaardig gevonden
en het regeringsprogramma beoogt de opheffing
ervan. Na advies van de planningscommissie heb ik
de quota twee keer verhoogd, waardoor in 2008 en
2009 zowel voor de Vlaamse als de Franse
Gemeenschap geen examens werden ingericht. Ik
heb in 2010 voorgesteld om het examen af te
schaffen, maar door de val van de regering werd
dat project niet afgerond.
In oktober 2010 moest het examen in de Franse
Gemeenschap worden ingericht, maar de regering
nam het initiatief om de bekendmaking van de
resultaten uit te stellen en om de voorlopige RIZIV-
nummers tot 13 juni 2011 te verlengen, in
afwachting van de afschaffing of de opschorting van
het examen.
De cijfers laten trouwens tussen 2000 en 2008 een
daling van het aantal actieve kinesitherapeuten en
van het aantal voltijdequivalenten zien. Niet minder
dan 27,5 procent van de kinesitherapeuten werkt
buiten de gezondheidszorg en 6 procent is buiten
de verplichte ziekteverzekering actief.
La Commission de planification a entre-temps
sugg r de supprimer l'examen. Elle propose de
fixer le sous-
quota en fonction du secteur d'activit s
et d'instaurer, sur cette base, un test d'orientation
obligatoire au cours des études de kinésithérapie.
J'ai adress un courrier en ce sens aux deux
ministres
communautaires
compétents.
Une
r union est d'ailleurs pr vue dans les prochains
jours. En fonction des résultats de cette
concertation et du nouvel avis de la Commission de
planification, je soumettrai une nouvelle fois cette
question de l'examen à l'avis du gouvernement.
De planningscommissie suggereert intussen om het
examen af te schaffen en stelt voor om de
onderquota volgens activiteitensector vast te leggen
en op basis daarvan tijdens de studies
kinesitherapie een verplichte oriëntatieproef in te
richten. Ik heb beide gemeenschapsministers een
brief in die zin geschreven en de komende dagen is
een vergadering gepland. Op basis van het
resultaat van dit overleg en van het nieuwe advies
van de planningscommissie zal ik de problematiek
van het examen opnieuw bij de regering
aankaarten.
03.03 Manu Beuselinck (N-VA): Le cadastre est-il
prêt?
03.03 Manu Beuselinck (N-VA): Is het kadaster
dan klaar?
25/05/2011
CRABV 53
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
03.04
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Nous avons un cadastre, mais nous
devons encore comparer les données avec celles
de l'INAMI.
03.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Wij hebben een kadaster, maar wij moeten de
gegevens nog vergelijken met de RIZIV-gegevens.
(En français) Il y a une volonté manifeste de
supprimer cet examen, mais il faut que cette
suppression coïncide avec l'organisation des sous-
quotas par les Communautés; j'examine la question
avec ces dernières.
(Frans) Men wil het examen klaarblijkelijk
afschaffen, maar die afschaffing moet samenvallen
met de organisatie van subquota door de
Gemeenschappen. Ik bestudeer deze kwestie
samen met hen.
03.05 Manu Beuselinck (N-VA): J'espère en tout
cas que le gouvernement ne prendra pas la
décision de supprimer tout simplement l'examen,
sans maintenir le quota actuel.
03.05 Manu Beuselinck (N-VA): Ik hoop in elk
geval dat de regering niet beslist om zomaar het
examen af te schaffen, zonder dat de huidige quota
behouden blijven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Rita De Bont à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"l'approche
thérapeutique du sevrage tabagique" (n° 4876)
04 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de therapeutische benadering
om te stoppen met roken" (nr. 4876)
04.01 Rita De Bont (VB): Nul ne conteste le lien
de cause à effet entre le tabagisme et certaines
affections. La question est de savoir quelles
mesures les pouvoirs publics peuvent et doivent
prendre pour limiter le plus possible le tabagisme.
Une de ces mesures est l'intervention de l'INAMI en
faveur
de l'aide th rapeutique n cessaire pour
arrêter de fumer.
La sophrologie est souvent appelée à la rescousse
aux Pays-Bas. Les sophrologues appliquent la
relaxation dynamique de Caycedo, une méthode qui
permet de traiter les patients en groupe et propose
des techniques de relaxation, de respiration et de
concentration mentale.
Cette méthode a-t-elle cours chez nous également?
Est-
elle subventionn e par l'INAMI? Combien de
séances sont remboursées? Quel en est le
r sultat? Si cette m thode n'est pas reconnu
e, la
ministre envisage-t-elle de la faire reconnaître?
Existe-t-il des études comparatives des résultats
obtenus grâce aux différentes méthodes? Une telle
tude ne s'av rerait
-elle pas judicieuse?
04.01 Rita De Bont (VB): Dat er een verband
bestaat tussen roken en verschillende ziekten,
wordt door niemand ontkend. De vraag is welke
maatregelen de overheid kan en moet nemen om
het roken zoveel mogelijk te beperken. Een van die
maatregelen is de RIZIV-tegemoetkoming bij de
therapeutische hulp om te stoppen met roken.
In Nederland wordt vaak een beroep gedaan op
sofrologen. Sofrologen maken gebruik van de
dynamische relaxatie van Caycedo, een methode
die niet alleen toelaat de patiënten in groep te
behandelen, maar ook technieken aanbiedt voor
relaxatie, ademhaling en mentale concentratie.
Wordt er ook bij ons gebruik gemaakt van deze
methode? Betaalt het RIZIV ook voor deze
methode? Voor hoeveel sessies wordt in een
betaling voorzien? Wat is het resultaat? Indien deze
methode niet erkend wordt, overweegt de minister
dan een erkenning? Zijn er studies om de resultaten
van verschillende methodes met elkaar te
vergelijken? Zou het niet nuttig zijn om een
dergelijke studie te maken?
04.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): L'efficacité de l'accompagnement
dans le cadre du sevrage tabagique est reconnue
au niveau international depuis des années déjà et
des études scientifiques ont également été
réalisées en la matière. Je renvoie à cet égard au
rapport "Efficacité et rentabilité des thérapies du
sevrage tabagique" publié en 2004 par le Centre
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
doeltreffendheid van rookstopbegeleiding is al jaren
internationaal aanvaard en er bestaat ook
wetenschappelijk onderzoek ter zake. Ik verwijs
hierbij
naar
het
rapport
'Effectiviteit
en
kosteneffectiviteit
van
behandelingen
voor
rookstop', gepubliceerd in 2004 door het Federaal
Kenniscentrum.
CRABV 53
COM 240
25/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
fédéral d'expertise.
Ce rapport indique que les différentes sortes de
thérapies non pharmacologiques constituent un
soutien efficace dans le cadre du sevrage
tabagique. Il s'agit notamment des thérapies
d'entraide sur mesure et plus spécifiquement des
programmes
informatiques
spécialisés,
des
conseils d'un prestataire de soins professionnel, du
soutien psychologique sur une base individuelle ou
en groupe mais aussi par téléphone.
Le rapport précise également que les preuves sont
insuffisantes pour montrer que les thérapies
comportementales et les thérapies pratiques
constituent des aides efficaces pour les fumeurs
dans le cadre du sevrage tabagique, que la thérapie
sous hypnose ne contribue pas au soutien
psychologique et que l'effet de l'acuponcture n'est
pas démontré. Le rapport ne comporte aucune
référence à l'effet de relaxation dynamique du
Caycedo. S'il s'agit d'une forme de thérapie
comportementale, les preuves scientifiques en la
matière semblent insuffisantes.
Depuis l'introduction de l'allocation pour le sevrage
tabagique le 1
er
octobre 2009, il est de plus en plus
fait usage des possibilités de soutien du sevrage
tabagique. Un rapport est rédigé lors de chaque
démarche de sevrage tabagique.
Dit rapport geeft aan dat de verschillende soorten
niet-farmacologische
therapieën
de rookstop
doeltreffend
ondersteunen,
met
name
zelfhulptherapieën op maat en meer specifiek de
gespecialiseerde
computerprogramma's,
adviesverlening
door
een
professionele
hulpverlener,
psychologische
ondersteuning,
individueel of in groep en ook telefonisch.
In het rapport staat ook dat er onvoldoende bewijs
bestaat dat gedragstherapieën en oefentherapieën
rokers helpen bij rookstop, dat hypnotherapie niet
bijdraagt tot psychologische ondersteuning en dat
het effect van acupunctuur niet bewezen is. In het
rapport wordt geen melding gemaakt van de
dynamische relaxatie van Caycedo. Indien het gaat
om een vorm van gedragstherapie, bestaat er
blijkbaar onvoldoende wetenschappelijk bewijs
voor.
Sinds de invoering van de tegemoetkoming voor
rookstop sinds 1 oktober 2009 wordt in toenemende
mate gebruikgemaakt van de mogelijkheden van
rookstopondersteuning,
waarbij
van
elk
rookstopcontact een verslag wordt bijgehouden.
04.03 Rita De Bont (VB): Je ne manquerai pas de
consulter cette étude.
04.03 Rita De Bont (VB): Ik zal deze studie zeker
raadplegen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"l'homéopathie"
(n° 4896)
05 Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "homeopathie"
(nr. 4896)
05.01 Manu Beuselinck (N-VA): Le KCE a publié
hier une étude sur l'homéopathie qui révèle que
cette thérapie se contente du seul effet placebo.
Les patients sont libres d'opter pour d'autres options
thérapeutiques, mais le risque est qu'ils désertent
dans le même temps la médecine classique. De
plus, 20 % des homéopathes n'ont suivi aucune
formation médicale ou paramédicale.
Dans le cadre de l'application de la loi Colla,
comment la ministre compte-t-elle gérer le risque
encouru par l'abandon du recours à un traitement
allopathique classique, pourtant nécessaire? La
05.01 Manu Beuselinck (N-VA): Gisteren heeft
het
KCE
een
studie
gepubliceerd
over
homeopathie, waaruit blijkt dat er enkel een
placebo-effect is.
Mensen hebben het recht om te kiezen voor
alternatieve behandelingswijzen, maar het risico is
dat ze tegelijk verzaken aan de klassieke
geneeskunde. Overigens heeft 20 procent van de
homeopaten
geen
enkele
medische
of
paramedische opleiding gevolgd.
Hoe zal de minister bij de uitvoering van de wet-
Colla rekening houden met het beheersen van het
risico dat men loopt door te verzaken aan een
noodzakelijke klassieke medische behandeling?
25/05/2011
CRABV 53
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
ministre
envisage-t-elle
des
mesures
complémentaires pour ce qui concerne l'article 9,
§
2, de la loi et apr s la mise en
uvre de la loi
Colla,
l'exercice
de
l'homéopathie
sera-t-il
exclusivement réservé aux médecins?
Voorziet de minister daarbij in bijkomende
maatregelen wat betreft artikel 9, § 2, van de wet?
Zal na uitvoering van de wet-Colla uitoefening van
homeopathie uitsluitend voorbehouden zijn voor
artsen?
05.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): À ma demande, le KCE a réalisé une
étude sur les quatre pratiques non conventionnelles
visées dans la loi d'avril 1999. Ses conclusions
démontrent que contrairement aux termes de la loi
de 1999, ces pratiques ne peuvent pas
nécessairement être placées sur un pied d'égalité.
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het KCE heeft op mijn vraag een onderzoek
gedaan naar de in de wet van april 1999 bedoelde
vier niet-conventionele praktijken. De conclusies
tonen aan dat de vier niet-conventionele praktijken
niet noodzakelijk op dezelfde voet kunnen worden
geplaatst, in tegenstelling tot wat de wet van 1999
doet.
En janvier 2010, le tribunal de première instance de
Bruxelles a condamné l'État fédéral à la mise en
place de la commission paritaire visée par la loi.
L'État a interjeté appel de ce jugement, mais ce
dernier étant exécutoire par provision, il a été
respecté.
Le but de la loi de 1999 est de pourvoir à
l'encadrement des pratiques non conventionnelles,
en fixant essentiellement les règles desdites
pratiques et en procédant à l'enregistrement de
leurs praticiens. La loi accorde d'importantes
délégations au Roi, mais prévoit simultanément la
création de divers organes consultatifs. La plupart
des arrêtés n'entreront en vigueur qu'après leur
ratification par le Parlement dans les six mois
suivant leur publication.
Un arrêté royal d'avril 2010 portant agrément des
associations professionnelles a déjà été ratifié. Les
listes des candidats aux organes consultatifs m'ont
été transmises par ces associations et les
universités. D'ici au mois de juillet et d'ici au mois
d'octobre ou novembre, chambres et commission
devraient respectivement pouvoir être constituées.
L'article 9, § 2, stipule que tout praticien d'une
pratique non conventionnelle qui n'est pas titulaire
d'un diplôme de médecine est tenu de demander au
patient de produire un diagnostic écrit récent. Le
patient qui renonce à produire cette garantie doit en
apporter la confirmation écrite. Le paragraphe 3
précise que tout praticien d'une pratique non
conventionnelle prendra toutes les précautions pour
éviter que son patient ne soit privé d'un traitement
conventionnel.
De rechtbank van eerste aanleg van Brussel
veroordeelde in januari 2010 de federale overheid
tot het instellen van de in de wet bedoelde paritaire
commissie. De Staat is tegen dit vonnis in beroep
gegaan, maar omdat het bij voorraad uitvoerbaar is,
wordt het gevolgd.
De wet van 1999 wil de niet-conventionele
praktijken omkaderen, voornamelijk door de
praktijkregels
vast
te
leggen
en
de
praktijkbeoefenaars te registreren. De wet geeft de
Koning belangrijke delegaties, maar voorziet tegelijk
in de oprichting van verschillende adviesorganen.
De meeste besluiten zullen maar van kracht worden
nadat het Parlement ze, binnen de zes maanden na
hun publicatie, heeft bekrachtigd.
Een koninklijk besluit van april 2010 houdende
erkenning van de beroepsverenigingen werd al
bekrachtigd. Deze verenigingen en de universiteiten
hebben mij de lijsten bezorgd van de kandidaten
voor de adviesorganen. De kamers moeten tegen
juli en de commissie in oktober of november
kunnen worden samengesteld.
Artikel 9, paragraaf 2, bepaalt dat elke beoefenaar
van een niet-conventionele praktijk die zelf geen
arts is, voor zijn patiënt over een door een arts
recentelijk opgestelde schriftelijke diagnose moet
beschikken. Als de patiënt aan die waarborg
verzaakt, moet hij dat schriftelijk bevestigen.
Paragraaf 3 bepaalt dat de beoefenaar van een
niet-conventionele praktijk alle voorzorgen moet
nemen om te vermijden dat zijn patiënt van een
conventionele behandeling zou verstoken zijn.
Les différents rapports du KCE posent toutefois la
question de savoir si ces garanties sont suffisantes
pour le patient. Le prochain gouvernement devra
trancher en la matière.
De verschillende rapporten van het KCE stellen
echter de vraag of deze waarborgen voor de patiënt
voldoende zijn. De volgende regering zal de knoop
moeten doorhakken.
05.03 Manu Beuselinck (N-VA): L'article 9 stipule 05.03 Manu Beuselinck (N-VA): Artikel 9 bepaalt
CRABV 53
COM 240
25/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
en effet qu'il faut un diagnostic d'un médecin. Le
patient peut toutefois y renoncer facilement. S'il se
rend chez un homéopathe, il a un faux sentiment de
sécurité que je trouve dangereux.
inderdaad dat er een diagnose moet zijn van een
arts. De patiënt kan daar echter gemakkelijk aan
verzaken. Als hij dan naar een homeopaat gaat,
krijgt hij een vals gevoel van veiligheid dat ik zeer
gevaarlijk vind.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Mme Lanjri a demandé que sa
question n° 4877 soit transformée en question
écrite.
De voorzitter: Mevrouw Lanjri heeft gevraagd om
haar vraag nr. 4877 om te zetten in een schriftelijke
vraag.
06 Question de M. Damien Thiéry à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le rapport de l'INAMI sur
la géographie de la consommation médicale"
(n° 4900)
06 Vraag van de heer Damien Thiéry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het RIZIV-verslag over de
geografische variaties in de uitgaven van de
sector geneeskundige verzorging" (nr. 4900)
06.01 Damien Thiéry (MR): Selon un rapport de
l'INAMI, les dépenses moyennes en soins de santé
sont plus importantes en Flandre qu'en Wallonie et
à Bruxelles. Il faut donc relativiser les transferts
Nord-Sud en matière de soins de santé. En outre, le
vieillissement de la population s'affirme plus au nord
du pays. Ceci devrait nous encourager à réfléchir à
une sécurité sociale conçue de manière globale, et
non conjoncturelle, comme lors de l'instauration
d'une assurance autonomie en Flandre dès 1999.
Ce rapport est-il public? Quels enseignements peut-
on en tirer sur l' volution au nord du pays?
Comptez-vous réfléchir à une rationalisation des
dépenses et à un retour vers une assurance
dépendance au niveau fédéral plutôt que régional?
06.01 Damien Thiéry (MR): Volgens een rapport
van
het
RIZIV
zijn
de
gemiddelde
gezondheidszorguitgaven in Vlaanderen hoger dan
in Wallonië en Brussel. De fameuze Noord-
Zuidtransfers in de sector van de geneeskundige
verzorging moeten dan ook met een korrel zout
worden genomen. Bovendien zet de vergrijzing zich
sterker door in het noordelijke landsdeel. Een en
ander zou ons ertoe moeten aanzetten na te
denken over een sociale zekerheid die globaal en
niet conjunctureel is opgevat. Bij de invoering van
de Vlaamse zorgverzekering in 1999 werd die
denkoefening gemaakt.
Is dat rapport openbaar? Welke lering kan men
eruit trekken wat de ontwikkelingen in het
noordelijke landsdeel betreft? Zal u nadenken over
een rationalisering van de uitgaven en over een
terugkeer naar een zorgverzekering op federaal in
plaats van op gewestelijk niveau?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Le
rapport est public: il se trouve sur le site de l'INAMI.
La consommation médicale est un phénomène
complexe, influencé par une multitude de facteurs
(âge, sexe, statut social, environnement, offre de
soins, etc.). Or, seuls l'âge, le sexe et le statut
social ont été repris comme facteurs de
standardisation. En outre, la dépense globale pour
chaque Région peut être décomposée (ambulatoire,
hôpital, institution psychiatrique, rééducation, etc.).
S'il est donc exact qu'après la standardisation
évoquée,
un
patient
flamand
consomme
proportionnellement plus qu'un patient wallon ou
bruxellois, des nuances doivent être apportées à
tous points de vue.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
verslag is openbaar: het staat op de website van het
RIZIV.
De medische consumptie is een complex
fenomeen, dat beïnvloed wordt door een veelheid
van factoren (leeftijd, geslacht, sociaal statuut,
milieu, zorgaanbod, enz.). Voor de standaardisatie
werd er echter enkel rekening gehouden met de
factoren leeftijd, geslacht en sociaal statuut.
Bovendien kunnen de totale uitgaven voor elk
Gewest verder worden opgesplitst (ambulante
zorgverstrekking,
ziekenhuis,
psychiatrische
instelling, revalidatie, enz.). Hoewel een Vlaamse
patiënt
na
de voornoemde standaardisatie
verhoudingsgewijs wel degelijk meer consumeert
dan een patiënt uit Wallonië of Brussel, moeten er
op alle vlakken nuanceringen worden aangebracht.
25/05/2011
CRABV 53
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
En ce qui concerne les défis du vieillissement de
notre population, je suis favorable
à titre
personnel à une assurance autonomie fédérale.
N anmoins, il n'y a pas de consensus politique à ce
sujet. Dans le cadre de mes compétences, je suis
attentive à toute initiative visant à maintenir au
maximum l'autonomie de la personne âgée.
Wat de uitdagingen met betrekking tot de vergrijzing
van de bevolking betreft, ben ik persoonlijk
gewonnen
voor
een
federale
zelfredzaamheidsverzekering. Daarover bestaat er
echter geen politieke consensus. In het kader van
mijn bevoegdheden besteed ik aandacht aan elk
initiatief dat bedoeld is om de zelfredzaamheid van
de bejaarden maximaal te steunen.
06.03 Damien Thiéry (MR): Il faut donc distinguer
différents types de soins. En fonction de l'approche
démographique, la population vieillissante risque de
coûter plus cher.
06.03 Damien Thiéry (MR): Er moet dus een
onderscheid worden gemaakt tussen verschillende
types van verzorging. Wanneer men een
demografisch standpunt inneemt, komt men tot het
besluit dat de vergrijzende bevolking wel eens meer
en meer zou kunnen gaan kosten.
06.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
On a analysé les courbes de croissance du coût
des pensions et des soins de santé en termes de
pourcentage du PIB dû au vieillissement de la
population. Entre 2009 et 2015, cela représente
1,2 % de croissance des soins de santé. Et cela ira
en s'accentuant à l'avenir.
06.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er is een
analyse gemaakt van het effect van de vergrijzing
van de bevolking op de groeicurven van de kosten
voor pensioenen en gezondheidszorg, uitgedrukt als
een percentage van het BBP. Tussen 2009 en 2015
vertegenwoordigt de vergrijzing 1,2 procent van de
groei van de gezondheidszorgkosten. In de
toekomst zal dat effect sterker worden.
06.05 Damien Thiéry (MR): Le vieillissement est
plus marqué en Flandre. Il faut arrêter de dire qu'il y
a encore des transferts Nord-Sud dans le cadre des
soins de santé. Par ailleurs, j'ai compris que vous
tiez favorable à une approche plus f d rale et j'en
suis heureux.
06.05 Damien Thiéry (MR): De vergrijzing is nu al
sterker voelbaar in Vlaanderen. Men moet
ophouden met zeggen dat er in de sector van de
gezondheidszorg Noord-Zuidtransfers zijn. Ik heb
overigens verstaan dat u voorstander bent van een
meer federale aanpak en dat stemt me tevreden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique est levée à 11 h 22.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.22 uur.
Document Outline