CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédéré
s pour l'organisation de luttes originales
Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
INDEP-ONAFH
Indépendant - Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
e-mail : publications@lachambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : publicaties@dekamer.be
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Orateurs: Valérie De Bue, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances
Sprekers: Valérie De Bue, Joëlle Milquet,
vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen
Orateurs: Miranda Van Eetvelde, Joëlle
Milquet, vice-première ministre et ministre de
l'Emploi et de l'Égalité des chances
Sprekers: Miranda Van Eetvelde, Joëlle
Milquet, vice-eersteminister en minister van
Werk en Gelijke Kansen
Orateurs: Valérie De Bue, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances
Sprekers: Valérie De Bue, Joëlle Milquet,
vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Joëlle
Milquet, vice-première ministre et ministre de
l'Emploi et de l'Égalité des chances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Joëlle
Milquet, vice-eersteminister en minister van
Werk en Gelijke Kansen
Orateurs: Peter Dedecker, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances
Sprekers: Peter Dedecker, Joëlle Milquet,
vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen
Orateurs: Karin Temmerman, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances
Sprekers:
Karin
Temmerman,
Joëlle
Milquet, vice-eersteminister en minister van
Werk en Gelijke Kansen
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances,
chargée de la Politique de migration et d'asile, sur
"les difficultés rencontrées par des dizaines de
coiffeurs en Wallonie et à Bruxelles à la suite de
la réclamation de cotisations sociales par l'ONSS"
(n° 4212)
eersteminister en minister van Werk en Gelijke
Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
over "de moeilijkheden voor tientallen kappers in
Wallonië en Brussel ten gevolge van het eisen
van de betaling van sociale bijdragen door de
RSZ" (nr. 4212)
Orateurs: Franco Seminara, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances
Sprekers: Franco Seminara, Joëlle Milquet,
vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen
Orateurs: Zuhal Demir, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances
Sprekers: Zuhal Demir, Joëlle Milquet, vice-
eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen
Orateurs: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances
Sprekers: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen
Orateurs: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances
Sprekers: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen
Orateurs: Muriel Gerkens, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances
Sprekers: Muriel Gerkens, Joëlle Milquet,
vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen
Orateurs: Miranda Van Eetvelde, Joëlle
Milquet, vice-première ministre et ministre de
l'Emploi et de l'Égalité des chances
Sprekers: Miranda Van Eetvelde, Joëlle
Milquet, vice-eersteminister en minister van
Werk en Gelijke Kansen
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
Orateurs: Sonja Becq, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances
Sprekers: Sonja Becq, Joëlle Milquet, vice-
eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen
Orateurs: Minneke De Ridder, Joëlle
Milquet, vice-première ministre et ministre de
l'Emploi et de l'Égalité des chances
Sprekers: Minneke De Ridder, Joëlle
Milquet, vice-eersteminister en minister van
Werk en Gelijke Kansen
Orateurs: Miranda Van Eetvelde, Joëlle
Milquet, vice-première ministre et ministre de
l'Emploi et de l'Égalité des chances
Sprekers: Miranda Van Eetvelde, Joëlle
Milquet, vice-eersteminister en minister van
Werk en Gelijke Kansen
Orateurs: Miranda Van Eetvelde, Joëlle
Milquet, vice-première ministre et ministre de
l'Emploi et de l'Égalité des chances
Sprekers: Miranda Van Eetvelde, Joëlle
Milquet, vice-eersteminister en minister van
Werk en Gelijke Kansen
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
M
ARDI
10
MAI
2011
Après-midi
______
van
D
INSDAG
10
MEI
2011
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 14 h 29 sous la
présidence de Mme Miranda Van Eetvelde.
De vergadering wordt geopend om 14.29 uur en
voorgezeten door mevrouw Miranda Van Eetvelde.
01 Question de Mme Valérie De Bue à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances, chargée de la Politique de
migration et d'asile, sur "la drogue et l'alcool
dans les entreprises" (n° 3811)
01 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "drugs en alcohol in de
ondernemingen" (nr. 3811)
01.01 Valérie De Bue (MR): Une récente étude du
Syndicat Neutre pour Indépendants fait état d'une
entreprise sur cinq confrontée à un problème
d'alcool ou de drogue dans les trois derni res
années. En avril 2010, vous aviez demandé aux
entreprises de lancer une politique préventive en la
mati re mais il semblerait qu'à peine la moiti l'ont
fait. Les salariés connaissant un problème de
drogue ou d'alcool sont plus souvent absents que
les autres. De plus, cette problématique coûte
environ 2,5 milliards d'euros par an à la société.
Quels sont les enseignements à tirer de cet appel?
Quelles autres initiatives pourraient-elles être mises
en place?
01.01 Valérie De Bue (MR): Uit een recente studie
van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen blijkt
dat één op vijf ondernemingen in de afgelopen drie
jaar met een alcohol- of drugsprobleem werd
geconfronteerd. In april 2010 hebt u de
ondernemingen gevraagd een preventiebeleid ter
zake op poten te zetten, maar blijkbaar heeft amper
de helft van de ondernemingen aan die oproep
gevolg gegeven. Werknemers met een alcohol- of
drugsprobleem zijn vaker afwezig dan andere.
Bovendien kost die problematiek de samenleving
jaarlijks zo'n 2,5 miljard euro.
Welke lering valt er hieruit te trekken? Welke
andere initiatieven zouden er kunnen worden
genomen?
01.02 Joëlle Milquet, ministre (en français): La
politique de prévention et de gestion des problèmes
d'alcool et de drogues dans les entreprises est le
résultat de la convention collective de travail (CCT)
n° 100 conclue par les partenaires sociaux au sein
du CNT. On y insiste essentiellement sur la
prévention.
Cette convention prévoit, dans une première phase,
que l'employeur fixe des objectifs de prévention
dans son entreprise et élabore un plan de
pr vention et d'action pour le 1
er
avril
2010. Ensuite,
l'employeur peut traduire ces objectifs en règles
concrètes et en procédures, en tenant compte de la
01.02 Minister Joëlle Milquet (Frans): Het
preventief alcohol- en drugsbeleid op de werkvloer
is
het
resultaat
van
de
collectieve
arbeidsovereenkomst (cao) nr. 100 tussen de
sociale partners in de NAR. De nadruk ligt daarin
vooral op preventie.
Overeenkomstig die cao moet de werkgever in een
eerste fase de doelstellingen van het preventief
alcohol- en drugsbeleid in zijn onderneming bepalen
en moest hij tegen 1 april 2010 een preventie- en
een actieplan uitwerken. Vervolgens kan de
werkgever die doelstellingen vertalen in concrete
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
taille de son entreprise, de son activité et de ses
risques spécifiques.
Diff rentes entreprises ont d jà mis en uvre une
politique en la matière avant la conclusion de la
CCT, mais il me semble qu'elle
tait bien
nécessaire. Tant les employeurs que les travailleurs
ont estimé qu'il fallait un cadre clair, notamment
pour les sanctions.
Une véritable politique de prévention doit aller plus
loin que la tolérance zéro. Comme le préconise la
CCT, elle doit allier information, formation et
assistance aux personnes en difficulté.
regels en procedures, rekening houdend met de
grootte van de onderneming, de aard van de
activiteiten en de specifieke risico's.
Verscheidene ondernemingen hadden al een
dergelijk beleid voordat de cao werd gesloten, maar
volgens mij was die cao niettemin noodzakelijk.
Zowel de werkgevers als de werknemers vonden
dat er een duidelijk kader moest komen, in het
bijzonder voor de sancties.
Een globaal preventiebeleid moet meer inhouden
dan alleen nultolerantie. Overeenkomstig de cao
moeten voorlichting, opleiding en bijstand aan
personen die problemen hebben, hand in hand
gaan in het kader van dat beleid.
Des modifications de comportements et, plus
encore, de la culture des entreprises ne s'imposent
pas seulement par décret, mais impliquent des
actions à long terme d'information, de formation et
d'éducation.
Des sanctions sont prévues pour les entreprises qui
n'auraient pas mis en place cette politique
préventive. Des inspections peuvent avoir lieu.
L'informatisation en cours des rapports annuels des
services de prévention permet d'avoir une vue plus
précise du problème.
Par ailleurs, une brochure est en préparation pour
informer les entreprises de ce qu'elles doivent f
aire,
de la manière de procéder et de ce qui est le plus
efficace pour appliquer cette CCT.
Er is een gedragswijziging nodig, en meer nog een
andere bedrijfscultuur, maar dat kan men niet alleen
bij decreet opleggen, dat vereist ook een
langetermijnvisie, met maatregelen op het stuk van
voorlichting, opleiding en vorming.
Bedrijven die geen preventiebeleid voeren, kunnen
gesanctioneerd worden. Er kunnen inspecties
worden uitgevoerd.
De lopende computerisering van de jaarverslagen
van de preventiediensten zal ons een betere kijk
geven op het probleem.
Ten slotte is er een brochure in de maak waarin de
bedrijven geïnformeerd worden over wat ze moeten
doen, hoe ze te werk moeten gaan en hoe ze deze
cao op de meest efficiënte manier kunnen
toepassen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi et
de l'Égalité des chances, chargée de la Politique
de migration et d'asile, sur "la notion d'emploi
convenable" (n° 3818)
02 Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan
de vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "de passende dienstbetrekking"
(nr. 3818)
02.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): L'arrêté
ministériel du 26 novembre 1991 portant les
modalités d'application de la réglementation du
chômage comprend les critères que l'ONEm peut
appliquer pour décider si un emploi répond ou non à
la définition d'un "emploi convenable". Ces critères,
qui peuvent par exemple consister en des motifs
religieux et philosophiques, ont déjà débouché sur
des décisions judiciaires.
Jusqu'à quel point peut-on prendre en considération
des objections d'ordre philosophique ou religieux?
Qui statue dans ce domaine et comment se déroule
02.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Het
ministerieel besluit van 26 november 1991 inzake
werkloosheidsreglementering
bevat
criteria
waarmee de RVA rekening kan houden om een
betrekking al dan niet als een `passende
dienstbetrekking' te beschouwen, zoals religieuze
en filosofische motieven. Dat leidde al tot
rechterlijke uitspraken.
Tot op welke hoogte kan met dergelijke individuele
religieuze of filosofische bezwaren rekening worden
gehouden? Wie oordeelt daarover en hoe verloopt
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
le processus d'évaluation? Quel est le rôle joué par
l'ONEm et par les organismes régionaux de
placement? Ces motifs sont-ils fréquemment
invoqués? Lesquels ont été acceptés par l'ONEm?
Combien d'actions juridiques recense-t-on à ce
sujet et quelle est la teneur de la jurisprudence à cet
égard? Ces critères devraient-ils être revus, et dans
l'affirmative, quelles modifications conviendrait-il d'y
apporter?
het beoordelingsproces? Wat is de rol van de RVA
en
de
gewestelijke
diensten
voor
arbeidsbemiddeling? Wordt vaak een beroep
gedaan op dergelijke motieven? Welke werden door
de RVA aanvaard? Hoeveel rechtszaken waren er
daarover en wat is de heersende rechtspraak? Is
een verdere uitwerking van deze criteria
aangewezen en zo ja, hoe?
02.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais):
Les critères relatifs à la notion d'emploi convenable
sont fixés aux articles 22 à 32ter de l'arrêté royal. Le
directeur du bureau de chômage doit décider sur la
base du principe général et pour chaque cas
séparément
si
les
motifs
religieux
ou
philosophiques rendent un emploi convenable ou
non. Les services régionaux de l'emploi sont
compétents pour se prononcer en la matière et ne
relèvent pas de ma compétence. Lorsqu'un service
régional de l'emploi transmet un refus d'emploi au
directeur du bureau de chômage, ce dernier doit
examiner toutes les circonstances de fait pour
pouvoir décider si les motifs invoqués sont
raisonnables et justifiés.
L'ONEm ne dispose pas de statistiques à ce sujet
mais il ressort d'une enquête qu'il y a très peu de
litiges. Par conséquent, il n'est pas nécessaire de
renforcer les critères.
02.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): De
criteria voor een passende dienstbetrekking zijn
vastgesteld in de artikelen 22 tot 32ter van het KB.
De directeur van het werkloosheidsbureau moet op
basis van het algemene principe en voor elk geval
apart beslissen of de religieuze of filosofische
motieven een dienstbetrekking al dan niet passend
maken.
De
gewestelijke
diensten
voor
arbeidsbemiddeling zijn bevoegd om zich daarover
uit te spreken en zij vallen niet onder mijn
bevoegdheid. Wanneer een gewestelijke dienst
voor
arbeidsbemiddeling
een
jobweigering
doorgeeft
aan
de
directeur
van
het
werkloosheidsbureau, moet deze alle feitelijke
omstandigheden bekijken om te kunnen beslissen
of
de
ingeroepen
motieven
redelijk
en
gerechtvaardigd zijn.
De RVA heeft daarover geen statistieken, maar uit
een enquête blijkt dat er nauwelijks geschillen zijn.
Bijgevolg moeten de criteria ook niet strenger
worden.
02.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): La question
se pose véritablement de savoir s'il est souhaitable
qu'un tribunal du travail se prononce sur une telle
question et que des prêtres, des rabbins, des
imams ou d'autres ecclésiastiques interviennent
pour défendre les convictions religieuses et
philosophiques d'un travailleur.
02.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Het is zeer
de vraag of het wel wenselijk is dat een
arbeidsrechtbank zich hierover uitspreekt en dat
priesters, rabbijnen, imams of andere geestelijken
tussenkomen om de religieuze en filosofische
overtuiging van een werknemer te verdedigen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Valérie De Bue à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances, chargée de la Politique de
migration et d'asile, sur "les chiffres de l'intérim"
(n° 3985)
03 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "de cijfers met betrekking tot de
uitzendarbeid" (nr. 3985)
03.01 Valérie De Bue (MR): En ce début 2011,
l'intérim a résorbé environ la moitié des pertes
subies durant la crise de 2008. Cependant, de
nombreux efforts restent à faire au niveau législatif.
Tout d'abord, la loi n'autorise pas de manière
officielle le recours à l'intérim en vue d'une insertion
sur le marché de l'emploi.
03.01 Valérie De Bue (MR): Tijdens de eerste
maanden van 2011 heeft de uitzendsector ongeveer
de helft van de verliezen goedgemaakt die het had
geleden tijdens de crisis van 2008. Toch blijft er op
wetgevend vlak nog heel wat te doen.
Vooreerst laat de wet officieel niet toe dat gebruik
wordt gemaakt van uitzendarbeid met het oog op de
inschakeling op de arbeidsmarkt.
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
Depuis plusieurs années, les discussions en
concertation sociale bloquent notamment sur
l'utilisation des contrats journaliers. Plusieurs
propositions de loi attendent d'être débattues en
commission.
De plus, la Belgique est le seul pays européen à
restreindre le recours à l'intérim dans le secteur
public. Pourtant une directive européenne imposant
la levée des restrictions à l'intérim doit être
transposée pour décembre 2011.
Qu'en est-il de la transposition de la directive?
Qu'en sera-t-il de l'exception pour le secteur public?
Où en sont les discussions avec les partenaires
sociaux dans ce domaine?
Sinds enkele jaren loopt het sociaal overleg vast op
het gebruik van dagcontracten. Een aantal
wetsvoorstellen daarover is klaar voor bespreking.
Bovendien is België het enige Europese land dat
het gebruik van uitzendarbeid in de overheidssector
beperkt. Tegen december 2011 moet er nochtans
een Europese richtlijn in nationale wetgeving
worden
omgezet
die
de beperkingen op
uitzendarbeid opheft.
Hoe staat het met de omzetting van de richtlijn?
Wat met de uitzondering voor de overheidssector?
Hoe staat het met de besprekingen met de sociale
partners in dit verband?
03.02 Joëlle Milquet, ministre (en français):
Conformément à la directive, des dispositions
prévoyant des restrictions en matière de recours au
travail intérimaire doivent être réexaminées.
Les États membres doivent consulter les
partenaires sociaux à ce sujet, ce que nous faisons
depuis le 19 mars 2009.
Pour ce qui concerne le secteur privé, cela fait
maintenant deux ans que nous invitons en vain le
CNT à remettre des propositions. Si, en juin, nous
n'avons toujours pas reçu de réponse, nous
soumettrons un projet de loi.
Pour ce qui concerne le secteur public, nous avons
attiré l'attention de Mme Inge Vervotte sur cette
problématique en lui demandant d'initier une
concertation sociale. Cette dernière est toujours en
cours. Nous comptons envoyer un rappel.
Mon intention est de respecter les délais impartis ou
de veiller à ce que mon successeur puisse mener à
bien ce dossier dans les temps.
03.02
Minister
Joëlle
Milquet
(Frans):
Overeenkomstig de richtlijn moeten diverse
bepalingen waarin uitzendarbeid aan beperkingen
wordt onderworpen, herzien worden.
De lidstaten moeten hierover de sociale partners
raadplegen, wat we sinds 19 maart 2009 doen.
Wat de privésector betreft, vragen we de NAR nu al
twee jaar tevergeefs om voorstellen in te dienen.
Als we in juni nog altijd geen antwoord hebben
gekregen, zullen we een wetsontwerp indienen.
Wat de overheidssector betreft, hebben we de
aandacht van minister Vervotte op deze kwestie
gevestigd en haar gevraagd sociaal overleg op te
starten. Dat overleg is nog steeds bezig. We zijn
van plan een rappel te sturen.
Ik wil de deadlines halen. Zo nodig wil ik erop
toezien dat mijn opvolger dit dossier binnen de
gestelde termijn tot een goed einde kan brengen.
03.03 Valérie De Bue (MR): Je souhaite que les
délais pourront être respectés et qu'une proposition
vous sera soumise.
03.03 Valérie De Bue (MR): Ik hoop dat de
termijnen zullen kunnen worden nageleefd en dat u
een voorstel zal ontvangen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi et
de l'Égalité des chances, chargée de la Politique
de migration et d'asile, sur "les mesures relatives
à un budget supplémentaire pour l'emploi
en 2011" (n° 4060)
04 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
aan de vice-eersteminister en minister van Werk
en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "de maatregelen met betrekking
tot een extra budget voor werkgelegenheid
in 2011" (nr. 4060)
04.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): On
peut lire sur le site du SPF Emploi que pour des
04.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Op de
website van de FOD Werkgelegenheid staat te
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
raisons d'économie, les sections sui generis
agréées
pour
les
titres-services
seront
progressivement démantelées et que l'on devra
dorénavant créer des entreprises distinctes. En
outre, j'ai ouï dire qu'une solution serait recherchée
pour les ALE, les CPAS et les autres organisations
qui dépendent des pouvoirs publics.
Pourquoi ce dernier point n'a-t-il pas été l'objet
d'une publication sur le site de la ministre?
Envisage-t-elle effectivement de procéder à ce
démantèlement progressif et de créer des
entreprises distinctes? Et en quoi consistera la
solution pour les ALE et les organisations
concernées?
lezen dat uit besparingsoverwegingen de afdelingen
sui generis voor dienstencheques geleidelijk worden
afgebouwd
en
dat
men
voortaan
aparte
ondernemingen zou moeten creëren. Ook wordt
naar verluidt een oplossing gezocht voor PWA's,
OCMW's en andere organisaties die afhangen van
de overheid.
Waarom stond dit ook niet op de website van de
minister? Overweegt ze inderdaad die geleidelijke
afbouw en de creatie van aparte ondernemingen?
En waaruit zal de oplossing voor PWA's en
dergelijke bestaan?
04.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais):
L'information publiée sur le site du SPF Emploi
concernant la suppression des sections sui generis
agréées pour les titres-services était inexacte. Cette
inexactitude a été corrigée à ma demande. En
revanche, le communiqué de presse publié sur mon
site était, lui, correct.
Nous nous sommes effectivement interrogés sur
l'opportunité d'obliger, à l'issue d'une période
transitoire, certaines entreprises de titres-services à
créer une section distincte pour leurs activités de
titres-services mais nous nous sommes rendu
compte finalement qu'une mesure de ce type n'était
pas optimale car si elle avait été instaurée, il aurait
été très difficile de traiter différemment les ALE, les
CPAS et les autres services et entreprises, et cette
mesure aurait été lourde de conséquences pour les
commissions paritaires. Nous n'avons dès lors pas
retenu cette piste de réflexion.
04.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): De
informatie over de opheffing van de sui generis
dienstenchequeafdelingen op de site van de FOD
Werk was onjuist. Die fout is inmiddels op mijn
vraag rechtgezet. Het persbericht op mijn site was
wel correct.
We hebben inderdaad nagedacht over de
opportuniteit om na een overgangsperiode
bepaalde
dienstenchequeondernemingen
te
verplichten om een aparte afdeling op te richten
voor
de
dienstenchequeactiviteiten,
maar
uiteindelijk bleek een dergelijke maatregel niet
optimaal. Zo zou het erg moeilijk zijn om de PWA's,
OCMW's en andere diensten of ondernemingen
verschillend te behandelen en zou de maatregel
belangrijke gevolgen hebben voor de paritaire
comités. Het denkspoor is dus niet weerhouden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Peter Dedecker au ministre
pour l'Entreprise et la Simplification sur "l'Institut
royal des Élites du Travail de Belgique" (n° 4174)
05 Vraag van de heer Peter Dedecker aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "het Koninklijk Instituut der Eliten van de
Arbeid van België" (nr. 4174)
05.01 Peter Dedecker (N-VA): L'Institut royal des
Élites du Travail attribue les titres et les distinctions
honorifiques de Doyen, Lauréat et Cadet du Travail.
L'Institut souhaite faire bénéficier les élites du travail
de "nombreuses mesures des pouvoirs publics".
La ministre peut-elle expliquer ce que cela signifie
exactement? Il est également stipulé dans le statut
que l'Institut est placé sous le contrôle du
gouvernement belge. Qu'entend-on par là? L'Institut
bénéficie-t-il encore du soutien financier de la
Maison royale?
05.01 Peter Dedecker (N-VA): Het Koninklijk
Instituut der Eliten van de Arbeid kent de titels en
eretekens van Eredeken, Laureaat en Cadet van de
Arbeid toe. Het instituut wil de elitearbeiders laten
genieten 'van tal van maatregelen van de openbare
machten'.
Kan de minister uitleggen wat dat precies betekent?
In het statuut staat ook dat het Instituut onder de
bescherming van de Belgische regering staat. Wat
houdt dat in? Wordt het Instituut nog steeds
financieel gesteund door het Koningshuis?
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
Quel est l'effectif du personnel? Quel est le montant
des jetons de présence des membres du conseil
d'administration et des indemnités du président, du
commissaire général, du commissaire général
adjoint du gouvernement et de la directrice
générale?
La ministre n'estime-t-elle pas étrange que l'Institut
affecte la quasi-totalité de sa subvention fédérale
606 000 euros en 2010 aux frais de personnel et
de logement et pas à la réalisation de sa mission
principale?
Pourquoi le ministre Van Quickenborne signe-t-il lui-
même les diplômes?
Hoeveel personeelsleden zijn er in dienst? Hoeveel
bedragen de zitpenningen voor leden van de raad
van bestuur en de vergoedingen van de voorzitter,
de commissaris-generaal, de adjunct-commissaris-
generaal der regering en de directrice-generaal?
Vindt de minister het niet vreemd dat het Instituut
zijn federale toelage 606.000 euro in 2010
vrijwel volledig gebruikt voor personeelskosten en
huisvesting en niet voor het uitvoeren van zijn
hoofdopdracht?
Waarom ondertekent minister Van Quickenborne
zelf de diploma's?
05.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais):
L'Institut royal des Élites du Travail est une
fondation d'utilité publique dont les statuts ont été
adoptés par arrêté royal, conformément à
l'article 26 de la loi de juin 1921, modifiée par
l'article 276 de la loi-programme du 27 décembre
2004. À cette occasion, les statuts d'origine ont été
mis en conformité et certains articles ont été
modifiés. Les statuts ne renvoient nullement à la
section de phrase citée par M. Dedecker. La seule
mesure
dont
les
personnes
sélectionnées
bénéficient est l'octroi d'un titre et d'une distinction
officielle.
L'octroi du statut de fondation d'utilité publique doit
être ratifié par le Roi. La protection du
gouvernement ne porte que sur le soutien du
gouvernement aux objectifs de l'Institut. Depuis la
création de l'Institut, aucune intervention financière
n'a été demandée à la Maison royale. La Maison
royale apporte uniquement son soutien moral.
L'Institut compte six collaborateurs à temps plein et
un à temps partiel. Les membres du conseil
d'administration ne perçoivent pas de jetons de
présence. Les frais de déplacement du président
peuvent être indemnisés mais le président faisant
fonction n'a pas recours à cette possibilité. Le
commissaire général du gouvernement perçoit une
indemnité mensuelle de 250 euros et son adjoint,
de 125 euros. Le directeur général a été recruté en
vertu d'un contrat de travail de droit privé. Sa
rémunération correspond à celle de la classe A4 de
la fonction publique fédérale.
Depuis 1954, les activités de l'Institut sont dans le
prolongement des activités organisées par le passé
par le Commissariat général du gouvernement. Les
frais de personnel et de logement ont toujours été
05.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Het
Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid is een
stichting van openbaar nut waarvan de statuten bij
koninklijk besluit goedgekeurd werden, zoals vereist
door artikel 26 van de wet van juni 1921, gewijzigd
door artikel 276 van de programmawet van
27 december 2004. Bij die gelegenheid werden de
oorspronkelijke statuten in overeenstemming
gebracht en werden bepaalde artikelen gewijzigd.
De statuten verwijzen geenszins naar de zinsnede
die de heer Dedecker citeert. De enige maatregel
die de geselecteerde personen genieten, is de
toekenning van een titel en een officiële
onderscheiding.
De toekenning van het statuut van stichting van
openbaar nut moet door de Koning worden
bekrachtigd. De bescherming van de regering wijst
enkel op de steun van de regering aan de
doelstelling van het Instituut. Er werd sinds de
oprichting van het Instituut geen enkele financiële
tegemoetkoming aan het Koningshuis gevraagd.
Het Koningshuis biedt enkel morele ondersteuning.
Er werken zes voltijdse en één deeltijdse
medewerker bij het Instituut. De leden van de raad
van bestuur ontvangen geen presentiegeld. De
verplaatsingskosten van de voorzitter kunnen
worden vergoed, maar de dienstdoende voorzitter
maakt geen gebruik van die mogelijkheid. De
commissaris-generaal van de regering ontvangt een
maandelijkse vergoeding van 250 euro en zijn
adjunct een van 125 euro. De directeur-generaal is
volgens
een
privaatrechterlijke
arbeidsovereenkomst
aangeworven.
Zijn
bezoldiging komt overeen met die van klasse A4
van het federaal openbaar ambt.
De activiteiten van het Instituut zijn sinds 1954 een
voortzetting van de activiteiten die daarvoor door
het Commissariaat-Generaal van de Regering
werden georganiseerd. Het personeel en de
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
financés par des fonds publics. Le personnel est
indispensable parce qu'il est chargé du secrétariat
des épreuves de sélection et de la remise de
distinctions honorifiques. La subvention est
assurément en lien direct avec la mission.
huisvesting werden altijd al met overheidsgeld
gefinancierd. Het personeel is noodzakelijk, omdat
het instaat voor het secretariaat van de
selectieproeven en het uitreiken van de eretekens.
De toelage staat dus wel degelijk rechtstreeks in
verband met de opdracht.
Les distinctions honorifiques sont décernées par
voie d'arrêté royal sur la proposition des ministres
de l'Emploi et de l'Économie qui signent également
les brevets. Un des deux ministres assiste
également aux cérémonies organisées dans ce
cadre. Les cabinets n'ont pas d'autre tâche à
assurer.
De eretekens worden bij KB toegekend op voorstel
van de ministers bevoegd voor Werkgelegenheid en
Economie, die dus ook de brevetten ondertekenen.
Een van beide ministers woont ook de
plechtigheden bij. Meer taken hebben de kabinetten
niet.
05.03 Peter Dedecker (N-VA): Cet Institut
m'apparaît comme une relique du passé.
Actuellement,
les
employeurs
rémunèrent
normalement les travailleurs pour leurs prestations.
Cette matière ne justifie tout de même pas
l'existence d'un institut public à part entière et
j'estime dès lors qu'il est exagéré d'y consacrer un
montant annuel de 606 000 euros. J'espère que
nous pourrons supprimer cet Institut.
05.03 Peter Dedecker (N-VA): Dit Instituut lijkt me
echt wel een relict uit het verleden. Mensen worden
tegenwoordig op een normale manier beloond voor
hun inzet, door hun werkgever. Daar is toch geen
extra overheidsinstituut voor nodig. Een bedrag van
606.000 euro per jaar vind ik dan ook erover. Ik
hoop dat we dit Instituut kunnen afschaffen.
05.04 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais): Il
serait en tout état de cause intéressant de
moderniser l'institution.
05.04 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Een
modernisering zou alleszins geen slecht idee zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Karin Temmerman à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances, chargée de la Politique de
migration et d'asile, sur "la nouvelle commission
paritaire
compétente
pour
les
crèches
indépendantes" (n° 3445)
06 Vraag van mevrouw Karin Temmerman aan de
vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "het nieuwe paritair comité voor
de zelfstandige crèches" (nr. 3445)
06.01 Karin Temmerman (sp.a): La procédure
habituelle
en
cas
d'extension
du
champ
d'application d'une commission paritaire veut que
l'on stipule au préalable quelles dispositions des
CCT d'une commission paritaire seront ou non
applicables aux travailleurs concernés par cette
extension. Or l'arrêté royal du 26 janvier 2010 relatif
aux crèches a été publié avant les ajustements
requis des CCT.
Quelles mesures la ministre prendra-t-elle afin de
mettre fin à ce vide juridique, source de difficultés
financières pour les institutions concernées?
Veillera-t-elle à ce que la loi concernant la
protection de la rémunération s'applique au
personnel des crèches privées, de façon à ce que
ces personnes ne doivent pas faire les frais d'une
erreur administrative dont elles ne sont aucunement
responsables? Où en sont actuellement les
modifications à apporter aux CCT concernées?
06.01 Karin Temmerman (sp.a): De gebruikelijke
procedure
bij
een
uitbreiding
van
het
toepassingsgebied van een paritair comité is dat
vooraf in de cao's van dat paritair comit wordt
aangegeven welke bepalingen al dan niet van
toepassing zullen zijn op de werknemers tot wie het
toepassingsgebied wordt verruimd. Maar het KB
van 26 januari 2010 met betrekking tot de crèches
kwam nog voor de nodige cao-aanpassingen.
Welke maatregelen zal de minister nemen om deze
juridische lacune, die de betrokken instellingen in
financiële moeilijkheden kan brengen, weg te
werken? Zal zij er op toezien dat de
loonbeschermingswet
zal
gelden
voor
de
werknemers van de private crèches, zodat deze
mensen niet moeten opdraaien voor een
administratieve fout waaraan ze niet schuldig zijn?
Hoe ver staat het met de cao-aanpassingen?
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
06.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais):
L'adaptation du domaine de compétences de la
commission paritaire 331, entrée en vigueur le
20 février 2010, par laquelle les établissements
indépendants pour l'accueil des enfants sous le
contrôle de Kind en Gezin relèvent également de
cette commission, a été effectuée après en avoir
informé toutes les organisations concernées par un
avis publié au Moniteur belge qui n'a suscité aucune
réaction.
Après
un
élargissement
du
domaine
de
compétences d'une commission, il appartient aux
partenaires sociaux d'examiner les modalités
d'application des CCT transférées, ce qu'ils n'ont
pas encore fait jusqu'à présent. Je leur ai envoyé de
nombreux courriers à cet effet mais, en ma qualité
de ministre, je ne puis prendre aucune mesure
contraignante. Provisoirement, les CCT de la
commission
paritaire
initiale
restent
donc
d'application et il n'est dès lors aucunement
question d'une lacune juridique ni d'une erreur
administrative commise par les autorités publiques.
Par ailleurs, un employeur ne peut pas effectuer
unilatéralement une retenue sur une rémunération,
indépendamment du fait qu'elle soit ou non trop
élevée. La raison doit être examinée au cas par
cas.
Les adaptations aux CCT n'ont pas encore été
mises en
uvre
. Selon mes informations, les
partenaires sociaux du secteur ont mis en place un
groupe de travail chargé d'analyser séparément
toutes les CCT en vigueur de la commission
paritaire 331.
06.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): De
aanpassing vanaf 20 februari 2010 van het
bevoegdheidsgebied van het paritair comité 331,
waardoor ook de zelfstandigenvoorzieningen voor
kinderopvang onder toezicht van Kind en Gezin
onder dat comité vallen, werd doorgevoerd nadat
alle betrokken organisaties daarvan op de hoogte
zijn gebracht via een bericht in het Belgisch
Staatsblad. Hierop is er geen enkele reactie
gekomen.
Na de bevoegdheidsuitbreiding van een comité is
het
aan
de
sociale
partners
om
de
toepassingsmodaliteiten van de overgehevelde
cao's te bespreken. Dat
is tot nu toe niet gebeurd.
Ik heb hen daartoe veel brieven gestuurd, maar kan
als minister geen dwang uitoefenen. Voorlopig
blijven de cao's van het oorspronkelijke paritair
comité dus gelden en er is bijgevolg ook geen
sprake van een juridische lacune of een
administratieve fout door de overheid. Verder kan
een werkgever niet eenzijdig al dan niet te veel
betaald loon inhouden. De reden daarvan moet
geval per geval worden beoordeeld.
De
cao-aanpassingen
werden
nog
niet
doorgevoerd. Volgens mijn informatie hebben de
sociale partners uit de sector een werkgroep
opgericht om alle vigerende cao's van paritair
comité 331 daartoe afzonderlijk door te lichten.
À l'issue de cet examen, une CCT particulière sera
conclue afin de régler définitivement le problème.
Les partenaires sociaux espèrent pouvoir conclure
cette CCT d'ici la fin juin 2011.
Na die doorlichting zal een bijzondere cao worden
afgesloten om de kwestie definitief te regelen. De
sociale partners mikken er op om die cao af te
sluiten voor eind juni 2011.
06.03 Karin Temmerman (sp.a): Alors qu'il y a un
manque criant de crèches, du moins en Flandre, on
apprend que la communication se fait par la voie du
Moniteur belge, qui est à peine lu! Le résultat de
cette situation est que de nombreuses crèches ont
été mises devant le fait accompli, et que certaines
ont même fait faillite.
06.03 Karin Temmerman (sp.a): We kampen met
een zeer groot tekort aan crèches, althans in
Vlaanderen, en dan geschiedt de kennisgeving via
het Belgisch Staatsblad, dat nauwelijks wordt
gelezen! Door deze gang van zaken werden heel
wat crèches geplaatst voor voldongen feiten en zijn
er ook al failliet gegaan.
06.04 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais):
Mon administration a également envoyé plusieurs
lettres à ce sujet. Nous avons déjà fait de nombreux
efforts pour ce secteur, notamment en augmentant
le Maribel social.
06.04 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Mijn
administratie heeft ook brieven verstuurd. We
hebben al veel inspanningen geleverd voor de
sector, met de verhoging van de sociale maribel.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
07 Questions jointes de
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances, chargée de la Politique de migration et
d'asile, sur "les difficultés rencontrées par des
dizaines de coiffeurs en Wallonie et à Bruxelles à
la suite de la réclamation de cotisations sociales
par l'ONSS" (n° 4212)
- M. Franco Seminara à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances, chargée de la Politique de migration et
d'asile, sur "les cotisations sociales réclamées
par l'ONSS à des dizaines de coiffeurs" (n° 4424)
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Werk en Gelijke
Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
over "de moeilijkheden voor tientallen kappers in
Wallonië en Brussel ten gevolge van het eisen
van de betaling van sociale bijdragen door de
RSZ" (nr. 4212)
- de heer Franco Seminara aan de vice-
eersteminister en minister van Werk en Gelijke
Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
over "de betaling van sociale bijdragen die de
RSZ van tientallen kappers eist" (nr. 4424)
07.01 Franco Seminara (PS): La volonté de
l'ONSS de réclamer le paiement de milliers d'euros
de cotisations sociales à des coiffeurs trompés par
deux ASBL non agréées a suscité une grande
incompréhension.
Plus
de
400 contrats
d'apprentissage devraient être reconvertis en
contrats de travail. Les ASBL en question ont
disparu.
Ces ASBL étaient-elles non agréées comme
l'affirme l'Union des classes moyennes?
Comment ont-
elles pu
uvrer sans veiller le
soupçon de l'ONSS et de l'Inspection du travail?
Les coiffeurs impliqués ont-ils une chance d'obtenir
gain de cause devant les tribunaux?
07.01 Franco Seminara (PS): De RSZ wil de
betaling vorderen van duizenden euro's aan sociale
bijdragen bij een aantal kappers die door twee niet-
erkende vzw's werden misleid. Dat stuit op veel
onbegrip. Meer dan 400 leercontracten zouden
moeten
worden
omgezet
in
arbeidsovereenkomsten. De vzw's in kwestie
bestaan intussen niet meer.
Ging het om niet-erkende vzw's, zoals de Union des
classes moyennes beweert?
Hoe is een en ander kunnen gebeuren zonder dat
de RSZ en de arbeidsinspectie argwaan kregen?
Bestaat de kans dat de betrokken kappers door het
gerecht in het gelijk worden gesteld?
07.02 Joëlle Milquet, ministre (en français): Les
services de l'inspection du travail, en ce compris
celui de l'ONSS, ont été sollicités sur apostille par
différents auditorats du travail pour effectuer des
enquêtes dans le cadre d'un dossier pénal toujours
pendant à ce jour. L'ONSS a agi dès qu'elle a été
en mesure de le faire, suivant les instructions du
ministère public.
Je regrette les problèmes que cette situation génère
dans le secteur de la coiffure. Je suis disposée à
rencontrer ce secteur et à prendre des contacts
avec les ministres régionaux de l'Emploi, en vue
d'une meilleure sensibilisation aux exigences et à
l'information relative aux conditions de formation
professionnelle.
07.02 Minister Joëlle Milquet (Frans): De
arbeidsinspectiediensten, ook die van de RSZ,
werden door diverse arbeidsauditoraten bij apostille
gelast onderzoeken uit te voeren in het kader van
een strafdossier dat vandaag nog steeds hangende
is. De RSZ is opgetreden zodra dat mogelijk was en
heeft daarbij de instructies van het openbaar
ministerie gevolgd.
Ik betreur de problemen die deze toestand in de
kapperssector veroorzaakt. Ik ben bereid om met
de sector samen te zitten en om contact op te
nemen met de gewestministers van Werk, teneinde
iedereen bewuster te maken van de vereisten en
van de informatie met betrekking tot de
voorwaarden inzake de beroepsopleiding.
Je reprendrai contact avec ma collègue des Affaires
sociales et l'ONSS pour examiner la meilleure façon
de donner suite à cette affaire. L'enquête judiciaire
étant en cours, je ne peux me prononcer
davantage.
Ik zal opnieuw contact opnemen met mijn collega
van Sociale Zaken en met de RSZ, teneinde na te
gaan welk gevolg we hier bij voorkeur aan geven.
Aangezien het gerechtelijk onderzoek nog aan de
gang is, kan ik me hier niet verder over uitspreken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Zuhal Demir à la vice-
08 Vraag van mevrouw Zuhal Demir aan de vice-
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances, chargée de la Politique de
migration et d'asile, sur "l'application de la norme
salariale" (n° 4306)
eersteminister en minister van Werk en Gelijke
Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
over "de toepassing van de loonnorm" (nr. 4306)
08.01 Zuhal Demir (N-VA): La ministre a fixé la
norme salariale par arrêté royal du 28 mars 2011.
La marge d'interprétation laissée par cet arrêté royal
est très étroite, ce qui ne retient pas les
organisations syndicales de négocier dans certains
secteurs afin d'obtenir des augmentations salariales
majorées. L'on tente alors de trouver une solution
en recourant à des accords all-in.
La ministre procédera-t-elle à une déclaration de
force obligatoire pour les CCT sectorielles qui
s'écartent de la norme salariale telle que fixée dans
l'arrêté royal?
La loi de 1996 ne donne pas de définition de la
notion de coût salarial. À quelles composantes de la
rémunération se rapporte exactement la norme
salariale? Cette norme englobe-t-elle aussi certains
avantages extralégaux? Quelle position la ministre
adopte-t-elle personnellement à l'égard de ces
accords all-in?
08.01 Zuhal Demir (N-VA): De minister heeft de
loonnorm vastgelegd bij KB van 28 maart 2011. Het
KB laat weinig ruimte voor interpretatie. Toch
onderhandelen
werknemersorganisaties
in
sommige sectoren om hogere loonstijgingen te
bekomen en probeert men een oplossing te vinden
door gebruik te maken van de zogenaamde all-
inakkoorden.
Zal de minister de sectorale cao's die afwijken van
de loonnorm in het KB, algemeen bindend
verklaren?
De wet van 1996 geeft geen definitie van het begrip
loonkosten. Op welke componenten van de
verloning heeft de loonnorm precies betrekking?
Omvat het ook bepaalde extralegale voordelen?
Hoe staat de minister zelf tegenover deze all-
inakkoorden?
08.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais):
Chaque CCT pour laquelle la déclaration de force
obligatoire est demandée est soumise à un
contrôle. Si cette déclaration est demandée pour
une CCT contraire à l'article 9 de la loi du 26 juillet
1996 et à l'arrêté d'exécution du 28 mars 2011, elle
ne pourra être proposée au Roi.
La loi du 26 juillet 1996 décrit précisément ce qu'il
faut considérer comme relevant de l'évolution du
coût salarial, ce qui en est exclu et quelles
conventions sont interdites. À condition de ne pas
être exclus par l'article 10, les avantages
extralégaux en relèvent également.
En revanche, cette loi et cet arrêté royal
garantissent les augmentations qui résultent du
système d'indexation et du sytème barémique
existants. L'article 10 énumère les éléments qui
sont comptabilisés dans l'évolution du coût salarial.
L'article 9 prévoit qu'une marge maximale ne peut
être dépassée par d'autres conventions.
Les accords all-in pourraient apporter une réponse
adéquate à l'appel lancé à l'article 11 de la loi, appel
demandant que des mécanismes de correction
soient incorporés dans les CCT sectorielles. Il
appartient aux interlocuteurs sociaux sectoriels de
statuer sur la question de savoir si cet instrument
08.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Elke
cao waarvoor de algemeen verbindendverklaring
wordt gevraagd, wordt aan een controle
onderworpen. Indien dit wordt gevraagd van een
cao die strijdig is met artikel 9 van de wet van 26 juli
1996 en het uitvoeringsbesluit van 28 maart 2011,
zal de algemeen verbindendverklaring niet kunnen
worden voorgesteld aan de Koning.
De wet van 26 juli 1996 geeft een duidelijke
omschrijving van wat moet worden aangerekend op
de loonkostenontwikkeling, van wat uitgesloten is
en welke overeenkomsten verboden zijn. Voor
zover niet uitgesloten door artikel 10, vallen
extralegale voordelen ook daaronder.
De wet en het KB waarborgen wel de verhogingen
die
het
gevolg
zijn
van
het
bestaand
indexeringssysteem en baremiek stelsel. Artikel 10
geeft een opsomming van elementen die worden
meegerekend
in
de
loonkostenontwikkeling.
Artikel 9 bepaalt dat een maximale marge niet mag
worden
overschreden
door
andere
overeenkomsten.
All-inakkoorden kunnen een adequaat antwoord zijn
op de oproep uit artikel 11 van de wet om in
sectorale cao's in bijsturingsmechanism
en te
voorzien. Het is aan de sectorale sociale partners
om te oordelen of dit middel het meest geschikt is
om de gewenste loonkostenmatiging te realiseren.
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
est le plus approprié pour réaliser la modération du
coût salarial souhaitée.
08.03 Zuhal Demir (N-VA): L'administration ne
dispose pas d'un personnel suffisant pour pouvoir
procéder comme il se doit au contrôle de
l'application des normes salariales.
08.03 Zuhal Demir (N-VA): De administratie is
onvoldoende bemand om de controle op de
toepassing van de loonnormen degelijk uit te
voeren.
08.04 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais):
Plus de dix juristes assurent un monitoring des
différentes CCT. Il m'arrive de recevoir un avis
défavorable et de ne pas signer une CCT. Au SPF,
le personnel chargé d'accomplir cette tâche est au
complet.
08.04 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Meer
dan tien juristen houden toezicht op de
verschillende cao's. Soms krijg ik een negatief
advies en onderteken ik de cao's niet. De FOD is
volledig bemand om deze taak uit te voeren.
08.05 Zuhal Demir (N-VA): Si des CCT
sectorielles enfreignent un arrêté royal et
conviennent d'autres normes salariales, leur attitude
est constitutive d'une violation de l'État de droit
puisque dans la hiérarchie des normes, l'arrêté
royal se situe au-dessus de la CCT sectorielle.
08.05 Zuhal Demir (N-VA)
: Als de sectorale cao's
een KB naast zich neerleggen en andere
loonnormen afspreken, is dat een schending van de
rechtsstaat. In de hiërarchie der rechtsnormen staat
een KB boven een sectorale cao.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Zoé Genot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'enquête sur les
métiers à risque" (n° 4341)
09 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het onderzoek over de
risicoberoepen" (nr. 4341)
09.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): La Fondation de
Dublin, où sont représentés les employeurs, les
syndicats et la Commission européenne, mène tous
les cinq ans une enquête sur les conditions de
travail en Europe. Il m'aurait semblé intéressant
d'interroger Mme Onkelinx au sujet de la dernière
enquête de cette fondation.
D'après le journal Syndicats du 8 avril 2011, le
secteur le plus exposé en matière de violences, de
menaces et de harcèlement sexuel et moral serait
celui des métiers de la santé.
Comment la ministre explique-t-elle les chiffres
inquiétants en Belgique? Quelles actions ont-elles
été entreprises pour lutter contre cette situation?
09.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): De Stichting
Dublin, waarin werkgevers, vakbonden en de
Europese Commissie vertegenwoordigd zijn, voert
om de vijf jaar een onderzoek uit over de
arbeidsomstandigheden in Europa. Het leek me
interessant om minister Onkelinx over het laatste
onderzoek van die Stichting te ondervragen.
Volgens het tijdschrift Syndicats van 8 april 2011
heeft de zorgverlenende sector het zwaarst te lijden
onder geweld, bedreigingen, ongewenst seksueel
gedrag en pesterijen.
Hoe verklaart de minister de onrustwekkend hoge
cijfers in ons land? Welke maatregelen werden er al
genomen om deze situatie te verhelpen?
09.02 Joëlle Milquet, ministre (en français): La
Fondation européenne de Dublin a publié
récemment les conclusions de son enquête sur les
conditions de travail, basée sur un questionnaire
soumis à un échantillon de travailleurs en Europe,
dont 500 en Belgique. Pour que la prochaine
enquête offre une vision plus précise, j'ai demandé
à la Fondation de questionner 4 000 personnes.
C'est ce qui a été fait et les résultats nous
parviendront à la rentrée.
09.02 Minister Joëlle Milquet (Frans): De
European Foundation for the Improvement of Living
and Working Conditions (Eurofound) heeft onlangs
de resultaten gepubliceerd van haar onderzoek
naar de arbeidsomstandigheden, dat gebaseerd
was op een vragenlijst die werd voorgelegd aan een
steekproef van Europese werknemers, onder wie
500 Belgische. Opdat de volgende enquête
accuratere resultaten zou opleveren, heb ik de
Foundation
gevraagd
4.000 personen
te
ondervragen. Dat is gebeurd en de resultaten zullen
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
L'analyse des chiffres se rapportant à cette
extension est en cours. Sur la base des chiffres
bruts, on voit déjà que, pour le secteur des soins de
santé en Belgique, en 2010, la charge
psychosociale au travail est plus importante: 28 %
des personnes interrogées déclarent éprouver un
sentiment de stress; 17 % évoquent la violence
verbale au cours du dernier mois; 5 % évoquent des
attentions sexuelles non désirées; 8,1 % des
menaces ou comportements humiliants; 6 %
évoquent des violences physiques au cours des
12 derniers
mois,
etc.
Ces
chiffres
sont
systématiquement supérieurs aux chiffres moyens
pour 4 000 travailleurs belges. L'analyse plus
détaillée et croisée des données belges est en
cours pour le rapport final.
La Fondation de Dublin a constaté une
intensification du travail qui se traduit par une
augmentation de l'importance des facteurs
"psychosociaux": délais serrés, rythmes de travail,
insécurité de l'emploi, équilibre vie privée-vie
professionnelle, restructurations.
Nous avons mis sur pied un plan pour améliorer la
santé au travail et diminuer l'insécurité et les
accidents du travail.
ons tegen september worden bezorgd.
De cijfers uit dat uitgebreide onderzoek worden
momenteel verwerkt. Uit de ruwe gegevens kan
men al afleiden dat wat de sector van de
gezondheidszorg in België betreft, de psychosociale
belasting op het werk in 2010 is toegenomen:
28 procent van de ondervraagden verklaarde stress
te ondervinden, 17 procent had tijdens de jongste
maand met verbaal geweld te maken, 5 procent had
het over ongewenste seksuele intimiteiten,
8,1 procent over bedreigingen of vernederend
gedrag, 6 procent verklaarde de afgelopen
12 maanden het slachtoffer van fysiek geweld te
zijn geweest, enz. Die cijfers liggen systematisch
hoger
dan
de
gemiddelde
cijfers
voor
4.000 Belgische werknemers. De gegevens voor
België worden momenteel verder geanalyseerd en
met elkaar vergeleken met het oog op het
eindverslag.
Eurofound heeft een intensivering van de arbeid
vastgesteld, waardoor de psychosociale factoren
aan belang winnen: strakke deadlines, werktempo,
werkonzekerheid, evenwicht tussen privé- en
beroepsleven, herstructureringen.
We hebben een plan ontwikkeld om de gezondheid
op de werkvloer te verbeteren en de onveiligheid en
arbeidsongevallen te verminderen.
La nouvelle loi que nous avons prise sur la limitation
des heures de travail dans le secteur médical peut
jouer un rôle important.
Différents outils d'analyse des risques existent.
Nous avons évalué la législation relative à la
réglementation sur le harcèlement. On constate
qu'énormément d'effets évoqués relèvent moins du
harcèlement que de la surcharge psychosociale. Il
faudrait dès lors adapter la législation et le suivi des
mesures informelles de traitement afin d'éviter ce
genre de problèmes.
Il reste important de procéder à cette analyse de
risques à laquelle les employeurs ne sont pas
suffisamment sensibles, ainsi que de toutes les
procédures de suivi. Nous aurons ce débat la
semaine prochaine.
De nieuwe wet die we hebben uitgevaardigd om het
aantal arbeidsuren in de medische sector te
beperken kan een belangrijke rol spelen.
Er bestaan verschillende instrumenten voor
risicoanalyse.
We hebben de antipestwetgeving geëvalueerd.
Heel wat problemen vallen eigenlijk niet onder de
noemer 'pesten', maar hebben veeleer met
psychosociale druk te maken. De wetgeving en de
follow-up van de informele klachtenbehandeling
zouden bijgevolg moeten worden aangepast om dit
soort problemen te vermijden.
De risicoanalyse, waar de werkgevers niet steeds
voor openstaan, blijft belangrijk, net als de analyse
van alle opvolgingsprocedures. We zullen de
bespreking hierover volgende week aangaan.
09.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Ce qu'on appelle
joliment la "surcharge psychosociale", c'est ce qu'on
appelait dans le temps la surcharge de travail. De
nombreuses infirmières quittent ce métier, et on se
voit dans l'obligation de recruter en Europe de l'Est.
09.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Wat men nu zo
mooi 'psychosociale druk' noemt, was vroeger
gewoon de werkdruk. Heel wat verpleegkundigen
geven er de brui aan en ziekenhuizen moeten een
beroep doen op Oost-Europese arbeidskrachten.
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
09.04 Joëlle Milquet, ministre (en français):
Structurellement, c'est un secteur à haut risque de
stress, puisqu'il s'agit de la vie et de la santé de
personnes qui souffrent. Ce qui ne signifie pas
qu'on ne doive pas se questionner quant aux
conditions de travail.
09.04 Minister Joëlle Milquet (Frans): Dit is
structureel een sector met een hoog stressrisico,
omdat het leven en de gezondheid van lijdende
mensen op het spel staan. Dit betekent natuurlijk
niet dat de arbeidsomstandigheden niet ter
discussie mogen worden gesteld.
09.05
Zoé
Genot
(Ecolo-Groen!):
Une
revalorisation de ce secteur doit être prise en
compte.
09.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): De sector moet
worden opgewaardeerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Zoé Genot à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances, chargée de la Politique de
migration et d'asile, sur "la nouvelle législation
concernant le travail étudiant" (n° 4356)
10 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Werk en Gelijke
Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
over
"de
nieuwe
wetgeving
inzake
studentenarbeid" (nr. 4356)
10.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Au sujet de votre
nouveau système relatif au travail étudiant, un
véritable problème se pose.
En effet, la hausse du nombre de permis de jours
de travail à un taux de cotisation de solidarité réduit
concrétise une forme de concurrence déloyale qui
frappe en partie les métiers peu qualifiés.
Cette situation n'est pas inéluctable. Ainsi, des pays
voisins n'offrent pas de régime spécifique pour les
étudiants.
Quelles consultations ont-elles été menées, en
particulier avec le secteur jeunesse? Avez-vous un
accord des partenaires sociaux? Les secteurs
jeunesse m'informent ne plus avoir été consultés
depuis longtemps à ce sujet. Quant aux partenaires
sociaux, ils disent n'être parvenus à aucun accord.
Quelle est l'évaluation de l'effet de substitution entre
travailleurs et travailleurs étudiants sur le marché du
travail? Quelle est l'augmentation du travail étudiant
ces dernières années? Sur la base de quelles
hypothèses avez-vous calculé que, grâce aux
nouveaux taux de cotisation, la mesure serait
budgétairement neutre? Personnellement, j'estime
que la mesure ne sera budgétairement pas neutre.
Vu la période d'affaires courantes, cette mesure
passera-t-elle via le Parlement ou par arrêtés
royaux?
10.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Er is een ernstig
probleem
met
uw
nieuwe
regeling
voor
studentenarbeid.
Het aantal dagen dat studenten studentenarbeid
kunnen
verrichten
met
een
beperkte
solidariteitsbijdrage wordt opgetrokken. Dat is
echter een vorm van oneerlijke concurrentie, die
voor een deel de laaggekwalificeerde beroepen
treft.
Het kan ook anders. In verschillende buurlanden
bestaat er namelijk geen speciale regeling voor de
studenten.
Werd er overleg gepleegd, meer bepaald met de
vertegenwoordigers van de jongeren? Hebben de
sociale
partners
hun
fiat
gegeven?
De
vertegenwoordigers van de jongeren hebben mij
laten weten dat ze hierover al lang niet meer
werden geraadpleegd. De sociale partners zeggen
dat er geen enkel akkoord werd bereikt. Hoe wordt
het effect van de verdringing van werknemers door
studenten op de arbeidsmarkt ingeschat? Hoe groot
was de groei van de studentenarbeid de afgelopen
jaren? Op grond van welke hypothesen heeft u
berekend dat de maatregel dankzij de nieuwe
bijdragepercentages geen gevolgen zou hebben
voor de begroting? Ik denk namelijk dat de
maatregel wel gevolgen zal hebben voor de
begroting. Zal die maatregel, met het oog op de
periode van lopende zaken, ter goedkeuring worden
voorgelegd aan het Parlement of door middel van
koninklijke besluiten worden ingevoerd?
10.02 Joëlle Milquet, ministre (en français): Je ne
partage pas du tout votre avis selon lequel cette
législation engendrerait davantage de concurrence
10.02 Minister Joëlle Milquet (Frans): Ik ben het
helemaal niet met u eens dat deze wetgeving tot
meer concurrentie met de gewone werknemers kan
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
vis-à-vis du travail normal.
Je ne suis pas sûre que ce soit en passant de 46 à
50 jours que nous créerons un séisme de
concurrence.
Le système permet plus de souplesse à la fois pour
l'étudiant et pour l'employeur, particulièrement en ce
qui concerne les horaires comme le travail du
dimanche ou en heures tardives, ce qui ne
correspond pas toujours aux attentes et aux
besoins du travailleur normal.
Pour arriver à cet accord, qui n'a pas fait grincer les
dents et a permis un consensus au sein du
gouvernement, nous avons énormément consulté.
Lors de notre dernière proposition, chacun s'est
rendu compte qu'il s'agissait du chemin de
l'équilibre.
Une autre grande avancée est la mise en place d'un
système unique de cotisations sociales remplaçant
le fastidieux comptage des jours prestés.
De plus, il est possible d'obtenir un contrat de douze
mois, ce qui est à l'avantage des étudiants. Il reste
possible aussi de travailler deux mois durant l'été.
Les effets de substitution et les chiffres de 2004 à
2010, trimestre par trimestre, vous ont été
communiqués.
L'évolution est observable mais pas massive: il
s'agit d'une certaine augmentation du nombre de
jobs étudiants, raisonnable pour une période de six
ans.
leiden.
Ik denk niet dat wij een moordende concurrentie
zullen ontketenen door het aantal dagen op te
trekken van 46 naar 50.
Het systeem biedt zowel de student als de
werkgever meer flexibiliteit, vooral voor wat betreft
de werktijden, zoals zondags- of avondwerk,
hetgeen immers niet altijd strookt met de
verwachtingen of de behoeften van de gewone
werknemer.
Het akkoord heeft geen kwaad bloed gezet en er
werd in de regering een consensus over bereikt.
Om tot dit akkoord te komen, hebben wij heel veel
overleg gepleegd. Bij ons laatste voorstel zag
iedereen in dat dit goed uitgebalanceerd was.
Een andere grote vooruitgang is de implementatie
van een unieke socialebijdrageregeling ter
vervanging van het lastige telwerk met betrekking
tot de gewerkte dagen.
Bovendien kunnen studenten nu een contract van
twaalf maanden krijgen, wat in hun voordeel is. Het
blijft ook mogelijk om twee maanden te werken
gedurende de zomer.
Wij
hebben
u
informatie
over
de
verdringingseffecten bezorgd en u de trimesteriële
cijfers voor de periode 2004-2010 meegedeeld.
Er is een evolutie merkbaar, maar deze is niet echt
significant: er is een zekere toename van de
studentenarbeid, die redelijk is voor een periode
van zes jaar.
Elle correspond à une augmentation du nombre
d'étudiants, de même qu'à un boom démographique
en certains endroits. Nous sommes parvenus à un
calcul de neutralité budgétaire qui a été vérifié par
les cinq cabinets. Nous avons considéré que
plusieurs taux de cotisation sont actuellement
d'application en fonction du trimestre concerné. Un
coefficient moyen pondéré a été calculé. Ensuite, le
rendement actuel a été mis en rapport avec un total
calculé des rémunérations sur la base du rapport
50 jours/46 jours des actuelles données de
rémunération. Je vous transmettrai le mode de
calcul.
Le Parlement votera ce projet. Celui-ci peut être
traité dans le cadre des affaires courantes, étant
donné que tous les principes avaient été décidés
avant la dissolution du Parlement. Ce projet pourra,
selon moi, être voté avant les vacances d'été.
Ze heeft te maken met de stijging van het aantal
studenten en met een bevolkingsexplosie op
bepaalde plaatsen. Volgens onze berekeningen, die
werden nagekeken door de vijf kabinetten, is deze
maatregel uit begrotingsoogpunt neutraal. We
gingen uit van verschillende bijdragepercentages,
afhankelijk van het kwartaal. Er werd een gewogen
gemiddelde coëfficiënt berekend. Vervolgens werd
de huidige opbrengst vergeleken met het
totaalbedrag van de lonen berekend op grond van
de verhouding 50 dagen/46 dagen, vertrekkend van
de
huidige
loongegevens.
Ik
zal
u
de
berekeningswijze bezorgen.
Het Parlement zal zich over dit ontwerp uitspreken.
Het kan in het kader van de lopende zaken worden
behandeld, aangezien over alle principes al een
beslissing was genomen voor de ontbinding van het
Parlement. Dit ontwerp kan volgens mij nog voor
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
het zomerreces zijn beslag krijgen.
10.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Il est clair que
certaines tranches horaires sont peu propices à
concilier vie de famille et vie professionnelle.
Malheureusement, ces heures sont indispensables
pour de nombreux travailleurs à temps partiel .
10.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Het staat buiten
kijf dat bepaalde werkuren het erg moeilijk maken
om gezins- en beroepsleven te verzoenen. Jammer
genoeg hebben heel wat deeltijdse werknemers
deze uren nodig om de eindjes aan elkaar te
kunnen knopen.
10.04 Joëlle Milquet, ministre (en français): Quand
il y a des offres complémentaires, les travailleurs à
temps partiel qui souhaitent une augmentation de
leur temps de travail ont le droit d'en faire la
demande prioritairement.
10.04 Minister Joëlle Milquet (Frans): Wanneer er
extra uren bijkomen, komen de deeltijdse
werknemers die meer uren willen presteren
daarvoor prioritair in aanmerking.
10.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): J'espère,
madame la ministre, que l'inspection sociale saura
faire respecter ces lois.
10.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Ik hoop,
mevrouw
de
minister,
dat
de
sociale-
inspectiediensten erin zullen slagen die wetten in
acht te doen nemen.
10.06 Joëlle Milquet, ministre (en français): Il y a
aussi parfois une certaine méconnaissance des
informations données par l'administration.
10.06 Minister Joëlle Milquet (Frans): De
informatie die door de administratie wordt verschaft,
is niet altijd voldoende bekend.
10.07 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Cela vaudrait
peut-être la peine de refaire une diffusion ciblée en
direction des travailleurs de certains secteurs à
risque comme le nettoyage et la distribution.
10.07 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Het zou
misschien de moeite lonen om die informatie
nogmaals gericht te verspreiden naar de
werknemers van bepaalde risicosectoren toe, zoals
de schoonmaakbedrijven en de distributiesector.
10.08 Joëlle Milquet, ministre (en français): Oui.
10.08 Minister Joëlle Milquet (Frans): Inderdaad.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances, chargée de la Politique de
migration et d'asile, sur "le respect de la loi fixant
la durée du temps de travail des candidats
médecins spécialistes et dentistes en formation"
(n° 4376)
11 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "de naleving van de wet die de
arbeidsduur
vaststelt
van
de
kandidaat-
geneesheren-specialisten en de kandidaat-
tandartsen in opleiding" (nr. 4376)
11.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Des
candidats médecins spécialistes stagiaires dans les
hôpitaux du groupe IRIS menacent de faire grève
pour non-respect de la législation. D
'apr s une loi
que nous avons votée en novembre dernier, la
durée maximale du temps de travail des candidats
médecins spécialistes et dentistes stagiaires ne
peut excéder 48 heures par semaine en moyenne
sur une période de 13 semaines avec une limite de
24 heures par jour de travail et de 60 heures par
semaine.
Nous savions quand nous avons voté cette loi qu'il
ne serait pas évident de la faire appliquer en raison
de la pénurie de médecins spécialistes. Nous
savions qu'un suivi allait être nécessaire.
11.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Een aantal
kandidaat-specialisten die stage lopen in de
ziekenhuizen van de IRIS-groep, dreigen in staking
te gaan, omdat de wetgeving niet zou worden
nageleefd. Volgens een wet die we in november
hebben
aangenomen,
mogen
kandidaat-
specialisten en tandartsen-stagiairs over een
periode van 13 weken gemiddeld niet meer dan
48 uur per week werken, met een maximum van
24 uur per werkdag en 60 uur per week.
Toen we die wet goedkeurden, wisten we dat het
niet makkelijk zou zijn om de wet te doen naleven,
omdat er een tekort aan geneesheren-specialisten
is. We wisten dat een follow-up zich opdrong.
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
Comment ce suivi est-il réalisé? Qu'avez-vous mis
en place pour qu'il soit efficace? L'Inspection des
lois sociales a-t-elle déjà procédé à des
vérifications? J'aimerais savoir quelles dispositions
ne sont pas respectées et quels arguments sont
avancés pour le justifier. Des sanctions ont-elles
déjà été prises? Enfin, point n'ayant pas été réglé
par cette loi, à combien est fixée la rémunération
équitable des heures supplémentaires autorisées?
Hoe werd die follow-up georganiseerd? Welke
maatregelen heeft u genomen om die zo efficiënt
mogelijk te laten verlopen? Heeft de Inspectie van
de sociale wetten al controles uitgevoerd? Welke
bepalingen worden niet nageleefd en hoe wordt dat
gerechtvaardigd? Werden er al sancties opgelegd?
Aangezien niet alles bij die wet is geregeld, zou ik
graag vernemen waaruit de billijke vergoeding van
de toegestane overuren bestaat.
11.02 Joëlle Milquet, ministre (en français): Cette
loi est entrée en vigueur il y a à peine trois mois. Il
faut donc laisser le temps aux gestionnaires
hospitaliers de réorganiser les temps de travail et
les équipes.
Je suis vigilante quant à la manière dont les
hôpitaux appliquent cette loi. L'intention du SPF
Emploi est d'organiser une première série
d'inspections dans un but d'information. Il y aura
ensuite une deuxième série, après une année
d'application de la loi, avec risque de sanctions.
En ce qui concerne les rémunérations des heures
supplémentaires, le travailleur doit être payé plus
mais nous n'avons rien prévu comme mode de
rémunération en tant que tel. Pour les médecins en
formation, la loi prévoit que si cela s'avère
nécessaire, cette rémunération complémentaire
peut être déterminée par arrêté royal pris sur avis
de la commission paritaire nationale médecins-
hôpitaux.
11.02 Minister Joëlle Milquet (Frans): Deze wet is
nauwelijks drie maanden geleden in werking
getreden. De ziekenhuismanagers moeten de tijd
krijgen om de werktijden en de teams te
reorganiseren.
Ik zie toe op de manier waarop de ziekenhuizen die
wet toepassen. De FOD Werkgelegenheid is van
plan een eerste reeks controles te organiseren met
het oog op voorlichting. Er zal na één jaar
toepassing van de wet een tweede reeks controles
volgen, met eventuele sancties.
Wat de betaling van overuren betreft, moet de
werknemer aanvullend loon krijgen, maar er is geen
regeling als zodanig vastgelegd. Voor de kandidaat-
geneesheren in opleiding bepaalt de wet dat dit
aanvullend loon indien nodig vastgesteld kan
worden bij koninklijk besluit na advies van de
Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-
Ziekenhuizen.
Cette commission paritaire ne relève pas de ma
compétence, mais de celle de la ministre de la
Santé.
Un arrêté royal en exécution de l'article 7, § 2, de
cette loi ne sera pris que dans le cas où les
partenaires ne parviendraient pas à un accord.
Actuellement, ils sont en discussion.
Niet ik, maar de minister van Volksgezondheid gaat
over die paritaire commissie.
Pas ingeval de partners niet tot een akkoord
komen, zal er een koninklijk besluit ter uitvoering
van artikel 7, § 2, van deze wet worden
uitgevaardigd. De besprekingen zijn momenteel aan
de gang.
11.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Il faut
respecter cette loi utile et nécessaire.
11.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Deze
nuttige en nodige wet moet worden nageleefd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: Les questions n
os
4398 de Mme De
Block et 4395 de Mme Van Cauter sont reportées.
De voorzitter: Vragen nrs 4398 van mevrouw De
Block en 4395 van mevrouw Van Cauter worden
uitgesteld.
12 Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi et
de l'Égalité des chances, chargée de la Politique
de migration et d'asile, sur "l'emploi dans le sud
de la Flandre occidentale" (n° 4429)
12 Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan
de vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "de tewerkstelling in Zuid-West-
Vlaanderen" (nr. 4429)
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
12.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Dans le sud
de la Flandre occidentale, les emplois vacants sont
essentiellement pourvus par une main-
d' uvre
venant du nord de la France. À la suite de la
disparition du statut fiscal avantageux des
travailleurs frontaliers, cette situation risque
toutefois de changer. Il reste néanmoins très difficile
d'attirer des travailleurs wallons, malgré tous les
efforts fournis.
La ministre est-elle consciente des problèmes dus à
la disparition du statut de travailleur frontalier? D'où
vient la difficulté d'attirer des travailleurs wallons?
12.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): In het zuiden
van West-Vlaanderen worden de openstaande
vacatures al jaren vooral ingevuld door Noord-
Franse werkkrachten. Door het wegvallen van het
fiscaal voordelige statuut van grensarbeiders, dreigt
dit echter in gevaar te komen. Het blijft ondertussen
zeer moeilijk om Waalse werknemers aan te
trekken, ondanks alle inspanningen daartoe.
Beseft de minister de problemen die het gevolg zijn
van het wegvallen van het statuut van
grensarbeider? Vanwaar toch dat probleem om
Waalse werkkrachten aan te trekken?
12.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais): Le
statut fiscal avantageux pour les travailleurs
frontaliers français ne s'appliquera effectivement
plus aux nouveaux travailleurs frontaliers à partir de
2012. Une période transitoire de 25 ans est
toutefois encore prévue pour les travailleurs
occupés en Belgique avant le 1
er
janvier 2012.
L'éventuelle pénurie de main-
d' uvre wallonne ne
résulte pas tellement d'un manque de motivation
mais bien de l'inégalité de traitement fiscal. En
2009, 6 357 travailleurs wallons étaient du reste
occupés en moyenne dans la région concernée, ce
qui constitue malgré tout un nombre relativement
important. Les Régions flamande et wallonne
coopèrent aussi étroitement par le biais de l'accord
de coopération interrégional de 2005, qui prévoit
l'échange des offres d'emploi, la mise en place
d'équipes mixtes du VDAB et du FOREM le long de
la frontière linguistique et de meilleures liaisons de
transport public. Les autorités publiques ont la
possibilité de réagir à l'évolution démographique par
un meilleur niveau de formation des jeunes et des
demandeurs
d'emploi,
un
meilleur
accompagnement des demandeurs d'emploi, une
meilleure politique de mobilité, la poursuite de la
collaboration et l'échange d'emplois vacants,
l'organisation de cours de langue, etc.
12.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Het
voordelige
fiscaal
statuut
voor
Franse
grensarbeiders zal inderdaad niet meer gelden voor
nieuwe grensarbeiders vanaf 2012. Er is nog wel
een overgangsperiode van 25 jaar voor diegenen
die van voor 1 januari 2012 in België werken. Het
mogelijke gebrek aan Waalse werkkrachten heeft
niet zozeer te maken met motivatie als wel met een
ongelijke fiscale behandeling. In 2009 waren er in
de
betrokken
regio
trouwens
gemiddeld
6.357 Walen aan de slag, wat toch vrij aanzienlijk is.
Het Vlaamse en Waalse Gewest werken ook nauw
samen
via
het
interregionaal
samenwerkingsakkoord
uit
2005,
met
de
uitwisseling van jobaanbiedingen, de oprichting van
gemengde teams van VDAB en FOREM langs de
taalgrens en betere verbindingen in het openbaar
vervoer. Op de demografische evolutie kan de
overheid
inspelen
door
een
betere
opleidingskwalificatie
bij
jongeren
en
werkzoekenden, een betere begeleiding van
werkzoekenden, een beter mobiliteitsbeleid, een
verdere samenwerking en uitwisseling van
vacatures, taalcursussen enzovoort.
12.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Je suis
également convaincue que nous devons continuer à
miser sur l'activation réelle. Il ne faut pas
embaucher de la main-
d' uvre des pays d'Europe
de l'Est si nous avons éventuellement la possibilité
de trouver des travailleurs dans notre propre région.
12.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Ook ik ben
ervan overtuigd dat wij verder moeten inzetten op
echte activering. We moeten toch niet op zoek gaan
naar Oost-Europese arbeidskrachten als we die
misschien vinden in eigen streek.
12.04 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais):
J'étais favorable à une prime à la mobilité,
contrairement à la N-VA.
12.04 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Ik was
voorstander
van
een
mobiliteitspremie,
in
tegenstelling tot de N-VA.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de Mme Sonja Becq à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
13 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de vice-
eersteminister en minister van Werk en Gelijke
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
l'Égalité des chances, chargée de la Politique de
migration et d'asile, sur "les accidents de travail"
(n° 4440)
Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
over "de arbeidsongevallen" (nr. 4440)
13.01 Sonja Becq (CD&V): À l'occasion de la
Journée mondiale pour la sécurité et la santé au
travail, le rapport sur les accidents de travail a été
présenté à la radio. Ce rapport fait état de
127 morts et de 15 891 victimes en incapacité de
travail permanente.
13.01 Sonja Becq (CD&V): Naar aanleiding van de
Werelddag voor veiligheid en gezondheid op het
werk werd op de radio het rapport over
arbeidsongevallen voorgesteld. Er zijn 127 dodelijke
slachtoffers en 15.891 slachtoffers met een
blijvende arbeidsongeschiktheid.
Il ressort du rapport que le nombre de décès
causés par des accidents de travail est en baisse
dans le secteur privé, de même que le nombre
d'accidents légers, mais que ce n'est pas le cas des
accidents graves entraînant une incapacité de
travail permanente. Deux accidents de travail sur
trois ne seraient en outre pas déclarés. Pour le
secteur public, on ne dispose pas, ou pas
suffisamment, de données fiables dans ce
domaine.
Selon le rapport, les entreprises ne sont contrôlées
que tous les sept ans, tandis que les services
d'inspection souffrent d'un manque criant de
personnel. De plus, l'enregistrement des problèmes
et des accidents de travail laisse beaucoup à
désirer, ce qui empêche une intervention rapide.
Aux Pays-Bas, les autorités sont en mesure de
réagir nettement plus rapidement.
Uit het rapport blijkt dat het aantal dodelijke
slachtoffers in de privésector daalt, alsook het
aantal lichte arbeidsongevallen, maar niet de zware
arbeidsongevallen
met
een
blijvende
arbeidsongeschiktheid. Bovendien zouden twee op
drie arbeidsongevallen niet worden aangegeven.
Over de overheidssector zijn er echter weinig of
geen accurate gegevens.
Volgens het rapport worden bedrijven slechts om de
zeven
jaar
gecontroleerd
en
zijn
de
inspectiediensten
volstrekt
onderbemand.
Bovendien laat de registratie van problemen en van
arbeidsongevallen te wensen over, waardoor er niet
onmiddellijk kan worden opgetreden. In Nederland
kan men veel korter op de bal spelen.
La reconnaissance des accidents du travail par les
assureurs demeure un point délicat, ceux-ci ayant
tendance à ne pas reconnaître un accident de
travail en tant que tel. Il s'avère pourtant que
lorsqu'on s'adresse au Fonds des Accidents du
Travail, 42 % des interventions débouchent sur une
reconnaissance comme accident du travail.
Le rapport comprend des éléments importants pour
la politique, qui doit viser à réduire le nombre
d'accidents du travail. La ministre a-t-elle reçu ce
rapport? Quelles conclusions en tire-t-elle? Peut-
elle prendre des mesures en période d'affaires
courantes? Quels sont les effectifs nécessaires
pour l'inspection et procédera-t-on à une analyse
coûts-
b n fices de la mise en uvre de personnel
d'inspection supplémentaire?
De erkenning van arbeidsongevallen door de
verzekeraars blijft een teer punt. Zij zijn nogal
geneigd om een arbeidsongeval niet als zodanig te
erkennen. Toch blijkt dat, wanneer men naar het
Fonds voor Arbeidsongevallen stapt, 42 procent van
de interventies resulteert in een erkenning als
arbeidsongeval.
Het rapport bevat elementen die belangrijk zijn voor
het beleid, dat erop gericht moet zijn het aantal
arbeidsongevallen terug te dringen. Heeft de
minister dit rapport ontvangen? Welke conclusies
trekt zij eruit? Kan zij in een periode van lopende
zaken maatregelen nemen? Hoeveel personeel is
er nodig voor de inspectie en komt er een kosten-
batenanalyse van het inzetten van meer
inspectiepersoneel?
13.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais): Le
rapport m'a été transmis le 28 avril par l'ACW dans
le cadre de la Journée mondiale sur la sécurité et la
santé au travail.
13.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Het
rapport werd mij op 28 april overhandigd door het
ACW naar aanleiding van de Werelddag voor
veiligheid en gezondheid op het werk.
Il ressort d'une étude du Fonds des Accidents du
Travail que le nombre d'accidents du travail qui
entraînent une incapacité de travail permanente
continue à osciller autour de 3 %. Depuis 2005, le
Uit
een
studie
van
het
Fonds
voor
Arbeidsongevallen
blijkt
dat
het
aantal
arbeidsongevallen met blijvende ongeschiktheid
blijft schommelen rond 3 procent. Sinds 2005 krijgt
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
Fonds reçoit des informations des assureurs par le
biais du système LEA (Liaison Électronique
Accidents du travail). Il en ressort que le ratio
classique des accidents du travail diminue, tant en
termes de fréquence qu'en termes de gravité de
l'invalidité. La réglementation instaurée en 2005
pour lutter contre les accidents du travail graves
commence donc à porter ses fruits.
En principe, l'employeur doit déclarer tout accident
de travail, sans s'interroger sur sa recevabilité. Il
arrive toutefois souvent que les accidents légers
pour lesquels les premiers soins suffisent ne soient
pas déclarés, le droit de la victime n'étant de ce fait
plus garanti. Le comité de gestion du Fonds des
Accidents du Travail a récemment approuvé une
nouvelle procédure simplifiée pour ce type
d'accident. Cette adaptation nécessite une
modification de la loi sur les accidents du travail et
de la législation en matière de bien-être au travail.
J'espère pouvoir réaliser ces changements durant
la période d'affaires courantes.
Il ressort des chiffres du Fonds que le nombre de
refus de reconnaissance d'accidents du travail par
les assureurs est en augmentation, passant de 2 %
des accidents déclarés en 1985 à 9,5 % en 2009.
het Fonds informatie van de verzekeraars via EVA
(Elektronische
Verbinding
Arbeidsongevallen).
Daaruit
blijkt
dat
de
klassieke
arbeidsongevallenratio afneemt, zowel inzake
frequentie als inzake ernst van de invaliditeit. De
regelgeving die in 2005 werd ingevoerd ter
bestrijding van ernstige arbeidsongevallen begint
dus vruchten af te werpen.
In principe moet de werkgever elk arbeidsongeval
aangeven,
zonder
stil
te
staan
bij
de
ontvankelijkheid ervan. Lichte ongevallen waarvoor
eerste zorgen volstaan worden echter vaak niet
aangegeven, waardoor het recht van het slachtoffer
niet meer verzekerd is. Het beheerscomité van het
Fonds voor Arbeidsongevallen heeft onlangs een
nieuwe, vereenvoudigde procedure goedgekeurd
voor dit soort ongevallen. Deze aanpassing vergt
een wijziging van de wet betreffende de
arbeidsongevallen en van de wetgeving inzake
welzijn op het werk. Ik hoop dit te kunnen realiseren
tijdens de periode van lopende zaken.
Uit de cijfers van het Fonds blijkt dat het aantal
weigeringen tot erkenning van arbeidsongevallen
door arbeidsongevallenverzekeraars toeneemt. In
1985 ging het om 2 procent van de aangegeven
ongevallen, in 2009 om 9,5 procent.
Les chiffres varient d'un assureur à l'autre et vont
de près de 3 % à 12 % en 2009. Ces différences ne
s'expliquent pas par la composition du portefeuille.
La loi définit ce qu'il faut entendre par accident du
travail sans pour autant apporter la définition de la
notion d'accident en elle-même. Pour définir cette
dernière, il convient de consulter la jurisprudence de
la Cour de cassation, selon laquelle un accident est
la conséquence d'un événement soudain. Les
assureurs ont tendance à contester cette position et
sont parfois suivis dans cette voie par les
juridictions inférieures. Certains assureurs tentent
de modifier la jurisprudence en ce sens. Je
propose, si les cours du travail suivent la même
évolution, d'inclure dans la loi la définition de la
notion d'accident telle que formulée par la Cour de
cassation.
Il est difficile de calculer l'incidence d'une
augmentation du nombre de membres du personnel
d'inspection sur le budget des accidents du travail.
Ces derniers constituent une branche spéciale de la
sécurité sociale qui ne figure pas au budget et est
régie par un système d'assurances payées par les
employeurs.
J'ai
l'intention
de
demander
davantage
De cijfers verschillen van de ene verzekeraar tot de
andere en gaan van bijna 3 procent tot 12 procent
in 2009. De verschillen worden niet verklaard door
de samenstelling van de portefeuille.
De wet definieert wat men verstaat onder
arbeidsongevallen, niet het begrip ongeval op zich.
Dat laatste komt voort uit de rechtspraak van het
Hof van Cassatie: een ongeval is het gevolg van
een plotselinge gebeurtenis. De verzekeraars
hebben de neiging dat standpunt te betwisten. Zij
worden hierin soms gevolgd door lagere
rechtbanken. Bepaalde verzekeraars proberen de
rechtspraak in die zin te wijzigen. Als ook de
arbeidshoven in die zin zouden evolueren, dan stel
ik voor om voor alle duidelijkheid de definitie van het
begrip ongeval, zoals bepaald door het Hof van
Cassatie, in de wet zelf op te nemen.
Het is moeilijk om te berekenen wat de impact is
van meer inspectiepersoneel op het budget van de
arbeidsongevallen. De arbeidsongevallen zijn een
speciale tak van de sociale zekerheid, die niet is
opgenomen in de begroting, maar wordt geregeld
via een systeem van verzekeringen dat door de
werkgevers wordt betaald.
Ik wil meer inspectiepersoneel vragen voor de
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
d'inspecteurs, à savoir 25 de plus que le total actuel
de 150, pour le contrôle du respect de la
réglementation en matière de bien-être. Ils devront
également évaluer la réglementation en matière de
harcèlement moral au travail ainsi que la
surveillance assurée par les services de prévention
externes.
controle op de welzijnsreglementering: 25 extra
inspecteurs boven op de huidige 150. Zij moeten
ook
instaan
voor
de
evaluatie
van
de
reglementering betreffende pesten op het werk en
het toezicht op de externe preventiediensten.
13.03 Sonja Becq (CD&V): Si, en période
d'affaires courantes, la ministre ne peut procéder
aux modifications légales requises, je lui propose
de faire comme le ministre de la Justice et de
laisser à notre commission le soin de prendre des
initiatives. Si c'est effectivement l'absence de
définition de la notion d'accident qui est réellement
la cause de la non-reconnaissance de certains
accidents du travail, j'espère qu'une modification
légale clarifiera cette notion.
La ministre propose d'accroître dans une proportion
très importante les effectifs du personnel chargé
des inspections mais lorsque des infractions graves
sont constatées, ce personnel doit être à la fois
capable d'intervenir immédiatement et habilité à
infliger des amendes, comme aux Pays-Bas.
13.03 Sonja Becq (CD&V): Als de minister de
nodige wetswijzigingen niet kan doorvoeren in een
periode van lopende zaken, dan stel ik voor dat zij
handelt zoals de minister van Justitie en deze
commissie aan zet laat. Als het ontbreken van de
definitie voor `ongeval' werkelijk de oorzaak is van
de niet-erkenning van arbeidsongevallen, dan hoop
ik dat een wetswijziging effectief verduidelijking zal
brengen.
De minister stelt een aanzienlijke toename van het
inspectiepersoneel voor, maar dat moet bij zware
overtredingen onmiddellijk kunnen optreden en
boetes kunnen uitschrijven, zoals in Nederland.
13.04 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais): Le
nouveau Code pénal social ne prévoit pas encore
cette possibilité mais j'ai demandé à mon
administration de plancher sur les amendes
administratives.
13.04 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Die
mogelijkheid bestaat nog niet in het nieuwe Sociaal
Strafwetboek, maar ik heb mijn administratie
gevraagd te werken aan de administratieve boetes.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de Mme Minneke De Ridder à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances, chargée de la Politique de
migration et d'asile, sur "la présence équilibrée
d'hommes et de femmes dans les conseils
consultatifs fédéraux" (n° 4486)
14 Vraag van mevrouw Minneke De Ridder aan
de vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "de evenwichtige aanwezigheid
van mannen en vrouwen in de federale
adviesraden" (nr. 4486)
14.01 Minneke De Ridder (N-VA): Aux termes de
l'arrêté royal du 19 janvier 2010, une liste de tous
les conseils consultatifs fédéraux tombant sous
l'application de la loi du 20 juillet 1990 visant à
promouvoir la présence équilibrée d'hommes et de
femmes possédant une compétence d'avis doit être
dressée.
La ministre dispose-t-elle d'une telle liste? Combien
de conseils consultatifs doivent-ils satisfaire au
prescrit de cette loi? La ministre pourrait-elle fournir
une liste des conseils tombant sous l'application de
la loi du 20 juillet 1990 et de ceux qui ne tombent
pas sous son application? Sur quelle base certains
conseils consultatifs ont-ils été exclus du champ
d'application de cette loi?
14.01 Minneke De Ridder (N-VA): Volgens het KB
van 19 januari 2010 moet er een lijst worden
opgesteld van alle adviesraden die vallen onder het
toepassingsgebied van de wet van 20 juli 1990 ter
bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van
mannen en vrouwen in deze raden.
Beschikt de minister over zo een lijst? Hoeveel
adviesraden moeten voldoen aan deze wet? Kan de
minister een lijst geven van de raden die onder de
wet van 20 juli 1990 vallen en zij die er niet onder
vallen? Op welke basis zijn sommige adviesraden
uitgesloten van het toepassingsgebied van deze
wet?
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
14.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais): La
liste des conseils consultatifs qui tombent sous
l'application de la loi du 20 juillet 1990 doit être
dressée en concertation avec la Commission pour
la présence équilibrée d'hommes et de femmes
dans les organes consultatifs. Cette commission a
été créée par l'arrêté royal du 19 janvier 2010 mais
les commissaires ne peuvent être nommés en
raison de la situation d'affaires courantes où nous
nous trouvons aujourd'hui.
Je ne puis actuellement fournir de liste exhaustive
des organes fédéraux possédant une compétence
d'avis. Selon une estimation, environ 300 conseils
tomberaient sous l'application de la loi. Certains
organes peuvent être exclus du champ d'application
de la loi pour des raisons fonctionnelles ou des
raisons liées à la nature de l'organe. Il peut s'agir
par exemple d'organes dont la composition varie en
fonction de la matière traitée.
14.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): De lijst
van
adviesorganen
die
onder
het
toepassingsgebied van de wet van 20 juli 1990
vallen, moet samen met de Commissie ter
bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van
mannen en vrouwen in adviesorganen worden
opgesteld. Deze commissie werd opgericht door het
KB van 19 januari 2010, maar door de situatie van
lopende zaken kunnen er geen commissieleden
worden aangesteld.
Ik kan momenteel geen exhaustieve lijst bezorgen
van de federale organen met adviserende
bevoegdheid. Volgens een schatting zouden
ongeveer 300 raden onder het toepassingsgebied
van de wet vallen. Organen kunnen van het
toepassingsgebied van de wet worden uitgesloten
om functionele redenen of redenen die gepaard
gaan met de aard van het orgaan, bijvoorbeeld
raden waar de samenstelling varieert naargelang
van de materie die wordt behandeld.
14.03 Minneke De Ridder (N-VA): J'aimerais
obtenir la liste de ces 300 conseils.
14.03 Minneke De Ridder (N-VA): Ik zou graag de
lijst krijgen van die 300 raden.
14.04 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais): Ce
nombre de 300 n'est qu'une estimation.
14.04 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Die
300 is wel maar een schatting.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi et
de l'Égalité des chances, chargée de la Politique
de migration et d'asile, sur "le harcèlement sur le
lieu de travail" (n° 4502)
15 Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan
de vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "het pesten op het werk"
(nr. 4502)
15.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): L'une des
modifications légales proposées en matière de
harcèlement sur le lieu de travail concerne la
tarification de services de prévention externes.
Dans son communiqué de presse, la ministre se
borne à faire référence à une étude réalisée par
l'Université de Liège. Elle ne se réfère pas à l'avis
n° 1683 du CNT.
Pour quelle raison la ministre se base-t-elle
exclusivement sur l'étude de l'Université de Liège?
Quelle appréciation porte-t-elle sur les divergences
entre les recommandations formulées dans ces
deux documents? Ne convient-il pas de consacrer
un débat fondamental à un aménagement du
financement, débat fondé sur des études aux
argumentaires et aux prémisses divergents?
15.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Een van de
voorgestelde wetswijzigingen inzake pesten op het
werk
betreft
de
tarificatie
van
externe
preventiediensten. In haar persbericht verwijst de
minister enkel naar een studie door de Universiteit
van Luik en niet naar advies nr. 1683 van de NAR.
Om welke reden neemt de minister het onderzoek
van de Universiteit van Luik als exclusief
uitgangspunt? Hoe beoordeelt de minister de
verschillen in de aanbevelingen in beide
documenten? Moet een fundamentele discussie
over de aanpassing van de financiering niet worden
gevoerd op basis van studies met verschillende
argumenten en uitgangspunten?
15.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais):
L'étude de l'Université de Liège et l'avis du CNT ne
sont
pas
vraiment
comparables.
L'étude
universitaire liégeoise a examiné, à la demande du
15.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): Het
onderzoek van de Universiteit van Luik en het
advies van de NAR kunnen niet echt met elkaar
vergeleken worden. Het ene werd uitgeschreven
10/05/2011
CRABV 53
COM 223
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
SPF Emploi, la tarification des services externes
sous l'angle économique. L'avis du CNT a été émis
à la suite de ma proposition pour une Stratégie
nationale en matière de bien-être au travail 2008-
2012. Cet avis pointe du doigt une série de
problèmes qui se posent sur le plan du
fonctionnement actuel des services externes. La
tarification de ces services était l'un de ces
problèmes.
Il va de soi que tant l'avis du CNT que l'étude de
l'Université de Liège alimenteront le débat sur le
rôle futur des services de prévention externes. Il
importera plus particulièrement de tenir compte de
l'avis du Conseil supérieur pour la prévention et la
protection au travail.
door de FOD Werk om vanuit economisch oogpunt
de tarificatie van de externe diensten onder de loep
te nemen. Het advies van de NAR werd gegeven
naar aanleiding van mijn voorstel van strategie voor
welzijn op het werk 2008-2012. Dit advies vermeldt
een reeks pijnpunten bij de huidige werking van de
externe diensten en de tarificatie was er een van.
Het spreekt voor zich dat zowel het advies van de
NAR als het onderzoek van de Luikse universiteit
zullen worden meegenomen bij de bespreking van
de
toekomstige
rol
van
de
externe
preventiediensten. Meer in het bijzonder zal er
rekening moeten worden gehouden met het advies
van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming
op het Werk.
15.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): L'avis du
CNT, qui a été émis sur les sollicitations des
partenaires sociaux, ne manquera pas, quoiqu'on
en dise, d'emporter l'adhésion d'une frange
importante de la population. L'étude de l'Université
de Liège, quant à elle, est fondée sur les positions
adoptées par les médecins du travail, ce qui est un
peu gênant dans la mesure où à l'avenir, il faudra
surtout miser sur la prévention.
15.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Het advies
van de NAR is er een vanwege de sociale partners
en zal toch wel mogen rekenen op een breed
maatschappelijk draagvlak. De studie van de
universiteit gaat vooral uit van de visie van
arbeidsgeneesheren, terwijl er in de toekomst toch
vooral moet ingezet worden op preventie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi et
de l'Égalité des chances, chargée de la Politique
de migration et d'asile, sur "la Direction générale
du Contrôle du bien-être au travail" (n° 4503)
16 Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan
de vice-eersteminister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
asielbeleid, over "de algemene directie Toezicht
op het Welzijn op het Werk" (nr. 4503)
16.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Selon des
articles parus dernièrement dans la presse, le bilan
du travail accompli par la direction générale du
Contrôle du bien-être au travail (CBE) du SPF
ETCS serait insuffisant. Le problème est que les
inspecteurs de ce service doivent être des
personnes hautement qualifiées et qu'il n'est pas
évident pour un organisme public de trouver ce
genre de personnes sur le marché de l'emploi et de
les garder ensuite. Une solution possible serait de
réformer ce service d'inspection pour en faire un
parastatal.
La ministre partage-t-elle les critiques à l'égard du
fonctionnement du service CBE? Que pense-t-elle
de l'idée de le transformer en parastatal?
16.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Onlangs
verscheen in de pers dat de algemene directie
Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW) van de
FOD WASO onderpresteert. Het probleem is dat
inspecteurs
van
de
dienst
TWW
hooggekwalificeerde mensen moeten zijn en het is
niet evident voor een overheidsinstantie om
dergelijke mensen op de arbeidsmarkt te vinden en
ze ook te houden. Een mogelijke oplossing is de
inspectiedienst te hervormen tot een parastatale.
Deelt de minister de kritiek op de werking van de
dienst TWW? Hoe staat de minister tegenover de
omvorming van de dienst TWW tot een
parastatale?
16.02 Joëlle Milquet, ministre (en néerlandais): La
Belgique dispose d'un vaste système de services de
prévention internes et externes. Toute entreprise de
16.02 Minister Joëlle Milquet (Nederlands): België
beschikt over een uitgebreid systeem van interne en
externe preventiediensten. Elk bedrijf van meer dan
CRABV 53
COM 223
10/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
23
plus de 20 travailleurs doit disposer au moins d'un
conseiller en prévention en interne. Ces derniers
doivent avoir suivi une formation poussée en
fonction de la grandeur de l'entreprise et des
risques qui y sont liés. Par ailleurs, des services
externes sont disponibles, avec un total de
175 équivalents temps plein ayant une formation de
médecin du travail et 270 autres conseillers en
prévention. Le nombre d'inspecteurs du travail ne
constitue dès lors qu'un chiffre, il est vrai important,
parmi d'autres.
La transformation en un parastatal constituerait une
solution et je suis ouverte à un débat à ce sujet. Il
est cependant important de mettre en
uvre des
moyens financiers suffisants.
Je ne puis prendre aucune initiative en cette
période d'affaires courantes, mais avec le soutien
du Parlement, nous sommes à même d'examiner et
d'approuver une nouvelle proposition de loi. Je
compte sur le sens des responsabilités des
membres de cette commission pour qu'ils élaborent
une proposition de loi collective.
twintig werknemers moet beschikken over ten
minste één interne preventieadviseur. Naargelang
de grootte of het risico van de onderneming moeten
zij een doorgedreven opleiding gevolgd hebben.
Daarenboven zijn er de externe diensten met in
totaal 175 voltijdequivalenten arbeidsgeneesheren
en 270 andere preventieadviseurs. Het aantal
arbeidsinspecteurs is dus maar één weliswaar
belangrijk cijfer.
De omvorming tot een parastatale is een oplossing
en ik sta open voor het debat. Wel is het belangrijk
dat er voldoende financiële middelen ter
beschikking worden gesteld.
Initiatieven kan ik niet nemen in deze periode van
lopende zaken, maar met de steun van het
Parlement kunnen we wel een nieuw wetsvoorstel
bespreken en goedkeuren. Ik reken op de
verantwoordelijkheidszin van deze commissie om
tot een collectief wetsvoorstel te komen.
16.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Lorsque le
service d'inspection est transformé en parastatal, il
peut acquérir ses propres recettes et mener sa
propre politique en matière de personnel. Il s'agit
d'un avantage important.
16.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Wanneer de
inspectiedienst
omgevormd
wordt
tot
een
parastatale kan zij eigen inkomsten verwerven en
een eigen personeelsbeleid voeren. Dat is een
belangrijk voordeel.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique est levée à 16 h 31.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.31 uur.
Document Outline