CRABV 51 COM 995
CRABV 51 COM 995
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi dinsdag
13-06-2006 13-06-2006
matin voormiddag
Le Compte rendu analytique est un résumé des débats.
Des rectifications peuvent être communiquées par écrit
avant le
Het Beknopt Verslag geeft een samenvatting van de
debatten. Rechtzettingen kunnen schriftelijk meegedeeld
worden vóór
16/06/2006, à 16 heures.
au Service de Traduction du CRA-BV
16/06/2006, om 16 uur.
aan de dienst Vertaling BV-CRA
Fax: 02 549 82 33
e-mail: trad.crabv.corrections@laChambre.be
Fax: 02 549 82 33
e-mail: vert.crabv.correcties@deKamer.be
* Est joint à la version définitive du compte rendu intégral (les documents
CRIV, sur papier blanc)
* Wordt gevoegd bij de definitieve versie van het integraal verslag (CRIV-
reeks, op wit papier)
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
N-VA Nieuw-Vlaamse
Alliantie
PS Parti
socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. François-Xavier de Donnea au
ministre de l'Emploi sur "le télétravail" (n° 11764)
1
Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de minister van Werk over "telewerken"
(nr. 11764)
1
Orateurs: François-Xavier de Donnea, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: François-Xavier de Donnea, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Ordre des travaux
3
Regeling van de werkzaamheden
3
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "le travail au noir" (n° 11871)
3
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Werk over "zwartwerk" (nr. 11871)
3
Orateurs:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs
au ministre de l'Emploi sur "la problématique des
cohabitants légaux par rapport aux rentes
viagères versées dans le cadre des accidents du
travail et des maladies professionnelles et par
rapport à l'octroi du taux chef de ménage dans le
régime de l'assurance chômage" (n° 11897)
5
Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de minister van Werk over "de
problemen van de wettelijk samenwonenden ten
aanzien van de lijfrenten die worden uitgekeerd in
het kader van arbeidsongevallen en
beroepsziekten en ten aanzien van de toekenning
van het tarief van gezinshoofd in het stelsel van de
werkloosheidsverzekering" (nr. 11897)
5
Orateurs: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Peter Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Peter Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Marleen Govaerts au ministre
de l'Emploi sur "une petite modification à apporter
à la déclaration électronique des travailleurs
saisonniers par le biais de DIMONA" (n° 11899)
7
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
minister van Werk over "een kleine aanpassing
aan de elektronische aangifte van de
seizoensarbeiders via DIMONA" (nr. 11899)
7
Orateurs:
Marleen Govaerts, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Marleen Govaerts, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Questions jointes de
8
Samengevoegde vragen van
8
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "le
contrôle des chômeurs après la fin du pointage"
(n° 11927)
8
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "het toezicht op de werklozen na de
afschaffing van de stempelcontrole" (nr. 11927)
8
- M. Guy D'haeseleer au ministre de l'Emploi sur
"les certificats de résidence pour les chômeurs"
(n° 11934)
8
- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van
Werk over "de verblijfsbewijzen voor werklozen"
(nr. 11934)
8
Orateurs: Zoé Genot, Guy D'haeseleer, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Zoé Genot, Guy D'haeseleer,
Peter Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "la réforme du travail étudiant"
(n° 11929)
11
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk over "de hervorming van de
studentenarbeid" (nr. 11929)
11
Orateurs: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "les contrôles de l'Inspection des lois
sociales dans les entreprises de titres-services"
(n° 11864)
11
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de controles van de Inspectie van
de sociale wetten in de
dienstenchequeondernemingen" (nr. 11864)
11
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Bart Tommelein au ministre de
13
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
13
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
ii
l'Emploi sur "le travail de nuit pour les étudiants
jobistes à la côte" (n° 11879)
minister van Werk over "nachtarbeid bij
jobstudenten aan de kust" (nr. 11879)
Orateurs:
Bart Tommelein, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Bart Tommelein, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "la réunion du Conseil des ministres
européens sur la révision de la directive sur le
temps de travail" (n° 11938)
14
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk over "de bijeenkomst van de Europese
Raad van ministers over de herziening van de
richtlijn inzake de arbeidstijd" (nr. 11938)
14
Orateurs: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "le cumul d'allocations d'interruption et
de revenus provenant de l'exercice d'un mandat
politique" (n° 11947)
15
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Werk over "de cumulatie van
onderbrekingsuitkeringen met inkomsten
voortvloeiend uit een politiek mandaat" (nr. 11947)
15
Orateurs:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "le système des
coopératives d'activités" (n° 11982)
16
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "het systeem van
activiteitencoöperatieven" (nr. 11982)
16
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Greet van Gool au ministre de
l'Emploi sur "le congé en cas de placement
familial" (n° 12017)
17
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Werk over "het pleegzorgverlof"
(nr. 12017)
17
Orateurs:
Greet van Gool, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greet van Gool, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
13
JUIN
2006
Matin
______
van
DINSDAG
13
JUNI
2006
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10 h 05 par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 10.05 uur door
de heer Hans Bonte, voorzitter.
01 Question de M. François-Xavier de Donnea au
ministre de l'Emploi sur "le télétravail" (n° 11764)
01 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de minister van Werk over "telewerken"
(nr. 11764)
01.01 François-Xavier de Donnea (MR) : Le
télétravail se répand dans certaines entreprises
sans qu'il soit réglementé par un cadre légal
spécifique.
En 2002, les partenaires sociaux européens ont
signé un accord-cadre sur le télétravail établissant
un cadre général européen. Pour la mise en oeuvre
de cet accord, nos organisations professionnelles
ont conclu la convention collective de travail
(CCT) 85 qui entrera en vigueur le 1
er
juillet 2006.
Certains aspects juridiques doivent toutefois encore
être réglés par voie réglementaire ou législative.
01.01 François-Xavier de Donnea (MR):
Telewerken vindt in sommige ondernemingen
almaar meer ingang, zonder dat het in een
specifiek wettelijk kader is ingebed.
In 2002 hebben de Europese sociale partners een
raamakkoord over telewerken ondertekend waarbij
een Europees algemeen kader werd afgebakend.
Voor de tenuitvoerlegging van dat akkoord hebben
onze beroepsorganisaties de collectieve
arbeidsovereenkomst (CAO) 85 ondertekend die op
1 juli 2006 van kracht zal worden. Bepaalde
juridische aspecten moeten echter nog via
regelgevende of wetgevende weg worden geregeld.
Disposez-vous des statistiques quant au nombre
de télétravailleurs en Belgique
? Sinon, ne
conviendrait-il pas de réaliser une enquête à ce
sujet ?
Quelles mesures ont-elles été ou seront-elles
prises pour préparer l'entrée en vigueur de la
nouvelle réglementation ?
Comptez-vous établir les mêmes règles pour les
travailleurs non couverts par la loi de 1968 sur les
CCT et les commissions paritaires ?
La problématique des accidents de travail dans le
cadre du télétravail n'est pas réglée dans la CCT.
Le comité de gestion du Fonds des accidents de
travail a-t-il examiné cette question ? Sinon, ne
conviendrait-il pas de le saisir ?
Quelles informations ont-elles été ou seront-elles
Beschikt u over statistieken met betrekking tot het
aantal telewerkers in België? Zo neen, moet hier
geen onderzoek naar gedaan worden?
Welke maatregelen werden of worden er genomen
om de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving
voor te bereiden?
Zal u dezelfde regels opleggen aan de werknemers
die niet onder de wet van 1968 betreffende de
collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire
comités vallen?
De problematiek van de arbeidsongevallen in het
kader van telewerk wordt niet geregeld in de CAO.
Heeft het beheerscomité van het Fonds voor
Arbeidsongevallen zich over deze kwestie
gebogen? Zo neen, zou men het niet moeten
adiëren?
Welke informatie hebben de sociale partners
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
2
diffusées auprès des partenaires sociaux afin de
permettre aux employeurs et aux travailleurs
d'apprécier au mieux le recours au télétravail ?
Enfin, ne serait-il pas opportun d'envisager des
dispositions fiscales pour encourager le télétravail ?
gekregen of zullen ze nog krijgen opdat werkgevers
en werknemers de mogelijkheden van telewerk
naar waarde zouden kunnen schatten?
Zou het ten slotte niet opportuun zijn om in fiscale
incentives voor telewerk te voorzien?
01.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Selon les chiffres annuels de l'Institut national de
statistique, 15,64
% des travailleurs belges
travaillent à domicile à titre habituel ou permanent.
D'après l'étude de 2005 du professeur Walgrave, la
Belgique compte 10,6 % de télétravailleurs - alors
que la moyenne européenne est de 13 % - et 7,5 %
de télétravailleurs à domicile. L'étude du télétravail
se heurte toutefois au problème de la définition du
concept : télétravail à domicile, télétravail mobile,
bureaux satellites, télétravail occasionnel ou
structurel.
01.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans):
Volgens de jaarcijfers van het Nationaal Instituut
voor de Statistiek werkt 15,64 procent van de
Belgische werknemers gewoonlijk of permanent
thuis. Uit de studie die professor Walgrave in 2005
maakte, blijkt dat er in België 10,6 procent
telewerkers zijn - het Europese gemiddelde
bedraagt 13 procent - en 7,5 procent thuiswerkers.
Bij onderzoek naar telewerk stuit men evenwel op
het probleem van de definitie van het begrip
telewerk: telethuiswerk, mobiel of nomadisch
telewerk, satellietkantoren, occasioneel of
structureel telewerk.
La CCT n'est d'application qu'aux télétravailleurs à
domicile. Suite aux problèmes juridiques constatés
dans la CCT, des modifications concernant les
contrats et règlements de travail ont été intégrées
dans le projet de loi portant des dispositions
diverses n° 2518 qui est en discussion pour le
moment. Pour le secteur privé, la CCT
85
remplacera la loi sur le travail à domicile de 1996
intégrée dans la loi sur les contrats de travail.
Le ministre de la Fonction publique présentera sans
doute une proposition de modification de la
réglementation relative aux fonctionnaires en ce qui
concerne le télétravail lors du Conseil des ministres
« Pouvoirs publics efficaces ».
Pour ce qui est des accidents de travail, les
assureurs offrent déjà une couverture suffisante.
Une concertation est en cours avec Assuralia en
vue de l'élaboration d'un règlement général. Je
soumettrai également cette question au comité de
gestion du Fonds des accidents du travail.
Les travailleurs et employeurs peuvent s'informer
sur le cadre légal du télétravail auprès de diverses
organisations et lors de séminaires et ateliers
consacrés à ce thème. Les partenaires diffuseront
l'information concernant la nouvelle réglementation
prévue dans la CCT.
La majorité des télétravailleurs sont partisans du
télétravail et les employeurs qui ont accepté de
renoncer à une partie de leur contrôle direct en
introduisant cette forme d'organisation du travail
sont satisfaits. Des mesures fiscales semblent donc
inutiles. Il me paraît plus judicieux d'insister sur les
avantages du télétravail.
De CAO is enkel van toepassing op de
telethuiswerkers. Omdat de CAO voor enkele
juridische problemen zorgde, werden een aantal
wijzigingen in verband met de arbeidscontracten en
reglementen opgenomen in het wetsontwerp nr.
2 518 houdende diverse bepalingen dat momenteel
wordt besproken. Wat de privé-sector betreft, zal de
CAO 85 de wet van 1996 op de huisarbeid
vervangen die in de wet op de
arbeidsovereenkomsten geïntegreerd is.
Op de ministerraad gewijd aan een efficiënte
overheid zal de minister van Ambtenarenzaken
waarschijnlijk een voorstel tot wijziging van de
telewerkregeling voor ambtenaren indienen.
Wat de arbeidsongevallen betreft, bieden de
verzekeraars reeds een voldoende dekking. We
voeren thans overleg met Assuralia om een
algemene regeling uit te werken. Ik zal deze
kwestie tevens bij het beheerscomité van het Fonds
voor Arbeidsongevallen aankaarten.
De werknemers en werkgevers kunnen bij diverse
organisaties en op seminaries en workshops die
aan dit thema gewijd zijn, terecht voor informatie
over het wettelijk kader. De partners zullen
informatie over de nieuwe in de CAO opgenomen
regeling verspreiden.
De meeste telewerkers zijn gewonnen voor
telewerk en de werkgevers die aanvaarden dat ze
door de invoering van die arbeidsvorm een deel
van hun rechtstreekse controle verliezen, tonen
zich over het algemeen tevreden over telewerk. Het
lijkt dus niet nodig fiscale maatregelen te treffen.
Volgens mij is het meer aangewezen de voordelen
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
3
van telewerk in de verf te zetten.
01.03 François-Xavier de Donnea (MR) : Je me
réjouis de ce que le gouvernement s'attache à
promouvoir le télétravail, qui présente des
avantages non seulement pour les travailleurs et
les entreprises, mais aussi pour la collectivité, dans
la mesure où il réduit les coûts et nuisances
environnementales liés aux trajets entre le domicile
et le lieu de travail.
01.03 François-Xavier de Donnea (MR): Ik
verheug er mij over dat de regering telewerken wil
bevorderen, want dat biedt niet enkel voordelen
voor de werknemers en de werkgevers, maar ook
voor de hele samenleving; het vermindert immers
de kosten en de milieuhinder die het woon-
werkverkeer met zich brengt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Ordre des travaux
02 Regeling van de werkzaamheden
Le président : La question n° 11837 de M. T'Sijen
a été posée en séance plénière du 8 juin 2006 (voir
Compte rendu analytique n° 215, p. 13 & 14) et les
questions n
os
11914 et 11933 de Mme Lahaye-
Battheu sont reportées.
De voorzitter: De vraag nr. 11837 van de heer
T'Sijen werd in de plenaire vergadering van 8 juni
2006 gesteld (cf. Beknopt Verslag nr. 215, p. 13 &
14) en de vragen nrs 11914 en 11933 van mevrouw
Lahaye-Battheu worden uitgesteld.
03 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
03 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "zwartwerk" (nr. 11871)
03.01 Greta D'hondt (CD&V) : Il est question dans
les médias d'un rapport McKinsey de 2004 sur la
lutte contre le travail au noir. Il ressort de ce rapport
qu'en cette matière, la Belgique est pratiquement
en tête de l'Union européenne. Seuls la Grèce et le
Portugal, qui ne disposent pas d'un marché du
travail bien organisé, nous précèdent dans ce
classement.
En Belgique, le travail au noir représente environ
22 % du PIB et est pratiqué par un cinquième de la
population, que ce soit à temps plein ou à temps
partiel. Le travail au noir n'a pas diminué au cours
des dernières années, en dépit d'une série de
mesures prises en vue de le combattre.
03.01 Greta D'hondt (CD&V): In de media wordt
aandacht besteed aan een rapport van McKinsey
uit 2004 over de bestrijding van zwartwerk. Daaruit
blijkt dat België inzake zwartwerk bijna aan de top
staat van de Europese Unie. Enkel Griekenland en
Portugal, waar geen goed georganiseerde
arbeidsmarkt is, gaan ons voor.
Ongeveer 22 procent van het BBP wordt verzekerd
door zwartwerk en een vijfde van de bevolking
werkt voltijds of deeltijds in het zwart. Het
zwartwerk daalde niet tijdens de laatste jaren, en
dat ondanks een aantal maatregelen.
Les données du rapport relatif au bien-être élaboré
par McKinsey concordent-elles avec les
informations dont dispose le gouvernement
?
Quelle est l'incidence du travail au noir sur l'emploi,
le chômage, la sécurité sociale et les finances
publiques ? Le problème du financement de la
sécurité sociale serait résolu si les cotisations
prévues étaient prélevées sur le travail au noir.
Selon certains calculs, le travail au noir entraîne
une perte de recettes de 30 milliards d'euros au
préjudice de l'État belge.
Quel a été l'impact des mesures que le
gouvernement a prises pour lutter contre le travail
au noir ? Des mesures supplémentaires sont-elles
prévues ?
Stemmen de gegevens uit het welvaartsrapport van
McKinsey overeen met de gegevens van de
regering? Wat is de impact van zwartwerk op de
tewerkstelling, de werkloosheid en de sociale
zekerheid en de overheidsfinanciën? Het
financieringsprobleem van de sociale zekerheid
zou zijn opgelost indien de normale heffingen op
deze arbeid gebeurden. Volgens berekeningen
verliest de Belgische staat 30 miljard euro wegens
zwartwerk.
Wat is het effect van de maatregelen die door de
regering werden genomen ter bestrijding van
zwartwerk? Zal men bijkomende maatregelen
nemen in die strijd?
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
4
03.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Cette question n'ayant fait l'objet que
de très peu d'études en Belgique, il est quasi
impossible de calculer l'ampleur du travail au noir et
de la fraude sociale. Selon des études
européennes, ce phénomène se chiffrerait à
environ 20% du PIB, soit légèrement au-dessus de
la moyenne européenne. Selon des études macro-
économiques, la fraude sociale coûterait chaque
année entre 1,7 et 4,4 milliards d'euros à notre
pays. Cette fraude est tributaire d'une économie
noire ou informelle, génératrice de 10 à 28 millions
d'emplois au niveau européen.
Parmi les mesures dissuasives destinées à rendre
moins attrayant le travail au noir, je citerai les
diminutions des cotisations ONSS, les réductions
d'impôts, l'assouplissement du régime de travail
saisonnier et du travail des étudiants, un régime
fiscal favorable pour les heures supplémentaires et
l'introduction des titres-services. Quant aux
mesures répressives, je me réfère aux décisions
prises à Gembloux, ainsi qu'à l'obligation de
déclarer tout emploi d'une personne étrangère en
Belgique. Le Code pénal social élargira les
compétences des services d'inspection tout en
prévoyant des peines plus lourdes pour le travail au
noir et l'emploi clandestin.
03.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands) :
Aangezien er in Belgi vrijwel geen onderzoek over
de problematiek bestaat, is het bijna onmogelijk om
een berekening te maken van de omvang van het
zwartwerk en de sociale fraude. Volgens Europese
studies zou het fenomeen in ons land ongeveer 20
procent van het BBP bedragen, iets boven het
Europese gemiddelde dus. Volgens macro-
economische studies zou de sociale fraude dit land
jaarlijks tussen 1,7 miljard en 4,4 miljard euro
kosten. Dergelijke fraude kan overleven dankzij een
zwarte of informele economie, waar op Europees
niveau 10 tot 28 miljoen banen mee gemoeid zijn.
Maatregelen die het zwartwerk minder aantrekkelijk
maken, zijn de RSZ-bijdrageverminderingen,
belastingverlagingen, versoepeling van de
seizoens- en studentenarbeid, een gunstige fiscale
regeling voor overuren en de invoering van de
dienstencheques. Voor de repressieve maatregelen
verwijs ik naar de beslissingen van Gembloers,
alsmede naar de invoering van de meldingsplicht
voor elke buitenlandse tewerkstelling in Belgi. In
het Sociaal Strafwetboek krijgen de
inspectiediensten voortaan ruimere bevoegdheden
en worden de straffen voor zwartwerk en illegale
tewerkstelling verzwaard.
Par ailleurs, mon administration élabore en ce
moment un règlement visant à instaurer la
responsabilité solidaire pour les maîtres de
l'ouvrage et les entrepreneurs. En guise de
conclusion, je puis dire que la fraude sociale
ressemble fort à un sport national qui présente de
plus en plus un caractère international organisé et
criminel. Nous devons donc poursuivre notre
combat.
Verder werkt mijn administratie aan een regeling tot
invoering van hoofdelijke aansprakelijkheid voor
opdrachtgevers en aannemers. Concluderend kan
ik zeggen dat sociale fraude veel weg heeft van
een nationale sport met steeds meer een
internationaal georganiseerd en crimineel karakter.
We moeten dan ook doorgaan met onze strijd
hiertegen.
03.03 Greta D'hondt (CD&V) : Dans la lutte contre
le travail au noir, je crois aux mesures qui réduisent
l'écart entre le salaire brut et le salaire net du
travailleur. Le ministre ne convaincra personne de
renoncer au travail au noir en promettant une
récompense fiscale qui n'arrivera qu'un an et demi
plus tard. Par contre, une mesure qui aurait un effet
immédiat sur le salaire-poche mensuel du
travailleur se révélerait efficace. Je crois fermement
dans d'autres formules de taxation pour le travail
ordinaire et en équipes, ainsi que pour les heures
supplémentaires. Une grande partie du travail au
noir ne relève pas du circuit criminel et est plutôt
une émanation du travail quotidien. Il s'effectue
même parfois pour le compte du même employeur
que celui pour lequel on travaille "en clair".
03.03 Greta D'hondt (CD&V): In de strijd tegen
zwartwerk geloof ik in maatregelen die de afstand
tussen bruto- en nettoloon voor de werknemer
kleiner maken. De minister overtuigt niemand om
geen zwartwerk te doen door te beloven dat men
over anderhalf jaar hier fiscaal voor zal worden
beloond. Een extra duit in het loonzakje op
maandelijkse basis werkt echter wel. Ik geloof sterk
in het anders belasten van gewone en
ploegenarbeid, alsmede van overuren. Een groot
deel van het zwartwerk zit niet in het harde
criminele circuit, maar in het dagdagelijkse werk.
Zelfs bij dezelfde werkgever waarvoor men wit
werkt.
J'estime qu'il ne faut pas faire preuve d'une Ik vind dat men voor zwartwerk niet teveel
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
5
clémence trop généreuse à l'égard du travail au
noir, à condition toutefois de réduire la fracture
entre les salaires brut et net et de s'attaquer au
problème des pièges à l'emploi. Si les titres-
services ont sans doute leur utilité, je maintiens
toutes mes réserves sur les mesures dans des
secteurs tels que l'horeca, qui occupent de
nombreux travailleurs saisonniers et jobistes.
Pour lutter efficacement contre le travail au noir, il
faut d'abord étudier le phénomène et en dresser
l'inventaire. Ainsi, nous ne serons plus contraints
de nous contenter d'études étrangères ou
commerciales.
clementie moet hebben, op voorwaarde dat men de
kloof tussen bruto- en nettoloon vermindert en het
probleem van de werkloosheidsval te lijf gaat. De
dienstencheques hebben zeker hun nut, maar
tegenover de maatregelen in sectoren als de
horeca, waar veel gewerkt wordt met
seizoensarbeiders en studenten, behoud ik mijn
reserves.
Om het zwartwerk efficiënt te kunnen bestrijden
dient men het fenomeen te bestuderen en in kaart
te brengen, zodat we niet enkel van buitenlandse of
commerciële studies afhankelijk zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Danielle Van Lombeek-
Jacobs au ministre de l'Emploi sur "la
problématique des cohabitants légaux par
rapport aux rentes viagères versées dans le
cadre des accidents du travail et des maladies
professionnelles et par rapport à l'octroi du taux
chef de ménage dans le régime de l'assurance
chômage" (n° 11897)
04 Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de minister van Werk over "de
problemen van de wettelijk samenwonenden ten
aanzien van de lijfrenten die worden uitgekeerd
in het kader van arbeidsongevallen en
beroepsziekten en ten aanzien van de toekenning
van het tarief van gezinshoofd in het stelsel van
de werkloosheidsverzekering" (nr. 11897)
04.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS) : Un
récent projet de loi porte diverses dispositions en
matière de maladie professionnelle et d'accidents
du travail. Mais il y a un problème spécifique quant
à l'extension de la rente viagère à certains
cohabitants ou ex-cohabitants légaux.
Les lois actuelles ne réservent la rente viagère
qu'aux conjoints non divorcés ou séparés et à ceux
qui bénéficient d'une obligation alimentaire à
charge de la victime. Le fondement philosophique
des rentes en cas d'accident mortel est similaire
aux pensions de survie. Les époux se doivent
secours et assistance. Les prestations en cas de
décès trouvent leur fondement historique dans
cette obligation. La sécurité sociale prend la relève
en cas de décès d'un époux ou à l'âge de la
retraite, mais les cohabitants légaux peuvent, sur la
base de l'article 1478 nouveau du Code civil, établir
une convention incluant une obligation alimentaire
même après la fin de la cohabitation légale.
Il y a donc deux discriminations
: celle des
cohabitants légaux qui ont établi ces obligations
alimentaires (en cas de décès pendant cette
cohabitation), et celle des ex-cohabitants légaux qui
avaient stipulé contractuellement que l'obligation
continue après la fin de la cohabitation.
04.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Een
recent wetsontwerp bevat verscheidene bepalingen
inzake beroepsziekte en arbeidsongevallen. Er rijst
wel een specifiek probleem wat de uitbreiding van
de lijfrente naar sommige wettelijk samenwonenden
of ex-samenwonenden betreft.
De huidige wetgeving voorziet enkel in een lijfrente
voor de niet uit de echt of van tafel en bed
gescheiden echtgenoten en voor hen die een
onderhoudsverplichting ten laste van het slachtoffer
genieten. De filosofie die aan de basis ligt van de
lijfrente in geval van een dodelijk ongeval is
gelijkaardig aan die van de overlevingspensioenen.
De echtgenoten zijn elkaar hulp en bijstand
verschuldigd. De uitkeringen bij een ongeval vinden
hun historische basis in deze verplichting. Bij het
overlijden van een van de echtgenoten of op de
pensioenleeftijd neemt de sociale zekerheid over
maar de wettelijk samenwonenden kunnen, op
basis van het nieuwe artikel 1478 van het Burgerlijk
Wetboek, een contract opstellen met een
onderhoudsverplichting die zelfs doorloopt na het
einde van het wettelijk samenwonen.
Er zijn dus twee discriminaties: die van de wettelijk
samenwonenden die deze
onderhoudsverplichtingen (in geval van overlijden
gedurende het samenwonen) hebben vastgelegd
en die van de gewezen wettelijk samenwonenden
die contractueel hadden vastgelegd dat de
verplichting zou doorlopen tot na het einde van het
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
6
Le CNT a rappelé que l'égalité de traitement entre
cohabitants légaux et conjoints doit répondre à une
situation juridique comparable. L'extension des
droits dérivés ne peut être réalisée sans garantie
supplémentaire de la stabilité du lien créé entre les
cohabitants légaux, comme par exemple par
contrat conforme à l'article 1478 du Code civil.
samenwonen.
De NAR heeft eraan herinnerd dat de gelijke
behandeling tussen wettelijk samenwonenden en
echtgenoten aan een vergelijkbare juridische
toestand moet beantwoorden. De uitbreiding van de
afgeleide rechten kan niet tot stand worden
gebracht zonder de bijkomende waarborg dat de
band die tussen de wettelijk samenwonenden is
gecreëerd stabiel is, zoals bijvoorbeeld door middel
van een contract overeenkomstig artikel 1478 van
het Burgerlijk Wetboek.
Cette problématique ne se limite pas aux accidents
du travail et aux maladies professionnelles. Il existe
aussi une discrimination dans l'octroi du taux « chef
de ménage » du chômage : un isolé est assimilé à
un chef de ménage s'il paie une pension
alimentaire. Un ex-cohabitant légal, lui, est exclu de
ce statut.
Quelle est votre position sur les matières ? Ne
pensez-vous pas initier un processus d'égalité de
traitement ?
Dit probleem betreft niet alleen de
arbeidsongevallen en de beroepsziekten. Er
bestaat ook een discriminatie bij het toekennen van
de categorie "gezinshoofd" in de
werkloosheidsverzekering: een alleenstaande
wordt met een gezinshoofd gelijkgesteld wanneer
hij onderhoudsgeld betaalt. Wanneer men echter
onderhoudsgeld betaalt op grond van een
beëindigde wettelijke samenwoonst, heeft men
geen recht op dat statuut.
Wat is uw standpunt over deze aangelegenheden?
Bent u van plan maatregelen te nemen om ervoor
te zorgen dat iedereen op dezelfde manier wordt
behandeld?
04.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Je souscris au principe selon lequel les cohabitants
légaux doivent bénéficier, au niveau de l'assurance
accidents du travail et maladies professionnelles,
des mêmes droits que les personnes mariées.
Cependant, après analyse approfondie, il apparaît
que même les cohabitants légaux qui ont conclu un
contrat prévoyant une obligation de secours
pouvant avoir des conséquences financières,
même après la rupture, ne peuvent être assimilés
aux personnes mariées.
04.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik ben
het eens met het beginsel dat de wettelijke
samenwonenden, wat de verzekering op het stuk
van de beroepsziekten en de arbeidsongevallen
betreft, over dezelfde rechten moeten beschikken
als de gehuwden. Na een grondige studie van deze
vraag is echter gebleken dat zelfs de wettelijk
samenwonenden die een overeenkomst hebben
gesloten waarin een bijstandsplicht is opgenomen,
die, zelfs na een breuk, financiële gevolgen heeft,
niet met gehuwden kunnen worden gelijkgesteld.
En effet, les obligations mutuelles des cohabitants
légaux ont une portée beaucoup moins grande. Par
ailleurs, la pension alimentaire octroyée après un
mariage peut être revue par le juge si une
modification intervient dans la situation financière
d'un des ex-conjoints. Dans le cas des ex-
cohabitants légaux, si les engagements
contractuels sont fixés, les parties doivent
s'entendre pour apporter une éventuelle
modification.
Si pour l'application de la loi sur les accidents du
travail du secteur privé on assimilait les cohabitants
légaux aux personnes mariées, il faudrait le faire
également pour le secteur public. Il faudrait alors
également revoir, entre autres, le régime des
pensions.
De wederzijdse verplichtingen van de wettelijk
samenwonenden zijn inderdaad veel beperkter.
Bovendien kan het onderhoudsgeld dat na een
huwelijk werd toegekend, door de rechter worden
herzien wanneer zich een wijziging voordoet in de
financiële toestand van een van de ex-echtgenoten.
In het geval van de ex-wettelijk samenwonenden
moeten beide partijen het echter eens zijn over een
eventuele wijziging eens de contractuele
verbintenissen vastliggen.
Indien, voor de toepassing van de wet betreffende
de arbeidsongevallen in de particuliere sector, de
wettelijk samenwonenden met de gehuwden
zouden worden gelijkgesteld, zou zulks ook voor de
openbare sector moeten gebeuren. In dat geval
zouden we, onder meer, ook het pensioenstelsel
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
7
moeten
herzien.
En ce qui concerne le chômage, il n'y a pas
violation du principe d'égalité puisque les situations
qui sont à la base des obligations financières
diffèrent fondamentalement. En outre, l'assimilation
d'une obligation alimentaire contractée
volontairement à une obligation alimentaire
résultant de la cessation d'un mariage serait lourde
de conséquences au niveau budgétaire.
Wat de werkloosheid betreft, is er geen schending
van het gelijkheidsbeginsel aangezien de situaties
die aan de financiële verplichtingen ten grondslag
liggen fundamenteel verschillen. Bovendien zou de
gelijkschakeling van een vrijwillig aangegane
onderhoudsplicht met een onderhoudsplicht die
voortvloeit uit de beëindiging van een huwelijk
aanzienlijke gevolgen op begrotingsvlak hebben.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Marleen Govaerts au
ministre de l'Emploi sur "une petite modification
à apporter à la déclaration électronique des
travailleurs saisonniers par le biais de DIMONA"
(n° 11899)
05 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
minister van Werk over "een kleine aanpassing
aan de elektronische aangifte van de
seizoensarbeiders via DIMONA" (nr. 11899)
05.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang) : À
partir du 1
er
juillet, les fruiticulteurs sont tenus de
déclarer leurs travailleurs saisonniers par le biais
de la déclaration électronique DIMONA. À condition
que le système informatique fonctionne bien, cette
procédure devrait faciliter l'inscription des
travailleurs saisonniers. Les fruiticulteurs
s'inquiètent toutefois de l'amende élevée que
l'ONSS pourrait leur imposer s'il appert que
certains travailleurs saisonniers ont menti sur le
nombre de jours qu'ils ont déjà travaillé pour le
compte d'autres fruiticulteurs.
Le système informatique est-il assez puissant pour
traiter les déclarations électroniques simultanées
de milliers de fruiticulteurs à partir du 1
er
juillet ? Le
ministre pourrait-il modifier le formulaire de
déclaration de sorte que le nombre de jours que le
candidat-cueilleur a déjà travaillé apparaisse
directement à l'écran dès que le nouvel employeur
introduit son nom dans le système.
05.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Vanaf
1 juli moeten fruittelers hun seizoenarbeiders
aangeven via de elektronische aangifte Dimona.
Als het informaticasysteem goed werkt, zou dit de
inschrijving van seizoenarbeiders moeten
vergemakkelijken. De fruittelers zijn ongerust over
de hoge RSZ-boete na de pluk indien blijkt dat
bepaalde seizoenarbeiders gelogen hebben over
het aantal gepresteerde dagen bij andere telers.
Is het computersysteem sterk genoeg om
duizenden fruittelers hun aangifte vanaf 1 juli
tegelijkertijd elektronisch te laten doen? Kan de
minister het aangifteformulier zo aanpassen dat bij
het intikken van een nieuwe werknemer
automatisch het aantal dagen verschijnt dat een
kandidaat-plukker reeds heeft gewerkt?
05.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais)
: Depuis novembre 2005, les
employeurs des secteurs de l'horticulture et de
l'horeca peuvent utiliser, sur une base volontaire, la
déclaration Dimona adaptée pour le personnel
saisonnier et occasionnel. Environ 820 employeurs
font déjà appel à cette possibilité. On compte déjà
1 478 déclarations pour le secteur de l'horticulture,
19 485 pour l'horeca et 1 069 en ce qui concerne le
secteur intérimaire. L'ONSS a organisé des
campagnes d'information et de formation en la
matière.
La déclaration Dimona classique est opérationnelle
depuis le 1
e
janvier 1999, tandis que celle destinée
au personnel occasionnel existe depuis novembre
05.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De werkgevers uit de tuinbouw en de horeca
kunnen sinds november 2005 vrijwillig de
aangepaste Dimona-aangifte gebruiken voor het
seizoens- en gelegenheidspersoneel. Ongeveer
820 werkgevers doen dit reeds. Voor de tuinbouw
betreft het 1 478 meldingen, voor de horeca 19 485
en voor de uitzendsector 1 069. De RSZ heeft
informatie- en opleidingscampagnes
georganiseerd.
De gewone Dimona-aangifte is operationeel sinds 1
januari 1999, de Dimona-aangifte voor
gelegenheidspersoneel sinds november 2005.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
8
2005. Cette dernière catégorie de déclarations ne
représente actuellement qu'une part minime de
l'ensemble puisque ces déclarations ne sont pas
obligatoires pour tous. Je ne m'attends pas à une
surcharge du système à la suite de l'extension du
nombre de travailleurs occasionnels.
Le risque de voir certains travailleurs occasionnels
dépasser le nombre de jours de travail autorisé
chez un ou plusieurs employeurs dans un ou
plusieurs secteurs n'est pas dû à l'instauration de la
déclaration Dimona. En effet, ce risque existe déjà
à l'heure actuelle. Pour des raisons de sécurité
juridique, nous voulions au départ instaurer un
formulaire occasionnel unique pour tous les
secteurs, mais les partenaires sociaux des secteurs
concernés n'étaient pas favorables à cette solution.
À leur demande, un formulaire distinct a été créé
pour chaque secteur. Dans l'état actuel des
choses, il est impossible, notamment pour des
raisons techniques, d'installer un système de
comptage automatique des jours de travail. Je ne
puis que recommander aux employeurs de
compléter correctement le formulaire occasionnel et
si nécessaire, de faire signer une déclaration sur
l'honneur à leurs travailleurs.
Deze laatste categorie vertegenwoordigt
momenteel slechts een miniem aandeel van het
totale pakket aangiften vanwege het niet algemeen
verplichte karakter. Ik verwacht niet dat het
systeem met de uitbreiding van de
gelegenheidsmedewerkers overbelast zal raken.
De invoering van de Dimona-aangifte is er niet de
oorzaak van dat gelegenheidsmedewerkers het
aantal te presteren dagen bij een of meerdere
werkgevers in een of meerdere sectoren kunnen
overschrijden. Het risico bestaat vandaag ook al.
Omwille van de rechtszekerheid wilden wij
aanvankelijk één gelegenheidsformulier voor alle
sectoren, maar de sociale partners in de betrokken
sectoren wilden dit niet. Op hun vraag werd een
afzonderlijk formulier per sector ingevoerd. In de
huidige stand van zaken is het onder meer om
technische redenen onmogelijk om een teller te
installeren met het aantal reeds gepresteerde
dagen. Ik kan de werkgevers alleen aanraden het
gelegenheidsformulier correct in te vullen en hun
werknemers zo nodig een verklaring op eer te laten
ondertekenen.
À terme, nous devrions pouvoir évoluer vers des
applications e-gov, par le biais de la carte d'identité
électronique par exemple.
Op termijn zouden we naar e-gov-toepassingen
moeten kunnen evolueren, bijvoorbeeld via de
elektronische identiteitskaart.
05.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang) : Je ne
comprends pas pourquoi les partenaires sociaux
s'y opposent.
05.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ik
begrijp niet waarom de sociale partners ertegen
zijn.
05.04 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Ils ne s'opposent pas aux
applications e-gov, mais bien à un formulaire
unique pour les différents secteurs.
05.04 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Ze zijn niet tegen e-gov-toepassingen, maar waren
wel tegen eenzelfde formulier voor de verschillende
sectoren.
05.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang) : Le
secteur fruiticole regrettera d'être toujours obligé de
travailler avec des documents imprimés et d'exiger
des déclarations sur l'honneur. Le risque existait
effectivement déjà dans le passé. Alors que la
déclaration électronique a nécessité trois ans de
travail, le risque de se voir infliger des amendes en
hiver est toujours bien présent. J'espère que cette
situation sera bientôt réglée.
05.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): De
fruitsector zal betreuren dat hij toch nog met papier
moet werken en verklaringen op eer moet laten
opstellen. Het risico bestond inderdaad vroeger ook
al. Men heeft drie jaar aan de elektronische
aangifte gewerkt, maar er dreigen nog steeds
boetes in de winter. Ik hoop dat men binnenkort de
zaken in orde brengt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Questions jointes de
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "le
contrôle des chômeurs après la fin du pointage"
(n° 11927)
- M. Guy D'haeseleer au ministre de l'Emploi sur
06 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "het toezicht op de werklozen na de
afschaffing van de stempelcontrole" (nr. 11927)
- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
9
"les certificats de résidence pour les chômeurs"
(n° 11934)
Werk over "de verblijfsbewijzen voor werklozen"
(nr. 11934)
06.01 Zoé Genot (ECOLO) : Pouvez-vous nous
décrire le nouveau système de contrôle des
chômeurs ? Quand commencera-t-il et quelle sera
l'information donnée aux chômeurs ? La lettre
d'information est-elle compréhensible par tous, quel
délai les chômeurs ont-ils pour réagir, des courriers
successifs sont-ils prévus en cas de non-réaction ?
06.01 Zoé Genot (ECOLO): Kan u beschrijven
hoe de werkzoekenden in het nieuwe systeem
zullen gecontroleerd worden? Wanneer wordt de
nieuwe controle ingevoerd en hoe zullen de
werkzoekenden hierover geïnformeerd worden? Is
de infobrief voor iedereen begrijpelijk? Over
hoeveel tijd beschikken de werklozen om te
reageren? Zullen er herinneringsbrieven verzonden
worden indien de werklozen niet reageren?
06.02 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) : Lors de
la suppression du contrôle de pointage en 2005, il a
été décidé que le contrôle de la présence effective
des chômeurs sur le territoire belge serait
dorénavant organisé d'une autre manière. Par coup
de sonde, les chômeurs seraient convoqués à la
maison communale pour y signer un certificat de
résidence.
Le 19 avril 2006, le ministre a précisé que le
système de contrôle par sondage et l'échange de
données entre l'ONEM et les organismes de
paiement se trouvaient en phase préparatoire. Les
premiers contrôles seraient effectués dans le
courant du mois de mai 2006, après information
des communes.
Peu de choses ont évolué depuis le mois d'avril
2006. Qu'en est-il de la nouvelle procédure ?
06.02 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Na de
afschaffing van de stempelcontrole in 2005 zou er
op een andere wijze worden gecontroleerd of
werklozen in België verblijven. Zij zouden via een
steekproef worden opgeroepen om een
verblijfsbewijs te komen ondertekenen in het
gemeentehuis.
Op 19 april 2006 zei de minister dat de
voorbereiding voor het uitvoeren van de steekproef
en de uitwisseling van gegevens tussen de RVA en
de uitbetalingsinstellingen aan de gang was. In de
loop van mei 2006 zouden de eerste steekproeven
worden uitgevoerd, nadat de gemeenten werden
ingelicht.
Sinds april 2006 is er volgens mij nog niet veel
veranderd. Hoe staat het met de nieuwe
procedure?
06.03 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Le nouveau règlement de contrôle oblige les
chômeurs non-exemptés de l'obligation de
résidence à se présenter dans les deux semaines à
la commune pour obtenir le certificat ad hoc et le
présenter à l'organisme de payement. La technique
choisie est semblable à celle en vigueur prévue à
l'article 42 de l'arrêté royal du 23 mai 2001. La
mesure a pour objectif de limiter le risque d'abus.
06.03 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Met
het nieuwe controlereglement zijn werklozen die
niet vrijgesteld zijn van de verplichting inzake
woonplaats verplicht zich binnen twee weken bij de
gemeente aan te melden om het ad-hocattest op te
halen en voor te leggen aan de
uitbetalingsinstelling. De techniek waarvoor
gekozen werd, is te vergelijken met de vigerende
regeling zoals bepaald in artikel 42 van het
koninklijk besluit van 23 mei 2001. Bedoeling van
de maatregel is het risico op misbruik tegen te
gaan.
(En néerlandais) De nouveaux formulaires, de
nouvelles instructions et un nouveau logiciel étaient
nécessaires pour pouvoir effectuer ce nouveau
contrôle. Il y avait également lieu d'adapter les
programmes informatiques des organismes de
paiement et de développer l'échange d'informations
avec l'ONEM. Une concertation a été menée avec
l'Union des villes et des communes.
À partir du 14 juin 2006, la nouvelle procédure
(Nederlands) Om de nieuwe controle uit te voeren
waren nieuwe formulieren, richtlijnen en software
nodig. De programma's van de
uitbetalingsinstellingen moesten worden aangepast
en de uitwisseling van gegevens met de RVA
moest worden uitgewerkt. Er werd overlegd met de
Vereniging van Steden en Gemeenten.
Vanaf 14 juni 2006 kan de nieuwe procedure
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
10
pourra être appliquée. Des chômeurs ont déjà été
sélectionnés ; ils recevront une invitation dans les
prochains jours.
worden toegepast. Er werden reeds werklozen
geselecteerd die in de komende dagen een oproep
ontvangen.
(En français) L'obligation de résidence en Belgique
est signalée sur les cartes de contrôle.
La lettre
d'information a été soumise à un groupe de travail
ayant pour mission d'en garantir la bonne lisibilité.
En cas de non-présentation du chômeur, le
payement sera provisoirement suspendu. Une
procédure de régularisation est prévue notamment
dans le cas de courrier non reçu suite à un
déménagement.
(Frans) Het feit dat de werkzoekende in België
dient te verblijven, staat vermeld op de
controlekaarten. De informatieve brief werd
voorgelegd aan een werkgroep die de leesbaarheid
ervan zal optimaliseren.
Indien de werkzoekende zich niet aanmeldt, wordt
de uitbetaling tijdelijk geschorst. Er is voorzien in
een regularisatieprocedure voor werklozen die
wegens een verhuizing geen post hebben
ontvangen.
06.04 Zoé Genot (ECOLO) : Avez-vous prévu une
lettre d'information pour tous les chômeurs ?
06.04 Zoé Genot (ECOLO): Zullen alle
werkzoekenden zo'n informatief schrijven
ontvangen?
06.05 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Ceux qui appartiennent au groupe
cible, seront invités par courrier à se présenter à la
maison communale ou au bureau de paiement.
Seuls les chômeurs sélectionnés recevront une
lettre.
06.05 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Wie tot de doelgroep behoort, wordt per brief
uitgenodigd om naar het gemeentehuis of het
uitbetalingsbureau te komen. Enkel de
geselecteerde werklozen ontvangen een brief.
06.06 Zoé Genot (ECOLO) : Le message « plus
de carte de pointage ne veut pas dire plus de
contrôle » n'a pas à mon sens été clairement
communiqué et je n'ai pas compris la procédure
prévue en cas d'absence de réponse du chômeur
au premier courrier.
06.06 Zoé Genot (ECOLO): De boodschap "de
afschaffing van de stempelkaart betekent niet dat er
geen controle meer wordt uitgeoefend" werd
volgens mij niet duidelijk overgebracht. Ik heb
evenmin begrepen hoe de procedure verloopt
indien de werkzoekende het eerste schrijven niet
beantwoordt.
06.07 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Les versements cessent à ce
moment-là et on attend ensuite la réaction de
l'intéressé. Son dossier est alors réexaminé pour
vérifier si une rectification doit être opérée à titre
rétroactif.
06.07 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De betaling wordt dan stopgezet, waarna de reactie
van de betrokkene wordt afgewacht. Zijn dossier
wordt dan opnieuw onderzocht om na te gaan of er
retroactief een rechtzetting moet gebeuren.
06.08 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) : Six
mois après la suppression du pointage, le nouveau
système de contrôle n'est toujours pas
opérationnel. Le ministre avait pourtant déclaré qu'il
serait appliqué dès le mois de mai 2006. Le
système sera-t-il entièrement opérationnel le 14 juin
2006 ou ne procédera-t-on qu'à un test limité ?
Nous estimons qu'il s'agit d'un exemple de
mauvaise gestion. Alors que la lutte contre la
fraude sociale est au centre des débats, c'est la
porte ouverte aux abus.
06.08 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Zes
maanden na afschaffing van de stempelcontrole is
het systeem nog steeds niet operationeel, hoewel
de minister zei dat het in mei 2006 zou worden
toegepast. Wordt op 14 juni 2006 het systeem
algemeen ingevoerd of zal men een beperkte test
uitvoeren?
Wij vinden dit een voorbeeld van slecht bestuur.
Terwijl men spreekt over de strijd tegen sociale
fraude wordt de deur wijd opengezet voor
misbruiken.
06.09 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Le système entre en vigueur dans sa
globalité le 14 juin 2006. Il n'entraînera pas
06.09 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Het systeem wordt algemeen ingevoerd op 14 juni
2006. Dit systeem doet de sociale fraude niet
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
11
d'augmentation de la fraude sociale. Des
problèmes se posaient également par le passé
lorsqu'une personne ne se présentait pas au
pointage parce qu'elle avait déménagé à l'étranger.
toenemen. Vroeger waren er ook problemen als
iemand zich niet aanbood voor de stempelcontrole
omdat hij naar het buitenland verhuisde.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "la réforme du travail étudiant"
(n° 11929)
07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Werk over "de hervorming van de
studentenarbeid" (nr. 11929)
07.01 Zoé Genot (ECOLO) : Un nouveau système
très compliqué, organisant le travail des étudiants,
a été adopté l'année dernière sans concertation
avec les partenaires sociaux. Mme Van den
Bossche avait promis une évaluation en mai 2005,
qu'en est-il
? Certains, dont M. Verhofstadt,
proposent un autre système basé sur le nombre
d'heures prestées. Est-ce en préparation pour cette
année ? Comment se fera le contrôle ?
07.01 Zoé Genot (ECOLO): Vorig jaar werd een
nieuw, zeer ingewikkeld stelsel tot regeling van de
studentenarbeid ingevoerd zonder overleg met de
sociale partners. Mevrouw Van den Bossche had in
mei 2005 een evaluatie beloofd. Hoe staat het
daarmee? Sommigen, waaronder de heer
Verhofstadt, stellen een ander stelsel voor dat
berust op het aantal gepresteerde uren. Komt dat
nieuwe stelsel er dit jaar nog? Hoe zal het toezicht
erop verlopen?
07.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Le Conseil des ministres va soumettre des
propositions aux partenaires sociaux, notamment
en ce qui concerne le règlement en matière de
travail d'étudiant. Il ne prendra une décision
définitive qu'après cette concertation. La mise en
oeuvre pourra ensuite être entamée.
Aucune évaluation spécifique du règlement n'a été
réalisée. Le gouvernement a jugé souhaitable
d'adapter ce dernier suite à l'insatisfaction
exprimée notamment par les partenaires sociaux.
Avec le ministre Demotte, j'ai demandé aux
services compétents d'examiner les possibilités
d'organisation et le coût d'un éventuel contrôle des
heures prestées.
07.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): De
ministerraad zal de sociale partners een aantal
voorstellen voorleggen, onder meer wat de
regelgeving betreffende de studentenarbeid betreft.
Pas na dat overleg zal een definitieve beslissing
worden genomen. Daarna kan met de
tenuitvoerlegging een aanvang worden genomen.
Er gebeurde geen specifieke evaluatie van de
regelgeving. De regering achtte het wenselijk de
regels aan te passen omdat de sociale partners
hun onvrede daarover hadden uitgedrukt.
Minister Demotte en ikzelf hebben de bevoegde
diensten gevraagd op welke manier de gewerkte
uren zouden kunnen worden gecontroleerd en
hoeveel een en ander zou gaan kosten;
07.03 Zoé Genot (ECOLO) : J'apprécie que, cette
fois, les partenaires sociaux soient consultés.
J'espère que la méthode actuelle et les systèmes
potentiels seront évalués avec eux pour parvenir à
un régime applicable et profitable à tous.
07.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik vind het goed dat
deze keer de sociale partners zullen worden
geraadpleegd. Ik hoop dat de bestaande werkwijze
en de mogelijke regelingen samen met hen zullen
worden beoordeeld, om tot een werkbare regeling
te komen waar iedereen wel bij vaart.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "les contrôles de l'Inspection des
lois sociales dans les entreprises de titres-
services" (n° 11864)
08 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de controles van de
Inspectie van de sociale wetten in de
dienstenchequeondernemingen" (nr. 11864)
08.01 Benoît Drèze (cdH) : Le service d'inspection
des lois sociales effectue actuellement des
contrôles dans les entreprises de titres-services.
Les inspecteurs auraient pour mission de contrôler
la bonne exécution de la mesure du titre-service,
08.01 Benoît Drèze (cdH): De inspectiedienst van
de sociale wetten voert op dit ogenblik controles uit
in de dienstenchequeondernemingen. De
inspecteurs zou gevraagd zijn toezicht uit te
oefenen op de goede uitvoering van de maatregel
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
12
mais aussi de constater des manquements au droit
du travail et de suspendre sur-le-champ l'agrément
en vue, semble-t-il, de réaliser des économies
budgétaires.
Lorsque les manquements sont peu conséquents,
par exemple l'octroi d'une pause de dix minutes qui
ne pourrait pas être financée par les titres-services,
et lorsque la bonne foi de l'entreprise est évidente,
les inspecteurs se limitent généralement à donner à
cette dernière un délai pour se régulariser.
Est-il exact que des titres-services ne peuvent être
pris en compte que pour des heures réellement et
totalement prestées ? Dans l'affirmative, quels sont
le statut et le financement des pauses et des
heures incomplètes ? En cas d'absence imprévue
d'un client, les heures d'une aide-ménagère lui sont
dues. Quelle pénalité est-elle autorisée dans un tel
cas ? Quelles instructions ont été données aux
services d'inspection des lois sociales ? Dans quel
but ? L'agrément titres-services peut-il être retiré
sur-le-champ ? Sur quelle base réglementaire ?
van de dienstencheques, maar ook tekortkomingen
op het vlak van het arbeidsrecht vast te stellen en
de erkenning onmiddellijk te schorsen, naar verluidt
met besparingsdoeleinden.
Wanneer het om weinig belangrijke tekortkomingen
gaat, bijvoorbeeld het toekennen van een pauze
van tien minuten, pauze die niet via de
dienstencheque zou kunnen worden gefinancierd,
en wanneer blijkt dat de onderneming te goeder
trouw handelt, beperken de inspecteurs zich er
doorgaans toe de onderneming een bijkomende
termijn toe te kennen om voor de nodige
aanpassingen te zorgen.
Klopt het dat de dienstencheques enkel in rekening
kunnen worden gebracht voor de daadwerkelijk en
volledig gewerkte uren? Zo ja, wat is het statuut
van de pauzes en van de onvolledige uren en hoe
worden ze gefinancierd? Wanneer een klant
onverwacht afwezig is, moet hij de huishoudhulp
toch betalen. Hoe kan de gebruiker worden gestraft
indien hij zijn verplichting niet naleeft? Welke
onderrichtingen hebben de inspectiediensten van
de sociale wetten gekregen? Met welke bedoeling?
Kan een erkenning als
dienstenchequeonderneming onmiddellijk worden
ingetrokken? Op grond van welke reglementaire
bepaling?
08.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
L'arrêté royal du 12 décembre 2001 concernant les
titres-services dispose que le titre-service
correspond à une heure de travail accompli. Le
montant de vingt-et-un euros par titre-service
échangé doit suffire à couvrir le coût des pauses.
L'arrêté royal du 22 mars 2006 permet de
regrouper les prestations de moins d'une heure
pour constituer une heure de travail complète et,
par conséquent, un titre-service.
Toute entreprise de titres-services peut décider
elle-même de quelle manière elle gère l'absence
d'un utilisateur et déterminer le montant de la
compensation, qui ne peut pas être payée en titres-
services. L'utilisateur demeure évidemment libre de
changer d'entreprise de titres-services.
08.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Het
koninklijk besluit van 12 december 2001
betreffende de dienstencheques bepaalt dat de
dienstencheque overeenstemt met een gepresteerd
arbeidsuur. Het bedrag van 21 euro per omgeruilde
dienstencheque moet volstaan om de kostprijs van
de pauzes te dekken.
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 maart
2006 mogen de prestaties van minder dan één uur
worden gebundeld tot één uur, wat overeenstemt
met één dienstencheque.
Elke dienstenchequeonderneming kan zelf
beslissen op welke manier zij de afwezigheid van
een gebruiker aanpakt en kan zelf het bedrag van
de vergoeding bepalen, die niet met
dienstencheques mag worden betaald. Het staat de
gebruiker natuurlijk vrij om van
dienstenchequeonderneming te veranderen.
La Direction générale du contrôle des lois sociales
n'a donné aucune instruction spécifique pour les
entreprises de titres-services. Les dispositions
classiques sont applicables aux travailleurs
concernés. Toutefois, le contrôle des lois sociales a
été saisi de plaintes qui ont conduit à des
investigations et les services d'inspection de
De algemene directie Toezicht op de sociale wetten
heeft geen specifieke instructies voor de
dienstenchequeondernemingen gegeven. De
betrokken werknemers vallen dus onder de
klassieke bepalingen. De directie heeft evenwel
klachten ontvangen die tot een onderzoek hebben
geleid en de inspectiediensten van de RVA voeren
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
13
l'ONEM effectuent régulièrement des contrôles.
Lorsque des infractions à la législation concernant
les titres-services sont constatées, il est naturel que
des mesures soient prises.
Enfin, seule la Commission de reconnaissance est
compétente pour retenir ou suspendre la
reconnaissance d'une entreprise de titres-services.
Un retrait immédiat suite à des infractions n'est
donc pas possible.
regelmatig controles uit. Wanneer inbreuken op de
wetgeving inzake de dienstencheques worden
vastgesteld, is het maar normaal dat maatregelen
worden genomen.
Ten slotte is alleen de erkenningscommissie
bevoegd om de erkenning van een
dienstenchequeonderneming in te houden of op te
schorten. Een onmiddellijke intrekking ten gevolge
van overtredingen behoort dus niet tot de
mogelijkheden.
08.03 Benoît Drèze (cdH) : Je vous remercie pour
ces clarifications. Concernant le dernier point, je
vérifierai qu'il n'existe pas de malentendu.
08.03 Benoît Drèze (cdH): Ik dank u voor uw
verduidelijking. Wat het laatste punt betreft, zal ik
nagaan of er geen misverstand bestaat.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Bart Tommelein au ministre de
l'Emploi sur "le travail de nuit pour les étudiants
jobistes à la côte" (n° 11879)
09 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
minister van Werk over "nachtarbeid bij
jobstudenten aan de kust" (nr. 11879)
09.01 Bart Tommelein (VLD) : L'article 34bis de la
loi sur le travail stipule que les jeunes travailleurs
ne peuvent être occupés entre 20 h 00 et 06 h 00.
Le Roi peut toutefois prévoir des exceptions pour
certains groupes cibles ou branches d'activité.
Dans le secteur horeca par exemple, les jeunes
peuvent travailler jusqu'à 23 h 00.
À la côte, d'autres types de commerces sont
également ouverts après 20 h 00. Pour les longues
soirées estivales, les sociétés qui louent des
cuistax et celles qui vendent des articles de plage
et des jouets ont besoin de personnel autorisé à
travailler après 20 h 00. Les jeunes de 16 et 17 ans
sont nombreux à être intéressés par ce genre
d'emplois.
Pendant la saison touristique, constate-t-on
souvent des infractions à l'interdiction pour les
jeunes travailleurs d'exécuter un travail après
20 h 00? Les services d'inspection font-ils montre
d'une certaine souplesse lorsque la journée est
particulièrement chargée ? Le ministre estime-t-il
opportun d'adapter la réglementation aux besoins
du secteur touristique ?
09.01 Bart Tommelein (VLD): Artikel 34bis van de
Arbeidswet bepaalt dat jeugdige werknemers niet
mogen worden tewerkgesteld tussen 20.00 en 6.00
uur. De Koning kan echter uitzonderingen
vastleggen voor bepaalde bedrijfstakken of
doelgroepen. In de horeca mogen jeugdige
werknemers bijvoorbeeld tot 23.00 uur werken.
Aan de kust zijn ook andere handelszaken nog
geopend na 20.00 uur. Verhuurders van
kustrijwielen en verkopers van strandgoederen en
speelgoed hebben op warme zomeravonden
werknemers nodig die na 20.00 uur mogen
doorwerken. Verschillende zestien- en
zeventienjarigen zijn daarin geïnteresseerd.
Worden er tijdens het toeristische seizoen
regelmatig overtredingen vastgesteld op het verbod
voor jeugdige werknemers om te werken na 20.00
uur? Stellen de inspectiediensten zich soepel op
indien het om een uitzonderlijk drukke dag gaat?
Acht de minister het opportuun om de regelgeving
aan te passen aan de noden van de toeristische
activiteiten?
09.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : La législation sur le travail a pour but
de protéger les jeunes et non de répondre à des
besoins d'ordre économique. L'inspection du travail
effectue régulièrement des contrôles à la côte
pendant la saison touristique afin de détecter le
travail au noir et les abus dans le cadre de l'emploi
d'étudiants.
09.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De arbeidswetgeving dient ter bescherming van
jongeren en is niet bedoeld om tegemoet te komen
aan economische noden. De arbeidsinspectie voert
regelmatig controles uit aan de kust tijdens het
toeristische seizoen om zwartwerk en misbruiken
bij de tewerkstelling van studenten op te sporen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
14
L'inspecteur n'est pas tenu de dresser
immédiatement procès-verbal mais peut, en
fonction des circonstances, donner un
avertissement ou proposer une régularisation. S'il
constate de véritables abus, il peut verbaliser le
contrevenant. Seules quelques infractions de ce
type ont été constatées au cours des dernières
années.
Une dérogation à l'interdiction est possible sans
qu'il ne faille modifier la loi. Un arrêté royal peut
être pris après avoir recueilli l'avis de la
commission paritaire ou du Conseil national du
travail. Les employeurs concernés doivent d'abord
contacter leurs organisations représentatives.
Ensuite, la commission paritaire pourra demander
qu'un arrêté royal soit élaboré.
De inspecteur hoeft niet meteen proces-verbaal op
te stellen, maar kan naargelang de
omstandigheden ook een waarschuwing geven of
een regularisatie voorstellen. Bij echte misbruiken
kan de inspecteur verbaliseren. Er werden slechts
enkele inbreuken van die aard vastgesteld tijdens
de vorige jaren.
Een afwijking op het verbod is mogelijk zonder een
wetswijziging door te voeren. Er kan een KB
worden opgesteld na advies van het paritair comité
of de Nationale Arbeidsraad. De betrokken
werkgevers moeten hun werkgeversorganisatie
contacteren, waarna het paritair comité kan
verzoeken om een KB op te stellen.
09.03 Bart Tommelein (VLD) : Je me réjouis de
ce que le travail au noir et les abus relatifs à
l'embauche d'étudiants jobistes soient contrôlés.
Des dérogations à la législation peuvent se justifier
en raison de circonstances occasionnelles. Je
demanderai aux employeurs d'entreprendre les
actions requises.
09.03 Bart Tommelein (VLD): Het is goed dat er
controle wordt uitgeoefend op zwartwerk en
misbruik bij de tewerkstelling van jobstudenten.
Uitzonderingen op de wetgeving kunnen worden
verantwoord door occasionele omstandigheden. Ik
zal de werkgevers vragen om de nodige acties te
ondernemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "la réunion du Conseil des ministres
européens sur la révision de la directive sur le
temps de travail" (n° 11938)
10 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Werk over "de bijeenkomst van de
Europese Raad van ministers over de herziening
van de richtlijn inzake de arbeidstijd" (nr. 11938)
10.01 Zoé Genot (ECOLO) : Le 10 janvier, nous
avons abordé la question de la directive sur le
temps de travail à l'occasion d'une discussion sur
les longues journées de travail des jeunes
médecins. Vous aviez déclaré que le Conseil
européen arrêterait bientôt une position.
Ce 1
er
juin, le Conseil «
Emploi et Affaires
sociales » n'a pu aboutir à un accord sur la révision
de cette directive. Quels points en rapport avec la
directive y ont-ils été abordés ? Quelle a été la
position de la Belgique ?
La présidence autrichienne a présenté une
proposition s'écartant des recommandations du
Parlement européen. Quelle a été la position de la
Belgique à cet égard ainsi que sur la délicate
question des heures de garde médicale ?
10.01 Zoé Genot (ECOLO): Op 10 januari
jongstleden, naar aanleiding van een discussie over
de lange werkdagen van de jonge artsen, hebben
wij het over de richtlijn betreffende de organisatie
van de arbeidstijd gehad. U verklaarde toen dat de
Europese Raad spoedig een standpunt ter zake
zou bepalen.
Op 1 juni jongstleden is de Raad "Werkgelegenheid
en Sociale Zaken" er niet in geslaagd een akkoord
over de herziening van die richtlijn te bereiken.
Welke punten in verband met de richtlijn werden er
besproken? Welk standpunt heeft ons land
ingenomen?
Het Oostenrijks voorzitterschap heeft een voorstel
ingediend dat afwijkt van de aanbevelingen van het
Europees Parlement. Wat was het Belgische
standpunt over dat voorstel, alsook over de netelige
kwestie van de op de arbeidsplek gepresteerde
wachtdiensten?
10.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Le Conseil « Emploi et Affaires sociales » a tenté
pour la quatrième fois de trouver un compromis sur
la révision de la directive concernant
10.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): De
Raad "Werkgelegenheid en Sociale Zaken" heeft
voor de vierde maal getracht een compromis over
de herziening van de richtlijn betreffende de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
15
l'aménagement du temps de travail. La présidence
autrichienne a centré le débat sur l' « opt-out », qui
permet de déroger à la durée du travail de 48
heures par semaine. Une minorité de blocage,
Royaume-Uni en tête, continue à défendre la
nécessité d'une telle possibilité. Un groupe de
pays, dont la Belgique, défend l'idée d'un « phasing
out
» de l'exercice de dérogation au principe
général.
organisatie van de arbeidstijd te bereiken. Het
Oostenrijks voorzitterschap heeft het debat
toegespitst op de "opt-out", die het mogelijk maakt
om van de arbeidsuur van 48 uur per week af te
wijken. Een blokkeringsminderheid, aangevoerd
door het Verenigd Koninkrijk, blijft de noodzaak van
een dergelijke mogelijkheid verdedigen. Een aantal
landen, waaronder België, verdedigen de idee van
een "phasing out" van de mogelijkheid om van dat
algemeen principe af te wijken.
Ce groupe de pays a demandé que le principe du
« phasing out » soit inscrit dans la directive. La
durée de celui-ci pourrait être assez longue pour
permettre aux pays de se mettre en ordre. Jusqu'à
présent, la seule ouverture a été une déclaration
jointe à la directive. Une nouvelle déclaration a
aussi été proposée le 1
er
juin.
La minorité de blocage a estimé cela insuffisant et
inacceptable. Elle a fait une proposition de
compromis, soit la mention du « phasing out » dans
l'évaluation de la directive. La Grande-Bretagne s'y
est opposée. La présidence autrichienne a constaté
la divergence et renvoyé le dossier à la présidence
finlandaise.
Le problème des gardes n'a pas été abordé durant
ce Conseil. Dans le cadre de la révision de la
directive, la définition du temps de garde ne devrait
pas poser de problème. La Belgique a maintenu sa
position de réserve, estimant qu'il fallait définir
l'ensemble du travail de garde comme du temps de
travail.
Le problème des arrêts Simap-Jaeger n'est donc
pas résolu et l'emploi de l' « opt out » peut se faire
sans devoir répondre à des critères si ce n'est
l'accord du travailleur.
Die groep landen heeft gevraagd dat het phasing
out-principe in de richtlijn wordt opgenomen. Om de
landen de kans te geven hun wetgeving aan te
passen kan de phasing out-fase misschien vrij lang
duren. De enige opening die tot nu toe geboden
werd, was een verklaring die bij de richtlijn gevoegd
werd. Op 1 juni werd er ook een nieuwe verklaring
voorgesteld.
De blokkeringsminderheid vond dat voorstel
onvoldoende en onaanvaardbaar. Ze heeft een
compromisvoorstel ingediend, dat inhoudt dat de
notie phasing out in het artikel over de evaluatie
van de richtlijn zou worden ingeschreven. Dat
stuitte op verzet van Groot-Brittannië. Het
Oostenrijks voorzitterschap heeft vastgesteld dat er
over dit dossier geen eensgezindheid bestond en
heeft het naar het Fins voorzitterschap verwezen.
Het probleem van de wachtdiensten is op deze
raad niet ter sprake gekomen. De definitie van de
duur van de wachtdienst zou in het kader van de
herziening van de richtlijn geen probleem mogen
stellen. België blijft zich echter afwachtend
opstellen, omdat het van oordeel is dat de ganse
duur van de wachtdienst als arbeidstijd moet
worden aangemerkt.
Het probleem van de arresten Simap en Jaeger is
dus niet opgelost en er kan van de opt out worden
gebruik gemaakt zonder dat men - met uitzondering
van de toestemming van de werknemer - aan de
criteria moet voldoen.
10.03 Zoé Genot (ECOLO) : Je voudrais surtout
qu'on règle la situation des jeunes médecins qui
prestent de longues heures supplémentaires.
Depuis février 2004, ils n'ont aucun encadrement et
exercent dans le non-droit.
En janvier dernier, vous disiez attendre la directive,
mais nous n'allons pas l'attendre des années ! Il
faut que vous preniez vos responsabilités et
déposiez un arrêté pour encadrer le temps de
travail dans les hôpitaux.
10.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik dring er vooral op
aan dat men de toestand van de pas afgestudeerde
artsen zou regelen die veel bijkomende uren
presteren. Sinds februari 2004 is er voor hen geen
wettelijke kader meer en oefenen ze hun beroep in
feite illegaal uit.
In januari jongsleden heeft u verklaard dat u op de
richtlijn wachtte, maar we kunnen daar toch niet
eeuwig op wachten! U moet uw
verantwoordelijkheid nemen en een besluit
opstellen om de arbeidsduur in de ziekenhuizen
wettelijk vast te leggen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
16
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
de l'Emploi sur "le cumul d'allocations
d'interruption et de revenus provenant de
l'exercice d'un mandat politique" (n° 11947)
11 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de cumulatie van
onderbrekingsuitkeringen met inkomsten
voortvloeiend uit een politiek mandaat"
(nr. 11947)
11.01 Greta D'hondt (CD&V) : L'arrêté royal du 12
décembre 2001 relatif au crédit-temps dispose que
les allocations d'interruption ne peuvent être
cumulées avec les revenus découlant de l'exercice
d'un mandat politique, à l'exception d'un mandat de
conseiller communal ou de CPAS.
Une modification est-elle prévue à court terme pour
permettre le cumul de ces allocations et des
revenus découlant de l'exercice d'un mandat de
conseiller provincial ? Les revenus d'un conseiller
de CPAS sont loin d'être inférieurs à ceux d'un
conseiller provincial.
11.01 Greta D'hondt (CD&V): Het KB van 12
december 2001 inzake tijdskrediet bepaalt dat
onderbrekingsuitkeringen niet gecumuleerd kunnen
worden met inkomsten die voortvloeien uit een
politiek mandaat, het mandaat van
gemeenteraadslid of OCMW-raadslid uitgezonderd.
Komt er op korte termijn een wijziging zodat
cumulatie ook kan met het mandaat van
provincieraadslid? Inzake inkomsten is een
OCMW-raadslid immers zeker niet slechter af dan
een provincieraadslid.
11.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : L'ONEM et le SPF ETCS oeuvrent à
la préparation d'arrêtés royaux visant à harmoniser
les régimes du crédit-temps et de l'interruption de
carrière pour les pouvoirs publics. Un écart
important s'est en effet creusé entre les conditions
et les modalités afférentes aux deux régimes. Les
arrêtés royaux permettront le cumul de ce type
d'allocations et de revenus découlant de l'exercice
d'un mandat de conseiller provincial. Ce cumul
deviendra également possible pour le mandat de
conseiller de district. Les projets d'arrêtés royaux
vont être transmis aux organes consultatifs
compétents avant les vacances parlementaires.
11.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De RVA en de FOD WASO werken volop aan KB's
die de stelsels van tijdskrediet en
loopbaanonderbreking voor de publieke overheid
harmoniseren, omdat in de loop der jaren de
voorwaarden en modaliteiten ver uit elkaar
gegroeid zijn. In de KB's staat dat een cumulatie
met inkomsten uit het mandaat van
provincieraadslid mogelijk wordt. Dit zal ook gelden
voor het mandaat van districtraadslid. De
ontwerpen van KB worden voor het reces naar de
bevoegde adviesorganen verstuurd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "le système des
coopératives d'activités" (n° 11982)
12 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Werk over "het systeem van
activiteitencoöperatieven" (nr. 11982)
12.01 Annemie Turtelboom (VLD) : Les
premières coopératives d'activités ont vu le jour en
1999 dans notre pays. Ces coopératives emploient
des entrepreneurs salariés. Les coopératives
permettent d'acquérir de l'expérience en tant
qu'indépendant sans perdre immédiatement le droit
aux allocations de chômage. Au moment de leur
création, les quatre coopératives belges à
Charleroi, Ostende, Gand et Bruxelles ont reçu
des subventions de M. Vande Lanotte.
Le ministre prépare actuellement un projet de loi
relatif au statut de l'entrepreneur salarié. En vertu
12.01 Annemie Turtelboom (VLD): In 1999
ontstonden in ons land de eerste
activiteitencoöperatieven. Daarin werken
ondernemers in loondienst. De coöperatieven
maken het mogelijk ervaring op te doen als
zelfstandige zonder meteen het recht op een
werkloosheidsuitkering te verliezen. De vier
Belgische coöperatieven in Charleroi, Oostende,
Gent en Brussel kregen destijds subsidies van
minister Vande Lanotte.
De minister werkt nu aan een wetsontwerp inzake
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 995
13/06/2006
17
d'une directive de la ministre de l'Emploi de
l'époque, Mme Onkelinx, les entrepreneurs ne
peuvent pas légalement travailler dans une
coopérative d'activités en tant que salariés.
La préparation du projet de loi se poursuit-elle ?
Une concertation est-elle organisée à l'échelle du
gouvernement ? Quel est le calendrier ? Examine-t-
on comment la coopérative bruxelloise peut être
réactivée ?
het statuut van de werkondernemer. Ten gevolge
van een rondzendbrief van toenmalig minister van
Werk Onkelinx kunnen ondernemers niet op een
legale manier als loontrekker in een
activiteitencoöperatieve werken.
Werkt de minister nog aan het wetsontwerp? Is er
overleg op regeringsniveau? Wat is de timing?
Wordt onderzocht hoe de Brusselse coöperatieve
weer kan worden geactiveerd?
12.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Les personnes auxquelles vous
faites allusion sont actuellement actives sous un
contrat de travail, la circulaire de l'ancienne ministre
de l'Emploi, Mme Onkelinx, constituant, à cet
égard, la base juridique. Avec la secrétaire d'État
Van Weert, nous oeuvrons actuellement à la mise
au point d'un statut juridique pour les intéressés.
Les pourparlers en la matière sont déjà en cours
depuis un certain temps, mais les services
concernés doivent encore résoudre un certain
nombre de difficultés techniques. Le concept
d' « entrepreneur salarié » constitue en effet une
contradiction en soi. On peut se demander si le
groupe cible effectue un travail sous une
quelconque autorité. Faut-il opter pour un statut de
travailleur salarié ou pour un statut spécifique ? Il
faut également tenir compte de l'impact budgétaire.
Dès qu'un premier projet sera prêt, il sera examiné
avec les coopératives, les Régions et le
gouvernement.
La coopérative Emergence a obtenu des
subventions du fédéral dans le cadre d'une phase
expérimentale de démarrage. Il s'agissait de fonds
provenant du budget de l'Intégration sociale.
Emergence n'a encore perçu aucune subvention de
fonctionnement de la part de la Région de
Bruxelles-Capitale.
En attendant un statut définitif, chaque coopérative
peut se baser sur la circulaire pour lancer et
poursuivre des activités.
12.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De personen in kwestie werken momenteel met
een arbeidsovereenkomst. De rondzendbrief van
toenmalig minister van Werk Onkelinx vormt
daarvoor de basis. Samen met staatssecretaris Van
Weert werk ik nu aan een juridisch statuut. De
gesprekken zijn al een tijd aan de gang, maar de
diensten moeten nog een aantal technische
moeilijkheden overwinnen. Het begrip `ondernemer
in loondienst' is immers een contradictio in terminis.
De vraag rijst of de doelgroep arbeid verricht onder
gezag. Moet worden gekozen voor een gewoon
werknemersstatuut of voor een eigensoortig
statuut? Ook met de budgettaire impact moet
rekening worden gehouden. Zodra een eerste
ontwerp klaar is, wordt het besproken met de
coöperatieven, de regio's en de regering.
De coöperatieve Emergence kreeg subsidies van
het federale niveau in het kader van een
experimentele beginfase. Het ging om geld uit het
budget maatschappelijke integratie. Van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest kreeg Emergence
nog geen werkingssubsidies.
In afwachting van een definitief statuut kan elke
coöperatieve op basis van de rondzendbrief
activiteiten opstarten en voortzetten.
12.03 Annemie Turtelboom (VLD) : Quand le
projet sera-t-il prêt?
12.03 Annemie Turtelboom (VLD): Wanneer zal
het ontwerp klaar zijn?
12.04 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais): Je ne suis pas en mesure de vous
préciser un calendrier exact, mais nous nous
occupons activement de ce dossier. Je pense que
nous pourrons proposer un texte après les
vacances parlementaires.
12.04 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Ik heb geen zicht op de timing, maar er wordt
intensief aan de zaak gewerkt. Ik verwacht dat we
na het reces een tekst kunnen voorstellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/06/2006
CRABV 51
COM 995
18
13 Question de Mme Greet van Gool au ministre
de l'Emploi sur "le congé en cas de placement
familial" (n° 12017)
13 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Werk over "het pleegzorgverlof"
(nr. 12017)
13.01 Greet van Gool (sp.a-spirit) : En 2004, j'ai
déposé, avec Mme Annelies Storms, un projet de
loi visant à accorder aussi un congé aux parents
nourriciers au moment où ils accueillent un enfant
placé, étant donné que le placement familial a
également un impact important sur la vie de famille.
Cette proposition de loi a été examinée et Mme
Freya Van den Bossche, qui était la ministre
compétente à l'époque, avait déclaré qu'elle
consulterait les partenaires sociaux pour connaître
les possibilités en la matière. Qu'en est-il
actuellement de ce dossier ?
13.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): In 2004 heb ik
samen met mevrouw Annelies Storms een
wetsvoorstel ingediend om ook aan pleegouders
verlof toe te kennen wanneer zij een pleegkind in
hun gezin opnemen, omdat ook pleegzorg een
belangrijke impact heeft op het gezinsleven. Dat
wetsvoorstel is besproken, en toenmalig minister
Freya Van den Bossche verklaarde dat ze zou
onderzoeken bij de sociale partners wat hiervoor de
mogelijkheden waren. Wat is de stand van zaken in
dit dossier?
13.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : L'instauration d'un congé en cas de
placement familial est toujours souhaitée. Pour le
rendre possible, il faut toutefois une disposition
législative qui est en cours d'élaboration au sein du
conseil des ministres thématique "Marché du
travail". Après concertation avec les partenaires
sociaux, il a été décidé de réglementer ce congé
par le biais de l'accord interprofessionnel qui doit
être négocié à l'automne prochain. Les partenaires
sociaux ont demandé au gouvernement de pouvoir
régler cette question eux-mêmes.
13.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De invoering van een pleegzorgverlof is nog steeds
gewenst. Om dit verlof mogelijk te maken is een
wettelijke bepaling nodig waaraan momenteel
gesleuteld wordt in de themaministerraad
Arbeidsmarkt. Na overleg met de sociale partners is
beslist om het pleegzorgverlof te regelen via het
interprofessioneel akkoord waarover dit najaar
onderhandeld wordt. De sociale partners hebben
de regering gevraagd om dit zelf te mogen regelen.
13.03 Greet van Gool (sp.a-spirit) : L'essentiel est
qu'on s'attèle toujours à cette proposition. Nous
réinterrogerons le ministre sur ce dossier
ultérieurement.
13.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Het
belangrijkste is dat er nog steeds aan het voorstel
wordt gewerkt. We zullen de minister er op later
tijdstip nog eens over ondervragen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions se termine à 11 h 30.
De bespreking van de vragen eindigt om 11.30 uur.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
Document Outline