CRABV 51 COM 974
CRABV 51 COM 974
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi dinsdag
23-05-2006 23-05-2006
Matin Voormiddag

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 974
23/05/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
nombre très élevé de dossiers ayant trait aux
litiges de consommation classés sans
suite" (n° 11605)
1
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
zeer hoge aantal dossiers met betrekking tot
consumentengeschillen dat wordt
geseponeerd" (nr. 11605)
1
Orateurs:
Colette Burgeon, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Colette Burgeon, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'application
divergente de la détention préventive" (n° 11773)
2
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
verschillende toepassing van de voorlopige
hechtenis" (nr. 11773)
2
Orateurs: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Katrien Schryvers à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
suivi par les parquets de la résidence permanente
dans les zones de logement de week-
end" (n° 11760)
4
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de opvolging door de parketten van het wonen in
weekendzones" (nr. 11760)
4
Orateurs:
Katrien Schryvers, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Katrien Schryvers, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le rapport
d'EUROPOL sur la criminalité organisée au sein
de l'Union européenne" (n° 11774)
5
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
EUROPOL-rapport inzake georganiseerde
criminaliteit in de Europese Unie" (nr. 11774)
5
Orateurs: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre les mutilations génitales féminines en
Belgique" (n° 11791)
7
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
strijd tegen vrouwelijke genitale verminking in
België" (nr. 11791)
7
Orateurs:
Hilde Vautmans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Hilde Vautmans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 974
23/05/2006
1


COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
23
MAI
2006
Matin
______
van
DINSDAG
23
MEI
2006
Voormiddag
______



La réunion publique est ouverte à 10 h 22 par Mme
Martine Taelman, présidente.
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door
mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
01 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
nombre très élevé de dossiers ayant trait aux
litiges de consommation classés sans
suite" (n° 11605)
01 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het zeer hoge aantal dossiers met betrekking tot
consumentengeschillen dat wordt
geseponeerd" (nr. 11605)
01.01 Colette Burgeon (PS): Selon le CRIOC, un
trop grand nombre de dossiers ayant trait aux
litiges de consommation sont classés sans suite et
non traités.

En 2005, sur 11 276 dossiers Ecosoc introduits au
parquet de Bruxelles, à peine 0,7% ont été traités,
73% ont été classés sans suite et 3% ont fait l'objet
d'un classement sans suite inconnu. Le reste n'a
même pas été repris dans les statistiques.



Les litiges de consommation sont souvent
considérés comme de moindre importance. Cela
donne un sentiment d'impunité à des commerçants
malhonnêtes et un sentiment d'impuissance et de
désarroi aux victimes.

Des mesures peuvent-elles être mises en place ?
01.01 Colette Burgeon (PS): Volgens het OIVO
worden te veel dossiers met betrekking tot
consumentengeschillen niet behandeld, maar
geseponeerd.

In 2005 werd van de 11 276 dossiers betreffende
consumentengeschillen die bij het Brusselse parket
werden ingediend, nauwelijks 0,7 procent
behandeld, 73 procent werd geseponeerd en 3
procent werd geseponeerd omdat de dader niet
bekend was. De overige dossiers werden zelfs niet
in de statistieken opgenomen.

Consumentengeschillen worden vaak als van
ondergeschikt belang beschouwd. De oneerlijke
handelaars krijgen daardoor een gevoel van
straffeloosheid en de slachtoffers voelen zich
machteloos en ontredderd.

Kunnen bepaalde maatregelen worden genomen?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les autorités judiciaires bruxelloises m'indiquent
qu'en 2005 furent enregistrés 2 853 dossiers, dont
77% furent classés sans suite.
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
Brusselse rechterlijke overheden delen me mee dat
in 2005 2
853 dossiers werden geregistreerd,
waarvan 77 procent werd geseponeerd.
Il subsisterait 310 dossiers en information et 4
dossiers à l'instruction. Les autres dossiers ont fait
l'objet de différentes décisions.


Voor 310 dossiers zou er nog een
opsporingsonderzoek lopen, en 4 dossiers zouden
zich nog in het stadium van het gerechtelijk
onderzoek bevinden. In de overige dossiers is
intussen een beslissing gevallen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23/05/2006
CRABV 51
COM 974
2
Le parquet souligne que des amendes
administratives sont également infligées lorsque le
ministère public a classé sans suite. Ces données
me sont inconnues mais il faut voir quel travail a été
accompli par les administrations concernées.


J'ai demandé au collège des procureurs généraux
de se saisir de cette question. Il faut qu'il y ait un
suivi mais pas nécessairement de nature judiciaire.
Je reviendrai ensuite spontanément vers vous.
Het parket onderstreept dat er ook administratieve
boeten worden opgelegd wanneer het openbaar
ministerie de zaak geseponeerd heeft. Die
gegevens heb ik niet, maar men moet maar eens
kijken hoeveel werk de betrokken administraties
verricht hebben.

Ik heb het college van procureurs-generaal
gevraagd zich over deze kwestie te buigen. Een
follow-up is nodig, maar dat hoeft niet noodzakelijk
op gerechtelijk niveau te gebeuren. Ik zal mij later
uit eigen beweging weer bij u melden.
01.03 Colette Burgeon (PS): J'aimerais savoir ce
qui se passe dans les autres arrondissements
judiciaires.
01.03 Colette Burgeon (PS): En wat gebeurt er in
de andere gerechtelijke arrondissementen?
01.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Posez-moi votre question par écrit.
01.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Daarover stelt u best een schriftelijke vraag.
01.05 Colette Burgeon (PS): Par ailleurs,
pourrait-on envisager de mettre en oeuvre une
"class action" permettant aux différents
consommateurs lésés par un même vendeur ou
producteur d'intenter une action unique ?

Enfin, l'installation du service de médiation en
matière de consommation ne permettrait-elle pas
un règlement extrajudiciaire des petits litiges de
consommation dans des délais plus raisonnables et
de soulager le judiciaire ?
01.05 Colette Burgeon (PS): Is een "class action"
geen optie, zodat meerdere consumenten die door
toedoen van een zelfde verkoper of producent
schade geleden hebben, samen één vordering
kunnen instellen?

Is de instelling van een ombudsdienst voor de
consument geen oplossing om kleine
consumentengeschillen buiten de rechtbank om
binnen redelijker termijnen te regelen? Bovendien
worden de rechtbanken hierdoor ook ontlast.
01.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La réflexion sur la "class action" est en cours au
sein des services de Mme Van den Bossche.


Ce système peut avoir un impact extrêmement
important en matière de protection du
consommateur mais peut aussi engendrer une
déresponsabilisation et une judiciarisation de
l'ensemble des problèmes.

J'attends les conclusions de la réflexion menée
chez ma collègue.
01.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
diensten van mevrouw Van den Bossche buigen
zich momenteel over de mogelijkheid van een
"class action".

Die regeling kan zeer grote gevolgen hebben voor
de bescherming van de consument, maar kan er
ook toe leiden dat mensen iedere
verantwoordelijkheid gaan ontlopen en dat alle
problemen gejuridiseerd worden.

Ik wacht op de conclusies van mijn collega van
Consumentenzaken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'application divergente de la détention
préventive" (n° 11773)
02 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de verschillende toepassing van de voorlopige
hechtenis" (nr. 11773)
02.01 Tony Van Parys (CD&V) : Il y a quinze
jours, la ministre a déclaré, dans sa réponse à une
question sur la détention préventive, que le nombre
de mandats d'arrêt délivrés présente une nette
02.01 Tony Van Parys (CD&V): Veertien dagen
geleden antwoordde de minister op een vraag over
de voorlopige hechtenis, dat er een duidelijk
stijgende trend is in het aantal
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 974
23/05/2006
3
tendance à la hausse et que davantage de
personnes se retrouvent ainsi en prison, sauf dans
les arrondissements de Bruxelles, de Mons, de
Charleroi et de Malines.

Quels sont les chiffres exacts dans ces derniers
arrondissements ? On ne s'attend en effet pas à ce
que les chiffres soient en baisse dans les
arrondissements en question. Comment cette
baisse s'explique-t-elle dès lors ?
aanhoudingsbevelen, zodat er meer mensen in de
gevangenissen terechtkomen, behalve in de
arrondissementen Brussel, Bergen, Charleroi en
Mechelen.


Wat zijn de precieze cijfers in die
arrondissementen? Men verwacht in die
arrondissementen eigenlijk geen daling. Hoe kan
die dan worden verklaard?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Les chiffres traduisent effectivement
une différence d'approche entre les
arrondissements judiciaires, en ce qui concerne le
nombre de mandats d'arrêt comme la durée de la
détention préventive.

Je me base sur les données émanant de la
Direction générale Exécution des Peines et
Mesures ainsi que sur l'étude d'évaluation de
l'Institut national de Criminalistique et de
Criminologie (INCC). Ainsi, la durée moyenne du
mandat d'arrêt s'est élevée en 2003 à 37 jours pour
l'arrondissement de Hasselt et à 92 jours pour celui
de Mons. Cette différence n'a pu être expliquée par
la nature des infractions à la loi. Nous constatons
une diversité analogue en ce qui concerne le
nombre de mandats d'arrêt.

L'INCC s'emploie avec mon administration à la
mise au point d'un instrument informatisé
permettant de suivre de près l'évolution de ces
données. Les données disponibles doivent encore
être examinées avec les magistrats. À cet effet, une
réflexion analytique doit être amorcée dans le
respect de la séparation des pouvoirs. La question
peut par exemple être envisagée dans le cadre des
formations des magistrats.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De cijfers wijzen inderdaad op een praktijkverschil
tussen de gerechtelijke arrondissementen, zowel
wat het aantal aanhoudingsbevelen als de duur van
de voorlopige hechtenis betreft.

Ik baseer mij op de gegevens van het directoraat-
generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen en
op het evaluatieonderzoek van het Nationaal
Instituut voor Criminaliteit en Criminalistiek (NICC).
Zo bedroeg in 2003 de gemiddelde duur van het
aanhoudingsbevel 37 dagen voor het
arrondissement Hasselt en 92 dagen voor Bergen.
Dit verschil kon niet uitgelegd worden door de aard
van de wetsovertredingen. Bij het aantal
aanhoudingsbevelen stellen we een analoge
diversiteit vast.

Het NICC werkt samen met mijn administratie aan
een geïnformatiseerd instrument dat het mogelijk
maakt de evolutie van deze gegevens op de voet te
volgen. De beschikbare gegevens moeten nog
besproken worden met de magistraten. Hierover
moet een analytische denkoefening op gang
komen, met respect voor de scheiding der
machten. Er kan bijvoorbeeld aandacht aan worden
besteed in het kader van de
magistratenopleidingen.
02.03 Tony Van Parys (CD&V) : Le 9 mai, la
ministre a déclaré que le nombre de mandats
d'arrêt avait baissé à Charleroi, Mons, Malines et
Bruxelles. Je n'ai encore reçu aucune réponse
concrète quant aux raisons de cette diminution.
Comment expliquer cette évolution alors que la
criminalité n'a certainement pas baissé dans ces
arrondissements
? En l'absence de chiffres
concrets, je serai obligé de déposer une demande
d'interpellation.
02.03 Tony Van Parys (CD&V): Op 9 mei heeft de
minister verklaard dat in Charleroi, Bergen,
Mechelen en Brussel het aantal
aanhoudingsbevelen gedaald is. Als ik haar dan om
de reden vraag, krijg ik geen concreet antwoord.
Hoe kan het dat dit aantal daalt, terwijl de
criminaliteit in die arrondissementen toch zeker niet
verminderd is? Als ik geen cijfers krijg, zal ik
verplicht zijn een interpellatieverzoek in te dienen.
Le président : J'ai posé la même question par écrit
puisque telle est la coutume pour les questions
relatives à des statistiques, mais je n'ai pas encore
obtenu de réponse.
De voorzitter: Ik heb dezelfde vraag gesteld,
schriftelijk, omdat het de gewoonte is dat
statistische vragen enkel schriftelijk worden gesteld,
maar ik heb ook nog geen antwoord ontvangen.
02.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) : 02.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik stel
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23/05/2006
CRABV 51
COM 974
4
Je constate, dans certains arrondissements, des
différences au niveau des mandats d'arrêts. On
discute avec les procureurs pour voir comment cela
se fait et on essaie, dans le cadre de formations,
d'uniformiser des pratiques. Mais, en vertu du
principe de la séparation des pouvoirs, il ne me
revient pas de dire à un magistrat s'il faut ou non
décerner un mandat d'arrêt !
in bepaalde arrondissementen verschillen met
betrekking tot de arrestatiebevelen vast. Er zijn
besprekingen aan de gang met de procureurs
teneinde na te gaan hoe dat komt en in het kader
van opleidingen wordt getracht een en ander te
uniformeren. Maar het komt mij niet toe aan de
magistraten te zeggen of zij al dan niet een
arrestatiebevel moeten uitvaardigen!
02.05 Tony Van Parys (CD&V) : Il n'y a aucun
rapport avec la séparation des pouvoirs, il s'agit de
la politique en matière de poursuites. La ministre
s'est elle-même étonnée de la diminution du
nombre de mandats d'arrêt, estimant qu'un
dialogue devrait être instauré à ce sujet avec le
ministère public. Ne nous est-il dès lors pas permis
de demander des explications à ce sujet ?
02.05 Tony Van Parys (CD&V): Dit heeft niets met
de scheiding der machten te maken, dit gaat over
het vervolgingsbeleid. De minister heeft zelf gezegd
dat de daling van het aantal aanhoudingsbevelen
toch wel opvallend was en dat daarover een
dialoog zou moeten worden gevoerd met het
openbaar ministerie. Dan mogen wij daarover toch
wel uitleg vragen?
02.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
On vous fournira le plus possible de chiffres en
réponse à votre question écrite.

Pour le surplus, si M. Van Parys a envie de
déposer une interpellation, cela m'est parfaitement
égal.
02.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In
antwoord op uw schriftelijke vraag zullen wij u
zoveel mogelijk cijfers bezorgen.

Voor het overige, als de heer Van Parys zin heeft
om een interpellatieverzoek in te dienen, dan is mij
dat allemaal om het even.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Katrien Schryvers à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
suivi par les parquets de la résidence
permanente dans les zones de logement de
week-end" (n° 11760)
03 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de opvolging door de parketten van het wonen
in weekendzones" (nr. 11760)
03.01 Katrien Schryvers (CD&V) : Lorsqu'une
personne souhaite s'établir dans une zone de
week-end, la commune doit procéder à une
inscription provisoire au registre de population et
établir en même temps un procès-verbal pour faire
constater l'illégalité de cette démarche. Toutefois, si
le parquet ne réagit pas au procès-verbal dans un
délai de trois ans, l'inscription devient définitive. La
même procédure s'applique également aux
personnes qui décident de résider sur des bateaux
de plaisance. Dans de nombreux cas, le parquet
laisse expirer le délai et aucune politique répressive
n'est menée. Cette situation est particulièrement
démotivante pour les services communaux, qui
sont tenus de suivre la procédure décrite.

Quelles sont les directives de la ministre à l'adresse
des parquets en ce qui concerne les inscriptions
dans des zones où le logement n'est pas autorisé ?
Combien des plus de 11 000 personnes qui étaient
provisoirement inscrites le 29 mars 2006 ont-elles
déjà reçu une assignation ? Dans combien de cas
le procès-verbal a-t-il été classé sans suite ? La
03.01 Katrien Schryvers (CD&V): Wanneer
iemand zich in een weekendzone wil vestigen,
moeten de gemeenten voor een voorlopige
inschrijving in het bevolkingsregister zorgen en
tegelijk een proces-verbaal opstellen om de
onwettigheid daarvan te laten vaststellen. Indien
het parket binnen drie jaar echter geen gevolg geeft
aan het proces-verbaal, wordt de inschrijving
definitief. Dezelfde procedure geldt ook voor
personen die op pleziervaartuigen komen wonen. In
veel gevallen laat het parket die termijn gewoon
verstrijken en is er van een handhavingsbeleid
geen sprake. Dit is erg demotiverend voor de
gemeentediensten, die verplicht zijn de beschreven
procedure te volgen.


Wat zijn de richtlijnen van de minister aan de
parketten over de inschrijvingen in zones waar
wonen niet is toegelaten? Hoeveel van de meer
dan 11 000 personen die op 29 maart 2006
voorlopig ingeschreven waren, hebben al een
dagvaarding ontvangen? In hoeveel gevallen werd
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 974
23/05/2006
5
ministre se concerte-t-elle à ce sujet avec le
ministre de l'Intérieur ? La justice interviendra-t-elle
également à l'encontre des personnes dont
l'adresse de référence est celle d'un yacht-club ?
het proces-verbaal geseponeerd? Pleegt de
minister over deze problematiek overleg met de
minister van Binnenlandse Zaken? Zal het gerecht
ook optreden tegen personen die het adres van een
jachtclub opgeven als referentieadres?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Ni le Collège des procureurs généraux, ni aucun
ministre de la Justice, n'a jamais pris l'initiative
d'établir une directive générale de politique
criminelle.


Donc, la problématique est laissée à l'appréciation
de chacun des parquets. Je n'ai pu, en si peu de
temps, obtenir des parquets les chiffres que vous
me demandez.

On peut encore le faire dans le cadre d'une
question écrite.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Noch
het college van procureurs-generaal noch een
minister van Justitie heeft ooit het initiatief genomen
om een algemene richtlijn betreffende het crimineel
beleid vast te leggen.

De problematiek wordt dus overgelaten aan het
oordeel van ieder parket. Het was niet mogelijk in
dit korte tijdbestek van de parketten de cijfers te
krijgen die u me vraagt.

Ik kan ze u eventueel bezorgen in het kader van
een schriftelijke vraag.
(En néerlandais) Les procès-verbaux constatant la
résidence dans des zones de week-end ne sont
pas enregistrés séparément, ils sont identifiés par
un code général relatif aux délits en matière
d'aménagement du territoire et d'urbanisme.
(Nederlands) De processen-verbaal wegens
permanente bewoning van weekendverblijven
worden niet apart geregistreerd, maar vallen onder
een algemene code voor misdrijven inzake
ruimtelijke ordening en stedenbouw.
03.03 Katrien Schryvers (CD&V) : Selon toute
évidence, il y a une contradiction entre les
instructions de l'Intérieur et la politique des
parquets. C'est démotivant pour les administrations
communales et la police. Il serait peut-être
préférable d'aborder la question autrement.
03.03 Katrien Schryvers (CD&V): Er is duidelijk
een tegenstrijdigheid tussen de instructies van
Binnenlandse Zaken en het beleid van de
parketten. Dit is demotiverend voor de
gemeentediensten en de politie. Misschien kan
deze problematiek beter op een andere manier
worden aangepakt.
03.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français)
Vous pouvez traduire les choses de cette façon
mais ce n'est pas ce que j'ai dit. J'ai simplement
déclaré qu'il y avait une politique propre à chaque
parquet et que l'on disposait de trop peu de temps
pour récolter les statistiques de chacun des
arrondissements.
03.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): U kunt
het op die manier vertalen maar zo heb ik het niet
gezegd. Ik heb enkel gezegd dat ieder parket een
bepaald beleid voert en dat we over te weinig tijd
beschikken om de statistieken van ieder
arrondissement te verzamelen.
03.05 Katrien Schryvers (CD&V) Chaque parquet
définit lui-même le cap politique qu'il souhaite
suivre en la matière. Dans l'arrondissement
judiciaire dont ma commune fait partie, le parquet
conseille aux administrations communales
d'entamer elles-mêmes une procédure civile parce
que le parquet « a d'autres priorités ».
03.05 Katrien Schryvers (CD&V): Elk parket
bepaalt zelf het beleid dat het in deze
aangelegenheid wil voeren. In het gerechtelijk
arrondissement waartoe mijn gemeente behoort,
raadt het parket de gemeentebesturen aan om zelf
een burgerlijke procedure te starten omdat het
parket "andere prioriteiten heeft".
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
rapport d'EUROPOL sur la criminalité organisée
au sein de l'Union européenne" (n° 11774)
04 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het EUROPOL-rapport inzake georganiseerde
criminaliteit in de Europese Unie" (nr. 11774)
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23/05/2006
CRABV 51
COM 974
6
04.01 Tony Van Parys (CD&V) : Le rapport
European Union Organised Crime Threat
Assessment
(OCTA) d'Europol décrit les dernières
tendances en matière de criminalité organisée dans
les États de l'Union européenne. Le rapport 2006
évoque la Belgique, au même titre que les Pays-
Bas, comme principal pays producteur et
exportateur de drogues synthétiques. Ces drogues
sont produites par des organisations criminelles
néerlandaises et belges qui les font transiter par
des aéroports anglais avant de les livrer aux Etats-
Unis, au Canada et dans des pays d'Amérique
centrale et du Sud.

La ministre dispose-t-elle de données permettant
d'apprécier l'ampleur du problème ? Ce type de
criminalité fait-il l'objet d'une approche
systématique ? Assiste-t-on régulièrement au
démantèlement des bandes qui produisent ce type
de drogues et engage-t-on des poursuites
judiciaires à leur encontre
? Recense-t-on
précisément ces organisations ? A-t-on mis en
place une collaboration avec un ou plusieurs pays
dans le cadre d'un « joint investigation team »
(JIT) ? Eurojust joue-t-il un rôle dans la lutte contre
cette forme de criminalité ?
04.01 Tony Van Parys (CD&V): Het European
Union Organised Crime Threat Assessment
(OCTA)-rapport van Europol beschrijft de recente
trends bij de georganiseerde criminaliteit in de
landen van de Europese Unie. In het rapport 2006
wordt ons land, samen met Nederland, vermeld als
belangrijk productie- en uitvoerland van
synthetische drugs. Nederlandse en Belgische
criminele organisaties produceren de drugs, die
dan via Engelse luchthavens terechtkomen in de
Verenigde Staten, Canada en landen van Zuid- en
Midden-Amerika.


Heeft de minister zicht op de omvang van dit
probleem? Is er een systematische aanpak van dit
soort van criminaliteit? Worden er geregeld bendes
die dit soort drugs produceren, opgerold en
gerechtelijk vervolgd? Worden deze organisaties in
kaart gebracht? Wordt er met een of meerdere
landen samengewerkt in het kader van een joint
investigation team (JIT)? Speelt Eurojust een rol in
de aanpak van deze vorm van criminaliteit?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : La triste réputation dont jouit notre
pays dans le domaine de la fabrication de drogues
synthétiques ne date pas d'hier. La Belgique subit
l'influence néfaste des Pays-Bas qui sont le
berceau de ce type de stupéfiants. Au demeurant,
des criminels néerlandais sont impliqués dans de
très nombreux dossiers belges.

La police et la justice ne nient pas la gravité de ce
problème ni la nécessité d'une approche
transfrontalière, nombre de bandes de malfaiteurs
actifs dans ce « secteur » ayant un champ d'action
international. Fin 2005, les services de police et les
autorités judiciaires belges et néerlandaises ont
organisé à Maastricht une conférence lors de
laquelle magistrats, policiers et douaniers ont tenté
de définir une meilleure approche multidisciplinaire
et internationale du problème posé par les drogues
synthétiques.

L'an dernier, onze laboratoires fabriquant ces
drogues ont été démantelés. En outre, la police
adopte de plus en plus une approche proactive,
centrée sur la neutralisation d'un auteur ou d'un
groupe d'auteurs bien déterminé. Dans ce
domaine, la police collabore avec le secteur privé
car de nombreux ingrédients entrant dans la
composition des drogues synthétiques sont
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Dat ons land een niet zo beste reputatie heeft als
het om de productie van synthetische drugs gaat, is
niet nieuw. Er gaat op dit vlak een negatieve
invloed uit van Nederland, dat de bakermat is van
dit soort drugs. In heel wat Belgische dossiers zijn
trouwens Nederlandse misdadigers betrokken.


De politie en het gerecht erkennen de ernst van dit
probleem en van de noodzaak aan een
grensoverschrijdende aanpak. Heel wat bendes in
deze 'sector' zijn immers internationaal actief. Eind
2005 organiseerden de politiediensten en de
gerechtelijke instanties van België en Nederland
een conferentie in Maastricht, waarop door
magistraten, politiemensen en douane werd
gezocht naar een betere multidisciplinaire en
internationale aanpak van de problematiek van de
synthetische drugs.

Vorig jaar werden er elf productielaboratoria voor
synthetische drugs ontmanteld. De politie schakelt
bovendien steeds meer over naar een proactieve
aanpak, waarbij uitgegaan wordt van een bepaalde
dader of dadergroep. Er wordt hierbij ook
samengewerkt met de particuliere sector, omdat
heel wat bestanddelen die bij de aanmaak van
synthetische drugs gebruikt worden, legaal in de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 974
23/05/2006
7
disponibles légalement dans le commerce. C'est ce
qui a amené nos services de police à adhérer aux
European Joint Unit Precursors. Dans ce cadre,
policiers et pompiers sont formés pour identifier les
résidus provenant des laboratoires où sont
fabriquées les drogues synthétiques.
handel verkrijgbaar zijn. De politiediensten van ons
land zijn daarom ook toegetreden tot de European
Joint Unit Precursors. Politie en brandweer worden
ertoe aangezet het afval dat uit laboratoria voor
synthetische drugs wordt afgescheiden, te
herkennen.
Selon les chiffres les plus récents en matière de
lutte contre la criminalité organisée en Belgique,
288 organisations criminelles ont été recensées
dans le cadre d'une enquête menée en 2004.
Parmi ces organisations, 63 étaient impliquées
dans le trafic de drogues. Celui-ci ne figure pas sur
la liste des infractions pour lesquelles le Code
judiciaire autorise le parquet fédéral à exercer
l'action publique. Pour que le parquet puisse
néanmoins exercer cette action, des conditions
supplémentaires doivent obligatoirement être
remplies. À la fin de l'an passé, le procureur fédéral
a néanmoins rédigé un plan d'action relatif aux
organisations criminelles, où il était également
question de la production d'XTC. Ce plan d'action a
été présenté aux parquets de première ligne et au
parquet national néerlandais. Une réunion se
tiendra à ce sujet à la fin du mois.

À ce jour, notre pays n'a participé à aucune joint
investigation team
(JIT) mais tout au plus à
quelques expériences en ce sens.
De meest recente cijfers inzake de bestrijding van
de georganiseerde criminaliteit in België tonen aan,
dat in 2004 onderzoek werd verricht naar 288
criminele organisaties, waarvan er 63 actief waren
in drughandel. Drughandel is niet opgenomen in de
lijst van inbreuken waarvoor het Gerechtelijk
Wetboek toelaat dat het federaal parket de publieke
vordering kan uitoefenen. Om dit toch te kunnen
doen, zijn er bijkomende voorwaarden
noodzakelijk. Niettemin heeft de federale procureur
eind vorig jaar een actieplan met betrekking tot de
criminele organisaties opgesteld, waarin ook
sprake is van de productie van XTC. Dit actieplan
werd voorgesteld aan de eerstelijnsparketten en
aan het Nederlands Landelijk Parket. Eind deze
maand zal in dit verband een vergadering worden
samengeroepen.



Ons land heeft tot dusver nog niet aan een joint
investigation team (JIT) deelgenomen. Er zijn
hoogstens enkele experimenten in die zin geweest.
04.03 Tony Van Parys (CD&V) : Je ne comprends
pas pourquoi notre pays n'a participé à aucune JIT
en la matière à ce jour. Il s'agit d'un problème
transfrontalier par excellence, qui suppose une
approche organisée et rationnelle de la part de
plusieurs pays. L'organisation d'une conférence à
Maastricht en collaboration avec les Pays-Bas
montre quand même que notre pays est conscient
de la nécessité d'une approche internationale. Je
ne comprends pas davantage pourquoi le
procureur fédéral ne s'est intéressé à ce type de
criminalité qu'à la fin de l'an passé. Il s'agit, en
effet, d'un problème connu depuis longtemps, qui
dépasse les frontières.
04.03 Tony Van Parys (CD&V): Ik begrijp niet
waarom ons land nog niet heeft deelgenomen aan
een JIT. Het gaat in deze aangelegenheid bij
uitstek om een grensoverschrijdend probleem, dat
een gestroomlijnde georganiseerde aanpak
vanwege meerdere landen veronderstelt. Dat er
samen met Nederland een conferentie in Maastricht
wordt georganiseerd, bewijst toch dat ons land zich
bewust is van de noodzaak van een internationale
aanpak. Ik begrijp evenmin waarom de federale
procureur zich pas eind vorig jaar over deze vorm
van criminaliteit heeft ontfermd. Het gaat immers
om een al langer bekend, grensoverschrijdend
probleem.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre les mutilations génitales féminines
en Belgique" (n° 11791)
05 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de strijd tegen vrouwelijke genitale verminking
in België" (nr. 11791)
05.01 Hilde Vautmans (VLD) : La pratique des
mutilations génitales féminines (MGF) existe
encore dans au moins 25 pays. Le nombre de
femmes et de filles ainsi mutilées est estimé à
05.01 Hilde Vautmans (VLD): In minstens 25
landen bestaat nog altijd de praktijk van seksuele
verminking van de vrouwelijke geslachtsorganen
(VGV). Over heel de wereld wordt het aantal
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23/05/2006
CRABV 51
COM 974
8
travers le monde à environ 130 millions et ce
nombre augmente encore d'environ deux millions
chaque année. Ces pratiques se rencontrent
principalement en Afrique et au Moyen-Orient, mais
aussi dans les communautés d'immigrés en
Europe. Selon une étude de l'université de Gand de
2004, le nombre de filles et de femmes victimes de
MGF en Belgique est estimé à 2 745 sur une
population totale de 12 415 femmes originaires de
pays où cette pratique est encore d'usage. En
outre, selon cette même étude, environ 534 filles
âgées de moins de 14 ans risqueraient d'être
soumises à des mutilations sexuelles.

La Belgique est un des rares pays où la législation
interdit explicitement cette pratique, mais jusqu'à
présent aucune condamnation n'a encore été
prononcée. Au Danemark, les parents qui
permettent que leurs filles soient envoyées dans le
pays d'origine pour subir des MGV sont poursuivis.
Pourrait-on également procéder de la sorte en
Belgique ? Quelles actions la ministre entreprend-
elle pour poursuivre les personnes se rendant
coupables de MGF et pour protéger les centaines
de filles qui risquent d'être victimes de ces
pratiques inacceptables ?
verminkte vrouwen en meisjes geschat op circa 130
miljoen en elk jaar komen er nog ongeveer twee
miljoen bij. Dit gebeurt voornamelijk in Afrika en het
Midden-Oosten. Ook bij
migrantengemeenschappen in Europa komen deze
praktijken voor. In België schat een studie van de
UGent uit 2004 het aantal verminkte meisjes en
vrouwen die slachtoffer zijn van VGV, op 2 745, op
een totale populatie van 12 415 vrouwen die
afkomstig zijn uit landen waar de praktijk nog wordt
toegepast. Bovendien zouden volgens dezelfde
studie naar schatting 534 meisjes onder de veertien
het risico lopen op seksuele verminking.

België is een van de weinige landen die in hun
wetgeving deze praktijk expliciet verbieden, maar
tot dusver is er nog geen altijd sprake van enige
veroordeling. In Denemarken worden de ouders die
toestaan dat hun dochters naar het land van
afkomst worden gestuurd om een VGV te
ondergaan, aangepakt. Kan dit ook in België
gebeuren? Wat onderneemt de minister om wie
zich schuldig maakt aan VGV, te vervolgen en om
de honderden meisjes die het risico van VGV
lopen, van deze onverantwoorde praktijk te
vrijwaren?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Sur le fond, je suis totalement d'accord avec
Mme Vautmans quant à la nécessité d'une action
forte pour éviter les mutilations génitales des
femmes.

En tant que ministre de l'Égalité des chances,
j'avais pris une série d'initiatives avec le GEM et
nous avions obtenu qu'une femme soit reconnue
comme réfugiée lorsqu'elle éprouve une crainte
pour elle-même ou ses enfants quant à une
éventuelle excision.

Cela dit, il convient de mener une politique
criminelle en Belgique. Le service de politique
criminelle a interrogé le Collège des procureurs
généraux sur les poursuites récentes en la matière.
Un problème de nomenclature concernant les
statistiques s'est présenté. À présent, il est résolu
et j'espère recevoir prochainement des statistiques.


D'autre part, la secrétaire d'État aux Familles a
commandé une étude juridique sur l'article 409 du
Code pénal, qui incrimine les mutilations sexuelles,
dont j'ai demandé à prendre connaissance.


L'ensemble de ces informations devraient me
permettre de prendre des initiatives utiles.
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Eigenlijk ben ik het volledig eens met mevrouw
Vautmans over de noodzaak om harde acties te
ondernemen tegen seksuele verminkingen bij
vrouwen.


Als minister van Gelijke Kansen, had ik een aantal
initiatieven genomen met de partnerwerking
Gender & Migratie. We hebben verkregen dat een
vrouw erkend wordt als vluchtelinge wanneer ze
vreest voor een eventuele besnijdenis bij zichzelf of
bij haar kinderen.

Dit indachtig, moeten we een crimineel beleid
voeren in België. De dienst crimineel beleid heeft
het college van de procureurs-generaal gevraagd
naar de recente vervolgingen in deze materie. Een
probleem in verband met de nomenclatuur van de
statistieken deed zich voor. Dit probleem is nu van
de baan en ik hoop binnenkort de statistieken te
mogen ontvangen.

Aan de andere kant heeft de staatssecretaris voor
het Gezin een juridische studie aangevraagd over
artikel 409 van het Strafwetboek dat seksuele
verminkingen aanklaagt en waarvan ik gevraagd
heb kennis te kunnen nemen.

Met al deze informatie zou ik nuttige initiatieven
moeten kunnen nemen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 974
23/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Le problème n'est pas simple et devrait faire l'objet
d'une approche intégrée des différents niveaux de
pouvoir. Je vais demander à mon collègue Dupont,
compétent en matière d'égalité des chances, de
travailler sur un concept de conférence
interministérielle.

Het probleem is niet simpel en moet door de
verschillende bevoegdheidsniveaus benaderd
worden. Ik zal mijn collega minister Dupont,
bevoegd voor Gelijke Kansen, vragen om te werken
met een interministeriële conferentie.
05.03 Hilde Vautmans (VLD) : Je me félicite que la
ministre prenne à coeur ce problème. Peut-on, en
Belgique, poursuivre des parents qui envoient leur
enfant dans le pays d'origine aux fins d'y subir des
mutilations génitales ? Cette possibilité existe au
Danemark et en Finlande, et à mon avis également
en Belgique.
05.03 Hilde Vautmans (VLD): Ik ben blij dat de
minister hiermee begaan is. Kunnen ouders in
België worden vervolgd als zij hun kind voor
genitale verminking naar het land van herkomst
sturen? In Denemarken en Finland kan dat, en
volgens mijn interpretatie kan het ook in België.
05.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je préfèrerais y réfléchir. On peut imaginer des
poursuites sur base de la non-assistance à
personne en danger, par exemple, mais je voudrais
examiner s'il n'existe pas un moyen plus spécifique.
05.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zou
daar liever over nadenken. Men kan vervolging
overwegen op grond van het niet-verlenen van
bijstand aan personen die in gevaar verkeren,
bijvoorbeeld, maar ik zou willen onderzoeken of er
geen specifieker middel bestaat.
05.05 Hilde Vautmans (VLD) : Il n'y a donc pas de
poursuites spécifiques ?
05.05 Hilde Vautmans (VLD): Er wordt dus geen
specifieke vervolging ingesteld?
05.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'action dépend soit de la politique des parquets,
soit de l'introduction d'une action civile. Mais on
connaît la difficulté, puisque cela se passe au sein
des familles.

Des moyens existent mais il faut examiner si,
concrètement, il existe un moyen plus direct.

Pour le reste, je me pencherai sur l'étude de Mme
Mandaila et le travail des procureurs généraux.
05.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Of
vervolging wordt ingesteld hangt af van het beleid
van de parketten of van het instellen van een
burgerlijke rechtsvordering. Maar dat is bijzonder
moeilijk, omdat het zich binnen het gezin afspeelt.

De middelen zijn voorhanden maar er moet worden
onderzocht of er een doeltreffender middel bestaat.

Voor het overige zal ik de zaak onderzoeken aan
de hand van de studie van staatssecretaris
Mandaila en het werk van de procureurs-generaal.
05.07 Hilde Vautmans (VLD) : Je transmettrai à la
ministre l'étude d'Els Leye et de Jessika Deblonde,
de l'Université de Gand. Celle-ci comporte de
nombreuses informations sur le sujet.
05.07 Hilde Vautmans (VLD): Ik bezorg de
minister de studie van Els Leye en Jessika
Deblonde van de Universiteit Gent, die hierover
veel informatie bevat.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
11 h 06.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.06 uur.

Document Outline