SÉANCE PLÉNIÈRE

CRABV 51

COM 963

16/05/2006

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M.

Mark

Verhaegen à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur "la
prescription civile des infractions en matière de
construction" (n° 11663)

Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
burgerrechtelijke verjaring van
bouwmisdrijven" (nr. 11663)

Orateurs:

Mark Verhaegen, Laurette

Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers:

Mark Verhaegen, Laurette

Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de Mme Ingrid Meeus à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le maintien
des tribunaux du travail à Saint-Nicolas et à
Alost" (n° 11674)

Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
behoud van de arbeidsrechtbanken van Sint-
Niklaas en Aalst" (nr. 11674)

Orateurs: Ingrid Meeus, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Ingrid Meeus, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie

Question de M. Tony Van Parys à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'extension
de la surveillance électronique" (n° 11690)

Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
uitbreiding van het elektronisch
toezicht" (nr. 11690)

Orateurs: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Olivier Maingain à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la situation
des juges suppléants" (n° 11689)

Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
situatie van de plaatsvervangende
rechters" (nr. 11689)

Orateurs:

Olivier Maingain, Laurette

Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers:

Olivier Maingain, Laurette

Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Bart Laeremans à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le manque
de capacité d'accueil dans les établissements
destinés à l'accueil des jeunes
délinquants" (n° 11695)

Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
gebrek aan capaciteit in de
jeugdinstellingen" (nr. 11695)

Orateurs:

Bart Laeremans, Laurette

Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers:

Bart Laeremans, Laurette

Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Olivier Maingain à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
réorganisation du parquet de Bruxelles" (n° 11699)

Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
reorganisatie van het Brussels parket" (nr. 11699)

Orateurs:

Olivier Maingain, Laurette

Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers:

Olivier Maingain, Laurette

Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Bart Laeremans à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'attitude du
parquet de Bruxelles face aux jeunes délinquants
illégaux" (n° 11700)

Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
wijze waarop het Brussels parket omgaat met
illegale jeugddelinquenten" (nr. 11700)

Orateurs:

Bart Laeremans, Laurette

Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers:

Bart Laeremans, Laurette

Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 963

16/05/2006

COMMISSION DE LA JUSTICE

COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE

MARDI

MAI

2006

Matin

______

van

DINSDAG

MEI

2006

Voormiddag

______

La réunion publique est ouverte à 10 h 24 sous la
présidence de M. André Perpète.

De vergadering wordt geopend om 10.24 uur door
de heer André Perpète.

01 Question de M. Mark Verhaegen à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur "la
prescription civile des infractions en matière de
construction" (n° 11663)

01 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de burgerrechtelijke verjaring van
bouwmisdrijven" (nr. 11663)

01.01 Mark Verhaegen (CD&V) : Pour résoudre le

problème des infractions en matière de construction
qui ne prennent jamais fin, le législateur décrétal
flamand a instauré un règlement qui ne pourra plus
sanctionner que l'infraction initiale. Étant donné
qu'il s'agit d'un délit instantané, la prescription de la
peine court à partir du moment où le délit a été
accompli. Une demande en réparation civile peut
toutefois encore être introduite car le délit subsiste.
Les délais de prescription civils relèvent toutefois
de la compétence du pouvoir fédéral.

La ministre envisage-t-elle de modifier ces délais
de prescription civils pour mettre fin à l'insécurité
juridique actuelle ?

01.01 Mark Verhaegen (CD&V): Om het probleem

van de eeuwigdurende bouwmisdrijven op te lossen
heeft de Vlaamse decreetgever een regeling
ingevoerd waardoor enkel nog de oorspronkelijke
overtreding strafbaar is. Aangezien dit een aflopend
misdrijf is, begint de verjaring van de straf te lopen
vanaf het ogenblik dat het misdrijf voltooid is. Maar
omdat het misdrijf blijft bestaan, kan er nog steeds
een burgerlijke herstelvordering ingesteld worden.
De burgerrechtelijke verjaringstermijnen zijn echter
een federale bevoegdheid.

Is de minister te vinden voor een aanpassing van
deze burgerrechterlijke termijnen, zodat er een
einde komt aan de huidige rechtsonzekerheid?

01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : La réglementation en matière
d'urbanisme est une compétence régionale et il
n'appartient pas au ministre de la Justice de
commenter une réglementation régionale.

La prescription de l'action en réparation constitue
effectivement une matière fédérale. Il y a deux
délais de prescription en l'espèce

: celui qui

s'applique à l'acte lui-même et celui qui concerne
l'exécution de la décision du tribunal à propos de
cet acte. Ces délais sont tous deux de dix ans.

L'action en réparation peut donc bien être prescrite.
De plus, le Conseil supérieur de la réparation peut
modérer les mesures de réparation ordonnées par

01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

De reglementering inzake stedenbouw is een
regionale bevoegdheid en het komt de federale
minister van Justitie niet toe commentaar te geven
op regionale wetgeving.

De verjaring van de herstelvordering is inderdaad
een federale aangelegenheid. In casu zijn er twee
verjaringstermijnen: die voor het instellen van de
vordering zelf en die voor het uitvoeren van de
beslissing van de rechtbank over deze vordering.
Beide termijnen bedragen tien jaar.

De herstelvordering kan dus wel degelijk verjaren.
Bovendien kunnen de herstelmaatregelen bevolen
door de rechtbank getemperd worden door de

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

16/05/2006

CRABV 51

COM 963

le tribunal. Je ne perçois donc pas directement la
nécessité d'adapter les délais de prescription. En
outre, Le gouvernement flamand ne m'a adressé
jusqu'ici aucune demande dans ce sens.

Hoge Raad voor het Herstelbeleid. Ik zie dus niet
meteen een noodzaak om de burgerlijke
verjaringstermijnen aan te passen en bovendien
heeft de Vlaamse Regering mij daar nog niet om
verzocht.

01.03 Mark Verhaegen (CD&V) : L'accord de

gouvernement flamand stipule qu'une lacune existe
encore à ce niveau et qu'elle est source d'insécurité
juridique. La Flandre demande un alignement des
aspects pénal et civil. J'espère que la Wallonie ne
restera pas insensible à cette demande.

01.03 Mark Verhaegen (CD&V): In het Vlaamse

regeerakkoord wordt gezegd dat er hier nog een
lacune bestaat die tot rechtsonzekerheid leidt. Het
Vlaamse niveau is vragende partij voor een
gelijkschakeling van het strafrechtelijke en het
burgerrechtelijke aspect. Ik hoop dat men hier ook
in het zuiden van het land oren naar zal hebben.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

02 Question de Mme Ingrid Meeus à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur "le
maintien des tribunaux du travail à Saint-Nicolas
et à Alost" (n° 11674)

02 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-

eerste minister en minister van Justitie over "het
behoud van de arbeidsrechtbanken van Sint-
Niklaas en Aalst" (nr. 11674)

02.01 Ingrid Meeus (VLD) : Il y a quelques

semaines, nous apprenions que l'avenir des
tribunaux du travail d'Alost et de Saint-Nicolas était
incertain. La semaine dernière, j'ai plaidé en
commission en faveur du maintien de ces
tribunaux. Je me suis donc réjouie d'apprendre
jeudi que les deux tribunaux seront maintenus.

Ces informations parues dans la presse sont-elles
exactes ? Quelles sont les raisons pour lesquelles
les tribunaux sont à présent maintenus malgré
tout ? Quel sera le coût de leur maintien ? Ces
tribunaux subsisteront-ils tels quels ou des
restructurations internes seront-elles organisées ?
La ministre de la Justice décide-t-elle seule de la
fermeture ou du maintien de tribunaux du travail ou
partage-t-elle cette compétence avec d'autres
ministres ?

02.01 Ingrid Meeus (VLD): Enkele weken geleden

kregen we te horen dat de toekomst van de
arbeidsrechtbanken van Aalst en Sint-Niklaas
onzeker was. Ik heb vorige week in deze
commissie een pleidooi gehouden voor het behoud
van die rechtbanken. Ik was dan ook zeer verheugd
toen ik donderdag vernam dat beide rechtbanken
behouden blijven.

Kloppen deze persberichten? Wat zijn de
beweegredenen om de rechtbanken nu toch te
behouden? Wat gaat dit kosten? Worden de
rechtbanken behouden zoals ze zijn of komen er
interne herstructureringen? Is de minister van
Justitie uitsluitend bevoegd om te beslissen over
het sluiten of het behoud van arbeidsrechtbanken
of is dit een bevoegdheid die zij moet delen met
andere ministers?

02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : Aucune décision n'a encore été prise
dans ce dossier et tous les articles parus dans la
presse à ce sujet sont dès lors prématurés.

02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

Er werd in dit dossier nog geen beslissing genomen
en alle persberichten daarover zijn dus voorbarig.

02.03 Ingrid Meeus (VLD) : Les articles parus

dans la presse ne doivent donc pas susciter notre
apaisement.

02.03 Ingrid Meeus (VLD): Wat in de pers

verscheen, mag ons dus niet geruststellen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

03 Question de M. Tony Van Parys à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur
"l'extension de la surveillance
électronique" (n° 11690)

03 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de uitbreiding van het elektronisch
toezicht" (nr. 11690)

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 963

16/05/2006

03.01 Tony Van Parys (CD&V) : La ministre a

annoncé la semaine passée l'élargissement de la
surveillance électronique. Ce système serait même
appliqué, semble-t-il, aux auteurs de délits sexuels
sur des mineurs ainsi qu'à la traite des êtres
humains. Les assistants de justice ne disposent
cependant pas du savoir-faire nécessaire, par
exemple, pour l'accompagnement de pédophiles.
De plus, dans le cas d'une surveillance
électronique, il n'y a plus d'accompagnement
individuel par un assistant social. Il n'y a donc plus
non plus de programme de reclassement, et plus
aucune condition individuelle n'est imposée, telle
que l'indemnisation financière des victimes ou le
paiement d'amendes et de dettes. Les visites à
domicile seraient limitées à une visite au début et à
la fin de la surveillance électronique.

La surveillance électronique se voit donc réduite à
un simple contrôle. L'objectif de réintégration
disparaît. Ces informations sont-elles exactes ?

03.01 Tony Van Parys (CD&V): De minister

kondigde vorige week aan dat het elektronische
toezicht zou worden uitgebreid. Naar verluidt zou
het zelfs worden toegepast voor seksuele
misdrijven op minderjarigen en voor mensenhandel.
De justitieassistenten beschikken echter niet over
de nodige knowhow om bijvoorbeeld pedofielen te
begeleiden. Bovendien zou bij het elektronische
toezicht de individuele begeleiding door een
maatschappelijke assistent wegvallen. Er is dus
geen reclasseringsplan meer en er worden geen
individuele voorwaarden meer opgelegd zoals de
financiële vergoeding van de slachtoffers of de
afbetaling van boetes en schulden. Ook zouden de
huisbezoeken worden beperkt tot één bij het begin
en één bij het einde van het elektronische toezicht.

Het elektronische toezicht wordt dus verengd tot
louter controle. De reïntegratiedoelstelling valt weg.
Klopt deze informatie?

03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :

Aujourd'hui, 379 détenus sont sous surveillance
électronique. Le passage à 450, puis à 600 avant la
fin de l'année, concerne toutes les catégories de
détenus qui répondent aux conditions fixées : il
s'agit de détenus condamnés à une peine de moins
de trois ans de prison, qui se sont constitués
volontairement et attendent d'exécuter leur peine ;
de détenus qui exécutent actuellement une peine
de plus de trois ans et pour lesquels la conférence
du personnel a rendu un avis positif dans le cadre
de la procédure de libération conditionnelle, et de
détenus actuellement en prison, dont la peine
prend fin dans maximum six mois. Ils pourront
bénéficier de cette mesure s'il n'existe pas de
contre-indication.

Il y aura donc bien un effet direct sur la
surpopulation carcérale.

Pour augmenter le nombre de détenus sous
surveillance électronique, toute une série de
mesures ont été prises. Le personnel du Centre
national de surveillance électronique a été
augmenté. Le recrutement de vingt équivalents
temps plein supplémentaires est prévu cette année.

Nous avons également beaucoup travaillé sur les
méthodes de travail de l'administration. Nous avons
imposé une simplification des guidances sociales
pour la catégorie des constitués, ainsi que la
rationalisation des déplacements à domicile. Enfin,
les enquêtes sociales seront supprimées dès lors

03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans):

Momenteel staan er 379 gedetineerden onder
elektronisch toezicht. Het is de bedoeling dat aantal
op te trekken naar 450, en daarna, tegen het einde
van het jaar, naar 600, voor alle categorieën van
gedetineerden die aan de voorwaarden voldoen:
gedetineerden die veroordeeld zijn tot minder dan
drie jaar gevangenisstraf, die zich opgegeven
hebben voor elektronisch toezicht en die wachten
op de strafuitvoering; gedetineerden die momenteel
een gevangenisstraf van meer dan drie jaar
uitzitten en over wie het personeelscollege een
positief advies heeft uitgebracht in het kader van de
procedure voor voorwaardelijke invrijheidstelling; en
gedetineerden die momenteel in de gevangenis
zitten en die nog ten hoogste zes maanden moeten
zitten. Behoudens ernstige bezwaren komen zij in
aanmerking voor deze maatregel.

Een en ander zal dus wel degelijk een rechtstreeks
effect hebben op de overbevolking van de
gevangenissen.

Er werd een hele reeks maatregelen getroffen om
het aantal gedetineerden onder elektronisch
toezicht te verhogen. Het Nationaal Centrum voor
elektronisch toezicht kreeg een
personeelsuitbreiding. Dit jaar nog komen er twintig
extra voltijdequivalenten in dienst.

Wij hebben ook flink gesleuteld aan de werkwijze
van de administratie. Zo hebben we een
vereenvoudiging opgelegd van de sociale
begeleiding voor diegenen die zich hebben gemeld
voor elektronisch toezicht, en de huisbezoeken
gerationaliseerd. Indien de gevraagde informatie

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

16/05/2006

CRABV 51

COM 963

que les informations sont disponibles autrement.

anderszins beschikbaar is, wordt het
maatschappelijk onderzoek afgeschaft.

03.03 Tony Van Parys (CD&V) : La ministre n'a

pas réagi à ma préoccupation essentielle, à savoir
que la surveillance électronique est étendue aux
délits sexuels sur des mineurs et à la traite des
êtres humains. Les assistants de justice n'ont pas à
être chargés de l'accompagnement des pédophiles.

03.03 Tony Van Parys (CD&V): De minister ging

niet in op mijn grootste zorg, namelijk dat het
elektronische toezicht wordt uitgebreid tot seksuele
misdrijven op minderjarigen en mensenhandel. De
justitieassistenten mogen niet worden belast met de
begeleiding van pedofielen.

03.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :

On ne le fait pas et il n'y a pas de danger qu'on le
fasse.

03.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat is

zeker niet het geval, en daar bestaat ook geen
gevaar voor.

03.05 Tony Van Parys (CD&V) : Le système de la

surveillance électronique ne s'appliquera donc pas
aux pédophiles ?

03.05 Tony Van Parys (CD&V): Wordt het

elektronische toezicht dan niet mogelijk voor
pedofielen?

03.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :

J'ai fourni des explications à propos des trois
catégories de personnes pour lesquelles une
mesure de surveillance électronique peut être
envisagée, sauf contre-indication.

Evitons d'effrayer la population en sous-entendant
que des pédophiles vont être placés sous
surveillance électronique !

03.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb

uitleg gegeven bij de drie categorieën van personen
voor wie een maatregel van elektronisch toezicht
kon worden overwogen, als er geen contra-
indicaties zijn.

U moet niet trachten de bevolking angst aan te
jagen door te insinueren dat pedofielen onder
elektronisch toezicht zullen worden geplaatst!

03.07 Tony Van Parys (CD&V) : Dans ce cas, il y

a confusion. La circulaire de 2002 énumère une
série d'exceptions en matière de surveillance
électronique. Ces exceptions sont à présent
supprimées, à la suite d'un courrier adressé aux
collaborateurs concernés le 10 mai 2006.
L'accompagnement de pédophiles requiert du
personnel spécialisé. La décision actuelle est en
contradiction totale avec la philosophie et les
conclusions des commissions d'enquête
parlementaires. La ministre doit maintenir les
exceptions de la circulaire de 2002.

03.07 Tony Van Parys (CD&V): Dan is er sprake

van verwarring. In de rondzendbrief van 2002 wordt
een reeks uitzonderingen op het elektronische
toezicht opgesomd. Nu vallen die uitzonderingen
weg ingevolge een brief van 10 mei 2006 aan de
betrokken medewerkers. Er is echter
gespecialiseerd personeel nodig voor de
begeleiding van pedofielen. De huidige beslissing
staat haaks op de filosofie en de bevindingen van
de parlementaire onderzoekscommissies. De
minister moet de uitzonderingen van de circulaire
van 2002 handhaven.

03.08 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :

Avec vos quelques contacts bienveillants au sein
de l'administration, tout ce qui vous intéresse, c'est
de tout critiquer, quelle que soit la politique menée.

03.08 Minister Laurette Onkelinx (Frans): U wil

alleen maar alles afkraken, ongeacht het beleid dat
gevoerd wordt. Dat is het enige wat u interesseert,
met uw enkele goedgunstige contacten in de
administratie.

C'est peut-être un de vos contacts bienveillants qui
a dit cela, mais ce n'est pas vrai !

Misschien beweert een van uw bevriende
contactpersonen dat, maar het is niet waar!

03.09 Tony Van Parys (CD&V) (en français) : Il ne

s'agit pas de contacts, il s'agit de vos instructions à
ceux qui doivent exécuter ces mesures !

03.09 Tony Van Parys (CD&V)(Frans): Het gaat

hier niet om contactpersonen, maar om uw
instructies aan de ambtenaren die deze
maatregelen moeten uitvoeren!

03.10 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :

J'ignore qui est votre contact bienveillant au sein de

03.10 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik weet

niet wie uw bevriende bron bij de administratie is

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 963

16/05/2006

l'administration qui aurait entendu de telles
instructions. Je me renseignerai. Peut-être aurai-je
une petite conversation pour savoir ce qu'ils
comprennent et ce qu'ils ne comprennent pas, ainsi
que ce qu'ils vous racontent et ce qu'ils ne vous
racontent pas.

die dergelijke instructies zou gehoord hebben. Ik
zal hieromtrent nadere informatie inwinnen.
Misschien zal ik een aantal mensen aan de tand
voelen om te weten hoe ze een en ander
interpreteren en wat ze u zeggen of verzwijgen.

Il est évident que votre seul souci est de rechercher
le moyen de salir notre travail.

Het is duidelijk dat u er alleen maar op uit is om ons
werk te besmeuren.

03.11 Tony Van Parys (CD&V) (En néerlandais) :

Le contrôle électronique des pédophiles est
inacceptable. Nous ne pouvons pas galvauder les
résultats des commissions d'enquête
parlementaires. La ministre doit annuler les
instructions.

03.11 Tony Van Parys (CD&V) (Nederlands):

Elektronisch toezicht voor pedofielen is
onaanvaardbaar. We mogen de resultaten van de
parlementaire onderzoekscommissies niet te
grabbel gooien. De minister moet de instructies
intrekken.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

04 Question de M. Olivier Maingain à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur "la
situation des juges suppléants" (n° 11689)

04 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de situatie van de plaatsvervangende
rechters" (nr. 11689)

04.01 Olivier Maingain (MR) : Le 26 avril, le

Conseil supérieur de la Justice a rendu un avis au
sujet de l'institution des juges suppléants.

Leur nombre atteignait, en 2004, le chiffre de 2.056
pour 1.555 magistrats effectifs du siège et 812
magistrats effectifs du parquet. Il est toutefois
impossible d'apprécier le pourcentage réel de
l'activité des juges suppléants par rapport à celle
des juges professionnels. La fréquence du recours
aux juges suppléants est variable selon les
juridictions. Le Conseil supérieur de la Justice ne
dispose toutefois d'aucune statistique à cet égard.

Le concours des magistrats suppléants s'avère
indispensable dès lors qu'il évite l'accroissement de
l'arriéré judiciaire.

Ces mesures, présentées comme exceptionnelles
et limitées dans le temps, ont été considérées
justifiées par la Cour d'arbitrage pour autant qu'il ne
s'agisse pas de résorber un arriéré devenu
structurel. Près de neuf années plus tard, ces
mesures sont encore d'application.

En outre, la question s'est posée de l'opportunité
d'un système reposant de manière structurelle sur
le concours bénévole d'avocats. Si l'Ordre des
barreaux flamands s'y est déclaré opposé, la

04.01 Olivier Maingain (MR): Op 26 april

jongstleden heeft de Hoge Raad voor Justitie een
advies met betrekking tot de inschakeling van de
plaatsvervangende rechters uitgebracht.

In 2004 waren er 2

056 plaatsvervangende

rechters, tegen 1 555 werkende magistraten van de
zetel en 812 werkende parketmagistraten. Het valt
moeilijk in te schatten hoe werkzaam de
plaatsvervangende rechters zijn in vergelijking met
de beroepsrechters. De ene rechtbank maakt al
wat meer gebruik van de diensten van
plaatsvervangende rechters dan de andere. De
Hoge Raad voor de Justitie beschikt echter niet
over statistieken dienaangaande.

Het is echt noodzakelijk dat een beroep wordt
gedaan op plaatsvervangende rechters, al was het
maar om te voorkomen dat de gerechtelijke
achterstand nog toeneemt.

Die maatregelen, waarvan werd gesteld dat ze
uitzonderlijk en beperkt in de tijd zijn, werden door
het Arbitragehof als gerechtvaardigd beschouwd,
op voorwaarde dat het niet de bedoeling is een
achterstand weg te werken die een structureel
karakter heeft gekregen. Bijna negen jaar later zijn
die maatregelen nog altijd van toepassing.

Tevens is de vraag gerezen of een dergelijk
systeem, dat structureel op de belangeloze
medewerking van advocaten stoelt, wel opportuun
is. De Orde van de Vlaamse balies is daartegen

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

16/05/2006

CRABV 51

COM 963

question est à l'examen à l'Ordre des barreaux
francophones et germanophone.

gekant en de Orde van de Franstalige en
Duitstalige balies onderzoekt die kwestie
momenteel nog.

Le Conseil supérieur de la Justice préconise, dès
lors, qu'une étude soit menée sur la nécessité et
l'opportunité de maintenir le système.

Disposez-vous de chiffres plus récents et
d'éventuelles statistiques ? Notamment, une étude
est-elle en cours pour déterminer dans quelles
juridictions il serait plus particulièrement recouru à
cette institution ?

Ne trouvez-vous pas, à l'instar du Conseil supérieur
de la Justice, que le mandat du magistrat suppléant
devrait être limité dans le temps mais pouvoir être
renouvelé sur la base d'une évaluation ?

Un système de rémunération uniforme et équitable
ne devrait-il pas être organisé en fonction des
audiences réellement assumées et de l'importance
de celles-ci ?

Tout comme le Conseil supérieur de la Justice, je
suis totalement hostile à la possibilité qu'un avocat
devienne magistrat suppléant du ministère public.
Un avocat - fréquemment amené à affronter le
parquet - est mal placé pour le suppléer. Pour les
avocats pénalistes, ces relations - tantôt alliées,
tantôt conflictuelles - placent l'avocat dans la
situation délicate d'être assimilé au ministère
public.

Ne faudrait-il pas repenser l'institution, forts des
enseignements tirés par le Conseil supérieur de la
Justice ?

De Hoge Raad voor de Justitie pleit er dan ook voor
een studie uit te voeren naar de noodzaak en de
opportuniteit van het behoud van de regeling.

Beschikt u over recentere cijfers en eventueel over
statistieken? Is er een studie aan de gang om na te
gaan welke rechtbanken regelmatig een beroep
doen op plaatsvervangende rechters?

Bent u het met de Hoge Raad voor de Justitie eens
dat het mandaat van plaatsvervangend rechter in
de tijd zou moeten worden beperkt, maar dat het op
grond van een beoordeling moet kunnen worden
hernieuwd?

Zou niet moeten worden gezorgd voor een
eenvormige en billijke bezoldiging, op grond van
het aantal effectieve terechtzittingen en van het
belang ervan?

Net als de Hoge Raad voor de Justitie ben ik er
volledig tegen dat een advocaat de mogelijkheid
zou worden geboden plaatsvervangend magistraat
van het openbaar ministerie te worden. Een
advocaat die vaak lijnrecht tegenover het parket
staat is slecht geplaatst om het te vervangen. Er
dreigt een amalgaam tussen de strafpleiters en het
openbaar ministerie, wanneer die advocaten
voortdurend van kamp veranderen.

Moet de regeling betreffende de plaatsvervangende
rechters, in het licht van de opmerkingen van de
Hoge Raad voor de Justitie, niet worden herzien?

04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :

J'ai reçu, le 3 mai, l'avis du Conseil supérieur de la
Justice sur les juges suppléants. Il est à l'étude au
sein de mes services. Il est donc prématuré de me
demander une position définitive.

Le Conseil formule des recommandations à l'usage
des chefs de corps qui ne nécessitent aucune
modification législative. Elles paraissent pertinentes
et devraient être suivies sans aucune difficulté.

Les recommandations de réformes législatives
méritent un examen approfondi et une concertation
avec les autorités judiciaires concernées. De plus, il
y aura lieu d'en déterminer l'impact budgétaire.

04.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het

advies van de Hoge Raad voor de Justitie over de
plaatsvervangende rechters heb ik op 3 mei
ontvangen Dat advies wordt nu door mijn diensten
bestudeerd. Het is dan ook te vroeg om een
definitief standpunt in te nemen.

De Hoge Raad formuleert een aantal
aanbevelingen voor de korpschefs. Daarvoor is
geen wetswijziging nodig. Die aanbevelingen zijn
zo te zien relevant, en zouden probleemloos
opgevolgd moeten worden.

De aanbevelingen voor de herziening van
wetsbepalingen moeten grondig bekeken worden.
Daarover moet overleg gepleegd worden met de
betrokken gerechtelijke autoriteiten. Ten slotte moet
ook het kostenplaatje berekend worden.

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 963

16/05/2006

Je ne suis pas opposée à l'introduction de mandats
à durée déterminée, renouvelables moyennant
évaluation. Toutefois, une telle limitation de la
fonction de magistrat suppléant exigerait une
profonde modification de la législation et un
examen de constitutionnalité.

Enfin, en cas de réformes législatives, il faudrait
procéder de manière progressive afin de ne pas
engendrer de perturbations et de ne pas provoquer
involontairement un accroissement de l'arriéré
judiciaire.

Le cadre des magistrats suppléants s'élève
actuellement à 1.912 personnes.

Pour les autres statistiques, j'ai répondu à une
question écrite n° 453 du 23 novembre 2004 de
M. Borginon. Si vous posez la question par écrit,
j'essaierai de renouveler les informations datant de
2004.

Ik ben niet gekant tegen de idee om te werken met
mandaten van beperkte duur, die na een evaluatie
verlengd kunnen worden. Een dergelijke inperking
van de functie van plaatsvervangend magistraat
vooronderstelt evenwel een ingrijpende
wetswijziging en een en ander zal ook aan de
grondwet getoetst moeten worden.

Als de wet hervormd wordt, moet dat langs lijnen
van geleidelijkheid gebeuren; het is niet de
bedoeling knuppels in het hoenderhok te gooien en
de gerechtelijke achterstand onbedoeld nog te
vergroten.

De formatie van de plaatsvervangende rechters
omvat momenteel 1 912 personen.

Aangaande de overige statistieken heb ik al een
antwoord gegeven op de schriftelijke vraag nr. 453
van 23 november 2004 van de heer Borginon. Als u
mij die vraag schriftelijk stelt, zal ik trachten de
informatie van 2004 te actualiseren.

04.03 Olivier Maingain (MR) : J'entends que le

point est mis à l'étude. Je crois que le législateur
devra également s'en saisir. En ce qui me
concerne, je déposerai une proposition reprenant
l'idée que le magistrat suppléant ne soit plus appelé
à siéger au sein du ministère public.

Je prends également note du problème de
constitutionnalité à étudier.

Je propose une concertation entre les partis
politiques désireux de participer à une réforme de
l'institution.

04.03 Olivier Maingain (MR): Ik noteer dat die

kwestie wordt onderzocht. Ik ben van mening dat
ook de wetgever zich erover moet buigen. Zelf zal
ik in ieder geval een voorstel indienen dat ertoe
strekt plaatsvervangende magistraten niet langer
namens het openbaar ministerie zitting te laten
nemen.

Ik neem tevens nota van het probleem inzake de
grondwettelijkheid dat dient te worden bekeken.

Ik stel voor dat overleg wordt georganiseerd tussen
de politieke partijen die aan een hervorming van de
instelling wensen deel te hebben.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

05 Question de M. Bart Laeremans à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur "le
manque de capacité d'accueil dans les
établissements destinés à l'accueil des jeunes
délinquants" (n° 11695)

05 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het gebrek aan capaciteit in de
jeugdinstellingen" (nr. 11695)

05.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Les

établissements fermés pour la jeunesse sont
confrontés à un problème aigu de manque de
place. Dans certains cas comme récemment
encore à Saint-Nicolas et à Bruxelles - la police ne
procède pas à l'arrestation de jeunes criminels tant
qu'il n'y a pas de place à Everberg.

La ministre pourrait-elle fournir des
éclaircissements au sujet du manque de place

05.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De

gesloten jeugdinstellingen kampen met een nijpend
plaatsgebrek. In bepaalde gevallen zoals onlangs
nog in Sint-Niklaas en in Brussel wacht de politie
zelfs met het aanhouden van criminele jongeren tot
er plaats is in de jeugdgevangenis van Everberg.

Kan de minister uitleg geven over het plaatsgebrek
in de jeugdinstellingen? Mogen gevaarlijke

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

16/05/2006

CRABV 51

COM 963

dans les établissements pour la jeunesse ? Estime-
t-elle opportun de remettre en liberté des jeunes qui
présentent un danger pour la société ? De combien
de places d'accueil dispose actuellement chaque
Communauté

? Quand les extensions

programmées seront-elles réalisées

? Une

extension sera-t-elle aussi prévue en Communauté
française ? Comment les problèmes de capacité
seront-ils résolus à court terme

? Certains

paramètres font-ils obstacle à la détention à
Everberg de jeunes gens qui ont seize ans révolus
et qui ont commis toute une série de vols ?

jongeren zomaar opnieuw de straat worden
opgestuurd? Hoeveel opvangplaatsen zijn er
momenteel per Gemeenschap? Wanneer zullen de
geplande uitbreidingen gerealiseerd zijn? Komt er
ook een uitbreiding bij de Franse Gemeenschap?
Hoe zullen de capaciteitsproblemen op korte
termijn worden opgelost? Zijn er factoren die
verhinderen dat jongeren die ouder zijn dan zestien
en die een hele reeks diefstallen hebben gepleegd,
worden opgesloten in Everberg?

05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : L'exécution des mesures de
placement pour les jeunes délinquants est une
compétence des Communautés. Et en ce qui
concerne les difficultés qui se posent dans les
établissements flamands, je vous renvoie à la
ministre Vervotte.

Il y a un important manque de place et il arrive de
plus en plus souvent que toutes les places
disponibles à Everberg soient occupées. Je déplore
que certains délinquants juvéniles qui ont commis
des faits graves soient remis en liberté mais le
parquet n'a pas le choix. En outre, la pratique qui
consiste à arrêter des jeunes puis à les remettre en
liberté produit des effets pervers et ternit l'image de
marque de la police.

Les jeunes âgés d'au moins quatorze ans peuvent
être placés à Everberg s'il n'y a pas de place dans
une institution communautaire, s'il y a des indices
suffisants de culpabilité et s'ils représentent un
danger pour la sécurité publique. Comment est
déterminée la gravité du délit commis ? Si une
mesure de protection de la jeunesse a été prise, le
jeune doit avoir commis un délit passible d'une
peine d'emprisonnement principale correctionnelle
d'au moins un an s'il était commis par un adulte.
Sans mesure de protection de la jeunesse, il doit
s'agir d'un délit passible d'une peine de prison de
cinq ans minimum s'il était commis par un adulte.

05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

De uitvoering van plaatsingsmaatregelen voor
delinquente jongeren is een
gemeenschapsbevoegdheid. Voor de problemen in
Vlaamse instellingen verwijs ik naar minister
Vervotte.

Het plaatsgebrek is groot, steeds vaker zijn alle
plaatsen in de instelling in Everberg bezet. Ik
betreur het dat sommige zware jonge criminelen
naar huis worden gestuurd, maar het parket kan
niet anders. De jongeren eerst oppakken om ze
dan weer te moeten vrijlaten, werkt bovendien
contraproductief en schaadt het imago van de
politie.

Jongens van minstens veertien jaar oud kunnen in
Everberg worden geplaatst als er geen plaats in
een gemeenschapsinstelling, als er voldoende
aanwijzingen van schuld zijn en als er gevaren voor
de openbare veiligheid zijn. Hoe wordt de ernst van
de misdaad bepaald? Als er een
jeugdbeschermingsmaatregel is, moet de jongere
een misdaad hebben begaan waarvoor een
volwassene een correctionele
hoofdgevangenisstraf van minstens een jaar zou
krijgen. Zonder jeugdbeschermingsmaatregel moet
het om een misdaad gaan waarvoor een
volwassene minstens vijf jaar gevangenisstraf zou
krijgen.

05.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Je

trouve étrange que la ministre ne se réfère qu'au
ministre de la Communauté flamande, alors que le
problème se pose tout autant du côté francophone.
C'est à la ministre qu'il revient de rappeler la
Communauté française à l'ordre.

L'institution fédérale d'Everberg est trop petite pour
répondre aux besoins de l'ensemble du pays. Nous
proposons dès lors la construction d'un nouvel
établissement en Wallonie, de sorte que l'institution

05.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik vind

het vreemd dat de minister enkel verwijst naar de
Vlaamse gemeenschapsminister, terwijl het
probleem zich net zo goed voordoet aan
Franstalige kant. Het is aan de minister om de
Franse Gemeenschap op haar
verantwoordelijkheid te wijzen.

De federale instelling van Everberg is te klein voor
het hele land. Daarom stellen wij voor om een
nieuwe instelling te bouwen in Wallonië, zodat
Everberg een eentalige Vlaamse instelling kan

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 963

16/05/2006

d'Everberg puisse devenir unilingue flamande.
Nous ne voulons pas attendre jusqu'en 2009
l'ouverture d'une deuxième prison pour jeunes.

worden. Wij willen niet tot 2009 wachten op een
tweede jeugdgevangenis.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

06 Question de M. Olivier Maingain à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur "la
réorganisation du parquet de
Bruxelles" (n° 11699)

06 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de reorganisatie van het Brussels
parket" (nr. 11699)

06.01 Olivier Maingain (MR) : Fin avril, en réponse

à ma question sur la fusion par le parquet de
Bruxelles de la zone

III qui recouvre Jette,

Koekelberg, Berchem, Ganshoren et Molenbeek et
de la zone V qui recouvre Schaerbeek, Saint-Josse
et Evere, vous avez déclaré que les bourgmestres
desdites zones vous avaient informée de cette
réorganisation et qu'ils craignaient une fragilisation
des intervenants des zones difficiles qui nécessitent
un travail de proximité et de prévention. Vous avez
fait part de votre intention de demander un rapport
sur le sujet au procureur général (voir Compte
rendu analytique n° 205 du 27 avril 2006, p. 8-10).

Selon mes informations, la nouvelle zone compte
un magistrat effectif de moins qu'avant la fusion.
Pourquoi cette suppression de poste à l'heure où le
manque d'effectifs est criant ?

Il semble que la plupart des magistrats des zones
III et V ont été envoyés dans d'autres services. Or,
le travail de proximité des zones III et V était
apprécié par les bourgmestres des communes
concernées. Un dialogue hebdomadaire avait lieu
entre les instances concernées du parquet, les
administrations communales et la police des deux
zones. Pourquoi ces magistrats ont-ils été
déplacés ?

À la suite de la fusion et vu l'accroissement du
travail, une magistrate a été déchargée de sa
mission de magistrate de référence en ce qui
concerne les dessaisissements en matière de
jeunesse. Aujourd'hui, personne, à ma
connaissance, ne se charge de ces dossiers.
Comment expliquer ce recul ?
La fusion n'a pas été réalisée en concertation avec
les magistrats et a provoqué une certaine
démotivation parmi eux. Leurs dossiers ont été mis
en commun et redistribués, ce qui est de nature à
augmenter encore la charge de travail. Comment
expliquer une telle situation ?
Avez-vous reçu du parquet général des explications
et des informations à ce propos ? Quels ont été les

06.01 Olivier Maingain (MR): Eind april heb ik u

een vraag gesteld over de fusie door het Brusselse
parket van zone III, die uit Jette, Koekelberg, Sint-
Agatha-Berchem, Ganshoren en Molenbeek
bestaat, en de zone V, die uit Schaarbeek, Sint-
Joost-ten-Node en Evere bestaat. U antwoordde
me toen dat de burgemeesters van die zone u over
de reorganisatie van het parket hadden ingelicht en
dat ze vrezen dat die hervorming het werk van de
hulpverleners zou bemoeilijken in de
probleemzones, waar aan buurtwerk en preventie
wordt gedaan. U kondigde nog aan dat u in dat
verband een verslag zou vragen aan de procureur-
generaal (zie Beknopt Verslag nr. 205 van 27 april
2006, blz. 8-10).

Volgens de informatie waarover ik beschik, beschikt
de nieuwe zone over één magistraat minder dan
voor de fusie. Waarom werd een betrekking
geschrapt, terwijl er een nijpend personeelstekort
heerst?
De meeste magistraten van de zones III en V
zouden naar andere diensten zijn overgeplaatst. De
burgemeesters van de betrokken gemeenten
stelden de buurtwerking in de zones III en V echter
op prijs. Wekelijks vond overleg plaats tussen de
betrokken instanties van het parket, de
gemeentelijke overheid en de politie van beide
zones. Waarom werden die magistraten verplaatst?

Als gevolg van de fusie en om het bijkomend werk
op te vangen, werd een magistrate van haar
opdracht als referentiemagistraat voor de
uithandengeving van jongeren ontheven. Bij mijn
weten houdt niemand zich vandaag nog met die
dossiers bezig. Hoe valt die achteruitgang te
verklaren?
De fusie kwam niet in overleg met de magistraten
tot stand en werkt demotiverend. Hun dossiers
werden verzameld en verdeeld, wat de werkdruk
nog doet toenemen. Hoe verklaart u dat?

Kreeg u van het parket-generaal enige uitleg en
informatie in dat verband? Op grond van welke

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

16/05/2006

CRABV 51

COM 963

critères retenus par M. le procureur du Roi de
Bruxelles pour fusionner ces deux zones ?

criteria besliste de heer procureur des Konings te
Brussel die twee zones samen te voegen?

06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :

La réorganisation du parquet de Bruxelles a été
élaborée en 2001 pour permettre des contacts
personnalisés avec les services de police et une
meilleure approche de la criminalité locale, qui n'est
pas la même d'une zone à l'autre. Les sept cellules
créées ont donné de bons résultats.

Je me suis bien sûr interrogée sur les raisons qui
ont motivé le procureur du Roi à changer
l'organisation interne et à envisager la fusion de
deux cellules, d'autant plus que les zones en
question concernent des communes confrontées à
des difficultés particulières et qui ne ménagent pas
leur peine en matière de prévention de la
délinquance. Je me suis également étonnée que
cette décision ait été prise sans consulter les
autorités locales. J'ai donc demandé au procureur
général de Bruxelles de me donner des explications
à ce propos.

Le procureur général m'a informée que le procureur
du Roi de Bruxelles avait décidé de fusionner les
cellules zonales III et V, car elles présentent le
pourcentage le plus faible de dossiers introduits.
Selon le procureur, cette décision du parquet a été
approuvée par le procureur général qui s'est
appuyé sur deux éléments : la mission d'appui
confiée par le ministre de la Justice précédent et
l'article 146ter du Code judiciaire.

06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De

reorganisatie van het parket te Brussel werd in
2001 uitgewerkt teneinde persoonlijke contacten
met de politiediensten en een betere aanpak van
de plaatselijke criminaliteit, die verschilt naargelang
van de zones, mogelijk te maken. De zeven cellen
die werden opgericht hebben goede resultaten
geboekt.
Ik heb mij uiteraard afgevraagd waarom de
procureur des Konings de interne organisatie heeft
gewijzigd en de fusie van twee cellen heeft
overwogen, temeer daar de desbetreffende zones
gemeenten omvatten die met bijzondere
moeilijkheden kampen en grote inspanningen op
het gebied van de criminaliteitspreventie leveren.
Het verbaast mij eveneens dat die beslissing werd
genomen zonder de plaatselijke autoriteiten te
raadplegen. Ik heb de procureur-generaal van
Brussel dan ook gevraagd mij daarover meer uitleg
te geven.

De procureur-generaal heeft mij meegedeeld dat de
procureur des Konings beslist heeft de zonale
cellen III en V te fuseren omdat het aantal
ingediende dossiers er het laagst was. Volgens de
procureur stond de procureur-generaal achter die
beslissing van het parket en baseerde hij zich
daarbij op twee elementen: de door de vorige
minister van Justitie toevertrouwde
ondersteuningsopdracht en artikel 146ter van het
Gerechtelijk Wetboek.

Enfin, le procureur général souligne que cette
décision avait reçu l'accord du premier avocat
général de son parquet général et du magistrat de
référence, qui assure l'appui de la zone III.

J'ai reçu ce matin les chiffres à la base de cette
décision. Le principe de la séparation des pouvoirs
m'empêche d'interférer dans l'organisation interne
des parquets, mais cette réorganisation pourrait
avoir des effets néfastes en termes de politique
criminelle, politique que je suis amenée à définir
avec le Collège des procureurs généraux et qui
relève donc aussi de ma responsabilité. Une fois
que j'aurai examiné les statistiques, je reprendrai
contact avec les mandataires locaux et avec les
autorités judiciaires afin d'examiner si l'organisation
mise en place est optimale pour répondre au
phénomène criminel et pour mener un travail de
qualité en parfaite collaboration et concertation
avec les autorités communales et policières.

Ten slotte benadrukt de procureur-generaal dat
deze beslissing werd goedgekeurd door de eerste
advocaat-generaal van zijn parket-generaal en door
de referentiemagistraat die voor de ondersteuning
van zone III instaat.

Vanmorgen heb ik de cijfers ontvangen waarop
deze beslissing is gestoeld. Door de scheiding der
machten kan ik me niet mengen in de interne
organisatie van de parketten. Toch kan deze
reorganisatie nadelige gevolgen hebben voor het
strafbeleid, dat ik in samenspraak met het College
van procureurs-generaal dien uit te stippelen en dat
dus ook tot mijn bevoegdheden behoort. Van zodra
ik de statistieken heb bestudeerd, zal ik opnieuw
contact opnemen met de plaatselijke
mandatarissen en de gerechtelijke overheden. Dan
kunnen we nagaan of de huidige organisatie
geschikt is om de criminaliteit het hoofd te bieden
en om kwalitatief werk te leveren in overleg en
samenwerking met de gemeentebesturen en de
politiediensten.

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 963

16/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

06.03 Olivier Maingain (MR) : Je crois que nous

avons des vues parallèles au sujet de cette
décision qui paraît assez abrupte. Je vous
interrogerai à nouveau sur la base des statistiques
et je poursuivrai avec vous les investigations au
sujet de cette disposition qui déconcerte jusqu'aux
magistrats du parquet.

06.03 Olivier Maingain (MR): We delen min of

meer dezelfde mening over die beslissing die toch
enigszins als een verrassing komt. Ik zal u op grond
van de statistische gegevens opnieuw ondervragen
en samen met u zal ik die maatregel die zelfs de
parketmagistraten niet onberoerd laat, verder
onderzoeken.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

07 Question de M. Bart Laeremans à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur
"l'attitude du parquet de Bruxelles face aux
jeunes délinquants illégaux" (n° 11700)

07 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de wijze waarop het Brussels parket omgaat
met illegale jeugddelinquenten" (nr. 11700)

07.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Au cours

des dernières semaines, il est apparu clairement
que le parquet bruxellois relâche rapidement les
jeunes délinquants, même s'ils sont en séjour
illégal dans notre pays. La ministre pourrait-elle
fournir un mot d'explication sur la politique de
classement sans suite menée par le parquet
bruxellois à l'égard des jeunes délinquants ? Est-il
exact qu'ils ne sont déférés devant le juge de la
jeunesse qu'après une série de faits

? Le

parquet réagit-il dans chaque cas, par la voie d'une
médiation, d'une notification aux parents ou par un
autre moyen ?

Dans quelle mesure les données concernant
l'identité et l'adresse sont-elles contrôlées ? En cas
de doute concernant ces données, relève-t-on les
empreintes digitales ? L'Office des étrangers (ODE)
est-il systématiquement consulté dans le cas d'un
séjour illégal

? Le parquet a-t-il modifié son

approche à la suite des événements du mois
dernier ?

07.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang):

Afgelopen weken is het duidelijk geworden dat het
Brusselse parket jeugdige delinquenten snel weer
vrijlaat, zelfs al verblijven ze illegaal in het land.
Kan de minister uitleg geven bij het sepotbeleid van
het Brusselse parket ten aanzien van jeugdige
delinquenten? Klopt het dat ze pas na een reeks
feiten voor de jeugdrechter worden gebracht? Volgt
er in elk geval een reactie van het parket:
bemiddeling, kennisgeving aan de ouders of
andere?

In welke mate worden de identiteits- en
adresgegevens gecontroleerd? Worden er bij twijfel
over die gegevens vingerafdrukken genomen?
Wordt de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)
systematisch ingeschakeld in geval van illegaal
verblijf? Heeft het parket ten gevolge van de
gebeurtenissen van de afgelopen maand zijn koers
gewijzigd?

07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en néerlandais)

: Que le tribunal de la jeunesse soit saisi ou non, ne
dépend pas du nombre de faits mais de leur nature
et de la personnalité du mineur.

L'identité et le lieu de résidence des mineurs
soupçonnés d'avoir commis un délit sont contrôlés
systématiquement. Si on ne dispose pas de ces
données, des empreintes digitales sont prises. Les
parents sont informés dans la mesure du possible.
L'établissement du séjour illégal est
systématiquement transmis à l'Office des
étrangers.
Le parquet de Bruxelles a toujours mené une
politique cohérente et adéquate à cet égard, de
sorte que des adaptations ne sont pas nécessaires.

07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

Of de jeugdrechtbank al dan niet geadieerd wordt,
hangt niet af van het aantal feiten, maar van de
aard van de feiten en de persoonlijkheid van de
minderjarige.

De identiteit en de verblijfplaats van minderjarigen
die van een misdrijf verdacht worden, worden
systematisch gecontroleerd. Als die gegevens niet
vaststaan, worden vingerafdrukken genomen.
Indien mogelijk worden de ouders op de hoogte
gebracht. De vaststelling van illegaal verblijf wordt
systematisch meegedeeld aan de DVZ.
Het Brusselse parket heeft ter zake steeds een
consequent en adequaat beleid gevoerd, zodat
aanpassingen niet nodig zijn.

07.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Nous

continuerons à suivre ce dossier de près. Le

07.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): We

zullen dit verder opvolgen. In het verleden heeft het

Document Outline