CRABV 51 COM 946
CRABV 51 COM 946
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi woensdag
03-05-2006 03-05-2006
Matin Voormiddag

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le contenu du
plan d'urgence en cas d'accident nucléaire"
(n° 11404)
1
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de inhoud van het nucleair
rampenplan" (nr. 11404)
1
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Willy Cortois au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
campagnes de prévention contre la drogue dans
les écoles" (n° 11389)
2
Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de drugspreventiecampagnes in de
scholen" (nr. 11389)
2
Orateurs: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'accident survenu dans
l'entreprise nucléaire Sterigenics à Fleurus, le
11 mars 2006" (n° 11418)
4
- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het ongeval van 11 maart 2006 in het nucleair
bedrijf Sterigenics in Fleurus" (nr. 11418)
4
- M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'accident survenu dans
l'entreprise nucléaire Sterigenics à Fleurus en
1999 et le suivi du personnel en matière de santé"
(n° 11419)
4
- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het ongeval dat zich in 1999 voordeed in het
nucleair bedrijf Sterigenics in Fleurus en het
toezicht op de gezondheidstoestand van het
personeel" (nr. 11419)
4
- M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'application de l'arrêté
royal du 20 juillet 2001 en ce qui concerne les
dosimètres, les services de dosimétrie et les
signaux d'avertissement" (n° 11443)
4
- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de toepassing van het koninklijk besluit van
20 juli 2001 voor wat betreft de dosimeters, de
dosimetrische diensten en de
waarschuwingssignalen" (nr. 11443)
4
Orateurs: Jean-Marc Nollet, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jean-Marc Nollet, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
8
Samengevoegde vragen van
8
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le suivi
médical des familles avec enfants détenus dans
les centres fermés" (n° 11364)
8
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
medische opvolging van de families met kinderen
die worden vastgehouden in de gesloten centra"
(nr. 11364)
8
- M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les effets
psychologiques sur les enfants de la détention en
centre fermé" (n° 11481)
8
- de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "het
psychologisch effect dat de opsluiting in een
gesloten centrum op kinderen heeft" (nr. 11481)
8
Orateurs: Benoît Drèze, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Benoît Drèze, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Benoît Drèze au vice-premier
10
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-
10
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
ii
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
négociations entre l'Office des étrangers et les
sans papiers" (n° 11480)
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de onderhandelingen tussen de
dienst Vreemdelingenzaken en mensen zonder
papieren" (nr. 11480)
Orateurs: Benoît Drèze, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Benoît Drèze, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur et à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
rapport secret des Comités P et R relatif à l'affaire
Erdal" (n° 11465)
12
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken en aan de vice-eerste minister en minister
van Justitie over "het geheime rapport van de
Comités P en I over de zaak-Erdal" (nr. 11465)
12
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Question de Mme Hilde Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le rituel
propre à la conviction philosophique qui préside à
la cérémonie d'adieu" (n° 11350)
13
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het ritueel van de levensbeschouwing
volgens dewelke de afscheidsplechtigheid moet
verlopen" (nr. 11350)
13
Orateurs: Hilde Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Hilde Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Jean-Marc Delizée au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'utilisation de l'emblème de la police intégrée à
des fins partisanes par un groupuscule d'extrême-
droite" (n° 11456)
14
Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het gebruik van het embleem van de
geïntegreerde politie voor partijpolitieke
doeleinden door een extreem-rechtse
splintergroep" (nr. 11456)
14
Orateurs:
Jean-Marc Delizée, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jean-Marc Delizée, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jean-Marc Nollet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
engagements non respectés vis-à-vis des
occupants de la Basilique St-Christophe à
Charleroi" (n° 11457)
15
Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het niet nakomen van de beloften ten
opzichte van de bezetters van de Basilique St-
Christophe in Charleroi" (nr. 11457)
15
Orateurs: Jean-Marc Nollet, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jean-Marc Nollet, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'interception
des étrangers" (n° 11486)
16
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de onderschepping van vreemdelingen"
(nr. 11486)
16
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le nombre de
régularisations basées sur l'article 9, alinéa 3"
(n° 11487)
17
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het aantal regularisaties op basis van artikel 9,
3e lid" (nr. 11487)
17
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
1

COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
03
MAI
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
03
MEI
2006
Voormiddag
______



La réunion publique est ouverte à 10 h 19 par
M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 10.19 uur door
de heer André Frédéric, voorzitter.
01 Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le contenu
du plan d'urgence en cas d'accident nucléaire"
(n° 11404)
01 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de inhoud van het nucleair
rampenplan" (nr. 11404)
01.01 Joseph Arens (cdH) : Vingt ans après la
catastrophe de Tchernobyl, des interrogations
subsistent quant aux conséquences de cet accident
en Belgique, où la radioactivité moyenne mesurée
par l'Institut royal météorologique a bondi au début
du mois de mai 1986. Même si ce fait n'est pas
scientifiquement établi, les retombées de
Tchernobyl pourraient avoir un lien avec
l'augmentation des cancers de la thyroïde chez les
adolescents dans les années
nonante. Il est
étonnant qu'en Belgique et en Europe, un « suivi »
médical à long terme des enfants n'ait pas été
envisagé. Aujourd'hui, il est primordial de tirer les
leçons médicales du drame de 1986 et de prendre
en considération le risque accru de cancer de la
thyroïde chez l'enfant en cas de contamination
radioactive.


En cas d'accident nucléaire, existe-t-il un accord
qui oblige les États concernés à échanger leurs
informations
? Quel est le contenu du plan
d'urgence belge ?
01.01 Joseph Arens (cdH): Twintig jaar na datum
zijn de gevolgen van de kernramp in Tsjernobyl nog
steeds onduidelijk. Feit is dat de gemiddelde
radioactiviteit die in ons land door het Koninklijk
Meteorologisch Instituut wordt gemeten, begin mei
1986 spectaculair is gestegen. Al is het niet
wetenschappelijk bewezen, toch zou er een
verband kunnen bestaan tussen de fall-out van
Tsjernobyl en de toename van het aantal
schildklierkankers bij jongeren in de jaren negentig.
Het is onbegrijpelijk dat in België en evenmin in
Europa niet aan een medische follow up van de
kinderen op lange termijn is gedacht. Vandaag is
het van fundamenteel belang dat we op medisch
vlak lering trekken uit de ramp van 1986 en dat we
ermee rekening houden dat kinderen bij een
radioactieve besmetting een groter risico op
schildklierkanker lopen.

Bestaat er een akkoord dat de betrokken landen er
bij een kernramp toe verplicht informatie uit te
wisselen? Wat is de inhoud van het Belgische
noodplan?
01.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Le
plan d'urgence nucléaire et radiologique est défini
par arrêté royal. En tant que membre de l'Union
européenne, la Belgique doit également respecter
les modalités communautaires décidées par le
Conseil Euratom en vue de l'échange rapide
01.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Het
nucleair en radiologisch noodplan werd vastgelegd
bij koninklijk besluit. Als lid van de Europese Unie
dient België ook de communautaire bepalingen na
te leven die door de Euratomraad werden
uitgevaardigd teneinde bij een noodsituatie met
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
2
d'informations dans le cas d'une situation d'urgence
radiologique et, en tant que membre de l'Agence
internationale de l'énergie nucléaire, elle doit
respecter la Convention sur la notification rapide
d'un accident nucléaire.
stralingsgevaar snel informatie uit te wisselen. Als
lid van het International Atomic Energy Agency
dient ons land bovendien het Verdrag inzake
vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval
toe te passen.
Le risque de cancer de la thyroïde chez les jeunes
enfants exposés à l'iode radioactif n'était pas établi
avant l'accident de Tchernobyl. Depuis, les
recommandations de l'Organisation mondiale de la
santé sont devenues beaucoup plus sévères et
notre plan d'urgence a été remanié. Actuellement,
la prise préventive d'iode stable en cas d'accident
nucléaire est prévue pour toute la population belge,
avec des niveaux d'intervention beaucoup moins
élevés.
Vóór het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl
was het nog niet duidelijk dat jonge kinderen die
aan radioactief jodium worden blootgesteld,
schildklierkanker kunnen krijgen. Sindsdien heeft
de Wereldgezondheidsorganisatie veel strengere
aanbevelingen opgesteld en werd ons rampenplan
aangepast. In zijn aangepaste versie bepaalt het
onder meer dat de ganse Belgische bevolking bij
een nucleair ongeluk preventief stabiele jodium
moet innemen en dat er veel sneller zal worden
ingegrepen.
S'il n'y a pas de seuil de dose de radiations
ionisantes en dessous duquel le risque de cancer
soit inexistant, les études partielles menées en
Belgique n'ont établi aucune augmentation
statistiquement détectable des cancers de la
thyroïde dans notre pays suite aux retombées de
Tchernobyl. L'augmentation perçue est
probablement liée aux progrès diagnostiques
réalisés.
Zelfs de kleinste hoeveelheid ioniserende straling
kan kanker veroorzaken, maar gedeeltelijke, in
België uitgevoerde studies tonen aan dat de
radioactieve neerslag van Tsjernobyl niet geleid
heeft tot een statistisch aantoonbare toename van
de gevallen van schildklierkanker in ons land. De
vastgestelde verhoging is waarschijnlijk toe te
schrijven aan betere diagnoses.
01.03 Joseph Arens (cdH) : Je suis heureux
d'apprendre que nous avons bien un plan
d'urgence en cas d'accident nucléaire et que
l'ensemble de la population pourrait le cas échéant
bénéficier d'un traitement préventif.
01.03 Joseph Arens (cdH): Het verheugt me dat
we wel degelijk over een nucleair rampenplan
beschikken en dat de bevolking in haar geheel bij
een kernramp een preventief middel kan innemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Willy Cortois au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
campagnes de prévention contre la drogue dans
les écoles" (n° 11389)
02 Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de drugspreventiecampagnes in de
scholen" (nr. 11389)
02.01 Willy Cortois (VLD) : Le « Universitair
Wetenschappelijk Instituut voor Drugsproblemen »
(Institut scientifique universitaire spécialisé dans les
problèmes de drogue) d'Anvers se pose de très
nombreuses questions sur les soirées d'information
que les services de la police locale organisent pour
mettre la population en garde contre les dangers
auxquels elle s'expose en consommant de la
drogue avant de prendre le volant ou pendant la
conduite d'un véhicule. Selon cet Institut, ces
campagnes de prévention ont moins pour effet
d'inciter les jeunes à ne pas consommer de
drogues que d'exciter leur curiosité. Ces
campagnes sont-elles prioritaires aux yeux du
corps de police étant donné que nombre de
communes disposent d'un service de prévention ou
02.01 Willy Cortois (VLD): Het Universitair
Wetenschappelijk Instituut voor Drugsproblemen in
Antwerpen plaatst heel wat vraagtekens bij de
voorlichtingsavonden die lokale politiediensten
inrichten over de gevaren van drugsgebruik.
Volgens dit instituut maken dergelijke
preventiecampagnes de jeugd eerder nieuwsgierig
dan dat ze ertoe aanzetten om niet met drugs te
beginnen. Zijn deze campagnes prioritair voor het
politiekorps, vermits veel gemeenten over een
preventiedienst beschikken of er organismen
aanwezig zijn die meer knowhow bezitten?
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
3
peuvent faire appel à des organismes plus
compétents ?

Personne n'a de vue sur l'impact des nombreuses
heures de travail policier qui y sont investies.
Quelle est la position du ministre à ce propos ?
Quelle politique compte-t-il mettre en oeuvre dans
le futur ?
Niemand heeft zicht op het effect van de vele uren
politiewerk die hierin worden geïnvesteerd. Wat
denkt de minister hierover? Welk beleid wil hij in de
toekomst?
02.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Les programmes de prévention en matière de
drogue conçus dans la plupart des zones de police
sont réalisés en collaboration avec les institutions
spécialisées comme la Vereniging voor Alcohol- en
andere Drugproblemen.
Quand ces programmes se
trouvent être une priorité du plan de sécurité de la
zone, ils font la plupart du temps partie du
mégaprojet de développement durable. Les
fonctionnaires de police qui y participent suivent
préalablement une formation spécifique et un cours
pédagogique. Le fonctionnaire de police fait
fonction d'animateur de terrain. Le contenu du
programme relève d'une responsabilité conjointe.
Le rôle des fonctionnaires de police s'inscrit
parfaitement dans le cadre de la community
policing
.

La lutte contre la criminalité liée à la toxicomanie
représente une des priorités du plan de sécurité
national. La police fédérale ne s'occupe pas des
campagnes de prévention mais bien de la formation
pratique.
02.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De
drugspreventieprogramma's die men in de meeste
politiezones ontwerpt, verlopen in samenwerking
met gespecialiseerde instellingen zoals de
Vereniging voor Alcohol- en andere
Drugproblemen. Wanneer deze programma's een
prioriteit zijn van het zonaal veiligheidsplan, maken
ze meestal deel uit van het megaproject voor
duurzame ontwikkeling. De deelnemende
politieambtenaren volgden vooraf een specifieke
opleiding en een pedagogische cursus. De
politieambtenaar fungeert meestal als
terreinanimator. De programma-inhoud is een
gezamenlijke verantwoordelijkheid. De rol van de
lokale politieambtenaren past uitstekend binnen de
community policing.


De bestrijding van drugscriminaliteit behoort tot de
prioriteiten van het nationaal veiligheidsplan. De
federale politie laat zich niet in met
preventiecampagnes, maar zorgt voor praktische
opleiding.
Je ne connais pas l'étude mentionnée. La politique
en matière de drogue est une compétence du
ministre de la Santé publique.
Ik ken de vermelde studie niet. Drugsbeleid is een
bevoegdheid van Volksgezondheid.
02.03 Willy Cortois (VLD)
: Les policiers
concernés suivent une formation organisée par la
police fédérale. Mais le personnel des corps de la
police locale n'est pas ravi d'être confronté à des
questions d'ordre technique ou médical. Dès lors,
on peut se demander s'il s'agit-là d'une mission de
police. Cela dit, on ne peut que se réjouir de voir un
service de prévention ou un service spécialisé se
charger d'une mission d'information de la
population. Mais la prévention en matière de
drogue ne doit pas être une tâche prioritaire de la
police, ce qui ne veut pas dire que la police ne peut
pas y être indirectement associée.
02.03 Willy Cortois (VLD): De betrokken
politiemensen volgen een opleiding die de federale
politie organiseert. In de lokale korpsen is men er
niet gelukkig mee dat men wordt geconfronteerd
met technische of medische vragen. Het is dan ook
de vraag of dit een politietaak is. Het is goed dat
een preventiedienst of een gespecialiseerde dienst
aan voorlichting doet. Drugpreventie moet geen
prioritaire taak van de politie zijn. De politie kan er
zijdelings wel bij betrokken worden.
02.04 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Dans le cadre du plan national de sécurité, la
criminalité liée à la drogue est, à juste titre, définie
comme une priorité. Les responsables des zones
de police qui souhaiteraient suivre des formations
pratiques dans le domaine de la lutte antidrogue
02.04 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De
drugscriminaliteit is terecht een prioriteit in het
nationale veiligheidsplan. Voor politiezones die
praktische opleidingen willen volgen inzake
drugsbestrijding, bestaat er een aanbod bij de
federale politie. Aan het drugsprobleem zijn andere
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
4
peuvent s'adresser à la police fédérale, qui propose
ce type de formations. Le problème de la drogue
revêt d'autres aspects touchant à la prévention qui
sont aussi de la compétence du ministre de la
Santé publique. Je n'attends pas des policiers qu'ils
deviennent des spécialistes en tout. C'est bien pour
cette raison qu'une collaboration avec des
organismes spécialisés a été mise en place.
aspecten verbonden inzake preventie, die ook te
maken hebben met de bevoegdheid van de
minister van Volksgezondheid. Ik verwacht niet dat
politiemensen allround specialisten worden.
Vandaar dat er samenwerking bestaat met
gespecialiseerde instellingen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Questions jointes de
- M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'accident survenu
dans l'entreprise nucléaire Sterigenics à Fleurus,
le 11 mars 2006" (n° 11418)
- M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'accident survenu
dans l'entreprise nucléaire Sterigenics à Fleurus
en 1999 et le suivi du personnel en matière de
santé" (n° 11419)
- M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'application de l'arrêté
royal du 20 juillet 2001 en ce qui concerne les
dosimètres, les services de dosimétrie et les
signaux d'avertissement" (n° 11443)
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het ongeval van 11 maart 2006 in het
nucleair bedrijf Sterigenics in Fleurus"
(nr. 11418)
- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het ongeval dat zich in 1999 voordeed in
het nucleair bedrijf Sterigenics in Fleurus en het
toezicht op de gezondheidstoestand van het
personeel" (nr. 11419)
- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de toepassing van het koninklijk besluit
van 20 juli 2001 voor wat betreft de dosimeters,
de dosimetrische diensten en de
waarschuwingssignalen" (nr. 11443)
03.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO) : Mes questions
font suite au débat que nous avons eu, il y a quinze
jours, en commission. Mes premières questions
sont relatives à l'accident survenu dans l'entreprise
Sterigenics de Fleurus en 1999. Quel est le
« suivi » effectué auprès des anciens travailleurs de
l'entreprise en termes d'analyse de leur cause de
décès et de maladies dont ils souffrent ? Quelles
sont les origines de l'accident de 1999 ? Quelles
mesures de protection du personnel ont-elles été
prises à l'époque ? Pourquoi l'Institut national des
Radio-Éléments (IRE) a-t-il dénoncé le contrat de
sécurité qui le liait avec l'entreprise avant l'incident
de 1999 ? Quels sont tous les incidents répertoriés
sur l'échelle INES qui ont eu lieu dans les
entreprises nucléaires en Belgique ces vingt
dernières années ?


Mes questions suivantes ont trait à l'accident
survenu au sein de cette même entreprise le 11
mars 2006. L'entreprise dispose-t-elle de
dosimètres actifs ? L'ouvrier irradié était-il censé
devoir porter ce type de dosimètre ? Pourquoi cet
ouvrier travaillait-il seul alors que les normes
imposent d'être au moins deux ? Pour quelles
raisons l'entreprise a-t-elle changé de directeur, se
séparant ainsi de M. Dardenne ? Disposez-vous
03.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Mijn vragen
sluiten aan bij het debat dat we twee weken
geleden in de commissie hebben gehouden. Een
eerste reeks vragen heeft betrekking op het
ongeval dat zich in 1999 bij Sterigenics in Fleurus
voordeed. Op welke manier worden de vroegere
werknemers van het bedrijf gevolgd, wat betreft hun
doodsoorzaak en de ziekten waaraan ze lijden?
Waaraan was het ongeval van 1999 te wijten?
Welke maatregelen werden destijds genomen om
het personeel te beschermen? Waarom heeft het
Nationaal Instituut voor Radio-elementen (IRE) de
veiligheidsovereenkomst die het instituut vóór het
ongeval van 1999 met het bedrijf verbond,
opgezegd? Kan u een overzicht geven van alle
voorvallen die zich de voorbije twintig jaar in
Belgische nucleaire bedrijven voordeden en die op
de INES-schaal werden opgenomen?

Mijn volgende reeks vragen heeft betrekking op het
ongeval dat zich op 11 maart 2006 in hetzelfde
bedrijf voordeed. Beschikt het bedrijf over actieve
dosimeters? Had de bestraalde werknemers zo'n
dosimeter bij zich moeten hebben? Waarom werkte
die werknemer alleen, terwijl volgens de normen
men altijd minstens met twee moet zijn? Om welke
redenen veranderde het bedrijf van directeur en
zag het dus af van de diensten van de heer
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
5
désormais des conclusions définitives sur cet
accident ?
Dardenne? Beschikt u al over de definitieve
besluiten naar aanleiding van dit ongeval?
L'arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement
général de la protection de la population et des
travailleurs contre les dangers des rayonnements
ionisants prévoit que les divers types de dosimètres
doivent être préalablement agrées par l'Agence.
Quels sont les agréments délivrés pour chacun
d'eux ?


Concernant les services de dosimétrie, quels sont
les critères et les modalités d'agrément fixés par
l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) ?


Ce même arrêté royal prévoit que, dans certaines
conditions, des signaux d'avertissements doivent
être apposées aux portes d'accès de certains
locaux, lesquels, en cas de radiations très élevées,
doivent être doublés d'une signalisation acoustique
ou visuelle. Un tel signal acoustique ou visuel
devait-il être en vigueur à l'entrée de Gammir II
dans l'entreprise Sterigenics le 11 mars 2006 ? Si
oui, l'était-il ? Si non, pourquoi ?


Enfin, faut-il considérer la situation vécue le 11
mars chez Sterigenics comme une situation
soumise à exposition sous autorisation spéciale ou
à une exposition d'urgence au sens de l'article 30.6
du même arrêté ?
Krachtens het koninklijk besluit van 20 juli 2001
houdende algemeen reglement op de bescherming
van de bevolking, van de werknemers en het
leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende
stralingen moeten de verschillende types
persoonlijke dosimeters vooraf door het
Agentschap worden erkend. Welke erkenningen
werden voor die dosimeters afgegeven?

Wat de dosimetriediensten betreft, welke zijn de
door het Federaal Agentschap voor nucleaire
controle (FANC) vastgestelde erkenningscriteria en
-voorwaarden?

Datzelfde koninklijk besluit bepaalt dat in sommige
omstandigheden waarschuwingstekens moeten
worden geplaatst op de toegangsdeuren van
bepaalde lokalen en dat die tekens in geval van
zeer hoge stralingsintensiteit gepaard moeten gaan
met een geluids- en/of visuele signalisatie. Moest
zo'n geluids- en/of visueel signaal actief zijn aan de
ingang van Gammir II in het bedrijf Sterigenics op
11 maart 2006? Zo ja, was dat het geval? Zo neen,
waarom?

En tenslotte, moet de situatie die zich op 11 maart
bij Sterigenics voordeed, beschouwd worden als
een situatie onderworpen aan de bepalingen van
toepassing in geval van blootstelling mits speciale
toestemming of in geval van een radiologische
noodsituatie in de zin van artikel 30.6 van hetzelfde
besluit?
03.02 Patrick Dewael, ministre (en français) :
L'entreprise Sterigenics ne dispose pas de
dosimètre à lecture directe. Elle met cependant à
disposition des détecteurs de débit de doses dont
elle a rendu l'utilisation obligatoire. À partir d'un
seuil d'alarme programmé sur ces radiamètres, un
signal sonore est perceptible. L'opérateur doit alors
refermer les portes blindées de la cellule et avertir
différentes personnes, dont le conseiller en
prévention.

Vu les moyens de protection en vigueur dans les
installations de Sterigenics, le personnel n'avait pas
été considéré comme étant susceptible de recevoir
une dose hebdomadaire de microsievert supérieure
à 500, limite à partir de laquelle l'arrêté royal du 20
juillet 2001 impose le port d'un dosimètre à lecture
directe.

La réglementation pour laquelle l'Agence est
compétente n'impose pas d'être au moins deux.
03.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Het bedrijf
Sterigenics beschikt niet over dosimeters met
rechtstreekse aflezing. Het stelt wel
dosisdebietdetectoren ter beschikking en verplicht
het personeel deze te gebruiken. Zodra de op deze
radiameters geprogrammeerde drempel wordt
overschreden, weerklinkt een geluidssignaal. De
operator moet in dat geval de gepantserde deuren
van de cel sluiten en een aantal mensen, onder wie
de veiligheidsadviseur, verwittigen.

Gelet op de beschermingsmaatregelen bij
Sterigenics, werd ervan uitgegaan dat het
personeel nooit aan een wekelijkse dosis hoger
dan 500 microsievert zou worden blootgesteld. Bij
een hogere blootstelling moet overeenkomstig het
koninklijk besluit van 20 juli 2001 een dosismeter
met rechtstreekse aflezing worden gebruikt.

De regelgeving waarvoor het Agentschap bevoegd
is, schrijft niet voor dat minstens twee
personeelsleden aanwezig moeten zijn.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
6

L'entreprise Sterigenics s'est séparée de son
directeur général, M. Dardenne, le 1
er
mars 2006
pour des considérations de management propres à
l'entreprise pour lesquelles l'Agence n'est pas
compétente.

Het bedrijf Sterigenics heeft zijn directeur-generaal,
de heer Dardenne, op 1 maart 2006 laten gaan om
managementsredenen eigen aan het bedrijf,
waarvoor het Agentschap niet bevoegd is.

S'agissant des causes de l'accident, il s'agirait
d'une défaillance du système de commande
hydraulique. Ceci a amené la source radioactive
dans la cellule Gammir II à quitter sa position la
plus basse dans la piscine. Des tests ont prouvé
qu'une surpression suscitée par une obstruction
dans le circuit hydraulique pouvait engendrer un tel
phénomène.

Pour l'accident de 1999, je renvoie à l'information
donnée en réponse à votre question en commission
le 19 avril dernier (voir Compte rendu analytique
924, p. 19-25). Il n'y a pas eu de « suivi » en
matière de causes de décès ou de maladies,
notamment du cancer, des anciens travailleurs de
l'entreprise. L'incident de 1999 n'a pas eu de
conséquences mesurables en la matière.

Les deux incidents concernent le même irradiateur
Gammir-II. Le rayonnement est émis par des
sources de cobalt-60 contenues dans des cylindres
en acier, placés dans un porte-sources fixé à des
câbles. Lorsque l'irradiateur n'est pas en
fonctionnement, le porte-sources est au fond d'une
piscine de six mètres de profondeur. En
fonctionnement, le porte-sources est retiré de l'eau.



Le 26 octobre 1999, le porte-sources a été bloqué
lors de sa descente dans la piscine en raison d'un
échantillon de matériau composite. Cet incident n'a
pas la même origine que celui de 2006.


Le blocage du porte-sources a eu lieu le 26 octobre
et le déblocage a été terminé le 5 novembre 1999,
soit dix jours après. On a fait appel à la firme
anglaise fournissant les sources, qui a dépêché
deux techniciens et un agent de radio-protection.
Cette équipe a examiné le porte-sources bloqué, a
étudié les possibilités de le débloquer, a réalisé le
matériel d'intervention et a procédé à l'intervention
proprement dite.
Wat de oorzaken van het ongeval betreft, zou een
defect zijn opgetreden aan het hydraulisch
controlecommandosysteem. Daardoor heeft de
radioactieve bron in de bestralingscel Gammir II de
bodem van het waterbekken verlaten. Uit tests is
gebleken dat de overdruk die naar aanleiding van
een verstopping in het hydraulische circuit ontstaat,
zo een fenomeen kan uitlokken.

Wat het ongeval van 1999 betreft, verwijs ik naar
de informatie die ik in antwoord op de vraag die u
op 19 april jongstleden in commissie hebt gesteld,
heb verstrekt (zie Beknopt Verslag nr. 924, blz. 19-
25). Er gebeurde geen follow-up met betrekking tot
de doodsoorzaak of de oorzaak van ziektes, en met
name kanker, van de vroegere werknemers van het
bedrijf. Het ongeval van 1999 had in dat verband
geen meetbare gevolgen.

De twee ongevallen deden zich voor met dezelfde
bestralingseenheid Gammir II. De straling is
afkomstig van radioactieve bronnen van cobalt 60
die in stalen cylinders vervat zitten; die zitten op
hun beurt vast in een houder die aan kabels is
bevestigd. Wanneer de bestralingseenheid niet in
werking is, bevindt de houder zich op de bodem
van een waterbekken van zes meter diep. Wanneer
de bestralingseenheid werkt, wordt de houder uit
het water getrokken.

Op 26 oktober kon de houder niet naar de bodem
van het waterbekken terugzakken, door de
aanwezigheid van een stuk composietmateriaal.
Dat ongeval had dus niet dezelfde oorzaak als dat
van 2006.

De houder kwam op 26 oktober vast te zitten en
werd tien dagen later, op 5 november 1999,
losgemaakt. Er werd een beroep gedaan op de
Engelse firma die de bronnen levert, die twee
technici en een specialist op het vlak van
stralingsbescherming ter plaatse stuurde. Die
personen hebben het probleem onderzocht,
hebben nagegaan hoe de houder kon worden
losgemaakt, hebben gezorgd voor het
interventiemateriaal en hebben het probleem
opgelost.
Il n'y avait pas lieu de prendre des mesures
particulières pour le personnel et les bureaux n'ont
pas été évacués.
Het was niet nodig bijzondere maatregelen ten
opzichte van het personeel te nemen en de
kantoren moesten niet ontruimd worden.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
7

Le contrat de sécurité liant l'IRE avec Griffith
Mediris a été dénoncé par l'entreprise, qui a décidé
d'organiser elle-même son service de contrôle
physique.

Il y a une convention entre l'Agence et les
établissements de classe I pour le classement des
incidents sur l'échelle INES, mais pas pour les
installations d'autres classes. L'incident chez
Sterigenics ­ classe II ­ a quand même été classé
sur l'échelle INES vu sa gravité et son impact
possible sur d'autres installations semblables dans
le monde.

La liste des incidents répertoriés sur l'échelle INES
dans les établissements nucléaires en Belgique
depuis 1995 vous sera communiquée par écrit.

L'agrément d'un dosimètre est donné par marque
et type de dosimètre. Pour les dosimètres passifs
(les plus connus sont les dosimètres à film et
thermoluminescents), c'est la combinaison
détecteur-boîtier qui est agréée. Les agréments qui
se font dans le cadre de l'enregistrement obligatoire
des doses reçues par les travailleurs ont été
publiés au Moniteur belge.

L'exploitant doit aussi veiller à l'optimisation de la
radioprotection, par exemple par une dosimétrie
opérationnelle qui donne un feed-back immédiat
aux travailleurs. Ces dosimètres opérationnels ne
doivent pas être agréés si la dosimétrie légale est
agréée.

Het bedrijf heeft de overeenkomst tussen Griffith
Mediris en het IRE opgezegd en heeft besloten om
zijn dienst voor fysische controle zélf te
organiseren.

De overeenkomst tussen de inrichtingen van klasse
I en het Agentschap voorziet in een indeling van de
incidenten volgens de INES-schaal, terwijl bedrijven
van de andere klassen niet betrokken zijn bij deze
regeling. Gelet op de ernst van de toestand en de
mogelijke impact van het incident op andere
soortgelijke inrichtingen in de wereld werd het
ongeval bij Sterigenics ­ klasse II ­ wel degelijk
beoordeeld volgens de INES-schaal.
De lijst van incidenten die zich sinds 1995 in
Belgische nucleaire inrichtingen hebben
voorgedaan en volgens INES werden beoordeeld
wordt u later schriftelijk meegedeeld.
De erkenning van een dosimeter wordt verleend
per merk en per soort dosimeter. Bij passieve
dosimeters (de meest bekende zijn de
thermoluminescente dosimeter en de
filmdosimeter) wordt de combinatie detector-doos
erkend. De erkenningen in het kader van de
verplichte registratie van de doses waaraan
werknemers worden blootgesteld zijn in het
Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
De uitbater moet ook voor de optimalisering van de
stralingsbescherming zorgen, bijvoorbeeld door
een operationele dosimetrie met onmiddellijke feed-
back aan de werknemers. Die operationele
dosimeters hoeven niet officieel erkend te worden
als de legale dosimetrie erkend is.
La directive européenne 96/29 Euratom dispose
que chaque État membre valide la compétence des
services de dosimétrie agréés. Selon l'arrêté royal
du 20 juillet 2001, les critères et modalités
d'agrément sont fixés par l'Agence. Une étude sur
la situation dans les autres pays a aussi été menée,
qui a abouti à un projet d'arrêté, actuellement en
phase de consultation finale.


Vu les moyens et les règles en vigueur à
Sterigenics, la dose maximum susceptible d'être
délivrée aux individus ne dépasse pas un
millisievert par heure; dans l'entreprise la dose ne
dépasse habituellement ni 200mSv/heure ni 20
mSv/heure. L'entreprise n'a pas de sources
radioactives non scellées, et la mention « Danger
de contamination radioactive » ne s'applique pas.



L'intervention du 11 mars 2006 relevait du
fonctionnement normal de l'installation et
De Europese richtlijn 96/29 Euratom bepaalt dat
elke lidstaat de bevoegdheid van de erkende
dosimetrische diensten bekrachtigt. Volgens het
koninklijk besluit van 20 juli 2001 worden de
erkenningscriteria en ­modaliteiten door het
Agentschap vastgesteld. Daarnaast werd de
situatie in de andere landen bestudeerd, wat leidde
tot een ontwerp van besluit dat zich thans in de
laatste overlegfase bevindt.

Rekening houdend met de beschermingsmiddelen
en de veiligheidsregels van Sterigenics bedraagt de
maximumdosis waaraan personen in de omgeving
van de installaties kunnen worden blootgesteld niet
meer dan een millisievert per uur. In het bedrijf
overstijgt de dosis gewoonlijk noch 200 mSv/u noch
20 mSv/u. Het bedrijf bezit geen radioactieve
bronnen die niet zijn ingekapseld en de vermelding
"gevaar voor radioactieve besmetting" is niet van
toepassing.

De handeling die op 11 maart 2006 door de
werknemer werd verricht, had betrekking op de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
8
n'impliquait pas d'exposition professionnelle
supérieure aux limites fixées. Durant cette
opération, le travailleur a cependant été soumis à
une exposition accidentelle, telle que définie à
l'article 20, 1°, 7° de l'arrêté royal du 20 juillet 2001.
normale werking van de installatie en bracht geen
blootstelling aan hogere dosissen dan dewelke op
de werkplek zijn toegelaten met zich. Tijdens die
operatie werd de werknemer wel het slachtoffer van
een stralingsongeval, zoals bepaald bij artikel 20,
1°, 7° van het koninklijk besluit van 20 juli 2001.
03.03 Jean-Marc Nollet (ECOLO) : Si Sterigenics
ne dispose pas de dosimètres actifs, ma question
était de savoir si elle aurait dû en avoir.
03.03 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Als Sterigenics
niet over actieve dosismeters beschikt, dan wil ik
graag weten of het bedrijf ze in dit geval wel had
moeten hebben.
Je suis inquiet de constater qu'après l'incident de
1999, on n'a pas lancé d'étude épidémiologique ni
de «
suivi
» des causes de décès de ces
travailleurs.

Vous dites que le blocage a persisté dix jours,
durant lesquels aucune mesure de protection n'a
été prise. C'est étonnant, au regard des mesures
prises en 2006, et notamment de la fermeture de
Gammir II le temps de l'enquête. Il faut étudier les
mesures immédiates à prendre en cas d'incident
dans les entreprises nucléaires.



Le fait que Griffith Mediris soit passée à son propre
contrôle interne à la suite d'un accident n'est pas
non plus très rassurant.

Même si la liste des incidents "échelle INES" est
limitée aux lieux de type 1, celui de 1999 a été
répertorié en raison de sa gravité. A quel niveau de
l'échelle INES : 4, 3, 2 ou 1 ?


Aucun dosimètre actif n'est agréé actuellement.
J'irai consulter la liste au Moniteur belge.


Je vais relire l'article 20.1.7 pour examiner
comment la situation doit être gérée en cas
d'accident. Il faut renforcer la sécurité pour les
travailleurs dans ce cas.
Ik stel met bezorgdheid vast dat na het incident van
1999 er geen epidemiologische studie werd
uitgevoerd en ook geen "gevolg" werd gegeven aan
de doodsoorzaken van deze arbeiders.

U zegt dat de blokkering tien dagen heeft geduurd
en dat gedurende deze tien dagen geen enkele
beschermingsmaatregel werd genomen. Dit is toch
verwonderlijk in vergelijking met de maatregelen die
in 2006 werden genomen, onder andere de sluiting
van Gammir II tijdens het onderzoek. De
maatregelen die onmiddellijk moeten worden
genomen in geval van een incident in nucleaire
bedrijven dienen te worden bestudeerd.

Het feit dat Griffith Mediris nu zelf instaat voor de
interne controle ten gevolge van een ongeval is ook
niet erg geruststellend.

Ook al is de lijst met "INES-schaal" incidenten
beperkt tot de plaatsen van type 1, het incident van
1999 werd opgenomen in de lijst wegens de ernst
van het ongeval. Op welk niveau van de INES-
schaal: 4,3,2 of 1?

Geen enkele actieve dosismeter is op dit moment
officieel erkend. Ik zal de lijst raadplegen in het
Belgisch Staatsblad.

Ik zal er artikel 20.1.7 opnieuw op na kijken om na
te gaan hoe de situatie moet worden beheerd bij
een ongeval. In zo'n geval moet de veiligheid van
de arbeiders verhoogd worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Questions jointes de
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le suivi
médical des familles avec enfants détenus dans
les centres fermés" (n° 11364)
- M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les effets
psychologiques sur les enfants de la détention
en centre fermé" (n° 11481)
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
medische opvolging van de families met
kinderen die worden vastgehouden in de
gesloten centra" (nr. 11364)
- de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het psychologisch effect dat de opsluiting
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
9
in een gesloten centrum op kinderen heeft"
(nr. 11481)
04.01 Benoît Drèze (cdH) : L'ouverture récente
d'ailes pour familles avec enfants dans les centres
fermés s'accompagne de difficultés au niveau du
«
suivi
» médical. A Vottem, la doctoresse a
démissionné pour des raisons éthiques. Elle aurait
été remplacée par un médecin qui limite strictement
le nombre de ses visites, ce qui laisserait
notamment sans soins des enfants dont Z. H., qui
souffre des yeux, G. A., sujet à des crises
d'épilepsie, sa soeur I. A., sourde et muette, et A.
B., qui serait cardiaque.



Confirmez-vous ces informations ? Que comptez-
vous faire pour garantir l'accessibilité et la qualité
des soins de santé dans les centres fermés ? Y a-t-
il des situations de maltraitance en particulier dans
le cadre des tentatives d'expulsions ? Etes-vous
favorable à l'enfermement de familles avec
enfants ? Ne pourrait-on arriver au même résultat
par une assignation à résidence
ou un
hébergement en centre ouvert
? La première
famille arrivée à Vottem avait été arrêtée par les
forces de l'ordre. Elle n'était pas en fuite. Après un
mois de détention, elle a été libérée, le
rapatriement étant impossible pour raisons
administratives.
04.01 Benoît Drèze (cdH): Na de recente
ingebruikneming van afdelingen voor gezinnen met
kinderen in de gesloten centra doen zich heel wat
moeilijkheden voor op het stuk van de medische
begeleiding. In Vottem heeft de dokter om ethische
redenen ontslag genomen. Haar vervanger zou zijn
bezoeken tot het strikte minimum beperken.
Zodoende zouden met name een aantal kinderen
(Z.H. die een oogziekte heeft, G.A. die aan
epilepsieaanvallen lijdt, zijn doofstomme zuster I.A.
en A.B. die een hartlijder is) geen medische zorg
ontvangen.

Kan u die informatie bevestigen? Welke stappen
zal u ondernemen om ervoor te zorgen dat
iedereen in de gesloten centra toegang heeft tot
een kwaliteitsvolle gezondheidszorg? Hebben er
zich gevallen van mishandeling voorgedaan, in het
bijzonder bij pogingen tot uitzetting? Is u er
voorstander van dat gezinnen met kinderen worden
opgesloten? Kan men niet hetzelfde resultaat
bekomen door hun huisarrest op te leggen of ze in
een open centrum onder te brengen? Het eerste
gezin dat in Vottem werd opgenomen, werd door de
politie gearresteerd. Het was niet op de vlucht. Na
een maand opsluiting werd het vrijgelaten, omdat
het om administratieve redenen niet gerepatrieerd
kon worden.
04.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Il est
exact que la doctoresse de Vottem a démissionné
pour raisons personnelles. Elle a cependant
accepté de remplacer l'actuel médecin pendant ses
absences. Ce dernier effectue des prestations
horaires comme indépendant, ce qui limite le
nombre d'heures de présence mais ne nuit pas à la
qualité des soins.
Les personnes que vous évoquez ont reçu les
soins appropriés. G. A. et I. A., en l'absence de
contre-indications médicales, ont été transférés
vers le pays européen responsable de l'examen de
leur demande d'asile. L'éloignement de A. B. et de
sa famille a été suspendu en attendant la
transmission du rapport du cardiologue.
En ce qui concerne les situations de maltraitance,
l'Office des étrangers a relayé les constats faits par
le médecin à la Police fédérale.
04.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Het is juist
dat de vrouwelijke dokter van Vottem om
persoonlijke redenen haar ontslag heeft gegeven.
Zij is nochtans bereid om de huidige arts te
vervangen als deze afwezig is. Die laatste werkt als
zelfstandige, wat het aantal uren aanwezigheid
beperkt, maar geen gevolg heeft voor de kwaliteit
van de zorgverlening.
De mensen over wie u het heeft, werden goed
verzorgd. Aangezien er geen medische contra-
indicaties waren, werden G. A. en I. A. naar het
Europees land verantwoordelijk voor het onderzoek
van hun asielaanvraag overgebracht. De
verwijdering van A.B. en van zijn familie werd
opgeschort in afwachting van het verslag van de
cardioloog. Wat de gevallen van mishandeling
betreft, heeft de dienst Vreemdelingenzaken de
vaststellingen van de arts aan de federale politie
doorgegeven.
J'estime qu'il faut informer clairement les familles
qu'elles peuvent faire l'objet d'un maintien en
détention en vue d'un éloignement, comme tout
étranger qui contrevient à la loi. Le maintien des
familles dans un centre ouvert a été appliqué sans
succès : les familles ou un de leurs membres
Ik meen dat de gezinnen duidelijk moeten worden
geïnformeerd over het feit dat ze, zoals iedere
vreemdeling die de wet overtreedt, kunnen worden
opgesloten in afwachting van hun verwijdering. Het
onderbrengen van de gezinnen in open centra
kende geen succes: het volledige gezin of een van
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
10
disparaissaient le jour de l'éloignement.

Pour ce qui est des effets psychologiques d'un
séjour en centre fermé, M. Hayez et Mme Dal sont
connus pour s'opposer au maintien des mineurs en
détention. Cette position influence leur analyse. Ni
leur étude ni celle réalisée en 1999 par le centre de
santé mentale n'ont permis de démontrer que les
traumas observés chez certains mineurs étaient
liés à leur passage en centre fermé. Chaque enfant
bénéficie d'un encadrement médico-psycho-social.
Lorsque l'affection ne peut être traitée
convenablement au centre, il est fait appel à un
centre médical spécialisé.
de leden ervan verdween steevast op de dag
waarop ze zouden worden verwijderd.
Wat de psychologische gevolgen van een verblijf in
een gesloten centrum betreft, is algemeen geweten
dat de heer Hayez en mevrouw Dal tegen het
opsluiten van minderjarigen gekant zijn. Dat
standpunt beïnvloedt hun analyse. Noch uit hun
studie, noch uit de studie van het centrum voor
geestelijke gezondheidszorg in 1999, kan worden
afgeleid dat de trauma's die bij sommige
minderjarigen werden waargenomen het gevolg zijn
van hun verblijf in een gesloten centrum. Elk kind
kan rekenen op medische, psychologische en
sociale begeleiding. Wanneer een aandoening niet
naar behoren in het centrum kan worden
behandeld, wordt een beroep gedaan op een
gespecialiseerd medisch centrum.
04.03 Benoît Drèze (cdH) : Je vous renvoie au
site du CIRÉ pour les précisions relatives aux effets
psychologiques des centres fermés sur les enfants
et à la pétition signée par nombre de personnes
éminentes. Il est en tout cas certain que les centres
fermés n'aident pas à guérir les traumas dont
souffrent certains enfants.
04.03 Benoît Drèze (cdH): Ik verwijs naar de site
van het OCIV voor meer bijzonderheden in verband
met de psychologische gevolgen die een verblijf in
een gesloten centrum heeft voor kinderen en naar
de petitie die door tal van eminente personen werd
getekend. Vaststaat dat het verblijf in gesloten
centra de trauma's waaraan sommige kinderen
lijden, zeker niet verhelpt.
M. Demotte m'avait annoncé une enquête
médicale. Vous l'avez faite. Je reviendrai à vous si
besoin. Vous voulez informer les famille des
risques qu'elles courent. Mais il existe des
alternatives à l'enfermement. Le message que l'on
fait passer est que la Belgique n'est pas le pays où
il faut venir pour le moment.
Minister Demotte heeft me gezegd dat er een
medisch onderzoek zou komen. U heeft dat laten
uitvoeren. Zo nodig zal ik hierop terugkomen. U wil
de families wijzen op de gevaren die ze lopen.
Maar er zijn toch alternatieven voor de opsluiting.
Uw boodschap is duidelijk: blijf weg uit België!
04.04 Patrick Dewael, ministre (en français) :
Vous me faites un procès d'intention.
04.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Uw
beschuldigingen zijn ongegrond.
04.05 Benoît Drèze (cdH) : Dans les services
dépendant de votre autorité, des gens me le disent.
04.05 Benoît Drèze (cdH): Ik zeg enkel wat ik van
mensen uit uw diensten heb vernomen.
Le président : Monsieur Drèze, vous avez dépassé
votre temps de parole. Veuillez conclure.
De voorzitter: Mijnheer Drèze, uw spreektijd is om.
Gelieve te besluiten.
04.06 Benoît Drèze (cdH) : En matière de
libération intervenant quand les familles n'ont pas
les autorisations pour partir, vous tenez des propos
théoriques. Sur le terrain, la situation est fort
différente.
04.06 Benoît Drèze (cdH): Uw visie op de
vrijlating van gezinnen die geen toestemming
hebben om weg te gaan, staat ver van de
werkelijkheid. In de praktijk is de toestand totaal
anders.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Benoît Drèze au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
négociations entre l'Office des étrangers et les
sans papiers" (n° 11480)
05 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de onderhandelingen tussen de
dienst Vreemdelingenzaken en mensen zonder
papieren" (nr. 11480)
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
11
05.01 Benoît Drèze (cdH) : Depuis la fin de
l'occupation de l'église Saint-Boniface le 31 mars,
les occupations d'église, grèves de la faim voire
grèves de la soif se multiplient dans tout le pays.


À Saint-Gilles, une vingtaine de sans-papiers ont
suspendu jeudi leur grève de la soif ­ mais non leur
grève de la faim ­ lorsqu'ils ont appris qu'ils
recevraient la visite du directeur général de l'Office
des étrangers, M. Roosemont. Ce dernier leur
aurait promis une suspension des ordres de quitter
le territoire, une aide du CPAS et un réexamen de
leur situation dans quatre mois.



Quelle a été la teneur de la démarche de M.
Roosemont ? Quelles sont les intentions de l'Office
des étrangers ? Quel calendrier envisagez-vous
pour l'examen par le Parlement de vos projets de
loi sur la réforme du Conseil d'État, sur celle de la
procédure d'asile, sur la création de commissions
ad hoc
? Quand les nouvelles dispositions
entreront-elles en vigueur ? Concerneront-elles les
sans-papiers actuels ? Quelle est la teneur de la
délibération du Conseil des ministres du 21 avril, en
particulier en matière de régularisation ? Vous
ralliez-vous à l'évêque d'Anvers, qui a déclaré :
« L'heure d'une régularisation élargie des sans-
papiers a sonné » ?
05.01 Benoît Drèze (cdH): Sinds de beëindiging
van de bezetting van de Sint-Bonifaciuskerk op 31
maart is het aantal kerkbezettingen, honger- en
zelfs dorststakingen in ons land alleen maar
toegenomen.

In Sint-Gillis hebben een twintigtal mensen zonder
papieren donderdag hun dorststaking opgeschort ­
hun hongerstaking zetten ze voort ­ toen ze
vernamen dat de heer Roosemont, directeur-
generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken, hen
zou bezoeken. Die laatste zou hun beloofd hebben
dat hun bevel om het grondgebied te verlaten zou
geschorst worden, dat ze OCMW-steun zouden
ontvangen en dat hun toestand binnen vier
maanden opnieuw zou bekeken worden.

Wat heeft de heer Roosemont precies beloofd?
Wat is de Dienst Vreemdelingenzaken concreet van
plan? Wanneer zal u het Parlement uw
wetsontwerpen over de hervorming van de Raad
van State, de hervorming van de asielprocedure en
de oprichting van commissies ad hoc ter
bespreking voorleggen? Wanneer zal de nieuwe
regelgeving in werking treden? Zullen de huidige
mensen zonder papieren er ook onder vallen? Wat
werd er op de ministerraad van 21 april, en dan
meer bepaald over de regularisatie, besproken?
Deelt u het standpunt van de bisschop van
Antwerpen die verklaard heeft dat "het nu echt een
goed moment is om een signaal te geven dat een
bredere regularisatie aangewezen is".
05.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Ces
derniers mois, le directeur de l'Office des étrangers
a clairement rappelé lors de ses contacts avec les
sans-papiers que la réglementation en vigueur
devait être respectée et que les occupants d'église
ne bénéficieraient pas d'un traitement de faveur.
Par ailleurs, les demandes de séjour introduites ont
fait l'objet d'un examen individuel.


Les projets de loi réformant le Conseil d'État et
modifiant la loi du 15 décembre 1980 ont été
approuvés lors du Conseil des ministres du 21 avril
et seront bientôt soumis au Parlement. Ils ne
prévoient ni une régularisation collective ni la
création d'une commission de régularisation.


En réponse aux déclarations de l'évêque d'Anvers,
je tiens à souligner qu'à mes yeux, un examen
individuel des dossiers constitue la seule approche
juste et valable.
05.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De laatste
maanden heeft de directeur van de Dienst
Vreemdelingenzaken bij zijn contacten met de
mensen zonder papieren er duidelijk aan herinnerd
dat de geldende regelgeving nageleefd moest
worden en dat de kerkbezetters geen
voorkeursbehandeling zouden genieten. Bovendien
werden de ingediende verblijfsaanvragen
individueel bekeken.

De wetsontwerpen tot hervorming van de Raad van
State en tot aanpassing van de wet van 15
december 1980 werden op de ministerraad van 21
april goedgekeurd en zullen weldra aan het
Parlement voorgelegd worden. Ze voorzien noch in
een collectieve regularisatie, noch in de oprichting
van een regularisatiecommissie.

In reactie op de verklaringen van de Antwerpse
bisschop, wijs ik erop dat een individuele
beoordeling van de dossiers volgens mij de enige
aanvaardbare en rechtvaardige aanpak is.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
12
05.03 Benoît Drèze (cdH) : Pourquoi les projets de
loi ne seront-ils pas soumis au Parlement cette
semaine ou la semaine prochaine comme il avait
été annoncé ?

Le président : La semaine prochaine, le ministre
n'est pas disponible mercredi matin et nous avons
une séance de questions et d'interpellations
mercredi après-midi.
05.03 Benoît Drèze (cdH): Waarom worden de
wetsontwerpen niet deze of volgende week aan het
Parlement voorgelegd, zoals aangekondigd?


De voorzitter: Volgende week is de minister niet
beschikbaar op woensdagochtend. 's Namiddags is
een vergadering met vragen en interpellaties
gepland.
05.04 Benoît Drèze (cdH) : L'examen de ces
projets est donc reporté à une quinzaine de jours ?

Le président : En principe, oui.
05.04 Benoît Drèze (cdH): De bespreking van die
ontwerpen wordt dus een tweetal weken uitgesteld?

De voorzitter: In principe, ja.
05.05 Benoît Drèze (cdH) : Pour éviter des
drames humains, j'insiste pour qu'il n'y ait aucun
retard supplémentaire.

Le président : Je me réjouis de l'intérêt que vous
portez au fonctionnement de cette commission.
Soyez assuré que je tiendrai compte de vos
conseils. Notez toutefois que nous ne sommes pas
moins bien informés que vous de la situation sur le
terrain.
05.05 Benoît Drèze (cdH): Om menselijke
tragedies te voorkomen, dring ik erop aan dat men
geen extra vertraging oploopt.

De voorzitter: Uw belangstelling voor de werking
van de commissie verheugt mij. Wees ervan
overtuigd dat ik rekening zal houden met uw
advies. Toch wens ik u mee te delen dat we
evengoed ingelicht zijn als u over de toestand ter
plaatse.
05.06 Benoît Drèze (cdH) : Je souhaiterais dire un
dernier mot sur un point que j'estime fondamental.
Une opération de régularisation a été organisée en
1999, mais il a fallu attendre sept ans pour que les
procédures soient raccourcies. Pendant ces
années, notre État a laissé apparaître de nouvelles
situations de clandestins. Par souci de cohérence
politique, il serait logique que l'adaptation des
procédures s'accompagne d'une régularisation
massive.
05.06 Benoît Drèze (cdH): Graag kom ik eventjes
terug op een punt dat mijns inziens fundamenteel
is. In 1999 werd een regularisatieoperatie
doorgevoerd maar het duurde zeven jaar voordat
de procedures werden verkort. Gedurende al die
jaren heeft de Belgische overheid er mee voor
gezorgd dat er opnieuw mensen in de
clandestiniteit terechtkwamen. Om politiek
consequent te zijn, zou de procedureaanpassing
gepaard moeten gaan met een massieve
regularisatie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Melchior Wathelet au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur et à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "le rapport secret des Comités P et R relatif à
l'affaire Erdal" (n° 11465)
06 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken en aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
geheime rapport van de Comités P en I over de
zaak-Erdal" (nr. 11465)
06.01 Melchior Wathelet (cdH) : Je me permets
de vous poser une question que j'ai posée
également à la ministre de la Justice concernant les
rapports secrets des comités P et R sur l'affaire
Erdal.


Selon De Morgen, des éléments de ces rapports
auraient été manipulés. Il est notamment question
de passages amputés dans des documents
06.01 Melchior Wathelet (cdH): Ik ben zo vrij u
een vraag te stellen die ik ook aan de minister van
Justitie heb gesteld in verband met de geheime
verslagen van de Comités P en I over de zaak
Erdal.

Volgens De Morgen zouden bepaalde punten in die
verslagen het voorwerp van manipulaties zijn
geweest. Bepaalde passages zouden zijn
geschrapt in stukken die aan de minister van
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
13
transmis à la ministre de la Justice et d'une note de
la Sûreté de l'État dont il existerait deux versions.


Il est déjà surprenant de lire dans la presse des
extraits de rapports secrets ; les manipulations dont
il est fait état sont encore plus inquiétantes. Si ces
affirmations sont fausses, il me paraît utile de le
préciser. Si elles sont exactes, comment justifiez-
vous ces faits ?
Justitie werden overgemaakt en er zouden twee
versies bestaan van een nota van de
Staatsveiligheid.

Geheime verslagen in de pers lezen is op zichzelf
al een onthutsende ervaring. De manipulaties
waarvan sprake zijn nog verontrustender. Indien die
beweringen onjuist zijn, moet dat worden duidelijk
gemaakt. Indien ze juist zijn, hoe verklaart u een en
ander?
06.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Je
ne peux vous répondre car votre question porte sur
des rapports qui n'ont pas été publiés. C'est aux
comités qu'appartient la décision de divulguer ou
non ces informations. Je vous renvoie au débat du
20 avril dernier en séance plénière (voir Compte
rendu analytique
n° 203, p. 6-15).
06.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Ik kan u
op die vraag niet antwoorden, vermits ze over
verslagen gaat die nog niet werden gepubliceerd.
De comités moeten zelf beslissen of ze die
informatie al dan niet bekend maken. Ik verwijs u
naar de bespreking van 20 april jongstleden in de
plenaire vergadering (zie Beknopt Verslag, nr. 203,
blz. 6-15).
06.03 Melchior Wathelet (cdH) : Je m'inquiète du
fait que, en raison du caractère secret des rapports,
il ne soit pas possible de démentir les accusations
graves qui sont portées. En tant que citoyen,
j'ignore si les comités ont reçu l'ensemble des
éléments nécessaires à l'enquête.
06.03 Melchior Wathelet (cdH): Het verontrust mij
dat het, wegens het geheime karakter van de
verslagen, niet mogelijk is de zware
beschuldigingen die worden geuit, te weerleggen.
Als burger weet ik niet of de comités alle nodige
gegevens met betrekking tot het onderzoek hebben
ontvangen.
06.04 Patrick Dewael, ministre (en français) : La
situation est comparable au silence imposé par le
secret de l'instruction lorsqu'il y a des fuites dans la
presse.
06.04 Minister Patrick Dewael (Frans): De situatie
is vergelijkbaar met de zwijgplicht die door het
geheim van het onderzoek wordt opgelegd
wanneer er lekken zijn in de pers.
06.05 Melchior Wathelet (cdH) : J'attendrais d'un
juge d'instruction la confirmation que l'instruction
s'est déroulée dans le respect de la légalité et des
normes en vigueur. Votre silence nuit à la crédibilité
des travaux des comités P et R.
06.05 Melchior Wathelet (cdH): Ik zou van een
onderzoeksrechter verwachten dat hij bevestigt dat
het onderzoek met inachtneming van de wet en de
vigerende normen heeft plaatsgevonden. Door uw
stilzwijgen komt de geloofwaardigheid van de
werkzaamheden van de comités P en I in het
gedrang.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Hilde Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le rituel
propre à la conviction philosophique qui préside
à la cérémonie d'adieu" (n° 11350)
07 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het ritueel van de
levensbeschouwing volgens dewelke de
afscheidsplechtigheid moet verlopen" (nr. 11350)
07.01 Hilde Claes (sp.a-spirit) : Le décret du 16
janvier 2004 permet d'informer l'État civil des
obsèques souhaitées. Il restait toutefois à rédiger
les arrêtés d'exécution et à prendre quelques
initiatives pour permettre l'inscription au registre de
l'état civil. Dans l'intervalle, le ministre de l'Intérieur
a rédigé un projet d'arrêté royal modifiant l'arrêté
royal du 16 juillet 1992.
07.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Het decreet van 16
januari 2004 maakt het mogelijk om bij de
burgerlijke stand te melden welke
uitvaartplechtigheid men verkiest. De
uitvoeringsbesluiten moesten echter nog worden
opgesteld en er moesten nog enkele initiatieven
worden genomen om de inschrijving in het register
van de burgerlijke stand mogelijk te maken.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
14




A-t-il déjà obtenu du gouvernement flamand une
réponse à ce sujet? Est-il déjà en possession d'un
avis du Conseil d'État ? Quand l'arrêté royal sera-t-
il prêt ?
Ondertussen stelde de minister van Binnenlandse
Zaken een ontwerp-KB op tot wijziging van de het
KB van 16 juli 1992.

Heeft hij daarover reeds een antwoord gekregen
van de Vlaamse regering? Heeft hij al een advies
van de Raad van State ontvangen? Wanneer
mogen we het KB verwachten?
07.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Le 19 avril 2006, le Roi a signé l'arrêté royal
modifiant l'arrêté royal du 16 juillet 1992 relatif aux
informations qui doivent figurer dans le registre de
la population et le registre des étrangers. Toutes
les indications relatives aux obsèques, donc
également le rituel choisi, figureront dès lors dans
les registres.


Le Conseil d'État n'a formulé aucune objection.
L'arrêté royal sera publié prochainement.
07.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Op
19 april 2006 heeft de Koning het KB ondertekend
tot wijziging van het KB van 16 juli 1992 over de
informatie die in het bevolkingsregister en het
vreemdelingenregister moet worden opgenomen.
Daarmee zullen alle verklaringen in verband met de
uitvaart ­ dus ook het ritueel dat men verkiest ­
worden opgenomen in de registers.

De Raad van State had geen opmerkingen. Het KB
wordt binnenkort gepubliceerd.
07.03 Hilde Claes (sp.a-spirit) : C'est une bonne
nouvelle. La ténacité paie !
07.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Dat is goed
nieuws. De aanhouder wint!
07.04 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Je devais évidemment d'abord régler certains
aspects avec le gouvernement flamand.
07.04 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Ik
moest een en ander natuurlijk eerst met de
Vlaamse regering regelen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Jean-Marc Delizée au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'utilisation de l'emblème de la police intégrée à
des fins partisanes par un groupuscule
d'extrême-droite" (n° 11456)
08 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het gebruik van het
embleem van de geïntegreerde politie voor
partijpolitieke doeleinden door een extreem-
rechtse splintergroep" (nr. 11456)
08.01 Jean-Marc Delizée (PS) : La semaine
dernière, mon attention a été attirée par le logo d'un
tract distribué en région namuroise au nom d'un
groupuscule dénommé "Force nationale", dont le
président est un sénateur du Front national. Ce
logo plagie l'emblème de la police intégrée, à savoir
la flamme, la main et le cercle. Seules les couleurs
diffèrent. La confusion est évidente. Or, ces deux
emblèmes ne représentent pas les mêmes valeurs.
Cela me paraît inadmissible et appelle une réaction
des autorités d'autant plus que ce sigle
« détourné » apparaît sur leur site Internet et peut
donc être reproduit.

L'arrêté royal du 9 juillet 2000 relatif à l'emblème de
la police fédérale et de la police locale dispose qu'il
ne peut être utilisé sans autorisation sous peine de
l'application de l'article 228 du Code pénal.
L'emblème de la police intégrée bénéficie d'une
08.01 Jean-Marc Delizée (PS): Vorige week viel
mijn oog op het logo van een vlugschrift dat in de
regio Namen werd verspreid namens een duistere
vereniging met de naam "Forces nationales", die
door een senator van het Front national wordt
voorgezeten. Dat logo plagieert het logo van de
geïntegreerde politie, namelijk de vlam, de hand en
de cirkel. Enkel de kleuren zijn verschillend. Dat
werkt verwarring in de hand, terwijl beide logo's niet
voor dezelfde waarden staan. Een en ander lijkt me
onaanvaardbaar. De overheid moet dan ook
optreden, zeker ook omdat dit "afgeleide" logo op
de site staat en dus kan worden gekopieerd.

Het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende het
logo van de federale en lokale politie bepaalt dat dit
logo niet zonder toelating kan worden gebruikt op
straffe van de toepassing van artikel 228 van het
Strafwetboek. Het logo van de geïntegreerde politie
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
15
protection car il a été déposé au bureau central des
marques en 1999. L'État est donc en droit de
demander à la justice la cessation de cette
utilisation illégale et inappropriée.

Vos services étaient-ils informés de cette affaire ?
Si oui, des mesures ont-elles déjà été prises? Dans
le cas contraire, lesquelles comptez-vous prendre
contre ce détournement du logo de la police?
Envisagez-vous de porter plainte contre ce plagiat?
is beschermd, want het werd in 1999 bij het
centraal merkenbureau geregistreerd. De Staat kan
het gerecht dus vragen een eind te maken aan het
onwettelijke en ongepaste gebruik van dat logo.

Waren uw diensten op de hoogte van deze
aangelegenheid? Zo ja, werden al maatregelen
genomen? Zo neen, welke maatregelen zal u tegen
dit misbruik van het politielogo nemen? Zal u tegen
dit plagiaat een klacht indienen?
08.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Mes
services ont pris connaissance de l'emblème utilisé
par la formation politique "Forces nationales". Ils
ont jugé que ni la structure, ni la couleur de cet
emblème ne peuvent être confondus avec celles du
logo de la police intégrée. Néanmoins, je pense
qu'un examen approfondi est nécessaire, et je
continuerai donc à enquêter.
08.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Mijn
diensten hebben kennis genomen van het embleem
dat door de politieke groepering "Forces nationales"
wordt gebruikt. Ze zijn van mening dat noch de
structuur, noch de kleuren van dat embleem met
die van het logo van de geïntegreerde politie
kunnen worden verward. Een diepgaander
onderzoek lijkt me evenwel vereist; ik zal dan ook
meer inlichtingen inwinnen.
08.03 Jean-Marc Delizée (PS) : Je ne partage pas
le point de vue de vos services. Le plagiat est subtil
mais évident.
Je pense que ce nouveau parti politique cherche à
créer une confusion préjudiciable à la neutralité du
service public de la police. Je vous invite à
poursuivre votre enquête afin qu'il puisse être mis
un terme à l'utilisation frauduleuse de ce logo.
08.03 Jean-Marc Delizée (PS): Ik ben het niet
eens met uw diensten. Het plagiaat is weliswaar
subtiel maar daarom niet minder duidelijk.
Ik denk dat die nieuwe politieke partij doelbewust
verwarring wil scheppen en de neutraliteit van de
openbare dienstverlening van de politie aldus
schade toebrengt. Ik dring er dan ook op aan dat u
uw onderzoek voortzet, zodat een halt kan worden
toegeroepen aan het frauduleuze gebruik van dit
logo.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Jean-Marc Nollet au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
engagements non respectés vis-à-vis des
occupants de la Basilique St-Christophe à
Charleroi" (n° 11457)
09 Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het niet nakomen van
de beloften ten opzichte van de bezetters van de
Basilique St-Christophe in Charleroi" (nr. 11457)
09.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO) : Au mois
d'août dernier, vous vous étiez engagé à
réexaminer la situation des « sans papiers » qui
occupent la basilique Saint-Christophe à Charleroi
sur base de nouvelles demandes individuelles.
Vous vous étiez également engagé à ouvrir des
perspectives de reconnaissance pour la plupart des
personnes ÀA voir les réponses apportées à une
première liste de vingt-quatre demandes de
régularisation, je me demande où sont les gestes
positifs d'ouverture promis. Dix demandes ont déjà
été jugées irrecevables et il n'y a encore eu aucune
réponse positive.
Ces « sans papiers » se sentent floués par rapport
à leur désir d'être régularisés et aussi par rapport à
ce qui a été fait à Bruxelles pour les sans-papiers
de Saint-Boniface. Ils demandent que les
09.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO): In augustus
jongstleden had u zich ertoe verbonden de situatie
van de "mensen zonder papieren" die de Sint-
Christoffelbasiliek in Charleroi bezetten, te
herbekijken op grond van nieuwe individuele
aanvragen. Ook had u de verbintenis aangegaan
de meeste betrokkenen het vooruitzicht van een
erkenning te bieden.
In de antwoorden op een eerste lijst van
vierentwintig regularisatie-aanvragen vind ik
nochtans geen spoor van de beloofde positieve
demarches terug. Tien aanvragen werden reeds
onontvankelijk verklaard en er was nog geen enkel
positief antwoord.
Die "mensen zonder papieren" voelen zich
bedrogen in die zin dat aan hun wensen om
geregulariseerd te worden, niet tegemoet gekomen
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
16
confirmations de refus soient revues en appliquant
une souplesse identique.
wordt, en ook wanneer ze kijken naar wat voor de
mensen zonder papieren in de Sint-Bonifaciuskerk
in Elsene werd gedaan. Zij vragen dat de
bevestigde weigeringen worden herbekeken en dat
daarbij van dezelfde soepelheid wordt blijk
gegeven.
09.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Lors
de la rencontre qui a eu lieu entre un de mes
représentants et un représentant de l'Office des
étrangers, d'une part, et les sans-papiers qui
occupent la basilique Saint-Christophe à Charleroi,
d'autre part, l'engagement a été pris de traiter leur
demande de séjour sur base de l'article 9.3 dans
les meilleurs délais.


Une décision a déjà été prise dans la majorité des
cas comme je m'y étais engagé. Toutes les
demandes de séjour ont été soumises à un examen
individuel au cours duquel les critères habituels ont
été appliqués, à savoir qu'une autorisation de
séjour est délivrée lorsque la procédure d'asile a
été déraisonnablement longue, lorsque des critères
médicaux motivent un séjour plus long ou lorsque
les circonstances rendent difficile un retour vers le
pays d'origine.

Il est exact qu'un nombre important de demandes
de séjour ont été rejetées, les étrangers concernés
n'entrant pas dans ces critères. Dans quasi tous
ces dossiers, la demande d'asile a été examinée
dans un délai très court car je ne tiens pas à
récompenser la persistance dans le séjour illégal.
09.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Tijdens
het onderhoud dat een van mijn medewerkers en
een vertegenwoordiger van de dienst
Vreemdelingenzaken hebben gehad met de
mensen zonder papieren die de Sint-
Christoffelbasiliek in Charleroi bezet houden, werd
de verbintenis aangegaan om hun aanvraag tot het
verkrijgen van een verblijfsvergunning op grond van
artikel 9.3 zo snel mogelijk te behandelen.

Conform de verbintenis die ik was aangegaan,
werd in de meeste gevallen al een beslissing
genomen. Alle aanvragen tot het verkrijgen van een
verblijfsvergunning werden individueel onderzocht
en daarbij werden de gebruikelijke criteria
gehanteerd, namelijk dat een verblijfsvergunning
wordt toegekend wanneer de asielprocedure
onredelijk lang heeft aangesleept, wanneer
medische criteria een langer verblijf rechtvaardigen
of wanneer een terugkeer naar het land van
herkomst door omstandigheden wordt bemoeilijkt.
Het klopt dat een groot aantal aanvragen werd
verworpen, aangezien de betrokken vreemdelingen
niet aan de criteria voldeden. In nagenoeg alle
dossiers werd de asielaanvraag binnen een zeer
korte termijn onderzocht, want ik wil niet dat
personen die gedurende lange tijd illegaal in ons
land verblijven, worden beloond.
09.03 Jean-Marc Nollet (ECOLO) : Vous parlez
des critères habituels. Moi, je parle des critères mis
en application à Saint-Boniface. Les règles doivent
être les mêmes pour tous dans un État de droit. Je
vous demande donc de reconsidérer chacun de
ces cas et d'appliquer les critères qui ont permis de
solutionner la situation à Saint-Boniface.
09.03 Jean-Marc Nollet (ECOLO): U heeft het
over de gebruikelijke criteria. Ik heb het over de
criteria die werden toegepast met betrekking tot de
bezetting van de Sint-Bonifatiuskerk. In een
rechtsstaat moeten dezelfde regels gelden voor
allen. Ik vraag u dus elk van die dossiers te
herbekijken en de criteria toe te passen die het
mogelijk gemaakt hebben de situatie met
betrekking tot de bezetters van de Sint-
Bonifatiuskerk op te lossen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'interception des étrangers" (n° 11486)
10 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de onderschepping van
vreemdelingen" (nr. 11486)
10.01 Dirk Claes (CD&V) : Selon le rapport
Vermeersch, nos services de police ont intercepté
au total 33 709 illégaux en 2003. Cette même
10.01 Dirk Claes (CD&V): Volgens het rapport-
Vermeersch werden er in 2003 in totaal 33 709
illegalen onderschept door onze politiediensten. In
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 946
03/05/2006
17
année, 43 % des illégaux, ou 16 000 personnes,
ont reçu l'ordre de quitter le territoire. Un peu moins
de 20 % ont été rapatriées et environ 30 % ont
simplement été libérées.

Comment ces chiffres ont-ils évolué en 2004 et en
2005 ? Combien d'étrangers ont-ils été arrêtés plus
d'une fois ? Quelles directives les services de
police locale et fédérale reçoivent-ils en
l'occurrence ? L'Office des étrangers est-il contacté
automatiquement ?
2003 kreeg 43 procent, of 16 000 mensen, het
bevel het land te verlaten. Een kleine 20 procent
werd gerepatrieerd en ongeveer 30 procent werd
gewoon vrijgelaten.

Hoe zijn deze cijfers geëvolueerd in 2004 en 2005?
Hoeveel vreemdelingen werden meer dan één keer
gevat? Welke richtlijnen ontvangen de lokale en
federale politiediensten terzake? Wordt
automatisch contact opgenomen met de dienst
Vreemdelingenzaken?
10.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
En 2004 et en 2005, respectivement 30 428 et
27 856 illégaux ont été interpellés.
En 2004, 14 370 personnes ont reçu l'ordre de
quitter le territoire, 4 626 ont été rapatriées, 1 756
ont été enfermées et 9 676 ont pu disposer.

En 2005, 12 110 personnes ont reçu l'ordre de
quitter le territoire, 4 531 ont été rapatriées, 1 759
ont été enfermées et 9 456 ont pu disposer.

Nous ne disposons pas de chiffres concernent les
personnes qui ont été interpellées plusieurs fois.

Lorsqu'un service de police intercepte un illégal,
l'Office des étrangers est informé par le biais d'un
rapport administratif. Ensuite, l'Office des étrangers
prend rapidement une décision concernant la
situation de séjour. En cas de faits punissables, les
services du parquet sont bien entendu également
informés.
10.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): In
2004 en 2005 werden respectievelijk 30 428 en
27 856 illegalen opgepakt.
In 2004 kregen 14 370 mensen het bevel het land
te verlaten, 4 626 werden gerepatrieerd, 1 756
mensen werden opgesloten en 9 676 mensen
mochten gaan.
In 2005 kregen 12 110 mensen het bevel het land
te verlaten, 4 531 mensen werden gerepatrieerd,
1
759 mensen werden opgesloten en 9
456
mensen mochten gaan.
Er zijn geen cijfers beschikbaar over personen die
meer dan eens werden opgepakt.

Wanneer een politiedienst een illegaal onderschept,
wordt de dienst Vreemdelingenzaken ingelicht via
een administratief verslag. Vervolgens neemt de
dienst Vreemdelingenzaken op korte termijn een
beslissing over de verblijfssituatie. Wanneer er
sprake is van strafbare feiten, worden de
parketdiensten uiteraard ook ingelicht.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le nombre
de régularisations basées sur l'article 9, alinéa 3"
(n° 11487)
11 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het aantal regularisaties op basis
van artikel 9, 3e lid" (nr. 11487)
11.01 Dirk Claes (CD&V) : L'hebdomadaire Knack
a récemment rapporté que, depuis le 1
er
janvier
2005, 13 000 personnes ont déjà été régularisées
sur la base de l'article 9, 3
e
alinéa, de la loi sur les
étrangers. Concernant ces chiffres, l'auteur de
l'article s'est fondé sur les informations fournies par
le service d'étude du PS. Le ministre a utilisé des
chiffres divergents dans ses réponses antérieures
aux différentes questions. Début janvier 2006, il
parlait de 5 422 régularisations au cours de l'année
2005. Cela signifierait par conséquent qu'il y aurait
eu au moins huit mille régularisations depuis le 1
er
janvier 2006.

Le ministre est-il disposé à mener un débat au
Parlement sur les critères de régularisation pour
11.01 Dirk Claes (CD&V): In Knack werd onlangs
gewag gemaakt van het feit dat er sinds 1 januari
2005 al 13 000 mensen werden geregulariseerd op
basis van artikel 9, 3
de
lid van de
vreemdelingenwet. Het artikel baseert zich voor dit
cijfer op informatie van de studiedienst van de PS.
De minister heeft in eerdere antwoorden op diverse
vragen afwijkende cijfers gehanteerd. Begin januari
2006 sprak hij van 5 422 regularisaties in de loop
van 2005. Dit zou dus betekenen dat er sinds 1
januari 2006 liefst een achtduizendtal regularisaties
zou zijn gebeurd. Wat zijn nu de juiste cijfers?


Is de minister bereid om een parlementair debat te
voeren over de criteria voor regularisatie om
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
03/05/2006
CRABV 51
COM 946
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
raisons humanitaires ?
humanitaire redenen?
11.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Il faut établir une distinction entre le nombre de
dossiers et le nombre de personnes. Un dossier
concerne toujours plusieurs personnes. En 2005,
une autorisation de séjour pour raisons
humanitaires a été attribuée dans 5 424 dossiers.
Ces dossiers concernent toutefois 11
630
personnes.
11.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Er
moet een onderscheid worden gemaakt tussen het
aantal dossiers en het aantal personen. Een
dossier heeft altijd betrekking op meerdere
persoenen. In 2005 werd voor 5 424 dossiers een
verblijfsmachtiging om humanitaire redenen
toegekend. Dit aantal dossiers heeft echter
betrekking op 11 630 personen.
Un permis définitif a été délivré dans 4 547 dossiers
et un permis temporaire a été délivré dans 877
dossiers. Au cours des trois premiers mois de cette
année, une autorisation de séjour a été accordée
dans 950 dossiers sur la base de l'article 9, 3°. Par
conséquent, il n'est absolument pas question
d'augmentation brusque, bien au contraire. Pour
pouvoir invoquer l'article 9, 3°, il faut remplir des
conditions spécifiques. Chaque dossier individuel
est examiné. Je n'ignore pas qu'une approche plus
globale a aussi ses partisans. L'autorisation de
séjour est normalement accordée quand la
procédure d'asile s'est éternisée
déraisonnablement de telle sorte que les intéressés
se sont intégrés dans la société belge. En 2005,
ceci était le cas dans 4 596 dossiers. Des raisons
médicales ont joué dans 236 dossiers et des motifs
humanitaires urgents, dans 592 dossiers.

Le débat parlementaire consacré aux
régularisations justifiées par des motifs
humanitaires pourra être organisé au moment du
dépôt des deux projets de loi tendant à réformer la
loi sur les étrangers que je déposerai sous peu au
Parlement. Au demeurant, les débats de ce type
sont aujourd'hui monnaie courante dans de
nombreux États membres de l'UE.
In 4 547 dossiers werd een definitieve vergunning
afgeleverd en in 877 dossiers een tijdelijke. In de
eerste drie maanden van dit jaar werd er in 950
dossiers een verblijfsmachtiging op basis van
artikel 9, 3
de
toegekend. Er is dus geenszins sprake
van een plotse stijging, wel integendeel. Om een
beroep te kunnen doen op artikel 9,3
de
moeten
specifieke voorwaarden vervuld zijn. Ieder
individueel dossier wordt onderzocht. Ik weet dat er
ook voorstanders zijn van een algemenere aanpak.
Normaliter wordt de verblijfsmachtiging toegekend
wanneer de asielprocedure onredelijk lang heeft
aangesleept, zodat de betrokkenen zich in de
Belgische maatschappij hebben geïntegreerd. Dit
was in 2005 het geval voor 4 596 dossiers. In 236
dossiers speelden medische redenen, in 592
dossiers dringende humanitaire redenen.


Het parlementair debat over de regularisaties om
humanitaire redenen zal kunnen worden gevoerd
naar aanleiding van de twee wetsontwerpen die ik
binnenkort bij het Parlement zal indienen ter
hervorming van de vreemdelingenwet. Dit soort
debatten is momenteel trouwens schering en inslag
in veel Europese lidstaten.
11.03 Dirk Claes (CD&V) : Combien de personnes
les 950 dossiers des trois premiers mois de 2006
concernent-ils ?
11.03 Dirk Claes (CD&V): Op hoeveel personen
slaan de 950 dossiers van de eerste drie maanden
van 2006?
11.04 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Je vous fournirai les données chiffrées y relatives.
11.04 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Ik
laat die cijfers bezorgen.
L'incident est clos.

La réunion publique de commission est levée à
11 h 50.
Het incident is gesloten.

De openbare vergadering wordt gesloten om 11.50
uur.

Document Outline