CRABV 51 COM 938
CRABV 51 COM 938
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi dinsdag
02-05-2006 02-05-2006
Matin Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 938
02/05/2006
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Bart Tommelein au ministre de
l'Emploi sur "l'application de CCT non rendues
obligatoires aux travailleurs étrangers" (n° 11287)
1
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
minister van Werk over "de toepassing van niet
algemeen bindend verklaarde CAO's met
betrekking tot buitenlandse werknemers"
(nr. 11287)
1
Orateurs:
Bart Tommelein, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Bart Tommelein, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions sur "le régime de pension applicable aux
personnes affiliées à l'Office de Sécurité Sociale
d'Outre-mer" (n° 11132)
2
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de pensioenregeling voor de
aangeslotenen bij de Dienst voor de Overzeese
Sociale Zekerheid" (nr. 11132)
2
Orateurs: Annemie Turtelboom, Bruno
Tobback, ministre de l'Environnement et
ministre des Pensions
Sprekers: Annemie Turtelboom, Bruno
Tobback, minister van Leefmilieu en minister
van Pensioenen
Question de Mme Sophie Pécriaux au ministre de
l'Emploi sur "les pompiers volontaires sanctionnés
par l'ONEM" (n° 11374)
5
Vraag van mevrouw Sophie Pécriaux aan de
minister van Werk over "de vrijwillige
brandweerlieden die een RVA-sanctie hebben
gekregen" (nr. 11374)
5
Orateurs:
Sophie Pécriaux, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Sophie Pécriaux, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "la protection des délégués
syndicaux" (n° 11409)
6
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk over "de bescherming van
vakbondsafgevaardigden" (nr. 11409)
6
Orateurs: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de
l'Emploi sur "la simplification administrative"
(n° 11400)
7
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister
van Werk over "de administratieve
vereenvoudiging" (nr. 11400)
7
Orateurs:
Nahima Lanjri, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Nahima Lanjri, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "les restructurations chez InBev"
(n° 11463)
9
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de herstructureringen bij InBev"
(nr. 11463)
9
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre de
l'Emploi sur "la ligne d'assistance téléphonique
Agricall" (n° 11434)
11
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Werk over "de telefonische hulplijn
Agricall" (nr. 11434)
11
Orateurs:
Nathalie Muylle, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Nathalie Muylle, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'ouverture de notre marché du travail
aux ressortissants des nouveaux États membres
de l'UE" (n° 11464)
12
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "het openstellen van onze
arbeidsmarkt voor onderdanen van de nieuwe EU-
lidstaten" (nr. 11464)
12
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 938
02/05/2006
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
02
MAI
2006
Matin
______
van
DINSDAG
02
MEI
2006
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10 h 08 par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 10.08 uur door
de heer Hans Bonte, voorzitter.
01 Question de M. Bart Tommelein au ministre de
l'Emploi sur "l'application de CCT non rendues
obligatoires aux travailleurs étrangers"
(n° 11287)
01 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
minister van Werk over "de toepassing van niet
algemeen bindend verklaarde CAO's met
betrekking tot buitenlandse werknemers"
(nr. 11287)
01.01 Bart Tommelein (VLD) : Aux termes de
l'article 5 de la loi du 5 mars 2002, les CCT
déclarées généralement obligatoires s'appliquent
également aux travailleurs étrangers. Mais la
déclaration se fait souvent attendre et les
conventions non obligatoires ne doivent en principe
pas être appliquées. En pratique cependant, de
nombreuses CCT sectorielles sont généralement
appliquées dans la mesure où elles devront de
toute manière l'être avec effet rétroactif dès qu'elles
auront été déclarées généralement obligatoires.
Toutefois, augmenter par exemple avec effet
rétroactif le salaire d'un ouvrier du bâtiment
polonais qui aurait entre-temps quitté la Belgique,
n'a guère de sens. C'est pourquoi de nombreux
employeurs ne se conforment pas aux CCT
sectorielles en ce qui concerne les travailleurs
étrangers. Le problème est surtout pressant dans
les secteurs du bâtiment et de la métallurgie. Le
ministre reconnaît-il l'importance du problème ?
Quelles mesures peuvent être prises ?
01.01 Bart Tommelein (VLD): Volgens artikel 5
van de wet van 5 maart 2002 zijn algemeen
bindend verklaarde CAO's ook van toepassing op
buitenlandse werknemers. Die verklaring laat nogal
eens op zich wachten en niet bindend verklaarde
overeenkomsten hoeven in principe niet te worden
toegepast. In de praktijk worden echter vele
sectorale CAO's algemeen toegepast omdat zij
toch met terugwerkende kracht moeten gelden
zodra ze algemeen bindend verklaard worden.
Het heeft echter geen zin om bijvoorbeeld het loon
van een Poolse bouwvakker met terugwerkende
kracht te verhogen als hij ondertussen toch niet
meer in België verblijft. Daarom houden vele
werkgevers zich niet aan de sectorale CAO's ten
overstaan van buitenlandse werknemers. Het
probleem is vooral acuut in de bouw- en de
metaalsector. Erkent de minister de ernst van dit
probleem? Wat voor maatregelen kunnen worden
ondernomen?
01.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Les services d'inspection chargés de
la surveillance en matière de lois sociales ne
peuvent pas entamer d'actions pénales contre des
entreprises belges ou étrangères ne respectant pas
des CCT sectorielles qui ne sont pas rendues
obligatoires. Le noeud du problème, c'est que de
01.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De inspectiediensten die toezien op de sociale
wetten kunnen niet strafrechterlijk optreden tegen
Belgische of buitenlandse ondernemingen die de
niet bindende verklaarde sectorale CAO's niet
naleven. De kern van het probleem is echter dat
vele CAO's laattijdig algemeen bindend verklaard
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/05/2006
CRABV 51
COM 938
2
nombreuses CCT ne sont rendues obligatoires que
tardivement. Ma cellule politique a développé en la
matière un programme d'action tendant à accélérer
le processus. Entre-temps, le processus
administratif a déjà été amélioré pour les CCT
conclues en 2005 et en 2006. L'objectif est que la
publication au Moniteur belge intervienne dans
l'année qui suit la conclusion de la CCT. Pour la
période de 2007 à 2008, il s'agirait de six mois.
Toutes les CCT conclues avant 2005 seront
publiées cette année encore.
worden. Mijn beleidscel heeft ter zake een
actieprogramma ontwikkeld om dit te versnellen.
Het administratieve proces van het algemeen
bindend verklaren van CAO's werd ondertussen
reeds bijgestuurd voor de CAO's afgesloten in 2005
en 2006. Er wordt gestreefd naar publicatie in het
Belgisch Staatsblad binnen het jaar na het sluiten
van de CAO. Voor de periode 2007 tot 2008 wordt
gestreefd naar een publicatie binnen de zes
maanden. Alle CAO's die afgesloten werden vóór
2005 zullen nog dit jaar gepubliceerd worden.
01.03 Bart Tommelein (VLD) : Ce plan d'action a
l'air impressionnant mais il reste à espérer qu'il soit
exécuté scrupuleusement.
01.03 Bart Tommelein (VLD): Het actieplan oogt
alleszins indrukwekkend, nu maar hopen dat het
stipt wordt uitgevoerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions sur "le régime de pension applicable
aux personnes affiliées à l'Office de Sécurité
Sociale d'Outre-mer" (n° 11132)
02 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de pensioenregeling voor de
aangeslotenen bij de Dienst voor de Overzeese
Sociale Zekerheid" (nr. 11132)
02.01 Annemie Turtelboom (VLD) : Il ressort du
rapport de la Cour des Comptes consacré à l'Office
de sécurité sociale d'outre-mer (OSSOM) que le
régime de pension des affiliés à cet Office est très
avantageux.
C'est ainsi que le calcul actuariel de la pension de
retraite et de veuve de l'OSSOM est fondé sur un
taux d'intérêt annuel de 4,25 %. Ce pourcentage
est emprunté à la branche des assurances-vie du
secteur privé où le Roi a entre-temps réduit ce taux
de référence à 3,75 %.
Dans ce régime, l'âge de la pension des femmes
est de 55 ans, indépendamment de la durée de leur
carrière, alors que l'âge de la pension des hommes
est déterminé en fonction du nombre d'années de
participation à ce régime. En cas de report de la
pension, un coefficient de majoration très
avantageux est appliqué à la rente. Si, par
exemple, une femme reporte de dix ans son
admission à la pension, sa rente est plus que
doublée.
Enfin, la Cour des comptes fait encore observer
que, depuis 1976, de multiples avantages
nouveaux sont accordés aux affiliés, ce qui oblige
l'État à suppléer de plus en plus. En 2004,
l'OSSOM avait des dépenses de pension qui
s'élevaient à 289 millions d'euros alors que les
cotisations ne se montaient qu'à 33
millions
d'euros. Le ministre trouve-t-il normal et acceptable
que soit maintenu aux frais de l'État un régime qui
02.01 Annemie Turtelboom (VLD): Uit het rapport
van het Rekenhof over de Dienst voor de
Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) blijkt dat het
pensioenstelsel voor wie aangesloten is bij die
dienst zeer voordelig is.
Zo is de actuariële berekening van het rust- en
weduwepensioen van de DOSZ gebaseerd op een
jaarlijkse rentevoet van 4,25 procent. Dit
percentage is ontleend aan de tak van de
levensverzekeringen in de privé-sector, maar daar
heeft de Koning deze referentievoet inmiddels
verlaagd tot 3,75 procent.
De pensioenleeftijd van de vrouwen is in dit stelsel
55 jaar, ongeacht hun loopbaanduur, terwijl de
pensioenleeftijd van de mannen bepaald wordt
volgens hun aantal jaren deelname aan het stelsel.
Bij uitstel van het pensioen wordt op de rente een
zeer voordelige verhogingscoëfficiënt toegepast.
Indien bijvoorbeeld een vrouw haar pensionering
met tien jaar uitstelt, wordt de rente meer dan
verdubbeld.
Ten slotte merkt het Rekenhof nog op dat er sinds
1976 allerlei nieuwe voordelen zijn toegekend aan
de aangeslotenen, waardoor de Staat steeds meer
moet bijpassen. In 2004 had de DOSZ
pensioenuitgaven voor een bedrag van 289 miljoen
euro, terwijl de bijdragen slechts 33 miljoen euro
bedroegen. Vindt de minister het normaal en
aanvaardbaar dat er op kosten van de Staat een
stelsel in stand wordt gehouden dat veel
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 938
02/05/2006
3
est beaucoup plus avantageux que les autres
régimes de pension belges ?
voordeliger is dan de andere Belgische
pensioenstelsels?
02.02 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
Les termes « normal et acceptable » constituent
des jugements de valeur subjectifs. Cette matière
ressortit à ma compétence mais aussi à celle de
M. Demotte. Nous avons reçu le rapport de la Cour
des comptes en mars et nous avons fait effectuer
un audit sur l'ensemble des activités de l'OSSOM.
Le dossier est inscrit à l'ordre du jour du Conseil
des ministres de vendredi.
Je me dois toutefois de nuancer certains points
évoqués par Mme Turtelboom. Le taux d'intérêt
annuel de 4,25 % a été fixé par l'arrêté royal de
décembre 1970 et a été maintenu au même niveau
le 1
er
janvier 1995 avec l'accord de l'Office de
contrôle des assurances, compte tenu du
rendement des 32 dernières années et de la
décision de l'OSSOM d'utiliser à l'avenir les tables
de mortalité les plus récentes instaurées à
l'époque.
Le taux d'intérêt maximum pour les assurances
privées a effectivement été abaissé en juillet 1999.
Une adaptation par l'OSSOM n'a pas été jugée utile
à cet instant sans remédier aussi à l'inégalité entre
hommes et femmes dans le système des pensions
de l'OSSOM. Une telle opération requiert toutefois
que toutes les structures tarifaires soient
recalculées. La révision du taux d'intérêt ne
constitue donc qu'un élément d'une réforme plus
élaborée.
02.02 Minister Bruno Tobback (Nederlands):
`Normaal en aanvaardbaar' zijn subjectieve
waardeoordelen. Feit is dat ik samen met minister
Demotte bevoegd ben. We hebben het rapport van
het Rekenhof in maart ontvangen en we hebben
gezamenlijk een audit laten uitvoeren over het
geheel van de activiteiten van de DOSZ. Het
dossier staat vrijdag op de agenda van de
ministerraad.
Een paar van de door mevrouw Turtelboom
aangehaalde punten moet ik toch nuanceren. De
jaarlijkse rentevoet van 4,25 procent ligt vast sinds
het KB van december 1970 en werd op 1 januari
1995 met toestemming van de Centrale
Controledienst voor de Verzekeringen op 4,25
procent gehandhaafd, rekening houdend met het
rendement van de afgelopen 32 jaar en met de
beslissing van de DOSZ om in te toekomst te
werken met de meest recente sterftetafels die op
dat ogenblik werden ingevoerd.
In juli 1999 werd de maximale rentevoet voor de
privé-verzekeringen inderdaad verlaagd. Een
aanpassing door de DOSZ werd op dat ogenblik
niet aangewezen geacht zonder tegelijk ook iets te
doen aan de ongelijkheid van mannen en vrouwen
in het pensioensysteem van de DOSZ. Dit vereist
echter een volledige herberekening van alle
tariefstructuren. De herziening van de rentevoet is
dus slechts een onderdeel van een bredere
hervorming.
Le taux d'intérêt maximal s'élevait d'ailleurs à
4,75 % entre 1986 et 1999. Au cours de cette
période, l'OSSOM a donc appliqué un taux inférieur
à celui autorisé. L'OSSOM proposait à l'époque un
produit de pension plus onéreux que celui du
secteur privé, alors que la situation est inverse
aujourd'hui.
Une proposition de loi, qui est prête aujourd'hui, et
qui concerne à l'égalité entre hommes et femmes
dans le régime de l'OSSOM, harmonise l'âge de la
pension des hommes et des femmes et opère
également un alignement par rapport aux limites
d'âge d'application dans les autres régimes de
pension belges.
La rente de vieillesse est, en effet, calculée selon le
principe de la capitalisation individuelle. Le maintien
d'un tel calcul à l'avenir suscite des discussions. Il
s'agit en tout cas d'un calcul actuariel individuel, qui
ne coûte en principe pas davantage et qui pourrait
De maximale rentevoet bedroeg tussen 1986 en
1999 trouwens 4,75 procent. In die periode
hanteerde de DOSZ dus een lagere rentevoet dan
toegestaan. De DOSZ bood toen een duurder
pensioenproduct aan dan de privé-sector; nu is dat
andersom.
Er ligt nu een wetsvoorstel klaar over de gelijkheid
van mannen en vrouwen in het DOSZ-stelsel,
waarbij de pensioenleeftijd van mannen en
vrouwen wordt gelijkgeschakeld en er een
overeenstemming wordt tot stand gebracht met de
geldende leeftijden in de andere Belgische
pensioenstelsels.
De berekening van de ouderdomsrente gebeurt
inderdaad volgens het principe van de individuele
kapitalisatie. Of dit in de toekomst nog wenselijk is,
is voer voor discussie. Het is in ieder geval een
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/05/2006
CRABV 51
COM 938
4
même s'avérer moins onéreux selon l'âge du
départ à la retraite.
individuele actuariële berekening, die in principe
aan de overheid niet meer of minder kost volgens
de leeftijd waarop men op pensioen gaat.
Les avantages complémentaires constituent des
prestations spécifiques qui ont toutes été
accordées à la suite de modifications légales
correspondantes, et donc jamais sans l'accord
explicite de l'État sur le financement de ces
avantages par le biais d'une augmentation de
l'intervention publique. Tout cela s'est toutefois
déroulé avant mon entrée en fonction.
Il est exact que l'État finance actuellement 86 %
des dépenses de l'OSSOM, ce qui s'explique
toutefois par des raisons historiques. En 1960, il a
fallu faire face à la perte de deux tiers du
patrimoine colonial. À l'époque, on avait
manifestement estimé que l'État n'avait pas
respecté sa promesse de compenser cette perte,
de sorte qu'il a fallu la compenser par le biais du
système de l'OSSOM. La question consiste
uniquement à savoir si ces raisons historiques
s'appliquent toujours aujourd'hui.
De aanvullende voordelen zijn specifieke prestaties
die allemaal werden toegekend na
overeenstemmende wetswijzigingen, dus nooit
zonder expliciete instemming door de Staat om de
voordelen te financieren via een verhoging van de
rijkstegemoetkoming. Dit gebeurde echter allemaal
voor mijn tijd.
Het klopt dat de Staat nu 86 procent van de
uitgaven van de DOSZ financiert. Er zijn hier echter
historische redenen voor. In 1960 werd men
geconfronteerd met het verlies van tweederde van
het koloniale vermogen. Blijkbaar was men op dat
ogenblik van oordeel dat de Staat het engagement
om dat verlies te compenseren niet was
nagekomen, zodat het maar gecompenseerd moest
worden via het stelsel van de DOSZ. Het is alleen
de vraag of die historische redenen vandaag nog
gelden.
02.03 Annemie Turtelboom (VLD) : J'ai déjà
posé une question à ce sujet à M. Demotte la
semaine passée. Le ministre a annoncé qu'un
groupe de travail avait été institué. Le rapport de la
Cour des comptes remet en effet fortement en
question le régime de sécurité sociale applicable à
cette catégorie de personnes.
De quoi sera-t-il exactement question lors du
Conseil des ministres de vendredi ? Le groupe de
travail sera-t-il activé à cette occasion ?
02.03 Annemie Turtelboom (VLD): Ik heb
hierover vorige week al een vraag gesteld aan
minister Demotte, die aankondigde dat er een
werkgroep was gestart. Het rapport van het
Rekenhof plaatst immers grote vraagtekens bij de
socialezekerheidsregeling voor deze categorie van
mensen.
Wat komt er juist op de ministerraad van vrijdag?
Wordt de werkgroep dan opgestart?
02.04 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
L'ensemble du problème sera évoqué dans les
grandes lignes. Un certain nombre de projets de loi
sont en cours d'examen, notamment en ce qui
concerne l'égalité entre les hommes et les femmes
et la prise en compte de la durée du service
militaire. J'imagine que ces questions feront l'objet
d'une décision vendredi. Il n'en ira pas de même,
en revanche, pour la révision du taux d'intérêt, mais
la discussion sera lancée. Le groupe de travail dont
vous parlez existe déjà depuis un bon bout de
temps.
02.04 Minister Bruno Tobback (Nederlands): In
grote lijnen zal het geheel ter sprake komen. Er is
een aantal wetsontwerpen in behandeling, onder
meer wat betreft de gelijkheid van mannen en
vrouwen en de erkenning van de dienstplichtjaren.
Ik ga ervan uit dat daarover een beslissing zal
worden genomen. De herziening van de rentevoet
wordt vrijdag niet definitief beslist, maar de
discussie wordt gestart. De werkgroep bestaat al
een tijdje.
02.05 Annemie Turtelboom (VLD) : Quel
calendrier a-t-il été fixé pour ce groupe de travail ?
Une réforme s'impose d'urgence. À l'heure actuelle,
un citoyen américain habitant en Amérique peut
s'assurer auprès de l'OSSOM. Tel n'est tout de
même pas l'objectif poursuivi par l'Office
!
Envisage-t-on de mener une réforme plus
02.05 Annemie Turtelboom (VLD): Wat is de
timing van de werkgroep? Er is dringend nood aan
een hervorming. Op dit ogenblik kan een
Amerikaan die in Amerika woont zich bij de DOSZ
verzekeren. Dat kan toch de bedoeling van deze
dienst niet zijn. Denkt men aan een grotere
hervorming?
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 938
02/05/2006
5
approfondie ?
02.06 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
Je ne souhaite pas parler d'une plus vaste réforme
pour l'instant. Je pars du principe que nous
résoudrons avant l'été ou au plus tard à l'automne
les principaux problèmes qui ont été évoqués par la
Cour des comptes.
02.06 Minister Bruno Tobback (Nederlands): Van
een grotere hervorming wil ik op dit ogenblik niet
gewagen. Ik ga ervan uit dat we nog voor de zomer
of ten laatste in het najaar de voornaamste
problemen die het Rekenhof aan het licht gebracht
heeft, zullen oplossen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Sophie Pécriaux au ministre
de l'Emploi sur "les pompiers volontaires
sanctionnés par l'ONEM" (n° 11374)
03 Vraag van mevrouw Sophie Pécriaux aan de
minister van Werk over "de vrijwillige
brandweerlieden die een RVA-sanctie hebben
gekregen" (nr. 11374)
03.01 Sophie Pécriaux (PS)
: Un pompier
volontaire de Thuin, demandeur d'emploi
indemnisé, a dû rembourser l'équivalent de cent
cinquante jours de chômage, l'ONEM de Charleroi
ayant considéré que les gardes de douze heures,
pour lesquelles une rétribution forfaitaire est
perçue, ne sont pas, au contraire des activités
présentant un danger de mort, cumulables avec les
indemnités de chômage. Ce qui est inadmissible,
car elles sont indispensables à l'activité de pompier
volontaire.
03.01 Sophie Pécriaux (PS): Een
uitkeringsgerechtigd werkzoekende
brandweervrijwilliger uit Thuin moest onlangs 150
dagen werkloosheidsuitkering terugbetalen, omdat
de RVA van Charleroi de mening is toegedaan dat
wachtdiensten van 12 uren die recht geven op een
vaste vergoedingen, in tegenstelling tot activiteiten
waaraan levensgevaar is verbonden, niet
cumuleerbaar zijn met werkloosheidsuitkeringen.
Dat is toch onaanvaardbaar, vermits een
brandweervrijwilliger zich niet aan dergelijke
wachtdiensten kan onttrekken.
Où vos réflexions en sont-elles au sujet, d'une part,
de la proposition de résolution de Jean-Claude
Maene et de moi-même, visant à intégrer les
activités de garde à la liste des activités cumulables
avec l'allocation de chômage et, d'autre part, de ma
demande d'augmenter, pour les pompiers
volontaires, le plafond au-delà duquel une activité
est considérée comme bénévole ?
In hoeverre hebt u reeds nagedacht over het
voorstel van resolutie dat door Jean-Claude Maene
en mezelf werd ingediend en dat ertoe strekt de
wachtdienst te vermelden in de lijst van activiteiten
die met een werkloosheidsuitkering mogen worden
gecumuleerd? Welk gevolg heeft u bovendien
gegeven aan mijn vraag om het plafond waarboven
een activiteit als belangeloos wordt beschouwd,
voor de vrijwillige brandweerlieden op te trekken ?
03.02 Peter Vanvelthoven, (en français) : J'ai pris
connaissance de la proposition de résolution.
Les activités rémunérées du pompier volontaire qui
ne figurent pas dans la liste des activités présentant
un danger de mort ne sont pas cumulables avec les
allocations de chômage. Chaque prestation doit
être mentionnée sur la carte de contrôle.
Une indemnité n'est pas prise en considération
comme rémunération si elle est octroyée dans le
cadre de l'activité exercée par le chômeur au profit
d'un service public et couvre ses frais ou si elle est
considérée comme un avantage non imposable.
03.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
heb kennis genomen van het voorstel van resolutie.
De bezoldigde activiteiten van een vrijwillige
brandweerman die niet op de lijst van
levensgevaarlijke activiteiten staan, mogen niet
uitgeoefend worden door mensen met een
werkloosheidsuitkering. Elke prestatie moet op de
controlekaart vermeld worden.
Een vergoeding wordt niet als bezoldiging
aangemerkt indien ze toegekend wordt in het kader
van de activiteit die de werkloze uitoefent voor een
overheidsdienst en als kostenvergoeding geldt, of
indien ze beschouwd wordt als niet-belastbaar
voordeel.
L'ONEM a toujours appliqué cette réglementation De RVA heeft die reglementering steeds correct en
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/05/2006
CRABV 51
COM 938
6
d'une façon correcte et uniforme ; elle ne doit pas
être modifiée. Élargir la liste des activités, ainsi que
le plafond des rémunérations cumulables
reviendrait à créer un nouveau piège à l'emploi.
uniform toegepast; een aanpassing ervan is dan
ook niet aangewezen. Als men de lijst van
activiteiten uitbreidt en het plafond van
cumuleerbare vergoedingen optrekt, creëert men
een nieuwe werkloosheidsval.
03.03 Sophie Pécriaux (PS) : Je voudrais attirer
votre attention sur le fait qu'un pompier volontaire,
qu'il soit de garde ou en formation, bénéficie d'un
encadrement destiné à le rendre le plus efficace
possible sur le terrain quand se pose un problème
de vie ou de mort.
De plus, un pompier volontaire pourra plus
facilement intervenir en cas de danger mortel s'il
assure une garde que s'il se trouve à une distance
assez éloignée de la caserne.
La législation en vigueur pose problème. La
souplesse apportée par cette proposition aurait
permis d'instaurer un dialogue et de faire bénéficier
les pompiers volontaires, dont nous avons besoin,
d'une rémunération correcte.
03.03 Sophie Pécriaux (PS): Ik wil uw aandacht
vestigen op het feit dat een vrijwillige
brandweerman, of hij nu een wachtdienst verzorgt
dan wel een opleiding volgt, wordt begeleid opdat
hij bij een kwestie van leven of dood zo doeltreffend
mogelijk zou kunnen ingrijpen.
Als iemand in levensgevaar verkeert, zal een
vrijwillige brandweerman bovendien makkelijker
kunnen ingrijpen wanneer hij van wacht is dan
wanneer hij zich op enige afstand van de kazerne
bevindt.
De huidige wetgeving doet problemen rijzen. De
soepelheid waarvoor ik in mijn voorstel pleit, zou
het mogelijk maken een dialoog op gang te
brengen en de vrijwillige brandweerlieden, die wij
nodig hebben, een correcte bezoldiging te
verzekeren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "la protection des délégués
syndicaux" (n° 11409)
04 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Werk over "de bescherming van
vakbondsafgevaardigden" (nr. 11409)
04.01 Zoé Genot (ECOLO) : Les licenciements de
délégués syndicaux se multiplient de façon
inquiétante.
Mme Onkelinx, ministre de l'Emploi, avait, en 2000,
adressé deux notes aux commissions paritaires
pour obtenir un code de bonne conduite relatif aux
travailleurs protégés ; un bilan des travaux des
commissions paritaires devait être dressé en 2002.
Quel a été le bilan de ces travaux ? Combien de
délégués syndicaux ont-ils été licenciés des
entreprises depuis 2003 ? Qu'avez-vous fait ou que
comptez-vous faire pour leur la protection ? Que
pensez-vous de l'«
immunité syndicale
», qui
précéderait tout le système de défense classique ?
04.01 Zoé Genot (ECOLO): Het aantal ontslagen
van vakbondsafgevaardigden neemt
onrustwekkende proporties aan.
In 2000 heeft de toenmalige minister van Werk,
mevrouw Onkelinx, de paritaire comités twee nota's
bezorgd waarin gevraagd werd een gedragscode
voor de beschermde werknemers op te stellen. In
2002 dienden de paritaire comités een balans van
hun werkzaamheden voor te leggen.
Welke resultaten konden die comités voorleggen?
Hoeveel vakbondsafgevaardigden werden er sedert
2003 in de ondernemingen ontslagen? Wat heeft u
ondernomen of zal u nog ondernemen om hen
beter te beschermen? Hoe staat u ten aanzien van
een "syndicale onschendbaarheid" die de klassieke
verdedigingsregeling zou voorafgaan?
04.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Un certain nombre de commissions paritaires ont
confirmé les principes généraux de la CCT n°5 du
CNT du 24 mai 1971 concernant le statut de la
délégation syndicale. D'autres ont étendu, par voie
de CCT, la protection prévue dans la loi du 19 mars
1991 aux membres de la délégation syndicale qui
04.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Een
aantal paritaire comités hebben de algemene
beginselen van CAO nr. 5 van de NAR van 24 mei
1971 betreffende het statuut van de syndicale
afvaardigingen van het personeel der
ondernemingen bevestigd. Andere hebben de
bescherming waarin de wet van 19 maart 1991
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 938
02/05/2006
7
ne font pas partie du conseil d'entreprise ou du
comité de prévention ou de protection au travail.
Un certain nombre de commissions paritaires
estiment certaines de façon unanime qu'aucune
initiative supplémentaire n'est nécessaire. Pour
certaines, le licenciement de travailleurs protégés,
question interprofessionnelle, relève du CNT.
Je ne dispose pas de données relatives au nombre
de délégués syndicaux licenciés depuis 2003.
C'est aux partenaires sociaux d'évaluer la
protection et de formuler au besoin des
propositions d'adaptation.
Les trois syndicats souhaitent négocier cette
problématique avec les employeurs dans le cadre
des discussions au sein du CNT portant sur les
élections sociales 2008.
C'est aux partenaires sociaux de se prononcer sur
votre proposition relative à l'immunité, qui s'écarte
fortement du système existant.
voorziet, bij CAO uitgebreid tot de leden van de
syndicale afvaardiging die geen deel uitmaken van
de ondernemingsraad of van het comité voor
preventie of bescherming op het werk.
Sommige paritaire comités oordelen - in sommige
comités bestaat daar eensgezindheid over - dat er
geen bijkomende stappen nodig zijn. Voor
bepaalde comités is het ontslag van beschermde
werknemers een interprofessionele
aangelegenheid waarvoor de NAR bevoegd is.
Ik beschik niet over gegevens met betrekking tot
het aantal vakbondsafgevaardigden dat sinds 2003
ontslagen werd.
Het staat aan de sociale partners om de
bescherming van de werknemer te beoordelen en
indien nodig voorstellen te formuleren om een en
ander aan te passen.
De drie vakbonden wensen met de werkgevers
over die problematiek te onderhandelen in het
kader van de besprekingen over de sociale
verkiezingen 2008 bij de NAR.
De sociale partners moeten zich over uw voorstel
betreffende onschendbaarheid, waarmee toch
danig afgeweken wordt van de bestaande regeling,
uitspreken.
04.03 Zoé Genot (ECOLO) : Il serait intéressant de
disposer de chiffres montrant l'ampleur du
phénomène. Je vous les redemanderai.
04.03 Zoé Genot (ECOLO): Het ware interessant
om over cijfers te beschikken die de omvang van
het probleem aantonen. Bij een volgende
gelegenheid zal ik u opnieuw vragen om ze mee te
delen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre
de l'Emploi sur "la simplification administrative"
(n° 11400)
05 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk over "de administratieve
vereenvoudiging" (nr. 11400)
05.01 Nahima Lanjri (CD&V) : Une étude du
Vlaams Economisch Verbond et du VOKA d'avril
2006 propose une série de simplifications
administratives pour les entrepreneurs, telles que la
suppression de différents documents, la
numérisation de certaines pièces et l'amélioration
du fonctionnement de l'administration.
Le VOKA demande la suppression de différentes
obligations administratives : le rapport annuel du
médecin du travail, la communication des heures
supplémentaires à l'inspection sociale, le bilan
social annuel, la déclaration sur l'honneur
concernant la prise en charge d'enfants, la
05.01 Nahima Lanjri (CD&V): In een studie van
het Vlaams Economisch Verbond en VOKA van
april 2006 wordt een reeks administratieve
vereenvoudigingen voor ondernemers voorgesteld,
zoals de afschaffing van een aantal documenten,
het digitaliseren van bepaalde documenten en het
verbeteren van de werking.
VOKA vraagt de afschaffing van een aantal
administratieve verplichtingen: het jaarlijkse verslag
van de arbeidsgeneesheer, de mededeling van de
overuren aan de sociale inspectie, de jaarlijkse
sociale balans, de verklaring op eer over de
tenlasteneming van kinderen, het vijf jaar bewaren
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/05/2006
CRABV 51
COM 938
8
conservation durant cinq ans des horaires variables
des travailleurs à temps partiel et l'enquête
trisannuelle sur les déplacements entre le domicile
et le lieu de travail. Par ailleurs, le VOKA voudrait
que les formulaires C pour l'ONEm ainsi que le
système des titres-services soient numérisés.
Enfin, le VOKA souhaite une amélioration des
procédures en matière de recrutement de
travailleurs étrangers, de congé-éducation,
d'enquête sur la structure de la rémunération et de
travail intérimaire.
Quelles propositions parmi celles-ci le
gouvernement va-t-il convertir en mesures
concrètes ? Le ministre a-t-il eu une concertation à
ce sujet avec les partenaires sociaux ?
van variabele deeltijdse werkroosters en de
driejaarlijkse woon-werkenquête. Daarnaast wil
VOKA dat de C-formulieren voor de RVA en het
systeem van de dienstencheques gedigitaliseerd
worden. Ten slotte wenst VOKA een verbetering
van de procedures voor de aanwerving van
buitenlandse werknemers, voor het educatief verlof,
voor de loonstructuurenquête en voor
uitzendkrachten.
Welke van deze voorstellen zullen omgezet worden
in regeringsmaatregelen? Heeft de minister
hierover overlegd met de sociale partners?
05.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : La simplification administrative est
importante dans la mesure où elle permet de
supprimer les redondances, les chevauchements et
les imprécisions mais elle ne peut conduire à une
dérégulation totale ou à la perte d'informations
pertinentes du point de vue de la politique.
Le rapport des services médicaux est
principalement nécessaire pour s'assurer de la
mise en oeuvre effective des missions légales. La
communication des heures supplémentaires à
l'inspection sociale est réglée par la CCT n° 29 et je
ne souhaite pas intervenir dans les accords des
partenaires sociaux. Dans le cadre du Pacte de
solidarité entre générations, les partenaires sociaux
ont conclu un compromis sur la simplification du
bilan social. Dès lors, je ne souhaite pour l'instant
rien changer à ce niveau-là non plus.
La déclaration relative à la prise en charge des
enfants résulte d'une réforme fiscale et a été
instaurée par le ministre des Finances. Tous les
documents relatifs aux traitements donc
également les horaires de travail variables à temps
partiel doivent être conservés cinq ans pour
permettre le calcul correct des traitements.
L'enquête sur les déplacements entre le lieu de
travail et le domicile relève de la compétence du
ministre de la Mobilité.
Depuis janvier 2003, les employeurs peuvent
remplacer les « formulaires C » par une déclaration
électronique des risques sociaux. D'ici au 1
er
juillet
2006, la plupart des formulaires seront digitalisés
mais les employeurs et les secrétariats sociaux
n'en font guère usage pour l'heure.
La procédure relative au congé-éducation a été
simplifiée. À partir du mois de septembre, le
paiement sera effectué sur la base d'un montant
05.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Administratieve vereenvoudiging is belangrijk om
overbodigheden, overlappingen en
onduidelijkheden weg te werken, maar mag niet
leiden tot een totale deregulering of het verlies van
voor het beleid relevante informatie.
Het verslag van de medische diensten is vooral
nodig om te controleren of de wettelijke opdrachten
effectief zijn uitgevoerd. De mededeling van de
overuren aan de sociale inspectie is geregeld door
CAO 29 en ik wil niet tussenkomen in afspraken
van de sociale partners. Naar aanleiding van het
Generatiepact hebben de sociale partners een
compromis bereikt over de vereenvoudiging van de
sociale balans, dus ook daar wil ik momenteel niets
aan veranderen.
De verklaring over de tenlasteneming van kinderen
is het gevolg van een fiscale hervorming en werd
ingevoerd door de minister van Financiën. Alle
documenten over de lonen - dus ook de variabele
deeltijdse werkroosters - moeten vijf jaar
bijgehouden worden, zodat de lonen correct
berekend kunnen worden. De woon-werkenquête is
een bevoegdheid van de minister van Mobiliteit.
Sinds januari 2003 kunnen werkgevers de
zogenaamde C-formulieren vervangen door een
elektronische aangifte van de sociale risico's.
Tegen 1 juli 2006 zullen de meeste formulieren
gedigitaliseerd zijn, maar werkgevers en sociale
secretariaten maken daar nog niet veel gebruik
van.
De procedure voor het educatief verlof is
vereenvoudigd. Vanaf september zal de betaling
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 938
02/05/2006
9
forfaitaire. Le Conseil national du travail examine le
projet d'arrêté royal et l'arrêté ministériel.
gebeuren op basis van een forfaitair bedrag. De
Nationale Arbeidsraad onderzoekt het ontwerp-KB
en het ministerieel besluit.
La numérisation des titres-services doit être
terminée cette année. Par ailleurs, le gouvernement
s'attelle actuellement à la simplification de la
procédure pour l'engagement de travailleurs
étrangers. L'enquête relative à la structure des
salaires relève de la compétence du ministre de
l'Économie. L'établissement de contrats
hebdomadaires pour les travailleurs intérimaires
n'est pas obligatoire.
J'ai également reçu les propositions du VOKA. Une
concertation est prévue.
De digitalisering van de dienstencheques moet dit
jaar afgerond zijn. Ook werkt de regering
momenteel aan de vereenvoudiging van de
procedure voor het tewerkstellen van buitenlandse
werknemers. De loonstructuurenquête is een
bevoegdheid van de minister van Economie. Het
opmaken van wekelijkse contracten voor
uitzendkrachten is niet verplicht.
Ik heb de voorstellen van VOKA ook gekregen. Er
is overleg gepland.
05.03 Nahima Lanjri (CD&V) : Le ministre ne
réagit pas aux propositions du VOKA qui visent à
supprimer certains documents et obligations.
J'espère que lors de la concertation avec le VOKA
et les partenaires sociaux, des accords visant à
simplifier les procédures pourront tout de même
être conclus. Certaines données sont, en effet,
indispensables mais il doit tout de même être
possible d'en simplifier le traitement.
05.03 Nahima Lanjri (CD&V): De minister gaat
niet in op de voorstellen van VOKA om bepaalde
documenten en verplichtingen af te schaffen. Ik
hoop dat er tijdens het overleg met VOKA en de
sociale partners toch afspraken gemaakt kunnen
worden om de procedures te vereenvoudigen.
Sommige gegevens zijn inderdaad noodzakelijk,
maar misschien kunnen we ze toch op een
vereenvoudigde manier verwerken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "les restructurations chez InBev"
(n° 11463)
06 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de herstructureringen bij
InBev" (nr. 11463)
06.01 Benoît Drèze (cdH) : Jeudi dernier, InBev a
annoncé la clôture des procédures de consultation
relatives aux deux restructurations prévues, et qui
auraient ramené le nombre de licenciements de
381 à 295 personnes.
InBev a-t-elle pris un contact préalable avec les
autorités ? Quelles sont les restructurations portées
à votre connaissance par InBev et quelles en sont
les caractéristiques ? Les procédures prévues par
la loi Renault sont-elles respectées ?
InBev a-t-elle introduit une demande en matière de
prépension ou une demande, en matière de
convention de premier emploi, de dérogation à
l'obligation d'embauche de 3% ? InBev envisage-t-
elle de créer une cellule de reconversion ? Y est-
elle obligée ? Le gouvernement envisage-t-il de
prendre des mesures spécifiques dans ce dossier
comme il l'a fait, par exemple, pour Renault
Vilvoorde ?
Notre législation ne devrait-elle pas être adaptée
06.01 Benoît Drèze (cdH): Donderdag jongstleden
heeft InBev aangekondigd dat de
overlegprocedures in verband met de twee
geplande herstructureringen afgerond waren.
Daarbij kon het aantal ontslagen teruggebracht
worden van 381 naar 295 werknemers.
Heeft InBev vooraf met de overheid overleg
gepleegd? Welke herstructureringen werden door
InBev aan u gemeld? Wat houden die
herstructureringen precies in? Worden de
procedures uit de wet-Renault nageleefd?
Heeft InBev een aanvraag ingediend in verband
met het brugpensioen of, in het kader van de
startbaanovereenkomst, een aanvraag om een
afwijking te krijgen van de verplichting om 3 procent
nieuwe werknemers in dienst te nemen? Is InBev
zinnens een hertewerkstellingscel op te richten? Is
het daartoe verplicht? Is de regering van plan in dit
dossier specifieke maatregelen te treffen zoals dat
bijvoorbeeld voor Renault Vilvoorde gebeurde?
Moet onze wetgeving niet worden aangepast met
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/05/2006
CRABV 51
COM 938
10
pour mieux encadrer les entreprises bénéficiaires
qui restructurent ?
het oog op een betere begeleiding van de
ondernemingen die bij een herstructurering steun
ontvangen?
06.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : La décision économique de procéder
à une restructuration appartient exclusivement à
l'employeur. La réglementation belge joue
seulement un rôle à partir du moment où cette
décision a pris forme. La procédure d'information et
de consultation a été intégralement élaborée par
les partenaires sociaux dans deux CCT conclues
au sein du Conseil national du travail. Dans ce
contexte, la loi Renault prévoit des sanctions civiles
lorsque la procédure n'est pas respectée. Selon la
CCT n° 9 du 9 mars 1972, le conseil d'entreprise
doit être consulté lors de tout changement
structurel important avant que ce changement soit
rendu public. Selon la CCT numéro 24 du 2 octobre
1975, l'employeur qui a l'intention de procéder à un
licenciement collectif doit respecter une procédure
d'information et de consultation très stricte. Celle-ci
tend à éviter le licenciement collectif et à en
atténuer les conséquences par le biais de mesures
d'accompagnement social.
06.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De economische beslissing om een onderneming
te herstructureren komt uitsluitend toe aan de
werkgever. De Belgische reglementering komt pas
tussenbeide wanneer deze beslissing enigszins
vorm heeft gekregen. De informatie- en
consultatieprocedure werd door de sociale partners
volledig uitgewerkt in twee CAO's die werden
gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Daarbij
voorziet de wet- Renault in burgerlijke sancties
wanneer deze procedure niet wordt nageleefd.
Volgens CAO nr. 9 van 9 maart 1972 moet de
ondernemingsraad bij elke belangrijke
structuurwijziging worden geraadpleegd vóór de
openbare bekendmaking. Volgens CAO nummer 24
van 2 oktober 1975 moet een werkgever die het
voornemen heeft om tot collectief ontslag over te
gaan, een strikte informatie- en
consultatieprocedure volgen. Deze procedure is
erop gericht om het collectief ontslag te voorkomen
en de gevolgen ervan te verzachten door sociale
begeleidingsmaatregelen.
La réglementation s'applique à chaque unité
technique d'exploitation. L'employeur a donc un
devoir d'information et de consultation mais il peut
procéder à une restructuration pour des motifs
économiques qui lui sont propres. Il n'est donc pas
tenu d'élaborer préalablement un plan global. Il
peut dès lors être procédé à la restructuration en
plusieurs étapes pour autant que la procédure
d'information et de consultation prescrite ait été
respectée à chaque étape.
De reglementering geldt voor elke technische
bedrijfseenheid. De werkgever heeft dus een
informatie- en consultatieplicht, maar kan een
herstructurering naar eigen economisch
goeddunken doorvoeren. De werkgever is dus niet
verplicht om voorafgaand een allesomvattend plan
op te stellen. De herstructurering kan dus in
verschillende etappes worden doorgevoerd mits bij
elke etappe de voorgeschreven informatie- en
consultatieprocedure wordt nageleefd.
(En français) Le gouvernement n'a pas été contacté
au préalable, des réunions de conciliation ont eu
lieu au sein de la commission paritaire, au cours
desquelles les syndicats ont exigé une garantie de
l'emploi jusqu'à fin 2006 et un accord au niveau
européen.
La « loi Renault » a été respectée, mais l'impact de
la restructuration n'est pas comparable à celui de
Renault Vilvorde ou de Ford Genk, où il y avait
aussi des répercussions sur les fournisseurs.
Les conséquences des restructurations doivent être
réduites autant que possible par la formation
permanente des travailleurs, notamment. En cas de
licenciements impossibles à éviter, il faut faire le
maximum dans le cadre du plan social. Des
mesures supplémentaires sont prévues dans le
Pacte de solidarité ente les générations. Resserrer
(Frans) De regering werd niet vooraf
gecontacteerd, er hebben
verzoeningsvergaderingen in het paritair comité
plaatsgevonden tijdens welke de vakbonden
werkgelegenheidsgaranties tot eind 2006 en een
akkoord op Europees niveau hebben geëist.
De Renaultwet werd nageleefd, maar het effect van
de herstructurering is niet vergelijkbaar met dat van
Renault Vilvoorde of Ford Genk, waar ook de
leveranciers onder de gevolgen ervan gebukt
gingen.
De gevolgen van de herstructureringen moeten
zoveel mogelijk worden beperkt, onder meer door
de permanente opleiding van de werknemers. Als
ontslagen echt niet kunnen worden voorkomen,
moeten zoveel mogelijk inspanningen worden
geleverd in het kader van het sociaal plan. Het
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 938
02/05/2006
11
les conditions de la prépension, comme vous le
proposez, ne ferait qu'augmenter le risque de
licenciements « secs ».
generatiepact voorziet ter zake in aanvullende
maatregelen. Een verstrenging van de
voorwaarden met betrekking tot het brugpensioen,
zoals u voorstelt, zou het risico op "naakte
ontslagen" alleen maar doen toenemen.
06.03 Benoît Drèze (cdH) : Je prends acte du fait
que la société, pourtant d'origine belge, n'a pas
jugé utile de contacter les autorités.
Ce dossier suscite des questions, y compris dans
le monde politique. Selon M. Marcourt, il faut
réfléchir à une réglementation européenne
interdisant les délocalisations intra-européennes.
Les travailleurs craignent évidemment que ce
dossier ne soit pas le dernier. À Jupille, ils sont
tétanisés et n'osent presque pas entreprendre
d'actions.
Ma proposition relative à la prépension ne cherche
pas à interférer dans des dossiers existants, mais à
modifier pour le futur les règles du jeu. Les
prépensions coûtent cher à la collectivité et aux
entreprises qui ne pratiquent pas les
restructurations « salami ».
06.03 Benoît Drèze (cdH): Ik neem nota van het
feit dat het bedrijf, dat nochtans van Belgische
oorsprong is, het niet nuttig heeft geacht om de
overheid in te lichten.
Dit dossier roept vragen op, ook in de politieke
wereld. Volgens de heer Marcourt moet worden
nagedacht over een Europese reglementering die
intra-Europese delokalisaties verbiedt.
De werknemers vrezen natuurlijk dat dit dossier niet
het laatste zal zijn. Uit angst durven de arbeiders in
Jupille nog nauwelijks actie te voeren.
Met mijn voorstel betreffende het brugpensioen wil
ik me niet in lopende dossiers mengen, maar wil ik
vooral de spelregels voor de toekomst bijsturen. De
brugpensioenen kosten de gemeenschap en de
bedrijven die niet volgens de salamitechniek
herstructureren handenvol geld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre
de l'Emploi sur "la ligne d'assistance
téléphonique Agricall" (n° 11434)
07 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Werk over "de telefonische hulplijn
Agricall" (nr. 11434)
07.01 Nathalie Muylle (CD&V) : J'ai déjà posé une
question écrite lors de la parution, en janvier 2006,
de communiqués de presse sur les chiffres relatifs
au suicide dans le secteur agricole et horticole du
Westhoek. À cette époque, le ministre m'avait fait
parvenir les chiffres relatifs aux appels à la ligne
d'assistance Agricall. Il ressortait de ces chiffres
que le nombre de suicides en Flandre occidentale
dépassait largement le nombre d'appels à cette
ligne d'assistance.
J'ai ensuite été contactée par différentes personnes
qui n'étaient pas au courant de l'existence de la
ligne d'assistance Agricall. Je sais qu'Agricall et
Preventagri fournissent du bon travail. Ces services
sont surtout consultés par les organisations
agricoles mais les vétérinaires et les CPAS locaux
n'attirent pas suffisamment l'attention des
agriculteurs sur leur existence.
Des campagnes d'information sont-elles encore en
cours pour faire connaître cette ligne
d'assistance ou ont-elles été arrêtées parce que le
07.01 Nathalie Muylle (CD&V): Ik stelde eerder al
een schriftelijke vraag naar aanleiding van
persberichten in januari 2006 aangaande
zelfmoordcijfers in de land- en tuinbouwsector in de
Westhoek.Toen zond de minister mij cijfers over het
gebruik van de hulplijn Agricall. Hieruit bleek dat het
aantal zelfmoorden in West-Vlaanderen veel hoger
ligt dan het aantal oproepen bij de hulplijn.
Hierna werd ik gecontacteerd door verschillende
mensen die niet op de hoogte zijn van het bestaan
van de hulplijn Agricall. Ik weet dat Agricall en
Preventagri goed werken. De diensten worden
vooral geraadpleegd door landbouworganisaties,
maar veeartsen en lokale OCMW's brengen deze
diensten onvoldoende onder de aandacht bij de
landbouwers zelf.
Lopen er nog informatiecampagnes om de lijn
bekend te maken? Werden ze stopgezet omdat de
financiering vanuit het Europees Sociaal Fonds
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/05/2006
CRABV 51
COM 938
12
financement du Fonds social européen se termine
fin 2006 ? Le projet sera-t-il poursuivi après 2006 ?
Le secteur agricole et horticole du Westhoek
traverse une période difficile et cette ligne
d'assistance peut lui être très utile.
eind 2006 ten einde loopt? Zal het project blijven
bestaan na 2006? De land- en tuinbouwsector uit
de Westhoek heeft het momenteel niet gemakkelijk
en kan de hulplijn goed gebruiken.
07.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : La notoriété de la ligne Agricall est
assurée par le biais de sites internet, de brochures,
d'articles de presse et de séances d'information. Un
psychologue d'Agricall prend contact avec les
personnes concernées et les renvoie
éventuellement vers d'autres institutions.
Agricall fait partie du projet Preventagri, lancé par le
gouvernement fédéral, grâce à des moyens
provenant du Fond social européen, pour la période
allant de 2001 à 2006. Une négociation sera menée
avec le ministre-président flamand à propos de la
reprise du projet en 2007. J'informerai Mme Muylle
des résultats de ces pourparlers.
07.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De lijn Agricall wordt bekendgemaakt op websites,
in folders, in persartikelen en op informatiesessies.
Betrokkenen worden individueel gecontacteerd
door een psycholoog van Agricall en worden
eventueel in contact gebracht met andere
instellingen.
Agricall maakt deel uit van het project Preventagri,
dat voor de periode van 2001 tot 2006 werd
opgestart door de federale overheid met middelen
uit het Europees Sociaal Fonds. Er wordt
onderhandeld met de Vlaamse minister-president
over de overname van het project in 2007. Ik zal
mevrouw Muylle op de hoogte houden van de
resultaten van die onderhandelingen.
07.03 Nathalie Muylle (CD&V) : J'ai appris que le
gouvernement flamand n'entendait pas laisser aller
à vau-l'eau les points forts d'Agricall. Cette ligne a
été l'objet d'une campagne promotionnelle
intensive après avoir été créée mais je note que les
pouvoirs locaux, les vétérinaires, les infirmières à
domicile et les CPAS sont aujourd'hui moins bien
informés de son existence qu'ils ne l'étaient hier.
Aussi, je demande au ministre de s'efforcer jusqu'à
fin 2006 de mieux faire connaître cette ligne de
façon à ce que le service qu'elle offre atteigne son
plein rendement à partir de 2007.
07.03 Nathalie Muylle (CD&V): Ik heb vernomen
dat men op Vlaams niveau de sterke punten van
Agricall niet wil laten verloren gaan. De lijn werd
hard gepromoot nadat ze werd opgericht, maar ik
merk dat lokale besturen, veeartsen,
thuisverplegers en OCMW-centra er tegenwoordig
minder van op de hoogte zijn. Ik vraag de minister
dan ook om tot eind 2006 te werken aan de
bekendmaking van de hulplijn, zodat deze
dienstverlening vanaf 2007 zijn volle rendement
kan halen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'ouverture de notre marché du
travail aux ressortissants des nouveaux États
membres de l'UE" (n° 11464)
08 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "het openstellen van
onze arbeidsmarkt voor onderdanen van de
nieuwe EU-lidstaten" (nr. 11464)
08.01 Benoît Drèze (cdH) : Douze États membres
dont la Belgique ont restreint l'accès à leur marché
du travail du 1
er
mai 2004 au 1
er
mai 2006 pour les
ressortissants des nouveaux États membres de
l'Union européenne, excepté Chypre et Malte.
Chacun de ces douze États peut décider de
prolonger cette restriction durant trois ans. Ces
États avaient jusqu'au dimanche 30 avril pour faire
connaître officiellement leur position à la
Commission européenne.
La Belgique a-t-elle signifié officiellement sa
position à la Commission européenne ; quand l'a-t-
08.01 Benoît Drèze (cdH): Twaalf lidstaten,
waaronder België, hebben tussen 1 mei 2004 en 1
mei 2006 de toegang tot hun arbeidsmarkt voor
werknemers uit de nieuwe lidstaten van de
Europese Unie beperkt. Alleen Cyprus en Malta
deden dat niet. Elk van die twaalf lidstaten kan die
beperking gedurende drie jaar verlengen. Ze
hadden tot 30 april de tijd om hun standpunt
officieel aan de Europese Commissie bekend te
maken.
Heeft België zijn standpunt officieel aan de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 938
02/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
elle fait ? Les membres de la commission Affaires
sociales peuvent-ils recevoir une copie de la
notification de la Belgique ? Pouvez-vous donner le
détail des modalités décidées par notre pays pour
la période allant du 1
er
mai 2006 au 1
er
mai 2009 ?
Où en est l'exécution des différentes mesures
décidées ?
Europese Commissie meegedeeld? Wanneer?
Kunnen de leden van de commissie voor de
Sociale Zaken een afschrift van de officiële
kennisgeving door België ontvangen? Kan u ons
een overzicht geven van de modaliteiten die ons
land voor de periode van 1 mei 2006 tot 1 mei 2009
heeft vastgelegd? Hoever staat het met de
uitvoering van de diverse maatregelen die de
regering getroffen heeft?
08.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
J'ai notifié la position belge à la Commission
européenne le 24 avril 2006. La représentation
permanente a transmis la position de notre pays à
la Commission européenne le 27 avril. Une copie
de ces documents peut être remise au président de
la commission des Affaires sociales.
La modalité concrète figure dans l'arrêté royal du
24 avril 2006, publié au Moniteur le 28 avril.
La procédure souple et simplifiée concernant la
délivrance des permis de travail pour les fonctions
critiques agréées par les Régions est reprise dans
un projet d'arrêté royal, actuellement soumis au
Conseil d'État. Il devrait être approuvé et publié
avant le 31 mai 2006.
Le 28 avril, le gouvernement a approuvé le cadre
législatif relatif à l'obligation de déclaration. L'avis
des partenaires sociaux et du Conseil d'État sera
demandé à ce propos. D'autres mesures seront
prises ultérieurement.
08.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
heb het Belgische standpunt op 24 april 2006 aan
de Europese Commissie meegedeeld. Op 27 april
heeft onze permanente vertegenwoordiging
hetzelfde gedaan. Een kopie van de desbetreffende
documenten kan aan de voorzitter van de
commissie voor de Sociale Zaken worden bezorgd.
De concrete voorwaarden staan vermeld in het
koninklijk besluit van 24 april 2006 dat op 28 april in
het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt.
De soepele en vereenvoudigde procedure inzake
de afgifte van werkvergunningen voor de door de
Gewesten erkende knelpuntberoepen is
opgenomen in het ontwerp van koninklijk besluit dat
thans bij de Raad van State voorligt. De
goedkeuring en bekendmaking ervan is gepland
vóór 31 mei 2006.
Op 28 april heeft de regering de wetgevende
bepalingen inzake de aangifteplicht goedgekeurd.
Het advies van de sociale partners en de Raad van
State zal nog worden ingewonnen. Andere
maatregelen volgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions se termine à 11 h 12.
De bespreking van de vragen eindigt om 11.12 uur.
Document Outline