SÉANCE PLÉNIÈRE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
dénaturalisations" (n° 11070)

Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
denaturalisaties" (nr. 11070)

Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie

Interpellation de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lenteur des enquêtes dans certains grands
dossiers financiers" (n° 839)

Interpellatie van de heer Bart Laeremans tot de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de trage onderzoeken in grote financiële
dossiers" (nr. 839)

Orateurs:

Bart Laeremans, Laurette

Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers:

Bart Laeremans, Laurette

Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Francis Van den Eynde à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
surpopulation de la prison de Gand" (n° 11140)

Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de overbevolking in de Gentse gevangenis"
(nr. 11140)

Orateurs: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Alfons Borginon à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
obligations militaires en cas de pluralité de
nationalités" (n° 11128)

Vraag van de heer Alfons Borginon aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"dienstplicht in geval van meervoudige
nationaliteit" (nr. 11128)

Orateurs: Alfons Borginon, président du
groupe VLD, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Alfons Borginon, voorzitter van de
VLD-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie

Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
préparation dans le cadre d'une adoption
intrafamiliale" (n° 11134)

Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de voorbereiding in het kader van een
intrafamiliale adoptie" (nr. 11134)

Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre le racisme au niveau européen"
(n° 11150)

Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
strijd tegen racisme op Europees vlak" (nr. 11150)

Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Interpellation de M. Gerolf Annemans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'enregistrement des communications GSM d'un
parlementaire par un juge d'instruction d'Anvers"
(n° 842)

Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het registreren van het gsm-verkeer van een
parlementslid door een onderzoeksrechter te
Antwerpen" (nr. 842)

Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van de
Vlaams Belang-fractie, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie

Motions

Moties

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

Question de M. Patrick De Groote au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
suppression des noms des agents verbalisateurs
sur des copies de procès-verbaux" (n° 11187)

Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het schrappen van de namen van
verbaliserende agenten op afschriften van
processen-verbaal" (nr. 11187)

Orateurs: Patrick De Groote, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Patrick De Groote, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'utilisation d'éthylomètres non étalonnés"
(n° 11189)

Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
gebruik van niet-geijkte alcoholmeters" (nr. 11189)

Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
charge de travail des magistrats des sections
financières" (n° 11241)

Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
werklast van de financiële magistraten" (nr. 11241)

Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la collaboration entre
la police anversoise et le corps de sécurité"
(n° 11244)

- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
samenwerking van de Antwerpse politie met het
veiligheidskorps" (nr. 11244)

- Mme Greet van Gool à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "le corps de sécurité à
Anvers" (n° 11381)

- mevrouw Greet van Gool aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
veiligheidskorps in Antwerpen" (nr. 11381)

Orateurs: Claude Marinower, Greet van
Gool, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Claude Marinower, Greet van
Gool, Laurette Onkelinx, vice-eerste minister
en minister van Justitie

Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
désignation de coordinateurs en matière de
drogues" (n° 11262)

Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
aanstelling van drugscoördinatoren" (nr. 11262)

Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Servais Verherstraeten à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la lecture
des jugements" (n° 11305)

- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
voorlezen van vonnissen" (nr. 11305)

- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la lecture obligatoire
des jugements lors des audiences" (n° 11385)

- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het verplicht
voorlezen van vonnissen op de terechtzitting"
(nr. 11385)

Orateurs: Servais Verherstraeten, Claude
Marinower, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Servais Verherstraeten, Claude
Marinower, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie

Question de M. Claude Marinower à la vice-

Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

COMMISSION DE LA JUSTICE

COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE

MARDI

AVRIL

2006

Matin

______

van

DINSDAG

APRIL

2006

Voormiddag

______

La réunion publique est ouverte à 10 h 17 par
Mme Martine Taelman, présidente.

De vergadering wordt geopend om 10.17 uur door
mevrouw Martine Taelman, voorzitter.

01 Question de Mme Marie Nagy à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur
"les dénaturalisations" (n° 11070)

01 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-

eerste minister en minister van Justitie over "de
denaturalisaties" (nr. 11070)

01.01 Marie Nagy (ECOLO) : Selon Le Soir de ce

samedi 25 mars, votre projet de loi, qui sera
déposé au Conseil des ministres après les
vacances de Pâques, prévoit la possibilité de retirer
la nationalité belge à celui qui a commis une faute
manifeste pour l'obtenir, par exemple en cas de
mariage blanc.

Cette dénaturalisation serait toutefois limitée aux
cinq ans suivant l'acquisition de la nationalité belge.

Par ailleurs, le projet prévoit également
l'allongement du délai accordé au parquet et à
l'Office des étrangers pour remettre leur avis. Ce
délai, d'un mois actuellement, passerait à trois ou
six mois.

Pourriez-vous fournir quelques explications sur les
lignes directrices de ce projet ?

01.01 Marie Nagy (ECOLO): Volgens de krant Le

Soir van zaterdag 25 maart voorziet uw
wetsontwerp dat de Ministerraad na het paasreces
zal worden voorgelegd, in de mogelijkheid om wie
manifest in de fout gegaan is om de Belgische
nationaliteit te verwerven (bv. via een
schijnhuwelijk), die nationaliteit weer te ontnemen.

Denaturalisatie zou evenwel slechts gedurende vijf
jaar na de verwerving van de Belgische nationaliteit
mogelijk zijn.

Het ontwerp bepaalt voorts dat het parket en de
Dienst Vreemdelingenzaken meer tijd krijgen om
hun advies in te dienen: de termijn wordt van één
maand op drie of zes maanden gebracht.

Kan u ons de krachtlijnen van dat ontwerp nader
toelichten?

01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :

J'ai effectivement signalé que j'étais d'accord
d'adapter notre Code de la nationalité sur certains
points posant problème, en ce compris
l'introduction de la possibilité de déchoir quelqu'un
de sa nationalité si celle-ci a été obtenue par
fraude.

Je précise que ceci ne constitue pas une
dénaturalisation mais qu'il s'agit uniquement de
permettre d'enlever la nationalité belge à une

01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb

inderdaad laten weten dat ik instem met een
wijziging van ons Wetboek van de Belgische
nationaliteit met betrekking tot een aantal
pijnpunten, en in dat verband ook met de invoering
van de mogelijkheid om iemand de nationaliteit te
ontnemen indien die persoon de nationaliteit op
frauduleuze wijze verkregen heeft.

Ik moet er wel aan toevoegen dat het niet gaat om
een denaturalisatie, maar enkel om de mogelijkheid
om iemand die langs frauduleuze weg Belg
geworden is en dus sowieso nooit aan de

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

personne qui l'a obtenue par des moyens
frauduleux et qui n'était donc pas dans les
conditions pour accéder à ce statut.

Ces textes seront présentés au prochain Conseil
des ministres et mon intention est de les déposer à
la Chambre avant le mois de juin 2006.

voorwaarden voldaan heeft om tot Belg
genaturaliseerd te worden, de nationaliteit te
ontnemen.

De teksten zullen op de volgende vergadering van
de Ministerraad worden voorgelegd, en ik wil ze
nog vóór juni 2006 bij de Kamer indienen.

01.03 Marie Nagy (ECOLO) : Je resterai très

attentive aux modifications éventuelles de ce projet
et, le cas échéant, je reviendrai également sur la
question de la double nationalité pour les Belges.

01.03 Marie Nagy (ECOLO): Ik zal met de

grootste aandacht kennis nemen van de eventuele
wijzigingen die met dit ontwerp worden
aangebracht, en zal indien nodig nog terugkomen
op de kwestie van de dubbele nationaliteit voor
Belgen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

02 Interpellation de M. Bart Laeremans à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur "la
lenteur des enquêtes dans certains grands
dossiers financiers" (n° 839)

02 Interpellatie van de heer Bart Laeremans tot

de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de trage onderzoeken in grote financiële
dossiers" (nr. 839)

02.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Dans

l'affaire Pineau-Valencienne, la non-condamnation
a été prononcée pour cause de dépassement du
délai raisonnable. Selon la presse, les autorités
belges sont responsables de ce dépassement étant
donné que les moyens libérés pour mener une
enquête financière aussi complexe étaient
insuffisants. Le fait que le dossier ait été bouclé en
1998 mais n'ait été renvoyé par la chambre du
conseil qu'en 2002 pose également question.

Quelles ont été les différentes phases de l'enquête
et combien d'enquêteurs ont-ils été mobilisés pour
chacune de ces phases ? Où et quand des retards
ont-ils été enregistrés au cours de l'enquête ? Dans
l'affirmative, du fait de qui et quelles suites ont-elles
été données à ces retards ? Est-il exact que
l'enquête a été bouclée en 1998 et que la chambre
du conseil n'a renvoyé le dossier qu'en 2002 ? Qui
est responsable de ce retard ? Les magistrats du
parquet spécialisés en la matière sont-ils en
nombre suffisant et bénéficient-ils d'une assistance
suffisante ? Quelles initiatives la ministre prend-elle
pour éviter de telles situations dans le futur ? Où en
sont les autres grandes enquêtes financières et
lesquelles sont-elles éventuellement bloquées, non
seulement à Bruxelles mais aussi dans d'autres
arrondissements ?

02.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): In de

zaak Pineau-Valencienne werd de niet-veroordeling
wegens de overschrijding van de redelijke termijn
uitgesproken. Volgens de pers is de Belgische
overheid daarvoor verantwoordelijk, aangezien die
te weinig middelen ter beschikking stelde om zo'n
ingewikkeld financieel onderzoek te voeren. Dat het
dossier werd afgerond in 1998, maar pas in 2002
door de raadkamer werd doorverwezen, roept ook
vragen op.

Welke verschillende fasen waren er in dit
onderzoek en hoeveel speurders werden er telkens
voor ingezet? Waar en wanneer was er vertraging
in het onderzoek? Werden extra speurders
gevraagd? Zo ja, door wie en welk gevolg werd
hieraan gegeven? Klopt het dat het onderzoek was
afgerond in 1998 en dat de raadkamer de zaak pas
in 2002 heeft doorverwezen? Wie is daarvoor
verantwoordelijk? Zijn er voldoende
parketmagistraten gespecialiseerd in deze materie
en krijgen zij voldoende bijstand? Welke initiatieven
neemt de minister om deze gang van zaken in de
toekomst te voorkomen? Hoever staan de andere
grote financiële onderzoeken en welke zijn
eventueel geblokkeerd, niet alleen in Brussel maar
ook in de andere arrondissementen?

02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : Le juge d'instruction a été informé en
septembre 2003 des faits inscrits dans le dossier.
Des dizaines d'enquêteurs ont été mobilisés lors
d'une série de perquisitions. Quelques semaines

02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

In september 2003 werd de onderzoeksrechter op
de hoogte gebracht van de feiten in dit dossier.
Tientallen speurders werden ingezet bij een reeks
huiszoekingen. Enkele weken later werd een

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

plus tard, un expert financier a été désigné pour
analyser les données recueillies. La reconstitution
du puzzle d'activités et de sociétés off-shore fut très
compliquée. Un groupe restreint de policiers, le
juge d'instruction et l'expert judiciaire ont mené
l'enquête.

En février 1998, l'expert judiciaire a déposé son
rapport final sur certains aspects de l'enquête.
Plusieurs avocats ont ensuite formulé des
remarques auxquelles l'expert a répondu en
décembre 1998, en octobre 1999 et en octobre
2000. Entre-temps, des devoirs d'enquête
supplémentaires, dont l'exécution a été compliquée
par le transfert temporaire de quelques enquêteurs
à la cellule Dutroux en 1995, avaient été ordonnés.

L'enquête n'était pas clôturée lorsque le dossier a
été transmis au parquet en juillet 1998. Après avoir
informé les parties de la transmission du dossier au
parquet, des mesures d'instruction supplémentaires
ont été demandées en juin 2001. La chambre des
mises en accusation a rejeté les dernières en date
en mars 2002. Le ministère public n'a pu introduire
son recours avant 2001. Le dossier a été traité en
2002 devant la chambre du conseil en ce qui
concerne le règlement de la procédure.

financieel expert aangesteld om de verzamelde
gegevens te analyseren. Het reconstrueren van de
puzzel van activiteiten en off-
shorevennootschappen was uiterst moeilijk. Het
onderzoek werd uitgevoerd door een beperkte
groep van politiemensen, de onderzoeksrechter en
de gerechtelijke expert.

In februari 1998 diende de gerechtsdeskundige zijn
eindverslag aangaande enkele aspecten van het
onderzoek in, waarna een aantal advocaten
opmerkingen formuleerde, die door de expert
werden beantwoord in december 1998, oktober
1999 en oktober 2000. Ondertussen werden
bijkomende onderzoeksopdrachten gegeven,
waarvan de uitvoering werd bemoeilijkt door de
tijdelijke overheveling van enkele speurders naar
de cel-Dutroux in 1995.

Het onderzoek werd niet afgesloten toen het
dossier in juli 1998 aan het parket werd
meegedeeld. Nadat de partijen op de hoogte waren
gebracht van de mededeling van het dossier aan
het parket, werden tot in juni 2001 bijkomende
onderzoeksmaatregelen gevraagd. De laatste
ervan werden verworpen door de kamer van
inbeschuldigingstelling in maart 2002. Het
openbaar ministerie kon niet vroeger dan in 2001
overgaan tot zijn vordering. In 2002 werd het
dossier behandeld voor de raadkamer voor de
regeling van de rechtspleging.

Quatre mois après les derniers devoirs
d'instruction, le parquet présentait sa requête finale.
Le tribunal disposait d'à peine dix mois pour
examiner l'ensemble du dossier étant donné que
l'action avait été intentée devant le tribunal
correctionnel en juin 2004. L'instruction à l'audience
a eu lieu du 11 janvier au 30 novembre 2005. Dans
le cadre de ce dossier complexe et volumineux, le
jugement rendu comptait finalement 479 pages.

En tant que ministre de la Justice, je ne peux
influencer que certains facteurs qui ont une
incidence sur la rapidité de l'enquête, entre autres
la procédure d'expertise dans les dossiers
financiers. Dans le cadre d'une importante enquête
financière à Gand, j'ai pris des mesures
supplémentaires pour que les enquêteurs puissent
également faire appel à de grandes sociétés
spécialisées dans l'audit légal. Des efforts
financiers importants doivent dès lors être
consentis et je suis prête à continuer à les fournir
dans certains dossiers judiciaires spécialement
sélectionnés.

Vier maanden na de laatste onderzoeksopdrachten
was het parket klaar met de eindvordering. De
rechtbank had nauwelijks tien maanden om het
hele dossier te bestuderen, aangezien de zaak in
juni 2004 werd ingeleid voor de correctionele
rechtbank. Het onderzoek ter zitting gebeurde
tussen 11 januari en 30 november 2005. Het
complexe en omvangrijke dossier resulteerde
uiteindelijk in een vonnis van 479 bladzijden.

Als minister van Justitie heb ik slechts invloed op
een aantal factoren die de snelheid van het
onderzoek beïnvloeden, onder meer het
deskundigenonderzoek in financiële dossiers. In
het kader van een belangrijk financieel onderzoek
te Gent heb ik extra maatregelen genomen opdat
de onderzoekers ook een beroep zouden kunnen
doen op grote firma's die gespecialiseerd zijn in
forensische auditing. Dat vereist uiteraard grote
financiële inspanningen, die ik wil blijven leveren in
speciaal geselecteerde gerechtelijke dossiers.

02.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : En effet,

le problème ne vient pas de la police mais du

02.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het

probleem situeert zich inderdaad niet bij de politie,

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

parquet. Des milliards auraient pu être récupérés
dans cette affaire. Dans ce type d'enquête, les
efforts financiers portent leurs fruits. J'espère que
de tels efforts financiers sont faits dans tous les
dossiers de fraude à grande échelle car ces
dépenses peuvent être récupérées. Je poserai une
série de questions écrites à ce propos.

C'est le coupable qui a fait en sorte que cette
affaire, qui avait ait été présentée devant la
chambre du conseil en 2002, ne soit traitée devant
le tribunal qu'en 2006. Concernant le délai
raisonnable, il faudrait distinguer les grands
fraudeurs qui ralentissent eux-mêmes la procédure
des petits criminels.

maar bij het parket. Men had in deze zaak miljarden
kunnen recupereren. Financiële inspanningen
lonen in dit soort onderzoeken. Ik hoop dat in alle
grootschalige fraudedossiers financiële
inspanningen worden gedaan, want die kosten
kunnen worden gerecupereerd. Ik zal daarover een
reeks schriftelijke vragen stellen.

Dat deze zaak in 2002 voor de raadkamer komt en
pas in 2006 voor de rechtbank, ligt aan de
schuldige zelf. Men zou inzake de redelijke termijn
een onderscheid moeten maken tussen de grote
fraudeurs die de zaak zelf vertragen, en kleine
criminelen.

03 Question de M. Francis Van den Eynde à la

vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "la surpopulation de la prison de Gand"
(n° 11140)

03 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan

de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de overbevolking in de Gentse
gevangenis" (nr. 11140)

03.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) :

Début avril, 363 détenus séjournaient dans la
prison de Gand, alors que cette dernière ne compte
que 326 lits. Selon le syndicat chrétien, la prison ne
compterait que 249 places. Les détenus présentant
des problèmes psychologiques sont également
victimes de la surpopulation. Début avril, on en
comptait 75 à la prison de Gand alors qu'il n'y a de
place que pour 55 détenus de ce type.

Dans la presse, la ministre a minimisé le problème
chronique de la surpopulation. Elle a déclaré
qu'une nouvelle prison pour internés était prévue à
Gand mais qu'il faudrait encore probablement
attendre plusieurs années avant qu'elle soit
opérationnelle. Elle a ajouté que des études
réalisées en Amérique avaient prouvé que la
construction de prisons supplémentaires entraînait
une hausse du nombre de condamnés. La solution
est donc simple : fermez toutes les prisons et la
criminalité disparaîtra !

La ministre maintient-elle cette position ? Quelles
solutions compte-t-elle apporter au problème de la
surpopulation ?

03.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang):

Begin april verbleven er in de Gentse gevangenis
363 gedetineerden, terwijl er maar 326 bedden zijn.
Volgens de christelijke vakbond zijn er zelfs maar
249 plaatsen. Ook bij de gedetineerden met
psychologische problemen is er overbevolking. Er
is plaats voor 55 mensen, maar begin april zaten er
75 gedetineerden met psychologische problemen in
de Gentse gevangenis.

In de pers minimaliseerde de minister het
chronische overbevolkingsprobleem. Zij zei dat er
in Gent een nieuwe gevangenis voor
geïnterneerden komt, maar dat dat nog wel enkele
jaren kan duren. Bovendien verklaarde zij dat in
Amerika bewezen werd dat het bouwen van meer
gevangenissen tot meer veroordeelden leidt. Dan is
het dus simpel: sluit alle gevangenissen en de
criminaliteit is opgelost!

Blijft de minister bij die stelling? Wat zal zij doen
aan het probleem van de overbevolking?

03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : Les prisons belges comptent
actuellement 9 672 détenus. On dénombre 333
détenus masculins à Gand. La section hommes
compte 326 lits et les autres sections en comptent
douze. Par rapport à d'autres établissements
pénitentiaires, la situation à Gand n'est donc pas si
mauvaise.

Le problème de la surpopulation fait actuellement

03.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

Momenteel verblijven er 9 672 gedetineerden in de
Belgische gevangenissen. In Gent zitten 333
mannelijke gevangenen. Er zijn 326 bedden op de
mannenafdeling en twaalf bedden op andere
afdelingen. In vergelijking met andere
gevangenissen valt het dus nog mee in Gent.

Het probleem van de overbevolking wordt
momenteel grondig geanalyseerd. Mijn diensten

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

l'objet d'une analyse approfondie. Mes services
suivent la situation et s'efforcent de répartir autant
que possible la surpopulation entre les prisons.
L'afflux d'inculpés par l'intermédiaire de la chambre
du conseil et de la chambre des mises en
accusation fluctue et est dès lors difficile à
contrôler.

volgen de situatie en proberen de overbevolking zo
veel mogelijk te spreiden over de gevangenissen.
De instroom van beklaagden via de raadkamer en
de kamer van inbeschuldigingstelling fluctueert en
is daarom moeilijk te controleren.

03.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) :

Ce n'est pas une réponse. Je communique des
chiffres datant de début avril et la ministre répond
par des chiffres de fin avril et affirme que le
problème se situe ailleurs. Je rappelle que j'ai
introduit cette question à la demande du président.

Le président : Et à la demande des collègues. M.
Wathelet m'en a prié.

03.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang):

Dat is geen antwoord. Ik geef cijfers van begin april
en de minister antwoordt met cijfers van eind april
en zegt dat het probleem elders ligt. Ik herinner
eraan dat ik deze vraag heb ingediend op verzoek
van de voorzitter.

De voorzitter: En op verzoek van de collega's. De
heer Wathelet verzocht mij erom.

03.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français ):

Les incursions de M. Van den Eynde ne relanceront
pas le débat ; j'ai déjà expliqué, à maintes reprises,
l'ensemble des possibilités en vue de diminuer la
population carcérale.

03.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De

interventies van de heer Van den Eynde zullen het
debat niet opnieuw op gang brengen; ik heb al
verscheidene malen uiteengezet welke de diverse
mogelijkheden zijn om de gevangenisbevolking
terug te dringen.

03.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) :

Donc, moins de prisons conduirait à moins de
criminalité ! J'aimerais beaucoup voir la ministre à
l'oeuvre !

03.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang):

Minder gevangenissen leiden tot minder
criminaliteit! Ik zal de minister graag aan het werk
zien!

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

04 Question de M. Alfons Borginon à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur
"les obligations militaires en cas de pluralité de
nationalités" (n° 11128)

04 Vraag van de heer Alfons Borginon aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"dienstplicht in geval van meervoudige
nationaliteit" (nr. 11128)

04.01 Alfons Borginon (VLD) : Au sein de notre

Parlement, un front solide s'est constitué en faveur
de l'introduction de la double nationalité dans notre
système juridique. À cette fin, la ministre veut
dénoncer l'article 1er du traité du 6 mai 1963 qui a
trait à la réduction du nombre de cas de double
nationalité. Pour que cette dénonciation soit
possible, il faut néanmoins que tous les États
signataires donnent leur assentiment. Mais il est
beaucoup plus simple, comme l'Allemagne l'a fait,
de dénoncer l'ensemble du traité.

Pourquoi la ministre préfère-t-elle maintenir le
chapitre II sur les obligations militaires en cas de
pluralité de nationalités au lieu de dénoncer
directement tout le traité ?

04.01 Alfons Borginon (VLD): Er is in het

Parlement een vrij groot draagvlak om de dubbele
nationaliteit toe te laten in ons rechtssysteem. De
minister wil daartoe hoofdstuk I over het
verminderen van het aantal gevallen van dubbele
nationaliteit van het verdrag van 6 mei 1963
opzeggen. Om dat te kunnen doen, moeten alle
verdragstaten hun toestemming geven. Het hele
verdrag opzeggen, zoals Duitsland heeft gedaan, is
echter veel eenvoudiger.

Waarom verkiest de minister om hoofdstuk II over
de dienstplicht ingeval van meervoudige
nationaliteit te behouden en zegt zij niet meteen het
hele verdrag op?

04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en néerlandais)

: En ce qui concerne la dénonciation du chapitre I
du traité du 6 mai 1963 du Conseil de l'Europe,

04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

Voor de opzegging van hoofdstuk I van het verdrag
van 6 mei 1963 van de Raad van Europa moeten

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

toutes les parties contractantes doivent conclure un
accord d'interprétation. Le secrétaire général du
Conseil de l'Europe a pris contact à cet effet en
mars 2003 avec les douze États concernés. Seuls
l'accord de l'Irlande et du Luxembourg font encore
défaut aujourd'hui. L'Irlande a fait savoir le mois
dernier qu'elle poursuit ses travaux, mais qu'elle
donnera son accord. Le Luxembourg souhaite
d'abord adapter sa propre législation relative à la
nationalité avant de se prononcer sur l'accord
d'interprétation. Aucun pays ne s'oppose
formellement.

Aucun État n'a demandé de dénoncer également le
chapitre II sur le service militaire obligatoire. Les
dispositions en la matière demeurent utiles car le
service militaire existe encore dans certains États
contractants tels que la Norvège et l'Autriche. Il
n'est en outre pas impossible que le service
militaire soit réinstauré dans d'autres pays.

alle verdragsluitende staten een
interpretatieakkoord sluiten. De secretaris-generaal
van de Raad van Europa heeft daartoe stappen
gezet in maart 2003 bij de twaalf betrokken staten.
Momenteel ontbreken enkel nog het akkoord van
Ierland en Luxemburg. Ierland heeft vorige maand
verklaard dat het zijn werkzaamheden voortzet,
maar wel zijn akkoord zou geven. Luxemburg wil
eerst de eigen nationaliteitswetgeving aanpassen
vooraleer het zich uitspreekt over het
interpretatieakkoord. Geen enkel land verzet zich
formeel.

Geen enkele staat heeft gevraagd om ook
hoofdstuk II over de dienstplicht op te zeggen. De
bepalingen ervan blijven nuttig zolang in enkele
verdragsluitende staten, zoals Noorwegen en
Oostenrijk, de dienstplicht nog bestaat. Bovendien
is het niet onmogelijk dat de dienstplicht ook elders
weer wordt ingevoerd.

04.03 Alfons Borginon (VLD) : L'important est de

mener à bien le dossier. Je déduis de la réponse
que les discussions internes se poursuivent encore
au Luxembourg et en Irlande. La ministre ne
pourrait-elle prendre contact avec les ambassades
de ces pays pour leur exprimer notre souhait d'aller
de l'avant ?

04.03 Alfons Borginon (VLD): Het belangrijkste is

dat het dossier snel tot een goed einde wordt
gebracht. Ik leid uit het antwoord af dat de interne
besprekingen in Luxemburg en Ierland nog volop
bezig zijn. Kan de minister contact opnemen met de
ambassades van deze landen om duidelijk te
maken dat wij vooruitgang willen boeken?

04.04 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : Le Luxembourg a marqué son
accord mais demande seulement un peu de temps.

04.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

Luxemburg gaat akkoord, maar vraagt alleen wat
meer tijd.

04.05 Alfons Borginon (VLD) : Je vais

m'adresser à mes contacts luxembourgeois.

04.05 Alfons Borginon (VLD): Ik zal mijn

Luxemburgse contacten eens aanspreken.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

05 Question de M. Servais Verherstraeten à la

vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "la préparation dans le cadre d'une adoption
intrafamiliale" (n° 11134)

05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan

de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de voorbereiding in het kader van een
intrafamiliale adoptie" (nr. 11134)

05.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : Les

candidats à l'adoption doivent, dans le cadre d'une
adoption intrafamiliale également, suivre une
préparation et parfois se soumettre à une enquête
sociale. Les retards sont manifestement très
nombreux, tant au niveau des instances chargées
de mener les enquêtes sociales - une compétence
communautaire - qu'au niveau des rapports à
rédiger par le ministère public pour le pays d'origine
de l'enfant adopté - une compétence fédérale.

Quel est le motif des retards accusés par le
ministère public ? Dans quels arrondissements
judiciaires sont-ils les plus importants ? Quelles

05.01 Servais Verherstraeten (CD&V):

Kandidaat-adoptanten moeten, ook in het kader
van een intrafamiliale adoptie, een voorbereiding
volgen en soms een maatschappelijk onderzoek
ondergaan. Blijkbaar zijn er heel wat vertragingen,
zowel bij de instanties die de maatschappelijke
onderzoeken uitvoeren een
gemeenschapsbevoegdheid als bij de verslagen
die het openbaar ministerie moet opstellen voor de
landen van herkomst van de persoon die wordt
geadopteerd een federale bevoegdheid.

Wat is de reden voor de vertragingen bij het
openbaar ministerie? In welke gerechtelijke

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

mesures la ministre prendra-t-elle pour veiller au
respect des délais imposés par le Code judiciaire ?

arrondissementen is de achterstand het grootst?
Welke stappen zal de minister zetten om ervoor te
zorgen dat de door het Gerechtelijk Wetboek
opgelegde termijnen kunnen worden gehaald?

05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : L'adoption d'un enfant, même par un
parent, requiert une bonne préparation. À partir
d'un certain âge, chaque adoption soulève en effet
de nombreuses questions chez un enfant.

05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

De adoptie van een kind, zelfs al gebeurt dat door
een verwant, vergt een goede voorbereiding. Vanaf
een bepaalde leeftijd roept elke adoptie immers
heel wat vragen op bij een kind.

La question se pose évidemment de savoir si les
procédures des différentes formes d'adoption
existantes ne doivent pas être différenciées. Il s'agit
là toutefois d'une compétence des Communautés
qui s'activent à l'élaboration des modules et qui
décideront elles-mêmes s'il convient de modifier les
décrets.

De vraag rijst natuurlijk of de procedures van de
verschillende bestaande adoptievormen niet
moeten worden gedifferentieerd. Dit is echter een
bevoegdheid van de Gemeenschappen, die volop
werken aan modules en die zelf zullen beoordelen
of de decreten moeten worden gewijzigd.

05.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : Et qu'en

est-il des temps d'attente au ministère public ?

05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): En hoe zit

het met de wachttijden bij het openbaar ministerie?

05.04 Laurette Onkelinx, ministre(en français) : La

préparation ne relève pas de la compétence du
fédéral.

05.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het

federaal niveau is niet verantwoordelijk voor de
voorbereiding.

Certes, mais sur la base de ce que doivent décider
les Communautés.

Dat is wel juist, maar op grond van wat de
Gemeenschappen daarover moeten beslissen.

05.05 Servais Verherstraeten (CD&V) : Les

vacances judiciaires approchent. Pour éviter que
les candidats adoptants ne doivent attendre plus
longtemps encore, je demande que le groupe de
travail compétent procède à une évaluation de la
situation.

05.05 Servais Verherstraeten (CD&V): De

gerechtelijke vakantie komt eraan. Om te vermijden
dat de kandidaat-adoptanten nog langer zullen
moeten wachten, vraag ik om een evaluatie van de
situatie door de bevoegde werkgroep.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

06 Question de M. Claude Marinower à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre le racisme au niveau européen"
(n° 11150)

06 Vraag van de heer Claude Marinower aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de strijd tegen racisme op Europees vlak"
(nr. 11150)

06.01 Claude Marinower (VLD) : Le 1

mars

2005, la ministre a déclaré au sein de cette
commission qu'un accord devait être obtenu pour la
fin avril 2005 sur la décision-cadre européenne
contre le racisme et la xénophobie.

Quel est l'état d'avancement de ce dossier ? Cette
décision-cadre sera-t-elle finalement approuvée ?
Quelles autres mesures contre le racisme sont-
elles préparées ou sont-elles disponibles à l'échelle
européenne ?

06.01 Claude Marinower (VLD): Op 1 maart 2005

zei de minister in deze commissie dat het de
bedoeling was om tegen eind april 2005 een
akkoord te bereiken over het Europese kaderbesluit
tegen racisme en xenofobie.

Wat is de stand van zaken? Zal dit kaderbesluit nog
worden goedgekeurd? Welke andere maatregelen
tegen racisme worden voorbereid of zijn
voorhanden op Europees niveau?

06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : En novembre 2001, la Commission

06.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In

november 2001 deed de Europese Commissie een

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

européenne a formulé une proposition de décision-
cadre relative à la lutte contre le racisme et la
xénophobie, qui a ensuite été discutée à maintes
reprises au sein du groupe de travail Droit pénal
matériel. Les objectifs sont de mener une action
judiciaire commune contre le racisme et la
xénophobie au sein de l'Union européenne et
d'améliorer et de favoriser la collaboration
judiciaire. Le fondement légal figure à l'article 29 de
la décision-cadre.

Après une discussion au sein du Conseil, la
présidence grecque de l'Union a mis le dossier au
frigo étant donné que certains délits liés au racisme
et à la xénophobie ne faisaient pas l'unanimité. En
2005, la Présidence luxembourgeoise a demandé
au groupe de travail Droit pénal matériel de
réexaminer le texte. Il s'est néanmoins avéré que
les divergences de vues fondamentales ne
pouvaient être aplanies et en mai 2005, la
présidence grecque a dès lors décidé de mettre un
terme aux négociations.

Les négociations furent longues et laborieuses et il
est dès lors improbable qu'un accord sera obtenu
un jour sur la décision-cadre contre le racisme et la
xénophobie.

Au sein de l'Union européenne, il existe toutefois
l'Action commune non contraignante du 15 juillet
1996 et l'Observatoire européen des phénomènes
racistes et xénophobes institué par l'ordonnance
n°1035/97. Le 30 juillet 2002, le Conseil de l'Europe
a adopté le protocole additionnel sur les
comportements racistes à l'aide de systèmes
informatiques dans le cadre de la convention
relative au cybercrime. Il n'existe aucun autre
instrument de lutte contre le racisme.

voorstel van kaderbesluit betreffende de bestrijding
van racisme en vreemdelingenhaat, dat vervolgens
verschillende keren werd besproken door de
werkgroep Materieel Strafrecht. De doelstellingen
zijn een gezamenlijke strafrechtelijke aanpak van
racisme en vreemdelingenhaat in de Europese
Unie en het verbeteren en bevorderen van de
justitiële samenwerking. In artikel 29 van het
kaderbesluit vindt men de rechtsgrond.

Na een discussie op de Raad plaatste het Griekse
Voorzitterschap het dossier in de koelkast, omdat
over bepaalde delicten in verband met racisme en
vreemdelingenhaat geen eensgezindheid werd
bereikt. In 2005 vroeg het Luxemburgse
Voorzitterschap de werkgroep Materiaal Strafrecht
zich opnieuw over de tekst te buigen. De essentiële
meningsverschillen bleken echter nog altijd te
bestaan, waarna het Luxemburgse Voorzitterschap
in mei 2005 besloot de onderhandelingen stop te
zetten.

De vele en lange onderhandelingen maken het
onwaarschijnlijk dat er ooit nog een akkoord zal
worden bereikt over het kaderbesluit tegen racisme
en xenofobie.

In de Europese Unie bestaat wel het niet-bindende
Gemeenschappelijk Optreden van 15 juli 1996 en
het Europees Waarnemingscentrum voor racisme
en vreemdelingenhaat dat werd opgericht door
verordening nr. 1035/97. De Raad van Europa nam
op 30 juli 2002 het aanvullende protocol over
racistische gedragingen door middel van
informaticasystemen bij het cybercrimeverdrag aan.
Er zijn geen andere instrumenten in de strijd tegen
het racisme.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

07 Interpellation de M. Gerolf Annemans à la

vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "l'enregistrement des communications GSM
d'un parlementaire par un juge d'instruction
d'Anvers" (n° 842)

07 Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot

de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het registreren van het gsm-verkeer van
een parlementslid door een onderzoeksrechter te
Antwerpen" (nr. 842)

07.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang) : J'ai

vécu les réformes de la Constitution qui ont suivi
l'affaire Agusta et qui tendaient à faire se dérouler
les enquêtes préliminaires relatives à des
parlementaires et à des ministres en dehors du
Parlement. La préoccupation majeure de ce dernier
consistait à éviter que des mesures susceptibles de
perturber le bon fonctionnement de l'institution
puissent être prises à l'encontre d'un parlementaire
à son insu. À cet égard, on s'est borné à énoncer
un certain nombre de mesures de contrainte dont

07.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik heb

de grondwetshervormingen meegemaakt die
gevolgd zijn op de Agusta-affaire, en die ertoe
strekten de preliminaire onderzoeken naar
parlementsleden en ministers buiten het Parlement
te houden. Het was de bijzondere bekommernis
van het Parlement dat er ten aanzien van een
parlementslid zonder zijn medeweten geen
maatregelen zouden kunnen worden genomen die
de parlementaire werking kunnen belemmeren. Dit
werd wel beperkt tot een reeks nominatim

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

fait certainement partie l'enregistrement des
communications téléphoniques d'un parlementaire.

Dans un arrêt récent, la Cour de cassation a estimé
qu'une perquisition ne devait pas nécessairement
être réalisée au su du parlementaire. Cet arrêt ne
concerne cependant que les perquisitions et non
pas l'enregistrement de communications
téléphoniques. Le juge d'instruction anversois s'est
indéniablement approprié une compétence qu'il n'a
pas dans le but d'intimider le Vlaams Belang.

Il a été clairement prévu, lors de la réforme de la
Constitution, qu'un parlementaire pouvait décider
lui-même s'il acceptait ou non l'enregistrement des
communications téléphoniques. Or il apparaît
aujourd'hui qu'il doit collaborer à une enquête dont
fait l'objet un tiers. Le président de l'assemblée
concernée n'en a même pas été mis au courant.

Cet acte arrogant d'intimidation vise à museler la
seule opposition présente à Anvers. La justice ne
saurait échapper à la suspicion d'intervention
illégitime.

genoemde dwangmaatregelen, maar de registratie
van het telefoonverkeer van een parlementslid
behoort daar zeker toe.

Het Hof van Cassatie heeft in een recent arrest
bepaald dat een huiszoeking niet noodzakelijk met
het medeweten van het parlementslid moet
gebeuren. Dit arrest handelt echter enkel over de
huiszoeking, niet over de registratie van
telefoonverkeer. Er kan geen twijfel over bestaan
dat de Antwerpse onderzoeksrechter zich een
bevoegdheid heeft toegeëigend die hij niet heeft,
met de bedoeling om het Vlaams Belang te
intimideren.

Bij de grondwetswijziging is duidelijk gezegd dat
een parlementslid zelf kan bepalen of hij de
registratie van zijn telefoonverkeer aanvaardt of
niet. Nu luidt het dat hij moet meewerken aan een
onderzoek tegen een derde. De voorzitter van de
betrokken assemblee is zelfs niet ingelicht.

Deze arrogante intimidatie heeft als doel de enige
oppositie in Antwerpen monddood te maken. Het
gerecht kan niet ontsnappen aan de verdenking
van illegaal optreden.

07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en néerlandais)

: La question concerne une instruction judiciaire en
cours. Eu égard à l'article 57 du Code d'instruction
criminelle, il ne m'appartient pas de faire des
déclarations à ce sujet. Je ne le fais que dans des
circonstances exceptionnelles et avec l'autorisation
du parquet. Ce n'est pas le cas en l'espèce.

07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

De vraag betreft een lopend gerechtelijk onderzoek.
Gelet op artikel 57 van het Wetboek van
strafvordering past het mij niet om hierover
verklaringen af te leggen. Ik doe dit enkel in
uitzonderlijke gevallen met toestemming van het
parket. Dat is hier niet het geval.

07.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang) : Après

avoir entendu cette réponse, je me vois contraint de
déposer une motion. La ministre ne prend même
pas ses distances à l'égard de l'action de la justice
d'Anvers, pas même sur le plan général ou sur
celui des principes. Cette réponse n'est pas
simplement insuffisante, elle est scandaleuse. Nous
allons au-devant d'une pseudo-dictature à Anvers,
où il devient de plus en plus risqué de jouer son
rôle d'opposition. Si un parlementaire faisait l'objet
de tels faits en Ukraine ou en Moldavie, la Belgique
figurerait en première ligne au Conseil de l'Europe
pour les dénoncer.

07.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Na dit

antwoord ben ik wel verplicht om een motie in te
dienen. De minister neemt zelfs niet in algemene
en principiële termen afstand van het optreden van
het Antwerpse gerecht. Dit antwoord is niet gewoon
onvoldoende, het is schandalig. We glijden in
Antwerpen af naar een pseudo-dictatuur, waarin
oppositie voeren steeds riskanter wordt. Als
hetzelfde was gebeurd met een parlementslid in
Oekraïne of Moldavië, dan zou België op de eerste
rij staan in de Raad van Europa om dit te
veroordelen.

Motions

Moties

En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Gerolf Annemans et Bart Laeremans et est
libellée comme suit:

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Gerolf Annemans en Bart Laeremans en luidt
als volgt:

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M.

Gerolf

Annemans
et la réponse de la vice-première ministre et
ministre de la Justice,
condamne le fait que la justice anversoise ait
enregistré illégalement et sans les autorisations
nécessaires les communications téléphoniques
d'un parlementaire anversois".

"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Gerolf
Annemans
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Justitie,
veroordeelt het feit dat het Antwerpse gerecht op
een illegale wijze en zonder de nodige
toestemmingen het telefoonverkeer van een
Antwerps parlementslid heeft geregistreerd".

Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Claude Marinower et Eric Massin.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Claude Marinower en Eric Massin.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.

La discussion est close.

Over de moties zal later worden gestemd.

De bespreking is gesloten.

08 Question de M. Patrick De Groote au vice-

premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
suppression des noms des agents verbalisateurs
sur des copies de procès-verbaux" (n° 11187)

08 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de

vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het schrappen van de
namen van verbaliserende agenten op
afschriften van processen-verbaal" (nr. 11187)

08.01 Patrick De Groote (N-VA): Si on en croit la

presse, les copies des procès-verbaux ne
mentionnent plus les noms des verbalisants dans la
zone de police de Waregem, pour éviter que les
policiers soient importunés par des contrevenants
au code de la route mécontents.

Est-ce exact ? S'agit-il uniquement des copies des
procès-verbaux concernant les infractions au code
de la route ou cette mesure s'applique-t-elle aussi à
d'autres procès-verbaux ?
La ministre dispose-t-elle de statistiques sur les
menaces proférées à l'égard des verbalisants ?
L'attitude adoptée face à ces pratiques est-elle
uniforme ou est-elle laissée à l'appréciation du chef
du corps ?
Le ministre considère-t-il la décision prise à
Waregem comme un exemple à suivre par les
autres zones et parquets ?

08.01 Patrick De Groote (N-VA): Volgens de pers

vermeldt men in de politiezone Waregem de namen
van de verbalisanten niet meer op de afschriften
van processen-verbaal, om te vermijden dat de
politiemensen te veel lastiggevallen worden door
ontevreden verkeersovertreders.

Klopt dit? Betreft het enkel afschriften van
processen-verbaal voor verkeersovertredingen, of
ook andere processen-verbaal?

Heeft de minister statistieken over bedreigingen ten
aanzien van verbalisanten? Is er een eenheid in
optreden tegen zulke praktijken of wordt dit aan het
inzicht van de korpsoversten overgelaten?

Kan de handelwijze in Waregem voor de minister
een richtsnoer zijn voor andere zones en
parketten?

08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais): Le procureur du Roi de Courtrai m'a
confirmé que, dans la zone de police MIRA, les
nom et grade du verbalisant ne figurent plus sur les
copies des procès-verbaux. Les copies comportent
cependant toujours l'ensemble des constatations et
des données contenues dans le procès-verbal
original, afin que le contrevenant dispose de
suffisamment d'informations pour juger de
l'exactitude des faits incriminés. Si cette façon de
procéder est inhabituelle, elle n'est pas illégale.

Elle a été convenue en son temps entre l'ancien
procureur de Courtrai et la police de Waregem.

08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

De procureur des Konings van Kortrijk heeft mij
bevestigd dat in de politiezone MIRA de afschriften
van processen-verbaal inderdaad niet meer de
naam en graad van de verbalisant vermelden. De
afschriften bevatten wel alle vaststellingen en
gegevens van het oorspronkelijk proces-verbaal,
zodat de overtreder over voldoende informatie
beschikt om de juistheid van de vaststelling te
beoordelen. Hoewel ongebruikelijk, is deze
werkwijze niet illegaal.

Zij werd indertijd overeengekomen tussen de vorige
procureur van Kortrijk en de politie van Waregem.

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

L'objectif de cette mesure était d'éviter que les
agents de police ne soient submergés de
demandes téléphoniques en vue d'un entretien
personnel avec l'agent verbalisateur. Les
personnes en infraction peuvent s'adresser à la
permanence de la zone et sont invitées à
communiquer leurs observations par écrit en
utilisant le formulaire réponse joint à la copie.

Le procureur a décidé dans l'intervalle que les
agents de la zone de police MIRA doivent, comme
dans toutes les autres zones, indiquer le nom et le
grade de l'agent verbalisateur sur les copies. Je me
réjouis de cette initiative car, pour les procès
verbaux relatifs à des infractions au code de la
route, il est excessif de supprimer ces mentions.

De bedoeling was te vermijden dat politieagenten
overstelpt zouden worden met telefoontjes met
vragen om een persoonlijk onderhoud met de
verbalisant. De overtreders kunnen zich wenden tot
de permanentie van de zone en worden
aangespoord hun opmerkingen schriftelijk te
bezorgen middels het bij het afschrift gevoegde
antwoordformulier.

De procureur heeft inmiddels beslist dat de
politiezone MIRA voortaan, zoals alle andere
zones, naam en graad van de verbalisant op de
afschriften moet vermelden. Ik juich dit initiatief toe,
want het is overdreven om bij processen-verbaal
voor verkeersovertredingen deze vermeldingen
weg te laten.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

09 Question de M. Claude Marinower à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur
"l'utilisation d'éthylomètres non étalonnés"
(n° 11189)

09 Vraag van de heer Claude Marinower aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het gebruik van niet-geijkte alcoholmeters"
(nr. 11189)

09.01 Claude Marinower (VLD) : Depuis un an et

demi déjà, des contrôles sont réalisés à l'aide
d'alcoomètres qui ne sont pas étalonnés
conformément à la procédure légale. Compte tenu
de cette situation, les condamnations pour
consommation d'alcool au volant peuvent être
contestées devant le tribunal de police.

La ministre est-elle au courant de cette situation ?
Les conducteurs contrôlés positivement peuvent-ils
invoquer cette lacune pour contester leur
condamnation

? Quelles mesures la ministre

prendra-t-elle ?

09.01 Claude Marinower (VLD): Reeds anderhalf

jaar zijn er alcoholmeters in gebruik die niet volgens
de wettelijke procedure geijkt zijn. Dit zou ertoe
kunnen leiden dat veroordelingen voor
alcoholgebruik achter het stuur aangevochten
kunnen worden voor de politierechtbank.

Is de minister op de hoogte van deze situatie?
Kunnen betrapte bestuurders hun veroordeling
aanvechten op basis van deze situatie? Welke
maatregelen zal de minister nemen?

09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : Selon la procédure légale relative à
l'étalonnage des éthylomètres, l'étalonnage doit
être réalisé par le laboratoire de l'IBSR sous le
contrôle du service Métrologie. En janvier 2006, ce
laboratoire ne disposait toutefois pas des
agréments nécessaires et l'étalonnage a été réalisé
par le fournisseur des appareils. Après chaque
étalonnage, le service Métrologie était responsable
pour le placement des scellés d'étalonnage qui
indiquent que les appareils répondent à l'ensemble
des normes légales. Les conducteurs contrôlés
positivement ne peuvent donc pas contester ces
contrôles pour échapper aux sanctions. Pour en
savoir plus sur la procédure, il faut se tourner vers
le ministre de l'Économie.

09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

De wettelijke procedure voor het ijken van
ademanalysetoestellen voorziet in een ijking door
het laboratorium van het BIVV onder toezicht van
de dienst Metrologie. Voor januari 2006 beschikte
dit laboratorium echter niet over de nodige
erkenningen en gebeurde de ijking door de firma
die de toestellen levert. Na iedere ijking stond de
dienst Metrologie in voor het aanbrengen van
ijkzegels, die betekenen dat de toestellen aan alle
wettelijke normen voldoen. Betrapte bestuurders
kunnen de gedane vaststellingen dus niet betwisten
om een bestraffing te vermijden. Voor meer
informatie betreffende de procedure verwijs ik naar
de minister voor Economie.

09.03 Claude Marinower (VLD) : En janvier 2006,

le laboratoire ne disposait donc d'aucun agrément.

09.03 Claude Marinower (VLD): Voor januari

2006 beschikte het laboratorium dus nog niet over

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

een

erkenning.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

10 Question de M. Claude Marinower à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur "la
charge de travail des magistrats des sections
financières" (n° 11241)

10 Vraag van de heer Claude Marinower aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de werklast van de financiële magistraten"
(nr. 11241)

10.01 Claude Marinower (VLD) : Il ressort des

statistiques de 2005 que les magistrats financiers
du parquet bruxellois doivent en moyenne traiter
quatre cents dossiers en même temps. Ils sont
donc véritablement submergés. En conséquence, il
faut parfois jusqu'à douze ans avant que les gros
dossiers ne soient traités par le tribunal de
première instance.

La ministre est-elle au fait de cette charge de
travail ? Prendra-t-elle des mesures et recrutera-t-
elle notamment du personnel supplémentaire afin
de réduire cette charge de travail ? Les autres
tribunaux de première instance sont-ils confrontés à
un arriéré similaire ?

10.01 Claude Marinower (VLD): Uit de

statistieken voor 2005 blijkt dat de financiële
magistraten bij het Brusselse parket gemiddeld
vierhonderd dossiers tegelijk moeten behandelen.
Zij verdrinken dus als het ware in het werk.
Hierdoor moeten zwaardere dossiers soms tot
twaalf jaar toe wachten vooraleer ze in eerste
aanleg behandeld worden door de rechtbank.

Is de minister op de hoogte van deze weklast? Zal
de minister maatregelen nemen en met name meer
personeel in dienst nemen om deze werklast te
verminderen? Bestaat er ook een dergelijke
achterstand bij de andere rechtbanken van eerste
aanleg?

10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : Je suis au fait de la charge de travail
du parquet bruxellois en faveur duquel un protocole
distinct prévoit d'ailleurs des moyens
supplémentaires. Je me suis personnellement
engagée à garantir un vaste contingent de juristes
de parquet pour que le procureur bruxellois puisse
s'atteler à résorber l'arriéré. La durée d'une
instruction judiciaire ne dépend toutefois pas
uniquement des effectifs mais également de la
disponibilité des experts externes. Je ne dispose
pas de données concernant la durée moyenne des
procédures financières dans les autres parquets. Il
est par ailleurs très difficile de comparer les
dossiers.

10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik

ben op de hoogte van de werklast bij het Brusselse
parket, daarom is er ook een apart protocol dat
voorziet in bijkomende middelen voor dit parket. Ik
heb mij persoonlijk geëngageerd om een ruim
contingent aan parketjuristen te garanderen, zodat
de Brusselse procureur kon beginnen met het
wegwerken van de achterstand. De looptijd van een
gerechtelijk onderzoek is echter niet enkel gelieerd
aan het aantal personeelsleden, maar wordt ook
beïnvloed door de inzetbaarheid van externe
deskundigen. Ik beschik niet over gegevens
betreffende de gemiddelde looptijd van financiële
dossiers bij andere parketten. Daarbij is het zeer
moeilijk om dossiers te vergelijken.

10.03 Claude Marinower (VLD) : Le chef du

parquet de Bruxelles a déclaré dans un récent
article qu'il était urgent d'établir un ordre de priorité
radical. Le parquet accepte actuellement tous les
dossiers entrants et ils ont tous le même degré
d'urgence. Les entreprises ont effectivement
souvent besoin d'un jugement et d'une
indemnisation pour éviter la faillite. Il en résulte
toutefois que les dossiers d'envergure et
complexes prennent du retard supplémentaire.
Il a également attiré l'attention sur le manque
d'expérience en matière de dossiers financiers
complexes. L'organisation de stages pour les
magistrats dans le secteur bancaire ou boursier
pourrait remédier au problème. Ensuite, les
expertises externes sont incroyablement chères et

10.03 Claude Marinower (VLD): In een recent

artikel verklaarde het hoofd van het Brusselse
parket dat er nood was aan een radicale ordening
van prioriteiten. Nu aanvaardt het parket alle
binnenkomende dossiers en allemaal zijn ze even
dringend. Vaak hebben bedrijven immers een
uitspraak en een schadevergoeding nodig om een
faillissement te kunnen vermijden. Dan lopen
grotere en meer complexe dossiers echter weer
vertraging op.
Ook wees hij op het gebrek aan ervaring met
complexe financiële dossiers. Hier zouden stages
voor magistraten in de bank- of beurssector
misschien soelaas kunnen bieden. Verder zijn de
externe expertises ongelooflijk duur en slepen ze
veel te lang aan. Het probleem met de achterstand

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

s'éternisent. Le problème de l'arriéré n'est donc
certainement pas encore résolu.

is dus zeker nog niet opgelost.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

11 Questions jointes de

- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la collaboration
entre la police anversoise et le corps de sécurité"
(n° 11244)
- Mme Greet van Gool à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "le corps de sécurité
à Anvers" (n° 11381)

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
samenwerking van de Antwerpse politie met het
veiligheidskorps" (nr. 11244)
- mevrouw Greet van Gool aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
veiligheidskorps in Antwerpen" (nr. 11381)

11.01 Claude Marinower (VLD): A l'origine, le

corps de sécurité a été créé pour décharger la
police locale d'une mission bien déterminée : le
transport des détenus se rendant au tribunal ou
quittant le tribunal. Toutefois, la police d'Anvers
préfère assurer ces transports elle-même et mettre
surtout à contribution les membres du corps de
sécurité aux fins d'un usage interne.

La ministre confirme-t-elle cet état de choses ?
Comment compte-t-elle optimiser la collaboration
entre la police locale d'Anvers et le corps de
sécurité ?

11.01 Claude Marinower (VLD): Het

veiligheidskorps werd oorspronkelijk in het leven
geroepen om de lokale politie te ontlasten van de
gevangenentransporten van en naar de
rechtbanken. De Antwerpse politie neemt deze
transporten echter liever voor eigen rekening en zet
de leden van het veiligheidskorps vooral in voor
binnendienst.

Kan de minister dit bevestigen? Hoe zal de minister
de samenwerking tussen de Antwerpse lokale
politie en het veiligheidskorps optimaliseren?

11.02 Greet van Gool (sp.a-spirit): Depuis

l'inauguration du nouveau palais de justice
d'Anvers, il semble nécessaire de prévoir une
extension du contingent d'agents du corps de
sécurité. Mais leurs compétences ne sont pas
définies clairement. Dans la loi du 25 février 2003, il
est essentiellement question du transfèrement, de
la surveillance et de l'extraction des détenus mais
les agents sont utilisés essentiellement à des fins
d'usage interne. Un manque de clarté entoure
également le statut de ces agents en matière de
règlement du travail, de régime des pensions et des
tenues.

Où en est l'extension de personnel demandée ? La
ministre est-elle informée du flou actuel concernant
l'ensemble des missions du corps de sécurité ?
Que compte faire la ministre ? Quand s'attellera-t-
elle à l'élaboration du statut du corps de sécurité ?

11.02 Greet van Gool (sp.a-spirit): Sinds de

ingebruikname van het nieuwe gerechtsgebouw in
Antwerpen is een uitbreiding van het contingent
agenten van het veiligheidskorps noodzakelijk. Er is
echter onduidelijkheid betreffende hun takenpakket.
De wet van 25 februari 2003 heeft het vooral over
de overbrenging, bewaking en uithaling van
gevangenen, maar de agenten worden vooral
ingeschakeld in de binnendienst. Ook is er nog
onduidelijkheid betreffende het statuut van deze
agenten inzake arbeidsreglement,
pensioenregeling en kledij.

Hoe zit het met de gevraagde
personeelsuitbreiding? Is de minister op de hoogte
van de onduidelijkheid betreffende het takenpakket
van het veiligheidskorps? Wat zal de minister
ondernemen? Wanneer zal werk worden gemaakt
van het statuut van het veiligheidskorps?

11.03 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais): Le corps de sécurité a été créé en
2003 pour remplir un ensemble de neuf tâches,
dont les deux principales constituent des tâches
policières auprès des cours et des tribunaux ainsi
que le transfèrement de détenus vers les tribunaux.
Le corps de sécurité n'a donc certainement pas
comme seule mission de décharger la police locale
du transfèrement de détenus. Par ailleurs, la

11.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

Het veiligheidskorps werd in 2003 in het leven
geroepen om een pakket van negen taken te
vervullen. De twee belangrijkste taken zijn
politietaken in hoven en rechtbanken en de
overbrenging van gedetineerden naar de
rechtbanken. Het veiligheidskorps dient dus zeker
niet enkel om de lokale politie te ontlasten van de
gevangenentransporten. Daarbij omvat de werklast

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

charge de travail de la police auprès des cours et
des tribunaux ce qu'on appelle le «

service

interne » -, est nettement plus lourde, en nombre
d'heures, que la seule mission de transfèrement,
surtout dans la zone d'Anvers. Il n'est pas exact
non plus que la police anversoise refuserait de
céder la tâche des transfèrements. Entre-temps, la
direction du corps de sécurité a demandé à la
police anversoise des données chiffrées relatives
aux transfèrements.

Les seize membres du corps de sécurité à Anvers
représentent 22 % des effectifs totaux, d'après le
chef de corps Baelemans. Fin 2005, ils assuraient
71 % des transfèrements judiciaires, 86 % des
transfèrements médicaux et 48

% des

transfèrements dans le cadre de la protection de la
jeunesse. Leur charge de travail est donc bel et
bien importante.

Des contacts réguliers ont lieu entre la direction du
corps de sécurité et les commissaires responsables
de la police locale à Anvers ; il est possible que ces
contacts soient encore développés. Fin 2006, le
corps de sécurité a été considérablement étoffé.
Sur les cent membres du personnel
supplémentaires, 61 seront affectés à Anvers. C'est
la raison pour laquelle une entrevue est prévue
avec la direction de la zone de police locale
anversoise, au cours de laquelle les difficultés en
matière de coopération seront certainement
évoquées. Le département de la Justice met tout
en oeuvre, lui aussi, pour que la coopération soit
optimale à Anvers.

van de politie in hoven en rechtbanken, dus de
zogenaamde binnendienst, veel meer uren dan de
taak overbrengingen, zeker in de zone Antwerpen.
Het klopt ook niet dat de Antwerpse politie de taak
overbrengingen niet zou willen afstaan. De directie
van het veiligheidskorps heeft intussen
cijfermateriaal opgevraagd bij de Antwerpse politie
betreffende de problematiek van de
overbrengingen.

De zestien leden van het veiligheidskorps in
Antwerpen maken volgens korpschef Baelemans
22 procent uit van de totale personeelsbezetting. Zij
stonden eind 2005 in voor 71 procent van de
gerechtelijke transfers, 86 procent van de medische
transfers en 48 procent van de transfers in het
kader van de jeugdbescherming. Er bestaat dus
wel degelijk een ernstige werklast.

Er is regelmatig contact tussen de directie van het
veiligheidskorps en de verantwoordelijke
commissarissen van de lokale politie te Antwerpen
en dat wordt misschien nog uitgebreid. Eind 2006
wordt het veiligheidskorps aanzienlijk uitgebreid.
Van de honderd extra personeelsleden worden er
61 toegewezen aan Antwerpen. Er wordt daarom
een onderhoud gepland met de leiding van de
lokale politiezone Antwerpen, waarbij de
samenwerkingsproblemen zeker aan bod zullen
komen. Justitie streeft ook voor de zone Antwerpen
een optimale samenwerking na.

11.04 Claude Marinower (VLD) : Apparemment, la

coopération ne se déroule nulle part ailleurs aussi
efficacement qu'à Anvers. Mes informations
indiquent toutefois le contraire. J'interpellerai le
chef de corps à ce sujet.

11.04 Claude Marinower (VLD): Blijkbaar bestaat

er nergens een betere samenwerking dan in
Antwerpen. Mijn informatie wijst nochtans op het
tegendeel. Ik zal de korpschef daarover
interpelleren.

11.05 Greet van Gool (sp.a-spirit) : La majorité

des seize membres du corps de sécurité d'Anvers
provient de la Défense. Une description plus
précise de leurs tâches s'impose sans doute afin
d'éliminer toute imprécision. L'extension constitue
une bonne chose.

Quel est le calendrier en ce qui concerne le statut,
l'uniforme et le calcul des pensions ?

11.05 Greet van Gool (sp.a-spirit): De

meerderheid van de zestien leden van het
veiligheidskorps in Antwerpen is afkomstig van
Defensie. Wellicht is een preciezere omschrijving
van hun taak nodig om alle onduidelijkheid weg te
werken. Het is goed dat er een uitbreiding komt.

Wat is de timing aangaande statuut, kledij en
pensioenberekening?

11.06 Minister Laurette Onkelinx (en

néerlandais) : Ce statut n'existe pas encore.

11.06 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

Die is er nog niet.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

12 Question de M. Claude Marinower à la vice- 12 Vraag van de heer Claude Marinower aan de

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

première ministre et ministre de la Justice sur "la
désignation de coordinateurs en matière de
drogues" (n° 11262)

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de aanstelling van drugscoördinatoren"
(nr. 11262)

12.01 Claude Marinower (VLD) : Deux

coordinateurs seraient chargés de la politique en
matière de drogues dans les prisons et devraient
plus particulièrement s'employer à réduire la
consommation de drogues et à lutter contre
l'introduction frauduleuse de drogues dans les
prisons. La ministre a également annoncé une
nouvelle circulaire en matière de drogues. Le
coordinateur néerlandophone en matière de
drogues serait déjà en service depuis un certain
temps. Quand le coordinateur francophone a-t-il été
engagé ? Quels résultats ont-ils atteints ? Dispose-
t-on de chiffres concernant les décès par overdose
et les saisies de drogues effectuées dans les
prisons en 2005 ? Comment la situation a-t-elle
évolué depuis 2003 ? Quels sont les objectifs de la
nouvelle circulaire en matière de drogues ?

12.01 Claude Marinower (VLD): Twee

drugscoördinatoren zouden worden belast met het
drugsbeleid in de gevangenissen, meer bepaald het
verminderen van het drugsgebruik en het
tegengaan van het binnensmokkelen van drugs. De
minister kondigde ook een nieuwe drugscirculaire
aan. Naar verluidt is de Nederlandstalige
drugscoördinator al een tijdje in dienst. Wanneer
werd de Franstalige aangenomen? Welke
resultaten bereikten zij? Bestaan er cijfers over
sterfgevallen door overdosis en over drugsvondsten
in de gevangenissen in 2005? Hoe is de evolutie
sinds 2003? Wat zijn de doelstellingen van de
nieuwe drugscirculaire?

12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : Le coordinateur francophone en
matière de drogues a été recruté le 21 novembre
2005. Les deux coordinateurs ont pris des
initiatives pour informer le personnel et les détenus
sur les possibilités de prise en charge, la
prévention, les traitements et les contrôles à
effectuer. Des points de contact centraux ont été
créés et des dépliants distribués, en collaboration
avec les services externes d'aide aux toxicomanes.
Le personnel a suivi des modules de formation
spécifiques sur différents aspects de la
toxicomanie.

À ce jour, il n'existe pas de données statistiques sur
les décès par overdose, la découverte de drogues
ou la consommation de drogues dans les prisons
mais les coordinateurs devront y veiller
prochainement. La rédaction de la circulaire en
matière de drogues est en voie de finalisation.

12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

De Franstalige drugscoördinator werd op 21
november 2005 in dienst genomen. Beide
coördinatoren namen initiatieven om het personeel
en de gedetineerden te informeren over de
mogelijke opvang, de preventie, de behandelingen
en de uit te voeren controles. Er werden centrale
aanmeldingspunten gecreëerd en folders verdeeld,
in samenwerking met drughulpdiensten van buiten
de gevangenissen. Het personeel kreeg specifieke
opleidingsmodules over verschillende aspecten van
de drugsverslaving.

Er bestaan op dit moment nog geen statistische
gegevens over sterfgevallen door overdosis,
ontdekking van drugs of druggebruik in de
gevangenissen, maar de coördinatoren moeten
daar binnenkort voor zorgen. Het opstellen van de
drugscirculaire zit in de eindfase.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

13 Questions jointes de

- M. Servais Verherstraeten à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la lecture
des jugements" (n° 11305)
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la lecture
obligatoire des jugements lors des audiences"
(n° 11385)

13 Samengevoegde vragen van

- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
voorlezen van vonnissen" (nr. 11305)
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
verplicht voorlezen van vonnissen op de
terechtzitting" (nr. 11385)

13.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : Le dernier

alinéa de l'article 190 du Code d'instruction
criminelle concerne la lecture du jugement lors des

13.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Het

laatste lid van artikel 190 van het Wetboek van
strafvordering gaat over het voorlezen van het

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

audiences. Pour M. Pineau-Valencienne, cette
lecture a duré deux jours. Dans le cas d'affaires
mineures en matière pénale, le juge se borne
généralement à lire le dispositif du jugement.

Le juge doit-il lire l'intégralité ou seulement le
dispositif du jugement ? La ministre entend-elle
limiter la lecture des jugements ? Quelles mesures
va-t-elle prendre le cas échéant ? Désire-t-elle
permettre la consultation de jugements sur
l'internet, comme aux Pays-Bas ?

vonnis tijdens de terechtzitting. Voor Pineau-
Valencienne nam dat twee dagen in beslag. In
kleinere strafzaken beperkt de rechter er zich
doorgaans toe het beschikkend gedeelte van het
vonnis voor te lezen.

Moet de rechter het vonnis integraal voorlezen of
alleen het beschikkend gedeelte? Wil de minister
het voorlezen van vonnissen beperken? Welke
maatregelen zal zij eventueel nemen? Wil de
minister het mogelijk maken dat vonnissen via
internet kunnen worden geconsulteerd, zoals in
Nederland?

13.02 Claude Marinower (VLD) : M. Pineau-

Valencienne était un cas exceptionnel mais, dans la
pratique, il arrive fréquemment que d'autres affaires
soient reportées pour permettre la lecture d'un long
jugement. Les intéressés ne comprennent souvent
pas un iota de ces jugements et leurs avocats sont
dans l'impossibilité de noter chaque détail durant
des heures. De plus, on observe un manque absolu
d'uniformité dans l'interprétation de l'article 190,
dernier alinéa. Le nouveau Code d'instruction
criminelle dispose cependant à nouveau à l'article
365 que le jugement est prononcé en audience
publique.

La lecture du jugement n'a en soi pas beaucoup de
sens. Les parties à un procès ne sont intéressées
que par la peine. Les avocats ne peuvent analyser
un jugement ou un arrêt que s'ils disposent du texte
intégral. La lecture à haute voix nécessite
beaucoup de temps et ne contribue assurément
pas à la résorption de l'arriéré judiciaire.

La ministre estime-t-elle que l'article 190, dernier
alinéa est dépassé ? Dans l'affirmative, quelle
solution entend-elle apporter à ce problème

L'article 149 de la Constitution pourrait-il
éventuellement faire l'objet d'une révision ? Peut-on
résoudre le problème en ne lisant que le dispositif
du jugement, en envoyant le texte par l'internet ou
en remettant immédiatement une copie du
jugement ? La ministre a-t-elle l'intention d'aborder
cette question lors de la discussion sur le « Grand
Franchimont » ? Si le dossier électronique est
opérationnel, le jugement peut-il être transmis aux
avocats par l'internet ?

13.02 Claude Marinower (VLD): Pineau-

Valencienne was een uitschieter, maar in de
praktijk gebeurt het vaak dat andere zaken worden
uitgesteld naar een latere datum om een lang
vonnis te kunnen voorlezen. Dikwijls verstaan de
betrokkenen daar geen jota van en is het voor hun
advocaten onmogelijk urenlang alles op te
schrijven. Bovendien is er een absoluut gebrek aan
uniformiteit in de interpretatie van artikel 190,
laatste lid. Het nieuwe Wetboek van strafvordering
bepaalt in artikel 365 echter opnieuw dat het vonnis
in openbare terechtzitting wordt uitgesproken.

Het voorlezen van het vonnis heeft eigenlijk niet
veel zin. De partijen in een proces willen enkel de
bestraffing kennen, de advocaten kunnen een
vonnis of arrest pas analyseren wanneer ze nadien
over de integrale tekst beschikken, het voorlezen is
tijdrovend en komt de gerechtelijke achterstand niet
ten goede.

Vindt de minister artikel 190, laatste lid,
achterhaald? Zo ja, hoe wil zij dat euvel verhelpen?
Kan eventueel artikel 149 van de Grondwet worden
herzien? Kan het probleem worden opgelost door
alleen het beschikkend gedeelte voor te lezen, door
de tekst via internet te versturen, of door
onmiddellijk voor een kopie van het vonnis te
zorgen? Is de minister van plan deze problematiek
aan te pakken bij de bespreking van de
zogenaamde grote Franchimont? Als het
elektronisch dossier operationeel is, kan dan het
vonnis via internet naar de advocaten worden
verstuurd?

13.03 Laurette Onkelinx, ministre (en

néerlandais) : Selon la doctrine, les jugements dans
les affaires pénales doivent être rendus en public et
en présence du ministère public. En principe, le
jugement doit être lu in extenso et à haute voix
mais, dans la pratique, on ne lit ainsi que les
passages demandés par les parties. De même, il
est décidé en concertation si la lecture est limitée

13.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):

Volgens de rechtsleer moeten de vonnissen in
strafzaken openbaar en in aanwezigheid van het
openbaar ministerie worden uitgesproken. In
principe moet het vonnis in extenso worden
voorgelezen, maar in de praktijk leest men enkel de
passages voor waar de partijen om verzoeken. In
onderling overleg wordt ook bepaald of de

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 927

25/04/2006

est décidé en concertation si la lecture est limitée
ou non au dispositif. La lecture in extenso ne
soulève de questions que dans des cas
exceptionnels. Point n'est donc besoin d'une
initiative législative.

Actuellement, les parties doivent payer pour obtenir
une copie d'un jugement pénal. Le projet de loi
portant réforme de la procédure pénale prévoit que
les parties recevront automatiquement une copie.
Dès que le projet « Phénix » sera opérationnel, les
jugements pourront être communiqués par la voie
d'un courrier électronique. Je ne vois dès lors pas
la nécessité de les publier sur l'internet. En outre,
des réserves peuvent être formulées au regard de
la protection de la vie privée et les jugements ne
présentent pas tous un intérêt sur le plan sociétal.
Des dispositions peuvent être convenues avec les
presse en ce qui concerne les jugements qui
présentent un tel intérêt.

voorlezing al dan niet wordt beperkt tot het
dispositief. De voorlezing in extenso roept slechts in
uitzonderlijke gevallen vragen op. Een wetgevend
initiatief is dus niet nodig.

Momenteel moeten de partijen betalen voor een
kopie van een strafvonnis. In het wetsontwerp ter
hervorming van de strafprocedure is opgenomen
dat de partijen automatisch een kopie zullen
ontvangen. Zodra het Phenixproject operationeel is,
zal dat ook via e-mail kunnen. Ik zie daarom geen
noodzaak om de vonnissen op het internet te
publiceren. Bovendien zijn er privacybezwaren en
zijn niet alle vonnissen maatschappelijk relevant.
Voor de uitspraken die dat wel zijn, kan een
regeling worden getroffen met de pers.

(En français) Je ne vais pas prendre d'initiative
pour le moment parce que les choses vont changer
via Phénix et qu'il faudra peut-être procéder à une
évaluation.

(Frans) Voorlopig neem ik geen initiatief, omdat
Phenix een en ander zal wijzigen en de toestand
nadien eventueel geëvalueerd moet worden.

13.04 Servais Verherstraeten (CD&V) : La

prémisse de la réponse de la ministre est inexacte.
Affirmer qu'il n'y a pas de problèmes sur le terrain
ne correspond pas à la réalité. Ce système du XIX

siècle entraîne une importante perte de temps.

Le jugement pénal constitue un jugement erga
omnes et est donc public. Sa lecture n'a aucune
valeur pédagogique parce que le magistrat ne doit
pas motiver son jugement. La publication
électronique me semble être la solution la plus
appropriée. Pour des raisons de respect de la vie
privée, on pourrait, par exemple, utiliser les
initiales.

J'espère que ce problème sera évoqué lors de
l'examen de la loi Franchimont. Je demande
également à la ministre de se concerter avec le
collège des procureurs généraux pour limiter la
lecture au dispositif.

13.04 Servais Verherstraeten (CD&V): De

premisse van het antwoord van de minister is fout.
Dat er op het terrein geen problemen zouden zijn,
strookt niet met de realiteit. Dit 19

-eeuwse

systeem zorgt voor veel tijdverlies.

Het strafvonnis is een vonnis erga omnes en is
bijgevolg publiek. De voorlezing ervan heeft geen
enkele pedagogische functie omdat een magistraat
zijn vonnis niet moet verantwoorden. De
elektronische publicatie lijkt mij de meest
aangewezen manier. Om privacyredenen kan men
bijvoorbeeld met initialen werken.

Ik hoop dat deze problematiek ter sprake komt bij
de bespreking van de wet-Franchimont. Ik vraag de
minister ook om te overleggen met het college van
procureurs-generaal of de voorlezing kan worden
beperkt tot het dispositief.

13.05 Claude Marinower (VLD) : Il est clair que la

ministre est mal informée sur la façon de procéder
dans la pratique de tous les jours.

Comme M. Verherstraeten, je suis favorable à la
limitation de la lecture au dispositif, sauf en cas de
demande exceptionnelle. Je plaide donc également
pour la conclusion d'accords avec les procureurs
généraux.

13.05 Claude Marinower (VLD): De minister is

duidelijk slecht geïnformeerd over de dagelijkse
praktijk.

Net zoals de heer Verherstraeten vind ik het een
goede zaak om de voorlezing, tenzij op uitzonderlijk
verzoek, te beperken tot het dispositief. Ik pleit dus
ook voor afspraken met de procureurs-generaal.

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

25/04/2006

CRABV 51

COM 927

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

14 Question de M. Claude Marinower à la vice-

première ministre et ministre de la Justice sur
"l'aide financière belge octroyée dans les
territoires palestiniens" (n° 11319)

14 Vraag van de heer Claude Marinower aan de

vice-eerste minister en minister van Justitie over
"Belgische financiële steun in de Palestijnse
gebieden" (nr. 11319)

14.01 Claude Marinower (VLD) : L'actuel

gouvernement palestinien est composé de
membres du Hamas, qui figure sur la liste des
organisations terroristes. Le maintien tel quel de
notre aide au gouvernement palestinien serait dès
lors contraire à notre lutte contre le terrorisme.

Dans son courrier adressé au ministre des Affaires
étrangères le 10 avril2006 donc après les
attentats , Mme Leïla Chahid de la Délégation
générale palestinienne parle de «

l'arrivée au

pouvoir en Palestine d'un mouvement porteur
d'espoir ». La délégation palestinienne à Bruxelles
a recours à cet argument pour justifier un soutien
accru de la part de notre gouvernement.

Les aides financières qui relèvent de la
compétence de la ministre de la Justice sont-elles
toujours considérées comme des instruments de
prévention des conflits ? Un autre modèle de
financement sera-t-il prévu ? La ministre peut-elle
garantir que les fonds seront versés directement
aux projets en question et ne tomberont pas entre
les mains d'autres acteurs ?

14.01 Claude Marinower (VLD): De huidige

Palestijnse regering is gevormd door leden van
Hamas, een organisatie die op de lijst van
terroristische organisaties staat. Het zou dus in
tegenspraak zijn met onze strijd tegen de terreur
als er niets zou veranderen aan onze hulp aan de
Palestijnse regering.

In een brief van 10 april 2006 dus na de
aanslagen aan de minister van Buitenlandse
Zaken spreekt Leïla Chahid van de Délégation
Générale Palestinienne van "l'arrivée au pouvoir en
Palestine d'un mouvement porteur d'espoir". Met
die motivering willen zij de steun voor de
Palestijnse afvaardiging in Brussel verhogen.

Worden de geldstromen die onder de bevoegdheid
van de minister van Justitie vallen, nog steeds
beschouwd als conflictpreventie? Worden de
projecten voortgezet? Zal er voor een ander
financieringsmodel worden gekozen? Kan de
minister verzekeren dat het geld rechtstreeks naar
de projecten in kwestie gaat en niet in verkeerde
handen valt?

14.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):

Depuis 2003, sept projets de diplomatie préventive
ont été décidés par mon département. Il s'agit de
projets dont les moyens sont versés à des ONG,
des associations et des centres universitaires, sans
rapport avec l'Autorité palestinienne. La formation
d'un gouvernement palestinien par le Hamas ne
change donc rien à ces projets, d'autant plus qu'ils
sont presque achevés.

Par ailleurs, en novembre dernier, j'avais signé une
lettre d'intention avec mon homologue palestinien,
prévoyant une coopération judiciaire afin d'aider les
Palestiniens à construire leur État de droit.
Cependant, même si l'élaboration d'un système
judiciaire fort et indépendant revêt une importance
cruciale pour l'avenir de la région, mon cabinet et
mon administration n'entretiennent plus de contacts
avec des officiels palestiniens et l'accord de
coopération n'est pas en négociation.

En revanche, je noue des contacts quant aux

14.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Sinds

2003 heeft mijn departement in het raam van de
preventieve diplomatie zeven projecten
goedgekeurd. Het gaat om projecten waarvan de
middelen aan ngo's, aan verenigingen en aan
universitaire centra worden gestort, die los staan
van de Palestijnse Autoriteit. De vorming van een
Palestijnse regering door Hamas verandert dus niet
aan die projecten, die trouwens bijna zijn
afgelopen.

In november vorig jaar hadden de Palestijnse
justitieminister en ikzelf voorts een intentiebrief
ondertekend, waarin een gerechtelijke
samenwerking in het vooruitzicht werd gesteld om
de Palestijnen te helpen hun rechtsstaat op te
bouwen. Ook al is de ontwikkeling van een sterk en
onafhankelijk gerechtelijk systeem van cruciaal
belang voor de toekomst van de regio, toch
onderhouden mijn kabinet en mijn administratie
geen contacten meer met de Palestijnse overheid
en lopen er geen onderhandelingen over het
samenwerkingsakkoord.

Document Outline