CRABV 51 COM 919
CRABV 51 COM 919
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi dinsdag
18-04-2006 18-04-2006
Après-midi Namiddag

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Luc Sevenhans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'intervention de l'assurance maladie obligatoire
dans le Centre des grands brûlés de l'Hôpital
militaire" (n° 10797)
1
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de tegemoetkoming van de verplichte
ziekteverzekering in het Brandwondencentrum van
het Militair Hospitaal" (nr. 10797)
1
Orateurs: Luc Sevenhans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Sevenhans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- Mme Maggie De Block au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
reconnaissance des centres vasculaires"
(n° 10816)
3
- mevrouw Maggie De Block aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenning van de bloedvatencentra" (nr. 10816)
3
- Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement des stents carotidiens" (n° 11055)
3
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling van carotisstents" (nr. 11055)
3
Orateurs: Maggie De Block, Hilde Dierickx,
Rudy Demotte
, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Maggie De Block, Hilde Dierickx,
Rudy Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Interpellations et questions jointes de
4
Samengevoegde interpellaties en vragen van
4
- M. Patrick De Groote au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "un
SMUR/EIP pour le Brabant flamand" (n° 823)
4
- de heer Patrick De Groote tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
MUG/PIT voor Vlaams Brabant" (nr. 823)
4
- M. Bart Laeremans au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'équipe
paramédicale d'intervention pour Hal" (n° 828)
4
- de heer Bart Laeremans tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
Paramedisch interventieteam voor Halle" (nr. 828)
4
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "un SMUR
pour le Brabant flamand" (n° 11030)
4
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
MUG voor Vlaams-Brabant" (nr. 11030)
4
- M. Carl Devlies au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les modalités
applicables à l'équipe d'intervention paramédicale
rattachée à l'hôpital de Hal" (n° 11106)
4
- de heer Carl Devlies aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de modaliteiten
inzake het paramedisch interventieteam
verbonden aan het ziekenhuis te Halle"
(nr. 11106)
4
Orateurs: Patrick De Groote, Luk Van
Biesen, Bart Laeremans, Carl Devlies, Rudy
Demotte
, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Patrick De Groote, Luk Van
Biesen, Bart Laeremans, Carl Devlies, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Motions
8
Moties
8
Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
redevance due par les apiculteurs" (n° 10866)
9
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de heffingsplicht voor bijenhouders"
(nr. 10866)
9
Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
ii
Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
'business plan' et le 'benchmark' dans le cadre du
financement de l'AFSCA" (n° 10867)
10
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het businessplan en het benchmark in het
kader van de financiering van het FAVV"
(nr. 10867)
10
Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'équipement numérique des centres médicaux"
(n° 10864)
12
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
digitale uitrusting van geneeskundige centra"
(nr. 10864)
12
Orateurs: Trees Pieters, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Trees Pieters, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
politique relative au tabagisme dans les maisons
de jeunes et les salles de fêtes" (n° 10959)
12
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het rookbeleid in jeugdhuizen en fuifzalen"
(nr. 10959)
12
Orateurs: Jef Van den Bergh, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jef Van den Bergh, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Interpellation de Mme Zoé Genot au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
non-respect généralisé de la réglementation sur
les heures de travail des médecins candidats-
spécialistes et plus particulièrement des prescrits
de l'arrêté ministériel du 30 avril 1999 et les
dangers qu'il leur fait encourir ainsi qu'à leurs
patients" (n° 830)
14
Interpellatie van mevrouw Zoé Genot tot de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de veralgemeende niet-naleving door de
artsen kandidaat-specialisten van de
arbeidsduurreglementering, inzonderheid van het
bepaalde in het ministerieel besluit van 30 april
1999, alsmede over de gevaren waaraan zij zich
en hun patiënten daardoor blootstellen" (nr. 830)
14
Orateurs: Zoé Genot, Rudy Demotte, ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Zoé Genot, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Ordre des travaux
17
Regeling van de werkzaamheden
17
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur « les
centres cardiaques » (n° 11054)
17
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
hartcentra" (nr. 11054)
17
Orateurs: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Bart Laeremans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
service de médecins généralistes bruxellois
Médinuit" (n° 11073)
18
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de Brusselse huisartsendienst Médinuit"
(nr. 11073)
18
Orateurs: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
risques médicaux de la Rilatine" (n° 11153)
20
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de medische risico's van Rilatine"
(nr. 11153)
20
Orateurs: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
iii
Question de Mme Colette Burgeon au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
refus de vaccination contre la polio" (n° 11155)
21
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de weigering van een poliovaccinatie"
(nr. 11155)
21
Orateurs: , Colette Burgeon, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: , Colette Burgeon, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
surexposition aux rayons X dans les hôpitaux"
(n° 11156)
22
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de overdreven blootstelling aan X-stralen in
ziekenhuizen" (nr. 11156)
22
Orateurs: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
1


COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
18
AVRIL
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
18
APRIL
2006
Namiddag
______



La discussion des questions et interpellations
commence à 16 h 36 sous la présidence de M.
Yvan Mayeur.
De vragen en interpellaties vangen aan om 16.36
uur. Voorzitter: de heer Yvan Mayeur.
01 Question de M. Luc Sevenhans au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'intervention de l'assurance maladie obligatoire
dans le Centre des grands brûlés de l'Hôpital
militaire" (n° 10797)
01 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de tegemoetkoming van de verplichte
ziekteverzekering in het Brandwondencentrum
van het Militair Hospitaal" (nr. 10797)
01.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang) : Selon le
ministre Flahaut, les problèmes du Centre des
grands brûlés concernant l'intervention de l'Inami
sont entièrement dus à une réglementation
défaillante élaborée par l'administration de la Santé
publique. J'estime personnellement que les
exigences de cette réglementation sont pourtant
très claires. L'obligation pour le chef de service de
disposer d'une qualification supplémentaire en
soins intensifs n'en est qu'un exemple parmi
d'autres. Non seulement le chef de service ne
dispose pas de cette qualification mais en plus, la
liste des médecins de garde ne comprend souvent
aucun médecin-intensiviste.

Le 22 novembre 2005, le ministre a déclaré que les
dépenses en soins aux grands brûlés étaient
facturées directement aux mutuelles et que celles-
ci n'avaient manifestement pas vérifié si le chef de
service possédait la qualification requise.


À notre grand étonnement, le ministre Flahaut a
déclaré que le Centre des grands brûlés continuait
impunément à facturer les admissions de la même
manière, ceci malgré les constatations des
01.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Volgens
minister Flahaut zijn de problemen van het
Brandwondencentrum met betrekking tot de
tegemoetkoming van het Riziv volledig te wijten aan
de gebrekkige reglementering uitgaande van de
administratie Volksgezondheid. Volgens mij zijn de
vereisten van die reglementering nochtans zeer
duidelijk. De verplichting voor het diensthoofd om
over een bijkomende bekwaming in intensieve
zorgen te beschikken, is daar slechts een
voorbeeld van. Niet alleen beschikt het diensthoofd
niet over die bekwaming, bovendien staat er ook
vaak geen enkele arts-intensivist op de lijst van de
artsen met wachtdienst.

Op 22 november 2005 zei de minister dat de
uitgaven voor de verzorging van zwaar verbrande
patiënten rechtstreeks aan de ziekenfondsen
worden gefactureerd, en dat die fondsen blijkbaar
niet hadden nagegaan of het diensthoofd over de
vereiste bekwaming beschikte.

Tot onze grote verbazing verklaarde minister
Flahaut dat het Brandwondencentrum de opnames
ongestoord op dezelfde wijze blijft factureren,
ondanks de vaststellingen van de geneesheren-
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
2
médecins-inspecteurs de l'Inami, qui ont quand
même mené à la récupération de plus de 8 millions
d'euros. Il a en outre aussi déclaré ne pas penser
donner suite à cette récupération. Selon lui, c'est la
réglementation qui doit être adaptée à la situation
du Centre des grands brûlés, et non l'inverse.
inspecteurs van het Riziv, die in een terugvordering
van meer dan 8 miljoen euro uitmondden. Hij zei
bovendien er niet aan te denken om enig gevolg te
geven aan die terugvordering. Volgens hem moet
de reglementering aangepast worden aan de
situatie van het Brandwondencentrum en niet
omgekeerd.
Est-il acceptable que le Centre des grands brûlés
continue à facturer de la même manière, sans qu'il
ait été remédié aux défaillances qui ont été
relevées ?

Est-il normal de demander aux organismes
assureurs de contrôler les qualifications d'un chef
de service, alors que ce critère de financement
relève de la compétence exclusive de l'INAMI ?


Les services du ministre ont-ils informé les
organismes assureurs lorsqu'ils ont constaté
l'infraction ?

Qui peut être mis en demeure lorsqu'un patient
dépose une plainte parce qu'il a été admis dans un
service présentant des déficiences graves au
niveau médical ?

Comment ce dossier va-t-il évoluer, étant donné
que M. Flahaut refuse de donner suite à la
demande de remboursement émanant de l'INAMI ?
Is het aanvaardbaar dat het Brandwondencentrum
op dezelfde manier blijft factureren, zonder dat aan
de vastgestelde gebreken verholpen is?


Is het normaal dat van de verzekeringsinstellingen
wordt verwacht dat zij de kwalificaties van een
diensthoofd controleren, terwijl dit
financieringscriterium onder de uitsluitende
bevoegdheid van het Riziv ressorteert?

Hebben de diensten van de minister de
verzekeringsinstellingen geïnformeerd toen zij de
overtreding vastgesteld hadden?

Wie kan in gebreke gesteld worden bij een klacht
van een patiënt wegens opname in een dienst die
ernstige gebreken vertoont op medisch vlak?


Hoe zal het dossier evolueren, nu minister Flahaut
weigert gevolg te geven aan de terugvordering van
het Riziv?
01.02 Rudy Demotte, minister (en néerlandais):
Les centres des grands brûlés ne disposent pas de
normes d'agrément, mais seulement de critères de
financement. Il n'existe dès lors pas de contrôle
systématique des autres critères. J'ai demandé au
Conseil national des établissements hospitaliers s'il
est opportun de fixer des normes d'agrément. J'ai
récemment reçu son avis, qui est étudié par mes
services en ce moment.

Le Service d'évaluation et de contrôle médicaux a
ouvert une enquête, conformément à l'article 139
de la loi du 14 juillet 1994. Le service a dressé un
procès-verbal concernant le non-respect des
critères de financement. Selon mes informations,
cette enquête est toujours en cours.

Dès lors que le rapport définitif sera prêt, l'hôpital
dispose d'un délai de deux mois pour exposer ses
moyens de défense. Les décisions du comité du
Service d'évaluation et de contrôle médicaux sont
exécutoires d'office, mais elles peuvent faire l'objet
d'un recours suspensif devant la chambre de
recours.
01.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er
bestaan geen erkenningsnormen voor de
brandwondencentra, alleen financieringscriteria.
Bijgevolg wordt er niet systematisch gecontroleerd
of aan andere criteria voldaan wordt. Ik heb de
Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen
gevraagd of het aangewezen is erkenningsnormen
vast te leggen. Ik heb dit advies onlangs
ontvangen; het wordt door mijn diensten
bestudeerd.

De dienst voor Geneeskundige Evaluatie en
Controle heeft een onderzoek ingesteld
overeenkomstig artikel 139 van de wet van 14 juli
1994. De dienst heeft een pv opgemaakt voor het
niet naleven van de financieringscriteria. Volgens
mijn informatie loopt dit onderzoek nog steeds.

Zodra het definitieve rapport hierover klaar is, heeft
het ziekenhuis twee maanden de tijd om zich te
verantwoorden. De beslissingen van het comité van
deze dienst zijn ambtshalve uitvoerbaar, maar er
kan een opschortend beroep ingesteld worden bij
de kamer van beroep.
Le service peut également ouvrir une enquête à la De dienst kan ook een onderzoek uitvoeren naar
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
3
suite d'une plainte d'un patient. Aucune notification
n'a encore été adressée aux compagnies
d'assurance parce que l'enquête n'est pas
terminée.

À l'avenir, le Centre des grands brûlés fera partie
de l'hôpital doté de plusieurs sections qui résultera
du partenariat entre l'hôpital Brugmann et le
département de la Défense. Le Centre pourra ainsi
bénéficier de l'expertise des médecins et des
services de l'hôpital Brugmann qui répondent à
toutes les normes de qualité. L'accord de
coopération devrait être signé dans un mois.

J'attends le rapport définitif dans les prochaines
semaines.
aanleiding van een klacht van een patiënt. Er werd
nog niet betekend aan de verzekeringsinstellingen
omdat het onderzoek niet afgerond is.

In de toekomst wordt het Brandwondencentrum
opgenomen in het ziekenhuis met meerdere
vestigingen dat zal resulteren uit het partnerschap
tussen het Brugmannziekenhuis en Defensie. Het
zal daardoor een beroep kunnen doen op de
expertise van de artsen en diensten van Brugmann,
die voldoen aan alle kwalitatieve normen. Het
samenwerkingsakkoord zou over een maand
afgesloten worden.

Ik verwacht het definitieve rapport in de komende
weken.
01.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang) : Je ne
me suis jamais réjoui de ce que l'Hôpital militaire
s'expose à cette facture, mais les mêmes règles
doivent s'appliquer à tous.

Je vais relire attentivement la réponse. Un nouvel
épisode suivra dans quelques semaines. Je crains
que le ministre de la Défense ne capitule sans coup
férir.
01.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ik heb er
mij nooit vrolijk over gemaakt dat deze rekening
boven het hoofd van het Militair Hospitaal hangt,
maar dezelfde regels moeten voor iedereen gelden.

Ik zal het antwoord nog eens grondig nalezen. Over
enkele weken volgt een nieuwe episode. Ik vrees
dat de minister van Defensie zich niet zonder slag
of stoot zal overgeven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Questions jointes de
- Mme Maggie De Block au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
reconnaissance des centres vasculaires"
(n° 10816)
- Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement des stents carotidiens"
(n° 11055)
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Maggie De Block aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenning van de bloedvatencentra" (nr. 10816)
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling van carotisstents" (nr. 11055)
02.01 Maggie De Block (VLD): Les centres de
stents carotidiens devaient introduire leur demande
d'agrément avant le 1
er
février. À cet effet, ils
devaient remplir un questionnaire très détaillé
concernant notamment la formation, les activités et
les publications de leurs chirurgiens. Lesquels de
ces critères seront-ils pris en compte lors de
l'attribution des agréments ? Où en est ce dossier ?
02.01 Maggie De Block (VLD): Vóór 1 februari
moesten de centra voor carotisstenting hun
erkenningsaanvraag indienen. Daartoe moesten ze
een zeer uitgebreide vragenlijst beantwoorden,
onder meer betreffende de opleiding, activiteiten en
publicaties van hun chirurgen. Welke van deze
criteria zullen bij de toekenning van de erkenningen
precies in aanmerking worden genomen? Hoever
staat het met dit dossier?
02.02 Hilde Dierickx (VLD): Le remboursement
du matériel servant à la pose d'un stent carotidien
est prévu dans certains centres et pour une durée
limitée. Le traitement relève dès lors de la
catégorie 5. Cinquante-quatre centres ont introduit
une demande de remboursement. Il y aurait un
consensus pour faire reconnaître dix centres. Le
Conseil technique des implants a envoyé à tous les
02.02 Hilde Dierickx (VLD): In een bepaald aantal
centra en voor een beperkte tijd wordt voorzien in
terugbetaling van het materiaal voor carotisstenting.
De behandeling valt dus onder categorie 5.
Vierenvijftig centra hebben een aanvraag tot
terugbetaling ingediend. Er zou een consensus
bestaan om tien centra te erkennen. De richtcriteria
voor erkenning werden door de Technische Raad
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
4
hôpitaux les critères directeurs en vue d'un
agrément.

Les critères définitifs d'agrément ont-ils été définis
de manière telle que les centres qui possèdent la
plus grande expérience de la technique du CAS
(carotid artery stenting) pourront également être
agréés ? A-t-il été tenu compte, pour déterminer le
nombre d'affections traitées, de l'adoption de la
technique CAS par certains centres ? Pensez-vous
qu'il soit essentiel d'adhérer éventuellement à une
étude européenne ?
Implantaten aan alle ziekenhuizen doorgestuurd.


Werden de definitieve erkenningscriteria zo
opgesteld dat de centra met de grootste ervaring
inzake carotid artery stenting (CAS) ook kunnen
worden erkend? Wordt bij de bepaling van het
aantal behandelde aandoeningen rekening
gehouden met de verschuiving naar de CAS-
techniek in bepaalde centra? Wordt de mogelijke
opname in een Europese studie belangrijk geacht?
02.03 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Conformément aux recommandations du Centre
d'expertise et compte tenu de la réalité sur le
terrain, le Conseil technique des implants propose
d'agréer dix centres. Les critères directeurs établis
par le conseil sont fondés sur différents
paramètres, notamment le volume du stent
carotidique, les possibilités d'imagerie, le caractère
pluridisciplinaire de l'équipe et son activité médico-
scientifique, la présence des systèmes
d'enregistrement indispensables et l'obligation
d'adhérer à une étude européenne. Lors de la
sélection des centres, il sera également tenu
compte d'une répartition géographique équitable.
02.03 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Op
basis van de aanbevelingen van het Kenniscentrum
en rekening houdend met de realiteit op het terrein
stelt de Technische Raad Implantaten voor om tien
centra te erkennen. De door de raad opgestelde
richtcriteria zijn gebaseerd op verschillende
parameters, onder meer het volume van de
carotisstenting, de beeldvormingsmogelijkheden,
het multidisciplinaire karakter van het team en zijn
medisch-wetenschappelijke activiteit, de
aanwezigheid van de nodige registratiesystemen
en de verbintenis om zich aan te sluiten bij een
Europese studie ter zake. Er zal bij de selectie van
de centra ook rekening worden gehouden met een
correcte geografische spreiding.
02.04 Hilde Dierickx (VLD) : J'espère que nous
saurons dans les meilleurs délais quels centres
entreront en ligne de compte.
02.04 Hilde Dierickx (VLD): Ik hoop dat we snel
weten welke centra in aanmerking komen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Interpellations et questions jointes de
- M. Patrick De Groote au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "un
SMUR/EIP pour le Brabant flamand" (n° 823)
- M. Bart Laeremans au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'équipe
paramédicale d'intervention pour Hal" (n° 828)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "un SMUR
pour le Brabant flamand" (n° 11030)
- M. Carl Devlies au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les modalités
applicables à l'équipe d'intervention
paramédicale rattachée à l'hôpital de Hal"
(n° 11106)
03 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Patrick De Groote tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
MUG/PIT voor Vlaams Brabant" (nr. 823)
- de heer Bart Laeremans tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
Paramedisch interventieteam voor Halle"
(nr. 828)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
MUG voor Vlaams-Brabant" (nr. 11030)
- de heer Carl Devlies aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de modaliteiten
inzake het paramedisch interventieteam
verbonden aan het ziekenhuis te Halle"
(nr. 11106)
03.01 Patrick De Groote (N-VA) : À la fin de l'an
dernier, M. Demotte avait conclu un accord avec la
ministre flamande, Mme Vervotte, concernant une
équipe d'intervention paramédicale à Hal. Pour des
raisons budgétaires, aucun SMUR ne sera créé.
03.01 Patrick De Groote (N-VA): Eind vorig jaar
sloot minister Demotte een overeenkomst met
Vlaams minister Vervotte over een paramedisch
interventieteam in Halle. Er komt om budgettaire
redenen geen MUG. Er komen wel zes
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
5
Six équipes d'intervention paramédicale verront
toutefois le jour, trois en Flandre et trois en
Wallonie. Il s'est entre-temps avéré que l'équipe
d'intervention paramédicale de Hal est une coquille
vide qui ne peut plus se développer étant donné
qu'il faut à nouveau faire appel à un médecin de
Tubize. Le télémonitoring est également assuré par
le biais de Tubize.

Le ministre estime-t-il opportun de faire dépendre le
sud du Pajottenland du SMUR de Tubize, compte
tenu de toutes les difficultés linguistiques
inhérentes à un tel fonctionnement
? Le
bourgmestre de Herne a indiqué qu'un incident
s'était produit dans sa ville la semaine dernière et
que le SMUR de Tubize avait mis trois quarts
d'heure pour arriver sur les lieux. Comment une
telle situation s'explique-t-elle ? Le ministre peut-il
fournir le rapport de l'inspecteur sanitaire relatif à
l'incident du 12 septembre à Pepingen, dans le
cadre duquel un interlocuteur du central 100 avait
raccroché parce qu'il ne comprenait pas le
néerlandais et avait rappelé une demi-heure plus
tard en demandant d'épeler le lieu de l'accident ?
Est-il exact que l'équipe d'intervention
paramédicale doit faire appel à un médecin du
SMUR de Tubize ? Le ministre peut-il fournir un
aperçu du nombre d'interventions annuelles
effectuées par le SMUR de Tubize en Flandre et en
Wallonie au cours des cinq dernières années ?
Hormis Hal et Virton, d'autres communes font-elles
l'objet d'un projet pilote concernant une équipe
d'intervention paramédicale ?
paramedische interventieteams (PIT), drie in
Vlaanderen, drie in Wallonië. Ondertussen is
duidelijk dat rond de pit van Halle geen vruchtvlees
zit en dat het PIT zich niet verder kan ontwikkelen
aangezien men opnieuw een beroep moet doen op
een arts uit Tubeke. Ook de telemonitoring verloopt
via Tubeke.


Vindt de minister het opportuun om Zuid-
Pajottenland blijvend onder de MUG van Tubeke te
laten ressorteren met alle taalperikelen van dien?
De burgemeester van Herne liet weten dat er zich
daar vorige week een incident voordeed waarbij de
MUG van Tubeke drie kwartier onderweg was. Hoe
valt dat te verantwoorden? Kan de minister het
verslag van de gezondheidsinspecteur bezorgen in
verband met het incident van 12 september in
Pepingen, waarbij een 100-centrale inhaakte omdat
men geen Nederlands verstond en een half uur
later terugbelde met de vraag om de plaats van het
ongeval te spellen? Klopt het dat het paramedisch
interventieteam een beroep moet doen op een
MUG-arts uit Tubeke? Kan de minister een
overzicht geven per jaar van het aantal interventies
van de MUG van Tubeke in Vlaanderen en
Wallonië voor de laatste vijf jaar? Zijn er naast
Halle en Virton nog gemeenten met een PIT-
proefproject?
03.02 Luk Van Biesen (VLD) : Le ministre a
déclaré récemment que si la présence d'un
médecin urgentiste est requise lors d'une
intervention, il ne sera pas fait appel à l'hôpital de
Hal mais bien à un médecin francophone du SMUR
de Tubize. Comment un patient néerlandophone
peut-il toutefois être secouru par un médecin qui ne
parle pas ou ne comprend pas le néerlandais ? Des
drames continueront à se produire si on ne prévoit
pas la création d'un SMUR flamand pour le Brabant
flamand.

Des problèmes se posent non seulement à Hal
mais aussi à Overijse en raison d'une mauvaise
connaissance ou d'un manque de connaissance du
néerlandais. Le 12 février, il a été fait appel à un
SMUR à Overijse. Le médecin ­ francophone ­ ne
parlait pas un mot de néerlandais. Il y a dans les
équipes de Saint-Luc, à Woluwe-Saint-Lambert, et
de Saint-Pierre, à Ottignies, un manque flagrant de
médecins urgentistes parlant le néerlandais. Il est
inadmissible que les patients flamands soient
assistés de la sorte.
03.02 Luk Van Biesen (VLD): De minister
verklaarde onlangs dat, indien er een urgentiearts
noodzakelijk is bij een interventie, men niet op het
ziekenhuis van Halle een beroep zal doen, maar
wel op een Franstalige MUG-arts van Tubeke. Hoe
kan echter een Nederlandstalige patiënt correct
worden opgevangen door een arts die geen
Nederlands spreekt of begrijpt? Er zullen zich
drama's blijven voordoen indien men niet in een
Vlaamse MUG voorziet voor Vlaams-Brabant.


Niet alleen in Halle, maar ook in Overijse doen zich
problemen voor door een gebrekkige kennis of een
gebrek aan kennis van het Nederlands. Op 12
februari werd een MUG opgeroepen in Overijse. De
­ Franse - arts sprak geen woord Nederlands.
Vooral bij de teams van Sint-Lucas in Sint-
Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters in Ottignies is
er een schrijnend gebrek aan urgentieartsen die
Nederlands spreken. Het hoort niet dat Vlaamse
patiënten op die wijze worden bijgestaan.

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
6
Le ministre juge-t-il acceptable, sur le plan du
principe, la présence de médecins francophones
unilingues lors d'interventions urgentes en
Flandre ? Pourquoi ne doivent-ils pas se soumettre
à un examen linguistique ? Peut-on encore parler
d'un service d'urgence dès lors qu'un médecin
urgentiste est dépêché en retard de Tubize ? Est-il
possible de développer un système de
télémonitoring à Hal pour appuyer l'EPI lorsqu'elle
opère sur le territoire flamand ?
Vindt de minister het principieel aanvaardbaar dat
eentalig Franstalige artsen bij een dringende
interventie in Vlaanderen interveniëren? Waarom
dienen zij geen taalexamen af te leggen? Kan men
nog van een urgentiedienst spreken wanneer de
urgentiearts met vertraging vanuit Tubeke wordt
uitgestuurd? Kan vanuit Halle een telemonitoring
worden uitgewerkt om het PIT te ondersteunen als
dit op Vlaams grondgebied opereert?
03.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Je me
félicite que tous les Flamands, y compris ceux du
VLD, s'occupent enfin du problème.

Je crains que l'expérience de mise sur pied d'une
équipe d'intervention paramédicale induise un
retour en arrière au niveau des services d'urgence.
C'est un ersatz qui comporte de nombreux
dangers. Il n'y aura en effet plus de médecin à bord
et le médecin urgentiste que l'on peut appeler par
la suite ne peut même pas venir de l'hôpital de Hal !
Il y aurait un empêchement légal.

L'accord avec Hal a-t-il été signé ? Que prévoit le
texte de cet accord ? À quel médecin urgentiste
l'EIP peut-il faire appel si nécessaire ? Un SMUR
devra-t-il alors arriver de Tubize avec un certain
retard ?
Le système de télémonitoring sera-t-il développé à
partir de Hal et sera-t-il accompagné par un
médecin ? Quelle sera la zone d'intervention de
l'EIP de Hal ?

Le ministre a déclaré précédemment que
seulement 20 % des interventions du SMUR étaient
nécessaires. Ce chiffre est cependant fortement
contesté. Avec un bon dispatching, il est possible
d'atteindre un taux de 70 %. Le ministre dispose-t-il
de pourcentages par région ?
03.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het
verheugt mij dat nu eindelijk alle Vlamingen, zelfs
de VLD, bezig zijn met het probleem.

Ik vrees dat het experiment met het paramedische
interventieteam een algehele achteruitgang van de
spoeddiensten zal veroorzaken. Het is een
ersatzoplossing die heel wat gevaren inhoudt. Er
zal immers geen arts meer aan boord zijn en de
spoedarts die achteraf kan worden ingeroepen,
mag niet eens van het ziekenhuis in Halle komen!
Blijkbaar zijn er daartegen wettelijke bezwaren.

Is het akkoord met Halle ondertussen
ondertekend? Wat staat er in de tekst van het
akkoord? Op welke urgentiearts kan het PIT een
beroep doen indien nodig? Moet er dan met
vertraging een MUG uit Tubeke komen?
Wordt het telemonitoringsysteem uitgebouwd vanuit
Halle zelf en wordt het begeleid door een arts? Wat
wordt het inteventiegebied van het PIT van Halle?


De minister verklaarde eerder dat slechts 20
procent van de MUG-interventies noodzakelijk is.
Dat cijfer wordt echter zwaar gecontesteerd. Met
een goede dispatching kan een percentage van 70
procent worden verkregen. Beschikt de minister
over percentages per regio?
03.04 Carl Devlies (CD&V) : La mise sur pied de
l'équipe d'intervention paramédicale (EIP) dans le
giron de l'hôpital Sint-Maria, à Hal, devait remédier
aux situations affligeantes survenues dans le sud-
ouest du Brabant flamand. Les SMUR qui
desservent cette région viennent de Bruxelles et de
Tubize et, bien souvent, le personnel ne maîtrise
pas le néerlandais.

L'objectif initial n'est hélas pas totalement atteint.
L'EIP opérera bien depuis l'hôpital de Hal mais
aucun urgentiste ne pourra être délégué depuis
Hal. Le ministre s'y était pourtant engagé.



Pour le bon fonctionnement du système, la
03.04 Carl Devlies (CD&V): Met de oprichting van
het PIT vanuit het Sint-Mariaziekenhuis in Halle zal
iets worden gedaan aan de schijnende toestanden
in het zuidwesten van Vlaams-Brabant. De MUG's
die deze streek bedienen, komen uit Brussel en
Tubeke en het personeel is vaak
Nederlandsonkundig.



Helaas wordt afbreuk gedaan aan het
aanvankelijke opzet. Het PIT zal wel opereren
vanuit het ziekenhuis van Halle, maar wanneer er
een urgentiearts moet worden opgeroepen, zal die
niet uit Halle komen. De minister had dat nochtans
beloofd.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
7
collaboration des services d'incendie et de la Croix-
Rouge est nécessaire. Le terrain d'action de l'EIP
se limitera dès lors au voisinage immédiat de Hal.
Rien ne change donc pour une grande partie de la
région.

Confirmez-vous que l'EIP ne peut appeler un
urgentiste de l'hôpital Sint-Maria de Hal ? Quelle
sera l'étendue de la zone d'intervention de l'EIM ?
S'agit-il d'un projet pilote d'un an ou d'un projet
structurel assorti d'évaluations intermédiaires
?
Quelles mesures le ministre prendra-t-il pour
résoudre les problèmes tels que ceux qui se sont
récemment posés à Overijse.
Voor de werking van het systeem is de
medewerking van de brandweer en het Rode Kruis
noodzakelijk. Daardoor zal het werkgebied van het
PIT beperkt blijven tot de nabije omgeving van
Halle. Voor een groot deel van de regio verandert
er dus niets.

Klopt het dat het PIT geen urgentiearts van het
Ziekenhuis Sint-Maria in Halle kan oproepen? Hoe
groot zal het interventiegebied zijn van het PIT?
Gaat het over een eenjarig proefproject of een
structureel project met tussentijdse evaluaties?
Welke maatregelen zal de minister nemen om de
problemen, zoals onlangs in Overijse, op te lossen?
03.05 Rudy Demotte, ministre (néerlandais) : Ce
qu'on dit à propos de l'EIP ne reflète pas
nécessairement la vérité.

La direction de l'hôpital de Hal a signé en mars la
convention régissant les modalités de
fonctionnement, sans solliciter de modifications.
Cet accord stipule clairement que le télémonitoring
de l'EIP sera assuré depuis l'hôpital de Hal.



Dans le sud-ouest du Brabant flamand, l'EIP
interviendra même s'il faut envoyer le SMUR. Une
équipe néerlandophone sera ainsi toujours
présente. Si le SMUR est requis, il sera fait appel
au SMUR le plus proche ou, si nécessaire, à un
médecin de garde.


Plusieurs hôpitaux se sont portés candidats pour
l'exploitation d'une EIP. Cette méthode est déjà
appliquée à la satisfaction générale par l'hôpital
universitaire de Louvain depuis dix ans.

Le central d'appel relève de la compétence du
ministre de l'Intérieur. Je ne peux donc pas garantir
que chaque SMUR sera sur les lieux dans le quart
d'heure.
03.05 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er
wordt van alles verteld over het PIT, maar niet
noodzakelijk de waarheid.

In maart heeft de directie van het ziekenhuis in
Halle de overeenkomst ondertekend. Daarin zijn
alle werkingsmodaliteiten opgenomen, het
ziekenhuis heeft geen wijzigingen gevraagd.
Eveneens staat duidelijk in de overeenkomst dat de
telemonitoring van het PIT vanuit het ziekenhuis in
Halle gebeurt.

In het zuidwesten van Vlaams-Brabant zal het PIT
ook wanneer een MUG noodzakelijk is, worden
uitgestuurd. Op die manier is er altijd een
Nederlandstalige equipe aanwezig. Als er een MUG
noodzakelijk is, zal de dichtstbijzijnde MUG worden
opgeroepen, of indien nodig een arts met
wachtdienst.

Meerdere ziekenhuizen hebben hun kandidatuur
ingediend voor de uitbating van een PIT. In het
Universitaire Ziekenhuis van Leuven werkt men al
tien jaar met grote tevredenheid op deze wijze.

Het is de minister van Binnenlandse Zaken die
bevoegd is voor de oproepcentrale. Ik kan daarom
niet verzekeren dat elke MUG binnen het kwartier
ter plaatse is.
03.06 Patrick De Groote (N-VA): Il faudrait que le
ministre m'explique pourquoi le Brabant flamand,
dont la superficie est de 2106 km² et qui compte 1
million d'habitants ne dispose pas de plus de
services SMUR, à savoir quatre, que le Brabant
wallon, dont la superficie est de 1091 km² et qui ne
compte que 360 000 habitants. Bruxelles dispose
de sept services SMUR, dont deux seulement
rattachés à des hôpitaux néerlandophones.

On prive la Flandre d'une aide médicale urgente de
qualité. Le Pajottenland doit être servi par Tubize
car sinon Tubize n'est pas viable.
03.06 Patrick De Groote (N-VA): De minister
moet mij eens uitleggen hoe het komt dat Vlaams-
Brabant, dat 2106 km² groot is en 1 miljoen
inwoners telt, evenveel MUG-diensten heeft ­ vier ­
als Waals-Brabant, dat maar 1091 km² groot is en
maar 360 000 inwoners telt. Brussel heeft zeven
MUG-diensten, maar daarvan komen er maar twee
uit Nederlandstalige ziekenhuizen.


Vlaanderen wordt kwaliteitsvolle hulpverlening
ontzegd! Het Pajottenland moet door Tubeke
worden bediend, omdat Tubeke anders niet
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
8


Les efforts du ministre sont insuffisants mais étant
donné qu'il poursuit ses efforts je dépose une
motion de recommandation et non pas une motion
de méfiance.
leefbaar is!

De pogingen van de minister zijn onvoldoende,
maar omdat hij blijft proberen, dien ik een motie van
aanbeveling in en geen motie van wantrouwen.
03.07 Luk Van Biesen (VLD): Les propos de M.
Laeremans sont très éloignés de la réalité des
négociations qui ont été menées avec l'hôpital. Les
projets tendant à l'organisation d'un SMUR à part
entière pour Hal étaient bien avancés. Si l'on a
finalement obtenu moins, c'est en raison des
interventions de M. Leterme et de la N-VA après la
débâcle de Bruxelles-Hal-Vilvorde.

Je me félicite de l'existence d'un accord. De même,
le ministre a réagi positivement à la demande de
l'hôpital concernant le télémonitoring. En aucun cas
il ne peut être dérogé au principe qui veut que ne
puissent intervenir que des médecins qui
connaissent la langue des patients. Un grand pas
aura été franchi si chacun s'accorde sur ce point.
03.07 Luk Van Biesen (VLD): Het discours van de
heren Laeremans en De Groote staat veraf van de
besprekingen die werkelijk zijn gevoerd met het
ziekenhuis. De plannen voor de oprichting van een
volwaardige MUG voor Halle waren ver gevorderd.
Door de interventies van de heer Leterme en van
de N-VA na het debacle Brussel-Halle-Vilvoorde is
uiteindelijk minder uit de brand gesleept.

Ik ben blij dat er een akkoord bestaat. Ook op de
vraag van het ziekenhuis inzake telemonitoring
reageerde de minister positief. Van de stelregel dat
enkel artsen mogen interveniëren die de taal van
de patiënt kennen, mag nooit worden afgeweken.
Als iedereen het daarmee eens is, staan we al een
stuk verder.
03.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Je me
réjouis d'entendre les révélations que nous fait M.
Van Biesen. On ne saurait lui reprocher d'avoir été
associé à des négociations mais il est dès lors
d'autant plus incompréhensible qu'on n'en soit
toujours qu'à une ébauche de solution. L'équipe
paramédicale d'intervention ne pourra pas envoyer
de médecin depuis Hal. C'est finalement le SMUR
de Tubize qui devra dépêcher une personne dont la
langue ne sera pas forcément le néerlandais. Si
l'on était vraiment près de conclure un accord à
propos d'un SMUR à Hal, il convient de le réaliser
et d'oublier le plan relatif à l'équipe d'intervention
paramédicale. En quoi consistait le pseudo-plan ?
03.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik ben
blij met de onthullingen van de heer Van Biesen.
We kunnen het hem niet kwalijk nemen dat hij bij
gesprekken betrokken was, maar het is des te
onbegrijpelijker dat er nog steeds niet meer is dan
een ersatzoplossing. Het PIT zal geen arts uit Halle
mogen sturen. Uiteindelijk zal de MUG van Tubeke
iemand moeten sturen die niet noodzakelijk
Nederlandstalig is. Als er dan toch bijna een
akkoord was over een MUG in Halle, dan moet dat
worden gerealiseerd en kunnen we het PIT-plan
begraven. Wat hield het bijna-akkoord in?
03.09 Luk Van Biesen (VLD) : Il s'agissait d'une
initiative commune du Parlement et du cabinet du
ministre Demotte.
03.09 Luk Van Biesen (VLD): Het was het
initiatief van het Parlement in samenwerking met
het kabinet-Demotte.
03.10 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Je n'ai
jamais entendu le ministre dire un mot à ce sujet.
Le plan EIP ne constitue pas une solution à nos
yeux. À Louvain, le SMUR intervient en cas
d'indisponibilité de l'EIP mais Hal ne dispose pas
d'un SMUR et doit donc faire appel à Tubize, et
cela précisément dans des situations de vie ou de
mort. J'espère que le ministre veillera à ce que Hal
puisse également disposer d'un véritable SMUR.
03.10 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Daar
heb ik van de minister nooit iets over vernomen.
Het PIT-plan is voor ons geen oplossing. In Leuven
komt de MUG tussen als het PIT dat niet kan, maar
Halle heeft geen MUG en moet dus een beroep
doen op Tubeke, uitgerekend in levensbedreigende
situaties. Ik hoop dat de minister er alsnog voor
zorgt dat er ook in Halle een echte MUG komt.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
9
Une première motion de recommandation a été
déposée par MM. Patrick De Groote et Carl Devlies
et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Patrick De
Groote et Bart Laeremans
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique,
demande au gouvernement
- d'organiser d'urgence un SMUR à part entière
dans le sud-ouest du Brabant flamand;
- de mettre en oeuvre une solution appropriée en
matière d'intervention médicale en néerlandais
dans la région d'Overijse."
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Patrick De Groote en Carl Devlies en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Patrick De
Groote en Bart Laeremans
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid,
vraagt de regering
- dringend over te gaan tot het inrichten van een
volwaardig MUG voor de regio Zuidwest-Vlaams-
Brabant;
- een degelijke oplossing uit te werken voor de
Nederlandstalige, medische hulpverlening voor de
regio Overijse."
Une deuxième motion de recommandation a été
déposée par M. Bart Laeremans et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Patrick De
Groote et Bart Laeremans
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique,
demande au gouvernement
de procéder à la mise en place d'un SMUR à part
entière à Hal."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend
door de heer Bart Laeremans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Patrick De
Groote en Bart Laeremans
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid,
vraagt de regering
om over te gaan tot de realisatie van een echte
MUG te Halle."
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Hilde Dierickx, Dominique Tilmans, Colette
Burgeon et Maggie De Block.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Hilde Dierickx, Dominique Tilmans, Colette
Burgeon en Maggie De Block.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.

La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd.

De bespreking is gesloten.
04 Question de M. Mark Verhaegen au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la redevance due par les apiculteurs" (n° 10866)
04 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de heffingsplicht voor bijenhouders"
(nr. 10866)
04.01 Mark Verhaegen (CD&V): Le plus souvent,
les apiculteurs sont des amateurs qui récoltent le
miel principalement pour leur usage privé et
familial. Leur statut d'acteur du marché alimentaire
les oblige à se faire enregistrer une seule fois, et
ceci gratuitement. Les apiculteurs qui possèdent au
maximum 24 colonies relèvent de l'exception qui
prévoit que les apiculteurs amateurs et les fermes
ne contribuent pas au financement de l'AFSCA.
Dans la pratique, les apiculteurs sont souvent
amenés à pyer la taxe dès qu'ils vendent le
moindre pot de miel. Dans quels cas précis la
mesure d'exception est-elle d'application ?
04.01 Mark Verhaegen (CD&V): Meestal zijn
imkers hobbyisten die vooral honing winnen voor
eigen en familiaal gebruik. Ze moeten zich wel
eenmalig en gratis laten registreren omdat ze
spelers zijn op de voedingsmarkt. Imkers met
hoogstens 24 kolonies vallen onder de uitzondering
waarin is voorzien voor hobbybijenhouders en
hoeven niet bij te dragen tot de financiering van het
FAVV. In de praktijk worden imkers echter vaak
geacht de heffing te betalen zodra ze één pot
honing verkopen. In welke gevallen is de
uitzonderingsmaatregel precies van toepassing?
04.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais): Il 04.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
10
est en effet exact que les apiculteurs belges sont
pour la plupart des amateurs. Etant donné que
dans la majorité des cas leur intention n'est pas de
générer d'importants revenus, l'arrêté de
financement du 10 décembre 2005 prévoit une
exonération de la taxe pour les apiculteurs qui
possèdent au maximum 24 ruches, pour autant qu'il
ne s'agisse pas d'une activité professionnelle. La
taxe dont les apiculteurs sont exonérés en leur
qualité de producteur primaire s'élève à 187 euros.

Etant donné qu'il pouvait y avoir confusion, il a
récemment été convenu avec les apiculteurs que le
terme « ruche » serait remplacé par le terme
« colonie ».Ce terme donne en effet une idée plus
précise de l'importance de l'activité visée par la
mesure d'exonération.

Les apiculteurs qui possèdent au maximum 24
colonies sont exonérés de la taxe en tant que
producteurs primaires et sont également exonérés
d'autres taxes éventuelles. Il doit cependant s'agir
de leur seule activité dans la chaîne alimentaire. De
même, ils ne peuvent introduire dans la chaîne
alimentaire que les produits de leurs propres
colonies.

L'enregistrement obligatoire de tous les apiculteurs
est très important pour la sécurité du
consommateur mais aussi pour la santé animale et,
partant, pour les apiculteurs eux-mêmes.
klopt dat Belgische imkers vooral hobbyisten zijn.
Omdat ze meestal niet de bedoeling hebben
belangrijke inkomsten te genereren, is in het
financieringsbesluit van 10 december 2005 in een
vrijstelling voorzien voor bijenhouders met
maximaal 24 bijenkorven, voor zover het niet om
een beroepsactiviteit gaat. De heffing waarvan de
bijenhouders als primaire producent zijn vrijgesteld,
bedraagt 187 euro.


Omdat er verwarring kon ontstaan, werd onlangs
met de bijenhouders afgesproken dat de term
'bijenkorf' vervangen zal worden door 'kolonie'. In
het Nederlands geeft die term nauwkeuriger weer
wat wordt bedoeld met de vrijstellingsmaatregel.


Bijenhouders met maximaal 24 kolonies worden
vrijgesteld van de heffing als primaire producent en
worden eveneens vrijgesteld van andere eventuele
heffingen. Het moet dan wel gaan om hun enige
activiteit in de voedselketen. Bovendien mogen ze
uitsluitend producten van hun eigen kolonies in de
voedselketen brengen.


De verplichte registratie van alle bijenhouders is
van groot belang voor de veiligheid van de
consument, maar ook voor de dierengezondheid en
dus voor de bijenhouders zelf.
04.03 Mark Verhaegen (CD&V) : Les apiculteurs
amateurs devront-ils payer la redevance lorsqu'ils
vendent un pot de miel à des connaissances ou à
des membres de leur famille, même s'il s'agit
exclusivement de produits de leurs propres
colonies ?
04.03 Mark Verhaegen (CD&V): Moeten
bijenhouders-hobbyisten de heffing betalen zodra
ze één potje honing verkopen aan kennissen of
familie, zelfs als het uitsluitend gaat om producten
van hun eigen kolonies?
04.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Deux critères doivent être pris en considération. Le
nombre de colonies peut s'élever à 24. L'apiculteur
peut vendre ses propres produits, mais il lui est
interdit de vendre des produits importés ou des
produits transformés d'un autre producteur.
04.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er
zijn twee criteria. Het aantal kolonies mag 24
bedragen. De bijenhouder mag zijn eigen
producten verkopen, maar geen geïmporteerde
producten of verwerkte producten van een andere
producent.
04.05 Mark Verhaegen (CD&V) : Le ministre est
très clair, mais il ferait bien d'informer les
contrôleurs sur le terrain. Ils ont en effet une
opinion différente.
04.05 Mark Verhaegen (CD&V): De minister is
heel duidelijk, maar hij licht maar beter de
controleurs op het terrein in. Zij zijn immers een
andere mening toegedaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Mark Verhaegen au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le 'business plan' et le 'benchmark' dans le
cadre du financement de l'AFSCA" (n° 10867)
05 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het businessplan en het benchmark in het
kader van de financiering van het FAVV"
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
11
(nr. 10867)
05.01 Mark Verhaegen (CD&V) : L'Agence
fédérale pour la Sécurité de la chaîne alimentaire
(AFSCA) a deux sources de revenus, à savoir la
dotation de l'État et les cotisations des opérateurs.
Ces dernières se répartissent en cotisations ou
prélèvements attribuables et non attribuables. Ce
système doit être réévalué. Certains prélèvements
atteignent en effet un montant assez élevé. Les
coûts de personnel ainsi pris en compte sont
souvent non négligeables et incluent les charges
sociales, les frais généraux ainsi qu'un calcul basé
sur le taux d'ancienneté maximal.

Lors des débats consacrés au projet de loi de
financement de l'AFSCA, le ministre a annoncé un
businessplan ainsi qu'une vision à long terme
relative au fonctionnement de l'agence. Tous les
secteurs impliqués devaient avoir la possibilité de
se faire une idée précise de leurs cotisations. Ce
businessplan a-t-il déjà été élaboré ? Tous les
opérateurs de terrain en seront-ils avisés par une
grande campagne d'information ?

Où en est l'étude de référencement qui devait se
pencher sur les coûts imputés par des organes de
sécurité alimentaire similaires en Europe ?
05.01 Mark Verhaegen (CD&V): Het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen (FAVV) puurt zijn inkomsten uit twee
bronnen: een overheidsdotatie enerzijds en de
bijdragen van de operatoren anderzijds. Deze
laatste worden ingedeeld in toewijsbare en niet-
toewijsbare bijdragen of heffingen. Dit systeem is
aan evaluatie toe. Sommige heffingen tikken
immers aardig aan. Zo worden er vaak hoge
personeelskosten aangerekend, inclusief de sociale
lasten, de overheadkosten en bovendien een
berekening op basis van de hoogste
anciënniteitsgraad.

Bij de bespreking van het wetsontwerp inzake de
financiering van het FAVV kondigde de minister
een businessplan aan met een langetermijnvisie op
de werking van het agentschap en waarin alle
betrokken sectoren een duidelijk beeld zouden
krijgen van hun bijdragen. Is dat businessplan al
opgesteld? Zullen alle operatoren op het terrein via
een grote informatiecampagne hiervan op de
hoogte worden gebracht?

Hoever staat het met de benchmarkstudie die zou
worden opgesteld met betrekking tot de
aangerekende kosten in vergelijkbare Europese
voedselveiligheidsorganen?
05.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Les coûts salariaux pris en compte pour les
cotisations dues à l'AFSCA sont basés sur les
coûts salariaux moyens d'un inspecteur ou d'un
contrôleur. Ils ne sont donc absolument pas
calculés sur la base du taux d'ancienneté le plus
élevé.
05.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
loonkosten die worden doorgerekend in de
bijdragen aan het FAVV, zijn gebaseerd op de
gemiddelde loonkosten van een inspecteur of een
controleur. Ze worden dus zeker niet berekend op
basis van de hoogste anciënniteitsgraad.
Les coûts salariaux sont calculés de manière
transparente. Ils ont été examinés en détail au sein
du groupe de travail Financement et du comité
consultatif de l'AFSCA.

Le business plan de l'AFSCA a été approuvé lors
du Conseil des ministres du 3 décembre 2004 et
peut être consulté depuis plus d'un an déjà sur le
site web de l'AFSCA. Ce plan a en outre été
examiné au sein du comité consultatif de l'AFSCA
où tous les opérateurs de la chaîne alimentaire sont
représentés par l'entremise des organisations
sectorielles.

Le business plan prévoit une réduction sensible
des cotisations sectorielles au fur et à mesure de
l'instauration des systèmes d'autocontrôle.

L'étude comparative figure bien dans le business
De loonkosten worden op een transparante manier
berekend. Ze werden uitgebreid besproken in de
werkgroep Financiering en in het raadgevend
comité van het FAVV.

Het businessplan van het FAVV werd goedgekeurd
op de ministerraad van 3 december 2004 en kan al
sinds meer dan een jaar geraadpleegd worden op
de website van het FAVV. Het businessplan werd
bovendien besproken in het raadgevend comité van
het FAVV waarin alle operatoren uit de
voedselketen vertegenwoordigd zijn via de
sectororganisaties.

In het businessplan wordt bepaald dat de sectorale
bijdragen aanzienlijk zullen dalen naarmate de
autocontrolesystemen ingevoerd worden.

De benchmarkstudie is wel degelijk opgenomen in
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
12
plan mais elle n'est pas encore disponible. Il s'agit
d'une étude très étendue étant donné que l'AFSCA
dispose d'une vaste gamme de contrôles. En outre,
les contrôles sont organisés selon des modalités
différentes dans les autres États membres
européens et les compétences en matière de
sécurité alimentaire y sont réparties entre diverses
autorités. Un certain nombre d'États membres
s'attellent à une adaptation du mécanisme de
financement.
het businessplan, maar ze is voorlopig nog niet
beschikbaar. Het gaat om een heel uitgebreide
studie omdat het FAVV over een breed gamma van
controles beschikt. Bovendien zijn de controles in
de overige Europese lidstaten op uiteenlopende
wijze georganiseerd en zijn de bevoegdheden
inzake voedselveiligheid er versnipperd over
diverse overheden. Een aantal lidstaten werkt aan
een aanpassing van het financieringsmechanisme.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'équipement numérique des centres médicaux"
(n° 10864)
06 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de digitale uitrusting van geneeskundige
centra" (nr. 10864)
06.01 Trees Pieters (CD&V): Presque tous les
hôpitaux enregistrent leurs radios sur CD-ROM.
Les centres médicaux du SPF Santé publique
accusent du retard par rapport à ce progrès de la
technologie. Lorsqu'un patient se présente chez un
médecin contrôle, celui-ci ne peut même pas
visualiser les radios sur CD-ROM en raison de la
vétusté des équipements de ces centres. Est-on
déjà en mesure, dans certains centres du SPF
Santé publique, de lire des CD-ROM ? Les centres
où l'on est toujours amené à utiliser du matériel
dépassé seront-ils bientôt dotés d'équipements
adaptés ?
06.01 Trees Pieters (CD&V): Vrijwal alle
ziekenhuizen zetten hun röntgenopnames op een
cd-rom. De geneeskundige centra van de FOD
Volksgezondheid hinken achterop inzake deze
technologische evolutie. Wanneer een patiënt zich
bij een controlearts aanmeldt, kan deze de
röntgenopnames op cd-rom niet eens bekijken,
omdat het instrumentarium van die centra
verouderd is. Zijn er al centra van de FOD
Volksgezondheid die toch al cd-rom's kunnen
lezen? Zullen de centra die nog met verouderd
materiaal moeten werken, dra ook aangepaste
apparatuur krijgen?
06.02 Rudy Demotte, minister (en néerlandais) :
Les CD-ROM qui ont été développés par les
systèmes d'exploitation des radiographies
numériques fonctionnent généralement de manière
autonome. Ces CD-ROM ne comportent donc pas
seulement les images spécifiques relatives à
l'examen, mais aussi les applications requises pour
visualiser et comparer les fichiers graphiques.

Il n'existe pas de données disponibles concernant
la diffusion de lecteurs de CD-ROM dans les
centres médicaux. Cependant, l'appareil en
question fait partie de l'équipement standard des
centres depuis plusieurs années déjà. Son prix
d'achat est d'ailleurs peu élevé.
06.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
cd-rom's die ontworpen werden door de
beheerssystemen voor geïnformatiseerde
röntgenfoto's, opereren over het algemeen
zelfstandig. Dergelijke cd-rom's beschikken dus niet
alleen over de specifieke beelden van het
onderzoek, maar ook over de nodige toepassingen
tot visualisering en vergelijking van de grafische
bestanden.

Er zijn geen cijfers ter beschikking inzake de
verspreiding van cd-romlezers in de geneeskundige
centra. Het bewuste toestel behoort echter al
meerdere jaren tot de standaarduitrusting van de
centra. De aanschafprijs van zo een toestel is
trouwens niet hoog.
06.03 Trees Pieters (CD&V) : Le ministre affirme
que les lecteurs de cd-rom font partie depuis des
années déjà de l'équipement standard des centres
médicaux mais aucun chiffre n'est disponible à ce
sujet. Cela signifie-t-il que tous les centres
disposent d'un lecteur mais qu'ils ne s'en servent
pas toujours ?
06.03 Trees Pieters (CD&V): De minister zegt dat
de cd-romlezers al jaren tot de standaarduitrusting
van de geneeskundige centra behoren, maar toch
zijn er geen cijfers beschikbaar. Betekent dit dat
alle centra wel over een lezer beschikken, maar
deze niet altijd aanwenden?
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
13
06.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Je demanderai à l'administration de fournir une
réponse à ce sujet à la commission.
06.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik zal
de administratie een antwoord op deze vraag aan
de commissie laten bezorgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la politique relative au tabagisme dans les
maisons de jeunes et les salles de fêtes"
(n° 10959)
07 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het rookbeleid in jeugdhuizen en fuifzalen"
(nr. 10959)
07.01 Jef Van den Bergh (CD&V) : Depuis le
début de cette année, une interdiction de fumer est
en vigueur dans les bâtiments publics. Cette
mesure concerne également les maisons de jeunes
et les salles de fête communales. La législation est
toutefois vague, ce qui entraîne de vives
discussions. Lorsque de telles salles de fête sont
considérées comme des infrastructures publiques,
des investissements importants sont nécessaires
pour adapter les locaux à la nouvelle législation.
Les communes ne sont toutefois pas disposées à
payer les coûts parce qu'elles s'attendent à une
interdiction générale de fumer dans un avenir
proche.

Quelle est la position du ministre ? Dégagera-t-il, le
cas échéant, des moyens financiers si les salles de
fête et les maisons de jeunes communales devaient
effectivement relever du champ d'application des
infrastructures publiques, de sorte que des
aménagements coûteux seraient nécessaires? Des
concertations ont-elles été menées avec le secteur
de la jeunesse ?
07.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Sinds begin dit
jaar geldt er een rookverbod in openbare
gebouwen. Hieronder vallen eveneens de
gemeentelijke jeugdhuizen en fuifzalen. De
wetgeving is echter vaag en dat leidt tot verhitte
discussies. Wanneer dergelijke fuifzalen als
publieke infrastructuur worden beschouwd, zijn er
aanzienlijke investeringen nodig om de lokalen aan
de nieuwe wetgeving aan te passen. De
gemeenten zijn echter niet geneigd deze kosten te
betalen omdat zij een algemeen rookverbod
verwachten in de nabije toekomst.



Wat is het standpunt van de minister? Zal hij
desnoods met financiële middelen over de brug
komen als gemeentelijke fuifzalen en jeugdhuizen
wel degelijk onder de openbare infrastructuur
zouden vallen en er dus dure aanpassingen nodig
zijn? Werd er overleg gepleegd met de
jeugdsector?
07.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
L'arrêté royal du 13 décembre 2005 portant
interdiction de fumer dans les lieux publics décrit un
lieu public comme un « lieu dont l'accès n'est pas
limité à la sphère familiale ». Les maisons de
jeunes et les salles de fêtes sont donc soumises à
l'interdiction de fumer.

Un établissement Horeca est considéré comme un
lieu où l'activité principale et permanente consiste à
préparer des repas ou des boissons et/ou à les
servir pour consommation sur place. Parmi les
établissements Horeca, il convient encore de
distinguer la catégorie des débits de boissons. Leur
activité principale et permanente consiste en la
vente de boissons alcoolisées non accompagnée
de la consommation d'un repas préparé. Les cafés,
les discothèques et les casinos tombent sous ce
régime. Les maisons de jeunes et les salles
polyvalentes sont à considérer comme des lieux
publics et non comme des restaurants, des
07.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
KB van 13 december 2005 dat roken verbiedt in
openbare plaatsen, omschrijft een openbare plaats
als "elke plaats waarvan de toegang niet beperkt is
tot de gezinssfeer". Jeugdhuizen en fuifzalen vallen
dus onder het rookverbod.


Een horeca-inrichting wordt beschouwd als een
plaats waar de belangrijkste en permanente
activiteit erin bestaat maaltijden of dranken voor te
bereiden en/of voor consumptie ter plaatse aan te
bieden. Binnen de horeca-inrichtingen moeten we
ook nog de categorie van de drankgelegenheden
onderscheiden. Hun belangrijkste en permanente
activiteit is alcoholhoudende dranken verkopen
zonder dat die verkoop moet samengaan met de
consumptie van een bereide maaltijd. Cafés,
discotheken en casino's vallen onder deze regeling.
Jeugdhuizen en polyvalente zalen moeten worden
beschouwd als openbare plaatsen, niet als
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
14
discothèques ou des cafés. Le critère de la vente
permanente d'alcool est nécessaire pour l'obtention
d'une dérogation à l'interdiction de fumer.

Les maisons de jeunes et les salles de fêtes sont
soumises à une interdiction totale de fumer, si bien
qu'aucun investissement spécifique n'est
nécessaire. Il suffit d'apposer un nombre suffisant
de pictogrammes signalant l'interdiction de fumer à
l'entrée et à l'intérieur.
restaurants, discotheken of cafés. Het criterium van
permanente verkoop van alcohol is nodig om een
afwijking op het rookverbod te verkrijgen.

In jeugdhuizen en fuifzalen geldt een volledig
rookverbod, zodat er geen bijzondere investering
nodig is. Men moet enkel voldoende
rookverbodtekens aanbrengen aan de ingang en
binnenin.
Là où il est autorisé de fumer, il convient d'investir,
essentiellement dans des systèmes de ventilation
et dans des espaces fumeurs. Il n'y a pas eu de
concertation avec les représentants de lieux
publics, car le nombre d'établissements concernés
est très important. Le Fonds fédéral de lutte contre
le tabagisme prévoit pour 2006 une communication
spécifique à l'intention des salons de coiffure et des
stations essence.
Waar roken is toegestaan, moet men investeren,
hoofdzakelijk in ventilatiesystemen en rookruimtes.
Er werd niet overlegd met de vertegenwoordigers
van openbare plaatsen, want dit gaat om een
ontelbaar aantal inrichtingen. Binnen het Federaal
Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik is voor
2006 in specifieke communicatie voorzien voor
onder meer kapsalons en benzinestations.
07.03 Jef Van den Bergh (CD&V) : La réponse
est très claire mais elle se heurtera à la réalité.
07.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Het antwoord
is erg duidelijk, maar het zal botsen met de realiteit.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Interpellation de Mme Zoé Genot au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le non-respect généralisé de la réglementation
sur les heures de travail des médecins
candidats-spécialistes et plus particulièrement
des prescrits de l'arrêté ministériel du 30 avril
1999 et les dangers qu'il leur fait encourir ainsi
qu'à leurs patients" (n° 830)
08 Interpellatie van mevrouw Zoé Genot tot de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de veralgemeende niet-naleving door de
artsen kandidaat-specialisten van de
arbeidsduurreglementering, inzonderheid van
het bepaalde in het ministerieel besluit van 30
april 1999, alsmede over de gevaren waaraan zij
zich en hun patiënten daardoor blootstellen"
(nr. 830)
08.01 Zoé Genot (ECOLO) : Vous avez annoncé,
en novembre 1995 et en janvier 2006, suite à des
questions de M
me
Defraigne au Sénat, puis de M
me
Gerkens et de moi-même, avoir chargé votre
administration d'évaluer l'application de l'arrêté
ministériel du 30 avril 1999 fixant les critères
d'agréation des médecins généralistes, des maîtres
et des services de stage, et d'entreprendre des
démarches en vue de son respect.



L'absence de plaintes de médecins candidats
spécialistes ne permet pas de déduire que la
réglementation est respectée, vu la situation de
dépendance des intéressés.


Selon l'association des médecins intra hospitaliers
(ULB) et le groupement des assistants du réseau
Saint-Luc
(UCL), les médecins candidats
08.01 Zoé Genot (ECOLO): Naar aanleiding van
vragen gesteld door mevrouw Defraigne in de
Senaat en vervolgens door mevrouw Gerkens en
mezelf, kondigde u in november 1995 en januari
2006 aan dat u uw administratie had gelast de
toepassing van het ministerieel besluit van 30 april
1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor
de erkenning van geneesheren-specialisten,
stagemeesters en stagediensten te beoordelen en
maatregelen te nemen om de bepalingen ervan te
doen naleven.

Men mag niet zomaar besluiten dat de
reglementering wordt nageleefd omdat er geen
klachten van kandidaat-specialisten binnenkomen.
De betrokkenen zijn immers afhankelijk van het
ziekenhuis of hun stagemeester.

Volgens de vereniging van ziekenhuisartsen (ULB)
en de groepering van assistenten van het
ziekenhuisnetwerk Saint-Luc (UCL) kunnen
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
15
spécialistes sont amenés à enfreindre la loi pour
assurer la continuité des soins, suite à un manque
de médecins de première ligne, dans toute la
Communauté française. Confirmez-vous ces
informations ?


Pouvez-vous communiquer un état de lieux précis
du respect de l'arrêté ministériel du 30 avril 1999 ou
nous transmettre ces informations à brève
échéance ?

En infraction avec l'arrêté ministériel, le Conseil
supérieur des médecins spécialistes et des
médecins généralistes ne recevait pas, à l'époque
de notre dernière question, copie des règlements
régissant les rapports entre l'hôpital et les
candidats qui doivent obligatoirement être établis
sous la responsabilité des maîtres de stage. L'ont-
ils été entre-temps ?
kandidaat-specialisten vaak niet anders dan de wet
overtreden als ze de continuïteit van de
zorgverlening willen waarborgen. De Franse
Gemeenschap kampt immers met een nijpend
tekort aan eerstelijnsartsen. Kan u die informatie
bevestigen?

Kan u ons in detail meedelen in hoeverre het
ministerieel besluit van 30 april 1999 wordt
nageleefd of ons die informatie spoedig bezorgen?


In tegenstelling tot de bepalingen van het
ministerieel besluit ontving de Hoge Raad van
geneesheren-specialisten en huisartsen ten tijde
van onze eerste vraag geen kopie van de
regelingen betreffende de rechtsverhoudingen
tussen het ziekenhuis en de kandidaten die onder
de verantwoordelijkheid van de stagemeesters
moeten worden uitgewerkt. Werden die regelingen
ondertussen al aan de Hoge Raad voorgelegd?
Les règlements ont-ils été approuvés par le Conseil
supérieur ? Sont-ils conformes à l'arrêté ?


Si non, quelles sanctions ont-elles été prévues ?

Pour être correctement appliqué, l'arrêté ministériel
ne peut être ambigu.


Les douze heures de repos auxquelles le candidat
a droit après une garde sur place doivent-elles être
prises en compte pour le calcul des 48 heures
maximales ?

Les quatre heures de travail scientifique par
semaine auxquelles le candidat a droit doivent-elles
être prises en compte pour le calcul des 48 heures
maximales ?

Lorsqu'une garde de nuit est effectuée à la veille
d'un congé, celui-ci annule-t-il le droit aux douze
heures de repos ?

Confirmez-vous que le candidat ne peut effectuer
plus d'une période de garde, de 24 heures
maximum, sur trois week-ends ?

Suite à l'arrêt Jaeger de la Cour de justice des
Communautés européennes, confirmez-vous que
les gardes doivent être prises en compte pour le
calcul de la durée de travail hebdomadaire ? Etes-
vous prêt à insérer cette précision dans l'arrêté ?
Werden de reglementen door de Hoge Raad
goedgekeurd? Voldoen ze aan de voorwaarden
opgenomen in het ministerieel besluit?

Zo neen, in welke sancties werd er voorzien?

Het ministerieel besluit kan enkel correct worden
toegepast, als het geen ruimte voor interpretatie
openlaat.

Tellen de twaalf uren rust waarop de kandidaat
recht heeft na een staande wacht, mee voor de
berekening van het maximum aantal werkuren, nl.
48?

Tellen de vier uren wetenschappelijk werk per week
waarop de kandidaat recht heeft, mee voor de
berekening van het maximum aantal werkuren, nl.
48?

Valt het recht op de 12 uren rust weg, indien een
nachtwacht op de vooravond van een verlof wordt
gepresteerd?

Kan u bevestigen dat de kandidaat slechts een
wachtdienst - van maximum 24 uren - per drie
weekends mag vervullen?

Kan u in het licht van het arrest Jaeger van het Hof
van Justitie van de Europese Gemeenschappen
bevestigen dat de wachtdiensten moeten meetellen
voor de berekening van de wekelijkse arbeidstijd?
Is u bereid die bepaling in het besluit op te nemen?
Certains hôpitaux proposent un nouveau système :
travail toute la matinée, après-midi de repos, puis
Sommige ziekenhuizen stellen een nieuwe regeling
voor: een volledige ochtend werken, gevolgd door
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
16
travail de 18 heures à 8 heures le lendemain et
présence le samedi matin. Ce type d'horaire est-il
conforme? Il me semble que l'après-midi non
travaillée doit être considérée comme une
interruption et non comme un repos. Confirmez-
vous cette lecture ?


Combien de gardes un PG peut-il prester par mois
? Il est d'usage que le jeune qui prend ses
vacances se voie obligé de multiplier les gardes
avant et après son congé. Est-ce conforme?


Êtes-vous disposé à adresser aux hôpitaux, aux
maîtres de stage et aux étudiants une circulaire
ministérielle rappelant les prescrits de l'arrêté et
précisant tous ces éléments ?


La situation de non-respect de la réglementation
met chaque jour des vies en danger.

J'espère que vous allez pouvoir me rassurer sur
l'ensemble de ces points. Si ce n'est pas le cas, je
déposerai une motion de recommandation
demandant le respect de cette réglementation ainsi
qu'une circulaire pour clarifier les choses. Cela me
paraît être le minimum.
een namiddag rust, vervolgens werken van 18 uur
tot 8 uur 's ochtends en aanwezigheid op
zaterdagochtend. Voldoet zo een werkregeling aan
de voorwaarden? Volgens mij moet de namiddag
waarop niet wordt gewerkt als een onderbreking
worden beschouwd en niet als een halve dag rust.
Bent u het eens met die interpretatie?

Hoeveel wachtdiensten mag een kandidaat-
specialist maandelijks vervullen? Het is de
gewoonte dat jonge artsen voor en na hun vakantie
meer wachtdiensten toegewezen krijgen. Is dat
wettelijk?

Bent u bereid aan de ziekenhuizen, de
stagemeesters en de studenten een ministeriële
circulaire te richten waarin u de voorschriften van
het besluit in herinnering brengt en al die punten
verduidelijkt?

Het niet naleven van de regelgeving brengt elke
dag levens in gevaar.

Ik hoop dat u me op al die punten zal kunnen
geruststellen. Zoniet zal ik een motie van
aanbeveling indienen waarin ik vraag dat de
regelgeving zou worden nageleefd en dat een
circulaire zou worden uitgevaardigd om een en
ander te verduidelijken. Dat lijkt me een minimum.
08.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Je
confirme que l'application correcte de l'arrêté
ministériel du 30 avril 1999 est très importante.

Quant au premier point : vous mentionnez que les
candidats spécialistes sont amenés à violer la loi
dans certaines situations afin d'assurer la continuité
des soins. Si un manque de médecins de garde
dans les hôpitaux est à la base de ce genre de
situations, les hôpitaux portent alors une
responsabilité. Je ne peux confirmer que le nombre
de médecins disponibles serait insuffisant.


Sur le deuxième point, je ne dispose toujours pas
d'un aperçu.

Sur le troisième point : les mandats des membres
du Conseil supérieur des médecins spécialistes et
des médecins généralistes sont actuellement échus
et la procédure de nomination du nouveau Conseil
pourrait être clôturée dans quelques semaines.

Sur le quatrième point, dans le nouveau Conseil,
tant des candidats spécialistes que des candidats
médecins seront représentés.

08.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Ik bevestig
dat een correcte toepassing van het ministerieel
besluit van 30 april 1999 zeer belangrijk is.

Wat het eerste punt betreft: u zegt dat de
kandidaat-specialisten genoodzaakt zijn de wet in
sommige situaties te overtreden teneinde de
continuïteit van de verzorging te garanderen. Als
dat soort situaties ontstaat doordat er in de
ziekenhuizen onvoldoende artsen met wachtdienst
zijn, dan dragen de ziekenhuizen daarin ook een
verantwoordelijkheid. Ik kan enkel bevestigen dat
het aantal beschikbare artsen ontoereikend zou
zijn.

In verband met het tweede punt beschik ik nog
altijd niet over een overzicht.

Wat het derde punt betreft: de mandaten van de
Hoge Raad van geneesheren-specialisten en
huisartsen zijn thans verstreken en de procedure
voor de benoeming van de nieuwe Raad zou over
enkele weken kunnen worden afgerond.

Met betrekking tot het vierde punt kan ik stellen dat
zowel kandidaat-specialisten als kandidaat-
huisartsen in de nieuwe Raad zullen zijn
vertegenwoordigd.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
17
Sur le cinquième point, dès que le nouveau Conseil
supérieur sera installé, je demanderai au président
de mettre sur pied un groupe de travail chargé
d'examiner comment éviter les problèmes relatifs à
l'application de l'arrêté ministériel du 30 avril 1999.

Sixième point, le Conseil ne s'est plus réuni depuis
plusieurs mois. Je tenterai d'obtenir un rapport sur
cette question.

Septième point, pour ce qui concerne l'article 5 de
l'arrêté ministériel du 30 avril 1999, je souhaite
attendre les conclusions du groupe de travail avant
de me prononcer.

Inzake het vijfde punt deel ik u mee dat zodra de
nieuwe Hoge Raad zal zijn geïnstalleerd, ik de
voorzitter zal vragen een werkgroep in te stellen die
zal onderzoeken hoe de problemen met betrekking
tot de toepassing van het ministerieel besluit van 30
april 1999 kunnen worden voorkomen.
Ten zesde: de Raad is al maandenlang niet meer
bijeengekomen. Ik zal trachten daarover een
verslag te verkrijgen.

Wat het zevende punt betreft: in verband met artikel
5 van het ministerieel besluit van 30 april 1999
verkies ik te wachten op de conclusies van de
werkgroep alvorens mij daarover uit te spreken.
08.03 Zoé Genot (ECOLO) : Que les candidats
soient associés au nouveau Conseil, c'est la seule
bonne nouvelle.

Vous annoncez qu'un groupe de travail sera chargé
d'éclaircir une situation qui pose un problème
depuis plusieurs années. J'espère qu'il pourra se
mettre rapidement à la tâche.
08.03 Zoé Genot (ECOLO): Het enige positieve
nieuws is dat de kandidaten bij de nieuwe Raad
worden betrokken.

U kondigt aan dat een werkgroep een toestand zal
moeten doorlichten die reeds verscheidene jaren
voor problemen zorgt. Ik hoop dat die groep snel
aan de slag kan gaan.
08.04 Rudy Demotte, ministre (en français) : Il
s'agit d'un problème insoluble sans monitoring
précis. C'est pourquoi je propose une méthodologie
pour répondre à ce problème dont j'ai hérité. Il faut
en tout cas que les deux catégories soient
représentées au sein du nouveau Conseil.
08.04 Minister Rudy Demotte (Frans): Het
probleem kan enkel verholpen worden, nadat het
nauwkeurig in kaart is gebracht. Daarom stel ik een
werkwijze voor waarmee we het probleem, dat ik
heb overgeërfd, kunnen ondervangen. Hoe dan ook
moeten de twee categorieën in de nieuwe Raad
vertegenwoordigd zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Ordre des travaux
09 Regeling van de werkzaamheden
Le président : Les questions n° 11021 de Mme
Lejeune sur les vices rédhibitoires dans les ventes
ou échanges d'équidés et n° 11039 de M. Chastel
sur l'agrément pour la vérification des appareils de
dépistage du cancer du sein sont supprimées.
De voorzitter: De vragen nrs. 11021 van mevrouw
Lejeune inzake de verkoopvernietigende gebreken
bij de verkoop of ruiling van paardachtigen en nr.
11039 van de heer Chastel inzake de erkenning
voor het controleren van de apparatuur voor het
opsporen van borstkanker zijn afgelast.
10 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
« les centres cardiaques » (n° 11054)
10 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de hartcentra" (nr. 11054)
10.01 Hilde Dierickx (VLD): Le nombre
d'opérations cardiaques est en baisse. Grâce à la
décision qui a été prise récemment de rembourser
le Drug Eluting Stent (DES), le nombre de pontages
coronariens pourra également diminuer. Il existe
par ailleurs également de nouveaux traitements
endovasculaires pour les valvulopathies.

Est-il exact que le ministre a l'intention de fermer un
10.01 Hilde Dierickx (VLD): Het aantal
hartoperaties daalt. Dankzij de recente
terugbetaling van de Drug Eluting Stent (DES) zal
ook het aantal coronaire overbruggingen dalen en
voor kleppathologie zijn er nieuwe endovasculaire
behandelingen.


CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
18
certain nombre de centres B3 étant donné que la
réduction du volume de leurs activités ne leur
permet plus de répondre aux critères ? Ces centres
perdront-ils leur agrément ? Tous les agréments B3
ainsi libérés seront-ils attribués à de nouveaux
centres ? Ne serait-il pas plus utile et moins
onéreux de requalifier un certain nombre de centres
B1 en centres B2 ? Il n'existe en effet plus de
différence fondamentale entre un cathlab d'un
centre B1 et celui d'un centre B2. Les opérations
urgentes après le placement d'un stent coronarien
sont en effet devenues rares.
Klopt het dat de minister een aantal B3-centra wil
sluiten, omdat ze te weinig activiteiten hebben en
dus niet meer voldoen aan de criteria? Zullen ze
hun erkenning verliezen? Zullen alle vrijgekomen
B3-erkenningen toegekend worden aan nieuwe
centra? Is het niet nuttiger en goedkoper om een
aantal B1-centra op te waarderen tot B2-centrum?
Er zijn namelijk geen fundamentele verschillen
meer tussen een cathlab van een B1­centrum en
een van een B2-centrum, want dringende operaties
na coronair stenten komen nog zelden voor.
10.02 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Dans le but de garantir la meilleure sécurité
possible aux patients, des seuils d'activité doivent
être fixés en fonction de données issues de la
littérature scientifique, et ce pour la chirurgie
cardiaque et pour les interventions percutanées.
Certains centres risquent en effet de perdre leur
agrément en raison de leur baisse d'activité, mais
la densité des centres est plus élevée en Belgique
que dans d'autres pays : vingt-neuf contre six en
Suède, par exemple.


Je suis opposé à l'existence de centres de
dilatation en dehors de centres de chirurgie
cardiaque en raison des risques de complications.
10.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Om de
patiënten zo goed mogelijk te beschermen moeten
we minimale activiteitsdrempels opleggen in functie
van de gegevens uit de wetenschappelijke
literatuur, en dit zowel voor de hartchirurgie als voor
de percutane interventies. Sommige centra zouden
door hun dalende activiteiten inderdaad hun
erkenning kunnen verliezen, maar de concentratie
van de centra ligt in België hoger dan in andere
landen. Zo beschikken we bijvoorbeeld over 29
centra tegenover zes in Zweden.

Wegens het gevaar op complicaties ben ik gekant
tegen aparte diensten voor hartcatheterisatie buiten
de centra voor hartchirurgie.
10.03 Hilde Dierickx (VLD) : Le ministre n'est donc
pas favorable à la proposition visant à revaloriser
les centres B1 en centres B2 ?
10.03 Hilde Dierickx (VLD): Dus de minister gaat
niet in op het voorstel om B1-centra op te
waarderen tot B2-centra?
10.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
À mon avis, ce n'est pas une bonne idée. Selon la
littérature internationale, il est dangereux de scinder
les traitements B2 et B3. Les interventions
pratiquées par des centres B2 peuvent nécessiter
une intervention cardiaque urgente, et partant, un
agrément de centre B3. L'absence de liaison entre
B2 et B3 dans un centre peut déboucher sur des
situations dangereuses.
10.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik
vind dat een slecht idee. De internationale literatuur
bewijst dat het scheiden van de behandelingen B2
en B3 een gevaar kan opleveren. Interventies door
B2-centra kunnen leiden tot een spoedige cardiale
interventie, waarvoor een vergunning als B3-
centrum nodig is. Er bestaat dus een gevaar als er
ter plaatse geen verbinding is tussen B2 en B3.
10.05 Hilde Dierickx (VLD) : Tout le monde n'en
est pas persuadé. Il est encore très rare de devoir
intervenir.
10.05 Hilde Dierickx (VLD): Niet iedereen is
daarvan overtuigd. Het komt nog maar heel zelden
voor dat men moet ingrijpen.
10.06 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Des risques subsistent. Le problème se pose en
effet rarement, mais il n'est pas exclu.
10.06 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er
blijven risico's bestaan. Het gebeurt inderdaad
zelden, maar het gebeurt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Bart Laeremans au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le service de médecins généralistes bruxellois
11 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de Brusselse huisartsendienst Médinuit"
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
19
Médinuit" (n° 11073)
(nr. 11073)
11.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Il ressort
d'une réponse du ministre flamand, M. Anciaux, à
des questions posées au Parlement flamand à
propos des postes de garde de médecine générale
à Bruxelles, que de nombreux problèmes se posent
toujours non seulement dans la capitale, mais aussi
dans tout le pays.

L'arrêté royal du 13 janvier 2006 énumère les
conditions requises pour l'intervention dans le
financement des postes de garde, comme le fait de
« disposer d'un accueil multilingue ». Cependant, il
n'est pas clairement établi à quels postes de garde
ces conditions s'appliquent. Des critiques fusent du
côté flamand, selon lesquelles ces conditions
auraient été taillées sur mesure pour les postes de
garde bruxellois.

Selon M. Anciaux, aucune amélioration n'a été
notée en ce qui concerne le bilinguisme du poste
de garde Médinuit à Molenbeek. Aussi a-t-il invité
les médecins généralistes flamands à mettre un
terme à leur collaboration avec ce poste.


L'arrêté royal s'applique-t-il aussi aux postes de
garde situés à l'extérieur de Bruxelles ? Qu'entend-
on par « accueil multilingue » ? Cela signifie-t-il qu'il
suffit de connaître plus qu'une seule langue ou
vise-t-on spécifiquement la connaissance du
néerlandais et du français ?
11.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Uit een
antwoord van Vlaams minister Anciaux in het
Vlaams Parlement op vragen over de
huisartsenwachtdiensten in Brussel, blijkt dat er
nog heel wat problemen zijn, niet enkel in Brussel,
maar in het hele land.


In het KB van 13 januari 2006 staan de
voorwaarden voor een gesubsidieerde wachtdienst,
zoals het meertalig onthaal. Het is echter niet
duidelijk voor welke wachtposten deze
voorwaarden gelden. Er is Vlaamse kritiek dat de
voorwaarden op maat van de Brusselse
wachtposten zijn gesneden.




Volgens minister Anciaux is er geen verbetering
wat betreft de tweetaligheid van de wachtdienst
Médinuit in Molenbeek. Hij heeft de
Nederlandstalige huisartsen daarom opgeroepen
om hun medewerking aan deze wachtpost af te
bouwen.

Is het KB ook van toepassing op wachtposten
buiten Brussel? Wat wordt bedoeld met meertalig
onthaal? Veronderstelt dit enkel de kennis van
meer dan één taal of bedoelt men specifiek kennis
van het Nederlands en het Frans?
Pourquoi seul l'accueil doit-il être bilingue et non le
traitement en tant que tel? Il me semble logique
qu'un patient puisse être soigné dans sa propre
langue, dans les services d'urgence mais aussi
dans les services de garde de médecins
généralistes subventionnés. Quels efforts ont été
faits pour assurer le bilinguisme de Médinuit ?
Pourquoi ce service ne dispose-t-il toujours pas de
personnel soignant qui maîtrise la langue
néerlandaise ?

Des initiatives similaires ont-elles entre-temps été
prises à Bruxelles
? Sont-elles également
subventionnées ? Comment le ministre réagit-il à la
réponse fournie par le ministre Anciaux ?
Waarom moet enkel het onthaal meertalig zijn en
niet de verzorging? Niet enkel in de spoeddiensten,
maar ook in de huisartsenwachtposten die
gesubsidieerd zijn, lijkt het me logisch dat men
verzorgd kan worden in de eigen taal. Wat voor
inspanningen werden intussen geleverd om
Médinuit meertalig te maken? Hoe komt het dat de
dienst in de praktijk nog altijd geen
Nederlandstalige verzorging kan verzekeren?


Zijn er in Brussel intussen nog gelijkaardige
initiatieven? Worden die ook gesubsidieerd? Hoe
reageert de minister op het antwoord van minister
Anciaux?
11.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
L'arrêté royal ne s'applique pas qu'à Bruxelles mais
à l'ensemble des agglomérations comptant plus de
150
000 habitants. Il consacre une attention
particulière aux postes de garde situés dans les
zones d'intervention relevant de la politique des
grandes villes. Un accueil bilingue constitue une
valeur ajoutée. Je souligne qu'il s'agit en l'espèce
11.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
KB is niet alleen van toepassing op Brussel, maar
op alle agglomeraties met meer dan 150 000
inwoners. Het besteedt bijzondere aandacht
besteed aan de wachtposten gelegen in de
interventiezones van het grootstedenbeleid. Een
tweetalig onthaal vormt een meerwaarde. In
benadruk dat het hier gaat om een
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
20
d'un critère d'évaluation pour les projets en cours et
non d'une condition obligatoire et rigide.

Médinuit est le fruit d'une collaboration entre
différents cercles de médecins francophones et
néerlandophones. Aucun élément n'indique que le
service ne serait pas assuré dans les deux
langues. Il convient d'établir une distinction entre un
poste de garde et un hôpital. Un poste de garde
constitue une initiative privée qui ne relève pas de
la réglementation en matière d'emploi des langues.
En outre, le patient est libre de choisir lui-même le
poste de garde spécifique auquel il souhaite
s'adresser ou non.

Un appel a été lancé en vue de la création de
nouveaux postes de garde à Bruxelles. Je ne
dispose pas d'informations sur les projets qui
peuvent être financés dans ce cadre.

Je ne connais pas la réponse exacte fournie par le
ministre flamand, M. Anciaux. Sa proposition de
mettre un terme à la collaboration des médecins
néerlandophones au sein de Médinuit me paraît
toutefois paradoxale puisque que le service n'y
serait de ce fait plus assuré en néerlandais.
evaluatiecriterium voor de lopende projecten en niet
om een verplichte en rigide voorwaarde.


Médinuit is een samenwerking van verschillende
artsenkringen, Franstalige en Nederlandstalige.
Niets wijst erop dat de zorgverlening niet in beide
talen gebeurt. Men moet oog hebben voor het
verschil tussen een wachtpost en een ziekenhuis.
Een wachtpost is een privé-initiatief, dat niet onder
de taalregeling valt. Bovendien kan de patiënt zelf
kiezen of hij zich al dan niet tot een bepaalde
wachtpost wil wenden.



Er werd een oproep gelanceerd voor de oprichting
van nieuwe wachtposten in Brussel. Ik beschik niet
over informatie over projecten die in dit kader
kunnen worden gefinancierd.

Ik ken het exacte antwoord van Vlaams minister
Anciaux niet. Zijn voorstel om de Nederlandstalige
artsen weg te halen bij Médinuit, lijkt mij wel
paradoxaal, aangezien er dan geen
Nederlandstalige hulpverlening meer zal zijn bij
Médinuit.
11.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Les
affirmations de M. Demotte aussi sont paradoxales.
Si l'arrêté royal est applicable à toutes les grandes
villes, y compris donc sur le territoire unilingue de la
Flandre et de la Wallonie, comment le ministre
peut-il imposer un accueil plurilingue
? Le
bilinguisme ne peut être imposé qu'à Bruxelles,
mais le ministre affirme pour sa part qu'il faut se
montrer flexible à Bruxelles. À mon estime, l'arrêté
royal doit être adapté.

La proposition de M. Anciaux visant à créer des
postes de garde propres constituera finalement la
seule solution. Médinuit est une organisation privée
et le bilinguisme ne peut donc lui être imposé, ce
qui serait possible si le oiste de garde était
subsidié.
11.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang):
Paradoxaal is ook wat minister Demotte zegt. Als
het KB van toepassing is op alle grote steden, dus
ook die in het eentalige Vlaanderen en Wallonië,
hoe kan de minister dan een meertalig onthaal
opleggen? Alleen in Brussel kan tweetaligheid
worden opgelegd. Maar in Brussel, zo zegt de
minister dan weer, moet men flexibel zijn. Het KB
moet mijns inziens worden aangepast.


Het voorstel van minister Anciaux om eigen
wachtposten op te richten zal op den duur de enige
oplossing zijn. Médinuit is een privé-organisatie en
dus kan er geen tweetaligheid worden
afgedwongen. Dat zou wel kunnen als de
wachtpost gesubsidieerd werd.
11.04 Rudy Demotte, minister (en néerlandais):
En ce qui concerne l'aspect linguistique de
l'accueil, il est clair qu'il faut tenir compte des
besoins des utilisateurs potentiels des services de
garde. Ces besoins varient selon les lieux.
11.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
taalkundige aspect van het onthaal moet rekening
houden met de noden van de potentiële gebruikers
van de wachtposten. Die noden verschillen volgens
de locatie.
Le président : Monsieur Laeremans, votre temps
de parole est épuisé.
De voorzitter: Mijnheer Laeremans, uw spreektijd
is voorbij.
11.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Le
Parlement doit avoir le dernier mot. Le président ne
11.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het
Parlement moet het laatste woord krijgen. De
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
21
fait pas preuve de neutralité.
voorzitter stelt zich niet neutraal op.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les risques médicaux de la Rilatine" (n° 11153)
12 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de medische risico's van Rilatine"
(nr. 11153)
12.01 Colette Burgeon (PS) : Au Canada, une
nouvelle mise en garde sera affichée sur les
médicaments indiqués dans le cadre d'un déficit de
l'attention, suite au décès récent de vingt-cinq
Américains. Le nouvel avertissement visera
particulièrement les patients qui s'adonnent à une
activité physique moyenne ou intense, à ceux qui
utilisent d'autres stimulants ou ceux qui sont
exposés à des maladies cardiovasculaires. Ces
dangers concernent-ils également le Concerta ? Ne
conviendrait-il pas qu'un tel avertissement soit
inscrit sur les notices de ces médicaments en
Belgique ?
12.01 Colette Burgeon (PS): Nadat 25
Amerikaanse patiënten kwamen te overlijden, wordt
in Canada een nieuwe waarschuwing aangebracht
op geneesmiddelen die aangewezen zijn in geval
van een aandachtstekortstoornis met
hyperactiviteit. Die nieuwe waarschuwing is vooral
bestemd voor patiënten die een gemiddelde of
intense lichamelijke activiteit verrichten, voor wie
nog andere stimulerende middelen slikt en voor
mensen met cardiovasculaire aandoeningen. Houdt
het product Concerta dezelfde risico's in? Moeten
de bijsluiters van die geneesmiddelen in België
geen gelijksoortige waarschuwing bevatten?
12.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Les
recommandations évoquées ont été émises le 9
février dernier aux États-Unis par la Food and Drug
Administration (FDA) par rapport à des risques
cardio-vasculaires. Le travail des experts
américains concerne plusieurs substances
stimulantes dont les amphétamines et le
méthylphénidate incriminées respectivement dans
dix-sept et huit décès. En Belgique, il n'y a pas de
spécialité pharmaceutique à base d'amphétamines
impliquée dans le traitement du syndrome
d'hyperactivité et de manque d'attention (ADHD).
12.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De
vermelde aanbevelingen werden op 9 februari
jongstleden door de Food and Drug Administration
(FDA) uitgebracht en hebben betrekking op
cardiovasculaire risico's. De Amerikaanse
deskundigen bestuderen diverse stimulerende
middelen waaronder amfetamines en
methylfenidaat, die respectievelijk door 17 en 8
overleden patiënten werden ingenomen. In België
wordt er geen farmaceutische specialiteit op basis
van amfetamines gebruikt bij de behandeling van
ADHD.
Le méthylphénidate est en revanche autorisé et
concerne les médicaments Rilatine, Rilatine MR et
Concerta. Le Centre belge d'information
pharmacothérapeutique a diffusé sur son site
internet deux communiqués traitant des risques
cardio-vasculaires des médicaments utilisés dans
l'ADHD suite au rapport de la FDA. Les experts en
pharmacovigilance de l'Agence européenne des
médicaments ont convenu d'examiner ce dossier
au cours de cet été. Je resterai attentif aux résultats
de leurs débats.
Methylfenidaat is echter wel vergund en komt voor
in de geneesmiddelen Rilatine, Rilatine MR en
Concerta. Na de bekendmaking van het rapport van
de FDA heeft het Belgisch Centrum voor
Farmacotherapeutische Informatie twee berichten
inzake de cardiovasculaire risico's bij de
behandeling van ADHD op zijn website geplaatst.
De deskundigen op het stuk van de
geneesmiddelenbewaking van het Europees
Geneesmiddelenbureau zullen het dossier deze
zomer onderzoeken. Ik wacht de resultaten van hun
besprekingen af.
12.03 Colette Burgeon (PS) : Je resterai
attentive.
12.03 Colette Burgeon (PS): Ik zal dit dossier van
nabij blijven volgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M
me
Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le refus de vaccination contre la polio"
13 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de weigering van een poliovaccinatie"
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
22
(n° 11155)
(nr. 11155)
13.01 Le président : Je constate que M
me
Douifi
n'est pas présente pour poser sa question jointe n°
11198 sur « les vaccinations des enfants ».
13.01 De voorzitter : Ik stel vast dat mevrouw
Douifi niet aanwezig is om haar samengevoegde
vraag nr. 11198 over "de inenting van kinderen" te
stellen.
13.02 Colette Burgeon (PS) : Un couple
limbourgeois a été condamné ce 3 avril car il
refusait de faire vacciner ses deux filles contre la
poliomyélite. Les parents n'ont pu invoquer d'autre
contre-indication médicale qu'une multiplication de
crises de larmes par leur fille aînée.
Les risques liés aux vaccins ne vaudraient que pour
l'ancienne forme et celle-ci n'est plus administrée
depuis 2001. Comment se fait-il que certaines
personnes puissent encore s'opposer à cette
vaccination ? Les médecins peuvent-ils refuser une
vaccination ?
13.02 Colette Burgeon (PS): Een Limburgs
echtpaar werd op 3 april jongstleden veroordeeld
omdat het weigerde zijn twee dochters tegen
poliomyelitis te laten vaccineren. Hun weigering
was niet ingegeven door een medische contra-
indicatie, maar door de onophoudelijke huilbuien
van hun oudste dochter.

De met de vaccins gepaard gaande risico's zouden
enkel gelden voor de oude vorm en die wordt sinds
2001 niet meer toegediend. Hoe kan het dat
bepaalde mensen zich nog tegen die vaccinatie
verzetten? Kunnen artsen een vaccinatie
weigeren?
13.03 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
La vaccination contre la poliomyélite a été rendue
obligatoire en Belgique en 1967. Seul le vaccin
Sabin, un vaccin oral vivant affaibli, a été utilisé de
1966 à 2000. Le vaccin Salk, un produit injectable
amélioré, est administré depuis 2001. Seule la
vaccination contre la polio est obligatoire chez
nous.
13.03 Minister Rudy Demotte (Nederlands) : De
vaccinatie tegen poliomyelitis werd in België
verplicht in 1967. Tussen 1966 en 2000 werd
uitsluitend het levende en afgezwakte orale vaccin
Sabin gebruikt. Vanaf 2001 wordt het verbeterde en
inspuitbare vaccin Salk gebruikt. Alleen de
poliovaccinatie is verplicht in ons land.
(En français) En 2002, la région Europe de l'OMS a
été déclarée indemne de poliomyélite. La dernière
épidémie survenue aux Pays-Bas en 1992 et la
persistance du virus dans d'autres parties du
monde démontrent la nécessité de maintenir
d'excellentes couvertures vaccinales.
La perception de la population vis-à-vis de la
gravité de la maladie évolue.
(Frans) In 2002 heeft de WGO de Europese regio
poliovrij verklaard. Uit de jongste epidemie die in
1992 in Nederland uitbrak, en de aanhoudende
aanwezigheid van het virus in andere werelddelen
blijkt dat we een hoge vaccinatiegraad moeten
behouden.

De bevolking kijkt nu anders tegen de ernst van de
aandoening aan dan in het verleden.
C'est pourquoi le rapport entre risques et bénéfices
est régulièrement évalué.

Le vaccin oral contre la poliomyélite n'est plus
utilisé depuis 2001. Le Conseil supérieur d'hygiène
(CSH) recommande l'utilisation du vaccin
administré par voie injectable, qui ne présente pas
d'effet indésirable sévère et est combiné avec
d'autres vaccins.

Les études montrent que très peu d'enfants en
Belgique ne sont pas vaccinés contre la
poliomyélite.

En ce qui concerne le « suivi », le calendrier
vaccinal est adapté en fonction de l'évolution de
Om die reden wordt regelmatig een afweging
gemaakt van de risico's en de voordelen.

Het orale vaccin tegen poliomyelitis wordt sinds
2001 niet meer gebruikt. De Hoge
Gezondheidsraad (HGR) beveelt een inspuiting
aan, die beperkte bijwerkingen heeft en met andere
vaccins wordt gecombineerd.


Uit de studies blijkt dat in België heel weinig
kinderen niet tegen polio worden ingeënt.


Wat de follow-up betreft, wordt het
vaccinatieschema aangepast in het licht van de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 919
18/04/2006
23
différents paramètres. La prévention relève de la
responsabilité des Communautés, qui jouent un
rôle essentiel dans l'organisation des programmes
de vaccination. Les médecins sont régulièrement
informés des recommandations vaccinales du CSH
ainsi que du calendrier vaccinal approuvé par la
conférence interministérielle de la santé. Les
parents sont également informés par différents
organismes et par le biais de différents canaux.

Enfin, les médecins sont tenus de procéder à la
vaccination contre la poliomyélite et de remettre le
certificat de vaccination à l'administration
communale.
evolutie van verscheidene parameters. Preventie is
een gemeenschapsbevoegdheid en de
gemeenschappen hebben dan ook een sleutelrol in
de organisatie van de vaccinatieprogramma's. De
artsen worden regelmatig op de hoogte gebracht
van de aanbevelingen van de HGR inzake
vaccinatie, alsook van het door de interministeriële
conferentie volksgezondheid goedgekeurde
vaccinatieschema.

Op de artsen rust ten slotte de verplichting het
poliovaccin toe te dienen en het vaccinatieattest
aan het gemeentebestuur te bezorgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M
me
Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la surexposition aux rayons X dans les
hôpitaux" (n° 11156)
14 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de overdreven blootstelling aan X-stralen
in ziekenhuizen" (nr. 11156)
14.01 Colette Burgeon (PS) : L'Agence fédérale
de contrôle nucléaire (AFCN) incite le personnel
hospitalier à la prudence du fait que de plus en plus
d'examens médicaux et d'interventions
chirurgicales ont recours à l'imagerie par rayons X.
Ces rayons peuvent entraîner des brûlures pour les
patients et un risque accru de cataracte pour le
staff médical. L'agence a analysé la pratique de
plusieurs services de radiologie et a constaté que
d'un hôpital à l'autre, l'exposition aux rayons était
très variable pour un même type d'intervention.
L'étude relève aussi que le niveau moyen
d'exposition aux rayons X est élevé en Belgique.
Quelle conclusion tirez-vous de cette étude ?

Ne faut-il pas sensibiliser le personnel soignant sur
des exemples concrets de bonne pratique ?
14.01 Colette Burgeon (PS): Het Federaal
Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) maant
het ziekenhuispersoneel tot voorzichtigheid aan,
omdat voor medische onderzoeken en operaties
steeds vaker gebruik wordt gemaakt van
röntgenfoto's. De X-stralen kunnen bij de patiënten
brandwonden veroorzaken en het medisch
personeel loopt een verhoogd risico op cataract.
Het Agentschap bestudeerde de werkwijze in
verscheidene diensten radiologie en stelde vast dat
de mate waarin de betrokkenen aan X-stralen
worden blootgesteld, voor een zelfde ingreep sterk
kan verschillen. Uit die studie blijkt eveneens dat de
gemiddelde blootstelling aan X-stralen in ons land
hoog ligt.
Welke besluiten verbindt u aan die studie?
Moet het ziekenhuispersoneel niet worden
gesensibiliseerd voor dit probleem en zou het niet
goed zijn de aandacht te vestigen op concrete
voorbeelden van good practices?
14.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Les
applications médicales des rayonnements ionisants
contribuent largement à la santé publique.
L'imagerie médicale est la première cause
d'exposition à ces rayonnements. La radiologie
interventionnelle est en expansion car elle présente
d'importants avantages par rapport aux techniques
traditionnelles, invasives. S'il est vrai qu'elle
constitue un danger potentiel pour le patient, ce
risque doit être considéré en regard des bénéfices
de ces nouvelles techniques.

Pour le personnel soignant, le danger des
radiations est réel.
14.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De
medische toepassingen van ioniserende stralingen
dragen in belangrijke mate bij tot de
volksgezondheid. Medische beeldvorming is de
belangrijkste oorzaak van blootstelling aan
ioniserende stralingen. Er wordt meer en meer
gebruik gemaakt van interventieradiologie, omdat
ze belangrijke voordelen biedt in vergelijking met de
traditionele, invasieve technieken.



Het mogelijke gevaar voor de patiënt moet worden
afgewogen tegen de voordelen van die nieuwe
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/04/2006
CRABV 51
COM 919
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
technieken.
Ces risques, tant pour le patient que pour le
personnel médical, sont connus. La protection
contre le danger des rayonnements ionisants est
réglementée par un arrêté royal de juillet 2002. Les
recommandations d'utilisation des rayons X à des
fins médicales sont disponibles sur le site de
l'AFCN.

L'étude financée par l'AFCN fournit des données
relatives aux doses de radiations ionisantes
administrées dans le cadre des procédures
radiologiques interventionnelles. Ses résultats et
leurs implications doivent être analysés en détail
pour aboutir à des recommandations et à une
adaptation de la réglementation, en concertation
avec toutes les instances concernées.

Dans un domaine proche, je mentionnerai
également les recommandations du Collège de
radiothérapie sur les modalités d'administration des
traitements radiothérapiques en cas de lésions
cancéreuses.
De risico's die de patiënten en het medisch
personeel lopen zijn bekend. De bescherming
tegen het gevaar van ioniserende straling wordt
geregeld door een koninklijk besluit van juli 2002.
De aanbevelingen in verband met het gebruik van
X-stralen voor medische doeleinden zijn
beschikbaar op de site van het FANC.

De door het FANC gefinancierde studie reikt
gegevens aan met betrekking tot de
stralingsdosissen in het kader van de radiologische
procedures. De resultaten en implicaties ervan
moeten in detail worden geanalyseerd teneinde te
komen tot aanbevelingen en tot een aanpassing
van de regelgeving, en zulks in overleg met alle
betrokken instanties.

In een aanverwant domein vermeld ik tevens de
aanbevelingen van het College voor radiotherapie
met betrekking tot de modaliteiten inzake
radiotherapie voor de behandeling van
kankerletsels.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
18 h 39.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 18.39 uur.

Document Outline