CRABV 51 COM 907
CRABV 51 COM 907
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi dinsdag
28-03-2006 28-03-2006
Matin Voormiddag

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Dirk Claes au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
demande de pension" (n° 10427)
1
Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van
Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
pensioenaanvraag" (nr. 10427)
1
Orateurs: Dirk Claes, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Dirk Claes, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions sur "les travailleurs à temps partiel et
leurs droits en matière de pension
complémentaire" (n° 10808)
2
Vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle aan
de minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "deeltijdse werknemers en hun
rechten inzake aanvullend pensioen" (nr. 10808)
2
Orateurs: Bruno Van Grootenbrulle, Bruno
Tobback
, ministre de l'Environnement et
ministre des Pensions
Sprekers: Bruno Van Grootenbrulle, Bruno
Tobback
, minister van Leefmilieu en minister
van Pensioenen
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions sur "le revenu d'appoint des personnes
pensionnées" (n° 10819)
3
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de bijverdienste van
gepensioneerden" (nr. 10819)
3
Orateurs: Annemie Turtelboom, Bruno
Tobback
, ministre de l'Environnement et
ministre des Pensions
Sprekers: Annemie Turtelboom, Bruno
Tobback
, minister van Leefmilieu en minister
van Pensioenen
Question de M. Joseph Arens au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'application de la loi du 5 avril 1994 régissant le
cumul des pensions du secteur public avec des
revenus provenant de l'exercice d'une activité
professionnelle" (n° 10888)
4
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"de toepassing van de wet van 5
april
1994
houdende regeling van de cumulatie van
pensioenen van de openbare sector met
inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van
een beroepsactiviteit" (nr. 10888)
4
Orateurs: Joseph Arens, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Joseph Arens, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de Mme Maggie De Block au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
constitution du dossier de pension pour les
carrières mixtes" (n° 11040)
6
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het samenstellen van het
pensioendossier bij gemengde loopbanen"
(nr. 11040)
6
Orateurs: Maggie De Block, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Maggie De Block, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
l'Emploi sur "la problématique de l'emploi des
seniors dans les entreprises" (n° 10860)
7
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Werk over "de problematiek van de
tewerkstelling van senioren in de ondernemingen"
(nr. 10860)
7
Orateurs:
Talbia Belhouari, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Talbia Belhouari, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Véronique Ghenne au ministre
de l'Emploi sur "les enquêtes menées par les
services d'inspection du travail" (n° 10887)
8
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
minister van Werk over "de onderzoeken die de
diensten van de arbeidsinspectie uitvoeren"
(nr. 10887)
8
Orateurs:
Véronique Ghenne, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Véronique Ghenne, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28/03/2006
CRABV 51
COM 907
ii
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'efficacité des conventions de
premier emploi" (n° 10905)
9
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de doeltreffendheid van de
startbaanovereenkomsten" (nr. 10905)
9
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'explosion du budget du titre-service
et le rapport annuel d'évaluation" (n° 11043)
10
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de explosie van de begroting voor
de dienstencheques en het jaarlijks
evaluatieverslag" (nr. 11043)
10
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
l'Emploi sur "les suspensions prononcées par
l'ONEM en 2005" (n° 11045)
11
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Werk over "schorsingen door RVA in
2005" (nr. 11045)
11
Orateurs:
Patrick De Groote, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Patrick De Groote, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la discrimination de fait de chômeurs
souhaitant exercer une fonction de gestion au sein
d'une ASBL" (n° 11049)
13
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de feitelijke discriminatie van
werklozen die een beheersfunctie binnen een vzw
willen uitoefenen" (nr. 11049)
13
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la transposition de la
Directive 2002/73/CE du 23 septembre 2002
relative à la mise en oeuvre du principe de l'égalité
de traitement entre hommes et femmes dans le
domaine de l'emploi et du travail" (n° 11058)
15
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de omzetting van Richtlijn
2002/73/EG van 23 september 2002 betreffende
de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke
behandeling van mannen en vrouwen in het
domein van de werkgelegenheid en de arbeid"
(nr. 11058)
15
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "le pointage des chômeurs à temps
partiel" (n° 11064)
16
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de stempelcontrole voor deeltijds
werklozen" (nr. 11064)
16
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
1

COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
28
MARS
2006
Matin
______
van
DINSDAG
28
MAART
2006
Voormiddag
______



La réunion publique est ouverte à 10 h 04 par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 10.04 uur door
de heer Hans Bonte, voorzitter.
01 Question de M. Dirk Claes au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
demande de pension" (n° 10427)
01 Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister
van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"de pensioenaanvraag" (nr. 10427)
01.01 Dirk Claes (CD&V) : Un certain nombre de
salariés et d'indépendants peuvent déjà se
prévaloir d'une carrière complète avant l'âge
normal de la pension, alors que d'autres peuvent
déjà prétendre à une retraite anticipée avant cet
âge. Ces personnes ne savent pas toujours
qu'elles n'y perdraient pas grand-chose en partant
plus tôt à la retraite.


Le ministre envisage-t-il d'informer les intéressés
de la possibilité d'avancer leur retraite et de leur
envoyer systématiquement un décompte ?
01.01 Dirk Claes (CD&V): Een aantal werknemers
en zelfstandigen heeft reeds voor de normale
pensioenleeftijd een volledige loopbaan
opgebouwd, anderen komen reeds voor die leeftijd
in aanmerking voor een vervroegd pensioen. Ze
zijn niet altijd op de hoogte van het feit dat ze niet
zoveel verliezen wanneer ze vroeger met pensioen
gaan.

Overweegt de minister om de betrokkenen te laten
weten dat ze vervroegd met pensioen kunnen en
hun een automatische berekening op te sturen?
01.02 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
Le ministre n'a pas intérêt à dire clairement aux
gens qu'ils peuvent partir à la retraite encore plus
tôt. Il faut faire une distinction entre la mise à la
retraite automatique des personnes qui ont atteint
l'âge requis et l'estimation automatique. Le nombre
de personnes qui remplissent la condition de la
carrière complète avant l'âge légal est très faible.
La pension peut être octroyée automatiquement
aux personnes qui atteignent l'âge légal de la
retraite.
Celles qui désirent opter pour la retraite anticipée
doivent introduire une demande à cet effet auprès
de l'administration communale ou de l'Office
national des pensions (ONP). Cette possibilité n'est
pas offerte aux prépensionnés. Par ailleurs, pour un
certain nombre de catégories professionnelles,
comme le personnel navigant de l'aviation civile,
l'âge de la pension est plus bas. Ces catégories
01.02 Minister Bruno Tobback (Nederlands): De
minister heeft er geen belang bij om mensen
duidelijk te maken dat ze nog vroeger met pensioen
kunnen. Men moet de automatische toekenning
aan wie de pensioenleeftijd bereikt onderscheiden
van de automatische raming. Het aantal personen
dat vóór de wettelijke leeftijd een volledige
loopbaan bereikt, is uiterst beperkt. Wie de
pensioenleeftijd bereikt, kan een automatische
toekenning krijgen. Wie vervroegd met pensioen
wil, moet een aanvraag indienen bij het
gemeentebestuur of de Rijksdienst voor
Pensioenen (RVP).
Bruggepensioneerden kunnen niet vervroegd met
pensioen. Een aantal beroepscategorieën, zoals
het vliegend personeel in de burgerluchtvaart, heeft
een pensioenleeftijd die lager ligt. Deze categorieën
zijn zeer goed geïnformeerd over hun rechten. Met
het Aura-project van de RVP beginnen we over
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28/03/2006
CRABV 51
COM 907
2
sont très bien informées de leurs droits. Dans le
cadre du projet ESAU de l'ONP, nous allons
commencer, dans quelques mois, à envoyer des
estimations automatiques des pensions à toute
personne âgée de plus de 55 ans résidant en
Belgique et ayant travaillé comme employé. Outre
un aperçu de leur carrière, les intéressés recevront
une estimation de leur pension calculée sur la base
des droits qu'elles auront accumulés jusque là,
assortie d'une prévision du montant global de leur
pension entre 60 et 65 ans. L'administration
indiquera également à partir de quand la carrière
est complète et quelles années défavorables ne
sont pas prises en considération si l'on continue à
travailler au-delà de la carrière complète.
enkele maanden automatische
pensioenberekeningen te versturen naar iedereen
die 55 is, in België woont en als werknemer
gewerkt heeft. Naast een loopbaanoverzicht krijgen
de betrokkenen een pensioenraming op basis van
de rechten die men tot dan al heeft opgebouwd,
met de voorafspiegeling van het totale
pensioenbedrag tussen 60 en 65 jaar. Men zal ook
meedelen vanaf wanneer men een volledige
loopbaan heeft en welke ongunstige jaren
wegvallen als men doorwerkt na een volledige
loopbaan.
01.03 Dirk Claes (CD&V) : Ce que je souhaite, en
fait, c'est que les travailleurs qui on accompli une
carrière complète, à 64 ou parfois même 63 ans, en
soient avertis. Un effort particulier devrait être
consenti en faveur de cette catégorie de travailleurs
qui, souvent, ne sont informés de leurs droits que
lors de l'examen d'office.
01.03 Dirk Claes (CD&V): Ik wil eigenlijk dat de
mensen die een volledige loopbaan hebben
opgebouwd op 64 of soms zelfs 63 jaar, hierover
worden ingelicht. Voor die categorie zou iets extra
moeten gebeuren. Dikwijls kennen ze pas hun
rechten bij het ambtshalve onderzoek.
01.04 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
Il n'est pas possible de combler les lacunes du
passé. A partir de cette année, tout travailleur qui
atteint l'âge de 55 ans est dûment informé. De plus,
chacun peut ­ quel que soit son âge ­ demander à
tout moment quels sont ses droits en matière de
pension. Il me paraît excessif de devoir avertir
systématiquement les travailleurs qu'ils peuvent
être admis à la retraite.
01.04 Minister Bruno Tobback (Nederlands):
Men kan niet inhalen wat in het verleden niet is
meegedeeld. Vanaf dit jaar krijgt iemand die 55
wordt, de nodige informatie. Bovendien kan
iedereen - ouder of jonger dan 55 - op ieder
ogenblik de stand van zijn pensioenrechten
aanvragen. Ik vind het eigenlijk overdreven om
mensen automatisch te waarschuwen dat ze met
pensioen kunnen.
01.05 Dirk Claes (CD&V) : J'estime, quant à moi,
que les travailleurs qui ont accompli une carrière
complète avant l'âge légal de la pension devraient
en être avertis automatiquement.
01.05 Dirk Claes (CD&V): Ik vind dat er een
automatische mededeling zou moeten zijn aan
mensen die voor de pensioengerechtigde leeftijd
een volledige loopbaan hebben opgebouwd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions sur "les travailleurs à temps partiel et
leurs droits en matière de pension
complémentaire" (n° 10808)
02 Vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle
aan de minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "deeltijdse werknemers en hun
rechten inzake aanvullend pensioen" (nr. 10808)
02.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS) : La loi du
28 avril 2003 relative aux pensions
complémentaires interdit toute distinction sur la
base du temps de travail en ce qui concerne
l'affiliation à un régime de pension. Les travailleurs
à temps partiel bénéficient des mêmes droits de
pension qu'un travailleur à temps plein, compte
tenu, toutefois, de la réduction du temps de travail.
L'ancienne loi relative aux pensions
complémentaires disposait en revanche que les
02.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): De wet van
28 april 2003 betreffende de aanvullende
pensioenen en het belastingstelsel van die
pensioenen en van sommige aanvullende
voordelen inzake sociale zekerheid bepaalt dat er
inzake aansluiting bij een pensioenstelsel geen
onderscheid gemaakt mag worden op basis van de
arbeidstijd. Deeltijdwerkers genieten dezelfde
pensioenrechten als voltijdse werknemers, met dien
verstande dat natuurlijk rekening moet worden
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
3
droits des travailleurs à temps partiel étaient au
moins
les mêmes que ceux des travailleurs à temps
plein.



Comment cette suppression des mots « au moins »
doit-elle être interprétée ? Les travailleurs à temps
partiel peuvent-ils toujours bénéficier d'une pension
complémentaire plus avantageuse que celle qui
serait constituée sur une base proportionnelle à
leur temps de travail ? Si tel est le cas, le maintien
de cet avantage peut-il être considéré comme
justifié objectivement et raisonnablement ?
gehouden met de kortere arbeidstijd. Krachtens de
oude wet betreffende de aanvullende pensioenen
daarentegen hadden deeltijdse werknemers ten
minste
dezelfde rechten als voltijders.

Hoe moet de schrapping van de woorden "ten
minste" geïnterpreteerd worden? Kunnen
deeltijdwerkers nog altijd een voordeliger
aanvullend pensioen genieten dan het pensioen dat
opgebouwd zou zijn naar evenredigheid van hun
arbeidstijd? Als dat het geval is, kan het behoud
van dat voordeel dan als objectief en redelijkerwijs
gerechtvaardigd worden beschouwd?
02.02 Bruno Tobback, ministre (en français) : La
loi sur les pensions complémentaires établit que les
droits de pension des travailleurs à temps partiels
doivent être calculés proportionnellement à ceux
des travailleurs à temps plein. Une règle
comparable était aussi d'application par le passé
sur la base la loi Colla.

La suppression du terme « au moins » ne vise pas
à interdire l'attribution de droits de pension
supérieurs à ceux qui seraient constitués sur une
base proportionnelle. La nouvelle formulation vise à
préciser que, en raison de l'interdiction de
discrimination, l'attribution de droits supérieurs n'est
pas automatiquement autorisée. Celle-ci n'est licite
qu'à condition que ce traitement différent repose
sur des critères objectifs et raisonnables, par
exemple le fait que la législation sociale assimile le
travailleur à temps partiel au travailleur à temps
plein pour le calcul de la pension légale.
02.02 Minister Bruno Tobback (Frans): De wet
op de aanvullende pensioenen bepaalt dat de
pensioenrechten van de deeltijdwerkers naar
evenredigheid van die van de voltijdwerkers
moeten worden berekend. In het verleden was er
een soortgelijke regel van toepassing op grond van
de wet Colla.

Met de schrapping van de term "ten minste" beoogt
men niet de toekenning van hogere
pensioenrechten dan die welke op een evenredige
basis zijn opgebouwd, te verbieden. De nieuwe
formulering strekt ertoe te preciseren dat,
aangezien discriminatie bij wet verboden is, de
toekenning van hogere pensioenrechten niet
automatisch toegestaan is. Die is slechts
geoorloofd op voorwaarde dat de verschillende
behandeling op objectieve en redelijke criteria
stoelt, zoals bijvoorbeeld het feit dat de
deeltijdwerkers in de sociale wetgeving worden
gelijkgeschakeld met voltijdwerkers voor de
berekening van hun wettelijk pensioen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions sur "le revenu d'appoint des personnes
pensionnées" (n° 10819)
03 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de bijverdienste van
gepensioneerden" (nr. 10819)
03.01 Annemie Turtelboom (VLD) : À la fin de
l'an dernier, le ministre a annoncé son intention de
simplifier la procédure de notification pour les
retraités disposant d'un revenu d'appoint. Où en est
la mise en oeuvre de cette simplification ? Des
problèmes sont-ils survenus
? Quand les
formulaires obligatoires seront-ils effectivement
supprimés ?
03.01 Annemie Turtelboom (VLD): Eind vorig
jaar heeft de minister aangekondigd dat hij de
meldingsprocedure voor gepensioneerden die een
bijverdienste hebben, zou vereenvoudigen. Hoever
staat de realisatie van die vereenvoudiging? Zijn er
problemen opgedoken? Wanneer zullen de
verplichte formulieren ook daadwerkelijk afgeschaft
zijn?
03.02 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
Le projet d'arrêté royal qui exempte les retraités de
plus de 65 ans de l'obligation de déclaration et qui
03.02 Minister Bruno Tobback (Nederlands): Het
ontwerp-KB dat gepensioneerden ouder dan 65
vrijstelt van de aangifteplicht, aangekondigd in de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28/03/2006
CRABV 51
COM 907
4
avait été annoncé dans la loi-programme de juillet
2005, est prêt. Les revenus d'appoint de ce groupe
seront contrôlés en comparant les données
émanant de CIMIRé et de l'Office national des
pensions, à partir du 1
er
janvier 2006. L'arrêté royal
est actuellement soumis aux instances d'avis. En
ce qui concerne les autres catégories de
pensionnés, rien ne change pour l'instant.

Au stade suivant, ce système sera généralisé à
tous les pensionnés, soit aussi aux moins de 65
ans. Ce sera chose faite en 2007 au plus tôt, pour
les revenus de 2006.
programmawet van juli 2005, is klaar. De controle
op de bijverdiensten van deze groep zal vanaf 1
januari 2006 gebeuren door een vergelijking van
gegevens van CIMIRe en de Rijksdienst voor
Pensioenen. Momenteel worden de nodige
adviezen over het KB ingewonnen. Voor de andere
categorieën van gepensioneerden verandert er nog
niets.

In een volgende fase zal de regeling worden
veralgemeend voor alle gepensioneerden, ook voor
wie jonger is dan 65. Dat zal ten vroegste gebeuren
in 2007, voor de inkomsten van 2006.
Nous tentons de mettre en oeuvre la simplification
le plus rapidement possible mais les formulaires ne
pourront être supprimés que lorsque le contrôle
électronique sera parfaitement étanche.

Une réglementation identique s'appliquera aux
régimes de pension du secteur public et des
indépendants.
Wij proberen de vereenvoudiging zo snel mogelijk
te realiseren, maar de formulieren kunnen pas
worden afgeschaft als de elektronische controle
helemaal waterdicht is.

Voor de pensioenstelsels van de openbare sector
en de zelfstandigen zal een zelfde regeling gelden.
03.03 Annemie Turtelboom (VLD) : Je me réjouis
du fait que la réglementation entrera en vigueur
avec effet rétroactif au 1er janvier 2006.

Le contrôle électronique doit évidemment être au
point mais cela ne peut servir d'excuse pour justifier
un report. J'espère que l'on s'emploie à optimiser le
contrôle.
03.03 Annemie Turtelboom (VLD): Ik ben
tevreden dat de regeling met terugwerkende kracht
zal gelden vanaf 1 januari 2006.

Dat de elektronische controle op punt moet staan,
is logisch, maar dat mag geen excuus zijn voor
uitstel. Ik hoop dat er ook aan het optimaliseren van
de controle wordt gewerkt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Joseph Arens au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'application de la loi du 5 avril 1994 régissant le
cumul des pensions du secteur public avec des
revenus provenant de l'exercice d'une activité
professionnelle" (n° 10888)
04 Vraag van de heer Joseph Arens aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de toepassing van de wet van
5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie
van pensioenen van de openbare sector met
inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van
een beroepsactiviteit" (nr. 10888)
04.01 Joseph Arens (cdH) : L'autorisation, prévue
par la loi du 5 avril 1994, de cumuler une pension à
charge du Trésor public avec une activité
rémunérée, pour autant que ces revenus ne
dépassent pas un certain plafond, pose des
problèmes à de nombreuses personnes. Ainsi, pour
les traducteurs jurés, il est pratiquement impossible
de déterminer à l'avance si le montant autorisé sera
dépassé, les notes de frais étant établies parfois
des années après la clôture des dossiers et le
volume de travail étant variable. Certains
traducteurs jurés doivent donc rembourser le
montant des pensions perçues.

04.01 Joseph Arens (cdH): Overeenkomstig de
wet van 5 april 1994 mogen pensioenen van de
openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit
een beroepsactiviteit worden gecumuleerd voor
zover die inkomsten een bepaalde grens niet
overschrijden. Die regeling brengt echter heel wat
mensen in de problemen. Zo is het bijvoorbeeld
voor de beëdigde vertalers quasi onmogelijk op
voorhand te bepalen of hun inkomsten het
toegelaten bedrag zullen overschrijden, aangezien
hun onkostennota's soms jaren na de afsluiting van
de dossiers worden opgesteld en hun werkvolume
onvoorspelbaar is. Een aantal beëdigde vertalers
zien zich dus soms verplicht de ontvangen
pensioenbedragen terug te storten.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
5

L'application de la loi n'est-elle pas injuste dans
certains cas ? Ne faudrait-il pas remédier à cette
situation
? Cette loi n'empêche-t-elle pas les
retraités d'exercer une activité ? Les sanctions
prévues ne sont-elles pas particulièrement
sévères ? Ne faudrait-il pas plus de souplesse en
cas de dépassement des plafonds autorisés ?

Wordt de wet in bepaalde gevallen niet onbillijk
toegepast? Moet daar niets aan gedaan worden?
Belet die wet niet dat de gepensioneerden een
beroepsactiviteit uitoefenen? Zijn de wettelijke
sancties niet al te streng? Moet er niet soepeler
worden opgetreden wanneer de toegelaten
plafonds worden overschreden?
04.02 Bruno Tobback, ministre (en français) : La
situation décrite n'est pas spécifique aux
traducteurs jurés, puisque l'estimation des revenus
futurs est toujours aléatoire pour un travailleur
indépendant, et parfois aussi pour un salarié.


L'éventuel remboursement de la pension n'est pas
une injustice à l'égard du pensionné, mais bien la
conséquence d'un dépassement des limites
légalement autorisées. En effet, les 15
% de
dépassement constituent une marge de sécurité.
Quand elle est dépassée, c'est que la personne
n'en a pas tenu compte en tant que telle, mais a
tablé sur des revenus se rapprochant le plus
possible du plafond incluant cette marge. La relever
ne ferait que déplacer le problème.



Un indépendant peut, dès qu'il sait qu'il y aura un
dépassement, en aviser le service des pensions,
qui réduira ou suspendra la pension pour le futur,
ce qui évitera les remboursements postérieurs.


Le gouvernement a instauré, depuis le 1er janvier
2002, une limite plus favorable pour les personnes
âgées de plus de soixante-cinq ans.
04.02 Minister Bruno Tobback (Frans): Niet
alleen beëdigde vertalers bevinden zich in de
situatie die u beschrijft. De raming van toekomstige
inkomsten is voor een zelfstandige immers altijd
een onzeker gegeven, en soms zelfs ook voor een
loontrekkende.

De eventuele terugbetaling van het pensioen is
geen onrechtvaardigheid ten aanzien van de
gepensioneerde, maar het gevolg van een
overschrijding van de wettelijke limieten. De
overschrijding van 15 procent is immers een
veiligheidsmarge. Wordt ook die marge
overschreden, dan heeft de betrokkene er als
dusdanig geen rekening mee gehouden en heeft hij
gerekend op inkomsten die het plafond zo dicht
mogelijk benaderen, met inbegrip van die marge.
Als die marge wordt opgetrokken, wordt het
probleem alleen maar verschoven.

Van zodra hij weet dat hij de toegelaten limiet zal
overschrijden, kan de zelfstandige de
pensioendienst verwittigen. Die zal het toekomstige
pensioen verminderen of schorsen, waardoor er
achteraf geen terugbetaling meer vereist is.

Sinds 1 januari 2002 past de regering een gunstiger
limiet toe voor personen die ouder zijn dan 65.
Relever le montant limite actuel pour les moins de
soixante-cinq ans risquerait de les amener à
demander leur pension plus vite, ce qui serait
contraire à l'objectif d'augmenter leur taux d'activité


Ni moi ni la législation n'avons d'objection à
l'exercice d'activités non rémunérées.
Als we het huidige maximumbedrag voor personen
jonger dan 65 optrekken, zetten we hen er wellicht
toe aan om sneller met pensioen te gaan. Dat zou
evenwel indruisen tegen ons voornemen om hun
activiteitsgraad te verhogen.

Noch ikzelf, noch de wetgeving hebben bezwaar
tegen het uitoefenen van onbezoldigde activiteiten.
04.03 Joseph Arens (cdH) : Le cas qui me
préoccupe est assez exceptionnel: c'est la Justice
qui a demandé à ce traducteur juré de prester
davantage dans le cadre d'un dossier. Le montant
dépassant les 15 % est de 2 364 euros et la
sanction globale est de 29 171 euros !
04.03 Joseph Arens (cdH): Het geval dat me
bezighoudt, is eerder uitzonderlijk: het is het
departement Justitie dat een beëdigde vertaler
heeft verzocht om in het kader van een dossier
langer te werken. Het bedrag boven de 15 procent
bedraagt 2 364 euro, de globale sanctie maar liefst
29 171 euro!
04.04 Bruno Tobback, ministre (en français) : Les 04.04 Minister
Bruno Tobback (Frans): De
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28/03/2006
CRABV 51
COM 907
6
limites sont les mêmes pour tout le monde.
Indépendant ou salarié, on peut toujours refuser.
limieten zijn dezelfde voor iedereen. Of men nu
zelfstandige of loontrekkende is, men kan altijd
weigeren.
04.05 Joseph Arens (cdH) : La sanction est
disproportionnée.
04.05 Joseph Arens (cdH): De sanctie is buiten
elke proportie.
04.06 Bruno Tobback, ministre (en français) : La
sanction est la même pour tout le monde. Le
système autorise à gagner près de 13 000 euros
chaque année si on ne dépasse pas ce plafond ;
au-delà, on n'a plus droit à la pension.
04.06 Minister Bruno Tobback (Frans): De
sanctie is voor iedereen gelijk. Volgens die regeling
mag men jaarlijks ongeveer 13
000 euro
bijverdienen op voorwaarde dat men die grens niet
overschrijdt. Indien men meer verdient, verliest men
zijn pensioen.
04.07 Joseph Arens (cdH) : Dans ce cas, le
plafond était de 5 900 euros.
04.07 Joseph Arens (cdH): In het kwestieuze
geval bedroeg het plafond 5 900 euro.
04.08 Bruno Tobback, ministre (en français) : Il
s'agit donc d'une personne de moins de soixante-
cinq ans et qui devrait être au courant des limites
applicables.
04.08 Minister Bruno Tobback (Frans): Het gaat
dus om een persoon jonger dan 65 die op de
hoogte diende te zijn van de geldende limieten.
04.09 Joseph Arens (cdH) : Je continuerai mon
combat, car il me semble juste!
04.09 Joseph Arens (cdH): Ik zal mijn strijd
voortzetten omdat ik voor een goede zaak opkom!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Maggie De Block au
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions sur "la constitution du dossier de
pension pour les carrières mixtes" (n° 11040)
05 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het samenstellen van het
pensioendossier bij gemengde loopbanen"
(nr. 11040)
05.01 Maggie De Block (VLD) : Malgré les efforts
qui ont déjà été fournis pour limiter les formalités
administratives lors de la demande de pension, il
semble que les personnes ayant accompli une
carrière mixte doivent toujours recueillir toute une
série d'informations auprès des administrations.
Ainsi, un service d'information régional de l'Office
national des pensions (ONP) a demandé à un
homme ayant travaillé à l'armée et dans le secteur
privé de recueillir lui-même ses données de
pension auprès du SPF Défense.

S'agit-il en l'occurrence de la pratique habituelle ?
Ne pourrait-on pas améliorer la communication
entre les différentes administrations ?
05.01 Maggie De Block (VLD): Ondanks de
inspanningen die al geleverd zijn om de
administratieve rompslomp bij een
pensioenaanvraag te beperken, moeten mensen
met een gemengde loopbaan blijkbaar nog altijd
heel wat informatie zelf opvragen bij de
administraties. Zo werd een man die deels als
militair en deels in de privé-sector had gewerkt,
door een regionale informatiedienst van de
Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) verzocht om
zijn pensioengegevens als militair zelf op te vragen
bij de FOD Defensie.

Is dit de normale praktijk? Kunnen de verschillende
administraties niet beter met elkaar communiceren?
Le président : Je rappelle que le Règlement
interdit de poser des questions orales relatives à
des cas individuels.
De voorzitter: Ik herinner eraan dat er volgens het
Reglement geen mondelinge vragen mogen
worden gesteld over individuele gevallen.
05.02 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
Je déduis des éléments de la question qu'il s'agit
d'une demande d'estimation et non de l'octroi
proprement dit d'une pension. Les services
05.02 Minister Bruno Tobback (Nederlands): Uit
de gegevens in de vraag leid ik af dat het gaat om
de aanvraag van een raming en niet van de
eigenlijke toekenning van het pensioen. De
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
7
d'information traitent les demandes d'estimation par
le biais d'un formulaire à remplir par l'intéressé.
Pour les prestations d'employé, l'ONP se fonde sur
le compte de pension individuel tenu par CIMIRe.
Étant donné que le Service des pensions du
secteur public (SPSP) ne dispose pas encore de
pareils décomptes, le demandeur est prié de
communiquer lui-même les données requises pour
ses années de carrière au sein d'un service public.
Par contre, lors de l'attribution définitive de la
pension, le SPSP demandera lui-même toutes les
données auprès des administrations. Dans le cadre
du projet Aura, l'ONP entamera bientôt l'envoi
systématique, à toutes les personnes âgées de 55
ans et qui ont travaillé comme salarié, d'un relevé
de carrière accompagné d'une estimation de
pension. Cette procédure permettra de combler à
l'avance d'éventuelles lacunes et d'accélérer les
formalités au moment de l'âge légal de la pension.
ramingsaanvragen worden behandeld door de
informatiediensten aan de hand van een formulier
dat de aanvrager zelf moet invullen. Voor de
prestaties als werknemer baseert de RVP zich op
de individuele pensioenrekening die bijgehouden
wordt door CIMIRe. Omdat de Pensioendienst voor
de Overheidssector (PDOS) nog niet over een
dergelijke afrekening beschikt, wordt de aanvrager
voor het deel van zijn loopbaan dat hij in
overheidsdienst heeft doorgebracht, verzocht zelf
de nodige gegevens mee te delen. Bij de definitieve
toekenning van het pensioen zal PDOS wel zelf alle
gegevens opvragen bij de administraties. In het
kader van het project Aura zal de RVP in de nabije
toekomst beginnen met het versturen van een
loopbaanoverzicht vergezeld van een
pensioenraming naar alle personen die 55 zijn en
die prestaties als werknemer verricht hebben. Dit
moet het mogelijk maken om al op voorhand
eventuele hiaten op te vullen, zodat een en ander
sneller kan gaan bij het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd.
05.03 Maggie De Block (VLD) : Ma question revêt
une portée générale. En effet, le problème
concerne toutes les personnes ayant une carrière
mixte. Je me réjouis de ce que le ministre envisage
une initiative pour simplifier quelque peu la tâche
des ayants droit.
05.03 Maggie De Block (VLD): Mijn vraag heeft
een algemene draagwijdte. Deze problematiek
belangt immers alle personen met een gemengde
loopbaan aan. Ik ben blij dat de minister een
initiatief in het vooruitzicht stelt dat het de
pensioengerechtigden wat gemakkelijker moet
maken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre
de l'Emploi sur "la problématique de l'emploi des
seniors dans les entreprises" (n° 10860)
06 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Werk over "de problematiek van de
tewerkstelling van senioren in de
ondernemingen" (nr. 10860)
06.01 Talbia Belhouari (PS) : Les sociétés
interrogées sur l'emploi des personnes de plus de
cinquante ans évoquent plusieurs obstacles au
recrutement de ces travailleurs, notamment
l'incapacité d'adaptation, le manque de flexibilité et
le manque de connaissances techniques.


En Belgique, le taux d'emploi dans cette tranche
d'âge est nettement inférieur à la moyenne
européenne.

La problématique de l'emploi des seniors est
complexe, mais une majorité des entreprises
interrogées estiment indispensables que des
mesures complémentaires au Pacte de solidarité
entre les générations soient prises pour maintenir
ou remettre au travail les plus de cinquante ans.
Envisagez-vous de telles mesures
? Comment
06.01 Talbia Belhouari (PS): De bedrijven die
ondervraagd werden omtrent de tewerkstelling van
werknemers ouder dan vijftig, halen verscheidene
hinderpalen aan die de indienstneming van die
werknemers in de weg staan. Ze wijzen onder meer
op aanpassingsmoeilijkheden, een gebrek aan
flexibiliteit en onvoldoende technische kennis.

De tewerkstellingsgraad in die leeftijdsgroep is in
ons land beduidend lager dan het Europese
gemiddelde.

De werkgelegenheid voor de ouderen is een
ingewikkelde aangelegenheid, maar de
meerderheid van de ondervraagde bedrijven meent
dat aansluitend bij het Solidariteitspact aanvullende
maatregelen onontbeerlijk zijn om de vijftigplussers
aan het werk te houden of opnieuw aan het werk te
krijgen. Overweegt u dergelijke maatregelen? Hoe
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28/03/2006
CRABV 51
COM 907
8
éviter de nouveaux départs anticipés massifs dans
cette catégorie d'âge avant l'entrée en vigueur, en
2008, du volet « prépension » du Pacte ?
kunnen we voorkomen dat werknemers uit die
leeftijdsgroep opnieuw massaal voortijdig op
pensioen vertrekken, vóór het hoofdstuk
"brugpensioen" van het Solidariteitspact in 2008 in
werking treedt?
06.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Je suis convaincu que le Pacte de solidarité entre
les générations et les dispositions du 17 novembre
2005 apportent une réponse aux préoccupations
évoquées par certains employeurs.

Permettez-moi d'attirer votre attention sur les
responsabilités de chacun. Un des freins à l'emploi
des travailleurs âgés serait le manque de
connaissances techniques. Or, les objectifs en
matière de formation, fixés pour 2004 dans les
accords interprofessionnels, n'ont toujours pas été
atteints. Le Pacte prévoit d'ailleurs un mécanisme
de sanction dans ce domaine.
06.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
ben ervan overtuigd dat het Solidariteitspact en de
bepalingen van 17 november 2005 een antwoord
bieden op de bezorgdheid die door bepaalde
werkgevers werd geuit.

Sta me toe de verantwoordelijkheden van de
verschillende actoren nader toe te lichten. Bedrijven
zouden niet geneigd zijn oudere werknemers in
dienst te nemen omdat die over onvoldoende
technische kennis zouden beschikken. De
doelstellingen inzake opleiding die voor 2004 in de
interprofessionele akkoorden werden opgenomen,
werden echter nog steeds niet gehaald. Het
Solidariteitspact voorziet trouwens in een
sanctiemechanisme in dat verband.
Par ailleurs, dans les efforts de formation existants,
les travailleurs âgés sont sous-représentés, en
particulier les moins qualifiés.

Un nouveau projet d'arrêté royal, qui doit conférer
un plus grand pouvoir d'action au Fonds de
l'expérience professionnelle, et une campagne de
sensibilisation doivent lutter contre les préjugés
dont sont victimes ces travailleurs.

Il est exact que l'augmentation progressive de l'âge
et des conditions d'ancienneté pour la
« prépension » n'entre en vigueur qu'en 2008, mais
d'autres mesures produisent déjà leurs effets.


Les mesures du Pacte se complètent et se
renforcent. Leurs résultats nous permettront de dire
si elles sont suffisantes.
Oudere werknemers, en dan inzonderheid de
laagstgeschoolde, zijn ondervertegenwoordigd in
de bestaande opleidingsprojecten.

Met een nieuw ontwerp van koninklijk besluit
waarbij het Ervaringsfonds een grotere slagkracht
moet krijgen, en met een sensibiliseringscampagne
willen we de vooroordelen omtrent die categorie
werknemers wegnemen.

De progressieve verhoging van de leeftijd en de
strengere anciënniteitsvoorwaarden voor het
"brugpensioen" worden inderdaad pas van kracht in
2008, maar van andere maatregelen doet de
uitwerking zich nu al voelen.

De maatregelen van het Generatiepact vullen
elkaar aan en versterken elkaar. Aan de hand van
de resultaten ervan zullen we kunnen uitmaken of
ze toereikend zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Véronique Ghenne au
ministre de l'Emploi sur "les enquêtes menées
par les services d'inspection du travail"
(n° 10887)
07 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan
de minister van Werk over "de onderzoeken die
de diensten van de arbeidsinspectie uitvoeren"
(nr. 10887)
07.01 Véronique Ghenne (PS)
: Lors de la
dernière réunion du Comité d'avis pour
l'émancipation sociale du 26 février, nous avons
abordé la problématique « femmes et emplois ».

07.01 Véronique Ghenne (PS): Tijdens de
voorbije vergadering van het Adviescomité voor de
Maatschappelijke Emancipatie op 26 februari
jongstleden hebben wij de problematiek `vrouwen
en tewerkstelling' besproken.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
9
Malgré les lois garantissant l'égalité salariale,
l'inégalité pour les femmes de notre pays persiste
dans la pratique (entre 7,8 % et 45 % selon les
secteurs). Or, il semble que les services
d'inspection du travail ne considèrent plus cette
problématique comme une priorité et ne mènent
plus d'enquête à ce sujet.

Confirmez-vous cela ? Si oui, comment le justifiez-
vous ? Si non, quelles sont les sanctions et actions
concrètes des services concernés ? Quelles sont
leurs méthodes de travail et le suivi des litiges en la
matière ?
Ondanks de wetten voor loongelijkheid, heerst in
ons land in de praktijk nog steeds ongelijkheid voor
vrouwen (tussen 7,8 en 45 procent afhankelijk van
de sector). De arbeidsinspectiediensten blijken
deze problematiek echter niet meer als prioritair te
beschouwen en doen hiernaar geen onderzoek
meer.

Bevestigt u dit? Zo ja, welke verklaring hebt u
hiervoor? Zo neen, welke concrete sancties en
maatregelen nemen de betrokken diensten? Welke
werkmethode passen ze toe en hoe worden de
geschillen ter zake opgevolgd?
07.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Les intérêts des travailleurs sont garantis par un
certain nombre de lois, d'arrêtés royaux et de CCT.
Aucune distinction n'est faite en fonction du sexe
du travailleur ou d'autres critères comme l'origine
ethnique, l'âge, etc.


L'arrêté royal du 1
er
juillet 2005 a conféré aux
services d'inspection et contrôle des lois sociales la
mise en oeuvre de la loi anti-discrimination du 25
février 2003. L'inspection surveille aussi l'octroi des
salaires en fonction de la CCT, selon les barèmes
appropriés, avec les primes, etc.


Le nombre de plaintes n'est pas plus élevé pour les
travailleurs féminins que masculins. La tendance
générale est même une diminution de ce type de
plainte ces dernières années.
07.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): De
belangen van de werknemers worden door een
aantal wetten, koninklijke besluiten en cao's
gewaarborgd. Er wordt geen enkel onderscheid
gemaakt volgens het geslacht van de werknemer of
andere criteria zoals de etnische afkomst, de
leeftijd enz.

Het koninklijk besluit van 1 juli 2005 heeft de
uitvoering van de antidiscriminatiewet van 25
februari 2003 toevertrouwd aan de inspectie- en
controlediensten van de sociale wetten. De
inspectie houdt ook toezicht op de uitbetaling van
de lonen in overeenstemming met de cao, volgens
de geldende loonschalen, met premies enz.

Er zijn niet meer klachten in verband met
vrouwelijke werknemers dan in verband met hun
mannelijke collega's. De voorbije jaren wordt zelfs
een algemene daling van dit soort klachten
vastgesteld.
L'inégalité au niveau salarial qui, selon vos
données, se situe entre 7 et 45 % reflète une réalité
socio-économique. Elle ne peut être qualifiée de
discrimination au sens juridique du terme.
Het loonverschil, dat volgens uw gegevens tussen
7 en 45 procent schommelt, weerspiegelt een
sociaal-economische realiteit. Dat kan je geen
discriminatie noemen in de juridische betekenis van
het woord.
07.03 Véronique Ghenne (PS) : Vous expliquez
que le nombre de plaintes n'est pas en
augmentation. Mais à l'heure actuelle, et vu le
marché du travail, toute personne qui a un emploi
désire le garder même si un problème se pose au
niveau du salaire.

Il y a un fossé salarial entre les hommes et les
femmes et il faut se pencher sur la question. Le 31
mars prochain, les femmes du PS, du sp.a et de la
FGTB organiseront une journée de l'égalité
salariale. Je voudrais savoir s'il est question d'une
réévaluation de la mise en application de l'arrêté
royal.
07.03 Véronique Ghenne (PS): U legt ons uit dat
het aantal klachten niet toeneemt. Maar in de
huidige context, en gezien de situatie op de
arbeidsmarkt, wil wie werk heeft, zijn baan ook
behouden, ook al is er een probleem met het loon.

Er gaapt een loonkloof tussen mannen en vrouwen,
en daar mag niet licht overheen gelopen worden.
Op 31 maart organiseren de vrouwen van PS, sp.a
en het ABVV een Equal Pay Day om de ongelijke
lonen aan de kaak te stellen. Komt er een nieuwe
evaluatie van de toepassing van het koninklijk
besluit?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28/03/2006
CRABV 51
COM 907
10
08 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'efficacité des conventions de
premier emploi" (n° 10905)
08 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de doeltreffendheid van
de startbaanovereenkomsten" (nr. 10905)
08.01 Benoît Drèze (cdH) : Je reviens sur des
questions que je vous avais posées lors du débat
consacré à ce sujet en commission le 14 mars,
lesquelles étaient restées sans réponse.
Pourriez-vous préciser ce qui amène l'Office
national de sécurité sociale à affirmer qu'au 30 juin
2005 quarante-neuf mille jeunes avaient été
déclarés comme travailleurs sous contrat de
premier emploi (CPE) ?

Concernant le prolongement du pacte entre les
générations, l'une ou l'autre des Régions a-t-elle
déjà, comme elle le peut, relevé l'âge de vingt-cinq
à vingt-six ans pour le calcul de l'obligation premier
emploi afin de répondre de manière optimale à la
situation régionale du marché du travail ?
Pensez-vous que l'ouverture des CPE à tous les
travailleurs de moins de vingt-six ans et non aux
seuls peu qualifiés est positive ? Ne s'agit-il pas
surtout d'un effet d'aubaine pour les employeurs
qu'il conviendrait de limiter ?
08.01 Benoît Drèze (cdH): Ik kom terug op een
reeks vragen die ik u op 14 maart tijdens het
commissiedebat over dit onderwerp heb gesteld en
waarop ik geen antwoord heb gekregen.
Volgens de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
waren op 30 juni 2005 49 000 jongeren met een
startbaanovereenkomst aan het werk. Kan u
meedelen hoe de RSZ aan dat aantal komt?


Wat de verlenging van het Generatiepact betreft,
kunnen de Gewesten de leeftijd voor de berekening
van de startbaanverplichting van 25 naar 26 jaar
verhogen teneinde optimaal in te spelen op de
ontwikkeling van de gewestelijke arbeidsmarkt.
Heeft een van de Gewesten dat reeds gedaan?
Meent u dat het openstellen van de
startbaanovereenkomsten voor alle werknemers
jonger dan 26, en niet louter voor de
laaggeschoolden, een positieve beslissing is
geweest? Is dit niet vooral een onverwachte
meevaller voor de werkgevers, die beperkt dient te
worden?
08.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Le chiffre de 48 910 jeunes que l'Office national de
sécurité sociale m'a transmis concerne le nombre
de jeunes sous contrat premier emploi en service
depuis le 30 juin 2005, déclarés comme tels par
leur employeur. Il s'agit d'un comptage par tête.


Les ministres régionaux, auxquels j'ai demandé
l'âge qu'ils recommandaient pour l'application de
cette mesure dans leur Région, ne m'ont pas
encore répondu.

Dès le lancement du système « premier emploi », il
était possible d'embaucher avec une obligation
« premier emploi » non seulement des jeunes peu
qualifiés mais également des jeunes qualifiés. La
différence entre ces deux catégories n'intervient
qu'à propos de la diminution des charges.
08.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Dat
cijfer van 48 910 jongeren dat de Rijksdienst voor
Sociale Zekerheid mij meedeelt, betreft het aantal
jongeren met een startbaanovereenkomst die sinds
30 juni 2005 aan het werk zijn en als zodanig door
hun werkgever werden aangegeven. Het is het
resultaat van een telling per hoofd.

Ik heb vooralsnog geen antwoord gekregen van de
gewestministers op mijn vraag naar de leeftijd die
zij aanbevelen voor de toepassing van de
maatregel in hun Gewest.

Toen de startbaanovereenkomst ingevoerd werd,
kon men van in het begin niet alleen
laaggeschoolde, maar ook hooggeschoolde
jongeren in dienst nemen in het kader van de
startbaanverplichting. Het verschil tussen beide
categorieën jongeren komt alleen tot uiting in de
lastenverlaging.
08.03 Benoît Drèze (cdH) : On y verra plus clair
après l'évaluation prévue, laquelle tarde. Il est
regrettable que vous ne sachiez quand elle sera
disponible.
08.03 Benoît Drèze (cdH): Na de geplande
evaluatie, die op zich laat wachten, zullen we een
duidelijker beeld krijgen van de situatie. Jammer
dat u ons niet kunt zeggen wanneer de resultaten
van de evaluatie bekend zullen zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
11
09 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'explosion du budget du titre-
service et le rapport annuel d'évaluation"
(n° 11043)
09 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de explosie van de
begroting voor de dienstencheques en het
jaarlijks evaluatieverslag" (nr. 11043)
09.01 Benoît Drèze (cdH) : Le budget 2006 des
titres-services serait désormais estimé à 528
millions d'euros au niveau de l'ONSS et de 73
millions d'euros au niveau du coût de la déduction
fiscale de 30%. Ces chiffres sont-ils exacts ?
Comment ces montants seront-ils financés,
puisqu'il y a un dépassement
? Pourquoi le
gouvernement s'est-il trompé à ce point dans le
budget initial ? Le gouvernement envisage-t-il de
modifier les dispositifs et, si oui, comment ? Quelle
est votre estimation budgétaire pour 2007 ? Quand
le Parlement disposera-t-il du rapport annuel
d'évaluation prévu par la loi ?
09.01 Benoît Drèze (cdH): De begroting 2006
voor de dienstencheques wordt thans op 528
miljoen euro geraamd voor wat de RSZ betreft en
op 73 miljoen euro met betrekking tot het
kostenplaatje van de fiscale aftrek van 30 procent.
Kloppen die cijfers? Hoe zullen die bedragen
worden gefinancierd, aangezien er sprake is van
een overschrijding? Waarom heeft de regering zich
zo sterk vergist bij de raming van het oorspronkelijk
begrotingskrediet? Overweegt de regering de
regelingen aan te passen en zo ja, op welke
manier? Op hoeveel raamt u die begrotingsuitgave
voor 2007? Wanneer zal het Parlement over het
jaarlijks evaluatieverslag waarin de wet voorziet,
kunnen beschikken?
09.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Je me réfère à la réponse que j'ai donnée le 7 mars
dernier à Mme D'hondt dans cette commission.
Pour le volet fiscal, je vous renvoie à mon collègue
Reynders.

Selon le Comité de gestion de l'ONEM, l'estimation
initiale des dépenses pour 2006 a été revue de 386
millions d'euros à 528 millions d'euros, montant brut
ne tenant pas compte de l'effet retour. Il a été tenu
compte, pour le budget, des chiffres jusqu'au mois
d'août 2005. C'est la croissance accélérée, depuis
cette date, de la vente des titres-services qui a
donné lieu a l'estimation plus élevée du budget. Je
ne puis anticiper sur le résultat du contrôle
budgétaire.
09.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
verwijs naar het antwoord dat ik op 7 maart
jongstleden in deze commissie aan mevrouw
D'hondt heb gegeven. Wat het fiscaal aspect
betreft, verwijs ik u door naar minister Reynders.

Volgens het beheerscomité van de RVA, werd de
oorspronkelijke raming van de uitgaven voor 2006
van 386 miljoen euro herzien en opgetrokken tot
528 euro, een brutobedrag dat geen rekening houdt
met het terugverdieneffect. Voor de begroting werd
rekening gehouden met de cijfers tot de maand
augustus 2005. Het is de toegenomen stijging van
de verkoop van dienstencheques sinds die datum
die aanleiding heeft gegeven tot de hogere raming.
Ik kan niet vooruitlopen op het resultaat van de
begrotingscontrole.
Le montant net, tenant compte de l'effet retour,
représente le coût du système. C'est ce montant-là
qui est prévu comme financement alternatif pour la
gestion globale, de sorte que le système des titres-
services ne soit pas à charge de la sécurité sociale.


La prévision budgétaire pour 2007 sera examinée
dans le cadre du budget 2007. Enfin, dès qu'il sera
finalisé, le rapport d'évaluation sera transmis à la
Chambre, probablement fin avril, début mai.
Wanneer men rekening houdt met het
terugverdieneffect, bekomt men de nettokostprijs
van het stelsel. Dat nettobedrag is bestemd voor de
alternatieve financiering van het globaal beheer en
op die wijze valt het stelsel van de dienstencheques
niet ten laste van de sociale zekerheid.

De budgettaire vooruitzichten voor 2007 zullen in
het kader van de begroting 2007 worden
onderzocht. Wanneer het evaluatieverslag af is, zal
het naar de Kamer worden verzonden. Dat zal
waarschijnlijk eind april, begin mei zijn.
09.03 Benoît Drèze (cdH) : M. Reynders n'hésite
pourtant pas à dire que le système ne sera pas
changé et que le gouvernement trouvera les
moyens.
09.03 Benoît Drèze (cdH): Minister Reynders
heeft nochtans duidelijk gezegd dat aan het stelsel
niet zal geraakt worden en dat de regering de
nodige middelen zal vinden.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28/03/2006
CRABV 51
COM 907
12
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Patrick De Groote au ministre
de l'Emploi sur "les suspensions prononcées par
l'ONEM en 2005" (n° 11045)
10 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Werk over "schorsingen door RVA
in 2005" (nr. 11045)
10.01 Patrick De Groote (N-VA): On peut lire dans
le rapport annuel de l'ONEM pour l'année 2005 que
le taux de chômage est de 7,4 % en Flandre,
16,5 % en Wallonie et 19,2 % à Bruxelles. Il ressort
d'un examen du pourcentage de dossiers de
sanctions qu'au second semestre un mouvement
de rattrapage était en cours à Bruxelles, tandis qu'il
avait à peine commencé en Wallonie. D'autres
éléments encore plus frappants de ce rapport sont
les chiffres relatifs aux refus, décrochages et
abandons définitifs de formations et aux
propositions de parcours.

Selon une réaction du cabinet Vanvelthoven
publiée dans Het Nieuwsblad, le VDAB et le Forem
ne sanctionnent pas eux-mêmes : ils transmettent
simplement les dossiers des demandeurs d'emploi
à l'ONEM. Le Forem transmet les dossiers par voie
électronique, si bien qu'ils contiennent moins
d'informations. Cette situation sera corrigée
incessamment.

Le ministre peut-il donner davantage d'explications
à propos de cette réaction ? Pourquoi les chiffres
de refus et d'abandons de formations ou de refus
de propositions de parcours sont-ils si bas pour la
Wallonie et la Région bruxelloise ? Est-ce dû à un
manque de formations ou est-ce parce que l'on ne
transmettrait pas les cas de refus ? Le ministre
entend-il réclamer l'inventaire des formations et des
parcours proposés en Wallonie et à Bruxelles ou
dispose-t-il déjà de données statistiques ? Quelles
initiatives supplémentaires compte-t-il prendre pour
que les chômeurs des trois régions soient suivis et
traités de la même manière ?
10.01 Patrick De Groote (N-VA): In het
jaarrapport van de RVA voor 2005 staat, dat de
werkloosheidsgraad in Vlaanderen 7,4, in Wallonië
16,5 en in Brussel 19,2 procent bedroeg. Uit het
percentage sanctiedossiers blijkt, dat Brussel in het
tweede semester bezig was met een
inhaalbeweging, terwijl die in Wallonië nog maar
pas op gang komt. Nog opvallender zijn de cijfers
over het weigeren, verlaten of stopzetten van de
opleiding en het trajectvoorstel.



Volgens een reactie van het kabinet-Vanvelthoven
in Het Nieuwsblad bestraffen VDAB en Forem zelf
niet. Zij zenden gegevens van werkzoekenden door
naar de RVA. Forem zendt de rapporten
elektronisch door, waardoor ze minder informatie
bevatten. Die situatie wordt bijgesteld en opgelost.



Kan de minister deze reactie verder toelichten?
Waarom liggen de cijfers van weigeringen of
stopzettingen van opleiding of weigeringen van
trajectvoorstellen voor Wallonië en Brussel zo laag?
Komt dit door een gebrek aan opleidingen of omdat
men de weigeringen niet doorgeeft? Zal de minister
de aangeboden opleidingen en trajecten van het
Waals en Brussels Gewest opvragen of beschikt hij
reeds over statistische gegevens? Welke
bijkomende initiatieven zal de minister nemen opdat
werklozen in de drie regio's gelijk worden
opgevolgd en behandeld?
10.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais)
: La Wallonie respecte bien son
engagement de signaler les refus d'emplois, mais
les données électroniques transmises à l'ONEM
par le FOREM sont parfois insuffisantes pour
justifier une sanction. Aussi ai-je demandé au
collège des fonctionnaires dirigeants des
institutions concernées de conclure des accords
concluants concernant les échanges de données.
10.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Wallonië komt het engagement om
werkweigeringen te melden goed na, maar de
elektronische gegevens die de RVA van Forem
krijgt, zijn soms ontoereikend om een sanctie te
kunnen verantwoorden. Ik heb het college van
leidinggevende ambtenaren van de betrokken
instellingen daarom gevraagd sluitende afspraken
te maken over het uitwisselen van gegevens.
Dans toutes les régions, des formations sont
organisées et des trajets, offerts. J'ai demandé aux
ministres régionaux compétents de présenter les
chiffres relatifs aux accompagnements des
In alle regio's worden opleidingen georganiseerd en
trajecten aangeboden. Ik heb de bevoegde
gewestministers gevraagd om de cijfers over de
begeleidingen te presenteren tijdens de voorstelling
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
13
demandeurs d'emploi au moment de la
présentation du rapport d'évaluation en juin 2006.

Le collège des fonctionnaires dirigeants devra
finaliser les accords pratiques en vue de l'exécution
de l'accord de collaboration. Ce collège est présidé
par l'administrateur général de l'Onem qui
m'informe des nouveaux accords conclus. Si
nécessaire, je pourrai prendre de nouvelles
mesures en concertation avec lui.
van het evaluatierapport in juni 2006.


Het college van leidinggevende ambtenaren moet
de praktische afspraken maken voor de uitvoering
van het samenwerkingsakkoord. Het college wordt
voorgezeten door de administrateur-generaal van
de RVA. Hij licht mij in over de nieuwe afspraken.
Indien nodig, kan ik dan samen met hem nieuwe
maatregelen treffen.
10.03 Patrick De Groote (N-VA) : Je me réjouis
que le ministre ait demandé que des accords clairs
soient conclus en vue de l'échange de données. Il
n'est pas normal que la Flandre soit plus sévère
que la Wallonie et Bruxelles. Les mêmes règles
doivent s'appliquer à tous.
10.03 Patrick De Groote (N-VA): Het is een
goede zaak dat de minister heeft gevraagd om
sluitende afspraken te maken voor het uitwisselen
van gegevens. Het kan niet dat Vlaanderen
strenger is dan Wallonië of Brussel. Dezelfde regels
moeten voor iedereen gelden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la discrimination de fait de
chômeurs souhaitant exercer une fonction de
gestion au sein d'une ASBL" (n° 11049)
11 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de feitelijke
discriminatie van werklozen die een
beheersfunctie binnen een vzw willen
uitoefenen" (nr. 11049)
11.01 Benoît Drèze (cdH)
: Une dépêche
concernant les titres-services vient de tomber selon
laquelle le gouvernement veut diminuer le
remboursement aux entreprises. Le ministre
pourrait-il réagir à cette dépêche ?
11.01 Benoît Drèze (cdH): Volgens een recent
persbericht over de dienstencheques wil de
regering de terugbetaling aan de bedrijven
verminderen. Kan de minister daarop reageren?
11.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Tant que le contrôle budgétaire n'est
pas terminé, je préfère ne pas m'avancer sur le
sujet. Plusieurs options ont été mises sur le tapis
dans le but de maîtriser le budget des titres-
services. Une décision est attendue pour
aujourd'hui ou demain.
11.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Zolang de begrotingscontrole niet is afgerond, wil ik
daar niet veel over zeggen. Er liggen enkele opties
op tafel om het budget van de dienstencheques
onder controle te krijgen. Vandaag of morgen wordt
er een beslissing genomen.
11.03 Benoît Drèze (cdH) : M. Reynders s'est
donc avancé quelque peu.

La ministre de l'Emploi et du Travail déclarait en
1996 qu'il est demandé aux chômeurs souhaitant
exercer une fonction de gestion au sein d'une
ASBL, de déclarer au préalable les activités dont on
peut raisonnablement admettre qu'elles peuvent
être effectuées contre paiement.

Récemment, la direction générale de l'ONEM m'a
confirmé qu'aucune déclaration n'était requise en
cas de simple participation aux réunions d'une
ASBL. En revanche, le chômeur qui souhaite
effectuer bénévolement des prestations au sein
d'une ASBL doit obtenir au préalable l'accord du
directeur du bureau de chômage.
11.03 Benoît Drèze (cdH): Minister Reynders is
dus wat te vlug van stapel gelopen.

De toenmalige minister van Werkgelegenheid en
Arbeid verklaarde in 1996 dat werklozen die een
functie willen uitoefenen in een vzw de activiteiten
waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen
dat ze tegen betaling kunnen worden uitgevoerd,
vooraf moeten aangegeven.

De algemene directie van de RVA bevestigde me
onlangs dat geen enkele aangifte noodzakelijk is
wanneer een werkloze enkel deelneemt aan de
vergaderingen van een vzw. De werkloze die echter
als vrijwilliger voor een vzw wil werken, moet
daartoe over het voorafgaand akkoord van de
directeur van het werkloosheidbureau beschikken.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28/03/2006
CRABV 51
COM 907
14

De plus, toujours selon l'ONEM, le chômeur peut
être « membre, administrateur, trésorier, président
d'une ASBL, l'accord étant en principe obtenu sauf
exceptions détaillées par ailleurs », ce qui concorde
avec les explications données en 1996 par la
ministre de l'Emploi et du Travail.

De RVA deelde voorts mee dat de werkloze zowel
lid, bestuurder, penningmeester als voorzitter van
een vzw kan zijn, aangezien de toelating in
beginsel wordt gegeven, behoudens
andersluidende bepalingen. Dat stemt overeen met
de uitleg van de bevoegde minister in 1996.
La pratique, en contradiction avec la jurisprudence
de la cour du travail de Bruxelles, veut en revanche
que tout chômeur doit obtenir au préalable
l'autorisation du directeur du bureau de chômage,
quelle que soit la fonction envisagée au sein de
l'association. Selon la direction générale de
l'ONEM, l'exercice des fonctions de trésorier ou de
secrétaire pourrait être refusé, lorsque la
disponibilité du chômeur sur le marché de l'emploi
est sensiblement diminuée ou lorsque l'activité
bénévole du chômeur administrateur ne possède
pas les caractéristiques d'une activité qui, dans la
vie associative, est habituellement exercée par des
bénévoles.
In tegenstelling tot de rechtspraak van de
arbeidsrechtbank van Brussel, moeten alle
werklozen in de praktijk vooraf de toestemming van
de directeur van het werkloosheidsbureau
verkrijgen, ongeacht de functie die ze in de
vereniging wensen op te nemen. Volgens de
algemene directie van de RVA kan een werkloze de
functie van penningmeester of secretaris worden
geweigerd indien zijn beschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt er aanzienlijk door wordt verminderd
of indien de onbezoldigde activiteit van de werkloze
bestuurder niet de kenmerken vertoont van een
activiteit die in het verenigingsleven gewoonlijk door
vrijwilligers wordt verricht.
Cette déclaration est en totale contradiction avec la
pratique des bureaux de chômage.

Monsieur le ministre, pouvez-vous confirmer la
position de la direction générale l'ONEM ? Dans
l'affirmative, pouvez-vous clarifier le suivi
administratif par une circulaire
? Les arrêtés
d'exécution de la loi relative aux droits des
volontaires évoquent-ils cette problématique ? Si
oui, dans quel sens?
Dat standpunt staat haaks op de door de
werkloosheidsbureaus toegepaste regels.

Kan u de zienswijze van de algemene directie van
de RVA bevestigen? Zo ja, zou u de
administratieve procedure in een rondzendbrief
kunnen verduidelijken? Komt dit probleem aan bod
in de uitvoeringsbesluiten van de wet betreffende
de rechten van vrijwilligers? Zo ja, in welke zin?
11.04 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
La réglementation du chômage prévoit que le
chômeur doit déclarer les activités non rémunérées,
ce dont ne fait pas partie le seul fait de créer une
association ou d'en être membre et de participer à
des réunions. Toute activité dépassant ce cadre
doit être déclarée et son exercice dépend de
l'autorisation du directeur du bureau de chômage,
qui peut refuser son accord, notamment en cas de
diminution sensible de la disponibilité du chômeur
sur le marché de l'emploi ou lorsque l'activité ne
présente pas les caractéristiques d'une activité qui,
dans la vie associative, est effectuée
habituellement par des bénévoles. En effet, la
forme juridique ASBL est parfois utilisée
improprement.
11.04 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): De
werkloosheidsreglementering bepaalt dat de
werkloze de niet-bezoldigde activiteiten moet
aangeven. Het oprichten van een vereniging, het
lidmaatschap ervan of de deelname aan
vergaderingen valt niet onder die regel. Elke andere
activiteit moet echter worden aangegeven en kan
slechts mits toelating van de directeur van het
werkloosheidsbureau worden uitgeoefend. Die kan
weigeren, bijvoorbeeld wanneer de
beschikbaarheid van de werkloze op de
arbeidsmarkt in het gedrang zou komen of wanneer
de activiteit niet de kenmerken heeft van een
activiteit die in het verenigingsleven gewoonlijk door
vrijwilligers wordt verricht. Soms wordt immers een
oneigenlijk gebruik gemaakt van de rechtsvorm van
de vzw.
Selon la nouvelle réglementation, et plus
particulièrement l'article 45 bis, non encore
promulgué, de l'arrêté royal du 25 novembre 1991,
le chômeur ne doit plus obtenir d'autorisation
préalable, mais devra toujours faire une
déclaration. Et, tenant compte des principes
Volgens de nieuwe regelgeving, en meer bepaald
het nog niet afgekondigd artikel 45bis van het
koninklijk besluit van 25 november 1991, moet de
werkloze niet langer een voorafgaande
toestemming verkrijgen, maar zal hij daarvan nog
altijd aangifte moeten doen. Rekening houdend met
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
15
susmentionnés, le directeur pourra encore toujours
décider que l'exercice de l'activité est incompatible
avec le statut de chômeur indemnisé.



A l'occasion de la promulgation de la nouvelle
réglementation, l'ONEM communiquera de
nouvelles directives aux bureaux de chômage.
bovenstaande principes, zal de directeur nog altijd
kunnen beslissen dat de uitoefening van de
activiteit onverenigbaar is met het statuut van
uitkeringsgerechtigde werkloze.

Bij de afkondiging van de nieuwe regelgeving zal
de RVA de nieuwe richtlijnen aan de
werkloosheidsbureaus meedelen.
11.05 Benoît Drèze (cdH) : J'en déduis que c'est
l'usage abusif de la forme d'ASBL qui amène les
bureaux de chômage à appliquer la réglementation
de façon trop restrictive. Étant donné les délais, je
suppose que vous ne clarifierez pas cela
maintenant dans une circulaire mais que vous le
ferez dans le cadre de la nouvelle loi, à partir de
l'entrée en vigueur au 1
er
août 2006.
11.05 Benoît Drèze (cdH): Ik leid daaruit af dat het
het misbruik van de rechtsvorm van vzw is die de
werkloosheidsbureaus ertoe aanzet de regelgeving
op een te restrictieve manier toe te passen. Gelet
op de termijnen veronderstel ik dat u een en ander
nu niet zal uitklaren via een rondzendbrief, maar
dat u dat zal doen in het kader van de
inwerkingtreding van de nieuwe wet op 1 augustus
2006.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la transposition de la
Directive 2002/73/CE du 23
septembre
2002
relative à la mise en oeuvre du principe de
l'égalité de traitement entre hommes et femmes
dans le domaine de l'emploi et du travail"
(n° 11058)
12 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Werk over "de omzetting van
Richtlijn 2002/73/EG van 23
september
2002
betreffende de tenuitvoerlegging van het
beginsel van gelijke behandeling van mannen en
vrouwen in het domein van de werkgelegenheid
en de arbeid" (nr. 11058)
12.01 Annemie Turtelboom (VLD) : En septembre
2002, a été adoptée une directive européenne
comportant une série de nouvelles dispositions
importantes, notamment en matière d'intimidation
sexuelle, de lutte préventive contre toute
discrimination fondée sur le sexe et de réintégration
des travailleurs et des employeurs à leur retour de
congé de maternité ou de paternité. La
transposition de cette directive, qui requiert une
révision de la loi du 7 mai 1999 sur l'égalité de
traitement des hommes et des femmes sur le plan
des conditions de travail, devait être terminée au
plus tard le 5 octobre 2005. Le SPF Emploi, Travail
et Concertation sociale a été désigné pour mener à
bien l'exécution de cette directive. Curieusement,
l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes
n'a été consulté à ce sujet qu'une seule fois, en juin
2004, alors que cet Institut a précisément pour
mission de donner aux pouvoirs publics des
conseils en vue d'améliorer les lois et les
règlements.

Où en est la transposition de la directive ? Quelles
autorités y ont été associées ? Pourquoi l'Institut
pour l'égalité des femmes et des hommes n'a-t-il
pas été associé plus étroitement à sa préparation ?
Quand les textes concernés devraient-ils être
12.01 Annemie Turtelboom (VLD): In september
2002 werd een Europese richtlijn aangenomen die
een aantal belangrijke nieuwe bepalingen bevat,
onder meer inzake seksuele intimidatie,
preventieve maatregelen tegen discriminatie op
grond van het geslacht en de reïntegratie van
werknemers en werkgevers na hun terugkeer uit
moederschaps- of vaderschapsverlof. De omzetting
van deze richtlijn, die een herziening van de wet
van 7 mei 1999 op de gelijke behandeling van
mannen en vrouwen ten aanzien van de
arbeidsvoorwaarden vereist, moest ten laatste op 5
oktober 2005 rond zijn. De FOD WASO werd
aangeduid voor de uitvoering van deze richtlijn.
Merkwaardig genoeg is het Instituut voor de
Gelijkheid van vrouwen en mannen slechts één
keer, namelijk in juni 2004, hierover geconsulteerd,
terwijl het precies de taak is van dit Instituut om de
overheid te adviseren bij de verbetering van wetten
en reglementen.


Hoever staat het met de omzetting van de richtlijn?
Welke instanties zijn erbij betrokken? Waarom
werd het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen
en mannen niet nauwer betrokken bij de
voorbereiding? Wanneer mogen de teksten in het
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28/03/2006
CRABV 51
COM 907
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
déposés au Parlement ?
Parlement worden verwacht?
12.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : La transposition a accumulé du
retard à l'échelon fédéral à la suite de la discussion
relative au congé de paternité. Le gouvernement a
demandé l'avis du CNT à ce sujet. De nombreux
progrès ont toutefois été réalisés. Un Institut pour
l'égalité des hommes et des femmes a été créé et
des mesures ont été prises contre le harcèlement
sexuel. À l'échelon fédéral, tous les articles ont été
transposés mais la Communauté française doit
encore transposer un certain nombre d'articles pour
les matières qui relèvent de sa compétence.


De 2002 à 2004, un groupe de travail au sein du
SPF ETCS s'est occupé du travail préparatoire. Le
dossier a toutefois été transmis au ministre pour
l'Égalité des chances, qui est compétent en la
matière.
12.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De omzetting heeft op federaal niveau vertraging
opgelopen door de discussie over het
vaderschapsverlof. De regering heeft daarover het
advies van de NAR gevraagd. Toch is er al heel
wat gerealiseerd. Er is een Instituut voor de
Gelijkheid van vrouwen en mannen opgericht en er
zijn maatregelen genomen tegen ongewenst
seksueel gedrag. Wat de federale overheid betreft
zijn alle artikelen omgezet, maar de Franse
Gemeenschap moet nog een aantal artikelen
omzetten voor de aangelegenheden die tot haar
bevoegdheid behoren.

Van 2002 tot 2004 hield een werkgroep binnen de
FOD WASO zich bezig met het voorbereidende
werk. Het dossier is nu echter overgeheveld naar
de minister voor Gelijke Kansen, die terzake
bevoegd is.
12.03 Annemie Turtelboom (VLD) : Quand le
CNT rendra-t-il son avis ? En l'absence d'un délai
précis, la transposition de la directive risque d'être
renvoyée aux calendes grecques.
12.03 Annemie Turtelboom (VLD): Wanneer zal
de NAR zijn advies uitbrengen? Als daar geen
duidelijke deadline op staat, bestaat het gevaar dat
een en ander op de lange baan wordt geschoven.
12.04 Peter Vanvelthoven,ministre
(en
néerlandais) : Je ne puis vous répondre en ce
moment.
12.04 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Ik kan daar nu niet op antwoorden.
12.05 Annemie Turtelboom (VLD) : Quoi qu'il en
soit, je me réjouis de la création de l'Institut et
j'espère qu'il sera plus étroitement associé à la
préparation de la politique à l'avenir.
12.05 Annemie Turtelboom (VLD): Ik ben in elk
geval blij dat het Instituut er gekomen is en hoop
dat het in de toekomst nauwer bij de
beleidsvoorbereiding betrokken zal worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "le pointage des chômeurs à temps
partiel" (n° 11064)
13 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de stempelcontrole voor
deeltijds werklozen" (nr. 11064)
13.01 Benoît Drèze (cdH) : La loi-programme du
27 décembre 2004 a prévu la suppression du
pointage communal pour les chômeurs
involontaires, mais a réaffirmé l'estampillage des
formulaires de contrôle des travailleurs à temps
partiel susceptibles de bénéficier d'une allocation
de garantie de revenus octroyée par l'ONEM, soit
environ 40
000 personnes. Or, l'ONEM ne
transmettant plus les listings des personnes
concernées aux communes, l'estampillage
trimestriel assuré par celles-ci ne peut garantir
l'authenticité du formulaire C3, ce qui en est
pourtant la raison d'être. Pourquoi dès lors
maintenir ce pointage ?
13.01 Benoît Drèze (cdH): De programmawet van
27 december 2004 heeft de gemeentelijke
stempelcontrole voor de onvrijwillig werklozen
afgeschaft. Tegelijk werd in die wet nogmaals
bevestigd dat de ongeveer 40
000 deeltijdse
werknemers die in aanmerking komen voor een
inkomensgarantie-uitkering van de RVA, hun
controleformulieren moeten laten afstempelen. De
RVA verzendt echter geen lijsten met de namen
van de betrokken personen meer aan de
gemeenten, die het formulier C3 elk trimester
moeten afstempelen. Op die manier komt de
echtheid van die formulieren in het gedrang zodat
ze in feite geen nut meer hebben. Waarom wordt
die vorm van controle dan niet afgeschaft?
CRABV 51
COM 907
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
13.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Le but de l'estampillage du document C3 temps
partiel est qu'à la fin du mois le travailleur ne puisse
pas remplacer le document validé par un autre
document. Seul un document validé par la
commune donne droit aux allocations de garantie
de revenus. En toute logique, les données du C3
temps partiel devraient correspondre aux données
concernant les prestations du travailleur que
l'employeur consigne sur le document C131B.
L'organisme de paiement ne paiera pas d'allocation
si le C3 temps partiel n'est pas validé.
13.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Met
de afstempeling van het document C3 "deeltijdse
arbeid" wil men voorkomen dat de werknemer op
het einde van de maand het gevalideerd document
door een ander vervangt. Enkel een door de
gemeente gevalideerd document geeft recht op de
inkomensgarantie-uitkeringen. Het is niet meer dan
logisch dat de gegevens op het document C3
"deeltijdse arbeid" zouden moeten
overeenstemmen met de gegevens betreffende de
arbeidsprestaties van de werknemer die de
werkgever op het document C131B
meeondertekent. De uitbetalingsinstelling zal de
uitkering niet uitbetalen, indien het document C3
"deeltijdse arbeid" niet werd gevalideerd.
13.03 Benoît Drèze (cdH) : Les organismes de
paiement ne pourraient-ils pas jouer ce rôle à la
place des communes, pour qui c'est fastidieux ?
13.03 Benoît Drèze (cdH): Zouden de
uitbetalingsinstellingen die taak niet op zich kunnen
nemen in plaats van de gemeenten, waarvoor dat
lastig is?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
11 h 41.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.41 uur.

Document Outline