CRABV 51 COM 889
CRABV 51 COM 889
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi dinsdag
14-03-2006 14-03-2006
Après-midi Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
effets nocifs pour les bébés de la présence de
chlore dans l'eau de piscine" (n° 9940)
1
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de schadelijke effecten bij baby's van chloor
in het zwembadwater" (nr. 9940)
1
Orateurs: Miguel Chevalier
Sprekers: Miguel Chevalier
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation des frais d'hospitalisation pour les
patients" (n° 10062)
1
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
stijgende ziekenhuiskosten voor de patiënt"
(nr. 10062)
1
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation des coûts d'hospitalisation pour
les patients" (n° 10691)
1
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gestegen kosten van een ziekenhuisverblijf voor
de patiënten" (nr. 10691)
1
Orateurs: Greta D'hondt, Benoît Drèze, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Greta D'hondt, Benoît Drèze,
Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
nouveau comportement des femmes en matière
de contraception" (n° 10137)
4
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gewijzigde houding van vrouwen inzake
anticonceptie" (nr. 10137)
4
Orateurs: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Marie-Claire Lambert au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la prise en charge des personnes
atteintes du syndrome d'Alström" (n° 10141)
5
Vraag van mevrouw Marie-Claire Lambert aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de tenlasteneming van personen die aan het
syndroom van Alström lijden" (nr. 10141)
5
Orateurs:
Marie-Claire Lambert, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Marie-Claire Lambert, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Inga Verhaert au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
conditions à l'octroi de licences d'exportation pour
les médicaments destinés aux pays en voie de
développement" (n° 10162)
6
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
voorwaarden voor exportlicenties voor medicijnen
die worden uitgevoerd naar ontwikkelingslanden"
(nr. 10162)
6
Orateurs: Inga Verhaert, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Inga Verhaert, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'assistance au suicide" (n° 10298)
8
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "hulp
bij zelfmoord" (nr. 10298)
8
Orateurs: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
formation des médecins généralistes à la
problématique de la violence conjugale"
9
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het sensibiliseren van de huisartsen voor de
problemen van partnergeweld" (nr. 10159)
9
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
ii
(n° 10159)
Orateurs: Talbia Belhouari, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Talbia Belhouari, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Dominique Tilmans au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les centres privés de chirurgie esthétique"
(n° 10245)
10
Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de privé-centra voor esthetische chirurgie"
(nr. 10245)
10
Orateurs:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- Mme Karine Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la politique
de lutte contre le tabagisme" (n° 10246)
11
- mevrouw Karine Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
antitabaksbeleid" (nr. 10246)
11
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la répartition
des moyens du Fonds fédéral de lutte contre le
tabagisme" (n° 10408)
11
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verdeling van de middelen van het federaal Fonds
ter bestrijding van het tabaksgebruik" (nr. 10408)
11
- Mme Muriel Gerkens au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
reconnaissance du CREAA comme organisme
d'utilité publique" (n° 10552)
11
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenning van het CREAA als stichting van
openbaar nut" (nr. 10552)
11
Orateurs: Karin Jiroflée, Koen Bultinck,
Muriel Gerkens, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Koen Bultinck,
Muriel Gerkens, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
reconnaissance des médecins en revalidation
pour les centres de revalidation autonomes"
(n° 10290)
14
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenning van revalidatieartsen voor de autonome
revalidatiecentra" (nr. 10290)
14
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Jean-Marc Delizée au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
conséquences pour les petits hôpitaux ruraux de
la décision du 23 janvier 2006 du Comité de
l'assurance soins de santé concernant le
financement de la permanence des laboratoires
de biologie clinique" (n° 10310)
15
Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gevolgen voor de kleine landelijke
ziekenhuizen van de beslissing van
23
januari
2006 van het Comité van de
verzekering voor geneeskundige verzorging
betreffende de financiering van de wachtdienst
van de laboratoria voor klinische biologie"
(nr. 10310)
15
Orateurs: Jean-Marc Delizée, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jean-Marc Delizée, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
16
Samengevoegde vragen van
16
- M. Philippe De Coene au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le système
de navigation City-GIS" (n° 10309)
16
- de heer Philippe De Coene aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
navigatiesysteem City-GIS" (nr. 10309)
16
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la nouvelle
16
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
16
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
iii
réglementation applicable au service 100 à
Heuvelland" (n° 10717)
nieuwe regeling voor de dienst 100 in Heuvelland"
(nr. 10717)
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la nouvelle
réglementation applicable au service 100 à
Heuvelland" (n° 10760)
16
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de nieuwe
regeling van de dienst 100 in Heuvelland"
(nr. 10760)
16
Orateurs: Philippe De Coene, Koen Bultinck,
Luc Goutry, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Philippe De Coene, Koen
Bultinck, Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
20
Samengevoegde vragen van
20
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le respect de
la loi interdisant la vente d'alcool aux mineurs"
(n° 10324)
20
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
naleving van de wet die de verkoop van alcohol
aan minderjarigen verbiedt" (nr. 10324)
20
- Mme Karine Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la vente
d'alcool aux mineurs d'âge" (n° 10430)
20
- mevrouw Karine Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
alcoholverkoop aan minderjarigen" (nr. 10430)
20
- Mme Dominique Tilmans à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "l'enquête du Centre de
recherche et d'information des organisations des
consommateurs (CRIOC) relative aux mineurs et
l'alcool" (n° 10328)
20
- mevrouw Dominique Tilmans aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het onderzoek van het
Onderzoeks- en Informatiecentrum van de
Verbruikersorganisaties (OIVO) naar de
alcoholconsumptie bij de jongeren" (nr. 10328)
20
- Mme Dominique Tilmans au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'enquête du
Centre de recherche et d'information des
organisations de consommateurs sur la
consommation d'alcool par les mineurs"
(n° 10680)
20
- mevrouw Dominique Tilmans aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
onderzoek van het Onderzoeks- en
Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties
over alcoholgebruik door minderjarigen"
(nr. 10680)
20
Orateurs: Colette Burgeon, Dominique
Tilmans, Rudy Demotte, ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, Karin
Jiroflée
Sprekers: Colette Burgeon, Dominique
Tilmans, Rudy Demotte, minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, Karin Jiroflée
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
risques pour la santé liés à l'utilisation du iPod"
(n° 10338)
23
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gezondheidsrisico's bij de iPod" (nr. 10338)
23
Orateurs: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
fermeture du service pédiatrique dans certains
hôpitaux" (n° 10355)
24
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
sluiten van de pediatrische afdeling in een aantal
ziekenhuizen" (nr. 10355)
24
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
médicaments" (n° 10356)
25
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"geneesmiddelen" (nr. 10356)
25
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
iv
publique
Volksgezondheid
Questions jointes de
26
Samengevoegde vragen van
26
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les aides-
soignants dans le secteur des soins résidentiels et
les aides-soignants dans le secteur des soins à
domicile" (n° 10357)
26
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"zorgkundigen in residentiële zorg en
zorgkundigen in de thuiszorg" (nr. 10357)
26
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'imprécision du statut
des aides-soignants" (n° 10578)
26
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de onduidelijke
positie van de zorgkundige" (nr. 10578)
26
Orateurs: Greta D'hondt, Luc Goutry, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Greta D'hondt, Luc Goutry, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
pollution par dioxines dans l'industrie de
l'alimentation du bétail" (n° 10432)
28
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de dioxinevervuiling in de
veevoederindustrie" (nr. 10432)
28
Orateurs: Muriel Gerkens, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Muriel Gerkens, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
formation en art infirmier" (n° 10472)
29
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
opleiding verpleegkunde" (nr. 10472)
29
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
30
Samengevoegde vragen van
30
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le programme de
soins cardiologiques" (n° 10473)
30
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "het
zorgprogramma cardiologie" (nr. 10473)
30
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la réforme du
programme de soins cardiaques" (n° 10561)
30
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
hervorming van het zorgprogramma cardiologie"
(nr. 10561)
30
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la réforme
des centres de pathologie cardiaque" (n° 10692)
30
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
hervorming van de centra voor cardiale
pathologie" (nr. 10692)
30
Orateurs: Luc Goutry, Koen Bultinck, Benoît
Drèze, Rudy Demotte, ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Luc Goutry, Koen Bultinck,
Benoît Drèze, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les résultats de l'enquête effectuée à propos du
traitement du cancer du sein" (n° 10474)
35
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de resultaten van het onderzoek naar de
behandeling van borstkanker" (nr. 10474)
35
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Annelies Storms au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les critères utilisés par la Croix-Rouge pour le don
36
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de criteria die het Rode Kruis hanteert voor
36
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
v
de sang" (n° 10533)
het geven van bloed" (nr. 10533)
Orateurs: Annelies Storms, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Annelies Storms, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les composantes structurelles du coût des
maisons de repos publiques en Flandre"
(n° 10566)
38
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de structurele kostprijselementen van
openbare rusthuizen in Vlaanderen" (nr. 10566)
38
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le remboursement différencié de la consultation
d'un médecin-spécialiste" (n° 10668)
39
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gedifferentieerde terugbetaling van de
consultatie bij een geneesheer-specialist"
(nr. 10668)
39
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
dispositifs médicaux" (n° 10693)
41
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"medische hulpmiddelen" (nr. 10693)
41
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
1
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
14
MARS
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
14
MAART
2006
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 14 h 18 sous la
présidence de M. Luc Goutry.
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur door
de heer Luc Goutry.
01 Question de M. Miguel Chevalier au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les effets nocifs pour les bébés de la présence
de chlore dans l'eau de piscine" (n° 9940)
01 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de schadelijke effecten bij baby's van
chloor in het zwembadwater" (nr. 9940)
01.01 Miguel Chevalier (VLD) : Je ne poserai pas
ma question afin de nous permettre de gagner du
temps. Je me contenterai de la réponse écrite que
le ministre me communiquera.
01.01 Miguel Chevalier (VLD): Ik zal om tijd te
winnen mijn vraag niet stellen. Ik stel me tevreden
met het schriftelijk antwoord dat de minister mij
overhandigt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Questions jointes de
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation des frais d'hospitalisation pour
les patients" (n° 10062)
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation des coûts d'hospitalisation pour
les patients" (n° 10691)
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
stijgende ziekenhuiskosten voor de patiënt"
(nr. 10062)
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gestegen kosten van een ziekenhuisverblijf voor
de patiënten" (nr. 10691)
02.01 Greta D'hondt (CD&V) : Une étude récente
des Mutualités chrétiennes montre qu'en 2004, les
frais à charge des patients admis dans les hôpitaux
généraux ont augmenté de 4 %. Le coût des
hospitalisations augmente plus rapidement que le
coût de la vie. Entre 1998 et 2004, les frais
hospitaliers ont augmenté de plus de 41 %. Cette
hausse est surtout due à l'augmentation des frais
fixes, et, avant tout, à celle des suppléments
d'honoraires et de matériel médical. En 2004, ces
02.01 Greta D'hondt (CD&V): Een recente studie
van de Christelijke Mutualiteit toont aan dat in de
algemene ziekenhuizen de kosten voor de patiënt
in het jaar 2004 met 4 procent zijn toegenomen. De
ziekenhuiskosten stijgen sneller dan de
levensduurte. Tussen 1998 en 2004 werd er een
stijging met liefst 41 procent genoteerd. Die is
vooral te wijten aan de toename van de vaste
kosten, waaronder op de eerste plaats de
supplementen voor de erelonen en het medisch
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
2
suppléments représentaient 52 % de la facture du
patient. La proposition de loi Lenssens-Vermassen
de 1997 a mené à l'insertion, dans la loi-
programme de 1999, d'une interdiction de
facturation de suppléments d'honoraires pour les
chambres à deux lits et plus. Cette interdiction a
toutefois été tempérée par le gouvernement
précédent. Depuis, dans certaines conditions, les
médecins peuvent à nouveau réclamer des
suppléments aux patients hospitalisés dans les
chambres à deux lits ou plus. Cette pratique est
particulièrement fréquente.
Quel est l'avis du ministre sur les résultats de cette
étude ? Envisage-t-il une nouvelle modification de
la réglementation relative aux suppléments
d'honoraires ? Quelles mesures a-t-il l'intention de
prendre pour limiter le coût des suppléments de
matériel médical et les autres frais à charge du
patient ?
materiaal. In 2004 bedroegen deze supplementen
al 52 procent van de factuur voor de patiënt. Het
wetsvoorstel-Lenssens-Vermassen van 1997 leidde
tot de opname in de programmawet van 1999 van
een verbod op ereloonsupplementen in twee- en
meerpersoonskamers. Dit verbod werd onder de
vorige regering evenwel afgezwakt. Sindsdien
kunnen door geneesheren terug
ereloonsupplementen worden gevraagd aan
patiënten in twee- of meerpersoonskamers, zij het
slechts onder bepaalde voorwaarden. Deze praktijk
komt bijzonder vaak voor.
Wat is de visie van de minister op de bevindingen
van deze studie? Overweegt hij de regeling voor
ereloonsupplementen opnieuw aan te passen?
Welke maatregelen zal hij nemen om de kosten
voor materiaalsupplementen en andere
ziekenhuiskosten binnen de perken te houden voor
de patiënt?
02.02 Benoît Drèze (cdH)
: Une étude des
mutualités chrétiennes de janvier 2006 met en
lumière la croissance des frais d'hospitalisation à
charge du patient. Celle-ci est principalement due à
l'augmentation des suppléments d'honoraires et du
matériel. On constate de forts écarts entre hôpitaux
souvent injustifiés. Quant à la transparence, elle
continue à poser problème, spécialement sa
rubrique « frais divers ».
Cette hausse continue des frais à charge du patient
réduit de manière inacceptable l'accessibilité aux
soins, principalement des plus démunis. La part
des coûts de soins de santé à charge du patient
dans notre pays est supérieure à la moyenne des
pays de l'OCDE.
Nous ne voyons pas venir les solutions annoncées
depuis longtemps, dont l'indispensable réforme du
mode global de financement des hôpitaux.
Quelle est votre réaction eu égard aux chiffres ainsi
communiqués ?
Avez-vous le projet d'interdire les suppléments
d'honoraires en chambre commune et à deux lits et
de plafonner ceux réclamés en chambre
individuelle comme nous l'estimons nécessaire ?
02.02 Benoît Drèze (cdH): In een studie van de
Christelijke Mutualiteit van januari 2006 wordt in het
licht gesteld hoezeer de kosten voor
ziekenhuispatiënten zijn toegenomen. Die stijging is
grotendeels te wijten aan het duurdere materiaal en
de hogere ereloonsupplementen. Bovendien
bestaan er vaak aanzienlijke verschillen tussen de
ziekenhuizen, die niet te rechtvaardigen vallen. Ook
de ondoorzichtigheid van de eindafrekening blijft
een probleem, vooral wat de rubriek « diverse
kosten » betreft.
Die constante toename van de kosten voor de
patiënt beperkt de toegang tot de zorgverlening op
een onaanvaardbare manier, vooral voor de
allerzwaksten in onze samenleving. In België ligt
het persoonlijk aandeel van de patiënt voor
medische kosten boven het gemiddelde van de
OESO-landen.
Van de oplossingen die sinds jaar en dag worden
aangekondigd, zoals de onontbeerlijke hervorming
van de globale financieringswijze van de
ziekenhuizen, is er nog niet veel terechtgekomen.
Wat is uw reactie ten aanzien van de meegedeelde
cijfers?
Bent u voornemens de ereloonsupplementen voor
twee- en meerpersoonskamers te verbieden en ze
voor eenpersoonskamers te plafonneren, zoals we
nodig achten?
02.03 Rudy Demotte, ministre (en français) : Je
citerai quatre mesures déjà effectives ou qui vont
être mises en oeuvre pour limiter les suppléments à
charge des patients dans les hôpitaux.
Premièrement, j'ai demandé à la section
financement du Conseil national des
02.03 Minister Rudy Demotte (Frans): Ik zal vier
maatregelen opnoemen die reeds gelden of die
zullen worden ingevoerd teneinde de supplementen
ten laste van ziekenhuispatiënten te beperken.
Eerst en vooral heb ik de afdeling Financiering van
de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
3
établissements hospitaliers de me proposer des
modalités de calcul dans le cadre du budget en cas
de suppression de la possibilité de demander des
suppléments pour les chambres à deux lits, dont
j'estime qu'elles doivent devenir la norme. Je
compte réserver en 2007 une partie du
refinancement aux hôpitaux qui ne demandent pas
de supplément dans ce type de chambre.
verzocht me diverse berekeningswijzen in het
kader van de begroting voor te stellen, waarin wordt
rekening gehouden met de afschaffing van de
mogelijkheid om voor tweepersoonskamers
supplementen aan te rekenen. Ik vind namelijk dat
die kamers de norm moeten worden. In 2007 zal ik
een gedeelte van de herfinanciering voorbehouden
voor ziekenhuizen die geen supplementen voor dat
soort kamers aanrekenen.
(En néerlandais) Les hôpitaux qui sont financés
pour certaines tâches spécifiques, telles que les
soins particuliers aux patients, l'enseignement
clinique, la recherche scientifique appliquée, les
nouvelles technologies et l'évaluation des activités
médicales, doivent respecter les tarifs de l'accord.
Cette mesure s'applique également aux hôpitaux
qui perçoivent un financement spécial en raison du
profil social de leurs patients.
La réglementation actuelle est fondée sur un
accord entre toutes les parties concernées et a
ainsi le plus de chances d'être appliquée sur le
terrain. L'ancienne réglementation n'a en effet pas
toujours été appliquée.
(Nederlands) Ziekenhuizen die gefinancierd worden
voor een aantal specifieke taken, zoals bijvoorbeeld
bijzondere patiëntenzorg, klinisch onderricht,
toegepast wetenschappelijk onderzoek, nieuwe
technologieën en evaluatie van medische
activiteiten, moeten zich houden aan de tarieven
van de overeenkomst. Dit geldt ook voor die
ziekenhuizen die een bijzondere financiering
ontvangen wegens het sociale profiel van hun
patiënten.
De huidige regeling is gebaseerd op een akkoord
tussen alle betrokken partijen en heeft zo de
meeste kans om toegepast te worden op het
terrein. De vorige regeling werd immers niet altijd
toegepast.
(En français) Troisièmement, à mon initiative, la loi
sur les hôpitaux a été modifiée pour permettre la
suppression des suppléments pour les séjours en
chambre à deux lits pour les bénéficiaires
d'interventions majorées.
Enfin, j'ai l'intention de prendre des dispositions
réglementaires en ce qui concerne les suppléments
afférents aux implants et au matériel médical.
(Frans) Ten derde werd op mijn initiatief de wet op
de ziekenhuizen gewijzigd, om de supplementen bij
een verblijf in een tweepersoonskamer te
schrappen voor personen die recht hebben op een
verhoogde tegemoetkoming.
Ten slotte ben ik van plan regelgevend op te treden
met betrekking tot de supplementen voor
implantaten en medisch materiaal.
02.04 Greta D'hondt (CD&V): Il est positif que les
chambres à deux lits devriendront la norme et que
le prix sera raisonnable. Il y a progrès sur deux
plans: les suppléments facturés au patient seront
moins nombreux et la situation en ce qui concerne
les implants s'améliorera. Nous estimons toutefois
que la réglementation antérieure, même si le
ministre prétend qu'elle n'était pas appliquée,
demeure la meilleure. Avec la réglementation
actuelle, le patient demeurera confronté à des
charges trop élevées lors d'une hospitalisation. Un
meilleur financement des hôpitaux est peut-être la
seule solution pour briser ce cercle vicieux.
Nous attendons avec impatience les mesures
concernant les implants.
02.04 Greta D'hondt (CD&V): Het is positief dat
kamers met twee bedden standaard zullen worden
en daarbij betaalbaar. Er is vooruitgang op twee
terreinen: er zullen minder supplementen worden
aangerekend aan de patiënt en de situatie inzake
de implantaten zal verbeterd worden. Toch menen
wij dat de vorige regeling, hoewel zij volgens de
minister niet werd toegepast, nog steeds de beste
regeling blijft. Met de huidige regeling zal de patiënt
bij een ziekenhuisopname geconfronteerd blijven
met te hoge lasten. Misschien zal enkel een betere
financiering van de ziekenhuizen deze vicieuze
cirkel doorbreken.
We kijken vol verwachting uit naar de maatregelen
inzake de implantaten.
02.05 Benoît Drèze (cdH) : Pouvez-vous préciser
quelle échéance vous envisagez pour la mise en
oeuvre du standard de la chambre à deux lits sans
02.05 Benoît Drèze (cdH): Tegen wanneer denkt
u de tweepersoonskamer zonder supplementen als
norm in te voeren?
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
4
supplément ?
Puisque la réglementation n'est pas appliquée
partout, ne jugez-vous pas utile de renforcer les
contrôles ?
Acht u het niet nuttig de controles op te voeren,
aangezien de reglementering niet overal wordt
toegepast?
02.06 Rudy Demotte, ministre (en français) : Dès
2007, je compte réserver une partie du financement
aux hôpitaux qui ne demandent pas de supplément
dans les chambres à deux lits.
En ce qui concerne les questions relatives à la
possibilité d'atteindre l'objectif visé par des accords
médico-mutualistes plutôt que par le biais de la loi,
je dirais que, dans ce secteur où les sensibilités
sont exacerbées, il vaut mieux convaincre
qu'imposer. Néanmoins, il est parfois nécessaire de
faire preuve d'autorité.
02.06 Minister Rudy Demotte (Frans): Vanaf
2007 wil ik de financiering gedeeltelijk
voorbehouden aan ziekenhuizen die geen
supplementen aanrekenen voor
tweepersoonskamers.
Wat de mogelijkheid betreft om het doel te bereiken
via overeenkomsten tussen artsen en
ziekenfondsen veeleer dan langs wettelijke weg,
ben ik geneigd te zeggen dat je in deze sector, die
je sowieso beter met fluwelen handschoenen
aanpakt, meer bereikt met overredingskracht dan
met dwang. Al neemt dat niet weg dat er soms wel
met de vuist op tafel geslagen moet worden.
02.07 Greta D'hondt (CD&V)
: Discuter et
convaincre ont leurs limites. Nous ne serions pas là
aujourd'hui si nous avions tracé une ligne claire.
02.07 Greta D'hondt (CD&V): Er zijn grenzen aan
praten en overtuigen. Wij hadden hier vandaag niet
gezeten als we een duidelijke lijn hadden
getrokken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Miguel Chevalier au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le nouveau comportement des femmes en
matière de contraception" (n° 10137)
03 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gewijzigde houding van vrouwen inzake
anticonceptie" (nr. 10137)
03.01 Miguel Chevalier (VLD) : En matière de
contraception, le ministre a déjà pris plusieurs
initiatives. C'est ainsi que pour lutter contre les
grossesses chez les adolescentes, il a mis la pilule
contraceptive gratuitement à la disposition des
jeunes. Pour les adultes, il a pris des mesures pour
garantir à nouveau le remboursement de la pilule.
Dans ce groupe cible, l'intérêt pour la pilule diminue
à l'avantage de celui pour le stérilet, l'anneau
vaginal et le patch contraceptif. Ces dernières
formes de contraception sont faciles à utiliser, ont
un effet positif sur la santé et sur l'humeur des
femmes et contribuent à diminuer les résidus
hormonaux dans nos cours d'eau. Elles sont
toutefois très chères et ne sont pas remboursées.
Pourquoi ces moyens contraceptifs ne sont-ils pas
remboursés ? Le ministre pourrait-il veiller à ce
qu'ils soient également remboursés ?
03.01 Miguel Chevalier (VLD): De minister heeft
reeds verschillende initiatieven ondernomen inzake
anticonceptie. Zo stelde hij de anticonceptiepil
gratis ter beschikking van jongeren om
tienerzwangerschappen te bestrijden. Voor
volwassenen ondernam hij actie om de
terugbetaling van de anticonceptiepil opnieuw te
verzekeren. Nu daalt de populariteit van de pil in
deze doelgroep ten voordele van het spiraaltje, de
vaginale ring en de anticonceptiepleister. Deze
vormen van anticonceptie zijn gemakkelijk te
gebruiken, hebben een positief effect op de
gezondheid en het humeur van de vrouw en zorgen
ook voor minder hormonaal residu in onze
waterlopen. Ze zijn echter zeer duur en worden niet
terugbetaald.
Waarom worden deze anticonceptiva niet
terugbetaald? Kan de minister ervoor zorgen dat
ook deze anticonceptiva terugbetaald worden?
03.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Je suis avec attention l'évolution des préférences
en matière de contraception et je suis pour un large
03.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik
volg de evolutie van de voorkeur inzake
anticonceptie met aandacht en wens een brede
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
5
éventail de choix. C'est la raison pour laquelle j'ai
déjà négocié précédemment avec le secteur
pharmaceutique afin que de nouvelles demandes
soient introduites pour le remboursement de la
pilule contraceptive. Si le stérilet et l'anneau vaginal
ne sont pas remboursés, c'est parce que les firmes
concernées n'ont jamais introduit de demande de
remboursement.
Depuis l'entrée en vigueur de l'arrêté royal du 24
mars 2004, les moyens contraceptifs en question
sont remboursés chez les femmes de moins de 21
ans. C'est une première étape. Je fournirai par écrit
la liste des interventions concrètes par moyen
contraceptif.
keuzemogelijkheid. Daarom heb ik eerder al
onderhandeld met de farmaceutische sector zodat
er nieuwe aanvragen zouden worden ingediend
voor de terugbetaling van de anticonceptiepil. De
reden waarom middelen als het spiraaltje en de
vaginale ring niet worden terugbetaald, is dat de
betrokken firma's nooit een aanvraag tot
terugbetaling hebben ingediend.
Bij vrouwen jonger dan 21 jaar worden deze
middelen sinds het KB van 24 maart 2004
terugbetaald. Dat is de eerste stap. Ik zal de lijst
met de concrete tegemoetkomingen per middel
schriftelijk bezorgen.
03.03 Miguel Chevalier (VLD) : Le ministre
conseille donc à l'industrie d'introduire une
demande de remboursement de ces moyens ?
03.03 Miguel Chevalier (VLD): Raadt de minister
dus eigenlijk aan om de industrie te stimuleren om
een aanvraag tot terugbetaling van deze middelen
in te dienen?
03.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Le marché joue également un rôle. Les firmes
doivent demander elles-mêmes le remboursement.
Si elles ne le font pas, c'est souvent parce que les
médicaments se vendent, même en l'absence de
remboursement.
03.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
markt speelt zelf ook een rol. De firma's moeten
zelf om een terugbetaling vragen. Als de firma's
geen terugbetaling vragen, dan is dat vaak omdat
de geneesmiddelen zonder terugbetaling ook
verkopen.
Une autre raison pour laquelle les entreprises ne
demandent pas le remboursement est que pour
être remboursées, elles doivent satisfaire à certains
critères et être prêtes à aliéner une part de leur
liberté. En tant que ministre, je ne pourrai jamais
contraindre aucune entreprise à demander un
remboursement.
Een andere reden waarom firma's niet vragen om
een terugbetaling, is omdat ze dan bepaalde
criteria moeten volgen en een deel van hun vrijheid
verliezen. Ik kan als minister een firma nooit
verplichten om een terugbetaling te vragen.
03.05 Miguel Chevalier (VLD) : Il existe pourtant
bel et bien un marché pour ces produits. Les
gynécologues interrogés par les femmes qui ont
déjà eu plusieurs enfants sur le moyen contraceptif
le plus approprié dans leur cas leur conseillent
souvent le stérilet. Le marché devra être étudié.
03.05 Miguel Chevalier (VLD): Er is wel degelijk
een markt voor deze producten. Vrouwen die na
een aantal zwangerschappen aan hun gynaecoloog
om het beste anticonceptiemiddel vragen, wordt
vaak aangeraden een spiraaltje te gebruiken. De
markt zal moeten worden onderzocht.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme
Marie-Claire Lambert au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la prise en charge des personnes
atteintes du syndrome d'Alström" (n° 10141)
04 Vraag van mevrouw Marie-Claire Lambert aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de tenlasteneming van
personen die aan het syndroom van Alström
lijden" (nr. 10141)
04.01 Marie-Claire Lambert (PS) : Les personnes
atteintes du syndrome d'Alström sont confrontées à
des antécédents personnels graves. Plus
globalement, ce syndrome entraîne deux
symptômes majeurs : la cécité et des problèmes
auditifs importants.
04.01 Marie-Claire Lambert (PS): Patiënten met
het syndroom van Alström hebben vaak al een hele
lijdensweg achter de rug. Het syndroom wordt
vooral gekenmerkt door blindheid en ernstige
gehoorstoornissen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
6
En principe, l'INAMI intervient pour des matériels
médicaux ; en Région wallonne, l'intervention est
complétée par une aide de l'Agence wallonne pour
l'intégration des personnes handicapées. Selon
mes renseignements, l'INAMI n'interviendrait
cependant pas dans le coût des prothèses
auditives stéréophoniques, mais le dossier serait
étudié par vos services. Qu'en est-il ?
Les personnes souffrant de ce syndrome espèrent
s'intégrer dans la société. La surdicécité est une
forme complexe de handicap qui engendre des
besoins spécifiques et donc des réponses
adaptées.
Het Riziv betaalt het medisch materiaal ten dele
terug. In het Waals Gewest zou die terugbetaling
worden aangevuld met een tegemoetkoming van
het Agence wallonne pour l'intégration des
personnes handicapées (Waals Agentschap voor
de integratie van gehandicapte personen). Volgens
de gegevens waarover ik beschik, zou het Riziv
echter de kosten van stereofonische
gehoorprothesen niet terugbetalen, maar zou het
dossier door uw diensten worden onderzocht. Wat
is de stand van zaken?
De personen die aan het syndroom van Alström
lijden willen zich in de maatschappij integreren.
Doofblindheid is een complexe handicap die
specifieke noden met zich meebrengt, waarop een
afdoend antwoord moet worden geboden.
04.02 Rudy Demotte, ministre (en français) :
L'assurance obligatoire soins de santé intervient
bien, sur base de l'article 31 de la nomenclature
prestation de santé, pour des appareils auditifs
stéréophoniques. Les conditions d'intervention
dans le coût de ces appareils ne distinguent
toutefois pas l'origine du déficit auditif.
Le niveau d'intervention diffère selon l'âge du
bénéficiaire
: en-dessous de douze ans, c'est
798,66 euros de remboursement pour un appareil
monophonique et 1.581,99 euros pour un
stéréophonique. Au-dessus de douze ans, 468,18
euros pour un appareil monophonique et 925,72
euros pour un stéréophonique.
Sur la base de la convention nationale S/2004, un
auditien conventionné peut délivrer un appareil
auditif de base au prix précité. Les bénéficiaires de
douze ans et plus devront intervenir pour 33,17
euros pour un appareil monophonique et 62,34
euros pour un stéréophonique. Lorsque l'appareil
est plus performant, le bénéficiaire devra prendre
en charge la différence entre le prix et le
remboursement de l'assurance. Le critère d'âge
permet une intervention majorée d'assurance
obligatoire dans le coût d'un appareil. Il sera bientôt
porté de douze à dix-huit ans, permettant une
meilleure accessibilité de ces appareils.
04.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De
verplichte verzekering gezondheidszorg voorziet
wel degelijk in de terugbetaling van stereofonische
hoorapparaten, op grond van artikel 31 van de
nomenclatuur van de geneeskundige
verstrekkingen. Voor de terugbetaling wordt
evenwel geen rekening gehouden met de oorzaak
van de gehoorstoornis.
Het bedrag van de tegemoetkoming is afhankelijk
van de leeftijd van de rechthebbende: onder twaalf
jaar wordt 798,66 euro terugbetaald voor een
monofonisch en 1581,99 voor een stereofonisch
toestel. Vanaf twaalf jaar wordt 468,18 euro
terugbetaald voor een monofonisch en 925,72 euro
voor een stereofonisch toestel.
Op grond van de nationale overeenkomst S/2004
kan een geconventioneerde audicien tegen die prijs
een basismodel leveren. Rechthebbenden vanaf
twaalf jaar zullen 33,17 euro moeten bijdragen voor
een monofonisch en 62,34 euro voor een
stereofonisch apparaat. Voor een toestel met meer
mogelijkheden zal de rechthebbende het verschil
tussen de aankoopprijs en het bedrag van de
terugbetaling door de verzekering ten laste moeten
nemen. Het leeftijdscriterium geeft recht op een
verhoogde tegemoetkoming van de verplichte
ziekteverzekering voor de prijs van een
oorapparaat. De grens wordt binnenkort tot achttien
jaar opgetrokken, wat de betaalbaarheid van die
toestellen ten goede zal komen.
04.03 Marie-Claire Lambert (PS) : Une
intervention est donc prévue, contrairement à mes
informations. Merci pour la réponse.
04.03 Marie-Claire Lambert (PS): Er is dus in een
tegemoetkoming voorzien. De informatie waar ik
over beschik, klopt dus niet. Ik dank u voor uw
antwoord.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
7
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Inga Verhaert au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les conditions à l'octroi de licences
d'exportation pour les médicaments destinés aux
pays en voie de développement" (n° 10162)
05 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de voorwaarden voor exportlicenties voor
medicijnen die worden uitgevoerd naar
ontwikkelingslanden" (nr. 10162)
05.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): J'ai déjà
interrogé le ministre sur les produits prétendument
miraculeux contre la malaria produits dans notre
pays pour le marché africain. D'une part, le contrôle
des médicaments qui ne sont pas destinés au
marché intérieur est très restreint en Belgique et,
d'autre part, le contrôle de la qualité de ces mêmes
médicaments est rudimentaire, voire inexistant
dans les pays en voie de développement. Cette
situation entraîne des risques non seulement pour
les populations de ces pays mais également pour
nous à terme parce que ces médicament peuvent
mener au développement de résistances.
Comment est organisé le contrôle des exportations
des médicaments ?
05.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Ik heb de
minister al eens ondervraagd over de zogenaamde
wondermiddelen tegen malaria, die bestemd zijn
voor de Afrikaanse markt en in ons land worden
geproduceerd. Enerzijds is er in België slechts een
beperkte controle op middelen die niet bestemd zijn
voor de binnenlandse markt, anderzijds wordt de
kwaliteit in ontwikkelingslanden zelf niet of weinig
gecontroleerd. Dat houdt niet alleen risico's in voor
de mensen daar, maar op termijn ook voor ons,
omdat deze medicijnen resistentie kunnen
veroorzaken.
Hoe gebeurt de controle op export van
geneesmiddelen?
05.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
La réglementation européenne exige que les
fabricants produisent leurs médicaments
conformément à des normes internationales, les
Good Manufacturing Practices (GMP). Si après
inspection, il s'avère que la société satisfait aux
exigences fixées, les autorités lui délivrent un
certificat GMP qui ne constitue pas pour autant une
autorisation de commercialiser le médicament.
Les autorités belges n'évaluent un médicament que
si une société introduit une demande pour le
marché belge. Les effets, la sécurité et la qualité du
médicament sont contrôlés par des experts de la
Commission des médicaments.
05.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
Europese regelgeving vraagt dat fabrikanten hun
geneesmiddelen produceren volgens internationale
normen, de Good Manufacturing Practices (GMP).
Als na inspectie blijkt dat het bedrijf aan de eisen
voldoet, reikt de overheid een GMP-certificaat uit.
Dit is geen vergunning voor het in de handel
brengen van een geneesmiddel.
De Belgische overheid evalueert een geneesmiddel
enkel als een bedrijf een aanvraag doet voor de
Belgische markt. De werking, de veiligheid en de
kwaliteit van het geneesmiddel worden
gecontroleerd door experts van de
Geneesmiddelencommissie.
Selon l'article 20 de l'arrêté royal du 6 juin 1960, les
médicaments destinés à l'exportation doivent
répondre aux mêmes exigences que ceux destinés
au marché belge. S'ils sont enregistrés, ils doivent
correspondre aux données du dossier
d'enregistrement ou aux spécifications du pays de
destination. Dans ce dernier cas, les autorités
belges doivent délivrer une déclaration relative à un
médicament destiné à l'exportation. Cette
déclaration est délivrée sur la base d'un dossier
technique à introduire auprès de la direction
générale des médicaments et du certificat GMP.
L'autorisation de commercialisation doit être
délivrée par les pays où le médicament sera mis
Volgens artikel 20 van het KB van 6 juni 1960
moeten geneesmiddelen die bestemd zijn voor
export, aan dezelfde eisen voldoen als deze voor
de Belgische markt. Als ze geregistreerd zijn,
moeten ze overeenstemmen met de gegevens van
het registratiedossier, anders met de specificaties
van het land van bestemming. In het laatste geval
moet de Belgische overheid een verklaring voor
een voor de uitvoer bestemd geneesmiddel
afleveren. Dit gebeurt op basis van een bij het DG
Geneesmiddelen in te dienen technisch dossier en
van het GMP-certificaat.
De vergunning voor het in de handel brengen moet
afgegeven worden door de landen waar het
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
8
sur le marché. La Belgique ne peut intervenir à ce
niveau. Contrairement aux médicaments destinés
au marché belge, il n'existe pas de dossier
d'enregistrement pour ces médicaments.
L'entreprise qui produit le soi-disant remède miracle
contre la malaria ne dispose pas de l'autorisation
de commercialiser ce médicament en Belgique.
Lorsque des médicaments sont exportés
exclusivement vers des pays en voie de
développement, on peut se demander si les pays
en question disposent de l'expertise et des
capacités techniques nécessaires pour évaluer le
médicament.
medicijn op de markt wordt gebracht. België kan
niet optreden. In tegenstelling tot geneesmiddelen
voor de Belgische markt, bestaat er voor deze
geneesmiddelen geen registratiedossier.
Het bedrijf dat het zogenaamde
wondergeneesmiddel tegen malaria produceert,
beschikt niet over een vergunning om dit
geneesmiddel in België in de handel te brengen.
Wanneer geneesmiddelen uitsluitend uitgevoerd
worden naar ontwikkelingslanden, rijst de vraag of
daar voldoende expertise en technische capaciteit
bestaat om het geneesmiddel te evalueren.
J'ai demandé à mes services d'examiner la
manière de donner aux pays en voie de
développement davantage de garanties sur la
valeur thérapeutique des médicaments produits en
Belgique. La préférence doit être donnée à une
solution au niveau européen ou à celui de l'OMS.
Dès que mes services auront relevé des pistes
intéressantes, je vous le ferai savoir.
Ik heb mijn diensten gevraagd te onderzoeken hoe
we ontwikkelingslanden meer garanties over de
therapeutische waarde van hier geproduceerde
geneesmiddelen kunnen geven. Een Europese
oplossing of een oplossing in het kader van de
WHO verdient de voorkeur. Zodra mijn diensten
interessante pistes hebben gevonden, laat ik dat
weten.
05.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Le ministre
confirme que la législation comporte à cet égard
des zones d'ombre pour ne pas dire qu'elles trahit
des lacunes. Les pays en voie de développement
ne possèdent pas les capacités nécessaires pour
juger de la valeur thérapeutique d'un médicament.
Cette situation est synonyme d'un risque pour la
santé mondiale. Je me réjouis que le ministre se
déclare prêt à prendre une initiative à ce sujet et
suive attentivement la situation.
05.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): De minister
bevestigt dat er een grijze zone, zo niet een lacune
in de wetgeving bestaat. De ontwikkelingslanden
zelf hebben niet voldoende capaciteit om de
therapeutische waarde van een geneesmiddel te
testen. Dat levert een risico voor de
wereldgezondheid op. Ik juich toe dat de minister
bereid is een initiatief te nemen en volg de zaak
nauwgezet op.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'assistance au suicide" (n° 10298)
06 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "hulp bij zelfmoord" (nr. 10298)
06.01 Hilde Dierickx (VLD): On a pu lire dans les
journaux belges que 20 Belges sont inscrits sur la
liste d'attente de la clinique Dignitas, en Suisse,
pour y bénéficier d'une aide au suicide. Il s'agit
principalement de personnes dont « la souffrance
psychologique est insupportable
». Selon le
directeur de Dignitas, un Belge serait déjà décédé
avec l'assistance de l'établissement, qui a été mis
en cause en Allemagne parce qu'une
ressortissante allemande munie de faux papiers y a
été « assistée ».
Quelle est la position du ministre à propos de
«
l'assistance au suicide
» fournie par des
médecins, des infirmiers, des proches, des amis ou
des tiers ? Que pense le ministre du « tourisme du
06.01 Hilde Dierickx (VLD): In Belgische kranten
verscheen het bericht dat twintig Belgen op de
wachtlijst staan in het Zwitserse ziekenhuis Dignitas
voor hulp bij zelfdoding. Het gaat vooral om
mensen met 'ondraaglijk psychisch leed'. Volgens
de directeur van Dignitas zou al één Belg gestorven
zijn onder begeleiding van de instelling. Het
ziekenhuis kwam in Duitsland al in opspraak
doordat een Duitse dame met valse papieren er
'geholpen' werd.
Wat is het standpunt van de minister over 'hulp bij
zelfdoding' door artsen, verpleegkundigen, familie,
vrienden of derden? Wat denkt de minister over
'zelfmoordtoerisme'? Welke gevolgen kunnen er
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
9
suicide » ? Quelles peuvent être les conséquences
pour des médecins belges qui envoient leurs
patients en Suisse ? Y a-t-il des conséquences
juridiques pour les médecins suisses
? Quel
pourcentage des personnes admises dans les
hôpitaux psychiatriques en raison de tendances
suicidaires finissent-elles par se suicider ?
zijn voor Belgische artsen die hun patiënten naar
Zwitserland verwijzen? Zijn er juridische gevolgen
voor de Zwitserse artsen? Hoeveel procent van de
mensen die worden opgenomen in psychiatrische
ziekenhuizen met zelfmoordneigingen, plegen
uiteindelijk zelfmoord?
06.02 Rudy Demotte, minister (en néerlandais) :
Pour les questions concernant mon point de vue, je
vous renvoie au rapport de la commission
d'évaluation de la loi sur l'euthanasie. Il s'indique
de recueillir au maximum les avis des experts et
des professionnels.
Selon ce rapport, une adaptation de la loi sur
l'euthanasie ne serait pas nécessaire. J'estime a
priori que l'euthanasie ne peut être pratiquée que
dans ce cadre légal. J'ai toutefois conscience que
ce cadre n'est peut-être pas suffisamment adapté
aux besoins de l'ensemble des patients. Je me
réunirai avec la commission à ce sujet et les
rapports suivants indiqueront s'il est nécessaire
d'entreprendre des actions.
Je n'ai pas l'intention de me rendre en Suisse à
moins qu'un rapport futur de la Commission ne
démontre l'utilité d'une telle visite.
La loi belge est applicable en Belgique et la loi
suisse en Suisse. Les patients sont libres de leurs
allées et venues.
Actuellement, je ne dispose pas de chiffres
actualisés sur le suicide. L'Institut national de
statistique prépare des chiffres nationaux. L'année
prochaine, le retard accumulé devrait être résorbé.
Nous pourrons dès lors nous employer à optimiser
au maximum la lutte contre le suicide.
06.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Voor
de vragen over mijn standpunt wil ik verwijzen naar
het rapport van de evaluatiecommissie inzake de
wet op euthanasie. Adviezen van experts en
beroepsmensen moeten uitgebreid worden
ingewonnen.
Volgens dit rapport lijkt er geen behoefte te bestaan
om de wet op euthanasie aan te passen. Ik vind a
priori dat euthanasie enkel binnen dit wettelijk kader
mag worden uitgevoerd. Ik ben er me wel van
bewust dat dit kader misschien niet voldoende is
aangepast aan de behoefte van alle patiënten. Ik
zal daar met de commissie over vergaderen en uit
de volgende rapporten zal blijken of er acties
moeten worden ondernomen.
Ik ben niet van plan naar Zwitserland te reizen,
tenzij een toekomstig rapport van de Commissie
aangeeft dat dat nuttig zou zijn.
De Belgische wet geldt in België, de Zwitserse in
Zwitserland. Patiënten mogen gaan en staan waar
ze willen.
Momenteel beschik ik niet over actuele cijfers over
zelfdoding. Het Nationaal Instituut voor de statistiek
werkt aan nationale cijfers. Volgend jaar zou de
opgelopen achterstand weggewerkt zijn, waardoor
we de strijd tegen zelfmoord zo doeltreffend
mogelijk kunnen maken.
06.03 Hilde Dierickx (VLD): S'il s'avère que le
cadre légal ne suffit pas, nous veillerons à ce que le
problème ne reste pas en suspens.
06.03 Hilde Dierickx (VLD): Als zou blijken dat het
wettelijk kader niet volstaat, dan zullen we dat
opvolgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la formation des médecins généralistes à la
problématique de la violence conjugale"
(n° 10159)
07 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het sensibiliseren van de huisartsen voor
de problemen van partnergeweld" (nr. 10159)
07.01 Talbia Belhouari (PS): La violence
conjugale ressort à l'ordre public et porte
directement atteinte aux droits fondamentaux. On
estime qu'elle touche aujourd'hui une femme sur
cinq. Les victimes doivent souvent affronter seules
cette situation et elles abordent en général ce
07.01 Talbia Belhouari (PS): Partnergeweld is
van openbare orde en doet rechtstreeks afbreuk
aan de fundamentele rechten. Volgens schattingen
is thans een vrouw op vijf er het slachtoffer van. De
slachtoffers staan vaak alleen in hun strijd en
kaarten het probleem meestal eerst bij hun
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
10
problème en premier lieu avec leur médecin
traitant. Les généralistes doivent donc être
sensibilisés à cette question.
Le SPF Santé publique a mené une enquête en
octobre dernier. Trois répondants sur quatre se
disent insuffisamment préparés à la problématique
de la violence conjugale. Des initiatives existent
mais, au vu des résultats de la dernière enquête,
elles s'avèrent insuffisantes. Quelles sont les suites
qui seront apportées à cette enquête? Une nouvelle
campagne de sensibilisation plus en profondeur
est-elle envisageable?
behandelende geneesheer aan. Die problematiek
moet derhalve onder de aandacht van de
huisartsen worden gebracht.
De FOD Volksgezondheid heeft in oktober
jongstleden een enquête gehouden. Drie
respondenten op vier antwoorden dat ze
onvoldoende voorbereid zijn op de problematiek
van het partnergeweld. Er bestaan initiatieven die
echter niet volstaan, zoals het resultaat van de
jongste enquête aantoont. Welk gevolg wordt er
aan die enquête gegeven? Is men van plan een
nieuwe en grondigere sensibilisatiecampagne op
poten te zetten?
07.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Un
guide ayant pour objectif de sensibiliser les
intervenants de première ligne à la problématique
de la violence à l'intérieur des familles a en effet été
élaboré à mon initiative. Il vient de faire l'objet d'une
évaluation, notamment auprès des médecins
généralistes eux-mêmes.
Au vu des résultats de cette enquête, il a été décidé
d'élaborer des cartes de synthèse complétées par
des schémas de type « arbre de décision ». Ils
seront diffusés durant ce premier trimestre 2006.
En parallèle, un système test d'enregistrement des
actes de violence conjugale va être mis en place au
sein d'un échantillon représentatif des services
d'urgence dans les hôpitaux.
07.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Op mijn
initiatief werd er inderdaad een gids opgesteld
waarmee we de eerstelijnszorgverstrekkers bewust
willen maken van het probleem van het geweld in
de gezinnen. Die gids werd onlangs geëvalueerd,
onder andere door de huisartsen zelf.
Gelet op de resultaten van die enquête werd beslist
samenvattende fiches op te stellen die met
"beslissingsboom"-schema's werden aangevuld. Ze
zullen in het eerste trimester van 2006 verspreid
worden. Tegelijkertijd wordt er in een aantal
zorgvuldig uitgekozen representatieve
spoedafdelingen van ziekenhuizen een testsysteem
ingevoerd om gevallen van partnergeweld te
registreren.
Le but est de sensibiliser les professionnels de la
santé en charge des services d'urgences à l'utilité
de posséder un système d'enregistrement fiable qui
puisse être utilisé en 2007 par les médecins
généralistes en vue d'améliorer la détection des
problèmes de violence intra-familiale.
Op die wijze willen we de gezondheidswerkers die
aan het hoofd van de spoeddiensten staan, wijzen
op het nut van een betrouwbaar registratiesysteem
dat in 2007 door de huisartsen in gebruik kan
worden genomen. Zo wordt het eenvoudiger om
problemen van geweld binnen het gezin op te
sporen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Dominique Tilmans au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les centres privés de chirurgie
esthétique" (n° 10245)
08 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de privé-centra voor
esthetische chirurgie" (nr. 10245)
08.01 Dominique Tilmans (MR): Des centres
d'esthétique chirurgicale non hospitaliers pratiquent
diverses interventions chirurgicales. Or, les actes
chirurgicaux d'une certaine valeur doivent être
pratiqués en milieu hospitalier qualifié. Par ailleurs,
l'équipement et les conditions de travail de ces
centres sont aléatoires. Quels sont, au stade
actuel, les normes et moyens de contrôle relatifs à
ce type de centres ? Des critères légaux ne
devraient-ils pas être définis ?
08.01 Dominique Tilmans (MR): In centra voor
esthetische chirurgie buiten de ziekenhuisomgeving
worden diverse heelkundige ingrepen uitgevoerd.
Bepaalde chirurgische handelingen moeten echter
in daartoe erkende ziekenhuizen worden verricht.
Voorts zijn de voorzieningen en de
werkomstandigheden in die centra aleatoir. Wat zijn
thans de normen en controlemiddelen met
betrekking tot die centra? Zouden er geen wettelijke
criteria moeten worden vastgesteld?
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
11
08.02 Rudy Demotte, ministre (en français):
Actuellement, nous ne disposons pas de moyens
légaux pour légiférer en la matière. Je vais réitérer
la demande d'avis que j'ai introduite par le passé
auprès du Conseil national des Établissements
hospitaliers en vue de définir des critères de qualité
applicables aux centres privés de chirurgie
plastique.
08.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Wij
beschikken thans niet over wettelijke middelen om
ter zake wetgevend op te treden. Ik zal het verzoek
om advies dat ik in het verleden al tot de Nationale
Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen heb gericht,
herhalen teneinde kwaliteitscriteria met betrekking
tot de privécentra voor plastische chirurgie vast te
stellen.
08.03 Dominique Tilmans (MR): Il devient urgent
d'établir des normes pour ce genre de centres
privés, en particulier en raison du développement
important de ce secteur dans notre pays.
08.03 Dominique Tilmans (MR): Er moeten
dringend normen voor dat soort privécentra worden
uitgevaardigd, gelet op de sterke opmars van die
sector in ons land.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Questions jointes de
- Mme Karine Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la politique
de lutte contre le tabagisme" (n° 10246)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
répartition des moyens du Fonds fédéral de lutte
contre le tabagisme" (n° 10408)
- Mme Muriel Gerkens au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
reconnaissance du CREAA comme organisme
d'utilité publique" (n° 10552)
09 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Karine Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
antitabaksbeleid" (nr. 10246)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verdeling van de middelen van het federaal
Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik"
(nr. 10408)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenning van het CREAA als stichting van
openbaar nut" (nr. 10552)
09.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): En 2005, la
politique fédérale antitabac a fait d'importants
progrès mais en matière de prévention du
tabagisme, tout n'est pas encore en ordre au
niveau flamand.
Quand un accord sera-t-il signé entre les
Communautés et les autorités fédérales sur la
répartition des moyens du Fonds tabac ? Quelle
sera la somme allouée à la Communauté flamande
pour la prévention du tabagisme ?
09.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Het federale
antitabaksbeleid ging er in 2005 sterk op vooruit,
maar inzake tabakspreventie is op Vlaams niveau
nog niet alles in orde.
Wanneer komt er een akkoord tussen de
Gemeenschappen en de federale overheid over de
verdeling van de middelen uit het Tabaksfonds?
Hoeveel zal de Vlaamse Gemeenschap krijgen
voor tabakspreventie?
09.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Le 12
juillet 2005, j'avais déjà interrogé le ministre sur le
Fonds tabac. Où en sont les négociations avec les
entités fédérées ? Qu'en est-il d'un éventuel accord
de coopération ? La répartition des moyens du
Fonds tabac a-t-elle déjà été précisée ?
09.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Op 12 juli
2005 ondervroeg ik de minister reeds over het
Tabaksfonds. Wat is de stand van zaken in de
onderhandelingen met de deelstaten? Hoe zit het
met een mogelijk samenwerkingsakkoord? Heeft
men reeds duidelijkheid over de verdeling van de
middelen uit het Tabaksfonds?
09.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Reconnue
organisme d'utilité publique, l'ASBL CREAA a été
constituée à partir de la Fondation Rodin en vue de
mener des actions telles que la réalisation d'études
et l'évaluation des actions menées par les autres
organismes de lutte contre le tabac.
Interrogée au sujet de la reconnaissance de l'ASBL
09.03 Muriel Gerkens (ECOLO): De vzw CREAA
is erkend als instelling van openbaar nut. CREAA is
eigenlijk een uitvloeisel van de Rodin Stichting en
heeft onder meer tot doel studies uit te voeren en
de acties van de andere antirookorganisaties te
toetsen.
Op een vraag over de erkenning van de vzw
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
12
CREAA, la ministre de la Justice m'a répondu avoir
reçu votre aval tandis que la législation relative à la
reconnaissance des organismes d'intérêt public ne
tient pas compte de la composition du conseil
d'administration ni des liens que peuvent entretenir
ses membres avec d'autres organismes. En outre,
la ministre précisait que le respect des règles de
l'OMS relève de la compétence du ministre de la
Santé et non de la sienne.
Selon l'avis positif que vous avez rendu, la nouvelle
ASBL, anciennement Fondation Rodin, n'a plus de
lien direct avec les cigarettiers et serait dès lors en
accord avec les règles de l'OMS. Suivant votre
conseil, le nom de l'ASBL a toutefois été modifié et
s'appelle désormais le CREAA.
Eviter la confusion en modifiant la dénomination
d'une organisation de facto issue des cigarettiers
est pour le moins hypocrite.
Pour rappel, l'avis rendu par l'OMS en mai 2003
dénonçait l'objectif principal de la Fondation Rodin,
à savoir le sabotage du fonds public de contrôle du
tabac ainsi qu'une politique de prévention
sponsorisée principalement par les cigarettiers et,
dès lors, en conflit avec les exigences de
transparence et avec la convention-cadre de lutte
antitabac.
CREAA antwoordde de minister van Justitie mij dat
u het groene licht gegeven had. De wetgeving
betreffende de erkenning van instellingen van
openbaar nut houdt evenwel geen rekening met de
samenstelling van de raad van bestuur, noch met
de banden die de leden van de raad van bestuur
mogelijk onderhouden met andere organisaties. De
minister verklaarde voorts dat niet zij, maar de
minister van Volksgezondheid moet toezien op de
naleving van de regels van de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Volgens het door u uitgebrachte positieve advies
heeft de nieuwe vzw, de vroegere Rodin Stichting,
geen rechtstreekse band meer met de
sigarettenproducenten en worden de WHO-regels
dus nageleefd. Op uw advies werd de naam van de
vzw evenwel veranderd in CREAA.
Het veranderen van de naam van een organisatie
die de facto werd opgericht door de
sigarettenindustrie, om verwarring te vermijden, is
op zijn minst een hypocriete zet te noemen.
Ter herinnering: in het advies van de WHO van mei
2003 wordt het hoofddoel van de Rodin Stichting
gehekeld, namelijk het saboteren van het openbare
Tabaksfonds en het voeren van een hoofdzakelijk
door de sigarettenfabrikanten gesponsord
preventiebeleid, wat haaks staat op de vereisten
inzake transparant beheer en strijdig is met de
kaderovereenkomst van de
Wereldgezondheidsorganisatie inzake de
bestrijding van het tabaksgebruik.
Quels sont les éléments qui vous permettent de
conclure à l'absence de relations entre l'ASBL
CREEA et les intérêts des cigarettiers?
N'est-il pas surprenant qu'une ASBL financée
indirectement par les cigarettiers évalue les
pratiques des acteurs de terrain et dispose de
moyens nettement supérieurs à ceux des
associations?
A cet égard, pourriez-vous fournir des explications
concernant la répartition des moyens financiers
alloués, la dotation octroyée au CREEA ainsi
qu'aux missions que cette dernière mènent dans
les écoles ?
Op grond waarvan komt u tot het besluit dat er
geen verband bestaat tussen de vzw CREAA en de
belangen van de sigarettenproducenten?
Is het niet verwonderlijk dat een vzw die
onrechtstreeks door de sigarettenproducenten
wordt gefinancierd, de initiatieven van de actoren in
het veld beoordeelt en over merkelijk hogere
middelen dan de verenigingen beschikt?
Kan u in dat opzicht meer uitleg verschaffen over
de verdeling van de toegekende middelen en over
de dotatie die het CREAA voor zijn werking en zijn
acties in de scholen ontvangt?
09.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Le Fonds fédéral « Tabac » est financé par une
dotation de l'INAMI de deux millions d'euros. La
majeure partie des moyens est consacrée à
l'accompagnement de mesures issues du plan
fédéral de lutte contre le tabagisme. Lors de la
précédente législature, il y a eu une proposition
d'accord de coopération. Une telle proposition n'est
plus à l'ordre du jour, étant donné que le Conseil
09.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
federale Tabaksfonds wordt gefinancierd via een
Riziv-toelage van 2 miljoen euro. Het grootste deel
van de middelen wordt besteed aan de begeleiding
van maatregelen uit het federaal plan ter bestrijding
van het tabaksgebruik. Tijdens de vorige
regeerperiode was er een voorstel van
samenwerkingsakkoord. Dit is niet meer aan de
orde omdat de Raad van State zich formeel heeft
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
13
d'État s'est fermement opposé à un transfert de
fonds fédéraux vers les entités fédérées, lesquelles
se sont ensuite opposées à un accord reposant sur
des cotisations.
gekant tegen een overdracht van federale fondsen
naar de deelgebieden. Hierna hebben de
deelgebieden zich verzet tegen een overeenkomst
die steunt op bijdragen.
(En français) Si je plaide pour la création d'un
véritable fonds public transversal, celle-ci requiert
que le gouvernement partage cette ambition dans
le respect de l'avis du Conseil d'Etat.
(Frans) Ik pleit voor de oprichting van een echt
transversaal openbaar fonds, wat echter
veronderstelt dat de regering die ambitie deelt en
het advies van de Raad van State naleeft.
(En néerlandais) Nous travaillons à présent avec
des demandes de soutien pour des projets de lutte
contre le tabagisme. Il est possible d'envisager
dans ce cadre des actions de coopération avec les
Régions. Les demandes sont évaluées par un
comité d'accompagnement. Celui-ci vérifie si les
projets correspondent aux priorités fédérales en
matière de lutte contre le tabagisme et si elles les
complètent.
(Nederlands) Nu werken we met
ondersteuningsaanvragen van projecten die de
strijd tegen tabaksgebruik beogen. Hierbij kan men
samenwerkingsacties met de deelgebieden
overwegen. Een begeleidingscomité evalueert de
aanvragen. Men kijkt of de projecten
overeenkomen met de federale prioriteiten in de
strijd tegen tabak en of ze deze aanvullen.
(En français) Quant à la reconnaissance du CREAA
en tant qu'organisme d'utilité publique, j'ai répondu
à la demande de la ministre de la Justice qu'en ma
qualité de ministre de la Santé publique, il ne
m'appartient pas de me prononcer dans le cadre de
la loi du 27 juin 1921 relative aux associations sans
but lucratif, même si, en l'espèce, la fondation a
pour objet une matière qui relève de mes
compétences. En matière de lutte contre le
tabagisme, mon engagement est sans équivoque.
(Frans) Wat de erkenning van het CREAA als
organisme van openbaar nut betreft, heb ik op de
adviesvraag van de minister van Justitie
geantwoord dat ik als minister van
Volksgezondheid geen uitspraak kan doen in het
kader van de wet van 27 juni 1921 betreffende de
verenigingen zonder winstoogmerk, zelfs al zou de
stichting waarvan sprake een maatschappelijk doel
hebben dat tot mijn bevoegdheid behoort. In de
bestrijding van het tabaksgebruik geef ik geen
duimbreed toe.
09.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Je
constate qu'un accord de coopération n'est plus à
l'ordre du jour et que les demandes sont désormais
évaluées sur la base d'un dossier concret.
09.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik noteer
dat een samenwerkingsakkoord niet meer aan de
orde is en dat aanvragen voortaan beoordeeld
worden op basis van een concreet dossier.
09.06 Muriel Gerkens (ECOLO): Il serait
intéressant de confronter les réponses des
différents ministres. En effet, tant le ministre de la
Santé, que ceux des Finances et de la Justice
considèrent qu'il ne leur appartient pas de se
prononcer sur l'un ou l'autre des aspects de ce
dossier. Quoiqu'il en soit, cela démontre à quel
point la qualité d'organisme d'intérêt public
reconnue au CREAA pose des problèmes eu égard
à notre indépendance et à notre respect des règles
de l'Organisation mondiale de la Santé.
Si les politiques fédérales restent indépendantes à
l'égard des cigarettiers, la Fondation Rodin
bénéficie d'argent versé par les cigarettiers et des
dotations de l'État via le CREAA tandis que vous ne
disposez d'aucun moyen pour vous opposer aux
actions que cette asbl mène indépendamment de
vos décisions.
Je vous interrogerai ultérieurement sur l'argent que
09.06 Muriel Gerkens (ECOLO): Het zou
interessant zijn om de antwoorden van de diverse
ministers met elkaar te vergelijken. Zowel de
minister van Volksgezondheid als de minister van
Financiën en de minister van Justitie zijn immers de
mening toegedaan dat het hen niet toekomt zich
over bepaalde aspecten van dat dossier uit te
spreken. Een en ander toont hoe dan ook aan dat
de erkenning van het CREAA als stichting van
openbaar nut problemen doet rijzen met betrekking
tot onze onafhankelijkheid en de naleving van de
regels van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Het federaal beleid blijft weliswaar onafhankelijk ten
aanzien van de sigarettenfabrikanten, maar de
Rodin Stichting ontvangt fondsen die door de
sigarettenfabrikanten worden gestort, alsook
overheidsdotaties via het CREAA, terwijl u over
geen enkel middel beschikt om u te verzetten tegen
acties die het los van uw beslissingen voert.
Ik zal u later ondervragen over het geld dat u aan
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
14
vous avez versé au CREAA afin qu'il lance des
campagnes et entreprenne des évaluations.
Votre réponse ne me satisfait évidemment pas et
démontre l'option choisie à savoir, celle de
l'hypocrisie !
het CREAA heeft gestort en dat moet dienen voor
het opzetten van campagnes en het verrichten van
evaluaties.
Uw antwoord schenkt mij uiteraard geen voldoening
en geeft aan welke weg u heeft gekozen, namelijk
die van de hypocrisie!
09.07 Rudy Demotte, ministre(en français) : Je
n'ai aucune leçon d'hypocrisie à donner aux
écologistes qui avaient accepté, au début des
années 2000, un système de financement du
Fonds Rodin pur et simple !
09.07 Minister Rudy Demotte (Frans): Op het
stuk van hypocrisie heb ik de groenen geen lessen
te geven: begin jaren 2000 gingen ze akkoord met
een regelrechte financiering van het Rodinfonds.
09.08 Muriel Gerkens (ECOLO): S'il y eu erreur à
ce moment-là, elle a été grandement partagée.
Pour que le fonds public soit accepté, il a fallu que
le gouvernement accepte la création de la fondation
Rodin par le biais d'une augmentation du prix du
tabac et non des accises. J'espérais que les
choses allaient être corrigées. Ce n'est pas le cas !
09.08 Muriel Gerkens (ECOLO): Voor de
vergissing die toen werd begaan, kunnen niet
alleen de groenen met de vinger worden gewezen.
Opdat wij dat openbaar fonds zouden aanvaarden,
moest de regering akkoord gaan met de oprichting
van de Rodin Stichting, via een verhoging van de
tabaksprijs en niet van de accijnzen. Ik hoopte dat
een en ander zou worden rechtgezet, maar dat is
niet gebeurd!
09.09 Rudy Demotte, ministre (en français): Nul
ne doute de ma conviction anti-tabac. Pour la
première fois dans ce pays, on a mis deux millions
d'euros publics pour lutter contre le tabac. Ces
montants pourraient être augmentés. Je souhaite
aussi que les Communautés, quoiqu'attentives à la
problématique, abandonnent leur position attentiste
de non-investissement financier.
09.09 Minister Rudy Demotte (Frans): Iedereen
weet dat ik een overtuigd tegenstander ben van
roken. Voor het eerst werd in ons land twee miljoen
euro overheidsgeld op tafel gelegd voor de strijd
tegen het tabaksgebruik. Die bedragen zouden nog
kunnen worden opgetrokken. Ik wens voorts dat de
Gemeenschappen, die weliswaar belangstelling
hebben voor dit probleem, ook financieel over de
brug zouden komen.
09.10 Muriel Gerkens (ECOLO): Je me réjouis
que deux millions aient été mis dans le
financement. Il est toutefois incorrect que vous
accordiez des dotations aux autres qui disposent
de douze millions pour mener des actions.
09.10 Muriel Gerkens (ECOLO): Ik ben blij met
deze financiering ten bedrage van twee miljoen. U
kent echter dotaties toe aan instellingen die over
twaalf miljoen beschikken om acties te voeren en
dat is niet correct.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
reconnaissance des médecins en revalidation
pour les centres de revalidation autonomes"
(n° 10290)
10 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenning van revalidatieartsen voor de
autonome revalidatiecentra" (nr. 10290)
10.01 Luc Goutry (CD&V):Il y a quelques
semaines, au sein de cette commission, à une
question relative à la reconnaissance des médecins
en revalidation pour les centres de revalidation
autonomes, le ministre a répondu qu'un projet
d'arrêté ministériel était en voie de finalisation.
Quand ce projet sera-t-il terminé ? Le ministre peut-
il déjà soulever un coin du voile ?
10.01 Luc Goutry (CD&V): Enkele weken geleden
antwoordde de minister op een vraag in deze
commissie over de erkenning van revalidatieartsen
voor de autonome revalidatiecentra, dat de laatste
hand wordt gelegd aan een ontwerp van
ministerieel besluit.
Wanneer zal dit ontwerp afgerond zijn? Kan de
minister voor onze commissie al een tipje van de
sluier oplichten?
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
15
10.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Ce projet n'est pas encore prêt et devra encore
faire l'objet de délibérations. Pour l'heure, il est
soumis pour avis au Conseil supérieur des
médecins spécialistes et généralistes. Je le mettrai
à la disposition de la commission dès qu'il aura été
approuvé.
10.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
ontwerp is nog niet klaar. Er wordt nog volop over
beraadslaagd. Momenteel ligt het voor advies bij de
Hoge Raad voor Geneesheren, Specialisten en
Huisartsen. Zodra het ontwerp is goedgekeurd, zal
ik het ter beschikking van de commissie stellen.
10.03 Luc Goutry (CD&V): Quand cela sera-ce
chose faite ?
10.03 Luc Goutry (CD&V): Wanneer zal dit
gebeuren?
10.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) : il
est trop tôt aujourd'hui pour vous répondre.
10.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands):
Daarop kan ik vandaag nog niet antwoorden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Jean-Marc Delizée au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les conséquences pour les petits hôpitaux
ruraux de la décision du 23 janvier 2006 du
Comité de l'assurance soins de santé concernant
le financement de la permanence des
laboratoires de biologie clinique" (n° 10310)
11 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gevolgen voor de kleine landelijke
ziekenhuizen van de beslissing van
23
januari
2006 van het Comité van de
verzekering voor geneeskundige verzorging
betreffende de financiering van de wachtdienst
van de laboratoria voor klinische biologie"
(nr. 10310)
11.01 Jean-Marc Delizée (PS): Une des
caractéristiques essentielles des hôpitaux est
d'assurer en permanence les soins aux patients qui
s'y présentent. Différentes techniques de
financement ont été élaborées au fil du temps pour
financer cette obligation de permanence. En 2005,
vous avez supprimé un de ces financements, à
savoir l'honoraire supplémentaire qui pouvait être
réclamé pour des examens de biologie clinique
réalisés en dehors des heures normales de travail.
Vous vous étiez engagé à réinjecter partiellement la
somme épargnée au profit des permanences
hospitalières dès 2006. Vous avez fait une
proposition allant dans ce sens au Conseil général
de l'INAMI. En janvier, le Comité de l'assurance
des soins de santé vous a transmis une proposition
de la Commission médico-mutualiste consistant à
répartir la somme prévue de 9 millions via une
technique qui exclut les plus petits hôpitaux pour
des raisons liées au nombre de médecins
biologistes employés et de lits exploités.
Ce sont justement ces « petits » hôpitaux qui ont le
plus de difficultés à financer la permanence à
laquelle ils sont tenus.
Le choix du Comité de l'assurance des soins de
santé ne risque-t-il pas de mettre en péril la
11.01 Jean-Marc Delizée (PS): Een van de
essentiële kenmerken van een ziekenhuis is dat de
patiënten die zich aanmelden doorlopend worden
verzorgd. In de loop der jaren werden verschillende
financieringstechnieken uitgewerkt om die
verplichting van het organiseren van een
wachtdienst te financieren. In 2005 heeft u een van
die financieringswijzen afgeschaft, namelijk de
aanvullende honoraria die mochten worden geïnd
voor klinisch-biologische onderzoeken die buiten de
normale werkuren werden uitgevoerd. U had er
zich toe verbonden het aldus uitgespaarde bedrag
in 2006 gedeeltelijk opnieuw toe te kennen ten
voordele van de ziekenhuispermanenties. U had in
de Algemene Raad van het Riziveen voorstel in die
zin gedaan. In januari heeft het Comité van de
verzekering voor geneeskundige verzorging u een
voorstel bezorgd van de Commissie Artsen-
Ziekenfondsen dat erin bestaat het bedrag van 9
miljoen te verdelen volgens een techniek die de
kleinste ziekenhuizen uitsluit, om redenen die
verband houden met het aantal tewerkgestelde
geneesheren-biologen en geëxploiteerde bedden.
Het zijn precies die "kleine" ziekenhuizen die de
grootste moeilijkheden ondervinden om de
wachtdienst die zij verplicht moeten organiseren, te
financieren.
Dreigt de keuze van het Comité van de verzekering
voor geneeskundige verzorging het vermogen van
die kleine ziekenhuizen om een gelijke toegang tot
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
16
capacité de ces hôpitaux de garantir un accès égal
à des services de qualité ?
Pourriez-vous envisager pour eux des mesures
spécifiques en ce qui concerne la répartition de
ces 9 millions d'euros ?
kwaliteitsvolle zorg te garanderen, niet op de helling
te zetten?
Kan u voor die kleine ziekenhuizen niet in
specifieke maatregelen voorzien met betrekking tot
de verdeling van die 9 miljoen euro?
11.02 Rudy Demotte, ministre (en français):
L'indemnité pour les examens urgents de
laboratoire pour les patients en ambulatoire a été
supprimée. Une partie de ces économies, 9 millions
d'euros, est réinvestie par le biais des honoraires
forfaitaires de biologie clinique attribués par
admission dans certains services d'un hôpital
général. La plupart des hôpitaux peuvent porter en
compte les honoraires forfaitaires d'admission les
plus élevés puisqu'ils répondent aux exigences
requises par le libellé du forfait.
Pour répondre à notre demande, le Conseil
technique médical, le 6 décembre, a été d'avis de
redistribuer les 9 millions d'euros sur base annuelle
pour la valorisation de ces forfaits d'admission à
partir du 1
er
avril 2006. Cette mesure a pu être
inscrite dans les termes de l'accord national
médico-mutualiste pour 2006-2007.
Concernant les autres hôpitaux, d'autres forfaits
peuvent être portés en compte selon la structure de
l'institution hospitalière en termes de service et
d'exigences requises pour la permanence.
S'il devait subsister des problèmes pour certaines
institutions et dans certaines zones du pays, nous
envisagerions des solutions spécifiques.
11.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De
vergoeding voor de dringende
laboratoriumonderzoeken voor ambulante patiënten
werd afgeschaft. Een deel van die besparing, ten
belope van 9 miljoen euro, wordt opnieuw
geïnvesteerd via de forfaitaire erelonen inzake
klinische biologie, die worden toegekend per
opname in bepaalde diensten van een algemeen
ziekenhuis. De meeste ziekenhuizen kunnen de
hoogste forfaitaire erelonen per opname in rekening
brengen, omdat ze voldoen aan de voorwaarden
van het forfait.
In antwoord op onze vraag, heeft de Technische
Geneeskundige Raad op 6 december geadviseerd
de 9 miljoen op jaarbasis te herverdelen, om die
opnameforfaits met ingang van 1 april 2006 op te
trekken. Die maatregel kon worden opgenomen in
de nationale overeenkomst artsen-ziekenfondsen
voor 2006-2007.
Voor de andere ziekenhuizen kunnen andere
forfaits in rekening worden gebracht, afhankelijk
van de diensten die het ziekenhuis verstrekt en van
de vereisten waaraan de wachtdienst moet
voldoen.
Indien bepaalde instellingen of delen van het land
blijvend met problemen zouden worden
geconfronteerd, zal naar specifieke oplossingen
worden gezocht.
11.03 Jean-Marc Delizée (PS): Ce sont les petits
hôpitaux, qui ont les budgets les moins élevés, qui
ont le plus de difficultés à financer la permanence
et sont donc pénalisés par le mécanisme pour
lequel une majorité s'est dégagée au sein du
comité de l'assurance pour définir les normes
effectives.
Par ailleurs, j'ai cru comprendre que les conditions
que vous avez énumérées sont cumulatives ; je
plaide pour un assouplissement de celles-ci et un
correctif éventuel.
Ceci dit, étant donné votre réponse, vous laissez
une porte ouverte au dialogue.
11.03 Jean-Marc Delizée (PS): Het zijn de kleine
ziekenhuizen, die over de minste middelen
beschikken, die de grootste moeilijkheden
ondervinden om de wachtdiensten te financieren.
Zij worden dan ook afgestraft door het mechanisme
inzake de bepaling van de effectieve normen
waarover een meerderheid in het
Verzekeringscomité het eens is geworden.
Ik meen bovendien te begrijpen dat de
voorwaarden die u hebt opgesomd, cumulatief zijn;
ik pleit voor een versoepeling en een eventuele
bijsturing van die voorwaarden.
Dit gezegd zijnde en rekening houdend met uw
antwoord, heb ik toch de indruk dat u de
mogelijkheid laat voor overleg.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Questions jointes de
- M. Philippe De Coene au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le système
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Philippe De Coene aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
17
de navigation City-GIS" (n° 10309)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la nouvelle
réglementation applicable au service 100 à
Heuvelland" (n° 10717)
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la nouvelle
réglementation applicable au service 100 à
Heuvelland" (n° 10760)
navigatiesysteem City-GIS" (nr. 10309)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
nieuwe regeling voor de dienst 100 in
Heuvelland" (nr. 10717)
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de nieuwe
regeling van de dienst 100 in Heuvelland"
(nr. 10760)
12.01 Philippe De Coene (sp.a-spirit) : En janvier
2006 a été inauguré un nouveau système de
navigation destiné aux services médicaux
d'intervention. Ce système, baptisé City-GIS, est un
modèle informatique qui calcule l'itinéraire des
ambulances et détermine en outre quel service 100
doit entrer en action.
Toutefois, en pratique, ce modèle informatique
présente beaucoup d'imperfections inhérentes à
tout nouveau dispositif. Les services locaux, qui
doivent pourtant intervenir sur le terrain, n'ont
même pas été associés à sa mise au point. Les
bourgmestres et les gouverneurs de province non
plus. Résultat : une grande confusion règne sur le
terrain. C'est ainsi que nous avons déjà
connaissance de situations où, dans le cas concret
de Courtrai, des équipes d'intervention médicales
venues d'ailleurs sont actives sur le territoire de la
ville. Cela engendre évidemment nombre de
situations absurdes.
Entre-temps, une série de correctifs ont déjà été
apportés mais le système City-GIS ne fonctionne
pas encore convenablement. Par exemple,
lorsqu'on y fait appel dans une des entités du sud
de Courtrai, à proximité de la frontière linguistique,
on est régulièrement emmené par des ambulances
de Mouscron vers des hôpitaux où on ne peut être
accueilli dans sa langue maternelle. En cas
d'interventions urgentes, cela peut avoir des
conséquences fatales.
12.01 Philippe De Coene (sp.a-spirit): In januari
2006 werd gestart met een nieuw navigatiesysteem
voor medische interventiediensten. Dit
zogenaamde City-GIS-systeem is een
computermodel dat het traject van de ambulances
berekent en bovendien bepaalt welke dienst 100 in
actie moet komen.
Het computermodel vertoont in de praktijk echter
nogal wat kinderziekten. Bij de voorbereiding van
het nieuwe systeem werden de lokale diensten, die
toch moeten instaan voor de concrete interventies,
niet eens betrokken. Hetzelfde geldt voor de
burgemeesters en de provinciegouverneurs. Dit
zorgt voor heel wat verwarring op het terrein. Zo is
er al een aantal gevallen bekend waar, in het
concrete geval van de stad Kortrijk, medische
interventieteams van elders actief zijn op het
grondgebied van de stad. Dit zorgt natuurlijk voor
heel wat absurde situaties.
Inmiddels werd al een aantal bijsturingen
aangebracht, maar het City-GIS-systeem werkt nog
altijd niet naar behoren. Wie bijvoorbeeld in een
van de zuidelijke deelgemeenten van Kortrijk, vlak
bij de taalgrens, een oproep doet, wordt geregeld
door ambulances uit Moeskroen weggevoerd naar
ziekenhuizen waar de patiënt niet in zijn moedertaal
kan worden opgevangen. Dit kan bij
noodinterventies een fatale afloop in de hand
werken.
Dans l'intervalle, nous apprenons que le ministre
songe à également organiser les interventions des
services d'incendie par le biais du même système
informatique, ce qui aurait pour effet d'accroître le
risque d'accident. Nous demandons instamment
que le système soit adapté, eu égard à
l'importance capitale de la qualité de l'assistance.
Ondertussen vernemen wij dat de minister speelt
met het idee om ook de brandweerinterventies via
hetzelfde computersysteem te regelen, wat het
risico van ongelukken nog groter maakt. Wij
dringen aan op een bijsturing van het systeem,
omdat een goed presterende hulpverlening nu
eenmaal essentieel is.
12.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Notre
groupe a plus d'une fois fait porter le problème des
SMUR à l'ordre du jour mais de nouveaux
problèmes se posent continuellement, à des
endroits différents. Dans le cadre d'un projet pilote
en cours jusque fin avril, les appels d'urgence émis
12.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Onze
fractie heeft reeds vaker de MUG-problematiek op
de agenda geplaatst, maar er duiken steeds weer
nieuwe problemen op in nieuwe locaties. Tot einde
april loopt er een proefproject waarbij Heuvelland
bij noodoproepen via de dienst 100 bediend wordt
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
18
à Heuvelland sont pris en charge par le service 100
de Ploegsteert. Outre le fait que les ambulanciers
de Ploegsteert possèdent moins de connaissances
pratiques, des problèmes linguistiques se posent,
ce qui a déjà engendré plusieurs incidents navrants
sur le terrain. Le bourgmestre de la commune
aurait déjà adressé une lettre de protestation au
ministre.
Le ministre est-il au fait de ce problème ? Pourquoi
a-t-on instauré ce nouveau régime ? Quand le
projet sera-t-il évalué et adapté ?
door de dienst 100 van Ploegsteert. Niet alleen
hebben de ambulanciers uit Ploegsteert minder
terreinkennis, maar uiteraard rijzen er ook
taalproblemen. Dit heeft op het terrein al voor
verschillende pijnlijke voorvallen gezorgd. De lokale
burgemeester zou al een protestbrief naar de
minister hebben gestuurd.
Is de minister op de hoogte van dit probleem? Wat
was de reden voor de nieuwe regeling? Wanneer
volgt er een evaluatie en bijsturing van het project?
12.03 Luc Goutry (CD&V): Il est évident que lors
de l'intervention du service 100 de Ploegsteert, le
manque de connaissance du terrain et les
problèmes linguistiques peuvent être synonymes
de la perte d'un temps précieux en cas d'urgence.
Le ministre est-il au courant des problèmes
auxquels est confrontée la région du Heuvelland ?
D'autres communes situées sur la frontière
linguistique sont-elles confrontées à des problèmes
similaires
? Cette réglementation sera-t-elle
évaluée et adaptée ?
12.03 Luc Goutry (CD&V): Het is duidelijk dat de
inschakeling van de dienst 100 van Ploegsteert
door een gebrek aan terreinkennis en door
taalproblemen voor verlies van kostbare tijd kan
zorgen bij noodgevallen. Is de minister op de
hoogte van de problemen die zich in Heuvelland
voordoen? Zijn er nog gemeenten op de taalgrens
die met gelijkaardige problemen kampen? Zal deze
regeling geëvalueerd en bijgestuurd worden?
12.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
L'introduction du système City-GIS est une initiative
du département de l'Intérieur à laquelle j'adhère
pleinement. Il est clair que c'est le service médical
d'urgence qui peut arriver le plus vite sur place qui
doit être envoyé. Le système précédent, qui était
basé sur des zones d'intervention, est
irrémédiablement dépassé et le système City-GIS
est la solution qui répond le mieux aux besoins
actuels. La Flandre occidentale n'est pas la
première à utiliser le système City-GIS. Anvers,
Hasselt et Bergen ont ouvert la voie et des contacts
ont également été établis avec Bruges. Le système
a donc bel et bien été testé. Dans ce cadre, les
services d'ambulance et les SMUR ont été invités à
une démonstration du système qui s'est déroulée
lors de trois séances organisées à la centrale-100.
L'information a donc manifestement été suffisante.
Dans la région de Courtrai, plusieurs services
d'urgence sont situés tout près les uns des autres
et ont un temps de réaction similaire. Mon
administration va organiser une réunion de
coordination à ce sujet pour proposer des solutions
pragmatiques. La commission provinciale Aide
médicale urgente établira les protocoles
nécessaires.
12.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
invoering van het systeem City-GIS is een initiatief
van Binnenlandse Zaken waar ik volkomen achter
sta. Het is duidelijk dat die medische urgentiedienst
moet gemobiliseerd worden die het snelst ter
plaatse kan zijn. Het vorige systeem, dat gebaseerd
was op interventiezones, is hopeloos
voorbijgestreefd, terwijl City-GIS de oplossing is
voor de huidige behoeften. City-GIS West-
Vlaanderen is niet de eerste invoering van het
systeem, Antwerpen, Hasselt en Bergen hebben
het pad reeds geëffend en ook met Brugge werden
contacten gelegd. Het systeem werd dus wel
degelijk getest. Daarbij werden de
ambulancediensten en de MUG's voor drie sessies
uitgenodigd op de 100-centrale, voor een
demonstratie van het systeem. Er werd dus zeker
voldoende informatie verstrekt. In de regio Kortrijk
bevinden zich verschillende urgentiediensten vlak
bij elkaar en met een gelijkaardige reactietijd.
Hierover zal mijn administratie een
coördinatievergadering organiseren om
pragmatische oplossingen voor te stellen. De
provinciale commissie Dringende Medische
Hulpverlening zal de nodige protocollen opstellen.
Je voudrais tout d'abord dire à MM. Bultinck et
Goutry qu'ils se trompent. Il n'est pas question de
nouvelle réglementation. Conformément à la loi du
8 juillet 1964, il convient en cas de transport urgent
d'une victime ou d'un malade de faire appel au
service d'ambulance le plus proche. Par le passé,
Aan de heren Bultinck en Goutry wil ik in de eerste
plaats meedelen dat zij zich vergissen. Er is geen
sprake van een nieuwe regeling. Volgens de wet
van 8 juli 1964 moet bij een noodgeval waarbij een
slachtoffer of zieke vervoerd moet worden, de
dichtstbijgelegen ambulancedienst worden
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
19
cette notion de proximité était appréciée par des
personnes, à présent elle l'est sur la base d'un
programme.
ingeschakeld. In het verleden werd die notie door
personen beoordeeld, nu op basis van een
programma.
La proximité est calculée en temps parce que la
rapidité du délai d'intervention prime d'autres
facteurs. Dans certaines situations se produisant à
proximité de la frontière linguistique, il convient
parfois d'appeler un service d'ambulance
francophone même si, en cas d'équivalence, la
préférence ira bien entendu à une ambulance issue
de la région linguistique de l'appelant. Les centrales
qui ont recours au City-GIS contrôlent en
permanence le système, de sorte que les
paramètres peuvent être affinés après évaluation.
Enfin, je voudrais souligner que l'instauration d'un
dispatching médical permettra d'améliorer le filtrage
des appels. Je persiste cependant à penser que le
gain de temps prime les éventuels problèmes
linguistiques.
De nabijheid wordt in tijd berekend omdat een
snelle interventietijd primeert op andere factoren. In
bepaalde gevallen is het dicht bij de taalgrens soms
aangewezen om een Franstalige ambulance op te
roepen, alhoewel er bij gelijkwaardigheid uiteraard
de voorkeur wordt gegeven aan een ambulance uit
het eigen taalgebied. De centrales die City-GIS
gebruiken, voeren een voortdurende monitoring uit
zodat de parameters na evaluatie verfijnd kunnen
worden. Ten slotte wil ik erop wijzen dat de
invoering van een medische dispatching het
mogelijk zal maken de schifting van de oproepen te
verbeteren. Ik blijf er echter bij dat de tijdswinst
primeert op de mogelijke taalproblemen.
12.05 Philippe De Coene (sp.a-spirit) : Le
gouverneur de la province de Flandre occidentale a
toujours demandé que la question fasse l'objet
d'une concertation mais son appel n'a jamais été
suivi d'effet. L'aspect « santé publique » est bien
entendu prioritaire par rapport aux problèmes
linguistiques, mais des anomalies se produisent.
Dans une de nos communes fusionnées, des
interventions sont effectuées par un service
d'ambulance situé à une distance de 10 kilomètres
alors qu'il existe un service à 3 kilomètres.
12.05 Philippe De Coene (sp.a-spirit): De
provinciegouverneur van West-Vlaanderen heeft
steeds aangedrongen op overleg terzake, maar
daar is nooit iets van in huis gekomen. Het aspect
volksgezondheid primeert uiteraard op
taalproblemen, maar er zijn anomalieën. In een van
onze deelgemeenten gebeuren interventies door
een ambulancedienst die op 10 kilometer afstand
ligt, terwijl er zich ook één op 3 kilometer afstand
bevindt.
Les institutions d'Aalbeke ne sont pas plus
éloignées que celles de Mouscron.
Le ministre doit tout de même reconnaître qu'il est
difficile pour une personne malade de s'exprimer
dans l'autre langue. Il me revient que des
aménagements sont prévus. Il y va de l'intérêt
général que les personnes sur place soient
informées. Le ministre dit que cela a été le cas
alors que le commandant des pompiers le nie.
Nous devons tenter de régler les choses de la
manière la plus pragmatique possible sans en faire
une question communautaire.
Le problème se pose depuis des semaines déjà et
selon les services de secours, les anomalies
persistent.
De instellingen in Aalbeke liggen even dichtbij als
die van Moeskroen.
De minister moet toch erkennen dat men, als men
ziek is, zich moeilijk kan uitdrukken in een andere
taal. Ik heb begrepen dat er zal worden bijgestuurd.
Het is in het algemeen belang dat de mensen ter
plaatse ingelicht worden. De minister zegt dat dit
gebeurd is, maar de brandweercommandant
ontkent dat. We moeten proberen de zaken zo
goed en zo pragmatisch mogelijk te regelen zonder
er een communautaire kwestie van te maken.
Het probleem sleept nu al weken aan. Volgens de
hulpdiensten bestaan de anomalieën nog steeds.
12.06 Koen Bultinck (Vlaams Belang): J'ai trouvé
cette réponse bien mystérieuse. Le ministre évite
de s'engager. Il affirme que c'est le délai
d'intervention qui importe surtout. Or, dans le
Heuvelland la nouvelle réglementation augmente le
délai d'intervention. Si nous ne procédons pas à
certains ajustements, nous serons confrontés aux
12.06 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik vond dit
een mysterieus antwoord. De minister houdt zich
op de vlakte. Hij zegt dat een snelle interventietijd
primeert, maar in het Heuvelland zorgt de nieuwe
regeling voor tragere interventies. Als we niet
bijsturen, krijgen we dezelfde problemen als met de
MUG in Vlaams-Brabant. Taalproblemen en
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
20
mêmes problèmes qu'avec le SMUR du Brabant
flamand. Les problèmes linguistiques et la santé
publique vont de pair. Il convient de procéder à une
évaluation et d'apporter les corrections nécessaires
afin de pouvoir en revenir à l'ancien système, dont
personne ne s'est jamais plaint.
volksgezondheid gaan samen. Er moet worden
aangedrongen op een evaluatie en er moet worden
bijgestuurd, zodat we kunnen terugkeren naar het
oude systeem, want toen waren er geen klachten.
12.07 Luc Goutry (CD&V): Il y a manifestement
un problème. Pour réduire autant que possible la
durée des interventions, il faudra aussi tenir compte
de la langue. Les services de secours perdent
aussi du temps lorsqu'ils ne peuvent pas demander
le chemin. La langue fait partie intégrante de toute
intervention. Il convient d'en tenir compte lors de
l'évaluation.
12.07 Luc Goutry (CD&V): Er is duidelijk een
probleem. Als men interventies zo kort mogelijk wil
houden, moet men daarbij ook rekening houden
met de taal. Hulpdiensten verliezen ook tijd als ze
de weg niet kunnen vragen. Taal is een wezenlijk
onderdeel van een interventie. Daarmee moet
rekening worden gehouden bij de evaluatie.
12.08 Rudy Demotte, minister (en néerlandais):
Je peux user d'une sorte de droit d'initiative. Je
demanderai à la commission ad hoc des services
de secours d'urgence de se pencher sur les
différents cas. Si nous pouvons rectifier quelque
chose, je serai le premier à m'en réjouir.
12.08 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik kan
gebruikmaken van een soort initiatiefrecht. Ik zal de
ad-hoccommissie voor dringende hulpverlening
vragen dat zij zich over de verschillende gevallen
buigt. Als wij iets kunnen bijsturen, zal ik dat zeker
toejuichen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Questions jointes de
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le respect
de la loi interdisant la vente d'alcool aux
mineurs" (n° 10324)
- Mme Karine Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la vente
d'alcool aux mineurs d'âge" (n° 10430)
- Mme Dominique Tilmans à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "l'enquête du Centre de
recherche et d'information des organisations des
consommateurs (CRIOC) relative aux mineurs et
l'alcool" (n° 10328)
- Mme Dominique Tilmans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'enquête du Centre de recherche et
d'information des organisations de
consommateurs sur la consommation d'alcool
par les mineurs" (n° 10680)
13 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
naleving van de wet die de verkoop van alcohol
aan minderjarigen verbiedt" (nr. 10324)
- mevrouw Karine Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
alcoholverkoop aan minderjarigen" (nr. 10430)
- mevrouw Dominique Tilmans aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het onderzoek van het
Onderzoeks- en Informatiecentrum van de
Verbruikersorganisaties (OIVO) naar de
alcoholconsumptie bij de jongeren" (nr. 10328)
- mevrouw Dominique Tilmans aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
onderzoek van het Onderzoeks- en
Informatiecentrum van de
Verbruikersorganisaties over alcoholgebruik
door minderjarigen" (nr. 10680)
13.01 Colette Burgeon (PS) : Le Centre de
recherche et d'information des organisations de
consommateurs a récemment vérifié si la loi
interdisant la vente d'alcool aux mineurs était bien
respectée. Cinq acheteurs de douze à quatorze
ans, accompagnés discrètement d'un enquêteur du
CRIOC, ont visité 153 points de vente du pays.
Dans 91% des cas, les points de vente visités
13.01 Colette Burgeon (PS): Het Onderzoeks- en
Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties
heeft onlangs gecontroleerd of de wet die de
verkoop van alcohol aan minderjarigen verbiedt
terdege wordt nageleefd. Vijf kopers van twaalf tot
veertien jaar die discreet door een onderzoeker van
het OIVO werden vergezeld, hebben 153
verkooppunten in ons land bezocht.
In 91 procent van de gevallen waren de winkeliers
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
21
acceptent de vendre de l'alcopop aux jeunes alors
que ce produit est une boisson spiritueuse interdite
aux mineurs. A Bruxelles, aucun magasin n'a
refusé, 85 % ont accepté en Wallonie et 92 % en
Flandre. D'autres incohérences sont constatées.
Avec le « self-scanning » aux caisses de certains
magasins, l'appareil se bloque pour les cigarettes
mais pas pour l'alcool. Ailleurs, les autocollants
interdisent la vente d'alcool aux mineurs, mais
aucun contrôle n'a lieu à la caisse.
Ne serait-il pas urgent de rappeler la loi en la
matière dans ces endroits ? Quels contrôles ont-ils
été effectués et combien d'infractions ont-elles été
constatées ? Ne faudrait-il pas alourdir les
sanctions pour non-respect de la loi ?
bereid alcopops aan de jongeren te verkopen,
terwijl die producten worden beschouwd als
alcoholische dranken die niet aan minderjarigen
mogen worden verkocht. In Brussel weigerde geen
enkele winkelier, in Wallonië maakte 85 procent
geen bezwaar en in Vlaanderen 92 procent.
Daarnaast werden nog andere ongerijmdheden
vastgesteld. Het "self scanning" apparaat dat aan
de kassa's van sommige winkels wordt gebruikt,
blokkeert bij het scannen van sigaretten maar doet
dat niet voor alcoholische dranken. Elders
verbieden stickers de verkoop van alcohol aan
minderjarigen maar gebeurt er geen enkele
controle aan de kassa.
Moet de desbetreffende wet op bepaalde plekken
niet dringend in herinnering worden gebracht?
Welke controles vonden er plaats en hoeveel
overtredingen werden er vastgesteld? Moeten de
sancties in geval van overtredingen niet strenger
worden gemaakt?
13.02 Karine Jiroflée (sp.a-spirit): Le Centre de
recherche et d'information des organisations de
consommateurs (CRIOC) a cherché à vérifier si la
législation sur la vente d'alcool aux jeunes était
respectée. Des jeunes âgés de 12 à 14 ans se sont
rendus dans 153 points de vente. Il est apparu que
pas moins de 91 % de ceux-ci vendaient des
alcopops et de la bière. Ceux qui ont refusé d'en
vendre aux jeunes ont également refusé de leur
vendre de la bière, à tort.
Donc, les adolescents peuvent acheter de l'alcool
sans aucun problème. Nombre de vendeurs
méconnaissent la législation et confondent la
réglementation applicable à la bière avec celle
applicable aux spiritueux. En outre, il a été constaté
que les limonades, les jus de fruits et les alcopops
étaient rangés dans les mêmes rayons de
supermarchés, ce qui est contraire au code de
conduite.
Le ministre ne trouve-t-il pas que cette
réglementation est source de confusion ? Convient-
il selon lui de sanctionner les contrevenants ? Cette
enquête ne montre-t-elle pas que l'accord sur la
vente d'alcool qui a été passé avec les
commerçants ne porte pas encore pleinement ses
fruits ?
13.02 Karine Jiroflée (sp.a-spirit): Het
Onderzoeks- en Informatiecentrum van de
Verbruikersorganisaties (OIVO) is nagegaan of de
wetgeving betreffende de verkoop van alcohol aan
jongeren wordt nageleefd. Er werden 153
verkooppunten bezocht door jongeren tussen
twaalf en veertien jaar oud. Maar liefst 91 procent
van de verkooppunten verkocht alcoholpops en
bier. Wie weigerde, weigerde ook ten onrechte -
bier.
Tieners kunnen dus zeer eenvoudig alcohol kopen.
Veel verkopers hebben een slechte kennis van de
wetgeving en verwarren de regelgeving voor bier
met die voor geestrijke dranken. Bovendien werd
vastgesteld dat limonades, vruchtensappen en
alcoholpops in dezelfde afdeling te vinden zijn in
supermarkten, wat ingaat tegen de gedragscode.
Vindt de minister de regelgeving niet verwarrend?
Moet er worden opgetreden tegen de overtreders?
Blijkt uit dit onderzoek niet dat de alcoholconvenant
nog niet afdoende werkt?
13.03 Dominique Tilmans (MR): Les dispositions
de notre résolution du 3 mars 2005 visant à lutter
contre la consommation d'alcool par les jeunes ne
semblent pas avoir été mises en oeuvre. En effet,
selon une enquête du CRIOC (Centre de recherche
et d'information des organisations de
consommateurs), dans 91 % des cas, de l'alcool
13.03 Dominique Tilmans (MR): De bepalingen
van onze resolutie van 3 maart 2005 inzake de
bestrijding van het alcoholgebruik bij minderjarigen
zijn blijkbaar niet ten uitvoer gebracht. Uit een
onderzoek van het OIVO (Onderzoeks- en
Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties)
blijkt immers dat in 91 procent van de gevallen
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
22
est vendu sans réserve à des mineurs.
Le ministre a-t-il décidé d'un calendrier de mise en
oeuvre des mesures adoptées en 2005 et lequel ?
Compte-t-il déposer un projet de loi renforçant
davantage l'interdiction de vente d'alcool aux
mineurs
? A-t-il eu des contacts avec les
Communautés au sujet de la campagne de
prévention demandée par la résolution ?
La ministre Van den Bossche compte-t-elle vérifier
les résultats de cette étude ?
alcohol zonder voorbehoud aan minderjarigen
wordt verkocht.
Heeft de minister een timing vastgelegd voor de
uitvoering van de maatregelen die in 2005 werden
genomen? Zo ja, welke? Is hij voornemens een
ontwerp van wet in te dienen dat het verbod op de
verkoop van alcohol aan minderjarigen nog
strenger maakt? Heeft hij met de Gemeenschappen
overlegd over de preventiecampagne waarop in de
resolutie wordt aangedrongen?
Zal minister Van den Bossche de resultaten van die
studie toetsen?
13.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
La vente d'alcool à des mineurs d'âge est régie par
la loi du 28 décembre 1983. L'article 13 interdit la
vente de boissons spiritueuses à des mineurs.
Cette disposition a été insérée pour compenser la
suppression de l'obligation de vendre les boissons
spiritueuses par quantité minimale de deux litres.
L'article 23 précise que seuls les officiers de police
judiciaire, les fonctionnaires de l'Administration des
douanes et accises, la gendarmerie et la police
communale sont compétents pour constater des
infractions. Il ne m'appartient donc pas de décider
des contrôles et des sanctions à mettre en oeuvre.
13.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
verkoop van alcohol aan minderjarigen wordt
geregeld door de wet van 28 december 1983.
Artikel 13 bepaalt dat het verkopen en aanbieden
van sterke dranken aan minderjarigen is verboden.
Dit werd ingevoerd als tegenprestatie voor de
opheffing van de verplichting om sterke drank
minimaal per 2 liter te verkopen.
Artikel 23 bepaalt dat alleen de officieren van de
gerechtelijke politie, de ambtenaren van de
administratie der Douane en Accijnzen, de
rijkswacht en de gemeentelijke politie bevoegd zijn
om overtredingen vast te stellen. Het is dus niet
aan mij om te beslissen welke controles en straffen
moeten worden uitgevoerd.
Fondamentalement, le problème résulte du manque
de clarté de la réglementation actuelle qui ne cadre
pas avec la politique générale de la Santé publique.
Il convient d'examiner minutieusement la question
de l'interdiction et de l'insérer dans le contexte de la
lutte globale contre l'alcoolisme. La cellule Politique
de santé en matière de drogues confectionne un
plan d'action national auquel tous les niveaux de
pouvoir seront associés.
L'accord avec le secteur concerne surtout la
promotion. C'est le seul domaine dans lequel j'ai
pris un engagement pour la protection des mineurs
d'âge. Un autre accord, qui est venu s'y ajouter en
mai 2005, sera bientôt soumis au Parlement sous
la forme d'un projet de loi. Cet accord dispose que
les boissons alcoolisées doivent être mises en
vente dans un rayon distinct.
Il faut considérer l'interdiction de distribuer des
boissons alcoolisées aux jeunes dans un cadre
promotionnel. L'accord n'a pas pour objet de régler
la vente de boissons alcoolisées aux mineurs
d'âge. Le jury d'éthique publicitaire a déjà rappelé
les annonceurs à l'ordre une vingtaine de fois,
avec succès.
De grond van de zaak is, dat de huidige
reglementering niet erg duidelijk is. Ze past niet in
het algemene beleid van Volksgezondheid. De
verbodskwestie moet grondig worden onderzocht
en ingepast worden in de totale strijd tegen
alcoholmisbruik. De cel Gezondheidsbeleid Drugs
stelt een nationaal actieplan op waarbij alle
beleidsniveaus betrokken zijn. De discussie over
het verbod op alcoholhoudende dranken past
immers in het drugsbeleid.
De overeenkomst met de sector gaat vooral over
promotie. Dit is de enige materie waarvoor ik een
engagement ben aangegaan ter bescherming van
minderjarigen. In mei 2005 kwam daar een
overeenkomst bij die via een wetsontwerp
binnenkort naar het Parlement zal komen. Die
overeenkomst houdt in dat alcoholhoudende
dranken in een apart rek moeten worden
aangeboden.
Het verbod om alcoholhoudende dranken te
verspreiden onder jongeren moet in een
promotioneel kader worden gezien. De
overeenkomst heeft niet tot doel de verkoop van
alcoholhoudende dranken aan minderjarigen te
regelen. De jury voor ethische praktijken heeft
adverteerders al een twintigtal keer met succes op
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
23
de vingers getikt.
13.05 Colette Burgeon (PS) : Pouvez-vous
préciser les délais dans lesquels le projet de loi
évoqué sera introduit?
13.05 Colette Burgeon (PS): Wanneer zal het
bewuste wetsontwerp worden ingediend?
13.06 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Dans les semaines qui viennent.
13.06 Minister Rudy Demotte (Frans): In een van
de komende weken.
13.07 Karin Jiroflée (sp.a-spirit) : Je me pose
moi-même des questions sur la méthodologie
utilisée par le CRIOC et le ministre apparemment
aussi. Nous ne pouvons toutefois pas ignorer les
résultats.
Il était apparemment surtout question de publicité
dans la convention et il s'agit là de la seule matière
pour laquelle le ministre est responsable. La
protection des mineurs reste toutefois très
importante et je me félicite que la loi sera mise en
oeuvre.
Je me réjouis que les personnes qui ne respectent
pas la convention ont déjà été sanctionnées.
13.07 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Ik heb zelf
vragen bij de methodologie die door de OIVO is
gebruikt. De minister blijkbaar ook. Toch kunnen we
de resultaten niet negeren.
Het convenant ging blijkbaar vooral over reclame
en het is dan ook het enige waarvoor de minister
bevoegd is. Toch blijft de bescherming van
minderjarigen heel belangrijk en ik ben blij dat de
wet eraan komt.
Het verheugt me dat er al is opgetreden tegen
mensen die het convenant niet naleven.
13.08 Dominique Tilmans (MR) : Je me réjouis
de l'élaboration de ce projet de loi. Par ailleurs,
quand l'accord avec le secteur concernant les
publicités sera-t-il effectif ? Le saucissonnage des
compétences pose réellement problème.
13.08 Dominique Tilmans (MR): Ik ben blij dat dit
wetsontwerp er komt. Wanneer treedt het akkoord
met de sector inzake de reclame in werking? De
versnippering van de bevoegdheden doet zonder
enige twijfel problemen rijzen.
13.09 Rudy Demotte, ministre (en français) : Le
texte de projet de loi devrait être déposé sous
quinzaine.
13.09 Minister Rudy Demotte (Frans): De tekst
van het wetsontwerp zou binnen de twee weken
moeten worden ingediend.
13.10 Dominique Tilmans (MR)
: Et pour
l'application de l'accord concernant les publicités?
13.10 Dominique Tilmans (MR): En hoe staat het
met de toepassing van het akkoord inzake de
reclame?
13.11 Rudy Demotte , ministre (en français) : Il
s'agit précisément de ce texte.
13.11 Minister Rudy Demotte (Frans): Dat is in
die tekst opgenomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les risques pour la santé liés à l'utilisation du
iPod" (n° 10338)
14 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gezondheidsrisico's bij de iPod"
(nr. 10338)
14.01 Hilde Dierickx (VLD) : L'iPod connaît un
succès énorme et ce sont des millions d'appareils
qui s'arrachent comme des petits pains. Depuis le
début, les oto-rhino-laryngologistes ont mis en
garde contre les dangers de l'iPod, lorsque le
volume est réglé trop haut. Dans l'intervalle, une
procédure en justice a été engagée aux États-Unis,
qui oppose tous les utilisateurs d'iPod à la société
Apple car celle-ci n'indique pas le niveau sonore à
14.01 Hilde Dierickx (VLD): De iPod is enorm
populair en er gaan miljoenen exemplaren van over
de toonbank. Oorspecialisten hebben van bij het
begin gewaarschuwd voor de iPod als die op een
hoog volume wordt ingesteld. In Amerika loopt
ondertussen een rechtszaak in naam van alle iPod-
gebruikers omdat Apple de veilige volumestand niet
aangeeft. Onderzoek aan de Universiteit Gent
bevestigt dat draagbare muziekspelers al vanaf 85
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
24
ne pas dépasser. Des recherches effectuées par
l'Université de Gand démontrent que les lecteurs
de musique portables provoquent déjà des lésions
à l'oreille à partir de 85 décibels. En la matière, la
Belgique suit la directive européenne qui fixe le
volume maximum à 105 décibels.
Que compte faire le ministre concernant ce risque ?
decibel schadelijk zijn voor het gehoor. België volgt
de Europese richtlijn die het maximum op 105
decibel legt.
Wat zal de minister aan dit risico doen?
14.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Le Conseil supérieur d'hygiène n'a réalisé aucune
étude sur la nocivité des baladeurs. Les
compétences sont réparties entre les départements
de l'Environnement et de la Protection de la
consommation. À ma connaissance, il n'existe pas
de normes en la matière. Mme Dierickx devrait
s'adresser aux ministres Tobback et Van den
Bossche.
14.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er
werd geen onderzoek gedaan naar de
schadelijkheid van draagbare muziekspelers door
de Hoge Gezondheidsraad. De bevoegdheden zijn
verdeeld tussen Leefmilieu en
Consumentenbescherming. Ik heb geen weet van
normen. Mevrouw Dierickx kan zich beter tot de
ministers Tobback en Van den Bossche wenden.
14.03 Hilde Dierickx (VLD) : J'espère que des
mesures seront prises dès que les risques pour la
santé auront été démontrés.
14.03 Hilde Dierickx (VLD): Ik hoop dat er
maatregelen zullen volgen als de
gezondheidsrisico's eenmaal aangetoond zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la fermeture du service pédiatrique dans
certains hôpitaux" (n° 10355)
15 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het sluiten van de pediatrische afdeling in
een aantal ziekenhuizen" (nr. 10355)
15.01 Greta D'hondt (CD&V): Les choses
bougeraient dans le dossier des sections
pédiatriques des hôpitaux. Où en est-on ? Qu'en
est-il des quatre services qui devraient fermer leurs
portes en Flandre ? Un certain nombre de sections
pédiatriques ne seraient pas menacées de
fermeture. Est-ce exact ? Les normes qui avaient
été avancées à l'époque, à savoir 2
000
hospitalisations par an, une distance minimum de
15 km et une région de soins comptant au moins
50 000 habitants sont-elles encore maintenues à
l'heure qu'il est ?
15.01 Greta D'hondt (CD&V): In het dossier van
de pediatrische afdelingen van ziekenhuizen zou er
evolutie zijn. Wat is de stand van zaken op dit
ogenblik? Hoe zit het met de vier diensten in
Vlaanderen die zouden moeten sluiten? Voor een
aantal pediatrische afdelingen zou de
sluitingsdreiging weg zijn. Klopt dat? Worden de
normen die destijds ter sprake kwamen, namelijk
2000 opnames per jaar, de afstand van 15
kilometer en de zorgregio van 50 000 inwoners,
nog steeds gehandhaafd?
15.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Le critère est effectivement de 2
000
hospitalisations par an pour un service comportant
une maternité et 1 500 pour un service sans
maternité.
Pour des raisons géographiques, des dérogations
ont été prévues pour les critères d'activités. En ce
qui concerne l'isolement géographique, nous avons
maintenu les mêmes critères que ceux prévus par
l'arrêté royal du 30 janvier 1989. Le premier critère
fixe à 15 km la distance à laquelle doit se trouver
une autre institution proposant une offre de soins
similaire dans les communes comptant au moins
15.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
criterium is inderdaad 2000 opnames per jaar voor
een dienst met een kraamafdeling en 1500 voor
een dienst zonder kraamafdeling.
Om geografische redenen is er in afwijkingen
voorzien voor de activiteitscriteria. Voor het
geografisch isolement blijven dezelfde criteria
behouden als die in het KB van 30 januari 1989.
Het eerste criterium bepaalt de afstand van een
andere instelling met gelijkaardig aanbod op 15
kilometer in een gemeente met minstens 20 000
inwoners.
Het tweede criterium bepaalt de afstand tot het
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
25
20 000 habitants. Le second critère fixe à 25 km
minimum la distance par rapport au programme de
soins similaire le plus proche.
Ces critères d'activités entreront en vigueur le 1
er
janvier 2008. Je ne dispose pas des chiffres pour
les services pédiatriques de Deinze, Diest, Lokeren
et Audenarde. J'ignore s'ils satisfont aux critères.
L'application de l'arrêté concerné est de la
compétence des Communautés et des Régions.
dichtstbijzijnde gelijkaardige zorgprogramma op 25
kilometer afstand.
De activiteitscriteria treden in werking op 1 januari
2008. Ik beschik niet over de cijfers voor de
pediatrische diensten van Deinze, Diest, Lokeren
en Oudenaarde. Ik weet niet of ze aan de criteria
voldoen.
De toepassing van het besluit valt onder de
bevoegdheid van de Gemeenschappen en de
Gewesten.
15.03 Greta D'hondt (CD&V) : Les quelques
sous-critères plus précis qui ont en effet été
ajoutés, renforcent probablement les chances de
viabilité d'un certain nombre de services
pédiatriques. Aucun chiffre n'est toutefois
disponible. Cette matière relève des Communautés
mais le ministre fixe néanmoins les critères.
Quelques communes ont consenti des efforts
importants et la maternité peut également fermer
ses portes si le service pédiatrique doit disparaître.
Je demande au ministre de me fournir les données
dans un délai raisonnable.
15.03 Greta D'hondt (CD&V): Er is inderdaad een
aantal subcriteria ter verfijning bijgekomen,
waardoor de kans op leefbaarheid van een aantal
pediatrische diensten waarschijnlijk groter zal
worden. Er zijn echter nog geen cijfers. Het is een
zaak van de Gemeenschappen, maar de minister
legt wel de criteria vast. Een aantal gemeenten
heeft grote inspanningen geleverd en mag de
materniteit ook sluiten indien de pediatrie moet
sluiten. Ik vraag de minister om mij binnen een
redelijke termijn de gegevens te bezorgen.
15.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
J'en ai chargé ma collaboratrice.
15.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik
heb mijn medewerkster de opdracht gegeven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les médicaments" (n° 10356)
16 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "geneesmiddelen" (nr. 10356)
16.01 Greta D'hondt (CD&V) : Je souhaite des
soins de santé accessibles à tous, à un coût qui ne
mette pas le régime de solidarité en péril à terme.
Selon une source qui fait autorité en matière de
soins de santé, le remplacement des médicaments
prescrits aujourd'hui par les médicaments les
moins chers constituerait une économie de quelque
90 millions d'euros pour l'assurance maladie et de
60 millions d'euros pour le patient.
Le ministre peut-il confirmer les chiffres ? Dans la
négative, quels sont les chiffres exacts
? Je
reconnais que le ministre a déjà pris des mesures
importantes en ce qui concerne le budget des
médicaments.
16.01 Greta D'hondt (CD&V): Ik ben voor een
gezondheidszorg voor iedereen tegen een kostprijs
die de solidariteit op termijn niet in het gedrag
brengt. Volgens een autoriteit in de
gezondheidszorg zou de vervanging van de
vandaag voorgeschreven geneesmiddelen door de
minst dure medicijnen de ziekteverzekering een
besparing van ruim 90 miljoen euro opleveren en
een besparing van 60 miljoen euro voor de patiënt.
Kan de minister de cijfers bevestigen? Zo niet, wat
zijn dan de juiste gegevens? Ik erken dat de
minister reeds belangrijke maatregelen genomen
heeft voor het geneesmiddelenbudget.
16.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
L'estimation n'est possible que si quelques
hypothèses sont prises en considération. Les
groupes en particulier doivent être définis. Plus la
définition est large, plus l'économie sera
16.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
raming kan alleen als men een aantal hypothesen
in acht neemt. In het bijzonder dienen de clusters te
worden gedefinieerd. Hoe breder de definitie, hoe
meer men zal kunnen besparen. Het Riziv gebruikt
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
importante. L'INAMI applique plusieurs critères
dans le cadre de cette définition, comme
l'interchangeabilité des différentes formes
pharmaceutiques. Sans information relative aux
critères d'application dans l'étude mentionnée,
l'INAMI ne peut confirmer les montants cités.
L'INAMI a réalisé une estimation pour le secteur
des soins ambulatoires. Celle-ci présente un
résultat favorable de 165 millions d'euros pour
l'assurance obligatoire et de 111 millions d'euros
pour les patients. Bien que ces montants doivent
sans doute être revus à la baisse dans la mesure
ou la substitution est purement théorique pour
certains groupes, des économies importantes
peuvent être réalisées. Je fournirai un tableau à ce
sujet. Des économies sont possibles dans 500
groupes. Les plus importantes ne concernent qu'un
nombre limité de groupes. Les dix premiers
groupes représentent 35 % des économies en ce
qui concerne l'assurance, alors que les cinquante
premiers représentent 76 % des économies.
een aantal criteria bij deze definiëring, zoals de
vervanging tussen de verschillende farmaceutische
vormen. Zonder informatie over de gebruikte
criteria in de vermelde studie kan het Riziv de
geciteerde bedragen niet bevestigen.
Het Riziv maakte een raming voor de ambulante
sector. Die komt tot een gunstig resultaat van 165
miljoen euro voor de verplichte verzekering en 111
miljoen euro voor de patiënten. Hoewel deze
bedragen waarschijnlijk omlaag moeten omdat
binnen sommige clusters enkel een theoretische
vervanging mogelijk is, zijn belangrijke besparingen
mogelijk. Ik zal een tabel bezorgen. Er bestaan 500
clusters met mogelijke besparingen. De grootste
besparingen zijn mogelijk in een beperkt aantal
clusters. De eerste tien clusters vertegenwoordigen
35 procent van de besparingen in de verzekering,
de eerste vijftig 76 procent.
16.03 Greta D'hondt (CD&V) : Il y a encore
beaucoup d'économies à réaliser dans le secteur
des médicaments, sans que la qualité des soins de
santé ne soit menacée. Selon l'INAMI, il y a encore
des possibilités d'économies au niveau des
groupês. J'espère que les efforts se poursuivront
pour influencer fondamentalement le comportement
prescripteur des médecins. Sinon, il faudra peut-
être à un moment donné supprimer certains
remboursements.
16.03 Greta D'hondt (CD&V): Er valt nog heel wat
te besparen in de geneesmiddelensector zonder
dat de kwaliteit van de gezondheidszorg in het
gedrang komt. Volgens het Riziv zitten in de
clusters besparingsmogelijkheden. Ik hoop dat de
inspanningen voortgaan om het voorschrijfgedrag
van geneesmiddelen sterk te beïnvloeden. Als we
het niet doen, zullen we op een bepaald moment
misschien terugbetalingen moeten schrappen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Questions jointes de
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les aides-
soignants dans le secteur des soins résidentiels
et les aides-soignants dans le secteur des soins
à domicile" (n° 10357)
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'imprécision du
statut des aides-soignants" (n° 10578)
17 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"zorgkundigen in residentiële zorg en
zorgkundigen in de thuiszorg" (nr. 10357)
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de onduidelijke
positie van de zorgkundige" (nr. 10578)
17.01 Greta D'hondt (CD&V) : On note une
réticence à faire appel aux aide-soignants. Leur
rôle est d'alléger le travail des infirmiers. Dans un
premier temps, il n'y serait recouru que pour les
soins résidentiels.
Où en la formation des aide-soignants et leur
insertion ? Que pense le ministre des propositions
de l'asbl Familiehulp de faire des soignants
d'aujourd'hui des aide-soignants et de dispenser la
nouvelle formation qui permettrait aux aide-
17.01 Greta D'hondt (CD&V): Er bestaat aarzeling
om zorgkundigen in te schakelen. Zij moeten de
werklast van verpleegkundigen verlichten. Ze
zouden eerst alleen ingezet worden in de
residentiële zorg.
Hoe ver staat het met de opleiding van de
zorgkundigen en hun inschakeling? Wat vindt de
minister van de voorstellen van Familiehulp om van
de huidige verzorgenden zorgkundigen te maken
en om de nieuwe opleiding zorgkundigen te laten
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
soignants de travailler dans le secteur des soins à
domicile et des soins résidentiels ?
afleveren die terechtkunnen in de thuiszorg en de
residentiële zorg?
17.02 Luc Goutry (CD&V) : La réglementation
relative à la position de l'aide soignant est ambiguë
et complexe. Les arrêtés royaux relatifs aux aides
soignants avaient pour but de régulariser l'exercice
illégal des activités infirmières dans les
établissements. Pour cela, il fallait, évidemment,
disposer d'une liste précise des actes autorisés,
liste dont on dispose aujourd'hui.
Il règne cependant une grande confusion dans le
domaine des soins à domicile auquel les arrêtés
royaux relatifs aux aides soignants ne s'appliquent
pas. Les soignants qui dispensent des soins à
domicile fonctionnent actuellement dans un vide
juridique ce qui rend, bien sûr, les choses difficiles.
Que compte faire le ministre pour remédier à cette
situation ?
17.02 Luc Goutry (CD&V): De regelgeving over
de positie van de zorgkundige is onduidelijk en
complex. De KB's inzake de zorgkundigen wilden
de onwettige uitoefening van verpleegkundige
activiteiten in instellingen regulariseren. Dat vergt
vanzelfsprekend een duidelijke lijst van toegelaten
handelingen en die is er ondertussen gekomen.
In de thuiszorg is de verwarring echter groot. De
KB's op de zorgkundigen zijn daar immers niet van
toepassing. Verzorgenden in de thuiszorg
functioneren momenteel in een juridisch vacuüm,
wat natuurlijk voor de nodige onduidelijkheid zorgt.
Wat zal de minister hieraan doen?
17.03 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
L'objectif n'est pas de créer une nouvelle catégorie
de prestataires de soins, mais bien de clarifier et de
reconnaître le rôle du personnel soignant dans les
maisons de repos et les hôpitaux. La législation en
vigueur autorise, au sein des équipes de soins des
hôpitaux, maisons de repos et maisons de repos et
de soins, la présence de personnel soignant aux
côtés des infirmiers et infirmières. La nouvelle
législation octroie un statut, une formation et une
reconnaissance légale aux aides soignants. La
formation spécifique est confiée aux
Communautés. En attendant une réglementation en
matière de formations, j'ai pris des mesures
transitoires valables jusque fin 2008.
La profession d'aide soignant est une profession
des soins de santé aux termes de l'arrêté royal
n° 78. Les activités d'aide soignant consistent à
soigner des personnes et ne sont pas des activités
d'aide aux personnes. Il s'agit d'actes relevant de
l'art infirmier pouvant être délégués, sous certaines
conditions, par les infirmiers à des aides soignants.
L'aide de la famille doit donc être développée dans
le sens d'une aide spécifique complétant la fonction
de soins.
17.03 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
is niet de bedoeling om een nieuwe categorie van
zorgverstrekkers in het leven te roepen, maar wel
om de rol van het verzorgend personeel in rust- en
ziekenhuizen te verduidelijken en te erkennen. De
vigerende wetgeving staat toe dat er in
ziekenhuizen, in rusthuizen en in rust- en
verzorgingstehuizen naast de verpleegkundigen
ook verzorgend personeel in de zorgequipes actief
is. De nieuwe wetgeving geeft de zorgkundige een
statuut, een opleiding en een wettelijke erkenning.
De specifieke opleiding is voor rekening van de
Gemeenschappen. In afwachting van een regeling
inzake opleiding heb ik overgangsmaatregelen
getroffen die gelden tot eind 2008.
Het beroep van zorgkundige is, zoals bepaald in KB
nummer 78, een gezondheidszorgberoep. De
activiteiten van de zorgkundige zijn activiteiten van
verzorging van personen en niet van hulp aan
personen. Het gaat om verpleegkundige
handelingen die, onder bepaalde voorwaarden,
door verpleegkundigen kunnen worden
gedelegeerd aan de zorgkundigen. De familiehulp
moet zich bijgevolg kunnen ontwikkelen in een
hulpfunctie die specifiek is en een aanvulling van
de zorgfunctie inhoudt.
L'aide-soignant ne peut exercer ses activités que
dans le cadre d'une équipe structurée. Ceci ne vaut
toutefois pas encore pour le secteur des soins à
domicile. Une intégration éventuelle des aides-
soignants dans le secteur des soins infirmiers à
domicile sera envisagée lors de la prochaine
réforme de celui-ci. Pour l'instant, la possibilité
d'une telle intégration est à l'examen. Une décision
en la matière dépendra entre autres des
De zorgkundige kan zijn of haar activiteiten
uitsluitend uitoefenen in het kader van een
gestructureerde equipe. Dit gaat alsnog niet op
voor de sector van de thuisverzorging. Een
eventuele integratie van de zorgkundigen in de
verpleegkundige thuiszorg zal aan bod komen bij
de komende hervorming van de sector van de
verpleegkundige thuiszorg. Die wordt nu besproken
in de schoot van de Overeenkomstencommissie.
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
conclusions du sous-groupe de travail intercabinets
qui, à la demande de la conférence
interministérielle sur la Santé publique, étudie la
différence entre les tâches auxiliaires et les soins
proprement dits. Cette base servira à définir
strictement les activités de soins auxiliaires et de
soins infirmiers, de même que les activités qui
relèvent de l'aide à domicile.
Certains actes relèvent clairement des professions
de la santé, tandis que d'autres sont assimilables
aux soins de la vie quotidienne. Toutefois, la
distinction n'est pas toujours aussi précise. Un
arrêté royal définira les circonstances dans
lesquelles le patient requiert de l'aide ou des soins.
Cela permettra à des intervenants autres que des
professionnels de la santé d'assister des
personnes qui, temporairement ou définitivement,
ne sont pas en mesure d'accomplir des tâches
quotidiennes, assumant ainsi le rôle d'un membre
de la famille des personnes concernées.
Een beslissing terzake hangt onder meer af van de
bevindingen van de interkabinetten-subwerkgroep
die in opdracht van de interministeriële conferentie
Volksgezondheid het verschil bestudeert tussen
hulptaken en verzorgingstaken. Met het oog hierop
worden de zorgkundige en verpleegkundige
activiteiten strikt omschreven, alsook de activiteiten
die onder thuishulp vallen.
Bepaalde handelingen vallen duidelijk onder de
gezondheidszorgberoepen, andere onder
activiteiten van hulp bij het dagelijks leven. Het
onderscheid is soms echter niet zo duidelijk. Het
bepalen van de omstandigheden waarin de patiënt
hulp dan wel verzorging nodig heeft, zal bij KB
gebeuren. Hierdoor zal het mogelijk worden dat
anderen dan professionelen uit de
gezondheidszorg hulp kunnen verstrekken aan wie
tijdelijk of permanent niet in staat is dagelijkse
activiteiten uit te oefenen, zodat ze op die manier
de rol van familielid overnemen.
17.04 Greta D'hondt (CD&V) : Il est exact que la
limite entre les activités de soins et les activités
infirmières dans le secteur des soins à domicile
n'est pas toujours claire, ce qui peut parfois
engendrer des situations assez absurdes. L'objectif
ne saurait évidemment consister à ce que les
personnes nécessitant des soins à domicile
reçoivent la visite de toute une série de prestataires
de soins. Un minimum de coordination s'impose.
17.04 Greta D'hondt (CD&V): Het klopt dat de
grens tussen zorgverstrekkende en
verpleegkundige activiteiten in de thuiszorg niet
altijd even duidelijk is. Dit kan wel eens voor vrij
absurde situaties zorgen. Het mag natuurlijk niet de
bedoeling zijn dat wie thuiszorg nodig heeft, het
bezoek krijgt van een hele reeks zorgverstrekkers.
Er is nood aan enige coördinatie.
17.05 Luc Goutry (CD&V) : Il faut exclure toute
confusion en ce qui concerne l'agrément. Une
concertation doit être menée avec les
Communautés.
17.05 Luc Goutry (CD&V): Elke verwarring inzake
de erkenning is uit ten boze. Dit noopt tot overleg
met de Gemeenschappen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la pollution par dioxines dans l'industrie de
l'alimentation du bétail" (n° 10432)
18 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de dioxinevervuiling in de
veevoederindustrie" (nr. 10432)
18.01 Muriel Gerkens (ECOLO): La Belgique
vient d'être confrontée à une pollution de
l'alimentation du bétail par des dioxines. Cette
nouvelle crise n'a toutefois pas pris les proportions
de celle de 1999. Sa source est différente : elle est
la conséquence de l'utilisation chez PB Gelatins
d'acide chlorhydrique provenant de Tessenderlo
Chemie. Il s'agit d'un processus de production qui
implique une contamination structurelle par des
dioxines. Il revient ensuite au fabricant de purifier le
produit final.
PB Gelatins produit de la gélatine pour
18.01 Muriel Gerkens (ECOLO): In België werd
veevoeder met dioxines besmet. Die nieuwe crisis
had echter niet de omvang van de besmetting in
1999. De besmetting had een andere oorzaak: ze is
het gevolg van het gebruik door PB Gelatins van
zoutzuur afkomstig van Tessenderlo Chemie. Het
gaat om een productieproces waarbij een
structurele besmetting met dioxines ontstaat.
Vervolgens moet de producent het eindproduct
zuiveren.
PB Gelatins produceert gelatine voor de
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
l'alimentation, la confiserie, les capsules pour
l'industrie pharmaceutique tandis que les graisses
sont vendues à l'industrie de l'alimentation du
bétail. On peut se poser des questions quant à
l'utilisation d'acide chlorhydrique potentiellement
contaminé par des dioxines dans cette double
production.
Depuis quand ce type d'acide chlorhydrique est-il
utilisé dans la fabrication de gélatine?
Est-il acceptable pour la santé publique que ce type
d'acide chlorhydrique soit utilisé dans l'industrie
alimentaire ?
Dans le cas contraire, quelles initiatives prendrez-
vous pour que ce type de déchets chimique
dangereux ne puisse plus arriver dans la chaîne
alimentaire ?
voedingsnijverheid, voor de banketbakkerij en voor
geneesmiddelencapsules, terwijl de vetten verkocht
worden aan veevoederbedrijven. Het gebruik van
gedeeltelijk met dioxines besmet zoutzuur voor de
productie van gelatine en vetten roept een aantal
vragen op.
Sinds wanneer wordt dat soort zoutzuur in de
gelatineproductie gebruikt?
Is het vanuit het standpunt van de volksgezondheid
aanvaardbaar dat dat soort zoutzuur in de
voedingsindustrie wordt gebruikt?
Indien dat niet het geval is, welke initiatieven zal u
nemen opdat dit soort gevaarlijk chemisch afval niet
meer in de voedselketen kan terechtkomen?
18.02 Rudy Demotte, ministre (en français) :
L'utilisation de l'acide chlorhydrique comme
auxiliaire technologique pour transformer des
produits destinés à entrer dans la chaîne
alimentaire n'est pas exceptionnelle et ne pose
aucun problème si une analyse de risque a été
effectuée et incluse dans le plan HACCP (Hazard
Analysis Critical Conbtrol Point). Dans l'incident
que vous évoquez, l'acide chlorhydrique contenait
une forte teneur en dioxine car il n'avait pas été
filtré.
La qualité des produits qui se trouvent dans la
chaîne alimentaire est de la responsabilité des
opérateurs. Ce principe est d'ailleurs inscrit dans
un règlement européen, traduit en Belgique dans
un arrêté royal qui porte sur l'autocontrôle, la
notification obligatoire et la traçabilité dans la
chaîne alimentaire. L'opérateur est tenu de réaliser
un contrôle HACCP de son processus de
fabrication et un contrôle des produits finis.
Les secteurs de l'alimentation humaine et animale
évaluent actuellement leurs plans de contrôle face
aux risques de contamination chimique. L'Agence
alimentaire attend des propositions concrètes, mais
il est déjà certain que le nombre d'analyses sur les
graisses sera augmenté.
18.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Het
gebruik van zoutzuur als technisch hulpmiddel bij
de bewerking van producten die voor de
voedingsketen zijn bestemd, is niet uitzonderlijk en
doet geen problemen rijzen indien een
risicoanalyse werd uitgevoerd en in het HACCP-
plan (Hazard Analysis Critical Control Point) werd
vermeld. Bij het incident waarvan u gewag maakt,
bevatte het zoutzuur erg veel dioxine doordat het
niet was gefilterd.
De operatoren zijn verantwoordelijk voor de
kwaliteit van de producten die in de voedingsketen
terechtkomen. Dat beginsel is trouwens
opgenomen in een Europese verordening, die door
België in een koninklijk besluit betreffende
autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in
de voedselketen werd omgezet. De operator moet
zijn productieproces aan een HACCP-controle
onderwerpen en moet vervolgens ook zijn
afgewerkte producten controleren.
Momenteel evalueren de sectoren van de
menselijke en de dierlijke voeding hun
controleplannen ten aanzien van de risico's op
chemische besmetting. Het Voedselagentschap
verwacht dat concrete voorstellen worden gedaan.
Wat reeds vaststaat, is dat het aantal analyses van
vetten zal worden opgevoerd.
18.03 Muriel Gerkens (ECOLO) : Un ingrédient
contenant potentiellement de la dioxine pourrait
donc entrer dans la chaîne alimentaire ?
18.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Een bestanddeel
dat potentieel dioxine bevat, zou dus in de
voedselketen kunnen terechtkomen?
18.04 Rudy Demotte, ministre (en français) : Non.
L'incident chez PB Gelatins n'est pas dû au produit
lui-même. Il proviendrait d'une défaillance du
processus de filtrage et du fait que cette défaillance
n'a pas été notifiée.
18.04 Minister Rudy Demotte (Frans): Nee.
Het product zelf lag niet aan de basis van het
incident bij PB Gelatins. Het zou zijn veroorzaakt
door een defect in de filtering dat niet gemeld werd.
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
formation en art infirmier" (n° 10472)
19 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
opleiding verpleegkunde" (nr. 10472)
19.01 Luc Goutry (CD&V) : Nous apprenons que
des propositions de révision de la formation en art
infirmier circulent à nouveau, à savoir un
regroupement général au niveau A1, avec le titre
de bachelier en art infirmier ou d'infirmier général.
Actuellement, il existe, d'une part, le titre de
bachelier au niveau de l'enseignement supérieur et,
d'autre part, le titre d'infirmier diplômé au niveau de
l'enseignement professionnel secondaire, les
anciens A1 et A2. Je suis un fervent partisan du
maintien de la situation existante dans l'optique du
vieillissement de la population et de l'importance
croissante du facteur soins dans l'art infirmier. En
outre, un nombre considérable d'infirmiers A2
seraient laissés pour compte parce qu'ils ne
bénéficient pas des capacités pour le niveau A1, ce
qui ne leur réserve qu'un avenir de soignant.
Le ministre sait-il que ces propositions circulent ?
Dans quelle mesure le ministre est-il associé à ces
propositions ? Quel est son point de vue ?
19.01 Luc Goutry (CD&V): Wij vernemen dat er
opnieuw voorstellen circuleren om de opleiding
verpleegkunde te hervormen, met name om alles
samen te brengen op A1-niveau, met de titel van
bachelor in de verpleegkunde of algemeen
verpleegkundige. Nu bestaat er enerzijds de titel
van bachelor via het hoger onderwijs en anderzijds
van gediplomeerd verpleegkundige via het
secundair beroepsonderwijs, de vroegere A1 en
A2. Ik ben een absoluut voorstander van het
behoud van deze situatie met het oog op de
vergrijzing en de toenemende zorgfactor in de
verpleging. Bovendien zouden er heel wat A2-
verpleegkundigen uit de boot vallen omdat ze het
A1-niveau niet aankunnen, waardoor hun nog enkel
een toekomst als verzorgende wacht.
Weet de minister dat deze voorstellen circuleren?
In hoeverre is de minister betrokken bij deze
voorstellen? Wat is zijn standpunt?
19.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Le 12 décembre 2005, la conférence
interministérielle de la Santé publique a décidé de
constituer un groupe de travail Aptitudes et
Formations infirmiers. J'ai déposé dans ce cadre
une note relative aux titres professionnels et aux
aptitudes professionnelles particuliers du personnel
infirmier. Cette note prévoit explicitement le
maintien jusqu'en 2010 de deux formations en art
infirmier. L'éventuelle suppression d'une formation
est bien sûr subordonnée à une proposition de la
Commission de planification offre médicale, sur la
base d'une évaluation de l'offre et de la demande
d'infirmiers. A cette fin, il convient d'établir d'abord
un cadastre des infirmiers, mais nous ne disposons
pas encore de données suffisantes. Mon
administration sera prochainement dotée du logiciel
nécessaire pour traiter ces données.
19.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
interministeriële conferentie Volksgezondheid heeft
op 12 december 2005 besloten een werkgroep
Bekwaamheden en Opleiding Verpleegkundigen op
te richten. Binnen dit kader heb ik een nota
ingediend betreffende de bijzondere beroepstitels
en beroepsbekwaamheden van verpleegkundigen.
Deze nota voorziet uitdrukkelijk in het behoud van
twee opleidingen in de verpleegkunde tot 2010. De
eventuele afschaffing van een opleiding is uiteraard
onderworpen aan een voorstel van de
planningscommissie Medisch Aanbod, op basis van
een evaluatie van vraag en aanbod van de
verpleegkundigen. Om te kunnen evalueren moet
er eerst een kadaster van verpleegkundigen
worden opgesteld, maar daarvoor beschikken we
nog niet over voldoende gegevens. Op korte termijn
zal mijn administratie beschikken over de software
die nodig is om deze gegevens te verwerken.
19.03 Luc Goutry (CD&V) : Rien ne changera
donc jusqu'en 2010 mais des études sont en cours
en ce qui concerne l'évolution ultérieure. Je
répèterai donc inlassablement que je suis
explicitement pour le maintien des deux formations.
Le ministre flamand, M. Vandenbroucke, s'est aussi
étonné de ces propositions, déclarant ne pas être
partisan d'une voie de formation unique pour les
infirmiers.
19.03 Luc Goutry (CD&V): Tot 2010 zal er dus
niets veranderen, maar er liggen wel studies voor
inzake de verdere evolutie. Dan herhaal ik enkel
dat ik uitdrukkelijk voor het behoud van twee
opleidingen ben. Ook Vlaams minister
Vandenbroucke noemde de voorstellen trouwens
verrassend en zei geen voorstander te zijn van één
opleidingspad voor verpleegkundigen.
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
20 Questions jointes de
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le programme de
soins cardiologiques" (n° 10473)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la réforme
du programme de soins cardiaques" (n° 10561)
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la réforme
des centres de pathologie cardiaque" (n° 10692)
20 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "het
zorgprogramma cardiologie" (nr. 10473)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
hervorming van het zorgprogramma cardiologie"
(nr. 10561)
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
hervorming van de centra voor cardiale
pathologie" (nr. 10692)
20.01 Luc Goutry (CD&V) : Pour ce qui est de la
réforme du programme de soins cardiologiques, j'ai
toujours défendu l'idée qu'il convenait de permettre
aux centres B1 de se hisser au niveau des centres
B2, indépendamment de leur rattachement
éventuel à un centre B3. Ce point de vue
correspond du reste à l'avis du Conseil national des
établissements hospitaliers. Le délai d'intervention
est en effet le paramètre primordial.
Où en est cette réforme ? Un arrêté royal sera-t-il
préparé ? Les centres B1 auront-ils toujours la
possibilité de « monter en grade » pour devenir des
centres B2 ? Les critères sur lesquels sera basée
la réforme sont-ils déjà connus ?
20.01 Luc Goutry (CD&V): Inzake de hervorming
van het zorgprogramma cardiologie heb ik steeds
de stelling verdedigd dat het mogelijk moest zijn
voor B1-centra om te upgraden naar een B2-
centrum, onafhankelijk van een koppeling aan een
B3-centrum. Dat komt trouwens overeen met het
advies van de Nationale Raad voor
Ziekenhuisvoorzieningen. De interventietijd is
immers het meest doorslaggevend.
Hoever staat het met deze hervorming? Wordt er
een KB voorbereid? Zal het mogelijk blijven voor
B1-centra om te upgraden naar B2? Zijn de criteria
waarop de hervorming zal worden gebaseerd,
reeds bekend?
20.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Un rapport
publié l'année dernière par le centre d'expertise des
Soins de santé indiquait clairement que les centres
B1 n'offraient aucune valeur ajoutée et qu'il
s'indiquerait dès lors de les supprimer. Le centre
d'expertise a également plaidé pour une meilleure
répartition des centres de cardiologie existants. Le
ministre a déclaré le 12 juillet qu'il mettait alors la
dernière main à un arrêté royal modifiant les
normes d'agrément du programme de soins
`cardiologie'.
Qu'en est-il entre-temps de cet arrêté royal ? Le
ministre souhaitait également concentrer les
centres B1, B2 et B3 et supprimer définitivement
vingt centres B1. Concrètement, quatre centres
disparaîtraient à Bruxelles et en Wallonie et les
numéros libérés seraient répartis au sein de la
Région flamande.
20.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Vorig jaar
stond in een rapport van het kenniscentrum voor de
Gezondheidszorg duidelijk te lezen dat de B1-
centra geen meerwaarde leverden en beter zouden
worden afgeschaft. Ook hield het kenniscentrum
een pleidooi voor een betere verdeling van de
bestaande hartcentra. De minister verklaarde op 12
juli dat hij toen de laatste hand legde aan een KB
dat de erkenningsnormen van het zorgprogramma
cardiologie zou wijzigen.
Hoever staat het ondertussen met dat KB? De
minister wilde ook de B1, B2 en B3-centra
concentreren en twintig B1-centra definitief laten
verdwijnen. Concreet zouden er in Brussel en
Wallonië vier centra verdwijnen en zouden de
vrijgekomen nummers gespreid worden over het
Vlaamse Gewest.
Le ministre pourrait-il nous esquisser la situation en
ce qui concerne la réforme annoncée des centres
de cardiologie
? Si l'on en croit certains
communiqués de presse, il n'opterait que pour la
suppression des centres cardio semi-spécialisés et
Kan de minister een stand van zaken geven van de
aangekondigde hervorming van de hartcentra?
Volgens berichten in de media zou hij alleen kiezen
voor de afschaffing van de halfgespecialiseerde
hartcentra en zou hij de volledige centra willen
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
il aurait l'intention de conserver les centres offrant
des services cardio intégraux. Pourquoi ? Sur la
base de quelles données scientifiques ?
Comment le ministre réagit-il aux déclarations de la
Fédération des Institutions hospitalières (FIH) qui a
affirmé qu'il n'était pas nécessaire d'améliorer la
répartition des centres cardiologiques et qu'il y avait
déjà suffisamment de centres cardio en Flandre ?
Quelle est sa réaction face à la thèse de la FIH
selon laquelle trois centres devraient encore être
fermés en Wallonie et à Bruxelles pour préserver
l'équilibre communautaire ?
behouden. Waarom? Op basis van welke
wetenschappelijke gegevens?
Hoe reageert de minister op de verklaringen van
het Verbond der Verzorgingsinstellingen (VVI) dat
er geen betere spreiding nodig is van de hartcentra
en dat er in Vlaanderen al voldoende hartcentra
zijn? Wat is zijn reactie op de stelling van het VVI
dat in Wallonië en Brussel nog drie centra gesloten
moeten worden om het communautaire evenwicht
te bewaren?
20.03 Benoît Drèze (cdH) : La réforme annoncée
des centres de pathologie cardiaque inquiète des
hôpitaux.
Nous voudrions revenir sur les critères du projet de
réforme. Il faut certes rationaliser l'offre de soins
(en tenant compte de seuils minimaux d'activité et
du développement de « centres d'excellence »), ce
qui entraîne la disparition de certains sites ou leur
collaboration avec d'autres. Mais il faut aussi veiller
à une répartition géographique adéquate de l'offre
des B1, B2 et B3. La disparition de certains centres
B1 et/ou B2 ne doit pas entraîner la disparition de
toute structure de prise en charge de cas urgents
dans cette zone géographique. Le critère de
concurrence entre hôpitaux ou réseaux ne peut pas
jouer non plus dans la répartition des moyens, qui
doivent respecter des décisions politiques fondées
scientifiquement.
Quel est l'état d'avancement du projet de réforme ?
Les critères utilisés avantagent-ils l'un ou l'autre
réseau hospitalier ? Le projet de réforme tient-il
également compte de critères géographiques pour
couvrir tous les besoins de la population ?
20.03 Benoît Drèze (cdH): De aangekondigde
hervorming van de centra voor cardiale pathologie
zorgt voor onrust in de ziekenhuizen.
We zouden willen terugkomen op de criteria die in
het hervormingsproject worden gehanteerd. We
moeten het zorgaanbod ongetwijfeld
rationaliseren -waarbij we rekening moeten houden
met de minimumdrempels inzake activiteit en
ontwikkeling van de "expertisecentra" -, waardoor
er een aantal sites zullen verdwijnen of gedwongen
worden met andere samen te werken. Maar we
moeten ook toezien op een gepaste geografische
spreiding van het aanbod van de programma's B1,
B2 en B3. De sluiting van de B1- en/of B2-centra
mag niet automatisch leiden tot de verdwijning van
alle urgentiestructuren in een welbepaalde
geografische zone. Het criterium van de
concurrentie tussen ziekenhuizen of
samenwerkingsverbanden mag evenmin een rol
spelen bij de verdeling van de middelen. Dat laatste
is een taak van de overheid die zich bij haar
beslissing door wetenschappelijke argumenten
moet laten leiden.
Hoever staat het hervormingsproject? Spelen de
gehanteerde criteria in het voordeel van een of
ander ziekenhuisnetwerk? Houdt het
hervormingsproject eveneens rekening met de
geografische criteria om in alle behoeften van de
bevolking te voorzien?
20.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) : Il
est essentiel de réformer le programme de soins
cardiologiques, car les programmes actuels de
coronarographie diagnostique isolée (B1) ne
permettent pas de traiter les lésions coronariennes.
20.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
hervorming van de zorgprogramma's voor
cardiologie is noodzakelijk omdat in de huidige
programma's van geïsoleerde diagnostische
coronografie (B1) de behandeling van een coronair
letsel niet mogelijk is.
(En français) Le volume d'activités de certains
centres ne permet pas de garantir une sécurité
suffisante pour les patients pris en charge. La
littérature et l'expérience du Collège belge de
(Frans) Het activiteitsvolume van bepaalde centra
is te laag om de veiligheid van de verzorgde
patiënten te garanderen. Uit de literatuur en uit de
ervaring die de Belgische Cardiologische
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
cardiologie montrent les risques pour le patient pris
en charge dans des centres de faible activité ou par
des praticiens sans expérience suffisante.
Vereniging heeft opgedaan, blijkt dat de patiënten,
die worden opgevangen in centra met minder
activiteit of door practici zonder voldoende ervaring,
risico's lopen.
(En néerlandais) La répartition géographique des
centres de cardiologie n'est pas optimale. Il n'y a
par exemple aucun centre dans la province de
Luxembourg alors qu'on trouve ailleurs deux
programmes de soins complets à moins de deux
kilomètres de distance.
J'ai l'intention de moderniser les normes
d'exploitation des programmes de soins. Je veux
introduire un seuil d'activité minimum pour les
dilatations et la chirurgie coronarienne.
La fusion de l'activité d'intervention (B2) et de
l'activité chirurgicale (B3) est préconisée par les
instituts scientifiques internationaux. Si les risques
liés à la dilatation percutanée ont diminué, on ne
peut cependant pas les exclure. L'autorisation
d'une dilatation sans back-up chirurgical doit rester
l'exception.
(Nederlands) De geografische verdeling van de
centra voor cardiologie is niet optimaal. In de
provincie Luxemburg is er geen enkel centrum,
terwijl er op andere plaatsen twee volledige
zorgprogramma's op minder dan twee kilometer
van elkaar gelegen zijn.
Het is mijn bedoeling om de normen voor het
uitbaten van zorgprogramma's te moderniseren. Ik
wil een minimumactiviteitsdrempel invoeren voor
dilataties en coronaire chirurgie.
De samenvoeging van de interventieactiviteit (B2)
en de chirurgische activiteit (B3) wordt door
internationale wetenschappelijke instituten
aangeraden. Ondanks het feit dat de risico's die
verbonden zijn aan een percutane dilatatie
verminderd zijn, kunnen we ze niet uitsluiten. Het
toestaan van dilatatie zonder chirurgische back-up
moet een uitzondering blijven.
(En français) Le cumul entre l'activité
interventionnelle et chirurgicale se justifie tout à fait
et l'actualisation de ces normes a donc un sens.
(Frans) De samenvoeging van de
interventieactiviteit en de chirurgische activiteit is
dus terecht en de actualisering van die normen is
dus zinvol.
(En néerlandais) Ces normes seront publiées
bientôt dans un arrêté royal. Un autre arrêté royal
relatif à la programmation devrait permettre une
meilleure dispersion des centres agréés, sans qu'il
y ait davantage de centres au total. Des problèmes
se posent actuellement, notamment dans la
province de Luxembourg et à Courtrai. Aucun
calendrier n'a encore été établi. Je n'ai toutefois
pas perdu de temps et j'ai eu l'occasion de vérifier
les différents critères afin que les nouvelles normes
répondent aux best medical practices.
(Nederlands) Deze normen zullen binnenkort in een
KB bekend gemaakt worden. Een ander KB voor de
programmatie zou een betere spreiding van de
erkende centra mogelijk moeten maken, zonder dat
er in het totaal meer centra komen. Onder andere
in Luxemburg en Kortrijk zijn er momenteel
problemen. Er is nog geen timing. Ik heb echter
geen tijd verloren en heb de verschillende criteria
kunnen nakijken opdat de nieuwe normen zouden
beantwoorden aan de best medical practices.
20.05 Luc Goutry (CD&V) : Je suggère au
ministre d'ajuster la programmation des
programmes de soins cardiologiques sur la base de
critères objectifs. Je propose qu'il tienne également
compte à cet effet de la réalité du terrain et pas
seulement de la répartition géographique.
20.05 Luc Goutry (CD&V): Ik pleit ervoor dat de
minister de programmatie voor de cardiologische
zorgprogramma's herschikt op basis van objectieve
criteria. Ik stel voor dat hij daarbij ook rekening
houdt met de realiteit op het terrein en niet enkel
met de geografische spreiding.
Ce n'est pas tout ou rien. En présence de centres
B1 et B2, on doit à mon sens pouvoir discuter de
leur maintien en association avec un centre B3. Il
convient de vérifier à quels endroits des centres
sont encore nécessaires.
La littérature est partagée. Selon le Conseil national
des établissements hospitaliers, la présence d'un
Het is niet alles of niets. Als B1 en B2 aanwezig
zijn, moet het volgens mij bespreekbaar zijn om dat
te behouden in een associatie met een B3-centrum.
Er moet worden nagegaan waar er nog nood is aan
centra.
De literatuur is verdeeld. Volgens de Nationale
Ziekenhuisraad is de aanwezigheid van een B3 op
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
centre B3 n'est pas nécessaire sur le même
campus tant qu'il existe une collaboration. Une
attribution correcte doit être possible à l'avenir sur
la base du nombre de patients traités. Les critères
doivent donc être objectivés pour que les endroits
où la situation est satisfaisante, donc également
dans les centres B1 et B2, puissent subsister et
que parallèlement, des centres B3 puissent être
constitués.
dezelfde campus niet noodzakelijk, zolang er
samenwerking is. Het moet mogelijk zijn om op
basis van het aantal behandelde patiënten in de
toekomst een goede toewijzing te doen. De criteria
moeten dus geobjectiveerd worden, zodat de
plaatsen waar het nu goed gebeurt, ook in B1 en
B2-centra, kunnen blijven bestaan, en dat
daarnaast B3-centra kunnen worden gevormd.
20.06 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Je suis
convaincu, tout comme le ministre, qu'une réforme
s'impose. Mais le ministre n'a rien dit au sujet des
déclarations de la FIH. Peut-il préciser, sur la base
des données scientifiques, si la FIH a raison ou
tort ? Selon la FIH, la Flandre n'a pas besoin de
centres cardiaques complémentaires et leur
nombre devrait être réduit dans la partie
francophone du pays afin de réaliser un équilibre
communautaire.
20.06 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik ben het
eens met de minister over de noodzaak van een
hervorming. De minister heeft echter niets gezegd
over de verklaringen van het VVI. Kan de minister
op basis van wetenschappelijke gegevens zeggen
of het VVI fout is of correct. Het zegt dat extra
hartcentra in Vlaanderen niet nodig zijn en dat er
minder zouden moeten zijn in het Franstalige
landsgedeelte om een communautair evenwicht te
bereiken.
20.07 Benoît Drèze (cdH) : Ce dossier est
curieux. Avant que vous n'annonciez votre réforme,
les hôpitaux s'interrogeaient déjà sur l'évolution des
techniques en cardiologie et estimaient, vu
l'évolution des technologies et leur reconnaissance
en tant que B1, devoir être reconnus B1 et B2. Mais
la réforme va en sens inverse, puisque vous dites
que là où il y a du B2, il faut du B3 !
Vous vous référez bien à des études mais, sur le
terrain, les praticiens ont l'expérience contraire.
Vous avez dit que, dans certains cas, mieux valait
une concertation. Je vous demande donc une telle
réflexion ici.
Votre cabinet répond aux hôpitaux de ma région
qu'ils seront reconnus B1, B2 et B3, alors qu'ils ne
le demandent pas, n'ont pas nécessairement les
capacités ou les compétences. S'il doit y avoir une
réforme, c'est donc en reconnaissant des centres
B1 et B2 et non en faisant une pression vers les
B3, ce qui donnerait une plus-value injustifiée au
secteur universitaire.
20.07 Benoît Drèze (cdH): Dit is een eigenaardig
dossier. Nog voor u uw hervorming aankondigde,
hadden de ziekenhuizen al vragen bij de evolutie
van de technieken op het vlak van cardiologie en
meenden ze dat ze, in het licht van de evolutie van
de technologieën en van hun erkenning B1 in
aanmerking kwamen voor een erkenning B1 en B2.
Met de hervorming gebeurt echter het tegendeel,
want u zegt dat een erkenning B2 gepaard moet
gaan met een erkenning B3.
U haalt een aantal studies aan, maar uit de
praktijkervaringen blijkt het tegendeel. U zei dat in
bepaalde gevallen de voorkeur moet worden
gegeven aan overleg. Ik vraag dat dit hier zou
gebeuren.
Uw kabinet antwoordt aan de ziekenhuizen uit mijn
streek dat ze een erkenning B1, B2 en B3 zullen
krijgen, waar ze helemaal niet om vragen en
waarvoor ze niet noodzakelijk de nodige capaciteit
en vaardigheid in huis hebben. Een hervorming zou
dus op de erkenning van B1- en B2-centra moeten
gericht zijn en zou zich niet op de erkenning B3
mogen toespitsen. Zulks zou immers ten onrechte
een meerwaarde geven aan de universitaire sector.
20.08 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) : Il
y a une cohérence entre les sections B1, B2 et B3.
Le lien entre ces sections est donc utile, ce qui
n'implique pas nécessairement qu'il faille une
section B2 et une section B3 partout où il existe
déjà une section B1.
20.08 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er is
coherentie tussen B1, B2 en B3. De link is dus
zinvol. Dat betekent echter niet dat overal waar nu
al een B1 bestaat, ook een B2 en B3 moeten zijn.
(En français) J'essaie de mettre en place une
stratégie basée sur des arguments tirés de la
littérature internationale. Certains contestent cette
(Frans) Ik probeer een strategie te voeren op grond
van argumenten uit de internationale litteratuur.
Sommigen betwisten die logica. Jammer genoeg
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
logique. Malheureusement, aucun praticien de
terrain ne peut a priori dire que sa lecture est
indéniablement neutre.
Mon intérêt est d'améliorer la situation et non pas
de la détériorer. Un centre d'expertise fédérale
existe et a été voulu par le Parlement. Je suis pris
dans un étau car les parlementaires disent avoir
mis cette institution sur pied pour que le ministre
suive ses recommandations. Le ministre est tenu
de faire ce qui lui est proposé.
kan geen enkele veldwerker a priori stellen dat zijn
lectuur ontegensprekelijk neutraal is.
Ik heb er alle belang bij dat de situatie erop
vooruitgaat en niet verslechtert. Er bestaat een
federaal kenniscentrum, dat heeft het Parlement zo
gewild. Ik word in de tang genomen, want de
parlementsleden beweren dat ze die instelling
opgericht hebben opdat de minister de
aanbevelingen ervan zou volgen. De minister is
gehouden te doen wat hem wordt voorgesteld.
20.09 Luc Goutry (CD&V) : Ce problème ne va
pas se résoudre si chacun campe sur ses
positions. Les avis sont partagés. Il est normal que
la littérature américaine donne à entendre un autre
son de cloche, car les délais d'intervention y sont
extrêmement longs. Il faut replacer chaque élément
dans son contexte.
À mon avis, les endroits où fonctionnent
actuellement des centres B1 et B2 qui comptent
suffisamment de patients et enregistrent de bons
résultats au niveau qualitatif ne doivent pas
accueillir un centre B3.
20.09 Luc Goutry (CD&V): Dit probleem is niet op
te lossen met een welles-nietesdiscussie. De
meningen zijn verdeeld. Natuurlijk is er in de
Amerikaanse literatuur een andere stem te horen,
want de interventietijden zijn er gigantisch. Men
moet alles in zijn verband zien.
Waar nu een goed B1 en B2-centrum is met
voldoende patiënten en kwalitatief goede
resultaten, moet volgens mij geen B3-centrum
komen.
20.10 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Si un incident se produit dans un centre B2, le
patient doit immédiatement être transféré dans un
centre B3. S'il n'y en a pas à proximité, de sérieux
problèmes vont se poser.
20.10 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Als er
een ongeval gebeurt in een B2-centrum, moet
onmiddellijk worden doorverwezen naar een B3-
centrum. Als er op korte afstand geen is, heeft men
ernstige problemen.
20.11 Benoît Drèze (cdH) : Le témoignage du
docteur Brotchi est éloquent. Il n'est pas
cardiologue mais lorsqu'on l'interroge sur ce qu'il
convient de faire en cas de problème cardiaque, il
préconise de téléphoner à son médecin de famille
pour savoir s'il vaut mieux aller à l'hôpital le plus
proche ou dans celui qui fait de la chirurgie. Il ne
s'agissait pas d'études et il ne prêchait pas pour sa
chapelle, mais son intervention était pleine de bon
sens.
20.11 Benoît Drèze (cdH): De getuigenis van dr.
Brotchi is veelzeggend. Hij is geen cardioloog,
maar wanneer men hem vraagt wat men moet doen
wanneer er een cardiologisch probleem rijst, dan
pleit hij ervoor om naar zijn huisarts te bellen om te
weten of men best naar het dichtstbijzijnde
ziekenhuis gaat, dan wel of men naar een
ziekenhuis moet gaan waar er aan heelkunde wordt
gedaan. Het ging niet om studies en hij preekte niet
voor eigen parochie, maar wat hij zei getuigde van
gezond verstand.
20.12 Koen Bultinck (Vlaams Belang)
: Le
ministre n'a toujours pas répondu à mes questions
sur la FIH.
20.12 Koen Bultinck (Vlaams Belang): De
minister heeft nog altijd niet geantwoord op mijn
vragen over het VVI.
20.13 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Je ne comprends pas le point de vue de la FIH que
je juge déraisonnable. La FIH doit certes défendre
ses institutions mais je dois défendre les patients.
20.13 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik
begrijp het standpunt van het VVI niet. Ik vind het
onredelijk. Het VVI moet natuurlijk zijn instellingen
verdedigen, maar ik moet de patiënten verdedigen.
Président: M. Benoît Drèze.
Voorzitter: de heer Benoît Drèze.
20.14 Koen Bultinck (Vlaams Belang)
: Je
m'étonne du point de vue de la FIH. Elle peut
20.14 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik vind het
standpunt van het VVI merkwaardig. Het kan vier
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
obtenir quatre centres supplémentaires en Flandre
mais affirme que les douze centres actuels sont
suffisants. Quand bien même elle chercherait à
défendre ses institutions, je ne comprends pas son
point de vue.
bijkomende centra in Vlaanderen krijgen, maar zegt
dat men met de huidige twaalf volledige centra
toekomt. Zelfs wanneer het zijn instellingen zou
willen verdedigen, kan ik zijn standpunt niet volgen.
20.15 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Peut-être veut-elle affecter différemment les
moyens financiers.
20.15 Minister Rudy Demotte (Nederlands):
Misschien wil het de financiële middelen aan iets
anders besteden?
20.16 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : C'est
possible. Nous resterons attentifs à ce dossier.
20.16 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Dat zou
kunnen. Wij zullen dit verder blijven volgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les résultats de l'enquête effectuée
à propos du traitement du cancer du sein"
(n° 10474)
21 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de resultaten van het onderzoek naar de
behandeling van borstkanker" (nr. 10474)
21.01 Maggie De Block (VLD) : Une vaste
enquête des Mutualités chrétiennes à propos du
traitement du cancer du sein aboutit à un certain
nombre de conclusions surprenantes. Plus la
tumeur est grave, plus longtemps la patiente doit
attendre un traitement. En cas de métastases, le
délai d'attente peut dépasser un mois. En cas de
risque de métastases, 10 à 12 % des femmes
doivent attendre plus d'un mois.
Les femmes plus âgées sont soumises à moins de
techniques diagnostiques et dans leur cas, on
procède plus souvent à une amputation. Ces
patientes reçoivent également moins de
chimiothérapie après l'intervention.
Le ministre pense-t-il qu'il serait possible de réduire
le délai d'attente à maximum un mois comme le
prescrit le National Institute for Health and Clinical
Excellence ? Est-il au fait du traitement différent
réservé aux femmes plus âgées ? Qu'en pense-t-
il ?
21.01 Maggie De Block (VLD): Een grootschalig
onderzoek van de Christelijke Mutualiteit naar de
behandeling van borstkanker komt tot een paar
verrassende conclusies. Hoe ernstiger de tumor,
hoe langer de patiënt op een behandeling moet
wachten. Bij uitzaaiingen loopt de wachttijd op tot
meer dan een maand. Bij risico op uitzaaiingen
moet 10 tot 12 procent van de vrouwen meer dan
een maand wachten.
Oudere vrouwen ondergaan minder diagnostische
technieken en er wordt meer tot amputatie
overgegaan. Ze krijgen ook minder chemotherapie
na de ingreep.
Acht de minister het mogelijk om de wachttijd te
reduceren tot maximum één maand zoals het
National Institute for Health and Clinical Excellence
voorschrijft? Is de minister op de hoogte van de
andere behandeling die oudere vrouwen te beurt
valt? Hoe denkt hij daarover?
21.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
L'enquête évoquée par Mme De Block a été menée
par la Mutualité chrétienne et porte sur la période
1998-2003. Elle est essentiellement descriptive et
vise à sensibiliser les établissements de soins. Les
auteurs précisent clairement que l'étude n'évalue ni
la qualité ni l'efficacité du traitement. Les
différences constatées dans le cadre de cette étude
ne peuvent pas davantage être mises en rapport
avec les chances de survie des différents groupes
de femmes. Je ne m'étendrai donc pas sur ces
résultats.
Je souhaite mener une politique privilégiant la prise
21.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
onderzoek waarnaar mevrouw De Block verwijst,
werd uitgevoerd door de CM en heeft betrekking op
de periode 1998-2003. Het is in hoofdzaak
beschrijvend en is bedoeld om zorginstellingen te
sensibiliseren. De auteurs zeggen duidelijk dat de
studie de kwaliteit en de efficiëntie van de
behandeling niet meet. De verschillen die in de
studie worden vastgesteld, stemmen ook niet
overeen met de overlevingskansen bij de
verschillende groepen vrouwen. Ik zal op die
resultaten dan ook niet verder ingaan.
Ik wil een beleid voeren waarbinnen vrouwen op de
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
en charge des patientes à brève échéance et en
tout cas dans un délai d'un mois. Les différences
par catégorie d'âge ne sont pas tellement rares
puisque l'évolution de la maladie diffère selon l'âge
et le statut hormonal de la patiente.
Depuis le mois de mars 2003, les services
d'oncologie appliquent un protocole qui est
scientifiquement fondé et dont le respect est assuré
par en collège d'oncologie. L'incidence de cette
mesure ne peut être clairement établie à ce jour.
L'étude de la MC y est antérieure.
Mes collaborateurs s'emploient à intégrer les
critères européens dans les programmes de soins
d'oncologie. Nous ne nions pas la plus-value
éventuelle des cliniques du sein. J'analyserai
minutieusement l'incidence de cette mesure. Le
centre fédéral d'expertise étudiera la situation dans
l'ensemble de la Belgique.
kortst mogelijke termijn en in elk geval binnen een
maand worden behandeld. Verschillen per
leeftijdcategorie zijn niet zo raar omdat het verloop
van de ziekte anders is afhankelijk van de leeftijd
en de hormonale status van de getroffene.
Sinds maart 2003 volgen de oncologische diensten
een protocol dat wetenschappelijk gefundeerd is.
Een kwaliteitscollege ziet op de naleving ervan toe.
De impact van die maatregel is nog niet duidelijk.
Het onderzoek van de CM dateert van ervoor.
Mijn medewerkers leveren inspanningen om de
Europese criteria in de zorgprogramma's voor
oncologie in te voeren. De eventuele meerwaarde
van borstklinieken ontkennen we niet. Ik zal de
impact van de maatregelen grondig bekijken. Het
federaal kenniscentrum zal een studie uitvoeren
naar de situatie in heel België.
21.03 Maggie De Block (VLD) : Que le centre
d'expertise puisse étudier le parcours des différents
types de patients est une bonne chose. Cette étude
ne permet toutefois pas de déterminer l'incidence
des protocoles actuels. Je me réjouis de la réponse
du ministre car je ne comprendrais pas que les
femmes âgées seraient traitées selon d'autres
critères scientifiques.
21.03 Maggie De Block (VLD): Het is een goede
zaak dat het kenniscentrum zich zal buigen over
het parcours dat verschillende types patiënten
volgen. De impact van de huidige protocollen is niet
af te leiden uit deze studie. Ik ben blij met het
antwoord van de minister, want ik zou niet
begrijpen dat oudere vrouwen volgens andere
wetenschappelijke criteria zouden worden
behandeld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
22 Question de Mme Annelies Storms au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les critères utilisés par la Croix-
Rouge pour le don de sang" (n° 10533)
22 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de criteria die het Rode Kruis hanteert voor
het geven van bloed" (nr. 10533)
22.01 Annelies Storms (sp.a-spirit) : J'ai déjà
abordé antérieurement la question des critères de
sélection utilisés par la Croix-Rouge pour
sélectionner les donneurs de sang. Le mouvement
holebi a estimé que l'un de ces critères était
discriminatoire envers les hommes bisexuels et
homosexuels. Le Centre pour l'égalité des chances
et la lutte contre le racisme a réuni toutes les
parties. La Croix-Rouge a confirmé à cette
occasion que le critère en question ne se voulait
pas discriminatoire. Elle s'était engagée à adapter
la formulation du questionnaire médical et à publier
une brochure informative. Le contenu de cette
brochure est en tout état de cause de bonne
augure.
Les homosexuels peuvent-ils donner du sang selon
les termes de la nouvelle formulation ? Quand ne
peuvent-ils pas le faire ? Le critère de la Croix-
22.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Ik kaartte de
selectiecriteria die het Rode Kruis hanteert om
bloeddonoren te selecteren, al eerder aan. De
holebibeweging vond een van die criteria
discriminerend tegenover homoseksuele en
biseksuele mannen. Het Centrum voor Gelijkheid
van Kansen en Racismebestrijding bracht alle
partijen samen. Het Rode Kruis bevestigde toen dat
het criterium niet discriminerend bedoeld was. Het
verbond er zich toe de formulering van de
medische vragenlijst aan te passen en een folder
met toelichting uit te geven. De folder zelf is alvast
veelbelovend.
Kunnen homo's onder de nieuwe formulering bloed
geven? Wanneer niet? Blijft het criterium van het
Rode Kruis gelden? Is er sprake van nieuwe
ontwikkelingen die een eventuele
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Rouge reste-t-il applicable ? Est-il question de
nouvelles évolutions permettant une éventuelle
adaptation du critère ? Quelle est la position de la
European Blood Alliance (EBA) ?
criteriumaanpassing mogelijk maken? Wat is de
stand van zaken in de European Blood Alliance
(EBA)?
22.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
En l'espèce, il ne s'agit en aucun cas de stigmatiser
certaines personnes. Le but est de garantir la
qualité du sang, au même titre que celle des tissus
quand il s'agit de ce type de dons. Les mesures de
précautions qui s'imposent sont donc prises en vue
de réduire un maximum le risque de transmission
de maladies telles que le HIV ou Creutzfeld-Jacob
lors du traitement des malades. Nous devons nous
protéger contre les différents facteurs de risque.
Le refus de candidats donneurs peut être motivé
par différents critères tels que l'âge. Sur la base de
ces critères, qui font l'objet d'une évaluation
permanente, on estime également qu'un homme
ayant ou ayant eu des rapports sexuels avec un ou
plusieurs autres hommes présente un risque
d'infection par le virus HIV.
Le don de sang est soumis à des directives
nationales et internationales. La Croix-Rouge ne
décide pas elle-même des règles qu'elle applique,
au même titre que tout autre centre de transfusion.
Les discussions entre les centres de transfusion
sanguine, le Centre pour l'égalité des chances et la
lutte contre le racisme et le mouvement
représentant les homosexuels, les lesbiennes et les
bisexuels ont débouché sur un texte qui sera publié
prochainement. Les travaux du groupe de travail
EBA ont notamment mené à la conclusion que
chaque pays doit évaluer les risques. En Belgique,
cette évaluation a eu lieu en 2004. Elle a hélas
révélé qu'actuellement, d'un point de vue purement
épidémiologique, le fait qu'un homme ait des
rapports sexuels avec un ou plusieurs autres
hommes induit un risque de contamination au HIV
27,6 fois plus élevé que dans le cas de relations
hétérosexuelles. Nous suivrons de près toute
évolution éventuelle des données
épidémiologiques.
22.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
gaat hier in geen geval om het stigmatiseren van
bepaalde personen Men wil de kwaliteit van het
bloed verzekeren, zoals men dat bijvoorbeeld ook
doet bij weefsels. Daarom neemt men de nodige
voorzorgsmaatregelen opdat het eventuele risico
op een overdracht van ziektes zoals HIV of
Creutzfeld-Jacob bij de behandeling van zieken
minimaal is. We moeten ons beschermen tegen
risicofactoren.
Er bestaan verschillende criteria om kandidaat-
donoren te weigeren, zoals de leeftijd. Die criteria
worden voortdurend geëvalueerd.Volgens deze
criteria houdt het feit dat een man seksuele
betrekkingen heeft of heeft gehad met een of
meerdere mannen een risico in op een besmetting
met HIV.
Het geven van bloed is onderworpen aan nationale
en internationale richtlijnen. Het Rode Kruis beslist
niet zelf over de regels die het, zoals elk ander
transfusiecentrum, toepast. Gesprekken tussen de
bloedtransfusiecentra, het Centrum voor Gelijkheid
van Kansen en Racismebestrijding en de
holebibeweging hebben tot een tekst geleid, die
binnenkort wordt gepubliceerd. De werkzaamheden
van de EBA-werkgroep leidden onder meer tot de
conclusie dat elk land de risico's moet evalueren.
Dit gebeurde in België eind 2004. Jammer genoeg
is hieruit gebleken dat momenteel - en vanuit een
zuiver epidemiologisch standpunt - het feit dat een
man seksuele betrekkingen heeft met een of
meerdere mannen een risico op besmetting met
HIV inhoudt dat 27,6 keer hoger ligt dan bij
heteroseksuele betrekkingen. We volgen eventuele
evoluties in de epidemiologische gegevens op de
voet.
22.03 Annelies Storms (sp.a-spirit) : Le critère
pour les homosexuels est maintenu. Nous nous
félicitons de ce qu'un entretien ait eu lieu, mais le
mouvement des homosexuels, lesbiennes et
bisexuels ne manquera pas de revenir
régulièrement sur cette question. J'espère que l'on
disposera un jour des moyens pour adapter ce
critère. Cette exclusion demeure en effet très stricte
mais, pour moi aussi, la sécurité du sang doit
primer.
22.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Het criterium
bij homo's wordt behouden. Het is goed dat er een
gesprek geweest is, maar de holebi-beweging zal
op de kwestie blijven terugkomen. Hopelijk beschikt
men ooit over de middelen om het criterium aan te
passen. Het blijft een stringente uitsluiting, maar
ook voor mij primeert nog altijd de veiligheid van
het bloed.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
Le président : Monsieur le ministre, acceptez-vous
de répondre aux trois questions restant à l'ordre du
jour, les autres questions étant reportées à la
semaine prochaine ?
De voorzitter: Mijnheer de minister, bent u bereid
te antwoorden op de drie resterende vragen op de
agenda, waarbij de overige vragen tot volgende
week worden uitgesteld?
22.04 Rudy Demotte, ministre (en français) :
J'étais présent tout au long de la journée pour
répondre aux questions de parlementaires qui
étaient, eux, absents. Ce faisant, nous n'avons pu
épuiser la liste des questions, lesquelles seront dès
lors reportées à la semaine prochaine. Lors de la
Conférence des Présidents de ce matin, j'ai
demandé que l'on prenne des décisions pour sortir
de cette situation. Pourriez-vous me dire ce que le
Règlement prévoit dans de tels cas ?
22.04 Minister Rudy Demotte (Frans): Ik ben de
hele dag aanwezig geweest om op de vragen te
antwoorden van parlementsleden die afwezig
waren. Wij hebben zodoende de lijst van vragen
niet kunnen afwerken en de vragen die niet werden
behandeld, zullen tot volgende week worden
uitgesteld. Op de Conferentie van voorzitters van
vanochtend heb ik gevraagd dat men beslissingen
zou nemen om dat te verhelpen. Kan u mij zeggen
wat het Reglement in dat geval bepaalt?
Le président : Conformément au Règlement, les
orateurs peuvent reporter une question lorsqu'ils le
demandent avant.
De voorzitter: Overeenkomstig het Reglement kan
een vraag worden verdaagd wanneer de indiener
dat vooraf vraagt.
22.05 Rudy Demotte, ministre (en français) : Je
répondrai aux trois questions restantes mais il ne
faudra pas me demander de venir un lundi pour
répondre à des questions reportées pour cause
d'absence de leurs auteurs.
22.05 Minister Rudy Demotte (Frans): Ik zal op
de drie resterende vragen antwoorden, maar u mag
mij niet vragen hier op maandag te komen
antwoorden op vragen die werden uitgesteld omdat
de indieners afwezig waren.
Le président: Mme Burgeon est absente.
De voorzitter: Mevrouw Burgeon is afwezig.
23 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les composantes structurelles du
coût des maisons de repos publiques en
Flandre" (n° 10566)
23 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de structurele kostprijselementen van
openbare rusthuizen in Vlaanderen" (nr. 10566)
23.01 Maggie De Block (VLD) : Il ressort d'une
étude de la VVSG et des CPAS des villes-centres
les frais de personnel sont l'une des causes
principales du surcoût enregistré au niveau des
maisons de repos exploitées par les CPAS par
rapport à celles qui fonctionnent sous le statut
d'asbl. La différence réside surtout dans
l'ancienneté du personnel, l'écart s'élevant en
moyenne à six ans. Il faut aussi tenir compte des
prestations réduites effectuées par le personnel
soignant âgé. C'est le calcul des forfaits INAMI sur
la base de moyennes sectorielles qui pose
problème.
Le ministre a-t-il connaissance de cette étude ?
Envisage-t-il de tenir compte, dans le calcul des
forfaits, de l'ancienneté moyenne du personnel
employé dans les maisons de repos concernées ?
23.01 Maggie De Block (VLD): Uit een studie van
de VVSG en de OCMW's van de centrumsteden
blijkt, dat een van de belangrijkste oorzaken van de
meerkosten van de OCMW-rusthuizen ten opzichte
van de vzw-rustoorden, de personeelskosten zijn.
Er is vooral een verschil in anciënniteit van het
personeel, een verschil van gemiddeld zes jaar.
Ook moet men bij ouder verplegend personeel
verminderde prestaties in aanmerking nemen. Het
probleem is dat Riziv-forfaits berekend worden op
sectorgemiddelden.
Kent de minister de studie? Zal hij bij de
forfaitberekening rekening houden met de
gemiddelde anciënniteit van de betreffende
rustoorden?
23.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) : 23.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Mijn
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Mes services ont réclamé cette étude. Jusqu'au 31
décembre 2003, la détermination de l'intervention
de l'INAMI était toujours basée sur l'ancienneté
nationale moyenne. Depuis 2004, une premier pas
a été franchi sur la voie de la diversification. Trois
montants sont utilisés par qualification : les coûts
salariaux liés à l'ancienneté nationale moyenne et
les coûts salariaux liés à une ancienneté
respectivement supérieure et inférieure de deux
ans à la moyenne. Un de ces trois montants est
utilisé dans le cadre du calcul du forfait en fonction
de l'ancienneté moyenne dans une institution. Mon
prédécesseur et moi-même nous sommes toujours
efforcés d'évoluer graduellement vers le
financement de l'ancienneté correcte de chaque
institution. Toute nouvelle étape dépend de
l'évaluation du système de financement par la
commission des conventions qui aura lieu au cours
des prochains mois. Des propositions éventuelles
pourront être formulées lors de l'estimation des
besoins pour 2007. Eu égard aux moyens
disponibles, on décidera alors à l'automne dans
quelle mesure le financement pourra ou non être
adapté à partir de 2007.
diensten hebben deze studie opgevraagd. Tot 31
december 2003 ging men bij de vastlegging van de
tegemoetkoming vanuit het Riziv altijd uit van de
gemiddelde nationale anciënniteit. Sedert 2004
kwam er een eerste stap naar diversifiëring. Per
kwalificatie worden drie bedragen gebruikt: de
loonkosten bij de gemiddelde nationale anciënniteit,
de loonkosten bij een anciënniteit die twee jaar
hoger ligt dan dat gemiddelde, en de loonkosten bij
een anciënniteit van twee jaar minder. Bij de
berekening van het instellingsforfait wordt,
afhankelijk van de gemiddelde anciënniteit in een
instelling, een van deze drie gebruikt. Mijn
voorganger en ikzelf hebben steeds betracht om
verder stappen te zetten naar de financiering van
de correcte anciënniteit van elke instelling. Een
volgende stap hangt af van de evaluatie van het
financieringssysteem door de
overeenkomstencommissie, die de volgende
maanden plaatsvindt. Men kan eventuele
voorstellen formuleren bij de behoeftenramingen
voor 2007. In het licht van de beschikbare middelen
beslist men dan in het najaar in welke mate de
financiering vanaf 2007 al dan niet kan worden
aangepast.
Les coûts du prix de la journée d'hospitalisation non
couverts par l'INAMI doivent être couverts par le
prix de la journée payé par le patient. Dans ce
cadre, un mécanisme d'indexation simple est
appliqué. Si une adaptation des coûts salariaux sur
la base de l'ancienneté est envisagée, il faudra dès
lors vérifier si ces coûts sont déjà inclus dans le prix
de la journée d'hospitalisation.
De kosten van de ligdagprijs die niet worden gedekt
door het Riziv, moeten gedekt worden door de
dagprijs voor de patiënt. Hiervoor geldt een
eenvoudig indexeringsmechanisme. Een eventuele
aanpassing van de loonkosten ten gevolge van
anciënniteit moet bijgevolg worden getoetst aan de
vraag of deze kosten al in de dagprijs begrepen
zijn.
23.03 Maggie De Block (VLD) : Le rapport
d'évaluation sera-t-il mis à la disposition de notre
commission ? (Assentiment)
23.03 Maggie De Block (VLD): Krijgt onze
commissie inzage in het evaluatieverslag?
(Instemming)
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
24 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le remboursement différencié de la
consultation d'un médecin-spécialiste"
(n° 10668)
24 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gedifferentieerde terugbetaling van de
consultatie bij een geneesheer-specialist"
(nr. 10668)
24.01 Maggie De Block (VLD) : Le ministre
examine actuellement la possibilité d'un
remboursement différencié des prestations des
spécialistes selon que les patients aient ou non été
orientés vers ceux-ci par leur médecin généraliste.
Cela me semble une piste de réflexion logique pour
la plupart des spécialités. Ce raisonnement ne peut
cependant s'appliquer aux médecins spécialistes
en pédiatrie, car aux yeux de nombreux parents,
ceux-ci font en effet partie intégrante des soins de
24.01 Maggie De Block (VLD): De minister broedt
op een gedifferentieerde terugbetaling van de
raadpleging van een specialist al naargelang de
patiënt al dan niet doorverwezen werd door de
huisarts. Dit lijkt een logisch denkspoor voor het
merendeel van de specialismen. Voor de
specialisten kindergeneeskunde gaat het echter
niet op, omdat zij voor heel veel ouderparen wel
degelijk deel uitmaken van de
eerstelijnsgeneeskunde. Zij consulteren de
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
première ligne. Dans la grande majorité des cas,
les parents consultent en effet directement le
pédiatre en cas de maladie de leurs bébés ou
enfants en bas âge, notamment parce que la
formation spécifique en matière de pédiatrie des
médecins généralistes demeure insuffisante.
La plupart des parents seront-ils disposés à ne plus
considérer la consultation d'un pédiatre comme
faisant partie intégrante des soins de première
ligne? Une concertation sera-t-elle mise sur pied
avec les Régions afin de consacrer une plus
grande attention à la pédiatrie dans le cadre de la
formation des médecins généralistes?
kinderarts bijna altijd rechtstreeks wanneer baby's
of kleine kinderen ziek zijn. Dit heeft ook te maken
met het feit dat de huisartsen vandaag nog altijd te
weinig specifieke opleiding krijgen inzake
kindergeneeskunde.
Zullen de meeste ouders bereid zijn de raadpleging
van de pediater niet langer als eerstelijnszorg te
beschouwen? Komt er overleg met de
Gemeenschappen om meer aandacht te besteden
aan kindergeneeskunde in de opleiding van de
huisartsen?
24.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
J'ai en effet présenté à la concertation médico-
mutualiste un arrêté royal visant à abaisser le
montant du ticket modérateur pour les patients qui
ne consultent un médecin spécialiste qu'après y
avoir été envoyé par leur généraliste.
Il s'agit non pas d'un échelonnement mais d'un
correctif au niveau de la différence entre les
patients qui suivent un trajet de soins et ceux qui
s'adressent directement à un spécialiste.
Actuellement, la consultation préalable d'un
généraliste est sanctionnée plutôt qu'encouragée.
Cette disposition ne vise nullement à rendre
obligatoire la consultation préalable d'un médecin
généraliste. Rien ne change en effet pour les
patients qui s'adressent directement à un
spécialiste.
24.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik
heb het overleg artsen-ziekenfondsen inderdaad
een KB voorgelegd met het oog op een verlaging
van het remgeld voor patiënten die een consultatie
bij een geneesheer-specialist laten voorafgaan
door een doorverwijzing door hun huisarts.
Het gaat hierbij niet om een echelonnering, maar
wel om een rechtzetting van het verschil tussen
patiënten die een zorgtraject afleggen en patiënten
die onmiddellijk een specialist raadplegen.
Vandaag wordt het voorafgaand raadplegen van
een huisarts eerder bestraft dan aangemoedigd.
Deze bepaling wil helemaal geen voorafgaande
raadpleging bij de huisarts verplicht maken. Er
verandert immers niets voor patiënten die
rechtstreeks een specialist raadplegen.
24.03 Maggie De Block (VLD) : Je me demande
si cette décision induira un changement de
mentalités.
24.03 Maggie De Block (VLD): Ik vraag me af of
deze beslissing voor een mentaliteitsverandering
zal zorgen.
24.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
J'y vois un défi. Je n'ai pas l'intention de punir les
patients qui s'adressent directement à un
spécialiste. Je préfère une solution raisonnable à
une décision autoritaire. Nous étudierons les effets
de cette mesure.
24.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik zie
dat als een uitdaging. Ik ben niet van plan die
patiënten die zich rechtstreeks tot een specialist
wenden, te bestraffen. Ik verkies een redelijke
oplossing boven een autoritaire. We zullen nu
nagaan of de maatregel effect ressorteert.
24.05 Maggie De Block (VLD) : Dans l'intervalle,
le nombre de pédiatres est toujours en diminution.
24.05 Maggie De Block (VLD): Ondertussen blijft
het aantal pediaters wel eerder af- dan toenemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
25 Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
dispositifs médicaux" (n° 10693)
25 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "medische hulpmiddelen" (nr. 10693)
25.01 Benoît Drèze (cdH)
: Les dispositifs
médicaux sont réglementés par l'arrêté royal du 18
mars 1999 qui transpose une directive du Conseil
25.01 Benoît Drèze (cdH): De medische
hulpmiddelen worden gereglementeerd bij het
koninklijk besluit van 18 maart 1999, dat een
14/03/2006
CRABV 51
COM 889
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
du 14 juin 1993 relative aux dispositifs médicaux.
Cette réglementation met en place un système de
normalisation, d'autorisation et de certification qui
assure une traçabilité des produits. L'arrêté royal
détaille les dispositions à prendre en cas
d'incidents constatés lors de l'utilisation d'un
dispositif médical sur le territoire belge.
La mise en place annoncée d'une « agence du
médicament
» soulève des questions qui
concernent les dispositifs médicaux car l'actuelle
DG III comprend déjà ces produits dans son champ
de compétence et le secteur constate que les
moyens de l'administration, notamment en
personnel, sont insuffisants.
Les quatre ETP (équivalents temps plein) dont
disposerait l'administration pour effectuer les
tâches qui touchent à la mise sur le marché des
dispositifs médicaux et à leur surveillance suffisent-
ils, compte tenu du nombre d'entreprises qui
mettent ces produits sur le marché, de la
complexité des circuits de distribution et de la
technicité des produits ? Comment la future
« agence du médicament » intégrera-t-elle ce défi?
A quel montant s'élève la redevance que paie
annuellement l'industrie des dispositifs médicaux ?
Est-elle intégrée au budget général de l'INAMI ou
est-elle affectée aux missions de l'administration
dans le cadre des dispositifs médicaux ?
richtlijn van de Raad van 14 juni 1993 betreffende
de medische hulpmiddelen omzet in Belgisch recht.
Daarbij wordt een normalisatie, vergunnings- en
certificatiesysteem ingesteld dat in een
traceerbaarheid van de producten voorziet. Het
koninklijk besluit vermeldt op gedetailleerde wijze
welke maatregelen moeten worden getroffen
wanneer incidenten worden vastgesteld bij het
gebruik van medisch hulpmiddelen op Belgisch
grondgebied.
De aangekondigde oprichting van een
"geneesmiddelenagentschap" doet vragen rijzen
met betrekking tot de medische hulpmiddelen, want
de huidige DG III is thans al bevoegd voor die
producten en de sector stelt vast dat de middelen
waarover de administratie beschikt, en
inzonderheid de personele middelen, ontoereikend
zijn.
Volstaan de vier voltijds equivalenten waarover de
administratie zou beschikken om de taken te
verrichten die verband houden met het in de handel
brengen van de medische hulpmiddelen en de
controle ervan, rekening houdend met het aantal
bedrijven dat dergelijke hulpmiddelen in de handel
brengt, het complexe distributiecircuit en het
technisch karakter van de producten? Hoe zal het
toekomstig "geneesmiddelenagentschap" een en
ander kunnen waarmaken?
Hoeveel bedraagt de bijdrage die de fabrikanten
van medische hulpmiddelen jaarlijks betalen?
Wordt zij in de algemene begroting van het Riziv
gestort of wordt zij aangewend voor de taken die de
administratie met betrekking tot de medische
hulpmiddelen uitvoert?
25.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Au
sein de la DG Médicaments, la cellule "Dispositifs
médicaux" dispose d'un personnel correspondant à
six équivalents temps plein pour assumer ses
tâches. Dans le cadre de la mise sur pied de la
future agence du médicament, il est prévu la
création d'un groupe pharmacothérapeutique
spécifique aux dispositifs médicaux. Le personnel
de cette équipe sera renforcé. Quatre équivalents
temps plein seront affectés à l'inspection.
Les redevances versées par l'industrie des
dispositifs médicaux sont intégrées dans le Fonds
des médicaments. Leurs montants s'élevaient
respectivement à 679.711, 581.006, 741.000 euros
pour les années 2003, 2004 et 2005.
25.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Binnen de
DG Geneesmiddelen beschikt de cel Medische
hulpmiddelen over zes voltijds equivalenten voor
het verrichten van haar taken. In het kader van de
oprichting van het toekomstig
geneesmiddelenagentschap zal een specifieke
farmacotherapeutische groep voor medische
hulpmiddelen worden ingesteld. Het
personeelsbestand van dat team zal worden
uitgebreid. Vier voltijds equivalenten zullen voor de
inspectie worden ingezet.
De door de fabrikanten van medische hulpmiddelen
gestorte bijdragen komen ten goede van het
Geneesmiddelenfonds. Voor de jaren 2003, 2004
en 2005 bedroegen zij respectievelijk 679.711,
581.006 en 741.000 euro.
25.03 Benoît Drèze (cdH) : Quatre des six
équivalents temps plein sont consacrés aux
missions d'inspection. Je dois comprendre que
vous estimez ce nombre suffisant.
25.03 Benoît Drèze (cdH): Vier van de zes voltijds
equivalenten zullen dus voor de inspectietaken
worden ingezet. Ik begrijp daaruit dat u dat aantal
voldoende vindt.
CRABV 51
COM 889
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
25.04 Rudy Demotte, ministre (en français) : C'est
ce qu'il faut comprendre de la réponse de mon
administration.
25.04 Minister Rudy Demotte (Frans): Dat is wat
men uit het antwoord van mijn administratie moet
begrijpen.
L'incident est clos
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
18 h 12.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 18.12 uur.
Document Outline