CRABV 51 COM 866
CRABV 51 COM 866
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi dinsdag
21-02-2006 21-02-2006
Après-midi Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 866
21/02/2006
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "le versement
de dotations aux Régions et aux Communautés"
(n° 10363)
1
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de doorstorting van
dotaties aan Gewesten en Gemeenschappen"
(nr. 10363)
1
Orateurs: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
Sprekers: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la croissance
de la dette publique" (n° 10482)
2
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de stijging van de
overheidsschuld" (nr. 10482)
2
Orateurs: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
Sprekers: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la titrisation
de l'arriéré fiscal" (n° 10483)
5
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de effectisering van de
achterstallige belastingen" (nr. 10483)
5
Orateurs: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
Sprekers: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 866
21/02/2006
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
21
FÉVRIER
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
21
FEBRUARI
2006
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 16 h 37 par
M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 16.37 uur door
de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "le
versement de dotations aux Régions et aux
Communautés" (n° 10363)
01 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de doorstorting van
dotaties aan Gewesten en Gemeenschappen"
(nr. 10363)
01.01 Hendrik Bogaert (CD&V) : Il semblerait qu'il
n'ait pas été procédé, en décembre 2005, à la
liquidation de la dernière tranche de la dotation à la
Communauté flamande pour le financement des
étudiants universitaires étrangers ni à celle de la
dotation à la Région flamande relative au quatrième
trimestre pour les droits de tirage sur les
programmes d'emploi.
Est-ce exact ? En va-t-il de même des dotations
aux autres communautés et régions ? Quelle est la
cause de ce retard ? De quel montant total chacune
des régions et des communautés concernées a-t-
elle été privée ? Quand les paiements ont-ils enfin
été effectués ? Quelle est l'incidence de ce retard
sur le solde de financement de l'entité ?
01.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Naar verluidt zou
in december 2005 de laatste schijf van de dotatie
aan de Vlaamse Gemeenschap voor de
financiering van buitenlandse
universiteitsstudenten, alsook de dotatie aan het
Vlaams Gewest met betrekking tot het vierde
kwartaal voor de trekkingsrechten op
tewerkstellingsprogramma's, niet zijn doorgestort.
Klopt dit? Geldt hetzelfde voor de dotaties van de
andere Gemeenschappen en Gewesten? Wat is
hiervan de oorzaak? Wat is het totaal bedrag per
Gewest en Gemeenschap dat niet werd
doorgestort? Wanneer werden de doorstortingen
uiteindelijk wel doorgevoerd? Wat is het effect van
deze laattijdige doorstorting op het vorderingssaldo
van entiteit I?
01.02 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : La dotation pour les droits de tirage a
été ordonnancée le 7 décembre 2005 et payée le 5
janvier 2006. Il s'agit de plus de 45,5 millions
d'euros pour la Région wallonne, de plus de 65
millions d'euros pour la Région flamande, de plus
de 9,7 millions d'euros pour la Région de Bruxelles-
Capitale et de près de 760 000 euros pour la
Communauté germanophone. Cela fait un total de
plus de 121 millions d'euros.
01.02 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): De dotatie voor de trekkingsrechten
is geordonnanceerd op 7 december 2005 en
betaald op 5 januari 2006. Voor het Waalse Gewest
gaat het om ruim 45,5 miljoen euro, voor het
Vlaamse Gewest om ruim 65 miljoen euro, voor het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest om ruim 9,7
miljoen euro en voor de Duitse Gemeenschap om
bijna 760 000 euro. Dat is een totaal van meer dan
121 miljoen euro.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21/02/2006
CRABV 51
COM 866
2
La dotation pour les étudiants étrangers a été
ordonnancée le 9 novembre 2005 et liquidée le 9
janvier 2006. Il s'agit pour la Communauté
française de plus de 5 millions d'euros et pour la
Communauté flamande de 2,6 millions d'euros, soit
près de 8 millions d'euros au total.
Le report n'a rien à voir avec le principe de l'ancre
puisque ces postes sont exemptés de l'ancre. Le
retard n'est que la conséquence d'une charge de
travail trop élevée et d'un concours de
circonstances.
Ces dépenses sont considérées comme des
dépenses de l'année 2005. Leur incidence négative
s'exerce donc intégralement sur le solde de
financement de 2005. Le versement tardif est sans
effet sur le budget de cette année.
De dotatie voor de buitenlandse studenten is
geordonnanceerd op 9 november 2005 en betaald
op 9 januari 2006. Voor de Franse Gemeenschap
gaat het om een bedrag van ruim 5 miljoen euro en
voor de Vlaamse Gemeenschap om 2,6 miljoen
euro, wat een totaal geeft van bijna 8 miljoen euro.
Het uitstel houdt geen verband met het
ankerprincipe, omdat deze posten vrijgesteld zijn
van het anker. De reden voor de vertraging is
gewoon de te hoge werkdruk ten gevolge van een
samenloop van omstandigheden.
Deze uitgaven worden beschouwd als uitgaven
voor het jaar 2005. De negatieve impact is dus
integraal voor het vorderingssaldo van 2005. De
laattijdige doorstorting heeft geen enkel effect op de
begroting van dit jaar.
01.03 Hendrik Bogaert (CD&V) : Vos propos
concernant le volume de travail important
m'étonnent. Pendant un mois, on a omis de verser
de l'argent destiné aux entités fédérées. Un intérêt
sur ces montants n'est-il pas dû ? Un montant de
121 millions d'euros est tout de même
considérable.
01.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Het verhaal van
de hoge werkdruk vind ik toch vreemd. Men heeft
gedurende een maand geld bestemd voor de
deelstaten achtergehouden. Moet daarop geen
interest worden betaald? Een bedrag van 121
miljoen euro is toch aanzienlijk.
01.04 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : Il importe peu que le paiement soit
effectué le 31
décembre ou le 5
janvier. Les
montants sont attendus pour la fin de l'année.
01.04 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Of de betaling nu gebeurt op 31
december of op 5 januari, dat maakt weinig
verschil. De bedragen worden verwacht voor het
einde van het jaar.
01.05 Hendrik Bogaert (CD&V) : Je contrôlerai
une nouvelle fois s'il est exact qu'il n'y aura aucune
incidence sur le solde de financement.
01.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal nog eens
controleren of het klopt dat er geen impact is op het
vorderingssaldo.
01.06 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : Même les chiffres de la Banque
nationale démontrent que ces éléments ont été pris
en compte.
01.06 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Zelfs in de cijfers van de Nationale
Bank kan men zien dat dit is meegeteld.
01.07 Hendrik Bogaert (CD&V) : La ministre est-
elle certaine que le solde net à financer n'a pas été
influencé en l'occurrence ?
01.07 Hendrik Bogaert (CD&V): Weet de minister
wel zeker dat het netto te financieren saldo hierdoor
niet is beïnvloed?
01.08 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : Je peux le faire vérifier, mais seul le
solde de financement importe pour l'équilibre
budgétaire.
01.08 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Ik kan dit laten verifiëren, maar voor
het begrotingsevenwicht telt enkel het
vorderingssaldo.
01.09 Hendrik Bogaert (CD&V) : Le solde net à
financer est également un baromètre politique. Si
ce solde devait être sans importance, les ouvrages
traitant des budgets n'y consacreraient pas tant
d'attention.
01.09 Hendrik Bogaert (CD&V): Ook het netto te
financieren saldo is een politieke graadmeter. Als
het netto te financieren saldo irrelevant zou zijn,
dan zou men daar niet zoveel aandacht aan
besteden in boeken over begroting.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 866
21/02/2006
3
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la
croissance de la dette publique" (n° 10482)
02 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de stijging van de
overheidsschuld" (nr. 10482)
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V) : J'ai pu lire dans
le journal De Tijd que la dette publique, tant nette
que brute, était en augmentation constante.
Comment le gouvernement parvient-il à chaque fois
à présenter un budget en équilibre alors que la
dette publique augmente ? La dette publique a ainsi
augmenté de 12 milliards d'euros en l'espace de
deux législatures. La ministre pourrait-elle nous
fournir une explication technique à ce sujet ?
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik heb in De Tijd
gelezen dat de overheidsschuld zowel netto als
bruto blijft stijgen. Hoe is het mogelijk dat er telkens
een begroting in evenwicht is, terwijl de
overheidsschuld stijgt? Over twee regeerperiodes
is er al 12 miljard euro staatsschuld bijgekomen.
Kan de minister een technische uitleg geven?
02.02 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : Malgré un solde de financement
positif, la dette nominale a en effet augmenté en
2005 sous l'effet d'un certain nombre
d'aménagements sur le plan de la dette qui n'ont
pas eu d'influence au niveau du solde de
financement.
La dette publique a augmenté de 7 641 millions
d'euros en 2005, en raison principalement de la
reprise de la dette de la SNCB pour un montant de
7
400 millions d'euros. En raison d'une
augmentation proportionnelle du PIB, le taux
d'endettement est cependant passé de 94,7 à
94,3 % du PIB. Voilà qui est tout de même le plus
important.
Pourquoi l'évolution de la dette ne correspond-elle
pas à celle du solde de financement ? Dans
l'analyse de l'évolution de la dette, une distinction
est faite entre une variation endogène et une
variation exogène de la dette. Selon le rapport
annuel de la Banque nationale, la variation
exogène représente en 2005 2,6% du PIB, soit
7 600 millions d'euros.
J'énumère les éléments qui expliquent l'évolution
différente de la dette et du solde de financement.
Les principaux éléments sont la formation d'actifs
financiers hors pouvoirs publics, les différences de
taux de change, l'octroi de crédits et les
participations, les primes d'émission, les intérêts
dus et non échus, les modifications sectorielles et
les reprises de dettes.
02.02 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Ondanks een positief
vorderingssaldo is de nominale schuld in 2005
inderdaad toegenomen onder invloed van een
aantal aanpassingen op de schuld die geen effect
hadden op het vorderingssaldo.
In 2005 is de overheidsschuld toegenomen met
7 641 miljoen euro, vooral door de overname van
de NMBS-schuld, die 7 400 miljoen euro bedroeg.
Door een evenredige toename van het BBP bleef
de schuldgraad evenwel dalen van 94,7 procent
BBP naar 94,3 procent. Dat is uiteindelijk het
belangrijkste.
Waarom stemt de evolutie van de schuld niet
overeen met die van het vorderingssaldo? In de
analyse van de schuldevolutie wordt een
onderscheid gemaakt tussen endogene en
exogene verandering van de schuld. Volgens het
jaarverslag van de Nationale Bank staat de
exogene verandering in 2005 voor 2,6 procent van
het BBP, wat overeenkomt met 7 600 miljoen euro.
Ik som de elementen op die de verschillende
evolutie van schuld en vorderingssaldo verklaren.
De belangrijkste zijn de vorming van financiële
activa buiten de overheid, de
wisselkoersverschillen, kredietverleningen en
participaties, uitgiftepremies, verschuldigde en nog
niet vervallen rentes, en de sectorwijzigingen en
schuldovernames.
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V) : La ministre dit
que le facteur exogène représente 2,6 % du PIB.
Dispose-t-elle également de chiffres sur le facteur
endogène ?
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V): De minister zegt
dat de exogene factor 2,6 procent van het BBP
vertegenwoordigt. Heeft zij ook gegevens over de
endogene factor?
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21/02/2006
CRABV 51
COM 866
4
02.04 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : Non. Le facteur endogène est le
solde primaire réalisé et donc, indirectement, le
solde de financement.
02.04 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Neen. De endogene factor is het
gerealiseerde primair saldo en dus indirect het
vorderingssaldo.
02.05 Hendrik Bogaert (CD&V) : Je vérifierai
dans le rapport si les chiffres que la ministre a
fournis à propos du facteur exogène
correspondent.
02.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal nakijken in
het verslag of de cijfers die de minister gaf over de
exogene factor kloppen.
02.06 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : La variation exogène atteint environ
7 600 millions d'euros. Déduction faite de la dette
SNCB, il reste quelque 241 millions, que l'on peut
expliquer par les facteurs que j'ai déjà cités.
02.06 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): De exogene variatie bedraagt
ongeveer 7 600 miljoen euro. Als de NMBS-schuld
daarvan wordt afgetrokken, blijft er ongeveer 241
miljoen over, die verder verklaard kunnen worden
door de factoren die ik al heb aangehaald.
02.07 Hendrik Bogaert (CD&V) : La ministre dit
que le facteur endogène est le solde primaire mais
cela m'étonne. Le solde primaire représente
environ 4 % du PIB, soit environ 12 milliards
d'euros. Ce solde primaire a toujours été positif,
jamais nul.
02.07 Hendrik Bogaert (CD&V): De minister zegt
dat de endogene factor het primair saldo is, maar
dat brengt mij in de war. Het primair saldo is
ongeveer 4 procent van het BBP en ongeveer 12
miljard euro. Dat primair saldo is altijd positief
geweest, nooit nul.
02.08 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : L'impact endogène sur la dette, c'est
le solde primaire.
02.08 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): De endogene impact op de schuld is
het primair saldo.
02.09 Hendrik Bogaert (CD&V)
: Le solde
primaire correspond à ce qui subsiste après les
dépenses et les recettes hors charges d'intérêt. Il
est utilisé pour éponger votre dette. Il faut ensuite y
intégrer l'amortissement de la dette. C'est la
différence entre les deux qui déterminera la
composante endogène. Le facteur endogène au
sein de la dette publique doit correspondre à la
différence entre la dette acquittée et la dette
contractée.
02.09 Hendrik Bogaert (CD&V): Het primair saldo
is dat wat over is na uitgaven en ontvangsten
buiten rentelasten. Dat gebruikt men om uw
schulden af te lossen. Dan moet men ook de
schuldaflossing erbij betrekken. Het is het verschil
tussen de twee dat de endogene component zal
bepalen. De endogene factor in de overheidsschuld
moet het verschil zijn tussen wat men aflost en
bijneemt aan schuld.
02.10 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : C'est exact.
02.10 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Juist.
02.11 Hendrik Bogaert (CD&V) : Puis-je disposer
des détails concernant les facteurs exogènes?
02.11 Hendrik Bogaert (CD&V): Kan ik de details
krijgen van de exogene factoren?
02.12 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : Je vais voir quand l'administration
peut s'en occuper.
02.12 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Ik zal zien wanneer de administratie
dat kan doen.
02.13 Hendrik Bogaert (CD&V) : Selon moi, ce
tableau doit exister. Dans le cas contraire,
comment pourrait-on connaître le montant de la
dette publique ?
02.13 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik denk dat die
tabel bestaat, hoe kan men anders weten hoe groot
de overheidsschuld is?
02.14 Collaborateur du ministre (en
néerlandais) : Le solde primaire est un facteur
totalement endogène. La dette est dynamique. On
02.14 Medewerker van de minister
(Nederlands): Het primair saldo is een volledig
endogene factor. De schuld is dynamisch. Men kan
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 866
21/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
peut réaliser une comparaison statique avec le
solde de financement, mais pas exactement non
plus. Les charges d'intérêts sont une donnée
dynamique. Le résultat final du solde de
financement est une donnée statique.
een statische vergelijking maken met het
vorderingssaldo, maar ook niet exact. De
rentelasten zijn een dynamisch gegeven. Het
eindcijfer van het vorderingssaldo is een statisch
gegeven.
02.15 Hendrik Bogaert (CD&V) : On peut alors
utiliser le taux d'intérêt implicite.
02.15 Hendrik Bogaert (CD&V): Dan kan men
werken met de impliciete rente.
Le président : Les charges d'intérêts sont quand
même déduites avant le calcul du solde primaire.
Seuls les amortissements font la différence avec le
solde de financement. La dette varie constamment
en raison des variations des taux d'intérêts.
De voorzitter: De interestlasten worden toch
afgetrokken vooraleer men het primair saldo
berekent. Alleen de aflossingen maken het verschil
met het vorderingssaldo. De schuld wisselt
voortdurend door de renteschommelingen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la titrisation
de l'arriéré fiscal" (n° 10483)
03 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de effectisering van de
achterstallige belastingen" (nr. 10483)
03.01 Hendrik Bogaert (CD&V) : Il y a quelques
semaines, la ministre m'avait promis une note
détaillée sur la titrisation des arriérés d'impôts.
Quand recevrons-nous cette note ?
03.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Enkele weken
geleden beloofde de minister me een uitgebreide
nota over de effectisering van de achterstallige
belastingen. Wanneer krijgen we die nota?
03.02 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : Mes services ne disposent pas
encore de ces données. Ils attendent eux aussi un
relevé du ministre des Finances. Lorsque M.
Bogaert lui avait posé la même question, il ne
disposait pas encore d'un relevé, ventilé par district,
des arriérés d'impôts titrisés.
03.02 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Mijn diensten beschikken nog niet
over die gegevens. Ook zij wachten op een
overzicht van de minister van Financiën. Toen die
dezelfde vraag van de heer Bogaert kreeg,
beschikte hij nog niet over een per district
opgesplitst overzicht van de geëffectiseerde
achterstallige belastingen.
03.03 Hendrik Bogaert (CD&V) : Il semble y avoir
un malentendu. M. Reynders m'a transmis les
chiffres des arriérés de dettes titrisés. Mais la
ministre Van den Bossche m'a également transmis
une note sur la titrisation. Il doit quand même bien
exister une note pour une opération portant sur plus
de 500 millions d'euros.
03.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Er is blijkbaar
een misverstand. Van minister Reynders heb ik
cijfers gekregen over de geëffectiseerde
achterstallige schulden, opgesplitst per district.
Maar ook minister Van den Bossche heeft mij een
nota bezorgd over de effectisering. Over een
operatie van meer dan 500 miljoen euro moet toch
een nota bestaan.
03.04 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais) : Toutes les données relatives à la
titrisation se trouvent chez le ministre Reynders.
J'insisterai auprès de lui pour qu'il transmette
toutes les données dont il dispose.
03.04 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Alle gegevens over de effectisering
zijn bij minister Reynders te vinden. Ik zal hem met
nadruk vragen u alles te bezorgen waarover hij
beschikt.
Le président : La procédure parlementaire normale
voudrait que M. Bogaert pose directement sa
question au ministre Reynders.
De voorzitter: De normale parlementaire weg
bestaat erin dat de heer Bogaert zijn vraag
rechtstreeks aan minister Reynders stelt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21/02/2006
CRABV 51
COM 866
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
La réunion publique de commission est levée à
17 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.00 uur.
Document Outline