CRABV 51 COM 802
CRABV 51 COM 802
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi dinsdag
10-01-2006 10-01-2006
Matin Voormiddag

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
problématique des coffeeshops situés dans la
zone frontalière belgo-néerlandaise" (n° 9366)
1
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
problematiek van de coffeeshops in de Belgisch-
Nederlandse grensstreek" (nr. 9366)
1
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la situation
en ce qui concerne la répression de la criminalité
informatique" (n° 9585)
2
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
stand van zaken inzake het beteugelen van de
informaticacriminaliteit" (nr. 9585)
2
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le transport
de suspects et délinquants mineurs d'âge"
(n° 9586)
3
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
vervoer van minderjarige verdachten en
delinquenten" (nr. 9586)
3
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
difficultés d'application de la loi du 24 avril 2003
réformant l'adoption" (n° 9427)
3
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
moeilijkheden om de wet van 24 april 2003 tot
hervorming van de adoptie toe te passen"
(nr. 9427)
3
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la lenteur de
la justice dans une affaire de corruption" (n° 9335)
5
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de traagheid
van het gerecht in een corruptiezaak" (nr. 9335)
5
Orateurs: Zoé Genot
Sprekers: Zoé Genot
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la priorité
dans le traitement des plaintes par le parquet"
(n° 9484)
5
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de voorrang
bij de klachtenbehandeling door het parket"
(nr. 9484)
5
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
question de la mendicité" (n° 9423)
6
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
problematiek van de bedelarij" (nr. 9423)
6
Orateurs: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le certificat
de coutume comme condition du mariage"
(n° 9490)
7
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het wetscertificaat als voorwaarde
voor het huwelijk" (nr. 9490)
7
Orateurs: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
Commission nationale des droits de l'enfant"
8
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
Nationale Commissie voor de rechten van het
8
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
ii
(n° 9491)
kind" (nr. 9491)
Orateurs: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'opposition au mariage" (n° 9415)
10
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het verzet tegen het huwelijk" (nr. 9415)
10
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de Mme Karin Jiroflée à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la violence
intrafamiliale et le rôle des services de police et du
parquet" (n° 9472)
10
Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
intrafamiliaal geweld en de rol van de
politiediensten en het parket" (nr. 9472)
10
Orateurs: Karin Jiroflée, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Karin Jiroflée, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'interprétation à donner à l'article 50 § 3 de la loi
du 27 juin 1921 sur les associations sans but
lucratif, les associations internationales sans but
lucratif et les fondations" (n° 9515)
12
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
interpretatie die moet worden gegeven aan
artikel 50 § 3 van de wet van 27 juni 1921 waarbij
aan de verenigingen zonder winstoogmerk, de
internationale verenigingen zonder winstoogmerk
en de stichtingen rechtspersoonlijkheid wordt
verleend" (nr. 9515)
12
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
recrutement des référendaires près les cours
d'appel et les tribunaux de première instance"
(n° 9516)
13
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
werving van referendarissen bij de hoven van
beroep en de rechtbanken van eerste aanleg"
(nr. 9516)
13
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Guido De Padt à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
détecteurs de métaux dans les prisons" (n° 9552)
14
Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"metaaldetectors in gevangenissen" (nr. 9552)
14
Orateurs: Guido De Padt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Guido De Padt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Guido De Padt à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
contribution au Fonds d'aide aux victimes dans les
cas d'infraction au code de la route" (n° 9553)
15
Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
bijdrage bij verkeersovertredingen aan het
zogenaamde Slachtofferfonds" (nr. 9553)
15
Orateurs: Guido De Padt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Guido De Padt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
coresponsabilité des donneurs d'ordre et des
chargeurs en cas d'infraction commise par un
camionneur (art. 37 § 2, loi relative au transport de
choses par route) et les effets sur le plan
judiciaire" (n° 9580)
17
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de medeverantwoordelijkheid van opdrachtgevers
en verladers voor overtredingen van
vrachtwagenbestuurders (art.
37 §
2, wet
goederenvervoer) en de effecten op het justitiële
vlak" (nr. 9580)
17
Orateurs: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
iii
Question de M. Tony Van Parys à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'impact du
décès d'un ex-gendarme sur l'enquête sur les
tueurs du Brabant" (n° 9594)
18
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
impact van het overlijden van een ex-rijkswachter
op het onderzoek naar de bende van Nijvel"
(nr. 9594)
18
Orateurs: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Koen T'Sijen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice et au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
question posée par Creative Media Business
Alliance à propos de la directive de l'UE relative à
la conservation des données téléphoniques et
électroniques" (n° 9563)
20
Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vraag van Creative Media
Business Alliance over de EU-richtlijn betreffende
de bewaarplicht van telefoon- en
internetgegevens" (nr. 9563)
20
Orateurs: Koen T'Sijen, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Koen T'Sijen, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les lacunes
de la loi sur le blanchiment" (n° 9618)
21
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
falende witwaswet" (nr. 9618)
21
Orateurs: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la réforme
des carrières des greffiers et les conséquences du
plan Themis pour cette catégorie de personnel"
(n° 9631)
22
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
loopbaanhervorming voor de griffiers en de
gevolgen van het Themisplan voor deze groep"
(nr. 9631)
22
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Greet van Gool à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'augmentation des effectifs du corps de sécurité
à Anvers" (n° 9655)
24
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
uitbreiding van het contingent agenten van het
veiligheidskorps in Antwerpen" (nr. 9655)
24
Orateurs:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
1


COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
10
JANVIER
2006
Matin
______
van
DINSDAG
10
JANUARI
2006
Voormiddag
______



La réunion publique est ouverte à 10 h 26 par
M. Alfons Borginon, président.
De vergadering wordt geopend om 10.26 uur door
de heer Alfons Borginon, voorzitter.
01 Question de M. Bert Schoofs à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
problématique des coffeeshops situés dans la
zone frontalière belgo-néerlandaise" (n° 9366)
01 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
problematiek van de coffeeshops in de Belgisch-
Nederlandse grensstreek" (nr. 9366)
01.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Maastricht
est en train de transférer un certain nombre de
coffeshops vers la périphérie. De ce fait, ils se
retrouveront à proximité immédiate de la frontière
belge. Dans les communes des Fourons, de Riemst
et de Lanaken, on craint des nuisances liées à la
drogue.

Y a-t-il une concertation avec le ministre
néerlandais de la Justice pour limiter les
nuisances ? Que compte faire la ministre pour
décourager et empêcher le narcotourisme dans
cette zone frontalière ?
01.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Maastricht
verplaatst een aantal coffeeshops naar de
buitenwijken, waardoor zij zich in de onmiddellijke
nabijheid van de Belgische grens zullen bevinden.
In de gemeenten Voeren, Riemst en Lanaken
vreest men drugsoverlast.

Wordt er overlegd met de Nederlandse minister van
Justitie om de overlast in te dijken? Wat zal de
minister doen om het drugstoerisme in de
grensstreek te ontmoedigen en te verhinderen?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais)
: L'administration communale de
Maastricht n'a pas encore pris de décision
définitive. Le «college van burgemeester en
wethouders» a simplement rédigé une note qui
propose l'adaptation de la politique actuelle relative
à la vente de drogues douces. Cette note n'a pas
encore été soumise au conseil communal.

Tous les coffeeshops se situent actuellement dans
le centre de Maastricht, qui en subit les nuisances.
Dans la note, il est proposé d'élaborer une politique
de répartition en concertation avec les gérants des
coffeeshops et les communes voisines où il n'existe
aucun coffeeshop pour l'instant. Même si le conseil
communal de Maastricht approuve la note, les
communes voisines n'approuveront pas cette
proposition immédiatement. Il est donc prématuré
d'alarmer les communes frontalières belges.
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het gemeentebestuur ven Maastricht heeft nog
geen definitieve beslissing genomen. Het college
van burgemeester en wethouders heeft enkel een
nota opgesteld, waarin wordt voorgesteld het
huidige beleid inzake de verkoop van softdrugs aan
te passen. Deze nota werd nog niet voorgelegd aan
de gemeenteraad.

Momenteel zijn alle coffeeshops gevestigd in het
centrum van Maastricht, wat overlast veroorzaakt.
In de nota wordt voorgesteld om, in overleg met de
coffeeshophouders en de naburige gemeenten,
waar zich op dit moment geen coffeeshops
bevinden, een spreidingsbeleid uit te werken. Zelfs
wanneer de gemeenteraad van Maastricht de nota
zou goedkeuren, zullen de naburige gemeenten dit
voorstel niet onmiddellijk aanvaarden. Het is dus
wat vroeg om paniek te veroorzaken in de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
2


Le 10 février 2006, une concertation est prévue à
Maastricht avec mes collègues néerlandais et
allemands sur les problèmes de la région
frontalière. Cette concertation avait déjà été
reportée en raison de la démission du
gouvernement allemand.

En exécution des accords de Hazeldonk, le
développement des joint hit teams et la création
prévue des hit teams belges rendent effective la
lutte contre le narcotourisme vers les Pays-Bas.
Belgische grensgemeenten.

Op 10 februari 2006 is in Maastricht overleg
gepland met mijn collega's uit Nederland en
Duitsland over de problemen van de grensregio. Dit
overleg werd eerder uitgesteld vanwege het ontslag
van de Duitse regering.


In uitvoering van de Hazeldonk-akkoorden wordt
het drugstoerisme naar Nederland reeds effectief
bestreden door de oprichting van de joint hit teams
en de geplande oprichting van Belgische hit teams.
01.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : La ministre
est disposée à prendre des mesures pour lutter
contre le narcotourisme et elle a programmé une
concertation à cette fin. Que des pressions
politiques puissent désormais être exercées est
une bonne chose mais il est dommage que sous la
législature précédente, la coalition arc-en-ciel ait
émis un mauvais signal, à savoir qu'en Belgique,
les drogues douces sont tolérées. Conséquence :
les Pays-Bas estiment maintenant que notre pays
doit supporter une partie des problèmes engendrés
par leur consommation.

Quand la ministre disposera de chiffres sur les joint
hit teams
, j'aimerais qu'elle me les communique.
01.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): De minister
is bereid om maatregelen te nemen tegen het
drugstoerisme en er is overleg gepland. Het is goed
dat er nu politieke druk kan worden uitgeoefend,
maar het is jammer dat de paars-groene regering
tijdens de vorige regeerperiode het verkeerde
signaal heeft gegeven, dat softdrugs gedoogd
worden. Hierdoor redeneert Nederland nu dat
België dan ook maar een deel van de overlast moet
dragen.



Als de minister over cijfers beschikt over de joint hit
teams
zou ik die graag ontvangen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Bert Schoofs à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
situation en ce qui concerne la répression de la
criminalité informatique" (n° 9585)
02 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
stand van zaken inzake het beteugelen van de
informaticacriminaliteit" (nr. 9585)
02.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Dans cette
commission, la loi sur la criminalité informatique a
déjà donné matière à des débats animés,
notamment lorsqu'il a été question de la modifier
pour la mettre en concordance avec le droit de
l'UE.

Quand la loi sera-t-elle adaptée ? Quelles actions
concrètes seront entreprises pour combattre la
criminalité informatique ?
02.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): In deze
commissie werden reeds geanimeerde discussies
gehouden over de wet op de informatiecriminaliteit,
die gewijzigd moet worden om in overeenstemming
te worden gebracht met het EU-recht.

Wanneer wordt de wet aangepast? Welke acties
worden concreet ondernomen tegen
informatiecriminaliteit?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le projet a été amendé au Sénat et doit à nouveau
être mis aux voix à la Chambre. Je suis disposée à
l'inscrire à l'ordre du jour le plus rapidement
possible.

Le président : Il figure à l'ordre du jour.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
Senaat heeft het ontwerp gewijzigd zodat de Kamer
er opnieuw over moet stemmen. Ik ben bereid het
zo snel mogelijk op de agenda te plaatsen.


De voorzitter: Het staat op de agenda.
02.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Nous en 02.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): We zullen
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
3
rediscuterons donc dans le futur.
dit dus in de toekomst opnieuw bespreken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Bert Schoofs à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
transport de suspects et délinquants mineurs
d'âge" (n° 9586)
03 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
vervoer van minderjarige verdachten en
delinquenten" (nr. 9586)
03.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Les
prévenus et délinquants mineurs seraient
transportés par taxi vers les diverses instances
judiciaires en vue de leur audition, de leur
détention, etc.

Est-ce exact ? Dans quelle mesure le transport
diffère-t-il selon qu'il s'agit de jeunes prévenus et
délinquants ou de majeurs
? Existe-t-il
suffisamment de garanties pour la sécurité des
chauffeurs, des mineurs et des accompagnateurs ?
Combien coûtent ces transferts ? La ministre a-t-
elle l'intention de supprimer ces transports par taxi
à l'avenir ?
03.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang):
Minderjarige verdachten en delinquenten zouden
per taxi worden vervoerd naar diverse gerechtelijke
instanties voor verhoor, detentie en dergelijke.

Klopt dit? In welke mate verschilt het vervoer van
jeugdige delinquenten en verdachten van dat van
meerderjarigen? Bestaan er voldoende waarborgen
voor de veiligheid van de chauffeurs, minderjarigen
en begeleiders? Hoeveel kosten deze
overbrengingen? Is de minister van plan om dit
vervoer per taxi in de toekomst af te schaffen?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Cette question a été largement discutée lors du
débat budgétaire. Je propose de donner à M.
Schoofs la réponse préparée par écrit. Pour le
reste, je renvoie au débat.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Die
kwestie is tijdens de begrotingsbespreking ruim aan
bod gekomen. Ik stel voor de heer Schoofs mijn
schriftelijk opgesteld antwoord te geven. Voor het
overige verwijs ik naar de bespreking.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les difficultés d'application de la loi du
24 avril 2003 réformant l'adoption" (n° 9427)
04 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de moeilijkheden om de wet van 24 april 2003
tot hervorming van de adoptie toe te passen"
(nr. 9427)
04.01 Melchior Wathelet (cdH) : La mise en
application de la loi du 23 avril 2005 semble poser
des difficultés pour les personnes qui ont effectué
des démarches dans des pays qui reconnaissent
l'adoption mais dans lesquels cette adoption ne
peut être finalisée. Elles doivent en effet
recommencer une procédure en droit belge,
comme s'il s'agissait de l'adoption d'un enfant
belge.

Que prévoit exactement la loi dans ce cas précis?
Quelles solutions pourriez-vous envisager? Quelle
est la procédure que doivent suivre ces candidats à
l'adoption?
04.01 Melchior Wathelet (cdH): De
tenuitvoerlegging van de wet van 23 april 2005 doet
blijkbaar problemen rijzen voor personen die
stappen hebben ondernomen in landen waar
adoptie wordt erkend maar waar het adoptieproces
niet volledig kan worden afgerond. De betrokkenen
moeten immers een procedure naar Belgisch recht
heropstarten, alsof het om de adoptie van een
Belgisch kind zou gaan.
Wat bepaalt de wet in dit concrete geval? Welke
oplossingen zou u kunnen aandragen? Welke
procedure moeten die kandidaat-adoptieouders
precies volgen?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Effectivement, en vertu du Code judiciaire, s'il
n'existe pas de règle particulière à l'adoption
internationale, les règles générales de l'adoption
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
Gerechtelijk Wetboek stelt inderdaad dat in
afwezigheid van een specifieke regel voor
internationale adoptie de algemene regels van de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
4
interne s'appliquent.

Si la procédure se termine à l'étranger, la décision
étrangère devra être reconnue par l'autorité
centrale fédérale. En revanche, si elle se termine
en Belgique, la procédure à suivre sera celle
prévue pour la procédure interne.


Je ne pense donc pas que la loi soit lacunaire.


Je n'ai pas eu connaissance de problème pratique.

L'autorité centrale fédérale a reçu deux dossiers
d'adoption d'enfants indiens pour lesquels elle n'est
pas compétente, la procédure devant se terminer
devant les tribunaux belges. Les adoptants en ont
été informés.


En ce qui concerne les dossiers en provenance de
Thaïlande et des Philippines, une réunion de
concertation a eu lieu le mardi 20 décembre avec
les Affaires étrangères, l'Office des étrangers et les
autorités centrales communautaires en vue de
clarifier la compétence de l'autorité centrale
fédérale. Il s'agissait, entre autres, de déterminer la
valeur juridique de l'enregistrement de l'intention
d'adopter à l'ambassade étrangère en Belgique et
sa conséquence sur le caractère international ou
non de l'adoption.
binnenlandse adoptie van toepassing zijn.

Indien de procedure in het buitenland wordt
afgerond, moet de buitenlandse beslissing door de
federale centrale autoriteit worden erkend. Indien
de procedure daarentegen in België wordt
beëindigd, moet de procedure voor de
binnenlandse adoptie worden gevolgd.

Volgens mij vertoont de wetgeving dus geen
leemtes.

Ik ben niet op de hoogte van praktische problemen.

De federale centrale autoriteit heeft twee dossiers
in verband met de adoptie van Indiase kinderen
ontvangen waarvoor ze niet bevoegd is. In dat
geval moet de procedure door het Belgisch gerecht
worden beslecht. De adoptanten werden hiervan op
de hoogte gebracht.

Wat de dossiers uit Thailand en de Filippijnen
betreft, werd er op dinsdag 20 december met
Buitenlandse Zaken, de dienst
Vreemdelingenzaken en de centrale autoriteiten
van de Gemeenschappen overleg gepleegd om de
bevoegdheid van de federale centrale autoriteit
nauwkeurig af te bakenen. Daarbij diende onder
andere de juridische waarde te worden vastgesteld
van de registratie van het voornemen tot adoptie bij
de buitenlandse ambassade in België, wat nodig is
om te kunnen uitmaken of het al dan niet om een
internationale adoptie gaat.
Cette question n'a pas encore été examinée
jusqu'ici car l'Autorité centrale fédérale n'a reçu
qu'un seul dossier en provenance des Philippines,
concernant une adoption interne effectuée par des
personnes qui habitaient les Philippines, qui sont
venues vers la Belgique par la suite.

L'Autorité centrale fédérale vient également de
recevoir deux dossiers thaïlandais.
Dit probleem is nog niet onderzocht, omdat de
Federale Centrale Autoriteit nog maar een dossier
uit de Filippijnen heeft ontvangen. Het had
betrekking op een binnenlandse adoptie door twee
personen die op de Filippijnen woonden en nadien
naar België zijn gekomen.

De Federale Centrale Autoriteit heeft onlangs ook
twee dossiers uit Thailand ontvangen.
04.03 Melchior Wathelet (cdH) : Il n'est pas
évident de comprendre ces mécanismes. En ce qui
concerne l'Inde, le statut "adoption interne" est
d'application et des personnes, qui ont pourtant
avancé assez loin dans le processus d'adoption,
doivent recommencer une nouvelle procédure car
la nouvelle loi s'applique.
04.03 Melchior Wathelet (cdH): Deze
mechanismen zijn niet eenvoudig te begrijpen. In
India is de wet op de "binnenlandse adopties" van
toepassing geworden. Mensen die reeds een groot
deel van de adoptieprocedure doorlopen hebben,
moeten een nieuwe procedure van bij het begin
volgen, enkel en alleen omdat de nieuwe wet van
toepassing is geworden.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Sauf si elles font partie des exceptions des
dispositions transitoires.
04.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Behalve
indien zij vallen onder de uitzonderingen in de
overgangsbepalingen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
5
04.05 Melchior Wathelet (cdH) : Non, car ces
adoptions non finalisées à l'étranger ne sont pas
visées dans les exceptions des dispositions
transitoires.

Le cas échéant, je vous interrogerai à nouveau
après analyse des éléments que vous m'avez
apportés.
04.05 Melchior Wathelet (cdH): Dat is niet het
geval, want niet-afgehandelde adopties in het
buitenland vallen niet onder de uitzonderingen in de
overgangsbepalingen.
Ik zal de informatie die u heeft gegeven,
onderzoeken en hier later eventueel op
terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Zoé Genot à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lenteur de la justice dans une affaire de
corruption" (n° 9335)
05 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
traagheid van het gerecht in een corruptiezaak"
(nr. 9335)
05.01 Zoé Genot (ECOLO) : Une partie de mes
questions ayant déjà été discutée en aparté pour
déterminer si on pouvait ou non les maintenir, je
propose que l'on joigne cette question-ci et la
suivante (Assentiment).
05.01 Zoé Genot (ECOLO): Aangezien over een
aantal van mijn vragen al onder vier ogen werd
gediscussieerd om te bepalen of zij al dan niet
konden worden gehandhaafd, stel ik voor deze
vraag en de volgende samen te voegen.
(Instemming)
06 Question de Mme Zoé Genot à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
priorité dans le traitement des plaintes par le
parquet" (n° 9484)
06 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
voorrang bij de klachtenbehandeling door het
parket" (nr. 9484)
06.01 Zoé Genot (ECOLO) : Le 2 décembre
dernier, un membre de l'association
« Bomspotting » a été inculpé. L'action ludique
menée par l'asbl « Bomspotting » et le « Forum
voor Vredesactie » visait à témoigner du peu
d'empressement du ministre des Affaires
étrangères à mettre en oeuvre les résolutions en
faveur du désarmement nucléaire votées par la
Chambre et le Sénat.

La réaction extrêmement rapide du parquet suite à
une seule plainte du ministre des Affaires
étrangères contraste avec les milliers de plaintes,
déposées par des citoyens belges contre la
politique du gouvernement belge en matière
d'armement nucléaire, qui n'ont jusqu'à présent pas
été traitées par le parquet.


Quelles sont les règles appliquées par le parquet
en matière de priorité de traitement des plaintes
reçues ?

Quel est l'état d'avancement des plaintes déposées
par des centaines de citoyens contre la présence
d'armes nucléaire américaines sur le territoires
belge ?
06.01 Zoé Genot (ECOLO): Op 2 december
jongstleden werd een lid van de vereniging
Bomspotting in verdenking gesteld. De ludieke actie
van de vzw Bomspotting en het Forum voor
Vredesactie strekte ertoe de traagheid te illustreren
waarmee de minister van Buitenlandse Zaken
uitvoering geeft aan de door de Kamer en de
Senaat goedgekeurde resoluties die voor een
nucleaire ontwapening pleiten.
De uiterst snelle reactie van het parket na de
indiening van slechts één enkele klacht door de
minister van Buitenlandse Zaken staat in schril
contrast met de duizenden klachten die door
Belgische burgers werden ingediend tegen het
beleid van de Belgische regering inzake
kernbewapening en die tot dusver nog niet door het
parket werden behandeld.
Welke regels worden door het parket toegepast met
betrekking tot de voorrang bij de behandeling van
de ingediende klachten?

Hoe zit het met de behandeling van de klachten die
door honderden burgers tegen de aanwezigheid
van Amerikaanse kernwapens op Belgisch
grondgebied werden ingediend?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) : 06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
6
Les derniers dossiers concernant ces plaintes ont
été transmis à la fin du mois d'août 2005 au
procureur général près la cour d'appel de Bruxelles.
A ma demande, celui-ci a interrogé le procureur du
Roi concernant les règles appliquées par le parquet
du tribunal de première instance de Bruxelles en
matière de traitement des plaintes reçues en
général. Je vous les communiquerai par courrier
dès leur réception.
laatste dossiers betreffende die klachten werden
eind augustus 2005 aan de procureur-generaal bij
het hof van beroep van Antwerpen toegezonden.
Op mijn verzoek heeft de procureur-generaal de
procureur des Konings gevraagd welke regels het
parket van de rechtbank van eerste aanleg van
Brussel in het algemeen inzake de behandeling van
de ontvangen klachten toepast. Ik zal u die
inlichtingen per brief meedelen zodra ik ze
ontvangen heb.
06.03 Zoé Genot (ECOLO) : Nous sommes
nombreux à nous interroger sur l'organisation du
travail et la manière dont sont fixées les priorités.
Nous souhaiterions comprendre pourquoi certaines
affaires avancent très vite alors que d'autres
prennent huit mois pour être transmises au parquet
compétent.
06.03 Zoé Genot (ECOLO): Velen van ons
hebben bedenkingen bij de regeling van de
werkzaamheden en vragen zich af hoe de
prioriteiten worden bepaald. Graag ontvingen wij
een verklaring voor het feit dat sommige dossiers
erg snel worden afgehandeld, terwijl andere pas na
acht maanden aan het bevoegde parket worden
overgemaakt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
question de la mendicité" (n° 9423)
07 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de problematiek van de bedelarij" (nr. 9423)
07.01 Nahima Lanjri (CD&V) : La loi du 10 août
2005 modifiant les diverses dispositions en vue de
renforcer la lutte contre la traite et le trafic des êtres
humains est entrée en vigueur en septembre 2005.
Pourtant des mendiants continuent impunément à
utiliser de jeunes enfants pour mendier.

Les renseignements pris auprès de la police
montrent que celle-ci n'est pas au courant de cette
nouvelle loi et ne l'applique donc forcément pas.
Comment la modification de la loi a-t-elle été
communiquée à la police ? Existe-t-il une directive
du collège des procureurs généraux ? Comment la
ministre compte-t-elle faire appliquer la loi ?
07.01 Nahima Lanjri (CD&V): In september 2005
is de wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van
diverse bepalingen met het oog op de versterking
van de strijd tegen mensenhandel en
mensensmokkel in werking getreden. Nochtans
worden bedelaars met kleine kinderen nog steeds
ongemoeid gelaten.
Navraag bij politiediensten leert dat de politie de
nieuwe wet niet kent en dus ook niet toepast. Hoe
werd de wetswijziging aan de politie
gecommuniceerd? Bestaat er een richtlijn van het
college van procureurs-generaal? Hoe zal de
minister voor de toepassing van de wet zorgen?
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Avant même l'entrée en vigueur de la
loi, la modification légale a fait l'objet d'un numéro
spécial de la lettre d'information interne des
services de police. Cette information a également
été diffusée par le biais du Bulletin de recherche et
d'information, auquel tous les agents de police ont
accès.

Lors de la dernière réunion de la cellule
interdépartementale de lutte contre la traite des
êtres humains, la nécessité d'informer les
personnes chargées d'exécuter la loi a été
abordée. La nouvelle législation constituait le thème
central de la journée d'étude du Réseau traite et
trafic des êtres humains. Un livret comportant des
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Nog voor de inwerkingtreding van de wet werd een
speciaal nummer van de interne nieuwsbrief van de
politiediensten aan de wettelijke vernieuwing
gewijd. Dezelfde informatie werd ook verspreid via
het Recherche Informatieblad dat toegankelijk is
voor alle politieagenten.


Op de laatste vergadering van de
interdepartementale cel van de strijd tegen
mensenhandel kwam de noodzaak aan bod
informatie te verspreiden bij diegenen die de wet
moeten uitvoeren. Op de studiedag van het
Netwerk mensenhandel en mensensmokkel was de
nieuwe wetgeving het hoofdthema. Er werd een
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
7
explications détaillées a été distribué.

Une réunion est prévue avec les autorités
judiciaires pour adapter la COL 10/2004 à la
nouvelle législation.
boekje uitgedeeld met een gedetailleerde uitleg.

Met de gerechtelijke autoriteiten is een vergadering
gepland om col 10/2004 aan de nieuwe wetgeving
aan te passen.
07.03 Nahima Lanjri (CD&V) : La ministre a beau
énumérer tous les modes de diffusion de
l'information utilisés, il n'en est que plus étrange
que la police de Bruxelles ne soit apparemment pas
au courant. Peut-être la ministre devrait-elle insister
une fois de plus, avec son collègue M. Dewael, sur
le fait que l'information doit aussi parvenir à l'agent
de police individuel ? L'idée que la police n'applique
pas une nouvelle loi constitue un mauvais signal à
l'égard des citoyens. Quelle est notre raison d'être
ici si personne n'a connaissance des lois que nous
élaborons ?
07.03 Nahima Lanjri (CD&V): De minister kan een
waslijst geven van manieren waarop de informatie
werd verspreid. Het is des te vreemder dat de
politie van Brussel van niets blijkt te weten.
Misschien moet de minister er samen met haar
collega Dewael nog eens op hameren dat de
informatie ook bij de individuele agent moet
geraken. Het is een verkeerd signaal naar de
burger dat de politie een nieuwe wet niet toepast.
Wat doen we hier als we wetten maken die
niemand kent?
07.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : J'enverrai une lettre à mon collègue,
le ministre Dewael.
07.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Ik zal een brief sturen naar collega Dewael.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
certificat de coutume comme condition du
mariage" (n° 9490)
08 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het wetscertificaat als
voorwaarde voor het huwelijk" (nr. 9490)
08.01 Nahima Lanjri (CD&V) : Les étrangers qui
veulent se marier en Belgique doivent présenter à
l'état civil de leur commune une preuve provenant
de leur pays d'origine indiquant qu'ils satisfont aux
conditions pour se marier. Toutefois, certains pays
fournissent un certificat légal sur lequel figurent
notamment des conditions religieuses, stipulant par
exemple qu'un musulman ne peut se marier avec
un non-musulman.

Comment la ministre concilie-t-elle cette situation
avec la séparation entre l'Église et l'État ? La
ministre a-t-elle l'intention de se pencher sur ce
problème ? Prévoit-elle des mesures ?
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Vreemdelingen die
willen huwen in België moeten de burgerlijke stand
van hun gemeente een bewijs bezorgen uit hun
land van herkomst dat ze voldoen aan de
voorwaarden om te huwen. Sommige landen
leveren echter een wetscertificaat af waarin ook
religieuze voorwaarden zijn opgenomen, zoals de
voorwaarde dat een moslim niet mag huwen met
een niet-moslim.
Hoe rijmt de minister dit met de scheiding tussen
Kerk en Staat? Is de minister van plan dit te
onderzoeken? Is de minister van plan maatregelen
te nemen?
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Je n'ai pas été officiellement
informée de l'existence d'un tel problème, mais
quoi qu'il en soit, il existe une solution.

Si une condition religieuse figure sur un certificat
légal délivré par le consulat, elle est ignorée par la
commune. La commune applique en effet la loi,
pour autant que celle-ci ne soit pas contraire à
l'ordre public. Or, une condition religieuse au
mariage constitue une violation du principe d'égalité
et des droits humains.
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Ik ben niet officieel op de hoogte gebracht van een
probleem, maar er is in ieder geval wel een
oplossing.

Een religieuze voorwaarde in een door het
consulaat afgeleverd wetscertificaat wordt door de
gemeente buiten beschouwing gelaten. De
gemeente past de wet immers toe voor zover die
niet in strijd is met de openbare orde. Een
religieuze huwelijksvoorwaarde is een schending
van het gelijkheidsbeginsel en van de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
8

Il est possible que le consulat refuse de délivrer un
certificat. Dans ce cas, vu que le Code civil exige
seulement une preuve du contenu du droit
étranger, la commune peut demander au service de
documentation des Affaires étrangères une copie
de la législation étrangère concernée.


Vu la souveraineté de chaque État, il n'est pas
possible de prendre des mesures contre une
législation étrangère. Toutefois, l'ordre public nous
permet bel et bien de ne pas appliquer des lois
étrangères inacceptables.
mensenrechten.

Het is mogelijk dat het consulaat weigert om een
certificaat af te leveren. Omdat het Burgerlijk
Wetboek alleen vereist dat de inhoud van het
toepasselijke buitenlandse recht wordt bewezen,
kan de gemeente in dat geval bij de
documentatiedienst van Buitenlandse Zaken een
kopie van de buitenlandse wetgeving vragen.

Gezien de soevereiniteit van elke staat is het niet
mogelijk maatregelen te nemen tegen buitenlandse
wetgeving. De openbare orde staat ons wel toe
onaanvaardbare buitenlandse wetten niet toe te
passen.
08.03 Nahima Lanjri (CD&V) : J'entends bien que
la ministre admet qu'un problème se pose.

Pourquoi les communes doivent-elles absolument
demander une attestation au consulat ? Dans
d'autres pays, cette exigence n'est pas imposée
aux ressortissants étrangers. La Belgique exige dès
lors une attestation où figurent des conditions en
contradiction avec notre législation ! Je demande
que la ministre intervienne dans ce dossier.
08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Ik begrijp dat de
minister erkent dat er een probleem is.

Waarom moeten de gemeenten überhaupt een
attest vragen aan het consulaat? Andere landen
stellen deze eis niet aan hun buitenlandse
inwoners. België vraag dus een attest met
voorwaarden die indruisen tegen onze wetgeving!
Ik vraag dat de minister daar iets aan doet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
Commission nationale des droits de l'enfant"
(n° 9491)
09 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de Nationale Commissie voor de rechten van
het kind" (nr. 9491)
09.01 Nahima Lanjri (CD&V) : Depuis 2003 déjà,
un budget est prévu pour le fonctionnement de la
Commission nationale pour les droits de l'enfant,
qui n'a toutefois toujours pas été constituée. Le
budget de 2005 prévoyait un crédit
d'ordonnancement de 111
000 euros pour le
fonctionnement de cette commission. A la date du 6
novembre 2003, 18 500 euros de ce montant
étaient affectés. Le projet de loi n'a été déposé à la
Chambre que le 10 novembre 2005 pour
l'approbation de l'accord de coopération.

Comment la ministre explique-t-elle l'affectation des
crédits et à quelles fins les fonds non affectés ont-
ils été utilisés ? À partir de quand les entités
fédérées participeront-elles au financement de la
Commission nationale pour les droits de l'enfant ?
Comment la composition de la Commission sera-t-
elle déterminée ? La ministre envisage-t-elle la
création d'une Commission fédérale pour les droits
de l'enfant ?
09.01 Nahima Lanjri (CD&V): Al sinds 2003 is
een budget uitgetrokken voor de werking van de
Nationale Kinderrechtencommissie, die evenwel
nog steeds niet is opgericht. In de begroting van
2005 werd een ordonnanceringskrediet
uitgetrokken van 111 000 euro voor de werking van
deze commissie. Op 6 november 2003 is daarvan
18 500 euro aangewend. Pas op 10 november
2005 werd het wetsontwerp ter goedkeuring van
het samenwerkingsakkoord ingediend in de Kamer.


Hoe kan de minister de aanwending van de
kredieten verklaren en waarvoor wordt het nog niet
bestede geld gebruikt? Vanaf wanneer zullen de
deelstaten de werking van de
Kinderrechtencommissie mee financieren? Hoe zal
de samenstelling van de commissie verlopen?
Overweegt de minister de oprichting van een
federale Kinderrechtencommissie?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en 09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
9
néerlandais) : En 2003, le précédent ministre de la
Justice avait réservé un budget pour la Commission
pour les droits de l'enfant en supposant que
l'accord de coopération serait approuvé
rapidement. La Communauté flamande a toutefois
formulé des objections au cofinancement. Après
que j'ai éliminé ces objections en collaboration avec
le ministre flamand du Bien-être, la commission
semblait pouvoir démarrer en 2004. Un budget a
été prévu pour les frais d'installation et de
fonctionnement de la Commission.
De vorige minister van Justitie trok in 2003 een
budget uit voor de Kinderrechtencommissie in de
veronderstelling dat de goedkeuring van het
samenwerkingsakkoord nabij was. De Vlaamse
Gemeenschap had echter bezwaren bij de
cofinanciering. Nadat ik samen met de Vlaamse
minister van Welzijn die bezwaren had weggewerkt,
leek de commissie in 2004 van start te kunnen
gaan. Er werd een budget uitgetrokken voor de
oprichtings- en werkingskosten van de commissie.
Le Conseil d'État a rappelé dans son avis du 8
septembre 2004 que les droits de l'enfant relevaient
non seulement de la compétence de la Région de
Bruxelles-Capitale, mais également de celle de la
Commission communautaire commune et de la
Commission communautaire française. La
Communauté flamande devait également être
explicitement citée.
De plus, les groupes de travail intercabinets n'ont
trouvé aucune solution quant à la répartition de la
charge de financement entre les Communautés
française et germanophone et la Région wallonne.
La question a donc été traitée par les comités de
concertation en avril et en mai. Il a également été
décidé de répartir la charge de financement de 5 %
de la Région de Bruxelles-Capitale entre les deux
autres parties bruxelloises. Les dernières
signatures ont été apposées sur l'accord de
coopération le 19 septembre 2005.
Op 8 september 2004 deelde de Raad van State in
zijn advies mee dat naast het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest ook de Gemeenschappelijke
en de Franstalige Gemeenschapscommissies
bevoegd zijn voor kinderrechten. Ook moest de
Vlaamse Gemeenschap expliciet worden vermeld.


Daarenboven werd er in de
interkabinettenwerkgroepen geen oplossing
gevonden voor de verdeling van de
financieringslast tussen de Franse en Duitse
Gemeenschap en het Waalse Gewest. Het punt
werd daarom behandeld in de overlegcomités in
april en mei. Daar werd ook beslist om de
financieringslast van 5 procent van het
Hoofdstedelijk Gewest te verdelen over de twee
andere Brusselse partijen. De laatste
handtekeningen werden onder het
samenwerkingsakkoord gezet op 19 september
2005.
(En français) Mon administration et mes
collaborateurs ont réalisé un travail de titan pour
mener à bien cet accord de coopération. Mais les
accords qui concernent autant de gouvernements
sont parfois à la merci de difficultés internes aux
uns ou aux autres.


A ce jour, tous les projets d'acte d'approbation n'ont
pas encore été présentés à tous les parlements
concernés. J'ai dû inscrire le point au comité de
concertation qui, le 6 décembre dernier, a exhorté
les gouvernements à agir.
(Frans) Mijn administratie en mijn medewerkers
hebben titanenarbeid verricht om dat
samenwerkingsakkoord tot een goed einde te
brengen. De akkoorden waarbij zoveel regeringen
betrokken zijn, zijn soms ten prooi aan interne
moeilijkheden waarmee die regeringen te kampen
hebben.

Nog niet alle ontwerpen van akte van goedkeuring
werden al aan de betrokken parlementen
voorgelegd. Ik was genoodzaakt het punt op de
agenda van het Overlegcomité te plaatsen, dat op 6
december jongstleden de regeringen tot actie heeft
aangemaand.
(En néerlandais) J'espère pouvoir procéder à
l'installation de cette commission avant les
vacances d'été. Le cofinancement démarrera au
même moment. Tous les membres connaissent le
nombre de représentants qu'ils peuvent déléguer
mais pour lancer l'appel officiel aux candidats, je
dois attendre l'adoption parlementaire du dernier
acte d'approbation. Le projet de loi sera examiné
aujourd'hui même en commission de la Justice de
(Nederlands) Ik hoop de commissie nog voor het
zomerreces te kunnen installeren. Op dat moment
start eveneens de cofinciering. Alle leden zijn op de
hoogte van het aantal vertegenwoordigers dat zij
kunnen afvaardigen, maar voor de officiële oproep
moet ik wachten op de parlementaire goedkeuring
van de laatste goedkeuringsakte. Het wetsontwerp
wordt vandaag besproken in de Kamercommissie
voor de Justitie.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
10
la Chambre.

Il me paraît souhaitable d'attendre les
recommandations du président de cette
commission avant de prendre de nouvelles
initiatives, telles que la désignation d'un
commissaire fédéral aux droits de l'enfant.


Het lijkt me best de bevindingen van de voorzitter
van de commissie af te wachten vooraleer nieuwe
initiatieven te nemen, zoals de aanstelling van een
federale kinderrechtencommissaris.
09.03 Nahima Lanjri (CD&V) : Cet après-midi,
nous aurons l'occasion d'en reparler longuement.
09.03 Nahima Lanjri (CD&V): We bespreken dit
nog uitgebreid vanmiddag.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à
la vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "l'opposition au mariage" (n° 9415)
10 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera
aan de vice-eerste minister en minister van
Justitie over "het verzet tegen het huwelijk"
(nr. 9415)
10.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V) : Malgré
l'abrogation de la publication des bans, il reste
possible de faire opposition à un mariage auprès de
l'officier de l'état civil.

Maintenir cette procédure d'opposition a-t-il du
sens ? Si toutes les conditions de la célébration
d'un mariage ne sont pas remplies ou lorsque le
mariage est contraire à l'ordre public, l'officier de
l'état civil doit refuser en tout état de cause de
célébrer ce mariage.
10.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V):
Ondanks de afschaffing van de
huwelijksafkondiging blijft het mogelijk om bij de
ambtenaar van Burgerlijke Stand verzet aan te
tekenen tegen een huwelijk.

Heeft het behoud van die verzetsprocedure wel
zin? Als niet aan alle voorwaarden voor de
afsluiting van een huwelijk is voldaan of wanneer
het huwelijk in strijd is met de openbare orde, moet
de ambtenaar van Burgerlijke Stand het huwelijk
hoe dan ook weigeren.
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : La publication des bans a été
abrogée en 1999 parce qu'elle était devenue trop
archaïque et était contraire à la protection de la vie
privée. Elle a été remplacée par la déclaration de
mariage de l'un des deux conjoints devant l'officier
de l'état civil. L'acte de cette déclaration est versé
dans un registre public.

Seule la notification officieuse d'un obstacle au
mariage a été abrogée. La procédure d'opposition
n'a pas été modifiée.

Conformément à l'article 66, l'opposition doit être
signifiée par exploit d'huissier à l'officier de l'état
civil ainsi qu'aux futurs époux. Je ne dispose pas
de chiffres concernant le nombre d'actes
d'opposition mais j'en demanderai aux autorités
judiciaires.
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De huwelijksafkondiging werd afgeschaft in 1999
omdat ze te archaïsch was geworden en in strijd
was met de bescherming van het privé-leven. Ze
werd vervangen door de huwelijksaangifte van een
van beide echtgenoten bij de ambtenaar van
Burgerlijke Stand. De akte van deze aangifte wordt
in een openbaar register opgenomen.

Enkel de officieuze kennisgeving van een
huwelijksbeletsel werd afgeschaft, de
verzetsprocedure is niet gewijzigd.

Overeenkomstig art. 66 moet het verzet bij
deurwaardersexploot worden betekend aan de
ambtenaar van Burgerlijke Stand en aan de
aanstaande echtgenoten. Ik beschik niet over
cijfers met betrekking tot het aantal akten van
verzet, maar ik zal hierover navraag doen bij de
gerechtelijke autoriteiten.
10.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V) : Je
souhaitais seulement savoir si la procédure
d'opposition revêt encore quelque utilité aux yeux
de la ministre. Selon toute évidence, c'est donc
bien le cas. Personnellement, cette procédure me
10.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Het
enige wat ik wou weten, was of de
verzetsprocedure naar de mening van de minister
nog enig nut heeft. Kennelijk vindt zij dus van wel.
Mij lijkt de procedure archaïsch, maar ik wacht de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
11
paraît archaïque mais j'attends les chiffres pour me
prononcer définitivement.
cijfers af om een definitief oordeel te vellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Karin Jiroflée à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
violence intrafamiliale et le rôle des services de
police et du parquet" (n° 9472)
11 Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het intrafamiliaal geweld en de rol van de
politiediensten en het parket" (nr. 9472)
11.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit) : A la suite du
Plan d'action national contre les violences
conjugales, la Justice et l'Intérieur élaborent
ensemble une définition de la violence intrafamiliale
et mettent au point un système uniforme
d'enregistrement en la matière. Ces initiatives
doivent déboucher sur un plan intégré tendant à
aborder la question sous ses différents aspects :
détection, prévention et aide.

Quand la ministre proposera-t-elle des mesures ?
Quid de la concrétisation et quels moyens seront-ils
libérés à cet effet ? Une formation sera-t-elle
organisée
? Une concertation sera-t-elle aussi
organisée avec les Communautés et les Régions
en matière d'aide ?
11.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Ingevolge het
Nationaal Actieplan Partnergeweld werken Justitie
en Binnenlandse Zaken aan een definitie en een
eenvormig registratiesysteem van intrafamiliaal
geweld. Dit moet leiden tot een geïntegreerd plan
om deze problematiek aan te pakken in haar
diverse facetten: detectie, preventie en
hulpverlening.

Wanneer komt de minister met maatregelen naar
buiten? Hoe wordt dit alles in de praktijk gebracht
en welke middelen worden hiervoor vrijgemaakt?
Wordt er vorming georganiseerd? Is er ook overleg
met de Gemeenschappen en de Gewesten over de
hulpverlening?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le suivi du Plan d'action national est
coordonné par une conférence interministérielle qui
a mis sur pied différents groupes de travail. Ces
groupes se réunissent régulièrement, et ce sont
eux qui débattent de la question de savoir comment
définir la violence conjugale. Par ailleurs, je prépare
avec le collège des procureurs généraux une
directive sur la violence conjugale qui devrait être
signée dans le courant du mois de janvier. Cette
directive stipulera notamment que les procureurs
du Roi devront désigner au sein de chaque parquet
un magistrat de référence en matière de violence
conjugale. Une définition opérationnelle de ce type
de violence devra servir de référence commune et
les codifications statistiques devront être élaborées
de la même manière à tous les niveaux en fonction
de la relation entre l'auteur des faits et la victime.
Tant la violence intraconjugale que la violence à
l'égard d'autres membres de la famille sera
enregistrée.

L'enregistrement n'est bien entendu pas un but en
soi. Il a pour objectif de soutenir une approche
effective et de mener une politique criminelle
optimale. Pour ce faire, il est certain qu'il faudra
libérer des moyens supplémentaires. Le Conseil
supérieur de la Justice organisera des formations à
l'attention de la magistrature assise et debout.
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De opvolging van het Nationaal Actieplan wordt
gecoördineerd door een interministeriële
conferentie, die verschillende werkgroepen
opgericht heeft. Het is in deze werkgroepen, die
regelmatig samenkomen, dat de definitie van het
partnergeweld besproken wordt. Met het college
van procureurs-generaal werk ik bovendien aan
een richtlijn over partnergeweld, die in de loop van
de maand januari ondertekend zal worden. Deze
houdt onder meer in dat de procureurs des Konings
binnen elk parket een referentiemagistraat voor
partnergeweld moeten aanduiden. Een
operationele definitie van partnergeweld moet als
gemeenschappelijke referentie dienen en de
statistische coderingen moeten op alle niveaus op
dezelfde wijze gebeuren, naargelang van de relatie
tussen dader en slachtoffer. Zowel geweld binnen
het koppel als geweld tegen andere familieleden
wordt geregistreerd.


De registratie is natuurlijk geen doel op zich, maar
dient ter ondersteuning van een effectieve aanpak
en een optimaal strafrechtelijk beleid. Uiteraard
moeten daarvoor bijkomende middelen worden
vrijgemaakt. De Hoge Raad voor de Justitie zal
opleidingen organiseren voor de zittende en
staande magistratuur.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
12
La directive en préparation demande également
aux procureurs du Roi d'élaborer d'ici un an, avec
les services sociaux des Communautés et Régions,
un plan d'action pour chaque arrondissement.
L'arrondissement de Liège devrait servir d'exemple,
puisque cette bonne pratique y est déjà
d'application.
De overwogen richtlijn draagt de procureurs des
Konings bovendien op om, binnen een termijn van
één jaar, voor elk arrondissement een actieplan uit
te werken met de sociale diensten van de
Gewesten en de Gemeenschappen, naar het
voorbeeld van het arrondissement Luik, waar deze
goede praktijk al werd ingevoerd.
11.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit) : Je me réjouis
des progrès réalisés à la Justice. J'espère toutefois
qu'outre des formations pour les magistrats, une
formation a aussi été prévue pour les agents de
police pour leur permettre de mieux identifier les
symptômes de la violence conjugale et d'y réagir
correctement. Je sais, bien sûr, que la ministre
n'est pas compétente en ce qui concerne les
services de police mais j'ai pourtant cru
comprendre qu'il s'agissait d'un plan intégré. L'aide
est au moins aussi importante que l'approche
judiciaire. J'espère que la concertation avec les
Communautés et les Régions débouchera sur des
résultats.
11.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Ik ben verheugd
dat er vooruitgang wordt geboekt bij Justitie. Ik
hoop wel dat er naast opleidingen voor magistraten,
ook in vorming voor politieagenten wordt voorzien,
zodat zij beter in staat zijn om de symptomen van
partnergeweld te herkennen en er correct op te
reageren. Ik weet wel dat de minister niet bevoegd
is voor de politiediensten, maar ik had toch
begrepen dat het over een geïntegreerd plan ging.
De hulpverlening is minstens zo belangrijk als de
gerechtelijke aanpak. Ik hoop dat het overleg met
de Gemeenschappen en de Gewesten resultaten
oplevert.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'interprétation à donner à l'article 50 § 3 de la loi
du 27 juin 1921 sur les associations sans but
lucratif, les associations internationales sans but
lucratif et les fondations" (n° 9515)
12 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de interpretatie die moet worden gegeven aan
artikel 50 § 3 van de wet van 27 juni 1921 waarbij
aan de verenigingen zonder winstoogmerk, de
internationale verenigingen zonder
winstoogmerk en de stichtingen
rechtspersoonlijkheid wordt verleend" (nr. 9515)
12.01 Melchior Wathelet (cdH) : Selon une
première interprétation des modifications légales
relatives aux ASBL, une AISBL peut accorder une
procuration à une ou plusieurs personnes en vue
de faire attester des modifications statutaires par
acte authentique devant notaire. Une autre
interprétation prévoit que le notaire devrait, à cette
fin, être physiquement présent lors de l'assemblée
générale des AISBL.

Cette dernière interprétation engendrant un certain
nombre de conséquences négatives, la pratique
semble privilégier la première interprétation.


Quelle interprétation convient-il de suivre ? Il me
semble préférable de sauvegarder la pratique qui
s'est développée, qui est plus simple, rapide et
économique, tout en assurant la sécurité juridique.
12.01 Melchior Wathelet (cdH): Volgens een
eerste interpretatie van de wettelijke bepalingen
betreffende de vzw's kan een ivzw aan een of
meerdere personen een volmacht toekennen,
teneinde statutenwijzigingen door middel van een
authentieke akte voor de notaris te doen
bevestigen. Volgens een tweede interpretatie moet
de notaris daartoe fysiek bij de algemene
vergadering van de ivzw aanwezig zijn.

Aangezien die laatste interpretatie een aantal
negatieve gevolgen meebrengt, lijkt in de praktijk
de voorkeur aan de eerste interpretatie te worden
gegeven.

Welke interpretatie moet er worden gevolgd? Het
lijkt me verkieslijk om de praktijk die zich heeft
ontwikkeld, te behouden, aangezien deze
eenvoudiger, sneller en goedkoper is en
tegelijkertijd rechtszekerheid biedt.
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Ma réponse se fera sous la réserve expresse de
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal
een antwoord geven onder het uitdrukkelijke
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
13
l'interprétation que pourraient donner les Cours et
tribunaux.

Les dispositions légales visées ont été insérées
dans le souci, notamment, de simplifier et
d'accélérer la procédure applicable à la constitution
et à la modification de statut.

La constatation par acte authentique vise une
intervention directe du notaire lors de l'assemblée
même, afin d'assurer une protection optimale de
tous les membres. Cette interprétation s'inspire par
ailleurs de la pratique en matière de droit des
sociétés.

Mais, que l'assemblée générale ait lieu en Belgique
ou à l'étranger, les associations internationales ont
toujours la possibilité de faire constater leur statut
par acte authentique.

L'association qui tient son assemblée en Belgique
peut choisir le notaire de son choix dans un des
arrondissements du territoire belge.


Par ailleurs, un acte authentique étranger fait foi en
Belgique dès lors qu'il respecte les règles de droit
international privé et le droit de l'Etat dans lequel il
a été établi, pour autant qu'il n'ait pas effet
incompatible avec l'ordre public. Il y aura
cependant lieu de faire légaliser l'acte authentique
étranger.



Pour le surplus, les actes de procuration des
membres qui souhaitent se faire représenter lors de
l'assemblée générale ne doivent pas
nécessairement avoir la forme authentique.

Si la récente modification législative peut entraîner
des modifications dans le mode de fonctionnement
des AISBL, un équilibre a cependant été maintenu
entre la sécurité juridique et la souplesse de
fonctionnement, raison notamment pour laquelle
seules les modifications les plus importantes
doivent être constatées par acte authentique.
voorbehoud van de mogelijke interpretatie door de
hoven en de rechtbanken.

De desbetreffende wetsbepalingen werden met
name ingevoegd om de procedure voor de
samenstelling en de statutenwijziging te
vereenvoudigen en te versnellen.

De vaststelling bij authentieke akte betreft een
rechtstreekse bemiddeling door de notaris tijdens
de vergadering zelf, teneinde alle leden een
optimale bescherming te verzekeren. Die
interpretatie is overigens op de praktische
toepassing van het vennootschapsrecht gestoeld.

Of de algemene vergadering nu in België of in het
buitenland plaatsvindt, internationale verenigingen
kunnen hun statuut altijd bij authentieke akte laten
vaststellen.

De vereniging die haar vergadering in België houdt,
kan in een van de arrondissementen van het
Belgische grondgebied de notaris van haar
voorkeur kiezen.

Bovendien is een buitenlandse authentieke akte
rechtsgeldig in België indien de regels van het
internationaal privaatrecht en het recht van het land
waarin de akte werd opgesteld erin worden
nageleefd, voor zover de uitwerking van de akte
niet onverenigbaar is met de openbare orde. Een
buitenlandse authentieke akte moet wel worden
gelegaliseerd.

Voor het overige moeten de akten van volmacht
van leden die zich tijdens de algemene vergadering
willen laten vertegenwoordigen, niet noodzakelijk
de vorm van een authentieke akte aannemen.

Al kan de werking van de ivzw's door de recente
wetswijziging worden aangepast, toch werd een
evenwicht tussen rechtszekerheid en een soepele
werking bewaard. Daarom net moeten alleen de
belangrijkste wijzigingen bij authentieke akte
worden vastgesteld.
12.03 Melchior Wathelet (cdH): La réponse de la
ministre a l'avantage d'être claire même si la
pratique qui s'est développée rencontrait mieux ce
souci de concilier la
sécurité juridique
avec la
simplification, la rapidité et l'économie.
12.03 Melchior Wathelet (cdH): Het antwoord van
de minister heeft het voordeel dat het duidelijk is.
De praktijk die zich heeft ontwikkeld, kwam echter
beter tegemoet aan de bekommernis om
rechtszekerheid aan vereenvoudiging, snelheid en
besparing te koppelen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Melchior Wathelet à la vice- 13 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
14
première ministre et ministre de la Justice sur "le
recrutement des référendaires près les cours
d'appel et les tribunaux de première instance"
(n° 9516)
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de werving van referendarissen bij de hoven
van beroep en de rechtbanken van eerste
aanleg" (nr. 9516)
13.01 Melchior Wathelet (cdH): Je vous ai déjà
interrogé au sujet du recrutement de référendaires
près des cours d'appels et tribunaux de première
instance, notamment le 1
er
février 2005.

Vous m'aviez répondu que, dans la réserve de
recrutement issue de l'examen de 2003, il y avait
36 lauréats francophones (dont restaient 25) et 14
néerlandophones (restaient encore 2 personnes).
La réserve est valable jusque février 2006 pour les
francophones et mars 2006 pour les
néerlandophones.

Pouvez-vous m'indiquer le nombre de candidats
qui, à l'heure actuelle, n'ont pas encore été
recrutés ? Allez-vous engager des référendaires
avant la date d'expiration des réserves ? Quelle
sera l'affectation budgétaire pour ces engagements
?

En février 2005, vous indiquiez que la prolongation
des réserves ou l'organisation d'un nouvel examen
serait réévaluée en fonction des vacances d'emploi.
En juin 2005, vous annonciez qu'il n'était pas prévu
d'augmenter le nombre de référendaires et de
juristes de parquet, et disiez que 11 emplois de
référendaires ou juristes de parquet avaient été
gelés en attendant les nouvelles répartitions du
collège des procureurs généraux. Où en est-on ?
Pensez-vous prolonger une nouvelle fois la validité
des réserves ?
13.01 Melchior Wathelet (cdH): Op 1 februari
2005 ondervroeg ik u reeds over de werving van
referendarissen bij de hoven van beroep en de
rechtbanken van eerste aanleg.

U antwoordde me toen dat de wervingsreserve die
na het examen van 2003 werd samengesteld,
bestond uit 36 Franstaligen (waarvan er 25
overbleven) en veertien Nederlandstaligen
(waarvan er twee overbleven). De reserve is geldig
tot februari 2006 voor de Franstaligen en tot maart
2006 voor de Nederlandstaligen.

Kan u meedelen hoeveel kandidaten vandaag nog
niet zijn aangeworven? Zal u vóór de vervaldatum
van de reserves referendarissen in dienst nemen?
Welke begrotingsmiddelen zullen daartoe worden
uitgetrokken?

In februari 2005 stelde u dat de verlenging van de
reserves of de organisatie van een nieuw examen
opnieuw zou worden beoordeeld op grond van de
bestaande vacatures. In juni 2005 kondigde u aan
dat het aantal referendarissen en parketjuristen niet
zou worden uitgebreid, en dat elf betrekkingen voor
referendarissen of parketjuristen waren bevroren in
afwachting van de nieuwe verdelingen die door het
college van procureurs-generaal zouden worden
doorgevoerd. Hoever staat het daarmee? Zal u de
reserves nogmaals verlengen?
13.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Voici le nombre de lauréats de la réserve de
recrutement n'ayant pas encore été recrutés : 2
juristes de parquet néerlandophones et 12
francophones ; 2 référendaires néerlandophones et
14 francophones. 6 juristes et 5 référendaires
francophones n'ont pas encore été nommés mais
travaillent sous contrat.

Budgétairement, 246 juristes de parquet et
référendaires peuvent être engagés. 237 emplois
sont pourvus. Les 9 places restantes sont
destinées au siège. J'ai donc gelé en six mois le
nombre de juristes de parquet à 174 unités. En
outre, j'attends les propositions du collège des
premiers présidents des cours d'appel, pour
connaître la répartition des 9 emplois au sein des
différents arrondissements.


Enfin, j'ai prorogé la validité de l'examen des
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik geef
u het aantal geslaagden van de wervingsreserve
die nog niet in dienst werden genomen: twee
Nederlandstalige en 12 Franstalige parketjuristen,
twee Nederlandstalige en veertien Franstalige
referendarissen. Zes juristen en vijf referendarissen
van de Franse taalrol werden nog niet benoemd
maar werken als contractueel.

De begroting maakt het :
mogelijk 246
parketjuristen en referendarissen in dienst te
nemen. 237 betrekkingen werden ingevuld. De
negen overblijvende betrekkingen zijn voor de zetel
bestemd. Ik heb het aantal parketjuristen dus
gedurende zes maanden op 174 bevroren. Ik wacht
voorts op de voorstellen van het college van eerste
voorzitters van de hoven van beroep om de
verdeling van de negen betrekkingen binnen de
diverse arrondissementen te kennen.
Tot slot heb ik de geldigheidsduur van het examen
van parketjuristen en referendarissen van 2002 en
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
15
juristes de parquet et référendaires 2002 et 2003
d'une année.
2003 met een jaar verlengd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Guido De Padt à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les détecteurs de métaux dans les prisons"
(n° 9552)
14 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"metaaldetectors in gevangenissen" (nr. 9552)
14.01 Guido De Padt (VLD): Pour rendre visite à
un détenu, il faut se présenter au contrôle d'identité
et passer par le détecteur de métaux. On ne peut
franchir le détecteur de métaux avec une prothèse
ou un implant métallique. Récemment, une avocate
se serait vue refuser l'accès à son client parce
qu'elle portait une prothèse de la hanche et que
selon la direction de la prison, elle devait produire
une attestation médicale. Cette attestation est-elle
obligatoire, et dans l'affirmative, en vertu de quelles
dispositions légales
? Où peut-on trouver les
conditions et les règles appliquées par les
directions de prisons concernant les visites des
détenus
? Les avocats bénéficient-ils d'un
traitement différent de celui des visiteurs
ordinaires ? Quelle est la force probante d'une telle
attestation médicale ? Cette dernière n'est-elle pas
aisée à falsifier ?
14.01 Guido De Padt (VLD): Wie een gevangene
wil bezoeken moet voorbij de identiteitscontrole en
de metaaldetector. Wie een prothese heeft of een
implantaat met metaal, geraakt niet voorbij de
metaaldetector. Onlangs zou een advocate geen
toegang gekregen hebben tot haar cliënt omdat zij
een heupprothese heeft en volgens de
gevangenisdirectie een medisch attest moest
kunnen voorleggen. Is dit attest verplicht, en zo ja
volgens welke wettelijke bepaling? Waar kan men
de voorwaarden en regels terugvinden die
gevangenisdirecties hanteren in verband met het
bezoek aan gedetineerden? Bestaat er een verschil
in behandeling tussen gewone bezoekers en
advocaten? Wat is de bewijswaarde van dergelijk
medisch attest en kan het niet gemakkelijk worden
vervalst?
14.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): La réglementation relative au contrôle
des entrées figure à l'article 5 du règlement général
des établissements pénitentiaires, l'arrêté royal du
21 mai 1965. Les modalités pratiques sont décrites
dans la circulaire ministérielle n° 1728 du 19 avril
2001. Cette circulaire stipule que les personnes qui
sont porteuses d'une prothèse métallique doivent
fournir, à chaque visite, une attestation médicale
indiquant l'endroit précis où se situe la prothèse.
Pour ces personnes, la détection se fait à l'aide du
détecteur portable et il est vérifié si la localisation
de la prothèse métallique correspond à l'endroit
renseigné sur l'attestation. Les avocats sont soumis
aux même règles que les autres visiteurs des
détenus. L'attestation médicale est valable jusqu'à
preuve du contraire. Le médecin qui aurait rédigé
une fausse attestation et l'avocat qui s'en serait
servi commettent tous deux une grave faute
déontologique qui peut avoir de lourdes
conséquences pour un avocat. Il faut trouver un
équilibre entre les droits de la défense et le droit de
visite d'une part et la sécurité d'autre part. Le non-
respect des instructions par un directeur de prison
peut donner lieu à des sanctions disciplinaires,
voire des sanctions pénales.
14.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De regelgeving inzake de toegangscontrole staat in
artikel 5 van het algemeen reglement van de
penitentiaire inrichtingen, het KB van 21 mei 1965.
De praktische modaliteiten zijn beschreven in de
ministeriële circulaire nr. 1728 van 19 april 2001.
Die rondzendbrief bepaalt dat personen met een
metalen implantaat bij elk bezoek een medisch
attest dienen voor te leggen waarin ook de precieze
plaats ervan wordt opgegeven. Het onderzoek
gebeurt met een handdetector en men controleert
of de locatie van de prothese overeenstemt met het
medisch attest. Voor advocaten gelden dezelfde
regels als voor andere bezoekers van
gedetineerden. Het medisch attest is rechtsgeldig
tot het tegendeel bewezen is. De arts die een vals
attest zou maken en de advocaat die ervan gebruik
zou maken, begaan een zware deontologische fout.
Dit kan verstrekkende gevolgen hebben voor een
advocaat. Er moet een evenwicht worden
gevonden tussen het recht op verdediging en
bezoek enerzijds, en de veiligheid anderzijds. Het
niet naleven van de instructies door een
gevangenisdirecteur kan tot disciplinaire en zelfs
strafrechtelijke sancties aanleiding geven.
14.03 Guido De Padt (VLD) : J'espère que ma 14.03 Guido De Padt (VLD): Ik hoop dat mijn
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
16
question donnera lieu à une meilleure
communication de l'information.
vraag aanleiding geeft tot het beter communiceren
van deze informatie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Guido De Padt à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
contribution au Fonds d'aide aux victimes dans
les cas d'infraction au code de la route" (n° 9553)
15 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
bijdrage bij verkeersovertredingen aan het
zogenaamde Slachtofferfonds" (nr. 9553)
15.01 Guido De Padt (VLD): Toute condamnation
à une peine criminelle ou correctionnelle donne lieu
au versement d'une contribution au Fonds des
victimes. Dernièrement, cette contribution
obligatoire a été portée de 55 à 137,50 euros.

Des juges du tribunal de police ont estimé dans les
colonnes du quoditien Het Belang van Limburg que
les contrevenants au code de la route doivent
également acquitter cette somme de 137,50 euros,
alors que le montant des amendes est actuellement
réduit. Depuis les récentes modifications de la loi
sur la circulation routière, la plupart des infractions
sont devenues des infractions graves assorties
d'une amende de plus de 26 euros. Il s'agit donc de
peines correctionnelles. Les juges de police
estiment que si une amende routière est contestée
devant le tribunal ou qu'une infraction routière est
immédiatement traitée par le tribunal de police, la
contribution est due. Est-ce exact
? Peut-on
effectivement assimiler la plupart des infractions
routières à des délits de droit commun ?

Par ailleurs, 80
% de l'ensemble des
condamnations correspondent à des infractions au
code de la route, alors que les victimes de la
circulation ne peuvent en principe pas faire appel
au Fonds des victimes. Ces mêmes juges du
tribunal de police estiment que, dans le cadre d'une
condamnation pour différentes infractions routières,
la contribution est due à chaque fois. La facture
peut dès lors être très élevée. Cette thèse est-elle
exacte ? Les juges affirment également que cette
contribution élevée semble décourager les gens à
se défendre devant un tribunal de police, alors
qu'ils peuvent parfois obtenir gain de cause. Qu'en
pense la ministre ?
15.01 Guido De Padt (VLD): Bij iedere
veroordeling tot een criminele of correctionele straf
wordt ook een bijdrage voor het zogenaamde
Slachtofferfonds opgelegd. Onlangs werd die
verplichte bijdrage verhoogd van 55 tot 137,50
euro.

In het Belang van Limburg poneert een aantal
politierechters dat ook verkeersovertreders die
137,50 euro moeten betalen en dit juist op een
ogenblik dat de boetes worden verlaagd. Door de
recente wijzingen in de verkeerswet zijn de meeste
verkeersinbreuken zware overtredingen geworden,
waarop een boete staat van meer dan 26 euro, wat
dus correctionele straffen zijn. Indien men een
verkeersboete aanvecht voor de rechtbank of
indien een verkeersovertreding onmiddellijk voor de
politierechtbank komt, is de bijdrage volgens die
politierechters verplicht. Klopt dit? Kan men de
meeste verkeersinbreuken wel op gelijke hoogte
plaatsen met gemeenrechtelijke wanbedrijven?



Bovendien bestaat 80 procent van alle
veroordelingen uit verkeersovertredingen, terwijl
verkeersslachtoffers in principe geen beroep
kunnen doen op het Slachtofferfonds. Volgens
diezelfde politierechters is men bij een veroordeling
voor verschillende verkeersinbreuken telkens de
bijdrage verschuldigd. De factuur kan dus
behoorlijk oplopen. Is dat zo? De rechters zeggen
ook dat die hoge bijdrage mensen lijkt te ontraden
om zich te verdedigen voor een politierechtbank,
hoewel zij soms gelijk kunnen hebben. Wat is het
standpunt van de minister hieromtrent?
15.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : Toute personne condamnée à une
peine correctionnelle ou criminelle doit en effet
payer la somme de 137,50 euros au Fonds des
victimes. Cette règle s'applique donc également
aux infractions routières assorties d'une peine
correctionnelle. La législation se fonde sur le
principe de solidarité. L'idée sous-jacente est que la
société doit prendre à sa charge la réparation des
15.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Wie wordt veroordeeld tot een correctionele of
criminele straf moet inderdaad 137,50 euro betalen
aan het Slachtofferfonds. Dat geldt dus ook bij een
verkeersovertreding met een correctionele straf. De
wetgeving is gebaseerd op het solidariteitsprincipe.
De achterliggende idee is dat de maatschappij het
herstel van de aangebrachte schade moet ten laste
nemen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
17
dommages causés.
Le budget du fonds augmente sans cesse et des
victimes de plus en plus nombreuses sont aidées.
Pour que l'on puisse continuer à aider les victimes,
il faut que les personnes condamnées à une peine
correctionnelle paient les contributions, même si les
victimes d'accidents de la circulation ne peuvent
faire appel à ce fonds.

Quiconque subit une peine principale criminelle ou
correctionnelle doit payer une contribution. Celui
qui fait l'objet de plusieurs peines principales doit
payer plusieurs fois. Ce n'est pas le cas lorsque,
par exemple, le juge estime qu'il existe un lien entre
l'excès de vitesse et le non-respect d'un feu rouge.

Toutefois, pour diverses infractions, dont celles
évoquées dans l'exemple, le contrevenant recevra
d'abord une proposition de paiement émanant de la
police et, si nécessaire, un rappel. S'il ne paye pas,
il recevra une proposition de transaction du parquet
et un rappel. Ce n'est qu'ensuite qu'il sera
convoqué au tribunal.


La personne qui souhaite contester l'infraction qui
lui est attribuée devant le tribunal de police n'en
sera probablement pas dissuadée par le risque de
devoir payer une contribution au fonds en cas de
condamnation.
Het budget van het fonds stijgt voortdurend en er
worden steeds meer slachtoffers geholpen. Om dit
te kunnen blijven doen is het noodzakelijk dat
veroordeelden tot een correctionele straf de
bijdragen betalen, hoewel verkeersslachtoffers
geen beroep kunnen doen op dit fonds.


Wie een correctionele of criminele hoofdstraf
opgelegd krijgt, moet een bijdrage betalen. Wie
meerdere hoofdstraffen krijgt, moet ook meerdere
keren betalen. Dat is niet het geval als bijvoorbeeld
de rechter oordeelt dat er sprake is van samenhang
tussen te snel rijden en het rode licht negeren.

Bij diverse overtredingen, ook bij die uit het
voorbeeld, zal de dader echter eerst een voorstel
tot betaling ontvangen van de politie en indien
nodig een herinnering. Als de overtreder dan nog
niet betaalt, krijgt hij een voorstel tot minnelijke
schikking van het parket en een herinnering. Pas
daarna zal die persoon voor de rechtbank worden
gedaagd.

Indien de betrokkene zijn overtreding wil betwisten
voor de politierechtbank, zal hij zich waarschijnlijk
niet laten tegenhouden door de kans om bij een
veroordeling een bijdrage tot het fonds te moeten
betalen.
15.03 Guido De Padt (VLD): De tels faits ne sont
certes pas comparables à des actes pour lesquels
la citation à comparaître est immédiate mais le
danger est bien réel que d'aucuns renoncent à une
contestation devant les tribunaux par crainte d'avoir
à payer la contribution.
15.03 Guido De Padt (VLD): Natuurlijk kunnen
dergelijke feiten niet worden vergeleken met feiten
waarvoor men onmiddellijk voor de rechtbank moet
verschijnen, maar het gevaar bestaat wel degelijk
dat mensen afzien van een betwisting voor de
rechtbank omdat ze het risico niet willen lopen om
de bijdrage te moeten betalen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
coresponsabilité des donneurs d'ordre et des
chargeurs en cas d'infraction commise par un
camionneur (art. 37 § 2, loi relative au transport
de choses par route) et les effets sur le plan
judiciaire" (n° 9580)
16 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de medeverantwoordelijkheid van
opdrachtgevers en verladers voor overtredingen
van vrachtwagenbestuurders (art. 37 § 2, wet
goederenvervoer) en de effecten op het justitiële
vlak" (nr. 9580)
16.01 Jef Van den Bergh (CD&V) : La loi de mai
1999 concernant le transport de marchandises par
la route comporte quelques dispositions relatives à
la coresponsabilité des clients lorsque les
conducteurs de camions commettent certaines
infractions. C'est là un élément important car le
modèle du just in time fait peser de lourdes
16.01 Jef Van den Bergh (CD&V): De wet van
mei 1999 inzake het vervoer van goederen over de
weg bevat enkele bepalingen over de
medeverantwoordelijkheid van opdrachtgevers
wanneer vrachtwagenchauffeurs bepaalde
inbreuken begaan. Dit is belangrijk, want het just-in-
timemodel legt een zware druk op de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
18
pressions sur les routiers et est sans aucun doute à
l'origine de nombreux décès dans leurs rangs.

En mars 2003, un article de cette loi, prévoyant que
les clients doivent avoir collaboré à la commission
de l'infraction, a été modifié car il était très restrictif.
Quels effets produira-t-il dans le monde judiciaire ?
Combien de poursuites ont été engagées, combien
de condamnations ont été prononcées depuis mars
2003 sur la base de la coresponsabilité ? Quelle
appréciation la ministre porte-t-elle sur cette loi ?
Quelles mesures préconise-t-elle le cas échéant
pour rendre la loi plus efficace ?
vrachtwagenchauffeurs en kost ongetwijfeld levens.


In maart 2003 werd een artikel van deze wet, dat
bepaalde dat de opdrachtgevers wetens en willens
aan de overtreding meegewerkt moeten hebben,
gewijzigd, want dit was erg restrictief. Wat zijn de
effecten hiervan in de justitiële wereld? Hoeveel
vervolgingen en veroordelingen zijn er sinds maart
2003 uitgesproken op basis van
medeverantwoordelijkheid? Hoe evalueert de
minister de wet? Welke maatregelen stelt zij
eventueel voor om de wet effectiever te maken?
16.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais)
: Le système informatique des
parquets ne permet pas de fournir les chiffres
demandés.

Vouloir déterminer l'incidence de la modification de
la loi tient de l'utopie, car il faudrait alors pouvoir
vérifier si certaines décisions prises dans d'anciens
dossiers auraient été différentes si la nouvelle
disposition avait déjà été en vigueur. L'article
modifié n'apporte en fait rien de nouveau, mais ne
fait que reprendre l'article 66 du Code pénal relatif
à la corréïté.

Les problèmes rencontrés dans l'application de la
législation n'ont rien à voir avec le texte de loi
même, mais concernent la difficulté à prouver que
le client a donné des instructions ou accompli des
actes dont il aurait dû savoir qu'ils auraient pour
conséquence la surcharge du véhicule ou le non-
respect des temps de conduite et de repos ou des
limites de vitesse. Il est souvent plus efficace de ne
poursuivre que le transporteur.
16.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het informaticasysteem van de parketten maakt het
niet mogelijk om de gevraagde cijfers te geven.

Het is onbegonnen werk om de invloed van de
wetswijziging na te gaan, omdat men dan moet
nagaan of er in oude dossiers een andere
beslissing zou genomen zijn als men toen reeds
over de nieuwe bepaling beschikte. Het gewijzigde
artikel heeft eigenlijk niets nieuws toegevoegd,
maar herneemt artikel 66 van het Strafwetboek
inzake het mededaderschap.

De moeilijkheden bij de toepassing van de
wetgeving hebben niets te maken met de wettekst
zelf, maar wel met de problemen die er zijn om te
bewijzen dat de opdrachtgever instructies heeft
gegeven of handelingen heeft gesteld waarvan hij
moest weten dat dit zou leiden tot overladen, het
niet respecteren van de rij- en rusttijden of de
maximumsnelheid. Vaak is het efficiënter om enkel
de vervoerder te vervolgen.
16.03 Jef Van den Bergh (CD&V) : Je comprends
le raisonnement selon lequel il est difficile de
démontrer que les commanditaires sont
coresponsables de l'infraction, mais il est
indéniable que les camionneurs subissent de fortes
pressions. Je voudrais par ailleurs souligner qu'en
général, le manque de chiffres et de statistiques est
criant.
16.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik begrijp de
redenering dat het moeilijk is om aan te tonen dat
de opdrachtgevers mee verantwoordelijk zijn voor
de overtreding, maar dat neemt niet weg dat er
zware druk wordt uitgeoefend op de
vrachtwagenchauffeurs. Voorts wil ik nogmaals
beklemtonen dat het gebrek aan cijfers en
statistieken in het algemeen erg bedroevend is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'impact du décès d'un ex-gendarme sur
l'enquête sur les tueurs du Brabant" (n° 9594)
17 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de impact van het overlijden van een ex-
rijkswachter op het onderzoek naar de bende van
Nijvel" (nr. 9594)
17.01 Tony Van Parys (CD&V) : La presse a
largement fait écho du décès de l'ancien gendarme
17.01 Tony Van Parys (CD&V): In de pers werd
uitgebreid bericht over het overlijden van gewezen
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
19
Madani Bouhouche.

Sous quelles conditions a-t-il bénéficié d'une
libération conditionnelle fin septembre 2000 et
comment en a-t-on assuré le respect ? À mon sens,
il n'aurait pas dû être autorisé à s'établir à
l'étranger. Pour ma part, la mission de contrôle a
échoué.

Il s'est avéré que M. Bouhouche entrenait des
contacts avec M. Alain Weykamp qui, à l'époque,
faisait partie du noyau dur du Westland New Post
et a été signalé dans le bois de La Houssière. Il a
exploité avec M. Bouhouche le fameux club de tir
Parabellum, une piste qui n'a hélas jamais été
véritablement approfondie.

Le plus scandaleux est que l'on a tout ignoré du
décès de M. Bouhouche pendant des semaines et
qu'on n'a appris cette nouvelle que fortuitement, ce
qui démontre l'échec du contrôle. En conséquence,
M. Alain Weykamp a précédé les enquêteurs
belges dans l'habitation et a éventuellement pu
faire disparaître des éléments de preuve.
rijkswachter Madani Bouhouche.

Onder welke voorwaarden werd hij eind september
2000 voorwaardelijk vrijgelaten en hoe werd er
toegezien op de naleving ervan? Mijns inziens was
het een vergissing hem toe te staan om zich in het
buitenland te vestigen. Ik ben van mening dat het
toezicht heeft gefaald.

Het bleek dat Bouhouche contacten had met Alain
Weykamp, die destijds tot de harde kern van de
Westland New Post behoorde en gesignaleerd
werd in het bos van La Houssière. Samen met
Bouhouche exploiteerde hij de beruchte schietclub
Parabellum, die jammer genoeg nooit diepgaand
onderzocht werd.

Het meest heb ik mij geërgerd aan het feit dat men
gedurende weken niet ingelicht was over het
overlijden van Bouhouche en dit slechts bij toeval
heeft vernomen. Dit wijst op het falen van het
toezicht. Het gevolg is dat Alain Weykamp de
woning voor de Belgische speurders heeft betreden
en eventueel bewijsmateriaal heeft kunnen laten
verdwijnen.
Des enquêteurs belges ont encore perquisitionné
son lieu de résidence en France et y ont trouvé des
armes. J'ai été surpris de constater que la porte a
été démolie à l'aide d'explosifs devant l'objectif des
caméras. Les enquêteurs auraient dû installer un
périmètre de sécurité et effectuer une analyse
minutieuse de traces afin de pouvoir déterminer
ainsi les personnes avec lesquelles M. Bouhouche
entretenait des contacts.

Il s'est avéré que MM. Bouhouche et Weykamp
louaient des habitations de vacances. Il serait très
intéressant de savoir à qui ils les louaient.

J'ai le sentiment qu'il s'agissait peut-être là de la
dernière chance de démasquer les tueurs du
Brabant, mais que nous avons une fois de plus
manqué cette occasion.
Belgische speurders onderzochten alsnog zijn
verblijfplaats in Frankrijk. Er werden wapens
aangetroffen. Wat mij verbaasde was dat de deur
met explosieven werd opgeblazen in het zicht van
de camera's. De speurders hadden een perimeter
tot stand moeten brengen en een minutieus
sporenonderzoek moeten uitvoeren, om zo te
achterhalen met welke personen Bouhouche
contacten onderhield.

Het is gebleken dat Bouhouche en Weykamp
vakantiewoningen verhuurden. Het zou bijzonder
interessant zijn om te weten aan wie.

Ik heb het gevoel dat dit misschien de laatste kans
was om de Bende van Nijvel te ontmaskeren, maar
dat we opnieuw een kans gemist hebben.
17.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Je ne dispose pas encore de tous les éléments.
Voici, en tout cas, les premières informations utiles.

La Commission de Libération conditionnelle de
Mons avait octroyé une libération à Madani
Bouhouche le 30 août 2000, à condition de ne pas
commettre de nouvelles infractions. Des obligations
particulières étaient imposées à l'intéressé : se
soumettre à une tutelle des maisons de Justice ;
aviser l'assistant en Justice des changements
sociaux, professionnels ou de résidence ; avoir un
travail régulier ; indemniser les parties civiles. Il lui
17.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik
beschik nog niet over alle elementen. Ik zal u
vertellen wat ik reeds weet:

De commissie voor de voorwaardelijke
invrijheidsstelling van Bergen heeft Madani
Bouhouche op 30 augustus 2000 vrijgelaten onder
voorwaarden. Zo mocht de betrokkene geen
nieuwe misdrijven plegen en moest hij een reeks
bijzondere verplichtingen naleven: hij werd onder
toezicht geplaatst van de Justitiehuizen; hij moest
de justitieassistent op de hoogte brengen van
eventuele veranderingen op sociaal of
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
20
était interdit de fréquenter d'ex-détenus ou d'ex-
complices et détenir des armes.



C'est en accord avec l'assistant de Justice que
Madani Bouhouche s'est installé en France. On
connaissait son lieu de résidence en France, et le
parquet était au courant.
professioneel vlak en veranderingen van
verblijfplaats; hij moest een vaste baan hebben; hij
moest de burgerlijke partijen vergoeden, mocht
geen contact hebben met ex-gedetineerden of zijn
voormalige kompanen en mocht geen wapens
bezitten.
Madani Bouhouche heeft zich in Frankrijk gevestigd
in samenspraak met de justitieassistent. Men kende
zijn verblijfplaats in Frankrijk en ook het parket was
op de hoogte.
L'assistant de justice, informé rapidement du décès
de Madani Bouhouche (le 21 ou 22 novembre), a
fait rapport au parquet début décembre. La cellule
"Brabant wallon" a reçu l'information dans la
semaine précédant Noël. Les autorités françaises
ont constaté que la mort était accidentelle.


Une commission rogatoire a été transmise à la
France le 27 décembre 2005, pour des devoirs en
lien avec la mort de l'intéressé. Sa résidence et les
environs ont fait l'objet d'une inspection minutieuse,
mais aucune trace de munitions n'a été découverte.
Le matériel informatique a été confié pour analyse
au Computer Crime Unit de la police fédérale, et
l'arme saisie, à l'INCC.




Les magistrats de la cellule ne disposaient
d'aucune information particulière sur les contacts
de Bouhouche avec Weykamp, mais les registres
des résidences de vacances de ce dernier n'ont
pas encore été examinées.

Il est prématuré de tirer des conclusions, car les
analyses se poursuivent.
De justitieassistent werd snel op de hoogte
gebracht van het overlijden van Madani Bouhouche
(21 of 22 november) en heeft begin december aan
het parket gerapporteerd. De cel-Bende van Nijvel
kreeg het bericht de week voor Kerstmis. Volgens
de Franse autoriteiten ging het om een dodelijk
ongeluk.

In het kader van een rogatoire commissie werd op
27 december 2005 een onderzoeksteam naar
Frankrijk gestuurd met het oog op een aantal
onderzoeksdaden in verband met de dood van de
betrokkene. Zijn woning en de omgeving ervan
werden uitgekamd, maar er werden geen
munitiesporen aangetroffen. De
computerapparatuur werd voor analyse aan de
Computer Crime Unit van de federale politie
bezorgd, het in beslag genomen wapen aan het
NICC.

De magistraten van de cel beschikten niet over
specifieke informatie betreffende de contacten van
Bouhouche met Weykamp, maar de registers van
de vakantieverblijven van laatstgenoemde zijn nog
niet onderzocht.

Conclusies zijn dus voorbarig, want de analyses
zijn nog volop aan de gang.
17.03 Tony Van Parys (CD&V) : Je souhaiterais
que la ministre me fournisse le rapport écrit. Les
informations données oralement ne me rassurent
nullement.

La libération conditionnelle devrait impliquer que
l'intéressé séjourne en Belgique. Dans le cas
contraire, la surveillance est inexistante. M.
Bouhouche utilisait effectivement des armes et
entretenait des contacts avec les coauteurs, à l'insu
de tous. Une telle situation est inacceptable. Après
sa mort, il aurait au moins fallu examiner le site en
détail.
17.03 Tony Van Parys (CD&V): Ik zou de minister
willen vragen mij het schriftelijk rapport te
bezorgen. Door de mondelinge informatie ben ik
geenszins gerustgesteld.
De voorwaardelijke invrijheidstelling zou moeten
inhouden dat de betrokkene in België verblijft.
Anders is het toezicht onbestaande. Bouhouche
gebruikte wel wapens en had wel contact met
mededaders. Men wist er niets van en dat is
onverantwoord. Na zijn dood was minstens een
grondig onderzoek van de site nodig geweest.
17.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'assistant de justice a été averti rapidement et a
fait rapport au parquet.
17.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
justitieassistent werd snel op de hoogte gebracht
en heeft een verslag opgesteld voor het parket.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
21
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18 Question de M. Koen T'Sijen à la vice-
première ministre et ministre de la Justice et au
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"la question posée par Creative Media Business
Alliance à propos de la directive de l'UE relative à
la conservation des données téléphoniques et
électroniques" (n° 9563)
18 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en aan de
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de vraag van Creative
Media Business Alliance over de EU-richtlijn
betreffende de bewaarplicht van telefoon- en
internetgegevens" (nr. 9563)
18.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit) : Creative Media
Business Alliance (CMBA) demande que la
directive européenne relative à la conservation des
données téléphoniques et électroniques ne soit pas
seulement utilisée pour lutter contre le terrorisme,
mais aussi contre le piratage informatique. CMBA a
lancé une campagne de lobbying dans ce sens.

Quelle est la position du gouvernement à l'égard de
la demande de CMBA ? La Commission de la
protection de la vie privée a-t-elle été consultée ?
L'ajout du piratage informatique ne risque-t-il pas
d'aggraver les réticences suscitées par la directive
et donc de ralentir le processus ?
18.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): De Creative
Media Business Alliance (CMBA) eist dat de EU-
richtlijn over de bewaarplicht van telefoon- en
internetgegevens niet alleen wordt gebruikt voor
terrorismebestrijding, maar ook voor het tegengaan
van internetpiraterij. De CMBA is daarvoor een
lobbycampagne gestart.

Hoe staat onze regering tegenover de vraag van de
CMBA? Heeft zij advies ingewonnen bij de
privacycommissie? Zal door de toevoeging van
internetpiraterij de richtlijn niet meer tegenkanting
krijgen en daardoor vertraging oplopen?
18.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : L'accord conclu entre le Parlement
européen et le Conseil des ministres à propos du
projet de directive ne se réduit pas à la lutte contre
le terrorisme. La rétention des données peut
intervenir pour détecter et lutter contre toutes les
infractions pénales graves. Les États membres
déterminent eux-mêmes de quelles infractions il
s'agit.
18.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het akkoord tussen het Europees Parlement en de
Raad van ministers over de ontwerprichtlijn beperkt
zich niet tot terrorismebestrijding. Dataretentie is
mogelijk voor de opsporing en bestrijding van alle
zware strafrechtelijke inbreuken. De lidstaten
bepalen zelf welke misdrijven daaronder vallen.
En Belgique, la communication de données
relatives aux services de télécommunication utilisés
par une personne est autorisée dans le cadre de la
protection des droits d'auteur. La directive
européenne n'y change rien. Ce que demande la
CMBA est déjà possible aujourd'hui. Un nouvel avis
de la Commission de la protection de la vie privée
n'est donc pas requis. Par contre, son avis sera
demandé à l'occasion de la modification de l'arrêté
royal du 9 janvier 2003 relatif aux tarifs et à
l'obligation de collaboration des opérateurs.

In België is telefonieonderzoek mogelijk voor de
bescherming van auteursrechten. De Europese
richtlijn verandert daar niets aan. Wat de CMBA
vraagt is reeds mogelijk, er moet dus geen nieuw
advies worden gevraagd aan de privacycommissie.
Dat zal wel gebeuren bij de aanpassing van het KB
van 9 januari 2003 over de medewerkingplicht van
de operatoren en de tarieven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les lacunes de la loi sur le blanchiment"
(n° 9618)
19 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de falende witwaswet" (nr. 9618)
19.01 Tony Van Parys (CD&V) : Le président
suppléant de la cellule antiblanchiment et
19.01 Tony Van Parys (CD&V): De
plaatsvervangende voorzitter van de antiwitwascel
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
22
l'Association Belge des Banques estiment que la loi
antiblanchiment n'atteint pas l'objectif que le
législateur lui avait assigné. La cellule
antiblanchiment souhaiterait que la police et les
services de sécurité lui fournissent davantage
d'informations.

Seuls 2 des 1 089 signalements effectués par les
institutions financières au sujet de transactions
suspectes se sont avérés justifiés. La ministre
confirme-t-elle ces chiffres ? Rendra-t-elle la loi
antiblanchiment plus efficace
? Quels moyens
seront réservés pour la détection proactive du
financement du terrorisme
? La police et les
services de sécurité fourniront-ils plus
d'informations à la cellule antiblanchiment ?
en de Belgische Vereniging van Banken menen dat
de antiwitwaswet naast het doel schiet. De
antiwitwascel wil meer informatie krijgen van de
politie en veiligheidsdiensten.


Van de 1
089 meldingen die de financiële
instellingen deden over mogelijk verdachte
geldtransacties, bleken er maar twee terecht.
Bevestigt de minister die cijfers? Zal zij de
antiwitwascel efficiënter maken? Welke middelen
worden uitgetrokken voor het proactief detecteren
van terrorismefinanciering? Zal de antiwitwascel
meer informatie krijgen van de politie en de
veiligheidsdiensten?
19.02 Laurette Onkelinx , ministre(en
néerlandais) : Les chiffres de M. Van Parys ne
correspondent pas aux chiffres des déclarations du
secteur financier à la cellule antiblanchiment. Il
s'agit des chiffres des communications à
l'administration de la Trésorerie du SPF Finances
sur la base de l'obligation d'information prévue
dans le règlement CE 881/2002.

Ces communications ont pour objectif de faire
bloquer les comptes des personnes et des entités
reprises sur les listes internationales des terroristes
potentiels. La Sûreté de l'État contrôle ces comptes
et décide ensuite de les faire bloquer ou non.

L'obligation de déclaration à la cellule
antiblanchiment n'est pas liée à ces listes mais est
basée sur la suspicion de pratiques de blanchiment
d'argent ou de financement du terrorisme. Ces
chiffres sont repris dans les rapports annuels de la
cellule antiblanchiment.
19.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De cijfers van de heer Van Parys zijn niet de cijfers
van de meldingen van de financiële sector aan de
antiwitwascel. Het zijn de cijfers van de
mededelingen aan de administratie van de
Thesaurie van de FOD Financiën op basis van de
informatieplicht van EG-verordening 881/2002.


Die mededelingen hebben de bedoeling de
rekeningen van personen en entiteiten die
voorkomen op de internationale lijsten van
mogelijke terroristen te laten blokkeren. De
Staatsveiligheid controleert deze rekeningen en laat
ze al dan niet blokkeren.
De meldingsplicht aan de antiwitwascel is niet
verbonden aan deze lijsten, maar is gebaseerd op
vermoedens van witwaspraktijken of
terrorismefinanciering. De cijfers hiervan staan in
de jaarverslagen van de antiwitwascel.
Ces services entretiennent bien sûr entre eux des
contacts étroits et se concertent avec la police et
les services de sécurité. La lutte contre le
financement du terrorisme suppose en effet de
bonnes relations structurelles entre les services
concernés.


Lors de récentes évaluations, le Groupe d'action
financière n'a d'ailleurs formulé aucune observation
négative, reconnaissant même la qualité des
mécanismes d'alerte.

De diensten staan uiteraard wel in nauw contact
met elkaar en plegen overleg met de politie en de
veiligheidsdiensten. De bestrijding van
terrorismefinanciering vereist immers goed
werkende structurele relaties tussen de betrokken
diensten.

Bij recente evaluaties door de financiële actiegroep
werd overigens geen enkele negatieve opmerking
gemaakt, de kwaliteit van de
meldingsmechanismen werd zelfs erkend.
19.03 Tony Van Parys (CD&V) : Le président
suppléant de la cellule de traitement des
informations financières affirme que la législation
ne donne pas les résultats escomptés que la cellule
19.03 Tony Van Parys (CD&V): De
plaatsvervangende voorzitter van de antiwitwascel
zegt dat de wetgeving niet de verwachte resultaten
oplevert en dat de cel meer informatie moet krijgen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
23
doit recevoir davantage d'informations. J'espère
que la ministre tient compte de ces déclarations.
Ik hoop dat de minister rekening houdt met die
uitspraak.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
20 Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
réforme des carrières des greffiers et les
conséquences du plan Themis pour cette
catégorie de personnel" (n° 9631)
20 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de loopbaanhervorming voor de griffiers en de
gevolgen van het Themisplan voor deze groep"
(nr. 9631)
20.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Les
greffiers ne sont pas satisfaits de la réforme des
carrières que la ministre souhaite mettre en oeuvre
et ils regrettent que des négociations ne soient
organisées qu'avec les secrétaires de parquet. La
description imprécise des diverses fonctions ne les
satisfait pas davantage. Le retour au niveau B
constitue également une dégradation pénible pour
les greffiers.

La ministre se concertera-t-elle encore avec les
représentants des greffiers ? Rédigera-telle une
meilleure description de la fonction et établira-t-elle
une distinction précise entre les fonctions
?
Pourquoi le niveau de la fonction a-t-il été modifié ?
Cette décision peut-elle être annulée ? Quand
l'organe de concertation avec les greffiers sera-t-il
créé ? Il sera trop tard lorsque toutes les décisions
concernant la nouvelle carrière auront été prises.
Quelles conséquences l'instauration du plan
Themis a-t-elle pour les greffiers
? Quelles
compétences le greffier principal conservera-t-il ?
Comment son indépendance sera-t-elle assurée ?
20.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De
griffiers zijn niet tevreden met de
loopbaanhervorming die de minister wil doorvoeren
en zij betreuren dat er enkel overleg wordt
gepleegd met de parketsecretarissen. Daarnaast
zijn zij ontevreden over de onduidelijke
functiebeschrijving van de diverse ambten. Ook
betekent het terugbrengen naar niveau B voor de
griffiers een pijnlijke degradatie.


Zal de minister alsnog overleggen met de
vertegenwoordigers van de griffiers? Zal zij zorgen
voor een betere functieomschrijving en een
duidelijk onderscheid tussen de ambten? Waarom
wordt het functieniveau gewijzigd? Kan dat
ongedaan worden gemaakt? Wanneer zal het
overlegorgaan met de griffiers worden opgericht?
Als alle beslissingen over de nieuwe loopbaan zijn
genomen, is het te laat. Wat zijn de gevolgen van
de invoering van het Themisplan voor de griffiers?
Welke bevoegdheden blijven bij de hoofdgriffier?
Op welke wijze wordt zijn onafhankelijkheid
verzekerd?
20.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : La réforme de la carrière du
personnel des greffes constitue un pas important
sur la voie d'un statut mieux adapté. Le statut du
personnel de l'ordre judiciaire a été apparenté à
celui de la fonction publique fédérale, compte tenu
du caractère spécifique des fonctions judiciaires et,
en particulier en ce qui concerne les greffes, des
prescriptions légales du Code judiciaire en matière
d'autonomie et de missions spéciales.



Les modifications apportées ne changent rien au
contenu de la fonction. Le statut des greffiers n'est
donc nullement affecté et la rémunération
augmente même substantiellement. La réforme de
la carrière a été soumise aux différentes
organisations syndicales et à d'autres groupements
professionnels, y compris la CENEGER. Le fait que
le point de vue de la CENEGER n'a pas été suivi
20.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De hervorming van de carrière van het
griffiepersoneel betekent een belangrijke stap in de
richting van een meer aangepast statuut. Het
statuut van het personeel van de rechterlijke orde
wordt dichter bij dat van het federale openbaar
ambt gebracht, zonder evenwel het specifieke
karakter van de gerechtelijke functies uit het oog te
verliezen en, in het bijzonder wat de griffies
aangaat, rekening houdend met de wettelijke
voorschriften van het Gerechtelijk Wetboek inzake
autonomie en bijzondere opdrachten.

Ingevoerde veranderingen brengen geen wijziging
mee van de functie-inhoud. Het statuut van de
griffiers wordt dus geenszins aangetast en er komt
zelfs een substantiële salarisverhoging. De
hervorming van de carrière werd voorgelegd aan de
verschillende vakorganisaties en andere
beroepsverenigingen, met inbegrip van CENEGER.
Dat het standpunt van CENEGER niet gevolgd is,
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/01/2006
CRABV 51
COM 802
24
ne signifie pas pour autant que ce groupement
professionnel n'a pas été consulté.

L'intégration des greffiers dans le niveau B ne
dévalorise pas la fonction, mais se justifie par la
description des missions de cette catégorie. Pour
faire partie du niveau A, il faut être détenteur d'un
diplôme universitaire ou, dans le cadre des
mesures transitoires, être investi d'une mission
spéciale en matière de gestion ou de direction ou
en matière de conceptualisation. Ce n'est pas le
cas des greffiers.

Pour améliorer la représentation des greffiers, la
précédente ministre de la Fonction publique a tenté
d'étendre aux greffes le champ d'application de la
loi de 1974, que la Cour d'arbitrage avait
partiellement annulée. Des voix s'élèvent en faveur
de la création d'un conseil consultatif des greffiers,
mais je n'y suis pas favorable parce que cet organe
ne confère pas à la concertation sociale la
souplesse requise. J'ai chargé mes collaborateurs
de chercher une solution acceptable par tous, en
concertation avec les intéressés.


Le plan Themis fait l'objet d'une seconde note au
Conseil des ministres. Des discussions auront
encore lieu pour définir la mission et le rôle du
greffier en chef. Je pense que la solution résidera
dans une répartition des tâches.
Je n'ai pas l'intention de modifier les missions telles
qu'elles sont définies et attribuées par le Code
judiciaire.
betekent nog niet dat er geen overleg is gepleegd
met deze beroepsvereniging.

Het opnemen van de griffiers in niveau B is geen
depreciatie van de functie, maar is gerechtvaardigd
door de taakomschrijving van deze categorie. Om
tot niveau A te behoren, moet men beschikken over
een universitair diploma of, in het kader van de
overgangsmaatregelen, belast zijn met een
bijzondere opdracht inzake beheer of directie of
inzake het vormen van concepten. Dit is niet het
geval voor griffiers.

Teneinde de vertegenwoordiging van de griffiers te
verbeteren, heeft de vorige minister van Openbaar
Ambt geprobeerd om het toepassingsveld van de
wet van 1974 uit te breiden tot de griffiers. Het
Arbitragehof had deze wet gedeeltelijk vernietigd.
Er gaan stemmen op om een consultatieve raad
voor de griffiers op te richten, maar ik ben daar
geen voorstander van omdat dit orgaan niet de
nodige soepelheid biedt voor sociaal overleg. Ik
heb mijn medewerkers opdracht gegeven om met
de betrokkenen naar een oplossing te zoeken die
voor iedereen aanvaardbaar is.

Het Themisplan is het voorwerp van een tweede
nota aan de ministerraad. Er komen nog
besprekingen om de taak en de rol van de
hoofdgriffier te definiëren. Ik geloof dat de oplossing
te vinden zal zijn in een taakverdeling. Het is niet
mijn bedoeling om te tornen aan de taken zoals ze
door het Gerechtelijk Wetboek bepaald en
toegewezen zijn.
20.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): En
alignant la charge de greffier sur le statut des
agents de l'Etat, il est porté atteinte à leur
indépendance. Il y a effectivement eu des
entretiens avec le CENEGER mais une réunion où
des organisations professionnelles peuvent faire
connaître leurs desiderata, ça n'est pas du tout la
même chose que de vraies négociations. Une vraie
concertation n'a eu lieu qu'avec les secrétaires de
parquet. Le fait que la CENEGER n'ait pas de
statut syndical n'est pas une excuse pour ne pas
entamer de vraies négociations.

Les greffiers sont dégradés au niveau B. Hélas ! il
n'a pas été tenu compte de la suggestion visant à
établir une distinction entre greffiers « juniors » et
greffiers « seniors ». Ces derniers devraient être
porteurs d'un diplôme de droit. En rangeant les
greffiers dans le niveau B, il sera encore plus
difficile de trouver des licenciés ou des titulaires
d'un diplôme de masters pour ces fonctions.
20.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Door het
ambt van griffier af te stemmen op het statuut van
het openbaar ambt, wordt hun onafhankelijkheid
aangetast. Er zijn inderdaad gesprekken geweest
met CENEGER, maar er is nog een verschil tussen
een bijeenkomst waar de beroepsverenigingen hun
desiderata kunnen bekendmaken, en echte
onderhandelingen. Alleen met de
parketsecretarissen is er echt overleg geweest. Het
feit dat CENEGER geen syndicaal statuut heeft, is
geen excuus om echte onderhandelingen uit de
weg te gaan.

De griffiers worden gedegradeerd naar niveau B.
Helaas is er geen rekening gehouden met de
suggestie om een onderscheid te maken tussen
'junior' en 'senior' griffiers, waarbij de 'senior'
griffiers houder zouden moeten zijn van een
diploma in de rechten. Door de griffiers in niveau B
onder te brengen, zal het nog moeilijker worden om
licentiaten of masters te vinden voor deze functies.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 802
10/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
21 Question de Mme Greet van Gool à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'augmentation des effectifs du corps de
sécurité à Anvers" (n° 9655)

21 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de uitbreiding van het contingent agenten van
het veiligheidskorps in Antwerpen" (nr. 9655)
21.01 Greet van Gool (sp.a-spirit) : Dans la
plupart des cas, la police locale d'Anvers se charge
des transferts de détenus dans son
arrondissement. Le corps de sécurité, composé de
seize agents à peine, présente un manque flagrant
d'effectifs. La mise en service du nouveau palais de
Justice ne fera qu'augmenter le nombre de
transferts.

La ministre est-elle disposée à élargir le contingent
d'agents appartenant au corps de sécurité, afin que
la police locale puisse se concentrer sur ses
missions initiales ?
21.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): In Antwerpen
worden de meeste overbrengingen uitgevoerd door
de lokale politie. Het veiligheidskorps is, met amper
zestien agenten, onderbezet. De ingebruikname
van het nieuwe gerechtsgebouw zal het aantal
transporten nog doen toenemen.


Is de minister bereid om het contingent agenten
van het veiligheidskorps uit te breiden, zodat het
lokale politiewerk niet in het gedrang komt?
21.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): A l'heure actuelle, le corps de sécurité
compte 234 agents, pour un cadre de 270 agents.
J'ai obtenu le feu vert pour le recrutement de cent
agents supplémentaires en 2006, mais la
procédure auprès du Selor ne sera pas achevée
avant le mois d'octobre. Je ne manquerai pas de
prendre en compte les besoins à Anvers lors des
recrutements.
21.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands) :
Op dit ogenblik telt het veiligheidskorps 234
beambten, op een kader van 270. Ik heb de
toelating gekregen om in 2006 honderd nieuwe
aanwervingen te doen, maar de procedure bij Selor
zal pas afgerond zijn in oktober. Bij de aanwerving
zal ik zeker rekening houden met de Antwerpse
noden.
21.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Je regrette
qu'une solution ne soit prévue qu'à plus long terme.
J'espère que l'on pourra trouver une solution
provisoire par la voie de mutations temporaires.
21.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Het is jammer
dat er pas op termijn een oplossing komt. Ik hoop
dat er een voorlopige oplossing kan worden
gevonden door tijdelijke mutaties.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
12 h 45.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.45 uur.

Document Outline