CRABV 51 COM 788
CRABV 51 COM 788
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi dinsdag
13-12-2005 13-12-2005
Matin Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 788
13/12/2005
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Jacques Chabot au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
service Info-Pensions et un éventuel calcul
d'impôt" (n° 9257)
1
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de Infodienst Pensioenen en
een eventuele belastingberekening" (nr. 9257)
1
Orateurs: Jacques Chabot, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Jacques Chabot, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Interpellation de M. Guido Tastenhoye au ministre
de l'Emploi sur "la prorogation de la mesure
transitoire destinée à lutter contre l'immigration de
travailleurs en provenance des nouveaux États
membres d'Europe orientale" (n° 702)
2
Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot de
minister van Werk over "het verlengen van de
overgangsmaatregel om arbeidsmigratie vanuit de
nieuwe Oost-Europese EU-lidstaten tegen te
gaan" (nr. 702)
2
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Motions
4
Moties
4
Ordre des travaux
4
Regeling der werkzaamheden
4
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la réforme de l'allocation de garantie
de revenu" (n° 9329)
5
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de hervorming van de
inkomensgarantie-uitkering" (nr. 9329)
5
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Véronique Ghenne au ministre
de l'Emploi sur "les stages en entreprise"
(n° 9093)
6
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
minister van Werk over "de bedrijfsstages"
(nr. 9093)
6
Orateurs:
Véronique Ghenne, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Véronique Ghenne, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "le service minimum dans les services
au public" (n° 9313)
7
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de minimumdienst bij de
dienstverlening aan het publiek" (nr. 9313)
7
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'impact du Pacte de solidarité entre
les générations sur les dispositions de fin de
carrière dans le non-marchand" (n° 9330)
7
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de impact van het Generatiepact
op de eindeloopbaanregelingen in de non-
profitsector" (nr. 9330)
7
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Servais Verherstraeten au ministre
de l'Emploi sur "la succession du président du
comité de direction du SPF Emploi, Travail et
Concertation sociale" (n° 9334)
8
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Werk over "de opvolging van de
voorzitter van het directiecomité bij de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg"
(nr. 9334)
8
Orateurs: Servais Verherstraeten, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Servais Verherstraeten, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 788
13/12/2005
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
13
DECEMBRE
2005
Matin
______
van
DINSDAG
13
DECEMBER
2005
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10 h 10 sous la
présidence de M. Jean-Marc Delizée.
De vergadering wordt geopend om 10.10 uur door
de heer Jean-Marc Delizée.
01 Question de M. Jacques Chabot au ministre
de l'Environnement et ministre des Pensions sur
"le service Info-Pensions et un éventuel calcul
d'impôt" (n° 9257)
01 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de Infodienst Pensioenen en
een eventuele belastingberekening" (nr. 9257)
01.01 Jacques Chabot (PS) : Une personne de
55 ans au moins peut demander une estimation
fiable du montant de sa pension de retraite au
service «
Info-Pensions
» quel qu'ait été son
secteur d'activités. Bien que l'année de cessation
définitive de l'activité professionnelle soit la plus
périlleuse au niveau des impôts, le montant
annoncé est brut, indépendamment de l'aspect
fiscal.
Des contacts ont-ils été pris avec le SPF
Finances ? Lors des demandes au service d' « Info-
Pensions
», peut-on prévoir un calcul d'impôt
automatique ? Les services concernés envisagent-
ils de collaborer ? Si tel est le cas, de quelle
manière ? Quelles mesures permettront d'informer
précisément les citoyens tant au niveau de la
pension qu'au niveau des contributions directes ?
01.01 Jacques Chabot (PS): Wie 55 jaar is of
ouder, kan bij de Infodienst Pensioenen terecht
voor een betrouwbare raming van zijn
rustpensioen, ongeacht in welke sector de
betrokkene werkt of gewerkt heeft. Er worden bruto
bedragen opgegeven; met het fiscale aspect wordt
geen rekening gehouden, hoewel het jaar waarin
de beroepsactiviteit definitief wordt stopgezet
fiscaal gezien het neteligste jaar is.
Werd er contact opgenomen met de FOD
Financiën? Is een automatische
pensioenberekening mogelijk voor de aanvragen bij
de Infodienst Pensioenen? Denken de betrokken
diensten aan samenwerking? Zo ja, hoe zou die
samenwerking handen en voeten kunnen krijgen?
Welke maatregelen kunnen er getroffen worden om
de burger nauwkeurig te informeren, zowel over zijn
pensioen als over de directe belastingen?
01.02 Bruno Tobback, ministre (en français) :
Cette idée est excellente mais difficile à mettre en
oeuvre.
Actuellement, l'ONP examine la possibilité de
détailler à titre indicatif les éventuelles retenues
sociales et fiscales auxquelles les futurs
pensionnés seront soumis. Toutefois, on ne peut
préjuger de la situation fiscale et sociale qui sera en
vigueur au moment où la personne prendra
effectivement sa retraite.
01.02 Minister Bruno Tobback (Frans): Dat is
een schitterend idee, zij het een moeilijk
uitvoerbaar idee.
De RVP onderzoekt momenteel of het mogelijk is
ter informatie mee te geven welke sociale en fiscale
afhoudingen die toekomstige gepensioneerden
eventueel mogen verwachten. Men kan echter niet
vooruitlopen op de fiscale en sociale situatie op het
moment waarop de betrokkene metterdaad met
pensioen gaat.
Het maandelijkse netto pensioenbedrag zal dan
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/12/2005
CRABV 51
COM 788
2
Dès lors, l'estimation du montant mensuel net de la
pension ne sera qu'approximatif et ne tiendra pas
compte des revenus de remplacement éventuels.
ook altijd maar bij benadering opgegeven kunnen
worden, en eventuele vervangingsinkomens
worden buiten beschouwing gelaten.
Le problème provient des éventuelles modifications
des prescriptions légales et des barèmes du
précompte professionnel intervenues entre le
moment du calcul de l'estimation et celui de la
retraite définitive.
Il ne s'agit pas d'une proposition mais tant que le
ministre des Pensions ne gérera pas la
problématique du système des impôts des
pensionnés, cette estimation ne saurait être
qu'indicative.
Er is een probleem omdat de wettelijke bepalingen
en de barema's voor de bedrijfsvoorheffing kunnen
worden gewijzigd tussen het tijdstip van de
berekening van de raming en het ogenblik waarop
iemand definitief met pensioen gaat. Zolang de
minister van Pensioenen zich niet over het
probleem van de belastingregeling voor de
gepensioneerden kan buigen en ik doe hier geen
voorstel in die zin , kan die raming niet meer dan
indicatief zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Interpellation de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Emploi sur "la prorogation de la
mesure transitoire destinée à lutter contre
l'immigration de travailleurs en provenance des
nouveaux États membres d'Europe orientale"
(n° 702)
02 Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot
de minister van Werk over "het verlengen van de
overgangsmaatregel om arbeidsmigratie vanuit
de nieuwe Oost-Europese EU-lidstaten tegen te
gaan" (nr. 702)
02.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang) : Le 1er
mai 2004, dix nouveaux Etats ont adhéré à l'Union
européenne. Pour huit de ces pays, une mesure
transitoire a été prévue en matière de libre
circulation des travailleurs au sein des quinze États
membres initiaux. Cette mesure transitoire,
applicable jusqu'au 1
er
mai 2006, peut être
prolongée de trois ans par les États membres
individuels et peut ensuite encore être prolongée de
deux ans, à condition qu'il existe une motivation
suffisante à cet effet. A partir du 1
er
mai 2011, la
libre circulation des travailleurs s'appliquera
intégralement.
La Belgique a décidé de ne pas ouvrir son marché
immédiatement. Dans notre pays, la loi du 30 avril
1999 et l'arrêté royal du 9 juin 1999 sont
applicables. Ainsi, les permis de travail ne peuvent
être délivrés qu'après un examen du marché de
l'emploi. La Grande-Bretagne, l'Irlande et la Suède,
en revanche, n'ont pas opté pour des mesures
restrictives à l'égard des travailleurs est-européens.
En octobre 2005, on a ainsi observé que depuis le
1
er
mai 2004, plus de 230 000 Européens de l'Est
étaient déjà entré en Grande-Bretagne. Au cours
des dix-huit derniers mois, la Belgique a déjà
délivré quelques centaines de permis de séjour,
mais des milliers d'Européens de l'Est se sont
entre-temps déjà établis illégalement dans notre
pays pour y travailler au noir ou en tant que faux
indépendant. Le cas de l'employeur qui a largué un
travailleur illégal dans un fossé après un accident
de travail démontre notamment que des pratiques
répréhensibles de natures diverses ont cours dans
02.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Op 1
mei 2004 traden tien nieuwe lidstaten toe tot de EU.
Voor acht van deze landen werd voorzien in een
overgangsmaatregel inzake het vrije verkeer van
werknemers naar de vijftien oorspronkelijke
lidstaten. De overgangsmaatregel tot 1 mei 2006
kan door de individuele lidstaten met drie jaar
worden verlengd en nadien - indien voldoende
gemotiveerd - nog eens met twee jaar. Na 1 mei
2011 geldt het vrije verkeer voor werknemers
onverkort.
België heeft er voor gekozen zijn markt niet
onmiddellijk open te stellen. In België geldt de wet
van 30 april 1999 en het KB van 9 juni 1999. Zo
kunnen arbeidskaarten pas afgeleverd worden na
een arbeidsmarktonderzoek. Groot-Brittannië,
Ierland en Zweden kozen daarentegen niet voor
beperkende maatregelen tegenover de Oost-
Europese werknemers. In oktober 2005 stelde men
bijvoorbeeld vast dat sedert 1 mei 2004 reeds meer
dan 230
000 Oost-Europeanen Groot-Brittannië
binnenkwamen. België reikte het voorbije anderhalf
jaar enkele honderden arbeidskaarten uit, maar
duizenden Oost-Europeanen hebben zich hier
ondertussen wel illegaal gevestigd als zwartwerker
of schijnzelfstandige. Onder meer het geval van
een werkgever die zijn illegale werknemer na een
arbeidsongeval in een gracht dumpte, toont aan dat
in ons land allerlei laakbare praktijken ingang
hebben gevonden.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 788
13/12/2005
3
notre pays
Il faut donc une responsabilisation accrue des
employeurs au respect des conditions salariales et
des conditions de travail. Les amendes en cas
d'infractions doivent être augmentées. Le devoir de
signalement doit être renforcé et il faut que les
entreprises indépendantes étrangères soient
soumises à une obligation d'enregistrement. Il faut
en même temps s'attaquer au phénomène des faux
indépendants. Pour pouvoir augmenter le nombre
de contrôles, les services d'inspection doivent
disposer du personnel nécessaire. Il importe que
soit mise en oeuvre une législation cohérente qui
prévienne le dumping social, notamment par la
subordination de tous les travailleurs d'un secteur à
la même CCT.
Nous commettrions une erreur fatale si, le 1
er
mai
2006, nous ouvrions tout grand nos portes aux
travailleurs des nouveaux États membres, alors
que notre pays compte 630 000 chômeurs, dont un
quart de moins de 25 ans. Cinq mois ne suffiront
pas pour préparer la législation en matière de
travail et les services d'inspection à ce
changement. La disposition transitoire doit être
prolongée et des mesures devront être prises pour
mettre au travail nos propres chômeurs,
particulièrement les jeunes.
Le ministre a-t-il déjà pris des mesures afin de
prolonger la période transitoire ? Une concertation
a-t-elle eu lieu à ce sujet à l'échelon européen ?
Quelle est la position de la Commission
européenne ? J'espère que dans sa réponse, le
ministre ne se contentera pas de dire que, faute de
consensus, le gouvernement a demandé un rapport
au Conseil supérieur de l'Emploi.
De werkgevers moeten dus veel meer worden
geresponsabiliseerd bij de naleving van loon- en
arbeidsvoorwaarden. De boetes bij overtredingen
moeten hoger. Er moet een verstrenging komen
van de meldingsplicht en voor buitenlandse
zelfstandige ondernemingen moet er een
registratieplicht komen. Het fenomeen van de
schijnzelfstandigheid moet eveneens worden
aangepakt. Om de controles te kunnen opvoeren
moeten de inspectiediensten over het nodige
personeel beschikken. Er moet coherente
wetgeving komen die sociale dumping voorkomt,
onder meer door alle werknemers in een sector
onder dezelfde CAO te laten werken.
Het zou een fatale vergissing zijn om, in een land
met 630 000 werklozen, waarvan een kwart jonger
is dan 25, op 1 mei 2006 de poorten wagenwijd
open te zetten voor nieuwe Europeanen. Op vijf
maanden kunnen we de arbeidswetgeving en de
inspectiediensten hierop niet voldoende
voorbereiden. De overgangsregeling moet worden
verlengd en er zijn maatregelen nodig om onze
eigen werklozen, en specifiek de jongeren, aan het
werk te krijgen.
Heeft de minister al maatregelen genomen om de
overgangsperiode te verlengen? Is er hierover
overlegd op Europees niveau? Wat is het standpunt
van de Europese Commissie? Ik hoop dat de
minister in het antwoord meer zegt dan dat de
regering bij gebrek aan consensus een rapport
heeft gevraagd aan de Hoge Raad voor de
Werkgelegenheid.
02.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Étant donné que les mesures
transitoires prennent fin le 1
er
mai 2006, le
gouvernement devra prendre une décision d'ici là.
En ce qui concerne ma vision personnelle, je
renvoie au récent examen de ma note de politique
générale et à la discussion du Pacte de solidarité
entre les générations qui a eu lieu la semaine
dernière au sein de cette commission. Le
gouvernement n'a pas encore adopté de position
définitive mais il entend étayer celle-ci solidement.
C'est la raison pour laquelle le Conseil supérieur de
l'emploi met en oeuvre, à la demande du
gouvernement et avec le soutien du Bureau fédéral
du plan et de la Banque nationale de Belgique, une
étude sur l'incidence du libre accès des travailleurs
des nouveaux États membres de l'Union
européenne. Les conclusions du rapport seront
présentées fin février 2006, afin que le Conseil
02.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Aangezien de overgangsmaatregelen aflopen per 1
mei 2006, zal de regering tegen dan een beslissing
moeten nemen. Voor mijn persoonlijke visie verwijs
ik naar de recente bespreking van mijn beleidsnota
en de discussie van vorige week over het
Generatiepact in deze commissie. De regering
heeft nog geen definitief standpunt ingenomen en
wil haar standpunt goed onderbouwen. De Hoge
Raad voor de Werkgelegenheid voert daarom in
opdracht van de regering en met steun van het
Federaal Planbureau en de Nationale Bank van
België een studie uit over de impact van de vrije
toegang van werknemers uit de nieuwe EU-
lidstaten. Eind februari 2006 worden de conclusies
van het rapport gepresenteerd, zodat de Nationale
Arbeidsraad tegen half maart een advies kan
afleveren. Tegen 1 mei neemt de regering dan haar
beslissing.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/12/2005
CRABV 51
COM 788
4
national du travail puisse rendre un avis pour la mi-
mars. Le gouvernement prendra ensuite sa
décision pour le 1
er
mai.
02.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang) : Le
ministre fournit un aperçu de la procédure. Rien ne
s'oppose à ce que l'on s'informe correctement,
mais l'effectif de l'inspection du travail est
insuffisant et travaille dans un cadre législatif
imparfait. Des mesures devront être prises en
l'occurrence, quoi qu'en dise le rapport. Il ne sera
plus possible de le faire avant le 1
er
mai 2006. C'est
pourquoi il faudrait déjà décider maintenant de
prolonger la période transitoire de trois ans, ce que
j'ai également précisé dans ma motion de
recommandation.
02.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): De
minister geeft een overzicht van de procedure. Er is
niets op tegen dat men zich goed informeert, maar
de arbeidsinspectie telt onvoldoende mankracht en
werkt binnen een gebrekkig wetgevend kader. Hier
moet iets aan gebeuren, wat het rapport ook moge
zeggen. Dit alles kan men niet meer realiseren vóór
1 mei 2006. Daarom zouden we nu al moeten
beslissen om de overgangsperiode met drie jaar te
verlengen. Dit staat ook in mijn motie van
aanbeveling.
Motions
Moties
Le président : En conclusion de cette discussion
les motions suivantes ont été déposées.
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Guido Tastenhoye et Guy D'haeseleer et est
libellée comme suit :
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Guido
Tastenhoye
et la réponse du ministre de l'Emploi,
demande au gouvernement
- de prendre des mesures pour empêcher tout
dumping social par le recrutement de travailleurs
étrangers qui ne satisfont pas aux conditions de
travail et de rémunération en vigueur;
- d'empêcher de manière générale un afflux de
main-d'oeuvre étrangère (moins coûteuse) vers
notre pays, qui compte 630.000 chômeurs, dont un
quart de jeunes de moins de 25 ans ;
- de durcir la législation sociale pour empêcher le
recrutement illégal et semi-illégal d'étrangers,
d'intensifier les contrôles et de renforcer l'inspection
du travail ;
- de proroger de trois ans, à savoir du 1er mai 2006
au 1er
mai 2009, la période durant laquelle
l'immigration de travailleurs en provenance des
nouveaux États membres d'Europe orientale sera
limitée, de manière à permettre la mise en oeuvre
des mesures précitées."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Guido Tastenhoye en Guy D'haeseleer en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Guido
Tastenhoye
en het antwoord van de minister van Werk,
vraagt de regering
-
dat er maatregelen worden getroffen om te
verhinderen dat er aan sociale dumping wordt
gedaan door aanwerving van buitenlandse
arbeidskrachten die niet voldoen aan de geldende
arbeids- en loonvoorwaarden;
- in het algemeen om te verhinderen dat in ons land
met 630
000
werklozen, van wie een kwart
jongeren onder de 25 jaar, er een toevloed aan
(goedkopere) buitenlands arbeidskrachten zou
ontstaan;
- om de sociale wetgeving te verstrengen om
illegale en semi-illegale tewerkstelling van
buitenlanders te verhinderen en om de controles op
te voeren en de arbeidsinspectie te versterken;
- om, teneinde de hierboven genoemde
maatregelen te kunnen treffen en doorvoeren, de
periode waarbij arbeidsmigratie uit de nieuwe Oost-
Europese landen aan banden wordt gelegd, te
verlengen met drie jaar van 1 mei 2006 tot 1 mei
2009."
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Danielle Van Lombeek-Jacobs et Annelies
Storms.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Danielle Van Lombeek-Jacobs en Annelies
Storms.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 788
13/12/2005
5
03 Ordre des travaux
03 Regeling der werkzaamheden
Le président : La question n° 9239 de Mme
D'hondt sur les jobs d'étudiant est remise à une
date ultérieure.
De voorzitter: Vraag nr. 9239 van mevrouw
D'Hondt over de studentenarbeid is naar een latere
datum verschoven.
04 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la réforme de l'allocation de
garantie de revenu" (n° 9329)
04 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de hervorming van de
inkomensgarantie-uitkering" (nr. 9329)
04.01 Benoît Drèze (cdH) : La réforme de
l'allocation de garantie de revenus suscite
beaucoup d'intérêt.
Le souci à la base de cette disposition, évoqué
dans la déclaration gouvernementale, est la lutte
contre les pièges à l'emploi. Il avait été relevé que
le système en vigueur n'incitait pas à augmenter
son régime de travail. Dès qu'un nombre d'heures
supplémentaires était presté, l'intervention de
l'ONEM était diminuée à due concurrence.
Nous avons été désappointés de constater que la
réforme a entraîné, dans la majorité des cas, une
diminution du revenu total des travailleurs à temps
partiel.
La FGTB a d'ailleurs déclaré qu'elle avait été
trompée par ses relais au sein du gouvernement.
Comptez-vous corriger cette distorsion ?
04.01 Benoît Drèze (cdH): De hervorming van de
inkomensgarantie-uitkering kan op heel wat
belangstelling rekenen.
Zoals in de regeringsverklaring staat aangegeven,
is die maatregel vooral ingegeven door de strijd
tegen de werkloosheidsvallen. Er was immers
geopperd dat de vigerende regeling de
betrokkenen er niet toe aanzette meer te werken.
Zodra een aantal overuren werd gepresteerd, werd
de RVA-tegemoetkoming dienovereenkomstig
teruggeschroefd.
Tot onze teleurstelling hebben wij vastgesteld dat
de hervorming in de meeste gevallen tot een
vermindering van het totaalinkomen van de
deeltijdwerkers heeft geleid.
Het ABVV heeft trouwens verklaard dat het door
zijn spreekbuizen in de regering werd bedrogen.
Zal u dat rechtzetten?
04.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Pour les personnes qui ont touché des allocations
de garantie de revenu avant le 1
er
juillet 2005,
l'ancien système de calcul reste d'application.
Les travailleurs qui entrent pour la première fois
dans le système à partir du 1
er
juillet 2005 voient
leurs allocations calculées d'une autre façon.
L'ancien système favorise les reprises du travail à
temps partiel. La personne qui travaille davantage
ne voit pas son revenu augmenter. Il y a donc là un
piège à l'emploi.
Le nouveau système vise à augmenter le revenu
des personnes qui font un effort pour travailler plus
qu'un tiers-temps. Il n'a pas pour but de réaliser des
économies budgétaires mais se veut simplement
plus équitable.
04.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Het
oude berekeningssysteem blijft van toepassing op
personen die vóór 1 juli 2005 een
inkomensgarantie-uitkering ontvingen.
Voor werknemers die vanaf 1 juli 2005 voor het
eerst in het systeem stappen, geldt een andere
berekeningswijze.
Het oude systeem bevoordeelt mensen die
opnieuw deeltijds aan de slag gaan. Iemand die
meer werkt, ontvangt daarom echter geen hoger
inkomen. Dit is dus een echte werkloosheidsval.
Het nieuwe systeem strekt ertoe mensen die een
inspanning doen om meer dan een derde van een
volledige arbeidsprestatie te leveren, een hoger
inkomen te bezorgen. Het is gewoon de bedoeling
om billijker te zijn, niet om op de
begrotingsmiddelen te besparen.
04.03 Benoît Drèze (cdH) : Je vous interrogerai à
nouveau dans quelques semaines. Je souhaite que
04.03 Benoît Drèze (cdH): Ik zal u over enkele
weken daarover opnieuw aan de tand voelen. Ik
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/12/2005
CRABV 51
COM 788
6
vous profitiez de ce délai pour réfléchir. En effet, le
message actuel est
: "Mesdames, messieurs,
restez au chômage".
zou willen dat u in afwachting daarvan over een en
ander zou nadenken. De huidige boodschap die
wordt gegeven luidt immers "dames en heren, blijf
werkloos".
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Véronique Ghenne au
ministre de l'Emploi sur "les stages en
entreprise" (n° 9093)
05 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan
de minister van Werk over "de bedrijfsstages"
(nr. 9093)
05.01 Véronique Ghenne (PS) : En mars dernier,
Mme Van den Bossche promettait le règlement
rapide de la problématique des examens médicaux
pour étudiants stagiaires en entreprise.
L'arrêté royal du 21 septembre 2004 imposait aux
employeurs de nouvelles charges qui allaient les
rendre réticents. De plus, la complexité du système
et les responsabilités éventuelles les rendaient
méfiants.
Un arrêté royal du 30 septembre 2005 précise le
service vers lequel l'employeur doit se tourner pour
organiser l'examen médical du stagiaire.
Pouvez-vous en exposer clairement les
dispositions
? Répondent-elles aux
problèmes soulevés ? Ces dispositions sont en
vigueur depuis le 30 septembre. Quelles sont les
premières réactions
? Il y avait à l'époque
dissension entre le fédéral et la Communauté
française. Qu'en est-il ? Les entités fédérées ont-
elles pris part au règlement final du dossier ?
05.01 Véronique Ghenne (PS): In maart
jongstleden beloofde minister Van den Bossche
spoedig werk te maken van een regeling voor het
probleem van de medische onderzoeken voor
studenten die stage lopen in een bedrijf.
Bij het koninklijk besluit van 21 september 2004
werden de werkgevers nieuwe lasten opgelegd,
met als gevolg dat ze een stuk minder geneigd
werden om stagiairs aan te nemen. De complexiteit
van de regeling en de eventuele aansprakelijkheid
wekten bovendien hun wantrouwen.
In het koninklijk besluit van 30 september 2005
wordt aangegeven tot welke dienst de werkgever
zich moet wenden om het medisch onderzoek van
de stagiair te organiseren.
Kan u die bepalingen duidelijk toelichten? Wordt
hiermee tegemoet gekomen aan de problemen?
Die bepalingen zijn sinds 30 september van kracht.
Hoe luiden de eerste reacties? De federale
overheid en de Franse Gemeenschap waren het
indertijd oneens over de zaak. Werden de
meningsverschillen intussen beslecht? Werden de
deelgebieden bij de definitieve regeling betrokken?
05.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
J'ai répondu de manière extensive le 8 novembre
dernier à des questions similaires de Mme D'Hondt
et de M. Hove (Compte rendu analytique n° 735, p.
4 et 5).
05.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
heb op 8 november jongsleden omstandig
geantwoord op gelijksoortige vragen van mevrouw
D'Hondt en de heer Hove (cf. Beknopt Verslag nr.
735, blzn. 4 en 5).
Les examens médicaux des stagiaires sont
systématiques. Il en résulte que les services
médicaux sont inondés. Je re-confirme que les
mesures déjà prises l'ont été après consultation
des ministres responsables de l'enseignement. Le
« suivi » se fait en pleine collaboration avec ceux-
ci.
De medische onderzoeken van de stagiairs zijn
standaardonderzoeken, zodat de medische
diensten overbelast zijn. Ik bevestig nogmaals dat
de onderwijsministers geraadpleegd werden over
de maatregelen die tot op heden werden genomen
en dat ze ook nauw bij de follow-up worden
betrokken.
05.03 Véronique Ghenne (PS) : Je n'avais pas lu
les réponses données à mes collègues. Mais vous
n'avez pas répondu sur le contenu de l'arrêté royal
et le financement du coût pour les entreprises.
05.03 Véronique Ghenne (PS): Ik had de
antwoorden aan mijn collega's niet gelezen. U heeft
echter niet geantwoord op mijn vragen betreffende
de inhoud van het koninklijk besluit en de
financiering van de kosten die een en ander voor
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 788
13/12/2005
7
de bedrijven meebrengt.
05.04 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Je vous invite à lire les réponses données aux
questions des autres commissaires.
05.04 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
verwijs naar de antwoorden op de vragen van de
andere commissieleden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "le service minimum dans les
services au public" (n° 9313)
06 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de minimumdienst bij de
dienstverlening aan het publiek" (nr. 9313)
06.01 Benoît Drèze (cdH) : Suite à la grève des
TEC du printemps dernier, je m'étais penché sur
l'opportunité d'en appeler à la loi du 19 août 1948
relative aux prestations publiques en temps de
paix. En réponse à ma question du 7 juin, Mme Van
den Bossche s'était engagée à envisager
l'opportunité d'actualiser la loi et à inviter
l'ensemble des commissions paritaires à se
régulariser par rapport à l'article 1
er
de la loi
(Compte rendu analytique n° 630, p. 6-9). Qu'en
est-il ?
06.01 Benoît Drèze (cdH): Naar aanleiding van de
stakingen bij de TEC in de lente, heb ik me de
vraag gesteld of het niet aangewezen was een
beroep te doen op de wet van 19 augustus 1948
betreffende de prestaties van algemeen belang in
vredestijd. Op mijn vraag van 7 juni jongstleden
heeft minister Van den Bossche geantwoord dat ze
zou nagaan of een herziening van de wet
opportuun is en dat ze alle paritaire commissies
zou vragen zich met artikel 1 van die wet in regel te
stellen (Beknopt verslag nr. 630, blz. 6-9). Wat is
daarvan in huis gekomen?
06.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Je souscris à l'engagement pris par Mme Van den
Bossche en ce qui concerne, tout d'abord, la
nécessité d'évaluer la loi de 1948 en vue d'une
actualisation. Mon administration a déjà chargé des
experts externes de mener une étude préliminaire,
qui sera discutée avec les collaborateurs sociaux.
Quant à la demande aux partenaires sociaux du
secteur privé d'actualiser leurs prestations en cas
de grève, il a été décidé d'avoir une concertation
avec les représentants du secteur non marchand,
où se situent la majorité des problèmes. Un rapport
sera présenté aux gouverneurs en janvier.
Le climat social de ces derniers mois ne
garantissait pas la sérénité d'une concertation sur
ce sujet. J'espère moi aussi des progrès rapides.
06.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
steun het voornemen van minister Van den
Bossche om op de eerste plaats de wet van 1948
te evalueren en zonodig te herzien. Mijn
administratie heeft reeds externe deskundigen
aangesteld om een voorstudie uit te voeren. De
conclusies van die studie zullen met de sociale
partners worden besproken. Wat de vraag aan de
sociale partners uit de privé-sector betreft om hun
akkoorden in verband met de minimumprestaties
tijdens een staking te herzien, hebben we beslist
overleg te plegen met de vertegenwoordigers van
de non-profitsector waar de meeste problemen zich
voordoen. In januari zal hierover bij de gouverneurs
verslag worden uitgebracht.
Door de sociale spanningen van de jongste
maanden kon hierover geen sereen overleg worden
gevoerd. Ik hoop ook dat er snel een doorbraak
komt.
06.03 Benoît Drèze (cdH) : Les transports publics
sont-ils inclus dans le non marchand ?
06.03 Benoît Drèze (cdH): Behoort het openbaar
vervoer tot de non-profitsector?
06.04 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Je ne le pense pas.
06.04 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
meen van niet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'impact du Pacte de solidarité entre
les générations sur les dispositions de fin de
07 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de impact van het
Generatiepact op de eindeloopbaanregelingen in
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/12/2005
CRABV 51
COM 788
8
de non-profitsector" (nr. 9330)
07.01 Benoît Drèze (cdH) : Confirmez-vous que,
conformément à la mesure 57 du pacte de
solidarité ente les générations, il ne sera pas porté
atteinte aux accords spécifiques de fin de carrière
du non marchand ? Les crédits-temps seront-ils
maintenus ? Feront-ils l'objet de cotisations ?
Un mécanisme de compensation est-il prévu pour
compenser les mesures fiscales positives, dont ne
bénéficiera pas une partie du non marchand ?
07.01 Benoît Drèze (cdH): Bevestigt u dat,
overeenkomstig maatregel 57 van het
Generatiepact, geen afbreuk zal worden gedaan
aan de specifieke eindeloopbaanakkoorden in de
non-profitsector? Blijft het tijdskrediet bestaan?
Zullen er bijdragen moeten worden betaald?
Komt er een compensatiemechanisme voor de
positieve fiscale maatregelen, waarvan een deel
van de non-profitsector geen gebruik zal kunnen
maken?
07.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Je confirme que ces mesures ne seront pas
d'application pour le non marchand en ce qui
concerne le fédéral. Des mesures seraient prises
au niveau régional pour les exclure des retenues
« Canada dry ».
07.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
bevestig dat die maatregelen, voor wat het federale
niveau betreft, niet van toepassing zijn op de non-
profitsector. Op het niveau van de Gewesten
zouden maatregelen worden genomen om de
werknemers van de non-profitsector uit te sluiten
van de inhoudingen op de Canada dry-regeling.
07.03 Benoît Drèze (cdH)
: Je poserai
ultérieurement ma question sur les compensations
des mesures fiscales à destination du non
marchand, qui ne figurait pas dans ma question
écrite.
07.03 Benoît Drèze (cdH): Ik zal later terugkomen
op mijn vraag betreffende de compensatie van de
fiscale maatregelen ten voordele van de non-
profitsector, die niet voorkwam in de vraag die ik
vooraf schriftelijk indiende.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Ordre des travaux
Le président : L'interpellation n° 735 de Mme
Genot sur la réglementation du temps de travail des
médecins salariés et des médecins candidats
spécialistes en formation et la suite de l'annulation
de l'arrêté royal du 16 juin 2003 d'exécution de
l'article 3ter de la loi du 16 mars 1971 sur le travail
est reportée.
Regeling der werkzaamheden
De voorzitter: De interpellatie nr. 735 van mevrouw
Genot over de arbeidstijdreglementering voor de
artsen in loondienst en voor de artsen kandidaat-
specialisten in opleiding en over het gevolg van de
vernietiging van het koninklijk besluit van 16 juni
2003 tot uitvoering van artikel 3ter van de
arbeidswet van 16 maart 1971, wordt uitgesteld.
08 Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Emploi sur "la succession du
président du comité de direction du SPF Emploi,
Travail et Concertation sociale" (n° 9334)
08 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de minister van Werk over "de opvolging van de
voorzitter van het directiecomité bij de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg"
(nr. 9334)
08.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : Le
président du comité de direction du SPF Emploi,
Travail et Concertation sociale, M. Jadot, est parti à
la retraite. Bien que la date de départ à la retraite
était connue depuis longtemps, l'annonce de la
vacance d'emploi en vue de son remplacement
vient seulement de paraître au Moniteur belge.
Pourquoi la procédure a-t-elle duré si longtemps ?
Le Selor a-t-il déjà reçu une description de la
fonction et en quoi cette dernière consiste-t-elle ?
08.01 Servais Verherstraeten (CD&V): De
voorzitter van het directiecomité van de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de
heer Jadot, is met pensioen. Hoewel men dat al
langer wist dan vandaag, is de vacature voor zijn
vervanging nog maar net gepubliceerd in het
Staatsblad. Waarom duurde dit zo lang?
Heeft Selor al een functieomschrijving gekregen en
hoe ziet die eruit? Hoe zal de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 788
13/12/2005
9
Quel sera le déroulement de la procédure
d'engagement et combien de temps nécessitera-t-
elle ? Est-il exact qu'à la suite des mesures
Copernic, M. Jadot, qui est francophone, sera
remplacé par un candidat francophone ? Quelle est
l'implication du SPF Personnel et Organisation
dans cette procédure ? Sur la base de quels
critères a-t-on engagé le président intérimaire, un
collaborateur de cabinet du sp.a
? Pourquoi
d'autres candidats n'ont-ils pas pu prétendre à cette
désignation à titre temporaire ?
aanstellingsprocedure verlopen en hoelang zal ze
duren? Is het correct dat ten gevolge van de
Copernicusmaatregelen de Franstalige Jadot ook
door een Franstalige kandidaat zal worden
opgevolgd? Hoe wordt de FOD Personeel en
Organisatie in de procedure betrokken? Op basis
van welke criteria werd de tijdelijke voorzitter, een
kabinetsmedewerker van de sp.a, aangesteld?
Waarom kregen andere kandidaten geen kans op
deze tijdelijk aanstelling?
08.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : La première étape a été franchie
dans le cadre de la procédure de remplacement de
M. Jadot. Le SPF Personnel et Organisation et le
Selor organisent à présent la procédure de
sélection pour le compte du ministre Dupont. Le
Selor sélectionnera tout d'abord les candidats sur la
base des curriculum, puis examinera les
connaissances spécifiques liées à la fonction et
organisera enfin une évaluation visant à tester les
capacités de management. Le Selor établira
ensuite une liste des meilleurs candidats. Après un
entretien avec les candidats, le ministre soumettra
une proposition au Conseil des ministres. Il pourra
alors être procédé à une désignation. La procédure
peut être finalisée en deux mois, même si elle peut
également être plus longue.
Le candidat doit effectivement être francophone,
mais des procédures encore en instance devant le
Conseil d'État pourraient changer cette situation.
J'ai désigné M. Jan Vanthuyne en qualité de
président temporaire en raison de sa connaissance
du marché de l'emploi. En outre, il était déjà
membre du comité de direction, ce qui constitue
une condition nécessaire, et il est très compétent.
Cette désignation temporaire était nécessaire pour
éviter une désorganisation du service.
08.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De eerste stap van de procedure om de heer Jadot
te vervangen is gezet. De FOD Personeel en
Organisatie en Selor organiseren nu in opdracht
van minister Dupont de selectieprocedure. Eerst
selecteert Selor de kandidaten op basis van de
curricula, dan wordt de jobspecifieke kennis
onderzocht en ten slotte volgt een assessment om
de managementscapaciteiten te testen. Selor stelt
dan een ranglijst van de beste kandidaten op. Na
een onderhoud met de kandidaten zal de minister
de ministerraad een voorstel doen. Dan kan er een
aanstelling volgen. De procedure kan in twee
maanden worden afgerond, al kan het ook langer
duren.
De kandidaat moet inderdaad Franstalig zijn, maar
momenteel lopen er nog procedures bij de Raad
van State die daarin verandering zouden kunnen
brengen.
Ik heb de heer Jan Vanthuyne aangesteld als
tijdelijk voorzitter wegens zijn kennis van de
arbeidsmarkt. Bovendien was hij al lid van het
directiecomité, wat noodzakelijk is, en is hij zeer
getalenteerd. De tijdelijke aanstelling was
noodzakelijk opdat de dienst niet ontredderd zou
achterblijven.
08.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : Je me
demande néanmoins pourquoi les autres directeurs
généraux n'ont pu prétendre à cette désignation
temporaire. Je déplore également que la ministre
précédente, Mme Van den Bossche, n'ait pas
démarré la procédure en temps voulu, même si ce
retard est peut-être dû aux procédures en instance
devant le Conseil d'État et qui pourraient conduire à
des annulations. En d'autres termes, l'ensemble de
ce dossier est traité politiquement.
08.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik vraag
me toch af waarom de andere directeurs-generaal
geen kans kregen op deze tijdelijke aanstelling. Ik
betreur het ook dat de vorige minister, mevrouw
Van den Bossche, de procedure niet op tijd heeft
gestart, al heeft dat misschien te maken met de
procedures die lopen bij de Raad van State en die
tot vernietigingen kunnen leiden. Deze hele zaak
wordt met andere woorden politiek afgehandeld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à De openbare commissievergadering wordt gesloten
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/12/2005
CRABV 51
COM 788
10
10 h 56.
om 10.56 uur.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
Document Outline