SÉANCE PLÉNIÈRE

CRABV 51

COM 763

29/11/2005

COMMISSION DES FINANCES ET

DU BUDGET

COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN

EN DE BEGROTING

MARDI

NOVEMBRE

2005

Matin

______

van

DINSDAG

NOVEMBER

2005

Voormiddag

______

La réunion publique est ouverte à 10 h 12 sous la
présidence de M. Bart Tommelein.

De vergadering wordt geopend om 10.12 uur door
de heer Bart Tommelein.

01 Interpellation de M. Pieter De Crem au vice-

premier ministre et ministre des Finances sur "le
statut des employés des conservateurs des
hypothèques" (n° 721)

01 Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de

vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het statuut van de bedienden van de
hypotheekbewaarders" (nr. 721)

01.01 Pieter De Crem (CD&V) : Les employés des

conservateurs des hypothèques bénéficient d'un
statut juridique particulier. Les relations entre le
conservateur des hypothèques et ses employés
sont déterminées par le droit commun du contrat de
travail d'employé ainsi que par les dispositions de
l'arrêté du Régent du 1er juillet 1949 relatif au statut
des employés des conservateurs des hypothèques.

Ce statut est non seulement très complexe, mais
surtout complètement dépassé. Il a déjà donné lieu
à de nombreux problèmes d'ordre juridique dans le
passé. L'application de ce statut représente pour
l'administration un investissement en temps et en
efforts qui n'est pas justifié par le nombre de
personnes soumises à ce statut. Cette situation ne
permet pas une bonne administration du personnel
et entrave indirectement l'efficacité des services
aux citoyens. De plus, vu l'intégration fonctionnelle
des bureaux de conservation des hypothèques au
sein de l'Administration de la taxe sur la valeur
ajoutée, de l'enregistrement et des domaines, le
statut des employés des conservateurs des
hypothèques a déjà évolué dans le sens de celui
des agents de l'État.

01.01 Pieter De Crem (CD&V): De bedienden van

de hypotheekbewaarders hebben een bijzonder
rechtsstatuut. De relatie tussen de
hypotheekbewaarder en zijn bedienden wordt
bepaald door het gemeen recht van de
bediendearbeidsovereenkomst en door de
bepalingen van het besluit van de Regent van 1 juli
1949 inzake het statuut van de bedienden van de
hypotheekbewaarders.
Dit statuut is niet alleen vrij ingewikkeld, het is
vooral volledig voorbijgestreefd. Het gaf in het
verleden al aanleiding tot tal van juridische
problemen. De toepassing van het statuut vergt
veel meer tijd en inspanningen van de administratie
dan kan worden verantwoord door het aantal
personen op wie het statuut van toepassing is. Dit
ondermijnt een goede personeelsadministratie en
onrechtstreeks - een efficiënte dienstverlening aan
de burger. Bovendien is door de functionele
integratie van de hypotheekkantoren in de
administratie van BTW, Registratie en Domeinen
het statuut van de bedienden van de
hypotheekbewaarders al in de richting van het
statuut van het rijkspersoneel geëvolueerd.

Le 26 mai 2000 déjà, le ministre Reynders a
soumis au Conseil des ministres une note
d'orientation relative aux bureaux des hypothèques.
L'objectif consistait à fonctionnariser dans les plus
brefs délais les employés des conservateurs des
hypothèques. Il a toutefois encore fallu attendre

Al op 26 mei 2000 heeft minister Reynders een
oriëntatienota inzake de hypotheekkantoren aan de
ministerraad voorgelegd. De bedoeling was om het
statuut van de bedienden van de
hypotheekbewaarders zo snel mogelijk te
verambtelijken. Het heeft echter nog tot januari

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

29/11/2005

CRABV 51

COM 763

jusque janvier 2005 avant que le Conseil des
ministres n'approuve un avant-projet. Le 20 avril
2005, le Conseil d'État a rendu un avis à ce sujet
mais, à ce jour, aucun projet n'a encore été soumis
à la Chambre.

Que pense le ministre des observations formulées
par le Conseil d'État ?

Pourquoi le ministre n'a-t-il toujours pas déposé de
projet à la Chambre ? Serait-ce parce qu'il ne
considère pas ce dossier comme une priorité
politique ?

2005 geduurd voordat de ministerraad een
voorontwerp goedkeurde. Op 20 april 2005 heeft de
Raad van State hierover advies uitgebracht, maar
tot op vandaag werd er nog altijd geen ontwerp aan
de Kamer voorgelegd.

Wat is de mening van de minister over de
opmerkingen die de Raad van State heeft
geformuleerd?
Waarom heeft de minister nog altijd geen ontwerp
bij de Kamer ingediend? Is het misschien omdat dit
dossier voor de minister geen politieke prioriteit is?

01.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais) :

La situation des employés des conservateurs des
hypothèques est en effet complexe et dépassée.
C'est la raison pour laquelle j'ai soumis au Conseil
des ministres du 14 janvier 2005 un avant-projet de
loi visant à permettre la fonctionnarisation des
employés selon les modalités déterminées par le
Roi. Une telle demande avait déjà été introduite
sans résultat au début des anées 80.

Le Conseil des ministres a décidé de soumettre
l'avant-projet de loi à la signature du chef de l'État
après avis du Conseil d'État en vue de son dépôt à
la Chambre. Un groupe de travail technique a été
chargé d'examiner les modalités techniques et les
conséquences de la fonctionnarisation.

Le Conseil d'État observe dans son avis du 20 avril
2005 que l'accord du ministre du Budget est
indispensable. Il n'y a toutefois aucune incidence
budgétaire et l'accord du Conseil des ministres
implique l'accord du ministre du Budget.
L'exception prévue à l'article 107, deuxième alinéa,
de la Constitution peut en outre être appliquée à
l'avant-projet à l'examen. Nous instaurerons donc
d'abord une base légale et fixerons ensuite les
modalités d'exécution dans un arrêté royal.
L'exposé des motifs a été adapté sur la base de la
troisième et de la quatrième observation du
Conseil.

Le groupe de travail technique a terminé ses
travaux la semaine dernière et est parvenu à un
accord. Je déposerai prochainement le projet de loi
au Parlement.

01.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De

situatie van de bedienden van de
hypotheekbewaarders is inderdaad complex en
voorbijgestreefd. Ik legde de ministerraad van 14
januari 2005 daarom een voorontwerp van wet
voor, dat de verambtelijking van de bedienden
toestaat volgens de modaliteiten die de Koning
bepaalt. Begin jaren 1980 werd zo een verzoek al
ingediend, zonder resultaat.

De ministerraad besloot dat het voorontwerp na
een advies van de Raad van State ter
ondertekening aan het staatshoofd kon worden
voorgelegd met het oog op indiening in de Kamer.
Een technische werkgroep kreeg de opdracht de
technische modaliteiten en gevolgen van de
verambtelijking te onderzoeken.
De Raad van State merkt in het advies van 20 april
2005 op dat het akkoord van de minister van
Begroting noodzakelijk is. Er is echter geen
budgettaire weerslag en het akkoord van de
ministerraad impliceert het akkoord van de minister
van Begroting. Bovendien komt het onderzochte
voorontwerp in aanmerking voor de uitzondering in
artikel 107, lid 2 van de Grondwet. We zullen dus
eerst een wettelijke basis invoeren en daarna de
uitvoeringsmodaliteiten vastleggen in een KB. De
memorie van toelichting werd aangepast op basis
van de derde en de vierde opmerking van de Raad.

De technische werkgroep rondde haar werk vorige
week af en bereikte een akkoord. Ik bezorg het
wetsontwerp eerstdaags aan het Parlement.

01.03 Pieter De Crem (CD&V) : Je partage le

raisonnement du ministre. Oublions pour l'instant
que la solution a longtemps tardé à venir. Je
dépose une motion de recommandation pour que le
gouvernement s'intéresse au problème de manière
permanente.

01.03 Pieter De Crem (CD&V): Ik volg de

redenering van de minister. Dat een oplossing lang
uitbleef, laten we even buiten beschouwing. Om
blijvend de aandacht van de regering te hebben,
dien ik een motie van aanbeveling in.

Motions Moties

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 763

29/11/2005

En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par
M. Pieter De Crem et est libellée comme suit :
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Pieter De Crem
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Finances,
recommande au gouvernement
de déposer immédiatement le projet de loi
concernant cette matière."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Pieter De Crem en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Pieter De
Crem
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Financiën,
beveelt de regering aan
onmiddellijk over te gaan tot de indiening van het
wetsontwerp dienaangaande."

Une motion pure et simple a été déposée par Mme
Annemie Roppe et par MM. Eric Massin, Luk Van
Biesen et Luc Gustin.

Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Annemie Roppe en door de heren Eric
Massin, Luk Van Biesen en Luc Gustin.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.

La discussion est close.

Over de moties zal later worden gestemd.

De bespreking is gesloten.

La discussion de l'interpellation se termine à
10 h 23.

De bespreking van de interpellatie eindigt om 10.23
uur.

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Document Outline