CRABV 51 COM 728
CRABV 51 COM 728
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi woensdag
26-10-2005 26-10-2005
Après-midi Namiddag

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
secrétaire d'État au Développement durable et à
l'Économie sociale, adjointe au ministre du Budget
et des Entreprises publiques sur "la dévalorisation
des ateliers protégés" (n° 8355)
1
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling
en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister
van Begroting en Overheidsbedrijven over "de
onderwaardering van de beschutte werkplaatsen"
(nr. 8355)
1
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Els Van
Weert, secrétaire d''Etat au Développement
durable et à l''Economie sociale
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Els Van
Weert, staatssecretaris voor Duurzame
Ontwikkeling en Sociale economie
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement de la thérapie du bégaiement et
de la dyslexie" (n° 7920)
2
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling van de therapie voor stotteren en
dyslexie" (nr. 7920)
2
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
règles relatives aux jours de congé des travailleurs
salariés en incapacité de travail" (n° 8003)
3
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
behandeling van de vakantiedagen van
arbeidsongeschikte werknemers" (nr. 8003)
3
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la défaillance de l'Inami à fournir à temps aux
maisons de repos les données nécessaires au
paiement de leur personnel" (n°8117)
5
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het falen van het RIZIV in het tijdig
verstrekken van berekeningen die rusthuizen
nodig hebben om hun personeel uit te betalen"
(nr. 8117)
5
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Sophie Pécriaux au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la santé des femmes au travail" (n° 8593)
6
Vraag van mevrouw Sophie Pécriaux aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gezondheid van werkende vrouwen"
(nr. 8593)
6
Orateurs: Sophie Pécriaux, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Sophie Pécriaux, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
réductions de cotisations dans le cadre du Pacte
de solidarité entre les générations" (n° 8628)
7
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
bijdrageverminderingen in het kader van het
Generatiepact" (nr. 8628)
7
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les délais de remboursement des médicaments
génériques " (n° 8639)
8
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de termijnen voor de terugbetaling van
generische geneesmiddelen" (nr. 8639)
8
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
ii
publique
Volksgezondheid
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les arrêtés
d'exécution relatifs aux droits des volontaires"
(n° 8599)
10
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
uitvoeringsbesluiten betreffende de rechten van de
vrijwilligers" (nr. 8599)
10
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la loi sur les
droits des volontaires" (n° 8644)
10
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de wet
betreffende de rechten van vrijwillligers" (nr. 8644)
10
Orateurs: Greta D'hondt, Benoît Drèze, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Greta D'hondt, Benoît Drèze,
Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'instauration d'un chèque-sport" (n° 8667)
12
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
invoeren van de sportcheque" (nr. 8667)
12
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'estimation d'une tendance de croissance sous-
jacente des dépenses de soins de santé"
(n° 8668)
13
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
raming van een onderliggende tendens tot stijging
van de uitgaven in de ziekteverzekering"
(nr. 8668)
13
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
réductions de cotisations patronales sur les bas
salaires" (n° 8677)
15
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verlaging van de werkgeversbijdragen voor lage
lonen" (nr. 8677)
15
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les mesures de fin de carrière pour
les travailleurs du secteur non marchant"
(n° 8683)
16
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de maatregelen inzake de
eindeloopbaan voor werknemers in de non-
profitsector" (nr. 8683)
16
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
cotisation du pécule de vacances" (n° 8712)
18
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
bijdrage op het vakantiegeld" (nr. 8712)
18
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
1

COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
26
OCTOBRE
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
26
OKTOBER
2005
Namiddag
______



La réunion publique est ouverte à 14 h 07 par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 14.07 uur door
de heer Hans Bonte, voorzitter.
01 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
secrétaire d'État au Développement durable et à
l'Économie sociale, adjointe au ministre du
Budget et des Entreprises publiques sur "la
dévalorisation des ateliers protégés" (n° 8355)
01 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
aan de staatssecretaris voor Duurzame
Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd
aan de minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de onderwaardering
van de beschutte werkplaatsen" (nr. 8355)
01.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Le vice-
président de la Fédération des ateliers protégés de
Flandre occidentale s'est récemment plaint du
manque de reconnaissance de la part des
autorités. Il a souligné que celles-ci investissent
sans cesse dans de nouveaux projets sociaux alors
que les ateliers protégés, qui n'ont plus rien à
prouver depuis longtemps, sont de plus en plus
souvent laissés pour compte.

Quelle est la réaction de la secrétaire d'État face à
cette critique manifeste ?
01.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): De
ondervoorzitter van de West-Vlaamse Federatie
van Beschutte Werkplaatsen klaagde onlangs over
een gebrek aan waardering vanwege de overheid.
Hij wees erop dat de overheid steeds maar
investeert in nieuwe sociale projecten, terwijl de
beschutte werkplaatsen, die hun waarde al lang
hebben bewezen, meer en meer in de kou blijven
staan


Hoe reageert de staatssecretaris op deze
onverholen kritiek?
01.02 Els Van Weert, secrétaire d'État (en
néerlandais): Les compétences relatives aux
ateliers protégés relèvent dans une très large
mesure des Communautés. En Flandre par
exemple, les ateliers protégés dépendent encore
du ministre du Bien-être, alors qu'à partir du 1
er
janvier 2006, cette compétence ressortira au
ministre responsable de l'Économie sociale.
01.02 Staatssecretaris Els Van Weert
(Nederlands): De bevoegdheid over de beschutte
werkplaatsen is voor een heel groot deel in handen
van de Gemeenschappen. In Vlaanderen
bijvoorbeeld ressorteren de beschutte werkplaatsen
nu nog onder de minister van Welzijn, vanaf 1
januari 2006 zal de bevoegdheid liggen bij de
minister die verantwoordelijk is voor Sociale
Economie.
Je puis comprendre la critique qui est formulée.
Récemment, lors d'un colloque organisé pour les
25 ans d'existence des ateliers protégés, la
sonnette d'alarme a aussi été actionnée. Les pays
à bas salaires s'attirent de plus en plus de travaux
traditionnellement réalisés dans ces ateliers.
Ik kan begrip opbrengen voor de geformuleerde
kritiek. Onlangs werd ook op een symposium naar
aanleiding van 25 jaar beschutte werkplaatsen aan
de alarmbel getrokken. De lagelonenlanden trekken
steeds meer werk aan dat traditioneel door
beschutte werkplaatsen wordt uitgevoerd.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
2

La compétence fédérale en la matière est plutôt
restreinte. Ainsi, des projets montés dans le cadre
de l'économie sociale sont aussi ouverts au secteur
des ateliers protégés. A cet égard, je songe
notamment à la récente initiative de la Prime Plus.



Le changement de compétence ministérielle au
sein du gouvernement flamand constitue
probablement un moment opportun pour établir un
état des lieux des mesures prises dans le cadre de
la compétence fédérale en matière d'économie
sociale et, plus particulièrement, dans l'optique de
leur applicabilité au secteur des ateliers protégés.
Je suggère dès lors à Mme Lahaye-Battheu de
m'interroger une nouvelle fois sur ce dossier dans
quelques mois.

De federale bevoegdheid op het vlak van beschutte
werkplaatsen is eerder beperkt. Zo worden
projecten die in het kader van de sociale economie
worden opgezet, ook opengesteld voor de sector
van de beschutte werkplaatsen. Ik denk hierbij
bijvoorbeeld aan het recente initiatief van de
Pluspremie.

De bevoegdheidswissel in de Vlaamse regering is
wellicht een goed moment om een status
quaestionis op te stellen van de maatregelen die
binnen de federale bevoegdheid voor sociale
economie worden getroffen, meer bepaald in het
licht van hun toepasbaarheid op de sector van de
beschutte werkplaatsen. Ik stel dan ook voor dat
mevrouw Lahaye-Battheu mij binnen enkele
maanden opnieuw ondervraagt over dit dossier.
01.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Il serait en
effet particulièrement intéressant de voir dans
quelle mesure la prime d'embauche (prime "Plus")
pourrait s'appliquer au secteur des ateliers
protégés. Ceux-ci sont de plus en plus souvent
victimes de l'engouement pour les pays à bas
salaires. Le secteur doit continuer à promouvoir au
mieux ses atouts traditionnels : la flexibilité et la
qualité.

Je reviendrai sur ce dossier au début de l'année
prochaine.
01.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Het zou
inderdaad bijzonder interessant zijn om te weten in
welke mate de Pluspremie relevant is voor de
sector van de beschutte werkplaatsen. De
beschutte werkplaatsen zijn steeds meer het
slachtoffer van de aantrekkingskracht van de
lagelonenlanden. De sector moet zijn traditionele
troeven ­ flexibiliteit en kwaliteit ­ zo goed mogelijk
blijven uitspelen.


Ik zal begin volgend jaar op dit dossier terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le remboursement de la thérapie du bégaiement
et de la dyslexie" (n° 7920)
02 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling van de therapie voor
stotteren en dyslexie" (nr. 7920)
02.01 Greta D'hondt (CD&V)
: L'aptitude à
s'exprimer par le langage est une qualité très prisée
dans la société et sur le marché de l'emploi. Aussi
le bégaiement et la dyslexie constituent-ils un
sérieux handicap.

Le ministre a décidé de ramener le remboursement
des thérapies du bégaiement et de la dyslexie de
2,5 heures à 1,5 et 1 heure respectivement. Des
études scientifiques ont-elles prouvé qu'on peut
atteindre des résultats identiques avec une
thérapie écourtée ? Dans la négative, ne risque-t-
on pas de voir les personnes à revenus modestes
réduire tout simplement la durée du traitement ?
02.01 Greta D'hondt (CD&V): Taalvaardigheid is
een erg belangrijk goed in onze maatschappij en op
de arbeidsmarkt. Stotteraars en dyslectici hebben
daarom een grote handicap.


De minister heeft nu besloten om de terugbetaling
van de therapieën voor stotteraars en dyslectici
terug te schroeven van 2,5 uur naar respectievelijk
1,5 uur en 1 uur. Bestaan er wetenschappelijke
studies die aantonen dat een zelfde resultaat kan
worden bereikt in minder therapie-uren? Bestaat
anders het risico dat financieel zwakkere mensen
gewoon minder therapie zullen volgen?
02.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Pour couvrir le déficit de 1 388 000 euros, j'ai pris ­
02.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Om
de put van 1 388 000 euro te dempen, heb ik in
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
3
en concertation avec et conformément à la
proposition unanime de la commission de
convention logopèdes ­ certaines mesures tendant
à modifier le comportement des logopèdes. Grâce
à une adaptation de la nomenclature, deux
sessions de 30 minutes ont pu être regroupées en
une session d'une heure. Depuis, le nombre de
sessions d'une heure a augmenté, sans que cette
augmentation soit toutefois compensée par une
diminution des sessions de 30 minutes, alors que
cette augmentation ne répondait pas, selon les
logopèdes, à une nécessité.
samenspraak met en op het unanieme voorstel van
de conventiecommissie van logopedisten bepaalde
maatregelen genomen met als doel een
gedragswijziging bij de logopedisten. Door de
aanpassing van de nomenclatuur konden twee
sessies van 30 minuten samengevoegd worden tot
één sessie van een uur. Sindsdien steeg het aantal
uursessies zonder dat dit gecompenseerd werd
door een daling van de sessies van 30 minuten,
een stijging die volgens de logopedisten niet nodig
was.
Dans le budget 2006, un budget a été réservé pour
de nouvelles mesures. C'est ainsi que la limite
d'âge pour le traitement des personnes atteintes de
bégaiement a été supprimée parce qu'il est
recommandé de commencer ce traitement le plus
tôt possible. La période maximum de deux ans pour
le traitement des aphasiques a été supprimée
également. En outre, les thérapies
myofonctionnelles vont être remboursées, de
même que le traitement des troubles de la parole
résultant des maladies de Parkinson et de
Huntington.

Toutes ces mesures coûteront 1,
442 million
d'euros dont 1, 068 million pour le bégaiement.
In de begroting voor 2006 is wel een budget
uitgetrokken voor nieuwe maatregelen. Zo wordt de
leeftijdsgrens voor de behandeling van stotteraars
afgeschaft, omdat het aangeraden is zo jong
mogelijk met de behandeling te beginnen. De
maximumtermijn van twee jaar behandeling voor
afasiepatiënten wordt eveneens opgeheven.
Daarnaast worden myofunctionele therapieën nu
terugbetaald, net zoals de behandeling van
spraakstoornissen als gevolg van de ziektes van
Parkinson en Huntington.

Alles samen kosten deze maatregelen
1,442 miljoen euro, waarvan 1,068 miljoen voor het
stotteren.
02.03 Greta D'hondt (CD&V): Le coût des
nouveaux plans d'économies se monte à 1,1 million
d'euros. Restent 200 000 euros.

Procéderez-vous à une évaluation afin de
déterminer si des séances plus brèves permettent
effectivement d'atteindre les mêmes résultats,
comme semblent l'affirmer les logopèdes ?
02.03 Greta D'hondt (CD&V): De nieuwe
besparingsplannen bedragen 1,1 miljoen euro. Dan
rest er nog 200 000 euro.

Komt er een evaluatie om na te gaan of met kortere
sessies inderdaad dezelfde resultaten worden
bereikt, zoals de logopedisten blijkbaar zeggen?
02.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
En réalité, il ne s'agit pas d'une économie. En
2004, les logopèdes ont dépassé leur budget de
700 000 euros. En 2005, ils ont précisément perçu
ce montant supplémentaire, mais ont à nouveau
dépassé l'enveloppe d'un million d'euros.

J'ai demandé l'avis de la commission ad hoc, qui a
proposé à l'unanimité une série de mesures
d'économie étayées scientifiquement.

Il faudra certes évaluer si les résultats de la
thérapie du bégaiement sont aussi efficaces
lorsque la durée est réduite d'une heure. Il en va de
même en ce qui concerne la suppression de la
limite d'âge fixée à cinq ans. La question d'une
thérapie appliquée à un très jeune âge devra
également être évaluée.
02.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
gaat eigenlijk niet om een besparing. In 2004
hebben de logopedisten hun budget overschreden
met 700 000 euro. In 2005 hebben ze precies dat
bedrag extra gekregen, maar was er opnieuw een
overschrijding met een miljoen euro.

Ik heb de ad hoc commissie om advies gevraagd
en die heeft unaniem en op wetenschappelijke
basis een aantal besparingsmaatregelen
voorgesteld.

Uiteraard zullen we moeten evalueren of de
resultaten van de stottertherapie met één uur
minder even efficiënt is. Dat geldt ook voor de
weggevallen leeftijdgrens van vijf jaar. Therapie op
heel jonge leeftijd zal ook geëvalueerd moeten
worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
4
03 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les règles relatives aux jours de congé des
travailleurs salariés en incapacité de travail"
(n° 8003)
03 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de behandeling van de vakantiedagen van
arbeidsongeschikte werknemers" (nr. 8003)
03.01 Greta D'hondt (CD&V): Les travailleurs en
incapacité de travail ne peuvent pas cumuler leurs
jours de congé avec leur allocation. Par ailleurs, le
système est différent pour les ouvriers et les
employés, ceux-ci faisant en fait l'objet d'une
discrimination.

Les ouvriers peuvent étaler à leur guise leurs jours
de congé sur l'année et choisissent donc quand ils
reçoivent un pécule de vacances ou une allocation.
S'ils ne choisissent pas, c'est le système des
employés qui est appliqué. Les jours de congé des
employés sont automatiquement concentrés en
décembre ou au cours de la dernière période
réellement indemnisée.

Quelles sont les raisons de cette discrimination ?
Le gouvernement est-il disposé à appliquer
également aux employés le système en vigueur
pour les travailleurs ?
03.01 Greta D'hondt (CD&V): Arbeidsongeschikte
werknemers kunnen hun vakantiedagen niet
cumuleren met hun uitkering. Verder is het systeem
voor arbeiders en bedienden anders, meer bepaald
discriminerend voor de bedienden.


Arbeiders mogen zelf hun vakantiedagen spreiden
over het jaar en kiezen dus wanneer ze
vakantiegeld krijgen of een uitkering. Kiezen ze
niets dan wordt het systeem van de bedienden
toegepast. Vakantiedagen van bedienden worden
automatisch geconcentreerd in de maand
december of tijdens de laatste werkelijk vergoede
periode.

Wat is de reden voor deze discriminatie? Is de
regering bereid het systeem van de arbeiders ook
toe te passen op de bedienden?
03.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais): Il
est exact que la réglementation s'appliquant aux
ouvriers est différente de celle relative aux
employés depuis 2003.

La différence résulte de la réglementation en
matière de congés annuels, qui diffère pour les
ouvriers et les employés. Les ouvriers touchent leur
simple et leur double pécule de vacances au
moment où ils prennent leurs «
grandes
vacances ».

Pour les employés, l'employeur paie à chaque fois
le pécule de vacances pour les jours de congés
réellement pris, donc le plus souvent par tranches.
Si tous les jours de congé n'ont pas été pris en
décembre, l'employeur les règle en décembre.
L'Inami en tient compte, ce qui signifierait qu'un
employé étalant librement ses jours de congé ne
recevrait pas de revenu pour les jours pris avant
décembre.
03.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
klopt dat de regeling voor arbeiders sinds 2003
anders is dan die voor bedienden.


Het verschil vloeit voortuit de regeling jaarlijkse
vakantie, die voor arbeiders en bedienden ook
verschillend is. De arbeiders ontvangen hun enkel
en hun dubbel vakantiegeld op het moment van de
opname van hun hoofdvakantie.


Bij bedienden betaalt de werkgever telkens het
vakantiegeld voor reëel opgenomen vakantiedagen,
meestal dus in schijven. Zijn niet alle
vakantiedagen opgenomen in december, dan
betaalt de werkgever die in december uit. Het Riziv
houdt daar rekening mee, wat zou betekenen dat
een bediende die zijn vakantiedagen vrij zou
spreiden, voor de dagen die hij voor december
opneemt, geen inkomen zou krijgen.
Une adaptation du système nuirait par ailleurs à la
simplification administrative, l'employeur étant
obligé de communiquer les jours de congé du
personnel malade plusieurs fois par an.

Quand le système a été aménagé en 2003, aucun
des partenaires n'a formulé de remarques.
Verder zou een aanpassing van het systeem een
aanslag zijn op de administratieve vereenvoudiging,
omdat de werkgever dan meermaals per jaar de
vakantiedagen van het zieke personeelslid zou
moeten melden.
Toen het systeem in 2003 werd aangepast, heeft
geen van de partners er opmerkingen over
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
5

Le gouvernement n'est pas disposé à modifier la loi
afin de permettre aux employés d'étaler eux
mêmes leurs jours de congé.
gemaakt.
De regering is niet bereid de wet zo te wijzigen dat
bedienden hun vakantiedagen zelf mogen spreiden.
03.03 Greta D'hondt (CD&V): C'est ce que je
craignais. Les gens pensent cependant plus à leur
portefeuille qu'à une simplification administrative.
Je ne vois d'ailleurs pas de complication sur le plan
administratif. L'opération n'est pas neutre sur le
plan financier et nous y reviendrons.
03.03 Greta D'hondt (CD&V): Ik vreesde er al
voor. Mensen vinden hun portemonnee echter wel
belangrijker dan de administratieve
vereenvoudiging. Ik zie de administratieve
verzwaring eigenlijk ook niet. Dit is financieel geen
neutraal gegeven en we komen er nog op terug.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la défaillance de l'Inami à fournir à
temps aux maisons de repos les données
nécessaires au paiement de leur personnel"
(n°8117)
04 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het falen van het RIZIV in het tijdig
verstrekken van berekeningen die rusthuizen
nodig hebben om hun personeel uit te betalen"
(nr. 8117)
04.01 Maggie De Block (VLD): Les maisons de
repos sont financées par l'Inami sur la base d'un
forfait par institution et d'un maximum à facturer.
Les institutions ne connaissent toujours pas le
quota de jours que l'Inami aurait déjà dû calculer en
juillet 2004. En outre, l'Inami ne communique pas
les données nécessaires au calcul exact des
traitements du personnel et au paiement des
avances en temps voulu. Depuis 2002, les
institutions ne perçoivent que des avances, qui se
sont en outre avérées tardives ou inexactes.

Pourquoi l'Inami ne communique-t-il pas les calculs
nécessaires en temps voulu? Quelles mesures le
ministre prendra-t-il ? Pourquoi ne travaille-t-on que
sur la base d'avances depuis 2002 ? Pourquoi
l'Inami ne verse-t-il pas ces avances en temps utile
et correctement ? Quand le quota de jours sera-t-il
communiqué aux maisons de repos ?
04.01 Maggie De Block (VLD): De rusthuizen
worden door het Riziv gefinancierd via een forfait
per instelling en een maximaal te factureren
bedrag. De instellingen kennen nog steeds niet het
quotum aan dagen dat het Riziv al in juli 2004 had
moeten berekenen. Ook verstrekt het Riziv niet de
nodige gegevens om de personeelslonen juist uit te
betalen en tijdig de correcte voorschotten te
betalen. De instellingen ontvangen sedert 2002
enkel voorschotten, die bovendien te laat of foutief
bleken.


Waarom verstrekt het Riziv niet tijdig de nodige
berekeningen? Welke maatregelen zal de minister
nemen? Waarom werkt men sedert 2002 enkel met
voorschotten? Waarom stort het Riziv die
voorschotten niet tijdig en niet correct door?
Wanneer wordt het quotum aan dagen meegedeeld
aan de rustoorden?
04.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Lors de la préparation de la mise en oeuvre de
l'accord social 2000, on n'a pas suffisamment
réfléchi au développement d'applications
informatiques performantes. En raison des
difficultés rencontrées, on a décidé d'octroyer des
avances adaptées aux institutions.

En ce qui concerne les fins de carrière, 700
institutions ont déjà reçu un décompte pour 2002,
2003 et 2004 et perçu le paiement. Les calculs
concernant les mille employeurs restants ont été
envoyés le 26 septembre 2005.
04.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Bij de
voorbereiding van de uitvoering van het sociaal
akkoord 2000 heeft men onvoldoende nagedacht
over de ontwikkeling van krachtige
informaticatoepassingen. Omwille van
moeilijkheden besliste men te werken met
aangepaste voorschotten voor de instellingen.

Inzake eindeloopbaan hebben reeds 700
inrichtingen een afrekening gekregen voor 2002,
2003 en 2004 en de betaling ontvangen. De
berekeningen van de duizend overige werkgevers
werden verstuurd op 26 september 2005.
En cas de solde positif, le versement a été effectué Bij een positief saldo werd de storting doorgevoerd
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
6
le 7 octobre 2005. Les avances du 31 juillet 2005 et
du 31 octobre 2005 ont été versées le 14 octobre.
Les décomptes du quatrième trimestre de 2002 et
de l'année 2003 pour l'harmonisation des salaires
du personnel au-delà de la norme et du personnel
logistique et administratif des maisons de repos
seront envoyés cette semaine et versés le
28 octobre 2005. L'avance du 31 octobre 2005 sera
versée avant le 18 novembre 2005 et tient compte
des données de 2003. Le décompte de 2004 ne
pourra être effectué que lorsque la commission de
convention aura conclu un accord sur les
dispositions concernant le personnel hors norme
en 2004. Il en va de même pour 2005. En ce qui
concerne l'indexation des forfaits des maisons de
repos, les montants pouvant être facturés à partir
du 1
er
août 2005 ont été envoyés le 27 septembre
2005. Les établissements ont pu en tenir compte
pour la facturation du troisième trimestre de 2005
qui devait être clôturée avant le 20 octobre 2005.
Le quota des jours d'hospitalisation en 2005 a été
envoyé le 3
octobre. Ce calendrier offre des
perspectives pour les futures négociations sur
l'accord social et la situation financière de chaque
établissement. Je demanderai à l'Inami d'insérer le
problème des données dans le contrat
d'administration entre le gouvernement et l'Inami
pour la période 2006-2008. Les moyens
budgétaires nécessaires devront être dégagés à
cet effet pour le personnel et le matériel
informatique.
op 7 oktober 2005. De voorschotten van 31 juli
2005 en 31 oktober 2005 werden gestort op 14
oktober. De afrekeningen van het vierde trimester
2002 en het jaar 2003 voor de loonharmonisering
van het personeel boven de normen en het logistiek
en administratief personeel in de rusthuizen worden
deze week verstuurd en gestort op 28 oktober
2005. Het voorschot van 31 oktober 2005 wordt
voor 18 november 2005 gestort en houdt rekening
met de gegevens van 2003. De afrekening van
2004 is pas mogelijk als de
overeenkomstcommissie een akkoord bereikt over
de bepalingen van het bovennnormpersoneel in
2004. Hetzelfde is waar voor 2005. Inzake de
indexering van rustoordenforfaits heeft men de
bedragen die kunnen worden aangerekend vanaf 1
augustus 2005, verstuurd op 27 september 2005.
De inrichtingen konden hiermee rekening houden
bij de facturering van het derde trimester van 2005,
die moest gebeuren voor 20 oktober 2005.Het
quotum voor ligdagen in 2005 werd op 3 oktober
verstuurd. Deze timing biedt perspectieven voor de
verdere onderhandelingen over het sociaal akkoord
en de financiële situatie van elke inrichting. Ik zal
het Riziv vragen om de gegevensproblematiek te
integreren in de bestuursovereenkomst tussen de
regering en het Riziv voor de periode 2006-2008.
Men moet hierbij de nodige middelen uittrekken
voor personeel en informatica.
04.03 Maggie De Block (VLD): J'aimerais recevoir
aussi par écrit ces chiffres et ces dates. Depuis que
j'ai déposé ma question, qui remonte au 16
septembre, l'Inami a envoyé de nombreuses
informations. Les maisons de repos doivent pouvoir
transmettre les données requises et payer leur
personnel en temps voulu.
04.03 Maggie De Block (VLD): Ik zou graag de
cijfers en data ook schriftelijk ontvangen. Sedert
mijn vraag, die dateert van 16 september, heeft het
Riziv veel informatie verstuurd. De rusthuizen
moeten de gegevens tijdig kunnen doorsturen en
hun personeel betalen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Sophie Pécriaux au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la santé des femmes au travail" (n° 8593)
05 Vraag van mevrouw Sophie Pécriaux aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gezondheid van werkende vrouwen"
(nr. 8593)
05.01 Sophie Pécriaux (PS) : Les femmes sont
majoritaires dans certains emplois peu qualifiés,
répétitifs et avec contrainte de temps. De nombreux
spécialistes mettent en rapport l'explosion des
lésions pour efforts répétitifs (LER) ou des troubles
musculo-squelettiques (TMS) avec l'organisation
sexuée du travail.


05.01 Sophie Pécriaux (PS): De vrouwen zijn
oververtegenwoordigd in bepaalde jobs voor
laaggeschoolden die over het algemeen monotoon
zijn en waarin onder tijdsdruk moet worden
gewerkt. Volgens tal van deskundigen is er een
verband tussen de op het geslacht gestoelde
arbeidsorganisatie en het toenemend aantal letsels
die worden veroorzaakt door repetitieve
handelingen (RSI ­ Repetitive Stress Injury) of
muskuloskeletale aandoeningen (MSA).
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
7

Ces maladies ne sont pas considérées
automatiquement comme des maladies
professionnelles. La victime doit apporter la triple
preuve de l'exposition au risque, de l'existence de
la maladie et du lien de causalité entre les deux.
Or, les TMS et les LER en milieu professionnel sont
minimisés sous prétexte qu'ils auraient aussi pour
origine le travail domestique.

Une politique efficace de santé au travail et
d'égalité des chances est indissociable de la
question de la santé des femmes au travail.


Ne serait-il pas bon d'étudier la possibilité d'étendre
la liste des maladies professionnelles aux TMS et
LER?

Que comptez-vous faire pour mieux prendre en
compte la question de la santé des femmes au
travail?

Die aandoeningen worden niet automatisch als
beroepsziekten beschouwd. Het slachtoffer moet
bewijzen dat het aan het risico is blootgesteld, dat
de aandoening als dusdanig bestaat en dat er een
causaal verband is tussen beide. Beroepsziekten
van het type RSI en MSA worden echter
geminimaliseerd onder het voorwendsel dat ze ook
door huishoudelijk werk worden veroorzaakt.

Een efficiënt beleid op het stuk van de
bedrijfsgeneeskunde en gelijke kansen kan niet los
worden gezien van de kwestie van de gezondheid
van de vrouw op het werk.

Kan u niet laten onderzoeken of RSI en MSA als
beroepsziekten moeten worden erkend?


Hoe zal u meer aandacht besteden aan de
gezondheid van de vrouw op het werk?
05.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Les
TMS peuvent avoir des origines tant
professionnelles qu'extra-professionnelles. Le
Fonds des maladies professionnelles a déjà inclus
dans la liste des maladies professionnelles
certaines de ces affections.

Des demandes pour TMS introduites selon la
procédure, hors liste, concernent principalement les
tendinites. Cette problématique ne concerne pas un
sexe en particulier.


Je ne dispose pas d'informations précises sur le
nombre de demandes qui ne seraient pas
introduites sous prétexte que l'origine de cette
affection chez les femmes pourrait avoir une cause
non professionnelle. Une telle attitude serait
indéfendable et devrait aussi s'appliquer aux
hommes qui réalisent des efforts répétitifs en
dehors de leur temps de travail.

La difficulté de placer les tendinites sur la liste des
maladies professionnelles sans limitation à
certaines professions résulte du fait qu'il n'existe
pas de norme qui permette d'objectiver aisément
l'exposition au risque. Cette problématique est
néanmoins à l'étude.


Enfin, la question de la santé des femmes au travail
ne relève pas de ma compétence mais de celle du
ministre de l'Emploi.
05.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De
oorzaak van musculoskeletale aandoeningen kan
zowel in de professionele sfeer als daarbuiten
worden gezocht. Sommige van die aandoeningen
werden reeds door het Fonds voor Beroepsziekten
in de desbetreffende lijst opgenomen.

De meeste aanvragen die volgens de procedure en
buiten de lijst voor dergelijke aandoeningen worden
ingediend, hebben betrekking op peesontstekingen.
Die problematiek is niet eigen aan een welbepaald
geslacht.

Ik heb geen precieze informatie over het aantal
aanvragen dat niet wordt ingediend omdat de
oorzaak van die aandoening bij vrouwen buiten de
professionele sfeer zou kunnen liggen. Een
dergelijke houding zou onverdedigbaar zijn en die
redenering zou dan ook moeten gelden voor
mannen die buiten hun werktijd repetitieve
handelingen verrichten.

Het is inderdaad moeilijk om peesontstekingen in
de lijst van beroepsziekten op te nemen zonder ze
tot bepaalde beroepen te beperken. Dat komt
omdat er geen norm bestaat op grond waarvan de
blootstelling aan het risico gemakkelijk objectief kan
worden beoordeeld. Die problematiek wordt
evenwel onderzocht.

Ten slotte valt de gezondheid van werkende
vrouwen niet onder mijn bevoegdheid, maar onder
die van de minister van Werk.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
8
06 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les réductions de cotisations dans le cadre du
Pacte de solidarité entre les générations"
(n° 8628)
06 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de bijdrageverminderingen in het kader van
het Generatiepact" (nr. 8628)
06.01 Greta D'hondt (CD&V): L'article 301,
paragraphe 2 de la loi-programme du 22 décembre
2003 dispose que le secteur non marchand n'entre
pas en ligne de compte pour l'exemption de la
transmission du précompte professionnel sur un
pourcentage du coût salarial des travailleurs en
équipe. La loi-programme de décembre 2002 exclut
le secteur non marchand de la diminution du
groupe cible des travailleurs âgés (article 339) mais
pas de celui des jeunes occupant un premier
emploi (article 346).

Les réductions de charges annoncées dans le
contrat de solidarité entre les générations
s'appliquent-elles aux jeunes et aux travailleurs
âgés ainsi qu'au travail en pause dans le secteur
non marchand ? Les réductions dans ce secteur se
traduiront d'emblée par plus d'emplois, ce qui
entraînera une répartition de la charge de travail et
une amélioration de la qualité.
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Artikel 301,
paragraaf 2 van de programmawet van 22
december 2003 bepaalt dat de non-profitsector niet
in aanmerking komt voor de vrijstelling van
doorstorting van bedrijfsvoorheffing op een
percentage van de loonkost van ploegenarbeiders.
De programmawet van december 2002 sluit de
non-profitsector uit van de doelgroepvermindering
voor oudere werknemers (artikel 339), maar niet
van die voor jongeren met een startbaan (artikel
346).

Gelden de lastenverlagingen die in het
Generatiepact worden aangekondigd voor oudere
en jongere werknemers en voor ploegenarbeid in
de non-profitsector? Verlagingen in die sector
resulteren onmiddellijk in meer banen, wat leidt tot
spreiding van de werklast en betere kwaliteit.
06.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
La réduction des cotisations de sécurité sociale
inscrite dans le contrat de solidarité entre
générations s'applique aux travailleurs de dix-neuf
à trente ans avec un salaire mensuel inférieur à
1 956 euros et aux travailleurs de plus de cinquante
ans avec un salaire mensuel inférieur à 4 000
euros.

Les mesures s'inscrivent dans le cadre des
réductions pour les groupes cibles qui sont
actuellement d'application. La réduction pour les
jeunes travailleurs est applicable à tous les
travailleurs, la réduction pour les travailleurs âgés
est limitée à la catégorie 1, ce qui signifie que le
secteur non marchand en est exclu.

Le gouvernement examine si les nouvelles
mesures peuvent être appliquées à l'ensemble des
travailleurs et au secteur non marchand. Il sera
procédé à une estimation budgétaire cet après-
midi. J'espère que nous pourrons garantir les
diverses réductions pour le secteur non marchand.
06.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
bijdrageverminderingen sociale zekerheid uit het
Generatiepact gelden voor werknemers van
negentien tot dertig met een maandelijks inkomen
van minder dan 1 956 euro en voor werknemers
ouder dan vijftig met een maandelijks inkomen van
minder dan 4 000 euro.

De maatregelen passen in de
doelgroepenvermindering die nu van kracht is. De
vermindering voor jongere werknemers geldt voor
alle werknemers, de vermindering voor oudere
werknemers is beperkt tot categorie 1, wat betekent
dat de non-profitsector wordt uitgesloten.


De regering onderzoekt of de nieuwe maatregelen
kunnen worden toegepast op het geheel van
werknemers en op de non-profitsector. Deze
namiddag wordt een budgettaire raming gemaakt.
Ik hoop dat we de diverse verminderingen voor de
non-profitsector zullen kunnen garanderen.
06.03 Greta D'hondt (CD&V) : J'espère vraiment
que la réduction des charges s'appliquera
également au secteur non marchand. Une telle
réduction pourrait apporter une solution,
particulièrement pour les travailleurs de plus de
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Ik hoop stellig dat
de lastenverlaging voor de non-profitsector er komt.
Zeker voor werknemers die ouder zijn dan vijftig,
kan een verlaging soelaas bieden. In de zorgsector
haken mensen snel af wegens de hoge werkdruk.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
9
cinquante ans. Dans le secteur des soins de santé,
le personnel décroche tôt en raison de la pression
du travail. Réduire cette pression coûte pour l'heure
trop cher aux établissements.
Het kost de instelling momenteel te veel om die
druk te verlagen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les délais de remboursement des
médicaments génériques " (n° 8639)
07 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de termijnen voor de terugbetaling van
generische geneesmiddelen" (nr. 8639)
07.01 Maggie De Block (VLD): Sous la
précédente législature, nous avons tenté avec le
ministre Vandenbroucke de réduire les délais de
remboursement pour l'ensemble des médicaments.
Il ressort d'une étude menée par la "European
Generic Association" qu'avec un délai de 90 jours,
la Belgique se situe dans le groupe intermédiaire
en termes de fixation des prix. En France et en
Allemagne, le délai est nettement inférieur et, aux
Pays-Bas, il n'est même que de 10 à 15 jours. Pour
décider du remboursement d'un médicament, il faut
à la Belgique en moyenne 240 jours, aux Pays-Bas
de 10 à 15 jours et à la France de 45 à 60 jours. La
Belgique se classe en queue de peloton au niveau
européen.

Comment se fait-il que la Belgique ait besoin
d'autant de temps ? Le ministre compte-t-il ramener
les délais au niveau de ceux de nos pays voisins ?
Pourquoi le délai d'évaluation des médicaments
génériques est-il aussi long que pour les produits
originaux ?
07.01 Maggie De Block (VLD): In de vorige
regeerperiode trachtten we samen met minister
Vandenbroucke de terugbetalingstermijnen voor
alle geneesmiddelen terug te dringen. Uit
onderzoek van de European Generic Association
blijkt dat België met een termijn van 90 dagen in de
middengroep zit inzake prijszetting. In Frankrijk en
Duitsland zijn de termijnen een stuk korter. In
Nederland bedraagt de termijn zelfs maar 10 à 15
dagen. Om over de terugbetaling van een
geneesmiddel te beslissen, heeft België gemiddeld
240 dagen nodig. In Nederland gaat het om 10 à 15
dagen, in Frankrijk om 45 à 60 dagen. Van alle
Europese landen scoort België het slechtst.


Hoe komt het dat België zoveel tijd nodig heeft? Wil
de minister de termijnen op het niveau van de
buurlanden brengen? Waarom is de
evaluatietermijn voor generische geneesmiddelen
even lang als die van originele producten?
07.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais): Il
n'y a pas de différence, en Belgique, entre les
délais de remboursement de médicaments
originaux et de médicaments génériques. Tous les
dossiers sont traités dans les délais réglementaires
définis par un arrêté royal du 21 décembre 2001.
Le ministre doit prendre une décision dans les 180
jours, conformément à la directive 89/105
concernant la transparence des mesures régissant
la fixation des prix des médicaments à usage
humain. La nécessité de publier la décision de prise
en charge au Moniteur belge et de recueillir l'avis
du Conseil d'État allonge encore le délai de deux à
trois mois. Nous avons affaire à des problèmes de
procédures et les procédures sont automatiques. Il
s'agit d'un délai d'un peu moins d'un an, qui paraît
assez long.
07.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er is
in België geen verschil tussen de
terugbetalingstermijnen inzake originele en
generische geneesmiddelen. Alle dossiers worden
binnen de reglementaire doorlooptijden behandeld,
zoals een KB van 21 december 2001 bepaalt. De
minister moet binnen de 180 dagen beslissen, wat
conform EU-transparantierichtlijn 89/105 is. Omdat
de beslissing tot vergoedbaarheid ook in het
Belgisch Staatsblad moet worden gepubliceerd en
omdat er ook een advies van de Raad van State
nodig is, wordt de termijn nog met twee à drie
maanden verlengd. We hebben te maken met
procedurele problemen en de procedures zijn
automatisch. Een termijn van iets minder dan een
jaar lijkt een beetje veel.
Une proposition de modification de l'arrêté royal du
21 décembre 2001 est en cours de préparation.
Grâce à cet arrêté royal modifié, qui sera publié au
début de l'année prochaine, le délai - notamment
Er wordt nu een voorstel tot wijziging van het KB
van 21 december 2001 voorbereid. Via dit gewijzigd
KB, dat begin volgend jaar zal verschijnen, zal de
doorlooptijd van onder meer de generische
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
10
pour les médicaments génériques - sera fortement
diminué.
geneesmiddelen sterk worden beperkt.
07.03 Maggie De Block (VLD): Voilà assurément
une bonne nouvelle. La charge de travail de la
commission s'en trouvera réduite puisque le
nombre de dossiers diminuera fortement. Ceci est
important car l'on s'attend à une forte augmentation
dans les années à venir du nombre de
médicaments génériques.
07.03 Maggie De Block (VLD): Dat is alleszins
goed nieuws. Op die manier zal het werk van de
commissie verlicht worden omdat het aantal
dossiers sterk zal teruglopen. Dat is belangrijk
omdat verwacht wordt dat het aantal generica de
komende jaren nog sterk zal toenemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les arrêtés
d'exécution relatifs aux droits des volontaires"
(n° 8599)
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la loi sur les
droits des volontaires" (n° 8644)
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
uitvoeringsbesluiten betreffende de rechten van
de vrijwilligers" (nr. 8599)
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de wet
betreffende de rechten van vrijwillligers"
(nr. 8644)
08.01 Greta D'hondt (CD&V): La nouvelle loi
relative aux droits des volontaires a été publiée au
Moniteur belge le 29 août 2005. La plupart des ses
dispositions n'entreront toutefois en vigueur que le
1er février 2006. Ce délai est nécessaire pour
permettre aux volontaires, à leurs organisations,
aux sociétés d'assurance et aux pouvoirs publics
de se préparer à la nouvelle situation.


Il reste en outre à prendre un certain nombre
d'arrêtés d'exécution, concernant notamment le
régime des assurances, l'application du droit du
travail et le contrôle des activités des volontaires.


Quand ces arrêtés verront-ils le jour
? Des
problèmes spécifiques en retardent-ils la
rédaction ? Quels en seront les éléments majeurs?
08.01 Greta D'hondt (CD&V): De nieuwe wet
betreffende de rechten van de vrijwilligers
verscheen op 29 augustus 2005 in het Belgisch
Staatsblad. De meeste bepalingen ervan treden
echter pas op 1 februari 2006 in werking. Deze
aanlooptijd is nodig om het de vrijwilligers, hun
organisaties, de verzekeringsmaatschappijen en de
overheid mogelijk te maken zich op de gewijzigde
situatie voor te bereiden.

Er moet bovendien nog een aantal
uitvoeringsbesluiten worden genomen, onder meer
inzake de regeling voor de verzekeringen, de
toepassing van het arbeidsrecht en de controle op
de activiteiten van de vrijwilligers.

Wanneer zullen die besluiten het daglicht zien?
Wordt de redactie ervan vertraagd door specifieke
problemen? Wat zijn de belangrijkste elementen die
in de besluiten zullen staan?
08.02 Benoît Drèze (cdH): En Belgique, il y a près
de 100.000 associations et 1,5 million de
bénévoles. Nous estimons qu'ils méritent aussi une
certaine priorité.

Concernant les sanctions prévues lorsqu'une
association se trouve en défaut d'assurance
responsabilité civile, M. Verwilghen déclare devoir
se concerter avec vous.


La question se pose de savoir si les membres qui
ne sont pas administrateurs sont aussi à considérer
08.02 Benoît Drèze (cdH): België telt om en bij
100
000 vrijwilligersorganisaties en 1,5 miljoen
vrijwilligers. Die verdienen volgens ons ook enige
prioriteit.


Wat de sancties betreft die kunnen worden
opgelegd wanneer een vereniging nalaat een
burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering af te
sluiten, verklaarde minister Verwilghen dat hij
daarover nog met u moet overleggen.

Vraag is of de leden die geen bestuurder zijn ook
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
11
comme des volontaires. Je rappelle que la loi
prévoit, au dernier alinéa de l'article 5, que "la
personne qui signe en tant que volontaire la note
d'organisation d'une association de fait est
présumée de manière irréfragable ne pas être
membre de cette organisation de fait". Dès lors, si
tous les membres sont à considérer comme des
volontaires, il se pose un problème d'insécurité
juridique en matière de responsabilité.

Dans le cas d'un volontaire salarié au sein de la
même association, confirmez-vous qu'il peut
également obtenir le remboursement de frais
indépendamment du salaire ou des avantages qu'il
perçoit en tant que salarié ?
als vrijwilligers moeten worden beschouwd. Ik wijs
erop dat de wet in dat verband bepaalt dat "de
persoon die de organisatienota van een feitelijke
vereniging tekent als vrijwilliger, onweerlegbaar
vermoed wordt geen lid van die feitelijke vereniging
te zijn". Indien alle leden als vrijwilliger moeten
worden beschouwd, ontstaat echter
rechtsonzekerheid op het vlak van de
aansprakelijkheid.


Bevestigt u dat een vrijwilliger die voor dezelfde
vereniging ook in loondienst werkt, een
kostenvergoeding kan krijgen naast zijn loon en de
voordelen die hij als loontrekkende ontvangt?
Aucune ambiguïté ne doit subsister sur cette
situation où quelqu'un est à la fois volontaire et
salarié.

Peu après le vote de la loi, vous avez demandé à
vos collègues des Communautés et Régions de
réfléchir au rôle de facilitateur qu'elles pourraient
jouer en termes d'assurances collectives. Des
réponses ont été fournies. Des réponses
complémentaires vous sont-elles parvenues
?
Dans l'affirmative, pouvez-vous nous les
communiquer ?
Er mag geen enkele dubbelzinnigheid meer
bestaan met betrekking tot die situatie waarbij
iemand tegelijkertijd vrijwilliger en werknemer is.

Kort nadat de wet was aangenomen, heeft u uw
collega's van de Gemeenschappen en de
Gewesten gevraagd zich te bezinnen over de rol
van facilitator die zij met betrekking tot de
collectieve verzekeringen zouden kunnen spelen.
Er werden antwoorden gegeven. Heeft u nog
bijkomende antwoorden ontvangen? Zo ja, kan u
ons die meedelen?
08.03 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Les arrêtés d'exécution qui se rapportent
spécifiquement au droit du travail seront publiés
d'ici au 1
e
juillet 2006, date de l'entrée en vigueur
de l'article 9 de la nouvelle loi.

La nouvelle loi relative aux volontaires ressortit à la
compétence de plusieurs ministres. Le SPF
Sécurité sociale a été chargé d'analyser
scrupuleusement la loi afin d'établir une liste des
arrêtés d'exécution requis. Au cours d'une réunion
qui sera convoquée à cet effet, toutes les
informations nécessaires et susceptibles de
contribuer à la rédaction rapide des arrêtés seront
rassemblées.

L'objectif est de publier avant le 1
e
février 2006 les
arrêtés d'exécution qui ne relèvent pas des
dispositions relatives au droit du travail.
08.03 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
uitvoeringsbesluiten die specifiek betrekking
hebben op het arbeidsrecht, zullen gepubliceerd
worden tegen 1 juli 2006, datum waarop artikel 9
van de nieuwe wet in werking treedt.

De nieuwe wet op de vrijwilligers valt onder de
bevoegdheid van meerdere ministers. De FOD
Sociale Zekerheid heeft de opdracht gekregen de
wet zeer nauwkeurig na te kijken teneinde een lijst
op te stellen van de uitvoeringsbesluiten die nodig
zijn. Hiertoe wordt er een vergadering
bijeengeroepen waarop alle nodige informatie wordt
verzameld die kan bijdragen tot een snelle redactie
van de besluiten.

Het is de bedoeling de uitvoeringsbesluiten die
buiten de arbeidsrechtelijke bepalingen vallen, te
publiceren voor 1 februari 2006.
(En français) A M. Drèze, j'indiquerai que le dernier
alinéa de l'article 5 a pour but d'éviter à toute
personne qui vient aider une association de fait de
se retrouver responsable de tout ce qui peut s'y
passer.
(Frans) De heer Drèze antwoord ik dat het laatste
lid van artikel 5 tot doel heeft te voorkomen dat
eenieder die zich inzet voor een feitelijke vereniging
aansprakelijk kan worden gesteld voor alles wat
daar kan gebeuren.
J'ai demandé au Conseil supérieur des volontaires
de gérer au mieux cette communication. Il travaille
sur une proposition de note d'organisation
Ik heb de Hoge Raad voor de vrijwilligers gevraagd
die informatie zo duidelijk mogelijk te
communiceren. De Raad bereidt een voorstel van
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
12
standard. Par ailleurs, il a créé un groupe de travail
portant sur la problématique des assurances. C'est
donc lui qui est le mieux à même de vous
communiquer des informations et qui joue un rôle
de facilitateur.
standaardorganisatienota voor. Daarnaast werd
een werkgroep rond de verzekeringsproblematiek
opgericht. De Raad is dus het aangewezen
informatiekanaal en speelt een faciliterende rol.
08.04 Greta D'hondt (CD&V): J'espère que j'ai mal
compris. Avez-vous dit que les arrêtés d'exécution
en matière de droit du travail ne seraient prêts que
le 1
er
juillet 2006 ? En effet, il ne me paraît pas
envisageable d'attendre au-delà du 1
er
février pour
les finaliser car le secteur des volontaires disposera
d'un délai légal de six mois pour s'adapter à la
nouvelle loi, qui ne sera connue dans son
intégralité qu'au moment de la publication de ses
arrêtés d'exécution.

J'espère que le gouvernement fait vraiment ce qu'il
peut pour préparer avant le 1
er
février non
seulement les arrêtés en matière de droit du travail
mais aussi les arrêtés d'exécution.
08.04 Greta D'hondt (CD&V): Ik hoop dat ik het
verkeerd heb begrepen dat de uitvoeringsbesluiten
in verband met het arbeidsrecht pas op 1 juli 2006
klaar zullen zijn. Het lijkt me niet mogelijk daarmee
langer te wachten dan 1 februari, aangezien de
vrijwilligerssector wettelijk zes maanden krijgt om
zich aan te passen aan de nieuwe wet, die pas
volledig bekend zal zijn bij de publicatie van de
uitvoeringsbesluiten.


Ik hoop dat de regering zich er echt voor inzet om
op 1 februari niet alleen de besluiten in verband
met het arbeidsrecht, maar alle uitvoeringsbesluiten
klaar te hebben.
08.05 Benoît Drèze (cdH): Quand je cite l'article 5
dernier alinéa, c'est pour mettre en évidence le fait
que si l'on considère que tous les membres sont
volontaires, il y aurait un problème. Dans les ASBL,
les membres sont-ils, par le simple fait d'être
membres, à considérer comme volontaires ou
non ?
08.05 Benoît Drèze (cdH): Als ik verwijs naar het
laatste lid van artikel 5, dan is dat om te
beklemtonen dat er een probleem zou rijzen als
men ervan uitgaat dat alle leden vrijwilligers zijn.
Moeten de leden van een vzw, louter door hun
hoedanigheid van lid, al of niet als vrijwilligers
worden beschouwd?
08.06 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Sincèrement, je n'en sais absolument rien. J'ai
compris, la semaine dernière, que la question
portait sur toutes les associations. Je redemanderai
donc une réponse portant sur les ASBL.
08.06 Minister Rudy Demotte (Frans): Ik zou het
eerlijk gezegd niet weten. Ik heb vorige week
begrepen dat de vraag betrekking had op alle
verenigingen. Ik zal dus vragen dat men mij een
specifiek antwoord met betrekking tot vzw's
bezorgt.
L'incident est clos
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'instauration d'un chèque-sport" (n° 8667)
09 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het invoeren van de sportcheque"
(nr. 8667)
09.01 Benoît Drèze (cdH) : Vous avez récemment
préconisé l'instauration d'un chèque-sport qui
consisterait à rémunérer les travailleurs tout en les
faisant bénéficier d'une réduction fiscale.
09.01 Benoît Drèze (cdH): U pleitte onlangs voor
de invoering van een sportcheque. Die zou als een
vorm van loon aan de werknemers worden
toegekend, die tegelijkertijd aanspraak zouden
maken op een belastingvermindering.
09.02 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Sociale, oui.
09.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Met een
sociaal karakter, inderdaad.
09.03 Benoît Drèze (cdH) : Où en sont les
discussions autour de cette proposition entre le
gouvernement, les syndicats et les Communautés ?
Etes-vous seul compétent en la matière ? Quel
09.03 Benoît Drèze (cdH): Hoe staat het met de
besprekingen tussen de regering, de vakbonden en
de Gemeenschappen over dat voorstel? Bent u als
enige bevoegd voor dit dossier? Welk prijskaartje
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
13
budget envisage-t-on ? Quel sera l'impact de cette
mesure sur les personnes actives dans le domaine
du sport et qui se situent à la frontière entre le
travail salarié et le bénévolat ?

M. Éric Massin et Mme Valérie Deom annoncent
également des initiatives en matière sportive et
artistique. Une réflexion globale n'aurait-elle pas
été plus profitable que ces initiatives éparses ?
hangt er aan die maatregel? Wat kan hij betekenen
voor personen die actief zijn in de sportwereld en
waarvan het statuut ergens tussen loontrekkende
en vrijwilliger in zweeft?

De heer Massin en mevrouw Déom kondigden ook
al initiatieven op het vlak van de sport en de
kunsten aan. Zou een allesomvattende reflectie
daarover niet nuttiger zijn dan die versnipperde
initiatieven?
09.04 Rudy Demotte, ministre (en français) : Mes
collègues du gouvernement ont accueilli
favorablement l'idée de chèques-sport et de
chèques-culture, qui sera mise en oeuvre en
concertation avec les deux Communautés, en
charge de la Culture et des Sports.

L'impact budgétaire de cette mesure est neutre car
ces chèques ne pourront être octroyés en
remplacement de tout ou partie de la rémunération
du travailleur. Il s'agit d'avantages
complémentaires.

Les modalités de mise en oeuvre prévoient
explicitement la concertation. Comme les chèques-
repas, l'octroi de ces chèques devra être prévu par
une convention collective de travail sectorielle ou
d'entreprise, voire de manière individuelle en
l'absence de convention collective de travail. Au
sein d'une même entreprise, cet avantage ne peut
être un outil de discrimination, d'incitation à la
productivité, etc.

Quant à l'impact de cette mesure sur les personnes
actives dans le domaine du sport et qui sont à la
frontière entre le travail salarié et le volontariat, je
rappelle que cet avantage ne sera accordé qu'aux
travailleurs salariés.
09.04 Minister Rudy Demotte (Frans): Mijn
collega's van de regering hebben het idee van
sportcheques en cultuurcheques positief onthaald.
Dat idee zal dan ook uitgevoerd worden in
samenspraak met de twee Gemeenschappen die
voor cultuur en sport bevoegd zijn.

Deze maatregel zal budgettair neutraal zijn want
die cheques mogen niet worden toegekend ter
vervanging van de bezoldiging van de werknemer
noch van een deel ervan. Het gaat om aanvullende
voordelen.

De uitvoeringsmodaliteiten voorzien uitdrukkelijk in
overleg. Zoals voor de maaltijdcheques moet in de
toekenning van die cheques worden voorzien door
een collectieve arbeidsovereenkomst op sectoraal
niveau of binnen het bedrijf, of zelfs op individuele
basis bij gebrek aan een CAO. Binnen éénzelfde
onderneming kan dat voordeel niet worden gebruikt
om werknemers te discrimineren of om ze tot meer
productiviteit aan te zetten, enz.

Inzake de weerslag van die maatregel op mensen
die in de sportwereld actief zijn en die zich in een
grijze zone tussen het statuut van werknemer en
dat van vrijwilliger bevinden, herinner ik eraan dat
dit voordeel enkel aan werknemers wordt
toegekend.
09.05 Benoît Drèze (cdH) : C'est a priori, et non
ex post, que vous dites que la mesure sera neutre
pour les finances publiques. Si une entreprise
décide d'affecter une marge à des chèques sport
pour son personnel, elle ne le fera pas par une
rémunération classique soumise à cotisations.
09.05 Benoît Drèze (cdH): U zegt vooraf en niet
achteraf dat die maatregel geen weerslag zal
hebben op de overheidsfinanciën. Als een bedrijf
besluit om een marge aan te wenden voor
sportcheques ten behoeve van het personeel, zal
dit niet gebeuren via een klassieke, aan de betaling
van sociale-zekerheidsbijdragen onderworpen,
loon.
09.06 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Macro-économiquement parlant, cela générera
aussi de l'activité dans les domaines de la culture
et des sports, domaines très générateurs d'emplois.
Il pourrait y avoir un retour positif pour la sécurité
sociale.
09.06 Minister Rudy Demotte (Frans): Macro-
economisch gezien zal dit ook voor activiteit zorgen
in de cultuur- en sportsector, waar zeer veel banen
worden geschapen. Er zou dus een positieve
feedback kunnen ontstaan voor de sociale
zekerheid.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
14
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'estimation d'une tendance de croissance sous-
jacente des dépenses de soins de santé"
(n° 8668)
10 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de raming van een onderliggende tendens
tot stijging van de uitgaven in de
ziekteverzekering" (nr. 8668)
10.01 Benoît Drèze (cdH)
: Dans l'annexe
budgétaire de la déclaration gouvernementale, le
premier ministre envisageait une tendance de
croissance sous-jacente des dépenses de soins de
santé à hauteur de 3 %, hors inflation, en 2006.
Qu'entend-il par tendance de croissance sous-
jacente ? Quelle est l'influence de cette tendance
de croissance sous-jacente sur la norme de
croissance des dépenses de soins de santé fixée à
4,5 %? Quelle sera l'affectation de la marge qui
existe entre ces fameux 3 % et les 4,5 %?
10.01 Benoît Drèze (cdH): In de begrotingsbijlage
van de regeringsverklaring hield de eerste minister
een onderliggende groeitrend van de uitgaven voor
de gezondheidszorg ten belope van 3 procent
buiten inflatie in 2006 voor ogen. Wat verstaat hij
onder onderliggende groeitrend? Wat is de invloed
van die onderliggende groeitrend op de groeinorm
van de uitgaven voor de gezondheidszorg die werd
vastgelegd op 4,5 procent? Hoe zal de marge
tussen die bewuste 3 procent en die 4,5 procent
worden besteed?
10.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : La
norme de croissance des dépenses est
effectivement en soins de santé de 4,5 % hors
inflation. Sur le plan politique, l'objectif consiste à
offrir la couverture de soins que la population est en
droit d'attendre.



Il existe plusieurs raisons pour parler d'une
tendance autour de 3 %. La première est la
création, dans les soins de santé, d'un amortisseur
financier de l'ordre de 80 millions d'euros. Un
deuxième élément concerne la fusion des deux
MAF (maximum à facturer, le MAF social et le MAF
fiscal, qui génère une dépense conjoncturelle mais
aussi des économies structurelles. Enfin, la
détermination de ce chiffre se justifie par les choix
faits autour du financement du non-marchand.


On se rapproche progressivement du scénario de
la Commission d'étude du vieillissement où l'on
parlait de quelque 2,8 %. Dans une logique de plus
long terme, la durabilité du système, avec une telle
croissance, est davantage garantie que si nous
laissons filer les dépenses.
10.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De
groeinorm voor de uitgaven in de gezondheidszorg
bedraagt inderdaad 4,5 procent buiten inflatie. De
politieke doelstelling bestaat erin het
terugbetalingsniveau van de medische
zorgverlening met de terechte verwachtingen van
de bevolking in overeenstemming te brengen.

Er zijn verschillende redenen waarom de trend op
ongeveer drie procent wordt geschat. De eerste is
de invoering van een financiële schokdemper ten
bedrage van 80 miljoen euro in de
gezondheidszorg. Een tweede element betreft het
samengaan van de twee maximumfacturen ­ de
sociale en de fiscale ­, wat zowel conjuncturele
uitgaven als structurele besparingen meebrengt.
Ten slotte wordt dat cijfer gerechtvaardigd door de
keuzes die inzake de financiering van de non-
profitsector werden gemaakt.

We komen steeds dichter bij het scenario en de
trend van 2,8 procent die door de Studiecommissie
voor de vergrijzing werden vooropgesteld. In een
logica op langere termijn en rekening houdend met
een dergelijke groei, is de duurzaamheid van het
systeem beter gevrijwaard dan wanneer we de
uitgaven ongecontroleerd laten toenemen.
10.03 Benoît Drèze (cdH) : On peut en déduire
deux choses. Soit on a en 2006 un budget avec
une norme hors inflation de 4,5 % mais si on en
exclut les éléments considérés comme
conjoncturels, la tendance lourde en-dessous, c'est
3 %; soit on pourrait se dire que dans les années
ultérieures à 2006, on continue à 4,5 % en sachant
qu'on dispose d'une marge de 1,5 % pour des
politiques nouvelles. Ce n'est pas du tout la même
10.03 Benoît Drèze (cdH): Daar kan men twee
dingen uit afleiden. Ofwel heeft men in 2006 een
begroting met een groeinorm van 4,5 procent
buiten inflatie, maar als men de conjuncturele
elementen buiten beschouwing laat, bedraagt de
zware onderliggende trend 3 procent. Ofwel gaat
men ervan uit dat de groeinorm na 2006 4,5
procent blijft bedragen en houdt men rekening met
een marge van 1,5 procent voor nieuwe
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
15
chose. Les travaux sur le vieillissement évoquent
une norme de croissance en soins de santé de
2,8
%. Votre idée est-elle de préparer
structurellement les hypothèses de notre budget
des soins de santé pour qu'on puisse démarrer à
3 % en 2007 ou préparez-vous une marge pour
pouvoir répondre en cours de route à des besoins
nouveaux ?
beleidslijnen. Dat zijn twee totaal verschillende
denkpistes. Tijdens de werkzaamheden rond de
vergrijzing werd een groeinorm van 2,8 procent in
de gezondheidszorg vooropgesteld. Bent u
voornemens de hypotheses inzake de begroting
voor de gezondheidszorg structureel voor te
bereiden, zodat we in 2007 van een norm van drie
procent kunnen vertrekken? Of voorziet u in een
marge om indien nodig aan nieuwe behoeften te
kunnen voldoen?
10.04 Rudy Demotte, ministre (en français) :
L'option est la durabilité du système. Les mesures
que nous prenons sur 2006 qui auront un caractère
original concernent environ 140 millions. On est
vraiment à la marge mais on répond à certains
besoins auxquels on ne pouvait pas répondre
antérieurement.
Pour arriver à dégager progressivement des
moyens, il faut aller chercher ailleurs. C'est ce que
j'essaie d'organiser pour l'ensemble du système
des soins de santé.
10.04 Minister Rudy Demotte (Frans): De
duurzaamheid van het systeem is de voornaamste
bekommernis. De nieuwe maatregelen die wij voor
2006 nemen, vertegenwoordigen ongeveer 140
miljoen euro. Daarmee zitten we echt op het randje,
maar we komen tegemoet aan bepaalde behoeften
waarop we voordien niet konden ingaan.
Om stapsgewijs middelen te kunnen vrijmaken,
moeten we elders gaan kijken. Dat is net wat ik
voor het geheel van de gezondheidszorg tracht te
bewerkstelligen.
10.05 Rudy Demotte, ministre (en français) : Le
but, c'est de se rapprocher du scénario des 3 %.
10.05 Minister Rudy Demotte (Frans): Het is de
bedoeling het scenario van de 3 procent te
benaderen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
réductions de cotisations patronales sur les bas
salaires" (n° 8677)
11 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de verlaging van de werkgeversbijdragen
voor lage lonen" (nr. 8677)
11.01 Benoît Drèze (cdH) : Lorsqu'elle était
ministre de l'Emploi, Mme Onkelinx avait indiqué
que, dans un avenir proche, les cotisations sociales
patronales seraient nulles au niveau du salaire
minimum. Ce n'est toujours pas le cas.

Le cdH plaide pour une suppression totale des
cotisations jusqu'à un salaire de 1 360 euros par
mois. Au-delà, la réduction diminuerait jusqu'à
rejoindre le montant forfaitaire de base au niveau
de salaire de 1 960 euros par mois.



Nous avions estimé le coût d'un tel renforcement à
environ 800 millions d'euros. En séance plénière,
vous estimiez que ce surcoût représenterait près
de 2,3 milliards d'euros. Pouvez-vous nous indiquer
à quoi correspond ce chiffre élevé?


Par ailleurs, dans votre note de juillet dernier, vous
proposiez 450 millions d'euros de réduction
11.01 Benoît Drèze (cdH): Toen ze minister van
Werk was, verklaarde mevrouw Onkelinx dat de
werkgeversbijdragen voor de laagste lonen op
korte termijn zouden worden afgeschaft. Dat is
echter nog steeds niet gebeurd.

Het cdH pleit ervoor alle bijdragen op de lonen tot
1 360 euro per maand af te schaffen. Voor de lonen
boven dat maandbedrag stelt het cdH een sterk
verminderde werkgeversbijdrage voor, die
stapsgewijs stijgt tot het forfaitaire basisbedrag van
de werkgeversbijdrage die thans op een
maandloon van 1 960 euro verschuldigd is.

Wij hadden de kostprijs van een dergelijke operatie
op ongeveer 800 miljoen euro geraamd. Tijdens de
plenaire vergadering verklaarde u evenwel dat de
meerkosten bijna 2,3 miljard euro zouden
bedragen. Kan u ons zeggen waarmee dat hoge
bedrag overeenstemt?

Bovendien stelde u in uw nota van juli jongstleden
voor om de werkgeversbijdragen voor de lage
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
16
supplémentaire pour les bas salaires. À quelle
mesure pensiez-vous ?
lonen nog eens met 450 miljoen te verlagen. Welke
maatregel had u toen voor ogen?
11.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Je
suis également d'avis qu'il faut renforcer les
dispositifs de réduction du coût du travail ciblés sur
les bas salaires.

Dans ma note de juillet, je proposais une mesure
de réduction visant l'ensemble des salariés ayant
un salaire inférieur à 1 960 euros par mois.


Quant à l'estimation de 2,03 milliards - et non 2,3
milliards cités en séance plénière -, elle visait une
exonération du RMMG et une dégressivité jusqu'à
un revenu de 3 000 euros par mois. Il est, en effet,
essentiel d'éviter des dégressivités brutales, car
celles-ci représentent un risque important de piège
aux bas salaires. Votre proposition n'intègre pas cet
élément, d'où la différence.




Quant aux réductions de charges, les réductions
visées aujourd'hui concernent les bas salaires
« jeunes ». On travaille dans une logique à peu
près semblable, avec une borne "indexée" en
fonction de l'évolution barémique, pour les
travailleurs âgés. Les négociations portent sur un
montant total de réductions de charges sur ces
deux catégories de 500 à 550 millions.
11.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Ik ben
eveneens de mening toegedaan dat de op de lage
lonen toegespitste regelingen inzake de
vermindering van de arbeidskost moeten worden
aangescherpt.

In mijn nota van juli stelde ik een
verminderingsmaatregel voor ten gunste van alle
werknemers die minder dan 1 960 euro per maand
verdienen.

De raming van 2,03 miljard ­ en niet 2,3 miljard
zoals in de plenaire vergadering werd vermeld ­
zou een vrijstelling van de bijdragen voor de
minimumlonen en een degressiviteit tot een
maandelijks inkomen van 3 000 euro beogen. Het
is immers van essentieel belang dat brute
degressiviteitsregelingen worden voorkomen,
omdat er een groot gevaar is dat zij nadelig zijn
voor de mensen met lage lonen. In uw voorstel
wordt met dat element geen rekening gehouden, en
dat verklaart het verschil.

De lastenverminderingen die vandaag worden
beoogd, hebben betrekking op de "jongeren" met
een laag loon. Voor de oudere werknemers,
werken we met min of meer dezelfde logica, met
een limiet die wordt "geïndexeerd" afhankelijk van
de evolutie van de loonschaal. De
onderhandelingen hebben betrekking op een
totaalbedrag van lastenvermindering voor beide
categorieën van 500 tot 550 miljoen.
11.03 Benoît Drèze (cdH) : Je conviens que, si
cette fameuse pente est trop abrupte, il peut y avoir
piège. Mais, si on la fait trop « douce », il y a une
dilution complète des moyens.

Le bas salaire dans un secteur n'est pas le même
que le bas salaire dans un autre. Des secteurs
puissants, où le salaire minimum est élevé,
demandent leur part de gâteau. C'est une logique à
laquelle je ne souscris pas. En matière d'emploi, le
but n'est pas d'offrir du pouvoir d'achat mais bien
de créer des emplois supplémentaires.

Je suis convaincu que 3 000 euros est un plafond
beaucoup trop élevé. Je souhaite disposer d'une
étude rigoureuse pour pouvoir déterminer, au
regard du seul critère de l'emploi, quels sont les
bons seuils à appliquer, de manière à obtenir à la
fois une pente adéquate et un coût acceptable pour
les finances publiques. Il est évident que si la
réponse est : «C'est 2,03 milliards», cela ne se fera
pas avant très longtemps. Et cela serait
11.03 Benoît Drèze (cdH): Ik geef toe dat als die
fameuze curve te steil zou blijken, er een val zou
kunnen zijn. Maar als men ze te "zacht" maakt, dan
worden de middelen volledig uitgedund.

Lage lonen in één sector zijn niet dezelfde als lage
lonen in een andere sector. Krachtige sectoren
waar het minimumloon hoog ligt, eisen hun deel
van de koek. Die logica onderschrijf ik niet. Inzake
werkgelegenheid is het niet de bedoeling
koopkracht te bieden maar wel bijkomende
arbeidsplaatsen te scheppen.

Ik ben ervan overtuigd dat 3 000 euro een veel te
hoog grensbedrag is. Ik wil beschikken over een
zeer ernstige studie om enkel en alleen op grond
van het criterium "werkgelegenheid" uit te kunnen
maken welke drempels moeten toegepast worden
om zodoende een aangepaste curve en een
aanvaardbaar kostenplaatje voor de
overheidsfinanciën te verkrijgen. Het is duidelijk dat
als het antwoord "het is 2, 03 miljard" is, een en
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
17
extrêmement dommageable.
ander pas veel zal kunnen worden doorgevoerd. En
dat zou zeer nadelig zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les mesures de fin de carrière pour
les travailleurs du secteur non marchant"
(n° 8683)
12 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de maatregelen inzake de
eindeloopbaan voor werknemers in de non-
profitsector" (nr. 8683)
12.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): L'accord
fédéral relatif aux soins de santé dans le secteur
public prévoit des jours de congé supplémentaires
en faveur des personnes âgées de 52 ans et plus.
Pour certains, ce système constitue en fait un piège
à l'inactivité, par exemple pour les chômeurs ou les
ex-indépendants qui souhaitent réintégrer le
marché du travail.

Est-il possible de renoncer à ces jours ? Les
employeurs risquent-ils de rencontrer des
problèmes de ce fait ? Cette mesure est-elle
conciliable avec le Pacte de solidarité entre
générations ?
12.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Volgens het
federaal gezondheidsakkoord voor de publieke
sector hebben mensen vanaf 52 jaar recht op meer
vakantiedagen. Voor sommigen blijkt dit een
inactiviteitsval te zijn, bijvoorbeeld voor werklozen
of ex-zelfstandigen die aan de slag willen.



Kunnen mensen van die dagen afzien? Krijgen
werkgevers daar dan problemen mee? Is deze
maatregel verzoenbaar met het Generatiepact?
12.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
L'octroi de jours de congé supplémentaires en
faveur des travailleurs des secteurs fédéraux de la
santé qui ne peuvent bénéficier de la mesure de
dispense des prestations de travail cadre
parfaitement avec la mesure n° 15 du pacte de
solidarité entre générations. Cette mesure ne
constitue nullement un piège à l'inactivité : le
revenu professionnel ne baisse pas et les
conditions de travail tiennent mieux compte de
l'âge. Le travailleur ne peut renoncer aux jours de
congé annuels. L'employeur doit permettre aux
travailleurs de prendre les jours de congé
supplémentaires. La situation n'a donc pas changé.
Les négociations menées par les secteurs fédéraux
de la santé ont anticipé le pacte de solidarité entre
générations et ne sont aucunement en
contradiction avec celui-ci. Ces négociations ont
tenu compte de la diversité des situations
professionnelles du personnel des différents
secteurs ainsi que de la diversité des conditions de
travail de l'ensemble des catégories de personnel.
Les personnes âgées de plus de 52 ans dans les
secteurs fédéraux de la santé conservent leur place
sur le marché du travail.
12.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
toekenning van bijkomende vakantiedagen ten
gunste van de werknemers van de federale
gezondheidssectoren die geen aanspraak kunnen
maken op de maatregel 'vrijstelling van
arbeidsprestaties' kadert perfect in maatregel 15
van het Generatiepact. De maatregel is geenszins
een inactiviteitsval: het arbeidsinkomen daalt niet
en de arbeidsvoorwaarden houden beter rekening
met de leeftijd. De werknemer mag niet afzien van
de jaarlijkse vakantiedagen. De werkgever moet de
werknemers in staat stellen de bijkomende
vakantiedagen op te nemen. De toestand is dus
niet gewijzigd. De onderhandelingen van de
federale gezondheidssectoren hebben
geanticipeerd op het Generatiepact en zijn
geenszins in strijd met dit pact. Deze
onderhandelingen hebben rekening gehouden met
de verschillende arbeidstoestand van het personeel
van de verschillende sectoren en de verschillende
arbeidsvoorwaarden van alle
personeelscategorieën. De 52-plussers uit de
federale gezondheidssectoren behouden hun
plaats op de arbeidsmarkt.
12.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) : Je
maintiens qu'il s'agit d'un piège à l'emploi. Les
maisons de repos rencontrent des difficultés
financières dues au sous-financement et insistent,
au moment du recrutement, sur les jours de
12.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Ik ga er niet
mee akkoord dat dit geen inactiviteitsval is. De
rusthuizen hebben het door de onderfinanciering
financieel moeilijk en laten de bijkomende
vakantiedagen doorwegen bij wervingen, zelfs als
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26/10/2005
CRABV 51
COM 728
18
vacances supplémentaires, même si le candidat ne
les demande pas. On constate donc dans la
pratique l'inverse de ce que prétend le ministre. Le
personnel d'entretien et de cuisine âgé de plus de
52 ans ne trouvera plus de travail.
de sollicitant niet vraagt om deze bijkomende
vakantiedagen. De praktijk bewijst het tegendeel
van wat de minister zegt. Onderhoudsmensen en
keukenpersoneel ouder dan 52 zullen niet meer
aan de bak komen.
12.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) : Il
s'agit aussi d'autres catégories de personnel, tels
les infirmiers. Les négociations ont trait à des
mesures générales.
12.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
gaat ook over andere personeelscategorieën, zoals
verpleegkundigen. Er wordt onderhandeld over
algemenere maatregelen.
Le président : Nous avons tenu sur le sujet une
audition intéressante dans le cadre du
vieillissement. La réduction du temps de travail a
pour effet que les gens travaillent jusqu'à un âge
plus avancé. Le problème esquissé par Mme
Lahaye-Battheu concerne plutôt le financement du
secteur non marchand.
De voorzitter: We hebben over dit onderwerp een
interessante hoorzitting gehouden in het kader van
de vergrijzing. Korter werken houdt mensen langer
aan de slag. Het probleem dat mevrouw Lahaye-
Battheu schetst, houdt veeleer verband met de
financiering van de non-profitsector.
12.05 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
La situation est différente dans les pays
scandinaves parce qu'on y fait preuve de plus de
souplesse tout au long de la carrière. Nous nous
distinguons par un type de combinaison qui peut
engendrer la frustration.
12.05 Minister Rudy Demotte (Nederlands):
Omdat de Scandinavische landen tijdens de
carrière veel soepeler zijn, kennen ze daar een
andere situatie. Wij hebben een mengvorm die
soms voor frustratie zorgt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
cotisation du pécule de vacances" (n° 8712)
13 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de bijdrage op het vakantiegeld" (nr. 8712)
13.01 Benoît Drèze (cdH) : La mesure annoncée
dans la déclaration gouvernementale qui consiste à
percevoir la cotisation sur le pécule de vacances de
sortie auprès de l'employeur précédent plutôt
qu'auprès du nouvel employeur rapporterait, selon
la FEB, 250 millions d'euros en 2006 et 70 millions
d'euros en régime de croisière.

La FEB s'oppose à ces nouvelles charges
parafiscales pour les entreprises et dénonce les
difficultés administratives qui en découleraient. Ce
projet semble avoir été retiré du budget 2006.


Confirmez-vous ces informations? Si le retrait est
confirmé, comment la perte budgétaire sera-t-elle
compensée?
13.01 Benoît Drèze (cdH): In de beleidsverklaring
werd een maatregel aangekondigd die erin bestaat
de bijdrage op het vakantiegeld van uittredende
werknemers bij de voormalige werkgever te innen
en niet bij de nieuwe. Volgens het VBO zou die
maatregel in 2006 250 miljoen euro opbrengen en
70 miljoen euro eens hij op kruissnelheid is.

Het VBO is gekant tegen die nieuwe parafiscale
lasten voor de bedrijven en wijst op de
administratieve moeilijkheden die eruit voortvloeien.
Naar verluidt werd dat plan uit de begroting voor
2006 geschrapt.

Kan u die informatie bevestigen? Als een en ander
inderdaad niet doorgaat, hoe zal het
overeenstemmende begrotingsverlies dan worden
gecompenseerd?
13.02 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Cette mesure n'est effectivement pas reprise dans
les décisions du conclave budgétaire d'octobre
2005, et ce pour deux raisons.

Premièrement, il faut adapter l'arrêté royal du 30
13.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Die
maatregel werd inderdaad niet behouden als een
van de beslissingen van het begrotingsconclaaf van
oktober 2005, en wel om twee redenen.

Ten eerste is een aanpassing vereist van het
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 728
26/10/2005
19
mars 1967 qui détermine les modalités générales
d'exécution des lois relatives aux vacances
annuelles des travailleurs salariés, modification qui
nécessite que l'on consulte les partenaires sociaux.
Deuxièmement, la déclaration du pécule de sortie
suppose une adaptation des programmes
informatiques de la DMFA, adaptation qui doit tenir
compte des éléments nécessaires dans les
différents régimes de sécurité sociale et plus
particulièrement dans le régime des pensions.



L'estimation du rendement budgétaire de la mesure
envisagée réalisée par mes collaborateurs ne
diverge pas fondamentalement de celle de la FEB.



La difficulté principale se situe au niveau de la
déclaration ainsi que de la « débition » du pécule
de sortie, mais nullement au niveau de sa
perception. Le gouvernement a tenu compte du fait
que la mesure n'était pas retenue pour déterminer
le montant nécessaire à octroyer par le biais du
financement alternatif afin d'assurer l'équilibre
global de la sécurité sociale.
koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling
van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de
wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de
werknemers. Een dergelijke aanpassing vereist
overleg met de sociale partners. Ten tweede maakt
de aangifte van het vakantiegeld bij uittreding een
aanpassing van de computerprogramma's voor de
multifunctionele aangifte noodzakelijk. Daarbij moet
rekening worden gehouden met de nodige
elementen in de verschillende sociale
zekerheidsstelsels, meer bepaald in de
pensioenstelsels.

Zoals door mijn medewerkers werd berekend,
verschilt het geraamde begrotingsrendement dat de
vooropgestelde maatregel zou genereren niet
fundamenteel van de schatting die het VBO
maakte.

Het grootste probleem ligt bij de aangifte en bij het
debiteren van het vakantiegeld bij uittreding, en
geenszins bij de inning ervan. De regering heeft
rekening gehouden met het feit dat de maatregel
niet werd gehandhaafd bij het bepalen van het
bedrag dat door middel van de alternatieve
financiering wordt toegekend teneinde het globale
evenwicht van de sociale zekerheid te waarborgen.
13.03 Benoît Drèze (cdH) : Je comprends donc
que le budget 2006 sera présenté sans cette
cotisation.
13.03 Benoît Drèze (cdH):De begroting 2006 zal
dus worden voorgesteld zonder deze bijdrage.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
16 h 13.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.13 uur.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE

Document Outline