CRABV 51 COM 689
CRABV 51 COM 689
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
jeudi donderdag
14-07-2005 14-07-2005
Après-midi Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 689
14/07/2005
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre des
Affaires étrangères sur "l'usage des langues dans
les missions diplomatiques belges à l'étranger"
(n° 7721)
1
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het gebruik
van de talen bij de Belgische diplomatieke
zendingen in het buitenland" (nr. 7721)
1
Orateurs: Talbia Belhouari, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Talbia Belhouari, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. Bert Schoofs au ministre des
Affaires étrangères sur "le problème des
allocataires sociaux d'origine étrangère qui
possèdent une seconde résidence dans leur pays
d'origine" (n° 7796)
2
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "het probleem van
steuntrekkers van vreemde origine met een
tweede verblijf in het land van herkomst"
(nr. 7796)
2
Orateurs: Bert Schoofs, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Bert Schoofs, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. Mohammed Boukourna au
ministre des Affaires étrangères sur "le projet
d'élaboration d'un plan Schuman pour l'Afrique"
(n° 7836)
4
Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het project
betreffende het opstellen van een Schumanplan
voor Afrika" (nr. 7836)
4
Orateurs: Mohammed Boukourna, Karel De
Gucht, ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Mohammed Boukourna, Karel De
Gucht, minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. Gerolf Annemans au ministre des
Affaires étrangères sur "la révélation de l'existence
d'un réseau d'espions chinois" (n° 7847)
5
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
onthulling van het bestaan van een netwerk van
Chinese spionnen" (nr. 7847)
5
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van de
Vlaams Belang-fractie, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. Mohammed Boukourna au
ministre de la Coopération au Développement sur
"la réforme de l'organisation commune de marché
pour le sucre" (n° 7659)
6
Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de
minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
hervorming van de gemeenschappelijke
marktordening voor suiker" (nr. 7659)
6
Orateurs: Mohammed Boukourna, Karel De
Gucht, ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Mohammed Boukourna, Karel De
Gucht, minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. Guido Tastenhoye au ministre des
Affaires étrangères sur "les mesures prises ou à
prendre par son département pour réduire la
menace du terrorisme international" (n° 7890)
8
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
maatregelen die zijn departement heeft genomen
of zal nemen om de dreiging van het internationale
terrorisme te doen afnemen" (nr. 7890)
8
Orateurs: Guido Tastenhoye, Karel De
Gucht, ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Guido Tastenhoye, Karel De
Gucht, minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. Jacques Chabot au ministre des
Affaires étrangères sur "la relance de la
Communauté économique des pays des Grands
Lacs (CEPGL)" (n° 7893)
9
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het
reactiveren van de Economische Gemeenschap
van de landen van de Grote Meren (CEPGL)"
(nr. 7893)
9
Orateurs: Jacques Chabot, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Jacques Chabot, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de Mme Zoé Genot au ministre des
Affaires étrangères sur "le soutien au nouveau
pouvoir en Palestine" (n° 7895)
13
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de steun aan het
nieuwe bewind in Palestina" (nr. 7895)
13
Orateurs: Zoé Genot, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Zoé Genot, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 689
14/07/2005
1
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
JEUDI
14
JUILLET
2005
Après-midi
______
van
DONDERDAG
14
JULI
2005
Namiddag
______
La discussion des questions commence à 13 h 15
sous la présidence de M. Karel Pinxten.
De vragen vangen aan om 13.15 uur.
Voorzitter : de heer Karel Pinxten, voorzitter.
01 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre
des Affaires étrangères sur "l'usage des langues
dans les missions diplomatiques belges à
l'étranger" (n° 7721)
01 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het
gebruik van de talen bij de Belgische
diplomatieke zendingen in het buitenland"
(nr. 7721)
01.01 Talbia Belhouari (PS)
: Un citoyen
congolais qui avait formulé en français, à
l'ambassade de Belgique à Kinshasa, une
demande de visa, a reçu une décision de refus
valablement motivée mais rédigée en néerlandais.
Ne serait-il pas plus logique de répondre en
français, langue de la demande, surtout lorsque
cette dernière est formulée dans un pays
francophone ?
Quelles
recommandations
adressez-vous aux missions diplomatiques
belges ?
01.01 Talbia Belhouari (PS): Een Congolese
burger die bij de Belgische ambassade in Kinshasa
een in het Frans opgestelde visumaanvraag had
ingediend, verkreeg een met redenen omklede
beslissing tot weigering, die echter in het
Nederlands was opgesteld.
Zou het niet logischer zijn in het Frans te
antwoorden, de taal waarin de aanvraag was
opgesteld, temeer daar die aanvraag in een
Franstalig land werd ingediend? Welke
aanbevelingen richt u in dat verband tot de
Belgische diplomatieke zendingen?
01.02 Karel De Gucht, ministre (en français) :
C'est le SPF Intérieur, Office des Étrangers, qui est
compétent en matière d'accès au territoire, de
séjour, d'établissement et d'éloignement des
étrangers en Belgique.
01.02 Minister Karel De Gucht (Frans): Het is de
FOD Binnenlandse Zaken, Dienst
Vreemdelingenzaken, die in België bevoegd is voor
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Conformément à la loi du 29 juillet 1991 sur la
motivation des actes administratifs, l'Office notifie
par écrit les décisions prises, qui sont transmises
via les postes diplomatiques ou consulaires aux
étrangers résidant hors de notre territoire. Lesdits
postes se contentent donc de communiquer ces
actes, établis par l'Office dans une des langues
nationales.
La langue du traitement des dossiers dépend de
Overeenkomstig de wet van 29 juli 1991
betreffende de uitdrukkelijke motivering van de
bestuurshandelingen, betekent de Dienst de
genomen beslissingen schriftelijk. Via de
diplomatieke of consulaire posten worden ze aan
de vreemdelingen die niet op ons grondgebied
verblijven bezorgd. Die posten beperken zich dus
tot het meedelen van de beslissingen die door de
Dienst in een van de landstalen werden opgesteld.
De taal waarin de dossiers worden behandeld
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/07/2005
CRABV 51
COM 689
2
l'organisation interne de l'Office, qui relève du
ministre de l'Intérieur, et n'est pas toujours en
mesure de tenir compte de la langue du
demandeur. En général, d'ailleurs, les demandes
de visa sont faites via un réseau électronique et
impliquent un encodage par les agents de nos
postes à l'étranger.
La problématique des pays dits francophones a été
discutée entre mes services et l'Office, qui
s'efforcera de traiter en français les demandes
émanant de ces pays.
En même temps, les postes diplomatiques et
consulaires ont reçu instruction d'annexer aux
notifications des décisions la traduction officieuse
des motifs du refus. Une liste modèle des décisions
les plus courantes a été envoyée à ces postes, en
français, néerlandais, anglais, allemand et
espagnol, mais elle n'a pas de valeur obligatoire ;
cela dépend des effectifs et moyens des postes
concernés et de l'adéquation des décisions de
l'Office à ces modèles.
hangt samen met de interne organisatie van de
Dienst, die onder de bevoegdheid van de minister
van Binnenlandse Zaken valt. Het is niet altijd
mogelijk rekening te houden met de taal van de
aanvrager. Meestal worden de visumaanvragen
trouwens via een elektronisch netwerk ingediend
en moeten ze door de ambtenaren in onze
buitenlandse posten worden gecodeerd.
Het probleem van de zogenaamde francofone
landen werd al besproken door mijn diensten en de
Dienst Vreemdelingenzaken, die zal proberen om
de vragen uit die landen zoveel mogelijk in het
Frans te behandelen.
Tegelijkertijd werd de diplomatieke en consulaire
posten opgedragen de officieuze vertaling van de
redenen voor de weigering bij de betekeningen van
de beslissingen te voegen. Die posten kregen ook
een modellijst van de meest voorkomende
beslissingen in het Frans, het Nederlands, het
Engels, het Duits en het Spaans, maar het gebruik
ervan is niet verplicht. Of die lijst ook effectief wordt
gebruikt hangt af van de personeelssterkte en de
middelen van die posten en van de toepasbaarheid
van de modellen op de beslissingen van de Dienst
Vreemdelingenzaken.
Je vous suggère en tout cas de soumettre aussi
votre question au ministre de l'Intérieur.
Ik raad u in ieder geval aan om uw vraag ook aan
de minister van Binnenlandse Zaken te stellen.
01.03 Talbia Belhouari (PS) : Je ne suis qu'à
moitié satisfaite. Je vais certainement interroger le
ministre de l'Intérieur. Mais pour éviter des
incidents diplomatiques, pourquoi ne pourrait-on
imaginer une réponse bilingue (en français et
néerlandais) ? Chacun sait que notre pays,
représenté par nos postes à l'étranger, est bilingue.
D'autant que, dans le cas d'espèce, il s'agissait
d'une réponse de quelques lignes, qu'il n'aurait pas
été difficile de traduire.
01.03 Talbia Belhouari (PS): Uw antwoord is niet
helemaal bevredigend. Ik zal de minister van
Binnenlandse Zaken zeker ondervragen. Ik vraag
me evenwel af waarom men geen antwoord in de
twee landstalen (Frans en Nederlands) kan
verstrekken, teneinde diplomatieke incidenten te
voorkomen. Iedereen weet dat ons land, dat in het
buitenland door onze diplomatieke posten wordt
vertegenwoordigd, tweetalig is. En in dit geval ging
het om een antwoord van een paar regels dat
makkelijk te vertalen was geweest.
01.04 Karel De Gucht, ministre (en français) :
Nous ne faisons que transmettre ce qu'on obtient,
et nous ajoutons la traduction du document modèle
mais qui ne fait pas foi. Mais nous insistons pour
faciliter la prise en compte du caractère linguistique
du pays.
01.04 Minister Karel De Gucht (Frans): Wij geven
alleen maar door wat wij zelf ontvangen, en voegen
er de vertaling van het modeldocument bij, die geen
rechtsgeldigheid heeft. Wij dringen er evenwel op
aan dat met de specifieke taalsituatie van het land
rekening zou worden gehouden.
01.05 Talbia Belhouari (PS) : Mais c'est un texte
rédigé en Belgique ?
01.05 Talbia Belhouari (PS): Werd die tekst in
België opgesteld?
01.06 Karel De Gucht, ministre (en français) : Oui,
mais il n'est pas rédigé par mes services.
01.06 Minister Karel De Gucht (Frans): Ja, maar
niet door mijn diensten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 689
14/07/2005
3
02 Question de M. Bert Schoofs au ministre des
Affaires étrangères sur "le problème des
allocataires sociaux d'origine étrangère qui
possèdent une seconde résidence dans leur
pays d'origine" (n° 7796)
02 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het
probleem van steuntrekkers van vreemde origine
met een tweede verblijf in het land van herkomst"
(nr. 7796)
02.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang)
: De
nombreuses personnes d'origine étrangère, ayant
ou non la nationalité belge, possèdent une seconde
résidence dans leur pays d'origine. Il n'est pas rare
que ces personnes bénéficient ici à la fois d'un
revenu d'intégration ou d'autres allocations sociales
et, bien souvent, d'un logement social. Dans ce
cas, il est clair qu'elles sont injustement avantagées
par rapport aux autochtones et aux citoyens d'Etats
membres de l'UE, pour lesquels il est généralement
aisé de vérifier s'ils possèdent ou non des biens
immeubles à l'étranger.
Le ministre est-il prêt à conclure, avec les pays
d'origine de ces personnes, des traités sur la base
desquels il sera possible d'organiser un contrôle
efficace ? Accepterait-il d'inverser la charge de la
preuve lors de la demande d'une allocation ou d'un
logement social, de sorte que le candidat
allocataire soit obligé de fournir la preuve irréfutable
qu'il ne possède pas de bien dans son pays
d'origine ? Le ministre n'estime-t-il pas qu'il serait
opportun de se concerter à ce propos avec les
Régions et les Communautés ?
02.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Nogal wat
mensen van vreemde origine, al dan niet met de
Belgische nationaliteit, beschikken over een tweede
verblijf in hun land van herkomst. Niet zelden
genieten deze mensen hier niet alleen een leefloon
of andere sociale uitkeringen, maar zij beschikken
bovendien vaak over een sociale woning. Het is
duidelijk dat zij in dat geval een onrechtvaardig
voordeel hebben ten opzichte van autochtonen en
burgers van de EU-lidstaten, van wie men meestal
wel gemakkelijk kan nagaan of zij een onroerend
goed in het buitenland bezitten.
Is de minister bereid om met de landen van
herkomst verdragen te sluiten op basis waarvan
een efficiënte controle georganiseerd kan worden?
Is hij ervoor te vinden om de bewijslast bij de
aanvraag van een uitkering of een sociale woning
om te keren, zodat de kandidaat-steuntrekker
verplicht is om het onomstotelijke bewijs te leveren
dat hij niet over enig goed in zijn land van herkomst
beschikt? Vindt hij niet dat de Gewesten en de
Gemeenschappen hierbij betrokken moeten
worden?
02.02 Karel De Gucht, ministre (en néerlandais) :
La question porte sur une matière ressortissant à la
compétence du ministre des Finances. La Belgique
a conclu 80 conventions visant à éviter les doubles
impositions avec des pays tiers qui permettent
l'échange d'informations. Des conventions de ce
type ont également été passées avec la Turquie et
les pays du Maghreb. Elles permettent au fisc de
demander à l'administration des impôts d'un pays
étranger des informations relatives à des
personnes habitant la Belgique. Je me réfère à des
réponses antérieures de M. Reynders à des
questions orales sur le même sujet.
Personnellement, je suis opposé au renversement
de la charge de la preuve car il s'agit d'une pratique
très discutable, qui doit demeurer une exception
dans notre droit.
02.02 Minister Karel De Gucht (Nederlands): De
vraag betreft een materie die tot de bevoegdheid
behoort van de minister van Financiën. België heeft
80 dubbelbelastingverdragen gesloten met derde
landen die informatie-uitwisseling mogelijk maken.
Ook met Turkije en de Magreb-landen werden
dergelijke verdagen gesloten. Zij laten de fiscus toe
om aan de buitenlandse belastingadministratie
informatie te vragen over inwoners van België. Ik
verwijs naar eerdere antwoorden van minister
Reynders op mondelinge vragen over dit
onderwerp. Zelf ben ik gekant tegen de omkering
van de bewijslast, omdat dit een zeer betwistbare
praktijk is die een uitzondering moet blijven in ons
recht.
02.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Selon toute
évidence, le ministre des Affaires étrangères n'est
pas compétent pour conclure ce type de
conventions et pour veiller à ce qu'elles soient
efficaces. En ce qui concerne le renversement de la
charge de la preuve, je ne puis que constater que
c'est la coalition violette elle-même qui a transformé
02.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Blijkbaar is
de minister van Buitenlandse Zaken niet bevoegd
om dit soort verdragen te sluiten en er ook voor te
zorgen dat ze sluitend zijn. Wat de omkering van de
bewijslast betreft, kan ik alleen maar vaststellen dat
paars zelf, onder meer met de snel-Belgwet, van de
uitzondering de regel heeft gemaakt.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/07/2005
CRABV 51
COM 689
4
l'exception en règle, avec la loi d'acquisition rapide
de la nationalité belge.
02.04 Karel De Gucht, ministre (en néerlandais) :
Les négociations sont menées par le département
des Finances qui est le dominus litis et qui assure
la préparation du contenu du traité. Il est évident
que les Affaires étrangères sont associées à ces
négociations et que c'est le ministre des Affaires
étrangères qui, in fine, signera le traité.
02.04 Minister Karel De Gucht (Nederlands): De
onderhandelingen worden gevoerd door het
departement Financiën, dat de dominus litis is en
het verdrag inhoudelijk voorbereidt. Uiteraard wordt
Buitenlandse Zaken bij de onderhandelingen
betrokken en wordt het verdrag uiteindelijk
ondertekend door de minister van Buitenlandse
Zaken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Mohammed Boukourna au
ministre des Affaires étrangères sur "le projet
d'élaboration d'un plan Schuman pour l'Afrique"
(n° 7836)
03 Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan
de minister van Buitenlandse Zaken over "het
project betreffende het opstellen van een
Schumanplan voor Afrika" (nr. 7836)
03.01 Mohammed Boukourna (PS) : A l'occasion
de la 5
ème
session ordinaire de l'Assemblée de
l'Union Africaine, le président de la Commission
européenne s'est prononcé en faveur d'un nouveau
pacte euro-africain, qui s'apparenterait à un plan
Marshall pour le continent africain.
Outre la promotion d'un modèle d'intégration
régionale et commerciale, l'Union européenne doit
également défendre certaines valeurs
démocratiques et de bonne gouvernance.
Au regard du rôle privilégié de la Belgique dans
cette région du monde, quels investissements notre
pays entend-il consentir pour la mise en oeuvre de
ce projet ? Comment la Belgique encouragera-t-elle
les autres organisations et pays riches à
développer de telles initiatives ?
03.01 Mohammed Boukourna (PS): Ter
gelegenheid van de vijfde gewone zitting van de
Assemblee van de Afrikaanse Unie heeft de
voorzitter van de Europese Commissie gepleit voor
een nieuw pact tussen Europa en Afrika, een soort
Marshallplan voor Afrika.
De Europese Unie moet niet alleen een model van
regionale en handelsintegratie voorstaan, maar ook
bepaalde democratische waarden en een behoorlijk
bestuur verdedigen.
Welke investeringen zal ons land doen, gelet op de
bevoorrechte rol van België in die regio, om dat
project te helpen realiseren? Wat zal België
ondernemen om de andere rijke landen en
organisaties ertoe aan te zetten werk te maken van
dergelijke initiatieven?
03.02 Karel De Gucht , ministre (en français) : Le
discours prononcé par le président de la
Commission européenne s'inscrivait dans le cadre
de l'évaluation de la Déclaration du Millénaire et
des Objectifs du Millénaire pour le Développement
(OMD) qui se déroulera en septembre prochain lors
du Sommet des Nations Unies.
Dans le cadre de la contribution de l'Union au
Sommet, le Conseil de l'Europe a invité la
Commission à émettre des propositions en matière
de financement du développement, de cohérence
des politiques pour le développement et de
coopération privilégiée avec l'Afrique.
En ce qui concerne le volet africain, le Conseil
estime que l'action de l'Union doit se concentrer sur
trois plans. Premièrement, un plan politique visera
à octroyer des moyens importants en vue de
soutenir la réforme issue du mécanisme de revue
par les pairs (NEPAD).
03.02 Minister Karel De Gucht (Frans): De
toespraak van de voorzitter van de Europese
Commissie kaderde in de evaluatie van de
Millenniumverklaring en de
Millenniumdoelstellingen inzake Ontwikkeling, die in
september eerstkomend op de VN-Top zal
plaatsvinden.
In het kader van de bijdrage van Unie tot de Top
heeft de Raad van Europa de Commissie verzocht
voorstellen inzake de financiering van de
ontwikkeling en de samenhang van de beleidsijnen
voor ontwikkeling en bevoorrechte samenwerking
met Afrika te formuleren.
Inzake het onderdeel Afrika, is de Raad van
oordeel dat de Unie haar beleid op drie aspecten
moet toespitsen. Ten eerste zal er een politiek plan
worden uitgewerkt waarbij aanzienlijke middelen
zullen worden toegekend ter ondersteuning van de
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 689
14/07/2005
5
Deuxièmement, l'Union proposera un partenariat
Europe-Afrique pour les infrastructures.
Troisièmement, des actions seront menées en vue
d'encourager des secteurs tels que ceux de
l'éducation, de la santé et de l'environnement.
hervorming die voortvloeit uit het "peer revieuw"-
mechanisme (NEPAD).
Ten tweede stelt de Unie een partnership tussen
Europa en Afrika voor de infrastructuur voor.
Ten derde worden acties op touw gezet om
sectoren zoals het onderwijs, de gezondheidszorg
en het leefmilieu te ondersteunen.
En décembre 2005, le Conseil se prononcera sur
les propositions de la Commission relatives à une
stratégie à long terme de l'Union pour l'Afrique. Il va
de soi que notre pays défendra une stratégie
ambitieuse pour l'Afrique. Il serait toutefois
prématuré de déterminer précisément le montant
de ces investissements.
De Raad zal zich in december 2005 uitspreken
over de voorstellen die de Commissie over een
langetermijnstrategie van de Unie voor Afrika heeft
geformuleerd. Ons land zal uiteraard een
ambitieuze strategie voor Afrika voorstaan. Het is
echter nog te vroeg om die investeringen nu al
precies te begroten.
03.03 Mohammed Boukourna (PS) : Je me
réjouis de la participation de la Belgique à des
initiatives telles que celle mise en oeuvre par le
mécanisme d'évaluation par les pairs. A cet égard,
pourriez-vous nous dire si notre pays investira dans
cet outil essentiel et innovant sur le plan de la
collaboration et de l'intégration régionale ?
03.03 Mohammed Boukourna (PS): Het verheugt
me dat België aan initiatieven zoals de invoering
van een peer review deelneemt. Kan u in dit
verband zeggen of ons land in dit belangrijk
werkinstrument dat de regionale samenwerking en
integratie een nieuwe inhoud geeft, zal investeren?
03.04 Karel De Gucht , ministre (en français) :
Actuellement, la Belgique préside le NEPAD et
procède à l'évaluation de cet instrument dont les
premières expériences ne sont pas totalement
satisfaisantes.
03.04 Minister Karel De Gucht (Frans):
Momenteel is België voorzitter van NEPAD en
evalueert het dit werkinstrument. De eerste
resultaten vielen enigszins tegen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Gerolf Annemans au ministre
des Affaires étrangères sur "la révélation de
l'existence d'un réseau d'espions chinois"
(n° 7847)
04 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
onthulling van het bestaan van een netwerk van
Chinese spionnen" (nr. 7847)
04.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Dans
un exposé présenté à Agoria, l'administrateur
général de la Sûreté de l'État a fait allusion à
l'existence d'un réseau d'espions chinois en
Belgique. Si ces propos sont conformes à la vérité,
nous risquons de perdre bientôt l'ultime avantage
que nous avons sur la Chine, à savoir notre
expertise en matière de haute technologie, cela
alors que l'empire du milieu a déjà tant d'avantages
économiques sur nous. Quelques journaux anglo-
saxons viennent de révéler qu'un espion chinois
passé en Belgique avait fourni à la Sûreté des
informations détaillées concernant un vaste réseau
de faux étudiants chinois qui se livreraient chez
nous à des activités d'espionnage.
Le ministre s'est-il entretenu à ce sujet avec la
ministre de la Justice, qui exerce la tutelle sur la
Sûreté de l'Etat ? A-t-il fait comprendre aux Chinois
que ces faits, si leur matérialité était avérée,
04.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): In een
uiteenzetting bij Agoria maakte de administrateur-
generaal van de Staatsveiligheid allusie op het
bestaan van een Chinees spionagenetwerk in
België. Als dit klopt, dan dreigen we ons laatste
comparatief voordeel, namelijk onze
hoogtechnologische kennis, ook nog te verliezen
aan China, dat reeds zovele economische
voordelen heeft. Nu melden enkele Angelsaksische
kranten dat een in België overgelopen Chinese
spion aan de Staatsveiligheid gedetailleerde
informatie bezorgde over een groot netwerk van
Chinese nepstudenten die hier aan industriële
spionage doen.
Heeft de minister hierover gesproken met de
minister van Justitie, de voogdijminister van de
Staatsveiligheid? Heeft hij de Chinezen te verstaan
gegeven dat deze feiten, indien ze reëel zijn,
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/07/2005
CRABV 51
COM 689
6
pourraient être très lourds de conséquences pour
les relations belgo-chinoises ?
ernstige gevolgen kunnen hebben voor de
Belgisch-Chinese betrekkingen?
04.02 Karel De Gucht, ministre (en néerlandais) :
La ministre de la Justice, compétente pour la
Sûreté de l'Etat, a déjà répondu à deux questions
sur ce thème. Personnellement, je n'ai pas été
contacté par la Sûreté et je n'ai pas abordé ce sujet
dans le cadre de mes contacts avec l'ambassadeur
de Chine à Bruxelles. A l'occasion de ma visite en
Chine, j'ai cependant dit clairement qu'il y avait une
différence entre les connaissances qu'un étudiant
chinois acquiert dans notre pays et dont il a le droit
de se servir librement et les cas d'espionnage
industriel qui pourraient se présenter.
04.02 Minister Karel De Gucht (Nederlands): De
minister van Justitie, bevoegd voor de
Staatsveiligheid, heeft al op twee vragen over deze
kwestie geantwoord. Ikzelf ben niet gecontacteerd
door de Staatsveiligheid en heb dit onderwerp ook
niet ter sprake gebracht tijdens mijn contacten met
de Chinese ambassadeur. Tijdens mijn bezoek aan
China heb ik wel duidelijk gezegd dat er een
onderscheid is tussen de kennis die een student
hier verwerft en die hij vrij mag gebruiken, en
gevallen van industriële spionage.
04.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang) : En
fait, le ministre ne se préoccupe absolument pas de
cette affaire. Contrairement à nous, il n'estime
apparemment pas que cette situation devrait avoir
des conséquences sur les relations de notre pays
avec la Chine.
04.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): De
minister trekt zich eigenlijk niets aan van deze
zaak. In tegenstelling tot ons is hij blijkbaar niet van
mening dat dit gevolgen moet hebben voor de
betrekkingen van ons land met China.
04.04 Karel De Gucht, ministre (en néerlandais) :
Je laisse ces propos pour le compte de
M. Annemans, qui ne possède visiblement pas le
sens des nuances.
04.04 Minister Karel De Gucht (Nederlands): Dat
laat ik voor rekening van de heer Annemans, die
blijkbaar geen zin heeft voor nuances.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Mohammed Boukourna au
ministre de la Coopération au Développement
sur "la réforme de l'organisation commune de
marché pour le sucre" (n° 7659)
05 Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan
de minister van Ontwikkelingssamenwerking
over "de hervorming van de gemeenschappelijke
marktordening voor suiker" (nr. 7659)
05.01 Mohammed Boukourna (PS) : La réforme
de l'organisation communautaire du marché pour le
sucre annoncée par la commissaire à l'agriculture
le 22 juin prône une baisse de 39 % du prix du
sucre nuisible pour les pays ACP et pour les PMA.
Quelle est la position belge face à cette
proposition
? La Belgique défendra-t-elle les
accords préférentiels avec les pays ACP et les
PMA ? Quelle est sa position sur la proposition du
Groupe sucrier PMA de maintenir des prix
rémunérateurs durant une période de transition
étendue en limitant l'accès au marché européen à
1,62 million de tonnes ?
05.01 Mohammed Boukourna (PS): Op 22 juni
kondigde de eurocommissaris voor Landbouw de
hervorming van de gemeenschappelijke
marktordening voor suiker aan. Die houdt een forse
daling van de suikerprijs in (met 39 percent), wat
een slechte zaak is voor de ACS-landen en de
MOL.
Wat is het Belgische standpunt ten aanzien van dat
voorstel? Zal België de preferentiële
overeenkomsten met de ACS-landen en de MOL
verdedigen? Hoe staat ons land tegenover het
voorstel van de "suikergroep" van de MOL om de
prijzen tijdens een ruime overgangsperiode op een
leefbaar peil te houden door de toegang tot de
Europese markt te beperken tot 1,62 miljoen ton?
05.02 Karel De Gucht, ministre (en français) : Ces
propositions seront seulement présentées aux
États membres lors du Conseil Agriculture du 18
juillet.
Au sein de l'Union, qui a fixé un prix d'intervention
05.02 Minister Karel De Gucht (Frans): Die
voorstellen zullen de lidstaten pas worden
voorgelegd op de Landbouwraad van 18 juli.
De Europese interventieprijs voor suiker ligt drie
keer hoger dan de wereldmarktprijs. In de Unie is
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 689
14/07/2005
7
du sucre trois fois supérieur au prix du marché
mondial, il est indispensable que le secteur du
sucre suive les réformes de la PAC, qui ont
consisté à subsidier les entreprises agricoles plutôt
que leur production.
La Commission veut réduire de moitié l'écart avec
le prix du marché mondial (soit une réduction de
39
%) et remplacer en deux ans le prix
d'intervention par un prix de référence permettant
des négociations.
het dan ook absoluut noodzakelijk dat de
suikerindustrie zich voegt naar de hervormingen
van het GLB, die ertoe strekken veeleer de
landbouwbedrijven dan de productie te subsidiëren.
De Commissie wil het verschil met de
wereldmarktprijs met de helft verminderen (d.i. een
prijsdaling met 39 percent) en de interventieprijs
binnen een termijn van twee jaar vervangen door
een referentieprijs, waarover onderhandeld kan
worden.
Le débat portera sans doute principalement sur les
mesures d'accompagnement visant à indemniser et
à réorienter les entreprises de betteraves ainsi que
sur le financement entre 2006 et 2010 d'une
restructuration volontaire et temporaire du secteur.
La Belgique étudie les propositions de la
Commission.
La diminution des subsides aux exportations des
produits agricoles, qui abaissent artificiellement le
niveau des prix mondiaux, résulte de nos
engagements envers l'OMC.
Des mesures d'accompagnement devront être
prises à l'égard des PMA, qui bénéficiaient de prix
très attractifs.
Het debat zal ongetwijfeld vooral over de
begeleidingsmaatregelen gaan, die gericht zijn op
de vergoeding en de omschakeling van de
bietenbedrijven, alsook over de financiering tussen
2006 en 2010 van een tijdelijke herstructurering van
de sector op vrijwillige basis. België bestudeert de
voorstellen van de Commissie daaromtrent.
De vermindering van de exportsubsidies voor
landbouwproducten, die het niveau van de prijzen
op wereldvlak artificieel laag houden, vloeit voort uit
onze verbintenissen ten aanzien van de WTO.
Er zullen begeleidingsmaatregelen moeten worden
genomen ten voordele van de minst ontwikkelde
landen, waarvoor tot nu toe zeer gunstige
prijsafspraken golden.
Le protocole « Sucre » de l'Accord de Cotonou
accorde des quotas à dix-huit pays ACP
exportateurs. La Commission propose de leur
attribuer, sur huit ans, des aides adaptées pour
l'amélioration de leur compétitivité et la
diversification.
L'accès libre du marché européen pour l'ensemble
des PMA n'est applicable au sucre que selon un
calendrier de réduction des quotas. Les régimes
préférentiels existants sont maintenus, mais les
importations ne sont possibles qu'au nouveau prix.
La dépendance à des prix artificiels et non garantis
est malsaine.
Pour les pays ACP peu développés, s'impose une
intégration dans le marché local, notamment avec
l'aide des accords de partenariat économique.
In het "Protocol Suiker" van het Akkoord van
Cotonou worden aan achttien ACP-exportlanden
quota's toegekend. De Commissie stelt voor om
hun over een periode van acht jaar aangepaste
hulp toe te kennen zodat ze hun concurrentiepositie
kunnen verbeteren of hun uitvoer diversifiëren.
Indien men de Europese markt zonder restricties
wil openstellen voor de import van suiker uit alle
MOL, moeten de quota's overeenkomstig een strikt
tijdschema worden afgebouwd. De bestaande
preferentiële regelingen worden behouden, maar
de import kan alleen aan de nieuwe prijzen. De
afhankelijkheid van kunstmatige en onzekere
prijzen leidt tot een ongezonde economische
situatie.
De minst ontwikkelde ACP-landen moeten zich
onder meer met de steun van economische
samenwerkingsakkoorden op de lokale markt
richten.
05.03 Mohammed Boukourna (PS) : Les PMA
demandent un temps d'adaptation de huit ans, au
lieu de deux, car certains sont très dépendants du
sucre, non seulement pour leurs exportations et
leur alimentation, mais aussi pour leur énergie.
05.03 Mohammed Boukourna (PS): De MOL
vragen dat ze acht jaar tijd krijgen in plaats van
twee om zich aan te passen. Sommige onder hen
zijn immers voor hun uitvoer, hun
voedselvoorziening en hun energieproductie sterk
van de suiker afhankelijk.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/07/2005
CRABV 51
COM 689
8
05.04 Karel De Gucht, ministre (en français) : Il
faut une concordance entre la diminution des prix et
la suppression des quotas. En effet, sans quotas,
les pays en voie de développement pourront
obtenir un revenu plus élevé en raison des
quantités exportées.
05.04 Minister Karel De Gucht (Frans): De
prijsdaling en de afschaffing van de quota's moeten
op elkaar afgestemd worden. Zonder quota's zullen
de inkomsten van de ontwikkelingslanden immers
stijgen als ze meer uitvoeren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre
des Affaires étrangères sur "les mesures prises
ou à prendre par son département pour réduire la
menace du terrorisme international" (n° 7890)
06 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
maatregelen die zijn departement heeft genomen
of zal nemen om de dreiging van het
internationale terrorisme te doen afnemen"
(nr. 7890)
06.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang) : Les
attentats commis la semaine dernière à Londres
nous plongent dans une situation très grave. Selon
l'ancien secrétaire général de l'OTAN, M. Willy
Claes, les terroristes peuvent frapper où et quand
ils le veulent. Une approche coordonnée au niveau
mondial est nécessaire pour lutter contre le
fondamentalisme musulman. Or, l'UE ne peut que
présenter de piètres résultats en la matière. M.
Claes craint en outre des attentats qui seraient
commis à l'aide d'armes nucléaires, chimiques et
biologiques. Les ministres européens de l'Intérieur
et de la Justice se réunissent régulièrement mais ils
discutent de mesures qui auraient dû êtres mises
en oeuvre depuis longtemps.
Quelles sont les mesures prises par le département
des Affaires étrangères dans le cadre de la lutte
contre le fondamentalisme musulman, par exemple
sur le plan de la délivrance des visas? Quels ont
été les récents contacts du ministre au niveau de
l'UE et de l'OTAN en matière de lutte contre le
terrorisme?
06.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): De
aanslagen vorige week donderdag in Londen
brengen ons in een zeer ernstige situatie. Volgens
de ex-secretaris-generaal van de NAVO, Willy
Claes, slaan de terroristen toe waar en wanneer ze
willen. Er is een gecoördineerde aanpak op
wereldvlak nodig in de strijd tegen het
moslimfundamentalisme, maar de EU scoort daarin
slecht. Bovendien vreest de heer Claes voor
aanslagen met nucleaire, chemische en biologische
wapens. De EU-ministers van Binnenlandse Zaken
en Justitie komen regelmatig samen, maar ze
bespreken er maatregelen die eigenlijk al lang
uitgevoerd moesten zijn.
Welke maatregelen neemt Buitenlandse Zaken in
de strijd tegen het moslimfundamentalisme,
bijvoorbeeld op het vlak van het uitreiken van visa?
Welke recente contacten had de minister in EU- of
NAVO-verband inzake de strijd tegen het
terrorisme?
06.02 Karel De Gucht, ministre (en néerlandais) :
Les ministres de la Justice et de l'Intérieur sont
compétents en matière de mesures de sécurité, au
niveau européen également. C'est pourquoi un
Conseil spécial Justice et Intérieur s'est tenu hier.
Les Affaires étrangères ont aussi un rôle à jouer
dans la lutte contre le terrorisme international. Mon
département participe activement aux réunions du
collège Renseignements et Sécurité et je fais partie
du comité ministériel du même nom. Les
informations qui y sont échangées portent
principalement sur les évolutions politico-
diplomatiques et peuvent avoir leur importance
dans la lutte contre le terrorisme. Mon département
coopère aussi au renforcement des structures anti-
terrorisme de la Belgique et à la création de
06.02 Minister Karel De Gucht (Nederlands) : De
ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken zijn
bevoegd voor de veiligheidsmaatregelen, ook op
het Europese niveau. Vandaar dat er gisteren een
buitengewone Raad Justitie en Binnenlandse
Zaken werd gehouden. Ook voor Buitenlandse
Zaken is er echter een rol weggelegd in de strijd
tegen het internationale terrorisme. Mijn
departement neemt actief deel aan de
vergaderingen van het college Inlichtingen en
Veiligheid en ik maak zelf deel uit van het
gelijknamige ministeriële comité. Daar wordt
voornamelijk informatie over politiek-diplomatieke
ontwikkelingen uitgewisseld die van belang kan zijn
in de strijd tegen het terrorisme. Mijn departement
werkt ook mee aan de versterking van de Belgische
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 689
14/07/2005
9
l'OCAM, l'organe de coordination pour l'analyse de
la menace.
La cellule Antiterrorisme du département sera
bientôt renforcée. Elle assure la coordination
interne de tous les aspects relatifs à la lutte contre
le terrorisme au sein du SPF Affaires étrangères et
constitue aussi un point de contact avec les autres
départements et services compétents en matière
de lutte contre le terrorisme. Cette cellule
représente les Affaires étrangères dans les
diverses assemblées et institutions internationales.
La délivrance des visas ressortit à la compétence
du ministre de l'Intérieur. Nos ambassades et nos
consulats à l'étranger reçoivent depuis longtemps
déjà des directives strictes tendant à réduire le
risque d'attentats dans notre pays et en Europe.
Ces mesures sont secrètes, à défaut de quoi elles
ne produiraient plus d'effet.
La présidence britannique de l'UE propose, entre
autres, d'améliorer l'interaction entre le système
européen d'information sur les visas, le système
d'information Schengen et Eurodac. La Belgique
soutient bien sûr cette proposition.
antiterrorismestructuren en de oprichting van
CODA, het coördinatieorgaan voor
dreigingsanalyse.
De cel Antiterrorisme op het departement wordt
binnenkort versterkt. Zij staat in voor de interne
coördinatie van alle aspecten inzake
terreurbestrijding binnen de FOD Buitenlandse
Zaken en is tevens contactpunt met de andere
departementen en diensten die bevoegd zijn voor
de strijd tegen het terrorisme. De cel
vertegenwoordigt Buitenlandse Zaken in de diverse
internationale vergaderingen en instellingen.
De afgifte van visa valt onder de bevoegdheid van
de minister van Binnenlandse Zaken. Onze
ambassades en consulaten in het buitenland
krijgen al lang strikte richtlijnen om het risico op
aanslagen in ons land en in Europa te beperken.
De inhoud van deze maatregelen blijft geheim,
anders verliezen ze hun effect.
Het Britse EU-voorzitterschap stelt onder meer een
betere interactie voor tussen het Europese visa-
informatiesysteem, het Schengen-
informatiesysteem en Eurodac. België steunt dit
voorstel uiteraard.
06.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang) : Les
Affaires étrangères jouent un rôle important. Le
ministre britannique Jack Straw propose aussi
d'accroître la surveillance internet et de conserver
les courriers électroniques dans des bases de
données. Il suggère également de surveiller
davantage les suspects.
Le ministre De Gucht n'est-il jamais interrogé à
l'étranger à propos de la loi d'acquisition rapide de
la nationalité belge, en vertu de laquelle la
nationalité belge a été attribuée à 200
000
personnes sans le moindre screening préalable ?
La Belgique crée un risque de sécurité dans la
mesure où ces nouveaux Belges ont accès à
l'ensemble de l'UE. Le Vlaams Belang va adresser
aux Etats-Unis et au Royaume-Uni un dossier
concernant les lacunes de notre législation en
matière de naturalisations, de sorte que ces pays
exercent une pression sur les autorités belges.
06.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang):
Buitenlandse Zaken speelt een belangrijke rol. De
Britse minister Jack Straw stelt ook een beter
internettoezicht voor en het opslaan en bewaren
van e-mails in databanken. Hij stelt voor verdachte
personen meer in de gaten te houden.
Krijgt minister De Gucht in het buitenland nooit
vragen over onze snel-Belgwet die aan 200 000
mensen de Belgische nationaliteit gaf zonder enige
screening vooraf? België creëert een
veiligheidsrisico, want deze nieuwe Belgen krijgen
ongestoord toegang tot de hele EU. Het Vlaams
Belang zal aan de VS en aan het Verenigd
Koninkrijk een dossier doorsturen over onze manke
naturalisatiewetgeving, opdat zij druk zouden
uitoefenen op de Belgische autoriteiten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Jacques Chabot au ministre
des Affaires étrangères sur "la relance de la
Communauté économique des pays des Grands
Lacs (CEPGL)" (n° 7893)
07 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het
reactiveren van de Economische Gemeenschap
van de landen van de Grote Meren (CEPGL)"
(nr. 7893)
07.01 Jacques Chabot (PS) : Depuis les accords 07.01 Jacques Chabot (PS): Sinds de akkoorden
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/07/2005
CRABV 51
COM 689
10
de Lusaka en juillet 1999, la RDC et ses voisins se
sont engagés sur le chemin de la paix, de la
démocratie et de la reconstruction. Cependant,
cette paix et cette démocratie restent fragiles.
van Lusaka die in juli 1999 werden gesloten, zijn de
DRC en de buurlanden de weg ingeslagen van de
vrede, de democratie en de heropbouw. Die vrede
en die democratie blijven echter broos.
Paix et démocratie ne peuvent être effectives et
durables sans l'amorce d'un développement
économique garantissant les ressources
nécessaires à la construction de véritables États de
droit. L'intégration régionale en Afrique centrale est
une piste prometteuse pour l'instauration d'une paix
durable et d'un développement économique.
En effet, assortie d'un plan Marshall pour l'Afrique,
l'intégration régionale permettrait la construction
d'un marché intérieur commun basé sur des
mesures de protection collective propices au
développement de capacités de production, à la
diversification des échanges, au développement du
commerce intra-régional, à la souveraineté
alimentaire et à l'intégration politique et monétaire.
Les pays de la région des Grands Lacs pourraient
opérer une intégration régionale plus rapide en
relançant la Communauté économique des pays
des Grands Lacs. Inspirée par la Communauté
européenne et le Benelux, cette communauté
économique a été fondée en 1976 par le Zaïre, le
Rwanda et le Burundi. Ses objectifs étaient la
sécurité et la promotion du développement
économique à travers l'intégration économique
régionale. Dès 1976, des institutions ainsi que des
organismes spécialisés et entreprises communes
ont été créés. Lors de sa création, il était prévu que
cette Communauté favoriserait la sécurité
alimentaire de la région et l'industrialisation de la
pêche et ainsi la réduction des importations de
produits alimentaires. En 1996, tous les accords
furent malheureusement gelés.
Er kan geen sprake zijn van daadwerkelijke en
duurzame vrede en democratie zonder dat werk
wordt gemaakt van een economische ontwikkeling
die de nodige inkomsten garandeert voor het
instellen van een echte rechtsstaat. De regionale
integratie in Centraal-Afrika is een veelbelovende
piste voor het totstandbrengen van een duurzame
vrede en een economische ontwikkeling.
Als zij vergezeld gaat van een Marshall-plan voor
Afrika, zou de regionale integratie het mogelijk
maken een gemeenschappelijke interne markt te
creëren die stoelt op collectieve
beschermingsmaatregelen welke gunstig zijn voor
de ontwikkeling van productiecapaciteit, de
diversifiëring van het handelsverkeer, de
ontwikkeling van de intraregionale handel, de
souvereiniteit inzake de voedselvoorziening en de
politieke en monetaire integratie.
De landen in het gebied van de Grote Meren
zouden een snellere regionale integratie kunnen
bewerkstelligen door de Economische
Gemeenschap van de landen van de Grote Meren
opnieuw op de rails te zetten. Die Economische
Gemeenschap werd opgericht in 1976 door Zaïre,
Rwanda en Burundi, naar het voorbeeld van de
Europese Gemeenschap en de Benelux. Zij had tot
doel te zorgen voor de veiligheid en de bevordering
van de economische ontwikkeling aan de hand van
een regionale economische integratie. Al in 1976
werden gespecialiseerde instellingen en organen,
alsook gezamenlijke ondernemingen opgericht. Bij
de oprichting was afgesproken dat die
Gemeenschap zou zorgen voor voedsel in de regio
en een industrialisatie van de visvangst.
Tegelijkertijd moest de invoer van voedsel worden
teruggedrongen. In 1996 werden alle akkoorden
jammer genoeg bevroren.
Réunis en juillet 2004 à Bruxelles, les ministres des
Affaires étrangères de la République Démocratique
du Congo (RDC), du Rwanda et du Burundi se sont
engagés à relancer la Communauté Économique
des Pays des Grands Lacs. Où en est-on
aujourd'hui ? Depuis juillet 2004, quels efforts la
Belgique a-t-elle déployés afin d'inciter la RDC, le
Rwanda et le Burundi à poursuivre cette relance ?
Des obstacles à cette relance existent : le non-
respect des limites territoriales, des accords de
Tijdens de bijeenkomst in juli 2004 in Brussel,
hebben de ministers van Buitenlandse Zaken van
de Democratische Republiek Congo (DRC), van
Rwanda en van Burundi zich ertoe verbonden de
Economische Gemeenschap van de Landen van de
Grote Meren (CEPGL) opnieuw op de sporen te
zetten. Wat is de stand van zaken? Welke
inspanningen deed België sinds juli 2004 om de
DRC, Rwanda en Burundi ertoe aan te zetten dat
initiatief voort te zetten?
Wanneer men de CEPGL nieuw leven wil inblazen,
stuit men op een aantal hinderpalen: de territoriale
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 689
14/07/2005
11
coopération et de sécurité de base ; la mauvaise
information et l'absence de préparation
psychologique des populations, par ailleurs trop
faiblement impliquées ; la non-application par la
population des droits de propriété et des règles de
gestion des ressources naturelles du sous-sol
congolais ; et enfin les conflits indirects, notamment
le contentieux économique.
Quelles sont les solutions proposées pour
surmonter ces obstacles? Est-il question d'intégrer
d'autres pays dans cette Communauté?
grenzen worden niet in acht genomen en de
afspraken inzake samenwerking en basisveiligheid
worden niet nageleefd; de bevolking is slecht
geïnformeerd, psychologisch onvoldoende
voorbereid en wordt te weinig bij het proces
betrokken; de bevolking houdt geen rekening met
de eigendomsrechten en past de beheersregels
van de Congolese natuurlijke rijkdommen niet toe;
tot slot zijn er nog de onrechtstreekse conflicten,
meer bepaald de economische geschillen.
Welke oplossingen worden voorgesteld om die
hinderpalen te overwinnen? Wordt eraan gedacht
nog andere landen in die Gemeenschap op te
nemen?
07.02 Karel De Gucht, ministre (en français) : La
pacification de l'Afrique centrale passe par une
approche combinée sur le plan de la sécurisation
physique et économique
07.02 Minister Karel De Gucht (Frans): Het
vredesproces in Centraal-Afrika heeft maar kans op
slagen indien zowel van de fysieke veiligheid van
de bevolking als van de economische veiligheid
werk wordt gemaakt.
S'il est vrai que la sécurisation physique doit avoir
dépassé un seuil minimal avant de pouvoir
envisager des investissements économiques, la
promesse d'une activité économique rémunératrice
incite à renforcer la paix. La relance de la CEPGL
pourrait ainsi avoir une incidence réelle sur
l'instauration d'une paix durable et d'un
développement économique intégré de la région
des Grands Lacs. Les objectifs de cette CEPGL
sont la sécurité des États membres et de leurs
populations et la promotion du développement
socio-économique des États membres par
l'intégration économique régionale.
Si toutes les conditions pour la relance de la
CEPGL ne sont pas encore remplies, nous
continuons à préparer le terrain. Depuis la réunion
du 11 juillet 2004 que vous avez mentionnée, nous
travaillons à dresser un bilan de ce qui reste des
institutions de la CEPGL.
Toutes les infrastructures ont été préservées par un
petit noyau de personnels. En principe, il ne
faudrait donc pas faire de grands investissements
pour disposer à nouveau de bonnes infrastructures.
Deux éléments majeurs conditionnent la relance de
la BDEGL, l'instrument financier de la CEPGL:
l'apurement d'une dette de 40 millions d'euros de
l'Office de la gestion de la dette publique de la RDC
envers la banque et la nécessité d'instaurer un
mode de gestion rigoureux selon les principes du
secteur privé. D'autre part, l'Institut de recherche
agronomique et zootechnique (IRAZ) basée à
De fysieke bescherming moet inderdaad een
minimumdrempel hebben overschreden alvorens
economische investeringen kunnen worden
overwogen. Het vooruitzicht van een winstgevende
economische activiteit vormt evenwel een
uitgelezen stimulans om de vrede te versterken. De
wederopleving van de CEPGL zou aldus een
voelbare weerslag op het duurzame vredesproces
en de geïntegreerde economische ontwikkeling van
de regio van de Grote Meren kunnen hebben. De
doelstellingen van de CEPGL bestaan erin de
veiligheid van haar lidstaten en hun bevolking te
verzekeren en de sociaal-economische
ontwikkeling van de lidstaten door middel van een
regionale economische eenmaking te bevorderen.
Al zijn alle voorwaarden voor de nieuwe start van
de CEPGL nog niet vervuld, toch effenen wij verder
het pad. Sinds de vergadering van 11 juli 2004 die
u vermeldde, werken wij aan een overzicht van de
overblijvende instellingen binnen de CEPGL.
Een kleine groep personeelsleden is erin geslaagd
alle infrastructuur te vrijwaren. In principe zijn dus
geen grote investeringen vereist om met afdoende
middelen een nieuwe start te kunnen maken.
Het heropstarten van de BDEGL, de financiële arm
van de CEPGL, hangt van twee belangrijke
factoren af: de aanzuivering van een schuld van 40
miljoen euro die het Office de la gestion de la dette
publique van de DRC ten aanzien van de bank
heeft, en de noodzaak om een strikt beheer in te
voeren dat op de principes van de privésector is
gestoeld. Anderzijds heeft het Institut de recherche
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/07/2005
CRABV 51
COM 689
12
Gitega, au Burundi, a survécu aux années de crise
en focalisant ses services sur une clientèle
uniquement burundaise et a ainsi perdu sa
pertinence régionale. Toute relance de l'IRAZ
exigerait dès lors une redéfinition fondamentale de
ce centre, partant des forces et faiblesses des
centres nationaux des trois pays, qui devraient
chacun recevoir un accompagnement spécifique.
La Société internationale d'électricité des pays des
Grands Lacs (SINELAC), basée quant à elle à
Bukavu, en RDC, gère les centrales électriques
communautaires Ruzizi 1 et 2. Des études
techniques pour la réhabilitation de ces barrages
sont disponibles et la Banque mondiale est
prédisposée à financer Ruzizi 1.
agronomique et zootechnique (IRAZ), dat in het
Burundese Gitega is gevestigd, de crisisjaren
overleefd door zijn diensten op de Burundese
klanten toe te spitsen. Daardoor is het evenwel zijn
regionale relevantie kwijtgespeeld. Vooraleer het
IRAZ opnieuw operationeel kan worden, moet het
dan ook ingrijpend worden hervormd. Daarbij moet
rekening worden gehouden met de sterke en
zwakke punten van de nationale centra van de drie
landen, die elk op een aangepaste manier moeten
worden begeleid. De Société internationale
d'électricité des pays des Grands Lacs (SINELAC),
die in het Congolese Bukavu is gevestigd, beheert
de gemeenschappelijke elektriciteitscentrales
Ruzizi 1 en 2. Technische studies inzake de
renovatie van de stuwdammen zijn voorhanden en
de Wereldbank toont bereidheid om Ruzizi 1 te
financieren.
L'organisation de la CEPGL pour l'Energie est
l'institution sur laquelle nous avons le moins
d'informations. Ses activités ont sensiblement
baissé. Nous cherchons à circonscrire son rôle
dans la réhabilitation des barrages de la Ruzizi.
Enfin, les infrastructures du secrétariat permanent
de la CEPGL sont intactes.
Cet aperçu démontre que les études techniques
pour la relance de la CEPGL ont continué, malgré
le retard du processus politique. Le 11 juillet 2004,
il avait été décidé de mettre en place, à bref délai,
une commission d'évaluation et de relance des
mécanismes existants de la CEPGL en vue de faire
des propositions opérationnelles. Si jusqu'à présent
cette commission ne s'est pas encore réunie, il faut
notamment en chercher la cause dans la
préparation des élections au Burundi et le regain de
tensions entre le Rwanda et la RDC. Le rôle de la
Belgique reste celui d'un catalyseur et d'un appui
technique spécialisé. Les décisions politiques
appartiennent bien entendu aux trois États
souverains concernés.
La Conférence internationale pour la région des
Grands lacs prépare son deuxième sommet pour
novembre 2005. Un des quatre grands chapitres de
cette conférence concerne le développement
économique, l'intégration régionale et la relance de
la CEPGL.
Il existe un intérêt réel de la part d'autres pays de la
région pour rejoindre la CEPGL mais les priorités
sont ailleurs. La relance devrait émaner du
Rwanda, du Burundi et de la RDC avant
d'envisager un élargissement à d'autres pays,
après cinq années de fonctionnement. La
Conférence régionale interministérielle, prévue à
Lusaka les 22 et 23 juillet 2005, nous donnera des
De organisatie van de CEPGL voor Energie is de
instelling waarover we de minste informatie
hebben. Die organisatie is beduidend minder actief
dan vroeger. We willen ze een rol laten spelen bij
de herstelling van de dammen op de Ruzizi. De
gebouwen van het vast secretariaat van de
CEPGL, ten slotte, zijn nog in goede staat.
Uit dit overzicht blijkt dat de technische studies ter
voorbereiding van de reactivering van de CEPGL
werden voortgezet, ondanks de vertraging die het
politieke proces opliep. Op 11 juli 2004 werd beslist
op korte termijn een commissie op te richten die de
bestaande mechanismen van de CEPGL zou
evalueren en nieuw leven inblazen om operationele
voorstellen te formuleren. Dat die commissie tot nu
toe nog niet is bijeengekomen, is onder meer toe te
schrijven aan de voorbereiding van de verkiezingen
in Burundi en de opnieuw oplaaiende spanningen
tussen Rwanda en de DRC. België treedt op als
katalysator en biedt gespecialiseerde technische
bijstand. De politieke beslissingen worden uiteraard
door de drie betrokken soevereine staten genomen.
De internationale conferentie voor het gebied van
de Grote Meren bereidt een tweede top voor die in
november 2005 zal plaatsvinden. Een van de vier
hoofdpunten van die conferentie gaat over de
economische ontwikkeling, de regionale integratie
en het heractiveren van de CEPGL.
Een aantal landen van de regio wil erg graag tot de
CEPGL toetreden, maar vandaag liggen de
prioriteiten elders. De CEPGL moet eerst door
Rwanda, Burundi en de DRC worden gereactiveerd
en pas na vijf jaar werking kan aan een uitbreiding
met andere landen worden gedacht. De regionale
interministeriële conferentie, die op 22 en 23 juli
2005 in Lusaka zou worden gehouden, zal ons een
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 689
14/07/2005
13
indications sur la perception de la CEPGL par les
États des Grands lacs et sur sa relance.
duidelijker zicht geven op de visie van de landen
van de Grote Meren op de CEPGL en over het
reactiveren ervan.
Cette conférence nous permettra d'ajuster la
stratégie de la Belgique à l'égard de la relance de
la CEPGL mais également de tous les autres
projets envisagés. J'ajouterai encore qu'il y a deux
mois, une rencontre les ministres des Affaires
étrangères des trois pays concernés, sous l'égide
de la Belgique, a avorté, suite au refus d'un des
États.
Die conferentie zal ons in staat stellen de strategie
van ons land ten aanzien van het opnieuw op de
sporen zetten van de Economische Gemeenschap
van de landen van de regio van de Grote Meren,
maar ook van alle andere geplande projecten, aan
te passen. Ik voeg er nog aan toe dat er, onder
auspiciën van ons land, twee maanden geleden
een onderhoud tussen de ministers van
Buitenlandse Zaken van de drie betrokken landen
was gepland; dat is uiteindelijk echter niet
doorgegaan omdat een van die landen geweigerd
heeft.
07.03 Jacques Chabot (PS) : Comme moi, vous
êtes convaincu de la nécessité de cette relance de
la CEPGL. C'est par l'économie qu'on pourra un
jour oublier la guerre dans cette région et résoudre
des problèmes d'enclavement et de surpopulation.
La relance de cette Communauté exige des
moyens financiers considérables. Cependant, la
Belgique ne peut jouer qu'un rôle de catalyseur; et
ne veut pas investir dans la renaissance de ce
projet.
07.03 Jacques Chabot (PS): U bent, net als ik,
overtuigd van de noodzaak om die Economische
Gemeenschap nieuw leven in te blazen. Het is via
de economie dat wij ooit een einde aan de oorlog in
die regio zullen kunnen maken en de problemen
van insluiting en overbevolking zullen kunnen
oplossen. Om die Gemeenschap nieuw leven in te
blazen, zullen echter aanzienlijke financiële
middelen nodig zijn. België kan echter enkel maar
optreden als katalysator en is niet bereid te
investeren om dat project weer op gang te helpen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Zoé Genot au ministre des
Affaires étrangères sur "le soutien au nouveau
pouvoir en Palestine" (n° 7895)
08 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de steun
aan het nieuwe bewind in Palestina" (nr. 7895)
08.01 Zoé Genot (ECOLO) : Le gouvernement
fraîchement élu en Palestine doit faire face à de
nombreux défis.
08.01 Zoé Genot (ECOLO): De pas verkozen
regering in Palestina wordt met tal van uitdagingen
geconfronteerd.
Vous avez proposé au Conseil des ministres une
convention de coopération avec l'Autorité
palestinienne par laquelle 29,82 millions d'euros
seraient débloqués pour la période 2002-2006 et
axés sur les soins de santé, l'enseignement, le
développement rural, les infrastructures de base et
le développement institutionnel. Le Parlement a
adopté une résolution demandant au gouvernement
d'insister auprès des diverses autorités de la région
pour que le gouvernement israélien poursuive
l'évacuation de la bande de Gaza et fournisse aussi
de tels efforts en Cisjordanie ainsi que d'autres
recommandations.
En cette période déterminante du processus de
paix, comment le gouvernement belge va-t-il mettre
U heeft de ministerraad voorgesteld een
samenwerkingsovereenkomst te sluiten met de
Palestijnse Autoriteit, in het kader waarvan een
bedrag van 29,82 miljoen euro zou worden
vrijgemaakt voor de periode 2002-2006, te
besteden aan gezondheidszorg, onderwijs,
plattelandsontwikkeling, basisvoorzieningen en
institutionele ontwikkeling. Het Parlement heeft een
resolutie aangenomen waarin de regering gevraagd
wordt er bij de onderscheiden overheden in de
regio op aan te dringen dat de Israëlische regering
voortgaat met de evacuatie van de Gazastrook en
dergelijke inspanningen ook op de westelijke
Jordaanoever levert, evenals nog een aantal
andere aanbevelingen.
Hoe zal de Belgische regering in deze beslissende
fase van het vredesproces werk maken van die
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/07/2005
CRABV 51
COM 689
14
en oeuvre ces priorités avancées par le Parlement ?
door het Parlement vooropgestelde prioriteiten?
08.02 Karel De Gucht , ministre (en français) :
Tout d'abord, je précise à l'attention de M. Chabot
qu'il existe un blocage politique. Ensuite, je n'ai pas
dit que nous n'étions pas prêts à investir dans la
CEPGL.
08.02 Minister Karel De Gucht (Frans): Allereerst
wens ik de heer Chabot erop te attenderen dat er
een politieke impasse is. Ten tweede heb ik niet
gezegd dat wij niet bereid zouden zijn om in de
CEPGL te investeren.
Le texte prévoit que le rachat à 25% peut se faire
directement par la banque ou directement par les
bailleurs de fonds. Sur le plan bilatéral, la Belgique
est le bailleur de fonds le plus important.
Pour en revenir à la question de Mme Genot, M.
Abbas a été élu président de l'Autorité
palestinienne le 9 janvier dernier. Il a constitué un
gouvernement, certes toujours dirigé par le premier
ministre Ahmed Qoreï mais dont la composition est
assez différente de celle du gouvernement
précédent. Les élections législatives prévues
initialement le 17 juillet ont été reportées en
octobre.
La fenêtre d'opportunités ouverte grâce au
changement de leadership en Palestine mais aussi
grâce à l'annonce du désengagement israélien de
Gaza et de quelques localités de la Cisjordanie a
été concrétisée par la tenue du sommet Sharon-
Abbas de Sharm-el-Sheikh en février dernier. Dans
ce contexte, la Belgique a renforcé son soutien à
l'Autorité palestinienne. J'ai souligné ce soutien en
me rendant en Palestine les 25 et 26 février et j'y ai
réaffirmé notre engagement. Dans le cadre de
notre programme de diplomatie préventive, nous
soutenons le projet Israeli-Palestinian Science
Organisation.
De tekst bepaalt dat de overname van de schuld
tegen 25 procent rechtstreeks door de bank of door
de geldschieters kan gebeuren. Op bilateraal vlak is
België de belangrijkste schuldeiser.
Om terug te komen op de vraag van mevrouw
Genot, kan ik u meedelen dat de heer Abbas op 9
januari jongstleden verkozen werd tot president van
de Palestijnse Autoriteit. Hij heeft een regering
samengesteld. Aan het hoofd daarvan staat
weliswaar nog altijd premier Ahmed Qorei, maar
voor de rest verschilt deze regering nogal van de
vorige. De voor 17 juli geplande
parlementsverkiezingen werden uitgesteld tot
oktober.
De nieuwe wind die er waait sinds het aantreden
van de nieuwe Palestijnse leiders, maar ook sinds
de aankondiging van de Israëlische terugtrekking
uit de Gazastrook en uit een aantal steden en
dorpen op de Westelijke Jordaanoever, kreeg
concreet gestalte met de topontmoeting tussen
Sharon en Abbas in Sharm el-Sheikh in februari
jongstleden. Gelet op die context heeft België zijn
steun aan de Palestijnse Autoriteit verhoogd. Dat
heb ik trouwens onderstreept toen ik op 25 en 26
februari in Palestina op bezoek was, en ik heb ons
engagement nogmaals bevestigd. In het kader van
ons programma voor preventieve diplomatie
steunen wij de Israeli Palestinian Science
Organisation.
Dans le cadre d'un MBA Building Business Bridges,
qui regroupe des étudiants palestiniens et
israéliens, la Belgique a accueilli un groupe de ces
étudiants fin avril 2005. Nous soutenons également
financièrement la délégation palestinienne à
Bruxelles.
Le Conseil des ministres a approuvé, le 1
er
juillet
2005, un avant-projet de loi portant assentiment à
la Convention de coopération au développement
avec l'Autorité palestinienne. La Palestine est un
pays de concentration de la coopération
internationale belge. La Convention a pour priorités
les secteurs de l'enseignement, des soins de santé,
des infrastructures de base, du développement
institutionnel, du développement rural et les thèmes
de l'environnement, de l'économie sociale, des
femmes et de l'égalité des sexes. Le Programme
indicatif de Coopération avec la Palestine pour la
In het kader van een MBA Building Business
Bridges waaraan Palestijnse en Israëlische
studenten deelnemen, heeft België eind april 2005
een aantal van die studenten ontvangen. Wij
verlenen ook financiële steun aan de Palestijnse
delegatie in Brussel.
Op 1 juli 2005 heeft de ministerraad een
voorontwerp van wet houdende goedkeuring van
de Samenwerkingsovereenkomst met de
Palestijnse Autoriteit aangenomen. Palestina is een
van de landen waarop de Belgische internationale
samenwerking is gefocust. Tot de prioriteiten van
de Overeenkomst behoren onderwijs,
gezondheidszorg, basisinfrastructuur, ontwikkeling
van de instellingen, plattelandsontwikkeling evenals
de thema's leefmilieu, sociale economie, vrouwen
en gelijkheid tussen de geslachten. In het indicatief
programma "samenwerking met Palestina" is voor
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 689
14/07/2005
15
période 2002-2006 dans les secteurs
susmentionnés est de 29,82 millions d'euros.
Le ministre de la Coopération au Développement
s'est rendu au début de ce mois en Palestine. A
cette occasion, trois conventions spécifiques ont
été signées avec l'Autorité palestinienne portant sur
la construction de sept nouvelles écoles en
Cisjordanie et à Gaza, pour un montant de 5
millions d'euros, l'électrification de villages pour 2,2
millions d'euros et le renforcement de la capacité
institutionnelle de l'Autorité palestinienne pour 1
million d'euros.
Le soutien belge à la Palestine s'inscrit également
dans le cadre de l'aide apportée par l'Union
européenne. Je citerai en particulier le programme
EU-COPPS, qui contribue à la formation des forces
de police palestinienne.
Ces différentes contributions et initiatives
démontrent l'engagement de la Belgique dans son
soutien à la nouvelle direction palestinienne.
de vermelde sectoren voor de jaren 2002-2006 een
bedrag van 29,82 miljoen euro uitgetrokken.
Begin deze maand heeft de minister van
Ontwikkelingssamenwerking een bezoek aan
Palestina gebracht. Bij die gelegenheid werden met
de Palestijnse Autoriteit drie specifieke
overeenkomsten gesloten voor de bouw van zeven
nieuwe scholen op de westelijke Jordaanoever en
in de Gazastrook (5 miljoen euro), de aansluiting
van dorpen op het elektriciteitsnet (2,2 miljoen
euro) en de uitbouw van de institutionele capaciteit
van de Palestijnse Autoriteit (1 miljoen euro).
België draagt eveneens bij tot de hulp van de
Europese Unie aan Palestina. Ik verwijs meer in het
bijzonder naar het EU-COPPS-programma dat een
bijdrage levert tot de opleiding van de Palestijnse
politie.
Al deze bijdragen en initiatieven bewijzen het
engagement van België in zijn steun aan de nieuwe
Palestijnse leiding.
08.03 Zoé Genot (ECOLO) : La Belgique poursuit
donc ses efforts de coopération avec la Palestine.
Je trouve cependant important que le ministre
oeuvre pleinement à l'application de la résolution
adoptée par le Parlement. Celle-ci soumet le
gouvernement fédéral à des tâches précises. Je
vous réinterrogerai dans six mois pour voir
comment vous avez porté cette parole. C'est
maintenant qu'il faut agir !
08.03 Zoé Genot (ECOLO): België zet zijn
samenwerking met de Palestijnse staat dus voort.
Ik vind het evenwel belangrijk dat de minister zich
ten volle inzet voor de toepassing van de resolutie
die door het parlement werd goedgekeurd. Die
bepaalt immers dat de federale regering specifieke
taken te vervullen heeft. Binnen zes maanden zal ik
u opnieuw bervragen om na te gaan of u woord
heeft gehouden. Er moet nu gehandeld worden!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
14h31.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.31 uur.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
Document Outline