CRABV 51 COM 609
CRABV 51 COM 609
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi dinsdag
24-05-2005 24-05-2005
Matin Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 609
24/05/2005
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. David Geerts à la ministre de
l'Emploi sur "la profusion de statuts et la possibilité
de les enregistrer dans l'horeca" (n° 6901)
1
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Werk over "de veelheid van statuten en de
registreerbaarheid in de horeca" (nr. 6901)
1
Orateurs: David Geerts, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: David Geerts, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "l'égalité des chances entre hommes
et femmes" (n° 6974)
2
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Werk over "de gelijke kansen voor mannen en
vrouwen" (nr. 6974)
2
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Camille Dieu à la ministre de
l'Emploi sur "la proposition de directive relative à
certains aspects de l'aménagement du temps de
travail du 22 septembre 2004" (n° 6975)
4
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister
van Werk over "het voorstel van richtlijn
betreffende een aantal aspecten van de
organisatie van de arbeidstijd van 22 september
2004" (nr. 6975)
4
Orateurs: Camille Dieu, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Camille Dieu, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Véronique Ghenne à la ministre
de l'Emploi sur "le travail des étudiants" (n° 7019)
5
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
minister van Werk over "de studentenarbeid"
(nr. 7019)
5
Orateurs: Véronique Ghenne, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Véronique Ghenne, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Questions jointes de
7
Samengevoegde vragen van
7
- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de
l'Emploi sur "la consultation de données par le
Fonds de sécurité d'existence des ouvriers de la
construction" (n° 6957)
7
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de
minister van Werk over "het opvragen van
gegevens door het Fonds voor de
Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het
Bouwbedrijf" (nr. 6957)
7
- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de
l'Emploi sur "les indemnités versées par le Fonds
de sécurité d'existence des ouvriers de la
construction" (n° 7080)
7
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de
minister van Werk over "de vergoedingen die
betaald worden door het Fonds voor
Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het
Bouwbedrijf" (nr. 7080)
7
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Freya
Van den Bossche, minister van Werk
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 609
24/05/2005
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
24
MAI
2005
Matin
______
van
DINSDAG
24
MEI
2005
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10h.11 par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 10.11 uur door
de heer Hans Bonte, voorzitter.
01 Question de M. David Geerts à la ministre de
l'Emploi sur "la profusion de statuts et la
possibilité de les enregistrer dans l'horeca"
(n° 6901)
01 Vraag van de heer David Geerts aan de
minister van Werk over "de veelheid van statuten
en de registreerbaarheid in de horeca" (nr. 6901)
01.01 David Geerts (sp.a-spirit): Les statistiques
témoignent malheureusement de la précarité du
secteur horeca. Le gouvernement s'efforce
d'améliorer la viabilité du secteur. Il a été annoncé
récemment que les étudiants pourront dorénavant
travailler deux fois plus longtemps, soit 46 jours au
lieu de 23. Il existe également les régimes de travail
à temps partiel, les extras et les superextras.
De nombreux statuts différents coexistent donc et
prévoient chacun un nombre de jours de travail et
un tarif ONSS différents. Cette diversité de régimes
ne facilite pas la tâche des exploitants. N'est-il pas
souhaitable d'uniformiser les statuts
? Un
alignement du nombre de jours dans les différents
régimes est-il possible
? Pour la déclaration
Dimona des superextras, une application WAP
serait actuellement développée. Où en est-on à ce
jour?
01.01 David Geerts (sp.a-spirit): Dat de horeca
een precaire sector is, blijkt jammer genoeg uit de
statistieken. De regering probeert de leefbaarheid
van de sector te verbeteren. Onlangs werd
bekendgemaakt dat studenten voortaan dubbel
zolang mogen werken, namelijk 46 in plaats van 23
dagen. Daarnaast bestaan de systemen van
deeltijdse arbeid, extra's en piekextra's. Er is dus
een veelheid aan statuten, met elk een verschillend
aantal arbeidsdagen en een verschillend RSZ-
tarief. Dit maakt het er voor de uitbaters niet
gemakkelijker op. Is een uniformisering van de
statuten niet wenselijk? Is een gelijkschakeling van
het aantal dagen in de verschillende stelsels
mogelijk? Voor de Dimona-aangifte van de
piekextra's zou er een WAP-applicatie ontwikkeld
worden. Wat is de stand van zaken?
01.02 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais): La coexistence de différents statuts
est due au fait que le secteur lui-même n'est pas
homogène. Ce dernier nécessite beaucoup de
main-d'oeuvre et la demande est souvent difficile à
prévoir. Des régimes spécifiques ont dès lors été
élaborés pour ce secteur, en vue de concilier la
flexibilité nécessaire avec une protection sociale
minimale pour le travailleur. L'engagement simple
et rapide de main-d'oeuvre est donc possible, sans
excès de formalités, et les travailleurs sont
néanmoins enregistrés. Je ne plaide pas pour une
01.02 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Er bestaan inderdaad verschillende
statuten, maar dat komt omdat de sector zelf niet
homogeen is. De sector is arbeidsintensief en de
vraag is vaak moeilijk te voorspellen. Vandaar dat
er voor deze sector specifieke stelsels bestaan, die
de nodige flexibiliteit trachten te verzoenen met een
minimum aan sociale bescherming voor de
werknemer. Zo wordt het mogelijk mensen vlot en
snel aan te werven, zonder al te veel papierwerk,
terwijl de werknemers toch geregistreerd zijn. Ik
ben er geen voorstander van om te gaan snoeien in
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/05/2005
CRABV 51
COM 609
2
révision des différents statuts, en tout cas aussi
longtemps que ceux-ci représentent une valeur
ajoutée pour l'employeur et le travailleur.
de verschillende statuten, zolang die een
meerwaarde hebben voor werkgever en werknemer
tenminste.
Le cadre réglementaire relatif à la réglementation
Dimona adaptée a été fixé le 22 avril en conseil des
ministres et a été soumis pour avis au Conseil
d'Etat. Cette réglementation sera mise en oeuvre en
deux phases successives. Une première phase,
reposant sur une base volontaire, débutera le 1
er
juillet. A partir de cette date, le personnel
occasionnel pourra participer au nouveau système
sur une base volontaire. Cette participation sera
toutefois définitive et liera l'ensemble du groupe de
travailleurs occasionnels concernés. L'obligation de
tenir le registre des présences et le carnet des
présences individuel sera immédiatement
supprimée. La seconde phase, qui est quant à elle
obligatoire, débutera le 1
er
janvier 2006. A ce
moment-là, tous les secteurs du personnel
occasionnel devront obligatoirement participer au
système Dimona adapté.
Une période de test a débuté le 1
er
mai. Je
disposerai prochainement des premiers résultats à
cet égard.
Het reglementaire kader inzake de aangepaste
Dimona-regeling werd op 22 april op de
ministerraad vastgelegd en het werd voor advies
aan de Raad van State verzonden. De regeling zal
in twee opeenvolgende fasen worden ingevoerd.
Een eerste, vrijwillige fase start op 1 juli. Het
gelegenheidspersoneel zal vanaf dan de kans
krijgen om op vrijwillige basis in het nieuwe
systeem te stappen. Deze instap is dan wel
definitief en bindt de hele groep van het betrokken
gelegenheidspersoneel. Men wordt onmiddellijk
vrijgesteld van de verplichting om het
aanwezigheidsregister en het individuele
aanwezigheidsboekje bij te houden. De tweede,
verplichte fase neemt op 1 januari 2006 een
aanvang. Vanaf dan worden alle sectoren van het
gelegenheidspersoneel verplicht in het aangepast
Dimona-stelsel te stappen.
Een testperiode is op 1 mei gestart. Binnenkort zal
ik over de eerste resultaten hiervan beschikken.
01.03 David Geerts (sp.a-spirit): J'attends les
résultats. Nous verrons si le système pourra
supporter effectivement les modifications
permanentes.
01.03 David Geerts (sp.a-spirit): Ik wacht de
testresultaten af. We moeten nagaan of het
systeem de voortdurende wijzigingen aankan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre
de l'Emploi sur "l'égalité des chances entre
hommes et femmes" (n° 6974)
02 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de gelijke kansen voor
mannen en vrouwen" (nr. 6974)
02.01 Greta D'hondt (CD&V): Il ressort d'une
récente étude internationale sur l'égalité des
chances entre hommes et femmes que notre pays
a obtenu des résultats médiocres. Dans le
classement final, nous n'occupons que la vingtième
position et nous sommes même classés derrière
certains pays de l'ancien bloc de l'Est. Notre
résultat est encore plus médiocre en ce qui
concerne certains points spécifiques: une trente-
cinquième place pour les écarts salariaux et une
trente-septième place pour l'égalité d'accès au
marché de l'emploi. Comment est-ce possible ? Les
performances de notre pays sont légèrement
meilleures mais certainement pas excellentes
en ce qui concerne l'accès à la formation et aux
soins de santé, où il occupe respectivement la
quinzième et la seizième position.
Au cours des dernières années, le politique et les
02.01 Greta D'hondt (CD&V): Uit een recente
internationale studie inzake gelijke kansen voor
mannen en vrouwen blijkt dat ons land bijzonder
zwak scoort. In de eindrangschikking staan we
slechts op een twintigste plaats, zelfs voorafgegaan
door een aantal landen uit het voormalige Oostblok.
Op een aantal specifieke punten scoren we zelfs
nog slechter: een vijfendertigste plaats voor de
loonverschillen en een zevenendertigste plaats
voor de gelijke toegang tot de arbeidsmarkt. Hoe is
dit mogelijk? Iets beter maar nog niet echt
schitterend scoort ons land inzake de toegang tot
de opleiding en de toegang tot de
gezondheidszorg, respectievelijk een vijftiende en
zestiende plaats.
De genderproblematiek heeft nochtans de laatste
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 609
24/05/2005
3
partenaires ont toutefois accordé l'attention
nécessaire à la question du genre. Nous avons
néanmoins obtenu de mauvais résultats dans le
cadre de cette étude. Quelle en est la raison ? Que
devons-nous faire pour améliorer sensiblement nos
trop piètres résultats ?
jaren de nodige aandacht gekregen vanwege het
beleid en de sociale partners. Toch komen we
bijzonder zwak uit deze studie. Hoe is dit mogelijk?
Wat moet er gebeuren om onze veel te lage score
gevoelig op te krikken?
02.02 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais): Les résultats de cette étude sont en
effet décevants pour notre pays. Je suis déçue non
seulement par notre classement mais également
par le fait que les résultats ne nous apprennent en
fait pas grand chose. Il s'agit par ailleurs d'une
étude quantitative et non qualitative.
Il n'est dès lors pas aisé d'interpréter les données
et de savoir exactement pourquoi nos résultats sont
mauvais. Il n'est par ailleurs pas toujours facile de
comparer entre eux les pays qui arrivent en tête du
classement. Parmi les pays qui obtiennent un bon
score en ce qui concerne l'accès au marché du
travail et où les différences de salaire entre les
hommes et les femmes sont faibles se trouvent des
pays prospères et à l'économie classique comme la
Suède mais également des pays à l'économie et à
l'organisation sociale totalement différentes.
02.02 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): De resultaten van deze studie zijn
voor ons land inderdaad teleurstellend. Niet alleen
onze rangschikking ontgoochelt mij, maar ook de
vaststelling dat de resultaten ons weinig wijzer
maken. Het gaat bovendien om een kwantitatieve
en geen kwalitatieve studie.
Het is bijgevolg niet zo makkelijk om deze
gegevens juist te interpreteren en te bepalen
waarom wij slecht scoren. De landen die hoog
eindigen in de eindrangschikking, zijn op de koop
toe niet altijd goed met mekaar te vergelijken. Er
bevinden zich tussen de landen met een goede
toegang tot de arbeidsmarkt en met kleine
loonverschillen tussen mannen en vrouwen zowel
klassieke, welvarende landen als Zweden, maar
ook landen met een heel ander type economie en
samenleving.
Je demanderai à toutes les commissions paritaires
leurs classifications de fonctions dans le but de les
soumettre à une enquête approfondie. En tant que
responsables politiques, nous devons absolument
avoir une idée claire du problème des écarts
salariaux importants et prendre des mesures là où
c'est nécessaire. En outre, nous devons pouvoir
comparer la Belgique à un certain nombre de pays
voisins du nôtre, dans le but également d'avoir une
perception plus précise de ce problème. Les Pays-
Bas, par exemple, obtiennent de meilleurs résultats
que nous mais chez nos voisins du nord, les
femmes travaillant à temps partiel sont
sensiblement plus nombreuses parce que l'accueil
de la petite enfance y est beaucoup moins bien
organisé. Nous devons également mieux
comprendre la recette qui permet à certains pays
tels que la Suède d'offrir aux femmes à la fois une
excellente protection sociale et un taux d'activité
élevé.
Ik zal bij alle paritaire comités de
functieclassificaties opvragen, met de bedoeling
deze aan een grondig onderzoek te onderwerpen.
We moeten vanuit het beleid een duidelijk zicht
krijgen op de problematiek van de harde
loonverschillen en ingrijpen waar nodig. We moeten
België ook vergelijken met een aantal ons
omringende landen om een beter zicht te krijgen op
de problematiek. Nederland bijvoorbeeld scoort
beter dan wij in de rangschikking, maar kent veel
meer deeltijds werkende vrouwen, omdat de
kinderopvang er veel minder goed georganiseerd
is. We moeten inzicht krijgen in het recept dat
bepaalde landen, zoals bijvoorbeeld Zweden, in
staat stelt de vrouwen zowel een uitstekende
sociale bescherming als een hoge activiteitsgraad
te bieden.
02.03 Greta D'hondt (CD&V): Il convient
d'intervenir rapidement. J'admets effectivement
qu'il n`est pas aussi simple d'établir une
comparaison entre les différents pays. L'étude se
limite en effet à des paramètres purement
quantitatifs.
Par contre, force est de conclure de l'étude qu'un
problème fondamental se pose sur le marché belge
02.03 Greta D'hondt (CD&V): Er moet snel
worden ingegrepen. Ik geef inderdaad toe dat het
niet zo eenvoudig is de verschillende landen met
elkaar te vergelijken. Het onderzoek beperkt zich
immers tot louter kwantitatieve parameters.
Wat we wel uit de studie moeten besluiten, is dat er
iets fundamenteels schort aan onze arbeidsmarkt.
Die twintigste plaats is voor een land als België
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/05/2005
CRABV 51
COM 609
4
du travail. Cette vingtième place est inacceptable
pour un pays comme la Belgique. Je plaide pour
une évaluation externe approfondie, des
classifications de fonctions notamment. Nous
devons nous atteler sans délai à débarrasser notre
modèle social de cette tare.
onaanvaardbaar. Ik pleit voor een grondige externe
evaluatie van onder meer de functieclassificaties.
We mogen geen tijd meer verliezen om deze
schandvlek op ons sociaal model weg te vegen.
02.04 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais): Je prends bonne note de cette
suggestion de prévoir une évaluation externe.
02.04 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Die suggestie van de externe
evaluatie neem ik ter harte.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Camille Dieu à la ministre
de l'Emploi sur "la proposition de directive
relative à certains aspects de l'aménagement du
temps de travail du 22 septembre 2004" (n° 6975)
03 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de
minister van Werk over "het voorstel van richtlijn
betreffende een aantal aspecten van de
organisatie van de arbeidstijd van 22 september
2004" (nr. 6975)
03.01 Camille Dieu (PS): Il y a quelques
semaines, je vous interrogeais sur la position belge
face au projet de directive européenne
d'aménagement du temps de travail.
A l'époque, on en était à une proposition de la
Commission mais, le 11
mai, le Parlement
européen s'est prononcé en première lecture et a
déposé des amendements à ce projet. Il s'est
notamment prononcé pour la suppression de l'"opt
out" et l'annualisation de la période de référence du
temps de travail, avec des balises comme la
protection de la santé et la sécurité des travailleurs.
Pour ce faire, il a exigé des conventions collectives
ou au moins une information et une consultation
appropriée des travailleurs. Le Parlement a aussi
demandé le respect des arrêts de la Cour de justice
concernant les périodes inactives du temps de
travail, périodes dites "d'astreinte".
Bien sûr, ce vote est une victoire importante pour la
protection de la santé et de la sécurité du
travailleur, mais ce n'est pas terminé. Le Conseil
des ministres de l'Emploi se réunit le 3 juin pour
examiner les amendements du Parlement : il les
accepte ou il doit trouver une position commune.
Or, certains pays résistent au projet.
03.01 Camille Dieu (PS): Enkele weken geleden
stelde ik u een vraag over het Belgische standpunt
inzake het ontwerp van Europese richtlijn
betreffende de organisatie van de arbeidstijd.
Toen had de Commissie alleen nog maar een
voorstel gedaan. Op 11 mei jongstleden sprak het
Europees Parlement zich evenwel in eerste lezing
over dat voorstel uit en diende het er
amendementen op in. Het Parlement pleitte ervoor
de "opt out"-regeling af te schaffen en de
referentieperiode voor de arbeidstijd op één jaar te
brengen. De gezondheid en de veiligheid van de
werknemers zouden daarbij centraal moeten staan.
Daartoe zouden collectieve overeenkomsten
moeten worden afgesloten of zou op zijn minst een
gepaste vorm van voorlichting en overleg ten
aanzien van de werknemers moeten worden
verzekerd. Het Parlement drong tevens op de
naleving van de arresten van het Hof van Justitie
betreffende de zogenaamde "aanwezigheidstijd"
aan. Dat is de arbeidstijd tijdens dewelke de
werknemer op de werkplek aanwezig is maar niet
werkt.
Al betekent deze stemming een belangrijke
doorbraak op het stuk van de bescherming van de
gezondheid en de veiligheid van de werknemer,
toch is er nog heel wat werk aan de winkel. Op 3
juni buigt de Raad van ministers van Werk zich
over de amendementen van het Parlement: ofwel
keurt hij ze goed, ofwel neemt hij een
gemeenschappelijk standpunt in. Sommige landen
zijn echter tegen het ontwerp gekant.
Quelle sera la position de la Belgique sur les
amendements proposés par le Parlement ? Vu les
forces en présence, pensez-vous que l'on pourra
Welk standpunt zal België verdedigen met
betrekking tot de door het Parlement voorgestelde
amendementen? Denkt u, gelet op de krachten die
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 609
24/05/2005
5
rapidement aboutir à un accord et sur quelle base ?
hier spelen, dat er snel een akkoord kan worden
bereikt, en op welke basis?
03.02 Freya Van den Bossche, ministre (en
français): Le Parlement européen a effectivement
adopté des amendements, qui vont dans le même
sens que les principales positions de la Belgique en
cette matière, sur la définition du temps de travail,
l'exclusion de la possibilité d'"opt out", quitte à
prévoir une période de transition jusqu'en 2010.
L'adoption de cette directive se fera par codécision.
La Belgique s'appuiera sur les amendements du
Parlement européen pour réaffirmer ses deux
positions de base : d'abord, contrairement à la
proposition de directive, nous défendons l'idée que
le temps de garde doit être considéré comme du
temps de travail, avec la possibilité de prévoir
l'exclusion de certaines périodes de garde inactive.
Ensuite, la Belgique s'oppose au maintien de l'"opt
out" sous peine de vider la directive de son
contenu. Néanmoins pour certains pays, un
compromis peut être envisagé pour un an, soit
jusqu'en 2010.
La Belgique refuse de scinder ces deux points.
Cette directive devra répondre aux arrêts de la
Cour de justice européenne et aussi apporter une
amélioration par rapport à la directive actuelle.
03.02 Minister Freya Van den Bossche (Frans):
Het Europees Parlement heeft inderdaad een
aantal amendementen aangenomen, die geheel in
de lijn liggen van de belangrijkste Belgische
voorstellen op dat vlak, met betrekking tot het
bepalen van de arbeidstijd en het uitsluiten van de
opt out-regeling, eventueel met een
overgangsperiode tot 2010. Die richtlijn zal via de
medebeslissingsprocedure worden aangenomen.
België zal de amendementen van het Europees
Parlement aanvoeren om zijn twee uitgangspunten
kracht bij te zetten: in tegenstelling tot wat het
voorstel voor een richtlijn vooropstelt, vinden wij dat
aanwezigheidsdienst als arbeidstijd aangemerkt
moet worden, zij het dat bepaalde wacht- of
slaapuren tijdens de aanwezigheidsdienst hiervan
uitgesloten moeten kunnen worden. Daarnaast
verzet België zich tegen het behoud van de opt out-
regeling, omdat de richtlijn anders uitgehold zou
worden. Voor een aantal landen kan evenwel in
een compromis voorzien worden voor een jaar, d.i.
tot 2010.
België wil niet dat die twee punten losgekoppeld
worden. De richtlijn zal moeten inspelen op de
arresten van het Europese Hof van Justitie en een
verbetering moeten zijn ten opzichte van de huidige
richtlijn.
03.03 Camille Dieu (PS): Nous sommes satisfaits
de la position défendue par la ministre au niveau
européen. J'espère que vous parviendrez à la faire
valoir et que l'on trouvera un compromis préservant
la santé et la sécurité des travailleurs tout en
respectant le rapport vie professionnelle - vie
privée.
Même si certains nouveaux pays défendent une
liberté totale, il est important que ce que la vieille
Europe a gardé comme protection sociale et essaie
de promouvoir passe la rampe de ce débat. Je
vous réinterrogerai en juin pour savoir comment
cela s'est passé.
03.03 Camille Dieu (PS): Wij zijn tevreden over
het standpunt dat de minister op Europees niveau
verdedigt en hopen dat zij het zal kunnen
doordrukken. Wij kijken uit naar een compromis
waarin tegelijkertijd het evenwicht tussen de
loopbaan en het privé-leven wordt geëerbiedigd en
de gezondheid en de veiligheid van de werknemers
worden gevrijwaard.
Zelfs al pleiten sommige nieuwe lidstaten voor de
totale vrijheid, toch moet het oude Europa erop
toezien dat de sociale bescherming die het altijd
heeft gevrijwaard en tracht te bevorderen, onverkort
uit dit debat komt. Ik zal u in juni over de resultaten
van het overleg ondervragen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Véronique Ghenne à la
ministre de l'Emploi sur "le travail des étudiants"
(n° 7019)
04 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan
de minister van Werk over "de studentenarbeid"
(nr. 7019)
04.01 Véronique Ghenne (PS): Vu les hausses
vertigineuses des chiffres du chômage des jeunes,
j'ai des doutes quant aux changements relatifs au
04.01 Véronique Ghenne (PS): De
jeugdwerkloosheid blijft onrustwekkend stijgen. In
het licht daarvan heb ik zo mijn bedenkingen bij de
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/05/2005
CRABV 51
COM 609
6
travail des étudiants qui interviendront le 1
er
juillet.
Nous attendons un autre signal du gouvernement
pour contrer le chômage des jeunes. Le Conseil de
la Jeunesse d'Expression Française adopte une
position très négative à ce sujet. Envisagez-vous
d'organiser, après les grandes vacances, une
évaluation de ces mesures
? Si oui, des
organisations estudiantines et le Forem pourraient-
ils être invités à prendre part à la réflexion ?
manier waarop de reglementering betreffende de
studentenarbeid op 1 juli wordt gewijzigd.
We verwachten dat de regering een ander signaal
geeft om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. De
"Conseil de la Jeunesse d'Expression française"
neemt terzake een zeer afwijzende houding aan. Is
u bereid om na de grote vakantie die maatregelen
te evalueren? Zo ja, zullen de
studentenorganisaties en de Forem bij dat overleg
worden betrokken?
04.02 Freya Van den Bossche, ministre (en
français): Le chômage des jeunes est conjoncturel.
Une conjoncture moins bonne et une confiance qui
se dégrade ont des répercussions immédiates sur
celui-ci. De plus, il n'y a pas de recul des
conventions de premier emploi pour les jeunes, si
l'on se base sur les données de l'ONSS.
Fin 2004, le montant des réductions de contribution
dans le cadre des conventions de premier emploi
atteignait le niveau le plus élevé. Néanmoins le
chômage des jeunes continue d'être un problème.
C'est pourquoi le Conseil des ministres du 15 avril
2005 a décidé de diverses mesures en la matière.
Fin avril, j'ai fait un certain nombre de propositions,
qui ont été développées en groupe de travail. Ces
mesures seront prochainement soumises au
Conseil des ministres. Un effort maximum sera fait
en ce domaine.
04.02 Minister Freya Van den Bossche (Frans):
De jeugdwerkloosheid is conjunctureel. Een
conjunctuurdaling en een afbrokkelend vertrouwen
laten zich dadelijk gevoelen. Bovendien neemt het
aantal startbaanovereenkomsten, volgens de RSZ-
gegevens, niet af.
Eind 2004 bereikten de belastingverminderingen in
het raam van de startbaanovereenkomsten hun
hoogste peil. Toch blijft de jeugdwerkloosheid een
probleem. Daarom keurde de ministerraad van 15
april 2005 een aantal maatregelen goed.
Eind april deed ik diverse voorstellen die in een
werkgroep werden uitgewerkt. Binnenkort worden
ze aan de ministerraad voorgelegd. We laten geen
mogelijkheid onverlet.
04.03 Véronique Ghenne (PS): Vous n'avez pas
tout à fait répondu à ma question concernant
l'emploi d'étudiant. Est-ce qu'une évaluation aura
lieu à la fin des vacances ? Envisagez-vous de
mener une réflexion avec les organisations
estudiantines et le FOREM ?
04.03 Véronique Ghenne (PS): U gaf niet echt
een antwoord op mijn vraag betreffende de
studentenarbeid. Komt er een evaluatie op het
einde van de vakantie? Bent u van plan deze
problematiek met de studentenorganisaties en de
diensten voor arbeidsbemiddeling en
beroepsopleiding nader te bekijken?
04.04 Freya Van den Bossche, ministre (en
français): Une évaluation après les vacances ne
servirait à rien, car la nouvelle réglementation
entrera en vigueur le 1
er
octobre 2005. Je parle ici
du nombre de jours en dehors de la période des
vacances. Néanmoins, je suis prête à évaluer le
système, pour vérifier si cette réglementation n'a
pas d'effet négatif sur le chômage des jeunes.
04.04 Minister Freya Van den Bossche (Frans):
Een evaluatie na de vakantie zou nergens toe
dienen, want de nieuwe reglementering wordt op 1
oktober 2005 van kracht. Ik heb het hier over het
aantal dagen buiten de vakantieperiode. Toch ben
ik bereid de regeling te evalueren, om na te gaan of
de reglementering geen negatieve gevolgen heeft
voor de jeugdwerkloosheid.
04.05 Véronique Ghenne (PS): Je souhaite
néanmoins encore attirer votre attention sur le
problème de l'emploi chez les jeunes. On en parle
depuis des mois et nous ne voyons rien venir. Les
partenaires sociaux n'en ont pas discuté lors des
négociations professionnelles et nous ne réglerons
pas la question en améliorant les jobs étudiants.
04.05 Véronique Ghenne (PS): Ik wens niettemin
nogmaals uw aandacht te vestigen op het probleem
van de jeugdwerkloosheid. Al maanden wordt
erover gepalaverd maar in de praktijk verandert er
niets. De sociale partners hebben dit thema niet
aangesneden tijdens de sociale onderhandelingen.
Het is niet door de reglementering van de
studentenjobs te versoepelen dat we het probleem
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 609
24/05/2005
7
En 2001, le plan Rosetta représentait 1,5% de
l'emploi global et 4,6% de l'emploi des moins de 30
ans. En 2003, 90% des jeunes engagés sous ce
contrat se maintenaient sur le marché du travail,
même si les qualifiés y sont majoritaires, alors que
le plan visait avant tout les moins qualifiés. Je ne
dispose pas des chiffres actuels.
Au fil du temps, des assouplissements successifs
ont réduit le nombre des jeunes dans les contrats
de premier emploi (CPE), de sorte que le seuil
d'embauche, en principe de 3% de l'effectif dans
les entreprises de plus de 50 personnes, n'est plus
atteint. J'espère que votre initiative ne se
contentera pas d'un plan de sauvetage, via les
CPAS, des jeunes exclus des allocations. Cette
piste a été évoquée au sein du gouvernement. Mais
c'est prendre le problème à l'envers ! Au lieu
d'exclure des jeunes pour les repêcher par la suite,
il faudrait leur donner une réelle chance dès le
départ.
zullen oplossen.
In 2001 was het Rosettaplan goed voor 1,5 percent
van de totale werkgelegenheid en bood het werk
aan 4,6 percent van de jongeren van minder dan 30
jaar. In 2003 was 90 percent van de jongeren die
onder een dergelijk contract in dienst werden
genomen, nog steeds op de arbeidsmarkt actief.
Het gaat wel voornamelijk om geschoolde
arbeidskrachten terwijl het plan in de eerste plaats
op ongeschoolde krachten was gericht. Ik beschik
niet over geactualiseerde cijfers.
Gaandeweg is als gevolg van de opeenvolgende
versoepelingen het aantal jongeren met een
startbaanovereenkomst gedaald zodat de
tewerkstellingsdrempel in principe 3 percent van
het personeel in de ondernemingen met meer dan
50 personen niet meer gehaald wordt. Ik hoop dat
uw initiatief verder reikt dan het aanbieden van een
vangnet, via de OCMW's, aan de jongeren die
zonder uitkering vallen. Die benadering werd door
de regering besproken. Maar dat is het paard
achter de wagen spannen! Eerder dan de jongeren
eerst uit te sluiten om ze vervolgens terug op te
vissen, zou men hun van bij het begin echte
perspectieven moeten bieden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Questions jointes de
- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de
l'Emploi sur "la consultation de données par le
Fonds de sécurité d'existence des ouvriers de la
construction" (n° 6957)
- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de
l'Emploi sur "les indemnités versées par le
Fonds de sécurité d'existence des ouvriers de la
construction" (n° 7080)
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de
minister van Werk over "het opvragen van
gegevens door het Fonds voor de
Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het
Bouwbedrijf" (nr. 6957)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de
minister van Werk over "de vergoedingen die
betaald worden door het Fonds voor
Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het
Bouwbedrijf" (nr. 7080)
05.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Les
employeurs du secteur de la construction reçoivent
chaque année un questionnaire du Fonds de
sécurité d'existence relatif à l'`indemnité de
promotion pour le secteur de la construction'.
L'intitulé de ce questionnaire fait mention du nom,
de l'adresse et du numéro d'inscription au registre
national du travailleur, mais ces informations sont
demandées une nouvelle fois dans le formulaire
proprement dit. Le Fonds aurait néanmoins accès à
la Banque carrefour de la Sécurité sociale et ne
devrait dès lors plus demander ces données. Est-il
exact que le Fonds a accès à la Banque carrefour
et la ministre insistera-t-elle auprès du Fonds pour
que le formulaire soit adapté ?
05.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Jaarlijks
ontvangen werkgevers in de bouwsector van het
Fonds voor Bestaanszekerheid een vragenlijst
"promotievergoeding voor het bouwbedrijf". De
hoofding vermeldt naam, adres en
rijksregisternummer van de werknemer, maar in het
formulier zelf worden deze gegevens nog eens
gevraagd. Het fonds zou nochtans toegang hebben
tot de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en
hoeft deze gegevens dus niet meer te vragen. Klopt
het dat het fonds toegang heeft tot de
Kruispuntbank en zal de minister er bij het fonds op
aandringen om het formulier aan te passen?
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/05/2005
CRABV 51
COM 609
8
Pour les travailleurs non affiliés à un syndicat, des
frais administratifs de 12 pour cent sont déduits des
indemnités payées par le Fonds de sécurité
d'existence de la Construction. La ministre peut-elle
confirmer cette information
? Comment cette
réglementation est-elle née ? La situation peut-elle
être rectifiée ?
Van de vergoedingen uitbetaald door het Fonds
voor de Bestaanszekerheid van de Bouw wordt bij
werknemers zonder vakbondsaansluiting 12
procent afgehouden voor administratiekosten. Kan
de minister dit bevestigen? Hoe is deze regeling
ontstaan. Kan de situatie rechtgezet worden?
05.02 Freya Van den Bossche, ministre (en
néerlandais): En ce qui concerne les questions
relatives au formulaire, je peux répondre deux fois
par l'affirmative: le Fonds a accès à la Banque
carrefour et doit dès lors adapter son formulaire. Il
est exact que des frais administratifs à concurrence
de 12 pour cent sont retenus pour les travailleurs
non syndiqués. Il en a été convenu ainsi au sein de
la commission paritaire du secteur. J'ai
immédiatement envoyé un courrier pour demander
des précisions. En attendant la réponse à ce
courrier, je ne puis en dire plus pour l'instant.
05.02 Minister Freya Van den Bossche
(Nederlands): Wat de vragen over het formulier
betreft, kan ik tweemaal bevestigend antwoorden:
het fonds heeft toegang tot de Kruispuntbank en
moet zijn formulier dus aanpassen. Het klopt dat er
12 procent administratiekosten word ingehouden bij
niet-vakbondsleden. Dit is zo afgesproken in het
paritair comité van de sector. Ik heb meteen een
brief gestuurd met een vraag om verduidelijking. In
afwachting van het antwoord kan ik voorlopig niet
meer zeggen.
05.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Personne
ne peut être contraint de s'affilier à un syndicat. La
retenue porte atteinte au principe d'égalité.
J'espère que la ministre insistera pour supprimer
cette retenue.
05.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Niemand
kan verplicht worden om lid te zijn van een
vakbond. De inhouding schendt het
gelijkheidsbeginsel. Ik hoop dat de minister erop zal
aandringen deze inhouding af te schaffen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions se termine à 10h.51.
De bespreking van de vragen eindigt om 10.51 uur.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
Document Outline