SÉANCE PLÉNIÈRE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la problématique
des droits des voyageurs" (n° 6021)

Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
problematiek van de reizigersrechten" (nr. 6021)

Orateurs: Talbia Belhouari, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi

Sprekers: Talbia Belhouari, Freya Van den
Bossche, minister van Werk

Question de M. Roel Deseyn à la ministre de
l'Emploi sur "l'arnaque à la consommation par le
biais de sms.ac" (n° 6139)

Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Werk over "het consumentenbedrog via
sms.ac" (nr. 6139)

Orateurs: Roel Deseyn, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi

Sprekers: Roel Deseyn, Freya Van den
Bossche, minister van Werk

Question de M. Dylan Casaer à la ministre de
l'Emploi sur "la qualité des casques pour cyclistes"
(n° 6032)

Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister
van Werk over "de kwaliteit van fietshelmen"
(nr. 6032)

Orateurs: Dylan Casaer, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi

Sprekers: Dylan Casaer, Freya Van den
Bossche, minister van Werk

Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la création d'une
banque de données permettant la comparaison
entre les assurances auto RC" (n° 6079)

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het creëren
van een databank voor de vergelijking van
autoverzekeringen BA" (nr. 6079)

Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique

Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid

Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "la menace qui pèse sur la survie des petits
menuisiers en raison des normes européennes qui
leur sont imposées" (n° 5760)

Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de bedreiging
van het voortbestaan van de kleine schrijnwerker
door toedoen van een opgelegde Europese
normering" (nr. 5760)

Orateurs:

Annemie Turtelboom, Marc

Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique

Sprekers:

Annemie Turtelboom, Marc

Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- de heer Carl Devlies aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschrijvingsregels
voor de installaties van de energie-
intercommunales" (nr. 5967)

- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les règles relatives à
l'amortissement pour les infrastructures de réseau
des intercommunales et du gestionnaire de réseau
de transport" (n° 6162)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschrijvingsregels
geldig voor de transmissienetinfrastructuur van de
intercommunales en de transportnetbeheerder"
(nr. 6162)

Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique

Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid, Carl Devlies

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

scientifique, Carl Devlies

Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'adoption de la
directive relative aux brevets logiciels en Conseil
européen du 7 mars 2005" (n° 6009)

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de goedkeuring van de
richtlijn betreffende de softwarepatenten op de
Europese Raad van 7 maart 2005" (nr. 6009)

Orateurs: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique

Sprekers: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid

Question de M. Ortwin Depoortere au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'aide aux
entreprises dans le cadre de la mise en oeuvre du
projet européen REACH" (n° 6011)

Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de hulp aan
bedrijven bij het Europese REACH-project"
(nr. 6011)

Orateurs:

Ortwin Depoortere, Marc

Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique

Sprekers:

Ortwin Depoortere, Marc

Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le contrôle
aérien de l'espace maritime" (n° 6040)

Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het maritiem
luchttoezicht" (nr. 6040)

Orateurs: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique

Sprekers: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid

Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'utilisation des
langues sur le site internet du SPF Economie,
PME, Classes moyennes et Energie" (n° 6056)

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
taalgebruik op de website van de FOD Economie,
KMO, Middenstand en Energie" (nr. 6056)

Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique

Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Koen T'Sijen au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nomination des
directeurs des Etablissements scientifiques
fédéraux" (n° 6104)

- de heer Koen T'Sijen aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6104)

- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la nomination
des directeurs des Etablissements scientifiques
fédéraux" (n° 6105)

- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6105)

- M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de
sélection en vue de la nomination des directeurs
des établissements scientifiques fédéraux" (n°
6129)

- de heer Patrick De Groote aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de selectieprocedure tot
benoeming van de hoofden van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6129)

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

iii

- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de
nomination au sein des établissements
scientifiques fédéraux" (n° 6148)

- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de
benoemingsprocedure in de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6148)

- M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de
sélection en vue de la nomination des chefs des
établissements scientifiques fédéraux" (n° 6156)

- M. Bert Schoofs au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nomination des
directeurs des établissements scientifiques
fédéraux" (n° 6189)

- de heer Bert Schoofs aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de Federale Wetenschappelijke
Instellingen" (nr. 6189)

Orateurs: Koen T'Sijen, Simonne Creyf,
Servais Verherstraeten, Patrick De Groote,
Bert Schoofs, Marc Verwilghen, ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique

Sprekers: Koen T'Sijen, Simonne Creyf,
Servais Verherstraeten, Patrick De Groote,
Bert Schoofs, Marc Verwilghen, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

COMMISSION DE L'ECONOMIE,

DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,

DE L'EDUCATION, DES

INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET

CULTURELLES NATIONALES, DES

CLASSES MOYENNES ET DE

L'AGRICULTURE

COMMISSIE VOOR HET

BEDRIJFSLEVEN, HET

WETENSCHAPSBELEID, HET

ONDERWIJS, DE NATIONALE

WETENSCHAPPELIJKE EN

CULTURELE INSTELLINGEN, DE

MIDDENSTAND EN DE

LANDBOUW

MARDI

MARS

2005

Matin

______

van

DINSDAG

MAART

2005

Voormiddag

______

La réunion publique est ouverte à 10h.11 par
M. Dylan Casaer.

De vergadering wordt geopend om 10.11 uur door
de heer Dylan Casaer.

01 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre

de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la
problématique des droits des voyageurs"
(n° 6021)

01 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de

minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
problematiek van de reizigersrechten" (nr. 6021)

01.01 Talbia Belhouari (PS): Chaque année, de

nombreux musulmans se rendent en pélerinage en
Arabie Saoudite. Cette année encore, le retour de
nombreux pèlerins a posé d'énormes difficultés.

En effet, selon mes informations, des milliers de
passagers sont restés bloqués à l'aéroport de
Djeddah durant plusieurs jours, dans des
conditions lamentables. Certaines compagnies
aériennes ne prennent visiblement pas leurs
responsabilités.

Au-delà de ce cas emblématique se pose la
question des droits des voyageurs dans leur
ensemble.

La commission « Litiges voyages », qui fonctionne
au sein du SPF Economie, est chargée de résoudre
ce type de problèmes. Toutefois, la plupart des
voyageurs sont mal informés. En outre, les tâches
sont partagées entre le SPF Affaires étrangères et
votre administration.

01.01 Talbia Belhouari (PS): Elk jaar weer

trekken vele moslims op bedevaart naar Saudi-
Arabië. En ook dit jaar heeft de terugkeer van vele
bedevaartgangers voor enorme problemen
gezorgd.

Volgens mijn informatiebronnen hebben duizenden
gestrande reizigers dagenlang in erbarmelijke
omstandigheden vastgezeten in de luchthaven van
Djeddah. Bepaalde luchtvaartmaatschappijen
onttrokken zich duidelijk aan hun
verantwoordelijkheid.
Los van dit ene schrijnende voorbeeld rijst meer
algemeen de vraag van de rechten van de reiziger.

De Geschillencommissie Reizen, die erkend en
ondersteund wordt door de FOD Economie, buigt
zich over dergelijke problemen. De meeste
reizigers zijn evenwel niet goed geïnformeerd.
Bovendien zijn de taken opgesplitst tussen de FOD
Buitenlandse Zaken en uw administratie.

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

Le système ne fonctionne pas ou pas encore de
manière pleinement satisfaisante.

Combien de voyageurs ont-ils déjà fait appel à la
commission des Litiges voyages depuis sa
création? Pour quels types de problèmes? Avec
quels résultats? Ne faudrait-il pas prévoir une
meilleure information des voyageurs quant à leurs
droits? Des adaptations de la législation sont-elles
nécessaires pour satisfaire aux nouvelles règles
européennes? Quelles mesures concrètes
envisagez-vous ?

Het systeem werkt niet of toch niet zoals het hoort.

Hoeveel reizigers hebben sinds haar oprichting
reeds een beroep gedaan op de
Geschillencommissie Reizen? Voor welke soort
problemen? Met welke resultaten? Moeten de
reizigers niet beter over hun rechten worden
voorgelicht? Moet de wetgeving niet worden
aangepast aan de nieuwe Europese regels? Welke
concrete maatregelen stelt u in het vooruitzicht?

01.02 Freya Van den Bossche , ministre (en

français) : En ce qui concerne les droits du
passager aérien, le règlement européen du 11
février 2004 établit les règles précises qui doivent
être appliquées en cas de surréservation,
d'annulation ou de retard important d'un vol. Ces
droits sont effectifs depuis le 17 février 2005. Le
règlement européen constitue une avancée
spectaculaire dans la protection des droits des
passagers aériens.

Chaque Etat membre doit désigner un organisme
chargé de l'application du règlement et un
organisme où les passagers peuvent introduire des
plaintes. Ces tâches sont attribuées au SPF
Mobilité et Transport.

Dans le cadre d'un voyage à forfait, les voyageurs
bénéficient de la protection de la loi du 16 février
1994 régissant le contrat d'organisation de voyage
et le contrat d'intermédiaire de voyage. En vertu de
la loi, l'organisateur est soumis à une obligation
d'information et l'intermédiaire à une obligation
d'information et de conseil. La loi rend
l'organisateur du voyage responsable de la bonne
exécution du transport et du logement.

01.02 Minister Freya Van den Bossche (Frans):

Wat de rechten van de luchtreizigers betreft, schrijft
de Europese verordening van 11 februari 2004 voor
wat er precies moet gebeuren wanneer een vlucht
overboekt is, geannuleerd wordt of een ernstige
vertraging heeft. Die rechten zijn van toepassing
sinds 17 februari 2005. Die Europese verordening
verbetert de rechten van de luchtreizigers
aanzienlijk.

Iedere lidstaat moet een orgaan aanduiden dat met
de toepassing van de verordening wordt belast,
alsook een orgaan waar de reizigers met hun
klachten terechtkunnen. Die opdrachten worden
aan de FOD Mobiliteit en Vervoer toevertrouwd.

Wanneer het om een pakketreis gaat, worden de
reizigers beschermd door de wet van 16 februari
1994 tot regeling van het contract tot
reisorganisatie en reisbemiddeling. Krachtens die
wet heeft de organisator een informatieplicht en de
reisbemiddelaar een informatieplicht en een
verplichting om advies te verstrekken. De wet stelt
de reisorganisator verantwoordelijk voor de goede
uitvoering van het vervoer en het logies.

Le consommateur peut soumettre sa plainte
éventuelle à la commission «Litiges voyages» afin
d'entamer une procédure de conciliation
ou d'arbitrage. La commission «Litiges voyages»,
hébergée au SPF Economie, est soutenue
financièrement et administrativement par celui-ci.
Depuis 10 ans, le nombre d'arbitrages évolue de
200 à 250 par an. En 2004, 10,5% des plaintes
concernaient une question relative au transport.

Ma conclusion est que notre pays bénéficie d'un
niveau élevé de protection du consommateur dans
le domaine des voyages. Tout doit être mis en
oeuvre pour assurer l'effectivité de ces mesures de
protection.

De consument kan zijn klacht voorleggen aan de
Geschillencommissie Reizen, waarna een
verzoenings- of arbitrageprocedure kan worden
opgestart. De Geschillencommissie Reizen werd
ondergebracht bij de FOD Economie en krijgt
financiële en administratieve ondersteuning van de
FOD. Sinds 10 jaar schommelt het aantal
arbitragezaken rond de 200 à 250 per jaar. In 2004
ging het in 10,5% van de klachten om het vervoer.

Mijn conclusie is dat de reizende consument in ons
land goed beschermd is. Die
beschermingsmaatregelen mogen hun uitwerking
niet missen, en daartoe moeten we alles in het
werk stellen.

01.03 Talbia Belhouari (PS): Il faudra rester très 01.03 Talbia Belhouari (PS): We moeten hier

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

attentif, d'autant plus que nous sommes à la veille
des vacances de Pâques et que les vacances d'été
approchent. Nous avons une mission d'information.
Un grand nombre de voyageurs ignorent l'existence
de cette commission.

aandachtig op toezien. De paasvakantie staat voor
de deur, en ook de zomervakantie nadert met rasse
schreden. Wij hebben een informatieve opdracht.
Vele reizigers weten niet dat die commissie
bestaat.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

02 Question de M. Roel Deseyn à la ministre de

l'Emploi sur "l'arnaque à la consommation par le
biais de sms.ac" (n° 6139)

02 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de

minister van Werk over "het consumentenbedrog
via sms.ac" (nr. 6139)

02.01 Roel Deseyn (CD&V): Le site web

www.sms.ac donne l'impression d'offrir
gratuitement des messages SMS. Or, celui qui
s'inscrit est confronté aux spams, ces messages
indésirables qu'il lui faut de plus payer dans ce cas-
ci. La résiliation de ce service ne va pas de soi.

La ministre a-t-elle connaissance de cette pratique
en progression

? Le client est-il suffisamment

informé par le prestataire de services

? Les

conditions peuvent-elles figurer en anglais ? Lors
de l'inscription, peut-on demander , sans plus, des
données personnelles telles qu'un mot de passe ?
L'entreprise dispose-t-elle d'un point de contact en
Belgique ? Quelles sanctions sont envisageables ?
Comment le consommateur en sera-t-il informé ?

02.01 Roel Deseyn (CD&V): De website

www.sms.ac geeft de indruk gratis tekstberichtjes
aan te bieden. Wie zich inschrijft heeft echter af te
rekenen met spam, ongewenste berichten
waarvoor men in dit geval bovendien ook nog moet
betalen. De opzegging van deze dienst is niet
vanzelfsprekend.

Heeft de minister weet van deze praktijk die in
opmars is? Krijgt de klant voldoende informatie van
de dienstverlener? Mogen de voorwaarden in het
Engels opgesteld zijn? Kan men bij de inschrijving
zomaar persoonlijke gegevens zoals een
wachtwoord opvragen? Bestaat er een
aanspreekpunt van het bedrijf in België? Welke
sancties zijn mogelijk? Hoe zal de consument
hierover worden ingelicht?

02.02 Freya Van den Bossche, ministre (en

néerlandais): La direction générale Contrôle et
Médiation n'a reçu aucune plainte à ce jour, alors
que le service de médiation en a reçu une. La
direction générale examine actuellement la
situation sur le terrain, mais je ne dispose pas
encore de résultats définitifs. Selon les informations
provisoires dont je dispose, le tarif des services
proposés figure sur le site internet. Le
consommateur doit s'inscrire lui-même sur le site
pour bénéficier de ce service et les opérateurs de
téléphonie mobile le facturent ensuite.

En vertu d'une directive européenne du 8 juin 2000,
tout prestataire de services doit informer le client de
ses tarifs. Il faudra examiner si les consommateurs
ont raisonnablement pu prendre connaissance des
conditions générales qui sont rédigées dans une
langue étrangère. Les opérateurs belges doivent
prendre les mesures nécessaires lorsqu'un
fournisseur de services utilisant leur réseau ne
respecte pas les dispositions de la directive, quel
que soit le pays où ce fournisseur est établi. La
direction générale y veille.

02.02 Minister Freya Van den Bossche

(Nederlands): De algemene directie Controle en
Bemiddeling heeft nog geen klacht ontvangen. De
ombudsdienst kreeg wel een klacht binnen. De
algemene directie onderzoekt momenteel de
praktijk, maar ik beschik nog niet over definitieve
resultaten. Uit de voorlopige informatie blijkt dat de
site een prijzenlijst vermeldt voor de diensten die
worden aangeboden. De consument moet zich op
de site zelf inschrijven voor de dienst en de
operatoren voor mobiele telefonie factureren deze
dienst.

Volgens een Europese richtlijn van 8 juni 2000
moet iedere dienstverlener de klant informeren over
de tarieven. Men zal moeten onderzoeken of de
consumenten redelijkerwijs kennis hebben kunnen
nemen van de algemene voorwaarden indien die
voorwaarden in een andere taal zijn opgesteld. De
Belgische operatoren moeten de nodige
maatregelen treffen indien een dienstverlener die
hun netwerk gebruikt, de richtlijn niet naleeft,
ongeacht het land waar die is gevestigd. De
algemene directie ziet hierop toe.

Au moment de l'inscription, des mots de passe et Bij de inschrijving mag men wachtwoorden en

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

autres codes de protection peuvent être demandés.
Nous ne pouvons qu'encourager les
consommateurs à être aussi prudents que possible.
Nous vérifions si les clients étaient suffisamment
informés de l'utilisation qui peut être faite de leurs
données.

Les services de sms.ac sont représentés en
Belgique par le prestataire de services Golden
Bites Belgium SA. En vertu de la loi sur les
pratiques du commerce, l'opérateur belge qui omet
de prendre des mesures contre un prestataire de
services malhonnête est considéré comme
coauteur.

Avant d'informer le consommateur, nous devons
savoir avec précision si la réglementation est
respectée. Les infractions peuvent faire l'objet
d'une intervention immédiate. Si certaines pratiques
dangereuses pour le consommateur étaient quand
même possibles, la direction générale diffusera un
communiqué de presse pour appeler à la vigilance.

dergelijke opvragen. We kunnen de gebruikers
enkel aansporen om zo voorzichtig mogelijk te zijn.
We gaan na of de klanten voldoende werden
geïnformeerd over wat er met die gegevens kan
gebeuren.

De diensten van sms.ac worden in België
vertegenwoordigd door dienstenleverancier Golden
Bites Belgium NV. Een Belgische operator die
nalaat om maatregelen te treffen tegen een
oneerlijke dienstverlener, wordt volgens de wet op
de handelspraktijken beschouwd als een
mededader.

Vooraleer we de consument kunnen informeren,
moeten we precies weten of de regelgeving wordt
nageleefd. Men kan meteen optreden tegen
overtredingen. Indien bepaalde zaken zouden
mogen die toch gevaarlijk zijn voor de consument,
zal de algemene directie een persbericht
verspreiden met een oproep tot waakzaamheid.

02.03 Roel Deseyn (CD&V): Je me réjouis du fait

qu'une étude soit en cours. Je demande que l'on
étudie la partie `invitation par e-mail' car elle
représente la plus grande menace pour le
consommateur. Les informations qui y sont fournies
sont difficiles à déchiffrer et mensongères.

Les risques en matière de sécurité sont
particulièrement importants. Je me réjouis dés lors
que le gouvernement en soit conscient et qu'il
adoptera une série de mesures dans ce cadre.

02.03 Roel Deseyn (CD&V): Ik ben blij dat er een

onderzoek loopt. Ik vraag om het onderdeel
'uitnodiging per e-mail' te onderzoeken, omdat daar
het meeste kwaad zit voor de consument. Daar
wordt heel gebruiksonvriendelijke en bedrieglijke
informatie verstrekt.

De veiligheidsrisico's zijn toch wel bijzonder groot.
Ik ben dan ook blij dat de overheid zich hiervan
bewust is en een aantal maatregelen zal treffen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

Présidente: Trees Pieters.

Voorzitter: mevrouw Trees Pieters.

03 Question de M. Dylan Casaer à la ministre de

l'Emploi sur "la qualité des casques pour
cyclistes" (n° 6032)

03 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de

minister van Werk over "de kwaliteit van
fietshelmen" (nr. 6032)

03.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Une étude

menée en 2003 par la KULeuven a révélé que la
norme européenne actuelle EN-1078 relative à la
sécurité des casques pour cyclistes n'est pas
parfaite. La plupart des casques pour cyclistes
disponibles dans le commerce offrent une
protection insuffisante au niveau des tempes et ne
réduisent pas assez les vibrations en cas de chute
ou de collision.

La ministre est-elle au courant de cette étude ?
Compte-t-elle aborder cette question au niveau
européen et insister sur l'adoption de normes plus

03.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Uit een studie

van de KULeuven uit 2003 blijkt dat de huidige
Europese normering EN-1078 inzake de veiligheid
van fietshelmen niet waterdicht is. De meeste
fietshelmen die in de handel verkrijgbaar zijn,
bieden te weinig bescherming ter hoogte van de
slapen en verminderen te weinig de trillingen bij
een val of een aanrijding.

Kent de minister deze studie? Zal zij dit probleem
op Europees niveau aankaarten en aandringen op
strengere normen? Zal zij pleiten voor bijkomend
wetenschappelijk onderzoek? Gaat de minister

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

sévères ? Plaidera-t-elle en faveur d'une étude
scientifique supplémentaire ? La ministre partage-t-
elle l'avis selon lequel tous les composants d'une
bicyclette doivent satisfaire à des exigences
concernant non seulement la sécurité des produits
mais aussi la sécurité routière ?

ermee akkoord dat alle fietsonderdelen niet alleen
productveilig maar ook verkeersveilig moeten zijn?

03.02 Freya Van den Bossche, ministre (en

néerlandais): L'étude nous est connue et a déjà été
abordée en septembre 2003 par la représentation
belge au Groupe européen d'experts pour les
équipements de protection individuelle. A cette
occasion, notre pays a insisté sur l'adaptation de la
normalisation en matière de casques pour cyclistes,
entre autres pour mieux amortir les vibrations.
L'Europe a promis de tenir compte de cette
exigence lors de l'élaboration d'une nouvelle norme
de sécurité européenne.

Il va de soi qu'une bicyclette doit intrinsèquement
être sûre lors de l'achat. Lorsque la bicyclette est
mise en circulation, elle doit en outre satisfaire aux
critères technico-routiers, mais ceux-ci diffèrent
d'un Etat membre à l'autre. Une bicyclette vendue
dans notre pays doit uniquement répondre aux
normes de sécurité européennes car elle peut
également circuler dans un autre Etat membre.
Cependant, il appartient au vendeur d'indiquer, ou
la notice explicative qui accompagne le produit doit
en faire état, que la bicyclette, si elle circule dans
notre pays, doit également satisfaire à une série de
critères technico-routiers. La sûreté du produit
relève de mes compétences, l'aspect technico-
routier de celles du ministre de la mobilité.

L'objectif est de faire en sorte que, lors de
l'élaboration d'une nouvelle norme UE-1078,
l'Europe tienne compte des découvertes
scientifiques les plus récentes.

03.02 Minister Freya Van den Bossche

(Nederlands): De studie is ons bekend en werd al
in september 2003 door de Belgische
vertegenwoordiging aangekaart bij de Europese
Expert Group voor Persoonlijke
Beschermingsmiddelen. Bij die gelegenheid werd
door ons land aangedrongen op aangepaste
normering voor fietshelmen, onder meer op het vlak
van een betere trillingsdemping. Europa heeft
beloofd om met die eis rekening te houden bij het
opstellen van een nieuwe Europese
veiligheidsnorm.

Het spreekt vanzelf dat een fiets intrinsiek veilig
moet zijn bij de aankoop. Wanneer de fiets in het
verkeer wordt gebracht, moet hij daarenboven
beantwoorden aan de verkeerstechnische
vereisten, maar die verschillen van lidstaat tot
lidstaat. Een fiets die in ons land wordt verkocht,
moet uitsluitend aan de Europese
veiligheidsnormen beantwoorden, omdat hij ook in
een andere lidstaat in het verkeer kan worden
gebracht. Het is echter de taak van de verkoper of
van de bijgeleverde handleiding erop te wijzen dat
de fiets, indien hij in ons land in het verkeer wordt
gebracht, ook aan een reeks verkeerstechnische
vereisten moet voldoen. Waken over de veiligheid
van het product behoort tot mijn bevoegdheden,
toezien op het verkeerstechnische aspect tot die
van de minister van Mobiliteit.

Het is de bedoeling dat Europa bij het vastleggen
van een nieuwe EU-1078 norm rekening houdt met
de recentste wetenschappelijke bevindingen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

04 Question de Mme Simonne Creyf au ministre

de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la
création d'une banque de données permettant la
comparaison entre les assurances auto RC" (n°
6079)

04 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de

minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het creëren
van een databank voor de vergelijking van
autoverzekeringen BA" (nr. 6079)

04.01 Simonne Creyf (CD&V): Ainsi qu'il ressort

d'une récente étude de Test-Achats, la suppression
du système du bonus-malus dans le cadre des
assurances automobiles génère la confusion chez
les consommateurs qui cherchent à identifier le tarif
le plus intéressant. Aujourd'hui, la plupart des

04.01 Simonne Creyf (CD&V): De afschaffing van

het bonus-malussysteem bij autoverzekeringen
zorgt voor verwarring bij de consument wanneer die
op zoek gaat naar het meest voordelige tarief. Dit
wordt aangetoond in een recente studie van Test-
Aankoop. De meeste verzekeraars hanteren nu

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

assureurs utilisent un système qui leur est propre,
avec des appellations et des formules tarifaires
spécifiques.
Test-Achats plaide pour la constitution d'une
banque de données où tous les assureurs
encoderaient leurs tarifs et leurs formules de
manière à permettre aux consommateurs
intéressés d'identifier la formule la plus
avantageuse en fonction d'une série de paramètres
tels que l'âge, le type de véhicule et le lieu de
résidence. Qu'en pense le ministre ? Existe-t-il déjà
des projets concrets en ce sens ? Quel est le point
de vue d'Assuralia, qui représente le secteur de
l'assurance ? Existe-t-il d'autres projets visant à
favoriser la transparence du marché de l'assurance
auto ?

een eigen systeem met specifieke benamingen en
tariefformules.

Test-Aankoop pleit voor een databank waarin alle
verzekeraars hun tarieven en formules opslaan,
zodat elke geïnteresseerde consument op basis
van een aantal parameters als leeftijd, soort wagen,
woonplaats de meest voordelige formule kan
distilleren. Wat denkt de minister over dit idee? Zijn
er al concrete plannen om dit concept te
realiseren? Wat is het standpunt van Assuralia, die
de verzekeringssector vertegenwoordigt? Zijn er
nog andere plannen om de transparantie in de
autoverzekeringsmarkt te bevorderen?

04.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):

Je répète que je suis favorable à l'idée d'une telle
base de données. Je suis convaincu que la
concurrence ouverte constitue la solution la plus
avantageuse pour le consommateur. Cependant
elle n'est efficace que si le consommateur est
correctement informé et je soutiens toute mesure
allant dans ce sens.
Je vais examiner en collaboration avec Test-Achats
la manière dont cette base de données peut être
réalisée. Le secteur des assurances sera consulté
lors d'une phase ultérieure.

04.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik

bevestig dat ik de idee van een dergelijke databank
genegen ben. Ik ben ervan overtuigd dat een open
concurrentie het voordeligst is voor de consument.
Concurrentie kan echter slechts efficiënt zijn als de
consument correct geïnformeerd is en ik steun elke
maatregel in die richting.

Ik zal met Test-Aankoop bestuderen hoe zo een
databank concreet kan worden gerealiseerd. In een
volgende fase zal de verzekeringssector erbij
worden betrokken.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

05 Question de Mme Annemie Turtelboom au

ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la menace qui pèse sur la survie
des petits menuisiers en raison des normes
européennes qui leur sont imposées" (n° 5760)

05 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan

de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
bedreiging van het voortbestaan van de kleine
schrijnwerker door toedoen van een opgelegde
Europese normering" (nr. 5760)

05.01 Annemie Turtelboom (VLD): La menuiserie

constitue une partie importante du secteur de la
construction. La majorité des 20.000 personnes qui
travaillent dans ce secteur sont actives dans un
petit atelier de moins de dix travailleurs. Environ
80% des menuisiers belges ressortissent au statut
de petit indépendant.

Le Comité européen de normalisation (CEN) se
trouve toutefois sur le point de n'autoriser sur le
marché européen que des châssis et des portes
avec le label CE. Le coût d'un test CE se situe
actuellement entre 5.000 et 20.000 euros, ce qui
est impayable pour les nombreux petits menuisiers
en Belgique qui fournissent du travail sur mesure.
En outre, ces menuisiers sont pour la plupart des
chômeurs reconvertis du VDAB.

05.01 Annemie Turtelboom (VLD): De

schrijnwerkerij is een belangrijk onderdeel van de
bouwsector. Een meerderheid van de 20.000
mensen die in deze sector werken, is actief in een
klein atelier met minder dan tien werknemers.
Ongeveer 80 procent van alle Belgische
schrijnwerkers valt onder het statuut van de kleine
zelfstandige.

Het Europese Normalisatiebureau (CEN) staat
echter op het punt om enkel CE-gemarkeerde
ramen en deuren toe te laten op de Europese
markt. Nu bedraagt de kostprijs van een CE-testing
tussen de 5.000 en de 20.000 euro en dat is
onhaalbaar voor de vele kleine schrijnwerkers in
België die maatwerk leveren. Daarbij zijn deze
schrijnwerkers meestal door de VDAB
omgeschoolde werklozen.

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

Le ministre est-il informé de ce plan européen et de
ses conséquences pour les menuisiers belges?
Comment ce problème peut-il être résolu?
Comment le ministre défendra-t-il le point de vue
belge au niveau européen ?

Is de minister op de hoogte van dit Europese plan
en van de gevolgen ervan voor de Belgische
schrijnwerkers? Wat voor oplossingen bestaan er?
Hoe zal de minister het Belgische standpunt op
Europees vlak verdedigen?

05.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):

Dès le 26 octobre 2004, la Confédération de la
Construction a manifesté son inquiétude à propos
du marquage CE de produits de construction
destinés à des petites entreprises, tels que ceux
décrits à l'article 13.5 de la directive européenne
89/106/CE. Mes services ont ensuite demandé à la
Commission européenne de spécifier les
procédures appliquées aux petits fabricants. Le 12
avril 2005, un nouveau projet de Guidance Paper M
sera soumis pour avis au Comité permanent de la
construction. Notre délégué s'intéressera tout
particulièrement aux procédures relatives à des
produits non fabriqués en série.

En même temps, des discussions sont toujours en
cours entre les Etats membres à propos de la
définition d'un produit de construction et d'un
ouvrage. La distinction revêt une grande
importance car l'obligation de marquage CE serait
uniquement imposée aux produits de construction.

Durant les semaines à venir, les différentes
fédérations auront la possibilité d'influencer le vote
belge qui sera émis par l'Institut belge de
normalisation. Le scrutin proprement dit
interviendra ultérieurement. Si la majorité des Etats
membres rendent un vote positif, le marquage CE
devra être apposé dans un délai d'environ 18 mois
et sera légalement obligatoire un an plus tard.

05.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):

Reeds op 26 oktober 2004 heeft de Confederatie
van de Bouwnijverheid haar ongerustheid laten
blijken over de CE-markering van bouwproducten
voor kleine ondernemingen, zoals beschreven in
artikel 13.5 van de Europese richtlijn 89/106/EG.
Mijn diensten hebben vervolgens aan de Europese
Commissie gevraagd om de procedures voor kleine
fabrikanten te specificeren. Op 12 april 2005 zal
een nieuw ontwerp van Guidance Paper M voor
advies worden voorgelegd aan het Permanent
Comité van de Bouw. Onze afgevaardigde zal
hierbij speciale aandacht besteden aan de
procedures voor niet in serie vervaardigde
producten.

Tegelijk is er nog discussie tussen de lidstaten over
de definitie van een bouwproduct en een
bouwwerk. Dit is van belang omdat de CE-
markering enkel verplicht zou worden voor
bouwproducten.

Tijdens de komende weken zullen de verschillende
federaties de kans krijgen om de Belgische stem,
die door het Belgisch Instituut voor Normalisatie zal
worden geformuleerd, te beïnvloeden. Dan volgt de
formele stemming. Als een meerderheid van de
lidstaten een positieve stem uitbrengt, zal de CE-
markering binnen ongeveer 18 maanden moeten
worden aangebracht en een jaar later wettelijk
verplicht worden.

05.03 Annemie Turtelboom (VLD): Nous

continuons d'espérer que l'issue de ce dossier sera
positive, à plus forte raison parce que la situation
belge est atypique : le travail à façon y est
nettement plus fréquent que dans les autres Etats
membres.

05.03 Annemie Turtelboom (VLD): Wij blijven

duimen voor een goede afwikkeling van dit dossier,
zeker omdat de Belgische situatie atypisch is: er
wordt hier namelijk veel meer maatwerk geleverd
dan in de andere lidstaten.

05.04 Marc Verwilghen , ministre (En

néerlandais): Nous avons chargé notre
représentant de souligner la spécificité de la
situation des ébénistes belges et nous espérons
qu'il parviendra à convaincre les autres Etats
membres.

05.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):

Wij hebben onze vertegenwoordiger opgedragen
om een pleidooi te houden voor de typische situatie
van de Belgische schrijnwerkers en wij hopen dat
hij de andere lidstaten zal kunnen overtuigen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

06 Questions jointes de

- M. Carl Devlies au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les règles
d'amortissement pour les installations des
intercommunales distributrices d'énergies"
(n° 5967)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les règles relatives à
l'amortissement pour les infrastructures de
réseau des intercommunales et du gestionnaire
de réseau de transport" (n° 6162)

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Carl Devlies aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschrijvingsregels
voor de installaties van de energie-
intercommunales" (nr. 5967)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschrijvingsregels
geldig voor de transmissienetinfrastructuur van
de intercommunales en de
transportnetbeheerder" (nr. 6162)

06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): La CREG a

publié son avis relatif à un projet d'arrêté royal
concernant les règles d'évaluation applicables aux
entreprises de transport et de distribution de gaz et
d'électricité.

Avant la création de la CREG, le Comité de
contrôle de l'électricité et du gaz estimait que le
délai d'amortissement des câbles et lignes s'élevait
à 40 ans pour le transport de l'électricité. Pour ce
qui est de la distribution, il n'avait pas donné
d'indications aussi explicites. Le projet d'arrêté
royal ramène les délais à 33 ans.

Selon la CREG, une estimation de 40 à 45 ans
pour la durée de vie économique des câbles et
lignes serait prudente. Un délai de 33 ans
augmenterait la valeur du réseau, beau cadeau
pour Electrabel qui est l'actionnaire majoritaire
d'Elia. En ce qui concerne la distribution
d'électricité, au contraire, la CREG estime que le
délai de 33 ans est trop bas. Les communes qui
vont acheter des actions d'Electrabel devront,
comme prévu, payer davantage à Electrabel pour
ces actions.

La CREG estime à au moins 50 ans la durée de vie
économique des canalisations de transport de gaz
comme estimation prudente et, pour la distribution
du gaz, elle estime prudente une durée de vie
économique d'au moins 50 ans.

La CREG signale que les amortissements trop
courts en matière d'électricité ont entraîné dans le
passé des frais d'amortissement excessifs qui ont
été répercutés sur les clients.

Pourquoi vouloir diminuer les délais
d'amortissement des installations de transport et de
distribution de l'électricité et du gaz? Sur base de
quelles études, de quels rapports ce choix a-t-il été
arrêté?

06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): De CREG heeft

haar advies gepubliceerd over een ontwerp van
koninklijk besluit betreffende sommige
evaluatieregels die van toepassing zijn op de
transport- en distributieondernemingen voor gas en
elektriciteit.

Vóór de oprichting van de CREG was het
Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas van
oordeel dat de afschrijvingstermijn voor kabels en
lijnen bestemd voor het transport van elektriciteit 40
jaar bedroeg. Voor de distributie waren zijn
aanbevelingen minder expliciet. Het ontwerp van
koninklijk besluit herleidt de termijn tot 33 jaar.

Volgens de CREG moet de economische
levensduur van de kabels en de lijnen
voorzichtigheidshalve op 40 à 45 jaar worden
geschat. Een termijn van 33 jaar zou de waarde
van het net verhogen, wat een mooi geschenk is
voor Electrabel, de meerderheidsaandeelhouder
van Elia. Wat de elektriciteitsdistributie betreft, is de
CREG echter van oordeel dat de termijn van 33
jaar te kort is. De gemeenten die aandelen van
Electrabel kopen, moeten, zoals verwacht, deze
aandelen duurder aan Electrabel betalen.

De CREG schat de economische levensduur van
de gasvervoer- en distributieleidingen
voorzichtigheidshalve op minstens 50 jaar.

De CREG wijst erop dat de te korte afschrijvingen
in de elektriciteitssector in het verleden tot
buitensporige afschrijvingskosten hebben geleid die
vervolgens op de klanten werden verhaald.

Waarom wil men de afschrijvingstermijnen voor de
installaties voor het transport en de distributie van
elektriciteit en gas inkorten? Op welke studies en
verslagen stoelt deze beslissing?

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

Que pensez-vous de cet avis de la CREG?
Confirmez-vous une augmentation des tarifs et de
la valeur des actifs concernés? Ceci aura des
conséquences pour les communes, qui devront
payer des montants supplémentaires pour acheter
des actions du partenaire privé dans les
intercommunales mixtes. A combien s'élèveraient
ces montants supplémentaires? Avez-vous
demandé l'avis du Conseil général de la CREG? Si
oui, quand? Si non, pourquoi?

Wat vindt u van dat advies van de CREG?
Bevestigt u dat de tarieven en de waarde van de
betrokken activa zullen worden opgetrokken? Dat
zal gevolgen hebben voor de gemeenten, die
bijkomende bedragen zullen moeten betalen om
aandelen van de privé-partner in de gemengde
intercommunales te kopen. Welke zouden die
bijkomende bedragen zijn? Hebt u het advies van
de Algemene Raad van de CREG gevraagd? Zo ja,
wanneer? Zo neen, waarom niet?

06.02 Marc Verwilghen, ministre (en français): Le

problème soulevé dans votre première question
perdure depuis un certain temps.

06.02 Minister Marc Verwilghen (Frans): Het

probleem dat u in uw eerste vraag vermeldde,
sleept al enige tijd aan.

Le ministre flamand compétent refuse d'approuver
les comptes annuels des communes flamandes car
elles n'utilisent pas les délais d'amortissement de
33 ans dans leur comptabilité. Et la CREG refuse
d'accepter les propositions tarifaires des
gestionnaires de réseaux de distribution si elles ne
sont pas basées sur un délai de 50 ans.

J'entends résoudre ce problème très rapidement.
Une possibilité serait d'adapter les règles
comptables. Avant de prendre une décision, j'ai
demandé les avis de la commission des normes
comptables, qui est neutre ou positif ; du conseil de
la CREG, qui est négatif, et du conseil central de
l'Economie, qui n'a pas encore été remis.

Le choix des quatre segments n'est pas définitif. Il
peut être adapté selon les avis reçus.

Il est trop tôt pour tirer des conclusions de l'avis de
la CREG. Selon la CREG, les deux délais peuvent
parfaitement coexister.

En ce qui concerne votre quatrième question, vous
pouvez obtenir les renseignements auprès de la
CREG.

L'avis de la CREG a été demandé le 4 janvier 2005.
Un groupe de travail a été formé au sein de la
CREG.

De bevoegde Vlaamse minister weigert de
jaarrekeningen van de Vlaamse gemeenten goed te
keuren, omdat ze in hun boekhouding niet de
afschrijvingstermijnen van 33 jaar gebruiken. En de
CREG weigert de tariefvoorstellen van de
distributienetbeheerders te aanvaarden, indien die
niet op een termijn van 50 jaar gebaseerd zijn.

Het ligt in mijn bedoeling dat probleem op korte
termijn te verhelpen. Dat kan bijvoorbeeld door de
boekhoudkundige regels aan te passen. Vooraleer
een beslissing te nemen, heb ik een aantal
adviezen gevraagd: aan de commissie voor
boekhoudkundige normen, die neutraal tot positief
reageert, aan de raad van de CREG, die een
negatief advies gaf en aan de Centrale Raad voor
het Bedrijfsleven, die nog geen advies verstrekte.

De keuze voor de vier segmenten is niet definitief.
Een aanpassing op grond van de ontvangen
adviezen blijft mogelijk.
Het is te vroeg om uit het advies van de CREG
besluiten te trekken. Volgens de CREG kunnen de
twee termijnen probleemloos naast elkaar bestaan.

Wat uw vierde vraag betreft, kan de CREG u meer
informatie bezorgen.

Het advies van de CREG werd op 4 januari 2005
gevraagd. Die commissie heeft een werkgroep
gevormd.

06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Je suis heureuse

de constater que vous n'avez pas encore pris
décision en la matière.

Un point continue à m'inquiéter. Si la durée de
l'amortissement est réduite, Electrabel et les
communes disposeront de rentrées
supplémentaires, argent versé par les
consommateurs. Nous nous inscririons alors dans

06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Ik ben blij dat u

terzake nog geen beslissing heeft genomen.

Het volgende punt blijft me zorgen baren. Indien de
duur van de afschrijving wordt ingekort, brengt dat
extra inkomsten mee voor Electrabel en de
gemeenten, op de rug van de gebruikers. Dan
bevinden we ons in het soort logica waarover we

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

la même logique que celle dont nous devons
discuter cet après-midi.

Par ailleurs, si les communes doivent payer plus
pour devenir actionnaire des réseaux, leurs
recettes seront également plus importantes. A
l'approche des campagnes électorales, il peut être
intéressant de disposer de recettes
supplémentaires. Il est donc important que ce soit
un organe indépendant qui procède à une telle
régularisation.

het ook deze namiddag zullen hebben.

Anderzijds staan tegenover de extra uitgaven van
de gemeenten om aandeelhouder van de
netwerken te worden, ook extra inkomsten. Met de
verkiezingscampagnes voor de deur, kan dat
interessant zijn. Daarom is het belangrijk dat een
onafhankelijk orgaan de opdracht krijgt dit te
regelen.

Si l'on augmente la valeur du réseau, on en
diminue l'accessibilité par des acteurs autres que
les acteurs historiques se trouvant sur notre
territoire, ce qui irait à l'encontre d'une ouverture
des marchés et d'un jeu correct de la concurrence.
J'espère donc que vous tiendrez compte de ces
éléments.

Als men de waarde van het netwerk verhoogt,
vermindert men de toegankelijkheid ervan voor
andere actoren dan diegene die zich van oudsher
op ons grondgebied bevinden. Dit gaat in tegen de
openstelling van de markten en de correcte werking
van de mededinging. Ik hoop dan ook dat u met
deze elementen rekening zal houden.

06.04 Carl Devlies (CD&V): Les communes sont

victimes d'un litige entre le ministre flamand M.
Keulen et la CREG sur les pourcentages
d'amortissement applicables aux intercommunales
de gestion de l'énergie. La plupart des comptes des
intercommunales mixtes pour 2003 n'ont pas été
approuvés par le ministre parce que la tarification
CREG de 2 pour cent était appliquée. Les
intercommunales pures contestent quant à elles les
tarifs de la CREG auprès du Conseil d'Etat. Par
conséquent, le dividende intérimaire n'a pas été
versé aux communes en décembre 2004.

Le ministre déclare qu'une solution de compromis
est en préparation. Qu'en est-il ?

06.04 Carl Devlies (CD&V): De

gemeentefinanciën zijn het slachtoffer van een
betwisting tussen Vlaams minister Keulen en de
CREG over de afschrijvingspercentages voor
energie-intercommunales. De meeste rekeningen
voor 2003 van de gemengde intercommunales
werden niet goedgekeurd door de minister omdat
ze met de CREG-tarifering van 2 procent werkten.
De zuivere intercommunales betwisten de tarieven
van de CREG dan weer bij de Raad van State. Het
resultaat is dat de uitbetaling van het interim-
dividend aan de gemeenten in december 2004 niet
is doorgegaan.

De minister zegt te werken aan een compromis.
Wat is de stand van zaken?

06.05 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):

Les critères d'amortissement ne sont en effet pas
clairs. Selon la CREG, un taux de 2 pour cent doit
être appliqué dans le cadre de la méthodologie de
tarification et de 3 pour cent dans le cadre d'une
comptabilité normale.

J'ai demandé trois avis: celui de la commission des
Normes comptables, celui de la CREG et celui du
Conseil central de l'Economie. Ce dernier ne m'est
pas encore parvenu. Nous ne pourrons continuer à
rechercher une solution que lorsque j'aurai reçu cet
avis.

06.05 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De

afschrijvingcriteria zijn inderdaad onduidelijk.
Volgens de CREG moet in het kader van de
tarificatiemethodologie met 2 procent worden
gewerkt en bij een normale boekhouding met 3
procent.

Ik heb drie adviezen gevraagd: van de commissie
Boekhoudkundige Normen, van de CREG en van
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Dat laatste
advies moet ik nog ontvangen. Pas dan kunnen we
verder naar een oplossing zoeken.

06.06 Carl Devlies (CD&V): Cette situation ne

peut plus durer des mois.

06.06 Carl Devlies (CD&V): Dit probleem mag

geen maanden meer aanslepen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

07 Question de Mme Zoé Genot au ministre de 07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'adoption de
la directive relative aux brevets logiciels en
Conseil européen du 7 mars 2005" (n° 6009)

minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
goedkeuring van de richtlijn betreffende de
softwarepatenten op de Europese Raad van
7 maart 2005" (nr. 6009)

07.01 Zoé Genot (ECOLO): Lors du dernier

Conseil européen qui s'est penché sur la directive
« Brevets logiciels », la discussion s'est située en
point A et, selon vous, personne n'a demandé le
passage en point B. Or il s'avère que la présidence
luxembourgeoise a bel et bien refusé la demande
de mise en point B formulée par trois pays, le
Danemark, la Pologne et le Portugal, en
argumentant qu'il y avait des procédures à
respecter. Quelles sont ces procédures ?

07.01 Zoé Genot (ECOLO): Op de jongste

bijeenkomst van de Europese Raad met de richtlijn
betreffende de softwareoctrooien op de agenda
werd de richtlijn behandeld als A-punt; volgens u
vroeg niemand een behandeling als B-punt. Het
Luxemburgse voorzitterschap persisteerde
klaarblijkelijk in de agendering als A-punt en
verwierp het verzoek van Denemarken, Polen en
Portugal om de richtlijn als B-punt te behandelen
om institutionele redenen: de procedures moesten
in acht genomen worden. Welke procedures?

07.02 Marc Verwilghen, ministre (en français):

Conformément à l'article 3 du règlement, lors du
Conseil «

Compétitivité

» du 6 mars 2005, la

présidence luxembourgeoise, à défaut d'une
majorité suffisante, n'a pas accédé à demande de
mise en point B. Le Danemark, rejoint par les Pays-
Bas, la Pologne et le Portugal, a fait part de son
intention de déposer une déclaration écrite
annexée au procès-verbal.

Le Conseil a arrêté sa position à la majorité
qualifiée, qui sera transmise au parlement pour
deuxième lecture. La Belgique s'est abstenue et
participera, via le Conseil, aux prochaines
négociations avec le parlement

: elle estime

essentiel que l'accès à l'interopérabilité soit garanti,
que seules les inventions techniques soient
brevetables et que les simples programmes
d'ordinateur ne soient pas brevetables.

Afin de vous éclairer sur le fait que, selon moi,
personne n'avait demandé formellement
l'inscription en point B, je me réfère à l'article 3, §§
6 et 8 du règlement intérieur du Conseil.

07.02 Minister Marc Verwilghen

(Frans):

Overeenkomstig artikel 3 van het reglement is het
Luxemburgse voorzitterschap op de Raad
Concurrentievermogen van 6 maart 2005 bij gebrek
aan een voldoende meerderheid niet ingegaan op
het verzoek om daarvan een B-punt te maken.
Denemarken, daarin gevolgd door Nederland,
Polen en Portugal, heeft melding gemaakt van zijn
voornemen om een schriftelijke verklaring in te
dienen die bij de notulen zullen worden gevoegd.

De Raad heeft zijn standpunt bepaald bij
gekwalificeerde meerderheid en het zal aan het
Parlement worden verzonden met het oog op een
tweede lezing. België heeft zich onthouden en zal
via de Raad aan de toekomstige onderhandelingen
met het Parlement deelnemen: ons land acht het
van essentieel belang dat de toegang tot de
interoperabiliteit wordt gegarandeerd, dat enkel de
technische uitvindingen octrooieerbaar zijn en dat
de eenvoudige computerprogramma's niet
octrooieerbaar zijn.

Volgens mij heeft niemand uitdrukkelijk de
agendering als B-punt gevraagd; in dat verband
verwijs ik naar artikel 3, paragrafen 6 en 8 van het
reglement van orde van de Raad.

07.03 Zoé Genot (ECOLO): Faut-il une majorité

qualifiée pour le passage en point B ?

07.03 Zoé Genot (ECOLO): Is een

gekwalificeerde meerderheid vereist om deze
aangelegenheid als een B-punt te behandelen?

07.04 Marc Verwilghen, ministre (en français):

Non. Dans ces cas-là, le point est reporté à une
autre date. Ni la présidence ni les pays qui
voulaient une discussion sur le point B ne l'ont
souhaité.

07.04 Minister Marc Verwilghen (Frans): Neen. In

dat geval wordt het punt naar een andere datum
verplaatst. Noch het voorzitterschap, noch de
landen die een bespreking als B-punt wensten,
hebben dat gevraagd.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

08 Question de M. Ortwin Depoortere au ministre

de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "l'aide
aux entreprises dans le cadre de la mise en
oeuvre du projet européen REACH" (n° 6011)

08 Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de

minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de hulp aan
bedrijven bij het Europese REACH-project"
(nr. 6011)

08.01 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): La

directive REACH vise à mesurer les effets des
substances chimiques sur la santé et
l'environnement. Le ministre a rédigé en
collaboration avec la FEB un mode d'emploi pour
cette directive à l'intention des entreprises. La mise
en oeuvre de la directive coûtera environ 0,6 pour
cent du chiffre d'affaires de ces dernières, ce qui
représente un montant considérable pour les PME.

Quand cette directive entrera-t-elle définitivement
en vigueur ? Comment les entreprises en seront-
elles informées ? Quelles entreprises appliquent
déjà ces règles

? Existe-t-il des différences

régionales ? L'Etat supportera-t-il une partie des
frais des entreprises ?

08.01 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Met

de Europese REACH-richtlijn zullen de
gezondheids- en milieueffecten van chemische
stoffen worden gemeten. De minister heeft samen
met het VBO voor de bedrijven een handleiding
voor de toepassing van de richtlijn opgesteld. De
REACH-richtlijn zal de bedrijven ongeveer 0,6
procent van de omzet kosten, een niet gering
bedrag voor een KMO.

Wanneer wordt de richtlijn precies van kracht? Hoe
worden de bedrijven daarover geïnformeerd?
Welke bedrijven implementeren de regels nu al?
Zijn er gewestelijke verschillen? Zal de overheid
delen in de kosten voor de bedrijven?

08.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):

Le Conseil européen et le Parlement européen
examinent en ce moment la proposition. La date
précise à laquelle cette directive entrera en vigueur
est impossible à déterminer car il subsiste encore
quelques incertitudes liées à la procédure.

La Commission européenne souhaite que les Etats
membres se préparent activement à l'application de
la future réglementation. C'est pourquoi le SPF
Economie et la Fédération des Entreprises de
Belgique ont créé un site Internet qui propose des
informations et des instruments pratiques pour
aider les entreprises à se préparer à l'entrée en
vigueur de la directive REACH.

08.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Het

voorstel wordt momenteel bestudeerd door de
Europese Raad en het Europees Parlement.
Aangezien er nog onduidelijkheden over de
procedure zijn, kan nog niet worden gezegd
wanneer het van kracht wordt.

De Europese Commissie wenst dat de lidstaten
zich actief voorbereiden op de toepassing van de
toekomstige reglementering. Daarom hebben de
FOD Economie en het Verbond van Belgische
Ondernemingen een website ontwikkeld met
informatie en een praktisch instrument om de
inwerkingtreding van REACH voor te bereiden.

Etant donné que la proposition n'est pas définitive,
les entreprises ne peuvent pas encore appliquer
toutes les règles. L'agence qui sera chargée de
l'aide dans le cadre de l'application de la
réglementation n'a pas encore été constituée.

Différentes études indiquent que les coûts directs
pour l'industrie s'élèvent à 4 milliards d'euros
environ sur onze ans, soit 0,1 pour cent du chiffre
d'affaires de l'industrie chimique. Il convient d'y
ajouter les coûts indirects.

On recherche pour l'instant l'équilibre idéal entre la
compétitivité, d'une part, et la protection de
l'environnement et de la santé d'autre part. Dans le
cadre de la stratégie de Lisbonne, mes services
consacrent une attention particulière à l'innovation

Omdat het voorstel nog niet definitief is, kunnen
ondernemingen alle regels nog niet toepassen. Het
agentschap dat de toepassing van de
reglementering moet ondersteunen, is nog niet
opgericht.

Verschillende studies wijzen uit dat de directe
kosten voor de industrie ongeveer 4 miljard euro
bedragen over elf jaar, namelijk 0,1 procent van de
omzet van de chemische nijverheid. Hierbij komen
ook nog indirecte kosten.

Op dit moment wordt gezocht naar het beste
evenwicht tussen concurrentiekracht en de
bescherming van milieu en gezondheid. In het
kader van de Lissabonstrategie besteden mijn
diensten bijzondere aandacht aan innovatie en de

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

et aux effets sur les PME.

impact voor de KMO's.

08.03 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Les

coûts élevés de la directive REACH se répercutent
sur l'innovation. Il faudra de plus éviter l'apparition
d'un handicap concurrentiel entre l'Union
européenne, les Etats-Unis d'Amérique et le Japon.
Je voudrais conclure en citant un député européen
du VLD

: «

REACH doit être vivable pour

l'environnement et pour l'homme, mais
certainement aussi pour l'industrie. »

08.03 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): De

hoge kosten voor REACH hebben een weerslag op
de innovatie. Wij zullen er bovendien over moeten
waken dat er geen concurrentienadeel zal worden
gecreëerd tussen de Europese Unie, de Verenigde
Staten en Japan. Ik wil besluiten met een citaat van
een VLD-europarlementslid: "REACH moet
leefbaar zijn voor het milieu en de mens, maar
zeker ook voor de industrie."

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

09 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de

l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le contrôle
aérien de l'espace maritime" (n° 6040)

09 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de

minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het maritiem
luchttoezicht" (nr. 6040)

09.01 Ingrid Meeus (VLD): Depuis 1991, l'Institut

Royal de Belgique des Sciences Naturelles
(IRSNB) suit un programme scientifique de
surveillance aérienne au-dessus de la Mer du Nord.
Cette surveillance est assurée par des avions
Norman britanniques fournis par la Défense. Celle-
ci a cependant décidé de retirer ces appareils de la
circulation et son accord avec l'IRSNB a pris fin le
31 décembre 2004.

L'ancienne ministre de la politique scientifique a
contacté le ministère de la Défense nationale au
sujet de la poursuite du programme. Elle a proposé
de transférer deux avions à l'IRSNB. Le ministre
Flahaut a suggéré de céder sept avions pour un
montant de 450.000 euros. Ceci impliquerait que
l'IRSNB revende cinq avions pour pouvoir
débourser le montant total. L'Inspecteur des
Finances a réagi négativement. Il a proposé de
vendre un ou deux appareils à un prix raisonnable
à l'IRSNB.

Où en est-on? L'IRSNB pourra-t-il comme convenu
assurer la surveillance aérienne ?

09.01 Ingrid Meeus (VLD): Sinds 1991 voert het

Koninklijk Belgisch Instituut voor
Natuurwetenschappen (KBIN) een
wetenschappelijk programma uit van luchttoezicht
boven de Noordzee. Het doet dit met Britten
Norman-vliegtuigen geleverd door Defensie.
Defensie besloot echter deze vliegtuigen uit de
lucht te halen en de overeenkomst met het KBIN
liep ten einde op 31 december 2004.

De vorige minister van Wetenschapsbeleid
contacteerde het ministerie van Landsverdediging
over de voortzetting van het programma. Zij stelde
voor om twee vliegtuigen over te dragen aan het
KBIN. Minister Flahaut stelde voor om zeven
vliegtuigen over te dragen voor een bedrag van
450.000 euro. Dit impliceerde dat het KBIN vijf
vliegtuigen zou moeten doorverkopen om het totale
bedrag te kunnen betalen. De inspecteur van
Financiën reageerde negatief. Hij stelde voor één of
twee vliegtuigen tegen een redelijke prijs aan het
KBIN te verkopen.

Wat is de stand van zaken? Zal tegen 1 april het
KBIN het luchttoezicht zoals afgesproken kunnen
verzekeren?

09.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):

Fin 2004, il a été constaté que cinq avions avaient
subi des aménagements non conformes aux
prescriptions du constructeur, ce qui compromet
leur vente à un prix acceptable. Outre nombre
d'objections juridiques, c'est la raison pour laquelle
un avis négatif a été rendu en ce qui concerne la
vente de sept avions à l'IRSNB.

Le 16 février 2005, il a été adressé à la Défense

09.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):

Eind 2004 werd vastgesteld dat vijf vliegtuigen
aanpassingen hadden ondergaan die niet conform
waren met de voorschriften van de constructeur,
wat een verkoop tegen een aanvaardbare prijs in
het gedrang brengt. Naast tal van juridische
bezwaren is dit de reden van het negatieve advies
voor de verkoop van de zeven vliegtuigen aan het
KBIN.

Op 16 februari 2005 werd een tegenvoorstel van

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

une contre-proposition de l'IRSNB et de la cellule
juridique du SPP Politique scientifique consistant à
vendre deux avions à un prix raisonnable à l'IRSNB
en tenant compte des travaux d'aménagement. En
attendant qu'un accord soit conclu, l'IRSNB fera
appel provisoirement à des avions loués de façon à
pouvoir continuer à remplir ses missions légales
après le 1

avril. Toutefois, la seule solution

définitive serait un accord avec la Défense.

het KBIN en de juridische cel van de POD
Wetenschapsbeleid verstuurd naar Defensie, dat
erin bestond twee vliegtuigen tegen een redelijke
prijs aan het KBIN te verkopen, rekening houdend
met de aanpassingswerken. In afwachting van een
akkoord zal het KBIN tijdelijk een beroep doen op
gehuurde vliegtuigen om haar wettelijke taken na 1
april te kunnen blijven uitvoeren. De enige
definitieve oplossing is echter een akkoord met
Defensie.

09.03 Ingrid Meeus (VLD): Le fait qu'on ait trouvé

une solution temporaire me soulage car sans
contrôle aérien, il y a un risque de déversements
légaux. J'espère qu'un accord pourra être conclu
rapidement avec la Défense.

09.03 Ingrid Meeus (VLD): Ik ben opgelucht dat er

een tijdelijke oplossing is gevonden, want zonder
luchttoezicht is er gevaar voor illegale lozingen. Ik
hoop dat er snel een akkoord met Defensie
mogelijk is.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

10 Question de Mme Simonne Creyf au ministre

de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur
"l'utilisation des langues sur le site internet du
SPF Economie, PME, Classes moyennes et
Energie" (n° 6056)

10 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de

minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
taalgebruik op de website van de FOD Economie,
KMO, Middenstand en Energie" (nr. 6056)

10.01 Simonne Creyf (CD&V): Comment se fait-il

que, lorsqu'on visite la version anglaise du site web
du SPF Economie, PME, Classes moyennes et
Energie, on se retrouve invariablement sur une
page française lorsqu'on clique sur tel ou tel lien?
Ne donne-t-on ainsi pas l'impression fausse que la
Belgique est un pays essentiellement francophone?
Je suggère que le visiteur anglophone soit dirigé
vers une page intermédiaire qui lui propose un
choix entre les trois langues nationales officielles.

10.01 Simonne Creyf (CD&V): Waarom kan men

op de site van de FOD Economie, KMO,
Middenstand en Energie enkel doorklikken naar
Franstalige pagina's als men die site in het Engels
bezoekt? Geeft men zo niet verkeerdelijk de indruk
dat België voornamelijk francofoon is? Ik stel voor
dat de Engelstalige bezoeker die doorklikt, op een
tussenpagina terechtkomt die een keuze geeft
tussen de drie officiële landstalen.

10.02 Marc Verwilghen , ministre (en

néerlandais): Le site web du SPF est en principe
rédigé en quatre langues, mais nous n'avons pas
les moyens de proposer toutes les informations en
quatre langues. Si l'information n'est pas disponible
en anglais, le visiteur est renvoyé vers une page en
français, étant donné qu'il y a plus de chances qu'il
comprenne le français.

Votre suggestion concernant une page
intermédiaire mérite d'être prise en considération et
pourra être examinée dans le cadre de la
restructuration du site qui est actuellement en
cours.

10.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):

De site is in principe viertalig, maar we hebben niet
de middelen om alle informatie in de vier talen aan
te bieden. Wanneer de informatie niet beschikbaar
is in het Engels, wordt de bezoeker doorverbonden
naar een Franstalige pagina, omdat de kans groter
is dat hij die taal begrijpt.

De suggestie van de tussenpagina is het
overwegen waard en kan aan bod komen bij de
herstructurering van de site die momenteel aan de
gang is.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

11 Questions jointes de

- M. Koen T'Sijen au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Koen T'Sijen aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

Politique scientifique sur "la nomination des
directeurs des Etablissements scientifiques
fédéraux" (n° 6104)
- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la nomination
des directeurs des Etablissements scientifiques
fédéraux" (n° 6105)
- M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de
sélection en vue de la nomination des directeurs
des établissements scientifiques fédéraux" (n°
6129)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de
nomination au sein des établissements
scientifiques fédéraux" (n° 6148)
- M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de
sélection en vue de la nomination des chefs des
établissements scientifiques fédéraux" (n° 6156)
- M. Bert Schoofs au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nomination des
directeurs des établissements scientifiques
fédéraux" (n° 6189)

Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6104)
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6105)
- de heer Patrick De Groote aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de selectieprocedure
tot benoeming van de hoofden van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6129)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de
benoemingsprocedure in de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6148)
- de heer Patrick De Groote aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de selectieprocedure
tot benoeming van de hoofden van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6156)
- de heer Bert Schoofs aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de Federale Wetenschappelijke
Instellingen" (nr. 6189)

11.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Certaines

personnes qui ont été placées à la tête des
établissements scientifiques fédéraux (ESF) n'y
sont pas à leur place. De plus, l'équilibre
linguistique est faussé. Tous les établissements
artistiques importants en Belgique sont aujourd'hui
dirigés par des francophones. Les Flamands ne
dirigent que les établissements scientifiques de
moindre importance. L'on a fait fi de l'ancien
équilibre qui existait entre les musées et les
sciences.

On peut se poser de sérieuses questions sur la
nomination de M. Draguet au poste de
conservateur du Musée royal des Beaux-Arts car il
ne possède aucune expérience et ne connaît pas le
néerlandais.

Le ministre maintient-il la nomination des dix
directeurs ? Pour quelles raisons M. Draguet a-t-il
été désigné

? Que pense le ministre du

déséquilibre linguistique ? Que pense-t-il de la
défédéralisation des ESF

? Ne serait-il pas

préférable de gérer ces établissements au moins
sur un mode bicommunautaire ?

11.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): De benoeming

van de directeurs van de Federale
Wetenschappelijke Instellingen (FWI) heeft een
aantal mensen aan de top gebracht die daar niet op
hun plaats zitten. Bovendien is het taalevenwicht
een vals evenwicht geworden. Alle belangrijke
kunstinstellingen van België worden nu geleid door
Franstaligen. De Vlamingen krijgen enkel de
kleinere wetenschappelijke instellingen. Het
vroegere evenwicht tussen de musea en de
wetenschappen is overboord gegooid.

Bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten is
de benoeming van de conservator bedenkelijk te
noemen. Daar werd de heer Draguet, die geen
ervaring heeft en die geen Nederlands kent,
benoemd.

Handhaaft de minister de benoeming van de tien
directeurs? Wat was de motivatie om de heer
Draguet te benoemen? Wat denkt de minister over
het taalonevenwicht? Wat denkt de minister over de
defederalisering van de FWI's? Is het niet beter om
deze instellingen op zijn minst bicommunautair te
beheren?

11.02 Simonne Creyf (CD&V): La réaction de 11.02 Simonne Creyf (CD&V): In de pers was de

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

M. T'Sijen dans la presse fut un peu plus virulente.
Je m'interroge sur la procédure de nomination
appliquée. Dans chaque établissement, plusieurs
candidats ont obtenu un A. La décision est ensuite
intervenue au niveau politique. Quelle procédure
exacte le ministre a-t-il appliquée ? La mainmise
actuelle des francophones sur les grands
établissements culturels hypothèque la crédibilité
des établissements fédéraux culturels et
scientifiques. En effet, ces établissements doivent
demeurer, dans les faits, des entités fédérales.
Quelles sont les conséquences de l'unilinguisme de
certains directeurs sur la prise des décisions dans
les organes de gestion et dans les conseils
scientifiques ? Comment satisfait-on aux exigences
de bilinguisme au niveau de la prise des
décisions ?

reactie van de heer T'Sijen een stuk heviger. Ik stel
mij vragen bij de gevolgde benoemingsprocedure.
Per instelling hebben verschillende kandidaten een
A bekomen. Daarna volgt een politieke beslissing.
Welke procedure heeft de minister daarbij precies
gevolgd? Dat de grote culturele instellingen nu in
handen zijn van Franstaligen, brengt de
geloofwaardigheid van de federale culturele en
wetenschappelijke instellingen in gevaar. Ze
moeten immers ook in de feiten federaal zijn. Wat
zijn de gevolgen van de eentaligheid van sommige
directeurs op de besluitvorming in de
bestuursorganen en wetenschappelijke raden? Hoe
voldoet men aan de tweetaligheidsvereisten inzake
besluitvorming?

11.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Je pose

cette question concernant les nominations à la
lumière des réformes Copernic. Si l'on pourvoit des
fonctions de management par la technique de
l'assessment, on peut s'interroger sur la
transparence du procédé et se demander dans
quelle mesure il peut être objectivé et contrôlé.
D'importantes différences existent en effet entre les
différents tests.

Comment le ministre justifie-t-il les dix nominations
de directeurs dans les institutions scientifiques à
présent qu'il possède le rapport du Selor ? Peut-il
fournir une liste des candidats avec les notes qu'ils
ont obtenues pour chaque épreuve, y compris pour
les candidats qui n'ont pas été retenus ? Comment
expliquer les importantes différences entre les
points de la première sélection et la deuxième ?

11.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik stel

deze vraag over de benoemingen in het licht van de
Copernicushervormingen. Als men via assessment
managementfuncties invult, is de vraag in hoeverre
dit objectiveerbaar, transparant en controleerbaar
is. Er zijn immers grote verschillen tussen de
diverse tests.

Hoe verantwoordt de minister de tien
directeursbenoemingen in de wetenschappelijke
instellingen nu hij in het bezit is van het Selor-
verslag? Kan hij een overzicht geven van de
kandidaten met hun quotering per proef, ook van de
kandidaten die niet in aanmerking werden
genomen? Vanwaar de grote quoteringsverschillen
tussen de eerste en de tweede selectie?

11.04 Patrick De Groote (N-VA): La procédure de

désignation des directeurs durait dans certains cas
deux ans, voire davantage. Trois ministres étaient
impliqués dans la procédure. Les premiers
problèmes sont apparus dès la convocation des
candidats. Après l'arrêt du Conseil d'Etat, un
examen a été annulé. Des candidats-directeurs
dont on estimait qu'ils réunissaient les
compétences requises ne correspondaient
subitement plus au profil et inversement. A se
demander si, finalement, on recherchait des
`managers' ou des `scientifiques'. Il était question
d'une apparence d'équilibre linguistique. Plusieurs
candidats ont par ailleurs saisi le Conseil d'Etat
pour demander l'annulation de désignations.

Se justifie-t-il de procéder à des désignations dans
ces conditions ? La composition du jury a-t-elle
permis l'organisation d'une sélection rigoureuse ?
Certains membres du jury ne connaissaient par
ailleurs pas assez bien le néerlandais pour

11.04 Patrick De Groote (N-VA): De aanstelling

van de directeurs duurde in sommige gevallen twee
jaar, soms zelfs langer. Er waren drie ministers bij
betrokken. Bij de oproeping van de kandidaten
waren er reeds problemen. Na het arrest van de
Raad van State werd een examen ongedaan
gemaakt. Kandidaat-directeurs die geschikt waren
bevonden, waren het ineens niet meer en vice
versa. Men vroeg zich af of men `managers' dan
wel `wetenschappers' nodig had. Er was sprake
van een `schijntaalevenwicht'. Ook stapten enkele
kandidaten naar de Raad van State om
benoemingen te laten vernietigen.

Is het verantwoord om in deze omstandigheden tot
benoemingen over te gaan? Liet de samenstelling
van de jury toe dat er een deskundige selectie
gebeurde? Sommige juryleden kenden
onvoldoende Nederlands om Nederlandstalige

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

comprendre les candidats néerlandophones. Le
jury ne comportait pas assez d'experts pour
chacune des institutions. En dehors des Archives
du Royaume, toute la gestion du patrimoine
historique national est confiée à des francophones.
Comment le ministre explique-t-il cela?

kandidaten te verstaan. In de jury zetelden
onvoldoende experts voor elk van de instellingen.
Op het Rijksarchief na gaat het volledige beheer
van het nationaal historisch patrimonium naar
Franstaligen. Hoe verantwoordt de minister dit?

11.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Je me rallie

aux questions et aux observations des autres
intervenants. La situation actuelle au sein des
établissements scientifiques fédéraux reflète bien le
mal belge: les Flamands y sont discriminés et les
francophones favorisés. Mais dans ce cas précis,
cela dépasse absolument tout entendement. Je
suis vraiment curieux d'entendre la réponse du
ministre.

11.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Ik sluit mij

aan bij de vragen en bemerkingen van de andere
vraagstellers. Wat nu gebeurt in de federale
wetenschappelijke instellingen, is een zoveelste
staaltje van de Belgische ziekte, waarbij de
Vlamingen gediscrimineerd en de Franstaligen
bevoordeeld worden. Wat zich afspeelt in dit
dossier, tart werkelijk elke verbeelding. Ik ben
bijzonder benieuwd naar het antwoord van de
minister.

11.06 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):

La procédure de sélection, et plus particulièrement
la composition du jury, s'est déroulée aux termes
des dispositions de l'arrêté royal du 22 janvier
2003, tel que modifié par l'arrêté royal du 13
septembre 2004. Le Selor a composé les jurys de
2003 et de 2004 et le gouvernement a reçu une
copie de la liste des membres. Les informations
relatives à la compétence et à la spécialisation de
ceux-ci sont disponibles auprès du Selor qui
ressortit à la compétence de M. Dupont, ministre de
la Fonction publique.
Les résultats des candidats font partie de leur
dossier individuel et ne peuvent évidemment être
révélés publiquement. Chaque candidat a le droit
de consulter son dossier après la publication des
arrêtés de nomination. La majorité des candidats
qui ont reçu les notes A et B disposent de très
bonnes compétences scientifiques en rapport avec
la mission spécifique de l'institution pour laquelle ils
se sont portés candidats.

Les directeurs généraux peuvent être nommés
indépendamment des recours qui pourraient être
introduits auprès du Conseil d'Etat. A ce jour,
aucun recours n'a été introduit.

Je me suis proposé dès le début de suivre la
procédure de classification utilisée par le Selor.
Après la sélection, il s'est avéré que par hasard,
pour certaines institutions, seuls des candidats
appartenant à un régime linguistique donné avaient
réussi toutes les épreuves. Il s'agit de deux
candidats francophones pour les Musées royaux
d'Art et d'Histoire, la Bibliothèque royale et l'Institut
royal des Sciences naturelles de Belgique ; d'un
candidat francophone pour l'Institut royal du
Patrimoine artistique

; de deux candidats

néerlandophones pour les trois institutions d'Uccle

11.06 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):

Voor de selectieprocedure en de samenstelling van
de jury werd rekening gehouden met de bepalingen
van het KB van 22 januari 2003, zoals gewijzigd
door het KB van 13 september 2004. De jury's van
2003 en 2004 werden door Selor samengesteld. De
lijsten met de juryleden werden aan de regering
bezorgd. De informatie over de competentie en
specialisatie van de juryleden is beschikbaar bij
Selor, waarvoor minister Dupont van Openbaar
Ambt bevoegd is.

De quoteringen van de kandidaten maken deel uit
van hun individuele dossiers en kunnen
vanzelfsprekend niet openbaar worden gemaakt.
Na het verschijnen van de benoemingsbesluiten
heeft elke kandidaat het recht zijn of haar dossier in
te kijken. De grote meerderheid van de kandidaten
die een A- en een B-beoordeling kregen, beschikt
over grote wetenschappelijke competenties in
verband met de specifieke opdracht van de
instelling waarvoor ze kandideerden.

De directeursgeneraal kunnen benoemd worden,
onafhankelijk van eventuele beroepen bij de Raad
van State. Op dit moment werd er bij de Raad van
State nog geen beroep aangetekend.

Ik heb me van bij het begin van de procedure
voorgenomen de klassering van Selor te volgen. Na
de selectie is gebleken dat er voor bepaalde
instellingen kandidaten van één taalrol batig waren
geklasseerd. Voor de Koninklijke Musea voor Kunst
en Geschiedenis, de Koninklijke Bibliotheek en het
Koninklijk Belgisch Instituut voor
Natuurwetenschappen hebben twee, toevallig
Franstalige, kandidaten de eindmeet gehaald. Voor
het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium
was er slechts één batig geklasseerde, ook

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22/03/2005

CRABV 51

COM 538

à savoir l'IRM, l'Observatoire royal de Belgique et
l'IASB -, le Musée royal de l'Afrique centrale et les
Archives de l'Etat. Par contre, deux candidats
d'appartenance linguistique différente étaient en
lice pour les Musées royaux des Beaux-Arts.

Franstalige, kandidaat. Voor de drie instellingen
van het plateau-Ukkel - KMI, de Sterrenwacht en
BIRA -, voor het Koninklijk Museum voor Midden-
Afrika en voor het Rijksarchief zijn uitsluitend
Nederlandstalige kandidaten batig geklasseerd.
Enkel voor de Koninklijke Musea voor Schone
Kunsten stonden er twee kandidaten van
verschillende taalrol tegenover elkaar.

Il est dès lors tout à fait excessif d'affirmer que le
secteur culturel de ce pays est aux mains des
francophones. Pour les Archives du Royaume et le
Musée royal d'Afrique centrale, un candidat
néerlandophone a été proposé. Ces institutions ne
sont quand même pas de moindre importance.
Pour les autres musées, les candidats sont en effet
francophones. En ce qui concerne les Musées
royaux d'Art et d'Histoire et l'Institut royal des
Sciences naturelles de Belgique, seuls des
francophones ont en effet réussi l'épreuve de
sélection finale.

Les nouveaux directeurs généraux connaissent au
moins passivement l'autre langue nationale. Les
présidents des organes de gestion sont toujours
bilingues. Par ailleurs, les fonctionnaires du SPP
Politique scientifique et des membres extérieurs qui
maîtrisent suffisamment l'autre langue nationale les
assistent.

La défédéralisation des établissements
scientifiques fédéraux n'est pas à l'ordre du jour.
Dans la pratique, une collaboration étroite avec les
Communautés existe déjà. J'estime toutefois
qu'une réforme des institutions est nécessaire; les
recommandations du Livre blanc peuvent servir de
fil conducteur à cette réforme.

Pour terminer, je m'oppose à la conception
avancée ici selon laquelle il y aurait des
établissements fédéraux de premier et de second
niveau. Ils sont tous sur un pied d'égalité.

Het is bijgevolg sterk overdreven te stellen dat de
culturele sector in dit land in handen is van de
Franstaligen. Voor het Rijksarchief en het Koninklijk
Museum van Midden-Afrika werd een
Nederlandstalige kandidaat voorgedragen en dat
zijn toch geen onbelangrijke instellingen. Voor de
overige musea wordt er inderdaad een Franstalige
kandidaat voorgedragen. Voor de Koninklijke
Musea voor Kunst en Geschiedenis en het
Koninklijk Belgisch Instituut voor
Natuurwetenschappen hebben immers uitsluitend
Franstaligen de eindmeet gehaald.

De nieuwe directeurs-generaal beschikken op zijn
minst over een passieve kennis van de tweede
landstaal. In alle bestuursorganen is de voorzitter
tweetalig. Bovendien is er ondersteuning door
ambtenaren van de POD Wetenschapsbeleid en
externe leden die de andere landstaal voldoende
beheersen.

De defederalisering van de federale
wetenschappelijke instellingen is nu niet aan de
orde. In de praktijk is er al een nauwe
samenwerking met de Gemeenschappen. Wel vind
ik dat een hervorming van de instellingen nodig is,
waarbij de aanbevelingen van het Witboek als
leidraad kunnen dienen.

Ik verzet me tot slot tegen de hier geuite opvatting
dat er federale instellingen van eerste en tweede
niveau zouden zijn. Ze zijn alle gelijkwaardig.

11.07 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Je n'ai jamais eu

l'intention de formuler une interpellation sur cette
matière. J'estime que l'interpellation est un
instrument qui appartient à l'opposition.

Je suis toutefois quelque peu déçu de la réponse
du ministre. J'ai l'impression que l'entretien avec
les candidats a eu beaucoup de poids dans la
sélection, alors qu'il s'agit de la partie de l'examen
qui se prête le plus à la subjectivité. La situation
créée au sein des Musées royaux des Beaux-Arts
est intenable.

Je me félicite de ce que le ministre souhaite une
réforme basée sur le Livre blanc. La gestion du

11.07 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Ik heb nooit de

bedoeling gehad over deze aangelegenheid te
interpelleren. De interpellatie is mijns inziens een
oppositie-instrument.

Ik ben toch enigszins ontgoocheld na dit antwoord.
Ik heb sterk de indruk dat het gesprek met de
kandidaten - het minst objectiveerbare
examenonderdeel - heel veel gewicht heeft
gekregen bij de selectie. De situatie die wordt
gecreëerd in de Koninklijke Musea voor Schone
Kunsten, is onhoudbaar.

Ik juich het toe dat de minister een hervorming wil
met het Witboek als leidraad. Het

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 538

22/03/2005

personnel et l'infrastructure des établissements
scientifiques fédéraux sont des aspects qui peuvent
sans difficulté être gérés à l'échelon fédéral, alors
que le fonctionnement de ces établissements doit,
sur le fond, pouvoir être dirigé par les
Communautés. C'est la seule manière d'arriver à
une gestion saine.

personeelsbeheer en de infrastructuur van de
federale wetenschappelijke instellingen mogen
gerust federaal blijven, de inhoudelijke werking
ervan moet door de Gemeenschappen kunnen
worden gestuurd. Dat is de enige manier om een
degelijk beleid mogelijk te maken.

11.08 Simonne Creyf (CD&V): J'avais au départ

l'intention de ne poser aucune question sur ce
dossier car les établissements concernés, après
des années d'agitation, avaient surtout besoin de
calme et de stabilité. Or, la situation engendrée
aujourd'hui inclut le risque de nouvelles procédures
de recours qui peuvent affecter la stabilité. De toute
évidence, le ministre n'envisage pas de lancer une
nouvelle procédure de sélection.

La nomination de M. Draguet porte gravement
atteinte à la crédibilité du Musée des Beaux-Arts :
l'intéressé est une personnalité PS jusqu'au bout
des ongles qui ne parle pas un traître mot de
néerlandais.

Je m'oppose à la vision de M. T'Sijen qui plaide
pour une défédéralisation de ces nouveaux
établissements. A-t-il déjà oublié le chemin de croix
enduré par le Jardin botanique de Meise ? Les
établissements doivent demeurer fédéraux, à
condition que leur crédibilité reste intacte.

11.08 Simonne Creyf (CD&V): Ik was

aanvankelijk van plan geen vragen te stellen over
dit dossier, omdat de betrokken instellingen na de
woelige jaren vooral behoefte hebben aan rust en
stabiliteit. De situatie die nu gecreëerd wordt, houdt
echter het risico in van nieuwe beroepsprocedures
die de stabiliteit kunnen aantasten. De minister is
blijkbaar niet van plan een nieuwe
selectieprocedure te starten.

De benoeming van de heer Draguet tast de
geloofwaardigheid van de Musea voor Schone
Kunsten ernstig aan: het is op en top een PS-figuur
die geen gebenedijd woord Nederlands spreekt.

Ik kant mij tegen de visie van de heer T'Sijen die
pleit voor een defederalisering van die nieuwe
instellingen. Is hij de lijdensweg van de Plantentuin
van Meise al vergeten? De instellingen moeten
federaal blijven, op voorwaarde dat dit in volstrekte
geloofwaardigheid kan gebeuren.

11.09 Servais Verherstraeten (CD&V): Je

constate que cette réponse n'en est en réalité pas
une. J'interrogerai M. Dupont à ce sujet, bien que
j'estime que M.

Verwilghen dispose de plus

d'éléments qu'il n'en a fourni ici. Il a tout de même
également reçu le rapport du Selor.

Le premier gouvernement Verhofstadt avait déjà
organisé un référendum pour questionner la
population sur les procédures de nomination
objectives. Personne ne peut évidemment y être
opposé. Il est grand temps que le gouvernement
mette ses bonnes intentions en pratique.

11.09 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik stel

vast dat dit antwoord er eigenlijk geen is. Ik zal
minister Dupont hierover ondervragen, ook al vind
ik dat minister Verwilghen over meer elementen
beschikt dan hij hier naar voren heeft gebracht. Hij
heeft toch ook het verslag van Selor gekregen.

De eerste regering-Verhofstadt heeft ooit een
referendum georganiseerd waarin de bevolking
werd gevraagd hoe ze stond tegenover objectieve
benoemingsprocedures. Natuurlijk kan niemand
daartegen zijn. Het is hoog tijd dat de regering haar
goede voornemens in de praktijk omzet.

11.10 Patrick De Groote (N-VA): Il n'a pas été

répondu à mes questions. Le ministre fait
également valoir que le Conseil d'Etat n'a pas
contesté la procédure de sélection. Mais nous
acceptons toujours difficilement la nomination de
M. Draguet et constatons que, dans les faits, les
francophones dirigent les musées belges.

11.10 Patrick De Groote (N-VA): Mijn vragen

werden niet beantwoord. Ook stelt de minister dat
de selectieprocedure niet wordt aangevochten door
de Raad van State. Wij blijven het echter moeilijk
hebben met de benoeming van de heer Draguet en
stellen vast dat de Belgische musea de facto
worden geleid door Franstaligen.

11.11 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Plusieurs

affaires de nominations controversées ont déjà
émaillé la carrière du ministre, celle-ci n'étant que

11.11 Bert Schoofs (Vlaams Belang): De minister

werd al vaker achtervolgd door omstreden
benoemingen, dit is enkel het zoveelste dossier in

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Document Outline