CRABV 51 COM 518
CRABV 51 COM 518
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mercredi woensdag
02-03-2005 02-03-2005
Après-midi Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le déficit structurel du budget 2004" (n° 5668)
1
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "het structurele tekort op de begroting 2004"
(nr. 5668)
1
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le rapport annuel de la BNB et le déficit
budgétaire structurel" (n° 5775)
1
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het jaarverslag van de
NBB en het structureel begrotingstekort"
(nr. 5775)
1
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le déficit structurel du budget 2004, épuré des
variations conjoncturelles" (n° 5792)
1
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het structureel
conjunctuurgezuiverd tekort op de begroting 2004"
(nr. 5792)
1
Orateurs: Carl Devlies, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques, Hagen
Goyvaerts, Hendrik Bogaert, Bart
Tommelein
Sprekers: Carl Devlies, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven, Hagen
Goyvaerts, Hendrik Bogaert, Bart
Tommelein
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la confirmation par la Banque
nationale des avis du Conseil supérieur des
finances en ce qui concerne la politique
budgétaire et le fonds de vieillissement" (n° 5791)
6
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de bevestiging door de
Nationale Bank van de adviezen van de Hoge
Raad voor Financiën inzake het begrotingsbeleid
en het Zilverfonds" (nr. 5791)
6
Orateurs: Hendrik Bogaert, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Hendrik Bogaert, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'avant-projet de loi modifiant la loi
sur le Fonds de vieillissement" (n° 5793)
7
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het voorontwerp van wet
tot wijziging van de wet op het Zilverfonds"
(nr. 5793)
7
Orateurs: Hendrik Bogaert, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Hendrik Bogaert, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'allègement
et/ou l'annulation de la dette des pays les plus
pauvres" (n° 5705)
8
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
schuldverlaging en/of kwijtschelding van schulden
van de armste landen" (nr. 5705)
8
Orateurs: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Trees Pieters au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la TVA de
six pour cent appliquée aux travaux de rénovation"
(n° 5714)
10
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
BTW van zes
procent op renovatiewerken"
(nr. 5714)
10
Orateurs: Trees Pieters, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Trees Pieters, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
ii
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la fiscalité
relative au pacte de réméré" (n° 5717)
12
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscaliteit inzake het beding van wederinkoop"
(nr. 5717)
12
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la légalité
de la TVA appliquée aux villes et communes et
aux CPAS" (n° 5718)
13
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
wettelijkheid van de BTW-regeling voor steden,
gemeenten en OCMW's" (nr. 5718)
13
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Carl Devlies
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën,
Carl Devlies
Questions jointes de
14
Samengevoegde vragen van
14
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "les conséquences de
la non-validité de commandements de payer
interruptifs de prescription" (n° 5773)
14
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de gevolgen van
de niet-rechtsgeldigheid van 'verjaringsstuitende
bevelen tot betaling'" (nr. 5773)
14
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le problème de
l'interruption de la prescription d'impôts sur les
revenus contestés" (n° 5790)
14
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
probleem van de stuiting van de verjaring van
betwiste inkomstenbelastingen" (nr. 5790)
14
Orateurs: Carl Devlies, Hendrik Bogaert,
Didier Reynders, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Hendrik Bogaert,
Didier Reynders, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le projet
d'arrêté royal concernant les livrets d'épargne"
(n° 5781)
16
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
ontwerp van koninklijk besluit met betrekking tot
spaarboekjes" (nr. 5781)
16
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
participation du management du SPF Finances au
colloque 'Optimisation du rendement de la TVA',
organisé au Niger" (n° 5794)
16
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
deelname van het management FOD Financiën
aan het colloquium 'Optimisation du rendement de
la TVA', gehouden te Niger" (nr. 5794)
16
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MERCREDI
02
MARS
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
02
MAART
2005
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 14 h. 37 par
M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 14.37 uur door
de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le déficit structurel du budget 2004"
(n° 5668)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le rapport annuel de la BNB et le déficit
budgétaire structurel" (n° 5775)
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le déficit structurel du budget 2004, épuré
des variations conjoncturelles" (n° 5792)
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "het structurele tekort op de begroting
2004" (nr. 5668)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het jaarverslag van de
NBB en het structureel begrotingstekort"
(nr. 5775)
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het structureel
conjunctuurgezuiverd tekort op de begroting
2004" (nr. 5792)
01.01 Carl Devlies (CD&V): Lors des discussions
budgétaires en séance plénière, le ministre Vande
Lanotte avait fait état d'un excédent structurel de
0,2 pour cent au budget de 2004, alors que la
Banque Nationale constatait un déficit structurel de
0,5 pour cent.
01.01 Carl Devlies (CD&V): Bij de
begrotingsbespreking in de plenaire vergadering
sprak minister Vande Lanotte over een structureel
overschot van 0,2 procent op de begroting van
2004. De Nationale Bank maakte toen al melding
van een structureel tekort van 0,5 procent.
01.02 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais): Je n'ai jamais parlé d'un excédent
structurel mais d'un équilibre structurel !
01.02 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Ik heb nooit gesproken over een
structureel overschot, maar over een structureel
evenwicht!
01.03 Carl Devlies (CD&V): Même après les
compensations réalisées par les Communautés et
les Régions, il subsiste un déficit de 324 millions
d'euros. Dans l'intervalle, la pression fiscale a
augmenté de 0,2 pour cent, le solde primaire
continue à diminuer, la dette publique augmente et
le taux d'emploi reste faible.
La Banque Nationale utilise la méthode de calcul
01.03 Carl Devlies (CD&V): Zelfs na de
compensaties van de Gemeenschappen en
Gewesten blijft er een tekort van 324 miljoen euro.
Ondertussen is de fiscale druk met 0,2 procent
toegenomen, daalt het primaire saldo nog steeds,
stijgt de staatsschuld en blijft de
werkgelegenheidsgraad laag.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
2
appliquée par l'ensemble des banques
européennes, la seule méthode correcte qui
permette une comparaison adéquate à l'échelle
européenne.
Qu'en pense le ministre ?
De Nationale Bank maakt haar berekeningen
volgens de methode van het Europese stelsel van
banken, de enige correcte methode voor een
adequate vergelijking op Europees niveau.
Wat is de reactie van de minister?
01.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Le 2
février 2005, le ministre a déclaré devant cette
commission que le budget 2004 avait atteint un
équilibre structurel, ce qui a suscité un débat. La
Banque nationale a entre-temps présenté son
rapport annuel, qui met en évidence un déficit
structurel de 0,5 % pour 2004.
Il ressort d'un tableau faisant la synthèse des
résultats de 2002 à 2004 que le prétendu équilibre
du budget est dû à des mesures ponctuelles, telles
que la DLU et le glissement du financement de la
SNCB. Il s'avère en outre que depuis 1999, le
surplus primaire n'a cessé de diminuer.
Pourquoi le ministre continue-t-il à affirmer que le
budget de 2004 a atteint un équilibre structurel ?
01.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Op 2
februari 2005 was er in deze commissie een debat
waarin de minister zei dat in de begroting van 2004
een structureel evenwicht bereikt was.
Ondertussen heeft de Nationale Bank haar
jaarverslag voorgesteld, waaruit blijkt dat er in 2004
een structureel tekort was van 0,5 procent.
Uit een tabel die de resultaten van 2002 tot 2004
weergeeft, valt af te leiden dat het zogenaamde
evenwicht van de begroting te danken is aan
eenmalige maatregelen, zoals bijvoorbeeld de EBA
en de verschuiving van de financiering van de
NMBS. Bovendien blijkt dat het primair overschot
sinds 1999 alsmaar daalde.
Waarom blijft de minister beweren dat de begroting
van 2004 een structureel evenwicht bereikte?
01.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mon intention
n'est pas de débattre de la méthodologie employée
mais de donner un aperçu de toute la législature.
01.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik wil geen
discussie houden over de gehanteerde
methodologie, maar wel een overzicht geven van
de hele regeerperiode.
01.06 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais): M. Bogaert n'ose plus poser la
question inscrite à l'ordre du jour.
01.06 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): De heer Bogaert durft de
geagendeerde vraag niet meer te stellen.
01.07 Hendrik Bogaert (CD&V): Je ne pense pas
qu'il soit raisonnable de débattre de la
méthodologie appliquée. On peut en effet analyser
la note indépendamment de toute considération
méthodologique. Selon l'annexe 2 du tableau SEC,
le déficit structurel a augmenté de 0,2 % du PNB
entre 2000 et 2004. La Banque Nationale confirme
cette tendance. Sous la coalition violette, on
observe donc un statu quo des soldes structurels à
financer, du taux d'emploi et de la pression fiscale.
En 2004, le gouvernement n'a donc pu faire
davantage que produire les mêmes chiffres qu'en
1999, ce qui indique que la politique suivie a
échoué.
D'après la Banque Nationale, il y a un déficit de 0,5
% pour l'entité 1. Il est nécessaire de scinder les
entités parce que les deux entités ont toujours été
l'objet de rapports distincts aux autorités
européennes puisque des coalitions différentes
sont aux affaires à l'échelon fédéral et à l'échelon
01.07 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik denk niet dat
het verstandig is om een debat te houden over de
toegepaste methodologie. De ministeriële nota kan
onafhankelijk van een methodologie worden
geanalyseerd. Volgens bijlage 2 van de ESER-tabel
is er tussen 2000 en 2004 een aangroei van het
structurele tekort met 0,2 procent BBP. De
Nationale Bank bevestigt die tendens. Er was dus
tijdens paars een status-quo van de structurele
financieringssaldi, van de tewerkstellingsgraad en
van de belastingdruk. In 2004 kon de regering dus
niet meer dan dezelfde cijfers voorleggen als in
1999, wat aangeeft dat het beleid heeft gefaald.
Volgens de Nationale Bank is er voor entiteit 1 een
tekort van 0,5 procent. Het opsplitsen van de
entiteiten is noodzakelijk omdat beide entiteiten
steeds apart werden gerapporteerd aan de
Europese instanties, omdat er andere politieke
coalities zijn op federaal en op regionaal niveau en
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
3
régional et que l'entité 2 comprend des communes
et des provinces dont l'excédent ne peut être
comptabilisé à l'échelon fédéral.
A combien se montent les déficits structurels de
l'ensemble des pouvoirs publics et des autorités de
l'entité 1 ?
omdat entiteit 2 gemeenten en provincies bevat,
waarvan het overschot niet mag worden
meegerekend op federaal niveau.
Wat zijn de structurele tekorten van de
gezamenlijke overheid en van de overheden van
entiteit 1?
01.08 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais): Je commence à être fatigué de devoir
toujours donner les mêmes réponses. Lorsqu'il était
ministre du Budget, M. Herman Van Rompuy ne
recueillait que des louanges. Il est clair que ceux
qui s'expriment aujourd'hui sont des mauvais
perdants.
L'Allemagne n'enregistre pas de déficit au niveau
fédéral, mais bien à l'échelle des Länder. Si la
méthodologie de M. Devlies y avait été appliquée,
le pays enregistrerait un excédent budgétaire
depuis des années déjà. Il existe toutefois des
règles générales qui doivent être respectées par
tous.
Et puisque l'on veut à chaque fois établir une
distinction entre législatures, il faut se livrer au
même exercice pour la Région flamande: le résultat
enregistré aujourd'hui par cette dernière est
beaucoup plus mauvais que les cinq années
précédentes.
Je maintiens que l'équilibre structurel peut être
atteint pour 2004. Par facilité, la moitié de la note
de la Banque Nationale est passée sous silence.
Celle-ci distingue deux méthodes de calcul. La
première est appliquée par les banques
européennes, alors que la deuxième est utilisée par
la Commission européenne.
01.08 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Ik word er moe van om altijd
hetzelfde te moeten antwoorden. Toen Herman
Van Rompuy minister van Begroting was, kwam er
enkel lof. Hier zijn duidelijk slechte verliezers aan
het woord.
Duitsland heeft geen federaal tekort, maar wel op
het niveau van de Länder. Als men daar de
methodologie van de heer Devlies had gevolgd,
zou het land reeds jarenlang een overschot op de
begroting verwezenlijken. Er zijn echter algemeen
vastgelegde regels en die moeten door iedereen
worden nageleefd.
En als men dan toch steeds het onderscheid tussen
diverse regeerperiodes wil maken, moet men dat
ook maar eens voor het Vlaamse Gewest doen:
daar boekt men nu een veel slechter resultaat dan
de vijf voorbije jaren.
Ik blijf erbij dat we in 2004 structureel het evenwicht
kunnen halen. Van de nota van de Nationale Bank
citeert men gemakshalve maar de helft. De Bank
zegt dat er twee berekeningswijzen zijn. De eerste
wordt gehanteerd door de Europese banken, terwijl
de tweede wordt gebruikt door de Europese
Commissie.
01.09 Carl Devlies (CD&V): Je me suis référé aux
diverses méthodes de calcul.
01.09 Carl Devlies (CD&V): Ik heb verwezen naar
de verschillende berekeningsmethodes.
01.10 Johan Vande Lanotte (en néerlandais): M.
Devlies n'a cité qu'un élément de la note. Il pose
une question dont il ne veut pas entendre la
réponse.
01.10 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): De heer Devlies heeft slechts uit één
onderdeel van de nota geciteerd. Hij stelt een vraag
waarop hij het antwoord niet wil horen.
Selon les banques européennes, il existe un déficit
structurel et conjoncturel corrigé de 0,5 ou 0,4 %
selon le solde EDP. Selon la Commission
européenne, le déficit s'élevait à 0,2 % début
janvier. On se basait sur un surplus nominal de 15
millions d'euros. Jusqu'à présent, les chiffres
d'Ecofin et de la Commission, qui est l'arbitre en ce
qui concerne le pacte de stabilité, ont toujours servi
de fil conducteur.
Volgens de Europese banken is er een structureel
en conjunctureel gezuiverd tekort van 0,5 of 0,4
procent, naargelang het EDP-saldo. Volgens de
Europese Commissie bedroeg het tekort begin
januari 0,2 procent. Er werd uitgegaan van een
nominaal overschot van 15 miljoen euro. Totnogtoe
zijn de cijfers van Ecofin en de Commissie, onze
scheidsrechter wat het Stabiliteitspact betreft, altijd
de leidraad geweest.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
4
Les derniers chiffres montrent qu'entre-temps le
résultat serait de 0,05. Des modifications non
structurelles, comme la déclaration libératoire
unique, sont intervenues. De plus, les recettes et
les dépenses se sont améliorées. Les chiffres
définitifs ne seront disponibles que le 15 juin.
En ce qui concerne les sociétés, nous avons
compté sur des recettes dont le montant est
inférieur de 100 millions par rapport à la normale.
Pour l'impôt des personnes physiques, nous avons
été plus pessimistes que nécessaire.
Je n'oserais dire à aucun de mes collègues
européens que nous devons discuter ici d'un chiffre
de 0,05 %. Les autres pays estiment qu'ils font du
bon travail lorsqu'ils peuvent parler d'un ordre de
grandeur de 2 %. Les moins bons parlent de 4 %.
Uit de recentste cijfers blijkt intussen dat het
resultaat 0,05 zal zijn. Er waren niet-structurele
wijzigingen, met name de eenmalige bevrijdende
aangifte. Bovendien is er een verbetering inzake
inkomsten en uitgaven. Definitieve cijfers zijn er pas
op 15 juni.
Inzake vennootschappen hebben we rekening
gehouden met 100 miljoen euro minder inkomsten.
Inzake de personenbelasting waren we
pessimistischer dan nodig.
Ik durf niet één Europese collega te zeggen dat we
hier moeten discussiëren over een cijfer van 0,05
procent. Andere landen vinden al dat ze het goed
doen als ze over een grootteorde van 2 procent
kunnen spreken. De slechten praten over 4
procent.
Au demeurant, la Belgique a, de loin, le solde
primaire le plus élevé. Ce n'est pas parce que
certains gouvernements précédents voulaient un
solde de 6 % qu'il faut tendre éternellement vers
cet objectif.
Nous n'avons jamais contesté les 0,7 % de
mesures ponctuelles et les 0,5 % de mesures
structurelles. En ce qui concerne La Poste, il est
probable que nous nous soyons trompés. Mais
nous considérons qu'il n'est pas question de
paiement accéléré en une fois. Toutefois, l'arbitre a
pris une décision et nous devons la respecter.
Je ne répondrai plus aux questions sur l'entité 1
parce que je ne réponds pas aux questions qui ne
sont pas pertinentes. En 1998, la loi sur le
financement des entités fédérées a été adoptée.
Ainsi, les efforts à fournir en matière de finances
publiques ont été répartis de façon équilibrée. Il ne
serait pas opportun de changer de cap maintenant.
Ce qui compte, ce n'est pas le score à la 88
e
minute de jeu, c'est le résultat à la fin du match.
België heeft overigens veruit het hoogste primair
saldo. Het is niet omdat vorige regeringen 6 procent
wilden, dat het altijd zo moet blijven.
De 0,7 procent eenmalige en de 0,5 procent
structurele maatregelen hebben we nooit betwist.
Inzake De Post heeft men zich waarschijnlijk
vergist. Volgens ons is er geen sprake van een
eenmalige versnelde betaling. Maar de
scheidsrechter heeft een besluit genomen.
Op de vragen over entiteit 1 antwoord ik niet meer.
Ik ga niet in op irrelevante kwesties. In 1988 werd
de wet over de financiering van de deelgebieden
goedgekeurd. Op die manier werden de
inspanningen inzake de overheidsfinanciën op een
evenwichtige manier verdeeld. Het zou niet correct
zijn om nu een andere koers te gaan varen. De
stand op het einde van de match is belangrijk, niet
de tussenstand na 88 minuten.
01.11 Carl Devlies (CD&V): Qui est le mauvais
perdant, ici ? Qui change les règles du jeu en cours
de partie ? Notre question avait trait au rapport de
la Banque nationale, qui constitue pour le
Parlement un document décisif. Mais voilà que le
ministre se met à relativiser ce rapport sur la base
de chiffres de la Commission européenne. Il oublie
de dire que la Belgique est également mise en
garde dans le rapport des instances européennes,
même en ce qui concerne l'évolution du solde
primaire. Pour ce qui regarde le budget de 2006, la
Commission européenne se fait également du
souci. Comment, d'ailleurs, sera financée la
réforme fiscale ?
01.11 Carl Devlies (CD&V): Wie is hier de slechte
verliezer? Wie wijzigt de regels tijdens het spel?
Onze vraag ging over het rapport van de Nationale
Bank, voor het Parlement een doorslaggevend
document. Via cijfers van de Europese Commissie
relativeert de minister dat rapport nu. Hij vergeet
erbij te zeggen dat België in het Europese rapport
ook wordt gewaarschuwd, zelfs wat de evolutie van
het primair saldo betreft. Ook inzake de begroting
van 2006 maakt de Europese Commissie zich
zorgen. Hoe zal de belastinghervorming overigens
worden gefinancierd?
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
5
01.12 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): La
Banque nationale devait jouer le rôle d'arbitre mais
il apparaît à présent que le rapport est incomplet.
Nous risquons de nous empêtrer dans une
discussion sur la question de savoir qui a raison. Il
y a deux poids et deux mesures. La réaction
véhémente du ministre prouve que nous avons
soulevé un sujet sensible.
01.12 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): De
Nationale Bank moest een scheidsrechter zijn,
maar het rapport blijkt nu onvolledig. We dreigen
vast te lopen in een discussie over wie gelijk heeft.
Er wordt met twee maten en twee gewichten
gemeten. Dat de minister hevig reageert, wijst erop
dat we een gevoelige snaar hebben geraakt.
01.13 Hendrik Bogaert (CD&V): Nous avons déjà
souvent discuté des entités 1 et 2. Le rapport du
Belgian Stability Program 2005-2008 opère une
distinction entre les autorités fédérales, régionales
et locales. Il y a donc bel et bien des rapports
séparés. Je propose de communiquer à la
commission la page 14 du rapport.
01.13 Hendrik Bogaert (CD&V): We
discussieerden al vaak over de entiteiten 1 en 2. In
het rapport van het Belgian Stability Program 2005-
2008 wordt een opsplitsing gemaakt tussen de
federale, de gewestelijke en de lokale autoriteiten.
Er wordt dus wel degelijk apart gerapporteerd. Ik
stel voor dat bladzijde 14 van het rapport aan de
commissie wordt bezorgd.
01.14 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais) : Dans ce cas, il faut que l'ensemble
du rapport soit copié.
01.14 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Dan wil ik dat het hele rapport wordt
gekopieerd!
01.15 Hendrik Bogaert (CD&V): Le ministre parle
sans cesse d'année charnière, mais je pense que
la charnière grince. Il est plus que temps de
consulter les entités fédérées. Si ce n'est pas le
cas, la politique socio-économique du pays s'en
trouvera menacée.
01.15 Hendrik Bogaert (CD&V): De minister heeft
het voortdurend over een scharnierjaar, maar het
scharniertje schuurt. Het is de hoogste tijd om de
deelstaten bij de zaak te betrekken. Gebeurt dat
niet, dan komt het sociaal-economische beleid van
dit land in het gedrang.
01.16 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais): Monsieur Bogaert vient de démontrer
qu'il n'est pas fait rapport distinctement. Les chiffres
sont ventilés par catégorie mais le résultat
budgétaire est toujours la somme de tous les
éléments. Monsieur Bogaert insinue délibérément
des choses dont il ne peut apporter la preuve. Il
n'agissait pas de la sorte avec mon prédécesseur,
un chrétien-démocrate il est vrai.
Que la Commission nous mette en garde ne me
pose pas de problème. En demandant comment il
sera fait face à la réforme fiscale de 2006, l'Europe
confirme que cette reforme est bien réelle. Du
reste, la Commission ne pense pas que le solde
primaire doive être plus élevé. Le niveau actuel doit
être maintenu. Monsieur Devlies omet également
de dire que le gouvernement belge a été félicité et
qu'il conforte sa crédibilité en respectant toujours
ses engagements.
01.16 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): De heer Bogaert heeft zonet
bewezen dat er niet apart wordt gerapporteerd. De
cijfers worden dan wel in categorieën opgesplitst,
maar het begrotingsresultaat is en blijft de som van
al die onderdelen. Het is een welbewuste strategie
van de heer Bogaert om zaken te suggereren die
hij niet kan bewijzen. Ten opzichte van mijn
voorganger, een christen-democraat, deed hij dat
niet.
Dat de Commissie ons waarschuwt, vind ik
overigens geen probleem. Door te vragen hoe de
belastinghervorming van 2006 wordt opgevangen,
bevestigt Europa overigens dat die hervorming er
wel degelijk is. Overigens vindt de Commissie niet
dat het primair saldo hoger moet. Het moet het
huidige niveau behouden. De heer Devlies vergeet
ook te zeggen dat de Belgische regering wordt
geprezen en dat ze aan geloofwaardigheid wint
omdat ze haar engagement aanhoudend nakomt.
01.17 Carl Devlies (CD&V): Je déplore l'attitude
passive du VLD au moment où l'on parle du rapport
de la Banque nationale. Le ministre ne mentionne
plus l'invitation du gouverneur de la BNB.
01.17 Carl Devlies (CD&V): Ik betreur de
passieve houding van de VLD nu het rapport van
de Nationale Bank ter sprake komt. De minister
spreekt niet meer over de uitnodiging van de
gouverneur van de NBB.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
6
Le président: Je veux inviter le gouverneur.
De voorzitter: Ik wil de gouverneur uitnodigen.
01.18 Bart Tommelein (VLD): Nous ne pouvons
pas répondre à une question. Si nous y étions
autorisés, je le ferais.
01.18 Bart Tommelein (VLD): Wij mogen bij een
vraag niet antwoorden. Als het mocht zou ik het
doen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "la confirmation par la
Banque nationale des avis du Conseil supérieur
des finances en ce qui concerne la politique
budgétaire et le fonds de vieillissement" (n° 5791)
02 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de bevestiging door de
Nationale Bank van de adviezen van de Hoge
Raad voor Financiën inzake het begrotingsbeleid
en het Zilverfonds" (nr. 5791)
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V): M. Vande Lanotte
a indiqué dans une lettre quelques pistes de
réflexion sur les excédents budgétaires pour les
années à venir. La Banque nationale plaide en
faveur de la discipline et met en garde qu'il faudra
oeuvrer en faveur d'une offre d'emploi suffisante.
Les informations optimistes sur la croissance ont
été revues à la baisse et ramenées à 2,2 pour cent
pour 2005. Le résultat de 2004 était basé sur la
réduction des quotas d'épargne.
Le ministre souscrit-il aux avis du Conseil supérieur
des Finances ? Partage-t-il l'analyse de la Banque
nationale sur le potentiel de croissance moyen de
l'économie ?
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Minister Vande
Lanotte heeft in een brief een aantal denksporen
aangegeven over de begrotingsoverschotten van
de komende jaren. De Nationale Bank pleit voor
discipline en waarschuwt dat er werk moet worden
gemaakt van een toereikend arbeidsaanbod. De
optimistische berichten over groei werden naar
onderen aangepast tot 2,2 procent voor 2005. Het
resultaat van 2004 was gebaseerd op de afbouw
van de spaarquota.
Onderschrijft de minister de adviezen van de Hoge
Raad van Financiën? Deelt de minister de analyse
van de Nationale Bank over het middelmatige
groeipotentieel van de economie?
02.02 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais): Le gouvernement a déposé le Pacte
de stabilité à la Commission européenne. Il y est
inscrit qu'un excédent de 0,6 pour cent devra être
atteint d'ici à 2008.
Nous avons à faire à une double situation en ce qui
concerne le potentiel de croissance. Notre
croissance économique des trois dernières années
était classée parmi les meilleures d'Europe.
L'évolution de l'emploi était beaucoup moins bonne,
mais, contrairement à d'autres pays, nous n'avons
pas connu une baisse spectaculaire de l'emploi.
L'amélioration du score de la Belgique en 2004
s'explique, selon le rapport de la Banque nationale,
par le contrôle conséquent de l'équilibre et
l'augmentation de la consommation intérieure.
Je reconnais que le potentiel de croissance pour
les mois à venir est légèrement inquiétant. Le défi
est certainement de taille en Flandre à cause des
menaces qui pèsent sur l'emploi industriel. Je ne
veux pas faire preuve d'euphorie non fondée, tout
comme je ne veux pas être défaitiste. Et je rappelle
que nous avons réalisé de bonnes prestations dans
02.02 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): De regering heeft het Stabiliteitspact
ingediend bij de Europese Commissie. Daarin staat
dat er tegen 2008 een overschot van 0,6 procent
moet zijn.
Inzake groeipotentieel kennen we een dubbele
situatie. Onze economische groei van de laatste
drie jaar behoorde tot de betere van Europa. De
evolutie van de werkgelegenheid was veel minder
goed, maar in tegenstelling tot andere landen
kenden we geen spectaculaire terugval van de
tewerkstelling. De betere score van België in 2004
is volgens het rapport van de Nationale Bank te
danken aan het consequent bewaken van het
evenwicht en het aanzwengelen van de
binnenlandse consumptie.
Ik geef toe dat het groeipotentieel voor de komende
maanden licht verontrustend is. Zeker in
Vlaanderen is de uitdaging groot omwille van de
bedreigde industriële tewerkstelling. Maar zoals ik
niet ongefundeerd euforisch wil zijn, wil ik geen
doemdenker zijn. En ik herhaal dat we het in de
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
7
le contexte européen.
Europese context zeer goed hebben gedaan.
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Nos analyses
concordent plus qu'il n'y paraît. L'emploi est en
effet davantage menacé en Flandre. Mais nous
proposons des solutions radicalement différentes.
Les entités fédérées doivent participer dans une
très large mesure à la politique socio-économique
par le biais d'un ensemble homogène de
compétences en matière de politique de l'emploi.
La vision du parti du ministre est trop axée sur le
fédéral.
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V): We zitten inzake
analyse dichter bijeen dan het lijkt. De Vlaamse
tewerkstelling is inderdaad meer bedreigd. Onze
oplossing verschilt echter grondig. Er is een
massale deelname van de deelstaten aan het
sociaal-economisch beleid nodig via een
homogeen bevoegdheidspakket inzake
tewerkstellingsbeleid. De partij van de minister
heeft een te federale visie.
02.04 Johan Vande Lanotte (en néerlandais): Je
proteste. Je réponds scrupuleusement aux
questions de M. Bogaert, mais il entame à présent
un débat sur la réforme de l'Etat.
02.04 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Ik protesteer. Ik antwoord keurig op
de vragen van de heer Bogaert, maar nu opent hij
een debat over de staatshervorming.
02.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Je suis libre de
déterminer moi-même le contenu de ma réplique.
02.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik heb het recht
om zelf de inhoud van mijn repliek te bepalen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "l'avant-projet de loi
modifiant la loi sur le Fonds de vieillissement"
(n° 5793)
03 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het voorontwerp van
wet tot wijziging van de wet op het Zilverfonds"
(nr. 5793)
03.01 Hendrik Bogaert (CD&V): La loi sur le
Fonds de vieillissement va être modifiée.
03.01 Hendrik Bogaert (CD&V): De wet op het
Zilverfonds wordt gewijzigd, dat heeft de
Ministerraad beslist op 25 februari.
Un plan de financement a été fixé pour la période
2007-2012. En 2007, 0,3 pour cent du PIB seraient
octroyés au Fonds de vieillissement. Pour les
années ultérieures, ce pourcentage est augmenté
de 0,2 pour cent par an. Ces sommes proviendront
essentiellement des excédents budgétaires étant
donné qu'un plafond est fixé sur les versements
relatifs à la réduction de la dette. Ce projet répond
dès lors aux préoccupations du Conseil supérieur
des Finances et de la Banque Nationale. Le Fonds
de vieillissement devient ainsi un instrument de
discipline budgétaire. Sous la précédente
législature, le CD&V a déjà déposé des
propositions de loi allant dans le même sens que le
texte approuvé aujourd'hui par le Conseil des
ministres.
Le ministre a déclaré dans la presse qu'une
échappatoire conjoncturelle est prévue. Que cela
signifie-t-il concrètement
? Le Fonds de
vieillissement peut-il continuer à être financé par le
biais de recettes uniques, compte tenu des
dépenses ou des réductions de recettes auxquelles
nous risquons d'être confrontés ?
Er werd een financieringspad voor de periode
2007-2012 vastgelegd. In 2007 zou 0,3 procent van
het BBP toegewezen worden aan het Zilverfonds.
In de daaropvolgende jaren wordt dit verhoogd met
telkens 0,2 procent. Dit zal vooral gerealiseerd
moeten worden met begrotingsoverschotten, daar
er een plafond wordt ingesteld op de stortingen die
te maken hebben met schuldafbouw. Zo komt het
ontwerp tegemoet aan de adviezen van de Hoge
Raad voor de Financiën en de Nationale Bank. Het
Zilverfonds wordt zo een instrument voor
begrotingsdiscipline. CD&V heeft in de vorige
zittingsperiode reeds wetsvoorstellen gedaan die in
dezelfde richting gaan als de tekst dat de
Ministerraad nu goedgekeurd heeft.
In de pers verklaarde de minister dat er een
conjunctureel achterpoortje wordt ingebouwd. Wat
betekent dit concreet? Blijft het mogelijk het
Zilverfonds te financieren met eenmalige
ontvangsten, waar dan toekomstige uitgaven of
minderontvangsten tegenover staan?
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
8
03.02 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais): Si la croissance est inférieure à 2
pour cent pendant deux années consécutives, le
versement pourra être réduit. L'inverse pourra se
produire si la croissance dépasse les 2 pour cent
pendant deux années consécutives. C'est ce que
nous appelons les échappatoire conjoncturelle.
Les recettes uniques n'interviendront plus, sauf si
elles contribuent réellement à une réduction de la
dette. Dans ce dernier cas, elles pouront être prises
en considération à concurrence jusqu'à un plafond
de 250 millions d'euros.
03.02 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Als de groei twee opeenvolgende
jaren lager is dan 2 procent, zal het mogelijk zijn
een kleinere storting te doen. Het omgekeerde zal
mogelijk zijn als de groei twee jaar na elkaar de 2
procent overtreft. Dat bedoelen we met een
conjunctureel achterpoortje.
Eenmalige ontvangsten zullen niet meer meetellen,
behalve als ze de schuld effectief doen dalen. In
dat laatste geval kunnen ze in rekening gebracht
worden tot een plafond van 250 miljoen euro.
03.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Nous sommes
satisfaits de la modification de la loi, puisqu'elle
répond largement à nos critiques. La possibilité
d'alimenter le Fonds de vieillissement par des
revenus uniques est limitée. Il ne sera pas aisé
pour le gouvernement fédéral, tout comme pour le
gouvernement flamand aujourd'hui, de défendre
des excédents budgétaires face à l'opinion
publique. Ne serait-il pas judicieux de prévoir une
sorte de provision pour les coûts liés au
vieillissement, soit un montant inscrit au budget
sans qu'il soit réellement dépensé ?
03.03 Hendrik Bogaert (CD&V): De wetswijziging
stemt ons tevreden, aangezien ze grotendeels
tegemoet komt aan onze kritiek. De mogelijkheden
om het Zilverfonds te stijven met eenmalige
inkomsten wordt beperkt. Zoals voor de Vlaamse
regering vandaag, zal het ook voor de federale
regering niet eenvoudig zijn de overschotten op de
begroting te verdedigen voor de publieke opinie.
Zou het geen goed idee zijn om te werken met een
soort provisie voor de vergrijzingskosten, dus een
bedrag dat in de begroting wordt ingeschreven
zonder dat het echt wordt uitgegeven?
03.04 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais): D'après les règles européennes, cela
ne peut pas être pris en compte.
03.04 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Volgens de Europese regels kan dat
niet meetellen.
03.05 Hendrik Bogaert (CD&V): C'est pourtant la
piste que suit M. Reynders. C'est effectivement
impossible selon le SEC, mais l'on pourrait se
constituer une épargne de facto par l'acquisition
d'actifs publics.
03.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Nochtans zit
minister Reynders wel op dat spoor. Volgens ESER
is dit inderdaad onmogelijk. Maar men zou wel door
de aankoop van overheidsactiva een de facto
spaarpot kunnen aanleggen.
03.06 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais): C'est de la spéculation. Ce type
d'opération a mené l'État italien au bord de la
faillite.
03.06 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Dat is speculeren. Dergelijke
operaties hebben de Italiaanse overheid op de rand
van het bankroet gebracht.
03.07 Hendrik Bogaert (CD&V): Il doit bien sûr
s'agir de bâtiments dont l'administration a
réellement besoin.
03.07 Hendrik Bogaert (CD&V): Het moet
natuurlijk wel gaan om gebouwen die de overheid
echt nodig heeft.
03.08 Johan Vande Lanotte, ministre (en
néerlandais): Dans ce cas, il faudra les revendre
dans les cinq ans, à défaut de quoi il ne peut être
question d'un bas de laine. Si l'on conserve les
actifs, la dette ne diminuera pas. On peut aussi se
demander si cette méthode aurait un effet favorable
sur la communication. Imaginez qu'on doive vendre
les actifs après cinq ans mais que le marché se soit
effondré entre-temps.
03.08 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Dan moeten we die wel binnen vijf
jaar opnieuw verkopen. Anders is er geen sprake
van een spaarpot. Als men die activa in handen
houdt, daalt de schuld niet. Het is ook zeer de
vraag of deze werkwijze een gunstig effect zou
hebben op de communicatie. Stel dat we de activa
na vijf jaar moeten verkopen, maar intussen de
markt ingestort is.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
9
03.09 Hendrik Bogaert (CD&V): D'après moi, il
est bel et bien possible d'acquérir des actifs publics
sans être contraint de les revendre au bout de
quelques années.
L'incident est clos.
03.09 Hendrik Bogaert (CD&V): Volgens mij is
het wel mogelijk overheidsactiva te kopen zonder
dat men ze na enkele jaren weer moet verkopen.
Het incident is gesloten.
La séance est suspendue à 15.41 heures.
De vergadering wordt geschorst om 15.41 uur.
Elle est reprise à 15.47 heures.
De vergadering wordt hervat om 15.47 uur.
04 Question de M. Luk Van Biesen au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'allègement et/ou l'annulation de la dette des
pays les plus pauvres" (n° 5705)
04 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de schuldverlaging en/of kwijtschelding
van schulden van de armste landen" (nr. 5705)
04.01 Luk Van Biesen (VLD): Le principe d'une
annulation ou d'un allègement de la dette des pays
les plus pauvres a été discuté lors du conseil Ecofin
du 16 février 2005.
04.01 Luk Van Biesen (VLD): Op de Ecofinraad
van 16 februari 2005 werd het principe van de
schuldkwijtschelding of -verlaging voor de armste
landen besproken.
Une liste a-t-elle été dressée des pays qui entrent
en ligne de compte pour une annulation totale ou
partielle de leur dette? A quel montant l'Union
européenne songe-t-elle? Quels sont les montants
dus à la Belgique par les pays concernés? Quelles
sont les implications budgétaires d'une telle
opération pour notre pays? Ne conviendrait-il pas
de constituer un fonds de réserve? Certaines dettes
d'autres institutions entrent-elles également en
ligne de compte dans le cadre de cette mesure?
Werd er een lijst opgemaakt van de landen die in
aanmerking komen voor een gehele of gedeeltelijke
kwijtschelding? Aan welk bedrag denkt de
Europese Unie? Welke bedragen zijn de landen
verschuldigd aan België? Wat zijn de budgettaire
implicaties voor ons land? Moeten we geen
'reservefonds' aanleggen? Zijn er ook schulden van
andere instellingen die in aanmerking komen voor
deze maatregel?
04.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):
Le conseil Ecofin a demandé au Economic and
Financial Committee ainsi qu'à la commission
européenne de définir une stratégie européenne
plus large pour le financement du développement.
Une concertation est menée dans ce cadre à
propos d'une annulation de la dette.
04.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
Ecofinraad heeft het Economic and Financial
Committee en de Europese Commissie de opdracht
gegeven een bredere EU-strategie voor de
ontwikkelingsfinanciering te formuleren. In dit kader
wordt overlegd over de schuldkwijtschelding.
Dans le cadre de l'initiative Heavily Indebted Poor
Countries (HIPC), la Banque mondiale et le FMI ont
établi une liste de 38 pays dont le taux
d'endettement dépasse la croissance économique
et sociale potentielle. Ces pays peuvent prétendre
à une réduction de leur dette de 90 % ou plus.
Le Conseil Ecofin a décidé d'annuler les dettes
commerciales ainsi que les dettes dans le cadre de
la coopération au développement officielle. D'autres
formes d'allègement de la dette sont discutées par
pays ou au niveau international, dans le cadre du
Club de Paris. Chaque pays créditeur peut décider
de manière autonome de l'allègement de la dette.
L'icidence budgétaire pour 2005 est estimé à
respectivement 12,5 millions d'euros (Congo),
De Wereldbank en het IMF hebben in het kader van
het initiatief Heavily Indebted Poor Countries
(HIPC) een lijst opgesteld van 38 landen waarvan
de schuldgraad de economische en sociale
groeimogelijkheden overstijgt. Zij kunnen een
kwijtschelding van negentig procent of meer krijgen.
De Ecofinraad besliste om de commerciële
schulden en de schulden in het kader van de
officiële ontwikkelingshulp volledig kwijt te
schelden. Andere vormen van schuldverlichting
worden land per land besproken op internationaal
niveau in het kader van de Club van Parijs. Elk
crediteurland kan onafhankelijk beslissen over de
schuldverlichting.
De impact op de begroting voor 2005 wordt geschat
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
10
11,68 millions d'euros (HIPC-Ducroire) et 3,43
millions d'euros (HIPC- prêts d'Etat à Etat) ; 13,7
millions d'euros sont affectés à l'initiative HIPC et
13,5 millions d'euros aux opérations dans le cadre
du Club de Paris.
op 12,5 miljoen euro (Congo), 11,68 miljoen (HIPC-
Delcredere) en 3,43 miljoen (HIPC-leningen van
staat tot staat). Er gaat 13,7 miljoen euro naar de
HIPC en 13,5 miljoen euro naar operaties in het
kader van de Club van Parijs.
Il est difficile de prévoir l'incidence de la mesure
pour les années à venir mais nous comptons sur un
montant de 25 millions par an à charge du budget
de la coopération au développement pour financer
l'annulation de la dette. Il n'y a aucune incidence
pour les Communautés et les Régions.
Des dettes vis-à-vis de l'Etat belge autres que
commerciales entrent également en ligne de
compte pour une annulation, mais il n'a pas encore
été fait usage de cette procédure.
(Le ministre remet à M. Van Biesen la liste des
montants dus à la Belgique par les HIPC)
Voor de volgende jaren is de impact moeilijk te
voorspellen, maar we rekenen op 25 miljoen per
jaar in de begroting van
Ontwikkelingssamenwerking om de kwijtschelding
op te vangen. Voor de Gemeenschappen en
Gewesten zijn er geen implicaties.
Ook andere dan commerciële schulden aan de
Belgische Staat komen in aanmerking voor
kwijtschelding, maar van die regeling is nog geen
gebruik gemaakt.
(De minister overhandigt de heer Van Biesen de
lijst met de aan België verschuldigde bedragen van
de HIPC.)
04.03 Luk Van Biesen (VLD): Le conseil Ecofin
confirme les engagements du G7. Contrairement à
la taxe Tobin, ces mesures ont au moins le mérite
d'être concrètes.
04.03 Luk Van Biesen (VLD): De Ecofinraad
bevestigt de engagementen van de G7. In
tegenstelling tot de Tobintaks, is deze maatregel
tenminste concreet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Trees Pieters au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
TVA de six pour cent appliquée aux travaux de
rénovation" (n° 5714)
05 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"de BTW van zes procent op renovatiewerken"
(nr. 5714)
05.01 Trees Pieters (CD&V): La rénovation de
logements de cinq à quinze ans restera soumise,
jusqu'à la fin de l'année 2005, d'un taux de TVA
réduit de six pour cent. Ce taux réduit sera-t-il
maintenu après 2005 ? Des initiatives ont-elles déjà
été prises en ce sens au niveau européen ?
05.01 Trees Pieters (CD&V): Voor de renovatie
van woningen tussen vijf en vijftien jaar oud geldt
nog tot eind 2005 een verlaagd BTW-tarief van zes
procent. Zal dit verlaagde tarief ook na 2005
worden behouden? Worden er daarvoor al
inspanningen gedaan op Europees niveau?
05.02 Didier Reynders, ministre: (en
néerlandais) : La réduction du taux de TVA
applicable aux services à fort coefficient de main-
d'oeuvre a déjà été reconduite à deux reprises et
expire effectivement à la fin de cette année.
La tarification en matière de TVA est soumise à des
règles européennes dans le cadre desquelles la
marge de manoeuvre des Etats membres est très
réduite. Il est possible d'instaurer un taux réduit
pour les services à fort coefficient de main-d'oeuvre
sur la base de l'article 28 et de l'annexe K de la
sixième directive en matière de TVA mais la
Commission européenne n'a pas l'intention de
prolonger ce régime temporaire parce qu'il n'a,
selon elle, qu'une faible incidence sur l'emploi.
05.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
verlaging van het BTW-tarief voor arbeidsintensieve
diensten is al tweemaal verlengd en loopt
inderdaad op het einde van dit jaar af.
De BTW-tarifering is onderworpen aan Europese
regels waaraan de lidstaten weinig kunnen
veranderen. Een verlaagd tarief kan worden
ingevoerd voor arbeidsintensieve diensten op basis
van artikel 28 en bijlage K van de zesde BTW-
richtlijn, maar de Europese Commissie is niet van
plan deze tijdelijke regeling te verlengen. Men vindt
het effect op de tewerkstelling te klein.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
11
Le 23 juillet 2003, la Commission européenne a
proposé de rationaliser la liste des biens et services
pouvant être soumis à un taux de TVA réduit. Les
services à fort coefficient de main-d'oeuvre n'y
figurent plus il a été mis fin au lien avec la politique
sociale du logement.
Conformément à l'accord de gouvernement, je
soutiens cette proposition pour autant que son
champ d'application soit étendu aux bâtiments
scolaires, aux édifices publics et à l'aménagement
de jardins. Il avait été décidé, sous les présidences
luxembourgeoise et britannique, de traiter ce
dossier en priorité, puisqu'il requérait l `unanimité
des Etats membres. A présent, nous devons suivre
le débat européen. Le régime temporaire restera
d'application pendant dix mois. Notre
gouvernement continuera à plaider pour une
réduction de taux dans le secteur immobilier.
De Europese Commissie stelde op 23 juli 2003
voor om de lijst van goederen en diensten die in
aanmerking komen voor een verlaagd BTW-tarief te
rationaliseren. De arbeidsintensieve diensten
worden daarbij niet hernomen en de koppeling aan
het sociaal huisvestingsbeleid wordt geschrapt.
Overeenkomstig het regeerakkoord steun ik dit
voorstel, mits het toepassingsgebied wordt
uitgebreid met schoolgebouwen, openbare
gebouwen en de aanleg van tuinen. Onder
Luxemburgs en Engels voorzitterschap werd
voorgesteld om dit dossier prioritair te behandelen,
aangezien unanimiteit van de lidstaten vereist is.
Wij moeten nu dus het Europese debat opvolgen.
De tijdelijke regeling blijft nog tien maanden geldig.
Onze regering zal blijven pleiten voor een
tariefverlaging in de onroerende sector.
05.03 Trees Pieters (CD&V): En 1999,
l'expérience européenne a été mise en pratique
pour la première fois. Entre 1995 et 1999, la
Belgique avait déjà expérimenté une réduction du
taux de TVA à 12 % pour la construction
d'habitations familiales mais cette expérience a fait
long feu. La Commission européenne ne souhaite
pas continuer à appliquer la disposition temporaire
mais le ministre a-t-il déjà fait évaluer l'incidence
sur l'emploi en Belgique ?
Est-il exact que l'Allemagne ne veuille pas débattre
des annexes avant les élections de 2006 ?
Certes, je pose cette question dix mois avant
l'abrogation de la mesure temporaire, mais à
l'échelon européen, il faut beaucoup de temps pour
prendre des décisions. Nombreux sont ceux qui
tiennent compte des taux de TVA lorsqu'ils font
construire une maison.
05.03 Trees Pieters (CD&V): In 1999 werd het
Europese experiment voor het eerst toegepast.
Tussen 1995 en 1999 had België reeds een
experiment met een BTW-verlaging tot 12 procent
voor de bouw van gezinswoningen, maar dit heeft
nooit opvolging gekregen. De Europese Commissie
wenst de tijdelijke bepaling niet voort te zetten,
maar heeft de minister het effect op de
tewerkstelling in België al laten onderzoeken?
Is het waar dat Duitsland de bijlagen niet wil
bespreken voor de verkiezingen van 2006?
Ik stel deze vraag tien maanden voordat de
tijdelijke maatregel wordt opgeheven, maar er is
veel tijd nodig om op Europees niveau tot
beslissingen te komen. Veel mensen houden
rekening met de BTW-tarieven wanneer ze een
huis bouwen.
05.04 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):
En 2002, cette mesure temporaire a fait l'objet
d'une évaluation. Les résultats de cette évaluation
ont également été communiqués à la Commission
européenne.
A l'époque, l'Allemagne était moins favorable à
cette proposition et c'est pourquoi on n'a pu
conclure un accord qu'à partir de 2000. Je
demanderai à M. Schröder de reporter les
discussions au-delà des prochaines élections en
Allemagne.
La Belgique plaide pour un taux de TVA réduit et
prend également d'autres mesures en faveur du
secteur de la construction, telles qu'un meilleur
05.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): In
2002 werd er een evaluatie gemaakt van de
tijdelijke maatregel. De resultaten daarvan werden
ook naar de Europese Commissie gezonden.
Duitsland was het voorstel indertijd minder
genegen, waardoor er slechts een akkoord mogelijk
was vanaf 2000. Ik zal aan de heer Schröder
vragen of hij de besprekingen inderdaad wil
uitstellen tot na de volgende Duitse verkiezingen.
België pleit voor een verlaagd BTW-tarief en neemt
ook andere maatregelen voor de bouwsector, zoals
bijvoorbeeld een betere fiscale behandeling van
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
12
traitement fiscal des prêts hypothécaires. Il importe
d'instaurer un taux de 6% et d'élargir le champ
d'application.
hypothecaire leningen. Het is belangrijk dat er een
tarief van 6
procent komt en dat het
toepassingsgebied wordt uitgebreid.
05.05 Trees Pieters (CD&V):
J'insiste pour que le
ministre fasse à nouveau étudier l'incidence de
cette mesure sur l'emploi en Belgique. Les résultats
peuvent se révéler importants pour la politique
intérieure.
05.05 Trees Pieters (CD&V): Ik dring erop aan dat
de minister het effect van deze maatregel op de
tewerkstelling in België opnieuw laat onderzoeken.
De resultaten kunnen belangrijk zijn voor de
binnenlandse politiek.
05.06 Didier Reynders
,
ministre (en néerlandais):
Etant déjà convaincu qu'une diminution du taux de
TVA peut être utile, je ne pense pas qu'une
nouvelle évaluation soit nécessaire. Toutefois, je
transmettrai la question à mon administration.
05.06 Minister Didier Reynders (Nederlands): Ik
denk niet dat een nieuwe evaluatie noodzakelijk is,
want ik ben reeds overtuigd van het nut van een
verlaging van het BTW-tarief. Ik zal de vraag echter
aan mijn administratie doorsturen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Jacques Chabot au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
fiscalité relative au pacte de réméré" (n° 5717)
06 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de fiscaliteit inzake het beding van
wederinkoop" (nr. 5717)
06.01 Jacques Chabot (PS): Quelques
inquiétudes pèsent sur le statut fiscal du pacte de
réméré, par lequel le vendeur d'un bien immobilier
convient avec l'acheteur d'une faculté de rachat de
son bien. Y a-t-il une ou deux ventes pour
l'application des droits d'enregistrement? Qui
pourra déclarer les intérêts et amortissements en
capital en matière d'impôt des personnes
physiques ? Une déduction complémentaire est-elle
toujours possible ? Dans la mesure où le réméré
est une solution pour nombre de propriétaires
surendettés se voyant refuser tout nouveau crédit,
une information sur l'incidence fiscale de cette
opération a-t-elle été fournie à la Fédération des
Notaires, aux CPAS et aux services de médiation
de dettes ? Votre département compte-t-il éditer
une brochure à ce sujet ?
06.01 Jacques Chabot (PS): Er bestaat enige
onzekerheid over het fiscaal statuut van het beding
van wederinkoop, waarbij de verkoper van een
onroerend goed met de koper overeenkomt dat hij
het goed eventueel kan terugkopen. Wordt bij de
toepassing van de registratierechten met één of
twee verkopen rekening gehouden? Wie kan de
interesten en de kapitaalaflossingen in de aangifte
voor de personenbelasting inbrengen? Blijft een
bijkomende aftrek mogelijk? Voor eigenaars met
schulden die nergens nog een lening kunnen
bemachtigen, kan de wederinkoop een oplossing
bieden. Werden de Federatie van Notarissen, de
OCMW's en de diensten voor schuldbemiddeling
dan ook inlichtingen over de fiscale gevolgen van
het beding verstrekt? Zal uw departement een
brochure hierover uitbrengen?
06.02 Didier Reynders, ministre (en français):
L'acte qui constate l'exercice du réméré n'est pas
translatif de propriété.
06.02 Minister Didier Reynders (Frans): De akte
waarin de uitoefening van het recht op wederinkoop
wordt vastgesteld, houdt geen
eigendomsoverdracht in.
Il remet les choses en leur état initial. Il n'y a qu'une
vente pour l'application des droits d'enregistrement.
Par ailleurs, aucune restitution des droits
d'enregistrement perçus n'est possible en cas
d'exercice de la clause. Pas plus qu'après celui-ci,
le vendeur ne pourra prétendre au régime de
restitution prévu à l'article 212 du Code des droits
d'enregistrement.
En ce qui concerne l'impôt des personnes
Hij herstelt de oorspronkelijke situatie. Voor de
toepassing van de registratierechten wordt met
slechts één verkoop rekening gehouden. Indien de
clausule wordt toegepast, is bovendien geen
teruggave van de geïnde registratierechten
mogelijk. Nadien zal de verkoper evenmin de
teruggaveregeling kunnen inroepen die bij artikel
212 van het Wetboek der Registratierechten is
bepaald.
Wat de personenbelasting betreft, zal de
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
13
physiques, l'administration examinera si l'un des
acquéreurs ou les deux peuvent bénéficier des
réductions d'impôt afférentes aux amortissements
de capital et aux intérêts. C'est la première fois que
l'administration est confrontée au problème, il faut
lui laisser le temps de réagir.
Tant la Fédération du Notariat que les CPAS et les
services de médiation sont suffisamment informés
concernant les droits d'enregistrement. Par contre,
concernant l'impôt des personnes physiques, une
brochure ne sera pas inutile.
administratie nagaan of één van de kopers of
beiden voor de kapitaalafschrijvingen en de
interesten belastingvermindering kan of kunnen
genieten. Vermits het de eerste keer is dat de
administratie met dit probleem te maken heeft,
moet men haar enige tijd geven om een antwoord
te formuleren.
De Federatie van Notarissen, de OCMW's en de
bemiddelingsdiensten zijn voldoende op de hoogte
van de registratierechten. Een brochure over de
personenbelasting zou evenwel nuttig zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Jacques Chabot au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
légalité de la TVA appliquée aux villes et
communes et aux CPAS" (n° 5718)
07 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de wettelijkheid van de BTW-regeling voor
steden, gemeenten en OCMW's" (nr. 5718)
07.01 Jacques Chabot (PS): Le statut des
organismes publics en matière de TVA reste une
question très controversée en Belgique.
Cependant, au niveau des villes, communes et
CPAS, l'application ou non de la TVA prend toute
son ampleur suite à une intensification de la
pression sur les finances communales.
Selon MM. Rivera et Vanderstichelen, ce statut
belge de la TVA n'est pas conforme au droit
européen et des divergences d'approche de
situations identiques existent dans le chef des
bureaux de contrôle locaux.
Le non-assujetissement des organismes publics
constitue-t-il la règle en pratique ? Quelle en est la
base légale ? Qu'en est-il dans les autres pays de
l'Union européenne ?
L'arrêté royal n° 26 établit une liste limitative
d'opérations et d'activités pouvant être effectuées
par des autorités publiques et pour lesquelles une
certaine concurrence avec le secteur privé peut
exister.
Sur quelles bases légales cette liste est-elle
limitative ?
Par ailleurs, la Belgique n'a que très partiellement
transposé la liste reprise dans la directive 388/ CEE
du 17 mai 1977. Pourquoi
? Pourquoi votre
département ne tient-il pas compte d'une éventuelle
distorsion de concurrence ?
Une modification de l'article 6 du Code de la TVA et
de l'arrêté royal 26 est-elle prévue et dans quel
délai ?
Selon le site du département, l'administration de la
TVA est compétente pour déterminer les cas dans
lesquels une distorsion de concurrence est
susceptible de se produire. Cette solution est-elle
officielle ? Sinon, sera-t-elle concrétisée, comment
et dans quel délai ?
07.01 Jacques Chabot (PS): Over de vraag of
openbare instellingen al dan niet BTW-plichtig zijn
bestaat in ons land geen eensgezindheid. Voor de
steden, gemeenten en OCMW's gaat het echter om
een prangende vraag, omdat de druk op de
gemeentefinanciën toeneemt.
Volgens de heren Rivera en Vanderstichelen is de
BTW-regeling in ons land niet in overeenstemming
met het Europees recht en worden identieke
situaties door de plaatselijke controleurs soms
verschillend beoordeeld.
Is de regel dat openbare instellingen niet BTW-
plichtig zijn? Wat is de wettelijke grondslag
daarvan? Welke regeling geldt in de andere landen
van de Europese Unie?
Het koninklijk besluit nr. 26 stelt een limitatieve lijst
van verrichtingen en activiteiten vast die door de
overheid kunnen worden uitgevoerd en waarvoor
een zekere concurrentie met de particuliere sector
kan bestaan.
Op grond van welke wetsbepaling gaat het om een
limitatieve lijst?
Anderzijds heeft België de lijst opgenomen bij
richtlijn 388/EEG van 17 mei 1977 slechts ten dele
omgezet. Waarom? Waarom houdt uw
departement geen rekening met een mogelijke
concurrentievervalsing?
Wordt een wijziging van artikel 6 van het BTW-
Wetboek en van koninklijk besluit nr. 26 gepland?
Zo ja, binnen welke termijn?
Volgens de website van het departement komt het
de BTW-administratie toe te beoordelen wanneer
van een mogelijke concurrentievervalsing sprake is.
Is die regeling officieel? Zo neen, zal ze in praktijk
worden gebracht, hoe en binnen welke termijn?
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
14
07.02 Didier Reynders, ministre (en français):
Cette problématique a fait l'objet d'une étude
approfondie par l'administration et a eu pour
conséquence l'élaboration d'un avant-projet de loi
modifiant l'article 6 du Code de la TVA et d'un
nouvel arrêté royal n° 26.
Ces nouveaux textes permettront de déterminer
avec rigueur et sans équivoque si un organisme
public est ou non assujetti à la TVA ; ce projet a été
soumis à l'Inspection des Finances et je vous
propose de revenir sur le sujet lors de l'examen de
ce texte.
07.02 Minister Didier Reynders (Frans): De
administratie heeft die kwestie grondig onderzocht
en dat heeft geleid tot de uitwerking van een
voorontwerp van wet tot wijziging van artikel 6 van
het BTW-Wetboek en een nieuw koninklijk besluit
nr. 26.
Dank zij die nieuwe teksten zal nauwkeurig en
ondubbelzinnig worden vastgesteld of een
openbare instelling al dan niet aan de BTW is
onderworpen; dat ontwerp werd aan de Inspectie
van Financiën voorgelegd en ik stel u voor op die
kwestie terug te komen bij de bespreking van die
tekst.
07.03 Jacques Chabot (PS): Ce problème est
important dans la mesure où les communes, villes
et CPAS sont harcelés par des bureaux de
consultance vu la complexité de cette matière.
07.03 Jacques Chabot (PS): Het betreft een
belangrijk probleem, want de gemeenten, steden
en OCMW's worden voortdurend lastig gevallen
door consultantsbureaus omdat het zo'n
ingewikkelde aangelegenheid betreft.
07.04 Carl Devlies (CD&V): La proposition de loi
relative au fonds de compensation pour la TVA
sera examinée bientôt en séance plénière.
07.04 Carl Devlies (CD&V): Het wetsvoorstel
inzake het BTW-compensatiefonds wordt
binnenkort besproken in de plenaire vergadering.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "les conséquences de
la non-validité de commandements de payer
interruptifs de prescription" (n° 5773)
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le problème de
l'interruption de la prescription d'impôts sur les
revenus contestés" (n° 5790)
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de gevolgen van
de niet-rechtsgeldigheid van 'verjaringsstuitende
bevelen tot betaling'" (nr. 5773)
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
probleem van de stuiting van de verjaring van
betwiste inkomstenbelastingen" (nr. 5790)
08.01 Carl Devlies (CD&V): La chambre fiscale du
tribunal de première instance de Bruges a estimé,
le 1
er
février 2005, que la prescription du droit de
recouvrement ne peut être interrompue
valablement par un ordre de paiement interrompant
la prescription.
A l'évidence, l'administration s'interrogeait depuis
des années sur la validité des astreintes. Dans une
circulaire du 29 février 1996, le ministre avait opté
pour la signification d'un exploit d'huissier portant
comme intitulé « Ordre de paiement interrompant la
prescription ». Mais le Code des impôts sur les
revenus ni l'article 2244 du Code civil ne
mentionnent un tel ordre. En outre, l'article 49 de la
loi-programme du 9 juin 2004 n'a trait qu'aux
astreintes.
La circulaire de 1996 a-t-elle été appliquée dans
tous les dossiers où il a dû être procédé à une
08.01 Carl Devlies (CD&V): De fiscale kamer van
de Brugse rechtbank van eerste aanleg oordeelde
op 1 februari 2005 dat de verjaring van het recht
van invordering niet rechtsgeldig kan worden
gestuit door een verjaringsstuitend bevel tot
betalen.
Blijkbaar had de administratie al jaren vragen bij de
rechtsgeldigheid van dwangbevelen. In een
rondzendbrief van 29 februari 1996 werd gekozen
voor de betekening van een deurwaardersexploot
met de titel Verjaringsstuitend bevel tot betalen. Zo
een bevel wordt echter niet vermeld in het Wetboek
van inkomstenbelastingen en in artikel 2244 van
het Burgerlijk Wetboek. Bovendien heeft artikel 49
van de programmawet van 9 juni 2004 enkel
betrekking op dwangbevelen.
Werd de rondzendbrief van 1996 gevolgd in alle
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
15
interruption de laprescription ? De combien de
dossiers s'agit-il ? Quels montants représentent les
arriérés de dettes fiscales auxquels se rapportent
ces dossiers ? Pourquoi le ministre n'a-t-il pas pris
de mesures pour résoudre le problème de
l'insécurité juridique ainsi créé ? Quelles autres
dispositions a-t-il l'intention de prendre ?
dossiers waarin tot stuiting van verjaring moest
worden overgegaan? Om hoeveel dossiers gaat
het? Welke bedragen vertegenwoordigen de
achterstallige belastingschulden waarop deze
dossiers slaan? Waarom nam de minister geen
maatregelen om de gecreëerde rechtsonzekerheid
op te lossen? Wat zal hij nog doen?
08.02 Hendrik Bogaert (CD&V): Des articles
publiés dans le Fiscologue et les Actualités fiscales
concernaient l'interruption de la prescription pour
les litiges en matière d'impôt sur les revenus. Dans
l'affaire traitée par le tribunal de Bruges en février
2005, la prescription n'était pas interrompue par
une contrainte, mais par un exploit d'huissier
portant le titre Commandement de payer interruptif
de la prescription. De tels exploits n'ont été signifiés
qu'après 1996.
L'administration s'était déjà interrogée par le passé
sur la validité des contraintes classiques. Nous
avions déjà attiré l'attention sur le fait que la cour
de cassation avait confirmé l'arrêt de la cour de
Mons du 18 mai 2000. Le problème réside dans le
fait que le bricolage réalisé par l'Etat belge ne
concerne que les contraintes et pas la contrainte
dans sa forme simplifiée.
Quelles mesures le ministre prendra-t-il pour éviter
que 353 millions d'euros d'arriérés ne soient
définitivement perdus? Quelle est l'incidence du
jugement sur la "titrisation" des dettes? Quelle est
l'incidence sur le budget? Que pense le ministre de
l'affirmation du Fiscologue selon laquelle le
législateur a travaillé de manière brouillonne et que
cela pourrait donner lieu à un "beau désastre"?
08.02 Hendrik Bogaert (CD&V): In Fiscoloog en
in Fiscale Actualiteit verschenen artikels over de
verjaringsstuiting van betwiste
inkomstenbelastingen. In de zaak die in februari
2005 aan de Brugse rechtbank werd voorgelegd,
was de verjaring niet gestuit via een dwangbevel,
maar via een deurwaardersexploot met de titel
Verjaringsstuitend bevel tot betalen. Dergelijke
exploten werden pas betekend na 1996.
De administratie had vroeger al vragen bij de
rechtsgeldigheid van de klassieke dwangbevelen.
Wij wezen er al op dat het Hof van Cassatie het
arrest van het hof van Bergen van 18 mei 2000
bevestigde. Het probleem is dat het oplapwerk van
de Belgische Staat enkel op dwangbevelen slaat,
niet op het dwangbevel in afgeslankte vorm.
Hoe zal de minister vermijden dat 353 miljoen euro
achterstallige schulden definitief verloren gaan?
Wat is de impact van het vonnis op de 'effectisering'
van de schulden? Wat is de impact op de
begroting? Wat vindt de minister van de stelling van
Fiscoloog dat de wetgever stuntelig te werk ging en
dat er "een leuke ramp" in de maak is?
08.03 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):
Les articles en question concernent le jugement du
1er février 2005 de la quatrième chambre du
tribunal de première instance de Bruges. Dans une
affaire identique, la même chambre a par contre
jugé le 31 janvier 2005 qu'il ne pouvait être
question de prescription étant donné qu'un
commandement de payer interruptif de la
prescription avait été signifié en temps opportun.
Mon administration ira dès lors en appel du
jugement du 1er février 2005. La validité du
commandement de payer interruptif de la
prescription y sera défendue.
Il me paraît prématuré de parler des éventuels
effets négatifs du jugement. Des mesures légales
ont déjà été prises pour éviter la prescription des
impositions contestées.
08.03 Minister Didier Reynders (Nederlands): In
de artikels gaat de aandacht uit naar het vonnis van
1 februari 2005 van de vierde kamer van de Brugse
rechtbank van eerste aanleg. In een identieke zaak
vonniste diezelfde kamer op 31 januari 2005 echter
dat er van verjaring geen sprake kon zijn omdat
tijdig een verjaringsstuitend bevel tot betaling was
betekend. Mijn administratie zal dan ook in beroep
gaan tegen het vonnis van 1 februari 2005. De
rechtsgeldigheid van het verjaringsstuitende bevel
tot betaling zal worden verdedigd.
Vragen over de mogelijke negatieve impact van het
vonnis lijken me voorbarig. Er werden al wettelijke
maatregelen genomen om de verjaring van
betwiste aanslagen te vermijden.
08.04 Carl Devlies (CD&V): J'ignore le contenu de 08.04 Carl Devlies (CD&V): Ik ken het vonnis van
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
16
l'arrêt du 31 janvier 2005, je vois mal comment un
seul tribunal peut rendre des jugements
contradictoires. Il est possible qu'il s'agisse d'un
autre type de litige.
Quoi qu'il en soit, le dossier entraîne de nombreux
problèmes pour l'Etat belge. Pourtant, le ministre
n'envisage pas d'évaluer les conséquences
négatives que pourrait avoir cette jurisprudence. Il
se propose seulement d'interjeter appel, sans
prendre d'autres initiatives.
31 januari 2005 niet, maar het zou me verbazen dat
één rechtbank tegenstrijdige uitspraken doet. Het
zou wel eens om een ander type zaak kunnen
gaan.
Hoe dan ook gaat het om een moeilijk dossier voor
de Belgische staat. Toch overweegt de minister niet
om de mogelijke negatieve impact te berekenen.
Bovendien is hij van plan om enkel in beroep te
gaan en geen andere initiatieven te nemen.
08.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Il me paraît
également étrange que des jugements
contradictoires aient été prononcés, mais nous
devons d'abord examiner l'affaire.
Dans ce dossier qu'il ne convient pas de sous-
estimer il s'agit en effet de beaucoup d'argent
on s'est livré à du rafistolage. On le constate à
chaque fois. Par ailleurs, il y a toujours un lien avec
la titrisation des dettes impayées. L'incidence
budgétaire est donc bel et bien importante.
08.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Ook mij lijkt het
vreemd dat tegenstrijdige vonnissen zouden zijn
geveld, maar we moeten de zaak eerst verder
onderzoeken.
In dit niet te onderschatten dossier het gaat om
veel geld is oplapwerk verricht. Telkens weer
duikt het op. Bovendien is er steeds een koppeling
met de `effectisering' van achterstallige schulden.
Er is dus wel degelijk een grote impact mogelijk op
de begroting.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le projet
d'arrêté royal concernant les livrets d'épargne"
(n° 5781)
09 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het ontwerp van koninklijk besluit met
betrekking tot spaarboekjes" (nr. 5781)
09.01 Carl Devlies (CD&V): Le quotidien « De
Tijd » affirme que le projet d'arrêté royal concernant
les livrets d'épargne a été rejeté en Conseil des
Ministres après un veto du PS. Seules les dates
valeurs seraient adaptées.
Le PS a-t-il réellement mis son veto ? Quels volets
du projet se sont-ils heurtés à ce veto ? Un autre
projet d'arrêté royal sera-t-il rédigé ? Dans ce cas,
quelles sont les modalités de base des primes de
croissance et de fidélité ?
09.01 Carl Devlies (CD&V): Volgens De Tijd werd
op de Ministerraad van 25 februari het ontwerp van
KB over de spaarboekjes na een veto van de PS
verworpen. Enkel de dagvalutering op
spaarboekjes zou worden aangepast.
Was er inderdaad sprake van zo een veto? Bij
welke onderdelen kwam er een veto? Wordt er een
ander ontwerp van KB opgemaakt? Wat zijn in dat
geval de basismodaliteiten voor de aangroei- en
getrouwheidspremie?
09.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):
Une proposition de loi relative à cette matière fait
actuellement l'objet d'une discussion au Sénat.
Nous avons notamment demandé l'avis de la
Commission bancaire, financière et des
Assurances. J'étais uniquement demandeur d'une
mesure favorable au consommateur.
Ma tentative d'uniformisation en matière de
comptes d'épargne a cependant échoué
: les
banques et Test-Achats ne sont pas parvenus à un
accord à ce sujet. C'est pourquoi l'arrêté royal se
limite à une modification des dates valeurs, ce qui
est favorable au consommateur. Les modalités
09.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Er is
hierover een wetsvoorstel in behandeling in de
Senaat. We hebben onder meer de Commissie
voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen om
advies gevraagd. Ik was enkel vragende partij voor
een enkele positieve maatregel ten voordele van de
consument.
Mijn poging om uniformiteit inzake spaarrekeningen
te bereiken is evenwel niet gelukt: de banken en
Test-Aankoop kwamen hierover niet tot een
overeenstemming. Het KB beperkt zich daarom tot
een wijziging van de dag van de afhaalwaarde, wat
gunstig is voor de consument. De modaliteiten
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 518
02/03/2005
17
relatives aux primes de croissance et de fidélité
restent inchangées. Je désire que les
consommateurs gardent leur confiance dans le
compte d'épargne qui est tout de même un très bon
produit.
betreffende de aangroeipremie en de
getrouwheidspremie zijn ongewijzigd. Ik wil dat er
vertouwen blijft heersen in het succesproduct dat
de spaarrekening toch wel is.
09.03 Carl Devlies (CD&V): Nous soutenons le
ministre en cette matière.
09.03 Carl Devlies (CD&V): Wij steunen de
minister in deze zaak.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
participation du management du SPF Finances
au colloque 'Optimisation du rendement de la
TVA', organisé au Niger" (n° 5794)
10 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"de deelname van het management FOD
Financiën aan het colloquium 'Optimisation du
rendement de la TVA', gehouden te Niger"
(nr. 5794)
10.01 Carl Devlies (CD&V): Selon des
informations publiées sur internet, une délégation
du SPF Finances a participé au Niger à un colloque
organisé par le Centre de Rencontres et d'Etudes
des Dirigeants des Administrations Fiscales
(CREDAF).
Des fonctionnaires ont-ils participé au colloque à
titre personnel ou au sein d'une délégation de
l'administration ? Combien a coûté la participation à
ce colloque et par qui a-t-elle été financée ? Quand
la délégation s'est-elle rendue au Niger ? Des
indemnisations supplémentaires ont-elles été
octroyées à l'occasion de ce voyage à l'étranger ?
10.01 Carl Devlies (CD&V): Blijkens gegevens op
het internet nam een delegatie van de FOD
Financiën deel aan een colloquium in Niger van het
Centre de Rencontres et d'Etudes des Dirigeants
des Administrations Fiscales (CREDAF).
Namen ambtenaren deel aan het colloquium in
persoonlijke naam of ging het om een ambtelijke
delegatie? Hoeveel kostte de deelname en wie
betaalt ervoor? Wanneer was de delegatie in
Niger? Werden extra vergoedingen betaald voor
deze buitenlandse reis?
10.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):
Le CREDAF est une association possédant la
personnalité juridique et regroupant 27 pays
francophones de quatre continents. L'assemblée
générale et le colloque ont eu lieu du 21 au 25
février à Niamey, au Niger. Le colloque avait pour
thème l'optimalisation des recettes de la TVA. La
Belgique a posé avec succès sa candidature à
l'organisation du prochain colloque. Cinq
personnes avaient été déléguées dans le cadre des
travaux. Quelques épouses ont également assisté
à l'événement à leurs propres frais, en guise de
préparation à leur fonction d'accueil en 2006.
L'organisation du voyage en avion s'est faite aux
meilleures conditions tarifaires. Le coût de la
participation n'a pas encore été comptabilisé à ce
jour. J'ai vu jusqu'ici une provision de 3.000 euros.
Je fournirai des informations plus précises à M.
Devlies dès que possible.
10.02 Minister Didier Reynders (Nederlands):
CREDAF is een vereniging met
rechtspersoonlijkheid die 27 Franstalige landen uit
vier continenten verenigt. De algemene vergadering
en het colloquium vonden plaats van 21 tot 25
februari 2005 te Niamey in Niger. Het colloquium
behandelde de optimalisering van de BTW-
opbrengst. België heeft zich met succes kandidaat
gesteld voor het inrichten van het volgende
colloquium. Vijf mensen werden afgevaardigd naar
de werkzaamheden. Ook woonden enkele
echtgenotes op eigen kosten de activiteit bij ter
voorbereiding van hun onthaalfunctie in 2006. De
organisatie van de vlucht gebeurde tegen de
gunstigste tariefvoorwaarden. De kostprijs van de
deelname is momenteel nog niet geboekt. Ik heb tot
nu een provisie van 3.000 euro gezien. Van zodra
het mogelijk is, geef ik de heer Devlies preciezere
informatie.
10.03 Carl Devlies (CD&V): J'ignore si la
délégation comptait de nombreux spécialistes en
matière de TVA.
10.03 Carl Devlies (CD&V): Ik weet niet of er veel
BTW-specialisten in het gezelschap waren.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/03/2005
CRABV 51
COM 518
18
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions se termine à 16 h. 39.
Het gedeelte vragen wordt gesloten om 16.39 uur.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
Document Outline