CRABV 51 COM 381
CRABV 51 COM 381
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi dinsdag
09-11-2004 09-11-2004
Matin Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 381
09/11/2004
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Éric Massin au vice-premier
ministre et ministre des Finances et au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'utilisation par des résidents en Belgique de
véhicules immatriculés à l'étranger" (n° 4046)
1
Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën en aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "voertuigen die door in België
verblijvende personen gebruikt worden en in het
buitenland ingeschreven zijn" (nr. 4046)
1
Orateurs: , Didier Reynders, vice-premier
ministre et ministre des Finances
Sprekers: , Didier Reynders, vice-eerste
minister en minister van Financiën
Question de M. Jean-Jacques Viseur au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
déclaration de Gand des receveurs de
l'Enregistrement" (n° 4179)
3
Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de verklaring van Gent van de ontvangers
der Registratie" (nr. 4179)
3
Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister van
Financiën
Question de M. Roel Deseyn au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le régime
des travailleurs frontaliers dans le cadre de la
convention entre la Belgique et la France"
(n° 4219)
4
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
grensarbeidersregeling tussen België en Frankrijk"
(nr. 4219)
4
Orateurs: Roel Deseyn, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Roel Deseyn, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. André Frédéric au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le financement des contrats 'Plan
drogue'" (n° 4173)
5
Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de financiering van de
drugplancontracten" (nr. 4173)
5
Orateurs: André Frédéric, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: André Frédéric, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Olivier Chastel au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la décision de justice relative au
litige de 27.000.000 euros entre l'État fédéral et la
province de Hainaut" (n° 4194)
6
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de rechterlijke beslissing
inzake de betwisting van 27.000.000 euro tussen
de federale Staat en de provincie Henegouwen"
(nr. 4194)
6
Orateurs: Olivier Chastel, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Olivier Chastel, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 381
09/11/2004
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
09
NOVEMBRE
2004
Matin
______
van
DINSDAG
09
NOVEMBER
2004
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10h.10 par M.
François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 10.10 uur door
de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Question de M. Éric Massin au vice-premier
ministre et ministre des Finances et au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'utilisation par des résidents en Belgique de
véhicules immatriculés à l'étranger" (n° 4046)
01 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën en aan
de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "voertuigen die door in
België verblijvende personen gebruikt worden en
in het buitenland ingeschreven zijn" (nr. 4046)
01.01 Éric Massin (PS): En vertu de l'arrêté royal
du 20 juillet 2001, un résident belge ne peut
conduire un véhicule immatriculé à l'étranger que
dans le seul cas où, étant salarié à l'étranger, il
utilise le véhicule mis à sa disposition par son
employeur pour lequel il a préalablement obtenu
une attestation de l'administration de la TVA belge.
Le ministre des Finances détaille les conditions de
l'usage du véhicule. En dehors de ces conditions, le
véhicule doit être immatriculé en Belgique.
Certains pays comme le Grand-Duché de
Luxembourg contrôlent de plus en plus les firmes
qui y sont établies afin de repérer les
comportements fiscaux répréhensibles. Mais de
simples particuliers ne respectent pas les règles en
application sur leur lieu de résidence. Outre le
problème du non-acquittement de la TVA et des
taxes connexes, les conducteurs bénéficient aussi
d'une quasi-impunité relativement au code de la
route, des poursuites internationales étant très
difficiles.
01.01 Eric Massin (PS): Krachtens het koninklijk
besluit van 20 juli 2001, mag een Belgische
ingezetene een voertuig dat in het buitenland
ingeschreven is enkel gebruiken wanneer hij als
loontrekkende in het buitenland werkt en voor de
uitoefening van zijn beroep gebruik maakt van een
voertuig dat door zijn werkgever ter beschikking
wordt gesteld. Hij moet voorafgaandelijk
beschikken over een attest uitgereikt door de
Belgische BTW-administratie. De gedetailleerde
voorwaarden voor het gebruik van het voertuig
worden bepaald door de minister van Financiën.
Indien niet aan die voorwaarden is voldaan, moet
het voertuig in België worden ingeschreven.
Een aantal landen, waaronder het Groothertogdom
Luxemburg, onderwerpen de op hun grondgebied
gevestigde bedrijven aan een steeds scherper
toezicht om fiscaal laakbare praktijken op te
sporen. Sommige particulieren leven de regels die
in hun verblijfplaats gelden, echter niet na. Niet
alleen ontsnappen zij aldus aan de BTW en
aanverwante heffingen, maar ook blijven
verkeersovertredingen nagenoeg ongestraft,
aangezien internationale vervolging erg moeilijk is.
Disposez-vous d'une évaluation du nombre de
véhicules immatriculés à l'étranger dont le
propriétaire a sa résidence en Belgique?
Beschikt u over een schatting van het aantal in het
buitenland ingeschreven voertuigen waarvan de
eigenaar in België verblijft?
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/11/2004
CRABV 51
COM 381
2
Connaissez-vous le nombre d'attestations délivrées
par l'administration de la TVA?
Disposez-vous du nombre d'infractions constatées
ces dernières années?
Existe-t-il une coordination structurelle entre les
différents services concernés et la police?
Heeft u kennis van het aantal door de administratie
van de BTW afgegeven attesten?
Kan u ons meedelen hoeveel inbreuken de jongste
jaren werden vastgesteld?
Bestaat er een structurele coördinatie tussen de
diverse betrokken diensten en de politie?
01.02 Didier Reynders, ministre (en français):
Mon administration ne dispose pas de chiffres sur
le nombre de véhicules immatriculés à l'étranger
dont le propriétaire a sa résidence en Belgique. Je
vous invite à interroger mon collègue de la Mobilité.
Pour 2002, 2.594 attestations ont été délivrées par
la TVA et 223 demandes d'attestation ont été
refusées.
01.02 Minister Didier Reynders (Frans): Mijn
administratie beschikt niet over cijfers aangaande
het aantal in het buitenland ingeschreven
voertuigen waarvan de eigenaar in België verblijft.
Daarvoor dient u zich tot de minister van Mobiliteit
te wenden.
Voor 2002 heeft de administratie van de BTW
2.594 attesten afgegeven en 223 aanvragen om
een attest afgewezen.
Les chiffres de 2003, les plus récents complets
pour une année, vous seront communiqués dès
qu'ils seront disponibles.
Une coordination entre les services concernés a
été mise en place. L'administration des Douanes et
Accises, ainsi que la police fédérale et les services
de contrôle du SPF Mobilité et Transports, sont
chargés du contrôle des résidents belges circulant
sous immatriculation étrangère. Si un conducteur
ne dispose pas de l'attestation de la TVA,
l'administration précitée est avertie. Si l'attestation
est refusée, les douanes sont prévenues et
dressent un procès-verbal.
Les affaires C-151/04 et C-152/04 sont pendantes
devant la Cour de justice européenne. La question
préjudicielle porte sur l'obligation d'immatriculation
d'un véhicule en Belgique, dans la situation où
l'administration refuse de délivrer l'attestation en
l'absence de liens de subordination entre
l'utilisateur belge et l'entreprise étrangère. Dès lors,
avant la décision de la Cour de justice européenne,
une action du type de celle menée au Grand-Duché
de Luxembourg paraît prématurée mais j'apprécie
évidemment les efforts renouvelés du Grand-Duché
pour lutter contre la fraude fiscale.
De cijfers voor 2003, het laatste volledige jaar,
zullen u worden meegedeeld zodra ze beschikbaar
zijn.
Er werd een coördinatie tussen de betrokken
diensten opgezet. Het bestuur van Douane en
Accijnzen, de federale politie en de
controlediensten van de FOD Mobiliteit en Vervoer,
zijn met de controle van de Belgische ingezetenen
die met een vreemde nummerplaat rijden, belast.
Als een chauffeur niet over het attest van de BTW
beschikt, wordt de administratie daarvan op de
hoogte gebracht. Indien het attest geweigerd wordt,
worden de douanediensten verwittigd. Ze stellen
vervolgens een proces-verbaal op.
De zaken C-151/04 en C-152/04 zijn aanhangig bij
het Europees Hof van Justitie. De prejudiciële
vraag draait rond de verplichte inschrijving van een
voertuig in België, wanneer de administratie weigert
een attest uit te reiken omdat er geen band van
ondergeschiktheid bestaat tussen de Belgische
gebruiker van het voertuig en het buitenlandse
bedrijf. Het lijkt me daarom voorbarig tot een actie
naar het Luxemburgse voorbeeld over te gaan
zolang het Europese Hof van Justitie geen
beslissing heeft genomen. Anderzijds stel ik de
vernieuwde inspanning van het Groothertogdom
om de fiscale fraude te bestrijden natuurlijk op prijs.
01.03 Éric Massin (PS): Merci pour votre réponse.
J'interrogerai donc le ministre de la Mobilité sur le
nombre de véhicules immatriculés à l'étranger et
dont le propriétaire réside en Belgique.
Le plus important est de disposer de statistiques
01.03 Eric Massin (PS): Ik dank de minister voor
zijn antwoord. Ik zal de minister van Mobiliteit dus
vragen hoeveel voertuigen van een in België
verblijvende eigenaar in het buitenland zijn
ingeschreven.
We moeten voor alles beschikken over statistische
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 381
09/11/2004
3
sur le nombre d'infractions et de poursuites
entamées dans le cadre de la coordination entre
services, qui dépend de votre administration. Il faut
y ajouter la coordination avec la Justice, car si les
amendes relèvent de vos services, il peut aussi y
avoir des poursuites pénales. Il faut se montrer
ferme, car il s'agit de fraude. Le Grand-Duché de
Luxembourg le reconnaît également.
gegevens in verband met het aantal overtredingen
en vervolgingen die ingesteld werden in het kader
van de coördinatie tussen de diensten die onder de
bevoegdheid van uw administratie valt. Daarbij
komt nog de coördinatie met Justitie. Uw diensten
zijn bevoegd voor de boetes, maar een overtreding
kan ook strafrechtelijke gevolgen hebben. We
moeten streng optreden want het gaat immers om
fraude. Het Groothertogdom Luxemburg erkent dit
trouwens ook.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Jean-Jacques Viseur au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
déclaration de Gand des receveurs de
l'Enregistrement" (n° 4179)
02 Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan
de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de verklaring van Gent van de ontvangers
der Registratie" (nr. 4179)
02.01 Jean-Jacques Viseur (cdH) : Les relations
entre les administrations de l'Enregistrement et du
Cadastre ne sont pas toujours très claires et les
tensions entre elles sont incontestables.
Le 1
er
juin dernier, les receveurs de l'administration
de l'Enregistrement ont élaboré, à Gand, une
déclaration demandant que le collège des chefs de
service prenne ses distances avec les méthodes de
travail "impulsives" de la future administration
"Documentation patrimoniale", qu'aucune initiative
ne soit prise avant que l'organisation des tâches, la
description des fonctions et le statut pécuniaire des
fonctionnaires n'aient été fixés, que la nouvelle
méthode de travail préserve la responsabilité finale
du receveur de l'Enregistrement en matière
d'évaluation, qu'une réflexion entre l'administration
centrale et un groupement représentatif des
receveurs soit engagée sur la méthode de travail et
la collaboration avec les agents de l'administration
du Cadastre dans les opérations d'estimation, et
enfin que leur formation soit assurée par les
centres professionnels.
Je souhaiterais donc savoir quelle suite a été
réservée à cette déclaration par le collège des
chefs de services. Une réflexion entre les services
de l'administration centrale et un groupement
représentatif des receveurs a-t-elle été engagée, et
avec quels résultats éventuels ? Sur quoi se fonde
légalement le transfert du contrôle de la base de
perception immobilière en droits d'enregistrement
et de succession ? Est-ce conforme aux articles
189 du Code des droits d'enregistrement et 111 du
Code des droits de succession qui attribuent cette
compétence au receveur ?
02.01 Jean-Jacques Viseur (cdH): De
betrekkingen tussen de administraties van de
Registratie en het Kadaster zijn niet altijd heel
duidelijk en er is ontegenzeglijk sprake van een
gespannen verhouding.
Op 1 juni jongstleden hebben de ontvangers van de
administratie van de Registratie in Gent een
verklaring opgesteld waarin zij vragen dat het
college van de dienstchefs afstand zou nemen van
de "impulsieve" werkmethoden van de toekomstige
administratie "Patrimoniumdocumentatie", dat geen
enkel initiatief zou worden genomen voordat de
organisatie van de taken, de omschrijving van de
functies en het geldelijk statuut van de ambtenaren
zijn vastgesteld, dat de nieuwe werkmethode de
uiteindelijke aansprakelijkheid van de ontvanger
van de Registratie op het stuk van de schatting zou
vrijwaren, dat de centrale administratie en een
representatieve groep van ontvangers zich zouden
beraden over de werkmethode en de
samenwerking met de ambtenaren van de
administratie van het Kadaster voor de schattingen,
en ten slotte dat beroepscentra voor hun opleiding
zouden instaan.
Ik zou willen weten welk gevolg aan die verklaring
van het college van de dienstchefs werd gegeven.
Heeft dat beraad tussen de diensten van de
centrale administratie en een representatieve groep
van ontvangers plaatsgevonden, en met welke
eventuele resultaten? Op welke wettelijke basis
berust de overheveling van de controle op de
onroerende grondslag voor de berekening van de
registratie- en successierechten? Strookt een en
ander met de artikelen 189 van het Wetboek van
Registratierechten en 111 van het Wetboek der
Successierechten, die die bevoegdheid aan de
ontvanger toevertrouwen?
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/11/2004
CRABV 51
COM 381
4
Le transfert de ces tâches du Cadastre vers
l'Enregistrement, sans personnel supplémentaire,
ne va-t-il pas compromettre la mission fiscale de
ces derniers bureaux ?
Komt de fiscale opdracht van de diensten der
Registratie niet in het gedrang, wanneer die zonder
bijkomend personeel de taken van het Kadaster
moeten overnemen?
02.02 Didier Reynders, ministre (en français):
Depuis l'entrée en service des administrateurs des
piliers "sécurité juridique" et "mesurage et
évaluation" en mai 2003, le collège des chefs de
service de l'administration du Cadastre, de
l'Enregistrement et des Domaines n'existe plus, ce
qui ne les empêche pas d'encore se réunir !
Après la déclaration de Gand, des contacts ont été
pris avec les receveurs de l'enregistrement. En juin
et juillet 2004, des rencontres ont été organisées,
en présence de ces deux administrateurs, pour les
receveurs de l'enregistrement et les collaborateurs
du cadastre. Des réunions ont aussi eu lieu avec
les syndicats et les représentants des receveurs.
Enfin, un groupe de contact a été mis sur pied, qui
collabore avec l'administration centrale dans une
ambiance critique mais constructive, ce qui a
permis de faire collaborer plusieurs services et
d'aplanir des difficultés ou malentendus.
Le receveur désormais appelé inspecteur
principal de l'enregistrement peut déléguer le
contrôle des valeurs immobilières à des
collaborateurs. Cette possibilité est réglée par les
instructions administratives. Il reste compétent pour
l'expertise de contrôle, sur base des articles 189 et
suivants du Code des droits d'enregistrement et
111 et suivants du Code des droits de succession.
Le fait de déléguer certaines tâches n'empêche pas
cette compétence exclusive.
02.02 Minister Didier Reynders (Frans): Toen de
bestuurders van de pijlers "rechtszekerheid" en
"meting en evaluatie" in mei 2003 in dienst traden,
hield het college van de diensthoofden van de
administratie van het Kadaster, de Registratie en
de Domeinen op te bestaan, wat hen blijkbaar niet
belet nog te vergaderen!
Na de verklaring van Gent, werd met de ontvangers
der Registratie contact opgenomen. In juni en juli
2004 werden voor de ontvangers der Registratie en
de medewerkers van het Kadaster bijeenkomsten
georganiseerd, waarop die beide bestuurders
aanwezig waren. Daarnaast werden ook
vergaderingen met de vakbonden en de
vertegenwoordigers van de ontvangers belegd. Tot
slot werd een contactgroep opgericht die in een
kritische maar opbouwende sfeer met het
hoofdbestuur samenwerkt. Zo is men erin geslaagd
meerdere diensten te doen samenwerken en de
problemen of misverstanden uit de weg te ruimen.
De ontvanger voortaan hoofdinspecteur der
Registratie kan de controle van onroerende
waarden aan medewerkers overdragen, op grond
van administratieve onderrichtingen. Op grond van
de artikelen 189 en volgende van het Wetboek der
registratierechten en 111 en volgende van het
Wetboek der successierechten blijft hij bevoegd
voor de controleschatting. De overdracht van
bepaalde taken staat die exclusieve bevoegdheid
niet in de weg.
Enfin, le transfert à l'Enregistrement de tâches
relevant jusqu'ici du Cadastre, dans le cadre d'une
gestion centralisée de la Documentation
patrimoniale, s'accompagne de la collaboration du
personnel des deux administrations chaque fois
que les missions l'exigent. Ce soutien des
collaborateurs du Cadastre au receveur optimalise
la mission fiscale des bureaux d'Enregistrement.
Bij het overhevelen van opdrachten van het
Kadaster naar de Registratie, in het kader van een
gecentraliseerd beheer van de
patrimoniumdocumentatie, werkt het personeel van
beide administraties samen als de opdracht dit
vereist. Door de steun die de ontvanger van de
medewerkers van het Kadaster krijgt, wordt de
fiscale opdracht van de Registratiekantoren
optimaal ingevuld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Roel Deseyn au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le régime
des travailleurs frontaliers dans le cadre de la
convention entre la Belgique et la France"
(n° 4219)
03 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"de grensarbeidersregeling tussen België en
Frankrijk" (nr. 4219)
03.01 Roel Deseyn (CD&V): La réglementation 03.01 Roel Deseyn (CD&V): De regeling voor
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 381
09/11/2004
5
relative au travail frontalier pose problème dans les
négociations avec la France relatives à la
convention visant à éviter les doubles impositions.
Le ministre a toujours déclaré qu'une
réglementation pour les travailleurs frontaliers ne
pourrait être élaborée que dans le cadre d'un
accord sur l'ensemble de la convention
susmentionnée, mais l'insécurité persistante a une
incidence économique négative dans certaines
régions frontalières.
grensarbeid vormt een knelpunt in de
onderhandelingen over een dubbelbelastingverdrag
met Frankrijk. De minister heeft altijd gesteld dat er
slechts een regeling kon komen voor de
grensarbeiders in het kader van een akkoord over
het gehele dubbelbelastingverdrag, maar de
aanhoudende onzekerheid heeft wel een negatieve
economische impact in bepaalde grensregio's.
Où en sont les négociations avec la France ? Un
accord sur une convention visant à éviter les
doubles impositions est-il imminent ? Un accord se
bornant au travail frontalier peut-il éventuellement
être conclu ? À quelles solutions le ministre donne-
t-il la préférence en ce qui concerne le statut des
travailleurs frontaliers
? Envisage-t-on la
suppression de ce statut, assortie d'un plan de
répartition sur quinze ans des conséquences
négatives pour les travailleurs frontaliers français ?
Hoever staan de onderhandelingen met Frankrijk?
Is een akkoord over een dubbelbelastingverdrag
nakend? Kan er eventueel een akkoord gesloten
worden dat zich beperkt tot de grensarbeid? Welke
oplossingen dragen de voorkeur van de minister
weg voor het grensarbeidersstatuut? Wordt er
gedacht aan een afschaffing van het statuut,
gecombineerd met een spreidingsplan over vijftien
jaar voor de nadelige gevolgen voor de Franse
grensarbeiders?
03.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):
Aucun accord n'a pu être dégagé au cours de la
réunion organisée à la fin du mois d'octobre entre
les négociateurs belges et français. Je vais prendre
rapidement contact avec mon homologue français
pour voir si un accord complet peut être conclu. Si
cela n'est pas possible, les négociations seront
probablement suspendues.
Il est peu probable que les Français acceptent une
modification de la réglementation relative aux
travailleurs frontaliers s'ils n'obtiennent pas
satisfaction en ce qui concerne les autres points
des négociations. Si la conclusion d'une convention
se bornant au problème des travailleurs frontaliers
me semble impossible, j'essayerai néanmoins d'y
parvenir lors de ma rencontre avec le ministre
français le 15 novembre.
D'emblée, la délégation belge a proposé de
supprimer l'imposition dans l'État de résidence des
travailleurs frontaliers. Si la convention franco-belge
devait faire l'objet d'une modification en ce sens,
une réglementation transitoire serait prévue pour
les travailleurs frontaliers français.
03.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Een
vergadering tussen de Belgische en de Franse
onderhandelaars eind oktober heeft geen akkoord
opgeleverd. Ik zal spoedig contact opnemen met
mijn Franse ambtsgenoot om te zien of een volledig
akkoord kan worden bereikt. Anders zullen de
onderhandelingen waarschijnlijk opgeschort
worden.
Het is onwaarschijnlijk dat de Fransen zullen
instemmen met een wijziging van de
grensarbeidersregeling indien zij geen voldoening
krijgen omtrent de andere punten in de
onderhandelingen. Het lijkt me onmogelijk om een
overeenkomst te sluiten die zich beperkt tot het
probleem van de grensarbeiders, maar ik zal dit
niettemin proberen tijdens mijn ontmoeting met de
Franse minister op 15 november.
Van meet af aan heeft de Belgische delegatie
voorgesteld om de belastingheffing in de woonstaat
van de grensarbeiders af te schaffen. Indien het
Belgisch-Franse verdrag in die zin gewijzigd wordt,
zou dat gepaard gaan met een overgangsregeling
voor de Franse grensarbeiders.
La réunion publique, suspendue à 10h.30, est
reprise à 11h.45.
De openbare vergadering wordt geschorst om
10.30 uur. Zij wordt hervat om 11.45 uur.
04 Question de M. André Frédéric au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "le financement des
contrats 'Plan drogue'" (n° 4173)
04 Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de financiering van de
drugplancontracten" (nr. 4173)
04.01 André Frédéric (PS): Depuis 2001, vingt- 04.01 André Frédéric (PS): Sedert 2001 zijn
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/11/2004
CRABV 51
COM 381
6
neuf villes et communes bénéficient d'un plan
drogue de prévention et de coordination des
actions locales en matière de toxicomanie. Ce plan
représente un budget annuel de 1.417.950,96 et
sa mise en oeuvre pour l'année 2004 requiert
l'adoption d'un arrêté royal.
Il y a quelques jours, le ministre de l'Intérieur a
déclaré attendre l'approbation de cet arrêté par vos
soins ; le 16 décembre 2003, l'Inspection des
Finances aurait rendu un avis favorable sur ce
texte.
En l'absence de ce texte, les entités concernées
fonctionnent sans base légale depuis le 1
er
janvier
2004 tandis que 70% des subsides annuels ne
peuvent être liquidés aux communes.
Les villes et communes concernées sont dans
l'inquiétude. Quelle sera l'évolution du dossier?
negenentwintig steden en gemeenten opgenomen
in een drugpreventieplan voor de coördinatie van
lokale acties tegen verslaving. Voor dit plan wordt
jaarlijks 1.417.950,96 euro begroot en voor de
uitvoering ervan in het jaar 2004 moet nog een
koninklijk besluit worden aangenomen.
Enkele dagen geleden verklaarde de minister van
Binnenlandse Zaken dat hij uw goedkeuring van dit
besluit afwachtte; op 16 december 2003 zou de
Inspectie van Financiën over deze tekst een
gunstig advies hebben uitgebracht.
Omdat er nog geen tekst is, werken de betrokken
instanties sedert 1 januari 2004 zonder wettelijke
grondslag, terwijl 70 % van de jaarlijkse subsidies
niet aan de gemeenten kunnen worden uitgekeerd.
De betrokken steden en gemeenten verkeren in
onzekerheid. Hoe zal het dossier evolueren?
04.02 Johan Vande Lanotte, ministre (en
français): Je ne puis hélas me montrer optimiste
pour l'instant. L'audit du fonds de sécurité en cours
devra préciser si les fonds sont là. Dans le cas
contraire, le gouvernement devra trouver un autre
moyen de continuer.
04.02 Minister Johan Vande Lanotte (Frans): Ik
kan daarover helaas nog niet optimistisch zijn. De
lopende audit van het veiligheidsfonds moet
aantonen of de fondsen aanwezig zijn. Indien er
geen geld is, moet de regering een andere
oplossing vinden.
04.03 André Frédéric (PS): J'entends que la
volonté du ministre est bien d'honorer les
engagements pris envers les villes et communes
(Signe d'approbation de M. Vande Lanotte, vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques).
04.03 André Frédéric (PS): Ik begrijp dat de
minister de verbintenissen tegenover de steden en
gemeenten wil nakomen (Teken van bevestiging
van de heer Vande Lanotte, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven).
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Olivier Chastel au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "la décision de justice
relative au litige de 27.000.000 euros entre l'État
fédéral et la province de Hainaut" (n° 4194)
05 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de rechterlijke
beslissing inzake de betwisting van
27.000.000 euro tussen de federale Staat en de
provincie Henegouwen" (nr. 4194)
05.01 Olivier Chastel (MR): La Cour d'appel de
Bruxelles a confirmé le 11 mars le jugement rendu
en première instance en faveur de la province de
Hainaut dans le litige l'opposant à l'État fédéral et
portant sur quelque 16 millions d'euros. Les intérêts
judiciaires s'élèvent à 11 millions d'euros.
J'ai posé une question n° 4069 à ce propos en
commission des Affaires sociales (Compte rendu
analytique de la Chambre n° 379 du 27 octobre
2004, p. 15) et le ministre Demotte m'a répondu
05.01 Olivier Chastel (MR): Op 11 maart
bevestigde het hof van beroep te Brussel het
vonnis dat de rechtbank van eerste aanleg uitsprak
in het voordeel van de provincie Henegouwen, die
in proces lag met de federale Staat. Inzet van het
geding was een bedrag van ongeveer 16 miljoen
euro. De gerechtelijke interest bedraagt inmiddels
11 miljoen euro.
Ik heb hierover al een vraag gesteld in de
commissie voor de Sociale Zaken (vraag nr. 4069,
Beknopt Verslag van de Kamer van
volksvertegenwoordigers, nr. 379, 27 oktober 2004,
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 381
09/11/2004
7
qu'il a envoyé deux lettres, l'une à votre
département et l'autre à M. Verwilghen, pour
insister sur la nécessité de payer cette somme,
dont les intérêts continuent à courir et atteindraient
12.000 par jour!
Quelle attitude le ministre compte-t-il prendre?
blz. 15), en bij die gelegenheid antwoordde minister
Demotte mij dat hij twee brieven gestuurd had, een
aan uw departement en een aan de heer
Verwilghen, om op de betaling aan te dringen, want
de interest tikt door en zou intussen oplopen tot
12.000 euro per dag!
Wat gaat de minister hieraan doen?
05.02 Johan Vande Lanotte, ministre (en
français): Nous avons en effet reçu un courrier de
M. Demotte à la mi-septembre.
Il y a discussion sur la date à laquelle les intérêts
doivent commencer à courir.
Un budget existe, mais il est insuffisant et mon
administration prépare un deuxième feuilleton
d'ajustement général en vue du paiement de ce
montant.
05.02 Minister Johan Vande Lanotte (Frans): Wij
hebben medio september inderdaad een brief van
de heer Demotte ontvangen.
Er is discussie over de datum waarop de interest
begint te lopen.
Er werd in een budget voorzien, maar dat is
ontoereikend, en mijn administratie stelt momenteel
een tweede algemene aanpassingsblad op
teneinde dat bedrag te kunnen betalen.
05.03 Olivier Chastel (MR) : Dois-je comprendre
que l'État fédéral prend la décision de payer
rapidement?
05.03 Olivier Chastel (MR): Moet ik daaruit
afleiden dat de federale overheid beslist heeft
eerdaags te betalen?
05.04 Johan Vande Lanotte, ministre (en
français): Il faudra payer, puisque nous avons été
condamnés. Et nous n'avons jamais laissé traîner
les choses.
05.04 Minister Johan Vande Lanotte (Frans):
Betalen moeten we, want we zijn veroordeeld. En
wij hebben de zaken nooit laten aanslepen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations se
termine à 11.56 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties
eindigt om 11.56 uur.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
Document Outline