CRABV 51 COM 379
CRABV 51 COM 379
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi woensdag
27-10-2004 27-10-2004
Après-midi Namiddag

CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Martine Taelman au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la simplification de la déclaration de maladie pour
les salariés" (n° 3706)
1
Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de vereenvoudiging van ziekteaangifte van
personeel" (nr. 3706)
1
Orateurs: Martine Taelman, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Martine Taelman, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de:
2
Samengevoegde vragen van:
2
- Mme Greet Van Gool à la ministre de l'Emploi
sur "les conséquences des travaux de
réaménagement des grands boulevards anversois
sur le paiement des cotisations ONSS" (n° 3822)
2
- mevrouw Greet Van Gool aan de minister van
Werk over "de gevolgen van de werken aan de
Antwerpse Leien voor de betaling van de RSZ-
bijdragen" (nr. 3822)
2
- Mme Nahima Lanjri au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la réduction
éventuelle des cotisations ONSS à la suite des
travaux de voirie à Anvers" (n° 4020)
2
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
eventuele RSZ-vermindering in het raam van de
wegeniswerken te Antwerpen" (nr. 4020)
2
Orateurs: Greet van Gool, Nahima Lanjri,
Rudy Demotte
, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Greet van Gool, Nahima Lanjri,
Rudy Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation des dépenses pour les malades
chroniques" (n° 3703)
4
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
stijging van de uitgaven voor chronisch zieken"
(nr. 3703)
4
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'amélioration du revenu des personnes
invalides". (n° 4010)
5
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verbetering van het inkomen voor invalide
personen". (nr. 4010)
5
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'arrêté royal du 7 juin 2004 modifiant l'arrêté royal
du 16 avril 2002 fixant l'intervention forfaitaire de
l'assurance obligatoire soins de santé et
indemnités pour les coûts spécifiques des services
de soins infirmiers à domicile et les conditions
d'octroi de cette intervention" (n° 3700)
6
Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het koninklijk besluit van 7 juni 2004 tot
wijziging van het koninklijk besluit van
16 april 2002 tot vaststelling van de forfaitaire
tegemoetkoming van de verplichte verzekering
voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
voor de specifieke kosten van de diensten
thuisverpleging en van de voorwaarden voor het
toekennen van die tegemoetkoming" (nr. 3700)
6
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
tarifs de kinésithérapie" (n° 3753)
8
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de tarieven voor kinesitherapie" (nr. 3753)
8
Orateurs: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
Sprekers: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
ii
publique
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "une
étude relative au budget de l'assurance-maladie
confiée à la Cour des Comptes" (n° 3893)
10
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
toevertrouwen aan het Rekenhof van een
onderzoek inzake het budget van de
ziekteverzekering" (nr. 3893)
10
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
remise en cause de l'indexation promise aux
médecins généralistes" (n° 3894)
11
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het in
vraag stellen van de beloofde index aan de
huisartsen" (nr. 3894)
11
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Frieda Van Themsche au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'intervention de l'INAMI dans les
honoraires des accoucheuses et des
gynécologues" (n° 3951)
12
Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "RIZIV-gelden voor vroedvrouwen en
gynaecologen" (nr. 3951)
12
Orateurs: Frieda Van Themsche, Rudy
Demotte
, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Frieda Van Themsche, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
recours systématique aux médicaments les moins
chers" (n° 4013)
14
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
consequent gebruik van de goedkoopste
medicatie" (nr. 4013)
14
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Olivier Chastel au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
décision de justice concernant le litige de
27
millions d'euros entre l'État fédéral et la
province de Hainaut" (n° 4069)
15
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gerechtelijke beslissing betreffende het geschil ten
belope van 27 miljoen euro tussen de federale
Staat en de provincie Henegouwen" (nr. 4069)
15
Orateurs: Olivier Chastel, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Olivier Chastel, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'assimilation des actes kinésithérapeutiques en
kinésithérapie et en physiothérapie" (n° 4137)
16
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gelijkschakeling kine-acten in kinesitherapie en
fysiotherapie" (nr. 4137)
16
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Alexandra Colen au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les allocations familiales pour l'enseignement à
domicile" (n° 4152)
17
Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "kinderbijslag bij thuisonderwijs" (nr. 4152)
17
Orateurs: Alexandra Colen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Alexandra Colen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
1

COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
27
OCTOBRE
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
27
OKTOBER
2004
Namiddag
______



La réunion publique est ouverte à 14 h. 03 par M.
Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 14.03 uur door
de heer Hans Bonte, voorzitter.
01 Question de Mme Martine Taelman au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la simplification de la déclaration
de maladie pour les salariés" (n° 3706)
01 Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de vereenvoudiging van ziekteaangifte van
personeel" (nr. 3706)
01.01 Martine Taelman (VLD): Chaque fois qu'un
travailleur est malade, il y a lieu de remplir un
formulaire destiné à la mutualité et d'y mentionner
un certain nombre de données dont la banque-
carrefour dispose déjà. L'engagement a été pris à
plusieurs reprises de simplifier cette méthode par
l'instauration de la déclaration multifonctionnelle
(DMFA) qui devrait déjà être une réalité.

La mise en oeuvre de la DMFA pose-t-elle un
problème ? Dans l'affirmative, lequel ? Quand sera-
t-il procédé à cette mise en oeuvre ?
01.01 Martine Taelman (VLD): Telkens een
werknemer ziek wordt, moet een formulier worden
ingevuld voor het ziekenfonds. Daarop moet een
aantal gegevens worden vermeld die al bekend zijn
bij de Kruispuntbank. Er werd al herhaaldelijk
beloofd dat dit zou worden vereenvoudigd door de
multifunctionele aangifte (DMFA). De implementatie
ervan had al een feit moeten zijn.

Is er een probleem opgedoken bij de implementatie
van de DMFA? Zo ja, welk? Wanneer zal de
implementatie er komen?
01.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Dans le cadre de l'e-government dans le domaine
de la sécurité sociale, la déclaration de maladie
s'effectue par la déclaration spécifique des risques
sociaux dans le secteur des allocations (allocations
DRS) et non par le biais de la DMFA.

L'instauration des allocations DRS a posé des
problèmes qui ont retardé leur entrée en vigueur.
Des tests sont actuellement effectués. Si ceux-ci se
révèlent concluants, les allocations DSR pourront
entrer progressivement en vigueur à partir du 1
er
janvier 2005.
01.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): In het
kader van het e-government in de sociale zekerheid
gebeurt de ziekteaangifte via de specifieke aangifte
van de sociale risico's in de sector uitkeringen
(ASR-uitkeringen), niet via de DMFA.


Er zijn problemen geweest bij de invoering van de
ASR-uitkeringen waardoor de inwerkingtreding
ervan vertraging heeft opgelopen. Momenteel
worden tests uitgevoerd. Als de resultaten
bevredigend zijn, zal de ASR-uitkeringen vanaf 1
januari 2005 geleidelijk aan in dienst genomen
worden.
L'e-government dans le secteur social repose sur
trois piliers : la DMFA, la déclaration DIMONA et la
déclaration des risques sociaux (DRS) pour les
secteurs du chômage, des allocations, des
Het e-governement in de sociale sector steunt op
drie pijlers, de DMFA, de onmiddellijke aangifte van
tewerkstelling (Dimona) en de aangifte van de
sociale risico's (ASR) voor de sectoren
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
2
maladies professionnelles et des accidents du
travail. Toutes les institutions publiques de la
sécurité sociale ont accès aux données DMFA par
le biais de la banque-carrefour. Les demandes
d'informations complémentaires dans le cadre des
allocations DRS ne peuvent donc, théoriquement,
porter sur le salaire ou l'organisation du travail.
werkloosheid, uitkeringen, beroepsziekten en
arbeidsongevallen. Tot de gegevens van de DMFA
hebben alle openbare instellingen van de sociale
zekerheid toegang via de kruispuntbank.
Bijkomende informatie die wordt gevraagd in de
ASR-uitkeringen kan dus in theorie geen betrekking
hebben op loon en arbeidsregeling.
01.03 Martine Taelman (VLD): J'espère que le
calendrier prévu sera respecté.
01.03 Martine Taelman (VLD): Ik hoop dat het
tijdschema kan worden gevolgd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Questions jointes de:
- Mme Greet Van Gool à la ministre de l'Emploi
sur "les conséquences des travaux de
réaménagement des grands boulevards
anversois sur le paiement des cotisations ONSS"
(n° 3822)
- Mme Nahima Lanjri au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la réduction
éventuelle des cotisations ONSS à la suite des
travaux de voirie à Anvers" (n° 4020)
02 Samengevoegde vragen van:
- mevrouw Greet Van Gool aan de minister van
Werk over "de gevolgen van de werken aan de
Antwerpse Leien voor de betaling van de RSZ-
bijdragen" (nr. 3822)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
eventuele RSZ-vermindering in het raam van de
wegeniswerken te Antwerpen" (nr. 4020)
02.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): De nombreuses
entreprises anversoises subissent des pertes de
revenus en raison des travaux de réaménagement
des boulevards. De ce fait, elles éprouvent parfois
des difficultés à verser dans les délais les
cotisations ONSS pour leurs travailleurs. Il ne s'agit
nullement d'un cas isolé: partout en Belgique, des
entrepreneurs subissent des nuisances à la suite
de travaux publics. Dans de tels cas, des reports de
paiement des cotisations ONSS ont déjà été
octroyés. Le ministre envisage-t-il de généraliser ce
type de mesure ?
02.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Vele
Antwerpse ondernemers lijden inkomensverlies ten
gevolge van de heraanleg van de Leien. Daardoor
hebben zij het soms moeilijk om tijdig de RSZ-
bijdragen voor hun werknemers te betalen. Dit is
geen alleenstaand geval: er zijn overal in België wel
ondernemers die hinder ondervinden van openbare
werken. In dergelijke gevallen heeft men vroeger
soms al uitstel van betaling van de RSZ-bijdragen
verleend. Overweegt de minister om dit te
veralgemenen?
02.02 Nahima Lanjri (CD&V): J'ai déjà interrogé la
ministre Laruelle à propos des problème des
commerçants établis le long des boulevards
anversois actuellement en chantier. Elle m'a
uniquement répondu que la possibilité de report ou
de remise de paiement des cotisations de sécurité
sociale était examinée par le gouvernement et que
ces questions relevaient de la compétence du
ministre des Affaires sociales. Début septembre, le
ministre a d'ailleurs reçu de l'administration
communale d'Anvers un courrier à ce sujet.

Le ministre envisage-t-il d'accorder un report ou
une remise de paiement des cotisations ONSS aux
commerçants établis le long des boulevards
anversois
? La diminution ou le report des
cotisations ONSS sont-ils également applicables
aux travailleurs salariés ?
02.02 Nahima Lanjri (CD&V): Eerder al
ondervroeg ik minister Laruelle over de problemen
aan de Antwerpse Leien. Zij kon mij enkel zeggen
dat de mogelijkheid van uitstel of kwijtschelding van
socialezekerheidsbijdragen door de regering werd
bestudeerd en dat de minister van Sociale Zaken
bevoegd is. De minister heeft begin september
trouwens een brief ontvangen van het
stadsbestuur.




Overweegt hij om de handelaars aan de Leien
uitstel van betaling of kwijtschelding van de RSZ-
bijdragen te verlenen? Kan de RSZ-vermindering of
het RSZ-uitstel ook voor de werknemers gelden?
02.03 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais): 02.03 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
3
Les règles générales sont d'application. Les
demandes de report introduites par des employeurs
qui ne font pas l'objet de poursuites judiciaires sont
traitées par la direction Perception de l'ONSS. Les
délais de report maximaux sont de quatre mois en
principe et de six mois dans des cas exceptionnels.
Les modalités d'acquittement doivent porter sur
l'ensemble de la créance, majorations et intérêts
compris. De plus, les virements doivent être
mensuels.

Le fait qu'un report soit accordé n'influe pas sur
l'application éventuelle de sanctions civiles en cas
de dépassement des échéances légales. Une
demande de report ne produit pas d'effet sur
l'engagement de poursuites judiciaires lorsqu'il
s'agit de montants pour lesquels il existe un risque
de prescription. La direction Perception peut fournir
des informations complémentaires à ce sujet.
algemene regels zijn van toepassing. De
aanvragen om uitstel door werkgevers die niet
gerechtelijk vervolgd zijn, worden behandeld door
de directie Inning van de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid. De maximumtermijnen van het uitstel
bedragen in principe vier en in uitzonderlijke
gevallen zes maanden. De afbetalingsmodaliteiten
moeten betrekking hebben op het geheel van de
schuld, inclusief de verhogingen en de interesten.
Bovendien moeten er maandelijkse stortingen zijn.

Het toestaan van uitstel van betaling heeft geen
invloed op de eventuele toepassing van burgerlijke
sancties bij het overschrijden van de wettelijke
vervaldagen. Een aanvraag van uitstel heeft geen
invloed op het inleiden van gerechtelijke
vervolgingen wanneer het gaat om bijdragen die
dreigen te verjaren. De directie Inning kan
bijkomende informatie verschaffen.
Un employeur qui se voit infliger des sanctions
civiles peut demander une exonération. La
réduction de la majoration des cotisations peut
atteindre les 100 pour cent si l'employeur peut faire
état d'un cas de force majeure dûment justifié ou si
le comité de gestion de l'ONSS a décidé à
l'unanimité que de telles réductions sont justifiées
par des raisons impérieuses d'équité ou d'intérêt
économique, national ou régional. Une exonération
des intérêts de retards jusqu'à 20 pour cent peut
également être accordée en cas de force majeure
ou pour des raisons d'intérêt régional.
Een werkgever aan wie burgerlijke sancties werden
opgelegd, kan vrijstelling vragen. De vermindering
van de bijdrageverhoging kan tot 100 procent gaan,
indien de werkgever zich kan beroepen op
behoorlijk verantwoorde overmacht of indien het
beheerscomité van de RSZ met eenparigheid van
stemmen heeft beslist dat zulke verminderingen
wegens dwingende billijkheidsredenen of wegens
dwingende redenen van nationaal of gewestelijk
economisch belang verantwoord zijn. Een
vrijstelling van verwijlinteresten tot 20 procent is
eveneens mogelijk op gronden van overmacht of
gewestelijk belang.
02.04 Greet van Gool (sp.a-spirit): Les règles de
droit commun que nous explique le ministre
n'offrent guère de solution dans le cas spécifique
qui nous occupe. Les règles habituelles sont
appliquées, ce qui signifie que les commerçants
doivent simplement payer leurs cotisations, en
bénéficiant éventuellement d'un report ou d'une
remise partielle des intérêts sur les amendes. Une
remise générale n'est apparemment pas à l'ordre
du jour. Je continue toutefois de plaider en ce sens
pour éviter des pertes d'emplois.
02.04 Greet van Gool (sp.a-spirit): De regels van
het gemeen recht die de minister uitlegt, bieden in
deze specifieke omstandigheden weinig soelaas.
De gewone regels worden toegepast, wat betekent
dat de betrokken handelaren gewoon hun bijdragen
moeten betalen, eventueel met wat uitstel of met
een gedeeltelijke kwijtschelding van intresten op
hun boetes. Een algemeen uitstel behoort blijkbaar
niet tot de mogelijkheden. Ik wil daar echter voor
blijven pleiten omdat er anders banen verloren
dreigen te gaan.
02.05 Nahima Lanjri (CD&V): Le ministre
Reynders a demandé au service des Contributions
directes de traiter avec bienveillance les dossiers
des commerçants. Voilà un pas dans la bonne
direction. Si la création de 200.000 emplois se
révélera difficile, commençons à tout le moins par
sauver les emplois existants.
02.05 Nahima Lanjri (CD&V): Minister Reynders
heeft de dienst Directe Belastingen gevraagd de
dossiers van de handelaren met welwillendheid te
behandelen. Dat is toch iets. Tweehonderdduizend
jobs creëren zal moeilijk zijn, men kan al beginnen
met de jobs die er zijn te behouden.
La plupart des commerçants estiment qu'il ne suffit
pas d'accorder un délai de paiement et demandent
à être exonérés des cotisations ONSS. Je
demande dès lors instamment au ministre de
Volgens de meeste handelaars is een vrijstelling
niet genoeg, zij vragen om een effectieve
kwijtschelding van de RSZ. Ik wil er daarom op
aandringen dat de minister deze kwestie verder
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
4
poursuivre l'examen de cette question.
onderzoekt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation des dépenses pour les malades
chroniques" (n° 3703)
03 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de stijging van de uitgaven voor chronisch
zieken" (nr. 3703)
03.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Les
grands problèmes qui se posent en matière de
sécurité sociale sont, d'une part, la menace d'un
déficit budgétaire et, d'autre part, les conséquences
sur le plan communautaire de l'étude réalisée par le
Centre d'expertise des soins de santé. Quoi qu'il en
soit, je souhaite aborder maintenant la question des
malades chroniques et du droit pour ceux-ci à un
forfait de soins spécifique. En 2002, 128.000
malades ont bénéficié de ce forfait, alors qu'ils
étaient 195.000 à en bénéficier en 2003.
Les dépenses sont passées de 32 millions d'euros
en 2002 à quelque 50 millions d'euros en 2003.
Selon l'INAMI, les critères d'octroi ont été
assouplis, l'existence des forfaits de soins est
connue d'un plus large public et peut-être l'octroi
automatique des forfaits de soins par les mutualités
doit-il être revu. Enfin, les soins à domicile sont
beaucoup trop peu pratiqués dans le sud du pays.

Le ministre peut-il confirmer l'augmentation des
dépenses? Adhère-t-il aux explications fournies par
l'INAMI? Un contrôle plus strict est-il nécessaire
pour l'octroi automatique des forfaits de soins par
les mutualités? Comment les forfaits de soins se
répartissent-ils entre les différentes régions?
03.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): De grote
problemen in de sociale zekerheid zijn het
dreigende begrotingstekort en de communautaire
gevolgen van de studie van het Kenniscentrum,
maar ik wil het nu hebben over de problematiek van
de chronisch zieken en hun recht op een specifiek
zorgforfait. In 2002 genoten er 128.000 zieken van
dit forfait, in 2003 al 195.000. De uitgaven stegen
van 32 miljoen euro in 2002 tot ruim 50 miljoen
euro in 2003.

Het RIZIV zegt dat de toekenningscriteria
versoepeld zijn, dat de zorgforfaits ook ruimer
bekend zijn en dat er misschien bijsturing moet
komen in de automatische toekenning van
zorgforfaits door ziekenfondsen. Uiteindelijk is de
thuiszorg in het zuiden van het land veel te weinig
uitgebouwd.


Kan de minister de stijging bevestigen? Gaat hij
akkoord met de uitleg van het RIZIV? Is er een
strengere controle nodig op de automatische
toekenning van zorgforfaits dor ziekenfondsen?
Hoe zijn de zorgforfaits verspreid over de regio's?
Comment cette répartition régionale peut-elle
s'expliquer?
Hoe kan die regionale spreiding verantwoord
worden?
03.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Le système forfaitaire appliqué aux maladies
chroniques a été instauré par l'arrêté royal du 2 juin
1998. Le système prévoit l'octroi d'une allocation
annuelle de 248 euros aux malades chroniques qui
répondent à deux conditions. Ils doivent avoir payé
pendant deux années consécutives plus de 323
euros en tickets modérateurs et être reconnus par
un médecin comme requérant certains traitements
ou être attributaires d'allocations familiales
majorées ou d'allocations d'intégration; ils doivent
également avoir séjourné au moins 120 jours ou
avoir été admis au moins six fois dans un hôpital au
cours de la période de référence. Il s'agit donc de
critères objectifs et vérifiables. Par ailleurs, il est
exact que le nombre de forfaits a augmenté,
passant de 54.000 en 1999 à 137.000 en 2002 et à
195.000 en 2003.
03.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
forfaitair stelsel voor chronisch zieken werd
ingevoerd door het KB van 2 juni 1998. Het
systeem kent een toelage van 248 euro per jaar toe
aan chronisch zieken die voldoen aan twee
voorwaarden. Ze moeten gedurende twee
opeenvolgende jaren meer dan 323 euro remgeld
hebben betaald, en ze moeten door een
geneesheer erkend zijn als rechthebbende voor
bepaalde behandelingen of ze moeten recht
hebben op verhoogde kinderbijslag of een
integratietegemoetkoming of ze moeten ten minste
120 dagen in een ziekenhuis hebben verbleven of
ze moeten ten minste zes keer opgenomen zijn in
een referteperiode. Dit zijn dus objectieve en
controleerbare criteria. Verder is het correct dat het
aantal forfaits gestegen is van 54.000 in 1999 naar
137.000 in 2002 en 195.000 in 2003.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
5
L'augmentation s'explique en partie par l'extension
des conditions d'admission mais aussi par
l'augmentation du nombre de personnes atteintes
de maladie grave qui ont droit à un nombre illimité
d'actes kinésithérapeutiques, ainsi que par le
remboursement des médicaments des catégories A
et B.

La mise en place d'un contrôle plus strict ne me
semble pas nécessaire. Par ailleurs, le plafond du
ticket modérateur a été relevé et est passé de 248
euros à 323 euros.

En ce qui concerne la ventilation régionale des
chiffres, l'INAMI ne dispose pas, pour des raisons
d'ordre technique, d'un quart des données. Sur la
base des trois quarts restants, les forfaits pour la
Flandre ont augmenté puisqu'ils sont passés de 60
pour cent en 2000 à 65 pour cent en 2002. En
revanche, pour la Wallonie et Bruxelles, on observe
une baisse, puisque les forfaits y sont
respectivement passés, au cours de la même
période, de 29 à 25 pour cent et de 12 à 10 pour
cent.
De stijging is deels te verklaren door de uitbreiding
van de toelatingsvoorwaarden, maar ook door de
stijging van het aantal zwaar zieken die recht
hebben op een onbeperkt aantal
kinesitherapiebehandelingen en door de
terugbetalingen van geneesmiddelen van categorie
A of B.

Een strengere controle lijkt mij niet noodzakelijk.
Overigens werd het plafond voor het remgeld reeds
opgetrokken van 248 euro naar 323 euro.


Inzake de regionale spreiding heeft het RIZIV door
een technisch probleem geen informatie over een
kwart van de gegevens. Voor de overige 75 procent
zijn de forfaits voor Vlaanderen gestegen van 60
procent in 2000 naar 65 procent in 2002, voor
Wallonië zijn ze gedaald van 29 procent naar 25
procent en voor Brussel zijn ze gedaald van 12
naar 10 procent.
03.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Etant
donné que les soins à domicile sont plus
développés dans le Nord du pays, il est logique
qu'une grande partie des forfaits de soins soit
attribuée à la Flandre. C'est une exception à la
règle.
03.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Vermits
de thuiszorg beter ontwikkeld is in het noorden, is
het logisch dat Vlaanderen een ruim deel van de
zorgforfaits krijgt. Dat is eens een uitzondering op
de regel.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'amélioration du revenu des personnes
invalides". (n° 4010)
04 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verbetering van het inkomen voor invalide
personen". (nr. 4010)
04.01 Luc Goutry (CD&V): Dès l'instant où le
partenaire d'un invalide en incapacité de travail
perçoit un revenu professionnel de plus de 700
euros bruts, l'allocation d'invalidité est réduite. Si le
partenaire gagne entre 700 et 1.100 euros,
l'invalide passera de la catégorie « chef de famille »
à la catégorie « isolé ». Si le partenaire gagne plus
de 1.100 euros, l'invalide se retrouvera dans la
catégorie « cohabitant » et essuiera des pertes plus
importantes encore. Un revenu de 1.100 euros ne
représente cependant pas grand chose. Deux
personnes en bonne santé peuvent toutes deux
travailler sans limites alors qu'un invalide dont le
partenaire travaille, et paie donc des cotisations
sociales et des impôts, perd une part de ses
revenus dès que le salaire brut du partenaire
dépasse un montant ridiculement bas.
04.01 Luc Goutry (CD&V): Van zodra de partner
van een werkonbekwame invalide een
beroepsinkomen heeft van meer dan 700 euro
bruto, wordt de uitkering van de invalide
verminderd. Verdient de partner tussen de 700 en
de 1.100 euro, dan zakt de invalide van de
categorie "gezinshoofd" naar de categorie
"alleenstaande". Verdient de partner meer dan
1.100 euro, dan zakt de invalide naar de categorie
"samenwonende" en verliest hij nog meer.
Nochtans is 1.100 euro bruto slechts een klein
inkomen. Twee gezonde mensen mogen allebei
onbeperkt gaan werken. Maar als men invalide is
en een werkende partner heeft, die toch ook sociale
lasten en belastingen betaalt, dan verliest men een
deel van zijn uitkering van zodra het brutoloon van
die partner hoger ligt dan een belachelijk laag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
6
L'instauration de la catégorie de 700 à 1.100 euros
a marqué une légère amélioration du système mais
ce geste reste insignifiant. Un relèvement
substantiel du plafond du cumul constituerait la
seule solution.

Le ministre est-il d'accord avec moi pour dire qu'il
n'est pas logique qu'un invalide soit puni lorsque
son partenaire perçoit un revenu professionnel
complémentaire ? Le ministre estime-t-il suffisante
la légère correction apportée au système
?
Envisage-t-il de procéder à d'autres adaptations ?
A-t-il déjà demandé une évaluation de l'impact
budgétaire d'un relèvement du plafond du cumul ?
bedrag. De invoering van de categorie van 700 tot
1.100 euro betekende een lichte verbetering, maar
deze aanpassing blijft onbeduidend. De enige
oplossing zou een substantiële verhoging van de
cumulatiegrens zijn.


Is de minister ook van mening dat het niet logisch is
dat een invalide wordt bestraft als zijn partner
legaal iets bijverdient? Acht de minister de kleine
correctie aan het systeem voldoende? Overweegt
de minister bijkomende aanpassingen? Liet hij
reeds berekenen wat de budgettaire impact van
een verhoging van de cumulatiegrens zou zijn?
04.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais): Le
fait que les revenus du ménage influencent le
montant d'une allocation d'invalidité peut parfois
décourager le partenaire de l'invalide à exercer une
activité professionnelle. En effet, un chef de
ménage invalide reçoit une allocation équivalant à
65 pour cent de son salaire.

Depuis le 1
er
juillet, le revenu professionnel autorisé
pour le partenaire est passé de 700 à 1 186 euros
et l'invalide doit se contenter du minimum de 45
pour cent de son salaire.

Je ne pense pas qu'il y ait lieu de remettre en
question le principe selon lequel on tient compte
des revenus du ménage pour le calcul des
prestations sociales. Mais nous sommes disposés
à modifier certaines mesures pour encourager les
citoyens à travailler. C'est précisément ce que nous
avons fait. Les coûts de cette opération s'élèvent à
13 millions d'euros par an.
04.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Dat
het gezinsinkomen mee de hoogte van een
uitkering voor een invalide bepaalt, kan in sommige
gevallen de partner van de invalide ontmoedigen
om aan het werk te gaan. Een invalide gezinshoofd
ontvangt immers een uitkering van 65 percent van
zijn salaris.

Sinds 1 juli is het bedrag dat de partner mag
verdienen opgetrokken van 700 naar 1.186 euro en
valt de invalide terug op minimaal 45 percent van
zijn salaris.

Ik denk niet dat er reden is om het principe dat men
rekening houdt met gezinsinkomens bij de
berekening van sociale uitkeringen opnieuw ter
discussie te stellen. Wel willen we maatregelen
wijzigen om burgers aan te moedigen om aan het
werk te gaan. Precies dat hebben we gedaan. De
kosten daarvan bedragen 13 miljoen euro per jaar.
Il n'existe actuellement aucune proposition de
modification du mode de calcul des allocations. Les
mesures prises lors du Conseil des ministres
d'Ostende doivent être mises en oeuvre. Toute
modification du mode de calcul des allocations
serait automatiquement étendu à de nombreux
autres secteurs.
Op dit moment bestaat er geen voorstel om de
berekeningswijze van uitkeringen aan te passen.
De maatregelen, genomen op de Ministerraad van
Oostende, moeten worden uitgevoerd. Elke
wijziging aan de berekeningswijze van uitkeringen
zou voor een pak andere sectoren meteen ook
gelden.
04.03 Luc Goutry (CD&V): Il n'en demeure pas
moins qu'en travaillant, le partenaire d'une
personne invalide fait baisser l'allocation de cette
dernière, ce qui est démotivant. En outre, celui qui
travaille cotise à la sécurité sociale, ce qui constitue
un effet de retour.

Mes propositions s'inscrivent dans le cadre de
l'individualisation des droits: ce n'est pas la famille
mais bien l'individu qui détient des droits. Cet
aspect est prioritaire à mes yeux et j'y reviendrai
donc encore souvent.
04.03 Luc Goutry (CD&V): Het probleem blijft dat
een werkende partner de uitkering van de invalide
partner doet zakken en dat is ontmoedigend.
Bovendien draagt een werkende partner bij aan de
sociale zekerheid, wat toch een terugverdieneffect
betekent.

Mijn voorstellen kaderen in de individualisering van
de rechten: niet het gezin, maar het individu heeft
rechten. Ik vind dit een prioriteit en ik zal er dan ook
nog vaak op terugkomen.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
7
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Daniel Bacquelaine au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'arrêté royal du 7
juin
2004
modifiant l'arrêté royal du 16 avril 2002 fixant
l'intervention forfaitaire de l'assurance
obligatoire soins de santé et indemnités pour les
coûts spécifiques des services de soins
infirmiers à domicile et les conditions d'octroi de
cette intervention" (n° 3700)
05 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het koninklijk besluit van 7 juni 2004 tot
wijziging van het koninklijk besluit van
16 april 2002 tot vaststelling van de forfaitaire
tegemoetkoming van de verplichte verzekering
voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
voor de specifieke kosten van de diensten
thuisverpleging en van de voorwaarden voor het
toekennen van die tegemoetkoming" (nr. 3700)
05.01 Daniel Bacquelaine (MR): La Cour
d'arbitrage a annulé une disposition discriminatoire
pour les infirmiers indépendants de la loi relative à
l'assurance obligatoire soins de santé, qui
permettait au Roi de fixer une intervention
forfaitaire pour les seules organisations de pratique
de l'art infirmier faisant appel exclusivement à du
personnel salarié ou statutaire.



Bien que l'arrêté royal du 7 juin 2004, qui vise à
modifier l'arrêté royal du 16 avril 2002, ne fasse
plus exclusivement référence au personnel salarié
ou statutaire, les exigences techniques et
administratives sont de nature à maintenir cette
discrimination


En effet, dans son article 1
er
, l'arrêté royal prévoit
que, pour prétendre à l'intervention forfaitaire, les
services de soins infirmiers à domicile doivent être
dirigés par des infirmiers responsables qui exercent
une autorité et un contrôle sur au moins sept
infirmiers équivalents temps plein, alors que les
groupes d'infirmiers indépendants comptent le plus
souvent trois ou quatre infirmiers, ce qui assure une
prise en charge individualisée, répond à une
demande de la population et correspond aux
besoins de petites entités urbaines ou rurales.
05.01 Daniel Bacquelaine (MR): Het Arbitragehof
heeft een bepaling van de wet beteffende de
verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, die de Koning ertoe
machtigt enkel voor de organisaties van
verpleegkundigen die uitsluitend een beroep doen
op loontrekkend of statutair personeel een
forfaitaire tegemoetkoming vast te stellen,
vernietigd omdat zij een discriminatie ten aanzien
van de zelfstandige verpleegkundigen zou
inhouden.

Hoewel het koninklijk besluit van 7 juni 2004, dat
ertoe strekt het koninklijk besluit van 16 april 2002
te wijzigen, niet langer uitsluitend verwijst naar
loontrekkend of statutair personeel, zijn de
technische en administratieve vereisten die erin
vervat zijn van die aard dat zij die discriminatie in
stand houden.

Artikel 1 van het besluit bepaalt immers dat om
aanspraak te kunnen maken op een forfaitaire
tegemoetkoming, de diensten voor thuisverpleging
moeten geleid worden door verpleegkundigen die
gezag uitoefenen en toezicht uitoefenen over
minimum zeven VTE verpleegkundigen.
Zelfstandige verpleegkundigen werken vaak maar
met z'n drieën of vieren in groepsverband,
waardoor voor een individuele aanpak kan worden
gekozen en kan worden ingespeeld op de
behoeften van de patiënten, inzonderheid in kleine
stedelijke woonkernen of landelijke gebieden.
Deuxièmement, pourquoi l'article 2 précise-t-il que
l'intervention forfaitaire de l'assurance est d'un
montant trimestriel de 11.151 euros pour 14
équivalents temps-plein, praticiens de l'art
infirmier?


De plus, la forme nouvelle de l'article 1
er
paragraphe 3 qui remplace la disposition de l'arrêté
royal du 16 avril 2002 renvoie au paragraphe 2
dudit arrêté, visant uniquement les infirmiers
salariés, alors qu'il devrait être fait référence au
Ten tweede, waarom wordt in artikel 2 gepreciseerd
dat de forfaitaire tegemoetkoming van de
verzekering voor 14 equivalent voltijdse
betrekkingen van verpleegkundigen 11.151 euro
per trimester bedraagt?

Bovendien verwijst de nieuwe formulering van
artikel 1, paragraaf 3, die de bepaling van het
koninklijk besluit van 16 april 2002 vervangt, naar
paragraaf 2 van genoemd koninklijk besluit dat
alleen betrekking heeft op de loontrekkende
verpleegkundigen terwijl zou moeten worden
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
8
paragraphe 2a du nouvel arrêté, citant des
infirmiers responsables.




Ne serait-il pas plus équitable que les critères
d'octroi de l'intervention, qui ne doivent pas
constituer une charge administrative préjudiciable à
la qualité des soins, prennent en compte une
pratique qui pourrait regrouper un nombre
d'infirmiers inférieur à sept et soient revus dans un
objectif de simplification et de faisabilité en
concertation avec les associations intéressées?
verwezen naar paragraaf 2a van het nieuwe besluit
waarin sprake is van de verantwoordelijke
verpleegkundigen.

Zou het niet rechtvaardiger zijn dat de criteria - die
geen administratieve last ten nadele van de
kwaliteit van de zorgverlening mogen zijn - voor het
toekennen van een tegemoetkoming rekening
houden met een groepspraktijk van minder dan
zeven verpleegkundigen en dat die criteria in
samenspraak met de betrokken verenigingen
worden herzien met de bedoeling te
vereenvoudigen en de haalbaarheid te verbeteren.
05.02 Rudy Demotte, ministre: (en français)
L'intervention de 11.151 euros a été établie afin
que les services de 14 équivalents temps plein
infirmiers puissent être constitués; la possibilité a
été créée d'attribuer une intervention partielle à des
services plus petits, de 7 praticiens au minimum.



Les références au paragraphe 2. 1
o
résultent
manifestement d'une erreur technique.

Mon souhait est de respecter les valeurs des deux
modèles de soins infirmiers à domicile, à savoir des
infirmiers indépendants et des infirmiers salariés.
J'ai invité l'ensemble de l'association
professionnelle à se concerter pour faire des
propositions sur la mise en place des pratiques de
soins infirmiers à domicile.

Ma volonté est de réaliser une analyse en
profondeur des soins infirmiers à domicile en
collaboration avec l'INAMI. Je souhaite concrétiser
des pratiques en soins infirmiers à domicile sur
base des projets locaux,
05.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De
tegemoetkoming van 11.151 euro werd vastgesteld
om de oprichting van een dienst van 14 equivalent
voltijdse betrekkingen van verpleegkundigen
mogelijk te maken; er werd voorzien in een
mogelijkheid om een gedeeltelijke tegemoetkoming
toe te kennen aan kleinere diensten van minstens 7
zorgverleners.

De verwijzingen naar paragraaf 2, 1° zijn
klaarblijkelijk het gevolg van een technische fout.

Ik wil geen afbreuk doen aan de waarde van beide
modellen van thuisverpleging, namelijk zelfstandige
verpleegkundigen en loontrekkende
verpleegkundigen. Ik heb alle beroepsverenigingen
gevraagd overleg te plegen om voorstellen te doen
voor de oprichting van praktijken voor
thuisverpleging.

Ik wil de sector van de thuisverpleging in
samenwerking met het RIZIV grondig laten
analyseren. Ik wil de praktijken voor thuisverpleging
op grond van plaatselijke projecten concreet
gestalte geven.
05.03 Daniel Bacquelaine (MR): Ce qui
m'importe, c'est qu'il n'y ait pas de discrimination,
c'est d'ailleurs l'esprit de l'arrêt de la Cour
d'arbitrage. Je souhaiterais qu'il ne soit pas trahi. À
partir du moment où des critères sont trop ciblés ou
"destinés", ils peuvent faire en sorte que les
interventions publiques aillent préférentiellement
vers un type d'organisation.
05.03 Daniel Bacquelaine (MR): Voor mij is het
belangrijk dat er geen discriminatie is. Dat
beantwoordt trouwens aan de geest van het arrest
van het Arbitragehof en ik zou niet willen dat die
wordt aangetast. Zodra criteria te gericht zijn,
kunnen ze ertoe leiden dat de
overheidstegemoetkomingen bij voorkeur naar een
bepaald type van organisatie gaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les tarifs de kinésithérapie" (n° 3753)
06 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de tarieven voor kinesitherapie" (nr. 3753)
06.01 Colette Burgeon (PS): Suite à la réforme 06.01 Colette Burgeon (PS): In Test-Gezondheid
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
9
du remboursement des soins de kinésithérapie,
comme le souligne "Test-Santé" n° 62, la
composition des listes E et F fait l'objet de
nombreuses critiques: syndrome de Sudeck
considéré comme une affection courante, patients
souffrant d'une même affection soumis à des
régimes différents en fonction de leur mutuelle ou
de leur médecin-conseil, insuffisance des 18
séances remboursée, différence de durée des
prestations selon qu'elles ont lieu au cabinet, à
domicile ou en institution. La composition des listes
E et F ne devrait-elle pas être réévaluée
régulièrement afin de mieux correspondre à la
réalité? Les patients souffrant d'une même affection
ne devraient-ils pas être soumis au même régime
de remboursement? Une évaluation individuelle
des besoins fondée sur des critères scientifiques,
plutôt qu'un couperet qui tombe après 18 séances,
n'est-elle pas préférable?



Les tarifs B ne devraient-ils pas laisser courir les
trois mois, à partir du moment où le patient peut
être effectivement mobilisé, au lieu de la date de
sortie de l'hôpital après certaines opérations?



Et enfin, la mention du code appelé tarif A et tarif B,
ne devrait-elle pas être obligatoire pour les
praticiens?
nr. 62 wordt erop gewezen dat, ingevolge de
hervorming van de terugbetaling voor
kinesitherapie, de samenstelling van de lijsten E en
F aan heel wat kritiek onderhevig is: het syndroom
van Sudeck wordt als een courante aandoening
beschouwd, patiënten met dezelfde aandoening
vallen onder verschillende stelsels naargelang van
hun ziekenfonds of hun raadgevende geneesheer,
de terugbetaling van slechts 18 sessies is
onvoldoende, de duurtijd van de behandelingen
verschilt al naargelang ze in de praktijk, thuis of in
een verzorgingsinstelling plaatsvinden. Moet de
samenstelling van die lijsten dan ook niet
regelmatig worden herbekeken, zodat ze beter op
de werkelijkheid zijn afgestemd? Moeten patiënten
met dezelfde aandoening niet op dezelfde
terugbetaling kunnen rekenen? Ware het niet
verkieslijk de individuele noden van de patiënten op
grond van wetenschappelijke criteria te beoordelen,
in plaats van de behandeling willekeurig af te
breken na 18 sessies?

Zou men voor de B-tarieven de termijn van drie
maanden niet gewoon kunnen laten beginnen vanaf
het ogenblik waarop de patiënt daadwerkelijk kan
worden gemobiliseerd, en niet vanaf de datum
waarop hij na bepaalde ingrepen het ziekenhuis
mag verlaten?

Moet de vermelding van de code die naar een A- of
B-tarief verwijst niet voor alle artsen verplicht
worden gemaakt?
06.02 Rudy Demotte, ministre: (en français) Les
listes E et F sont réévaluées en permanence par le
Collège national des médecins directeurs et par le
Conseil technique de la kinésithérapie, dans le
cadre des moyens budgétaires disponibles. Un
arrêté royal va la compléter prochainement.


Les règles d'intervention de l'assurance soins de
santé sont évidemment applicables à tous les
patients, quels que soient leur mutualité et leur
médecin conseil.

Un groupe de travail du Conseil technique est
chargé de l'élaboration d'un nouveau concept de
nomenclature, mieux adapté aux besoins. Une
phase de tests pourra être mise en oeuvre très
rapidement.

Pour les tarifs A et B ­ je suppose que vous vous
référez aux tarifs réduits des interventions
personnelles du bénéficiaire ­ l'actuelle définition
du début de la période de trois mois reste, pour le
moment, la meilleure solution compte tenu des
contraintes auxquelles doit répondre la
06.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De E en F-
lijsten worden door het Nationaal College van
geneesheren-directeurs en door de Technische
Raad voor kinesitherapie in het kader van de
beschikbare begrotingsmiddelen permanent
geëvalueerd. Binnenkort wordt een koninklijk
besluit gepubliceerd waarin de F-lijst wordt
aangevuld.

De regelgeving voor de tegemoetkoming van de
ziekteverzekering geldt uiteraard voor alle
patiënten, ongeacht bij welk ziekenfonds ze zijn
aangesloten en ongeacht wie hun adviserend
geneesheer is.

Een werkgroep van de Technische Raad is belast
met de uitwerking van een nieuw, beter aan de
behoeften aangepast concept voor de
nomenclatuur. De testfase kan heel binnenkort van
start gaan.

Voor de A en B-tarieven veronderstel ik dat u
verwijst naar de verminderde tarieven van de
persoonlijke tegemoetkomingen van de
rechthebbende ­ gelet op de voorwaarden waaraan
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
10
réglementation. Le fait de rendre la mention des
codes de nomenclature obligatoire n'évitera pas les
oublis.
de regelgeving moet beantwoorden, blijft de huidige
definitie van het begin van de periode van drie
maanden momenteel de beste oplossing.
06.03 Colette Burgeon (PS): L'important est de
rester attentif à ce problème afin qu'une équité
puisse subsister entre tous les patients.
06.03 Colette Burgeon (PS): Als we de patiënten
op gelijke voet willen behandelen, moeten we
blijvende aandacht aan het probleem besteden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "une
étude relative au budget de l'assurance-maladie
confiée à la Cour des Comptes" (n° 3893)
07 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
toevertrouwen aan het Rekenhof van een
onderzoek inzake het budget van de
ziekteverzekering" (nr. 3893)
07.01 Luc Goutry (CD&V): Le ministre a annoncé
des mesures tendant à contrôler les dépenses de
l'assurance maladie dans le cadre du budget 2005.
La Cour des comptes analysera la confection du
budget, la maîtrise des dépenses et l'évaluation
des mesures en matière d'assurance obligatoire
soins de santé. Les mutualités étudieront les
procédures de contrôle appliquées par les
organismes assureurs.



Le ministre sait-il que la Cour des comptes ne peut
exercer d'autres missions que celles que lui confie
le Parlement ? Cette étude ne doit-elle pas être
menée par le conseiller budgétaire et financier de
l'INAMI ? Dispose-t-on d'un relevé des études déjà
réalisées sur le sujet par des professeurs
d'université ? Est-il judicieux de procéder à une
comparaison avec les pays limitrophes ? Dans
quels délais terminera-t-on l'analyse et quand les
résultats seront-ils soumis au Parlement ? Les
divers acteurs seront-ils associés à l'étude ?
07.01 Luc Goutry (CD&V): De minister kondigde
aan dat er maatregelen zullen worden genomen om
de uitgaven van de ziekteverzekering binnen de
begroting van 2005 te controleren. Het Rekenhof
zal de opmaak van de begroting, de
uitgavenbeheersing en de evaluatie van de
maatregelen inzake de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging doorlichten. De
ziekenfondsen zullen de door de
verzekeringsinstellingen toegepaste
controleprocedures onderzoeken.

Weet de minister dat het Rekenhof enkel
opdrachten van het Parlement mag uitvoeren?
Moet dit onderzoek niet worden verricht door de
begrotings- en financiële adviseur van het RIZIV?
Bestaat er een overzicht van de studies die
hierover reeds werden uitgevoerd door academici?
Is een vergelijking met buurlanden zinvol? Binnen
welke termijn dient men het onderzoek af te ronden
en wanneer worden de resultaten voorgelegd aan
het Parlement? Worden de verschillende actoren bij
de studies betrokken?
07.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Le gouvernement a proposé, pour pouvoir mieux
surveiller les dépenses, de soumettre à une
analyse les mécanismes de confection du budget,
de maîtrise des dépenses et d'évaluation des
mesures en matière d'assurance obligatoire soins
de santé. La situation dans les pays limitrophes et
l'efficacité des procédures de contrôle des
organismes assureurs seront étudiés. On
s'intéresse à une meilleure justification de
l'affectation des moyens.
07.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Om
de uitgaven beter te kunnen opvolgen, stelde de
regering voor de mechanismen voor de opmaak
van de begroting, de uitgavenbeheersing en de
evaluatie van de maatregelen inzake de verplichte
verzekering voor geneeskundige verzorging door te
lichten. De situatie in de buurlanden en de
deugdelijkheid van de controleprocedures van de
verzekeringsinstellingen worden onderzocht. Er
wordt aandacht besteed aan een betere
verantwoording van de besteding van de middelen.
Les initiatives parlementaires nécessaires seront
prises afin de confier la première mission à la Cour
des comptes. La deuxième mission sera confiée
aux services de contrôle des mutualités. En 2005,
le Centre fédéral d'expertise des soins de santé
De nodige parlementaire initiatieven worden
genomen om de eerste opdracht toe te vertrouwen
aan het Rekenhof. De tweede opdracht wordt
toegewezen aan de controlediensten van de
ziekenfondsen. Het Federaal Kenniscentrum zal in
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
11
donnera la priorité aux études relatives à
l'affectation appropriée des moyens.

La première mission doit pouvoir être exécutée le
plus largement possible. La commission de
Contrôle budgétaire et le conseiller budgétaire et
financier de l'INAMI sont trop étroitement associés
aux procédures actuelles. Ils pourront exprimer leur
point de vue en toute autonomie si la Cour des
comptes réalise l'étude. Le Parlement sera dès lors
directement associé à la publication des résultats.


Les services d'étude de l'INAMI et du SPF Sécurité
sociale n'ont pas dressé de liste des études
académiques réalisées à ce sujet.
2005 voorrang geven aan studies inzake de juiste
aanwending van middelen.

De eerste opdracht moet zo ruim mogelijk kunnen
worden uitgevoerd. De commissie voor de
Begrotingscontrole en de begrotings- en financieel
adviseur van het RIZIV zijn te nauw betrokken bij
de huidige procedures. Zij kunnen hun standpunt
op autonome wijze vertolken als het Rekenhof het
onderzoek uitvoert. Het Parlement wordt dan ook
rechtstreeks bij de publicatie van de resultaten
betrokken.

De studiediensten van het RIZIV en van de FOD
Sociale Zekerheid hebben geen overzicht gemaakt
van academische studies over dit onderwerp.
Il est très difficile de réaliser un inventaire. De telles
études sont probablement trop théoriques que pour
pouvoir être utilisées sur le plan politique.

Bien que la situation belge diffère de celle de
l'étranger, une analyse des problèmes communs,
tels que le vieillissement de la population et la
maîtrise des dépenses, pourrait être riche
d'enseignements. Cette analyse ne retardera pas
vainement la mission.

Les instances concernées doivent disposer de
suffisamment de temps pour réaliser ces études.
Les résultats devraient être soumis au Parlement
vers le 1er juillet 2005. Les enquêteurs contacteront
tous les acteurs associés au processus de décision
et à l'assurance maladie.
Het opbouwen van een een inventaris is erg
moeilijk. Dergelijke studies zijn waarschijnlijk te
theoretisch om bruikbaar te zijn voor het beleid.

Hoewel de Belgische situatie verschilt van deze in
het buitenland, kan een analyse van
gemeenschappelijke problemen, zoals vergrijzing
en de beheersing van de uitgaven, waardevol zijn.
Deze analyse zal de opdracht niet onnodig
vertragen.

De betrokken instanties moeten voldoende tijd
krijgen om de onderzoeken uit te voeren. De
resultaten zouden aan het Parlement moeten
worden voorgelegd omstreeks 1 juli 2005. De
onderzoekers zullen contact opnemen met alle
betrokkenen in het beslissingsproces en in de
ziekteverzekering.
07.03 Luc Goutry (CD&V): Il semble que le
Parlement doive encore charger la Cour des
comptes de cette mission. Le ministre espère que
cette étude aboutira à des résultats concrets. Il faut
éviter de susciter un climat de méfiance à l'égard
de l'administration de l'INAMI, car les fonctionnaires
devraient être en mesure de mener des études en
toute indépendance.
07.03 Luc Goutry (CD&V): Het Parlement moet
de opdracht blijkbaar nog aan het Rekenhof geven.
De minister verwacht bruikbare resultaten van het
onderzoek. Men mag geen wantrouwen scheppen
ten opzichte van de administratie van het RIZIV,
want de ambtenaren zouden in staat moeten zijn
een onafhankelijk onderzoek uit te voeren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
remise en cause de l'indexation promise aux
médecins généralistes" (n° 3894)
08 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
in vraag stellen van de beloofde index aan de
huisartsen" (nr. 3894)
08.01 Luc Goutry (CD&V): La proposition
d'effectuer une retenue en 2005 sur l'indexation
promise aux médecins généralistes a provoqué une
levée de boucliers dans le secteur. Je pense que
cette protestation est justifiée, car les graves
08.01 Luc Goutry (CD&V): Het voorstel om in
2005 een afhouding te laten gebeuren op de
geplande index van de artsen stuitte op hevig
protest in de sector. Ik meen dat dit protest
gerechtvaardigd is omdat de grote ontsporingen in
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
12
erreurs commises dans le budget de l'assurance
maladie ne sont pas à imputer à ce groupe. J'ai
également été très étonné d'entendre le ministre
Vande Lanotte expliquer où il fallait faire des
économies.

Le ministre confirme-t-il la réduction de l'indexation
des honoraires des médecins généralistes ? Y a­t-
il eu une concertation avec l'ensemble des parties
concernées ? Le ministre a-t-il conscience que le
modèle de concertation sera remis en cause
puisque les médecins généralistes menacent de se
déconventionner ?
het budget van de ziekteverzekering zeker niet bij
deze groep te vinden zijn. Ik was ook zeer
verwonderd toen ik minister Vande Lanotte hoorde
verklaren waar de besparingen gehaald moesten
worden.


Bevestigt de minister de beperking van de
indexering van de honoraria van de huisartsen?
Werd hierover overlegd met alle betrokken partijen?
Beseft de minister dat het traditioneel overlegmodel
op de helling wordt gezet nu de huisartsen zelfs
dreigen met deconventionering?
08.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Je ne me prononce pas sur les déclarations de mes
collègues. Nous demandons en effet aux médecins
un effort de 37,5 millions d'euros. Naturellement,
cette mesure sera débattue avec les associations
de médecins. Dans cette somme, 17,5 millions sont
structurels. Quant aux 20
millions restants, ils
dépendront d'une rupture de tendance significative
de la prescription de certains antibiotiques et
hypotenseurs. L'évolution du comportement
prescripteur à cet égard sera mesurée en avril
2005.
08.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik
spreek mij niet uit over verklaringen van collega's.
Wij vragen inderdaad een inspanning van 37,5
miljoen euro aan de artsen. Die maatregel zal
uiteraard worden besproken met de
artsenverenigingen. Van die som is 17,5 miljoen
structureel, 20 miljoen betekent enkel een
inlevering voor 2005 wanneer er in april een
significante trendbreuk is in het voorschrijfgedrag
van sommige antibiotica en bloeddruk verlagende
middelen.
La Commission nationale médico-mutualiste devra
définir les modalités de cet effort avant le 15
décembre. Les représentants de l'Absym sont prêts
à défendre ces mesures ainsi que d'autres auprès
de leur base. Le modèle de concertation est donc
respecté. Je ne comprends pas la grogne du
secteur. Le remboursement différencié de 20 à 30
euros entrera en vigueur le 1
er
juillet 2005 et sera
beaucoup plus avantageux que l'indexation.
De Nationale Commissie artsen-ziekenfondsen
moet voor 15 december bepalen op welke wijze
deze inspanning zal worden gerealiseerd. De
vertegenwoordigers van de BVAS gaan akkoord
om deze en andere matregelen te verdedigen bij
hun achterban. Het overlegmodel wordt dus
gerespecteerd. Ik begrijp de woede in de sector
niet. De differentiële terugbetaling van 20 tot 30
euro komt er op 1 juli 2005 en levert veel meer op
dan de index.
08.03 Luc Goutry (CD&V): L'année passée, les
médecins ont protesté contre la liaison de leurs
honoraires à leur comportement prescripteur.
Aujourd'hui, le ministre indique qu'une rupture de
tendance est nécessaire, mais comment la définit-
il ? Il y a une diminution, mais on peut aisément la
considérer comme relative, voire insuffisante.
08.03 Luc Goutry (CD&V): Verleden jaar hebben
de artsen geprotesteerd omdat ze vonden dat het
niet kan dat hun inkomen afhankelijk werd gemaakt
van het voorschrijfgedrag. Nu zegt de minister dat
er een trendbreuk moet zijn, maar hoe definieert hij
die trendreuk? Er is een daling, maar die kan
gemakkelijk als relatief en onvoldoende bestempeld
worden.
08.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
J'ai dit qu'il y a lieu de procéder à une analyse
claire.
08.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik heb
gezegd dat er een duidelijke analyse moet worden
gemaakt.
08.05 Luc Goutry (CD&V): Je crains qu'en
agissant ainsi, le ministre ne veuille reporter la
partie non-structurelle de l'index que pour les
médecins généralistes, ce qui est inacceptable.
08.05 Luc Goutry (CD&V): Ik vrees dat de
minister op deze manier het niet-structurele
gedeelte van de index wil uitstellen enkel voor de
huisartsen en dat is niet aanvaardbaar.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
13
09 Question de Mme Frieda Van Themsche au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'intervention de l'INAMI dans les
honoraires des accoucheuses et des
gynécologues" (n° 3951)
09 Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche
aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "RIZIV-gelden voor
vroedvrouwen en gynaecologen" (nr. 3951)
09.01 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK):
Les honoraires pour une première consultation
prénatale sont intégralement remboursés tandis
que toutes les consultations suivantes font l'objet
d'un remboursement partiel. Le remboursement
varie en fonction de la personne consultée:
gynécologue, médecin de famille ou accoucheuse.
Les accoucheuses travaillent le plus souvent
comme salariées dans un hôpital, de telle sorte que
l'argent de l'INAMI revient intégralement à l'hôpital.
Certains hôpitaux confient plutôt les consultations
pour une grossesse normale à des accoucheuses
de manière à recevoir davantage d'argent. Un
problème se pose bien évidemment lorsque les
hôpitaux font également pratiquer les
accouchements par des accoucheuses. Qu'en est-il
en cas de complications médicales?

Que pense la ministre de cette différence de
remboursement entre médecins et accoucheuses?
Est-elle au courant des pratiques coûteuses de
certains hôpitaux, dont la majorité se situent en
Belgique francophone?
09.01 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK):
Het honorarium voor een eerste prenatale
consultatie wordt integraal terugbetaald, alle
volgende consultaties worden gedeeltelijk
terugbetaald. De terugbetaling varieert al naar
gelang men bij een gynaecoloog, dan wel bij een
huisarts of vroedvrouw gaat. Vroedvrouwen werken
heel vaak in vast dienstverband in een ziekenhuis,
zodat het RIZIV-geld integraal naar het ziekenhuis
gaat. Er zijn ziekenhuizen die een consultatie voor
een normaal verlopende zwangerschap eerder
door vroedvrouwen laten uitvoeren, zodat zij op die
manier meer geld binnenrijven. Er rijst natuurlijk
een probleem wanneer de ziekenhuizen ook de
bevallingen zelf laten uitvoeren door vroedvrouwen.
Wat indien er medische complicaties optreden?


Wat vindt de minister van die verschillen in
terugbetaling tussen artsen en vroedvrouwen? Is hij
op de hoogte van de geldverslindende praktijken in
sommige ziekenhuizen, die zich voornamelijk in
Franstalig België situeren.
09.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Rien n'indique que les pratiques auxquelles Mme
Van Themsche fait allusion se produisent souvent.
Une augmentation frappante du nombre des
consultations prénatales auprès des accoucheuses
a toutefois été constatée récemment. Ce
phénomène ne peut cependant être expliqué par
les écarts de remboursements. Il s'agit de deux
prestations différentes: les consultations chez le
médecin de famille ou le gynécologue sont des
prestations médicales d'ordre général effectuées
pour tous les types d'affections alors que les
consultations auprès de l'accoucheuse ne
concernent bien évidemment qu'aux femmes
enceintes et sont limitées en nombre.

Les écarts de remboursements existent depuis
plusieurs années déjà alors que la tendance à
l'augmentation du nombre de consultations
prénatales est un phénomène constaté depuis peu.
L'INAMI suit cette évolution de près et espère
apporter rapidement une explication à la forte
augmentation des consultations prénatales auprès
des accoucheuses.
09.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er zijn
geen aanwijzingen dat praktijken waarop mevrouw
Van Themsche alludeert, vaak voorkomen. Wel is
er recent een opvallende stijging van het aantal
prenatale consultaties bij vroedvrouwen. De
verklaring hiervoor moet echter niet worden
gezocht in het verschil in terugbetalingen. Het gaat
om twee verschillende prestaties: de consultaties
bij de huisarts of gynaecoloog zijn algemene
medische verstrekkingen die van toepassing zijn op
alle mogelijke aandoeningen, de consultaties bij
een vroedvrouw gelden uiteraard alleen voor
zwangere vrouwen en zijn beperkt in aantal.



De terugbetalingverschillen bestaan al meerdere
jaren, terwijl de tendens tot meer prenatale
consultaties bij vrouwen slechts een recent
fenomeen is. Het RIZIV volgt de evolutie op de voet
en hoopt snel een verklaring te vinden voor de sterk
gestegen activiteit van vroedvrouwen bij de
prenatale consultaties.
09.03 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): 09.03 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): Ik
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
14
J'attire l'attention sur le fait qu'il ne s'agit pas de
sage-femmes indépendantes effectuant des visites
à domicile, mais de sage-femmes employées par
un hôpital. Les hôpitaux concernés envoient de
préférence les femmes enceintes à la consultation
prénatale auprès de ces sage-femmes parce que
cela leur rapporte de l'argent.

Le ministre a admis récemment lors de l'émission
Ter Zake qu'il existe en effet des différences entre
le nord et le sud du pays en matière de versements
aux hôpitaux. Il est de son devoir d'apporter des
solutions à ce problème.
wijs erop dat het niet gaat om zelfstandige
vroedvrouwen die huisbezoeken afleggen, wel om
vroedvrouwen die in loondienst bij een ziekenhuis
werken. Die ziekenhuizen sturen de zwangere
vrouwen dan bij voorkeur op prenatale consultatie
bij die vroedvrouwen omdat dat geld opbrengt.


De minister gaf onlangs in Ter Zake nog toe dat er
inzake uitbetalingen aan ziekenhuizen wel degelijk
verschillen bestaan tussen noord en zuid in dit land.
Aan hem om hieraan iets te doen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
recours systématique aux médicaments les
moins chers" (n° 4013)
10 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
consequent gebruik van de goedkoopste
medicatie" (nr. 4013)
10.01 Luc Goutry (CD&V): Il semble qu'il soit
fréquent que des patients voient leurs médicaments
génériques remplacés par des spécialités
originales lorsqu'ils sont hospitalisés. Cette pratique
entraîne des frais importants et le patient ne sait
plus quels médicaments sont les plus appropriés.

Le ministre est-il informé de telles pratiques ?
S'inscrivent-elles dans le cadre d'une politique axée
sur une evidence based medecine ?
10.01 Luc Goutry (CD&V): Het blijkt vaak voor te
komen dat patiënten bij ziekenhuisopname hun
generische medicatie onmiddellijk vervangen zien
door originele specialiteiten. Dat kost veel geld en
de patiënt weet niet meer welke medicatie de beste
is.


Kent de minister dergelijke praktijken? Past dit in
een beleid van evidence based medicine?
10.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Ma campagne vise à promouvoir les médicaments
les moins chers, qu'il s'agisse de médicaments
génériques ou de spécialités originales. Les
médicaments génériques ne sont assurément pas
exclus des formulaires des hôpitaux.

Les hôpitaux bénéficient parfois de réductions
lorsqu'ils achètent des lots importants d'un
médicament précis. Le fait qu'un médecin remplace
un médicament par un autre n'est donc assurément
pas toujours en contradiction avec l'evidence based
medecine
.

Les médecins doivent évidemment en discuter
sérieusement avec le patient et décider
éventuellement de leur faire reprendre leurs
anciens médicaments.
10.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Mijn
campagne is erop gericht de goedkoopste
geneesmiddelen te promoten, of ze nu generisch of
origineel zijn. Generische geneesmiddelen worden
zeker niet geweerd uit de formularia van de
ziekenhuizen.

Soms krijgen ziekenhuizen kortingen als ze grote
partijen van een bepaald geneesmiddel kopen. Dat
een geneesheer een geneesmiddel vervangt door
een ander is dus zeker niet altijd in strijd met
evidence based medicine.


Uiteraard moeten de artsen grondig met de
patiënten communiceren en ze eventueel terug
overschakelen op hun oude medicijn.
10.03 Luc Goutry (CD&V): Bien entendu, certains
produits de marque peuvent constituer l'achat le
plus avantageux. En ce qui concerne les
médicaments, le produit le moins cher est ce qu'il y
a de mieux dès lors que tous les produits ont été
testés de manière approfondie.
10.03 Luc Goutry (CD&V): Natuurlijk kunnen
sommige merkproducten de beste koop zijn. Bij
geneesmiddelen is het goedkoopste het beste
omdat ze allemaal grondig getest zijn.

CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
15

Les réductions importantes dont bénéficient les
hôpitaux appartiendront bientôt au passé. Le projet
de loi relatif à la suppression des promotions tendra
à faire en sorte qu'un hôpital doive payer le même
prix que tous les autres consommateurs.

Entre-temps, l'evidence based medicine doit rester
notre cheval de bataille.

Dat de ziekenhuizen grote kortingen krijgen, zal
binnenkort tot het verleden behoren. Het
wetsontwerp over de uitwassen van promoties zal
ervoor zorgen dat een ziekenhuis tegen dezelfde
prijs zal moeten inkopen als elke andere gebruiker.

Ondertussen moet evidence based medicine onze
slagzin blijven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Olivier Chastel au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
décision de justice concernant le litige de
27 millions d'euros entre l'État fédéral et la
province de Hainaut" (n° 4069)
11 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gerechtelijke beslissing betreffende het
geschil ten belope van 27 miljoen euro tussen de
federale Staat en de provincie Henegouwen"
(nr. 4069)
11.01 Olivier Chastel (MR): Le ministre y ayant
répondu ce midi via l'agence Belga, c'est pour les
Annales de la Chambre que je pose cette question.



Comme vous le savez, un litige relatif à des
subventions de traitement dues par l'État fédéral à
la province de Hainaut a amené celle-ci à assigner
l'État, qui doit aujourd'hui 27 millions d'euros à la
province de Hainaut.
Pourquoi l'État n'a-t-il pas été en cassation ? Que
compte faire le gouvernement ? Chaque jour qui
passe coûte 12.000 euros supplémentaires à l'État
belge.
11.01 Olivier Chastel (MR): Hoewel de minister
vanmiddag al via het persagentschap Belga heeft
geantwoord, zal ik toch mijn vraag stellen zodat ze
in het verslag van de Kamer kan worden
opgenomen.

Zoals u weet, bestaat er een betwisting in verband
met loonsubsidies die de federale overheid de
provincie Henegouwen verschuldigd is.
Laatstgenoemde heeft de federale Staat
gedagvaard; de federale overheid is de provincie
Henegouwen vandaag 27 miljoen euro
verschuldigd.
Waarom heeft de Staat geen cassatieberoep
ingesteld? Wat zal de regering doen? Elke dag die
voorbijgaat kost de Belgische Staat 12.000 euro
extra.
11.02 Rudy Demotte, ministre (en français): Avant
1988, l'enseignement secondaire de plein exercice
et l'enseignement de promotion sociale étaient
subventionnés par l'État comme tout
l'enseignement.

Des arriérés de subventions de traitements sont
dus à la province pour une période qui remonte à
1975 pour l'enseignement secondaire provincial et
pour une période remontant à 1977 pour
l'enseignement de promotion sociale.

Les procédures furent longues. Condamné en
première instance le 19 mars 1998 et en appel le
11 mars 2004, l'État a procédé à des paiements
partiels témoignant d'un début de présomption de
reconnaissance de sa responsabilité en la matière.
11.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Vóór 1988
werden het middelbaar onderwijs met volledig
leerplan en het onderwijs voor sociale promotie
door de Staat gesubsidieerd, net als alle vormen
van onderwijs.


De Staat is de provincie achterstallige
loonsubsidies verschuldigd voor een periode die
teruggaat tot 1975 voor het provinciaal middelbaar
onderwijs en tot 1977 voor het onderwijs voor
sociale promotie.


De procedures hebben lang aangesleept. De Staat,
die op 19 maart 1998 in eerste aanleg en op 11
maart 2004 in beroep werd veroordeeld, is tot de
gedeeltelijke betaling overgegaan en gaf op die
manier een schuchtere aanzet tot erkenning van
zijn aansprakelijkheid ter zake.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
16
Les chances d'aboutir en cassation étaient jugées
"minimes". M. Verwilghen et moi-même l'avons
signalé au ministre du Budget. Nous attendons sa
réponse.
De kans dat cassatie iets oplevert, werd 'gering'
geacht. De heer Verwilghen en ikzelf hebben dat
aan de minister van Begroting gemeld. Wij wachten
op zijn antwoord.
L'inspection des Finances plaide pour que les
intérêts du Trésor soient défendus de manière
optimale. Il ne faut pas laisser courir les intérêts
trop longtemps.
De Inspectie van Financiën pleit ervoor dat de
belangen van de Schatkist optimaal worden
verdedigd. We mogen de intresten niet te lang laten
lopen.
11.03 Olivier Chastel (MR): Demandez-vous au
ministre du Budget d'inscrire ces montants dans le
budget de 2005 ?
11.03 Olivier Chastel (MR): Vraagt u aan de
minister van Begroting om die bedragen in de
begroting van 2005 op te nemen?
11.04 Rudy Demotte, ministre (en français): Il faut
régler cette question au plus tôt.
11.04 Minister Rudy Demotte (Frans): Dit
probleem moet zo snel mogelijk worden opgelost.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'assimilation des actes kinésithérapeutiques en
kinésithérapie et en physiothérapie" (n° 4137)
12 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gelijkschakeling kine-acten in kinesitherapie en
fysiotherapie" (nr. 4137)
12.01 Luc Goutry (CD&V): Une distinction est
apparue progressivement entre la nomenclature
pour les prestations de kinésithérapie - les valeurs
m - et ces mêmes prestations dans le cadre de la
physiothérapie - les valeurs k. Dans le cadre de sa
réforme, le ministre Vandenbroucke n'a pas
procédé à un alignement des deux nomenclatures,
ce qui est ressenti comme très injuste au sein du
secteur. L'actuel gouvernement a toutefois annoncé
une telle harmonisation.

Dans quelle mesure cette harmonisation a-t-elle
déjà été mise en oeuvre? Les traitements
monodisciplinaires sont-ils déjà traités de la même
manière sur le plan des tarifs et des
remboursements? Les règles d'application sont-
elles différentes? Convient-il de respecter d'autres
procédures en matière de prescriptions, de
demandes et de connaissances?
12.01 Luc Goutry (CD&V): Historisch is er een
onderscheid gegroeid tussen de nomenclatuur van
kineprestaties ­ de m-waarden - enerzijds en die
van dezelfde prestaties binnen de fysiotherapie ­
de k-waarden. Minister Vandenbroucke heeft de
twee bij zijn hervorming niet gelijkgeschakeld, wat
binnen de sector als heel onrechtvaardig is
aangevoeld. De huidige regering stelde wel een
harmonisering in het vooruitzicht.


In hoeverre is die harmonisering doorgevoerd?
Vallen de monodisciplinaire behandelingen al
dezelfde behandeling te beurt inzake tarieven en
tegemoetkomingen? Verschillen de
toepassingsregels? Moeten er andere voorschrijf-,
aanvraag- en kennisprocedures worden
nageleefd?
12.02 Rudy Demotte , ministre (en néerlandais) :
Des différences subsistent dans la nomenclature
entre les valeurs k et les valeurs m. Les honoraires
des physiothérapeutes sont plus élevés pour les 18
premières sessions. Après 18 sessions, ils
s'élèvent à 15,29 euros pour la physiothérapie et ils
sont libres pour la kinésithérapie, même si les
honoraires des kinésithérapeutes conventionnés
sont plafonnés.

Le patient bénéficie d'un remboursement
légèrement plus élevé s'il se rend chez un
12.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er
zijn nog steeds verschillen tussen de k-waarden en
de m-waarden in de nomenclatuur. De honoraria
van fysiotherapeuten liggen hoger voor de eerste
18 sessies. Na 18 sessies bedragen ze 15,29 euro
voor fysiotherapie en zijn ze vrij voor kinesitherapie,
al zijn de honoraria van geconventioneerde
kinesisten geplafonneerd.


De terugbetaling aan de patiënt is wat hoger als hij
van de fysiotherapeut komt, maar dat is geen groot
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 379
27/10/2004
17
physiothérapeute mais la différence n'est guère
sensible. La différence devient un peu plus
importante à partir de la dix-huitième session.
verschil. Vanaf de achttiende sessie wordt het
verschil wat groter.
Il n'est donc toujours pas question d'une
harmonisation même si le secteur estime que la
distinction ne se justifie pas. Je propose qu'une
partie du produit des économies du ministre
Vandenbroucke soit utilisée pour aligner les
nomenclatures. Le ministre envisage-t-il cela ?
12.03 Luc Goutry (CD&V): Er is dus nog steeds
geen sprake van een harmonisering, hoewel de
sector van mening is dat het onderscheid onterecht
is. Ik stel voor dat een deel van de opbrengsten uit
de besparingen van minister Vandenbroucke
worden gebruikt om de nomenclaturen gelijk te
schakelen. Overweegt de minister om dat te doen?
12.04 Rudy Demotte, minister (en néerlandais):
L'ensemble du régime de la nomenclature est
actuellement en cours de révision. L'harmonisation
constitue une valeur ajoutée mais il n'existe pour
l'heure aucun projet concret en ce sens.
12.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands):
Momenteel wordt het hele stelsel van de
nomenclatuur herzien. Een harmonisering is een
meerwaarde, maar momenteel zijn er geen
concrete plannen in die richting.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de Mme Alexandra Colen au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les allocations familiales pour
l'enseignement à domicile" (n° 4152)
13 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "kinderbijslag bij thuisonderwijs" (nr. 4152)
13.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Le
nombre de parents qui prodiguent l'enseignement à
domicile à leurs enfants est en augmentation. Ces
enfants peuvent obtenir leur diplôme par le biais du
jury central. L'enseignement à domicile est un droit
constitutionnel, dont les motivations sont variées:
enfants sans résidence fixe, enfants atteints de
maladies chroniques, convictions philosophiques
ou pédagogiques des parents.

Les parents qui optent pour ce type
d'enseignement ne sont pas aidés par les autorités
mais possèdent bien sûr en principe les mêmes
droits sociaux que les parents dont les enfants vont
à l'école, y compris le droit à des allocations
familiales pour les enfants qui étudient. Des enfants
obtiennent pourtant leur diplôme de l'enseignement
secondaire après l'âge légal par la voie du jury
central en étudiant à la maison mais dont les
parents ne perçoivent pas d'allocations familiales.
Pour ces cas-là, l'Office national d'allocations
familiales pour travailleurs salariés considère que
les allocations familiales ne doivent pas être
octroyées pour ces enfants, même si toutes les
conditions légales de l'enseignement à domicile
sont remplies.

L'interprétation de l'ONAFTS est-elle la bonne?
13.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Het
aantal kinderen dat thuisonderwijs krijgt gaat in
stijgende lijn. Deze kinderen kunnen hun diploma
behalen via de centrale examencommissie. Het
geven van thuisonderwijs is een grondwettelijk
recht. De motivatie loopt uiteen: kinderen zonder
vaste verblijfplaats, kinderen met chronische
ziekten, filosofische of pedagogische overtuigingen
bij de ouders.

Ouders die ervoor opteren, worden niet door de
overheid gesteund, maar hebben in principe
natuurlijk dezelfde sociale rechten als ouders met
schoollopende kinderen, inclusief het recht op
kinderbijslag voor studerende kinderen. Er zijn
nochtans gevallen bekend van kinderen die, na de
wettelijke leeftijd, hun diploma van secundair
onderwijs na thuisstudie via de centrale
examencommissie behalen, maar waarvan de
ouders geen kinderbijslag ontvangen. De
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
gaat er in die gevallen van uit dat die kinderen geen
recht bieden op kinderbijslag, zelfs als alle
wettelijke voorwaarden voor thuisonderwijs vervuld
zijn.


Heeft de RKW het bij het rechte eind?
13.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais):
Les allocations familiales sont accordées sans
conditions jusqu'au 31 août de l'année au cours de
13.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
kinderbijslag wordt onvoorwaardelijk toegekend tot
31 augustus van het kalenderjaar waarop het kind
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27/10/2004
CRABV 51
COM 379
18
laquelle le jeune atteint l'âge de 18 ans. Ensuite, un
étudiant peut prétendre à des allocations familiales
jusqu'à l'âge de 25 ans, si certaines conditions sont
remplies. C'est ainsi que le jeune doit suivre un
enseignement dans un établissement
d'enseignement ou un centre de formation. Cette
matière est réglée par l'arrêté royal du 30
décembre 1975.

Cet arrêté indique avec précision combien d'heures
d'enseignement doivent être suivies au minimum
par semaine et fixe également la répartition
minimale de ces heures sur la semaine. Les
établissements d'enseignement délivrent une
attestation à cet effet. Cette procédure n'est pas
applicable en cas d'enseignement à domicile. Il
n'existe pas de critère objectif pour justifier l'octroi
d'allocations familiales au cours de la période
d'enseignement à domicile. Si les parents
concernés devaient néanmoins bénéficier
d'allocations familiales dans de tels cas, il y aurait
discrimination vis-à-vis des jeunes qui suivent un
enseignement dans un établissement reconnu.
18 wordt. Daarna kan een student tot de leeftijd van
25 jaar aanspraak maken op kinderbijslag, mits
bepaalde voorwaarden vervuld zijn. Zo moet de
jongere onderwijs volgen in een onderwijsinrichting
of vormingscentrum. Dit staat in het KB van 30
december 1975.



Dit besluit bepaalt nauwkeurig hoeveel uren
minimaal per week moeten worden gevolgd,
evenals de minimale spreiding hiervan over de
week. De onderwijsinstellingen leveren een
document af dat hiervan het bewijs levert. Dit is niet
mogelijk bij thuisonderwijs: er is geen objectief
criterium voorhanden om de toekenning van
kinderbijslag tijdens de periode van thuisonderwijs
te verantwoorden. Mochten de ouders in die
gevallen toch kinderbijslag ontvangen, zou dit een
discriminatie inhouden ten aanzien van jongeren
die wel onderwijs volgen in een erkende
schoolinstelling.
13.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Il est
quand-même plutôt surprenant que les autorités
estiment que l'enseignement à domicile ne répond
à aucune condition. Il y a l'attestation de la
commission centrale d'examen, il y a une
inspection et il y a une obligation de notification
auprès des deux Communautés. Les autorités
disposent donc d'instruments de contrôle en
suffisance.

Les parents dont les enfants suivent un
enseignement à domicile font indiscutablement
l'objet d'une discrimination. Ils font réaliser
annuellement aux pouvoirs publics une économie
moyenne de 5.000 euros, mais sont financièrement
et socialement discriminés par ces mêmes pouvoirs
publics.
13.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Ik vind
het toch kras dat de overheid ervan uitgaat dat
thuisonderwijs aan geen enkele voorwaarde
voldoet. Er is het getuigschrift van de centrale
examencommissie, er is inspectie en er is
meldingsplicht bij een van beide Gemeenschappen.
De overheid heeft bijgevolg meer dan voldoende
controle-instrumenten.

Ouders wier kinderen thuisonderwijs krijgen worden
onmiskenbaar gediscrimineerd. Zij besparen de
overheid jaarlijks gemiddeld 5.000 euro, maar
worden door diezelfde overheid financieel en
sociaal gediscrimineerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 16
heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.00 uur.
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE

Document Outline