CRABV 51 COM 285
CRABV 51 COM 285
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi woensdag
02-06-2004 02-06-2004
Après-midi Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Jean-Luc Crucke à la ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les travaux de la Commission du
dialogue interculturel" (n° 2795)
1
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de werkzaamheden van de Commissie voor
Interculturele Dialoog" (nr. 2795)
1
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Marie Arena,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Marie Arena,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Ludo Van Campenhout au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"la politique présentée récemment en matière
d'économie sociale" (n° 2915)
2
Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het recent voorgestelde beleid inzake sociale
economie" (nr. 2915)
2
Orateurs: Ludo Van Campenhout, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Ludo Van Campenhout, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs
à la secrétaire d'État à l'Organisation du travail et
au Bien-être au travail, adjointe au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la santé des femmes
au travail" (n° 2877)
5
Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk,
toegevoegd aan de minister van Werk en
Pensioenen over "de gezondheid van werkende
vrouwen" (nr. 2877)
5
Orateurs: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat à
l'Organisation du travail et du Bien-être au
travail
Sprekers: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Kathleen Van Brempt, staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk
Question de Mme Maggie De Block à la secrétaire
d'État à l'Organisation du travail et au Bien-être au
travail, adjointe au ministre de l'Emploi et des
Pensions sur "l'exposition à l'amiante sur le lieu de
travail" (n° 2925)
5
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de blootstelling
aan asbest tijdens het werk" (nr. 2925)
5
Orateurs: Maggie De Block, Kathleen Van
Brempt, secrétaire d'Etat à l'Organisation du
travail et du Bien-être au travail
Sprekers: Maggie De Block, Kathleen Van
Brempt, staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk
Question de M. Alain Mathot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la libre circulation en
Belgique de travailleurs originaires des nouveaux
Etats membres" (n° 2871)
7
Vraag van de heer Alain Mathot aan de minister
van Werk en Pensioenen over "het vrije verkeer in
België van werknemers afkomstig uit de nieuwe
lidstaten" (nr. 2871)
7
Orateurs:
Alain Mathot, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Alain Mathot, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le contrôle de la
disponibilité des jeunes demandeurs d'emploi"
(n° 2986)
8
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de controle van de
beschikbaarheid van de jonge werkzoekenden"
(nr. 2986)
8
Orateurs:
Nahima Lanjri, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Nahima Lanjri, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de M. Roel Deseyn au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le projet de directive
Bolkestein" (n° 3061)
10
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de ontwerprichtlijn
Bolkestein"
10
Orateurs:
Roel Deseyn, Frank
Sprekers:
Roel Deseyn, Frank
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
ii
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Questions jointes de
12
Samengevoegde vragen van
12
- Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi et
des Pensions sur "le statut des gardiens et
gardiennes d'enfants" (n° 2997)
12
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk en Pensioenen over "het statuut van de
onthaalouders" (nr. 2997)
12
- Mme Nahima Lanjri au ministre de l'Emploi et
des Pensions sur "le statut des gardiens et des
gardiennes d'enfants" (n° 3062)
12
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van
Werk en Pensioenen over "het statuut van de
onthaalouders" (nr. 3062)
12
Orateurs:
Nahima Lanjri, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Nahima Lanjri, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
pension complémentaire pour le personnel
contractuel des établissements de soins publics"
(n° 2825)
13
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
aanvullend pensioen voor het contractueel
personeel van de openbare
verzorgingsinstellingen" (nr. 2825)
13
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les résultats de
l'étude de Eureschannel portant sur l'emploi
transfrontalier" (n° 3008)
14
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
resultaten van de studie van Eureschannel over
grensoverschrijdende arbeid" (nr. 3008)
14
Orateurs:
Jean-Luc Crucke, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Jean-Luc Crucke, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de M. Mark Verhaegen au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "l'assouplissement
des modalités régissant le travail saisonnier"
(n° 3047)
16
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
uitbreiding van de seizoenarbeid" (nr. 3047)
16
Orateurs:
Mark Verhaegen, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Mark Verhaegen, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
02
JUIN
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
02
JUNI
2004
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 14h.17 par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door
de heer Hans Bonte, voorzitter.
01 Question de M. Jean-Luc Crucke à la ministre
de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Egalité
des chances sur "les travaux de la Commission
du dialogue interculturel" (n° 2795)
01 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "de werkzaamheden van
de Commissie voor Interculturele Dialoog"
(nr. 2795)
01.01 Jean-Luc Crucke (MR): L'agence Belga a
annoncé le dépôt du rapport final de la Commission
du dialogue interculturel pour février 2005. Quelle
est la fréquence des réunions? Quelles sont les
thématiques abordées ? Quel agenda a-t-il été fixé
pour la suite des travaux ? Un débat est-il prévu
après le dépôt du rapport final ?
Je n'ai pas trouvé trace d'un site internet. Celui-ci
existe-t-il ? Enfin, quelle est votre sentiment sur ce
dossier ?
01.01 Jean-Luc Crucke (MR): Het agentschap
Belga maakte bekend dat het eindverslag van de
Commissie voor Interculturele Dialoog tegen
februari 2005 zou ingediend worden. Hoe vaak
heeft de Commissie al vergaderd? Welke thema's
kwamen tijdens de vergaderingen aan bod? Hoe
ziet de agenda voor de komende werkzaamheden
eruit? Volgt er op de indiening van het eindverslag
een debat?
Ik heb op internet geen site kunnen vinden met
informatie over de werkzaamheden van de
Commissie. Bestaat een dergelijke site? Wat is tot
slot uw mening over dit dossier?
01.02 Marie Arena, ministre (en français): La
Commission du dialogue interculturel se réunit en
moyenne deux fois par mois. L'agenda des travaux
a été fixé jusqu'en février 2005. Je le tiens à votre
disposition, mais il n'est établi qu'à titre indicatif.
Différentes auditions sont prévues et programmées
jusqu'en octobre 2004, date à laquelle on vérifiera
si la méthodologie retenue est la bonne. Le rapport
final sera rendu en février 2005.
Le programme des auditions aborde les principaux
thèmes liés aux questions interculturelles. Lors de
la remise du rapport final, j'organiserai une
conférence interministérielle. L'objectif sera de
01.02 Minister Marie Arena (Frans): De Commissie
voor Interculturele Dialoog komt gemiddeld
tweemaal per maand samen. De agenda van de
werkzaamheden is vastgelegd tot februari 2005. Ik
kan u hem bezorgen, maar hij is niet bindend. Er
zullen verschillende hoorzittingen gehouden
worden. Het programma daarvan staat vast tot
oktober 2004. Op dat moment zal worden
nagegaan of de gevolgde methode de goede is.
Het eindverslag zal in februari 2005 klaar zijn.
Het programma van de hoorzittingen is zo
opgesteld dat de voornaamste thema's in verband
met interculturele vraagstukken zullen behandeld
worden. Ter gelegenheid van de overhandiging van
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
2
traduire concrètement les conclusions et
recommandations figurant dans le rapport.
Un site internet existe depuis le 26 avril dernier.
het eindverslag zal ik een interministeriële
conferentie organiseren waarop de besluiten en
aanbevelingen van dit verslag in concrete
maatregelen zullen omgezet worden.
Op 26 april jongstleden werd een website
opgestart.
Depuis le lancement du dialogue, les acteurs de
terrain sont nombreux à s'être manifestés. Cela me
conforte dans l'idée que la méthodologie proposée
est la bonne. Cette participation plurielle me
conforte également dans l'idée qu'un dialogue
interculturel serein se construit en associant les
différentes composantes de notre société à un
débat qui s'inscrit dans un cadre démocratique et
non à coup de lois ou de résolutions.
Sinds de dialoog van start ging, hebben talrijke
maatschappelijke actoren gereageerd. Dat sterkt
mij in de overtuiging dat de voorgestelde
methodologie de juiste is. Deze uitgebreide respons
toont tevens aan dat een serene interculturele
dialoog slechts kan worden gevoerd door de
verschillende geledingen van de samenleving ten
volle bij een democratisch debat te betrekken, en
niet door wetten of resoluties uit te vaardigen.
01.03 Jean-Luc Crucke (MR): Le travail que vous
faites est important.
01.03 Jean-Luc Crucke (MR): U verricht
belangrijk werk.
01.04 Marie Arena, ministre (en français): Ce que
nous souhaitons mettre en avant c'est la
citoyenneté.
01.04 Minister Marie Arena (Frans): Wij willen de
klemtoon leggen op het burgerschap.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Ludo Van Campenhout au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "la politique présentée récemment en matière
d'économie sociale" (n° 2915)
02 Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan
de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "het recent voorgestelde beleid inzake
sociale economie" (nr. 2915)
02.01 Ludo Van Campenhout (VLD): Le plan de
politique pour l'économie sociale vise à améliorer la
situation sur le marché de l'emploi des personnes
avec un handicap professionnel. L'objectif est de
créer 12.000 emplois nouveaux et définitifs. Sont
concernées en premier lieu les personnes
bénéficiant du revenu d'intégration. Le revenu
d'intégration sera activé par le biais de subventions
complémentaires versées par les employeurs.
D'autres initiatives ont également été prises telles
que l'activation SINE, visant une activation
permanente des personnes bénéficiant du revenu
d'intégration, et le plan Activa.
Dans les grandes villes, le problème de l'insertion
des personnes peu scolarisées ayant un handicap
professionnel ne se résume pas à une simple
activation de leurs allocations. Il s'agit souvent de
personnes qui doivent être intégrées dans des
programmes de transition professionnelle. D'une
manière générale, l'activation du revenu
d'intégration n'offre que peu de perspectives quant
à un emploi définitif. Lorsque la période durant
laquelle l'employeur bénéficie de subventions pour
l'engagement de personnes bénéficiant du revenu
d'intégration se termine, il y a souvent un
02.01 Ludo Van Campenhout (VLD): Het
beleidsplan Sociale Economie wil de kansen van
personen met een arbeidshandicap op de
arbeidsmarkt verhogen. Het is de bedoeling voor
hen 12.000 nieuwe, definitieve banen te scheppen.
Men richt zich hierbij in de eerste plaats op
leefloners. Vooreerst zal het leefloon worden
geactiveerd via bijkomende toelagen aan de
werkgevers. Hiernaast zijn er nog de zogenaamde
SINE-activering, die de blijvende activering van
leefloners beoogt, en het Activa-plan.
In de grote steden vormt de inschakeling van
laaggeschoolden met een arbeidshandicap een
complexer probleem dan louter de activering van
hun uitkeringen. Hier heeft men vaak te maken met
problematische personen, die nood hebben aan
doorstromingsprogramma's. De activering van het
leefloon biedt meestal weinig garanties op
definitieve tewerkstelling. Wanneer de periode
waarin de werkgever subsidies krijgt voor het in
dienst nemen van een leefloner afgelopen is, wordt
die vaak ontslagen. Hij of zij komt dan meestal
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
3
licenciement à la clé. La personne concernée se
retrouve alors souvent dans le cercle vicieux des
allocations de chômage ou du CPAS.
opnieuw terecht in een vicieuze cirkel van
werkloosheids- en OCMW-uitkeringen.
Les projets de réinsertion sont trop axés sur des
projets socio-économiques. La question est de
savoir si une aide peut également être apportée à
l'économie régulière.
Concernant les chômeurs de longue durée peu
qualifiés, nous ne disposons que de données
quantitatives, alors que des données qualitatives
sont de toute évidence également nécessaires. Il
serait alors possible de mieux guider le processus.
Où en est le ministre en ce qui concerne la
concrétisation des 12.000 nouveaux emplois dans
l'économie de réinsertion? Dans quelle mesure
touche-t-on les groupes cibles? A combien se
monte le nombre de travailleurs qui décrochent et
pour quelles raisons renoncent-ils? Le ministre
reconnaît-il l'importance qu'il y a à disposer de
meilleurs instruments de mesure pour déterminer le
trajet de réinsertion? De quels programmes de
transition professionnelle le ministre dispose-t-il
pour optimiser le lien vers l'économie sociale pour
les individus qui posent le plus de problèmes? Le
ministre s'emploiera-t-il également à augmenter
substantiellement l'emploi structurel accessible au
plus grand nombre? Comment le ministre lèvera-t-il
les incertitudes concernant le calcul et le paiement
corrects du salaire?
Herinschakelingsprojecten worden te veel
toegespitst op sociaal-economische projecten. De
vraag is of ook een hand kan worden gereikt aan
de reguliere economie.
Over de laaggeschoolde langdurig werklozen
beschikken we alleen over kwantitatieve gegevens,
terwijl er ook duidelijk nood is aan kwalitatieve
gegevens. Dan kan beter worden gestuurd.
Hoe ver staat de minister met de realisatie van de
12.000 nieuwe banen in de
herinschakelingseconomie? Hoe goed bereikt men
de verschillende doelgroepen? Hoeveel
deelnemers haken af en waarom doen ze dat?
Erkent de minister het belang van betere
meetinstrumenten bij de bepaling van het
herinschakelingstraject? Welke
doorstromingsprogramma's heeft de minister om de
link naar de sociale economie voor de meest
problematische individuen te optimaliseren? Zal de
minister ook werk maken van een substantiële
toename van laagdrempelige
finaliteitstewerkstelling? Hoe zal de minister de
onzekerheid omtrent een correcte loonberekening
en -uitbetaling wegnemen?
02.02 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais):
Lors de la conférence sur l'emploi, les différentes
parties à l'accord de coopération relatif à
l'économie sociale se sont engagées à créer
12.000 emplois dans ce secteur au cours de la
présente législature.
Dans mon domaine de compétence, il est question
de la création de 1.200 emplois effectifs dans le
cadre de la subvention majorée de l'Etat prévue à
l'article 60, § 7. Les possibilités d'activation du
public-cible ont aussi été étendues.
D'autres mesures seront également prises en vue
de la création d'emplois supplémentaires, telles que
l'octroi d'une aide à la mise en place et au
fonctionnement de coopératives d'activités. Les
cadres décrétaux relatifs aux services de proximité
deviennent une réalité. Le fonds d'impulsion
relancera prochainement un appel aux nouveaux
projets.
02.02 Minister Bert Anciaux (Nederlands): De
verschillende partijen van het
samenwerkingsakkoord sociale economie
engageerden zich op de
werkgelegenheidsconferentie om tijdens deze
regeerperiode 12.000 nieuwe jobs in de sector te
creëren.
Binnen mijn bevoegdheidsdomein is er sprake van
een toename met 1.200 effectieve tewerkstellingen
in het kader van de verhoogde staatstoelage uit
artikel 60 § 7. Ook werden de
activeringsmogelijkheden van het doelpubliek
uitgebreid.
Er worden ook andere maatregelen uitgewerkt om
te zorgen voor bijkomende arbeidscreatie, zoals
steunverlening bij het opstarten en functioneren van
activiteitencoöperatieven. De decretale kaders voor
de buurt- en nabijheidsdiensten worden een feit.
Binnenkort doet het impulsfonds een nieuwe
oproep om nieuwe projecten.
Ik werk nauw samen met de ministers van de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
4
Je travaille en étroite collaboration avec les
ministres des entités fédérées. Les aides
spécifiques en faveur des ateliers sociaux relèvent
de la compétence du ministre flamand de l'Emploi.
deelstaten. Specifieke steun voor de sociale
werkplaatsen behoort tot de bevoegdheid van de
Vlaamse minister van Tewerkstelling.
Nous ne disposons pas de chiffres récents sur le
parcours des personnes après l'expiration de la
mesure dans le cadre de l'article 60 § 7. Selon une
enquête de l'administration fédérale réalisée en
1998, 50 pour cent des personnes concernées
redevenaient chômeurs, 30 pour cent avaient un
emploi et 11 pour cent recourraient à nouveau à
l'aide sociale.
Les mesures du programme de printemps qui ont
été mises en oeuvre donnent à penser que les
résultats se sont sensiblement améliorés depuis
lors. Le SPP Intégration sociale, Lutte contre la
pauvreté et Economie sociale collecte actuellement
des statistiques plus précises. Une enquête de
plusieurs années sur la cohésion sociale est
également en cours depuis le 1er avril 2003. On
étudie également la mobilité en amont et en aval
des carrières de travailleurs et de chômeurs.
L'étude prendra fin au terme de l'année 2004 et
permettra certainement de récolter des données de
meilleure qualité.
Er zijn geen recente cijfers betreffende het traject
van de individuen na afloop van de maatregel
artikel 60 § 7. Een enquête van de federale
administratie uit 1998 toont aan dat 50 procent
opnieuw werkloos was, 30 procent werk had en 11
procent was teruggevallen op de maatschappelijke
dienstverlening.
De maatregelen van het lenteprogramma, dat
sindsdien werd ingevoerd, laten veronderstellen dat
de resultaten sindsdien gevoelig zijn verbeterd. De
POD Maatschappelijke Integratie,
Armoedebestrijding en Sociale Economie verzamelt
momenteel meer diepgaande statistische
gegevens. Tevens loopt er sedert 1 april 2003 een
meerjarig onderzoek rond sociale cohesie. Men
onderzoekt opwaartse en neerwaartse mobiliteit in
loopbanen van werkenden en werklozen. De studie
stopt eind 2004 en zal zeker meer kwalitatieve
gegevens opleveren.
Il est bien évidemment souhaitable de disposer
d'un meilleur instrument de mesure pour les trajets
de réinsertion. Mais chaque trajet ayant ses
caractéristiques propres, il sera difficile de
développer un instrument de mesure standardisé.
Dans le cadre de l'accord de coopération relatif à
l'économie sociale, les efforts communs seront
déployés selon trois axes.
Un de ces axes concerne l'entreprise socialement
responsable. Dans ma note de politique générale,
j'ai souligné que la politique fédérale en matière
d'économie sociale repose essentiellement sur
l'économie sociale et qu'elle vise à imprégner
l'économie classique des valeurs de celle-ci. Le
calcul et le paiement d'allocations activées doivent
être optimisés. Bien que cette matière ne relève
pas de ma compétence, je soutiendrai toute
avancée dans cette voie. Les subventions
temporaires octroyées par l'entremise des CPAS
ne constituent qu'un premier pas et doivent être
assorties de mesures qui offrent aux employeurs
des avantages ONSS dégressifs.
Een beter meetinstrument inzake
herinschakelingstrajecten is natuurlijk wenselijk,
maar elk traject is verschillend, zodat de
ontwikkeling van een gestandaardiseerd
meetinstrument niet gemakkelijk is. Binnen het
samenwerkingsakkoord sociale economie zal men
de gemeenschappelijke inspanningen coördineren
rond drie pijlers.
Een van de pijlers heeft het over maatschappelijk
verantwoord ondernemen. In mijn beleidsnota
onderstreep ik dat de sociale economie de core
business uitmaakt van de federale politiek rond
sociale economie. Het doel bestaat erin de
waarden van de sociale economie te laten afstralen
op de reguliere economie. De berekening en
uitbetaling van geactiveerde uitkeringen moeten
worden geoptimaliseerd. Het behoort niet tot mijn
bevoegdheden, maar ik zal elke stap in die richting
ondersteunen. Tijdelijke subsidies via het OCMW
zijn slechts een eerste stap en moeten worden
gevolgd door maatregelen die degressieve RSZ-
voordelen bieden voor de werkgevers.
La distinction entre le salaire minimum et les
allocations de chômage ne représente qu'une
partie du problème. Il convient avant tout de veiller
à une réintégration sociale. A cet effet, différentes
conditions doivent être remplies, allant d'un
encadrement de qualité à de bonnes conditions de
Het onderscheid tussen minimumloon en
werkloosheidsuitkering is slechts een deel van het
probleem. Er dient bovenal een sociale
herintegratie te gebeuren. Om dit te doen, moeten
verschillende voorwaarden vervuld zijn, gaande van
kwaliteitsvolle omkadering tot goede materiële en
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
5
travail, tant sur le plan matériel que financier.
financiële arbeidsvoorwaarden.
02.03 Ludo Van Campenhout (VLD): Cette
matière relève d'une multitude de compétences
institutionnelles. Le ministre est sans doute
favorable à la définition d'ensembles homogènes
de compétences pour les Régions. Je voudrais
toutefois déjà le remercier pour les 1.200 emplois
effectifs qu'il a créés et pour les mesures qu'il a
prises et dont il a assuré la coordination.
02.03 Ludo Van Campenhout (VLD): De materie
slaat op vele institutionele bevoegdheden. De
minister is het vermoedelijk eens met homogene
bevoegdheidspakketten voor de regio's. Ik dank
hem in afwachting niettemin reeds voor de 1.200
effectieve plaatsen die hij creëerde en voor de
maatregelen die hij nam en coördineerde.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Danielle Van Lombeek-
Jacobs à la secrétaire d'État à l'Organisation du
travail et au Bien-être au travail, adjointe au
ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la
santé des femmes au travail" (n° 2877)
03 Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk,
toegevoegd aan de minister van Werk en
Pensioenen over "de gezondheid van werkende
vrouwen" (nr. 2877)
03.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Dans
notre pays, l'inflammation du bras est une maladie
professionnelle identifiée pour les violonistes et non
pour les ouvrières des papeteries. Les problèmes
d'intoxication chimique ne sont pas reconnus dans
les services de nettoyage et les lombalgies des
infirmières ne sont pas non plus considérées
comme maladies professionnelles. Bref, les
politiques de prévention en matière de santé et de
sécurité semblent surtout viser les hommes. Ne
pensez-vous pas qu'il faudrait réaliser une étude de
genre dans le domaine ?
03.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): In
ons land worden ontstekingen van de arm als
beroepsziekte erkend voor violisten, maar niet voor
arbeidsters in een papierfabriek. Beroepsziekten
veroorzaakt door bepaalde chemische stoffen
worden niet erkend in de schoonmaaksector en
lumbago wordt niet als beroepsziekte erkend voor
het personeel van de verpleegsector. Het
preventiebeleid inzake gezondheid en veiligheid lijkt
zich dus vooral op de mannen te richten. Meent u
niet dat een genderstudie daarover op zijn plaats
zou zijn?
03.02 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'État (en
français) : Depuis 2002, le rapport annuel du Fonds
des maladies professionnelles précise le sexe des
personnes atteintes de maladies professionnelles :
93 % des incapacités de travail définitives
concernent les hommes, et 7 % les femmes. Les
maladies pulmonaires frappent surtout les hommes
(silicose) et les maladies de peau surtout les
femmes, les maladies infectieuses se répartissant
fifty-fifty. Pour les facteurs physiques (vibrations
mécaniques ou manutention de charges), la
politique d'intervention sera remaniée (seule la
sciatique provoquée par les vibrations de véhicules
mal suspendus sera reconnue), mais on ne peut
prévoir son influence sur la répartition entre sexes.
03.02 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt
(Frans): Sinds 2002 vermeldt het jaarverslag van
het Fonds voor beroepsziekten het geslacht van de
personen die aan een beroepsziekte lijden: 93 %
van de definitief arbeidsongeschikt verklaarde
personen zijn mannen en 7 % vrouwen. De
longaandoeningen treffen vooral de mannen
(silicose) en de huidziekten vooral de vrouwen,
terwijl de infectieziekten gelijk over de twee
geslachten gespreid zijn. Voor de fysische factoren
(mechanische trillingen of het dragen van lasten),
zal het beleid inzake tegemoetkomingen worden
herwerkt (enkel ischias veroorzaakt door de
trillingen van voertuigen met een slechte ophanging
zal worden erkend). Het is echter niet mogelijk te
voorspellen welke invloed die maatregel op de
verdeling tussen de geslachten zal hebben.
Je souhaite une répartition et une prévention
suivant des critères objectifs d'exposition aux
risques, quel que soit le sexe concerné.
Ik wil een verdeling en een preventie die stoelen op
objectieve criteria inzake de blootstelling aan
risico's, ongeacht het geslacht van de betrokkenen.
03.03 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS) : Il
faudrait revoir la liste des maladies
03.03 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): De
lijst van de beroepsziekten moet worden herzien ;
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
6
professionnelles; ce doit être la même chose pour
les hommes et pour les femmes.
die moet dezelfde zijn voor mannen en vrouwen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Maggie De Block à la
secrétaire d'État à l'Organisation du travail et au
Bien-être au travail, adjointe au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "l'exposition à
l'amiante sur le lieu de travail" (n° 2925)
04 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de blootstelling
aan asbest tijdens het werk" (nr. 2925)
04.01 Maggie De Block (VLD): Même si l'amiante
a été interdite en 1997 en Belgique, notre pays
compte un nombre non négligeable de patients
souffrant d'asbestose. De nombreux bâtiments
pourraient encore contenir de l'amiante. Le produit
est souvent découvert par hasard lors de travaux
de rénovation.
Les effets de l'asbestose ne sont pas toujours
immédiatement décelables mais ils peuvent être
très graves à moyen et à long terme et même
entraîner la mort. La période d'incubation de la
maladie est de vingt ans, ce qui complique encore
l'estimation du nombre précis de victimes. Si la
maladie est reconnue comme maladie
professionnelle, la charge de la preuve,
particulièrement lourde, incombe au patient. Il
existe davantage d'arguments en faveur d'un
renversement de la charge de la preuve dans le
cas de l'asbestose que dans d'autres cas où la
charge de la preuve à déjà été renversée.
Un inventaire a-t-il déjà été dressé des bâtiments
contenant de l'asbeste ? Quelles mesures la
ministre prend-elle afin de renforcer la protection
des travailleurs contre l'exposition à l'amiante sur le
lieu de travail ?
04.01 Maggie De Block (VLD): Hoewel asbest in
1997 werd verboden in België, telt ons land toch
een niet onaanzienlijk aantal asbestpatiënten. De
vrees bestaat dat asbest nog in heel wat gebouwen
aanwezig is. Vaak wordt toevallig, bij
renovatiewerken, asbest ontdekt.
De gevolgen van asbestose zijn niet altijd
onmiddellijk zichtbaar, maar ze kunnen op
middellange en lange termijn zeer ernstig zijn en
soms zelfs tot de dood leiden. De latentietijd van de
ziekte bedraagt twintig jaar, wat de inschatting van
het precieze aantal slachtoffers nog bemoeilijkt. De
ziekte wordt weliswaar erkend als een
beroepsziekte, maar de erg zware - bewijslast ligt
bij de patiënt. Er zijn meer argumenten om de
bewijslast voor deze ziekte om te keren dan er zijn
in de gevallen waar dit al gebeurd is.
Bestaat er een inventaris van de gebouwen waarin
asbest is verwerkt? Welke maatregelen neemt de
minister om werknemers beter te beschermen
tegen blootstelling aan asbest op het werk?
04.02 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Il n'est guère sensé de dresser un
inventaire des bâtiments qui contiennent de
l'amiante parce que cette substance est
omniprésente dans notre pays. Toutefois, tout
employeur est tenu d'établir un inventaire d'amiante
concernant ses locaux. En 2002, un peu plus de
nonante pour cent des entreprises comptant plus
de cinquante travailleurs avaient dressé un tel
inventaire.
En Belgique, une législation stricte est en vigueur
en ce qui concerne l'amiante depuis de
nombreuses années. L'utilisation d'amiante a été
interdite dans la plupart des applications. Une
réglementation détaillée a, en outre, été élaborée
en vue d'une utilisation correcte de l'amiante et des
produits en contenant. La protection peut toutefois
04.02 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt
(Nederlands): Het heeft weinig zin om een
inventaris op te stellen van de gebouwen die asbest
bevatten, omdat asbest in ons land
alomtegenwoordig is. Wel is elke werkgever
verplicht een asbestinventaris op te stellen voor zijn
werkplaatsen. In 2002 had ruim negentig procent
van de bedrijven met meer dan vijftig werknemers
een dergelijke inventaris opgemaakt.
België heeft al lange tijd een strenge
asbestwetgeving. Het gebruik van asbest werd in
zo goed als alle toepassingen verboden. Verder
werd een gedetailleerde regelgeving uitgewerkt
voor een correcte omgang met asbest en
asbesthoudende producten. Toch kan de
bescherming nog beter. We moeten ingevolge een
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
7
encore être améliorée. Suite à un arrêt et un avis
du Conseil d'Etat, nous devons concevoir une
nouvelle formule pour l'agrément des entreprises
de désamiantage. Dans le courant de la semaine
prochaine, je soumettrai un projet d'arrêté royal
relatif à l'amiante au Conseil supérieur pour la
Prévention et la Protection au travail.
Cet arrêté royal transpose une adaptation apportée
à une directive européenne relative à l'amiante,
détermine clairement qui peut procéder à
l'extraction d'amiante et dans quelles conditions et
détaille les moyens de prévention d'une exposition
à cette substance. La formation des personnes
chargées d'effectuer le travail de désamiantage y
est également réglée. Par ailleurs, nous travaillons
avec la ministre de l'Economie à l'élaboration d'un
système de certification concluant pour tout qui
effectue des travaux de désamiantage.
arrest en een advies van de Raad van State op
zoek naar een nieuwe formule voor de erkenning
van asbestruimers. In de komende week bezorg ik
een ontwerp-KB over asbest aan de Hoge Raad
voor Preventie en Bescherming.
Het KB zet de aanpassing aan een Europese
richtlijn over asbest om en creëert duidelijkheid
over wie asbest mag verwijderen en hoe, en over
de manier om blootstelling aan asbest te
voorkomen. Ook de vorming van asbestruimers
wordt geregeld. Verder wordt samen met de
minister van Economie gewerkt aan een sluitend
certificatiesysteem voor wie asbestruimingswerken
verricht.
04.03 Maggie De Block (VLD): J'ignorais que la
Secrétaire d'Etat préparait un arrêté royal. Voilà en
tout cas une bonne nouvelle. Nous pourrons sans
doute prendre connaissance de son contenu dans
la presse.
04.03 Maggie De Block (VLD): Ik wist niet dat de
staatssecretaris een KB voorbereidde. Het is in elk
geval goed nieuws. We zullen dan wel via de pers
vernemen wat er precies in staat.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La séance est suspendue à 14.53 heures.
De vergadering wordt geschorst om 14.53 uur.
La réunion publique de commission est reprise à
15.45 heures.
De openbare commissievergadering wordt hervat
om 15.45 uur.
05 Question de M. Alain Mathot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la libre circulation
en Belgique de travailleurs originaires des
nouveaux Etats membres" (n° 2871)
05 Vraag van de heer Alain Mathot aan de
minister van Werk en Pensioenen over "het vrije
verkeer in België van werknemers afkomstig uit
de nieuwe lidstaten" (nr. 2871)
05.01 Alain Mathot (PS): Le projet d'arrêté royal
adopté par le Conseil des ministres le 12 mars
2004 prévoit que les entreprises prestataires de
services établies dans l'espace économique
européen peuvent détacher temporairement leurs
travailleurs en Belgique sans obligation du permis
de travail, à condition que ces travailleurs soient
occupés de manière légale dans le pays où
l'entreprise est établie.
A dater du 1
er
mai 2004 toute entreprise établie
dans un des dix nouveaux Etats membres pourra-t-
elle détacher temporairement ses travailleurs en
Belgique?
Comment votre administration contrôle-t-elle le
respect de la loi du 5 mars 2002, et principalement
le respect des conditions de travail et de
rémunération prévues par les conventions
05.01 Alain Mathot (PS): Het door de
Ministerraad van 12 maart 2004 goedgekeurd
ontwerp-koninklijk besluit bepaalt dat
dienstverlenende ondernemingen gevestigd in de
Europese Economische Ruimte hun werknemers
tijdelijk kunnen detacheren naar België zonder
arbeidskaartverplichting, op voorwaarde dat die
werknemers wettig worden tewerkgesteld in het
land waar de onderneming is gevestigd.
Mag elke onderneming die in een van de tien
nieuwe EU-lidstaten is gevestigd vanaf 1 mei 2004
tijdelijk werknemers naar België detacheren?
Op welke manier controleert uw administratie de
naleving van de wet van 5 maart 2002, en
inzonderheid de naleving van de arbeids- en
loonvoorwaarden zoals bepaald in de algemeen
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
8
collectives de travail rendues obligatoires? Quelles
sont les statistiques et les résultats de ces
contrôles?
Étant donné la différence entre le nombre de
travailleurs détachés déclarés sur la base de la loi
du 5 mars 2002 (3.731) et le nombre de travailleurs
détachés, estimé par l'ONSS (environ 50.000),
comment votre administration compte-t-elle mener
ses contrôles à l'avenir?
Existe-t-il une répartition sectorielle des 50.000
travailleurs détachés et une estimation du nombre
de ceux qui sont actifs dans la construction?
bindend verklaarde collectieve
arbeidsovereenkomsten? Beschikt u over
statistieken in verband met die controles en welke
resultaten hebben zij opgeleverd?
Op welke manier zal uw administratie die controles
in de toekomst verrichten, gelet op het verschil
tussen het aantal gedetacheerde werknemers
waarvan aangifte werd gedaan op grond van de
wet van 5 maart 2002 (3.731) en het aantal
gedetacheerde werknemers dat door de RSZ wordt
geraamd (circa 50.000)?
Hoe zijn die 50.000 gedetacheerde werknemers
verdeeld over de verschillende bedrijfstakken en
hoeveel onder hen zijn naar schatting actief in de
bouwsector?
05.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
français): A partir du 1er mai 2004, une entreprise
établie dans un des nouveaux États membres peut
venir effectuer en Belgique des prestations de
services avec ses propres travailleurs sans
obligation d'autorisation de travail.
Concernant les statistiques, en 2003, il y a eu 19
inspecteurs sociaux en Flandre, 12 en Wallonie et 3
à Bruxelles, 141 contrôleurs sociaux en Flandre, 74
en Wallonie et 30 à Bruxelles, 25.040 enquêtes en
Flandre, 11.504 en Wallonie et 3.873 à Bruxelles.
Le nombre d'irrégularités constatées a été de
19.224 en Flandre, 10.213 en Wallonie et 2.503 à
Bruxelles.
Les contrôles sont effectués sur chantier par coups
de sonde et certains dossiers sont examinés sur la
base de plaintes ou d'informations faisant état de
situations abusives.
Le principe du paiement de la rémunération est
réglé par l'article 5 de la loi du 12 avril 1965 ;
l'extrait bancaire fourni par l'employeur constitue la
preuve du paiement.
05.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
Vanaf 1 mei 2004 kan een bedrijf dat in één van de
nieuwe lidstaten is gevestigd, in België diensten
leveren met zijn eigen werknemers en zonder dat
daartoe een arbeidsvergunning verplicht is.
Wat de statistieken betreft, telde Vlaanderen in
2003 19 sociale inspecteurs, Wallonië 12 en
Brussel 3. Daarnaast waren er 141 sociale
controleurs in Vlaanderen, 74 in Wallonië en 30 in
Brussel. Voorts liepen er 25.040 onderzoeken in
Vlaanderen, 11.504 in Wallonië en 3.873 in
Brussel. In Vlaanderen werden 19.224
onregelmatigheden vastgesteld, in Wallonië 10.213
en in Brussel 2.503.
De controles worden steekproefsgewijs op de
werven uitgevoerd en bepaalde dossiers worden op
basis van klachten of inlichtingen over misbruiken
onderzocht.
De betaling van het loon is bepaald bij artikel 5 van
de wet van 12 april 1965; het door de werkgever
voorgelegde rekeninguittreksel geldt als bewijs van
betaling.
L'estimation de l'ONSS (50.000 travailleurs
détachés) est prudente: elle se base sur le nombre
de formulaires E 101 reçus, mais l'envoi de ce
formulaire n'est pas obligatoire.
Il est logique que le nombre de travailleurs
détachés conformément à la loi du 5 mars 2002 soit
inférieur à l'estimation, puisque la déclaration de
détachement est facultative. Nous n'avons pas de
chiffres ventilés par secteurs.
J'ai déjà signalé à MM. Vandeurzen et Schoofs, en
De RSZ schat het aantal gedetacheerde
werknemers op 50.000. Het gaat om een
voorzichtige raming, die uitgaat van het aantal
ingediende formulieren E101. De indiening van dat
formulier is echter niet verplicht.
Het is logisch dat het aantal overeenkomstig de wet
van 5 maart 2002 gedetacheerde werknemers
lager ligt dan de schatting, aangezien de verklaring
van detachering niet verplicht is. We beschikken
niet over cijfers per sector.
Ik wees de heren Vandeurzen en Schoofs er in april
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
9
avril dernier, que le gouvernement avait décidé, lors
du conclave budgétaire d'octobre 2003, de
renforcer l'inspection sociale, notamment par le
recrutement de plus de 71 nouveaux inspecteurs à
brève échéance.
al op dat de regering tijdens het begrotingsconclaaf
van oktober 2003 besliste de sociale
inspectiediensten te versterken, door op korte
termijn 71 nieuwe inspecteurs in dienst te nemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre
de l'Emploi et des Pensions sur "le contrôle de la
disponibilité des jeunes demandeurs d'emploi"
(n° 2986)
06 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
controle van de beschikbaarheid van de jonge
werkzoekenden" (nr. 2986)
06.01 Nahima Lanjri (CD&V): Lors du Conseil des
ministres spécial de Gembloux, le ministre
Vandenbroucke a présenté son plan de
renforcement du contrôle de la disponibilité des
demandeurs d'emploi. La première phase de ce
plan s'étendrait jusqu'au 1
er
juillet 2005. Selon la
presse, quelque 90.000 jeunes demandeurs
d'emploi seraient convoqués au cours de cette
période. D'ici à 2007, la disponibilité d'environ
250.000 demandeurs d'emploi au total serait
contrôlée.
Quand débutera la première phase de ce plan ?
Les chiffres mentionnés dans la presse sont-ils
exacts ? Comment les contrôles seront-ils menés
concrètement ? Quels seront les critères utilisés ?
L'ONEM informera-t-il les divers services de
placement du résultat du contrôle en vue
d'éventuelles initiatives en matière
d'accompagnement ultérieur des demandeurs
d'emploi contrôlés ?
06.01 Nahima Lanjri (CD&V): Op de bijzondere
Ministerraad van Gembloers stelde minister
Vandenbroucke zijn plan voor om de controle op de
beschikbaarheid van werkzoekenden op te drijven.
De eerste fase van dit plan zou lopen tot 1 juli
2005. In die periode zouden volgens berichten in de
pers zo'n 90.000 jonge werkzoekenden worden
opgeroepen. Tegen 2007 zouden er in totaal circa
250.000 werkzoekenden op hun beschikbaarheid
worden gecontroleerd.
Wanneer start de eerste fase van dit plan? Kloppen
de cijfers die in de pers worden vermeld? Hoe
zullen de controles concreet verlopen? Welke
criteria zullen worden gehanteerd? Zal de RVA de
diverse arbeidsbemiddelingdiensten op de hoogte
brengen van het resultaat van de controle, met het
oog op eventuele initiatieven inzake verdere
begeleiding van de gecontroleerde werkzoekende?
06.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Le plan a été lancé conformément au
schéma établi. Les courriers invitant les
demandeurs d'emploi à un entretien seront
envoyés début juillet. L'entrée en service des
agents de l'ONEM, aussi appelés "facilitateurs", a
débuté. L'annonce des emplois vacants a été faite
la semaine dernière et les agents occuperont leur
nouvelle fonction le 1er septembre 2004. Les
premiers entretiens seront organisés à partir du 1er
octobre 2004.
Au cours d'une première phase, 90.849
demandeurs d'emploi seront contactés. Au total, un
peu plus de 250.000 chômeurs sont concernés par
cette procédure. Les contrôles seront les plus
humains possibles. A cet effet, un certain nombre
d'étapes préparatoires sont prévues: le profil des
facilitateurs a été consciencieusement dressé et ils
bénéficieront d'une formation intensive et des
directives claires leur seront transmises pour que
l'opération se déroule uniformément.
06.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De start van het plan verloopt
volgens het afgesproken schema. Begin juli
vertrekken de brieven die de werkzoekenden
uitnodigen voor het gesprek. De indienstneming
van de RVA-agenten of zogenaamde 'facilitatoren'
is begonnen, de vacatures werden vorige week
verspreid en de agenten starten op 1 september
2004 in hun nieuwe functie. De eerste gesprekken
worden vanaf 1 oktober 2004 gevoerd.
In de eerste fase zullen 90.849 werkzoekenden
worden gecontacteerd. Het totaal aantal
werkzoekenden dat de procedure zal doorlopen,
bedraagt iets meer dan 250.000. De controles
zullen in zo menselijk mogelijke omstandigheden
verlopen. Om dit te garanderen werd een aantal
voorbereidende stappen gezet: het profiel van de
facilitatoren werd zorgvuldig opgesteld en zij krijgen
een intensieve opleiding en duidelijke richtlijnen om
een eenvormige toepassing te realiseren.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
10
Au cours de la première phase, on estime que les
facilitateurs programmeront sept entretiens par jour
jusqu'en juin 2005, soit une interview d'environ une
heure avec chaque demandeur d'emploi. A l'heure
actuelle il est naturellement impossible d'évaluer le
nombre de personnes qui seront convoquées à un
deuxième ou à un troisième entretien.
Il va de soi que l'ONEM et les services de
médiation s'échangeront des informations. Il
convient d'éviter que les demandeurs d'emploi
soient invités à un entretien alors qu'ils suivent une
formation ou qu'ils doivent rassembler eux-mêmes
toute une série de preuves. Après l'entretien avec
le facilitateur, le demandeur d'emploi devra prendre
contact avec le service de placement en vue de
répondre à une éventuelle offre d'emploi ou de
suivre un plan d'accompagnement. Cet échange
d'informations figure dans l'accord de collaboration.
Le comité des fonctionnaires dirigeants formulera
bientôt une proposition concrète.
De facilitatoren zullen in de eerste fase tot en met
juni 2005 naar schatting zeven gesprekken per dag
voeren. Dit is ongeveer een interview van een uur
per werkzoekende. Men kan natuurlijk nu nog niet
inschatten hoeveel mensen zullen worden
uitgenodigd voor een tweede of derde gesprek.
Vanzelfsprekend komt er informatie-uitwisseling
tussen de RVA en de bemiddelingsdiensten. Men
moet vermijden dat werkzoekenden voor een
gesprek worden uitgenodigd die een opleiding aan
het volgen zijn of dat de werkzoekende zelf allerlei
bewijzen moet verzamelen. De werkzoekende moet
na het gesprek met de facilitator contact opnemen
met de bemiddelingsdienst met het oog op een
mogelijk aanbod van een baan of van een
begeleidingstraject. Deze informatie-uitwisseling
staat in het samenwerkingsakkoord. Het comité van
leidinggevend ambtenaren zal binnenkort een
concreet voorstel uitwerken.
06.03 Nahima Lanjri (CD&V): A combien de
facilitateurs sera-t-il fait appel? Des moyens
supplémentaires sont-ils prévus pour la réalisation
de ce plan de contrôle?
06.03 Nahima Lanjri (CD&V): Hoeveel
facilitatoren zullen er worden ingezet? Worden er
bijkomende middelen voor de realisatie van dit
controleplan uitgetrokken?
06.04 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Des moyens supplémentaires ont
évidemment été prévus.
Je vous communiquerai par écrit le nombre exact
de facilitateurs.
06.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Er werd vanzelfsprekend voorzien in
bijkomende middelen. Het exacte aantal
facilitatoren zal ik schriftelijk meedelen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Roel Deseyn au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le projet de
directive Bolkestein" (n° 3061)
07 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
ontwerprichtlijn Bolkestein"
07.01 Roel Deseyn (CD&V): Le commissaire
européen Bolkestein a déposé, le 13 janvier 2004,
un projet de directive destiné à supprimer les
obstacles freinant le développement des activités
de services et la finalisation du marché intérieur
européen.
Le projet de directive se base sur deux principes.
Tout d'abord, il entend interdire tous les obstacles
qu'aucun motif impérieux d'ordre général ne justifie
et constituant un frein à l'établissement d'une
entreprise sur le territoire d'un Etat membre.
L'impact de cette mesure se ressentira surtout dans
les secteurs des soins de santé et de l'économie
sociale. Les catégories sociales défavorisées
seront les premières victimes de cette évolution, ce
07.01 Roel Deseyn (CD&V): Europees
commissaris Bolkestein heeft op 13 januari 2004
een ontwerp van richtlijn ingediend dat alle
hinderpalen die de ontwikkeling van
dienstenactiviteiten en de voltooiing van de
Europese interne markt in de weg staan, uit de weg
wil ruimen.
De ontwerprichtlijn gaat uit van twee basisprincipes.
Ze wil op de eerste plaats alle mogelijk hinderpalen
verbieden waarvoor geen dwingende reden van
algemeen belang bestaat en die een rem vormen
op de vestiging van een onderneming op het
grondgebied van een lidstaat. De impact hiervan
zal zich vooral in de gezondheidszorg en in de
sector van de sociale economie laten voelen. De
sociaal zwakkeren zullen de eerste slachtoffers
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
11
qui est contraire au concept d'une Europe sociale.
Le deuxième principe est celui-ci du pays d'origine.
Les fournisseurs de services seront exclusivement
soumis aux dispositions nationales de leur pays
d'origine et non aux lois de l'Etat membre dans
lequel les services sont fournis.
La directive Bolkestein implique une libéralisation
poussée des activités de services et remet en
question le modèle social européen. Quelle est la
position de notre pays ? La Belgique va-t-elle
signifier son opposition à ce projet?
worden van deze evolutie, wat in tegenspraak is
met de idee van een sociaal Europa.
Het tweede principe is dat van het oorsprongland.
Dienstverleners zullen uitsluitend aan de nationale
bepalingen van hun land van oorsprong
onderworpen zijn en niet aan de wetten van de
lidstaat waar de diensten worden verleend.
De richtlijn-Bolkestein houdt een doorgedreven
liberalisering van de dienstenactiviteiten in en zet
het Europees sociaal model op losse schroeven.
Wat is het standpunt van ons land? Zal België
verzet aantekenen?
07.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): La directive est d'abord examinée par
le Conseil de ministres européens «Compétitivité»,
au sein duquel Mme Moerman représente notre
pays. M. Demotte et moi-même avons obtenu de la
présidence irlandaise que la directive Bolkestein
soit formellement examinée lors du Conseil des
ministres européens de l'Emploi, des Affaires
sociales et de la Santé des 1
er
et 2 juin 2004.
Certaines conséquences de la proposition nous
préoccupent également. Hier, mes collègues
européens ont accordé une attention toute
particulière à nos observations. Le gouvernement
estime que cette proposition ne peut être ni
adoptée ni rejetée sans autre forme de procès. La
réalisation d'un marché interne européen constitue
un objectif louable en soi. De fait, les services
représentent 70 pour cent du PNB et des emplois.
En outre, ladite proposition offre certains avantages
sur le plan de l'évaluation et de la simplification des
procédures. Le gouvernement tient cependant à
éviter que l'harmonisation des législations
nationales se limite aux secteurs dans lesquels les
Etats membres ne pourront plus intervenir à
l'avenir. Par ailleurs, il estime que ce projet de
directive doit être complété par un projet de
directive relatif aux services d'intérêt général. La
Belgique a fait savoir à la Commission et aux
autres pays que certains principes de base, tels
que le principe du pays d'origine, suscitent des
problèmes. Le gouvernement belge considère que
la santé publique, le secteur audiovisuel ainsi que
certains services sociaux doivent être partiellement
ou totalement exclus du projet. Les discussions
sont toujours en cours au sein du groupe consultatif
en charge de la compétitivité.
07.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Deze richtlijn wordt in de eerste
plaats door de Europese Ministerraad
Competitiviteit behandeld, waarin voor ons land
minister Moerman zitting heeft. Mijn collega
Demotte en ikzelf hebben bij het Ierse
voorzitterschap verkregen dat de richtlijn-Bolkestein
op 1 en 2 juni 2004 formeel werd besproken op de
Europese Ministerraad Werkgelegenheid, Sociale
Zaken en Gezondheid.
Ook wij maken ons ernstig zorgen over bepaalde
gevolgen van het voorstel. Ik heb gisteren heel wat
aandacht gekregen voor onze bezwaren bij mijn
Europese collega's. De regering is van oordeel dat
dit voorstel niet zonder meer aanvaard, maar ook
niet zonder meer verworpen kan worden. Op zich is
de voltooiing van de Europese interne markt
lovenswaardig. Diensten zorgen immers voor 70
procent van het BNP en de tewerkstelling. Het
voorstel biedt ook voordelen op het vlak van
evaluatie en vereenvoudiging van procedures. De
regering wil echter vermijden dat de harmonisering
van nationale wetgevingen beperkt blijft tot die
domeinen waar de lidstaten in de toekomst niet
meer kunnen optreden. Tevens vindt ze dat dit
ontwerp van richtlijn moet worden aangevuld met
een ontwerp van richtlijn inzake diensten van
algemeen belang. Ons land heeft aan de
Commissie en de andere landen laten weten dat
bepaalde basisprincipes zoals het
oorspronglandbeginsel problemen doen rijzen. De
Belgische regering meent dat de volksgezondheid,
de audiovisuele sector en bepaalde sociale
diensten geheel of gedeeltelijk moeten worden
uitgesloten. De besprekingen zijn nog bezig in de
raadsgroep Competitiviteit.
Les véritables négociations doivent encore débuter.
La décision sera seulement prise dans le courant
de 2005, voire plus tard. Nous devons prendre le
temps de mener les débats en profondeur. La
proposition peut avoir un impact très important sur
De eigenlijke onderhandelingen moeten nog van
start gaan. De besluitvorming komt er pas in de
loop van 2005, waarschijnlijk zelfs later. We moeten
alle tijd nemen om de besprekingen grondig te
voeren. De mogelijke impact van het voorstel op
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
12
certains secteurs. La directive constitue une
atteinte à la réglementation de base et aux piliers
de notre système de soins de santé, alors que l'UE
n'a aucune compétence en la matière. L'obligation
de notification préalable en cas de détachement
serait également supprimée. Notre pays ne pourrait
plus exiger que le prestataire de services originaire
d'un pays étranger dispose d'une adresse ou d'un
représentant sur notre territoire, ni qu'il soit obligé
d'y conserver ses documents sociaux. Le contrôle
des conditions de travail en matière de
détachement deviendrait donc impossible dans les
faits. La directive impliquerait également que les
Régions ne pourraient plus imposer de conditions
d'agrément aux bureaux intérimaires opérant sur
notre territoire à partir d'autres Etats membres.
Notre politique du marché du travail nécessite
d'importants remaniements mais on ne peut tolérer
que l'Europe transforme la politique du marché du
travail des Etats membres en une jungle. Les
travailleurs, mais aussi les employeurs, protestent,
tous secteurs confondus, contre les conséquences
de cette directive.
bepaalde sectoren is heel groot. De richtlijn vormt
een inbreuk op de basisreglementering en de
pijlers van ons zorgsysteem, zonder dat de EU
inzake gezondheidszorg enige bevoegdheid heeft.
Ook zou de verplichte voorafgaande kennisgeving
voor een detachering wegvallen. Ons land zou niet
meer kunnen eisen dat de dienstverstrekker uit een
ander land op ons grondgebied een adres of een
vertegenwoordiger heeft of de sociale documenten
op ons grondgebied moet bewaren. Op deze wijze
wordt de controle op de arbeidsvoorwaarden
inzake detachering feitelijk onmogelijk. Ook zou de
richtlijn impliceren dat de Gewesten geen
erkenningsvoorwaarden meer kunnen opleggen
aan interimkantoren die vanuit andere lidstaten op
ons grondgebied opereren.
Er zijn belangrijke ingrepen nodig in ons
arbeidsmarktbeleid. Het kan echter niet dat Europa
het arbeidsmarktbeleid van de lidstaten moet
omtoveren tot een jungle. Niet alleen de
werknemers, maar ook de werkgevers uit heel
verschillende sectoren protesteren tegen de
gevolgen van deze richtlijn.
07.03 Roel Deseyn (CD&V): Le ministre invoque
toute une série d'arguments qui suscitent en fait
notre protestation. Il y a toutefois matière à nuance
puisque l'ensemble n'est pas rejeté. Nous pouvons
donner du feed-back aux intéressés. Le ministre
outrepasserait probablement ses compétences s'il
s'enquérait de l'attitude adoptée par le commissaire
belge lors de l'examen de la proposition. Il est
positif qu'un vaste débat sera mené contre une
libéralisation démesurée.
07.03 Roel Deseyn (CD&V): De minister haalt
heel wat argumenten aan die ons eigenlijk
oproepen tot verzet. Er is echter heel wat ruimte
voor nuance, want het geheel wordt niet verworpen.
We kunnen de mensen feedback geven. Het
overstijgt wellicht de bevoegdheden van de minister
te achterhalen wat de houding van de Belgische
commissaris is geweest toen het voorstel aan bod
kwam. Het is goed dat het debat tegen een
ongebreidelde liberalisering breed zal worden
gevoerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi et
des Pensions sur "le statut des gardiens et
gardiennes d'enfants" (n° 2997)
- Mme Nahima Lanjri au ministre de l'Emploi et
des Pensions sur "le statut des gardiens et des
gardiennes d'enfants" (n° 3062)
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk en Pensioenen over "het statuut van de
onthaalouders" (nr. 2997)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van
Werk en Pensioenen over "het statuut van de
onthaalouders" (nr. 3062)
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): L'un des éléments-
clefs du statut des gardiens et gardiennes d'enfants
était l'allocation de garde. Or, le paiement de ces
allocations pose problème. Fin décembre 2003, le
ministre s'était engagé à résoudre définitivement
ce problème. Il ressort de nombreux courriels que
les gardiens et gardiennes d'enfants attendent en
vain ces allocations d'accueil depuis des mois.
Nous constatons que ce filet de sécurité social pour
les gardiens et gardiennes d'enfants n'est rien
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Een van de
hoofdpunten van het statuut van de opvangouders
was de opvanguitkering. De betaling van die
uitkeringen loopt mank. De minister beloofde eind
december 2003 dat het probleem voorgoed zou
worden opgelost. Uit e-mails blijkt dat
opvangouders al maanden tevergeefs moeten
wachten op die opvanguitkering. Wij stellen vast dat
dit sociaal vangnet voor opvangouders een
nepstatuut is. Kan de minister een stand van zaken
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
13
d'autre qu'un sous-statut. Quel est l'état
d'avancement de ce dossier
? Que dire aux
gardiens et gardiennes d'enfants ?
geven? Wat moeten wij zeggen aan de
opvangouders?
08.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Aucun retard de paiement des
allocations de garde n'est enregistré à condition
que les formulaires c220b soient envoyés à temps
par les services. Je dispose d'un tableau sur
l'évolution des paiements par l'ONEM des
allocations de garde depuis le mois d'avril 2003.
6.090 paiements ont été exécutés pour un montant
total de 592.642 euros en janvier 2004, 3.143
paiements pour un montant total de 305.153 euros
en février et 3.024 paiements en mars 2004. Je ne
dispose pas encore du montant total pour le mois
de mars. L'ONEM ignore quels sont les retards
enregistrés lors de l'envoi des formulaires par les
services d'accueil. L'ONEM aurait appris que
certains accueillants devaient attendre longtemps
avant de percevoir leurs allocations de garde. C'est
la raison pour laquelle l'ONEM a envoyé le 19 mai
2004 un courrier à tous les services d'accueil.
L'ONEM demande d'envoyer les formulaires c220b
le plus rapidement possible afin que les paiements
puissent être effectués.
08.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Er zijn geen vertragingen in de
uitbetalingen van de opvanguitkeringen voor zover
de formulieren c220b tijdig door de diensten
worden opgestuurd. Ik heb een tabel die een stand
van zaken geeft van de betalingen door de RVA
van de opvanguitkeringen sedert april 2003. In
januari 2004 werden er 6.090 betalingen uitgevoerd
voor in totaal 592.642 euro, in februari 3.143 voor in
totaal 305.153 euro. In maart 2004 waren er 3.024
betalingen; ik beschik nog niet over het uitbetaald
bedrag. De RVA heeft geen zicht op de
vertragingen die ontstaan bij het afleveren van de
formulieren door de opvangdiensten aan de RVA.
De RVA had blijkbaar vernomen dat sommige
opvangouders lang moesten wachten op hun
opvanguitkeringen. Daarom heeft ze op 19 mei
2004 aan alle diensten voor opvangouders een mail
verstuurd. De RVA vraagt om de formulieren c220b
zo snel mogelijk door te sturen, zodat ze de
betalingen effectief kan verrichten.
08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Cette réponse est
en partie technique et porte sur des formulaires et
des feuilles de calcul. Les courriels indiquent que
ces formulaires ne peuvent être introduits qu'après
six semaines, ce qui provoque déjà du retard.
Celui-ci augmente encore si les données sont
incorrectes. Les formulaires posent néanmoins
également problème. Il est inexact que les feuilles
de calcul sont disponibles le vendredi soir. J'invite
le ministre à réduire le plus possible les retards.
08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Dit is voor een stuk
een technisch antwoord dat te maken heeft met
formulieren en rekenbladen. In e-mails staat dat
men die formulieren pas na zes weken kan
indienen. Dit zorgt al voor vertraging, die nog
oploopt als de gegevens niet correct zijn. Er is
echter ook nog een probleem met de formulieren
zelf. Het is niet zo dat de rekenbladen op
vrijdagavond beschikbaar zijn. Ik zou willen vragen
dat de minister de vertragingen tot een minimum
herleidt.
08.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je n'ai pas connaissance de
problèmes liés aux formulaires proprement dits. Je
vous communiquerai un exemplaire de ma
réponse. N'hésitez pas à me transmettre
d'éventuelles plaintes dont vous auriez
connaissance.
08.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik heb geen weet van problemen met
de formulieren zelf. Ik zal mijn antwoord ter
beschikking stellen. U mag uw klachten aan mij
doorgeven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la pension complémentaire pour le personnel
contractuel des établissements de soins publics"
(n° 2825)
09 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het aanvullend pensioen voor het
contractueel personeel van de openbare
verzorgingsinstellingen" (nr. 2825)
09.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Il devient peu à
peu possible de négocier un régime de pensions
09.01 Jo Vandeurzen (CD&V): In de zorgsector
wordt het stilaan mogelijk om te onderhandelen
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
14
complémentaires dans le secteur des soins de
santé. On sait que plus de la moitié du personnel
employé dans les hôpitaux publics et les
établissements de soins en général est contractuel.
Comment la pension complémentaire peut-elle être
organisée dans ce secteur ?
Le ministre reconnaît-il qu'une situation différente
peut prévaloir pour les contractuels dans le secteur
privé et dans le secteur public ? Comment compte-
t-il aborder cette question ? Est-il d'accord pour dire
qu'un cadre doit également être créé pour les
contractuels dans les hôpitaux publics et que ceux-
ci doivent pouvoir bénéficier d'une pension
complémentaire ?
over een aanvullend pensioen. Het is geweten dat
in de openbare ziekenhuizen en
verzorgingsinstellingen in het algemeen meer dan
de helft van het personeel contractueel is
aangesteld. Hoe kan het aanvullend pensioen in
deze sector worden geregeld?
Onderkent de minister dat er een verschillende
situatie kan ontstaan voor contractuelen in de privé-
sector en contractuelen in de overheidssector? Hoe
zal hij dit aanpakken? Is hij het ermee eens dat ook
in de openbare ziekenhuizen een kader moet
worden gecreëerd voor de contractuelen en dat
een aanvullend pensioen voor hen mogelijk moet
worden?
09.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Je pense que l'on pourrait tirer parti
du prochain tour de négociations sociales et de
l'établissement d'un nouveau plan pluriannuel pour
élaborer un régime de pensions complémentaires
pour l'ensemble du secteur. La question se pose
évidemment de savoir si un budget suffisant est
disponible à cet effet et si les syndicats sont
intéressés par un tel régime. Il ne m'appartient pas
de fixer l'agenda des syndicats ou des employeurs,
mais je suis personnellement favorable à un accord
global sur les pensions complémentaires dans le
secteur des soins de santé. Je ne puis évidemment
imposer un tel accord.
09.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik denk dat het goed zou zijn de
volgende ronde van sociale onderhandelingen en
de opstelling van een nieuw meerjarenplan aan te
grijpen om aanvullende pensioenen uit te bouwen
voor heel de sector. De vraag is natuurlijk of daar
voldoende geld voor is en of de vakbonden
geïnteresseerd zijn in aanvullende
pensioenvorming. Het is niet aan mij om de
vakbonds- of de werkgeversagenda vast te leggen,
maar persoonlijk ben ik voor een algemene
afspraak over het aanvullend pensioen in de
zorgsector. Uiteraard kan ik dit niet opleggen.
Sur le plan juridico-technique, la loi du 28 avril 2003
relative aux pensions complémentaires a créé un
nouveau cadre pour les pensions complémentaires
des travailleurs. L'un des principaux objectifs de la
loi est la démocratisation du deuxième pilier des
pensions. La législation s'applique à toutes les
formes d'engagements de pension en faveur de
l'ensemble des travailleurs. Les établissements de
soins publics peuvent également instaurer un
régime de pension complémentaire pour leur
personnel contractuel. Ces membres du personnel
bénéficient alors des mêmes droits et garanties
légaux que leurs collègues du secteur privé. La loi
relative aux pensions complémentaires tient du
reste explicitement compte de cette possibilité.
Aucune initiative législative supplémentaire n'est
nécessaire.
Juridisch-technisch heeft de wet van 28 april 2003
betreffende de aanvullende pensioenen een nieuw
kader gecreëerd voor de aanvullende
werknemerspensioenen. Een van de belangrijkste
doelstellingen van de wet is het democratiseren van
de tweede pensioenpijler. De wetgeving is van
toepassing op alle vormen van
pensioentoezeggingen aan alle werknemers. Ook
publieke verzorgingsinstellingen kunnen voor hun
contractueel personeel een aanvullend
pensioenstelsel invoeren. Deze personeelsleden
genieten dan van dezelfde wettelijke rechten en
garanties als hun collega's uit de privé-sector. De
wet op de aanvullende pensioenen heeft trouwens
expliciet rekening gehouden met die mogelijkheid.
Er is geen bijkomend wetgevend ingrijpen nodig.
09.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Cette réponse me
réjouit.
09.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Ik ben blij met dit
antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
de l'Emploi et des Pensions sur "les résultats de
l'étude de Eureschannel portant sur l'emploi
10 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
resultaten van de studie van Eureschannel over
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
15
grensoverschrijdende arbeid" (nr. 3008)
10.01 Jean-Luc Crucke (MR): Selon une étude
d'Eureschannel sur l'emploi transfrontalier dans la
zone franco-belge, publiée le 25 mai, le flux de
travail frontalier, historiquement orienté vers la
France, s'inverse vers la Belgique; les flux
observés en Flandre occidentale ne sont pas
comparables à ceux observés dans le Hainaut et
des différences considérables existent dans une
même province; l'axe dominant est de Roubaix vers
Mouscron, Courtrai et Roulers; les Français venant
travailler en Belgique sont souvent des ouvriers peu
qualifiés, jeunes, occupés à durée indéterminée,
dans les secteurs manufacturier, la construction, la
santé et le transport.
10.01 Jean-Luc Crucke (MR): Eureschannel
publiceerde op 25 mei een studie over de
grensarbeid in de Frans-Belgische regio. Daaruit
blijkt dat, waar de grensarbeid zich historisch
richting Frankrijk verplaatste, zich nu een
omgekeerde beweging voordoet; de
arbeidsstromen in West-Vlaanderen zijn niet
vergelijkbaar met die in Henegouwen en er bestaan
enorme verschillen binnen een en dezelfde
provincie; de belangrijkste as gaat van Roubaix
naar Moeskroen, Kortrijk en Roeselare; de Fransen
die in België komen werken zijn vaak jong en
laagopgeleid en worden voor onbepaalde duur
tewerkgesteld, in de verwerkende nijverheid en in
de bouw-, de gezondheids- en de vervoersector.
On peut s'interroger sur l'évolution statistique des
chiffres. Ce constat me semble d'autant plus amer
lorsque l'on sait que ce chômage frappe
essentiellement des personnes qui sont peu
qualifiées et qu'un certain nombre d'emplois
auxquels ils pourraient prétendre sont occupés par
les transfrontaliers français. Avez-vous
connaissance des résultats complets de cette
étude? Quel est votre sentiment à cet égard?
Comptez-vous initier des projets pour lutter contre
cette situation?
La Wallonie en particulier mais également la
Flandre ont un taux de chômage important. On peut
se poser des questions sur la réalité de l'ONEM et
peut-être aussi du FOREM. Quelle est votre
position par rapport à ce constat alarmant ?
Men kan zich vragen stellen bij de statistische
evolutie van de cijfers. Die vaststelling lijkt mij des
te bitterder als men bedenkt dat vooral
laaggeschoolden aan deze vorm van werkloosheid
ten prooi vallen en dat een aantal banen waarop zij
aanspraak zouden kunnen maken, door de Franse
grensarbeiders worden ingepikt. Kent u de
volledige resultaten van deze studie? Wat is uw
standpunt hierover? Bent u van plan wettelijke
initiatieven te nemen om deze toestand te
verhelpen?
Vooral Wallonië maar ook Vlaanderen kent een
hoge werkloosheidsgraad. Men kan zich afvragen
wat zich in werkelijkheid bij de RVA en misschien
ook wel de FOREM afspeelt. Wat is uw standpunt
ten aanzien van deze verontrustende vaststelling?
10.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
français): J'ai connaissance de cette étude qui se
limite à une seule zone frontalière. Dans ce cadre,
je peux vous assurer que je suis bien au courant du
fait qu'en matière de travail frontalier franco-belge, il
y a beaucoup plus de travailleurs habitant la France
qui ont trouvé en emploi en Belgique que l'inverse.
10.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): Ik
ben op de hoogte van deze studie, die zich tot één
enkele grenszone beperkt. In deze context kan ik u
verzekeren dat ik maar al te goed weet dat, wat de
grensoverschrijdende tewerkstelling tussen
Frankrijk en België betreft, veel meer Fransen een
baan in België hebben gevonden dan omgekeerd.
A nos autres frontières il y a toujours plus de
travailleurs habitant la Belgique et allant travailler
dans ces pays que l'inverse.
Une première lecture rapide de ce rapport
d'enquête montre que la problématique du travail
frontalier est très complexe et est liée tant à une
différence de régime fiscal qu'à la situation
économique dans la région. Le Nord exporte le plus
de main-d'oeuvre et connaît en même temps le plus
de chômage. Les gens cherchent donc du travail de
l'autre côté de la frontière, d'autant plus que les
salaires sont plus intéressants en Belgique, que la
Aan onze andere grenzen zijn er steeds meer
arbeiders die in België wonen en in de buurlanden
gaan werken dan omgekeerd.
Het volstaat het onderzoeksverslag vluchtig door te
nemen om vast te stellen dat grensarbeid een zeer
complex gegeven is, dat zowel met een
verschillend belastingstelsel als met de
economische toestand van een streek verband
houdt. De meeste arbeiders zijn afkomstig uit de
regio Nord, die ook de hoogste werkloosheid kent.
De bevolking zoekt er dus werk over de grens. Dat
gegeven wordt nog in de hand gewerkt door de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
16
différence de culture est peu importante et que
beaucoup de jeunes ont été à l'école en Belgique.
Dans le contexte européen, nous ne pouvons que
nous réjouir de cette mobilité. Par ailleurs, force est
de constater aussi que les emplois pour lesquels
les gens traversent la frontière ne concernent pas
des fonctions qui demandent de hautes
qualifications.
J'ai inscrit ce thème de manque de mobilité
géographique en Belgique à l'ordre du jour de la
Conférence fédérale pour l'emploi d'octobre 2003.
Depuis lors, les Régions ont examiné des solutions
à ce problème. Un des résultats est déjà
l'amélioration de l'échange d'offres d'emploi. La
deuxième étape consiste naturellement à améliorer
la collaboration entre les différentes Régions.
Des contacts informels m'ont également permis
d'apprendre que cet accord de collaboration est
pratiquement achevé. Il ne reste plus qu'à
présenter cet accord formellement.
hogere lonen in ons land, door de beperkte
culturele verschillen en door het feit dat heel wat
jongeren in België school liepen. In de Europese
context kunnen we ons alleen over die mobiliteit
verheugen. Overigens moeten we vaststellen dat
de betrekkingen waarvoor mensen de grens
overkomen, geen specifieke opleiding vereisen.
Ik zette de gebrekkige geografische mobiliteit in
België op de agenda van de federale
werkgelegenheidsconferentie in oktober 2003.
Sindsdien onderzochten de Gewesten mogelijke
oplossingen voor dat probleem. De verbeterde
uitwisseling van de werkaanbiedingen is een van
de resultaten die tot nu toe werden geboekt. De
tweede stap bestaat uiteraard in een betere
samenwerking tussen de verschillende Gewesten.
Uit informele contacten is ook gebleken dat het
samenwerkingsakkoord nagenoeg rond is. Het
moet alleen nog formeel worden voorgesteld.
10.03 Jean-Luc Crucke (MR): On peut
comprendre que ce type de rapport soit analysé en
détail par vos services. Mais ce qui est inquiétant
dans ce dossier, c'est qu'on touche à des emplois
non qualifiés, qui devraient pouvoir être réellement
pris en charge par des Belges. Il faut parfois oser
dire et vous l'avez fait que tout n'est pas fait par
tout le monde pour trouver du travail.
Enfin, je signale l'existence d'organismes français
qui s'occupent de recherche d'emplois en Belgique.
Je ne souhaite pas déclarer la guerre à la France,
mais si l'on peut y agir ainsi, il faut que l'on puisse
aussi mener une telle politique en Belgique.
Vous avez aussi attiré l'attention sur les étudiants
français dans notre pays. Dans les
arrondissements de Tournai et Mouscron, il y en a
plus de 7.000 dans le secondaire. Par la suite, ils
restent dans la région pour y trouver un emploi.
D'autres tranches d'âge sont aussi concernées.
10.03 Jean-Luc Crucke (MR): Het is begrijpelijk
dat uw diensten een dergelijk verslag tot in de
details analyseren. Maar het verontrust me dat men
in dit dossier raakt aan arbeidsplaatsen voor
ongeschoolden die in feite aan Belgen zouden
moeten toekomen. Men moet soms durven zeggen
- wat u trouwens heeft gedaan dat niet iedereen
zijn uiterste best doet om werk te vinden.
Tot slot signaleer ik u dat sommige Franse
organismen openstaande betrekkingen in België
opsporen. Ik wil Frankrijk de oorlog niet verklaren,
maar als men daar zo te werk gaat dan moet men
in België een gelijksoortig beleid kunnen voeren.
U heeft tevens de aandacht gevestigd op de Franse
studenten in België. In de arrondissementen
Doornik en Moeskroen telt het middelbaar
onderwijs meer dan 7.000 Franse scholieren. Ze
blijven achteraf in de streek om er werk te zoeken.
Het gaat daarnaast ook om andere
leeftijdscategorieën.
Nous devons encore favoriser la possibilité pour les
Belges d'avoir du travail, en leur indiquant qu'ils
doivent aussi se bouger pour l'obtenir.
Wij moeten alles in het werk stellen om de Belgen
aan een baan te helpen, maar we moeten hen ook
duidelijk maken dat ze zelf iets moeten
ondernemen als ze een job willen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Mark Verhaegen au ministre
de l'Emploi et des Pensions sur
"l'assouplissement des modalités régissant le
travail saisonnier" (n° 3047)
11 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
uitbreiding van de seizoenarbeid" (nr. 3047)
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 285
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
11.01 Mark Verhaegen (CD&V): Le 26 mai 2004,
le Conseil des ministres a approuvé un arrêté royal
sur le travail saisonnier. Il est positif que les
restrictions dans le chef de l'employeur
disparaissent et qu'il soit mis un terme à la durée
maximale de la période pendant laquelle les
employeurs peuvent engager des travailleurs
saisonniers. En outre, les cultivateurs de
champignons pourront désormais y recourir et il
pourra également être fait appel aux agences
d'intérim.
Une solution globale doit être recherchée. On a
peut-être travaillé à la hâte. Pourquoi les
restrictions dans le chef du travailleur sont-elles
maintenues ? Les allocataires doivent-ils déduire
les revenus provenant du travail saisonnier des
allocations qu'ils perçoivent ? Pourquoi notre pays
ne conclut-il pas des accords bilatéraux avec les
nouveaux Etats membres de l'UE ? Comment le
ministre compte-t-il trouver de la main d'oeuvre
appropriée ?
11.01 Mark Verhaegen (CD&V): Op 26 mei 2004
keurde de Ministerraad een KB goed inzake
seizoenarbeid. Positief is dat de beperking in
hoofde van de werkgever wegvalt en dat komaf
wordt gemaakt met de maximumduur van de
periode waarbinnen werkgevers seizoenarbeiders
kunnen inschakelen. Bovendien komen nu ook
champignontelers in aanmerking en mag voortaan
een beroep worden gedaan op uitzendkantoren.
Er is nood aan een integrale oplossing. Wellicht is
men overhaast te werk gegaan. Waarom blijft de
beperking in hoofde van de werknemer bestaan?
Moeten steuntrekkers hun verdiensten uit
seizoenarbeid aftrekken van het steunbedrag?
Waarom sluit ons land geen bilaterale
tewerkstellingsakkoorden af met de nieuwe EU-
landen? Hoe wil de minister geschikte
arbeidskrachten vinden?
11.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais) : Par précaution, nous n'avons pas
souhaité lever toutes les barrières. En effet,
l'assouplissement des conditions ne doit pas avoir
pour conséquence de transformer le travail existant
en activité occasionnelle. Si tel est le cas, on voit
apparaître une spirale de concurrence négative et
toute l'expérience accumulée en matière
d'agriculture et d'horticulture disparaîtra dans notre
pays. Les syndicats et les employeurs souhaitent
d'ailleurs que la mesure proposée fasse l'objet
d'une évaluation par rapport à l'évolution du travail
normal. Ce n'est qu'ensuite que nous pourrons
envisager d'assouplir les conditions relatives aux
travailleurs.
Le travail occasionnel est considéré comme un
travail salarié avec des règles de cumul propres à
chaque branche de la sécurité sociale. Si un
chômeur ordinaire réalise un travail occasionnel, il
ne percevra pas d'allocations de chômage pour les
jours pendant lesquels il aura travaillé. Si le travail
occasionnel est réalisé dans le cadre d'une ALE, le
travailleur peut prétendre à une allocation de
revenu garanti de l'ALE pour les heures d'inactivité.
Le salaire octroyé pour le travail occasionnel est
payé par l'intermédiaire des chèques ALE.
11.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Uit voorzichtigheid hebben we niet
onmiddellijk alle grenzen opgeheven. Versoepeling
mag immers niet tot gevolg hebben dat bestaande
arbeid wordt omgezet in gelegenheidsarbeid. Is dat
wel het geval, dan ontstaat een spiraal van
negatieve concurrentie en verdwijnt alle vakkennis
en -kundigheid in onze land- en tuinbouw.
Vakbonden en werkgevers willen overigens dat de
voorgestelde maatregel getoetst wordt aan de
evolutie van de reguliere arbeid. Pas daarna
kunnen we overwegen om ook de grens voor
werknemers te versoepelen.
Gelegenheidsarbeid wordt als loonarbeid
beschouwd met cumulatieregels eigen aan iedere
tak van de sociale zekerheid. Voert een gewone
werkloze betaald gelegenheidswerk uit, dan krijgt
hij geen werkloosheidsuitkering voor de dagen
waarop wordt gewerkt. Wordt het
gelegenheidswerk uitgevoerd via een PWA, dan
kan de werknemer voor de uren van inactiviteit een
PWA-inkomensgarantie-uitkering ontvangen. Het
loon voor de gelegenheidsarbeid wordt uitbetaald
via PWA-cheques.
L'article 10 de l'arrêté royal du 9 juin 1999 précise
que les autorisations d'occupation sont uniquement
octroyées aux travailleurs ressortissant d'un pays
avec lequel la Belgique a conclu un accord
international en matière d'occupation de
Artikel 10 van het KB van 9 juni 1999 bepaalt dat
arbeidsvergunningen enkel worden toegekend aan
werknemers die onderdaan zijn van een land
waarmee België een internationaal akkoord inzake
de tewerkstelling van werknemers heeft afgesloten.
02/06/2004
CRABV 51
COM 285
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
travailleurs. Le traité d'adhésion qui a été conclu
avec les nouveaux Etats de l'UE réglemente
également l'accès au marché du travail, et il est
donc considéré comme un accord de ce type. Des
accords bilatéraux séparés ne sont donc pas
nécessaires.
Nous pouvons attirer de la main-d'oeuvre en
accordant les mêmes avantages parafiscaux pour
le travail occasionnel par l'intermédiaire de bureaux
d'intérim. Une rémunération plus attrayante par le
biais d'une diminution des cotisations personnelles
sans frais supplémentaires pour les employeurs
peut également produire un effet positif. Je n'ignore
nullement que ces mesures ne résoudront pas les
problèmes aussi simplement. Le placement des
travailleurs ne ressortit pas aux compétences
fédérales, mais le VDAB fournit déjà d'énormes
efforts en la matière en Flandre.
Het toetredingsverdrag dat werd afgesloten met de
nieuwe EU-lidstaten, regelt ook de toegang tot de
arbeidsmarkt en wordt dus beschouwd als zo een
akkoord. Afzonderlijke bilaterale
tewerkstellingsakkoorden zijn dus niet nodig.
We kunnen arbeidskrachten aantrekken door voor
gelegenheidsarbeid via uitzendkantoren dezelfde
parafiscale voordelen toe te kennen. Ook een
aantrekkelijker loon via vermindering van de
persoonlijke bijdragen zonder bijkomende kosten
voor de werkgevers, kan een positief effect hebben.
Ik weet ook wel dat dit de problemen niet zomaar
zal oplossen. Arbeidsbemiddeling is geen federale
materie, maar in Vlaanderen levert de VDAB alvast
verregaande inspanningen.
11.03 Mark Verhaegen (CD&V): Je peux
parfaitement comprendre que le ministre souhaite
encore corriger le système. Il pourrait adapter la
règle des 65 jours, par exemple. En outre, on
pourrait envisager une sorte de chèque vert pour
simplifier l'administration.
Il est positif que des mesures soient prises pour
trouver de la main-d'oeuvre appropriée. La politique
en matière d'emploi devrait toutefois être
déterminée à un niveau unique de pouvoir. La
Flandre compte plus de 100.000 chômeurs, mais
les agriculteurs et horticulteurs éprouvent de plus
en plus de difficultés à trouver de la main-d'oeuvre
appropriée. Nous devons d'abord puiser dans notre
propre population; ce n'est qu'après que nous
pouvons regarder par-delà les frontières.
11.03 Mark Verhaegen (CD&V): Ik heb er alle
begrip voor dat de minister het systeem nog wil
bijsturen. Hij zou bijvoorbeeld de 65-dagenregel
kunnen aanpassen. Bovendien kan worden
gedacht aan een soort groene cheque om de
administratie te vereenvoudigen.
Het is goed dat er maatregelen worden genomen
om geschikte arbeidskrachten te vinden. Het
tewerkstellingsbeleid zou echter op één niveau
moeten worden bepaald. Vlaanderen telt meer dan
100.000 werklozen, maar boeren en tuinders
vinden steeds moeizamer geschikte krachten. Eerst
moeten we putten uit de eigen bevolking, pas dan
kan over de grenzen worden gekeken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
16h.39.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.39 uur.
Document Outline