CRABV 51 COM 221
CRABV 51 COM 221
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi woensdag
31-03-2004 31-03-2004
Après-midi Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 221
31/03/2004
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Trees Pieters à la secrétaire
d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au
travail, adjointe au ministre de l'Emploi et des
Pensions sur "la loi du 25 février 2003 portant des
mesures pour renforcer la prévention en matière
de bien-être des travailleurs lors de l'exécution de
leur travail" (n° 2378)
1
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de wet van
25 februari 2003 houdende maatregelen ter
versterking van de preventie inzake het welzijn
van de werknemers bij de uitvoering van hun
werk" (nr. 2378)
1
Orateurs: Trees Pieters, Kathleen Van
Brempt, secrétaire d'Etat à l'Organisation du
travail et du Bien-être au travail
Sprekers: Trees Pieters, Kathleen Van
Brempt, staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk
Question de M. Jean-Marc Delizée au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
brigade motorisée des douanes" (n° 2099)
2
Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de motorbrigade van de douane"
(nr. 2099)
2
Orateurs:
Jean-Marc Delizée, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Jean-Marc Delizée, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de M. Koen Bultinck au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "un jour férié payé le
11 juillet" (n° 2264)
4
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Werk en Pensioenen over "een betaalde
feestdag op 11 juli" (nr. 2264)
4
Orateurs:
Koen Bultinck, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Koen Bultinck, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de M. Eric Massin au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la pension des
employés de Taxipost" (n° 2270)
5
Vraag van de heer Eric Massin aan de minister
van Werk en Pensioenen over "het pensioen van
het personeel van Taxipost" (nr. 2270)
5
Orateurs:
Eric Massin, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Eric Massin, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le traitement fiscal
des pensions de ménage" (n° 2331)
6
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de fiscale
behandeling van gezinspensioenen" (nr. 2331)
6
Orateurs:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Trees Pieters au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la garantie de revenus aux
personnes âgées" (n° 2347)
8
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de inkomensgarantie
voor ouderen" (nr. 2347)
8
Orateurs:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Josée Lejeune au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le souhait de
59 pour cent des travailleurs belges de ne plus
jamais devoir travailler" (n° 2349)
9
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de wens
van 59 procent van de Belgische werknemers om
nooit meer te moeten werken" (nr. 2349)
9
Orateurs:
Josée Lejeune, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Josée Lejeune, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
10
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
10
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31/03/2004
CRABV 51
COM 221
ii
l'Emploi et des Pensions sur "la régression de
notre pays dans le classement économique
européen" (n° 2377)
van Werk en Pensioenen over "de achteruitgang
van ons land op de economische EU-ranglijst"
(nr. 2377)
Orateurs:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 221
31/03/2004
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
31
MARS
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
31
MAART
2004
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 14h.12 par M.
Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 14.12 uur door
de heer Hans Bonte, voorzitter.
01 Question de Mme Trees Pieters à la secrétaire
d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être
au travail, adjointe au ministre de l'Emploi et des
Pensions sur "la loi du 25 février 2003 portant
des mesures pour renforcer la prévention en
matière de bien-être des travailleurs lors de
l'exécution de leur travail" (n° 2378)
01 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de wet van
25 februari 2003 houdende maatregelen ter
versterking van de preventie inzake het welzijn
van de werknemers bij de uitvoering van hun
werk" (nr. 2378)
01.01 Trees Pieters (CD&V): La loi du 23 février
2003 visant à renforcer la prévention en matière de
bien-être des travailleurs permet la désignation d'un
expert aux fins de mener une enquête à la suite
d'un accident du travail grave. L'arrêté royal du 28
mai 2003 fixe les conditions de désignation de ces
experts. La mise en oeuvre de ces dispositions a
toutefois été reportée. Pourquoi ?
Selon le plan PHARAON de la secrétaire d'Etat, les
entreprises devront, à partir de 2005, mener
différemment l'enquête après des accidents du
travail graves. Quels seront précisément les
changements
? Les nouvelles dispositions sur
lesquelles planche la secrétaire d'Etat auront-elles
pour effet de supprimer l'obligation de désigner un
expert ?
01.01 Trees Pieters (CD&V): De wet van 23
februari 2003 ter versterking van de preventie
inzake het welzijn van de werknemers maakte het
mogelijk om, na een ernstig arbeidsongeval, een
deskundige te belasten met een onderzoek. Het KB
van 28 mei 2003 bepaalde de
aanstellingsvoorwaarden voor deze deskundigen.
De implementatie van de regeling werd echter
uitgesteld. Waarom?
Volgens het FARAO-plan van de staatssecretaris
zullen de bedrijven het onderzoek na ernstige
arbeidsongevallen vanaf 2005 anders moeten
aanpakken. Wat zal ter precies veranderen. Zal de
nieuwe regeling, waaraan de staatssecretaris
werkt, tot gevolg hebben dat de verplichting om een
deskundige aan te stellen zal worden opgeheven?
01.02 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Il est exact que l'arrêté royal a été
reporté d'un an, parce que le nombre d'experts
réunissant les conditions était insuffisant, et ce
principalement en raison des incompatibilités. Fin
de l'année dernière, quatre-vingt candidatures
officielles et valables ont été introduites. On
recense toutefois chaque année 15.000 accidents
du travail graves. La mise en oeuvre d'un arrêté
royal clairement inapplicable dans la pratique
01.02 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt
(Nederlands): Het klopt dat het KB met één jaar is
uitgesteld, omdat we niet voldoende experts
vonden die aan de voorwaarden voldeden. Dit heeft
vooral te maken met de onverenigbaarheden. Eind
vorig jaar waren er tachtig formele en geldige
kandidaturen. Jaarlijks gebeuren er echter 15.000
ernstige arbeidsongevallen. Ik vind het van slecht
beleid getuigen om een KB in werking te laten
treden als je weet dat het in de praktijk niet
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31/03/2004
CRABV 51
COM 221
2
témoignerait à mon sens d'une mauvaise politique.
Dans le cadre du plan PHARAON, nous
emprunterons une autre voie. Conformément à la
proposition, qui est actuellement coulée dans un
arrêté royal, il appartiendra désormais en premier
lieu aux services internes et externes de prévention
des entreprises de mener l'enquête à la suite d'un
accident du travail grave. Les experts
n'interviendront que si l'inspection constate que
l'enquête n'a pas dûment voire pas du tout été
menée. Nous espérons disposer à ce moment-là
d'un nombre suffisant d'experts. Je ne puis entrer
davantage dans les détails pour l'instant, mais ce
sont là les grandes lignes de la nouvelle
proposition.
toepasbaar is. In het kader van het FARAO-plan
zullen we een andere weg inslaan. Volgens het
voorstel, dat nu in een KB gegoten wordt, zullen
voortaan in eerste instantie de interne en externe
preventiediensten van de bedrijven instaan voor het
onderzoek na ernstige arbeidsongevallen. De
deskundigen zullen pas optreden indien de
inspectie vaststelt dat het onderzoek niet of
onvoldoende is gebeurd. We hopen dat we op dat
ogenblik over voldoende deskundigen zullen
beschikken. Ik kan nog niet verder in detail treden,
maar dit zijn de grote lijnen van het nieuwe
voorstel.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Comme nous le
supposions déjà, l'arrêté royal a été reporté. Il sera
en fait remplacé par un nouvel arrêté royal dans le
cadre du plan PHARAON. N'aurait-on pu, lors de
l'élaboration du premier arrêté royal, sonder au
préalable le marché du travail pour s'assurer que
les candidats y étaient disponibles en nombre
suffisant ? N'était-ce pas mieux que de devoir
conclure à l'inapplicabilité de l'arrêté royal après
son élaboration ? Notre groupe a, dès le début, mis
en question le système des experts externes. Je
me félicite toutefois de la priorité accordée aux
services internes et externes de prévention dans le
cadre du plan PHARAON. La secrétaire d'Etat
pourrait-elle préciser les implications précises de
l'inspection qu'elle évoque ?
01.03 Trees Pieters (CD&V): Zoals wij reeds
vermoedden is het KB uitgesteld. Het zal eigenlijk
vervangen worden door een nieuw KB in het kader
van het FARAO-plan. Had men bij de uitwerking
van het eerste KB niet op voorhand kunnen
onderzoeken of er op de arbeidsmarkt voldoende
kandidaten beschikbaar waren? Dat is toch beter
dan na het uitwerken van het KB te moeten
vaststellen dat het onuitvoerbaar is. Onze fractie
heeft het systeem van de externe experts van in het
begin in twijfel getrokken. Ik ben wel tevreden over
het feit dat in het FARAO-plan de interne en
externe preventiediensten voorrang zullen krijgen.
Kan de staatssecretaris verduidelijken wat de door
haar vernoemde inspectie precies inhoudt?
01.04 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Il s'agit de l'inspection médicale et
technique. Le reproche qui m'est adressé au sujet
de l'exécution de l'arrêté royal est à mon sens
injustifié. Par cet arrêté royal, nous entendions
rencontrer un besoin en matière de prévention. Les
experts constituent une nouvelle catégorie
professionnelle, et il est très difficile d'évaluer
préalablement le nombre de personnes qui entrent
en ligne de compte à cet effet. J'ai en outre
souhaité faire preuve de fermeté en ce qui
concerne les incompatibilités.
01.04 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt
(Nederlands): Het gaat om de medische en
technische inspectie. Ik vind het verwijt over de
uitvoering van het KB eigenlijk oneerlijk. Met dit KB
wilden we tegemoet komen aan een nood op het
gebied van preventie. De experts vormen een
nieuwe beroepscategorie, en het is zeer moeilijk op
voorhand in te schatten hoeveel mensen daarvoor
in aanmerking komen. Ik heb bovendien streng
willen zijn wat de onverenigbaarheden betreft.
02 Question de M. Jean-Marc Delizée au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
brigade motorisée des douanes" (n° 2099)
02 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de motorbrigade van
de douane" (nr. 2099)
02.01 Jean-Marc Delizée (PS): Le travail des
agents affectés à la Brigade Motor des douanes
consiste à rechercher les fraudes relatives aux
marchandises transportées par route. Ces
contrôles s'effectuent quotidiennement et s'opèrent
dans des domaines très variés: faux documents,
02.01 Jean-Marc Delizée (PS): De opdracht van
de bij de motorbrigade van de douane ingedeelde
ambtenaren bestaat in het opsporen van fraude in
verband met goederen die over de weg worden
vervoerd. Dagelijks worden zeer uiteenlopende
controles uitgevoerd: valse stukken, dierenvervoer,
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 221
31/03/2004
3
transport d'animaux, armes.
De plus, ces agents s'occupent aussi des
infractions en matière de circulation routière et sont
de plus en plus sollicités pour participer à des
opérations en collaboration avec la police
fédérale.Enfin, ces personnes sont confrontées à
de nombreux risques.
Les équipes, qui sillonnent le réseau routier jour et
nuit, sont composées d'au moins un niveau 2 ou 2+
et de niveaux 3 et travaillent en parfaite harmonie
malgré certaines discriminations.
En effet, les agents de niveaux 2 et 2+, considérés
comme des agents de bureau, doivent travailler
pendant 42 ans pour prétendre à une pension
complète alors que les agents de niveau 3,
considérés comme des agents actifs, prestent 37
ans et demi pour la même pension complète. Cette
situation concerne environ 150 agents.
Sur base de quelles raisons objectives une telle
discrimination subsiste-t-elle encore ? N'y aurait-il
pas lieu d'uniformiser le système ?
wapens.
Ook verkeersovertredingen behoren tot hun
werkterrein en steeds vaker wordt hun
medewerking gevraagd voor operaties in
samenwerking met de federale politie. Die
opdrachten zijn niet zonder risico.
De ploegen, die dag en nacht ons wegennet
doorkruisen, bestaan uit minstens een ambtenaar
van niveau 2 of 2+ en uit ambtenaren van niveau 3.
Ze slagen erin uitstekend samen te werken,
ondanks het bestaan van een aantal discriminaties.
De ambtenaren van de niveaus 2 en 2+ worden als
kantoorbedienden beschouwd en moeten 42 jaar
werken om aanspraak te maken op een volledig
pensioen, terwijl de ambtenaren van niveau 3 als
ambtenaren in actieve dienst worden beschouwd
en slechts 37,5 jaar moeten werken om op
datzelfde volledige pensioen aanspraak te maken.
Deze problematiek belangt ongeveer 150
ambtenaren aan.
Welke objectieve redenen liggen aan die
discriminatie ten grondslag? Kan het systeem niet
eenvormig worden gemaakt?
02.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
français): Suite à la restructuration de
l'Administration des douanes opérée en 1993, les
agents de niveaux 2 et 2+ qui ont été transférés au
sein des brigades motorisées ne peuvent bénéficier
du tantième 1/50ème contrairement à leurs
collègues de niveau 3. Seuls les emplois des
agents de niveau 3 figurent au tableau annexé à la
loi du 21 juillet 1844 sur les pensions civiles et
ecclésiastiques. Il faudrait donc modifier cette loi
pour octroyer le tantième 1/50 ème aux agents des
niveaux 2 et 2+.
Pareille modification n'est pas envisageable parce
que nous avons toujours été opposés, pour des
raisons de principe et d'ordre budgétaire, à la
reconnaissance de nouveaux services actifs.
Sur le plan des principes, la distinction entre
services sédentaires et services actifs date d'une
époque où les agents de l'Etat n'étaient pas du tout
protégés contre les risques inhérents à l'exercice
de leurs fonctions. Depuis la loi du 3 juillet 1967, un
régime d'indemnisation des dommages résultant
des accidents du travail et des maladies
professionnelles a été organisé.
Sur le plan budgétaire, une adaptation de la loi du
21 juillet 1844 ne manquerait pas de susciter des
revendications similaires de la part d'autres
catégories de personnel.
02.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
Ingevolge de herstructurering van het bestuur van
douane in 1993, kunnen de beambten van de
niveaus 2 en 2+ die naar de motorbrigade werden
overgeheveld, in tegenstelling tot hun collega's van
niveau 3, geen aanspraak maken op het tantième
1/50. Enkel de betrekkingen van de beambten van
niveau 3 zijn in de tabel als bijlage bij de wet van 21
juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen
opgenomen. Om de beambten van de niveaus 2 en
2+ het tantième 1/50 tot te kennen, zou die wet dus
gewijzigd moeten worden.
Een dergelijke wijziging is echter niet mogelijk,
omdat we, zowel vanuit principieel als vanuit
budgettair oogpunt, steeds tegen de erkenning van
nieuwe actieve diensten gekant waren.
Vooreerst vanuit principieel oogpunt: het
onderscheid tussen binnendiensten en actieve
diensten kwam tot stand op een ogenblik waarop
het rijkspersoneel geen enkele bescherming genoot
tegen de risico's verbonden aan de uitoefening van
zijn functie. De wet van 3 juli 1967 betreffende de
schadevergoeding voor arbeidsongevallen en voor
beroepsziekten in de overheidssector bracht daarin
verandering.
Ook vanuit budgettair oogpunt is dit geen haalbare
zaak. De wijziging van de wet van 21 juli 1844 zou
andere personeelscategorieën er immers toe
aanzetten vergelijkbare eisen te formuleren.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31/03/2004
CRABV 51
COM 221
4
02.03 Jean-Marc Delizée (PS): Vous confirmez
donc qu'il y a bien une discrimination au sein d'un
même service. Pour les intéressés, il est difficile
d'accepter une telle différence. On peut donc
comprendre leur revendication tout en
reconnaissant l'aspect budgétaire du problème.
Au niveau des principes, c'est plus difficile à
accepter. Il faut tendre à une harmonisation des
règles pour les agents qui prestent un service actif.
Je souhaiterais donc qu'à long terme on rencontre
ces revendications pour mettre fin à certaines
discriminations.
02.03 Jean-Marc Delizée (PS): U bevestigt dat er
wel degelijk sprake is van discriminatie binnen
eenzelfde dienst. Voor de belanghebbenden is dat
moeilijk te aanvaarden. We hebben dan ook begrip
voor hun eis, zonder de budgettaire kant van de
zaak uit het oog te verliezen.
Vanuit principieel oogpunt echter, kunnen we die
discriminatie moeilijk aanvaarden. De regels die
van toepassing zijn op beambten die actieve
diensten vervullen, zouden op elkaar moeten
worden afgestemd.
Ik vraag dus dat op lange termijn op de eisen van
die personeelsleden wordt ingegaan en dat een
eind wordt gemaakt aan bepaalde discriminaties.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Koen Bultinck au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "un jour férié payé
le 11 juillet" (n° 2264)
03 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de
minister van Werk en Pensioenen over "een
betaalde feestdag op 11 juli" (nr. 2264)
03.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): La
semaine dernière, le Parlement flamand a décidé
d'accorder, le 11 juillet, un jour de congé au
personnel des services publics flamands et au
personnel des communes et provinces, en
contrepartie d'un autre jour de congé. Au cours de
la précédente législature fédérale, il avait été
décidé, à la suite de l'examen de deux propositions
de loi en commission des Affaires sociales, de
solliciter l'avis du Conseil national du travail (CNT)
à propos de la possibilité d'instaurer un jour férié
rémunéré le 11 juillet. Le Conseil national du travail
a-t-il déjà examiné cette question? J'ai l'impression
que les partenaires sociaux ne sont pas pressés
d'inscrire ce dossier à l'ordre du jour. Le CNT a-t-il
déjà rendu un avis ?
Quel est l'état d'avancement des négociations avec
les Communautés et les Régions
? Le
gouvernement adopte-t-il un point de vue officiel
dans ce dossier ?
Le président: Cette année, le 11 juillet tombe un
dimanche. Quoi qu'il advienne, ce sera donc un
jour de congé. (Sourires)
03.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Vorige
week werd in het Vlaams Parlement beslist om op
11 juli een vrije dag te geven aan het personeel van
de Vlaamse overheidsdiensten en aan het
personeel van gemeenten en provincies, mits er
een andere vrije dag wordt ingeleverd. Tijdens de
vorige federale regeringsperiode werd, naar
aanleiding van de bespreking van twee
wetsvoorstellen in de commissie Sociale Zaken,
afgesproken advies te vragen aan de Nationale
Arbeidsraad(NAR) over 11 juli als betaalde
feestdag. Werd deze problematiek al besproken in
de schoot van de Nationale Arbeidsraad? Ik heb de
indruk dat de sociale partners niet staan te dringen
om dit dossier op de agenda te zetten. Heeft de
NAR al advies uitgebracht? Hoever zijn de
gesprekken met de Gemeenschappen en
Gewesten al gevorderd? Neemt de regering in dit
dossier een officieel standpunt in?
De voorzitter: Dit jaar valt 11 juli op een zondag.
Het is dus hoe dan ook een vrije dag. (Glimlachjes)
03.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Sous le précédent gouvernement, le
CNT a effectivement été invité à formuler un avis à
propos de l'ajout du 11 juillet à la liste des jours
fériés officiels. Le CNT s'est penché sur ce dossier
le 8 mai 2002 et le 2 juillet 2003. Aucun avis n'a été
rendu.
La question n'a pas encore été inscrite à l'ordre du
jour du Comité de concertation avec les
Communautés et les Régions.
03.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Onder de vorige regering werd de
NAR inderdaad om advies gevraagd in verband
met het opnemen van 11 juli in de lijst van de
officiële feestdagen. De NAR besprak dit dossier op
8 mei 2002 en op 2 juli 2003. Er werd geen advies
uitgebracht.
De problematiek werd nog niet op de agenda van
het Overlegcomité met de Gemeenschappen en
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 221
31/03/2004
5
L'accord de gouvernement prévoit l'organisation
d'une concertation avec les partenaires sociaux sur
l'insertion des jours de fêtes des Régions ou des
Communautés dans la liste des jours de fêtes
légaux, sans que, pour autant, le nombre total de
ces derniers soit augmenté.
Gewesten geplaatst.
In het regeerakkoord wordt bepaald dat er overleg
met de sociale partners zal worden opgezet over de
opname van de feestdagen van Gemeenschappen
en Gewesten in de lijst van de wettelijke
feestdagen, zonder dat daarbij het totaal aantal
feestdagen verhoogd wordt.
03.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Cette
réponse ne me surprend pas mais je suis quelque
peu déçu. Une fois de plus, le dossier est reporté.
Le point de vue du gouvernement est un peu plus
clair qu'auparavant mais j'ai le sentiment que les
partenaires sociaux n'ont pas envie de se presser.
Ne serait-il pas possible de demander à cette
commission d'accélérer ses travaux ?
03.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Dit
antwoord verrast me niet, maar ik ben wel
enigszins ontgoocheld. Dit dossier wordt alsmaar
uitgesteld. Het standpunt van de regering is iets
duidelijker dan voorheen, maar ik heb stellig de
indruk dat de sociale partners geen zin hebben om
haast te maken. Kan er vanuit deze commissie niet
worden aangedrongen op meer spoed?
03.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je transmettrai cette requête aux
partenaires sociaux.
03.04 Minister Frank Vandenbroucke : Ik zal deze
vraag aan de sociale partners overmaken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Eric Massin au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la pension des
employés de Taxipost" (n° 2270)
04 Vraag van de heer Eric Massin aan de minister
van Werk en Pensioenen over "het pensioen van
het personeel van Taxipost" (nr. 2270)
04.01 Eric Massin (PS) : Il a été décidé de
transformer Taxipost en une société anonyme de
droit public. Cela pose notamment un problème par
rapport aux pensions. J'ai posé une question à ce
sujet à M. Vande Lanotte. Il m'a renvoyé vers vous,
en ajoutant qu'il vous appartenait de trancher, mais
qu'il lui semblait logique que le personnel conserve
les mêmes droits à la pension que précédemment.
Les employés actuels de Taxipost sont assimilés à
des agents distributeurs de la Poste. Pouvez-vous
m'indiquer quel sera le régime qui sera appliqué ?
04.01 Eric Massin (PS): Er werd beslist Taxipost
tot een publiekrechtelijke naamloze vennootschap
om te vormen. Dat doet onder meer een probleem
met betrekking tot de pensioenen rijzen. Ik heb
minister Vande Lanotte daarover een vraag
gesteld. Hij heeft mij naar u doorverwezen, eraan
toevoegend dat het u toekwam die beslissing te
nemen, maar dat hij het logisch vond dat het
personeel dezelfde pensioenrechten zou behouden
als vroeger. De huidige bedienden van Taxipost
worden gelijkgeschakeld met de beambten van De
Post die instaan voor de uitreiking. Kan u mij
meedelen welk stelsel voor hen zal gelden?
04.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
français): Politiquement, je partage l'opinion de M.
Vande Lanotte. Mais il faut vérifier des aspects plus
formels. Toute pension du secteur public est
accordée par arrêté ministériel énonçant les motifs
et les bases légales de la liquidation. Aucune
pension ne peut être payée avant d'avoir été visée
par la Cour des comptes. J'ai donc demandé à mon
administration d'interroger la Cour des comptes à
ce sujet, et informerai mon collègue de la prise de
position de la Cour en la matière, et on vérifiera ce
qu'il faut faire.
04.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
Politiek gezien ben ik het eens met minister Vande
Lanotte. Er moeten echter ook meer formele
aspecten worden onderzocht. Ieder
overheidspensioen wordt toegekend bij ministerieel
besluit waarin de redenen en de wettelijke
grondslagen van de uitbetaling ervan worden
opgenomen. Er mag geen enkel pensioen worden
uitbetaald zonder het visum van het Rekenhof. Ik
heb mijn administratie bijgevolg gevraagd die
kwestie aan het Rekenhof voor te leggen. Ik zal
mijn collega in kennis stellen van het standpunt van
het Rekenhof ter zake en dan zullen wij nagaan wat
er moet worden ondernomen.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31/03/2004
CRABV 51
COM 221
6
04.03 Eric Massin (PS): J'espère que la Cour des
comptes suivra l'opinion politique émise tant par le
ministre des Entreprises publiques que par le
ministre des Pensions.
04.03 Eric Massin (PS): Ik hoop dat het Rekenhof
zich bij het politiek standpunt van de minister van
Overheidsbedrijven en de minister van Pensioenen
zal aansluiten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
de l'Emploi et des Pensions sur "le traitement
fiscal des pensions de ménage" (n° 2331)
05 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
fiscale behandeling van gezinspensioenen"
(nr. 2331)
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Ce dossier retient
mon attention depuis longtemps déjà. A un
moment, dans le cadre de la discussion relative aux
pensions de ménage, on a formulé une proposition
intermédiaire prévoyant la possibilité de deux
pensions individuelles. Je ne puis accepter que le
débat soit dissocié de son contexte historique. Je
suis favorable à une participation maximale au
processus du travail et à la possibilité de combiner
travail et famille. J'ai toutefois connu l'époque où il
n'était pas encore question d'interruption de
carrière.
Je déduis de la réponse qui nous a été fournie jeudi
dernier et des décisions prises à Ostende que la
proposition intermédiaire avait été abandonnée en
raison de sa complexité administrative. Nous
avions, quant à nous, d'autres objections encore à
l'encontre de cette proposition : elle n'apportait
aucune solution pour ceux dont la carrière est trop
courte et engendrait des effets très négatifs en cas
de décès du partenaire.
Il ressort de la réponse à la question de Mme Van
Gool que le décumul devient possible en fonction
de la durée de la carrière. Ce système présente
des inconvénients. Il génère une inégalité entre
personnes ayant travaillé à temps partiel pendant
une longue période et personnes ayant travaillé à
temps plein pendant une période courte. Les
personnes admises aujourd'hui à la retraite sans
avoir accompli de carrière ou en n'ayant accompli
qu'une carrière minimale ne retireront aucun
bénéfice de la proposition. Contrairement à ce que
l'on prétend, la proposition ne met pas en oeuvre
l'arrêt de 1982 de la Cour d'appel de Bruxelles, qui
prônait une répartition 50/50. Je continue d'oeuvrer
en faveur d'une solution juste qui n'engendre
aucune discrimination, ce qui est loin d'être le cas
de la proposition dont nous débattons ici.
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Dit dossier houdt
me al lang bezig. Op een bepaald moment in de
discussie over de gezinspensioenen is er een
intermediair voorstel gekomen dat voorzag in de
mogelijkheid van twee individuele pensioenen. Het
stoort mij dat het debat wordt losgetrokken uit zijn
historische context. Ik ben een voorstander van
maximale participatie aan het arbeidsproces en de
mogelijkheid om loopbaan en gezin te combineren.
Ik heb echter de tijd nog meegemaakt dat
loopbaanonderbreking nog niet werd gehonoreerd.
Wat ik uit het antwoord van vorige donderdag en uit
de beslissingen in Oostende heb begrepen is dat
men omwille van de administratieve complexiteit
het intermediaire voorstel heeft verlaten. Wij
hadden ook andere bezwaren tegen dat voorstel,
omdat iemand met een te kleine eigen loopbaan
niets aan dit voorstel had en het overlijden van de
andere partner in zo'n systeem zeer negatieve
gevolgen had.
Uit het antwoord aan mevrouw Van Gool blijkt dat
decumulatie mogelijk wordt in functie van de
loopbaanduur. Dit systeem heeft nadelen. Er
ontstaat ongelijkheid tussen mensen die lange tijd
deeltijds hebben gewerkt en mensen die korte tijd
voltijds hebben gewerkt. Mensen die nu op
pensioen zijn zonder of met een minimale loopbaan
zullen geen garen spinnen bij dit voorstel. In
tegenstelling tot wat men beweert, komt het
voorstel niet tegemoet aan het arrest van het hof
van beroep te Brussel uit 1982. Dat arrest heeft het
over de 50/50-verdeling. Ik blijf streven naar een
rechtvaardige, niet-discriminerende oplossing. Met
dit voorstel zijn we er nog lang niet.
05.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Cette question m'a donné l'occasion
d'avoir une discussion avec les Finances et l'ONP.
Je vous renvoie également à l'article de M. Wellens
paru dans De Standaard.
05.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Deze vraag bracht me ertoe de
discussie aan te gaan met Financiën en met de
RVP. Ik verwijs ook naar het artikel in De
Standaard van de heer Wellens.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 221
31/03/2004
7
Je n'ai jamais prétendu que nous mettions en
oeuvre l'arrêt de 1982. Ce que nous faisons, c'est
revoir l'article en fonction de cet arrêt. Pendant 22
ans, nul n'a jamais réagi à l'encontre de l'article 25.
Après la réforme fiscale, s'est posée la question de
savoir si les pensionnés mariés retiraient un
avantage de la nouvelle approche fiscale. L'ONP
n'est pas en mesure d'émettre un avis univoque à
ce sujet parce qu'il ne dispose pas de toute
l'information requise.
Outre le problème de la paperasserie, se pose celui
de la complexité de la matière. Le problème ne se
résout pas nécessairement par un renoncement à
la pension de ménage au profit de deux pensions
séparées.
Nous opérons à présent une correction du
mécanisme mis en place en 1982. Dans une série
de situations, cette correction se révèle plus
avantageuse pour les intéressés. Elle n'affecte pas
le montant brut des pensions, ni les retenues mais
la législation fiscale considère la pension de
ménage comme deux revenus issus de pensions.
Recalculer l'ensemble des pensions de ménage
par rapport au passé constituerait une mission
impossible et l'ONP préfère dès lors se fonder sur
des rapports à la carrière. Ultérieurement, les droits
individuels à la pension seront calculés d'une
manière telle que la clé de répartition corresponde
à l'interruption de la carrière et à la hauteur de la
pension. Il s'agit donc là d'une approche fiscale
correcte et satisfaisante.
Ik heb nooit beweerd dat wij het arrest van 1982
uitvoeren; wij herzien het artikel in functie van het
arrest van 1982. Gedurende 22 jaar heeft nooit
iemand gereageerd tegen artikel 25.
Na de fiscale hervorming rees de vraag of de
gehuwde gepensioneerden wel beter af waren met
de nieuwe fiscale aanpak. De RVP kan daarover
geen eenduidig advies geven omdat hij niet over
alle nodige informatie beschikt.
Behalve de administratieve rompslomp, is er de
ingewikkeldheid. Het is dus niet zo eenvoudig dat je
kan stellen: verzaak aan het gezinspensioen en
opteer voor twee verschillende pensioenen.
Wij voeren nu een correctie uit op de ingreep van
1982. In een aantal situaties is dat voordeliger voor
de betrokkenen. Het heeft geen weerslag op de
bruto-pensioenen, noch op de inhoudingen, maar
de fiscale wetgeving is van die aard dat het
gezinspensioen wordt bekeken als twee
pensioeninkomens. Het is echter onbegonnen werk
om voor het verleden alles te herberekenen voor de
gezinspensioenen. De RVP werkt daarom met
loopbaanverhoudingen. Later zullen wel de
individuele pensioenrechten worden berekend
zodat de verdeelsleutel overeenkomt met de
loopbaanbreuk en de hoogte van het pensioen. Dit
is dus een goede en sluitende fiscale benadering.
05.03 Greta D'hondt (CD&V): L'arrêt auquel se
réfère le ministre est clair en ce qui concerne la
scission de la pension de ménage en deux moitiés
égales. La réglementation intermédiaire ou la
réglementation arrêtée par le gouvernement à
Ostende n'opte pas pour une telle formule. Je me
souviens des travaux en matière de réforme fiscale
dans les années quatre-vingts. J'avais formulé des
critiques à l'égard de la loi de 1982, mais le ministre
a ensuite participé lui-même au pouvoir. Le
décumul à été étendu à tous, sauf aux pensionnés.
Il est déraisonnable que le décumul ne soit pas
appliqué aux bénéficiaires d'une pension de
ménage. Aucun argument raisonnable ne le justifie.
Au lendemain d'Ostende, l'avantage fiscal de la
pension de ménage se voit encore réduit. Il est
inacceptable que ce groupe ne puisse bénéficier de
la réforme fiscale.
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Het arrest waarnaar
de minister verwijst is duidelijk inzake de opsplitsing
van het gezinspensioen in twee gelijke helften. De
tussenregeling of de regeling die de regering
afsprak in Oostende is dat niet. Ik herinner mij de
werkzaamheden rond de fiscale hervorming in de
jaren tachtig. Ik had toen kritiek op de wet van
1982, maar de minister heeft nadien zelf
meegeregeerd. De decumul werd voor iedereen
doorgetrokken, behalve voor de gepensioneerden.
Het is onredelijk dat de decumul niet geldt voor
mensen die een gezinspensioen hebben. Er
bestaat geen redelijk argument om hen dat recht te
ontzeggen. Na Oostende is het fiscaal voordeel
voor het gezinspensioen nog verminderd. Het is
onheus dat deze groep niet mag genieten van de
belastinghervorming.
05.04 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais) : A ce jour, la discussion portait
principalement sur la pension de ménage
05.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Tot nog toe ging de discussie steeds
over het gezinspensioen waarvoor beide partners
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31/03/2004
CRABV 51
COM 221
8
constituée par le travail des deux partenaires. Mme
D'hondt étend à présent - à tort - le débat à la
pension de ménage générée par le travail d'un seul
des partenaires.
La discussion portait sur deux revenus et une
pension de ménage. A la suite d'une analyse
minutieuse de ce problème, le principe de base a
été revu et il a été décidé de scinder la pension de
ménage en deux pensions, en fonction de la
carrière.
gewerkt hebben. Nu voegt mevrouw D'hondt ten
onrechte daaraan ook de gezinspensioenen toe
waarvoor niet allebei de partners werkten.
De discussie ging over twee inkomens en één
gezinspensioen. Dat werd uitgespit, daarom werd
het basisprincipe herzien en werd beslist het
gezinspensioen op te splitsen in twee pensioenen
volgens de loopbaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Trees Pieters au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "la garantie de
revenus aux personnes âgées" (n° 2347)
06 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de inkomensgarantie
voor ouderen" (nr. 2347)
06.01 Trees Pieters (CD&V): J'avais déjà adressé
ma question sur la garantie de revenus aux
personnes âgées (GRAPA) à Mme Laruelle mais je
n'ai pas obtenu de réponse satisfaisante de sa part.
C'est pourquoi j'ai également interrogé le ministre
du Budget à cet égard.
La majoration des pensions minimum aurait une
incidence sur la garantie de revenus aux
indépendants et coûterait annuellement 168
millions d'euros. Selon la ministre des Classes
moyennes, ce point figurait à l'ordre du jour du
Conseil des ministres d'Ostende. Quelle décision le
gouvernement a-t-il prise à ce sujet ?
06.01 Trees Pieters (CD&V): Ik stelde mijn vraag
over de inkomensgarantie voor ouderen(IGO) al
aan minister Laruelle, maar kreeg van haar geen
bevredigend antwoord. Daarom herhaalde ik ze
ook al eens aan de minister van Begroting.
De verhoging van de minimumpensioenen zou
effect hebben op de inkomensgarantie voor
zelfstandigen, wat jaarlijks 168 miljoen euro zou
kosten. Volgens minister Laruelle stond dit punt op
de agenda van de Ministerraad van Oostende. Wat
werd daarover beslist?
06.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Nous allons procéder à une
augmentation progressive de la garantie de
revenus. Elle se fera en quatre étapes et
concernera à la fois les isolés, les cohabitants et
les couples mariés. Les parents qui ont droit à la
GRAPA et qui habitent chez leurs enfants sont
considérés comme une catégorie distincte. Les
revenus des enfants ne sont donc pas pris en
considération. De nombreux indépendants sont
effectivement concernés par ladite mesure: 37
pour cent sur un total de 72.000 personnes environ.
06.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): We gaan de inkomensgarantie
stapsgewijze verhogen. Dit gebeurt in vier stappen
en zowel voor de alleenstaanden, de
samenwonenden als de gehuwde koppels. Ouders
die IGO-gerechtigd zijn én inwonen bij hun kinderen
worden beschouwd als een aparte entiteit. Er wordt
dus geen rekening gehouden met de inkomsten
van de kinderen. Het gaat inderdaad over veel
zelfstandigen: 37 percent van de groep of ongeveer
72.000 mensen.
06.03 Trees Pieters (CD&V): Le problème sera-t-il
ainsi totalement réglé ? Le ministre a-t-il déjà
effectué les calculs nécessaires ?
06.03 Trees Pieters (CD&V): Zal het probleem
hiermee volledig opgelost zijn? Heeft de minister dit
al berekend?
06.04 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Faites-vous référence au problème
de la discrimination ? Le cas échéant, il n'en est
aucunement question !
06.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): U doelt op de discriminatie? Maar er
is geen sprake van discriminatie!
06.05 Trees Pieters (CD&V): D'après M. Demotte,
la GRAPA ne sera pas revue à la hausse.
06.05 Trees Pieters (CD&V): Volgens minister
Demotte wordt de IGO niet verhoogd.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 221
31/03/2004
9
06.06 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Nous avons convenu de la majorer
lors du conseil des ministres à Ostende. Le ministre
Demotte y était présent.
06.06 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De verhoging werd overeengekomen
in Oostende. Minister Demotte was daarbij.
06.07 Trees Pieters (CD&V): Les problèmes
seront-ils dès lors aplanis en 2007 ? Qu'en est-il
des indépendants qui bénéficient du système de la
garantie de revenus aux personnes âgées?
06.07 Trees Pieters (CD&V): Zal daarmee het
probleem in 2007 van de baan zijn? En wat met de
zelfstandigen die de IGO genieten?
06.08 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Aujourd'hui, il est impossible de
prévoir si une majoration de quelque 80 euros pour
un couple s'avérera suffisante en 2007. En ce qui
concerne les indépendants, il conviendra de
déterminer si, en augmentant la GRAPA, le
montant perçu dépasse le seuil de la pension
minimum légale. Les effets pervers constatés
précédemment ont été largement éliminés.
06.08 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Of de verhoging van ongeveer 80
euro voor een koppel voldoende zal zijn in 2007
kan ik vandaag niet voorspellen. Voor de
zelfstandigen hangt het ervan af of de verhoging
van de IGO het ontvangen bedrag boven de grens
van het wettelijk minimumpensioen brengt. De
perverse effecten die vroeger speelden, werden
grotendeels weggewerkt.
06.09 Trees Pieters (CD&V): Quel sera le coût de
cette mesure? Les autorités en tireront
certainement profit.
06.09 Trees Pieters (CD&V): Wat zal de
maatregel kosten? De overheid doet er zeker
voordeel mee.
06.10 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Je ne dispose pas des données
chiffrées y afférentes, mais j'admets que les
pouvoirs publics réaliseront des économies dans le
cadre de la GRAPA grâce à l'augmentation de la
pension minimum.
06.10 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik heb de cijfers niet bij, maar ik geef
toe dat de overheid op de IGO bespaart door de
verhoging van het minimumpensioen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Josée Lejeune au ministre
de l'Emploi et des Pensions sur "le souhait de
59 pour cent des travailleurs belges de ne plus
jamais devoir travailler" (n° 2349)
07 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de wens
van 59 procent van de Belgische werknemers om
nooit meer te moeten werken" (nr. 2349)
07.01 Josée Lejeune (MR) : D'après une enquête
réalisée auprès de 3.800 demandeurs d'emploi de
sept pays européens, près de 59 % des travailleurs
belges souhaiteraient de plus jamais devoir
travailler. Seuls 33 % des Belges font état de la
nécessité de relever un défi qui ait du sens et
seulement 8 % des Belges considèrent leur travail
comme indispensable pour occuper leur temps de
façon utile.
On pourrait sourire de tout cela, c'est d'ailleurs ce
que j'ai fait. Puis j'ai été interpellée par ces chiffres,
qui sont à vrai dire alarmants. Ne traduisent-ils pas
un malaise profond des demandeurs d'emploi ?
07.01 Josée Lejeune (MR): Volgens een enquête
die gehouden werd bij 3.800 werkzoekenden uit
zeven Europese landen, zou 59% van de Belgische
werknemers het liefst nooit meer werken. Slechts
33% van de Belgen heeft nood aan een uitdaging in
zijn leven en zinvol werk, en amper 8% beschouwt
zijn job als een noodzaak om zijn tijd nuttig door te
brengen.
Men kan hierom glimlachen - dat heb ik ook
gedaan - maar tegelijk hebben die cijfers mij
geschokt: het zijn ronduit alarmerende cijfers. Zijn
ze niet de uiting van een diepzittende malaise bij de
werkzoekenden?
07.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : Le site internet de Stepstone qui a
réalisé l'enquête est probablement surtout visité par
07.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
De website van Stepstone, dat de enquête
uitgevoerd heeft, wordt vermoedelijk vooral bezocht
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31/03/2004
CRABV 51
COM 221
10
des personnes licenciées, menacées de l'être ou
encore mécontentes de leur emploi actuel. Mais
l'échantillon retenu par les auteurs du sondage se
révèle trop restreint pour qu'on en tire des
conclusions politiques.
D'ailleurs, ces personnes souhaitent vivre sans
travailler non pas à cause du stress au travail, mais
plutôt parce qu'elles désirent un meilleur
épanouissement. Ceci indique qu'il est important de
prévoir des possibilités suffisantes de formation en
entreprise, sujet qui a retenu toute l'attention de la
Conférence pour l'emploi.
Mais la Belgique s'en tire mieux que la moyenne :
selon Stepstone, 59 % des Belges veulent encore
travailler comme salariés alors que la moyenne
européenne n'est que de 33 %. Si tant est qu'on
puisse accorder un crédit quelconque à ce
sondage.
door mensen die ontslagen werden, voor wie
ontslag dreigt of die niet gelukkig zijn met hun
huidige job. De steekproef waarop de enquête
gebaseerd is, is echter te beperkt om er politieke
conclusies aan te kunnen verbinden.
Bovendien willen die mensen liever niet meer
werken omdat ze zich persoonlijk meer willen
ontplooien, niet omdat ze te lijden hebben van
stress op het werk. Dat wijst erop dat het belangrijk
is om in een waaier van bedrijfsopleidingen te
voorzien. Daar werd op de
werkgelegenheidsconferentie ook ruim aandacht
aan besteed.
België doet het echter nog niet zo slecht, en zit
zeker boven het gemiddelde: volgens Stepstone wil
59% van de Belgen nog in dienstverband werken;
het Europese gemiddelde is 33%. Voor zover die
enquête überhaupt geloofwaardig is natuurlijk.
07.03 Josée Lejeune (MR) : Ce sondage a été
diffusé sur la toile et relayé par divers quotidiens et
cela n'est pas agréable pour un travailleur. Pouvez-
vous faire quelque chose pour rectifier le tir?
07.03 Josée Lejeune (MR): De enquête werd
gepubliceerd op het internet en diverse kranten
hebben er de nodige ruchtbaarheid aan gegeven.
Een beetje werknemer is natuurlijk niet zo blij met
het beeld dat op die manier van hem wordt
opgehangen. Kan u daar wat aan doen?
07.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : Cela me semble très difficile.
07.04 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
Mijn beste mevrouw, dat lijkt mij erg moeilijk.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
de l'Emploi et des Pensions sur "la régression de
notre pays dans le classement économique
européen" (n° 2377)
08 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
achteruitgang van ons land op de economische
EU-ranglijst" (nr. 2377)
08.01 Greta D'hondt (CD&V): La semaine
dernière, à la veille du sommet des chefs de
gouvernement de l'Union européenne, la FEB a
présenté ce qu'elle appelle l'indice de Lisbonne.
Cet indice mesure, sur la base de 42 indicateurs,
les progrès réalisés par les différents Etats
membres dans l'accomplissement des objectifs de
Lisbonne. Notre pays réalise un score inférieur à
celui de 2003 et recule dans le classement général.
Seuls l'Italie, le Portugal et la Grèce obtiennent un
score encore plus médiocre et nous avons été
dépassés par l'Espagne. En ce qui concerne
l'indice de compétitivité, nous nous classons à la
douzième place, deux pays seulement se classant
encore moins bien. Nous n'obtenons en fait qu'un
bon score sur le plan de la cohésion sociale.
Il semblerait que dans un contexte économique
difficile, la Belgique souffre plus d'un manque de
08.01 Greta D'hondt (CD&V): Vorige week, aan
de vooravond van de top van de EU-
regeringsleiders, stelde het VBO een zogenaamde
Lissabon-index voor. Die meet, op basis van 42
indicatoren, de vooruitgang van de verschillende
lidstaten in de verwezenlijking van de Lissabon-
streefdoelen. Ons land scoort zwakker dan in 2003
en zakt zelfs naar de vierde laatste plaats in de
algemene rangschikking. Alleen Italië, Portugal en
Griekenland presteren nog slechter. Spanje heeft
ons ondertussen voorbijgestoken. In de index van
de concurrentiekracht staan we op de twaalfde en
derde laatste plaats. Alleen op het gebied van
sociale cohesie scoren we goed.
Blijkbaar beschikt ons land in een economisch
moeilijke periode over minder veerkracht dan de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 221
31/03/2004
11
dynamisme que d'autres pays de l'Union. Que
pense le ministre de cet indice de Lisbonne ? N'est-
il pas grand temps pour le gouvernement de
concrétiser les décisions prises à Gembloux ?
andere EU-landen. Wat is de reactie van de
minister op de Lissabon-index? Is het niet hoog tijd
dat de regering vaart maakt met de concretisering
van de beslissingen van Gembloux?
08.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): L'indice de Lisbonne de la Fédération
des entreprises de Belgique mesure encore bien
d'autres choses que l'emploi. L'indice de l'emploi
est passé de 33,8% en 2003 à 24,6% en 2004.
Dans l'évolution des indices partiels, l'indice de
l'emploi est passé en Belgique de 64,2% en 2001
et 2002 à 59,5 pour cent en 2003, soit le
pourcentage le plus bas d'Europe. En 2002, les
charges pesant sur les salaires les plus bas
demeurent les plus élevées de l'Union européenne.
Au cours de la période 2002-2003, la formation
permanente est restée au même niveau, alors
qu'elle a augmenté ailleurs. En ce qui concerne le
nombre d'accidents du travail mortels, nous
sommes passés de l'indice 100 en 2000 à l'indice
124 en 2001, alors que la moyenne européenne
est en diminution.
Comme l'a déjà affirmé le vice-président du Conseil
supérieur de l'emploi, M. Smets, le fait que notre
retard par rapport aux partenaires européens ne se
résorbe pas de manière structurelle est
particulièrement inquiétant.
Il est évident que même une bonne politique de
l'emploi ne peut donner des résultats véritablement
spectaculaires. Je l'ai déjà répété à plusieurs
reprises. Récemment, le gouvernement a
néanmoins déjà pris de nombreuses mesures pour
augmenter le taux d'emploi. C'est ainsi qu'en 2004,
des réductions de charges supplémentaires pour
un montant de 300 millions d'euros ont été
accordées aux entreprises, notamment par le biais
d'un renforcement de la réduction structurelle des
charges et par une simplification du système des
conventions de premier emploi. Le secteur non-
marchand bénéficiera, en vitesse de croisière,
d'une réduction supplémentaire des charges d'un
montant de 115 millions d'euros. Par le biais des
titres-service et de l'économie sociale nous
essayons de donner de meilleures chances de
travail aux groupes-cible les plus faibles de la
société. La lutte contre la fraude sociale et le travail
au noir sera intensifiée, le système des réductions
de cotisations sera simplifié et une politique plus
active de remise au travail lors de restructurations
sera mise en oeuvre. Toutes ces mesures devraient
permettre un meilleur fonctionnement du marché du
travail.
Lors du conseil des ministres de Gembloux, il a été
décidé d'améliorer l'accompagnement des
demandeurs d'emploi. Il s'agit d'une matière qui
08.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De Lissabon-index van het Verbond
van Belgische Ondernemingen meet veel meer dan
alleen maar de werkgelegenheid. De
werkgelegenheidsindex daalde van 33,8 percent in
2003 naar 24,6 percent in 2004. In de evolutie van
de deelindexen daalt de werkgelegenheidsgraad in
België van 64,2 percent in 2001 en 2002 naar 59,5
percent in 2003 en is daarmee de laagste van
Europa. De lasten op de laagste lonen blijven in
2002 de hoogste van de EU. De permanente
opleiding bleef in de periode 2002-2003 constant,
terwijl ze elders toenam. Inzake het aantal dodelijke
arbeidsongevallen nam de index toe: van 100 in
2000 tot 124 in 2001, terwijl het Europese
gemiddelde afnam.
Zoals de ondervoorzitter van de Hoge Raad voor
de Werkgelegenheid, de heer Smets, al stelde, is
het feit dat onze achterstand ten aanzien van de
Europese partners structureel niet verbetert, pas
echt zorgwekkend.
Vanzelfsprekend kan zelfs van een goed
werkgelegenheidsbeleid bijna per definitie geen
echte spectaculaire zaken worden verwacht. Dat
heb ik al vaker herhaald. Toch heeft de regering de
laatste tijd al heel wat maatregelen getroffen voor
het verhogen van de werkgelegenheidsgraad. Zo
werden voor 2004 voor meer dan 300 miljoen euro
bijkomende lastenverlagingen toegekend aan de
bedrijven, onder meer via een versterking van de
structurele lastenverlaging en via een
vereenvoudiging van de startbanen. De social-
profitsector krijgt op kruissnelheid een bijkomende
lastenvermindering van 115 miljoen euro. Via
dienstencheques en de sociale economie trachten
we de zwakste doelgroepen in de maatschappij
meer kansen op werk te geven. De sociale fraude
en het zwartwerk zullen intensiever worden
aangepakt, de bijdrageverminderingen worden
vereenvoudigd en er komt een actiever
"hertewerkstellingsbeleid" bij herstructureringen. Dit
alles moet de arbeidsmarkt beter laten
functioneren.
Op de Ministerraad van Gembloux werd een betere
begeleiding van de werkzoekenden afgesproken.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31/03/2004
CRABV 51
COM 221
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
doit être réglée depuis bien longtemps déjà. J'ai
reçu aujourd'hui le texte d'un accord de coopération
avec les Régions et les Communautés dans lequel
toutes les modalités de la coopération sont réglées
en détail. Les autorités fédérales contrôleront de
plus près la disponibilité du demandeur d'emploi
sur le marché du travail.
Une mesure importante a également été prise en
ce qui concerne les accidents du travail. Lors du
Conseil des ministres qui s'est tenu à Ostende,
Mme. Van Brempt a présenté le plan PHARAON
qui vise à réduire le nombre d'accidents du travail.
Dat is een aangelegenheid die al langer aansleept.
Vandaag heb ik een uitgebreid
samenwerkingsakkoord met alle betrokken
Gewesten en Gemeenschappen ontvangen, waarin
de samenwerking tot in detail wordt geregeld.
Vanuit de federale overheid zal nauwlettender
worden op de beschikbaarheid van de
werkzoekende op de arbeidsmarkt.
Ook op het vlak van de arbeidsongevallen werd
een belangrijke maatregel getroffen. Op de
Ministerraad van Oostende heeft staatssecretaris
Van Brempt het FARAO-plan voorgesteld, dat erop
gericht is het aantal arbeidsongevallen terug te
dringen.
08.03 Greta D'hondt (CD&V): Augmenter le taux
d'emploi est effectivement une mission difficile,
dans le cadre de laquelle il faut tenter de procéder
par petites étapes. Je persiste à dire que compte
tenu de la situation très sérieuse que nous
connaissons actuellement en matière d'emploi, les
choses ne « bougent » pas assez.
Il est important d'assurer un meilleur suivi des
demandeurs d'emploi. J'espère que les plans du
ministre en la matière seront couronnés de succès.
La tâche ne sera guère aisée.
Le président: Le 1
er
mai, l'Union comptera dix
Etats membres de plus. Le classement sera alors
fort différent.
08.03 Greta D'hondt (CD&V): Het werken aan
een betere tewerkstellingsgraad is inderdaad een
moeizaam proces, waarin men moet proberen
stapje bij stapje succes te boeken. Ik blijf erbij dat
er in de huidige, ernstige toestand inzake
tewerkstelling er nog altijd te weinig "beweegt".
Een betere opvolging van de werkzoekenden is
belangrijk. Ik hoop dat de plannen van de minister
ter zake succes hebben. Het zal niet gemakkelijk
zijn!
De voorzitter: Op 1 mei komen er tien lidstaten bij.
Dan zal de rangschikking er weer anders uitzien.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
15h.45.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.45 uur.
Document Outline