CRABV 51 COM 209
CRABV 51 COM 209
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi woensdag
24-03-2004 24-03-2004
Matin Voormiddag

CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 209
24/03/2004
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Koen Bultinck au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la cotisation de
solidarité sur les pensions" (n° 2174)
1
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de
solidariteitsbijdrage op de pensioenen" (nr. 2174)
1
Orateurs:
Koen Bultinck, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Koen Bultinck, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les économies
réalisées par les exclusions en vertu de l'article 80
de la réglementation du chômage" (n° 2213)
2
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de besparingen
tengevolge van de uitsluitingen conform artikel 80
van de werkloosheidsreglementering" (nr. 2213)
2
Orateurs: Zoé Genot, Frank Vandenbroucke,
ministre de l''Emploi et des Pensions
Sprekers:
Zoé Genot, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de M. Alain Mathot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les conséquences
de l'élargissement de l'UE en matière de libre
circulation en Belgique de travailleurs originaires
des nouveaux États membres" (n° 2098)
3
Vraag van de heer Alain Mathot aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de gevolgen van
de uitbreiding van de EU inzake het vrije verkeer
in België van werknemers afkomstig uit de nieuwe
lidstaten" (nr. 2098)
3
Orateurs:
Alain Mathot, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Alain Mathot, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Inge Vervotte au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les sportifs
professionnels étrangers" (n° 2111)
6
Vraag van mevrouw Inge Vervotte aan de minister
van Werk en Pensioenen over "buitenlandse
beroepssportlui" (nr. 2111)
6
Orateurs:
Inge Vervotte, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Inge Vervotte, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la commission
paritaire ALE" (n° 2181)
7
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister
van Werk en Pensioenen over "het paritair comité
PWA" (nr. 2181)
7
Orateurs:
Nahima Lanjri, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Nahima Lanjri, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les stages réalisés
par des patients psychiatriques" (n° 2200)
8
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister
van Werk en Pensioenen over "stages door
psychiatrische patiënten" (nr. 2200)
8
Orateurs:
Nahima Lanjri, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Nahima Lanjri, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le contrôle des
chômeurs et la prise en charge du coût de la
recherche d'un emploi" (n° 2214)
9
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de
werklozencontrole en de vergoeding van
sollicitatiekosten" (nr. 2214)
9
Orateurs: Zoé Genot, Frank Vandenbroucke,
ministre de l''Emploi et des Pensions
Sprekers:
Zoé Genot, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Greet van Gool à la secrétaire
d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au
travail, adjointe au ministre de l'Emploi et des
Pensions sur "l'examen réalisé par le médecin du
travail en cas de reprise du travail" (n° 2199)
11
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen over "het onderzoek bij
werkhervatting door de arbeidsgeneesheer"
11
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/03/2004
CRABV 51
COM 209
ii
(nr. 2199)
Orateurs: Greet van Gool, Kathleen Van
Brempt
, secrétaire d'Etat à l'Organisation du
travail et du Bien-être au travail
Sprekers: Greet van Gool, Kathleen Van
Brempt
, staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk
Question de Mme Annelies Storms à la secrétaire
d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au
travail, adjointe au ministre de l'Emploi et des
Pensions sur "la prolongation du congé de
maternité en cas d'hospitalisation du nouveau-né,
de grossesse difficile et de naissance multiple"
(n° 2246)
13
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de verlenging van
het moederschapsverlof bij hospitalisatie van de
pasgeborenen, bij een moeilijke zwangerschap en
bij de geboorte van een meerling" (nr. 2246)
13
Orateurs: Annelies Storms, Kathleen Van
Brempt
, secrétaire d'Etat à l'Organisation du
travail et du Bien-être au travail
Sprekers: Annelies Storms, Kathleen Van
Brempt
, staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 209
24/03/2004
1

COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
24
MARS
2004
Matin
______
van
WOENSDAG
24
MAART
2004
Voormiddag
______



La réunion publique est ouverte à 10.09 heures par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door
de heer Hans Bonte, voorzitter.
01 Question de M. Koen Bultinck au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la cotisation de
solidarité sur les pensions" (n° 2174)
01 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
solidariteitsbijdrage op de pensioenen" (nr. 2174)
01.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Pour
assurer l'équilibre financier de la sécurité sociale et,
en particulier, du secteur des pensions, la loi du 30
mars 1994 a instauré une cotisation de solidarité à
charge des pensionnés. Sous la législature
précédente, le ministre s'était opposé à une
proposition visant à supprimer cette cotisation.

Quelle est aujourd'hui la position du
gouvernement? Que disent les chiffres les plus
récents en ce qui concerne la recette de cette
cotisation de solidarité? Cette recette compense-t-
elle le coût de l'augmentation des pensions
minimums?
01.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Om de
sociale zekerheid en meer bepaald de
pensioensector financieel in evenwicht te houden,
heeft de wet van 30 maart 1994 een
solidariteitsbijdrage ten laste van de
gepensioneerden ingevoerd. De minister heeft zich
tijdens de vorige regeerperiode verzet tegen een
voorstel om die solidariteitsbijdrage af te schaffen.
Wat is het huidige standpunt van de regering
hierover? Wat zijn de meest recente
opbrengstcijfers van deze solidariteitsbijdrage? Hoe
verhouden deze cijfers zich tot de kostprijs van de
verhoging van de minimumpensioenen?
01.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Le point de vue du gouvernement est
celui que j'ai toujours défendu. Nous ne sommes
pas en mesure de supprimer la cotisation de
solidarité car elle est destinée à financer
l'adaptation des pensions les plus basses et des
pensions des retraités les plus âgés. Ce système
est certainement nécessaire au vu de l'évolution
démographique.

L'Office national des pensions a perçu 680.161
millions d'euros entre janvier 1995 et fin 2003 dans
le cadre de la cotisation de solidarité. Un montant
de 1.041 millions d'euros a été affecté à
l'adaptation des pensions les plus modestes et les
plus anciennes entre janvier 1995 et fin 2003.
Depuis 1992, nous consacrons à l'adaptation des
pensions les plus basses et les plus anciennes un
01.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het standpunt van de regering is het
standpunt dat ik altijd heb verdedigd. We zijn niet in
staat om de solidariteitsbijdrage af te schaffen,
omdat zij dient om een aanpassing van de laagste
pensioenen en voor de oudste gepensioneerden te
bekostigen. We hebben dat zeker nodig in het licht
van de demografische evolutie.

De Rijksdienst voor Pensioenen heeft tussen
januari 1995 en eind 2003 680,161 miljoen euro
geïnd in het kader van de solidariteitsbijdrage. Voor
de aanpassing van de laagste en oudste
pensioenen is tussen januari 1995 en eind 2003
1.041 miljoen euro uitgetrokken. Sedert 2002
besteden we een hoger bedrag dan de
solidariteitsbijdrage aan de aanpassing van de
laagste en de oudste pensioenen. Ik heb een
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/03/2004
CRABV 51
COM 209
2
montant supérieur à la cotisation de solidarité. J'ai
apporté un tableau synthétique à l'intention des
membres de la commission.
overzichtstabel meegebracht voor de
commissieleden.
01.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Je déduis
de la réponse technique du ministre que le coût de
l'augmentation des pensions minimales dépasse
les recettes de la cotisation de solidarité.

Avant les élections de l'année passée, le premier
ministre avait promis à tous les retraités de Flandre
orientale que la cotisation de solidarité serait
supprimée. Une fois encore, les libéraux flamands
ne respectent pas leurs engagements.
01.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Uit het
technische antwoord van de minister blijkt dat de
verhoging van de minimumpensioenen meer kost
dan wat de solidariteitsbijdrage oplevert.

Voor de verkiezingen van vorig jaar beloofde de
eerste minister alle Oost-Vlaamse
gepensioneerden dat de solidariteitsbijdrage zou
worden afgeschaft. Eens te meer komen de
Vlaamse liberalen hun beloften niet na.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les économies
réalisées par les exclusions en vertu de
l'article 80 de la réglementation du chômage"
(n° 2213)
02 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
besparingen tengevolge van de uitsluitingen
conform artikel
80 van de
werkloosheidsreglementering" (nr. 2213)
02.01 Zoé Genot (ECOLO): Un des points positifs
du nouveau plan d'activation de comportement de
recherche d'emploi - appelé par d'autres la
«chasse aux chômeurs» - est la suspension, dans
les tranches d'âge concernées par ce contrôle de
l'effort de recherche d'emploi, de l'article 80 qui
excluait du chômage.

Pour mieux comprendre le cadre dans lequel on se
situe, j'aimerais connaître le nombre de personnes
exclues en 2003 sur base de cet article 80, par
région et par tranche d'âge.


Les critères de suspension voire de suppression de
ce système n'étant pas clairs, il est intéressant
d'avoir ces chiffres comme élément d'évaluation.
02.01 Zoé Genot (ECOLO): Een van de positieve
punten van het plan om werklozen aan te sporen
werk te zoeken, dat door sommige als de "jacht op
de werklozen" wordt omschreven, is dat artikel 80
over de uitsluiting uit het werkloosheidsstelsel niet
toepasselijk is op de leeftijdscategorieën die onder
dit toezicht op het zoeken naar werk vallen.

Om een beter zicht te hebben op de weerslag van
deze maatregel op de begroting zou ik graag
vernemen hoeveel personen in 2003, per gewest
en per leeftijdscategorie, op basis van dit artikel 80
werden uitgesloten.

Omdat er onduidelijkheid heerst over de criteria op
grond waarvan dit systeem geschorst en zelfs
afgeschaft zal worden, is het nuttig dat we over die
gegevens beschikken om de toestand te kunnen
evalueren.
02.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
français): Je me suis basé sur le texte écrit,
quelque peu différent, de votre question, et n'ai
notamment pas la répartition par âge, qui n'était
pas demandée.



Le nombre de personnes qui, en 2003, ont été
exclues sur base des articles 80 à 88 de l'A.R. du
25 novembre 1991 portant réglementation du
chômage, est de 8359 au total (2398 hommes et
5961 femmes). Par Région, cela fait 3552
personnes (955 hommes et 2597 femmes) en
02.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): Ik
heb mij gebaseerd op de tekst van uw vraag, die
enigszins verschillend is. Ik kan u met name geen
inlichtingen verstrekken met betrekking tot de
verdeling per leeftijd omdat daar in die tekst niets
over werd gevraagd.

Het aantal personen dat in 2003 werd uitgesloten
op grond van de artikelen 80 tot 88 van het
koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende
de werkloosheidsreglementering bedraagt in totaal
8359 (2398 mannen en 5961 vrouwen). Per
Gewest zijn dat 3552 personen (955 mannen en
2597 vrouwen) in Vlaanderen, 3885 personen
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 209
24/03/2004
3
Flandre, 3885 personnes (1139 hommes et 2746
femmes) en Wallonie et 922 personnes (304
hommes et 618 femmes) à Bruxelles.

L'économie théorique par exclusion et par année
est de 14,68 euros x 26 jours par mois x 12 mois,
soit 4580,16 euros. Mais en réalité, elle est moins
importante, car nombre de chômeurs exclus
retrouvent un emploi, d'autres peuvent, après une
reprise de travail ou un changement de situation
familiale, retrouver le droit aux allocations.
L'économie réelle est donc très difficile à
déterminer.
(1139 mannen en 2746 vrouwen) in Wallonië en
922 personen (304 mannen en 618 vrouwen) in
Brussel.

De theoretische besparing per uitsluiting en per jaar
bedraagt 14,68 euro x 26 dagen per maand x 12
maanden, zijnde 4580,16 euro. In werkelijkheid ligt
zij lager, want tal van uitgesloten werklozen gaan
opnieuw aan de slag, terwijl anderen, nadat zij weer
werk hebben gevonden of nadat hun gezinssituatie
is veranderd, opnieuw aanspraak op uitkeringen
kunnen maken. Het valt dus zeer moeilijk in te
schatten hoeveel die besparing precies bedraagt.
Il en est de même pour les autres sanctions de
l'Onem.

Enfin, je signale que ces exclusions et sanctions
n'ont pas pour but d'économiser sur le budget du
chômage, mais de gérer de façon équilibrée et
correcte la réglementation en la matière.
Dat geldt ook voor de andere sancties van de RVA.


Ten slotte doe ik opmerken dat die uitsluitingen en
sancties niet bedoeld zijn om te besparen op de
begroting van de werkloosheid, maar om de
regelgeving ter zake op een evenwichtige en
correcte manier te beheren.
02.03 Zoé Genot (ECOLO): Je réagis d'abord à
cette dernière affirmation. Les dispositions des
articles 80 à 88 ont quand même été prises en
période de restrictions budgétaires ! S'il s'agissait
uniquement d'outils de remise à l'emploi, d'autres
mesures (accompagnement, formations) auraient
été socialement plus acceptables que ces
exclusions.


Par rapport au budget, vous ne citez que les
personnes exclues pour l'année visée, mais il faut
ajouter celles qui sont encore au chômage des
années après. Il faut cumuler les chiffres !
02.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik reageer eerst op de
laatste stelling. De maatregelen van de artikels 80
tot 88 werden nochtans genomen in een periode
van budgettaire bezuinigingen! Als het alleen de
bedoeling was werklozen weer aan het werk te
krijgen, waren andere maatregelen (begeleiding,
opleidingen) sociaal beter aanvaardbaar geweest
dan die uitsluitingen.

Wat de begroting betreft, vermeldt u alleen de
werklozen die in en bepaald jaar werden
uitgesloten, de mensen die gedurende de
daaropvolgende jaren nog steeds werkloos zijn
horen daar echter ook bij. De cijfers moeten worden
samengeteld!
Si le budget nécessaire à la suppression de l'article
80 est celui-là, on aurait pu le supprimer depuis
longtemps ! Les estimations que je reçois de
l'Onem sont par contre beaucoup plus importantes.
Il est étonnant que vous preniez des décisions sans
évaluation, et qu'on accorde un budget à l'Onem à
l'aveuglette, sans l'augmenter en compensation. Je
reste donc mal à l'aise par rapport à cette question.
Indien dat de begrotingsmiddelen zijn die de
afschaffing van artikel 80 vereist, had men het al
lang kunnen afschaffen! De ramingen die ik van de
RVA ontvang, liggen echter veel hoger. Het
verwondert mij dat u beslissingen neemt zonder ze
te evalueren en dat men op goed geluk
begrotingsmiddelen toekent aan de RVA, zonder in
een uitbreiding te voorzien om de afschaffing van
het artikel te compenseren. Ik blijf het dus moeilijk
hebben met dit punt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Alain Mathot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les conséquences
de l'élargissement de l'UE en matière de libre
circulation en Belgique de travailleurs originaires
des nouveaux États membres" (n° 2098)
03 Vraag van de heer Alain Mathot aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
gevolgen van de uitbreiding van de EU inzake het
vrije verkeer in België van werknemers afkomstig
uit de nieuwe lidstaten" (nr. 2098)
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/03/2004
CRABV 51
COM 209
4
03.01 Alain Mathot (PS): A partir du 1
er
mai,
l'accès au marché du travail belge pour les
ressortissants des nouveaux États membres de
l'UE relèvera encore pendant deux ans du droit
national belge. Puis, notre pays pourra encore
pendant trois ans signaler formellement à la
Commission s'il souhaite ou non poursuivre
l'application des dispositions nationales. De sorte
qu'au 1
er
mai 2009, la libre circulation des
travailleurs deviendra la règle au sein de l'Union à
25 sauf si un État obtient de la Commission la
prolongation pendant deux ans encore des
mesures nationales.


L'Allemagne et l'Autriche ont obtenu une clause de
sauvegarde les autorisant à limiter la capacité des
entreprises situées dans les nouveaux États
membres à fournir des services supposant la libre
circulation temporaire des travailleurs, notamment
dans la construction et le nettoyage industriel.

D'après la loi du 5 mars 2002, les employeurs
occupant des travailleurs détachés en Belgique
sont tenus de respecter les conditions de travail, de
rémunération et d'emploi prévues par des
dispositions sanctionnées pénalement. L'employeur
doit ainsi être en mesure de présenter pour chaque
travailleur un décompte de paie ou un compte
individuel prévus par la législation belge. Or, il
s'avère que l'application actuelle de ces
dispositions aux travailleurs de l'Europe des 15 en
Belgique est purement formelle
: une simple
quittance signée par le travailleur suffit !



Le pouvoir d'achat moyen des pays candidats
s'élève à 48 GDP (PIB) in PPS (standard du
pouvoir d'achat) per capita contre une moyenne de
100 pour l'Europe des 15 (41 pour la Pologne
contre 109 en Belgique). En Irlande, selon Le
Vif/L'Express,
des délocalisations ont déjà
commencé malgré un coût salarial irlandais
inférieur de près de 30 % à celui de l'Allemagne et
un taux d'imposition de 12,5 %.

Que va faire la Belgique de 2004 à 2006 ?
Poursuivra-t-elle l'application de ses mesures
nationales de 2006 à 2009 ? Comment comptez-
vous assurer le respect de la loi du 5 mars 2002 et
de l'arrêté royal d'application du 29 mars 2002
compte tenu du fait que les contrôles actuels
s'avèrent insuffisants pour détecter des fraudes et
l'exploitation de travailleurs, notamment portugais ?
Comment comptez-vous quantifier le nombre de
travailleurs détachés occupés en Belgique et leurs
origines
pour surveiller globalement leurs
03.01 Alain Mathot (PS): Na één mei zal de
toegang tot de Belgische arbeidsmarkt voor de
onderdanen van de nieuwe EU-lidstaten nog
gedurende twee jaar onder de toepassing van het
Belgisch nationaal recht vallen. Nadien kan ons
land nog gedurende drie jaar formeel aan de
Commissie te kennen geven of het al dan niet wil
doorgaan met het toepassen van de nationale
bepalingen. Op 1 mei 2009 zou het vrij verkeer van
de werknemers binnen de Unie van 25 lidstaten de
regel worden, tenzij een lidstaat van de Commissie
de toelating krijgt de toepassing van de nationale
maatregelen nog met twee jaar te verlengen.

Duitsland en Oostenrijk bekwamen een
vrijwaringsclausule, die hun toelaat het leveren van
diensten die gepaard gaan met een tijdelijk vrij
verkeer van werknemers door bedrijven in de
nieuwe lidstaten te beperken, bijvoorbeeld in de
bouw en in de industriële schoonmaak.

Overeenkomstig de wet van 5 maart 2002 is de
werkgever die in België een ter beschikking
gestelde werknemer tewerkstelt, ertoe gehouden
de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden
na te leven die bepaald worden door bepalingen die
strafrechtelijk beteugeld worden. De werkgever
moet dus in staat zijn om voor elke werknemer een
loonafrekening of een individuele rekening voor te
leggen, zoals de Belgische wetgeving voorschrijft.
Op dit ogenblik worden die bepalingen voor de
werknemers uit het Europa van de vijftien die in
België tewerkgesteld worden echter louter op
vormelijk vlak nageleefd: een door de werknemer
ondertekende kwijting volstaat!

De gemiddelde koopkracht in de kandidaat-
lidstaten bedraagt 48 GDP (BBP) in PPS
(purchasing power standard) per capita tegen een
gemiddelde van 100 in het Europa van de vijftien
(41 in Polen tegenover 109 in België). Volgens Le
Vif/L'Express
is de delokalisatie in Ierland al
begonnen, ook al ligt de loonlast er bijna 30 % lager
dan in Duitsland en bedraagt de aanslagvoet er
12,5 %.


Wat zal België tussen 2004 en 2006 doen? Zal het
de nationale maatregelen voort toepassen tussen
2006 en 2009? Hoe zal u ervoor zorgen dat de wet
van 5 maart 2002 en het koninklijk besluit van 29
maart 2002 tot uitvoering ervan worden nageleefd,
wetend dat de bestaande controles niet volstaan
om fraude en uitbuiting van werknemers, onder
meer uit Portugal, op te sporen? Hoe wil u nagaan
hoeveel ter beschikking gestelde werknemers in
België tewerkgesteld worden en wat hun land van
oorsprong is, met de bedoeling een algemeen
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 209
24/03/2004
5
conditions de travail et pour évaluer l'ampleur du
phénomène et ses effets sur l'économie et l'emploi
dans notre pays ? Il s'agit en effet d'un grave
problème de concurrence.
toezicht uit te oefenen op hun
arbeidsomstandigheden en om de omvang van het
fenomeen vast te stellen en de invloed ervan op de
economie en de werkgelegenheid in ons land? Het
concurrentievermogen dreigt immers ernstig in het
gedrang te komen.
03.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
français): Le Conseil des ministres du 12 mars
2004 a approuvé un projet d'arrêté royal visant à
limiter la libre circulation depuis les nouveaux États
membres pendant deux ans, l'obligation du permis
de travail sera d'application pour les travailleurs et
membres de leur famille qui viennent de ces États
(sauf Chypre et Malte), étant entendu que
l'embauche de ceux qui ont travaillé légalement en
Belgique durant douze mois sans interruption ne
sera pas soumise à une analyse du marché du
travail
; et l'on appliquera la jurisprudence
européenne en ce sens que les entreprises
prestataires de services établies dans l'espace
économique européen pourront détacher
temporairement leurs travailleurs chez nous sans
permis de travail si ces travailleurs sont occupés
légalement dans le pays où est établie l'entreprise
et si cette autorisation de travail est valable au
moins pour la durée du travail à effectuer en
Belgique.



La Belgique évaluera la situation après deux ans en
concertation avec les Régions et avec les autres
États membres ; les dispositions transitoires de la
première période pourront alors éventuellement
être prolongées.

En vertu de la loi du 5 mars 2002, l'employeur
étranger effectuant des prestations en Belgique
pour six mois au plus pourra envoyer
préalablement au début de la période d'occupation
une déclaration de détachement à l'Inspection des
lois sociales, à défaut de quoi il sera soumis aux
mêmes obligations que les employeurs belges. En
cas de déclaration préalable de détachement,
l'employeur devra tenir à la disposition des
inspecteurs sociaux une copie des documents qu'il
doit établir en vertu de la législation étrangère à
laquelle il est soumis et qui sont équivalents quant
à leur contenu aux documents belges prévus en
matière de rémunération: soit le compte individuel,
soit le décompte de paie.




Le contrôle se concentre sur le noyau dur de la
législation, donc principalement le respect des
03.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): De
Ministerrraad van 12 maart 2004 heeft een
ontwerp-koninklijk besluit goedgekeurd dat ertoe
strekt het vrij verkeer vanuit de nieuwe lidstaten
voor een periode van twee jaar te beperken:
gedurende die periode zullen uit die landen
(behalve Cyprus en Malta) afkomstige werknemers
en hun gezinsleden over een werkvergunning
moeten beschikken, met dien verstande dat de
indienstneming van werknemers en hun
gezinsleden uit die landen die gedurende een
ononderbroken periode van 12 maanden of meer
legaal in België hebben gewerkt niet zal
onderworpen worden aan een
arbeidsmarktanalyse. Tevens zal de Europese
rechtspraak worden toegepast in die zin dat de
dienstverlenende ondernemingen gevestigd in de
Europese Economische Ruimte hun werknemers
tijdelijk kunnen detacheren naar België zonder
arbeidskaartvergunning op voorwaarde dat die
werknemers wettig worden tewerkgesteld in het
land waar de onderneming is gevestigd en die
arbeidsvergunning ten minste geldig is voor de duur
van het in België uit te voeren werk.

België zal de situatie na twee jaar evalueren in
overleg met de Geweten en met de overige
lidstaten. De overgangsmaatregelen van de eerste
periode kunnen dan eventueel worden verlengd.


Krachtens de wet van 5 maart 2002 kan de
buitenlandse werkgever die arbeidsprestaties in
België laat verrichten voor een periode van zes
maanden of meer voorafgaand aan de periode van
tewerkstelling een verklaring van
terbeschikkingstelling aan de Inspectie van de
sociale wetten bezorgen. Doet hij dat niet, dan zal
hij aan dezelfde verplichtingen worden
onderworpen als de Belgische werkgevers. Als hij
voorafgaand een dergelijke verklaring van
terbeschikkingstelling bezorgt, moet de werkgever
een kopie van de documenten die hij krachtens de
buitenlandse wetgeving waaraan hij is
onderworpen en die inhoudelijk gelijkwaardig zijn
met de vereiste Belgische documenten inzake de
bezoldiging ter beschikking van de sociale inspectie
houden. Het betreft dus ofwel de individuele
rekening, ofwel de afrekening van het loon.
De controle spitst zich toe op de kern van de
wetgeving, dus voornamelijk op de naleving van de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/03/2004
CRABV 51
COM 209
6
conditions de travail et de rémunération prévues
par les conventions collectives de travail rendues
obligatoires. Certains dossiers font l'objet d'une
enquête par les directions concernées du Contrôle
des lois sociales et des contrôles sont effectués sur
les chantiers de manière aléatoire et à la demande
de certaines organisations patronales.


Nous pourrions éventuellement optimaliser encore
nos résultats en matière de contrôle des
employeurs étrangers en améliorant la
collaboration avec les services d'inspection
étrangers ; le 12 mars 2004, les premiers contacts
ont d'ailleurs été établis avec les services
d'inspection néerlandais.
voorwaarden inzake de arbeid en de bezoldiging
zoals bepaald in de verplicht gestelde collectieve
arbeidsovereenkomsten. Sommige dossiers
worden door de betrokken directies van de
Controle van de sociale wetten onderzocht en er
worden tevens willekeurig of op verzoek van
bepaalde werkgeversorganisaties controles
uitgevoerd op werven.

De resultaten inzake de controle van de
buitenlandse werkgevers zouden nog kunnen
geoptimaliseerd worden dank zij een betere
samenwerking met de buitenlandse
inspectiediensten; op 12 maart 2004 werden
trouwens de eerste contacten gelegd met de
Nederlandse inspectiediensten.
Depuis le 1er avril 2002, 730 dossiers ont été
traités, introduits par 420 entreprises et concernant
le détachement de 3.731 travailleurs pour des
périodes allant d'un jour à six mois. Mais n'oublions
pas que la déclaration de détachement est
facultative. Les premiers renseignements de
l'ONSS permettant de compléter les statistiques ne
nous donnent que des chiffres approximatifs
(environ 50.000 travailleurs détachés par an) parce
que les pays d'où sont détachés les travailleurs
n'envoient pas tous les formulaires de détachement
(E101) à nos services et que ne sont prises en
compte que les personnes détachées pour qui un
formulaire a effectivement été demandé.



Bref, la circonspection est requise à propos de ces
estimations et c'est ce qui justifie l'attitude prudente
de la Belgique à propos de la libre circulation des
travailleurs après l'élargissement de l'Union.
Sinds 1 april 2002 werden 730 dossiers behandeld
die door 420 bedrijven werden ingediend en die
betrekking hadden op de detachering van 3.731
werknemers voor periodes gaande van 1 dag tot
zes maanden. We mogen echter niet vergeten dat
de verklaring van terbeschikkingstelling facultatief
is. De eerste gegevens van de RSZ op grond
waarvan we de statistieken kunnen vervolledigen
bevatten slechts cijfers bij benadering (ongeveer
50.000 gedetacheerde werknemers per jaar) omdat
de landen van waaruit de werknemers
gedetacheerd worden niet allemaal de formulieren
van terbeschikkingstelling (E 101) aan onze
diensten bezorgen en omdat slechts die personen
voor wie effectief een formulier werd aangevraagd,
in aanmerking worden genomen.

Kortom, omzichtigheid is geboden in verband met
die schattingen en dat verklaart de voorzichtige
houding van ons land in verband met het vrij
verkeer van werknemers na de uitbreiding van de
Unie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Inge Vervotte au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les sportifs
professionnels étrangers" (n° 2111)
04 Vraag van mevrouw Inge Vervotte aan de
minister van Werk en Pensioenen over
"buitenlandse beroepssportlui" (nr. 2111)
04.01 Inge Vervotte (CD&V): Un arrêté royal de
mars 2003 complique délibérément les conditions
de recrutement de sportifs étrangers, l'objectif étant
de protéger les sportifs nationaux et de lutter contre
la traite d'êtres humains dans le domaine du sport.
Nous n'avons évidemment aucune objection à ce
principe.

L'une des dispositions prévoit toutefois que le
salaire du sportif étranger doit être huit fois
supérieur au minimum fixé en 1978 en ce qui
concerne le contrat de travail du sportif rémunéré.
04.01 Inge Vervotte (CD&V): Een koninklijk
besluit uit maart 2003 maakt het bewust moeilijker
om buitenlandse sportlui aan te werven. De
bedoeling was de eigen sporters te beschermen en
te strijden tegen de mensenhandel in de sport.
Tegen dat principe hebben we uiteraard niets.


Een van de bepalingen is echter dat het loon van
de buitenlandse sportman achtmaal zo hoog moet
zijn als in 1978 in de arbeidsovereenkomst voor
betaalde sportbeoefenaars als minimum is
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 209
24/03/2004
7
Ce salaire élevé n'est en fait envisageable que pour
les clubs de football. Dans d'autres disciplines
sportives, les clubs doivent offrir aux étrangers non
européens une rémunération nettement supérieure
à celle de leurs collègues européens. C'est à cette
seule condition qu'ils peuvent passer outre à l'étude
du marché du travail local.

Le ministre reconnaît-il le problème ? Est-il disposé
à adapter la réglementation par discipline sportive ?
vastgesteld. Dat hoge loon is eigenlijk enkel voor
voetbalclubs haalbaar. In andere sporttakken
moeten clubs hun niet-Europese vreemdelingen
dan veel meer betalen dan hun Europese collega's.
Alleen op die voorwaarde mogen ze het lokale
arbeidsmarktonderzoek laten vallen.


Erkent de minister het probleem? Is de minister
bereid de regeling per sporttak aan te passen?
04.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Il ne peut effectivement être passé
outre au sondage du marché du travail que si la
rémunération du sportif professionnel satisfait aux
dispositions légales. Cet arrêté a principalement été
inspiré par les abus et la traite d'êtres humains
dans le monde du sport. Le Conseil consultatif pour
l'occupation des travailleurs étrangers et le Centre
pour l'égalité des chances et la lutte contre le
racisme ont soutenu les dispositions salariales.


Si nous assouplissons les conditions de délivrance
d'un permis de travail pour certains sports, le
problème de la traite d'êtres humains pourrait se
déplacer vers ces disciplines sportives. C'est la
raison pour laquelle j'estime qu'il n'est pas opportun
de modifier cet arrêté royal rédigé si
minutieusement.
04.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het klopt dat het
arbeidsmarktonderzoek enkel achterwege mag
blijven als de bezoldiging van de professionele
sportbeoefenaar aan de wettelijke bepaling
beantwoordt. Dit besluit was vooral geïnspireerd
door de misbruiken en de mensenhandel in de
wereld van de sport. De Adviesraad voor de
tewerkstelling van buitenlandse werknemers en het
Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
Racismebestrijding stonden achter de
loonbepalingen.

Als we de toekenningsvoorwaarden van een
arbeidskaart voor bepaalde sporten versoepelen,
zou de mensenhandel zich naar die sporttakken
kunnen verplaatsen. Daarom vind ik het niet
opportuun om dit zorgvuldig tot stand gekomen KB
te wijzigen.
04.03 Inge Vervotte (CD&V): Nous souscrivons
au principe mais il indéniable que cette
réglementation défavorise des disciplines sportives
spécifiques. Il faut une diversification par discipline
sportive.
04.03 Inge Vervotte (CD&V): We zijn het eens
met het principe. Toch valt het niet te ontkennen
dat bepaalde sporttakken door deze regeling
worden benadeeld. Een diversificatie per sporttak is
nodig.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre
de l'Emploi et des Pensions sur "la commission
paritaire ALE" (n° 2181)
05 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk en Pensioenen over "het
paritair comité PWA" (nr. 2181)
05.01 Nahima Lanjri (CD&V): Sur le terrain, on
observe une certaine confusion concernant la
commission paritaire dont relève une ALE
lorsqu'elle se transforme en entreprise de services.
On ne sait pas non plus avec précision de quelle
commission paritaire relève une autre entreprise,
comme une entreprise régionale, lorsqu'elle est
créée conjointement par une ALE et d'autres
partenaires.

Le ministre pourrait-il clarifier cette situation?
05.01 Nahima Lanjri (CD&V): Er bestaat
onduidelijkheid op het terrein over het paritair
comité waartoe een PWA behoort wanneer dat zich
omvormt tot een dienstenonderneming. Het is
evenmin duidelijk tot welk paritair comité een
andere onderneming, zoals een strijkonderneming,
behoort, wanneer die door een PWA samen met
andere partners wordt opgericht.

Kan de minister dit ophelderen?
05.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Lorsque des ALE créent une section
05.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Wanneer PWA's een afdeling
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/03/2004
CRABV 51
COM 209
8
"emploi dans le cadre des titres-services", elles
tombent en tant qu'employeur des personnes ainsi
occupées sous l'application de la législation du 5
décembre 1968.


C'est l'activité économique de l'entreprise qui
détermine quelle commission paritaire est
compétente. Lorsqu'une entreprise exerce
plusieurs activités économiques, l'accessoire suit le
principal.


Une entreprise ayant pour seule activité l'"emploi
dans le cadre des titres-services" relève de la
commission compétente pour l'activité dans
laquelle les travailleurs sont principalement
occupés. Une entreprise qui exerce une activité en
plus d'une activité de ce type, relève de la
commission paritaire de l'activité normale. Ainsi, un
atelier de repassage comprenant une section titres-
services dépend de la commission paritaire du
secteur du textile.

Si l'entreprise exerce plusieurs activités en plus des
titres-services, elle dépend de la commission
paritaire de l'activité principale. Les entreprises
dont l'activité ne dépend pas d'une commission
paritaire spécifique et qui disposent d'une section
titres-services dépendent, pour leurs ouvriers, de la
commission paritaire auxiliaire pour ouvriers (n°
100), pour leurs employés, de la commission
paritaire auxiliaire n° 200 pour leurs employés et
pour les travailleurs avec titres-services, de la
commission paritaire pour le travail intérimaire n°
322, et plus particulièrement de la sous-
commission paritaire pour les entreprises agréées
qui fournissent du travail ou des services
régionaux, n°322.01.
"tewerkstelling in het kader van dienstencheques"
oprichten, ressorteren ze als werkgever van de
personen die aldus worden tewerkgesteld onder de
wetgeving van 5 december 1968.

Het is de economische activiteit van de
onderneming die bepaalt welk paritair comité
bevoegd is. Wanneer een onderneming meerdere
economische activiteiten heeft, volgt de bijzaak de
hoofdzaak.

Een onderneming met als enige activiteit
"tewerkstelling in het kader van dienstencheques"
behoort tot het comité van de activiteit waarin de
werknemers overwegend tewerkgesteld zijn. Een
onderneming die er naast een dergelijke activiteit
nog één andere activiteit op nahoudt, ressorteert
onder het paritair comité van de normale activiteit.
Zo behoort een strijkatelier met een afdeling
dienstencheques tot het paritair comité van de
textielsector.

Indien de onderneming er naast de
dienstencheques meerdere andere activiteiten op
nahoudt, valt zij onder het paritair comité van de
hoofdactiviteit. Ondernemingen met een activiteit
die niet tot een specifiek paritair comité behoort en
die een afdeling dienstencheques hebben, vallen
voor hun arbeiders onder het aanvullend paritair
comité voor de werklieden nr. 100, voor hun
bedienden onder het aanvullend paritair comité nr.
200 en voor de werknemers met dienstencheques
onder het paritair comité voor de uitzendarbeid nr.
322 en in het bijzonder onder het paritair subcomité
voor de erkende ondernemingen die buurtwerken
of ­diensten leveren, nr. 322.01.
05.03 Nahima Lanjri (CD&V): Je puis comprendre
que les acteurs de terrain se posaient des
questions à ce sujet. Je leur soumettrai la réponse.
05.03 Nahima Lanjri (CD&V): Ik snap dat de
mensen op het terrein hier vragen bij hadden. Ik leg
hen het antwoord voor.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre
de l'Emploi et des Pensions sur "les stages
réalisés par des patients psychiatriques"
(n° 2200)
06 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk en Pensioenen over "stages
door psychiatrische patiënten" (nr. 2200)
06.01 Nahima Lanjri (CD&V): Pour examiner les
possibilités d'emploi dont disposent encore les
patients en psychiatrie, un certain nombre d'entre
eux devraient pouvoir ­ moyennant une indemnité
d'incapacité de travail ou d'invalidité ­ accomplir un
stage non rémunéré dans le cadre d'une
06.01 Nahima Lanjri (CD&V): Om na te gaan
welke tewerkstellingsmogelijkheden psychiatrische
patiënten nog hebben zou een aantal van hen ­
met een uitkering arbeidsongeschiktheid of
invaliditeit - een onbezoldigde stage kunnen lopen
in het kader van een arbeidstrajectbegeleiding. De
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 209
24/03/2004
9
assistance à l'insertion professionnelle. Les
médecins-conseils chargés d'en donner
l'autorisation ne sont pas unanimes et l'inspection
du travail considère ces stages comme une forme
de travail au noir.

Une solution possible serait de raccourcir la durée
de ces stages et d'exiger une convention, pour que
chacun sache clairement quelles sont les activités
et les objectifs.

Le ministre partage-t-il le point de vue selon lequel
ces stages devraient être plus simples et
juridiquement plus accessibles ? Quelle est la
position de l'inspection du travail ?
adviserend geneesheren die daarvoor de
toestemming moeten geven, zijn echter verdeeld en
de arbeidsinspectie beschouwt deze stages als een
vorm van zwartwerk.

Een mogelijke oplossing zou zijn om deze stages
korter te maken en een overeenkomst te
verplichten, zodat het voor iedereen duidelijk is wat
de activiteiten en doelstellingen zijn.

Deelt de minister de mening dat deze stages
eenvoudiger en op rechtszekere wijze toegankelijk
moeten zijn? Wat is de houding van de
arbeidsinspectie?
06.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Le rôle du médecin-conseil relève de
la compétence de mon collègue aux Affaires
sociales.

Du temps de mon prédécesseur, une nouvelle loi
relative aux conventions d'immersion
professionnelle fut approuvée. Selon ces
conventions, un stagiaire acquiert des
connaissances et de l'expérience par le biais de
prestations professionnelles. Un certain nombre
d'activités ont été expressément exclues de la loi.
Les informations fournies par Mme Lanjri sont trop
sommaires et ne permettent pas d'établir si la loi
s'applique ou non dans la situation qu'elle évoque.
Si la loi s'applique, un accord écrit s'impose de
toute façon, le stagiaire peut prétendre à une
indemnisation et la loi relative à la protection
salariale s'applique. L'inspection est très prudente
afin d'éviter toute infraction. Si aucun accord n'est
soumis, l'activité sera classée comme travail au
noir.
06.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De rol van de adviserend
geneesheer valt onder de bevoegdheid van mijn
collega van Sociale Zaken.

Onder mijn voorganger werd een nieuwe wet
goedgekeurd op de
beroepsinlevingsovereenkomsten. Daarmee
worden overeenkomsten bedoeld waarbij een
stagiair door middel van arbeidsprestaties kennis
en beroepservaring opdoet. Een aantal activiteiten
wordt in de wet uitdrukkelijk uitgesloten. De
informatie die mevrouw Lanjri mij verschaft is te
summier om te oordelen of de wet al dan niet van
toepassing is op de situatie die zij aankaart. Indien
de wet van toepassing is, is in elk geval een
schriftelijke overeenkomst vereist, heeft de stagiair
recht op een vergoeding en is de
loonbeschermingswet van toepassing. De inspectie
is zeer voorzichtig om misbruiken te vermijden.
Indien geen overeenkomst wordt voorgelegd, wordt
de activiteit als zwartwerk geklasseerd.
Voilà un problème intéressant que je ne manquerai
pas d'examiner plus attentivement. Je propose que
Mme Lanjri demande aux personnes qui l'ont
interpellée à cet égard de prendre contact avec
mes collaborateurs. Je vous communiquerai la
réponse écrite circonstanciée qui a été préparée
par mes collaborateurs.
Dit is een interessant probleem, dat ik nader wil
bekijken. Ik stel voor dat mevrouw Lanjri de
personen die haar hierover aanspraken contact laat
opnemen met mijn medewerkers. Ik overhandig het
lange schriftelijke antwoord dat mijn medewerkers
voorbereidden.
06.03 Nahima Lanjri (CD&V): Actuellement, il
n'existe aucun accord écrit. Peut-être cette nouvelle
loi n'était-elle pas connue ?
06.03 Nahima Lanjri (CD&V): Op dit ogenblik is er
geen schriftelijke overeenkomst. Misschien kende
men deze nieuwe wet niet.
06.04 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Il s'agit d'une loi d'ordre public. L'on
ne peut s'y soustraire.
06.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het gaat om een wet van openbare
orde. Men kan er niet omheen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/03/2004
CRABV 51
COM 209
10
07 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le contrôle des
chômeurs et la prise en charge du coût de la
recherche d'un emploi" (n° 2214)
07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
werklozencontrole en de vergoeding van
sollicitatiekosten" (nr. 2214)
07.01 Zoé Genot (ECOLO): Désormais, les
chômeurs vont devoir prouver une recherche
intensive d'emploi. Or, quand on a décompté tous
les frais de la vie courante (logement, charges,
nourriture, santé, déplacements, etc.), il reste bien
peu de l'allocation de chômage, et souvent pas
assez pour mener cette recherche intensive, qui
engendre des coûts importants (lettres,
photocopies, communications téléphoniques, etc.).


L'ensemble de ces frais représente une somme
importante au regard du montant minuscule de nos
allocations de chômage, que le Conseil des
ministres d'Ostende n'a d'ailleurs pas décidé
d'augmenter.

J'aimerais donc savoir si vous aviez estimé le coût
engendré par la recherche active d'un emploi. Est-il
prévu un budget pour la prise en charge de ce coût,
totalement ou partiellement, par l'État ?
07.01 Zoé Genot (ECOLO): Voortaan zullen
werklozen moeten bewijzen dat zij intensief naar
werk hebben gezocht. Na aftrek van alle kosten
voor het dagelijks levensonderhoud (huisvesting,
lasten, voeding, gezondheid, verplaatsingen, enz.)
blijft er van de werkloosheidsuitkering echter erg
weinig over. Vaak is dit bedrag zelfs te klein om
zo'n intensieve zoektocht te voeren, omdat deze
toch wel aanzienlijke kosten meebrengt (brieven,
fotokopieën, telefoongesprekken, enz.).

Het totaalbedrag van deze kosten weegt zwaar op
onze wel erg bescheiden werkloosheidsuitkeringen.
De Ministerraad van Oostende heeft trouwens niet
beslist deze laatste op te trekken.


Ik zou dus graag weten of u met de kosten van een
actieve zoektocht naar werk rekening hebt
gehouden. Is er voorzien in begrotingsmiddelen
opdat de staat deze kosten geheel of gedeeltelijk
voor zijn rekening zou kunnen nemen?
07.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
français): Je rappelle tout d'abord que la recherche
d'emploi et le placement des chômeurs sont des
matières régionalisées. Néanmoins, il est évident
que les frais encourus par cette recherche sont
importants pour ceux qui n'ont que le revenu des
allocations de chômage.


A ma connaissance, des estimations sur ce coût
n'ont jamais été réalisées.

Il n'est pas prévu que l'État fédéral prenne en
charge ces coûts, même partiellement. Au niveau
régional, existe un système d'intervention dans les
frais de déménagement, si celui-ci est lié à un
emploi. Certaines régions ont pris des mesures de
compensation (remboursement de frais de
déplacement, de garde d'enfants ou mise à
disposition d'ordinateurs, de papier et de timbres,
notamment au sein de «Job Clubs» ou de
«Maisons d'Emploi») pour les chômeurs qui suivent
un parcours d'accompagnement.


Au niveau fédéral, il y a un complément de mobilité
versé par l'Onem à ceux qui s'engagent dans un
travail à la durée de déplacement excessive. A
noter que le coût de déclaration pour copies
07.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): Ik
wijs er u vooreerst op dat het zoeken naar een
baan en de arbeidsbemiddeling geregionaliseerde
bevoegdheden zijn. Het staat niettemin buiten kijf
dat de kosten verbonden aan het zoeken naar werk
een grote hap nemen uit het budget van personen
die enkel van een werkloosheidsvergoeding
moeten leven.

Voor zover ik weet werd er nooit een raming van
deze kosten gemaakt.

Er is nergens bepaald dat de federale overheid
deze lasten, zelfs niet gedeeltelijk, moet dragen. Op
gewestelijk niveau wordt een vergoeding uitgekeerd
wanneer men door de verandering van werk
verplicht is te verhuizen. Een aantal gewesten
hebben compensatiemaatregelen getroffen
(terugbetaling van de verplaatsingskosten, van
kosten voor de kinderoppas of
terbeschikkingstelling van pc's, papier en
postzegels, meer bepaald in de "jobclubs" of de
"werkwinkels" ) voor de werklozen die in een
trajectbegeleiding zitten.

Op federaal niveau stort de RVA een
mobiliteitstoeslag aan de personen die een job
aanvaarden waarvoor ze zich uitzonderlijk ver
moeten verplaatsen. Ik vestig er ook uw aandacht
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 209
24/03/2004
11
conformes des doubles de documents sera bientôt
supprimé, car celle-ci sera abrogée au 1
er
avril
2004.
op dat de kosten verbonden aan het eensluidend
laten verklaren van afschriften van documenten
eerstdaags, nl. vanaf 1 april 2004, worden
afgeschaft.
07.03 Zoé Genot (ECOLO): Même s'il y a des
initiatives régionales ou fédérales, les études du
Centre pour l'Égalité des Chances ou d'autres ONG
montrent que le coût des loyers en ville rend
impossible la tenue d'un budget dans le cadre des
allocations perçues.


Je regrette que le Fédéral lance à nouveau un plan
dont le coût sera assumé par les Régions. Une
augmentation de l'allocation de chômage aurait été
un signal plus positif que le contrôle accru des
chômeurs.
07.03 Zoé Genot (ECOLO): Er worden wel
initiatieven genomen op regionaal of federaal
niveau, maar uit studies van het Centrum voor de
Gelijkheid van Kansen of van andere NGO's blijkt
dat de huurprijzen in de steden het onmogelijk
maken een budget te beheren wanneer men enkel
uitkeringen ontvangt.

Ik betreur dat de federale overheid weer eens een
plan opstelt waarvoor de Gewesten zullen moeten
opdraaien. De stijging van de
werkloosheidsuitkeringen zou een positiever
signaal geweest zijn dan de intensivering van de
controle op de werklozen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Greet van Gool à la
secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au
Bien-être au travail, adjointe au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "l'examen réalisé
par le médecin du travail en cas de reprise du
travail" (n° 2199)
08 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen over "het onderzoek bij
werkhervatting door de arbeidsgeneesheer"
(nr. 2199)
08.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Le médecin du
travail doit conseiller l'employeur et le travailleur en
matière de santé au travail. Il prend ses décisions
en fonction du poste de travail et non du seuil de 66
pour cent d'incapacité de travail.


Lorsqu'un travailleur, après une période
d'incapacité de travail, souhaite reprendre ses
fonctions, il doit se faire examiner par le médecin
du travail, afin de déterminer s'il est toujours apte à
occuper son ancien poste de travail ou à exercer
son ancienne activité. Si le travailleur reste inapte,
le médecin du travail doit prendre des mesures de
prévention ou de protection. Cette procédure est
réglée par l'arrêté royal du 28 mai 2003.

L'examen médical peut avoir lieu au plus tôt le jour
où le travailleur reprend le travail et au plus tard le
jour ouvrable suivant. Il est donc impossible, pour le
médecin du travail, de proposer à temps des
adaptations du poste de travail, ce qui complique la
réintégration.

Les travailleurs déclarés en incapacité de travail
définitive par leur médecin traitant peuvent, par
lettre recommandée, introduire une demande de
réintégration. La procédure de concertation et de
08.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): De
arbeidsgeneesheer moet werkgever en werknemer
adviseren over gezondheid op het werk. Beslissen
doet hij op basis van de arbeidspost, niet op basis
van de drempel van 66 procent
arbeidsongeschiktheid.

Wanneer een werknemer na een
arbeidsongeschiktheid het werk wil hervatten, moet
hij zich laten onderzoeken door de
arbeidsgeneesheer. Daaruit moet blijken of hij nog
steeds geschikt is voor zijn vroegere werkpost of
activiteit. Blijkt de werknemer ongeschikt, dan moet
de arbeidsgeneesheer preventie- of
beschermingsmaatregelen nemen. Het KB van 28
mei 2003 regelt de procedure.

Het onderzoek kan ten vroegste plaatsvinden de
dag waarop de werknemer weer aan de slag gaat
en ten laatste de werkdag erna. De
arbeidsgeneesheer kan dus onmogelijk tijdig
aanpassingen aan de arbeidspost voorstellen. Dat
maakt reïntegratie moeilijk.

Wie definitief arbeidsongeschikt wordt verklaard
door zijn behandelende arts, mag per aangetekend
schrijven een vraag om reïntegratie indienen. De
procedure van overleg en onderhandeling is echter
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/03/2004
CRABV 51
COM 209
12
négociation est néanmoins très complexe et
inapplicable. En fait, le médecin traitant ne devrait
pas pouvoir se prononcer sur l'incapacité de travail
définitive sans avoir consulté le médecin du travail.
En effet, le travailleur pourrait peut-être exercer
d'autres fonctions.

La secrétaire d'Etat estime-t-elle souhaitable que le
médecin du travail examine le travailleur avant la
reprise du travail
? Compte-t-elle adapter la
législation, trop contraignante ? A-t-elle l'intention
d'assouplir la procédure relative au droit à la
réintégration ?
loodzwaar en onwerkbaar. Eigenlijk zou de
behandelende arts zich niet mogen uitspreken over
definitieve arbeidsongeschiktheid zonder de
arbeidsgeneesheer te hebben geraadpleegd.
Misschien kan de werknemer immers nog andere
functies uitvoeren.

Vindt de staatssecretaris het wenselijk dat de
arbeidsgeneesheer de werknemer onderzoekt vóór
het werk wordt hervat? Zal ze de stringente
regelgeving aanpassen? Wil ze streven naar een
soepeler procedure inzake het recht op
reïntegratie?
08.02 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Tout travailleur qui est soumis à des
visites médicales périodiques et qui est absent plus
de quatre semaines pour cause de maladie ou
d'accident est tenu de se faire examiner lorsqu'il
reprend le travail, cet examen pouvant être effectué
au plus tôt le premier jour de la reprise du travail.
N'en voyant pas l'utilité, j'ai déjà proposé d'adapter
le règlement existant. A cette fin, il faut promulguer
un nouvel arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 28
mai 2003. Le projet en a déjà été soumis pour avis
au Conseil d'Etat.

Dorénavant, les travailleurs pourront se faire
examiner par le médecin du travail pendant leur
période d'incapacité de minimum quatre semaines.
Le médecin du travail examinera le poste de travail
du travailleur absent pour maladie et proposera le
cas échéant des mesures d'adaptation de ce poste
de travail ou des conditions de travail de l'intéressé
de sorte que lorsqu'il reprendra le travail, il pourra
effectuer un travail qui lui est adapté.

Il me paraît difficile d'interdire au médecin traitant
d'avoir une opinion sur l'incapacité de travail et
d'étayer cette opinion par une attestation, même si
j'estime personnellement que le médecin du travail
est mieux placé.

J'ai l'intention de déterminer si cette procédure est
d'une complexité excessive. L'utilisation d'un
recommandé présente un avantage pour le
travailleur : la demande visant à adapter son travail
est clairement formulée sur un document.

Cela dit, je voudrais surtout faire référence à une
décision qui a été prise à Ostende où nous avons
décidé de prévoir, à partir de 2005, des moyens
pour la réintégration de personnes qui sont en
incapacité à la suite d'un accident du travail ou
d'une maladie professionnelle. C'est ainsi que nous
procéderons à une réduction du coût salarial par
analogie à celle existant pour les chômeurs de
longue durée. En outre, nous entendons mieux
08.02 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt
(Nederlands): Een werknemer die onderworpen is
aan periodiek medisch onderzoek en meer dan vier
weken afwezig is door ziekte of ongeval, moet zich
bij de werkhervatting laten onderzoeken. Dit mag
ten vroegste plaatsvinden de eerste dag van de
werkhervatting. Ik zie daar het nut niet van in en
stelde al voor de bestaande reglementering aan te
passen. Een nieuw KB moet het KB van 28 mei
2003 wijzigen. Het ontwerp werd reeds aan de
Raad van State overgemaakt voor advies.


Werknemers zullen zich door de
arbeidsgeneesheer kunnen laten onderzoeken
tíjdens hun arbeidsongeschiktheid van minimum
vier weken. De arbeidsgeneesheer zal de werkpost
bezoeken en eventueel maatregelen tot aanpassing
van de werkpost of van de arbeidsomstandigheden
voorstellen. De werknemer zal hierdoor een
aangepast werk kunnen uitvoeren zodra hij het
werk hervat.

Ook al lijkt de arbeidsgeneesheer me beter
geplaatst, men kan de behandelende arts moeilijk
verbieden een mening te hebben over
arbeidsongeschiktheid en die mening te staven met
een attest.

Ik wil onderzoeken of de procedure te omslachtig
is. Een aangetekend schrijven biedt de werknemer
het voordeel dat de vraag om werkaanpassing
duidelijk op papier staat.


Ik verwijs echter vooral naar een beslissing die in
Oostende werd genomen. Daar beslisten we om
vanaf 2005 in middelen te voorzien voor de
reïntegratie van mensen die arbeidsongeschikt zijn
ten gevolge van een arbeidsongeval of een
beroepsziekte. Zo komt er een loonkostenverlaging
naar analogie van de loonkostenverlaging voor
langdurig werklozen. Bovendien willen we de
beslissingen van de arbeidsgeneesheer, de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 209
24/03/2004
13
harmoniser les unes avec les autres les décisions
du médecin du travail, du médecin-assureur et
d'instances telles que les services de placement
régionaux. Au cours des prochains mois, nous ne
ménagerons pas nos efforts en vue d'élaborer une
procédure valable et de préparer de bons accords.
geneesheer-verzekeraar en instanties zoals de
regionale bemiddelingsdiensten beter op elkaar
afstemmen. We werken de komende maanden
hard aan een goede procedure en sluitende
afspraken.
08.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Je me réjouis
particulièrement de la modification annoncée de
l'arrêté royal. Il est absurde d'attendre la reprise du
travail pour vérifier si le poste de travail doit être
adapté.

Le médecin traitant n'a pas véritablement
connaissance des possibilités offertes sur le lieu de
travail. Une concertation et un dialogue de
meilleure qualité entre le médecin traitant et le
médecin du travail seraient souhaitables. Je me
félicite de ce que la secrétaire d'Etat entend se
pencher sur la question.

La réintégration s'applique-t-elle à toutes les
personnes en incapacité de travail ?
08.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik ben erg blij
dat het KB wordt aangepast. Het is absurd dat pas
bij de werkhervatting wordt onderzocht of de
werkpost moet worden aangepast.


De behandelende arts weet niet echt wat de
mogelijkheden op het werk zijn. Beter overleg en
samenspraak tussen de behandelende arts en de
arbeidsgeneesheer zijn wenselijk. Ik ben blij dat de
staatssecretaris daarover wil nadenken.



Geldt de reïntegratie voor alle
arbeidsongeschikten?
08.04 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Il s'agit de personnes prises en
charge par l'assurance maladie-invalidité et de
personnes en incapacité de travail à la suite
d'accidents du travail et de maladies
professionnelles.
08.04 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt
(Nederlands): Het gaat om ZIV-gerechtigden en om
arbeidsongeschikten ten gevolge van
arbeidsongevallen en beroepsziekten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Annelies Storms à la
secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au
Bien-être au travail, adjointe au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la prolongation du
congé de maternité en cas d'hospitalisation du
nouveau-né, de grossesse difficile et de
naissance multiple" (n° 2246)
09 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de verlenging van
het moederschapsverlof bij hospitalisatie van de
pasgeborenen, bij een moeilijke zwangerschap
en bij de geboorte van een meerling" (nr. 2246)
09.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Les 20 et 21
mars, des mesures ont été approuvées à
Raversijde pour faciliter la conciliation de la vie
professionnelle et de la vie familiale. Ainsi, le congé
de maternité serait prolongé en cas
d'hospitalisation du nouveau-né, de grossesse
difficile et de naissance multiple.


Quelles seront les modalités concrètes ? Ce régime
s'appliquera-t-il aux indépendants et aux conjoints
aidants ?

Quand entrera-t-il en vigueur ? Quel est le budget
prévu ? Les trois régimes sont-ils cumulables ? Le
congé de paternité sera-t-il également allongé en
09.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Op 20 en 21
maart werden in Raversijde maatregelen
goedgekeurd die de combinatie van werk en gezin
makkelijker moeten maken. Zo zou het
moederschapverlof langer worden als de
pasgeborene wordt gehospitaliseerd, bij een
moeilijke zwangerschap en bij de geboorte van een
meerling.

Hoe wordt een en ander concreet uitgewerkt? Geldt
de regeling voor zelfstandigen en meewerkende
echtgenoten?

Wanneer treedt ze in werking? Wat is het budget?
Zij de drie regelingen cumuleerbaar? Wordt ook het
vaderschapsverlof langer bij de geboorte van een
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/03/2004
CRABV 51
COM 209
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
cas de naissance multiple ?
meerling?
09.02 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Trois mesures ont été approuvées à
Raversijde en ce qui concerne le congé de
maternité. Premièrement, ce congé est prolongé en
cas d'hospitalisation du nouveau-né : un jour de
congé s'ajoutera au congé normal par jour
d'hospitalisation après les 7 premiers jours.
Deuxièmement, les femmes qui connaissent une
grossesse difficile pourront prétendre à deux
semaines supplémentaires de congé postnatal. En
cas de naissance multiple, les femmes auront
également droit à deux semaines de congé
supplémentaires, à prendre obligatoirement après
la naissance. Les mesures ne s'appliquent pas aux
indépendants.

L'extension du congé de maternité en cas
d'hospitalisation d'un nouveau-né fera l'objet d'une
réglementation légale au cours des prochains mois.
Les dispositions relatives aux naissances multiples
entreront également en vigueur cette année
encore. Pour des raisons budgétaires, les mesures
applicables en cas de grossesse difficile ne
prendront effet qu'à partir du mois de septembre
2006.

Le prolongement du congé coûtera 0,71 million
d'euros par an en cas de naissance multiple, 4
millions d'euros en cas d'hospitalisation et 5
millions d'euros en cas de grossesse difficile. Dès
que toutes les mesures seront entrées en vigueur,
elles pourront être cumulées. Il s'agit en effet
d'événements spécifiques.

L'extension du congé de paternité en cas de
naissance multiple n'a hélas pas été abordée à
Ostende.
09.02 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt
(Nederlands): In Raversijde werden drie
maatregelen inzake moederschapverlof
goedgekeurd. Ten eerste wordt het uitgebreid bij
hospitalisatie van een pasgeborene. Per dag
hospitalisatie na de eerste 7 dagen, komt er een
dag bovenop het gewone verlof. Ten tweede krijgen
vrouwen met een moeilijke zwangerschap recht op
twee weken extra postnataal verlof. Ook bij de
geboorte van een meerling hebben de moeders
recht op twee bijkomende weken verlof, verplicht op
te nemen na de geboorte. De maatregelen gelden
niet voor zelfstandigen.



De uitbreiding van het moederschapverlof bij
hospitalisatie van een baby zal de komende
maanden wettelijk worden geregeld. Ook de
regeling inzake de geboorte van een meerling
wordt nog dit jaar van kracht. De maatregelen bij
moeilijke zwangerschap gaan om budgettaire
redenen pas in vanaf september 2006.



De extra weken verlof bij geboorte van een
meerling zullen 0,71 miljoen euro per jaar kosten,
de uitbreiding bij hospitalisatie 4 miljoen euro, de
uitbreiding bij moeilijke zwangerschap 5 miljoen
euro. Zodra alle maatregelen van kracht zijn,
kunnen ze worden gecumuleerd. Het gaat immers
om specifieke gebeurtenissen.

De uitbreiding van het vaderschapsverlof bij de
geboorte van een meerling hebben we in Oostende
helaas niet besproken.
09.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Il s'agit d'une
bonne mesure. Les organisations représentatives
des familles plaident dans ce sens depuis un
certain temps déjà. Il est regrettable qu'aucune
mesure en faveur des pères n'ait été prise mais ces
derniers devraient peut-être défendre eux-mêmes
leurs droits.
09.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Het is een
goede maatregel. De vraag leefde al een hele tijd
bij gezinsorganisaties. Het is jammer dat er voor
vaders niets uit de bus is gekomen, maar die
moeten misschien wat meer zelf voor hun rechten
opkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
11h.43.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.43 uur.

Document Outline