CRABV 51 COM 196
CRABV 51 COM 196
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi dinsdag
16-03-2004 16-03-2004
Matin Voormiddag

CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Koen Bultinck à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le maintien
de petits arrondissements judiciaires tels que
Furnes et Ypres" (n° 1966)
1
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
behoud van kleine gerechtelijke arrondissementen
zoals Veurne en Ieper" (nr. 1966)
1
Orateurs: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Jean-Luc Crucke à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'indemnisation des avocats pro deo" (n° 2071)
2
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
vergoeding van pro Deo-advocaten" (nr. 2071)
2
Orateurs:
Jean-Luc Crucke, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Jean-Luc Crucke, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Geert Bourgeois à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre la violence intrafamiliale" (n° 2025)
3
Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
aanpak van het intra-familiale geweld" (nr. 2025)
3
Orateurs:
Geert Bourgeois, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Geert Bourgeois, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
problématique de l'internement" (n° 2114)
5
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
problematiek van de internering" (nr. 2114)
5
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Miguel Chevalier à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
nombre des médecins légistes" (n° 2092)
7
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
aantal wetsdokters" (nr. 2092)
7
Orateurs:
Miguel Chevalier, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Miguel Chevalier, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'application de la législation relative aux ASBL"
(n° 2110)
8
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de toepassing van de VZW-wetgeving" (nr. 2110)
8
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
projets relatifs à la concertation de groupe axée
sur la réparation" (n° 2132)
9
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de projecten rond herstelgericht groepsoverleg"
(nr. 2132)
9
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la légalité de
la circulaire sur les mariages homosexuels
binationaux" (n° 2127)
11
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
wettelijkheid van de omzendbrief betreffende het
homohuwelijk tussen personen van verschillende
nationaliteit" (nr. 2127)
11
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
ii
Question de M. Geert Bourgeois à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
rôle et les moyens de la Sûreté de l'Etat dans la
lutte contre le terrorisme" (n° 2134)
12
Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de rol
en de middelen van de Staatsveiligheid in de strijd
tegen het terrorisme" (nr. 2134)
12
Orateurs:
Geert Bourgeois, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Geert Bourgeois, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les mesures
prises dans le cadre de la lutte contre le
terrorisme" (n° 2145)
14
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
maatregelen in het raam van de
terrorismebestrijding" (nr. 2145)
14
Orateurs: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'arrêté royal
portant exécution de l'article 6 de la loi du
2 août 2002 concernant la lutte contre le retard de
paiement dans les transactions commerciales"
(n° 2135)
17
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
KB ter uitvoering van artikel 6 van de wet van
2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de
betalingsachterstand inzake handelstransacties"
(nr. 2135)
17
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Magda De Meyer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
espaces de rencontre neutres" (n° 2137)
18
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de neutrale bezoekruimten" (nr. 2137)
18
Orateurs: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Geert Bourgeois à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
formation d'agent pénitentiaire" (n° 2143)
19
Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
opleiding tot cipier" (nr. 2143)
19
Orateurs:
Geert Bourgeois, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Geert Bourgeois, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
1

COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
16
MARS
2004
Matin
______
van
DINSDAG
16
MAART
2004
Voormiddag
______



La réunion publique est ouverte à 10h.17 par M.
André Perpète, président.
De openbare vergadering wordt geopend om 10.17
uur door de heer André Perpète.
01 Question de M. Koen Bultinck à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
maintien de petits arrondissements judiciaires
tels que Furnes et Ypres" (n° 1966)
01 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
behoud van kleine gerechtelijke
arrondissementen zoals Veurne en Ieper"
(nr. 1966)
01.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Le monde
judiciaire craint que les arrondissements judiciaires
de Furnes et d'Ypres ne soient absorbés dans un
ensemble plus vaste, ce qui, selon lui, ne
contribuera nullement à combler l'arriéré judiciaire
et approfondira encore le fossé qui sépare la justice
des citoyens. Examinez-vous effectivement la
possibilité d'intégrer les arrondissements judiciaires
dans une plus grande structure ? Ce projet est-il
conciliable avec votre option politique de
rapprocher autant que possible la justice des
citoyens ?
01.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): De
gerechtelijke wereld vreest dat de gerechtelijke
arrondissementen Veurne en Ieper in een groter
geheel zullen opgaan, wat volgens haar de
gerechtelijke achterstand geenszins zal oplossen
en alleen maar zal zorgen voor een nog grotere
kloof tussen justitie en burger. Wordt inderdaad
bestudeerd of de gerechtelijke arrondissementen
kunnen opgaan in een groter geheel? Past dit in de
beleidsoptie om justitie zo dicht mogelijk bij de
mensen te brengen?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Un groupe de travail fonctionnant au
sein de mon cabinet et l'administration planchent
effectivement sur la question de savoir si certaines
tâches de gestion centrales pourraient être
décentralisées, répondant ainsi à une demande
exprimée par les chefs de corps. Ceux-ci ne
peuvent en effet assumer plus de responsabilités
que s'ils se voient attribuer plus de compétences.

Une gestion au niveau des arrondissements ne
pourra être instaurée qu'à une certaine échelle que
l'on pourra obtenir en fusionnant des
arrondissements ou en créant des zones
administratives englobant plusieurs
arrondissements qui seront maintenus en tant que
tels. Le choix que je ferai sera fonction des
conclusions auxquelles sera parvenu le groupe de
travail, et je prendrai d'autre part en considération
la faisabilité et la cohérence administrative des
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Een werkgroep van het kabinet en de administratie
onderzoekt inderdaad of bepaalde centrale
beheerstaken kunnen worden gedecentraliseerd en
komt daarmee tegemoet aan de vraag van de
korpschefs. Zij kunnen immers maar meer
verantwoordelijkheden dragen, als ze ook meer
bevoegdheden krijgen.


Het invoeren van een arrondissementeel beheer is
maar mogelijk bij een bepaalde schaalgrootte, die
kan worden bekomen door het samenvoegen van
arrondissementen of door het creëren van
administratieve zones, die verschillende
arrondissementen omvatten die als dusdanig
behouden blijven. Ik zal mijn keuze baseren op de
conclusies van de werkgroep, met aandacht voor
de haalbaarheid en de bestuurskundige coherentie
van de voorstellen. De ongerustheid in Ieper en
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
2
propositions. Donc, l'inquiétude à Ypres et à Furnes
est totalement prématurée.

Les réformes qui seront éventuellement mises en
chantier viseront à responsabiliser les chefs de
corps et à instaurer une gestion centralisée. Cela
ne rendra en aucune manière plus difficile l'accès à
la justice. Aucun bâtiment judiciaire où l'on siège
actuellement ne sera démoli. Rendre la justice et
gérer l'appareil judiciaire sont deux choses
totalement différentes.
Veurne is dus volkomen voorbarig.


Eventuele hervormingen gebeuren dus met het oog
op het meer verantwoordelijk maken van de
korpschefs en het invoeren van een
gecentraliseerd beheer. Dit impliceert geenszins
een moeilijkere toegang tot het gerecht. Geen enkel
gerechtsgebouw waar thans gezeteld wordt, zal
worden afgebouwd. Recht spreken en het
gerechtelijke systeem beheren zijn duidelijk
afzonderlijke dingen.
01.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Quand ce
groupe de travail parviendra-t-il à une première
conclusion ?
01.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Wanneer
zal deze werkgroep tot een eerste conclusie
komen?
01.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Fin mars, début avril.
01.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Eind maart, begin april.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Jean-Luc Crucke à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'indemnisation des avocats pro deo" (n° 2071)
02 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de vergoeding van pro Deo-advocaten"
(nr. 2071)
02.01 Jean-Luc Crucke (MR): L'indemnisation
des avocats pro deo est assurée par une
enveloppe fermée prévue dans le budget de la
Justice. Elle est répartie selon le nombre de points
attribué à chacun de ces avocats à la suite des
prestations qu'ils ont accomplies. Durant la
législature précédente, ce budget était passé de 18
à 26 millions d'euros. Pour 2004, le crédit
d'engagement initial atteint 41 millions pour l'aide
juridique.
Ce système empêche les avocats d'évaluer à
l'avance les indemnités qui leur seront accordées
puisque la valeur du point évolue d'année en
année. Je m'interroge donc sur l'incidence que
peuvent avoir certains procès exceptionnels au
cours desquels il est fait appel à des avocats pro
deo.
Mes questions portent plus spécifiquement sur le
procès Dutroux.

Quel est le nombre des avocats pro deo employés
lors de ce procès ? Sachant qu'un procès d'assises
représente 25 points par jour et par avocat,
pourriez-vous nous indiquer, sur la base d'une
projection réalisée à partir des années
précédentes, le coût approximatif, par jour et par
avocat pro deo, du procès Dutroux ? Quelle sera
donc, dans l'enveloppe fermée, la part consacrée à
ce procès qui durera entre deux et cinq mois ?
02.01 Jean-Luc Crucke (MR): De vergoeding van
de pro Deo-advocaten gebeurt op basis van een
bepaald bedrag van de justitiebegroting. Dat wordt
verdeeld aan de hand van het aantal punten dat
aan elk van die advocaten op grond van hun
prestaties wordt toegekend. Tijdens de vorige
regeerperiode werd die begroting van 18 naar 26
miljoen euro opgetrokken. Voor 2004 bedraagt het
initieel vastleggingskrediet 41 miljoen voor de
rechtshulp.

Dit systeem heeft echter voor gevolg dat de
advocaten niet vooraf een schatting kunnen maken
van de vergoedingen die hun zullen worden
toegekend, aangezien de waarde van de punten
van jaar tot jaar evolueert. Ik heb dan ook vragen
rond de mogelijke invloed van sommige
uitzonderlijke processen waarbij een beroep op pro
Deo-advocaten wordt gedaan en meer bepaald van
het proces-Dutroux.

Op hoeveel pro Deo-advocaten wordt tijdens dat
proces een beroep gedaan? Kan u, op basis van de
gegevens van de voorgaande jaren en wetend dat
voor een assisenproces per dag en per advocaat
25 punten worden toegekend, een schatting maken
van de kostprijs, per dag en per pro Deo-advocaat,
van het proces-Dutroux? Welk deel van de gesloten
enveloppe zal aan dat proces, dat twee tot vijf
maanden zal duren, worden besteed?
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
3
Le système de l'enveloppe fermée ne peut
fonctionner raisonnablement que si un dialogue
entre le ministère de la Justice et le barreau a lieu
régulièrement et que si une certaine souplesse
empêche des circonstances exceptionnelles de
porter préjudice à l'ensemble des avocats. Qu'en
pense la ministre ?
Het systeem van de gesloten kredieten kan enkel
werken indien regelmatig overleg wordt gepleegd
tussen het ministerie van Justitie en de balie.
Daarnaast dient ook een zekere flexibiliteit te
worden ingebouwd, om te voorkomen dat
uitzonderlijke omstandigheden alle advocaten
zouden benadelen. Wat is het standpunt van de
minister?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
L'enveloppe pour 2004 est de 36.128.000 d'euros,
soit 28% de plus qu'en 2003. L'indemnité varie en
effet selon le nombre de dossiers clôturés chaque
année. Il est donc impossible, actuellement, de
déterminer l'impact exact du procès sur
l'enveloppe.


A ce jour, trois avocats se sont succédés pour la
défense de Marc Dutroux et deux pour Michèle
Martin. Actuellement, six avocats pro deo
interviennent pour défendre les intérêts des
inculpés et des parties civiles.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
budget voor 2004 bedraagt 36.128.000 euro, wat
een stijging met 28 percent betekent ten opzichte
van 2003. De vergoeding varieert immers in functie
van het aantal dossiers dat jaarlijks wordt
afgehandeld. De invloed die het proces op dat
budget zal hebben is dus nog niet in te schatten.

Marc Dutroux werd tot heden door drie en Michèle
Martin door twee opeenvolgende advocaten
verdedigd. Momenteel verdedigen zes pro Deo-
advocaten de belangen van de aangeklaagden en
de burgerlijke partijen.
En présupposant que le procès durera bien
quarante jours et en se basant sur la valeur du
point en 1993, un total de 114.582 euros seraient
versés au titre d'indemnités pro deo, soit 0,32 % du
budget 2004. Ce chiffre reste une approximation.


En ce qui concerne une juste indemnisation des
avocats pro deo dans le cadre de l'enveloppe
fermée, il existe un dialogue régulier avec les
Barreaux, qui a déjà abouti à une augmentation du
budget pour l'aide juridique. En outre, j'ai conclu
avec eux un protocole d'accord afin d'organiser au
mieux l'aide juridique et de fournir une meilleure
vue d'ensemble de l'utilisation du budget.
Wanneer we er van uitgaan dat het proces een
goede veertig dagen zal duren, zou, op grond van
de waarde van de punten in 1993, een bedrag van
114.582 euro - dit is 0,32 % van de begroting 2004
- worden betaald als pro Deo-vergoedingen. Het
blijft echter een schatting.

Wat de correcte vergoeding van pro Deo-advocaten
in het kader van de gesloten kredieten betreft,
wordt voortdurend met de balies overlegd. Naar
aanleiding daarvan werd de begroting voor
rechtshulp opgetrokken. Bovendien sloot ik met de
balies een protocolakkoord om de rechtshulp zo
goed mogelijk te organiseren en om ze een betere
kijk te geven op de besteding van de
begrotingsmiddelen.
02.03 Jean-Luc Crucke (MR): Si le procès dure
cinq mois, ce sera plus de 0,32 % et il y aura
d'autres conséquences pour les serviteurs de la
Justice.
02.03 Jean-Luc Crucke (MR): Als het proces vijf
maanden aansleept, zal meer dan 0.32 % van de
begroting worden besteed en zal dat voor het
justitiepersoneel nog andere gevolgen
meebrengen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Geert Bourgeois à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre la violence intrafamiliale" (n° 2025)
03 Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de aanpak van het intra-familiale geweld"
(nr. 2025)
03.01 Geert Bourgeois (N-VA): Les chiffres
relatifs à la violence intrafamiliale dans notre pays
sont impressionnants puisque, chez nous, cette
03.01 Geert Bourgeois (N-VA): De cijfers over
intrafamiliaal geweld in ons land zijn
indrukwekkend: deze vorm van geweld zorgt
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
4
forme de violence est responsable de la mort de
septante personnes par an et coûte annuellement
quelque 150 millions d'euros à l'Etat. Un partenaire
sur cinq y est confronté. C'est donc avec juste
raison que le Vrouwenoverlegcomité (comité de
liaison des femmes) demande aux pouvoirs publics
d'intervenir.

Les parquets enregistrent-ils tous cette forme de
violence de manière identique? Combien de
plaintes ont-elles été déposées en 2003? La lutte
contre la violence intrafamiliale fait-elle partie des
priorités de la ministre? Sous la législature
précédente, le ministre Verwilghen avait indiqué
que les procureurs généraux étaient divisés sur
cette question. Est-ce encore le cas? Quelles
mesures la ministre envisage-t-elle pour tenter de
résoudre ces problèmes? Que pense la ministre de
l'idée de mener des actions judiciaires immédiates,
par analogie avec ce qui se fait aux Etats-Unis avec
les «problem solving courts»? La ministre s'est-elle
concertée avec le ministre de l'Intérieur au sujet de
l'approche policière de ce phénomène? A quels
résultats ont abouti les projets pilotes?
jaarlijks voor zeventig doden en kost de Staat zo'n
150 miljoen euro. Een op de vijf partners wordt
ermee geconfronteerd. Het Vrouwenoverlegcomité
vraagt de overheid terecht om op te treden.




Wordt deze vorm van geweld door alle parketten op
gelijke manier geregistreerd? Hoeveel klachten
waren er in 2003? Behoort de aanpak van
partnergeweld tot de prioriteiten van de minister?
Minister Verwilghen maakte vorige zittingsperiode
gewag van het feit dat de procureurs-generaal
hierover verdeeld waren. Is dat nog altijd het geval?
Welke maatregelen overweegt de minister om de
problemen aan te pakken? Wat denkt de minister
over onmiddellijke gerechtelijke acties, naar
analogie van de Amerikaanse problem solving
courts
? Heeft de minister overlegd met de minister
van Binnenlandse Zaken over de aanpak door de
politie? Wat zijn de resultaten van de
proefprojecten?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): L'action contre la violence
intrafamiliale a toujours été une de mes priorités,
comme en témoigne l'organisation de la formation
nationale de la magistrature sur le thème de la
violence intrafamiliale sexuelle, physique et
psychologique, les 20 et 21 février 2003.

En février 2003, le Collège des procureurs
généraux a donné des instructions aux procureurs
du Roi pour que les dossiers ayant comme
qualification 'violence intrafamiliale' soient indiqués
dans le champ du système de gestion TPI des
parquets. Cette banque de données n'ayant pas
encore été validée, ses données ne peuvent encore
être utilisées.

Rien ne me permet de dire que le problème de la
violence intrafamiliale est en augmentation, même
si une approche globale et multidisciplinaire reste
nécessaire. Je veille à ce que ce thème soit
régulièrement inscrit à l'ordre du jour du Collège
des procureurs généraux. Nous étudions
actuellement la possibilité de désigner une
personne de référence pour cette problématique au
sein de chaque parquet.

Il n'existe pas encore de directives spécifiques pour
la politique criminelle concernant la violence
intrafamiliale mais de nombreuses initiatives locales
ont déjà été développées. Une de mes priorités est
la définition opérationnelle et l'enregistrement des
données. Je poursuivrai ensuite la réflexion sur la
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het aanpakken van intrafamiliaal geweld is altijd al
een van mijn prioriteiten geweest. Denk maar aan
de organisatie van de nationale
magistratenopleiding over het thema `Seksueel,
fysiek en geestelijk intrafamiliaal geweld' op 20 en
21 februari 2003.


In februari 2003 heeft het college van procureurs-
generaal de procureurs des Konings instructies
gegeven om in het bepalingsvak van het TPI-
beheersysteem van de parketten de dossiers met
kwalificatie `intrafamiliaal geweld' te vermelden.
Deze gegevensbank is nog niet gevalideerd, zodat
de gegevens nog niet kunnen worden gebruikt.


Ik kan nergens uit opmaken dat het probleem van
intrafamiliaal geweld toeneemt, al blijft er nood aan
een algemene en multidisciplinaire aanpak. Ik waak
erover dat dit onderwerp geregeld op de agenda
van het college van procureurs-generaal staat. We
onderzoeken momenteel de mogelijkheid om in elk
parket een referentiepersoon voor deze
problematiek aan te wijzen.


Er bestaan nog geen specifieke richtlijnen voor
crimineel beleid inzake het intrafamiliale geweld,
maar er werden al heel wat lokale initiatieven
ontwikkeld. Een van mijn prioriteiten is de
operationele definitie en de registratie van de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
5
politique criminelle.

Des contacts sont établis avec la police fédérale
afin d'harmoniser l'identification et l'enregistrement
des dossiers relatifs à la violence intrafamiliale. Une
concertation a également été organisée avec le
ministre de l'Intérieur concernant la formation de
base et la formation continuée de la police.

La ministre de l'Égalité des Chances, Mme Arena,
poursuit le plan national d'action contre la violence
à l'égard des femmes. Les projets pilotes seront
évalués.
gegevens. Daarna zal ik verder nadenken over het
criminele beleid.

Er zijn contacten met de federale politie om de
identificatie en registratie van de dossiers over
intrafamiliaal geweld te harmoniseren. Er vond ook
overleg plaats met de minister van Binnenlandse
Zaken over de basis- en voortgezette opleiding van
de politie.

Minister van Gelijke Kansen Arena gaat door met
het nationaal actieplan tegen geweld op vrouwen.
De proefprojecten zullen worden geëvalueerd.
03.03 Geert Bourgeois (N-VA): Je regrette
qu'aucune directive n'ait encore été transmise aux
procureurs généraux, que les données enregistrées
ne soient pas encore utilisables et qu'il n'existe
aucun rapport intermédiaire sur les projets pilotes.
Je suis très favorable à l'idée de désigner une
personne de référence au sein de chaque parquet
et d'assurer un bon enregistrement des données.

La ministre ne m'a pas donné de réponse sur les
autres solutions éventuelles, telles que le système
américain auquel j'ai fait référence.
03.03 Geert Bourgeois (N-VA): Ik betreur dat nog
geen richtlijn werd uitgevaardigd voor de
procureurs-generaal, dat de geregistreerde cijfers
nog niet bruikbaar zijn en dat er geen tussentijdse
rapporten van de proefprojecten bestaan. Ik ben
het idee van een referentiepersoon bij elk parket en
een goede registratie zeer genegen.


De minister heeft me geen antwoord gegeven over
eventuele andere oplossingen, zoals mijn
verwijzing naar het Amerikaanse systeem.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Hilde Claes à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
problématique de l'internement" (n° 2114)
04 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
problematiek van de internering" (nr. 2114)
04.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): La façon dont la
Belgique traite les personnes internées est
honteuse. En 2003, la Fondation Roi Baudouin a
publié un rapport dans lequel des experts étrangers
ont dénoncé le système belge. En 1998, notre pays
a d'ailleurs été condamné par la Cour européenne
des droits de l'homme et en 2002, le Comité
européen pour la prévention de la torture et des
peines ou traitements inhumains ou dégradants a
rendu un rapport particulièrement négatif en ce qui
concerne la Belgique.

Compte tenu d'une politique calamiteuse menée
des années durant par différents gouvernements, il
y a une pénurie criante de places pour les internés
et les établissements ne disposent pas de moyens
de fonctionnement suffisants. La surpopulation au
sein d'une infrastructure vétuste ainsi que le
manque de personnel débouchent inévitablement
sur un traitement inapproprié. Le danger pour la
société ne cesse dès lors de croître avec le temps.


La ministre a déjà indiqué qu'elle souhaitait s'atteler
04.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): België behandelt
zijn geïnterneerden op een beschamende wijze. In
2003 publiceerde de Koning Boudewijnstichting een
rapport waarin buitenlandse experts niet te spreken
zijn over het Belgische systeem. In 1998 werd
België overigens veroordeeld door het Europese
Hof voor de Rechten van de Mens en in 2002 kreeg
ons land een zeer slecht rapport van het Europees
Comité ter Preventie van Marteling en
Onmenselijke of Vernederende Straffen.


Ten gevolge van een jarenlang wanbeleid over
verschillende regeerperiodes heen is er een
schrijnend tekort ontstaan aan plaatsen voor
geïnterneerden en beschikken de instellingen niet
over voldoende werkingsmiddelen. Overbevolking
in een vaak bouwvallige infrastructuur met een
gebrek aan personeel resulteert onvermijdelijk in
een onaangepaste behandeling. Het gevaar voor
de maatschappij wordt daardoor op lange termijn
alleen maar groter.

De minister gaf al te kennen dat zij het probleem wil
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
6
au problème. L'accord de gouvernement prévoit en
outre la transformation, à titre temporaire, de
bâtiments militaires en établissements
pénitentiaires pour les détenus présentant un
risque limité sur le plan de la sécurité.

La ministre a-t-elle déjà pris des initiatives pour
remédier au manque de place? Un bâtiment
militaire a-t-il déjà été sélectionné? Dans la
négative, quand un choix sera-t-il opéré? Les
établissements existants bénéficieront-ils de
moyens de fonctionnement supplémentaires ?
aanpakken. Het regeerakkoord voorziet bovendien
in het tijdelijk, maar op korte termijn, vertimmeren
van militaire gebouwen tot gevangenissen voor
gedetineerden die een lager risico vormen op het
vlak van beveiliging.

Heeft de minister al initiatieven klaar om het
plaatsgebrek op te lossen? Werd al een militair
gebouw uitgekozen? Zo nee, wanneer dan? Krijgen
de bestaande instellingen meer werkingsmiddelen?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Un site a été visité à Tervuren, ainsi
qu'un autre à Brasschat. Un centre de formation
pour le personnel des établissements pénitentiaires
pourrait être établi à Tervuren. Le site de Brasschat
ne peut être utilisé qu'en partie. Les activités
militaires n'y sont pas propices au climat
thérapeutique. En outre, le bâtiment disponible se
situe entre un stand de tir et une base pour
hélicoptères. Les bâtiments sur les deux sites ne
sont pas non plus adaptés pour être aménagés en
prison.

Nous recherchons d'autres solutions pour respecter
l'accord de gouvernement. Un conseil des ministres
se tiendra les 30 et 31 mars concernant les soins
de santé en général et l'internement en particulier.
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
werd een site bezocht in Tervuren en een in
Brasschaat. In Tervuren zou een opleidingscentrum
voor het personeel van de strafinrichtingen kunnen
worden gevestigd. De site in Brasschaat kan
slechts voor een deel worden gebruikt. De
aanwezigheid van militaire activiteiten bevordert het
therapeutische klimaat niet. Het beschikbare
gebouw ligt bovendien tussen een schietstand en
een helikopterbasis in. De gebouwen op de beide
sites zijn ook niet geschikt om te worden ingericht
als gevangenis.


We zoeken naar andere oplossingen om tegemoet
te komen aan het regeerakkoord. Op 30 en 31
maart wordt een Ministerraad gehouden over de
gezondheidszorg in het algemeen en de internering
in het bijzonder.
(En français) Nous devons choisir un site et trouver
les moyens financiers nécessaires à la construction
d'un nouveau bâtiment et à la prise en charge des
soins de santé. Nous y travaillons avec nos
collègues de la Santé et des Affaires sociales. Des
décisions seront prises au Conseil des ministres
des 30 et 31 mars.
(Frans) We moeten een locatie kiezen en de nodige
financiële middelen zien te vinden voor de
oprichting van een nieuw gebouw en de betaling
van de verzorging. We werken eraan met onze
collega's van Volksgezondheid en Sociale Zaken.
Op de Ministerraad van 30 en 31 maart zal worden
beslist.
04.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je continue à
éprouver des sentiments mitigés. D'une part, je
déplore que les sites visités ne donnent pas
satisfaction, bien que je constate que la ministre
avance des raisons objectives à l'appui de sa
décision. D'autre part, je me félicite de la tenue d'un
Conseil des ministres sur ce thème. Il s'agit somme
toute de personnes très vulnérables et incapables
dont nous devons défendre les intérêts. En outre,
ces personnes retrouveront un jour la liberté. Une
prise en charge adéquate est dès lors importante
dans l'optique de la sécurité de la société.
04.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Ik blijf met
gemengde gevoelens zitten. Aan de ene kant
betreur ik het dat de bezochte sites niet voldoen,
hoewel ik inzie dat de minister objectieve redenen
aanhaalt voor haar beslissing. Anderzijds ben ik blij
dat er een Ministerraad komt rond het thema. Het
gaat tenslotte om zeer zwakke en onmondige
mensen wier belang we moeten behartigen.
Bovendien komen deze mensen ooit vrij, zodat een
aangepaste behandeling ook belangrijk is met het
oog op de veiligheid van de maatschappij.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Le problème se pose en Flandre ; en Wallonie,
nous avons le centre de Paifve.
04.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
probleem doet zich voor in Vlaanderen. In Wallonië
is er het centrum van Paifve.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
7

J'espérais Brasschaat mais c'est impossible. Les
autres bâtiments ne sont pas disponibles.

Ik had gehoopt dat Brasschaat in aanmerking kon
komen, maar dat blijkt onmogelijk. De andere
gebouwen zijn niet beschikbaar.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Miguel Chevalier à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
nombre des médecins légistes" (n° 2092)
05 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het aantal wetsdokters" (nr. 2092)
05.01 Miguel Chevalier (VLD): Selon le
professeur Van De Voorde de l'institut
interfacultaire des sciences légales de la KUL, 150
homicides ne sont pas considérés comme tels en
Belgique chaque année. M. Piette, professeur de
médecine légale, déclare qu'il n'y a pas
suffisamment de médecins légistes pour examiner
les décès vraiment suspects. On dénombre à peine
trente médecins à temps plein pour l'ensemble de
la Belgique. Selon le professeur, il faut doubler ce
nombre. Pour devenir médecin légiste, il faut suivre
une formation de cinq ans. Etant donné que
l'emploi est sous-payé et peu attrayant, l'intérêt est
très restreint.


La ministre confirme-t-elle le nombre peu élevé
d'autopsies judiciaires? A-t-elle des projets pour
augmenter le nombre de médecins légistes et
rendre le statut plus attrayant?
05.01 Miguel Chevalier (VLD): Volgens professor
Van De Voorde van het Interfacultair Instituut voor
Forensische Wetenschappen van de KULeuven
worden in België jaarlijks 150 dodingen niet als
dusdanig geduid. Professor Piette, hoogleraar
gerechtelijke geneeskunde, verklaart dat er
onvoldoende wetsdokters zijn om de echt
verdachte overlijdens te onderzoeken. Er zijn
amper dertig voltijdse artsen voor heel België; een
aantal dat volgens de hoogleraar moet
verdubbelen. Om wetsdokter te worden moet een
vijfjarige opleiding worden doorlopen. Omdat de job
onderbetaald wordt en weinig aantrekkelijk is, is de
interesse zeer klein.

Bevestigt de minister het lage aantal gerechtelijke
autopsies? Heeft zij plannen om het aantal
wetsdokters op te trekken en het statuut
aantrekkelijker te maken?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Le professeur Van De Voorde a
extrapolé les données d'une étude allemande pour
affirmer que chaque année, environ 150 homicides
ne sont pas découverts en Belgique. Il convient
évidemment d'utiliser ce chiffre avec prudence. En
effet, en Belgique, les parquets et les juges
d'instruction font preuve de modération en matière
de demande d'autopsie. Lorsqu'un élément indique
que la mort a été violente, et uniquement dans ce
cas, les magistrats sont enclins à ordonner une
autopsie. Lorsque le décès est naturel d'après le
médecin qui a été appelé, aucune autopsie n'est
ordonnée.


Il ressort de la réponse à une question écrite de M.
Eeman du 23 mai 2002 qu'aucun parquet n'avait
connaissance à l'époque de la moindre autopsie
sur la base de laquelle une mort naturelle aurait
finalement été qualifiée de mort non naturelle.

Le nombre restreint d'autopsies résulte donc d'une
politique délibérée des magistrats, et non d'une
pénurie de médecins légistes. Chaque médecin
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Professor Van De Voorde extrapoleerde de
gegevens van een Duitse studie om te poneren dat
jaarlijks ongeveer 150 dodingen niet worden
ontdekt in België. Dat cijfer dient uiteraard met
omzichtigheid te worden aangewend. In België
wordt inderdaad door de parketten en de
onderzoeksrechters spaarzaam omgesprongen met
de opdrachten tot autopsie. Enkel wanneer er een
indicatie is dat het overlijden gewelddadig is, zijn
magistraten geneigd een autopsie te bevelen.
Wanneer het overlijden volgens de bijgeroepen arts
een natuurlijk overlijden is, wordt geen autopsie
bevolen.

Uit het antwoord op een schriftelijke vraag van de
heer Eeman van 23 mei 2002 blijkt dat geen enkel
parket toen weet had van enige autopsie op grond
waarvan een natuurlijk overlijden uiteindelijk als
een onnatuurlijk overlijden werd bestempeld.

Het beperkte aantal autopsies is dus het gevolg van
een bewust beleid van de magistraten en niet van
een tekort aan wetgeneesheren. Elke geneesheer
kan immers door de rechtbank worden gevorderd
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
8
peut en effet être appelé par le tribunal pour
intervenir en qualité d'expert. Aucune formation
spécifique n'est requise.

Les formations existantes s'inscrivent dans le cadre
d'un arrêté ministériel de 2002 du ministre de la
Santé publique. Un certain nombre de médecins
ont toutefois été agréés par la Justice en raison de
leur expertise particulière. Ils bénéficient par
conséquent d'une indemnité plus élevée lorsqu'ils
travaillent pour la Justice. Cette indemnité fait
actuellement l'objet d'une évaluation, au même titre
que les autres indemnités octroyées aux experts
judiciaires. En guise de conclusion, je dirai
qu'aucune raison concrète ne justifie une
augmentation du nombre de médecins légistes.
om als deskundige op te treden. Er is geen
specifieke opleiding vereist.

De bestaande opleidingen kaderen in een
ministerieel besluit van 2002 van de minister van
Volksgezondheid. Een aantal geneesheren werd
door Justitie wel erkend omwille van hun bijzondere
kundigheid. Zij genieten daardoor een hogere
vergoeding wanneer ze voor Justitie werken. Die
vergoeding wordt, zoals de andere vergoedingen
aan gerechtelijke deskundigen, geëvalueerd. Er zijn
tot slot geen concrete redenen om het aantal
wetsdokters uit te breiden.
05.03 Miguel Chevalier (VLD): J'espère qu'à
l'avenir, on tiendra compte des signaux qui auront
été envoyés. Il faudrait peut-être prévoir un plus
grand nombre de médecins légistes, compte tenu
des distances qu'ils doivent parcourir et des
conditions dans lesquelles ils doivent travailler.
05.03 Miguel Chevalier (VLD): Ik hoop dat in de
toekomst toch rekening zal worden gehouden met
de signalen die werden uitgezonden. Misschien
moeten er toch meer wetsdokters komen, gezien
de afstanden die zij moeten afleggen en de
omstandigheden waarin zij moeten werken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Servais Verherstraeten à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "l'application de la législation relative aux
ASBL" (n° 2110)
06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de toepassing van de VZW-wetgeving"
(nr. 2110)
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): La loi sur
les ASBL prévoit une dispense de l'utilisation du
modèle imposé par la loi si l'ASBL est soumise à
une réglementation spéciale en matière de
comptabilité qui est au moins équivalente aux
règles fixées dans la loi sur les ASBL. Dans le
rapport de l'arrêté royal du 26 juin 2003, la ministre
précise que c'est aux organes d'administration de
l'association qu'il appartient d'en décider. Ainsi, les
administrateurs se voient attribuer une
responsabilité très lourde.

La ministre considère-t-elle comme équivalentes au
sens de la loi sur les ASBL les règles auxquelles
doivent satisfaire les écoles de l'enseignement
subventionné qui fonctionnent comme ASBL et qui
sont soumises aux règles du département de
l'enseignement ?

Quelle méthode doit-on utiliser pour le comptage du
personnel ? C'est important pour déterminer si
l'ASBL entre en considération pour une
comptabilité simplifiée. Seuls les membres du
personnel qui sont effectivement rémunérés par
l'asbl peuvent-ils être comptés ?
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): De VZW-
wet voorziet in een vrijstelling van het gebruik van
het door de wet opgelegde model indien de VZW
onderworpen is aan een bijzondere regeling inzake
de boekhouding die ten minste gelijkwaardig is aan
de regels van de VZW-wet. In het verslag bij het KB
van 26 juni 2003 vermeldt de minister dat het de
taak is van de bestuursorganen van de vereniging
om hierover te beslissen. Daarmee wordt een
zware verantwoordelijkheid op de bestuurders
gelegd.

Worden de regels waaraan de schoolbesturen in
het gesubsidieerd onderwijs die als VZW
functioneren en die onderworpen zijn aan de regels
van het departement onderwijs, moeten voldoen,
door de minister als gelijkwaardig beschouwd in de
zin van de VZW-wet?

Op welke wijze moet het personeel geteld worden?
Dit is belangrijk om te bepalen of de VZW in
aanmerking komt voor een vereenvoudigde
boekhouding. Mogen alleen de personeelsleden
worden geteld die daadwerkelijk door de VZW
worden betaald?
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
9
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): En vertu de l'article 17, § 4, de la loi
du 27 juin 1921, les associations soumises à des
règles comptables particulières, sont dispensées
des obligations comptables prévues à l'article 17,
§§ 2 et 3, de cette loi, pour autant que les règles
particulières soient au moins équivalentes. C'est le
conseil d'administration qui juge de cette
équivalence. Le législateur en a volontairement
décidé ainsi.

Le rapport au Roi qui accompagne l'arrêté royal du
19 décembre 2003, lequel concerne la comptabilité
des grandes ASBL, prévoit que la Commission des
normes comptables peut donner des indications
concernant cette équivalence. Une association
désireuse d'évaluer cette notion peut donc faire
appel à cette Commission. Un problème se pose
par ailleurs concernant les critères permettant de
déterminer le nombre de personnes occupées par
une ASBL. Cette question technique est à l'étude
au sein de mon administration et de la Commission
des normes comptables.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Krachtens artikel 17, § 4 van de wet van 27 juni
1921 worden verenigingen die onderworpen zijn
aan bijzondere boekhoudkundige regels, vrijgesteld
van de boekhoudkundige verplichtingen van artikel
17, § 2 en 3 van die wet, voor zover de bijzondere
regels ten minste gelijkwaardig zijn. De raad van
bestuur oordeelt over die gelijkwaardigheid. De
wetgever heeft daar bewust voor gekozen.

In het verslag aan de Koning bij het KB van 19
december 2003 betreffende de boekhouding van de
grote VZW's werd bepaald dat de Commissie voor
Boekhoudkundige Normen aanwijzingen kan
verstrekken over die gelijkwaardigheid. Bijgevolg
kan een vereniging die het begrip wil beoordelen
een beroep doen op deze Commissie. Anderzijds is
er een probleem inzake de criteria om het aantal
door een VZW tewerkgestelde werknemers te
bepalen. Deze technische kwestie wordt door mijn
administratie en de Commissie voor
Boekhoudkundige Normen onderzocht.
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): La
ministre doit clarifier les choses. L'arrêté royal ne le
fait pas. Si un conseil d'administration décide que
les règles sont bien équivalentes, cette décision
est-elle acceptée ou subsiste-t-il un risque ? Même
la Commission des normes comptables ne peut
intervenir de manière discrétionnaire.
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): De
minister moet duidelijkheid verschaffen. Het KB
geeft die duidelijkheid niet. Wanneer een raad van
bestuur beslist dat er gelijkwaardigheid is, wordt dat
dan aanvaard of blijft er een risico? Ook de
Commissie voor Boekhoudkundige Normen kan
niet discretionair optreden.
06.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Il
revient au conseil d'administration de décider si
l'ASBL utilise déjà une comptabilité équivalente.
Pour ce faire, il peut être aidé par un expert
comptable. Le rapport au Roi de l'arrêté royal du 19
décembre 2003 prévoit que la Commission des
normes comptables peut donner des indications au
sujet de cette équivalence.
Toute la difficulté réside dans la détermination du
nombre de travailleurs à temps plein. Des
enseignants peuvent-ils être considérés comme
tels
? Nous cherchons une réponse à cette
question de manière à assurer une sécurité
juridique.
06.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De raad
van bestuur moet beslissen of de vzw al een
gelijkwaardige boekhouding bijhoudt. Daarvoor kan
hij door een accountant worden bijgestaan. Het
verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van
19 december 2003 bepaalt dat de Commissie voor
de Boekhoudkundige Normen aanwijzingen kan
geven over die gelijkwaardigheid.

Het probleem zit in de bepaling van het aantal
voltijdse werknemers. Kunnen leerkrachten als
voltijdse werknemers worden beschouwd? Wij
zoeken een antwoord op die vraag zodat we de
rechtszekerheid kunnen vrijwaren.
06.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Quant à la
seconde partie de ma question, j'espère que
l'insécurité juridique sera rapidement levée. Je
suppose que ce problème sera réglé par le biais
d'une loi-programme. L'arrêté royal relatif aux
pratiques comptables devrait être élargi afin d'offrir
aux ASBL une sécurité juridique renforcée.
06.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Wat het
tweede onderdeel van mijn vraag betreft, hoop ik
dat de rechtsonzekerheid vlug wordt weggenomen.
Ik vermoed dat dit via een programmawet zal
worden geregeld. Het koninklijk besluit op de
boekhoudkundige praktijken zou moeten worden
uitgebreid om de VZW's iets meer rechtszekerheid
te geven.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
10
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Servais Verherstraeten à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "les projets relatifs à la concertation de
groupe axée sur la réparation" (n° 2132)
07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de projecten rond herstelgericht
groepsoverleg" (nr. 2132)
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): La note
de la ministre concernant la réforme de la loi
relative à la protection de la jeunesse mentionne
l'organisation de la médiation en réparation en tant
que nouvelle compétence du procureur du Roi ou
en tant que nouvelle mesure pouvant être prise par
le juge de la jeunesse.

La ministre pourrait-elle fournir davantage de
précisions concernant les projets pilotes qui sont
déjà en cours dans cinq parquets flamands de la
jeunesse? Quels sont les mineurs entrant en ligne
de compte? Le projet relatif à la «family group
conference» («herstelgericht groepsoverleg» ou
«hergo») sera-t-il effectivement inscrit dans ce texte
de loi ? Quelle incidence budgétaire les cinq projets
hergo ont-ils pour les Communautés ? Ce projet
existe-t-il également en Communauté française ?
Quel est le calendrier du projet de loi ? Une
concertation a-t-elle eu lieu à ce sujet avec les
Communautés ? Y a-t-il eu une concertation avec
la Justice concernant la proposition flamande de
décret relatif à l'aide intégrale à la jeunesse ?
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): De nota
van de minister over de hervorming van de wet op
de jeugdbescherming vermeldt de organisatie van
de herstelbemiddeling als nieuwe bevoegdheid van
de procureur des Konings of als nieuwe maatregel
die de jeugdrechter kan nemen.


Kan de minister meer uitleg geven over de
proefprojecten die reeds lopen bij vijf Vlaamse
jeugdparketten? Welke minderjarigen komen
hiervoor in aanmerking? Zal het project rond
herstelgericht groepsoverleg (hergo) daadwerkelijk
worden ingeschreven in deze wettekst? Welke
budgettaire weerslag hebben de vijf hergo-
projecten voor de Gemeenschappen? Bestaat dit
project ook in de Franse Gemeenschap? Wat is de
timing van het wetsontwerp? Is er hierover overleg
geweest met de Gemeenschappen? Is er overleg
geweest met Justitie over het Vlaams voorstel van
decreet betreffende de integrale
jeugdhulpverlening?
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Les projets pilotes s'inscrivent dans le
cadre d'une étude scientifique de la KULeuven,
dont les résultats ont été présentés le 8 mars 2004
par les services de la ministre flamande Byttebier.
Les projets pilotes sont en cours aux parquets de la
jeunesse de Louvain, Bruxelles, Anvers, Hasselt et
Tongres.

Le projet pilote se limite aux mineurs qui ont
commis des délits graves ou plusieurs délits
mineurs. Le jeune ne peut nier sa participation aux
faits. Pour que l'issue soit fructueuse, le jeune ne
peut minimiser les faits et les parents doivent être
disposés à collaborer.


Tant la médiation en réparation que l'hergo seront
inscrits dans le projet de loi. Les services de la
ministre Byttebier sont compétents pour
l'organisation de l'hergo. Ma compétence se limite
à conférer une base et une définition légales à
l'hergo. Aucun projet similaire n'existe actuellement
en Communauté française.

07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De proefprojecten kaderen binnen een
wetenschappelijk onderzoek van de KULeuven. De
resultaten van dit onderzoek zijn op 8 maart 2004
voorgesteld door de diensten van Vlaams minister
Byttebier. De proefprojecten lopen bij de
jeugdparketten van Leuven, Brussel, Antwerpen,
Hasselt en Tongeren.

Het proefproject beperkt zich tot minderjarigen die
ernstige delicten of meermaals lichtere delicten
hebben gepleegd. Als voorwaarde geldt dat de
jongere zijn aandeel in de feiten niet ontkent. De
voorwaarde voor het welslagen is dat de jongere de
feiten niet minimaliseert en dat de ouders willen
meewerken.

Zowel de herstelbemiddeling als hergo zullen
worden ingeschreven in het wetsontwerp. De
diensten van minister Byttebier zijn bevoegd voor
de organisatie van de hergo. Mijn bevoegdheid
beperkt zich ertoe de hergo een wettelijke
grondslag en definitie te verlenen. In de Franse
Gemeenschap bestaat vooralsnog geen
gelijkaardig project.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
11
L'avant-projet de loi sera soumis au Conseil des
ministres dans le courant du mois d'avril.
J'entamerai ensuite une concertation avec les
Communautés avant la fin du mois d'avril, après
quoi le projet de loi définitif sera déposé à la
Chambre. L'auteur de la proposition flamande de
décret relatif à l'aide intégrale à la jeunesse ne s'est
pas concerté avec moi.
Het voorontwerp van wet zal in de loop van de
maand april aan de Ministerraad worden
voorgelegd. Vervolgens zal ik overleggen met de
Gemeenschappen. Het overleg zal beginnen vóór
eind april. Na de afronding ervan zal het definitieve
ontwerp van wet in de Kamer worden ingediend. De
indiener van het Vlaamse voorstel van decreet over
integrale jeugdhulpverlening heeft geen overleg
met mij gepleegd.
07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Compte
tenu de la proximité des compétences et de
l'incidence budgétaire, une concertation avec les
Communautés respectives s'impose. La médiation
en réparation et la family group conference sont
des actions onéreuses. Des moyens doivent être
dégagés. Une fois que le cadre sera créé et que le
secteur aura défini ses attentes, il conviendra de
prendre des mesures concrètes.
07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Omwille
van de rakende bevoegdheden en de budgettaire
weerslag is het aangewezen dat er overleg komt
met de respectieve Gemeenschappen.
Herstelbemiddeling en hergo kosten geld. Er
moeten middelen worden vrijgemaakt. Eens het
kader is gecreëerd en er een verwachtingspatroon
is in de sector, moet dit concreet worden ingevuld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Zoé Genot à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
légalité de la circulaire sur les mariages
homosexuels binationaux" (n° 2127)
08 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
wettelijkheid van de omzendbrief betreffende het
homohuwelijk tussen personen van
verschillende nationaliteit" (nr. 2127)
08.01 Zoé Genot (ECOLO) : Autoriser les
mariages homosexuels binationaux constituait une
belle avancée. Dans les faits, seuls les Belges et
les Néerlandais pouvaient contracter un tel
mariage. Une adaptation du droit international privé
était donc nécessaire.
En janvier 2004, la ministre a pris une circulaire.
Depuis lors, sur le terrain, c'est un peu la pagaille.
En effet, certains officiers de l'état civil refusent
d'appliquer ladite circulaire car, selon le procureur
du Roi de Bruxelles, elle contrevient à l'alinéa 3 de
l'article 3 du Code civil. Un cabinet d'avocat a
même proposé aux bourgmestres d'introduire un
recours devant le Conseil d'État contre cette
circulaire qui contiendrait une nouvelle règle de
droit.


Bref, certaines communes appliquent la circulaire
alors que d'autres s'y refusent. Les citoyens ne
sont donc pas traités de manière égale. Que
comptez-vous faire pour permettre aux étrangers
souhaitant se marier conformément à la loi du 13
février 2003, de le faire en toute sécurité juridique ?
08.01 Zoé Genot (ECOLO): Dat homoseksuelen
met een verschillende nationaliteit nu mogen
trouwen, is een grote vooruitgang. Feitelijk konden
alleen Belgen en Nederlanders van deze maatregel
gebruik maken. Een aanpassing van het
internationaal privaatrecht was dus nodig.

In januari 2004 stuurde de minister een
omzendbrief. Sindsdien loopt alles niet meer zo
gesmeerd in de praktijk. Sommige ambtenaren van
de burgerlijke stand weigeren de omzendbrief toe
te passen, omdat hij volgens de procureur des
Konings van Brussel in strijd zou zijn met artikel 3,
derde lid van het Burgerlijk Wetboek. Een
advocatenkantoor heeft de burgemeesters zelfs
voorgesteld tegen die omzendbrief, die een nieuwe
rechtsregel zou bevatten, beroep in te stellen bij de
Raad van State.

Kortom: sommige gemeenten passen de
omzendbrief toe, andere willen dat niet doen.
Eenieder is dus niet gelijk voor de regelgeving. Wat
denkt u te ondernemen om het voor buitenlanders
die conform de wet van 13 februari 2003 willen
trouwen, mogelijk te maken met absolute
rechtszekerheid in het huwelijksbootje te stappen.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Je n'ai pas été informée de refus de célébration
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik ben
er niet van op de hoogte gebracht dat een
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
12
d'un mariage. Certaines questions
d'éclaircissement m'ont été posées au sujet de
l'application de la circulaire. J'y ai apporté les
réponses qui s'imposaient.
La circulaire du 23 janvier ne modifie pas la règle
de rattachement au sens du droit international privé
qui prévoit que la loi nationale de l'intéressé
s'applique aux conditions de fond du mariage. La
circulaire ne fait que tenir compte des lois des 23 et
25 février 2003.



Le mariage entre personnes de même sexe est
aujourd'hui profondément ancré dans notre arsenal
législatif. Il y a lieu de tenir compte de l'évolution de
la notion d'ordre public. Or, la loi prévoit que
l'exception d'ordre public s'applique dès que la
situation démontre un lien de proximité avec la
Belgique. La loi étrangère n'est donc écartée que si
une des personnes de même sexe a la nationalité
belge ou réside habituellement en Belgique.



En outre, une proposition de loi portant code de
droit international privé est actuellement examinée
par la commission de la Justice du Sénat. J'ai
déposé un projet d'amendement à son article 46
qui confirme la règle existante. Le vote sur cette
proposition aura lieu demain en commission.
ambtenaar van de burgerlijke stand zou geweigerd
hebben een huwelijk te sluiten. Men heeft me
meerdere malen gevraagd de toepassing van de
omzendbrief nader te preciseren. Ik heb dan
telkens de nodige toelichtingen gegeven.

De omzendbrief van 23 januari brengt geen
wijziging aan de nationale regel betreffende het
aanknopingspunt die in het internationaal
privaatrecht geldt. Volgens die regel is de nationale
wetgeving van de betrokkene van toepassing op de
grondvoorwaarden van het huwelijk. De
omzendbrief is dus niet meer dan een uitvoering
van de wetten van 23 en 25 februari 2003.

Het huwelijk tussen personen van hetzelfde
geslacht is heden ten dage in ons wetgevend
arsenaal verankerd. Men moet rekening houden
met de evolutie van het begrip openbare orde.
Volgens de wet nu is de exceptie van openbare
orde van toepassing van zodra uit de situatie blijkt
dat er een band is met België. De buitenlandse
wetgeving is dus van toepassing tenzij een van de
personen van hetzelfde geslacht de Belgische
nationaliteit heeft of zijn normale verblijfplaats in
België heeft.

Voorts buigt de commissie voor de Justitie van de
Senaat zich momenteel over een wetsvoorstel
houdende het Wetboek van internationaal
privaatrecht. Ik heb een ontwerp van amendement
ingediend op zijn artikel 46 dat de bestaande regel
bevestigt. De commissie zal morgen over dit
voorstel stemmen.
08.03 Zoé Genot (ECOLO): J'espère que cette
réponse aidera les citoyens confrontés à la
mauvaise volonté d'officiers de l'état civil. Je
regrette la pagaille créée par l'avis du procureur du
Roi de Bruxelles.
08.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik hoop dat de
burgers die het slachtoffer zijn van de slechte wil
van de ambtenaren van de burgerlijke stand iets
aan dit antwoord zullen hebben. Ik betreur dat de
procureur des Konings van Brussel er een zootje
van gemaakt heeft.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Geert Bourgeois à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
rôle et les moyens de la Sûreté de l'Etat dans la
lutte contre le terrorisme" (n° 2134)
09 Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de rol en de middelen van de Staatsveiligheid in
de strijd tegen het terrorisme" (nr. 2134)
09.01 Geert Bourgeois (N-VA): Il est de plus en
plus manifeste que les attentats de Madrid sont
l'oeuvre d'Al-Qaida. Ce type de terrorisme constitue
un problème européen et c'est probablement pour
cette raison que le premier ministre, M. Verhofstadt,
plaide en faveur d'un service de renseignements
européen. Mais entre-temps, qu'en est-il
concrètement dans notre pays? Le gouvernement
09.01 Geert Bourgeois (N-VA): Stilaan wordt
duidelijk dat de aanslagen in Madrid het werk van
Al-Qaeda zijn. Dit soort terrorisme is een Europees
probleem, reden wellicht waarom premier
Verhofstadt pleit voor een Europese
inlichtingendienst. Maar wat gebeurt er ondertussen
concreet in ons land? Was er eens speciale
regeringstop of veiligheidsraad zoals in andere
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
13
a-t-il jamais consacré, comme les autres Etats
européens, une réunion spéciale ou un conseil de
sécurité à la question du terrorisme? Prend-il des
mesures de protection des transports publics ou
d'autres cibles potentielles, telles que les
institutions de l'Otan et de l'Union européenne?
Notre Sûreté de l'Etat dispose-t-elle bien des
ressources financières et humaines nécessaires
pour faire face au terrorisme islamiste
? Par
exemple, un nombre suffisant d'agents parle-t-il
l'arabe? Notre service soutient-il la comparaison
avec ceux de nos pays voisins? Des moyens
supplémentaires sont-ils nécessaires en sus du
budget?

Comment la ministre conçoit-elle la création d'un
centre de renseignement européen ? Les missions
d'un tel centre dépasseront-elles le stade de la
coordination et de l'échange de données ? Un tel
centre s'inscrit-il dans la taskforce créée au sein
d'Europol au lendemain des attaques du 11
septembre ? La proposition du premier ministre a-t-
elle une quelconque chance d'aboutir ? Comment
se déroule actuellement la coopération
internationale ? Est-il exact que les grands pays
sont réticents à transmettre des données aux
services de renseignement belges ?
landen? Neemt men maatregelen om het openbaar
vervoer of andere doelwitten, zoals NAVO- en EU-
instellingen, te beschermen? Heeft onze
Staatsveiligheid wel voldoende middelen en
mensen om de islamterreur aan te pakken? Zijn er
bijvoorbeeld voldoende agenten die Arabisch
spreken? Kan onze dienst de vergelijking met onze
buurlanden doorstaan? Zijn er extra middelen nodig
boven op het budget?







Hoe ziet de minister de oprichting van een
Europees inlichtingencentrum? Gaat het om meer
dan coördinatie en uitwisseling van gegevens?
Kadert zo'n centrum binnen de taskforce die na 11
september binnen Europol werd opgericht? Maakt
het voostel van de premier een kans? Hoe verloopt
de internationale samenwerking nu? Klopt het dat
de grote landen terughoudend zijn om gegevens
aan de Belgische inlichtingendienst te bezorgen?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): La commission comprendra que je ne
puis pas répondre à toutes ces questions en
séance publique.

L'enveloppe budgétaire de 2004 pour le personnel
permet à la Sûreté de l'Etat de procéder à des
recrutements de telle sorte que, pour la première
fois, le cadre théorique 1999 sera complété. D'autre
part, le dernier conclave budgétaire permet de
réaliser une extension de cadre dans l'optique de
l'adhésion de dix nouveaux Etats membres. A
l'avenir, la politique suivie en matière de personnel
sera sous-tendue par un mesurage objectif des
besoins.

Etablir une comparaison entre nos services et les
services de renseignements des pays voisins de la
Belgique s'avère difficile car ils sont très discrets à
propos des crédits qu'ils reçoivent. Notre service de
sécurité a un budget de 27 millions d'euros qui sera
majoré de 900.000 euros pour compléter son cadre
et de 335.000 euros pour couvrir ses frais de
fonctionnement. Lors du prochain contrôle
budgétaire, je demanderai à nouveau des crédits
supplémentaires.
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De commissie zal begrijpen dat ik al deze vragen
niet in een openbare vergadering kan
beantwoorden.


De personeelsenveloppe 2004 laat de
Staatsveiligheid toe om aanwervingen te doen,
zodat het theoretische kader 1999 voor het eerst
zal zijn ingevuld. Tegelijk maakt het recentste
begrotingsconclaaf het mogelijk om een
kaderuitbreiding te realiseren met het oog op de
toetreding van tien nieuwe Europese lidstaten. Een
objectieve meting van de behoeften zal de
toekomstige personeelspolitiek onderbouwen.


Een vergelijking met de inlichtingendiensten van
onze buurlanden is moeilijk. Die zijn immers zeer
discreet over de middelen die ze krijgen. Onze
veiligheidsdienst heeft een budget van 27 miljoen
euro, dat zal verhoogd worden met 900.000 euro
voor de invulling van het personeelskader en
335.000 euro voor de werkingskosten. Bij de
volgende begrotingscontrole zal ik opnieuw
bijkomende kredieten vragen.
Sous la présidence belge en 2001 a germé l'idée
d'un EuroIntel, une idée qui est de nouveau à
l'ordre du jour aujourd'hui. Certains pays sont
Tijdens het Belgische voorzitterschap in 2001 rijpte
de idee van een Euro Intel, een idee die nu
opnieuw op tafel ligt. Bij sommige landen is er een
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
14
quelque peu hésitants. La cellule d'analyse créée
au sein d'Europol au lendemain du 11 septembre
n'a pas toujours livré les résultats escomptés.
Interpol ne constitue pas l'organe le plus approprié
pour l'analyse de renseignements.

Une collaboration internationale intense existe
pourtant déjà sur le terrain au sein du « Counter
Terrorist Group
». En outre, des échanges
multilatéraux et des opérations conjointes ont lieu
dans le cadre de la lutte contre le terrorisme. A cet
égard, il n'est aucunement question d'une
quelconque réserve dans la communication de
données.
zekere aarzeling. De analysecel die na 11
september binnen Europol werd opgericht, leverde
niet steeds de verhoopte resultaten op. Interpol is
nu eenmaal niet het meest geschikte orgaan voor
de analyse van inlichtingen.

Toch bestaat er op het terrein al een intense
internationale samenwerking binnen de
zogenaamde Counter Terrorist Group. Daarnaast
zijn er multilaterale uitwisselingen en
gemeenschappelijke operaties in het kader van de
terrorismebestrijding. Van enige terughoudendheid
in het verstrekken van gegevens is daarbij geen
sprake.
09.03 Geert Bourgeois (N-VA): J'espère que le
Sommet européen de vendredi constituera une
étape décisive dans la quête d'un instrument
adéquat de coopération internationale sur le plan
de la collecte de renseignements. Je crois
effectivement que les services de renseignements
étrangers rechignent à communiquer certaines
informations à la Belgique. Nul doute que cette
réticence est due à la qualité de notre service qui
est encore confronté à un manque de moyens
matériels et humains.

Il est regrettable que nous ne puissions établir de
comparaison entre nos services et ceux des pays
voisins. Aussi, j'espère que la ministre fixera des
objectifs concrets lors du Conseil des ministres
spécial de fin mars et qu'elle saura dégager des
moyens pour atteindre ces objectifs. Mais de
manière générale, je déplore son manque
d'ouverture dans ce dossier.
09.03 Geert Bourgeois (N-VA): Ik hoop dat de
Europese top van vrijdag een doorbraak betekent in
het zoeken naar een geschikt instrument voor
internationale samenwerking op het vlak van
inlichtingenverzameling. Ik ben ervan overtuigd dat
de buitenlandse diensten wel degelijk
terughoudend zijn om gegevens door te spelen aan
België, en dat heeft alles te maken met de kwaliteit
van onze dienst, die nog altijd kampt met een
gebrek aan middelen en mensen.

Het is jammer dat we de vergelijking met de
buurlanden niet kunnen maken. Ik reken dan ook
op de minister dat ze op de bijzondere Ministerraad
van eind maart concrete doelstellingen zal
formuleren en middelen zal weten vrij te maken om
die doelstellingen te realiseren. In het algemeen
betreur ik haar gebrek aan openheid over deze
materie.
09.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Ne disposons-nous pas du Comité R
pour procéder à une radioscopie des services de
renseignements ?
09.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
is toch het Comité I om de inlichtingendienst door te
lichten?
09.05 Geert Bourgeois (N-VA): Je dois pouvoir
poser de telles questions dans une commission
parlementaire telle que la nôtre. La ministre est si
vague que je me vois dans l'obligation de reposer
un certain nombre de questions par écrit.
09.05 Geert Bourgeois (N-VA): Ook in een
parlementaire commissie als de onze moet ik
dergelijke vragen kunnen stellen. De minister is zo
vaag dat ik me genoodzaakt zie een aantal vragen
schriftelijk te herhalen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les mesures prises dans le cadre de la lutte
contre le terrorisme" (n° 2145)
10 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de maatregelen in het raam van de
terrorismebestrijding" (nr. 2145)
10.01 Tony Van Parys (CD&V): La guerre que se
livrent les services de renseignement belges - le
service de renseignement militaire et la Sûreté de
10.01 Tony Van Parys (CD&V): Ik maak mij
zorgen over de oorlog tussen de Belgische
inlichtingendiensten: de militaire inlichtingendienst
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
15
l'État - me préoccupe. Le manque de coordination
entre les services de renseignement et la police, en
raison de l'absence de directives, est tout aussi
préoccupant.

Il apparaît en outre souvent que les différents
services de renseignement analysent différemment
les données. Le service de renseignement militaire
estimait ainsi que l'on pouvait parler du recrutement
de jeunes extrémistes dans certaines mosquées
radicales, ce que niait la Sûreté de l'État. La Sûreté
de l'État ne dispose pas d'analystes maîtrisant la
langue arabe, contrairement au SGRS mais refuse
à ce dernier l'accès aux données dont elle dispose.
Les cellules de la police fédérale qui s'occupent de
lutte contre le terrorisme sont de plus confrontées à
un manque préoccupant de personnel.


La ministre peut-elle confirmer cette analyse? Quel
est l'avenir du groupe antiterroriste mixte? Le
Comité ministériel Renseignements et Sécurité
s'est-il réuni à la suite des attentats perpétrés à
Madrid ?

En novembre de l'année dernière, la ministre a
annoncé un projet de loi qui permettrait à la Sûreté
de l'État de procéder à des écoutes chez les
citoyens. Où en est ce projet? Est-il vrai que le sp.a
y est opposé? Le Parlement a adopté le projet de
loi relatif au mandat d'arrêt européen. La loi doit
être opérationnelle pour le 1
er
janvier. Combien de
pays européens ont-ils déjà transposé le mandat
d'arrêt dans leur législation? Où en est la
ratification par notre pays de la convention
d'entraide judiciaire en matière pénale ?
en de Staatsveiligheid. Eveneens verontrustend is
het gebrek aan coördinatie tussen de
inlichtingendiensten en de politie als gevolg van
een gebrek aan richtlijnen.

Vaak blijkt ook dat de verschillende
inlichtingendiensten er verschillende analyses van
de gegevens op na houden. Zo was de militaire
inlichtingendienst van oordeel dat er sprake was
van rekrutering van jonge extremisten in enkele
radicale moskeeën, terwijl de Staatsveiligheid dat
ontkende. De Staatsveiligheid beschikt niet over
analisten die het Arabisch machtig zijn, de ADIV
wel, en toch ontzegt de Staatsveiligheid de ADIV
inzage in de gegevens waarover zij beschikt. De
cellen van de federale politie die zich met
terreurbestrijding bezighouden, kampen bovendien
met een ernstig personeelstekort.

Kan de minister deze analyse bevestigen? Wat is
de toekomst van de gemengde antiterroristische
groep? Is het ministerieel comité Inlichtingen en
Veiligheid samengekomen naar aanleiding van de
aanslagen in Madrid?

In november vorig jaar kondigde de minister een
wetsontwerp aan dat de Staatsveiligheid zou
toelaten om burgers af te luisteren. Hoe ver staat
het met dat ontwerp? Klopt het dat de sp.a dwars
ligt? Het Parlement heeft het wetsontwerp
betreffende het Europees aanhoudingsmandaat
goedgekeurd. De wet moest operationeel zijn tegen
1 januari. Hoeveel Europese lidstaten hebben het
aanhoudingsmandaat al in wet omgezet? Wat is de
stand van zaken met betrekking tot de ratificatie
door ons land van het verdrag inzake de
wederzijdse rechtshulp in strafzaken?
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Je prépare en effet un projet de loi
relatif aux écoutes téléphoniques. Ce projet
soulevant toutefois des questions fondamentales
concernant les droits et libertés fondamentaux des
citoyens, j'ai réuni un groupe de travail composé du
président de la Commission de la vie privée, du
président du Comité
R et de l'administrateur
général de la Sûreté de l'État, afin de définir les
axes politiques de l'avant-projet. Les autorités
judiciaires et, pour ce qui concerne le service de
renseignement militaire, le département de la
Défense seront, eux aussi, associés à cette
réflexion. J'espère pouvoir déposer un texte au
Parlement au mois de juin.


Le 1
er
janvier, huit États membres avaient
transposé dans leur législation la décision-cadre
européenne relative au mandat d'arrêt européen :
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
bereid inderdaad een wetsontwerp betreffende de
telefoontap voor. Omdat dit ontwerp echter
fundamentele vragen oproept in verband met de
fundamentele rechten en vrijheden van de burgers,
heb ik een werkgroep samengeroepen, bestaande
uit de voorzitter van de Privacycommissie, de
voorzitter van het Comité I en de administrateur-
generaal van de Staatsveiligheid om de
beleidslijnen van het voorontwerp uit te tekenen.
Ook de gerechtelijke overheden en, voor wat de
militaire inlichtingendienst betreft, het departement
Defensie, zullen bij deze denkoefening betrokken
worden. Ik hoop in de maand juni een tekst te
kunnen indienen in het Parlement.

Op 1 januari hadden acht lidstaten het Europese
kaderbesluit betreffende het Europees
aanhoudingsmandaat in eigen wetgeving omgezet:
België, Spanje, Denemarken, Finland, Verenigd
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
16
la Belgique, l'Espagne, le Danemark, la Finlande, le
Royaume-Uni, le Portugal et la Suède. Le
Luxembourg fera de même d'ici fin mars, la Grèce
en avril et l'Autriche en mai. Les Pays-Bas, l'Italie et
l'Allemagne clôtureront également leur procédure
parlementaire au printemps.
Koninkrijk, Portugal en Zweden. Luxemburg zal
hetzelfde doen tegen eind maart, Griekenland in
april, Oostenrijk in mei. Ook Nederland, Italië en
Duitsland zullen hun parlementaire procedure in de
lente afronden.
(En français) La France applique le mandat d'arrêt
européen depuis le 13 mars 2004.
(Frans)
Frankrijk past het Europees
aanhoudingsmandaat toe sinds 13 maart 2004.
(En néerlandais) En principe, les nouveaux Etats
membres appliqueront la réglementation relative au
mandat d'arrêt européen à la date de leur
adhésion, à savoir le 1
er
mai 2004 mais la
Slovaquie, la Tchéquie et la Pologne accuseront
probablement un certain retard.

Au cours du Conseil des ministres spécial des 30 et
31 mars sur la Justice et la Sécurité, je présenterai
un avant-projet de loi visant à transposer en droit
belge la convention sur l'assistance judiciaire
réciproque en matière pénale. Nous déposerons
également un projet de loi relatif à la ratification de
cet instrument international.

Le Groupe Inter-forces Anti-terroriste (GIA) est
chargé de collecter toutes les informations
pertinentes sur le terrorisme. Ces informations
proviennent de la sûreté de l'Etat, du SGR et de la
police fédérale. La mission du GIA consiste à
analyser ces informations afin d'évaluer la menace
terroriste en Belgique.

Par ailleurs, la mission du centre de crise du
gouvernement est de prendre toutes les mesures
de sécurité nécessaires, en collaboration étroite
avec les services de police et de renseignement, le
parquet fédéral, la Protection civile et le
département de la Santé publique. Ainsi, des
mesures spécifiques ont été prises à la suite des
attentats perpétrés à Madrid. Le parquet général
assure la coordination judiciaire des dossiers de
terrorisme importants qui ont été ouverts en
Belgique. Ces trois services s'informent
mutuellement de leurs analyses.
(Nederlands) De nieuwe lidstaten zullen in principe
het Europees aanhoudingsmandaat toepassen op
de datum van hun toetreding, 1 mei 2004, maar
Slowakije, Tsjechië en Polen zullen waarschijnlijk te
laat zijn.


Tijdens de bijzondere Ministerraad van 30 en 31
maart over Justitie en Veiligheid,zal ik een
voorontwerp van wet voorstellen dat de conventie
over de wederzijdse rechtshulp in strafzaken in
Belgische wet moet omzetten. We zullen ook een
wetsontwerp indienen betreffende de ratificatie van
dit internationale instrument.

De Antiterroristische Gemengde Groep (AGG) is
belast met het verzamelen van alle relevante
informatie over het terrorisme. Deze informatie is
afkomstig van de Staatsveiligheid, de ADIV en de
federale politie. De opdracht van de AGG bestaat
erin deze informatie te analyseren om de
terroristische dreiging voor België te evalueren.

Anderzijds is het de taak van het crisiscentrum van
de regering om alle nodige beveiligingsmaatregelen
te nemen, in nauwe samenwerking met de politie-
en inlichtingendiensten, het federaal parket, de
Civiele Bescherming en het departement
Volksgezondheid. Zo werd, naar aanleiding van de
aanslagen in Madrid, een aantal bijzondere
maatregelen genomen. Het parket-generaal
verzekert de gerechtelijke coördinatie van de
belangrijkste terrorismedossiers die in België
geopend werden. Deze drie diensten informeren
elkaar over hun analyses.
10.03 Tony Van Parys (CD&V): Dans sa réponse,
la ministre indique que des avancées ont été
constatées dans différents domaines. Je m'en
réjouis, mais la concurrence entre la Sûreté de
l'Etat et le service de renseignement militaire, d'une
part, et le manque de coordination entre les
services de renseignement et la police, d'autre part,
me préoccupent fortement. D'où ma question sur
les raisons pour lesquelles le Comité ministériel du
renseignement et de la sécurité ne donne pas de
directives pour simplifier la coopération entre ces
services. Le comité s'est-il réuni à la suite des
10.03 Tony Van Parys (CD&V): Uit het antwoord
van de minister blijkt dat er op een aantal terreinen
vooruitgang geboekt wordt. Ik verheug mij
daarover. Maar de concurrentiestrijd tussen de
Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst en
het gebrek aan coördinatie tussen de
inlichtingendiensten onderling en met de politie
baart mij grote zorgen. Vandaar mijn vraag waarom
het ministerieel comité Inlichtingen en Veiligheid
geen richtlijnen geeft om de samenwerking te
vergemakkelijken. Is het comité samengekomen
naar aanleiding van de gebeurtenissen van 11
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
17
attentats du 11 mars ?
maart?
10.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français): A
la suite des attentats qui ont frappé Madrid, il y a eu
une réunion au centre de crise avec l'ensemble des
acteurs concernés en Belgique.
10.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Naar
aanleiding van de aanslagen in Madrid werd in het
crisiscentrum een vergadering belegd met alle
betrokken actoren in België.
10.05 Tony Van Parys (CD&V): En parlant des
`auteurs', la ministre vise-t-elle les ministres ou la
réunion du centre de crise?
10.05 Tony Van Parys (CD&V): Bedoelt de
minister met `les auteurs' de ministers of de
vergadering van het crisiscentrum?
10.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Nous en avons discuté au niveau interministériel
mais également avec des représentants de
l'ensemble des services.
10.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Wij
hebben daar op interministerieel niveau over
gepraat, maar we hebben ook overleg gepleegd
met vertegenwoordigers van alle diensten.
10.07 Tony Van Parys (CD&V): Le Comité
ministériel du renseignement et de la sécurité ne
s'est donc pas réuni?
10.07 Tony Van Parys (CD&V): Het
ministercomité Inlichtingen en Veiligheid is dus niet
samengekomen?
10.08 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Les ministres ont travaillé ensemble pour évaluer la
situation. Parallèlement, une réunion s'est tenue au
centre de crise et des contacts bilatéraux ont eu
lieu entre chaque ministre et les organismes dont
ils ont la tutelle.
10.08 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
ministers hebben samengewerkt om de situatie te
evalueren. Tegelijk werd er vergaderd in het
crisiscentrum, en er waren bilaterale contacten
tussen elke minister en de instanties waarover hij
het toezicht uitoefent.
10.09 Tony Van Parys (CD&V): Des directives
ont-elles été données pour contraindre les services
à coopérer?
10.09 Tony Van Parys (CD&V): Werden er
richtlijnen uitgevaardigd om de diensten tot
samenwerking te verplichten?
10.10 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Monsieur le Président, je pense avoir répondu aux
questions de M. Van Parys.
Pour le reste et à la demande du Président de la
Chambre, une réunion spéciale sera organisée au
cours de laquelle le Premier ministre, le ministre de
l'Intérieur et moi-même pourrons faire le point sur
les questions que se posent les parlementaires.
10.10 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat ik op de vragen
van de heer Van Parys heb geantwoord.

Op vraag van de voorzitter van de Kamer zal een
bijzondere vergadering worden belegd, waarop de
eerste minister, de minister van Binnenlandse
Zaken en ikzelf de vragen van de parlementsleden
zullen kunnen beantwoorden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'arrêté royal portant exécution de l'article 6 de
la loi du 2 août 2002 concernant la lutte contre le
retard de paiement dans les transactions
commerciales" (n° 2135)
11 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
KB ter uitvoering van artikel 6 van de wet van
2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van
de betalingsachterstand inzake
handelstransacties" (nr. 2135)
11.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Il n'y a toujours
pas d'arrêté royal exécutant l'article 6 de la loi du 2
août 2002 concernant la lutte contre le retard de
paiement dans les transactions commerciales. Des
problèmes se posent sur le plan de la jurisprudence
parce que la manière dont il convient d'estimer les
frais n'a pas été déterminée clairement.
11.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Er is nog steeds
geen KB tot uitvoering van artikel 6 van de wet van
2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van
betalingsachterstand inzake handelstransacties. Er
ontstaan problemen in de rechtspraak omdat het
niet duidelijk is op welke manier de kosten moeten
worden begroot.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
18

La ministre reconnaît-elle que l'absence de tarif
pose un problème ? Préparera-t-elle un arrêté
royal ? Quelle en sera la philosophie ?

Erkent de minister dat het een probleem is dat er
geen tarieven werden vastgelegd? Zal zij een KB
opstellen? Wat is de strekking daarvan?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Le fait qu'il n'y ait pas d'arrêté royal
ne fait absolument pas obstacle à l'exécution de la
loi, les parties ayant toute liberté pour convenir
d'une indemnisation et le juge pouvant en modérer
le montant s'il l'estime excessif.

Or, les intéressés ­ avocats, huissiers, bureaux
d'encaissement, FEB, Unizo, etc. ­ ne sont pas
tombés d'accord sur le point de savoir quels frais
liés à la créance doivent être pris en considération
pour calculer le montant de l'indemnisation.


Mon prédécesseur a fait savoir qu'il faut attendre
que la jurisprudence ait défini la notion d'
« indemnisation raisonnable » avant de prendre un
arrêté royal. Je vais donc m'informer de l'évolution
de la jurisprudence et j'organiserai ensuite une
réunion avec tous les intéressés. Ensuite,
j'étudierai l'utilité éventuelle d'une initiative
réglementaire.
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het ontbreken van het KB vormt geen obstakel voor
de uitvoering van de wet. De partijen kunnen
immers vrij een schadevergoeding overeenkomen
en de rechter kan dit bedrag matigen indien hij het
als overdreven beschouwt.

De betrokkenen - advocaten,
gerechtsdeurwaarders, incassobureaus, VBO,
Unizo enzovoort - moeten nog afspreken welke van
de aan de schuldvordering verbonden kosten in
aanmerking moeten worden genomen om de
schadevergoeding te berekenen.

Mijn voorganger deelde mee dat men moet
wachten tot de jurisprudentie het begrip `redelijke
schadevergoeding' heeft gedefinieerd alvorens het
KB wordt genomen. Ik informeer mij over de
jurisprudentie en organiseer vervolgens een
vergadering met alle betrokkenen. Daarna zal ik het
nut van een reglementair initiatief bekijken.
11.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Tout en se
plaignant de l'arriéré judiciaire, on tarde à prendre
l'arrêté royal prévu par la loi, arguant que la
jurisprudence devrait d'abord préciser certaines
choses. Il n'appartient pas à la ministre de juger de
l'utilité ou non d'élaborer un arrêté royal; elle doit
s'y atteler.
11.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Aan de ene kant
klaagt men over de gerechtelijke achterstand,
terwijl men aan de andere kant wacht om een bij
wet verplicht KB te nemen omdat de rechtspraak
eerst een en ander moet duidelijk stellen. Het is niet
aan de minister om te appreciëren of ze al dan niet
een KB zal opstellen: zij moet dat doen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Magda De Meyer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les espaces de rencontre neutres" (n° 2137)
12 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de neutrale bezoekruimten" (nr. 2137)
12.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Depuis l'an
dernier, les espaces de rencontre neutres, où le
juge peut envoyer les ex-conjoints pour qu'ils
puissent reprendre contact avec leurs enfants, ne
sont plus subventionnés par le gouvernement
fédéral. Les Communautés assument cette mission
et prévoient deux membres du personnel à temps
plein par arrondissement.

Depuis le transfert de cette compétence, les
demandes spontanées sont également prises en
considération. Les deux listes d'attentes sont très
longues, ce qui est inadmissible, surtout dans le
cas de fortes présomptions de maltraitance. Si l'on
veut rendre la justice plus humaine, il faut mettre un
12.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Sedert vorig
jaar worden de neutrale bezoekruimtes, waarnaar
de rechter ex-partners kan verwijzen om opnieuw in
contact te kunnen treden met hun kinderen, niet
langer gesubsidieerd door de federale overheid. De
Gemeenschappen nemen deze taak op zich en
voorzien in twee voltijdse personeelsleden per
arrondissement.

Door de overheveling komen ook vrijwillige
aanvragen in aanmerking. De beide wachtlijsten
zijn erg lang. Vooral in geval van zware
vermoedens rond kindermisbruik is dit
onaanvaardbaar. Aan dit soort wantoestanden
moet dringend een einde worden gesteld indien
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 196
16/03/2004
19
terme à ce type de situations. Lorsque le juge
adresse des personnes à l'espace de rencontre
neutre, il devrait au préalable s'assurer que celui-ci
est capable de les accueillir, sans quoi le justiciable
ne comprend pas le bien-fondé de sa démarche.

La ministre envisage-t-elle de faire part de ce
problème aux ministres communautaires
compétents ?
men werk wil maken van een menselijke justitie.
Wanneer de rechter mensen naar de bezoekruimte
stuurt, zou hij zich er eerst van dienen te
vergewissen of er wel plaats is. Voor een
rechtzoekende is een verwijzing anders
onbegrijpelijk.

Overweegt de minister om dit probleem aan te
kaarten bij de bevoegde ministers van de
Gemeenschappen?
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Les espaces de rencontre neutres
jouent en effet un rôle essentiel. Lorsqu'il y envoie
quelqu'un, le juge doit s'assurer que c'est bien
nécessaire. Sa décision ne peut être uniquement
conditionnée par la capacité disponible.

Nous devons viser une coopération optimale avec
les Régions. J'aborderai la question lors d'une
prochaine concertation. J'ai déjà pris des contacts
avec ma collègue flamande, la ministre Byttebier.
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De neutrale bezoekruimten vervullen inderdaad een
essentiële rol. De rechter moet bij zijn verwijzing
nagaan of die noodzakelijk is. Een dergelijke
beslissing kan niet alleen afhangen van de
omstandigheid of er al dan niet plaats is.

Er moet worden gezocht naar een zo optimaal
mogelijke samenwerking met de Gewesten. Ik
breng dit ter sprake bij een volgend overleg. Ik
sprak ook al met collega Byttebier.
12.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Il convient en
effet d'aborder ce problème avec les collègues des
Communautés.
12.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Het is
inderdaad aangewezen om dit probleem aan te
kaarten bij de collega's van de Gemeenschappen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Geert Bourgeois à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
formation d'agent pénitentiaire" (n° 2143)
13 Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de opleiding tot cipier" (nr. 2143)
13.01 Geert Bourgeois (N-VA): Les auditions
dans le cadre de la proposition de loi de principes
concernant l'administration pénitentiaire ont révélé
que la formation des gardiens de prison laisse à
désirer. L'examen serait expédié en dix minutes et
porterait uniquement sur la théorie, sans qu'il soit
question de la dimension psychosociale.
Théoriquement, la nomination devrait être suivie
d'une formation de base de quelques semaines,
mais celle-ci n'est en général pas organisée, ou
alors un an après l'entrée en service. Dans d'autres
pays, les gardiens de prison qui entrent en service,
reçoivent une formation. C'est que celle-ci est
indispensable, le niveau de compétences exigé
d'un gardien étant élevé.

Par ailleurs, il serait souhaitable de constituer une
réserve de recrutement.

Quelles sont les modalités actuelles? En quoi
l'examen consiste-t-il? Y a-t-il une formation
obligatoire? La ministre est-elle d'accord pour dire
qu'une formation spécifique est indispensable?
N'est-il pas possible de l'organiser, comme cela se
13.01 Geert Bourgeois (N-VA): Tijdens de
hoorzittingen over het voorstel van basiswet
Gevangeniswezen bleek dat de opleiding voor
cipiers te wensen overlaat. Het examen zou slechts
tien minuten in beslag nemen, louter theoretisch
zijn en iedere psychosociale dimensie zou
ontbreken. In theorie moet na de benoeming een
basisopleiding van enkele weken volgen, maar
meestal vindt die helemaal niet plaats of pas een
jaar na de indiensttreding. In andere landen is er
wel een opleiding. Dat is ook nodig, er worden veel
vaardigheden van een cipier verwacht.




Het is ook wenselijk dat een wervingsreserve wordt
aangelegd.

Wat zijn momenteel de voorwaarden? Waaruit
bestaat het examen? Is er een verplichte opleiding?
Gaat de minister ermee akkoord dat er een
specifieke opleiding nodig is? Kan dat zoals in
Frankrijk? Wil zij een werfreserve aanleggen?
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16/03/2004
CRABV 51
COM 196
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
fait en France? La ministre compte-t-elle constituer
une réserve de recrutement? Quels budgets
supplémentaires faudrait-il dégager à cet effet?
Welke bijkomende budgetten zijn nodig?
13.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Les candidats ne doivent satisfaire à
aucune exigence de diplôme mais ils doivent en
revanche réussir une épreuve écrite et orale
organisée par le SELOR. Une formation de base de
quatre semaines, à la fois générale et spécifique,
est prévue. Les candidats y apprennent les
principes élémentaires du droit pénal relatifs aux
établissements pénitentiaires, à l'organisation de la
justice, à la sécurité, à la fouille, au règlement de la
prison, au comportement à adopter en cas
d'agression, etc. Le SELOR s'emploie depuis
longtemps à constituer une réserve de recrutement,
laquelle reste valable pendant deux ans.
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Er zijn geen diplomavereisten. Kandidaten moeten
wel slagen in een schriftelijk en mondeling examen,
georganiseerd door SELOR. Er is voorzien in een
algemene en specifieke basisopleiding van vier
weken. Men leert daar de elementaire beginselen
van het strafrecht toegepast op het
gevangeniswezen, de organisatie van justitie, de
veiligheid, fouilleren, reglement van de gevangenis,
omgaan met agressie, en andere. SELOR legt al
lang een werfreserve aan, die twee jaar geldig blijft.
(En français) Il conviendra de revoir la formation
actuelle du personnel pénitentiaire. J'ai lancé une
concertation qui devrait engendrer des propositions
concrètes à la fin du mois de juin. Les problèmes
de la formation et de la sélection y seront abordés.
Différents modèles sont possibles. La tâche des
gardiens de prison est difficile. Ils ont besoin d'une
formation spécifique et permanente digne de ce
nom. Des moyens supplémentaires seront
nécessaires et dépendront des propositions de la
table ronde.
(Frans) De huidige opleiding van het
gevangenispersoneel zou moeten worden herzien.
Ik heb een overlegronde opgestart waaruit eind juni
concrete voorstellen zouden moeten komen. De
problemen in verband met de opleiding en de
selectieprocedure zullen dan aan bod komen. Er
zijn verschillende modellen mogelijk. Het werk van
gevangenbewaarder is moeilijk. Ze hebben een
speciaal aangepaste en permanente opleiding
nodig. De deelnemers aan het rondetafelgesprek
zullen voorstellen welke bijkomende middelen er
moeten komen.
13.03 Geert Bourgeois (N-VA): Je me réjouis de
l'intention de la ministre de reconsidérer la
formation. La fonction des gardiens de prison revêt
de multiples facettes et est particulièrement
astreignante. Pour exercer cette fonction, une
formation spécifique est nécessaire. Aussi, pour
organiser la formation des gardiens de prison, il
conviendrait peut-être de s'inspirer de celle
dispensée dans les écoles de police. La nouvelle
politique pénitentiaire requiert d'améliorer tout ce
qui a trait au personnel, même si cela coûte cher.
13.03 Geert Bourgeois (N-VA): Ik ben blij dat de
minister iets wil veranderen aan de opleiding. Het
werk van een cipier is veelzijdig en zwaar.
Specifieke vorming is nodig. Misschien moet de
opleiding op de leest van de politiescholen worden
geschoeid. Het nieuwe gevangenisbeleid vereist
dat er iets wordt gedaan aan het personeelsaspect,
ook al zal dat veel geld kosten.
L'incident est clos.

Le président: La question n°2091 de M. Goris est
reportée.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Vraag nr. 2091 van de heer Stef
Goris wordt uitgesteld.
La réunion publique de commission est levée à
12h.21.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.21 uur.

Document Outline