CRABV 51 COM 190
CRABV 51 COM 190
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
mardi dinsdag
09-03-2004 09-03-2004
Après-midi Namiddag

CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 190
09/03/2004
i


SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les
négociations budgétaires de l'Union européenne"
(n° 1906)
1
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de onderhandelingen over de begroting van de
Europese Unie" (nr. 1906)
1
- M. Guido Tastenhoye à la secrétaire d'Etat aux
Affaires européennes et aux Affaires étrangères,
adjointe au ministre des Affaires étrangères sur
"les perspectives financières de l'Union
européenne" (n° 1988)
1
- de heer Guido Tastenhoye aan de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de financiële
perspectieven van de Europese Unie" (nr. 1988)
1
Orateurs:
Josée Lejeune, Guido
Tastenhoye, Frédérique Ries, secrétaire
d'Etat aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères
Sprekers:
Josée Lejeune, Guido
Tastenhoye, Frédérique Ries,
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken
Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "le
respect des droits de l'homme au Cameroun"
(n° 1049)
3
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het naleven van de mensenrechten in
Kameroen" (nr. 1049)
3
Orateurs: Karine Lalieux, Frédérique Ries,
secrétaire d'Etat aux Affaires européennes et
aux Affaires étrangères
Sprekers: Karine Lalieux, Frédérique Ries,
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken
Question de Mme Hilde Vautmans au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'évaluation de l'intervention de B-Fast" (n° 1165)
5
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de evaluatie van het optreden van B-
Fast" (nr. 1165)
5
Orateurs: Hilde Vautmans, Frédérique Ries,
secrétaire d'Etat aux Affaires européennes et
aux Affaires étrangères
Sprekers: Hilde Vautmans, Frédérique Ries,
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken
Question de M. François-Xavier de Donnea au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la lutte contre la propagande
raciste, xénophobe et antisémite sur internet dans
le cadre de l'OSCE" (n° 1532)
6
Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de uitvoering van een
beslissing van de OVSE inzake de bestrijding van
de verspreiding van racistische, xenofobe en
antisemitische propaganda via het internet"
(nr. 1532)
6
Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Frédérique Ries
, secrétaire d'Etat aux
Affaires européennes et aux Affaires
étrangères
Sprekers: François-Xavier de Donnea,
Frédérique Ries
, staatssecretaris voor
Europese Zaken en Buitenlandse Zaken
Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'attitude de la Belgique vis-à-vis de l'Iran et des
dernières élections dans ce pays" (n° 2009)
8
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de houding van België tegenover Iran en de
recente verkiezingen in dat land" (nr. 2009)
8
Orateurs: Zoé Genot, Frédérique Ries,
secrétaire d'Etat aux Affaires européennes et
aux Affaires étrangères
Sprekers: Zoé Genot, Frédérique Ries,
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken
Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
situation dramatique dans la région de Darfour, à
la frontière entre le Tchad et le Soudan" (n° 1987)
8
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de zorgwekkende toestand in de regio Darfour,
aan de grens tussen Tsjaad en Soedan" (nr. 1987)
8
Orateurs: Zoé Genot, Frédérique Ries,
Sprekers: Zoé Genot, Frédérique Ries,
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/03/2004
CRABV 51
COM 190
ii
secrétaire d'Etat aux Affaires européennes et
aux Affaires étrangères
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les conventions de 1963 et de 1997 sur la
nationalité" (n° 1636)
9
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de overeenkomsten van 1963 en
1997 met betrekking tot de nationaliteit" (nr. 1636)
9
Orateurs: Marie Nagy, Frédérique Ries,
secrétaire d'Etat aux Affaires européennes et
aux Affaires étrangères
Sprekers: Marie Nagy, Frédérique Ries,
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- M. Mohammed Boukourna au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
construction d'un mur de séparation par le
gouvernement israélien" (n° 2010)
11
- de heer Mohammed Boukourna aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de door de Israëlische regering
gebouwde scheidingsmuur" (nr. 2010)
11
- M. Jean-Jacques Viseur au vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères sur "l'avis
consultatif de la Cour internationale de Justice
relatif aux conséquences juridiques de l'édification
d'un mur dans le territoire palestinien occupé"
(n° 2031)
11
- de heer Jean-Jacques Viseur aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het raadgevend advies van het Internationaal Hof
van Justitie met betrekking tot de rechtsgevolgen
van de bouw van een muur in de bezette
Palestijnse gebieden" (nr. 2031)
11
Orateurs: Mohammed Boukourna, Jean-
Jacques Viseur, Frédérique Ries
, secrétaire
d'Etat aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères
Sprekers: Mohammed Boukourna, Jean-
Jacques Viseur, Frédérique Ries
,
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken
Question de M. Francis Van den Eynde au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "un conflit entre le Centre pour
l'égalité des chances et la lutte contre le racisme
et le ministère des Affaires étrangères" (n° 2016)
14
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "een conflict tussen het Centrum voor
Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en
het ministerie van Buitenlandse Zaken" (nr. 2016)
14
Orateurs:
Francis Van den Eynde,
Frédérique Ries, secrétaire d'Etat aux
Affaires européennes et aux Affaires
étrangères
Sprekers:
Francis Van den Eynde,
Frédérique Ries, staatssecretaris voor
Europese Zaken en Buitenlandse Zaken
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 190
09/03/2004
1

COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
VENDREDI
09
MARS
2004
Après-midi
______
van
VRIJDAG
09
MAART
2004
Namiddag
______



La discussion des questions commence à 15
heures. Présidente: Mme Annemie Neyts-
Uyttebroeck, présidente.
De vragen vangen aan om 15.00 uur. Voorzitter:
mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, voorzitter.
01 Questions jointes de
- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les
négociations budgétaires de l'Union
européenne" (n° 1906)
- M. Guido Tastenhoye à la secrétaire d'Etat aux
Affaires européennes et aux Affaires étrangères,
adjointe au ministre des Affaires étrangères sur
"les perspectives financières de l'Union
européenne" (n° 1988)
01 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de onderhandelingen over de begroting
van de Europese Unie" (nr. 1906)
- de heer Guido Tastenhoye aan de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de financiële
perspectieven van de Europese Unie" (nr. 1988)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat
aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères, adjointe au ministre des Affaires
étrangères)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken)
01.01 Josée Lejeune (MR): La Commission
européenne a publié un document dans lequel elle
énonce ses perspectives budgétaires pour 2007-
2013 tout en défendant trois objectifs
: le
développement durable, les intérêts du citoyen et le
renforcement du rôle de l'Union comme partenaire
mondial. Les prévisions parlent de 1,15% du
revenu national brut de l'Union. Certains Etats ont
cependant énoncé leur volonté de limiter les
prochaines prévisions budgétaires à 1% du RNB.
01.01 Josée Lejeune (MR): De Europese
Commissie publiceerde een document, waarin ze
haar begrotingsperspectieven voor 2007-2013
uiteenzet en drie doelstellingen vooropstelt:
duurzame ontwikkeling, de belangen van de burger
en de versterking van de rol van de Unie als partner
op wereldschaal. De begrotingsvooruitzichten gaan
uit van 1,15 % van het bruto nationaal inkomen van
de Unie, maar een aantal landen wil de volgende
begrotingsvooruitzichten tot 1 % van het BNI
beperken.
Quelle est votre analyse politique ? Quels clivages
vont présider aux négociations budgétaires
et
quelles seront les priorités défendues par la
Belgique ? Quels seront les moyens nécessaires et
leur concrétisation dans le budget pour aboutir à la
réalisation des objectifs de Lisbonne et pour faire
de l'Union un partenaire mondial
? Quelles
perspectives financières sont-elles données à la
réalisation d'un espace de sécurité, de liberté et de
Wat is uw politieke analyse? Welke tegenstellingen
zullen bij de begrotingsonderhandelingen op de
voorgrond treden en welke prioriteiten zal België
verdedigen? Welke middelen zullen er vereist zijn
en hoe zullen zij vorm krijgen in de begroting
teneinde de doelstellingen van Lissabon waar te
maken en van de Unie een partner op wereldvlak te
maken? Welke financiële vooruitzichten worden er
vooropgesteld voor de oprichting van een ruimte
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/03/2004
CRABV 51
COM 190
2
justice ?
van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid?
01.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Au
cours de la période 2007-2013, l'Union européenne
procédera à un nouvel élargissement, avec
l'adhésion de la Roumanie et de la Bulgarie. La
Turquie deviendra peut-être membre de l'Union
vers 2010-2012. Le budget européen pour 2007-
2013 comporte plusieurs inconnues. Comment
peut-on prévoir en 2004 ce que sera 2013 ? Les
décisions prises aujourd'hui ont un impact
considérable sur l'avenir.

Le 10 février 2004, la Commission européenne a
publié son agenda politique et son cadre financier
pour l'Union élargie au cours de la période 2007-
2013. Elle propose d'affecter annuellement un
budget moyen de 1,15% du RNB total des Etats
membres à la politique de l'UE. Plusieurs pays
demandent instamment un plafonnement à 1%.

Quelle est la position de la Belgique ? Quelles sont
les conséquences pour le contribuable ? Quelle
position adopte la Belgique face à la création d'un
impôt européen ?
01.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): In de
periode 2007-2013 zal de EU opnieuw uitbreiden,
namelijk met Roemenië en Bulgarije. Rond 2010-
2012 wordt Turkije misschien lid van de EU. De
Europese begroting 2007-2013 bevat een reeks
onbekende factoren. Hoe kan men in 2004
voorspellen hoe 2013 eruit zal zien? De
beslissingen die nu worden genomen hebben een
grote impact op de toekomst.


Op 10 februari 2004 publiceerde de Europese
Commissie haar politieke agenda en financiële
kader voor de uitgebreide unie in de periode 2007-
2013. Zij stelt voor jaarlijks een gemiddeld budget
van 1,15 percent van het totale BNI van de lidstaten
uit te trekken voor het EU-beleid. Diverse landen
dringen aan op een plafonnering tot 1 percent.

Wat is het Belgische standpunt? Wat zijn de
gevolgen voor de belastingbetaler? Welk standpunt
neemt België in ten opzichte van de invoering van
een EU-belasting?
01.03 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat (en
français): Les négociations sur les futures
perspectives financières s'annoncent longues et
compliquées. La Belgique est d'avis qu'il est
inopportun de fixer a priori un plafond. Elle
contestera le mécanisme correcteur instauré en
faveur du Royaume-Uni.
01.03 Staatssecretrais Frédérique Ries (Frans):
De onderhandelingen over de financiële
vooruitzichten beloven lang en ingewikkeld te
worden. België meent dat het niet aangewezen is a
priori een maximum vast te leggen en zal het ten
voordele van het Verenigd Koninkrijk ingevoerde
correctiemechanisme aanvechten.
La Belgique a accueilli favorablement la
communication de la Commission du 10 février qui
énonce trois priorités : la relance de la stratégie de
Lisbonne, la concrétisation de la citoyenneté
européenne et le renforcement du rôle de l'Union
sur la scène internationale.


Pour mener sa politique extérieure, L'Union devra
disposer de moyens adéquats. Ses propositions
financières détaillées seront à analyser.
België heeft gunstig gereageerd op de mededeling
van de Commissie van 10 februari. Daarin worden
drie prioriteiten naar voren geschoven: de
heractivering van de strategie van Lissabon, de
concretisering van het Europese burgerschap en
de versterking van de rol van de Unie op
internationaal niveau.

De Unie zal over de nodige middelen moeten
beschikken voor haar buitenlands beleid. De
gedetailleerde financiële voorstellen van de EU
moeten nu geanalyseerd worden.
La réalisation d'un espace de sécurité, de liberté et
de justice devra refléter les priorités établies depuis
le sommet de Tampere en 1999. La concrétisation
de la citoyenneté européenne sur ce triple plan doit
rendre plus visible au citoyen qu'un développement
de l'Union est en cours dans ce domaine.
De oprichting van een ruimte van vrijheid, veiligheid
en rechtvaardigheid zal de afspiegeling moeten zijn
van de prioriteiten die in 1999 op de Top van
Tampere werden vastgelegd. Het verwezenlijken
van het Europees burgerschap met betrekking tot
deze drie punten moet de burger duidelijk maken
dat er in de Unie vooruitgang op dat vlak wordt
geboekt.
(En néerlandais) L'incidence sur le budget belge (Nederlands) De impact op de Belgische begroting
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 190
09/03/2004
3
dépendra du plafond de dépenses finalement
adopté. Si la Belgique souhaite investir davantage
dans une Europe agrandie et ambitieuse, elle devra
tenir compte à la fois du pacte de stabilité et de
répercussions considérables sur son propre
budget, résultant de l'augmentation des dépenses
européennes et, comme corollaire, de la hausse du
"rabais" britannique. Selon le Bureau du Plan, la
contribution belge aux plafonds proposés par la
Commission passera de 2,6 milliards d'euros en
2004 à 3,8 milliards d'euros en 2013.

La Belgique considère que l'introduction d'un
nouveau système de financement véritablement
fondé sur des moyens propres constitue la seule
possibilité de mettre un terme au sempiternel débat
entre contributeurs et bénéficiaires nets. A terme, il
conviendra en tout cas de créer les conditions
nécessaires à l'instauration de nouveaux moyens
propres, de sorte que l'autonomie financière de
l'Union européenne puisse être garantie
durablement.
zal afhangen van het uitgavenplafond dat
uiteindelijk wordt aangenomen. Indien België meer
wil investeren in een ambitieus, uitgebreid Europa,
dan moet het zowel rekening houden met het
stabiliteitspact als met een aanzienlijke impact op
de eigen begroting door zowel hogere EU-uitgaven
als de daaruit voortvloeiende verhoogde Britse
rebate. Volgens het Planbureau zal de Belgische
bijdrage bij de door de Commissie voorgestelde
plafonds groeien van 2,6 miljard euro in 2004 tot
3,8 miljard euro in 2013.

België beschouwt de invoering van een nieuw
financieringssysteem dat gebaseerd is op echte
eigen middelen, als de enige mogelijkheid om het
aanslepende debat tussen netto-ontvangers en
nettobetalers een halt toe te roepen. Op termijn
moeten alleszins de voorwaarden worden
gecreëerd om de invoering van nieuwe eigen
middelen mogelijk te maken, zodat de financiële
autonomie van de Europese Unie blijvend kan
worden gegarandeerd.
01.04 Josée Lejeune (MR): Merci pour la qualité
de votre réponse. Nous resterons néanmoins
attentifs à l'évolution de ce dossier.
01.04 Josée Lejeune (MR): Ik dank u voor de
kwaliteit van uw antwoord. We zullen dit dossier
echter blijven volgen.
01.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Voilà
une réponse claire et complète. Examiner
maintenant en profondeur les nombreux détails
techniques de ce dossier n'aurait guère de sens.
L'occasion nous en sera donnée ultérieurement.
01.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Dit
was een duidelijk en volledig antwoord. Het heeft
weinig zin om bij deze gelegenheid grondig op de
vele technische details in te gaan. We zullen
daarvoor later de kans wel krijgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Karine Lalieux au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "le respect des droits de l'homme
au Cameroun" (n° 1049)
02 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het naleven van de mensenrechten
in Kameroen" (nr. 1049)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat
aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères, adjointe au ministre des Affaires
étrangères)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken)
02.01 Karine Lalieux (PS): Une mission
d'observation de la Fédération internationale des
ligues des droits de l'homme confirme l'existence et
l'ampleur des tortures au Cameroun. La FIDH
dénonce entre autres des conditions de détention
inacceptables, des tortures mortelles, la
prépondérance des juridictions militaires ainsi qu'un
climat sécuritaire.
02.01 Karine Lalieux (PS): Een
waarnemingsmissie van de Internationale Federatie
van liga's voor de mensenrechten bevestigt dat in
Kameroen nog steeds op grote schaal wordt
gefolterd. De FIDH stelt een aantal uitwassen,
zoals onaanvaardbare detentievoorwaarden,
folteringen met de dood als gevolg, het overwicht
van militaire rechtscolleges en een klimaat dat
enkel gericht is op het handhaven van de openbare
veiligheid, aan de kaak.
Le Comité des Nations unies contre la torture a Het VN-Comité tegen foltering bevestigt dat de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/03/2004
CRABV 51
COM 190
4
confirmé la situation déplorable des droits de
l'homme et a fait des recommandations au
Cameroun.

La publication de ces rapports a eu des
répercussions directes sur les militants des droits
de l'homme qui se trouvent sur place. En effet, ces
personnes font l'objet de harcèlement de la part
des autorités camerounaises.

Le gouvernement pourrait-il intervenir pour mettre
fin aux pressions subies par les défenseurs des
droits de l'homme ?

Par ailleurs, le Fonds européen pour le
développement initiant des projets au Cameroun ne
pourrait-il pas soulever la question du respect des
obligations internationales du Cameroun au sein
des enceintes européennes?
mensenrechtensituatie lamentabel is en heeft een
aantal aanbevelingen geformuleerd voor
Kameroen.


De publicatie van die rapporten heeft rechtstreekse
gevolgen gehad voor de mensenrechtenactivisten
ter plaatse; de Kameroense overheid legt hun het
vuur nu na aan de schenen.


Kan de regering ingrijpen om ervoor te zorgen dat
de mensenrechtenactivisten niet langer onder druk
gezet worden?

Kan het Europees Ontwikkelingsfonds dat projecten
opzet in Kameroen, de naleving door Kameroen
van zijn internationale verplichtingen niet
aankaarten bij de Europese instellingen?
02.02 Frédérique Ries, secrétaire d'État (en
français): La Belgique et l'Union européenne
suivent attentivement la situation des droits de
l'homme au Cameroun qui a ratifié plusieurs
accords internationaux en la matière, tels le Pacte
international sur les droits civils et politiques et la
Convention contre la torture.


Le Comité des Nations unies contre la torture a
effectivement examiné le respect par le Cameroun
de ses engagements. Les autorités camerounaises
ont fait des efforts pour adapter leur législation aux
normes internationales mais la mise en pratique
des ces mesures pose problème. Le Comité a
exprimé son inquiétude à cet égard et a émis des
recommandations visant à mettre fin à l'usage de la
torture.
02.02 Frédérique Ries, staatssecretaris (Frans):
België en de Europese Unie volgen de
mensenrechtensituatie in Kameroen op de voet.
Kameroen heeft verscheidene internationale
overeenkomsten op dat gebied geratificeerd, zoals
het Internationaal Verdrag inzake burgerlijke en
politieke rechten en het Europees Verdrag ter
voorkoming van foltering.

Het VN-Comité tegen foltering heeft inderdaad
nagegaan of Kameroen zijn verplichtingen nakomt.
De Kameroense autoriteiten hebben inspanningen
gedaan om de Kameroense wetgeving in
overeenstemming te brengen met de internationale
normen, maar de concrete implementatie zorgt voor
problemen. Het Comité heeft zijn bezorgdheid
hierover uitgesproken en heeft aanbevelingen
geformuleerd om folterpraktijken te bannen.
Depuis plusieurs années, l'Union européenne
entretient un dialogue informel avec le Cameroun
en ce domaine.

À présent, elle s'apprête à engager un dialogue
politique structuré avec les autorités
camerounaises suivant les dispositions de l'accord
de Cotonou. Ce dialogue portera principalement sur
la mise en oeuvre par le Cameroun des instruments
internationaux, le respect des libertés
fondamentales, le bonne gouvernance et
l'amélioration du système électoral.

Enfin, la Belgique et l'Union européenne
maintiendront des contacts avec les organisations
concernées par les droits de l'homme au
Cameroun.
Sinds een aantal jaren voert de Europese Unie
hierover een informele dialoog met Kameroen.

Op dit ogenblik bereidt zij zich voor om een
gestructureerde politieke dialoog met de
Kameroense overheid aan te gaan, zoals bepaald
bij de overeenkomst van Cotonou. Deze dialoog zal
vooral gaan over de toepassing van de
internationale instrumenten door Kameroen, de
eerbiediging van de fundamentele vrijheden, het
goede bestuur en de verbetering van het
kiesstelsel.

Ten slotte zullen België en de Europese Unie
contact houden met de organisaties die in
Kameroen voor de eerbiediging van de
mensenrechten ijveren.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 190
09/03/2004
5
02.03 Karine Lalieux (PS): Au sein de l'Union
européenne, la Belgique peut être plus active et
déclarer qu'elle connaît des personnes qui militent
sur place afin de produire un effet dissuasif sur les
autorités camerounaises.
02.03 Karine Lalieux (PS): Binnen de Europese
Unie kan België actiever zijn, bijvoorbeeld door te
verklaren dat het mensen kent die ter plaatse actie
voeren en aldus de Kameroense overheid ertoe te
brengen, deze mensen niet langer onder druk te
zetten of te vervolgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Hilde Vautmans au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'évaluation de l'intervention de
B-Fast" (n° 1165)
03 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de evaluatie van het optreden van B-
Fast" (nr. 1165)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat
aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères, adjointe au ministre des Affaires
étrangères)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken)
03.01 Hilde Vautmans (VLD): L'équipe
d'intervention rapide B-Fast constitue une initiative
belge particulièrement utile et a déjà fourni un
précieux travail lors de catastrophes dans le monde
entier. Je songe aux récents tremblements de terre
en Iran et au Maroc.

La secrétaire d'Etat pourrait-elle me communiquer
un aperçu exhaustif des opérations, des exercices
et des interventions auxquels B-Fast a participé
depuis sa création ? Quelles en sont les
répercussions budgétaires ?
La mission envoyée à Bam a-t-elle déjà fait l'objet
d'une évaluation ? Combien a-t-elle coûté ?
Le gouvernement partage-t-il le point de vue du
docteur Beaucourt selon lequel la rapidité de
réaction de B-Fast doit encore être améliorée?
Quelles mesures doivent-elles être prises à cet
effet? Pourrait-on, par exemple, accélérer la
transmission des informations ?
03.01 Hilde Vautmans (VLD): Het snelle
interventieteam B-Fast is een bijzonder nuttig
Belgisch initiatief en het heeft al heel wat zinvol
werk geleverd bij rampen over de hele wereld. Ik
denk aan de recente aardbevingen in Iran en
Marokko.


Kan de staatssecretaris mij een overzicht geven
van alle operaties, oefeningen en interventies
waaraan B-Fast sinds zijn oprichting heeft
deelgenomen? Wat is de budgettaire impact van
die inzet?
Werd de missie naar Bam al geëvalueerd? Hoeveel
heeft die gekost?
Is de regering het eens met de visie van dokter
Beaucourt die verklaarde dat B-Fast nog sneller
operationeel moet kunnen zijn? Wat voor
maatregelen zijn daarvoor nodig? Kan bijvoorbeeld
de snelheid van de informatiedoorstroming worden
opgevoerd?
03.02 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Depuis sa création en novembre
2000, B-Fast a effectué quatorze opérations dans
dix pays. Il s'agissait de fournir de l'aide à la suite
d'inondations, de tremblements de terre, de
glissements de terrains, d'une marée noire et d'une
explosion. L'unité d'intervention rapide a participé à
trois exercices internationaux au Bénin, en Islande
et en Roumanie, dont deux organisés par l'OTAN.
Le budget total de ces opérations et exercices s'est
élevé à 2.150.000 euros.

B-Fast a pris part aux opérations de secours à la
suite des séismes qui se sont récemment produits
dans la ville marocaine d' Al Hoceima et dans la
ville iranienne de Bam. A l'heure actuelle, nous
03.02 Staatssecretaris Frédérique Ries
(Nederlands): Sinds zijn oprichting in november
2000 voerde B-Fast veertien operaties uit in tien
landen. Het ging om hulpverlening na
overstromingen, aardbevingen,
grondverschuivingen, een olieramp en een
explosie. Het team nam ook deel aan drie
internationale oefeningen in Benin, IJsland en
Roemenië, waarvan twee in NAVO-verband. Het
totale budget voor de operaties en oefeningen
bedroeg 2.150.000 euro.


B-Fast verleende hulp na de recente aardbevingen
in het Marokkaanse Al Hoceima en het Iraanse
Bam. Momenteel analyseren we die operaties. Die
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/03/2004
CRABV 51
COM 190
6
procédons à l'analyse de ces opérations. Cette
analyse s'inscrit dans le cadre de l'évaluation
globale de cette unité qui a été mise sur pied au
début du mois de décembre 2003. Il ne fait dès à
présent aucun doute que ces deux interventions ont
remporté un franc succès sur les plans humanitaire
et diplomatique. A Bam, les membres de l'unité B-
Fast ont soigné plus de 550 patients et ont rapatrié
deux compatriotes. Différents pays ont loué le rôle
de deputy coordinator de la Belgique. Notre pays a
également acquis une certaine expérience en
qualité de lead nation de l'EU-Fast. A Al Hoceima,
600 tentes ont été montées et 3.000 personnes y
ont été abritées temporairement, dont tous les
survivants d'Aït-Daoud, village de montagne
dévasté. Le coût de l'opération menée à Bam
n'excédait pas 500.000 euros et l'intervention
organisée à Al Hoceima avoisinait les 195.000
euros.
analyse maakt deel uit van de algehele evaluatie
van B-Fast die begin december 2003 begon. Nu al
is duidelijk dat de beide tussenkomsten zeer
succesvol waren op humanitair en diplomatiek vlak.
In Bam verzorgden we meer dan 550 patiënten en
repatrieerden we twee landgenoten. Diverse landen
prezen de rol van België als deputy coordinator.
Ons land deed ook ervaring op voor zijn rol als lead
nation
van EU-Fast. In Al Hoceima werden 600
tenten opgezet en kregen 3.000 mensen tijdelijk
onderdak, onder wie alle overlevenden van het
verwoeste bergdorp Aït-Daoud. De operatie in Bam
kostte hoogstens 500.000 euro, die in Al Hoceima
ongeveer 195.000 euro.
Je doute qu'on eût pu commencer les travaux plus
rapidement en Iran. En effet, il convient tout d'abord
de se concerter avec le pays partenaire et les
équipes d'aide internationales et d'éviter
d'éventuels étranglements de l'aide. Par ailleurs, le
pays touché doit au préalable lancer un appel à
l'aide. B-FAST n'est d'ailleurs pas arrivée plus tard
que les autres équipes à Bam et Al Hoceima.

Si nous avions pris une décision plus rapidement,
nous aurions très probablement envoyé des
équipes de recherche munies de chiens du DICa-
DIR. Le Corps suisse d'aide humanitaire a toutefois
décidé le midi de ne pas envoyer d'équipes de
recherche, la probabilité de retrouver des
survivants étant trop réduite. Etant donné que le
représentant du DICa-DIR au sein du B-FAST
partageait cet avis, nous avons décidé, nous aussi,
de ne pas envoyer d'équipes de recherche. Les
pays qui en ont envoyé n'ont retrouvé aucun
survivant sous les décombres. Vers 16 heures, les
autorités iraniennes ont fait connaître leurs besoins
et nous avons décidé de dépêcher une équipe
médicale.

Nous avons également opéré le bon choix en ce
qui concerne le Maroc : nous avons envoyé des
tentes plutôt que des équipes de recherche. Les
tentes faisaient en effet cruellement défaut, alors
que de nombreuses équipes de recherche sont
rentrées bredouille.
Ik betwijfel of we in Iran sneller hadden kunnen
beginnen werken. Eerst moet er immers worden
overlegd met het partnerland en internationale
hulpteams. Een bottleneck van hulp moet men
vermijden. Daar komt nog bij dat het getroffen land
eerst een oproep tot assistentie moet doen.
Overigens was B-Fast in Bam en Al Hoceima niet
later ter plaatse dan de andere teams.

Hadden we sneller beslist, dan zouden we
hoogstwaarschijnlijk zoekteams met honden van
DICa-DIR gestuurd hebben. Het Zwitserse Korps
voor Humanitaire Hulp besliste op de middag
echter geen zoekteams te sturen; de kans om
overlevenden aan te treffen was te gering. De
vertegenwoordiger van DICa-DIR in B-Fast was
dezelfde mening toegedaan en daarom besloten
ook wij geen zoekteams te sturen. Landen die dat
wel deden, hebben geen enkel slachtoffer levend
van onder het puin gehaald. Omstreeks 16 uur
maakte de Iraanse overheid haar noden bekend en
besloten we een medisch team af te vaardigen.


Ook in Marokko maakten we de juiste keuze: we
stuurden tenten in plaats van zoekteams. Aan dat
eerste was immers een groot tekort, terwijl vele
zoekteams onverrichter zake terugkeerden.
03.03 Hilde Vautmans (VLD): Je me félicite
d'apprendre que B-FAST s'est déjà rendu utile si
souvent. En revanche, je souhaite que la secrétaire
d'Etat continue à évaluer chaque opération d'un oeil
critique. Une intervention rapide, fondée sur des
informations exactes, est essentielle.
03.03 Hilde Vautmans (VLD): Het is fantastisch
dat B-Fast al zoveel nuttig werk leverde. Ik wil wel
dat de staatssecretaris elke operatie kritisch blijft
evalueren. Snel optreden op basis van de juiste
gegevens is essentieel.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 190
09/03/2004
7

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. François-Xavier de Donnea au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la lutte contre la propagande
raciste, xénophobe et antisémite sur internet
dans le cadre de l'OSCE" (n° 1532)
04 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de uitvoering van een
beslissing van de OVSE inzake de bestrijding van
de verspreiding van racistische, xenofobe en
antisemitische propaganda via het internet"
(nr. 1532)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat
aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères, adjointe au ministre des Affaires
étrangères)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken)
04.01 François-Xavier de Donnea (MR): On sait
qu'Internet permet de propager des propos
racistes, antisémites et xénophobes, comme c'est
le cas sur le site du centre islamique de Molenbeek.
Une session de l'OSCE va bientôt avoir lieu à
Bruxelles sur le thème du racisme, de
l'antisémitisme et de la xénophobie.
Où en sont les actions de l'OSCE dans ce
domaine ? Ce thème devrait être mis en exergue
pour la présidence belge de l'OSCE en 2006.

Est-on conscient aux Affaires étrangères de
l'importance de ce sujet, alors que va se tenir cette
session ?
04.01 François-Xavier de Donnea (MR): Het is
bekend dat via internet racistische, antisemitische
en xenofobe uitlatingen kunnen worden verspreid.
Dat is bijvoorbeeld het geval op de webstek van het
islamitisch centrum van Molenbeek. De OVSE
belegt binnenkort een vergadering rond racisme,
antisemitisme en xenofobie in Brussel.

Welke acties heeft de OVSE op dat vlak al
ondernomen? Dat thema moet onder de aandacht
worden gebracht naar aanleiding van het Belgische
voorzitterschap van de OVSE in 2006.
Is het departement Buitenlandse Zaken zich bewust
van het belang van dit onderwerp, nu die
vergadering wordt georganiseerd?
04.02 Frédérique Ries, secrétaire d'État (en
français): Tout d'abord, je voudrai souligner
l'implication constante du gouvernement et de
Louis Michel dans ce problème.

La décision 4/03 sur la tolérance et la non-
discrimination rappelle la volonté de l'OSCE de
combattre la discrimination sous toutes ses formes.
Cette volonté s'est concrétisée l'année dernière par
deux conférences, l'une sur le racisme, la
xénophobie et la discrimination, l'autre sur
l'antisémitisme. Cette année deux nouvelles
conférences viseront à en assurer la continuité et
l'approfondissement.

Un séminaire de réflexion sera organisé à
l'invitation de la France en juillet, afin d'élaborer un
code de bonne conduite pour tous les acteurs de
l'Internet, applicable à toute la zone OSCE.

La Belgique, quant à elle, organisera la deuxième
conférence sur le racisme, la xénophobie et la
discrimination, les 13 et 14 septembre. Un des
objectifs de cette conférence est l'organisation
d'une meilleure synergie entre les organisations
04.02 Staatssecretaris Frédérique Ries
(Nederlands): Vooreerst wil ik erop wijzen dat de
regering en Louis Michel voortdurend bezig zijn met
dit probleem.

Beslissing 4/03 met betrekking tot
verdraagzaamheid en niet-discriminatie is de
weerslag van de wil van de OVSE om discriminatie
in al haar vormen te bestrijden. Vorig jaar werden
daartoe twee conferenties georganiseerd, een over
racisme, xenofobie en discriminatie en een over
antisemitisme. Dit jaar worden opnieuw twee
conferenties georganiseerd, met het oog op de
continuïteit en de verdieping van die thema's.

Op vraag van Frankrijk vindt in juli een
reflectieseminar plaats, die een gedragscode voor
internetactoren moet uitwerken. Die zou in de
volledige OVSE-zone gelden.

België van zijn kant organiseert op 13 en 14
september de tweede conferentie over racisme,
xenofobie en discriminatie. Die conferentie zou
onder meer een synergie tot stand moeten brengen
tussen de internationale organisaties die op dat
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/03/2004
CRABV 51
COM 190
8
internationales qui traitent de cette matière. L'ONU
et le Conseil de l'Europe sont invités à y participer,
et les ONG et le monde académique seront
associés aux travaux, afin de préparer notre
présidence de l'OSCE en 2006.
vlak actief zijn. De UNO en de Raad van Europa
werd gevraagd aan de conferentie deel te nemen
en de NGO's en de academische wereld zullen bij
de werkzaamheden worden betrokken. Een en
ander kadert in de voorbereiding van het Belgische
OVSE-voorzitterschap in 2006.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'attitude de la Belgique vis-à-vis de l'Iran et des
dernières élections dans ce pays" (n° 2009)
05 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de houding van België tegenover
Iran en de recente verkiezingen in dat land"
(nr. 2009)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat
aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères, adjointe au ministre des Affaires
étrangères)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken)
05.01 Zoé Genot (ECOLO): Le 20 février dernier
ont eu lieu des élections en Iran. La situation était
déjà critique avant les élections, suite à la mise à
l'écart de nombreux députés progressistes. Javier
Solana et le parlement européen ont réagi.
L'Allemagne également. Mais je ne trouve rien à ce
sujet sur le site du ministère des Affaires
étrangères.



Les négociations actuellement en cours entre la
Belgique et l'Iran au sujet d'un dossier
d'enlèvement d'enfants peuvent expliquer notre
discrétion. J'espère, en tous cas, que les motifs ne
sont pas d'ordre économique.
05.01 Zoé Genot (ECOLO): Op 23 februari
jongstleden werden er verkiezingen in Iran
georganiseerd. De toestand was al kritiek vóór de
verkiezingen nadat veel progressieve
volksvertegenwoordigers werden uitgerangeerd.
Javier Solana en het Europees Parlement hebben
daarop gereageerd. Duitsland ook. Ik heb daarover
echter niets op de website van het ministerie van
Buitenlandse Zaken teruggevonden.

De onderhandelingen tussen België en Iran die
momenteel aan de gang zijn over een dossier van
kinderontvoering kunnen onze terughoudendheid
verklaren. In ieder geval hoop ik dat de
onderliggende redenen niet van economische aard
zijn.
05.02 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat (en
français): La Belgique a, en effet, de bonnes
raisons de rester discrète, étant donné la situation
diplomatique que vous connaissez. Les élections
ont fait l'objet d'un débat au sein du Conseil
Affaires générales du 23 février. Néanmoins, la
Belgique continue à croire que l'Iran retrouvera la
voie de la démocratie. La Belgique est convaincue
que le dialogue doit se poursuivre pour influencer
de manière constructive l'évolution en Iran. C'est
également l'avis de la prix Nobel iranienne, Mme
Ebali.
05.02 Frédérique Ries, staatssecretaris (Frans):
België heeft inderdaad goede redenen om discreet
te blijven gelet op de diplomatieke toestand die u
kent. Op 23 februari vond in de Raad Algemene
Zaken een debat over de verkiezingen plaats.
Niettemin blijft België ervan overtuigd dat Iran
opnieuw een democratisch land kan worden en dat
de dialoog moet worden voortgezet om de evolutie
in Iran constructief te beïnvloeden. De Iraanse
Nobelprijswinnares, mevrouw Ebadi, deelt deze
mening.
05.03 Zoé Genot (ECOLO): Les élections
précédentes avaient suscité une série d'espoirs qui
sont mis à mal à l'heure actuelle.
05.03 Zoé Genot (ECOLO): De vorige
verkiezingen hadden een reeks verwachtingen
geschapen die vandaag in het gedrang komen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier 06 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 190
09/03/2004
9
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la situation dramatique dans la région de
Darfour, à la frontière entre le Tchad et le
Soudan" (n° 1987)
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de zorgwekkende toestand in de
regio Darfour, aan de grens tussen Tsjaad en
Soedan" (nr. 1987)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat
aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères, adjointe au ministre des Affaires
étrangères)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken)
06.01 Zoé Genot (ECOLO): La situation dans la
région du Darfour est extrêmement inquiétante. Les
chiffres officiels font état de plusieurs milliers de
morts et de 600.000 personnes déplacées, dont la
situation sanitaire est particulièrement précaire. Le
volume actuel de l'aide d'urgence reste totalement
insuffisant.

Une intervention particulière est-elle prévue au
niveau belge ou européen ? Pourriez-vous faire
mettre ce point à l'agenda du prochain Conseil
européen des Affaires étrangères ?
06.01 Zoé Genot (ECOLO): De toestand in de
Darfour-regio is bijzonder zorgwekkend. Officiële
bronnen maken melding van vele duizenden doden
en 600.000 ontheemden die in een erbarmelijke
gezondheidstoestand verkeren. De huidige
noodhulp is volstrekt ontoereikend.


Zal er op Belgisch of Europees niveau worden
ingegrepen? Kan u dit punt op de agenda van de
volgende Europese raad van ministers van
Buitenlandse Zaken laten zetten?
06.02 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat (en
français): La Belgique s'est inquiétée de la situation
dès février 2003.

Parallèlement aux combats qui ont provoqué l'afflux
de réfugiés, l'Union européenne a joué un rôle
moteur dans les efforts diplomatiques auprès des
belligérants. L'objectif est d'obtenir des belligérants
qu'ils donnent accès aux organisations
humanitaires et protègent les populations civiles et
d'obtenir du gouvernement de Khartoum qu'il mette
fin aux atrocités commises par les milices locales
arabes qu'il contrôle ainsi que la signature d'un
cessez-le-feu et la reprise des négociations.
06.02 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat (Frans):
Al in februari 2003 maakte België zich zorgen over
de toestand in die regio.

Toen de gevechten een vluchtelingenstroom op
gang brachten, speelde de Europese Unie een
voortrekkersrol bij de diplomatieke inspanningen
ten aanzien van de strijdende partijen. Het is de
bedoeling dat de strijdende partijen de
hulporganisaties doorgang zouden verlenen en de
burgerbevolking zouden beschermen. Van de
regering in Khartoem tracht men te bekomen dat zij
een eind zou maken aan de gruweldaden van de
plaatselijke Arabische milities die zij controleert, en
dat zij een staakt-het-vuren zou ondertekenen en
de onderhandelingen zou hervatten.
Au niveau belge, une intervention a été organisée
dans le cadre de l'assistance humanitaire. M.
Michel vient d'allouer un subside de 600.000 euros
à MSF Belgique au titre de l'aide urgente, en vue
de venir en aide aux réfugiés se trouvant dans la
région frontalière du Tchad. Les interventions au
Soudan posent un problème d'accès et sont encore
à l'étude.

Cette question est actuellement discutée au sein du
Conseil européen, dans des groupes spécialisés,
mais elle pourrait être inscrite à l'agenda du Conseil
des Affaires étrangères. A l'occasion d'une réunion
des ministres des Affaires étrangères et secrétaires
d'Etat du Benelux, lundi passé, les Néerlandais
sont revenus sur la question, qu'ils souhaitent voir
mise à l'agenda du prochain Conseil.
Op Belgisch niveau werd een interventie op touw
gezet in het kader van de humanitaire hulp. De
heer Michel heeft zopas een subsidie van 600.000
euro aan AZG België toegewezen voor noodhulp
ten gunste van de vluchtelingen die zich in de
grensregio van Tsjaad bevinden. De interventies in
Soedan vormen een probleem inzake
toegankelijkheid en worden nog onderzocht.

Die kwestie wordt momenteel besproken in het
kader van gespecialiseerde groepen in de
Europese Raad, maar zou op de agenda van de
Raad Buitenlandse Betrekkingen kunnen worden
ingeschreven. Naar aanleiding van een vergadering
van de ministers van Buitenlandse Zaken en de
Staatssecretarissen van de Benelux, maandag
jongstleden, hebben de Nederlanders die kwestie
opnieuw aangesneden . Zij wensen dat ze op de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/03/2004
CRABV 51
COM 190
10
agenda van de volgende Raad opgenomen wordt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les conventions de 1963 et de 1997 sur la
nationalité" (n° 1636)
07 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de overeenkomsten van 1963 en
1997 met betrekking tot de nationaliteit"
(nr. 1636)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat
aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères, adjointe au ministre des Affaires
étrangères)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken)
07.01 Marie Nagy (ECOLO): La Belgique a ratifié
la Convention du 6 mai 1963 sur la réduction des
cas de pluralité de nationalités et des obligations
militaires. Le principe était celui de la perte
obligatoire de la nationalité d'origine en cas de
naturalisation. Le 6 novembre 1997 a été ouverte à
la signature la Convention européenne sur la
nationalité. Elle offre aux parties prenantes le choix
de la perte ou non de la nationalité d'origine. Je
crois qu'il y a une large majorité qui se dessine en
faveur de la double nationalité. Pourquoi la
Belgique n'a-t-elle pas encore dénoncé la
convention de 1963 ?
07.01 Marie Nagy (ECOLO): België heeft de
overeenkomst van 6 mei 1963 betreffende de
beperking van gevallen van meervoudige
nationaliteit en betreffende militaire verplichtingen
in geval van meervoudige nationaliteit geratificeerd.
Die overeenkomst gaat uit van het principe dat de
burger in geval van naturalisatie gedwongen is
afstand te doen van zijn oorspronkelijke
nationaliteit. Op 6 november 1997 werd het
Europese Verdrag inzake nationaliteit gesloten.
Krachtens die verdragstekst kan de burger ervoor
kiezen zijn oorspronkelijke nationaliteit al dan niet
te behouden. Mij dunkt dat een ruime meerderheid
voorstander is van de dubbele nationaliteit.
Waarom heeft België nog geen afstand genomen
van de overeenkomst van 1963?
07.02 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat (en
français) : M. Michel s'est exprimé clairement à ce
sujet qui intéresse de nombreuses personnes. La
ministre de la Justice est techniquement
compétente pour cette matière et, avec elle, nous
recherchons une solution pouvant garantir au
maximum les intérêts de toutes les personnes
concernées. Nous examinons actuellement la
possibilité de faire une déclaration de réserve ou
une dénonciation partielle par rapport à la
Convention de 1963. Une dénonciation pure et
simple pourrait en effet créer des problèmes
notamment au niveau des obligations militaires.
Avec d'autres pays membres du Conseil de
l'Europe, une formule adéquate est élaborée afin
de permettre la double nationalité sans pour autant
abandonner cette convention multilatérale.
07.02 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat (Frans):
Minister Michel heeft een duidelijk standpunt
ingenomen over deze kwestie, die heel wat mensen
aangaat. Technisch gezien is de minister van
Justitie hiervoor bevoegd, en samen met haar
zoeken wij een oplossing waarmee de belangen
van alle betrokkenen zo goed mogelijk gevrijwaard
worden. Zo onderzoeken wij momenteel de
mogelijkheid om een verklaring van voorbehoud af
te leggen of de overeenkomst van 1963 gedeeltelijk
op te zeggen. Een opzegging als zodanig zou
immers voor problemen kunnen zorgen, onder
meer wat de militaire verplichtingen betreft. Samen
met andere lidstaten van de Raad van Europa
wordt een aangepaste formule uitgewerkt om de
dubbele nationaliteit mogelijk te maken zonder
daarom voormelde multilaterale overeenkomst te
verzaken.
07.03 Marie Nagy (ECOLO): Ici se pose la
question de la ratification de la Convention de 1997
permettant de faire le choix entre la perte ou non de
la nationalité. Les deux éléments sont liés. Si un
certain nombre d'États ont déjà signé la Convention
de 1997, la question de la Convention de 1963
07.03 Marie Nagy (ECOLO): Hier rijst de vraag
naar de ratificatie van het Verdrag van 1997, dat
het mogelijk maakt al dan niet te kiezen voor het
verlies van de nationaliteit. Beide elementen
houden verband met elkaar. Als een aantal Staten
het Verdrag van 1997 al ondertekend hebben, is de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 190
09/03/2004
11
s'est déjà posée. Peut-on s'inspirer de leur
expérience pour accélérer le processus ?
vraag naar het Verdrag van 1963 al gerezen.
Kunnen wij ons niet laten leiden door hun ervaring
om het proces te bespoedigen?
07.04 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat (en
français): Les deux conventions sont partiellement
incompatibles. La renonciation partielle permettrait
de ratifier la Convention de 1997. Des efforts sont
faits dans cette direction avec la ministre de la
Justice.
07.04 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat (Frans):
Beide verdragen zijn gedeeltelijk onverenigbaar. De
gedeeltelijke afstand zou ons in staat stellen het
Verdrag van 1997 te ratificeren. Met de minister
van Justitie worden inspanningen in die zin gedaan
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- M. Mohammed Boukourna au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la construction d'un mur de séparation par le
gouvernement israélien" (n° 2010)
- M. Jean-Jacques Viseur au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'avis consultatif de la Cour internationale de
Justice relatif aux conséquences juridiques de
l'édification d'un mur dans le territoire
palestinien occupé" (n° 2031)
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Mohammed Boukourna aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de door de Israëlische regering
gebouwde scheidingsmuur" (nr. 2010)
- de heer Jean-Jacques Viseur aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "het raadgevend advies van het
Internationaal Hof van Justitie met betrekking tot
de rechtsgevolgen van de bouw van een muur in
de bezette Palestijnse gebieden" (nr. 2031)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat
aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères, adjointe au ministre des Affaires
étrangères)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken)
08.01 Mohammed Boukourna (PS): Nous
sommes confrontés à une situation de fait imposée
par le gouvernement israélien en vue de
« résoudre » le conflit au Moyen-Orient. Le CICR a
indiqué que le mur érigé par Israël était contraire
aux lois humanitaires internationales. Par ailleurs,
la Cour internationale de La Haye a été saisie d'une
demande d'avis par rapport à la légalité de ce mur.
Israël a boycotté les audiences car, d'une part,
Israël refuse la compétence de la Cour et, d'autre
part, ce mur s'inscrit dans le cadre de l'autodéfense
en réponse à une menace terroriste.

Nous sommes d'avis qu'Israël a le droit de
défendre ses citoyens contre le terrorisme. Ces
mesures ne devraient cependant pas aller à
l'encontre de certains droits fondamentaux des
populations palestiniennes. Peut-on remettre en
question les compétences en la matière de la Cour
internationale de Justice ? M. Michel a déclaré
déplorer la demande d'avis introduite à La Haye.
Pouvez-vous expliciter cette prise de position ?
Existe-t-il des normes de droit international sur
lesquelles peut se baser le gouvernement israélien
pour légitimer la construction d'un mur de
« séparation » ? Enfin, en quoi la demande d'avis
déposée à la Cour internationale de Justice relève-
08.01 Mohammed Boukourna (PS): De
Israëlische regering heeft de wereld, met het oog
op het "oplossen" van het conflict in het Midden-
Oosten, voor een voldongen feit gesteld. Het ICRK
beschouwt de muur die Israël heeft opgetrokken als
een schending van het internationaal humanitair
recht. Het Internationaal Gerechthof in Den Haag
werd gevraagd daaromtrent een advies te
formuleren. Israël heeft de hoorzittingen echter
geboycot, om twee redenen: enerzijds betwist
Israël de bevoegdheid van het Hof, anderzijds
kadert de muur in een strategie van zelfverdediging
en vormt ze het antwoord op een terroristische
dreiging.
Wij zijn van oordeel dat Israël het recht heeft zijn
burgers tegen het terrorisme te beschermen. Die
maatregelen mogen echter geen afbreuk doen aan
bepaalde fundamentele rechten van de Palestijnse
bevolking. Kan de bevoegdheid ter zake van het
Internationaal Gerechtshof ter discussie worden
gesteld? Minister Michel verklaarde te betreuren
dat bij het Hof in Den Haag een verzoek om advies
werd ingediend. Kan u dat standpunt toelichten?
Bestaan er internationaalrechtelijke normen die de
bouw van een scheidingsmuur door de Israëlische
regering rechtvaardigen? Tot slot, in welke zin kan
het verzoek om advies dat bij het Internationaal
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/03/2004
CRABV 51
COM 190
12
t-elle d'antisémitisme ? Je rappelle qu'il ne faut pas
confondre antisémitisme et critiques de la politique
d'Israël. Que mon intervention soit clairement
comprise : toutes les formes de terrorisme, quelles
qu'elles soient, ne peuvent en aucun cas être
légitimées, qu'elles soient de groupes extrémistes
ou d'un État.
Gerechtshof werd ingediend, als antisemitisch
worden beschouwd? Ik wijs erop dat men geen
amalgaam mag maken van antisemitisme en kritiek
aan het adres van het beleid van Israël. De
onderliggende gedachte van mijn betoog mag
duidelijk zijn: voor om het even welke vorm van
terrorisme, of dat nu afkomstig is van
extremistische groeperingen of van een Staat, kan
nooit een rechtvaardigheidsgrond worden
aangevoerd.
08.02 Jean-Jacques Viseur (cdH) : Le 8
décembre 2003, l'Assemblée des Nations Unies a
demandé à la Cour d'émettre un avis consultatif sur
la question des conséquences en droit de
l'édification du mur par Israël
en territoire
palestinien. Il faut rappeler que le pouvoir de la
Cour a un caractère discrétionnaire. Il ne s'agit pas
d'un arrêt. Elle procède à un avis consultatif. C'est
l'expression en droit de sa position par rapport à un
ensemble de problèmes juridiques. L'ensemble des
pays de l'Union européenne ont exprimé un vote
d'abstention par rapport à cette interpellation de la
Cour de Justice. En effet, au départ, il y avait un
conflit de nature politique, une feuille de route, deux
situations. Manifestement, il faut essayer de trouver
une solution politique. Ceci dit, une fois que le vote
d'abstention est exprimé et que l'Assemblée
générale a adopté sa résolution, nous nous
trouvons dans le cas où la Cour interpelle la totalité
des pays en leur demandant de lui faire parvenir
toute observation. J'ai une série de questions à
poser dans ce cadre.
08.02 Jean-Jacques Viseur (cdH): Op 8
december 2003 heeft de Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties het Hof verzocht een
raadgevend advies uit te brengen over de vraag
naar de rechtsgevolgen van de bouw van de muur
door Israël op Palestijns grondgebied. Er weze aan
herinnerd dat het gezag van het Hof discretionair
van aard is. Het gaat niet om een arrest. Het Hof
geeft een raadgevend advies. Het geeft in termen
van rechtspraak uiting aan het standpunt dat het
Hof inneemt ten aanzien van een geheel van
juridische problemen. Alle lidstaten van de
Europese Unie hebben zich onthouden met
betrekking tot die vraag aan het Hof van Justitie.
Aan de oorsprong lag er inderdaad een politiek
conflict, een vredesplan, en twee verschillende
posities. Er moet duidelijk een politieke oplossing
gevonden worden. Gelet op de onthoudingen en op
de door de Algemene Vergadering aangenomen
resolutie bevinden we ons in de situatie dat het Hof
alle landen vraagt hun opmerkingen mee te delen.
Ik wil hierover een aantal vragen stellen.
L'exposé de la Belgique auprès de la Cour, le 30
janvier 2004, résume sa position en disant qu'il
n'est pas opportun de répondre à la question
soumise parce que, d'une part, l'avis risque d'avoir
un impact négatif sur la mise en oeuvre de la feuille
de route et que, d'autre part, cet avis ne pourra
donner aucune orientation à l'Assemblée générale
étant donné que celle-ci s'est déjà prononcée sur la
question.

La première remarque est dangereuse dès lors qu'il
est demandé un avis juridique et que la question
porte simplement sur le tracé d'un mur réalisé sur
une partie de territoire qu'Israël lui-même reconnaît
ne pas détenir. Dans l'expression de la position
israélienne, il a été clairement dit qu'il s'agissait
d'une mesure temporaire, justifiée par des raisons
de défense et de protection de citoyens, et non de
l'établissement d'une nouvelle frontière sur la base
du tracé du mur en construction.
De uiteenzetting die België op 30 januari 2004 aan
het Hof richtte, vat zijn standpunt als volgt samen:
volgens ons land is het niet aangewezen op de
voorgelegde vraag te antwoorden, omdat enerzijds,
het advies een negatieve weerslag zou kunnen
hebben op de uitwerking van het vredesplan, en
anderzijds, omdat dit advies geenszins als houvast
voor de Algemene vergadering zou kunnen dienen,
vermits deze zich al over de vraag heeft
uitgesproken.
De eerste opmerking is gevaarlijk omdat er een
juridisch advies wordt gevraagd en omdat de vraag
eenvoudigweg gaat over het tracé van een muur
die wordt gebouwd op een gedeelte van een
grondgebied waarvan Israël zelf erkent dat het niet
de bezitter is. In het Israëlische standpunt werd
duidelijk gesteld dat dit een tijdelijke maatregel is
om de burgers te verdedigen en te beschermen, en
niet om een nieuwe grens aan te leggen op basis
van het tracé van de muur in aanbouw.
Pour la deuxième remarque, la question est de
savoir pourquoi la Belgique se contente d'exprimer
qu'il s'agit d'un avis qui risque d'avoir un impact
Wat de tweede opmerking betreft, is de vraag
waarom België er genoegen mee neemt te
verklaren dat het om een advies met mogelijk
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 190
09/03/2004
13
négatif.
La Belgique dit aussi que cet avis ne pourra donner
aucune orientation à l'assemblée générale étant
donné que celle-ci s'est déjà prononcée sur la
question. C'est aller au-delà de la position qui a été
prise par l'assemblée générale et par le Conseil de
sécurité, à savoir qu'il y a, d'une part, la
reconnaissance du droit d'Israël à assurer sa
protection et que, d'autre part, certains actes
peuvent avoir des conséquences qui portent
atteinte aux principes de droit international,
notamment sur la question de la proportionnalité
par rapport aux habitants.

Je renvoie à la position adoptée par la France qui
précise que l'édification du mur est incompatible
avec certaines règles du droit international mais
que l'avis juridique demandé sert à vérifier si cette
construction est proportionnée aux menaces
auxquelles elle entend répondre. S'il n'y avait pas
proportion, il faudrait alors considérer la nécessité
de réparer immédiatement le dommage causé aux
populations concernées et revenir à un tracé plus
compatible avec les règles de droit applicables.



Quelle est la position de la Belgique, au-delà du
vote d'abstention ? Le recours au droit est-il jugé
inutile en la matière ? Sur le fond, se rapproche-t-
on de la position de la France ? N'a-t-on pas
anticipé la feuille de route ? Appartient-il à la
Belgique de prendre une position aussi ambiguë ?
negatieve gevolgen gaat.
België zegt voorts dat dat advies de Algemene
Vergadering niet zal kunnen leiden, aangezien die
in verband met die aangelegenheid al een
standpunt innam. Met die visie gaat België echter
voorbij aan het standpunt dat de Algemene
Vergadering en de Veiligheidsraad innamen:
enerzijds wordt erkend dat Israël het recht heeft
zichzelf te beschermen, anderzijds wordt
vastgesteld dat bepaalde handelingen gevolgen
kunnen hebben die ingaan tegen de
internationaalrechtelijke beginselen, inzonderheid
wat het proportionaliteitsbeginsel ten aanzien van
de inwoners betreft.
Ik verwijs in dat verband naar het Franse
standpunt. Frankrijk is van oordeel dat de bouw van
de muur onverenigbaar is met bepaalde
internationaalrechtelijke regels, maar dat het
juridische advies de mogelijkheid moet bieden na te
gaan of de bouw van de muur in verhouding staat
met de bedreiging waarop ze een antwoord wil
bieden. Indien de bouw van de muur niet in
verhouding staat tot de dreiging, dan zou het
nadeel dat de betrokken bevolking lijdt onmiddellijk
moeten worden hersteld en zou men moeten
terugvallen op een tracé dat meer verenigbaar is
met de geldende rechtsregels.
Wat is het standpunt ten gronde van België, dat
zich bij de stemming onthield? Meent België dat het
zinloos is zich op de rechtsregels te beroepen?
Sluit het Belgische standpunt inhoudelijk aan op het
Franse? Werd niet op het vredesplan
vooruitgelopen? Komt het België toe een zo
onduidelijk standpunt in te nemen?

08.03 Frédérique Ries, secrétaire d'État (en
français): La justice n'est certainement ni inutile ni
superflue. La Cour internationale de Justice est
peut-être non productive parce que la paix au
Proche-Orient ne se fera pas au tribunal !
La position de la Belgique ne diffère nullement de la
position commune européenne. La Belgique a voté
en faveur de la résolution des Nations Unies du 21
octobre 2003.
Le 8 décembre 2003, l'assemblée générale a voté
une résolution demandant l'avis de la Cour
internationale de Justice sur les conséquences
juridiques de la construction du mur. Nous nous
sommes abstenus.
08.03 Staatssecretris Frédérique Ries (Frans):
Justitie is zeker niet zinloos of overbodig. Misschien
is het Internationaal Hof van Justitie niet productief
omdat de vrede in het Midden-Oosten niet voor een
rechtbank zal worden gesloten !
De houding van België stemt overeen met het
gemeenschappelijk Europees standpunt. Ons land
heeft de resolutie van de VN van de 21 oktober
2003 gesteund.
Op 8 december 2003, heeft de algemene
vergadering een resolutie goedgekeurd die het
advies van het Internationaal Hof van Justitie vraagt
over de juridische gevolgen van de bouw van de
muur. We hebben ons onthouden.
Le 30 janvier, nous avons introduit un
mémorandum qui contient les éléments essentiels
de notre position. Il ne plaide pas pour
l'irrecevabilité mais insiste sur le côté non productif
de la démarche.

Le conseil des ministres du 23 janvier 2004 a pris
Op 30 januari hebben wij een memorandum
ingediend dat de essentiële elementen van onze
houding bevat. Het pleit niet voor
onontvankelijkheid maar legt de nadruk op het niet-
productieve aspect van de benadering.
De ministerraad van 23 januari 2004 heeft nota
genomen van dat memorandum.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
09/03/2004
CRABV 51
COM 190
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
note de ce mémorandum.
08.04 Jean-Jacques Viseur (cdH) : La
judiciarisation est importante en droit international.
Quand on lit les avis de la France et de la Belgique,
on lit des avis très différents. A l'avenir, il faudrait
pouvoir harmoniser les positions.
08.04 Jean-Jacques Viseur (cdH): De juridisering
is belangrijk op internationaalrechtelijk vlak. De
adviezen van Frankrijk en België zijn zeer
uiteenlopend. In de toekomst zouden we tot een
harmonisatie van de standpunten moeten kunnen
komen.
08.05 Mohammed Boukourna (PS): Le mur de
séparation implique la violation de principes de droit
international et complique la situation. Il ne pourra
jamais remplacer une solution globale et durable.
08.05 Mohammed Boukourna (PS): De
scheidingsmuur betekent een inbreuk op de
internationale rechtsbeginselen en verergert de
toestand. De muur zal nooit een globale en
duurzame oplossing kunnen vervangen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Francis Van den Eynde au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "un conflit entre le Centre pour
l'égalité des chances et la lutte contre le racisme
et le ministère des Affaires étrangères" (n° 2016)
09 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan
de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "een conflict tussen het
Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
Racismebestrijding en het ministerie van
Buitenlandse Zaken" (nr. 2016)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat
aux Affaires européennes et aux Affaires
étrangères, adjointe au ministre des Affaires
étrangères)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
staatssecretaris voor Europese Zaken en
Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken)
09.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Je déplore que le ministre Michel ne soit pas en
mesure de répondre personnellement à cette
question.

Le vendredi 5 mars, M. Leman, prêtre dominicain -
l'ordre de l'inquisition - et ancien directeur du
Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre
le racisme, a déclaré, lors d'un débat télévisé avec
M. Van Hecke, président du Vlaams Blok, que son
départ du Centre était étroitement lié à un conflit
l'opposant au ministère des Affaires étrangères. En
effet, il aurait protesté contre l'octroi trop facile à
certaines personnes de visas d'entrée et d'autres
documents.


Cette information est-elle exacte?
09.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik betreur dat minister Michel niet persoonlijk op
deze vraag kan antwoorden.


Vrijdag 5 maart verklaarde de heer Leman,
dominicaan - de orde van de inquisitie - en
voormalig directeur van het Centrum voor
Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, in
een televisiedebat met Vlaams Blok-voorzitter Van
Hecke, dat zijn ontslag bij het Centrum heel veel te
maken had met een conflict tussen hemzelf en het
ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij zou
namelijk geprotesteerd hebben tegen het te
gemakkelijk toekennen van inreisvisa en andere
documenten aan bepaalde personen.

Klopt deze informatie?
09.02 Frédérique Ries, secrétaire d'État (en
français): Je suppose que vous vous référez aux
éventuels problèmes en matière de délivrance de
visa à l'ambassade de Belgique à Sofia.
09.02 Staatssecretaris Frédérique Ries (Frans): Ik
neem aan dat u naar eventuele problemen inzake
het uitreiken van visa bij de Belgische ambassade
in Sofia verwijst.
Pour ma part, je me réfère aux réponses déjà
fournies à l'interpellation de M. Decroly datant du
29 septembre 1998 ainsi qu'à la question
parlementaire de M. Staes du 19 février 2001.
Zelf verwijs ik naar de vroegere antwoorden op de
interpellatie van de heer Decroly van 29 september
1998 en de parlementaire vraag van de heer Staes
van 19 februari 2001.
CRABV 51
COM 190
09/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Je ne peux vous en dire plus sur ce dossier dans la
mesure où l'enquête qui fait suite au dépôt d'une
plainte contre X est toujours en cours.
Meer kan ik daarover niet zeggen omdat het
onderzoek naar aanleiding van het indienen van
een klacht tegen X nog steeds aan de gang is.
09.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ma question ne concerne pas l'enquête en tant que
telle, mais bien les déclarations de M. Leman quant
au conflit qui l'oppose aux Affaires étrangères et qui
serait à la base de sa démission.
09.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijn vraag gaat eigenlijk niet over het onderzoek
als dusdanig, wel over de verklaringen van de heer
Leman over zijn conflict met Buitenlandse Zaken
dat aan de basis zou liggen van zijn ontslag.
09.04 Frédérique Ries, secrétaire d'État (en
français): Personnellement, je n'ai jamais entendu
M. Louis Michel exprimer le moindre avis sur cette
problématique mais je vous propose de lui
transmettre votre question.
09.04 Frédérique Ries, staatssecretaris (Frans):
Persoonlijk heb ik de heer Michel nooit enig advies
horen uiten over deze problematiek, maar ik stel
voor uw vraag aan hem over te maken.
09.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Je suis impatient d'entendre la réponse du ministre
Michel lui-même.

Le président: Vous savez pourtant que l'inquisition
a souvent chassé des fantômes et des spectres.
09.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik kijk uit naar het antwoord van minister Michel
zelf.


De voorzitter: U weet toch dat de inquisitie vaak op
spoken en schimmen heeft gejaagd?
09.06 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
J'en conviens tout à fait.
09.06 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Daar ben ik het volmondig mee eens.
09.07 Frédérique Ries, secrétaire d'État
(en
français): J'aurais peut-être dû commencer par
excuser l'absence de M. Louis Michel, en
déplacement officiel au Maroc.
09.07 Frédérique Ries, staatssecretaris (Frans):
Om te beginnen had ik misschien de heer Louis
Michel voor zijn afwezigheid moeten
verontschuldigen. Hij bevindt zich in Marokko voor
een officieel bezoek.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
16h.38.
De vergadering wordt gesloten om 16.38 uur.

Document Outline