CRABV 51 COM 184
CRABV 51 COM 184
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
lundi maandag
08-03-2004 08-03-2004
Après-midi Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 184
08/03/2004
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Francis Van den Eynde à la
vice-premier ministre et ministre de la Justice sur
"la tolérance dont font preuve les administrations
communales à l'égard des abattages rituels"
(n° 256)
1
Interpellatie van de heer Francis Van den Eynde
tot de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het gedogen van rituele thuisslachtingen
door de gemeentebesturen" (nr. 256)
1
Orateurs: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Motions
2
Moties
2
Question de M. Guido De Padt à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la poursuite
des infractions en matière de stationnement de
longue durée" (n° 1836)
2
Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
vervolging van overtredingen op het langdurig
parkeren" (nr. 1836)
2
Orateurs: Guido De Padt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Guido De Padt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le projet de
fermeture des prisons de Hasselt et de Tongres"
(n° 1957)
3
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
mogelijke sluiting van de gevangenissen in
Hasselt en Tongeren" (nr. 1957)
3
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Interpellations jointes de
4
Samengevoegde interpellaties van
4
- M. Jo Vandeurzen à la vice-premier ministre et
ministre de la Justice sur "la nouvelle évaluation
de la loi accélérant la procédure de naturalisation"
(n° 260)
4
- de heer Jo Vandeurzen tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de nieuwe
evaluatie van de snel-Belg-wet" (nr. 260)
4
- M. Jan Mortelmans à la vice-premier ministre et
ministre de la Justice sur "la loi accélérant la
procédure de naturalisation" (n° 262)
5
- de heer Jan Mortelmans tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de snel-
Belg-wet" (nr. 262)
5
Orateurs: Jo Vandeurzen, Jan Mortelmans,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Jo Vandeurzen, Jan Mortelmans,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Motions
7
Moties
7
Question de M. Pieter De Crem à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'autorisation
que des parents doivent détenir du juge de paix
pour aliéner des biens de leurs enfants mineurs"
(n° 1948)
8
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
machtiging van de vrederechter die ouders nodig
hebben om goederen van hun minderjarige
kinderen te vervreemden" (nr. 1948)
8
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Pieter De Crem à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
magistrats siégeant dans différentes commissions
administratives" (n° 1961)
10
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
zetelen van leden van de magistratuur in
verschillende administratieve commissies"
(nr. 1961)
10
Orateurs: Pieter De Crem, président du
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
08/03/2004
CRABV 51
COM 184
ii
groupe CD&V, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
CD&V-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 184
08/03/2004
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
LUNDI
08
MARS
2004
Après-midi
______
van
MAANDAG
08
MAART
2004
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.10 heures par M. Alfons
Borginon, président.
De vergadering wordt geopend om 14.10 uur door
de heer Alfons Borginon, voorzitter.
01 Interpellation de M. Francis Van den Eynde à
la vice-premier ministre et ministre de la Justice
sur "la tolérance dont font preuve les
administrations communales à l'égard des
abattages rituels" (n° 256)
01 Interpellatie van de heer Francis Van den
Eynde tot de vice-eerste minister en minister van
Justitie over "het gedogen van rituele
thuisslachtingen door de gemeentebesturen"
(nr. 256)
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Dans notre pays, les abattages rituels sont
autorisés, pour autant qu'ils soient effectués dans
des abattoirs ou dans des lieux de sacrifice agrées.
Pour des questions d'hygiène et d'humanité, les
abattages à domicile sont depuis longtemps
interdits. Il me revient que plusieurs administrations
communales ont pris, à l'occasion de certaines
fêtes islamiques, des mesures qui donnent pour le
moins l'impression que les abattages à domicile
sont tolérés. Ainsi, des sacs en plastique ont été
mis à la disposition de la population pour
l'enlèvement des abats. Je ne doute pas que ces
mesures ont été dictées par des considérations
d'hygiène et de santé publique. Elles constituent
toutefois un signal erroné. Ce fut notamment le cas
à Schaerbeek, lors de la dernière fête du sacrifice.
J'estime qu'il est du devoir des autorités fédérales
d'intervenir.
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
In ons land zijn rituele slachtingen toegestaan, voor
zover zij gebeuren in erkende slachthuizen of
offerplaatsen. Thuisslachtingen zijn om redenen
van hygiëne en menselijkheid verboden. Dat
verbod is niet nieuw. Nu blijkt dat sommige
gemeentebesturen naar aanleiding van bepaalde
islamitische feesten maatregelen genomen hebben
die minstens de indruk geven dat thuisslachtingen
gedoogd worden. Zo werden bijvoorbeeld plastic
zakken ter beschikking gesteld voor het opvangen
van het slachtafval. Ik twijfel er niet aan dat deze
maatregel ingegeven werd door overwegingen van
hygiëne en volksgezondheid, maar zij geeft een
verkeerd signaal. Zoiets gebeurde onder meer in
Schaarbeek naar aanleiding van het jongste
offerfeest. Ik meen dat de federale overheid moet
optreden.
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Le ministre des Affaires sociales a
déjà répondu, au nom du gouvernement, à une
question orale de M. Van den Eynde dont le
contenu était identique. Je renvoie à sa réponse.
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De minister van Sociale Zaken heeft, namens de
regering, reeds geantwoord op een mondelinge
vraag van de heer Van den Eynde met identieke
inhoud. Ik verwijs naar zijn antwoord.
01.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
J'ai interrogé le ministre de la Santé publique car je
souhaitais connaître le point de vue de son
département. Le ministre a admis que, outre les
déchets d'abattage, un autre problème se posait en
termes de santé publique, à savoir l'importation
illégale de nombreux animaux de boucherie.
01.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik heb de minister van Volksgezondheid bevraagd
omdat ik nieuwsgierig was naar het standpunt van
zijn departement. De minister van Volksgezondheid
heeft toegegeven dat, naast het probleem van het
slachtafval, er nog een ander probleem rijst met
betrekking tot de volksgezondheid, namelijk het feit
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
08/03/2004
CRABV 51
COM 184
2
A présent, je m'adresse à la ministre de la Justice
car, en l'espèce, certaines administrations
publiques incitent les citoyens à enfreindre la loi. En
outre, une telle façon de procéder nuit à la
réputation des habitants musulmans de ce pays
ainsi qu'à l'image de la religion qu'ils pratiquent.
Etant donné que Mme Onkelinx a toujours
considéré la tolérance comme une priorité, je
m'attendais à ce qu'elle rappelle les administrations
communales à l'ordre. Je regrette qu'elle s'y refuse
et je dépose dès lors une motion de
recommandation.
dat veel van de slachtdieren illegaal ingevoerd zijn.
Ik richt mij nu met mijn vraag tot de minister van
Justitie, omdat het hier gaat om openbare besturen
die burgers ertoe aanzetten om de wet te
overtreden. Dit is overigens ook slecht voor de
reputatie van de islamitische inwoners van dit land
en voor die van hun godsdienst. Aangezien de
minister altijd de tolerantie hoog in het vaandel
voert, had ik verwacht dat zij de gemeentebesturen
op de vingers zou tikken. Ik betreur dat de minister
dit weigert te doen en dien dan ook een motie van
aanbeveling in.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Francis Van den Eynde et Jan Mortelmans et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Francis Van
den Eynde
et la réponse de la vice-première ministre et
ministre de la Justice,
demande au gouvernement
de prendre les mesures nécessaires pour éviter
que des pouvoirs subordonnés donnent à penser
que les abattages rituels à domicile font l'objet
d'une politique de tolérance."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Francis Van den Eynde en Jan Mortelmans
en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Francis Van
den Eynde
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Justitie,
verzoekt de regering
de nodige maatregelen te treffen om te vermijden
dat ondergeschikte besturen de indruk zouden
wekken dat er een gedoogbeleid bestaat t.o.v.
rituele thuisslachtingen."
Une motion pure et simple a été déposée par M.
Alfons Borginon.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer
Alfons Borginon.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
02 Question de M. Guido De Padt à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
poursuite des infractions en matière de
stationnement de longue durée" (n° 1836)
02 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
vervolging van overtredingen op het langdurig
parkeren" (nr. 1836)
02.01 Guido De Padt (VLD): Depuis le 1
er
mars
2004, un certain nombre d'infractions au Code de la
route sont dépénalisées. Les autorités communales
peuvent désormais traiter de façon autonome un
certain nombre d'infractions aux règles de
stationnement. Parmi leurs compétences ne figure
cependant pas le stationnement de longue durée.
M. Anciaux l'a confirmé lors de la réunion de la
commission de l'Infrastructure du 14 janvier 2004.
Des amendes pénales peuvent donc encore être
infligées. Or, il me revient que les parquets ne
poursuivront plus les auteurs de telles infractions,
02.01 Guido De Padt (VLD): Sedert 1 maart 2004
is een aantal verkeersovertredingen uit het
strafrecht gehaald. De gemeentelijke overheden
zijn sinds die dag bevoegd om een aantal
parkeerovertredingen autonoom af te handelen. Het
langdurig parkeren behoort hier echter niet toe.
Minister Anciaux bevestigde dit in de commissie
Infrastructuur op 14 januari 2004. Strafrechtelijke
boetes blijven mogelijk. Desondanks bereiken mij
berichten dat de parketten dergelijke overtredingen
niet meer zullen vervolgen. Hierdoor dreigt een
juridische leemte.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 184
08/03/2004
3
ce qui risque de provoquer un vide juridique.
Est-il exact que les parquets n'entameront plus de
poursuites pour ce qui concerne les infractions de
ce type ? La ministre a-t-elle organisé une
concertation avec le ministre de la Mobilité à
propos du stationnement de longue durée ?
Is het juist dat de parketten dergelijke overtredingen
niet meer zullen vervolgen? Heeft de minister
overlegd met de minister van Mobiliteit over de
aanpak van langdurig parkeren?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): L'article 6 de la loi qui est entrée en
vigueur le 1
er
mars 2004 a dépénalisé le
stationnement pour une durée limitée, le
stationnement payant et le stationnement réservé
aux riverains. Les infractions à l'interdiction de
stationner sur les autoroutes, dans les zones
résidentielles, les rues piétonnes et les rues à sens
unique restent passibles de sanctions pénales.
Le point 5 de l'article 27 du Règlement général
porte sur la limitation du stationnement de longue
durée. On peut considérer que le stationnement de
longue durée constitue une variante du
stationnement pour une durée limitée. Je partage
l'interprétation du Collège des procureurs généraux
et de l'Union des villes et communes. Les parquets
ne poursuivront plus les infractions en matière de
stationnement de longue durée. Les infractions qui
ne peuvent pas faire l'objet de poursuites pénales
échappent aux compétences des parquets. Un
groupe de travail oeuvre actuellement à une
interprétation uniforme. Il pourra décider, le cas
échéant, de prendre une initiative légale en vue de
préciser la loi existante.
Etant donné qu'il s'agit, en l'occurrence, d'une
matière urgente, une décision sera prise dans les
prochains jours.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Artikel 6 van de wet die op 1 maart 2004 in werking
is getreden heeft het parkeren voor beperkte tijd,
het betalend parkeren en het parkeren
voorbehouden aan buurtbewoners uit het strafrecht
gehaald. Overtreding van het parkeerverbod op
autosnelwegen, in woonerven, in verkeersvrije
straten en in straten met eenrichtingsverkeer blijft
strafbaar.
Punt 5 van artikel 27 van het Algemeen Reglement
heeft het over de beperking van het langdurig
parkeren. Men kan zeggen dat het langdurig
parkeren een variant is van het parkeren voor een
beperkte tijd. Ik sluit mij aan bij de interpretatie van
het college van procureurs-generaal en de
Vereniging van Steden en Gemeenten. De
parketten zullen de inbreuken op het langdurig
parkeren niet langer vervolgen. Inbreuken die niet
strafrechtelijk kunnen worden vervolgd, vallen
buiten de bevoegdheid van de parketten.
Momenteel werkt een werkgroep aan een uniforme
interpretatie. De werkgroep kan desgevallend
beslissen om een wetgevend initiatief te nemen ter
verduidelijking van de bestaande wet.
Aangezien het hier gaat om een dringende
aangelegenheid, zal er de eerstvolgende dagen
een beslissing worden genomen.
02.03 Guido De Padt (VLD): Même s'il existe une
cohérence au niveau du gouvernement,
l'interprétation des ministres est double.
Il en résultera un surcroît de travail administratif
pour les communes. J'espère que le groupe de
travail fera toute la clarté à ce sujet.
02.03 Guido De Padt (VLD): Hoewel er eenheid
van regering is, bestaat er dualiteit in de
interpretatie bij de ministers. Dit zal de gemeenten
extra administratief werk bezorgen. Ik hoop dat de
werkgroep duidelijkheid brengt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
projet de fermeture des prisons de Hasselt et de
Tongres" (n° 1957)
03 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
mogelijke sluiting van de gevangenissen in
Hasselt en Tongeren" (nr. 1957)
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V): De plus en plus de
voix s'élèvent pour s'opposer au projet de la
ministre de fermer les anciennes prisons de
Tongres et de Hasselt après l'ouverture de la
nouvelle prison de Hasselt. Les risques moindres
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Er groeit steeds
meer verzet tegen de intentie van de minister om bij
de opening van de nieuwe gevangenis van Hasselt
de oude gevangenissen in Tongeren en Hasselt te
sluiten. Het kleiner veiligheidsrisico bij het
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
08/03/2004
CRABV 51
COM 184
4
en matière de sécurité lors du transfèrement des
détenus s'il reste une prison dans les chefs-lieux
d'arrondissement, l'atténuation de la surpopulation
carcérale existante et les possibilités d'emploi pour
le Limbourg sont autant d'arguments qui militent en
faveur du maintien en service des prisons
existantes.
Avez-vous déjà pris une décision irrévocable de
fermer ces prisons dès l'ouverture de la nouvelle
prison de Hasselt
? Ce point est-il encore
négociable ?
overbrengen van gevangenen als er een
gevangenis blijft in de arrondissementele
hoofdplaatsen, het milderen van de bestaande
overbevolking in de gevangenissen en de
werkgelegenheidsmogelijkheden voor Limburg zijn
de argumenten die worden gebruikt om de
gevangenissen open te houden.
Is er al onverbiddelijk beslist om de gevangenissen
te sluiten vanaf de opening van de gevangenis in
Hasselt? Kan er nog over worden gesproken?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): En raison de l'état de délabrement
extrême des actuels établissements pénitentiaires
de Tongres et de Hasselt, il a été décidé de
construire une nouvelle prison à Hasselt. Les
anciens bâtiments ne sont plus adaptés aux
besoins actuels des établissements pénitentiaires
ni aux normes sanitaires.
Ce dossier n'entraînera cependant pas de
diminutions d'emplois. A l'heure actuelle, les
établissements de Tongres et de Hasselt emploient
respectivement 48 et 43 agents. Le cadre du
personnel de la nouvelle prison comportera 406
unités. Le personnel des anciens établissements y
sera intégré.
Aucun argument objectif ne peut dès lors justifier le
maintien en service des établissements existants.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Omwille van de zeer slechte staat van de huidige
gevangenissen van Tongeren en Hasselt werd er
beslist een nieuwe gevangenis in Hasselt te
bouwen. De oude gebouwen zijn niet meer
aangepast aan de huidige behoeften van
penitentiaire instellingen en de hygiënische
normen.
Dit dossier betekent echter geen vermindering van
de werkgelegenheid. Nu werken in Tongeren en
Hasselt respectievelijk 48 en 43 mensen. Het
personeelskader van de nieuwe gevangenis zal
406 bedragen. Het personeel van de oude
gevangenissen wordt hierbij gerecupereerd.
Er kan dan ook geen enkel objectief argument
worden gevonden om de bestaande
gevangenissen te blijven gebruiken.
03.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Il ne nous
appartient pas, depuis le Parlement, d'apprécier la
situation dans ces prisons. Je m'étonne d'entendre
la ministre déclarer qu'elle ne dispose d'aucun
budget d'exploitation pour maintenir en service ces
établissements.
Le problème de la surpopulation dans les prisons
sera abordé le 10 mars 2004 lors de la discussion
de la proposition Dupont. Si ce problème n'est pas
analysé dans son ensemble, c'est-à-dire en
examinant également le statut du détenu et la
nécessité d'adapter le budget, il ne sera guère aisé
de remédier au phénomène. Cette infrastructure
aurait pu permettre de résoudre temporairement le
problème de la surpopulation. A l'heure actuelle, il
n'est en effet nullement prévu de construire encore
de nouveaux établissements.
03.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Het is niet aan ons
om vanuit het Parlement de conditie van die
gevangenissen te beoordelen. Het verbaast mij dat
de minister zegt dat ze geen exploitatiebudget heeft
om die gevangenissen open te houden.
Het probleem van de overbevolking van de
gevangenissen zal op 10 maart 2004 ter sprake
komen bij de bespreking van het voorstel-Dupont.
Als men dit probleem niet in zijn geheel bekijkt
samen met het statuut van de gedetineerde en de
noodzaak om het budget aan te passen, dan is het
een moeilijk oplosbaar fenomeen. Deze
infrastructuur had kunnen helpen de overbevolking
tijdelijk op te vangen. Er bestaan immers op dit
moment geen plannen om nog nieuwe
gevangenissen te bouwen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 184
08/03/2004
5
04 Interpellations jointes de
- M. Jo Vandeurzen à la vice-premier ministre et
ministre de la Justice sur "la nouvelle évaluation
de la loi accélérant la procédure de
naturalisation" (n° 260)
- M. Jan Mortelmans à la vice-premier ministre et
ministre de la Justice sur "la loi accélérant la
procédure de naturalisation" (n° 262)
04 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Jo Vandeurzen tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de nieuwe
evaluatie van de snel-Belg-wet" (nr. 260)
- de heer Jan Mortelmans tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de snel-
Belg-wet" (nr. 262)
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): J'ai déjà posé des
questions à ce sujet le 21 octobre 2003. MM.
Stevaert et Sterckx ont récemment affirmé, dans
l'émission De zevende dag, que le moment est
venu de mener un débat sur les adaptations
apportées à la loi accélérant la procédure d'octroi
de la nationalité. A la suite des différentes
évaluations scientifiques de cette loi, de nombreux
membres de la commission de la Justice s'étaient
déjà précédemment accordés sur l'existence de
nombreux défauts. Ainsi, il n'y a pas la moindre
cohérence administrative, avec tous les problèmes
d'interprétation qui en découlent. Il existe
également de nombreux risques pour la sécurité.
Par ailleurs, les effets de la loi sur l'immigration
constituent un problème.
La discussion relative à la volonté d'intégration était
plus fondamentale. Nous sommes partisans d'un
mode d'administration de la preuve plus objectif et
plus uniforme. La majorité arc-en-ciel estimait pour
sa part qu'il fallait supprimer les conditions en
matière d'intégration.
L'ancien ministre Verwilghen avait annoncé un
arrêté royal précisant comment déterminer s'il était
satisfait aux conditions de séjour. Mme Onkelinx
souhaitait y réfléchir. Jusqu'à présent, nous n'en
avons pas vu la couleur. Concernant les documents
équivalents à l'acte de naissance, la ministre a
curieusement estimé que les problèmes étaient en
majeure partie résolus. Je me souviens aussi d'une
demande concernant une banque de données
centrale où pourraient figurer des condamnations
pénales.
Le gouvernement souhaite-t-il évaluer
minutieusement et en toute objectivité la loi
accélérant la procédure d'octroi de la nationalité?
Nous pouvons-nous nous accorder dans une large
mesure sur de nombreux points en commission de
la Justice. Qu'est-il advenu des précédentes
déclarations de la ministre? Un arrêté royal est-il en
chantier? A-t-on progressé dans la mise en oeuvre
des accords que l'ancien ministre, M. Verwilghen,
avait passés en son temps?
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Ik stelde hierover
al vragen op 21 oktober 2003. In De zevende dag
beweerden de heren Stevaert en Sterckx onlangs
dat de tijd rijp was voor een debat over
aanpassingen aan de snel-Belgwet. Naar
aanleiding van verscheidene wetenschappelijke
evaluaties van die wet waren vele leden van de
commissie Justitie het er vroeger al over eens dat
er een pak mankementen waren. Zo is er geen
administratieve coherentie, met alle problemen van
interpretatie van dien. Er zijn ook heel wat
veiligheidsrisico's. Daarnaast is het effect van de
wet op de migratie een probleem.
Meer fundamenteel was de discussie over de
bereidheid tot integratie. Wij zijn voorstander van
een meer geobjectiveerde en uniforme manier van
bewijsvoering. De paars-groene meerderheid vond
dan weer dat voorwaarden inzake integratie
moesten worden geschrapt.
Oud-minister Verwilghen stelde een KB in het
vooruitzicht waarin zou worden bepaald op welke
basis kan worden onderzocht of aan de
verblijfsvoorwaarden is voldaan. Minister Onkelinx
wou nadenken over het KB. Vooralsnog hebben wij
er niets van gezien. Inzake documenten
gelijkwaardig aan de geboorteakte meende de
minister vreemd genoeg dat de problemen
grotendeels waren opgelost. Ik herinner me ook dat
er vraag was naar een centrale gegevensbank
waarin strafrechtelijke veroordelingen kunnen
worden opgenomen.
Wil de regering de snel-Belgwet grondig en in alle
zakelijkheid evalueren? Over tal van punten kunnen
we het in de commissie Justitie in grote mate eens
worden. Wat is er met de vorige verklaringen van
de minister gebeurd? Staat er een KB op stapel?
Zit er schot in de uitvoering van de afspraken die
oud-minister Verwilghen destijds maakte?
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
08/03/2004
CRABV 51
COM 184
6
04.02 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Au
printemps 2000, la nouvelle législation sur la
nationalité - communément appelée loi de
naturalisation rapide - est entrée en vigueur. Elle
s'est rapidement avérée fort déficiente. Or,
l'évaluation à laquelle le Parlement a procédé en
mars 2002 n'a rien changé au fondement de la loi.
Les rapports démontrant que la loi n'était qu'une
farce ont été balayés. A l'approche des élections de
mai 2003, tous les partis, à l'exception d'Agalev,
n'ont fait que répéter qu'il faudrait adapter la
législation, mais une fois les élections passées, on
a forcé la main au Parlement pour qu'il adopte le
droit de vote des immigrés. Plus un mot sur la loi de
naturalisation rapide.
Or, voilà qu'on semble à nouveau disposé à
évaluer la loi de naturalisation rapide, voire à
envisager un durcissement de ses dispositions.
J'irai même plus loin que M. Vandeurzen, en
exhortant le gouvernement et le Parlement à s'y
atteler explicitement et sans délai. J'ai déjà exposé
les motifs de mon appel lors du débat à la Chambre
sur la première vague de naturalisations.
Quelles mesures la ministre a-t-elle prises en vue
d'une révision en profondeur de la loi de
naturalisation rapide?
04.02 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): In het
voorjaar van 2000 werd de nieuwe
nationaliteitswetgeving - in de volksmond de snel-
Belgwet - van kracht. Al snel bleek dat de wet
ernstige gebreken had. De evaluatie van maart
2002 in het Parlement veranderde echter niets aan
de essentie ervan. Rapporten waaruit bleek dat de
wet een farce was, werden onder de mat geveegd.
In de aanloop naar de verkiezingen van mei 2003
herhaalden alle partijen, met uitzondering van
Agalev, dat de wet moest worden aangepast, maar
toen de verkiezingen achter de rug waren, werd het
vreemdelingenstemrecht door de strot van het
Parlement gejaagd. Over de snel-Belgwet werd niet
meer gesproken.
Blijkbaar is men nu opnieuw bereid de snel-Belgwet
te evalueren en eventueel zelfs te verstrengen. Ik
ga een stap verder dan de heer Vandeurzen en
roep regering en Parlement op om daar
uitdrukkelijk en onmiddellijk werk van te maken. De
redenen daarvoor heb ik uiteengezet tijdens het
Kamerdebat over de eerste naturalisatiegolf.
Welke maatregelen nam de minister om de snel-
Belgwet drastisch te herzien?
04.03 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Mon prédécesseur avait demandé
aux professeurs Caestecker et Rea de procéder à
une évaluation de la loi du 1
er
mars 2000. Ils ont
achevé la rédaction de leurs recommandations le
1
er
avril 2001 et celles-ci ont été ensuite
comparées, dans une note, au point de vue motivé
de l'administration. Cette note de synthèse a été
examinée lors de diverses réunions auxquelles ont
pris part l'Office des étrangers, des administrations
communales de villes principalement de grande
importance, des représentants de la commission
Naturalisations et des membres du parquet. La
Chambre des représentants a elle-aussi été
informée du contenu de cette note.
L'article 24bis du Code de la nationalité belge
prévoit la manière dont les autorités doivent réagir
si, un mois après une demande d'acquisition de la
nationalité, les informations nécessaires ne sont
pas encore connues. La directive du 13 juin 2003 a
été élaborée en exécution de cet article.
En concertation avec l'Office des étrangers, un
projet de loi a été préparé pour modifier l'arrêté
royal du 23 décembre 1995 concernant les actes et
les justificatifs qui doivent être joints aux
déclarations de nationalité et aux demandes de
04.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Mijn voorganger vroeg de professoren Caestecker
en Rea om de wet van 1 maart 2000 te evalueren.
Hun aanbevelingen waren klaar op 1 april 2001 en
werden vervolgens in een nota vergeleken met het
gemotiveerde standpunt van de administratie. Die
synthesenota werd besproken tijdens diverse
vergaderingen met de dienst Vreemdelingenzaken,
gemeentelijke administraties van voornamelijk grote
steden, vertegenwoordigers van de commissie
Naturalisatie en leden van het parket. Ook de
Kamer van volksvertegenwoordigers werd van de
nota op de hoogte gebracht.
Artikel 24 bis van het Wetboek van de Belgische
nationaliteit bepaalt hoe de overheden moeten
reageren als de nodige informatie een maand na
een verzoek tot nationaliteitsverwerving nog niet
bekend is. Ter uitvoering van dat artikel werd de
richtlijn van 13 juni 2003 opgesteld.
In overleg met de dienst Vreemdelingenzaken werd
een wetsontwerp voorbereid tot wijziging van het
KB van 23 december 1995 inzake de akten en
stavingstukken die bij verklaringen van nationaliteit
en aanvragen tot naturalisatie moeten worden
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 184
08/03/2004
7
déclarations de nationalité et aux demandes de
naturalisation, l'objectif visé étant de résoudre
certains problèmes d'application de l'article 12bis,
§1
er
, point 3, du Code de la nationalité belge. Ces
problèmes concernent la diversité des permis de
séjour que délivre l'Office des étrangers.
Mon administration n'a pas connaissance de
problèmes réels sur le plan de l'application de la loi
du 1
er
mars 2000. Il me semble donc qu'une
nouvelle évaluation serait une perte de temps.
gevoegd. Daarbij was het de bedoeling problemen
op te lossen inzake de toepassing van artikel 12
bis, paragraaf 1, punt 3 van het Wetboek van de
Belgische nationaliteit. Die problemen hebben te
maken met de diversiteit van de
verblijfsvergunningen die de dienst
Vreemdelingenzaken aflevert.
Mijn administratie heeft geen weet van echte
problemen bij de toepassing van de wet van 1
maart 2000. Een nieuwe evaluatie lijkt me daarom
tijdverlies.
04.04 Jo Vandeurzen (CD&V): Une fois de plus,
les propos que la ministre tient à la télévision ne
sont pas conformes à ses projets politiques. La loi
d'acquisition rapide de la nationalité belge est à ce
point incohérente que son adaptation est une
question de bonne administration. Cela n'a rien
d'idéologique. Que le gouvernement ne soit pas à
même de prendre des mesures qui s'imposent
prouve, une fois de plus, qu'il est incapable de
gouverner convenablement. J'estime que c'est très
grave. L'effet de la nationalité sur les flux
migratoires, la cohérence administrative et la
sécurité sont en jeu.
La ministre ferait bien d'analyser la position que
son prédécesseur à la Justice avait adoptée. Dans
un débat sur la loi d'obtention rapide de la
nationalité belge, il avait déclaré sans ambages, il y
a quelques années, que le gouvernement se devait
de tenir compte des critiques émises à l'égard des
imperfections de cette loi. Je dépose une motion de
recommandation pour inciter le gouvernement à
tenir les promesses de l'ancien ministre de la
Justice concernant une adaptation possible de la
loi.
04.04 Jo Vandeurzen (CD&V): Eens te meer
stroken de verklaringen op de televisie niet met wat
de minister van plan is. De snel-Belgwet is zo
incoherent dat een aanpassing een kwestie is van
behoorlijk bestuur. Met ideologie heeft dit niets te
maken. Dat de regering niet in staat is maatregelen
door te voeren die voor de hand liggen, bewijst
andermaal haar onvermogen om behoorlijk te
besturen. Ik vind dat zeer erg. Het effect van
nationaliteit op migratie, administratieve coherentie
en veiligheid zijn in het geding.
De minister zou er eens het standpunt van haar
voorganger op Justitie moeten op nalezen. In een
debat over de snel-Belgwet verklaarde hij enkele
jaren geleden onomwonden dat de regering niet
blind mocht zijn voor de kritiek die op de
onvolkomenheden van de snel-Belgwet werd
uitgebracht. In een motie van aanbeveling wil ik er
de regering toe aanzetten de beloften van de
voormalige minister van Justitie inzake een
mogelijke aanpassing van die wet hard te maken.
04.05 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): J'estime
franchement scandaleux que les promesses faites
en période électorale quant à une éventuelle
adaptation de la loi d'acquisition rapide de la
nationalité soient mises au panier au lendemain
des élections. Le Vlaams blok ne manquera pas de
dénoncer cette duperie évidente à l'égard des
électeurs.
Je déposerai une motion de recommandation pour
inciter le gouvernement à adapter en profondeur la
loi d'acquisition rapide de la nationalité.
04.05 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Ik vind
het ronduit schandalig dat de beloften die in
verkiezingsperiodes met betrekking tot een
eventuele aanpassing van de snel-Belgwet werden
gedaan, na die verkiezingen in de prullenmand
worden gegooid. Het Vlaams Blok zal niet nalaten
dit openlijk kiezersbedrog aan de grote klok te
hangen.
Ik zal een motie van aanbeveling indienen om de
regering aan te zetten tot een grondige aanpassing
van de snel-Belgwet.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
08/03/2004
CRABV 51
COM 184
8
Une première motion de recommandation a été
déposée par M. Jo Vandeurzen et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jo
Vandeurzen et Jan Mortelmans
et la réponse de la vice-première ministre et
ministre de la Justice,
demande à la ministre
1. de mettre en oeuvre sans délai les propositions
visant à améliorer l'application de la loi sur la
naturalisation accélérée, mentionnées par la
ministre de la Justice dans le cadre de l'évaluation
de ladite loi en mars 2002, et notamment:
- la constitution d'une banque de données fédérales
permettant de centraliser non seulement l'ensemble
des instructions et des poursuites en cours dans
tous les arrondissements du pays, mais aussi des
jugements prononcés à l'étranger;
- la recherche d'une solution efficace pour les
problèmes relatifs à la délivrance de documents
tels que l'acte de naissance;
- la résolution des problèmes relatifs aux différents
types d'autorisations de séjour qui sont prises en
considération dans le cadre des procédures
d'acquisition de la nationalité;
2. de mener un débat au fond au Parlement à
propos des indispensables adaptations à apporter
à la loi instaurant une procédure accélérée de
naturalisation."
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heer Jo Vandeurzen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jo
Vandeurzen en Jan Mortelmans
en het antwoord van de vice-eerste minister van en
minister van Justitie,
vraagt de minister
1. onverwijld uitvoering te geven aan de voorstellen
voor een verbeterde toepassing van de snel-Belg-
wet waarvan de minister van Justitie in het kader
van de evaluatie van deze wet in maart 2002
melding maakte, inzonderheid van:
- het aanleggen van een federale gegevensbank
die toelaat de gegevens te centraliseren van alle
gerechtelijke onderzoeken en vervolgingen die in
alle arrondissementen van het land aan de gang
zijn evenals van de in het buitenland uitgesproken
veroordelingen;
- het vinden van een afdoende oplossing voor de
problemen die zich stellen in verband met de
aflevering van documenten gelijkwaardig aan de
geboorteakte;
- de problemen die zich stellen in verband met de
soorten verblijfsvergunningen die in aanmerking
worden genomen voor de procedures in het kader
van de nationaliteitsverwerving;
2. het debat ten gronde te voeren met het
Parlement over de noodzakelijke verbeteringen van
de snel-Belg-wet."
Une deuxième motion de recommandation a été
déposée par M. Jan Mortelmans et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jo
Vandeurzen et Jan Mortelmans
et la réponse de la vice-première ministre et
ministre de la Justice,
demande au gouvernement
de mener immédiatement un débat au Parlement
sur le renforcement de la législation relative à la
nationalité."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend
door de heer Jan Mortelmans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jo
Vandeurzen en Jan Mortelmans
en het antwoord van de vice-eerste minister van en
minister van Justitie,
vraagt de regering
onmiddellijk het debat ten gronde te voeren met het
Parlement inzake de verstrenging van de
nationaliteitswetgeving."
Une motion pure et simple a été déposée par M.
Guy Swennen.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de de
heer Guy Swennen.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
05 Question de M. Pieter De Crem à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'autorisation que des parents doivent détenir
du juge de paix pour aliéner des biens de leurs
enfants mineurs" (n° 1948)
05 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
machtiging van de vrederechter die ouders nodig
hebben om goederen van hun minderjarige
kinderen te vervreemden" (nr. 1948)
05.01 Pieter De Crem (CD&V): Les articles 378 et 05.01 Pieter De Crem (CD&V): Artikelen 378 en
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 184
08/03/2004
9
410 du Code civil disposent que les parents doivent
obtenir une autorisation du juge pour aliéner des
biens appartenant à leurs enfants mineurs. Cette
règle a été introduite par la loi sur la tutelle du 29
avril 2001 et a souvent engendré des problèmes,
notamment en ce qui concerne la démission avec
parts coopératives au nom d'enfants mineurs. Ces
parts ne sont généralement pas cessibles à des
tiers. Dans la plupart des cas, un associé peut
toutefois se retirer avec ses parts coopératives. La
société coopérative clôture alors ses comptes avec
l'associé par le biais de l'action de séparation, sans
disposer d'un droit de regard sur la destination de
celle-ci. En Belgique, les sociétés coopératives
demandent souvent aux parents de produire une
autorisation du juge de paix en vue d'une
démission avec parts au nom de leurs enfants
mineurs. Parfois, la demande des parents est
même totalement rejetée. Les différentes justices
de paix n'appliquent pas toujours la réglementation
uniformément, ce qui génère évidemment une
insécurité juridique et suscite un sentiment de
contrariété justifié chez les parents.
410 van het Burgerlijk Wetboek bepalen dat ouders
een machtiging van de vrederechter nodig hebben
om goederen van hun minderjarige kinderen te
vervreemden. Deze regel werd ingevoerd door de
voogdijwet van 29 april 2001 en heeft al vaker
aanleiding gegeven tot problemen, onder meer met
betrekking tot de uittreding met coöperatieve
aandelen op naam van minderjarige kinderen. Deze
aandelen zijn meestal niet overdraagbaar aan
derden. Een vennoot kan in de meeste gevallen wel
uittreden met zijn coöperatieve aandelen. De
coöperatieve vennootschap rekent dan via het
zogenaamde scheidingsaandeel af met de
uitredende vennoot, zonder zicht te hebben op de
bestemming van dit zogenaamde
scheidingsaandeel. Vele ouders worden in België
geconfronteerd met de vraag van coöperatieve
vennootschappen tot voorlegging van een
machtiging van de vrederechter voor uittreding met
aandelen op naam van hun minderjarige kinderen.
Soms wordt het verzoek van de ouders zelfs
helemaal afgewezen. De verschillende
vredegerechten passen de wetgeving niet altijd
eenvormig toe. Dit leidt natuurlijk tot
rechtsonzekerheid en tot terechte onvrede bij de
betrokken ouders.
La ministre a-t-elle connaissance du problème? La
réglementation légale constitue-t-elle, en effet,
matière à interprétation? La démission d'un mineur
associé d'une société coopérative, accompagnée
d'une cession de ses parts, constitue-t-elle une
aliénation nécessitant une autorisation préalable du
juge de paix? Veillera-t-on à une application
uniforme de la législation en la matière? La loi sur
la tutelle des mineurs du 29 avril 2001 fera-t-elle
l'objet d'adaptations ?
Is de minister op de hoogte van dit probleem? Is de
wettelijke regeling inderdaad voor interpretatie
vatbaar? Is een uittreding met coöperatieve
aandelen op naam van minderjarige vennoten al
dan niet een vervreemding waarvoor ouders een
voorafgaande machtiging van de vrederechter
nodig hebben? Zal er worden gezorgd voor een
eenvormige toepassing van de wetgeving terzake?
Komt er een aanpassing van de voogdijwet van 29
april 2001?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Dès lors qu'elle entraîne la cession de
parts au nom d'un mineur, la démission d'un mineur
associé d'une société coopérative est un acte
soumis à l'autorisation spéciale du juge de paix.
L'article 410, §1, 1° du Code civil prévoit en effet
que l'autorisation du juge de paix est requise pour
aliéner les biens du mineur. Une telle autorisation
est requise pour une série d'actes qu'accomplissent
les parents dans le cadre de la gestion des biens
de leurs enfants mineurs. Le juge de paix statue
dans l'intérêt de l'enfant.
La loi du 13 février 2003 vise, en effet, à assouplir
certaines exigences jugées excessives en ce qui
concerne la protection des biens des mineurs mais
cette loi n'a pas modifié l'article 410, §1, 1° du Code
civil. Je suis disposée à envisager une modification
de cet article en vue d'éliminer les formalités
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Wanneer afstand wordt gedaan van aandelen op
naam van een minderjarige is de uittreding van
deze minderjarige uit een coöperatieve
vennootschap onderworpen aan een speciale
machtiging van een vrederechter. Artikel 410, §1,
1° van het Burgerlijk Wetboek eist inderdaad een
machtiging van de vrederechter om goederen van
minderjarigen te vervreemden. Een dergelijke
machtiging is vereist voor een hele reeks
handelingen die de ouders in het kader van het
beheer van goederen van hun minderjarige
kinderen stellen. De vrederechter moet zijn
beslissing treffen in het belang van het kind.
De wet van 13 februari 2003 beoogt weliswaar de
versoepeling van bepaalde buitensporige vereisten
inzake de bescherming van goederen van
minderjarigen, maar wijzigt artikel 410,§1,1° van
het Burgerlijk Wetboek niet. Ik ben niet gekant
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
08/03/2004
CRABV 51
COM 184
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
superflues tout en garantissant une application
uniforme de la loi. Une telle initiative ne pourra
toutefois être prise qu'après une évaluation de la loi
sur la tutelle des mineurs du 29 avril 2001 et de la
loi du 13 février 2003.
tegen een wijziging van dit artikel, enerzijds om de
overbodige formaliteiten te schrappen, anderzijds
om een eenvormige toepassing van de wet te
kunnen garanderen. Deze ingreep is echter alleen
maar mogelijk na een evaluatie van de voogdijwet
van 29 april 2001 en van de wet van 13 februari
2003.
05.03 Pieter De Crem (CD&V): J'insiste une
nouvelle fois pour que la loi soit appliquée
uniformément. Je constate que cette loi est
interprétée différemment dans les divers cantons.
05.03 Pieter De Crem (CD&V): Ik wil nogmaals
hameren op het belang van een eenvormige
toepassing van deze wet. Ik stel vast dat de
wetsinterpretatie nu varieert van kanton tot kanton.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Pieter De Crem à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les magistrats siégeant dans différentes
commissions administratives" (n° 1961)
06 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
zetelen van leden van de magistratuur in
verschillende administratieve commissies"
(nr. 1961)
06.01 Pieter De Crem (CD&V): De nombreux
magistrats siègent dans de multiples commissions.
Ces activités prenant bien souvent beaucoup de
temps, les magistrats concernés peuvent
logiquement investir moins d'énergie dans leur
fonction judiciaire principale.
Combien de membres du pouvoir judiciaire siègent-
ils dans des commissions dont l'objet n'est pas lié à
leur mission juridictionnelle? De quelles
commissions s'agit-il ? Les magistrats sont-ils tenus
de rendre publiques ces activités? S'agit-il de
fonctions rétribuées ou non rétribuées ?
06.01 Pieter De Crem (CD&V): Heel wat
magistraten zetelen in tal van commissies. Dit zijn
vaak tijdrovende activiteiten, waardoor ze minder
energie in hun eigenlijke rechtsprekende functie
kunnen stoppen.
Hoeveel leden van de rechterlijke macht zetelen in
commissies die los staan van hun rechtsprekende
taak? Over welke commissies gaat het dan?
Hebben de magistraten de plicht om deze
activiteiten bekend te maken? Gaat het om
bezoldigde of onbezoldigde functies?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Quelque 800 magistrats siègent dans
environ 300 commissions, jurys d'examen,
chambres d'appel et autres comités. La liste
complète, que je vous transmets, comporte 18
pages. Certains magistrats siègent dans plusieurs
commissions ou chambres. La plupart du temps, il
ne s'agit pas de prestations à temps plein et des
jetons de présence sont généralement payés. Au
sein de la Commission des jeux de hasard, de la
Commission de la vie privée et des Comités P et R,
les magistrats siègent toutefois à temps plein.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In
zowat 300 commissies, examenjury's,
beroepskamers en andere comités zetelen
ongeveer 800 magistraten. De volledige lijst, die ik
u overhandig, telt 18 bladzijden. Sommige
magistraten zetelen in meerdere commissies of
kamers. Het gaat meestal niet om voltijdse
prestaties en doorgaans worden zitpenningen
betaald. In de Kansspelcommissie, de
Privacycommissie en de Comités P en I zetelen de
magistraten echter wel voltijds.
06.03 Pieter De Crem (CD&V): Des magistrats
siègent dans bon nombre de commissions et de
départements. Je constate que leur qualité est
appréciée, mais leur présence au sein de toutes
ces commissions n'a-t-elle pas un impact sur le bon
déroulement des procédures judiciaires ?
06.03 Pieter De Crem (CD&V): Magistraten
zetelen in heel wat commissies en departementen.
Ik stel vast dat de kwaliteit wordt geapprecieerd,
maar de kwantiteit moet toch een zekere impact
hebben op de rechtspleging?
06.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Je suis assez d'accord avec M. De Crem. Il n'est
06.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik ben
het in grote lijnen eens met de heer De Crem. Het
CRABV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
pas si simple de trouver des solutions alternatives
car la qualité de juriste et de magistrat est souvent
indispensable.
J'essaie de mener une politique «tous au bercail»,
c'est-à-dire, «tous à la maison Justice». Ce n'est
pas simple. Quand je demande à des magistrats de
travailler sur l'arriéré judiciaire, cela crée des
remous. Il en va de même quand je demande à des
magistrats détachés dans des instances
internationales de revenir à leur siège ou à leur
parquet. Mais il faut avoir le courage de continuer
dans ce sens-là.
Le président: Les autres questions ayant été
reportées, nous sommes arrivés au terme de nos
travaux.
is niet zo eenvoudig om alternatieve oplossingen te
vinden, want het is vaak absoluut noodzakelijk dat
de betrokkene een jurist of een magistraat is.
Ik tracht een beleid te voeren waarbij ik iedereen
aanmoedig om terug te keren "naar de
schaapsstal", in dit geval naar Justitie. Dat is niet zo
eenvoudig. Wanneer ik magistraten vraag de
gerechtelijke achterstand weg te werken, dan zorgt
dat voor beroering. Dat is ook het geval wanneer ik
magistraten die naar internationale instanties
werden gedetacheerd vraag om terug te keren naar
hun zetel of hun parket. Men moet echter de moed
hebben om op die ingeslagen weg voort te gaan.
De voorzitter: Aangezien de andere vragen
werden uitgesteld, zijn we aan het einde van onze
werkzaamheden gekomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations se
termine à 15.06 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties
eindigt om 15.06 uur.
Document Outline