CRABV 51 COM 161
CRABV 51 COM 161
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
mercredi woensdag
11-02-2004 11-02-2004
Après-midi Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 161
11/02/2004
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Françoise Colinia au ministre de
la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le
transport de personnes en autocar" (n° 1390)
1
Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het personenvervoer per autocar" (nr. 1390)
1
Orateurs: Françoise Colinia, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Françoise Colinia, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Hans Bonte au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "le Code de
la route relatif aux motocyclettes équipées d'un
side-car ou d'une remorque" (n° 1435)
2
Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "het
verkeersreglement inzake motorfietsen met
zijspan en aanhangwagen" (nr. 1435)
2
Orateurs: Hans Bonte, Bert Anciaux, ministre
de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Hans Bonte, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"l'utilisation de miniscooters électriques" (n° 1380)
3
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "het gebruik van
elektrische miniscooters" (nr. 1380)
3
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'impossibilité pour les employés de Belgocontrol
de bénéficier du congé d'adoption" (n° 1439)
5
Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "het feit dat de werknemers van Belgocontrol
geen recht hebben op adoptieverlof" (nr. 1439)
5
Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Question de M. Daan Schalck au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "d'éventuels
abus dans le secteur des autocars" (n° 1651)
6
Vraag van de heer Daan Schalck aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over
"mogelijke misbruiken in de autocarsector"
(nr. 1651)
6
Orateurs: Daan Schalck, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Daan Schalck, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Daan Schalck au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "le
stationnement payant des citadins en ville"
(n° 1662)
7
Vraag van de heer Daan Schalck aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "het
betaald parkeren van inwoners in steden"
(nr. 1662)
7
Orateurs: Daan Schalck, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Daan Schalck, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de Mme Valérie De Bue au ministre de
la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'application de la Convention du 4 avril 2003
visant à mettre en oeuvre le programme du réseau
express régional de, vers, dans et autour de
Bruxelles" (n° 1666)
8
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de toepassing van de Overeenkomst van
4 april 2003 met het oog op de uitvoering van het
programma voor het Gewestelijk Expresnet van,
naar, in en rond Brussel" (nr. 1666)
8
Orateurs: Valérie De Bue, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Valérie De Bue, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 161
11/02/2004
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
MERCREDI
11
FEVRIER
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
11
FEBRUARI
2004
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14h.37 heures par M.
Francis Van den Eynde, président.
De vergadering wordt geopend om 14.37 uur door
de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
01 Question de Mme Françoise Colinia au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "le transport de personnes en autocar"
(n° 1390)
01 Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het personenvervoer per autocar" (nr. 1390)
01.01 Françoise Colinia (MR): Je voudrais
revenir sur les circonstances de l'accident d'autocar
qui a eu lieu le 20 décembre dernier à Hensies.
Une des questions qui se posent concerne la
propagation quasi instantanée, dès le choc, d'un
violent incendie à bord du véhicule.
Sans préjuger des résultats de l'enquête - qui
mettrait en cause l'embrasement du réservoir de
carburant - j'aimerais obtenir certaines précisions.
Dans notre pays, à quels critères techniques le
réservoir à carburant des autocars et autobus est-il
soumis? En fonction de quelles études - de quand
datent-elles - le cahier des charges en la matière a-
t-il été réalisé ?
Y a-t-il uniformisation des critères de sécurité et du
contrôle de leur respect dans les Etats de l'Union
européenne?
En cas de répétition de pareil accident, connaîtrait-
on le même type de risque pour les passagers d'un
véhicule de cette catégorie mis en circulation en
conformité avec la législation belge ? Dans ce cas,
quelles mesures urgentes comptez-vous prendre ?
01.01 Françoise Colinia (MR): Ik wil terugkomen
op de omstandigheden van het busongeval dat op
20 december jongstleden in Hensies plaatsvond.
Eén van de vragen die dit oproept, betreft het
uitbreken van een hevige brand aan boord van het
voertuig, vrijwel onmiddellijk na de botsing.
Zonder op de resultaten van het onderzoek vooruit
te lopen - die het ontbranden van de brandstoftank
als oorzaak zouden aanwijzen - zou ik toch enige
verduidelijking willen bekomen.
Welke technische criteria gelden er in België voor
de brandstoftank van autocars en autobussen?
Op basis van welke studies - van wanneer dateren
zij - werden de technische voorwaarden ter zake
opgesteld?
Zijn de veiligheidscriteria en het toezicht op de
naleving ervan dezelfde in alle lidstaten van de
Europese Unie?
Zouden de passagiers van een voertuig van die
categorie, dat in overeenstemming met de
Belgische wetgeving in het verkeer is gebracht,
hetzelfde risico lopen als zich opnieuw een
soortgelijk ongeval voordoet? Zo ja, welke
dringende maatregelen denkt u te nemen?
01.02 Bert Anciaux, ministre (en français): Le 01.02
Minister
Bert Anciaux (Frans): De
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11/02/2004
CRABV 51
COM 161
2
réservoir des véhicules doit répondre au prescrit
des normes belges - arrêté royal du 15 mars 1968 -
et européennes - directive 2000/8/CE du Parlement
européen et Conseil du 20 mars 2000. Les Etats
membres sont tenus d'appliquer des prescriptions
uniformes au niveau de la réception par type, mais
régissent librement la question du contrôle
technique.
En vertu de ces dispositions, les bus et cars
immatriculés en Belgique sont soumis à des
inspections techniques trimestrielles ou
semestrielles, qui vérifient notamment le réservoir
et le système de combustion.
brandstoftank van de voertuigen moet
beantwoorden aan de Belgische normen - het
koninklijk besluit van 15 maart 1968 - en aan de
Europese normen de richtlijn 2000/8/EG van 20
maart 2000 van het Europees Parlement en van de
Raad. De lidstaten moeten eenvormige
voorschriften toepassen bij de goedkeuring per type
van voertuigen, maar ze kunnen de technische
inspectie autonoom regelen.
In uitvoering van deze bepalingen worden de
bussen en autocars die in België zijn ingeschreven
om de drie of zes maand aan een technische
inspectie onderworpen. Tijdens die inspecties
worden onder meer de brandstoftank en het
verbrandingssysteem nagekeken.
Des études sont en cours au niveau européen,
pour renforcer la sécurité des usagers, mais je
pense qu'on ne peut se limiter aux normes
techniques. Je vais rencontrer le secteur pour
élaborer un plan d'action.
Op Europees niveau worden er studies uitgevoerd
om de veiligheid van de passagiers te bevorderen,
maar ik denk dat men zich niet tot technische
normen kan beperken. Ik zal vertegenwoordigers
van de sector ontmoeten om een actieplan op te
stellen.
01.03 Françoise Colinia (MR): Vous parlez de
carburants liquides; y a-t-il un autre règlement pour
le gaz?
01.03 Françoise Colinia (MR): U hebt het over
vloeibare brandstoffen; geldt er een andere
reglementering voor gas?
01.04 Bert Anciaux, ministre (en français): Non.
Cela vaut pour tout carburant.
01.04 Minister Bert Anciaux (Frans): Neen. De
reglementering geldt voor alle brandstoffen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Hans Bonte au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "le Code de
la route relatif aux motocyclettes équipées d'un
side-car ou d'une remorque" (n° 1435)
02 Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "het
verkeersreglement inzake motorfietsen met
zijspan en aanhangwagen" (nr. 1435)
02.01 Hans Bonte (sp.a-spirit): L'article 15 de
l'arrêté royal du 10 octobre 1974 portant règlement
général des conditions techniques auxquelles
doivent satisfaire les cyclomoteurs et les
motocyclettes ainsi que leurs remorques dispose
que la largeur d'une remorque ne peut dépasser
celle du véhicule tracteur lorsqu'il s'agit d'une
motocyclette à trois roues ou à deux roues avec
side-car. En revanche, l'article 49.1 de l'arrêté royal
du 1
er
décembre 1975 interdit le tractage de
remorques à l'aide de cyclomoteurs à trois ou à
quatre roues ou de motocyclettes équipées d'un
side-car.
Les dispositions précitées se contredisent et
donnent lieu à une situation ambiguë ainsi qu'à des
contestations juridiques. Quelles initiatives le
ministre compte-t-il prendre pour remédier à ce
problème ?
02.01 Hans Bonte (sp.a-spirit): Artikel 15 van het
koninklijk besluit van 10 oktober 1974 inzake het
algemeen reglement voor bromfietsen, motorfietsen
en hun aanhangwagens, bepaalt dat de breedte
van een aanhangwagen niet groter mag zijn dan
het trekkende voertuig, indien dit laatste een
motorfiets op drie wielen of op twee wielen met een
zijspanwagen is. Artikel 49.1 van het koninklijk
besluit van 1 december 1975 verbiedt echter het
trekken van een aanhangwagen met een drie- of
vierwielige bromfiets of met een motorfiets met
zijspanwagen.
Beide bepalingen spreken mekaar tegen, wat
onduidelijkheid en juridische betwistingen in de
hand werkt. Wat doet de minister om dit probleem
op te lossen?
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 161
11/02/2004
3
02.02 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais): Il y
a en effet une contradiction entre l'article 49, point
1, du Code de la route et l'article 15 du règlement
technique. Mes services examinent actuellement
s'il est indiqué de permettre également aux
motocyclettes de tirer une remorque. Si cela ne
pose aucun problème en matière de sécurité
routière, l'article 49, point 1, sera adapté.
02.02 Minister Bert Anciaux (Nederlands): Er is
inderdaad een tegenspraak tussen artikel 49, punt
1 van het verkeersreglement en artikel 15 van het
technisch reglement. Mijn diensten onderzoeken nu
of het aangewezen is om ook motorfietsen een
aanhangwagen te laten trekken. Indien er geen
probleem rijst inzake verkeersveiligheid zal artikel
49, punt 1 aangepast worden.
02.03 Hans Bonte (sp.a-spirit): J'espère que la
situation sera rapidement clarifiée.
02.03 Hans Bonte (sp.a-spirit): Ik hoop dat er snel
duidelijkheid zal komen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de l'Environnement, de la Protection de
la consommation et du Développement durable
sur "l'utilisation de miniscooters électriques"
(n° 1380)
03 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken
en Duurzame Ontwikkeling over "het gebruik van
elektrische miniscooters" (nr. 1380)
03.01 Yolande Avontroodt (VLD): La ministre
Van den Bossche a laissé entendre dans un
communiqué de presse qu'elle ferait interdire
l'utilisation des miniscooters électriques sur la voie
publique. Cependant, ces miniscooters sont très
importants pour les personnes âgées et
handicapées à mobilité réduite, et les pays voisins
ont même adapté les trottoirs à leur utilisation.
Certains acheteurs se demandent également
comment ils vont, le cas échéant, récupérer
l'acompte de 1 500 euros.
Il ne s'indique pas de classer les miniscooters dans
la catégorie des cyclomoteurs, car ils ne satisfont
pas aux conditions techniques. Quelle est la
politique de la ministre sur ce point ? Quelle
sécurité juridique peut-elle offrir aux citoyens qui
ont déjà versé un acompte pour l'achat d'un mini-
scooter avec lequel ils ne pourront pas circuler sur
la voie publique ?
03.01 Yolande Avontroodt (VLD): Minister Van
den Bossche heeft in een persbericht te kennen
gegeven dat zij het gebruik van de elektrische
miniscooters op de openbare weg wil laten
verbieden. Nochtans zijn deze miniscooters zeer
belangrijk voor minder mobiele bejaarden en
gehandicapten en worden in de buurlanden de
stoepen zelfs aangepast aan deze miniscooters.
Een aantal kopers stelt zich ook de vraag hoe ze
het voorschot van 1.500 euro eventueel zullen
kunnen recupereren.
Het is niet aangewezen om de miniscooters in de
categorie van de bromfietsen onder te brengen,
want dan voldoen ze niet aan de technische
vereisten. Wat is het beleid van de minister
terzake? Welke rechtszekerheid kan de minister
bieden aan de burgers die al een voorschot hebben
betaald voor een miniscooter waarmee ze niet op
de openbare weg mogen?
03.02 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais): Je
vous communiquerai également la réponse de
Mme Van den Bossche. Ces mini-scooters relèvent
soit de la réglementation générale des machines,
directive 98/37/CEE, soit de la directive
88/378/CEE relative à la sécurité des jouets et
doivent donc satisfaire aux prescriptions en matière
de sécurité. Par ailleurs, la loi du 9 février 1994
impose aux producteurs d'informer les utilisateurs
sur les risques qu'il est difficile de déceler.
A l'heure actuelle, de nombreux utilisateurs
considèrent à tort que ces mini-scooters peuvent
circuler sur la voie publique alors qu'à l'achat, il
devrait leur être précisé qu'il n'en est rien. La
03.02 Minister Bert Anciaux (Nederlands): Ik zal
ook het antwoord van minister Van den Bossche
geven. Deze miniscooters vallen hetzij onder de
algemene reglementering van machines, richtlijn
98/37/EEG, hetzij onder richtlijn 88/378/EEG voor
speeltuigen en moeten dus voldoen aan de
veiligheidsvoorschriften. Daarnaast verplicht de wet
van 9 februari 1994 de producenten om de
gebruikers te informeren over moeilijk herkenbare
risico's.
Vele gebruikers gaan er nu foutief van uit dat deze
miniscooters op de openbare weg mogen worden
gebruikt, terwijl bij de aankoop duidelijk moet
worden gemaakt dat dit niet mag. De minister zal
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11/02/2004
CRABV 51
COM 161
4
ministre demandera à la FEDIS et à la direction
générale du Contrôle de la concurrence du SPF
Economie de mentionner cette interdiction sur
l'emballage dans les trois langues nationales.
de FEDIS en de algemene directie Controle en
Bemiddeling van de FOD Economie de opdracht
geven om dit verbod in de drie landstalen te laten
vermelden op de verpakking.
Concernant l'utilisation sur la voie publique, qui
relève de ma compétence, s'applique la règle selon
laquelle une patinette à moteur électrique doit
bénéficier d'une homologation européenne avant
de pouvoir être utilisée. Dans ce cas, la patinette
est en outre considérée comme un vélomoteur de
classe A ou B. A défaut de cette homologation, la
patinette est considérée comme une machine ou un
jouet et ne peut être utilisée que sur un terrain
privé. Jusqu'à présent, aucune homologation de ce
type n'a été accordée en Belgique. Les
miniscooters électriques ne sont donc pas
autorisés sur la voie publique à l'heure actuelle.
Mais, si une homologation spécifique était accordée
à l'avenir pour les patinettes à moteur, le Code de
la route devrait être adapté.
J'enverrai une circulaire ministérielle pour autoriser
plusieurs expériences, car la police montre
également de l'intérêt pour ces scooters.
Voor het gebruik op de openbare weg, wat mijn
bevoegdheid is, geldt dat een step met elektrische
motor een Europese goedkeuring moet krijgen
vooraleer hij mag worden gebruikt. Daarbij wordt de
step dan beschouwd als een bromfiets klasse A of
B. Als die goedkeuring er niet is wordt de step
beschouwd als een machine of speeltuig en mag hij
enkel gebruikt worden op privaat terrein. Tot nu toe
werd er nog nooit een dergelijke goedkeuring
verleend in België. De elektrische miniscooters zijn
dus op dit moment niet toegelaten op de openbare
weg. Wanneer er in de toekomst wel een specifieke
goedkeuring zou worden verleend aan steps met
een motor, zal het verkeersreglement moeten
worden aangepast.
Ik zal een ministeriële rondzendbrief versturen om
een aantal experimenten toe te staan, want ook de
politie is geïnteresseerd in deze scooters.
03.03 Yolande Avontroodt (VLD): Le ministre
parle de patinettes alors que ma question concerne
les mini-scooters électriques que les personnes
âgées et handicapées de notre pays utilisent et qui
circulent sur le trottoir. Les citoyens peuvent-ils
encore acheter et utiliser ces mini-scooters?
03.03 Yolande Avontroodt (VLD): De minister
heeft het over steps, ik heb het over de elektrische
miniscooters die door onze bejaarden en
gehandicapten worden gebruikt en die op het
trottoir rijden. Kunnen de burgers deze miniscooters
nog aankopen en gebruiken?
03.04 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais):
Tant la première que la deuxième partie de la
réponse portaient bel et bien sur les mini-scooters
électriques et il n'y a aucun doute à avoir : ils ne
peuvent pas circuler sur la voie publique dans la
mesure où ils ne sont pas homologués. Je suis
éventuellement disposé à demander que l'on
examine la possibilité de prévoir à l'avenir une
homologation spéciale.
03.04 Minister Bert Anciaux (Nederlands): Zowel
het eerste als het tweede gedeelte van het
antwoord gingen wel degelijk over elektrische
miniscooters en de kwestie is duidelijk: er is geen
homologatie, dus mogen ze niet op de openbare
weg. Ik ben eventueel wel bereid om te laten
onderzoeken of een speciale homologatie in de
toekomst mogelijk is.
03.05 Yolande Avontroodt (VLD): Les mini-
scooters ne sont donc autorisés ni sur la voie
publique, ni sur le trottoir. Si la police rencontre des
personnes âgées sur un tel scooter, un problème
se posera donc ? Comment se fait-il alors que les
séniors se déplacent de cette manière un peu
partout à l'étranger ?
03.05 Yolande Avontroodt (VLD): De
miniscooters zijn dus niet toegelaten, noch op de
openbare weg, noch op de stoep. Als de politie
bejaarden op zo'n scooter aantreft, dan is er dus
een probleem? Ik vraag me af waarom men ze in
het buitenland dan overal ziet rijden.
03.06 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais):
Aucun de ces scooters ne fait l'objet d'une
attestation en autorisant l'usage sur la voie
publique. Les intéressés devraient probablement
demander une homologation. Ces véhicules
pourraient être considérés comme destinés au
03.06 Minister Bert Anciaux (Nederlands): Er is
geen enkele van die scooters die een attest hebben
gekregen op basis waarvan ze op de openbare
weg mogen komen. Misschien moeten de
betrokkenen een homologatie aanvragen.
Misschien moeten de voertuigen worden
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 161
11/02/2004
5
transport de handicapés, auquel cas la question
devrait être adressée au ministre qui a le bien-être
dans ses attributions.
beschouwd als gehandicaptenvervoer en dan moet
de vraag aan de minister van Welzijn worden
gesteld.
03.07 Yolande Avontroodt (VLD): Je dois donc
déconseiller aux intéressés d'acheter un tel
scooter, même s'ils ont déjà payé un acompte.
03.07 Yolande Avontroodt (VLD): Ik moet de
mensen dus afraden om een dergelijke scooter te
kopen, zelfs al hebben ze al een voorschot betaald.
03.08 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais): Il
vous appartient de prendre vos responsabilités.
03.08 Minister Bert Anciaux (Nederlands):
Mevrouw Avontroodt moet zelf haar
verantwoordelijkheid nemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "l'impossibilité pour les employés de
Belgocontrol de bénéficier du congé d'adoption"
(n° 1439)
04 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck
aan de minister van Mobiliteit en Sociale
Economie over "het feit dat de werknemers van
Belgocontrol geen recht hebben op
adoptieverlof" (nr. 1439)
04.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): En vertu de
la loi du 10 août 2001, tout travailleur a droit à dix
jours de congé en cas d'arrivée d'enfant dans son
foyer. Les membres du personnel de l'Etat
bénéficient de cette possibilité, en application de
l'arrêté royal du 12 décembre 2002. Or, l'entreprise
publique autonome Belgocontrol n'accorde pas ce
congé à ses employés. J'aimerais savoir pourquoi,
et ce que vous comptez faire pour résoudre ce
problème ?
04.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Krachtens
de wet van 10 augustus 2001 heeft iedere
werknemer recht op tien dagen verlof voor het
onthaal van een kind in zijn gezin. De
personeelsleden van de Staat genieten deze
mogelijkheid, met toepassing van het koninklijk
besluit van 12 december 2002. Het autonome
overheidsbedrijf Belgocontrol kent zijn werknemers
dit verlof echter niet toe. Ik zou graag weten
waarom niet, en wat u denkt te doen om dit
probleem op te lossen.
04.02 Bert Anciaux, ministre (en français):
Belgocontrol ne relève pas du champ d'application
de l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux
congés et absences du personnel de l'Etat. L'arrêté
royal du 12 décembre 2002 que vous citez ne
s'applique pas non plus.
Le statut du personnel de Belgocontrol est du
ressort des partenaires sociaux - commission
paritaire et conseil d'administration. La question
évoquée fait l'objet d'une concertation entre eux,
afin de parvenir à un accord global et à une
modification du régime des congés.
04.02 Minister Bert Anciaux (Frans): Belgocontrol
valt niet onder de toepassing van het koninklijk
besluit van 19 november 1998 betreffende de
verloven en afwezigheden toegestaan aan de
personeelsleden van de rijksbesturen. Het
koninklijk besluit van 12 december 2002 dat u
aanhaalt is evenmin van toepassing.
Voor het statuut van het personeel van
Belgocontrol zijn de sociale partners bevoegd het
paritair comité en de raad van bestuur. De vraag
die u stelt, is het voorwerp van overleg tussen
beide organismen en moet uitmonden in een
alomvattend akkoord en een wijziging van de
verlofregeling.
04.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): La loi du 10
août 2001 relative au congé d'adoption concerne
normalement les travailleurs des entreprises
publiques et privées.
04.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Normaliter
is de wet van 10 augustus 2001 inzake het
adoptieverlof van toepassing op de werknemers
van overheids- en privé-bedrijven.
04.04 Bert Anciaux , ministre (en français): Il
s'agit d'un arrêté royal du 19 novembre 1998 qui ne
concerne que le personnel des administrations de
l'Etat.
04.04 Minister Bert Anciaux (Frans): Het gaat om
een koninklijk besluit van 19 november 1998 dat
alleen van toepassing is op het personeel van de
rijksbesturen.
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11/02/2004
CRABV 51
COM 161
6
04.05 Catherine Doyen-Fonck (cdH): La loi du 10
août 2001 s'applique-t-elle au personnel des
entreprises publiques autonomes ?
04.05 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Is de wet
van 10 augustus 2001 van toepassing op het
personeel van de autonome overheidsbedrijven?
04.06 Bert Anciaux, ministre (en français): Non.
04.06 Minister Bert Anciaux (Frans): Neen.
04.07 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Je vais
faire d'autres recherches et vous réinterrogerai s'il
échet.
04.07 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Ik zal
verdere opzoekingen doen en u indien nodig
opnieuw bevragen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: C'est la deuxième fois que M. De
Padt reporte sa question. Si le ministre veut bien
fournir sa réponse, nous la lui transmettrons, ainsi
qu'aux autres membres.
De voorzitter: De heer De Padt laat voor de
tweede maal zijn vraag uitstellen. Als de minister
zijn antwoord wil bezorgen, dan zullen we het hem
en de andere leden toesturen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Daan Schalck au ministre de
la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"d'éventuels abus dans le secteur des autocars"
(n° 1651)
05 Vraag van de heer Daan Schalck aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"mogelijke misbruiken in de autocarsector"
(nr. 1651)
05.01 Daan Schalck (sp.a-spirit): Récemment, la
presse s'est fait l'écho de cas de fraude dans le
secteur des autocars. Les chauffeurs resteraient
bien trop longtemps au volant et il n'y aurait pas
toujours de second chauffeur. Il est inquiétant de
constater que l'association professionnelle
reconnaît qu'il y a dix pour cent de fraudes. La
fédération aurait même dénoncé le manque de
contrôles organisés par les pouvoirs publics.
Comment les contrôles se déroulent-ils lors de
voyages internationaux? Les autorités fédérales
ont-elles perçu les signaux envoyés par le secteur?
Comment le ministre envisage-t-il de combattre ces
abus?
05.01 Daan Schalck (sp.a-spirit): Onlangs
stonden in de pers berichten over gesjoemel in de
autocarsector. Chauffeurs zouden veel te lang aan
het stuur zitten en ze zouden niet altijd met z'n
tweeën zijn. Verontrustend is dat de
beroepsvereniging misbruiken in tien percent van
de gevallen toegeeft. De federatie zou zelfs het
gebrek aan controles van de overheid hebben
aangeklaagd.
Hoe verlopen de controles bij internationale ritten?
Heeft de federale overheid signalen gekregen van
de sector? Hoe denkt de minister dergelijke
misbruiken tegen te gaan?
05.02 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais): Le
service de contrôle a toujours fait de l'inspection
des autocars une priorité. Les contrôles sont
effectués dans les périodes de grande affluence,
tant au niveau national qu'international. Un groupe
de travail a été mis sur pied au sein d'Eurocontrole-
Routes - un accord de coopération entre huit pays -
en vue d'optimiser l'échange de données relatives
aux contrôles et d'effectuer des contrôles
coordonnés.
Le service de contrôle du transport routier reçoit de
temps à autre des plaintes du secteur. Celles-ci
sont toujours soigneusement examinées. Toutefois,
ces plaintes concernent rarement le non-respect
des temps de conduite et de repos par les
05.02 Minister Bert Anciaux (Nederlands): De
controledienst heeft van het controleren van
autocars altijd een prioriteit gemaakt. Zowel
nationaal als internationaal worden de controles in
piekperiodes opgevoerd. Binnen Euro Controle
Wegen, een samenwerkingsakkoord tussen acht
landen, werd een werkgroep opgericht. De
bedoeling is controlegegevens beter uit te wisselen
en gecoördineerde controles uit te voeren.
De dienst Controle van het Wegvervoer ontvangt af
en toe een klacht uit de sector. Ze worden altijd
grondig onderzocht. Die klachten hebben echter
zelden betrekking op het niet respecteren van rij-
en rusttijden door de bestuurders. De dienst werd
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 161
11/02/2004
7
conducteurs. Le service n'a pas encore été
contacté par la FFBA, l'association professionnelle
mentionnée dans l'article.
Pour accroître la sécurité routière et garantir une
concurrence loyale entre les entreprises du
secteur, nous intensifierons le contrôle des
autocars. Le SPF Mobilité et Transports va engager
8 contrôleurs supplémentaires, portant ainsi son
cadre du personnel à 67 unités. En outre, la
coopération avec les autres services de contrôle
sera renforcée. Une grande spécialisation est
exigée de la part des contrôleurs.
Le groupe de travail "transport par autocar"
d'Eurocontrole-Routes prépare les actions de
contrôle coordonnées qui auront lieu durant les
vacances d'été, d'hiver et d'autres périodes de forte
circulation. Nous multiplierons également les
contrôles du transport de passagers vers des pays
extérieurs à l'Union européenne.
Dans le cadre de la lutte contre le travail clandestin,
des responsables politiques peuvent coopérer avec
les employeurs. C'est dans cet esprit que les SPF
Mobilité et Transports, Emploi, Travail et
Concertation sociale et Affaires sociales concluent
cette semaine un accord de coopération. Les
services concernés ont conscience de la nécessité
de diversifier les actions. Plusieurs initiatives seront
prises, en matière d'information, de prévention et
de recherche. Les projets déjà élaborés constituent
un bon point de départ pour des actions
communes. Enfin, la valeur symbolique de l'accord
doit envoyer un signal fort à tous les intéressés.
totnogtoe niet gecontacteerd door de FFBA, de
beroepsvereniging die in het artikel werd vermeld.
Om de verkeersveiligheid te verbeteren en eerlijke
concurrentie tussen de bedrijven in de sector van
het personenvervoer te waarborgen, zullen we
autocars nog meer gaan controleren. De FOD
Mobiliteit en Vervoer zal 8 nieuwe controleurs
werven, zodat het personeelsbestand op 67 komt.
Bovendien zal nauwer worden samengewerkt met
andere controlediensten. Van de controleurs wordt
een doorgedreven specialisatie gevraagd.
De werkgroep Autocarvervoer van Euro Controle
Wegen bereidt gecoördineerde controleacties voor
die zullen plaatsvinden in zomer- en
wintervakanties en andere drukke periodes. Ook de
controles op het personenvervoer naar landen
buiten de Europese Unie drijven we momenteel op.
In de strijd tegen illegale arbeid kunnen politieke
verantwoordelijken samenwerken met de
werkgevers. Daarom sluiten de FOD's Mobiliteit en
Vervoer, Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal
Overleg en Sociale Zaken deze week een
samenwerkingsovereenkomst. De betrokken
diensten beseffen dat een grotere variëteit aan
acties nodig is. Diverse stappen zullen worden
gezet, van informatie over preventie tot opsporing.
De reeds ontwikkelde plannen vormen een goed
vertrekpunt voor gemeenschappelijke acties. Ten
slotte moet de symboolwaarde van het akkoord een
sterk signaal zijn voor alle betrokkenen.
05.03 Daan Schalck (sp.a-spirit): Le ministre
s'efforce de garantir autant que possible la sécurité
des passagers dans les bus.
Les entreprises de transport en bus peuvent-elles
préalablement fournir à leurs clients des
informations détaillées sur la personne du chauffeur
et ses heures de route durant les semaines avant le
voyage? Cela ne devrait pas être trop difficile.
05.03 Daan Schalck (sp.a-spirit): De minister
spant zich in om de veiligheid van passagiers op
bussen zoveel mogelijk te garanderen.
Kunnen de busbedrijven hun klanten vooraf
gedetailleerde informatie geven over wie de
chauffeur is en hoeveel hij de weken voor de reis
heeft gereden? Dat lijkt me geen moeilijke klus.
05.04 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais):
Dans ce cas, ces informations devront être fournies
au moment du voyage. Je suis disposé à faire
examiner la suggestion de M. Schalck. Il
m'étonnerait beaucoup que le secteur ait des
objections.
05.04 Minister Bert Anciaux (Nederlands): Die
gegevens zullen dan wel op het moment van de
reis moeten worden verstrekt. Ik wil de suggestie
van de heer Schalck onderzoeken. Ik kan me niet
voorstellen dat de sector bezwaren zou hebben.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Daan Schalck au ministre de
la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le
06 Vraag van de heer Daan Schalck aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11/02/2004
CRABV 51
COM 161
8
stationnement payant des citadins en ville"
(n° 1662)
"het betaald parkeren van inwoners in steden"
(nr. 1662)
06.01 Daan Schalck (sp.a-spirit): Diverses villes
s'efforcent d'attirer de plus en plus de nouveaux
habitants. Toutefois, il n'est pas simple d'adapter
aux habitants de certaines villes ou parties de ville
les règles strictes qui sont actuellement en vigueur
en matière de parcage. Certaines villes ne délivrent
pas de carte de riverain mais essayent de
réglementer le parcage de longue durée pour leurs
habitants. En revanche, l'administration semble
interpréter la notion de « carte de riverain » avec
une très grande rigueur.
Pourquoi le moindre règlement autorisant les
habitants d'une ville à se parquer longtemps est-il
considéré automatiquement comme l'octroi d'une
seconde carte de riverain ? Le ministre entend-il
donner encore plus de compétences dans ce
domaine aux villes et aux communes ?
06.01 Daan Schalck (sp.a-spirit): Diverse steden
proberen meer en meer nieuwe inwoners te lokken.
Het is echter niet eenvoudig om de strikte regels
inzake parkeren af te stemmen op de inwoners van
sommige steden of stadsdelen. Sommige steden
reiken geen bewonerskaart uit, maar proberen het
langdurig parkeren voor inwoners te
reglementeren. De administratie daarentegen lijkt
het begrip 'bewonerskaart' heel strikt te
interpreteren.
Waarom wordt elk reglement dat stadsbewoners
toestaat langdurig te parkeren, onmiddellijk
beschouwd als het toestaan van een tweede
bewonerskaart? Wil de minister de gemeenten en
steden op dit vlak nog steeds meer bevoegdheden
geven?
06.02 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais):
Certaines villes flamandes recourent déjà à une
carte d'habitant, moyennant paiement ou non. J'ai
demandé à mon administration si ce n'est pas
contraire à l'arrêté ministériel du 18 décembre 1991
qui prévoit qu'on ne peut délivrer qu'une seule carte
d'habitant par unité d'habitation. A l'avenir, cette
règle n'aura plus d'utilité car j'ai l'intention
d'accorder en toute hypothèse une plus grande
autonomie aux communes en matière d'octroi d'une
seconde carte d'habitant. J'estime en effet que les
communes doivent avoir la possibilité de décider
elles-mêmes combien de cartes elles veulent
délivrer, le problème du parcage variant d'une
commune à l'autre.
J'ai soumis mon avis aux Régions il y a quelques
semaines. La Région bruxelloise a émis quelques
critiques mais après avoir apporté certains
aménagements au texte, nous avons décidé de
poursuivre l'élaboration du projet. Je suis décidé à
promulguer cet arrêté ministériel le plus vite
possible. De cette manière, je crois pouvoir faire
disparaître une conception centraliste qui n'est à
mon sens pas vraiment légitime.
06.02 Minister Bert Anciaux (Nederlands):
Sommige Vlaamse steden werken reeds met een
woonkaart, al dan niet tegen betaling. Ik heb mijn
administratie gevraagd of dit niet in strijd is met het
MB van 18 december 1991, waarin staat dat
slechts één bewonerskaart mag worden uitgereikt
per wooneenheid. In de toekomst zal deze regel
geen nut meer hebben, want ik wil de gemeenten
hoe dan ook meer autonomie geven bij het
uitreiken van een tweede bewonerskaart. Ze
moeten zelf kunnen bepalen hoeveel kaarten ze
willen uitreiken. Het parkeerprobleem verschilt
immers van gemeente tot gemeente.
Ik legde mijn advies enkele weken geleden voor
aan de Gewesten. Het Brusselse Gewest had wat
kritiek, maar na enkele aanpassingen hebben we
toch beslist door te gaan met het ontwerp. Ik wil het
MB zo snel mogelijk uitvaardigen. Op die manier
wordt een niet echt gewettigde centralistische visie
afgebouwd.
06.03 Daan Schalck (sp.a-spirit): Dans l'attente de
la modification de la réglementation, il serait
préférable que l'administration n'interprète pas la
notion juridique de "carte de riverain" de façon trop
stricte. Elle n'ignore pas que l'arrêté doit être
prochainement adapté. Quel est l'intérêt d'adopter
une attitude trop restrictive alors que la législation
en question ne sera plus d'application dans six
06.03 Daan Schalck (sp.a-spirit): In afwachting
van de gewijzigde reglementering interpreteert de
administratie het juridische begrip 'bewonerskaart'
best niet te strikt. Zij weet dat het besluit binnenkort
moet worden aangepast. Wat baat het restrictief op
te treden inzake wetgeving die over zes maanden
misschien niet meer geldt?
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
mois?
06.04 Bert Anciaux, ministre (en néerlandais): Je
partage votre point de vue.
06.04 Minister Bert Anciaux (Nederlands): Ik ben
het daarmee eens.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Valérie De Bue au ministre
de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'application de la Convention du 4 avril 2003
visant à mettre en oeuvre le programme du
réseau express régional de, vers, dans et autour
de Bruxelles" (n° 1666)
07 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de toepassing van de Overeenkomst van
4 april 2003 met het oog op de uitvoering van het
programma voor het Gewestelijk Expresnet van,
naar, in en rond Brussel" (nr. 1666)
07.01 Valérie De Bue (MR): La convention RER
du 4 avril 2003 qui détermine les modalités
interrégionales et fédérales de mise en oeuvre du
RER ne précise pas de date d'entrée en vigueur.
Dans un premier temps, il fut envisagé de
soumettre cette convention à l'assentiment des
chambres législatives mais, actuellement, on
semble y avoir renoncé.
Cette convention fera-t-elle l'objet d'une procédure
d'assentiment ?
Est-elle déjà entrée en vigueur ? Sinon, pourquoi ?
Parallèlement au cadre de cette convention, il
paraît que la SNCB a entamé des discussions avec
les pouvoirs publics flamands en vue de mettre en
oeuvre le RER en Flandre. Lors de ces discussions,
la SNCB semble s'en tenir au plan de 2001 et non
aux discussions gouvernementales de 2003. Cette
initiative s'inscrit-elle dans le cadre de la convention
ou s'agit-il d'une initiative concurrente ?
Sur quel plan se basent les discussions entreprises
par la SNCB ?
07.01 Valérie De Bue (MR): De GEN-
overeenkomst van 4 april 2003 die de
intergewestelijke en federale modaliteiten vastlegt
volgens welke het GEN moet worden uitgevoerd
bevat geen datum van inwerkingtreding.
Oorspronkelijk wilde men deze overeenkomst aan
de goedkeuring van de wetgevende kamers
voorleggen, maar daar lijkt men nu van afgestapt te
zijn.
Zal deze overeenkomst al of niet goedgekeurd
worden?
Is ze al in werking getreden? Indien niet, waarom
niet?
Naast hetgeen in deze overeenkomst is bepaald
zou de NMBS met de Vlaamse overheid
onderhandelingen voeren in verband met de aanleg
van het GEN in Vlaanderen. Bij die gesprekken zou
de NMBS het plan dat in 2001 is opgesteld volgen
in plaats van wat in 2003 op regeringsniveau is
overeengekomen. Kadert dit initiatief in de
overeenkomst of gaat het om een parallel initiatief?
Op basis van welk plan voert de NMBS
onderhandelingen?
07.02 Bert Anciaux, ministre (en français): Le
texte de cet accord a été transmis au Conseil d'Etat
qui a rendu son avis. Une concertation avec les
Régions a eu lieu sur cet avis et ses
conséquences.
Un projet de loi portant assentiment à l'accord de
coopération RER du 4 avril 2003 sera déposé et
l'exposé des motifs apportera une réponse
satisfaisante aux remarques du Conseil d'Etat.
Dans le même temps, ce même exposé peut être
repris pour les décrets flamand et wallon et
l'ordonnance bruxelloise qui doivent être approuvés
par les parlements régionaux.
07.02 Minister Bert Anciaux (Frans): De tekst van
dit akkoord werd aan de Raad van State
voorgelegd die zijn advies heeft gegeven. Over dit
advies en zijn gevolgen werd overleg gepleegd met
de Gewesten.
Een wetsontwerp tot goedkeuring van het GEN-
samenwerkingsakkoord van 4 april 2003 zal
worden ingediend en in de memorie van toelichting
zullen de opmerkingen van de Raad van State op
een afdoende wijze beantwoord worden.
Dezelfde memorie kan gebruikt worden voor de
Vlaamse en Waalse decreten en voor de Brusselse
ordonnantie die door de gewestraden moeten
worden goedgekeurd.
11/02/2004
CRABV 51
COM 161
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
La convention n'est pas encore entrée en vigueur
mais les instances concernées sont d'accord pour
démarrer le comité de pilotage sans attendre la fin
de la procédure législative.
Actuellement, la députation permanente du Brabant
flamand, avec l'appui du gouvernement flamand,
mène des discussions avec la SNCB, discussions
basées sur un plan spécifique appelé
« Regionet » ; ce plan est différent de celui du RER
repris dans l'accord en question.
De overeenkomst is nog niet in werking getreden
maar de betrokken overheden zijn bereid om de
stuurgroep op te starten voordat de
wetgevingsprocedure is afgerond.
De bestendige deputatie van Vlaams-Brabant voert
hierin gesteund door de Vlaamse regering -
gesprekken met de NMBS. De gesprekken zijn
gebaseerd op een specifiek plan, het zogenaamde
"Regionet". Dit plan is niet hetzelfde als dat voor het
GEN dat in het kwestieus akkoord is opgenomen.
Ce plan prévoit un réseau de transport public
rapide sur le territoire du Brabant flamand.
Volgens dat plan komt er in Vlaams-Brabant een
snel openbaar vervoersnet.
07.03 Valérie De Bue (MR): La convention prévoit
un Conseil interministériel de la Mobilité. Est-ce un
comité de pilotage qui va commencer à travailler
rapidement?
07.03 Valérie De Bue (MR): De overeenkomst
stelt ook een Interministeriële Mobiliteitsraad in het
vooruitzicht. Gaat het om dat stuurcomité dat
binnenkort van start gaat?
07.04 Bert Anciaux, ministre (en français):
Absolument.
07.04 Minister Bert Anciaux (Frans): Dat klopt als
een bus.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
15h.38.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.38 uur.
Document Outline