CRABV 51 COM 1133
CRABV 51 COM 1133
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi dinsdag
12-12-2006 12-12-2006
Matin Voormiddag
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Tony Van Parys à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'arrêté royal
du 28 novembre 2006 portant exécution de la loi
du 10
juillet
2006 relative à l'analyse de la
menace" (n° 13447)
1
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over
"het KB van 28 november 2006 tot uitvoering van
de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse
van de dreiging" (nr. 13447)
1
Orateurs: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le paiement tardif des traducteurs et des
interprètes en justice" (n° 13271)
3
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de laattijdige uitbetaling van vertalers en tolken bij
het gerecht" (nr. 13271)
3
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'approche fédérale et multidisciplinaire des
catastrophes" (n° 13272)
3
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de federale en multidisciplinaire aanpak van
rampen" (nr. 13272)
3
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la loi de
principes concernant l'administration des
établissements pénitentiaires" (n° 13327)
4
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
basiswet gevangeniswezen" (nr. 13327)
4
Orateurs: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'enquête
judiciaire sur base des dénonciations de
maltraitance en centre fermé" (n° 13348)
5
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "het
gerechtelijk onderzoek na de meldingen van
mishandeling in een gesloten centrum" (nr. 13348)
5
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le traitement
judiciaire des détenteurs de cannabis" (n° 13383)
6
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "het
gerechtelijk optreden ten opzichte van
cannabisbezitters" (nr. 13383)
6
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M.
Melchior
Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
condamnation de l'État pour paiement tardif d'une
facture adressée au département de la Justice"
(n° 13399)
7
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
veroordeling van de Belgische Staat voor de
laattijdige betaling van een factuur voor het
departement Justitie" (nr. 13399)
7
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'arrestation
de fondamentalistes musulmans belges en Egypte
8
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
aanhouding van Belgische moslimextremisten in
8
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
ii
et en Arabie saoudite" (n° 13376)
Egypte en in Saudi-Arabië" (nr. 13376)
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
mort tragique d'un diamantaire anversois lors
d'une perquisition" (n° 13436)
10
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
tragische dood van een Antwerps diamantair
tijdens een huiszoeking" (nr. 13436)
10
Orateurs: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. François-Xavier de Donnea à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"la récidive des délinquants sexuels" (n° 13431)
11
Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eersteminister en minister van Justitie
over "de recidive bij seksuele
delinquenten" (nr. 13431)
11
Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: François-Xavier de Donnea,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Questions jointes de
13
Samengevoegde vragen van
13
- M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les poursuites
judiciaires entamées après des incidents
antisémites survenus lors d'une rencontre
internationale de football en salle à Hasselt le 28
janvier 2004" (n° 13443)
13
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie over "de vervolging van
antisemitische incidenten tijdens een
zaalvoetbalinterland te Hasselt op 28
januari 2004" (nr. 13443)
13
- M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les faits d'agression
commis par des jeunes turcs contre un groupe de
la JRC à Beringen au cours de la période du 21 au
31 juillet 2006" (n° 13445)
13
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie over "de feiten van
agressie door Turkse jongeren gericht tegen een
groep KLJ'ers in de periode 21-31 juli 2006 te
Beringen" (nr. 13445)
13
- M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les faits d'agression
commis contre un groupe de Juifs hassidiques à
Beringen le 30 novembre" (n° 13446)
13
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie over "de feiten van
agressie gericht tegen een groep chassidische
Joden op 30 november te Beringen" (nr. 13446)
13
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Koen T'Sijen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la saisie sur
les comptes budgétaires de clients des services
d'aide en matière de surendettement des
CPAS" (n° 13455)
15
Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "het
beslag op budgetrekeningen van cliënten van
diensten Schuldhulpverlening van
OCMW's" (nr. 13455)
15
Orateurs: Koen T'Sijen, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Koen T'Sijen, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "une enquête
sur la fraude dans laquelle le nom du prince
Laurent est avancé" (n° 13347)
16
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "een
fraudeonderzoek waarbij prins Laurent wordt
genoemd" (nr. 13347)
16
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M.
Claude
Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
financement du projet 'Time Out'" (n° 13359)
16
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
financiering van het project 'Time
Out'
"
(nr. 13359)
16
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
iii
Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Éric Libert à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'état
d'avancement de la procédure de ratification du
protocole n° 12 à la Convention européenne des
droits de l'homme" (n° 13386)
17
Vraag van de heer Éric Libert aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
stand van zaken van de ratificatieprocedure van
protocol nr. 12 bij het Europees verdrag voor de
rechten van de mens" (nr. 13386)
17
Orateurs: Éric Libert, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Éric Libert, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
12
DECEMBRE
2006
Matin
______
van
DINSDAG
12
DECEMBER
2006
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10 h 30 par
Mme Martine Taelman, présidente.
De vergadering wordt geopend om 10.30 uur en
voorgezeten door mevrouw Martine Taelman.
01 Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'arrêté royal du 28
novembre
2006 portant
exécution de la loi du 10 juillet 2006 relative à
l'analyse de la menace" (n° 13447)
01 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"het KB van 28 november 2006 tot uitvoering van
de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse
van de dreiging" (nr. 13447)
01.01 Tony Van Parys (CD&V) : La semaine
dernière, un arrêté royal portant exécution de la loi
relative à l'analyse de la menace a été publié. Cet
arrêté modifie en fait un point important de la loi.
Lorsque, par le passé, un service de
renseignement étranger refusait de transmettre des
informations ou s'opposait à la transmission
d'informations, un accord conclu entre le directeur
de l'OCAM (l'Organe de coordination pour l'analyse
de la menace) et le directeur du service qui avait
reçu les informations permettait de contourner ce
refus. Cette possibilité n'existe plus actuellement. Il
en résulte que les services des étrangers se
retrouvent automatiquement dans une situation de
monopole en ce qui concerne la destination des
informations. Le risque est réel que la protection
des personnes à propos desquelles des
informations circulent soit menacée parce que les
informations ne peuvent être transmises aux
services concernés.
01.01 Tony Van Parys (CD&V): Vorige week werd
een KB gepubliceerd dat uitvoering geeft aan de
wet betreffende de analyse van de dreiging. Dit KB
wijzigt eigenlijk de wet op een belangrijk punt.
Wanneer vroeger een buitenlandse
inlichtingendienst weigerde om informatie door te
geven of zich verzette tegen het doorgeven van
informatie kon, via een akkoord tussen de directeur
van het OCAD (Coördinatieorgaan voor de
Dreigingsanalyse) en de directeur van de dienst die
de informatie gekregen had, afgeweken worden
van deze wens. Die mogelijkheid bestaat nu niet
meer. Hierdoor beschikken de buitenlandse
inlichtingendiensten de facto over een monopolie
inzake de bestemming van de informatie. Het risico
is reëel dat hierdoor de bescherming van mensen
waaromtrent informatie binnenkomt in het gedrang
komt, omdat de informatie niet aan de betrokken
diensten kan worden doorgegeven.
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : L'arrêté royal d'exécution de la loi du
10 juillet 2006 a été publié au Moniteur belge du 1
er
décembre 2006. Cet arrêté organise la création de
la base de données de l'OCAM et les flux
d'informations entre l'OCAM et les services d'appui.
M. Van Parys m'a déjà questionnée, lors des
travaux préparatoires, sur le mode d'application de
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van
10 juli 2006 werd gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 1 december 2006. Dit besluit regelt
de oprichting van de gegevensbank van het OCAD
en van de informatiestromen tussen het OCAD en
de ondersteunende diensten.
De heer Van Parys interpelleerde mij tijdens de
voorbereidende werkzaamheden van deze wet al
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
2
la procédure d'embargo prévue par la loi. J'ai
répondu à l'époque que mon objectif était de
calquer les méthodes de travail de l'OCAM sur
celles du Joint Terrorism Analysis Centre (JTAC)
britannique. C'est pourquoi le gouvernement a
présenté un amendement à l'article 10, 5
e
alinéa,
disposant que le Roi fixe sur proposition du comité
ministériel les règles précises relatives aux
évaluations et aux rapports d'évaluation. Dès lors,
le Roi est aussi compétent pour ce qui concerne les
évaluations faisant l'objet d'une procédure
d'embargo. Cette disposition est conforme aux
articles 37 et 107 de la Constitution, en vertu
desquels le Roi règle l'organisation des services
publics qui ressortissent à sa compétence.
over de manier waarop de embargoprocedure uit
de wet zou worden aangewend. Ik antwoordde toen
dat het mijn bedoeling was om het OCAD op
eenzelfde manier te laten werken als het Britse
Joint Terrorism Analysis Centre (JTAC). Daarom
heeft de regering een amendement ingediend bij
artikel 10 alinea 5. Dit bepaalt dat de Koning op
voordracht van het ministerieel comité de nadere
regels van de evaluaties en de evaluatierapporten
vastlegt. De Koning is daardoor ook bevoegd voor
de evaluaties waarvoor een embargoprocedure
werd ingesteld. Dit is in overeenstemming met
artikelen 37 en 107 van de Grondwet, die bepalen
dat de Koning de organisatie regelt van de
openbare diensten die van hem afhangen.
Le personnel de l'OCAM se compose des membres
du personnel du Groupe Interforces Antiterroriste
(GIA) conformément à l'article 17 de la loi du
10 juillet 2006. Par ailleurs, la police intégrée et
l'Administration des douanes et accises ont
détaché du personnel vers l'organe de
coordination. Un arrêté royal fixant les dispositions
statutaires pour le personnel de l'OCAM est cours
d'exécution. Un projet d'arrêté royal relatif à la
concertation sociale a abouti à un protocole
d'accord le 6 décembre. Je transmettrai le projet
sans délai au Conseil d'État, afin que l'arrêté puisse
encore être publié en décembre.
À ce jour, huit des onze emplois destinés à des
experts ont déjà été pourvus. Les candidatures aux
emplois restants sont actuellement à l'examen.
Début 2007, tous les emplois devraient avoir été
attribués.
La loi du 10 juillet 2006 a modifié la loi du 18 juillet
1991 relative au contrôle des services de police et
de renseignement. Les comités permanents P et R
peuvent ainsi contrôler les activités de l'OCAM et
des services d'appui. Le rapport d'évaluation
semestriel, que le directeur de l'OCAM doit rédiger
à l'intention des comités, comportera sans aucun
doute aussi les directives du Comité ministériel du
renseignement et de la sécurité.
L'étude relative au système de communication
uniforme est en voie d'achèvement. Le système
sera bientôt instauré. Actuellement, les différents
services travaillent avec leurs propres systèmes de
communication sécurisés. En cas d'urgence, des
experts peuvent assurer une communication sûre
et rapide.
Het personeel van het OCAD bestaat uit de
personeelsleden van de Antiterroristische
Gemengde Groep (AGG), zoals artikel 17 van de
wet van 10 juli 2006 bepaalt. Daarnaast hebben
zowel de geïntegreerde politie als de administratie
van Douane en Accijnzen personeelsleden
gedetacheerd naar het coördinatieorgaan. Een
koninklijk besluit dat de statutaire voorzieningen
voor het personeel van het OCAD vastlegt, is in
uitvoering. Een ontwerp van koninklijk besluit over
syndicaal overleg heeft op 6 december geleid tot
een akkoordprotocol. Ik zal het ontwerp met spoed
doorsturen naar de Raad van State, zodat dit
besluit nog in december wordt gepubliceerd.
Momenteel zijn acht van de elf betrekkingen voor
experts al ingevuld. De kandidaturen voor de
resterende betrekkingen zijn in behandeling. Begin
2007 zou iedereen op post moeten zijn.
De wet van 10 juli 2006 heeft de wet van 18 juli
1991 over het toezicht op de politie- en
inlichtingendiensten gewijzigd. Daardoor kunnen de
Vaste Comités P en I de activiteiten van het OCAD
en de ondersteunende diensten controleren. Het
zesmaandelijkse evaluatierapport dat de directeur
van het OCAD moet opstellen voor de comités, zal
zonder twijfel ook de richtlijnen overnemen van het
ministerieel comité Inlichting en Veiligheid.
De studie van het uniforme communicatiesysteem
wordt momenteel afgerond. De invoering ervan is
voor de nabije toekomst. Op dit ogenblik werken de
verschillende diensten met hun eigen beveiligde
communicatiesystemen. Deskundigen kunnen in
geval van urgentie zorgen voor een veilige en
snelle communicatie.
01.03 Tony Van Parys (CD&V) : L'arrêté royal
modifie fondamentalement le contenu de la loi du
10 juillet 2006. L'article 15 de la loi permet en effet
01.03 Tony Van Parys (CD&V): Het koninklijk
besluit zorgt voor een principiële en fundamentele
wijziging van de inhoud van de wet van 10 juli
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
3
de déroger à la règle du tiers service dans
certaines circonstances, tandis que l'arrêté royal
supprime cette possibilité.
2006. Artikel 15 van de wet voorziet immers in de
mogelijkheid om in bepaalde omstandigheden af te
wijken van de regel van de derde dienst, terwijl het
koninklijk besluit deze mogelijkheid schrapt.
M. Dassen a déjà signalé ce problème lors des
discussions en commission. Le gouvernement
cherche maintenant à le régler par la voie d'un
arrêté royal. Quoi qu'il en soit, je soumettrai cette
question de principe au Comité R.
De heer Dassen wees in de
commissiebesprekingen al op dit probleem, dat de
regering nu via KB blijkt te regelen. Ik zal deze
principiële kwestie in elk geval voorleggen aan het
Comité I.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "le paiement tardif des traducteurs et des
interprètes en justice" (n° 13271)
02 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
aan de vice-eersteminister en minister van
Justitie over "de laattijdige uitbetaling van
vertalers en tolken bij het gerecht" (nr. 13271)
02.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) : Les
traducteurs et interprètes qui travaillent pour les
tribunaux ne sont pas payés à temps et à mesure
que l'année avance, la situation s'aggrave. Ces
personnes risquent dès lors de rencontrer des
problèmes financiers.
Est-il exact qu'un arriéré de paiement très important
est à déplorer ? Pour quelles raisons ? Combien
coûtent les traducteurs et interprètes à la Justice ?
Quand les factures en souffrance seront-elles
réglées ?
02.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Vertalers
en tolken die voor het gerecht werken, worden niet
tijdig uitbetaald en naarmate een kalenderjaar
vordert, wordt dat steeds erger. Daardoor dreigen
voor die mensen financiële problemen.
Klopt het dat er een grote betalingsachterstand is?
Hoe komt dit? Hoeveel kosten vertalers en tolken
Justitie? Wanneer zullen de openstaande facturen
uitbetaald worden?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre
(en
néerlandais) : Le SPF Justice ne connaît aucun
arriéré en ce qui concerne les paiements des
traducteurs et des interprètes. Tous les états
d'honoraires transmis au SPF par les greffiers en
chef sont réglés à temps. L'arriéré ne peut dès lors
être dû qu'à la transmission tardive des états
d'honoraires au SPF.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De FOD Justitie heeft geen enkele achterstand wat
de betalingen aan vertalers en tolken betreft. Alle
kostenstaten die de FOD van de hoofdgriffiers
ontvangen heeft, zijn tijdig betaald. Achterstand kan
dus alleen te wijten zijn aan het niet tijdig bezorgen
van de kostenstaten aan de FOD.
02.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) : Si le SPF
règle les états d'honoraires dès qu'il les reçoit, les
autres questions sont caduques.
02.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): De FOD
betaalt dus zodra hij de kostenstaten ontvangt, de
andere vragen vervallen dan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "l'approche fédérale et multidisciplinaire des
catastrophes" (n° 13272)
03 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
aan de vice-eersteminister en minister van
Justitie over "de federale en multidisciplinaire
aanpak van rampen" (nr. 13272)
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) : Après la
catastrophe de Ghislenghien, il a été annoncé que
le département de la Justice créerait une structure
susceptible d'apporter une réponse aux nombreux
problèmes rencontrés par les victimes de
catastrophes. Au mois de septembre, la ministre a
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Na de ramp
van Gellingen werd aangekondigd dat Justitie een
structuur zou opzetten die een antwoord zou
kunnen bieden op de talrijke problemen waarmee
slachtoffers van rampen worden geconfronteerd. In
september gaf de minister de opdracht aan haar
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
4
chargé son administration d'élaborer dans les deux
mois une proposition de structure, en collaboration
avec les instances concernées.
L'administration a-t-elle entre-temps élaboré une
proposition
? La ministre pourrait-elle la
commenter ? Comment sera-t-elle mise en oeuvre ?
Quand, selon la ministre, le point de contact unique
pour les catastrophes sera-t-il opérationnel ?
administratie om in samenwerking met de
betrokken instanties een voorstel van structuur uit
te werken binnen de twee maanden.
Heeft de administratie intussen een voorstel klaar?
Kan de minister het toelichten? Hoe zal het worden
gerealiseerd? Wanneer ziet de minister het unieke
aanspreekpunt voor rampen operationeel worden?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : J'ai effectivement chargé un expert
du SPF Justice d'élaborer une telle proposition. Il
doit établir pour la fin de l'année un rapport
détaillant les mesures nécessaires à une
assistance optimale des victimes par le SPF
Justice.
Il a en outre pour mission de décrire en détail la
procédure à suivre après une catastrophe et
d'établir les contacts nécessaires avec l'ensemble
des partenaires susceptibles d'être concernés par
une catastrophe en vue de l'élaboration d'accords
de coopération efficaces.
Enfin, il est chargé de se concerter au sein du SPF
pour parvenir à une structure interne nous
permettant de réagir adéquatement aux
catastrophes.
J'attends le rapport.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Ik heb een expert binnen de FOD Justitie inderdaad
opdracht gegeven een dergelijk voorstel uit te
werken. Die persoon moet voor het jaareinde een
rapport opstellen met de nodige maatregelen om
slachtoffers vanuit de FOD Justitie optimaal te
kunnen benaderen.
Hij moet verder de procedure die gevolgd moet
worden na een ramp heel gedetailleerd beschrijven.
Hij moet ook de nodige contacten leggen met alle
partners die bij rampen betrokken kunnen zijn om
efficiënte samenwerkingsakkoorden op te zetten.
Tot slot moet hij binnen de FOD overleg plegen om
tot een interne structuur te komen van waaruit we
adequaat op rampen kunnen reageren.
Ik wacht op het rapport.
03.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) : La ministre
avait confirmé en septembre la mise en place,
avant la fin de l'année, d'un point de contact unique
pour les victimes de catastrophes. La création de
ce point de contact serait-elle remise en cause ?
03.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): In
september had de minister bevestigd dat er een
uniek meldpunt zou komen voor slachtoffers van
rampen voor het einde van het jaar. Dit meldpunt
staat toch niet ter discussie?
03.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le point de contact sera bel et bien
créé mais j'attends encore les conclusions de mon
administration.
03.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het meldpunt komt er, maar ik wacht nog op de
conclusies van mijn administratie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la loi de
principes concernant l'administration des
établissements pénitentiaires" (n° 13327)
04 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
basiswet gevangeniswezen" (nr. 13327)
04.01 Walter Muls (sp.a-spirit) : Les agents
pénitentiaires de notre pays devront suivre
plusieurs heures de formation sur la loi relative au
statut juridique interne des détenus. De combien
d'heures s'agit-il et quand le cours débutera-t-il ?
Par qui et où sera-t-il dispensé ?
04.01 Walter Muls (sp.a-spirit): De penitentiaire
beambten van ons land krijgen een aantal uren
vorming over de wet op de interne rechtspositie van
de gedetineerden. Om hoeveel uren gaat het en
wanneer start de cursus? Wie geeft de cursus en
waar vindt hij plaats?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
5
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le cours sera donné par des
formateurs internes. Il s'agit en effet d'une matière
spécifique, il faut former un nombre considérable
de personnes et il est préférable d'opérer un
changement de culture en interne.
Les formateurs ont suivi un stage de quatre jours.
La formation, au cours de laquelle la loi sera
présentée, aura lieu au sein même des prisons, en
groupes de 25 à 30 personnes et durera une demi-
journée. Elle débute aujourd'hui du côté
francophone et démarrera début janvier du côté
néerlandophone.
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De cursus wordt gegeven door interne trainers. De
materie is immers specifiek, er moet een groot
aantal personen worden gevormd en een
cultuurverandering kan beter van binnenuit worden
gestuurd.
De opleiding van de trainers heeft vier dagen
geduurd. De vorming gebeurt in de gevangenissen
zelf in groepjes van 25 tot 30 personen en neemt
een halve dag in beslag; de wet wordt er
voorgesteld. De vorming start vandaag aan
Franstalige kant en begin januari aan
Nederlandstalige kant.
04.03 Walter Muls (sp.a-spirit) : Il existe un
système analogue aux Pays-Bas. Entre-temps, les
agents pénitentiaires y sont favorables. Dans notre
pays, la loi relative au statut juridique interne des
détenus rencontre encore beaucoup d'opposition.
Elle implique un changement des mentalités et une
visite à leurs collègues néerlandais pourrait aider
nos agents pénitentiaires à cet égard.
04.03 Walter Muls (sp.a-spirit): In Nederland
bestaat een gelijkaardig systeem. Ondertussen zijn
de penitentiaire beambten ervoor gewonnen. Bij
ons bestaat nog veel tegenstand tegen de wet op
de interne rechtspositie van de gedetineerden. Ze
impliceert een mentaliteitsverandering en een
bezoek aan de Nederlandse collega's zou onze
penitentiaire beambten daarbij kunnen helpen.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Je vais examiner de plus près cette
suggestion.
04.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Ik zal de suggestie bestuderen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme
Zoé Genot à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'enquête judiciaire sur base des dénonciations
de maltraitance en centre fermé" (n° 13348)
05 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "het
gerechtelijk onderzoek na de meldingen van
mishandeling in een gesloten
centrum" (nr. 13348)
05.01 Zoé Genot (ECOLO) : Nous avons déjà eu
l'occasion d'évoquer ce problème de maltraitances
dans le centre fermé de Vottem.
D'après Le Soir du 22 novembre, la justice
liégeoise a décidé d'une prise de renseignements,
mais pas encore d'une vraie information judiciaire.
Or, les gardiens concernés ont bien été entendus
par la Justice.
Une information judiciaire a-t-elle été ouverte? Si
non, en quoi consiste cette procédure de prise
d'informations ?
05.01 Zoé Genot (ECOLO): We hebben de
mishandelingen in het gesloten centrum van
Vottem eerder al aangekaart.
Volgens Le Soir van 22 november zou het Luikse
gerecht hebben beslist inlichtingen in te winnen,
maar zou nog niet zijn beslist een echt gerechtelijk
opsporingsonderzoek te openen. De betrokken
bewakers werden echter wel degelijk gehoord door
het gerecht.
Werd een gerechtelijk opsporingsonderzoek
geopend? Zo neen, hoe gaat zo'n procedure om
inlichtingen in te winnen in zijn werk?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le parquet de Liège a bien ouvert une information
pénale suite aux dénonciations de maltraitance au
centre fermé de Vottem. C'est donc une vraie
information judiciaire.
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
Luikse gerecht heeft naar aanleiding van de
aanklachten met betrekking tot mishandelingen in
het gesloten centrum van Vottem wel degelijk een
strafonderzoek geopend. Het gaat dus om een echt
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
6
gerechtelijk
opsporingsonderzoek.
05.03 Zoé Genot (ECOLO) : Merci. J'espère que
toutes les personnes concernées vont collaborer
avec la Justice.
05.03 Zoé Genot (ECOLO): Dank u. Ik hoop dat
alle betrokkenen bereid zullen zijn met het gerecht
samen te werken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme
Zoé
Genot à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
traitement judiciaire des détenteurs de
cannabis" (n° 13383)
06 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "het
gerechtelijk optreden ten opzichte van
cannabisbezitters" (nr. 13383)
06.01 Zoé Genot (ECOLO) : Le 20 octobre 2004,
la Cour d'arbitrage avait annulé l'article 16 de la loi
du 3 mai 2003 en matière de drogues. Vous aviez
annoncé à l'époque une initiative législative en la
matière avec le ministre de la Santé publique.
Le 25 janvier 2005, vous avez adopté une nouvelle
directive qui indique la plus faible des priorités en
matière de poursuites d'usagers de cannabis. À
cette fin, un procès-verbal simplifié est dressé par
les services de police et envoyé, sous forme de
listing, au parquet qui est libre d'exercer ou non des
poursuites. Ces PV simplifiés ne sont pas introduits
dans les systèmes informatiques des parquets.
Quelle est la conséquence sur le traitement des
dossiers de détention de cannabis à des fins
d'usage personnel ? Quel est le nombre de PV de
ce type et la suite réservée par les parquets ?
La directive du 25 janvier devait harmoniser les
pratiques des différents arrondissements
judiciaires. Or, un jeune homme fut interpellé par la
police de la zone Nord, le 14 juillet dernier, et
déféré au parquet pour 12 g de haschich et 12 de
marijuana. Le lendemain, dans la même zone, trois
Français interpellés avec 500 g de haschich ont été
relâchés ! Les citoyens ne s'y retrouvent pas dans
une telle différence de traitement, qui n'obéit à
aucune logique.
Comment expliquez-vous ces importantes
différences de traitement dans la même zone ?
Dispose-t-on de statistiques par province ?
Où en est le projet de loi sur la drogue, deux ans
après les premiers débats avec le ministre de la
Santé ? Quand ce projet sera-t-il déposé au
Parlement ? Durant cette législature ?
06.01 Zoé Genot (ECOLO): Op 20 oktober 2004
vernietigde het Arbitragehof artikel 16 van de
drugswet van 3 mei 2003. Toentertijd kondigde u
aan dat u samen met de minister van
Volksgezondheid een wetgevend initiatief ter zake
zou nemen.
Op 25 januari 2005 vaardigde u een nieuwe richtlijn
uit waarin de vervolging van cannabisgebruikers de
laagste prioriteit krijgt. De politiediensten stellen
immers een verkort pv op dat in de vorm van een
listing wordt overgezonden aan het parket, dat zelf
beslist of het de betrokkene al dan niet vervolgt. Die
verkorte pv's worden niet in de computersystemen
van de parketten ingevoerd. Welke gevolgen heeft
dat voor de behandeling van dossiers betreffende
het bezit van cannabis voor eigen gebruik? Hoeveel
verkorte pv's worden er zoal opgemaakt en welk
gevolg geven de parketten eraan?
De richtlijn van 25 januari moest de werkwijzen van
de diverse gerechtelijke arrondissementen op
elkaar afstemmen. Op 14 juli jongstleden werd
echter een jongeman door de politie van zone
Noord opgepakt en voor het parket gebracht. Hij
was in het bezit van 12 gram hasj en 12 gram
marihuana. De dag nadien werden in dezelfde zone
drie Fransen opgepakt met 500 gram hasj op zak.
Achteraf mochten ze beschikken! Die ongelijke
behandeling, wars van alle logica, is onbegrijpelijk
voor de burgers.
Hoe kan u die ongelijke behandeling in dezelfde
zone verklaren? Zijn er statistieken per provincie
beschikbaar?
Hoever is het wetsontwerp inzake drugs, twee jaar
na de eerste besprekingen met de minister van
Volksgezondheid gevorderd? Wanneer wordt het
ontwerp aan het Parlement voorgelegd? Zal dat
nog tijdens deze zittingsperiode gebeuren?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
En application de la circulaire COL 2/2005, les
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Overeenkomstig de omzendbrief COL 2/2005
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
7
personnes majeures trouvées en possession d'une
quantité de cannabis réservée à leur consommation
personnelle (3 grammes ou un plant) ne sont pas
poursuivies s'il n'y a pas atteinte à l'ordre public.
Les faits feront l'objet d'un procès-verbal simplifié,
non repris dans les statistiques.
Dans votre dernier exemple, les faits, commis par
des citoyens français, ont, selon l'usage, été
dénoncés à la France, où les auteurs seront
poursuivis.
La directive rencontrant suffisamment les besoins
dans la pratique, aucune modification législative
n'est à l'ordre du jour.
worden meerderjarigen die in het bezit blijken te
zijn van een kleine hoeveelheid cannabis voor
persoonlijk gebruik (3 gram cannabis of één
cannabisplantje), niet vervolgd voor zover de
openbare orde niet verstoord wordt. Voor deze
feiten wordt dan een vereenvoudigd proces-verbaal
opgesteld, dat niet opduikt in de statistieken.
In uw laatstgenoemde voorbeeld werden de feiten,
die door Fransen gepleegd werden, zoals in
dergelijk geval gebruikelijk is, gemeld aan de
Franse autoriteiten. De daders zullen nu in Frankrijk
vervolgd worden.
Aangezien de richtlijn in de praktijk voldoende
inspeelt op de noden, is een wetswijziging
momenteel niet aan de orde.
06.03 Zoé Genot (ECOLO) : Je suis moins
optimiste que vous. La prédominance de produits
frelatés plaide en faveur d'une dépénalisation et
d'une réglementation, y compris du point de vue de
la santé publique.
06.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik ben niet zo
optimistisch als u. Er worden zo veel versneden
drugs aangeboden dat een depenalisering en een
reglementering wenselijk zijn, ook uit het oogpunt
van de volksgezondheid.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
condamnation de l'État pour paiement tardif
d'une facture adressée au département de la
Justice" (n° 13399)
07 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de veroordeling van de Belgische Staat voor de
laattijdige betaling van een factuur voor het
departement Justitie" (nr. 13399)
07.01 Melchior Wathelet (cdH) : L'arrêt de la
Cour d'appel de Gand du 16 octobre, qui
condamne l'État à payer 2.500 euros de dommages
et intérêts pour une facture - relative à un lave-
vaisselle livré à la prison de Bruges - payée
tardivement et condamne la politique de l'ancre,
constitue une jurisprudence importante. Quel est le
montant total des factures échues et non payées
pour votre département ?
Avez-vous contacté, comme préconisé en cas de
difficulté de paiement, le cabinet de la ministre du
Budget, selon qui le principe de l'ancre n'a rien à
voir là-dedans, les paiements relevant de la
responsabilité individuelle des ministres
?
Comment se fait-il dès lors que des recours en
justice soient nécessaires ?
Quels sont les postes touchés par la politique de
l'ancre au sein de votre département ? Les intérêts
de retard qui seront payés ont-ils été estimés ?
07.01 Melchior Wathelet (cdH): Met het arrest
van het hof van beroep van Gent van 16 oktober,
dat de Staat veroordeelt tot het betalen van 2.500
euro schadevergoeding voor het te laat betalen van
een factuur voor de levering van een vaatwasser
aan de gevangenis van Brugge en dat de
toepassing van het ankerprincipe veroordeelt, wordt
belangrijke rechtspraak geschreven.
Heeft u, zoals wordt bepleit wanneer er sprake is
van betalingsmoeilijkheden, contact opgenomen
met het kabinet van de minister van Begroting,
volgens wie het ankerprincipe daar niets mee te
maken heeft, aangezien de betalingen onder de
individuele verantwoordelijkheid van de ministers
vallen? Hoe komt het dan dat rechtszaken nodig
zijn?
Op welke posten in uw departement heeft het
ankerprincipe betrekking? Werden de
verwijlinteresten die zullen worden betaald,
geraamd?
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les 2.500 euros ne constituent pas la totalité du
montant de la facture du lave-vaisselle, soit
40.000 euros, mais le préjudice réclamé, et ce litige
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Die
2.500 euro zijn maar een deel van de factuur voor
de vaatwasmachine, die in totaal 40.000 euro
kostte. Het gaat om de schadeclaim en dit
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
8
classique ne produit aucune nouvelle
jurisprudence. Le lave-vaisselle a été, en effet,
facturé le 6 janvier 2005. Le fournisseur a dû
procéder à des adaptations, puis la facture a été
enregistrée le 28 février, et payée le 5 juin 2005.
Des factures pour 20 millions seraient encore en
attente de paiement, soit 1,4 % du budget global.
Des arbitrages sont en cours au sein du
gouvernement pour répartir les marges.
Je suis attentive au principe de l'ancre, de façon à
ce que la priorité soit donnée aux paiements les
plus urgents. L'enveloppe réservée au paiement
des factures, en attendant de nouvelles marges, a
été augmentée de 20 millions d'euros, déjà
partiellement utilisés.
Il n'y pas de liste des postes touchés, car le
principe de l'ancre s'applique globalement. Il est
trop tôt pour pouvoir chiffrer les intérêts de retard.
klassieke geschil doet geen nieuwe rechtspraak
ontstaan. De vaatwasmachine werd inderdaad op 6
januari 2005 gefactureerd. De leverancier heeft
enkele aanpassingen moeten uitvoeren.
Vervolgens werd de factuur op 28 februari
ingeschreven en op 5 juni 2005 betaald.
Het departement zou nog twintig miljoen aan
facturen moeten betalen, wat neerkomt op 1,4
procent van de totale begroting. Binnen de regering
wordt er beraadslaagd over de verdeling van de
begrotingsmarges.
Mijn diensten houden zich nauwgezet aan het
ankerprincipe en geven daarbij voorrang aan de
meest dringende betalingen. De
begrotingskredieten bestemd voor de betaling van
facturen, werden in afwachting van een nieuwe
begrotingsruimte met twintig miljoen euro verhoogd,
maar dat laatste bedrag is reeds voor een deel
opgebruikt.
Er bestaat geen lijst met de getroffen posten,
vermits het ankerprincipe op de volledige begroting
slaat. En het is nog te vroeg om de verwijlintresten
te berekenen.
07.03 Melchior Wathelet (cdH) : La cour d'appel
de Gand souligne qu'il y a eu plus de quatre mois
de retard dans le paiement.
Vingt millions, ce n'est proportionnellement pas
énorme, certes, mais il arrive que des entreprises
se retrouvent en difficulté pour un retard de
paiement de 5.000 euros !
Les intérêts de retard montrent une des carences
du principe de l'ancre.
07.03 Melchior Wathelet (cdH): Het Gentse hof
van beroep wijst erop dat de betaling meer dan vier
maanden te laat is gebeurd.
Twintig miljoen is, in verhouding tot het geheel,
wellicht geen enorm bedrag, maar het gebeurt dat
bedrijven in moeilijkheden raken wegens een
laattijdige betaling van vijfduizend euro!
De verwijlintresten leggen een van de
tekortkomingen van het ankerprincipe bloot.
07.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La situation du SPF Justice s'est améliorée depuis
son refinancement il y a trois ou quatre ans. Les
priorités sont fixées au sein de la partie des
20 millions qui reste à payer.
07.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
toestand van de FOD Justitie is verbeterd sinds die
dienst drie of vier jaar geleden werd
geherfinancierd. Voor het deel van het bedrag van
twintig miljoen dat nog moet worden betaald,
werden de prioriteiten vastgelegd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'arrestation de fondamentalistes musulmans
belges en Egypte et en Arabie
saoudite" (n° 13376)
08 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de aanhouding van Belgische
moslimextremisten in Egypte en in Saudi-
Arabië" (nr. 13376)
08.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Il a été
annoncé le 4 décembre qu'une cellule terroriste
internationale avait été démantelée en Égypte et
que des ressortissants belges auraient été
impliqués dans les activités de celle-ci. Il s'agirait
de quatre Belges dont trois d'origine marocaine et
08.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Op 4
december raakte bekend dat in Egypte een
internationale terreurcel zou zijn opgerold, waarbij
ook Belgische onderdanen betrokken zijn. Het zou
gaan om drie Belgen van Marokkaanse origine en
één van Turkse origine. Ook in Saudi-Arabië
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
9
un d'origine turque. Plusieurs Belges suspectés
d'entretenir des liens avec des milieux
fondamentalistes ont également été arrêtés
récemment en Arabie Saoudite.
Selon les médias, il s'agit d'une cellule de jihadistes
qui auraient été recrutés pour participer à la guerre
sainte en Irak et auraient eu des liens avec un
kamikaze qui s'est fait exploser le 28 novembre.
Comment se fait-il que, dans notre pays, ces
personnes soient descendues de l'avion en toute
liberté et aient été relâchées à l'issue d'un court
interrogatoire ? Pourquoi ne les a-t-on pas arrêtées
et n'a-t-on ouvert aucune instruction à leur égard ?
De deux choses l'une : soit il s'agit d'une méprise
de la part de l'Égypte, soit notre justice est
inconsciente.
De quels faits les intéressés sont-ils accusés ?
Quelles informations les autorités égyptiennes ont-
elles communiquées ? Les intéressés ont-ils des
antécédents judiciaires ? Étaient-ils connus de la
Sûreté de l'État ?
werden onlangs Belgen opgepakt die banden
zouden hebben met fundamentalistische milieus.
Volgens de media gaat het om een cel jihadisten
die gerekruteerd zouden zijn voor de heilige oorlog
in Irak en banden zouden gehad hebben met een
zelfmoordterrorist die zich op 28 november heeft
opgeblazen.
Hoe komt het dat deze mensen hier als vrije
mensen van het vliegtuig zijn gekomen en na een
korte ondervraging konden beschikken? Waarom
zijn ze niet gearresteerd en is er geen gerechtelijk
onderzoek geopend? Ofwel slaat Egypte de bal
mis, ofwel is onze justitie lichtzinnig.
Waarvan worden de betrokkenen beticht? Wat
werd er meegedeeld door de Egyptische
autoriteiten? Hebben de betrokkenen gerechtelijke
antecedenten? Waren zij bekend bij de
Staatsveiligheid? Hoe verwierven zij de Belgische
nationaliteit?
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Selon nos informations, deux Belges
ont été appréhendés en Egypte et deux en Arabie
Saoudite. Les deux derniers étaient étudiants à
l'université islamique.
Les motifs de leur arrestation demeurent flous et
nous attendons encore des informations
complémentaires des autorités étrangères
concernées.
Selon des informations communiquées au
département des Affaires étrangères, les deux
Belges qui séjournaient en Egypte y étaient
devenus persona non grata.
À ce jour, les quatre Belges ne sont pas connus de
la Sûreté de l'État pour leur implication dans des
organisations terroristes ou extrémistes et ils n'ont
en outre aucun passé judiciaire.
L'Egypte a expulsé le 7 décembre les deux
ressortissants belges ainsi que huit Français. Les
deux Belges ont été remis en liberté le 8 décembre
au matin.
L'ambassadeur belge en Arabie Saoudite a
entrepris des démarches pour pouvoir rencontrer
les deux Belges qui y sont encore en détention.
Nous attendons encore des précisions sur les
circonstances de leur arrestation.
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Volgens onze informatie werden er twee Belgen
aangehouden in Egypte en twee in Saudi-Arabië.
De laatste twee waren studenten aan de
islamitische universiteit.
De redenen van hun aanhouding zijn nog
onduidelijk en we wachten nog op bijkomende
informatie van de betrokken buitenlandse
overheden.
Volgens informatie die werd meegedeeld aan
Buitenlandse Zaken waren de twee Belgen die in
Egypte verbleven daar persona non grata
geworden.
De vier Belgen staan op dit ogenblik niet bij de
Staatsveiligheid bekend als betrokken bij
terroristische of extremistische organisaties. Zij
hebben ook geen gerechtelijk verleden.
Egypte heeft op 7 december de twee Belgische
onderdanen samen met acht Fransen uitgewezen.
De twee Belgen werden op 8 december 's morgens
in vrijheid gesteld.
De Belgische ambassadeur in Saudi-Arabië heeft
stappen ondernomen om de twee Belgen die daar
nog altijd vastzitten, te kunnen ontmoeten. We
wachten nog op preciseringen omtrent de
omstandigheden waarin zij aangehouden werden.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
10
Le parquet fédéral s'est saisi de ces dossiers dans
le cadre de la coopération judiciaire internationale.
Eu égard à la séparation des pouvoirs, je ne puis
fournir de plus amples commentaires sur cette
enquête.
Het federale parket heeft zich over deze dossiers
ontfermd in het kader van de internationale
gerechtelijke samenwerking. Omwille van de
scheiding der machten mag ik over dat onderzoek
geen verdere commentaar geven.
08.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Il est
tout de même très étrange que des personnes
expulsées d'un pays islamique en raison de leurs
liens avec une organisation terroriste ne soient pas
inquiétées lors de leur retour en Belgique. Pourquoi
le département de la Justice n'en a-t-il pas fait
davantage par exemple par le biais de nos
canaux diplomatiques pour pouvoir disposer
rapidement des informations émanant d'Egypte ?
08.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het blijft
toch wel erg bizar dat personen die uit een
islamitisch land uitgewezen worden omwille van
hun banden met een terroristische organisatie, bij
hun terugkeer in België ongemoeid worden gelaten.
Waarom heeft Justitie bijvoorbeeld via onze
diplomatieke kanalen niet meer moeite gedaan
om snel over de informatie uit Egypte te kunnen
beschikken?
Les personnes concernées n'ont pas été arrêtées
dans notre pays parce qu'elles avaient un casier
judiciaire vierge. Il aurait été préférable de les
placer en détention préventive dans l'attente de
renseignements en provenance d'Egypte. J'estime
que le département de la Justice a fait preuve de
légèreté dans ce dossier.
De betrokkenen werden in ons land niet
gearresteerd omdat ze een blanco strafregister
hebben. Het ware beter geweest hen voorlopig aan
te houden in afwachting van de inlichtingen uit
Egypte. De houding van Justitie in dit dossier
beschouw ik als lichtzinnig.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
mort tragique d'un diamantaire anversois lors
d'une perquisition" (n° 13436)
09 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de tragische dood van een Antwerps diamantair
tijdens een huiszoeking" (nr. 13436)
09.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang) : La
mort du diamantaire indien Nikhil Manilal continue
de susciter l'émoi au sein de la communauté
indienne. Si celle-ci est indignée et furieuse, c'est
surtout parce que la perquisition s'est poursuivie
comme si de rien n'était après que le diamantaire a
été victime d'une crise cardiaque qui lui a été fatale.
En ce qui concerne le déroulement des faits
survenus le 7 décembre à Wilrijk, les versions
divergent. Selon les uns, il ne se serait écoulé que
sept minutes entre, d'une part, le début de la
perquisition et la crise cardiaque de M. Manilal
survenue tout de suite après et, d'autre part,
l'arrivée d'une ambulance. Selon l'autre version,
entre quinze et vingt minutes se seraient écoulées
et auraient donc été perdues - entre ces deux
événements.
Cette affaire émeut aussi profondément les
membres du Haut Conseil du Diamant dont une
délégation a été reçue par le premier ministre.
La ministre a-t-elle déjà une idée précise de ce qui
s'est passé ce matin-là à Wilrijk ? Est-il normal
qu'une perquisition se poursuive quand la personne
09.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): De
dood van de Indiase diamanthandelaar Nikhil
Manilal blijft de gemoederen in de Indiase
gemeenschap beroeren. Vooral het feit dat de
huiszoeking gewoon werd voortgezet nadat de
handelaar al een fatale hartaanval had gehad, zorgt
voor verontwaardiging en woede. Over de timing
van wat op 7 december in Wilrijk gebeurd is, lopen
de versies uiteen. Volgens de ene zouden er maar
zeven minuten verlopen zijn tussen de start van de
huiszoeking en de onmiddellijk daaropvolgende
hartaanval van de heer Manilal enerzijds en de
aankomst van een ambulance anderzijds. Volgens
de andere versie zouden er vijftien à twintig
minuren verlopen - en dus ook verloren zijn.
De zaak wekt ook heel wat beroering bij de leden
van de Hoge Raad voor de Diamant. De premier
heeft al een delegatie ontvangen.
Heeft de minister al zicht op wat er die fatale
ochtend in Wilrijk is gebeurd? Is het normaal dat
een huiszoeking wordt voortgezet wanneer de
bewoner bij de aanvang van de huiszoeking onwel
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
11
qui occupe l'habitation perquisitionnée fait un
malaise puis décède au début de la perquisition ?
Quelles instructions le parquet doit-il suivre en
pareil cas
? Une enquête portant sur les
circonstances de la perquisition sera-t-elle menée ?
wordt en overlijdt? Welke instructies moet het
parket in dergelijk geval volgen? Zal er een
onderzoek worden ingesteld naar de
omstandigheden van de huiszoeking?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le jour même où cette perquisition a
eu lieu, j'ai demandé à la procureure générale
d'Anvers de me faire rapport. Elle m'a adressé un
premier rapport duquel il ressort que le parquet
d'Anvers a chargé le service Enquêtes du Comité P
d'enquêter sur les circonstances exactes de la
perquisition. Une enquête étant en cours, je ne puis
provisoirement donner plus d'informations à M.
Tastenhoye.
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Ik heb nog de dag zelf van de huiszoeking via de
procureur-generaal van Antwerpen een verslag
opgevraagd. De procureur-generaal heeft me een
eerste verslag toegestuurd. Hieruit blijkt dat het
Antwerpse parket de dienst Enquêtes van het
Comité P heeft opgedragen een onderzoek in te
stellen naar de exacte omstandigheden van de
huiszoeking. Daar er dus een onderzoek loopt, kan
ik de heer Tastenhoye voorlopig nog niet meer
informatie geven.
Il arrive heureusement très rarement qu'une
personne décède à l'occasion d'une perquisition.
Aucune instruction spécifique relative à cette
matière ne s'applique dès lors au parquet. Les
juges d'instruction devant par ailleurs agir dans la
plus grande indépendance, aucune directive ou
instruction ne leur sera jamais adressée. Le juge
d'instruction doit trancher dans chaque cas
individuel en tenant compte de tous les éléments
du dossier. En l'espèce, le juge d'instruction a jugé
sans aucun doute en âme et conscience que
l'enquête devait être poursuivie. Il appartient à
présent au premier président de la cour d'appel de
juger s'il convient d'enquêter sur la manière dont le
juge d'instruction a agi dans le cadre de cette
affaire.
Dat een persoon bij wie een huiszoeking wordt
uitgevoerd, bij die gelegenheid overlijdt, is gelukkig
heel erg uitzonderlijk. Er bestaan dan ook geen
specifieke instructies voor het parket.
Onderzoeksrechters moeten trouwens in de grootst
mogelijke onafhankelijkheid kunnen werken, zodat
er nooit richtlijnen of instructies tot hen worden
gericht. De onderzoeksrechter moet in elk
individueel geval de knoop doorhakken en daarbij
rekening houden met alle elementen van de zaak.
In dit geval heeft de onderzoeksrechter
ongetwijfeld in eer en geweten - geoordeeld dat het
onderzoek moest wordt voortgezet. Het is nu aan
de eerste voorzitter van het hof van beroep om te
oordelen of er een onderzoek moet worden
ingesteld naar de manier waarop de
onderzoeksrechter in deze zaak heeft gehandeld.
09.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang) : Il est
tout de même étonnant que la ministre ne puisse
donner aucun détail concernant la séquence des
événements liés à cette perquisition. Je suis
convaincu que des dysfonctionnements ont eu lieu
au niveau du parquet et que certaines procédures
n'ont pas été respectées. Je continuerai à suivre
attentivement ce dossier.
09.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Dat
de minister een vijftal dagen na het voorval nog
geen inzage kan geven in de timing van de
huiszoeking, is toch vreemd. Ik ben ervan overtuigd
dat het parket steken heeft laten vallen en dat een
en ander niet volgens het boekje is verlopen. Ik blijf
alleszins dit dossier van nabij volgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. François-Xavier de Donnea à
la vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "la récidive des délinquants
sexuels" (n° 13431)
10 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eersteminister en minister van
Justitie over "de recidive bij seksuele
delinquenten" (nr. 13431)
10.01 François-Xavier de Donnea (MR) : La
semaine passée, la presse a fait état de la
condamnation de deux auteurs récidivistes d'actes
pédophiles. Ces informations poussent à
s'interroger quant à la politique menée par la
10.01 François-Xavier de Donnea (MR): Vorige
week haalde de veroordeling van twee
recidiverende pedofielen de pers. Dergelijke
berichten roepen vragen op over het beleid van
Justitie ten aanzien van recidiverende seksuele
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
12
Justice à l'égard des délinquants sexuels
récidivistes.
Disposez-vous de statistiques relatives aux
récidives dans les infractions à caractère sexuel sur
mineurs ? Quels traitements sont réservés aux
auteurs de tels actes en Belgique et dans d'autres
États européens ? Quel suivi concret leur est
appliqué en prison et après leur sortie ?
delinquenten.
Beschikt u over statistieken met betrekking tot
recidive bij seksueel misbruik van minderjarigen?
Hoe worden de daders in België en in andere
Europese landen behandeld? Hoe worden zij
concreet gevolgd in de gevangenis en na hun
vrijlating?
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je partage votre souci d'instaurer un suivi des
délinquants sexuels lorsqu'ils sont incarcérés. Le
suivi social et psychologique est une compétence
partagée entre la Justice, les Régions et les
Communautés.
En Belgique, les initiatives d'accompagnement des
délinquants sexuels pendant leur détention sont
disparates et, pour la plupart, basées sur le bon
vouloir de l'individu. L'équipe de soins que j'ai
instituée au sein de chaque annexe psychiatrique
et les heures de soins en psychiatrie ne sont pas
spécifiquement destinées aux délinquants sexuels.
C'est pourquoi des moyens budgétaires nouveaux
ont été dégagés pour systématiser
l'accompagnement de ces personnes dans quatre
établissements dès le premier trimestre 2007, avant
évaluation avec les Communautés et les Régions.
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Net als
u vind ik het belangrijk dat seksuele delinquenten
tijdens hun detentie gevolgd worden. Sociale en
psychologische begeleiding is een gedeelde
bevoegdheid van Justitie en de Gewesten en de
Gemeenschappen.
In België zijn de projecten voor de begeleiding van
seksuele delinquenten tijdens hun opsluiting niet op
elkaar afgestemd en hangen ze doorgaans af van
de goede wil van een individu. Het zorgteam dat ik
in elke psychiatrische afdeling heb opgericht, en de
uren psychiatrische verzorging zijn niet specifiek
bestemd voor seksuele delinquenten. Daarom
werden er nieuwe begrotingskredieten uitgetrokken
voor een systematische begeleiding van deze
mensen in vier instellingen vanaf het eerste
trimester van 2007. Een en ander zal later nog
geëvalueerd worden samen met de
Gemeenschappen en de Gewesten.
En ce qui concerne la protection de la société, il
faut mentionner le travail réalisé par les équipes
psychosociales des établissements pénitentiaires.
À leur libération, les auteurs condamnés pour des
faits visés aux articles 372 à 378 du Code pénal et,
lorsque ces faits ont été commis sur des mineurs,
aux articles 379 à 386 ter, sont pris en charge par
des centres spécialisés. Par ailleurs, les
délinquants sexuels qui bénéficient d'une libération
ou d'une probation assortie de conditions sont
obligatoirement suivis par un assistant de justice.
Dans le cas des viols sur personnes mineures, la
récidive légale qui concerne les individus qui ont
déjà été condamnés, sans précision quant à la
nature des faits antérieurs varie de 3 à 6 %.
Les États européens n'ont pas encore tous mis en
place une politique de prise en charge
systématique des auteurs d'infraction à caractère
sexuel, mais la tendance générale va dans ce sens.
Dans l'Union européenne, l'approche la plus
répandue est de type cognitivo-comportemental,
mais il existe également des approches
psychodynamiques ou des approches
médicamenteuses avec prise en charge
Wat de bescherming van de maatschappij betreft,
moet worden verwezen naar het werk van de
psychosociale teams van de strafinrichtingen.
Na hun vrijlating worden de daders die veroordeeld
zijn wegens feiten bedoeld in de artikelen 372 tot
378 van het Strafwetboek en wanneer de feiten
gepleegd werden op kinderen in de artikelen 379
tot 386ter, begeleid door gespecialiseerde centra.
Seksuele delinquenten die een invrijheidstelling of
probatie met voorwaarden genieten, worden
verplicht gevolgd door een justitieassistent.
In het geval van de verkrachting van minderjarige
personen bedraagt de wettelijke herhaling die
betrekking heeft op personen die al werden
veroordeeld ongeacht de aard van de vroegere
feiten 3 tot 6 procent.
Nog niet alle Europese landen hebben een beleid
waarbij de daders van seksuele misdrijven
systematisch worden begeleid, maar dat is wel de
tendens. In de Europese Unie wordt het meest
gebruik gemaakt van de cognitieve
gedragsbenadering, maar er wordt ook gebruik
gemaakt van de psychodynamische aanpak of van
een behandeling met geneesmiddelen in
combinatie met psychosociale begeleiding.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
13
psychosociale.
Enfin, le Conseil de l'Europe planche sur un projet
de convention assortie de recommandations sur le
thème de l'exploitation sexuelle des enfants.
De Raad van Europa, ten slotte, werkt aan een
ontwerpverdrag waarin aanbevelingen worden
geformuleerd met betrekking tot de seksuele
uitbuiting van kinderen.
10.03 François-Xavier de Donnea (MR) : Si la
répartition de compétences entre fédéral et
Communautés ne permet pas de traiter
correctement cette problématique choquante de la
récidive en matière de pédophilie, il serait opportun,
lors d'une prochaine réforme de l'État, de ramener
cette matière dans le giron de l'État fédéral, dans
une perspective de bonne gestion et d'efficacité.
10.03 François-Xavier de Donnea (MR): Indien
de bevoegdheidsverdeling tussen het federale
niveau en de Gemeenschappen ertoe leidt dat
recidive met betrekking tot pedofiele feiten niet
passend kan worden aangepakt, zou het goed zijn
die bevoegdheid ter gelegenheid van een volgende
Staatshervorming terug te brengen naar het
federale niveau, met het oog op een goed en
doeltreffend beheer.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Questions jointes de
- M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les poursuites
judiciaires entamées après des incidents
antisémites survenus lors d'une rencontre
internationale de football en salle à Hasselt le 28
janvier 2004" (n° 13443)
- M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les faits d'agression
commis par des jeunes turcs contre un groupe
de la JRC à Beringen au cours de la période du
21 au 31 juillet 2006" (n° 13445)
- M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les faits d'agression
commis contre un groupe de Juifs hassidiques à
Beringen le 30 novembre" (n° 13446)
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie over "de vervolging van
antisemitische incidenten tijdens een
zaalvoetbalinterland te Hasselt op 28
januari 2004" (nr. 13443)
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie over "de feiten van
agressie door Turkse jongeren gericht tegen een
groep KLJ'ers in de periode 21-31 juli 2006 te
Beringen" (nr. 13445)
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie over "de feiten van
agressie gericht tegen een groep chassidische
Joden op 30 november te Beringen" (nr. 13446)
11.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Le 30
novembre dernier, un groupe de jeunes Turcs a
lancé des pierres en direction d'un groupe de
jeunes hassidiques qui séjournaient au centre pour
jeunes De Kompel, à Beringen. Comme le
bourgmestre de Beringen, j'estime qu'il s'agit en
l'espèce de faits criminels et non pas de simples
gamineries. Dans la mesure où ces jeunes Turcs
ont fait le salut hitlérien et proféré des insultes
antisémites, ils étaient parfaitement conscients de
la portée de leurs actes. En outre, les pierres qu'ils
ont lancées étaient suffisamment grosses pour
occasionner de graves lésions. Il convient
également d'ajouter qu'une kyrielle de faits commis
à l'encontre de ce centre de jeunes ont déjà été
constatés.
La ministre considère-t-elle les faits présentés par
le procureur comme de l'intimidation ? Quatre
personnes majeures se trouvaient parmi les
auteurs turcs des faits. Pourquoi sont-elles traitées
de la même manière que les auteurs mineurs ?
11.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Op 30
november heeft een groep Turkse jongeren stenen
gegooid naar een groep chassidische jongeren die
in het jeugdcentrum De Kompel in Beringen
verbleven. Ik ben het eens met de burgemeester
van Beringen dat het hier om criminele feiten gaat
en niet om louter kwajongensstreken. Aangezien de
Turkse jongeren de Hitlergroet brachten en
antisemitische verwensingen uitten, wisten zij zeer
goed wat ze deden. Ook waren de stenen die zij
gooiden groot genoeg om ernstig letsel te
veroorzaken. Bovendien is er al een waslijst aan
feiten gepleegd tegen het jeugdcentrum.
Acht de minister de door de procureur voorgestelde
straffen voldoende als afschrikking? Onder de
Turkse daders bevonden zich ook vier
meerderjarigen. Waarom worden zij op dezelfde
wijze behandeld als de minderjarige daders?
Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
14
Le Centre pour l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme ne prendrait quant à lui aucune
mesure. Il me semble pourtant que de tels
problèmes ne sont pas de son ressort. La ministre
peut-elle me donner son avis sur la question ?
Racismebestrijding zou helemaal geen
maatregelen nemen. Nochtans is het Centrum
mijns inziens net opgericht voor dit soort
problemen. Misschien kan de minister haar mening
daarover geven?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais)
: Le parquet de Hasselt a
immédiatement ouvert une enquête sur les faits.
Tous les auteurs ont déjà comparu devant le
procureur. Après leur audition, le procureur du Roi,
M. Marc Rubens, a décidé d'entamer la procédure
de la médiation pénale pour les auteurs majeurs et
de proposer une peine alternative pour les auteurs
mineurs d'âge. Tous doivent prester trente heures
de travail d'intérêt général, verser une
indemnisation et présenter leurs excuses aux
victimes. Ceux qui ne respectent pas ces règles
devront comparaître devant le tribunal correctionnel
ou le tribunal de la jeunesse.
Il ne m'appartient pas de formuler des critiques à
propos d'une décision du procureur du Roi si toutes
les dispositions légales sont respectées. Les
peines de travail donnent généralement de bons
résultats avec un nombre peu élevé de récidives.
L'examen de l'affaire des incidents antisémites
survenus lors de la rencontre internationale de
football en salle à Hasselt le 28 janvier 2004 a été
reporté au 2 février 2007 par le tribunal
correctionnel de Hasselt.
Le 21 juillet 2006, un autre incident a eu lieu au
centre pour jeunes De Kompel. Une vitre avait alors
été endommagée et l'incident avait été signalé par
le chef du mouvement de jeunesse KLJ Nazareth.
Rien n'indique qu'il s'agisse des mêmes auteurs.
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het Hasseltse parket heeft onmiddellijk een
onderzoek naar de feiten geopend. Alle daders
werden al voorgeleid voor de procureur. Na hun
verhoor heeft de procureur des Konings, Marc
Rubens, beslist om voor de meerderjarige daders
de procedure van de strafbemiddeling op te starten
en voor de minderjarigen een alternatieve
maatregel voor te stellen. Allemaal moeten ze
dertig uur dienstverlening verrichten, moeten ze
een schadevergoeding betalen en hun excuses
aanbieden aan de slachtoffers. Wie zich niet aan
die regels houdt, zal voor de correctionele
rechtbank of de jeugdrechtbank moeten
verschijnen.
Het is niet aan de minister van Justitie om kritiek te
uiten op een beslissing van de procureur des
Konings als alle wettelijke regels worden
gerespecteerd. Over het algemeen leiden
werkstraffen tot een goed resultaat, met beperkte
recidive.
De behandeling van de antisemitische incidenten
tijdens de zaalvoetbalinterland in Hasselt op 28
januari 2004 is door de correctionele rechtbank van
Hasselt uitgesteld naar 2 februari 2007.
Op 21 juli 2006 vond er inderdaad nog een incident
plaats bij De Kompel. Er werd toen een raam
beschadigd, wat werd aangegeven door de
hoofdleider van de KLJ Nazareth. Er zijn geen
aanwijzingen dat het om dezelfde daders gaat.
11.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Le parquet
applique des procédures distinctes pour les
mineurs d'âge et les majeurs, pour un même
résultat dans les deux cas. Cela me semble
inapproprié mais il ne m'appartient pas de me
prononcer sur la décision indépendante d'un juge.
D'une certaine manière, le magistrat de parquet
applique une politique et, en tant qu'homme
politique, je me permettrai en revanche de
m'exprimer à ce propos. Le parquet de Hasselt a
manqué à ses devoirs et mène une politique
particulièrement laxiste. En outre, il me paraît très
improbable que les jeunes qui s'en prennent au
centre pour la jeunesse soient à chaque fois
11.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Het parket
voert aparte procedures voor de minderjarigen en
de meerderjarigen, maar komt in beide gevallen tot
hetzelfde resultaat. Ik vind dat ongepast, maar het
is niet aan mij om me uit te spreken over de
onafhankelijke uitspraak van een rechter.
Een parketmagistraat voert in zekere zin een
beleid, daarover durf ik mij als politicus wel
uitspreken. Het parket van Hasselt is in gebreke
gebleven en voert een bijzonder laks beleid.
Bovendien lijkt met mij hoogst onwaarschijnlijk dat
het altijd andere jongeren zijn die stenen naar het
jeugdcentrum gooien. In dat geval zouden er in
Beringen honderden criminele jongeren rondlopen!
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
15
différents. Dans cette hypothèse, la ville de
Beringen compterait des jeunes délinquants par
centaines !
Heureusement, il est encore des nationalistes pour
connaître l'histoire. En février 1941, 196 Juifs ont
séjourné au centre de Beringen, en route vers les
chambres à gaz. Je vais proposer au conseil
communal de Beringen d'ériger un mémorial.
Lorsque les jeunes gens juifs reviendront - à notre
invitation, c'est le moins que nous puissions faire -
j'espère qu'une cérémonie sera organisée.
S'il était plus attentif aux faits, le tribunal aurait
compris qu'il ne s'agit pas en l'espèce de
gamineries mais de faits criminels.
Une fois de plus, le dossier du football en salle est
reporté. Je me demande pourquoi. Espère-t-on la
prescription
? Cherche-t-on à étouffer l'affaire,
comme pour le rapport de l'UE sur l'antisémitisme,
lorsqu'il était apparu que la plupart des délits
d'antisémitisme sont commis, dans notre pays, par
des musulmans ?
Je crois qu'il est grand temps que le parquet de
Hasselt se livre à une profonde réflexion.
Het is goed dat er nog nationalisten zijn die de
geschiedenis kennen. In februari 1941 verbleven er
196 joden in dit centrum in Beringen. Zij waren
onderweg naar de gaskamers. Ik zal in de
gemeenteraad van Beringen voorstellen om een
gedenkteken te plaatsen. Wanneer de joodse
jongeren op onze uitnodiging zullen terugkomen
daartoe zijn we minstens verplicht hoop ik dat er
toch zeker een plechtigheid zal plaatsvinden.
Als het gerecht de feiten beter zou opvolgen, zou
men wel inzien dat het hier niet om
kwajongensstreken, maar om criminele feiten gaat.
Het zaalvoetbaldossier wordt weer uitgesteld. Ik
vraag me af waarom. Hoopt men op verjaring? Wil
men het in de doofpot stoppen, zoals ook is
gebeurd met het EU-rapport over antisemitisme
toen daaruit bleek dat de meeste antisemitische
feiten in ons land door moslims worden gepleegd?
Ik denk dat het hoog tijd is voor het Hasseltse
parket om zich eens grondig te bezinnen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M.
Koen
T'Sijen à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
saisie sur les comptes budgétaires de clients des
services d'aide en matière de surendettement
des CPAS" (n° 13455)
12 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "het
beslag op budgetrekeningen van cliënten van
diensten Schuldhulpverlening van
OCMW's" (nr. 13455)
12.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit) : Il apparaît que les
bureaux des recettes des contributions directes
procèdent régulièrement à des saisies sur les
comptes des clients des services d'aide en matière
de surendettement des CPAS. De tels comptes
sont gérés par des assistants sociaux qui versent
simplement un pécule au client et s'occupent du
suivi des plans de paiement. Cette tâche devient
évidemment tout bonnement impossible lorsqu'il est
procédé à une saisie sur le compte.
La ministre est-elle au courant de ces pratiques?
Quel est son point de vue sur la question ? La
ministre est-elle disposée à prendre des initiatives
visant à protéger les comptes budgétaires contre
les saisies effectuées par des tiers? La ministre a-t-
elle l'intention de se concerter à ce sujet avec le
ministre des Finances?
12.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): De
ontvangkantoren van de directe belastingen leggen
blijkbaar regelmatig beslag op budgetrekeningen
en afnamerekeningen van cliënten van de diensten
Schuldhulpverlening van OCMW's. Dergelijke
rekeningen worden beheerd door maatschappelijk
werkers die de cliënt enkel een leefgeld uitkeren en
de afbetalingsplannen opvolgen. Dit wordt uiteraard
onmogelijk wanneer er beslag wordt gelegd op de
rekening.
Is de minister op de hoogte van deze praktijken?
Wat is de visie van de minister op deze
problematiek? Is de minister bereid om een initiatief
te nemen om de budgetrekeningen te beschermen
tegen beslag door derden? Zal de minister hierover
overleg plegen met de minister van Financiën?
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en 12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
16
néerlandais) : Cette matière relève de la
compétence du ministre des Finances. Néanmoins,
je peux vous signaler qu'à partir du 1er janvier
2007, le compte à vue bénéficiera d'une protection
suffisante contre les saisies effectuées par des
tiers. Cette protection s'appliquera en particulier
aux montants non saisissables, tels que les
salaires, les allocations familiales, les allocations de
chômage ou le revenu d'intégration, même lorsque
ces montants sont versés sur un compte à vue, ce
qui n'était pas le cas auparavant.
Deze materie valt uiteraard onder de bevoegdheid
van mijn collega van Financiën. Toch kan ik melden
dat de zichtrekening vanaf 1 januari 2007
voldoende beschermd zal worden tegen beslag
door derden. Dit geldt in het bijzonder voor de
bedragen die niet vatbaar zijn voor beslag, zoals
loon, kinderbijslag, werkloosheidsuitkering of
leefloon, ook wanneer ze op een zichtrekening
worden gestort, wat voordien niet het geval was.
12.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit) : Je m'adresserai
au ministre des Finances pour de plus amples
informations.
12.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Ik zal de minister
van Financiën om meer informatie vragen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Dylan Casaer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"une enquête sur la fraude dans laquelle le nom
du prince Laurent est avancé" (n° 13347)
13 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "een
fraudeonderzoek waarbij prins Laurent wordt
genoemd" (nr. 13347)
13.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit) : En janvier de
l'année prochaine s'ouvrira un procès à charge
d'officiers de la marine et d'entrepreneurs
soupçonnés d'avoir détourné de l'argent public.
L'argent en question aurait notamment été utilisé
pour la rénovation de la villa Clémentine.
Un ancien conseiller du prince Laurent a laissé
entendre dans la presse que le prince était au
courant de ces pratiques et qu'il était lui-même
demandeur.
Quel est exactement le statut du prince sur le plan
de l'immunité pénale ? Pourquoi le prince n'a-t-il
jamais été entendu dans cette affaire ? Les
déclarations faites récemment dans la presse
jettent-elles un éclairage nouveau sur cette affaire ?
Ne serait-il pas préférable que les membres de la
famille royale assurent leur propre subsistance ?
13.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): In januari start er
een proces waar marineofficieren en aannemers
zullen terechtstaan wegens hun vermeende
betrokkenheid bij de verduistering van
overheidsgeld. Dit geld zou gebruikt zijn om de Villa
Clémentine te renoveren.
In de pers geeft een voormalig adviseur van prins
Laurent te kennen dat de prins van deze praktijken
op de hoogte was en dat hij zelfs vragende partij
was.
Wat is het exacte statuut van de prins op het vlak
van strafrechterlijke onschendbaarheid? Waarom
werd de prins nooit gehoord in deze zaak? Werpen
de recente verklaringen in de pers een nieuw licht
op deze zaak? Staan leden van de koninklijke
familie niet beter zelf in voor hun inkomsten?
13.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Seul le Roi jouit d'une immunité
absolue et illimitée sur les plans pénal et civil. Les
autres membres de la famille royale ne jouissent
d'aucune immunité.
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Enkel de Koning beschikt over een absolute en
onbeperkte immuniteit op strafrechterlijk en
burgerrechtelijk gebied. De andere leden van de
koninklijke familie beschikken over geen enkele
immuniteit.
(En français) Puisque le prince Laurent doit être
considéré comme tout autre citoyen, il a les mêmes
devoirs et les mêmes droits, dont celui du secret
d'une éventuelle instruction pouvant le concerner.
En raison de la séparation des pouvoirs, je ne ferai
pas d'autres commentaires.
(Frans) Aangezien prins Laurent op dezelfde
manier als iedere andere burger moet worden
behandeld, heeft hij dezelfde rechten en plichten,
waaronder de geheimhouding betreffende een
eventueel gerechtelijk onderzoek dat op hem
betrekking zou hebben. Gelet op de scheiding der
machten, zal ik geen verdere commentaar geven.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
17
13.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit) : Votre réponse
est hermétique et claire à la fois.
13.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Het antwoord is
cryptisch, maar toch duidelijk.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
financement du projet 'Time Out'" (n° 13359)
14 Vraag van de heer Claude Marinower aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de financiering van het project 'Time Out' "
(nr. 13359)
14.01 Claude Marinower (VLD) : Le ministre
Dupont a déclaré la semaine dernière ne plus
pouvoir affecter de moyens financiers au projet
Time Out, qui assure l'accompagnement d'auteurs
de violences intrafamiliales et conjugales. Il en
résulte évidemment une grande inquiétude sur le
terrain.
La ministre peut-elle confirmer les déclarations du
ministre Dupont ? A-t-elle déjà pris une initiative en
vue de poursuivre le financement de ce projet ?
Quand peut-on escompter une telle initiative ?
14.01 Claude Marinower (VLD): Minister Dupont
verklaarde vorige week dat hij niet meer kan zorgen
voor financiële middelen voor het Time Out-project.
Dit project begeleidt daders van intrafamiliaal en
partnergeweld. Uiteraard zorgt dit voor
ongerustheid op het terrein.
Kan de minister de verklaring van minister Dupont
bevestigen? Heeft de minister reeds een initiatief
genomen voor de verdere financiering van dit
project? Wanneer kan een dergelijk initiatief
verwacht worden?
14.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Jusqu'à présent, le projet Time Out a
effectivement été financé par le ministre de l'Égalité
des chances. Le département de la Justice soutient
toutefois plusieurs projets en matière de lutte contre
la violence conjugale. J'ai informé les responsables
du projet Time Out par écrit de la possibilité
d'obtenir un financement dans le cadre des projets
du Plan global mais ils n'ont pas encore réagi. Il va
de soi que le financement que nous accordons ne
s'applique qu'aux personnes qui aboutissent dans
le projet par la voie judiciaire et non à celles qui y
font appel de leur propre initiative.
La lutte contre la violence intrafamiliale doit être
menée au niveau interdépartemental. C'est
pourquoi le gouvernement a également approuvé le
plan d'action fédéral contre la violence familiale
pour la période 2004-2006.
14.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het Time Out-project werd tot op heden inderdaad
gefinancierd door de minister van Gelijke Kansen.
Justitie steunt echter meerdere projecten inzake de
bestrijding van echtelijk geweld. Ik heb de
verantwoordelijken van Time Out schriftelijk laten
weten dat zij een financiering konden bekomen in
het kader van de projecten van het Globaal Plan,
maar zij hebben nog niet gereageerd. Uiteraard kan
de financiering die wij aanbieden enkel gelden voor
personen die via gerechtelijke weg in het project
terechtkomen, niet voor personen die vrijwillig in het
project stappen.
De strijd tegen het intrafamiliaal geweld moet
interdepartementeel worden aangepakt. Daarom
heeft de regering ook het federale actieplan tegen
huiselijk geweld goedgekeurd voor de periode
2004-2006.
14.03 Claude Marinower (VLD) : Il est surprenant
que les responsables n'aient pas encore réagi à la
proposition de la ministre puisqu'ils s'inquiètent
fortement de l'avenir du projet. Peut-être un
problème se pose-t-il parce que le financement ne
vaut que pour des personnes ayant intégré le projet
par la voie judiciaire. Quand cette proposition a-t-
elle été transmise aux responsables du projet Time
Out ? Quels sont les montants proposés ?
14.03 Claude Marinower (VLD): Het is zeer
verwonderlijk dat de verantwoordelijken nog niet
gereageerd hebben op het voorstel van de minister,
aangezien zij zeer ongerust zijn over de toekomst
van het project. Misschien is er een probleem
omdat de financiering enkel geldt voor de personen
die via gerechtelijke weg in het project
terechtkomen? Wanneer werd dit voorstel verstuurd
naar de verantwoordelijken van het Time Out-
project? Welke bedragen werden voorgesteld?
14.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Je ne dispose pas des informations
en question.
14.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
beschik niet over die informatie.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12/12/2006
CRABV 51
COM 1133
18
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Éric Libert à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'état
d'avancement de la procédure de ratification du
protocole n° 12 à la Convention européenne des
droits de l'homme" (n° 13386)
15 Vraag van de heer Éric Libert aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
stand van zaken van de ratificatieprocedure van
protocol nr. 12 bij het Europees verdrag voor de
rechten van de mens" (nr. 13386)
15.01 Éric Libert (MR) : L'Assemblée du Conseil
de l'Europe a précisé, le 4 octobre dernier, que le
Protocole 12 à la Convention européenne des
droits de l'homme, désormais ratifié par quatorze
États et signé par vingt et un, est d'application en
droit international. Ce qui, en effet, est conditionné
par la signature de dix États.
L'Assemblée s'est étonnée de ce que la Belgique
n'ait pas encore ratifié ce Protocole, dont le texte,
simple, ne peut qu'entraîner une adhésion unanime
et va dans le sens de l'arrêt de 2004 de la Cour
d'arbitrage qui sanctionne la loi anti-discrimination
de 2003, considérée comme trop restrictive. Quel
est l'état d'avancement de la ratification du
Protocole 12 ?
Une réponse officielle a-t-elle été adressée à
l'Assemblée du Conseil de l'Europe par la
Belgique ?
15.01 Éric Libert (MR): De Assemblee van de
Raad van Europa heeft op 4 oktober jongstleden
gepreciseerd dat het Protocol 12 bij het Europees
Verdrag ter bescherming van de rechten van de
mens, dat thans door veertien Staten is
geratificeerd en door éénentwintig Staten is
ondertekend, van toepassing is in internationaal
recht. Dat is immers het geval wanneer tien Staten
het hebben ondertekend.
De Assemblee sprak haar verbazing uit dat België
dat Protocol nog niet heeft geratificeerd; het betreft
immers een eenvoudige tekst, waar iedereen enkel
maar achter kan staan en die dezelfde strekking
heeft als het arrest van 2004 waarin het
Arbitragehof zijn afkeuring uitspreekt over de
antidiscriminatiewet van 2003, die te restrictief
wordt geacht.Hoe staat het met de bekrachtiging
van het Protocol 12?
Heeft ons land een officieel antwoord aan de
Assemblee van de Raad van Europa gericht?
15.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le principe de non-discrimination est déjà consacré
en droit belge par la Constitution et l'article 26 du
Pacte relatif aux droits civils et politiques du 19
décembre 1966, approuvé par la loi du 15 mai
1981.
Seuls quatre États membres de l'Union, et quatorze
membres du Conseil de l'Europe, ont ratifié ce
protocole. Le texte a en effet une ambition
considérable, et sa concision lui donne un champ
d'application très large. Une analyse
interministérielle approfondie est toujours en cours
relative aux difficultés d'application du Protocole à
la réalité belge. J'ai donné instruction à mon
département d'accélérer ce processus de
consultation.
15.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
non-discriminatiebeginsel is reeds in het Belgisch
recht verankerd via de Grondwet en artikel 26 van
het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en
politieke rechten van 19 december 1966 dat door
de wet van 15 mei 1981 werd goedgekeurd.
Slechts vier lidstaten van de Europese Unie en
veertien leden van de Raad van Europa hebben dat
protocol geratificeerd. De tekst heeft ambitieuze
doelstellingen en door zijn bondige formulering
heeft hij een erg breed toepassingsgebied. Op
interministerieel niveau wordt er nog steeds grondig
onderzocht op welke moeilijkheden de toepassing
van het Protocol op de Belgische situatie kan
stuiten. Ik heb mijn departement gevraagd die
overlegprocedure te versnellen.
Ni moi ni mon collègue des Affaires étrangères
n'avons été saisis de cette question par
l'Assemblée du Conseil de l'Europe.
De Assemblee van de Raad van Europa heeft die
aangelegenheid noch bij mezelf noch bij mijn
collega van Buitenlandse Zaken aanhangig
gemaakt.
15.03 Éric Libert (MR) : Vous me faites, mutatis
mutandis, la même réponse qu'il y a trois ans,
époque à laquelle vous envisagiez comme délai
raisonnable pour la ratification mai 2004 ! Pourquoi
15.03 Éric Libert (MR): U geeft me mutatis
mutandis hetzelfde antwoord als drie jaar geleden,
toen u mei 2004 als een redelijke termijn
vooropstelde voor de ractificatie! Vanwaar die
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1133
12/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
ce retard ? Pouvez-vous à présent fixer un délai ?
D'autant plus que votre nouveau projet de loi
semble rencontrer les préoccupations de la Cour
d'arbitrage.
vertraging? Kan u nu een deadline vastleggen? Uw
wetsontwerp komt immers aan de bekommernissen
van het Arbitragehof tegemoet.
15.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Cela ne dépend pas que de mon seul département.
Je préfère ne pas parler de délai. Il a été largement
tenu compte de l'arrêt de la Cour d'arbitrage dans
le projet de loi.
15.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat
hangt niet alleen van mijn departement af. Ik heb
het liever niet over deadlines. In het wetsontwerp
werd ruimschoots rekening gehouden met het
arrest van het Arbitragehof.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
12 h 08.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.08 uur.
Document Outline