CRABV 51 COM 1106
CRABV 51 COM 1106
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mercredi woensdag
22-11-2006 22-11-2006
Après-midi Namiddag

CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Josy Arens au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la déduction
fiscale des frais de logement des étudiants"
(n° 954)
1
Interpellatie van de heer Josy Arens tot de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale aftrekbaarheid van de verblijfkosten voor
studenten" (nr. 954)
1
Orateurs: Joseph Arens, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Joseph Arens, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Motions
2
Moties
2
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
récupération des primes de bilinguisme par les
bureaux de recettes domaniales" (n° 12964)
3
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het recupereren van de tweetaligheidspremies
door de ontvangkantoren der domeinen"
(nr. 12964)
3
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M.
Jean-Marc
Delizée au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'interprétation administrative en matière
d'exonération de précompte immobilier pour
activités pédagogiques" (n° 12965)
4
Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
vice-eersteminister en minister van Financiën over
"de administratieve interpretatie inzake vrijstelling
van onroerende voorheffing voor pedagogische
activiteiten" (nr. 12965)
4
Orateurs:
Jean-Marc Delizée, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Jean-Marc Delizée, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister van
Financiën
Question de M.
Benoît
Drèze au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
démolition des bâtiments des Finances à
Liège" (n° 13020)
5
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
sloop van de gebouwen van Financiën in
Luik" (nr. 13020)
5
Orateurs: Benoît Drèze, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Benoît Drèze, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'application
de l'article
129 du Code des droits
d'enregistrement" (n° 13035)
7
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van artikel 129 van het Wetboek van
Registratierechten" (nr. 13035)
7
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Luc Gustin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
conséquences de l'article 45 § 2 du Code de la
TVA pour les véhicules de remplacement utilisés
par la clientèle des professionnels de l'automobile"
(n° 13053)
8
Vraag van de heer Luc Gustin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
gevolgen van artikel 45 § 2 van het btw-Wetboek
voor de vervangvoertuigen die worden gebruikt
door de klanten van de autoprofessionals"
(nr. 13053)
8
Orateurs: Luc Gustin, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Luc Gustin, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Marie-Christine Marghem au
vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"la directive 92/12/CEE du 25 février 1992 relative
au régime général, à la détention, à la circulation
et aux contrôles des produits soumis à accise"
(n° 13054)
9
Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem aan
de vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de richtlijn 92/12/EEG van 25 februari 1992
betreffende de algemene regeling voor
accijnsproducten, het voorhanden hebben en het
verkeer daarvan en de controles daarop"
(nr. 13054)
9
Orateurs: Marie-Christine Marghem, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
Sprekers: Marie-Christine Marghem, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister van
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
ii
des Finances
Financiën
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
difficultés entourant le traitement des dossiers de
régularisation fiscale" (n° 13056)
10
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
moeilijkheden in verband met de behandeling van
de dossiers inzake fiscale regularisatie"
(nr. 13056)
10
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Didier Reynders, vice-premier
ministre et ministre des Finances
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Didier Reynders, vice-eerste
minister en minister van Financiën
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
compensation fiscale pour les ménages de
travailleurs frontaliers à un seul revenu"
(n° 13070)
12
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de fiscale compensatie van
grensarbeidersgezinnen met slechts één inkomen"
(nr. 13070)
12
Orateurs:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister van
Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
formations certifiées `Personnel et Organisation'"
(n°s 13077 et 13113)
13
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over "de
gecertificeerde opleidingen Personeel &
Organisatie " (nrs 13077 & 13113)
13
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Dirk Van der Maelen au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'application du projet 'Paperless Douanes et
Accises' " (n° 13088)
13
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
vice-eersteminister en minister van Financiën over
"de toepassing van het project 'Paperless Douane
en Accijnzen' " (nr. 13088)
13
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Nathalie Muylle au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
déductibilité en cas de mortalité pour les éleveurs
de porcs ayant conclu un contrat garantissant le
prix de vente" (n° 13115)
15
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aftrek in geval van sterfte voor varkenshouders
met een verkoopprijs-garantiecontract" (nr. 13115)
15
Orateurs: Nathalie Muylle, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Nathalie Muylle, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
construction annoncée du nouveau palais de
justice de Dinant" (n° 13123)
17
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de aangekondigde bouw van het nieuw
gerechtsgebouw van Dinant" (nr. 13123)
17
Orateurs:
Jean-Claude Maene, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Jean-Claude Maene, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister van
Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les mesures
de compétences organisées pour les
fonctionnaires" (n° 13157)
17
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over
"competentiemetingen
georganiseerd voor
ambtenaren" (nr. 13157)
17
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'imposition
commune d'époux mariés sous le régime de la
séparation de biens" (n° 13158)
18
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over "de
gezamenlijke aanslag voor een koppel getrouwd
met scheiding van goederen" (nr. 13158)
18
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
iii
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
1


COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MERCREDI
22
NOVEMBRE
2006
Après-midi
______
van
WOENSDAG
22
NOVEMBER
2006
Namiddag
______



La réunion publique est ouverte à 14 h 52 par M.
François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 14.52 uur en
voorgezeten door de heer François-Xavier de
Donnea.
01 Interpellation de M. Josy Arens au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
déduction fiscale des frais de logement des
étudiants" (n° 954)
01 Interpellatie van de heer Josy Arens tot de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de fiscale aftrekbaarheid van de
verblijfkosten voor studenten" (nr. 954)
01.01 Joseph Arens (cdH) : J'estime qu'il y a
discrimination entre celles et ceux qui habitent près
des établissements universitaires et celles et ceux
qui en sont éloignés et qui se trouvent donc dans
l'obligation de louer un kot pour poursuivre leurs
études. Une réduction d'impôt via la quotité
exemptée d'impôt avec un crédit d'impôt pour les
familles les moins favorisées pourrait contribuer à
atténuer cette surcharge financière.

D'après mes informations, vous êtes favorable à
une telle mesure. Envisagez-vous de prendre, dans
le cadre du budget 2007, des mesures au niveau
fédéral à cet égard ?
01.01 Joseph Arens (cdH): Ik ben van mening dat
er een discriminatie bestaat tussen zij die in de
buurt van een universitaire instelling wonen en zij
die verderaf wonen en bijgevolg verplicht zijn een
kot te huren om verder te studeren. Een
belastingsvermindering via de belastingvrije som
met een belastingskrediet voor de minder gegoede
gezinnen kan een hulpmiddel zijn om die financiële
meerkost te helpen dragen.

Volgens mijn informatie bent u voorstander van een
dergelijke maatregel. Bent u van plan om in het
kader van de begroting voor 2007 hiervoor op
federaal vlak maatregelen te treffen?
01.02 Didier Reynders, ministre (en français) : Le
gouvernement fédéral ne reste pas inactif en
matière d'enseignement et de recherche même si
cette matière relève en grande partie des
Communautés. Nous sommes conscients des
difficultés que les étudiants peuvent rencontrer.
Nous avons mis en place des mesures au niveau
fédéral pour le statut social des étudiants jobistes et
nous avons également progressé en matière
fiscale. Le financement direct d'aides à l'égard des
étudiants entre dans le domaine des bourses
d'étude et des prêts d'étude, qui dépend
directement des Communautés. Si un effort est fait
par les Communautés pour augmenter les moyens
alloués, un effort en parallèle de la part du fédéral
01.02 Minister Didier Reynders (Frans): De
regering levert wel degelijk inspanningen op het
gebied van onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek, ook al ressorteren die
aangelegenheden voor het grootste gedeelte onder
de Gemeenschappen. Wij zijn ons bewust van de
moeilijkheden waarmee studenten soms worden
geconfronteerd. Wij hebben maatregelen op
federaal vlak uitgewerkt met betrekking tot het
sociaal statuut van jobstudenten en wij hebben ook
vooruitgang geboekt op fiscaal gebied. De
rechtstreekse financiering van steunmaatregelen
voor studenten houdt verband met de kwestie van
de studiebeurzen en studieleningen, die
rechtstreeks onder de bevoegdheid van de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
2
est envisageable.
Gemeenschappen valt. Als de Gemeenschappen
een inspanning leveren om de toegekende
middelen te verhogen, kan daarnaast ook een
inspanning van de federale overheid worden
overwogen.
Selon la Cour des comptes, le coût budgétaire de la
proposition se situe entre deux et trois cents
millions d'euros. Nous ne pensions pas à un effort
de cette ampleur, mais si les Communautés ­ en
particulier la Communauté française ­ montraient
leur volonté d'augmenter fortement les moyens
alloués, au travers des bourses d'études et des
conditions de prêt, nous pourrions examiner la
manière de compléter cette mesure par un
dispositif fiscal favorable.
Volgens het Rekenhof schommelt de
begrotingskost van het voorstel tussen de twee en
de driehonderd miljoen euro. We dachten niet aan
een inspanning van die omvang, maar als de
Gemeenschappen - in het bijzonder de Franstalige
Gemeenschap ­ bereid zouden zijn, door middel
van studiebeurzen en leningsvoorwaarden, de
toegekende middelen fors te verhogen, dan kunnen
wij wel onderzoeken op welke manier we deze
maatregel met een voordelige fiscale regeling
kunnen aanvullen.
01.03 Joseph Arens (cdH) : Les Communautés
doivent jouer leur rôle dans ce dossier, mais il ne
faut pas négliger ce que nous pouvons y accomplir
au moyen de la fiscalité. Au moment où le budget
fédéral est en train d'être confectionné, cette
question vaut la peine d'être posée. Je dépose une
motion en conclusion de cette interpellation.
01.03 Joseph Arens (cdH): De Gemeenschappen
hebben een rol te spelen in dit dossier, maar we
moeten ook niet onderschatten wat we op fiscaal
vlak kunnen verwezenlijken. Het loont de moeite
deze vraag te stellen op het moment van de
opmaak van de federale begroting. Tot besluit van
deze interpellatie dien ik een motie in.
01.04 Didier Reynders, ministre (en français) :
Dès que je recevrai une proposition concernant
l'accroissement du financement par les
Communautés, le dossier sera mis sur la table.
01.04 Minister Didier Reynders (Frans): Ik zal het
dossier opnieuw ter tafel brengen zodra ik een
voorstel over de verhoging van de financiering door
de Gemeenschappen ontvang.
01.05 Joseph Arens (cdH) : L'opération fiscale du
gouvernement fédéral n'est pas liée en quoi que ce
soit à une proposition communautaire ou régionale.
01.05 Joseph Arens (cdH): De fiscale maatregel
van de federale regering heeft niets te maken met
een voorstel van de Gemeenschappen of de
Gewesten.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Joseph Arens et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Joseph Arens
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Finances,
demande au gouvernement
de favoriser l'accès à l'enseignement supérieur en
mettant rapidement en oeuvre une réduction de
l'impôt par le biais d'une majoration de la quotité
exemptée d'impôts couplée à un crédit d'impôt pour
chaque jeune ayant atteint l'âge de 18 ans qui
poursuit des études supérieures."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Joseph Arens en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Joseph Arens
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Financiën,
vraagt de regering
het hoger onderwijs toegankelijker te maken door
snel een belastingverlaging in te voeren via een
verhoging van de belastingvrije som gekoppeld aan
een belastingkrediet voor elke jongere die de
leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en hoger onderwijs
volgt."
Une motion pure et simple a été déposée par Mme
Marie-Christine Marghem et par MM. Jacques
Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Marie-Christine Marghem en door de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
3
Chabot, Luc Gustin, Éric Massin, Luk Van Biesen et
Dirk Van der Maelen.
heren Jacques Chabot, Luc Gustin, Éric Massin,
Luk Van Biesen en Dirk Van der Maelen.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
02 Question de M. Jacques Chabot au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
récupération des primes de bilinguisme par les
bureaux de recettes domaniales" (n° 12964)
02 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het recupereren van de
tweetaligheidspremies door de ontvangkantoren
der domeinen" (nr. 12964)
02.01 Jacques Chabot (PS) : Il me revient que les
bureaux de recettes domaniales procèdent à la
récupération de primes de bilinguisme, notamment
à l'égard de fonctionnaires détachés dans des
cabinets ministériels ou mis à disposition d'un
groupe politique.

Or, dans certains cas la prescription de cinq ans
est acquise. Quelle est alors la base légale de ces
méthodes ? N'y a-t-il pas violation des principes de
bonne administration et de l'obligation légale de
motivation ? Comment et à quel coût se passe le
recouvrement en cas de recours à des huissiers ?



Donnerez-vous des instructions pour que la
procédure soit mieux réglementée et que se
maintienne la motivation à apprendre la seconde
langue ?
02.01 Jacques Chabot (PS): Ik heb vernomen dat
de ontvangkantoren der domeinen
tweetaligheidspremies zouden terugvorderen van
ambtenaren die naar ministeriële kabinetten
werden gedetacheerd of ter beschikking van
politieke fracties werden gesteld.

In sommige gevallen is de verjaringstermijn van vijf
jaar echter overschreden. Op welke wettelijke
grondslag berusten die praktijken dan? Worden de
principes van het deugdelijk bestuur en van de
wettelijke motiveringsplicht hier niet geschonden?
Op welke manier zal de invordering gebeuren en
hoeveel zal een en ander kosten wanneer daarvoor
gerechtsdeurwaarders worden ingeschakeld?

Zal u instructies geven om ervoor te zorgen dat de
procedure beter gereglementeerd wordt en dat de
betrokkenen gemotiveerd blijven om de andere
landstaal te leren?
02.02 Didier Reynders, ministre (en français) :
L'attribution de la prime de bilinguisme est régie par
l'arrêté royal du 16 mai 2003.

Si la prime a été payée indûment, le montant est
retenu d'office sur le traitement de l'agent en
service. Si non, il est invité à rembourser, par un
courrier simple, suivi d'un rappel en recommandé.
En cas de non-remboursement, l'ordre de
recouvrement, sur base de l'article 94 des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'État, sera
donné par les bureaux de recettes domaniales.



S'il faut décerner une contrainte, elle sera signifiée
par exploit d'huissier de justice et suivie de saisies
éventuelles.
Nous ne disposons pas de statistiques
actuellement à ce sujet.

Concernant les délais de la prescription, si l'agent
était statutaire, le délai dans lequel la créance doit
être notifiée par lettre recommandée est de cinq
02.02 Minister Didier Reynders (Frans): De
toekenning van de tweetaligheidspremie wordt bij
koninklijk besluit van 16 mei 2003 geregeld.

Indien de premie onterecht is betaald, wordt het
bedrag ervan ambtshalve ingehouden op de wedde
van de in dienst zijnde ambtenaar. Indien dit niet zo
is, wordt de betrokkene bij gewoon schrijven
gevolgd door een bij aangetekende brief verstuurde
rappel verzocht de premie terug te betalen. In geval
van niet-terugbetaling wordt het invorderingsbevel
door de ontvangkantoren der domeinen gegeven
op grond van artikel 94 van de gecoördineerde
wetten op de Rijkscomptabiliteit.

Een mogelijk dwangbevel wordt met een
deurwaardersexploot betekend en kan tot
inbeslagnemingen leiden.
Wij beschikken nu niet over statistieken terzake.


Wat de verjaringstermijnen betreft, zijn er
verschillende mogelijkheden. Als de ambtenaar
statutair was, bedraagt de termijn waarbinnen de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
4
ans ou de trente ans lorsque la perception résulte
de manoeuvres frauduleuses ou de déclarations
fausses, et le délai pour récupérer l'indu est de
trente ans.



Pour les contractuels, si l'indu a été perçu durant le
contrat, le délai est d'un an à dater de la cessation
du contrat ou de cinq ans à partir du délai qui a
donné naissance à l'action. Si l'indu a été perçu
après la fin du contrat, le délai est de dix ans
(article 2262bis du Code civil).






Vous pouvez me communiquer l'identité des
personnes qui pourraient être concernées par ces
récupérations afin d'examiner leur dossier.
vordering bij aangetekend schrijven moet worden
betekend, vijf jaar of dertig jaar wanneer de premie
werd toegekend ten gevolge van frauduleuze
handelingen of valse verklaringen, en bedraagt de
termijn om de onterecht uitbetaalde premie terug te
vorderen, dertig jaar.

Voor de contractuele ambtenaren wordt in de
volgende regeling voorzien. Als de betrokkene de
niet-verschuldigde premie in de loop van zijn
arbeidsovereenkomst ontvangt, bedraagt de termijn
één jaar vanaf de afloop van de
arbeidsovereenkomst of vijf jaar vanaf de termijn
die de vordering heeft doen ontstaan. Indien de
onterecht uitbetaalde premie geïnd werd na afloop
van de arbeidsovereenkomst, bedraagt de termijn
tien jaar (artikel 2262bis van het Burgerlijk
Wetboek).

U kunt mij de naam meedelen van de personen van
wie die premies zouden kunnen worden
teruggevorderd zodat ik hun dossier onder de loep
kan nemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Jean-Marc Delizée au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'interprétation administrative en matière
d'exonération de précompte immobilier pour
activités pédagogiques" (n° 12965)
03 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de administratieve interpretatie inzake
vrijstelling van onroerende voorheffing voor
pedagogische activiteiten" (nr. 12965)
03.01 Jean-Marc Delizée (PS) : Un précompte
immobilier est retenu sur le revenu cadastral de
biens immobiliers situés en Belgique. Des
exonérations sont prévues, notamment pour les
bâtiments abritant des activités liées à
l'enseignement.

La question se pose alors de savoir si, concernant
le domaine de l'enseignement, il s'agit d'une
affectation exclusive ou non comme, par exemple,
pour les petits musées privés. Les musées publics
sont exonérés alors que les musées privés ne le
sont pas. Les musées partiellement en plein air
sont imposés en fonction de leur superficie, ce qui
représente des sommes importantes pour des
musées qui n'ont pas énormément de moyens.


Quelle est la base légale et jurisprudentielle en ce
domaine ? Comment définir le critère exigé par
votre administration de « rapport de maître à
élève » ? Un rapport direct avec la communication
du savoir est-il nécessaire ? Ce critère est-il
suffisant pour définir la notion d'enseignement ?
03.01 Jean-Marc Delizée (PS): Op het kadastraal
inkomen van in België gelegen onroerende
goederen wordt een onroerende voorheffing
geheven. Er bestaat een aantal vrijstellingen, onder
meer voor gebouwen waarin onderwijsgebonden
activiteiten plaatsvinden.

In dat verband rijst, wat het onderwijs betreft, de
vraag of het al dan niet om een exclusieve
bestemming gaat, bijvoorbeeld in verband met de
kleine particuliere musea. Terwijl de openbare
musea een vrijstelling genieten, is dat niet het geval
voor de particuliere musea. De ten dele
openluchtmusea worden belast op grond van hun
oppervlakte en daar zijn aanzienlijke bedragen mee
gemoeid, voor musea die slechts over beperkte
middelen beschikken.

Wat is de wettelijke en jurisprudentiële basis van
die beslissingen? Hoe kan het door uw
administratie gehanteerde criterium betreffende een
"verhouding van meester tot leerling" nader worden
omschreven? Is een rechtstreekse band met de
kennisoverdracht noodzakelijk? Volstaat dat
criterium om het begrip "onderwijs" te omschrijven?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
5
03.02 Didier Reynders, ministre (en français) : En
vertu de l'article 253, 1° CIR 1992, est exonéré du
précompte immobilier le revenu cadastral des biens
immobiliers ou des parties de biens visés à l'article
12, § 1
er
CIR 1992.


Cet article énonce une exception à la règle visée à
l'article 7 CIR 1992 et doit être interprété de
manière restrictive.
Concernant les immeubles ou parties d'immeubles
affectés à l'enseignement, trois conditions doivent
être réunies
: l'absence de but de lucre, un
enseignement systématique et l'affectation
nécessaires à des fins didactiques.



L'appréciation de ces conditions doit se faire au cas
par cas. Je suis disposé à examiner la manière de
re-préciser les conditions de l'exonération, par
exemple sur base d'une proposition de loi.
03.02 Minister Didier Reynders (Frans):
Krachtens artikel 253, 1° van het WIB 1992 is het
kadastraal inkomen van de in artikel 12, § 1 van het
WIB 1992 vermelde onroerende goederen of delen
van onroerende goederen vrijgesteld van
onroerende voorheffing.

Dat artikel voorziet in een uitzondering op de
bepaling van artikel 7 van het WIB 1992 en moet op
een restrictieve manier worden geïnterpreteerd.
Wat de onroerende goederen of delen van
onroerende goederen betreft die voor het onderwijs
zijn bestemd, moet aan drie voorwaarden zijn
voldaan: het ontbreken van een winstoogmerk, het
systematische karakter van het onderwijs en de
noodzakelijke bestemming voor didactische
doeleinden.

Die voorwaarden moeten voor elk geval afzonderlijk
worden beoordeeld. Ik ben bereid om na te gaan
hoe de voorwaarden voor de vrijstelling opnieuw
kunnen worden verduidelijkt, bijvoorbeeld op basis
van een wetsvoorstel.
03.03 Jean-Marc Delizée (PS) : Je tenterai donc
d'approfondir la question.
03.03 Jean-Marc Delizée (PS): Ik zal trachten een
en ander nader te onderzoeken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Benoît Drèze au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
démolition des bâtiments des Finances à
Liège" (n° 13020)
04 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"de sloop van de gebouwen van Financiën in
Luik" (nr. 13020)
04.01 Benoît Drèze (cdH) : Il convient d'envisager
le meilleur aménagement possible des espaces
publics devant la nouvelle gare de Liège. Le
bourgmestre vous aurait d'ailleurs envoyé le
courrier attendu au sujet des bâtiments des
Finances à Liège.
Les bâtiments concernés ont-ils été retirés de la
liste arrêtée par le gouvernement en vue d'une
vente en 2006-2007? Dans la négative et dans le
cadre du budget 2006, quelle est la valeur de vente
espérée par le gouvernement pour chacun des
deux immeubles? Ces montants sont-ils toujours
d'actualité? Enfin, quel est l'avenir des deux
bâtiments?
04.01 Benoît Drèze (cdH): De openbare ruimten
voor het nieuwe station van Luik moeten zo goed
mogelijk aangelegd worden. De burgemeester zou
u trouwens de beloofde brief in verband met de
gebouwen van Financiën in Luik hebben
toegezonden.
Werden de kwestieuze gebouwen van de lijst
geschrapt die de regering met het oog op een
verkoop in 2006-2007 heeft opgesteld? Indien dat
niet gebeurde, hoeveel zal volgens de regering de
verkoop van beide gebouwen voor de begroting
2006 opbrengen? Zijn die bedragen nog niet
achterhaald? Tot slot, wat is de bestemming van
die twee gebouwen?
04.02 Didier Reynders, ministre (en français) : Vu
la décision de l'attribution du marché régi par le
cahier spécial des charges "partenaires immobiliers
SICAFI 2006" suspendue par le Conseil d'État dans
un arrêt du 11 octobre 2006, le Conseil des
ministres a décidé de revoir l'ensemble des voies
juridiques possibles pour atteindre les objectifs
visés pour 2006. Dans le cadre de cette opération
04.02 Minister Didier Reynders (Frans): Nadat
de Raad van State in zijn arrest van 11 oktober
2006 de beslissing van toewijzing van de
overheidsopdracht die door het bijzonder bestek
"vastgoedpartners vastgoedbevak 2006" wordt
geregeld, geschorst had, heeft de ministerraad
beslist alle mogelijke rechtsmiddelen opnieuw te
bekijken teneinde de voor 2006 vastgelegde
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
6
concernant les biens immobiliers de l'État, le
complexe des Finances à Liège est toujours repris
à ce jour dans la liste des biens à valoriser en
2006. En outre, une expertise actualisée est à
prévoir pour toute nouvelle opération. Nous
reviendrons donc probablement avec d'autres
chiffres.


Par ailleurs, j'ai demandé à la Régie des Bâtiments
d'avancer dans la recherche d'un autre site
permettant de reloger les fonctionnaires hébergés
dans ces bâtiments.
Enfin, je serais heureux de recevoir un courrier
fondé sur une décision de la Ville de Liège.
doelstellingen alsnog te halen. In het kader van die
operatie betreffende de onroerende
overheidsgoederen, staat het gebouwencomplex
van Financiën in Luik nog steeds op de lijst van de
goederen die in 2006 moeten gevaloriseerd
worden. Bovendien moet de waarde van de
goederen bij elke nieuwe operatie opnieuw geschat
worden. We zullen dus waarschijnlijk andere cijfers
voorleggen.
Voorts heb ik de Regie der Gebouwen gevraagd zo
snel mogelijk een andere site te vinden voor de
huisvesting van de ambtenaren die thans in die
gebouwen werken.
Tot slot zou ik graag een brief ontvangen waarin
met een beslissing van de stad Luik wordt rekening
gehouden.
04.03 Benoît Drèze (cdH) : Je comprends qu'il
faille une nouvelle expertise vu le calendrier
prolongé. Pourriez-vous me donner les anciens
chiffres?
04.03 Benoît Drèze (cdH): Ik begrijp dat er een
nieuwe schatting moet worden uitgevoerd, vermits
de operatie langer duurt. Kan u me de oude cijfers
bezorgen?
04.04 Didier Reynders, ministre (en français) : Je
demanderai les chiffres.
04.04 Minister Didier Reynders (Frans): Ik zal de
cijfergegevens opvragen.
04.05 Benoît Drèze (cdH) : Vous cherchez un
autre site pour reloger les fonctionnaires. Vous
envisagez donc de libérer les bâtiments?
04.05 Benoît Drèze (cdH): U bent op zoek naar
een nieuwe huisvesting voor de ambtenaren. U
bent dus van plan de gebouwen te ontruimen?
04.06 Didier Reynders, ministre (en français) : De
manière systématique, je fais toujours déménager
les agents du département avant de démolir un
immeuble. Je n'ai encore jamais fait détruire un
immeuble en y laissant des agents du département.
04.06 Minister Didier Reynders (Frans): Ik heb
de gewoonte de ambtenaren van mijn departement
te doen verhuizen voor ik een gebouw laat
afbreken. Ik heb nog nooit een gebouw laten
afbreken met het personeel erin.
04.07 Benoît Drèze (cdH) : Comme c'est drôle !
Cependant, tout en envisageant de libérer le site,
vous dites qu'il figure toujours dans la liste des
biens à vendre en 2006. Cette contradiction me
laisse perplexe.
04.07 Benoît Drèze (cdH): Ik lig dubbel! Terwijl u
er enerzijds aan denkt de site te ontruimen, zegt u
dat hij nog steeds voorkomt op de lijst van de in
2006 te verkopen goederen. Die tegenstrijdigheid
slaat me met verstomming.
04.08 Didier Reynders, ministre (en français) :
Nous pouvons très bien imaginer de nous installer
ailleurs et donc de ne plus être locataires de ce
bâtiment. Je veux bien vous communiquer les
chiffres, mais si la ville de Liège prévoit dans son
budget des montants, soit au travers d'une
expropriation soit par le biais d'un achat pour
acquérir ce bâtiment, elle en deviendra propriétaire
sans aucun problème.
04.08 Minister Didier Reynders (Frans): We
kunnen ons perfect voorstellen dat we elders
onderdak zouden vinden en dus niet langer huurder
zouden zijn van dat gebouw. Ik ben bereid u de
cijfers mee te delen, maar indien de stad Luik in
haar begroting bepaalde bedragen heeft
uitgetrokken om dat gebouw, via een onteigening of
een aankoop, te verwerven dan zal ze er
probleemloos eigenaar van worden.
04.09 Benoît Drèze (cdH) : Vous ne pensez pas
que le prix sera beaucoup plus élevé après une
vente que dans le cadre de la SOPIMA actuelle?
04.09 Benoît Drèze (cdH): Denkt u niet dat de
prijs veel hoger zal zijn na een verkoop dan in het
raam van SOPIMA?
04.10 Didier Reynders, ministre (en français) :
Les procédures d'expropriation et de valorisation
04.10 Minister Didier Reynders (Frans): De
procedures op het stuk van onteigening en
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
7
sont identiques. Evidemment, la valeur du bâtiment
à Liège diffère de celle de la Tour des Finances.
waardebepaling zijn identiek. De waarde van het
gebouw in Luik is natuurlijk niet te vergelijken met
die van de Financietoren.
Il s'agissait de vingt-deux millions d'euros pour
l'ensemble du site. C'est pour cela que je vous
parlais de décision formelle de la part de la Ville de
Liège.
Het ging om tweeëntwintig miljoen euro voor de
hele site. Precies daarom sprak ik u van een
formele beslissing van de stad Luik.
04.11 Benoît Drèze (cdH) : Serait-ce à la Ville de
prévoir un tel budget?
04.11 Benoît Drèze (cdH): Zou de stad in een
dergelijk budget moeten voorzien?
04.12 Didier Reynders, ministre (en français) : Ou
à quelqu'un d'autre. Sauf si, dans un budget de
l'État, on décidait d'apporter un immeuble d'une
valeur de vingt-deux millions d'euros à la Ville de
Liège.
04.12 Minister Didier Reynders (Frans): Of
iemand anders. Behalve indien beslist zou worden,
in een begroting van de Staat, om een gebouw ter
waarde van tweeëntwintig miljoen euro toe te
wijzen aan de stad Luik.
04.13 Benoît Drèze (cdH) : Ou un promoteur privé
qui serait partenaire. Tout est ouvert.
04.13 Benoît Drèze (cdH): Of een privépromotor
die partner zou zijn. Alle mogelijkheden staan open.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Bart Tommelein au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'application de l'article 129 du Code des droits
d'enregistrement" (n° 13035)
05 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de toepassing van artikel 129 van het
Wetboek van Registratierechten" (nr. 13035)
05.01 Bart Tommelein (VLD) : Lors d'une fusion
silencieuse, une fusion où la société absorbante
possède toutes les actions de la société absorbée,
il n'est pas question d'un apport. En vertu des
articles 129 et 130 du Code des droits
d'enregistrement, un droit de vente doit être perçu
sur toutes les opérations qui ne constituent pas un
apport. Il s'agit d'une lourde imposition, le droit
proportionnel de vente s'élevant à 10 % en Flandre
et à 12,5 % en Wallonie.

La Cour de cassation a toutefois jugé, dans un arrêt
du 9 mars 2006, qu'il est bel et bien question
d'apport lors d'une fusion silencieuse étant donné
que le Code des sociétés assimile une fusion
silencieuse à une fusion par absorption. Des
doutes subsistent quant à savoir si le fisc s'inclinera
devant cet arrêt.

Quelle règle est d'application lors d'une fusion
silencieuse ?
05.01 Bart Tommelein (VLD): Bij een geruisloze
fusie, een fusie waarbij de overnemende
vennootschap alle aandelen bezit van de
opgeslorpte vennootschap, is er geen sprake van
een inbreng. Volgens artikelen 129 en 130 van het
Wetboek van registratierechten moet op alle
verrichtingen die geen inbreng zijn, een
verkooprecht worden geheven. Omdat het
evenredig verkooprecht in Vlaanderen 10 procent
en in Wallonië 12,5 procent bedraagt, betekent dit
een zware belasting.

Het Hof van Cassatie bepaalde in een arrest van 9
maart 2006 evenwel dat er bij een geruisloze fusie
wel degelijk sprake is van inbreng, want het
Wetboek van vennootschappen stelt een geruisloze
fusie gelijk met een fusie door overneming. Er
bestaat twijfel over of de fiscus zich bij dat arrest
zal neerleggen.

Welke regel is van toepassing bij een geruisloze
fusie?
05.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais) :
L'administration s'est inclinée devant l'arrêt de la
Cour de cassation du 9 mars 2006. La fusion
silencieuse est considérée comme une opération
assimilée à la fusion par absorption et ne tombe
dès lors pas dans le champ d'application des
05.02 Minister Didier Reynders (Nederlands) : De
administratie heeft zich neergelegd bij het arrest
van het Hof van Cassatie van 9 maart 2006. De
geruisloze fusie wordt beschouwd als een met fusie
door overneming gelijkgestelde verrichting en valt
derhalve niet onder het toepassingsgebied van de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
8
articles 129 et 130 du Code des droits
d'enregistrement.

L'administration a déjà mentionné cet élément lors
de la publication de l'arrêt sur Fisconet. Il a
également été expressément annoncé que
l'ancienne décision administrative était caduque et
que l'exonération s'appliquait aussi en l'espèce.
artikelen 129 en 130 van het Wetboek van
registratierechten.

Bij de publicatie van dit arrest op Fisconet heeft de
administratie dit reeds vermeld. Ook heeft men
uitdrukkelijk meegedeeld dat de vroegere
administratieve beslissing vervalt en de vrijstelling
ook in dergelijk geval geldt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Luc Gustin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
conséquences de l'article 45 § 2 du Code de la
TVA pour les véhicules de remplacement utilisés
par la clientèle des professionnels de
l'automobile" (n° 13053)
06 Vraag van de heer Luc Gustin aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"de gevolgen van artikel 45 § 2 van het btw-
Wetboek voor de vervangvoertuigen die worden
gebruikt door de klanten van de
autoprofessionals" (nr. 13053)
06.01 Luc Gustin (MR) : Le texte actuel de l'article
45, § 2, alinéa 2 du Code de la taxe sur la valeur
ajoutée ne permet pas aux professionnels de
l'automobile, qui mettent un véhicule de
remplacement à la disposition de leur clientèle
pendant l'immobilisation de leur propre véhicule, de
bénéficier d'une déduction normale des taxes ayant
grevé en amont l'acquisition et les biens et services
se rapportant au véhicule utilisé à cette fin.


Seuls les vendeurs de véhicules et les assujettis
dont l'activité économique consiste dans la location
de véhicules automobiles accessibles à quiconque,
peuvent bénéficier de l'exception à la limitation à
50% au maximum de la déduction des taxes en
amont instaurée par ledit article 45 du Code de la
TVA.


N'estimez-vous pas qu'il y a lieu de mettre fin à la
discrimination qui résulte de ce texte entre les
loueurs de véhicules, d'une part, et les
professionnels de l'automobile, d'autre part, qui
mettent également à disposition à titre onéreux un
véhicule au consommateur ?
06.01 Luc Gustin (MR): Overeenkomstig de
huidige tekst van artikel 45, § 2, 2
e
lid, van het
Wetboek van de belasting over de toegevoegde
waarde hebben de garagisten die hun klanten een
vervangwagen aanbieden voor de duur van de
herstelling van hun wagen, geen recht op een
normale aftrek van de voorbelasting die ze betaald
hebben voor de verwerving en de goederen en
diensten die betrekking hebben op het voertuig dat
daarvoor gebruikt wordt.

Alleen de verkopers van voertuigen en de
belastingplichtigen wier economische activiteit
bestaat uit het verhuren van voertuigen die voor
iedereen toegankelijk zijn, hebben recht op een
uitzondering op de beperking tot 50 procent van het
maximum van de afrek van de voorbelasting die
door het voornoemde artikel 45 van het btw-
Wetboek werd ingevoerd.

Is u niet van mening dat er een einde moet worden
gesteld aan de door die tekst ingevoerde
discriminatie tussen de verhuurders van voertuigen
enerzijds en de garagisten anderzijds die eveneens
tegen betaling een voertuig ter beschikking van de
consumenten stellen?
06.02 Didier Reynders, ministre (en français) : La
location d'une voiture est en fait un contrat de
location d'un bien mobilier, un contrat par lequel
l'une des parties s'engage à octroyer la jouissance
d'un bien à l'autre partie pendant une certaine
période et moyennant le payement d'un prix
convenu. Il s'ensuit qu'un assujetti qui s'organise
pour mettre à disposition de quiconque de sa
clientèle des voitures automobiles pendant une
certaine durée moyennant le payement d'un prix
conforme au marché, doit pouvoir bénéficier de la
déduction totale de la TVA grevant l'acquisition et
06.02 Minister Didier Reynders (Frans): De
verhuur van een voertuig is eigenlijk een
huurcontract van een roerend goed, een
overeenkomst waardoor een van de partijen zich
ertoe verbindt het genot van een goed gedurende
een bepaalde periode en tegen de betaling van een
overeengekomen prijs aan de andere partij toe te
kennen. Daaruit volgt dat een belastingplichtige die
systematisch aan al zijn klanten voertuigen ter
beschikking stelt voor een bepaalde periode tegen
betaling van een marktconforme prijs, recht heeft
op de volledige aftrek van de btw op de verwerving
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
9
les frais se rapportant aux véhicules utilisés à cette
fin.

Pour autant que ces conditions soient respectées, il
n'y a pas de discrimination entre les loueurs de
véhicules, d'une part, et les professionnels de
l'automobile, d'autre part, qui mettent à disposition
à titre onéreux un véhicule au consommateur. Dans
le cadre des dispositions légales, on pourrait
envisager d'ailleurs d'omettre dans le texte de la loi
la référence "à quiconque", pour qu'il n'y ait aucune
difficulté. De toute façon il n'y a aucune
conséquence budgétaire en la matière puisque les
entreprises récupèrent à 100% la TVA en cause.
en de kosten verbonden aan de voertuigen die
daarvoor worden gebruikt.

Voor zover die voorwaarden worden nageleefd, is
er geen sprake van een discriminatie tussen de
verhuurders van voertuigen enerzijds en de
garagisten die tegen betaling een voertuig ter
beschikking van de consumenten stellen,
anderzijds. In het kader van de wettelijke
bepalingen zou men trouwens kunnen overwegen
in de wettekst de verwijzing "voor iedereen" weg te
laten om alle moeilijkheden te voorkomen. Hoe dan
ook is er geen enkele budgettaire weerslag, vermits
de ondernemingen de kwestieuze btw volledig
kunnen terugvorderen.
Le président
: Si la voiture est prêtée
gracieusement au client, il y a un problème, mais
c'est là un autre débat.
De voorzitter: Indien het voertuig gratis aan de
klant wordt uitgeleend, is er een probleem, maar
dat is een andere discussie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Marie-Christine Marghem
au vice-premier ministre et ministre des Finances
sur "la directive 92/12/CEE du 25 février 1992
relative au régime général, à la détention, à la
circulation et aux contrôles des produits soumis
à accise" (n° 13054)
07 Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem
aan de vice-eersteminister en minister van
Financiën over "de richtlijn
92/12/EEG van
25
februari
1992 betreffende de algemene
regeling voor accijnsproducten, het voorhanden
hebben en het verkeer daarvan en de controles
daarop" (nr. 13054)
07.01 Marie-Christine Marghem (MR) : L'article
premier de l'arrêté royal n° 1 du 29 décembre 1992
relatif aux mesures tendant à assurer le paiement
de la TVA prévoit que l'assujetti, qui livre des biens
en Belgique à des personnes physiques, doit
délivrer une facture si ces biens sont destinés à un
usage économique, ou de la même espèce que
ceux dont l'acquéreur fait le commerce. Mais il est
impossible à l'assujetti, lors d'une vente au détail
en magasin constatée par ticket de caisse, de
deviner la qualité de commerçant du client en
fonction des quantités achetées.


L'article 9 de la directive du 25 février 1992 relative
au régime général, à la détention, à la circulation et
aux contrôles des produits soumis à accise qui fixe
des niveaux indicatifs pour établir que des produits
mis à la consommation ne sont pas acquis à des
fins commerciales, prévoit, lui, des seuils pour
déterminer si un achat de boisson est fait à des fins
privées. L'administration belge des douanes et
accises les reconnaît comme seuils d'achats à des
fins privées lorsqu'un voyageur ramène ses achats
en Belgique depuis un autre État européen.

07.01 Marie-Christine Marghem (MR): Artikel 1
van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december
1992 met betrekking tot de regeling voor de
voldoening van de belasting over de toegevoegde
waarde bepaalt dat de belastingplichtige die in
België goederen levert aan natuurlijke personen,
een factuur moet uitreiken wanneer de goederen
bestemd zijn voor een economisch gebruik, of
wanneer ze behoren tot de soort waarin de
verkrijger handel drijft. In het geval van een
detailverkoop met kasticket, kan de
belastingplichtige echter onmogelijk uit de
aangekochte hoeveelheden afleiden dat de klant
een handelaar is.

Artikel 9 van de richtlijn van 25 februari 1992
betreffende de algemene regeling voor
accijnsproducten, het voorhanden hebben en het
verkeer daarvan en de controles daarop, dat de
indicatieve niveaus bepaalt om vast te stellen of de
in het verbruik gebrachte producten voor
commerciële doeleinden bestemd zijn, bepaalt de
drempels aan de hand waarvan kan worden
nagegaan of een drank voor privédoeleinden werd
aangekocht. De Belgische administratie van
douane en accijnzen hanteert diezelfde drempels
wanneer een reiziger zijn in een andere Europese
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
10

Il en résulte qu'un client belge peut acheter 90 litres
de vin en France sans facture, alors que pour ce
même achat en Belgique, le commerçant doit lui
délivrer une facture car cet achat sera présumé à
des fins commerciales.


Existe-t-il des limites quantitatives pour différencier,
au niveau de l'obligation de facturation prévue par
la législation TVA, les quantités de boissons
achetées à des fins privées ou professionnelles
dans le commerce de détail ? Sinon, peut-on
considérer que les normes prévues par la directive
de 1992 constituent également des seuils à
respecter dans le cadre de l'obligation de
facturation, telle que prévue par l'arrêté royal du 29
décembre 1992 ?
lidstaat verrichte aankopen meebrengt naar België.

Een en ander brengt mee dat een Belgische klant
in Frankrijk negentig liter wijn kan kopen zonder
factuur, terwijl de handelaar hem, voor dezelfde
aankoop in België, een factuur moet uitreiken
omdat wordt vermoed dat het om een aankoop met
commerciële doeleinden gaat.

Bestaan er kwantitatieve grenzen om, wat de
facturatieverplichting uit de btw-wetgeving betreft,
een onderscheid te maken tussen de dranken die
voor professionele dan wel voor privédoeleinden
worden aangekocht? Zo niet, kan worden
beschouwd dat de door de richtlijn van 1992
vooropgestelde normen tevens de na te leven
drempels zijn in het raam van de
facturatieverplichting die door het koninklijk besluit
van 29 december 1992 wordt voorgeschreven?
07.02 Didier Reynders, ministre (en français) : Il
s'agit d'un problème d'interprétation de l'article
premier de cet arrêté royal n° 1 du 29 décembre
1992, qui prévoit en effet que, lors d'une livraison
de biens à un particulier pour usage privé, il faut
délivrer une facture lorsque les quantités fournies
sont manifestement destinées à un usage
économique.


Or, l'article 9 de la directive 92/12/CEE du 25 février
1992 fixe des niveaux indicatifs qui permettent
d'établir que les produits acquis par des particuliers
dans un autre État membre de l'Union doivent être
considérés comme acquis à des fins non
commerciales.
07.02 Minister Didier Reynders (Frans): Het gaat
om een interpretatieprobleem betreffende artikel 1
van het koninklijk besluit van 29 december 1992,
dat inderdaad bepaalt dat, wanneer aan een
particulier goederen worden geleverd voor zijn
privégebruik, een factuur moet worden uitgereikt
wanneer de verkochte hoeveelheden kennelijk
bestemd zijn voor een economisch gebruik.

Artikel 9 van de richtlijn 92/12/EEG van 25 februari
1992 bepaalt indicatieve niveaus om vast te stellen
of de door particulieren in een andere lidstaat
aangekochte producten moeten worden
beschouwd als aangekocht voor niet-commerciële
doeleinden.
Cette disposition fut transposée par l'article 9 de la
loi du 10 juin 1997. La disposition étant de stricte
application et ayant fait l'objet d'arrêts de la Cour de
Justice européenne, elle devrait aussi servir de
base en matière d'obligation de facturation à la TVA
pour les produits d'accises. Il n'est pas opportun de
contraindre un particulier qui acquiert des produits
d'accises en Belgique à une facture, alors que la
même acquisition dans un autre État s'effectue
avec un simple ticket de caisse.


L'équité fiscale doit être de mise
: il s'agit
d'appliquer les mêmes règles en matière de TVA
que d'accises.
Die bepaling werd omgezet door artikel 9 van de
wet van 10 juni 1997. Aangezien de bepaling strikt
moet worden toegepast en aanleiding heeft
gegeven tot arresten van het Europees Hof van
Justitie, moest zij ook als grondslag dienen met
betrekking tot de verplichting met betrekking tot de
BTW-facturatie voor accijnsproducten. Het is niet
opportuun om een particulier die accijnsproducten
in België aankoopt te verplichten een factuur te
vragen, terwijl voor dezelfde aankoop in een andere
lidstaat een kasticket volstaat.

Er moet een fiscale billijkheid gelden: het komt erop
aan dezelfde regels toe te passen inzake BTW als
inzake accijnzen.
L'incident est clos.

Het incident is gesloten.
08 Question de M. Melchior Wathelet au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
08 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
11
"les difficultés entourant le traitement des
dossiers de régularisation fiscale" (n° 13056)
over "de moeilijkheden in verband met de
behandeling van de dossiers inzake fiscale
regularisatie" (nr. 13056)
08.01 Melchior Wathelet (cdH) : Instaurée par la
loi-programme du 27 décembre 2005, la procédure
de régularisation fiscale (DLUbis), n'est toutefois
effective que depuis la promulgation de l'arrêté
royal du 8 mars 2006 portant création du point de
contact « Régularisation » du SPF Finances et de
l'arrêté royal du 9 mars 2006 fixant les modèles de
formulaire à utiliser pour introduire une demande.



Bien que le point de contact dispose de trente jours
pour informer de la recevabilité de la déclaration, il
me revient que certains dossiers déposés en juin
dernier ne seraient toujours pas traités. Ce retard
serait dû à la complexité des dossiers et le fait que
seulement trois fonctionnaires seraient chargés du
traitement des demandes.


Le point de contact « Régularisation » informe-t-il
les demandeurs de la recevabilité de leur requête
dans les trente jours suivant la réception de leur
déclaration ? Quelles sont les raisons des retards,
et comptez-vous prendre des initiatives pour que
les demandes soient traitées dans le délai prévu ?


Enfin, disposez-vous du dernier montant des
régularisations ? Il y a cinq ou six semaines, le
montant était estimé à 4,5 millions d'euros. Qu'en
est-il aujourd'hui ?
08.01 Melchior Wathelet (cdH): De
programmawet van 27 december 2005 bevat de
invoering van de fiscale regularisatie (EBAbis).
Deze is echter maar uitvoerbaar geworden sinds de
afkondiging van het koninklijk besluit van 8 maart
2006 tot oprichting van een 'Regularisatie'-
contactpunt van de FOD Financiën en van het
koninklijk besluit van 9 maart 2006 dat de modellen
van de te gebruiken formulieren voor het indienen
van een aangifte vastlegt.

Hoewel het contactpunt over dertig dagen beschikt
om de indiener in te lichten over de ontvankelijkheid
van de aangifte, heb ik vernomen dat sommige
dossiers die in juni werden ingediend nog steeds
niet afgehandeld zijn. Deze vertraging zou te wijten
zijn aan de complexiteit van die dossiers en aan het
feit dat slechts drie ambtenaren belast zijn met het
afhandelen van de aanvragen.

Is het zo dat het contactpunt 'Regularisatie' de
indieners binnen de dertig dagen na ontvangst van
de aangifte inlicht over de ontvankelijkheid van hun
aanvraag? Wat is de oorzaak van de vertragingen,
en bent u van plan om extra maatregelen te nemen
om de aanvragen binnen de geplande termijn te
kunnen behandelen?

Ten slotte, kent u het jongste bedrag van de
regularisaties? Vijf of zes weken geleden werd het
bedrag geschat op 4,5 miljoen euro. Hoe staat het
daar vandaag mee?
08.02 Didier Reynders, ministre (en français) : Je
dispose de certains chiffres, mais pas de ceux-là !
Quelque 1292 déclarations de régularisation ont été
introduites jusqu'ici, et 461 attestations, rédigées.
L'article 124 § 3 de la loi-programme du 27
décembre 2005 précise que le point de contact
« Régularisation » doit avertir dans un délai de
trente jours de la recevabilité de la demande mais
aussi informer du montant du prélèvement.

Beaucoup de demandes sont incorrectes ou
incomplètes. Il y a également la complexité de
certains dossiers, comme lors de la régularisation
de revenus immobiliers de biens situés à l'étranger.
Cela dit, des initiatives sont prises pour recruter de
nouveaux collaborateurs pour le point de contact
« Régularisation » ; le nombre actuel n'est d'ailleurs
pas aussi limité que vous l'indiquez.
08.02 Minister Didier Reynders (Frans): Ik heb
wel enkele cijfers, maar niet die welke u vraagt! Tot
op heden werden ongeveer 1292
regularisatieaangiftes ingediend, en zijn 461
attesten opgesteld. Artikel 124 § 3 van de
programmawet van 27 december 2005 verduidelijkt
dat het contactpunt 'Regularisatie' de indieners
binnen een termijn van dertig dagen moet inlichten
over de ontvankelijkheid van de aanvraag en over
het bedrag van de heffing.

Veel aanvragen zijn onjuist of onvolledig. De
complexiteit van sommige dossiers speelt ook een
rol, zoals bij een regularisatie van onroerende
inkomsten van goederen in het buitenland. We
hebben echter initiatieven genomen om nieuwe
medewerkers voor het contactpunt 'Regularisatie'
aan te werven; er zijn momenteel trouwens meer
medewerkers dan u heeft aangegeven.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
12
08.03 Melchior Wathelet (cdH) : J'imagine que le
délai de trente jours ne commence à courir qu'à
partir du moment où seule la « bonne » demande
est introduite. Une sanction est-elle prévue à la fin
de ce délai ?
08.03 Melchior Wathelet (cdH): Ik veronderstel
dat de termijn van dertig dagen maar begint te
lopen vanaf het moment dat enkel de "goede"
aanvraag is ingediend. Is er aan het einde van deze
termijn in een sanctie voorzien?
08.04 Didier Reynders, ministre (en français) : Le
législateur que vous êtes ne l'a pas prévue !
08.04 Minister Didier Reynders (Frans): De
wetgever die u bent heeft daarin niet voorzien!
08.05 Melchior Wathelet (cdH) : Cela vaut peut-
être mieux !

Plus de trois personnes sont affectées à ces
systèmes, au sein de la division ruling. Je me
réjouis que vous comptiez encore étoffer ce
nombre.
08.05 Melchior Wathelet (cdH): Dat is misschien
beter!


Er zijn nu meer dan drie mensen betrokken bij die
systemen, binnen de afdeling ruling. Het doet me
genoegen dat u van plan bent dit aantal te
verhogen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
compensation fiscale pour les ménages de
travailleurs frontaliers à un seul revenu"
(n° 13070)
09 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de fiscale compensatie van
grensarbeidersgezinnen met slechts één
inkomen" (nr. 13070)
09.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang)
:
Lorsque j'ai interrogé le ministre le 21 juin à propos
de la discrimination fiscale dont font l'objet les
ménages de travailleurs frontaliers, il a évoqué un
éventuel avantage fiscal auquel donnent droit les
enfants dans les pays voisins. Les travailleurs
frontaliers bénéficient, en effet, aux Pays-Bas de
l'exonération d'une somme donnée qui est toutefois
inférieure à ce qu'elle est en Belgique. La réduction
fiscale pour enfants et parents à charge ne leur est
pas non plus accordée.
C'est pourquoi notre groupe a déposé une
proposition de loi adaptant l'article 134 CIR de
manière telle que les sommes exonérées et les
déductions pour enfants ou parents à charge
puissent également être calculées sur le revenu qui
n'est pas le plus élevé. Toutefois, cette mesure
n'offre aucun avantage aux ménages de travailleurs
frontaliers à un seul revenu.

Le ministre est-il disposé à accorder à ces
ménages une compensation pour les avantages
fiscaux dont ils ne bénéficient pas ?
09.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Toen
ik de minister op 21 juni ondervroeg over de fiscale
discriminatie van grensarbeidersgezinnen, wees hij
op een mogelijk belastingvoordeel voor kinderen in
de buurlanden. Grensarbeiders genieten inderdaad
van een belastingvrije som in Nederland, maar
deze is lager dan in België. De
belastingvermindering voor kinder- en ouderopvang
gaat ook aan hen voorbij.


Onze fractie diende daarom een wetsvoorstel in dat
artikel 134 WIB aanpast zodat de belastingvrije
sommen en de aftrekken voor kinder- en
ouderopvang ook op het inkomen kunnen berekend
worden dat niet het hoogste is. Voor
grensarbeidersgezinnen met slechts één inkomen
brengt dit echter geen soelaas.


Is de minister bereid deze gezinnen te
compenseren voor de gederfde
belastingvoordelen?
09.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais) :
Dans le domaine de la fiscalité internationale sur le
revenu, il est un principe admis qui veut que les
avantages fiscaux qui ont trait à la situation
personnelle et familiale soient octroyés par le pays
de résidence. Il est très rare qu'ils le soient par le
pays où l'on travaille, c'est-à-dire lorsque le
09.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): In
de internationale inkomensfiscaliteit is het een
aanvaard principe dat de fiscale voordelen die
betrekking hebben op de persoonlijke en familiale
situatie door de woonstaat worden verleend. Het
gebeurt slechts uitzonderlijk dat zij door de
werkstaat worden verleend, met name wanneer de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
13
contribuable gagne la plus grosse partie de revenu
dans le pays de travail. Lorsqu'un résident belge
gagne la totalité de son revenu aux Pays-Bas, il y
est imposé aux mêmes conditions que les
contribuables néerlandais. Puisque la Belgique n'a
pas dans ce cas de compétence fiscale, elle ne
peut pas non plus octroyer d'avantages en faveur
des enfants ou des parents à charge. Par ailleurs, il
faut veiller à ce que les mêmes personnes ne
jouissent pas simultanément pour leurs enfants
d'avantages fiscaux en Belgique et à l'étranger.

Je suis disposé à examiner des propositions de loi,
à condition qu'aucune catégorie ne subisse de
discrimination.
belastingplichtige het grootste deel van zijn
inkomen in de werkstaat verdient. Als een inwoner
van België de totaliteit van zijn inkomen in
Nederland verdient, wordt hij in Nederland belast
onder dezelfde voorwaarden als Nederlandse
belastingplichtigen. Aangezien België dan geen
heffingsbevoegdheid heeft, kan België ook geen
voordelen toekennen inzake kinderen of ouderen
ten laste. Er moet voorts over gewaakt worden dat
dezelfde personen niet zowel in België als in het
buitenland fiscale voordelen opstrijken voor hun
kinderen.

Ik ben bereid wetsvoorstellen te onderzoeken, doch
op voorwaarde dat geen enkele categorie
gediscrimineerd wordt.
09.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang)
:
L'association des travailleurs frontaliers demande
des compensations depuis des années déjà. Les
allocations familiales et l'avantage pour enfants à
charge sont beaucoup moins élevés aux Pays-Bas
qu'en Belgique mais, de manière générale, les
enfants de travailleurs frontaliers vont à l'école
dans notre pays. Il est donc dommage qu'il n'y ait
pas de compensation. J'ai déposé une proposition
de loi pour mettre fin à la discrimination au
détriment des personnes mariées qui ne peuvent
choisir de quel partenaire relèveront les enfants.
09.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): De
Vereniging van Grensarbeiders vraagt al jaren
compensaties. Het Nederlandse kindergeld en
belastingvoordeel voor kinderen is veel lager dan in
België, maar de kinderen van grensarbeiders gaan
meestal wel in ons land naar school. Het is dus
jammer dat er geen compensatie komt. Ik heb een
wetsvoorstel ingediend dat een einde moet maken
aan de discriminatie van gehuwden, die niet
kunnen kiezen bij welke partner ze de kinderen
inbrengen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Jacques Chabot au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"les formations certifiées `Personnel et
Organisation'" (n°s 13077 et 13113)
10 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de gecertificeerde opleidingen Personeel &
Organisatie
" (nrs 13077 & 13113)
10.01 Jacques Chabot (PS) : Des formations
certifiées ont été organisées par le SPF Finances.
Pour ce qui concerne la structure « Personnel et
Organisation », les épreuves ont été organisées le
même jour pour les mêmes formations. Comment
se fait-il que les résultats pour les agents du niveau
C francophones n'ont pas encore été
communiqués, alors que leurs collègues
néerlandophones en ont tous été informés ?

Pour certains grades spécifiques, aucune formation
n'a encore été programmée. Est-il exact, par
exemple, que les programmeurs sont dans cette
situation ? Quelles en sont les raisons ? Quelles
sont les mesures qui seront prises pour remédier à
ces carences et dans quel délai ?
10.01 Jacques Chabot (PS): De FOD Financiën
heeft gecertificeerde opleidingen ingericht. Voor de
structuur 'Personeel en Organisatie' werden de
proeven voor dezelfde opleidingen op dezelfde dag
afgenomen. Hoe komt het dat de resultaten voor de
Franstalige personeelsleden van niveau C nog niet
werden meegedeeld, terwijl dit voor hun
Nederlandstalige collega's wel reeds is gebeurd?


Voor sommige bijzondere graden is er nog geen
enkele opleiding gepland. Is dit bijvoorbeeld het
geval voor de programmeurs? Hoe komt dit? Welke
maatregelen zullen er genomen worden om dat te
verhelpen en binnen welke termijn?
10.02 Didier Reynders, ministre (en français) :
Les résultats de tous les tests ont été
communiqués. Les différences de délai peuvent
10.02 Minister Didier Reynders (Frans): De
resultaten van alle tests werden intussen
meegedeeld. De tijdsverschillen in de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
14
s'expliquer par les traitements parfois
supplémentaires nécessités par les circonstances
propres à chaque formation. En ce qui concerne les
programmeurs, les formations sont organisées par
l'Institut de formation d'administration fédérale. J'ai
promis aux organisations représentatives du
personnel d'interroger mon collègue de la Fonction
publique compétent pour cette partie de la
question.
bekendmaking van de resultaten hebben mogelijk
te maken met bijkomende verwerkingsmodaliteiten
die noodzakelijk zijn binnen de specifieke context
eigen aan elke opleiding. In het geval van de
programmeurs worden de opleidingen ingericht
door het Vormingsinstituut van de federale
administratie. Ik heb de representatieve
personeelsorganisaties beloofd om mijn collega van
Ambtenarenzaken die bevoegd is voor dit deel van
de vraag aan te spreken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Dirk Van der Maelen au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'application du projet 'Paperless Douanes et
Accises' " (n° 13088)
11 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de toepassing van het project 'Paperless
Douane en Accijnzen' " (nr. 13088)
11.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit) : Le projet
Paperless Douanes et Accises est l'un des
premiers projets qui devaient être réalisés dans le
cadre de Coperfin. Sa mise en oeuvre doit
permettre l'intégration complète de l'administration
des Douanes et Accises dans la nouvelle structure
du SPF Finances. La réalisation de ce projet est
divisée en trois paquets
: «
Déclaration et
perception »,
« Supplément
déclaration
et
perception » et « Soutien aux activités de contrôle
et gestion des dossiers ». La mise en oeuvre du
projet est toutefois constamment reportée.
Actuellement, les tests de production du premier
paquet sont en cours. Si les résultats sont
probants, PDA remplacera l'actuel Stadbel en
novembre 2006. Les tests de production du
deuxième paquet doivent débuter en novembre
2006. Si les résultats sont probants, ce paquet sera
mis en production en mars 2007. La mise en
service du troisième paquet est prévue pour juillet
2007.

Ce calendrier sera-t-il respecté ? Dans la négative,
quel est le calendrier actuel ? Quel était le budget
prévu pour ce projet ? Combien ce projet a-t-il
coûté jusqu'à présent ? A quoi sont dus les coûts
supplémentaires ? Le SPF Finances collabore-t-il
avec des consultants externes dans le cadre de ce
projet ? Dans l'affirmative, avec qui ? Combien
d'heures ont été facturées jusqu'à présent par ces
consultants et pour quel montant ?
11.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Het
project Paperless Douane en Accijnzen is een van
de eerste projecten die binnen Coperfin zou
worden gerealiseerd. Hierdoor wordt de
administratie van Douane en Accijnzen volledig
geïntegreerd in de nieuwe structuur van de FOD
Financiën. De realisatie van dit project wordt
verdeeld over drie pakketten: 'Aangifte en inning',
'Aanvulling op aangifte en inning' en
'Ondersteuning controleactiviteiten en
dossierbeheer'. De invoering wordt echter
voortdurend uitgesteld. Momenteel worden de
productietesten voor het eerste pakket opgestart.
Wanneer die succesvol blijken, zal het in de loop
van november 2006 het huidige Sadbel vervangen.
De productietesten voor het tweede pakket starten
in november 2006. Wanneer die succesvol blijken,
zal het pakket in maart 2007 in gebruik worden
genomen. De ingebruikname van het derde pakket
is gepland voor juli 2007.


Zal deze planning gerespecteerd worden? Zo neen,
wat is de actuele planning? Wat was het
vooropgestelde budget voor dit project? Hoeveel
heeft het project tot nu toe gekost? Wat is de
oorzaak voor deze meerkost? Werkt de FOD
Financiën voor dit project samen met externe
consultants? Zo ja, met welke? Hoeveel uren
hebben deze consultants tot nu toe gefactureerd en
voor welk bedrag?
11.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais) :
La phase d'essai du premier paquet du projet
Paperless Douanes et Accises a débuté en avril
2006. Si l'application s'avère suffisamment stable,
le projet sera lancé deux mois plus tard et Sadbel
sera arrêté. Nous espérons que nous pourrons
démarrer dans le courant de février 2007. Le
11.02 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Sinds april 2006 wordt het eerste pakket van het
project Paperless Douane en Accijnzen getest.
Wanneer blijkt dat de applicatie voldoende stabiel
is, zal het project twee maanden later worden
opgestart en Sadbel worden afgesloten. Wij
verwachten dat we in de loop van februari 2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
15
deuxième paquet sera testé à partir d'avril 2007 et
sera mis en production pour juillet 2007. Le
calendrier pour le troisième paquet ne pourra être
fixé qu'en décembre 2006. Nous espérons que ce
paquet sera mis en service au cours du dernier
trimestre de 2007. Le nouveau calendrier sera
publié dans les prochains jours sur le site internet.
zullen kunnen starten. Het tweede pakket zal vanaf
april 2007 getest worden en zal in productie worden
genomen tegen juli 2007. De planning voor het
derde pakket zal pas tegen december 2006 kunnen
worden vastgelegd. Wij verwachten dat dit pakket
in het laatste kwartaal van 2007 zal worden
geleverd. De herziening van de planning zal
eerstdaags gepubliceerd worden op de website.
Le budget pour l'étude préliminaire du projet
s'élevait à 743.680 euros. L'étude en question a été
attribuée pour le montant de 729.280 euros. Le
budget pour le développement du projet s'élevait à
6,5 millions d'euros et celui pour l'analyse
fonctionnelle à 1,2 million d'euros. Le volet
"développement" a été attribué pour un montant de
4.045.060 euros. Un montant de 684.150 euros a
été dégagé pour la formation et l'accompagnement
de cinq membres du personnel des Douanes et
Accises chargés d'effectuer l'analyse fonctionnelle
et pour la livraison d'une partie de celle-ci. Jusqu'à
présent, des crédits supplémentaires d'un montant
de 1.243.246,71 euros ont été demandés et
accordés pour effectuer une analyse détaillée
complémentaire, le personnel et l'expertise
manquant à cet effet au sein de l'administration.
Des fonctions supplémentaires ont par ailleurs été
mises en oeuvre pour un montant de 779.283,25
euros.

Le développement de l'application PDA reste donc
largement endéans le budget fixé. Pour ce qui est
de l'analyse fonctionnelle, le budget prévu de 1,2
millions d'euros est dépassé de plus de 50%.
Globalement toutefois, les montants tels qu'ils ont
été estimés ne sont pas dépassés.

Le contrat pour l'étude préliminaire et l'élaboration
de l'adjudication a été attribué à Accenture.
Accenture a également obtenu une extension de
contrat pour la formation et l'accompagnement de
cinq membres du personnel des Douanes et
Accises chargés d'effectuer l'analyse fonctionnelle
et pour la livraison d'une partie de celle-ci. Les
deux contrats ont été exécutés et facturés. Le
contrat pour le développement du projet a été
attribué à Unisys, tout comme les contrats pour
l'analyse complémentaire et pour les fonctions
supplémentaires.

En ce qui concerne le développement et les
contrats supplémentaires pour l'analyse et les
fonctions supplémentaires, Unisys n'a jusqu'à
présent facturé qu'une partie du montant total de
6.067.589,99 euros, hors TVA. Je vous donne les
détails pour les trois postes: mise en oeuvre du
projet, analyse complémentaire et fonctionnalités
supplémentaires. Le montant total s'élève à
Het budget voor de voorstudie van het project
bedroeg 743.680 euro. Deze voorstudie werd
toegewezen voor de prijs van 729.280 euro. Het
budget voor de ontwikkeling van het project was 6,5
miljoen euro en 1,2 miljoen euro voor de functionele
analyse. De ontwikkeling werd gegund voor een
bedrag van 4.045.060 euro. Voor opleiding en
begeleiding van vijf personeelsleden van Douane
en Accijnzen voor het uitvoeren van de functionele
analyse en voor levering van een deel daarvan,
werd een bedrag van 684.150 euro gegund. Tot op
heden werden bijkomende kredieten gevraagd en
verkregen voor het uitvoeren van een bijkomende
detailanalyse voor een bedrag van 1.243.246,71
euro. Dit was nodig omdat het de administratie aan
mankracht en expertise ontbrak. Verder werden er
bijkomende functies geïmplementeerd voor een
bedrag van 779.283,25 euro.



De ontwikkeling van de PLD/A blijft dus
ruimschoots binnen het vooropgestelde budget.
Voor de functionele analyse zit de PLD/A meer dan
50 procent boven het vooropgestelde budget van
1,2 miljoen euro. Globaal blijft de PLD/A echter
binnen de geraamde bedragen.

Het contract voor de voorstudie en het opstellen
van de aanbesteding werd gegund aan Accenture.
Aan Accenture werd ook een uitbreiding van het
contract gegund voor opleiding en begeleiding van
vijf personeelsleden van Douane en Accijnzen voor
het maken van de functionele analyse en voor
levering van een deel van de functionele analyse.
Beide contracten werden uitgevoerd en
gefactureerd. Het contract voor de ontwikkeling van
het project werd gegund aan Unisys, alsook de
contracten voor de bijkomende analyse en het
realiseren en implementeren van de bijkomende
functies.

Voor de ontwikkeling en de bijkomende contracten
voor analyse en bijkomende functies werd van het
totale budget van 6.067.589.99 euro, exclusief
BTW, tot heden slechts een deel door Unisys
gefactureerd. Ik overhandig de details voor de drie
posten: de implementatie van het project,
bijkomende analyse, en de bijkomende
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
16
2.355.174,60 euros, hors TVA. Les contrats pour
l'analyse et le développement de l'application PDA
ont été attribués pour un prix fixe.

Je transmettrai à M. Van der Maelen une copie de
ma réponse avec le détail des données chiffrées.
functionaliteit. Het totaalbedrag is 2.355.174,60
euro, exclusief BTW. De contracten voor analyse
en ontwikkeling van PLD/A zijn gegund tegen een
vaste prijs.

Ik zal een kopie van mijn antwoord aan de heer
Van der Maelen geven met in detail alle cijfers.
11.03 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit) :
J'examinerai avec attention cette réponse.
11.03 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Ik zal dit
antwoord met aandacht bestuderen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Nathalie Muylle au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
déductibilité en cas de mortalité pour les
éleveurs de porcs ayant conclu un contrat
garantissant le prix de vente" (n° 13115)
12 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de aftrek in geval van sterfte voor
varkenshouders met een verkoopprijs-
garantiecontract" (nr. 13115)
12.01 Nathalie Muylle (CD&V) : Des centaines
d'éleveurs de porcs ont été récemment mis en
demeure par le fisc d'accepter une modification de
leur déclaration fiscale pour 2003 et 2004. Il s'agit
surtout d'entreprises qui élèvent des animaux sur la
base d'un contrat garantissant le prix de vente. Le
fisc n'admet plus la déduction de la mortalité parce
que les coûts de celle-ci ne seraient plus supportés
par l'éleveur. Cette modification figure pour la
première fois dans le texte relatif au forfait agricole
pour l'année de revenus 2005.

Il s'avère à présent que le fisc remonte jusqu'à
2003 et 2004 pour appliquer la modification. Pour
les années fiscales 2003 et 2004, le texte du
barème mentionne toutefois toujours le bénéfice
semi-brut, qui permet encore la déduction de frais,
et non pas le bénéfice net.

Le ministre admet-il qu'il ne soit soudainement et
sans aucune raison plus tenu compte du revenu
semi-brut mais bien du bénéfice net, et que la
mortalité ne puisse plus être déduite ?


En vertu du contrat conclu entre l'agriculteur et
l'intégrateur, des animaux et des aliments sont
achetés moyennant une garantie de prix. Les coûts
tels que l'électricité, la main-d'oeuvre ou les
médicaments ne peuvent à présent plus être
déduits.

Pour les exercices d'imposition 2003 et 2004, ce
principe est appliqué avec effet rétroactif. Il s'agit
du deuxième grand problème.
12.01 Nathalie Muylle (CD&V): Honderden
varkenshouders werden onlangs aangemaand door
de fiscus om akkoord te gaan met een wijziging van
hun belastingaangifte voor 2003 en 2004. Het gaat
vooral over bedrijven die dieren kweken met een
prijsgarantiecontract. De fiscus gaat niet langer
akkoord met de aftrek van de sterfte omdat de
kosten daarvan niet meer door de kweker gedragen
zouden zijn. Die wijziging is voor de eerste maal in
de tekst van het landbouwforfait voor het
inkomstenjaar 2005 opgenomen.

Nu blijkt dat de fiscus teruggaat tot 2003 en 2004
om de wijziging door te voeren. Voor de fiscale
jaren 2003 en 2004 spreekt de barematekst echter
nog over de semibrutowinst, waarin nog kosten
gemaakt kunnen worden, dus niet over de
nettowinst.

Gaat de minister ermee akkoord dat plotseling en
zonder enige motivatie niet langer meer wordt
gesproken van semibrutowinst maar wel van
nettowinst en dat de sterfte niet meer afgetrokken
kan worden?

In het contract dat de landbouwer afsluit met de
integrator worden dieren en voeder aangekocht en
is een prijsgarantie opgenomen. Kosten zoals
elektriciteit, werk of medicatie kunnen nu niet meer
worden afgetrokken.


Voor de aanslagjaren 2003 en 2004 wordt dat
principe toegepast met terugwerkende kracht. Dat
is het tweede grote probleem.
12.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais) :
Seul le bénéfice supplémentaire que les
12.02 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Enkel de bijkomende winst van de landbouwers uit
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
17
agriculteurs tirent de l'élevage des porcs peut être
fixé selon des directives particulières ; ce revenu
peut en fait être ajouté au bénéfice semi-brut
proprement dit.


Ces directives particulières s'appliquent
uniquement aux agriculteurs soumis à l'impôt des
personnes physiques, qui ne disposent pas d'une
comptabilité probante et dont les résultats nets sont
essentiellement constitués d'éléments pris en
considération pour le calcul des bénéfices semi-
bruts.

Lorsque ces directives sont appliquées, les
modalités d'application de la base de l'année
considérée sont bien sûr applicables, et c'est donc
également le cas pour les années 2003 et 2004.

Il va par ailleurs de soi qu'aucune perte ne peut
être déduite si elle ne répond pas aux critères de la
réglementation forfaitaire ou si elle est basée sur
des attestations incomplètes ou imprécises. Par
ailleurs, lorsqu'une enquête apporte la preuve de
faux en écriture, le fonctionnaire taxateur déposera
une plainte auprès du parquet.


La réglementation est donc très claire.
het fokken van varkens mag worden vastgesteld
volgens bijzondere richtlijnen; het zijn inkomsten
die aan de eigenlijke semibrutowinst mogen worden
toegevoegd.

Die bijzondere richtlijnen zijn slechts van
toepassing voor landbouwers die aan de
personenbelasting onderworpen zijn, die niet over
een bewijskrachtige boekhouding beschikken en
waarbij de nettoresultaten hoofdzakelijk bestaan uit
elementen die in aanmerking zijn genomen voor de
berekening van de semibrutowinsten.

Wanneer die richtlijnen worden toegepast, zijn
natuurlijk de toepassingsmodaliteiten van de
grondslag van het beschouwde jaar van
toepassing, dus ook voor 2003 of 2004.

Het is ook vanzelfsprekend dat geen verliezen
mogen worden afgetrokken die niet beantwoorden
aan de in de forfaitaire regeling bepaalde criteria of
die gesteund zijn op attesten die onvolledig of
onnauwkeurig zijn. Wanneer bovendien na
onderzoek valsheid in geschrifte wordt aangetoond,
zal de taxatieambtenaar een klacht indienen bij het
parket.

Het is dus een heel klare regeling.
12.03 Nathalie Muylle (CD&V) : Ce qu'a dit le
ministre dans sa réponse est tout à fait exact mais
les choses ne se passent pas comme il le laisse
entendre.

Le texte du barème prévoit pour 2005 qu'il s'agit de
bénéfices nets et que les pertes ne pourront plus
être déduites. Mais, en 2003 et 2004, il n'en a rien
été. On parlait à l'époque de bénéfices semi-bruts.
Ces années-là, il était encore permis de bénéficier
de la déduction due en cas de mort d'une bête.
Mais maintenant, le ministre veut appliquer le
règlement rétroactivement pour 2003 et 2004 sur la
base d'un nouveau texte. Il ne s'agit pas ici de faux
en écritures mais bien de mauvaise administration.
12.03 Nathalie Muylle (CD&V): Wat de minister
antwoordt, is volledig correct, maar zo gebeurt het
niet.


De tekst van het barema bepaalt voor 2005 dat het
over nettowinsten gaat en dat de verliezen niet
meer zullen kunnen worden afgetrokken. In 2003
en 2004 is hiervan nooit sprake geweest. Toen ging
het over semibrutowinst. Men kon toen wel nog de
aftrek voor de sterfte innen. Nu wil men op basis
van een nieuwe tekst met terugwerkende kracht
werken voor 2003 en 2004. Het gaat hier niet over
valsheid in geschrifte, maar over onbehoorlijk
bestuur.
12.04 Didier Reynders, ministre (en néerlandais) :
Communiquez-moi un cas spécifique et je le ferai
vérifier.
12.04 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Stuur mij een specifiek geval door en ik zal het
verifiëren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
construction annoncée du nouveau palais de
justice de Dinant" (n° 13123)
13 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de aangekondigde bouw van het nieuw
gerechtsgebouw van Dinant" (nr. 13123)
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
18
13.01 Jean-Claude Maene (PS) : En septembre,
vous avez annoncé l'octroi de financements pour
les bâtiments de la prison et du palais de justice de
Dinant. Quand peut-on espérer ce nouveau palais
de justice tant attendu ?
13.01 Jean-Claude Maene (PS): In september
hebt u de toekenning van de financiering
aangekondigd van de gebouwen van de
gevangenis en van het gerechtshof van Dinant.
Wanneer zal dit langverhoopte nieuwe
gerechtsgebouw klaar zijn?
13.02 Didier Reynders, ministre (en français) : La
préparation du projet demandera deux ans et
l'exécution des travaux, trois ans.
13.02 Minister Didier Reynders (Frans): De
voorbereiding van het project zal twee jaar vergen,
en de uitvoering van de werken drie jaar.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"les mesures de compétences organisées pour
les fonctionnaires" (n° 13157)
14 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de
vice-eersteminister en minister van Financiën
over "competentiemetingen georganiseerd voor
ambtenaren" (nr. 13157)
14.01 Hendrik Bogaert (CD&V) : En juin 2006,
des formations certifiées ont été organisées en vue
d'évaluer les compétences de fonctionnaires ouest-
flandriens, de niveaux B et C, de l'impôt des
personnes physiques et de l'impôt des sociétés.

A-t-on observé une différence dans le taux de
réussite
? Pourrions-nous obtenir les
questionnaires ? Des avantages sont-ils prévus en
cas de réussite ? Quelles sont les conséquences
en cas d'échec ? Est-il exact que les formations ont
engendré une démotivation ?
14.01 Hendrik Bogaert (CD&V): In juni 2006
werden gecertificeerde opleidingen georganiseerd
voor West-Vlaamse ambtenaren bij
personenbelasting en vennootschapsbelasting van
niveau B en C met het oog op hun
competentiemeting.

Is er een verschil in het slaagcijfer? Kunnen we de
vragenlijsten krijgen? Zijn er voordelen aan
geslaagd zijn? Wat zijn de gevolgen voor wie niet
geslaagd is? Klopt het dat de opleidingen
demotiverend hebben gewerkt?
14.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais) :
Je ne puis fournir les résultats spécifiques pour la
Flandre occidentale. Dans l'ensemble du pays, les
taux de réussite sont supérieurs pour les
fonctionnaires de l'impôt des personnes physiques,
ce qui peut s'expliquer par la grande différence qui
existe entre les deux formations.

Les questionnaires ne sont pas publiés mais les
fonctionnaires qui le souhaitent et en font la
demande peuvent les consulter sur un site internet.

Les fonctionnaires lauréats peuvent obtenir une
allocation de compétence, qui se situe entre 1.700
et 2.500 euros par an.
Les fonctionnaires qui ont échoué sont déçus parce
qu'ils perdent leur droit à l'allocation. Pour les
personnes visées par M. Bogaert, il s'agit de la
période qui s'étend du 1
er
septembre 2004 au 31
août 2005. Ces personnes se verront offrir une
nouvelle chance, qui pourra alors se traduire par
l'obtention d'une allocation de compétence à partir
du 1
er
septembre 2005 au plus tôt. J'ai déjà pris
contact avec la Fonction publique et les syndicats.
14.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
specifieke resultaten voor West-Vlaanderen kan ik
niet geven. In het hele land zijn de
slaagpercentages hoger bij de ambtenaren
personenbelasting. Dat kan eventueel verklaard
worden doordat beide opleidingen grondig van
elkaar verschillen.

De vragenlijsten worden niet gepubliceerd. Toch
kunnen ambtenaren die dit wensen, ze op
aanvraag via een website inkijken.

De geslaagde ambtenaren kunnen een
competentietoelage. De toelage ligt tussen 1.700
en 2.500 euro per jaar.
Ambtenaren die niet slaagden, zijn teleurgesteld
omdat ze het recht op de toelage verliezen. Voor de
personen die de heer Bogaert bedoelt, gaat het om
de periode 1 september 2004 tot 31 augustus 2005.
Deze mensen krijgen een nieuwe kans, die dan kan
resulteren in een competentietoelage ten vroegste
vanaf 1 september 2005. Ik heb al contact
opgenomen met het Openbaar Ambt en met de
vakbonden.
14.03 Hendrik Bogaert (CD&V) : Je me réjouis 14.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik ben blij dat de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1106
22/11/2006
19
d'entendre que le vice-premier ministre s'est
intéressé à la question et qu'une concertation a
déjà eu lieu avec le syndicat.
kwestie onder de aandacht is gekomen van de
vice-eersteminister en dat er al overleg is geweest
met de vakbond.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'imposition commune d'époux mariés sous le
régime de la séparation de biens" (n° 13158)
15 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de
vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de gezamenlijke aanslag voor een koppel
getrouwd met scheiding van goederen"
(nr. 13158)
15.01 Hendrik Bogaert (CD&V) : Depuis l'exercice
d'imposition 2005, une imposition établie peut être
recouvrée sur tous les biens propres et sur les
biens communs des deux conjoints.

Quelles possibilités reste-t-il pour éviter un
recouvrement sur les biens propres ? Peut-on
établir une imposition commune lorsqu'un couple
est marié sous le régime de la séparation de
biens
? Qu'advient-il des dettes fiscales
accumulées par un des époux avant le mariage si
le couple est entre-temps marié sous le régime de
la séparation de biens ? Le fisc peut-il en l'espèce
établir une imposition commune ou séparée et ainsi
tenter de récupérer les dettes fiscales ?
15.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Vanaf
aanslagjaar 2005 mag het vestigen van een
aanslag verhaald worden op al de eigen en
gemeenschappelijke goederen van beide
echtgenoten.

Welke mogelijkheden staan er nog open om een
invordering op de eigen goederen te verhinderen?
Kan er een gezamenlijke aanslag worden gevestigd
wanneer een koppel getrouwd is met scheiding van
goederen? Wat gebeurt er met de fiscale schulden
van een echtgenoot of echtgenote die ontstaan zijn
voor het huwelijk, als het koppel intussen getrouwd
is met scheiding van goederen? Kan de fiscus dan
een gemeenschappelijke of een aparte aanslag
vestigen en zo proberen de fiscale schulden te
recupereren?
15.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais) :
Excepté dans les cas expressément mentionnés
dans le CIR 1992, une imposition commune est
toujours établie au nom des deux conjoints ou
cohabitants légaux. Hormis pour les revenus
immobiliers, il n'est pas tenu compte, lors de
l'établissement d'une imposition, du régime
matrimonial ni de la convention conclue entre des
cohabitants légaux.

Le régime matrimonial ou la convention conclue
entre des cohabitants légaux revêt en revanche
une importance capitale pour déterminer les
possibilités de recouvrement dont dispose le
receveur des contributions. Même lorsque
l'imposition est établie au nom d'un des époux ou
cohabitants légaux, elle peut être recouvrée en tout
ou en partie auprès de l'autre époux en fonction du
régime matrimonial ou de la convention des
cohabitants légaux.


Les cas dans lesquels l'un des conjoints peut se
soustraire au recouvrement de la quotité de l'impôt
afférent au revenu imposable de l'autre conjoint
sont énumérés exhaustivement au deuxième alinéa
du paragraphe premier de l'article 394 du CIR
15.02 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Behalve in de gevallen die uitdrukkelijk zijn vermeld
in het WIB 1992, wordt steeds een
gemeenschappelijke aanslag gevestigd op naam
van beide echtgenoten of wettelijk
samenwonenden. Behalve voor de onroerende
inkomsten wordt bij de vestiging van een aanslag
dus geen rekening gehouden met het
huwelijksvermogenstelsel of met de overeenkomst
van wettelijk samenwonenden.

Het huwelijksvermogenstelsel of de overeenkomst
van wettelijk samenwonenden zijn daarentegen wel
van groot belang om de invorderingsmogelijkheden
van de ontvanger der belastingen te bepalen. Zelfs
wanneer de aanslag op naam van een van de
echtgenoten of wettelijk samenwonenden is
gevestigd, kan die aanslag op grond van het
huwelijksvermogenstelsel of de overeenkomst van
wettelijk samenwonende geheel of gedeeltelijk bij
de andere echtgenoot worden ingevorderd.

De gevallen waarin de ene echtgenoot zich kan
onttrekken aan de invordering van het gedeelte van
de belasting op de belastbare inkomsten van de
andere echtgenoot, zijn limitatief opgesomd in het
tweede lid van paragraaf 1 van artikel 394 WIB
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22/11/2006
CRABV 51
COM 1106
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
1992. Depuis l'exercice d'imposition 2005, la
limitation du recouvrement n'a été élargie au
précompte mobilier et au précompte professionnel
que dans le cas d'une séparation de fait.

Pour déterminer les possibilités de recouvrement
de dettes apparues avant le mariage ou la
cohabitation légale, il faut toujours tenir compte du
régime matrimonial ou de la convention de
cohabitation légale. Peu importe, en l'espèce, au
nom de qui l'imposition est établie.
1992. Vanaf het aanslagjaar 2005 werd enkel de
beperking van de invordering in geval van feitelijke
scheiding uitgebreid tot de roerende voorheffing en
de bedrijfsvoorheffing.

Ook inzake de invordering van de schulden die
vóór het huwelijk of de wettelijke samenwoning zijn
ontstaan, moet steeds rekening worden gehouden
met het huwelijksvermogensstelsel of de
overeenkomst van wettelijk samenwonenden om de
invorderingsmogelijkheden te bepalen. Op wiens
naam de aanslag staat, is daarbij niet relevant.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion de l'interpellation et des questions se
termine à 16 h 14.
De behandeling van de vragen en interpellatie
eindigt om 16.14 uur.

Document Outline