CRABV 51 COM 1090
CRABV 51 COM 1090
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi dinsdag
14-11-2006 14-11-2006
Matin Voormiddag

CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- Mme Hilde Dierickx au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la panne d'électricité en
Europe" (n° 12924)
1
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Europese
stroomonderbreking" (nr. 12924)
1
- Mme Josée Lejeune au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nécessité d'une
collaboration accrue entre États membres de
l'Union européenne en matière énergétique"
(n° 12941)
1
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de nood aan een
intensere samenwerking tussen de lidstaten van
de Europese Unie op het vlak van energie"
(nr. 12941)
1
- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la panne de
courant survenue le samedi 4 novembre 2006"
(n° 13026)
1
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de stroompanne van
zaterdag 4 november 2006" (nr. 13026)
1
Orateurs: Hilde Dierickx, Josée Lejeune,
Servais Verherstraeten, Marc Verwilghen
,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Hilde Dierickx, Josée Lejeune,
Servais Verherstraeten, Marc Verwilghen
,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
7
Samengevoegde vragen van
7
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "une étude confidentielle
commandée au Bureau fédéral du Plan relative à
la production d'électricité" (n° 12890)
7
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "een confidentiële studie
over de elektriciteitsproductie die bij het
Planbureau werd besteld" (nr. 12890)
7
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'étude sur l'énergie
nucléaire réalisée par le Bureau du Plan"
(n° 12978)
7
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de studie van het
Planbureau inzake kernenergie" (nr. 12978)
7
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'étude Énergie 2030"
(n° 12987)
7
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de studie
'Energie 2030' " (nr. 12987)
7
Orateurs: Muriel Gerkens, Simonne Creyf,
Marc Verwilghen
, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Simonne Creyf,
Marc Verwilghen
, minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les retombées
des programmes Columbus et ATV pour l'industrie
et la communauté scientifique belges" (n° 12914)
10
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de voordelen
van de Columbus- en ATV-programma's voor de
Belgische industrie en wetenschappelijke wereld"
(nr. 12914)
10
Orateurs:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Sprekers:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
ii
Politique scientifique
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la nomination
des membres du Conseil de surveillance du
Service de l'Ombudsman des Assurances"
(n° 12954)
12
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
benoeming van de leden van de Raad van
Toezicht van de Ombudsdienst Verzekeringen"
(nr. 12954)
12
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le manque de
clarté qui règne à propos de l'application du RGIE
en ce qui concerne le contrôle des installations
électriques domestiques" (n° 12976)
14
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
onduidelijkheid rond de toepassing van het AREI
aangaande keuring van particuliere elektrische
installaties" (nr. 12976)
14
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la position de la
Belgique dans le cadre du projet de règlement
européen REACH" (n° 12980)
15
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het standpunt
van België inzake het ontwerp van Europese
verordening REACH" (nr. 12980)
15
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'accord entre la
Belgique et la Russie dans le domaine nucléaire"
(n° 12988)
17
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het akkoord
tussen België en Rusland op nucleair gebied"
(nr. 12988)
17
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'interdiction du
commerce des peaux de phoques et produits
dérivés" (n° 12801)
18
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het verbod
op de handel in zeehondenvellen en afgeleide
producten" (nr. 12801)
18
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
1

COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET
CULTURELLES NATIONALES, DES
CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
14
NOVEMBRE
2006
Matin
______
van
DINSDAG
14
NOVEMBER
2006
Voormiddag
______



La réunion publique est ouverte à 10 h 15 sous la
présidence de Mme Simonne Creyf.

Le président : Plusieurs questions ont été retirées.
Nous commençons par le point 3 mais M. Bellot,
qui devait poser la question 12871, est absent.
De vergadering wordt geopend om 10.15 uur en
voorgezeten door mevrouw Simonne Creyf.

De voorzitter: Een aantal vragen werd ingetrokken.
We beginnen met punt 3, maar de heer Bellot, die
vraag 12871 zou stellen, is afwezig.
01 Questions jointes de
- Mme Hilde Dierickx au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la panne d'électricité
en Europe" (n° 12924)
- Mme Josée Lejeune au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nécessité d'une
collaboration accrue entre États membres de
l'Union européenne en matière énergétique"
(n° 12941)
- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la panne de
courant survenue le samedi 4 novembre 2006"
(n° 13026)
01 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Europese
stroomonderbreking" (nr. 12924)
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de nood aan een
intensere samenwerking tussen de lidstaten van
de Europese Unie op het vlak van energie"
(nr. 12941)
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de stroompanne van
zaterdag 4 november 2006" (nr. 13026)
01.01 Hilde Dierickx (VLD) : Pour éviter que toute
l'Europe ne se retrouve dépourvue d'électricité
pendant plusieurs jours, on a dû, le 4 novembre
dernier, priver préventivement des régions entières
de leur approvisionnement en électricité. Les
experts nous ont livré leur propre point de vue mais
un membre de la direction du gestionnaire de
réseau français RTE a déclaré que l'Europe a
échappé de justesse à un black-out total, ce que
01.01 Hilde Dierickx (VLD): Om te vermijden dat
heel Europa een aantal dagen zonder stroom zou
vallen, moesten op 4 november preventief hele
gebieden zonder stroom worden gezet.
Deskundigen leggen verklaringen af vanuit hun
eigen invalshoek, maar een directielid van de
Franse netbeheerder RTE verklaarde dat we op het
nippertje ontsnapt zijn aan een totale Europese
black-out. VUB professor Deconinck bevestigt dat
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
2
confirme le professeur Deconinck de la VUB,
indiquant qu'il ne s'agit pas du premier incident. Il
affirme que la sortie progressive du nucléaire en
Belgique, aux Pays-Bas et en Allemagne en
l'absence d'un nombre suffisant d'options de
rechange accroît la dépendance de ces pays vis-à-
vis des fournisseurs étrangers.

Les conséquences d'un black-out total se
révéleraient désastreuses pour l'économie et les
soins de santé.

Quelle est l'attitude du gouvernement belge à
l'égard de l'énergie nucléaire et de la panne
d'électricité
? Quelles initiatives prend-il aux
niveaux belge et européen pour prévenir une panne
du réseau d'électrique ?
en wijst erop dat dit niet het eerste incident is. Hij
zegt dat de afbouw van kernenergie in België,
Nederland en Duitsland zonder in voldoende
alternatieven te voorzien voor een grote
afhankelijkheid zorgt van buitenlandse leveranciers.


De gevolgen van een totale black-out zouden voor
de economie en de gezondheidszorg desastreus
zijn.

Wat is de houding van de federale regering in
verband met de kernenergie en de
stroomonderbreking? Wat doet de regering op
Belgisch en op Europees niveau om pannes van
het elektriciteitsnetwerk te voorkomen?
01.02 Josée Lejeune (MR) : En réaction à
l'importante panne d'électricité du 4 novembre, la
Commission européenne plaide pour une
collaboration plus étroite entre les vingt-cinq États
membres et pour la création d'un groupe européen
d'opérateurs pouvant imposer des normes
techniques à tous les États membres afin d'assurer
une circulation correcte de l'électricité sur les
réseaux européens.
Le porte-parole du Commissaire européen chargé
de l'Énergie a indiqué que l'Union avait besoin d'un
régulateur afin de gérer les questions de
transmission à travers les frontières. Qu'en pense
le gouvernement
? Optez-vous pour une
collaboration accrue entre États membres ?
01.02 Josée Lejeune (MR): In een reactie op de
grootschalige elektriciteitspanne van 4 november,
pleit de Europese Commissie voor een nauwere
samenwerking tussen de vijfentwintig lidstaten en
voor de oprichting van een Europese groep van
operatoren die technische normen aan alle lidstaten
kan opleggen teneinde een correct vervoer van de
elektriciteit over de Europese netten te garanderen.
De woordvoerder van de Europees commissaris
belast met Energie heeft verklaard dat de Unie
nood heeft aan een regulator teneinde de kwesties
met betrekking tot de transmissie over de
landsgrenzen heen te regelen. Wat vindt de
regering daarvan? Opteert u voor een nauwere
samenwerking tussen de lidstaten?
01.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : Est-il
exact qu'en cas de problème sur le réseau
d'électricité, c'est toujours dans les mêmes zones
que le courant est systématiquement coupé à titre
préventif ? Le ministre estime-t-il qu'il s'agit là d'une
mesure de solidarité ?

Les administrations communales et les
intercommunales ne semblaient pas avoir été
informées. Elia a envoyé une lettre d'excuses aux
administrations communales. Comment ce
problème pourra-t-il être évité à l'avenir ?

L'arrêté ministériel du 3 juin 2005 indique l'ordre de
priorité lors d'une coupure, à savoir d'abord les
clients du secteur de l'exportation et ensuite ceux
des zones rurales, industrielles et citadines.
Pourquoi a-t-on établi cet ordre de priorité ? Qui a
pris cette décision ? La coupure est-elle effectuée
automatiquement ?

Les gouvernements communautaires ont été
consultés lors de l'établissement des priorités mais
ils n'ont pas non plus été informés de la mise en
01.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Klopt het
dat het telkens dezelfde gebieden zijn die bij
problemen met het elektriciteitsnetwerk preventief
zonder stroom worden gezet? Vindt de minister dit
solidair?


De gemeentebesturen en intercommunales bleken
niet geïnformeerd te zijn. Elia stuurde de
gemeentebesturen een verontschuldigingbrief. Hoe
zal dit in de toekomst worden vermeden?

Het ministerieel besluit van 3 juni 2005 bepaalt de
volgorde bij het afsluiten: export, rurale, industriële
en dan stedelijke afnemers. Waarom die volgorde?
Wie heeft dat beslist? Gebeurt de afsluiting
automatisch?




De gewestregeringen zijn wel betrokken bij de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
3
ils n'ont pas non plus été informés de la mise en
oeuvre concrète. Des modifications sont-elles
prévues ?

Les entreprises et éventuellement les particuliers
qui ont été touchés pourront-ils bénéficier d'une
indemnisation
? Des investissements sont-ils
prévus pour éviter ce type de panne ?
vastlegging van de prioriteiten, maar weten ook
niets over de concrete invulling. Zal dat
veranderen?

Kunnen de getroffen bedrijven en eventueel
particulieren aanspraak maken op een
schadevergoeding?
Komen er investeringen om dergelijke pannes te
vermijden?
01.04 Marc Verwilghen, ministre (en
néerlandais) : Un black-out, c'est le cauchemar de
chaque gestionnaire du réseau de transport et de
chaque ministre de l'Énergie des vingt-cinq États-
membres. La sécurité d'approvisionnement
constitue leur mission première. Le risque zéro
n'existe pas, mais une couverture maximale est par
contre possible. Notre réflexion doit s'inscrire dans
une perspective européenne. M.
Piebalgs,
commissaire européen, a déclaré que l'Europe doit
pouvoir répondre à de tels incidents. À cet égard, la
Commission européenne a produit un document de
travail, le Livre vert.
01.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Een black-out is de nachtmerrie van elke
transmissienetbeheerder en van elke minister van
Energie van elk van de vijfentwintig lidstaten.
Bevoorradingszekerheid is de eerste opdracht. Een
nulrisico is niet mogelijk, maximale indekking wel.
Het sleutelwoord daartoe is Europees denken.
Europees commissaris Piebalgs heeft verklaard dat
Europa een antwoord moet kunnen bieden op
dergelijke incidenten. De Europese Commissie
heeft daarover een werkstuk afgeleverd, het
Groenboek.
(En français) Le Livre vert affirme la nécessité de
mettre en place un réseau supranational européen,
dans lequel on investisse régulièrement, et un
régulateur européen. Toutefois, c'est la Belgique
qui a été le plus loin dans le soutien au
commissaire européen Andris Piebalgs, et je crains
que cette proposition ne soit guère soutenue par
les autres ministres de l'Énergie pour l' instant.
(Frans) Volgens het Groenboek moet werk worden
gemaakt van een supranationaal Europees
netwerk, waarin regelmatig wordt geïnvesteerd,
alsook van een Europese regulator. Europees
commissaris Andris Piebalgs kan echter vooral op
de steun van België rekenen en ik vrees dat dat
voorstel bij de andere energieministers op dit
ogenblik nauwelijks steun geniet.
(En néerlandais) Je pense que nous devrions
prêter une attention particulière à ce qui nous est
arrivé en Belgique. L'Europe a demandé une
enquête et une autre enquête a également été
réclamée par les États membres touchés par
l'incident.
(Nederlands) We moeten specifiek kijken naar wat
ons in België is overkomen. Europa heeft een
onderzoek bevolen, een andere onderzoek werd
bevolen door de getroffen lidstaten.
(En français) L'arrêté royal du 19 décembre 2002
prévoit l'établissement d'un code de sauvegarde et
d'un code de reconstitution établis par le
gestionnaire du réseau ainsi que l'établissement
par le ministre en charge de l'Énergie d'un plan de
délestage, lequel a été mis en oeuvre par l'arrêté
ministériel du 3 juin 2005.
(Frans) Het koninklijk besluit van 19 december
2002 bepaalt dat de netbeheerder een reddings- en
heropbouwcode opstelt, en dat de minister die
bevoegd is voor Energie een afschakelplan
vaststelt. Dat is gebeurd bij het ministerieel besluit
van 3 juni 2005.
(En néerlandais) L'article 2.3.1 fixe l'ordre à
respecter en cas d'interruption de courant : d'abord
les grands consommateurs qui ont conclu un
contrat relatif aux interruptions de courant avec le
gestionnaire de réseau, ensuite les exportations
d'électricité en dehors de la zone concernée puis
l'approvisionnement des clients en zone rurale, les
processus de production industriels,
l'approvisionnement dans les zones urbaines, etc.,
jusqu'aux hôpitaux et aux transports publics inclus.
(Nederlands) Artikel 2.3.1 bepaalt de volgorde die
bij de afschakeling gerespecteerd moet worden:
eerst de grootverbruikers die een contract inzake
afschakeling hebben gesloten met de
netbeheerder, dan de export van elektriciteit buiten
de regelzone, daarna de bevoorrading van
afnemers in rurale zones, industriële
productieprocessen, bevoorrading in stedelijke
zones enzovoort, tot en met ziekenhuizen en
openbaar vervoer.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
4

Dans le cas qui nous occupe, cet ordre a été
respecté. Certains grands consommateurs ont
d'abord été déconnectés du réseau électrique mais
ceci ne s'avérant pas suffisant, il a été nécessaire
de déconnecter également certaines zones rurales.
Quoique l'interruption n'ait duré qu'une heure, elle
doit nous inciter à nous demander comment nous
pourrions nous prémunir contre de telles
interruptions de courant.


Deze volgorde is ook in dit geval gerespecteerd.
Eerst werden bepaalde grootverbruikers
afgeschakeld, maar omdat dat niet genoeg bleek,
heeft men ook bepaalde rurale zones moeten
afschakelen. Hoewel de onderbreking slechts één
uur heeft geduurd, roept ze toch de vraag op hoe
we ons daartegen kunnen verzetten.
(En français) Les délestages sont automatiques
dans les postes à haute tension, selon leur
spécificité et non sur base d'une liste nominative
des communes.

Ces événements se déroulant le week-end, c'est
via les moyens de communication que nous avons
appris les incidents. Nous discutons avec la
DG Énergie pour mettre en place une procédure
d'information immédiate.


J'avais déjà insisté sur ce point lors du problème de
l'hiver 2005. C'est pourquoi je reste en contact avec
les service providers pour envoyer des messages
par SMS, seul moyen qui fonctionne dans une telle
situation.



L'évaluation d'une coupure s'avère difficile a priori
vu les multiples formes qu'elle peut revêtir. Mais les
gestionnaires du réseau de transport procèdent a
posteriori à l'évaluation de chaque incident.

En matière de responsabilité, il n'existe pas de
système automatique qui détermine l'organisme
chargé de prendre en charge les dommages. Il
appartient aux cours et tribunaux d'apprécier la
responsabilité des intervenants.
(Frans)
De afschakelingen in de
hoogspanningsposten gebeuren automatisch, op
grond van de specifieke kenmerken ervan, en niet
volgens een lijst met gemeenten.

Aangezien het incident zich in het weekend heeft
voorgedaan, werden we via de
communicatiemiddelen op de hoogte gebracht. Met
de AD Energie wordt nagegaan hoe een
onmiddellijke informatieprocedure op het getouw
kan worden gezet.

Ik wees naar aanleiding van de problemen die zich
tijdens de winter van 2005 voordeden al op dit
pijnpunt. Om die reden blijf ik in contact met de
service providers, om ervoor te zorgen dat sms-
verkeer mogelijk blijft. Dat is immers het enige
communicatiemiddel waarover we in zo'n geval nog
beschikken.

Een a priori evaluatie van een stroompanne is
moeilijk, omdat die heel wat vormen kan
aannemen. Elk incident wordt door de
netwerkbeheerders echter achteraf geëvalueerd.

Wat de aansprakelijkheid betreft, bestaat er geen
automatische regeling om de instantie aan te wijzen
die voor de schade moet opdraaien. De
rechtbanken en hoven moeten de aansprakelijkheid
van de verschillende actoren beoordelen.
Présidente : Mme Dalila Douifi.
Voorzitter: mevrouw Dalila Douifi.
(En néerlandais) Si la défaillance s'était située au
niveau du réseau de transmission, la responsabilité
en aurait incombé aux autorités fédérales mais
comme le problème s'est situé au niveau du réseau
de distribution, la responsabilité en incombe aux
Régions. Cet incident doit, en tout cas, nous inciter
à convenir d'arrangements clairs et la complexité
de la structure de notre pays ne peut en aucun cas
servir d'excuse.

Les autorités fédérales ont pris différentes mesures
pour éviter le black-out. Avant tout, la direction
générale Énergie a collaboré avec le Bureau
fédéral du Plan à une étude sur les perspectives
(Nederlands) Mocht het transmissienet gefaald
hebben, dan droeg de federale overheid de
verantwoordelijkheid, maar voor het distributienet
zijn de Gewesten bevoegd. Dit incident moet ons in
elk geval ertoe aanzetten duidelijke afspraken te
maken. We kunnen de complexe structuur van ons
land immers niet als excuus gebruiken.



De federale overheid heeft verschillende
maatregelen genomen om een black-out te
vermijden. Vooreerst werkt de algemene directie
Energie samen met het Federaal Planbureau aan
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
5
d'approvisionnement en électricité. Cette étude est
destinée à déterminer si la capacité de production
disponible est en rapport avec la demande
prévisible.

La question de savoir si les sources d'énergie
disponibles sont suffisantes découle de la prévision
de la fermeture des centrales nucléaires. Pour
l'instant, les centrales ne sont toutefois pas encore
fermées. Le niveau de production que nous
connaissons actuellement est donc toujours le
même que celui du passé. L'"étude 2030" qui sera
présentée à la fin de cette semaine par les
professeurs aux panels compétents devrait
apporter davantage de clarté à ce sujet.

Le gestionnaire du réseau de transmission Elia
propose en outre un plan de développement du
réseau de transmission. Ce plan doit être approuvé
par le ministre de l'Énergie compétent et permettra
de vérifier si les moyens de transport sont
suffisants. Mes compétences sont toutefois limitées
aux réseaux d'une tension supérieure à 70 kV.


Je renvoie par ailleurs au règlement technique
relatif aux interruptions, déjà cité.
een studie over de perspectieven van de
elektriciteitsbevoorrading. Deze studie moet
nagaan of de beschikbare productiecapaciteit in
verhouding staat tot de voorzienbare vraag.

De vraag of er voldoende energiebronnen zijn, is
ingegeven door de geplande sluiting van de
kerncentrales. De centrales zijn op dit ogenblik
echter niet gesloten. Het productieniveau dat we nu
kennen, is ook dat van het verleden. De 'studie
2030' die eind deze week door de professoren aan
de bevoegde panels zal worden meegedeeld, moet
daarover meer duidelijkheid brengen.



Daarnaast stelt transmissienetbeheerder Elia een
plan op voor de ontwikkeling van het
transmissienet. Dit plan moet door de bevoegde
minister van Energie goedgekeurd worden en
maakt het mogelijk na te gaan of de
transportmiddelen toereikend zijn. Ik ben echter
enkel bevoegd voor netwerken met een spanning
hoger dan 70 kV.

Voorts is er het reeds vermelde technisch
reglement inzake de afschakeling.
J'ai chargé mon administration de procéder à une
étude sur la sécurité d'exploitation des réseaux. Je
souhaite qu'il soit investi au maximum dans les
réseaux, de manière à garantir la fluidité de la
production.

Par ailleurs, j'ai signé deux mémorandums, avec la
France et avec les Pays-Bas, en vue de promouvoir
l'interconnexion, ce qui a donné lieu à une
concertation pentagonale entre les pays Benelux, la
France et l'Allemagne, à propos de mesures
tendant à garantir la sécurité d'approvisionnement
sur ce marché régional. Cette amorce d'une
réflexion au niveau européen facilitera peut-être le
passage à un réseau européen.

Au niveau européen, une directive en matière de
sécurité de l'approvisionnement en électricité a été
annoncée. Elle prévoit une part de réserves de
production pour faire face aux pics. Cette directive
ne fait hélas pas encore l'unanimité.
Ik heb mijn administratie gevraagd een studie
inzake de bedrijfszekerheid van de netwerken uit te
voeren. Ik wil dat er maximaal in netwerken wordt
geïnvesteerd, zodat de doorstroming van de
productie gegarandeerd kan worden.

Voorts heb ik twee memoranda ondertekend ter
bevordering van de interconnectie, één met
Frankrijk en één met Nederland. Dit heeft
aanleiding gegeven tot een vijfhoeksoverleg tussen
de Benelux-landen, Frankrijk en Duitsland over
maatregelen om de bevoorradingszekerheid op
deze regionale markt te garaderen. Deze aanzet tot
Europees denken zal misschien de stap naar een
Europees netwerk vergemakkelijken.

Op Europees niveau heeft men een richtlijn inzake
de veiligheid van de elektriciteit aangekondigd, die
in een percentage aan productiereserves voorziet,
zodat pieken opgevangen kunnen worden. Helaas
bestaat er over deze richtlijn nog geen
eensgezindheid.
(En français) Par rapport aux déclarations de la
Commission européenne en matière d'énergie,
nous sommes allés très loin. Mais l'Allemagne et la
France sont très réticentes. Le problème récent qui
a pris naissance en Allemagne les amènera peut-
être à revoir leur position.
(Frans) Rekening houdend met de verklaringen van
de Europese Commissie inzake energie zijn wij erg
ver gegaan. Duitsland en Frankrijk stellen zich
echter zeer terughoudend op. Het recente
probleem, dat in Duitsland is ontstaan, zal deze
beide landen er misschien toe kunnen bewegen
hun standpunt te herzien.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
6

Sur la nécessité d'accroître la collaboration entre
les États membres pour éviter les problèmes, je
souscris au Livre vert. La Belgique a essayé
d'organiser un marché plus vaste que son propre
marché, mais d'autres pays trop attachés à leur
souveraineté négligent une collaboration qui
pourrait éviter ce genre de problème.

Wat de noodzaak van een nauwere samenwerking
tussen de lidstaten om problemen te voorkomen
betreft, onderschrijf ik het Groenboek. Ons land
heeft getracht een markt te organiseren die groter
is dan onze eigen markt, maar andere landen zijn
veel minder bereid hun soevereiniteit op te geven
en hebben geen oog voor een samenwerking die
dergelijke problemen zou kunnen voorkomen.
(En néerlandais) Pour améliorer la qualité des
réseaux, l'idéal me paraît d'arriver à une meilleure
harmonisation des réseaux entre eux. D'où l'intérêt
suscité par le principe d'interconnexion.


Des investissements supplémentaires en matière
de transmission et de distribution s'imposent
également pour le réseau national. C'est pourquoi
Elia élabore actuellement un plan indicatif en ce
sens.

Le projet de loi relatif aux sites non utilisés
constitue un instrument susceptible d'encourager
une production supplémentaire. Il incite en effet les
intéressés à libérer des unités de production
inutilisées pour la concurrence de manière à ce
qu'elles puissent être remises en service.
(Nederlands) De beste oplossing om de kwaliteit
van de netwerken te verbeteren, lijkt mij te bestaan
in een betere afstemming van de netwerken op
elkaar. Vandaar de aandacht voor de
interconnectie.

Ook voor het binnenlandse netwerk zijn bijkomende
investeringen inzake transmissie en distributie
noodzakelijk. Elia werkt daarom aan een indicatief
plan.


Het wetsontwerp met betrekking tot de niet-benutte
sites is een instrument om bijkomende productie
aan te moedigen: het zet immers aan om
ongebruikte productie-eenheden vrij te geven voor
de concurrentie, zodat ze opnieuw in gebruik
genomen kunnen worden.
01.05 Josée Lejeune (MR) : Le ministre a
répondu à toutes mes questions.
01.05 Josée Lejeune (MR): De minister heeft al
mijn vragen beantwoord.
01.06 Servais Verherstraeten (CD&V) : Les
conséquences de l'incident sont heureusement
restées limitées mais il convient néanmoins de
veiller à ce qu'aucune décision ne soit prise qui
risque d'entraîner une réduction de la capacité de
production. Je crois que le marché ne pourra
jamais être totalement libéralisé car il faut pouvoir
disposer à tout moment d'une capacité de réserve.
Je suis bien évidemment d'accord avec le ministre
lorsqu'il affirme qu'il convient de jouer au maximum
la carte européenne et que l'interconnexion revêt
une importance capitale mais si un incident de ce
type devait encore se produire à l'avenir, il
conviendra néanmoins de réagir plus rapidement
vis-à-vis de la population et des entreprises. Elia a
laissé entendre qu'un nouvel incident toucherait les
mêmes régions. Cela ne peut être le fruit du
hasard. Une certaine solidarité est de mise dans ce
cadre.

Des lacunes ont également été constatées en
matière d'information. Il convient d'y remédier.
Nous estimons par ailleurs que les dommages
occasionnés devraient être indemnisés sans que la
victime n'aie à effectuer un parcours du combattant
01.06 Servais Verherstraeten (CD&V): Gelukkig
zijn de gevolgen van dit incident beperkt gebleven,
maar we moeten er toch over waken dat er geen
beslissingen worden genomen die een risico
inhouden op een afname van de
productiecapaciteit. Ik geloof dat de markt nooit
volledig vrijgemaakt kan worden, omdat er altijd
reservecapaciteit nodig is. We zijn het natuurlijk
eens met de minister dat de Europese kaart
maximaal gespeeld moet worden en dat de
interconnectie van cruciaal belang is, maar als een
dergelijk incident zich in de toekomst nog voordoet,
zal men toch sneller moeten optreden ten
overstaan van de bevolking en de ondernemingen.
Elia heeft laten verstaan dat het de volgende keer
weer dezelfde plaatsen zouden zijn die getroffen
zouden worden. Dat kan geen toeval zijn. Enige
solidariteit op dat vlak is wenselijk.

Men is ook tekortgeschoten wat betreft de
informatieverstrekking. Dat moet beter. We vinden
ook dat de schade vergoed moet worden zonder
dat de betrokkenen daarvoor een lange procedure
moeten doorworstelen bij de rechtbanken en
hoven. Ik pleit voor een regeling die een snel
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
7
devant les cours et tribunaux. Je plaide pour une
réglementation qui permette d'aboutir rapidement à
un résultat.
antwoordt biedt.
01.07 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais)
: J'ai démandé à Elia s'il n'était pas possible
d'améliorer le plan de délestage. Un avertissement
préalable me paraît indispensable. Je voudrais
également entamer une concertation avec tous les
acteurs concernés, y compris les Régions, à
propos d'un régime d'indemnisation.
01.07 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
heb Elia gevraagd of het afschakelplan niet
verbeterd kan worden. Een waarschuwing vooraf
lijkt mij ook noodzakelijk. Ik wil ook overleg
opstarten met alle actoren, met inbegrip van de
Gewesten, over een schadevergoedingsregeling.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Questions jointes de
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "une étude
confidentielle commandée au Bureau fédéral du
Plan relative à la production d'électricité"
(n° 12890)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'étude sur l'énergie
nucléaire réalisée par le Bureau du Plan"
(n° 12978)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'étude Énergie 2030"
(n° 12987)
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "een confidentiële
studie over de elektriciteitsproductie die bij het
Planbureau werd besteld" (nr. 12890)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de studie van het
Planbureau inzake kernenergie" (nr. 12978)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de studie
'Energie 2030' " (nr. 12987)
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO) : Fin octobre, la
presse a rapporté qu'une étude confidentielle
réalisée par le Bureau fédéral du plan relative à la
production d'électricité concernait les modes de
production d'électricité et qu'elle proposait différents
scenarii. Il apparaîtrait que ces scenarii ne prennent
en compte, pour calculer nos émissions de CO
2
et
évaluer la pertinence des modes de production
d'électricité, que les efforts de réduction de CO
2
sur
le territoire belge. Or le ministre Tobback refuse les
conclusions de l'Agence européenne pour
l'environnement au motif que selon lui la Belgique
exécute une grande partie de ses engagements via
des mesures prises en faveur d'une réduction de
CO
2
dans les pays en voie de développement.


Il faudrait se mettre d'accord sur les critères
d'évaluation de la pertinence des mesures prises et
à venir. Comment arrive-t-on à ces divergences ?
N'est-il pas possible d'unifier et d'harmoniser les
études et leurs conclusions ? De la même manière,
il semble que l'étude du Bureau fédéral du plan ne
prendrait en compte ni le potentiel d'éoliennes
offshore, ni celui de l'importation de l'électricité
verte, ni celui de la biomasse. Confirmez-vous cette
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Eind oktober
heeft de pers melding gemaakt van een
vertrouwelijke studie van het Federaal Planbureau
over de elektriciteitsproductie. Die studie handelt
over de verschillende productiewijzen en stelt
verscheidene scenario's voor. Die scenario's lijken
enkel de inspanningen inzake CO
2
-vermindering op
Belgisch grondgebied in aanmerking te nemen -
met het oog op de berekening van onze CO
2
-
uitstoot en de evaluatie van de deugdelijkheid van
de verschillende manieren van
elektriciteitsproductie. Minister Tobback verwerpt
echter de conclusies van het Europees
Milieuagentschap met het argument dat volgens
hem België een groot deel van zijn verbintenissen
uitvoert via maatregelen ter bevordering van CO
2
-
vermindering in de ontwikkelingslanden.
Er moet een akkoord worden bereikt over de
criteria ter evaluatie van de deugdelijkheid van de
genomen en de te nemen maatregelen. Vanwaar
die verschillen? Is het niet mogelijk om van de
studies en de conclusies ervan één geheel te
maken en ze te harmoniseren? De studie van het
Federaal Planbureau houdt blijkbaar evenmin
rekening met het potentieel van offshore
windmolens, met dat van de import van groene
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
8
information ? Le Bureau fédéral du plan a-t-il
réalisé cette étude conformément à vos souhaits ou
indépendamment de votre volonté
? Dans ce
dernier cas, cette étude vous satisfait-elle ?
elektriciteit en met dat van de biomassa. Kunt u die
informatie bevestigen? Heeft het Federaal
Planbureau die studie uitgevoerd overeenkomstig
uw wensen of buiten uw wil om? In dit laatste geval,
bent u tevreden over deze studie?
Une autre étude, labellisée Énergie 2030, est en
cours. Il semble se confirmer qu'il n'y aura pas de
peer review des résultats de cette étude. Je
partage votre intérêt pour une relecture par des
panels mais cette démarche ne remplace pas une
peer review. Est-il vrai que les résultats de cette
étude seront prochainement présentés ? Y aura-t-il
une peer review ? S'il s'agit de panels, comment
seront-ils composés ? Enfin, quel sera le coût de
cette étude ?
Energie 2030, een andere studie, loopt nog. Alles
wijst erop dat er geen `peer review' komt van de
resultaten van die studie. Ik hecht eveneens belang
aan een herlezing door `panels' maar die maatregel
vervangt geen `peer review'. Klopt het dat de
resultaten van die studie weldra zullen worden
bekendgemaakt? Zal er `peer review' zijn? Wat zal
de samenstelling van mogelijke 'panels' zijn? En
ten slotte, hoeveel zal die studie kosten?
02.02 Simonne Creyf (CD&V) : Une étude du
Bureau fédéral du Plan destinée à la Commission
2030 indique que si le scénario de la sortie du
nucléaire est maintenu, 95
% de notre
approvisionnement énergétique proviendra de
combustibles fossiles en 2030. L'augmentation des
émissions de CO
2
sera dès lors gigantesque. Les
émissions dans le secteur de l'énergie connaîtront
une croissance de 33 % par rapport à 1990, alors
que selon le protocole de Kyoto, l'émission de gaz
à effet de serre devrait diminuer de 7,5 % entre
2008 et 2012.

Dans son récent rapport World Energy Outlook
2006,
l'Agence internationale de l'énergie (AIE) a
vivement plaidé pour l'énergie nucléaire,
notamment pour maîtriser l'émission de gaz à effet
de serre. Selon ce rapport, les estimations
prévoient une croissance de 53 % de la demande
énergétique d'ici 2030. La demande pétrolière
passera de 85 millions de barils par jour aujourd'hui
à 116 millions de barils par jour en 2030. Le prix du
baril passera à 58 dollars en 2010 et à 97 dollars
en 2030. Cette évolution entraînera une
augmentation considérable de l'émission des gaz à
effet de serre. L'AIE plaide dès lors pour le maintien
des investissements dans l'énergie nucléaire.

Le ministre est-il d'accord avec les conclusions des
deux rapports
? Où en est l'étude de la
Commission 2030 ? Quand le premier rapport sera-
t-il présenté
? Le Parlement pourra-t-il le
consulter
? Le gouvernement envisage-t-il de
renoncer à la sortie du nucléaire ? Lors du sommet
européen qui s'est tenu à Lahti, M. Verhofstadt lui-
même a déclaré que l'Europe doit rouvrir le débat
sur l'énergie nucléaire. Sommes-nous en mesure
de respecter les normes de Kyoto compte tenu de
la loi actuelle sur la sortie du nucléaire ?
02.02 Simonne Creyf (CD&V): In een studie van
het Federaal Planbureau bestemd voor de
Commissie 2030 staat dat, wanneer het scenario
van de kernuitstap behouden blijft, in 2030 95
procent van onze energievoorziening uit fossiele
brandstoffen zal komen. Dit zal de CO
2
-uitstoot
gigantisch doen stijgen. De uitstoot in de
energiesector zal 33 procent hoger liggen dan in
1990, terwijl men volgens het Kyoto-protocol tussen
2008 en 2012 7,5 procent minder broeikasgassen
zou moeten uitstoten.

Het recente rapport World Energy Outlook 2006
van het Internationaal Energieagentschap (IEA)
hield een vurig pleidooi voor kernenergie om zo
onder meer de uitstoot van broeikasgassen onder
controle te houden. Volgens dit rapport zal de
energievraag tegen 2030 naar schatting stijgen met
53 procent. De olievraag zal stijgen van 85 miljoen
vaten per dag nu tot 116 miljoen vaten per dag in
2030. De prijs zal stijgen tot 58 dollar in 2010 en 97
dollar in 2030. Dit alles leidt tot een enorme stijging
van de uitstoot van broeikasgassen. Het IEA bepleit
daarom blijvende investeringen in kernenergie.



Onderschrijft de minister de bevindingen van beide
rapporten? In welke fase zit de studie van de
Commissie 2030? Wanneer wordt het eerste
rapport voorgesteld? Krijgt het Parlement inzage?
Spreekt men binnen de regering erover om de
nucleaire uitstap te verlaten? Op de Europese Top
in Lahti zei premier Verhofstadt zelf dat Europa het
debat over kernenergie moet heropenen. Kunnen
we met de huidige wet op de kernuitstap de Kyoto-
norm halen?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
9
02.03 Marc Verwilghen, ministre (en français) : Le
rapport préliminaire de la Commission « Énergie
2030 » me sera remis ce vendredi 17 novembre et
sera ensuite présenté aux représentants des
différents review panels. Avant que ce processus
ne soit terminé, il ne m'est pas possible, et ce n'est
pas non plus souhaitable, de commenter quelque
aspect que ce soit de cette étude.

Une procédure d'examens critiques doit être
effectuée au préalable par différents review panels,
représentant les milieux socio-économiques
(Conseil central de l'économie), environnementaux
(le CFDD), financiers (Banque nationale),
scientifiques (BACAS), les Régions (groupe
CONCERE et ENOVER), la Commission
européenne avec la DGTREN et l'Agence
internationale de l'énergie. Cette review aura lieu
entre la mi-novembre 2006 et le début de 2007. Le
coût de cette étude s'élève à 55.000 euros.
02.03 Minister Marc Verwilghen (Frans): Op
vrijdag 17 november ontvang ik het voorbereidend
rapport van de Commissie Energie 2030 dat
vervolgens aan de vertegenwoordigers van de
diverse `review panels' zal worden voorgelegd.
Zolang dat niet gebeurd is, kan ik geen enkel
aspect van de studie becommentariëren. Dat zou
evenmin wenselijk zijn.


Vooraf moeten verscheidene `review panels' een
procedure van kritische onderzoeken volgen. Die
panels vertegenwoordigen de sociaaleconomische
partners (Centrale raad voor het bedrijfsleven), de
milieu-instanties (FRDO), de financiële sector
(Nationale Bank), de wetenschappelijke middens
(BACAS), de Gewesten (cel CONCERE/ENOVER),
de Europese Commissie met het DGTREN en het
Internationaal Energieagentschap. Die `review' zal
tussen midden november 2006 en begin 2007
plaatsvinden. De studie zal zo'n 55.000 euro
kosten.
L'étude commandée par M. Tobback au seul
Bureau du plan porte essentiellement sur le post-
Kyoto à l'horizon 2020 et 2050. Elle est basée sur
une méthodologie propre au Bureau du Plan. Celle
que j'ai commandée à la Commission « Énergie
2030 » porte sur l'ensemble de la question de
l'énergie, et notamment sur la sécurité de
l'approvisionnement, la durabilité, la compétitivité et
l'impact économique. Elle a été confiée à des
experts des milieux académiques belges, français
et allemands. Le rapport demandé à cette occasion
par la Commission au Bureau du plan est
uniquement destiné à quantifier les différents
scenarii élaborés dans le cadre de cette étude. Il
est donc inopportun de commenter ce document en
dehors du contexte particulier dans lequel il a été
requis.



(En néerlandais) Je recevrai le rapport provisoire
vendredi. Le World Energy Outlook 2006 a été
présenté officiellement le 7 novembre. Mes
services analysent actuellement les résultats. Étant
donné que je ne dispose pas encore des résultats
du Groupe de travail 2030, je ne puis établir de
corrélation à ce stade. Je me suis engagé à
transmettre le rapport provisoire au Parlement
lorsqu'il sera mis à la disposition des review panels.
La date du 28 novembre a été fixée en concertation
avec le président. Je demanderai aux deux experts
de venir commenter le rapport en commission.

Le rapport final doit être finalisé pour le 19 juin
2007, un délai que la Commission a dit plusieurs
De studie die de heer Tobback door het Planbureau
- en enkel door het Planbureau - laat uitvoeren,
gaat vooral over het post-Kyotoscenario in 2020 en
2050. Het Planbureau hanteert daarbij zijn eigen
methodologische uitgangspunten. De studie die ik
bij de Commissie Energie 2030 besteld heb, gaat
over het energievraagstuk in zijn geheel, en meer
bepaald over de continuïteit van de
energievoorziening, over duurzaamheid,
concurrentievermogen en de economische impact.
Daarvoor werd een beroep gedaan op experts uit
Belgische, Franse en Duitse academische kringen.
Het rapport dat de Commissie te dien einde aan het
Planbureau gevraagd heeft, dient enkel om de
onderscheiden scenario's die in het kader van die
studie worden uitgeschreven, te kwantificeren. Het
is dan ook niet opportuun om commentaar te geven
op dat document buiten de specifieke context
waarvoor het werd opgesteld.

(Nederlands) Vrijdag krijg ik het voorlopig rapport.
World Energy Outlook 2006 werd op 7 november
officieel voorgesteld. Mijn diensten analyseren
momenteel de resultaten. Aangezien ik nog niet
beschik over de resultaten van de Werkgroep 2030,
kan ik nog geen correlatie maken. Ik heb mij
geëngageerd om het voorlopig rapport aan het
Parlement te bezorgen als het ter beschikking
wordt gesteld van de `review panels'. In
samenspraak met de voorzitter werd 28 november
als datum vastgelegd. Ik zal de twee deskundigen
vragen om het rapport uiteen te komen zetten in de
commissie.

Het eindrapport moet er zijn vóór 19 juni 2007. De
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
10
fois être en mesure de respecter. Le gouvernement
belge n'adoptera aucune position avant la
publication du rapport définitif. Je ne pourrai
répondre aux questions supplémentaires que
lorsque je disposerai des données requises.
Commissie heeft meermaals aangegeven dat ze
zich aan deze termijn zal kunnen houden. De
Belgische regering neemt geen standpunt in
vooraleer het definitieve rapport er is. Op de
bijkomende vragen kan ik pas antwoorden als ik
over de nodige gegevens beschik.
02.04 Muriel Gerkens (ECOLO) : Votre réponse
me rassure quant à la relecture. Nous attendrons
donc le rapport préliminaire.

En ce qui concerne la mission confiée au Bureau
du plan, la demande a-t-elle été formulée
uniquement par le ministre Tobback, dans l'optique
CO
2
? Elle est donc uniquement économique et
énergétique et non environnementale ?
02.04 Muriel Gerkens (ECOLO): Uw antwoord
stelt mij gerust wat de herlezing betreft. Wij zullen
dus wachten op het voorbereidend verslag.

Wat de aan het Planbureau toevertrouwde opdracht
betreft, werd het verzoek enkel door minister
Tobback geformuleerd, vanuit de CO
2
-invalshoek?
Ze beoogt dus enkel de economische en de
energieaspecten en niet het milieu?
02.05 Marc Verwilghen, ministre (en français) :
Non, les engagements pris par la Belgique sont
également compris dans les points soumis.
02.05 Minister Marc Verwilghen (Frans): Neen,
de verbintenissen van ons land zijn eveneens
opgenomen in de voorgelegde punten.
02.06 Muriel Gerkens (ECOLO) : Les
mécanismes de flexibilité sont-ils donc englobés
dans la mission ?
02.06 Muriel Gerkens (ECOLO): De
flexibiliteitsmechanismen maken dus deel uit van
de opdracht?
02.07 Marc Verwilghen, ministre (en français) :
Oui. La mission tient compte des engagements et
de la manière de les exécuter.
02.07 Minister Marc Verwilghen (Frans): Ja. De
opdracht houdt rekening met de verbintenissen en
met de manier waarop ze moeten worden
uitgevoerd.
02.08 Muriel Gerkens (ECOLO) : Je suis un peu
exaspérée de constater qu'en fonction des objectifs
poursuivis, on pose les critères de manière
différente. On en reste alors aux cas d'école, à la
démonstration du résultat que l'on souhaite obtenir.
Cela ne va pas.
02.08 Muriel Gerkens (ECOLO): Het ergert mij
een beetje dat de criteria anders worden
geformuleerd naargelang van de nagestreefde
doelstellingen. Daardoor komt men niet verder dan
de schoolvoorbeelden, dan het aantonen van het
gewenste resultaat. Dat kan niet.
02.09 Simonne Creyf (CD&V) : Je retiendrai
surtout que le rapport qui devait être prêt fin 2006
ne sera plus disponible pour cette législature. Ce
dossier sera donc négocié lors de la prochaine
formation d'un gouvernement et constituera peut-
être à cet égard l'un des enjeux les plus délicats. Je
ne dois donc plus attendre de réponse du ministre
à mes questions.

L'intention exprimée par le ministre de mettre à
disposition un rapport provisoire de la Commission
2030 constitue toutefois un élément positif.
02.09 Simonne Creyf (CD&V): Ik onthoud vooral
dat het rapport dat eind 2006 klaar zou zijn, niet
meer in deze zittingsperiode beschikbaar zal zijn.
Het dossier komt op de onderhandelingstafel bij
een nieuwe regeringsvorming, wellicht als een van
de moeilijkste. Ik moet dus geen antwoord van de
minister op mijn vragen meer verwachten.

Positief is wel dat de minister een voorlopig rapport
van de Commissie 2030 ter beschikking wil stellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Colette Burgeon au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "les
retombées des programmes Columbus et ATV
pour l'industrie et la communauté scientifique
03 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
voordelen van de Columbus- en ATV-
programma's voor de Belgische industrie en
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
11
belges" (n° 12914)
wetenschappelijke wereld" (nr. 12914)
03.01 Colette Burgeon (PS) : La reprise de
l'assemblage de la station spatiale internationale
(ISS) ouvre la voie au lancement du laboratoire
européen Columbus, un laboratoire de pointe à
usage universel, prévu pour l'automne 2007.


Quels sont les montants investis par la Belgique
dans la mise au point de Columbus ? À quel
pourcentage du montant total cela correspond-il ?
Quels sont les partenaires privés et publics belges
qui participent au programme Columbus ?

Pour la phase 2 du programme Columbus, la
contribution de 3 % aux coûts fixes et de 3 % aux
coûts variables, proposée dans la note d'orientation
programmatique pour la politique spatiale belge,
sera-t-elle respectée ?


En ce qui concerne le véhicule européen non
habité transportant de façon automatisée du fret
vers l'ISS (ATV), à quel stade de développement du
projet en est-elle ? Quels sont les partenaires
privés et publics belges qui participent à ce
programme ? À concurrence de quels montants ?

Quelles sont les retombées espérées en recherche
et développement pour nos entreprises et nos
institutions scientifiques ?
03.01 Colette Burgeon (PS): De hervatting van
de assemblage van het internationaal ruimtestation
ISS effent de weg voor het lanceren van het
Europese laboratorium Columbus, een
hoogtechnologisch laboratorium voor universeel
gebruik, dat tegen najaar 2007 klaar zou moeten
zijn.

Hoeveel heeft België in Columbus geïnvesteerd?
Welk percentage van het totale bedrag
vertegenwoordigt dat? Welke Belgische openbare
en privépartners zijn bij het Columbusprogramma
betrokken?

Zullen ­ voor fase 2 van het Columbusprogramma
­ de in de programmatorische oriëntatienota voor
het Belgische ruimtevaartbeleid vooropgestelde
bijdragen van 3 procent voor de vaste kosten en 3
procent voor de variabele kosten, worden
nageleefd?

Hoever staat ESA met de ontwikkeling van het
onbewoonde Europese ruimtecargo (automated
transfer vehicle ­ ATV) dat op geautomatiseerde
wijze vracht zal vervoeren naar het ISS? Welke
openbare en privépartners nemen deel aan dat
programma? Voor welke bedragen?

Wat is de verwachte return op het stuk van
onderzoek en ontwikkeling voor onze bedrijven en
onze wetenschappelijke instellingen?
03.02 Marc Verwilghen, ministre (en français) : Je
vous remettrai la partie chiffrée de ma réponse.

La Belgique a participé au programme de
développement du module européen Columbus à
raison de 3
%, via le programme ISS
Développement, qui disposait d'une enveloppe
financière de 2,6 milliards d'euros, dont 1,2 milliard
pour Columbus.
03.02 Minister Marc Verwilghen (Frans): Ik zal u
het cijfermatige gedeelte van mijn antwoord
bezorgen.

België heeft deelgenomen aan het
ontwikkelingsprogramma van de Europese
Columbusmodule ten belope van 3 procent, via het
ISS development-programma, dat over een
financiële enveloppe van 2,6 miljard euro beschikte,
waarvan 1,2 miljard voor Columbus.
Les partenaires belges étaient Alcatel Bell, ETCA,
Logica, Sabca, SAIT, SAS, Spacebel Informatique,
Trasys, ULB et Verhaert.

Le financement est compris dans l'enveloppe
spatiale globale de la Belgique.

Le premier modèle de l'ATV est en phase de test.
Un premier vol est programmé entre mi-mai et mi-
septembre.

Les partenaires belges dans le développement du
véhicule sont Alcatel Bell, EHP, RHEA, SAS et
De Belgische partners waren Alcatel Bell, ETCA,
Logica, Sabca, SAIT, SAS, Spacebel Informatique,
Trasys, de ULB en Verhaert.

De financiering gebeurt met geld uit de globale
begroting voor ruimteonderzoek van ons land.

Het eerste ATV-model bevindt zich momenteel in
de testfase. Er is een eerste vlucht gepland tussen
half mei en half september.

De Belgische partners voor de ontwikkeling van het
voertuig zijn Alcatel Bell, EHP, RHEA, SAS en
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
12
Verhaert.

Le retour industriel est calculé sur l'ensemble du
programme. Un retour garanti de 0,90 % est prévu
pour chaque État participant.

En ce qui concerne votre quatrième question, la
Politique scientifique fédérale soutient
financièrement huit activités en sciences des
matériaux, sept activités en physique des fluides,
quinze activités en biologie et huit activités en
physiologie.




Le remplacement futur des instruments équipant
les laboratoires installés à bord de Columbus aura
également des retombées positives pour l'industrie
belge.
Verhaert.

De industriële return wordt berekend op grond van
het volledige programma. Er is een gegarandeerde
return van 0,90 procent voor elk deelnemend land.

Wat het antwoord op uw vierde vraag betreft, kan ik
meedelen dat het federale departement
Wetenschapsbeleid financiële steun verleent voor
acht activiteiten op het gebied van de
materiaalkunde, zeven activiteiten op het gebied
van de vloeistof- en gasfysica, vijftien activiteiten op
het gebied van de biologie en acht activiteiten op
het gebied van de fysiologie.

De vervanging van de instrumenten aan boord van
het ruimtelaboratorium Colombus, die in de
toekomst zal moeten gebeuren, zal ook een
positieve weerslag hebben op de Belgische
industrie.
03.03 Colette Burgeon (PS) : Cette question est
aussi une façon de mettre en évidence le fait que la
Belgique compte des chercheurs de qualité, que ce
programme met en valeur.
03.03 Colette Burgeon (PS): Met die vraag wilde
ik ook de aandacht vestigen op het feit dat België
topwetenschappers in huis heeft, die dankzij dit
programma ook kunnen tonen wat ze in hun mars
hebben.
L'incident est clos.

La présidente : La question n° 12953 de M.
Wathelet est reportée.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Vraag nummer 12953 van de heer
Wathelet wordt uitgesteld.
04 Question de Mme Simonne Creyf au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la
nomination des membres du Conseil de
surveillance du Service de l'Ombudsman des
Assurances" (n° 12954)
04 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
benoeming van de leden van de Raad van
Toezicht van de Ombudsdienst Verzekeringen"
(nr. 12954)
04.01 Simonne Creyf (CD&V) : Le débat sur le
service de médiation Assurances connaît un
épilogue malheureux pour les consommateurs.
Jusqu'à ce jour, les consommateurs qui
souhaitaient introduire une réclamation pouvaient
se tourner vers trois instances : le SPF Economie,
le service de médiation du secteur ou la
Commission bancaire, financière et des assurances
(CBFA). Environ cinq mille réclamations étant
introduites chaque année, il importe qu'un service
de médiation voie le jour.

Le ministre a mis sur pied une nouvelle structure,
en l'occurrence une ASBL dotée d'un conseil de
surveillance. Deux des sept membres de ce conseil
représenteraient les consommateurs. Or les
associations de consommateurs, réunies au sein
du Conseil de la consommation, ont refusé de
04.01 Simonne Creyf (CD&V): De discussie over
de ombudsdienst Verzekeringen kent een triest
eind voor de verbruiker. Tot op vandaag kan een
consument zich met een klacht tot drie instanties
wenden: de FOD Economie, de ombudsdienst van
de sector of de Commissie voor het Bank-,
Financie- en Assurantiewezen (CBFA). Jaarlijks
zijn er zo'n vijfduizend klachten en het is dus
belangrijk dat de ombudsdienst er komt.


De minister heeft een nieuwe structuur opgezet,
met name een vzw met een raad van toezicht.
Twee van de zeven leden van die raad van toezicht
zouden de verbruikers vertegenwoordigen. De
consumentenorganisaties, verenigd in de Raad
voor het Verbruik, hebben geweigerd om
vertegenwoordigers aan te duiden omdat ze niet
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
13
désigner des représentants parce qu'elles
n'approuvent pas la manière dont est structuré le
conseil de surveillance. Quel ne fut pas, dès lors,
leur étonnement lorsque la composition du conseil
de surveillance du service de médiation
Assurances fut publiée au Moniteur belge.

Le ministre pourrait-il nous donner quelques
éclaircissements sur les raisons qui l'ont amené à
désigner Mme Cathy De Waele et M. Danny
Jammart pour représenter les consommateurs ?
akkoord gaan met de structuur van de raad van
toezicht. Groot was dan ook de verbazing toen de
samenstelling van de raad van toezicht van de
ombudsdienst Verzekeringen in het Belgisch
Staatsblad
werd gepubliceerd.

Kan de minister uitleg verschaffen over de namen
mevrouw Cathy De Waele en de heer Danny
Jammart, die de verbruikers vertegenwoordigen?
04.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais) :
J'ai invité le Conseil de la Consommation à
désigner deux représentants des consommateurs
au sein du conseil de surveillance du nouveau
service de médiation des Assurances. Le
groupement des associations de consommateurs
au sein du Conseil de la Consommation n'a pas
donné suite à mon invitation. Une des raisons de ce
refus résiderait dans la sous-représentation des
consommateurs au sein du conseil de surveillance.
J'ai déjà expliqué auparavant qu'il s'agissait d'une
opinion erronée. Sur les sept membres que compte
le Conseil, un seul représente les compagnies
d'assurance, les autres étant indépendants ou
défendant les intérêts des consommateurs.

Je regrette l'attitude du groupement des
associations de consommateurs, qui rogne les ailes
du nouveau service de médiation. J'ai dès lors
recherché des représentants parmi les autres
organisations désireuses de collaborer. Le service
de médiation peut à présent entamer ses travaux,
dans l'intérêt du consommateur.
Un des représentants, Mme De Waele, est membre
du bureau d'une mutualité libérale, et l'autre, M.
Jammart, est actif dans une autre mutualité libérale.
04.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
heb de Raad voor het Verbruik uitgenodigd om
twee consumentenvertegenwoordigers in de raad
van toezicht van de nieuwe ombudsdienst
Verzekeringen aan te duiden. De groepering van
consumentenverenigingen binnen de Raad voor het
Verbruik is niet op mijn uitnodiging ingegaan. De
reden is onder meer, dat de consumenten
ondervertegenwoordigd zouden zijn in de raad van
toezicht. Ik heb al eerder uitgelegd dat dit een
misvatting is. Van de zeven leden van de raad is er
maar één vertegenwoordiger van de
verzekeringsondernemingen, de rest is
onafhankelijk of verdedigt de belangen van de
consumenten.

Ik betreur de houding van de groepering van
consumentenverenigingen, die de nieuwe
ombudsdienst vleugellam heeft gemaakt. Daarom
heb ik via andere organisaties die wel willen
meewerken, vertegenwoordigers gezocht. De
ombudsdienst kan nu van start gaan en dat is in het
belang van de consument.
De ene vertegenwoordiger, mevrouw De Waele, is
bestuurslid bij een liberaal ziekenfonds, de andere,
de heer Jammart, is werkzaam bij een ander
liberaal ziekenfonds.
04.03 Simonne Creyf (CD&V) : Les organisations
de consommateurs s'opposent à la structure du
service de médiation, mais le ministre ne fait aucun
cas de leurs objections et nomme deux amis
politiques, des membres de la mutualité libérale.

Comment ces personnes peuvent-elles représenter
les intérêts du consommateur ? La nouvelle relation
du VLD avec la société civile se limite clairement à
la société civile libérale. La position du ministre est
un camouflet à l'égard des consommateurs et des
associations qui les représentent.
04.03 Simonne Creyf (CD&V): De
verbruikersorganisaties gaan niet akkoord met de
structuur van de ombudsdienst, maar de minister
negeert hen en benoemt twee politieke vrienden,
leden van de liberale mutualiteit.

Hoe kunnen deze mensen garant staan voor de
belangen van de consument? De nieuwe relatie
van de VLD met het middenveld beperkt zich
duidelijk tot het liberale middenveld. De houding
van de minister is een kaakslag voor de verbruikers
en de verbruikersorganisaties.
04.04 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais) :
J'évaluerai le service de médiation sur la base de
son fonctionnement. Les organisations de
consommateurs refusent de prendre leurs
04.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
zal de ombudsdienst beoordelen op zijn werking.
De verbruikersorganisaties weigeren hun
verantwoordelijkheid op te nemen en constructief
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
14
responsabilités et de coopérer à ce projet dans un
esprit constructif. Ma patience est à bout.
mee te werken aan dit project. Mijn geduld is op.
04.05 Simonne Creyf (CD&V) : Je comprends
l'agacement du ministre face au refus des
organisations de défense des consommateurs de
coopérer à cette initiative, mais si tel est le choix de
ces dernières, c'est leur droit le plus strict. Quant à
moi, je ne puis en tout état de cause m'incliner
devant la politique partisane du ministre.
04.05 Simonne Creyf (CD&V): Ik begrijp dat de
minister ongelukkig is dat zij niet willen meewerken,
maar dat is hun goed recht. Ik kan hoe dan ook de
vriendjespolitiek van de minister niet aanvaarden.
L'incident est clos.

Le président: La question n° 12962 de M. Van
Biesen est transformée en question écrite.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Vraag nr. 12962 van de heer Van
Biesen wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
05 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le
manque de clarté qui règne à propos de
l'application du RGIE en ce qui concerne le
contrôle des installations électriques
domestiques" (n° 12976)
05 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
onduidelijkheid rond de toepassing van het AREI
aangaande keuring van particuliere elektrische
installaties" (nr. 12976)
05.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang) : L'arrêté
royal qui modifie quelque peu le Règlement général
sur les installations électriques (RGIE) a paru le 20
avril. L'article 271 applicable à environ deux
millions d'installations domestiques, dispose que la
conformité de celles-ci doit être vérifiée tous les 25
ans. Dès lors, toutes les installations antérieures à
1981 auraient dû être contrôlées en octobre 2006
au plus tard.

Par ailleurs, le département de l'Économie a encore
communiqué début octobre des instructions et des
propositions complémentaires aux organismes de
contrôle en vue de la modification d'autres articles
du RGIE. Ces organismes ne sont dès lors plus en
mesure de remplir leur mission.

L'arrêté royal en question modifie par ailleurs
l'article 276
; cette modification oblige les
propriétaires d'une unité d'habitation à présenter
une attestation de conformité relative à l'installation
électrique au moment du transfert de leur propriété.

Le SPF Énergie devait lancer une campagne
d'information relative aux modifications dès le 8
novembre. La liste des organismes agréés devait
également être actualisée à l'intention des notaires
et des agents immobiliers. Mais tant les organismes
de contrôle que le secteur de l'immobilier et les
notaires ont exprimé leur mécontentement à propos
de l'évolution actuelle du dossier.

05.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Op 20
april werd een KB gepubliceerd dat enkele
wijzigingen aanbrengt aan het Algemeen
Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
Artikel 271, dat van toepassing is op ongeveer 2
miljoen huishoudelijke installaties, bepaalt dat die
om de 25 jaar moeten worden gekeurd op hun
conformiteit. Dat wil zeggen dat alle installaties van
voor 1981 uiterlijk in oktober 2006 hadden moeten
worden gekeurd.

Bovendien ontvingen de keuringsorganismen begin
oktober van het departement Economie nog
bijkomende instructies en voorstellen tot wijziging
van andere AREI-artikelen, waardoor zij in de
onmogelijkheid zijn om hun opdracht te vervullen.


Het bewuste KB wijzigt bovendien artikel 276,
waardoor eigenaars bij de overdracht van het
eigendom van een wooneenheid een
conformiteitsattest met betrekking tot de elektrische
installatie moeten voorleggen.

Het was de bedoeling dat de FOD Energie over de
wijzigingen een informatiecampagne zou opstarten
vanaf 8 november. De lijst van de erkende
organismen zou daarbij ook geactualiseerd worden
ten behoeve van de notarissen en de
immobiliënmakelaars. Maar zowel de
keuringsorganismen, de immobiliënsector als de
notarissen hebben hun ongenoegen geuit over de
hele gang van zaken.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
15
Est-il exact que la campagne d'information
annoncée a été reportée ?
Comment expliquez-vous l'amateurisme dont le
département de l'Énergie fait montre dans ce
dossier ?
Estimez-vous opportun d'apporter des
modifications à la réglementation avec effet
rétroactif ? Comment les organismes de contrôle
doivent-ils appliquer les nouvelles règles avec effet
rétroactif ?

De combien de contrôleurs le département de
l'Énergie dispose-t-il pour vérifier la conformité des
installations électriques ?
L'application de l'article 276 en cas de vente
publique, de donation, d'héritage ou de vente en
vue d'une démolition a-t-elle déjà été éclaircie ? Le
RGIE sera-t-il encore affiné ?

Klopt het dat de aangekondigde
informatiecampagne is uitgesteld?
Vanwaar de amateuristische aanpak van dit dossier
door het departement Energie?

Vindt de minister het gepast om wijzigingen aan de
reglementering met terugwerkende kracht in te
voeren? Hoe moeten de keuringsorganismen de
nieuwe regels met terugwerkende kracht
toepassen?
Hoeveel controleurs heeft het departement Energie
om de conformiteit van de elektrische installaties na
te gaan?
Is er al duidelijkheid over de toepassing van artikel
276 bij openbare verkoop, schenking, erfenis of
verkoop met de bedoeling om te slopen?
Is het de bedoeling om het AREI nog te verfijnen?
05.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais) :
La campagne d'information a effectivement été
reportée car je souhaite l'associer à l'information
concernant les modalités d'exécution d'une visite
de contrôle dans le cadre de la vente d'une maison
ou d'un appartement.

Depuis le début de l'année, les mécanismes de
contrôle ont été consultés au cours de nombreuses
réunions. La lettre du 13 octobre contenait, par
conséquent, beaucoup d'éléments déjà connus.


L'information reçue contenait des interprétations de
la réglementation existante. J'ai cependant jugé
nécessaire de concrétiser et de préciser la
réglementation.

Les organismes agréés sont déjà en possession de
l'information.

La réglementation dispose expressément que seuls
les organismes agréés sont habilités à effectuer
des contrôles de conformité.

La portée de l'article 276 sera limitée à la vente
d'une maison ou d'un appartement avant le 1
er
janvier 2007.
05.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De
informatiecampagne is inderdaad uitgesteld, omdat
ik ze wil koppelen aan informatie over de
modaliteiten van de uitvoering van een
controlebezoek bij de verkoop van een huis of
appartement.

Tijdens talrijke vergaderingen sinds het begin van
dit jaar werden de controlemechanismen
geconsulteerd. De brief van 13 oktober bevatte dan
ook veel elementen waarvan zij reeds op de hoogte
waren.

De informatie die zij ontvangen hebben bevatte
interpretaties van de bestaande reglementering.
Niettemin achtte ik het nodig de reglementering te
concretiseren en te verduidelijken.

De erkende organismen zijn reeds in het bezit van
de informatie.

De reglementering bepaalt uitdrukkelijk dat de
conformiteitscontroles enkel uitgevoerd worden
door erkende organismen.

De draagwijdte van artikel 276 zal voor 1 januari
2007 beperkt worden tot de verkoop van een huis
of appartement.
05.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang) : Je ne
prétends pas que les modifications apportées au
RGIE ne constituent pas une amélioration mais je
déplore l'amateurisme avec lequel le département a
traité ce dossier.

Le ministre s'est référé à la concertation mais j'ai
l'impression que l'organe de concertation technique
commun ne fonctionne pas correctement. J'y
reviendrai par le biais de questions écrites.
05.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Ik
beweer niet dat de wijzigingen aan het AREI geen
verbetering inhouden, maar de amateuristische
manier waarop het departement dit dossier
afgehandeld heeft, valt te betreuren.

De minister verwees naar het overleg. Maar ik heb
de indruk dat het gemeenschappelijk technisch
overlegorgaan niet goed werkt. Ik zal daar via
schriftelijke vragen op terug komen.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
16

J'espère que la précision de l'article 276 sera
effectivement terminée avant le 1
er
janvier. Il ne
reste plus beaucoup de temps. J'espère que les
notaires et les agents immobiliers sauront alors à
quoi s'en tenir.

Ik hoop dat de precisering van artikel 276
inderdaad voor 1 januari rond is. Veel tijd is er niet
meer. Ik hoop dat de notarissen en
immobiliënmakelaars dan zullen weten waar ze aan
toe zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la
position de la Belgique dans le cadre du projet
de règlement européen REACH" (n° 12980)
06 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
standpunt van België inzake het ontwerp van
Europese verordening REACH" (nr. 12980)
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO) : Le projet de
règlement européen REACH vise à mieux
enregistrer, contrôler et réguler les substances
chimiques afin d'éviter les effets sanitaires et
environnementaux néfastes de l'utilisation et de la
production de certaines de ces substances. Il y a
quelques semaines, la commission Environnement
du Parlement européen a voté une nouvelle
mouture du texte qui réintroduit des préceptes que
le Conseil avait refusés en première lecture,
notamment le principe de substitution. En vertu de
ce principe, l'industrie ne peut pas utiliser une
substance dangereuse lorsqu'une alternative existe
et, en l'absence d'alternative, elle peut utiliser le
produit dangereux pendant cinq ans mais doit
proposer une alternative dans ce délai. Ce volet du
projet vise donc aussi à stimuler l'innovation.



Le projet REACH continue à susciter d'énormes
mobilisations. Le 18 octobre, les signataires de
l'Appel de Paris ont à nouveau demandé que le
programme européen REACH corresponde au
projet adopté par la commission Environnement du
Parlement européen.


Le Conseil devra se prononcer sur ce texte après le
vote en plénière qui aura lieu le 17 novembre.
Après les positions changeantes adoptées par la
Belgique au travers de ses ministres successifs et
au vu des nouveaux éléments que j'ai évoqués,
quelle sera la position de notre pays dans ce
dossier
? Le gouvernement se ralliera-t-il aux
conclusions de la commission Environnement du
Parlement européen ? Quelle est la position belge
en ce qui concerne le renforcement de la procédure
d'enregistrement des substances, la substitution et
la limitation à cinq ans des autorisations pour les
produits à substituer ?
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): De ontwerp-EU-
verordening REACH strekt tot een betere
registratie, controle en regulering van de chemische
stoffen met het oog op het voorkomen van de
nefaste gevolgen voor de gezondheid en het milieu
van het gebruik van sommige van die stoffen.
Enkele weken geleden heeft de Commissie
Leefmilieu van het Europees Parlement een nieuwe
versie van de tekst aangenomen, waarbij de
voorschriften die de Raad in eerste lezing had
afgewezen, waaronder het substitutiebeginsel,
opnieuw in de tekst worden ingevoegd. Krachtens
dat beginsel mag de industrie geen gevaarlijke stof
gebruiken wanneer er een alternatief bestaat en als
er geen alternatief bestaat, mag zij het gevaarlijk
product gedurende vijf jaar gebruiken maar moet zij
binnen die termijn een alternatief voorstellen. Dat
onderdeel van het ontwerp strekt er dus ook toe
innovatie aan te moedigen.

Het REACH-ontwerp blijft de gemoederen
bezighouden. Op 18 oktober hebben de
ondertekenaars van de Oproep van Parijs opnieuw
gevraagd dat het Europees programma REACH
zou overeenstemmen met het ontwerp dat door de
Commissie Leefmilieu van het Europees Parlement
werd aangenomen.

De Raad zal zich na de stemming in de plenaire
vergadering van 17 november eerstkomend over
die tekst moeten uitspreken. Welke houding zal ons
land in dat dossier aannemen, na de uiteenlopende
standpunten die België via de opeenvolgende
ministers heeft ingenomen en gelet op de nieuwe
elementen die ik heb aangehaald? Zal de regering
zich aansluiten bij de conclusies van de Commissie
Leefmilieu van het Europees Parlement? Wat is het
Belgisch standpunt inzake de aanscherping van de
procedure voor de registratie van de stoffen, de
substitutie en de periode van vijf jaar voor de
vergunningen voor de te substitueren producten?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
17
06.02 Marc Verwilghen, ministre (en français) :
Pour arriver à un accord sur l'ensemble du
règlement, le gouvernement belge fera en sorte
qu'un compromis soit trouvé au sein du Conseil et
du Parlement européen et entre ceux-ci, en tenant
compte de la position de la Commission
européenne.

Concernant la substitution des substances
dangereuses, la Belgique s'oppose à une
substitution obligatoire, estimant que l'autorisation
ne devrait être accordée que si les avantages
socio-économiques l'emportent sur les risques
engendrés par l'utilisation de la substance, et s'il
n'y a pas d'alternatives disponibles plus sûres à un
coût raisonnable. Le développement de cette
alternative doit permettre économiquement et
techniquement son implémentation en tant que
substitut. Il importe dès lors de pouvoir évaluer au
cas par cas la durée des autorisations qui seront
délivrées avec un délai maximum de dix ans.

La Belgique soutient les efforts de la Présidence
finlandaise dans le cadre du dialogue à trois en ce
qui concerne le renforcement de la procédure
d'enregistrement. J'espère que ce point sera
tranché lors du prochain Sommet.
06.02 Minister Marc Verwilghen (Frans): Om een
overeenkomst over het geheel van de verordening
te bereiken zal de Belgische regering aansturen op
een compromis in de Europese Raad en in het
Europees Parlement en tussen beide instellingen,
rekening houdend met het standpunt van de
Europese Commissie.
België is tegen de verplichte vervanging van
gevaarlijke stoffen gekant en is van oordeel dat de
vergunning slechts mag worden gegeven wanneer
de sociaaleconomische voordelen groter zijn dan
het gevaar dat het gebruik van de stof meebrengt
en indien geen veiliger alternatieven voorhanden
zijn tegen een redelijke prijs. De ontwikkeling van
de alternatieve stof moet, zowel vanuit economisch
als vanuit technisch oogpunt, het gebruik ervan als
substituut mogelijk maken. Per geval zal moeten
worden nagegaan voor welke duur een vergunning
wordt uitgereikt, met een maximum van tien jaar.


België steunt de inspanningen van het Finse
voorzitterschap in het raam van de trialoog wat de
versterking van de registratieprocedure betreft. Ik
hoop dat die knoop op de volgende Top zal kunnen
worden doorgehakt.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO) : Je suis déçue
d'entendre que, sans accord sur ce point entre les
différents ministres, ce sera cette position de refus
de la substitution obligatoire qui sera défendue par
notre pays, au lieu d'adopter une vraie position de
pointe.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Ik vind het
jammer te moeten horen dat ons land ervoor kiest,
bij afwezigheid van een akkoord tussen de
verschillende ministers daarover, de verplichte
vervanging af te wijzen in plaats van een
vooruitstrevend standpunt in te nemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur
"l'accord entre la Belgique et la Russie dans le
domaine nucléaire" (n° 12988)
07 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het akkoord
tussen België en Rusland op nucleair gebied"
(nr. 12988)
07.01 Muriel Gerkens (ECOLO) : Le projet
d'accord entre la Belgique et la Russie dans le
domaine nucléaire, texte datant d'avant 1999 et qui
n'avait jamais été signé, l'est-il aujourd'hui ? Quel
en est le contenu ?

Négociez-vous un nouvel accord visant notamment
à valoriser le know-how de Belgonucléaire
?
Prévoit-on le recyclage du plutonium d'armes
nucléaires afin de l'utiliser dans le secteur de la
production d'électricité ?
07.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Werd het
ontwerp van overeenkomst tussen België en
Rusland op nucleair gebied, dat van voor 1999
dateert en nooit werd getekend, ondertussen
ondertekend? Wat is de inhoud ervan?

Voert U besprekingen over een nieuwe
overeenkomst teneinde de knowhow van
Belgonucleaire te valoriseren? Is de recyclage van
het plutonium uit kernwapens voor gebruik in de
sector van de elektriciteitsproductie gepland?
07.02 Marc Verwilghen, ministre (en français) :
Cet accord, qui n'est pas encore signé, prendra la
07.02 Minister Marc Verwilghen (Frans): Die
overeenkomst, die nog niet is ondertekend, zal de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/11/2006
CRABV 51
COM 1090
18
forme d'un Memorandum of understanding (MoU).


Du côté russe, l'élaboration d'un tel projet requiert
l'approbation de différentes instances et il faut
procéder par itérations avant de parvenir à un texte
final, ce qui en fait un processus assez lent.


L'objectif est de promouvoir de manière générale la
coopération scientifique entre les deux États dans
le domaine de la recherche nucléaire. Les thèmes
principaux sont la sûreté des installations
nucléaires, le cycle du combustible nucléaire
avancé, la gestion des déchets nucléaires et du
combustible usé, le démantèlement des
installations nucléaires, la radioprotection et la non-
prolifération des matériaux fissiles.

Il n'est nulle part fait mention de votre troisième
point dans le MoU.
vorm van een `Memorandum of understanding'
(MoU) aannemen.

Aan Russische kant vereist de uitwerking van zo'n
project de goedkeuring van een aantal instanties en
er moet heel wat worden herhaald alvorens men
tot een eindtekst komt waardoor het om een vrij
traag proces gaat.

Zo willen wij de wetenschappelijke samenwerking
tussen beide staten op het gebied van nucleaire
research in het algemeen bevorderen. De
voornaamste thema's zijn de veiligheid van
atoominstallaties, de geavanceerde nucleaire
brandstofcyclus, het beheer van het kernafval en
van de gebruikte brandstof, de ontmanteling van
kerninstallaties, de stralingsbescherming en de
niet-proliferatie van splijtstoffen.

In de MoU vindt men geen spoor van uw derde
punt.
07.03 Muriel Gerkens (ECOLO) : Je remercie le
ministre de m'informer de l'évolution de ce dossier
et je suis rassurée d'apprendre l'absence de
négociation en vue du recyclage du plutonium des
armes nucléaires.
07.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Ik dank de
minister voor de informatie in verband met de
evolutie van dit dossier. Het stelt me gerust te
vernemen dat et geen onderhandelingen aan de
gang zijn met het oog op de recyclage van het
plutonium aanwezig in kernwapens.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur
"l'interdiction du commerce des peaux de
phoques et produits dérivés" (n° 12801)
08 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het verbod
op de handel in zeehondenvellen en afgeleide
producten" (nr. 12801)
08.01 Muriel Gerkens (ECOLO) : Alors que nous
arrivons à la fin de l'année, où en sont les deux
projets de loi relatifs au commerce des animaux et
leurs produits dérivés que vous aviez déposés
début avril à la Chambre ?

Il y avait une quasi-unanimité au sein du Parlement
pour que la Belgique serve d'exemple dans l'Union
européenne, sachant que les Pays-Bas et l'Italie
n'allaient pas tarder à nous suivre.

Ce texte a été discuté en commission et des
auditions ont eu lieu dans la plus grande sérénité.
La Chambre n'a pourtant pas pu entendre les
représentants du Canada.

Les retards enregistrés sont-il dus au
mécontentement du gouvernement canadien,
auquel notre gouvernement ne voudrait pas
déplaire ?
08.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Nu het jaar op
zijn einde loopt, vraag ik me af hoever de twee
wetsontwerpen inzake de handel in dieren en
afgeleide producten die u begin april bij de Kamer
hebt ingediend, gevorderd zijn.

Vrijwel iedereen in dit parlement was het erover
eens dat België een voorbeeldfunctie in de
Europese Unie te vervullen had, wetende dat
Nederland en Italië weldra zouden volgen.

In de commissie werd in alle sereniteit over dit
ontwerp gedebatteerd en werden er hoorzittingen
georganiseerd. Er werden evenwel geen Canadese
vertegenwoordigers door de Kamer gehoord.

Is de opgelopen vertraging te wijten aan de
ontevredenheid van de Canadese regering, die
onze regering niet tegen de haren in wil strijken?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1090
14/11/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
08.02 Marc Verwilghen, ministre (en français) : Le
Canada et la Norvège ayant communiqué leurs
objections à l'endroit de ce projet de loi via
l'Organisation mondiale du commerce (OMC), la
Belgique est obligée de donner la possibilité aux
deux pays d'exposer leurs griefs. J'ai eu un
entretien avec le ministre canadien et le projet de
loi a été évoqué le 7 septembre à mon cabinet avec
les délégations canadienne et norvégienne, en
présence des cabinets de mes collègues Van den
Bossche et Demotte. Depuis lors, le Groenland a
aussi manifesté son opposition au projet de loi.


La Commission européenne, qui doit défendre ce
dossier pour la Belgique au sein de l'OMC, a été
étroitement associée aux discussions avec les deux
pays et formule actuellement une réponse officielle
aux objections émises, qu'elle devrait remettre à la
fin de ce mois. Les pays où la chasse au phoque
est pratiquée ont argumenté leur opposition au
projet de loi et fait pression pour que ce projet soit
abandonné ou pour que des échappatoires soient
prévues afin que des produits dérivés des phoques
puissent quand même atterrir sur le marché belge.


Le gouvernement maintient toutefois son intention
de déposer ce projet à la Chambre. Nous pourrons
reprendre la procédure dès que l'OMC aura pris sa
décision.
08.02 Minister Marc Verwilghen (Frans): Vermits
Canada en Noorwegen hun bezwaren tegen het
voorliggend wetsontwerp via de
Wereldhandelsorganisatie (WHO) kenbaar hebben
gemaakt, moet België beide landen de mogelijkheid
bieden hun tegenwerpingen toe te lichten. Ik heb
een onderhoud met de Canadese minister gehad
en het wetsontwerp kwam aan bod tijdens een
vergadering op mijn kabinet met Canadese en
Noorse delegaties in aanwezigheid van
vertegenwoordigers van de kabinetten van mijn
collega's Van den Bossche en Demotte. Sindsdien
heeft ook Groenland zich tegen het wetsontwerp
verzet.

De Europese Commissie, die dat dossier binnen de
WHO namens België moet bepleiten, was nauw
betrokken bij de discussies met beide landen en
formuleert nu een officieel antwoord op de geuite
bezwaren dat zij tegen het einde van deze maand
moet overhandigen. De landen waar de
zeehondenjacht wordt bedreven, hebben hun
verzet tegen het ontwerp verantwoord en druk
uitgeoefend opdat ervan zou worden afgezien en
oplossingen zouden worden gevonden om ervoor
te zorgen dat producten die afgeleid zijn van
zeehonden toch op de Belgische markt kunnen
worden verdeeld.

De regering is echter nog altijd van plan dat
wetsontwerp bij de Kamer in te dienen. Wij kunnen
de procedure hervatten zodra de WHO haar
beslissing heeft genomen.
08.03 Muriel Gerkens (ECOLO) : On peut donc
espérer que d'ici la fin de l'année, on adoptera ce
projet. Je suis satisfaite que nous résistions aux
pressions de ces pays chasseurs de phoques.
08.03 Muriel Gerkens (ECOLO): We mogen dus
hopen dat het ontwerp tegen eind dit jaar wordt
aangenomen. Het verheugt mij dat wij weerstaan
aan de druk van de landen waar nog steeds op
zeehonden wordt gejaagd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions se termine à 11 h 44.
De behandeling van de vragen eindigt om 11.44
uur.

Document Outline