SÉANCE PLÉNIÈRE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

SOMMAIRE

INHOUD

Ordre des travaux

Regeling van de werkzaamheden

Orateurs: Benoît Drèze

Sprekers: Benoît Drèze

Question de Mme Sabien

Lahaye-Battheu au

ministre de l'Emploi sur "les effets de retour des
titres-services" (n° 12658)

Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Werk over "de
terugverdieneffecten van
dienstencheques" (nr. 12658)

Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi

Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk

Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
l'Emploi sur "les dernières avancées en matière de
lutte contre la fracture salariale" (n° 12753)

Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Werk over "de meest recente stappen
in de strijd tegen de loonkloof" (nr. 12753)

Orateurs:

Talbia Belhouari, Peter

Vanvelthoven, ministre de l'Emploi

Sprekers:

Talbia Belhouari, Peter

Vanvelthoven, minister van Werk

Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
l'Emploi sur "l'insécurité juridique entourant
l'installation d'un alcolock sur les véhicules à
usage professionnel" (n° 12758)

Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Werk over "de juridische onzekerheid
over de plaatsing van alcoholsloten op
bedrijfsvoertuigen" (nr. 12758)

Orateurs: Jef Van den Bergh, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi

Sprekers: Jef Van den Bergh, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk

Question de M. Patrick De Groote au ministre de
l'Emploi sur "la méthode utilisée par l'inspection
sociale pour déterminer le pourcentage de la perte
de rendement dans le cadre de la
CCT 26" (n° 12765)

Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Werk over "de methode van de
sociale inspectie om het percentage van het
rendementsverlies te bepalen in het kader van de
CAO 26" (nr. 12765)

Orateurs:

Patrick De Groote, Peter

Vanvelthoven, ministre de l'Emploi

Sprekers:

Patrick De Groote, Peter

Vanvelthoven, minister van Werk

Question de Mme Véronique Ghenne au ministre
de l'Emploi sur "la fermeture de la firme
américaine Eli Lilly" (n° 12770)

Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
minister van Werk over "de sluiting van het
Amerikaans bedrijf Eli Lilly" (nr. 12770)

Orateurs:

Véronique Ghenne, Peter

Vanvelthoven, ministre de l'Emploi

Sprekers:

Véronique Ghenne, Peter

Vanvelthoven, minister van Werk

Question

Mme Annemie Turtelboom

ministre de l'Emploi sur "la protection des
travailleurs intérimaires" (n° 12778)

Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de bescherming van
uitzendkrachten" (nr. 12778)

Orateurs:

Annemie Turtelboom, Peter

Vanvelthoven, ministre de l'Emploi

Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk

Question de M. Melchior Wathelet au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
conséquences du congé pour soins palliatifs sur le
calcul des vacances annuelles" (n° 12789)

Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gevolgen die het verlof voor palliatieve
verzorging heeft op het stuk van de berekening
van de jaarlijkse vakantie" (nr. 12789)

Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Peter Vanvelthoven, ministre de
l'Emploi

Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Peter Vanvelthoven, minister
van Werk

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Hans Bonte au ministre de l'Emploi sur "le
suivi des contrôles relatifs à l'occupation
clandestine de travailleurs étrangers" (n° 12806)

- de heer Hans Bonte aan de minister van Werk
over "de afhandeling van controles van illegale
tewerkstelling van buitenlandse

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

werknemers" (nr. 12806)

- Mme Annemie Turtelboom

ministre

l'Emploi sur "le contrôle de l'occupation de
travailleurs étrangers" (n° 12894)

- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Werk over "de controles op de tewerkstelling
van buitenlandse werknemers" (nr. 12894)

Orateurs: Hans Bonte, Annemie Turtelboom,
Peter Vanvelthoven, ministre de l'Emploi

Sprekers:

Hans Bonte, Annemie

Turtelboom, Peter Vanvelthoven, minister
van Werk

Question de M. Guy D'haeseleer au ministre de
l'Emploi sur "le statut unique" (n° 12839)

Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de
minister van Werk over "het
eenheidsstatuut" (nr. 12839)

Orateurs:

Guy D'haeseleer, Peter

Vanvelthoven, ministre de l'Emploi

Sprekers:

Guy D'haeseleer, Peter

Vanvelthoven, minister van Werk

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Hans Bonte au ministre de l'Emploi sur "le
fonds de formation pour les entreprises de titres-
services" (n° 12857)

- de heer Hans Bonte aan de minister van Werk
over "het opleidingsfonds voor de dienstencheque-
ondernemingen" (nr. 12857)

- Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi sur
"des économies dans le système des titres-
services" (n° 12918)

- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk over "besparingen op de
dienstencheques" (nr. 12918)

Orateurs: Hans Bonte, Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi, Nahima
Lanjri

Sprekers: Hans Bonte, Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk, Nahima
Lanjri

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

COMMISSION DES AFFAIRES

SOCIALES

COMMISSIE VOOR DE SOCIALE

ZAKEN

MERCREDI

NOVEMBRE

2006

Après-midi

______

van

WOENSDAG

NOVEMBER

2006

Namiddag

______

La réunion publique est ouverte à 14 h 06 par
M. Hans Bonte, président.

De vergadering wordt geopend om 14.06 uur en
voorgezeten door de heer Hans Bonte.

01 Ordre des travaux

01 Regeling van de werkzaamheden

01.01 Benoît Drèze (cdH) : Il y a quinze jours,

j'avais interrogé le ministre sur la transposition de la
directive européenne en matière de représentation
des travailleurs. Entre-temps, nous avons reçu les
documents transmis par le ministre.

01.01 Benoît Drèze (cdH): Veertien dagen

geleden heb ik de minister ondervraagd over de
omzetting van de Europese richtlijn inzake de
werknemersvertegenwoordiging. Ondertussen
hebben we de documenten van de minister
ontvangen.

Dès lors, les travaux relatifs à la proposition de
Mme Dieu et consorts pourront-ils reprendre ou
sont-ils interrompus ?

Kan het voorstel van mevrouw Dieu c.s. bijgevolg
verder behandeld worden of niet?

Mme Dieu a déposé une proposition de loi ; c'est à
nous de décider de son avancement. Or, les
travaux ont été suspendus dans l'attente de
documents que nous avons à présent reçus. Ces
travaux vont-ils reprendre ?

Mevrouw Dieu heeft een wetsvoorstel ingediend.
Wij moeten beslissen over het verdere verloop
ervan. Maar de behandeling werd stopgezet in
afwachting van de stukken die we thans ontvangen
hebben. Kan de behandeling dan hernomen
worden?

Par ailleurs, hier, en commission de la Santé
publique, nous avons voté un projet de loi du
ministre Dupont sur l'accueil des demandeurs
d'asile dont un des points est de la compétence du
ministre Vanvelthoven.
Nous nous inquiétons donc de l'articulation du
calendrier entre les deux ministres concernés.
Pourrions-nous traiter de ce point ici ?

Le président : Mme Lanjri posera tout à l'heure
une question qui pourrait peut-être nous éclairer
sur la marche à suivre.

Voorts hebben wij gisteren in de commissie voor de
Volksgezondheid een wetsontwerp van minister
Dupont over de opvang van asielzoekers
goedgekeurd en één van de punten ervan behoort
tot de bevoegdheid van minister Vanvelthoven.
Wij vragen ons af hoe het tijdschema voor de twee
betrokken ministers in elkaar zal worden gepast.
Kunnen wij dat punt hier behandelen?

De voorzitter: Mevrouw Lanjri zal straks een vraag
stellen die misschien meer opheldering zal
verschaffen over de manier waarop er tewerk zal
worden gegaan.

01.02 Benoît Drèze (cdH) : Ce sera donc dans la

foulée de cette question ?
Le président: Oui.

01.02 Benoît Drèze (cdH): Dat zal dus in het

verlengde van die vraag gebeuren?
De Voorzitter: Ja.

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

02 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au

ministre de l'Emploi sur "les effets de retour des
titres-services" (n° 12658)

02 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu

aan de minister van Werk over "de
terugverdieneffecten van
dienstencheques" (nr. 12658)

02.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) : Dans le

rapport d'évaluation relatif aux titres-services, les
retombées positives sont estimées à environ 30 %.
Ce pourcentage est inférieur aux prévisions
initiales. Lors de l'évaluation, plusieurs facteurs ne
semblent toutefois pas avoir été pris en compte,
alors qu'ils entraînent des recettes supplémentaires
pour les pouvoirs publics, comme la TVA sur les
investissements, la taxe sur la surface occupée par
les entreprises agréées et l'emploi indirect. Le
ministre a déjà répondu à une question écrite
posée antérieurement que ces données ne sont
pas disponibles.

Le ministre dispose-t-il à présent d'une estimation
de ces chiffres ? Le ministre peut-il veiller à ce que
ces données soient actualisées à l'avenir ? Le
prochain rapport d'évaluation tiendra-t-il compte de
ces retombées positives ?

02.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) In het

evaluatierapport over de dienstencheques worden
de terugverdieneffecten geschat op ongeveer 30
percent. Dit is lager dan de initiële verwachtingen.
Bij de berekening blijkt echter geen rekening te zijn
gehouden met een aantal factoren die zorgen voor
bijkomende inkomsten voor de overheid, zoals de
btw op investeringen, de belastingen op
bedrijfsruimte van erkende ondernemingen en de
onrechtstreekse tewerkstelling. De minister
antwoordde eerder al op een schriftelijke vraag dat
deze gegevens niet beschikbaar zijn.

Beschikt de minister intussen al over een raming
van deze cijfers? Kan de minister ervoor zorgen dat
deze gegevens in de toekomst wel worden
bijgehouden? Zal het volgende evaluatierapport wel
rekening houden met deze terugverdieneffecten?

02.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en

néerlandais) : Ces données ne sont en effet pas
disponibles et il était donc difficile d'en tenir compte
lors de l'évaluation des retombées positives. Les
impôts relèvent de la compétence du ministre des
Finances : je ne suis pas en mesure de vous
indiquer si ces données pourront être mises à
disposition ni, le cas échéant, quand elles pourront
l'être. Collecter de manière fiable des données sur
l'emploi indirect est impossible, surtout dans des
entreprises qui ne fonctionnent pas uniquement sur
la base de titres-services.

02.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):

Deze gegevens zijn inderdaad niet beschikbaar,
dus kon men er moeilijk rekening mee houden bij
de berekening van de terugverdieneffecten.
Belastingen behoren tot de bevoegdheid van de
minister van Financiën: ik kan niet meedelen of en
wanneer deze gegevens eventueel ter beschikking
kunnen zijn. Het op een betrouwbare manier
verzamelen van gegevens over de onrechtstreekse
tewerkstelling is onmogelijk, zeker in
ondernemingen die niet alleen met
dienstencheques werken.

02.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) : Le ministre

de l'Emploi ne peut-il pas demander ces données
au ministre des Finances de sorte qu'il puisse
mieux évaluer les retombées positives ?

02.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Kan de

minister van Werk deze gegevens dan niet
opvragen bij de minister van Financiën, zodat hij de
terugverdieneffecten beter kan berekenen?

Il est quand même facile de s'enquérir du nombre
d'emplois supplémentaires créés par les
entreprises de titres-services. L'on peut d'ailleurs
également procéder de même pour les entreprises
mixtes. J'insiste pour que le ministre s'y attelle.

De bijkomende tewerkstelling die wordt gecreëerd
door dienstenchequeondernemingen, is toch wel
makkelijk op te vragen? Trouwens, ook bij
gemende ondernemingen kan deze oefening
gemaakt worden. Ik dring erop aan dat de minister
hier werk van maakt.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

03 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre

de l'Emploi sur "les dernières avancées en
matière de lutte contre la fracture
salariale" (n° 12753)

03 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de

minister van Werk over "de meest recente
stappen in de strijd tegen de
loonkloof" (nr. 12753)

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

03.01 Talbia Belhouari (PS) : Je vous ai déjà

interrogé à plusieurs reprises concernant les
inégalités salariales entre travailleuses et
travailleurs.

En réponse à ma dernière question, sur la
classification des fonctions, vous m'aviez dit
débuter les pourparlers avec les partenaires
sociaux à ce sujet. Vous deviez également leur
soumettre une proposition de screening de
certaines conventions collectives de travail (CCT)
sectorielles. En outre, vous deviez leur présenter
un système alternatif de classification analytique
des fonctions.
Par ailleurs, votre administration, en collaboration
avec l'Institut pour l'égalité des chances entre les
femmes et les hommes, menait alors une étude
approfondie sur la législation, notamment sur la
CCT 25bis, et devait soumettre des propositions de
réforme aux partenaires sociaux.
Enfin, vous m'aviez dit travailler sur un rapport sur
les statistiques relatives à la fracture salariale.

Quelles sont les récentes avancées dans la
concertation avec les partenaires sociaux ? Dans
combien de secteurs des études sur la
classification des fonctions dans un sens de
neutralité en termes de genre ont-elles été
menées ? Combien de secteurs demeurent sans
étude ? Qu'entendez-vous par système alternatif de
classification analytique ? Avez-vous déjà proposé
ce système aux partenaires sociaux

? Dans

l'affirmative, comment ont-il réagi ? Qu'est-il ressorti
de l'étude de la législation menée en collaboration
avec l'Institut pour l'égalité des chances entre les
femmes et les hommes ? Avez-vous obtenu des
statistiques fiables sur la fracture salariale ? Vos
statistiques corroborent-elles celles de l'Institut pour
le développement durable (IDD), qui vient de
conclure dans une étude que, à fonction égale, un
homme gagne près de 24 % de plus qu'une
femme ?

03.01 Talbia Belhouari (PS): Het is niet voor het

eerst dat ik u ondervraag met betrekking tot de
loonongelijkheden tussen vrouwelijke en
mannelijke werknemers.
In antwoord op mijn laatste vraag over de
functieclassificaties, antwoordde u dat u de
onderhandelingen daarover met de sociale partners
zou starten. U zou hun tevens een voorstel tot
screening van een aantal sectorale collectieve
arbeidsovereenkomsten (cao's) voorleggen.
Daarnaast zou u ook een alternatieve regeling voor
een analytische functieclassificatie voorstellen.

Uw administratie was op dat ogenblik, in
samenwerking met het Instituut voor de gelijkheid
van vrouwen en mannen, ook bezig met een
grondige studie van de wetgeving, meer bepaald
van cao 25bis, en zou de sociale partners een
aantal hervormingsvoorstellen voorleggen.
Ten slotte gaf u ook aan een verslag voor te
bereiden over de statistieken betreffende de
loonkloof.
Welke voortgang werd recentelijk in het overleg met
de sociale partners geboekt? In hoeveel sectoren
werd nagegaan of de functieclassificatie
genderneutraal is? In hoeveel sectoren gebeurde
dat niet? Wat bedoelt u met een alternatieve
regeling voor een analytische functieclassificatie?
Heeft u zo'n regeling al aan de sociale partners
voorgelegd? Zo ja, wat was hun reactie? Wat was
het resultaat van de studie van de wetgeving die in
samenwerking met het Instituut voor de gelijkheid
van vrouwen en mannen werd uitgevoerd? Beschikt
u over betrouwbare statistieken met betrekking tot
de loonkloof? Staven uw statistieken die van het
Instituut voor duurzame ontwikkeling (IDO), dat in
een recente studie tot het besluit kwam dat, voor
een zelfde functie, een man bijna 24 procent meer
verdient dan een vrouw?

03.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :

Le projet EVA (Évaluation analytique des
fonctions), dirigé par l'Institut pour l'égalité des
femmes et des hommes et soutenu financièrement
par le SPF Emploi, Travail et Concertation sociale
et le Fonds social européen, a été lancé en 2001.
Dans le cadre de ce projet, le paquet de formations
existant a été actualisé en collaboration avec un
groupe de travail paritaire. Le paquet « Évaluation
et classification des fonctions - Instruments pour un
salaire égal » est un guide pour l'évaluation des
fonctions et la fixation des salaires. Les éducateurs,
puis tous les secrétaires et délégués des

03.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Het

EVA-project (analytische functie-evaluatie) onder
leiding van het Instituut voor de gelijkheid van
vrouwen en mannen, met financiële steun van de
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
en het Europees sociaal fonds ging in 2001 van
start. In het raam van dat project werd het
bestaande opleidingenpakket geactualiseerd, in
samenwerking met een paritair samengestelde
werkgroep. Het opleidingspakket `Evaluatie en
classificatie van functies. Instrumenten voor gelijk
loon' is een leidraad voor de evaluatie van de
functies en de vaststelling van de lonen. De

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

partenaires sociaux ont reçu la formation.

Dans le volet d'étude, on a examiné si des
systèmes analytiques permettent une rémunération
plus objective et neutre en termes de genre. En
outre, on a examiné les effets sur les salaires et
analysé les points problématiques de la mise en
oeuvre.
Dans la dernière phase, on a examiné si les
partenaires sociaux et les secteurs ont été stimulés
à appliquer les systèmes analytiques de
classification des fonctions. Les résultats de cette
étude et les recommandations formulées seront
discutés le 9 novembre lors d'un séminaire.
Un label de classification de fonctions neutre en
termes de genre sera créé. Pour stimuler l'emploi
de telles classifications, les systèmes existants de
classification de fonction seront analysés quant à
leur neutralité en termes de genre à l'aide d'une
liste de contrôle.
Élaborer un système alternatif pour la classification
analytique des fonctions comme un produit blanc
pouvant être mis à disposition gratuitement nous
semble irréaliste. Nous attendrons cependant les
résultats de la recommandation issue du projet
EVA.

L'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes
a mis en place un groupe spécifique autour de la
CCT 25 bis. Le screening des CCT en fonction de
leur neutralité en termes de genre ainsi que
l'évaluation de la CCT 25 bis n'ont cependant pas
encore commencé. Le rapport relatif à l'analyse
statistique de la fracture salariale est attendu pour
la fin du mois.

opleiders en vervolgens alle secretarissen en
afgevaardigden van de sociale partners volgden de
opleiding.
In het studieonderdeel werd nagegaan of
analytische regelingen uitmonden in een meer
objectieve en genderneutrale bezoldiging. Voorts
werd de weerslag op de lonen nagegaan en werd
onderzocht wat de pijnpunten van de
tenuitvoerlegging zijn.
In de laatste fase werd onderzocht of de sociale
partners en de sectoren werden aangemoedigd om
de analytische functieclassificatie toe te passen. De
resultaten van die studie en de geformuleerde
aanbevelingen zullen op 9 november op een
seminar worden besproken.
Er zal een label voor genderneutrale
functieclassificatie in het leven worden geroepen.
Om het gebruik van dergelijke classificaties aan te
moedigen, zullen de bestaande functieclassificaties
aan de hand van een controlelijst op hun
genderneutraliteit worden getoetst.
Het lijkt ons weinig realistisch een alternatieve
regeling voor een analytische functieclassificatie uit
te werken als een soort wit product dat gratis ter
beschikking zou worden gesteld. We zullen echter
de resultaten van de aanbeveling die naar
aanleiding van het EVA-project werd geformuleerd,
afwachten.
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en
mannen heeft rond cao 25bis een specifieke
werkgroep opgericht. De screening van de cao's op
hun genderneutraliteit en de evaluatie van cao
25bis zijn echter nog niet van start gegaan. Het
verslag betreffende het statistisch onderzoek van
de loonkloof wordt tegen het eind van de maand
ingewacht.

Les six indicateurs développés par la présidence
belge du Conseil de l'Union européenne sont
utilisés pour l'analyse.
Le groupe de travail a été créé par l'Institut pour
l'égalité des femmes et des hommes et est
composé d'une experte en statistiques de l'Institut,
de deux experts du Service public fédéral (SPF)
Emploi et d'un expert de la direction générale
Statistiques et informations économiques du SPF
Économie.

De zes indicatoren die werden ontwikkeld door het
Belgisch voorzitterschap van de Raad van de
Europese Unie worden gebruikt voor de analyse.
De werkgroep werd opgericht door het Instituut
voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en is
samengesteld uit een deskundige in de statistieken
van het Instituut, twee deskundigen van de
Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid
en een deskundige van de algemene directie
Statistiek en Economische Informatie van de FOD
Economie.

03.03 Talbia Belhouari (PS)

: Nous en

reparlerons dès que vous serez en possession des
rapports que vous avez mentionnés.

03.03 Talbia Belhouari (PS): We komen hierop

terug zodra u in het bezit bent van de verslagen die
u hebt vermeld.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

04 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre

de l'Emploi sur "l'insécurité juridique entourant
l'installation d'un alcolock sur les véhicules à

04 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de

minister van Werk over "de juridische
onzekerheid over de plaatsing van alcoholsloten

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

usage professionnel" (n° 12758)

op bedrijfsvoertuigen" (nr. 12758)

04.01 Jef Van den Bergh (CD&V) : Les alcolocks

dans les voitures constituent un moyen efficace de
lutte contre la conduite sous l'influence de l'alcool.
En Suède, les transporteurs et les firmes d'autocars
utilisent déjà l'appareil comme label de qualité. Ces
appareils pourraient aisément être installés dans
certains véhicules et plusieurs entreprises et
travailleurs indépendants sont demandeurs.

Nous souhaitions déjà, l'année dernière,
encourager fiscalement l'installation de ces
appareils dans les véhicules par le biais d'une
proposition de loi. Il s'avère à présent qu'il existe un
manque de clarté juridique concernant
l'admissibilité de cet appareil. La question se pose
plus précisément de savoir si l'utilisation de
l'alcolock est compatible avec la loi relative à la
protection de la vie privée et avec le règlement du
travail.

Existe-t-il des problèmes juridiques ? Le ministre
estime-t-il que le règlement du travail et la loi
relative à la protection de la vie privée ont plus de
poids dans la balance que les dangers de la
conduite sous l'influence de l'alcool ? Le ministre a-
t-il l'intention de supprimer les obstacles
éventuels ?

04.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Alcoholsloten

in auto's zijn een accuraat middel om rijden onder
invloed tegen te gaan. In Zweden is het toestel al
ingeburgerd geraakt als kwaliteitskeurmerk bij
transporteurs en autocarfirma's. De toestellen
zouden in bepaalde wagens gemakkelijk
ingebouwd kunnen worden en heel wat bedrijven
en zelfstandigen zijn vragende partij.

Wij wilden de plaatsing van dergelijke toestellen in
voertuigen via een wetsvoorstel vorig jaar al fiscaal
stimuleren. Nu blijkt dat er juridische onduidelijkheid
bestaat over de toelaatbaarheid van dit apparaat,
De vraag is meer bepaald of het gebruik van zo een
slot te rijmen is met de wet op de privacy en met
het arbeidsreglement.

Zijn er juridische problemen? Wegen volgens de
minister het arbeidsreglement en de wet op de
privacy zwaarder dan de gevaren van rijden onder
invloed? Wil de minister proberen om eventuele
hindernissen weg te werken?

04.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en

néerlandais) : La conduite sous l'influence de
l'alcool n'est pas néfaste que pour les chauffeurs
professionnels. Il est pertinent d'examiner la
question de savoir si tous les véhicules ne doivent
pas être équipés d'un alcolock. Par ailleurs, il n'est
pas établi que l'abus d'alcool constitue la principale
cause des accidents impliquant des travailleurs
d'entreprises de transport et d'autocars. Enfin, je
doute que l'alcolock puisse empêcher les
personnes qui abusent d'alcool de prendre le volant
parce qu'il est relativement aisé de contourner le
dispositif. On peut donc se demander si une
obligation entraînera une diminution du nombre de
victimes d'accidents de la circulation.

04.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):

Rijden onder invloed is niet alleen nefast voor
professionele bestuurders. Het is een relevante
discussie of niet alle auto's met een alcoholslot
zouden moeten worden uitgerust. Verder is het niet
zeker dat ongevallen waarbij werknemers van
transport- en autocarondernemingen betrokken
zijn, vooral door alcoholmisbruik worden
veroorzaakt. Tot slot betwijfel ik of een alcoholslot
echte probleemdrinkers kan tegenhouden, omdat
het behoorlijk eenvoudig is het slot te omzeilen. Het
is dus maar de vraag of een verplichting het aantal
verkeersslachtoffers zal doen dalen.

04.03 Jef Van den Bergh (CD&V) : Le ministre ne

répond pas à mes questions et inverse les
raisonnements. L'alcolock est un instrument
susceptible d'améliorer la sécurité routière, rien
d'autre. Nous n'avons pas l'intention de le rendre
obligatoire pour toutes les entreprises et tous les
particuliers. La seule chose que nous voulons, c'est
encourager le recours à cet instrument et ma
question était : à quels obstacles juridiques se
heurte-t-on ? J'aurais aimé obtenir une réponse à
cette question. De plus, des études ont démontré

04.03 Jef Van den Bergh (CD&V): De minister

antwoordt niet op mijn vragen en draait de
redeneringen om. Het slot is een instrument dat de
verkeersveiligheid kan bevorderen, meer niet. Het
ligt niet in onze bedoeling het voor alle bedrijven of
particulieren te verplichten. We willen het gebruik
van dit instrument alleen stimuleren en mijn vraag
was welke juridische hinderpalen er in de weg
staan. Daar kreeg ik graag een antwoord op.
Verder hebben onderzoeken aangetoond dat het
bijna onmogelijk is om een alcoholslot te omzeilen.

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

qu'il est presque impossible de trafiquer l'alcolock.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

05 Question de M. Patrick De Groote au ministre

de l'Emploi sur "la méthode utilisée par
l'inspection sociale pour déterminer le
pourcentage de la perte de rendement dans le
cadre de la CCT 26" (n° 12765)

05 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de

minister van Werk over "de methode van de
sociale inspectie om het percentage van het
rendementsverlies te bepalen in het kader van de
CAO 26" (nr. 12765)

05.01 Patrick De Groote (N-VA) : La CCT-CNT

n°26 implique qu'une personne handicapée qui est
employée dans un régime de travail normal doit
recevoir le même salaire qu'un travailleur valide.
Pour compenser la perte de rendement,
l'employeur perçoit une indemnité. Le montant du
subside salarial qui s'élève au minimum à 5 % et au
maximum à 50 % du total de la charge salariale est
fonction de la perte de rendement.

L'employeur doit demander ce subside en
complétant puis renvoyant un document
«

Demande d'autorisation

» qu'il adresse à

l'inspection sociale. Sur la base de l'avis du Vlaams
Fonds, qui envoie un de ses délégués sur le lieu de
travail, et du médecin du travail, l'inspection sociale
détermine ensuite la perte de rendement.

Quelle méthode utilise l'inspection sociale pour
déterminer le pourcentage du subside censé
compenser la perte de rendement ?

05.01 Patrick De Groote (N-VA): NAR-CAO 26

houdt in dat een persoon met een handicap die
tewerkgesteld is in het normale arbeidsregime,
hetzelfde loon moet krijgen als een valide
werknemer. Ter compensatie voor het
rendementsverlies krijgt de werkgever een
vergoeding. Het rendementsverlies bepaalt het
bedrag van de loonsubsidie, die minimum 5 procent
en maximum 50 procent van de totale loonlast
bedraagt.

De werkgever dient de subsidie aan te vragen via
een document `Aanvraag tot machtiging', dat hij
aan de sociale inspectie bezorgt. Op basis van het
advies van het Vlaams Fonds, dat een
afgevaardigde naar de werkplek stuurt, en van de
arbeidsgeneesheer, bepaalt de sociale inspectie
vervolgens het rendementsverlies.

Welke methode hanteert de sociale inspectie om
het percentage van de rendementssubsidie te
bepalen?

05.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en

néerlandais) : La direction Contrôle des lois
sociales détermine le pourcentage sur la base d'un
examen circonstanciel réalisé sur place, à plus forte
raison s'il s'agit d'une première demande, et lors
duquel le travailleur concerné est observé dans
l'exercice de sa fonction habituelle.

L'intéressé, ses collègues, l'employeur et le
conseiller en prévention sont également interrogés
de façon à pouvoir procéder à une estimation des
entraves éprouvées par l'intéressé dans l'exercice
de sa fonction et de la perte de temps qui en
découle. Des instruments peuvent être utilisés pour
évaluer la perte de temps, en particulier si la
rotation du travail effectué est clairement
mesurable, comme dans le cas du travail à la
chaîne.

05.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):

De directie Toezicht op de Sociale Wetten bepaalt
het percentage aan de hand van een
omstandigheidsonderzoek ter plaatse, zeker bij een
eerste aanvraag, waarbij de betrokken werknemer
wordt geobserveerd bij de uitoefening van zijn
gewone functie.

De betrokkene, zijn collega's, de werkgever en de
preventieadviseur worden ook ondervraagd om een
inschatting te kunnen maken van de
belemmeringen bij het uitoefenen van de functie en
het tijdsverlies dat daarmee gepaard gaat. Er
kunnen hulpmiddelen aangewend worden om het
tijdsverlies in te schatten, vooral wanneer de
omloopsnelheid van het werk duidelijk meetbaar is,
zoals bij bandwerk.

Les avis du Vlaams fonds ainsi que du médecin du
travail sont utiles mais ils ne sont pas
nécessairement déterminants, tout comme n'est
pas déterminant le taux d'invalidité.

De adviezen van het Vlaams Fonds en van de
arbeidsgeneesheer zijn nuttig, maar niet
noodzakelijk determinerend, net zo min als het
invaliditeitspercentage.

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

05.03 Patrick De Groote (N-VA): Je m'inquiétais

surtout de la prise en compte d'un nombre suffisant
de critères objectifs dans le cadre de la
détermination de la perte de rendement. Sur ce
point, votre réponse m'a rassuré.

05.03 Patrick De Groote (N-VA): Het was mijn

bekommernis dat er voldoende objectieve criteria
gebruikt worden bij het bepalen van het
rendementsverlies. Wat dat betreft heeft het
antwoord mij gerustgesteld.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

06 Question de Mme

Véronique

Ghenne au

ministre de l'Emploi sur "la fermeture de la firme
américaine Eli Lilly" (n° 12770)

06 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan

de minister van Werk over "de sluiting van het
Amerikaans bedrijf Eli Lilly" (nr. 12770)

06.01 Véronique Ghenne (PS): La fermeture du

site de recherche de l'entreprise américaine Eli Lilly
touche 330 travailleurs. L'entreprise a cependant
engrangé 2 milliards de dollars de bénéfices en
2005 !
Avez-vous veillé au respect par la direction d'Eli
Lilly de la procédure Renault relative au
licenciement collectif ?
Qu'en est-il de la possibilité pour l'Etat fédéral de
récupérer d'éventuelles aides publiques
octroyées ? Quel en serait le montant ?
Qu'en est-il de la situation actuelle entre direction et
travailleurs ?

06.01 Véronique Ghenne (PS): 330 werknemers

worden door de sluiting van het Amerikaan bedrijf
Eli Lilly getroffen. Dat bedrijf heeft in 2005 nochtans
2 miljard dollar winst binnengerijfd!
Hebt u onderzocht of de directie van Eli Lilly de
Renaultprocedure inzake collectieve afdanking
heeft nageleefd?
Kan de Federale Overheid eventueel toegekende
staatssteun terugvorderen? Voor welk bedrag?

Hebt u informatie over de huidige situatie directie -
werknemers?

06.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :

Conformément aux dispositions réglementaires, la
direction d'Eli Lilly a décidé le 9 octobre 2006,
après consultation du conseil d'entreprise, de
procéder à la fermeture de Lilly Services S.A., Lilly
Development S.A. et Lilly Clinical Operations S.A.
dont le siège social est situé à Mont-Saint-Guibert.
La direction cessera les activités et procédera au
licenciement du personnel pendant la période allant
du 1er décembre 2006 au 31 décembre 2008.

La loi-programme du 4 août 2003, articles 47 et
suivants, donne la possibilité au juge d'imposer une
sanction financière forfaitaire à l'employeur
condamné pour cause de non-respect des
dispositions de l'article 11 de la CCT n°9. Cette
sanction peut varier de 1.000 à 5.000 euros par
travailleur occupé et le montant revient alors à
l'ONSS.

L'article 70 de la loi du 13 février 1998, prévoyant la
possibilité de réclamer des aides publiques, a été
abrogé.

Le 18 octobre, les organisations syndicales ont
procédé à des actions suite au rejet du plan social
par les travailleurs. Les locaux ont été occupés et la
direction a été séquestrée le vendredi 20 octobre
2006. Cette situation s'est débloquée dans le
courant de la soirée.

06.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans):

Overeenkomstig de regelgevende bepalingen, heeft
de directie van Eli Lilly op 9 oktober 2006, na
raadpleging van de ondernemingsraad, beslist Lilly
Services N.V., Lilly Development N.V. en Lilly
Clinical Operations N.V., waarvan de
maatschappelijke zetel in Mont-Saint-Guibert is
gevestigd, te sluiten. De directie zal de activiteiten
stopzetten en het personeel ontslagen in de
periode van 1 december 2006 tot 31 december
2008.

De artikelen 47 en volgende van de programmawet
van 4 augustus 2003 bieden de rechter de
mogelijkheid een forfaitaire financiële sanctie op te
leggen aan de werkgever die veroordeeld wordt
voor niet-naleving van de bepalingen van artikel 11
van de CAO nr. 9. Die sanctie kan variëren van
1.000 tot 5.000 euro per tewerkgestelde werknemer
en dat bedrag komt dan ten goede aan de RSZ.

Artikel 70 van de wet van 13 februari 1998, dat in
de mogelijkheid voorzag om overheidssteun te
vragen, werd opgeheven.

Op 18 oktober zijn de vakbonden overgegaan tot
acties na de verwerping van het sociaal plan door
de werknemers. De lokalen werden bezet en de
directie werd op vrijdag 20 oktober 2006
vastgehouden. De situatie is in de loop van de
avond gedeblokkeerd.

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

Cette libération a permis une reprise des
négociations concernant le plan social.

À l'initiative du conciliateur social, une réunion du
bureau de conciliation de la commission paritaire
pour les employés de l'industrie chimique a eu lieu
21 octobre 2006. Après la deuxième réunion des 23
et 24 octobre 2006, il a été décidé d'examiner plus
avant les aspects juridiques liés aux modalités du
plan social en discussion.

Les actions syndicales en cours ont été
suspendues. La paix sociale a été garantie par
toutes les parties. Les travaux du bureau de
conciliation de la commission paritaire se
poursuivront le 10 novembre prochain. Les
décisions de ce bureau ont été acceptées à
l'unanimité par les travailleurs concernés lors de
l'assemblée générale du 24 octobre 2006.

Dankzij de vrijlating van de directie konden de
onderhandelingen over het sociaal plan worden
hervat.

Op initiatief van de sociaal bemiddelaar is het
verzoeningsbureau van het paritair comité voor de
bedienden van de scheikundige nijverheid op 21
oktober 2006 bijeengekomen. Na de vergaderingen
van 23 en 24 oktober werd beslist dieper op de
juridische aspecten van het voorliggende sociaal
plan in te gaan.

De lopende vakbondsacties werden opgeschort.
Alle partijen hebben zich ertoe verbonden de
sociale vrede na te leven. De werkzaamheden van
het verzoeningsbureau van het paritair comité
zullen op 10 november eerstkomend worden
voortgezet. De beslissingen van het bureau werden
eenparig aanvaard door de betrokken werknemers
tijdens de algemene vergadering van 24 oktober
2006.

06.03 Véronique Ghenne (PS) : Trente

personnes seraient placées à Bruxelles, 200 autres
retrouveraient un emploi. Concernant les 100
personnes restantes, la Région wallonne envisage-
t-elle de mettre en place une cellule de mise à
l'emploi

? Le fédéral envisagerait-il de

subventionner cette cellule ?

Des aides ont été octroyées par l'État fédéral à
cette entreprise. Aujourd'hui, cette entreprise ferme
ses portes alors qu'elle engrange un bénéfice
certain. Il est choquant qu'on ne puisse récupérer
les montants alloués !

06.03 Véronique Ghenne (PS): Dertig personen

zouden naar Brussel worden overgeplaatst,
tweehonderd anderen zouden een nieuwe
betrekking vinden. Is het Waals Gewest van plan
voor de overige honderd personen een
tewerkstellingscel op te richten? Zou het federale
niveau bereid zijn die cel te subsidiëren?

Het bedrijf in kwestie heeft staatssteun gekregen.
Vandaag sluit dit winstgevende bedrijf de
deuren. Het stuit me tegen de borst dat we de
toegekende bedragen niet kunnen terugvorderen!

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

07 Question de Mme Annemie Turtelboom au

ministre de l'Emploi sur "la protection des
travailleurs intérimaires" (n° 12778)

07 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan

de minister van Werk over "de bescherming van
uitzendkrachten" (nr. 12778)

07.01 Annemie Turtelboom (VLD) : Dans une

interview récente, le ministre a reconnu que les
travailleurs intérimaires ne sont pas suffisamment
protégés. Il a immédiatement annoncé une série de
mesures pour améliorer la situation. Les contrats
temporaires devraient ainsi comprendre plus d'une
journée et les entreprises qui ont recours à des
intérimaires en cas de pic de production, devraient
ensuite proposer un contrat définitif à un certain
nombre d'entre eux. Par ailleurs, la durée de la
période d'intérim devrait être prise en considération
lorsqu'un intérimaire obtient un contrat à durée
indéterminée dans la même entreprise au terme du
contrat provisoire.

07.01 Annemie Turtelboom (VLD): In een recent

interview bekende de minister dat uitzendkrachten
niet voldoende worden beschermd. Hij kondigde
meteen een aantal maatregelen aan om de situatie
te verbeteren. Zo zouden tijdelijke contracten meer
dan een dag moeten omvatten en zouden bedrijven
die uitzendkrachten inschakelen bij een
productiepiek, een aantal onder hen daarna een
vast contract moeten aanbieden. Bovendien zou de
duur van de uitzendperiode moeten meetellen
wanneer een uitzendkracht na afloop van de
tijdelijke tewerkstelling in hetzelfde bedrijf een vast
contract krijgt.

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

La note relative à ces mesures non négligeables a-
t-elle déjà été rédigée ? La commission des Affaires
sociales pourra-t-elle la consulter ? Comment le
ministre garantira-t-il que ces mesures ne minent
pas l'essence même du travail intérimaire en tant
qu'instrument de flexibilité et de création
d'emplois ? Une concertation a-t-elle déjà eu lieu
avec le secteur du travail intérimaire ? Quand les
mesures entreront-elles en vigueur ?

Is de nota die deze toch wel opmerkelijke
maatregelen bevat, al opgesteld? Krijgt de
commissie Sociale Zaken er inzage in? Hoe zal de
minister garanderen dat deze maatregelen de
essentie van uitzendarbeid als flexibiliteits- en
instroominstrument niet ondergraven? Is er al
overleg gepleegd met de uitzendsector? Wanneer
zullen de maatregelen ingevoerd worden?

07.02 Peter Vanvelthoven , ministre (en

néerlandais): En effet, je suis en train de rédiger
une note relative au travail intérimaire. Lorsque j'en
aurai terminé la rédaction, je la présenterai au
gouvernement et demanderai qu'elle soit discutée
en commission. La note vise à établir un
compromis entre les employeurs et les travailleurs
du secteur de l'intérim. Les partenaires sociaux ne
sont en effet pas parvenus, au sein du Conseil
national du travail, à adapter la législation sur le
travail intérimaire.

La note comportera une série de mesures portant
sur la formation, la sécurité et les contrats
journaliers. Une interdiction formelle des contrats
journaliers n'est évidemment pas envisagée. Ce
type de contrats est indispensable pour certains
secteurs tels que l'horticulture et l'horeca. Le
problème se pose lorsque l'on recourt à des
contrats journaliers successifs.

Bien entendu, l'intention n'est pas de rendre le
travail intérimaire plus complexe et moins attrayant.
Certes, l'autorité souhaite stimuler la transition de
l'intérim vers un emploi fixe, mais le statut des
travailleurs intérimaires doit lui aussi être amélioré.

La programmation de ces propositions dépend de
la réaction qu'elles susciteront chez les différents
interlocuteurs participant à la concertation.

07.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):

Het klopt dat ik een nota inzake uitzendarbeid aan
het opstellen ben. Als de redactie ervan afgerond
is, zal ik de nota aan de regering voorstellen en
daarna in de commissie laten bespreken. De nota
beoogt een compromis tussen werkgevers en
werknemers in de uitzendsector. De sociale
partners zijn er in de schoot van de Nationale
Arbeidsraad immers niet in geslaagd de
uitzendwetgeving aan te passen.

De nota zal een aantal maatregelen bevatten rond
opleiding, veiligheid en de dagcontracten. Een
absoluut verbod op dagcontracten is natuurlijk niet
aan de orde. Sectoren als tuinbouw en horeca
kunnen immers niet zonder. Het probleem ligt bij
het gebruik van opeenvolgende dagcontracten.

Natuurlijk is het niet de bedoeling uitzendarbeid
complexer en minder aantrekkelijk te maken. De
overheid wil de doorstroming van uitzendarbeid
naar vast werk weliswaar stimuleren, maar
daarnaast moet ook het statuut van de
uitzendkracht worden verbeterd.
De timing met betrekking tot deze voorstellen hangt
af van de reactie erop vanwege de verschillende
gesprekspartners waarmee overleg wordt
gepleegd.

07.03 Annemie Turtelboom (VLD): Je ne peux

que me réjouir du fait que les mesures annoncées
visent à améliorer la protection des travailleurs
intérimaires. Il ne peut cependant être porté atteinte
à la productivité du secteur, qui a pourtant déjà
largement fait ses preuves. J'attends avec
impatience la discussion de la note.

07.03 Annemie Turtelboom (VLD): Dat de

aangekondigde maatregelen een betere
bescherming van de uitzendkracht beogen, kan ik
alleen maar toejuichen. De productiviteit van de
sector, die toch zijn nut al ruimschoots heeft
bewezen, mag echter niet worden aangetast. Ik kijk
uit naar de bespreking van de nota.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

08 Question de M. Melchior Wathelet au ministre

des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les conséquences du congé pour soins palliatifs
sur le calcul des vacances annuelles" (n° 12789)

08 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de

minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gevolgen die het verlof voor palliatieve
verzorging heeft op het stuk van de berekening

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

van de jaarlijkse vakantie" (nr. 12789)

08.01 Melchior Wathelet (cdH)

: Les articles

100bis et 102bis de la loi de redressement du 22
janvier 1985 autorisent tout travailleur à suspendre
son contrat de travail pour fournir des soins à une
personne en phase terminale d'une maladie
incurable. La période de suspension est d'un mois
et peut être prolongée d'autant. La réglementation
accorde un forfait d'interruption à charge de
l'ONEm. Ce type d'interruption de carrière favorise
le développement des soins palliatifs dans notre
pays.

Mais cette réglementation peut être améliorée. En
effet, le congé en question influe directement sur le
nombre de jours de vacances du travailleur et sur le
calcul de sa pension, car les jours d'inactivité dans
ce cadre ne sont pas assimilés à des jours de
travail, au contraire de ceux liés au congé de
maternité ou à une incapacité de travail.
L'intégration complète des jours de congé pour
soins palliatifs dans ce domaine est indispensable
pour donner à ce type de congé une effectivité
réelle.

Que pensez-vous de cette proposition ? Comptez-
vous adapter la législation en ce sens et avec quel
calendrier ? Si non, pourquoi ?

08.01 Melchior Wathelet (cdH): Krachtens de

artikelen 100bis en 102bis van de herstelwet van
22 januari 1985 kan elke werknemer zijn
arbeidsovereenkomst schorsen om een persoon te
verzorgen die aan een ongeneeslijke ziekte lijdt en
zich in een terminale fase bevindt. De periode van
de schorsing is vastgesteld op een maand en kan
met nog een maand worden verlengd. Volgens de
regelgeving heeft de betrokkene tijdens die periode
recht op een forfait dat hem door de RVA wordt
uitbetaald. Dit soort loopbaanonderbreking komt de
ontwikkeling van de palliatieve zorgverlening in ons
land ten goede.

Die regelgeving kan echter nog worden verbeterd.
Het zorgverlof heeft immers rechtstreeks invloed op
het aantal vakantiedagen van de werknemer en op
zijn pensioenberekening, aangezien de dagen van
inactiviteit niet met werkdagen worden
gelijkgesteld, zoals het geval is voor
moederschapsverlof of arbeidsongeschiktheid. Als
men dit soort verlof echt doeltreffend wil maken,
moet men de vakantiedagen voor palliatieve
zorgverlening volledig als werkdagen in rekening
brengen.

Wat vindt u van dat voorstel? Zal u de wetgeving in
die zin aanpassen en zo ja, binnen welke termijn?
Zo neen, waarom niet?

08.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :

Pour le calcul du congé annuel, certains jours
d'inactivité sont assimilés à des jours de travail. Le
congé maternel est assimilé, de même que le
congé paternel et le congé adoption. Mais d'autres
ne le sont pas, comme le crédit-temps, l'interruption
de carrière et les congés thématiques comme le
congé palliatif, car ils relèvent d'un libre choix
individuel des travailleurs concernés.

L'opportunité de cette assimilation est sujette à
discussion. Elle impliquerait également un coût
pour l'employeur, élément supplémentaire à
intégrer dans la discussion.

08.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Voor

de berekening van de jaarlijkse vakantie, worden
bepaalde dagen van inactiviteit gelijkgesteld met
werkdagen. Het moederschapsverlof wordt
daarmee gelijkgesteld, net als het
vaderschapsverlof en het adoptieverlof. Voor het
tijdskrediet, de loopbaanonderbreking en het
thematisch verlof, zoals het palliatief verlof, geldt
zulks niet omdat zij afhangen van de vrije keuze
van de betrokken werknemers.

Over de opportuniteit van die gelijkstelling wordt
geredetwist. Zij impliceert eveneens een
kostenplaatje voor de werkgever, en dat is een
bijkomend element waarmee in de discussie
rekening moet worden gehouden.

08.03 Melchior Wathelet (cdH) : Vous faites donc

le choix de ne pas assimiler le congé palliatif. Mais
refuser cette assimilation pourrait conduire
certaines personnes à invoquer une autre raison
pour leur congé et détourner ainsi la loi. L'assimiler
me paraîtrait logique dans le cadre du respect de la
fin de vie.

08.03 Melchior Wathelet (cdH): U kiest er dus

voor om het palliatief verlof niet gelijk te stellen met
werkdagen. Als men die gelijkstelling weigert, zou
dat sommigen ertoe kunnen aanzetten een andere
reden voor hun verlof aan te voeren en de wet
aldus te omzeilen. In het kader van het respect voor
het levenseinde lijkt het mij logischer om het

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

palliatief verlof daarmee wel gelijk te stellen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

09 Questions jointes de

- M. Hans Bonte au ministre de l'Emploi sur "le
suivi des contrôles relatifs à l'occupation
clandestine de travailleurs étrangers" (n° 12806)
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de
l'Emploi sur "le contrôle de l'occupation de
travailleurs étrangers" (n° 12894)

09 Samengevoegde vragen van

- de heer Hans Bonte aan de minister van Werk
over "de afhandeling van controles van illegale
tewerkstelling van buitenlandse
werknemers" (nr. 12806)
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Werk over "de controles op de tewerkstelling
van buitenlandse werknemers" (nr. 12894)

09.01 Hans Bonte (sp.a-spirit) : Étant donné

notamment l'ouverture de nos frontières aux
travailleurs des nouveaux Etats membres de l'UE,
le contrôle sur le travail clandestin a été renforcé au
cours de ces dernières années.

09.01 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mede door de

openstelling van onze grenzen voor werknemers uit
de nieuwe EU-lidstaten, is de controle op illegale
tewerkstelling de voorbije jaren verscherpt.

Des cotisations patronales, des cotisations de
sécurité sociale et des amendes peuvent être
perçues auprès des employeurs qui ont
manifestement eu recours à une main-d'oeuvre non
réglementaire.

Quelles sont les mesures prises exactement
lorsqu'un recours à une main-d'oeuvre illégale est
constaté ? Se limite-t-on à récupérer les cotisations
de sécurité sociale et les amendes ou applique-t-on
également la loi sur le paiement des droits des
travailleurs employés sur une base illégale ?

Informe-t-on les travailleurs du fait qu'ils ne seront
pas forcément sanctionnés pour le travail qu'ils ont
effectué ? Il arrive en effet trop souvent que ces
travailleurs n'osent pas revendiquer les droits qu'ils
ont acquis par leur travail car ils craignent les
poursuites.

Lorsqu'il est constaté que des rémunérations n'ont
pas été versées, celles-ci sont-elles réclamées à
l'employeur

? Cette récupération est-elle

systématique ? Des règles de procédure ont-elles
été établies à cet égard ?

Bij werkgevers die worden betrapt op niet-
reglementaire tewerkstelling, kunnen
werkgeversbijdragen, socialezekerheidsbijdragen
en boetes worden geïnd.

Wat gebeurt er precies wanneer er ergens illegale
tewerkstelling is vastgesteld? Beperkt men zich tot
het recupereren van socialezekerheidsbijdragen en
boetes of wordt ook een beroep gedaan op de wet
inzake de uitbetaling van de rechten van de illegaal
tewerkgestelde werknemers?

Wordt aan de werknemers meegedeeld dat zij niet
noodzakelijk gestraft worden voor het werk dat zij
verricht hebben? Het gebeurt immers al te vaak dat
deze mensen uit angst voor vervolging niet durven
op te komen voor de rechten die zij hebben
opgebouwd door het werk dat zij hebben verricht.

Als wordt vastgesteld dat er lonen niet zijn
uitbetaald, worden die lonen dan gerecupereerd
van de werkgever? Gebeurt dat systematisch?
Bestaan daarover procedureafspraken?

09.02 Annemie Turtelboom (VLD) : Depuis le 1er

juin 2006, les travailleurs des nouveaux Etats
membres de l'UE peuvent exercer chez nous une
profession critique. Le gouvernement a optimisé à
cette occasion les mécanismes de contrôle du
travail clandestin.

Combien de contrôles ont été menés par les
services d'inspection depuis le 1er juin ? Combien
d'infractions ont été constatées en matière de
travail illégal, de paiement des salaires et de non
respect du temps de travail légal ? Combien de

09.02 Annemie Turtelboom (VLD): Sinds 1 juni

2006 kunnen werknemers uit de nieuwe EU-
lidstaten in ons land aan het werk in
knelpuntberoepen. Naar aanleiding daarvan heeft
de regering de controlemechanismen op illegale
arbeid geoptimaliseerd.

Hoeveel controles hebben de inspectiediensten
sinds 1 juni uitgevoerd? Hoeveel inbreuken werden
er vastgesteld met betrekking tot illegale arbeid, het
niet correct uitbetalen van lonen en het niet-
respecteren van de wettelijke arbeidstijden?

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

procès-verbaux ont été dressés et combien de
transactions ont été conclues ? L'inspection veille-t-
elle à ce que les travailleurs reçoivent le salaire
auquel ils ont droit ?

Quels progrès ont été réalisés sur le plan des
relations bilatérales avec les services d'inspection
d'autres pays ? Quels efforts ont été fournis et
quels accords ont été conclus ? Quand l'ouverture
totale du marché du travail sera-t-elle une réalité ?

Hoeveel processen-verbaal werden er opgesteld en
hoeveel minnelijke schikkingen zijn er getroffen?
Ziet de inspectie erop toe dat werknemers alsnog
het loon ontvangen waarop zij recht hebben?

Welke vorderingen werden er geboekt inzake de
bilaterale relaties met de inspectiediensten van
andere landen? Welke inspanningen zijn er al
geleverd, welke akkoorden werden er gesloten?
Wanneer zal de arbeidsmarkt volledig worden
opengesteld?

09.03 Peter Vanvelthoven, ministre (en

néerlandais) : Les inspections concernant les
travailleurs étrangers ont lieu tant dans le cadre des
permis de travail que dans le cadre des travailleurs
détachés. Trois méthodes de contrôle sont
utilisées. D'octobre 2005 à octobre 2006, 357
procès-verbaux ont été dressés et ils impliquaient
581 travailleurs salariés.

Les contrôles des professions critiques sont
toujours en cours et dans 47 cas un dossier a été
transmis pour complément d'enquête.

Les contrôles d'entreprises étrangères et de
travailleurs détachés ont commencé début 2005. Ils
ont donné lieu à 441 procès-verbaux, 379
régularisations et 147 avertissements. En 2006, les
infractions suivantes ont été constatées

concernant l'emploi sans permis de travail

6 procès-verbaux,

2 régularisations

1 avertissement ; concernant le non-paiement de
salaires corrects

: 38

procès-verbaux et

10 avertissements ; concernant le non-respect des
temps de travail légaux

: 31

procès-verbaux,

60 régularisations et 16 avertissements.

Lors des contrôles, la vérification des conditions
salariales et de travail constitue toujours la règle.
Les sanctions sont prises à l'égard de l'employeur
et non à l'égard du travailleur. L'enquête tend à
récolter un maximum de preuves et une
régularisation de la cotisation et des salaires est
ensuite proposée. Un procès-verbal est dressé en
cas de refus.

Nous collaborons également à divers projets
européens relatifs à la lutte contre le travail au noir.
Par ailleurs, nous veillons à établir des contacts
suffisants avec les services d'inspection en
Pologne, en Bulgarie, en Roumanie, en Tchéquie,
en Lettonie, en Estonie et en Lituanie.

09.03 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):

De inspecties inzake buitenlandse werknemers
gebeuren zowel in het kader van de
arbeidsvergunningen als in het kader van de
gedetacheerde werknemers. Er worden drie
controlemethodes gehanteerd. Van oktober 2005
tot oktober 2006 werden 357 processen-verbaal
opgesteld waarbij 581 werknemers betroken waren.

De controles van knelpuntberoepen zijn volop aan
de gang en in 47 gevallen werd een dossier
doorgestuurd voor verder onderzoek.

Begin 2005 werden de controles op vreemde
ondernemingen en gedetacheerde werknemers
gestart. Die leidden tot 441 processen-verbaal, 379
regularisaties en 147 verwittigingen. In 2006
werden de volgende inbreuken vastgesteld: voor
tewerkstelling zonder arbeidsvergunning: 6
processen-verbaal, 2 regularisaties en 1
verwittiging; voor het niet uitbetalen van correcte
lonen: 38 processen-verbaal en 10 verwittigingen;
voor het niet respecteren van de wettelijke
arbeidstijden: 31 processen-verbaal, 60
regularisaties en 16 verwittigingen.

Bij controles is het nazicht van loon- en
arbeidsvoorwaarden altijd de regel. De sancties zijn
gericht tegen de werkgever, niet tegen de
werknemer. Het onderzoek is erop gericht om
zoveel mogelijk bewijzen te verzamelen, waarna
systematisch een regularisatie van de bijdrage en
van de lonen wordt voorgesteld. Indien dit wordt
geweigerd, wordt er een proces-verbaal opgesteld.

Wij werken ook mee aan diverse Europese
projecten die zich bezighouden met de bestrijding
van zwartwerk. Verder wordt er werk gemaakt van
voldoende contacten met inspectiediensten in
Polen, Bulgarije, Roemenië, Tsjechië, Letland,
Estland en Litouwen.

Les efforts nécessaires ont par ailleurs été fournis
pour remplir les quatre conditions qui permettront la
libre circulation des travailleurs des nouveaux États

Ook werden de nodige inspanningen gedaan om
de vier voorwaarden te realiseren die het vrij
verkeer van werknemers uit de nieuwe lidstaten

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

membres. Toutes les instances, du Colutril au
SIRS, ont été réformées. Le projet Limosa qui sera
bientôt réalisé instaure l'obligation de notification
d'emplois à l'étranger. Le droit d'action est
actuellement examiné par le Conseil national du
travail pour avis. Le projet de texte relatif à la
responsabilité solidaire est actuellement finalisé.
Nous pensons pouvoir prendre une décision
relative à l'ouverture des frontières à la mi-2007.

zullen mogelijk maken. Alle instanties van de
Colutril tot de SIOD werden hervormd. Binnenkort
zal het project Limosa worden gerealiseerd,
waardoor de verplichte melding van buitenlandse
tewerkstellingen wordt ingevoerd. Het
vorderingsrecht ligt momenteel voor advies bij de
Nationale Arbeidsraad. Aan de ontwerptekst
betreffende de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt
momenteel de laatste hand gelegd. Wij verwachten
medio 2007 een beslissing te kunnen nemen
betreffende de opening van de grenzen.

09.04 Hans Bonte (sp.a-spirit) : Il est en principe

louable que les services d'inspection ne contrôlent
pas uniquement le statut des travailleurs étrangers
mais qu'ils vérifient également si des rémunérations
ou des cotisations de sécurité sociale sont encore
dues. Le terme `régularisations' m'inquiète toutefois
quelque peu. Des fonds sont-ils effectivement
récupérés et restitués au propriétaire légitime
lorsqu'une infraction est constatée ou une sanction
est-elle simplement imposée ? Si une sanction est
simplement imposée, nombre d'employeurs
prendront un risque calculé parce que le coût des
rémunérations et des cotisations d'ONSS dues
serait supérieur.

09.04 Hans Bonte (sp.a-spirit): In principe is het

een goede zaak dat de inspectiediensten niet enkel
het statuut van de buitenlandse werknemer
controleren, maar dat zij ook nagaan of er nog
verschuldigd loon of verschuldigde sociale
zekerheidsbijdragen zijn. De term `regularisaties'
verontrust mij enigszins. Wordt er effectief geld
teruggevorderd, dat wordt teruggegeven aan de
rechtmatige eigenaar als er een inbreuk wordt
vastgesteld, of wordt er enkel een sanctie
opgelegd? Als er enkel een sanctie wordt opgelegd,
dan zullen veel werkgevers een berekend risico
nemen, omdat de verschuldigde lonen en RSZ
meer zouden kosten.

09.05 Annemie Turtelboom (VLD) : Je me félicite

que le ministre envisage de réaliser les quatre
conditions d'ici la mi-2007. Il reste du travail au
niveau des contacts bilatéraux. Un échange de
données performant est nécessaire si nous voulons
contrôler le statut des indépendants ainsi que celui
des travailleurs détachés. Plusieurs contrôles
doivent être effectués dans le pays d'origine. Des
accords concrets ont-ils déjà été signés

L'échange de données sera-t-il systématique ?

09.05 Annemie Turtelboom (VLD): Ik ben

tevreden dat de minister overweegt om tegen
midden 2007 rond te zijn met de vier voorwaarden.
Het enige waar nog niet genoeg aan gewerkt is, zijn
de bilaterale contacten. Als we het
zelfstandigenstatuut en het detachteringsstatuut wil
controleren, dan is er een goede uitwisseling van
gegevens nodig. Een aantal controles moet in het
land van herkomst gebeuren. Zijn er al concrete
afspraken gemaakt? Zal er een systematische
gegevensuitwisseling zijn?

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

10 Question de M. Guy D'haeseleer au ministre

de l'Emploi sur "le statut unique" (n° 12839)

10 Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de

minister van Werk over "het
eenheidsstatuut" (nr. 12839)

10.01 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) : Fin juin,

le ministre a dit que le groupe de travail dirigé par
Othmar Vanachter disposait encore de quelques
jours pour présenter un rapport de ses activités.

Le rapport est-il prêt ? Qu'en ressort-il ? Le ministre
prendra-t-il encore une initiative au cours de cette
législature ou reportera-t-il le dossier, comme l'ont
fait ses prédécesseurs ?

10.01 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Eind

juni heeft de minister gezegd dat de werkgroep
onder leiding van Othmar Vanachter nog een paar
dagen had om een verslag in te dienen van haar
werkzaamheden.

Is het verslag klaar? Wat zijn de bevindingen? Zal
de minister nog een initiatief nemen tijdens deze
regeerperiode of zal hij het dossier voor zich
uitschuiven zoals zijn voorgangers hebben
gedaan?

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

10.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en

néerlandais) : Le 25 octobre, le « groupe des Dix »
s'est de nouveau réuni pour débattre de cette
question. Certes, il n'a encore présenté aucun
rapport mais si l'on en croit ses membres, qui
veulent poursuivre leurs travaux, le dossier n'est
pas bloqué.

Salariés et employeurs m'ont assuré qu'ils
pouvaient traiter ce dossier jusqu'au bout mais ils
ne souhaitent pas qu'il soit lié aux négociations en
vue d'un nouvel AIP. C'est la raison pour laquelle
ils veulent poursuivre l'examen de ce dossier au
début de l'année prochaine. Il me paraît
souhaitable d'accéder à leur souhait.

10.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):

De 'groep van tien' heeft op 25 oktober opnieuw
vergaderd over dit onderwerp. Een verslag kon de
groep nog niet voorleggen, maar het dossier zit
volgens de leden niet vast. De groep wil verder
werken.

Werknemers en werkgevers hebben mij verzekerd
dat zij het dossier verder kunnen afhandelen, maar
ze willen het niet mengen met de onderhandelingen
voor een nieuw IPA. Daarom willen ze dit delicate
dossier verder bespreken begin volgend jaar. Het
lijkt me wenselijk daarop in te gaan.

10.03 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) : Le

ministre parle de ce dossier mais ce dernier ne
progresse pas d'un pouce. Les partenaires sociaux
et le «groupe des Dix » prétendent que le dossier
n'est pas bloqué mais c'est faux : il est archi-
bloqué. Et ils préfèrent que le gouvernement ne
s'en mêle pas.
Ce petit jeu dure depuis sept ans et aucune
démarche significative n'a été entreprise.

Je demande au président d'inscrire à l'ordre du jour
les propositions de loi y afférentes. Nous devrions
au besoin demander l'avis du Conseil national du
Travail. Si le Parlement n'accroît pas la pression,
nous en serons toujours au même point en 2017.

10.03 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): De

minister praat wel over dit dossier, maar er wordt
geen enkele vordering gemaakt. De sociale
partners en de 'groep van tien' beweren dat het
dossier niet vast zit, maar het zit muurvast.
Inmenging vanuit de regering hebben ze liever niet.
Dit spel duurt nu al zeven jaar en ondertussen is er
geen enkele stap van betekenis gezet.

Ik vraag de voorzitter de wetsvoorstellen hierover te
agenderen. Desnoods moeten we een advies
vragen aan de Nationale Arbeidsraad. Als het
Parlement de druk niet opvoert, staan we in 2017
nog geen stap verder.

Le président : Je partage l'impatience de M.
D'haeseleer dans cette affaire mais je ne suis pas
d'accord avec lui quand il dit que rien n'a bougé. Je
songe au jour de carence et à certains systèmes de
délais de préavis. Créer davantage d'égalité sur le
marché du travail est et reste un défi.

L'examen de certaines propositions de loi a été
mené à son terme et il appartient à leurs auteurs de
les mettre ou non aux voix.

De voorzitter: Ik deel het ongeduld van de heer
D'haeseleer in deze zaak, maar ik ben het niet
eens met zijn bewering dat er helemaal niets
bewogen heeft. Ik denk aan de carenzdag en aan
bepaalde systemen van opzegtermijnen. Het is en
blijft een uitdaging om meer gelijkheid te creëren op
de arbeidsmarkt.

Een aantal wetsvoorstellen is volledig besproken en
het is aan de auteurs ervan om ze al dan niet ter
stemming voor te leggen.

10.04 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) : Je

propose que le président décide de regrouper et
d'inscrire à l'ordre du jour toutes les propositions de
loi qui s'inscrivent dans le cadre de ce dossier.

10.04 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Ik stel

voor dat de voorzitter beslist alle wetsvoorstellen in
het kader van dit dossier te groeperen en te
agenderen.

10.05 Le président : Je ne puis modifier le

Règlement de la Chambre. Mais le Règlement
n'interdit pas aux commissaires auteurs de
propositions de loi de les faire inscrire à l'ordre du
jour.

10.05 De voorzitter: Ik kan het Kamerreglement

niet wijzigen. Het is wel mogelijk dat de
commissieleden die initiatieven hebben, die op de
agenda laten zetten.

10.06 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) : Une

solution plus rapide que le dépôt de nouvelles

10.06 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Sneller

dan nieuwe initiatieven is dat de voorzitter zelf zijn

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

propositions de loi serait que le président lui-même
réinscrive à l'ordre du jour sa propre proposition de
loi. Si, comme il le prétend, il est partisan d'une
solution, c'est l'option la plus logique et la plus
rapide.

eigen wetsvoorstel opnieuw agendeert. Als hij een
grote voorstander is van een oplossing, zoals hij
zegt, is dat het meest logische en het snelste.

10.07 Le président : Jusqu'à nouvel ordre, il n'y a

aucune raison de changer la liste des priorités que
nous avons dressée.

10.07 De voorzitter: Tot nader order is er geen

reden om de prioriteitenlijst die we gemaakt
hebben, te veranderen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

11 Questions jointes de

- M. Hans Bonte au ministre de l'Emploi sur "le
fonds de formation pour les entreprises de titres-
services" (n° 12857)
- Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi sur
"des économies dans le système des titres-
services" (n° 12918)

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Hans Bonte aan de minister van Werk
over "het opleidingsfonds voor de
dienstencheque-ondernemingen" (nr. 12857)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk over "besparingen op de
dienstencheques" (nr. 12918)

11.01 Hans Bonte (sp.a-spirit) : La décision du

gouvernement de ramener la subvention pour les
titres-services de 21 à 20 euros suscite l'inquiétude
du secteur. Un appel à la manifestation a même été
lancé pour vendredi. Les accords déjà conclus
l'année dernière en faveur des travailleurs qui
relèvent de ce régime ont entraîné des charges
supplémentaires pour les entreprises de titres-
services. La nouvelle décision engendre de
nouvelles difficultés.

Les rapports d'évaluation ont mis en évidence
d'importantes différences entre les entreprises des
secteurs marchand et non marchand en termes
d'efforts fournis en matière d'apprentissage et de
formation des travailleurs concernés. Lors de
l'élaboration de la législation, tant les coûts
salariaux que les frais généraux et les coûts
d'apprentissage et de formation ont été pris en
considération dans le calcul des 21 euros. La
réduction à 20 euros risque de décourager les
efforts en matière d'apprentissage et de
compromettre la qualité du travail et les possibilités
de transition vers d'autres types d'emplois.

Par rapport au secteur marchand, les entreprises
du secteur non marchand ont consacré un budget
nettement supérieur à la formation des travailleurs.
Le Fonds de formation peut-il apporter une aide
effective aux travailleurs et aux entreprises de
titres-services ? La confusion règne à cet égard.

11.01 Hans Bonte (sp.a-spirit): De

regeringsbeslissing om de bijdrage voor
dienstencheques te verlagen van 21 naar 20 euro,
zorgt voor onrust in de sector en er wordt zelfs
opgeroepen om vrijdag te betogen. Er werden het
voorbije jaar al akkoorden gesloten die ten goede
kwamen aan de dienstenchequeswerknemers,
maar extra lasten meebrachten voor de
dienstenchequesondernemingen. De nieuwe
beslissing creëert opnieuw moeilijkheden.

Uit de evaluatieverslagen blijkt dat er grote
verschillen bestaan tussen profit- en non-
profitondernemingen inzake de inspanningen voor
opleiding en vorming van de
dienstenchequeswerknemers. Bij de voorbereiding
van de wetgeving werden niet alleen loonkosten,
maar ook overheadkosten en opleidings- en
vormingskosten in aanmerking genomen voor de
berekening van die 21 euro. Naar 20 euro zakken,
kan de opleidings- en vormingsinspanningen
verminderen, waardoor de kwaliteit van het werk en
de doorstromingskansen naar andere soorten
werkgelegenheid dreigen te verminderen.

De ondernemingen uit de non-profitsector
spendeerden veel meer aan de opleiding van de
werknemers dan die uit de profitsector. Kan het
Opleidingsfonds de
dienstenchequesondernemingen en werknemers
effectief helpen? Daarover bestaat onduidelijkheid.

Quel est l'impact budgétaire de la mesure
d'économie? Comment le Fonds de formation sera-
t-il financé? À combien s'élèvera le budget à partir
de 2007? Quand le Fonds de formation sera-t-il
opérationnel et quelles procédures les entreprises

Wat is de budgettaire impact van de
besparingsmaatregel? Hoe zal het Opleidingsfonds
worden gefinancierd? Hoeveel bedraagt het budget
vanaf 2007? Wanneer zal het Opleidingsfonds
operationeel zijn en welke procedures moeten de

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

devront-elles suivre pour pouvoir prétendre à une
subvention? Quels seront les critères utilisés et qui
décidera? Fixera-t-on des limites minimum et
maximum pour ces subventions? Quand les
entreprises recevront-elles des informations
précises sur la subvention éventuelle du Fonds de
formation, de manière à pouvoir en tenir compte
dans la confection de leur budget 2007?

ondernemingen volgen om in aanmerking te komen
voor een subsidie? Welke criteria zullen worden
gehanteerd en wie beslist? Bestaan er minima en
maxima voor de subsidies? Wanneer zullen de
ondernemingen precies worden ingelicht over de
eventuele subsidie van het Opleidingsfonds, zodat
zij daarmee rekening kunnen houden bij de
opmaak van hun begrotingen voor 2007?

11.02 Greta D'hondt (CD&V) : Au début du mois

de mai, le ministre avait déclaré qu'il élaborerait,
encore avant l'été, un système visant à maintenir le
coût des titres-services dans des limites
raisonnables. À cet égard, il avait parlé d'une
réduction d'un euro sur le financement des
entreprises. Il a également été décidé de créer un
Fonds de formation pour un montant de 7 millions
d'euros.

Depuis le début, l'on se demande si le système
peut être lucratif pour les entreprises sans que l'on
ne s'éloigne de l'objectif initial des titres-services, à
savoir offrir une possibilité de travail décente aux
demandeurs d'emploi les plus vulnérables.

11.02 Greta D'hondt (CD&V): Begin mei

verklaarde de minister dat hij nog voor de zomer
een systeem zou uitwerken om de
dienstencheques betaalbaar te houden. Hij sprak
daarbij over de vermindering van de financiering
aan de ondernemingen met één euro. Er werd ook
beslist om een Opleidingsfonds op te richten, voor
een bedrag van 7 miljoen euro.

Van bij het begin wordt het systeem achtervolgd
door de vraag of het lucratief kan zijn voor
ondernemingen zonder af te wijken van het
oorspronkelijke opzet van de dienstencheques, een
degelijke arbeidskans bieden aan de meest
risicovolle werkzoekenden.

Il se dit sur le terrain que les accords conclus
risquent bien de ne pas pouvoir être respectés avec
le montant tel qu'il a été réduit. Certaines
entreprises envisagent sérieusement de ne pas
exécuter les accords conclus et de dénoncer les
CCT. Elles envisagent notamment de passer de la
commission paritaire 121 du nettoyage à la sous-
commission paritaire moins favorable des services
de proximité.

Les entreprises qui ont lourdement investi dans la
formation ont tout particulièrement le droit de savoir
à quoi s'en tenir à propos du futur fonds de
formation.

Op het veld wordt gezegd dat er een reële dreiging
bestaat dat de gemaakte afspraken niet zullen
kunnen worden gehouden met het verminderde
bedrag. Bepaalde ondernemingen overwegen reëel
om de gemaakte afspraken niet uit te voeren en
CAO's op te zeggen. Zij overwegen onder meer om
over te gaan van het paritair comité van de
schoonmaak 121 naar het minder gunstige paritair
subcomité van de buurtdiensten.

Vooral de bedrijven die zwaar geïnvesteerd hebben
in vorming, hebben recht op duidelijkheid inzake
het geplande Opleidingsfonds.

Comment les entreprises auront-elles accès au
fonds de formation ? Quelle en sera la clé de
répartition ? Quelles en seront les conditions ? De
quelle administration le fonds dépendra-il ?

Nous regrettons la mesure linéaire à hauteur d'un
euro même pour les entreprises qui ont consenti
des investissements importants en matière de
formation et d'amélioration des conditions de
travail. Nous insistons pour que ce dernier groupe
d'entreprises dispose d'informations claires.

De quel budget proviendront les fonds destinés aux
efforts en matière de formation ? Des moyens
supplémentaires seront-ils nécessaires

? Qu'en

sera-t-il de l'application pratique ? Quelles clés de
répartition a-t-on prévues ? Va-t-on élaborer une

Hoe krijgen de bedrijven toegang tot het
Opleidingsfonds? Wat zal de verdeelsleutel zijn?
Hoe luiden de voorwaarden? Aan welke
administratie is het fonds verbonden?

Wij betreuren de lineaire ingreep met één euro, ook
voor bedrijven die zwaar hebben geïnvesteerd in
vorming en goede arbeidsvoorwaarden. Wij dringen
aan op meer duidelijkheid voor deze laatste groep.

Uit welk budget komt het geld voor de
vormingsinspanning? Zijn er bijkomende middelen
nodig? Hoe zal dit in de praktijk verlopen? Welke
verdeelsleutels zijn er? Zal het een soort
Maribelsysteem zijn? Heeft de administratie

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

sorte de système Maribel ? L'administration a-t-elle
examiné la question de savoir si cette mesure
n'aura pas de conséquences néfastes sur l'emploi
au sein des entreprises de titres-services ? Le
gouvernement a-t-il envisagé d'autres initiatives
visant à réaliser des économies ? Le citoyen à qui
s'applique par exemple une déductibilité complète
arrive à un prix coûtant de 4,69 euros, un tarif
auquel vous ne trouverez aucune femme de
ménage sur le marché noir.

onderzocht of deze maatregel geen kwalijke
gevolgen zou hebben voor de tewerkstelling binnen
de dienstenchequesbedrijven? Heeft de regering
ook andere besparingsinitiatieven overwogen? Wie
bijvoorbeeld de fiscale aftrek volledig kan
toepassen, komt aan een kostprijs van 4,69 euro,
een prijs waarvoor op de zwarte markt geen
poetsvrouw kan worden gevonden.

Pourquoi le gouvernement ne se focalise-t-il que
sur les entreprises et non pas sur les utilisateurs
des titres-services ? Pourquoi des personnes ne
pourront-elles finalement plus être employées à
l'avenir en application de l'article 60, paragraphe 7,
alors que certaines entreprises de titres-services se
concentrent explicitement sur cette catégorie ?

Waarom focust de regering enkel op de bedrijven
en niet op de gebruikers van de dienstencheques?
Waarom mogen er uiteindelijk in de toekomst geen
mensen meer onder artikel 60, paragraaf 7 worden
tewerkgesteld, terwijl een aantal
dienstenchequesbedrijven zich expliciet op die
categorie richt?

11.03 Peter Vanvelthoven, ministre (en

néerlandais) : J'ai dressé, il y a quelques temps,
une liste de mesures qui seront nécessaires pour
pouvoir continuer à financer les titres-services dont
le succès ne cesse de croître. Trois mesures
figurant sur cette liste ont déjà effectivement été
mises en oeuvre.

Le gouvernement a engagé un montant de 83,5
millions d'euros pour contribuer, l'année prochaine,
au financement des dépenses supplémentaires
123,5 millions d'euros du système des titres-
services.

En 2007, la diminution de la valeur d'échange des
titres de 21 à 20 euros permettra de réaliser une
économie de 47 millions.

Une partie de cette économie sept millions
d'euros sera affectée au financement du Fonds
de formation grâce à un flux de financement de la
gestion globale de la Sécurité sociale vers l'ONEm.
En 2008, le montant exact sera fixé dans un arrêté
délibéré en Conseil des ministres.

Nous constatons que deux types d'entreprises de
titres-services sont actives aujourd'hui : d'une part,
celles qui emploient des personnes qui peuvent
être engagées immédiatement avec un minimum
de formation et, d'autre part, celles qui se
concentrent sur les demandeurs d'emploi n'ayant
que peu de chances sur le marché du travail, mais
qui doivent en revanche bénéficier d'abord d'une
formation approfondie. Il ne me semble dès lors
pas illogique que la première catégorie, qui n'a pas
ou guère à justifier d'une formation, ne recevra
désormais que 20 euros au lieu de 21.

11.03 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):

Ik heb een tijd geleden een lijst opgesteld met
maatregelen die nodig zijn om het alsmaar
groeiende succes van de dienstencheques te
kunnen blijven financieren. Van dit lijstje werden er
al drie maatregelen effectief genomen.

De regering heeft een bedrag van 83,5 miljoen euro
vastgelegd om volgend jaar de bijkomende
uitgaven in het stelsel van de dienstencheques
123,5 miljoen euro te helpen financieren.

In 2007 zal er 47 miljoen bespaard worden via het
verlagen van de inruilwaarde van de cheques van
21 naar 20 euro.

Een deel van de besparing 7 miljoen euro zal
gebruikt worden om het Opleidingsfonds te
financieren, dit dankzij een financieringsstroom
vanuit het globaal beheer van de Sociale Zekerheid
naar de RVA. Na volgend jaar zal het exacte
bedrag vastgelegd worden in een in Ministerraad
overlegd koninklijk besluit.

Vandaag zien we dat er twee soorten
dienstenchequesondernemingen actief zijn:
enerzijds zij die mensen tewerkstellen die, zonder
al te veel vorming en opleiding, onmiddellijk
inzetbaar zijn, en anderzijds zij die zich richten op
werkzoekenden zonder al te veel kansen op de
arbeidsmarkt, maar die wel eerst een grondige
vorming moeten krijgen. Het is in mijn ogen niet
onlogisch dat de eerste groep, die weinig of geen
opleiding moet aanbieden, voortaan geen 21 euro,
maar 20 krijgt.

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

Les entreprises qui ont fourni des efforts en matière
de formation bénéficieront de droits de tirage sur le
fonds de formation à concurrence de 7 millions
d'euros. Ce montant représente 350.000 heures de
formation. Si les 30.000 travailleurs sous le régime
des titres-services recevaient une formation, cela
représenterait onze heures de formation par
travailleur. Nous n'accorderons plus 21 euros aux
entreprises n'ayant jusqu'à présent fait que très peu
d'efforts, voire aucun effort du tout, en matière de
formation. Nous octroierons par contre plus de 21
euros aux entreprises qui consentent des efforts.

Le but est de rendre le Fonds de formation
opérationnel le plus rapidement possible. Les
demandes devront être adressées au SPF Emploi,
Travail et Concertation sociale. L'ONEm fera office
d'organisme de paiement. Les autres modalités
d'exécution doivent encore être définies. Dès que
nous le pourrons, nous informerons les entreprises
qui ressortissent au régime des titres-services à
propos des modalités de fonctionnement précises
du fonds. Quoi qu'il en soit, ce fonds sera
minutieusement préparé et une concertation aura
lieu avec les partenaires sociaux, de manière à ce
qu'il soit axé sur les résultats.

Ondernemingen die opleidings- en
vormingsinspanningen deden, krijgen
trekkingsrechten uit het vormingsfonds ten bedrage
van 7 miljoen euro. Dat betekent 350.000 uren
opleiding en vorming. Als alle 30.000 huidige
dienstenchequeswerknemers een opleiding zouden
krijgen, betekent dat elf uur opleiding per
werknemer. Ondernemingen die totnogtoe geen of
weinig vormingsinspanningen deden, krijgen geen
21 euro meer. Bedrijven die dat wel doen, zullen we
meer geven.

Het is de bedoeling het Opleidingsfonds zo snel
mogelijk operationeel te krijgen. Aanvragen zullen
moeten worden gericht aan de FOD WASO. De
RVA zal dienstdoen als uitbetalingsinstelling. De
verdere uitvoeringsmodaliteiten moeten nog
worden ingevuld. Wij zullen de
dienstenchequesbedrijven zo snel mogelijk
informeren over de precieze werkingsmodaliteiten
van het fonds. In elk geval zal dit fonds grondig
worden voorbereid en zal er overleg zijn met de
sociale partners, opdat het resultaatgericht kan
werken.

Les économies réalisées auront des effets énormes
sur les effectifs totaux du personnel. Il devrait être
possible alors de considérer les répercussions de
la mesure prise indépendamment des autres effets
globaux.

Il est évident que le gouvernement a examiné les
différentes propositions relatives à un autre
financement des titres-services. J'ai fait mes
déclarations concernant la déduction fiscale dans la
perspective de 2008. La question qui se pose est
de savoir si après deux ou trois ans, une
augmentation salariale en faveur des membres du
personnel occupés grâce au système des titres-
services ne doit pas être financée partiellement par
les utilisateurs de ce système. Les personnes qui
travaillent au noir ne reçoivent-elles pas elles aussi
une augmentation de temps en temps

Personnellement, je préfère modifier, voire
supprimer la déduction fiscale des titres-services
car cette déduction n'est pas un incitant au moment
de l'achat des titres étant donné qu'elle ne se fait
sentir que deux ans plus tard. Elément plus
important encore : aujourd'hui, certaines catégories
doivent payer plus que les autres pour obtenir ces
titres.

De gevolgen van de besparingen op het totale
personeelsbestand zijn niet in te schatten. De
effecten van de maatregel zouden dan los moeten
kunnen worden bekeken van andere globale
effecten.

De regering heeft uiteraard de verschillende
voorstellen bekeken over een andere financiering
van de dienstencheques. Mijn uitspraken over de
fiscale aftrek zijn gedaan met de blik op 2008. De
vraag is of een loonsverhoging na twee of drie jaar
voor personeelsleden tewerkgesteld via
dienstencheques, niet gedeeltelijk door de
gebruikers moet worden gefinancierd. Mensen die
in het zwart tewerkgesteld zijn, krijgen immers ook
af en toe loonsverhogingen.
Mijn voorkeur gaat ernaar uit de fiscale aftrek van
dienstencheques te wijzigen of zelfs af te schaffen.
De fiscale aftrek is immers geen stimulans bij de
aankoop van de cheques omdat die aftrek pas twee
jaar later voelbaar is. Nog belangrijker is dat
bepaalde categorieën mensen vandaag meer
moeten betalen voor de cheques dan andere.

À l'heure actuelle, certaines catégories de
personnes doivent payer davantage pour les titres-
services que d'autres. Les personnes qui ont
besoin d'une aide ménagère en raison de leur

Iemand die wegens zijn handicap en dus niet
omdat hij gaat werken huishoudhulp nodig heeft,
betaalt 2 euro meer dan anderen. Wij moeten
daarmee rekening houden in onze beslissingen.

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 1087

08/11/2006

handicap et non parce qu'elles travaillent paient
deux euros de plus que les autres. Nos décisions
doivent tenir compte de cette situation.

Nous organisons actuellement une enquête sur
l'assiette et les réserves financières des entreprises
de titres-services. Nous tiendrons compte des
résultats de cette enquête en 2008 au moment de
déterminer la marge dont les entreprises doivent
disposer pour les augmentations salariales.

Je ne peux bien sûr pas préjuger des résultats des
négociations entre employeurs et syndicats sur les
conditions de salaire et de travail.

Wij organiseren momenteel een enquête over de
financiële basis en reserves bij de
dienstenchequesondernemingen. Wij zullen met de
resultaten daarvan rekening houden wanneer wij in
2008 moeten beslissen over de ruimte die de
ondernemingen moeten krijgen voor
loonsverhogingen.

De resultaten van de onderhandelingen tussen
werkgevers en vakbonden over de loons- en
arbeidsvoorwaarden kan ik natuurlijk niet
voorspellen.

11.04 Hans Bonte (sp.a-spirit) : Si nous avions

lancé le système sur une base de 20 euros au lieu
de 21, chacun y aurait participé avec le même
enthousiasme. Étant donné que nous avons
commencé sur une base de 21 euros, nous avons
créé une dynamique en matière de concertation
sociale, d'accords salariaux et de formations.

11.04 Hans Bonte (sp.a-spirit): Als wij het stelsel

hadden opgestart met 20 euro in plaats van 21
euro, zou iedereen er net zo goed met grote
tevredenheid aan hebben meegedaan. Doordat
men met 21 euro begonnen is, heeft men wel een
dynamiek gecreëerd inzake sociaal overleg,
loonakkoorden, opleidingen en vormingen.

Il est tout à fait défendable que l'on prévoie des
possibilités de formation dans les entreprises de
titres-services d'une manière non-linéaire. Je me
réjouis que les critères ne soient pas encore fixés,
mais j'insiste pour que cela soit fait au plus vite, de
manière à permettre aux entreprises d'établir leur
budget pour l'année prochaine.

En tant que président de trois entreprises de titres-
services du secteur non marchand, je sais que la
mesure d'économie a de lourdes conséquences.
Les revenus baissent considérablement et ne
correspondent plus aux efforts fournis en matière
de formation.

Il a même été envisagé un instant de ne plus
permettre de combiner les réductions ONSS avec
la subvention de 20 ou 21 euros. La suppression de
ces réductions ONSS signifierait également la
disparition d'une aide indispensable pour les
entreprises qui choisissent d'aider des personnes
venant des groupes cibles les plus difficiles. Que
cette piste ait été abandonnée est donc une bonne
chose.

Dat er op een niet-lineaire manier wordt voorzien in
opleidings- en vormingsmogelijkheden in de
dienstenchequesondernemingen, is zeer
verdedigbaar. Ik ben blij dat de criteria nog niet
vastliggen, maar ik pleit er wel voor dat zo snel
mogelijk te doen, zodat de bedrijven hun begroting
voor volgend jaar kunnen opstellen.

Als voorzitter van drie
dienstenchequesondernemingen uit de non-
profitsector, weet ik dat de besparingsmaatregel
grote gevolgen heeft. De inkomsten dalen
aanzienlijk en zijn niet langer in verhouding met de
inspanningen die deze ondertekeningen leveren
inzake opleiding.

Eventjes werd overwogen om de RSZ-kortingen
niet langer combineerbaar te laten zijn met de
subsidiëring van 20 of 21 euro. Als die RSZ-
kortingen zouden wegvallen, valt ook de buffer weg
die broodnodig is voor ondernemingen die ervoor
kiezen om mensen uit de moeilijkste doelgroepen
te helpen. Het is dus maar goed dat men dat
denkspoor verlaten heeft.

J'espère qu'on réfléchira sérieusement aux critères
à appliquer et qu'on ne se laissera pas séduire par
un régime simpliste consistant à prévoir un même
montant pour chaque travailleur. L'intervention doit
être liée aux efforts réellement consentis.

Ik hoop dat men goed nadenkt over de te hanteren
criteria en zich niet laat verleiden tot de
eenvoudigste regeling waarbij voor elke werknemer
eenzelfde bedrag wordt vooropgesteld. De
tussenkomst moet worden gekoppeld aan de reële
inspanningen die worden geleverd.

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08/11/2006

CRABV 51

COM 1087

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

L'impossibilité pour les bénéficiaires du revenu
d'intégration d'encore travailler dans ce secteur
entraînerait deux problèmes : un problème juridique
en raison de la discrimination instaurée, puisque
ces personnes peuvent être engagées ailleurs, et
un problème social parce que le secteur des titres-
services constitue souvent pour ce groupe la seule
possibilité d'acquérir une expérience
professionnelle et de décrocher un jour un emploi
fixe.

Indien leefloontrekkers niet langer in de sector
zouden kunnen werken, ontstaan er twee
problemen. Er ontstaat een juridisch probleem
vanwege de discriminatie die wordt ingevoerd,
aangezien leefloontrekkers elders wel kunnen
worden tewerkgesteld. En er ontstaat een
maatschappelijk probleem omdat de
dienstenchequessector voor deze groep dikwijls de
enige kans is om werkervaring op te doen en een
perspectief te hebben op vast werk.

11.05 Greta D'hondt (CD&V) : J'insiste pour qu'on

fasse rapidement la clarté sur le Fonds de
formation. Ce n'est qu'à ce moment-là qu'on pourra
déterminer à quel point la nouvelle mesure
affectera les entreprises. J'espère qu'on ne
procédera pas à une répartition linéaire des
moyens. Les entreprises qui n'ont jusqu'à présent
fourni aucun effort en termes de formation y seront
désormais incitées mais celles qui ont déjà consenti
des efforts importants seront de toute façon
perdantes. Il est regrettable que cette mesure ait
été prise sans aucune concertation. Je serai
attentive à l'enquête.

11.05 Greta D'hondt (CD&V): Ik dring eropaan zo

vlug mogelijk duidelijkheid te scheppen inzake het
Opleidingsfonds. Pas dan zal blijken in hoeverre de
nieuwe maatregel de ondernemingen in
moeilijkheden zal brengen. Ik hoop dat er geen
lineaire verdeling van de middelen komt. Bedrijven
die totnogtoe geen vormingsinspanningen deden,
zullen daartoe nu worden aangezet, maar voor de
bedrijven die al zware inspanningen deden, zal er
hoe dan ook een verlies zijn. Ik betreur dat de
maatregel werd genomen zonder enig overleg en
zal de enquête aandachtig volgen.

Les travailleurs ne peuvent en aucun cas être les
victimes de la mesure. Le ministre prévoit une
amélioration du statut en 2008 mais il faudra alors
certainement réfléchir également aux
conséquences fiscales.

Le ministre n'a pas répondu à ma question
concernant l'article 60. Pourquoi certaines
personnes doivent-elles être exclues du champ
d'application de l'article 60 ? Je plaide pour des
entreprises de titres-services avec une variété de
travailleurs. Je poserai ultérieurement une nouvelle
question à ce sujet.

De werknemers mogen in geen geval het
slachtoffer worden van de maatregel. De minister
plant een verbetering van het statuut in 2008, maar
dan moet zeker ook worden nagedacht over de
fiscale consequenties.

De minister antwoordde niet op mijn vraag over
artikel 60. Waarom moeten mensen uit artikel 60
worden uitgesloten? Ik pleit voor
dienstenchequesbedrijven met een mix aan
werknemers. Ik zal daarover later een nieuwe vraag
stellen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

Le président : Les autres questions seront inscrites
à l'ordre du jour de mercredi prochain. Le ministre
est déjà resté plus longtemps que ce qui avait été
convenu.

De voorzitter: De rest van de vragen wordt
doorgeschoven naar de agenda van volgende
woensdag. De minister is al langer gebleven dan
afgesproken was.

11.06 Nahima Lanjri (CD&V): Je regrette de ne

plus pouvoir poser ma question n° 12908
aujourd'hui. Le traitement des questions
précédentes a demandé beaucoup de temps. Je
vais dès lors transformer ma question en question
écrite.

11.06 Nahima Lanjri (CD&V): Ik betreur dat mijn

vraag nr. 12908 vandaag niet meer aan bod kan
komen. De vorige vragen hebben heel wat tijd in
beslag genomen. Ik zal mijn vraag dan maar
omzetten in een schriftelijke vraag, aangezien de
minister me nu een schriftelijk antwoord kan geven.
Mocht dat antwoord niet voldoen, kan ik altijd nog
een nieuwe vraag indienen.

La commission publique de réunion est levée à
16 h 00.

De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.00 uur.

Document Outline